Perijn Titel: Haar eerste litteken Auteur: Sirius Zwarts / Perijn (oftewel: Ik) Onderwerp: Mijn epiloog van De Relieken van de Dood Dan is nu de tijd aangebroken, het moment waarop jullie hebben gewacht. Ik zie dat een aantal van jullie zijn weggedoken, maar vluchten kan niet, als je dat maar niet dacht! Rowena plukte mij van Goderic's hoofd, omdat ze de leerlingen wilden verdelen in groepen. Dat werd mijn taak en ik heb hen beloofd; Voor iedere leerling zal ik een afdeling roepen. Godric Griffoendor gaf als eerste zijn keuze aan: Roemlustige strijders wilde hij met magie leren werken. In gevaarlijke situaties zul je als Griffoendor dapper door moeten gaan. Fantaseer jij daarvan, dan zal ik je deze afdeling laten versterken. Helga Huffelpuf maakte geen onderscheid; Uiteindelijk is iedereen immers gelijk. Filteren is dus iets wat deze afdeling mijdt. Dus kiest Huffelpuf voor een trouwe en loyale kijk. Rowena Ravenklauw wilde de geleerde mensen, Aan intelligentie is hier dus geen tekort. Voor de slimmen is dit de afdeling die ze wensen. Ik zeg dan ook tegen hen dat dit hun afdeling wordt. Zalazar Zwadderich wilde zuiver bloed, Want alleen zij zijn volgens hem geschikt. Als je sluw en ambitieus bent komt het goed, Dan ben je precies waar hij op mikt. Ik smeek je, vergeet één ding alsjeblieft niet: deze vier afdelingen samen vormen een eenheid. Daarom is de belangrijkste boodschap van dit lied: Het is niet de bedoeling dat je andere afdelingen mijdt. Het is nu tijd om me op je hoofd te zetten; waar je thuis hoort ga ik nu verzinnen. Je persoonlijkheid is waar ik op zal letten. Laat het Sorteren maar beginnen! Een luid applaus klonk in de Grote Zaal en de sorteerhoed lag weer bewegingsloos op het krukje. Alida zuchtte van blijdschap, gelukkig geen zware of gevaarlijke test! “Als ik je naam roept , zet je de sorteerhoed op en ga je op het krukje zitten om ingedeeld te worden.” zei professor Banning en rolde een stuk perkament uit. “Alveren, Nathalie!” Een roodharige meisje stapte naar voren en zette de hoed op en ging zitten. De hoed zakte wat naar beneden maar het bleef stil, totdat - “RAVENKLAUW” riep de hoed. De tweede tafel van links applaudisseerde en Nathalie deed de hoed af en liep naar de tafel van Ravenklauw. “Beukel, Jan!” Een kleine gezette jongen liep struikelend naar de krukje en deed de hoed op, hij had hem nauwelijks op of - “GRIFFOENDOR” riep de hoed. De meest linkse tafel begon de te juichen. Zo ging het een tijdje door, bij de ene was de hoed heel snel, maar bij sommige duurde het wat langer. Alida werd steeds zenuwachtiger totdat - “Potter, Alida!” Alida stapte zelfverzekerd naar voren en hoorde wat gefluister achter zich, Potter was nog steeds een bekende naam in de tovenaarswereld. Ze pakte de hoed op en ging op het krukje zitten. Vervolgens zette ze de hoed op. “Hmmm... alweer een Potter hé!” begon de hoed fluisterend in haar oor, “tja, ik heb bij al je familie leden moeilijk gehad, en zo te zien ben jij niet anders!” Alida werd toch wat zenuwachtig, ze wou heel graag weten waar ze terug zou komen! “Ja, je wilt het weten, maar ik moet eerst nog beslissen! Ik zie dat je heel moedig ben, maar toch ben je regelmatig erg sluw. Je doelen zijn belangrijk voor je, maar vriendschap bijna netzo. Tja... waar zal ik je indelen... ik weet het al...” “ZWADDERICH” galmde het door de hele zaal. Alida verkramte op de stoel en voelde een splinter in haar vinger schieten van het krukje. Dit had ze absoluut niet verwacht! Ze zette de hoed af en liep naar de meest rechtse tafel, ze voelde aan haar vinger, dat was mooi, nu had ze toch nog een litteken! -----------------------------------