Auteur |
Bericht |
Catie
Chaotic Angel


Verdiend:
0 Sikkels
Woonplaats: The Elysian Fields
|
Geplaatst:
Vr Okt 15, 2004 19:24 |
 |
Het begin van de Kerstvakantie
Ze stonden op en liepen gearmd naar buiten toe naar de Grote Zaal. Toen ze in de Grote Zaal aankwamen waren alle tafels weg en stond er een grote tafel waar iedereen aan zat en ze gingen verbaasd zitten. “We worden raar aangekeken omdat we gearmd lopen,” fluisterde Hermelien.
“We zijn ook raar dus laat ze,” zei Isabella lachend.
“Gelijk heb je.”
Isabella kreeg een lachbui en ging lachend zitten. Tegenover haar zat Harry en die keek haar vreemd aan. Ze lachte vrolijk naar hem en schepte eten op en begon te eten. “Wat is er met jullie aan de hand,” vroeg Harry.
“We zijn vrolijk,” zei Isabella rustig.
“Waarom?”
“Gewoon, iedereen keek ons raar aan toen we binnenkwamen dat was gewoon leuk om te zien.”
“Logisch, jullie kwamen gearmd binnen.”
“Dat doen zoveel vriendinnen en misschien viel het jou niet op Harry maar, dat deed Cho zo vaak,” zei Hermelien.
Harry zei niks meer en at verder en wierp soms een blik op Isabella.
Na het eten wilde ze vrolijk de Grote Zaal uitlopen toen Perkamentus zei :”Even wachten dames, voordat we klaar zijn hebben we een dansavond en hebben speciale dansleraars ingehuurd.” Er kwam een groepje binnen die hun spullen weglegde en naar de groep keken. Verbaasd liepen ze terug naar de andere. “Als eerste gaan we normale danspassen leren,” zei een man. Hij deed wat voor en Isabella dacht, ‘Hoe makkelijk is dit.’ Ze moesten alles nadoen en alles lukte perfect bij haar. Toen iedereen alles een beetje onder controle had deden ze het op het hele nummer voor zover ze hadden. Toen de passen die ze hadden geleerd klaar waren ging ze gewoon door en verzon haar eigen passen. Verbaasd keken een paar toe en toen ze klaar was klapten verschillende mensen.
De instructeurs keken haar even verbaasd aan en toen zei eentje :”Je kan heel goed dansen, je zou een geweldige danseres zijn.”
“Dank je maar liever niet,” zei ze rustig.
Ze gingen verder en na een tijdje werden er paren gemaakt. Tot haar verafschuwing moest ze samen met Draco. Hij zei niks en grijnsde alleen maar. De passen waren makkelijk en ze had het snel onder de knie. Zo ging de avond snel voorbij en uiteindelijk liepen ze terug naar de leerlingenkamer. “Waar heb je zo goed leren dansen,” vroeg Ron.
“Mijn moeder leerde me dansen en ik heb op streetdance gezeten,” zei ze vrolijk.
“Je kan het echt zo goed,” zei Hermelien enthousiast.
“Dank je.”
Ze liepen de leerlingenkamer in en besloten om nog even te gaan praten en daarna naar bed te gaan.
De volgende dag werden ze laat wakker en slaperig kwam Isabella haar bed uit. Ze wilde wakker worden en nam een douche en liep daarna naar beneden toe. Er was niemand in de leerlingenkamer en dus liep ze naar beneden toe want ze had honger. Ze was één van de weinige aan tafel en begon rustig met eten. Toen ze klaar was liep ze naar boven toe naar de bieb. Ze liep van achteren naar voren toe en zocht een boek maar kon er geen vinden en dus liep ze naar de leerlingenkamer. Zuchtend ging ze zitten en keek naar buiten toe. ‘Wat is er met me de laatste tijd,’ vroeg ze haarzelf af, ‘Er gebeurd soms zoveel dat ik het niet meer kan volgen gewoon.’ Ze zuchtte en pakte haar mantel en liep naar beneden toe. Ze liep meteen door naar buiten en liep richting het meer. Als ze ergens rustig kon zitten was het wel bij het meer.
Ze klom in een boom en keek naar het meer. De wind speelde met haar haren en ze luisterde naar het water en alle andere dingen. Ze voelde dat ze rustig werd en ze sloot haar gedachtes af. Al haar herinneringen vervaagde voor een tijd en ze keek naar de lucht. Er waren wolken maar je zag een zonnetje en er vlogen een paar vogels. ‘Vogels in de winter,’ dacht ze, ‘grappig om te zien.’ Ze hoorde een groepje mensen naderen en keek om. Ze zag een kleine groep richting het meer lopen en herkende de dansinstructeurs. Ze hadden haar nog niet gezien en ze gingen onder haar staan. “Die Isabella kan heel goed dansen,” zei een jongenman van rond de 22.
“Misschien moeten we vragen of ze de andere een paar dingen wil leren of tips geven,” zei een vrouw.
“We zullen het vanmiddag wel vragen als we haar tegenkomen.”
“Dat is niet meer nodig,” zei Isabella.
Verbaasd keken ze omhoog en ze glimlachte naar hun. Daarna sprong ze uit de boom. Verbaasd keken ze haar aan en iemand vroeg :”Wat deed je daar?”
“Ik zat daar rustig,” zei ze bijdehand.
“Maar wil je dat doen, tips geven en een paar dingen leren aan de andere,” vroeg de vrouw.
“Lijkt me leuk om te doen ja.”
“Mooi zo, je hebt echt een talent hiervoor namelijk.”
“Dank je maar, als jullie het niet erg vinden ga ik terug naar het kasteel, ik moet nog wat doen.”
Ze draaide zich om en liep langzaam weg met een glimlach op haar gezicht.
Toen ze in het kasteel kwam liep Hermelien net de Grote Zaal uit en vrolijk liep ze naar haar toe. “Hoi,” zei ze vrolijk.
“Hoi Isa, waarom ben je zo vrolijk,” vroeg Hermelien.
“Ik ga jullie les geven met het dansen en tips.”
“O cool, kan je mij toevallig nu geen les geven en wat tips, ik kan het niet zo goed namelijk, tenminste niet dat streetdance.”
“Tuurlijk, bespreekkamer van de klassenoudsten weer?”
“Goed idee, daar storen ze ons niet.”
Ze liepen naar de 4de verdieping en ze gingen naar binnen toe. Snel zette ze alles aan de kant en ze deed aan paar makkelijke dingen voor. Al snel waren ze bezig en gaf ze tips om wat makkelijker te bewegen. Na een tijdje deden ze samen een heel dansje met soms een paar moeilijke passen en vermoeid zei Hermelien :”Dat was echt vermoeiend maar wel heel leuk.”
“Leuk is het inderdaad maar soms vermoeiend,” zei Isabella lachend.
“Jij hebt het geluk dat je het al kan.”
“Jij kan het nu ook goed hoor.”
“Heel leuk hoor, zullen we gaan eten?”
“Ik meende het en het is goed, ik krijg honger.”
Ze lopen vrolijk naar de Grote Zaal om te gaan eten en zien dat ze alweer de laatste zijn. “We zijn ook altijd laatste,” zei ze vrolijk.
“Wat doet het ertoe, het is vakantie,” antwoordde Hermelien net zo vrolijk.
Snel gingen ze zitten en begonnen te eten. Na het eten moest iedereen weer blijven en gingen ze verder met het dansje. Al snel had iedereen bijna alles onder controle en mocht Isabella hun wat dingen leren. “We beginnen met wat makkelijke dingen, doe precies wat ik doe,” zei ze duidelijk. Ze begon met de makkelijke dingen en al snel had iedereen dat onder controle en ze gingen over op de moeilijke passen. Ze liet iedereen de passen doen en keek even rond. Ze klapte in haar handen en zei :”Ik zie dat sommige wat houterig doen, het is de bedoeling dat jullie je ontspannen, als je je goed ontspant zullen de passen een stuk makkelijker gaan.” Iedereen ging weer aan de slag en ze zag dat het meteen een stuk beter ging. Ze voelde dat ze hoofdpijn had maar negeerde het en ging verder met nieuwe stappen voordoen. Zwarte vlekken verschenen en ze voelde dat ze ineen zakte.
Toen ze wakker werd lag ze op de ziekenzaal. Naast haar zat Hermelien en toen die zag dat ze wakker was zei ze :”Gelukkig ben je wakker.”
“Wat is er precies gebeurd, ik kreeg opeens allemaal zwarte vlekken voor mijn ogen,” vroeg ze.
“Je zakte ineen.”
Madame Plijster kwam aangelopen en ze leek niet blij. Ze liep naar haar toe en stuurde Hermelien weg en zei :”Ze moet rusten.” Hermelien nam afscheid en liep de ziekenzaal uit terwijl Isabella naar Madame Plijster keek. “Ik zei dat je veel bloed had verloren en niet teveel moest doen en wat doe jij, je gaat dansen,” zei ze boos.
“U heeft nooit gezegd dat ik dat niet mocht doen.”
“Je moest rustig aandoen.”
“Onder rustig aandoen versta ik andere dingen omdat ik andere dingen gewend ben.”
“Als je niet rustig aandoet kan je een letsel oplopen dus doe geen dingen die inspanning veroorzaken of wat dan ook, dus geen dansen.”
“Oké, ik zal dat niet meer doen.”
“Mooi, dan mag je van mij nu gaan als je je tenminste goed voelt.”
“Ik voel me prima.”
Ze stond op en liep de ziekenzaal uit. Ze liep naar de leerlingenkamer en zag niemand zitten en dus plofte ze op een stoel neer. Verveeld keek ze naar buiten toe. ‘Ik mag ook niks,’ dacht ze verveeld. |
|
|
  |
 |
Catie
Chaotic Angel


Verdiend:
0 Sikkels
Woonplaats: The Elysian Fields
|
Geplaatst:
Di Okt 19, 2004 8:51 |
 |
De Aanval met Kerst
Het was kerst en die ochtend had ze uitgeslapen en toen ze wakker werd zag ze een stapel cadeautjes liggen. Ze had niet verwacht dat ze iets zou krijgen, ze had dan wel wat gegeven maar had niet verwacht dat ze wat zou krijgen. Ze opende het eerste pak en zag een grote zak met snoep. Ze kreeg ook een boek over verschillende speciale fabeldieren. Ze kreeg nog heel groot stuk chocola en een klein pakketje waar een gouden ketting inzat met een blauwe diamant. Verbaasd keek ze naar de ketting en zag dat er iets in graveert stond. Forever Yours. Ze deed de ketting om en deed haar kleding aan. Ze liep naar beneden en zag Harry, Ron en Hermelien al zitten. Ze liep naar hun toe en zei :”Morgen iedereen.”
“Hoi Isa,” zei Hermelien.
“Hoi,” mompelde Harry.
“Hallo Isa, lekker geslapen,” zei Ron.
“Ik wel en jullie?”
“Prima,” zeiden ze alledrie en ze liepen naar beneden toe.
Ze liepen vrolijk pratend de Grote Zaal in en zagen tot hun verbazing dat het een grote ravage was. Overal was alles omgegooid en in geesten waren druk aan het praten. Ze liepen verder de Grote Zaal in en zagen nergens een leraar.
Verbaasd vroeg Harry :”Wat is hier gebeurd?”
“Ik heb geen idee,” zei Hermelien.
Isabella hoorde dat haar stem beefde en plotseling riep iemand :”Potter, Wemel, Griffel en Kortwing nu hier komen!” Verbaasd keken ze achterom en zagen Sneep staan. Ze liepen naar hem toe en hij duwde ze richting de kerkers. Hij zei toen ze voor een schilderij stond :”Dreuzeltechniek.” Er kwam een deur tevoorschijn en snel opende hij de deur en duwde ze naar binnen en sloot de deur. In de kamer stonden verschillende leerlingen en een paar leraren. Anderling liep naar hun toe en zei :”Wees stil, Voldemort heeft het kasteel aangevallen, Perkamentus is bezig met de Orde bijeen te roepen.” Ze liepen naar achteren toe en gingen zitten. “Stel dat Sneep ons niet had gevonden,” zei Hermelien bang.
“Dan hadden we een groot probleem gehad vooral als de dooddoeners ons hadden gevonden,” zei Hermelien.
“Waarom valt die Voldemort Zweinstein aan,” vroeg Isabella zacht.
“Voldemort wil mij dood hebben,” zei Harry zacht, “Hij kan alleen overleven als ik dood ben.”
“Ik snap het niet.”
“Dit litteken op mijn voorhoofd komt door Voldemort, hij vermoordde mijn ouders toen ik een baby was maar, ik versloeg hem zonder te weten hoe en kreeg dit litteken, twee jaar geleden is hij herrezen en probeert sindsdien me te vermoorden.”
Ze hoorde luide voetstappen van buiten de kamer en hielden zich muisstil. Bang keken de leerlingen elkaar aan en Isabella keek naar iedereen. Ze zag leraren zitten die ze niet kende met allemaal hun stok in hun hand.
De voetstappen verdwenen weer en iedereen haalde opgelucht adem. Het leek uren te duren. Ze konden weinig zeggen want om de tijd kwamen er mensen langs die steeds stil bleven staan. Isabella luisterde naar de voetstappen en hoorde het wanneer er iemand aankwam. Perkamentus was vertrokken met brandstof en ze haalde opgelucht adem toen er niemand achter was gekomen. Op een gegeven moment stonden er twee mensen voor de deur en waren aan het praten. Ze hoorde de mannen scherp praten terwijl de andere slechts gemompel hoorde. “Ze moeten hier ergens zijn, ik weet dat ze er zijn,” zei een mannenstem.
“We kunnen ze nergens vinden, Perkamentus heeft vast een of andere dreuzeltechniek gebruikt,” zei een vrouwenstem.
Isabella ’s ogen werden groot van schrik en keek geschrokken de andere aan. “Een van hun heeft zonder het te weten het wachtwoord gezegd,” zei ze geschrokken. Iedereen keek haar eerst geschrokken aan en keek toen naar de deur.
Er gebeurde eerst niks en het leek alsof ze niks gemerkt hadden maar Isabella wist dat ze niet weg waren. Ze hoorde nog meer voetstappen eraan komen en de deur vloog open. Verschillende leerlingen begonnen te gillen en een vrouwenstem riep :”We hebben ze gevonden!” Een groep mensen in zwarte mantels kwam naar binnen met hun toverstok in de aanslag. De leraren pakte hun stok en gingen voor de leerlingen staan. Harry, Ron en Hermelien pakte ook hun stok en Isabella volgde hun voorbeeld. Vloeken vlogen in het rond en Isabella vuurde zelf ook vloeken af. Uit haar ooghoeken zag ze een paar zwadderaars staan die rustig toekeken. Harry werd geraakt door een verlammingsspreuk en Isabella noemde alle vloeken die ze kende. Steeds meer mensen werden gemaakt en daar stonden ze met zijn drieën. Hermelien, Ron en zijzelf tegenover een grote groep dooddoeners. Vele leerlingen waren al geraakt door spreuken en alleen de zwadderaars deden niks.
Plots begon de stok van Isabella te gloeien, er kwam een fel licht uit en ging recht op de dooddoeners af. Uit haar stok kwam een gedaante van een gouden eenhoorn. Een volwassenen en de eenhoorn stormde op de dooddoeners af. De eenhoorn verdween en de dooddoeners lagen bewusteloos op de grond. Verbaasd keek ze naar haar stok en toen naar Hermelien. Ron maakte een paar makkelijke vervloekingen ongedaan die over de leraren en leerlingen waren uitgesproken en die keken verbaasd op. “Wie heeft die dooddoeners uitgeschakeld,” vroeg Anderling.
“Ik professor, er kwam een gouden eenhoorn uit mijn stok die ze bewusteloos maakte,” zei Isabella.
“Wat is de kern van jou stok?”
“Een gouden haar van een volwassen eenhoorn.”
“Je hebt een zeer krachtige stok Isabella en nu, iedereen moet mij volgen en pas op.”
Ze liep de kamer uit en iedereen volgde haar, ze gingen verder naar beneden toe en zei een wachtwoord, een gat verscheen in de muur en ze daalde af daarna kwamen ze in een gang en zei ze bij een deur weer een wachtwoord en ze kwamen in een grote kamer.
Toen iedereen binnen was sloot de deur automatisch en wendde professor Anderling iedereen. “Links naar beneden zijn de slaapzalen voor de jongens de meisjes gaan rechts naar beneden,” zei ze, “Er zullen spullen liggen en alles is hier aanwezig.” Verbaasd keek iedereen rond en sommige gingen naar de slaapzalen. “Professor, waarom is er een 5de leerlingenkamer,” vroeg Harry aan Anderling.
“Dat is een mysterie Potter, we vonden deze leerlingenkamer en deze leerlingenkamer is handig er is namelijk een deur die naar de keukens gaat en deze kamer is groot genoeg voor ons nu,” zei Anderling en ze draaide zich om en liep naar de leraren. Isabella en Hermelien liepen naar de slaapzaal voor de meisjes en daalden de trap af. Ze kwamen in een grote ruimte en zagen veel bedden staan. Een paar meiden hadden al een bed gekozen en Isabella koos ook een bed. Hermelien nam het bed dat naast het hare stond. De bedden waren opgemaakt en ze gingen weer naar boven toe.
Er gingen er een paar uur voorbij en er werd weinig gezegd. Sommige waren boeken aan het lezen en andere waren zachtjes aan het praten. De tijd streek langzaam voorbij en Isabella dacht na. Hoe kwam die eenhoorn uit haar stok en hoe kwam het dat ze allemaal bewusteloos waren. Ze bekeek haar stok en het leek alsof hij lichter was dan normaal. Ze keek rond en zag dat sommige woedende blikken richten op de zwadderaars. Logisch, ze hadden niks gedaan om hun te helpen, helemaal niks. Ze merkte ook dat sommige zwadderaars woedende blikken op haar wierpen maar ze negeerde ze. Ze hoorde de leraren praten in de kamer ernaast. “Perkamentus is op weg met de Orde maar ze moeten een plan hebben,” hoorde ze Anderling zeggen.
“En hoe zat het met Isabella,” vroeg een piepstem.
“Ze heeft een zeer krachtige stok net zoals Potter maar beide hebben ze een ander doel.”
“Zonder haar waren we nu gevangen genomen.”
“Klopt, het enige wat wij nog kunnen doen is wachten en zorgen dat ze ons niet vinden.”
“Maar alleen de leraren weten waar deze kamer is en zelfs niet iedereen weet het wachtwoord om hier te komen.”
Ze voelde dat ze hoofdpijn kreeg en stond op. “Ik ga even naar de slaapzaal, ik voel me niet zo lekker,” zei ze en ze liep naar de slaapzaal.
Op de slaapzaal was niemand, iedereen zat boven te wachten. Voor de zekerheid liep ze helemaal naar achteren toe en ging achteraan op een bed liggen en viel al snel in slaap. Ze droomde over haar ouders en de Rebellen. Plots verdween dat allemaal en werd alles zwart. Ze was in een leerlingenkamer en hoorde twee mensen praten. “Weet je zeker dat het zo lukt,” zei een jongensstem.
“Tuurlijk, als je iemand bang maakt lukt iets sneller,” zei een meisjesstem.
“Ik weet het niet, ik wil haar voor mezelf en als ze bang voor me is zal dat misschien moeilijker gaan.”
“Vertrouw me, ik heb hier verstand van.”
“Als jij het zegt.”
De leerlingenkamer verdween en ze liep door het kasteel. Het leek alsof niemand haar zag en verbaasd liep ze door. Ze hoorde mensen praten en lachen en niemand scheen haar te zien.
Het kasteel scheen te verdwenen en ze zat op een grasveld. Ze stond langzaam op en begon te lopen. Ze bleef staan op een heuvel en keek naar het water dat rustig kabbelde. Voor haar was een strand, ze was aan zee. Ze voelde dat iemand zijn armen om haar heen sloeg en ze legde haar hoofd op diegene ’s schouder. Ze voelde angst maar tegelijkertijd geluk. Ze bleef naar de zee kijken die steeds wilder werd.
Ze opende haar ogen en voelde een arm over haar lichaam en verbaasd draaide ze zich om. Geschrokken keek ze naar Draco. Hij sliep en ademde rustig. ‘Wat doet hij hier,’ vroeg ze zichzelf verbaasd af. Ze duwde zijn arm weg en stapte het bed uit en liet hem liggen. Ze wilde weglopen maar ze hoorde dat hij zijn ogen opendeed. “Je bent schattig als je slaap weet je,” zei hij.
“Dat mag dan wel zo zijn maar wie heeft gezegd dat jij hier mag komen,” zei ze.
“Wat niemand weet zal niemand weten.”
“En waarom volgde je me?”
“Waarom niet, ik wil je nog steeds hebben en ik krijg nog wat van je.”
Hij liep naar haar toe en sloeg zijn armen om haar heen. Plots werd haar droom duidelijk. Die stemmen die ze hoorde waren Faran en Draco.
Ze duwde zijn armen weg en zei :”Faran zette je eraan of niet soms.”
“Hoe bedoel je,” vroeg hij.
“Alles wat je mij hebt aangedaan, Faran zei dat je dat moest doen of niet soms?”
“Hoe weet jij dat?!”
“Dat doet er niet toe, ongelofelijk dat je naar haar luisterde, wie is er nou zo stom om dat te geloven.”
Ze liep weg en gunde hem geen blik waardig en liep naar boven toe. Toen ze bovenkwam werd er net een tafel gedekt en ging ze helpen. Toen de tafel gedekt was verscheen er meteen eten en konden ze gaan eten. Zonder dat ze het had gezien was Draco bovengekomen en ging zitten.
Na het eten verdween alles weer en werd de tafel opgeruimd. “Heb je goed geslapen Isa,” vroeg Hermelien.
“Mijn hoofdpijn is over,” zei ze.
“Hé, kijk eens wat ik vind,” riep een tweedejaars ravenklauwer.
Iedereen keek om en hij opende een kast waarin allemaal dingen stonden. Toverschaak, knalpoker, fluimstenen enzovoort. Van alles lag erin en iedereen liep naar de kast om er wat uit te pakken. Zo deden ze die avond spelletjes en uiteindelijk ging iedereen naar bed. Toen Isabella in bed lag viel ze niet in slaap. Ze hoopte dat ze niet werden gevonden en dat Perkamentus snel terug zou zijn. Niemand wist tenslotte waar hij was.
De volgende dag werd ze wakker van geschreeuw. Ze hoorde mensen schreeuwen en hoorde dat er vloeken werden afgevuurd. Ze keek naar de rest maar zag dat ze nog sliepen. Verbaasd klom ze haar bed uit en liep naar boven toe. Ze zag professor Anderling zitten en vroeg :”Professor wat is dat geluid van boven?”
“Wat bedoel je, ik hoor niks,” zei Anderling verbaasd.
Plotseling was er een luide knal te horen en een paar meiden die nog in de slaapzaal waren gilden. Anderling stond op en liep naar de deur toe en liep de gang uit. Isabella volgde haar naar boven toe en ze liepen de kerkers uit. Boven werden spreuken afgevuurd en een kleine groep tovenaars vochten tegen de dooddoeners. De dooddoeners waren in de meerderheid en Isabella richtte hun stok op hun. Haar stok begon weer te gloeien en er schoot een gouden eenhoorn uit die op de kleine groep tovenaars afstormde. Hij ving voor ze staan en ving alle spreuken van de dooddoeners op. Op een gegeven moment stormde de eenhoorn op hun af en verscheen een fel licht en Isabella bedekte haar ogen. Het licht verdween maar de eenhoorn was er nog. De eenhoorn liep naar haar toe en zei :”Jij bent de uitverkorene.” Daarna verdween de eenhoorn in een gouden waas. |
|
|
  |
 |
Catie
Chaotic Angel


Verdiend:
0 Sikkels
Woonplaats: The Elysian Fields
|
Geplaatst:
Di Okt 19, 2004 10:38 |
 |
Liefde Overwint
Verbaasd keek ze naar de gouden waas die langzaam oploste en voelde toen een hand op haar schouder. Ze keek om en zag Perkamentus staan. Hij glimlachte vriendelijk en Isabella keek naar de dooddoeners die werden vastgebonden. Achter haar verschenen verschillende leerlingen en leraren die naar Isabella keken en naar de dooddoeners. “Isa wat is er gebeurd,” zei Hermelien.
“Juffrouw Kortwing heeft net deze school gered Juffrouw Griffel,” zei Perkamentus glimlachend.
“Meen je dat Isa, wat goed van jezelf, hoe heb je dat gedaan?!”
“Professor waar komt u vandaan,” vroeg Isabella verbaasd.
“Ik kwam met de Orde mee maar ik hield me niet bezig met de dooddoeners maar met Voldemort, hij wist dat we eraan kwamen en toen ik kwam waar hij zat is hij met een viavia vertrokken en waarheen weten we niet,” zei Perkamentus.
Perkamentus liep naar iemand van de groep en begon te praten terwijl Isabella over de woorden van de eenhoorn nadacht. ‘De Uitverkorene voor wat,’ vroeg ze zichzelf af.
Die avond kon iedereen terug naar zijn eigen leerlingenkamer. De Grote Zaal was opgeruimd en het leek alsof er nooit wat was gebeurd. Maar er was degelijk wel iets gebeurd. Alle afdelingen verafschuwde de zwadderaars en dat leek erger te worden. Maar ondertussen veranderde er iets tussen haar en Draco. Nu ze wist dat Draco naar Faran had geluisterd begreep ze het meer. Faran had invloed op hem maar toen ze in de 5de leerlingenkamer waren was Faran er niet en kon ze hem niet beïnvloeden. ‘Was er dan toch een goede kant van hem,’ dacht ze terwijl ze naar buiten keek. Ze zat op haar favoriete plek, in het venster van een raam in de slaapzaal. Ze keek naar de ketting en kreeg een idee van wie hij was en besloot om hem te houden. Als ze een week geleden erachter was gekomen van wie hij was had ze de ketting in het meer gesmeten, dat wist ze zeker.
De volgende dag slenterde ze naar beneden toe om te gaan ontbijten. Ze maakte oogcontact met Draco en hij maakte een gebaar van, kom naar de kerkers toe. Ze knikte maar liep na het eten eerst naar de ziekenzaal. Madame Plijster onderzocht haar en zei :”Van mij mag je weer doen wat je wilt.” Blij liep ze de ziekenzaal uit en ging richting de kerkers. Ze liep naar beneden toe en zag Draco staan. Ze liep naar hem toe en zei :”Hoi.” Hij keek op en glimlachte, een lieve glimlach. Ze voelde dat er niks mis was en ze vertrouwde hem. Hij pakte haar hand en ze liepen naar beneden toe. Ze kwamen bij een muur en Draco zei :”Verenigd.” De muur opende en ze kwamen in de gang waar de 5de leerlingenkamer was. Hij opende de laatste deur en ze kwamen in een knusse kamer.
Verbaasd liep ze naar binnen toe en vroeg :”Hoe weet je van deze kamer?”
“Die heb ik ontdekt, er is hier geen wachtwoord nodig,” zei Draco terwijl hij naar aan bank liep.
Draco ging zitten en Isabella ging ook zitten. Het was stil en Draco ging dichterbij haar zitten. Hij fluisterde :”Het spijt me van alles, ik had iet naar Faran moeten luisteren.”
“Excuses aanvaard,” zei Isabella glimlachend.
“Je moet weten dat ik echt van je hou.”
Ze wilde wat zeggen maar dat lukte niet meer, hij zoende haar al. Isabella zoende terug en keek hem dromerig aan. ‘Hij heeft zulke mooie ogen,’ dacht ze. Hij zoende haar romantisch en ze voelde hoe hij zijn tong in haar mond stak.
De middag was voorbij gevlogen en Isabella lag met haar hoofd op de borst van Draco. Hij speelde met haar haren en streelde haar arm. Isabella genoot van elk moment en keek hem aan. Elke keer als ze in zijn ogen keek smolt ze weg. “Ik zou willen dat ik Faran niet kende,” zei Draco plots, “Ik dacht dat ik haar kon vertrouwen maar dat is niet zo.”
“Ik ken het gevoel,” zei Isabella zacht.
“Ik zeg dit niet graag maar waarschuw Potter, Faran zit achter hem aan.”
“Dat bedoelde ze dus.”
“Wat?”
“Nee niks, beloof me dat je niet meer naar Faran luistert, ze zal alles verpesten.”
“Ik beloof het, ik wil je nu niet meer kwijt.”
Hij zoende haar en zei :”Zullen we terug gaan?” Ze knikte en stond op. Samen met Draco liep ze naar boven toe en namen ze afscheid van elkaar.
De vakantie vloog na de aanval snel voorbij en ze deed waar ze zin in had. Ze deed nog steeds van alles met Hermelien en leerde haar nog steeds dansen. Ondertussen sprak ze met Draco af. Ze voelde dat hun liefde met de dag sterker werd en ze wist dat Faran er niet makkelijk meer tussen zou komen. Alleen moest ze Harry nog waarschuwen voor Faran. Ze wist van Draco dat Faran er alles aan deed om iemand te krijgen. Ze zou ervoor zorgen dat Faran Harry niet kreeg. Ze moest ook nog aan Harry, Ron en Hermelien vertellen dat ze met Draco had. Ze vroegen niks maar merkte wel dat ze soms tijden weg was en een dromerige blik in haar ogen had.
Het was zondag en alle leerlingen waren terug gekomen van huis en Isabella keek naar buiten toe met een dromerige blik. “Hallo,” zei Hermelien.
“Euh, wat is er,” vroeg ze geschrokken.
“Waar ben jij met je gedachtes, je bent de laatste tijd zo afwezig.”
“O, gewoon, niks ergs.”
“Ben je verliefd?”
“Nee, denk gewoon de laatste tijd veel aan iets.”
“Zeker weten?”
“Ja helemaal.”
“Echt waar?”
“Ja.”
Hermelien keek haar lachend aan en ging verder met haar huiswerk. Isabella ging ook verder en bande voor even Draco uit haar gedachtes om haar huiswerk te maken. Al snel was ze klaar en ruimde ze haar spullen op. Ze pakte een boek en begon te lezen, het was een boek over faunaten en erg interessant. Het leek haar heerlijk om een faunaat te zijn en in een dier te veranderen. Ze las dat een faunaat veranderde in het dier dat het beste bij hem/haar paste. Ze vroeg zich af welk dier er bij haar zou passen.
Na een tijdje gingen ze naar beneden naar de Grote Zaal toe om te gaan eten. Vrolijk liepen ze naar de Grote Zaal en onder het eten vroeg Isabella aan Harry :”Harry in welk dier zou je denk veranderen als je een faunaat was?”
“Wat bedoel je,” vroeg Harry verbaasd.
“Een faunaat veranderd in het dier dat het beste bij hem/haar past, waarin zou jij veranderen?”
“Ik heb geen idee, ik hoop een sterk dier en jij?”
“Ik weet het niet, ik hoop een mooi dier.”
“Mijn vader was aan faunaat, hij was een hert.”
“Cool.”
“Maarja, nu is hij dood en mijn moeder ook.”
“Erg voor je, ongeveer zitten we in hetzelfde schuitje, jij zal je ouders nooit meer zien en ik waarschijnlijk ook niet.”
Het was stil en Isabella keek naar haar bord waar nog wat op lag. Ze had geen honger meer en at niks meer. Ze wachtte totdat de rest klaar is en ze liepen naar boven toe. Ze had die dag niet met Draco afgesproken en ze zat in de leerlingenkamer. Ze las het boek over faunaten uit en bestuurde het stuk waarin stond hoe je een faunaat werd extra goed.
Die avond ging ze rond 10 uur haar bed in want ze was moe. Ze viel in het begin niet in slaap totdat er vreemde muziek begon te spelen. Ze viel meteen in slaap en liep onder een waterval door. Verbaasd liep ze door en kwam in een prachtig landschap terecht, de bomen hadden verschillende kleuren bladeren en het water was lichtpaars en gaf een prachtige gloed af. Overal liepen de prachtigste dieren rond en elk dier had een aparte kleur. Ze zag vliegende paarden met een hoorn op hun hoofd en draken die vrolijk rondvlogen en prachtige dingen met vuur deden. Ze zag gouden eenhoorns, volwassenen. Overal fladderde kleine elfjes. Er kwam een gouden eenhoorn naar haar toe gelopen en die zei :”Hallo Uitverkorene.”
“Wie ben jij,” vroeg ze verbaasd.
“Herken je me niet, één haar van mij is de kern van jou stok.”
“Was jij dat?”
“Ja Uitverkorene, zal je niet liever rondlopen zoals ons?”
“Maar ik kan toch niet in een eenhoorn veranderen?”
“Tuurlijk wel, jij bent de Uitverkorene, jij kan meer dan je denkt, je weet wel hoe het moet.”
Isabella concentreerde zich en voelde dat haar lichaam veranderde. Ze liep naar het water toe en keek in het water en zag dat en een eenhoorn was. Geschrokken werd ze wakker en zag dat ze in bed lag.
Ze stapte haar bed uit en pakte haar badjas en liep naar beneden toe. Ze ging zitten en toverde een warme kop thee voor haar. Langzaam dronk ze haar thee op terwijl ze over haar droom nadacht. Haar droom leek zo echt en zo mooi. En die eenhoorn sprak haar aan met Uitverkorene. Ze hoorde iemand de trap afkomen en keek op de klok. Het was 2 uur in de nacht en ze zag dat Harry de trap afkwam. Verbaasd keken ze elkaar aan en vroegen tegelijk :”Wat doe jij hier?”
“Ik had een droom en schoot wakker,” zei Isabella lachend.
“Ik kon niet slapen,” zei Harry.
“Ik had zo’n levensechte droom en toch was het maar een droom.”
“Ik had een nachtmerrie.”
“Wil je weten wat ik droomde?”
“Is goed.”
“Ik droomde dat ik een eenhoorn werd, ik kon mezelf gewoon veranderen en het was zo mooi, die plek waar ik was, iedereen leek er gelukkig en het was…..”
“Mooi.”
“Inderdaad, ik viel zeker in herhaling?”
“Inderdaad”
“Kan gebeuren, ik zou eigenlijk best nog een keer in een eenhoorn willen veranderen.”
“Wil je dan een illegale faunaat zijn?”
“Ik heb toch al genoeg dingen gedaan die tegen de wet waren dus dit kan er wel bij.”
“Denk er maar over na, ik ga weer naar bed.”
“Welterusten en wacht even, je moet oppassen voor Faran.”
Met die woorden stond ze op en liet haar kop staan en liep terug naar haar bed. Al snel viel ze in slaap. |
|
|
  |
 |
Catie
Chaotic Angel


Verdiend:
0 Sikkels
Woonplaats: The Elysian Fields
|
Geplaatst:
Di Okt 19, 2004 17:57 |
 |
De Gouden Eenhoorn
De school was weer begonnen en met Transfiguratie hielden ze zich bezig met Faunaten. Professor Anderling deed het voor en er werd geklapt. De les was leuk en Isabella lette extra goed op en beantwoordde verschillende vragen goed. Aan het eind van de les kregen ze hun huiswerk op. Ze moesten een opstel schrijven over Faunaten en erbij zetten welk dier ze dachten te worden en waarom. Vrolijk pratend liepen ze het lokaal uit. Ze moesten nog één uur Bezweringen doorstaan en waren dan klaar. De les was snel voorbij en ze gingen naar boven toe. Na een tijdje pakte ze haar mantel en ging naar buiten toe. Ze liep naar het meer toe en zag Draco al zitten.
Ze ging naast hem zitten en legde haar hoofd tegen hem aan en zei :”Hoi.”
“Ik was al bang dat je niet meer zou komen,” zei Draco glimlachend.
“Je kent me, ik kom wel.”
“Gelukkig wel.”
Hij zoende haar teder en ze hadden het over de lessen. Toen ze uitgepraat waren zeiden ze niks en Draco zoende haar. Plots zag Isabella een grote groep richting hun komen en ze zei :”Ze komen hierheen, we moeten weg.”
“Ik zie je later nog wel.”
Hij gaf haar een zoen en stond snel op terwijl Isabella bleef zitten. Draco ontweek de groep en Isabella keek naar de groep en zag dat Faran voorop liep.
Ze stond op en liep richting het Bos. Ze keek even om en zag dat Faran naar haar keek, ze begon wat sneller te lopen en bij het Bos aangekomen klom ze in een boom om te zorgen dat ze haar niet zagen. De grote groep liep richting het Bos toe en Isabella sprong naar een andere boom en ging verder het Bos in. De groep stopten aan het begin van het Bos en ze hoorde Faran praten. “We moeten haar vinden en dan,” zei Faran.
“Ze zal bezuren dat ze hier is gekomen, ze pakt alle jongens af en doet nog alsof er niks gebeurd,” zei de krijsende stem van Patty Park.
“Inderdaad en daar zal ze voor boeten, die domme griffi’s, huffi’s en ravi’s zien het niet maar wij wel, ze moet boeten voor haar daden,” riep Faran, “Zoek en vind haar.”
Geschrokken klom ze wat hoger en keek naar de meiden die onder haar liepen.
Ze keken overal rond maar keken niet in de bomen. Ze probeerde zich zo stil mogelijk te houden en uiteindelijk gingen ze weg. Ze wist dat ze terug gingen omdat het etenstijd was.
Ze bleef nog een tijdje zitten en uiteindelijk klom ze uit haar boom. Ze ging tegen de boom aanzitten en begon zachtjes te huilen. ‘Wat heb ik verkeerd gedaan dat Faran me haat,’ dacht ze, ‘Zij heeft ze allemaal tegen me opgezet.’ Ze bleef huilen en bleef zitten. De tijd verstreek en ze hoorde dat de groep terugkwam. Ze wisten dus dat ze hier nog was. Ze rende het Bos dieper in en hoorde een groep dichterbij komen. ‘Waarom volgen ze me, we mogen hier niet komen, ben ik dan nergens veilig,’ dacht ze hopeloos. Ze zag plots een gouden waas en een eenhoorn verscheen. “Je kan ze ontlopen, verander en ze zullen je niet herkennen,” zei de eenhoorn en hij verdween.
Het leek de enige oplossing en de groep kwam dichterbij. Ze concentreerde zich en dacht aan de eenhoorn van haar droom. Ze voelde een tinteling door haar lichaam gaan en stond plots op vier poten. Ze liep naar een meertje toe en zag een eenhoorn. Ze wist dat ze het zelf was en zag plots dat haar huid begon te veranderen. Het nam verschillende kleuren aan en ze hoorde een kreetje. Ze keek om en zag Faran staan. De andere kwamen erbij staan en slaakte ook kreetjes. Isabella voelde dat haar kleur nog steeds veranderde. Faran kwam dichterbij en Isabella deed een stap achteruit. “Je hoeft niet bang te zijn we doen je niks,” zei Faran terwijl ze dichterbij kwam. Isabella draaide zich om en rende weg. Al snel hoorde ze de groep niet meer en kon ze vrolijk rennen. Ze ging steeds dieper het Bos in en voelde een snuit tegen haar buik aan.
Verbaasd keek ze om en zag de Gouden Eenhoorn. Hij duwde haar de andere kant op en zei :”Daar leven de spinnen, daar moet je niet heengaan.”
“O, oké, maar wel kleur ben ik nou eigenlijk,” vroeg Isabella.
“De kleur die jij nu hebt is lichtpaars maar, jij kan je kleur altijd veranderen.”
Verbaasd keek ze hem aan en hij rende voor haar uit. Ze rende achter hem aan en speelde spelletjes. Ze voelde zich blij met hem en vergat al haar zorgen. De nacht viel en ze liepen naar de bosrand toe. Hij ging liggen en Isabella ook met haar kop op zijn buik viel ze in slaap.
De volgende ochtend werd ze wakker en zag dat ze alleen lag. Verbaasd keek ze om haar heen en zag dat de andere eenhoorn verdwenen was. Ze stond op en at wat gras en dingen die ze kon vinden. ‘Ik zou willen dat ik van goud was, dat lijkt me zo mooi,’ dacht ze. Ze voelde haar huid tintelen en keek naar haar benen die van goud waren geworden. Daarna zag ze een grote groep richting het huisje van Hagrid lopen. ‘Daar hoor ik tussen te lopen,’ dacht ze geschrokken. Ze liep door het Bos naar het huisje van Hagrid toe en zag ze staan. Ze keek rond en zag Draco staan. Hij was er met zijn gedachtes niet bij zag ze en ze voelde zijn verdriet aan. Daarna keek ze naar Harry, Ron en Hermelien. Alledrie zagen ze er verslagen uit.
Isabella stapte met haar eenhoorngedaante uit de bosjes en liep een paar stappen naar de groep toe. De groep leek haar niet op te merken totdat een meisje van Zwadderich haar zag. “Een Gouden Eenhoorn,” gilde ze. Iedereen keek om en ze keken verbaasd naar Isabella. “Iedereen rustig blijven,” zei Hagrid, “Wees voorzichtig, een volwassen gouden eenhoorn komt niet vaak voor.” Ze liep op de groep af en een paar deden verschrikt een stap achteruit. Ze liep naar Draco toe die bleef staan en naar haar keek. Ze duwde haar neus tegen zijn hoofd en probeerde hem te troosten. Hij glimlachte en aaide haar over haar neus. Ze keek naar Hermelien en liep naar haar toe en deed hetzelfde, ook deed ze dat bij Harry en Ron.
Plots voelde ze een touw om haar nek maar al snel was dat verdwenen. Het touw was verbrand zodra het haar lichaam raakte. “Dat kan niet,” zei Hagrid verbaasd.
“Mogen we haar aaien professor,” vroeg Parvati.
“Zo te zien doet ze niks maar wees wel voorzichtig en geef haar de ruimte.”
De leerlingen liepen naar haar toe en aaide haar voorzichtig. De zwadderaars stonden op een afstandje en toen liep Faran naar haar toe. Faran probeerde een haar uit te trekken en ze steigerde wild en beet Faran in haar arm. “Dat beest heeft me gebeten,” riep ze krijsend.
“Het is je eigen schuld, je wilde een haar uittrekken,” riep Parvati.
“Park breng haar naar de ziekenzaal,” zei Hagrid terwijl Isabella weer rustig begon te worden. De hele les werd ze geobserveerd en aaide ze haar en niemand probeerde meer een haar uit te trekken want ze wilde niet dat hetzelfde gebeurde als bij Faran.
Toen de les was afgelopen nam ze afscheid van de klas en liep het Bos in. Ze was moe en viel in slaap. Toen ze wakker werd wist ze meteen dat het middag was en ze voelde iets vreemds. Ze keek naar haar benen die weer handen waren geworden. Ze was weer een mens. Ze liep naar een beekje en zag dat alles klopte, er was niks mis gegaan. Moeizaam liep ze naar de rand van het Bos neer. Alles had haar veel kracht gekost en ze was vlakbij het huisje van Hagrid. Ze liep naar het huisje toe en zag dat hij lesgaf. Ze liep moeizaam naar hem toe en plots zei een kleine 3dejaars :”Kijk!” Verbaasd keek iedereen om en zei een jongen :”Dat is Isabella Kortwing, die gistermiddag is verdwenen!”
“Iedereen opzij,” zei Hagrid terwijl hij naar haar toeliep.
Toen Hagrid bij haar was viel ze om en ving hij haar op. “Iedereen loopt terug naar het kasteel naar zijn of haar leerlingenkamer,” riep hij en hij liep naar het kasteel toe.
Ze werd op de ziekenzaal gelegd en opende haar ogen weer. Ze zag dat ze onder zat vol schrammen en haar gewaad was op verschillende plekken gescheurd en helemaal vuil. Naast haar stond Madame Plijster die haar schrammen op haar benen verzorgde. “Wat is er gebeurd en waar was je,” vroeg Madame Plijster toen ze zag dat ze wakker was.
“Ik weet het niet, ik werd wakker in het Bos,” zei ze.
“Weet je ook hoe je daar kwam?”
“Dat wel, er was een groepje meiden van Zwadderich die me in elkaar wilden slaan, ik vluchtte het Bos in om ze te ontlopen en veilig te zijn vanaf daar weet ik niks meer.”
“Waarom wilden ze je in elkaar slaan?”
“Ze hadden het erover dat ik elke jongen innam maar dat is niet zo.”
“Ik zal professor Anderling hierover spreken en nu ga jij rustig liggen terwijl ik je wonden verzorg.”
Madame Plijster ging verder met het verzorgen van haar benen en Isabella dacht na.
Ze hoorde iemand snel naderen en zag dat Faran binnenkwam. “Madame Plijster, mijn arm is helemaal paars geworden,” riep ze hysterisch. Ze rende naar Madame Plijster toe en haalde het verband weg en Isabella zag haar beet er nog in staan en haar arm was paars geworden. ‘Net goed voor haar,’ dacht ze. Faran keek haar even verbaasd aan en toen verscheen er woede op haar gezicht. Madame Plijster liep even weg om wat te halen en Faran siste :”Je mag blij wezen dat we je niet gevonden hebben gisteren.”
“Denk maar niet dat ik me bang laat maken,” zei Isabella.
“Pas maar op, ik krijg jou nog wel.”
“Denk maar niet dat het gaat lukken om Harry te krijgen en denk maar niet dat je ooit mij te pakken zult krijgen.”
“Dat denk jij.”
“Inderdaad.”
Madame Plijster kwam terug en pakte de arm van Faran en smeerde er een zalfje op. Faran keek pijnlijk en Isabella glimlachte.
Professor Perkamentus kwam binnen en liep naar Isabella toe. “Kan ik jou even op mijn kantoortje spreken,” vroeg hij.
“Als ik van Madame Plijster weg mag wel,” zei Isabella.
“Ik weet het niet Perkamentus, ze heeft veel schrammen die ik nog moet verzorgen,” zei Madame Plijster.
“Dat kan later ook Poppy, volg mij,” zei Perkamentus.
Isabella stapte uit haar bed en liep achter Perkamentus aan. Ze liepen naar zijn kantoortje en hij verzocht Isabella om te gaan zitten. Isabella ging zitten en keek naar Perkamentus die achter zijn bureau ging zitten. Hij keek haar aan en wachtte even.
“De eenhoorn die uit jou stok kwam is vanochtend bij de les van jou klas gezien, Verzorging van Fabeldieren daar is een leerlinge gebeten,” zei Perkamentus.
“Wat heb ik daarmee te maken,” vroeg ze.
“Dat weet je zelf ook, vertel eens Isabella heb jij besloten om een illegale faunaat te worden?”
“Nee helemaal niet, het was de enige oplossing om te ontkomen en die eenhoorn zei dat ik het moest doen.”
“Je bent dus wel een faunaat.”
Isabella knikte en voelde een paar tranen. “Hoe wist je dat je het kon na nooit te geoefend hebben,” vroeg hij.
“Mijn droom, ik droomde dat ik het kon en die eenhoorn vertrouwde me.”
“En waarom deed je het precies?”
“Ik wilde niet dat ze me vonden.”
“Wie?”
“Faran en de andere, ze wilde me in elkaar slaan.”
“Zou je jezelf even willen transformeren?”
Verbaasd keek ze Perkamentus aan en ging toen staan. Ze concentreerde zich weer en voelde hoe ze in een eenhoorn veranderde. Perkamentus keek haar lichtelijk verbaasd aan en Isabella transformeerde terug. De transformatie had haar verzwakt en ze ging snel zitten. Perkamentus zei :”Ik raad je aan om dit te lezen en dan mag je nu gaan.” Hij ga haar een dik boek en ze stond op voordat ze de deur uitging vroeg ze :”Professor mag ik dit aan mijn beste vrienden vertellen, zoals Harry, Ron en Hermelien?”
“Dat is goed,” zei hij.
Ze liep het kantoortje uit terug naar de leerlingenkamer van Griffoendor met het boek..
-------------------------------------------------------------------------------------
Dit klopt eigenlijk niet want bij Transfiguratie hielden ze zich al in boek 3 met faunaten bezig maarja het was nodig voor het verhaal... |
|
|
  |
 |
Catie
Chaotic Angel


Verdiend:
0 Sikkels
Woonplaats: The Elysian Fields
|
Geplaatst:
Vr Okt 22, 2004 14:36 |
 |
La Aichi Gao
In de leerlingenkamer was het rustig en sommige keken haar verbaasd aan maar zeiden niks. Ze liep naar Harry, Ron en Hermelien toe die in de hoek zaten. Ze hadden haar nog niet gezien en ze ging zitten en zei :”Jullie hebben het toch niet over mij hé?” Verbaasd keken ze om en zei Harry :”Waar kom jij vandaan?!”
“Ik heb wat uit te leggen en iets te vertellen,” zei ze.
“We luisteren.”
“Gisteren ging ik naar buiten toe en zat aan het meer totdat ik een groep naar me toe zag lopen, ik stond op en zag Faran voorop lopen. Ik rende naar het Bos toe en klom in een boom en ze vonden me niet, toen ze terug gingen wist ik dat het tijd was om te eten. Ik klom uit de boom en bleef daar zitten en hoorde ze terugkomen. Ik rende het Bos in en daar gebeurde iets wat ik niet verwachtte.”
“Wat dan?”
“Een Gouden Eenhoorn kwam op me af en vertrouwde me dat ik in een eenhoorn kon veranderen. Dat lukte en zo werd ik een eenhoorn maar het vreemde was dat ik mijn huid van kleur kon laten veranderen. De hele nacht ben ik in het Bos geweest en de volgende ochtend zorgde ik ervoor dat ik van goud was en zo kwam ik in de les.”
“Was jij die eenhoorn?”
Isabella knikte en zag dat Harry begon te lachen.
“Wat is er zo leuk,” vroeg ze.
“Dan heb jij ervoor gezorgd dat Faran een paarse arm kreeg,” zei hij lachend.
“Niet zo hard, niet iedereen mag het weten en jullie mogen het niet verder vertellen.”
Ze lagen alledrie in een deuk en knikte dat ze het niet verder zouden vertellen. Isabella stond op en zei :”Ik ga even naar de slaapzaal, ik zie jullie later wel.” Ze liep naar de slaapzaal met het boek en ging zitten. Ze sloeg het boek open en bladerde het boek door tot ze bij een stukje kwam en ze begon te lezen.
La Aichi Gao
Lang geleden werd er beweert dat er een verborgen wereld was waar alle magische dieren in vrijheid en harmonie leefden. De wereld was onvindbaar voor normale mensen en zelfs de meeste tovenaars konden die wereld niet vinden. Slechts één persoon kwam in die wereld terecht en zwierf daar jaren rond. Hij zag draken met de mooiste kleuren die shows gaven waarbij ze hun vuurkracht gebruikten. Hij zag kleine elfjes die overal hun magische stof achterlieten. Bladeren van bomen waren roze, oranje en nog vele kleuren en het water was lichtpaars en gaf een magische gloed af. Overal waar je keek zag je magische wezens en eenhoorns waren er in overvloed. Alle eenhoorns hadden hun eigen kleur, dat ging van wit tot paars en van zilver naar rood. En slechts één eenhoorn was van puur goud. De mythische Gouden Eenhoorn was gezien en stond slecht één haar af voor een stok. Die haar had magische krachten en was alleen voor de Uitverkorene. Er werd van de haar een stok gemaakt en iedereen wilde de stok hebben maar niemand kreeg hem. De mythe raakte vergeten en de stok werd in bewaring gegeven. En niemand is daarna meer in de verborgen wereld geweest. De verborgen wereld kreeg de naam La Aichi Gao.
Verbaasd las ze het stuk een paar keer en dacht aan haar droom. In haar droom had ze die wereld bezocht. Alles klopte met haar droom, de bomen het water en de Gouden Eenhoorn maar zij kon zelf ook een Gouden Een hoorn worden. Misschien was er een manier om die wereld betreden maar hoe zou ze daar komen.
Hermelien kwam de slaapzaal in en liep naar haar toe en keek even in het boek. “Ga je mee eten,” vroeg ze daarna. Isabella knikte en legde het boek weg. Ze liep achter Hermelien aan naar beneden toe. Bij het portretgat stonden Harry en Ron te wachten en met zijn vieren liepen ze naar beneden toe. Isabella liep zwijgzaam met ze mee en vond het best raar dat ze niet hadden gevraagd waarom ze eerst naar Draco was gelopen. Ze zouden het vast nog wel vragen en dan kon ze zich beter maar voorbereiden. Toen ze aan tafel zaten zag ze een paar mensen verbaasd naar haar kijken en ze keek naar de tafel van Zwadderich. Ze zag Draco kijken en maakte een gebaar. Hij knikte en ze wist dat hij het had begrepen. Ze had met hem verschillende dingen afgesproken zodat het minder opviel. Na het eten liep ze eerst naar boven toe en zei toen :”Ik ben iets vergeten, ik zie jullie vanavond wel weer.” Snel draaide ze zich om en liep weg. Ze liep naar de kerkers toe en liep zo onopvallend mogelijk naar de muur toe en gaf het wachtwoord. Ze liep naar beneden toe en ging naar de laatste kamer en zag Draco al zitten.
Ze liep naar hem toe en ging naast hem zitten. Hij gaf haar een zoen en zei :”Ik was ongerust over je, waar was je?”
“Ik zal eerlijk zijn, ik was in het Verboden Bos, Faran en een paar andere meiden van Zwadderich wilde me in elkaar slaan maar ik bent ontsnapt,” zei ze zacht.
“Dus toch, ik hoorde ze erover praten in de leerlingenkamer.”
“Er is ook nog wat anders maar dat moet echt geheim blijven.”
“Ik zal jou niet verraden nooit niet.”
“Ik ben er gisteren achter gekomen dat ik een faunaat ben, die Gouden Eenhoorn van vanochtend was ik.”
Verbaasd keek hij haar aan en glimlachte toen.
“Daarom kwam je naar me toe, ik dacht al dat ik iets van jou herkende,” zei hij zacht.
“Ik voelde je verdriet aan en wilde je troosten,” zei ze.
“En Faran terugpakken.”
“Ook maar ze wilde een haar uittrekken en dat mag niet, een haar van een Gouden Eenhoorn bezit veel kracht en niemand mag zo’n haar hebben.”
“Het maakt mij niet uit, ik vond het wel leuk om te zien.”
Hij zoende haar en ze zoende terug.
Rustig liep ze terug naar de leerlingenkamer en keek dromerig voor haar uit. Iemand riep haar naam en ze draaide zich om en zag Madame Plijster. Ze liep naar haar toe en Madame Plijster zei :”Ik moet je armen nog verzorgen.” Isabella keek naar haar armen en zag nergens meer schrammen of van die dingen zitten en zei :”Ze zijn allemaal weg.”
“Wat, dat kan niet,” zei Madame Plijster verbaasd.
“Kan ik dan nu gaan?”
“Ga dan maar naar je leerlingenkamer.”
Isabella liep naar de leerlingenkamer en liep naar Hermelien toe die bezig was met haar huiswerk. “Waar zijn Harry en Ron,” vroeg ze verbaasd.
“Hoi trouwens,” zei Hermelien, “Harry is vroeg naar bed gegaan hij had hoofdpijn en Ron die is geloof ik wat aan het pakken of een brief versturen.”
“Oké, dan weet ik dat.”
“Waar was je?”
“Was even naar de bieb en naar de ziekenzaal.”
“Misschien ben ik een bemoeial maar waarom liep je vanochtend naar Malfidus toe als eerste?”
“Op die vraag zat ik al te wachten, ik zal eerlijk zijn maar niet iedereen hoeft het te weten.”
“Ik zal het niet verder vertellen.”
“Ik heb sinds na die aanval met kerst iets met Draco omdat ik weet dat Faran hem tot alles dwong.”
“Dat meen je niet?!”
“Jawel, ik had een droom waarin ik ze hoorde praten en hoorde hoe Faran hem dwong.”
“Weet je het zeker?”
“Ja, geloof me en vertel dit niet door, alsjeblieft.”
Hermelien beloofde het en Isabella ging aan haar huiswerk met een opgelucht gevoel.
Die avond werd Isabella midden in de nacht wakker van hoefgetrappel. Verbaasd ging ze rechtop zitten en zag dat de andere gewoon doorsliepen. Ze stapte uit haar bed en liep naar beneden toe en zag dat het portetgat open was en er een staart verdween. Ze rende ernaar toe en zag de Gouden Eenhoorn. Ze rende achter de eenhoorn aan en hij galoppeerde de bocht om. Ze ging de hoek om en de eenhoorn was verdwenen. Verbaasd keek ze naar een spiegel en zag hoe haar kleding veranderde. Isabella ‘s nachtjapon veranderde in een lange zilveren jurk en plots kwam de eenhoorn tevoorschijn. Hij stond achter haar en ze draaide zich om. “Kom je mee naar je wereld,” vroeg hij.
“Welke wereld, dit is mijn wereld,” zei ze verbaasd.
“Kom mee naar La Aichi Gao, je hoeft alleen de magische woorden te zeggen en je kent ze wel.”
“Ik ken ze niet, ik heb ze nog nooit gehoord.”
De eenhoorn verdween en verbaasd stond ze daar dan. Alleen in de gang en plots hoorde ze een paar vreemde woorden. “Laitisi upako yenri,” zei ze verbaasd. Plotseling verscheen er een gouden waas om haar heen en toen de waas was verdwenen was ze ergens anders.
De bladeren hadden verschillende kleuren en overal zag ze verschillende wezens. “La Aichi Gao,” zei ze zacht. Toen de dieren haar zagen bogen ze diep voor haar en verbaasd liep ze verder. Een lange weg was gemaakt met ernaast allemaal buigende dieren. Ze liep door en kwam bij het einde. Daar zag ze de Gouden Eenhoorn staan. Ze liep naar hem toe en ook hij boog voor haar en toen zei hij :”Welkom terug Uitverkorene.”
“Wat is er aan de hand,” vroeg ze.
“Jij bent de Uitverkorene en regeert over La Aichi Gao.”
“Maar ik zit op school en al die andere dingen.”
“Jij hoort hier, dit is jou thuis, als het hier nacht is dan is het in jou oude wereld dag.”
“Ik wil terug, ik wil terug naar mijn vrienden ik ben pas 16 en ik moet nog veel leren en nog zoveel meer.”
“Je kan altijd terug maar je hoort hier wel thuis, jij bent de heerseres van deze wereld.”
“Hoe kom ik terug?”
“Met dezelfde woorden waarmee je hier bent gekomen maar, blijf nog even, zodra de zon hier ondergaat zal de zon bij jou opkomen en moet je echt weg.”
Ze keek hem verbaasd aan en draaide zich toen om. Vele dieren waren weer bezig met andere dingen. Veel draken gaven shows weg en een draak landde naast haar en vroeg :”Wilt u misschien een stukje vliegen?”
“Dat is goed,” zei ze verbaasd.
De draak tilde haar op en zette haar op zijn rug en vloog omhoog. Hij vloog rondjes en ging over de kop en Isabella genoot ervan en toen ze landde zei ze :”Bedankt.”
“Geen dank Uitverkorene,” zei de draak en hij vloog omhoog.
Ze keek hem na en besloot om terug te gaan, ze moest ook nog terug de leerlingenkamer in zonder gezien te worden. De Gouden Eenhoorn liep naar haar toe en zei :”Je gaat is terug niet?”
“Ja, ik ga terug maar ik zal terugkomen ik weet alleen niet wanneer,” zei ze.
“Snel genoeg zal je terugkomen.”
“Laitisi upako yenri.”
Een gouden waas verscheen en even later stond ze weer in de gang en liep stilletjes terug naar de leerlingenkamer. Toen ze in de leerlingenkamer kwam verdween haar zilveren jurk en had ze haar nachtjapon weer aan. Stil sloop ze naar boven toe en ging weer liggen. |
|
|
  |
 |
Catie
Chaotic Angel


Verdiend:
0 Sikkels
Woonplaats: The Elysian Fields
|
Geplaatst:
Ma Okt 25, 2004 18:18 |
 |
De Nachtmerrie
Er ging een week voorbij en Isabella keerde niet terug naar La Aichi Gao. Elke dag was het wel in haar gedachtes maar elke avond was ze zo moe dat ze geen fut had om terug te gaan. Hermelien had nog niet gezegd tegen Harry en Ron dat ze met Draco had en daar was ze haar dankbaar voor. Harry of Ron had ook nergens naar gevraagd en geen enkele leerling had gevraagd waar ze was geweest. Ze merkte wel dat sommige haar vreemd aankeken en elke keer als ze langs Faran kwam keek die haar woedend aan. Ze merkte dat Faran veranderde, het leek alsof ze bang was geworden voor iets en Isabella had wel een vermoeden. Ze had van Draco al gehoord dat die Gouden Eenhoorn met haar was verbonden. Ze wist dat Faran daarom niks meer tegen haar deed, ze wilde niet weer gebeten worden.
Het was het eerste uur en ze zaten bij Toverdranken. Sneep liep iedereen af te kraken en het leek alsof hij extra veel op haar lette. Isabella hield over alles haar mond want ze had geen zin in strafwerk of wat dan ook. Aan het eind van de les had ze nog geen straf gekregen en leverde ze snel haar drank in en liep naar buiten toe met de rest. De dag ging rustig voorbij en ‘s middags ging ze met Hermelien naar buiten toe. Ze liepen bij het meer toen ze iemand in het meer zagen liggen. “Kijk daar ligt iemand, wat moeten we doen,” zei Hermelien geschrokken.
“Ik weet iets, ik ben zo terug,” zei Isabella.
Ze rende naar het Bos toe en veranderde in een eenhoorn en rende naar het meer toe. Ze sprong in het meer en kwam bij de leerling neer. Ze zag dat het een meisje was en ze dook onder haar en zwom naar de kant. Ze was snel aan de kant en legde het meisje. Ze maakte haar vacht droog en rende naar het Bos toe waar ze terug veranderde. Ze rende terug en vroeg :”Hoe gaat het met haar?”
“Ze is koud, we moeten haar naar de ziekenzaal brengen,” zei Hermelien vlug.
Hermelien toverde een brancard en zo snel mogelijk gingen ze naar de ziekenzaal.
Bij de ziekenzaal werd het meisje meteen behandeld en ze leefde nog. Ze was zwak maar leefde nog en opgelucht verlieten ze de ziekenzaal. Ze liepen naar de Grote Zaal en Hermelien zei zacht :”Het was slim van je maar hoe kom je toch helemaal droog?”
“Met een andere huid wordt ik automatisch droog,” zei ze zacht.
Ze gingen zitten en begonnen te eten. Toen ze klaar waren liepen ze naar boven toe en deden hun huiswerk. Die avond sloop ze de leerlingenkamer uit en ging naar het meer waar ze had afgesproken met Draco.
De avond was snel voorbij en ze nam afscheid van Draco. Ze liep naar de leerlingenkamer en keek naar buiten toe. Het was Volle Maan en ze had zin om te transformeren en door het Bos te rennen of wat dan ook. Of misschien wel terug gaan naar La Aichi Gao. Ze zou willen dat ze iemand mee kon nemen, Hermelien bijvoorbeeld maar, ze wist niet hoe. Die avond wachtte ze totdat iedereen sliep en zei zacht :” Laitisi upako yenri.” Ze was weer terug in La Aichi Gao en ze transformeerde in een eenhoorn. Haar huid maakte ze goud en al snel kwam de Gouden Eenhoorn naar haar toe. Hij duwde haar speels en liep weg. Ze liep achter hem aan en duwde hem speels en zo ging het door. Na een tijdje werden ze moe en gingen ze liggen. Isabella had het gevoel dat ze Draco bedroog met de Gouden Eenhoorn. Ze keek bedroefd naar het meer terwijl ze aan Draco dacht. “Wat is er,” vroeg de Gouden Eenhoorn.
“Ik denk aan Draco,” zei ze.
“Wie is Draco?”
“Mijn vriend, ik hou veel van hem maar als ik hier ben voel ik me zo op mijn gemak bij jou.”
“Dat komt omdat je hier hoort, dit is jou land en later zal dit van jou zijn.”
“Moet ik dan altijd hier blijven?”
“Ja, zelfs als de wereld vergaat zal deze wereld nog blijven bestaan en jij zal hierover heersen net zolang als ik dat heb gedaan en dat is heel lang.”
“Maar dan kom ik uiteindelijk weer terug in mijn eigen tijd.”
“Dat klopt.”
Ze keek hem aan en keek toen naar het water. Ze was verdrietig en voelde haar huid tintelen. Ze keek in het water en zag dat haar huid asgrauw was. Haar huid had zich aangepast aan haar stemming.
Ze zei niks en dacht aan Draco. Ze wilde terug en snel, ze wilde hier niet blijven en Draco en haar vrienden niet meer zien. Ze veranderde terug in een mens en keek de Gouden Eenhoorn aan. “Laitisi upako yenri,” zei ze en verdween. Ze stapte haar bed in en kon niet in slaap vallen. Ze keek naar de volle maan die net achter een wolk verdween. Wat zou ze graag daar zijn, helemaal alleen. Ze pakte een glas water en dronk het langzaam op en ging toen weer haar bed in. Ze viel langzaam in slaap.
De volgende dag was ze moe en had hoofdpijn. Ze had nergens zin in en wilde het liefst naar bed toe. Ze kreeg op haar kop van een leraar omdat ze niet oplette en haar hoofdpijn werd steeds erger. “Isa, waarom ga je niet even naar de ziekenzaal,” vroeg Hermelien.
“Nee dat is niet nodig, het gaat wel,” zei ze vermoeid.
“Isa, ik zou echt even naar de ziekenzaal gaan , je hebt vanochtend amper gegeten en onder de lunch ook al,” zei Harry.
“En je ziet heel bleek,” zei Hermelien.
“Oké, oké, ik ga wel even naar de ziekenzaal,” zei ze vermoeid en ze stak haar hand op.
“Ja juffrouw Kortwing,” vroeg de leraar Verweer Tegen de Zwarte Kunsten.
“Mag ik even naar de ziekenzaal, ik voel me niet zo lekker.”
“Je ziet ook erg bleek dus ga maar snel.”
Ze pakte haar spullen en liep het lokaal uit.
Langzaam liep ze naar de ziekenzaal toe en ging naar binnen. Ze pakte een bed vast om niet te vallen en Madame Plijster kwam eraan en vroeg :”Wat is er?”
“ik voel me niet zo lekker,” zei Isabella.
“Ga maar even liggen dan kijk ik even.”
Isabella ging op een bed liggen en sloot haar ogen even. Toen ze haar ogen sloot kwamen er allemaal mannen met mantels op haar af en snel opende ze haar ogen weer. Madame Plijster kwam terug en voelde even aan haar hoofd en zei toen :”Je hebt koorts en je ziet erg bleek, ik zal je moeten onderzoeken.”
“Dat is goed,” zei ze zacht.
Toen sloot ze haar ogen en viel in slaap.
Ze viel in een diep gat en stond plots in La Aichi Gao. Alles was zwart, nergens waren kleuren te bedenken en er was vuur. De bomen waren verbrand en overal lagen lichamen. Ze liep naar het eerste lichaam toe en zag een kleine eenhoorn liggen met een pijl door zijn borst. Hij leefde nog. Ze pakte zijn hoofd op en hield hem tegen haar aan en hij blies zijn laatste adem uit. Ze begon te huilen en stond op. Alle eenhoorns en andere dieren waren dood maar waar was de Gouden Eenhoorn. Ze liep verder en begon te rennen, een zwak gouden licht zag ze en ze rende ernaar toe. Daar lag de Gouden Eenhoorn. Ze knielde naast hem neer en zag dat hij bloedde. “Je mag niet dood,” zei ze huilend.
“Het is mijn tijd Uitverkorene,” zei hij, “jij moet La Aichi Gao opnieuw herbouwen.”
Hij sloot zijn ogen en ze voelde hoe zijn hart stopte met kloppen en hij zijn laatste adem uitblies. Ze begon nog harder te huilen en zei zacht :”Ik zweer wraak op diegene die dit gedaan heeft.”
“Kom maar op met je wraak,” zei een stem achter haar.
Ze draaide zich om en zag een groep mannen in mantels. Ze veranderde in een eenhoorn met een vlammende huid en haar ogen spoten vuur. Daarna voelde ze een klap tegen haar lichaam en viel neer.
Geschrokken opende ze haar ogen en keek in het bezorgde gezicht van Madame Plijster. “Gelukkig je bent er weer bij,” zei ze geschrokken.
“Wat gebeurde er,” vroeg ze verbaasd.
“Je viel in slaap en je hart stopte met werken voor even.”
“O, vreemd.”
Madame Plijster pakte een drankje en gaf het haar snel. Het drankje smaakte vreselijk smerig en voelde als ijs op haar tong en in haar keel. Ze hoestte en voelde het drankje haar maag ingaan waardoor het leek alsof ze ijskoud werd. “Wat is dat voor iets,” vroeg ze.
“Dit is iets waardoor je hart beter werkt,” zei Madame Plijster, “En dit moet je nu opdrinken.”
“En dat is voor?”
“Een droomloze slaap natuurlijk, anders slaap je niet goed en je moet nu echt slapen.”
“Smaakt het ook zo smerig of dat niet?”
“Dat doet er niet toe, drink het nou maar.”
Isabella dronk het drankje op en voelde dat ze slaperig werd. Ze zette het drankje weg en viel in slaap. |
|
|
  |
 |
Catie
Chaotic Angel


Verdiend:
0 Sikkels
Woonplaats: The Elysian Fields
|
Geplaatst:
Vr Okt 29, 2004 21:22 |
 |
Uit elkaar...
Ze had een droomloze nacht en de toen ze wakker werd voelde ze zich een stuk beter. Haar hoofdpijn was verdwenen en Madame Plijster zei :”Je hebt geen koorts meer en je bent minder bleek dan gisteren.”
“Gisteren,” vroeg ze verbaasd.
“Je hebt lang geslapen en dat is maar goed ook en van mij mag je weer weg als je je tenminste goed voelt.”
“Ik voel me prima.”
Ze had haar schoolkleding nog aan en liep naar de leerlingenkamer. Toen ze in de leerlingenkamer kwam liepen Parvati en Belinda meteen naar haar toe en vroegen :”Wat had je gisteren.”
“Ik had koorts en voelde me niet lekker,” zei Isabella.
“En is dat nu weer over?”
“Ik mocht weg en mijn koorts is gezakt, ja dus.”
“Isa, je bent er weer,” riep Hermelien.
Ze liep naar Hermelien toe en ging zitten. Hermelien liet zien wat hun huiswerk was en Isabella ging meteen aan de slag.
Zo ging de avond snel voorbij en toen ze in bed lag dacht ze aan haar droom. Het verwoestte La Aichi Gao. Ze wilde weten of het echt een droom was geweest en toen iedereen sliep stapte ze uit haar bed en fluisterde :” Laitisi upako yenri.”
“Wat zei je Isa,” vroeg de stem van Hermelien.
Een gouden waas verscheen om haar en ze voelde dat iemand haar arm vastpakte. Toen de waas was verdwenen zag ze Hermelien staan. Geschrokken keek ze haar aan. “Waar zijn we,” vroeg Hermelien geschrokken.
“We zijn in La Aichi Gao,” zei Isabella zacht.
Isabella keek om zich heen en zag dat overal alles hetzelfde was. De eenhoorns speelde nog en de bomen hadden hun kleuren nog. Nergens was iets doods of iets zwarts te bekennen en opgelucht haalde Isabella adem.
De Gouden Eenhoorn kwam naar haar toegelopen en vroeg verbaasd :”Wie is zij?”
“Dit is Hermelien, ze is per ongeluk meegekomen,” zei ze nerveus.
“Welkom Hermelien, ik ben de Gouden Eenhoorn ook wel Taurnil.”
“Hallo,” zei Hermelien nerveus terwijl ze naar Taurnil staarde.
“Waarom laat je haar niet alles zie?”
“Dat is goed.”
Isabella pakte Hermelien bij haar arm en trok haar mee. Ze liepen naar het water toe in Isabella ging op een steen zitten en keek naar het water. Hermelien kwam naast haar zitten. “Dit is La Aichi Gao, een magische wereld waar iedereen in harmonie leeft,” zei Isabella zacht, “Ik ben de 2de persoon op Aarde die hier ooit is geweest maar ik kom hier vaker.”
“Wie was die andere,” vroeg Hermelien.
“De maker van mijn stok en jij bent de 3de dus die hier komt, ik dacht dat je al sliep en ging daarom.”
“Waarom ga je precies?”
“Vannacht ging ik om te weten of het een nachtmerrie was die ik had gehad en dat was zo, anders ga ik hier heen omdat ik me hier op mijn gemak voel.”
“Hoe bedoel je?”
“Hier verander ik gemakkelijk in een eenhoorn en speel ik met de andere, Taurnil is als Draco voor me alleen voel ik me erdoor verward.”
“Hoe bedoel je?”
“Draco betekent veel voor me maar als ik bij Taurnil ben voel ik me zo gelukkig en veilig en ik het gevoel dat ik Draco bedrieg en het is zo verwarrend.”
“Je hebt de laatste tijd veel meegemaakt Isa, en misschien heb je het nog niet allemaal verwerkt.”
“Dat zou kunnen.”
Hermelien ging staan en keek naar het water.
“Ik laat je de rest van La Aichi Gao zien, kom mee,” zei Isabella.
Ze stond op en liep samen met Hermelien door. Ze liepen naar de bomen en praatte met de eenhoorns en vlogen op de rug van een draak. Ze hadden plezier en uiteindelijk gingen ze terug. Hermelien pakte haar arm en Isabella zei :”Laitisi upako yenri.” DE gouden waas verscheen en ze waren terug op Zweinstein in de slaapzaal. Isabella was niet moe en Hermelien ook niet dus ze deden hun gewaad alvast aan want het was toch bijna 7 uur. Ze liepen naar beneden toe en praatte wat over La Aichi Gao. Toen het drukker werd stopte ze en gingen ze met iedereen mee naar beneden om te gaan eten.
De dag ging langzaam voorbij en Isabella dacht na. Hermelien had gelijk gehad, er waren dingen die ze nog moest verwerken maar die dingen moest ze alleen verwerken zonder iemand erbij. En dan kwam het moeilijkste gedeelte. Ze zou het vanmiddag doen, het moest gebeuren. Die middag liep ze naar het meer toe en ging zitten. Ze wachtte even en een paar minuten later kwam Draco naast haar zitten. Het leek alsof hij aanvoelde dat er iets aan de hand was want hij ging stil zitten en zei niks. “Ik moet met je praten Draco,” zei Isabella zacht.
“Ik zal luisteren.”
“Ik heb de laatste tijd erg veel meegemaakt waar jij bijna niks van weet, er zijn zoveel dingen die ik nog moet verwerken maar dat moet ik alleen doen. Jij hebt me steun gegeven zonder het te weten en mijn vrienden ook maar er zijn een paar dingen die ik alleen moet verwerken daarom is het misschien beter als we uit elkaar gaan.”
Isabella zuchtte diep en voelde tranen opkomen. “Ik denk dat ik het begrijp,” zei Draco zacht.
“Ik zou willen dat het anders kon maar dat kan niet, ik moet het alleen verwerken en als ik het verwerkt heb hoop ik dat we opnieuw kunnen beginnen,” zei Isabella.
“Dat hoop ik ook maar onthoud dat je altijd bij mij terecht kunt en ik wil je om nog één gunst vragen.”
“Wat dan?”
“Een laatste zoen voordat we uit elkaar gaan.”
Isabella glimlachte en omhelsde hem. Daarna zoende ze hem. ‘Was dit maar nooit nodig geweest,’ dacht ze. Ze stopte en Draco stond op. “Ik zal niemand erover vertellen,” zei Draco en hij draaide zich om.
Isabella bleef zitten en keek naar het meer toe. Tranen begonnen over haar wangen te stromen en ze kon niet stoppen. Ze wilde het niet maar het moest en dat maakte alles zo moeilijk. Ze bleef zitten en keek naar het meer toe. Wat zou ze nu graag in een eenhoorn willen veranderen en even haar zorgen vergeten maar dat kon niet en het mocht niet. Ze moest terug naar het kasteel, het avondeten zou zo beginnen en Isabella stond op. Ze keek in het water en zag dat haar gezicht rood en betraand was. Ze veegde haar tranen af en zorgde dat gaar gezicht minder betraand was. Eenzaam liep ze terug naar het kasteel en liep de Grote Zaal in. |
|
|
  |
 |
Catie
Chaotic Angel


Verdiend:
0 Sikkels
Woonplaats: The Elysian Fields
|
Geplaatst:
Vr Okt 29, 2004 21:58 |
 |
De Echte Faran
Er was een week voorbij gegaan nadat ze het had uitgemaakt met Draco. Isabella was veel buiten en probeerde zo vaak mogelijk alleen te zijn. Ze maakte haar huiswerk s’ avonds pas en in de middag was ze buiten bij het meer. Meestal klom ze in dezelfde boom en keek over het meer uit terwijl ze aan haar ouders dacht en aan haar verleden. Ze probeerde haar geheugen op te ruimen en de pijnlijkste herinneringen stopte ze in een doos en liet ze verdwijnen. Isabella had in die week al aardig wat gedaan maar het grootste verdriet kwam er nog aan. Haar ouders, ze dacht veel aan ze maar wilde hun niet uit haar gedachtes verbannen en zo had ze het erg moeilijk ermee.
Het was woensdag en ze zat weer in dezelfde boom. Ze keek naar het meer en dacht aan het werk van de Rebellen. Ze miste hun zo erg en het werk wat ze deed. Het was misschien tegen de wet maar het was goed werk en was belangrijk. Er waren niet alleen slechte dingen van de Rebellen, als ze nooit bij de Rebellen was geweest dan had ze Draco nooit ontmoet en als ze ooit misschien terug kon dan kon ze gaan helpen. Ze kon toveren en dan kon ze misschien de Rebellen bevrijden om een veilige plek op te richten voor hun. Een plek waar ze rustig konden leven en konden leren.
Ze sprong uit de boom en liep langzaam naar het kasteel terug. Ze had in principe geen honger maar ze at de laatste tijd al zo slecht en ze wist dat Hermelien zich zorgde maakte. Hermelien was de enige die wist dat het uit was maar zij was ook de enige die wist dat ze met Draco had gehad. Ze liep de Grote Zaal in en ging zitten. Ze zat naast Hermelien en die vroeg :”Is alles goed?”
“Ja hoor,” zei Isabella.
Hermelien keek haar even aan en ging toen verder met eten. Isabella schepte wat aardappels op en pakte een stuk vlees en begon langzaam te eten. Toen ze klaar was ging ze naar boven toe en begon aan haar huiswerk. Toen ze klaar was keek ze naar buiten en dacht ze dat er iemand over het terrein liep. Verbaasd knipperde ze met haar ogen en weg was de schaduw. “Ik ga naar bed, ik heb hoofdpijn,” zei Isabella terwijl ze opstond.
“Trusten,” zeiden Harry, Ron en Hermelien.
Isabella liep naar boven toe en plofte op haar bed neer. Ze stond op en deed haar pyjama aan en ging liggen. Al snel viel ze in slaap.
De volgende dag ging langzaam voorbij en de hele dag had ze hoofdpijn. Aan het eind van de dag liep ze naar het meer toe en klom in de boom. De wind zong een lied en zachtjes zong ze mee. Ze pakte een veer en perkament en begon te schrijven. De wind lied haar een lied schrijven en al snel kende ze het lied uit haar hoofd. Het was een lied over de vier elementen en vrede. Het lied liet zien dat alle elementen een goede kant hebben maar door sommige mensen slecht worden gebruikt waardoor het lijkt alsof er alleen slechte kanten zijn. Haar gedachtes werden rustig en het leek alsof er automatisch herinneringen werden opgeruimd en aan het eind van de middag leek haar geheugen nog helderder te zijn.
De volgende dag zong ze onder de lessen steeds zachtjes het lied en sommige keken haar geïrriteerd aan. Ze negeerde hun en ging die middag terug naar het meer toe en klom in haar boom. Die dag zou ze een paar moeilijke herinneringen verwerken. De herinneringen aan haar ouders waren vandaag aan de beurt. Ze was een tijdje bezig toen ze plots iemand hoorde snikken. Verbaasd keek ze naar beneden en zag dat er iemand aan kwam lopen. Ze liep gebogen en ging onder de boom zitten en begon zachtjes te huilen. Ze probeerde het meisje te negeren maar ze begon te praten. “Waarom moet dit allemaal gebeuren, waarom moest Patty zo nodig mij veranderen in wat ik nu ben,” zei ze luid snikkend, “Was ik maar weer dat stille onopvallende meisje van vroeger.” Verbaasd keek ze naar het meisje en bleef zitten. “Ik heb nooit iemand pijn willen doen en waarom deelde die stomme hoed me nou in bij Zwadderich, ik ben niet zoals hun,” zei ze, “Ik heb nooit Isabella pijn willen doen of wat dan ook maar Patty dwong me en daardoor deed Draco haar pijn, het is allemaal mijn schuld.” Isabella keek verbaasd naar het meisje en klom geluidloos uit de boom en zei zacht :”Faran?” Het meisje keek om en ze keek in de bloedrode ogen van Faran. Het was duidelijk dat ze had gehuild.
Isabella ging naast haar zitten. Ze keek haar aan en Faran keek een beetje bang naar haar. “Wat bedoelde je met dat Patty je dwong,” vroeg Isabella.
“Niks,” zei Faran snel, te snel.
“Faran vertel het me, je kunt me vertrouwen.”
Faran begon weer te huilen en snikkend zei ze :”Patty dwong me om Draco te beïnvloeden om zo jou lastig te vallen en wraak te nemen, alles was het idee van Patty.”
“Bedoel je dat jij nooit achter alles hebt gezeten,” vroeg Isabella.
“Patty had dat groepje bedacht maar ik moest doen alsof ik de leider was zodat zij later zou proberen om je vertrouwen te winnen en je zo zelf aan te vallen.”
“Waarom?”
“Ik weet het niet, ik wil dat alles weer als vroeger was, ik was een onopvallend meisje en zei nooit wat totdat Patty me begon te dwingen.”
“Het is dus allemaal de schuld van Patty, dankzij haar heeft iedereen pijn geleden.”
“Hoe bedoel je?”
“Hij wilde dit niet maar moest het doen, Malfidus wilde het niet maar moest weer van jou en ik, ik was doodsbang iedereen zat ergens mee en allemaal is het de schuld van Patty.”
“Isabella, ik weet dat het misschien niet zal lukken maar kan je het me vergeven?”
“Ja dat kan ik Faran, het was niet jou schuld.”
“Dank je Isabella.”
Het was stil en Isabella draaide met haar polsen rond. Ze zag dat Faran naar haar pols keek en zag dat haar litteken zichtbaar was. “Wat is dat,” vroeg Faran.
“Niks,” zei Isabella snel en ze wilde haar hand weghalen.
Faran pakte haar hand en deed haar mouw omhoog en keek naar het litteken. Geschrokken en verbaasd zei ze :”Heb je geprobeerd om je polsen door te snijden om zo zelfmoord te plegen?!” Isabella zei niks en knikte alleen maar. “Waarom,” vroeg Faran.
“Het werd me allemaal teveel, het kon me niks meer schelen er was toch niemand die om me gaf,” zei Isabella zacht.
“En je ouders dan en je vrienden?”
“Mijn ouders zal ik nooit meer zien en op dat moment had ik geen vrienden, ze deden alsof ik een klein kind was en dat zijn geen vrienden.”
“Zijn je ouders dood?”
“Zo zou je het kunnen zeggen.”
“Maar als ze je beschermen betekent het dat ze om je geven.”
“Dat vindt jij.”
“En dat is zo, Isabella je hebt geluk dat je bent gevonden, je hebt nog een heel leven voor je en als jij er niet meer was met kerst had Zweinstein nog steeds van de dooddoeners geweest, je hebt nog zoveel te doen in tegenstelling tot mij.”
“Waarom zou jij niks te doen hebben?”
“Mijn ouders zijn vermoord door Heer van het Duister vlak voor mijn ogen sindsdien moet ik voor hem spioneren om te blijven leven, ja ik ben een dooddoener maar tegen mijn wil.”
“Je moet het vertellen!”
“Nee, ik geef nu altijd foute informatie aan hem en ben daarvoor gestraft als ze het merkte, zie dit maar.”
Faran draaide haar rug en deed haar gewaad omhoog, haar rug zat onder de littekens en wonden en Isabella legde haar hand op haar rug. Haar rug voelde koud aan en Isabella voelde iets door haar vingers naar de rug van Faran glijden. De rug van Faran begon te genezen en een paar littekens verdwenen. Verbaasd voelde Faran over haar rug en deed haar gewaad naar beneden en keek Isabella aan. “Hoe deed je dat,” vroeg ze verbaasd.
“Ik weet het niet,” zei Isabella verbaasd, “Vertel het alsjeblieft niet verder.”
“Dat zal ik niet doen en nu ga ik denk maar eens, je zult je tijd wel beter kunnen besteden dan aan mij.”
“Faran wacht even.”
“Wat?”
“Als je iemand nodig hebt om te praten, ik ben er voor je.”
“Dank je.”
Faran liep weg en keek niet meer om. Verbaasd en medelevend keek Isabella haar na en keek toen naar het meer. Ze pakte een steen en gooide die in het meer. |
|
|
  |
 |
Catie
Chaotic Angel


Verdiend:
0 Sikkels
Woonplaats: The Elysian Fields
|
Geplaatst:
Di Nov 02, 2004 21:41 |
 |
De Viavia
Twee weken waren verstreken nadat Isabella erachter was gekomen dat Faran het nooit zo had bedoeld. Het was eind maart en het weer begon steeds beter te worden. Isabella had haar verleden verwerkt maar was niks meer met Draco begonnen. Waarom wist ze niet. Wel praatte ze met Faran maar dat was weinig. Ze ging steeds meer het Harry om maar Hermelien liet ze niet zitten. Ze zaten buiten en waren hun huiswerk aan het maken bij het meer. Het zonnetje scheen en het was aardig warm voor eind maart. Harry was bezig met zijn Toverdranken en Isabella was bezig met Transfiguratie. Ze keek over het meer uit en zag meerdere leerlingen aan het meer zitten. Een stuk verderop zag ze Draco, Faran en Patty zitten. Patty stond op en leek woedend weg te lopen. Isabella grinnikte en ging verder met haar huiswerk. Toen ze klaar was ging ze op haar rug liggen en keek naar de lucht.
Ze sloot haar ogen even en voelde dat er plots iets op haar werd gezet en toen ze haar ogen opendeed zat er een muis op haar. Ze pakte muis op en zette hem op de grond en keek naar Harry. “Het was de bedoeling dat je zou gillen,” zei Harry.
“Ik ben niet bang voor muizen sorry,” zei Isabella lachend.
“Jammer.”
Harry ging naast haar liggen en keek naar de weinige wolken die er waren. Isabella ging ook weer liggen en keek ook naar de wolken. Er was een wolk die leek op een eenhoorn, alleen het hoofd dan. De eenhoorn deed haar denken aan Taurnil. De wolk leek plots veranderd te zijn en Isabella ging rechtop zitten. Ze keek naar Harry die zijn ogen dicht had en rustig ademde. “Ligt het aan mij of is hij in slaap gevallen,” zei Isabella.
“Volgens mij ook,” zei Hermelien die naar Harry keek.
“Laten we hem liggen of maken we hem op een leuke manier wakker?”
“Ik zou water over hem heen gooien.”
“Dan doen we dat, waarmee?”
“Met dit.”
Hermelien pakte uit haar tas een klein buisje en vulde het met water. Ze wilde het over het hoofd van Harry gooien maar Isabella hield haar tegen. “Ik weet wat leukers,” zei ze glimlachend. Ze pakte het buisje en draaide Harry voorzichtig op zijn rug. Harry bleef doorslapen en Isabella deed zijn gewaad wat omhoog en goot langzaam het buisje leeg. Geschrokken opende Harry zijn ogen en gaf een verbaasde kreet. Isabella en Hermelien begonnen hard te lachen en Harry keek hun boos aan maar begon daarna ook te lachen.
Aan het eind van de middag liepen ze terug naar het kasteel toe. “Isa, kijk eens wat ik heb,” zei Harry. Isabella draaide zich om en Harry gooide een stuk aarde naar haar toe. Isabella bukte snel en rende naar Harry toe die lachend wegrende. “Dat was niet leuk,” schreeuwde Isabella.
“Wel, het was jammer dat je bukte,” schreeuwde Harry.
Isabella rende achter Harry aan en sprong op hem en ze rolden van de heuvel af. Plots zag Isabella iets glinsteren. “Wat is dat,” vroeg ze verbaasd.
“Wat,” vroeg Harry.
Isabella pakte het dingetje en het leek een zandlopertje. “Het lijkt op een tijdverdrijver,” zei Harry verbaasd. Isabella voelde een ruk aan haar navel en alles werd wazig. Toen alles weer normaal was waren ze aan de rand van een dorpje beland.
Verbaasd stond Isabella op en hielp Harry omhoog. Ze keken verbaasd rond en Harry pakte het zandlopertje. “Het was een viavia,” zei Harry, “Daarmee kom je makkelijk op een andere plek.”
“Maar wat doen we hier en wat deed een viavia op Zweinstein,” vroeg Isabella verbaasd.
“Ik heb geen idee, ik vraag me af of die viavia voor ons was bedoeld.”
“Waar zullen we zijn?”
“Geen idee.”
Ze liepen het dorpje verder in en keken rond. De mensen keken hun verbaasd aan maar zeiden niks. Ze zagen een bakkertje, kruidenier en een kleine slagerij. Ze liepen de slagerij in en Harry vroeg :”Het spijt me maar kunt u ons vertellen waar we zijn?”
“Jullie zijn in Espilie, in Engeland,” zei de man verbaasd.
“Bedankt meneer.”
Ze liepen de winkel uit en liepen verder het dorpje in. Het begon steeds donkerder te worden en het begon zachtjes te regenen.
En vrouw kwam haar huisje uitgelopen naar hun toe en duwde hun richting haar huisje. Ze duwde haar naar binnen toe en zei :”Het wordt slecht weer, blijf toch hier eten en jullie mogen hier ook slapen.”
“Bedankt,” zeiden ze tegelijk.
De vrouw liep verder en ze liepen haar achterna. Ze kwamen in een keuken terecht en aan de tafel zat een man en twee kleine meisjes. De man vroeg niks en de vrouw gebaarde dat ze moesten gaan zitten. Ze gingen zitten en Isabella keek naar de meisjes. Ze waren schattig om te zien. De vrouw zette een grote pan op tafel en schepte op. Ze begonnen met eten en het smaakte aardig lekker. Na het eten bedankte ze de vrouw en die wees ze een kamer waar ze konden slapen. Er stond slechts één bed en Harry zei :”Slaap jij maar in het bed, ik slaap wel op de grond.” Isabella knikte en ging op het bed zitten.
Ze keek naar buiten toe en het was donker. “Harry,” zei Isabella.
“Wat is er,” vroeg Harry.
“Als er ooit een mogelijkheid voor mij is om terug te gaan naar mijn eigen tijd wat zou je dan denken?”
“Ik zou hopen dat je hier zou blijven, je bent heel leuk en ik denk dat iedereen je zal missen als je vertrekt.”
“Ik wil wel graag mijn ouders weer zien maar ik wil hier ook niet weg.”
“Maar tot nu toe is die mogelijkheid er niet toch, dus je moet er niet over na denken.”
Isabella zei niks en ging liggen. Ze zag dat het buiten steeds donkerder word en het begon heviger te stormen. “Harry, je hoeft niet op de grond te liggen, het bed is groot je kan er wel bij liggen,” zei Isabella.
“Het hoeft niet hoor, ik ben het gewend,” zei Harry.
“Harry doe niet zo eigenwijs, het bed is groot genoeg.”
Harry stond op en zuchtte en ging op het bed liggen. Harry probeerde niet tegen haar aan te liggen maar het moest wel. Ze zeiden niks en al snel merkte ze dat Harry in slaap was gevallen. Ze viel zelf ook in slaap.
Ze werd wakker en keek in het gezicht van Harry. Hij ademde rustig en Isabella ging rechtop zitten. Ze voelde dat er iets mis was en ze ging voor het raam staan. Het leek alsof er in de verte mensen aankwamen. Donkere schaduwen leken het. Ze liep naar Harry toe en schudde hem voorzichtig wakker. Harry opende zijn ogen langzaam en Isabella zei :”Stil, er is iets buiten.” Harry stond op en keek uit het raam, toen hij zich omdraaide was hij een stuk bleker en zei zacht :”Dooddoeners.”
“Wat doen die hier,” vroeg Isabella geschokt.
“Ik weet het niet maar we moeten hier weg!”
Harry pakte zijn mantel en deed hem snel om. Hij liep de overloop op naar de andere slaapkamer. Even later kwam hij terug met de vrouw en de man. De man liep naar de laatste kamer en kwam terug met de slapende meisjes. Geluidloos liepen ze naar beneden toe en de vrouw pakte snel wat eten en via de achterdeur slopen ze naar buiten toe.
Isabella ging als laatste naar buiten en hoorde dat er mensen bij de voordeur stonden. Snel duwde ze Harry vooruit en sloot de deur snel. Ze hoorde de vrouw gillen en de meisjes begonnen te gillen. Voor hun stond een dooddoener met zijn stok opgeheven en hij riep :”Avada Kedavra!” De vrouw viel dood op de grond en daarna volgde de man en de twee meisjes. Isabella en Harry stonden voor de deur en keken naar de dooddoener. Ze hoorde voetstappen aan de andere kant van de deur en pakte haar stok. Ze trok Harry van de deur weg en hoorde een knal. De deur vloog naar voren toe en een paar dooddoeners kwam tevoorschijn. “Avada Kedavra,” werd er geroepen en de dooddoener die er nog stond viel dood neer. Zijn kap viel af en Isabella herkende Thomas. “Achter ze aan,” werd er geroepen en Isabella pakte Harry bij zijn arm. Ze rende voor hun leven en hoorde dat de dooddoeners vloeken afvuurde. Ze kwamen bij een afgrond terecht en konden nergens heen.
Isabella zag hoe het dorpje werd afgebrand en de mensen die nog leefde probeerde te ontsnappen maar werden vermoord. Een klein groepje dooddoeners kwamen voor hun staan en eentje zei :”Als we daar niet Potter hebben en zijn kleine vriendinnetje, de Heer van het Duister zal tevreden zijn.” Een paar dooddoeners lachte en Isabella fluisterde tegen Harry :”Ik heb een plan, ik verander zo snel mogelijk in een eenhoorn, jij moet op mijn rug springen, zo kunnen we ontsnappen.”
“Oké, maar wees snel,” zei Harry fluisterend.
De dooddoeners kwamen dichterbij en Isabella bleef naar de dooddoeners kijken terwijl ze zichzelf concentreerde en voelde hoe ze veranderde. “Spring Harry,” zei ze. Ze voelde Harry op rug springen en ze sprong over de dooddoeners heen. Verbaasd keken ze even toe en begonnen toen te roepen. Isabella maakte meer vaart en ze rende het bos in. Ze hoorde de dooddoeners roepen en vloeken schreeuwen maar ze raakte hun niet.
Isabella voelde iets in haar buik en Harry zei :”Ze hebben geschoten, probeer door te rennen we moeten in veiligheid komen.” Isabella rende door en veranderde van uiterlijk. Ze maakte zichzelf zwart, zo zwart als de nacht en voelde de wond branden. Ze kwamen bij een grot aan en gingen naar binnen toe waar Isabella terug veranderde in een mens. Ze had een diepe wond en er stak een pijl in haar buik. “Trek hem eruit Harry,” zei Isabella. Harry keek haar ongelovig aan en ze knikte. “Misschien kan ik hem er veilig uit toveren,” zei Harry.
“Je mag niet toveren Harry, niet buiten school, je bent geen 17,” zei Isabella, “En trok die pijl er nou maar uit!” Harry knikte en pakte de pijl vast en trok hem er snel uit. Isabella kreunde van de pijn en zag dat de wond begon te bloeden. Ze scheurde een stuk van haar gewaad af en probeerde het bloeden te stoppen. ‘Was Taurnil maar hier om ons te helpen,’ dacht ze wanhopig.
Het leek alsof Taurnil haar had gehoord want hij kwam de grot ingestapt. Hij liep naar haar toe en likte de wond schoon. De wond stopte met bloeden en verbaasd keek ze hem aan. “Harry, leg haar op mijn rug,” zei Taurnil. Harry tilde Isabella op en legde haar op zijn rug en keek Taurnil aan die bleef wachten. Harry snapte dat hij er ook op moest klimmen en hij klom achter Isabella. Taurnil liep de grot uit en begon te rennen. Hij was snel en Isabella zag de landschappen voorbij flitsen. Al snel werd alles zwart voor haar ogen. Ze was bewusteloos. |
|
|
  |
 |
Catie
Chaotic Angel


Verdiend:
0 Sikkels
Woonplaats: The Elysian Fields
|
Geplaatst:
Do Nov 04, 2004 9:50 |
 |
Vergiftigd
Isabella opende haar ogen en zag even niks. Alles werd wat duidelijker en ze ging rechtop zitten. Meteen voelde ze de wond in haar buik. Toen ze zat zag ze dat ze in de ziekenzaal lag. Er was niemand en dus bleef ze zitten en keek naar de wond. Er was een verband omheen gedaan. Ook had ze een pyjama aan en lag onder de dekens. Ze vroeg zich af hoelang ze al op de ziekenzaal zou liggen. De deur ging open en Perkamentus kwam binnen. Hij glimlachte toen hij haar wakker zag en liep naar haar toe. “Je bent weer wakker zo te zien,” zei hij.
“Ja, hoelang lig ik hier al,” vroeg ze.
“Ik denk iets van drie dagen.”
“En wat is er gebeurd?”
“Er kwam plots een gouden eenhoorn het terrein op met jou en Harry op jullie rug en jij was gewond. Als je later was gekomen had je het niet gered omdat er een gif op die pijl zat.”
“O.”
“Al moet je wel rustig aandoen, je zal er nog wel eens last van kunnen hebben.”
Perkamentus deed liep ze ziekenzaal weer uit en deed de deur weer dicht. Isabella bleef alleen achter en zag dat er een paar kaarten op haar kastje stonden.
Verbaasd pakte ze de kaarten en las ze. Er zat er één van Draco tussen en verbaasd las ze hem. De deur ging open en snel verstopte ze de kaart onder haar kussen. Harry kwam binnen en liep meteen naar haar toe. “Gelukkig ben je weer bij,” zei Harry terwijl hij op haar bed ging zitten.
“Inderdaad,” zei Isabella zacht.
“Gelukkig waren we op tijd hier, ik zou niet willen dat ik je kwijt was.”
Isabella zag dat Harry een beetje rood werd en durfde hem niet aan te kijken. Ze keek naar de wond en naar het verband en voelde haar wond branden. Ze trok een pijnlijk gezicht en Harry ging dichterbij zitten. Harry pakte haar gezicht en keek haar aan. Het leek alsof ze verdronk in zijn ogen en probeerde boven te blijven. Hij kwam dichterbij en zoende haar. Ze duwde hem weg en hij keek haar onbegrijpend aan. “Het spijt me Harry, ik kan het niet,” zei Isabella.
“Het geeft niet,” zei Harry teleurgesteld.
Ze hoorde de teleurstelling in zijn stem en ze voelde zich rot. Dit had ze nooit gewild. Harry stond op en zei :”Ik ga weer.” Isabella zei niks en voelde tranen komen, ze wilde hem niet zoenen, ze wilde zijn hart niet breken.
Er ging een dag voorbij en Isabella mocht van de ziekenzaal weg maar moest het rustig aanblijven doen. Het was zaterdag en er was een zwerkbalwedstrijd. Vandaag was het Griffoendor tegen Zwadderich. Ze liep met Hermelien naar het stadion en ze gingen vooraan staan. Het spel begon en Isabella zag Harry en Draco. De wedstrijd duurde lang en uiteindelijk zag ze dat Harry en Draco naar beneden gingen. Draco lag voor maar Harry haalde hem in en ving de snaai. Griffoendor won met 10 punten verschil. Zwadderich liep verslagen het veld af terwijl het team van Griffoendor luid juichte. “Ga je mee naar Harry en Ron,” vroeg Hermelien vrolijk.
“Ik ga alvast naar binnen, ik voel me niet ze lekker,” zei Isabella.
“Dat is goed, ik zie je straks wel.”
Isabella liep door de menigte naar beneden toe en zag Draco uit de kleedkamer komen. Er was niemand in de buurt en snel liep ze naar hem toe en ging naast hem lopen. “Hoi,” zei ze.
“Hoi,” zei Draco zuchtend.
“Je gaat niet chagrijnig doen omdat jullie verloren hebben hé? Het is maar een spel.”
“Daar heb je gelijk in, hoe gaat het met je?”
“Kan beter, ik heb veel last van mijn wond maar het verminderd wel.”
Ze liepen het kasteel in en Draco trok haar mee de kerkers in. Ze zei niks en liep met hem mee. Uiteindelijk kwamen ze bij de 5de leerlingenkamer en hij trok haar mee. Hij duwde haar de laatste kamer in en deed de deur dicht. Isabella ging automatisch zitten en Draco ging naast haar zitten.
Voordat ze wist zoende ze hem romantisch en hij zoende terug. Hij trok haar naar zich toe en sloeg zijn armen om haar heen en bleef haar zoenen. Ze voelde een stekende pijn in haar zei en schreeuwde zacht van de pijn. Hij keek haar verbaasd aan en trok haar shirt omhoog en keek naar de wond. Het verband werd steeds roder. De wond was aan het bloeden. Hij tilde haar zo snel mogelijk op en liep naar de ziekenzaal. Ze kwamen niemand tegen en Isabella ademde moeilijk. Madame Plijster kwam meteen naar haar toe. Ze keek naar de wond en stuurde Draco weg die nog even bezorgd naar haar keek en toen wegliep. Madame Plijster haalde het verband weg en smeerde zalf op de wond die bleef bloeden. Weer verloor ze haar bewustzijn. Al snel was ze weer bij en toen ze wakker werd voelde ze geen pijn in haar zij en zag dat het verband weer schoon was.
Naast haar zat Hermelien en aan de andere kant zat Harry. Ze keken haar bezorgd aan en Hermelien omhelsde haar toen ze zag dat ze wakker was. “Rustig Hermelien,” zei Isabella lachend, “Ik leef nog.”
“Gelukkig wel,” zei Hermelien.
Harry haalde Madame Plijster die haar een drankje gaf en snel dronk ze het op. Die avond mocht ze nog niet weg en de volgende avond eindelijk wel. Het leek alsof Madame Plijster heel bezorgd over haar was en verbaasd dacht ze na waarom. Ze snapte het niet en besloot er maar niet over na te denken.
Toen ze in de leerlingenkamer kwam was het stil en rustig. Isabella keek naar buiten en zag veel mensen buiten zitten. Ze liep de leerlingenkamer weer uit en liep naar de bieb toe en ging bij het raam zitten en keek naar buiten toe. Het was aardig warm en de zon scheen vrolijk. Isabella ging in het raam zitten en genoot van de zon en hoorde iemand dichterbij komen. Ze herkende de stappen van Draco en zei :”Hoi Draco.“
”Hoe wist je dat ik het was,” vroeg hij verbaasd terwijl hij naast haar ging staan.
“Ik herkende je aan je voetstappen.”
“Jammer, ik wilde je verrassen, hoe gaat het eigenlijk?”
“Ik heb nu geen last van die wond.”
“Gelukkig, dat geeft me de kans om je ongestoord te kunnen zoenen.”
Hij draaide haar hoofd en zoende haar kort. Hij keek haar aan en zei zacht :”Iedereen is buiten, laten we naar ons plekje gaan in de kerkers, ik zie je zo,” zei hij zacht.
“Tot zo,” zei Isabella.
Draco verdween en Isabella bleef nog even zitten. Na hooguit een kwartiertje vertrok ze naar de kerkers.
Ze zei het wachtwoord en ging naar binnen toe. Zachtjes liep ze naar beneden toe naar achteren en ze opende de deur zachtjes. Ze kamer was leeg en verbaasd ging ze naar binnen. Ze voelde een paar armen om haar lichaam en lachte. Hij tilde haar op en zette haar op de bank en zoende haar in haar nek. Speels duwde ze hem weg en hij zoende haar weer. De middag ging snel voorbij. Ze namen afscheid en Isabella vertrok als eerste. Ze kwam ongezien de kerkers uit en liep richting de leerlingenkamer. Halverwege kwam ze Hermelien tegen die haar meenam naar de Grote Zaal omdat het tijd was om te eten. “Ik was de tijd vergeten,” zei Isabella als excuus.
“Maakt niet uit, je moet wel goed eten,” zei Hermelien.
“Rustig maar, ik zal wel goed eten.”
Ze liepen de Grote Zaal in en gingen zitten. Isabella probeerde genoeg te eten maar ze had totaal geen honger en werd misselijk van het zien van al dat eten. Na het eten liep ze snel naar de ziekenzaal om te vragen of Madame Plijster iets had tegen misselijkheid. |
|
|
  |
 |
Catie
Chaotic Angel


Verdiend:
0 Sikkels
Woonplaats: The Elysian Fields
|
Geplaatst:
Do Nov 04, 2004 16:48 |
 |
Dit is het Enahoofdstuk. Hierna komt het einde alweer. Reacties zijn natuurlijk welkom
Harry en Draco
Er gingen een paar dagen voorbij en Isabella had weinig last van haar wond. Ze was veel bij Draco en genoot van elke minuut bij hem. Na mater de dagen voorbij gingen voelde ze zich steeds vreemder en ze was sneller misselijker. Ze at steeds minder en werd steeds bleker. Ze moest een paar dagen op de ziekenzaal blijven om op te knappen en toen ze weer weg mocht voelde ze zich een stuk beter. Ze zat buiten samen met Hermelien en ze keken naar het meer. Harry en Ron waren aan het zwerkballen en Isabella zat met haar voeten in het water. “Het is echt prachtig weer,” zei Hermelien.
“Inderdaad,” zei Isabella.
“Zou je nu niet willen weten hoe het nu is om een eenhoorn te zijn?”
“Misschien wel maar misschien ook niet en trouwens ik denk niet dat het nu goed voor me is.”
“Waarom niet?”
“Die wond, hij is nog niet genezen al lijkt het wel zo.”
Ze legde haar hand op het verband en voelde de wond branden. Ze negeerde het branderige gevoel en keek naar het water.
De middag ging snel voorbij en die avond had ze afgesproken met Draco. Het ging nog altijd goed en niemand was erachter gekomen. Isabella lag tegen Draco aan en sloot haar ogen en ontspande zich even. Plots vloog de deur open en stond Harry in de deuropening. Verbaasd keek ze hem aan en hij keek haar woedend aan. “Potter wat doe jij hier,” vroeg Draco verbaasd.
“Niet te geloven ben jij zeg,” zei Harry woedend, “Eerst doe je er van alles aan om mijn hart te stelen en nu ga je er met hem vandoor!”
“Waar heb jij het over,” vroeg Isabella verbaasd.
“Dat weet je dondersgoed!”
“Helemaal niet, ik heb nooit geprobeerd om je hart te stelen of wat dan ook.”
“Wel!”
“Draco wil je ons even alleen laten.”
Draco knikte en liep de kamer uit. Ze hoorde hem naar boven gaan en sloot de deur met haar stok.
Ze keek Harry aan en wachtte even. “Ik begrijp jou niet Harry,” zei ze, “Jij zegt dat ik je hart hebt gestolen maar dat is niet waar.”
“Wel waar, je redde mijn leven je liet me bij je slapen enzovoort,” zei Harry.
“O en daarom heb ik geprobeerd om je hart te stelen?”
“Ja.”
“Dat slaat nergens op dat weet je, je bent mijn beste vriend en ik zou sowieso je leven proberen te redden.”
“Er zijn nog andere dingen.”
“Dat je bij me in bed sliep?”
“Bijvoorbeeld.”
“Kom op zeg, wat had je zelf gedaan als je mij was?! Dan had je hetzelfde gedaan hoor!”
“Niet!”
“Wel, en dat weet je zelf ook, ik heb er nooit over na gedacht om je hart te stelen!”
“Dat heb ik gemerkt!”
“Alsjeblieft zeg Harry!”
“Wat en trouwens misschien ben je vergeten dat je met me hebt gezoend?!”
“Nou wordt het mooi, jij zoende mij en ik duwde jou weg, ik heb nooit met je willen zoenen omdat je alleen een vriend bent en niet meer.”
“Tuurlijk.”
“Luister Harry!”
“Dat doe ik toch?!”
“Ik heb Draco gekozen als mijn liefde maar jou heb ik gekozen als mijn beste vriend en niets meer.”
“Wij zijn uitgepraat.”
“Prima, loop maar weg.”
Harry deed de deur open en liep en Isabella ging zitten. ‘Waarom doet hij dit toch,’ vroeg ze zichzelf af.
Na een tijdje liep ze ook naar boven toe. Ze liep naar buiten toe en liep richting het Bos. Ze stond aan de rand van het Bos en keek verlangend naar het Bos. Ze wilde zo graag als een eenhoorn door het Bos rennen maar ze kon niet en ze mocht niet. Ze voelde een hand op haar schouder. “Je moet het niet doen,” zei de stem van Hagrid.
“Ik weet het maar ik wil zo graag,” zei Isabella zacht.
“Je weet dat het je dood kan worden dus doe het niet.”
“Ik weet het.”
“Kom een bakkie thee bij me drinken.”
“Dat is goed.”
Ze draaide zich om en liep met Hagrid mee. Toen ze bij Hagrid kwamen stonden Harry, Ron en Hermelien voor de deur. Isabella keek Harry niet aan, ze durfde niet. Hermelien liep naar haar toe en vroeg zacht :”Is het waar wat Harry zei?”
“Ligt eraan wat hij vertelde, als hij vertelde dat ik weer met Draco heb dan klopt het,” zei Isabella fluisterend.
Ze gingen naar binnen toe en kregen een kop thee van Hagrid.
Het leek alsof Hagrid meteen merkte dat er iets mis was want Isabella zei niks tegen Harry en omgekeerd. “Is er iets aan de hand,” vroeg hij.
“Ik heb ruzie met Isabella,” zei Harry.
“Dat maak jij ervan, ik heb nooit ruzie met jou gewild,” zei Isabella boos.
“Dan had je niet met die Malfidus moeten flirten.”
“Jij moet gewoon leren accepteren dat ik mijn eigen leven heb!”
“Rustig jullie twee,” kwam Hagrid tussenbeide, “Als ik het goed begrijp het jij iets met Malfidus?”
“Klopt en Harry kan dat niet accepteren.”
“Ik snap jou gewoon niet, hij viel je steeds lastig,” zei Harry.
“En jij weet niet waarom en ik wel !”
“Vertel dan, want nu heb je niks te zeggen meer!”
“O jawel hoor, Draco werd gedwongen door Faran en die werd gedwongen door Patty, kortom het is allemaal de schuld van Patty, ik weet meer van dit af dan jij weet Harry!”
“Belachelijk.”
“Rustig jullie zei ik,” riep Hagrid.
Isabella zei niks meer en keek Harry niet aan. Ze staarde naar de kop en ze zette hem neer. “Ik ga maar weer eens, ik merk wel dat ik niet welkom ben,” zei ze. Ze liep het huisje uit terug naar de leerlingenkamer. Ze liep meteen door naar de leerlingenkamer en viel huilend op haar bed neer.
Ze bleef huilen en hoorde iemand naar boven toe komen. Ze bleef stil liggen en zei niks. Ze hoorde de deur opengaan en herkende de stappen van Hermelien. Hermelien ging naast haar op haar bed zitten en zei nog steeds niks. “Hij is jaloers Isa,” zei Hermelien zacht.
“Maar waarom,” vroeg Isabella snikkend.
“Hij was verliefd op je en nu heb je met Malfidus, hij is jaloers dat hij jou niet kan krijgen.”
“Ik heb nooit iets voor hem gevoeld en ik wilde dat dit nooit was gebeurd, ik voel me nu zo rot door hem.”
“Isa, laat hem, hij komt er wel overheen.”
“Ik hoop het want ik weet dat ik nooit voor hem zal kiezen.”
“Dat moet je niet zeggen, ik weet dat je nooit zult kiezen maar ooit moet je kiezen tussen dingen.”
“Ik zal nooit kiezen tussen Harry en Draco, ik wil ze niet kwijt, beide niet.”
Hermelien zei niks en keek uit het raam. Isabella ging rechtop zitten en keek naar haar vingers, ze wist niks te zeggen. |
|
|
  |
 |
Catie
Chaotic Angel


Verdiend:
0 Sikkels
Woonplaats: The Elysian Fields
|
Geplaatst:
Do Nov 04, 2004 20:52 |
 |
Het aller laatste hoofdstuk van dit verhaal. Na een paar hoofdstukken vondt ik het wel genoeg
Haal de zakdoekjes tevoorschijn
I Will Be Forever Yours
De ruzie tussen Isabella en Harry was rustiger geworden en Harry praatte weer tegen haar. Hij was wel kort maar dat maakte Isabella niet uit. Het was begin mei en heerlijk weer. De weken waren snel voorbij gevlogen en Isabella voelde dat ze achteruit ging. Ze was veel vaker in de ziekenzaal en haar wond was nog niet genezen. Ze was een paar dagen in St. Holisto geweest maar het had niks opgeleverd. Nog steeds was ze zwak en verloor soms bloed. Ze had verloor niet veel bloed maar ze verloor het wel en ze wist dat ze achteruit ging. Volgens vele werd ze steeds bleker en ze kon niet snel meer iemand achterna rennen.
De dag was net begonnen en ze zaten bij Verweer Tegen de Zwarte Kunsten. Het was weer warm en de ramen stonden wijd open. Isabella zat bij het raam en keek naar buiten toe. Met haar gedachten was ze bij de les maar met haar blik ergens anders. Ze keek naar buiten toe en luisterde naar de leraar. De leraar had het over één of andere bezwering waarbij je een erg gelukkige gedachte nodig had. Harry moest naar voren komen om de bezwering te demonstreren en er kwam een hert uit zijn staf. Ze gingen aan de slag met de bezwering en bij meerdere kwamen er al dieren uit hun stok. Isabella dacht na over een gelukkige gedachte maar kon er even zo snel geen verzinnen. De les was afgelopen en ze liepen naar beneden toe voor de volgende les. Ze hadden Kruidenkunde en gingen de kassen in waar het bloedheet was.
Iedereen werkte langzaam en met moeite. De planten waar ze mee bezig waren vergde veel concentratie en iedereen had er moeite mee door het warme weer. Eindelijk was de les afgelopen en iedereen was veilig de kassen uitgekomen en ze liepen naar de Grote Zaal om te gaan eten. Isabella pakte een broodje en begon langzaam te eten. Toen ze klaar was keek ze naar de andere tafels en daarna wachtte ze op Hermelien. Ze hadden Verzorging voor Fabeldieren en ze liepen alvast naar het huisje. Toen ze daar aankwamen was er nog niemand en ze gingen op een steen zitten. Een paar minuten later kwamen Harry en Ron aangelopen die bij hun kwamen zitten. Eindelijk was iedereen er en gingen ze aan de slag. Het was een les waar je niet snel moe kon worden. Ze bestudeerde een soort kleine vuurwezentjes. Het bijzondere aan de wezentjes was dat hun vlammen die over hun lijf zaten niet warm waren en je niet konden verbranden. De wezentjes konden ook allemaal kleine kunstjes en waren heel grappig om te zien. Toen de les was afgelopen bleven ze nog even helpen en de wezentjes te pakken. “Het zijn leuke wezentjes Hagrid,” zei Isabella.
“Weet ik, ze zijn ook nuttig, hun vlammen kunnen planten en bomen genezen, ze zijn heel handig voor in een verwoest bos,” zei Hagrid vrolijk.
“Als deze wezentjes overal zouden zijn dan zou de wereld er misschien een stuk mooier uitzien als ze toch planten en bomen genezen,” zei Harry.
“Inderdaad,” zei Hermelien.
“De volgende keer gaan we verder met ze en mogen jullie zorgen dat ze een boompje of plantje genezen, ik zorg voor de dode plantjes en boompjes,” zei Hagrid.
“Leuk Hagrid!”
Ze liepen daarna weg en gingen aan het meer zitten en begonnen aan hun huiswerk.
Isabella voelde haar wond branden en keek pijnlijk. Ze deed haar shirt omhoog en keek naar het verband dat rood werd. “Isabella je bloed,” zei Hermelien geschrokken. Het verband leek los te gaan en er kwam bloed op het gras. Harry ging naast haar zitten en wilde haar optillen maar Isabella voelde een stekende pijn toen hij haar wilde optillen. Ze schreeuwde kort van de pijn en leerlingen keken verbaasd om. Er liepen verschillende leerlingen naar hun toe en slaakte geschrokken een kreet. “Iemand, haal Madame Plijster en een leraar,” riep Harry.
“Geef haar de ruimte,” riep Hermelien, “Iedereen aan de kant!”
“Isabella alles komt goed,” zei Harry.
Isabella schudde haar hoofd. Harry legde haar neer en Isabella zei niks. Ze voelde de wond maar wilde niet huilen of wat dan ook. Iemand zei :”Wat is er aan de hand?!”
“Rot op Malfidus, er is niks,” hoorde Harry zeggen.
“Harry! Ik weet dat je het niet leuk vindt maar dit gaat hem ook aan.”
“Isabella!”
Ze zag dat een paar mensen opzij werden geduwd en Draco kwam bij haar zitten. Hij legde haar hoofd op zijn schoot en zei zacht :”Het komt wel goed.” Er kwamen een paar leraren aan die de leerlingen naar achteren dreven en Madame Plijster keek haar geschrokken aan. “Doe dan wat,” riep Harry boos.
“Het spijt me, ik kan niks meer doen,” zei Madame Plijster.
“Wat bedoeld u! Tuurlijk kunt u iets doen!”
“Harry rustig,” zei Hermelien terwijl er tranen in haar ogen stonden.
Er stroomden tranen over de wangen van Harry en ze keek naar Draco. Ze zag dat hij huilde. Ze hoorde meerdere mensen snikken en zag dat ze bang keken.
Ze hield haar ogen open en zei zacht :”Het spijt me.”
“Het is niet jou schuld Isa,” zei Harry, “Het is mijn schuld!”
“Nee, niemand heeft hier schuld aan, het is het lot.”
“Isabella je mag niet dood je bent pas 16,” zei Draco huilend.
“17. Ik ben 17 geworden.”
“Dat maakt niet uit, ik wil je niet kwijt!”
“Je raakt me niet kwijt ik zal altijd bij je zijn.”
Ze hoorde iedereen huilen en sloot haar ogen even en zei toen :”I Will Be Forever Yours.” Daarna blies ze haar laatste adem uit en haar ziel verliet haar lichaam. Ze zag de leerlingen huilen en ook de leraren. Harry huilde en Faran sloeg een arm om hem heen en probeerde hem te troosten. Harry omhelsde Faran en Isabella glimlachte. Ze keek als laatste naar Draco en glimlachte. Daarna raakte ze hem aan met een vinger en vloog toen omhoog. Ze vloog omhoog naar de poort in de wolken. De poort ging open en een helder licht scheen, ze wierp nog één blik op de Aarde en ging toen naar binnen toe.
Einde |
|
|
  |
 |
|
|