Harry Potter Forum index
Dit forum is gesloten. Bezoek nu de vernieuwde versie van HPF!
 Harry Potter Forum gesloten  •   Inloggen

 [AF] Het Amulet van De Tijd Volgende onderwerp
Vorige onderwerp

Sla dit onderwerp op als textbestand
Poll :: moet ik een tweede verhaal schrijven? Zo ja,...

een vervolg op dit verhaal
77%
 77%  [ 7 ]
een totaal nieuw verhaal
22%
 22%  [ 2 ]
Totaal aantal stemmen : 9


Auteur Bericht
SchadowCat
3e jaars
3e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Elysium

SchadowCat is offline. 
BerichtGeplaatst: Do Dec 23, 2004 12:55 Terug naar boven Sla dit bericht op

De examens zijn gedaan!! Eindelijk!! Very Happy Nu kon ik verder schrijven maar jammer genoeg raakte ik inspiratieloos maar eindelijk heb ik dit hoofdstuk dan af gekregen. Het heeft enkele dagen geduurd maar daardoor is het dan ook langer dan de andere hoofdstukken die ik geschreven heb. Ik hoop dat jullie het leuk zullen vinden Very Happy En reacties zijn altijd welkom!! Ik het REACTIETOPIC of via PB.
greetzz
SchadowCat


Hoofdstuk 33: Tijd.

Maar veel te vlug ging de dag voorbij en steeds meer dacht ze aan wat komen ging. Hoewel ze het zo ver mogelijk in haar achterhoofd had gestoken voelde ze het zoemen en de angst speelde op. Waarom had ze zich in dit gevaar gestort? Vroeg ze zich steeds af. En wat moest ze nu doen om haar krachten terug te krijgen. Ze had zo weinig tijd. Wat was…
‘Juffrouw Nachtegale!’ Sneeps stem sneed als een zweep door de stilte die ervoor in de kerker had gehangen. Ze schrok op en stootte haar hand tegen de tafel.
‘Bent u nu wakker?’ vroeg hij doodkalm.
‘Het spijt me meneer.’ Mompelde ze.
‘Met spijt kom je nergens. 5 punten aftrek voor Griffoendor.’ Daarna draaide hij zich om en begon enkele dingen op het bord te schijven.
Normaal zou zo’n onrechtvaardigheid haar woedend gemaakt hebben maar deze keer kon het haar weinig schelen. Het kon haar zelfs niet schelen dat de andere Griffoendors, behalve Harry, Ron en Hermelien, haar woedend aankeken. Ze keek naar de plek waar haar hand de tafel geraakt had. Er zat een kleine snee en er welde wat bloed op. Ze was zo in gedachten verzonken dat ze de pijn zelfs niet voelde. Hoe kreeg ze haar krachten terug? Hoe moest ze Lupos bevrijden? Hoe moest ze dit alles doen zonder zelf gedood te worden? Hoe…hoe…hoe... Het galmde door haar hoofd. Hoe...hoe…hoe…
Ze zuchtte en verplaatste haar aandacht naar het bord. Sneep schreef iets op wat ging over een drankje om vampiers te laten verdwijnen in het niets. Dit zou Aiden moeten weten, grinnikte ze. Ze schoot overeind. Aiden! Natuurlijk!
Haar hart begon opgewonden harder te kloppen. Ze had een vampier binnen handbereik En het zilveren boek. Ze zou Aidens hulp…nou ja, zijn Ziel vragen, om haar te helpen haar krachten terug te krijgen. Waarom had ze daar niet eerder aan gedacht.
‘Wat is er aan de hand?’ vroeg Harry zacht.
‘Niks Harry.’ Fluisterde ze opgewekt terug. ‘Helemaal niks. Alles is goed.’ Ze grijnsde naar hem en probeerde het drankje te maken, net zoals alle andere leerlingen.
Ze had het gevonden! Het lag zo voor de hand, vlak onder haar neus, in hetzelfde kasteel. Als hij hier nog was tenminste. De hoop zonk wat weg. Maar dan kon Perkamentus haar wel helpen. Toen de les eindelijk om was zei ze haastig tegen Harry dat ze even Aiden iets moest vragen. Of ze moesten meekomen? Nee, ze was zo terug, ga maar al naar de volgende les.
Ze rende de gang verder door en vond al snel de kerker waar Aiden normaal zat, maar hij was nergens te zien. Ze vloekte.
‘Zo vloeken, voor zo’n jong meisje?’ hoorde ze een spottende stem maar overduidelijk die van Aiden.
Haar hart sprong weer op. ‘Aiden, ik moet dringend met je praten. Het is belangrijk maar je moet beloven dat je het tegen niemand zal zeggen. Beloof je dat?’
‘Het hangt er vanaf wat het is.’ Zei hij zacht, op zijn eigen mysterieuze vampierachtige manier.
‘Kijk, ik heb…’ ik ze beet op haar lip. ‘Ik heb je Ziel nodig.’
Voor de eerste keer was Aiden uit het veld geslaan en keek hij haar openlijk verbaasd aan.
‘Dat meen je niet?’ vroeg hij. Zijn ogen vernauwden zich.
‘Ik meen het wel, daarom kom ik het je vragen.’ Zei ze haastig. ‘Kunnen we praten?’
‘Altijd.’ Zei Aiden terug kalm. ‘Ga zitten.’
Ze ging op de koude vloer zitten met Aiden naast zich. ‘Het zit zo…’ Ze vertelde alles wat ze had meegemaakt vanaf het moment dat Aiden in de kelders verbleef. Van het gevecht in het Bos tot en met haar idee om haar krachten terug te krijgen. ‘Daarom heb ik jou Ziel nodig. Ik steek die wel terug in je lichaam achteraf hoor, nadat je mijn krachten terug hebt gestoken.’
‘En jij denkt dat het zo simpel zal zijn?’
‘Eigenlijk niet.’ Mompelde ze. ‘Het is het beste wat ik kan bedenken en niemand behalve jij gelooft me.’
‘En wat gebeurt er dan met mijn lichaam?’
‘Dat blijft achter, normaal gaat het dood maar misschien kan ik wel een spreuk vinden die de tijd rond je lichaam en in je lichaam zelf kan stilleggen. Een soort tijdsspreuk ofzo.’ Tijd. zuchtte ze in zichzelf. Altijd maar tijd, ze had er te weinig van.
‘En als je die niet vind?’
‘Dan zie ik van dit plan af. Ik wil niet je leven riskeren.’
‘Je vergeet iets.’ Zei Aiden plots opgewekt. ‘Ik ben al dood.’
‘Maar toch, ik wil je je dode leven niet afpakken.’
‘Ik help je wel maar je zult toch zoeken naar die tijdsspreuk of wat het ook was.’
Ze knikte heftig. ‘Ik ga vanavond al op zoek. Desnoods ga ik naar de verboden afdeling.’
Aiden glimlachte. ‘En, je bent van plan Voldemort te vermoorden?’
Ze keek geschrokken op. ‘Vermoorden?’ Ze schudde haar hoofd.’ Daar ben ik niet sterk genoeg voor. Het is al goed als ik mijn krachten terug heb. Dan kan ik Harry helpen Voldemort te vermoorden.’
‘En volgens jou zal Harry Voldemort wel kunnen vermoorden?’
‘Ik denk inderdaad dat Harry daar wel kan in slagen. Als hij echt wil.’ Ze keek Aiden even aan en omhelsde hem. ‘Bedankt. Ik kom zo snel mogelijk terug.’ Ze stond op en liep zo snel mogelijk de kerkers uit, aiden verbaasd maar opgewekt achterlatend.
De volgende les was al begonnen, Verzorging van Fabeldieren. Ze hoopte maar dat Hagrid niet de streng zou zijn. De leerlingen stonden opnieuw om een Kelpie heen. Maar deze keer stonden er ook twee kleintjes bij.
‘Waar was je?’ vroeg een stem achter haar. Harry was naar haar toe gekomen en leek ongerust.
‘Bij Aiden. Ik moest hem iets vragen.’
‘Is alles oke?’
‘Alles is in orde.’ Knikte ze. ‘Maak je geen zorgen.’
Hagrid wierp hen een blik toe dat ze moesten opletten maar zei niks dat ze te laat was Waarschijnlijk hadden Harry, Ron en Hermelien hem overhaald om niks te zeggen. Ze keek hen dankbaar aan en vervolgde rustig de lessen en de lessen die volgden.
Uiteindelijk werd het avond. Miriah zat op haar bed in het zilveren boek te bladeren op zoek naar iets bruikbaars om Voldemort te verrassen en haar krachten terug te nemen. Een Ziel van een Vampier had ze al. Ze moest alleen nog een manier vinden om Aiden lichaam te bewaren zonder dat het tot stof verging en een plaats waar ze Voldemort zou proberen te verrassen. Misschien moest ze Perkamentus om hulp vragen. Ze schudde haar hoofd. Nee, die geloofde haar niet en zou meteen doorhebben dat ze nog steeds geloofde dat de Lupos op Zweinstein Voldemort was.
Ze bleef doorbladeren en draaide net een pagina om die over eenhoorns ging toen Hermelien binnenkwam. ‘Is het interressant?’ vroeg ze.
‘Erg.’ mompelde Miriah toen ze begon te lezen over de Tijdverdrijver.
‘Wat zoek je?’
‘Niks speciaals.’
Hermelien kwam naast haar op het bed zitten en staarde naar de letters en zinnen zonder ze te lezen. Uiteindelijk keek ze naar Miriah. ‘Mag ik je iets vragen?’
‘Tuurlijk.’
‘Hoe…’ ze dacht even na. ‘Hoe wist jij…jullie, Harry en jij, dat jullie…verliefd waren.’
Miriah keek haar verbaasd aan. Dit was wel de laatste vraag ter wereld die ze van Hermelien zou verwachten.
‘Wel, ik denk dat dat voor iedereen verschillend is.’ Zei ze uiteindelijk. ‘Ik voelde me steeds raar als ik bij Harry in de buurt was. Het waren voornamelijk zijn ogen.' Ze zuchtte even verliefd en haalde toen haar schouders op. 'Het was Harry die uiteindelijk de knoop doorhakte, me vast pakte en me gewoon kuste.’ Ze grinnikte. ‘Dat was even schrikken.’
Hermelien keek haar flauwtjes glimlachend aan. ‘Dus je wist het gewoon?’
‘Ik voelde het.’ Verbeterde Miriah. ‘Ga eens met Ron praten.’
‘Maar hoe weet ik zeker dat hi ook wel op mij verliefd is.’
Miriah zuchtte. Ze kon niet geloven dat ze dit geprek nu voerde, op zo’n slecht moment. Eigenlijk een moment waarop ze nuttige informatie zou moeten opzoeken.
‘Door het hem te vragen en als je het mij vraagt, is Ron wel verliefd op je. Dat zie je.’
‘Maar wat…’
‘Niet denken Hermelien gewoon doen en het hem vragen.’
'Maar...'
'Doen Hermelien!'
Hermelien stond op. ‘Goed, ik doe het wel maar als je fout zit dan vil ik je levend.’
Miriah haalde grinnikend haar schouders op. ‘Ik kan niet wachten.’ Hermelien liep de slaapzaal uit.
Miriah begon verder te lezen en verder lezen was het beste idee dat ze die avond zou gehad hebben. Toen ze verder las ging er een klein stukje over andere mogelijkheden dan een Tijdverdrijver om de tijd te manipuleren:
Na het gebruik van de Tijdverdrijver zijn er nog drie manieren om te tijd te manipuleren. Ten eerste het Amulet van de Tijd. Glimlachend streek Miriah over haar amulet en ze voelde zich trots dat haar amulet in zo’n belangrijk boek stond vermeld. De tweede mogelijkheid in een Tijdsdrankje maar deze mogelijkheid neemt veel tijd in beslag en er zijn veel moeilijk breikbaar en vindbare ingrediënten voor nodig. De derde mogelijkheid is een Tijdsspreuk. Ja! Dit was wat ze nodig had, een Tijdsspreuk. Ze zou wel een hele tijd moeten oefenen maar het lukte wel. De Tijdsspreuk is ook de meest efficiënte en makkelijkste manier om de tijd te manipuleren. Over deze drie mogelijkheden is meer informatie te vinden in het Boek der Tijd, te vinden in bijna elke Tovenaarsbibliotheek. De Tijdverdrijver…
Miriah sprong opgewonden uit bed en begon heen en weer te lopen. Langzaam vormde zich een plan in haar hoofd. Eerst zou ze Aidens Ziel moeten te pakken krijgen. Ze zou eerst zijn Ziel uit zijn lichaam halen en hem daarna meteen buiten de tijd plaatsen of hoe je het ook moest noemen, zodat zijn lichaam niet zou verdwijnen of in stof veranderen, of wat er ook gebeurt met het lichaam van een vampier als zijn Ziel eruit gehaald wordt. Maar daarvoor moest ze eerst de Tijdsspreuk moeten vinden en dan leren. Daar zou ze zich morgen me bezighouden. Morgenavond zou ze dan Aidens Ziel uit zijn lichaam halen en buiten de tijd plaatsen. Daarna zou ze naar het feestje van Madame Rosmerta gaan, samen met Harry, Ron en Hermelien en Voldemorts vertrouwen proberen te winnen met Harry’s hulp en dan…dan zou ze wel zien. Ze mocht Voldemort vooral voor geen goud ter wereld uit het oog verliezen.
Maar eerst moest ze de Tijdsspreuk vinden. Een ding per keer. Wanneer zou ze dat doen? Morgen? Ze schudde haar hoofd. Vanavond nog. Misschien kon ze Harry’s Onzichtbaarheidsmantel wel even lenen. Ze hoopte maar dat hij er achteraf maar niet kwaad over zou zijn.
Ze glipte de slaapzaal uit en keek vlug de leerlingenkamer in. Harry zat bij het voor naar Kasper Krauwel te luisteren maar het leek alsof hij bijna in slaap viel. Ron en Hermelien waren nergens te zien. Ze liep heel stil en zonder iemand haar zag naar de jongensslaapzaal. Marcel lag al in zijn bed maar die sliep. Ze kon hem horen snurken en het verbaasde haar dat niemand van beneden kwam kijken waar dat geronk vandaan kwam.
Ze liep naar Harry hutkoffer en zocht zo stil mogelijk naar zijn Onzichtbaarheidsmantel. Al snel vond ze hem en deed hem om. Net op tijd want Ron kwam binnen en tot Miriah verbazing ook Hermelien. Ron keek eens om zich heen, zag dat Marcel sliep, en kuste Hermelien. Hermelien giechelde. Miriah hield een hand voor haar mond zodat ze haar gegrinnik niet kon horen en rende zo stil mogelijk de slaapzaal uit. Die twee konden best wel wat privacy gebruiken.
Ze glipte lang Harry heen die duidelijk lag te slapen, wat Kasper Krauwel niet merkte want hij praatte opgewekt verder. Ze wachtte aan het portretgat tot er iemand naar binnenkwam, wat een hele tijd duurde want bijna iedereen was al in de leerlingenkamer. Eindelijk opende iemand het portretgat en glipte lang hem heen naar buiten.
Het was donker op de gangen en ze rilde. Ze liep wa sneller in de hoop zo snel mogelijk bij de bibliotheke te zijn. Maar in de bibliotheek was het even donker als op de gangen. Ze moest zich haastten als ze wilde dat niemand het zou opmerken dat ze weg was.
Ze liet haar toverstok licht geven en zocht langs de rekken naar het Boek der Tijd en tot haar opluchting stond het gewoon in de bibliotheek en niet in de Verboden Afdeling. Ze pakte het boek en ging aan een tafeltje zitten. Langzaam liep ze langs de index en vod al snel wat ze zocht: Tijdsspreuk en wat het inhoud. Ze zocht snel de pagina op en zuchtte opgelucht. Alles stond erin wat ze moest weten behalve de spreuk. Er stond:
De Tijdsspreuk is een makkelijke spreuk maar moeilijk te leren: Hierna was het wit, de plaats waar de spreuk moest staan. Wat ze ook probeerde de spreuk bleef onzichtbaar. Ze pakte woedend haar amulet en streek er zenuwachtig over. Waarom lukte het nou niet?! Op dat moment verscheen de spreuk: Tempusa. Ze liet het amulet los en het verdween. Ze pakte het weer vast en het verscheen maar toen ze dat deed zag ze dat alles om haar heen doodstil was. Er was welliswaar niemand maar het voelde anders, alsof de tijd stilstond. Ze keek op haar horloge en inderdaad, die bewoog niet meer. De tijd stond stil. Ze liet de amulet los, de spreuk verdween maar haar horloge tikte opnieuw. Dit was echt leuk, dacht ze grijnzend.
Als ze nu maar… Ze zocht in haar zakken en vond wat perkament maar geen veer of inkt.
Dat maar een spreuk. Met een spreuk kopieerde ze de pagina uit het boek naar het perkament. Ze draaide de pagina om waar nog wat uitleg stond. Dat dan ook maar. Ze stak twee perkamentrollen in haar zak en zette het boek terug op zijn plaats.
Toen ze op haar horloge keek zag ze dat het al bijna 11 uur was. Ze zou zich moeten haasten en hopen dat niemand had gemerkt dat ze weg was.
Ze zocht snel haar weg terug naar de leerlingenkamer, deed de mantel af en propte hem in haar zak. Ze porde de Dikke Dame wakker.
‘Mag ik naar binnen?’ vroeg ze haastig. ‘Vakantie.’
‘Zo laat nog?’ morde de Dikke Dame.
‘Ja zo laat nog. Vakantie.
‘Goed, goed.’ Mompelde de Dikke Dame slaperig en ze zwaaide open. Miriah klom naar binnen en metene stond Hermelien voor haar.
‘Waar was je?’ vroeg ze boos. ‘Je mag niet uit de leerlingen kamer zo laat.’
‘Ik moest naar het toilet.’ Mompelde ze.
‘Zo lang? Het is bijna…’
Ze trok Hermelien naar zich toe. ‘Ik voelde me niet goed. Mijn regels..weet je wel?’
Hermelien keek haar aan. ‘Natuurlijk. Het spijt me.’
‘Geeft niet. Ik had het moeten zeggen.’
‘Voel je je al wat beter?’
‘Ik ben even naar Madame Plijster gegaan. Ik voel me al beter.’
‘Oke, kom er nog even bij zitten.’
Ze trok Hermelien terug. ‘Hoe ging het met Ron?’
Hermelein begon te blozen. ‘Goed eigenlijk.’
‘Wat heb ik gezegt.’ Lachte Miriah.
Hermelien trok een gezicht ‘Nou ja, ik laat ze wel leven nu. Kom, Harry snakt naar goed gezelschap. Die Kasper is erg slaapverwekkend.’
Harry keek blij op toen ze bij hem kwam zitten. ‘Eindelijk. Kasper begon erg vervelend te worden.’ Fluisterde hij in haar oor. Ze kuste hem, pakte zijn hand en ze bleven nog een tijdje met Ron en Hermelien praten. Rond middernacht werden ze moe en gingen ze naar bed.
Op de slaapzaal verstopte ze snel de rollen perkament onder haar hoofdkussen. Ze wilde niet dat iemadn ze vond en zou ontdekken wat ze van plan was, en al zeker Voldemort niet, hoewel ze niet verwachtte dat die op dfe meisjesslaapzaal zou kunnen komen. Maar toch, je wist maar nooit… Het was tenslotte Voldemort en die was bijna onvoorspelbaar. De Onzichtbaarheidmantel legde ze onderaan in haar hutkoffer, die zou ze wel eens terug leggen. Morgen ofzo.
Ze kleedde zich om, wenste Hermelien ‘Slaapwel!’ en kroop onder de lakens. Ze hoopte maar dat die spreuk leren vlot zou gaan, anders zat ze in de problemen. En ze hoopte ook dat ze genoeg tijd zouden hebben, dan zou het wel lukkenl Als er genoeg tijd was. Misschien kon Aiden haar wel helpen de spreuk te leren. Misschien lukte het wel. Misschien… Langzaam viel ze in slaap terwijl meer ‘Misschiens’ probeerde te bedenken.





_________________
Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!

°-ShadowCat-°

_______________________________________
don't click this link...
Profiel bekijkenStuur privébericht
SchadowCat
3e jaars
3e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Elysium

SchadowCat is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Dec 25, 2004 16:46 Terug naar boven Sla dit bericht op

heej,

Merry Christmas everyone!!!

http://www.vanmol.net/cartoons/kerstkaart.gif

greetzz
SchadowCat

p.s het volgende hoofdstuk komt zo snel mogelijk!!





_________________
Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!

°-ShadowCat-°

_______________________________________
don't click this link...
Profiel bekijkenStuur privébericht
SchadowCat
3e jaars
3e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Elysium

SchadowCat is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Dec 25, 2004 20:22 Terug naar boven Sla dit bericht op

Ziezo, de schrijffouten zijn eruit!! Veel plezier!!

Hoofdstuk 34: Tijdsspreuk.

Veel te vlug moest ze opstaan. Ze kleedde zich snel aan, greep de twee perkamentrollen, een leeg flesje en rende naar de kerkers, op zoek naar Aiden. Ze zou hem vragen of hij haar wilde helpen de Tijdsspreuk te leren.
Hij zat tegen een koude muur van de verste kerker en staarde naar een flesje in zijn handen.
‘Hey.’ Zei ze aarzelend.
Aiden keek op. ‘Kom maar verder hoor.’ Ze liep naar hem toe. ‘Ik vroeg me gewoon af of ik ooit nog eens de kans zou krijgen uit de flesje te drinken.’
‘Wees er maar zeker van!’ zei Miriah een beetje fel. Daarna verzachtte ze haar stem. ‘Tuurlijk wel. Ik heb een manier gevonden om je lichaam buiten de tijd te plaatsen, met een Tijdsspreuk.’ Ze gaf hem de perkamentrollen en ging naast hem zitten om ze te lezen. De vorige avond had ze geen zin meer gehad want ze was te moe geweest. Alles stond over de Tijdsspreuk uitgelegt: het gebruik, de uitvinder, hoe lang hij duurde, de zwaaibeweging van de stok, de tegenspreuk, erg belangrijk trouwens,…gewoon alles.
Aiden leek iets meer gerustgesteld toen hij opkeek naar haar. ‘Kan je de spreuk al?’
‘Nee, ik kwam eigenlijk naar je toe om wat te oefenen. Ik kan hem nog niet.’
‘Op wat wilde je dan oefenen?’
‘Geen idee, op een dier ofzo. Zitten hier geen ratten?’
Aiden haalde zijn schouders op. ‘Die zijn te bang om bij mij in de buurt te komen. Kun je er geen toveren? Je bent tenslotte een heks.’
‘Ik kan proberen een snoepje in een rat te transformeren ofzo.’
‘Doe dat dan.’
Ze stond op en haalde een snoepje uit haar zak. Ze concentreerde zich, mompelde een spreuk en het snoepje veranderde in een rat, die meteen piepend van haar hand af sprong. Aiden ving het diertje handig op. ‘Goed gedaan.’
Ze bloosde. ‘Nou ja, die lessen van Anderling zijn toch ergens goed voor.’
‘Weet je Miriah?’ zei Aiden. ‘Als je een vampier geweest was, zou ik je vragen mijn meisje te zijn.’
Ze grijnsde. ‘Maar dat ben ik niet, je vriendin wel maar geen vampier.’
‘Dat wist ik al. Oke, hou je toverstok klaar. Weet je de spreuk goed?’ Ze knikte. ‘Goed.’ Aiden hurkte en liet de rat los.
Tempusa!’ Een paarse straal schoot op de rat af, raakte hem maar de rat vertraagde enkel maar bleef door rennen in slow motion. Aiden bartste in lachen uit en liep naar de rat toe. ‘Het is al een begin. Je hebt de tijd rond de rat enkel vertraagt in plaats van stil gezet.’ Hij pakte de rat op en zette hem voor Miriah voeten weer op de grond waar hij in slow motion weg liep. ‘Probeer de tegenspreuk.’
Tempos!’ Meteen versnelde de rat en schoot naar de andere kant van de kamer.
‘Die spreuk kan je dus wel.’
‘Ik doe men best.’ Mompelde ze. ‘Jaag hem eens op.’
Ze hield haar toverstok klar terwijl Aiden op de rat afsprong zodat die luid piepend wegschoot. ‘Tempusa!’ De rat vertraagde, opnieuw rende hij in slow motion verder.
‘Oefening baart kunst.’ Zei Aiden schouderophalend. ‘Het lukt je wel.’
De rest van de voormiddag oefenden ze op de rat. Eén maal lieten ze de rat ontsnappen zodat ze een nieuw snoepje moest transformeren om verder te kunnen doen. Uiteindelijk, tegen de middag, lukte het haar de rat zo traag te laten lopen dat de maar een centimeter per 10 seconden liep.
‘Je bent goed bezig.’ Zei Aiden. ‘Ga eerst wat eten en kom straks terug.’
‘Geen probleem.’ Ze hoorde haar maag grommen. ‘Heb jij nooit honger?’
Aiden schudde zijn hoofd. ‘Daar zorgt Perkamentus wel voor. Ik zal blij zijn als ik hier weg ben. Ga nu maar gaan eten, ik zorg wel voor die rat.’
‘Zolang je hem maar niet opeet.’ Grinnikte ze. Aiden glimlachte hoofdschuddend.
Ze liep de kerkers uit naar de Grote Zaal en bedacht wat ze tegen Harry, Ron en Hermelien ging zeggen. Ze zaten al aan tafel en zo te zien ad Ron erg veel honger. Ze ging bij hen zitten.
‘Hey.’
‘Goedemiddag.’ Zei Hermelien. ‘Waar was je?’
‘Bij Aiden.’ Zei ze na een korte aarzeling.
Harry keek op. ‘Bij Aiden?’ Ze knikte. ‘Je zit de laatste tijd wel veel bij Aiden, vind je niet?’
Ze haalde haa schouders op terwijl ze haar bord vol schepte. ‘Hij heeft bijna nooit gezelschap.’
Harry keek duister. ‘Je hebt hem graag hé?’
‘Wordt je jaloers?’ vroeg ze grijnzend. ‘Tuurlijk heb ik hem graag. Hij is een vriend.’
‘Nou, ik vertrouw hem niet.’ Zei Harry zacht.
Ze keek Harry aan. ‘Waarom niet?’ Ze dempte haar stem. ‘Hij is een goede vampier.’
‘Vampiers zijn niet goed.’ Zei Hermelien wijs.
‘Deze wel.’
‘Wat als hij je bijt?’ vroeg Ron.
‘Dat doet hij niet.’ Zei Miriah zuchtend. ‘Daar heeft Perkamentus voor gezorgt zei hij.’
Harry keek nog steeds duister. ‘Wat als hij liegt.’
Miriah had zin om hem een goed de les te spellen maar ze hield zich in en haalde diep adem. ‘Hij liegt niet Harry. Ik vertrouw hem en als je daar problemen mee hebt, zeg het dan maar dwing me niet uit zijn buurt te blijven. Ik ben de enigste na Perkamentus die hem een bezoekt en met hem praat. Hij zit de hele dagen alleen in die koude kerker.’
‘Toch…’
‘Denk ervan wat je wilt Harry, maar hij is mijn vriend.’ Ze schraapte de restjes van haar bord en dronk een beker pomoensap. ‘En je houdt me niet bij hem weg.’ Ze stond op.
‘Ga je naar je vriendje terug?’
Ze keek Harry kwaad aan. ‘Inderdaad! En als het je niet aanstaat dan heb je pech.’ Ze liep woedend de Grote Zaal uit. Hoe durft hij! Aiden is we te vertrouwen, op het moment is hij na Lupos, de enigste die haar gelooft en die ze kan vertrouwen. Ze haastte zich naar de kerkers waar Aiden zich met de rat amuseerde door hem bang te maken zodat hij piepend wegschoot naar de andere hoek van de kamer. ‘Tempusa!’ riep ze. De rat versteef en bewoog nu al helemaal niet meer. Aiden keek haar verbaasd aan en begon toen te lachen.
‘Het is je gelukt!’ riep hij opgetogen en liep naar de rat. ‘Hij beweegt niet meer…of wel?’
Ze kwam naast hem staan en bukte zich. Als je heel lang en intens keek kon je zien dat de rat toch nog bewoog maar dan héél erg traag. Bijna een millimeter per minuut ofzo.
‘Inderdaad, het is me gelukt.’ Mompelde ze.
‘Is er iets?’
‘Harry is kwaad omdat ik te vele bij jou rond hang. Hij vertouwt je niet.’ Zei ze neerslachtig.
Aiden haalde zijn schouders op. ‘Ik heb toch niet gedaan?’
‘Hij is gewoon jaloers.’
‘Zoals ik al eerder zei.’ Zei Aiden glimlachend. ‘Als jij een vampier geweest was zou ik je vragen mijn meisje te zijn.’
Ze glimlachte. ‘Maar dat ben ik niet.’
Aiden lachte. ‘Jammer. Wist je dat jij de eerst in duizend jaar bent die me vertrouwt?’
Ze kaak hem verbaasd aan. ‘Nee.’ Mompelde ze. ‘Dat wist ik niet. Ben je echt meer dan duizend jaar oud?’
Aiden zei niks en glimlachte enkel op zijn eigen geheimzinnige manier.
‘Zeg nu.’ Drong ze nieuwsgierig aan.
‘Kom, verder oefenen.’ Zei Aiden enkel.
Ze grijnsde. ‘Ik kan het toch al?’
‘Alleen wanneer je woedend bent, zoals daarnet. Nu nog alleen zonder emotie.’
‘Maar ik…’
‘Probeer eens.’ Zei Aiden streng.
Ze zuchtte en mompelde de tegenspreuk zodat de rat weer heen en weer rende. Hij piepte bang en ze kreeg bijna medelijden met het arme diertje. Maar het moest. Ze richtte. ‘Tempusa!’ De straal raakte de rat maar opnieuw bewoog de rat in slow motion. Ze zuchtte.
‘Oke, je had gelijk.’
‘Inderdaad.’ Aiden glunderde. ‘En nu oefenen tot je het kunt zonder kwaad te worden.’
Ze oefenden de hele namiddag tot ze het kon. Aiden was een strenge maar goede leraar. Het leek alsof hij al eeuwen anderen iets leerde. Misschien was dat wel zo, dacht ze. Hij heeft tenslotte laten doorschemeren dat hij meer dan duizend jaar oud is.
‘Wat doen jullie hier?’ vroeg plots een strenge stem.
Miriah die net de spreuk op de rat wilde afvuren schrok en draaide zich om. Lupos of beter gezegt, Voldemort was naar binnengekomen. ‘Wat doen jullie hier?’ herhaalde hij zijn vraag.
‘Ik was een spreuk aan het oefenen.’ Zei Miriah toen zich als eerste hersteld had van de verrassing. ‘Mag dat niet meneer Lupos?’ vroeg ze onschuldig.
Voldemort keek hen argwanend aan. ‘Waarom is hij hier?’
‘Professor Perkamentus heeft hem toestemming gegeven.’ Protseteerde ze.
‘Dan zal ik dat navragen.’
Hun blikken kruisten. Miriag ving een glimp op van een rode gloed in de ogen. Voldemort keek snel weg en liep door de kerker. ‘Ik heb gehoord dat je me niet vertrouwd.’ Zei hij.
Miriah bleef kalm maar inwendig was ze kwaad. Harry had het hem waasrchijnlijk gezegt tegen hem na hun ruzie van deze middag.
‘Nu wel. Ik was fout.’ Zei ze kalm. ‘Het spijt me.’
‘Waarom is Harry woedend op je?’
‘Omdat hij Aiden niet vertrouwd.’ Kaatste Miriah terug. Aiden liep naar voren en bekeek Voldemort aandachtig en liep toen even geïnteresseert om hem heen tot hij weer voor Voldemort stond en hem kalm aan keek.
‘Ik ben wel te vertrouwen. We lijken op elkaar.’
‘Ik ben geen vampier.’ Zei Voldemort kil.
Aiden schudde zijn hoofd. ‘Dat bedoelde ik niet. Ik bedoelde dat jij en ik buitenbeentjes zijn in deze school. Allebei verschillend dan de rest. Verborgen gehouden voor de rest van de school. Ik een vampier in de kerkers en jij een weerwolf.’
Miriahs hart sprong op. Aiden probeerde zijn vertrouwen te winnen. Ze kon hem wel zoenen.
‘O ja?’ vroeg Voldemort kalm maar minder argwanend.
‘Inderdaad. Je kunt me vertrouwen.’ Aiden zuchtte. ‘Miriah is de enigste die me gezelschap houdt tegenwoordig. Ik zit de hele dagen alleen. Ik weet niet waarom Harry me niet vertrouwd.’
‘Hij is jaloers.’ Zei Miriah zacht. ‘Hij denkt dat ik verliefd ben op Aiden.’
‘Zo.’ Voldemort trok een wenkbrauw op. ‘Is dat ook zo?’
‘Natuurlijk niet.’ Zei Miriah kwaad. ‘Dat weet u wel meneer. U bent tenslotte zijn vriend.’
Voldemort knikte en deed een stap in haar richting. ‘Dat is waar. Ik ben zijn vriend.’
‘U zou moeten weten dat ik van Harry hou. Aiden heeft mijn vriendschap maar Harry mijn liefde.’
Toen Voldemort Aiden de rug had toegedraaid en Miriah bekeek zag ze hoe zijn gezichtsuidrukking naar walging en woede veranderde. Miriah keek hem waarschuwend aan.
‘Ga jij ook naar Madame Roserta’s feestje?’ vroeg Miriah.
‘Misschien.’
‘Leuk.’ Zei glimachte. ‘Misschien kunt u dan Harry duidelijk maken dat ik van hem houdt.’
‘Misschien.’
‘U zegt wel veel misschien hé?’
Voldemort glimlachte kil. ‘Inderdaad.’ Hij draaide zich om en liep de kerkers uit. Miriah zuchtte diep en keek glimlachend naar Aiden.
‘Ik denk dat hij geloofd dat ik hem er niet meer van verdenk dat hij Voldemort is.’
‘Wat is je volgende stap?’
‘Dat wacht ik af tot morgen.’ Zei ze terwijl ze in Voldemorts richting keek waarin hij verdwenen was. ‘Maar ik zorg er wel voor dat ik dicht bij hem in de buurt blijf.’ Er vlamde een soort woede op in haar ogen en een soort vastberaden welde in haar op. 'Het lukt wel, Aiden. Het lukt wel.'
Ze was er klaar voor.





_________________
Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!

°-ShadowCat-°

_______________________________________
don't click this link...
Profiel bekijkenStuur privébericht
SchadowCat
3e jaars
3e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Elysium

SchadowCat is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Dec 26, 2004 23:08 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 35: Madame Rosmerta’s feestje.

Ze keek weer naar Aiden. ‘Ben je er klaar voor?’ vroeg ze.
‘Kan je het?’
‘Ja.’
‘Dan ben ik er klaar voor.’ Knikte Aiden zonder aarzelen.
‘Goed. Eerst neem ik je Ziel en meteen erna plaats ik je lichaam buiten de tijd. Hou je vast.’ Ze trok haar toverstok en zette een flesje open voor zich op de grond. Ze mompelde een spreuk en het zilveren boek en de Onzichtbaarheidsmantel van Harry verschenen in haar handen. Ze bladerde tot ze de juiste pagina vond en keek toen Aiden aan. ‘Ben je zeker?’
‘Hoe langer je daar staat te treuzelen hoe minder ik er zeker van wordt.’
‘Ik doe mijn best.’
Ze keek in het boek en begon de vreemde taal te spreken die in het boek stond om de Ziel van het lichaam te bevrijden. Een soort doorzichtige of vloeibare rook kwam uit haar toverstok en omhulde Aiden. Aiden leek verschrikkelijk veel pijn te hebben. Ze wilde hem helpen maar hield zich in. Hij opende zijn mond om te schreeuwen maar voor hij een geluid kon uitbrengen gleed de rook in zijn mond tot alles weg was. Hij viel op zijn knieëen en er kwam een stralend wit licht uit zijn ogen en mond. Plots was het weg. Toen gleed er een zwarte rooksliert uit zijn mond. Aidens Vampierenziel. Ze ving de Ziel op in het flesje en sloot het met een spreuk af. Ze stak het diep weg in haar mantel en richtte haar toverstok opnieuw op Aiden, zijn lichaam. ‘Tempusa!’ Anders dan bij de rat spon er een soort blauwachtig licht zich om Aidens lichaam alsof het in een net van blauwe linten bewaard werd en beschermd tegen de buitenwereld. ‘Wingardium Leviosa!’ Aidens lichaam zweefde zachtjes omhoog en ze liet het naar een hoek van de kerker zweven. Daarna bedekte ze zijn lichaam met de Onzichtbaarheidsmantel en zorgde ervoor dat hij helemaal niet meer te zien was.
‘Wees niet bang Aiden. Ik beloof je dat alles goed komt.’ Fluisterde ze. Daarna draaide ze zich om en liep de kerkers uit. Het werd al donker buiten dus haastte ze zich naar de leerlingenkamer van Griffoendor. Haar maag gromde. Het viel haar in dat ze het avond eten gemist had. Misschien kon ze eens bij de keukens langs gaan? Ze grijnsde en keerde terug, in de richting van de keukens. De huiselfen zouden haar best wel nog wat willen geven.
Ze vond de keuken snel en de huiselfen waren blij haar te zien. Toen ze om eten vroegen kwamen ze allemaal op haar af gestormd met plateaus overladen met hapjes, taartjes en nog veel eten. Ze at zoveel mogelijk en propte zoveel mogelijk in haar zakken, bedankte de huis-elfen en liep terug naar boven. Even overwoog ze naar de Kaartenkamer te gaan maar bedacht zich toen. Ze wilde gaan slapen, zodat ze uitgerust was voor morgen. Morgen zou het allemaal gebeuren.
Ze zei het wachtwoord (Vakantie!) en liep de leerlingenkamer in.
Harry, Ron en Hermelien zaten voor het haardvuur in een van de knusse zetels. Ze liep hen straal negerend voorbij en liep meteen naar de slaapzaal. Ze voelde hun ogen in haar rug prikken. Hoe graag ze ook bij hen wilde gaan zitten en het goed maken, ze kon niet. Het deed haar pijn dat ze haar niet geloofden en niet vertrouwden. Vooral Harry deed haar het meest pijn. Desondanks hield ze van hem.
Ze zuchtte en liet zich op haar bed vallen. Het was pas 9 uur maar ze voelde zich uitgeput. Het oefenen van de Tijdsspreuk had vele van haar krachten gekost maar ze wilde eerst Lupos nog een bezoeken en hem haar plan voorleggen.
Ze ging op haar gemak liggen, pakte haar amulet stevig vast en dacht aan Lupos. Ze sloot haar ogen Toen ze haar ogen weer opende stond ze in de kamer waarLupos nog steeds vast zat. Hij zag er slecht uit maar ze wist niet of het kwam doordat de dooddoeners hm martelden of omdat het morgen volle maan was of misschien door beide.
Deze keer keek hij op alsof hij haar gehoord had. Hij keek haar verbaasd aan.
‘Kun je me zien?’ vroeg ze. Ze moest echt eens uitzoeken hoe je dit amulet moest sturen en beheersen.
‘Ja.’
Ze liep naar hem toe en knielde voor hem neer. Ze hielp hem rechtop. ‘Gaat het?’
‘Wat denk je?’
‘Je ziet er verschrikkelijk uit eerlijk gezegt.’ Ze zuchtte. ‘Ik heb al een plan om mijn krachten terug te pakken maar ik weet nog niet waar en waneer het zal gebeuren.’
Lupos knikte. ‘De tijd zal het uitmaken.’
‘Tijd. Alles draait om tijd. Maar ik heb een plan, ik zie nog wel wanneer en waa het gebeurt. Ik zal er gebruik van maken dat hij maar een uur in een ander lichaam kon verblijven, dus probeer ik zo lang mogelijk om hem heen te hangen.’
‘En Harry?’ vroeg Lupos schor.
‘Die laat ik achter in de Drie Bezemstelen met Ron en Hermelien. Ik heb opnieuw ruzie met hem.’
‘Waarom?’
‘Hij vertrouwd Aiden niet.’
Lupos lachte grimmig. ‘Ik ook niet.’
Miriah wierp hem een kwade blik toe. ‘Aiden is eigenlijk de hoofdreden waarom mijn plan een grote kans heeft te slagen meneer Lupos.’ Lupos keek haar vragend aan. ‘Om mijn krachten te stelen had Voldemort de Ziel van een vampier nodig. Daarom had hij Aiden opgesloten in het Krijsende Krot, als bewaring tot het moment daar was. Maar wij slaagden erin hem te bevrijden maar Voldemort vond een andere vampier.’
‘Dat weet ik al.’ Bromde Lupos. ‘Ga verder.’
‘Dat betekent dat ik ook een Ziel van een vampier nodig heb en Aiden was zo vriendelijk om mij de zijn te lenen.’ Lupos keek haar verschrikt aan. ‘Op het moment ligt zijn lichaam, buiten de tijd gteplaats, in de kerkers van Zweinstein te wachten op het moment dat ik het terug steek. En de kans daarop in gering.’
‘Dat wist ik niet.’
‘Dan weet je het nu.’ Miriah zuchtte. ‘Op dit moment is Aiden mijn beste en enigste vriend. Hij geloofde me zonder na te denken en vertrouwde me nadat ik hem zoiets gevraagt had. Waarom dan Harry niet?’
‘Hij zal het in zien achteraf, Miriah. Je zult wel zien.’
‘Misschien. Als mijn plan lukt.’
‘Het zal lukken.’
‘Ik hoop het. Misschien moet ik Perkamentus proberen in te lichten.’
Lupos schudde zijn hoofd. ‘Hij zou je niet geloven.’
‘Ik heb hem vertelt waaraan je kunt zien of je iemand bent in morf of niet. Dat zie je aan de ogen. Jij, op Zweinstein, hebt nu rode ogen als je ons rechtsstreeks aan kijkt. Maar nu..’ Ze keek Lupos recht aan in zijn bruine ogen. ‘…de jouwe hier zijn bruin. Dat is de enigste reden waarom ik nu echt geloof dat jij het bent en niet Voldemort.’ Ze zuchtte. ‘Ik snap het niet.’
‘Perkamentus is vreemd maar het lukt je wel morgen en maak je over mijn geen zorgen.’ Hij grijnsde. ‘Bij volle maan ontsnap ik. Misschien komnik je wel helpen.’
‘Ik hoop van wel, dan kan ik meteen bewijzen dat het Voldemort is die op school rond loopt ne niet jij.’
Lupos knikte. Ze hoorden voetstappen. ‘Vlug! Weg!’ siste Lupos. Ze greep haar amulet, dacht aan haar warme bed en met een plofje lag ze in haar eigen zachte bed. Ze zuchtte. Wat zou er nu met Lupos gebeuren? Ze hoopte maar dat alles goed komt met hem.
Ze kleede zich om en ging onder de dekens liggen en krulde zich op. Morgen was de dag. Het moest lukken, het moest. Voor Aiden! Ze haalde het flesje met Aidens ziel tevoorschijn en staarde ernaar. Een zwarte rook kolkte erin. Na een tijdje knipperde ze met haar ogen en klemde het flesje stevig in haar hand onder de lakens.
Ze draaide zich op haar zij. Het was erg moeilijk om in slaap te komen maar het lukte.

De volgende dag ging ze vroeg gaan eten en ging ze naar de kerkers om te zien hoe het Aidens lichaam verging. Ze lag nog steeds in dezelde hoek onder de Onzichtbaarheidsmantel.
Daarna liep ze weer naar boven en ging aan een van de tafels zitten om haar huiswerk tegen volgende week te maken. Gisteren had ze gene tijd gehad en ze wilde haar gedachten even afleiden van de komende uren.
Enkele uren later kwamen Harry en Ron naar beneden. Harry leek nerveus en erg overstuur. Toen hij haar zag liep hij naar haar toe. ‘Waar is het?’ vroeg hij zacht maar kwaad.
‘Waar is wat?’
‘Mijnn mantel. De Onzichtbaarheidsmantel van mijn vader.’
Ze wierp hem een kwade blik toe. ‘Moet je mij niet vragen. Het is jouw mantel, dan moest je er maar meer zorg voor dragen.’
‘Weet je waar hij kan zijn?’
‘Waarom vraag je dat aan mij.’ Ze keek weer naar haar huiswerk. ‘Ik ben toch een vampierenvriendinnetje, niet waar?’
Harry schudde zijn hoofd en liep de leerlingenkamer uit. Ron haastte zich achter hem aan. Even later stond Hermelien op.
‘Waar zijn Harry en Ron?’
‘Gaan eten.’ Mompelde ze terwijl ze een laatste hand legde aan een opstel voor Gedaanteverwisselingen. Ze legde haar veer neer en masseerde haar hand. Het was weer bijna het einde van het jaar en Anderling kon het niet laten voor de examens hen nog een berg huiswerk op te geven. Examens! Ze zuchtte. Kregen ze dan nooit eens rust? Ze had nog niet kunnen studeren maar het lukte wel. Als ze deze stress kon doorstaan kon ze examenstress zeker doorstaan.
Toen iedereen al wakker was en klaar om naar Zweinsveld te vertrekken was ze eindelijk klaar. Ze had zich snel door de berg huiswerk gewerkt en sommige dingen waren waarschijnlijk niet goed gemaakt maar ze had niet genoeg tijd.
Samen met de andere leerlingen verlieten ze Zweinstein en ging op weg naar Zweinsveld voor de laatste keer dit schooljaar.
Voor de eerste keer liep ze alleen door de straten van Zweinstveld. Ze kocht enkele dingen in Tovertweelings Topfopshop maar zorgde dat ze snel de winkel uit was. Het was duidelijk dat Ron aan zijn broers verteld had wat Miriah had gezegt. En blijkbaar waren zij er ook niet zo blij mee want ze rekenden een hoge prijs aan voor haar inkopen bij hen.
Ze liep nog wat rond en kwam uiteindelijk uit bij het Krijsende Krot. Ze pakte het flesje dat Aidens Ziel bevatte en keek ernaar. De Ziel kolkte als zwarte rook heftig hen en weer alsof het wist dat er binnenkort iets ging gebeuren.
‘Amuseer je je in je eentje?’ vroeg een hatelijke stem.
‘Heerlijk, Malfidus.’ Mompelde ze. ‘En jouw verschijning maakt mijn geluk compleet.’
Ze hoorde hoe zijn voetstappen zich verwijderden toen hij doorkreeg dat hij met haar niet veel plezier kon beleven door haar uit te schelden en te kleineren. ‘Idioot.’ Mompelde ze.
Toen het donker werd stak ze het flesje diep in haar gewaad weg en liep naar De Drie Bezemstelen. Het was er al erg druk en de herberg was prachtig versierd. Er werd gratis eten en drinken uitgedeeld en iedereen vermaakte zich kostelijk.
Ze zocht een tafeltje zo ver mogelijk achteraan in de herberg en zocht naar Voldemort. Hij zat bij Harry, Ron en Hermelien. Hij luisterde iets naar wat Harry vertelde en knikte af en toe eens. Ze bestelde zich een boterbiertje.
Madame Rosmerta ging in het midden van de herberg staan en gaf een toespraak en bedankte iedereen voor het komen. Daarna ging het feest verder.
Miriah voelde zich alleen. Niemand kwam bij haar in de buurt, wat ze op zich niet zo erg vond. Dan kon ze rustig nadenken over wat komen ging.
Uiteindelijk, tegen 10 uur, stond Voldemort op. Hij veronderschuldigde zich en liep naar buiten. Miriah wachtte even en liep toen ook ongezien naar buiten. Het was bewolkt maar ze vermoede dat de maan zich niet zo lang meer ging verschuilen.
Voldemort liep Zweinsveld uit en liep een bos in. Hij liep steeds verder en verde tot ze in een open veld stonden waar enkele paarden stonden te grazen. Ze keken even nieuwsgierig op maar graasden verder toen ze niks speciaals aan de man konden ontdekken.
De plaats waar alles zou gebeuren was dus beslist nu. Dit open veld.
Ze trok haar toverstok en liep het veld in, achter Voldemort aan.





_________________
Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!

°-ShadowCat-°

_______________________________________
don't click this link...
Profiel bekijkenStuur privébericht
SchadowCat
3e jaars
3e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Elysium

SchadowCat is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Dec 27, 2004 14:52 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 36: Een Vampierenziel.

(Harry)
Harry vertelde Lupos waarom hij kwaad was op Miriah.
‘Maar ze heeft het mis.’ Besloot hij. ‘Zo simpel is het. Aiden is niet te vertrouwen.’
Lupos haalde zijn schouders op. ‘Ik weet het niet. Hij lijkt op mij. We zijn beiden buitenbeentjes in deze school. Hij een vampier, ik een weerwolf.’
‘Toch…’
‘Hij is eenzaam en Miriah is zijn enigste gezelschap.’
‘Wat als hij haar bijt.’ Zei Ron.
‘Dat doet hij niet.’
Harry dacht na. Nee, hij vertrouwde Aiden niet. En Miriah…ze was gek geworden dat ze dacht dat Lupos Voldemort was. Het kon niet. Lupos' ogen waren niet rood. Hij keek naar Lupos en zocht oogcontact maar Lupos ontweek zijn blik iedere keer. Maar dat betekende niks.
Hij zag Miriah zitten, helemaal achterin de herberg met een boterbiertje voor haar neus. Ze leek verdrietig. Een steek ging door zijn hart toen hij haar daar zo zag zitten en wilde naar haar toe gaan. Haar omhelzen en tegen zich aan trekken en haar troosten en kussen maar dat ging niet. Niet zolang ze Lupos ervan bleef verdenken Voldemort te zijn. Want ze zat fout. Het kon niet anders. Perkamentus had het ook gezegt.
‘Wees gewoon niet te hard voor haar.’ Zei Lupos. ‘Ze houd van je.’
‘Dat laat ze niet erg blijken.’ Mompelde Harry. Meteen had hij spijt van zijn woorden. Hij wist wel dat ze ook van hem hield. ‘Het is gewoon zo…’ Het kon niet dat Lupos Voldemort was. Voldemort zou zulke dingen nooit zeggen zoals: 'Ze houdt van je.4 en 'Wees niet te hard voor haar.' Dat kan Voldemort niet zijn.
Lupos stond op. Zijn stoel schraapte over de grond. ‘Ik moet even weg. Enkele dingen regelen en Perkamentus spreken.’ Harry knikte. ‘Ik zie jullie nog wel.’
Haryy keek hem aan. Zag hij daar nu een rode glans in zijn ogen. Hij schudde zijn hoofd. Straks werd hij nog gek, zoals Miriah. Lupos liep de herberg uit.
Harry dronk eens van zijn boterbiertje en zag toen Miriah opstaan en zich tussen de feestvierende mensen door naar buiten wurmde.
Hij stond op, keek haar na en liep toen in de richting van de deur.
‘Harry? Waar ga je heen?’ vroeg Hermelien. Zij en Ron stonden op en volgden hem. Ze liepen de herberg uit. Een zacht briesje streek door Harry’s haar. Hij keek om zich heen en zag hoe Miriah Lupos Zweinsveld uit volgde. Harry haastte zich achter haar aan en zag ze het bos in verdwijnen.
‘Wat is ze van plan?’ vroeg Ron zacht.
‘Geen idee maar iemand moet Perkamentus waarschuwen.’
‘Dat doe ik wel.’ Zei Hermelien. Ze haastte zich weg. Harry en Ron rende snel in de richting van het bos en zochten naar Miriah. Even liepen ze in rondjes tot ze plots Miriah witte haar zagen in het donker. Ze slopen naar haar toe en zagen een groot open veld waar enkele paarden stonden te grazen. Lupos stond in het midden van het veld.
Miriah bleef even staan en keek naa Lupos, daarna trok ze haar toverstok en liep achter Lupos aan het veld in.
Harry trok ook zijn toverstok. ‘Expelliarmus!’

(Miriah)
‘Expelliarmus!’
Miriah voelde geschrokken hoe haar toverstok uit haar handen vloog en een eindje verderop in het gras terecht kwam. Maar de stem die de Ontwapeningsspreuk had geroepen deed haar nog meer schrikken.
Ze draaide zich om en zag Harry en Ron aan de rand van het open veld staan. Ze vloekte in zichzelf. Ze was er zo zeker van geweest dat niemand haar gezien had of gevolgd was. Nu was haar plan zeker gedoemd te mislukken.
Harry keek haar woedend aan. Ron achter hem trok ook zijn toverstok.
Ze keek vlug naar Voldemort die zich ook omgedraaid had maar hij leek niet geschrokken te zijn. Alsof hij het verwacht had. Wat was ze stom geweest te denken dat Voldemort erin zou trappen dat ze geloofde dat hij Lupos was. Ze zuchtte. Maar nu ze hier toch waren kon ze het even goed toch proberen. Ongemerkt liet ze haar hand in haar zak glijden en greep het flesje met Aidens Ziel stevig vast.
‘Hoe kon je Miriah.’ Zei Harry kwaad. ‘Je hebt tegen iedereen gelogen.’
Ze schudde haar hoofd maar zei niks. Wat kon ze zeggen. Ze had inderdaad tegen iedereen gelogen maar het was voor hun eigen bestwil en nu…
Wat moest ze in hemelsnaam doen? Iets, dat was duidelijk. Maar wat. Harry en Ron hielden haar onder schot en even verderop stond Voldemort. Ze wierp een blik op haar horloge. Voldemort was nu bijna een uur in Lupos zijn lichaam. Nog ongeveer tien minuten en hij zou moeten veranderen naar zijn eigen lichaam tenzij hij voor eeuwig Lupos wilde blijven. En ze was ervan overtuigd dat hij dat niet wilde. Ze was ervan overtuigt…
Het begin van een glimlach verscheen op haar gezicht.
‘Je bent echt gek geworden, Miriah.’ Mompelde Harry.
Meteen verdween de glimlach. ‘Nee, Harry. Jij wilt gewoon niet inzien dat dat Voldemort is.’ Zei ze kalm. Hoewel ze zich woedend en tegelijkertijdangstig voelde. ‘Jij en Perkamentus willen dat niet inzien. Ik weet hoe je het kunt zien wanneer iemand in een andere gedaante is: aan zijn ogen. Kijk je lieve vriend een recht in de ogen aan. Je zult zien dat zijn ogen rood zijn. Maar dat wil je niet. Je bent gewoon bang Harry.’
‘Aiden heeft je dit laten doen.’ Fluisterde Harry.
‘Aiden is mijn enigste vriend op dit moment.’ Ze dacht aan Aidens lichaam in de kerkers van Zweinstein.
‘Aiden is een vampier.’ Zei Voldemort.
‘Hou je mond!’ riep Miriah uit.
‘Miriah.’ Zei een zacht stem. Ze keek naar de overkant van het veld. Daar stonden Hermelien en Perkamentus. ‘We moeten ervover praten.’ Zei Perkamentus dringend.
‘Er valt nergens over te praten.’ Fluisterde ze. ‘Nergens.’
‘Waar is Aiden?’
‘In de kerkers.’ Antwoorde ze.
‘Dat is hij niet.’ Zei Perkamentus. ‘We hebben gezocht maar hij is weg.’
Voldemort lachte. ‘Die laffe vampier is er vandoor gegaan.’
Miriah keek voldemlort recht aan. ‘Dat is hij niet.’ Ze streek met een vinger over het flesje. Het leek alsof het flesje warm geworden was maar het kon ook haar eigen lichaamswarmte zijn. Was dat haar eigen hart dat ze voelde kloppen in haar vingers? Het flesje voelde erg levendig en warm aan. Of kwam het door de inhoud ervan?
Miriah keek naar de lucht. Nog even en maan zou verschijnen.
‘Dacht je dat ik naar hier gekomen was zonder plan?’ vroeg ze zacht aan Voldemort. Opnieuw verscheen een kleine glimlach om haar lippen. ‘Je heb een keus Voldemort. Het is volle maan zie je?’ Iedereen keek plots naar de lucht, ook Voldemort. Maar Miriah bleef kalm en staarde Voldemort aan. ‘Of je verandert terug naar je eigen lichaam voor het uur om is en je behoud jouw…sorry, MIJN krachten maar je laat iedereen zien wie je echt bent. Of je blijft voor eeuwig Lupos als je nog twee minuten lang in dit lichaam blijft en je verandert in een weerwolf en kan je niet helder meer denken en is het mogelijk dat je jezelf verwond.’
‘Je bent echt…’ begon Harry.
‘Zwijg en luister Harry.’ Onderbrak ze Harry. ‘Maar vergeet niet. De echte Lupos is waarschijnlijk op dit moment enkele van je dierbare dooddoeners aan het verscheuren en hij heeft me persoonlijk vertelt dat hij misschien op tijd hier zou kunnen zijn maar ik denk dat hij liever je dooddoener verscheurd.’
Voldemort keek haar aan en ze kon een glimp van angst zien. ‘Kies Voldemort. Ik moet eerlijk zijn. Dit plan is me net te binnen geschoten.’
‘Miriah? Alsjeblieft, laat Lupos gaan.’ Smeekte Harry. ‘Als het echt volle maan is kunnen we er beter niet bij zijn.’
‘Hij wil niet voor eeuwig Lupos zijn en zeker niet wanneer Lupos ontsnapt want da komt alles toch uit dus hou je mond Harry en als je me perse wilt stoppen doe dan iets stoms en Verlam me als je wilt.’ zei ze tegen Harry terwijl ze hem scherp aan keek. ‘Of je kan me misschien voor een keertje vertrouwen en af wachten?’ Ze keek opnieuw naar Voldemort. Ze kon bijna het conclict zien dat zich in Voldemorts hoofd afspeelde. Ze hield het flesje met Aidens Ziel stevig vast, klaar om het te openen voor Voldemort de kans zou krijgen terug te morfen.
Voldemort nam een beslissing en langzaam begon hij te veranderen. Eerst zijn gezicht. Het werd lijkwit en kreeg de vorm van een slangenkop. Ze had gewonnen en opluchting golfde door haar heen. Harry en Ron lieten verbaasd hun toverstokken zakken.
‘Blijf alert.’ Waarschuwde ze. ‘Voldemort is sterker dan Lupos.’
Meteen hielden ze hun toverstokken weer paraat. Perkamentus knikte naar haar. Tot haar verrassing bedacht ze dat hij haar had geloofd de laatste uren. Hermelien glimlachte naar haar.
Toen stond Voldemort voor hen. Hij keek Miriah woedend aan.
Nu was het moment. Ze haalde het flesje boven en opende het. Voldemort sperde zijn ogen open en wilde terug morfen naar Lupos’ lichaam maar Aidens Ziel verdween in zijn lichaam. De maan kwam tevoorschijn en zette het hele veld in een zilverwit licht. Ze hielden hun adem in. Miriah hoopte maar dat het lukte, het moest wel.
Plots kwam de Ziel terug met in zijn midden een glinsterend lichtbolletje. Voldemort hijgde en keek wanhopig toe hoe Aidens Ziel in Miriah lichaam gleed. Het zocht tastend naar de lege plek in haar lichaam en vulde die met haar krachten. Het voelde alsof een deel van haar Ziel terug geplaatst was.
Plots voelde ze een brande pijn door haar lichaam gaan. Ze schreeuwde het uit en viel op de grond.
Iedereen had zo intens naar Miriah en Aidens Ziel staan kijken dat ze niet gemerkt hadden dat Voldemort opgestaan was en zijn tovertok op Miriah had gericht. ‘Crucio!’
Hijgende van de pijn bleef ze op de grond liggen.
‘Dacht je nu echt dat je dit gevecht kon winnen?’ vroeg Voldemorts stem woedend. ‘Nee, de vorige keer won je niet en deze keer ook niet.’
Vlucht! Ze schrok toen ze de stem in haar hoofd hoorde. Ik hou Voldemort wel tegen voor een tijdje. Vlucht wanneer ik het zeg.
Ze keek verbaasd op maar kon niemand anders ontdekken in het veld behalve Harry, Ron, Hermelien, Perkamentus en Voldemort. Wat was…
Herken je me niet? Zei de stem spottend. Ik zit op het moment in je lichaam.
‘Aiden?’ fluisterde ze.
Vlucht! Zei de stem van Aiden dringend. Wacht op mijn teken.Langzaam trok de pijn weg en ze voelde hoe een zwarte rooksliert haar lichaam verliet langs haar mond en laag bij de grond in Voldemorts lichaam gleed. Hoe kon het? Vroeg ze zich blij af. Tranen stonden in haar ogen maar ze was blij dat haar vriend er was. Aiden zou hen wel helpen. Maar hoe kwam het dat hij nog begreep wat hij deed? Ze zou er haar hoofd niet over breken, ze zou het aan Perkamentus vragen.
‘Wat…’ Voldemort krijste woedend en plots was het stil. ‘Vlucht.’ Het was Voldemorts stem niet. Ze stond bevend op. Voldemort gooide zijn toverstok weg. ‘Vlucht Miriah. Ik kan hem even ophouden maar niet voor lang. Hij is te sterk. Ik kom je wel achterna. Vlucht!’
Ze rende naar Harry en Ron toe. ‘Lopen!’
‘Maar…’
‘Dat is Voldemort niet. Dat is Aiden. Lopen!’ Ze duwde hen voor zich uit. Vanuit haar ooghoek zag ze Perkamnetus en Hermelien ook wegrennen. Aiden keek hen na tot ze uit het zicht verdwenen waren. Ze renden Zweinsveld in. Perkamentus en Hermelien renden naar hen toe. ‘Naar het kasteel.’ Zei Perkamentus kortaf.
Ze haasten zich naar het kasteel. ‘Waar is Aidens lichaam?’ vroeg Perkamentus.
‘In de kerkers.’ Antwoorde ze. ‘Verstopt.’
‘Breng ons erheen.’
Ze ging hen voor naar de kerkers. Het was er donkerder, duisterder en kouder dan anders. Ze zocht de juiste kerker en lipe naar de hoek. Ze taste voorzichtig nar de Onzichtbaarheidsmantel en trok hem weg. Aidens lichaam verscheen, omwikkeld door de Tijdsspreuk.
‘Dat is mijn mantel.’ Zei Hary verbaasd. ‘Je zei…’
‘Ik had hem nodig Harry.’ Zei ze kortaf.
‘De Tijdsspreuk.’ Zei Perkamentus zacht. ‘Hoe lang heb je daar op geoefend?’
‘Een hele dag.’ Antwoorde ze.
Ze trok haar toverstok maar Perkamentus hield haar tegen. ‘Nog niet. Breng hem eerst naar de ziekenzaal.’ Perkamentus toverde brancard tevoorschijn en legde Aidens lichaam erop.
Ze liepen achter de brancard aan naar de ziekenzaal. Madame Plijster rende meteen op hen af. Perkamenus fluisterde haar enkele dingen toe. Madame Plijster knikte en begon meteen Aidens lichaam te onderzoeken. Toen ze klaar was zuchtte ze.
‘Ik kan niks doen tot zijn Ziel terug is.’
‘Hij zal terugkomen.’ zei Miriah zacht. ‘Je zult zien.’ Ze schoof een stoel naar het bed toe en ging zitten.
Ze zag uit haar ooghoek dat Harry iets wilde zeggen maar Perkamentus hield hem tegen. Hij zei iets tegen Harry en Harry knikte. Ze liepen allemaal de ziekenzaal uit behalve Madame Plijster. Ze stond erop Miriah te onderzoeken maar stelde uiteindelijk vast dat Miriah gezond was maar wat moest slapen.
‘Ik ben niet moe.’ Mompelde Miriah.
‘Misschien jij niet maar je lichaam wel.’ Zei Madame Plijster streng. ‘Je vriend loopt niet weg en zal niet dodgaan, wat hij toch al is, als jij even gaat slapen. Begrepen?’
Madame Plijster begon een bed op te maken voor Miriah en dwong haar erin te gaan liggen. Uiteindelijk gaf ze toe en ging in het bed liggen. De slaap overmande haar en dekte haar als een mantel toe. Even later sliep ze als een roos.

dit was hoofdstuk 36. Ik weet dat de titel op niet veel slaat maar ik hoop dat jullie het leuk en spannend vonden. Mijn verhaal is bijna ten einde. Nog 1 hoofdstuk, misschien 2 en dan is het voorbij.
Nou ja, misschien schrijf ik nog wel een tweede verhaal maar dat hangt van jullie af. Laat me maar weten wat je wilt. En als je voor een
tweede verhaal stemt zeg er dan bij of het een vervolg moet zijn op dit verhaal of iets helemaal nieuw.
Nou, ik wacht op jullie reacties en tips voor een volgende verhaal of niet.
Graag ook reacties op dit verhaal!! in het REACTIETOPIC of via BP.

greetzz
SchadowCat





_________________
Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!

°-ShadowCat-°

_______________________________________
don't click this link...
Profiel bekijkenStuur privébericht
SchadowCat
3e jaars
3e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Elysium

SchadowCat is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Dec 27, 2004 20:24 Terug naar boven Sla dit bericht op

Het laatste hoofdstuk Crying or Very sad Ik heb het zo lang mogelijk gemaakt als afsluitertje. Ik hoop dat jullie het een leuk verhaal vonden en vergeet vooral de poll niet zodat ik weet wat lijn volgende verhaal wordt!!
En reacties zijn ook altijd welkom!! In het REACTIETOPIC of via PB
Veel leesplezier en ik bedank iedereen die mijn verhaal gelezen heeft of nog gaat lezen, het leuk vond of nog leuk gaat vinden, reacties geplaatst of gestuurd heeft en gestemd heeft of nog gaat reageren of nog gaat stemmen!!
Very Happy Very Happy Very Happy

greetzz
SchadowCat


Hoofdstuk 37: Terug naar huis.

Ze werd wakker door een zonnestraal die op haar gezicht scheen. Ze ging zuchtend en glimlachend overeind zitten. Ze had heerlijk geslapen.
Toen zag ze Aiden liggen en alles van de vorige avond kwam weer terug. Haar glimlach verdween, ze sprong uit het bed en liep naar Aiden toe. Zijn handen waren koud maar het kon ook dat ze altijd al koud geweest waren.
‘Eindelijk wakker?’ vroeg een zachte stem. Ze draaide zich om. Perkamentus zat in een zetel vlakbij Aidens bed. ‘Ik ben verheugd je te kunnen vertellen dat we Aidens Ziel terug kunnen halen.’
‘Waarom heeft u dat dan nog niet gedaan?’ vroeg ze.
‘Ik dacht dat jij dat graag zou willen doen Miriah.’
‘Dat wil ik maar mag ik eerst wat vragen professor?’
Perkamentus knikte. ‘Altijd.’
‘Waarom geloofde u me eerst niet?’
‘Ja, wie zal het zeggen.’ Zuchtte Perkamentus. Hij stond op en ging aan de andere kant van Aiden staan. ‘Het was onmogelijk dacht ik tot juffrouw Friffel me kwam halen omdat je achter Remus of beter gezegt Voldemort aan ging. Toen moest ik wel geloven dat je niet loog want ik denk niet dat je iemand zou aanvallen als je niet zeker van jezelf zou zijn.’
‘Ik was er zeker van omdat ik de echt Lupos wist zijn.’
‘Dat zie ik nu ook.’
‘Hebt u hem al gevonden?’
Perkamentus knikte. ‘Ja. Hij ligt trouwens in dezelfde ziekenzaal hier maar laar hem slapen.’ Zei hij zacht. ‘Hij heeft een zware nacht gehad. Als hij wakker is mag je hem bezoeken maar ik stel voor dat je je eerst op je vriend hier concentreerd.’ Miriah knikte.
‘Verwijder eerst de Tijdsspreuk en plaats hem opnieuw in deze tijd.’
Tempos!’ mompelde Miriah en het blauwe net van de Tijdsspreuk verdween.
‘Hier.’ Perkamentus gaf haar het zilveren boek en zocht de juiste pagina met een tikje van zijn toverstok. Onder de tekst waar stond hoe je de Ziel van een vampier uit het lichaam moest verwijderen was een lege ruimte.
‘Er staat niks professor.’
‘Er staat wel iets. Als je de Tijdsspreuk kon lezen kun je deze tekst zeker lezen.’
Miriah keek hem verbaasd aan en herinnerde zich dat ze die nacht de Tijdsspreuk kon lezen door haar amulet aan te raken. Ze pakte nu haar amulet vast en meteen verscheen de tekst. Het was in dezelfde vreemde taal als de tekst erboven die de Ziel verwijderde uit het lichaam.
Langzaam las ze de tekst voor. Ze pakte haar toverstok en er gleed een zwart rook of vloeistof uit haar toverstok. Het omhulde Aidens lichaam.
Plots reikten zwarte tentakels in de lucht en verdwenen door het raam. Perkamentus en Miriah bleven een lange tijd zitten. Gewoon zitten en wachten. Miriah voelde zich onrustig worden. Het zou wel lukken, stelde ze zichzelf gerust. Het moest wel.
De tentakels begonnen zich terug te trekken en aan het uiteinde trokken ze een zwarte rook met zich mee dat verdwen in Aidens lichaam.
Het bleef even stil.
Aiden opende zijn ogen en hoestte. Hij hapte naar de weinige adem die een vampier nodig had om te overleven.
‘Aiden?’ vroeg Miriah zacht. Ze omhelsde hem en voelde even later dat Aiden haar ook omhelsde. Ze was zo opgelucht dat hij terug was. Ze had hem gemist. Ze dacht niet dat ze het zou overleefd hebben als haar vriend zou gestorven zijn. Hoewel hij inderdaad al dood was maar toch… Nu kon hij vrij gaan en staan waar hij wil want ze dacht niet dat Voldemort twee keer hetzelfde plan zou ondernemen nu eidereen erop zou voorbereid zijn. Miriah zou er op voorbereid zijn en voor zover ze wist dacht ze niet dat er nog een Morfer in de omgeving was. Voldemort zou erg goed moeten zoeken om er nog een te vinden.
Aiden liet haar los en trok zich terug. Hij zag er bleker uit dan anders maar hij was terug.
‘Hoe gaat het met jou?’
‘Goed. Maar…’
‘En met Harry en Ron en Hermelien? Is Voldemort weg?’
Miriah lachtte. ‘Iedereen is in orde en wat Voldemort betreft…ik heb geen idee.’
‘Ik denk niet dat Voldemort verdwenen is.’ Zei Perkamentus. ‘Zeker niet, maar volgens mij zal hij zich een tijdje kalm houden en een nieuw plan bedenken. Ik stuur er mensen op uit om andere Morfers te zoeken en te waarschuwen.’
‘Dank u professor.’ Zei Miriah.
‘Geen probleem maar als ik jou was zou ik eens met Harry praten. Hij is erg ongerust.’
‘Dat doe ik later wel.’
‘Miriah.’ zei Perkamentus streng. ‘Ik weet dat je kwaad bent maar Harry had dezelfde gedachten als ikzelf had. Het was onmogelijk volgens hem. Als je mij kunt vergeven dan kun je hem ook vergeven.’
‘Hij heeft gelijk, Miriah.’ Zei Aiden. Hij stond op en strekte zijn armen en benen. ‘Praat eens met hem. Hij zal opgelucht zijn.’
Miriah zuchtte. ‘Goed.’ Gaf ze toe. ‘Maar…’
‘Ik stuur hem wel naar je toe.’ Zei Perkamentus. ‘Ik moet toch even naar de leerlingenkamer van Griffoendor om met juffrouw Griffel te praten.’
‘Ik denk dat ik even een wandeling ga maken door het Verboden Bos.’ Grijnsde Aiden.
‘In het…’ Miriah sperde haar ogen open. ‘Een wandling door het Verboden Bos? Ben je gek? Het is daar gevaarlijk!’
Aiden lachte. ‘Ik ben een vampier, meid. Ik overleef het wel.’ Hij gaf haar een zoen op haar wang en liep toen soepel de ziekenzaal uit.
Ze zuchtte en ging op het bed zitten en wachtte af. Dit schooljaar was bijna om. Ze zou naar huis gaan en van de heerlijke vakantie genieten.
‘Miriah?’ vroeg een stem aarzelend. Ze draaide zich om. Harry liep traag naar haar toe en stond toen naast haar. Na even aarzelen kwam hij naast haar op het bed zitten. ‘Het spijt me.’
Miriah zweeg. ‘Ik had je moeten geloven en je vertrouwen. Ben je erg kwaad?’
‘Ja, heel erg kwaad.’ Antwoorde Miriah kalm.
‘Maar…’ Toen leek het sarcasme in haar stem tot hem door te dringen en dat ze het niet meende en glimlachte. ‘Het spijt me. Ik zat fout. Zonder jou zaten we waarschijnlijk allemaal in de problemen.’
Ze bloosde. ‘Voldemort is ontsnapt.’
‘Maar nu kan hij niet meer Morfen en zich voordoen als iemand anders.’
‘Mmm…’
‘Het spijt me. En Ron en Hermelien ook.’
Miriah zuchtte. ‘Het spijt me ook.’ Harry keek haar vragend aan. ‘Omdat ik gelogen heb. Ik voelde me er slecht bij maar ik kon niet anders. Je zou alles verpest hebben. Wat je eigenlijk wel grotendeels gedaan hebt maar toch.’
‘Vergeef je me?’
‘Ja.’ Ze knikte. ‘Alles is toch goed gekomen en Voldemort zal zich, hopelijk, weer een tijdje stil houden en wij kunnen genieten van zijn nederlaag. Vandaag ga ik naar Nona, mijn ouders en broers zullen er ook zijn. Ik ga rustig mijn lessen weer volgen en beginnen studeren voor de examens.’
‘Examens.’ Harry keek grimmig. ‘Ik vin het vreselijk dat leerkrachten vlak voor de examens hopen huiswerk opgeven.’
‘Het zal je gedachten afleiden van wat gebeurt is.’
‘En wat gaat Aiden doen?’ vroeg Harry uiteindeiljk aarzelend.
Ze haalde haar schouders op. ‘Weet ik niet. Ik denk dat hij zal doen zoals een vampier doet.’
‘Mensen leegzuigen.’
‘Onder andere.’ Grinnikte ze.
‘Ik vind het maar wreed.’
‘Aiden vind het wreed dat wij dieren vermoorden en ze op eten.’
‘Dat is anders.’ Wierp Harry tegen.
‘Dat vinden wij maar Aiden denkt daar anders over.’
Het bleef een hele tijd stil tussen hen. De bel ging, het was middag. De leerlingen gingen naar de Grote Zaal om te eten. Niemand wist wat er gebeurt was en wilden het waarschijnlijk ook niet weten. Alles wat met Voldmeort te maken had wilden ze niet horen. Volgens haar geloofden velen zelfs niet dat Voldemort terug was.
‘Wat ga jij doen deze vakantie?’ vroeg Harry.
‘Weet ik nog niet. En jij?’
‘Niks waarschijnlijk. Het huis kuisen en dat soort dingen.’ hij haalde zijn schouders op. ‘Ik heb je over mijn oom en tante vertelt.’
‘Je overleefd het wel. Misschien nodig ik je wel uit.’
Harry lachte. ‘Dat zou leuk zijn.’
Plots kwam Hermelien binnen. ‘Hier zijn jullie. Perkamentus verwacht wel dat jullie de lessen niet vergeten. En jij.’ Zei ze tegen Miriah. ‘Je moet vanavond om 8 uur naar Perkamentus’ kantoortje gaan en dan gaan jullie naar je grotmoeder.’
Miriah sprong blij van het bed. ‘Dat is goed. Kom Harry. We gaan eten.’
Ze liepen gedrieëen naar de Grote Zaal. Na het eten gingen ze naar hun lessen. Na het avondeten liepen ze naar de leerlingenkamer en praten nog wat over alles wat niet te maken had met de vorige avond.
Om 8 uur wenste Miriah hen slaapwel en liep ze naar Perkamentus’ kantoortje. Perkamentus stond naast zijn Fenix, Felix. Het was een prachtig dier, vond Miriah en ze kon er maar geen genoeg van krijgen om ernaar te kijken.
Perkamentus draaide zich om. Hij had een oude krant in zijn handen.
‘We vertrekken binnen 23 seconden. 22…21…’ telde hij af. Ze legde sneel een hand op de krant en wachtte af. ‘4..3…2…1!’ Ze voelde een ruk achter haar navel en even later stonden ze op een marmeren vloer in een grote ziekenzaal. Er liepen overal Helers heen en weer om zieken te verzorgen en genezen en wachtenden te ontvangen.
‘Miriah!’ schreeuwde iemand. Meteen voelde ze twee armen om zich heen en werd ze tegen haar moeders borst gedrukt tot ze bijna stikte. Toen haar moeder haar eindelijk losliet zag ze dat haar moeders gezicht helemaal nat was van de tranen. ‘O meisje meisje toch.’
‘Ik ben toch oke mam.’ Mompelde ze.
Ze werd ook omhelsd door haar vade en haar broers. Zelfs de tweeling was uitbundiger dan normaal en ze vertikten het haar benen los te laten zodat Mario ze van haar af moest trekken.
‘Hoe gaat het met Nona?’ vroeg ze.
‘Waar is mijn kleindochter?’ vroeg een oude stem maar overduidelijk die van Nona. Ze liep naar het bed toe. Nona zat rechtop in het bed en strekte haar armen uit. Miriah omhelsde haar voorzichtig. ‘Een beetje meer enthousiasme kind. Ik leef nog en ik ben bij lange niet breekbaar.’
‘Nona, ik heb je gemist. Ik had een droom…’
‘Laat die droom maar.’
Ze lieten elkaar los. ‘Nona, dit amulet. Vanwaar heb je het?’ vroeg ze fluisterend.
‘Van mijn grootmoeder gekregen. Ze had gehoopt dat ik het zou kunnen gebruiken maar duidelijk niet. Je moeder ook niet dus ik vertrouwde erop dat jij het wel kon. En ik heb gelijk gekregen. Wees er voorzichtig mee.’
‘Weet je wel hoeveel last dit ding me bezorgt heeft. Daardoor zaten we in de problemen.’
‘O nee meisje. Dankzij het amulet was jij in staat je voor te bereiden. Het zou toch gebeurt zijn.’
Miriah zuchtte. ‘Maar het is voorbij.’
‘Ik hoop het.’ Ze omhelsden elkaar nogmaals. Ze bleef de hele avond bij Nona en vertelde alles wat er gebeurt was. Alleen het stukje dat ze een Morfer was liet ze voor haar familie weg. Het was beter dat ze het niet wisten. Alleen Nona, Perkamentus, Harry, Ron en Hermelien wisten ervan en dat zou ook zo blijven. En ook Voldemort maar die kon er niks mee. Ze was blij opnieuw onder familie te zijn.
Tegen middernacht kwam Perkamentus haar halen. Ze nam afscheid en flitsten ze met de Viavia terug naar school. Ze ging slapen en volgde de volgende weken gewoon de lessen en leerde en maakte haar examens net zoals iedereen. En zoals ze tegen Harry gezegt had trok het haar aandacht weg van de gebeurtenissen van die ene avond. Eigenlijk vond ze het wel leuk om de examens te maken en tot de ontdekking te komen dat het eigenlijk helemaal niet slecht gegaan was en dat ze goeie punten gehaald had en ze over mocht naar het volgende jaar. En volgend jaar zou ze leren Verdwijnselen en Verschijnselen!
Ook Lupos werd snel beter en liep al snel weer door het kasteel.
De laatste avond op Zweinstein werd er een feestmaal gehouden. Het was te zien dat de huis-elfen hun best gedaan hadden om zoveel mogelijk lekkers te maken. Ze maakten er een gezellige avond van.
Na het feestmaal gaf Perkamentus nog een toespraak, hoopte hen allemaal volgend jaar opnieuw te zien en wenste hen allemaal een goede nacht.
Miriah sliep goed tot iets haar plots wekte. Ze opende traag haar ogen en keek verdwaasd in het donker tot iets haar aandacht trok. Ze draaide zich om en zag iets boven zich in de lucht hangen. Ze ging rechtop zitten en zag dat het een bolletje glinstertjes was. Ze stak haar hand uit om het aan te raken maar het vloog bij haar vandaan. Vreemd. Het vloog in de richting van de deur. Het was duidelijk dat ze het moest volgen. Ze deed haar ochtendjas en kousen aan en liep naar de deur. Toen ze er was vloog het glinsterende bolletje meteen verder, naar beneden, door de leerlingenkamer heen en dan de gangen van Zweinstein op. Ze volgde het verbaasd en hoopte maar dat ze niemand tegen zou komen. Uiteindelijk hield het halt bij een houten deur, het veranderde in een solide zilveren ring en viel zacht als een veertje op de grond. Ze pakte het verbaasd op en de deur draaide open. Haar mond viel open van verbazing. Het was een rode kamer dat vol stond met kaarsen. Ze liep verder naar binnen en de deur gleed achter haar zachtjes in het slot. Ze vroeg zich af wat hier aan de hand was toen iemand achter haar met een toverstok op haar schouder tikte. Meteen veranderde haar slaapkledij in een galagewaad en ze draaide zich om.
Harry in galakleren stond breed grijnzend achter haar. ‘Hey.’
‘Harry? Wat gebeurt hier?’ vroeg ze verbaasd.
‘O, niks. Gewoon het feit dat ik deze avond even voor jou en mij alleen wilde.’
Ze staarde hem aan toen hij haar meeleide naar een knusse zetel die in een hoek stond. Ze gingen zitten. ‘Ik had eerst gedacht aan een etentje maar aangezien er net een feestmaal geweest is heb je waarschijnlijk niet veel honger.’ Ze schudde nog steeds verbaasd haar hoofd. Ze speelde met de ring in haar hand terwijl ze om zich heen keek.
‘Het is hier echt…gezellig en mooi. Hoe heb je dit voor elkaar gekregen?’
‘Dit is de Kamer van de Hoge Nood. Helpt altijd als ik iets dringends nodig heb. Zoals nu.’
‘Wat heb je dan zo dringend nodig?’
‘Jou.’
Ze knipperde even met haar ogen en glimlachte toen. ‘Daar kan ik wel mee leven geloof ik.’
Harry lachte, boog zich naar haar toe en kuste haar.
‘En wat die ring betreft. Die mag je hebben, als cadeautje. Ik heb hem een tijdje geleden gekocht maar ik heb hem nog niet kunnen geven gezien de omstandigheden toen. Ik heb hem natuurlijk even moeten betoveren maar je krijgt hem.’
Ze deed de ring om. ‘Hij is mooi Harry.’ En ze kuste hem.
Ze bleven de hele nacht in de Kamer van de Hoge Nood, praten, kussen, knuffelen,…
Toen het 5 uur in de ochtend werd besloten ze nog even te gaan slapen. Ze liepen naar de leerlingenkamer terug, zeiden nog slaapwel, hoewel het al ochtend was en gingen naar bed. Miriah dacht nog even na over deze nacht en viel glimlachend in slaap.
De volgende morgen stond iedereen vroeg op, maakte hun koffers en stak hun spullen weg. Hermelien die dat natuurlijk al de vorige avond had gedaan kwam naar haar toe.
‘Waar was je vannacht? Toen ik eens wakker werd was je weg.’
‘O, niks speciaals hoor, Hermelien.’ Zei ze vlug. Hermelien keek teleurgsteld. Miriah zuchtte. ‘Iets tussen mij en Harry oke?’
Hermelien glimlachte plots. ‘Natuurlijk. Dat was dus die verrassing waar Harry steeds over zat te mompelen en te piekeren.’
‘Wist je ervan?’ vroeg Miriah verbaasd.
‘Ik wist dat hij iets van plan was maar niet wat en wanneer. Was het gezellig?’
‘Ja.’ Antwoorde Miriah lachend. ‘Dat was het inderdaad.’
Ze gingen gaan eten en werden daarna naar de koetsen geleid die hen naar het station zouden brengen. De Terzielers stonden rustig te wachten.
De treinreis duurde de hele dag en het werd al donker toen ze eindelijk aan kwamen. Ouders omhelsden blij hun zonen en dochters. Rons moeder omhelsde hen allemaal en zei gedag.
‘En wees er maar zeker van dat we jullie uitnodigen deze zomer.’ Voegde ze eraan toe. ‘Wanneer Perkamentus ermee instemt.’
Ook Miriah ouders en Mario stonden er. De anderen waren blijkbaar thuis gebleven.
‘Je gaat wel schrijven hé?’ vroeg ze Harry.
‘Elke dag.’ Beloofde hij.
‘Goed, dan schrijf ik elke dag terug.’ Ze omhelsde hem nog een en kuste hem lang. Toen Mario hen grinnikend begon ana te kijken lieten ze elkaar los.
‘Potter!’ riep een norse stem. ‘Haast je! We hebben niet de hele dag!’
‘Mijn oom.’ Zei Harry schouderophalend. ‘Tot bij de Wemels.’
‘Tot bij de Wemels.’
Miriah liep met haar ouders het station uit met de gedachte dat dit schooljaar eigenlijk wel spannend geweest was. En ze had veel vrienden gemaakt en ze had Harry ontmoet. Maar het was toch geen schooljaar dat ze nog eens zou willen meemaken.
Ze liepen het dreuzelsstation uit en stapten in de auto. Blij dacht ze weer aan thuis en ze hoopte dat mevrouw Wemel haar snel zou uitnodigen en dat ze Harry weer zou kunnen zien.

The End.





_________________
Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!

°-ShadowCat-°

_______________________________________
don't click this link...
Profiel bekijkenStuur privébericht
Berichten van afgelopen:      


 Ga naar:   


Sla dit onderwerp op als textbestand

Volgende onderwerp
Vorige onderwerp
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum
Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum
Je mag niet stemmen in polls in dit subforum



Powered by phpBB © 2001/3 phpBB Group :: FI Theme :: Tijden zijn in GMT + 1 uur :: Disclaimer