Poll :: De bekende poll vraag of het mooi is ben ik zat. Een andere: Hebben jullie meer verhalen van mij gelezen, en hoe vind je de stijl? |
Dit is het eerste verhaal wat ik van je lees, mooi hoor! |
|
59% |
[ 77 ] |
Ik heb al meerdere verhalen van je gelezen, allemaal even mooi! |
|
25% |
[ 33 ] |
Ik heb eerdere verhalen van je gezien, maar ik vind het niet mooi.. |
|
2% |
[ 3 ] |
Niet het prachtigste verhaal, maar je gaat vooruit. Ik heb overigens nog nooit een ander verhaal van je gelezen.. |
|
4% |
[ 6 ] |
Redelijk. Je andere verhalen waren in dezelfde stijl. |
|
1% |
[ 2 ] |
Ik heb al je verhalen al gelezen, maar ik moet zeggen dat dit niet jouw beste verhaal is! |
|
6% |
[ 8 ] |
|
Totaal aantal stemmen : 129 |
|
Auteur |
Bericht |
Tessa Tinkels
Volleerd Tovenaar


Verdiend:
5 Sikkels
Woonplaats: Where I've never been before
|
Geplaatst:
Vr Aug 26, 2005 20:58 |
 |
'Lo!
Nou, de inspiratie stroomt binnen, dus op mijn laatste offciele vakantiedag (dinsdag hoef ik mijn boeken pas op te halen) post ik nog even gauw een stukje!
Dit stukje bevat dan eindelijk wel de date. Ik wilde het eigenlijk grappiger maken, maar ik ben er tevreden mee. De humor wilde niet komen, dus maakte ik het een beetje... onplofferig... ^^"
Reacties, recensies, tips, commentaar... Alles is welkom! Ik wens jullie veel plezier! By the way: nog bedankt voor de vele stemmen op de poll ^^
Liefs,
Kimberly
Saturday The Date
[ Lily ]
'Okay, Lily. Je gaat uit met James Potter, op Sirius Zwarts na de knapste jongen van ons jaar, en je wilt zeggen dat je een uur voor de date nog eens wilt gaan beginnen aan je haar en kleding?!' riep Kate bijna hysterisch door de Slaapzaal. Gelukkig was daar niemand, anders was die zo verschikt opgesprongen dat haar hoofd het plafond moest raken.
'Ja,' antwoordde ik droogjes.
'WHAAAAA!'
Ik lachte en schudde mijn hoofd. 'Je bent onverbetelijk, Kate. Jongen zijn mensen hoor, net als wij!'
'Whaa!'
Gauw dook ze in de enorme kledingkast en na wat zoeken vond ze eindelijk de armzalige hoop kleding die van mij was.
'Zijn dit al jouw kleren?' vroeg ze , iets gekalmeerd.
'Yup.'
'Aha...' zei ze langzaam. Ik lachte terwijl Kate de ene na de andere rok, broek, trui, t-shirt of top voorhield. Uiteindelijk gooide ze me een spijkerrokje toe, dat redelijk kort en geplooid was, een stel ballerina-schoentjes in een spijkerachtige kleur en een rood hemdje met spaggethibandjes en zich strak om mijn lijf schoot, toen ik het aanhad. Kate besliste dat mijn haar los het mooiste (en voor mij: het irritantste) was en kamde dat alleen een beetje.
Ik was klaar voor de date. Met een grote glimlach liep ik naar de spiegel. Eindelijk van al dat gefrummel af.
'Lily! Je vergeet je make-up!'
Oh nee..
Om 13.00 uur precies liep ik langs de wenteltrap van de Slaapzaal af en keek ik Potter vriendelijk aan. Diep vanbinnen vroeg ik me hatelijk af hoeveel mensen hij tijdens onze date zou vervloeken, maar ik duwde de herinneringen weg en probeerde me op eht einde van mijn plan te concentreren. Morgen zou alles voorbij zijn. geen schulgevoelens meer, geen spijt, gee haat of onzekerheid. Dan was alles voorbij, kon ik het eindelijk achter me laten.
Even verdween de vrolijkheid in mijn ogen, maar al gauw kwam die terug, toen we eindelijk op weg waren en Lauren steeds omkeek.
Ik zuchtte zachtjes en grijnsde vals toen Lauren haar boze blik langs mij liet glijden. Triomfantelijk liet ik mijn hand in die van James glijden.
Het zou niet lang duren voor die misselijke kop van Lauren groen werd van jaloezie.
Mooi. Ik dacht er niet eens aan dat James stomverbaasd naar me staarde, vanwege mijn hand in de zijne. Of het feit dat ik hem onmetelijk zou kwetsen als ik mijn hand er morgen weer uitrukte en hem alles liet vergeten. Want dan was alles beeindigt.
"Mooi," was alles wat ik dacht.
'Waar zullen we naar toe gaan?'
Het was maar vijf minuten later, maar in tussentijd waren mijn gedachtes zo ver afgedwaald, dat ze daar realistisch gezien alleen een uur laten konden aanbelanden.
'Eh...' eigenlijk had ik geen idee over de hele date zelf. Kate had me tussendoor gauw een boterham toegestopt, dus we konden nergens iets gaan eten. Bovendien had volgens haar Potter ook al gegeten...
'Zullen we maar even wat gaan drinken, bij de Drie Bezemstelen?'
'Goed.'
Het cafe was zo als altijd druk, maar we wisten ons een weg te banen door de hordes leerlingen en zakten uiteindelijk neer op een tafeltje helemaal achterin de zaak, waar het iets rustiger was.
Een paar tellen later had madame Romella ons al twee boterbier gebracht. Haar dochter volgde haar als een hondje en staarde ons intussen nieuwsgierig aan. Ze had lang blond haar en was een stuk knapper dan madame Romella, die al jaren hier werkte en al wat grijze haren had.
Zwijgend nam ik een slok. Het was stil. Eigenlijk wist ik niks te zeggen. Ik kon geen enkel zinnig woord bedenken dus zweeg ik maar.
James keek me af en toe een beetje peinzend aan. Ik probeerde er niet op te letten. Het ging hier immers om mijn plan, dat bijna beeindigt was. Vanuit mijn ooghoeken zag ik Lauren aankomen. Om haar lippen lag een glimlach die haar kwade blik niet bereikte.
'Hallo James. Hallo Lily.' Ze knipperde met haar oogleden en streek een onzichtbare pluk haar achter haar oor. 'Zeg James, heb je zin om even met mij mee te gaan naar Zonko's?'
Ik durfde mijn haat voor haar erom te verwedden dat Lauren walgde van Zonko's. Ik rolde met mijn ogen en keek geergerd naar haar gezicht, waar de glimlach nog steeds onvermoeid vastgeplakt zat.
'Nee.'
Ik lachte en keek vol leedvermaak naar Lauren, wiens ogen nog woedender van james naar mij flitsten. Haar gezicht werd rood, wat een enorm lachwekkend verschil was met haar normale, bleke huid. Ze keek me strak aan en ze knarste zo luid met haar tanden, dat ik even bang was dat de mensen naast ons geschrokken op zouden kijken. Mijn plan kreeg succes. Ik lachte nog harder. Tisha achter haar staarde naar me, maar zij was met haar kalme uitdrukking veel griezeliger dan Lauren, die er langzamerhand uitzag alsof ze ging ontploffen.
Tisha's ogen stonden onmetelijk kil en even betrok mijn lach, maar het geluid van Laurens voeten, die op de grond stampten, haalde mijn plezier weer terug. grijnzend keek ik hoe ze zich omdraaiden en weg liepen.
'Wat is er zo ontzettend grappig?' James keek me gemausseerd aan.
'Lauren,' antwoordde ik kalm. Tevreden dronk ik mijn boterbier op en duwde mijn schuldgevoelens weg, die opnieuw de hoek om kwamen kijken. James verdiende het.
Terwijl we betaalden bedacht ik me dat ik Potter weer James was gaan noemen, na mijn poging om dat niet te doen. Ach wat, dacht ik. Wat maakt het ook uit? Als je met elkaar uitgaat, is dat toch niet meer als normaal?
Hoewel het al mei was, zag de lucht en grijs en troosteloos uit. We stonden nog maar een paar tellen buiten, of de regen kwam met bakken naar beneden.
'Wat een heerlijk weer,' verzuchtte ik. Ik wenste dat ik niet Kate's kledingsadvies had opgevolgd, maar gewoon een warme spijkerbroek aan had gedaan, want het kippevel stond al gauw op mijn armen en het dunne spijkerjasje wat ik aan had was al gauw doorweekt.
'Ach, we smelten er toch niet van?' zei James opgewekt. Ik keek hem vernietigend aan; hij stond niet in een rokje te trillen van de kou.
Hoofdschuddend trok ik mijn jasje strakker om me heen, in een poging het iets warmer te krijgen. James stond even stil, keek hoofdschuddend naar mijn rokje ( 'James!' riep ik geirriteerd ) en trok toen zijn jas uit.
'Alsjeblieft. Mocht je alsnog smelten, dan veeg ik je wel weer bij elkaar.'
Hij glimlachte. Even vergat ik dat ik een misselijk kreng was dat James gebruikte, en glimlachte ook. Het was toch wel aardig van hem.
We wandelden wat rond, maar nu ik James' jas had, was hij algauw doorweekt. Zijn spijkerbroek plakte duidelijk aan zijn benen en zijn warrige, zwarte haar was zo nat dat het voor het eerst sinds ik hem kende plat lag. Toen hij merkte dat ik ernaar keek, haalde hij gauw een hand door zijn haar en het stond weer vertrouwd alle kanten op. Hij knipoogde.
'Zullen we maar eens een winkel binnenschieten? Je bent doorweekt..'
'Jij niet dan?' lachte ik, maar daarna knikte ik en tuurde denkend door de straat, die bijna verlaten was. De meeste mensen waren een winkel binnengegaan, anderen holden met een krant, mantel of paraplu door de straat. Ondanks de regen, liet de zon zich af en toe zien en creeerde een vreemde, bijzondere sfeer in de lange winkelstraat.
'Waar wil je heen?' vroeg James.
'Zacharinus?' stel ik aarzelend voor. De straat werd even verlicht door felle bliksemflits en een paar tellen later volgde een luid dondergeluid, dat zo hard was dat ik de vloer voelde trillen.
'Snel!' riep James. Hij greep mijn hand en zette het op een rennen richting de grote snoepwinkel, die gelukkig niet te ver weg was. Hijgend stormden we naar binnen en de deur klapte keihard achter ons dicht, gevolgd door een tweede lichtflits. Dit keer van de belichting van de snoepwinkel. Het knipperde nog een paar keer, maar blijkbaar kon onweer ook magische lampen aantasten en een tel later was de ruimte aardedonker.
[ James ]
Nerveus keek James op het rode haar van Evers neer. Haar groene ogen blonken, maar waren nauwelijks zichtbaar. Misschien kwam dat door de plotselinge duisternis, msschien kwam het doordat ze dicht bij elkaar stonden. James was bijna een kop groter dan haar en zag op deze manier alleen de scheiding van haar haar, die een beetje slordig was gemaakt.
Buiten de onrustige stemmen van andere leerlingen en gefrustreerde winkeliers, hoorde hij nog steeds de donder buiten, tegelijk met de regen die met veel geweld tegen de ramen kletterde.
James stoorde zich niet aan de duisternis. Het feit dat niemand een hand voor ogen zag, was eigenlijk een perfecte gelegenheid om grappen uit te halen.
Bijna had hij de muis, die al dagen in zijn zak zat, losgelaten op het hoofd van Evers. Maar een korte aarzeling en een schuine blik op haar zorgde ervoor dat hij zih weer ontspande. Nee, vandaag even geen grappen. Hij zuchtte, trok zijn toverstok en mompelde 'Lumos.'
Het licht dat aan de punt van zijn toverstok verscheen, was precies op tijd om de persoon te laten zien die binnen kwam.
Hij had lang, blond haar en zijn kille, blauwe ogen keken zoekend door de snoepwinkel. Zo te zien had niemand in de gaten dat Lucius Malfidus de winkel was binnengestapt. James' blik veranderde naar verbeten en stootte Lily zachtjes aan. Ze keek verbaasd op, maar ook haar ogen vernauwden zich toen ze Malfidus zag. James trok een wenkbrauw op toen Malfidus hun in het oog kreeg en aanstalten maakte naar hun toe te stappen. Hij vertrouwde die vent niet. Sneep was nog altijd zijn loopjongen en het was een geboren Zwadderaar. Vlak voor Malfidus zijn toverstok trok, richtte James dezijne op hem en sprak vliegensvlug een goedgeplaatste ontwapeningsspreuk uit.
'Expelliarmus!'
Een tel stond iedereen stil, terwijl de toverstok van Malfidus in James' hand belandde. Toen maakte iedereen ruim baan voor de twee, die elkaar met de grootst mogelijk haat bekeken terwijl Malfidus overeind krabbelde. Omdat hij geen toverstok had, kon hij niet veel doen, maar zijn ahdn maakte een graaiende beweging naast zich en trok een plant met wortel en al uit zijn bak. Met schijnbaar alle kracht die hij had, haalde hij uit en gooide de plant naar James, die kalmpjes bukte en de plant zo ontweek. Dankzij Zwerkbal beschikte James over uitstekende reflecties en hij was sneller dan Malfidus met de volgende aanval
'Petrificus Totalus!' riep hij, maar tot zijn grote ergernis volgde Malfidus zijn voorbeeld en ontweek de vloek.
Een schelle stem riep woedend 'Furniculus!' En vlak na James' gemiste vloek, raakte die van Evers Malfidus hard in zijn gezicht. Een tel later zat het onder de grote, bijtende zweren en sloeg Malfidus zijn handen tegen zijn gezicht.
Evers greep het flesje boterbier, dat een geschrokken derdejaars in zijn handen hield en stapte er vastberaden mee naar Malfidus. James keek ontzet toe hoe ze ziedend omhoog keek naar Malfidus.
'ZAK die je bent! Als zes jaar loop ik me erover te verbazen hoe iemand zo verschrikkelijk STOM kan zijn! Maar nu ik het eindelijk eropwaag naar je walgelijke gezicht te kijken, verbaas ik me er niet over! JE ZIET ERUIT ALS EEN KWAL DIE DENKT DAT HIJ EEN EZEL IS!!'
'Onnozele gans,' reageerde Malfidus koeltjes.
Even keek Evers van haar flesje boterbier naar de ijsblauwe ogen van Malfidus, die haar een vuile blik toewierpen. Met een driftige zwaai plensde ze de hele inhoud over de lange, vettige, blonde haren van Malfidus.
'Hier! EN - MAAK - DAT - JE - WEGKOMT!'
Het was muisstil, terwijl Malfidus zich op zijn hakken omdraaide en verwensingen mompelde.
De winkelbel tingelde vrolijk toen de deur met een klap achter Malfidus dichtviel.
'Wow, Evers- ' begon James, maar Evers onderbrak hem.
'Hoe lang moet ik nog wachten tot je me bij mijn voornaam noemt?!' snauwde ze.
'Wow, Lily,' herhaalde James grinnikend. 'Dat was nog eens een goede actie!'
Evers - of eigenlijk Lily - zweeg, maar de blos die over haar wangen trok ontging hem niet. Tevreden kocht James een zak Smekkies in alle Smaken en schudde geamusseerd zijn hoofd. Het was toch wel een geval appart, Lily Evers.
De regen hield eindeloos aan, maar ze renden gewoon van winkel naar winkel en hadden er niet veel last van. Het was tegen het einde van de middag dat ze last kregen van hun voeten en echt moe werden. Toen de regen het voor even gezien hield, stelde Lily haastig voor om maar terug naar Zweinstein te gaan.
'Het is net even droog. Zullen we terug gaan?'
Even trok er een glimp van vermoeidheid over James' gezicht, maar daarna grijnsde hij ondeugend. Zijn ogen twinkelden terwijl hij zijn mond open deed.
'Zullen we eerst een bezoekje brengen aan het Krijsende Krot?'
'Eh- Weet je dat nou wel zeker?'
'Heel zeker!'
Eigenlijk wilde hij gewoon graag even weg van Zweinsveld. Het lag er zo verloren, zo eenzaam bij. Hij wilde weg van de eenzame sfeer die nu weergegeven werd. Een rilling trok over zijn huid, maar hij haalt met moeite zijn gedachtes weer naar de date. Het Krijsende Krot. Hij wilde naar het piepende gebouw, die door iedereen angstaanjagend werd gevonden. Voor hem was het een van de meest dierbaare plekken in zijn leven.
'Oke.'
Zwijgend gingen ze opweg. Na de laatste heuvel zag James het hoge gestalte van het gebouw opdoemen in de inmiddels schemerende duisternis. De lucht was nog steeds grijs en de wolken waren groot en dreigend, maar hij wierp er geen acht op en staarde onafgebroken naar het Krijsende Krot. Eindelijk kwamen ze bij het prikkeldraad, dat netjes recht hing en nog altijd roestvrij was. Lily keek onderzoekend naar hem, maar James merkte haar blik op en ze keek vlug weer naar het spookachtige gebouw voor hun. Lily vond het duidelijk vreemd, maar het eenzame verdriet in zijn hart ebde langzaam weg en hij was blij dat ze gegaan waren.
'Bedankt dat je meewilde.'
Lily fronste lichtjes en keek hem weer onderzoekend aan, maar James keek gauw de andere kant uit. Hij zweeg even en ging haar toen voor langs het smalle, verlaten zandpaadje, zigzaggend tussen de bomen door.
Terug naar Zweinstein. |
_________________ If the Boy Who Lived
wasn't born:Travel of Doom |
|
  |
 |
Tessa Tinkels
Volleerd Tovenaar


Verdiend:
5 Sikkels
Woonplaats: Where I've never been before
|
Geplaatst:
Ma Aug 29, 2005 9:12 |
 |
Ik moet snel zijn, want mijn broer. wacht, maar hier het nieuwe stukje met de bijna gebruikelijke downigheid ^^"
Over and Out
[ Lily ]
Op de terugweg kletsten we wat over onbenullige dingen, maar we vielen al gauw stil en verzonken ieder in onze eigen gedachtes. Een grimmige uitdrukking gleed over mijn gezicht terwijl ik dacht aan Lucius Malfidus. De plant die hij naar James had gesmeten had mij op een haar na gemist. Mijn uitbarsting was zijn verdiende loon..
Zodra ik de talloze lichtjes van Zweinstein zag, trok er een glimlach over mijn gezicht. Mijn woede vanwege Malfidus zakte weer. Goed dat James had voorgesteld nog even naar het Krijsende Krot te gaan. Ik was niet meer kwaad en had eigenlijk alleen maar genoten van onze date. Ik grinnikte bij het idee van Kate's gezicht, straks. We waren best lang weggebleven, het schemerde al.
Ontspannen staarde ik naar de zon, die scherp aan de horizon stond afgetekend en een sprookjesachtig plaatje maakte van het terrein van Zweinstein.
De lach die om mijn lippen lag, verdween een tel later en ik wendde mijn blik abrupt af.
Daar had ik Jack voor het laatst gezien, als klein, nietig stipje. Onmiddelijk voelde ik de waas voor mijn ogen, de wanhoop en de tranen weer terug komen. De pijn vanbinnen gaf te kennen dat mijn hart opnieuw brak, maar ik probeerde sterk te zijn en duwde de pijn weg. Ik moest mijn verleden met Jack eindelijk eens vergeten. Ik staarde naar de grond, terwijl we het bordes van Zweinstein op liepen en voelde de herinneringen ongewild terug komen. Bloed sijpelde uit mijn lip, die ik kapot gebeten had, maar de pijn die omhoog kwam bracht veel meer leed met zich mee dan mijn lippen, die uiterlijk kapot waren.,
Vroeger...
Ik kon niet geloven dat vroeger nog maar zo kort geleden was. Misschien twee weken, maar toch was het verleden als een dik boek, dat ik nu eindelijk zou kunnen dichtslaan. Dat had ik gehoopt, te minste. Of het ook daadwerkelijk waar was, viel nog te bezien.
Tranen welden op in mijn ogen, maar de blik van James haalde me terug naar het hier en nu. Ik moest nu mijn best doen dat hij deze avond nooit meer vergat, zijn verdiende loon -...
Opnieuw zonk ik diep weg in de spijt die zich razendsnel door mijn lijf verspreidde. Mijn ogen kneep ik dicht, maar ik was te bang om tegen een muur te knallen om ze niet snel weer te openen. Ik wilde James niet nog iets "grappigs" geven om mee te lachen.
Terwijl we afscheid namen in de leerlingenkamer, kon ik toch niet de gedachtes vermijden dat James op een date best meeviel... Een diepe zucht onderbrak mijn gedag, maar het viel James niet op en zonder verdere vragen gingen we beiden naar onze eigen Slaapzaal. Ik was doodmoe van de drukke middag, maar ik wist mezelf slaperig naar mijn bed te slepen en plofte er onmiddelijk in.
'LILY! Eindelijk...' Kate sprong hyper uit haar bed en zat in een tel naast mijn bed. Haar vragenstroom bestormde de rustige stilte en vanuit het donker zag ik Lauren en Tisha zich boos omdraaien in hun bed. Kate trok zich nergens iets van en ging onuitputtelijk verder met haar hard gefluisterd vragen. De een was nog gekker, luider, vergezochter, nieuwsgieriger, ver-op-de-( niet-bestaande )zaken-vooruit-lopender dan de andere en ik wachtte geduldig tot ze klaar was, voor ik antwoord gaf.
'Weltrusten.'
'LILY!' fluisterde Kate dreigend. Ik grinnikte, wist er nog een "morgen." uit te persen en viel in slaap.
Iemand staarde me aan... Een huivering gleed over mijn rug, maar ik ging op mijn andere zij liggen en voelde de prikkende ogen niet meer. Ik had gedacht dat ze kwaadwillend keken, maar toen ik me er weer naartoe draaide leken ze te branden van nieuwsgierigheid.
'KATE!'
Met een ruk kwam ik overeind. Een gil volgde op mijn boze schreeuw en een bonk gaf te kennen dat Kate van schrik achterover was getuimeld.
'Kate?' vervolgde ik iets rustiger. Mijn hart bonkte nog steeds wild van de schrik. Wakker worden door twee onophoudelijk starende ogen was geen pretje. Even vroeg ik me af waarover ze zo nieuwsgierig was, maar de gebeurtenissen van de vorige dag kwamen al gauw terug. Met een nog harder bonkend hart keek ik Kate verschrikt aan.
Mijn plan! Lauren, Tisha...
Ineens drong haarfijn tot me door wat er gisteren was gebeurd.. En waarom..
Ik had mijn plan uitgevoerd! Ik had een misselijke streek uitgehaald met James, ik had...
Met een hangend hoofd gebaarde ik naar Kate dat ze moest weggaan. Kate opende haar mond om te protesteren, maar een blik op mijn houding legde haar het zwijgen op. Met een schuin oog keek ze triest naar me voor ze verdween uit de Slaapzaal.
Waarom had ik het gedaan?
Een nerveus, drukkend gevoel lag in mijn buik.O, god, waarom had ik het in godsnaam gedaan? Vol afschuw kneep ik mijn ogen dicht, hopend dat het nachtmerrie bleek te zijn als ik ze open deed.
Afwezig staarde ik wat naar het straaltje zonlicht dat door de ruit scheen en bedacht me dat er niets ander op zat.
Ik zal de schijn moeten ophouden.
'LIIIIILYYYY!' Ik schrok op van mijn gestaar naar buiten en herkende de stem onmiddelijk.
[ James ]
'Dus je hebt nog niet met Lily Evers gezoend?' vroeg Remus bedenkelijk. Hij schonk nog een glas pompoensap in en pakte een eierkoek.
'Nee,' antwoordde James inhoudend. Hij was op zijn hoede.
Het was de dag na de date en zijn vrienden vonden het vreemd dat hij nu niet verkering had met Lily. Zelfs Peter wierp hem af en toe vreemde blikken, maar zodra hij keek, stootte Peter iets om of viel bijna van de bank van schrik, genoeg smoesjes om geen verklaringen te hoeven afleggen.
De zesde keer dat James Peter zag kijken viel hij dan ook letterlijk achterover. De Zaal was meteen stil, maar zodra ze zagen wat er was gebeurd, klonken de eerste lachsalvo's echoënd door de Grote Zaal. Sirius was afgeleid en lachte blafferig, maar Remus keek hem nog steeds aan, vastberaden om te weten te komen waarom hij in godsnaam nu niet met zijn date aan het zwijmelen was.
'Wat zit je dwars,' vroeg hij op een toon alsof de diagnose al vastgesteld was. Op het moment dat James zijn mond opende om een stroom met smoesjes eruit te gooien, vlogen de uilen van de ochtendpost binnen. Niet wetend wat hem boven het hoofd hing, staarde james stomverbaasd naar de piepkleine dwergooruil, die hij onmiddelijk indentificeerde als die van zijn moeder. Onrustig pakte hij de brief aan van het verveelde uiltje en staarde het na, terwijl het door een van de ramen naar buiten vloog. Buiten scheen de zon, maar op een of andere manier kon hij daar niet vrolijk van worden. Weifelend keek hij naar de zijn vrienden, die nieuwsgierig zijn verichtingen volgden. Een bedrukkende sfeer heerste er ineens. Geen van de drie jongens om hem heen dacht er nog aan dat James niet gezoend had.
Ze keken allemaal naar de brief. Hij was slordig dichtgeplakt en één ding was hen allemaa tegelijk opgevallen:
De kleine, natte plekjes op de enveloppe, waar de tekst vaag was uitgelopen.. James kneep zijn lippen op elkaar, wendde zijn blik af en trok met moeite een lach over zijn gezicht.
'Vast weer van een of andere meid waar ik mee uit ben geweest.'
Hij probeerde er een grap van te maken, maar alleen Peter ging weer verder met ontbijten. Remus en Sirius keken hem beiden fronsend aan. Er zat iets achter. En dat wist James heel goed. Het was niet van eem meisje, gezien het nette handschrift.
Hij lachte opnieuw geforceerd, maar het geluid ervan herkende hij niet eens als zijn lach. Zijn stem klonk als die van een ander toen hij opstond en de brief in zijn achterzak stopte.
'Moet nog huiswerk maken.'
Haastig draaide hij zich om en zo snel hij kon, liep hij de Grote Zaal uit.
Het was druk op de gang, maar James wilde zo snel mogelijk alleen zijn. Hij wrong zichzelf door de hordes leerlingen en hoorde zelfs het de meiden niet, die begonnen te giechelen toen hij hun bijna omver gooide. Hij liep door, zolang hij kon.
Hij wist dat hij buiten alleen zou zijn. Het was nog vroeg, de ochtenddauw hing nog in druppeltjes aan de grassprieten en zon stond laag. Desondanks glansde het landschap door de gouden zonnestralen. Het oppervlak van het meer was glad. De zachte wind zorgde voor tientallen kleine golfjes, die allemaal tegelijk dezelfde kant uitgingen. Zonder doel, zonder enige emoties.. Ze golfden gewoon, en dan was het over.
Over..
Het woord galmde door zijn hoofd, steeds zachter, alsof het langzaam van hem wegdreef.
Hij wist wel beter.
Met elke stap kwam het dichterbij. Moedeloos liet hij zich in het gras langs de oever zakken. Zijn handen trilden niet, er welden geen tranen op in zijn ogen. Er huisde slechts een gebroken blik in zijn ogen. Voor het eerst sinds hij op Zweinstein zat, liet hij zijn schouders hangen. Hij gaf het op, als de zinnen in de brief zijn voorgevoel bevestigden. Met vaste handen maakte hij de brief lusteloos open, maar gelijk bij de eerste regels wist hij al dat het waar was.
Dood.
'Hey, James.'
Twee uur later en duizenden gedachtes verder. Lily zette zich naast hem neer, maar hij nam niet eens de moeite om terug te antwoorden. Hij was dood. Hij wist wat dat betekende.
Hij moest van Zweinstein af. Hij moest naar huis. Hele dagen zou hij thuis moeten zitten, hopend dat eht goed kwam. Zijn vrienden moest hij achter laten, hij zou ze nooit meer zien. Zelfs het feit dat hij Lauren niet meer zou zien, deed hem zeer. En Tisha, Lily...
Hij richtte zich niet op en wende zijn blik niet naar het roodharige meisje naast hem.
Zes jaar lang had hij niets anders gedaan dan lol trappen, met zijn vrienden rondhangen en meiden mee uit gevraagd.
Was dat dan allemaal afgelopen?
Ja. |
_________________ If the Boy Who Lived
wasn't born:Travel of Doom |
|
  |
 |
Tessa Tinkels
Volleerd Tovenaar


Verdiend:
5 Sikkels
Woonplaats: Where I've never been before
|
Geplaatst:
Do Sep 01, 2005 20:21 |
 |
Hellow!
Hartstikke bedankt voor de reacties!
Special Thanks is dit keer voor drie mensen: Paulien!(SchadowCat), die al eeuwen mijn verhalen volgt. Agnieke!(Agje Potter), die gewoon mijn hartsvriendin is en ik daarvoor wil bedankten *lol* ^^
En, last but not least, Elyse, vanwege de langste reactie van de eenentwintigste eeuw! Hartstikke bedankt, ik heb er veel aan gehad ^^
De rest natuuuurlijk ook bedankt, met elke twee woorden ben ik blij. Wow, al 44 keer gestemt! Thanks everybody!
Maak je neit druk, alle vaagheid van het afgelopen stuk wordt opgelost. De vragen worden beantwoord, dus het zal miss een beetje saai zijn.. Maar goed, het is best belanrgijk, dus lees ze!
Kimberly
ps: Vlinder ook nog bedankt met mij benoemen tot "dé HPF-FF-writster" *Happy*
Explanation shows the Story
[ Lily ]
'Haaaaaay!' zei Lauren met een grote grijns. Walgend keek ik haar aan en kwam overeind van mijn hemelbed.
'Wat moet je?' snauwde ik. Voor het niveau van mijn humeur ( dat peilsnel beneden de nul zakte ) klonk het erg beleefd.
'Bofkont!' piepte ze, alsof we al jaren beste vriendinnen waren en ik haar nu zonder ook maar een detail weg te laten alles zou gaan vertellen van de date. Want daar ging het over, zeker weten. Onverschillig wachtte ik af.
'Maar ja, jij bent de eerste die met hem uitgaat, dus nu is hij van jou, he?'
Haar slijmerige stem klonk zo nep dat ik even bang was dat ik met een robot praatte. Ik snoof en wist dat Lauren nooit over een jongen zou zeggen dat die van een ander was.
'Maar vertel eens-' Met mijn ogen ten hemel geslagen wachtte ik af wat voor onwaarschijnlijks ze nu weer zou gaan zeggen. Ze keek me kil aan, met om haar lippen de gebruikelijke nepglimlach. Haar ogen vernauwden zich een beetje toen ze eraan toevoegde: '- ben je nu echt verliefd op James Potter?'
Aha. Daar ging het haar dus om. De overdreven nonchalante houding was verstrakt en ze was duidelijk gespannen. Ze wilde weer eens het naadje van de kous weten.
'Ja.' Met een doordringende blik keek ik haar even aan en ik antwoordde heel traag. Ieder menselijk mens zou moeten snappen dat het antwoord logisch was.
Ze vernauwde haar ogen nog meer en keek nu door twee spleetjes. Ik wierp haar een verafschuwende blik toe en wilde weg lopen, maar ze ging weer verder met haar beste-vriendinnen-act.
'Hoe was de date nou?'
Ik deed alsof ik moest kokhalzen van haar stem, die zij blijkbaar voor onschuldig hield. Het klonk eerder als de stem van een peuter, wiens neus werd dichtgeknepen en op een spijkerbed stond.
'Laat me met RUST! Gooide ik er ineens uit. Ik was even beduusd door mijn eigen uitval, maar herstelde me snel en keek haar woedend aan. Waar bemoeide ze zich mee? Dacht ze nou echt-...? Hoe durfde ze?
'Wat denk jij wel niet van jezelf? Dat ik je nu rustig alles vertel over gisteren? DAN HEB JE HET GOED MIS!'
Gefrustreerd hief ik twee gebalde vuisten op, maar mijn gezonde verstand hield me tegen en dwong me om de ruimte zo snel mogelijk te verlaten - anders zou ik haar een klap geven.
Met een kwade blik in mijn ogen staarde ik haar aan, terwijl ik langs haar heen liep en de wenteltrap struikelend afrende.
Trillend klom ik de ladder naar de Noordertoren op en liet het luik met een plof achter me dichtvallen. Het was broeierig in het ongebruikte lokaal. Ik zweeg en staarde naar het roet in de haard. De gebruikelijke lichtstraal viel vrolijk door het enige raampje naar binnen en zorgde voor duizend gouden glinsteringen in de ruimte.
Eenzaam voelde ik de woede door mijn buik razen, terwijl ik het nerveuze, zware gevoel probeerde te negeren.
Hoe had ik ooit zoiets kunnen bedenken? Hoe kon ik zoiets doen, zelfs als het James was?
Een steek schoot door mijn hart, terwijl ik buiten een duif hoorde roepen. Hij vloog over en ik keek gekweld naar het slaan van zijn vleugels, terwijl hij in een fractie van een seconde weer verdween. Ik dacht aan de avond dat ik Jack uit mijn geheugen had willen verbannen, maar ik besefte nu dat dat nooit op deze manier zou kunnen. Vrij zijn als een vogel ging niet samen met spijt, en een schuldgevoel dat je elke seconde van de dag leek in te sluiten. Dagen die steeds langer duurden.
Een rat schoot voorbij en het geluid van de wind, die langs de muren floot, overstemden mijn gedachtes een beetje. Maar met de vochtige stenen muur tegen mijn rug bleef ik in de werkelijkheid. Weg dromen was er voor mij niet meer bij. De waarheid loerde aan alle kanten en hield me ervan bewust dat het nooit voorbij zou zijn. Ik zou Jack nooit achter me kunnen laten. Niet met zo'n misselijke streek. Een diepe zucht verstoorde het geluid van de wind en haalde me uit mijn gedachtes. Kate. Ik moest het Kate vertellen.
Moeizaam kwam ik overeind en veegde bruusk een traan weg. Ik haatte mezelf, om de misselijke streek met Jack. Lauren was woedend, jaloers en bijna groen, dus mijn plan was voltooid. Wraak op Lauren - en daarbij ook op James - was gelukt. Hoewel James het nog niet wist. Zolang ik de schijn hem leuk te vinden op hield, zou hij het niet weten. Diep vanbinnen zei een stemmetje dat ik er nu mee moest kappen, dat het anders onmogelijk zou worden om te stoppen, maar ik vernauwde mijn ogen en ging met opgeheven hoofd de strijd aan. Met de waarheid.
Het maalde door mijn hoofd - ik moest het Kate vertellen. Als ik verstandig nadacht, had ik door dat het opbiechten het beste was. Zoals het eigenlijk altijd het beste was problemen te delen.
Mijn blik gleed nietsziend over mijn omgeving, hopend op een glimp van Kate. Maar de eerste persoon die in mijn beeld kwam, was James. Onmiddelijk voelde ik me nog nerveuzer en een bedrukte uitdrukking gleed opnieuw over mijn gezicht. James' schouders hingen naar beneden en hij staarde naar eht zwart van het meer. In zijn handen lag een brief, en ik begreep dat dat de veroorzaker van zijn reddelooze houding was. Een rilling ging over mijn lijf. Vroeger had hij gelachen om een flauw streek van hem, met Zwarts naast hem. Dan had de arm van Jack om me heen gelegen, en was ik woedend op James afgestapt, om hem eens goed de waarheid te vertellen.
Ik slikte.
De waarheid was te hard, te pijnlijk. De pijn trok door mijn hele lichaam en sloot me in in spijt.
Waarom was alles voorbij?
[ James ]
Lily zweeg en James keek de andere kant uit. Dit was het einde van zijn tijd op Zweinstein. Zijn vader was weg.
Dood.
Hij voelde dat het over was, maar zijn lichaam wilde niet in beweging komen om te vertrekken. Uiterst traag stond hij op, maar zijn wild kloppende hart hield hem nog steeds tegen om weg te lopen. Hoe kon hij zo abrupt alles achter zich laten?
Thuis wachtte zijn moeder. Ze was ziek, doodziek. Nog steeds wist niemand wat haar mankeerde. Zijn vader had voor haar gezorgd, maar het verdriet vanwege haar had zijn dood betekend. Zijn moeder moest verzorgd worden. Ze kon haar onderlijf niet bewegen. Ze vergat veel. Ze had gif van een slang in haar lijf waarvan niemand wist hoe het werkte. Hoelang zou ze nog leven?
Hij wendde zijn blik af van Zweinstein en de natuur eromheen. Dit moest stoppen. Zijn moeder had hulp nodig. Alleen zou ze vergeten haar medicijnen in te nemen en zou sterven. Zou ze doodgaan van de honger.
James slikte en rechtte zijn rug. Lily keek verdrietig naar hem, en de blik die hij terugzond moest nog gekwelder en wanhopiger dan de hare zijn.
'Lily. Mijn moeder is ziek. Mijn vader is dood. Ik moet weg, mijn moeder heeft hulp nodig.'
Lily knikte traag. Hij vroeg zich af waarom hij haar dit vertelde. Waar was Sirius? En Remus?
Nogmaals slikte hij, maar de onvermijdelijke brok in zijn keel wilde niet weggaan. Hulpeloos stond hij stil en stak zijn handen in zijn zakken, enkel om zich een houding te geven.
'Moet je dan niet langs Perkamentus?' vroeg lily voorzichtig.
'Oh.. ja...'
Hij haalde diep adem en liep richting het kasteel. Moedeloos, met zijn gedachtes op hol en zijn hart zwak bonkend in zijn lijf. Het nerveuse gevoel van net ebde traag weg en hij liep naar de doorgang naar het kantoortje van Perkamentus. Hij merkte niet dat hij werd nagekeken door een uiterst verdrietige Lily Evers.
'Ah, James Potter,' klonk de oude stem van Perkamentus. Dankzij zijn vele grappen wist hij eht wachtwoord van eht kantoortje en stond hij nu hulpeloos met zijn blik op de grond gericht. Ondanks het feit dat hij de laatste keren hier als onruststoker was geweest, had Perkamentus meteen door dat er iets aan de hand was. Nee, dit keer was het geen grap die hem hiertoe leidde. Die grappen waren nu over. De beste tijd van zijn leven, zonder zorgen over zijn moeder, was voorbij.
'Je vader, is het niet?' vroeg Perkamentus zacht.
'Weggekwijnd...' mompelde James, nog steeds aandachtig de grond bestuderend.
Even leek Perkamentus iets te gaan zeggen, maar hij deed zijn mond weer dicht en vermeed de zware stilte niet.
'Ik moet....weg.' Zijn stem klonk zo schor dat de helft niet te verstaan was, maar Perkamentus leek toch min of meer te begrijpen wat hij bedoelde.
'Je moeder,' begon hij ineens luid, terwijl hij opstond van zijn gebloemde fautieul en langs de kasten wandelde.
'- heeft hulp nodig. Dat begrijp ik. Maar ik heb gezegd dat je dit jaar nog afmaakt. Voel jezelf hier niet schuldig om. Je moeder kan tijdelijk verblijven in St. Holisto's, nu ze een kamer vrij hebben. Tot eind Juni komt er niemand nieuws. Ik wil geen excuses of protesten.'
James keek Perkamentus verward aan.
'Geen zorgen. Je moeder wordt goed verzorgd,' voegde Perkamentus er nog zacht aan toe. Hij wendde zich naar de zesdejaars en keek hem ernstig aan over zijn brilletje. 'Pas op jezelf.'
Na deze woorden ging hij weer achter zijn bureau zitten en sloeg totaal geen acht meer op James. Hij besloot maar te gaan. Hij was wel gewend aan het vreemde gedrag van het schoolhoofd.
Hij had geen flauw idee waarom hij op zichzelf zou moeten passen, maar hij wist wel dat het pijnlijk was om door de gangen te lopen en te weten dat het nog maar even duurt. De tijd vliegt als hij traag moet tikken...
In de gang was hij nog even met zijn gedachten bij zijn vertrek, maar toen hij Remus en Sirius aan zag komen, voelde hij de drang om het achter te houden voor hun. Ze zouden alleen maar ontzettend hun best doen om het leuk te maken. Een lichte grijns trok over zijn gezicht, toen hij Sirius' mokkende gezicht zag. De uitdrukking die op Remus' gezicht lag, voorspelde een preek.
Hij zwaaide, lachte naar de meiden die hem eveneens giechelend tegemoet kwamen en liep zijn vrienden tegemoet. Zijn echte vrienden. |
_________________ If the Boy Who Lived
wasn't born:Travel of Doom |
|
  |
 |
Tessa Tinkels
Volleerd Tovenaar


Verdiend:
5 Sikkels
Woonplaats: Where I've never been before
|
Geplaatst:
Zo Sep 04, 2005 12:04 |
 |
Allemaal hartstikke bedankt voor de lieve reacties! Ik doe mijn best het wat interessanter te maken, maar ik heb even neit zoveel inspiratie voor Lils... Nou ja, in ieder geval veel plezier met dit stukje!
Love,
Kimberly
Tears and Prefects
[ Lily ]
Met mijn ogen half gesloten keek ik James na. Ik zag alleen zijn voeten, die hem onophoudelijk voortbewogen door het gras, door de gangen en de lokalen van Zweinstein. Voor hem was het afgelopen, sinds vandaag. Voor mij was het al afgelopen vanaf het moment dat ik met Jack verkering nam.
Hoe had het ooit zo mooi kunnen beginnen? De herinnering aan ons eerste oogcontact was vaag, maar ik wist nog heel zeker dat dat al tijdens de sorteerceremonie was. Hij zat aan de lange tafel van Ravenklauw en zijn houding was een beetje minachtend tegenover de eerstejaars die binnekwamen lopen. Ik liep er tussen, achter James en Zwarts. Terwijl ik me verschrikkelijk liep te irriteren aan James en Zwarts, speurde ik de zaal af en keek recht in de fronsende blik van Jack Trewin.
Een jaar later spraken we elkaar op de gang. Hij leek een beetje... vastberaden. Dat had ik meoten op merken. Op het moment dat hij zo losjes met andere meiden begon te doen, had ik het door moeten hebben.
Maar nee, vijf jaar lang had ik een relatie met een jongen die niet te vertrouwen was.
Ik haatte mezelf.
Zuchtend kwam ik overiend en probeerde niet te kijken naar de twee vlinders die vrolijk samen rondfladderden. Ik voelde me jaloers en bedrukt. Waarom kon ik niet zo genieten van het leven... van een jongen?
Op het moment dat er zelfs twee vogels elkaar speels achterna vlogen, liep ik met grote passen weg. Mijn rode haar veerde gefrustreerd op en neer en de diepe rimpel tussen mijn wenkbrauwen gaf een vertrouwde blik avn woede weer. Alleen was het dit keer niet vanwege James of Zwarts...
Het was vanwege Jack.
Hij had het weten klaar te spelen dat ik hem geloofde, dat ik van hem hield en met hem lachte. Maar o, wat was mijn wraak zoet. Het nieuws dat ik met James wass uitgegaan zou als een lopend vuurtje rondgaan en dan waren de poppen aan het dansen. Steeds meer mensen raakten betrokken bij mijn verafschuwde plan. Steeds meer mensen zouden lijden onder de pijnlijke steken van jaloezie en en het lag allemaal in mijn handen. Ik had de macht.
Een misselijk gevoel overviel me en ik onderdrukte kotsneigingen. Haastig liep ik de bocht om, en de volgende, en de volgende. Tot ik eindelijk in de meisjesbadkamer van griffoendor was. Daar gooide ik wat water in mijn gezicht en staarde wanhopig in de twee groenen ogen op exact dezelfde manier terugkeken. Ik schrok van de tranen, die erin blonken. Het waren geen kleine tranen, zoals ik ze zovaak huilde. Het waren dikke, verdrietige tranen, die samengingen met schokkende snikken.
Ik huilde hartverscheurend om mezelf. Om de trieste verschijning die van mij overgebleven was sinds ik Petunia's geheim had ontdekt. Om het feit dat ik de macht had. En om de drang, de pijnlijke, drukkende drang om die macht weg te willen hebben. Om die zo zwaar te verafschuwen en te haten dat ik vermoeide steken door mijn zij voelde gaan. Waarom moest het zo lopen? Waarom?
Het was tijd dat ik het Kate vertelde. Voordat ook zij slachtoffer werd van mijn plan.
Opnieuw stroomden de tranen over mijn plakkende wangen.
'Lily? Oh, meisje toch...'
Kate kon ontzettend hyperactief doen, maar vanbinnen was ze ontzettend lief en medelevend. Soms had ik het idee dat zij meer leed dan de mensen waar ze om gaf.
'K-Kate...' ik wilde meer vertellen, maar de brok in mijn keel hield de woordenstroom tegen en dwong me om rustig adem te gaan halen. Met een vertrokken gezicht van het verdriet liep ik naar de slaapzaal en ging op bed zitten. Met mijn hoofd verborgen in mijn handen veegde ik de tranen weg, vastbesloten eht te vertellen. De eerste woorden kwamen en drongen de brok weg. Spijtig dat ik het niet eerder had verteld, vlogen de woorden eruit. Het was alsof ik eindelijk omhoog krabbelde na het vallen van Jack. Kate's ogen vlogen woedend open toen ze hoorde dat hij eht uitgemaakt had, maar ik voelde alleen opluchting.
Het was eruit. De wereld mocht mijn plan verfoeien, maar de waarheid was nu bekend. Mensen zouden me woedend aankijken en medelijden hebben met die arme Jack.
Maar alleen zij, die het waard waren om te kennen, zouden me begrijpen, en steunen. Net zoals ik ieder ander steunde die niet in zichzelf geloofde. Nu ik niet meer in mijzelf geloofde, zou de dankbaarheid van die mensen omhoog komen en mij overeind helpen.
Die gelukkige gedachtes schoten door mijn hoofd, maar toen de tranen helemaal verdwenen en mijn beeld scherp was, zag ik ook de waarheid. Ik moest de schijn ophouden, om James niet te kwetsen.
Ik slikte het medelijden weg en glimlachte dapper naar Kate.
Mijn beste vriendin zweeg en daar stonden we dan. In een stilte die geen van beide durfde af te breken. Ik wist dat Kate nu koorstachtig nadacht over een oplossing, om dit alles recht te zetten, en ik wachtte af. Ik wachtte, tot ze tot dezelfde conclusie was gekomen als ik.
Er was geen uitweg. Ik zat verstrikt in een web dat ik zelf had gemaakt.
Sorry James, zei ik in gedachten..
Opnieuw voelde ik mijn hart nerveus en schuldig kloppen.
We stonden zo wel een uur, toen ik voor de tweede keer die dag de tikkende haken van Lauren aan hoorde komen. Ik kreunde geirriteerd en ging rechtop staan. Kate's gezicht stond op onweer toen Laurens bleke, plasticen gezicht glimlachte en haar zwarte haren fel op en neer dansten toen ze naar ons toeliep. Een rilling van haat liep over mijn rug en ik besefte dat deel een van mijn plan had gewerkt. Zoete wraak op Lauren..
Haar stalen gezicht keek me sluw aan, maar haar mond lachte breed en tandenblikkerend. 'Hey, Lily.'
Kate vernauwde haar ogen en staarde woedend naar het meisje dat al jaren de sfeer in de klas verziekte.
'Ha, Lauren,' siste ik sarcastisch terug.
'Rot op, Camin. Je hebt hier niks mee te maken,' zei Lauren vanuit haar mondhoek tegen Kate. Ze hield haar blik strak op mij gericht. Kate lachte haar stekend uit sloeg demonstratief haar armen over elkaar.
'Ik ga nergens heen. Heb je Lily's blik nog niet begrepen? Je moet zelf oprotten.'
Lauren wendde zich nu wel tot Kate, maar dat had ze beter niet kunnen doen. Hoewel ikzelf een "hoogbegaafde" heks was, volgens velen, had Kate de beste reflecties en het beste weerwoord. Meestal wist ze wel raad met een situatie, maar soms kon die maar op een manier opgelost worden.
Met een pets vloog haar vlakke hand tegen Laurens wang, die langzaam rood werd en een lachwekkend contrast vormde met haar andere wang, die nog steeds heel wit was.
Lauren keek haar geschokeerd aan, maar ging toch haastig verder met haar act.
'Kom op Lily, vertel nou!' piepte ze gemaakt klaaglijk. Ik staarde haar alleen staalhard aan en kneep mijn lippen op elkaar.
'Lily?' zei ze nogmaals smekend. Haar ogen stonden woedend en geirriteerd en haar bleke huid werd langzaamaan rood van woede. Maar om haar lippen lag de inmiddels bekende nepglimlach en ik voelde de woede weer opborrelen. Geen enkele gewetenswroeging kwam omhoog toen ik de nog steeds rode plek van Kate's mep zag en ik dacht aan mijn plan. Een glimlach trok om mijn mond bij de gedachte van Laurens jaloeziegraad. Het maximum niveau...
'Maak dat je wegkomt!' riep Kate schril.
Lauren leek te aarzelen, mede door de blik van Kate. Ze keek zo eng kwaad dat ik even dacht dat ze zou gaan ontploffen. Uiteindelijk wierp ze mij nog een vuile blik toe, draaide zich om en liep weg. Kate's woede leek de druppel te zijn.
'Ik wordt niet goed van je!' gilde ik haar na. Mijn stem echode eenzaam en overstemde het geluid van haar hakken.
'Het verleden is voorbij, Lauren. Ik vergeef je nooit! Ik wordt geen vriendinnen meer met je, hoor je? NOOIT MEER!'
Een verbaasde stilte volgde toen Lauren buiten gehoorsafstand was. Kate keek me fronsend aan. Haar ogen stonden berekenend, op een manier die ik haatte.
'Wat is er?'
'Ben jij ooit vriendinnen geweest met haar?'
Mijn hart sloeg een paar slagen over. Kate wist nergens van. Ik was vriendinnen met haar sinds mijn tweede jaar.
Ja, in het eerste jaar...
Herinneringen dreven naar boven. De haat, de jaloezie...
'Ja.' Mijn stem was zo zacht dat ik mezelf niet eens verstond, maar ik wist dat ik antwoord gegeven moest hebben.
Kate staarde me verbijsterd aan.
[ James ]
'James!'
Peter lachte overdreven uitbundig toen Sirius James keihard tegen de schouder sloeg en zijn bril op de grond viel.
Opluchting trok over James' gezicht toen hij besefte dat ze niks aan hem op merkten. Grijnzend stootte James Sirius aan, toen hij de kromme neus en het vettige haar opmerkte van..
'Secretus..' mompelde Sirius. Maar voor zijn beste vriend toverstok nog maar had aangeraakt griste James dezijne uit zijn zak en vergat zijn problemen. Secretus vervloeken, een van zijn favoriete bezigeheden. Hij besloot er niks speciaals van te maken, in zo'n drukke gang op een zondag had hij dikke kans dat Vilder ergens rondsloop.
'Densaugeo!' lachte hij, met zijn toverstok op het bleke gezicht van Sectretus gericht.
'Protego!' voor een keer was Secretus James te snel af en een zilveren schil kaatste de spreuk af, tegen de muur en raakte een voorbijlopend meisje. Haar blonde haren zwiepten verontwaardigt tegen haar schouder toen ze zich vliegensvlug omdraaide. Ze maakte de spreuk emt trillende stem ongedaan en staarde doordringend naar het nonchalante tweetal. Remus maakte een onheilspeilend geluidje en Peter stond er geschrokken bij. Allevier tegelijk herkenden ze Sandy Muys, die traag haar haren achter haar oren streek en haar ogen versmalde. Tisha stond schuin achter haar, maar maakte zo'n afgunstige indruk dat James dacht dat ze zou gaan overgeven van walging van haar een jaar jongere zusje.
James haalde onmiddelijk een hand door zijn haar en vanuit zijn ooghoeken zag hij dat Sirius' ogen blonken van vreugde. Sirius was Sandy nog niet vergeten. Ondanks het feit dat ze klassenoudste was, had ze pit en had ze geen overdreven regel-overtreed-fobie.
James beriedde zich voor op een bulderende uitval en geschrokken kreetjes van eerstejaars, maar Sandy zuchtte echter alleen en wierp hen een dreigende blik toe. Ze verhief haar stem niet, maar desondanks betwijfelde James of ze vijftig kilometer verderop haar niet hadden gehoord.
'O, o.. Potter en Zwarts!' zei ze luid. haar stem trilde en James slikte even. met ogen gesloten wachtte hij op een uitval, net als de omstanders, die zich nu verzameld hadden om het groepje. Sommigen lachten, maar de meesten wachtten nieuwsgierig af en hielden hun mond, bang dat ze een woord zouden missen. Wat natuurlijk onmogelijk was als het om james Potter en Sandy Muys ging.
'Sandy!'
Klonk ineens een stem. Iedereen draaide zich om staarde ontzet naar Lily. Haar ogen waren een beetje rood en James vroeg zich af of hij de enige was die dat opmerkte. Hij lachte toen Lily naast Sandy ging staan en haar armen over lekaar sloeg. De twee klassenoudsten waren eht overduidelijk met elkaar eens en staarden fel en driftig naar Sirius en James.
'We hebben alleen-' lachte Sirius, maar hijw erd ruw afgekapt door Sandy.
'Houd op met rondstrooien hoe fantastisch je wel niet bent in vervloeken, Zwarts,' zei Sandy zwaar. Ze fluisterde tegen Lily, schijnbaar om te vertellen wat er was gebeurd, en de blik in de smaragdgroene ogen van Lily verzachtte. Kennelijk had ze iets ergers verwacht. Ze keek achterom, zag Tisha en vloekte zachtjes. Alleen James en Sirius hoorde het. Sandy het te druk met kwaad zijn.
'Laat Sneep met rust, jongens,' mompelde Lily kwaad. Ze beende geergerd weg en liet Sandy achter met het de twee grootste onruststokers van de hele school.
'Dit is de druppel! Een opstel van een meter vijftig over het schoolregelement, waarom je dat hoort op te volgen en WAAROM JULLIE DAT NIET DOEN!'
Haar laatste woorden vlogen bulderend door de gang. Alle deuren in de gang vlogen tegelijk open en tientallen nieuwsgierige hoofden staken door de deurgaten naar buiten. Toen ze erachter kwamen dat Sirius en James met open mond naar een furieuze Sandy staarden, lachten ze. Vilder kwam met uitpuilende ogen aanrennen, kreeg door wat er aan de hand was en liep tevreden en vol leedvermaak weg.
Sandy keek hen nog even trillend aan, haar stem schor van het schreeuwen en haar ogen glinsterend van woede. Toen liep ze weg en James en Sirius klapten tegelijk hun monden dicht. Remus deed alsof hij niks had gehoord, maar er speelde een klein, beschuldigend lachje om zijn mond.
James wisselde een verontwaardigde blik uit met Sirius. Waarom gaf ze nu strafwerk?
Remus leek zijn gedachtes te raden, en terwijl de leerlingen fluisterend afdropen, gaf hij uitleg.
'Ze houdt je al maanden in de gaten, Gaffel. Heb je dat niet gemerkt? Kennelijk was dit de druppel, zoals ze jullie al fijnjtes uidelijk maakte.'
Peter stond er wat onbeholpen bij en Sirius staarde heimelijk naar de plek waar Sandy de hoek om was verdwenen en James bedacht zich dat Sandy kwader was geweest dan ooit. Het feit dat ze haar stem niet had verheven, was alleen een teken dat ze haar uiterste best deed niet het hele land hun streken bekend te maken en zichzelf in de hand te houden. Hij schudde zijn hoofd en volgde zijn vrienden naar de leerlingenkamer. Hij besloot dat hij maar eens moest gaan uitkijken voor Sandy Muys.
Terug in de leerlingenkamer ploften Sirius en peter op een bank neer. Peter keek afwachtend, met zijn mond half open, naar James en leek meer op een uitzonderlijk domme varken dan ooit. Remus echter bleef staan en sloef zijn armen vastberaden over elkaar. Een teken van "zoek dekking!" voor een lange preek van zijn vriend. James had alleen geen flauw idee over welk onderwerp hij zou kunnen beginnen en wachtte met zijn ogen ten hemel geslagen af. Nu kwam er een enorme preek over het feit dat Sandy misschien wel gelijk had gehad. remus zei neit vaak iets van hun streken, maar als hij erover begon, was het ook goed mis.
In tegenstelling tot James' verwachting begon hij echter over de brief.
'James... Wat stond er in de brief?'
James' gezicht betrok en wierp hem een teneergeslagen blik. Sirius ging rechtop zitten en keek gespannen naar zijn beste vriend. Geen van tweeen wist ietsvan zijn moeders ziekte af en hij wilde er ook niks over los laten. Met zijn vrienden hoorde hij lol te hebben. Punt uit.
'Oh, het was een brief van ma...' zei hij uiteindelijk, geheel naar de waarheid. Hij dacht koorstachtig na over een smoes waarom ze hem zou schrijven, maar de perfecte smoes bedacht Sirius, zonder het zelf te weten.
'O jee...' Hij grinnikte 'Is ze achter je grap met Evers gekomen?'
James slikte. Het was een perfecte smoes, maar de "leuke" grap met Lily vergat hij liever. Hij was zo ontzettend dom geweest, hij wilde vergeten dat hij het voorgoed had verknald. Dat hij zo misselijk was geweest..
'Ja,' verzuchtte hij uiteindelijk. Hij loog niet, ze was er inderdaad achter gekomen. Maar tegelijkertijd waren de Helers erachter gekomen dat ze aan een onbekende ziekte leed en ze had er nog geen woord over gerept.
Door die ziekte vergat ze regelmatig dingen. Misschien zo ook met zijn grap.
'Ze was zeker woedend?'
'Ziedend,' beaamde James aarzelend. Gina Potter was zijn moeder en daarmee de enige waar hij echt ontzag voor had. Als er iemand was voor wie hij zijn streken het liefst geheim hield, was zij het wel...
Het onderwerp werd algauw vergeten door Sirius, maar remus wierp hem van tijd tot tijd die zondag onderzoekende blikken. Er werd geen woord meer over uitgesproken en het onderwerp werd stilgezwegen, wat niet het geval was met zijn date met Lily. Om de vijf tellen werd hij bestookt met vragen. Als het geen ongelovige Sirius was die hem vragen stelde, waren het wel teleurgestelde, jaloerse of boze meiden. James grinnikte toen de zoveelste teneergeslagen afdroop na gehoord te hebben dat hij inderdaad was uitgegaan met Lily Evers. Hij vroeg zich af hoe ze het in godsnaam allemaal wisten, maar maakte zich er niet druk om. Waarschijnlijk had Lily het verteld aan iedereen die ze tegenkwam. Hoewel...
'James!' riep Sirius op het einde van de dag. Sirius was door Remus meegsleept naar de schoolbibliotheek en kwam nu met een verveelde uitdrukking aanslenteren, vlak achter een uiterst grimmige Remus.
'Laten we alsjeblieft een grap uithalen. Een goede. Ik heb me kapot verveeld.'
'Eh-' |
_________________ If the Boy Who Lived
wasn't born:Travel of Doom |
|
  |
 |
Tessa Tinkels
Volleerd Tovenaar


Verdiend:
5 Sikkels
Woonplaats: Where I've never been before
|
Geplaatst:
Ma Sep 12, 2005 19:27 |
 |
Hehe, eindelijk een nieuw stuk af! Het spijt me echt dat het iedere keer zo ontzettend lang duurt, maar we moeten voor school ook een boek schrijven en daarbij gooien ze er nog bergen huiwerk tegenaan ook!
Nou, laat ik maar stoppen met het uitstrooien van excuses die-toch-allemaal-het-zelfde zijn en hopen dat ik het een beetje goedmaak met dan toch eindelijk een nieuw stukje, een nieuwe schrijfles in aankomst (voor degene die daarin geintresseerd zijn) en dolls van de hoofdpersonen.
Lily en James zelf vind ik niet zo oed gelukt, maar dan krijgen jullie in iedergeval een idee wat voor soort kleding ze droegen tijdens de date.
Iig: dit zijn de meiden en dit de jongens. Ik heb Peter er niet bijgezet, simpelweg omdat mijn bewerkingsprogramma hem niet als een dik onderkruipsel kon doen voorkomen. Als er iemand de site van de dollmaker will, pb me maar!
Genoeg geleuter! Mijn gebruikelijke praatje is wel erg lang geworden deze keer ^^" Laat ik maar eens gaan afsluiten, om te voorkomen dat jullie in slaap sukkelen door mijn gezaag...
Love U all,
Kimberly
The fight is starting
[ Lily ]
Een beetje van mijn stuk gebracht verzachtte mijn kwade uitdrukking en ik keek schattend naar de twee jongens die hun eerste vijf jaar op Zweinstein niets anders hadden gedaan dan herrie schoppen. En nu hadden ze niet meer gedaan dan geprobeerd de tanden van Sectretus te laten groeien!
Een beetje verbouwereerd wierp ik een blik achterom, alleen maar om te zien dat daar een gluiperig lachende Tisha Muys stond. Sandy's zus. Ik vloekte zachtjes
'Laat Sneep met rust, jongens,' mompelde ik nog, voor ik met grote stappen wegliep en om de hoek verdween.
Daar lging ik meteen vermoeid tegen de muur staan. Om een of andere reden was mijn hart op hol geslagen en tintelde mijn maag. Ik maakte me zorgen om James en Sirius. Waarom hadden ze Secretus niet verschrikkelijk vervloekt? En Tisha? Normaliter vervloekten ze iedereen die hen niet aanstond. Met andere woorden, iedereen die even vettig haar had als Secretus.
Een uitdrukking van walging trok over mijn gloeiende gezicht. Ik moest toegeven dat Sneep een creep was, maar om hem op zijn kop te hangen in de lucht en zijn broek naar beneden te trekken?
Ik schudde mijn hoofd. Waarom hadden ze dat nu niet gedaan? Ik maakte me een beetje ongerust, maar probeerde het onaangename gevoel gauw van me af te schudden. Waar maakte ik me druk om?
Ik aarzelde even, luisterde naar Sandy's getier en liep toen gauw naar de leerlingenkamer van Griffoendor.
Het was nog maar een paar uur later toen James binnekwam. Tijd dat ik hem weer eens goed duidelijk maakte dat de date niet nep was..
Een diepe zucht onstnapte uit mijn mond en keek vol spijt naar het zwarte haar van James, met daaronder de hazelbruine ogen achter een ronde bril. Remus naast hem keek hoofschuddend toe hoe hij perkament en een veer tevoorschijn haalde en begon aan een opstel.
Grinnikend bedacht ik me dat dat vast en zeker Sandy's schuld was.
Ik mocht Sandy wel. Ze was een goede klassenoudste en liet niet over zich heenlopen. James strafwerk geven was absoluut nodig.
Waarom voelde ik me dan schuldig?
Ik haalde diep adem en plakte met moeite een glimlach voer mijn gezicht. Met een mysterieuze blik op James gericht liep ik naar hem toe.
'Hoi,' zei ik op neutrale toon, terwijl ik met mijn hand op de leuning van zijn stoel leunde.
'Hoi.'
Hij hing verveeld achterover geleund en ik gluurde naar de titel bovenaan de halve rol Perkament voor hem: Opvolgen van Schoolregelement
Ha, het strafwerk van een klassenoudste. Ik had een sterk vermoeden dat die Sandy Muys heette..
'Sandy's strafwerk?' vroeg ik, in een poging wat meer gespreksstof naar boven te krijgen. Maar nee.
'Yes,' was het enige wat hij zei. Ik slaakte een onhoorbare, verdrietige zucht en voelde de spijt al in mijn ogen verschijnen, nog voor ik het had gedaan. De lucht die ik inademde voelde ik tot mijn longen doordringen en een nerveus, zwaar gevoel veroorzaken. Ik voelde me zwak, slap en wist niet zeker of ik nog op mijn benen kon staan.
Een verbaasde uitdrukking gleed over het knappe gezicht van James, toen ik voorver boog en mijn gezicht naast dat van hem bracht.
'Je bent al ver...' zei ik zachtjes. Mijn wang raakte bijna dezijne en ik voelde de verwarring in James' gedachten en zag de frons in zijn wenkbrauwen. Langzaam wendde ik mijn gezicht tot de zijne en keek heimelijk naar de vreemde blik die hij me toezond. Mijn hart bonkte luid in mijn keel en ik voelde de zenuwen door mijn lijf gieren, maar ik bewoog niet en deed alsof ik niet merkte dat onze gezichten maar een paar centimeter waren verwijderd. Het was stil. Zwaar stil.
"Stop," schoot er ineens door mijn hoofd. Een paniekerig gevoel verspreidde zich razendsnel en mijn blik was geschrokken toen ik mijn gezicht weg trok, ten volste beseffend dat het niet veel had gescheeld of... Ik slikte, beet op mijn lip en zei zachtjes gedag. Met mijn blik op de grond gericht vluchtte ik de leerlingenkamer uit.
James staarde me verward na, met iets van... vreugde in zijn ogen.
Buiten overspoelde een golf van spijt me. Haastig liep ik de gang uit, sloeg een hoek om, liep een trap op en sloeg opnieuw de hoek om. Ik liep door en door, in de hoop de tranen dit keer binnen te houden en niemand tegen te komen.
Hijgend zakte ik tegen de zoveelste kale muur omlaag. De gang zag er uitgestorven uit, maar het voelde aslof de stilte werd overweldigd door het lawaaierige bonken van mijn hart. Mijn benen trilden en ik leunde met mijn hoofd vermoeid tegen de muur, met mijn benen opgetrokken en mijn handen leunend tegen mijn wangen. Ik beet nogmaals op mijn lip en voelde hem kloppen van de pijn, maar al waar ik op dit moment aan kon denken, waren mijn stommiteiten.
Talloze malen schoot een frustrerende vraag door me heen. Waarom ik het had gedaan. Waarom ik zo over hem heen had gebogen, waarom ik zo dichtbij was gekomen dat mijn neus bijna tegen de zijne botste....
Talloze keren zei ik tegen mezelf dat het bij het plan hoorde, dat ik hem als een baksteen zou laten vallen en zo wraak zou nemen op zijn misselijke streek van bijna 3 weken geleden.. Anderhalve week voor Jack het uitmaakte. Anderhalve week voor mijn wereld instortte.
Ik herhaalde het steeds weer, maar met mijn gedachtes weer bij Jack, wist ik dat dit geen onderdeel van mijn plan was.. Het was iets anders, dat van heel diep leek te komen. Een verstopt, weggeduwd gevoel... Een vergeten gevoel..
Snelle voetstappen baanden zich een weg door de vele geluiden die tot mij doordrongen. Mijn eigen jachtige ademhaling, mijn hart dat luid bonkte en de vragen , antwoorden en verwarde gedachtes die door mijn hoofd schoten overstemden het regelmatige geluid bijna, en ik wist nog net op tijd overeind te komen voor de voetstappen de hoek omkwamen en de toebehoorder mij zag staan. Gefrustreerd, spijtig en vol schuldgevoelens en verwarring. Ik deed krampachtig mijn best niet te laten blijken hoe rot ik me voelde, maar Sandy's ogen zagen meteen mijn reddeloze houding. Ik voelde me verloren van alle wilskracht en ergens vaag in mijn achterhoofd dwaalde het idee dat ik te ver was gegaan, veel te ver. Ik streek bruusk een onzichtbare look achter mijn oren, maar de poging nonchalant over te komen versterkte alleen de indruk hoe verloren ik me voelde. Sandy stond stil, maar liet geen onderzoekende blik over me glijden. Ze leek gelijk aan te voelen hoe diep mijn verdriet zat en was binnen een paar tellen bij me. Met een arm om mijn hangende schouders voerde ze me opnieuw de bewegende trappen af en langs kale, stenen muren. Eindelijk stonden we buiten en daar liep ze regelrecht naar het Verboden Bos. Aan de rand hield ze stil, drukte zachtjes tegen mijn schouders en zette zichzelf neer in het gras.
'Ik weet niet wat er aan de hand is, maar je ziet er behoorlijk aangeslagen uit,' zei ze zachtjes. Ze keek me doodringend en meelevend aan met twee helderblauwe ogen.
Ik stamelde wat excuses, maar er kwam geen geluid uit mijn keel en de woorden dreven onuitgesproken door mijn gedachtes.
'Je hoeft het niet tegen mij te vertellen, als je de waarheid over je problemen maar een keer hardop uitspreekt, maakt niet uit tegen wie..'
Ze keek me troostend aan, stond op en liet me alleen.
Achter me ruisden de bomen zachtjes en in de verte klonk het dagelijkse gelach van de leerlingen.
Wat was ik ineens anders als al die leerlingen.. en tegelijk had ik veel gemeen met alle meisjes..
'Ben je echt verliefd op James?'
Lauren. Ik was zo diep in gedachten verzonken geweest dat ik haar niet had zien aankomen. Ze kwam me weer ondervragen. Blijkbaar wilde ze kostte wat het kost te weten komen hoe ze weer wraak terug kon nemen. Maar ik gaf geen antwoord op haar vraag. Ik kon het niet.. De trots die al sinds mijn geboorte door mijn aderen vloeide hield me tegen om ooit de waarheid onder ogen te zien.
Een rilling van irritatie gleed over mijn rug en ik balde mijn vuisten.
Woedend stond ik op en keurde haar geen blik waardig. Ik greep naar mijn toverstok, waar ik afwezig mee had zitten spelen, zittend in het zachte, koele gras in de schaduw van de bomen. Maar mijn hand griste in het niets: Lauren draaide hem traag tussen haar vingers. Onder de stralende zon van de aankomende lente ontketende ze een regelrechte oorlog, zonder het zelf goed en wel te beseffen.
De eerste lettergrepen van de stremvloek kwamen al ijzig over haar lippen, maar ik griste de toverstok in een refelex uit haar handen, vervloekte haar en beende weg. In mijn ogen stonden tranen van woede. Mijn toverstok gloeide in mijn hand en ik wierp een waarschuwende blik achterom naar Lauren, die me donker aankeek en de andere kant uitliep, haar neus in de lucht.
[ James ]
Sirius keek hem afwachtend aan en James kon zo gauw geen excuus bedenken om geen grap uit te halen. Eigenlijk had hij best zin in afleiding. Hij dacht koortachtig na voor een grap, maar de verarring huisde nog door zijn hele lijf en kon de gebroken blik in Lily's ogen maar niet vergeten. Waarom had ze het ook gedaan? Sinds wanneer flirtte ze met hem?
Hij schudde gekweld zijn hoofd en dwong de oude gevoelens weg te blijven. Hij had een hekel aan Lily. Einde verhaal.
'James?'
Sirius keek hem fronsend aan en Remus keek niet blij. Een geergerde blik van hem rustte op Sirius, die hem nogmaals nadrukkelijk aankeek. Hij had duidelijk geen zin in een vervolg op Remus' gepreek.
'Zullen we een grap met Sandy uithalen?' Sirius keek hem mysterieus grijnzend aan en James knikte traag.
'We stoppen een rat in haar tas,' besliste Sirius.
James keek bedenklijk. 'Is ze bang voor-'
'Alle meiden zijn dat,' lachte Sirius. Hij grijnsde scheef en gebaarde bijna onmerkbaar naar de ruimte achter James. De voetstappen die James had gehoord hielden op en hij zuchtte toen hij merkte dat de persoon vlak achter hem stond. Hij kon de onregelmatige ademhaling bijna horen.
'Hallo,' zei ze. Ze keek James met een voorzichtige glimlach aan, toen die zich traag omdraaide en onmiddelijk een hand door zijn haar haalde.
Het was Lily. Ze glimlachte, maar James merkte onmiddelijk dat het met veel moeite ging. De geforceerde opgewektheid haalde haar ogen niet.
'Hoi.' Hij hield zijn hoofd een beetje schuin en er viel een korte stilte, waarin de groene ogen van Lily uitdrukkinsloos op hem gericht waren. Meestal kon hij haar blik gelijk ontcijferen, maar de blik die nu in haar ogen lag kon hij niet peilen. Ze had nog nooit eerder zo gekeken. Ineens haalde ze diep adem en liep weg, zonder Sirius aan te kijken.
Even viel er een verbaasde stilte, tot ze opnieuw voetstappen hoorden. Ze kwamen kalm aanlopen en hielden eveneens halt bij het tweetal. Sirius en James keken de klassenoudste afwachtend aan, die hun blik weerspiegelde en haar hand uitstak.
'Het opstel?' vroeg ze met pretlichtjes in haar ogen. Ze lachte meewarig toen James zei dat hij dat nog niet had.
'Morgen moet het af zijn, jongens.'
Sandy hief haar schooltas hoger over haar schouder en wilde weglopen, toen Sirius vliegensvlug met zijn toverstok zwiepte en onhoorbaar een touw tevoorschijn toverde. Het hing strak in de lucht en bleef zweven, zo'n twintig centimeter boven de grond. En seconde later lag ze op de grond. Vliegensvlug veranderde james een potje inkt in een rat en met een handig spreukje belandde hij keurig piepend in haar tas. In een flits sprong Sandy op. Even leek ze woedend te worden, toen grijnsde ze vol leedvermaak en begon aan een ellenlange preek, blijkbaar beseffend dat James en Sirius dat veel minder amusant vonden als een woedende tirade.
'-dus alle 500 woorden van net kort samengevat: jullie gaan soms te ver. Nou, en nu maar duimen dat jullie gek zijn geworden..' ze keek hen met een schuin oog, terwijl ze de laatste boeken opraapte die uit haar schooltaas waren gevlogen. '- in plaats van totaal doorgedraaid . Nog veel succes met mijn opstel.'
Ze klonk gemauseerd, maar haar blik was bestraffend en Sirius gaapte haar openlijk aan. Oh nee, die had weer eens een uitdaging gevonden... Geamusseerd schudde James zijn hoofd en staarde Sandy na. Haar voetstappen stierven langzaam weg.
'Nou, wie zou er nog meer voorbij komen wandelen? Sandy en Lily hebben we al gehad. Wie volgt?' vroeg Sirius zich hardop af. James grinnikte, maar de lachende glinstering in zijn ogen verdween al snel. Een grimmige, gesloten uitdrukking gleed over zijn gezicht.
'Secretus.'
Een korte stilte volgde, waarin Sirius hoopvol achterom keek en naar Secretus' groot uitgevallen neus staarde.
'Perfecte gelegenheid,' fluisterde hij. James lachte schaapachtig wat, maar het ging moeizaam. Hij wierp een vlugge blik door de gang en merkte dat het inderdaad de perfecte gelegenheid was. De gang was uitgestorven en Sneep leek hen nog niet opgemerkt te hebben. Hij had een stuk perkament in zijn hand en hield dat zo dicht onder zijn neus dat James zou durven zweren dat er vetplekken van zijn haar op het perkament zaten.
Maar ze hadden het mis. Terwijl Sirius langzaam zijn toverstok trok, griste Sneep dezijne uit de zak van zijn gewaad en hield die in de aanslag. Hij liet het perkament wat zakken en staarde hun hooghartig aan, met een uitdrukking van walging en diepe afkeer op zijn gezicht.
'Zo, Potter.... Ik heb hier iets wat aan jou toebehoord, zo te zien. Een brief.'
Een afschuwelijk, onheilspeillend gevoel gleed in James' maag en versnelde zijn ademhaling. Hij deed alsof hij geen flauw idee had waar Sneep het overhad, maar zijn hart bonsde in zijn keel en bevestigde het tegenovergestelde. Waar Sneep het vandaan had gehaald had wist hij niet, maar wel dat het groezelige, vergeelde perkament een maand geleden was beschreven. Elk woord wat er in donkerblauwe inkt op stond herinnerde hij zich. Hij drong de herinneringen weg, maar de ogen kon hij niet ontwijken. Duizenden priemende, groene ogen, met een gebroken glinstering erin.
Hij wist heel goed wat Sneep in zijn handen had. De brief.
De grap van vorige maand.
Benauwd staarde James naar de brief in Sneeps hand. Het drukkende gevoel werd erger, de muren kwamen op hem af. Ergens in hem een ongekend verlangen naar blinde wraak op. Alle verwarde gevoelens en irritaties van de laatste maand gloeiden in zijn buik. Zijn ogen schoten vuur en uit zijn hele houding zwelde op. Sirius schrok van zijn blik vol zelfhaat en wreed verlangen. Hij stond bekend om zijn uitbarstingen af en toe, maar nu fonkelde er iets in zijn ogen wat nog nooit eerder iemand bij hem gezien had. Vurige, pure woede. |
_________________ If the Boy Who Lived
wasn't born:Travel of Doom |
|
  |
 |
Tessa Tinkels
Volleerd Tovenaar


Verdiend:
5 Sikkels
Woonplaats: Where I've never been before
|
Geplaatst:
Do Sep 22, 2005 16:47 |
 |
Heb ik ein-de-lijk mijn nieuwe schrijfles af, kijkt er geen mens naar om! Nou ja...
[/verontwaardigt]
Maar goed, het nieuwe stukje voor AtL is dan dus ook eindelijk af Iets waar meerderen op gewacht hebben *Kijkt opvallend lang naar een meisje dat heeeeeel goed weet dat ik haar bedoel ^^ *
Lily's stukje is een beetje kort, maar James' stuk is erg lang Hopelijk maakt dat het een beetje goed Maar normaal was het omgekeerd, dus geen protesten graag Heel erg bedankt trouwens, voor de vele reacties!
Dit hoofdstuk bevat trouwens veel informatie... Jullie gaan veel te weten komen!
Liefs,
Kimberly
Painfull madness
[ Lily ]
De mengeling van afkeer, woede en spijt glansde in zijn ogen en ik bleef verstijfd staan, de zware boeken uit de bieb nog in mijn hand. James' ogen blonken in het vage licht dat naar binnen viel en zijn lichaam bewoog stram, terwijl hij met grote stappen op Sneep afbeende, wiens ogen even kil en achteloos bleven als altijd. James griste het perkament uit zijn handen, en op dat moment wist ik wat het was. Ineens drong de diepe afkeer voor James weer omhoog. Ik herinnerde me alles, met haat in mijn hart. Zou ik het ooit kunnen vergeten?
Nee.
Mijn hart zou altijd bloeden. Vanwege de pijn van Jack, maar het had meerdere redenen. De brief. De afschuwelijke streek van James.. Flitsen vlogen door mijn hoofd. Flarden van de hele gebeurtenis...
FLASHBACK
Een woedende kreet galmde door de gang, gelijk gevolgd door een bulderend gelach. Ik balde mijn vuisten en hief ze op, maar mijn handen verslapten weer en ik liet ze zakken, mijn ogen vol ongeloof.
Potter... hoe had hij dit kunnen doen?
Opnieuw kwam er geluid uit mijn mond, maar geen schelle kreet dit keer. Het was een zacht, haast onhoorbaar geluidje, wat van alles had kunnen betekenen. Met hangende schouders stond ik hulpeloos naar het tweetal te kijken.Zwarts lachte blaffend en dat allarmeerde de leerlingen in de buurt van ons. Al gauw kwamen ze van alle kanten toegestroomd. Sommigen vroegen zich af wat er aan de hand was, maar veel meer lachten met Zwarts mee, zonder te weten waarom. Ze lachten altijd met hem mee...
Verbitterd wendde ik mijn blik naar de grond en deed mijn best niet naar Potter te kijken. Die lachte ook, al deed hij het iets minder overdreven. Ik slikte moeizaam. Het was geen troost. Ik besefte dat het alleen maar een teken was dat het hem allemaal echt amuseerde, en dat het geen zielige poging was de aandacht te trekken.
Een gloeiende haat stroomde door mijn aderen. Al vanaf het moment dat ze hun eerste grap met mijn uithaalden, maar nog nooit waren ze over grens gegaan.De grens die mij veilig had gesteld van de echte, diepe pijn. Ik zuchtte en voelde de woedende kracht zich bundelen. De woorden borrelden omhoog, in een woordenstroom die ik niet wilde of kon tegenhouden. Scheldwoorden vlogen door de gang, gedragen door een stem die de mijne niet leek te zijn. De meesten leerlingen sprongen van schrik achteruit, op de tenen van de kinderen achter hun en veroorzaakten zo een luide, samenhange kreet uit honderden kelen, gevolgd door talloze doffe bonzen, van de leerlingen die achterover vielen en een kettingbotsing veroorzaakten. In een tel lagen alle leerlingen in de gang op de grond, behalve ik, Jack en Potter. Zwarts lag inmiddels ook letterlijk op de grond van het lachen en hield zijn armen stevig tegen zijn buik aangedrukt.
'Hoe kunnen jullie hier de humor van inzien?!' riep ik. De tranen stroomden over mijn wangen en mijn gezicht was gekweld vertrokken. Jack grinnikte wat, maar werd overstemd door mijn stemgeluid.
'IK BEN HET ZAT, POTTER! DIT IS HET DEFINITIEVE EINDE!' het einde waarvan wist ik zelf niet zo goed, maar het waren de woorden die uit mijn hart omhoog kwamen en ik gooide mijn ziel en zaligheid in de uitbarsting. Geheimen, voorzichtig bewaarde geheimen leken zo waardeloos na deze grap. Waarom had ik ze zo heimelijk gekoesterd?
'SNAPTE JE HET DAN NIET? IK KAN NIET GELOVEN DAT JE DIT GEDAAN HEBT! JULLIE ZIJN OVER DE GRENS GEGAAN! IK BEN HET VERDORIE SPUUGZAT!'
Mijn stem stierf weg.. De beelden vervaagden...
EINDE FLASHBACK
Mijn ademhaling trilde en was onregelmatig. Het stuk perkament had zoveel verwoest. Het had weggestopte verlangens en blijdschappen omhoog gehaald, die ik erna weer diep weggestopt en vergeten had. Maar ik zou ze nooit echt kunnen vergeten... Een diepe zucht deed al mijn vragen wegstromen en ik leed de pijn vanbinnen die ik toen had gevoeld. Onbegrip kruiste het pad van mijn gedachtes en door een waas van tranen staarde ik roerloos naar James en Sneep... James' gezicht stond zo gepijnigd dat een sprankje hoop weer opkwam... Maar het werd genadeloos vernietigd door James beweging. Het was niet beter. Anders, dat wel. Maar niet beter.
[ James ]
Vaag zag James hoe Lily om de hoek kwam en halt hield. Haar houding maakte een verloren, gekwelde indruk. Hijzelf ook. Sirius zij wel eens dat hij te angstaanjagend voor woorden was als hij kwaad was, maar op zulke momenten ging alles in een roes. Hij keek Sneep met vernauwde ogen aan en bewoog zijn schouder naar achteren. Een teken om uit te halen.
Een jachtige ademhaling klonk in zijn oren en hij besefte dat het dezijne moest zijn. Het geluid werd bijna overstemd door het onophoudelijk gesuis in zijn oren en drong maar half tot hem door.
Nog steeds huisde er een verschrikkelijke warboel door zijn gedachtes. Woorden, herinneringen, spijt en schuldgevoelens drongen door elkaar heen en pijnigden zijn gedachtes. Alles gebeurde door een waas van verwoest verlangen en gekwelde pijn. Hij merkte professor Anderling niet op, die ontzet naast Lily was blijven staan. Hij zag Sirius niet, die fronsend naar hem keek. Iedereen loste op in een waas van onrustige kleuren. Hun stemmen stegen op als een soort gegons van kilometers ver. Hij zag alleen Sneeps verwrongen gezicht, maar diens kille gelaatstrekken bleven achteloos terwijl hij met een woedende grom ook zijn arm naar achteren boog. Zijn onverschillige blik verdween pas, toen James' hand woest naar voren vloog. James voelde het gebeuren als in een slowmotion. Lily's woorden galmden door zijn hoofd en van alle kanten keek ze hem verbitterd aan. De dingen hadden niet zo mogen zijn. Alles was anders gelopen dan ze beiden hadden gewild.
Met een doffe klap kwam zijn vuist tegen Sneep. Even bevroor alles en raasde de woede door James' lijf, terwijl alles en iedereen stilstond en de lucht haast trilde van de spanning. De kracht waarmee zijn vuist Sneep in zijn gezicht raakte, was te groot om te kalmeren. De adrenaline schoot door zijn hele lijf en inmiddels keken tientallen ogen toe hoe de tijd ineens weer verder schoot en hij met een woedende ogen toekeek hoe Sneep tegen de grond smakte. Hij bleef even jammerend liggen en gromde zachtjes. James draaide zich om en liep met frote, felle stappen weg. De hoek om vluchtend, bijna honderd beduusde en geschrokken leerlingen achterlatend.
Zijn handen trilden, hij zag het. Nog steeds suisden zijn oren en vermengden de contouren van muren, deuren en hallen zich met elkaar in een grote warboel. Hij hield halt, bang om ergens tegenop te lopen. In de verte klonken verschrikte kreetjes, die samensmolten als een gezamelijke, hoge gil. Hij sloot met moeite zijn ogen en probeerde te ontspannen, maar zijn vingers bleven krampachtig in in zijn handpalm drukken en zijn hele lichaam was verstijfd van de schok, de spanning, de verbittering.
Al sinds de de dag dat Lily hem uitvroeg, vroeg hij zich af wat er aan de hand was. Wat er met Lily aan de hand was, eigenlijk.
Er gloeide nieuwe hoop in hem, al vanaf het moment dat Trewin het uitmaakte met Lily. Nieuwe ronde, nieuwe kansen?
Hij zuchtte. Nee. Hij had zijn laatste kans verspeeld.
Aangeslagen verfrommelde hij het stuk perkament dat pijnlijke littekens leek te branden in zijn huid. Een weifeling ging door hem heen. Herinneringen...
James' ogen vulden zich met tranen. De brief had alles kapot gemaakt. Maar vanaf een vreemde, onwennige hoek gezien was het het enige tastbare bewijs dat Lily ooit iets voor hem gevoeld had. Hij probeerde het propje weer uit elkaar te halen zonder te weten waarom en streek de brief glad. Scheuren trokken de woorden uiteen, maar de gevlekte inkt was niet hetgene wat hem weerhield de brief te lezen. Hij kende de woorden al, de boodschap die erin stond.
Binnenin hem voelde alles leeg en verward aan. Wat was er allemaal aan de hand?
Alle verwarde gedachtes die door hem heen gingen verontrustten hem. De gedachtes aan Lily, aan de brief, aan zijn woedende klap van net. Hoe had het zo ver kunnen komen dat hij Sneep op een odrinaire dreuzelmanier knock-out sloeg? Waarom had hij het vage idee dat Lily om hem gaf? Gaf ze om hem?
Nee.
De woede dreef langzaam weer naar beneden en de stilte om James heen was ineens zwaar. Hij voelde zich leeg en vermoeid. Ineens had hij ontzettend veel behoefte aan zijn vrienden om hem heen. Vlug vervolgde hij zijn weg richting de leerlingenkamer.
Zijn vrienden zouden hem vast wel begrijpen.
Vast.
'Hoi!' hoorde James zodra het portret van de Dikke Dame openzwaaide.
'Hi, James!' piepte Peter. Remus keek hem peinzend aan. 'Hallo.'
'Hey Gaffel!'
Het hele groepje zat weer eens bij de haard. James zakte neer in zijn fateuil en liet zijn blik over zijn vrienden glijden. Ze keken hem stuk voor stuk afwachtend aan.
'Wat is er?' vroeg hij behoedzaam. Zijn stem klonk hem vreemd in de oren.
'Kunnen wij beter vragen,' grinnikte Sirius. 'Sneep een mep geven! Ik vraag me af of hij nu uithuilt bij zijn onvergetelijke teddybeertje...'
Hij trok een gezicht en James lachte; het leek hem ook geen prettig gezicht.
'Dat was ook geen slimme zet van je, he?' grijnsde Sirius. 'Sneep tegen de vlakte staan, waar Anderling onmogelijk nog dichter op had kunnen staan. En Evers stond erbij! Je grote liefde... Ben je wel goed bij je hoofd?' Sirius leek dat eigenlijk helemaal niet te betwijfelen: Hij lachte en gaf James een klap op zijn schouder.
'Ik denk dat Anderling zich dat ook afvraagt, James,' voegde Remus eraan toe. Peter volgde het gesprek met grote ogen, maar toen er een stilte viel, waggelde hij weg. Niemand vroeg zich af waar hij heenging en James merkte het eigenlijk niet eens op.
'Je zult ongetwijfeld nog een enorme preek krijgen! En strafwerk... Misschien weer geen zwerkbaltrainingen, James.' Met zijn blik weer op zijn ongelooflijk dikke boek gericht, volgde hij het verdere gesprek.
'Hoor eens, Gaffel...' Sirius dacht even na en James wachtte met zijn blik afgewend af.
'Waarom werd je zo kwaad om die brief? Wat is er allemaal aan de hand?'
James opende zijn mond, alleen maar om te beseffen dat hij daar zelf ook geen antwoord op had. Remus wachtte duidelijk af: hij had al minutenlang geen pagina omgeslagen en hield het boek op zijn kop.
De stilte was zwaar van verbijstering, maar werd al gauw verstoord door tikkende hakjes.
'Hai James,' smilede ze. Tisha was in geen velden of wegen te bekennen en Remus staarde naar de zwarte haren van Lauren alsof hij moest overgeven. Sirius fronste en James negeerde haar.
'Dankjewel,' fluisterde ze hees. James kokhalsde, maar reageerde nog steeds niet. Hij was verward, verbaasd en geirriteerd. En nu kwam er nog een of andere tuttebol zo slijmen dat ze, als ze niet uitkeek, door de hele leerlingenkamer zou glibberen. Diep vanbinnen koesterde hij nog steeds de hoop haar ooit aan de mondhoeken tegen de wand te plakken en vervolgens een schilderij kon hangen aan een streng haar, die zo stijf stond van magilak dat dat moest lukken.
'Wat dankjewel? Alsof ik ooit iets zou doen waar jij me dankbaar voor zou zijn! Je bent me al irritant genoeg, Lauren.'
'Oh!' Lauren keek hem geschokt aan, met knipperende oogleden. Sirius volgde het gesprek geinteresseerd grijnzend, maar Remus stond op, met zo'n ijzig kalme uitdrukking op zijn gezicht, dat hij niet anders als woedend kon zijn.
Ze hadden allemaal hun redenen om om de vreemdste dingen woedend te worden... |
_________________ If the Boy Who Lived
wasn't born:Travel of Doom |
|
  |
 |
Tessa Tinkels
Volleerd Tovenaar


Verdiend:
5 Sikkels
Woonplaats: Where I've never been before
|
Geplaatst:
Ma Sep 26, 2005 8:23 |
 |
Hellow!
Nou, voor de lezers is het FEEST! Ik beloof jullie dat de stukjes nu veel sneller gaan komen, want we hebben een laptop! Ik mocht tot voor kort dus maar om de dag achter de pc en kon dus mar om de dag typen, maar nu niet meer.. Mits ik deze week braaf niet teveel ga typen, want dan gaan "regels stellen"... Jeg... Ikk haat typregels... Je kunt inspiratie toch niet tegen houden? En ik kan mijn geliefde lezers toch niet laten wachten?
In ieder geval wordt in dit stukje ein-de-lijk bekend wat er in de brief stond. En ik waarschuw jullie, het was NIET lief van James ^^"
Liefs,
Kimberly
Everything is Gone
[ Lily ]
Hij was veranderd, maar niet op de manier die ik gehoopt had. Hij had Sneep niet vervloekt, maar had het bij de dreuzelmanier gehouden. Dat was een hele verandering.
Maar toch had hij het gedaan. Hij was kwaad geworden en had Sneep alleen maar gepest omdat hij bestond, zoals hij me tandenblikkerend had verteld vorig jaar.
'Lily! Wacht!'
Verbaasd draaide ik me om en grinnikte vervolgens om Sandy's blonde haren, die achter haar aan wapperden terwijl ze op me af gerend kwam. Kate liep een paar passen voor haar en hield abrupt halt, vlak voor mijn neus.
'Au!' Sandy merkte het te laat op, rende op volle snelheid tegen Kate aan en ze vielen samen op de grond.
Kate kreunde.
'Zo voelt een deurmat zich dus,' momelde ze grinnikend. Ik wierp haar een grijnzende blik en wachtte tot ze alletwee hijgend overeind waren gekomen.
'Wat dacht je van een meidenavondje? Wij drieen?'
Een stilte viel, terwijl ze me beiden enthousiast aankeken. Ik staarde nietsziend in de verte, met de tranen die weer omhoog kwamen. mijn gedachtes dwaalden af naar de wond die tijden geleden langzaam was genezen. Hij was nu in een ruk kapot gemaakt. De liefde voor Jack was weg. De baricade was vernield. De pijn van zes jaar geleden stroomde weer door mijn aderen. Was het tijd om eraan toe te geven?
'Oke!' klonk een klein, overdreven stemmetje. Ik besefte dat het de mijne moest zijn en beet op mijn lip. Jep, alles was weer terug. Alle gevoelens waar ik me de afgelopen vijf jaar veilig van had gesteld door een bescherming. Een bescherming die nu verloren was...
'Ik weet niet of ik dit wel leuk vind, Kate,' mompelde ik.
'Ssht!' fluisterde ze gebiedend. Op onze tenen tripelden we over de trap. Foppe was gelukkig nergens te bekennen, net als de felgele ogen van Mevrouw Norks.
Het was aardedonker in de enorme hal met alle vierhonderd-en-nog-wat trappen. Onze voetstappen maakten een schuifelend geluid, maar geen enkel schilderij merkte het op. We waren veilig.
Een huivering gleed over mijn rug.. Als we gesnapt werden... als Vilder erachter kwam dat we om elf uur 's avonds op weg naar de Noordertoren waren...
Morgenochtend weer lessen. Dan was het weekend weer voorbij en zat mijn hoofd waarschijnlijk weer te vol voor pijnlijke herinneringen.
Nauwelijks hoorbaar zuchtte ik. Kate giechelde.
Een half uur later kwamen we ein-de-lijk aan in het ruime, ongebruikte lokaal. De haard brandde zachtjes en de lange, sliertige vlammen wierpen een gezellig licht op de muren. Kate en ik slopen lacherig naar Sandy, die met een enorme berg chocokikkers, balonbruisballen en suikerveren op ons wachtte.
'Doen, durf of de waarheid,' besliste deze tevreden toen we allemaal in onze slaapzakken lagen te smikkelen van al het lekkers.
Opgewekt stemde ik ermee in.
'Lily?' vragend wendde Sandy zich naar mij.
'Waarheid.'
'Ga je je op gevaarlijk terrein begeven?' lachte Kate. Sandy grinnikte, dacht even na en vroeg toen nieuwsgierig: 'Beschrijf je droomjongen.'
Hoestend vloog ik overeind. Een stuk ballonbruibal was in mijn keel geschoten toen James' gezicht voor mijn netvlies flitste.
Droomjongen....
'Knap...-'
'Dat meen je niet! Sinds wanneer ga jij voor knap? Je hebt altijd tegen me gezegd dat het je om het innerlijk ging...' Kate keek me quasi-geshockeerd aan.
'Ik bedoel gewoon niet het uiterlijk van een te heet gewassen krokodil met paarse ogen...'
'Oke...'
'Gespierd...-'
'Gespierd? De jongens die jij leuk vind hebben meestal alleen spieren in hun grote teen! Het innerlijk, Lil! Denk aan het innerlijk!'
'Slim..-'
'Meer dan een hersencel? Maar dat wordt moeilijk met jongens, op sociaal gebied zijn ze erg zuinig in eht verbruik van kennis, ik-'
'Aardig'
'Weet je dat nou wel zeker? Natuurlijk is eht logisch, maar waar vind je tegenwoordig nog een aardige jongen?' Kate maakte een dramatisch gebaar en ik schudde lachend mijn hoofd.
'Moet ik hem nou beschrijven of niet?' vroeg ik grijnzend aan Kate. Ze lachte en zweeg. Het was rond twee uur toen we eindelijk van plan waren te gaan slapen. Dus toen ik als laatste eindelijk ook insliep onder het vredige privekoor van twee snurkende vriendinnen, was het pas vijf uur 's morgens. Nog twee slaapuurtjes tegoed. Dat waren er zeven te kort....
'Lily, Lily!'
Slaapdronken voelde ik het gesjor aan mijn schouders.
'Ze wil niet wakker worden,' fluisterde iemand.
'Laat mij maar even.'
Een paar minuten was alleen het gegrinnik het enige wat de ochtendstilte verstoorde, maar -
'AAAAAAAAAAAAAAAH!'
Een immens luide gil galmde door het hele kasteel, direct gevolgd door een vrolijke lach.
Hijgend van schrik sprong ik uit mijn slaapzak, mijn hand zonder toverstok in de aanslag. Mijn haren drupten op de vloer.
'Ah, ben je wakker?' vroeg Sandy.
'Schiet nou op, kom op, we komen te laat!' haastig ging ik mijn vriendinnen voor naar de Grote Zaal.
'Wie werd er pas wakker toen er een emmers ijkoud water over haar heen gegoten werd?' vroeg Kate lachend. Sandy grinnikte.
'Niet iemand die ik ken!' Opgewekt schoof ik aan de lange tafel, zo'n drie meter van Zwarts, James, Pippeling en Lupos vandaan.
'Ik denk het wel, hoor!'
'Oh ja?'
'Ja!'
'Niet waar!' Actief sloeg ik met mijn vuist op tafel, middenin een schaal huzarensalade. De drabberige brei plakte aan mijn handen toen ik hem eruit haade. 'Jak,' klonk er mopperend. Van alle kanten werd er gierend gelachen en we begonnen vrolijk een ontbijtgevecht. Binnen de kortste keren kon er niemand meer in de buurt van de Griffoendortafel komen, zonder bekogeld te worden met harde broodjes of uit te glijden over de ronddolende erwtjes. Leerlingen van andere afdelingen kropen op handen en knieen langs onze tafel terwijl wij ons best deden de boter uit ons haar te halen en tegelijkertijd een kan pompoensap als schild voor ons te houden, met in de andere hand een wapen. Dat wil zeggen: een appel, peer of een overgebleven croissantje. Het was gedaan met de pret toen Anderling met moeite haar lach inhield, terwijl ze vermanend straf uitdeelde. Met hier en daar een klodder botter in haar haren liep ze weg. Genoeg redenen om over de grond te rollen van het lachen.
[ James ]
'Maak dat je wegkomt!' brieste Remus. Laurens nepglimlach maakte plaats voor een verbeten trek om zijn mond. Remus sloeg zijn armen over elkaar en nam een defensieve houding aan tegenover de geschokte Lauren. Met een laatste blik op James en Sirius wandelde ze overdreven nonchalant weg.
'Opgeruimd staat netjes...' mompelde Remus. Sirius stapte op een blond meisje af dat net de leerlingenkamer binnenkwam en James' gedachtes dwaalden af. De brief...
FLASHBACK
"'Zullen we hem nu eindelijk voor Trewins neus laten "vallen"?'
'Okay,' lachte James. 'Ik ben echt benieuwd naar zijn kop, zeg...'
'Wat zal Evers kwaad zijn!'
'Ja,' antwoordde hij ietwat afgemeten. Hij sloot zijn ogen om de benauwde muren om hem heen te vergeten. Hij wierp een voorzichtige blik om de hoek. Trewin kwam er al aan, met Evers op zijn hielen. Vluchtig las hij de brief over. Het was niet nodig, elke letter was in zijn geheugen gegrift. Zijn ademhaling trilde terwijl hij met zijn rug tegen de muur de brief stevig in zijn handen hield geklemd. Hij voelde een brok in zijn keel komen toen hij ernaar staarde en wenste dat hij echt was.
Lieve James,
Hoe gaat het met je? Oh James, ik mis je zo. Terwijl ik aan de zijde van Jack loop, voel ik mijn liefde voor jou diep weggestopt. Maar het vloeit door mijn aderen, ik kan er niets aan doen. Heel vaak denk ik eraan hoe het zou zijn als jij de jongen naast me was. Als jíj steeds een hand door mijn haren haalde..
Kunnen we dan niks doen? Kan ik niet gewoon tegen iedereen zeggen dat ik van jou houdt, en niet van jou?
Want dat is de waarheid. Ik houd van je.
Lily
Hij slikte een paar keer. Zijn hart bonkte in zijn keel en in gedachten voelde hij de veer weer tegen zijn vingers schuren terwijl hij hem in de inkt doopte. Waarom deden ze het eigenlijk?
Talloze schuldgevoelens maalden door zijn gedachtes terwijl hij langzaam overeind kwam en een gemaakt lach uitstootte. Met stramme, onwerkelijke bewegingen liep hij de hoek om, gelijk gevolgd door een binnensmonds lachende Sirius.
Terwijl ze recht op Trewin afliepen lachten ze. In een paar tellen later lag de brief voor Trewins voeten op de grond en hielden James en Sirius gespannen halt, toen ze een woedende kreet door de gang hoorden galmen. Traag draaide het tweetal zich om en keken recht in de woedende ogen van Lily.
James kineep een tel zijn ogen dicht, wetend dat er een uitbardsting ging komen. Sirius lachte inmiddels zo blaffend dat de leerlingen simpelweg van alle kanten toestroomden. James lachte ook, maar vanbinnen brak zijn hart in duizenden stukjes. Met een gebroken blik wachtte hij af.
EINDE FLASHBACK
James staarde roerloos voor zichzelf uit en voelde de hoop als een warme gloed door hem heen stromen. Voor zijn ogen zag hij nog steeds de zo gebroken, verdrietige Lily. Hoe had hij het ooit kunnen opbrengen de brief te schrijven? Om alle gevoelens voor haar te ontkennen?
Sirius wierp hem fronsende blikken toe terwijl hij een arm om het blonde meisje heen sloeg, maar hij vroeg niks. Ook Remus zweeg. Ze hielden allemaal hun mond over de brief die alles had verwoest. Zoals het vertrouwen in elkaar. Het vertrouwen dat ze niet te ver zouden gaan. Mistroostig vroeg James zich af of er ooit nog een woord gerept zou worden over de brief.
'Hey James!' Lily kroop over de grond naar hem toe met die mooie glimlach van haar om haar lippen getrokken. Haar ogen ontmoetten dezijne en even zag hij zijn eigen wanhoop weerspiegeld. Gauw duwde hij de gedachtes weg en raapte het zoveelste verdwaalde erwtje op. De hele Zaal was leeg, iedereen was nu in de klaslokalen. Behalve hij, Remus, Sirius, Lily, Kate Camin en Sandy Muys. Anderling had hen opgedragen de Zaal erwtjes- boter, broodjes- en croissantjesvrij te maken zonder toverkracht. Vilder hield de wacht en leek in zijn nopjes. Een boosaardige glimlach lag om zijn grauwe gezicht.
'Hoe is het?' vroeg ze. Duizenden twijfels onderbouwden haar zachte stem.
James kwam overeind en liet zijn blik rusten op de rode, golvende haren van Lily. 'Goed hoor, met jou?'
'Ook wel...' Haar stem stierf weg en ze hield haar ogen angstvallig op de grond gericht, terwijl ze vlak naast James overeind kwam. Hij voelde haar hand langs de zijne strijken en haar ademhaling langs zijn wang strijken terwijl hij zijn schouders liet hangen. Waarom deed ze dit?
Hij schudde zachtjes en afwerend zijn hoofd, maar Lily's ogen stonden vol hoop en ongekende vreugde, terwijl haar vingertoppen zijn hand opnieuw kort aanraakten. Het was zo'n hoopvol gebaar dat James verlangens voelde loskomen. Met langzame, voorzichtige bewegingen nam James haar lange, slanke handen in dezijne en trok hij haar ietsje naar zich toe. Lily sloot haar ogen, maar boog niet dichterbij. Traag opende ze haar oogleden weer en een glimlach gleed over haar gezicht, terwijl James een arm om haar middel wilde slaan. Maar ineens, zonder enige reden, schrokken ze beiden. Vol pijn in haar ogen deed Lily een stap achteruit, precies op het moment dat James' houding verslapte en hij haar los liet.
Dat was het. Hij moest haar loslaten. Hij moest zijn gevoelens toestaan te verdwijnen. Maar waarom liet Lily dat niet toe?
Met een zucht keek hij naar Lily, die verder ging met opruimen. Niemand leek iets opgemerkt te hebben.
James' trillende ademhaling was bijna onhoorbaar door het bonkende, luide geluid van zijn hart. Een steek ging er doorheen toen hij het perkament van de brief in zijn zak voelde zitten. Het gloeide, brandde in zijn huid en liet littekens achter die uiterlijk niet zichbaar waren.
Een zucht verstoorde de regelmaat van geluiden. Moedeloos telde hij de stappen die hij nam en liet hij zijn blik herhaaldelijk over de trappen glijden. Alleen maar omdat hij het beeld keer op keer weer vergat. Eindelijk was hij bij de leerlingenkamer. Hij luisterde naar de horde leerlingen die door de gangen stroomden nadat de bel ging. De leerlingenkamer was uitgestorven. Hij zuchtte toen hij dacht aan Sirius, Remus en Peter. Ze waren alledrie nog aan het werk in de Grote Zaal. Hij was ertussen uitgeknepen, gevlucht voor de pijn. Uitdrukkingsloos staarde hij hoe de vlammen in de open haard steeds kleiner en zwakker werden. Uiteindelijk was een klein sliertje rook het enige wat overbleef. Een paar tellen later laaiden de vlammen ineens weer hoog op en verbergde het vuur alle asresten.
Ging het zo ook met hem en Liy? Zou hun vuur traag en pijnlijk doven? Zou er bij hun ook nieuw vuur komen?
Een pijn schoot door hem heen. Trewin vormde geen drempel meer. Ze hadden vrij spel.
Toch durfden ze geen van beiden de stap over de grens te zetten. Voelde ze echt hetzelfde als hem? Wílde zij de stap wel nemen?
'Hallo James..' klonk een aarzelende stem. Verbaasd keek James naar Lily. Ze kroop naast hem op de bank en glimlachte flauwtjes.
'Hallo...'
'Maar hoe is het nu echt?'
Onderzoekend nam hij haar in zich op. Waar wilde ze heen?
'Ik bedoel...' ze zweeg even. 'In verband met je moeder...'
Een loodzwaar gevoel plofte op zijn maag. Bijna had hij alle gedachtes over zijn vertrek van Zweinstein verdrongen. Maar nu besefte hij weer dat hij weg moest.
Met een lege, vermoeide blik keek hij in Lily's groene ogen.
'Ik weet het niet...' |
_________________ If the Boy Who Lived
wasn't born:Travel of Doom |
|
  |
 |
Tessa Tinkels
Volleerd Tovenaar


Verdiend:
5 Sikkels
Woonplaats: Where I've never been before
|
Geplaatst:
Vr Sep 30, 2005 20:14 |
 |
Hay!
Wow, weer bedankt voor de vele reacties! Nou, jullie merken vast wel dat er nu zo'ne oude, krakkemikkige laptop hier in huis staat waar ik er-rug vaak op typ. Mijn ouders weer geiiriteerd door dat vlugge geluid Ik typ namenlijk erg hard en snel ^^
Maar het nieuwe hoofdstuk is dus weer af. Er komt volgens mij wat meer lachen en humor in, de laatste stukjes. Best een verbetering, want naar mijn mening werd het ee beetje te saai. En de subtiele hints werden te subtiel Voor degenen die James gevoelens nu voor geen meter meer snappen (wie zou ik nu toch bedoelen? ) , aan het eind van dit hoofdstuk is het toch wel duidelijk, lijkt me.
Nou, veel leesplezier!
Liefs,
Kimberly
Caring
[ Lily ]
Mijn voetstappen gingen snel en verplaatsten mij vliegensvlug door de gang. om me heen volgden talloze schilderijen nauwlettend mijn bewegingen. Maar ze kwamen er algauw achter dat ik uiterlijk niets meer deed dan lopen en al gauw vervolgden ze hun gesprekken.
Vanbinnen vluchtte ik. Ik vluchtte van mijn vliegende gedachtes en de steken in mijn hart. Ze stopten niet, ze gingen maar door. Jacks ogen waren nog steeds op mij gericht vanuit de duisernis die zich alleen aan mijn ogen toonde. Maar twee andere ogen vergezelde elk paar gehate blauwe ogen. Hazelbruine, wanhopige ogen. Ze weerspiegelden mijn gedachtes en ik vluchtte ervoor weg. Ik kon het hem niet vergeven, dat wist ik. De letters van de brief speelden voor mijn ogen terwijl ik vijf trappen op liep.Mijn bewegingen werden gestremd door twijfels en pijn en waren traag. Ik onderdrukte het nerveuze, missende gevoel in mijn maag en stapte de uitgestorven leerlingenkamer binnen. Met meergeslagen ogen liep ik richting de open haard. De vlammen verspreidden een warmte die ik over mijn hele verkrampte lichaam voelde glijden. De spanning gleed een eetje van mijn af, tot ik bekende zwarte haarplukken boven de leuning van de bank zag uitsteken.
Ik aarzelde even. 'Hallo James...'
Hij was zichtbaar verbaasd terwijl ik naast hem ging zitten.
'Hallo..'
'Maar hoe is het nu echt?'
'Ik bedoel... met je moeder..'
'Ik weet het niet,' antwoordde hij zachtjes. Ik liet mijn blik over zijn vermoeide gezicht glijden en een zucht bleef tussen ons in hangen. Ik wist dat ik hem hiermee overviel. Ik wist dat hij het had geprobeerd te vergeten om zich vast te houden aan een illusie, maar ik wist ook dat de pijn daarna dan veel heviger zou zijn. Net als bij mijn plan... Waarom had ik mijn geweten al die tijd verdrongen? Waarom had ik niet geluisterd naar mijn verstand? Met neergeslagen ogen probeerde ik de vragen weer terg te dringen. Ik had mijn plan uitgevoerd, maar ik kon de wetenschap niet aan dat James dan net zoveel zou lijden als Jack mij had laten lijden. Zou het pad dat ik bewandelde zich ooit bij dat van James voegen?
Met een verontschuldigende, gekwelde blik stond ik op en liep naar de Slaapzaal. Tien minuten later had ik mijn tas ingepakt en vertrok ik naar Kruidenkunde. De ochtendlessen had ik stuk voor stuk gemist en na een blokuur in de de kassen zou de schooldag weer voorbij zijn.
Met gebogen schouders en mistroostige ogen stapte ik door het portretgat.
'Het kan altijd nog, Lily,' mompelde Sandy, die ik onderweg tegen kwam. Ik slikte en keek haar vaag verbaasd aan. De tranen sprongen in mijn ogen.
Moedeloos vervolgde ik mijn weg naar de kassen.
'Hallo Lily..'
'Hoi!' Ik deed mijn best opgewekt te klinken en hees mijn schooltas hoger over mijn schouder terwijl we wachtten langs de glazen wanden van de kas.
'Volgende week zaterdag mogen we weer naar Zweinsveld he?' vroeg ze aarzelend.
'Ja.'
'Heb je een date, of gaan we samen?'
Kate keek me aan met een blik die er gespannen uitzag. Fronsend hield ik mijn hoofd schuin en keek haar aan.
'Ik denk dat ik ook maar voor een date zorg, want jij hebt al een date..'
'O- oh ja?' stamelde Kate. Ze glimlachte.
'Zeker weten!' bevestigde ik. 'Kom op, professor Stronk is er.'
Zwijgend ondergingen we een les over Gifzwammen.
'Met wie ga jij dan?' klonk een nieuwsgierige stem. Ik keek Kate plagend aan.
'Met de reuzeninktvis, duh!' grijnsde ik.
'Okay! Ik met Sirius.'
Het was even stil.
'WAAAT?' met grote ogen staarde ik haar aan. Een klein glimlachje speelde om mijn lippen, maar mijn blik was een beetje bezorgd. Ik wist dat Kate Zwarts een stuk vond, maar niet of ze verliefd op hem was. Zwarts zou haar hart breken...
'Maar dan ga jij dus alleen...'
'Niet! Met de reuzeninktvis,' herhaalde ik quasi-verontwaardigt. Een beetje teleurgesteld staarde ik weer naar het water, terwijl we onder de boom aan het meer gingen zitten en ons verscholen onder de schaduw van de bladeren. Het water golfde zachtjes en het gras speelde in de wind.
'Zullen we met zijn allen gaan?' stelde ik blozend voor. Een beeld dreef voor mijn ogen...
'Met James, Remus en Peter erbij?'
'Sinds waneer noem je hun allemaal bij hun voornaam?'
'Goed dan. Omdat jij anders opgezadeld zit met een reuzeninktvis die eruit ziet als een geknipte zeekoe.'
Ik lachte. 'Hoe ziet die er dan uit?'
'Geen idee.' En weg was ze. De groep jongens een stuk verderop was zichtbaar verbaasd door het voorstel en begon druk te praten met Kate. James' ogen leken even naar mij te flitsen, voor hij instemde en Kate weer op mij afkwam. Had ik het goed gezien? Ik sloeg mijn ogen neer en voelde de twijfels in mijn blik brandden. Voelde hij nog steeds wat voor me? Ik zou hem de brief nooit kunnen vergeten. Jack had zich er niks van aan getrokken, maar het had me pijn gedaan. Het idee dat hij dat aanzag voor een grap, had me gekwetst..Het deed er niet toe wat de gevolgen waren. Het ging erom wat die hadden kunnen zijn. Het ging erom dat hij zo'n brief voor een grap aanzag.
'Ze gaan mee!'
Ik glimlachte en duwde abrupt mijn verwarde gevoelens weg. 'Mooi zo!'
'Professor?' vroeg ik voorzichtig.
Stilte.
'Professor Dilius?!'
'Een kopje thee, graag,' murmelde de pluk grijs dat op het bureau lag. Onmiddelijk lachte iedereen, maar mijn uitdrukking bleef strak en ik keek afkeurend naar de man die ons les hoorde te geven in toverdranken.
'PROFESSOR!' herhaalde ik. Traag kwam de vergrijsde man omhoog en staarde zijn leerlingen glazig aan. Hij was duidelijk nog niet helemaal wakker en Kate had dit keer geen emmer water bij de hand.
'Vandaag.. gaan we.. het hebben.. over de ver..-'
Met een plof belandde zijn gezicht weer op het houten bureau voor hem en vlak daarna vulde het geluid van luid gesnurk het lokaal. Vrolijk begonnen de leerlingen elkaars huiswerk over te nemen en smeten met inktpotjes door de klas.
'Potter!' In een oogwenk stond Sandy voor James. Ze wisselde vluchtig een blik met mij uit en leek moeite te doen niet in lachen uit te barsten.
'Bedankt voor de rat,' glimlachte ze afwachtend. Sirius en James grijnsden breed.
'Maar hebben jullie er bij stilgestaan dat in een boekentas zitten niet erg comfortabel is voor zo'n rat....?'
'Nee,' antwoordde James prompt. Siris lachte en voegde eraan toe: 'Maar het is maar een getransfigureerd inktpotje.'
Lachende glipte het tweetal langs mij, Sandy en Kate en lieten nog een stel Huffelpuffers struikelen, voor ze door de deur van het lokaal verdwenen.
'Nee, daar moet het beest blij mee zijn!' riep Sandy hen achterna. Met een laatste, geergerde blik op Dilius wandelden Kate en ik het lokaal uit.
'Wat is Dilius toch een grijze pluis,' verzuchtte Kate.
'Een vergrootte mix tussen een kobold en een kabouter met een buik die bijna op de grond hangt en haar dat verdacht veel weg heeft ijzeren wormen komt meer in de buurt.'
'Okay, jij je zin!'
'Kist is nog interessanter! Volgens mij is er zojuist een record behaald!'
Kate lachte. 'Welke dan?'
'Het feit dat tijdens een les niet de leerlingen, maar de leraar slaapt noem ik een record! Zou hij op een spijkerbed slapen ofzo?'
'Misschien teveel koffie gedronken...'
'Dat overkomt je niet elke dag.'
'Weet ik veel wat er met die grijze kabouterkobold is!' riep Kate lacherig. Ik grijnsde.
[ James ]
'Waar blijven die meiden toch?' vroeg James zich hardop af. Het was al bijna half twee en Kate en Lily waren er nog niet.
'Geen idee,' antwoordde Sirius fronsend.
'Ze zullen zich wel aan het opmaken zijn,' zei Remus.
Twee ogen flitsten voor James' netvlies, zoals zo vaak de laatste tijd. Ze waren groen en keken hem ongelovig aan. Ze waren dichtbij. Het donkere randje om de iris heen sierde de twee ogen. Een onrustig, drukkend gevoel lag op zijn maag, terwijl zijn gedachtes naar een andere plaats en tijd afdreven. De aanblik van het enorme kasteel van Zweinstein had zijn blik niet van haar af kunnen scheuren. De verwarring in haar groene ogen zou hem altijd blijven achtervolgen, terwijl de herinneringen zo levensecht waren dat hij haar bovenarmen nog in zijn handen gesloten voelde.
'Hey jongens!' riep ineens een opgewekte stem door de gang. Tien minuten later liepen ze eindelijk door de winkelstraten van Zweinsveld.
'Oh, wat een leuke schoenen!' riep Kate uit. Sirius werd onmiddelijk meegetrokken en de rest van de groep die zich in de inmiddels vijfentwintigste winkel vertoonde, sjokte verveeld achter het tweetal aan. James grinnikte toen Kate voor de zoveelste keer beteuterd mompelde dat ze te duur waren. Dat was niks gek ook, met een lege portemennee.
'Laten we alsjeblieft even pauze houden,' kreunde Remus.
'Twee sorbets met slagroom, een vuurijsje, een aardbeiencoupe geserveerd met ballonbruisballen, een bananesplit en... een glas water, graag.' Kate keek beteuterd terwijl ze haar eigen bestelde glas water opschreef.
'Je mag wel een hapje van mijn sorbet, hoor,' glimlachte Lily gul. Kate keek jaloers toen hun enorme ijsjes werden gebracht, maar het was haar eigen fout. Ze had zoveel gekocht dat we vijf stoelen hadden moeten bijschuiven om de vele tassen te huisvesten. Sirius ging schuil achter twee daarvan, maar stoorde zich daar absoluut niet aan. Het was duidelijk dat hij iets heel liefs bij Kate deed, want ze giechelde. Lily ontweek James' blik en hij staarde voor zich uit, naar de etalage van Voddeleurs Coutoure. Nog steeds dwaalde de vraag rond of ze dezelfde gevoelens had als zes jaar terug, in hun eerste jaar. Waarom gaf ze niet toe dat ze iets voor me gevoeld had?
Omdat ik er ook niet aan toegaf. Het antwoord schoot door mijn hoofd en elk woord, elke klank bleef nog lang nagalmen. De geluiden Kate's gechiegel en het gepraat van Remus vervaagden, terwijl mijn blik opnieuw bleef hangen op Lily.
Was het eigenlijk wel zo? Voelde hij meer voor haar? Was hij niet alleen... geinteresseerd in haar?
Hij schudde onmerkbaar zijn hoofd.
Hoe had hij dat ooit kunnen denken...
'Ik wil een foto,' besliste Kate ineens. Hijgend van vermoeidheid zette ieder zijn deel tassen neer en streek het zweet van zijn voorhoofd. Peter had de lichtste tas en James keek hem vernietigend aan. Had hij niet iets meer kunnen dragen?
'Ik eigenlijk ook..' Lily greep de kans om rustepauze te rekken, zakte neer in het gras en begon een grote zoekactie naar haar dreuzelcamera, die in een van de tassen moest zitten. Lachend keek James toe hoe even later het gras niet meer te zien was door de talloze rokjes, truitjes, sieraden, snoepbergen en schoenen die Kate had gekocht
'Hie is hij!' riep Lily ineens triomfantelijk uit. Gelijk hief ze het op als een wapen, richtte het op James en een tiende van een seconde later werden ze allemaal verblind door een lichtflits.
'En nou heb ik je!' grijnsde ze. James griste de camera uit haar handen, bekeek het van alle kanten en concludeerde dat hij het horizontaal moest houden. Met het ding op z'n kop tegen zijn neus gedrukt droeg hij Lily op aan de oever van het meer te gaan staan. Hij kon het niet laten een grap uit te halen..
'Één stapje achteruit. Je past er niet op.'
Hij tuurde door een klein raampje waardoor hij toekeek terwijl Lily gedwee een stapje achteruit deed. Sirius voorzag zijn grap en schaterde het uit, en terwijl Remus peinzend toekeek en Kate fronsend nadacht, zei James tegen Lily dat ze nóg één stapje achteruit moest doen. Met haar been al half naar achteren kreeg Lily ineens door waar hij mee bezig was. Ze wilde terug vooruit stappen, maar ze had haar gewicht al naar achteren verplaatst en tuimelde achterover met een halve salto het water in, waarop James werkelijk moeite moest doen om niet in lachen uit te barsten toen ze met een pluk zeewier midden op haar druppende haar weer boven water kwam.
Wat verdwaalde visjes lagen tussen het zeewier te twijfelen of ze nu gek waren geworden, of waren opgegeten door een reuzeninktvis en nu ergens in diens maag de weg aan het zoeken waren. Uiteindelijk verloste Lily ze van hun vragen door haar hoofd wilde te schudden en haar haren weer rood te maken in plaats van groen. Zwemmend bereikte ze de oever weer, plukte een zeëgel van haar broek en hees zich op de oever.
Zeewier, vis- en zeëgelvrij wendde ze zich naar James. Even aarzelde, maar met een schuin oog op Kate, die letterlijk plat lag van het lachen en met haar vuist tegen de grond sloeg, waagde ze het te lachen, in plaats van boos te worden.
'Ik begrijp dat je teleurgesteld was dat je je vrije zaterdag niet zou doorbrengen met de reuzeninktvis, maar wanhopig op hem afspringen vind ik toch ietsje te ver gaan!' lachte Kate.
'Wát? Vind je de reuzeninktvis leuk? En ik hoopte nog wel dat ik een kansje maakte,' zei James met een pruillip. Zijn blik kruistte vluchtig die van Lily en in één oogopslag zag hij dat haar ogen serieus stonden. De lach verdween van zijn gezicht en na eindelijk een foto te hebben gemaakt van de hele club, vertrokken ze nog nagrinnikend over Lily, die inmiddels een klein neetje droger was. Om haar schouders lag het spijkerjack van James en het slootwater uit haar haren drupten op de vloer en trokken een lang spoor over het bordes van Zweinstein.
James wist zeker dat de reuasachtig uitvergrootte foto van het hele clubje nog lang aan zijn muur zou hangen. Op de voorgrond prijkte Lily, met haar haren doorweekt om haar gezicht hangend en een brede glimlach om haar lippen. Kate stond er bijzonder charmant op met haar ogen dicht terwijl Sirius' aandacht was gefixeerd op haar hand, die hij vasthad en triomfantelijk omhoog hield. Remus' wenkbrauwen waren omhooggetrokken terwijl hij degene achter de camera probeerde duidelijk te maken dat die hem op zijn kop en scheef hield en Peter was gestruikeld over James' voet, waardoor alleen een voet van hem zichbaar was, die trappelend omhoog stak en Kate bijna in haar gezicht trapte. James keek vanachter de camera triomfantelijk toe terwijl hij de min of meer mislukte foto nam.
De weken slopen voorbij. James voelde dat de aandacht van Lily volledig op hem gericht was. 's Morgens kwam ze naar hem toe en ze weken niet van elkaars zijde gedurende de vele middagen die op het uitje met de club volgden. Het was drie weken verder toen Lily onieuw het onderwerp aan sneed dat James zo zorgvuldig gemeden had.
'Ik weet het niet. Ik heb er nog geen oplossing voor,' antwoordde James mompelend. Lily staarde weer nietsziend in de verte, maar haar ogen stonden verdrietig en opmerkelijk leeg.
'Er moet toch iets te bedenken zijn... Kun je niet in de weekends naar haar toe gaan?'
'Dat is toch veel teveel gedoe.. De Express rijdt bovendien niet elke dag op en neer.'
Hij had nog steeds geen idee waarom Lily erover begon, maar op een vreemde manier gaf het hem een geruststellend gevoel. Hij had hulp.
'En je grootouders?' vroeg ze aarzelend. Haar blik kruiste die van James en hij hield haar ogen gevangen in zijn blik. Haar groene ogen glinsterden onder het felle licht van de kroonluchter. Ergens ver weg gilde een eerstejaars, maar de het stilzwijgen van hun overheerste en de lucht leek lichter en tintelender te worden. Gesuis in zijn oren, een nerveus gevoel in zijn maag.
Uiteindelijk verbrak Lily de magie en wendde ze haar blik af. James sloeg zijn ogen neer en voelde zijn hart in zijn keel kloppen. De hele wereld viel ineens weer in elkaar. Hij staarde nietsziend voor zich uit en herinnerde zich de woorden van Lily.
'Ik zal eens contact met ze opnemen.'
Nog even keek hij haar in de ogen, toen stond op en vluchtte weg. Het zou een oplossing kunnen zijn. Als zijn grootvader voor zijn moeder kon zorgen, hoefde hij niet te vertrekken.
Zijn gedachten dwaalden af van het besproken probleem. Terwijl hij zich op zijn hemelbed liet ploffen, stonden zijn ogen weer vol van het ongekende vuur. Een vuur dat al zes jaar brandde. Een vuur voor Lily. |
_________________ If the Boy Who Lived
wasn't born:Travel of Doom |
|
  |
 |
Tessa Tinkels
Volleerd Tovenaar


Verdiend:
5 Sikkels
Woonplaats: Where I've never been before
|
Geplaatst:
Do Okt 06, 2005 20:06 |
 |
Hoi!
Hehe, de typmarathon voor vandaag is weer afgerond. Het nieuwe stukje is klaar, inclusief wat gevoelige momenten, wat chagrijnigheid van Lily en een Flashback bij James, die waarschijnlijk eindelijk een belangrijke gebeurtenis onhtuld Maak ik jullie nieuwsgierig?
Mooi!
Leesze!
xxx Kimberly
ps: Dankjewel voor de reacties! *Happy*
I Will Never Forget
[ Lily ]
Met uitdrukkingsloze ogen keek ik James na. De blik in zijn ogen van net lag in mijn geheugen gegrift. Ik zou hem nooit vergeten.
Mijn blik dwaalde af naar de deur richting de slaapzaal van de jongens, waar ik James net door had zien verdwijnen. Mijn hart bonsde nog steeds onregelmatig door de verbindtenis, die ik net had gevoeld. De vonk, die tijdens onze eerste ontmoeting was overgesprongen, huisde nog steeds in ons geheugen. Waarom had ik zijn ogen steeds ontweken? Dat moest de fout zijn die ik in het begin had gemaakt, en die me de rest van mijn leven zou blijven achtervolgen. Als ik in zijn ogen had gekeken, had ik zijn ware gevoelens kunnen zien. Nu was het te laat. De gevoelens tussen ons waren verkeerd gegroeid.
Kon Sandy gelijk hebben? "Het kan altijd nog," had ze gezegd. Diep vanbinnen koesterde ik nog steeds hoop dat mijn zorgvuldig bewaarde geheim waarheid kon worden. Mijn geheim omtrent James. Maar mijn verstand zei me dat het te laat was, dat Sandy ongelijk had. Maar mijn hart bleef bonzen voor het geheim dat ik al zes jaar met meedroeg.
Terwijl mei overging in juni, vertoonde de zon zich vaker en buiten en werd het op gras in de koele zomerwind steeds drukker. De zonnestralen drongen binnen door de enorme ramen in de gangen. En elke dag, als ik op James afliep, vroeg ik me af wat er in hem omging. De vraag waarom hij die zaterdag middag zo'n grap met me had uitgehaald, werd steeds dringender. Talloze malen vroeg ik me af wat ik nu in godsnaam moest doen. Moest ik toegeven aan het verlangen dat ik al zes jaar had? Sinds het moment dat zijn vingers zich om mijn bovenarmen hadden gesloten, had ik hoop gekoesterd. Jack was ten tonele gekomen, en terwijl ik wist dat de band tussen mij en James verkeerd groeide, ging ik een relatie met hem aan.
Een beslissing, die ik nooit zo had moeten nemen.
De examens naderden en steeds meer leerlingen lagen languit in het groene gras buiten te studeren. Ik droeg mijn boeken elke dag trouw mee, als ik 's morgens op James afstapte en met hem, Kate en zijn vrienden de dag doorbracht. We waren een soort clubje geworden, nu Kate en Sirius serieus verkering hadden. Het was al een week aan (wonder!) toen we een paar weken voor de examens aan het ontbijt zaten, met onze boeken uitgestald over de afdelingstafel. Sirius en Kate lachten vaag op de achtergrond, terwijl ik de verschillende eigenschappen van een madragora in mijn hoofd probeerde te stampen. Remus praatte zachtjes met Sandy, die net even een praatje kwam maken en Peter was lichtjes an het panikeren toen hij na een uur opdreunen nog steeds de uiterlijke kenmerken van een weerwolf niet wist. Ik had geen zin hem te vertellen dat we dat vorig jaar moesten weten en ging gewoon door met stampen in de opmerkelijk stille Grote Zaal.
'Tik-tak-tik-tak-tik-tak'
Het getik van twee inmiddels bekende naaldhakken.
Ik voelde de vernauwde ogen op mij gericht, terwijl Lauren achter ons halt hield.
'Als we-'
'Houd je kop, Lauren!' onderbrak Remus haar. Zijn stem siste en Sirius en kate stopten meteen met lachen. Allemaal volgden we wat er komen ging, maar Lauren negeerde Remus. Ze boog zich verleidelijk naar voren, met het puntje van haar neus bijna tegen James' nek aan. Voor mijn ogen flitste het beeld waarin ze hetzelfde deed met Jack, voor ik merkte dat hij vreemdging. In een snelle, ongemerkte beweging stond ik op en hief tergend langzaam mijn toverstok. Het geroezemoes in de zaal verstomde toen ze mijn toverstok trillend zagen opgericht tegen Lauren.
Mijn jachtige ademhaling vulde de stilte in de zaal. Ik snoof minachtend. 'Ga weg.'
'Daar heb jij niks over te zeggen,' bitste ze terug. Ik vernauwde mijn ogen en hief mijn toverstok nog hoger op. Tranen van haat verdrongen zich een weg naar buiten in mijn ogen. 'O jawel...' siste ik.
Door twee spleetjes keek ik naar Lauren en hield haar woedende blik vast. Haar ogen flitsten ongemakkelijk door de ruimte, beseffend dat ieder hoofd in de zaal naar ons gewend was. Ineens leek ze de woorden terug te vinden en haar trillende stem schalde door de zaal toen ze zich een serie scheldwoorden leek te herinneren.
'GOOR KRENG! VUIL ACHTERBAKS IRRITANT ROTWIJF!'
'Wij zijn niet geinteresseerd in de woorden die jij als eerst leerde,' antwoordde ik koeltjes. Mijn blik schoot vuur, toen Lauren opvallend een hand op James' schouder legde. Onmiddelijk zette ik een stap naar voren en sloeg met een petsend, doordringend geluid de hand weg. Een paar tellen was het stil, tot ik leek op te zwellen van woede en mijn stem bulderend en gebroken de stilte vulde. 'GEMENE TRUT! HEB JE DAN NIET DOOR HOEVEEL PIJN JE ANDEREN AANDOET?'
Lauren leek er tegenin te willen gaan, wierp een blik op het kwade groepje vrienden van mij en bedacht zich. Ze klapte haar kaken op elkaar, draaide zich om en liep onder het tikkende geluid van haar hakken weg.
Verschillende meisjes slaakten kreetjes van mijn stemgeluid en een stel jongens van Zwadderich lachten. Ik wierp hen zo'n donkere blik toe, dat ze meteen ophielden en met elkaar begonnen te smoezen. De tafel van Griffoendor joelde en floot voor me, maar ik kon zelfs dat niet waarderen.
'Stom mens!' riep Lauren me nog na, vlak voor ze door de grote deuren verdween. Maar aangezien haar stemgeluid was aanzienlijk zwakker en haar uitroep was nauwlijks hoorbaar. Iedereen negeerde het.
Ik borg bevend mijn toverstok op en veegde ruw de tranen uit mijn ogen. Nog steeds jachtig ademhalend van woede ging ik zitten, viel half van de bank toen een uil bijna tegen me opvloog en zweeg de rest van het ontbijt, zelfs de opdringerige uilen negerend die de ochtendpost brachten. Kate betaalde uiteindelijk de uil die de Ochtendprofeet had gebracht en nam hem vervolgens aandachtig in bezit. Studerend en nog steeds woedend onderging ik een saaie, langdradige middag met minstens vijf preken tijdens de vijf lessen die we die dag hadden. Stuk voor stuk gingen ze over de examens, die eraan kwamen. Alsof we dat niet wisten.
'Wát een trut is Lauren toch,' klaagde ik tegen James na de lessen. Hij zweeg en hield zijn blik op de vloer gericht.
'Is er iets?' Ik hield mijn pas in en hielt uiteindelijk halt. James volgde mijn voorbeeld en staarde naar viertal vrienden die zich steeds verder van ons verwijderde. Ze hadden niet door dat ik en James achterbleven en sloegen de hoek om.
'Nee hoor! Wat zou er moeten zijn?' antwoordde James. Zijn blik was peilloos terwijl hij me eindelijk aankeek. Ik nam hem onderzoekend in me op, maar het enige wat ik concludeerde, was dat James me nog steeds niet recht aankeek. Hij maakte een gespannen indruk en herhaalde: 'Wat zou er moeten zijn?'
De woede van de afgelopen dag gleed langzaam van me af en ineens was ik doodmoe.
'Ik weet het niet,' mompelde ik. James sloeg een arm om me heen, maar merkte mijn gefronste wenkbrauwen niet op. Ik leunde tegen hem aan en sloot mijn ogen.
Was dit om de schijn op te houden? Om de waarheid nog een tijdje achter te houden, tot de oplossing zich meldde?
Of was het... echt?
[ James ]
Waarom moest ze net nu aan hem vragen of er iets was? Zijn arm om Lily's tengere, veel lagere schouders was vriendschappelijk en hij voelde een rilling over zijn rug kruipen. Angst vulde James' ogen terwijl hij nog steeds naar de grond staarde. Als hij haar nu tegen zich aantrok, zou de bedoeling van zijn rustende arm heel anders zijn. Dat wist hij. Dat wist Lily.
Een kleine beweging kon de hele situatie omgooien. Dan zou eindelijk duidelijk worden wat Lily wilde. Wilde ze zijn liefde beantwoorden, of hield ze hem opzettelijk op afstand?
Als het antwoord dat laatste was, had ze groot gelijk. De laatste dagen was het één grote puinhoop. Sirius verveelde zich met de dag steeds meer, flirtte met meer meisjes dan ooit en liet er uiteindelijk een record aantal barsten, omdat het toch steeds weer Kate was die aan zijn zijde in de gangen verscheen. Remus, hij en Lily vormden het tweede, niet-in-de-zevende-hemel-levende groepje in hun club vrienden. Het was eergisteren volle maan geweest en voor het eerst waren ze meer dan vijf keer bijna gesnapt.
En dan had je Sneep nog, die tegenwoordig nergens meer te vinden was. Sirius maakte het geen moer uit, James wel. Want als Sneep niet het slachtoffer van hun grappen was, was het Lily. De kans dat zijn laatste restje hoop terecht was, werd steeds kleiner. Hoe kon hij haar uitleggen dat hij James Potter was? Dat hij een bepaald imago moest hooghouden om zijn vrienden te behouden?
Want die waren alles voor hem.
Een zucht ontsnapte uit zijn mond.
Ja, het was allemaal één grote puinhoop geweest, de laatste dagen. Helemaal als je naging dat hij de afgelopen week het record van acht keer nablijven had behaald en zijn laagste beoordeling van de afgelopen zes schooljaren in de wacht had gesleept: een A
'James, wat is er mis?' Remus' ogen waren bezorgd op die van James gericht en hij wendde ze af terwijl Remus zijn huiswerk aan de kant schoof. De frons in zijn wenkbrauwen verdween en hij staarde nietsziend naar donkertes die zich alleen aan zijn ogen vertoonden. 'Alles gaat verkeerd,' fluisterde hij. Maar het geluid was onhoorbaar en de woorden vervaagden in zijn gedachtes.
Remus blik gleed over zijn vermoeide gezicht, maar zei niets.Een half uur later liet hij james alleen achter in de verder verlaten leerlingenkamer.
Het vuur flakkerde, terwijl hij links en rechts ogen op zich gericht voelde. Donkere, bruine ogen. En groene ogen. Altijd groene ogen. Hij verborg zijn gezicht in zijn handen en voor het eerst voelde hij de pijn, het verdriet scheurend door zijn lijf gaan.
De moeilijkste beslissing van zijn leven was gemaakt.
Zijn ogen waren steeds op de grond gericht in de dagen die op de donkere avond volgden. Wat kon hij anders doen, om de spijt in zijn blik te verbergen?
Zijn gebogen hoofd begon op te vallen. Steeds meer meisjes besloten hem op te vrolijken door zich aan hem vast te lijmen zoals fantastape met zijn slachtoffer, maar James besefte met pijn in zijn hart dat niks hem het komende jaar kon opvrolijken. Hij had gekozen voor zijn vrienden, maar die beslissing achtervolgde hem elke dag weer, tot de duisternis zich voor zijn ogen verspreidde en hij de gekwelde gedachtes kon ontwijken in de nacht. 's Morgens begon het weer opnieuw. Steeds wist de angst hem weer te vinden en hem te treiteren met de gedachte dat het vandaag misschien de dag was, dat hun vriendenclubje zou breken. Misschien had James moeten profiteren van de laatste dagen met Lily en Kate als vrienden.
Maar hij kon het niet over zijn hart krijgen.
FLASHBACK
Een enorm kasteel torende hoog boven hun uit. Een vage mist verhulde een deel van het gebouw, dat baadde in het maanlicht dat de volle maan hoog boven hun verspreidde. Met hoge snelheid daalden talloze regendruppels neer op de kleine hoofden die zich een weg baande langs de oudere leerlingen. De druppels spatten uiteen bij het neerkomen op de grond, maar geen sterfelijk wezen had door hoe precies dat de situatie van twee leerlingen zes jaar later zou weergeven.
Kleine, haast onopgemerkte golfjes verspreidde zich over het strakke oppervlak van het meer, terwijl een bootje langzaam over het oppervlak dreef. Tientallen ogen waren gericht op het kasteel, dat zich als enigste onttrok aan de drukkende duisternis. Het was tergend stil, op het zachte geluid van de regen na.
Niemand zag wat er zich afspeelde in het laatste, vrijwel lege bootje.
'Ik denk dat ik in Griffoendor kom,' zei een zachte, voorzichtige stem. Twee hazelbruine ogen gluurden naar het meisje tegenover hem, tussen zijn zwarte, warrige haren door.
Het meisje zweeg, maar haar blik ving die van hem en onmiddelijk keken ze beiden weer een andere kant uit. James' ogen staarden in de verte. De rode krullen van het meisje hingen los over haar schouders. De aanblik van haar verloren gestalte, zou hij nooit vergeten. Het was een herinnering die hem altijd zou achtervolgen.
De stilte was oorverdovend toen de meizerende regen eindelijk ophield en de drie jongens uit het bootje klommen. Twee jongens zeiden gedag tegen de derde en vertrokken haastig naar de droge vertrekken van het schoolgebouw, maar James Potter bleef staan en keek vanachter zijn brilglazen toe hoe het meisje als laatste uit de boot stapte. Met een grijns stak hij een hand uit om te helpen en sloot zijn vingers om de tengere, slanke hand van het meisje.
'Lily Evers,' glimlachte ze. Haar ogen ontmoetten opnieuw dezijne. Ze bleven staan, luisterend naar de stilte tussen hen in. Zachtjes gleden James' handen omhoog. Hun blikken waren vestrengeld in elkaar, terwijl zijn ogen zich vulden met een nieuw verlangen. Met een lichte, bijna tedere beweging nam James de bovenarmen van Lily in zijn handen. Hij begreep zijn gevoelens niet, hij begreep de stilte om hun heen niet, maar dat baatte niet. Het ging om hen, twee elfjarige nieuwelingen op Zweinsteins Hogeschool.
Ineens kwam de regen weer met bakken naar beneden en vluchtten de talloze leerlingen naar een droog heenkomen.
James en Lily waren gedwongen zich te veroeren, maar niet zonder van elkaars zijde te wijken. James en Lily was samen.
De laatste keer, voor een lange tijd.
EINDE FLASHBACK
Voetstappen. Een regelmatig, verstorend geluid in de stilte. Het enige dat licht verspreidde in de verlaten gangen van Zweinstein was de maan, die hoog aan de hemel stond. Een zucht verstoorde het geluid van de naderende voetstappen. Slechts twee paar ogen aanschouwden de gebeurtenissen die zich diep in de nacht in het kille kasteel afspeelden. Twee blikken die samen de oorzaak waren van alles wat die nacht gebeurde.
Terwijl de spijt hem steeds verder in het nauw dreef. |
_________________ If the Boy Who Lived
wasn't born:Travel of Doom |
|
  |
 |
Tessa Tinkels
Volleerd Tovenaar


Verdiend:
5 Sikkels
Woonplaats: Where I've never been before
|
Geplaatst:
Zo Okt 09, 2005 12:14 |
 |
Zo, ik heb vanmorgen het stukje gauw afgetyped, en mijn broer is zo aardig geweest te zeggen dat ik onder zijn computertijd wel even het mag posten... Wel onder de dreiging dat hij dat ook een keer onder mijn tijd mag... ^__^
Het posten gaat lekker snel tegenwoordig he? ^^ Vind ik wel iig. Hoewel het posten van stukjes in mijn non-hp verhaal met Agje Potter op een ander forum daar op een of andere zeeeeeer vreemde manier wat vertraagd... ^^" Hoe zat dat toch komen?
BTW: het eerste stukje is een droom van Lils, in de vorm van een herinnering. Misschien was dat niet duidelijk... o__O wat gaan jullie Lauren haten Ik ben zo benieuwd naar jullie gezichten wanneer jullie het laatste stukje lezen! Maar goed, dat zal ik moeten missen..
Leesze!
Liefs,
Kimberly
The Way Back
[ Lily ]
Ongelovige gedachtes, fluisterstemmen, voorzichtige bewegingen.
Een zacht licht van de volle maan, dat neervalt op de felrode krullen.
Groene, grote ogen die glanzend van de tranen het beeld voor zich niet geloven.
Een geschrokken gezicht, een ontkennende woordenstroom.
Zachtjes dansen de krullen op en neer als de wind erlangs strijkt.
Een geiiriteerd gezicht, een boos woord. Tranen die langs bleke wangen naar beneden druppelen.
Een stilzwijgend 'Nee.'
De blik in twee zwarte ogen, de haat van haar zus weerspiegeld. Een gebroken liefde. Tweemaal kapot gescheurd.[/i]
Hijgend schrok ik wakker. Mijn hart klopte jachtig tegen mijn borstkas, terwijl ik naar boven staarde.
De dag dat ik ze zag zoenen, flitste weer aan me voorbij. De tweede keer dat mijn vreugde bruusk kapot werd gescheurd. Het waren die keer opnieuw zwarte haren die het bleke gezicht van het meisje omgaven, maar de zwarte ogen behoorde niet toe aan Lauren.
Ze waren van Petunia. Mijn bloedeigen zus was degene die voor mijn breuk met Jack had gezorgd. Zij was degene die mijn hart onherstelbaar had beschadigt, door de gevolgen op haar zoensessie met Jack. De haat voor haar was nu net zo hevig als die voor Lauren, hoe vreselijk ze ook door mijn ouders werd behandeld.
De tranen die langs Laurens wangen liepen vormden een tweede herinnering die mijn hart nog pijnlijker liet kloppen. Het was een herinnering die zo verscheurend weergaf hoe nep ze was. Een herinnering die me hielp te onthouden dat ze ten allen tijde een masker op kon zetten. Huilend om de hals van Jack, was ze de eerste geweest die me liet zien hoe ontrouw Jack was.
Zwijgend luisterde ik naar de stilte, die als een zware mist in de slaapzaal hing. Af en toe verstoorde een uilenroep de regelmaat van geluiden. Mijn ademhaling was zacht en kalmeerde traag. James gezicht lag voor mijn netvlies. Ik beet op mijn lip toen ik in een flits hem weer zag als elfjarige eerstejaars. Nu pas besefte ik dat hij was begonnen met zijn grappen toen ik verkering kreeg met Jack.
Waarom had ik dat toen niet gezien? Waarom had ik "Ja" tegen Jack gezegd, terwijl ik wist dat er iemand was die meer van me hield?
Ik had alles verpest.
Vermoeid draaide ik me om, maar halverwege verstarde ik in mijn beweging. Mijn hart sloeg een paar slagen over, James' gezicht schoot voor mijn ogen en ik wist het. Kort kneep ik mijn ogen dicht, maar toen ik ze weer opende, lag hij er nog steeds. Ik zakte lusteloos terug op mijn matras, nog hijgend van schrik.
Ik veroerde me niet, terwijl de schrik van me afgleed en plaats maakte voor de pijn die de komende weken in mijn hart zou huizen.
Een kleine, parelachtige traan glansde in mijn ooghoek.
In het duister, waar alleen de maan me door het raam kon zien, voelde ik traag een traan naar beneden glijden, een diep spoor achterlatend. We hadden er nu beiden schuld aan, maar dat haalde de pijn niet weg.
Alles was kapot.
'HELLUPPIEEEEEEE!'
Ik sloot mijn ogen en luisterde naar de echo van Kate's stemgeluid. Nu ging het komen. Nu moest ik eraan geloven.
'WHAAAA!'
Lauren had blijkbaar besloten dat Kate's voorbeeld volgen misschien wel zin had. Haar stem was hoger en snerpender dan die van Kate en onmiddelijk schoot Tisha overeind, haar blonde haren alle kanten uit en haar ogen verschrikt open gesperd. Met een verstarde blik staarde ze naar het hoopje zwarte gewaden op de grond, met een half verscholen symbool op. Met fonkelende ogen prijkte een groene slang op het gewaad van Severus Sneep.
'JAMES POTTER!' riepen ik en Kate tegelijk. In mijn beertjes-pyjama stoof ik naar beneden, mijn krullen verward voor mijn ogen en mijn knalroze sloffen aan. Waar was hij? Mijn blik schoot naar de eenzame figuur, duister verlicht door het vuur in de haard. Hij keek niet op, toen ik op hem af rende. Hij wendde zijn blik niet af van de grond, toen ik voor hem halt hield en snuivend mijn handen in mijn zij plaatste.
'Moest dat nou? Was het verdomme nou echt nodig om Severus Sneep in een hoopje op onze slaapzaal te gooien?!' Mijn stem trilde en een onderdrukte snik verried de wanhoop, die ik zo gekweld probeerde te verbergen. "Ik heb het mis gehad," schoot er door me heen. "Ik heb het mis gehad. James heeft nooit iets voor me gevoeld."
Een pijnscheut brak mijn stem. 'Moest dat nou?' zei ik zachtjes. Mijn armen verslapten en mijn handen gleden van mij zij. Losjes hingen ze naar beneden.
'Ik snap jou niet meer, James.' De woorden waren nu zo zacht dat ze wegstierven voor iemand anders als James ze had kunnen horen.
'Het was maar een grapje,' probeerde hij te sussen. Met een verwilderde blik hief ik mijn gezicht weer op en keek hem aan, terwijl de tranen over mijn wangen stroomden. Ze droogden op toen mijn kwade reactie volgde. Enkele voorwerpen trilden in de kasten die langs de muur stonden, toen mijn stemgeluid zich een weg baande door de stilte van het slaperige kasteel.
'PROBEER HET NIET TE SUSSEN! BEGRIJP JE DAN NIET DAT HET ALLEMAAL NEP WAS?'
Een doodse stilte volgde, terwijl James' blik zwijgend over me heen gleed. Zijn ogen namen mij onderzoekend in zich op, terwijl ik mijn handen voelden trillen van schrik. Traag bracht ik een hand voor mijn mond en richtte mijn vergrote ogen op hem.
Ik had het gezegd.
Ik had het verdomme gezegd.
Hoe had ik die woorden over mijn lippen kunnen krijgen? Hoe had ik kunnen zeggen dat het nep was, zoals ik mezelf al die tijd voor had gehouden?
Het zout van een traan die op mijn lippen eindigde proefde ik niet. Ik zag kate niet schuin achter me staan, geschokt naar mij kijkend.
Ik zag zelf James niet, waarvoor ik dit allemaal had gedaan. De jongen waarvan ik nu pas doorkreeg hoeveel ik van hem had gehouden. Dat was over nu.
Met de smoes dat het een wraakactie jegens Lauren was, was ik zelf een tweede poging aangegaan. Maar die tweede kans had hij meer dan verspild.
Met langzame, afgemeten bewegingen draaide ik me huilend om, te geschokt over mijn woorden, te woedend over James' actie om iets anders te doen als vluchten.
Zou ik ooit nog van hem kunnen houden?
Misschien. Maar niet nu.
[ James ]
Met roerloze ogen keek James hoe Lily wegliep. Hij was verstijfd, kon zich niet bewegen terwijl bloed over zijn tong liep. Had hij op zijn lip gebeten?
'Okay. Zie je zo,' klonk de ernstige stem van Remus naast hem.
Zijn hart bonkte en schuurde in zijn keel. Had hij iets gezegd? Was dat zijn stem, die bevend gedag zei? Waren het zijn voeten die hem voortbewogen?
Steeds dezelfde, gewoontegetrouwe beweging. Snel, gehaast. Steeds jachtiger. Maar zijn ademhaling bleef kalm terwijl hij met zijn blik strak voor zich gericht door het portretgat klom en zich naar de Grote Zaal snelde.
Nep... Het was nep geweest.. Ze had het gezegd, het was hem niet ontgaan. Haar evenmin. Ze leek behoorlijk aangedaan na de uitsprak van die twee woorden, die nog steeds door zijn hoofd galmden; "Allemaal nep" .. Talloze herinneringen schoten voorbij. Beelden van Lily in hun eerste jaar, hun tweede, hun derde. Momenten dat ze samen waren in het vierde jaar, in het vijfde. Elk jaar hadden ze als water en vuur tegenover elkaar gestaan, beiden niet doorhebbend dat ze de spanning die tussen hen in hing moesten waarderen, Moesten snappen, om er wat goeds van te maken.
Hij slikte en dwong zichzelf een hap te nemen van zijn croissantje.
Het smaakte niet.
'Hey James...'
'Hay Sirius...'
'Biecht maar op aan oom Sirius wat er nou eigenlijk aan de hands is.'
Een paar seconde was het stil, terwijl James zijn broodje onderzocht op neergedaalde niet-meer-rondvliegende- eh... dingeses.
Niet dat die er konden zijn, maar goed.
'Okay, ik zal het niet blijven vragen. Als je maar weet dat het me echt spijt,' zuchtte Sirius.
Met een ruk keek James op. 'Dat je wat spijt?'
Sirius keek hem schuldbewsut aan en streek nerveus door zijn zwarte haren. Zijn stem was zacht terwijl hij zijn blik afwendde en antwoordde. De ondertoon in zijn stem vermorzelde zijn nonchalante houding en ineens kreeg James iets door.
‘Het is mijn schuld. Ik wilde weten of het nou echt was, tussen jullie. Ik-’
‘Je testte ons?’onderbrak James hem ongelovig. ‘Je hebt getest of ik voor jou of Lily zou kiezen…?’
Sirius keek hem aan en zweeg even. Zijn stem was bruusk toen hij antwoord gaf.
‘Nee, daar ging het niet om. Ik gun jou Lily, heus. Het werd wel eens tijd dat ze een beetje interesse toonde.’
Ze lachten, maar het klonk zo geforceerd dat hun stemgeluid al gauw wegstierf en de uilen opnieuw de stilten vulden.
‘Het ging mij erom of het echt was.’
James staarde voor zich uit, Sirius’ogen prikkend op zich gericht.
‘Je hebt je antwoord,’ zei hij, in een poging de spanning tussen hen te verbreken. Hij draaide zich half om, om de pijn in zijn ogen te verhullen.
‘Het was allemaal nep.’ Zijn stem was zacht en haast onhoorbaar, maar het geluid onttrok zich aan de stilte en Sirius moest het gehoord hebben.
James vocht tegen de tranen, terwijl ze zwegen. Hij wist nu al dat hij Lily nooit vergiffenis kon schenken. Ze had hem meer pijn bezorgd dan hij ooit eerder had geleden. Was zelfs de date nep geweest?
Een steek schoot door zijn hart. Haastig stond hij op en liep met grote stappen weg. Bij elke beweging besefte hij steeds meer dat hij zijn vrienden nog had, en Lily niet meer.
Het deed zeer, het schuldgevoel benauwde hem, maar hij was weer de James Potter met een hekel aan Lily Evers en drie vrienden die altijd voor hem klaar stonden. Op een of andere manier luchtte hem dat op.
‘Potter, Zwarts, Evers en Lupos, willen jullie nog even blijven? De rest kan gaan.’
James en Sirius wisselden een onheilspeilende blik uit, terwijl ze op stonden en Remus naar voren volgden. Lily volgde hen, met haar blik op de grond gericht en haar haren klitterig bijeen gebonden in een staart. James zag het niet en miste ook Remus’blik, die onderzoekend over Lily gleed.
De leerlingen vluchtten haastig met hun schooltas over hun schouder het Transfiguratie-lokaal uit. Een paar tellen later bleven ze met zijn vieren achter in het nette lokaal. Anderlings ogen gleden over het groepje dat voor haar stond. Lily’s afgezonderde houding merkte ze niet op en ze schudde triestig haar hoofd. James kuchte na een lange stilte en onmiddellijk ief ze haar hoofd op. Haar ogen schoten langs Sirius en James terwijl de woorden geschokt uit haar mond rolden.
‘Severus Sneep in een hoopje gewaden op de grond gooien in de meisjesslaapzaal van Griffoendor! Hebben jullie dan geen greintje fatsoen? Voor jullie alletwee een week nablijven! Acht uur vanavond zie ik jullie hier!’ snerpte hun afdelingshoofd. Haar strakke knotje glansde fel in het zonlicht dat binnenviel, maar wat er nog nooit zo triest had uitgezien als nu. James’ houding spande zich verontwaardigd. Geen-
Néé, Potter! Geen Zwerkbaltrainingen komende week! Jullie zijn te ver gegaan, dit kan toch niet? Ik denk dat ik er maar twee weken van maak…’ Ze was even stil, terwijl ze zich naar Lily wendde. Die leek ineen te krimpen met James’ blik op zich gericht.
‘En Evers: u krijgt een portie strafwerk mee. Ik had toch meer verwacht van u. Iemand zo uitschelden, in de Grote Zaal, waar iedereen bij was..!’
‘Maar Lauren zelf-’ probeerde Lily, maar Anderling kapte haar af.
‘De dame in kwestie heeft vanmorgen een dubbele portie gekregen. Zij ging nog iets verder… Maar dat wil niet zeggen dat u dit niet serieus moet nemen, dame! Ik verwacht het overmorgen netjes gemaakt ingeleverd. U kunt gaan.’
Lily pakte de enorme stapel perkament van Anderling aan en maakte net aanstalten om te vertrekken, toen James het waagde iets te vragen aan de woedende lerares. ‘Hoe weet u dat, van Sneep?’
‘Lauren Zwarts vertelde het me. Jullie kunnen ook gaan.’
Maar niemand bewoog nog. |
_________________ If the Boy Who Lived
wasn't born:Travel of Doom |
|
  |
 |
Tessa Tinkels
Volleerd Tovenaar


Verdiend:
5 Sikkels
Woonplaats: Where I've never been before
|
Geplaatst:
Za Okt 15, 2005 10:58 |
 |
Lauren Black
[ Lily ]
Een tel hield ik vertwijfeld mijn blik op Sirius gericht. Toen verliet ik de ruimte onder het zachte ruisen van mijn mantel en verwijderden mijn voetstappen zich van het lokaal.
'Potter en Zwarts! Ik sta hier, niet achter jullie!'
Met een ruk schoot ik overeind en keek hoe professor Sian geirriteerd op James afstapte.
'Als jullie zo graag naar de vier dames achter jullie willen kijken, doen jullie dat maar na schooltijd, maar niet in mijn klas!'
De kleine, gedrongen vrouw trok een wenkbrauw op en gooide met een klap een enorm boek op de tafel van de twee beste vrienden. Mijn blik was strak op James' rug gericht terwijl die met grote ogen aanhoorde hoeveel strafwerk hij kreeg.
Kate maakte een verontwaardigt geluidje en ik zag haar vanuit haar ooghoeken vragend naar mij kijken. Ik hield mijn blik stug op de dansende letters voor me gericht en probeerde tijdens deze laatste les Verweer goed te studeren voor het examen dit jaar. Maar de zinnen vermengden zich met elkaar voor mijn ogen en vormden langzaam maar zeker een dikke, grijze waas. Ineengekrompen staarde ik ernaar en voelde de angst door mijn lichaam glijden.
Ja, ik wist dat James en Sirius naar mij hadden zitten kijken.
Verwoed vocht ik tegen de tranen en probeerde mijn schouders te rechten, terwijl ik tevergeefs pogingen deed mijn boeken in mijn tas te stoppen.
Met een verwilderd gebaar trok ik de tas van de bank, zwaaide hem over mijn schouder, miste op een haar na Kate en Sian en maakte dat ik wegkwam, de boeken in mijn handen geklemd alsof mijn leven ervan afhing.
Hadden ze dan niet door dat het de druppel was geweest? Sneep in onze Slaapzaal gooien was gewoon de druppel geweest die zijn tweede kans verspeelde.
Verdomme, waarom deed hij zo moeilijk?
Met mijn schouder tegen de muur geleund, staarde ik vanuit mijn ooghoeken door het stoffige raam naar buiten. De wind gleed langs de Noordertoren, waar ik me bevond, en deed mijn ongekamde haren rustig wiegen in de schemering van de ondergaande zon. Hij stond roodgekleurd laag aan de hemel en hield mijn blik vast, terwijl hij zakte en zakte.
Traag tikten de minuten voorbij terwijl mijn gedachtes razendsnel door mijn hoofd vlogen en de ene vraag na de andere opriep. Talloze malen kwam de vraag voorbij wat Lauren met Sirius te maken had. Waren ze neef en nicht? Maar er was slechts een vraag die alle anderen overheerste. Terwijl mijn blik over koude, vochtige vloer van het kasteel gleed en ik door het donkere kasteel de weg terugliep, voelde ik een rilling over mijn rug lopen en de vraag dwingender worden.
Was het allemaal echt nep geweest?
‘ZE HEBBEN GEWONNEN!’
Geïrriteerd vloog er heel per ongeluk een kussen in de richting van Kate. Het miste grandioos omdat het gooiende persoon haar ogen om een vage reden -voor een halfslapende- nog dichthad: ik. Vermoeid kwam ik overeind, negeerde de kwade blikken van Lauren en Tisha en gluurde door de enorme warboel van rode haren naar Kate, die dolblij door de kamer huppelde. Haar veel te grote pyama wapperde op en neer toen ze het raam open deed en zó’n windvlaag binnen haalde dat ik op een wonderlijke wijze mijn deken ineens kwijt was.
‘DE WINTERPAYNE WESPS! Ze hebben het EK gewonnen! Heb ik het niet gezegd? Heb ik niet gezegd dat ze zouden gaan winnen?’
‘Ach, maar zo’n stuk of zesentwintig keer…’
Verbaasd draaide Kate zich om en keek me opgewekt aan. ‘Oh ja?’
‘Ja,’ lachte ik. ‘Als je zo zeker wist dat ze zouden gaan winnen, waarom ben je dan zo blij? Je wist het toch al?’
‘Nee natúúrlijk bedoelde ik niet letterlijk wat ik zei…’
‘Hang dan een bordje op je hoofd: “Ik-bedoel-niet-wat-ik-zeg’
Kate lachte en ik kroop vlug uit mijn bed, genoot van haar kalmte nu en kleedde me zo vlug ik kon om. Ik schonk geen aandacht aan mijn haar, dat uitgezakt bijeengebonden was met een armzalig stiekje. Zonder te zien dat Kate op haar lip beet, ging ik haar voor en sprong de trap af. Mijn blik rustte onmiddellijk op de lange, magere jongen die vlakbij de wenteltrap stond en zijn ogen op zo’n vreemde manier op mij gericht hield. Vlug wendde ik mijn blik af, wenkte Kate en liep met afgemeten, kordate passen naar het portretgat. Met een korte blik over mijn schouder merkte ik op hoe de drie jongens ineens zwegen. Vlug klom ik door het portretgat.
‘Er is nog steeds iets tussen jullie, hè?’ vroeg Kate zachtjes. Voorzichtig keek ze me vanuit haar ooghoeken aan. Zwijgend vocht ik tegen antwoord, dat op mijn tong lag en ik bijna hardop had uitgesproken.
Maar kon ik op deze vraag een antwoord geven?
‘Ja,’ zei ik. Vanbinnen begonnen de twijfels op te spelen. Had ik Káte nu een antwoord gegeven, of mezelf?
‘Ja,’ herhaalde ik iets luider. De vastbesloten ondertoon trilde een beetje terwijl de twijfels in mijn hoofd vervaagden. Ja, er was nog steeds iets tussen mij en James. Al was ik er nog steeds niet echter wat het precies was.
Met opgeheven hoofd keek ik Kate even aan en liep de enorme, glinsterende Grote Zaal binnen. Talloze leerlingen zaten er vrolijk te kletsen en gelach galmde verschillende keren door de ruimte. Een glimlach trok over mijn gezicht.
Nog twee weken kon ik dit een thuis noemen, daarna zou de zomervakantie volgen. Dan had ik rust in de plaats die mijn officiële thuis werd genoemd. Wat na de zomervakantie kwam, was nog ver weg. Nu verlangde ik alleen maar naar vakantie. Rust, pauze en de kans om even te vluchten van mijn problemen.
Al was het maar voor even.
[ James ]
James' zucht was onhoorbaar door de luide discussie die zijn twee vrienden voerden, onder het wakende -of eigenlijk meer dichte- oog van Peter. Verschillende meisjes zaten nu met grote ogen mee te luisteren en deden hun best dat zo “onopvallend” mogelijk te doen. Dat wil zeggen: ze luisterden stuk voor stuk zogenaamd naar de radio, die onophoudend geruis uitstootte en hun onmogelijk kon boeien. Sommigen deden alsof ze met elkaar praatten en zwegen het merendeel van de tijd, om daarna hun eerste woorden weer te herhalen en opnieuw stil te vallen wanneer er weer iets gezegd werd door Sirius of Remus.
Remus’ blik gaf een vreemde kalmte weer en hij keek Sirius ernstig aan, die woedend was over al de vragen over Lauren. Die had het zes jaar lang geheim kunnen houden en bij de leraren erop aangedrongen dat ze haar bij haar voornaam noemden om persoonlijke redenen die alleen zij, het schoolhoofd en Sirius kenden, maar ze wisten wel degelijk hoe ze werkelijk heette. Nu de waarheid aan het licht was gekomen, was Sirius hen uitleg verschuldigd. Dat wisten ze allevier.
James wendde zich naar zijn beste vriend en opende zijn mond om te bevestigen dat Sirius hun iets te vertellen had, maar Sirius hief zijn handen op, zuchtte en zakte neer in de stoel die achter hem stond. Zijn gezicht stond vermoeid toen hij naar de grond staarde en zo zacht praatte, dat de afluisterende meiden nauwelijks iets konden horen. Niet dat dat hen deerde. Integendeel; ze kropen dichterbij en deden alsof ze huiswerk maakten, met als schoolboeken een blaadje van Heks & Haard en een rol perkament voor hun neus die al helemaal volgekladderd was met aantekeningen en waar duidelijk geen punt meer bij kon.
‘Tiana is de vrouw die Lauren heeft opgevoed tot ze zes jaar was. Niemand weet wie haar echte ouders zijn. Twee jaar na haar geboorte werd ze gevonden aan het eind van een lange, uitgestorven oprijlaan. Achter haar lag een kort grasperkje, die ooit deel uitgemaakt moest hebben van de tuin van een reusachtige landhuis. Een paar meter achter tilde de wind de asresten op en droeg ze weg van de mistroostige plaats, tot er enkel een kale aarde over was. Het is voor bijna iedereen een raadsel hoe Lauren de brand die daar urenlang moet hebben gewoed heeft overleefd. Alleen Tiana begreep wat er was gebeurd, maar ze vertelde nooit iets. Mijn moeder verafschuwde Tiana door haar nauwe band met Voldemort. Volgens mij was ze jaloers. Lauren moet tijdens de vier jaar dat ze bij die mysterieuze heks woonde van alles hebben geleerd over de Zwarte Kunsten. Toen Tiana verdween, kwam Lauren bij ons in huis en werd ze zonder achternaam opgevoed, net zoals Tiana nooit een achternaam heeft gehad. Officieel staat ze op Zweinstein ingeschreven als Lauren… Zwarts.’
Het bleef stil, terwijl ze alledrie naar het haardvuur staarden en begrepen dat de houtblokken op dezelfde manier verbrandden zoals veertien jaar geleden Laurens ouders en woonhuis verdwenen door de komst van ongenadige vlammen.
‘Mijn moeder heeft Lauren in huis genomen, in de hoop dat ze zich zou aansluiten bij Voldemort en de eer van de naam Zwarts hoog zou houden. Of hoger zou meenemen in de duistere wereld als iemand in onze familie ooit had durven wagen. Laurens geheugen was half verdwenen toen ze bij ons kwam en ze heeft het altijd geheim willen houden, omdat ze diep vanbinnen weet dat ze geen familie van mij of mijn moeder is. Ze herinnerd zich de vlammen nog, die alles om zich heen grepen. En de angst die toen in haar lichaam huisde.’
Weer zwegen ze, terwijl de meeste meisjes hun pogingen hen af te luisteren opgaven en teleurgesteld afdropen. Sirius had het verhaal verteld, maar zijn stem was te zacht geweest om omstanders onnodig informatie te geven die hij en Lauren zorgvuldig geheim hielden.
James’ blik kruiste die van Sirius en in een tel ving hij de spijt die in zijn ogen huisde op.
‘Ik had nooit met Lauren moeten flirten om jullie voor de gek te houden. Ik had het jullie eerder moeten vertellen.’
Met die woorden stierf zijn stem weg en kreeg een uitdrukking over zijn gezicht die duidelijk maakte dat hij er geen woord meer aan vuil wilde maken, Maar voor hij opstond, mompelde Remus: ‘De tijd is niet terug te draaien’
Een tel stonden ze zwijgend stil, een kring vormend van drie vrienden die alles voor elkaar over hadden. Toen vluchtte Sirius naar de Slaapzaal, schoof Remus weer achter zijn opstel dat al één meter vijftig lang was en zakte James peinzend neer in zijn stoel. Laurens verhaal was bekend, maar het had niet veel opgehelderd.
'Daar komt hij...' fluisterde James.
'Houd je klaar!' siste Sirius terug. Gebukt achter een groot standbeeld keken ze hoe Lucius Malfidus dichterbij kwam en hielden opgewonden hun toverstok in de aanslag.
'Bombardia!' bulderde James, toen Lucius dichtbij genoeg was. Die ontweek behendig zijn vloek en trok gelijk zijn lange, glanzende stok. Met vervaarlijk glinsterende ogen keek hij de lange gang in. Zijn blik bleef hangen op het standbeeld waarachter ze verscholen zaten. langzaam liep hij in hun richting, maar James en Sirius gaven zich nog niet gewonnen.
Met een zwiep van Sirius toverstok beëindigde Sirius een spreuk. 'FINITE!'
Bijna tegen het plafond van de gang had een emmer met onverdunde Fisteldistelpus gezweefd, onder invloed van een leviteerbezwering en recht boven het hoofd van Malfidus. De vloeistof stroomde uit de emmer en spatte precies op Lucius' hoofd uiteen in duizenden kleine druppeltjes. Grote zweren versierden Lucius' rode hoofd toen hij met een brul van woede wegholde, naar de Ziekenzaal. Grinnikend keken Sirius en James hem na, maar de grijnzen vlogen van hun gezicht toen ze de kleine gestalte aan het eind van de gang in het oog kregen. Haar blonde haren waren ineengebonden in een hoge staart, en wiegden in krullen op en neer bij haar felle beweging. Haar uitdrukking was woedend en haar ogen staarden door spleetjes naar hun.
‘Verdorie, denken jullie dat jullie leuk zijn? GEFLIPTE KIKKERKOPPEN! Denk toch eens na… Er valt niks met jullie aan te vangen hè?!!’
James schudde grijnzend zijn hoofd en Sirius grinnikte, terwijl Sandy diep ademhaalde om luid en duidelijk haar mening bekend te maken over hun grap van net.
‘Lucius Malfidus is zonder enige twijfel het evenbeeld van een afschuwelijke slang, maar zo’n misselijke grap wil ik hier nooit meer zien! LEER JE TOCH EENS TE GEDRAGEN!’
Ze zuchtte diep en liet haar stemgeluid zakken. ‘Ik meld dit aan professor Anderling. Naar mij luisteren jullie toch niet.’
‘WAT?’ riep Sirius geschrokken uit. Ook James staarde met grote ogen naar Sandy. Remus redde hen keer op keer van hun afdelingshoofd. Maar Remus was in de verste verten niet te bekennen en de schoolbel kondigde het avondeten aan. Over enkele seconden zou iedereen zich naar de gang richting de Grote Zaal begeven. De gang waar ze zich nu in bevonden.
James begon nerveus te worden. Hoe gingen ze zich hier uit redden? |
_________________ If the Boy Who Lived
wasn't born:Travel of Doom |
|
  |
 |
Tessa Tinkels
Volleerd Tovenaar


Verdiend:
5 Sikkels
Woonplaats: Where I've never been before
|
Geplaatst:
Di Okt 18, 2005 21:01 |
 |
Hellow!
Dankjulliewel voor de reacties allemaal! Jullie zijn lief
Heb net de laatste regels van het nieuwe hoofdstuk getyped. Het Lily stukje vind ik wel leuk, maar naar mijn mening is James' stukje niet veel soeps. Devorige cliffhanger was ik vergeten uit te leggen... ^^" Dus moest dat er (te laat) nog tussen proppen en dat is het stuk niet ten goede gekomen... o__0
Maar ik hoor het voorderest wel van jullie! En weer een cliffhanger
Lees ze!
Liefs,
Kimberly
Frustrated
[ Lily ]
De schoolbel luidde ergens in de verte ten aankondiging dat de middagpauze voorbij was, maar ik negeerde het vertrouwde geluid en zakte achterover in mijn stoel. Het opstel voor Sian lag voor me en bestond uit lange, vluchtig neergekrabbelde zinnen waar ik de hele pauze aan had gewerkt. Slordig schreef ik er mijn naam onder, rolde het op en smeet het over mijn schouder. Het was een verschrikklijk slecht.
'Auw!' klonk een stem verontwaardigt.
Hazelbruin waren de ogen die op de mijne waren gericht, toen ik me met een ruk omdraaide. Zijn hand schoot door zijn haar en hij nam me onderzoekend in zich op, terwijl zijn ogen zich een beetje vernauwden.
‘Hallo, Evers,’ siste hij. Mijn blik stond gepijnigd toen ik langzaam opstond en de perkamentrol opraapte.
‘Hallo..’
Een stilte viel, terwijl we tegenover elkaar stonden. Hij was nauwelijks een halve meter van me verwijderd en ik moest omhoog kijken om zijn peilloze blik te vangen. Zijn gezicht was ondoorgrondelijk. Hij zweeg, terwijl ik weg wilde lopen. Mijn linkerschouder streek langs zijn rechterarm, en ineens verstarde ik in mijn bewegingen. James’ vingers gleden om de mijne en hielden mijn hand kort vast. Een paar tellen later liet ik hem alleen achter in de uitgestorven leerlingenkamer, mijn handen krampachtig om de schouderriem van mijn tas verstrengelt. De warmte van James’ hand gloeide nog steeds om de plek waar hij mijn hand had gepakt. Hij had me tegengehouden… En me daarna losgelaten. Had Sandy dan toch gelijk? Kon het altijd nog, ook al lieten we elkaar telkens weer gaan?
Ik had gedacht dat James degene was die moeilijk deed, maar ik hield het tegen. Ik was degene die moeilijk deed.
Een traan wrong zich langs een weg naar buiten, terwijl ik op mijn lip beet en het Toverdrankenlokaal in glipte.
Deze keer probéérde ik Dilius niet eens wakker te maken. Ik sloeg koppig mijn oude schoolboek open en begon met lezen over Toverdranken. De vergeelde pagina’s waren al zo vaak omgeslagen dat ze er half afscheurden, maar ik kreeg de tekst maar niet in mijn hoofd gestampt. Sirius griste één van de losse bladeren en vouwde er een vliegtuigje van. Ik had de fut niet om hem op zijn donder te geven. Met een doffe klap sloeg ik een paar tellen later het boek dicht en gaf het leren op. Nog een paar dagen en dan hadden we examen van Toverdranken, maar als het aan Dilius en James Potter lag was we maar één vraag die we zouden behandelen: “Hoe zorg ik dat mijn leraar snurkend van zijn stoel rolt, zodat we het examen niet hoeven te doen?”
Ik zuchtte.
‘Lily! Lils!’ fluisterde Kate ineens. Ik schrok op uit mijn overpeinzingen.
‘Lauren! Lauren Zwarts!’
Ik deed mijn mond open om te reageren, maar Kate vervolgde ongeduldig: ‘ZWARTS, oelewapper!’
Ze fluisterde nu zo hard, dat Dilius reageerde met een onheilspellend geluidje en wat onverstaanbaars mompelde in zijn slaap. Sirius keek op, knipoogde naar Kate en smeet het vliegtuigje met een boog naar de Zwadderaars.
‘Weet ik.’
Even was Kate van haar stuk gebracht, toen begon ze op topsnelheid te ratelen over de geschiedenis van Laurens achternaam.
‘Van wie heb je dat,’vroeg ik lacherig. Kate keek verontwaardigt. Ze dacht duidelijk dat ik haar niet geloofde.
‘Van Isabelle, en die heeft van Serra, die het van June heeft gehoord en June heeft het direct door gekregen van Esmée. En Vivian luistert altijd alles af en vertelt het gelijk door aan Esmée, dus het is hartstikke betrouwbaar.´
´Natuur-’
‘Hoe wist je het trouwens van haar achternaam?’ vroeg Kate, alsof het nou pas goed tot haar door drong dat ik “Weet ik”had gezegd.
‘Professor Ander-’
‘Oh ja, je werd bij haar bureau geroepen hè? Waarom eigenlijk?’
‘Ze gaf Sirius en James op hun donder vanwege Sneep in onze Slaap-’
‘Dat was een misselijke streek!’ beaamde Kate vurig. ‘Ik moet nog een hartig woordje met Sirius spreken daarover. Goed dat Anderling ze op hun donder gaf…’
‘-zaal. En ik werd op het matje geroepen vanwege mijn getier tegen Lauren in de Grote Zaal. Ik vraag me af waarom ze toen niet gelijk op me af kwam. Waarom later pas?’
‘Ze was toen niet in de zaal,’ verklaarde Kate.
‘Hè?’
‘Ja, vreemd hè? Isabelle vertelde het me...’
Peinzend borg ik mijn boeken op en liep het lokaal naast Kate uit, zodra de bel ons toestemming gaf. Het was wel duidelijk dat James en Sirius vóór de bel waren vertrokken. Papieren vliegtuigjes zwermden door de gang, en het stonk er verschrikkelijk. We moesten hem glibberend oversteken, door het vele zeep waarmee Vilder aan de slag was gegaan.
[ James ]
Lachend keken James en Sirius hoe Lily bijna onderuit ging, maar het lachen verging hun toen Vilder eraan kwam met vijf nieuwe emmers sop. Haastig doken ze weg achter een muurtje en staarden zwijgend hoe hij bijna triomfantelijk de emmers neerzette. Ze hielden hun adem in en deden hun best zich niet te veroeren.
‘Hallo, meneer Potter en meneer Zwarts..’ klonk een strenge stem achter hun. James zuchtte gefrustreerd. Ze waren er voor de tweede keer die dag gloeiend bij. Langzaam draaiden hij en Sirius zich om en keken recht in het gezicht van professor Anderling. Haar lippen waren samengeknepen tot een dun lijntje. Ze keek niet blij.
‘Ik heb het geregeld met Vilder. Buiten het strafwerk dat jullie al hebben vanwege het vervloeken van de heer Malfidus, kunnen jullie nu ook het gras maaien van het terrein rondom Zweinstein en meneerVilder hier helpen. Zonder toverkracht. Woensdag moet het werk klaar zijn. En Potter: zorg dat jullie de Zwerkbalwedstrijd komende Zaterdag winnen. Goedenavond, heren.’
Met afkeurend getuitte lippen duwde ze hen naar Vilder, die vol leedvermaak grijnsde. Ze knikte kort en beende met stijve passen weg van het drietal.
James’ blik begon iets weg te krijgen van wanhoop toen hij door het raam naar buiten keek. Zover hij kon kijken, zag hij gras. Hoog, ongemaaid gras. Het was de tweede keer die dag dat Anderling hen betrapte. De vorige keer hadden zich er niet uit kunnen kletsen, en Anderlings reactie deze keer was in vergelijking met de vorige ontzettend kalm. Na de vervloeking van Lucius had ze geschreeuwd dat ze abnormaal waren en had ze vijftig punten afgetrokken.
James' humeur werd er niet beter op toen Vilder hen de vijf emmers toeschoof en er een stoel bij schoof. Vals grinnikend hield hij toezicht op het tweetal, mevrouw Norks spinnend naast hem en zijn neus dichtgeknepen met een wasknijper vanwege de stank. James en Sirius spraken de Bubbelbolbezwering over zichzelf uit en gingen zwoegend aan het werk.
'Schiet nou op!' kreunde Remus. Lachend gooide Sirius hem zijn boek Verweer toe en greep zijn tas. Een paar minuten geleden was de eerste bel al gegaan en bij de tweede moesten ze in het lokaal zitten. Het was bijna week verder en het gras was eindelijk gemaaid, hoewel niemand er blij mee leek te zijn. Het hoge gras was eerst bijna tot hun kieen gekomen en vormde een perfecte schuilplaats voor zoenende stelletjes. Tot groot vermaak van Vilder moesten die nu een ander heenkomen zoeken en werden ze steeds vaker gesnapt.
'We komen al,' grinnikte James. Hij kende Remus lang genoeg om te weten dat hij onder geen beding te laat wilde komen bij hun verweer tegen de Zwarte Kunsten examen. Als ze nu niet op zouden schieten zouden ze echt niet voor de tweede bel binnen zijn en dan stond hen vast en zeker een lange preek van Remus te wachten, of hadden ze op de een of andere manier ineens groen haar. Het had lang geduurd eer Remus doorhad dat zulke dingen uitvoeren de enige manier was om hun aandacht te trekken en maakte goed gebruik van die kennis.
Ze haastten zich naar het het Verweerlokaal en probeerden de muffe geur die er hing niet te ruiken. Het was doodstil toen ze zich naar hun plaats begaven, maar ze waren op tijd. De schoolbel luidde lang en doordringend op het moment dat ze hijgend op hun stoelen gingen zitten. Peter kwam met een rood hoofd vijf minuten later binnenstrompelen, maar niemand merkte het. Iedereen was ingespannen bezig met het examen, dat alleen maar theorie was en uit vijfenzeventig vragen bestond.
Toen de bel anderhalf uur later ging en aankondigde dat het lesuur voorbij was, waren de meesten pas op de helft.
James zat lui en onderuitgezakt in zijn stoel en had een kwartier geleden de laaste vraag al beantwoord. Hij was er min of meer zeker van dat hij het goed had gedaan en stak zijn duim op naar Sirius. Lachend om de gemakkelijke vragen wandelden ze het lokaal uit, nagekeken door een geirriteerde Sian.
'Eindelijk. Al twee examens af,' verzuchtte Sirius.
'Nog teveel te gaan,' voegde James klagend aan toe. Ze zaten in de leerlingenkamer met een stapel boeken voor hun neus en Remus lerend tussen hen in. Af en toe klonk er een geiirriteerd geluidje uit zijn richting, maar verder reageerde Remus niet echt op hun gemopper. James sloeg een boek open, met in zijn achterhoofd dat de leerstof even overkijken toch wel handig was.
Peter lag tegenover hen te slapen terwijl de minuten traag voorbij tikten. Het enige wat voor een beetje afwisseling zorgde was zijn onregelmatige gesnurk. Om tien uur had James er genoeg van. Hij smeet zijn boeken onder tafel, greep zijn tas en vertrok naar boven. Het probleem was alleen dat er een vermoeide dwergooruil vlak voor de deur letterlijk uit de lucht kwam vallen |
_________________ If the Boy Who Lived
wasn't born:Travel of Doom |
|
  |
 |
Tessa Tinkels
Volleerd Tovenaar


Verdiend:
5 Sikkels
Woonplaats: Where I've never been before
|
Geplaatst:
Za Okt 22, 2005 9:42 |
 |
Hay!
Sorry dat ik tegenwoordig niet meer zo reageer op jullie reacties, maar ik ben nogal een warhoofd de laatste tijd. Kunnen jullie me vergeven? *puppy-eyes + pruillip*
Meestal lees ik met een big smile jullie reacties per pb, zie ik dat er iemand op msn wat zegt, reageer ik en ga vervolgens typen aan het nieuwe hoofdstuk... En dan vergeet ik het gewoon... ^^"
Maar goed, ik zla voortaan weer proberen direct te reageren En de vorige keer had ik niks voor het nieuwe hoofdstuk gezeg omdat me broer ongeduldig werd. 'k Heb het onder zijn computertijd gepost ^^
Voor dit deel heb ik wat research gedaan over James' positie bij Zwerkbal... moest alle chatlogs met JKR nakijken omdat mijn vriendin volhield dat hij Zoeker was ^^ Maar hij bleek toch jager te zijn
Nou, ik heb jullie wel weer genoeg verveeld.. Duizendmaal bedankt voor jullie reacties!
xxx Kimberly
Goodbye Hogwarts
[ Lily ]
Met een onhoorbare zucht herlas ik mijn exmaneopgaven, schreef mijn naam erboven en rolde het perkament op. Het gekras van Kate's veer was slechts een van de velen die nog steeds een onregelmatig geluid verspreidden, toen de bel ging en ze gedwongen waren hun veer neer te leggen. Het geroezemoes dat onmiddelijk oplaaide overstemde het geluid van de leerlingen die luidop vloekten, wat er nogal veel waren. Ik trok een glimlach om mijn lippen en zocht vlug Kate op, die onmiddelijk begon te tieren over dat het examen veeeeel te lang was. Ik luisterde braaf.
Mijn hart klopte vol opwinding in mijn keel en mijn ogen volgden het spel vol spanning. Tientallen ogen volgden met mij de rood met gele jongen die in een flits voorbij vloog. De Wachter van Huffelpuf zette zich schrap voor de middelste ring, maar James Potter vloog op het allerlaatste moment naar de rechterring en gooide de slurk met een prachtige boog door het felgekleurde goal. Het enorme gejuich dat onmiddellijk uitbrak overstemde de luide kreun, die de Huffelpuffers als één man verspreidden over het rumoerige Zwerbalveld. De versterkte stem van Isabelle moest moeite doen om boven het lawaai uit te komen en galmde door de lucht met het vertrouwde commentaar. Niemand merkte iets van de gure wind, die tegen de muren van eht kasteel sleog en haar mijn haren rukte. Iedereen hield zijn aandacht gericht op de stipjes, die op hun bezems hoog in de lucht de laatste Zwerkbalwedstrijd van dat jaar speelden.
‘EN POTTER SCOOOOORT! De slurk is in bezit van Huffelpuf, Mieke Green vliegt ermee richting Griffoendors goal, ze haalt uit, en-‘
Een luide zucht kwam uit de richting van de Huffelpuffers, terwijl Kate naast me weer opgelucht ademhaalde. Op het laatste nippertje had Jesse Dustin, onze Wachter, de slurk van Green kunnen tegenhouden. We stonden nu met tien punten voor..
Tientallen hoofden in de omringende tribunes van het Zwerkbalveld volgden hoe Green de Slurk weer ving en hem overgooide naar een teamgenoot, maar-
’DE ZOEKER VAN GRIFFOENDOR HEEFT DE SNAAI! Daarmee is de wedstrijd afgelopen en komen we op een eindstand van 70 - 230, GRIFFOENDOR WINT!’
Ik zakte ineen, plotseling doodmoe. Met een teneergeslagen blik op het stipje dat triomfantelijk landde en zijn zwarte haar door de war maakte, glipte ik weg tussen de vele uitgelaten supporters van Griffoendor. Ik verdween in de menigte en hoopte maar dat niemand me miste.
Wat had me eigenlijk zo van slag gemaakt? Wat was de oorzaak van mijn hart, dat hard bonkte in mijn keel en mijn ademhaling moeizaam liet gaan? Bij elke stap schoot zijn blik voor mijn ogen. Peilloos, emotieloos, terwijl ik wanhopig zocht naar een teken dat het makkelijker zou maken. Abrupt duwde ik de gedachtes aan hem weg en schoof de stapel met boeken op de tafel in de leerlingenkamer naar me toe. Een zachte zucht gleed over mijn lippen, de stilte in. Buiten ruisden de bomen in de wind en was de lucht leeg en grijs, terwijl mijn ogen over de regels van mijn oude schoolboeken vlogen. Ik vocht tegen de wil om ze op James potter te richten, die aan de gewoonlijk bewonderende meiden vertelde hoe hij precies had gescoord, acht keer op een rij.
Met een ineengekrompen houding hield ik mijn neus de hele avond in de boeken, fronsend gadegeslagen door Kate. Ik was de enige die dat niet merkte.
De examens van dat jaar gleden aan me voorbij, tot de laatste schooldag eindelijk aanbrak. Kate was verheugd vanwege de aankomende schoolvakantie, maar over mijn gezicht leek een schaduw te glijden die de hele dag in mijn ogen huisde. Mijn blik was donker, terwijl ik hem op het laatste examen voor me had gericht. Lusteloos beantwoordde ik de vragen en trok een moeizame lach om mijn lippen, terwijl Kate haar duim naar me opstak. Mijn ogen stonden futloos terwijl de schoolbel voor de laatste keer dat schooljaar luidde.
‘VAKANTIE!!!’gilde Kate onmiddellijk. Ze was niet de enige die enthousiast omhoog sprong en haar tafel omgooide. Vlucht zette ze hem recht en holde op me af, maar ze zag de kreunende Peter op de grond niet, die was gestruikeld over zijn veel te grote gewaad. Een tel later vloog ze naar de grond, alsof ze daar plotseling iets héél belangrijks had zien liggen. Lachend hielp ik haar overeind. ‘Wat deed jíj nou weer?’
‘Ik testte de valbaarheid van de grond,’ antwoordde Kate serieus. Uitgelaten verlieten we als laatsten het lokaal.
Zweinsteins stoomtrein glansde in het licht van de zon, die een vrolijk licht wierp over de vele hoofden van de Zweinsteinleerlingen. Vele uilen vlogen voor de laatste keer over en ik trok mijn hutkoffer rammelend achter me aan. Mijn ogen gleden langs Zweinstein.
Ik slikte, en besefte dat dit mijn laatste zomervakantie zou zijn. Op één september zou ik beginnen aan mijn laatste jaar op Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hokes-Pocus, en kon ik eindelijk een beroep kiezen. Dit was de laatste keer dat ik Zweinstein uitzwaaide met de gedachte dat het niet een afscheid voor altijd was. Het duurde niet lang meer, of ik zou het kasteel met zijn enorme zooi torens moeten missen. Nog maar één schooljaar, dan zou ik nooit meer over koude, stenen vloer van Zweinstein lopen.
Met een zwaar gevoel in mijn buik keerde ik mijn middelbare school de rug toe en stapte de trein in.
‘LILY! Hèhhè, eindelijk! Ik was al bang dat je teveel wáter had gedronken!’
‘Wat heeft dat te maken met dat het zo lang duurde?’ vroeg ik nieuwsgierig, terwijl ik naast Kate in de overvolle coupé plofte.
‘Niets.’
‘Hallo, Lily!’ zei Remus vrolijk.
‘Hoi,’ antwoordde ik voorzichtig.
Sirius zei geen gedag, maar ik had zo’n vermoeden dat dat kwam door zijn bezigheden met Kate en mijn blik gleed naar James. Maar die ontweek mijn ogen en keek zwijgend naar buiten. Het landschap schoot voorbij en de uitgestrekte grasvelden veranderden langzaam in dichte struiken. De zon kroop steeds verder weg achter de dikke, grijze wolken, tot er uiteindelijk een schaduw in onze coupé viel en de gaslampen automatisch aansprongen. Sirius gaapte uitgebreid en sloeg een arm om Kate heen.
‘Blijf schrijven, hè?’ vroeg hij zachtjes. Zijn donkere haar viel voor zijn ogen en even hield die aanblik mijn ogen vast, toen wendde ik ze weer af en probeerde niet naar hun gesprek te luisteren. Maar de woorden baanden zich desondanks een weg naar mij en ik ving ze onwillekeurig op. Mijn bezorgdheid om Kate groeide. Wat niet ongegrond bleek te zijn, toen de coupédeur openschoof …
[ James ]
De blik van James werd onmiddelijk getrokken naar de kleine envelop die op de buik het van het mini-diertje lag. In een netjes, recht handschrift stond zijn adres erop geschreven.
Hij greep de envelop, stak hem zo onverschillig mogelijk in zijn achterzak en vertrok naar boven.
De maan scheen en wierp een prachtig licht in de uitgestorven Slaapzaal, een sfeer meebrengend die niet bij James’ gedachtes paste. Hij wierp vluchtig een blik naar buiten en keek naar de miljoenen sterren, die de inktzwarte hemel versierden. De brief in zijn achterzak brandde en de gedachte eraan verdween maar niet uit zijn hoofd. Zijn blik was donker en gericht op de pijnlijke gebeurtenissen waar alleen hij van wist… en Lily.
Het rechte handschrift op de brief had hij onmiddellijk herkend. Hij wist dat het een brief van zijn grootouders was, maar de twijfels namen een loopje met hem. Wilde hij het eigenlijk nog wel? Wilde hij de zorg voor zijn moeder afstaan aan hun? En wat stond erin? Tientallen keren vroeg hij zich af of de inhoud zou bevestigen dat hij door kon gaan met zijn studie aan Zweinstein, of dat het hem de plicht zou toekennen Zweinstein te verlaten om voor zijn moeder te zorgen. Bruusk duwde hij de aankomende gedachtes aan zijn vader weg. Terwijl dat vermoeide, afgetobde gezicht vol rimpels voor zijn ogen schoot, herinnerde hij zich weer hoe datzelfde gezicht altijd had gekeken als zijn vrouw, James’ moeder tekenen van haar ziekte vertoonde.
Moedeloos.
Met kordate, vaste bewegingen haalde hij de brief uit zijn zak en scheurde hem open.
Zijn ogen vlogen over de regels, steeds sneller en afweziger.
In een oogwenk had hij de laatste letters gelezen en zakten zijn handen naar beneden. De brief gleed uit zijn hand, maar hij nam de moeite niet hem op te rapen. Met een diepe zucht gleed alle spanning van hem af en liet zich achterover in zijn bed zakken. Een seconde later sliep hij.
De laatste schooldagen gleden voorbij, Lily gleed voorbij. James merkte dat hij haar ontweek, maar deed geen poging om dit niet te doen. De vertwijfeling in zijn hart slokte zijn energie op. Hij wist dat hij zijn studie kon beëindigen, als hij akkoord ging met het voorstel van zijn grootouders dat die voor zijn moeder zouden zorgen, dat ze in de brief hadden gedaan. En hij wist ook dat zijn moeder hem zou missen, dat ze hem nódig had… of dacht hij dat alleen maar?
Vóór Sirius, Remus, Peter en hem trok een opgewonden groepje eerstejaars hun hutkoffers luid pratend achter hen aan. Ze stonden duidelijk te springen om alles thuis te vertellen. Hij besefte dat hij dat nooit zou kunnen doen.
Geïrriteerd vervloekte hij een voorbijrennend behekst theekopje van Remus, dat vergeten op de zandgrond was gevallen uit Remus’ hutkoffer. Gefrustreerd vanwege het zooitje dat alles de laatste dagen was. Ze waren twee keer op een dag gesnapt door Anderling, Lauren bleek Zwarts te heten met haar achternaam, zijn vader was dood en na zes jaar toonde Lily eindelijk interesse in hem.
Hij was doodmoe van het afgelopen schooljaar, toen hij de stoomtrein instapte en het theekopje op de zandgrond onder hem Transfigureerde naar een muis, die onmiddellijk weggelipte en verdween tussen de leerlingen. Zijn blik gleed met een grijns over zijn drie vrienden, die hem voorgingen en uiteindelijk een lege coupé vond. Zijn drie vrienden had hij nog steeds, dat was het enige wat niet veranderd was.
James ontweek Lily zelfs toen die Kate tussen hen vieren aantrof. Hij zei geen gedag en staarde zwijgend uit het raam.
Het terrein van Zweinstein gleed voorbij, en iets in hem zei dat zijn band met Lily op dezelfde manier voorbij gleed. Hij moest iets doen, maar het was te laat. Hij was akkoord gegaan met de grap van Sirius en had daarmee voor zijn vrienden gekozen, in plaats van Lily. Sirius had gezegd dat het als een soort test was bedoeld. Als test of Lily echt van hem hield of niet. Hij nam het zijn beste vriend niet kwalijk. Het bleek immers allemaal echt nep te zijn geweest. Stilletjes vroeg hij zich af waarom, maar veegde die vraag weg met een matte blik in zijn ogen.
Wat maakte het uit?
Sirius’ zachte gesprek met Kate stierf weg, toen de coupedeur openschoof en James’ blik onmiddellijk naar het meisje in de deuropening schoot. Ze had steil zwart haar tot halverwege haar nek en had een verlegen glimlach om haar lippen. Haar reebruine ogen waren gericht op Sirius, en James fronste zijn wenkbrauwen. Hij had het idee het meisje ergens van te herkennen, en beet op zijn lip. Hij had gehoopt dat Kate Camin geen “vangst” voor zijn vriend was geweest, maar de verbaasde uitdrukking op Sirius’ gezicht zei iets anders. Remus naast hem maakte een zacht “uh-oh” geluidje en Peter keek verwachtingsvol de coupe rond. Het meisje had een licht getinte huid en de glans in haar ogen werd mat toen haar ogen over Lily en Kate gleden. Haar houding had een onzeker trekje. Sirius stond verdacht nonchalant op en duwde haar zachtjes de coupe uit. De deur gleed achter Sirius dicht en de gedempte stemmen die ze in flarden opvingen van hun gesprek, waren makkelijk te onderscheiden. Sirius’ stem was diep en zwaar en klonk duidelijk een beetje ongemakkelijk, en de stem van het meisje klonk zwak en verdrietig. Sirius kwam even later weer binnen, met de onmiskenbare houding van iemand die iets uit te leggen had.
‘Dat was Erina. Een meisje dat ik al eh-… heel lang ken’ Hij lag de nadruk op het laatste woord en wilde duidelijk zo min mogelijk vertellen over deze “kennis”
‘Was dat je andere vriendinnetje?’ vroeg Kate koeltjes. Haar ogen priemden in die van Sirius en ze had een defensieve houding toen ze op wilde staan, maar Sirius hield haar abrupt tegen en ging vlug naast haar zitten. Hij streek een traag lok uit haar gezicht en boog zijn hoofd naar de grond. Zwarte haren gleden voor zijn ogen, toen hij Kate in de ogen keek en voor het eerst sinds jaren oprecht ontkende dat iemand zijn vriendin was.
‘Erina is niet mijn vriendin. Ze was mijn vriendin.’
Op dat moment wist James weer waar hij haar van herkende en hij leunde opgelucht achterover. |
_________________ If the Boy Who Lived
wasn't born:Travel of Doom |
|
  |
 |
Tessa Tinkels
Volleerd Tovenaar


Verdiend:
5 Sikkels
Woonplaats: Where I've never been before
|
Geplaatst:
Ma Okt 24, 2005 20:09 |
 |
Just Memories
[ Lily ]
Een zucht van opluchting gleed tussen mijn lippen door en mijn ogen zochten ongemerkt die van James. Heel even keek hij in mijn ogen. Toen richtte hij zijn blik weer op het voorbijschietende landschap, dat steeds dichter en weelderiger werd. Ik volgde zijn blik en staarde naar de lucht, die grijs en bewolkt was. Zou het volgend jaar ook zo gaan? Zou het definitieve afscheid van Zweinstein zo troosteloos zijn? De zon verborg zich achter de dikke grijze wolken en er was geen stipje blauw te zien aan de hemel. Af en toe wisselde een vogel het geheel af, maar voor de rest was alles stil buiten. Kalm en stil.
Afwezig luisterde ik naar Sirius' korte uitleg. ‘Erina was vijf dagen mijn vriendin in mijn tweede jaar. Niks interessants.’
James kon een spottende opmerking blijkbaar niet laten. ‘Oh nee?’ vroeg hij grijnzend. Met een ruk keek ik op en streek een lok haar uit mijn gezicht. Zijn ogen vonden eindelijk de mijne en hij keek erin, terwijl zijn lach langzaam wegstierf en we beiden zwegen. Ik rukte mijn blik los van hem en dwong mezelf naar Sirius te kijken, die flirterig naar Kate glimlachte en zijn hoofd schudde.
‘Nee.'
Hij gebaarde alsof hij klaar was, mar gezien de gezichten van zijn vrienden moest hij toch echt iets meer vertellen, wilden ze hem geloven.
'Ik heb Erina gedumpt. Het probleem - of eigenlijk de enorme ramp - is dat zij het niet wil geloven...'
'Ik weet niet of ik dit moet geloven, Sier,' zei Kate dof. Ze zocht mijn blik en keek me vragend aan, maar haar radeloze houding kon ik niet veranderen. Ik wist ook niet zo goed of Sirius loog.
Kate's schouders bleven naar beneden hangen en ik wist dat ze het dolgraag had willen geloven, maar het niet kon. Zag ik in haar problemen een glimp van de mijne?
Ik schudde mijn hoofd, stond op en duwde Kate met een lichte dwang voor me de coupe uit.
'Luister, Kate-'
‘Meent hij het?’onderbrak Kate me. Ze keek me stilletjes aan en ik liet mijn schouders zakken.
‘Ik weet het echt niet. Het ziet ernaar uit van wel. Zijn uitleg klopt wel ongeveer bij hoe ik denk dat Erina is..’
‘Ik zou het zo graag willen geloven,’ mompelde Kate.
‘Ik ook.’
We keken elkaar even aan, hopend een troost te vinden bij elkaar. Een stilte hing tussen ons in, tot ik mijn ogen neersloeg en Kate voorging door de lange gang. Onze voetstappen en ademhaling maakten constant geluid, maar het zwijgen van ons woog even zwaar terwijl ik uiteindelijk in de achterste coupé een plekje vond. Mijn gedachtes maalden en mijn ogen moesten leeg staan terwijl ik de deur piepend weer dichtschoof en neerstreek op de stoffige bank. Het raampje was dof van de laag vuil die erop lag en ik voelde me niks op mijn gemak. Een onheilspellend geluid vulde rammelend de ruimte. Traag trokken de dikke grijze wolken buiten weg, tot er hier en daar blauwe stroken lucht waren. Steeds minder vogels vlogen over, heel af en toe hoorde je al een uil. De stroken helderblauwe lucht kleurden langzamerhand donkerder, tot er sterren verschenen aan de hemel en de warmte in de coupé weg leek te trekken. Een koele lucht kwam ervoor in de plaats en de trein remde langzaam af. Ik was bijna thuis..
Een glimlach trok over mijn gezicht, maar mijn blik stond donker. Ik zou alles zo missen de komende maanden. De tochtige muren, de blikken van de leraren als ze dachten dat je spiekte, de drukke avonden, en bovenal Kate en - … James…?
‘Zes juli zie ik je weer..’ zei ik, mijn gedachtes wegduwend.
Kate antwoordde niet. Ze keek me zwijgend aan, vol twijfels en vragen.
‘Misschien moet je hem wat meer moeite laten doen voor je. Als jij hem niet aan het lijntje houd, is het wel andersom,’ vervolgde ik bedachtzaam.
Ze knikte. Ze weerspiegelde mijn glimlach met een vastberaden blik in haar ogen.
‘Hij heeft me maar leuk te vinden!’ zei ze, haar blik hoopvol op mij gericht. Ik knikte lachend.
‘Hoe kom je eigenlijk naar het station?’ vroeg ik, mijn gedachtes al bij de vakantie die ik en Kate gingen houden.
‘Wat denk je?’ Kate trok mysterieus haar wenkbrauwen even op en stond op, toen de trein piepend tot stilstand kwam. Ik grijnsde, al had ik geen idee hoe ze het station wilde bereiken. Ik zou haar vanzelf wel zien verschijnen.
‘LILY! Hallo meisje, oooooh wat heb ik je gemíst!’ klonk een hoge stem. Mijn glimlach stierf weg toen een vrouw met kort koperrood haar op me afliep. Een streep felblauw sierde - of eigenlijk ontsierde haar oogleden en haar lippen glansden onnatuurlijk in het zwakke licht dat de zon nog uitstraalde. Die stond laag aan de hemel en was half verscholen achter de wolken. Heimelijk wierp ik er een blik op, terwijl een man van middelbare leeftijd mijn hand vastpakte en me trots aankeek.
‘Hallo, mijn kleine meisje!’ grijnsde hij breed.
Ik slaakte een onhoorbare zucht. De zon liet zich niet meer zien, alsof ze duidelijk wilde maken dat ik me niet kon verbergen. Zij wel. Haar zonnestralen drongen door de weinige, dikke wolken heen en deden mijn haren glanzen in het schemerige licht.
Mijn moeder had een gifgroen gebloemde jurk aan, die weid uitliep. Haar gezicht was haast geplamuurd door de vele make-up en het pak dat mijn vader droeg was keurig gestreken. Zijn bruine haren lagen plat op mijn hoofd en bleven zo stijf liggen terwijl hij me omhelsde.
Wat zou ik me graag verbergen.
‘We moeten nog even wachten op Petunia.’
Mijn moeders stem klonk ineens eens tuk minder enthousiast en ze speurde ongeduldig alle uitstappende leerlingen af. Mijn vader hield zijn blik op mij gericht en op dat moment voelde ik me meer een gevangene als ooit.
Ik zat opgesloten. Tot zes juli kon ik geen kant uit. Een diepe zucht gleed de stilte in, die alleen ik hoorde. De rumoerige stemmen van de opgewonden leerlingen drongen maar half tot me door. Met een laatste glimlach zwaaide ik naar Kate, die teruglachte en toen opging in de menigte. Ik wilde zo graag haar voorbeeld volgen. Ik wilde zo graag gewoon verdwijnen, tot één september. Maar dat zou ik nooit kunnen doen.
Het was weggaan voor altijd, of het thuis gewoon uithouden.
Ik koos elk jaar voor het laatste, en wist dat het altijd zo zou blijven. Maar was dat grote, oude huis waar ik elke zomer doorbracht wel mijn thuis? Kon ik dat afschuwelijke gebouw mijn thuis noemen, terwijl ik het leven er een hel vond?
Ik schudde vastbesloten mijn hoofd. Ik had geen thuis.
[ James ]
James’ gedachten versomberden. De coupédeur schoof met een klap dichter achter rug van Kate en James staarde naar de rode haren van Lily, die zich steeds verder van hem verwijderden. De trein vloog haast door het landschap en maakte een rammelend geluid. En toch was het stil in de coupé. De vier vrienden zwegen en hun twijfels gleden onuitgesproken de ruimte in. Sirius vloekte, maar bleef zwijgen. Zijn lippen bewogen, maar brachten geen geluid voort.
Ongemakkelijk ging Remus verzitten en zijn blik kruiste die van James. James zag zijn eigen moedeloosheid erin weerspiegeld en keek naar Sirius. Zijn beste vriend zuchtte en draaide met zijn ogen, toen hij James zag kijken. Moeizaam grijnsde hij.
‘Goed, met wie ben je dit jaar uit geweest?’vroeg James uiteindelijk. Zijn blik geforceerd ondeugend, maar Sirius merkte dat niet op. Remus schudde meewarig zijn hoofd en viste een oud, vergeeld boek uit zijn hutkoffer en sloeg af en toe verstrooid een pagina om.
‘Wil je echt dat ik die állemaal ga opnoemen?’
‘Ja.’
‘Heb je even tijd?’
James lachte en streek zijn zwarte haren elegant naar achteren. ‘Meer dan één keer, bedoel ik!’
Sirius haalde diep adem, alsof zelfs dat een hele waslijst was. ‘Isabelle, Rosa, Jennifer, Serra, Julie, Catherine, Madelon, Marianne-‘
Maar hij werd na de achtste naam onderbroken door een langdurige, piepende rem. De Zweinstein Express kwam tot stilstand. Rumoer vulde de stilte, die heel even had geheerst toen ze aan waren gekomen op het Kings Cross Station.
Geërgerd wachtte James, Sirius en Remus op Peter. Die was weer eens de grootste kluns op aarde zelve. Hij struikelde tweemaal over de voeten van Remus, smeet zijn hutkoffer zodoende door de coupé en bestrooide de gehele bodem met gestippelde onderbroeken, edities van de Ochtendprofeet en vuile, grauwe onderbroeken met gaten en scheuren erin.
Uiteindelijk hielp Remus hem maar met opnieuw inpakken. Wat niet zoveel zin bleek te hebben gehad, toen Peter eindelijk opstond, de hutkoffer achter zich aan wilde trekken en die opnieuw opensprong. Het was tien minuten later toen ze alles erin hadden gepropt en twintig minuten later toen ze zich eindelijk ongelukvrij als laatste uit de trein wurmden. Het station was verlaten, afgezien van de breed glimlachende moeder van Remus, een ongeduldig uitziende vrouw met grijs haar die Peter met zich meesleurde en een fronsende Andromeda Zwarts. Zij was als enige Zwarts bereid de twee jaar jongere Sirius op te halen.
Een schaduw trok over James’ gezicht.
Er was niemand voor hem.
Voorzichtig duwde hij de deur open en stapte behoedzaam naar binnen. Zijn blik gleed over de kapstok. Er hing een opzichtige, vergeelde hoed aan, een lange zwarte ribjas en een beige jack, dat onder het stof zat.
James staarde naar het jack. Het was stoffig en zag eruit alsof het al bijna een maand niet van zijn plek was gehaald.
Dat was ook zo.
De stilte om hem heen benauwde hem. Zijn angst verkilde zijn hart en drukte tegen zijn borstkast, alsof het alle luchtwegen afsloot. Hij haalde diep adem, maar kon zijn angst niet langer ontkennen. De lucht die hij inademde drong in hem door als nog meer bevroren lucht en hield hem tegen om helder te denken...
Zijn ademhaling trilde even. Hij vocht tegen de kilte vanbinnen en probeerde zijn ouders uit zijn gedachtes te bannen. Zwijgend schoof hij de tussendeur open, zijn blik op de grond gericht. Een zachte tik doorboorde voor even de stilte, toen keek hij op.
En schrok.
Helemaal achterin stond een oude, versleten bank, waar zijn moeder de laatste keer op had gelegen. Zijn vader ernaast, in een houten stoel die nu op de grond lag. Het tapijt dat ooit een brandplek verborg, was er niet meer.
De woonkamer die voor hem lag, had geen behang of vloerbedekking meer. Grijze, kale muren omsloten de kamer en een kille, stenen vloer droeg de koude lucht, die in de ruimte hing.
Een rilling trok over James' rug, terwijl zijn blik rondgleed. Hij sloeg zijn ogen neer, toen hij de stapels stoffige boeken rechts van hem zag. Het enige persoonlijke bezit van hem dat nog een plekje in de kille ruimte verdiende.
Hier had hij gegeten, geslapen en gelachen. Ooit hadden vrolijke schilderijen de muren gesierd, houten tafels en stoelen. Ooit had zijn moeder hier met hem gelachen en gepraat.
Was dit wat er over was van die ruimte? De kou drong tot diep in zijn hart door en hij rilde opnieuw.
Die levendige kamer was er alleen nog in zijn herinneringen.. |
_________________ If the Boy Who Lived
wasn't born:Travel of Doom |
|
  |
 |
Tessa Tinkels
Volleerd Tovenaar


Verdiend:
5 Sikkels
Woonplaats: Where I've never been before
|
Geplaatst:
Wo Nov 02, 2005 19:03 |
 |
Sorry. Sorry. SORRY!
Ik weet het, het heeft veeeeel te lang geduurd... Mijn inspiratie was per direct verhuisd naar Engeland. Nee, geen goede smoes... Eeh... mijn broer was ontvoerd en moest gered worden door zijn dappere kleine zusje..! Nee, ik moest eventjes naar de maan om daar een vergeten Euro op te halen! Ik zat opgesloten in een schoollokaal! Ik heb het veel te druk gehad!
Okay, alleen dat laatste was waar ^^" Geneog smoesjes bedacht, het spijt me gewoon ontzettend. Het eerste was trouwens ook waar, maar ik heb mijn inspi weer gevonden onder mijn bed Dus dat is ookw eer opgelost..
Nou, lees ze!
Liefs,
Kimberly
Troubles at Home
[ Lily ]
'Vergeet die afslag nou niet!' snauwde mam pinnig tegen mijn vader. Ik zuchtte luid en volgde het gesprek afwezig, terwijl mijn blik naar het bordje "Bristol" flitste. De pijl erop gaf aan dat mams gesnauw niets had uitgemaakt. Op het gewoonlijke sukkelgangetje reden we de afslag richting onze woonplaats kalmpjes voorbij. Niemand die het opmerkte.
'Je hebt de afslag gemist, pap,' zei ik. Met opend mond keken drie paar ogen tegelijk achterom, naar het felle, opvallende bordje dat onze richting had aangegeven en zich nu steeds verder van ons verwijderde.
Pap, mam en Petunia zuchtten geergerden ik grijnsde onwillekeurig. 'Pap, let op de weg!'
De auto slingerde even, mam gilde kort en Petunia rolde met haar ogen. Toen werd het stil.
Tien minuten later zaten we nog steeds stuk voor stuk onderuitgezakt, wetend dat de autorit twee uur te lang ging duren. De grootste afwisseling tijdens de rit was het vliegtuig, dat over weg heen vloog met een groot spandoek erachter: "DUS U VERVEELT ZICH?'
'ZES JULI MAM!' riep petunia nog, maar mam bleef strak naar haar krant kijken. Het onrustige gedraai met haar trouwring verried haar onrust, maar ze liet zich niet kennen. Ineengedoken achter de deur, luisterde ik naar het wanhopige geschreeuw van mijn zus. Maar mijn moeder gaf niet toe. Ze gaf nooit toe aan Petunia.
'Zes juli moeten ik en je vader Lily naar het station in Londen brengen, en dat is het laatste wat ik hierover zeg!' Een zwiepend geluid, een zachte kreet van Petunia.
Mijn blik hield ik neergeslagen, maar mijn houding krimpte nog verder ineen. Binnensmonds smeekte ik mam die woorden terug te nemen, maar achter de deur werd alleen gezwegen. Kon een stilte oorverdovend zijn? Konden woorden zoveel pijn doen?
De woorden waren niet eens negatief tergenover mij gericht, maar ze vergrootte Petunia's haat jegens mij ermee.Ik haatte Petunia, maar dit was vreselijk.
'Ik ben niet beter!' probeerde ik te roepen, maar het enige geluid dat uit mijn keel kwam, was een zacht, fluisterend geluid dat de onverstaanbare woorden droeg, de stilte in.
Een paar tellen later vloog de kamerdeur open, een magere gestalte kwam naar binnen.
Petunia's blik was razend op de mijn gericht, heel even maar. Toen glipte ze de trap op, naar boven. Ze liet mij achter in een ruimte vol schuldgevoel.
Ik vocht tegen de pijn, die binnenin mijn hart een storm aankondigde. Ik slikte. Nog eens, en nog eens. Maar niets hielp.
Dit wilde ik niet meer! Ik wilde niet meer de beste zijn thuis, ik wilde dat er niet zoveel van me verwacht werd... Gefrustreerd sprong ik overeind en rende bijna naar de mijn kamer, naar de telefoon. Kate kon me vast opvrolijken. Gelukkig maar dat zij ook dreuzel-ouders had...
'Kate Camin!' klonk een vrolijke stem aan de andere kant van de lijn.
'Hay, met Lily!'
'Heeeeeeeeeey meid!! Hoe is het?'
Ik slikte, mijn blik onrustig heen en weer schietend. Toen sloot ik mijn ogen, zakte ineen aan de rand van mijn bed en keerde me af van de buitenwereld, de deur op slot, de ramen dicht. Een dun streepje zonlicht drong in de donkere kamer naar binnen en ik keek ernaar, terwijl een schorre stem eerlijk antwoord gaf. Was het de mijne? 'Beroerd..'
Het was even stil bij Kate, terwijl ik uit de kamer naast me harde geluiden hoorde. Petunia? In een flits zag ik weer voor me hoe ze zo vaak woedend haar boek naar me had gegooid. Ik zag mezelf, ineengedoken in de deuropening staan. Ma's gillende stem, die Petunia deed schrikken. Een geschrokken bonzend hart binnenin me dat me verontrustte..
Met een schok belandde ik weer in de werkelijkheid, toen ik Kate zachtjes hoorde slikken.
'Ik kijk echt uit naar onze vakantie,' zei ik, al iets vrolijker door de gedachte aan zes Juli.
'Ik ook!' reageerde Kate. Tien minuten later was ze nog aan het ratelen over de aankomende reis van mij en Kate. De glimlach om mijn lippen verdween niet meer en de herinneringen losten op. Het was goed. Kate was er voor me.
[ James ]
‘Hey Gaffel!’ Stomverbaasd keek James zijn vriend aan. Scherp afgetekend tegen de achtergrond van een verlaten straat stond een lange jongen, die met een elegant gebaar zijn haren uit zijn ogen streek en langs James gluurde.
‘Waar zijn je ouders?’ Sirius trok een wenkbrauw op en keek hem aan. James’ vingers omklemden de gouden, kostbare deurknop krampachtig, maar er schoot hem geen
smoes te binnen. Hulpeloos bleef hij staan en zweeg. Sirius maakte een hulpeloos gebaar naar de natgeregende straat, maar James ontweek zijn blik en staarde stug naar de oranjerode zon, die laag aan de hemel stond en de vochtige lucht eromheen roze kleurde. Sirius grijnsde en pakte een van de rietenstoelen naast de voordeur, die James’ moeder daar zo keurig had neergezet. De stoelen waren stoffig en vergeten, en er ging een steek door James’ hart toen hij zag hoe Sirius erop ging zitten. Hij greep demonstratief een boek uit de hutkoffer naast hem en deed alsof hij er onmiddellijk in verdiept was. ‘Roep maar als je hebt besloten of ik mag binnenkomen of niet!’ zei hij en James lachte. Sirius verdiept in een boek, vrijwillig! Dat kwam niet vaak voor..
‘Kom erin!’
Sirius grijnsde, borg gauw het boek op en stapte naar binnen.
‘Wat is híer gebeurd?’ liet Sirius zich ontvallen zodra hij de afgestorven woonkamer zag. James wendde zich van hem af en staarde naar buiten door een van de gebarsten ramen. Was het zijn stem die zo neutraal uitleg gaf?
‘Ma is er niet,’zei hij kortaf, terwijl een koppig trekje om zijn mondhoeken trok. Hij keek Sirius vastberaden aan. ‘Meer hoef je niet te weten.’
Sirius knikte en stelde geen vragen meer. Nonchalant wuifde hij James’ vragen weg, met het excuus dat hij eerst wilde douchen. Hij verdween naar boven, zijn hutkoffer achter zich aanslepend. Alsof het gisteren was dat hij voor het laatst bij de familie Potter logeerde.
James keerde zich af van de herinneringen die omhoog borrelden en stak de kaarsen aan. Nog even dan zou de duisternis als een deken over de aarde vallen en de sterren tevoorschijn toveren. Tegen die tijd zouden hij en Sirius hier zitten, net als vroeger.
Bruusk greep hij één van de boeken in stapels op de grond en bladerde erin. Voor het eerst sinds jaren, terwijl hij luisterde hoe boven de douche aanging en de badkamerdeur met een klap dichtviel. Terwijl om hem heen de aarde zich klaarmaakte voor de lange nacht die zou volgen. De zoveelste sinds de keer dat James voor zijn vrienden koos, en niet voor Lily door Sneep op de Slaapzaal van haar en haar vriendinnen te dumpen. Toch leek er niet veel tijd verstreken. Er was niets veranderd sinds de ochtend daarop die zo tergend langzaam was ingevallen.
'Goed, hoe gaan we voor eten zorgen?' vroeg Sirius, toen hij met natte haren naar beneden kwam. Hij had voor het gemak maar even dreuzelkleding uit James' kast gegrist en keek die nu afwachtend aan. Alsof hij wist hoe ze aan een hongersnood moesten ontkomen!
'Heb je de afglopen week alleen maar honger geleden?' vroeg Sirius zogenaamd vol medeleven, maar James lachte. 'Zie ik er dood uit?'
'Hmm... Ja, nu je het zegt.' Sirius slaakte een quasi-teneergeslagen zucht. 'Dan is het te laat. Kan ik hier niet onderduiken voor mijn lieve moedertje. Kan ik hier niet overleven tot we op vakantie gaan....' zei hij dramatsich. James gooide plagerig een boek naar Sirius toe, die de rondvliegende stofbundel behendig ontweek en een zakje Brandstof tevoorschijn haalde. James' blik schoot naar de haard. De bovenste balk was half ingezakt en de as dwarrelde in kleine stofdeeltjes op, toen Sirius erlangs liep en een zwakke windvlaag produceerde.
'Leuk dat je me even doorgeeft dat we op vakantie gaan!'
'Ja, goed he?' Sirius lachte superieur en een tweede boek vloog op wonderbaarlijk wijze door de lucht.
'Dat eten wil maar niet komen aanvliegen he?'
'Nee, duh!' James schudde meewarig zijn hoofd. Zijn blik gleed langs de hoorn van de dreuzeltelefoon, midden in de kamer, bijna helemaal kapot met grote gaten en deuken erin. Ze hadden een dreuzelcamping gebeld. Of eigenlijk: ze hadden geprobeerd een camping te bellen... Het gevolg waren kwade mensen die met een slaapdronken stem zeiden dat hij verkeerd verbonden was, krijsende vrouwen die tien over elf te lat vonden om iemand wakker te bellen en eindeloos veel: "Dit nummer is niet in gebruik. Controleer-" en dan nog wat gebazel vane en hoge vrouwenstem. Uiteindelijk hadden ze besloten dat dit teveel gedoe was en zadelden ze er Remus mee op - wiens nummer ze wonder boven wonder wel hadden. En toen kwam het probleem waar ze daarvoor ookal mee zaten: het eten.
'Ik denk dat er maar een ding opzet.' James haalde diep adem en zijn blik kruiste die van Sirius, die zijn twinkelende blik weerspiegelde.
'Zelf koken.' |
_________________ If the Boy Who Lived
wasn't born:Travel of Doom |
|
  |
 |
|
|