Poll :: vinden jullie dit verhaal beter of slechter dan afgezant van de nimfen |
ja! |
|
48% |
[ 20 ] |
nee |
|
0% |
[ 0 ] |
kan ik nu nog niet beslissen |
|
36% |
[ 15 ] |
ik vond ze allebij niet goed |
|
14% |
[ 6 ] |
|
Totaal aantal stemmen : 41 |
|
Auteur |
Bericht |
Danlover
7e jaars


Verdiend:
56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...
|
Geplaatst:
Za Okt 29, 2005 21:11 |
 |
Terug op Zweinstein
Harry werd wakker geschud door Marcel, die hem een por tegen zijn zei gaf. Hij werd met een vermoeid gekreun wakker.
Het was al donker, en er sloeg regen tegen de ruiten. Blijkbaar was het gaan regenen terwijl Harry lag te slapen. Hermelien en Ron hadden hun gewaden al aan en Ginny was net bezig met omkleden. Marcel zat blijkbaar te worstelen met zijn stropdas toen hij hem een por had gegeven. Hermelien had een nieuwe badge, en die van Ron was spoorloos. Blijkbaar had het zevende jaar geen Klassenoudste meer, alleen Hoofdmonitors.
Hij keek direct naar Hermeliens badge zodra hij dat had gedacht.
‘Mooi hè,’ glunderde Hermelien. ‘Ron is stinkend jaloers.’
‘Niet waar,’ protesteerde Ron, maar hij keek vanuit zijn ooghoeken vernietigend naar de badge, en Harry wist genoeg.
‘Jij moet je ook maar gaan omkleden, we zijn er zo,’ zei Ginny glimlachend terwijl ze haar plooirok goeddeed. Hij geeuwde, rekte zich uit en stond op. Zijn spierpijn was geminderd maar hij was nog steeds vreselijk moe. Hij hoopte dat het feestmaal een keer vroeg afgelopen was, dan kon hij tenminste naar bed.
Hij trok het vaalbeige gedoe uit en trok zijn schone, naar zeep ruikende gewaad aan. Mevrouw Wemel had er weer flink haar best op zitten doen, en dat waardeerde Harry. Zelfs als hij er niet was, of was veroordeeld als moordenaar bleef ze haar best voor hem doen.
De trein remde piepend af en toen hij helemaal stil stond werd Harry zich pas bewust van het gekletter van de regen op de ramen en op het dak. De gangen stroomden vol, en Harry, Ron, Hermelien, Ginny en Marcel voegde zich bij de anderen.
Buiten vingen ze een glimp op van Hagrid, die de eerstejaars begeleidde tijdens hun traditionele tocht over het meer. Het leek lang geleden dat Harry dat zelf had moeten doen. Hij wist alleen nog dat hij stikte van de zenuwen.
Hij en de anderen zwaaiden snel naar Hagrid en liepen naar de koetsen. Harry was inmiddels gewend aan het feit dat hij Terzielers kon zien, maar toch vond hij ze nog steeds griezelig. Hij wendde zijn blik af en keek naar de torens van Zweinstein boven de bomen. Daar wachtte Vivianne op hem…
Hermelien sjorde aan de mouw van zijn gewaad. ‘Kom op, Harry,’ siste ze in zijn oor.
Pas toen hij in de koets zat merkte hij dat er iemand mistte.
‘Waar is Dirk?’ merkte hij op. Niemand keek op toen hij dat vroeg. Het was Ron die antwoord gaf.
‘Hij krijgt een lift naar Zweinstein, hij hoefde niet naar het station te rennen, zoals jij.’
‘En Vivianne zit al op Zweinstein, het is een beetje onnozel om haar daar niet te laten blijven,’ zei Hermelien. Harry wou dat ze dat niet had gezegd. Hij kreeg een steek in zijn maag en een licht gevoel in zijn hoofd. Hij zuchtte en staarde uit het raam, met één hand onder zijn kin.
Zweinstein kwam in zicht, achter de bomen. Er scheen uitnodigend licht door de ramen, en door de deur. Harry strekte zijn nek uit; misschien stond ze in de deuropening.
Maar daar stond ze niet, er stond niemand. De koetsen stopten en Harry stapten met zijn schone schoenen direct in de modder. Hij vloekte zacht.
Ginny had zijn gezicht gezien en glimlachte. ‘Kom op, Harry. Waarschijnlijk zit ze binnen op je te wachten. Je zult haar weer zien, dat beloof ik je.’
Harry wou dat hij haar op haar woord kon geloven. Het gevoel in zijn maag werd versterkt. Hij volgde de anderen naar het bordes van het kasteel, de hal in.
Harry keek naar de betoverde trappen. Het liefst zou hij naar boven gaan om goed te kunnen slapen, maar hij moest weten of ze er zou zijn, hij moest het weten.
De stroom dreef hen naar binnen, de grote zaal in. Hij probeerde over de hoofden van de vele leerlingen te kijken of hij haar zag zitten. Omdat hij nu tot de oudste van de leerlingen op Zweinstein behoorde, was dat niet echt moeilijk. Hij speurde de tafel van Griffoendor af, maar hij vond haar niet. Niemand die op haar leek, ze was er niet.
Ron zag de blik in zijn ogen, en hij sloeg hem op zijn schouder.
‘Maak jij je nou geen zorgen,’ zei hij meelevend. ‘Ik weet zeker dat ze vroeg of laat komt opdagen.’
Harry knikte verdrietig en ging zitten. Het sorteren ging voorbij in een soort van waas, en het feestmaal ook. Harry had niet veel honger, maar at toch iets omdat het moest van Hermelien. Hij wierp steeds blikken op de ingang van de Grote Zaal. Misschien zou ze binnen komen rennen, hem om de hals vliegen en hem zou zoenen. Het visioen speelde zich af voor zijn ogen.
‘Eh… Harry?’
Harry schrok abrupt wakker. Hermelien, Ron en Ginny keken hem vreemd aan; hij had onbewust zijn lippen getuit. Hij schudde zijn hoofd en legde zijn vork neer.
‘Ik ga maar eens naar bed,’ zei hij vermoeid, en hij stond op. Het was de eerste keer dat hij vroegtijdig het feestmaal verliet. Hij was vreselijk moe, verdrietig en zijn knieën knikten van de maand lang schoonmaken. Hij verliet de zaal, terwijl iedereen hem nakeek.
Hij liep de trap op, richting het portret van de dikke dame… en herinnerde zich toen dat hij het wachtwoord niet wist.
‘Geen wachtwoord, geen toegang,’ zei de dikke dame hooghartig. Dat begint al goed, dacht Harry knorrig. Toen hoorde hij voetstappen achter zich.
‘Harry!’ riep Hermelien hijgend. ‘Ik dacht al, je wilt naar bed zonder dat je het wachtwoord weet! Het is Wilde Limoen!’
‘Mooi,’ zei Harry zwakjes. ‘Bedankt.’
‘Weltrusten,’ zei Hermelien met een knipoog. ‘Ik ga nog even terug voor… je weet wel wie ik bedoel.’ En met een tweede knipoog rende ze weer weg.
Harry liep na het opgeven van het wachtwoord naar binnen, linea recta naar de slaapzalen.
Misschien zou Vivianne er morgen zijn, misschien ook niet. Hij wist het niet, maar hoopte het met heel zijn hart.
Hij kleedde zich om en kroop in bed… |
_________________ Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark |
|
  |
 |
Danlover
7e jaars


Verdiend:
56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...
|
Geplaatst:
Zo Okt 30, 2005 11:11 |
 |
dit is het vervolg op een ander verhaal dat ik hier heb geschreven, en daarin introduceer in dat "nimfengedoe" het komt dus niet uit boek 6, ik boek 6 word geen woord gerept over nimfen.
en ik zou het erg fijn vinden als je dit bericht verwijdert, zoals al in je onderschrift staat, je moet de regels voor fanfictions nog even doorlezen. |
_________________ Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark |
|
  |
 |
Danlover
7e jaars


Verdiend:
56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...
|
Geplaatst:
Zo Okt 30, 2005 15:31 |
 |
jaja, lekker lang, in word is het meer dan drie pagina's lang, een regelrecht record dames en heren! ik hoop dat jullie het weer leuk gaan vinden!
De eerste schooldag
Harry sliep als een roos, maar werd met een gevoel alsof hij nog steeds doodmoe was weer wakker. Ron stond naast zijn bed en had hem wakker geschud.
‘Je bent al te laat!’ zei hij. ‘Opstaan, slaapkop!’
Harry kreunde en sloeg zijn hand weg. ‘Nog vijf minuten,’ mompelde hij.
‘Je hebt je vijf minuten al gehad!’ riep Simon vanaf de andere kant van de slaapzaal. ‘Je hebt zelfs al een kwartier langer liggen pitten dan wij. Kom eruit, half Griffoendor zit al aan het ontbijt!’
Harry wist, zelfs met zijn versufte brein, dat Simon hier niet had gezeten als hij had geweten dat Harry deze zomer een moord had gepleegd en daarvoor was veroordeelt door een taakstraf van een maand. Blijkbaar had Droebel niets aan de ochtendprofeet verteld, en was de hele zaak in de doofpot gestopt.
Hij stapte geeuwend uit bed en begon zich aan te kleden. Het ging allemaal vreselijk traag, en Harry was even bang dat hij te laat zou komen. Toen hij zich eindelijk had aangekleed nam Ron hem mee naar beneden, waar Hermelien al op hen stond te wachten.
‘He he,’ mopperde ze. ‘Jullie zijn langzaam!’
‘Niet mijn schuld,’ mompelde Ron.
‘Oh Harry, je hebt gisteren de benoeming van de nieuwe leraar Verweer Tegen de Zwarte Kunsten gemist,’ jubelde Hermelien. ‘Je zou hem echt moeten zien, hij is echt een kanjer!’
Ron gromde. ‘Ik vind het een zak,’ zei hij alleen maar.
Hermelien keek hem kwaad aan. ‘O Ron, geef me toch eens wat vrijheid leraren aardig te vinden. Je vond Smalhart niet aardig, Carpeggio niet en nu mag je deze ook al niet! Wat is het toch met jou?’
Harry hield zijn mond. Ron en Hermelien hadden zijn hulp niet nodig hun ruzie’s op te lossen. Harry had gedacht ze na 6 jaar kibbelen eindelijk een beetje volwassen waren, maar hij had het blijkbaar mis. Zelfs ze iets met elkaar hadden was het nog steeds raak. Hij zuchtte en Ron en Hermelien hielden hun mond.
‘Je moet hem echt zien, Harry,’ zei Hermelien glunderend. Toen Harry naar het portretgat wou lopen hield ze hem echter tegen.
‘Wat is er?’ vroeg hij, en Hermelien gebaarde met haar hoofd naar de sofa; er lag iemand op te slapen.
Harry’s maag voelde plotseling hol aan, en zijn hand begon te trillen. Hermelien gaf Ron een knipoog en trok hem naar het portretgat.
De leerlingenkamer stroomde langzaam leeg, iedereen ging naar de Grote Zaal voor het ontbijt, en pas toen hij er zeker van was dat iedereen weg was keek hij opnieuw naar de gedaante op de sofa.
Ze lag de slapen als een blok, en haar haar bedekte haar gezicht.Ze droeg een vaal schort, dat onder de vlekken zat. Harry liep naar haar toe, ging voor haar op zijn hurken zitten en schoof het haar weg.
Ze zag er vreselijk uit. Dikke wallen ontsierden haar normaal zo prachtige ogen, en het haar dat Harry net had weg geveegd was sluik en klitterig. Ze stonk naar eten en afwasmiddel, alsof ze zich in geen dagen meer had gewassen.
Om haar wakker te maken haalde Harry twee vingers over haar wang. Vivianne schrok met een hikkend geluidje wakker en keek verwildert om zich heen. Toen ze hem zag ontspande haar gezicht en keek ze hem zwakjes glimlachend aan.
‘Hallo,’ zei ze zacht. ‘Ik heb je gemist.’
Harry zei niets, hij glimlachte en haalde een hand over haar sluike haar. Vivianne liet haar ogen ten hemel glijden om te kijken wat hij deed, maar Harry trok zijn hand weer terug.
‘Waarom was je zo laat?’ vroeg hij. Vivianne ademde met een pufje uit, alsof ze net een stuk had gerend.
‘De vaat,’ kreunde ze. ‘Die moest ik ook nog doen. Ik ben tot 3 uur ’s nachts bezig geweest, en ik ben zo onwijs moe!’ Ze geeuwde. ‘Hoe ging het bij jou?’
Harry zuchtte.
‘Misschien een andere keer,’ zei hij, en Vivianne knikte.
‘Het was de ergste maand van mijn leven,’ zei ze, en ze sloot haar ogen even. In dat korte moment dat ze niet keek boog Harry zich naar voren en gaf haar een kus. Vivianne werd erdoor verrast, dat wist hij. Haar schouders schokten even, maar ontspanden zich toen weer.
‘Wat nou?’ zei ze glimlachend. Ze boog zich op haar beurt weer naar voren en gaf hem een zoen.
‘Ik ben blij je weer te zien,’ zei Harry. Vivianne grinnikte even en ging overeind zitten. Ze nam zijn gezicht in haar handen en zoende hem, een lange zoen, en Harry zoende terug. Na iets wat wel een halfuur brak Vivianne de zoen, doordat ze van vermoeidheid haar hoofd op Harry`s schouder liet zakken. Pas toen besefte Harry dat hij moest opschieten om nog wat naar binnen te krijgen voordat de lessen begonnen.
‘Kom je mee?’ vroeg hij, en hij stak een hand uit. Vivianne schudde gapend haar hoofd.
‘Ik volg de lessen niet meer,’ zei ze. ‘Ik ben al “geschoold”, zeg maar.’ Ze lachte, zwakjes weliswaar, maar ze lachte. ‘Ik had vandaag sowieso vrijgenomen, ik ben echt veel te moe…’
Ze liet haar hoofd op de bank zakken en sloot haar ogen. Harry gaf haar een snelle kus voor hij opstond en naar het portretgat liep.
‘Kijk, daar zit hij,’ wees Hermelien. Harry was zodra hij in de grote zaal was gaan zitten bestookt met opmerkingen over de nieuwe leraar, voornamelijk van Hermelien. Hij volgde haar vinger en zag dat ze naar een knappe jongeman wees, die net van zijn pompoensap nipte, voordat hij begon aan zijn ei. Harry glimlachte. Hij had iets weg van Smalhart, maar zijn haar was kort en zwart. Zijn blik gleed over de Griffoendortafel, en Harry had kunnen zweren dat hij even naar hem had gegrijnsd. Twee tellen later wist hij dat het verbeelding moest zijn geweest.
‘Je lesrooster,’ zei Ron knorrig, en hij gaf Harry zijn lesrooster. Het zag er vrij goed uit, voor de lunch hadden ze alleen Verweer Tegen de Zwarte Kunsten en Gedaanteverwisseling.
‘Dan kunnen we eindelijk zien hoe hij lesgeeft!’ jubelde Hermelien, en met een brede, zonnige grijns op haar gezicht staarde ze naar de post die bezorgt werd.
‘Ze is nou al een hele tijd zo bezig,’ mompelde Ron in Harry`s oor. ‘Ik doe haar wat als ze niet ophoud, ik zweer het je!’
Harry lachte. Op dat moment ging de bel voor het eerste lesuur. Hij stond op en liep samen met Ron en Hermelien de Grote Zaal uit, op weg naar het lokaal voor Verweer Tegen de Zwarte Kunsten. Hermelien wipte de hele tijd van het ene been naar het andere terwijl ze voor de deur stonden te wachten.
Het duurde zeker een kwartier voor de nieuwe leraar kwam opdagen. Nog niemand had de moeite genomen hem te vertellen hoe hij heette, maar hij zei het zelf, voor de les begon.
‘Ik ben professor Devon, ik wens niet te worden gestoord terwijl ik aan het praten ben, niet te worden aangestaard en zeker niet dat iemand door me heen praat. Begrepen?’
Dat was goed duidelijk, de hele klas hield zijn mond. Hermelien, Parvati en Belinda wierpen elkaar zenuwachtige blikken toe; ze hadden alledrie naar professor Devon zitten staren alsof hij uit de zevende hemel kwam. Hermelien was knalrood en staarde naar het schoolbord.
‘Dit is jullie PUISTjaar,’ zei professor Devon. ‘In dit jaar probeer ik iedereen in deze klas moeiteloos door de examens heen te helpen, met goede resultaten uiteraard. Ik geef geen bijles, veel huiswerk en voldoende tijd om hen te maken, ik wil geen geklaag.’
De hele klas was opnieuw doodstil. Hermelien stak trillend haar hand op, en professor Devon bekeek de lijst alvorens haar de beurt te geven.
‘Ja, juffrouw Griffel?’
‘Mag ik vragen,’ zei ze met trillende stem. ‘Wat u dit jaar gaat behandelen?’
Professor Devon knikte, rommelde in zijn tas en haalde er een vel perkament uit. Hij beende naar Hermeliens tafel en hield de lijst voor haar neus.
‘Kopieer,’ zei hij. Hermelien wou naar haar veer grijpen, maar dat liet hij haar niet doen.
‘Ik zei kopieer. Kom op, een fatsoenlijke tovenaar in de zevende klas kan toch wel een tekst kopiëren met magie?’
Hermelien pakte in plaats van haar veer en inkt haar toverstok, mompelde een bezwering over het vel perkament en zette de top van haar staf toen op haar eigen vel perkament. De tekst verscheen erop, identiek aan het eerste vel. Professor Devon draaide zich om en liep weer naar voren.
‘Deze les behandelen we niets,’ zei hij, en de klas kreunde. ‘We maken aantekeningen en jullie vertellen me wat jullie al hebben geleerd.’
De rest van de les vertelden ze professor Devon wat ze in de voorgaande jaren hadden behandelt. Iedereen moest diep in zijn geheugen graven om alles weer boven te krijgen, maar iedereen herinnerde zich nog steeds het Aardmannetjes incident in de les van professor Smalhart. Zelf bij Marcel zat dat er nog in, en hij een het geheugen als een zeef.
Toen de bel ging ruimde iedereen uitzonderlijk snel zijn spullen op en liep het lokaal uit. Harry wou volgen maar toen hij richting de deur liep hoorde hij zijn naam.
‘Harry Potter, blijf nog even.’
Met een gevoel dat dit niets goeds kon betekenen liep hij naar het bureau van professor Devon. Ron bleef wachten in de deuropening.
‘Hij komt zo naar de volgende les, meneer Wemel,’ zei professor Devon, en hij wuifde met zijn hand. Schouderophalend verliet Ron het lokaal en deed de deur dicht.
‘Om kort te gaan, Harry. Professor Perkamentus heeft me gevraagd om jou, juffrouw Aliano en meneer Duffeling verweer lessen te geven,’ zei hij. Harry keek hem aan, had hij hem zonet bij zijn voornaam genoemd?
‘Verweerlessen voor wat?’ vroeg hij.
‘De volle maan, Harry. Ik heb er verstand van, kijk niet naar me zoals al die meiden, want dit is niet mijn echte gedaante.’
Harry moest aan Vivianne denken. ‘O nee?’ vroeg hij verbaast.
‘Op alle door de weekse dagen, Harry. Geef het door. De lessen vinden gewoon in dit lokaal plaats.’
Harry draaide zich met een laatste blik op professor Devon om en wou het lokaal uitlopen.
‘De lessen starten volgende week maandag vanwege de maan, Harry. Je kan zelf wel invullen wat ik bedoel.’
Harry liep het lokaal uit, op weg naar Gedaanteverwisselingen. Hoe kwam professor Perkamentus nou opeens op het idee om een vreemde hem les te laten geven. Hij kende die vent nauwelijks en nu moest hij iedere avond bij hem komen om te leren hoe je je moest verdedigen tegen de volle maan. Wat viel er überhaupt aan te verdedigen?
Harry duwde de deur van het lokaal open en liep naar binnen. Professor Anderling was al begonnen met de les en keurde hem geen blik waardig toen hij ging zitten. Blijkbaar had Ron het aan haar verteld dat hij nog even moest blijven, en ze maakte er geen probleem van.
Het probleem dat zich tijdens de les steeds meer voordeed was zijn vermoeidheid. Hij was nog steeds vreselijk moe, ondanks het slapen in de trein, de heerlijke nacht in zijn eigen hemelbed… Alleen al aan de gedachte kreeg hij slaap. Hij zette zijn hand onder zijn kin en deed zijn ogen dicht…
‘HARRY!’
Hij werd met een schok weer wakker. Zijn arm gleed onder zijn kin vandaan en zijn hoofd plofte op de grond.
‘Wat was u aan het doen, meneer Potter?’ zei professor Anderling priemend. De hele klas keek hem aan. Harry ging weer overeind zitten en wreef in zijn ogen.
‘Wat?’
Precies op dat moment ging de bel. Het lokaal stroomde leeg en opnieuw moest hij nog even nakomen bij de docent.
‘Neemt u de rest van de dag vrij, meneer Potter,’ zei professor Anderling. ‘U bent duidelijk te moe om nog aan de lessen deel te nemen.’
Aangenaam verrast verliet Harry na een bedankje het lokaal. Hij nam snel wat voor lunch en vertrok toen weer naar de leerlingenkamer.
Vivianne zat nu rechtop op de sofa, en ze staarde in het vuur. Toen hij binnenkwam keek ze om en glimlachte.
‘Moet jij niet naar je lessen toe?’ vroeg ze.
‘Het klinkt alsof je niet blij bent dat ik er ben,’ zei Harry luchtig. Hij liep op haar af en plofte naast haar neer op de bank. ‘Ik heb de rest van de dag vrij, ik viel in slaap bij Anderling.’
Vivianne lachte kort. De wallen onder haar ogen waren iets geminderd, maar zaten er nog steeds duidelijk. Zelfs met die wallen zag ze er nog steeds prachtig uit, zelfs met die klitten in haar bruine krullen was ze onweerstaanbaar.
Het was alsof Vivianne zijn gedachten las… wacht, dat kon ze ook. In ieder geval zag Harry een boodschap in haar ogen. Ze hief haar hand op en haalde hem door zijn zwarte haar.
Harry werd voor de tweede keer die ochtend vol overgave door haar gezoend, en hij zoende vol overgave terug. Het was alsof hij er zich beter van ging voelen, alsof haar lippen en tong van chocola gemaakt, in plaats van vlees en bloed. Plotseling leek hij niet moe meer, maar levendig en opgewekt. Harry wist dat het slechts één van Vivianne`s subtiele magische stunts was, want zodra ze ophielden met zoenen en elkaar aankeken, was het zware gevoel in zijn hoofd weer terug.
‘Je wil slapen hè,’ zei ze, en Harry knikte. ‘Ik hou je niet tegen, daarvoor ben je hier toch ook?’
Harry voelde zich zo vermoeid dat hij niet eens meer de trap op zou komen, zelfs als hij dat had geprobeerd. Hij liet zijn hoofd tegen de bank aanzakken en sloot zijn ogen. Vivianne`s hand lag op zijn schouder… |
_________________ Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark |
|
  |
 |
Danlover
7e jaars


Verdiend:
56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...
|
Geplaatst:
Di Nov 01, 2005 11:41 |
 |
En het persoonlijk record is alweer verbroken. Dit stuk is in word bijna 5 A4tjes lang, maar dat was ook wel de bedoeling. Ik hoop dat jullie het een goed hoofdstuk vinden en ik krijg natuurlijk nog steeds graag reacties!!
Edit: ik kreeg een paar rwacties dat ik een paar fouten had gemaakt. de fout van de "twee uur durende klus die in 2 minuten geklaard is" zit te dep om nog te verbeteren, daarvoor moet ik het hele hoofstuk omgooien, maar die "Patty Patil" fout is nu wel verbeterd, alsjeblieft!
De nimfendimensie
‘Verweerlessen?’
Vivianne keek hem vreemd aan. Harry knikte, en Vivianne’s wenkbrauwen verdwenen haast onder haar haar.
‘Maar… waarom dan?’
Hij schudde zijn hoofd, ten teken dat hij het niet wist. Hij was net een half uur wakker, en het was 8 uur ’s ochtends. De leerlingenkamer stroomde opnieuw vol met leerlingen die op weg waren naar de Grote Zaal voor het ontbijt. Harry en Vivianne hadden de hele nacht op de bank door gebracht, tot vreemd gegiechel van een stel vijfdejaars die net langs kwam lopen.
‘Kom, laten wij ook wat gaan eten,’ zei Harry, en hij stond op. ‘Ik heb honger.’ Vivianne knikte en stond ook op.
‘Je hebt nog steeds geen nieuwe toverstok hè?’ zei ze. ‘Waarom heb je geen nieuwe gekocht?’
‘Ik had er de tijd niet voor,’ zei Harry. ‘Ik bedoel, jij kwam, we deden… je weet wel wat ik bedoel, en toen die taakstraf, ik heb er gewoon de tijd niet voor gehad.’
Vivianne keek hem bedenkelijk aan.
‘Wat?’
‘Nee, ik bedenk net iets. Mijn moeder is één van de krachtigste nimfen die ooit geleefd hebben. Ik weet zeker dat ze je stok kan maken.’
Harry glimlachte. Niets leek meer onmogelijk in een wereld waarin nimfen opeens de krachtigste wezens op aarde leken te zijn.
‘En wanneer gaan we heen?’
‘Zo snel mogelijk, natuurlijk!’ Vivianne boog zich naar hem toe en begon te fluisteren. ‘We moeten een moment kiezen waarin ze ons niet nodig hebben. Misschien in de pauze.’ Ze dacht na. ‘Nee, te kort. Mijn moeder heeft daar zeker twee uur voor nodig, maar…’ Ze sloeg zichzelf voor haar hoofd en lachte. ‘Natuurlijk, waarom heb ik daar niet eerder aan gedacht! We zouden vandaag kunnen gaan!’
Harry keek haar vreemd aan.
‘Ik kan ons naar de andere dimensie transporteren in onze slaap! En aangezien we vandaag weer onder zijl moeten, dat kan gewoon geen probleem zijn!’
Harry lachte nu ook. Hij pakte haar bij haar schouders en omhelsde haar. ‘Je bent geweldig!’ zei hij, en Vivianne glimlachte.
‘Ben ik dat ooit niet geweest dan?’
Handen op zijn schouders… stemmen in zijn oren…
‘Harry, wakker worden!’
Niet nu… later misschien, maar niet nu…
Een klap in zijn gezicht, nog meer stemmen… En hij schrok wakker.
‘Jeetje,’ zei Vivianne, en ze sloeg haar armen over elkaar. ‘Je wilde je toverstok toch heel hebben, of niet dan?’
Harry keek om zich heen. Ze stonden in een heideveld. Het was bekend voor Harry, hij keerde hier al maanden lang naar terug, steeds met volle maan. Op de één of andere vreemde manier was Dirk er nooit bij, alleen zij tweeën. Het was de perfecte plek.
Vivianne gaf hem een zoen en pakte zijn schouders beet.
‘Oké, nu moet je niet bewegen,’ zei ze. Ze kneep haar ogen stijf dicht, en dus deed Harry die van hem ook dicht.
Het volgende moment was één van de vreemdste ervaringen die Harry ooit had gehad, en daar telde hij de bizarre rit op Terzielers in hun vijfde jaar bij op. Het leek alsof hij letterlijk uit elkaar viel en in stukjes en beetjes wegvloog. Vivianne`s handen verdwenen van zijn schouders, maar toch was hij zich bewust van haar aanwezigheid. Hij probeerde zijn ogen open te doen om te kijken wat er gebeurde, maar dat lukte niet, alsof zijn wimpers aan elkaar waren vast geplakt.
Hij vloog de lucht in, hoog de lucht in. De wind woei door zijn haar, dat voor zijn gevoel ter hoogte van zijn tenen vloog. Hij was echt vreselijk vreemd, vreemder dan vreemd…
En toen kwamen al zijn lichaamsdelen weer bij elkaar en vormden één geheel. Zijn voeten raakten de grond en Vivianne’s handen lagen weer op zijn schouders. Hij deed zijn ogen weer open…
Hij wist niet waar hij nu was, maar het was zeker niet meer het heideveld. Ze stonden nu in een kamer die de omvang van een forse woonkamer had, de muren waren behangen met gezellig bloemenbehang. Er lag een dik tapijt op de marmeren vloer en er stond een bed met een roze sprei in de hoek. In de andere hoek stond een roze tweezitsbank met een glazen salontafel ervoor. Op het tapijt lag een hele partij antiek speelgoed, waar Dirk zelfs niet meer mee had gespeeld. Harry herkende een ouderwetse tol, een hobbelpaard voor een volwassen vrouw en een verzameling porseleinen poppen. Ergens speelde een lief speeldoosje.
‘Hoe vind je het?’ vroeg Vivianne glunderend.
‘Eh… waar zijn we?’
Vivianne leek beledigd. ‘Dit is mijn slaapkamer,’ zei ze met opgetrokken wenkbrauwen.
‘Echt waar? Ik bedoel… natuurlijk, dat zag ik meteen!’
Vivianne trok haar wenkbrauwen nog verder op en Harry grijnsde schuldig. Toen glimlachte ze en gaf hem opnieuw een zoen. Toen pakte ze zijn hand.
‘Kom, dan kun je mijn ouders ontmoeten!’ En ze trok hem door de brede, dubbele deur de kamer uit.
Vivianne was wat gewend, besefte Harry terwijl hij door de gangen gesleurd werd. De muren waren van zuiver goud, en de vloer was van zuiver marmer. Er lag een lange, rode loper overheen, die zo te zien door het hele paleis liep. Bij bijna elke deur stond een wachter, compleet met uniform, helm(met extra ruimte voor de oren) en lans. Ze bogen diep toen Vivianne langskwam, maar staarden Harry vreemd aan. Dat kon Harry goed begrijpen. In zijn wereld was Vivianne vreemd, in deze wereld was hij vreemd, met zijn kleine, ronde oren.
Ze gingen een brede trap af, ook van marmer, en ze kwamen uit in een gigantische hal.
Het goud verblindde hem, en het marmer voelde koud, zelfs door zijn schoenen heen. Door de spleetjes in zijn ogen kon hij nog net twee enorme tronen aan het eind van de zaal zien, en daar zaten twee mensen op… Vivianne’s ouders.
‘MAM! PAP!’ schreeuwde Vivianne. Ze liet zijn hand los en rende uitbundig zwaaiend naar beneden. De vrouw op de meest linkse troon stond op en nam haar dochter in haar armen. Ze scheelden nauwelijks een kop.
‘Meisje, wat doe je hier?’ vroeg ze toen ze Vivianne los liet. Harry bleef roerloos op de trap staan. Hij voelde een onverklaarbaar, diep ontzag voor de vrouw opkomen, ze was machtig, dat zag Harry aan haar gestalte, haar manier van praten, aan haar… alles.’
‘Ik wil je aan iemand voorstellen,’ mompelde Vivianne, maar Harry’s gevoelige oren vingen elke trilling op. Hij kon precies horen wat ze zei.
Vivianne liep weer terug naar de trap en wenkte hem. Een beetje zenuwachtig liep hij de rest van de treden af en zette beide voeten op de marmeren vloer. Vivianne pakte zijn hand en trok hem zachtjes naar voren, totdat hij helemaal voor de vrouw en de man stond.
‘Mam,’ begon ze zenuwachtig. ‘Pap?’
De man rechts van Vivianne’s moeder, ongetwijfeld haar vader, bewoog even. Hij keek nors, en moest blijkbaar niets van Harry hebben.
‘Ik wil jullie voorstellen aan Harry,’ zei Vivianne in één adem. Ze greep Harry’s hand alsof ze steun zocht. Er verscheen een glimlach op het gezicht van Vivianne’s moeder verscheen een liefdevolle glimlach die hem sterk aan mevrouw Wemel deed denken, maar haar vader mompelde iets en verschoof weer. Vivianne’s moeder deed een stap naar voren en stak een gerimpelde hand uit, die Harry verlegen schudde.
‘Wat een verrassing,’ zei ze. ‘Aangenaam Harry, wat is je volledige naam?’
‘Harry Potter, mevrouw.’
‘Wat?’ snauwde Vivianne’s vader. ‘Mevrouw?’
‘Alsjeblieft Ricardo!’ zei Vivianne’s moeder, en ze draaide zich om naar haar man. ‘Maak er toch geen probleem van!’
‘Probleem ammehoela!’ riep Ricardo en hij sprong ook op. ‘Mijn jongste dochter nota bene, huppelt er vandoor met zo’n aardse knul, en dat sta ik niet toe! Kijk hoe hij eruit ziet, als een armoedzaaier!’
‘Pap…’
Vivianne stond met een mond vol tanden. Ze sloeg haar ogen neer en liet haar hoofd hangen.
‘Ik had je al niet moeten laten gaan toen die tovenaar je kwam halen, toen had ik al moeten zien dat het verkeerd zou gaan. Zo meteen hebben jullie ook al trouwplannen! Waar moet het heen met de wereld!’
‘Ricardo!’ riep Vivianne’s moeder nu, en het paleis trilde op zijn grondvesten. ‘Ik wil dat je naar me luistert. Heb ik niet altijd beweerd dat het geluk van onze twee dochters het belangrijkste was wat er bestond? Heb ik niet altijd gezegd dat we Vivia en Belle hun eigen gang lieten gaan, zolang het niet te ver ging? Dit is niet te ver, dit is nog lang niet te ver! Als nu eerst eens gaat leren luisteren naar jezelf, dan zal je merken dat de wereld, en die daarbuiten, echt niet zo slecht zijn als jij altijd denkt!’
Er viel een indrukwekkende stilte. Harry kreeg het idee dat hij zijn hart kon horen bonzen.
‘Mam,’ mompelde Vivianne. ‘Wil je me geen Vivia meer noemen. Het is Vivianne voor de vrienden.’
‘En Vivia voor de familie,’ zei koning Ricardo hooghartig. ‘En daar houd je je aan dame!’
Vivianne’s moeder keek Harry glimlachend aan. ‘Noem me maar Isabella, en mijn man heet gewoon Ricardo.’
Harry knikte.
‘We waren hier eigenlijk om je een verzoek te doen, mam,’ zei Vivianne. ‘Harry’s toverstok is gebroken en we hebben niet de tijd gehad een nieuwe voor hem aan te laten meten. Kunt u misschien…’
‘Een toverstok,’ mompelde Ricardo. ‘Een ordinaire toverstok…’
‘Pap, mond dicht,’ snauwde Vivianne, wat heel gedurfd was tegenover zo’n grote man als Ricardo Aliano. Hij trok bleek weg en hield zijn mond.
‘ja, over die stok. Eh, mag ik de helften even zien, Harry?’
Harry graaide in de zak van zijn gewaad, dat hij nog aanhad, en gaf de twee zielige helftjes van zijn toverstok aan Isabella. Die pakte ze aan en bekeek ze.
‘Mmm, ik kan het proberen,’ zei ze. ‘Volg me.’
Ze stond op en ging hen voor naar een ruimte achter de troon. Het was een ruimte net zo hoog als de troonzaal, maar kleiner. Er stond iets dat leek op een zilveren bijzettafel in het midden, met een kom vol water erop. Ze liepen erop af en Isabella liet de helften voorzichtig in het water zakken.
Er volgde een enorme ontploffing. Een enorme lichtstraal schoot omhoog uit de kom, raakte het ververwijderde plafond en kaatste weer terug in de kom. Harry kneep zijn ogen dicht en deed een paar stappen achteruit.
‘Harry, hierzo!’ gilde Vivianne achter hem. Ze pakte zijn arm en trok hem tegen haar aan. Vervolgens maakte ze een schild om de ergste straling af te weren.
De grond trilde, stof vloog overal, en er klonk een hels geluid, een hele hoge pieptoon.
En toen hield het op. Harry merkte dat hij op de grond was gevallen. Vivianne trok hem snel overeind voordat Isabella zich omdraaide. Ze hield zijn toverstok in haar hand, weer helemaal heel.
‘Alsjeblieft Harry,’ zei ze, en overhandigde zijn toverstok. Met een glimlach pakte Harry hem aan. Toen hij weer opkeek kreeg hij de vreemde aandrang om een diepe buiging te maken; het bleef één van de machtigste wezens die hij ooit had gezien, machtiger dan Voldemort, machtiger dan Perkamentus…
Isabella Las zijn gedachten en schudde haar hoofd. Toen richtte ze zich tot Vivianne.
‘Ik heb een nieuwe missie voor je,’ zei ze. ‘Volg me.’
‘Het zat eraan te komen,’ zuchtte Vivianne. Ze trok een gezicht en volgde haar moeder de zaal uit, en Harry volgde hen.
Toen ze terug in de troonzaal waren en Isabella weer was gaan zitten, legde ze Vivianne uit wat haar nieuwe missie was.
‘Heb je ooit gehoord van het Amulet van Sorcière, Vivia?’
Vivianne keek haar moeder niet begrijpend aan en schudde toen haar hoofd.
‘Het Amulet van Sorcière is een legendarisch Amulet. Volgens de legende bevat het de krachtigste kracht die in het hele universum te vinden is. Denk je eens in wat een beetje slechterik met zo’n Amulet kan doen!’
Er begon wat te dagen bij Vivianne.
‘U bedoelt de legendarische IJsvlam?’ vroeg ze en Isabella knikte langzaam.
‘De IJsvlam is het krachtigste wat we kennen. Iemand die het Amulet bezit en draagt bezit deze kracht.’
‘En ik moet dat Amulet vinden en het terugbrengen?’
‘Nee, we hebben het al,’ zei Isabella, en Vivianne keek verbaast.
‘Wat moet ik er dan mee?’
‘Het is nog niet geactiveerd, dat moet met een code die we niet kennen. Het is jouw taak, Vivia, om de code te ontcijferen en het Amulet te activeren.’
Vivianne knikte, maar aan haar ogen te zien begreep ze het nog steeds niet goed.
‘En hoe moet ik dat voor elkaar krijgen?’
‘Wedenken dat de code op het Amulet in oud Vampiers is geschreven. Alleen een echte vampier kan die tekst vertalen. Wedenken dat er dan een raadsel tevoorschijn komt die je kan helpen tijdens je zoektocht naar de code. En je mag hulp vragen trouwens,’ zei ze met een blik op Harry. Ze glimlachte snel.
‘En je hebt het Amulet uiteraard ook nodig tijdens je zoektocht, wacht,’ zei Ricardo bars en hij rommelde in zijn zak. Hij haalde er een ketting uit met een grote, ronde hanger eraan. Hij was van goud, met lijntjes zilver en er waren vreemde tekens en figuren op gegraveerd. Vivianne pakte hem aan en hield hem in het zonlicht. Het Amulet glinsterde…
‘Wat doen we, gaan we direct terug en slijten we de rest van de volle maan op dat suffe heideveld of wil je hier de rest hier ook nog zien?’
Vivianne deed hem een vreselijk aanlokkelijk aanbod. Ze stonden op het bordes van het paleis, dat uitkeek over de reusachtige paleistuin. Achter hen vielen de deuren met een dreun dicht.
‘Wat denk je?’ zei Harry grijnzend. Vivianne grijnsde ook en liep hem voor het bordes af.
De paleistuin was veel groter dan je op het eerste gezicht zou denken. Het duurde zeker een kwartier voor ze bij de reusachtige poort waren aangekomen, die onder diep gebuig werd open gedaan. Daarachter lag een met keien geplaveide weg, waar massa’s mensen, of liever gezegd nimfen, over heen liepen.
‘En nu is het nog rustig,’ zei Vivianne met een blik op de mensenmassa. ‘Je zou het eens moeten zien als mijn moeder het zoveelste defilé geeft. Ze vertrappen elkaar bijna!’
Ze leidde hem de straten rond. Het zag er allemaal vreselijk gezellig uit, overal waren winkels zoals een bakker, kruidenier, slager, nergens een supermarkt.
Pas toen ze ongeveer een half uur hadden gelopen hoorden ze iemand naar hen roepen.
‘Kijk eens wie we daar hebben!’
Vivianne draaide zich met een ruk om en keek naar een terrasje voor een drukke bar. Er zwaaide een jonge vrouw van ongeveer 23 jaar oud naar hen. Er lag een grijns op haar gezicht en ze had bruin, krullend haar tot halverwege haar rug.
‘Hallo Belle,’ zei Vivianne plotseling bedrukt. De vrouw stond op en liep naar hen toe.
‘Op stap, zusje?’ vroeg ze met een gevaarlijke ondertoon in haar stem. ‘Helemaal alleen? Moet je niet in die andere wereld zijn?’
‘Er kwam wat tussen,’ zei Vivianne stijfjes. Ze boog zich naar Harry toe. ‘Mijn zus, Belle. Let op wat je zegt.’
‘Oei, je mag niet fluisteren,’ zei Belle en ze zwaaide irritant met haar wijsvinger. ‘En wie mag dat dan wel zijn?’ zei ze met een blik op Harry.
‘Dit is Harry, Belle,’ zei Vivianne nu boos. ‘Hij is mijn vriend en als je het ook maar waagt om iets over hem te zeggen…’
‘Dat is geen nimf!’ zei Belle plotseling, wijzend op zijn oren. ‘Dat is een mens, iemand van de andere wereld!’
Vivianne gromde van woede. ‘Hij is een tovenaar,’ zei ze kwaad. ‘Ik had je gewaarschuwd, Belle…’
‘Een tovenaar,’ zei Belle door Vivianne heen. ‘Een ordinaire tovenaar…’
Belle had veel meer van Ricardo dan Vivianne. Zij leek meer op haar moeder. Hij vond Belle helemaal niet sympathiek. Ze deed hem een beetje aan Patty Park denken, maar dan volwassen en met meer macht.
Vivianne slaakte een gil. ‘O gedoe, Harry. We moeten terug. De volle maan is alweer bijna voorbij! De tijd gaat hier veel sneller. Oh stom, vergeten!’ Ze trok hem mee aan zijn arm, een steegje in. Daar pakte ze opnieuw zijn schouders vast en liet hen transporteren naar de gewone wereld, een wereld zonder Belle. Ze ploften op het heideveld neer.
‘Pfoeh,’ zei Vivianne, en ze veegde haar voorhoofd af. ‘Nou, je hebt in ieder geval een nieuwe toverstok.’
‘Ja,’ zei Harry, en hij pakte zijn toverstok. ‘Alsof hij nieuw is!’
‘En ik heb dat Amulet,’ zei Vivianne, en ze graaide het Amulet tevoorschijn.
‘Laat hem eens zien?’ vroeg Harry. Vivianne strekte haar hand met het Amulet naar hem uit, en Harry stak zijn hand uit om het te pakken.
En toen schrok hij wakker… |
_________________ Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark |
|
  |
 |
Danlover
7e jaars


Verdiend:
56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...
|
Geplaatst:
Wo Nov 02, 2005 21:33 |
 |
dit is misschien geen lang, en misschien ook niet zo goed hoofdstuk, maar hierna zal ik geen enkele les niet meer zo uitgebreid beschrijven. dat kan ik gewoon niet!! laat me weten wat jullie ervan vinden!!
De eerste verweerles
Harry vloekte binnensmonds toen hij zich realiseerde dat hij weer in zijn bed in de leerlingenkamer van Griffoendor lag. Hij liet zijn hoofd op de kussens zakken en zuchtte. Het Amulet was nog maar 2 seconden van zijn vingers verwijderd. Waarom was het niet wat langer volle maan!
Er klonken voetstappen op de trap. Harry ging overeind zitten. Ron stormde binnen.
‘He jongens, JONGENS! Hij is er weer!’ schreeuwde hij. Hij liep naar zijn bed en keek hem aan. ‘Waar ben je geweest?’
‘Waar geweest?’ vroeg Harry niet begrijpend. ‘Ik ben niet weggeweest.’
‘Oh jawel!’ zei Ron. ‘Je bent drie dagen spoorloos geweest. Je bent toch niet op rooftocht geweest?’
‘Echt niet,’ zei Harry een beetje boos. ‘Vraag maar aan Vivianne waar we geweest zijn! Ik heb in ieder geval…’ Hij graaide in zijn zak. ‘…een nieuwe toverstok!’
‘Hoe kom je daaraan?’
‘Vivianne.’
‘Jullie zijn naar de Wegisweg geweest?’
‘Nee, naar Vivianne`s moeder.’
Ron hield zijn mond. ‘Hoe?’ wist hij uit te brengen.
‘Vraag dat maar aan Vivianne.’
De hele dag, al sinds hij opstond, had Harry last van irritante hoofdpijn. Het was te zwak om zichzelf ziek te melden, maar te erg om zich goed te concentreren. Om de één of andere reden werd het erger zodra hij dicht bij een raam zat.
’s Avonds vond de eerste Verweerles van professor Devon plaats, in zijn eigen lokaal. Vivianne, Harry en Dirk vertrokken om 7 uur, na het eten naar het lokaal van professor Devon.
‘Vinden jullie het misschien raar als ik zeg dat ik al de hele dag last heb van hoofdpijn?’ zei Vivianne. Ze keek beide jongens aan met een vragende blik.
‘Nee,’ zei Harry prompt. ‘Ik heb er zelf ook al de hele dag last van.’
‘Vreemd,’ zei Vivianne. ‘Alsof we niet meer goed tegen daglicht kunnen…’
‘Vampieren kunnen niet goed tegen daglicht,’ zei Dirk opeens. ‘Dat heb ik ergens gelezen.’
Vivianne barstte in lachen uit; een vreemd hikkend geluid. Ze moest zich aan Harry`s arm vasthouden zodat ze niet zou omvallen.
‘Gelezen?’ riep ze door haar eigen gelach heen. ‘Jij? Lezen?’
Dirk werd rood. ‘In een stripboek,’ mompelde hij. Hij hield zijn mond tot dat ze bij het lokaal waren. Harry klopte op de deur. Er klonk een zacht gemompel aan de andere kant van de deur, voetstappen en de deur werd krakend open gedaan.
Harry schrok zich dood. Er stond een vreemde man in deuropening. Hij was oud, zeker 60, met grijs haar en overal rimpels, maar hij had dezelfde ogen en dezelfde lach, tenminste…
Hij lachte, en er puilde twee scherpe hoektanden over zijn onderlip. Vivianne schrok zich blijkbaar dood, want ze zette snel een stap naar achteren en greep Harry`s arm beet.
‘Professor Devon?’ vroeg Harry met een merkwaardig hoog stemmetje. ‘Bent… bent u dat?’
Professor Devon glimlachte en knikte even. ‘Kom erin,’ zei hij joviaal, en hij de deur wijd open. Hij controleerde de gang voordat hij de deur dichtdeed.
De hele lokaal was een beetje duister, omdat professor Devon, tot Harry`s opluchting, gordijnen voor de ramen had gedaan.
‘Ik heb de gordijnen maar dicht gedaan. Dat is voor mijzelf, en ongetwijfeld ook voor jullie, erg prettig.’ Hij wees op drie stoelen vooraan. ‘Ga zitten.’
Ze liepen naar voren en gingen zitten. Vivianne stak gelijk haar hand op en ze leek plotseling veel op Hermelien.
‘Ja?’
‘Mag ik vragen waarom Perkamentus ons les laat geven door een vampier? Ik bedoel, stel dat u ons aanvalt midden in zo’n les?’
‘Noem me alsjeblieft je, voor jullie heet ik Louis. Ik zal jullie niet aanvallen, ik ben immers een halve bondgenoot van jullie, vergeet dat niet. Vampieren hebben één regel: Ze vallen nooit een vampier, halfvampier of weervampier aan’
Vivianne knikte langzaam. ‘Ah,’ mompelde ze.
‘Nu, ik ben hier om jullie verweerlessen te geven tegen de volle maan. Dit betekend dat jullie bij bewustzijn kunnen blijven tijdens volle maan. Ergens dit jaar zal ik jullie alledrie testen. Jullie moeten dan een hele volle maan periode bij bewustzijn blijven.’
‘Kort en bondig,’ zei Vivianne flauwtjes, en Louis knikte.
‘Hoe moeten we dat doen?’ vroeg Harry. ‘Ik bedoel, we kunnen alleen oefenen bij volle maan, maar wat doen we in de tussentijd?’
‘Ik geef jullie tips en zorg ervoor dat jullie die ook opvolgen. We oefenen niet bij volle maan, te veel risico’s. Jullie zijn nog onervaren. Tot zover is er nog maar één van jullie die de gevolgen van de maan heeft ondervonden.’ Zijn blik gleed over Harry’s gezicht.
Ze vielen stil. Louis draaide zich om en pakte een krijtje van het bord.
‘We beginnen met enkele tips om je gedachten af te sluiten. Cruciaal bij zoiets als dit…’
‘Niet weer,’ mompelde Harry boos. Louis’ blik gleed opnieuw over zijn gezicht.
‘Jij hebt Occlumentie gehad in je vijfde jaar hè?’ vroeg hij, en Harry knikte. ‘Dit is heel anders en heeft twee voordelen.’
‘Welke dan?’
‘Je gedachten blijven veilig en ik lijk in de verste verte niet op Sneep.’
‘Weet je dat wel zeker?’ vroeg Vivianne nadenkend. ‘Kun je je in een vleermuis veranderen?’
Harry lachte, net als Louis.
‘Nee,’ zei hij glimlachend. ‘Vampieren zijn heel anders dan in de verhaaltjes. Slechts enkele dingen zijn waar. We voeden ons inderdaad met bloed, kunnen niet tegen zonlicht en kunnen worden gedood met een staak.’
‘En wij dan?’ vroeg Vivianne. ‘Ik bedoel, als wij weervampieren zijn, zijn er toch dingen die wij wel kunnen en jullie niet.’
‘Gelijk heb je,’ zei Louis. ‘Maar er zijn ook nadelen. Eigenlijk hadden jullie er beter aan gedaan om te worden gebeten door een vampier.’
‘Alsof we konden kiezen,’ zei Vivianne boos, en Harry snoof.
‘Nee, ik wil alleen maar zeggen dat er wel voordelen zijn aan het bestaan van een weervampier, maar de nadelen wegen zwaar op tegen de voordelen. Ten eerste doet het vreselijk pijn als je veranderd in een vampier, en kom je er vreselijk slecht vanaf als je jezelf niet kan verweren.’ Zijn blik gleed een derde keer over Harry’s littekens. ‘Daarnaast hebben jullie veel minder bloed nodig dan een gewone vampier, en kunnen jullie beter tegen daglicht. Ook de staak werkt niet, maar jullie kunnen wel door al het andere gedood worden.’
Harry rilde. Hij het er nog helemaal niet bij nagedacht dat er misschien ook mensen waren die hem wilde vermoorden zodra ze ontdekten wat hij was. Malfidus bijvoorbeeld.
‘Maar misschien moeten we verder gaan. Kijken jullie allemaal naar het bord.’ Hij draaide zich om, pakte zijn krijtje en schreef twee regels op het bord.
In een situatie waarin uw concentratie verlept?
Stilte is wat ge nodig hebt
Harry las de woorden in zijn hoofd.
‘Stilte is wat ge nodig hebt,’ herhaalde Vivianne zacht en langzaam. ‘Briljant. Buitengewoon briljant!’
‘Ik zal het uitleggen,’ begon Louis. ‘Het is beter om niks aan je kop te hebben als je je hoofd probeert leeg te maken. Al dat gezeur, al dat licht… Helpt niet echt. Probeer dus een rustige ruimte op te zoeken, buiten of in je slaapzaal.’
Harry liet zijn woorden bezinken. Het was een heel pak aan informatie en hij vond het stom van zichzelf dat hij niet even een vel perkament had meegenomen om het te noteren.
‘De tweede tip,’ zei Louis, en hij draaide zich opnieuw om.
Rommel in je hoofd door een ziek gevoel?
Beter worden is dan je doel
‘Dit betekend dat je nooit je gedachten af kan sluiten als je je niet goed voelt,’ zei Louis en hij tikte op het bord. ‘Probeer het ook niet, want het gaat nooit goed.’
Er viel een stilte, terwijl ze alledrie de twee rijmpjes tot zich lieten zinken. Louis grijnsde nogal schuldig.
‘Ik kan niet goed dichten,’ zei hij. ‘Het zijn maar amateur-rijmpjes.’
‘Ik vind ze wel leuk,’ zei Vivianne vrolijk. ‘Ik had ze niet kunnen verzinnen.’
‘Eh… goed,’ zei Louis, en hij leek even te kluts kwijt te zijn. ‘Zorg dat jullie je hieraan houden. Probeer vanavond je gedachten af te sluiten voor je naar bed gaat, en dan zie ik jullie morgen weer.’
Harry, Vivianne en Dirk stonden op en wilden naar de deur lopen.
‘Wacht, nog één ding!’ riep Louis hen na. Hij rommelde in zijn zak en haalde er drie kleine doosjes uit. ‘Dit is misschien wel handig.’
‘Wat is het?’ vroeg Vivianne. Ze pakte een doosje aan en deed het nieuwsgierig open.
‘Het zijn een soort zonnelenzen, donkere lenzen. Erg handig om het meeste zonlicht tegen te houden. Nee, sorry Harry, ze zijn niet op sterkte.’
Harry deed zijn mond weer dicht, die hij hoopvol had open gedaan.
‘Fantastisch!’ zei Vivianne glunderend. ‘Maar je hebt daar toch van die vloeistof voor nodig?’
‘Niet bij deze,’ verzekerde Louis haar. ‘Ze sluiten nauw aan, passen altijd en zijn onzichtbaar. Niemand zal er iets van zien!’
‘Bedankt!’ zei Harry opgetogen.
‘Nou, dan zie ik jullie morgen weer,’ zei Louis.
‘Eh, Louis?’ vroeg Vivianne een beetje aarzelend.
‘Ja?’
‘Zou ik je nog even kunnen spreken?’
Ik zeg hier wel dat Louis niet kan rijmen, maar eigenlijk kan ik dus niet rijmen, dat je dat even weet... |
_________________ Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark |
|
  |
 |
Danlover
7e jaars


Verdiend:
56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...
|
Geplaatst:
Vr Nov 04, 2005 22:45 |
 |
Hallo mensjes, bij mij is de testweek voorbij dus ik heb weer een fijn weekend over om te schrijven!! ik maak het alvast goed met dit hoofdstuk, en ik heb er opnieuw een record mee gebroken!! het is nu echt 5 A4tjes lang!!! dus lekker veel leesplezier!!!
Lef hebben
Het was al laat toen Vivianne terugkeerde naar de leerlingenkamer. Er lag een serieuze uitdrukking op haar gezicht, maar haar ogen lichtten op toen ze Harry zag zitten. Hij zat op de bank voor de haard, de rest van de kamer was leeg.
‘Je hebt op me gewacht!’ zei ze opgetogen. Ze klom met wat moeite door het portretgat en ging naast hem zitten. Voor Harry ook maar iets kon zeggen zoende ze hem. Hij was een beetje overrompeld.
‘Ik heb alleen maar op je gewacht,’ mompelde hij, en hij werd rood.
‘Nou en?’ zei Vivianne glimlachend. ‘Je had net zo goed naar bed kunnen gaan, maar dat heb je niet gedaan.’
‘Waarvoor wilde je professor Devon nog spreken?’ vroeg hij. Vivianne keek zorgvuldig om zich heen en haalde toen het Amulet van Sorcière uit haar zak. Het glinsterde in het licht van de haard.
‘Hiervoor,’ fluisterde ze. ‘Ik vroeg hem of hij mee wilde helpen, aangezien hij een vampier is.’ Ze glimlachte even en stopte de hanger toen snel weer in haar zak.
‘En?’ vroeg Harry. Hij was bijna net zo nauw verbonden aan Vivianne’s missie als zijzelf, aangezien hij erbij was geweest toen ze hem kreeg.
‘Hij zegt dat hij de taal wel kent maar eerst moet gaan nadenken over of hij het doet of niet.’ Vivianne leek een beetje teleurgesteld. ‘Hij zegt dat de risico’s nogal opwegen tegen de voordelen.’
Er viel een stilte. Ze keken allebei naar het haardvuur. Harry strekte zijn vingers iets en pakte haar hand. Hij keek Vivianne diep in haar bodemloze ogen.
‘Ik hou van je,’ zei hij, en hij meende het vanuit de grond van zijn hart. Vivianne leek sprakeloos, en ze glimlachte alleen vreselijk zenuwachtig.
‘Harry…’ begon ze. ‘Harry, ik…’ Ze schudde haar hoofd, boog zich naar voren en begon hem te zoenen, en Harry zoende terug. Ze stopten pas toen er boven iets kraakte.
‘Wat was dat?’ fluisterde Vivianne.
‘Weet ik niet,’ fluisterde Harry terug. Hij keek op zijn horloge en zag dat het al na twaalven was. ‘Zullen we maar naar bed gaan?’
‘Waarom?’ zeurde Vivianne. ‘Ik vind het net zo gezellig.’
Harry lachte en gaf haar een kus op haar wang. ‘Kom op,’ zei hij en stond op. ‘Morgen moeten we weer gewoon naar de les. Het is geen weekend.’
Vivianne zuchtte en stond op. Hand en hand liepen ze richting de slaapzalen, waar een innige nachtzoen niet kon uitblijven. Elkaar zo lang mogelijk nakijkend liepen ze de trap op, totdat ze beiden haast hun nekken verrekten en daarom maar verderliepen. Achter hen doofde het haardvuur door een windvlaag…
Vivianne bleef nog een paar maanden doorgaan met haar onderzoek naar het geheim van het Amulet. Op de één of andere manier kon ze nooit een logische verklaring vinden voor alles wat er rond dat Amulet gebeurde, en er gebeurde heel wat.
Als Vivianne met dat Amulet in haar zak langs Vilder liep, viel altijd de emmer sop in, of vloog de zwabber door het raam naar beneden. Als ze langs een harnas liep dat net zijn arm van zijn lichaam hield, viel de arm er acuut af. Vaak kwam het harnas dan woedend achter haar aan gerend, zwaaiend met zijn overgebleven arm, en roepend met zijn blikkerige stem.
‘Dit moet… stoppen!’ hijgde Vivianne op een dag in de grote zaal, toen ze zojuist drie gangen achtervolgd was door een harnas, totdat Hermelien het bizarre ding had tegengehouden met een effectieve gruizelvloek. ‘Ik krijg nog eens een toeval van die dingen!’
‘Heb je enig idee hoe het kom dan?’ vroeg Ron verbaast. ‘Dat heb je nou al weken achter elkaar!’
Vivianne keek Harry vanuit haar ooghoeken aan. Zij, Harry en Louis wisten van het Amulet van Sorcière, niemand anders en dat moest zo blijven, al was Harry van mening dat het echt geen kwaad kon om Ron en Hermelien over het Amulet te vertellen.
Louis was ermee ingestemd hen te helpen met het Amulet. Hij had veel redenen het niet te doen, maar hij deed het vooral omdat hij zo meer kon omgaan met “zijn favoriete leerlinge”, waarna Harry hem boos had aangekeken.
Volgens Louis betekende de tekens op het Amulet zoiets als “wie zoekt zal vinden”, maar dat wist hij niet zeker. Nu kwamen ze nog geen stap verder, want waar moesten ze naar zoeken?
Intussen schoten hun verweerlessen aardig op. Louis had zelfs al geopperd dat ze zo rond kerst hun eerste echte verweertest konden doen, en die van Harry was zorgwekkend snel. Zodra hij zich realiseerde dat dat de eerste volle maanperiode was, brak het figuurlijke zweet hem uit.
Het werd kouder en het begon te sneeuwen. Dikke vlokken kwamen uit de lucht dwarrelen en bedekten de grond, de bomen van het verboden bos en het dak van Hagrids huisje. Het was één van de dikste pakken sneeuw die ooit was gevallen in Harry’s tijd op Zweinstein. Het was zelfs zo erg dat het dak van de kassen was ingestort en die lessen dus uitvielen.
‘Heerlijk toch?’ zei Ron luchtig, toen Hermelien het nieuws kwam melden. ‘Ik ben wel toe aan een beetje warmte.’
‘Heb jij dan nog niet door dat we dit jaar opmoeten voor onze PUISTen?’ zei Hermelien spinnijdig. Ze plofte naast Harry neer en greep naar een boek. ‘Zo meteen hebben we nog te weinig lessen gehad en halen we ze niet!’
‘Waar maak jij te toch druk om,’ zei Harry, en staarde naar het vuur. ‘Jij zit tenminste niet met het vooruitzicht dat je je PUISTen misschien helemaal niet haalt.’
Harry’s maag was één en al zenuwen. Hij voelde zich ziek bij het vooruitzicht de hele volle maanperiode te overleven, en het leek hem bij voorbaat al onmogelijk.
‘Ach kom op, Harry,’ zei Hermelien. ‘Het valt vast wel mee…’
‘Nou…’ zei Vivianne, die naast hen neer plofte. ‘Dat weet ik zo nog niet, de vorige keer verloor hij controle en kijk wat hij eraan overhield.’
‘Bedankt,’ zei Hermelien zuur. ‘Ik was bezig met een peptalk.’
Vivianne zuchtte en staarde ook naar het vuur, net als Harry.
‘Ik heb honger,’ zei Ron, en Hermelien draaide haar hoofd met een ruk om.
‘Wel ja,’ snauwde ze. ‘De één denkt dat ie dood gaat, de ander sluit zich daar bij aan, en de derde heeft honger. Lekkere vrienden heb ik, zeg!’
‘O, kijk naar jezelf,’ schreeuwde Ron op zijn beurt. ‘Je zorgen maken om de examens omdat er een les Kruidenkunde uitvalt!’
Hermelien sprong op. Haar gezicht was rood van woede, en even dacht Harry dat ze Ron wilde gaan slaan. Ze deed haar mond een keer open en weer dicht, maar er kwam geen geluid uit. Toen draaide ze zich om en stormde de leerlingenkamer uit. Er viel stilte.
‘Ik heb nog steeds honger,’ zei Ron, en hij zakte onderuit.
Een week voor volle maan kregen ze van professor Perkamentus te horen dat er opnieuw een kerstbal zou worden georganiseerd. Gewoon voor de gezelligheid, en omdat het de vorige keer zo’n succes was.
‘Wij gaan toch wel met elkaar, hè?’ vroeg Ron een beetje zenuwachtig. Hermelien glimlachte. Ze was een tijdje nogal prikkelbaar geweest, maar dat kwam vooral door haar zorgen om Harry en de examens.
‘Natuurlijk ga ik met jou, gekkie,’ zei Hermelien grijnzend. ‘Wat dacht jij dan?’
Ron werd rood. ‘Ik had geen zin om weer naar een meisje op zoek te gaan,’ zei hij, en hij speelde een beetje zenuwachtig met zijn vingers.
Harry keek naar Vivianne die nog over haar eten heen zat gebogen en Harry op de één of andere reden niet aankeek.
Harry wist niet wat hij ervan moest denken. Was Vivianne qua dansen en dates zoeken net zo’n ramp als hij? Of was ze gewoon te verlegen om het onderwerp aan te kaarten? Hij wilde in ieder geval met haar naar het bal, aangezien het hem drie jaar geleden zo vreselijk veel moeite had gekost om iemand te vinden.
Hij merkte dat alle meisjes in de zaal begonnen te giechelen zodra professor Perkamentus zijn mededeling had gedaan. Hun blikken flitsten langs de jongens in de zaal en Harry voelde meerdere malen dat ze naar hem keken.
‘Vivianne?’ vroeg hij. ‘Kan… kan ik met jou gaan?’
Vivianne hief haar hoofd op van haar bord. ‘Waarom?’ vroeg ze. Nu was het eind voor Harry al helemaal zoek. Het leek hem vrij logisch dat hij met Vivianne naar het bal zou gaan, ze was immers zijn vriendin.
‘Wat?’ vroeg hij scherp. ‘Hoe bedoel je waarom?’
Vivianne keek weer naar haar bord, zuchtte en keek toen weer op.
‘Harry… dit moet je niet verkeerd begrijpen, maar…’ Ze leek vreselijk veel moeite te hebben met haar woorden. ‘Zou ik je zo meteen even op de gang kunnen spreken?’
Harry knikte en at een beetje bezorgt zijn ontbijt op. Daarna stond hij op en volgde haar de zaal uit. Een groepje giechelende meisjes staarde hen na.
‘Harry…’ begon ze. ‘Jij vertrouwt me, ja toch?’
‘Ja,’ zei Harry zonder aarzelen. Hij had haar altijd vertrouwd, nou misschien niet altijd, maar in ieder geval heel lang.
‘En ik vertrouw jou,’ zei Vivianne. Harry begon zich af te vragen waar ze naartoe wilde. ‘Maar… weten we dat wel zeker?’
Harry staarde haar met open mond aan. Wilde ze het nu uitmaken? Zonder waarschuwing, zonder aanleiding?’
‘Wat… wat probeer je nu te zeggen?’ vroeg hij verbijsterd. Vivianne zag de paniek in zijn ogen en begon sneller te praten.
‘Harry, begrijp me alsjeblieft niet verkeerd!’ zei ze, en ze legde haar handen op zijn bovenarmen. ‘Ik wilde gewoon testen of we elkaar nog wel vertrouwen door ieder een andere partner te zoeken!’
Ze zei het snel, misschien zodat het dan minder pijnlijk zou zijn.
‘Waar slaat dat in vredesnaam op?’ vroeg Harry, die haar bovenarmen ook vast pakten en in haar ogen staarde.
‘Een relatie is gebaseerd op wederzijds vertrouwen!’ riep Vivianne nu. ‘Ik wil gewoon zeker weten dat we elkaar echt vertrouwen! Snap… snap je wat ik bedoel, Harry?’
Harry slikte en staarde in haar ogen.
‘Ik… ik denk het wel…’ mompelde hij.
‘Dan… dan zie ik je vanavond weer, denk ik…’
‘Ja… oke.’
Ze liepen ieder een andere kant op. Het kolkte in Harry’s hoofd. Hij moest weer naar een meisje op zoek, en hij wist dat dat moeilijk ging worden, aangezien iedereen dacht dat hij met Vivianne zou gaan.
De rest van de dag, tussen de lessen door en tijdens de lunch, zat hij constant om zich heen te kijken, op zoek naar een meisje. De meeste meisjes keken wel naar hem, maar wendden hun hoofd dan weer af omdat ze wisten dat hij toch niet vrij zou zijn.
Maar ik ben wel vrij, dacht Harry koortsachtig. Ik ben wel vrij! Alsjeblieft, iemand?
Vivianne had een heel andere strategie. Ze kamde haar haar, maakte zichzelf op en leunde met een charmante glimlach tegen de muur aan. Jongens smolten voor die aanblik, en Vivianne had dan ook binnen de kortste keren Daan Thomas aan de haak geslagen. Harry trof ze vaak samen aan, en voelde dan een steek van jaloezie, maar herinnerde zich toen weer wat ze had gezegd. Ze zouden elkaar vertrouwen, dit was juist de test of je haar kon loslaten of niet.
Een paar dagen voor volle maan kon Harry eindelijk de moed opbrengen met iemand te gaan praten. Hij zat in de leerlingenkamer zijn huiswerk te maken toen het portretgat openging en Ginny Wemel binnenkwam. Ze gooide haar vuurrode haar over haar schouder en keek Harry glimlachend aan. Ze liep naar hem toe en bekeek zijn perkament.
‘Veel huiswerk?’ vroeg ze.
‘Astronomie,’ zuchtte Harry. Ze moesten alle manen van Jupiter opnieuw in de kaart intekenen en hun posities vergelijken met een paar jaar daarvoor.
Harry keek haar van opzij aan. Ginny was knap, dat had hij hun eerste jaar op Zweinstein al beseft. Maar juist omdat ze zo knap was was ze met van dat soort dansfeesten zo weer bezet. Harry schraapte zijn keel en besloot het haar te vragen.
‘Dus,’ begon hij. ‘Met wie ga jij naar het bal?’
Ginny zuchtte. ‘Nog met niemand,’ zei ze zwakjes. ‘Ik ben natuurlijk wel wezen rondvragen, maar op de één of andere manier zijn ze allemaal al bezet.’ Ze keek Harry aan. ‘Ik zou natuurlijk aan jou kunnen vragen of… Maar jij gaat al met Vivianne, dus dat heeft geen zin.’
‘Nou…’ zei Harry, en hij overwoog even om haar te vertellen van de test, maar besefte dat dat dom zou zijn. ‘Ik ben eigenlijk nog vrij…’
‘Echt waar?’ vroeg Ginny opgelucht. ‘Dat is geweldig! Wil je met mij gaan?’
‘Dat is goed,’ zei Harry, geweldig opgelucht dat hij nu toch iemand had zonder het te hoeven vragen. Hij moest lachen.
Ginny glimlachte. ‘Ik heb er vreselijk veel zin in,’ gaf ze toe. ‘Het lijkt mij zo onwijs leuk! En nu ben jij mijn date! Dat maakt het helemaal compleet!’
Door alle tumult rond het kerstbal vergat Harry bijna dat hij nog moest zien of hij het bal was halen. Hij raakte het besef van tijd kwijt terwijl hij er meer en meer aan dacht. Tijdens een vrij lesuur zaten hij en Vivianne onder een boom op het terrein. Hun gewaden werden nat van de sneeuw, maar dat kon Harry niet veel schelen. Hij had zijn sjaal om zijn nek heen geslagen en ze handen in elkaar geslagen, omdat het vreselijk koud was.
‘Heerlijk weer,’ verzuchtte Vivianne, en ze keek glimlachend in het rond. Zelfs door zijn zenuwen heen kon Harry zien wat ze bedoelde. Het was eindelijk gestopt met sneeuwen, en het had een dik pak van zeker een meter achtergelaten. De bomen zagen eruit alsof ze regelrecht uit een sprookje kwamen en het kasteel leek een soort gevangenis, compleet wit een spookachtig. Hij knikte zwakjes.
‘Wanneer is het volle maan?’vroeg hij. Vivianne keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan, maar er blonk medelijden in haar ogen.
‘Ben je zenuwachtig?’ vroeg ze met zachte stem. Harry wou zijn hoofd schudden, zeggen dat hij het niet eng vond om de volle maan te weerstaan, maar hij kon het niet. Hij kon het niet.
Hij kreunde van ellende en zakte met zijn gezicht tussen zijn knieën. Hij voelde een zenuwkramp in zijn buik, en een steek van paniek in zijn hoofd. Vivianne streek geruststellend door zijn haar.
‘Het is over twee dagen volle maan,’ zei ze zacht, en Harry bewoog even. ‘Ik weet dat het je gaat lukken. Je bent sterk.’
Harry ging weer overeind zitten en staarde over het water. Hij zuchtte.
‘Maar wat als het me niet lukt…’
‘Het lukt! Je moet je concentreren, dan lukt alles. Geen zorgen…’ Ze draaide zich naar hem toe en raakte zijn gezicht aan. ‘…ik weet dat het je gaat lukken. Geloof me.’
Harry keek haar aan en merkte dat zijn ogen prikten. Vivianne zag het en glimlachte.
‘Ron wil met je mee. Hij wil het zien,’ zei ze, en Harry sperde zijn ogen verschrikt open.
‘Hij wil wat?’ riep hij. ‘Dat mag hij niet! Dit is iets tussen Louis en mij!’
‘Kom op, Harry! Hij wil erbij zijn om je te steunen! Je zou blij moeten zijn, aangezien ik niet mee kan!’
‘Hoezo kan je niet mee?’ vroeg Harry verbouwereerd. Vivianne zuchtte vermoeid.
‘Het is volle maan Harry, ook voor mij.’
‘O ja…’
Er viel een stilte. Harry slaakte een zucht en staarde opnieuw naar zijn knieën. Hij merkte onwillekeurig dat hij trilde van de zenuwen en de kou. Hij kroop iets dichter naar Vivianne toe, zodat hun schouders elkaar raakten. Vivianne keek naar hem vanuit haar ooghoeken.
Hij probeerde zich voor te stellen hoe Louis het zou gaan doen. Zou hij erbij zijn, of zou hij worden opgesloten in een kamer. En Ron, hoe kwam Ron erbij dat hij het wilde zien, misschien lukte het hem niet.
Vivianne pakte zijn hand, en liet haar vingers in de zijne verstrengelen. Harry draaide zijn hoofd naar haar om en keek haar ongemakkelijk aan.
‘Je weet niet of het gevaarlijk is of niet,’ zei hij zacht. Vivianne keek hem niet-begrijpend aan. ‘Misschien ga ik… je weet wel…’
‘Ach, je hebt het vorig jaar toch ook overleefd?’
‘Ja, net aan! Ik was zwaargewond!’
Harry had bewondering voor haar. Vivianne had ervoor gezorgd dat hij zo zwaargewond was, maar ze kon erover praten alsof ze het niet was geweest. Harry zag de pijn in haar ogen toen ze erover sprak, maar je merkte het niet in haar stem.
Ze boog zich naar voren en omhelsde hem. Harry voelde, misschien door haar magie, de last van zijn hart vallen, alsof zijn toekomst rooskleurig was in plaats van duister. Toen ze hem weer losliet realiseerde hij zich plotseling weer wat er ging gebeuren.
‘Ik wil gewoon dat je weet dat… dat…’
Hij kon het niet zeggen, het was te moeilijk. Vivianne glimlachte, boog zich opnieuw naar voren en gaf hem een kus op zijn mond.
‘Ik snap het,’ zei ze zacht in zijn oor. ‘Zeg maar niets.’
Harry zuchtte diep en stond op. Hij wist niet wat hij wilde doen, maar in ieder geval niet naar het kasteel. Het liefst wilde hij de hele middag hier blijven zitten, maar zijn achterwerk was haast bevroren en zijn gewaad doorweekt.
Hij kreeg de ingeving toen hij net op was gestaan. Het was een bijzondere ingeving, een ingeving die hem altijd onmogelijk had geleken, maar waarvan hij nu zeker wist dat hij het wilde.
Als hij de volle maan niet zou overleven had hij het in ieder geval gevraagt, en als hij het wel zou overleven… dan was het nog maar de vraag of Vivianne het zou overleven… dan zag zijn toekomst er in ieder geval goed uit.
Hij ging op zijn knieën zitten en pakte haar handen. Hij keek haar recht aan.
‘Vivianne…’ begon hij. Vivianne keek hem verbaast aan. Harry haalde diep adem en vervolgde: ‘Ik heb hier niet lang over nagedacht, maar ik weet zeker dat ik het wil. Vivianne… zou je…’
Harry haalde opnieuw diep adem, terwijl Vivianne hem nog steeds verbaast aankeek. Hij hoopte vurig dat zijn stem hem niet in de steek zou laten.
‘Zou je… met me willen trouwen?’ |
_________________ Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark |
|
  |
 |
Danlover
7e jaars


Verdiend:
56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...
|
Geplaatst:
Wo Nov 09, 2005 17:42 |
 |
Jullie hebben er eventjes op moeten wachten, maar hier is het dan eindelijk! Het vervolg op de vreselijke cliffhanger van de vorige keer. Ik rkijg trouwens nog steeds graag reacties hoor! Ik wil nog steeds weten of ik het goed doe of niet!
Nog een kleine opmerking, een vriendin van me is begonnen met een eigen vervolg op Afgezant van de Nimfen, misschien hbben jullie het al gevonden, het heet "het wapen van Odrid" en eventjes voor de duidelijkheid, het staat helemaal los van dit verhaal! alles wat er in dit verhaal nieuw is, is waarschijnlijk niet nieuw, of gebeurt helemaal niet in haar verhaal. ze heeft mijn volste toestemming om met het verhaal verder te gaan, dus stuur haar geen beledigende pb's, dat ze plagiaat pleegt, want dat doet ze absoluut niet! ok, alvast veel leesplezier!!
De volle maan
Vivianne keek hem verbijsterd aan, met grote ogen. Harry slikte moeizaam, maar hij hield haar handen vast. Zijn vraag galmde na in zijn hoofd, maar er dook een nieuwe vraag op: Wat zou haar antwoord zijn?
Vivianne deed meerdere malen haar mond open om iets te zeggen, maar doet hem dan weer dicht. Ze bleef hem met grote ogen aanstaren.
Toen rukte ze haar handen uit die van, stond haastig op en rende terug naar het kasteel. Harry hoorde dat ze huilen was uitgebarsten.
Zwijgend keek hij haar na, terwijl het in zijn hoofd maalde van de gedachten. Hij deed geen poging om haar te roepen, of om zelfs maar op te staan om haar achterna te komen. Hij zakte weer tegen de boom aan en staarde over het meer.
Het was stom om haar te vragen, stom stom stom! Hij was een stomme sukkel, schold hij tegen zichzelf, om dat zomaar te vragen. Hij kende haar net een half jaar, idioot die hij was. Stom stom stom!
Hij bleef die woorden in zijn hoofd herhalen, totdat ze dieper in zijn brein werden gekerfd. Hij begon er zelfs in te geloven…
Het werd langzaam donkerder. De winterzon zakte achter de bomen en veroorzaakte een prachtige gloed. De overige leerlingen die buiten aan het sneeuwballen gooien waren of een sneeuwpop hadden gebouwd, vertrokken naar binnen, maar Harry bleef zitten, nog steeds in zichzelf mompelend. Stom stom stom, aan één stuk door, nu gepaard met stompen tegen zijn voorhoofd.
Pas toen hij het koud begon te krijgen stond hij op en liep langzaam naar het kasteel, nog steeds mompelend. Hij liep de behaaglijk warme Grote Zaal binnen, waar de bedwelmende etensgeuren hem tegemoet kwamen drijven. Hij plofte tegenover Ron en Hermelien neer. Ze hadden een plekje voor hem vrijgehouden al voor hem opgeschept. Harry begon te eten, nog steeds nietsziend voor zich uit starend. Hij mompelde nog steeds zachtjes.
Ron was de eerste die er wat van zei, en hij deed het meteen goed ook.
‘Dit heeft iets te maken met Vivianne hè?’
Harry keek Ron aan alsof hij hem voor het eerst van zijn leven zag.
‘Hoe weet jij dat?’ vroeg hij zwakjes.
‘Ze rende huilend naar boven,’ deed Hermelien een duit in het zakje. ‘En nu zit jij hier “stom stom stom” te mompelen. Kom op Harry, daar kunnen we vrij makkelijk een verband tussen leggen. Vertel ons wat er gebeurt is.’ Ze legde haar bestek neer en keek Harry serieus aan.
Harry keek van de één naar de ander. Zou hij het vertellen of niet?
‘Ik heb… iets stoms gedaan,’ zei hij uiteindelijk met een klein stemmetje, en Hermelien zuchtte.
‘Ja, dat hadden wij nu ook al door,’ zei Hermelien zwakjes.
‘Heb je het uitgemaakt?’ vroeg Ron. ‘Ze leek echt overstuur!’
Harry keek hem vreemd aan.
‘Nee, juist niet! Ik heb haar… ik heb haar…’ Hij gebaarde dat ze dichterbij moesten komen, zodat de rest van de zaal niet hoefde mee te genieten. ‘Ik heb haar gevraagd of ze met me wilde trouwen,’ siste hij snel en zacht. Toen ging hij als de bliksem weer overeind zitten en staarde naar zijn bord, wachtend op de reactie van zijn vrienden.
‘Ik… we praten hier later nog wel over, Harry,’ zei Hermelien met een vreemde stem. ‘Ik heb opeens onwijze honger.’ Ze richtte zich met volle aandacht weer op haar bord, tilde haar lepel op en begon met een geweldige snelheid haar bord leeg te eten, alsof ze de trein moest halen.
Harry keek van haar naar Ron, die hem verbijsterd aanstaarde, alsof hij zonet had voorgesteld om de Grote Oceaan over te gaan varen met een roeiboot.
‘Je hebt haar WAT?’ riep hij door de zaal, en verschillende mensen keken nieuwsgierig zijn kant op.
‘Kon dat niet wat zachter?’ siste Harry, maar Ron leek hem niet te horen. Hij staarde hem nog steeds verbouwereerd aan, stond op en trok hem overeind.
‘We moeten praten,’ zei hij resoluut, en liep de zaal uit, met Harry achter zich aan.
Ron liep met grote passen voor hem uit richting de leerlingenkamer, en Harry had moeite om hem bij te houden. Hij gaf het wachtwoord en trok Harry aan zijn arm mee naar binnen. Hij duwde hem op een stoel neer en keek hem boos aan.
‘Wat kwam er in vredesnaam in je op!’ riep hij boos. ‘Allemachtig, je bent zeventien, dan ga je toch niet… dan kun je toch niet…’
Harry keek naar zijn beste vriend, wiens gezicht rood was van verontwaardiging.
‘Oké, het gaf een stom idee,’ gaf hij toe. ‘Ik had alleen het idee dat… ik was bang dat…’
Hij liet zijn hoofd hangen. Ron ging op zijn hurken zitten en probeerde onder zijn zwarte pony door te kijken.
‘Waar was je bang voor?’ Zijn stem was anders, bezorgt.
De golf van paniek die hij ’s middags had gevoelt kolkte weer door hem heen, en overweldigde hem. Hij sloeg zijn handen voor zijn gezicht en liet zijn emoties de vrije loop. Tranen drupten door zijn vingers op zijn knieën.
Ron zweeg; een beetje onthutst door Harry`s uitbarsting stond hij op en deed een paar passen naar achteren. Hij liet hem een poosje uithuilen, wat Harry erg prettig vond. Alles wat het dwars zat spatte eruit, zenuwen, angst, verdriet, en het duurde voor zijn gevoel zeker een half uur voordat hij was uitgehuild. Toen hij zijn hoofd weer ophief en zijn ogen had droog geveegd, merkte hij dat Hermelien naast hem stond. Ze keek hem meelevend aan.
‘Vivianne zit boven op de slaapzaal,’ zei ze zacht. ‘Zal ik haar gaan halen?’
Harry knikte. Hij pakte zijn bril van zijn neus en maakte hem schoon met een stukje van zijn gewaad. Ron plofte tegenover hem neer op een stoel en staarde naar zijn veters.
Na een paar minuutjes kwam Hermelien weer terug, samen met Vivianne. Haar gezicht was rood en haar ogen waren opgezet.
‘Kom Ron, wij gaan naar de bieb,’ zei Hermelien poeslief. Ze pakte Rons hand en trok hem van zijn stoel af.
‘Maar ik…’
‘Ron!’
Ron liet zich door Hermelien meevoeren naar het portretgat, met een nieuwsgierige blik op Harry. Toen het portretgat dichtklapte waren ze alleen, want heel Griffoendor zat nog aan tafel. Vivianne plofte op Rons lege stoel neer en keek naar haar knieën. Haar gezicht blonk van de tranen.
‘Het spijt me,’ zei ze. ‘Ik wil gewoon zeggen dat…’
Op dat moment ging echter het portretgat open en klom half Griffoendor naar binnen. Harry en Vivianne keken elkaar even aan.
‘Zullen we boven gaan zitten?’ vroeg Vivianne een beetje ademloos. ‘Ik wil liever niet dat we gestoord worden.’
‘Ja, goed,’ zei hij. Hij en Vivianne stonden op en liepen naar de trappen van de slaapzaal. Vervolgens begonnen ze met de discussie op wiens slaapzaal ze zouden gaan zitten.
‘Op de mijne,’ zei Harry beslist.
‘En waarom niet op de mijne,’ vroeg Vivianne scherp, en ze sloeg haar armen over elkaar.
‘Daar mag ik niet komen,’ zei Harry.
‘Ik mag ook niet op die van jou komen,’ zei Vivianne nu waterig pinnig. Harry zuchtte.
‘Ik kan daar ook helemaal niet naar boven,’ siste hij zacht. Er stonden mensen naar hen te kijken.
‘Laat zien dan?’
‘Okè.’
Harry draaide zich om naar de trap van de meisjesslaapzalen. Hij voelde de blikken van de andere mensen in de kamer in zijn rug branden. Hij haalde diep adem en zette zijn voet op de onderste tree.
Hij was net vijf treden omhoog geklommen toen hij ergens boven in de top een harde KLIK hoorde. Het volgende moment trokken alle treden zich terug, zodat er een soort bizarre glijbaan ontstond. Harry verloor zijn evenwicht en viel met een schreeuw achterover de trap weer af. Iedereen in de leerlingenkamer bulderde van het lachen.
Harry lag in een hele lastige positie op de grond, met zijn knieën ongeveer ter hoogte van zijn neus.
‘Au,’ kermde hij gemaakt, en Vivianne moest giechelen. Door haar tranen klonk het als een verkouden kat. Ze bukte zich en haalde hem uit de knoop.
‘Bedankt.’ Harry wreef over zijn hoofd. ‘We gaan op mijn slaapzaal.’
‘Moet ik bang zijn voor iets op jouw slaapzaal?’ vroeg Vivianne een beetje bezorgt.
‘Mijn hutkoffer misschien?’ vroeg Harry, die een beetje rood werd. ‘Maar de trap verandert gelukkig niet in een glijbaan.’
Hij en Vivianne liepen de trap naar de jongensslaapzaal op. Hij merkte onwillekeurig dat hij zich vasthield aan de trapleuning, en dat deed hij normaal nooit.
Harry duwde de deur naar de slaapzaal open en liet Vivianne binnen. Tot zijn opluchting was er niemand, zodat hij niet hoefde uit te leggen wat hij boven deed met een meisje.
Vivianne keek nieuwsgierig de kamer rond.
‘Doe de deur eventjes op slot, ik wil alleen met je praten,’ zei ze. Harry haalde zij schouders op en sloot de deur met een tikje van zijn toverstok. Vervolgens liep hij naar zijn eigen bed toe en plofte erop, en Vivianne ging naast hem zitten.
Een tijdje lang zeiden ze niets. Vivianne staarde naar de houten vloer, met haar haar voor haar ogen.
‘Ik…’ probeerde ze. Ze sloeg haar handen voor haar ogen en begon weer te huilen. Harry voelde zich vreselijk opgelaten terwijl hij een hand optilde en haar over haar hoofd aaide.
‘Het is gewoon…’ snikte Vivianne een beetje onduidelijk. ‘Ik weet niet zeker of ik wel met je kan trouwen. Je hebt mijn vader gehoord. Hij ging uit zijn dak toen ik zei dat je mijn vriendje was, en…’ Ze zweeg weer, en ging overeind zitten.
‘Maar je wilt wel?’ kraste Harry. Hij keek Vivianne aan, misschien verwachtingsvol, misschien op een andere manier.
Vivianne keek hem aan, boog zich naar voren en zoende hem.
‘Wat dacht jij dan?’
De twee dagen tot volle maan verstreken. Vivianne werd die schooldag opgehaald voor haar maandelijkse slaapsessie. Pas na een hele lange knuffel wilde ze het lokaal van Verweer tegen de Zwarte Kunsten verlaten. Harry keek haar na, met een vreemd hol gevoel in zijn maag. Vanavond was het zover.
Na de les moest hij nog even bij Louis komen, om de laatste dingen door te spreken. Hij had zijn gedaante aangenomen die hij altijd overdag had, maar het waren nog steeds dezelfde ogen. Harry vertrouwde Louis, het was na Perkamentus één van de beste mentoren die hij zich had kunnen wensen.
‘Ik verwacht je hier om half 6 in mijn kantoor. Probeer voor die tijd iets te eten. Ron heeft gezegd dat hij mee wilde, dat vind ik op zich goed, alleen moet hij wel precies doen wat ik zeg.’
Harry knikte. Louis was altijd right-to-the-piont, erg prettig, vooral als je iets moest doen waar je vreselijk tegenop zat.
De rest van de dag gleed voorbij in een vreemde mengeling van langzame seconden, tot momenten dat de tijd supersnel voorbij vloog. Hij vroeg zich af waar al die tijd gebleven was toen de bel van de laatste les(toverdranken) ging. Harry pakte snel zijn tas en verliet als eerste Sneeps kerker. Hij moest snel iets eten en daarna als de wiedeweerga naar het lokaal van Verweer tegen de Zwarte Kunsten gaan. Het zou toch een vreselijke blunder zijn als hij hierbij te laat zou komen.
‘Hoe denk je dat het zal gaan,’ zei Hermelien, terwijl ze wat voor hem opschepte. Harry haalde zijn schouders op. Hij had absoluut geen honger, maar hij at toch iets. Dat had Louis hem aanbevolen, dus moest het wel slim zijn.
Om vijf voor half 6 vertrok hij, samen met Ron naar Louis’ lokaal. Ron probeerde hem constant moed in te spreken, al moest Harry toegeven dat het niet veel hielp.
‘Je moet in jezelf geloven, dan lukt het zekerste weten.’
Veel te snel kwamen ze bij de deur aan, en Harry klopte met trillende hand op het hout. Er klonken voetstappen en de deur werd opengedaan. Louis staarde in zijn normale gedaante om de deur en glimlachte toen hij Harry en Ron zag staan. Ron schrok blijkbaar vreselijk van de plotselinge metamorfose van zijn leraar Verweer tegen de Zwarte Kunsten.
‘Waar is professor Devon?’ vroeg hij een beetje trillerig. Hij probeerde over zijn schouder te kijken of er misschien nog iemand in het lokaal zat. Louis moest lachen.
‘Kom erin, jongens,’ lachte hij, en hij deed de deur verder open.
Louis begon de laatste dingen waar Harry op moest letten met hem door te nemen.
‘Dus denk eraan, concentratie. Dan behoud je de controle. Als je die verliest… dan is het je niet gelukt. Het is vooral in het begin erg moeilijk, maar daarna is het makkelijk.’
Harry voelde een schok door zijn lichaam gaan. Het was zover… Louis nam Ron mee het lokaal uit en deed de deur op slot. Harry stond met kloppend hart en met een zweterig voorhoofd op en ging voor het raam staan. Wat als het hem niet ging lukken, wat als hij de controle zou verliezen?
Het ging opnieuw een schok door zijn lichaam. Harry pakte zich aan de vensterbank vast en staarde uit het raam. Het bonkte overal in zijn hoofd.
Het duurde zeker vijf minuten voor de echte pijn losbarstte. Harry had hem welliswaar eerder gevoelt, maar toch was het de meest hevigste pijn die hij ooit van zijn leven had gevoelt. Het ontbrandde in zijn borst en spreidde zich uit over zijn hele lichaam. Hij kreunde en klapte dubbel tegen de vensterbank.
Harry vocht, hij moest de vampier de baas blijven. Hij mocht niet bewusteloos raken. Hij greep zichzelf vast aan de vensterbank. Hij mocht niet op de grond vallen, dan zou hij de controle verliezen.
Controle… concentratie… Het draaide allemaal om concentratie. Met veel moeite hees hij zichzelf overeind en staarde met op elkaar geklemde kaken naar zijn handen, waar plotseling lange nagels aan groeiden…
Plotseling hield het op. Hij hijgde, met een vreemde schorre stem. Toen hief hij zijn hoofd op en keek naar zijn spiegelbeeld in het raam. Hij kon niet veel zien, maar hij was in ieder geval bleek, en er staken witte punten onder zijn lippen uit. Harry voelde er voorzichtig aan en besefte dat het zijn eigen hoektanden waren.
‘Dus,’ zei hij luid, met en schorre stem, waar hij zelf verbaast over was. ‘Is het nu de bedoeling dat ik hier drie dagen blijf staan?’
‘Is het gelukt?’ vroeg Louis gedempt achter de deur.
‘Ik geloof van wel.’
Er klonk een geluid van een deur die van het slot werd gehaald, en voetstappen door het lokaal.
‘Laat me eens naar je kijken,’ zei Louis, maar Harry schudde zijn hoofd.
‘Niet waar Ron bij is,’ gromde hij. Er klonk gefluister achter hem, misschien een gesprek waarvan Louis en Ron dachten dat hij het niet kon horen. Daar vergisten ze zich echter lelijk in, want hij kon elk woord verstaan.
‘Ik wil hem zien!’
‘Maar hij wil niet dat je hem ziet.’
‘Maar…’
‘Niet waar Ron bij is,’ herhaalde Harry nu geïrriteerd. Blijkbaar was dat heel goed aan zijn stem te horen, want Ron snelde de kamer uit, misschien omdat hij bang was dat Harry hem aan zou vallen. Toen hij de deur hoorde dichtgaan draaide hij zich langzaam om. Louis leek absoluut niet te schrikken van zijn uiterlijk, hij leek juist verwachtingsvol. Hij inspecteerde hem haast.
‘Dit ziet er prachtig uit,’ zei hij grijnzend. ‘Luister naar me, Harry. Je hebt het prima gedaan. Het is onmogelijk om je de volgende dagen aan de lessen mee te laten doen, dit moet geheim blijven, hoor je me?’
Harry sloeg zijn ogen te hemel. Dat leek hem vrij logisch dat hij niet naar buiten mocht en dat niemand hem mocht zien.
‘Je mag zolang in mijn kantoortje verblijven, dat is hier om de hoek. Kom mee, Harry, ik zal je brengen…’ Hij sloeg een arm om zijn schouders en loodste hem naar de deur.
Ron was blijkbaar terug naar de leerlingenkamer; hij stond in ieder geval niet op de gang. Louis nam zijn andere gedaante aan en dwong hem door te lopen. Het was maar één hoek om naar het kantoortje…
Toen ze de hoek omliepen botste er iemand keihard tegen hem aan. Hij wankelde, maar werd opgevangen door Louis. Beiden keken ze wie er op de grond lag, en ze schrokken zich naar.
Languit op de grond, met een krijtwit gezicht en trillende handen, lag Draco Malfidus… |
_________________ Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark |
|
  |
 |
Danlover
7e jaars


Verdiend:
56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...
|
Geplaatst:
Di Nov 15, 2005 20:14 |
 |
Weer een stukje!! ik wou het kerstbal pas in het volgende hoofdstuk laten plaatsvinden, maar ik wist niet wat ik dan in dit hoofdstuk kon laten gebeuren! reacties zijn altijd welkom!!
Het kerstbal
Harry sperde zijn neusgaten open. Wat deed hij hier nog zo laat, en erger nog, hoe ging hij zich hier onderuit helpen.
Malfidus krabbelde overeind alsof hij een stroomschok had gehad en wees met een trillende wijsvinger op Harry.
‘MAMMA!’ gilde hij. Hij draaide zich om en rende met zwaaiende armen weg.
‘O jee,’ zei Louis met een trillende stem. ‘Dat zal niet met een sisser aflopen. Kom, Harry.’ Hij pakte Harry bij zijn schouder beet en loodste hem zijn kantoor binnen.
Voor Harry was het nu al de 5e keer dat het kantoor van de Verweer Tegen de Zwarte Kunsten leraar anders was ingericht. Hij herinnerde de andere inrichtingen nog alsof het gisteren was. Bij professor Smalhart in zijn tweede jaar waren alle muren volgehangen met foto’s van zichzelf, in zijn derde jaar had je grote kans één of ander vreemd wezen tegen te komen dat professor Lupos wilde gebruiken voor zijn volgende les. In zijn vierde jaar had professor Dolleman het kantoor bewoond, en hadden er overal Duisterdetectors voor duistere tovenaars gestaan, en in zijn vijfde jaar, met professor Omber, had het net een tearoom geleken, met de muren volgehangen met kattenbehang. Het kantoor zag er nu vrij normaal uit. Er stond een bureau in de hoek, een boekenkast achter de deur en er hingen posters van verschillende zwerkbalteams aan de muur. Het enige wat Harry opviel, alsof hij zichzelf dat bijna verplichtte, was de enorme staande spiegel in de hoek. Hij was iets groter dan Harry, en er zat een grote, gouden lijst omheen.
‘Mooi niet?’ zei Louis glimlachend, ook al leek hij nog steeds bezorgt om Malfidus. ‘Kom, hier blijf je de verdere volle maan. Ik heb een schuilplaats voor je.’
Hij liep naar de spiegel en rommelde met iets achter de lijst. Tot Harry’s stomme verbazing klapte het spiegelde gedeelte weg en verscheen er een trap.
‘Ik begeleid meerdere weervampieren,’ zei Louis met een knipoog. ‘Ik heb altijd een vast onderkomen voor ze klaar staan, volg me.’ Hij stapte de spiegel in en daalde de trap af. Harry volgde hem naar beneden. De trap eindigde in een deur, die Louis met zijn elleboog openduwde en Harry voorging in een ruime kamer die heel veel weg had van zijn eigen slaapkamer bij de Duffelingen. Er zat zelfs traliewerk voor het raam en er zat een kattenluikje in de deur.
‘Griezelig,’ zei Harry terwijl hij alles bekeek.
‘Wat griezelig?’
‘Nee, niks…’
‘Je slaapt hier,’ zei Louis, terwijl hij tevreden de kamer rondkeek. ‘Niet gek hè, al zeg ik het zelf.’ Hij liep een rondje en wees waar alles stond.
‘Als je iets nodig hebt druk je gewoon hier op,’ zei hij, en wees op een klein knopje naast de spiegel. ‘Dan kom ik zodra ik weg kan. Ik kan natuurlijk moeilijk bij je op bezoek gaan als ik voor de klas sta.’
Harry plofte op het bed neer, waar hij gelijk een lange scheur in de lakens maakte met zijn nagels. Hij voelde zich verward. Zonet had Malfidus hem gezien, wat zou hij gaan zeggen?’ Zou hij het de hele school door gaan vertellen. Zijn geest lag te overhoop om dat goed te kunnen beseffen, maar hij wist dat het niet zomaar over zou gaan…
Hij verbleef drie dagen in de spiegel van Louis. Hij had het best naar zijn zin. Hij moest wel steeds blijven opletten of hij de controle niet zou gaan verliezen, omdat hij nog steeds voelde dat iets in zijn lichaam constant de overmacht probeerde te grijpen.
Na drie dagen voelde hij iets veranderen in zijn lichaam. Iets trok zich terug, en verborg zich weer in de diepe spleten in zijn lichaam. Zijn nagels trokken zich terug, net als zijn hoektanden, en hij voelde voor het eerst sinds dagen dat hij weer normaal kon denken.
Hij opende langzaam de deur en liep de trap op naar boven. Als Louis niet alleen in zijn kantoortje zat… wat zouden de gasten dan zeggen als er iemand door de spiegel zijn kamer binnen kwam vallen?
Net toen hij zijn oor tegen de achterkant van de spiegel wilde om te luisteren of er iemand was, werd de spiegel opengeklapt en staarde hij recht in het grijnzende gezicht van Louis.
‘Harry!’ zei hij vrolijk. ‘Je bent er weer! Nou, stap uit…’ Hij hielp hem een handje om uit de spiegel te stappen. ‘…en ga naar beneden voor het ontbijt. Ik hoop alleen, Harry…’ Hij boog zich naar hem toe. ‘…dat je een beetje een fijne dag tegemoet gaat. Je weet wel, hopelijk dat Malfidus…’ Hij gaf nog een veel betekende blik en joeg hem toen het kantoortje uit.
Het leek een openbaring om door de gangen van Zweinstein te lopen, op weg naar de Grote zaal. Pas toen hij de zaal binnenliep werd hij zich bewust van het geroezemoes aan de tafels. Ze wezen op hem zonder het te verbergen en fluisterden achter hun handen. Harry liep tussen de tafels door richting Ron en Hermelien en ging zitten.
‘Wat…’ vroeg Harry, doelend op het geroezemoes aan de tafels. Ron en Hermelien keken hem aan.
‘Malfidus heeft je gezien,’ zei Hermelien. Ze schepte wat te eten voor hem op. ‘Hij heeft het de hele school doorverteld.’
‘Wat?’
‘Wat heb je gedaan dat hij je tegen is gekomen? Je bent toch niet vrij gaan rondlopen?’
‘Helemaal niet!’ zei Harry verontwaardigd. Hij begon te vertellen over de botsing. Net toen hij was uitgepraat kwam Vivianne de zaal binnen. Toen ze hem zag zitten slaakte ze een gesmoorde gil en rende op hem af. Ze remde vlak voor hem af en keek hem stralend aan. Pas toen werd ze zich bewust van het gemompel. Ze keek verward om zich heen voordat ze ging zitten.
‘Het lijkt wel of ze allemaal over jou zitten te praten,’ mompelde ze zacht. ‘Je hebt toch niemand verteld over…’ Ze keek hem waarschuwend terwijl met haar ringvinger bewoog.
‘Wel nee,’ zei Harry zacht. Hij boog zich naar haar toe. ‘Ik ben tegen Malfidus opgebotst tijdens… je weet wel!’
Vivianne keek hem ontzet aan. ‘Dat is vreselijk,’ kraste ze. ‘Weet hij het ook van mij, en van Dirk?’
Harry schudde zijn hoofd. ‘Ik geloof van niet,’ zei hij. Vivianne stond op en wenkte hem. Harry liep haar een beetje verbaast achterna, naar de hal, de trap op, naar de leerlingenkamer.
‘Als Malfidus denkt dat je de enige bent…’ begon Vivianne. Ze plofte op de bank voor de haard neer. ‘Ik zou kunnen zeggen dat dan positief is voor mij en Dirk, maar…’ Ze keek Harry aan. ‘…wat moet ik dan zegen over jou?’
Harry haalde zijn schouders op en zakte onderuit. ‘Ik zit in de problemen,’ mompelde hij haast onverstaanbaar.
‘Dat moet je niet zeggen,’ zei Vivianne zacht. Ze haalde haar vinger over zijn wang. ‘Het gaat vast wel over. Mensen geloven dat soort dingen niet.’
Die dag bleek dat Vivianne ongelijk had. Malfidus had blijkbaar met zoveel angst het verhaal van zijn ontmoeting met Harry verteld, dat de hele school het geloofde. Hij angstig aangestaard op de gangen, gemeden door zijn klasgenoten en nagewezen op de binnenplaats van Zweinstein toen hij op weg was naar Verzorging van Fabeldieren. Zelfs Ron en Hermelien leken afstandelijk, maar Vivianne liep de hele dag naast hem, ook al werd ze nagewezen en nageroepen.
‘He, puntoor! Jij durft wel hoor, zeg, als je bang wordt voor die knul mag je best met mij uitgaan hoor!’ Het was Ernst Marsman die dat riep, de persoon waarvan Harry juist het minst dacht dat hij dat soort dingen zou roepen. Vivianne keek hem vernietigend aan.
‘Zelfs al zou ik bang van hem worden, zou ik nog niet met je uitgaan, kneus!’ schold ze. ‘Ik ken wel betere jongens waarmee ik kan uitgaan!’ Ze greep Harry’s arm en trok hem het gazon op, richting Hagrids huisje.
Als Harry had gedacht dat het leuk zou zijn om Hagrid te spreken, omdat hij hem zekerste weten zou steunen had hij het mis. Hagrid keek hem de hele les niet aan, zelfs niet toen Harry over een Minimot(een zwart, harig beest ter grootte van een hond) struikelde en met zijn gezicht in een berg mest van het beest plofte. De hele klas bulderde het uit, maar Hagrid ging door met het opsommen van de magische eigenschappen van de minimot. Vivianne maakte zijn gezicht snel schoon met haar hand.
Harry beging nog twee spectaculaire blunders tijdens de les verzorging van fabeldieren. De minimot moest hem duidelijk niet hebben en spoot een straal van een vreemde paarse vloeistof tegen zijn been, dat onmiddellijk gevoelloos werd en zo slap als een vaatdoek. Harry zat tien minuten hulpeloos op de grond tot Hermelien hem zag zitten en hem overeind hielp.
Zijn tweede blunder beging hij valk voor het einde van de les. Ze hadden hun boeken dichtgeslagen en wilden net weglopen toen Harry zijn monsterboek liet vallen. Het belandde vlak voor zijn tenen en sprintte weg richting het bos. Harry rende er gebukt achterna terwijl de hele klas hem lachend nawees. Hij kreeg zijn boek pas in het bos weer te pakken en toen hij weer op het gazon stond was de rest van de klas weer vertrokken. Alleen Vivianne stond nog op hem te wachten.
Harry had nooit gedacht dat hij een nacht ooit zo slecht zou slapen als die nacht. Hij hoorde aan één stuk door gepraat en gewoel van Ron, Simon, Daan en Marcel, en door zijn gevoelige oren kon hij alles opvangen ook.
‘Ron!’
‘Wat?’
‘Is dat echt waar, dat wat Malfidus heeft gezegd?’
‘Wat heeft hij gezegd?’
‘Van Potter, dat gedoe, dat Potter een monster zou zijn bij volle maan.’
Het bleef stil. Toen deed Marcel een duit in het zakje.
‘Ik denk dat het waar is,’ zei hij trillerig. ‘Waar gaat hij anders heen tijdens volle maan, samen met die vriendin van hem.’
‘Bedoel je dat die Vivianne er ook één is?’
‘En die neef van hem, wat doet die hier?’
‘Allemaal monsters, wat denk je er van, Ron?’
Ron zei opnieuw niets.
‘Ron?’
‘Hou toch eens op!’ siste Ron kwaad. ‘Vraag het hem toch lekker zelf, en als jullie zo door gaan kan hij jullie nog horen ook!’
‘Is hij hier dan?’
‘Wat dacht je! Harry!’
‘Ja?’ bromde Harry, en hij hoorde de rest van de slaapzaal naar adem snakken.
‘gedoe,’ zei Simon. ‘Hij heeft ons gehoord!’
‘Slapen, mensen!’ zei Daan zacht. ‘Tot morgen, trusten, slaap lekker!’
‘Ja, goed idee…’
‘Welterusten.’
Vivianne had het er nog moeilijker mee. Daan Thomas had blijkbaar vastgesteld dat Vivianne ook een monster was, en hij probeerde hun afspraak voor het kerstbal af te zeggen. Vivianne liet hem echter niet zomaar gaan.
‘Nee, jongen!’ zei Vivianne pinnig en ze prikte in zijn borst. ‘Je hebt met mij afgesproken en daar hou je je aan. Wat moet ik anders met die jurk die ik heb gekocht!’
Op de dag van het kerstbal had Harry weer precies hetzelfde gevoel in zijn maag als 3 jaar geleden, toen hij met Parvati Patil naar het bal ging. Dit was anders, nu ging hij met Ginny en hoefde hij het bal niet te openen.
Mevrouw Wemel had hem en Ron ieder een gewaad gestuurd, omdat het van tevoren onaangekondigd was dat er een bal zou komen. Dat van Ron was oranje en vloekte onwijs bij zijn haar en dat van Harry was rood, zonder verdere frutsels. Ron was allang blij dat er dit keer geen kanten randjes aan zaten.
Hermelien leunde ontspannen tegen de muur toen Harry en Ron beneden kwamen. Ze had hetzelfde galagewaad aan als in hun vierde jaar, hemelsblauw. Alleen had ze lang niet zoveel moeite voor haar haar gedaan als toen, en dan zag Ron maar al te goed.
Ginny zat op een stoel voor de haard, met een lichtgroen gewaad aan. Haar haar zat in twee vlechten en ze staarde een beetje afwezig in het vuur. Vivianne was al weg, of was er nog niet.
Toen Ginny hem zag stond ze op en liep glimlachend naar hem toe.
‘Ben je daar eindelijk,’ zei ze gemaakt verveeld. ‘Ik zit nu al ùùùren op je te wachten. Zullen we gaan?’
Harry knikte snel met een rood hoofd. Ginny nam hem glimlachend bij de arm en liep samen met hem het portretgat uit.
In de hal voor de grote zaal dromden de leerlingen samen. In tegenstelling tot hun vierde jaar mochten nu alle leerlingen naar het bal, dus ook de eerste- tweede- en derdejaars. Het was vreselijk druk terwijl ze zich door de menigte heen probeerde te wringen en de zaal in probeerden te komen.
Harry probeerde over de vele hoofden Vivianne te ontdekken, maar hij kon haar niet vinden. Ze gingen zitten en keken naar de oppertafel, waar alle leraren in galagewaad naar de grote menigte leerlingen keken die de Grote Zaal binnenkwam en ging zitten.
Na de toespraak van Perkamentus(‘Ik ben blij dat er zoveel leerlingen zijn komen opdagen…’) begon de muziek te spelen. Net zoals toen(Harry kon maar niet stoppen met alles vergelijken) speelde de Witte Wieven weer hun liedjes. Veel leerlingen stonden op en begonnen te dansen. Harry wilde eigenlijk wachten totdat de dansvloer zo vol was dat niemand hem nog zag, maar Ginny trok hem mee de nog halfvolle dansvloer op. Ze pakte zijn hand en legde haar andere hand op zijn schouder.
Terwijl hij en Ginny een beetje rondschuifelden op de dansvloer probeerde Harry steeds over de hoofden van de rest heen te kijken of hij Vivianne misschien zag. Pas toen iedereen op de dansvloer stond zag hij haar. Ze stond met Daan te dansen, een paar meter van hen vandaan. Haar gezicht stond kwaad, en dan van Daan stond angstig.
Harry moest haar nageven dat ze stijl had. Ze droeg een lang, donkerblauw gewaad met glitters en een diep decolleté. Haar gezicht verpestte het geheel. Het stond woedend, haar ogen stonden samengeknepen en haar kaken waren op elkaar geklemd.
Af en toe kruisten hun blikken elkaar. Dan sloeg Vivianne haar ogen ten hemel en leek ze onwijs geïrriteerd. Toen de muziek ophield liet ze Daan abrupt weer los en leunde tegen de muur aan.
‘Doen wij nog een nummer?’ vroeg Ginny, en ze keek Harry aan. Harry had veel zin om te stoppen met dansen, maar Ginny kon onwijs smekend kijken, dus gaf hij toe. Hij en Ginny dansten nog een nummer, met veel tegenzin van Harry, maar dat ontging haar.
Toch liet ze hem plotseling halverwege het nummer los en staarde naar iemand achter Harry.
‘Die kwal!’ zei ze luid, en Harry keek om. Daan stond tegen de muur geleund, en staarde de zaal rond. Toen hij Ginny zag kijken werd hij een beetje rood.
‘Wat?’ vroeg Harry verbaast. Hij staarde Ginny vreemd aan, maar die had geen oog voor hem. Ze keek Daan woedend aan.
‘Hij zei dat hij al bezet was en niet met mij kon,’ siste Ginny. ‘Ik moest maar op zoek gaan naar iemand! Niet dat jij zo slecht bent in dansen hoor,’ zei ze snel. ‘Het is alleen maar… acht laat maar!’ Ze liep weg, richting Daan. Ze bleef een tijdje met hem praten, met veel zwaaiende armen. Vervolgens liep ze met hem weg en danste het volgende nummer met hem.
‘Wat zij wil,’ mompelde Harry een beetje opgelucht. Hij slenterde naar de muur en leunde er tegen aan.
Hij had het vreemde gevoel dat Ginny bewust van hem was weggelopen, alsof hij niet goed genoeg was voor haar. Hij wist heel goed dat dat niet zo was, en dat Ginny niet van hem was weggelopen, maar naar Daan was toegelopen.
Harry probeerde een glimp op te vangen van andere bekende personen op de dansvloer. Aan de andere kant van de zaal zag hij Marcel, die met een zenuwachtige trek op zijn mond met Loena stond te dansen. Die twee waren min of meer overgebleven, en dus was Marcel maar met haar de dansvloer opgestapt. Zo te zien vond hij het alles behalve leuk.
Een eindje naar links dansten Ron en Hermelien op het langzame nummer dat op dat moment werd ingezet. Hij was verbaast door de uitdrukking op Rons gezicht. Hij had zijn beste vriend altijd gekend als een jongen die de pest had aan dingen die iets met jurken en dansen te maken, maar hij leek zich zowaar te amuseren. Misschien kwam het omdat hij nu eindelijk in een goeduitziend galagewaad stond te dansen, of dat hij samen met Hermelien danste, maar er lag een kleine glimlach op zijn gezicht. Harry moest lachen, en merkte toen gelijk op dat er iemand anders tegen diezelfde muur leunde, een paar tientallen meters verder. Hij draaide zijn hoofd.
Vivianne leunde met een verdrietig gezicht tegen de muur aan. Ze staarde over de dansende mensen heen, en van verre viel het pas echt op hoe haar oren onder haar haar uitstaken. Hij voelde een slinger in zijn maag terwijl hij naar haar keek.
Kijk naar mij, kijk naar mij, dacht hij uit alle macht in de hoop dat ze hem zou horen en haar hoofd zou draaien zodat ze hem zag.
Ze hoorde hem en draaide haar hoofd om. Ze glimlachte naar hem, op een betoverende manier. Voor hij het zelf door had bewogen Harry’s voeten en liep hij op haar af. Toen hij een metertje van haar af stond stopte hij. Het was plotseling veel moeilijker het haar te vragen, terwijl het een eind verderop nog zo makkelijk had geleken.
‘Eh…’ begon hij. Vivianne keek hem nog steeds glimlachend aan, alsof ze van hem verwachtte dat hij het haar zou vragen. ‘Je… eh… ziet er leuk uit.’
‘Dank je,’ zei Vivianne grijnzend. ‘Jij mag er ook wezen.’
‘Dus…’ Harry kruiste zijn vingers achter zijn rug en haalde diep adem. ‘Wil je dansen?’
Harry zag in haar ogen het antwoord, alsof haar pupillen knikten in plaats van haar hoofd. Ze pakte zijn hand en leidde hem de dansvloer op. Alsof het automatisch ging legde Harry zijn hand om haar middel en hield hij met de anders haar hand vast. Vivianne legde haar hoofd op haar hoofd op zijn schouder, terwijl er een langzaam nummer in werd gezet.
Die avond danste Harry met twee meisjes, maar die laatste voelde anders, vertrouwd… |
_________________ Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark |
|
  |
 |
Danlover
7e jaars


Verdiend:
56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...
|
Geplaatst:
Do Nov 17, 2005 16:44 |
 |
weer een stukje. het gaat de laatste tijd weer wat sneller met schrijven. ik vind dit stuk persoonlijk beter dan het vorige, maar dat is persoonlijk. ik wil natuurlijk weer graag weten wat jullie ervan vinden!!
De zwerkbalwedstrijd
Uitslapen was er niet bij voor Harry. De ochtend na het kerstbal stond hij alweer op het zwerkbalveld, samen met het hele team. Harry had een derdejaars als jager aangesteld, en hij was best tevreden over hem.
‘We hebben volgende week een wedstrijd tegen Ravenklauw,’ donderde Harry over het veld. ‘We hebben al heel lang niet meer getraind, dus ik wil dat jullie je best doen, oké?’
De rest mompelde instemmend.
‘Mooi,’ zei Harry tevreden. ‘Ik weet dat het koud is, maar als het vandaag goed gaat trakteer ik jullie morgen in Zweinsveld allemaal op boterbier!’
Het team juichte en had opeens veel meer zin om de lucht in te gaan dan twee minuten daarvoor.
Harry merkte wel dat het team een beetje achterdochtig was, maar hij was allang bij dat Ron en Hermelien weer normaal deden, en dat Vivianne niet moeilijk deed over haar verwijdering uit het team. Zij en Hermelien zaten opgetogen op de tribune.
Harry liet de wind door zijn haar wapperen terwijl hij door de lucht scheerde. Hij voelde zich opgetogen. Op de grond was hij onzeker, in de lucht voelde hij zich koning, hij was in zijn element.
De training verliep vrij soepeltjes, ook al verkleumde iedereen op zijn bezem. De temperatuur lag ver onder het vriespunt, en hij was er zelf verbaasd over waarom hij nog ging trainen, net als de Zwadderaars.
Ze zaten op de andere kant van de tribune, met dikke sjaals om en hun gewaden stevig dichtgeknoopt. Blijkbaar vonden ze het dolkomisch dat Griffoendor trainde in dit koude weer, en ze zwaaide pesterig met hun sjaals.
‘Kun je ze niet wegsturen?’ klaagde Ron, die zijn doel verliet en om even met Harry te praten. Harry schudde zijn hoofd met een blik op de Zwadderaars.
‘Sorry,’ zei hij. ‘Je moet ze gewoon negeren.’
‘Ah,’ zei Ron teleurgesteld. ‘Nou, niets aan te doen hè?’ En hij vloog weer terug naar het doel.
Aan het eind van de training waren Harry’s handen bevroren, net als zijn hersens. Het enige wat hij wilde was van zijn bezem afstappen en een hete douche nemen. Zo dacht de rest van het team er blijkbaar ook over, want het was een heel gedrang voor de douches in de kleedkamers. Uiteindelijk moest de helft van het team, waaronder Harry, Ron en Ginny, wachten tot de rest klaar was. Terwijl ze daar op het bankje zaten te bibberen, kwamen Vivianne en Hermelien binnen. Ze deden de deur dicht om het gejoel en het gelach van de Zwadderaars, die terug naar het kasteel liepen, buiten te sluiten. Vivianne plofte naast Harry neer en bood hem zijn sjaal aan, die hij dankbaar aanpakte.
‘Je neus is rood,’ merkte ze op. ‘En je lippen zijn blauw.’
‘Dat krijg je als het koud is,’ zei Harry klappertandend. Vivianne glimlachte en sloeg een arm om zijn schouders heen. Hij voelde zich gelijk weer opwarmen.
Op dat moment kwam Katrien uit de douche gestapt.
‘Douche vrij!’ schalde ze door de kleedkamer. Harry, Ron en Ginny stonden als één man op, maar omdat Ron het dichtst bij de douche zat, mocht hij het welbegeerde vrije plekje in beslag nemen, en gingen Harry en Ginny zuchtend weer zitten.
Na een tijdje kwamen ook André en Jaques uit de douche, en stapten ook Harry en Ginny onder de douche. Het gaf Harry echt een opkikker, en hij voelde zich helemaal ontdooien.
‘Harry,’ mompelde Vivianne in de kleedkamer. ‘Briva private.’ Privé bericht.
‘Qe?’ mompelde Harry terug. Wat ? Hij had geen idee waarom Vivianne dat nu wilde bespreken. De kleedkamer zat nog halfvol met andere mensen, en het vreselijk verdacht zou zijn om een andere taal te spreken als de geruchten gingen dat je een monster was.
‘Me speka daro Louis,’ zei Vivianne zacht. ‘Zjy sa nos spracho.’ Ik sprak zonet met Louis. Hij wil ons spreken.
Harry draaide de kraan dicht en keek verbaast rond de deur van zijn douche.
‘Waarom?’ vroeg hij in normaal Engels. Vivianne sloeg haar ogen ten hemel, keek zorgvuldig om zich heen voor ze haar hand in haar gewaad stak en de ketting van het Amulet liet zien.
‘Daarom,’ siste ze. Op dat moment kwam Ron uit de douche gestapt, en zag nog net de ketting glinsteren.
‘Waar hadden jullie het over?’ vroeg hij terwijl hij zijn trui goeddeed en het natte haar uit zijn ogen streek. ‘En wat is dat!’
Vivianne moffelde de ketting weg, maar Ron was haar te snel af en trok hem weer uit haar gewaad. Hij staarde naar het Amulet, dat glinsterde in het licht van de fakkels.
‘Een hanger van me,’ zei Vivianne snel en probeerde het Amulet weer van hem af te pakken, maar Ron was veel langer dan zij, en hij hield het hoog boven zijn hoofd.
‘Wauw, wat is dat?’ zei Hermelien plotseling, die in een donker hoekje op Ron had staan wachten en weer tevoorschijn was gekomen zodra ze zag dat Ron klaar was. Ze kwam naast Vivianne staan en staarde naar het Amulet.
‘Fijn,’ snauwde Vivianne. ‘Nu mag ik het aan iedereen gaan uitleggen.’ Ze keek Harry aan, die snel de deur van zijn douche dicht deed en zich begon aan te kleden.
Ron en Hermelien bleven aandringen om te vertellen wat het geheim van het Amulet te vertellen, en Vivianne werd uiteindelijk helemaal gek.
‘Weet je,’ zei ze dromerig bij de lunch. ‘Ik heb veel zin om naar professor Perkamentus toe te lopen en te kijken of die baard van hem wel echt is.’
‘Je waagt het hè,’ zei Harry waarschuwend.
‘Dan moeten die twee ophouden met zeuren,’ zei Vivianne schril met een blik op Ron en Hermelien, die net de Grote Zaal inkwamen. ‘Het is geheim, we gaan het niet vertellen.’
Ron en Hermelien ploften ieder aan een kant van Harry neer en schepten beiden tegelijk iets te eten voor hem op.
‘Ik heb al,’ zei hij een beetje onduidelijk, met een mond vol met brood, maar Ron en Hermelien luisterden niet.
‘Dus,’ begon Hermelien met een zwoel stemmetje. ‘Wil jij het ons wel vertellen?’
‘Wat?’ vroeg Harry met volle mond.
‘Het geheim van Vivianne`s ketting,’ zei Ron.
‘Nee,’ zei Harry koppig. Ron en Hermelien wierpen elkaar een blik toe en trokken allebei hun toverstok.
‘Harry, als je het ons nu niet verteld bezweren we je hersens tot pulp,’ zei Hermelien gemaakt dreigend. Harry moest haast lachen toen ze de punt tegen zijn keel aanzette.
‘Doe maar, dan krijg je het ook nooit te horen,’ zei lachend. De punt verdween weer van zijn keel.
‘Mooi, dan verbieden we je hierbij Zwerkbal te spelen tot je het ons verteld,’ zei Ron met een grijns op zijn gezicht.
‘Dat kunnen jullie niet doen!’ riep Harry geschrokken.
‘Dat kunnen we heel goed,’ zei Hermelien, en ze tikte op haar hoofdmonitorbadge. Harry keek Vivianne aan en rolde met zijn ogen.
‘Help me,’ jammerde hij. ‘Ik word gek!’
Harry hield het een week uit om geen zwerkbal te spelen, maar daarna begon hij te voelen dat hij iets mistte in zijn leven. Hij begon tegen Vivianne te zeuren, maar die brak niet.
‘Kom op nou,’ zeurde Harry. ‘Ik wil vliegen!’
‘Nee,’ zei Vivianne koppig. ‘Het is geheim, en het blijft geheim.
Ze waren naar Louis geweest, en hij had hen verteld dat hij een boek in de bieb had gevonden waarmee hij de tekens op het Amulet kon ontcijferen. Dat was geweldig nieuws, omdat ze nog niet veel verder waren gekomen dan “wie zoekt zal vinden, en”.
Intussen naderde de wedstrijd tegen Ravenklauw veel sneller dan Harry had gehoopt, en hij mocht nog steeds geen zwerkbal spelen. Uiteindelijk wist hij Vivianne te overtuigen, met een prachtig praatje over hoe Harry dan Marcel als zijn vervanger moest aanstellen, en liepen ze samen naar Ron en Hermelien, die grijnzend met ze meeliepen naar de jongensslaapzaal.
Het was misschien een opluchting om alles te vertellen, omdat ze nu al een hele tijd met het geheim rondliepen. Ron en Hermelien luisterden zonder onderbreken, en toen ze uitverteld waren zeiden ze nog steeds niets.
‘Ja, dat was het ongeveer,’ hakkelde Vivianne een beetje zenuwachtig.
‘Mooi,’ zei Hermelien een beetje zwakjes. ‘Dat jullie dat ons nooit hebben verteld!’
‘We hadden geen keus,’ verdedigde Vivianne zich. ‘Het is een staatsgeheim, we hebben het alleen verteld zodat Harry weer zwerkbal kan spelen zaterdag!’
Hermelien werd rood en keek Ron een beetje schuldbewust aan.
‘Ik kan dat eigenlijk helemaal niet,’ bekende Hermelien met een klein stemmetje. Harry keek haar kwaad aan. ‘Ik kan je helemaal niet verbieden om zwerkbal te spelen. Sorry.’
‘Mooi, dus ik heb het verteld voor niets?’ riep Vivianne, die kwaad werd. ‘Ik heb geheimen van mijn land prijsgegeven en we krijgen er helemaal niets voor terug? Nou, dat is mooi, dat is echt geweldig!’ Ze stond op en keek Ron en Hermelien kwaad aan.
‘Alsnog sorry,’ piepte Hermelien.
‘Jullie moeten nu nog één ding beloven,’ zei Vivianne alsof ze een fort gingen bestormen. ‘Jullie moeten zweren dat jullie dit nooit aan iemand vertellen en dat jullie ons gaan helpen met de zoektocht naar de spreuk!’
Hermelien en Ron knikten als één man.
‘Dat is dan ook weer geregeld,’ zei Vivianne en ze plofte naast Harry neer. ‘Louis helpt ons ook, hij is de sleutel tot de ontcijfering.’
‘Wie?’ vroeg Ron met een vreemd gezicht.
‘Professor Devon,’ legde Harry uit. ‘In ieder geval kunnen we zaterdag weer spelen. Nou maar hopen dat het weer een beetje goed is…’
Dat was het dus niet. Op de zaterdag van de wedstrijd regende het vreselijk en lagen de plassen op het veld. Het water kletterde op het dak van de Grote Zaal terwijl Harry zijn ontbijt naar binnen probeerde te krijgen, wat niet bepaalt lukte als hij naar het inktzwarte plafond keek.
Na het eten nam Harry de rest van het team mee naar de kleedkamers om nog een keer te overleggen.
‘Ik weet dat het regent en dat het koud is,’ begon Harry terwijl hij zijn team aankeek. ‘Maar we moeten het toch gaan proberen. Als het echt te erg wordt zal ik een time-out vragen.’
Blijkbaar vond iedereen dat een goede deal, want ze knikten en begonnen zich om te kleden. Toen iedereen zijn gewaad aanhad en er inmiddels groepjes leerlingen langsliepen, glipte Vivianne nog even snel de kleedkamer binnen, met de ochtendprofeet boven haar hoofd.
‘Nat,’ riep ze boven het geroffel van de regen op het dak uit. ‘Heel erg nat! Weet je zeker dat je het aan gaat kunnen, Harry?’
Harry knikte, maar Vivianne keek hem bezorgd aan.
‘Ik weet niet. Je ziet bleek. Weet je echt zeker dat je niets nodig hebt?’
Harry wist direct wat ze bedoelde, maar hij schudde zijn hoofd. Het was nu te laat voor bloed, en het hele team zat erbij! Vivianne haalde haar schouders op, gaf hem een zoen en rende met de inmiddels doorweekte krant boven haar hoofd weer naar buiten.
Na een paar minuten zo gezeten te hebben vertrok Harry met de rest van zich aan naar buiten. Het team van Ravenklauw kwam ook net aanlopen, met verkleumde gezichten en bevroren handen. Harry kreeg haast medelijden met ze, maar keerde weer terug naar de realiteit toen hij het fluitje van madame Hooch hoorde.
‘Aanvoerders, geef elkaar een hand,’ riep madame Hooch, en Harry schudde de hand van een slungelige 6e jaar die hij nog nooit had gezien. Bij een tweede fluitje vlogen ze de lucht in.
Het weer was vreselijk. De regen striemde over zijn gezicht en handen en maakte het hem onmogelijk recht vooruit te vliegen, laat staan de snaai te vinden.
Hij hoorde vlagen commentaar, en kwam er zo achter dat Ravenklauw met 50 punten voorstond, maar Ginny zorgde voor een goede terugkomst en wist een voorsprong te maken van 40 punten.
Hij zag de wazige schim van Ron, eenzaam bij de doelpalen. Hij nam het hem niet kwalijk dat hij twee doelpunten mistte in de halve minuut dat Harry naar hem keek; zelfs Ron kon de bal niet goed zien in dit weer.
Naarmate de wedstrijd langer duurde voelde Harry zich duizelig worden. Vivianne had gelijk had, besefte hij, terwijl hij de regen uit zijn ogen uit zijn ogen schudde. Hij had iets moeten drinken, dit ging niet goed.
Hij hoorde in de verte een ritselend geluid. Niet het geluid van een mantel, maar het ritselende geluid van twee snelbewegende vleugels… de snaai! Harry lokaliseerde het geluid en gooide zich plat op zijn bezem. Hij spoot vooruit, richting de snaai, hij kwam dichterbij, dat hoorde hij.
Toen overmande de duizeligheid hem. Hij verloor grip op zijn bezem, zijn handen slipten en lieten los. Het kolkte in zijn hoofd, het was niet alleen duizeligheid, maar ook paniek. Hij ging vallen, en hij vloog zo ver boven de grond.
Hij kreeg hoofdpijn, steken in zijn zij, het overmande hem, en ook zijn benen gleden van zijn bezem. Hij viel, harder en harder. Ze regen striemde steeds harder op zijn gezicht, hij hoorde gegil van beneden, ongetwijfeld zagen mensen hem al vallen.
Hij graaide in de lucht toen hij de snaai opnieuw hoorde, en zijn vingers sloten zich om de gouden bal. Het laatste wat hij voelde was verbazing, voordat het zwart werd en hij zichzelf op de grond voelde vallen… |
_________________ Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark |
|
  |
 |
Danlover
7e jaars


Verdiend:
56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...
|
Geplaatst:
Di Nov 22, 2005 17:37 |
 |
spannend hoofdstuk! vanaf nu gaat het snel met mijn verhaal, omdat ik met mijn moeder heb afgesproken dat dit verhaal binnen 2 weken a moet zijn(in verband met school). laat me alsjeblieft weten wat jullie ervan vinden!!
Voldemort
‘Madame Plijster zegt dat hij er weer helemaal bovenop komt.’
‘Weet je dat echt zeker? Ik bedoel… kijk nou naar hem!’
‘Geloof madame Plijster nou een keer, Ron! Ze heeft het nog nooit mis gehad! Ik geloof haar!’
Harry opende zijn ogen. Het licht verblindde hem haast, maar daar doorheen kon hij nog net een paar donkere schimmen onderscheiden. Hij voelde zich vreselijk, alsof hij was belaagd door drie zware aambeelden.
‘Harry? Hoe voel je je?’ klonk de stem van Hermelien. Harry knipperde moeizaam met zijn ogen en het beeld werd scherper. Iemand reikte hem zijn bril aan, die hij dankbaar opzette.
Hij lag in de ziekenzaal, en het gehele team van Griffoendor, Hermelien en Vivianne staarden hem aan.
Hij hees zichzelf overeind en bekeek zichzelf. Hij zag er op zich helemaal gezond uit, maar zijn gevoel zei dat dat niet zo was. Vivianne, die zijn gedachten Las keek hem aan.
‘Je hebt alleen nog een hersenschudding,’ zei ze. ‘Je gebroken arm en been zijn al genezen.’
‘Bedankt voor je verhelderende uitleg,’ zei Harry vermoeid, en hij hees zichzelf overeind. Zijn hoofd bonkte als een gek. ‘Wat is er gebeurd?’
‘Je viel flauw, midden in de lucht,’ zei Hermelien. ‘Ik schrok me kapot. De wedstrijd is gelijk afgelast.’
‘Maar ik had de snaai!’ riep Harry verontwaardigd. ‘Ik pakte hem tijdens mijn val. We hebben gewonnen!’
‘Sorry Harry,’ zei Vivianne. ‘Hij wordt binnenkort overgespeeld.’
Harry keek hulpeloos naar Ron, maar die knikte alleen maar.
Op dat moment kwam madame Plijster haar kantoor uitgelopen.
‘Iedereen die overbodig is eruit!’ krijste ze. ‘Die jongen heeft rust nodig!’
Hermelien keek madame Plijster verontwaardigd aan.
‘Hij is onze vriend!’ zei ze boos. ‘Hij heeft ons nodig, en ik ben niet van plan om zomaar weg te gaan!’
Madame Plijster keek haar met wijd opengesperde neusgaten aan en had zo te zien veel zin om haar bij haar haren te pakken en haar de ziekenzaal uit te slingeren.
‘Ik weet misschien hier nog wel het best wat het beste is voor mijn patiënten,’ zei ze pinnig. ‘Daar heb ik uw hulp niet bij nodig, juffrouw Griffel! Maar als je zo nodig wilt, blijf maar! Ik zal niet klagen als het misschien langer duurt voordat meneer Potter deze ruimte kan verlaten!’
Ze draaide zich met een ruk om en verliet met opgeheven hoofd de ziekenzaal en sloeg de deur van haar kantoortje hard dicht. Hermelien keek haar tevreden na, sommeerde een stoel en plofte erop neer. Ron staarde haar aan, en hij pulkte een beetje verstrooid in zijn haar.
Harry voelde zich duizelig. Hij kneep zijn ogen dicht en kneedde met zijn vingers zijn voorhoofd. Hij voelde zijn bed aan de rechterkant licht indeuken en een hand over zijn hoofd. Hij keek op. Vivianne keek hem bezorgd aan.
‘Luister voortaan toch eens naar me,’ mompelde ze. ‘Ik vroeg nog of je iets nodig had!’
‘Weet ik,’ zei Harry en hij schudde licht zijn hoofd. Zelfs die kleine beweging deed zeer. ‘Sorry.’
‘Je hoeft je niet te verontschuldigen,’ zei Vivianne zacht. ‘Zorg jij er nou maar voor dat je snel weer beter bent, dan maak je mij weer blij.’
Na een half uur vertrok het team weer, maar Ron, Hermelien, Ginny en Vivianne bleven nog even zitten. Harry moest toegeven dat hij zich na een tijdje alweer iets beter ging voelen, maar het bleef een beroerde toestand. Het werd alleen beter als Vivianne zijn hand vasthield, maar dat was alleen magie. Zodra ze hem weer losliet leek het alsof zijn hoofdpijn 10 keer erger was dan eerst.
‘Heb je al wat op sinds je hier ligt?’ vroeg Vivianne opeens. Harry haalde zijn schouders op, terwijl hij zijn hoofd zo stil mogelijk probeerde te houden.
‘Je ziet er namelijk niet uit alsof je wel iets op hebt,’ ging Vivianne verder. ‘Wacht, ik ga madame Plijster wel even halen…’ Ze stond op en klopte op de deur van Madame Plijsters kantoortje.
Madame Plijster deed pas na een paar seconden open en ze staarde Vivianne verwijtend aan.
‘Wat moet dit voorstellen?’ zei ze pinnig. ‘Eerst word ik door een leerling weggestuurd en daarna komt een andere van hetzelfde groepje me weer halen. We doen toch geen spelletje hoop ik?’
Vivianne kon een glimlach niet onderdrukken. Ze schudde haar hoofd en glipte zonder iets te vragen haar kantoortje in.
‘Wat moet dat!’ riep madame Plijster verontwaardigd. Ze probeerde Vivianne weer uit haar kantoor te jagen, maar Vivianne was blijkbaar op zoek naar een zak bloed, want ze ging niet weg. Pas na een paar minuten liep ze opgetogen het kantoortje weer uit, met een zak bloed achter haar rug. Madame Plijster sloeg de deur grommend weer dicht en Vivianne ging glunderend op Harry’s bed zitten terwijl ze de zak bloed in zijn handen drukte.
‘Nou, wij zijn weg!’ zei Hermelien plotseling met een blik vol afschuw op zijn gezicht. Ze trok Ron en Ginny uit hun stoelen en verliet met grote passen de ziekenzaal. Harry keek ze na, scheurde een puntje van de zak weg en goot hem zo snel mogelijk leeg in zijn mond. Het bloed gaf hem direct nieuwe kracht en hij voelde de hoofdpijn van zijn hersenschudding verminderen.
‘Dit had je gelijk al voor de wedstrijd moeten doen,’ zei Vivianne glimlachend. ‘Dan zat je nu niet in bed en had je geen hersenschudding!’
Harry keek haar aan en besefte dat ze gelijk had. Vivianne had zo vaak gelijk, dacht hij. Hij boog zich glimlachend naar voren en gaf haar een kus.
Harry werd de volgende dag ontslagen uit de ziekenzaal, vanwege een “onverklaarbare verbetering van de omstandigheden”, zoals madame Plijster het noemde. Hij kwam Ron, Hermelien en Vivianne tegemoet toen hij naar de Grote Zaal liepen, en hij werd opgetogen uitgenodigd vanmiddag met ze mee te gaan naar Zweinsveld.
Ze schoven aan bij de tafel van Griffoendor en schepten hun eten op.
‘Komt precies goed uit,’ zei Ron met volle mond. ‘Ik was net door mijn suikerveren heen, en ik wil die nieuwe dropslakken ook nog proberen.’
Hermelien was een beetje afwezig tijdens het ontbijt. Ze merkte niet dat ze pompoensap over haar eieren goot, en al helemaal niet dat ze vervolgens een haringgraatje in haar haar stak. Ron pikte het ding eruit omdat het er echt belachelijk uitzag, en hij wuifde met zijn hand voor haar gezicht, in een poging haar wakker te laten worden.
Echter voordat Hermelien haar hand had opgeheven om die van Ron weg te slaan, ging er een merkwaardige rommel door de Grote Zaal, en stilte de vloer van de zaal. Hermelien schrok vrijwel onmiddellijk wakker en keek verward en angstig om zich heen.
‘Wat was dat?’ piepte ze. Ron schudde zijn hoofd. Hij was plotseling lijkbleek.
De hele zaal was plotseling doodstil geworden. De rommel stierf weg en het trillen hield op, maar zelfs professor Perkamentus zag er ongerust uit, en dat vond Harry een slecht voorteken.
Vivianne spitste haar puntige oren en loerde de zaal rond. Sommige keken naar het plafond, maar daar was niets te zien.
Net toen iedereen weer wilde verdergaan met eten klonk het gerommel opnieuw, en begon de vloer opnieuw te trillen. Het klonk niet als onweer, maar als iets heel zwaars dat met trage passen vooruit liep. Misschien was het een reus, dacht Harry.
Net toen hij naar de oppertafel wilde kijken of professor Perkamentus wist wat het was, begon zijn litteken te branden. Het was de ergste pijn die hij in dagen had gehad, een verzengende pijn die hem verblindde. Hij greep zijn voorhoofd en kreunde.
‘Wat…’
Op dat moment klonk er een enorme explosie, alsof er 20 staven dynamiet tegelijk afgingen. Iedereen begon te gillen, en zelfs Harry, wiens pijn in zijn voorhoofd nog net zo sterk was als twee tellen geleden en wiens hart roffelde als een trom, keek op.
Iets of iemand had een enorme deuk in de voordeur van Zweinstein geslagen. De houtsplinters staken eruit en er bewoog iets duisters achter het hout…
‘IEDEREEN KALM BLIJVEN!’ riep professor Perkamentus luid, toen iedereen opstond en de zaal uit wilde rennen. ‘Er is geen reden tot paniek, wil iedereen weer gaan zitten, en…’
Maar Harry zou er nooit achter komen wat ze verder nog moesten doen, want toen werd er opnieuw op de deur ingebeukt en begon zijn litteken opnieuw vreselijk te branden.
Vivianne was de enige die een verband begon te leggen tussen Harry’s pijn en wie er achter de deur stond. Ze sprong op en staarde met een lijkbleek gezicht naar de deur, voordat ze op de grond werd geworpen bij een derde dreun op de deur.
Nu raakte iedereen volledig in paniek. Niemand luisterde meer naar Perkamentus en iedereen sprong op en begon naar de deur te rennen. Het werd een enorme menselijke prop in de deuropening naar de hal, iedereen gilde en schreeuwde en probeerde weg te komen. Het werd voor Harry allemaal teveel. Hij probeerde op te staan, maar de pijn in zijn litteken deed hem wankelen. Hij hoorde Hermelien naar adem snakken toen hij achterover viel en op de grond belandde.
‘Kom op, Harry,’ zei Vivianne gejaagd en ze trok hem overeind. ‘We moeten hier weg!’
‘Waar… waar moeten we in godsnaam heen!’ gilde Hermelien met een lijkbleek gezicht.
‘Probeer de leerlingenkamer,’ schreeuwde Ron. Hij pakte Hermelien bij haar hand en trok haar voor Harry en Vivianne uit. Harry had moeite met recht rennen omdat hij nog steeds zijn litteken nog voelde branden, maar Vivianne loodste hem de zaal uit, recht de prop in die nog steeds vol gillende leerlingen zat. Ver kwamen ze niet. Er werd een derde keer op de deur geramd en toen begaf hij het. De deur viel uit zijn scharnieren en toen werd zichtbaar wie die ravage had aangericht.
Voldemort stond in de deuropening…
Er viel een stilte terwijl iedereen die nog in de hal en in de zaal stond naar het krijtwitte gezicht van Voldemort staarde, met gezichten vol doodsangst.
Voldemort stapte zonder een woord over het hout van de deuropening, stopte zijn toverstok terug in zijn mantel en liep de hal in. Hij staarde de hal rond, met zijn vernietigende rode ogen, en Harry’s nekharen gingen erdoor overeind staan. De pijn in zijn litteken nam iets af, maar het bleef branden. Hij voelde hoe Vivianne zijn hand beetpakte en er zacht in kneep. Hij begreep de hint: Ga er niet op af…
Maar dat was hij ook helemaal niet van plan. Hij leek verstijfd door de schok dat Voldemort opeens in het kasteel stond.
Voldemort staarde over de hoofden van de doodsbange leerlingen de Grote Zaal in en zag Perkamentus, die kalm vanaf de oppertafel naar de hal kwam lopen, absoluut niet verrast door het feit dat Voldemort hem vernietigend aankeek en zijn toverstok uit zijn gewaad trok.
‘Marten,’ zei Perkamentus haast ijzig, en hij duwde enkele leerlingen opzij.
‘Perkamentus,’ zei Voldemort kil.
‘Wat doe je hier, Marten.’
‘Ik kom halen waar ik vorig jaar om geëist,’ zei Voldemort met een stemverheffing, en Harry herinnerde zich plotseling de eisenbriefjes weer, waarin hij had geëist om de volledige macht over Zweinstein en beschikking over Harry. Hij voelde een rilling over zijn rug.
‘Ik ben bang dat je dan eerst met mij zal moeten vechten, Marten,’ zei Perkamentus. Voldemorts rode ogen versmalden een beetje, en zijn mond verstrakte.
‘Daar heb ik toevallig geen zin in, Perkamentus,’ zei hij. ‘AVADA KEDAVRA!’
Er spoot een felle, groene lichtstraal uit zijn toverstok, die Harry haast verblindde. Hij dekte zijn ogen af, maar kon een kreet van ontzetting niet onderdrukken. Hij wist voor wie die avada kedavra bedoelt was…
Iedereen die nog in de hal stond begon te gillen, er Vivianne wierp zich tegen zijn borst aan. Toen het groene licht iets afnam opende hij zijn ogen, al was hij bang voor wat hij zou zien…
Het was inmiddels al een paar weken geleden dat Voldemort Zweinstein was binnengevallen en professor Perkamentus had vermoord onder het oog van honderden van zijn leerlingen. Harry had het er nog iedere dag moeilijk, alsof er iets dierbaars van hem was weggerukt zonder dat hij afscheid had kunnen nemen. Ron had hem die ochtend dat hij Harry er wel eens op betrapte dat hij huilde in zijn slaap, maar Harry keek daar allang niet meer van op. Hij droomde iedere nacht opnieuw van de vreselijke entree van Voldemort in het kasteel, en het leek hem vrij logisch dat hij daarbij huilde.
Iedereen in het kasteel leek van slag, behalve natuurlijk Malfidus en zijn aanhangers. Integendeel, Malfidus liep die weken opgetogen door het kasteel, met een grote grijns op zijn spitse gezicht. Dat stoorde Harry, maar vooral Hermelien vreselijk. Die dag was ze het zo zat dat ze met tranende ogen op hem af liep en hem een dreun in zijn gezicht gaf.
‘En hij had het verdiend ook!’ zei Hermelien schril, toen ze haar de grote zaal introkken en ze Malfidus in de verte weg zagen hollen, terwijl het bloed uit zijn neus drupte. ‘Ik haat hem, ik haat hem!’
‘Dat weten we, Hermelien,’ zei Ron sussend, terwijl hij haar op een bank duwde en een lepel stamppot in haar mond duwde. ‘Iedereen haat Malfidus… nou, misschien op Patty Park na dan.’
Harry keek naar de oppertafel. De stoel van Perkamentus was leeg. Hij was al weken leeg.
Eigenlijk merkten ze niet zoveel van Voldemorts aanwezigheid in het kasteel. Hij had zich ergens in het kasteel genesteld en liet verder niet merken dat hij er was. De lessen, zwerkbaltrainingen en de bezoekjes aan Zweinsveld gingen gewoon door, tot Rons spijt.
‘Dat is toch gewoon absurd!’ riep hij kwaad. ‘De meest duistere tovenaar aller tijden heeft de school overgenomen en de lessen gaan gewoon door! Schande gewoon!’
Harry was het min of meer met hem eens, de lessen gingen gewoon door. Aan de ene kant was dat gewoon een geweldige opluchting, maar aan de andere kant merkte je dat iedere leraar nerveus was, behalve professor Kist uiteraard.
‘Ja…’ zei Harry een beetje afwezig. ‘Hebben jullie Vivianne gezien?’
‘Nee,’ zei Ron opeens een beetje bezorgd. ‘Al de hele ochtend niet.’
‘Ze zei dat ze naar de bieb ging,’ zei Hermelien prompt. Harry keek haar verbaast aan.
‘Waarom weet jij dat wel en ik niet?’
‘Meisjes vertellen elkaar alles, Harry.’
‘Ja, maar ze is wel mijn vriendin, dan zou je toch denken dat…’
‘Weet je wat, Harry?’ zei Ron luid. ‘Waarom ga je haar niet gewoon zoeken?’
‘Goed idee,’ mompelde Harry. Hij stond op en liep de grote zaal uit, richting de bieb.
Vivianne was niet in de bieb. Ze stond in de gang, net toen Harry de hoek om liep en haar zag.
Ze zoende vol overgave met Simon Filister… |
_________________ Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark |
|
  |
 |
Danlover
7e jaars


Verdiend:
56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...
|
Geplaatst:
Do Nov 24, 2005 21:28 |
 |
dit stukje vond ik erg leuk om te schrijven! Ik hoop dat jullie het ook weer leuk vinden, dus laat me weten wat jullie ervan vinden!
Oude Klara’s Jonge Borrel
Harry bleef als verstijfd staan. Hij staarde naar het tafereel, maar Vivianne en Simon hadden blijkbaar niet door dat hij er was. Het ruiste in zijn hoofd, zijn voeten voelden loodzwaar aan en hij had opeens de behoefte om te gaan schreeuwen.
Hoe kon ze hem dit aandoen, spookte het door zijn hoofd. Hoe kon ze, nadat hij haar had gevraagd of ze met hem wilde trouwen? Hoe kon ze.
Hij schraapte zacht zijn keel. Vivianne en Simon lieten elkaar abrupt los en staarden hem aan. Vivianne trok lijkbleek weg en duwde Simon van zich af.
Blijkbaar was Vivianne te geschokt om iets te zeggen. In ieder geval trilden haar handen en staarde ze Simon vol walging aan, alsof hij een pad was.
‘Harry… dit is niet wat je denkt!’ begon ze stotterend. Ze werd knalrood en staarde Harry smekend aan.
‘O, ik weet heel goed wat dit is,’ zei Harry met een ijzige stem. Zijn handen trilden van woede en hij staarde het tweetal met een grimas aan. ‘Jij bent je belofte vergeten.’
‘Nee, Harry, echt niet!’ zei Vivianne haast smekend. ‘Luister nou…’
‘Dat is niet meer nodig,’ zei Harry kil. ‘Ik laat jullie weer alleen.’ Hij draaide zich om en liep weg. Achter zich hoorde hij Vivianne nog iets roepen, maar hij luisterde al niet meer.
Zijn handen trilden van woede, en ook van verdriet. Vivianne had hem bedrogen, ze had hem bedrogen. Bedrogen, bedrogen! Hoe kon ze hem dit aandoen!
Hij greep in zijn haar en gaf een schreeuw van woede, zodat een groepje eerstejaars dat net langs kwam hem angstig aankeek. Het kon hem allemaal niets meer schelen, niets meer, hij kon het allemaal wel alleen! Hij had Vivianne niet nodig om de oorlog met Voldemort te winnen, en zij kon het wel alleen af met het Amulet.
Nee, dat kon ze niet, ze had hem nodig. Hij stond stil midden in de gang en greep in zijn haar. Hij zat met een vreselijk dilemma, waar hij geen oplossing voor wist.
Harry begon te rennen, het kasteel uit, richting het huisje van Hagrid en ramde op de houten deur.
‘Ja ja, wacht effe,’ klonk de zware stem van Hagrid achter de deur. ‘Ik mot Muil effe eten geven.’
Er klonk geschraap en het geluid van een hond die begon te eten. Vervolgens ging de deur open en keek Hagrid grijnzend om de hoek.
‘Harry, wat gezellig! Kom erin, kom erin!’ Hij hield de deur open en Harry liep naar binnen. Hagrid bood hem thee en een schaal koekjes aan, die Harry beleeft afsloeg.
‘Je ziet er nogal verwaaid uit, jongen,’ zei Hagrid. ‘Wat is er gebeurd?’
‘Daar wilde ik het net over hebben,’ zei Harry, terwijl hij een slok van zijn thee nam. ‘Vivianne, ze…’ Hij kon het niet zeggen. Het beeld van Vivianne die met Simon zoende dook weer op in zijn hoofd en hij nam een veel te grote slok thee, waardoor hij zich verslikte en zijn tong verbrandde. Hij begon te hoesten en Hagrid gaf hem een paar fikse meppen op zijn rug, waardoor hij zijn neus bijna brak toen hij voorover sloeg op de tafel.
‘Nou, begon nou nog eens,’ zei Hagrid kalm. ‘Want ik volg niet helemaal.’
Harry begon te vertellen. Hoe hij al dagen slecht sliep na de dood van Perkamentus, hoe hij had gedacht dat hij altijd op Vivianne kon rekenen, dat ze een team waren.
‘En toen ze stond ze daar op de gang, met Simon, en…’ Hij liep vast bij dat punt. Hij greep opnieuw in zijn haar en boog zich over de tafel. Hagrid zweeg, en verbrak de stilte alleen door een gigantische slok van zijn thee te nemen, zodat hij zijn mok in één teug leeg slobberde.
‘Harry, ik… Ik heb daar niet al te veel verstand van, van dat vriendinnen gedoe en zo, maar ik zie je nu al twee jaar rondhuppelen met die Vivianne, en ze breekt keer op keer je hart. Weet je echt niet zeker dat… je weet wel… dat je haar moet vertellen wat je echt denkt?’
‘Wat zou ik moeten zeggen,’ zei Harry bedrukt. ‘Als ik dat doe komen er alleen maar dingen uit al “ik zal voor eeuwig van je houden” en “wees de mijne tot mijn dood”. Alleen maar gedoe dus.’
Harry sloeg zijn handen voor zijn handen om de traan die over zijn wang rolde te bedekken.
‘We hadden een belofte,’ zei hij, en hij besefte dat het aan zijn stem te horen was dat hij huilde. ‘Ze heeft me beloofd dat… en ze heeft hem verbroken, ze heeft me bedrogen!’
‘Wat als je nou eens met haar gaat kletsen,’ zei Hagrid een beetje zwakjes. ‘Misschien lost dat al een hele hoop op.’
‘Ik wil niet met haar praten,’ zei Harry en hij voelde dat er nog meer tranen over zijn wangen liepen. ‘Dat heeft toch allemaal geen zin meer. Ze heeft me bedrogen met die Simon en… en ik ga hem vermoorden!’ Bij dat laatste woord sprong hij op van zijn stoel en smeet zijn mok door Hagrids huisje. De mok viel aan scherven tegen de muur en de thee spatte in het rond.
‘He, zeg, kalm aan!’ riep Hagrid naar hem. ‘Voordat je mijn hele servies vernield…’
‘Waarom maak jij je nog zorgen om je servies!’ schreeuwde Harry en de tranen stroomden over zijn wangen. ‘Ik zit hier in een zware crisis en jij maakt je zorgen om je servies. SERVIES!’
Hij plofte weer op zijn stoel en neer huilde alsof de wereld verging. Hij had geen besef meer van tijd, of van waar hij was. Hij wist alleen dat zijn wereld aan diggelen lag, aan scherven viel. Zijn toekomst met Vivianne verbrokkelde voor zijn ogen, en dat maakte hem alleen nog maar erger aan het huilen.
‘Hoor es,’ zei Hagrid. ‘Vivianne en jij… Nou, ik ben geen expert, Harry, maarre…’
‘Laat maar, ik hoef je mening niet te horen,’ zei Harry. Hij stond op en veegde zijn gezicht droog met de mouw van zijn gewaad. ‘Ik… ik ga even met haar praten denk ik… of niet… ik weet het nog niet. ’ Hij draaide zich om en verliet Hagrids huisje. Terwijl hij terugliep naar het kasteel bedacht hij zich wat hij ging doen, maar net toen hij het bordes op wilde lopen, schoot er iemand in een donkere mantel langs hem heen.
Een dooddoener, schoot er door Harry’s hoofd. Hij keek haast automatisch om naar de gedaante, en zijn verdriet maakte plaats voor nieuwsgierigheid. Wat ging dat type doen nu, het was rond lunchtijd. Tot zijn teleurstelling zag hij een pluk bruin krullend haar langs de mantel zwaaien. Het was Vivianne.
Harry wou zich net omdraaien toen hij zich bedacht waar Vivianne nu heen ging. Hij besloot haar te volgen. Hij rende zacht achter haar aan, het schoolterrein af, richting Zweinsveld.
Ze is erbij, dacht Harry, en hij bande die gedachte gelijk uit zijn brein. Hij zou Vivianne nooit verraden, ook al zoende ze met Kwast! Maar waar ging ze dan heen?
Harry volgde haar zorgvuldig. Vivianne remde af toen ze bij de Drie Bezemstelen was, en ging naar binnen. Harry deed de deur voorzichtig open en gluurde om de hoek van de deur. Vivianne klom op een barkruk en begon een gesprek met madame Rosmerta. Ondanks de drukte kon Harry ieder woord verstaan van wat ze zeiden.
‘Wat mag het zijn?’
‘Doe maar een oude Klara’s jonge borrel.’
‘Dat is sterk spul, weet je dat? Hoe oud ben je?’
’18,’ loog Vivianne staalhard, maar blijkbaar geloofde madame Rosmerta haar meteen, want ze schonk een borrel voor haar in, die Vivianne in één keer in haar mond leeggoot.
‘Depressie?’
‘En wat voor één,’ zei Vivianne, die de drank doorslikte en hem opnieuw liet vullen. ‘Moet ik het je vertellen?’
‘Als je dat wilt.’
‘Nou,’ begon Vivianne, die nog een glas drank achterover sloeg voor ze begon met vertellen. ‘Er is een jongen bij ons op school, misschien ken je hem wel, hij heet Harry Potter.’
‘O, Harry Potter,’ zei madame Rosmerta glimlachend. ‘Hij komt wel eens langs, een erg aardige jongen.’
‘Ik heb iets met hem.’
‘O ja?’
‘Ja, al anderhalf jaar nu, ik heb alleen… iets gedaan, en… nu wil hij me niet meer zien.’
Ze begon een beetje te wiebelen op haar kruk, ongetwijfeld het gevolg van haar vierde glas Oude Klara’s Jonge Borrel dat ze net naar binnen had gegoten.
‘Vertel maar, meisje. Wat heb je gedaan,’ vroeg madame Rosmerta een beetje samenzweerderig, terwijl ze Vivianne’s handen beetpakte en haar doordringend aankeek.
‘Er was een jongen die me lastigviel in de bieb, hij zei dat hij me leuk vond,’ zei Vivianne giechelend. Ze nam haar vijfde glas aan en dronk het leeg. Haar hoofd begon te knikken en ze begon steeds erger te wiebelen op haar barkruk. ‘En op de gang was het raak, hè, maar Harry betrapte ons, en hij was echt… griezelig.’
Harry spitste zijn oren, en het voelde alsof er plotseling een emmer koud water over zijn hoofd werd gegooid. Vivianne had Simon niet gezoend, Simon had haar gezoend, maar dan…
‘Mag ik er nog één?’ vroeg Vivianne een beetje schor. Madame Rosmerta keek haar even aan met een vertrokken gezicht, alsof ze eigenlijk “nee” wilde zeggen, maar schonk toch nog een borrel in en zette hem op de bar.
‘Harry is echt een vreselijk lieve jongen, weet u,’ zei Vivianne met een overslaande stem, en ze liet een harde boer. ‘Ik houd echt van hem, maar als hij me niet meer wil zien…’
‘Dan is dat alles behalve jouw fout.’ Harry stapte het café binnen. Vivianne draaide zich om en staarde Harry met een versufte blik aan.
‘Niet… mijn fout?’ stamelde ze een beetje beduusd. ‘Wat… wil je daarmee zeggen.’
‘Dat ik stom ben geweest,’ zei Harry. Hij liep op de bar af en ging naast haar op een barkruk zitten. ‘Ik heb je niet uit laten praten. Als ik je dat wel had laten doen, dan was het al veel eerder opgelost geweest.’
Vivianne keek hem met een wazige blik aan, alsof ze niet goed begreep waar hij het over had. Toen glimlachte ze en liet een vreemd, hysterisch gegiechel horen. De halve bar keek om, maar dat scheen ze absoluut niet erg te vinden.
‘Simon heeft mij gezoend,’ zei ze een beetje moeizaam. ‘Hij haalde me in op de gang en… beng!’
Harry zweeg. Als Vivianne het over Simon wilde hebben, moest ze dat vooral doen, maar hij had nog iets met hem af te handelen. Vivianne giechelde opnieuw en zakte een stukje zijdelings, zodat ze bijna van de kruk afgleed. Harry pakte haar vlug bij haar schouders en zette haar weer recht.
‘Voel je je wel goed?’ vroeg hij voor de zekerheid. Vivianne giechelde opnieuw hysterisch.
‘Beter dan ooit, jongen,’ hikte ze. Plotseling grijnsde ze en gebaarde hem dichterbij te komen. Ze bewoog haar mond naar zijn oor.
‘Er is iets dat ik je al heel lang moet vertellen, Harry,’ zei ze hees fluisterend. Ze haalde diep adem en schreeuwde keihard ‘KETELBINKIE!’ in zijn oor. Harry schrok zich rot en schoof zijn kruk abrupt een paar centimeters achteruit. Vivianne hing schaterend over de bar.
‘Ik ben in ieder geval blij dat jij het leuk vind,’ zei Harry boos, en hij wreef in zijn oor. Door Vivianne’s geschreeuw zat er een vreemde piep in. ‘Kun je terug naar het kasteel lopen?’
‘O, ik huppel!’ zei Vivianne. Ze liet zich van haar kruk afglijden en wankelde op haar benen. ‘Kijk, gaat hartstikke goed.’
‘Ik help je wel,’ bood Harry aan, maar Vivianne sloeg zijn hulp weg.
‘Ik zeg toch dat het wel lukt, kom we gaan!’ Ze wankelde naar de deur, maar viel alweer tegen de muur aan voor ze daar was aangekomen. ‘Oeps, ik denk dat je me toch even moet helpen, Harry.’
Harry liep zuchtend naar haar toe en ondersteunde haar met één arm. Terwijl ze terugliepen naar het kasteel rook hij Vivianne’s stinkende adem, en wist hij één ding zeker: Simon ging hier niet onderuit komen… |
_________________ Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark |
|
  |
 |
Danlover
7e jaars


Verdiend:
56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...
|
Geplaatst:
Di Nov 29, 2005 19:51 |
 |
klein stukje. laat me weten wat jullie ervan vinden!!
Een grote stap vooruit
Het begon te schemeren toen ze terug kwamen bij het kasteel. Vivianne hing nog steeds giechelend in Harry’s armen, en Harry zelf had de grootste moeite om haar over het schoolterrein te slepen.
Hij hoopte Ron en Hermelien in het kasteel te zien. Hij wist haast zeker dat Hermelien een spreuk wist om de dronken bui van Vivianne op te heffen, maar tot die tijd stonk haar adem nog steeds naar de drank en zwaaiden haar armen en benen doelloos in het rond. Ze bereikten na een half uur eindelijk de Grote Zaal, waar iedereen al zat te eten. De meeste kregen hen pas in de gaten toen ze halverwege de zaal waren, en Vivianne zwaaide vrolijk naar iedereen, nog steeds giechelend.
Ron en Hermelien hadden, vreselijk handig, een plek vlakbij de oppertafel uitgekozen, zodat ze de hele Grote Zaal moesten oversteken voordat ze naast hen neer konden ploffen. Hermelien keek geschrokken naar Vivianne, die een bord vol met aardappelpuree wou scheppen maar de helft weer liet vallen omdat de lepel verschrikkelijk heen en weer zwierde.
‘Wat heeft zij nou weer gedaan?’ vroeg Ron verbouwereerd. ‘Het lijkt alsof ze gedronken heeft!’
‘Dat heeft ze ook gedaan,’ zei Harry die met een pijnlijk gezicht over zijn schouders wreef. ‘Ze heeft bij de drie bezemstelen 6 Oude Klara’s Jonge Borrels naar binnen gegoten.’
Ron keek met open mond naar Vivianne. ‘Hoe heeft ze dat voor elkaar gekregen? Die dingen krijg je alleen als je boven de achttien bent!’
‘Ze loog,’ verklaarde Harry. ‘Bestaat er een spreuk die dit op kan heffen?’
Hermelien zocht haar enorm gecompliceerde geheugen af, op zoek naar datgene wat Harry vroeg, maar blijkbaar vond ze het niet, want haar blik werd steeds bozer.
‘Niets, niets,’ mompelde ze haast onverstaanbaar, maar Harry kon haar woorden moeiteloos opvangen.
‘Wat?’ vroeg hij verbaast. Hermelien keek hem verbijsterd aan.
‘Hoe…’
‘Ik hoor meer dan de meeste mensen,’ gaf Harry toe. ‘Maar vertel nou - weet je iets?’
Hermelien schudde langzaam haar hoofd. ‘Niets, ze zal het gewoon uit moeten zitten ben ik bang.’
Ze keken alledrie naar Vivianne, die nu met grote happen aardappelpuree naar binnen schrokte zonder dat ze doorhad dat haar lepel zonet nog in Rons bord had gelegen.
‘Hé, waar wil jij met mijn lepel naartoe?’ zei Ron boos. Hij trok zijn lepel uit haar vingers en veegde hem schoon met de mouw van zijn gewaad. ‘Pak lekker je eigen lepel!’
‘Ze zal morgen wel een kater hebben,’ zei Hermelien tegen Harry toen Vivianne met Ron in een warrige discussie verwikkeld was over het verschil tussen lepels en aardappelpuree.
Harry zweeg en schepte wat te eten op. Het was de laatste tijd allemaal zo verwarrend. Perkamentus was vermoord, Voldemort had de school overgenomen, en hoewel hij gespannen was, merkte hij niets van zijn aanwezigheid, alsof hij er niet was. En daarnaast had Vivianne ook nog eens tegen haar wil met Simon gezoend en zat ze nu dronken naast hem.
‘Alsof je over de duivel spreekt,’ mompelde hij toen hij Simon een paar plaatsen verderop zag zitten. Hij stond op, haalde diep adem en liep op hem af.
‘Hallo, Simon,’ zei hij kil en Simon keek op.
‘Ha, daar hebben we jou weer,’ zei hij met een zwakke glimlach en hij legde zijn bestek neer.
‘Je hebt geen enkele reden te glimlachen,’ zei Harry en zijn stem zwol aan. ‘Weet je wel waarom ik hier sta?’
Simon draaide zijn hoofd om en staarde naar Vivianne, die nu was opgestaan en een heel bord vol doperwten over Rons hoofd had omgekeerd. Ze liet een hysterisch gegiechel horen zodat de hele Grote Zaal naar haar omkeek.
‘Ik denk dat ik het al weet,’ zei hij flauwtjes, wat Harry alleen nog maar razender maakte.
‘Ze heeft me het één en ander verteld, Simon.’
‘Echt waar?’ zei Simon sarcastisch. ‘Is ze daartoe in staat dan?’
‘Toevallig wel. Ze zei dat jij haar heb gezoend zonder dat zij haar toestemming had gegeven.’
‘O ja? Zij zoende anders wel even hard terug, hoor. Kan ik het helpen dat ze gewoon een stomme slet is?’
Toen hij dat zei, verloor Harry zijn zelfbeheersing. Hij schoot in een reflex over de tafel en gaf Simon een dreun in zijn gezicht. Iedereen in hun omgeving begon te gillen, maar er klonk een soort vreemde ruis in Harry’s oren, waardoor hij dat niet hoorde. Hij haalde opnieuw uit en sloeg Simon achter over van de bank af.
Simon krabbelde overeind en veegde zijn bloedneus af.
‘Je hebt er om gevraagd, Potter!’ schreeuwde hij. Hij rende om de tafel heen, haalde uit en stompte Harry in zijn gezicht.
Er dansten sterretjes voor zijn ogen toen hij onderuit ging en keihard op de grond viel. Hij opende met veel moeite zijn ogen, zag opnieuw de vuist van Simon flitsen en kreeg een dreun in zijn maag. Alle lucht werd in één keer uit zijn longen geperst en zijn handen vlogen naar zijn middenrif.
Zodra de pijn was weggeëbd krabbelde hij overeind en greep Simon bij zijn kraag.
‘Wens maar alvast dat je dat nooit gedaan had,’ zei hij hard en kil. Hij hief zijn vuist op voor een derde dreun in zijn gezicht, op precies hetzelfde moment dat Simon ook een vuist ophief, maar toen voelde hij hoe twee paar handen hem van achter vastgrepen en hem dwongen Simon los te laten. De handen draaiden hem ruw om en Harry staarde recht in het gezicht van Sneep.
‘Potter, wat moet dat?’ zei hij venijnig, en zijn ogen spuwden vuur. Harry staarde terug in zijn zwarte ogen en slikte. Plotseling besefte hij waar hij mee bezig was en hij voelde zich merkwaardig leeg in zijn hoofd.
‘Vechten in de Grote Zaal, hoe diep kan de beroemde Harry Potter wel niet zinken,’ zei Sneep spottend, zich er blijkbaar niet van bewust dat iedereen hen aanstaarde.
‘Severus, nee!’ zei een stem stijfjes achter Harry. Sneep liet Harry abrupt los zodat hij op de grond viel. Snel krabbelde hij overeind en keek recht in het strenge gezicht van professor Anderling. Haar lippen leken meer een verticaal streepje en haar handen trilden van woede.
‘Potter, wat moest dit voorstellen?’ zei ze scherp.
‘Ik…’
‘Nee, Potter, onderbreek me niet. Nog nooit heb ik zo’n walgelijke vertoning gezien. Wat in vredesnaam was de aanleiding van deze vechtpartij.’
Harry zweeg. Hij besefte dat het dom zou klinken als hij de werkelijke reden zou vertellen van hun vechten. Net boven haar schouder zag hij de kruin van Simon, die in bedwang werd gehouden door Hagrid.
‘Krijg ik nog antwoord, Potter? Of moet ik hier tot zonsondergang blijven wachten?’
Harry hief zijn hoofd iets op en keek Anderling aan. Net toen hij zijn mond open wou doen om een leugen op te hangen klonk er een trillende stem achter Anderling, gepaard met een giechelend geluid.
‘Om mij, professor,’ zei Vivianne met de grootste moeite. Ze drukte haar handen tegen haar hoofd en staarde met een pijnlijk gezicht voor zich uit. ‘Gewoon persoonlijke problemen.’
Professor Anderling keek haar aan met een strenge blik in haar ogen.
‘Wat heeft u gedronken, juffrouw Aliano?’ vroeg ze scherp.
‘Hoe weet u…’
‘Ik ruik het hier al!’ snoof professor Anderling. ‘Meekomen, alledrie!’
Harry keek Vivianne eventjes aan. Haar blik was gepijnigd en haar handen wreven over haar voorhoofd. Blijkbaar had ze sneller een kater dan de meeste mensen. Ze leek absoluut niet dronken meer, maar had blijkbaar wel vreselijke hoofdpijn.
Zij, Harry en Simon volgden professor Anderling de Grote Zaal uit, naar haar kantoortje.
‘Hoe komen jullie in vredesnaam op het idee te gaan vechten om een meisje!’ zei ze kwaad, terwijl ze drie stoelen sommeerde en ze voor haar bureau zette. ‘Zitten!’
Ze gingen zitten en staarden vol bange voorgevoelens naar Professor Anderling, die ook ging zitten en met ijzige kalmte een paar rollen perkament opzij schoof en haar handen samenvouwde.
‘Ik verwacht iets meer van mijn zevendejaars,’ zei ze kwaad en met trillende stem. ‘Vechten, drinken! Voordat jullie ook maar terug naar de Grote Zaal gaan vertellen jullie precies wat hier achter zit!’
‘Nou… het zit nogal…’ begon Simon, maar Harry keek hem kwaad aan en hij hield abrupt zijn mond.
‘Gevoelig in elkaar,’ maakt Vivianne zijn zin af en Harry knikte snel. ‘Het is eigenlijk allemaal begonnen toen Simon mij in de bieb vertelde dat hij verliefd op me was, maar zoals u weet hebben Harry en ik… Nou ja, u weet wat ik bedoel.’
‘Ik begrijp heel goed wat u bedoelt, juffrouw Aliano. Ga verder.’
Vivianne vertelde in één adem het hele verhaal. Harry had bewondering voor haar lange adem en de manier waarop ze alles vertelde, zonder dingen weg te laten en zonder dingen te verzinnen of aan te dikken. Toen ze uitgesproken was leek professor Anderling nog kwader dan daarvoor en stond ze op.
‘Ik weet al precies wat ik met jullie ga doen…’
‘Ramen zemen in de Grote Zaal!’ zei Simon kreunend toen ze weer terug naar de Grote Zaal liepen. ‘Zonder toverkracht, kun je iets ergers verzinnen?’
‘Bek dicht, jij hebt hier geen reden tot klagen!’ schold Harry terug. Simon keek hem even kwaad aan, maar staarde toen weer naar zijn schoenen.
Maar Simon had wel gelijk, besefte Harry. Ramen zemen was toch al niet leuk om te doen, maar dan nog zonder toverkracht. Ze moesten de volgende dag beginnen, dus Harry maakte zich geen zorgen, het duurde nog zo lang tot morgen…
Maar het was morgen voor Harry het door had. Die ochtend, vlak nadat hij zijn ontbijt op had en de Zaal begon leeg te stromen, kregen hij, Vivianne en Simon een emmer sop en een spons in hun handen geduwd en mochten ze beginnen.
‘Ik heb… hoogtevrees,’ zei Simon pieperig toen hij de ladder opklom. ‘Ik… durf niet!’
‘Ja ja, loop nu maar door!’ zei Harry verveeld. ‘We hebben al vijf minuten verspild.’
‘Harry!’ zei Vivianne streng. ‘Wil je alsjeblieft niet zo lullig doen! Hij heeft zijn excuses aangeboden!’
‘O, en wanneer dan?’ vroeg Harry luid terwijl hij achter Simon aan de trap op kroop.
‘Gisteravond, tegen mij, voor alle duidelijkheid!’
‘Oké, het spijt me!’ riep Simon luid. ‘Het was mijn bedoeling niet, ik heb berouw, zo goed?’
‘Voor nu wel,’ zei Harry koeltjes. Hij pakte een spons uit de emmer, kneep hem uit en begon te zemen.
Ze waren zeker de hele ochtend bezig met de ene helft van de zaal, al ging het wel sneller met zijn drieën, en het ging al helemaal snel toen Vivianne heel sluw haar krachten begon te gebruiken, zodat er door wonderbaarlijke wijze meer zeep in de emmer zat dan daarvoor, of dat hardnekkige vlekken op het glas als sneeuw voor de zon verdwenen.
‘Het gaat wel lekker, hè?’ zei ze terwijl ze heel terloops in de emmer roerde en hem vervolgens aan Harry gaf. ‘Als we opschieten zijn we binnen drie uur klaar.’
‘Wat een vooruitzicht,’ zei Harry droog en hij zeemde weer verder. Een paar Zwadderaars die langs kwamen wezen naar hen en zeiden iets.
Op dat moment kwam Sneep binnen. Hij keek even om zich heen en liep toen regelrecht naar het drietal op de ladders toe.
‘Potter, meekomen,’ zei hij bars. ‘Ik wil met je praten over de laatste les.’
Harry had pas door hoe belachelijk dat voorstel was toen hij Sneep recht aankeek.
‘Praten over de laatste les?’
‘Ja, en wel nu! Kom naar beneden.’
‘Ik heb straf.’
‘Je hebt een verlies van 50 punten voor Griffoendor als je niet meteen naar beneden komt!’
Harry haalde zijn schouders op en klom langs Vivianne naar beneden. Wat was er in vredesnaam zo vreselijk fout gegaan tijdens de laatste les dat Sneep hem nu wilde spreken?’
‘Volg me, Potter!’
Harry moest rennen om Sneep bij te houden. Waarom was hij zo gehaast? En waarom gingen ze niet naar de kerkers…
Sneep ging hem voor naar de zevende verdieping, naar de Kamer van de Hoge Nood, en Harry kreeg een naar voorgevoel.
‘Naar binnen Potter,’ zei Sneep nadat de deur was verschenen en hij hem open had gedaan. Na een wantrouwige blik op Sneep te hebben geworpen liep hij naar binnen.
Zodra de deur dichtviel wist hij dat hij in de val gelokt was… |
_________________ Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark |
|
  |
 |
Danlover
7e jaars


Verdiend:
56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...
|
Geplaatst:
Vr Dec 02, 2005 22:26 |
 |
weer een stukje, en hiermee is het record opnieuw verbroken! ik heb er een songtekst van Within Temptation in verwerkt, en ik vind het zelf best een zielig stukje! laat me weten wat jullie ervan vinden!
De onwaarschijnlijke toekomst
‘Goed werk, Sneep, je kunt gaan,’ zei de hoge kille stem die Harry uit duizenden herkende. Sneep draaide zich om en verliet de kamer weer.
Harry stond in een enorme ruimte, ongeveer zo groot als een kathedraal. Hij stond vol met kasten, die op hun beurt weer vol stonden met glazen bollen. Profetieën, besefte Harry.
‘Hallo, Harry. Eindelijk zien we elkaar weer eens,’ zei de kille stem. ‘Ik begon je al te missen.’ Harry’s handen begonnen te trillen toen het lijkwitte gezicht van Voldemort achter de dichtstbijzijnde kast te voorschijn kwam. Hij grijnsde zijn tanden bloot en liep naar hem toe.
‘Ik ben hier niet om met je te vechten, Harry, al zou ik niets liever doen. Je moet weten dat het al jaren mijn ambitie is om je af te maken, maar nu wilde ik je iets anders laten zien…’
Hij draaide zijn rug naar Harry, die de steken in zijn litteken negeerde en zich verontrust afvroeg wat Voldemort hem wilde laten zien.
‘Er is een manier om de toekomst te zien die waarschijnlijk nooit zal plaatsvinden, Harry,’ zei Voldemort op een geduldige toon. Harry had hem bijna als leraar beschouwd als hij geen kippenvel kreeg van de kille stem. ‘Het is echt amusant om te kijken wat er zou gebeuren als jij me zou vermoorden, maar het is nog veel amusanter om te kijken wat er zou gebeuren als ik jou zou vermoorden. Wil je het zien?’
Harry gaf geen antwoord. Het was niet helemaal duidelijk wat Voldemort van hem wilde. Als hij het goed had begrepen hoefde hij niet bang te zijn dat hij hem af zou maken, maar wat als hij zijn belofte brak. Voldemort had al vaak genoeg zijn belofte gebroken en het leek hem niet meer dan logisch dat dit de volgende keer zou zijn.
‘Wat is er, Harry? Geloof je me niet?’
Harry keek Voldemort recht in zijn rode ogen en er trok een brandende pijnscheut door zijn litteken, maar hij gaf geen krimp. Inderdaad, hij geloofde hem niet, maar hij was heus wel zo slim dat niet te laten merken.
‘Je gelooft me niet, ik zie het in je ogen. Er is maar één manier om je te laten zien dat ik niet lieg. REMINDRE!’
Hij richtte zijn toverstok op de dichtstbijzijnde boekenkast, die fel licht uitstraalde en begon te schokken. Toen het licht iets minderde zag Harry een vreemde, lichtgevende vlek. Het maakte een ruisend geluid.
‘Kom op, Harry. Dit zou er gebeuren als ik je af zou maken!’ Voldemort gebaarde naar de vlek en maakte daarmee duidelijk dat Harry dichterbij moest komen.
Bekijk het, dacht Harry. Ik kom niet, ik moet wel gek zijn om…
Maar hij was toch best nieuwsgierig…
‘Kom op, Harry. Ik dwing je…’
Voldemort trok in een plotselinge beweging aan zijn arm, en er schoot een vreselijke pijnscheut door zijn litteken. Harry snakte naar adem, maar net toen hij wou schreeuwen werd hij door Voldemort de lichtvlek ingesleurd.
Alles begon te draaien. Harry maakte zeker vijf salto’s voordat hij weer neerplofte op de koude vloer. Hij voelde zich misselijk en krabbelde gedesoriënteerd weer overeind.
Hij stond in de leerlingenkamer van Griffoendor, maar het was anders. De kamer zag er duister uit, en er dwarrelde sneeuw langs de ramen omlaag. Het haardvuur brandde zachtjes, maar verspreidde genoeg warmte om de hele kamer te verwarmen.
Harry keek om zich heen, en kreeg het vreemde gevoel dat hij niet alleen was, ondanks dat de kamer zo goed als leeg leek. Toen hoorde hij iets, iets dat hem nog meer rillingen bezorgde; er klonk een zacht gezang uit de hoek van de kamer, een stem vol tranen vulde zijn hoofd en liet zijn voeten bewegen. Hij liep richting het geluid, en zag toen wie het was.
Vivianne zat op haar knieën op de grond, met haar zijkant naar de haard gekeerd. Ze droeg een lange, zwarte jurk, alsof ze net van een begrafenis afkwam, met een zwart lint in haar bruine haar. Ze zong zacht:
In this world you tried
Not leaving me alone behind
There’s no other way
I praid to the Gods, let him stay
The memories ease the pain inside
Now I know why
Harry voelde zijn stem stokken toen hij haar stem hoorde. Hij pofte op de bank voor de haard neer, in de hoop dat ze merkte dat hij er was en zou stoppen met zingen. Ze zong prachtig, maar er zat zoveel verdriet in haar stem dat Harry er bijna zelf van moest huilen. Maar ze keek niet op, leek niet te merken dat hij er was, en de waarheid drong tot hem door. Vivianne kon hem niet zien, dit was opnieuw een soort herinnering, maar op hetzelfde moment toch weer niet. Dit had nog niet plaatsgevonden en zou waarschijnlijk ook nooit plaatsvinden.
Pas toen zag hij dat Vivianne voor een tafel zat, een klein tafeltje dat vol stond met foto’s van – Harry voelde zijn adem opnieuw stokken – hemzelf.
Vivianne zong verder:
All of my memories keep you near
In silent moments imagine you here
All of my memories keep you near
Your silent whispers, silent tears
Harry speurde de tafel af. De meest voorste foto’s kon hij het best onderscheiden. Op de meest rechtse was hij nog een kleine hummel van 11, die zijn arm om de schouders van een nog veel jongere Ron heen had geslagen en grijnzend en zwaaiend naar de lens keek. De foto daarnaast was van zijn tweede jaar, waarschijnlijk genomen door Kasper Krauwel. Hij keek met zijn ogen wijd opengesperd en woest knipperend naar de lens, terwijl Ron naast hem met een vreemd gezicht naar iemand vlak boven de camera keek, waarschijnlijk Kasper zelf.
Made me promise I’d try
To find my way back in this live
I hope there is a way
To give me a sign you’re okay
Reminds me again it’s worth it all
So I can go on
Een kaars verlichtte een foto van zijn derde jaar, vlak na het winnen van de zwerkbalcup. Het hele team had hem op de schouders gehesen en hij hield de beker uitzinnig van vreugde boven zijn hoofd.
Daarnaast stond een foto van zijn vierde jaar, vlak na de tweede opdracht. Hij liep met kletsnat haar over het gazon terug naar het kasteel en schudde om de zoveel tijd met zijn hoofd, zodat de foto besmeurd werd met spetters.
All of my memories keep you near
In silent moments, imagine you here
All of my memories keep you near
Your silent whispers, silent tears
Een foto van hun vijfde jaar, tijdens kerst op het Grimboudplein. Er gingen slingers aan het plafond en er stond een boom in de hoek, maar die kon de koude sfeer die er op de foto heerste niet verdringen. Harry stond in de hoek, met zijn rug naar de lens en staarde naar het plafond. Ron en Hermelien keken vanuit de andere hoek van de foto bezorgd naar zijn rug, en het was duidelijk dat de foto vlak na de aanval op meneer Wemel was genomen.
Een foto van hun zesde jaar, tijdens de ruzie met Vivianne, maar nog voor Harry’s verdwijning in het bos. Hij, Ron en Hermelien zaten voor de haard in de Griffoendor. Hij en Ron speelden een potje toverschaak en Hermelien zat in een boek te lezen, waarvan de om de zoveel tijd een bladzijde omsloeg. Vivianne zat op de achtergrond op de vensterbank, en keek om de zoveel tijd met een kwaad gezicht naar Harry. Haar haar hing nog tot haar schouders en haar oren waren nog zoals een normaal mens die had.
Together in all these memories
I see your smile
All the memories I hold, dear
Darling, you know I will love you
Untill the end of time
Op de laatste foto in het rijtje zag Harry zichzelf, samen met Vivianne. Hij zat op dezelfde bank als nu, en sliep als een blok, met zijn hoofd tegen Vivianne’s schouder. Ze glimlachte naar de lens en haalde af en toe een hand door zijn haar.
Vivianne onderbrak haar lied voor een luid gejammer en gesnik. Ze begroef haar gezicht in haar handen en liet een laatste foto vallen. Harry boog iets naar links zodat hij hem kon zien.
Het was een foto van hemzelf, een foto van een gebeurtenis die niet had plaatsgevonden voor zover hij zich kon herinneren. Hij was een krantenknipsel, met een grote kop erboven.
Brute moord op Zweinstein
Harry Potter liet enkel zijn lichaam achter
Vrijdagavond is op Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocus-pocus Harry Potter, ook wel De Jongen Die Bleef Leven, bruut vermoord door Hij Die Niet Genoemd Mag Worden. Het is onduidelijk hoe Hij Die Niet Genoemd Mag Worden is binnengekomen, maar de geruchten gaan dat hij al sinds kerstmis op Zweinstein verblijft. Niemand kan deze geruchten echter bevestigen.
De moord vond plaats onder het oog van duizenden leerlingen. Hij Die Niet Genoemd Mag Worden richtte volgens ooggetuigen zijn toverstok op Potter in de hal van het kasteel, vlak voordat Potter aan zijn lessen wilde beginnen.
Onder gevaar voor eigen leven heeft Kasper Krauwel, een zesdejaars aan Zweinstein, een foto kunnen maken en die kunnen verkopen aan de Ochtendprofeet. Hij zei: ‘Ik was een goede vriend van Harry, en hij zou gewild hebben dat ik er een foto van maakte…
Tot daar kon Harry het lezen. Boven het krantenartikel zag hij een foto die vlak achter hem was genomen. Voldemort, die ongeveer 10 meter verderop stond, stuurde de Avada kedavra op hem af. De Harry op de foto werd vol in de borst getroffen en vloog vijf meter naar achteren voordat hij roerloos op de grond viel en niet meer bewoog. Het was zo’n afschuwelijk gezicht dat Harry direct zijn hoofd afwendde en schokkerig ademend een andere kant op keek.
Vivianne liet opnieuw een luid gejammer horen, hief toen haar hoofd op en zong huilend weer verder.
All of my memories keep you near
In silent moments, imagine you here
All of my memories keep you near
Your silent whispers, silent tears
Aan haar toon hoorde Harry dat het lied was afgelopen. Vivianne boog zich snikkend voorover, en verfrommelde het bericht in haar handen.
Op dat moment begon het te draaien. Harry werd opgetild uit zijn stoel en het plafond ingetrokken. Na opnieuw vijf salto’s plofte hij misselijk en bezweet op de vloer in de kamer vol profetieën. Snel krabbelde hij overeind en keek om zich heen.
Voldemort was nergens te zien, en er was ook niets te horen. Snel zette hij een sprint in naar de deur, gooide hem open en sprong de gang op. Hij hijgde en zweette als een otter. Het was schokkend geweest wat hij had gezien. Met trillende handen en benen rende hij de gang uit naar de leerlingenkamer van Griffoendor.
Hij klom door het portretgat de leerlingenkamer binnen, die haast onveranderd was. Hij kreeg er de kriebels van toen hij naar het haardvuur keek, dat zacht brandde en de sneeuw die langs het raam naar beneden dwarrelde.
Hoewel het pas vijf uur was, was het ongewoon donker in de leerlingenkamer. Bijna automatisch ging zijn blik naar de plek waar zonet nog een altaar had gestaan, maar tot zijn immense opluchting zag hij er niets.
De kamer was zo goed als leeg, op één persoon na. Die ene persoon stond bij het raam en keek om zodra Harry het portretgat dichtdeed. Hij of zij liep naar hem toe, en pas van heel dichtbij kon hij zien wie het was.
‘Waar was je?’ siste Vivianne zacht, en haar stem galmde door de kamer. ‘Je bent de hele dag weggeweest. Weet je wel hoezeer ik in de rats heb gezeten?’
Harry sloeg zijn armen om haar heen en omhelsde haar. Vivianne moest eens weten hoe blij hij was dat ze tegen hem praatte. Hij kon zijn grijns niet van zijn gezicht af poetsen, en Vivianne keek hem vreemd aan.
Harry liep naar de bank toe, ging zitten en liet zijn hoofd tegen de leuning aan zakken.
‘Ik beloof dat ik me nooit zal laten vermoorden door Voldemort,’ zei hij zacht, terwijl hij langzaam uitademde. Vivianne plofte naast hem neer en staarde hem verbijsterd aan.
‘Nou, dat is fijn,’ zei ze verbluft. ‘Maar wat heeft dat te maken met…’
‘Voldemort heeft me laten zien wat er gebeurt als ik sterf, oké?’ onderbrak hij haar. ‘Ik was hier, en daar…’ Hij wees naar de plek naast de haard. ‘…stond een altaar met foto’s. Jij zat dààr, en…’ Daar stokte zijn stem. Emoties overmande hem. Vivianne keek hem meelijdend aan.
‘Ik huilde?’
‘Ja, en…’ Hij slikte moeizaam.
‘Wat nog meer?’
‘Je… je zong iets…’
Vivianne zweeg. Ze staarde in het vuur en ademde schokkerig uit. Harry draaide zijn hoofd naar haar om en streelde haar wang. Ze glimlachte.
‘Kan ik mooi zingen?’
‘Ja,’ zei Harry nogal prompt. ‘Maar dat heb je zeker al veel te vaak gehoord?’
‘Nee, helemaal niet, eigenlijk,’ zei Vivianne luchtig. ‘Belle schijnt veel mooier te kunnen zingen. Dat heb ik veel vaker moeten aanhoren.’
Harry lachte, boog zich voorover en liet zijn lippen met de hare versmelten. Zo bleven ze zeker een minuut zitten, totdat Vivianne haar lippen losweekte en hem aankeek.
‘Ik beloof dat ik ervoor zal zorgen dat jij je belofte houdt,’ zei ze plechtig, en Harry grijnsde. ‘Zo goed?’
‘Prima,’ zei Harry lachend, terwijl hij zijn armen om haar schouders heen sloeg en haar zoende. Vivianne zoende haast automatisch terug en ging volledig op in zijn aanraking.
‘Eh…’
Harry en Vivianne lieten elkaar abrupt los en staarden naar de trap naar de jongensslaapzalen. Daar, met zijn pad in zijn handen, stond Marcel.
‘Ha, die Marcel!’ zei Harry overdreven joviaal en met overslaande stem. ‘Wat doe je hier?’
‘O,’ zei Marcel, die rood werd en de pad liet vallen. ‘Ik… ik was op zoek naar gezelschap…’
‘Zit er niemand op de slaapzaal?’
‘Jawel, Ron en Hermelien, maar daar valt niet mee te praten. Ze leken helemaal niet door te hebben dat ik er ook nog was.’
Vivianne keek Harry even vanuit haar ooghoeken aan. Toen proestte ze het uit.
‘Ron en Hermelien? Echt waar?’ Ze keek Marcel met grote ogen aan, die knikte en zich met een rood hoofd bukte om zijn pad op te rapen.
Harry wou haar vertellen dat Ron en Hermelien al sinds vorig jaar iets hadden, maar op dat moment keek Vivianne op haar horloge en slaakte een gilletje.
‘We komen nog te laat voor het eten, kom op, Harry!’ Ze sprong overeind, trok hem van de bank en rende de leerlingenkamer uit.
‘Hé, kalm aan!’ riep Harry terwijl hij de trappen af werd getrokken richting de hal. ‘Ik heb geen haast!’
Maar Vivianne leek hem niet te horen. Alsof haar leven ervan af hing rende ze de Grote Zaal in en plofte aan de Griffoendortafel neer.
‘Gehaald!’ zei ze opgelucht. Ze schepte wat te eten op en stopte een volle lepel in haar mond.
Harry keek de Grote Zaal rond. Het leek zo lang geleden dat hij hier gisterochtend had gevochten met Simon, en vanochtend de ramen in de Grote Zaal had gezeemd. Hij zuchtte.
‘Ik begrijp nog steeds niet waarom Voldemort me niet gewoon de normale behandeling heeft gegeven. Jou zo horen zingen en zien huilen was een veel ergere marteling dan de cruciatusvloek.’
Vivianne boog zich naar hem toe.
‘Misschien daarom juist,’ zei ze wijs. ‘Misschien is dit zijn volgende zet, jou zo afzwakken dat het een eitje is om je te vermoorden.’
‘Wil je alsjeblieft ergens anders over praten?’ zei Harry boos. ‘Alsof ik nog niet genoeg zorgen aan mijn kop heb dan alleen – luister je wel?’
‘Nee,’ zei Vivianne opeens nogal wezenloos. Ze keek naar de ingang van de Grote Zaal, waar Ron en Hermelien net binnen kwamen lopen. Ze ging tegenover hen zitten, schepten zwijgend hun bord vol en begonnen te eten. Vivianne keek met een vreselijk ondeugende glimlach van de één naar de ander, en Ron keek verbaast terug.
‘Wàt?’ vroeg hij haast uitdagend.
‘Dus,’ vroeg Vivianne gevaarlijk belangstellend. ‘Hebben jullie iets met elkaar?’
Ron en Hermelien keken elkaar verbijsterd aan.
‘Eh… ja?’ zei Hermelien met samengeknepen ogen. ‘Jullie hebben ons nog een keer betrapt in Zweinsveld, vorig jaar, weet je nog?’
Vivianne keek hen even niet-begrijpend aan, en toen verscheen er een begrijpende uitdrukking op haar gezicht.
‘Dat was waarschijnlijk nog met de oude Viv!’ zei met grote ogen, terwijl ze met haar vuist op een vork sloeg die de lucht in schoot. Harry ving hem op het nippertje op voordat hij zich in Hermeliens hand boorde. ‘Alles wat zij heeft gedaan is weer uit mijn geheugen gewist!’
Harry had nooit gedacht dat ze ooit nog over de oude Viv zouden praten. Dat was iets uit een ver verleden, een verleden met alleen maar slechte herinneringen.
Vivianne boog zich naar hem toe en fluisterde iets in zijn oor.
‘Misschien wordt het tijd dat we mijn ouders gaan vertellen over… je weet wel…’ Ze wreef veelbetekenend over haar ringvinger en keek hem aan. Harry knikte.
‘Wanneer?’ fluisterde hij terug.
‘Vanavond?’
‘Is goed.’ |
_________________ Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark |
|
  |
 |
Danlover
7e jaars


Verdiend:
56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...
|
Geplaatst:
Wo Dec 07, 2005 21:46 |
 |
we krijgen nu opeens seksuele voorlichting op school, dus had ik opeens geen zin meer om dit te schrijven(hint hint...) ik heb het toch maar gedaan, omdat het later nog belangrijk wordt... ik krijg nog steeds graag reacties!!
De ruzie
Harry en Vivianne gingen na het ontbijt gewoon naar hun lessen, die extra gespannen verliepen omdat iedere leraar nu begon over de PUISTexamens.
‘We gaan vanaf nu hard werken aan jullie examens,’ piepte professor Banning. ‘Ik hoop dat jullie zelf al bezig zijn, maar ik hoop dat ik daar niet aan hoef te twijfelen.’
Harry en Ron keken elkaar een beetje schuldbewust aan. Ze hadden er totaal niet aan gedacht dat de examens eraan zaten te komen, laat staan studeren. Hermelien staarde gespannen naar professor Banning, maar Vivianne tekende poppetjes op een stuk perkament, die vrolijk van het papier afsprongen en in de kraag van haar gewaad verdwenen.
Professor Banning begon met een lang verhaal over een bezwering om bloemen te laten dansen, en even later mochten ze zelf aan de slag.
Het bleek een vreselijk lastige bezwering te zijn, en Harry en Ron hadden de grootste moeite om hun bloem alleen maar een huppelpasje te laten maken. Hermelien had de spreuk uiteraard al na een paar keer proberen onder de knie, en Vivianne had helemaal geen spreuk nodig om haar bloem te laten dansen.
‘Wat zou hij doen bij hardrock?’ vroeg ze vrolijk, terwijl ze haar bloem liet buikdansen op de maat van haar voet.
‘Geen idee, met zijn blaadjes schudden misschien?’ vroeg Harry vermoeit. Hij richtte zijn toverstok op het madeliefje dat hij moest bezweren, maar de bloem bewoog alleen zwakjes zijn blaadjes en viel toen weer slap in de vaas. ‘Ik heb hier een beetje hulp bij nodig, ben ik bang.’
Vivianne boog zich over zijn bloem en tikte subtiel tegen de blaadjes. De bloem sprong direct uit zijn vaas en begon een tapdans te doen. Ron begon te lachen toen Harry’s bloem over de tafel sprong en over de rand viel, maar op de grond vrolijk verder ging.
‘Dat moet het toch wel doen,’ zei Vivianne kalm. Ze raapte de bloem op en zette hem weer op tafel. Daar liet ze hem stoppen met dansen en keek Harry aan. ‘En nu jij!’
Harry richtte zijn toverstok op de bloem, mompelde de bezwering en concentreerde zich. Er gebeurde niets, de bloem bleef doodstil op tafel liggen. Vivianne keek hem afkeurend aan, net als professor Banning, die bij hun tafeltje was aanbeland en hen streng aankeek.
‘Jullie beseffen hopelijk toch wel dat het hier om PUISToefeningen gaat, meneer Wemel en meneer Potter? Jullie oefenen deze spreuk als huiswerk!’
Professor Devon was nog erger. Hij begon de les met een donderende knal van zijn toverstok en keek met vlammende ogen de klas rond.
‘Het laatste proefwerk over de Karakol heeft me ernstig teleurgesteld. Juffrouw Griffel en meneer Potter zijn de enigen die op het nippertje een voldoende hebben weten te halen. Hier gaan wij dus wat aan dan, mensen!’
De hele klas staarde hem aan en Harry voelde zijn gezicht rood worden bij de gedachte dat hij samen met Hermelien de enige voldoende had gehaald.
‘We gaan vanaf nu hard werken aan jullie PUISTen, dat jullie het maar even weten, en ik wil dat iedereen die niet aan de examens meedoet NU het lokaal verlaat!’
Vivianne stond met een zucht op en verliet het lokaal.
De les verliep rampzalig. Ze moesten groepjes maken van twee en elkaar zo vervloeken dat de ander er een hele dobber aan had hem af te weren. Dat had iedereen onderschat, want al na een kwartier vielen de eerste slachtoffers. Hannah verliet het lokaal op Ernst’ rug, kreunend en jammerend om haar been, waar een diepe snee in zat, De les verliep rampzalig. Ze moesten groepjes maken van twee en elkaar zo vervloeken dat de ander er een hele dobber aan had hem af te weren. Dat had iedereen onderschat, want al na een kwartier vielen de eerste slachtoffers. Hannah verliet het lokaal op Ernst’ rug, kreunend en jammerend om haar been, waar een diepe snee in zat, en Ron vloog over drie tafels nadat Harry hem had getroffen met een expelliarmus.
‘Hoe krijg je dat nou weer voor elkaar?’ vroeg Harry lachend toen Ron overeind krabbelde en naar hem toe strompelde. ‘Het was maar een expelliarmus!’
Ron schudde nijdig zijn hoofd en wreef over zijn rug. ‘Ik zat met mijn gedachten ergens anders,’ mompelde hij alleen, en keek vanuit zijn ooghoeken naar Hermelien, die met Marcel aan het duelleren was en om de zoveel tijd haar toverstok liet vallen.
Aan het eind van de ochtend had Harry overal blauwe plekken, was zijn zelfvertrouwen naar een dieptepunt gezakt en barstte hij van de honger. Vivianne kwam halverwege de gang naast hem lopen en greep zijn hand.
‘Wat staat er nu nog op het programma?’ vroeg ze een beetje verbitterd. Harry zocht zijn brein af naar zijn lesrooster, maar Hermelien was hem voor.
‘Gedaanteverwisseling en verzorging van Fabeldieren,’ dreunde ze op. ‘Ik hoop dat ik dat opstel voor Anderling een beetje goed heb gedaan.’
Na de lunch vertrokken ze naar Gedaanteverwisseling, wat in een vreemde waas voorbij ging, net als verzorging van Fabeldieren. Ze behandelden Knarften, kleine, behaarde wezentjes die je in je enkels probeerden te bijten als je niet oplette.
Aan het eind van de dag wist hij dat het tijd was. Na het eten vertrokken hij en Vivianne naar de leerlingenkamer en verdwenen naar de nimfendimensie.
Na een hoop gedraai belandden ze weer in Vivianne’s kamer, die onveranderd was. Nog steeds even roze en gezellig. Harry krabbelde overeind.
‘Poeh,’ pufte Vivianne, die ook overeind krabbelde. ‘Daar zijn we dan weer.’
‘Daar zijn we weer,’ beaamde Harry. Vivianne sloeg haar armen om zijn nek heen en gaf hem een zoen. Harry keek haar verrast aan.
‘Waar heb ik die aan verdiend?’
‘Ik heb er de hele dag geen tijd voor gehad, dus bij deze.’
‘Zullen we gaan?’
‘Kunnen we nog niet heel even blijven?’ Vivianne keek hem met bambi-ogen aan en Harry zuchtte.
‘Jij bent echt erg,’ mompelde hij glimlachend. ‘Nou, nog even dan, omdat je het zo lief vraagt.’ Hij nam haar in zijn armen en drukte een zoen op haar mond.
Pas na een kwartier verlieten ze de kamer en liepen door de vele blinkende gangen en hallen de trap af naar de troonzaal, die nog groter leek dan de vorige keer, toen Vivianne met haar vader over hun relatie ruziede.
Vivianne liep voor hem de trap af en keek in het rond. Pas toen ze hem tegenhield wist Harry wat er ontbrak: Vivianne’s moeder was er niet. Haar troon was leeg, alleen haar vader zat er.
Meteen had hij het vreemde gevoel dat het niet mocht. Als alleen haar vader er zat, en met haar vader hadden ze meerdere problemen gehad, dan zou het mis gaan. Zo dacht Vivianne er blijkbaar ook over, want ze liep langzaam de trap af, richting de troon.
‘Zo, daar ben je weer,’ gromde Ricardo met een blik op zijn dochter. Vivianne keek over haar schouder naar Harry en gebaarde dat hij naar haar toe moest komen. Toen hij dichtbij genoeg was greep ze zijn hand en staarde haar vader aan.
‘Waar is mam?’ siste ze met samengeknepen ogen. Ricardo hield zijn hoofd een beetje schuin en keek in haar ogen.
‘Je moeder is op staatsbezoek, dat is de taak van een koningin,’ zei hij smalend. Vivianne’s handen begonnen te trillen en ze deed een stap naar voren.
‘Je liegt!’ riep ze met een galmende stem. ‘Je wist dat we zouden komen en je hebt haar weggelokt. Je verteld me nu waar ze is!’
Ricardo lachte kil. ‘Kijk, je hebt meer hersens dan je zou denken. Helaas, Vivia, ze is weg. Ik heb haar wijsgemaakt dat er een nieuw gemeentehuis is dat moet worden geopend. Ze zal niet snel terug zijn…’
‘Dat had jij gedacht!’
Harry, Vivianne en Ricardo schrokken zich rot toen de donderende stem van Isabella door de troonzaal klonk. Ze kwam achter haar troon tevoorschijn en keek Ricardo met vlammende ogen aan. Harry had haar nog nooit zo kwaad gezien. Het was alsof ze een vreemde kracht uitstraalde, die zijn haar deed wapperen en hem liet wankelen. Snel deed hij een paar passen achteruit om zijn evenwicht terug te vinden.
‘Ik krijg dit soort dingen altijd via de post, en nooit via jou, begrijp je?’ schreeuwde ze. ‘Ik had direct moeten doorhebben dat je iets van plan was, en dat ik had moeten blijven.’
Ricardo greep zich lijkbleek vast aan de leuningen van de troon.
‘Schat, ik…’
‘GENOEG!’ krijste Isabella. ‘De weinige keren dat Vivia hier komt, en jij jaagt haar meteen weer weg met leugens! Hou je mond terwijl ik het woord doe!’
Er viel een indrukwekkende stilte. Isabella streek met een ijzig kalm gezicht haar jurk glad, liep naar haar troon toe en ging zitten. Ze keek haar jongste dochter glimlachend aan.
‘Waarom ben je hier, Vivia?’
Vivianne glimlachte geforceerd.
‘Alsjeblieft, noem me alsjeblieft Vivianne,’ smeekte ze haast. ‘Ik voel me zo beschaamd bij… sommige mensen.’ Hierbij viel haar blik op Harry, die voelde dat hij rood werd.
‘O, ik vind het anders helemaal niet…’
‘Mond houden, vreemdeling!’ schreeuwde Ricardo door hem heen. ‘Je bent hier in het huis van de heersers van de wereld en je dient je daarnaar te gedragen!’
Harry moest erg aan oom Herman denken. Hij deed instinctief een paar stappen acheruit, maar Vivianne greep hem bij zijn arm en trok hem naar zich toe.
‘We kwamen ergens toestemming voor vragen,’ begon ze een beetje brutaal, alsof ze haar vader wilde laten horen dat er met haar niet te spotten viel. ‘Want… Harry heeft me iets gevraagd, en… nu wilden we weten of het goed is of niet.’
Ricardo ging recht overeind zitten en keek haar priemend aan, alsof hij al wist wat ze ging zitten. Isabella knipperde even met haar ogen, maar knikte toen dat ze verder moest gaan.
Vivianne draaide haar hoofd naar Harry om en staarde hem vragend aan. Hij knikte. Ze keek weer naar haar ouders en haalde diep adem.
‘Harry heeft me gevraagd of ik… of ik wilde trouwen.’
Er viel een brandende stilte. Vivianne’s ouders staarden haar verbijsterd aan. Vivianne werd knalrood en staarde naar haar schoenveters.
Ricardo was de eerste die reageerde. Hij sprong op, verloor zijn zelfbeheersing en begon te schreeuwen.
‘TROUWEN? MET DIE TOVENAAR? DACHT HET NIET, JONGEDAME!’
Vivianne staarde haar vader aan alsof ze een klap in haar gezicht had gekregen. Toen verloor ook zij haar zelfbeheersing en begon terug te schreeuwen.
‘IS HET NIET MIJN LEVEN? MAG IK NIET ZELF BEPALEN MET WIE IK OMGA? ZAL IK JE EENS WAT VERTELLEN, PA! IK HOU VAN HARRY, EN IK WEET DAT HAAR VAN MIJ HOUD! EN ALS IK MET HEM WIL TROUWEN, DAN DOE IK DAT EN HET KAN ME GEEN ZAK SCHELEN WAT JULLIE ERVAN VINDEN!’
En na die woorden draaide ze zich abrupt om, greep Harry bij zijn arm en trok hem naar de trap toe. Aan de voet van de trap draaide ze zich nog een keer om en schudde met haar vuist naar haar ouders, die haar nog verbijsterder aankeken dan eerst.
‘AJUUS!’
Daarna stormde ze de trap op, terwijl haar bruine haar woest op haar rug danste.
Vivianne liep voor hem uit door de met goud belegde gangen. Ze was nog steeds woest, en mompelde om de zoveel tijd dingen als: ‘Hoe durft hij!’ Harry had het gevoel dat ze rondjes door het paleis liepen, steeds maar weer opnieuw en opnieuw, totdat ze achter hen een stem hoorden.
‘Kijk, kijk, wie hebben we daar?’
Harry en Vivianne draaiden zich om en staarden recht in het kille gezicht van Belle.
‘Belle,’ zei Vivianne koud, en ze staarde net zo koud weer terug. ‘Wat leuk om je te zien.’
‘Ik hoorde je tekeergaan tegen pa,’ merkte Belle fijntjes op. ‘Mag je ik erop attent maken dat hij wel gelijk heeft?’
Vivianne gromde angstaanjagend, maar Belle deed alsof ze het niet hoorde en keek haar jongere zus nog steeds met een glimlach aan.
‘Ik hou echt van Harry,’ zei Vivianne zo kil als de noordenwind, en Belle lachte.
‘O, maar daar twijfel ik niet aan, zus. Ik maak me alleen wel zorgen om je populariteit.’
‘Wat bedoel je daar nou weer mee?’
‘Daar bedoel ik mee dat je populariteit keldert als je met die jongen daar trouwt,’ zei ze met een blik op Harry. ‘Je wordt bewonderd om je schoonheid, je haar, je humor! Ik heb het vaak genoeg gehoord, ik meng me vaak genoeg in het “gewone volk”, om het zo te noemen. De mensen zien het als verraad als je met een tovenaar uit de andere wereld trouwt. Ze zullen hem nooit zien als lid van de familie.’
Vivianne keek Belle ongelovig aan.
‘Weet je?’ zei ze trillerig. ‘Misschien kom ik wel nooit meer terug, misschien trek ik me terug uit de familie. Als je niet oppast, is dit de laatste keer dat je me ziet!’
Belle staarde haar aan. ‘Dat durf je niet!’ zei ze minachtend, en toen schoot Vivianne al helemaal uit haar slof.
‘Mooi!’ krijste ze. ‘Dan is dit hierbij een vaarwel!’ Ze draaide zich woedend om en liep verder naar haar kamer. Daar gooide ze de deuren dicht, pakte één van de vele porseleinen poppen van de grond en smeet hem tegen de muur. Met een luid gerinkel viel de pop met een hol gezicht weer op de grond neer.
‘Wat is er toch mis met mijn familie!’ riep ze gefrustreerd. ‘Waarom kunnen ze niet gewoon accepteren dat jij en ik met elkaar gaan? Waarom doen ze daar in vredesnaam zo moeilijk over?’
Harry plofte op de rand van haar bed neer en keek haar aan.
‘Weet ik niet,’ bekende hij naar waarheid. ‘Ze moeten er toch wel een goede reden voor hebben, ja toch?’
Vivianne draaide zich om en keek hem aan alsof ze hem voor het eerst in haar leven zag. Plotseling merkte hij op dat er tranen in haar ogen blonken. Ze liep op hem af, ging naast hem zitten en sloeg haar armen om hem heen.
‘Je bent mijn vriend, Harry, en ik… ik…’ Maar woorden ze schoten te kort. Ze draaide haar lippen naar de zijne en zoende hem.
Harry merkte gelijk dat dit anders was, dat er een nieuw soort boodschap in haar kus naar hem werd overgebracht. Vivianne wilde meer, ze wilde verder. En Harry kon zichzelf niet tegenhouden. Hij wilde ook meer…
Hij wist zichzelf los te rukken uit haar greep en keek haar doordringend aan.
‘Niet hier,’ zei hij scherp.
‘Ach, kom op, nou…’
‘Nee, ik meen dit serieus, niet hier! Je ouders zitten beneden, en Belle zit hiernaast!’
‘De muren zijn dik!’
‘Vivianne,’ zei Harry waarschuwend, en Vivianne liet zijn hoofd hangen.
‘Sorry,’ zei ze met een klein stemmetje. ‘Jij… jij moet er ook zin in hebben, natuurlijk.’
Harry voelde een steek van ergernis. “Hij moest er ook zin in hebben, natuurlijk.” Hij sloeg zijn ogen ten hemel en haalde een hand door haar haar. Vivianne keek hem plotseling met glimmende ogen aan, en Harry begreep de boodschap.
‘Ik zei nee!’
‘Maar…’
‘Nee!’
Vivianne zweeg en schudde haar hoofd.
‘Oké, wat jij wilt…’
Er viel een stilte. Vivianne keek Harry niet aan terwijl ze opstond en op het tapijt neerplofte.
‘Zullen we teruggaan naar Zweinstein?’ vroeg ze.
‘Goed idee.’ Harry stond op en liep naar elkaar toe. Ze hielden elkaar bij de schouders vast en reisden terug naar Zweinstein, waar ze op het gras ploften…
De sfeer tussen Harry en Vivianne was de dagen daarna uitgesproken koel. Ze spraken bijna niet tegen elkaar en als ze iets moesten zeggen was dat vreselijk geforceerd. Zelfs Ron en Hermelien merkten iets op, en begonnen er tijdens een studie-uur in de bieb over.
‘Jullie hebben toch geen ruzie?’ vroeg Hermelien een beetje bezorgd, terwijl ze een bladzijde van haar toverdrankenboek omsloeg. Harry keek haar even aan en schudde toen zijn hoofd. Hij maakte een korte aantekening over de bezoar op zijn perkament en sloeg toen ook een bladzijde om.
‘Weten jullie het zeker?’ vroeg Ron nu. Vivianne keek op en schudde haar hoofd. Harry en Vivianne maakte vanuit hun ooghoeken heel kort oogcontact, maar keken toen ieder een andere kant op. Ron en Hermelien staarden hen nog een tijdje aan, maar gingen toen ook weer verder met hun eigen werk.
Dat weekend mochten ze weer naar Zweinsveld, maar Harry had helemaal geen zin om te gaan. Ron en Hermelien vonden dat vreselijk jammer, maar probeerden hem toch over te halen om mee te gaan.
‘Ze hebben iets nieuws in de aanbieding bij Zonko. Het heet Liplijm en je kan het gebruiken om jezelf aan de lippen van je geliefde vast te lijmen. Ron en ik willen het graag gaan proberen,’ zei Hermelien met een stralende glimlach. Ron grijnsde achter haar, maar Harry zag er de humor er niet van in.
‘En wat moet ik daarmee?’ vroeg hij koeltjes. Hermelien leek even uit het veld geslagen.
‘Nou… je zou je teddybeer…’
‘IK HEB GEEN TEDDYBEER!’
‘O… ja, maar ik dacht…’
‘Ik heb gewoon geen zin om mee te gaan, oké? Ga maar zonder mij.’
En hij liep de trap op naar de jongensslaapzalen.
Hij lag daar net vijf minuten op zijn bed toen de deur krakend open ging. Hij draaide zich woest om.
‘Ik wil niet mee naar Zweinsveld!’
‘Dat vraag ik ook helemaal niet,’ zei Vivianne. Ze deed de deur zacht dicht en deed hem op slot.
‘O… ben jij het.’
‘ja, en ik vind dat we moeten praten.’
Ze keken elkaar even aan, en toen deden ze allebij tegelijk hun mond open.
‘Het spijt me!’ En barstten toen in lachen uit. Vivianne liep naar hem toe en ging op de rand van zijn bed zitten.
‘Het spijt me echt van… toen,’ zei ze een beetje stotterend, maar in haar ogen zag Harry dat ze het meende. En toen besefte hij dat het helemaal niet meer hoefde om excuses aan te horen, dat hij die allang had gehad. Hij ging overeind zitten en drukte een kus op Vivianne’s mond.
‘Het is al goed,’ mompelde hij. Vivianne grijnsde en gaf hem ook een zoen.
In een flits pakte Harry haar bij haar schouders beet en trok. Met een gil vloog ze over hem heen en belandde naast hem op het bed. Ze gaf hem een stomp tegen zijn schouder.
‘Niet lachen jij!’ riep ze kwaad, en Harry stompte terug, iets zachter.
‘Je bent echt onbetaalbaar!’ schaterde hij. ‘Dat gezicht, prachtig gewoon!’
Vivianne leek vermurwt. Ze keek hem aan en begon ook te lachen.
‘Het is jammer dat we niet naar Zweinsveld gaan,’ zei ze een beetje teleurgesteld. ‘Waarom ga jij niet?’
‘Ik hoopte dat jij ook niet zou gaan.’
‘Goh, ik ook…’
Het was even stil. Toen draaide Vivianne op haar zij drukte haar lippen op de zijne. Harry proefde opnieuw hetzelfde verlangen als een paar dagen geleden, en Harry, ervan overtuigd dat ze nu echt niet gestoord werden, gaf toe… |
_________________ Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark |
|
  |
 |
Danlover
7e jaars


Verdiend:
56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...
|
Geplaatst:
Ma Dec 12, 2005 21:13 |
 |
ik had weer zin in een cliffhanger, dus hier weer een hele scherpe. ik vind het zelf een leuk hoofdstuk, maar vooral het einde was een beetje moeilijk typen. laat me weer weten wat jullie ervan vinden!
EDIT: moest ik nog even melden: thx heel veel to harrypotterfreakdaan, die me heeft geholpen met het laatste stuk!
De aanval
Het was laat in de middag toen de uil tegen het raam van de slaapzaal vloog. De klap van de uil tegen het glas en het gekras wat erop volgde maakte Harry wakker uit zijn mijmering. Hij ging wat verder overeind in bed zitten en trok de dekens wat hoger op.
Hij zag op zijn horloge dat het vier uur was, en hij hoorde geschreeuw en gelach in de verte. Iedereen die die middag in Zweinsveld had doorgebracht kwamen weer thuis, klaar voor het avondeten. Hij bewoog iets naar links en gaf de persoon die naast hem lag een zachte stomp, zodat ze wakker werd. Vivianne’s ogen schoten een beetje verbaast open en staarde toen gekweld voor zich uit.
‘Wat?’ mompelde ze zacht. Ze trok de dekens nog wat op, tot boven haar schouders.
‘Eruit, Ron en Hermelien komen terug,’ mompelde Harry nogal vermoeid. Hij probeerde zijn haar glad te strijken, maar dat was vergeefse moeite. Het zat nu nog warriger dan eerst en dat zou een opmerkelijk iemand meteen zien.
Vivianne draaide zich om in bed, zodat ze met haar rug naar Harry toe lag. Harry maakte van dat moment gebruik door snel de dekens weg te slaan en in zijn kleren te schieten. Net toen hij zijn T-shirt over zijn hoofd had getrokken draaide Vivianne weer terug en sloeg haar haar uit haar ogen.
Terwijl Harry haar bekeek schoten de emoties en beelden van de afgelopen uren door zijn hoofd, en vroeg hij zich af wat hij in vredesnaam had gedaan en waarom. Zijn maag voelde vreemd aan, en hij had opnieuw hoofdpijn.
‘Waar denk je aan?’ vroeg Vivianne opeens zacht. Harry draaide zich om en keek haar aan. De dekens waren nog steeds tot aan haar kin opgetrokken en ze staarde hem vragend aan.
‘Eh…’
Harry keek haar nog steeds ongemakkelijk aan, en hij hoopte vurig dat ze zijn gevoelens kon begrijpen. Uiteindelijk zuchtte ze en ging overeind zitten, met de dekens nog steeds hoog opgetrokken.
‘Ik… ik…’ stotterde ze. Ze schudde lichtjes haar hoofd en staarde Harry doordringend aan. Hij begreep de hint en liep snel de kamer uit. Binnen stapte Vivianne het bed uit, schoot in haar kleren en kwam ook naar buiten.
‘Zijn en Hermelien weer terug?’ mompelde ze zachtjes, en Harry haalde zijn schouders op. Vivianne krabde aan haar elleboog en staarde dromerig voor zich uit. Harry voelde dat er iets groots in zijn borst zat terwijl hij naar haar keek, een vreemd schuldgevoel, ook al wist hij niet waarom. Zo te zien had Vivianne met precies hetzelfde te kampen, want ze haalde diep adem en liep voor hem uit de trap af. Harry volgde haar met een knoop in zijn borst. Wie zou er beneden zitten en hoe zouden ze reageren.
Vlak voordat ze zo de hoek omgingen dat de leerlingenkamer in zicht kwam, stopte Vivianne. Ze draaide zich om en keek Harry aan.
‘Kom, je haar,’ mompelde ze. Ze liep een tree omhoog, legde haar hand op zijn kruin en kneep haar ogen dicht. Een moment lang leek het alsof zijn haar onder stroom stond, maar daarna zat het weer precies als eerst; alle kanten op, maar niet te opvallend.
Ze liepen weer verder naar beneden, liepen de hoek om en stopten weer.
‘Ik…’ begon Harry, maar Vivianne greep zijn hand.
‘Niet nadenken,’ mompelde ze. ‘Er is niets gebeurd, we hebben niets gedaan, niemand hoeft hier iets van te weten, oké?’
Harry knikte en probeerde zichzelf ervan te overtuigen dat niemand van zijn gezicht af kon lezen wat ze in de tussentijd hadden gedaan. Vivianne kuste hem bemoedigend op de wang, haalde diep adem en liep de leerlingenkamer in.
Er was niemand, de leerlingenkamer was helemaal leeg. Harry kon een grijns niet onderdrukken, ze hadden alvast de eerste stap gehad. Vivianne keek hem glimlachend aan, pakte zijn hand en stak de leerlingenkamer over. Net toen ze haar arm uitstrekte om het portretgat open te doen, klapte deze open en kwam er een hele meute zesdejaars naar binnen, waaronder Ron en Hermelien.
‘Hé, daar hebben we Mister Nukkig!’ riep Ron opgetogen. Hij zwaaide met een knalroze tube en keek Harry glunderend aan. Harry probeerde te grijnzen, maar daar werd de knoop in zijn borst alleen maar groter van.
‘Kijk wat Ron heeft gekocht!’ riep Hermelien die glunderend achter hem aan de leerlingenkamer binnenklom. ‘We gaan het meteen uitproberen!’
Simon en Daan joelden en ging verwachtingsvol om Ron heen staan, die met enige moeite de tube openkreeg. Hij kneep wat pasta, of crème uit de tube en smeerde het op zijn lippen. Daarna gaf hij de tube aan Hermelien, die ook wat op haar lippen smeerde en Ron verwachtingsvol aankeek.
‘Kom hier, lieverd!’ riep Ron opgetogen, en onder luid gejuich sloot hij Hermelien in zijn armen en drukte zijn lippen op de zijne.
Het effect werd bijna direct duidelijk. Hermeliens ogen vlogen open en ze mompelde verbaast wat. Haar handen gleden over Rons rug en blijkbaar probeerde ze haar lippen weer los te rukken, maar dat lukte niet.
‘En dat is nou het effect van Liplijm!’ riep Simon, en Daan brulde van het lachen. ‘Het duurt een half uur voor het is uitgewerkt, dus geniet ervan!’
Harry moest zijn best doen om niet om te vallen van het lachen. Hij proestte het uit en staarde naar Ron en Hermelien, wiens blikken ontspanden en zich helemaal buitensloten van het geluid om hen heen.
‘Harry, Vivianne, jullie ook wat?’ vroeg Simon opeens. Hij draaide zich om en zwaaide met de tube Liplijm. Vivianne keek vanuit haar ooghoeken naar Harry, die zichzelf weer een beetje onder controle. Hij staarde Simon aan, daarna Vivianne, en hij knikte.
Het was na wat priegelwerk gebeurt. Het spul smaakte vaag naar kauwgom, maar die vreemde smaak vergat hij al gauw. Vivianne drukte haar lippen op de zijne en de Lijm begon direct te werken. Hij kreeg zijn lippen in geen mogelijkheid meer los en hij lachte gesmoord.
Harry moest toegeven dat er na een half uurtje niet veel meer aan was. Je kon niet veel anders doen dan heel stil blijven staan en elkaar ondersteunen. Omdat Vivianne iets kleiner was dan hij kreeg hij al snel last van zijn rug en kramp in zijn knieën, die iets gebogen stonden.
Het duurde een eeuwigheid voordat hij zijn lippen weer los kon krijgen. Vivianne hielp hem naar de bank en zette hem erop neer. Ron en Hermelien zaten op het tapijt voor de haard en keken hen geamuseerd aan. Zo te zien had Ron nog steeds vreselijk last van zijn rug, en dat was ook niet verwonderlijk, aangezien hij wel een kop groter was dat Hermelien.
‘Dus,’ zei hij, terwijl hij zijn nek masseerde. ‘Wat hebben jullie allemaal gedaan terwijl wij weg waren?’
Harry voelde dat zijn handen begonnen te trillen en dat hij rood werd. Hij liet zijn brein op topsnelheid werken om niets te laten merken.
‘Huiswerk!’ verzon hij snel, en Hermelien keek hem glunderend aan.
‘Huis-werk?’ walgde Ron. ‘Verstond ik daar nou huis-werk? Je lijkt wel gek om op je vrije zaterdag aan je huiswerk te gaan!’
‘Ja…’ zei Harry, blij dat Ron het direct geloofde. ‘Ja, misschien ben ik wel gek.’
‘Ik geloof je dus absoluut niet!’ snoof Ron. ‘Vertel op, wat hebben jullie wel gedaan.’
‘En maak je geen zorgen,’ zei Hermelien geruststellend. ‘We hebben jullie vaak genoeg zien zoenen.’
Harry en Vivianne keken elkaar aan. Dit was meer geweest dan alleen zoenen, maar hoe konden ze hen dat ooit aan hun verstand brengen?
‘Ik heb opeens onwijze honger!’ zei Vivianne veel te vrolijk. Ze sprong op en wou weglopen, maar Ron hield haar tegen.
‘Eerst vertellen!’
Vivianne zuchtte vermoeid en plofte weer naast Harry neer. Harry werd gek van al het zenuwslopende oogcontact, maar in haar ogen luidde dit keer een vreselijke ontknoping.
‘We moeten ze het vertellen…’
Harry schudde direct wild zijn hoofd, maar Vivianne bleef met dezelfde blik naar hem staren.
Op dat moment klonk er een zacht gekuch. Harry en Vivianne verbraken met een ruk hun oogcontact en zochten naar de veroorzaker. Die was snel gevonden; Hermelien staarde van de één naar de ander.
‘Vertel het maar niet meer, ik denk dat ik het al weet,’ mompelde ze met een rood hoofd. Ron keek haar verbaast aan.
‘Vertel het me dan eens?’ vroeg hij nieuwsgierig.
Hermelien keek hem boos aan en werd nog roder dan eerst.
‘Nee, denk door, Ronald!’
Ron pijnigde zijn gezicht, met een blik op Harry, die in zijn haar greep en zijn gezicht op zijn knieën liet zakken. Pas toen hij Hermelien iets hoorde fluisteren en Ron naar adem hoorde snakken keek hij weer op. Ron staarde hem met een moeizaam gezicht aan en de knoop in zijn borst werd nog iets strakker aangetrokken.
‘Hebben jullie echt – terwijl wij weg waren…’ Ron wendde ongelovig zijn gezicht af en staarde uit het raam.
Harry keek naar Hermelien, die met samengeknepen ogen naar hem keek. Hij slikte moeizaam, en Ron keek hem weer aan
‘Doe wat je niet laten kunt,’ wist hij zwakjes uit te brengen. Harry wendde zijn gezicht af en stond op.
‘Ik heb honger,’ mompelde hij, en liep de leerlingenkamer uit.
Onderweg werd hij ingehaald door Vivianne, die zijn hand greep en hem een verlaten gang introk.
‘Het is niet jouw schuld!’ zei ze waarschuwend. ‘Trek je er alsjeblieft niets van aan!’
Harry maakte een gekweld geluidje.
‘Wat hebben we in vredesnaam gedaan?’ kreunde hij, maar Vivianne schudde hem door elkaar en keek hem doordringend aan.
‘Hoor je me? Het is niet jouw schuld! Zet het uit je hoofd!’ Ze drukte een snelle kus op zijn mond. ‘Kom, we gaan wat eten.’
Ze liepen de trappen af richting de Grote Zaal, zwijgend. De heerlijke geuren van gebakken karbonaadjes gleden zijn neus binnen, en Harry voelde zich iets beter toen hij ging zitten en zijn bord volschepte met doperwten en karbonaadjes.
‘O, dit is… lekker!’ zei Vivianne met volle mond. Ze sneed een stukje vlees af en stopte het in haar mond. Harry mompelde instemmend, met zijn mond vol aardappelpuree. Hij wilde gewoon iets anders aan zijn hoofd hebben nu zijn zelfvertrouwen onder nul was gezakt.
‘Harry?’ zei Vivianne opeens. Ze gaf hem een schop onder de tafel en hij keek haar geschokt aan.
‘Au!’ riep hij en hij spuugde zijn halve mond vol aardappelpuree weer uit. ‘Waarom…’
‘We hadden iets afgesproken! Je zou er niet meer aan denken!’ Vivianne keek hem streng aan.
‘Ja ja,’ zei Harry neidig, en hij wreef over zijn knie. ‘Het is alleen moeilijk…’
‘Dat begrijp ik best,’ zei Vivianne op een heel andere toon, zacht en moederlijk. ‘Het is lastig, vooral wat we gedaan hebben, dat is… niet bepaald iets wat je iedere dag doet…’ Ze haalde haar schouders op en sneed weer een stuk vlees af.
Op dat moment kwamen Ron en Hermelien de Grote Zaal binnen. Ze gingen naast Harry en Vivianne zitten en schepten ook iets op. Ze zeiden geen van beiden niets. Vivianne keek Harry aan en trok een gezicht, zodat hij zijn pas genomen hap doperwten weer half eruit gooide.
‘Waar heb jij last van?’ vroeg Ron verbaast, en Hermelien giechelde. Ze leken beiden plotseling helemaal te zijn vergeten dat Harry zonet nog had toegegeven dat hij verder gegaan was dan alleen zoenen. Hij grijnsde schuldig en nam snel nog een hap om zijn lach te camoufleren.
‘Waarschijnlijk giechelkoorts,’ zei Hermelien lachend. ‘Daar had Ron ook altijd last van in ons eerste jaar.’
‘Niet waar!’ riep Ron verontwaardigt.
‘Wel!’ zei Hermelien glunderend. ‘Weet je nog, toen we onze eerste vliegles kregen? Jij kreeg die bezem niet omhoog, en toen hij uiteindelijk wel omhoog vloog knalde hij tegen je neus…’
Maar toen heb ik niet gegiecheld. Dat was Harry!’
‘Nee? Ik meende toch echt jou te horen.’
‘Ja, dat was toen madame Hooch zei dat Malfidus het niet goed deed.’
‘Dus dan heb je toch gegiecheld!’ zei Hermelien triomfantelijk.
Harry en Ron zuchtten tegelijkertijd. Harry omdat hij nooit zin had in dit soort discussies en Ron omdat hij zonet had verloren van zijn vriendin. Knorrig schepte hij zijn bord vol met karbonaadjes en zette zijn mes en vork erin.
Hij wilde net een stuk vlees naar zijn mond brengen toen de deuren van de Grote Zaal werden opengegooid, met zo’n dreun dat Harry’s glas pompoensap omviel. Hij merkte het nauwelijks, hij boog zich naar achteren om te zien wie er binnenkwam, maar hij kreeg een akelig gevoel toen hij mensen hoorde gillen.
Zodra hij een steek in zijn litteken voelde wist hij dat hij het was. Hij greep zich met trillende vingers aan de rand van de tafel vast en trok zich weer overeind. Ron staarde bleek naar de deur, die langzaam weer dichtging.
Er klonken voetstappen door de inmiddels doodstille Grote Zaal, voetstappen van drie paar voeten, en er klonk geschraap aan de oppertafel. Degenen die nog het lef hadden om naar de oppertafel te kijken, hadden gezien dat Sneep was opgestaan en diep had gebogen voor de binnenkomers.
De pijn in Harry’s litteken werd erger naarmate de voetstappen dichterbij kwamen. Hij wist wie het was, al gaf hij het niet toe…
Voldemort stopte bij hem. De voetstappen hielden op en Harry draaide zich langzaam om, de paniek die in zijn hoofd opwelde negerend.
‘Harry Potter, daar ben je weer,’ siste Voldemort. ‘Vond je het niet onbeleefd om zomaar weg te lopen uit mijn schuilplaats?’
Harry kneep zijn ogen tot spleetjes en dwong zichzelf Voldemort aan te kijken. Hij keek hem grijnzend aan en greep Harry bij zijn nekvel. Er schoot opnieuw een verlammende pijnscheut door zijn litteken en hij gaf een schreeuw, die door de zaal galmde. Iedereen snakte naar adem, maar dat hoorde Harry nauwelijks door de verzengende pijn heen.
‘Heb je nooit geleerd dat je niet weg moet kijken van je angsten, Harry? Zo vergroot je ze alleen maar.’ Voldemort lachte haast toen hij Harry nog steviger beetgreep. ‘Geef het toe, Harry, het heeft geen zin het nog langer verborgen te houden. Ik ben je grootste angst, dat ben ik, en alleen ik!’
Harry kokhalsde. De pijn werd alleen maar erger, nog even en hij zou eronder bezwijken, dan zou Voldemort vrij spel hebben, dan zou niemand hem meer tegen kunnen houden…’
Plotseling klonk er een gil, een schreeuw en een harde dreun. De pijn ebde langzaam weg, maar des te erger werd hij er zich van bewust dat Voldemort zijn nek half fijn had geknepen. Hij opende langzaam zijn prikkende ogen en keek in het rond.
‘Misschien ben je zijn ergste angst, maar niet die van mij!’ riep Vivianne. Ze was opgestaan en keek woedend naar iets wat op de grond lag. ‘Ik zal tegen je vechten, ook al kost het mijn leven!’ Ze stond op van de bank en keek Harry eventjes aan. Hij hing slap tegen de bank en hield zichzelf overeind aan de tafel. Hij voelde hoe Hermelien zijn arm beetgreep.
‘Zo, Harry Potter krijgt hulp van zijn vriendin, wat.. schattig…’ Hij lachte smalend, en Harry voelde een steek van woede.
Vivianne gromde en sloeg haar bruine haar over haar schouder. Ze legde even haar hand op Harry’s schouders en keek Voldemort met vlammende ogen aan.
‘Ik ben veel meer dan alleen zijn vriendin!’ zei ze zacht en dreigend. ‘Ik ben degene die hij na zijn vrienden het meest vertrouwd, ik ben zijn beschermengel en daarnaast zijn verloofde!’
Harry wilde dat ze dat niet had gezegd. Zelfs Voldemort hield eindelijk een keer zijn mond, hij krabbelde overeind en staarde haar aan.
‘En daarom zal je eerst mij moeten af maken voor dat je hem afmaakt, en ik ben een taaie!’
Voldemort grijnsde zijn tanden bloot.
‘Dus… als ik het goed begrijp, mag ik jou… wat zei je ook alweer, verloofde… afmaken als jij ook dood bent?’
Vivianne wist even niets meer te zeggen, en ze begon te trillen. Ze liet Harry’s schouder los en ging in het midden van het gangpad staan. Ze knikte nogal onzeker.
‘Oké,’ zei Voldemort, met een gevaarlijke ondertoon in zijn stem. ‘Jij je zin. AVADA KEDAVRA!’
Vivianne’s ogen vlogen open toen de groene straal uit Voldemorts toverstok spoot en op haar af koerste.
Harry voelde een verlammende steek door zich heen gaan. Ontzet keek hij toe hoe de avada kedavra op haar afkoerste en haar vol in haar maag raakte. Ze vloog zeker tien meter achteruit en raakte met haar hoofd de rand van de oppertafel.
Harry sprong op, nog verdoofd van wat hij net had gezien.
‘Nou, aangezien we ons aan onze belofte moeten houden… AVADA KEDAVRA!’ Voldemort richtte zijn toverstok op hem en Harry zag de vloek langzaam dichterbij komen. Alsof hij een kogel moest ontwijken wierp hij zich tegen de grond, met zijn neus tegen de koude vloer. Er klonk gegil en mensen snakten naar adem.
Hij wist dat de vloek hem gemist had, maar hij trilde aan alle kanten. Vivianne was vermoord, ze was dood, ze zou nooit meer terugkomen…
Hij merkte plotseling dat er een traan over zijn wang rolde. Hij kwam langzaam weer overeind en keek Voldemort recht in zijn rode ogen.
‘Je reactievermogen is erop vooruit gegaan, Potter,’ siste die. ‘Helaas, dat zal je niet helpen. CRUCIO!’
Nu gilden mensen echt. Ze sprongen overeind, maar dat merkte Harry nauwelijks. Hij had onvoldoende tijd om te reageren en werd vol geraakt door de cruciatusvloek. Hij zakte door zijn knieën en schreeuwde het uit. Het was alsof iedere vierkante centimeter van zijn vel in brand stond, alsof zijn litteken opnieuw werd opengescheurd. Hij gilde, rolde op zijn rug en drukte zijn handen tegen zijn voorhoofd. Het was erger dan anders, erger dan het ooit had kunnen zijn…
Het hield op. Hij bleef op de grond liggen en staarde hijgend naar het plafond, met zijn handen nog steeds tegen zijn voorhoofd gedrukt. Er heerste doodse stilte. Er klonken voetstappen die vlak voor zijn neus ophielden.
‘Het spijt me, Harry Potter, dat het zo moet eindigen.’
En hij richtte zijn toverstok op Harry’s hart… |
_________________ Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark |
|
  |
 |
|
|