Auteur |
Bericht |
LavenderBrown
Lid Wikenweegschaar


Verdiend:
398 Sikkels
Woonplaats: The Royal Fire Academy for Girls
|
Geplaatst:
Wo Dec 07, 2005 20:57 |
 |
Sirius’ terugkeer!
- hey, dit voeg ik even later toe...
dit stuk is een vervolg op deel 5, als deel 6 er niet zou zijn, zou ik vinden dat dít moest gebeuren enjoy your reading ... -
‘Harry?’ Stilte.
‘HARRY!’ Dit keer schrok Harry, schoot overeind en stootte zijn hoofd tegen de lage balken van het plafond waar hij kennelijk onder had geslapen.
‘Waal bwen ik?’ mompelde hij slaapdronken.
Langzaam begonnen zijn ogen weer normaal te werken en doemde er een duister silhouet op, dat over het harde bed waar hij op lag gebogen stond.
‘Hermelien?’ stamelde hij verbaasd. Snel grabbelde hij zijn bril van een eikenhouten nachtkastje.
Hij had gelijk. Hermelien keek hem bezorgd aan van ongeveer een halve meter van zijn neus.
Plotseling voelde hij een stekende pijn in zijn hals.
‘Hermelien? Waar ben ik?’
‘J-‘
‘Ik was een paar uur geleden nog in de Ligusterlaan!’
‘Ma-‘
‘LEG ME UIT WAT ER AAN DE HAND IS, NU!’
‘G-‘
‘NOU?’
‘GEEF ME DAN OOK DE KANS OM HET UIT TE LEGGEN!’ Brulde Hermelien, die haar stem nu ook tot een schrille, gillende toon had verheft.
Harry keek haar nors aan, en ging overeind zitten, zodat Hermelien plaats kon nemen op het voeteinde. Hij keek even de kamer rond. Het viel hem op dat alles er haast steriel schoon uitzag, nog erger (voor zover dat mogelijk was) dan bij tante Petunia.
Er stond een kast van hetzelfde hout als het nachtkastje, en er hingen keurig geperste, witte gordijnen voor het hoge raam.
Voor de rest stond er alleen een (weer eikenhouten) stoel met kleren erop – zijn kleren.
‘HERMELIEN, HEB JE ME ÚITGEKLEED?’
‘Stil nou, Harry, laat me het uitleggen!’
‘Oké, maar doe het snel.’
‘Goed, nou – Harry. Je weet dat ik weet dat je het niet echt naar je zin hebt in de Ligusterlaan, hè?’ zei Hermelien, en zonder zijn antwoord af te wachten vervolgde ze:
‘Ik heb een uil naar professor Perkamentus gestuurd, die naar mijn huis – dit huis – toekwam en een ViaVia voor me instelde.
Ja ik weet dat hij het normaal niet doet, maar ja, de Dreuzels komen binnenkort toch wel achter Volde- Voldemorts terugkeer… Dus ik heb je in je slaap een oude schoen aan laten raken, en mijn vader ving je op toen we terugkwamen. Klinkt ingewikkeld, hè?’
‘Ja… Echt, Hermelien, heb je dat voor me gedaan?’ vroeg Harry stomverbaasd.
En toen Hermelien knikte, was Harry voor de eerste keer de initiatiefnemer bij een enorme knuffel!
‘Enne- ik heb je niet uitgekleed hoor, dat heeft mijn moeder gedaan, en alleen je broek en je shirt…’ zei ze een beetje schuldbewust.
Harry gromde wat.
‘Hè, zo klink je net als S-‘ begon Hermelien, maar ze kapte haar zin meteen af. ‘Eh- laat maar…’ zei ze.
Harry kreeg meteen het gevoel of er een baksteen in zijn maag viel.
‘Het maakt niet uit, Hermelien…’ zei hij, maar het maakte wel uit. Het gelukkige gevoel wat hij had gekregen toen hij Hermelien zag, was verdwenen, in plaats daarvan kwam het bedrukte gevoel wat hem al de hele zomer had geplaagd… Sirius. Sirius’ dood….
- reacties en/of ideetjes altijd welkom; stuur maar een pb'tje
dit was nog maar het begin, obviously - |
Laatst aangepast door LavenderBrown op Zo Dec 25, 2005 12:07; in totaal 1 keer bewerkt |
|
  |
 |
LavenderBrown
Lid Wikenweegschaar


Verdiend:
398 Sikkels
Woonplaats: The Royal Fire Academy for Girls
|
Geplaatst:
Do Dec 08, 2005 17:27 |
 |
* Bedankt voor jullie reacties! Ik zal zeker nog werken aan wat ik voor advies heb gekregen, enne; berichtjes over mijn verhaal zijn nog altijd welkom - I thank you ! *
Deel 2; komt 'ie...
‘En… zullen we gaan ontbijten?’ verbrak Hermelien de pijnlijke stilte die gevallen was.
‘Ja- ja.. dat zullen we maar doen.’ Zei Harry met een zucht.
Hij haatte zichzelf. Hermelien had net zo veel moeite voor hem gedaan en dan werd hij weer week van zelfmedelijden!
Hij was weg – voor de zoveelste keer – bij zijn vervelende ome Herman & tante Petunia Duffeling, hij was bij Hermelien! Hermelien stond al bij de deur.
Toen gleed haar blik van Harry naar de houten stoel.
Harry staarde een beetje schaapachtig terug terwijl Hermelien met een zachte klik de deur achter haar dichttrok.
Snel sprong Harry uit bed, terwijl hij weer geplaagd werd door die pijn in zijn hals.
Wat was dat toch?
Hij was vastbesloten er niets over te vertellen aan Hermelien, die zou er meteen een heel probleem van maken. Hij begon zich razendsnel aan te kleden, hij had Hermelien’s ouders nog maar één keer gezien, in de Wegisweg in hun 2e jaar, maar toen had hij ze niet echt gesproken.
Hij ritste zijn – door Dirk, zijn moddervette neefje – afgedragen, versleten spijkerbroek dicht, wierp een laatste wanhopige blik op zijn zwarte, warrige haar in de spiegel die aan de kast hing en ging ook de kamer uit.
‘Ah, daar ben je. Kom, we gaan naar beneden,’ zei Hermelien.
Harry antwoordde niet, hij keek gefascineerd om zich heen.
Hij was zijn hele leven in twee Dreuzelhuizen geweest, het steriel schone huis van tante Petunia & oom Herman, en het naar katten ruikende huis van zijn gekke oude buurvrouw mevrouw Vaals, die een Snul bleek te zijn.
Het huis van Hermelien, daarentegen, was in één woord…lief.
De kamer waar hij had geslapen was vast een oude, vergeten logeerkamer, want voor de rest waren alle muren rood & roze geschilderd, en lagen er in een hoekje een stel pluizige roze kussens.
Hij vroeg zich af of Hermelien’s ouders toevallig familie waren van madame Kruimelaar, een dikke dame met een bedompt theezaakje dat ook heel schattig was ingericht, en waar Harry vorig jaar met Cho was geweest.
Hermelien & Harry daalden de (met rood pluchen beklede) wenteltrap af, die minstens dertig treden telde.
In de gang werden ze opgewacht door een man met een enigszins meneer Krenck-achtig uiterlijk.
Hij had een recht snorretje, en zag een beetje bleek, maar in tegenstelling tot meneer Krenck, had hij twee borstelige wenkbrauwen en een beetje door de war zittend haar.
Hij lachte naar Harry, en het was meteen duidelijk aan wie Hermelien haar enigszins forse voortanden te danken had.
‘Dit is mijn vader,’ glimlachte Hermelien.
‘Ik ben Harold Griffel, en ik ben tandarts.’ Zei Hermelien’s vader, en hij stak een uitnodigende hand uit, die Harry schudde.
Zou dat zijn normale manier van begroeten zijn ‘ik ben tandarts’? Harry vond het maar vreemd. Hij onderdrukte de neiging om te zeggen:
‘Ik ben Harry Potter, en ik heb geen idee wat ik ben – ik denk een hoop Flubberwurmen met maagpijn.’ Maar Hermelien’s vader wist vast niet wat Flubberwurmen waren, en misschien zou hij de grap niet snappen, én Harry was bij hem te gast, dus hij zei beleefd:
‘Ik ben Harry Potter, een schoolvriend van Hermelien.’
Terwijl Harold Griffel hem uitgebreid bestudeerde, snelde er een kort, slank vrouwtje uit de keuken. Ze had keurig gekapt bruin, een beetje pluizig haar (ook een erfelijke belasting voor Hermelien) en glimlachte haar kaarsrechte tanden bloot.
‘Hárry! Hermelien heeft alles over je verteld! ‘Óh! Je hebt sportschoenen aan! Wist je dat die je voeten ernstig kunnen beschadigen? En trouwens, schat, ik ben Anna Griffel. Veeg je voeten even, wil je?’ zei ze, maar ze zei het lief.
Het feit dat Hermelien’s moeder net zo’n betweter was als zij soms kon zijn (hoe lief ze ook was, ze kon soms verschrikkelijk irritant zijn) maakte niet dat Harry zich opgelaten of geïrriteerd voelde, nee, het was geweldig om voor de eerste keer in 5 jaar begroet te worden zonder prikkende blikken naar zijn litteken.
Want bij tovenaars was het onvermijdelijk; Harry Potter, de jongen die bleef leven, dat moesten ze zien!
Harry was namelijk de enige persoon die ooit een aanval van heer Voldemort, de grootste duistere tovenaar in 100 jaar, overleefd had.
‘Kom naar de keuken, lieverd, ik heb een omelet voor je gemaakt!’ zei Anna Griffel vrolijk, en ze dribbelde terug door de ruime hal, die met roze vloerbedekking bekleed was, naar de keuken. Daar wachtte Harry een nieuwe schok.
De keuken was oogverblindend blauw… Maar dat was niet het gene wat hem zo aan het schrikken maakte (al dacht hij wel een ogenblik; hoe slecht kun je kleurencombinaties verzinnen?), dat was namelijk een persoon die als een razende omelet naar binnen zat te werken.
Een persoon met vuurrood haar, dat zijn halve gezicht bedekte, een persoon met wie Harry al meer dan 5 jaar optrok en van alles meemaakte – Ron. |
_________________ hey love
awful happens all the time
don't let it kill you. |
|
  |
 |
LavenderBrown
Lid Wikenweegschaar


Verdiend:
398 Sikkels
Woonplaats: The Royal Fire Academy for Girls
|
Geplaatst:
Vr Dec 09, 2005 16:37 |
 |
(Bedankt voor de gave reacties ik ben gevleid xD Enne; pb'tjes, als je iets over mijn verhaal wilt zeggen, positief of negatief, gewoon doen! )
‘Oh, hallo, Harry!’ zei Ron opgewekt, toen hij opkeek van zijn inmiddels bijna lege bord.
‘R-ron… Hé, wat doe jij hier?’ vroeg Harry geschokt.
‘Nou, Hermelien’s ouders gaan over – vijf uur was het, hè?’ ‘ja,’ glimlachte Anna’ –
op vakantie naar Zwitserland, maar Hermelien heeft een hekel aan in de bergen wandelen, dus gaat zij – en jij ook trouwens – mee naar mijn huis! Of- wil je dat niet?’ ratelde Ron, op het einde een beetje onzeker.
‘Natuurlijk wil ik dat wel!’ Harry voelde zich een beetje overrompeld.
Na wat minstens 9 maanden leek, maar wat in feite maar 3 weken was, zag hij zijn twee beste vrienden terug, en zou hij naar de – op Zweinstein na – leukste plek van de hele wereld gaan; het Nest!
‘Alles goed?’ zei hij tenslotte maar, toen er een kleine stilte van, waarbij iedereen uitgebreid naar elkaar keek.
‘Ja, m-‘ begon Ron, maar toen schoot Harry opeens – buiten de pijn in zijn hals – iets te binnen.
‘MIJN SPULLEN! Die liggen nog bij de Duffelingen!’ zei hij teleurgesteld; nu zou hij alsnog terugmoeten, en nu zou oom Herman, die niks liever deed dan Harry zich lot raten voelen, hem vast daar houden…
‘Fred & George boden aan om ze op te halen,’ grijnsde Ron, en Harry wist waarom hij zo breed glimlachte;
de tweeling liet geen kans voorbijgaan om eens iemand lekker in de maling te nemen, en zeker nu ze hun fopshop hadden zouden ze Dirk echt niet sparen!
‘Dus dat is dan geregeld… En- en Hedwig?’ vroeg hij aan Hermelien.
‘Die vindt alles, dus zeker jou wel,’ glimlachte ze.
Hermelien’s moeder vond blijkbaar dat ze later wel bij konden praten en dat Harry nu verzorging nodig had; ze dirigeerde hem naar een stoel en schoof hem een enorm bord ei voor:
‘Nou, als je hierna nog honger hebt kun je uit het 2e kastje van rechts een lekkere reep uit die doos pakken… Het is natúúrlijk geen chocola, het is lekker suikervrij en – je zult wel zien,’ knipoogde ze.
Harry viel aan op zijn ei; Dirk was nog steeds op dieet (hij had zich het hele jaar op school weer zo volgegeten dat hij weer op zijn ‘normale’ gewicht was, zo’n 110 kilo) en hij had de hele zomer geleefd van geraspte citroen & schijfjes komkommer.
Zijn maag scheen die enorme hoeveelheid lekker eten nog niet te kunnen verwerken; hij kreeg het gevoel of er een bom was ontploft in zijn maag, en hij nam zich voor om ook even aan Ron te vragen wat die pijn in zijn nek betekende.
Ron zou vast veel nuchterder reageren dan Hermelien zou doen.
Toen hij klaar was met zijn ontbijt stelde Harold Griffel voor dat Hermelien hen haar woonplaats zou laten zien, terwijl haar ouders konden inpakken & zij daarna naar het Nest konden vertrekken.
‘Nou, jongens, komen jullie?’ zei Hermelien opgewekt, en Harry knikte en trok Ron overeind, die er duidelijk niet veel voor voelde om zijn lekkere stoel te verlaten.
Het was heerlijk om met Ron & Hermelien door het rustige dorp te wandelen, terwijl Hermelien telkens dingen opnoemde als ‘De kerk, die staat hier al vierhonderd jaar, dat las ik in de bibliotheek!’ en
‘Onze basisschool telt 600 leerlingen, dat is best veel voor een dorp als dit. Ik zat in een klas met 55 leerlingen!’
Het was weer net of ze op Zweinstein waren en om het meer wandelden.
Na ongeveer een kwartier, toen Hermelien zo’n beetje alle bezienswaardigheden van haar woonplaats had laten zien, en nog steeds aan het ratelen was over alle gebouwen die voor hem en Ron helemaal geen gevoelswaarde hadden, geeuwde Ron:
‘Oh, Hermelien, wil je alsjeblieft je kop houden? Ik geef er echt niet om dat je bibliotheek tienduizend boeken in zijn bezit heeft!’
Waarna Hermelien verontwaardigd haar mond hield.
‘Aah, zijn jullie daar weer jongens?’ zei Hermelien’s vader, terwijl hij de deur opentrok, en hij liet erop volgen: ‘Lieverd, als je nog teruggaat naar het huis als je iets nodig hebt, de sleutel ligt op de afgesproken plaats,’ zei hij met lichte nadruk op afgesproken, alsof dat een geheim was wat ze al jaren deelden en wat absoluut niet aan iemand verteld mocht worden.
Misschien dacht hij dat Harry met zijn – mede door zijn litteken – voor Dreuzels wat sinistere uiterlijk hun huis zou leegroven.
‘Jahoor, hij ligt onder de mat,’ zei Hermelien met twinkelende ogen en haar vader keek een beetje verslagen. En voordat haar vader verder kon gaan met zijn opsomming, zei ze:
‘En er liggen snoepjes in het 2e kastje van rechts, mijn sokken liggen keurig in de onderste la, altijd mijn voeten vegen is logisch & ik zal geen meubelen vernielen, net zo min als mijn vrienden!’
‘Eh- ja… Dat was het wel zo’n beetje, en-‘
‘Ik laat niet onnodig lichten aan,’ knipoogde zijn dochter.
‘Oké, ik ben blij dat je zo verstandig bent,’ glimlachte Harold Griffel en hij plantte een kus op Hermelien’s voorhoofd.
Toen kwam Anna Griffel de comfortabele hal ingelopen.
‘Hè, lieverd, heeft papa je alles al verteld?’ zei ze met een scherpe blik op haar man, alsof ze hem niet helemaal vertrouwde.
‘Ja, mam, en ik heb genoeg geld mee voor mijn schoolspullen, en ik zal beleefd zijn tegen de familie Wemel.’ Anna grijnsde schaapachtig en volgde toen het voorbeeld van haar man, waarna ze Hermelien ook nog omhelsde.
‘Pas goed op jezelf…’ zei ze, en daarna pakte ze een trolley en een beautycase en gebaarde dat haar man de overige koffers op moest pakken.
‘Wij gaan! Harold, zet de koffers in de auto, wil je, lieverd?’ Anna zwaaide nog even, en Harry, Hermelien & Ron riepen gezamenlijk; ‘Doei! (en Ron riep er nog achteraan: ‘wanneer mag ik hier weer omelet komen eten? Het was heerlijk!’ wat hem een berispende blik van Hermelien opleverde)’, voor ze de voordeur achter zich dichttrok.
Hermelien keek wat triest voor zich uit, maar werd afgeleid door Ron, wiens blik naar de keuken gleed en die daarna zei:
‘Eh- waar bewaarde je moeder die snoepjes ook alweer, Hermelien?’ |
_________________ hey love
awful happens all the time
don't let it kill you. |
|
  |
 |
LavenderBrown
Lid Wikenweegschaar


Verdiend:
398 Sikkels
Woonplaats: The Royal Fire Academy for Girls
|
Geplaatst:
Za Dec 10, 2005 16:54 |
 |
Oeh veel reacties deze keer! Vinden jullie het nog leuk? De spanning komt nog hoor - aan het einde van dit stukje begint het
Pb'tjes nog altijd gewenst; ideetjes mag ook
Have fun!
‘Oh, jij bent ongelooflijk!’ zei Hermelien, maar ze glimlachte erbij.
En toen, haast verveeld; ‘In het 2e kastje van rechts… Maar – eh – hoe gaan we hier eigenlijk weg? Je zei alleen dat je vader ons op kwam halen…
Laat hij de Collectebus komen?’ vroeg ze een beetje vertwijfeld; ze had in haar leven 2 keer in de Collectebus gezeten en dat waren niet bepaald prettige ervaringen geweest, Harry hield er zelf ook niet zo van.
‘Welnee, váder laat écht niet zo iets ordináirs als de Colléctebus komen!’ zei Ron op een bekakte toon, die verdacht veel klonk als Draco Malfidus als die over zijn walgelijke (alhoewel hij hem zelf aanbad) vader praatte.
‘Haha, nee serieus Ron, hoe gaan we naar het Nest?’ Harry kon zijn ongeduld niet bedwingen, hij hield van het gezellige huis in het dorpje Greenwich, hij hield van de hele familie Wemel & om met ze samen te zijn; zij gaven hem (mede door de bemoedering van mevrouw Wemel) het gevoel dat hij echt familie had.
‘Pa doet hetzelfde als in ons 4e jaar bij die Dreuzels van je; hij heeft Hermelien’s huis op laten nemen in het Haardrooster, voor één dagje… Ze zijn hier over een halfuur ofzo.’ Legde Ron uit.
‘Hmm,’ zei Hermelien, en ze tuitte haar lippen, blijkbaar bezorgd om de toestand van de woonkamer als er straks een stuk of drie Wemels door de haard kwamen vallen.
‘Kom op, Hermelien, zo lijk op je op professor Omber,’ grinnikte Harry. ‘Enne- we kunnen toch even stofzuigen voordat we weggaan?’
‘Stofrijden?’ zei Ron, die verbaasd met zijn ogen knipperde.
‘Stofzuigen, Ron,’ zei Hermelien zuinig.
Harry glimlachte; Ron & Hermelien veranderden nooit. Zelfs als ze een keer samen opgesloten zouden komen te zitten, in levensgevaar, zouden ze nog discussiëren over de mogelijke ontsnappingswegen.
Hermelien & Harry hadden er lol in om Ron uit te leggen hoe Dreuzels schoonmaakten, en Ron klapte haast dubbel van het lachen toen ze hem de stofzuiger van Hermelien lieten zien.
‘En- daar halen jullie Dreuzels het stóf mee van de vloer?’ hikte hij.
‘Toevallig zijn ze heel efficiënt hoor!’ verdedigde Hermelien haar ouders.
‘Ze kunn-‘ vervolgde ze, maar Harry & Ron zouden nooit de duizend manieren van de werking van een stofzuiger te horen krijgen, want toen Hermelien aan de rest van haar zin wou beginnen, klonk er een doffe bonk en viel er een meisje plat met haar gezicht op de wollige vloerbedekking. Harry ving nog een gimp op van haar met vuurrood haar bedekte achterhoofd, voordat ze zich in haar volle lengte oprichtte, even met haar ogen knipperde en toen naar Hermelien, Ron & Harry toeliep.
‘Hai,’ zei Ginny Wemel, Ron’s zusje.
‘Pap komt zo, hij was een beetje in de war. Hij gokte dat Hermelien’s ouders er misschien nog zouden zijn, en hij heeft Dreuzelkleren aangetrokken, maar in zijn opwinding heeft hij zijn spijkerbroek achterstevoren aangetrokken.’ Ze deed zo te zien grootse moeite om haar lachen in bedwang te houden, uit respect voor haar vader.
Ron had daar blijkbaar niet zo’n last van, hij staarde Ginny een moment aan en begon toen te proesten, net als Hermelien, tot er een hoop geluiden uit de haard kwamen, en meneer Wemel, een lange, kalende man de haard een beetje onelegant uit kwam stappen.
‘Eh-‘ zei hij, en meteen daarna keek hij even nieuwsgierig rond, tot hij zich bedacht dat hij wel even zijn jongste zoon’s beste vrienden kon begroeten.
‘Oh! Hoi Harry, hoi Hermelien… Sorry dat ik zo laat ben – eh – ik wist niet wat ik aan moest trekken.’
Harry onderdrukte een glimlach en zag Hermelien hetzelfde doen.
‘Hallo meneer Wemel,’ zeiden ze in koor, alsof ze het ingestudeerd hadden.
‘Nou, eh- ik kwam jullie dus ophalen, dus zullen we weer gaan?’ zei meneer Wemel, maar hij zag er helemaal niet uit of hij al wilde gaan. Hij keek met een blik van brandend verlangen rond door de huiskamer, en zijn ogen begonnen te glimmen achter zijn hoornen bril, toen hij de stofzuiger zag staan.
‘Wilt u eerst even wat drinken?’ vroeg Hermelien beleefd, en ook haar ogen twinkelenden.
‘Mag ik – kan ik?’ vroeg meneer Wemel, en er ontstonden een paar bobbels in de zakken van zijn fleece vest met buidel, waarschijnlijk waar hij zijn vingers verlangend uitstrekte om dat fascinerende Dreuzelapparaat eens te bestuderen.
‘En dat is een stofzuiger. Glaasje fris?’
‘Ja, ja Hermelien, doe maar, alsjeblieft,’ zei meneer Wemel, en direct daarna stortte hij zich vol overgave op de stofzuiger, en begon hem zowat te demonteren. Overal waar klepjes zaten haalde hij ze eraf en zette hij ze er weer op, voorzichtig.
Harry hoorde Hermelien in de keuken een glas pakken en het inschenken, maar het geluid werd doorbroken door meneer Wemel’s stem, die zei:
‘Hè, Harry, waar werkt dit voor, en wat gebeurt er als ik dít knopje indruk?’
Hij kwam er snel genoeg achter wat er gebeurde, want zodra hij het rode knopje met ‘aan’ erop indrukte, begon de stofzuiger te zoemen.
De aanwezige Wemels in de kamer sprongen als één man achteruit, meneer Wemel constant zijn excuses aanbiedend, blijkbaar in de volle overtuiging dat hij de stofzuiger gesloopt had.
‘Het maakt niet uit, kijk,’ zei Hermelien, die lachend de woonkamer inkwam en op een ander knopje drukte, terwijl ze meneer Wemel zijn glas aanreikte.
De stofzuiger stopte direct.
‘Oh, nou – zullen we dan gaan?’ meneer Wemel zette zonder op antwoord te wachten zijn nog volle glas fris neer en draaide zich om naar de haard.
‘Volgens mij is hij zijn vertrouwen in elektriticiteim volledig kwijt,’
mompelde Ron grijnzend tegen Ginny, maar Hermelien verstond het ook.
‘Elektriciteit,’ siste ze geïrriteerd.
Ron haalde zijn schouders op, terwijl meneer Wemel zijn toverstok op de haard richtte.
‘INCENDIO!’ tetterde hij, en er laaiden groene vlammen op in de bakstenen haard.
‘Ginny, jij eerst. Kom, kom,’ zei hij ongeduldig, en hij gaf zijn dochter een zetje.
‘Het Nest!’ zei Ginny helder, en ze draaide zich nog even om naar de rest, en knipoogde voordat ze in het vuur verdween.
Ron stond nu het dichtst bij de haard en stapte achter in de haard, zijn zusjes voorbeeld volgend en een vette knipoog uitdelend aan Hermelien & Harry.
‘Het Nest!’ zei hij ook, voordat hij wegging.
Hermelien volgde, op weg naar Greenwich, en Harry ging daarna.
Het vuur voelde vertrouwd, maar toen hij wilde gaan praten, kwam er een vlaag as in zijn mond, en zodra hij ‘Het Nelt!’ riep, verdween ook, nu bezorgd, hij rondtollend in het vuur. Had hij echt het Nelt geroepen?
Talloze haarden schoten voorbij zijn gezichtsveld, zodat hij een beetje misselijk werd.
Toen werd hij, nauwelijks een minuut later, een haard uitgeworpen, en hij kwam keihard op een stenen vloer terecht.
Deze situatie was herkenbaar, hij was al eerder door Brandstof in een verkeerde ruimte terechtgekomen, maar toen was hij nog op de Wegisweg gekomen, of tenminste, in een slijmerige uithoek ervan.
Dit keer was hij in een tuttige huiskamer, met overal tierlantijntjes hangend en bloemige gordijnen voor de hoge ramen. Een houten tafel met een duf kleed erover matchte perfect met een aantal houten stoelen.
Toen klonk er een hoge, opgewonden, en hoogst afgrijselijke stem die hij uit duizenden herkende vanuit een hoek van de kamer, die zei:
‘Verdwaald…? Meneer…Pótter?’ |
_________________ hey love
awful happens all the time
don't let it kill you. |
|
  |
 |
LavenderBrown
Lid Wikenweegschaar


Verdiend:
398 Sikkels
Woonplaats: The Royal Fire Academy for Girls
|
Geplaatst:
Zo Dec 11, 2005 15:20 |
 |
Leuke reacties weer dit keer! Vooral Elienemien, je vermoeden was goed Pb´tjes, altijd goed, laat weten wat je ervan vindt, en tips zijn altijd welkom! (mijn gebruikelijke praatje )
‘Ohh mijn god…’ was het eerste wat Harry uit kon brengen, en hij staarde omhoog, naar de enge, uitpuilende ogen van degene die hem tijdens zijn 5e jaar op Zweinstein constant had laten nablijven en zijn Zwerkbalpositie had afgenomen;
Dorothea Johanna Omber, oftewel ex-professor Omber.
Het kon Harry niet schelen dat er daarna een Belinda Broom achtig kreetje uit zijn mond ontsnapte, want ze zag er nog enger uit dan ooit.
‘Wat brengt u hier, meneer Potter?’ vroeg ze, en ze gebaarde dat hij op moest staan.
‘Jammer genoeg, mijn spraakgebrek,’ antwoordde Harry kil, terwijl hij koortsachtig nadacht over eventuele ontsnapping uit het beklemmende huis van Omber.
Een golf van haat spoelde door hem heen. Een haat voor alles wat haar tekende; het padachtige gezicht, de stompe vingers met antieke ringen, of haar voorliefde voor bloemetjesprintjes.
‘Ik zal even wat te drínken halen!’ zei ze opgewekt, en Harry had meteen door dat Omber ergens in haar huis Veritaserum, een sterke waarheidsdrank, verborgen hield.
Toen ze naar de keuken waggelde, keek Harry vlug rond.
Hij woog zijn kansen af;
Had ze geen ramen die ópen konden? Nee, dus.
Als hij door de hal weg zou rennen, dan werd hij zo teruggetrokken met een Sommeerspreuk.
Toen zag hij het: een glinsterend paars zakje, en hij voelde dat hij gered was.
Hij sprong op, voelde een stekende pijn in zijn hals, nog feller dan daarvoor en slaakte een kreet van pijn.
‘WAT DOE JE DAAR, JONGEMAN?’ kwam de stem van Omber, en hij hoorde haar dichterbij komen. Vlug, vlug!
‘DAT JE HET NIET WAAGT!’ krijste ze nu, buiten haarzelf, toen Harry op het zakje Brandstof op dook, er wat uitplukte en in het haardvuur gooide.
Ze kwam al op hem af toen hij in het vuur dook,
‘HET NEST!’ brulde en verdween, opnieuw in een wirwar van haarden.
Maar nog voor hij compleet verdwenen was (hij lag overdwars in de haard), voelde hij een sterke hand om zijn enkel, en tot zijn afgrijzen liet de hand niet los. Hij keek achterom en zag dat hij samen met Omber door de haarden werd getrokken.
Verwoed probeerde hij zich los te rukken, maar de stompe vingers waren niet van plan om zijn been los te laten.
Met zijn overgebleven been trapte hij Omber keihard tegen haar padachtige hoofd, zonder ook maar een greintje schuldgevoel; zíj had hem tenslotte willen martelen met de Cruciatusvloek.
Toch bleef ze hem vasthouden, en hij voelde de wilskracht wegebben. Hij bleef nu met al zijn hoop gefocust op het moment dat ze met haar lijf tegen een stenen muur van een haard werd gegooid.
Nauwelijks 10 seconden na de trap werden ze een haard uitgespuugd, en Harry voelde zich voor de tweede keer neergekomen op een vloer, maar deze keer werd hij niet met die misselijkmakende stem begroet, maar door minstens 6 mensen die riepen:
‘Harry, wat- OMBER?!’
Harry keek versuft op en glimlachte toen hij zag dat de keuken volstond met de hele familie Wemel behalve de oudste drie zoons, en Hermelien.
Ze hadden allemaal dezelfde verbaasde, nee, verbíjsterde blik op hun gezicht.
Hij krabbelde overeind, en voelde achter zich Omber zich ook oprichten.
‘Mag ik vragen wat - ?’ zei de ongeruste stem van meneer Wemel.
‘Ja, dat zou ik ook wel eens willen weten!’ snoof Omber.
‘Hé, ú bent degene die uit ons haardvuur komt gestommeld, terwijl we alleen Harry verwachtten, dus we horen graag UW verhaal!’ brieste Ginny, die normaal nooit zo deed tegen ‘hooggeplaatste functionarissen’ van het Ministerie.
Iedereen staarde haar aan, en Omber keek haar met toegeknepen ogen aan, en richtte zich toen tot meneer Wemel, in haar ogen waarschijnlijk de meest respectabele gesprekspartner, want de rest van het gezin Wemel & Hermelien hadden een hekel aan haar, en dat hadden ze laten merken ook;
Fred & George waren vanwege haar van school gegaan, Hermelien had haar het bos ingelokt zodat ze werd ontvoerd door de centauren & Harry, Ron en Ginny voelden gewoon zoveel afkeer voor haar dat het van hun afstraalde.
‘Méneer Wemel,’ zei ze met haar opgewonden stemmetje.
‘Ik zat rustig thee te drinken in mijn vertrouwde, lieve huisje’ (‘hmpf,’ zei Harry) ‘toen meneer Pótter hier opeens binnen kwam denderen, om zich vervolgens weer een weg naar buiten te banen. Ik ben hem natúúrlijk gevolgd hierheen en –‘ maar ze werd onderbroken door Harry:
‘GEVOLGD? GEVÓLGD?’ hij begon ook een beetje buiten zichzelf te raken; hij had gedacht dat hij haar nooit meer zou zien!
‘U BEDOELT DAT U MIJN ENKEL GREEP ALS EEN PROFESSIONELE BOKSER, EN DAARNA MEE DE HAARD INDOOK OM ME TE PROBEREN TERUG TE KRIJGEN NAAR UW VERITASERUM!’ bulderde hij, en Omber keek of ze een klap in haar gezicht had gekregen.
‘Welnee, ik heb een toefje brandstof gepakt en ben rustig achter uw aan gereisd!’ zei ze zo kalm mogelijk, maar ze klonk opgewonden en haar ogen puilden (zoals gewoonlijk) uit.
'U hoeft bij ons geen goede reputatie op te houden, hoor, aangezien u die ook niet heeft!' zei Ron, maar hij zweeg bij de blik van zijn moeder en luisterde naar zijn vader, die net zijn mond had opengedaan.
‘Nou, ik zal even uitleggen waarom Harry bij u thuis belandde,’ zei meneer Wemel een beetje pinnig. ‘Hij zei iets verkeerds in plaats van het Nest, toen hij naar ons huis wilde gaan, maar toen belandde hij bij … u.’
‘En nu bent u bij ons, dus ik zou u willen verzoeken door middel van Brandstof terug te gaan naar uw eigen huis, tenzij u plannen heeft te blijven logeren!’ kwam opeens een woedende stem vanuit het halletje dat naar de keuken leidde, en een paar seconden later stapte mevrouw Wemel de kamer in, met haar handen in haar zij en haar ogen op onweer.
‘Nou?’ beet ze Omber toe, en meteen daarna: ‘Oh, hoi, Harry schat!’ maar ze richtte haar ogen niet op Harry, die een beetje verkreukeld op de vloer stond.
‘Ik- ga… En reken maar dat Cornelis – ehm, de Minister hiervan zal horen!’ gilde Omber, buiten zinnen van woede dat ze door een gezin dat lager in rang stond op het Ministerie dan haar werd tegengesproken.
‘Ga maar, misschien komt u nog wel zo’n lieve Delfstoffer tegen in uw stinkende huis!’ zei Fred, die aan de keukentafel zat en een brede, duivelse grijns op zijn gezicht had, net als George, die op de grond zat en zijn bezem oppoetste.
‘Of, wat vuurwerk!’ voegde hij er opgewekt aan toe, en Ron maakte het af met:
‘Of een leuk…moeras?’ wat voor Omber de druppel was.
Ziedend banjerde ze terug naar de haard, smeet wat Brandstof in de haard
(‘Voorzichtig, het moet niet op!’ schreeuwde mevrouw Wemel) en gilde:
‘Het Nist!’, waarna ze verdween.
‘Waarom zou iemand zijn huis het Níst willen noemen?’ vroeg Hermelien zich peinzend af, zodra een hysterische Omber het gezellige huis weer had verlaten.
‘Misschien is het daar een slap aftreksel van ons huis,’ grijnsde Ron, maar Harry zag aan zijn blik dat hij er niemand van verdacht dat die zijn huis zou willen kopiëren.
‘Het lijkt in de verste verte niet op dit huis,’ verzekerde Harry hem ervan, in gedachten het Nest vergelijkend met Omber’s bloemenspektakel.
‘Nou, jongens, misschien willen jullie wel wat eten!’ zei mevrouw Wemel, die een paar seconden eerder nog laaiend naar de inmiddels lege haard had gestaard, maar nu met een bezorgde blik op Ron, Harry & Hermelien, alsof ze in Hermelien’s huis vreselijk tekort werden gesteld.
‘Nou, als je erop staat!’ grinnikte Ron, en Harry keek hem grijnzend aan.
Ron had altijd honger.
‘En,’ zei Hermelien, nadat Ron 3 pasteitjes had weggewerkt en bezig was aan zijn vierde, terwijl de rest van het gezin (meneer en mevrouw Wemel, Fred, George, Ginny en Ron) en Harry & Hermelien verveeld toe zaten te kijken.
‘Waar zijn Charlie & Bill en P- eh, ja, Bill?’
Mevrouw Wemel keek even een beetje afkeurend toen ze ‘Percy’ had willen zeggen, maar zei toen:
‘Bill & Charlie zijn in de achtertuin aan het vliegen, ze verveelden zich.’
Ze glimlachte; ze was dol op al haar zoons.
‘Zullen we meedoen, Harry?’ vroeg Ron, toen hij eindelijk vol zat (Harry snapte nog steeds niet waar hij het allemaal kwijt kon).
‘Ja! Waar staan mijn spullen?’ vroeg hij aan Fred & George, en toen hij hun nog steeds lachende gezichten zag, vroeg hij: ‘En wat hebben jullie deze keer met Dirk uitgehaald?’ en hij grijnsde zelf ook.
‘Nou,’ zei George met een uitgestreken gezicht.
‘Helemaal niks, die jongen heeft nóg trauma’s van vorig jaar!’ Harry geloofde het niet helemaal.
‘We brengen je wel naar je spullen,’ knipoogde Fred, en ze gingen met zijn 5en (Ron & Hermelien gingen ook mee) naar boven, waar ze, in Ron’s feloranje kamer aangekomen, op de over de kamer verspreidde bedden neerploften.
‘Nou,’ zei George opnieuw, en dit keer hield hij zijn gezicht niet meer in de plooi.
‘Fred Verschijnselde per ongeluk recht bovenop je oom, die buiten zinnen van woede achter ons aan stormde toen we die steriel schone keuken uitrenden.
En daar vonden we hem hoor, je neefje (bij neefJE liet Ron een schamper gesnuif horen). Hij had ons horen aankomen en probeerde zich – zonder succes – te verschuilen achter de tafel, maar hij is nog breder dan dat ding zelf.
Dus Fred trok een nep-toverstok uit zijn zak en richtte hem op die Dirk, en toen de stok in een – een…’ George stopte even, omdat hij zo hard moest lachen, en Fred nam het, ook bijna in zijn broek doend van het lachen, over:
‘Dat ding veranderde dus in een rubber kip, en – HAHAHAHAHA – hij begon zichzelf te betasten, om zichzelf te bestuderen op eventuele – hi hi – veren!’
Het kleine kamertje werd nu helemaal gevuld door het galmende gelach, zelfs van Hermelien, die ook een hekel aan de Duffelingen had gekregen, al had ze ze nog maar een paar keer kort op het station gezien.
‘Dat zullen mijn oom en tante leuk vinden,’ grijnsde Harry.
‘Maar laat ons uitpraten! Wij gingen dus jouw spullen halen, we hadden ze zo naar ons toegeSommeerd (George keek een beetje trots, alsof het een uiterst moeilijke spreuk was) en toen we weer wilden Verdwijnselen, kwam die oom van je met een JACHTPIHOOL!’
‘Pistool?’ vroeg Harry, en hij dacht aan de lege luchtbuks die zijn oom aan de muur had hangen, en hij barstte weer in lachen uit.
‘Ja, die ja, nou pak je Vuurflits, dan gaan we Zwerkballen!’ zei Fred opgetogen.
En de Wemels & Harry vertrokken naar buiten, gevolgd door Ginny & Hermelien.
Ginny deed ook mee, nu eenmaal was gebleken dat ze een goede Zwerkbalspeelster was.
Toen Bill & Charlie, die hoog in de lucht om elkaar heen zoefden, Harry zagen, grijnsden ze breed en gebaarden dat hij naar boven moest komen.
Harry gehoorzaamde. Hij zwaaide zijn been over zijn supersnelle racebezemsteel, zijn Vuurflits, en voelde de bezem zoals gewoonlijk een beetje trillen, alsof het ding een eigen wil had en net zo graag wilde vliegen als hemzelf.
Hij steeg op, de zachte wind streek door zijn haren, en hij zoefde de zwoele zomerlucht in… |
_________________ hey love
awful happens all the time
don't let it kill you. |
|
  |
 |
LavenderBrown
Lid Wikenweegschaar


Verdiend:
398 Sikkels
Woonplaats: The Royal Fire Academy for Girls
|
Geplaatst:
Ma Dec 12, 2005 21:21 |
 |
‘Dat was geweldig jongens!’ riep Ron blij na afloop, en hij had gelijk;
het Zwerkballen ging supergoed, en Ron had – hij was Wachter – geen één bal gemist, misschien was dit omdat hij niet zo zenuwachtig was zonder irritante Zwadderaars die hem uitfloten vanaf de zijlijn.
Harry vond het zelf ook fantastisch om weer eens met zijn Vuurflits door de lucht te zoemen alsof hij niet eens een bezem vasthad;
zijn bezem was van internationale topklasse en bewoog alsof hij Harry’s gedachten raadde.
Ze hadden vrij lang gezwerkbald,
Toen ze terugliepen naar het huis, hoorden ze namelijk mevrouw Wemel’s enigszins schrille stem door de stille avondlucht schreeuwen:
‘Eten!’
Als één man doken de Wemels aan de gebruikelijke twee houten tafels, die in de tuin geplaatst waren.
De tafels waren versleten, maar het eten wat er op stond was van topkwaliteit.
Het deed Harry denken aan de zomer voor zijn 4e jaar, toen hij ook bij de Wemels gelogeerd had.
Zijn 4e jaar, toen zijn correspondentie met Sirius zo’n beetje op gang kwam.
Sirius, niet aan denken, hield hij zichzelf voor, maar het was tevergeefs.
Keer op keer kwamen de grote starende ogen van Sirius die door het zwarte gordijn viel terug, hij kreeg het niet van zijn netvlies.
Jouw schuld, klonk een klein stemmetje in zijn hoofd. Harry wreef verwoed over zijn voorhoofd, maar het stemmetje bleef ergens diep in zijn hoofd zitten, fluisterend:
Jouw schuld, helemaal jouw schuld…
‘Niet…’ siste Harry tegen zichzelf.
‘Wat?’ zei Ron met zijn mond vol aardappelpuree.
‘Niets…’ zei hij snel.
Jouw schuld, jouw schuld jouw schuld jouw schuld. Het stemmetje klonk luider, en begon als een irritant melodietje in zijn hoofd te spelen.
Het stemmetje had hem al 3 weken lang geplaagd, ook al had iedereen hem aan het begin van de zomer wijsgemaakt dat het níet zijn schuld was, al had Harry nog steeds het idee dat het wel zo was.
Toen Harry nog 10 keer jouw schuld had gehoord, brulde hij:
‘NIET WAAR!’ hij werd zich er van bewust dat iedereen hem aanstaarde.
Charlie keek hem verontwaardigd aan:
‘Sorry hoor, ik wist niet dat je opeens zó’n fan was van de Winterpayne Wasps!’
‘Eh?’ toen begreep Harry het. ‘Eh, nou, ze zijn gewoon erg goed. Hun jagers zijn formidabel!’ loog hij.
- sorry dat het zo kort is… heb bijna geen tijd, veel huiswerk!
Reacties altijd welkom, en nog bedankt voor de vorige… - |
_________________ hey love
awful happens all the time
don't let it kill you. |
|
  |
 |
LavenderBrown
Lid Wikenweegschaar


Verdiend:
398 Sikkels
Woonplaats: The Royal Fire Academy for Girls
|
Geplaatst:
Di Dec 13, 2005 21:30 |
 |
- thanx voor de vele reacties!! nog steeds, blijven sturen
enjoy! -
Charlie keek bedachtzaam, maar knikte toen. ‘Ja, vooral Amanga.’
Harry had geen idee wie Amanga was, maar hij knikte geestdriftig.
Jammer genoeg had zijn truc niet bij iedereen gewerkt;
Hermelien trok vragend een wenkbrauw op.
Harry schudde zijn hoofd.
Hij zou het haar later wel vertellen. Misschien…
Het werd tijd om de aandacht af te leiden. Ron zat hem nou ook al zo aan te staren.
Eh…
‘Mevrouw Wemel, die pastei is héérlijk! U overtreft alle huis-elfen!’ kirde Harry, en zijn stem schoot een stuk omhoog.
Hermelien keek hem verwijtend aan toen hij het woord huis-elfen zei.
Mevrouw Wemel scheen het niet te merken, ze straalde en schepte nog eens een halve kilo pastei op Harry’s bord.
‘Goed dat je het lekker vindt, schat, je moet genoeg eten, je bent al zo mager!’
‘Tja, ik krijg niet veel te eten bij de Duffelingen, hè,’ zei Harry, en hij glimlachte naar haar.
Mevrouw Wemel’s ogen schoten vuur.
Harry had al wel gemerkt dat ze nooit kwaad over hen sprak, maar ze schudde afkeurend haar hoofd en mompelde iets wat verdacht veel leek op:
‘Stomme Dreuzels, kunnen niet eens hun eigen prakkie koken…’
‘OEEEWAAA….’ Klonk het opeens van de andere kant van de tafel.
Iedereen draaide zijn hoofd naar rechts, waar Ron zat en uitgebreid geeuwde.
‘Ik ben vréselijk moe….’ Zei hij met wijdopengesperde mond.
En je kunt vreselijk slecht acteren, dacht zijn beste vriend, maar toen Ron nadrukkelijk naar hem keek, volgde hij zijn voorbeeld en gaapte:
‘Pff, ja…. Laten we naar boven gaan!’ direct gevolgd door exact dezelfde reactie van Hermelien.
Zou het op beginnen te vallen?
Ginny loerde naar hen met haar ogen tot spleetjes geknepen, waardoor ze verdacht veel op professor Anderling in een kwade bui leek, maar ze deed niks toen Harry, Ron & Hermelien zich alledrie tegelijk oprichtten en zich het huis in haastten.
‘DUS… Begin je schizofreen te worden of heb je last van iets herkenbaars?’ vroeg Ron, en Hermelien keek hem streng aan.
‘Ron!’ siste ze, net zo hard dat Harry het kon verstaan, maar dat had ze niet door.
‘Als hij… als hij, nou ja, iets heeft, moeten we daar begrip voor hebben!’
‘Ik ben niet gek, hoor,’ zei Harry een beetje verontwaardigd.
‘Eh, nee natuurlijk niet Harry!’ zei Hermelien snel, en ze wierp een waarschuwende blik op Ron, die zijn mond opendeed, maar het was al te laat:
‘Maar volgens mij praatte je tegen iemand die onzichtbaar was!’ zei hij, met een blik van
Als-jij-niet-gek-bent-is-niemand-gek.
‘Dan… zal ik het maar vertellen?’ zei Harry zuchtend, en hij vertelde een ademloze Hermelien & Ron over Sirius, en de irritante stem die hem plaagde, net als zijn geweten hem al de hele zomer achtervolgde.
‘Waarom… waarom heb je dat niet meteen verteld?’ zei Hermelien, maar Harry werd afgeleid door die steken in zijn hals.
Vanavond laat ging hij het Ron vertellen, besloot hij vastberaden.
Toen dacht hij na over Hermelien’s woorden, die nu pas zijn oren in leken te ruisen.
Waarom had hij het eigenlijk nog niet verteld?
Hij moest wel gek zijn ook, zijn twee allerbeste vrienden hadden écht wel begrip voor hem.
‘Nou?’ zei hij tenslotte.
‘Nou, wat?’ zei Ron een beetje knorrig, waarschijnlijk omdat hij de vraag niet meteen snapte.
‘Sirius! Die stem! Wat denk je? Wat vinden jullie… Heb ik gelijk? Was het mijn schuld?’ vroeg Harry geïrriteerd.
Hij had beter moeten weten, Ron & Hermelien waren niet bepaald objectieve waarnemers.
‘Natuurlijk niet, Harry!’ zei Hermelien, en ze ratelde er een heel verhaal achteraan over wat er had kunnen gebeurd als Harry die misleidende droom niet gehad.
‘Dankzij jóu is de terugkeer van Voldemort wereldkundig gemaakt, je zou juist trots op jezelf moeten zijn!’
Ron keek bedachtzaam. ‘Ja, maar als jij… Als Sirius niet… Dan was het… Nee, ik vind niet dat het aan jou ligt, en trouwens; hoe kon jij nou weten dat Voldemort met je zat te spelen? En ik vertrouw die Sneep ook niet!’ voegde hij er aan toe.
‘Wanneer begin je nou eens met Sneep te vertróuwen?’ bitste Hermelien.
‘Perkamentus vertrouwt hem, en als we Perkamentus niet kunnen vertrouwen, kunnen we niets en niemand meer vertrouwen!’
‘Wijze woorden van Hermelien…’ gromde Ron, maar Hermelien had geen tijd om te reageren, want Fred & George gooiden de slaapkamerdeur open en grijnsden:
‘Een stémmetje in je hoofd, Harry? Arme jongen, gaat het wel? Enne, jullie waren toch zo moe?’ Fred grijnsde nog breder, en George liet een identieke duivelse glimlach op zijn gezicht glijden.
‘Rot op, Fred, George,’ grauwde Ron, en hij leek echt kwaad.
Harry raakte lichtelijk in paniek; nu Fred & George hem hadden horen vertellen over wat hem zo dwars had gezeten, zouden ze het vast aan mevrouw Wemel vertellen en die zou-
Relax! Sprak hij zichzelf in gedachten streng toe.
Fred & George waren Percy niet…
‘Het is waar, ja,’ zei Hermelien kattig, en ze wierp Fred & George een blik toe die ze vertelde dat ze maar beter weg konden gaan, als ze niet zonder littekens wilden weggaan uit de kamer.
‘Ohh, díe twee!’ zei ze, toen Fred & George lachend weg waren gegaan, duidelijk niet onder de indruk van Hermelien’s schrille, strenge stem, maar waarschijnlijk wel van haar lange nagels.
‘Maar even serieus, Harry, ik denk dat je het aan Perkamentus zou moeten vertellen!’ zei ze toen het geluid van voetstappen op de rommelige trap was weggestorven.
Harry glimlachte zwakjes. Hermelien geloofde heilig in Perkamentus, alsof hij degene was die ieder miniem probleempje op kon lossen, en ook alle wereldoorlogen.
Niet dat Harry niet in hem vertrouwde, maar Perkamentus was nu niet bij hem, hij had het waarschijnlijk druk met de Orde, en had geen tijd om de pijn in iemands nek of een lastig intern stemmetje van diezelfde persoon te verklaren.
‘Even iets anders, wanneer gaan we naar de Wegisweg?’ zei Harry toen, en hij keek zijn vrienden verwachtingsvol aan.
‘Uhhh…’ Ron leek heel diep na te denken – een beetje ongewoon. Hermelien beet op haar lip. ‘Over een week of twee?’ stelde ze toen schoorvoetend voor.
Harry’s woedende blik gleed eerst over Ron’s schuldbewuste gezicht, en toen over het aarzelende van Hermelien.
‘Jullie vinden de Wegisweg te gek, wat is er aan de hand?’ |
_________________ hey love
awful happens all the time
don't let it kill you. |
|
  |
 |
LavenderBrown
Lid Wikenweegschaar


Verdiend:
398 Sikkels
Woonplaats: The Royal Fire Academy for Girls
|
Geplaatst:
Wo Dec 14, 2005 21:52 |
 |
Sorry sorry, weer een ietwat kort stukje. Van het weekend maak ik het goed, maar als ik elke dag wat wil posten, gecombineerd met mijn HW, moet het wat korter ): Waarom kunnen de leraren me geen Privé-HP tijd geven? Zou heel wat makkelijker zijn...
Maar iig, ik heb besloten vanaf nu Charlie Wemel wat meer in het verhaal te verwerken; hij is nog niet veel in de boeken van HP voorgekomen, en we gaan hem wat beter leren kennen
By the way; bedankt voor de PB'tjes plus die reacties in het reactietopic!
Ik vind het echt gaavf als jullie blijven reageren.. En lezen
Genoeg gezeur, enjoy it - hoop ik -
<3 Fleur
‘Nou, eh…’ het was Ron die als eerste een geluid uit zijn keel liet ontsnappen.
‘Wat?’ vroeg Harry op scherpe toon. Hij staarde zijn vrienden doordringend aan.
Waarom lieten ze hem in onwetendheid over iets?
‘Er… gaan wat roddels.’ Zei Hermelien ten slotte, en haar zin werd direct gevolgd door een diepe zucht.
‘Roddels over…?’ zei Harry, weer op die vreemd scherpe toon.
‘Oh, Harry, is het niet dúidelijk? Je bent weer de held die je was toen je 1 jaar was! Iedereen praat over hoe jij het wéér tegen Volde-voldemort hebt opgenomen, en dat je zo super bent. Natuurlijk niet die Dooddoeners, en de Zwadderaars en ex-Zwadderaars, die verachten je. Maar de rest van de toverwereld… Harry, ik weet het niet. Het is natuurlijk niet negatief…’
Maar Harry onderbrak Hermelien’s bezorgde woordenstroom.
‘Hermelien… Ik kan er wel tegen. Weet je nog in ons vierde jaar? En aan het begin van ons eerste jaar? Laten we gewoon morgen of zo al om onze schoolspullen gaan, ze zullen écht niet aanbieden mijn spullen te dragen of…’ een zwakke glimlach verscheen op zijn gezicht. ‘Of staan te dringen om me een hand te geven…’ en zijn gedachten schoten terug naar zijn eerste kennismaking met de toverwereld, toen hij voor de allereerste keer door de Lekke Ketel was gelopen, waar iedereen in de rij had gestaan om zijn hand – alleen zijn hand! – te schudden.
‘Dus- je wilt gaan?’ vroeg Ron op onvaste toon, ‘want we begrijpen het als je niet wilt… we respecteren je keuze!’
‘Oh, hou op, Percy, ik kan echt wel een horde gillende tovenaars, áls die er al zijn, aan, na een aantal keer oog in oog te hebben gestaan met Voldemort.’
Ron rilde.
‘Wanneer leer je die naam nou eens zeggen, Ron? Hermelien doet het ook!’
‘Alsof dat de doorslag geeft!’ snoof zijn beste vriend.
‘Misschien wel!’ zei Hermelien hooghartig.
Ron & Hermelien begonnen te kibbelen over wat de doorslag gaf in een discussie over iets, waarin ze – zoals gewoonlijk – lijnrecht tegenover elkaar stonden.
Harry sloot zijn gedachten af van Ron & Hermelien.
Het zou toch niet zó erg zijn, al die tovenaars?
Hij wilde niet graag roem, hij wilde ook niet graag geëerd worden. Wat wilde hij eigenlijk?
Het was wel duidelijk wat hij wilde;
Een vader, een moeder… Of Sirius.
‘En, Harry, wat vind jíj er nou van?’
‘Laat me met rust…’ mompelde Harry.
‘Harry? Hallo? Luister je wel?’
‘LAAT ME MET RUST!’
‘Nou já! Dat jij nou zwelgt in zelfmedelijden alleen omdat –‘
Harry staarde Ron aan, die zijn hand voor zijn mond klapte.
‘Dat heb ik niet gezegd.’
‘Oh, je hebt het wel degelijk gezegd, en ik heb het heel goed verstaan…’ zei Harry ijzig.
Waar moest hij heen?
Harry keek schichtig om zich heen.
Hij was zojuist gevlucht van het Nest, de enige plaats waar hij zich écht thuis voelde.
Na Ron’s uitspraak was Harry vreselijk boos geworden.
Hij had dingen geschreeuwd, en … voor het eerst in wat jaren leek, Ron ook.
Ron had alles eruit gegooid wat hem over Harry dwars had gezeten, en hij kreeg het terug. Allemaal.
Het avondeten was nog erger geweest;
Fred & George pestten Harry constant met zijn stem, en mevrouw Wemel zat hem constant te bemoederen.
Nu was hij weg, hij was al minstens 3 kilometer verwijderd van het schots en scheve, maar o zo gezellige huis.
Hij had gezegd dat hij even door het dorp ging wandelen, van de avondlucht genieten, maar hij was direct gevlucht.
Hij had nooit, nóóit gedacht dat hij ruzie zou krijgen met Ron. Niet nu, dat kon hij niet aan.
Waar kon hij heen? Als hij het goed begreep, werd hij begroet door een gillende menigte zodra hij een tovenaarsplek betrad.
Naar de Duffelingen kon hij ook niet, en zelfs als het had gekund zonder opgesloten te worden, wilde hij het nog niet.
‘Dacht je écht dat ik geloofde dat je een ‘luchtje ging scheppen’?’ klonk er opeens een sarcastische stem naast hem. Harry schrok en sprong van schrik een meter de lucht in.
‘Charlie!’ hijgde hij. Charlie Wemel was zojuist vanuit het niets naast hem verschenen.
‘Wat-wat?’
‘Ik heb je gehoord. Zojuist, met Ron. En ik denk dat je beter je ruzies op kan lossen in plaats van iedere keer weg te lopen. Ron en Hermelien hebben het beste met je voor, Harry, ik denk alleen dat je je eens moet leren te weren tegen kritiek.’
Harry gaapte hem alleen maar aan. Hij had nog nooit iemand zo eerlijk tegen hem horen spreken, behalve Perkamentus.
‘Kritiek? Het was gewoon beledigend!’ zei hij ten slotte, al wist hij dat het niet zo was.
Charlie keek hem serieus en streng tegelijk aan, met een ietwat bezorgde blik in zijn ogen die Harry nog nooit had gezien als hij over Zwerkbal praatte, wat hij eindeloos kon doen.
‘Harry, luister…’ |
_________________ hey love
awful happens all the time
don't let it kill you. |
|
  |
 |
LavenderBrown
Lid Wikenweegschaar


Verdiend:
398 Sikkels
Woonplaats: The Royal Fire Academy for Girls
|
Geplaatst:
Do Dec 15, 2005 20:54 |
 |
Argh! Weer zo'n kort stukje.. Ik maak het in het weekend allemaal goed Dit is maar even tussentijds leesvoer... Pff, sorry boys and girls
Ik hoop dat jullie het leuk vinden (ben er zelf niet écht tevreden over)
Reacties (in reactietopic en pb'tjes), s'il vous plait!
<3 Fleur
En Charlie praatte. Hij praatte over Ron, en zei ongeveer wat Hermelien had gezegd in hun 4e jaar, toen ze rond het meer hadden gelopen de dag na Harry’s verkiezing tot deelnemer aan het Toverschool Toernooi.
Dat Ron thuis op moest boksen tegen al die broers, dat Ron altijd in Harry’s schaduw stond & dat Ron daar soms gewoon genoeg van kreeg.
‘En de rest van de familie heeft niet door dat we weg zijn, hoor,’ besloot Charlie zijn verhaal.
‘Ik moest nog wat zeggen… Oh ja! Pa heeft net bericht gehad… Wegens omstandigheden,’ grijnsde Charlie, ‘Wordt de Restrictie voor Toverkunst door Minderjarigen afgeschaft. Al mag je nog steeds niet in het bijzijn van meer dan 10 Dreuzels toveren. Maar het Ministerie vindt dat je je moet kunnen verdedigen, ook als je minderjarig bent.’
Harry voelde zich opvrolijken. Het gesprek met Charlie had hem goed gedaan.
Hij had Charlie nog nooit echt als een soort… vriend beschouwd. Meer als de van Zwerkbal houdende oudere broer van Ron, en niets meer of minder.
‘Bedankt…’ zei hij schor (hij vocht stiekem tegen een paar tranen, al zou hij dat nooit vertellen).
‘Geen probleem… Lift je mee?’ knipoogde Charlie, en Harry keek hem ietwat bevreemd aan.
Hij had toch geen fiets? Dit vroeg hij aan Charlie, en die lachte.
‘Een fietz? Wat is dat….?’
‘Eh… hoe wil je me anders meenemen?’
‘Verschijnselen?’ zei Charlie met een frons. ‘Wat anders?’
Harry keek hem schaapachtig aan.
‘Nog nooit gedaan zeker?’ plaagde Charlie hem. ‘Kom.’
Charlie legde één vinger op Harry’s arm en zei: ‘Beweeg je niet!’
Harry voelde zich plotseling van de grond gerukt worden, en direct daarna stond hij weer voor het Nest. Hij had niks kunnen zien, geen flits.
‘Hoe deed je dat eigenlijk?’
Charlie lachte.
‘Dat leer je állemaal op school,’ zei hij op een Percy-toontje.
‘Harry! Waarom was je zo lang weg? Charlie?’ Hermelien kwam aangerend.
‘Jij zat toch nog in de keuken, en -?’
Maar ze zweeg, door een veelbelovende gezichtsuitdrukking van Harry.
Ron kwam achter haar staan, met zijn armen over elkaar en een begrafenisblik in zijn ogen.
‘Hoi.’
Dat was niet echt bijster enthousiast. Harry beet op zijn lip.
‘Ron, we moeten praten.’ En hij voegde eraan toe: ‘Alleen.’
Ron knikte stug en gebaarde dat hij mee moest komen.
‘Dus?’ |
_________________ hey love
awful happens all the time
don't let it kill you. |
|
  |
 |
LavenderBrown
Lid Wikenweegschaar


Verdiend:
398 Sikkels
Woonplaats: The Royal Fire Academy for Girls
|
Geplaatst:
Za Dec 17, 2005 17:02 |
 |
- Jahaa, de * positieve * reacties stromen binnen! Ze zijn nog steeds heel erg welkom, net als tips... Heb gisteren niks kunnen posten, ik moest naar de kérk...
Zucht. Tip: ga nooit naar een wannabee-kerst viering. Te saai. ik hield me in leven door Fan Fic-inspiratie-fantasietjes Nieuw stukje - komt 'ie! -
‘Ron, het spijt me… Jij bent mijn beste vriend, en ik wil dat dat zo blijft.
Het gaat al zo lekker in de tovenaarswereld, en dan gaan wij ook nog eens ruzie maken…’ zei Harry in één adem, maar hij had geen idee wat een ruzie tussen twee 16-jarige tovenaars te maken had met de hele tovenaarswereld, maar het klonk wel spannend.
Ron scheen na te denken, niet in staat Harry te vergeven voor hij door het stof was gekropen voor hem.
‘En- we hebben het toch altijd leuk samen?’ Oh, gádver, nu klonk hij als een meisje!
Ron toverde een glimlach op zijn gezicht.
‘Op onze dates, bedoel je?’ vroeg hij verleidelijk, en ze grinnikten allebei. Ruzie vergeten.
Hallo, lieve wereld!
En – hallo Hermelien.
Hermelien kwam namelijk de deur binnenstormen zodra hun gelach door de kamer had gerold.
‘Jongens, wat goed! En wat – wat geweldig! Nu moeten jullie echt geen ruzie meer maken, hoor, want – daar word ik nerveus van!’ zei ze, terwijl ze snel een rode zakdoek wegfrommelde in haar vestje.
‘Waar word jij niet nerveus van?’ vroeg Ron, en Harry zuchtte.
Hij had Hermelien uitgelokt, die meteen over alle geweldige dingen die ze had gedaan in haar leven ‘ZONDER NERVEUS TE WORDEN!’ zoals ze een paar (honderd) keer fijntjes naar Ron wierp, begon te ratelen.
‘Oh, Hermelien, hou-je-kop!’ verzuchtte Ron.
Beledigd draaide Hermelien zich op haar hielen om en stormde de kamer uit, waarschijnlijk regelrecht naar Ginny om haar beklag te doen.
Harry en Ron keken elkaar een beetje schaapachtig aan, en na een paar minuten dom staren zei Harry:
‘Ik moet maar weer eens… - eh…’
terwijl Ron zei:
‘Ik ga…’,
maar ze zouden nooit van elkaar te weten krijgen wat ze gingen doen, want ze werden onderbroken door een woedende schreeuw.
‘DACHT IK HET NIET? DÁCHT IK HET NIET! ZE KON HET WEER NIET LATEN!’
Het gebrul kwam duidelijk van Hermelien.
‘Kom,’ zei Ron, en hij sleurde Harry overeind, om vervolgens in Hermelien’s onzichtbare voetstappen te treden.
‘Wat is er, Hermie?’ zei Ron.
Hij gebruikte die naam nog regelmatig voor Hermelien, ook in brieven die hij naar Harry had gestuurd die zomer; hij vond het blijkbaar dolkomisch dat een reus (Groemp, Hagrid’s ‘broertje’) haar naam niet kon uitspreken.
‘DIT IS ER!’ krijste Hermelien buiten zichzelf, en ze hield iets omhoog wat op het eerste gezicht op een uit zijn krachten gegroeide Doxy leek.
Toen Harry er naar toe boog zag hij een tor. Een zeer bekende tor.
‘Hermelien…’ geeuwde Ron, ‘Waarom krijs je tegen een insect? Moet je niet naar St. Holisto’s?’
De tor zoemde nijdig.
‘Ron, denk na!’ dit keer was het Harry die dit snauwde.
‘Ik kan heel goed denken!’ zei Ron, al was Harry daar niet zo zeker van.
‘DAT IS GEEN TOR!’ brulde Hermelien, wat Harry ook al snapte.
‘Wat dan? Een-‘ maar Ron kon zijn zin niet afmaken, want Harry brulde:
‘DAT IS RITA PULPERS, IDIOOT!’
Ron staarde hen één voor één verbijsterd aan, en boog zich toen, net als Harry naar de tor.
‘Mijn god, je hebt gelijk!’
‘Natúúrlijk heb ik gelijk, Ron!’ zei Hermelien, zwaar ademhalend en de tor fijnknijpend tussen haar handen.
‘Zodra ze weer mag schrijven, doet ze weer lekker illegaal… Ze-kan-het-gewoon-niet-laten!’
‘Ze zal het niet meer doen als jij zo doorgaat,’ klonk een nonchalante stem van achter hen, en Harry draaide zich om.
Fred. Maar waar was- Oh, daar kwam George al.
Fred en George kwamen binnen en tikten geamuseerd tegen het pantsertje van de tor.
‘Wat er allemaal in één dag door ons huis vliegt!’ zei George, en Fred grinnikte.
‘Omber, Pulpers, Ginny…’ zei hij.
Hermelien keek verward.
‘Ginny?’
‘Grapje,’ zei Fred loom.
Meneer Wemel kwam binnen.
‘Wat is dit voor lawaai allemaal, en Hermelien, wat doe je in vredesnaam met dat smerige insect?’ zei hij.
‘Meneer Wemel,’ zei Hermelien rustig. ‘Weet u hoe je een Faunaat terug kunt toveren naar een normaal mens?’
Meneer Wemel ging voor haar staan en krabde aan zijn neus.
‘Jazeker, maar wat is dat voor antwoord op mijn vraag?’
‘Wilt u het dan even voor me doen?’ ging Hermelien door.
‘Eh….?’
‘Die tor is een Faunaat!’ zei Hermelien, en ze begon weer te trillen van woede.
‘Een vuil, achterbaks, gemeen mens is het!’
Meneer Wemel keek haar achterdochtig aan.
‘Nou, we zullen zien, als je die spreuk op een gewone tor uitoefent gebeurt er niks, het dier zal alleen een beetje in de war zijn, maar als je… Weet je het zeker?’ zei meneer Wemel, maar hij was overtuigd, want hij trok zijn toverstok al.
De tor begon nu verwoed in Hermeliens hand heen en weer te zoeven, maar hij kon geen kant op.
Meneer Wemel richtte haast verveeld zijn toverstok op de tor, niet verwachtend dat er ook echt iets mee zou gebeuren. Een blauwe lichtflits schoot uit zijn toverstaf naar de tor.
‘Oh, hemel!’ zei hij, toen de tor begon te groeien.
Harry keek geboeid, maar ook nijdig toe.
Een gestalte ontwikkelde zich. Een gestalte in een appeltjesgroen gewaad, met vuurroode nagels en kunstig gekapt haar. Jahoor, Rita Pulpers was terug, rondzoevend en spittend naar informatie.
‘Arthur!’ kraaide ze, en ze stak haar mannelijke hand naar hem uit, alsof ze niet zojuist door hem was ontmaskerd.
‘Ik wist niet dat jij een Faunaat was, Rita,’ zei meneer Wemel kalm, en hij sloeg haar hand weg. ‘En mag ik ook meteen vragen wat je in mijn huis doet?’
zijn stem begon een beetje dreigend te worden.
‘Is dit jóuw huis? Oh, verkeerde adres!’ zei ze, nog steeds onschuldig.
Meneer Wemels ogen vernauwden zich.
‘Rita, dit zal ik aan het Ministerie moeten melden, en ik wil ook graag even zeggen dat je Harry met rust moet laten.
‘Oh, maar ik was hier niet voor Harry!’ kirde Rita. Haar ogen zochten de ruimte af.
‘Mooi huis, trouwens… Ben je echt volbloed?’
Dat had ze niet moeten zeggen.
‘JA, DAT BEN IK, MAAR IK BEN ER NIET TROTS OP, ALS IK ZIE DAT JIJ VAN DEZELFDE SOORT BENT! EN ZORG MAAR DAT JE JE NIET TRANSFORMEERT OP ONZE REIS NAAR HET MINISTERIE, EN ZORG ER ÓÓK MAAR VOOR DAT JE NOOIT MEER IN ONS HUIS RONDSLUIPT!’ brulde meneer Wemel, op ongeveer hetzelfde stemgeluid als Hermelien daarnet.
Harry had hem nog nooit zo boos gezien. Fred & George blijkbaar ook niet, ze stonden met open mond – maar met pretoogjes – te kijken.
‘Eh… Arthur, ik weet niet of dit wel gepast is!’ zei Rita opgewekt, maar met angst in haar ogen.
‘Oh, dan weet ik het antwoord wel voor je,’ zei meneer Wemel verbazingwekkend koel.
‘Ik zal een anti-transformeer spreuk over je uitspreken, zodat ik zeker weet dat je je niet in een tor verandert. Al weet ik niet of ik je liever zie als tor of als mens,’ voegde hij er liefjes aan toe.
‘Ardicio!’ zei hij kalm, en Rita beefde een beetje toen een felgele straal haar raakte.
‘Arthur, ik heb nog nooit van zo’n spreuk gehoord!’ zei ze spottend, en ze probeerde zich blijkbaar te transformeren. ‘ARGH!’ zei ze toen het niet lukte.
‘Arthur Wemel, ik krijg jou nog wel…’ blafte ze.
‘Vast, vast, nadat Azkaban je vrij heeft gelaten. Als je dan nog in staat bent om te schrijven met die walgelijke veer van je,’ zei meneer Wemel, en hij voegde er aan toe:
‘Oh ja, je kunt ook niet Verdwijnselen, dus probeer je maar niet te bewegen.’
‘BILL! BILL!’ riep hij, en toen er nergens in het grote huis gestommel te horen was, nog harder:
‘BILL!’ Eindelijk hoorden ze beweging ergens boven.
‘Riep je, pa?’ zei Bill, die met een zachte plop naast zijn vader verscheen.
‘Ja, zou jij samen met haar naar het Ministerie willen reizen? Ga maar met Brandstof, ik wacht jullie op in het Atrium,’ zei meneer Wemel, die zich klaarmaakte om te Verdwijnselen.
‘Wat-?’ zei Bill, die het duidelijk niet begreep.
Toen zag hij Rita Pulpers.
‘Wat doe jij hier?’ vroeg hij verbluft.
‘Deze…dame was aan het rondneuzen in ons huisje. Als tor.’ Zei meneer Wemel, met een blik op een woedende Rita Pulpers, die in zichzelf mompelde.
‘Bedoel je… Is zij…’
‘Ja, Rita Pulpers is een Faunaat…’
‘Nou, ik neem haar wel mee. Ik hoopte drie jaar geleden al dat ze haar ooit nog eens op iets strafbaars zouden pakken!’ zei Bill opgewekt, en hij greep Rita’s arm stevig vast.
‘Doei!’ riep Bill met een schuine blik op Rita, die tegenstribbelde, en hij gooide wat Brandstof in de open haard.
Toen hij in de vlammen stapte, volgde Rita hem niet.
‘Oh, je ontkomt er toch niet aan,’ zei hij boos, en hij sleurde haar mee, en riep:
‘Het Atrium!’
Twee seconden later waren ze weg. |
_________________ hey love
awful happens all the time
don't let it kill you. |
|
  |
 |
LavenderBrown
Lid Wikenweegschaar


Verdiend:
398 Sikkels
Woonplaats: The Royal Fire Academy for Girls
|
Geplaatst:
Zo Dec 18, 2005 18:49 |
 |
- weer een iets langer stukje... oh my god, jullie willen niet weten wanneer ik mijn inspiratie naar boven haal. eerst in de kerk, dan om half 3 's nachts in bed Ik heb maar snel pen & papier gepakt, en het volgende (plus nog een stukje) geschreven... enjoy, chocolademelk met een velletje! <3 reacties blijven sturen, btw -
‘Pff, dat stomme mens van een Pulpers!’ viel Hermelien uit, toen één van haar grootste vijanden door het haardvuur van haar beste vrienden was verdwenen.
‘Ja, ja’ zei meneer Wemel verstrooid, en hij wierp een blik op zijn horloge.
‘Gut, kinderen, jullie moeten zo eens gaan slapen, als jullie je morgen nog fysiek willen kunnen inspannen!’
Ron keek alsof hij het niet eens erg zou vinden als hij izch nóóit meer fysiek hoefde in te spannen.
‘Een laatste kop warme chocola gaat er nog wel in bij een Wemel,’ knipoogde George en hij liep naar het aanrecht.
‘Ja, zorgt voor blijheid en warmte!’ zei Fred braaf, terwijl hij zijn broer achterna hobbelde.
‘OH! JULLIE MAKEN HELEMAAL NIKS!’ donderde opeens een stem door de keuken.
‘Ah, Molly, neem jij die aanhang van ons en…’ hij gebaarde naar Harry & Hermelien, ‘eh…eh…hun aanhang over? Ik moet naar het Ministerie.’
Mevrouw Wemel keek hem bevreemd aan. ‘Wat?’ begon ze verbouwereerd, maar haar man was al verdwenen.
‘Dát zullen we je allemaal uitleggen onder het genoeg van een warme kop chocola!’ kirde Fred, en hij dirigeerde zijn moeder naar een stoel.
‘Maar Charlie & ik maken het!’ zei Ginny vastberaden, met een blik op haar andere broer die net de keuken in kwam struinen, naar Harry knipoogde en op zijn zusje afliep.
‘Wat gaan we doen, Ginny-lief?’ vroeg hij vriendelijk, en hij tilde zijn zusje hoog in de lucht.
Ginny giechelde.
‘Warme chocola maken!’ zei ze lachend, toen ze uit Charlie’s sterke armen glipte.
‘Ohh! Dat is zo leuk! Veel amusanter dan een Spitssnoetige Sadinger!’ zei Charlie.
‘Fred & George wilden het doen,’ legde Ginny simpelweg uit.
‘We vertrouwen Fred & George voor geen Knoet meer sinds de opening van hun zaak,’ vertrouwde Ron Harry mompelend toe.
Heerlijke geuren van chocolade dreven door het keukentje, en warme basklanken, afkomstig van de toverradio in de hoek, vulden de stilte.
Het ietwat koelere stemgeluid van mevrouw Wemel verbrak de soezerige gelukzaligheid.
‘Leggen jullie nu eerst maar eens gezellig samen uit waarom mijn man opeens, op een doordeweekse avond, naar het Ministerie Verdwijnselt!’ snerpte ze.
‘Pff…’ zuchtte Fred. ‘Welk deel van ons vertrouw je niet, ma?’ zei hij gemaakt serieus.
‘Elke deel; van jullie helse grijnzen tot Kanariekano’s die uit jullie zakken puilen,’ sneerde zijn moeder, maar haar ogen twinkelden.
‘Ah… Nou, laten we er maar eens voor gaan zitten. Aah, bedankt… AUW! Die mok is warm!’ zei Fred geërgerd, terwijl hij de mok die Charlie hem net had aangereikt met een dreun op tafel liet neerkomen.
‘Pas op!’ riep zijn moeder en Charlie grijnsde:
‘Het heet niet voor niets Hot Chocolate!’
Harry luisterde niet naar het tevreden gekibbel van de Wemels, net zomin als naar de
Uitgebreide beschrijving van Rita Pulpers’ voormalige aanwezigheid in het Nest, verteld door George en aangedikt door Hermelien, die een grondige hekel voor de roddelreporter had gecreërd (wat ook niet zo moeilijk was).
Hij werd weer geplaagd door de pijn in zijn hals & het vervelende stemmetje in zijn achterhoofd.
Werd hij nou gek of hoorde zo’n stem bij mensen in fase 3 van hun rouwperiode – spijt (nr. 1 & 2 waren verdriet en woede, en die was hij al gepasseerd)?
Hij zag zichzelf al liggen in het St.Holisto’s, naast Gladianus Smalhart, constant handtekeningen aannemend.
En nu had hij nog steeds niets tegen Ron gezegd over die stekende pijn!
Hij werd opgeschrokken door een bezorgde stem, die van Ginny kwam en zei:
‘Harry? Voel je je wel goed?’
Harry knipperde ene paar keer verdwaasd met zijn ogen. ‘Wûhh?’
‘Voel je je wel goed?’ herhaalde Ginny geduldig.
‘Natuurlijk niet, nu…’ begon Fred spottend, maar één blik van zijn moeder, die nog altijd de sterkste schakel in het gezin was (zelfs meneer Wemel was bang voor haar), deed hem het zwijgen opleggen.
‘Ik… Ja, echt wel!’ zei Harry, en hij zag tot zijn afschuw dat er eenkleverig bruin velletje op zijn chocomel was ontstaan.
Een soort 2e huid.
‘Acci lepel!’ klonk Georges stem door de keuken.
‘Hier,’ zei hij, terwijl hij de lepel naar Harry wierp.
‘Die velletjes heb ik nooit lekker gevonden.’
Harry pakte de lepel dankbaar aan, en begon in de vloeistof te roeren. Ontelbare kleine stukjes van het velletje tolden door de mok.
Tollen. Net als zijn gedachten.
Hij dacht aan Sirius. Meteen voelde hij het brandende verlangen om met iemand te praten, al zijn gevoelens te delen.
Eerst dach hij aan Charlie. Nee, dat was geen goed idee.
Als hij iedere dag ellenlange gesprekken met Charlie zou gaan voeren, voelde die zich net zo’n Dr. Phil, die had hij gezien op de televisie bij de Duffelingen.
Toen vermande hij zich.
Blijf bij het gesprek, dacht hij verwoed.
Straks dachten ze nog dat er serieus iets mis wat met zijn geestelijk welzijn!
Na wat een eeuwigheid leek, liepen de Wemels en Harry & Hermelien naar boven, geleidelijk aan achter deuren verdwijnend.
‘Welterusten,’ zei Harry toen minuten later tegen zijn beste vriend, die Koekeroekus voerde.
‘Doei,’ gaapte Ron.
‘Wat een dag, hè?’ mompelde Harry meer tegen zichzelf als tegen Ron, die het toch hoorde.
‘Ja, jemig, je wilt niet wéten wat ik dacht toen Omber achter jou die haard uitkukelde!’
Harry glimlachte tegen zijn dekens.
‘Ik denk dat ik dat inderdaad niet wil weten…’ zei hij, en hij sloot zijn ogen. |
_________________ hey love
awful happens all the time
don't let it kill you. |
|
  |
 |
LavenderBrown
Lid Wikenweegschaar


Verdiend:
398 Sikkels
Woonplaats: The Royal Fire Academy for Girls
|
Geplaatst:
Ma Dec 19, 2005 21:34 |
 |
- damn, ik wil nog steeds reacties hoor xP Nu weet ik niet meer of ik het goed doe! Blijven sturen hoor
<3 kus, Fleur ..
Enjoy the next part! -
‘Harry, hé!’
‘Ha, Potter. Mooi weertje, hè?’
‘Harry, jongen!’
Zijn hoofd tolde ervan.
Hij, Hermelien, Ginny & Ron hadden nog maar net een voet op de Wegisweg gezet toen er al van alle kanten groeten naar hem toe werden geslingerd.
Door volslagen vreemden!
‘Mooi weertje, m’n hoela!’ zei Ron knorrig, en hij voelde nijdig aan zijn verbrande neus.
‘Zullen we eerst naar Goudgrijp gaan?’ stelde Hermelien voor, ontspannen rondkijkend.
‘Is goed, ik heb bijna niets meer,’ antwoordde Harry, en hij trok even aan zijn (op 5 bronzen Knoeten na) lege geldbuidel, alsof die door zijn aanraking weer gevuld zou worden.
Gezamenlijk liepen ze naar het immense witte gebouw, om vervolgens de gigantische hal van de tovenaarsbank te betreden.
‘We doen het zo. Ieder zijn eigen kobold, en we wachten… daar op elkaar,’ wees Hermelien, en Harry volgde haar blik naar een fontein.
Een fontein waarbij een jongen stond met sluik blond haar. Een jongen die heel arrogant keek.
Bah…
‘Malfidus, mijn beste vriend’ zei Harry spottend, en hij liep naar een norse kobold, die maar om zich heen stond te kijken.
Ver van Malfidus.
‘Waarheen?’ vroeg hij kortaf.
Nou, klantvriendelijk boven alles, dacht Harry sikkeneurig.
Op dat punt, drie hoeraatjes voor Goudgrijp!
Hij noemde zijn kluisnummer en stapte samen met de kobold in een karretje.
Na een verbluffend snelle (en misselijkmakende) reis stond Harry voor zijn kluis.
Hij opende de deur nar zijn kluis; de deur die alleen hij open kon krijgen. Het doffe licht van bergen Galjoenen straalde hem tegemoet. Eén galjoen. Zijn geldbuidel trilde. Twee. Acht. Twaalf. Pas toen het buideltje vol zat, stopte hij. Toen kreeg hij een idee. Snel grabbelde hij een stuk of 10 galjoenen van een stapel, die rinkelend in zijn zak verdwenen. Maar daar zouden ze niet lang blijven. Langzaam draaide hij zich om.
‘we kunnen terug naar boven,’ glimlachte hij tegen de kobold, die hem ongeïnteresseerd aankeek en gebaarde dat hij in moest stappen. Brr. Weer zo’n dodemanstripje.
Toen hij eindelijk (wat nawankelend) bij de fontein aankwam, stond Malfidus er niet meer, maar ook Hermelien, Ron en Ginny waren in geen velden of wegen te bekennen.
Een paar minuten lang keek hij maar een beetje rond en zag de vreemdste tovenaars voorbijlopen, hun nek uitstrekkend in de hoop als eerste een beetje fatsoenlijke kobold te pakken te krijgen.
Toen knipte er iemand met haar vingers voor zijn neus. Ginny keek hem aan, terwijl ze zich op de marmeren rand van de fontein liet zakken en nadenkend met haar vingers over het koele steen gleed.
‘Ik hoop dat we een beetje vroeg klaar zijn in de stad, ik wil nog naar Niek,’ zei ze uiteindelijk.
‘Niek?’ vroeg Harry verbaasd. ‘Je had toch met Daan?’
Tot zijn verbazing (en ergernis) begon Ginny keihard te lachen. ‘Welnee, Daan is en blijft mijn schatje, maar Niek staat voor Nicole, nou ja, Anna-Nicole.’
‘En dat is?’
‘Mijn basisschoolvriendin.’ Nu snapte Harry het niet meer. Er waren toch geen baisscholen voor tovenaarskinderen?
Dat had Ron hem een keer uitgelegd.
‘Maar-‘ begon hij, toen hij dti aan Ginny wou vragen.
‘Ik ben als enige van het gezin naar een Dreuzelschool gegaan. Maar Niek weet dat ik een heks ben.
Ik heb het haar verteld toen ik voor het eerst naar Zweinstein ging.
Ze vond, en vindt, het hartstikke interessan.t maar goed,’ Ginny streek met haar vingers door haar rode haar.
‘Ah, daar zijn ze!’
Ze had gelijk. Ron kwam van links aangelopen en zag een beetje groen,
Hermelien kwam van rechts uit een karretje gestapt en leek helemaal geen kleur meer in haar gezicht te hebben.
Blijkbaar was Harry niet de enige die geen warme gevoelens koesterde voor de ritjes door Goudgrijp.
‘Wil je even uitrusten, Ron?’ plaagde Ginny, en Ron keek chagrijnig op, maar liet zich toen ook op de rand van de fontein zakken.
Harry nam plaats naast hem, en liet heel sluw de Galjoenen uit zijn broekzak in Ron’s geldbuidel vallen.
Ziezo. Toen Ron & Hermelien weer hun blozende zelf waren, verlieten ze Goudgrijp, en mengden zich weer onder het winkelend publiek, terwijl er nog regelmatig vriendelijke groeten naar Harry werden geroepen.
‘Zullen we langs Fred & George’ winkel gaan?’ suggereerde Harry, nadat ze een paar minuten doelloos rond hadden gezworven.
‘Ze zijn een week dicht,’ zei Ron, zijn hoofd schuddend.
‘We horen nu regelmatig explosies op hun kamer,’ voegd Ginny er aan toe.
‘Oké, dan eh… Klieder en Vlek?' vroeg Harry, en dat deden ze.
Nadat ze al hun schoolspullen bij elkaar hadden gesprokkeld, nestelden ze zich op het zonovergoten terras van Florian Fanieljes ijssalon.
Florian Fanielje was blijkbaar te druk bezig om zelf bestellingen op te nemen, dus kwam er een serveerster.
Een serveerster die Ron de adem benam.
‘Ah! Wat mag ‘et wez’n?’
‘Fleur!’ zei Harry vrolijk, terwijl Hermelien Ron nijdig in zijn zij porde.
‘ Ah, ‘allo ‘Arry!’ zei Fleur Delacour.
‘En Gienny, en ‘Ermelien… En Ron,’ glimlachte Fleur.
‘Willen jullie wat drienken?’
Ron gaapte haar aan.
‘Ja, heel goed,’ zei hij schor.
Fleur wierp hem één van haar verbluffende lachjes toe.
‘Nou, doe toch maar liever een sorbet voor ij,’ zei Hermelien ijskoud, haar ogen strak op Ron gericht.
Nadat Fleur vertrokken was, begonnen Ron & Hermelien ruzie te maken over elkaars belachelijke gedrag.
Pas toen Ginny & Harry zuchtend richting de Lekke Ketel liepen, stonden ze ook op, hun onaangeroerde ijsjes gewoon achterlatend.
‘Wel leuk…’ zei Ron ademloos. ‘Dat Fleur daar werkt, bedoel ik dan…’
‘Ja, heel leuk,’ reageerde Hermelien pinnig.
‘Kom. We-gaan!’ zei Ginny luid, en ze vertrok per Brandstof terug naar huis, op de voet gevolgd door Harry, die wel oppaste dat hij duidelijk articuleerde.
‘Oh, hoi, Harry, schat!’ begroette mevrouw Wemel hem hartelij, toen harry plat op zijn neus op de keukenvloer vile, zijn bril stukvallend.
‘Auw.’ Zei hij, boos. Mevrouw Wemel pakte zijn brli, mompelde ‘reparo!’ en gaf hem weer heel terug.
‘Dankjewel… Hé, waar is Ginny?’ vroeg Harry beduusd.
Hij krabbelde overeind, maar was nog maar half opgestaan toen er twee gedaantes vechtend op zijn rug belandden, waardoor hij meteen weer neerstortte.
‘IK ZEI JE TOCH; IK MOEST EERST GAAN!’ krijste Hermelien, en Ron schreeuwde dwars door haar heen:
‘HAD MIJ LATEN GAAN! EGOISTISCH KRENG!’ Maar zijn reeks vervloekingen daarna werden gesmoord door de hand van mevrouw Wemel, die hem ruw overeind sjorde.
‘NAAR JE KAMER!’ gilde ze.
Ron sjokte nors naar zijn kamer, na nog één woedende blik op Hermelien.
Harry volgde hem.
‘Eh, waarom wilden jullie zo graag als eersten weggaan?’ vroeg hij, terwijl Ron de kamerdeur achter zich dichtsmeet en op bed neerplofte en Harry met een uitdrukkingsloos gezicht aankeek.
‘Gladianus Smalhart is ontslagen uit het St. Holisto. Of hij is ontsnapt, weet ik veel. Hij wilde in ieder geval zo snel mogelijk zo veel mogelijk handtekeningen aan ons uitdelen. We wilden té graag weg, en toen deed hij zowat Omber’s actie na… Freak.’ |
_________________ hey love
awful happens all the time
don't let it kill you. |
|
  |
 |
LavenderBrown
Lid Wikenweegschaar


Verdiend:
398 Sikkels
Woonplaats: The Royal Fire Academy for Girls
|
Geplaatst:
Di Dec 20, 2005 21:04 |
 |
- Heey bedankt voor de reacties Still like it, hoh?
Weer een nachtelijke inspiratiebron gehad .. Have fun * of niet *...
Pb'tjes gewenst!!
<3
Fleur -
‘Smalhart?’ grinnikte hij. Ron knikte beschaamd en beledigd tegelijk.
‘Hé, je had hem moeten zien!’ verdedigde hij zichzelf.
‘Hij is echt niet bij zijn volle verstand, hoor!’
Harry snoof. ‘Is hij dat ooit geweest dan?’
Ron antwoordde niet. Hij keek een beetje dromerig voor zich uit, overduidelijk met zijn gedachten bij Florian Fanieljes winkel.
‘Vraag je haar ooit nog eens mee uit?’ vroeg Harry grijnzend.
Ron schrok. ‘Ja, dág! Als je zag hoe ze reageerde toen ik haar-‘
Zijn stem stokte; blijkbaar was hij zijn aanzoek voor Fleur om destijds met haar naar het Kerstbal te gaan nog niet vergeten.
Toen schudde hij zijn hoofd, alsof hij negatieve herinneringen zoals die even uit hem wilde schudden.
Harry & Ron spendeerden de volgende 3 uur (met een korte onderbreking tijdens het avondeten) op Ron’s kamer, pratend over dingen als Fleur Delacour tot de nieuwe leraar voor Verweer tegen de Zwarte Kunsten.
En dat, dacht Harry toen hij die avond uitgestrekt op bed lag, naar het schuine plafond starend, waren gesprekken die je alleen met een beste vriend had.
De volgende dag drentelde Ginny doodgemoedereerd de keuken binnen, met een reistas in haar hand.
Toen viel het Harry pas op dat hij haar tijdens het uitgebreide ontbijt (eieren met spek, worstjes, gebakken tomaten, toast & nog veel meer) had gemist.
‘Waar ben jij geweest?’ vroeg hij verbaasd, en kon zichzelf wel voor zijn kop slaan.
Hij was haar moeder toch niet?
Maar Ginny glimlachte. ‘Bij Nicole blijven slapen.’
Harry werd inmiddels wel een beetje nieuwsgierig naar die Anna-Nicole.
Hij had Ginny nog nooit over haar horen praten, maar nu was het opeens Niek-dit Niek-dat.
Eigenlijk was het ook niet zó verwonderlijk: tijdens haar eerste 3 jaar op Zweinstein had Ginny nauwelijks tegen hem durven praten!
Hij schrok op uit zijn overpeinzingen door mevrouw Wemel, die aan haar dochter vroeg:
‘En schat, wat hebben jullie allemaal uit-ge-spookt?’
op een giechelig toontje, alsof dat haar & Ginny’s geheimpje was.
Ginny’s gezicht straalde toen ze zei:
‘We hebben ons opgemaakt (‘Neppe troep!’ snoof Hermelien. ‘Néé, je bent nog maar vijftien!’ riep mevrouw Wemel geschokt) en een DVD gekeken, en bijgekletst.’
‘Over wat?’ vroeg Charlie.
‘Jongens, zeker,’ knipoogde Bill.
‘Een DVD? Wat is dat?’ vroeg meneer Wemel oprecht geïnteresseerd, met een verlangende blik.
Ginny legde alles uit.
Harry genoot altijd van die leuke familiegesprekjes. Híj had ze nooit gehad, vroeger.
En toen Voldemort mijn ouders afmaakte, kón ik nog niet eens praten, dacht hij verbitterd.
3 weken lang ging het leven in het Nest zo zijn gangetje.
Harry Zwerkbalde, liep door Greenwich met Ron & Hermelien, werd geïntroduceerd in de nieuweste uitvinding van Fred & George (Strak-Tappers, dansschoenen die je cadeau deed en die vervolgens bij het slachtoffer om de voet hechtten en een wilde tapdans begonnen) en had het naar zijn zin.
Op de laatste avond van de vakantie, terwijl de hutkoffers al ingepakt & wel boven stonden, zat het trio & de overige Wemels gezellig in de huiskamer.
Mevrouw Wemel was babymutsjes aan het breien met behulp van haar toverstok, voor de ‘vijfling van haar achterachternicht van haar tante Marge, Peggy.’
Hermelien keek van over haar boek (het heelal en al zijn fascinerende aspecten – een verhaal van een verstoten centaur) afgunstig toe hoe mevrouw Wemel moeiteloos mutsen produceerde die niet op korstige overnhandschoenen aangevallen door Fisteldistelpus leken.
Toen ging de bel.
Harry, die met Bill eeen ‘maak van lood goud’ spreuk (leve de afschaffing van de Restrictie op Toverkunst voor minderjarigen) probeerde uit te vinden, sprong op en riep:
‘Ik ga wel!’
Fred grijnsde: ‘Hé, ma, kunnen we hem aannemen als loopjongen? Dan hoef ik tenminste nooit meer mijn welgevormde achterwerk uit deze heerlijke stoel te schuiven, zoals jullie me altijd laten doen.’
Harry liep glimlachend naar de hal en trok de voordeur open, die licht krakend openzwaaide.
‘Hallo, Harry, zou je vader en moeder even voor me willen roepen? Ik wil wat met ze bespreken.’
Het was Percy… Harry snoof.
Percy bracht het allemaal op een toon of hij zich het laatste jaar niet als een idioot had gedragen tegenover zijn ouders – en Harry zelf.
‘Ja, goed.’ Zei Hary echter toonloos en liep terug naar de woonkamer.
‘Meneer Wemel, mevrouw Wemel, of jullie naar de hal willen komen.’
Lichtelijk nieuwsgierig liepen de twee oudste Wemels naar de hal, terwijl iedereen in de huiskamer aan Harry vroeg:
‘Wie is het?’ Harry antwoordde, maar zijn woorden gingen verloren in de schrille kreet die mevrouw Wemel slaakte.
Zelfs door de muren heen hoorden ze haar Percy knuffelen, constant:
‘Zó lang!’ roepend.
‘Wie is het nou?’ siste Ron.
‘Percy,’ herhaalde Harry.
George vloekte luid en stond met gebalde vuisten op, maar Fred trok hem terug.
‘We gooien hem later wel met zijn gezicht in een modderpoel ofzo,’ zei hij voor zijn doen kalmerend. Dat leek George wel een geschikt alternatie te vinden, hij bleef in ieder geval zitten.
De rest van de Wemels waren blijkbaar ook niet gecharmeerd over Percy’s terugkeer naar het Nest.
‘Had hij koffers bij, Har?’ vroeg Ron met zijn blik op de klok met de wijzers van het gezin Wemel, die alle 9 op thuis stonden.
Harry schudde zijn hoofd.
‘Dat brengt hoop,’ gromde Ginny.
‘Kom nou, jongens,’ zei Hermelien zenuwachtig.
‘Hij kan…’
‘HERMELIEN!’ klonk het uit 7 monden.
‘We hebben zo onze redenen om hem te verachten,’ zei Bill serieus.
‘Ma-‘
‘Hermelien, houd je erbuiten. Dit is een familie kwestie.
Jij weet niet wat hij allemaal heeft gezegd!’ zei Ginny, die probeerde met haar blik een gat in de deur te branden.
‘Wel in grote, lijnen, om-‘ begon Hermelien weer, maar Harry trok haar omhoog uit haar stoel en zei, voornamelijk tegen Hermelien:
‘Wij gaan wel even naar boven.’ Hermelien keek hem woedend aan, maar stribbelde niet tegen toen Harry haar mee naar boven sleurde.
‘Hárry, ik had het kunnen sussen1’ sputterde ze toen ze weer op Ron’s kamer waren.
Harry zuchtte.
‘Nee, dat kon je niet. We weten inderdaad niets van Percy’s vertrek toen.’
Hermelien staarde een poosje zwijgzaam voor zich uit.
Na een paar minuten zei ze:
‘Weet je …’ maar Harry werd weer aangevallen door de pijn in zijn hals en tegelijk door een scheurende steek in zijn litteken.
Hij greep beide plekken vast.
‘AAAH!’ brulde hij, maar klemde toen meteen zijn kaken op elkaar.
Hermelien knielde direct neer naast zijn bed.
‘Wat is er?’ vroeg ze op scherpe toon.
Harry voelde de pijn langzaam wegebben en haalde diep adem. Als hij nu ‘niks’ zou zeggen, zou Hermelien alleen maar meer vragen stellen.
Stukje bij beetje vertelde hij haar over de zijn, en wat hij net had gevoeld.
Hermelien keek hem gekweld aan.
‘Oh Harry…’ begon ze, maar ze wist niets uit te brengen, dus omhelsde ze hem maar.
Het voelde goed.
Harry trok haar tegen zich aan en rook haar haar.
Het rook naar perzik.
Hij verstarde en duwde haar van zich af.
‘Wat?’ vroeg ze bezorgd.
‘Je ruikt… net als Cho,’ zei Harry treurig, overvallen door herinneringen.
Cho…
‘Oh, Harry, sorry,’ zei Hermelien, en ze leek het te menen.
‘Dat wist ik niet.’
‘Zou je…’ begon hij nerveus, en hij keek haar recht aan.
‘Zou je het niet tegen iemand willen zeggen?’
Hermelien knikte ter bevestiging.
Harry glimlachte, al was het met moeite.
‘Dat kon je ook niet weten, tenzij je haar ook in een innige omhelzing hebt gehad…’ |
_________________ hey love
awful happens all the time
don't let it kill you.
Laatst aangepast door LavenderBrown op Do Dec 29, 2005 19:32; in totaal 1 keer bewerkt |
|
  |
 |
LavenderBrown
Lid Wikenweegschaar


Verdiend:
398 Sikkels
Woonplaats: The Royal Fire Academy for Girls
|
Geplaatst:
Wo Dec 21, 2005 19:42 |
 |
elloo qt's,
bedankt voor jullie reacties ( i want to thank all my fans, my managers, and my friends and family who supported me só much and helped me with writing these... four pages in microsoft word )
have a nice reading time ^^
het is miss. beetje kort, maar ja .. in de kerstvakantie wordt de geleden schade hersteld xP
<3 Fleur
Hermelien giechelde een beetje zenuwachtig.
Plotseling zag Harry een vleeskleurig touwtje vanonder Ron’s bed steken.
‘Hangoren…’ zei hij langzaam.
Hermelien’s nervositeit leek het toppunt te hebben bereikt.
‘Harry…?’ piepte ze. ‘Dit kunnen we eigenlijk niet maken, hè? Ze zeiden zelf dat het privé was…’
Harry griste de Hangoren vanonder het bed.
‘Ja, was,’ zei Harry simpeltjes, en hij gooide haar een kluwen van de touwtjes toe.
Zelf propte hij het Hangoor in zijn oor en liet het onder de deuren door naar beneden glijden.
harde stemmen klonken, alsof de mensen die praatten gewoon naast hem stonden, opgelaten in zijn oor.
Hij zag dat Hermelien hetzelfde had gedaan.
‘Percy…’ klonk Bill’s stem kil in zijn oor; zo had Harry hem nog nooit gehoord.
‘Een jaar, een HEEL LANG JAAR, laat je ons in de steek, zélfs nadat jij en die andere slijmballen van Droebel óók overtuigd waren van Jeweetwels terugkeer, EN NU KOM JE OPEENS BINNENVALLEN ALSOF HET GISTEREN WAS?’
Naast een hoop instemmend gemompel, hoorde Harry Percy zeggen, met een merkwaardig kalme stem:
‘Tut tut… Vader en moeder hebben het me net vergeven, waarom kan jij je slimme hersentjes er dan niet toe zetten hetzelfde te doen?’
Nu klonk heel duidelijk het knarsen van diverse tanden en Ron die schreeuwde:
‘PA EN MA KAN JE HEBBEN OVERTUIGD, MAAR IK BEN NOG LANG NIET IN STAAT OM NAAR JE SCHIJNHEILIGE ROTKOP TE KIJKEN!’
Bam, bam.
Stampende voeten, ditmaal niet beneden, maar op de trap, vlakbij.
‘Hermelien!’ siste Harry, en hij snokte Hermelien’s hangoor los en propte die samen met die van hemzelf net op tijd onder het bed, want een tel later denderde Ron de kamer in.
‘ARGH! Ik ga slapen!’ snauwde hij.
Toen zijn ademhaling weer rustig en regelmatig was, fluisterde een verbouwereerde Hermelien tegen Harry:
‘Wist jíj dat hij zo superieur kon doen?’ doelend op Percy.
‘Nee,’ siste Harry nijdig terug.
‘Net zomin als ik dacht dat ik Percy niet nog meer kon haten.’
Hij draaide zich om en wurmde zich onder zijn dekens in zijn pyjama.
Toen hij zich omdraaide, vroeg hij:
‘Kun je niet beter terug naar Ginny? We moeten morgen naar school, weet je.’
Maar een reactie bleef weg.
Toen hij door het donker naar Ron’s bed tuurde, zag hij dat Hermelien tegen Ron aan in slaap was gevallen.
Het zag er heel lief uit, maar Harry dacht onwillekeurig toch:
‘Gadver, als ze maar niks krijgen…’
Hij zou de volgende ochtend al te weten krijgen dat hij zich daar hélemaal geen zorgen over hoefde te maken.
‘Ron! Harry! Opstaan… Hermelien?’’
Harry kwam slaperig overeind en vond zijn bril op zijn schoot.
‘Jullie moeten terug naar Zweinstein, maar wat doet zíj hier?’ vroeg mevrouw Wemel achterdochtig.
Harry kon een glimlach niet onderdrukken.
‘We waren aan het praten, en toen viel ze in slaap.’
‘Oh… Nou, maak ze in ieder geval wakker, de slaapkoppen.’
Hoorde hij tederheid in haar stem?
Ze banjerde met grote passen de kamer uit, al roepend: ‘Fred, George! Werken!’ gevolgd door een kwaad protest.
‘Hé, tortelduifjes, opstaan!’ zei Harry luid en Ron en Hermelien werden tegelijk wakker en gingen overeind zitten.
Toen zagen ze elkaar, wat vreemde reacties opleverde.
Ron schreeuwde iets met veel woorden die zijn moeder zouden laten flippen, en Hermelien wierp zich overeind, stamelend:
‘Béétje gênant…’ en rende snel weg.
‘Tijd om je te schamen komt later, we moeten nu eten en zorgen dat we op tijd in Kings Cross zijn,’ zei Harry vrolijk, terwijl hij in zijn kleren schoot en een verdwaalde kam oppakte, die geen enkel effect op zijn warrige haar had.
Ron volgde hem de kamer uit.
‘Eh-Ron?’ klonk de stem van Ginny vanaf de trap.
‘Zou je je niet eerst eens aankleden?’
Ron vloekte en schoot met rode oren terug zijn kamer in, terwijl Harry zich omdraaide om Ginny te begroeten.
Maar in plaats van hartelijke woorden die over zijn lippen rolden, klapten zijn kaken een paar keer geluidloos open en dicht.
Ginny’s haar glansde, ze had iets met haar wimpers gedaan en ze had een kleurtje op haar lippen.
Ze droeg een strakke spijkerbroek & een weinig verhullend topje.
‘Ginny-hoe?’ begon Harry, en Ginny bekeek zichzelf.
‘Oh, shít!’ ze sprintte terug naar boven en kwam naar beneden, een lange, stoffige jurk over haar kleren aantrekkend.
Haar haren bond ze in een slordige knot.
Harry wilde weer iets zeggen, maar ze legde een vinger op zijn lippen en fluisterde:
‘Verrassing voor Daan van Nicole… En een beetje van mezelf,’ en Harry grijnsde.
Samen liepen ze naar beneden, waar mevrouw Wemel lichtelijk in paniek raakte.
Ze was verscholen achter bergen boterhammen.
Meneer Wemel kwam binnen, pakte zijn boterhammen, trok zijn gewaad recht en kuste zijn vrouw op haar wang.
Hij riep nog: ‘Een goed schooljaar, jongens!’ en Verdwijnselde.
Bill, Charlie en mevrouw Wemel zouden wel weer meegaan naar het station.
Toen kwamen er twee slaapdronken hoofden vanachter de deur vandaan.
‘Ma, we blijven nog even liggen,’ deelde George mee, maar hij was al wel aangekleed.
‘Geen spráke van! Hup hup, naar het werk!’ beval mevrouw Wemel hen.
Ook zij kregen een stapel boterhammen, gevolgd door een kus van hun moeder, en verdwenen in het niets.
Even later klonk er een luide knal; Fred was terug.
Hij greep naar een sportschoen en een sok en was weer weg.
‘Nou, jullie, eten!’ zei mevrouw Wemel gebiedend, en Hermelien, Ginny en Harry begonnen snel hun ontbijt weg te werken.
Even later kwam Ron binnen, zorgvuldig Hermelien’s blik vermijdend, terwijl zij vuurrood werd.
Toen Harry & Ginny om hun hutkoffers gingen, vroeg ze nieuwsgierig:
‘Wat is er met hún?’
‘Heb je Hermelien niet gemist vannacht?’ grijnsde Harry.
Ginny’s ogen werden groot.
‘Oh, bedoel je…?’
‘Per ongeluk, hoor,’ knipoogde hij.
Ginny giechelde.
‘Ah, ik wens jullie een SUPER schooljaar toe!’ zei Charlie vrolijk met zijn ogen op de vuurrode stoomtrein gericht.
Bill omhelsde eerst Ron, toen Ginny en Hermelien, die hem blozend aankeek.
Harry kreeg een handdruk en een knipoog.
Mevrouw Wemel ging na of Ron alles bij had, tot die haar opsomming beu werd en brulde:
‘Já, ma!’
Harry streelde Hedwig, die in haar kooi zat;
Ze was een paar weken terug al naar het huis van de Wemels gevlogen.
‘Waar is Percy nou?’ vroeg Harry zacht aan Ginny.
‘Kamer,’ antwoordde ze kortaf, en mompelde toen tegen hem: ‘Blijf voor me staan, Daan mag me pas zien als dit ding uit is…’
Eindelijk stapten ze de trein in.
Ron & Hermelien moesten eerst even naar de klassenoudstencoupé, maar hij zat er niet meer zo mee, al vond hij het feit dat hij hun koffers mocht dragen niet zo amusant.
Hij en Ginny sleurden de zware koffers naar een lege coupe achterin, toen de trein begon te rijden.
Eindelijk terug, terug naar zijn échte huis… |
_________________ hey love
awful happens all the time
don't let it kill you. |
|
  |
 |
LavenderBrown
Lid Wikenweegschaar


Verdiend:
398 Sikkels
Woonplaats: The Royal Fire Academy for Girls
|
Geplaatst:
Vr Dec 23, 2005 18:37 |
 |
- Ollaa, mede-vakantie hebbers!
hier weer een nieuw stukje... Eindelijk terug naar zweinstein
Bedankt voor de reacties... Ik heb nog steeds graag Pb'tjes, dus aarzel niet en geef je 'ongezoute' mening
Have a happy holiday! Ik hoop lekker veel te kunnen posten deze vakantie...
<3
Fleur -
‘Harry?’
Harry schrok op. Hij had een beetje doelloos voor zich uit zitten staren en aan Zweinstein gedacht. Hij kon zijn hemelbed al zo’n beetje voelen.
‘Harry?’ herhaalde Ginny, die inmiddels weer in haar nieuwe outfit tegenover hem zat.
‘De mevrouw vraagt of je wat wilt eten…’ zei ze langzaam, gebarend naar het oude vrouwtje met het etenskarretje dat naast hun stond.
‘Oh!’ zei hij verward, en hij begon zijn geldbuidel leeg te schudden.
Nog genoeg om het hele karretje leeg te kopen.
‘Eh- doe maar 2 ketelkoeken, een zak chocokikkers, en wat – wat zijn dat?’
De heks glimlachte vriendelijk.
‘Kaneelstokken, die ken je als tovenaar niet zeker, hè? Ik ben eens in de Dreuzelwereld gaan rondkijken, weet je…’
Harry staarde haar aan.
Een heks met snoep uit de tovenaarswereld, komt met kanéélstokken?
‘Eh, doe er daar maar 4 van…’
Hij moest nog wel aan Ron en Hermelien denken…
Ron zou woedend zijn als hij niks te eten had, behalve de kleffe boterhammen van thuis.
‘Alsjeblieft lieverd, dat is dan 6 Galjoenen en achttien Sikkels.’
‘Hier… Hou de rest maar.’
Harry gaf een ketelkoek aan Ginny, die afgunstig keek naar al het geld wat in de handen van het vrouwtje lag.
‘Wil jij ook nog wat, liefje?’
‘Eh… Nee, doe maar niet, dank u.’
Harry keek haar gekweld aan. Hij zou zo graag al zijn geld aan de Wemels willen geven.
Het enige wat hij er van kocht was snoep en wat schoolspullen…
‘Dat was afgríjselijk!’ Hermelien kwam kwaad de coupé binnenstormen.
‘Malfidus deed weer of hij alles was, en toen iedereen weg was, óh Ron laat je nou maar gewoon zien…’
Ron kwam aarzelend binnengeschuifeld.
‘Oh god…’ zei Ginny.
‘Ron, wat heeft hij in vrédesnaam gebruikt?’
Harry keek Ron aan en kneep even zijn ogen dicht om niet te lachen.
Ron leek een beetje op de aliens die Dirk altijd doodschoot in zijn videospelletjes.
Hij zag helemaal groen en overal op zijn gezicht zaten kleine kratertjes en littekentjes.
‘Ron, ik geloof dat ik hier iets over heb zien staan in mijn boek… Als je héél even rustig wacht…’ begon Hermelien ongeduldig, en ze drukte Ron op een stoel en begon in haar eigen hutkoffer te rommelen.
‘RUSTIG WACHTEN? WÁCHTEN? KIJK WAT ER MET MIJN GEZICHT IS GEBEURD!’
‘Ik heb het al gezien,’ zei Hermelien gesmoord (haar hutkoffer was overvol en er schoot een t-shirt uit dat in haar gezicht bleef hangen), ‘en het was weerzinwekkend.’
‘Oh, Ron, ze vindt er vast wel iets op,’ zei Ginny, en Harry hoopte dat ze gelijk had.
Hij bood Ron een kaneelstok aan, die hij achterdochtig bekeek.
‘Wat is dit? Is dit nieuw?’ vroeg hij, naar de kaneelstok starend alsof Draco Malfidus er plotseling uit zou springen.
‘Iets wat Dreuzels eten, het is heel lekker hoor…’
Hermelien kwam weer tevoorschijn en zei:
‘Aha! Ik wist het! Ron, even heel stil zitten…’
Dat deed Ron. Nou ja, hij bleef heel stil zitten tot hij een hap uit de kaneelstok nam.
‘Rón! Wil je van dat gezicht af, of niet?’ vroeg Hermelien geërgerd.
‘Oké, daar gaan we…’
Hermelien haalde diep adem en trok haar toverstok, die ze midden op Ron’s gezicht gericht hield.
‘Kan dit geen kwaad?’ piepte Ron.
‘Welnee, heb ik ooit een spreuk fout gedaan?’
Harry ging zijn geheugen na.
Had ze óóit een spreuk fout gedaan?
‘Nee,’ gaf Ron toe, maar Hermelien was al bezig.
‘Almeluci Deveriso!’
Het was heel vreemd (zelfs voor Harry, die de meeste toverdingen nu al wel gewend was).
Overal schoten stukjes groene huid weg, en op Ron’s gezicht werd een soort masker gevormd; zijn oude huid kwam terug.
‘Heel knap, Griffel,’ zei de koele stem van Draco Malfidus vanuit de deuropening naar Hermelien, die tot een seconde geleden heel zelfvoldaan had gekeken.
‘Waarom kun je ons niet één treinreis met rust laten, Malfidus, als je toch zo’n hekel aan ons hebt?’ vroeg Harry agressief.
‘Harry, Harry!’ zei Draco op een vadertoontje wat Harry niet aanstond.
‘Wat een belediging! Ik geef ons Modderbloedje hier net een complimént! Voor het geval je gevoelige oortjes ook littekens op hebben gelopen, ik zei:
Heel knap, Griffel.’
‘Ik ben niet doof, dank je.’ Reageerde Harry ijzig.
‘Maar voor je weer met je vermeende ‘complimentjes’ gaat strooien, wil je ons dan alsjeblieft met rust laten? Dan hoeven je rotsblokjes hun logge lijven ook niet in te spannen…’ zei hij met een blik op Korzel en Kwast, die onnozel kijkend op een chocokikker beten.
‘Om je tot moes te slaan?’
‘Nee, om jóu weg te slepen, Malfidus,’ zei Harry liefjes.
Malfidus werd roze en verdween, mompelend: ‘Ik krijg hem nog wel…’
‘Heb je trouwens Malfidus’ schoolresultaten gehoord?’ vroeg Ron aan Harry, nadat hij uitgebreid zijn gezicht had bestudeerd in Hermelien’s spiegeltje en haar een aantal keer had bedankt.
‘Nee?’ zei Harry nieuwsgierig, denkend aan zijn eigen SLIJMBAL-resultaten.
Tot zijn grote verbazing had hij drie Uitmundends gehaald;
Voor Bezweringen, Verweer tegen de Zwarte Kunsten en Verzorging van Fabeldieren.
De rest was allemaal ‘Acceptabel’ en ‘Boven verwachting,’ behalve Waarzeggerij.
Voor Toverdranken had hij ‘Boven verwachting’ gehaald, maar hij wist niet of Sneep dat sarcastisch had bedoeld.
‘Nou,’ zei Ron lachend, ‘Hij heeft maar drie A’s gehaald en voor de rest allemaal D’s! Wat zal zijn pa kwaad zijn geweest! Nu kan hij nooit meer zeggen dat ík maar een domme Wemel ben,’ voegde hij er verbitterd aan toe.
‘Ben je ook niet, Ron,’ zei Hermelien troostend.
Nadat ze Harry’s halve snoepvooraad op hadden gewerkt, zag Harry in de verte het station al staan.
‘We zijn er bijna!’ zei hij, zijn adem stokkend.
Ginny had zich verontschuldigd bij Ron, Harry en Hermelien en was naar Daan gegaan, terwijl Ron woedend zei:
‘En wat heb jij trouwens aan?’
Ze was snel de coupé uitgevlucht.
‘Kom, jongens…’ zei Hermelien, en ze sleurde Ron & Harry overeind, die allebei nog zoveel mogelijk snoep in de zakken van hun net aangetrokken gewaden stopten.
‘EERSTEJAARS HIERHEEN!’ was het eerste wat ze hoorden toen ze de trein uitstapten.
Glimlachend zwaaiden ze gedrieën naar Hagrid, die even ontzagwekkend groot als altijd de eerstejaars rond hem heen aan het verzamelen was.
‘Alles kits, Harry?’ vroeg hij naar traditie.
Harry knipoogde bij teken van instemming.
‘Kom, kom, straks missen we de koetsen!’ zei Hermelien gehaast.
‘Wat héb jij?’ vroeg Ron geïrriteerd.
‘Ik heb gewoon geen zin om het meer over te zwemmen om op Zweinstein te komen,’ zei Hermelien hooghartig, terwijl ze Harry een koets introk, waar een elegante, magere Terzieler voor stond, met zijn hoeven schrapend.
De Terzieler stond op het punt om te gaan lopen, waardoor Harry genoodzaakt was Ron, die chagrijnig naar Hermelien keek, aan zijn mouw in de koets te sleuren.
‘Ik kan zelf lopen hoor!’ zei hij nors, terwijl hij neerzakte op een bank in de muf ruikende koets.
‘Dat weet ik wel, ik heb je alleen een stuk bespaard…’
De rest van de reis zwegen ze, terwijl Hermelien aan één stuk door iets zat te mompelen.
‘Niet fluisteren in gezelschap!’ snauwde Ron.
‘Tegen wie zou ik moeten fluisteren?’
‘Tegen jezelf, misschien word je wel schizofreen.’
Hermelien snoof en Harry zuchtte diep, lekkere sfeer op de laatste dag voor de schoolweek begon!
‘Ah, meneer Potter, meneer Wemel, mevrouw Griffel, gaat u zitten, de sorteerceremonie zal zo beginnen.’
Professor Anderling stond met haar mond als een horizontale lijn kaarsrecht in de deuropening van de Grote Zaal, maar haar ogen lachten hen toe toen ze hen begroetten.
‘Dag, professor!’ zei Hermelien, en Harry volgde haar voorbeeld.
Ron knikte alleen maar.
Toen het trio zich naast Marcel Lubbermans liet neerzakken aan de afdelingstafel van Griffoendor, begroette die hen haastig en staarde toen naar een onbekend punt aan de andere kant van de zaal.
‘Waar kijk je naar, Marcel?’ vroeg Hermelien geïnteresseerd.
‘Malfidus…’ antwoordde hij, zonder zijn blik te verplaatsen.
‘Waarom? Ik zou voor geen Galjoenen zo lang naar die lelijke kop zitten staren,’ zei Ron, en hij wreef even over zijn wang, om er zeker van te zijn dat er geen putjes in waren verschenen.
‘Hij heeft beloofd dat – dat hij me zou vervloeken zodra hij me in het oog kreeg,’ zei Marcel. ‘Zojuist in de trein, hij zei dat hij – dat, dat, dat hij nog even de goede vervloeking op moest zoeken…’
‘Oh, wij beschermen je wel, Marcel. Denk je echt dat hij met leraren in de buurt zo stom is om je aan te vallen?’ Hermelien keek even vijandig naar de tafel van Zwadderich, waar Patty Park nijdig terugkeek.
‘Heeft ze een nieuw kapsel?’ giechelde Hermelien, en Harry keek nu ook nog eens goed.
Patty’s haar stond rechtovereind.
‘Wow!’ zei Simon, die tegenover Ron ging zitten.
‘Die Korzel, hij is nog stommer dan ik dacht…’
‘Korzel?’ vroeg Harry. ‘Wat heeft die er mee te maken?’
Simon barstte in lachen uit.
‘Had je het nog niet gehoord? Net toen we uit de trein stapten, wilde Korzel jou van achteren vervloeken. Misschien heeft zijn vader hem wat trucjes geleerd. Maar hij had zijn toverstok verkeerd vast en hij elektrocuteerde Patty Park, en blijkbaar kan ze haar kapsel niet meer normaal krijgen!’
Hij wees op Patty, wiens haar recht overeind stond.
‘Dat ik dat heb moeten missen….’ Begon Hermelien spijtig, maar haar blik verschoof naar een ander punt in de zaal.
‘Oh, de eerstejaars! Stil zijn,’ zei ze gebiedend tegen de vier jongens, die alle vier al zwegen, maar dat had ze niet door.
Harry bekeek de eerstejaars. Stuk voor stuk zenuwachtige, kleine opdondertjes.
Plotseling viel zijn mond open.
‘Dat is Mark! Mark Evers!’ zei hij verbluft.
‘Mark Evers?’ vroeg Ron verbaasd. ‘Wie is dat dan weer?’
‘Hij woont bij mij in het dorp… Gaan alle zielige jongens die gepest worden en een bril dragen naar Zweinstein, als ze uit Nieuw Zanikem komen, ofzo?’
Niemand reageerde, de eerste tonen ontsnapten uit de denkbeeldige mond van de sorteerhoed.
‘Meer dan duizend jaar gelee,
Toen waren de stichters nog in vree…
Toen was de toverwereld in harmonie,
En was Zweinstein nog een veilige locatie!
Maar Griffoendor,
Die moed aangeeft,
En Huffelpuf,
Die alles aanneemt wat geen specialiteiten heeft,
En Ravenklauw,
Voor de slimme geesten,
En dan Zwadderich,
Voor sluwe beesten,
Werkt samen, blijft eensgezind,
Dan haalt u uw doel gezwind.
Vertrouwt op elkander, blind,
En bewijst uzelf… als Zweinsteins kind
‘Eh… hij wordt elk jaar serieuzer!’ mompelde Ron, maar hij kreeg een nijdige por van Hermelien, want de eerste eerstejaars werd opgeroepen door professor Anderling, wie het kleine jongetje nogal aangstaanjagend scheen te vinden.
‘Abbings, Abel!’
De sorteerhoed deed bijzonder lang over het sorteren van Abel Abbings, maar uiteindelijk schreeuwde hij:
‘GRIFFOENDOR!’
De hele Griffoendor tafel juichte, terwijl het jongetje naar hen toe wandelde en snel op de bank neerplofte.
De volgende drie eerstejaars werden bij Ravenklauw ingedeeld, bij wie iedereen onophoudelijk juichte.
‘Jeetje, krijgen wij geen nieuwe Griffoendors meer, ofzo?’ vroeg Ron, toen er een meisje genaamd Natascha Cabbelink naar Huffelpuf slenterde.
Maar direct daarna kwamen er twee Zwadderich’s, en toen was Mark Evers aan de beurt.
‘Stil,’ zei Harry tegen Ron, die zijn mond open wilden doen als commentaar op de nieuwe Zwadderich-eerstejaars.
De sorteerhoed had geen tijd nodig:
‘GRIFFOENDOR!’
Mark drukte de hoed in de handen van het meisje na hem (Rita Ewouters) en holde naar de afdelingstafel, waar hij met een opgelucht gezicht naast Abel Abbings ging zitten, die hij schijnde te kennen.
Toen de sorteerceremonie afgelopen was, waren ze 16 Griffoendors en vele schalen eten rijker.
‘Hmm,’ zei Ron, die meteen zijn bord volschepte met heerlijk geurende etenswaren.
Hermelien scheen niet van plan te zijn om ooit nog voor huis-elfen haar eten te staken, en begon ook van alles naar binnen te werken.
Harry had niet zo’n honger. Mark Evers?
Hij liep om de tafel heen naar de jongen.
‘Hé, Mark!’ zei hij zo nonchalant mogelijk. ‘Ik wist niet dat jij een tovenaar was…’
‘Ha, Harry… Ik ben wel blij dat ik er één ben, ik viel haast van mijn stoel toen ik die brief kreeg! Met een uil! Mijn moeder viel flauw… En nu zal ik nooit meer na school opgewacht worden door al die jongens!’
Harry glimlachte. Hij kon zich heel goed voorstellen hoe Mark zich had gevoeld.
‘Was het allemaal niet vreemd voor je?’
‘Natuurlijk wel! Zo’n eerste keer… Vond je ook niet, Abel?’ vroeg Mark aan zijn vriend, die naast hem zat en behoorlijk schrok van het feit dat hem wat gevraagd werd.
‘Oh, ja, ik vind het ook… Heerlijke aardappelpuree…’ zei hij vaag, en richtte zich weer op zijn eten.
Mark schraapte zijn keel.
‘Eh… Dan zie ik je nog wel bij de … Griffoendor afdeling?’ vroeg hij aarzelend.
‘Ja,’ knipoogde Harry.
‘En Mark?’
‘Ja?’
‘Leuk dat je op Zweinstein zit… En als iemand je pest, zeg het maar…’ |
_________________ hey love
awful happens all the time
don't let it kill you. |
|
  |
 |
|
|