Harry Potter Forum index
Dit forum is gesloten. Bezoek nu de vernieuwde versie van HPF!
 Harry Potter Forum gesloten  •   Inloggen

 [AF] Merel, het Halfsnullenmeisje Volgende onderwerp
Vorige onderwerp

Sla dit onderwerp op als textbestand
Poll :: Hoeveel geef je me?

1/10
17%
 17%  [ 14 ]
2/10
2%
 2%  [ 2 ]
3/10
1%
 1%  [ 1 ]
4/10
3%
 3%  [ 3 ]
5/10
1%
 1%  [ 1 ]
6/10
12%
 12%  [ 10 ]
7/10
17%
 17%  [ 14 ]
8/10
10%
 10%  [ 8 ]
9/10
33%
 33%  [ 27 ]
Totaal aantal stemmen : 80


Auteur Bericht
Merel
Oude Forumnaam: Metje Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 72 Sikkels


Merel is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Mei 08, 2006 18:00 Terug naar boven Sla dit bericht op

Nog een stuk. (Logisch)Anderling knikte en wees naar de deur, als teken dat Merel weg moest gaan.
"BOE," riep Lien, die naast de deur op Merel had gewacht. Merel maakte een sprongetje van schrik.
"LIEN," zei Merel geërgerd.
"Wat?" grinnikte Lien.
"Ik schrok me bijna dood!" zei Merel boos. Lien zei niets. Woedend liep Merel door. Ze keek niet achter haar en Lien liep haar ook niet achterna.

"Merel! Daar ben je!" Equa liep opgewonden naar Merel.
"Anne-Lotte wil ons de weg naar de Ziekenzaal tonen!" zei ze met een hoge stem. Anne-Lotte kwam ook aangelopen.
"Komen jullie?" vroeg ze. Merel knikte. Ze was al lang vergeten wat er met Lien was gebeurd. Ze zwaaide haar rugzak op haar rug en begon blij met Equa en Anne-Lotte te praten. Anne-Lotte beschreef de weg heel nauwkeurig. Bij de Ziekenzaal namen ze afscheid. Anne-Lotte zou gaan beginnen aan haar huiswerk in de bibliotheek. Om een of andere reden bleven ze twijfelend staan aan de deur. Equa deed haar lange, bruine lokken vlug in een staart en klopte. Madame Plijster deed open.
"Mogen we Heleen even bezoeken?" vroeg Merel. Madame Plijster leek niet zo blij maar ging toch opzij om hen door te laten. Heleen had blijkbaar al bezoek. Perkamentus en Nemo zaten rond haar bed.
"-een groot probleem," hoorden ze Perkamentus zeggen.
"Dag, professor, Nemo en Heleen,"groette Merel ze alle drie.
"Goeiemiddag, meneer,Heleen en Nemo" mompelde Equa. Professor Perkamentus knikte vriendelijk en Nemo en Heleen, die rechtop in de kussens zat, zeiden tegelijk: "Hoi."
"Ik was net aan het vertellen dat het een probleem is dat Heleen niet tegen zwevende objecten kan," vertelde professor Perkamentus, "alle trappen bewegen namelijk. En de vlieglessen zijn uitgesloten." Heleen keek beteuterd.
"Ik mag straks mee met jullie naar huis," zei ze iets opgewekter.
"Nou, dan ga ik maar. Dan kunnen jullie gezellig bijkletsen. Dag allemaal," en met grote stappen was Perkamentus uit het deurgat verdwenen.
"Heleen? Nog dit drankje en je kan gaan. Ik loop even mee voor het geval er een trap begint te veranderen," zei madame Plijster. Ze gaf Heleen een lekker ruikend, felroze drankje. Heleen dronk het in een teug leeg en trok een vies gezicht.
"Aah, dat is zo vies," mompelde ze. Nemo grinnikte.

Heleen kwam veilig en wel aan in de leerlingenkamer. Een paar mensen kwamen kijken of ze het goed maakte. Heleen zei dat het allemaal goed ging en ging naar de slaapzaal. Daar was het minder druk en kreeg ze geen hoofdpijn. Ze zaten allemaal op de grond hun huiswerk te maken en Heleen een beetje bij te brengen van hun tweede schooldag toen Lien binnenkwam.
"Hallo," mompelde ze. Ze liep naar haar bed en deed de lichtgele gordijnen toe. Niemand keurde haar een blik waardig. Ze hadden veel lol.
"Nooit gedacht dat huiswerk maken zo tof kan zijn," merkte Heleen op en ze begonnen alle drie over de grond te rollen van het lachen. Tegen zeven uur gingen ze naar de Grote Zaal, wat veel tijd in beslag nam omdat ze niet op een zwevende trap wouden lopen. De laaste trap was op het nippertje. Heleen liep altijd vanvoor en Merel van achter. Eenmaal moest Merel springen om nog op de juiste verdieping te zijn. Vrolijk gingen ze verder. Nemo kwam naast Merel zitten en deed gezellig mee. Ze gierden het uit.
"Ow, opgepast, Anderling lijkt niet zo blij dat we zoveel lawaai maken," waarschuwde Equa. Ze aten vlug door om terug naar de leerlingenkamer te gaan. Deze keer was de route bewegendetrappen vrij. Ze gingen naar boven en begonnen nu rustiger te praten terwijl ze op hun bedden zaten.
"Wat is dat getik toch?" vroeg Heleen opeens. Merel haalde haar schouders op en keek rond.
"Daar!'' riep Equa. Ze wees naar het raam waar de schooluil vloog.
"Stefaan heeft teruggeschreven!" riep Merel blij.
"Wie is Stefaan? Je vriendje?" plaagde Heleen. Merel werd rood en zei: "Gewoon iemand dat ik ken, een vriend."
"Daarvoor moet je toch niet rood worden?" zei Equa. Merel glimlachte en opende de brief. Het was negen uur dertig en ze waren alledrie moe. Equa en Heleen liepen naar het kleine badkamertje.

Merel,

Ten eerste ben ik zeer trots op jou dat je de deur hebt opengekregen, mét toverkracht. En wat Imke betreft... Misschien ligt het inderdaad aan het feit dat je half snul bent. Dat lijkt me de enige mogelijke reden. En ik bergrijp wel dat je je ruzie met Imke niet aan je ouders wil vertellen. Nog iets. In welke afdeling zit je? En Imke? Wie zijn je vriendinnen? Mijn collega heeft een dochter die ook in de eerstes zit. Misschien ken je ze: Lien Vermeulen. Ik hoor nog wel wat van je?

Stefaan.

P.S.: Wat onbeleefd van me. Hoe gaat het met jou eigenlijk. Zonder die ruzie met Imke?


Zo dit was het. Ik ga nu een beetje gaan spelen met ons nieuw poesje. Het is zo grappig. BlIjF rEaGeReN!




Profiel bekijkenStuur privébericht
Merel
Oude Forumnaam: Metje Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 72 Sikkels


Merel is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Mei 13, 2006 14:12 Terug naar boven Sla dit bericht op

Weeral een stukkie! Blijf reageren!


Merel glimlachte. Toch iemand die haar begreep. Werkte Lien haar mama in de Snullenwinkel? Merel trok zich er niets van aan. Vlug schreef ze antwoord.

Hoi,

Alles goed hoor! Hoe gaat het met jou? Ik zit in Huffelpuf en Imke in Ravenklauw. Ik kan goed opschieten met Equa, Heleen en Nemo. Heleen is gisteren onwel geworden toen de begon te bewegen. Tot nu toe hebben we geen spreuken geleerd dus heb ik ook niet veel last gehad met de lessen. Zal ik veel last hebben met lessen door het feit dat ik halfsnul ben? Imke en ik zijn een nieuwe 'fase' van onze ruzie in gegaan. Ik en Equa hadden haast want we wouden Heleen gaan bezoeken tijdens de middagpauze en we wilden vlug eten. In mijn haast botste ik -je kan het al raden- tegen Imke. Ze werd weer heel boos. Ze verklapte bijna het feit dat ik halfsnul ben. Hoeveel keer schreef ik al in deze brief 'het feit dat ik halfsnul' ben? Teveel als je het mij vraagt. En tuurlijk ken ik Lien. Ze zit ook in Huffelpuf. Alleen is ze nogal gemeen tegenover mij, Heleen, Equa en Nemo. Zit het in de familie? Sorry, ik ben nogal grof...

Bey,

Merel


Merel herlas haar brief en knikte tevreden. Met veel moeite bond ze de brief aan de uil zijn poot, die was blijven zitten.
"Voor Stefaan, van de Snullenwinkel op de Wegisweg," zei ze tegen de uil, die wegvloog. Equa en Heleen kwamen uit de badkamer en Merel ging haar ook klaarmaken.
"Slaapwel," mompelde Heleen.
"Droom zacht," antwoorde Merel.
"Tot morgen," vulde Equa aan. Ze grinnikten even en vielen alledrie in een diepe slaap.

Deze keer sliepen ze uit. Het was tien uur toen Merel gewekt werd door een aangeklede Equa.
"Komaan, wakker worden! Slaapkop!" giechelde Equa.
"Wat is er zo grappig?" zei Merel met een schorre stem. Ze hoeste en Equa wees naar Heleen. Ze had haar deken van haar geslaan en ze lag met haar voeten op haar hoofdkussen. Haar mond was ook open en er liep een straaltje speeksel uit haar mond.
"Ieuw!" riep Merel. Lien werd kreunend wakker.
"Wil je niet meer zo gillen? Dank je," klaagde ze. Ze ging weer liggen en draaide haar om.
"Gaan we ze wakker maken?" vroeg Merel, die nu klaarwakker was. Equa schudde haar hoofd.
"Heb ik al geprobeerd. Zeker een halfuur lang, maar ze is niet wakker te krijgen," grinnikte ze. Merel kreeg een idee en liep naar de badkamer. Ze vond al snel wat ze zocht: een emmer. Ze vulde de emmer met ijskoud water en liep terug naar de slaapzaal. Toen Equa haar zag begon ze te lachen. Merel lachte terug en goot tien liter ijskoud water over Heleen.
"AAAA!" schrok ze wakker. Woeden en kletsnat keek ze Merel aan. Nog steeds woedend stapte ze uit haar bed, gritste de emmer uit Merel haar handen en liep naar de badkamer.
"Wat heeft ze nou?" vroeg Equa. Merel haalde haar schouders op.
"HAD IK NIET GEZEGT DAT JE STILLER MOEST ZIJN?" riep Lien en ze beende ook naar de badkamer.
"Sorry," verontschuldigde Merel zich.
"Wow, Merel. Dat moet een soortement record zijn. In nog geen minuut twee mensen woendend gemaakt," zei Equa. Merel glimlachte flauwtjes. Vlug begon ze maar de lakens van Heleen haar bed te verversen. Net toen ze toen ze de badkamer deur wou open doen om de vuile was in een wasmand te gooien ging de deur open met vervolgd door een mini- vloedgolf. Lien en Heleen hadden alletwee een enorme emmer vol met water over Merel gegooid. Equa gierde het uit van het lachen. Toen Merel van de schok was bekomen begon ze mee te lachen. Al gauw volgden Heleen en Lien ook.
"Nu is het mijn beurt," zei Equa geheimzinnig, toen ze uitgelachen waren. Ze ging naar de badkamer.
"Kom nu allemaal hier staan in een rij en doe je ogen toe!" zei ze. Ze wisten alledrie al wat ging komen maar ze deden het toch.
"AAA!" gilden ze alledrie tegelijk. Equa had in plaats een emmer gepakt een douchkop genomen en de douche helemaal opengedraaid en het op z'n koudst gezet. Nu was het water nóg kouder en nóg veel meer. Vlug nam Merel een emmer en terwijl Equa me bleef bespuiten vulde ze die met het water dat Merel opving. De emmer was verbazend rap vol en ze goot die uit over Equa uit.
"STOP!" gilde Lien na een tijdje gestoei. Lien wees op het water. Het stond al tot aan hun enkels.
"Oeps!" lachte Merel. Zo begonnen ze op te ruimen. Met Lien als vriendin erbij.

De Geschiedenis

Het was pas half twaalf toen ze klaar waren. Net toen ze beneden waren kwam professor Stronk de leerlingenkamer binnen. Ze liep naar het prikbord en zwaaide met haar toverstok. Er kwamen een paar beschreven papiertjes tevoorschijn. Met nog natte haren gingen Merel, Equa, Heleen en Lien gaan kijken. Het eerste briefje melde mee dat de proeftraining voor de jager en drijver vanmiddag zouden plaatsvinden. Het tweede gaf de data voor Zweinsveld. Deze waren niet voor eerstejaars. Maar het derde gold voor heel de school. Professor Kist was verdwenen en werd vervangen door de vrouwelijke professor Tiraï.
"Kijk, ik hoop dat haar lessen niet zo saai zijn als die van Kist. We hebben er nog maar een gehad en ik hoopte dat dat de laatste zou zijn! Mijn wens is uitgekomen," lachte Lien.
"Hij word gewoon vervangen, dat ze hem hebben gevonden. Al hoop ik dat hij spoorloos verdwenen is," antwoordde Equa daarop.

Na, issie goed? Reageer er maar op los!




Profiel bekijkenStuur privébericht
Merel
Oude Forumnaam: Metje Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 72 Sikkels


Merel is offline. 
BerichtGeplaatst: Wo Mei 17, 2006 11:38 Terug naar boven Sla dit bericht op

HoiHoi!

Nu kan ik 20 minuutjes schrijven dus het wordt en niet te groot stuk.


"Dat hopen we allemaal," zei Merel. Het laatste briefje deelde mee dat ze op woensdag samen met Ravenklauw vlieglessen zouden krijgen. Heleen liet haar gezicht beteuterd hangen. Merel wist dat ze nooit zou kunnen vliegen door haar angst ervoor. Merel klopte op Heleen haar schouder en ze gingen gaan zitten.
"Hoi!" zei Anne-Lotte.
"Hey," zei Equa.
"Zeg eens, wat was dat allemaal? Ik hoorde een hoop dingen van mensen die onder jullie slaapzaal slapen," berispte ze hen.
"Ow, heb je dat allemaal gehoord?" zei Lien verlegen.
"Ja," antwoordde Anne-Lotte kort. Vlug deden ze het hele verhaal.
"Is echt al het water weg?" vroeg Anne-Lotte onzeker. Ze knikten heftig.
"Dan is het goed. Zal ik jullie haren drogen?" Opnieuw knikten ze. Anne-Lotte ging achter Equa staan, die de langste haren had. Anne-Lotte nam haar toverstok en begon Equa's haren drogen. Dat ging verbazend rap. Na nog geen twintig minuten waren hun haren droog. Opgewekt gingen ze naar de Grote Zaal.

Het was mooi weer dus besloten ze om naar buiten te gaan. Het duurde even voor ze de enorme deuren die naar buiten leidden hadden gevonden. Ze waren vrolijk bezig terwijl Nemo en Jonas erbij kwamen zitten. Merel stelde iedereen aan elkaar voor.


Sorryyy, ik zei dat dit een kort stukje ging worden! Het waren toch geen twintig minuten...
Dada!






Laatst aangepast door Merel op Di Sep 26, 2006 12:38; in totaal 1 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Merel
Oude Forumnaam: Metje Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 72 Sikkels


Merel is offline. 
BerichtGeplaatst: Do Mei 18, 2006 15:58 Terug naar boven Sla dit bericht op

HoiHoi!

Geen huiswerk dus dit wordt een schijfuurtje... Mijn gemiddelde dat jullie mij geven is 5,5/10. Kan dat?? Of heb ik een rekenfout gemaakt? Als er iemand reageerd, klopt het dan dat 1 september op een woensdag viel????? Dus nu heb je een reden om te reageren Very Happy .


Ze bleven maar praten en genieten van de zon. Opeens viel hun gesprek stil. Iedereen keek elkaar aan. Je kon alleen het ruisen van de wind over de boomtoppen horen.
"BOE!" gilde Merel.
"AAA,' schrokken de andere vijf keihard. Merel begon over de grond te rollen van het lachen. Jonas zette een boos gezicht op en sloeg zijn armen over elkaar maar de anderen lachten gezellig mee. Equa begon te rillen.
"Brr, ik heb het koud," zei ze.
"Het wordt inderdaad frisser," zei Nemo.
"Hier, ik heb toch nooit koud," zei Jonas, en hij gaf haar zijn trui. Je zag het kippevel verschijnen op zijn armen.
"Wow, wat een echte man," lachte Heleen plagend. Jonas stak zijn tong uit naar Heleen.
"Mijn broer is altijd al een kleine kleuter geweest," plaagde Nemo. Jonas sprong op Nemo, die dit blijkbaar verwacht had. Lachend rolden ze de licht helling af. De meisjes schonken er niet veel aandacht aan en plaagden Equa verder.
"Jaja, ik zou maar oppassen als ik jou was," zei Lien.
"Voor wie en wat?" vroeg Equa, alsof ze geen idee had waarover het ging. Lien sloeg haar ogen ten hemel.
"Voor Jonas, natuurlijk," zei ze.
"O, ik weet het toch niet hoor. Ìk zie niets bedreigends," zei Equa nog steeds bloedserieus, al speelde er een glimlach rond haar lippen. Ze draaide haar om, met haar gezicht naar het meer.
"III!" gilde ze.
"Wat?" riep Merel. Equa wees op Jonas en Nemo. Kletsnat kwamen ze uit het meer gekropen. Merel, Heleen en Lien kregen de slappe lach, maar Equa liep naar hen toe.
"Wat is er gebeurt?" hoorde ze haar helder zeggen.
"We zijn vechtend het meer ingerold," rilde Nemo. Het was nog kouder geworden, en kletsnat zijn hielp waarschijnlijk niet bij warm krijgen.
"O, meteen naar binnen," commandeerde ze. Ze gaf Jonas zijn trui terug. Merel, Heleen en Lien liepen, nog steeds lachend, achter hen aan. Ze stapten naar binnen. Meteen liep Jonas een andere richting uit.
"Daag!" riepen ze allemaal tegelijk.
"Zie ik jullie bij het eten over een halfuurtje in de Grote Zaal?" zei hij op zijn horloge kijkend. Het was acht uur. Merel haar maag begon te rommelen. Ze was gewoon om rond zes uur dertig haar avondmaal te eten. Merel stak haar duim op, als teken dat ze een afspraak hadden. Ze liepen vlug om Vilder niet tegen te komen omdat Nemo een heel waterspoor maakte en omdat Heleen geen zin had om op bewegende trappen te gaan staan. Nemo ging vlug naar boven en de rest ging op een paar zetels zitten. Ze zeiden niet veel. Alles was al verteld geweest bij het meer. Merel begon met de ring, die ze eens voor haar verjaardag had gekregen, te spelen. Opeens viel hij op de grond.
"Oeps," zei ze terwijl ze hem opraapte.
"Kijk, hij is niet meer rond!" lacht Merel. Ze gaf hem door en de anderen glimlachten ook flauwtjes. Merel duwde de ring terug in de juiste vorm en deed hem om haar vinger. Opeens was Nemo terug. Het was tijd geworden om naar de Grote Zaal te gaan. Jonas stond al te wachten. Ze splitsten en gingen elk aan hun tafel zitten. Ze aten zwijgend en vlug. Nemo was het rapst klaar en ging bij Jonas zitten. Toen Merel, Equa, Heleen en Lien klaar waren gingen ze naar de slaapzaal. Ze gunden Nemo en Jonas ook even een gesprek onder broers.

Zo dit is het dan. Eigenlijk veel korter dan verwacht maar heb niet zo veel zin meer. Dit weeken moet je ook niet te veel verwachten. Heb tegen maandag al veel huiswerk en we gaan ook naar zee.

Merel




Profiel bekijkenStuur privébericht
Merel
Oude Forumnaam: Metje Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 72 Sikkels


Merel is offline. 
BerichtGeplaatst: Do Mei 18, 2006 15:58 Terug naar boven Sla dit bericht op

HoiHoi!

Geen huiswerk dus dit wordt een schijfuurtje... Mijn gemiddelde dat jullie mij geven is 5,5/10. Kan dat?? Of heb ik een rekenfout gemaakt? Als er iemand reageerd, klopt het dan dat 1 september op een woensdag viel????? Dus nu heb je een reden om te reageren Very Happy .


Ze bleven maar praten en genieten van de zon. Opeens viel hun gesprek stil. Iedereen keek elkaar aan. Je kon alleen het ruisen van de wind over de boomtoppen horen.
"BOE!" gilde Merel.
"AAA,' schrokken de andere vijf keihard. Merel begon over de grond te rollen van het lachen. Jonas zette een boos gezicht op en sloeg zijn armen over elkaar maar de anderen lachten gezellig mee. Equa begon te rillen.
"Brr, ik heb het koud," zei ze.
"Het wordt inderdaad frisser," zei Nemo.
"Hier, ik heb toch nooit koud," zei Jonas, en hij gaf haar zijn trui. Je zag het kippevel verschijnen op zijn armen.
"Wow, wat een echte man," lachte Heleen plagend. Jonas stak zijn tong uit naar Heleen.
"Mijn broer is altijd al een kleine kleuter geweest," plaagde Nemo. Jonas sprong op Nemo, die dit blijkbaar verwacht had. Lachend rolden ze de licht helling af. De meisjes schonken er niet veel aandacht aan en plaagden Equa verder.
"Jaja, ik zou maar oppassen als ik jou was," zei Lien.
"Voor wie en wat?" vroeg Equa, alsof ze geen idee had waarover het ging. Lien sloeg haar ogen ten hemel.
"Voor Jonas, natuurlijk," zei ze.
"O, ik weet het toch niet hoor. Ìk zie niets bedreigends," zei Equa nog steeds bloedserieus, al speelde er een glimlach rond haar lippen. Ze draaide haar om, met haar gezicht naar het meer.
"III!" gilde ze.
"Wat?" riep Merel. Equa wees op Jonas en Nemo. Kletsnat kwamen ze uit het meer gekropen. Merel, Heleen en Lien kregen de slappe lach, maar Equa liep naar hen toe.
"Wat is er gebeurt?" hoorde ze haar helder zeggen.
"We zijn vechtend het meer ingerold," rilde Nemo. Het was nog kouder geworden, en kletsnat zijn hielp waarschijnlijk niet bij warm krijgen.
"O, meteen naar binnen," commandeerde ze. Ze gaf Jonas zijn trui terug. Merel, Heleen en Lien liepen, nog steeds lachend, achter hen aan. Ze stapten naar binnen. Meteen liep Jonas een andere richting uit.
"Daag!" riepen ze allemaal tegelijk.
"Zie ik jullie bij het eten over een halfuurtje in de Grote Zaal?" zei hij op zijn horloge kijkend. Het was acht uur. Merel haar maag begon te rommelen. Ze was gewoon om rond zes uur dertig haar avondmaal te eten. Merel stak haar duim op, als teken dat ze een afspraak hadden. Ze liepen vlug om Vilder niet tegen te komen omdat Nemo een heel waterspoor maakte en omdat Heleen geen zin had om op bewegende trappen te gaan staan. Nemo ging vlug naar boven en de rest ging op een paar zetels zitten. Ze zeiden niet veel. Alles was al verteld geweest bij het meer. Merel begon met de ring, die ze eens voor haar verjaardag had gekregen, te spelen. Opeens viel hij op de grond.
"Oeps," zei ze terwijl ze hem opraapte.
"Kijk, hij is niet meer rond!" lacht Merel. Ze gaf hem door en de anderen glimlachten ook flauwtjes. Merel duwde de ring terug in de juiste vorm en deed hem om haar vinger. Opeens was Nemo terug. Het was tijd geworden om naar de Grote Zaal te gaan. Jonas stond al te wachten. Ze splitsten en gingen elk aan hun tafel zitten. Ze aten zwijgend en vlug. Nemo was het rapst klaar en ging bij Jonas zitten. Toen Merel, Equa, Heleen en Lien klaar waren gingen ze naar de slaapzaal. Ze gunden Nemo en Jonas ook even een gesprek onder broers.

Zo dit is het dan. Eigenlijk veel korter dan verwacht maar heb niet zo veel zin meer. Dit weeken moet je ook niet te veel verwachten. Heb tegen maandag al veel huiswerk en we gaan ook naar zee.

Merel




Profiel bekijkenStuur privébericht
Merel
Oude Forumnaam: Metje Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 72 Sikkels


Merel is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Mei 21, 2006 18:57 Terug naar boven Sla dit bericht op

Dit is (srrryyyy) een niet al te lang stuk. Enjoyyyy.

Merel was doodop. Ze hadden net naar de Ziekzaal gerend omdat Heleen vergeten was dat ze iedere dag een drankje tegen haar fobie moest hebben en madame Plijster maakte het drankje maar om negen uur twintig, omdat dan de tijd het gunstig zou zijn, en dan moest ze het binnen de twee minuten drinken. Dan hadden ze nog eens bij tweederde van de trappen moeten wachten. Ze hadden besloten net op de momenten dat ze de trappen nodig hadden te bewegen. Dan hadden Equa, Lien en Heleen nog eens op de terug weg besloten een wedstrijd te doen en Merel, die niet alleen wou lopen, had meegedaan. Hijgend liet ze haar in een zetel ploffend. Het was zo vermoeiend geweest voor haar. Toch was ze het niet gewoon, ze werd nooit echt rap moe. Toen Merel weer normaal kon ademhalen ging ze naar boven en begon haar tanden te poetsen. Al gauw kwamen Lien, Equa en Heleen ook naar boven. Doodmoe viel Merel snel in slaap.

De zondag maakten de vijf meisjes van Huffelpuf hun huiswerk. Er gebeurde niet veel. Alleen kreeg Merel terug antwoord van Stefaan.

Merel,

Je bent inderdaad een beetje grof! Nee, Lien haar mama heeft een niet gemakkelijk leven achter de rug maar is voor de rest een heel toffe collega! Met mij gaat alles goed hoor! En over het feit de je Halfsnul bent? Dat zal je hele leven zo zijn, dus aanvaardt het maar gewoon. En we weten dat je geen echte Snul bent. Het was kantje boordje. Ik zelf heb in Ravenklauw gezeten. Is professor Kist er nog? Ik hoop van niet! Ik heb hem nooit meegemaakt als mens. ECht ,zijn lessen werden algemeen op school 'het slaapuurtje' genoemd. Hoor ik nog iets van je?

Stefaan


Merel had niet veel zin om antwoord te schrijven. Dat zou ze wel later doen.

Zo tot nog eens! Ga nu naar de tv gaan kijkn! Bij het overlezen zag ik fouten. Maar die verander ik samen met de controle met mijn betareadster wel.

Merel




Profiel bekijkenStuur privébericht
Merel
Oude Forumnaam: Metje Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 72 Sikkels


Merel is offline. 
BerichtGeplaatst: Wo Mei 24, 2006 13:22 Terug naar boven Sla dit bericht op

Merel legde de brief onder haar opstel van Toverdranken. Ze kwam een halve cm te kort. Verwoerd zat ze te zoeken hoe ze dat nog kon opvullen. Ze las het stukje uit het boek nog eens. Bij de laatse alinea ontdekte ze een belangerijk stukje dat ze nog vergeten was. Vlug schreef ze het op. Ze ging naar boven, met al haar boeken in haar hand. Merel besloot om toch maar antwoord te schrijven.

Stefaan,

Wat ik over Lien heb gezegd neem ik allemaal terug! Lien was in het begin was ze wel gemeen, maar nu heb ik haar echt ontmoet. Op een niet al te onschuldige manier. We hebben een watergevecht gehouden. Het water stond tot aan ons enkels! Mag ik vragen wat zo moeilijk aan hun leven was? Ik weet wel, en heb het aanvaard, dat ik een Halfsnul ben, maar ik durf het nog steeds niemand zeggen. Professor Kist is weg. We hebben er een les van gehad en het was echt saai! Maar hij is verdwenen en wordt vervangen door iemand, ik weet het niet zeker, professor Tiraï heet. We hebben er nog geen les van gehad. Dinsdag en de donderag hebben Geschiedenis van Toverkunst.

[i]Dag,
Merel

Ze liep naar de Uilenvleugel en verstuurde de brief. Merel haar dag bleef saai net zoals de maandag.

Het laatste uur op dindsdag ging Merel samen met Heleen naar het lokaal voor de geschiedenis van Toverkunst. De anderen waren nog vlug naar het toilet gelopen. De deur was al open, iets raars, want de meeste leerkrachten deden pas de deur open als de bel ging. Merel ging naar binnen en schrok, net zoals Heleen ook deed. Het lokaal zag eruit als alle andere maar je kon alle piepkleine details zien. Zoals het diepe krasje op de laatse bank. Merel liep samen met Heleen tot halverwege de klas. Opeens, zonder ze het besefte hefte ze haar been meer op dan nodig. Haar voet bleef twintig cm boven de vloer hangen.
"Waarom deed ik dat nu?" vroeg Merel verward aan Heleen. Ze kwam naast Merel staan en deed net hetzelfde op dezelfde plek. Toen ze samen de vloer beter bekeken zagen dat de tegen uitstak. Merel en Heleen hadden iets gezien en iets gedaan zonder het te beseffen. Ze hadden de tegel gezien die uitstak en hun voet hoeger opgehoffen om er niet over te schtuikelen. Langzaam kwam iedereen binnen. Merel en Heleen, die in het midden op een bank naast de tegen waren gaan zitten, begonnen telkens te lachen als iemand zijn been belachelijk hoog hield voor een klein stukje uitzittende tegel. Toen iedereen er was kwam professor Tiraï binnenwandelen.
"Hallo, luitjes, ik ben professor Tiraï," zei ze. Ze zag er nog heel jong uit.
"Dit trimester gaan bepaalde winkels op de Wegisweg bespreken. Iets die te maken met de geschiedenis. We beginnen met een nogal klein winkeltje op het einde van de Wegisweg. De Snullenwinkel." Merel voelde iets raar in haar maag. Ze begon lichtjes te zweten.
"Ik schijf mee op het bord, jullie nemen het over," zei ze terwijl ze ging zitten.
"De eerste snul werd in 566 v.C geboren. De persoon, Robby Herks, was dus geboren uit een volbloed familie. De toverwereld had nog nooit zo iemand meegemaakt." Ze pauzeerde even. Telkens als ze een woord zei schreef een onzichtbaar iemand het op het bord.
"Dus toen bleek dat hij niet kon toveren werd hij verstoten door zijn familie. Ze waren bang van hem. Hij stierf snel. Veel bronnen zijn niet over hem. Maar na 665 nà Cristus werden opeens, over de hele wereld verspreid, 656 snullen geboren," zei ze doodkalm. Equa haar vinger ging omhoog.
"Wat is er, Equa?" zei Tiraï vriendelijk.
"Is dat allemaal toeval? Die 566, 665, 656? Het zijn telkens dezelfde getallen in een andere volgorde," vroeg Equa.
"Goed opgemerkt. Je zal merken dat in de Geschiendenis vaak getallen een rare verhouding hebben. Soms zal het telkens de helft of het dubbele zijn." Equa knikte, want nu begrijpte ze het.
"De mensen waren nog steeds bang voor de Snullen. Ze zaten met één grote vraag: Hoe komt het dat er mensen zijn die niet kunnen toveren terwijl ze uit duizenden generaties tovenaars komen? Dàt was de reden waarom ze bang waren. Vanaf dat jaar werden regelmatig Snullen geboren. Om als Snul geboren te worden was verre van een zege. Snullen werden gemarteld, in de hoop ze te doen toveren. Het woord 'Snul' is afkomstig van een taal die alleen geschiedkundigen van de Toverwereld kennen. Het komt van het Snateers. Heeft iemand daar al van gehoord?" vroeg professor Tiraï. Niemand stak zijn of haar hand op. Tiraï glimlachte.
"Dat dacht ik al. Het woordje 'snus' betekent 'degene die anders is'. Je spreekt het uit als 'schnuusch'. In de loop der jaren is dat veranderd naar Snul dus." Ze zweeg weer even, om haar studenten de tijd te geven om alles op te schrijven.
"In 1026 was er een slimme man, van het volk de Snateersen, die ontdekte dat je met de juiste technieken Snullen konden leren toveren. De Snelcursus was ontstaan. Voor de Snullen was dit hun soort 'verlosser'. Dankzij Toest, die man, werd het Snullen martelen verboden. Ieder jaar vieren de Snullen nog zijn bestaan. Maar toen hij stierf kwam het martelen terug. Het was een slimme man geweest. Bijzonder slim. Niemand kon zijn werk voortzetten omdat niemand instaat was zin werk voort te zetten. Pas in 1654 werd de snelcursus weer in werking gezet. Er was een traditie die nog altijd stand houd. Namelijk, iemand die les gaf in Snelcursusen moest een dicht familie lid als Snul hebben. Bijvoordbeeld: de moeder, de vader, de broer, de zus, de dochter of de zoon van een Snul mocht een Snelcursus geven. Ruim 37 jaar geleden richtte iemand een winkel op voor Snelcursusen. Iemand mocht daar pas gaan werken als ze een dicht familie lid hebben als Snul. Nu ook als halfsnul." Tom stak zijn hand omhoog. Professor Tiraï keek hem aan, als teken dat hij iets mocht vragen.
"Wat is een halfsnul?" vroeg hij.
"Weet er iemand wat een halfsnul is?" vroeg professor Tiraï naar de klas gericht. Merel stak beverig haar hand omhoog.
"Merel?" knikt Tiraï.
"Een halfsnul is iemand die aan de hand van een Snelcursus kan toveren," zei ze beschaamd, alsof het een zonde was om te weten wat een halfsnul was. Tiraï keek haar lang en bedenkelijk aan. Ze weet het, schoot er in paniek door Merel's hoofd. En Lien? Van wie was haar moeder familie om in de winkel te mogen werken? Er ging een lichtje branden. Nee, dat kan niet, dacht Merel in een vlaag.
"Juist, Merel." Merel hoorde haar en de bel nauwelijks.
"Tegen volgende week zorg je dat je alle notities hebt! Kijk nog eens in je boek op pagina 25!" riep ze naar de leerlingen. In een soort trance stak Merel haar boeken in haar tas.
"Zet die belachelijke gedachte uit je hoofd!" mompelde ze tegen haarzelf.

VOILA! Dit is het. Dit weekend (inculsief morgen en overmorgen) zal in niet kunnen schrijven. Weg naar de kust. (Weeral Sad )

Merel

Reageren is niet verboden! Misschien, als reclame, in het reageertopic???






Laatst aangepast door Merel op Zo Mei 28, 2006 14:53; in totaal 1 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Merel
Oude Forumnaam: Metje Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 72 Sikkels


Merel is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Mei 28, 2006 18:53 Terug naar boven Sla dit bericht op

De waarheid

"Wat zei je?" vroeg Heleen.
"Niets, ik mompelde wat in mezelf," zei Merel. Heleen knikte. Nemo, Lien, Heleen, Equa en Merel gingen gezamelijk naar de bibliotheek. Ze hadden veel huiswerk opgekregen. Met een zucht namen ze in de bib afscheid. Ze hadden besloten niet samen hun huiswerk te maken. Merel begon met Kruidenkunde.

Er waren nu al twee weken voorbijgegaan en Merel had nog steeds niets durven vragen aan Lien. In de brieven van Stefaan had ze er ook nog geen woord over gerept. Merel merkte wel dat ze soms iets meer moeite had dan de anderen met spreuken maar niet veel. Imke had nog steeds geen woord gezegt en Merel had die hoop al lang opgegeven. Het leven op Zweinstein was zoals Merel verwacht had.

Merel stapte het besneeuwde terrein van Zweinstien op. Vandaag was het de laatste dag voor de Kerstvakantie geweest. Samen met een aantal andere leerlingen stapten ze naar de koetsen om zo naar de trein te gaan. Imke liep naast haar, maar op haar gezicht kon je geen enkele emotie zien. Merel en Imke hadden vele ruzie's gehad. Merel dacht hoe het zou zijn. Imke en zij hadden altijd al op dezelfde kamer geslapen, gestudeerd en met vriendinnen gespeeld maar nu ze ruzie hadden wist Merel bijna zeker dat Imke in de logeerkamer zou gaan liggen. In de trein was het gezellig warm. Merel, Imke, Jonas en Nemo zaten samen in een coupé. Merel moest denken aan haar eerste treinreis toen ze ook zo in de trein zaten. Merel, die een eindje had gelezen, legde haar boek op de bank voor haar. Nemo en Jonas zaten te Knalpokeren terwijl Imke er ongeïntreseerd naar keek. Merel keek naar buiten. Het was gestopt met sneeuwen. Merel telde de bomen die ze zag, maar dat werd onmogelijk toen ze door een bebost gebied reden. Merel wou het boek terugnemen maar Imke had het verlegt omdat ze ook naast het raam wou zitten.
"Mag ik mijn boek?" vroeg Merel kil aan Imke. Ze gaf het langzaam terwijl ze haar doordringen aankeek. Merel werd erdoor verward. Vlug zocht ze de pagina waar ze gestopt was. Er zat niet alleen haar bladwijzer tussen maar ook een briefje. Merel herkende het hadschrift van Imke.

Merel,

Het spijt me. Ik weet niet wat me bezielde toen ik al die tijd ruzie met je had. Maar Kerstmis is een familiegebeuren en dat kunnen we niet goed vieren als de twee dochters ruzie hebben. Ik besef dat ik fout ben geweest. Please, vergeef het me!

Je zus,
Imke


Geschokt keek Merel naar het papiertje met de eenenvijftig woorden. Hoe durfde ze? Merel keek op en ze zag dat Imke hoopvol haar aankeek.
"Hoe durf je?" siste ze. Jonas en Nemo keken op. Hulpeloos haalde Imke haar schouders op.
"Eerst kijk je me van september tot nu niet aan en dan denk je dat ik je zomaar vergeef? Geen sprake van!" fluisterde ze emotieloos. Merel had geen zin om Imke te vergeven. Merel had zich altijd al geschaamt omdat ze halfsnul is en dat had Imke bijna openbaargemaakt. Ze had Merel voor veel mensen vernederd en platgewalst.

Imke keek haar spottend aan.
"Mag er dan niemand weten wie je echt bent, stom kind?" had ze gezegd terwijl Merel snikend tegen de muur zat.
"Wie wil het weten wat dit, lelijk mormel, echt is?" had ze rondgevraagt. Een paar staken hun hand op.
"Ze is een ha-" De hulp van professor Tiraï die naast Pauline liep had net op tijd gekomen
.


"Maar, M-Merel," stotterde ze.
"Je hebt me diep geraakt en dat vergeet ik nooit," zei ze terugdenkend aan het voorval, waardoor ze weer snikkend in elkaar was gezakt.




Profiel bekijkenStuur privébericht
Merel
Oude Forumnaam: Metje Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 72 Sikkels


Merel is offline. 
BerichtGeplaatst: Vr Jun 02, 2006 15:27 Terug naar boven Sla dit bericht op

"We gaan m-maar," zei Jonas, slecht op zijn gemak. Hij porde Nemo die uit zijn dagdroom ontwaakte en keek verward op. Jonas knikte naar Merel en Imke. Ze hadden allebei rode ogen en enkele tranen op hun wang. Nemo duwde Jonas, alsof hij niet snel genoeg buiten kon zijn.
"Alsjeblieft," smeekte Imke huilend. Merel reageerde niet. Deze ruzie had al veel tranen gevraagt, maar Merel kon ze niet tegen dat ze Imke zo zat te huilen. Toen ze besefte dat Merel niet meteen zou toegeven begroef ze haar gezicht in haar handen en trok haar benen op. Imke begon nog harder te wenen. Ze hoorde van ver een voetstappen en een deur die open en toe ging. Waarom had ze haar zo kinderachtig gedragen?

Merel holde. Merel holde tot helemaal vanachter in de trein. En ze rende terug. Dit deed ze verschillende keren. Huilend. Toen geen adem meer had ging ze een lege coupé binnen en plofte op een bank.

Pauline schrok. Ze had iemand vluchtig zien rondrennen op de gang. Veel aandacht schonk ze er niet aan. Ze richtte haar aandacht terug op haar boek. Nogmaals zag ze iemand voorbijrennen. Tweemaal rap na elkaar. Pauline markeerde de pagina waar ze gesopt was en liep naar buiten. Ze zag lange, blonde, wapperende haren. Die van Merel, het meisje van Huffelpuf waarmee ze het project in Kruidende samen deed. Pauline twijfelde. Moest ze gaan kijken? Nee, dacht ze. Straks misschien. Ze ging haar coupé terug binnen en las verder.

Pauline zuchtte en sloeg haar boek toe. Ze droogde haar ogen. Haar boek was zo mooi maar zo triest. Pauline moest weer denken aan Merel die hier voorbij was gelopen. Ze stond op en liep de gang op. Ze ging de richting uit die Merel ook was uitgegaan. In een van de laatste coupés zag ze Merel op de bank liggen slapen. Haar ogen waren nog vochtig en rood dus ze moets nog maar net slapen en gehuild hebben. Voorzichtig deed ze de deur open en aarzelend porde ze Merel.
"Merel?" zei ze vragend. Merel werd verward wakker. Toen ze Pauline zag legde ze in een reflex haar haar goed en wreef in haar ogen.
"Je mag gaan zitten," piepte ze. Pauline ging recht tegenover Merel zitten.
"Waarom liep je daarnet door de gang?" vroeg ze nieuwschierig.
"Imke...," begon ze.
"Wat is er met haar? Heeft ze je weer uitgescholden?" zei ze nu meelevend. Merel schudde haar hoofd.
"Wat is er dan?" zei ze nu wat ongeduldig.
"Imke wil het vergeven en ik weet niet wat ik moet doen. Die erge dingen vergeten en haar vergeven of Kerstmis vieren in ruzie met haar. Het is zo dubbel." Merel begon haast weer te wenen. Pauline leek ongemakkelijk. Wat moest ze zeggen?
"Luister gewoon naar je hart." Merel keek met een raar gezicht op. Pauline lachte een beetje zielig.
"Sorry, die was stom," verontschuldigde zich.
"Juist ja," zei Merel schaapachtig, " maar ergens volledig correct."
"Vind je?" vroeg Pauline onzeker. Ze maakte van haar haar een staart, want het hing telkens voor haar ogen. Merel knikte heftig.
"Merel, heel de school praat over jullie ruzie. Nog nooit heeft iemand iemand anders zo gepest of vernederd. Dat weet ik van mijn tantes, nonkels, nichten, neven, zussen en broers. Er zijn een heleboel geruchten over jullie twee. Ik zou je supergraag willen helpen maar dat is enorm moeilijk als ik niet weet waarom Imke zo boos is. Ik hebb ook alle begrip dat je het niet wil vertellen, hoor," zei ze behulpzaam. Merel zuchtte diep. Ze stond duidelijk voor een tweestrijd. Ze zuchtte nogmaals en begon te vertellen. Vanaf de ene brief voor Imke tot nu.

Pauline was geschokt. De meeste halfsnullen werden afgeschildert als gekken en mensen met stoornissen. Maar Merel was misschien wel nog normaler dan zijzelf. Pauline was verlegen, donker, klein, niet populair en vooral eenzaam. Merel was juist sociaal, licht en met een toffe groep mensen om haar heen. Haar vooroordelen verdwenen meteen.
"Jij? Een halfsnul? Dat kan toch niet?" vroeg ze ongelooflijk.
"Welwaar," zei Merel somber.
"Schaam je toch niet! Je weet zelf dat je geen échte snul bent," probeerde ze de somber wordende Merel op te peppen.
"Ik schaam me over wat ík wil. En een snul is een snul en blijft een snul. Er bestáán geen 'echte' of 'valse' snullen," zei Merel iets wat hysterisch.
"Merel, ik heb nog nooit zo'n normaal en tof meisje leren kennen! En ik ken veel mensen. Als je familie ongeloofelijk sociaal is leer je veel mensen kennen, weet je. Ik kan je tientallen mensen geven van onze leeftijd die echt heel raar zijn," zei Pauline. Merel keek raar op. Ze was nog steeds niet in huilen uitgebarsten, wat een vooruitgang was.
"Jij bent zo verlegen en injezelf en je familie is heel sociaal? Hoe komt dat?" zei Merel, Imke vergetend.
"Ik ben gewoon totaal anders dan mijn familie. Ik heb zwart haar. Zij blond. Zij waren allemaal Zwadjes, ik zit in Griffoendor. Snap je?" legde Pauline uit. Merel knikte. Er viel een gelaten stilte.

Stuk al twee keer verlend!!!






Laatst aangepast door Merel op Za Jun 03, 2006 20:28; in totaal 3 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Merel
Oude Forumnaam: Metje Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 72 Sikkels


Merel is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Jun 05, 2006 9:47 Terug naar boven Sla dit bericht op

Ze keken alletwee naar buiten, tot Merel opeens opstond.
"Wat ga je doen?" vroeg Pauline.
"Imke een zeer goede reden laten geven en dan het misschien vergeven," zei ze vastberaden.
"Goed zo," zei Pauline tevreden.
"Kom mee, wacht op de gang en je mag binnenkomen wanneer het terug goed is. Oké?" vroeg Merel. Pauline knikte. Merel liep naar de deur.
"Oh, ja, wil je aan niemand vertellen dat ik halfsnul ben?" vroeg ze een beetje bang.
"Nee, ben je gek, joh?" zei Pauline. Merel zuchtte opgelucht. Ze deed de deur open en liep de gang op. Er werd geen woord gezegd tijdens de wandeling naar Imke. Merel keek haar coupé in. Imke zat nog steeds te huilen, maar Nemo en Jonas zaten er nu bij en probeerden haar te troosten. Wat ongemakkelijk ging Merel naar binnen. Twee van de drie personen keken op. Jonas en Nemo, die op hun knieën zaten, stonden op en liepen voor de tweede maal naar buiten.
"Merel, het spijt me! Ik weet niet wat me bezielde. Met huilen zal ik niets oplossen maar deze situatie is voor mij zo hopeloos dat ik er niets kan aan doen!" snikte Imke, nog voor de deur van de coupé dicht was.
"Imke, we weten allebei dat we dit nooit zullen vergeten, maar zegt men niet dat zelf de beste vrienden, zussen, broers wel eens ruzie maken?" zei Merel hakkelend. Imke keek op en droogde haar ogen.
"Bedoel je...," vroeg ze hoopvol. Merel knikte. Imke vloog Merel om de hals.
"Ik dacht dat je eeuwig boos zou zijn!" zei Imke, Merel nog steeds omhelzend.
"Zou ik nooit kunnen," antwoordde Merel daarop.
"Beloof me alleen dat je dit nooit meer doet!" zei ze streng.
"Ik zou niet durven!" riep Imke. Eindelijk liet ze haar los. Merel liep naar de deur en deed teken dat Jonas, Nemo en Pauline mochten binnenkomen. Pauline, die in Merel haar bijzijn niet echt verlegen was, kon je zien veranderen naar het verlegen meisje, zoals Merel haar had leren kennen.

Eindelijk stopte de trein. Pauline sprong op en sprintte naar haar coupé. Nemo, Jonas, Merel en Imke trokken, hun heel wat lichtere hutkoffers dan normaal, naar buiten. Hun boeken hadden ze op Zweinstein laten liggen, er zat een hoopje zomerkledij in, die ze thuis zouden laten en wisselen voor wat warmere kledij en hun geschenkjes voor Kerstmis. Rillend in hun dunne jasjes namen ze een karretje en zetten hun hutkoffer er op. Een moe uitziende man liet ze per twee het perron verlaten. Imke en Merel hun ouders stonden al te wachten. Blij omhelsden ze elkaar. Eindelijk weer zoals alles was, dacht Merel tevreden.

Merel en Imke babbelden honderuit over wat ze al over Zweinstein wisten en wat ze daar hadden gedaan. Alsof het een onuitgesproken belofte was, zeiden ze niets over hun ruzie. Opgelucht merkte Merel dat ze dat niet merkten.
"En hoe is het met de jongens?" grapte Jeroen.
"O, dat kun je beter aan Imke vragen," plaagde Merel Imke. Imke werd lichtjes rood.
"Zoals altijd." Haar vader trok een wenkbrouw op.
"Geen vriendje," verduidelijkte Imke hem.
"Aah, zoals altijd dus." Imke knite






Laatst aangepast door Merel op Di Jun 06, 2006 18:11; in totaal 1 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Merel
Oude Forumnaam: Metje Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 72 Sikkels


Merel is offline. 
BerichtGeplaatst: Wo Jun 07, 2006 18:45 Terug naar boven Sla dit bericht op

Het einde

Niemand zei iets. Je kon alleen de motor van de auto horen brommen. Door de stilte viel er een onaangename sfeer over de auto. Als een klap op een vuurpijl begon het nog eens te regenen. Tot opeens haar vader een vrolijk liedje inzette. Iedereen zong vrolijk mee en ik geen mum van tijd zat de sfeer er weer in.

Opnieuw zaten ze in de auto. Merel haar vakantie was geweldig geweest. De ruzie met Imke was totaal vergeten. Merel deed haar sjaal van haar, want in de auto was het gezellig warm. Nu zat Zoë aan het stuur, hun vader had geen vrijaf kunnen krijgen en kon er niet bij zijn bij hun afscheid tot de Paasvakantie. Imke volgde Merels voorbeeld en deed ook haar sjaal af. Hun moeder had ze gebreid voor Kerstmis, Imke had een blauwe, Merel een rode. Op het station was er bijna niemand. Ze waren aan de vroege kant en de hele trein was nog leeg. Vlug legden ze hun hutkoffers in de dichtbijzijnde coupé en liepen ze terug het perron op. Al gauw raakte het perron lichtjes vol. Toen Nemo en Jonas er waren, begeleidden Imke en Merel hen naar de coupé. Even later werd de coupé nog voller door een verlegen Pauline. Toen de trein zich in bewegen zette wierpen Imke en Merel nog vlug een kushandje naar hun moeder, die haar groene sjaal om haar sloeg en verdween. Ze vulden het eerste halfuur met het tonen van hun geschenkjes. Het kleine zusje van Nemo en Jonas had twee afschrijselijke tekeningen gemaakt die helemaal niet op elkaar leken maar toch de bijna identieke tweeling moest voorstellen. Even kwamen ze niet bij van het lachen. Zo zou het altijd moeten zijn, dacht Merel.

Ondertussen was het al maart, en klaarde het weer een beetje op. Hun sjaals waren al overbodig. Merel kreeg nu geregeld een brief van Stefaan maar ook van haar ouders, die haar in het eerste trimester maar een paar keer hadden geschreven. Merel studeerde nu samen met Imke, en je kon niets merken van haar 'probleempje'. Niemand uitgezonder Pauline, wist hoe de preciese vergiffenis in elkaar zat. Iedereen wist wel dat Paulíne het wist maar zijzelf hield haar lippen stijf op elkaar als ze erover begonnen en daar was Merel blij mee. Imke had nu Merel haar nieuwe vriendinnen leren kennen maar jammer genoeg klikte het niet echt. Merel, die dan op haar beurt, was voorgesteld aan de grote vriendenkring van Imke, kon ook met hen niet goed opschieten. Door dit zagen Imke en Merel elkaar alleen in de bib. Merel was toen ze de eerste keer de spreuken probeerden een van de slechtste, maar na het oefenen met Imke ging dat al veel beter. Merel had een donkerbruin vermoeden dat alle leerkrachten het wisten. Ze kafferden haar bijna nooit uit, in tegenstelling tot andere leerlingnen. Dit leidde dan weer dat iedereen vond dat ze voorgetrokken was. Het 'lievelingetje' van zo ongeveer alle leerkrachten, buiten Sneep gerekend. Hoewel Merel toch wel goed was in Toverdranken, gaf hij haar nooit complimentjes. Eén ding was Merel opgevallen, Lien zat meer met haar neus in de boeken dan de andere. Of was het alleen maar Merel haar verbeelding? Toen ze toets kregen van de Snullenhistorie, dacht Merel dat dit het goede moment is om het te vragen. Merel was ook wat langer in de biblotheek gebleven, om samen met Lien naar de leerlingenkamer te gaan.
"Ben je klaar met dat opstel van Sneep? Zoveel werk opgeven en maar een avond tijd? Ik kom nog dríé cm tekort!" begon Merel subtiel.
"Ik heb net genoeg. Maar met net bedoel ik ook nét," antwoordde Lien.
"En morgen dan nog eens toets van die Snullenhistorie!"
"Kom op, Mel, die is toch niet moeilijk," keek Lien haar raar aan. (Mel was de nieuwe bijnaam van Merel.)
"Nee dat niet, maar je moet het toch maar allemaal kennen, hé."
"Ik weet het, het is makkelijk, maar veel leerstof."
"Hé, ik weet toevallig dat je moeder in de Snullenwinkel werkt! Wie is... Ow, sorry, maar mag ik weten wie...?" vroeg Merel geforseerd onverschillig.
"Merel, denk je misschien dat ik een Halfsnul ben?" Lien was blijven staan.
"Helemaal niet! Ik vroeg me alleen af." Merel maakte haar zin niet af. Aan het gezicht van Lien te zien was ze niet blij met dit gesprek.
"Ja, ik ben Halfsnul, en dan?" gaf Lien boos toe. Vlug stapte ze door. Merel, die even was blijven staan door de plotelinge bekentennis van Lien, liep haar achterna.
"Lien, ik óók!" zei Merel aarzelend.
"Tuurlijk, maak dat een kat wijs," gromde Lien.
"Maar het is echt waar!"
"Echt?" Lien hoorde aan de stem van Merel dat ze het meende.
"Maakte Imke daarom ruzie?" vroeg ze ongelovig. Merel knikte verlegen.
"Hoe kun je daarom nu ruzie maken met je tweelingzus? De, de,..." ze wist geen woord voor wat Imke zou zijn.
"Zeg je dit aan niemand?" vroeg Merel lichtjes wanhopig.
"Aan niemand, ik zwijg als een graf, als jij dat ook doet," voegde eraan toe. Merel knikte. Ze liepen verder.

Het was al paasvakantie gepaseerd en het werd stilaan tijd om te studeren voor de eindtentamens. Merel was de week voor die, bloednerveus. Alleen de leerlingen die voor hun SLIJMBALen of PUISTen gingen waren nerveuzer. Opeens stonden er op elke hoek een persoon die zogezegd je het vermogen gaven beter de studeren. Deze producten werden afgenomen van de eigenaars door leraren, die een hardnekkige strijd voerden. Telkens als Merel er eentje paseerde dacht ze 'Ga wat studeren in plaats van die brol te verkopen.' Het weer was zalig. Merel stond tijdens het weekend vroeg op om te studeren en om dan 's middags van dat weer te genieten. De meeste tijd stak ze in Transfiguratie, omdat dat vak de moeilijkste spreuken had. Toverdranken maken ging best maar van vijf dranken moesten ze het recept van buiten kennen. Hun tentamen Toverdranken bestond eruit om een van die vijf dranken te maken en eentje waar je het recept van kreeg. Haar eerste proefwerk, Geschiedenis van Toverkunst, ging goed. De rest ging maar gemiddeld, maar als je zag hoe hard Lien sukkelde met een makkelijke vraag, glimlachte Merel. Het was duidelijk dat Heleen al op jonge leeftijd een snelcursus had gevolgd maar een 'erger' geval van Snul was geweest. Na de proeven hadden ze twee dagen vrij. De meeste mensen gingen lekker lui in de schaduw van een boom zitten. Dan kwamen de resultaten. Merel had in totaal 72% en was er superblij mee. Haar vrienden, Nemo, Jonas, Imke, Equa en Heleen hadden meer dan 75% behalve Lien, die net geen 70% had.

Hun coupé zat boordevol. Jonas, Equa, Merel, Imke, Heleen, Lien, Nemo en Pauline zaten rustig te babbelen over het voorbije schooljaar. Equa, die al een tijdje slecht sliep, viel in slaap op Nemo's schouder. Nemo duwde haar niet weg. Alleen Pauline had het gezien. Ze glimlachte geheimzinnig, maar ook dat zag niemand.
"Merel, mag ik je nog even spreken?" vroeg Pauline.
"Oké." Ze gingen allebei naar buiten.
"Merel, ik heb nog nooit zo iemand tof ontmoet. Niemand nam de moeite om me echte te leren kennen. En,.." ze aarzelde even.
"Bedankt, hoor. En wat?" zei Merel.
"En al zijn het nog geen vrienden zoals ze voor jou zijn, ik heb het gevoel dat ik eindelijk vrienden zal kríjgen. Bedankt." Ze omhelsde Merel kort en liep de coupé weer binnen. Merel ook. Ze wou dat deze rit nooit zou eindigen. Toch stopte de trein. Elk om zijn beurt stapte af en nam afscheid en keerde terug naar zijn familie.






Laatst aangepast door Merel op Ma Jun 12, 2006 18:14; in totaal 2 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Merel
Oude Forumnaam: Metje Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 72 Sikkels


Merel is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Jun 24, 2006 14:58 Terug naar boven Sla dit bericht op

Sorry, dit stuk kwam later dan verwacht...Een halfuur maar.

Na een laatste keer plechtig beloofd te hebben elkaar vaak te schrijven, gingen ze hun eigen kant uit. Imke, Merel en hun ouders gingen eerst naar een gezellig terrasje doen. Een aangename zon scheen op hun gezichten. Imke vertelde alles over de laatste maanden van het schooljaar. Merel luisterde en genoot van haar cola.
"Gaan we dit jaar op vakantie?" vroeg Merel, toen er even een stilte viel omdat Imke was uitgepraat.
"Niet echt vakantie. We gaan dit jaar wel naar het buitenland, maar om er steden te bezoeken. We gaan de tweede weekend van juli naar Parijs. Het weekend erna naar Londen...," vertelde ze.
"Tof!" zeiden Imke en Merel tegelijk en gemeend. De avond begon stilaan te vallen en er stak een briesje op die Merels bruine lokken naar alle kanten toewaaide.
"Kom, we gaan naar huis," zei Jeroen, toen Imke begon te rillen. Het was elf uur tegen ze thuis waren. Jeroen had verkeerd gereden, voor de grap.
Doodmoe ploften Merel en Imke in hun bed. Ze bleven zwijgend even liggen en stonden dan terug op om zich klaar te maken. Merel zette het raam open en keek naar de -net niet volledig- ondergaande zon. Imke kwam in pyjama naast Merel staan.
"Is er iets?" vroeg Imke bezorgd.
"Nee," antwoordde Merel kortaf, "ik ben gewoon blij terug thuis te zijn."
Omdat de kamer nodig verlucht moest worden zette Imke het raam en de deur open terwijl Merel haar omkleedde.
"Slaapwel!" fluisterde Merel, maar Imke sliep al.

Merel droomde van hun eerste vliegles. Hoe jaloers Heleen én Merel naar Equa keken. Heleen omdat ze niet mocht vliegen, Merel omdat ze het lang niet het talent had dat Equa had. Eigenlijk was Merel zelf een hopeloos geval geweest. Opeens gebeurde er iets, al was dat niet in het echt gebeurt, er kwam een gedaante met een masker aanvliegen die een lang, zwart gewaad droeg. Hij stootte Equa van haar bezem en ze viel, twintig meter naar beneden. De bel ging net op het moment dat ze de grond raakte en niemand keek naar haar om. Ze gingen allemaal het kasteel binnen.

Bruut werd Merel wakker geschut. Niet meer beseffende wat er précies gebeurt was in haar droom, herkende ze haar vader. Op zijn gezicht kon je angst aflezen. Imke was haar aan het aankleden, met een verward gezicht.
"Wat gebeurt er?" vroeg Merel.
"Later," zei haar vader kortaf.
"Maar-"
"Làter, kleed je vlug aan." Merel keek onbegrijpend naar Imke. Die haalde haar schouders op en gooide een setje kleren in Merels richting. Even verward als Imke kleedde ze zich aan. Alsof ze wisten dat er iets ergs gaande was, slopen ze de trap af. Zoë had rode ogen.
"Mama?" vroeg Imke bezorgd. Hun moeder barste weer in tranen uit.

Dit is het vervolg. Ik hoop dat je het leuk vond! Ik heb hier een tijdje niet aangeschreven, omdat ik het een beetje beu was, maar door dat ik nu terug ben begonnen, krijg ik er weer zin in, dus misschien sluit ik het niet donderdag!

Merel




Profiel bekijkenStuur privébericht
Merel
Oude Forumnaam: Metje Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 72 Sikkels


Merel is offline. 
BerichtGeplaatst: Di Jun 27, 2006 18:53 Terug naar boven Sla dit bericht op

Een man en een vrouw in hemelsblauwe gewaden kwamen binnen. Het waren Schouwers, dat kon je zien aan hun uniform.
"Mevrouw, komt u mee naar buiten?" vroeg de man.
"N-nu g-ga ik niet n-naar b-buiten, hoor!" snikte Zoë hysterisch.
"Komaan, het gevaar is geweken," zei de vrouw, ze klonk veel minder vriendelijk dan de man. Zoë bleef koppig zitten.
"Zullen we dan maar?" vroeg de man ongelukkig. De vrouw knikte. Ze namen beiden hun toverstok en maakten een hoekig gebaar. In een trance stond hun moeder op. Ze wilden naar de voordeur lopen, maar Merel ging voor ze staan.
"Ga opzij, klein kind," zei de vrouw onvriendelijk.
"Ik ga niet opzij voor dat ik weet wat jullie hebben gedaan met mijn moeder en wat er buiten gaande is," weigerde Merel opzij te gaan. Imke kwam naast Merel staan.
"Ze hebben het recht het te weten," zei de tovenaar vermoeid. De vrouw gromde nors, ze was er niet mee akkoord maar gaf toch toestemming.
"Je moeder is voorlopig betoverd zodat ze mee naar buiten gaat, maar zodra ze veilig is heffen we de spreuk op," stelde hij hen gerust.
"Ja, en het volgende is?" vroeg Imke met een bange ondertoon in haar stem. Ze trilde lichtjes, bang voor wat komen zou.
"Je kunt beter mee naar buiten gaan, maar schrik niet, het zal best schokken zijn," zei de tovenaar triest. Het was duidelijk dat hij meeleefde met de mensen in het Tovenaarsdorp en dat de vrouw emotieloos was.

Hoewel het nog vollop nacht was, was het buiten helder. Overal hadden tovenaars en heksen hun toverstok aangestoken, maar het meest licht kwam van...

Het was een enorme, kil groene, schedel boven het huis van ante Lientje. Ze werd zo genoemd omdat het een oude vrouw was die bij iedereen geliefd was en zo een beetje de 'oma' van het dorp was.
"W-wat is dat?" kon Imke stamelend uitbrengen.
"De laatst tijd is er een bende aan de gang die mensen als Lientje vermoord. Het onderzoek draait nog volop. Telkens als ze iemand hebben vermoord toveren ze die schedel boven de plaats van het misdrijf," legde hij zo kalm mogelijk uit, al trilde zijn stem. De tranen sprongen in de tweeling hun ogen.

"Imke, Merel, de cakejes zijn klaar!" riep tante Lientje. Twee blonde kleuterjes dribbelden het huisje binnen. Tante haalde net de lekker geurende gebakjes uit de oven. Met een tevreden gezicht keek ze hoe de tweeling de gebakjes naar binnen schrokte. Bij het laatste stuk cake kwam Zoë binnen.
"Kom, meisje, 't is tijd om naar huis te gaan. Wat zeg je dan aan tante?" zei ze vrolijik.
"Dankjewel!" zeiden ze in koor, met hun mond nog vol. Ze gaven haar allebei een natte zoen op een van haar kaken, zwaaiden nog even en gingen naar huis.


"Hoe bedoel je met 'dat soort mensen'?" vroeg Merel met ogen vol tranen.
"Heksen en tovenaar die geboren zijn van Dreuzelouders," zei hij.
"En we denken dat jullie een risicogezin zjin, wegens je vader en jij. Daarom duiken jullie een tijdje onder, tot het duidelijk is welke groep die bedoelt wordt," zei hij.

Ziezo, nog een stukje... IK hoop dat jullie het tof vinden

Merel






Laatst aangepast door Merel op Wo Jul 05, 2006 18:09; in totaal 3 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Merel
Oude Forumnaam: Metje Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 72 Sikkels


Merel is offline. 
BerichtGeplaatst: Wo Jul 05, 2006 20:28 Terug naar boven Sla dit bericht op

Het schuilen.

Merel keek ongeloofwaardig naar het kleine huisje.
“Moeten we daarin leven?”vroeg ze vol walging.
“Juist,” zei de man. Hij heette Nico, het was dezelfde Schouwer die hun het nieuws had verteld. Hij nam een sleutel uit z’n zak. Ze liepen het groezelig, slecht onderhouden pad op. Het grind knerpte onder hun voeten. Binnen was het groezeliger dan buiten. Je kwam meteen in de woonkamer, waarin drie kapotte eenzitzetels gepropt waren. Er waren nog drie deuren. Nico nam nog een sleutel en opende de volgende deur. Een kleine rechthoekige kamer kwam tevoorschijn toen de deur openging. Vier smalle bedden stonden erin. Het begin en het einde van de bedden stonden allebei tegen de muur. Zo smal was de kamer en om in het laatste bed te kruipen moest je over de drie andere. Zoë piepte. Jeroen, die bleek zag gaf haar een stevige knuffel. Vlug gingen ze verder. Na een volgende deur te nemen in de woonkamer, kwamen ze in de badkamer. Een betere naam was er niet voor. Een toilet en een wastafel stonden eenzaam in de kamer. In de toiletbril zaten er meerdere barsten. Zoë werd bleker dan ze al was. Nico zag het verdriet van de familie. Nu kwamen ze aan de laatste kamer van het huis: de keuken. Deze was klein maar netjes en schoon, iets wat je van de andere kamers niet kon zeggen.
“Dit wat het.” Nico bekeek de sombere gezichten.
“Kan je het huis niet properder en groter maken met magie?” Merel flapte het er zomaar uit.
“Dit is gedaan met de keuken, maar omdat de bescherming, die het huis heeft, al genoeg sporen achterlaat dachten dat we het veiliger zou zijn wanneer er zo weinig mogelijk magie in de lucht hing,” antwoordde Nico, niet verrast van de vraag. Merel kikte begrijpelijk.
“Succes!” zei Nico.
“Hier de sleutels en een paar regels. Ik kom iedere dag even kijken hoe het gaat.”
“Oké,” zei Jeroen trillend. Zoë zag nog steeds bleek en zei niets. Nico vertrok. Ze hoorde eerst een paar scharnieren piepen en dan een deur die dichtsloeg. Imke liep de kamer uit. Merel volgde haar. Ze ploften beidden in een piepende zetels. Er werd gezwegen. De sfeer, die er al niet te best was, werd nog grimmiger door de stilte.
Na zeker een uur stilte zei Imke: “We zullen het beste er maar van maken?” Merel knikte en de twee zussen gaven elkaar een nodige knuffel.

“Hier, vier veren, vier inktpotjes en vier dagboeken.” Nico haalde alles, zoals altijd, uit zijn gewaadzak of uit een plasticzak, niets toverde hij tevoorschijn.
“Ik heb ondervonden dat schuilende mensen daar wel behoefte aan hebben.” “Aan een dagboek,” voegde hij eraan toe want niemand reageerde. Hij deelde de dingen uit. Merel kreeg een paarse veer met bijpassend paars dagboek in haar handen gedrukt. Zoë nam het niet eens aan, liet het gewoon vallen. Voorzichtig leidden Merel en Imke hun moeder naar een zetel. Jeroen ruimde de rommel op. Nico keek hulpeloos naar dit gebeuren. Dit ging nu al een week zo. Iedere dag nam hij iets mee en telkens weigerde Zoë het. Het was er slecht met haar aan toe. Merel schroefde het inktpotje, dat ze ook had gekregen, open. Paarse inkt. Imke legde het setje, bij haar in het blauw, op de grond en liep de keuken in. Ze kwam terug met een dampende beker chocolademelk die ze voorzichtig op een tafeltje zette, dat Jeroen had getimmerd uit het hekje vooraan het huis. Het bijzettafeltje kraakte klagend.
“Als er iets is, druk dan op de knop. Als er nu nog iemand met mij wil praten, doe maar,” zei Nico, met iets onbekends in zijn stem. Zijn ogen flitsten even naar de rode knop, waardoor een alarm op het ministerie zou afgaan en zo kon iemand rap ter plaatste komen. Het enig kleurrijke in de kamer. Zoals altijd ging hij met Jeroen naar de slaapkamer om even te praten. Imke nam haar setje weer op en schreef:

We zitten hier in een rothuis. Ik denk dat ik niet meer kan spreken. Al vier dagen leven ik, mama en Merel zonder een woord te zeggen. Ik kan alleen lopen, knikken, schudden, slapen, eten,… en schrijven. In godsnaam: HAAL ONS HIER WEG! Papa regelt alles; hij zegt iets ik, knik of schud mijn hoofd of haal mijn schouders op. Merel haalt alleen haar schouders op en mama doet niets meer. Ik had me de zomer anders voorgesteld. IJsjes likken, zwemmen,... Er een perfecte zomer van maken, maar in plaats daarvan zitten we in het donkerste huis in de hele wereld. HELP ONS! Nico doet zijn best maar kan ons verdriet niet verdragen, daardoor zit hij met een soort blokkade, kan hij ons niet helpen met alle honderd procent. We zitten hier wegens Jeweetwel, Merel en papa. Jeweetwel doodt mensen die geen Volbloeden zijn. Misschien ook Halfsnullen. Ik kan het niet langer. Langzaam zie ik mama van kwaad naar erger gaan met haar gezondheid. Straks ligt ze in Sint Holisto en kunnen we haar niet bezoeken. Ik leef liever in gevaar dan op deze manier. Langzaam sterft iedereen, mama, papa, Merel en ik, van binnen. Sterven vanbinnen doet pijn, waarschijnlijk meer dan dood gaan. Laat me gewoon dood gaan, dan stopt de pijn.

Imke kon niet verder schrijven, haar hand bleef steken. De blauwe inkt liep uit op de plaatsen dat haar tranen het papier raakten.

Help.

Trillend schreef ze de vier letters op. Ze klapte het boek toe. Een akelig geluid in de kamer. Nico kwam de kamer uit.
“Dag!” zei hij gemaakt vrolijk, met een vermoeide stem. Imke knipperde met haar ogen, als teken dat ze het gehoord had, en hij verliet het huis. Haar vader kwam ook uit de kamer en ruimde de ijskoud geworden chocolademelk op.

Merel keek twijfelend naar haar dagboek. Haar dagboek. Eindelijk iets van haar in het huis, uitgezonderd haar hoopje kleren. Imke had er al in geschreven. Maar Merel wist niet of ze haar gevoelens wou toevertrouwen aan een dagboek. Ze deed het open maar ze kreeg haar veer niet in het inktpotje. Iets verhinderde dat. Merel deed het boekje weer toe en draaide het dopseltje op het inktpotje en legde het onder een bed, om het te laten bedelven onder het stof. Ze zou er nooit in schrijven.

Lief dagboek, *

Mama ligt in het ziekenhuis. Gisteren begon ze opeens alle dingen in het huis nog kapotter te maken en toen ze hijgend tussen het puin viel begon ze over te geven. Ik heb Nico geropen aan de hand van de rode knop. Binnen de vijf minuten was hij hier. Ondertussen was mama gestopt met overgeven. Ze had papa en Merel geslagen toen zij haar wouden kalmeren. En ze was flauwgevallen, al had ze nog steeds stuiptrekkingen. Het was moeilijk om haar op een bed te leggen, tot ze kon vertrekken. Nico is hier en heeft ons geholpen met opruimen. Gisteren hadden we er de moed niet voor. Het is alsof Nico deel geworden is van ons gezin. In het begin praatte hij alleen maar met papa maar nu is hij er al heel de dag. Af en toe een knuffel van iemand is nodig in dit huis. Het weer buiten wil ook niet echt meewerken. Mist, overal mist. De zon schijnt wel, maar het is alsof ze alleen maar een soort kilte verspreid. Nu is Nico naar mama, om te kijken hoe het gaat met haar. Wij mogen haar niet bezoeken. Al doet ze hier niets en zit ze heel de dag in een zetel voor zich uit te kijken is dit huis nog erger zonder haar. Ik mis je, mama. Ik mis je niet alleen omdat je hier niet bent, maar je handen zich prikkend aan de doorn van rozen die je, ondanks alle wondjes die je ervan kreeg, nog altijd ‘heilig’ vind, mis ik. Mama, wordt weer vrolijk! Ik mis ook de zon, de leuke gesprekjes met Merel, de brieven van mijn vriendinnen, papa’s luide stem door het huis zingend, mama die de bloemen verzorgd als haar eigen kinderen … Je beseft het pas als je het mist, wat je wel niet allemaal hebt. Ik had veel. Nu niets meer dan jou, kleren en een huis dat ik haat.
Lief dagboek,
Tot morgen.


Imke keek naar haar inkt. Ze had al een kwart opgebruikt. Ze bekeek de tekeningen die ze ook had gemaakt, vanachter in haar boek. De schedel zag er levensecht uit. Het gezicht van haar moeder, glimlachend, maar met droeve ogen en een enkele traan. En dan ook een klein vogeltje. Zomaar, ze had het getekend in een bevlieging. Het vogeltje zat op een takje en spreidde zijn vleugels uit, klaar om vrij te zijn, vrij in de blauwe lucht te vliegen. Imke wou ook vrij zijn.

Merel keek naar Imke, ze was weer in haar dagboek aan het schrijven. Imke’s ogen tot spleetjes geknepen. Dat deed ze altijd als ze schreef. Merel glimlachte flauwtjes bij haar zelf. Ieder iets dat vertrouwd was, was welkom. In deze dagen probeerde je die vertrouwde dingen op te zoeken. Ook de kleren van Merel waren vertrouwd. Dat bloesje? Die rok erbij. Een staart in haar haar, of los. Geen nieuwe kapsels. Merel probeerde alles zo vertrouwd mogelijk te maken. Merel dacht aan haar moeder. Hoe ze gisteren uit haar vel was gesprongen. Merel bekeek de rode plek die ze nog steeds had op haar schouder. Merel had Zoë proberen te kalmeren, maar toen het niet lukte had ze zich omgedraaid om weg te lopen want ze wou de ellende niet zien en dan had Zoë haar schouder hard geraakt met de vlakke hand. Merel zag nog een stukje stof van de zetel liggen dat haar moeder had losgerukt en raapte het op. Het rook muf. Ze nam de naald en draad van het tafeltje en naaide het lapje aan een stuk zetel dat nog bloot was. Twee keer stak ze de naald in haar vinger. Genietend keek ze ernaar. Geen pijn door verdriet, pijn door de naald. Ze stak haar vinger in haar mond.
“Ga je beginnen duimzuigen?” vroeg Jeroen, die net was binnengekomen. Merel schudde haar hoofd en glimlachte zacht en bang. Jeroen keek bemoedigend terug.
“Zo meteen is alles voorbij.”

‘Zo meteen’ was niet zo vlug. Ze zaten nu al twee weken en vijf dagen in het huis. Zoë lag nog steeds in het ziekenhuis, al zou dat niet meer voor lang zijn. Ten eerste omdat het ziekenhuis overwerkt was en ook omdat ze aan de betere hand was. Als Nico langskwam sliep ze niet meer, iets wat ze in het begin wel deed. Ze zei nog altijd geen woord. Net als Imke en Merel. Nico ging ook alleen maar weg om Zoë te bezoeken en om te slapen. Merel had zich aan haar woord gehouden en het stof lag inderdaad op het dagboekje. Het bruine setje van haar vader had ze niet meer gezien en dat van haar moeder was ook nog niet aangeraakt. Blijkbaar was Imke de enige die het echt gebruikte. De hele dag had ze het vast en meteen als er iets gebeurde pende ze dat neer.

De deur viel dicht. Anders dan het was als Nico binnenkwam. Maar wie anders kwam hen opzoeken? Wie kwam naar dit krot? Imke legde het dagboek van Merel terug waar ze het gevonden had. Merel had er in de maand dat ze het had nog steeds niet in geschreven. Dit had ze net ontdekt. Zelfs op haar veer was er geen opgedroogde inkt te bekennen. Imke stapte de woonkamer binnen. Een blonde vrouw stond in de deuropening.
“Merel of Imke?” haar stem klonk zacht. Imke antwoordde niet.
“Wil je je vader, moeder en zus even naar hier roepen?” vroeg ze. Imke stapte naar de keuken, waar ze zaten.
“Wat is er, Imke?” vroeg Jeroen bezorgd. Imke zei niets, maar wees naar de vrouw, die je kon zien door de deuropening.
“Komt u even naar de keuken?” vroeg hij. Met kleine, verlegen stapjes liep de vrouw naar de keuken.
“Ik ben Gwendoline en heb drie dingen te vertellen,” zei ze, eenmaal in de keuken.
“We luisteren.” Het was weeral Jeroen die antwoordde.
“Och, dit is moeilijk,” beefde ze. Niemand zei iets, iedereen keek haar bang aan, behalve Zoë: die bleef naar beneden kijken, emotieloos.
“Nico is, is,… dood.” **
“Vermoord door Jeweetwel of een aanhanger van hem,” haar stem trilde. Jeroen zocht zijn evenwicht aan de stoel waar Zoë opzat. Merel en Imke zochten steun aan elkaar, niet instaat om nog veel slechter nieuws te ontvangen. Gwendoline haalde diep adem.
“Omdat er te veel risicogezinnen zijn, moeten jullie weg. We kunnen geen bescherming bieden aan iedereen. We willen niemand voort trekken.” Ze probeerde kalm te blijven.
“We?” Het klonk rasperig uit Merel haar mond, omdat ze al een hele lange tijd geen woord had gezegd.
“Het ministerie van Toverkunst,” antwoordde Gwendoline.
“Wat is het derde dan?” Jeroen had nog steeds de stoel vast en zag er bleker uit dan dat iemand ooit kon zijn.
“Er zijn twee meisjes waarvan ze geen familie meer hebben en hun ouders zijn dood. Het dichts bijzijnde tovenaarsweeshuis ligt te ver voor ze. De andere zitten vol. En we zouden vragen of-”
“Of wij er voor zorgen?” vroeg Zoë. Iedereen schrok ze was er nog steeds het slechts aan toe maar dit bewees dat ze nog van de dingen bewust was.
“Juist,” zei Gwendoline wat overdonderd, “maar niet voor lang. Binnenkort is er plaats voor ze.”
“We doen het,” zei Zoë zonder aarzeling. Het was alsof het ze nieuwe kracht gaf. Het verlies van Lientje en Nico viel haar zwaar en met dit kon ze haar gedachten verzetten. Noch Imke, noch Merel, noch Jeroen protesteerden omdat Zoë eindelijk een teken van leven toonde.
“Yela is negen en Pien is tien. Hun broertje, Arthur, van zes en een half is onder het puin van hun huis gestorven, samen met zijn ouders,” lichtte Gwendoline ze in.
“Wanneer mogen we naar huis?” vroeg Merel.
“Morgen, acht uur ’s ochtends sta ik hier,” antwoordde Gwendoline. Meteen stond iedereen op, beginnend te kijken wat ze allemaal moesten mee nemen naar huis. Imke begon meteen te schrijven.

Lief dagboek,

We mogen naar huis! Eindelijk! Eindelijk zal al deze ellende gedaan zijn! Eindelijk zal ik vrij zijn, eindelijk zal ik terug vrolijk met Merel kunnen praten, meezingen met papa, om het valst. Eindelijk zal mama terug leven. Mama. Ze mocht een week geleden naar huis komen. Ze zag al niet meer bleek, gelukkig. We zullen twee meisjes onder ons hoede krijgen! Yela en Pien zijn twee meisjes waarvan hun ouders dood zijn. Ze hebben geen andere familie om bij te wonen. Best akelig , niet? Bij vier totaal onbekende mensen wonen, die niet eens veel bescherming kunnen geven? Alleen is de reden waarom we naar huis mogen niet echt om een gat in de lucht te springen. Nico, onze goede, trouwe vriend, Nico is dood. Nic, degene die zoveel voor ons deed. Beste Nic, ik vergeet je nooit. Alleen zijn naam schrijven geeft me trillingen. Er zijn te veel risicogezinnen waardoor ze te veel mensen hebben om te verbergen. Ondanks alles zal ik blij zijn om terug in onze grote tuin te kunnen wandelen, het gras onder mijn voeten voelen kietelen. Dit deel van mijn leven vergeet ik nooit. Er zullen altijd herinneringen zijn: jij, mijn liefste dagboek. Er gebeurde hier nooit niets en toch zoveel. Ik zal blij zijn dat ik weer brieven mag zenden, in een gewone douche kruipen. Dát zijn de mooie dingen in het leven. Het is jammer dat je dat beseft als je ze hebt moeten missen, want sommige mensen missen ze niet en daarom willen ze meer, niet blij met wat ze hebben. In de tijd dat ik hier zat, lief dagboek, ben ik, denk ik, veel veranderd. Ouder geworden. Het is moeilijk uitteleggen. Ouder geworden, daar komt het dichts bij. Ik weet wel dat het nooit meer het zelfde zal zijn maar we moeten er het beste van maken. Nog telkens zal ik iedere dag in je schrijven. Maar telkens als ik je uithaal, kijk naar je donkerblauwe kleur, zal ik met een bang gevoel aan deze anderhalve maand terugdenken. Toch zal ik proberen door te zetten. Daarnet keek ik nog ik het boekje van Merel. Niets. Helemaal niets. Zoveel heeft ze erin geschreven, niets. Ik denk dat papa het zijne heeft verbrandt. De dag na dat we het kregen hing er in de keuken een andere geur. De geur van verbrand papier.


Imke keek even rond. Ze zag Merel een stukje stof van de zetel scheuren. Waarom? Ze zou het misschien wel nog vragen.

Iedereen is bezig met inpakken. Ik begin ook maar. Veel is het niet, maar het moet ooit eens gedaan worden.
Tot morgen,
Lief dagboek.


Merel had alles dat ze had op het voeten einde van haar bed gelegd. Ook het dagboek. Ze had in het stof vingerafdrukken gezien. Het maakte haar kwaad, al schreef ze er niets in. Wie van haar familie wou weten wat ze schreef? Ze was al kwaad, omdat alles haar overkwam. Het feit van het Halfsnul zijn, de ruzie met Imke maar dat kon je niet vergelijken met wat ze nu te verwerken had. De dood van twee mensen die belangrijk waren in haar leven: tante Lientje en Nico. Het onderduiken had haar ook veranderd. Van een meisje dat leefde, genoot van het leven tot een meisje dat niet meer wist wat leven was, haar jeugd onderbroken, om nooit meer verder te gaan. Merel had gezien dat Imke echt blij was en niet veel verdriet had om de overledene. Merel besefte ook wel dat haar leven verder ging al was dat moeilijk voor haar: het stond al stil sinds het onderduiken. Merel was bang om naar het normale leven terug te keren. Bang om de draad terug op te pakken. Ook Pien en Yela leek haar tegelijk een goed en slecht idee; aan de ene kant wou ze terug normaal zijn en dat was moeilijk met twee vreemde kinderen en aan de andere kant wou ze haar moeder gelukkig maken. Ze liep terug de woonkamer binnen. Imke was nog steeds aan het schrijven. Ze zag het lapje stof dat ze zelf aan de zetel had genaaid een beetje los zitten. Ze trok het er volledig af.
“Waarom doe ik dat nu?” mompelde ze zachtjes. In plaats van het weg te gooien, stak ze het in haar zak. Ze liet haar in een zetel zakken, die geweldig piepte en kraakte. Ze keek op de grijze klok aan de muur. Vier uur ’s middags. Ze wou haar ogen afwenden maar dat lukte niet. Ze keek hoe de secondewijzer verder tikte. Nico had de klok eens meegenomen, op verzoek van Jeroen. Nico had zo veel mogelijk geprobeerd hen te steunen. Maar nu was hij er niet meer. En hij zou er nooit meer zijn. Tranen kwamen in haar ogen en ze zag alleen nog een grijze vlek op een donkere achtergrond. Merel schrok. Het was lang geleden dat ze nog gehuild had en het was alsof ze was vergeten dat je kan huilen. Merel had altijd gedacht dat voor de ellende die ze had meegemaakt geen tranen waren. Nu wel. Nu mocht alles, maar kon je ook alles?



* Ik weet ik had het pas voor woensdag gehouden maar het was klaar. Ik kon niet meer wachten. Woensdag zou ik het volledige hoofdstuk posten maar nu heb ik nog maar een stuk erbij gepost... Woensdag dus de rest.
Doei!

** Ik had dit voor woe gehouden maar het is eigenlijk al tijden klaar dus waarom niet? Het volgende hoofdstuk (YeP) is ook bijna af.
Enjoyy!

Een paar reacties?






Laatst aangepast door Merel op Ma Jul 10, 2006 15:55; in totaal 3 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Merel
Oude Forumnaam: Metje Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 72 Sikkels


Merel is offline. 
BerichtGeplaatst: Vr Jul 14, 2006 11:20 Terug naar boven Sla dit bericht op

YeP

“Merel, ruim je kamer nu eens op!” riep Zoë. Lusteloos stond Merel op en begon eraan. Zoë was helemaal herstelt, net zoals Jeroen en Imke. Alleen Merel zat nog in de put. Ze zaten nu weer een week thuis. Over acht dagen begon het schooljaar. Merel was in een kwartiertje klaar. Zoë wou alles perfect want zo meteen zouden Pien en Yela aankomen. Imke sliep nu samen met Merel op de kamer. Vroeger deden ze dat af en toe. Imke’s kamer was klaar voor de twee gasten. Merel ging weer op haar bed zitten. Ontroostbaar.
“MEREL!” gilde Zoë vijf minuten later.
“Kom naar beneden!” riep ze. Merel keek vlug in de spiegel. Ze legde de voor de laatste keer de mouwtjes van haar truitje goed en slofte de trap af.
“Antwoord!” Nu hoorde ze Jeroen.
“Ik ben hier,” zei Merel toen ze de deur opendeed. Ze zette haar masker op. Ze wou liever niet dat haar ouders zich ongerust maakten.
“Ligt je kamer er wat netjes bij?” vroeg Zoë zenuwachtig.
“Tuurlijk, en waarom moest ik het doen? En niet Imke?” zei Merel.
“Imke haar gerief lag niet op de grond? Ofwel?” zei Zoë. Ze begon te ijsberen.
“Rustig nou, schat,” probeerde Jeroen haar te kalmeren. Merel ging naast Imke zitten in de zetel. Ze hield weer haar blauwe veer vast en op haar schoot lag inderdaad een boekje. Ze was niet aan het schrijven, maar een het tekenen. Ze tekende een kasteel. Ergens herkende Merel het. Onderaan stond er in sierlijke letters: ‘Zweinstein’. Daarom dacht ze dat ze dit al had gezien. Een paar tentakels van de reuzeninktvis staken uit het meer. Merel dacht aan haar eigen dagboek. Ze vertikte het om het weg te gooien maar er stond nog geen letter in geschreven. Ze had met sterke lijm het lapje stof er in geplakt. Het was alsof Merel de herinneringen niet wou opschrijven maar met dingen, zoals stukjes stof, voor altijd wou bewaren. Niet een keer had Imke opnieuw begonnen. Niet één torentje had een stukje dat verwijderd was met een magische inktwisser.
“Die is mooi,” zei Merel, wijzend op Imke haar tekening. Imke glimlachte en scheurde de tekening eruit en gaf hem aan Merel. Nu zag Merel de vorige tekening waarop een leeuw stond die een lichaam verscheurde. Het leek levensecht, maar toen Merel het beter wou bekjiken klapte Imke het boekje verlegen toe.
“Bedankt,” zei Merel. Ze glimlachte, iets zeldzaams. Imke bekeek haar zus. Blijkbaar was zij de enige die besefte dat Merel niet echt terug gelukkig was. De glimlacht maakte haar warm vanbinnen. Merel liep naar de kast met vier schoven. Ieder van het gezin had een schoof, die hij of zij gebruikte voor wat hij wou. Dat van Merels was volledig leeg, tot nu. Nu lag de tekening erin. De bel ging. Zoë sprong op. Merel ging terug in de zetel zitten. Twee meisjes kwamen binnen samen met Gwendoline.
“Zo, wie zijn jullie?” vroeg Zoë vriendelijk en moederlijk.
“YeP,” antwoordde het kleinste simpelweg.
“YeP?” klonk het vragend naast Merel. Imke trok haar wenkbrauwen hoog op.
“Yela en Pien,” verduidelijkte het jongste. Merel grinnikte zachtjes.
“En jullie?” vroeg de jongste, Merel negerend.
“MaI, staat voor Merel and Imke,” grapte Imke.
“Haha,” zei het jongste sarcastisch.
“Ik ben Merel,” zei Merel, een vernietigende blik op Imke werpend. Ze wou een goede indruk maken. Ook had dat niet veel zin.
“Imke, aangenaam,” zei ze weer normaal. Zoë was druk in gesprek met Gwendoline en Jeroen zeulde met koffers.
“Yela,” zei Yela, de jongste. Pien had nog steeds niets gezegd.
“Pien?” Yela stootte haar zus in haar zij.
“Ik ben Pien,” zei ze met een grove ondertoon die niemand merkte.
“Wat drinken?” vroeg Merel.
“Nee, bedankt,” zei Yela. Pien antwoordde niet. Merel had het gevoel dat Pien haar moeilijk zou aanpassen. Na een lange, moeilijke stilte vroeg Imke: “Willen jullie de kamer zien waar je zal in slapen?”
“Goed,” zei Yela. Ze namen allebei hun handbagage en volgden Imke naar boven. Merel liep achter hen aan.
“Hier is het,” zei Imke en zwaaide de deur dramatisch open.
“Als jullie willen uitpakken vraag ik even aan papa de koffers naar boven te brengen. Goed?” zei Merel. Yela knikte kort.
“Paps! Yela en Pien willen hun koffers!” gilde Merel naar beneden.
“Ik kom!” brulde hij terug.
“ZEG, ik wil nog niet doof worden hoor!” riep Merel.
“WAT?” schreeuwde hij terug, luider dan daarnet.
“Och jij…” Merel wist niet wat ze moest terug doen. Ze draaide haar om en zei: “Hij komt.” Yela stootte een lachje uit: “Hadden we ook wel door.”
“Aarg!” schrok Merel toen opeens iemand haar bij haar schouders nam en optilde.
“Zet me neer! Zet me neer! ZET ME NEER,” brulde ze. Ze begon wild te maaien met haar armen en voeten en de persoon die haar vast had zette haar vlug neer. Vliegensvlug draaide Merel haar om en zag Jeroen staan.
“DOE DAT NOOIT MEER!” en ze beende boos weg. Hoe durfde hij? Haar zomaar belachelijk maken voor Yela en Pien? Zoë en Gwendoline liepen geschrokken naar de kamer.
“Wat gebeurt er?” vroeg Zoë.
“Niets om je zorgen voor te maken,” antwoordde Jeroen. Zoë keek hem bedenkelijk aan en ging dan terug naar beneden met Gwendoline.
“Sorry!” riep hij naar Merel, die niet antwoordde.
“Sorry,” zei hij nogmaals, maar nu tegen Yela en Pien. Yela leek een beetje geschrokken maar Pien lachte zachtjes.
“We laten jullie nu maar even,” zei Imke. Trippelend verliet ze de kamer.
“Papa!” klonk het vanuit de gang.
“Ow, ja, sorry,” zei Jeroen verward. Toen hij de deur sloot, plofte Pien op een bed.
“Pien?” vroeg Yela met een klein stemmetje.
“We zullen het hier goed hebben.” Het was het enige wat Pien zei.

“Merel, Imke, bedtijd,” zei Zoë.
“Oké,” zeiden ze in koor. Merel passeerde langs de kast met de vier schoven. Ze dacht aan haar tekening. Vlug haalde ze die uit en stak het onder haar truitje. Niemand had iets gezien.

“Wat denk je?” vroeg Imke. Ze zette haar recht in haar bed.
“Ik vind ze nog meevallen. Alleen Pien heeft nog niet veel gezegd,” antwoordde Merel
“Dat is me ook opgevallen,” zei Imke daarop.
“Ik denk dat Yela vroeger wel een tof en vrolijk meisje was,” zei Merel
“Was?” Imke liet haar hoofd terug in haar kussens vallen.
“Gestorven ouders is niet niets. Maar wanneer ze erboven zal komen, zal het een meisje zoals alle andere van haar leeftijd zijn,” legde Merel uit. Opeens kreeg Merel tranen in haar ogen. Gelukkig zag Imke het niet in het zwakke licht van hun lampjes op hun nachtkastje. Ze moest denken aan Nico en tante Lientje. Waarschijnlijk pijnloos gestorven. Waarom zíj?
“Merel?” klonk het aan de andere kant van de kamer.
“Hmm?” mijmerde Merel zo normaal mogelijk.
“Het lukt je nog altijd niet de juiste draad op te pakken, hé?” Je kon de aarzeling in Imke haar stem horen.
“Hoe weet je dat?” vroeg Merel wat verwonderd.
“Ik ben je zus, Merel,” zei ze simpelweg.
“Juist, ja,” zei Merel, alsof ze dat kon vergeten.
“Wat kan ik eraan doen?” snikte Merel opeens uit, na een lange, pijnlijke stilte.
“Merel.” Imke liep haar bed uit en kwam naast Merel zitten.
“Lichten uit!” Merel en Imke schrokken zich dood. Jeroen stond op de gang.
“Maar pa-” wou Imke protesteren. Merel schudde haar hoofd, met rode ogen. Blijkbaar wou ze niet dat hun vader haar zo zag.
“Imke!” Zoë stond nu blijkbaar naast Jeroen.
“’t Is al goed. Al goed,” mompelde Imke. Ze liep zachtjes terug naar haar bed, zodat haar ouders niet zouden weten dat ze niet in haar eigen bed lag. Tegelijk knipten ze hun lampjes uit.
“Slaapwel,” fluisterde Imke.
“Jij ook,” zei Merel nauwelijks hoorbaar.

“Joepie! Gewonnen,” Yela maakte van vreugde een rondedansje.
“Ja, ja, het is al goed.” Met een verbeten trekje rond haar mond bekeek Pien het schaakbord. Nog nooit had ze verloren van Yela.
“Ach, Pien, voor alles is een eerste keer,” zei haar vader, die haar teleurstelling zag.
“Stop jij Arthur in?” vroeg haar moeder.
“Ik ben echt doodop,” probeerde Pien haar die taak te ontkomen.
“Ga dan wat vroeger slapen,” stelde haar moeder voor. Snel stond Pien op. Ze ging inderdaad laat naar bed maar dat was omdat ze haar vriendinnen uren hoorde zeggen dat haar ogen groot maakte. Ze wou gewoon indruk op hen maken.
“Kom,” zei Pien tegen Arthur. Met tegenzin liet hij zijn autootjes in zijn speelgoedbak vallen en stond op.
“Zal je een verhaaltje vertellen?” vroeg hij.
“Dat is een goed idee,” antwoordde Pien.
“Pak je pyjama,” zei Pien. Vlug hielp ze hem aankleden, wat eigenlijk niet mocht want hij kon het zelf. Hand in hand liepen ze naar zijn kamertje. Hij kroop onder zijn laken en keek verwachtingsvol naar Pien.
“Er was eens…” begon Pien te vertellen. Toen ze het sprookje van Hans en Grietje had verteld gaf ze hem nog een kus.
“Daag!”
“D-daag, Pien,” geeuwde Arthur. Pien knipte het licht uit en sloot de deur.
“Nog een potje?” vroeg Yela aan Pien.
“Geen zin,” zei Pien terug. Ze plofte in de zetel en nam haar boek terug. Ze zag Yela met een zielig gezichtje naar hun vader kijken. Die knikte.
“Terug naar jullie plaatsten!” beval ze de overgebleven schaakstukken. Met een zwaai van zijn toverstok repareerde hij de kapotte schaakstukken, die ook naar hun plaatse schoven. In het midden van hun spel klonk er buiten lawaai.
“GA!” riep een kille stem. Geschrokken keken ze allemaal op. De voordeur ging open.
“Pien, Yela, verstop jullie ergens buiten. Zorg dat je niet wordt gezien!” beval hun vader hen, die zijn toverstok trok. Yela en Pien liepen naar buiten en kropen in hun boomhut. Binnen hoorden ze een heleboel geschreeuw. Overal zagen ze lichtflitsen: rode, groene,… Opeens was het gedaan. Een aantal mensen die je door het raam kon zien, droegen een masker.
“Ga naar buiten en boven!” beval weer een stem. Pien duwde Yela geluidloos tegen de vloer van de boomhut. Zonder dat die kraakte ging ze ook liggen. Gelukkig zat niemand Pien, Yela of de boomhut.
“IK HEB HET JONGETJE!” gilde iemand. ‘Arthur. Nee, niet Arthur,’ dacht Pien bij haar zelf. Ze kreeg tranen in haar ogen. Iemand riep iets en er volgde een groene lichtflits. Alle mensen liepen naar buiten en lieten het huis inzakken. Er klonk overal gelach.
“Mosmorde!” zei iemand. Er verscheen een groene schedel met een slang uit zijn mond. Pien begon te gillen.


“AAA!” Met deze gil werd iedereen in het huis wakker.
“PIEN!” Yela sprong geschrokken uit haar bed.
“ARTHUR!” tierde Pien hysterisch.
“Wat gebeurt er?” vroeg Zoë bezorgd. Yela was bij het schreeuwen van haar broertjes naam in tranen uitgebarsten. Arthur? Was dat niet hun broertje? Nu begreep Zoë het. Pien had waarschijnlijk van hem gedroomd.
“Sstt, het komt allemaal wel goed,” kalmeerde zeYela. Ze liep naar Pien maar toen ze naast haar wou gaan zitten begon Pien met haar armen te maaien en te schoppen met haar benen. Zoë maakte een zacht gebaar met haar toverstok. Er gebeurde niets. Ze herhaalde het teken een aantal keren en Pien stopte met in het rond schoppen. Pien begon nu te snikken. Grote, dikke tranen vielen op het korte shortje van haar pyjama.
“Het was maar een nachtmerrie,” probeerde ze Pien te troosten.
“Een nachtmerrie die, verdomme, echt gebeurt is!” schreeuwde Pien. Ze begon nog harder te snikken. Jeroen, Imke en Merel stonden ook in het deurgat, dit schouwspel genadeslaand. Alle drie met blinkende ogen. Dit deed ze denken aan tante Lientje en Nico. Vol medelijden met Pien konden ze niets doen om haar te helpen.
“Hier, drink maar.” Merel had opeens beseft dat ze dat nog in huis hadden. Pien keek haar snikkend achterdochtig aan.
“Het geeft je een droomloze slaap,” drong Merel aan. Het was een klein restje van wat ze nog hadden. Iemand had het komen brouwen om de nachtmerries van Zoë te beëindigen. Zoë keek haar verwonderd maar blij aan. Pien dronk het op, slechts in één slok. Meteen viel Pien terug in haar bed. Zoë legde haar moederlijk terug volledig in het bed en dekte haar toe.
“Gaat het, Yela?” vroeg Merel. Ze knikte, al had ze rode ogen. Langzaam ging iedereen weer naar bed. Iedereen sliep rap, uitgezonderd Yela. Ze was bang er ook van te dromen en kon zo ze de slaap niet vatten.

Nog helder kon Pien zich herinnen wat er die ene nacht gebeurt was, al had ze ondanks dat goed geslapen. Yela zag er moe uit. Ze glimlachte nu telkens ze iemand zag kijken naar haar. Hun blikken waren altijd bezorgd. Heimelijk genoot Pien daarvan, van de aandacht. Ze had Merel en Imke ook leren schaak spelen. Yela en Pien speelden het wel nog, maar niet met elkaar. Ze werden te veel aan die avond die hun leven veranderde herinnerd.
Merel zat in de zetel terwijl Yela Imke verpletterde op het schaakbord. Ze bekeek de tekening van Zweinstein eens goed. Ze had daar nog geen tijd voor gehad. De meeste dingen leken gruwelijk veel op de werkelijkheid. En toen zag Merel het. De raampjes waren eigenlijk de lege holtes van een schedel waar de ogen normaal zaten. De tentakels van de reuzeninktvis waren net slangen. Had Imke dit expres gedaan? Had Imke haar dan wel de tekening gegeven? Geschrokken keek Merel Imke aan.
“Merel, kijk niet zo. Ik kan me zo niet concentreren en ik weet ook wel dat het dom was mijn loper naar daar te sturen,” zei Imke zenuwachtig.
“Wat heb je daar?” Merel schrok zich rot. Pien had het zinnetje in haar oor gefluisterd.
“Pien!” zei Merel. Merel verstond het niet maar Pien haar lippen vormden iets van ‘sorry’ al grijnsde ze.
“Hier, wat valt je op?” Merel gaf de tekening aan Pien, die hem aannam.
“Op het eerste zicht niets,” zei Pien.
“Kijk dichter, beter.” Merel was ervan overtuigd dat de schedels en slangen er echt waren.
“Dit is een bijna perfecte kopie van Zweinstein. Meer kan ik er ook niet over zeggen,” zei Pien, nadat ze het nog eens had bekeken.
“Maar zie je het dan niet?” vroeg Merel.
“Wat, Merel? Wat?” was Pien haar antwoord.
“Je ziet het echt niet, hé?” vroeg Merel wanhopig.
“Wat moet ik zien?” Pien keek haar bezorgd aan.
“LAAT MAAR,” gilde Merel. Iedereen keek haar geschrokken aan.
“Merel,” zeiden Zoë en Pien tegelijk.
“Merel-” Zoë wou verder gaan maar stopte met het zien van het woeste gezicht van haar dochter.
“Het is niet grappig! Je ziet het wel maar laat me gewoon voor gek staan!” schreeuwde Merel in het gezicht van Pien. Ze zwaaide met de tekening onder haar neus.
“Maar M-merel,” hakkelde Pien doodsbenauwd. Ook Imke was geschrokken. Ze had haar tekening meteen herkend. Wat was er wel met die tekening?
“Merel,” zei Zoë streng. Merel keek haar aan en liep naar haar kamer. Ze sloeg extra hard met de deuren en bonkte op de trap. De sloot de deur en schoof er de twee kleerkasten voor en het bed van Imke. Ze bekeek de tekening nog eens. Nu zag ze de slangen en scheldels meteen. Ze zag nog iets: de bomen aan het begin van het Verboden bos vormen iets. De open plekken en de bomen groepjes vormden een naam. Merel liet de tekening vallen. Doodsbang bekeek ze het. Geen tweifel mogelijk.
“Merel, doe de deur open!” De stem van Zoë klonk gedempt. Merel was nog in een grote schok dus antwoordde niet.
“Merel!” riep Zoë. Vlug stak ze de tekening tussen de blaadjes van haar dagboek. Ze nam een blaadje dat even groot was dan het blaadje van de tekening.
“Wacht vijf minuutjes!” riep ze terug. Vlug scheurde ze het blaadje en gooide de snippers in de prullenmand. Met veel moeite schoof ze de drie dingen voor de deur weg. Ze draaide de sleutel om in het slot en deed de deur open.
“Geef de tekening,” beval haar moeder Merel. Merels hart klopte in haar keel terwijl ze op de gescheurde restjes van het blaadje wees.
“Waarom verscheurde je die nu?” De stem van Zoë klonk iets vriendelijker.
“Er was iets aan die tekening die me bang maakte,” zei Merel verlegen.
“Iets wat je bang maakt?” vroeg Zoë verwonderd. Merel knikte.
“Waarom maakte je die tekening kapot? Ik heb er massa’s werk aan gehad!” gilde Imke boos. Ze trok haar toverstok, die Merel en Imke op aandringen van Jeroen altijd bijdroegen.
“Expelliarmus!” Behendig ving Zoë de toverstok van Imke op.
“Imke en Merel! Wat hebben jullie?” werd Zoë echt kwaad. Imke en Merel wierpen alleen maar boze en bange blikken in haar richting. Met een zwiepje van haar toverstok stonden de meubels weer goed en met een ander soort zwiepje liet de ze toverstok van Imke op haar bed vallen.
“Blijf maar voor de rest van de avond hier,” gaf ze als straf op. Ze sloot de deur en Merel en Imke konden haar de trap horen aflopen. Een kwartier lang zwegen ze.
“Wat was er nu met die tekening?” vroeg Imke, nog steeds boos maar nu ook nieuwsgierig.
“Er was iets aan die tekening die me bang maakte,” herhaalde Merel. Imke keek haar even ongemakkelijk aan.
“Meen je dat nu?” vroeg ze verbaasd.
“Waarom zou ik daarover nu liegen?” zei Merel haar lichtjes boos makend. Waarom wouden ze haar niet geloven?
“En waarom maakte je hem kapot?” zei Imke.
“Ik schrok en dan…” antwoordde Merel. Imke keek haar raar aan maar ging er niet op in. Het begon donkerder te worden en ze deden het licht aan. Imke was op haar bed een boek aan het lezen. Merel bekeek de tekening. Nog steeds zag Merel de dingen die Pien misschien niet, misschien wel had gezien. Ze probeerde niet naar het Verboden Bos te kijken, al was dat moeilijk.
“Slaapwel,” klonk het zwak uit Imke’s mond en ze deed haar lichtje uit. Merel schrok. Ze keek op haar polshorloge en de wijzers wezen tien voor elf aan. Zo laat? Vlug stopte ze de tekening in haar dagboek en legde haar dagboek op een plaats waar niemand het vond. Ze sloot het behangpapier met de holte goed af en knipte haar lichtje uit maar de slaap kon ze niet vatten. Buiten tsjilpten nog enkele vogels. Ze stond terug op en liep naar het raam dat ze open deed. Eén vogeltje zat in een boom in hun tuin. Een mereltje. Merel keek naar het vogeltje en het leek alsof het terugstaarde. De oogjes leken te zeggen: ‘Ik voel me alleen, help me!’ Maar Merel wist dat ze dit haar inbeeldde, net zoals de dingen op de tekening. Ze staarde, staarde en staarde. Ze had geen idee hoe lang ze daar stond maar toen ze het koud kreeg fluisterde ze: “Morgen kom ik terug.” ‘Wat doe je nu? Dat vogeltje hoort je toch niet?’ verweet Merel haar zelf. Ze deed het raam toe en het gordijn. Voor de tweede keer keek ze naar haar horloge. Een uur al. Had ze daar zolang gestaan? Vlug liep ze terug naar haar bed en haar ogen vielen meteen toe.

“Laat ze maar slapen,” hoorde Merel iemand zeggen. Ze herkende Jeroen zijn stem. Een paar voetstappen, een deur die open en dicht ging en het lawaai was weg. Merel opende haar ogen. Het was al licht en Imke lag al niet meer te slapen. Merel nam een lekker lang en warm bad. Even spoelde ze alle zorgen van haar weg, samen met het water. Merel ging naar beneden. Iedereen zat aan de ontbijttafel.
“Goedemorgen,” zei Merel, niet goed wetend hoe ze haar moest gedragen na gisteren.
“Ben je wakker geworden doordat we zijn binnen gekomen?” vroeg Jeroen. Merel knikte. Er viel weer een stilte. Gelukkig zei niemand iets over de tekening. Er werd getikt op het raam. Iedereen keek om. Het waren twee uilen met dezelfde enveloppe om hun poot gebonden.
“Uilen van Zweinstein,” zei Jeroen. Merel, die het dichtst bij het raam zat, stond op en deed het raam open. Een fris briesje woei door haar haren. Merel knoopte de twee brieven los en gaf er eentje aan Imke. Ze las alles en gaf de brief aan Zoë.
“Gaan we morgen naar de Wegisweg?” stelde Jeroen voor.
“Is goed,” antwoordde Zoë.

Verlengd!

Het is de eerste van de maand dus heb ik mijn gemiddelde berekent! Bedankt voor de 6.2/10! (naar boven afgerond Very Happy )






Laatst aangepast door Merel op Di Aug 01, 2006 16:41; in totaal 2 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Berichten van afgelopen:      


 Ga naar:   


Sla dit onderwerp op als textbestand

Volgende onderwerp
Vorige onderwerp
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum
Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum
Je mag niet stemmen in polls in dit subforum



Powered by phpBB © 2001/3 phpBB Group :: FI Theme :: Tijden zijn in GMT + 1 uur :: Disclaimer