Harry Potter Forum index
Dit forum is gesloten. Bezoek nu de vernieuwde versie van HPF!
 Harry Potter Forum gesloten  •   Inloggen

 [AF] Harry Potter en de Roep om Verlossing Volgende onderwerp
Vorige onderwerp

Sla dit onderwerp op als textbestand
Poll :: Wat vind je van mijn verhaal?

Geweldig!!
58%
 58%  [ 41 ]
Leuk!
35%
 35%  [ 25 ]
Gewoon...
5%
 5%  [ 4 ]
Bagger
0%
 0%  [ 0 ]
Totaal aantal stemmen : 70


Auteur Bericht
Tamar
Oude Forumnaam: Palmtree 5e jaars
5e jaars


Verdiend: 88 Sikkels
Woonplaats: Standing in the Rain

Tamar is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Mei 20, 2006 7:10 Terug naar boven Sla dit bericht op

Ello!, Bedankt: Madoperator, Perkamoontus, Harry's girly & hermelien92 voor de reactions xD. C'est tres leuk!!. Nou, het heeft weer even geduurd maar hier is een groot deel van hoofdstuk 13. Een erg ontroerend hoofdstuk Wink. Ron gaat een beetje gekke dingen doen xO. Maar dat mag je zelf lezen *lief he ^.^* ---->

Hoofdstuk 13
Echte Vriendschap



Tegelijk vielen Ron en Harry op het gras neer. Ze bleven een tijdje doodmoe liggen maar stonden toen toch maar op. Langzaam sjokten ze het terrein van Zweinstein op. Zware voetstappen klonken achter hen maar ze waren te futloos om te kijken wie het was.
‘Harry! Ron! Wacht eens!’ riep een zware stem die Harry zo even niet kon plaatsen. Hij draaide zich om en zag een enorm groot persoon staan die hij meteen herkende als Hagrid.
‘’K hoopte al dat ‘k hullie vinden zou! Molly Wemel had me een brief geschreven waar ‘k niks van begreep, en ‘t ging over hullie’.
Opeens waren Harry en Ron enorm alert.
‘Kom anders even mee naar m’n hut, dan laat ik die brief zien’
Ron rende al vooruit en struikelde over een boomwortel. Hagrid grinnikte maar Harry voelde nog meer medelijden voor zijn vriend dan hij al had. Hij was dagenlang opgesloten, hij wist niet waar zijn familie was en nu viel hij ook nog eens met zijn gezicht in de mest. Maar Ron was alweer opgestaan en stond nu zenuwachtig voor de deur van Hagrid’s hut
‘Nou nou, wat ’n haast, kom maar snel naar binnen dan’ bromde Hagrid.
In het kleine huisje was het behaaglijk warm en Harry vergat heel even al zijn zorgen. Hagrid pakte de brief en gaf hem aan Harry. Die las hem hardop voor.

Beste Hagrid,
Harry vertelde ons dat hij een tijdje naar jou ging om je te helpen met een probleem. Dat is natuurlijk goed, maar nou heeft Arthur vanochtend een dooddoener gesignaleerd in de buurt van ons huis. We verwachten dat ze ons weer aan gaan vallen en dus vertrekken we met onmiddellijke ingang. We kunnen niet vertellen waarheen voor het geval deze brief in verkeerde handen valt maar we hopen dat Harry bij jou kan blijven want op Zweinstein is hij veiliger dan bij ons. We hopen dat Ron ook naar jou komt als hij ziet dat we weg zijn. Zoja: zeg hem dat het ons verschrikkelijk spijt dat we zomaar het huis hebben verlaten!. We zullen snel weer bericht sturen, en we hopen dat je de uil dan terug kunt sturen met enige informatie over onze vermiste zoon.
Met vriendelijke groet,
Molly Wemel


Harry bekeek de brief nog eens goed en zag dat er verschillende tranen op het perkament waren gevallen. Hij kon het zich voorstellen; het moet verschrikkelijk moeilijk zijn om zomaar weg te gaan terwijl je zoon al een paar dagen vermist is. Harry keek naar Ron. Die keek heel opgelucht en grijnsde naar zijn theekopje. Hij was er dus niet helemaal zeker van geweest dat zijn ouders veilig waren weggekomen.
‘Gaat iemand nog zeggen waar dit over gaat?’ zei Hagrid terwijl hij vragend van Ron naar Harry keek.
Harry keek snel even naar Ron of hij vond dat ze alles moesten vertellen maar Ron bleef koppig naar zijn niet al te interessante theekopje staren.
‘Begin jij maar Ron, het verhaal begint bij jou’ zei Harry tenslotte maar.
Ron knikte bijna onzichtbaar en begon zijn verhaal.
‘Nou we waren weer thuis uit het St. Hostilo…’
‘Waarom waren hullie daar?’ bromde Hagrid verbaasd.
‘Ik had Harry aangevallen. Nouja in ieder geval we waren dus weer thuis en ik was een beetje boos omdat Fred en George me pestten en dus sloot ik me op in mijn kamer. Rond twee uur ’s nachts werd ik wakker van stemmen in mijn kamer. Ik dacht dat het mijn broers weer waren dus ik zei ‘rot op eikels’ maar toen bleken het dooddoeners te zijn. Twee om precies te zijn. Ze spraken ‘silencio’ over me uit, verlamden me, bonden me vast en namen me mee door het open raam. Een paar straten verder verdwijnselden we naar een klein houten huisje en werd ik vastgebonden aan een soort totempaal. Ze zaten te hele tijd te zeuren dat mijn familie niet bloedzuiver was en gooiden dingen naar me maar ik kreeg tenminste nog eten en drinken. Maar na twee dagen sloegen ze me bewusteloos en werd ik wakker in een kooi in een grot. Eerst was alleen Nagini er maar later zag ik Harry in een andere kooi zitten. We kregen geen eten of drinken en Nagini wachtte tot een van ons het loodje zou leggen want zij mocht dan diegene opeten. Toen kreeg Harry een idee, hij zou Nagini afleiden en ik zou een tunnel onder de kooi door uitgraven. Dat heb ik gedaan, ik heb Nagini vermoord en Harry bevrijdt en samen zijn we ontsnapt. Dat was het wel zo’n beetje.’ Ron had het hele verhaal zijn ogen niet losgerukt van zijn theekopje en Harry begon zich zorgen te maken om Ron’s seksuele geaardheid. Viel hij misschien op simpele witte theekopjes?. Harry schudde zijn hoofd en gaf zichzelf vanbinnen een uitbrander. Waarom dacht hij in godsnaam aan dit soort dingen en niet aan de levensgevaarlijke dingen die hij de vorige dagen allemaal had meegemaakt?. Hagrid leek aardig geshockeerd te zijn. Na een paar minuten kreeg hij eindelijk zijn stem terug.
‘Hoe kwam jij daar Harry?’
Harry slikte eventjes en begon zijn verhaal.
‘Ik kreeg na 3 nachten een brief van de dooddoeners dat ik alleen naar de Bloedlaan moest verschijnselen, anders zou ik Ron niet levend terugzien. Dus ik vertelde de Ron’s familie dat ik naar jou zou gaan omdat je me nodig had en de volgende nacht ging ik naar de Bloedlaan. Daar waren Lucius Malfidus en ene Jessar. Ik viel die Jessar aan en toen bond Lucius Malfidus me vast. Hij maakte me bewusteloos en het volgende moment werd ik wakker in een kooi. De rest van het verhaal is bekend.’ Harry keek Hagrid even recht aan en hij zag dat Hagrid’s ogen groot waren van verbijstering.
‘Maar als het die dooddoeners om jou ging Harry, waarom hebben ze Ron dan eerst ontvoerd? Dat was toch nergens voor nodig?’ fluisterde Hagrid nog altijd ademloos van verbazing.
Daar had Harry ook over nagedacht, en hij had ook al een theorie.
‘Ik denk dat ze Ron eerst ontvoerden omdat ze wisten dat hij…nouja niet zo lekker in zijn vel zat. En dan zou het dus minder raar zijn als hij weg was, hij zou ook gewoon weggelopen kunnen zijn. Maar als ik opeens verdwenen was…dan zou iedereen meteen de link leggen met Voldemort’ knikte Harry.
Hagrid veegde zijn wilde bos haar uit zijn gezicht en bleef Harry en Ron aan staren. Uiteindelijk zei hij weer wat; al was het met schorre stem.
‘Mijn god, wat ‘n avontuur! Geluk dat hullie nog leven!. ‘K zou maar snel naar de ziekenzaal gaan en heel veel eten en drinken. Ik breng hullie wel’. Hagrid stond op en pakte Ron en Harry bij de arm. Hij sleepte ze het hele terrein over naar de ziekenzaal van madame Plijster. Het deed aardig pijn in hun armen maar de vermoeidheid was weer in alle hevigheid teruggekomen dus ze hadden de puf niet er wat van te zeggen. Met tranen in zijn ogen gooide Hagrid de twee jongens allebei in een bed. Madame Plijster kwam snel aangesneld en vroeg Hagrid om informatie.
‘Deze twee knapen zijn ‘n paar dagen opgesloten in ’n kooi zonder eten en drinken. ‘K kan niet vertellen door wie, maar t’is nogal ernstig, Harry zag madame Plijster geschrokken knikken. Daarna vielen zijn ogen van pure vermoeidheid dicht. Het was voorbij. Hij was weer veilig.

Harry werd anderhalve dag later pas weer wakker. Madame Plijster schoot meteen naar hem toe met een dienblad vol drankjes en pilletjes. Gewillig dronk en at hij alles op. Opeens had hij veel meer energie. Vrolijk ging hij rechtop zitten. Hij keek naar Ron in het bed naast hem die ook wakker was maar veel minder vrolijk keek.
‘Hoe gaat het Ron?’ vroeg hij om hem een beetje op te vrolijken.
‘Best’ mompelde Ron.
Harry keek hem een beetje verbaasd aan.
‘Heb je veel pijn? Of ben je gewoon nog moe?’
‘Ik zeg toch dat het best gaat’ snauwde Ron en hij keerde Harry de rug toe. Harry was opeens ook heel wat minder vrolijk. Deze reactie had hij niet verwacht. Was Ron nou nog steeds boos op hem?. Hij had gehoopt dat het weer helemaal goed was tussen hen nadat ze samen de ontberingen in de grot hadden meegemaakt. Teleurgesteld zakte Harry onderuit.
‘Harry, ik ga je nog een keer onderzoeken. Als alles helemaal goed met je gaat mag je weer weg van de ziekenzaal’ zei madame Plijster.
Harry stond zuchtend op en ging naast zijn bed staan. Hij werd grondig geïnspecteerd en stikte bijna in een chocokikker die madame Plijster in zijn geheel in Harry’s keel duwde om zijn reactievermogens te testen. Nadat Harry twee keer door de zaal heen was gehinkeld, een paar keer touwtje had gesprongen en over madame’s Plijster voeten had overgegeven( niet zo raar als je een bakje trollensnot krijgt aangeboden) was de zuster helemaal tevreden en werd hij ontslagen van de ziekenzaal. Hij zwaaide nog even naar Ron maar die keek woedend naar zijn bedlampje.
‘Ron heeft echt een rare obsessie voor saaie voorwerpen’ mompelde Harry hardop.
‘Echt waar? Dat is leuk nieuws voor de schoolkrant’ hoorde hij opeens naast zich. Geschrokken keek hij om en hij zag Kasper Krauwel staan.
‘We hebben niet eens een schoolkrant Kasper’ mompelde Harry.
‘Jawel! Jawel, die heb ik opgericht! Hij heet de Zweinkrant! Ik wilde de krant naar jou vernoemen maar daar was niet iedereen het mee eens’.
Harry grijnsde onwillekeurig.
‘Nou leuk, maar zet dat van Ron er maar niet in. Dat vindt hij niet zo grappig denk ik’ en glimlachend liep Harry naar de grote zaal.
Het was ontzettend rustig. De meeste kinderen waren dus naar huis gegaan met kerst. Harry kon het ze niet kwalijk nemen, misschien was het wel de laatste keer dat ze hun ouders zagen. Hij ging in zijn eentje aan de tafel van Griffoendor zitten. Hij had honger, maar er was geen eten meer. Nouja hij kon het altijd proberen.
‘Pompoenpastei!’ zei Harry tegen de lege tafel. En ja het werkte, binnen enkele seconden stond er een bord met pompoenpasteitjes voor hem.
‘Dankjewel!’ zei Harry tegen het bord en hij wist dat de huiselfen in de keuken onder hem in tranen uit barstten van zoveel vriendelijkheid. Hij liet zich het eten goed smaken en liep toen verveeld door het kasteel heen. En opeens drong iets tot hem door: er was weer een gruzielement vernietigd!. Harry stond plotseling stil en voelde een geest door hem heen glijden. Het was echt waar, Nagini had zichzelf opgeofferd voor Voldemort als gruzielement en nu had Ron hem vermoord. Harry voelde zich helemaal gelukkig worden, nog maar drie gruzielementen te gaan!. Hij had zin om te huppelen maar dat leek hem geen goed idee nu er een schoolkrant was. In plaats daarvan liep hij naar de kamer van hoge nood op de zevende verdieping. ‘Ik wil gewoon een leuke ruimte waar ik me thuis voel’ dacht hij terwijl hij een paar keer voor de lege muur heen en weer liep. Al snel zag hij een deur en hij ging naar binnen. Hij zag een groot zwembad zoals op in de badkamer van de klassenoudsten en aan de muur hing een grote poster van Hermelien. Harry grijnsde weer. Wat was er met hem aan de hand? Was het normaal om zoveel te lachen terwijl je een dag geleden op het nippertje aan de dood ontsnapt was?. Harry wist het niet, maar hij kon er niets aan doen. De hele middag dobberde hij op een opblaaskrokodil in het warme water terwijl hij ijsjes at en naar Hermelien’s foto staarde. Hij vond haar nog steeds heel erg leuk…zeker nadat ze hem zelf had gezoend op de avond dat hij naar de Bloedlaan was verschijnselt. Maar hij probeerde zich niet te veel in het hoofd te halen, ze had het vast niet zo bedoeld. Terwijl hij zijn laatste glas ijskoude pompoensap achterover sloeg dobberde hij naar de kant om zich weer om te kleden. Hij had eigenlijk een handdoek nodig…meteen zag hij er een liggen met de afbeelding van een hert. Harry wist dat het te maken had met zijn patronus en nog altijd glimlachend liep hij naar de grote zaal waar elk moment het avondeten kon begonnen. Hij zag Ron aan de tafel zitten en snel ging hij naast hem zitten.
‘Ha die Ron! Weer helemaal beter jongen?’
‘Waar ben jij geweest?’
‘Oh uh de bibliotheek!’ antwoordde Harry snel.
‘Je haar is nat Harry…’ mompelde Ron.
‘Ja dat is de nieuwste mode! Je weet dat ik heel mode bewust ben’. Harry grinnikte om zijn eigen grapje en begon eten op te scheppen.
Ron zweeg en knabbelde langzaam op een paar worteltjes.
‘Ben je nou nog steeds boos?’ vroeg Harry verbaasd.
‘Hoezo, nog steeds boos’ ging Ron meteen in de aanval.
‘Nou, je bent al vanaf het kerstbal boos op me en ik dacht dat je nu wel weer vrolijk zou zijn nadat je me een paar gebroken ledematen hebt gegeven en we samen ontsnapt zijn uit die kooien.’
Ron keek hem woedend aan en smeet zijn wortels op de grond.
‘Ik was allang niet boos meer om dat gedoe met Hermelien! Ik schaamde me omdat ik jou tot twee keer toe had aangevallen maar als je zo gaat beginnen…’ Ron gooide zijn pompoensap over zich heen en liep briesend weg.
Harry vroeg zich af wat hij nou weer verkeerd had gedaan, maar hij kwam er niet op. Hij had toch ook niks verkeerds gedaan? Peinzend at Harry de rest van zijn frambozenvlaai op. Ron was er alweer in geslaagd zijn vrolijkheid te bekoelen. Na nog een chocolademuffin stond hij zuchtend op en slenterde hij terug naar de leerlingenkamer. Op het laatst moest hij wat harder lopen omdat een geschilderde wasbeer hem achtervolgde door de schilderijen met de spreuk ‘Het leven is als een bommetje dat zo kan ontploffen’. Pas toen Harry dreigde dat hij de wasbeer zelf zou laten ontploffen liet hij hem met rust en kon Harry in alle vrijheid door het portretgat van de dikke dame klimmen. Hij zag alleen de broertjes Krauwel in de leerlingenkamer en dook vliegensvlug achter een bank. Kruipend over de grond bereikte hij de trap zonder verdere liefdesuitingen van zijn grootste fans. Opgelucht liep hij naar zijn hemelbed en het viel hem niet op dat Ron in het open raam op de vensterbank stond...


En ik hoop natuurlijk dat jullie weer reageren =). That's my final word xP





_________________
The kids of tomorrow
don't need today
when they live
in the sins of yesterday.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Tamar
Oude Forumnaam: Palmtree 5e jaars
5e jaars


Verdiend: 88 Sikkels
Woonplaats: Standing in the Rain

Tamar is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Mei 21, 2006 12:17 Terug naar boven Sla dit bericht op

HELLOW! ik ga maar meteen even door met posten...heb jammergenoeg niet zoveel reacties gehad *snikt dramatisch*. Was het *snik* zo'n *snik* slecht *snik* stuk? . Never mind, ik ga door als een...een struisvogel zonder veren! Yeah!. Nou in dit stuk komt Hermelientje terug en kiest ze of Ronnetje of Harrytje xD. Maar het is eerst natuurlijk de vraag of Ron geen zelfmoord pleegt Surprised. Ieek, Veel plezier met lezen Very Happy

Hoofdstuk 13 Part II

Nietsvermoedend staarde Harry zonder te kijken in de spiegel die tegenover zijn bed stond. Heel langzaam drong het beeld van een Ron die in het open raamkozijn stond tot hem door. En toen snapte hij in een flits waar Ron mee bezig was. Harry struikelde over zijn eigen voeten in zijn haast om bij het raam te komen en nog half op zijn knieën greep hij Ron bij zijn middel. Een van Ron’s voeten was al los van het kozijn en het was duidelijk dat Harry net op tijd was. Harry trok en Ron viel boven op hem. Hij voelde zijn avondeten weer naar boven komen maar Ron was op dit moment belangrijker. Zachtjes duwde Harry Ron van zich af. Ron had zijn handen voor zijn gezicht en huilde. Hij huilde met lange uithalen en hij zag er zo intens verdrietig uit dat Harry zelf tranen in zijn ogen kreeg. Hij wist niet hoe lang ze daar lagen, allebei verdrietig op de koude vieze vloer. Hij wist alleen dat hij moest wachten tot Ron er klaar voor was. En eindelijk begon Ron, nog nasnikkend te praten..
’S-Sorry. Het spijt me echt. Ik weet niet, alles gaat mis de laatste tijd.
Het begon allemaal al met de dood van Percy. Ik ben gewoon voortdurend bang. Dat mijn ouders dood gaan, of jij of Hermelien. En Voldemort heeft het ook nog eens gemunt op iedereen van wie ik hou!. Ik ben gewoon bang mensen kwijt te raken.’ Ron veegde wat tranen van zijn gezicht. ‘En toen zoende jij Hermelien en ik werd even helemaal gek. Ik ben al zolang verliefd op haar; en ik dacht…nouja ik viel je aan maar dat heb je wel gemerkt. Ik had heel erg spijt, maar toen viel ik je een dag later gewoon weer aan. Je had wel dood kunnen zijn.'
Harry wilde hem tegenspreken maar Ron schudde zijn hoofd.
‘Je weet dat het zo is. Iedereen was woedend op me. Mijn familie, mijn twee allerbeste vrienden. Dat ik ontvoerd werd was de druppel. Ik was zo ongelukkig dat ik…’ Ron’s stem stokte.
‘Van het dak wilde springen?.’ Harry kreeg de woorden bijna niet uit zijn mond. Ron liet zijn hoofd tegen de muur rustten en sloot zijn ogen.
‘Ik wist het gewoon even niet meer. Het spijt me.’
‘Verontschuldig je niet Ron, ik ben alleen maar blij dat ik op tijd was. Ik had het mezelf nooit vergeven als je echt was gesprongen. Ik had Hermelien niet moeten zoenen. Dat was echt een belachelijke actie, Hermelien houdt alleen van jou. En jij van haar. Daar had ik nooit tussen mogen komen. En ook ik ben bang voor de dood Ron; ik had het niet meer toen je er zo levenloos bij lag in mijn oude huis. En ook ik ben ontzettend geschrokken van de dood van Percy. Maar wat heeft het eigenlijk voor zin dat bang zijn? Je hebt er helemaal niks aan, het maakt je alleen maar ongelukkig. Probeer het alsjeblieft van je af te zetten Ron. Je ouders weten echt wel te ontkomen aan de dooddoeners, en wij zijn hier op school veilig met al die leraren.’
Ron knikte langzaam en keek Harry even aan. Daarna stond hij op trok hij Harry overeind. ‘Je bent echt een goede vriend Harry.’
En dat was het mooiste compliment dat Harry ooit gekregen had.

De dagen die volgden was Ron nog steeds niet de oude, maar hun vriendschapsband was honderd keer zo diep. Ze speelden wat potjes toverschaak en verzonnen verhalen voor Kasper’s schoolkrant over Korzel en Kwast.
‘Hee Kasper! Wist je al dat Korzel een relatie heeft met een jongen genaamd Kwast?’
‘Oh echt Harry? Dat is leuk nieuws voor de Zweinkrant! Ik schrijf het meteen op.’ Piepte Kasper blij.
Ron grinnikte en versloeg Harry’s koningin.
‘Alweer verloren Harry! Je bent echt heel slecht vandaag’.
Harry vertelde Ron maar niet dat hij hem express liet winnen om Ron weer vrolijk te krijgen. Dat lukte best aardig zag hij.
‘Zeg wanneer komen Ginny en Hermelien weer op school?’ vroeg Ron terwijl hij een chocokikker in zijn mond stopte.
‘Ik heb geen idee, ik denk morgen. Hermelien komt meestal op zaterdag omdat ze nog huiswerk wil maken’ grijnsde Harry.
Ron knikte en staarde naar buiten. ‘Het sneeuwt! Zullen we naar buiten gaan?’
Harry had helemaal geen zin in kou en natte sneeuw maar hij zou zelfs Foppe de liefde verklaren als dat Ron zou opvrolijken.
Drie uur later kwamen ze uitgeput en helemaal onder de sneeuw weer naar binnen. Eerst hadden ze een sneeuwpop in de vorm van Vilder gemaakt maar al snel gingen ze over tot een sneeuwballengevecht. Hun hemelbedden waren al voorverwarmd en binnen enkele minuten vielen Ron en Harry in een diepe slaap.

‘AAAAAAAAH’ gilde een meisjesstem. Verschrikt pakte Harry zijn toverstok van het nachtkastje. Er was iemand in gevaar!. Maar zijn toverstok werd meteen weer afgepakt en hij werd stevig omhelst. Hij voelde zachte lippen op zijn lippen en Harry snapte er helemaal niks meer van. Hij wilde een meisje redden van de dooddoeners, maar die hadden zijn toverstok afgepakt en nu kusten ze hem?. Boos ging Harry rechtop zitten. Hij pikte het niet dat dooddoeners hem gingen zoenen!. Hij wilde net iets boos schreeuwen toen hij een uitzinnige Hermelien zag. Ze sprong op en neer en had de grootste grijns die Harry ooit had gezien.
‘Harry! Je leeft nog!. En Ron! Oh ik dacht dat ik jullie nooit meer zou zien!’. Hermelien’s blijdschap ging ineens over in dikke tranen.
‘Ik heb me zo veel zorgen gemaakt’ snikte ze met diepe uithalen. Ron en Harry gingen allebei aan een kant van haar zitten.
‘Rustig Hermelien! We leven nog! We zijn zelfs niet gewond geraakt’ grijnsde Ron terwijl hij haar over haar haar aaide. Harry hield alleen haar hand vast en dacht aan de kus van net. Ze had hem weer vrijwillig gezoend. Harry droomde weg en merkte niet dat Ron en Hermelien hem aanstaarden.
‘Je kwijlt Harry’. Harry schrok wakker en glimlachte schuldbewust naar zijn vrienden.
‘Sorry, wat vroegen jullie?’
‘Of we gaan ontbijten’ antwoordde Ron. Harry knikte en stond op. Ron liep weg en Harry wilde hem volgen, maar iemand hield hem tegen.
‘Wacht heel even’ fluisterde Hermelien. Ze keek even of Ron de hoek om was en zoende Harry toen weer. Harry voelde en vlinderbom ontploffen en vroeg zich af of hij een vlinderstruik in zijn maag had groeien. Harry was even helemaal van de wereld maar kreeg toen zijn gezonde verstand terug.
‘Wat doe je’ fluisterde hij een beetje boos naar Hermelien.
‘Sorry…ik dacht dat jij…’ zei Hermelien een beetje geschrokken.
‘Ja natuurlijk ben ik verliefd op je, maar jij…jij bent toch met Ron’
Hermelien staarde even naar de grond en schudde langzaam haar hoofd.
‘Dat dacht ik ook ja. Maar ik heb de laatste dagen alleen maar aan jou gedacht. Dag en nacht.’
Het vleide Harry maar hij kon er niet aan denken wat Ron zou doen als hij wist dat hij en Hermelien samen waren. Maar aan de andere kant…Ron hoefde er niets van te merken. Ondeugend keek hij Hermelien aan.
‘Ik ook aan jou Hermelien. Maar we moeten nu snel achter Ron aan. We zetten dit gesprek later wel verder’. Hij pakte haar hand en trok haar mee de trap af. Ron stond bij het portretgat en keek Harry en Hermelien verdacht aan.
‘Sorry Ron, Harry wilde raad over meisjes. Hij heeft iemand op het oog’ zei Hermelien terwijl ze met haar ogen rolde.
‘Jou zeker’ snauwde Ron.
Hermelien glimlachte naar hem en schudde haar hoofd. Daarna fluisterde ze iets in Ron’s oor en viel Ron stikkend van het lachen door het portretgat heen.
‘Wie heb je in godsnaam gezegd’ fluisterde Harry boos.
‘Hannah uit het zesde jaar. Ze zit in Huffelpuf.’ Hermelien grinnikte. ‘Ik moest toch wat verzinnen Harry’. Ze knipoogde en stapte op Ron die nog altijd op de grond lag van het lachen.
‘Stel je niet aan Ron. Laten we gaan ontbijten.’
Harry schudde zijn hoofd en glimlachte toen toch maar. Hij had alles over voor een combinatie van een goede vriendschap met Ron en een relatie met Hermelien. Na het eten gedroeg Hermelien zich weer als de echte Hermelien en ging ze studeren in de bibliotheek want ‘anders verloor ze al haar eerder opgedane kennis’. Harry en Ron lachten en besloten vooral niet naar de bibliotheek te gaan. Harry trok zich terug in zijn hemelbed en dacht na. Konden Hermelien en hij wel wat beginnen? Hij wilde het dolgraag maar hij was ook zo bang dat Ron erachter zou komen. Hij en Ron waren net weer vrienden, dat mocht hij toch niet weer op het spel zetten?. Maar aan de andere kant was hij nu wel heel erg verliefd op Hermelien. Zo erg dat hij de gedachte dat hij en Hermelien niet samen zouden zijn niet kon verdragen. Harry zuchtte en kwam er niet uit. Zijn ene hersenhelft vond dat hij niks op het spel moest zetten om zijn vriendschap met Ron weer te verpestten maar zijn andere hersenhelft wilde niks liever dan Hermelien als vriendin te hebben. Pas tegen het middaguur nam hij een beslissing. Hij zou in het geheim verder gaan met Hermelien. Het was misschien een beetje zwak, maar hij kon echt niet kiezen. En op deze manier kon hij Ron én Hermelien dicht bij zich houden.


Next---> Lots of love in the Airrr * Beware! muahaha Twisted Evil





_________________
The kids of tomorrow
don't need today
when they live
in the sins of yesterday.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Tamar
Oude Forumnaam: Palmtree 5e jaars
5e jaars


Verdiend: 88 Sikkels
Woonplaats: Standing in the Rain

Tamar is offline. 
BerichtGeplaatst: Do Mei 25, 2006 13:20 Terug naar boven Sla dit bericht op

Image

Waauuw, mooie banner he xP. Moet je nagaan hoe erg ik me verveelde xD. Merci voor de reacties, je suis trés heureux. Ahaha, ik kan geen frans xD. Goed, nieuw hoofdstuk en dit keer eentje met maar weinig actie. Blah, ik moest er diep voor in mijn romantische ziel graven xD. Nou, Have Funnies met lezen en een fijne Hemelvaart! Mr. Green

Hoofdstuk 14
Ware Liefde?



Harry liep naar de grote zaal maar hij zag zijn vrienden nergens. De bibliotheek dan maar. Harry wilde net door de grote deuren naar binnen lopen toen hij Hermelien en Ron vlakbij aan een tafeltje zagen zitten. Hij bleef vlak achter de deur staan en luisterde naar het gesprek.
‘Het spijt me Ron, maar ik kan niet met je verder. Ik wil niet dat je dit soort dingen doet uit liefde’ hoorde hij Hermelien verdrietig maar oprecht zeggen. Harry wist dat ze het had over Ron’s aanvallen op Harry.
‘Maar Hermelien, ik…ik dacht dat je ook van mij hield’ hoorde hij Ron met een grafstem mompelen.
‘Ja Ron, maar dat was vooral voordat je zo agressief werd. Misschien komt het nog wel goed tussen ons maar voorlopig zou ik er een einde aan willen maken.’
Ron maakt een raar geluid wat het midden hield tussen woede en verdriet. ‘Je bent zeker verliefd op Harry’.
‘Nee natuurlijk niet Ron! Ik val helemaal niet op Harry, en bovendien heeft Harry nu een oogje op Hannah!. Het spijt me echt Ron’ mompelde Hermelien.
Ron gaf nog steeds geen antwoord maar Harry hoorde aan de harde klap dat hij zijn stoel omver had gegooid.
We blijven toch wel vrienden?’ hoorde Harry Hermelien nu met een heel andere stem zeggen. Maar ze kreeg geen antwoord want Ron was de bibliotheek al uit gerend.
Harry kwam vanachter zijn verstopplekje vandaan en ging naast een verslagen Hermelien zitten. Hij sloeg zijn arm om haar heen.
‘Dat was echt heel moeilijk’ zei Hermelien met zachte stem. ‘Ik moest nog liegen ook, dat wil ik helemaal niet’.
‘Je hebt er goed aan gedaan Hermelien. Als hij van ons weet negeert hij ons voor de rest van ons leven’.
Hermelien knikte en sloeg haar boeken dicht. ‘Ik kan nu toch niet meer leren. Laten we iets leuks gaan doen’.
Een kwartiertje later liepen ze samen door de sneeuw. Harry wilde haar hand vastpakken maar Hermelien keek hem nadenkend aan.
‘Wie weet ziet Ron ons hier, we moeten echt doen alsof we hier gewoon als vrienden lopen.’
‘Dat doen we toch ook Hermelien’ grijnsde Harry. ‘We zijn gewoon vrienden toch?’
Hermelien keek hem even verbijsterd aan maar zag toen Harry’s gezicht. Quasi boos duwde ze hem om en stopte zijn gezicht in de sneeuw.
‘Neee! Genade genade!’ grinnikte Harry terwijl hij Hermelien’s been optilde zodat ze ook in pasgevallen sneeuw viel. Ze hielden een sneeuwballengevecht en bleven toen een poosje uitgeput in de sneeuw liggen.
‘Ik dacht dat je niet van sneeuwbalgevechten hield?’ vroeg Harry.
‘Wel met jou’ glimlachte Hermelien en ze gaf hem een kus. Harry’s lippen tintelden, en dat kwam niet van de kou. Opeens stond Hermelien op en stak ze haar hand uit. Harry stond verbaasd op en liep achter haar aan. Ze liep een heel eind en stopte vlak bij het verboden bos.
‘Hier kan niemand ons zien’ grijnsde ze en ze ging weer verder met waar ze net mee gestopt was. Harry voelde zich zielsgelukkig en had het ondanks dat het vroor bloedheet. Totdat…
‘Uhguh ughuh’ bromde een stem vlak bij hen. Harry schrok zich dood en duwde Hermelien van zich af. Vliegensvlug stonden ze op en keken wie hen zojuist betrapt had.
‘Oh eh hoi Hagrid’ mompelde Hermelien met vuurrode wangen.
‘Hoi kinders…eh nouja’ zei Hagrid met opgetrokken wenkbrauwen, ‘volwassen kinders’.
Harry glimlachte flauwtjes en durfde Hagrid niet aan te kijken. Hij had nog nooit zoiets gênants meegemaakt.
‘Misschien kunnen jullie dit beter binnen doen ofzo. In dit bos wonen jonge beestjes weet je.’
Harry voelde opeens de drang om zich te verdedigen.
‘We zoenden alleen maar. Dat doen beestjes ook’ zei hij fel. Hermelien giechelde maar hield snel weer op toen ze Hagrid’s gezicht zag.
‘Nouja dan nog, het is veels te koud en ‘k moet hier m’n ronde doen’ antwoordde Hagrid en hij keek de twee mensen voor hen aan alsof hij nooit zoiets van ze verwacht had. ‘Ga nou maar snel’.
Dat lieten Harry en Hermelien zich geen twee keer zeggen. Ze renden door de schemering terug naar het kasteel en keken elkaar een beetje verlegen aan bij de ingang van de school.
‘Oké, daar konden we dus wél gezien worden’ grinnikte Hermelien uiteindelijk. Harry keek haar opgelucht aan en grijnsde toen ook.
‘Hagrid was echt helemaal in shock’ voegde hij er lachend aan toe.
‘Nouja, wat zou jij zijn als je Hagrid en professor Stronk zou zien liggen in de sneeuw’ zei Hermelien.
‘Vergelijk je ons daarmee Hermelien? Met een reus en halve plant?’. Met grote grijnzen op hun gezicht liepen ze de school weer in. Dit voelde goed. Heel erg goed.

De lessen begonnen weer maar Harry was de gelukkigste jongen op aarde. Hij wist nog dat hij zich met Ginny ook heel gelukkig gevoeld had, maar toch niet zo gelukkig? Nee dat kon niet. Voor Ginny had hij nooit een gedicht geschreven of een tekening gemaakt.
‘Wat doe je man’ zei Ron toen hij zag dat Harry een roos tekende.
‘Ik teken een roos’ mompelde Harry terwijl hij bedacht wat hij eronder zou moeten zetten.
‘Wat is dat nou weer voor mietjes gedrag’ grinnikte Ron maar hij stopte meteen toen hij Harry’s woedende gezicht zag.
‘Ik ben geen mietje Ron, gewoon romantisch en creatief’. Harry hoorde zelf hoe achterlijk het klonk. Om een nieuw imago te voorkomen scheurde hij zijn roos doormidden en lokte hij Ron uit voor een partijtje boksen.
‘Doe normaal Harry. Ga gewoon weer toverschaak spelen’ antwoordde Ron terwijl hij Harry bedachtzaam aan keek.
‘Oké, maar ik ga eerst even mijn boek ophalen bij Professor Anderling. Die had ik laten liggen’ zei Harry en hij wandelde de leerlingenkamer uit.
Hij hoorde Ron’s opmerking over dat ze nog helemaal geen gedaantewisselingen gehad hadden niet en rende naar de geheime gang op de vierde verdieping. Hij klom achter een tapijt met een geit erop en stond in een verlaten gang. Hermelien had hem verteld dat hier nooit iemand kwam en de lege gang bevestigde dat. Ongeduldig liep Harry door de gang heen, waar bleef ze nou?. Hij was net in gesprek geraakt met een afgebeelde heks op de brandstapel toen Hermelien de geheime gang binnenglipte.
‘Oh gelukkig, je bent er nog! Ik werd tegengehouden door Ron. Hij wilde persé weten waar jij was…’ zei Hermelien.
Harry probeerde niet toe te geven aan het gevoel van verraad in hem en
haalde zijn gedicht uit zijn zak.
‘Hermelien, ik heb een gedicht…’ begon hij maar Hermelien duwde hem tegen de muur aan.
‘Hou toch op Harry, daar hebben we helemaal geen tijd voor’.
Harry keek haar beledigt aan maar besefte toen dat ze inderdaad wel leukere dingen te doen hadden. Toch had hij er een beetje raar gevoel over. Hij vond Hermelien echt zo’n type voor gedichten en verhalen. Maar blijkbaar had hij haar verkeerd ingeschat.
Pas laat in de avond gingen ze weer terug naar de leerlingenkamer van Griffoendor. Eerst ging Hermelien naar binnen om Ron af te leiden (oftewel ruzie maken) en daarna glipte Harry snel naar boven. Zijn schoolwerk kwam de twee weken die volgden op een laag pitje. Zelfs Hermelien werkte niet meer vijf uur per dag aan haar schoolwerk. Steeds weer spraken ze af in verlaten gangen en lokalen. Harry wist dat ze een keer betrapt zouden worden maar hij kon zich er geen zorgen over maken. Hij vond het veels te fijn om met Hermelien samen te zijn. Tijdens de lessen droomde hij van haar en hij keek opvallend vaak in Hermelien’s richting. Het viel Ron ook op en dat maakte dat hij Harry weer helemaal begon te wantrouwen.
‘Je vergeet tegenwoordig wel heel vaak je boeken hè?’ mopperde Ron toen Harry voor de vierde keer die week zijn boeken ergens ging ophalen. Harry vond zijn smoes inmiddels ook wat zwak worden maar hij had nog niks anders kunnen bedenken.
‘Ach ja, ik zit met mijn gedachten helemaal bij Henna’ glimlachte Harry.
‘Volgens mij heet ze Hannah’ zei Ron met een achterdochtige blik.
Harry schold zichzelf even binnensmonds uit en zei toen dat Henna zijn koosnaampje was voor Hannah. Ron geloofde het overduidelijk niet maar hij liet Harry zonder verder te zeuren zijn boeken halen. Harry had geen gedichten of tekeningen meer gemaakt meer voor Hermelien. Ze hadden het meestal veel te druk met andere dingen. En dat maakte Harry al vrolijk genoeg. Maar in de vierde week van hun geheime relatie gebeurde er iets wat maakte dat Harry zich veel minder gelukkig voelde…





_________________
The kids of tomorrow
don't need today
when they live
in the sins of yesterday.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Tamar
Oude Forumnaam: Palmtree 5e jaars
5e jaars


Verdiend: 88 Sikkels
Woonplaats: Standing in the Rain

Tamar is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Mei 27, 2006 19:51 Terug naar boven Sla dit bericht op

Tadaaaa, je suis ici again! Very Happy. Ik heb'met hemelvaart een beetje snel doorgetypert en toen heb ik hoofdstuk 14 afgemaakt en die uh post ik dus hier ja. Duh. Goed, het is misschien een beetje...mwah een stuk voor de wat oudere mensen, maar dat moet je zelf maar bepalen als je het gelezen hebt xD. Kaartje, Madoperator, hermelien92, Elyse & HP_HG_RW bedankt voor de reacties. En nu moet ik ophouden met praten :@.
Veel plezier met lezen! =)


Hoofdstuk 14
Ware Liefde? (Part II)

Om acht uur ’s avonds ging Harry op weg naar de kelder van de school waar Hermelien een verlaten gereedschaphok ontdekt had. Via allerlei omwegen om Vilder te ontlopen bereikte hij het hok. Hij zag dat Hermelien er al was en dus deed hij de deur op slot, ook al was de kans minimum dat er iemand zou komen.
‘Hee Harry!’ grijnsde Hermelien en Harry glimlachte terug.
‘Goed gevonden dit hok…wedden dat hier niemand komt’ zei hij vrolijk. Hermelien knikte en trok haar t-shirt uit. Harry keek haar verbaasd aan.
‘Wat doe jij nou weer?’ zei hij niet al te subtiel.
Hermelien keek teleurgesteld en Harry kon zichzelf wel voor zijn kop slaan. Waar sloeg die opmerking nou weer op?. Om het een beetje goed te maken trok hij ook zijn trui uit. Hij voelde overal kippenvel van de kou. Misschien was de kelder toch geen al te goed plekje. Hij keek eventjes naar Hermelien en voelde de vertrouwde vlinders weer.
‘Je bent nog mooier zonder shirt’ floepte hij eruit. En dit keer sloeg hij zijn hoofd echt tegen de muur. Wat was hij toch een ongelofelijke idioot. Maar Hermelien grijnsde en zoende hem. Harry zoende vol overgave terug en omhelsde haar stevig. Helemaal opgenomen in het spel zagen ze Foppe niet de kelder binnenkomen. Ze zagen ook niet dat hij gemeen grijnsde en dat zijn ogen opgetogen fonkelden. Maar wat Foppe met deze ontdekking ging doen werd hun wel binnen enkele minuten duidelijk.
‘POTTER EN GRIFFEL NAAKT IN DE KELDER! DE BEROEMDE POTTER DOET HET MET GRIFFEL IN HET BEZEMHOK!. WIE WIL DE UITVERKORENE NAAKT ZIEN? KOM NAAR DE KELDER! KOM NAAR DE KELDER!’
Foppe’s stem was tientallen keren versterkt en te horen in het hele kasteel. En dus ook in de kelder zelf. Harry en Hermelien lieten elkaar vliegensvlug los en keken paniekerig in elkaars ogen. Nu wist de hele school het, en…Ron dus ook. In hun paniekerigheid vergaten ze hun kleren weer aan te doen en zo stonden ze halfnaakt in het zicht van professor Anderling.
‘Wat heeft dit te betekenen’ siste Harry’s afdelingshoofd woedend. Harry zag een paar eersteklassers giechelend achter haar staan en ging snel voor Hermelien staan.
‘Kleed jullie aan en meld je op mijn kamer. En jullie hier, terug naar de slaapzalen’ zei professor Anderling woedend terwijl ze de deur dicht deed. Nog net voordat de deur dicht viel zag Harry iets wat zijn hart stil liet staan. Het was nog erger dan betrapt worden door Hagrid, Foppe of professor Anderling. Nee, vlakbij de deur stond iemand met knalrood haar en een paars gezicht. En dat was zonder enige twijfel Ron. Zijn ex beste vriend.

Vol van schaamte stapten ze de kamer van het schoolhoofd in.
‘Ga zitten’ snauwde professor Anderling en zonder haar aan te kijken gingen Harry en Hermelien in de stoelen voor het bureau zitten.
‘Ik heb nog nooit zo’n belachelijke vertoning meegemaakt! Dit soort dingen doe je toch niet op school?...’
‘Waar anders’ mompelde Hermelien en ze werd nog roder dan ze al was.
‘Sorry mevrouw Giffel, maar verstond ik u nou goed? Zei u waar anders? Dit soort dingen doet u maar thuis of weet ik veel waar maar niet op een school met allerlei kleine kinderen!’.
Helaas kreeg nu ook Harry de neiging wat te zeggen.
‘Dus dan moeten we wachten tot de vakanties? Dan moeten we dus maanden wachten!’. En ook nu kreeg Harry zin om zichzelf te slaan. Hij altijd met z’n achterlijke opmerkingen.
Professor Anderling was witheet van woede.
‘Meneer Potter! Dat u bepaalde behoeften niet in kunt houden is niet mijn probleem! Ik wil dit hier nooit meer zien en anders zal ik strenge maatregelen nemen!’.
En toen besloot Hermelien weer wat te zeggen. Harry wilde haar waarschuwen maar het was al te laat.
‘Sorry hoor professor, maar we gingen eigenlijk al speciaal in de kelder zodat niemand anders het zou zien’.
Harry sloeg zijn handen voor zijn gezicht en barste toen in lachen uit. Ze waren samen zo ontzettend goed in mensen kwaad maken.
‘HOU NU OP JUFROUW GRIFFEL!’ schreeuwde het schoolhoofd. ‘Ik wil niks meer over jullie horen en jullie gaan nu allebei naar jullie slaapzalen. EN NIET NAAR DEZELFDE SLAAPZAAL DUS!’
Harry en Hermelien besloten dat het nu echt tijd was om te gaan en snel liepen ze de kamer uit. De schilderijen aan de muur riepen hun na dat ze een schande voor de school waren. Toen ze samen beneden de trap stonden keek Harry Hermelien verbaasd aan. ‘Ik had nooit gedacht dat je tegen haar in zou gaan Hermelien’
Hermelien grijnsde onschuldig.
‘Ik weet ook niet wat me bezielde, maar ik vond het echt belachelijk wat ze zei’.
Harry knikte maar dacht toen opeens aan Ron.
‘Onee…Ron, hij heeft ons gezien. Hij stond voor de deur zonet’
Hermelien’s ogen werden groot en ze schudde ongelovig haar hoofd.
‘Dit meen je niet! Oh God, dit komt nooit meer goed’. Wanhopig keek Hermelien Harry aan. Harry keek even wanhopig terug.
‘We moeten hem zoeken, en wel heel snel’ zei Harry die beelden van Ron in het raamkozijn op zijn netvlies kreeg.
‘En wat moeten we dan zeggen’ piepte Hermelien.
Harry haalde zijn schouders op en trok haar mee naar de leerlingenkamer. Daar was hij niet, en ook niet in bed, in de grote zaal, in de kelder, bij Hagrid of in een verlaten lokaal. Nee, na anderhalf uur zoeken vonden ze Ron achter een grote plant die deed alsof hij een muur was op de zevende verdieping.
‘Ron! We willen met je praten’ riep Harry luid. En tot zijn verbazing knikte Ron en schoof hij op zij om plaats te maken voor Hermelien en Harry. Harry had zich eigenlijk al voorbereid op scheldpartijen en geschreeuw maar zo ging het wel heel makkelijk. En Ron begon ook nog eens als eerst te praten.
‘Ik wil eerst even een paar dingen zeggen. Ten eerste dat ik vooral niet boos ben op jullie. Ik heb nagedacht, en ik heb me bedacht dat ik het niet kan maken kwaad te zijn op jullie. Jullie zijn denk ik niet ‘vrijwillig’ verliefd op elkaar geworden en wat geeft mij het recht om jullie daar dan op af te rekenen? Ik snap dat Hermelien het uit heeft gemaakt want ik gedroeg me belachelijk. Ik snap ook dat jullie het geheim wilden houden, ook door mijn eigen gedrag. En daarom wil ik vooral zeggen dat ik hoop dat we gewoon vrienden kunnen blijven en dat jullie niet al te veel zoenen in mijn bijzijn.’
Harry stond versteld van zoveel wijsheid en hij zag dat Hermelien tranen in haar ogen had.
‘Dan zou ik graag willen zeggen dat we echt wel beste vrienden blijven, hoe raar je je soms dan ook mag gedragen. En we zullen zeker niet Belinda achtige actie’s uitvoeren voor jou neus.. Misschien moeten we zelfs…’.
Maar Harry kon zijn zin niet afmaken. Hij kreeg de woorden ‘onze liefdesrelatie beëindigen’ niet over zijn lippen. Hij zag dat Hermelien ook zachtjes haar hoofd schudde en besloot dat hij nog veel te veel van haar hield.
Ron had eventjes geglimlacht en was opgestaan.
‘Kom het is al laat’ geeuwde hij en hij tilde Harry en Hermelien op van de grond. ‘Laten we maar eens naar bed gaan’.
Harry was enorm blij met Ron’s reactie maar hij had wel het gevoel dat er iets geforceerds aan zat. Ron was heus niet zó gelukkig met Harry en Hermelien’s relatie. Maar hij was allang blij dat Ron niet in het meer was gesprongen of hem van de uilenvleugel had gegooid.

Nu deze problemen allemaal voorbij waren kon Harry zich weer bezig houden met echt belangrijke dingen: de gruzielementen. Er waren er nog drie te gaan maar Harry wist van geen van allen waar ze waren. Opeens drong tot Harry door dat meneer Wemel nog steeds geen antwoord had gegeven op zijn vraag wie r.a.z was. Waarschijnlijk wist Ron’s vader het dus niet, maar wie zou het wel weten?. Peinzend liep Harry door de gangen, niet doorhebbend dat Daan vlak achter hem liep. Maar dat kreeg hij wel door toen hij de trap af wilde gaan naar de grote zaal; Daan gaf hem een harde duw. Harry stuiterde alle treden af en landde met zijn hoofd hard op de stenen vloer. Scheel van de pijn keek hij op. Wie had deze moordaanslag op hem gedaan?. Hij verwachtte iemand van Zwadderich te zien, of misschien Ron maar toch zeker niet Daan!.
‘Daan! Ben je helemaal gek geworden! Wil je dat ik m’n nek breek ofzo?’. Nog helemaal duizelig stond Harry op en wankel liep hij naar Daan toe die met lege ogen naar hem stond te staren.
‘Ja? Wil je nog een verklaring geven waarom je me van de trap duwde?’. Boos zwaaide Harry met zijn handen van Daan’s gezicht.
‘Oh ja sorry Harry, ik deed het per ongeluk’ mompelde Daan. Daarna sjokte hij langzaam de zaal in. Boos en vertwijfeld keek Harry hem na. Dit was absoluut niet de normale Daan. Die zou hem ten eerste niet expres van de trap duwen, en als hij dat al deed een goede verklaring geven. Opeens kwam het beeld van Daan die vriendschappelijk met Korzel en Kwast praatte in een geheime gang in hem op. Dit klopte echt helemaal niet. Weer helemaal in gedachten verzonken liep hij ook de grote zaal in. Zijn hoofd bonkte nog steeds maar Daan hield hem op dit moment meer bezig. Iemand haalde hem ruw uit zijn gedachten.
‘Harry! Je hoofd bloed! Wat is er gebeurd?’ zei een paniekerige stem naast hem. Harry keek naast zich en zag Hermelien bezorgd naar zijn achterhoofd staren.
‘Oh dat, Daan duwde me van de trap af’ antwoordde Harry die door had dat dit nogal raar klonk.
‘Daan? Toch niet…onze Daan? De Daan van Griffoendor?’
‘Jawel, precies die Daan’ knikte Harry en hij voelde aan zijn achterhoofd. Daar zat inderdaad een bebloede plek. Hij zuchtte en draaide zich om naar Hermelien.
‘Ga je even mee naar de ziekenzaal, dan vertel ik je wat er net gebeurde’.
Hermelien knikte en pakte zijn hand. Onderweg vertelde hij zijn verdenkingen over Daan. Hermelien leek het ook niet normaal te vinden en liep nadenkend tegen een harnas aan die haar hard met zijn zwaard sloeg. Met een grote snee op haar gezicht werd ook Hermelien in een bed in de ziekenzaal gezet. Madame Plijster keek ze bedenkend aan.
‘Dit is toch niet het gevolg van een van jullie geheime uh…’
Harry en Hermelien barstten ondanks hun verwondingen in lachen uit.
‘Madame Plijster, verwondt u mensen die u leuk vindt?’ giechelde Hermelien. Madame Plijster keek haar opgelucht aan en begon allerlei verband en drankjes aan te slepen. Ondertussen praatten Harry en Hermelien verder over Daan.
‘Denk je dat hij naar het slechte kamp is gegaan?’ opperde Harry.
Hermelien schudde verwoedt met haar hoofd.
‘Echt niet, Daan heeft afgelopen zomer zijn oma verloren door een aanval van dooddoeners!. Je denkt toch niet dat hij dan de moordenaars van zijn oma gaat helpen…’
‘Misschien heeft hij wel gewoon een hekel aan mij’ mompelde Harry.
Hermelien schudde weer hard met haar hoofd en het bloed spetterde tegen het raam achter haar. ‘Natuurlijk niet! Jullie zijn al zes en een half jaar vrienden, dat gaat echt niet zomaar over. En vergeet niet dat hij een hele lege blik in zijn ogen had. Dat is kenmerkend voor de imperiusvloek.’ Hermelien leek onder de indruk van haar eigen woorden en ging rechtop zitten. ‘Ja! Wat nou als Korzel en Kwast hem onder de imperiusvloek hebben gezet en hem dwongen jou van de trap te duwen?.’
Harry dacht even na. Dat kon nog best wel eens zo zijn.
‘Ja inderdaad, maar daar zijn Korzel en Kwast toch veel te dom voor’
En dat werd maar weer bevestigd door het feit dat Kwast net op dat moment binnenkwam met een minimuffin in zijn neus.
Dom staarde hij naar Harry en Hermelien die hun lachen bijna niet meer in konden houden.
'Wat lach je nou littekener’ gromde Kwast
‘Sorry Kwast, maar zei je nou littekener? Het verkleinwoord van litteken is littekentje. Maargoed taal is nooit je sterkste punt geweest. De rest van alle menselijke vaardigheden ook niet trouwens’ grinnikte Harry.
Kwast snapte helemaal niks van Harry’s woorden en bleef met open mond naar hem staren.
‘Kwast! Doe je mond eens dicht, zometeen vliegt er een vogel in!’ lachte Harry nu hardop. Hermelien verstopte haar hoofd in haar kussen en liet af en toe een raar hikje horen. Kwast deed snel zijn mond dicht en zocht het plafond af naar vogels. Hij deed er vijf minuten over om te ontdekken dat Harry een grapje had gemaakt en balde toen woedend zijn vuisten.
Boos stampte hij naar Harry’s bed maar hij zag niet dat madame Plijster eraan kwam. Zonder dat het door had ramde hij met zijn vuisten in haar buik. Die keek geschrokken om sleepte Kwast de ziekenzaal uit (Harry had de grootste bewondering voor haar).
‘Hoe durf je mij aan te vallen? Ik ben een zuster! Ik zal dit aan het schoolhoofd doorgeven en ik beloof je dat het Zwadderich punten gaat kosten! En haal die minimuffin er zelf maar uit’ zei ze boos terwijl ze de deur achter Kwast’s dikke kont dichtsloeg.
Hermelien en Harry glimlachten naar elkaar. Harry wilde zich net naar Hermelien toebuigen om haar te kussen maar madame Plijster ging snel tussen hen in staan.
‘Dat mag echt niet op een ziekenzaal’ mompelde ze.
Nouja, dit vervolgden ze later wel als madame Plijster naar bed ging.
Al met al werd het een van de leukste nachten die hij ooit op de ziekenzaal had doorgebracht. En dat kwam mede doordat Kwast om twee uur ’s nachts huilend voor de deur stond met nu, naast de minimuffin, ook een nijptang en een pincet in zijn neus.




Oeh best lang stuk xD. Speciaal voor Nederland die gaat winnen van Kameroen. Jeeeuuj!





_________________
The kids of tomorrow
don't need today
when they live
in the sins of yesterday.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Tamar
Oude Forumnaam: Palmtree 5e jaars
5e jaars


Verdiend: 88 Sikkels
Woonplaats: Standing in the Rain

Tamar is offline. 
BerichtGeplaatst: Wo Mei 31, 2006 12:15 Terug naar boven Sla dit bericht op

Pompiedom, klein begin van hoofdstuk 15...mijn inspiratie is even van me weggelopen maargoed die vind ik wel weer terug. Niet zoveel reacties, gaat 't verhaal vervelen [a]?. Nouja, voor de wel-lezers:

Hoofdstuk 15
Rare wendingen


Harry en Hermelien werden snel weer van de ziekenzaal ontslagen en Ron was weer helemaal de oude. Maar toch maakte Harry zich zorgen, en wel over Daan. Hij gedroeg zich helemaal niet zoals hij altijd deed. Hij maakte weinig lol met Simon en had vaak een afwezige blik in zijn ogen. Harry was ook wel een beetje bang. Als Kwast en Korzel hem inderdaad onder de imperiusvloek hadden gezet kon Daan hem elk moment proberen te vermoorden. Hij besprak het probleem met Hermelien.
‘Wat kunnen we eraan doen als Daan inderdaad onder de imperiusvloek staat?’ vroeg hij aan Hermelien terwijl ze in de bibliotheek op zoek waren naar informatie over herkauwend zeewier.
‘Ik weet niet, waarschijnlijk is het aanspreken van Korzel en Kwast wel genoeg om ze ermee te laten stoppen. Maar we weten het natuurlijk niet zeker, zometeen brengen we ze op ideeën!. We zullen dus moeten wachten tot uh…’
‘Tot Daan me heeft vermoord’ antwoordde Harry met gefronste wenkbrauwen. Hermelien sloeg haar ogen neer en stond toen op om vijftien boeken op te halen over de imperiusvloek. Harry liet haar maar even alleen en wandelde nadenkend door het kasteel. Hij bleef de hele avond afwezig en staarde naar Daan om te kijken of hij zich vreemd gedroeg. Maar er gebeurde die avond niks, en de weken daarna ook niet. Daarom gingen Harry’s gedachten naar de zwerkbalwedstrijd tegen Ravenklauw over een paar dagen. De Ravenklauwers waren minder fanatiek dan de Zwadderaars en vielen dus geen spelers van Griffoendor aan, maar Zwadderich vond het een mooie gelegenheid om dat wel te doen. En zo vond Harry Ron met schimmel uitgeslagen oren waar de insecten uitkropen. Ron was helemaal hysterisch en zat met zijn oren tegen de muur te rammen. Harry wees hem erop dat ze nu een mooie wand met geplette insecten hadden in de slaapkamer maar Ron gaf over over Harry’s bed en hij besloot Ron maar even alleen te laten. Ze trainden die week elke avond en zaterdagochtend stonden ze allemaal (behalve Ron misschien) vol vertrouwen op het zwerkbalveld. Het werd een simpele overwinning. Het team van Ravenklauw bestond uit vier giechelende meisjes die alleen maar met hun ogen knipperend en met hun haar zwaaiend voor Harry langs vlogen en drie ontzettend arrogante jongens uit de zesde klas die het te druk hadden met hooghartig kijken. Harry zag de snaai binnen zeven minuten vlakbij de zoekster van Ravenklauw, die dacht dat Harry haar kwam omhelzen, en hij ving hem zonder verdere moeite. De Griffoendors vierden feest en de zoekster van Ravenklauw moest naar de ziekenzaal voor een liefdesverdrietdrankje. Terwijl ze in de Griffoendor de wedstrijd uitvoerig nabesproken ging het aantal boterbiertjes er snel doorheen en Harry was al ver heen toen Hermelien hem gebood naar bed te gaan. Harry maakte nog even de foute opmerking ‘met jou?’ maar stapte toen braaf zijn hemelbed in. Denkend aan zijn overwinning van vandaag viel hij in een diepe slaap.
Een fel groen licht drong onder zijn oogleden door. Harry hoorde geschreeuw en het geluid van iemand die heel hard tegen de muur aan werd gesmeten. Nog half in slaap ging Harry rechtop zitten. Hij zag Ron die bovenop Daan zat en niet al te aardige woorden naar hem schreeuwde en hij zag Simon verwildert van Daan naar Harry kijken. Wat was er gebeurd? Waarom viel Ron Daan aan?. Vragend keek Harry naar Simon die doodsbang leek.
‘Wat is er gebeurd?’ vroeg Harry nu ook een beetje angstig.
‘H-hij viel je aan’ stotterde Simon, ‘m-met Avada Kedavra’ vervolgde hij met een ongelovige stem. ‘Maar hij miste en t-toen smeet Ron hem tegen een muur aan en nu zit hij b-bovenop Daan’.
‘Viel Daan mij aan?’ vroeg Harry die het teveel aan boterbiertjes nu toch wel voelde in zijn hoofd.
Simon knikte bevestigend en keek weer ongelovig voor zich uit. Harry voelde zich vooral opgewonden, wat nogal raar was voor iemand die net bijna vermoord was. Daan was dus echt onder de imperiusvloek! En nu konden ze Korzel en Kwast aanpakken. Eigenlijk wilde hij nu het liefst naar die twee vetzakken van Zwadderich gaan. Hij was al bijna door de deuropening toen hij besefte dat Ron Daan’s keel aan het dichtknijpen was en snel rende hij naar het duo toe.
‘Ron, hou op! Het is niet Daan’s schuld! Ik leg het zometeen uit’ riep Harry terwijl hij Ron van een paars aangelopen Daan aftrok. Daarna rende hij naar de leerlingenkamer. Twijfelend liep hij voor de trap van de meisjeszalen heen en weer. Hoe kon hij Hermelien bereiken? hij kon die trap niet op. Uiteindelijk schreeuwde Harry maar keihard Hermelien’s naam.
Wachtend op reactie kreeg hij een paar pantoffels en nachtlampen naar zich toegesmeten maar dat was het waard. Hermelien kwam met een ontplofte bos haar en een schattige roze nachthemd naar beneden.
‘Wat is er Harry? Waarom schreeuw je mijn naam zo hard?’ geeuwde ze.
Harry staarde haar verliefd aan en kuste haar toen op haar wang.
‘Moest ik daarvoor komen’ bromde Hermelien chagrijnig.
Harry grijnsde, zelfs met een ochtendhumeur was Hermelien zó leuk. Maargoed hij was hier voor iets anders.
‘Nee, Daan heeft geprobeerd me te vermoorden! Hij probeerde me te raken met Avada Kedavra maar hij miste en toen uh sloeg Ron hem in elkaar’ zei Harry nog steeds met een grote grijns op je gezicht. Hermelien gaf hem een harde klap op zijn gezicht.
‘AUW, waarom deed je dat’ riep Harry terwijl hij zijn hoofd vastpakte.
‘Even kijken of je wel helemaal wakker was. Maar het is dus waar, Daan heeft je inderdaad geprobeerd te vermoorden. En Korzel en kwast hebben hem dus zeer waarschijnlijk onder de imperiusvloek gezet’ zei Hermelien met grote ogen.
Harry dacht er even over na of hij zijn vingers in haar ogen zou steken om te kijken of zíj wel wakker was maar een blik op haar roze nachtjapon maakte dat hij het haar meteen vergaf dat ze hem geslagen had.
Hij knikte braaf. ‘Wanneer gaan we ze aanspreken?’
‘Morgenochtend vroeg lijkt me zo, en laten we het nu maar even uit leggen aan Ron en Simon’ antwoordde Hermelien.







_________________
The kids of tomorrow
don't need today
when they live
in the sins of yesterday.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Tamar
Oude Forumnaam: Palmtree 5e jaars
5e jaars


Verdiend: 88 Sikkels
Woonplaats: Standing in the Rain

Tamar is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Jun 03, 2006 14:12 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hullo! Aangezien ik me aan m'n schema wil houden heb ik gisteravond de vingers van m'n handen getypt om weer een stukje te plaatsen[/lichte-overdrijving]. Perkamoontus, Harry's girly, Catharina, Madoperator en HP_HG_RW---> bedankt voor die bloemen! en reacties. Ik vind de gebeurtenissen in dit hoofdstuk helemaal niet leuk, maargoed lees zelf maar (=

Hoofdstuk 15: Rare Wendingen (Part II)

Harry sliep de rest van de nacht niet meer en wachtte met Ron, Hermelien en Simon tot het ochtend werd. Ron had zijn excuses aangeboden aan Daan maar die had geen antwoord gegeven en zat nu nog steeds als versteend op de grond. Simon viel rond zeven uur in slaap maar Ron bleef klaarwakker om toe te kijken of Harry en Hermelien niets illegaals deden. Telkens als Ron vluchtig achterom keek grijnsde Harry breed terug om te laten zien dat hij echt niets deed. Maar toen Ron hem voor de twintigste keer wantrouwend aankeek besloot Harry dat het tijd werd voor drastische maatregelen. Snel boog hij naar voren en hij deed net of hij Ron wilde gaan zoenen. Die viel van schrik van het bed af en bleef boos mompelend liggen. Hermelien schudde grinnikend haar hoofd. Om acht uur liepen ze alledrie naar beneden, Ron een stuk uit de buurt van Harry, en gingen op de wacht staan in de hal. Korzel en Kwast kwamen over het algemeen vroeg ontbijten omdat ze dan de halve tafel van Zwadderich konden oppeuzelen. En inderdaad kwamen ze ook vandaag als een van de eersten aangewaggeld. Vanachter drie pilaren schoten Harry, Ron en Hermelien naar ze toe.
‘Korzel, Kwast…we weten het van jullie imperiusvloek dus hef hem maar snel op, anders gaan we naar het schoolhoofd. En dan krijgen jullie een eetverbod’ zei Harry boos.
Korzel en Kwast leken zwaar geshockeerd door het idee van een eetverbod, en het leek of ze bijna in huilen zouden uitbarsten. Harry had medelijden met hun stomheid.
‘Maar…maar we, we hebben helemaal niet…’ begon Korzel maar Ron onderbrak hem ruw.
‘We weten dat jullie het zijn, we hebben tientallen bewijzen. Dus geef het maar toe, hef die vloek op en bemoei je niet meer met ons.’
Korzel en Kwast keken elkaar even aan en lieten toen hun hoofd hangen.
‘Oke, wij hebben Daan inderdaad onder de imper-per uh vloek gezet.’ bromde Kwast die de naam van de vloek niet eens kon uitspreken.
Harry schudde ongelovig zijn hoofd. Die twee waren echt zo ontzettend stom.
‘Nou jullie plan is mislukt en als jullie nog een keer zoiets doen weet ik jullie te vinden. En nee dat is niet positief…’ zei Harry boos.
Korzel en Kwast keken hem niet begrijpend aan en Harry verduidelijkte zijn verhaal door een vinger over zijn keel te halen. Hij had het wel eens in films gezien en dit soort gebarentaal bleek bij Korzel en Kwast te werken. Met grote ogen strompelden ze met hun vele vetlagen de zaal in om nog meer vetlagen te kweken. Harry, Ron en Hermelien keken elkaar grijnzend aan.
‘Wat een stel idioten, echt de achterlijkste mensen die ik ooit gezien heb’ glimlachte Ron. Harry boog zich naar hem toe en Ron slaakte een gil. Hardop lachend liepen hij en Hermelien de zaal in.
Voor hetzelfde geld was hij nu dood geweest dacht Harry plotseling terwijl hij half op de bank zat. Dan had hij hier niet meer gezeten, had hij Hermelien en Ron nooit meer gezien. Dan had hij de gruzielementen niet meer kunnen vernietigen. Hij schudde de gedachte snel van zich af; hij had al zo’n vijftien keer dood kunnen zijn. En hij had spierpijn in zijn benen van het rare zitten. Maar toen hij weer normaal zat besloot hij wel dat hij binnenkort weer op jacht moest gaan naar gruzielementen. Anders zat de wereld voorgoed aan het kwaad vast.

En de persoon die Harry nodig had voor zijn jacht op de gruzielementen stond de volgende dag voor de klas: Romeo Wolkenveldt. Harry had besloten dat hij hem zou vragen of hij wist wie r.a.z was. Want Romeo zou waarschijnlijk verder geen vragen stellen en bovendien wist hij meer dan andere mensen omdat hij ook schouwer was. Na de les wachtte Harry tot iedereen het lokaal uit was en toen liep hij naar het bureau van zijn leraar Verweer tegen de Zwarte kunsten.
‘Meneer, weet u misschien waar de letters R.A.Z voor staan?’
‘Waarom wil je dat weten Harry?’ vroeg Romeo vriendelijk.
‘Nou het is voor een soort uh opdracht om te slagen’ mompelde Harry, zichzelf prijzend voor z’n verzinsels.
‘Ah oké, aardig belangrijk dus. Nou ik zou het zo even niet weten maar ik ga het nazoeken. Je hoort zo snel mogelijk van me Harry!’
Harry knikte en liep een beetje teleurgesteld het lokaal uit. Dat had meneer Wemel ook gezegd, maar daar had hij ook nog geen antwoord van gekregen. Langzaam sjokte hij naar Toverdranken, maar daar kwam hij nooit aan want halverwege rende Hermelien tegen hem aan.
‘Kom snel! Fred en George…ze…ze zijn’ hijgde Hermelien.
Harry keek haar met een mengeling van angst en verbazing aan.
‘Wat is er gebeurd’ schreeuwde hij naar Hermelien die alweer verder gerend was. Hermelien stopte abrupt en draaide zich langzaam om.
‘Hun winkel is aangevallen door dooddoeners. Ze…’ Hermelien zuchtte nog eens diep. ‘Ze zijn vermoord’.
Harry kon zich niet meer bewegen. De wereld stond even stil en Harry staarde met lege ogen voor zich uit. Dit kon gewoon niet waar zijn. Niet Fred en George. Niet juist die mensen die voor het laatste restje vrolijkheid zorgden. Niet nog meer broers van Ron. Harry voelde een koude rilling door zijn hele lichaam gaan. Fred en George hadden hem zo vaak geholpen. Hadden hem zo vaak aan het lachen gemaakt. Langzaam schudde hij zijn hoofd.
‘Niet waar’ fluisterde hij.
Hermelien keek hem met tranen in haar ogen aan en sloeg haar armen om hem heen. Zo bleven ze een paar minuten staan totdat Harry het gevoel in zijn lichaam weer terug kreeg.
‘Kom, we moeten naar Ron’ fluisterde Hermelien terwijl ze Harry’s hand pakte en hem zachtjes meetrok. Harry liet zich meeslepen. Niks kon hem meer schelen. Hij haatte deze wereld. Iedereen die hij graag mocht ging dood. Iedereen. Harry voelde een grote paniekaanval aankomen maar het aanzicht van Ron onderdrukte dat. Ron zat met zijn handen voor zijn ogen verslagen op de grond tegen de muur. Ginny, daarentegen, schopte hard tegen muren en harnassen aan en smeet schilderijen op de grond. Hermelien liep snel naar haar toe. Harry ging naast Ron op de grond zitten. Hij zei niks. Hij wist niks te zeggen. Maar hij wist dat hij Ron al troostte als hij alleen maar naast hem zat. Als ze samen het verdriet deelden. Als ze zich samen afsloten van de gemene boze buitenwereld.







_________________
The kids of tomorrow
don't need today
when they live
in the sins of yesterday.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Tamar
Oude Forumnaam: Palmtree 5e jaars
5e jaars


Verdiend: 88 Sikkels
Woonplaats: Standing in the Rain

Tamar is offline. 
BerichtGeplaatst: Wo Jun 07, 2006 12:57 Terug naar boven Sla dit bericht op

Aloha. (=. Ik heb geen zin om weer een kilometer lang gezeur op te schrijven, maar ik wilde wel even zeggen dat ik het jammer vind dat ik niet zoveel reacties heb gekrijgt =(. Ach jaaa, hier is het 3e deel van hoofdstuk 15 *En dat is nog niet eens het laatste deel xO*.

Hoofdstuk 15
Rare Wendingen (Part III)


Na een tijdje liepen ze met z’n vieren naar boven om wat spullen in te pakken. Over een half uur zou meneer Wemel via het haardvuur naar Zweinstein komen en hun ophalen. Terwijl Harry een pyjama en wat ondergoed in een tas stopte dacht hij na over hoeveel vrienden van hem al vermoord waren door Voldemort. Hij wilde er niet over nadenken, maar het ging vanzelf. Hij gooide zijn spullen met steeds meer kracht in zijn tas en op een gegeven moment brak zijn tandenborstel doormidden. En dat was, op de een of andere manier, de druppel. Harry voelde de tranen over zijn wangen stromen. Maar hij voelde ook woede. Omdat hij wraak wilde nemen voor al die mensen die zelf niks meer konden doen. Simon liep snel naar hem toe maar begreep zijn verdriet verkeerd.
‘Rustig maar, we kunnen die tandenborstel zo weer maken’
Harry moest lachen, maar voelde dat zijn binnenste in de war raakten van drie verschillende sterke emoties. Daarom hield hij het bij een laatste snik en sjokte de trap weer af. Ron zat verdrietig uit het raam te staren. De regendruppels die tegen het glas sloegen vertaalden zijn emoties perfect.
‘Waarom’ fluisterde Ron opeens.
En dat was nou juist de vraag die Harry zichzelf ook afvroeg. Waarom?
Hij schudde zijn hoofd en probeerde een bevredigend antwoord voor Ron te bedenken. Maar zijn eigen verdriet maakte dat hij niet in staat was een goed antwoord te geven.
‘Ik weet het niet’ mompelde Harry zachtjes terug.
Opeens draaide Ron zich om met een nogal krankzinnige gelaatsuitdrukking.
‘Het is jouw schuld’ siste hij, zijn gezicht even rood als zijn haar.
Harry stond helemaal perplex. Wat zei Ron daar nou?
‘Als jij je niet zo aan ons had vastgeklampt had Voldemort ons nooit opgemerkt. En dan waren we allemaal nog in leven’
Harry wilde er kwaad tegenin gaan maar Ron was nog niet klaar.
‘Dat jij nou geen familie hebt betekend nog niet dat wij opeens je familie wilden zijn. Maar nee hoor, Harry Potter moest zo nodig bij ons gaan logeren…Het is jou schuld Harry!’ eindigde Ron zijn verhaal schreeuwend.
Harry was nog nooit zo kwaad geweest. Hij had zin om Ron’s grote neus helemaal zijn hoofd in te slaan. Hij deed al een stap naar voren maar een zachte hand op zijn schouders hield hem tegen. Het was verbazingwekkend wat een hand voor invloed op iemand kon hebben. Harry voelde zich helemaal rustig worden. Hij draaide zich om en keek in Hermelien’s betraande gezicht. Ze voelden hetzelfde. Ze hadden allebei verdriet, maar toch hoorden ze er niet echt bij. Want ze waren ten slotte niet echt familie. Maar hoe legde je uit dat het bij jou ook zoveel pijn deed?. Harry sloeg zijn armen om Hermelien heen, en dat was voor Ron weer aanleiding om onzin uit te kramen.
‘En ach ja, die Hermelien…wat zei ze ook al weer? Dat ze zoveel van me hield? Maar blijkbaar is het toch interessanter om met een beroemdheid te gaan…en krijg je niet genoeg aandacht? Dan ga je toch gewoon naakt in een bezemhok staan en wachten tot Foppe komt!’
Harry voelde dat Hermelien haar vuisten balden maar ze zei niks terug. Harry had zond Ron een vuile blik toe en ving toen Ginny’s blik op. Opeens voelde hij zich verschrikkelijk schuldig. Hij had haar de laatste paar maanden helemaal genegeerd. Totaal geen aandacht aan haar geschonken. Hij had haar niet eens verteld dat hij een relatie had met Hermelien, maar dat wist ze nu natuurlijk wel door het Foppe-incident. Harry voelde zich een grote eikel maar wist dat het nu te laat was. En hij had geen tijd meer om erover na te denken want een paar seconden later stond Meneer Wemel in de leerlingenkamer van Griffoendor. Hij zag er verslagen uit. Hij keek Harry en Hermelien even vreemd aan (omdat hij natuurlijk nog niet wist van hun relatie bedacht Harry zich later) en mompelde toen met monotone stem dat ze zouden verschijnselen naar het nieuwe onderkomen van de Wemels. Ginny en Ron liepen naast hun vader vooruit over het schoolterrein en Harry en Hermelien volgden hand in hand.
De familie Wemel had hun intrek genomen in een groot onbewoond landhuis maar niemand schonk aandacht aan de mooiheid ervan. Mevrouw Wemel lag huilend op de bank en Charlie en Bill Wemel fluisterden treurig met elkaar aan de grote eettafel. Ron en Ginny gingen bij hun moeder op de bank zitten en Harry en Hermelien keken elkaar een beetje verward aan. Op de een of andere manier pasten ze hier totaal niet tussen. Ze besloten het gezin maar even alleen te laten en liepen de grote trappen op naar boven. Ze liepen een kamer in en sloten de deur. Stilletjes zaten ze op het bed, ieder met zijn eigen gedachten. Normaal waren Fred en George allang langsgekomen met een of ander nieuw fopartikel. Harry keek nog even om zich heen om te controleren of ze echt niet ergens achter een gordijn stonden en liet toen zijn hoofd zuchtend zakken op het zachte dekbed. Hermelien aaide zachtjes over zijn haar.
‘Ik wil dat het over gaat Hermelien’ mompelde Harry. Hij bedacht zich dat geen normaal mens zou begrijpen waar het over ging. Maar Hermelien begreep het.
‘Je moet doorzetten Harry. Jij kunt er voor zorgen dat dit soort verschrikkelijke dingen niet meer gebeuren’ antwoordde Hermelien met krachtige stem. Harry keek Hermelien even recht in de ogen en wist dat ze gelijk had. Wat was het toch een geweldig meisje. Hij moest doorgaan, net zo lang doorgaan tot alle gruzielementen vernietigt waren. En de wereld bevrijdt was van Voldemort.
De rest van de middag lagen Hermelien en Harry op het grote hemelbed in het landhuis. Ze haalden herinneringen op aan Fred en George en barstten regelmatig in lachen uit. De roodharige tweelingbroers hadden zoveel rare acties uitgehaald tijdens hun leven. Ze waren net aanbeland bij het moment dat Fred en George de school waren ontvlucht op hun bezemstelen tijdens Omber’s regime toen Ron de deur opengooide.
‘ETEN!’ schreeuwde hij en hij smeet de deur weer dicht. Harry en Hermelien keken elkaar angstig aan. Ron was weer getransformeerd in een chagrijnige onhandelbare botterik. Ze liepen naar beneden en zagen een stuk brood met een homp kaas op tafel staan. Het was duidelijk dat mevrouw Wemel niet in staat was eten te koken.
‘Wat, is het niet goed genoeg voor de uitverkorene en miss. Betweter?’ bromde Ron die opeens vlak naast hen stond. Hermelien was het nu echt zat. Ze pakte Ron bij zijn polsen vast en duwde hem tegen de muur aan.
Harry bekeek het schouwspel met enige nieuwsgierigheid.
‘Nou moet je eens even goed luisteren jon…’
Maar Ron had zich naar voren gebogen en haar vol op de mond gezoend. Harry hoorde Hermelien boos mompelen. Binnen een paar seconden wist ze zich los te rukken. Ze spuugde op de grond en gaf Ron een harde klap in zijn gezicht. Harry had zin om te applaudisseren maar hij hield zich in. Hermelien leek nu nog bozer en zette haar linkerknie tegen Ron’s onderbuik.
‘Waag het niet dat nog eens te doen. En vanaf nu…’
maar Hermelien werd weer ruw onderbroken, en dit keer door mevrouw Wemel. Ze trok aan Hermelien’s arm en keek haar woedend aan.
‘Blijf van mijn zoon af’ siste ze terwijl ze Ron tegen zich aan trok.
Harry voelde dat dit helemaal uit de hand ging lopen en trok Hermelien achter zijn rug.
‘Mevrouw Wemel, het spijt me echt verschrikkelijk dat u uw zoons bent verloren. U hebt geen idee hoeveel verdriet we daarvan hebben’ zei Harry eerlijk en oprecht. Ron snoof maar Mevrouw Wemel’s gezichtsuitdrukking veranderde plotseling. Ze kreeg weer tranen in haar ogen en keek Harry verdrietig aan.
‘Ik ook Harry. Je bent een lief kind’ snifte ze en ze omhelsde Harry en daarna Hermelien. ‘Vergeef het me als ik soms raar reageer, het wordt me allemaal een beetje teveel’. Harry en Hermelien glimlachten naar haar en mevrouw Wemel glimlachte krampachtig terug. Daarna liep ze langzaam de trap op naar boven.
Hermelien draaide zich om naar Ron. Ron’s hele wang was knalrood van de klap die ze gegeven had.
‘En Ron; Fred en George waren als broers voor ons. Je hebt geen idee hoeveel verdriet wij hebben, misschien wel bijna evenveel als jij. Laat ons dus alsjeblieft ook in onze waarde en behandel ons als gelijken.’
Zowel Ron als Harry keken Hermelien met grote ogen aan, waar haalde ze die wijze woorden vandaan?. Ron en Harry keken elkaar nog even verward aan en ze wisten allebei dat het weer goed was tussen hen. Gelukkig had het deze keer niet een paar weken maar een paar uur geduurd.
Twee dagen later was de begrafenis, en dit keer niet bij Het Nest maar dichtbij het Hippogrief Hippie Pretpark. Harry was verbijsterd toen hij hoorde dat Fred en George in hun testament hadden geschreven dat ze hier begraven zouden willen worden, zodat de bezoekers ook nog wat plezier konden beleven. Hij was sowieso verbaasd dat ze een testament hadden opgemaakt. Maar hij was totaal niet verbaasd toen hij hoorde dat ze het hadden geschreven met regenboogpennen.
‘Het lijkt wel alsof ze wisten dat ze…nouja, ik bedoel wie maakt er op hun leeftijd nou een testament aan?’ mompelde Ron. Hermelien knikte wijs en had meteen een antwoord klaar.
‘Ik denk dat ze wel wisten dat ze een groot risico namen met hun fopshop en anti-Voldemort fopartikelen.’
Harry voelde nog meer genegenheid voor de tweeling. Het was echt geen wonder dat ze in Griffoendor hadden gezeten, want het was ongelofelijk dapper om in deze tijden een fopshop te openen met Voldemort-galgje en eetbare duistere tekens. En het heeft ze duur komen te staan. Maar Harry wist dat Fred en George het allergelukkigst waren in hun eigen tovertweeling fopshop en dat maakte dat hij zich iets minder verdrietig voelde. Hij keek naar de twee knalgele kisten die op paarse altaar stonden. Er waren veel mensen gekomen, en Harry zag ook veel oud-leerlingen van Zweinstein. Meneer Wemel hield een toespraak en daarna liepen hij en zijn vrouw naar de kist toe. Ze fluisterden een paar woorden en met twee knallen en vuurwerk verdwenen de twee kisten.
‘Waar zijn ze heen’ fluisterde Harry naar Hermelien.
‘Gewoon, de grond net als bij de dreuzels. Maar in de tovenaarswereld graven ze geen gaten, ze laten de kisten gewoon de grond in verschijnselen’ antwoordde Hermelien met tranen in haar ogen. Maar de muziek die klonk maakte dat ze een glimlach op haar gezicht kreeg. Harry hoorde 3 kleine heksenstemmetjes een liedje zingen over vallende sterren en voelde ook weer een stukje blijdschap in zijn lichaam. Zo zou het ook moeten zijn op zijn begrafenis, ooit. Die gedachte spookte na door zijn hoofd. Zijn begrafenis…zijn begrafenis, dat kon natuurlijk ook elk moment…Harry schudde verwoed zijn hoofd. Niet aan denken, niet aan denken. Ron en Hermelien staarden hem aan.
‘Sorry, uh gezoem in m’n hoofd’ mompelde Harry snel en hij stond om een drankje te pakken. Die bevroor terplekke toen hij het glas oppakte en hij stikte half in een blok ijs. Dit was weer een typische Fred en George grap glimlachte Harry. Hij bood Ron wat ontploffende hamburgers aan en binnen de kortste keren waren zelfs de droevigste mensen aan het lachen gemaakt. Verbaasd keek Harry om zich heen.
‘Het lijkt wel een feest in plaats van een begrafenis’
‘Ik denk dat dat ook precies de bedoeling was van Fred en George. Zie in alles wat vrolijkheid’ glimlachte Hermelien.
Aan het eind van de middag hielden een paar mensen nog een korte toespraak over de tweeling en toen gingen alle mensen, behalve de familie, weer naar huis. Harry zag dat zelfs mevrouw Wemel niet meer zo verdrietig was, maar Harry wist dat ze het echt niet aan zou kunnen om nog een zoon te verliezen. Het was dus zaak om Ron zo goed mogelijk te beschermen....





_________________
The kids of tomorrow
don't need today
when they live
in the sins of yesterday.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Tamar
Oude Forumnaam: Palmtree 5e jaars
5e jaars


Verdiend: 88 Sikkels
Woonplaats: Standing in the Rain

Tamar is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Jun 10, 2006 18:40 Terug naar boven Sla dit bericht op

Zo, het einde van hoofdstuk 15 =) maar waarschijnlijk ook het eind van mijn tweewekelijkse posting want ik moet leren und leren und noch mehr leren =(. En voetbal kijken, dus geen fanfic geschrijf voor mij. Maargooeed, daarna heb ik twee maanden niks doen xD.
P.s: je mag een ijsje pakken als je dit gaat lezen =)
P.s II: Het is een wat saai stuk, maar ik moest even toewerken naar wat er in hoofdstuk 16 gaat gebeuren =)

Hoofdstuk 15
Rare Wendingen [ Part IIII]

De komende drie dagen bleven Ron, Harry, Hermelien en Ginny nog in het grote landhuis. Ze praatten over Fred en George en over wat Voldemort nog meer zou aanrichten. Op zaterdag verdwijnselden ze weer terug, met enige moeite omdat mevrouw Wemel hen niet wilde laten gaan.
‘Weetje Ron, je hoeft je school helemaal niet af te maken! Je kunt ook gewoon bij ons blijven wonen en dan…’
‘Ma, natuurlijk moet ik mijn school afmaken! Je wilt toch dat ik iets maak van m’n leven’ antwoordde Ron met en glimlach op zijn gezicht.
Bij Ginny nam Molly drastischere maatregelen; ze dreigde haar lange vlecht af te knippen als ze niet thuis bleef. Maar gelukkig grepen Bill en Charlie in en kon Ginny mét haar verdwijnselen. Harry had nog maar een stappen in de school gezet toen Wolkenveldt op hem af kwam gelopen.
‘Harry! Ik heb denk ik antwoord gevonden op je vraag, kom even mee naar mijn kantoortje’. Hermelien en Ron keken hem verbaasd aan, maar Harry zei dat hij het later wel uit zou leggen en liep snel achter Romeo Wolkenveldt aan. Hij voelde de zenuwen door zijn keel gieren en zijn handen waren zweterig. Zou hij nu eindelijk te weten komen wie r.a.z was?. Hij struikelde bijna over de drempel in zijn haast om het kantoortje te bereiken. ‘Nou Harry’ zei Romeo Wolkenveldt terwijl hij de deur dichtdeed, ‘ik heb maar een naam gevonden maar ik weet eigenlijk wel zeker dat het de juiste naam is.’
Harry keek hem verwachtingsvol aan en toen Romeo verder niks zei begon hij het plafond af te zoeken naar enige aanwijzingen.
‘Ik zie dat je nogal graag wilt weten wie het is’ grinnikte zijn leraar en hij pakte een stuk perkament. ‘Hier, maak open’.
Harry’s handen trilden toen hij het perkament aanpakte en langzaam maakte hij het open. De naam die hij zag maakte dat zijn hart een salto maakte en dat zijn hele lichaam ging trillen. Want op het witte perkament stonden met zwarte inkt de woorden: Regulus Armendus Zwarts. De broer van Sirius Zwarts. De broer van zijn peetvader.
Harry staarde minutenlang naar de woorden en Romeo keek hem verwachtingsvol.
‘Tevreden Harry?’. Maar Harry was niet in staat te antwoorden, dit had hij echt nooit verwacht. Hij knikte even vriendelijk naar Romeo Wolkenveldt en holde toen het kantoortje uit, de trappen op, de leerlingenkamer in. Hij vond Hermelien en Ron in twee luie stoelen bij het haardvuur. Ze openden allebei hun mond om iets te zeggen maar Harry pakte hun bij hun armen en sleurde ze mee naar een leeg lokaal. Zonder iets te zeggen legde hij het stuk perkament voor hun neus. Ron keek hem niet begrijpend aan (‘heb ik hiervoor een gekneusde arm opgelopen’) maar Hermelien slaakte een kreetje van opwinding.
‘Is dit…’ piepte ze met grote ogen en Harry knikte bevestigend. Ron keek wantrouwend van de een naar de ander.
‘Moet ik dit begrijpen’ zei hij uiteindelijk maar toen Hermelien kreetjes bleef slaken en Harry bleef knikken.
‘Ron! Dit is r.a.z, dit is degene die de medaillon eerder had gepakt dan Perkamentus! Dit is de man van het geheimzinnige briefje!’ gilde Hermelien terwijl ze Ron aankeek alsof hij gek was.
Ron keek Harry nu ook met open mond aan. Harry vond het fijn dat ze precies zo reageerden zoals hij dat had willen doen in het kantoortje van Romeo Wolkenveldt.
‘Maar…’ mompelde Hermelien een stuk minder vrolijk, ‘Regulus Zwarts was toch een dooddoener en hij was vermoord’.
Daar had Harry ook al aan gedacht en hij begreep er eigenlijk niks van.
‘En wat nou als hij niet echt vermoord was, dus bleef leven maar zo boos was dat hij zich aansloot bij de goede kant en het medaillon stal!’ zei Ron opeens uit het niets. Harry keek hem verbaasd aan, meestal maakte Hermelien dit soort slimme opmerkingen.
‘Inderdaad ja’ knikte Hermelien, ‘dat zou best wel eens kunnen. Ik ga denk ik maar even naar de bibliotheek!’. En ze was al weg voordat Ron en Harry met hun ogen hadden kunnen knipperen. Harry keek Ron even aan.
‘Sorry dat we al zo snel weer bezig zijn met andere dingen’.
Ron keek op en glimlachte naar Harry.
‘Dat geeft niet, we moeten tenslotte doorgaan. En waar we ons nu mee bezighouden is natuurlijk bedoeld om dit soort zinloze moorden te voorkomen. Dat Fred en George aangevallen zijn maakt dat ik nu echt niet meer bang ben om de strijd aan te gaan met Voldemort en zijn achterlijke dooddoeners. Ze zullen ervoor boeten’ besloot Ron zijn verhaal met een strijdlustig gezicht. Harry keek even strijdlustig terug.
‘Potje schaken?’ zei Ron opeens. Ze grijnsden naar elkaar en vertrokken naar de leerlingenkamer. Gelukkig bestonden er ook nog zulke simpele dingen als toverschaak. Nadat Ron acht potjes gewonnen had van Harry kwam Hermelien hijgend de leerlingenkamer in gerend.
‘Ik heb het!’ piepte ze naar adem snakkend.
‘Wat? Dat je later marathonloopster wordt?’
Hermelien keek Ron boos aan en richte zich op Harry. Ze overhandigde hem een piepklein dieprood boekje. Harry opende hem bij een omgeslagen bladzij en las zachtjes voor wat er stond.
‘Regulus Armendus Zwarts was de kortst dienende dooddoener allertijden. Hij was nog maar drie weken in dienst van Jeweetwel toen hij besloot dat dit toch niks voor hem was. Hij is vermoord en begraven in Liverpool. Daarom staat hij nu op 8 in de top tien meest korte loopbanen’
Hermelien knikte en Ron keek Harry vreemd aan.
‘Dus hij is echt dood? Maar wanneer heeft hij dan dat medaillon gepakt? Of was hij daarom vermoord?’ mompelde Ron.
Harry haalde zijn schouders op en dacht diep na.
‘Ik haal even dat briefje op, wacht even’ zei hij ten slotte.
‘We lopen wel even mee, anders horen andere mensen het nog’ fluisterde Hermelien. Snel liepen ze de trappen op naar de jongensslaapzaal. Marcel’s bed stond er verlaten bij. Harry keerde zijn hoofd af en graaide in zijn koffer naar het briefje. Hij vond hem in een van Dobby’s gebreide sokken.
‘ik lees hem wel even voor’ zei Harry.

‘Aan de Heer van het Duister. Ik weet dat ik al lang dood zal zijn voor u dit leest, mar ik wil dat u weet dat ik uw geheim ontdekt heb. Ik heb het echte gruzielement gestolen en ben van plan het zo snel mogelijk te vernietigen. Ik bereid me voor op de dood in de hoop dat u weer sterfelijk zult zijn als u uiteindelijk uw gelijke ontmoet. R.A.Z.’

Langzaam liet Harry het stuk perkament zakken. Hermelien en Ron staarden hem niet begrijpend aan.
‘Zou…hij hem al vernietigt hebben’ vroeg Hermelien aarzelend.
‘Misschien, maar dat risico kunnen we niet nemen. We moeten het zeker weten, maar ik weet niet hoe we dat kunnen controleren…’ zei Harry. Het iriteerde hem dat hij niet wist wanneer R.a.z dit geschreven had, en of hij dat gruzielement ook inderdaad vernietigd had. ‘Dan gaan we naar zijn graf’ zei Ron plotseling. Hermelien en Harry keken hem verbijsterd aan.
‘En dat zouden we doen omdat…’ snauwde Harry spottend.
‘Nou dan weten we of hij inderdaad dood is. En zo niet, dan kunnen we hem op zoeken’ antwoordde Ron rustig.
Harry vond het geen al te best plan maar hij wist verder ook niks anders.
‘Oké. Dan doen we dat. Volgende week zaterdag vertrekken we.’
Hermelien en Ron knikten en Harry vroeg zich af waar ze nu weer aan begonnen waren.





_________________
The kids of tomorrow
don't need today
when they live
in the sins of yesterday.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Tamar
Oude Forumnaam: Palmtree 5e jaars
5e jaars


Verdiend: 88 Sikkels
Woonplaats: Standing in the Rain

Tamar is offline. 
BerichtGeplaatst: Vr Jun 16, 2006 13:13 Terug naar boven Sla dit bericht op

Excusé moi Peoples dat ik zo lang niets gepost heb! maar Het W.K en de PWW houden me aardig bezig. Toch ging er gister een inpiratiekraantje open in mij en dit is eruit gekomen (=. Madoperator en Harry's girly bedankt voor jullie leuke reacties! xD.

Hoofdstuk 16
R.A.Z


De week die volgde was Ron afwezig en verdrietig en Harry vroeg zich af of ze Ron wel mee moesten nemen naar het graf. Hij wist het niet en dus liep hij naar de bibliotheek. Hermelien zat ijverig te schrijven.
‘Hee!’ begroete Harry zijn vriendin. Hermelien keek even geïrriteerd op maar toen ze zag wie het was glimlachte ze. ‘Ik vroeg me af…moet Ron morgen wel mee? Hij is er de laatste paar dagen helemaal niet bij’
‘Nouja, het was zijn plan hè. En wat kan ons daar nou gebeuren? Waarschijnlijk is alles dood en stil’ knipoogde Hermelien.
Harry keek haar verliefd aan. Waarom was het hem dit jaar pas opgevallen hoe leuk ze wel niet was?. Hij sprak de woorden hardop uit en Hermelien grijnsde verlegen.
‘Ik heb jou in de derde klas wel heel erg leuk gevonden’.
‘Echt?’ vroeg Harry verbaasd. Dat was hem echt helemaal niet opgevallen. Maargoed, in de derde was hij vooral bezig met dementors en ontsnapte moordenaars.
‘Ja, maar vanaf de vierde…nouja viel ik een beetje op Ron’ bloosde Hermelien en ze keek Harry niet aan.
‘Dat wist ik wel’ grijnsde Harry. ‘Maar hoe komt het dan dat je mij opeens leuk bent gaan vinden dit jaar? Je was helemaal vol van Ron, toch?’
Hermelien haalde haar schouders op.
‘Ik zag opeens het licht denk ik’ zei Hermelien. Harry voelde dat hij ook een beetje moest blozen. Hij die bloosde? Dat deed Hermelien goed dan. Hij boog zich naar voren om haar kussen toen hij een harde klap op zijn hoofd kreeg. Ook Hermelien werd geraakt met een dik boek en Harry wist dat madame Rommella achter hen stond. Argwanend draaide hij zich om.
‘Hou daar mee op, stelletje pubers. Zometeen worden de boeken vies. Weg uit mijn bibliotheek!’.
Harry had zin om een boek tegen haar hoofd te slaan maar hij liep braaf de bibliotheek uit met Hermelien achter zich aan.
‘Gefrustreerde volwassenen’ mompelde Harry.
Hermelien grinnikte. ‘Best wel hè? Allemaal gebrek aan liefde denk ik’
Ze hadden zich net weer naar elkaar toegebogen toen professor Slakhoorn langskwam. Hij sloeg Harry hard op de rug en gaf Hermelien een klopje op haar hoofd.
‘We hebben ook echt nergens privacy’ bromde Harry, ‘wanneer kopen we ons eigen huis’. Hij sloeg zijn hand voor zijn mond. Wat had hij nou weer gezegd? Dat ze gingen samenwonen?. Hermelien keek hem verbaasd en vrolijk aan en Harry wilde dat hij zijn mond eens op tijd hield. Al die onzin die hij uitkraamde, en Hermelien nam het nog serieus ook!.

En zelfs de avond erna, toen het trio zich klaarmaakte om naar Liverpool te verschijnselen was Hermelien nog in een opperbest humeur. Ron keek haar af en toe argwanend aan, maar Harry deed alsof hij van niks wist.
‘Iedereen klaar?, toverstokken mee?’ vroeg Harry en toen ze allebei knikten liep hij de trap op om zijn onzichtbaarheidsmantel te pakken. Ze konden er eigenlijk niet meer met zijn drieën onder maar met veel getrek en geduw waren ze in ieder geval voor de helft bedekt. Ze kwamen niemand tegen, behalve een eerstejaars die flauwviel toen hij 3 paar benen door de gang zag hollen.
‘Waar in Liverpool zou dat graf zijn?’ vroeg Harry toen ze buiten het schoolterrein waren.
‘Geen idee, gewoon maar een begraafplaats proberen?’ opperde Hermelien.
Ze dachten alledrie aan ‘Regulus, begraafplaats, Liverpool’ en verschijnselden op een luguber uitziend kerkhof. Harry hoorde Ron slikken en vond het zelf ook moeilijk om zo snel al weer met de dood geconfronteerd te worden. Harry keek om zich heen. Ze stonden middenin een donker bos. De takken van de kale bomen kraakten waarschuwend en Harry zag allemaal schaduwen bewegen in het bos.
‘Ik vind het hier…niet erg leuk’ mompelde Ron.
‘Niet?’ antwoordde Harry met trillende stem. ‘Ik dacht dat ik net een weerwolf zag, die zijn best gezellig’.
‘En waar is dat graf nou’ zei Hermelien haastig.
Ze keken alledrie om zich heen maar hun ogen waren nog niet gewend aan het donker. Pas een paar minuten later kon Harry een groezelige steen op een paar meter afstand onderscheiden.
‘Daar!’ riep hij en langzaam liepen ze naar de plek toe. Het stelde allemaal weinig voor. Er stond een kleine steen met onleesbare letters erin gegrift. Er waren geen bloemen of enige andere aanwijzingen van mensen die iets gaven om de man die onder deze grond lag. Harry wilde net teleurgesteld neerzakken op de grond toen Hermelien een kreetje van opwinding slaakte. Hij wisselde even vluchtig een blik met Ron die er ook niks van begreep.
‘Ja! Natuurlijk, oh geweldig!’ riep Hermelien.
Harry zag niet wat er zo geweldig was aan een half afgebrokkeld gesteente in een donker griezelig bos.
‘Uh Hermelien, we snappen het niet helemaal…’ begon Ron.
Hermelien draaide zich met een ruk om en glimlachte breed.
‘Zie je die letters daar! Dat is het schrift van oude Runen! Ik kan het lezen!’
Harry begreep nu waarom Hermelien zo vrolijk was. Vol nieuwe energie stond hij op. Ook Ron stond nu verwachtingsvol naast Hermelien.
‘Nou, lees het dan! Of is het moeilijk leesbaar?’
‘Nee, zo ziet het schrift eruit. Maar het zijn wel erg moeilijke woorden.’
Hermelien ging in kleermakerszit op de natte ondergrond zitten en pakte een stuk perkament uit haar zak. Uit haar andere zaak haalde ze een veer en inkt en met haar neus zowat tegen de letters aan begon ze te mompelen en te schrijven. Harry en Ron wisten dat ze haar nu niet mochten storen en gingen een paar meter verderop op de grond zitten. Ze zeiden allebei niks, maar staarden zenuwachtig naar Hermelien die af en toe gefrustreerd tegen de steen aansloeg. Het leek uren te duren en Harry’s lichaam was helemaal bevroren. Hij zag het net helemaal niet meer zitten toen Hermelien opsprong en een soort oerkreet slaakte.
‘ik heb het, IK HEB HET!’ gilde ze.
‘Sssst!’ zei Harry een beetje boos. Wie weet wat hier allemaal in dit bos zat. Wat het ook was, het had waarschijnlijk wel honger in mensenvlees.
‘Nou, vertel ons wat er staat’ zei Ron zachtjes.
Hermelien haalde even diep adem en las toen voor van haar perkament:

‘Een onderdeel van jou, nu deel van mij.
Ik was te laat, mijn taak zit erop.
Ik kon het niet vernietigen, jij moet het doen.
Is je hart goed, bevat je genoeg moed.
Volg de aanwijzingen en doe het juist.
Bevrijd de wereld van het kwaad.
Het is aan jou, het is nog niet te laat.’


Het was even doodstil. Alleen het geruis van de bomen was te horen. Harry voelde de opwinding door zijn aderen stromen. Dit leek wel een raadsel!. Ook Hermelien en Ron keken opgetogen. Ze keken elkaar even sprakeloos aan. Harry verbrak als eerste de stilte.
‘Hij heeft het gruzielement dus nog niet vernietigd…’
‘En hij hoopte dat ooit iemand deze steen zou vinden’ voegde Hermelien er aan toe.
‘Van de goede kant ja. Dat staat er ook: is je hart goed’ knikte Ron.
‘En waar is de eerste aanwijzing dan?’ zei Harry terwijl hij om zich heen keek. De andere twee keken ook vertwijfeld naar de grond.
‘Misschien…’ mompelde Hermelien terwijl ze op haar knieën rond de steen kroop. Ze bleef in zichzelf praten en Harry en Ron besloten haar maar weer even met rust te laten. Dit keer duurde het niet lang.
‘Ja! Hier staat iets! Een klein tekeningetje…ik zie niet zo goed wat het is’ riep Hermelien. Harry en Ron renden naar de achterkant van de steen.
‘Het is een soort symbool. Met vijf ovalen…’ zei Ron.
‘Ja inderdaad’ knikte Harry, ‘maar wat moeten we daarmee?’
Ze wisten het alledrie niet. Nadenkend stonden ze in het donkere bos.
‘Wat nou als we het gewoon in gedachte nemen en proberen te verschijnselen naar dat…figuur?’ opperde Hermelien.
Harry dacht niet dat dat de oplossing was, maar wat moesten ze anders?.
Hij knikte langzaam en keek naar Ron. Die stemde ook in. Hand in hand stonden ze voor de grafsteen. Ze dachten aan het symbool met de vijf ovalen. En Harry voelde dat hij weggetrokken werd van de aarde. Even was het donker, toen landden ze hand in hand in een soort stenen ruimte. De kamer werd zwak verlicht door fakkels. Harry, die gewent was aan het pikdonker, knipperde met zijn ogen. Op de vloer voor hem zag hij hetzelfde symbool als hij op de grafsteen had gezien. Eromheen was een grote zwarte cirkel geverfd. Hij keek om zich heen. De ruimte was rond en Harry zag een grote eikenhouten deur recht voor hem. Verder waren er geen meubels of andere voorwerpen in de ruimte. Harry had geen idee wat ze nu moesten doen; hij had eigenlijk min of meer verwacht dat ze naar het medaillon toe zouden verschijnselen. Hij zocht de gezichten van zijn vrienden. Die keken hem al even verward aan. Opeens klonk een zware mannenstem door de ruimte. Geschrokken keken ze om zich heen, had diegene zich verstopt in het donker?.
‘Hallo moedige mensen in het midden. Ik ben Regulus Armendus Zwarts’
Hermelien, Harry en Ron keken elkaar verbijsterd aan. Was hij nog wel in leven? En sprak hij hen nu toe vanuit een of andere donkere hoek?.
‘Tenminste dit is mijn stem. Ik ben al lang geleden gestorven. Ik neem aan dat jullie voor het medaillon komen, maar ik zal eerst even kort uitleggen hoe alles zit’ vervolgde de stem van Regulus Zwarts.
‘Graag’ mompelde Ron met een nog steeds hoogverbaasde uitdrukking op zijn gezicht.
‘Ik was eerst een dooddoener, maar het viel me zwaar. Ik wilde er mee stoppen, dat nam de Heer van het duister me niet in dank af. Hij martelde me en uit wraak had ik zijn gruzielement gestolen. Ik wist dat de Heer van het duister me zou vinden en ik was te zwak hem zelf te vernietigen. Daarom heb ik deze uitdaging in elkaar gezet, zodat een goed iemand het zou vernietigen en niet een dooddoener het zou kunnen stelen. De bedoeling is dat een iemand de vijf verschillende uitdagingen aangaat: Intelligentie, Moed, Liefde, Goedheid en Vriendschap. Wie bewezen heeft een echt goed persoon te zijn dringt door tot de ruimte met de medaillon. Daar staat nog een laatste uitdaging op je te wachten. Overwin je die, dan heb je vrije toegang tot het medaillon. Verlies je, dan kom je hier nooit meer uit. Ik ben inmiddels gestorven, maar ik hoop dat jij, die daar staat, mijn laatste levenstaak wilt afmaken: Vernietig Dooddoeners. Vernietig Voldemort. Vernietig het Kwaad.’
Weer was het een minuut lang doodstil. Dit hadden ze alledrie echt nooit verwacht. Het deed Harry een beetje denken aan het toverschool toernooi, maar hij hoopte niet dat hij dat soort uitdagingen nog een keer moest aangaan.
‘Wie gaat er? Volgens Regulus mag maar een iemand de uitdaging aangaan’ zei Ron met een benauwde stem.
‘Harry, dat lijkt me duidelijk’ zei Hermelien beslist.
Harry was daar ook al van uit gegaan en knikte langzaam.
‘Nou dan ga ik maar’ slikte hij toch wel een beetje bang. Hermelien omhelsde hem met tranen in haar ogen. Ze kuste hem kort en maakte toen de weg vrij voor Ron. Die sloeg hem wat onhandig op de rug.
‘Doe je best jongen’ fluisterde hij. Harry knikte naar Ron en liep naar de eiken deur toe. Nog een keer draaide hij zich om naar zijn vrienden, toen ging hij het onbekende avontuur tegemoet...





_________________
The kids of tomorrow
don't need today
when they live
in the sins of yesterday.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Tamar
Oude Forumnaam: Palmtree 5e jaars
5e jaars


Verdiend: 88 Sikkels
Woonplaats: Standing in the Rain

Tamar is offline. 
BerichtGeplaatst: Di Jun 20, 2006 13:20 Terug naar boven Sla dit bericht op

Waaaah, vakantie xD. Nou, omdat ik zo blij ben post ik alvast een nieuw deel van Hoofdstuk 16 (=. En ik wil Madoperator, hermelien92, miss Danique Griffel, Nymphadora Tonks & Harry's Girly heel erg bedanken voor hun tolle reacties!

Hoofdstuk 16
R.A.Z (Part II)


De gang waarin hij belandde was helemaal donker. Nog donkerder dan het bos waar ze eerder geweest waren en Harry kon nog geen meter voor zich uit kijken. Hij stak een hand uit…en voelde twee glibberige touwen zijn arm omstrengelen. Harry probeerde zich los te rukken maar de touwen trokken zich nog harder vast. Paniekerig pakte hij met zijn linkerhand zijn toverstok uit zijn zak. ‘Lumos’. Harry wilde dat hij dat niet gedaan had, want wat hij zag maakte dat hij nog veel meer in paniek raakte. Voor hem stond een enorme groene glibberige plant. Het had zo te zien honderden stengels met stekels en een enorme opening ergens in het midden met grote scherpe giftanden. Harry had deze plant wel eens gezien in kas 7, de allergevaarlijkste kas op Zweinstein en wist dat het geen heel aardig plantje kon zijn. Als een reflex probeerde hij zich nog een keer los te rukken, maar de plant trok even hard terug en Harry voelde zijn arm uit de kom schieten. Hij schreeuwde van de pijn en voelde dat de plant zijn linkerbeen nu ook te pakken had. De stekels boorden zich in zijn enkels en weer kon Harry een schreeuw van pijn niet onderdrukken. Terwijl de plant hem half de lucht in tilde probeerde Harry krampachtig een spreuk te bedenken. De spreuk die uiteindelijk uit zijn mond kwam, was niet de slimste die hij ooit gezegd had.
‘INCENDIO!’. De plant vloog in de fik, maar liet Harry niet los. Harry zag dat het vuur zich snel verspreidde over de plant en zag ook dat de vlammen bijna zijn gewaad bereikt hadden.
‘LAAT ME LOS ROTPLANT’ gilde Harry, maar hij wist dat het niks hielp.
‘REDUCTO! PARALITIS!’ probeerde Harry nog terwijl de vlammen al het uiteinde van zijn gewaad bereikt hadden. Het maakte geen verschil en Harry was ten einde raad. Half verblind door de felheid van het vuur staarde hij met tranen in zijn ogen voor zich uit. Hij zag het grote gapende gat met grote felle tanden voor zich bewegen. Een laatste oplossing kwam in hem op.
‘Mordarius!’ schreeuwde Harry verzwakt terwijl zijn toverstok op de bek van de plant richtte.
Het werkte. De tengels lieten hem los en Harry viel hard op de grond. Hij slaakte een grote zucht van oplossing. Gewond stapte hij naar achter om bij het vuur vandaan te blijven. Hij voelde de deurklink van de zware houten deur en moest zichzelf in bedwang houden om de deur niet open te doen. Hij kon gewoon stoppen natuurlijk en…Harry schudde boos zijn hoofd. Deze uitdagingen moest hij voltooien, anders kon Voldemort nooit vermoord worden. Voorzichtig stapte Harry langs de nog nasmeulende plant. Hij liep een beetje mank omdat de stekels van de plant nog steeds in zijn linkerbeen staken, en zijn rechterarm was nog steeds uit de kom. Helaas had hij geen tijd iets aan zijn verwondingen te doen want het rochelende geluid dat zijn kant uit kwam maakte dat Harry weer met zijn toverstok gereed moest staan. Hij rook een afschuwelijke beschimmelde lucht en het ruisen van een mantel. Hij voelde zijn hele lichaam bevriezen en wist wat zijn kant op kwam: dit was een dementor. Angstig keek Harry in het rond, van welke kant kwam hij?. De stank kwam steeds dichterbij en alhoewel Harry het eigenlijk niet wilde zien liet hij zijn toverstok licht schijnen door de ruimte. De dementor was op nog geen twee meter van hem vandaan en kwam steeds dichter bij. Harry voelde dat hij moeite kreeg met ademhalen. Hij hoorde gegil en zag zwarte en dieprode vlekken voor zijn ogen. ‘Iets gelukkigs, iets gelukkigs…’ riep een klein stemmetje in zijn hoofd. Harry zakte op de grond neer. Hij zag dat de dementor zijn met zweren bedekte handen uitstak en voelde zich volkomen hulpeloos. Iets gelukkigs, iets gelukkigs…en opeens drong het beeld van Hermelien tot hem door. Hermelien die langzaam op hem afliep en zijn haar uit zijn gezicht schoof. Harry richtte zijn toverstok op en zag in zijn hoofd de lippen van Hermelien steeds dichterbij komen.
‘EXPECTO PATRONUM’.
Een hert schoot uit het einde van zijn toverstok. Het dier rende door de dementor heen en Harry zonk half bewusteloos weg op de grond. Hoeveel van dit soort verschrikkingen zaten er nog in deze gang?. Hij had nu al bijna het loodje gelegd, dus veel kon hij niet meer aan. Maar er werd hem geen rust gegund; Harry was net moeizaam opgestaan toen een groot zwaar beest hem weer omvergooide. Hij hoorde gegrom en voelde kwijl op zijn nek vallen. Helemaal uitgeput keek Harry omhoog recht in de felle vuurspuwende ogen van een gigantische tijger. Het beest deed zijn bek open en brulde terwijl hij zijn grote tanden aan Harry liet zien. Harry voelde zich plotseling helemaal niet moe meer en wist niet hoe snel hij onder de gigantische tijger vandaan moest kruipen. Hij kwam echter niet ver, het beest zette zijn voorpoten op Harry’s buik en Harry kokhalsde onder het gewicht. Hij probeerde zijn toverstok te pakken maar die was weg gerold toen de tijger bovenop hem was gesprongen. Hij zag de witte scherpe tanden steeds dichterbij komen en nam ten einde raad zijn toevlucht tot dreuzelgeweld. Hij trok zijn beide benen op en schopte de tijger keihard in zijn buik. Het beest piepte en trok zijn voorpoten van Harry af. Harry kroop vliegensvlug tussen de poten door en greep met de topjes van zijn vingers zijn toverstok. Helaas had de tijger dat ook opgemerkt; het zette zijn klauwen in Harry’s onderbenen en Harry viel bijna flauw van de pijn. De klauwen verplaatsten zich naar zijn bovenbenen en Harry gilde van angst. Met zijn hoofd naar de grond gericht richtte hij zijn toverstok op goed geluk op het enorme wezen achter hem. ‘AVADA KEDAVRA’ piepte Harry. Hij mompelde een smeekbede. Die werkte maar half. De tijger viel inderdaad om, maar dan wel bovenop Harry. Hij snakte naar adem en voelde des te meer de pijn van zijn arm die nog altijd uit de kom lag. Het koste hem minutenlang om onder het levenloze lichaam vandaan te kruipen. Totaal uitgeput bleef Harry op zijn rug liggen. Hij voelde het bloed uit zijn benen stromen, maar hij had de kracht niet om er wat aan te doen. Uiteindelijk stond hij weer op. Wankel liep hij de gang door, zijn oren gespitst op het geluid van nieuwe angstaanjagende beesten. Hij hoorde niks en dat maakte hem eigenlijk nog banger. Harry liep nog een paar meter door en kwam bij een groot zwaar hek tot einde. Duizelig staarde hij door de spijlen heen. Wat hij zag maakte hem nog veel duizeliger: vlak voor hem stond een enorme draak die ongeveer twee keer de grote had van een Hongaarse Hoornstaart. Zo te zien was de draak woedend; ze spoot vuur naar een onschuldig rotsblok en Harry zag zichzelf al levend geroosterd worden. Het werd echter nog erger want achter de draak zag hij een ander hek. En hij kon precies zien wat zich in die ruimte bevond. Harry rook de stank hier en het domme gegrom bevestigde zijn vermoeden: achter de moordlustige draak zat een gigantische agressieve trol. Moedloos zakte hij tegen de muur aan. Dit kon hij niet doen, hij had de kracht niet om nog een draak en een reus te verslaan. Dat zou echt zijn dood worden. Harry voelde iets kouds bij zijn hand en zag een bordje bij het hek hangen. Er stond op: Je mag kiezen. Ga je door, of geef je op?.
Harry voelde er alles voor om op te geven. Hij had zich al omgedraaid om terug te lopen toen hij dacht aan het gruzielement. Hij móest het medaillon vernietigen, anders zat de wereld voorgoed vast aan Voldemort. Harry voelde de tranen achter zijn ogen branden. Hoe kon hij die draak in godsnaam verslaan?. Maar hij moest het proberen. Hij moest het doen voor de toverwereld. Hij strompelde naar het hek en schoof het met pijn en moeite open...


Sorry voor de cliffhanger -.^





_________________
The kids of tomorrow
don't need today
when they live
in the sins of yesterday.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Tamar
Oude Forumnaam: Palmtree 5e jaars
5e jaars


Verdiend: 88 Sikkels
Woonplaats: Standing in the Rain

Tamar is offline. 
BerichtGeplaatst: Do Jun 22, 2006 17:51 Terug naar boven Sla dit bericht op

En ik post maar weer ^-^, HP_HG_RW & Jilleke100101 bedankt voor de reacties! en verder heb ik niet zoveel te zeggen behalve: Here Comes The....tekst.

Hoofdstuk 16
R.A.Z III


Hij hief zijn toverstok al moedeloos op maar opeens veranderde omgeving. Verbaasd keek hij op en voor hem stond het mooiste meisje die hij ooit had gezien. Ze had golvend blond haar en felblauwe ogen en ze bood Harry haar hand aan. Harry wilde niets liever, hij had nog nooit zo’n mooie hand gezien. Achter het prachtige meisje stond nog iemand. Harry herkende haar vaag, maar eigenlijk had hij geen zin zich met haar te bemoeien. Het mooie meisje nam hem mee naar een stoel en Harry ging er uitgeput in liggen. Hij staarde naar het figuur voor hem. Hij had nog nooit zulke mooie blauwe ogen gezien. En ze kwamen steeds dichterbij. De lippen van het meisje raakten al bijna Harry’s lippen toen hij zich opeens besefte wie die andere persoon was. Hermelien! In deze ruimte! En hij was bijna een ander meisje aan het kussen!. Harry duwde het onbekende meisje weg en grijnsde naar Hermelien. Die keek alleen maar en gaf geen blijk van herkenning. Harry voelde de verwarring in hem groeien en ondertussen was het mooie meisje weer naar hem toe gelopen. Ze streelde Harry over zijn hoofd en keek hem recht aan. Harry voelde zich helemaal flauwtjes in zijn hoofd. Ze was echt ontzettend mooi. Kon hij niet even…alleen maar? Maar de gedachte aan Hermelien maakte dat hij het meisje weer wegduwde. Hij hield teveel van Hermelien, zelfs zo’n knap meisje kon dat niet veranderen. En eigenlijk was ze helemaal niet knap meer…Harry keek verbaasd naar de plek waar het meisje net nog gestaan had. Maar nu stond er een boos kijkende vrouw met zwart omlijnde ogen en grauwe lippen. Harry begreep meteen waar hij net mee te maken had: dat meisje was een Glamorgana!. Harry wilde nog even naar Hermelien kijken maar hij werd weggetrokken uit de ruimte. Binnen een seconde belandde hij echter al weer ergens anders. Harry keek om zich heen en zag negen deuren in de ronde kamer. Welke moest hij nemen? Of moest hij elke deur openen?. Maar toen zag Harry een stuk perkament op de vloer. Hij bukte zich en las de tekst hardop voor zichzelf voor.
‘Negen deuren, een is de juiste. Die leidt naar je laatste twee uitdagingen. Maar die andere acht? Bij drie van deze vind je de weg nooit meer terug. De andere twee leiden je weer terug naar het begin. De laatste drie zijn deuren des doods. Stap je daarin, dan sterf je onmiddellijk.’ Harry schudde zijn hoofd. Geen raadsels! Hermelien was goed in dit soort dingen, maar hij snapte er over het algemeen niks van. Neerslachtig las hij verder.
‘Van de deur des doods en de deur des oneindig zitten er altijd twee naast elkaar. De Deur voor je is een deur die je terug leidt naar het begin. Een deur des doods zit nooit naast de juiste deur of een deur die leidt naar het begin. Een deur des oneindig zit altijd naast een deur die leidt naar het begin. En de juiste deur zit altijd op een even getal. Veel succes’
Harry liet zijn hoofd hangen. Hij was al zo moe, hij kon helemaal niet meer logisch nadenken. Laat staan dit soort raadsels oplossen. Lusteloos tekende hij de deuren voor hem in het zand. De oneven getallen, geteld vanaf de deur tegenover hem, waren dus niet de juiste. De deur tegenover hem was een deur die terugging naar het begin. Harry streepte vijf deuren weg. Maar toen werd het moeilijk. Zijn ogen vielen zowat dicht van vermoeidheid, maar hij moest zijn aandacht erbij houden want als hij een deur des doods zou nemen…Waarschijnlijk was het raadsel niet al te moeilijk maar Harry had er gewoon helemaal geen zin in. Hij tekende een kwartier lang deurtjes in het zand en besloot toen de deur meteen rechts van de deur voor hem te nemen. Hij controleerde het nog even snel en strompelde toen naar de deur toen. Met trillende en zwetende handen duwde hij op de klink. Even zag hij alleen duister, toen gingen de lichten aan en wist Harry dat hij het juiste pad genomen had. Hij moest echter meteen weer in actie komen want recht voor hem zat Ron in een kooi. Echter, voor die kooi was een tientallen meters lange hindernisbaan. Harry leunde moedeloos tegen de muur aan. Hij had echt geen puf en kracht voor een hindernisbaan. Hoe kon hij dit in godsnaam doen met twee bloedende benen en een arm uit de kom?. Maar Ron dan…zou hij daar dan altijd blijven zitten? Of was het gewoon weer een schim zoals Hermelien net. Dan kon hij net zo goed hier blijven. Harry twijfelde en zuchtte diep. Hij moest deze hinderbaan wel op, want dit was natuurlijk de uitdaging van vriendschap. En als hij deze niet haalde kon hij wel fluiten naar dat gruzielement.
Hij stapte naar voren en keek naar waarmee hij moest beginnen. Dat maakte hem niet veel vrolijker; voor hem hing hoog boven de grond een touw. Onder het touw lag een diepe plas water met krovillen. Harry bekeek de beesten vol afschuw, ze waren groot en groen met een enorme stekelige staart. Bovendien waren ze erg hongerig, want Harry zag dat een krovil een andere krovil aan het opeten was. Maar hoe kon hij met een arm de overkant bereiken?.
Opeens wist hij het; hij pakte met zijn linkerhand het touw. Daarna schoof hij naar achteren en sloeg zijn benen ook om het touw heen. De wonden prikten en bloeden maar Harry gaf niet op. Hij zette met zijn arm en benen tegelijk af en langzaam verschoof hij naar de overkant. Het duurde eindeloos en de krovillen hadden zich al aan het einde verzamelt om Harry op te vangen. Hij viel ook inderdaad bijna maar wist zich nog net vast te houden met zijn linkerhand. De krovillen hapten naar zijn benen maar Harry sprong met een grote boog op de kant, die meteen begon te bewegen. Als een aardbeving kwamen er allemaal scheuren in de vloer en het werd Harry al snel duidelijk dat hij zonder in de grote gapende gaten te vallen de overkant moest bereiken. En hij moest het snel doen want de gaten werden groter en groter. Haastig sprong Harry van het ene stuk steen naar het andere. Hij wankelde, rende, kroop, en viel twee keer bijna in een gat maar bereikte heelhuids de overkant. Naar adem snakkend stapte hij op een zanderige ondergrond. Dat was echt heel erg eng geweest.
Harry keek nog een keer achterom maar werd duizelig bij het zien van de diepte achter hem. Voor hem zag hij een soort kleine tunnel. Hij slaakte een zucht van verlichting, dit kon niet al te moeilijk of gevaarlijk zijn. Hij ging op zijn buik liggen en kroop de tunnel in, zijn rechterarm zoveel mogelijk stilhoudend. Er gebeurde niks en Harry wilde net voorzichtig glimlachen toen de bovenkant van de tunnel achter hem begon door te buigen. Hij voelde het drukken op zijn benen en hij besefte al snel dat de tunnel geen gewone tunnel was. Deze tunnel wilde hem zo te voelen helemaal plat pletten en met een nieuwe paniekaanval kroop Harry hysterisch de tunneldoor. Hij zette zijn benen tegen alle zijkanten aan en schraapte met beide handen over het zand. Hij moest deze tunnel uit, het moest! En snel, heel snel!. Hij voelde dat de bovenkant van de tunnel steeds meer inzakte naarmate hij naar voren kroop. Naar adem snakkend kroop Harry tegen een groot en massief iets aan. Hij wilde niet weten wat het was, maar Harry moest over het ding heen en zag al snel dat het een dood lichaam van een mens was. Harry kokhalsde en gaf over. Maar hij moest verder, hij moest heel snel verder!. Hij voelde dat het massieve steen zijn bovenbenen bereikt had. Harry rukte zijn benen los en kroop als een bezetene verder. Daar was licht! Nog maar een paar meter!. Maar tot zijn grote schrik zag Harry dat de tunnel aan die kant ook licht aan het doorbuigen was. Harry had het niet meer en met tranen in zijn ogen van de angst klauterde hij verder, zijn hele lichaam openhalend aan het scherpe steen aan de zijkanten. Nog een meter…Harry’s hoofd had het licht bereikt maar de tunnel was nu bijna helemaal doorgezakt. Hij pakte met zijn handen de grond voor hem vast en trok met zijn laatste krachten zijn lichaam uit de tunnel. Als verdoofd bleef Harry liggen. Dat was zo verschrikkelijk eng geweest. Met zijn ogen half dichtgeknepen van de pijn keek hij naar voren. Hij zag dat er naast Ron nu nog een kooi stond. Hij zag niet zo goed wat het was, maar het glinsterde fel.
Kreunend stond Harry op, elke centimeter van zijn lichaam deed pijn. Hij deed moeizaam een stap naar voren. Nog een stap…maar verder kwam hij niet want zijn voeten werden met een enorme kracht naar beneden getrokken. Geschrokken keek Harry naar beneden. Hij had gedacht dat hij niet banger kon worden dan in de tunnel, maar dat was dus wel mogelijk: Hij was midden in een moeras gelopen. En die was nu bezig hem naar beneden te zuigen en levend te verdrinken. Harry probeerde krampachtig zich op te trekken op de kant maar de zuigende kracht was te groot. Wat moest hij doen?. Hij pakte zijn toverstok en probeerde een spreuk te bedenken die hem uit het moeras kon redden. Zijn hoofd zat vol met angstige gedachten en er kwam geen zinnige spreuk in hem op. Boos schopte hij met zijn benen heen en weer, maar het hielp niet: hij zonk nog verder naar beneden. Hulpeloos keek hij naar Ron in de kooi die het schouwspel zonder enige emotie bekeek. Daar hoefde hij ook geen hulp van te verwachten. Terwijl hij tot boven zijn middel wegzonk probeerde Harry alle spreuken die in zijn standaard spreukenboek stonden te bedenken. Ze waren allemaal even nutteloos en hij zat al tot boven zijn navel in het moeras toen hij plotseling een ingeving kreeg. Hij wist dat er een spreuk in het boek van Smalhart had gestaan die mensen uit alle soorten klemmen kon verlossen. Hij zag de bladzij met de spreuk voor zich…maar hij kwam nog niet op het woord. Harry voelde dat hij tot zijn armen wegzonk in het water en hij bereidde zich al voor op de dood. Maar toen wist hij het weer. De spreuk in het boek heette Deleptys.
‘DELEPTYS’ schreeuwde Harry terwijl hij zijn toverstok op zichzelf richtte. Het moest werken, het MOEST werken!. En het werkte. Harry voelde dat een enorme kracht hem naar boven probeerde te trekken. En met het geluid van een ontstopper werd Harry uit het moeras getrokken en op de harde grond ernaast neergegooid.
Nog natrillend van angst liep hij het trapje op naar de twee kooien. Toen hij vlakbij de rechterkooi was kon hij pas zien wat er in zat. Hij zag dat de grond bezaaid was met tovenaarsgoud. Maar dat was niet wat hem zo naar de kooi toetrok. Vlak bij de opening lag een soort gouden toverstok. Als verdoofd liep hij ernaar toe. Hij wilde dat voorwerp hebben…hij wist niet wat het was…maar hij moest het hebben. Gretig stak hij zijn hand door de tralies, maar hij kon er net niet bij. Boos duwde hij tegen het hek aan. Toen pas zag hij het bordje dat tussen de twee kooien in hing. Er stond: ‘Je mag een van de kooien openen. De linker bevat iemand die heel dierbaar voor je is. De rechter bevat goud en de Machtstok. Jij mag kiezen’
Hebberig staarde Harry naar de Machtstok. Hij had er wel eens van gehoord; met die stok kreeg je iedereen waarnaar je maar wees in je macht. Stel je eens voor…iedereen zou doen wat jij wilt…iedereen zou je aanbidden…Harry probeerde de gedachte verdringen. Hij moest de linkerkooi openen. Maar toch…die gouden stok, Harry kon zijn ogen er niet vanaf houden. Wat zou hij die graag willen hebben. Weer stak hij zijn hand door de tralies, maar de Machtstok lag net buiten bereik. Zijn hand reikte automatisch naar de deurklink. Hij wilde dat ding hebben!. Maar nog net voordat hij het deurtje had open gemaakt deinsde hij geschrokken terug. Waar was hij mee bezig? Hij moest Ron redden! Hij moest zich verzetten tegen de aantrekkingskracht van die Machtstok!. Met grote tegenzin opende Harry het deurtje van de linkerkooi. En meteen werd hij weggetrokken uit de ruimte. Harry landde op een zachte ondergrond. Het leek wel een relaxte leunstoel…maar Harry durfde zijn ogen niet te openen, bang voor wat hem nu weer te wachten stond.





_________________
The kids of tomorrow
don't need today
when they live
in the sins of yesterday.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Tamar
Oude Forumnaam: Palmtree 5e jaars
5e jaars


Verdiend: 88 Sikkels
Woonplaats: Standing in the Rain

Tamar is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Jun 25, 2006 10:03 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hmm, ik heb niet het idee dat heel veel mensen dit nog lezen =(. Maargoed ik vind het zelf nog wel leuk om te schrijven, dus ik post maar weer een stukje: het laatste deel van Hoofdstuk 16.


Hoofdstuk 16
R.A.Z deel IV


Toen er een poosje lang niks gebeurd was keek hij voorzichtig door zijn oogwimpers heen. Hij bevond zich in een donkere ruimte, maar voor hem stond een groot computerscherm. Verbaasd keek Harry op; geen gevaarlijke monsters of moerassen? Op het scherm stond een verhaal.
Dit is je laatste uitdaging. En misschien wel de belangrijkste, want deze bepaald of jij echt een goed hart hebt. Je wordt namelijk onderworpen aan de leugendetector.
Harry stopte verbaasd met lezen. Een leugendetector? Dat was echt het laatste wat hij verwacht had. Nieuwsgierig las hij weer verder.
Je doet zometeen de koptelefoon op die voor het scherm ligt. Op het scherm komen vragen en je toetst met je vinger het voor jou juiste antwoord aan. Antwoord eerlijk, want de koptelefoon merkt het meteen als je liegt. Het is eigenlijk een perfecte occlumens in koptelefoonvorm.
Harry grinnikte. Die Regulus had nog best humor af en toe. Hij pakte de koptelefoon op en zette hem op zijn hoofd. Meteen klonk er een stem, en het deed Harry denken aan de sorteerhoed.
‘Je hebt 20 seconden om je voor te bereiden. Daarna begint de test. Er zijn 50 vragen en je moet minstens 40 vragen eerlijk en goed beantwoorden om de uitdaging af te sluiten. Succes.’
Harry voelde zich nu toch wel een beetje zenuwachtig worden. Wat voor vragen stonden hem te wachten? Hij wist eigenlijk helemaal niet zó veel van de tovenaarswereld. Weer wenste hij dat hij Hermelien bij zich had. De koptelefoon liet de laatste vijf piepjes horen en de test begon. Harry las de eerste vraag of het scherm (Ben je een dooddoener?) en begon met zijn vingers antwoorden aan te raken. Soms wist Harry niet zo goed wat hij moest antwoorden, zoals bij de vraag: heb jij eigenschappen van duistere tovenaars of ben je er een? Hij was natuurlijk een sisseltong, maar eigenlijk vond hij dat niet echt een eigenschap van een duistere tovenaar. Maar de koptelefoon vond van wel. Hij schold Harry uit voor leugenaar en Harry ging met trillende handen verder. Hij mocht nog maar negen vragen ‘fout’ beantwoorden. De tien opvolgende vragen gingen hem snel af ( is je lievelingskleur zwart, hou je van baby konijntjes, heb je wel eens de neiging gehad een flubberworm na te doen, droom je vaak over dood en verderf) maar bij vraag 35 schrok hij. ‘Heb je wel eens iemand vermoord’ mompelde Harry hardop. Ja dat had hij. Wat verschrikkelijk erg dat hij hier ja op moest antwoorden. Met grote tegenzin drukte hij zachtjes op ‘ja’. Nog maar 15 vragen te gaan. Er zaten nog een paar moeilijke bij, zoals: ben je een goede vriend? en kun jij echt van iemand houden? Maar van andere zag Harry het nut echt niet van in. Met gefronste wenkbrauwen drukte Harry snel op ‘nee’ bij de vraag: heb je je ooit aangetrokken gevoeld tot een sneeuwpop?. Kon je daaruit opmaken of iemand een goed hart had?. Tot zijn grote schrik riep de koptelefoon nog ‘leugenaar!’ ook. Harry schudde even zijn hoofd voor het geval er mensen in de buurt waren die dit gehoord hadden en nu een beetje bang waren van Harry. Nog maar twee vragen…Hij kon zowel ‘zou je het op willen nemen tegen Voldemort’ en ‘Wil je het medaillon echt vernietigen’ met een volmondig ja beantwoorden en toen was het even helemaal donker en stil in de ruimte. Afwachtend keek Harry om zich heen, hij hoopte echt heel erg dat hij meer dan veertig vragen goed en eerlijk beantwoord had. Opeens begon zijn stoel te draaien. Harry pakte de leuningen stevig vast en sloot zijn ogen. Het duurde minutenlang en hij was helemaal duizelig en misselijk toen het draaien stopte en hij hard op de stenen vloer viel. Hij opende zijn ogen en zag dat de ruimte waarin hij stond omringd werd door vuur. Had hij te weinig vragen goed gehad? Zat hij nu voorgoed vast in deze ruimte? Harry keek bang om zich heen op zoek naar een uitweg. In het midden van de ruimte glinsterde iets. Nieuwsgierig liep hij dichterbij, was dat het medaillon?. Een grote bron van opwinding ontplofte in hem en hij struikelde bijna in zijn haast de glinstering te bereiken. Maar 30 centimeter voor het medaillon kon Harry niet verder lopen. Hij probeerde zijn hand uit te steken maar een onzichtbare wand hield hem tegen. Opeens klonk de stem van Regulus weer door de ruimte.
‘Gefeliciteerd! Je hebt de plek van het medaillon bereikt. Maar je kunt hem nog niet vernietigen. Er zal nog een test uitgevoerd worden. Je wordt zometeen gescand en dan wordt besloten of je de Heer van het duister aan zou kunnen. Ben jij zijn gelijke, dan vernietigt het medaillon zichzelf.’
Harry keek naar boven en vroeg zichzelf af hoe hij gescand ging worden. Of moest hij het echt gaan op nemen tegen Voldemort?. Maar tot zijn grote schrik zag hij dat het vuur om de vloer heen steeds dichterbij kwam. Hij probeerde een uitweg te vinden maar hij werd helemaal omringd door het vuur. Werd hij nu levend verbrand om te kijken of hij het zou overleven? Nou dat zou hij zeer waarschijnlijk niet. Terwijl zijn hele lichaam plakte en kleefde van het angstzweet en het vuur snel dichterbij kwam klonk de stem van Regulus alweer.
‘Wees niet bang. Het is geen echt vuur. Dit zijn waarheidsvlammen. Ze gaan door je heen, maar je zult geen hitte voelen’.
Boos keek Harry omhoog. Had hij dat niet eerder kunnen zeggen? Hij had bijna een hartverzwakking gekregen van de schrik. Heel wat rustiger wachtte hij de vlammen op. Ze gingen inderdaad recht door hem heen, maar hij voelde er niks van. Daarna kropen de vlammen weer terug naar hun eigen plaats. Even was het stil, toen klonk er een luide knal. Harry keek snel opzij en zag dat het medaillon in duizend stukjes uit elkaar was geknald. De stukjes vielen op de grond en verdwenen. Harry slaakte eens schreeuw van opwinding en sprong een paar keer op en neer. Weer was er een gruzielement vernietigd! Nog maar twee te gaan!. Hij voelde dat zijn lichaam weer weggetrokken werd uit de ruimte en waar hij terechtkwam klonk een heleboel gegil en geschreeuw. Harry had geen tijd om op te kijken want iemand sprong bovenop hem. Even dacht hij dat hij weer aangevallen werd door een enorme tijger maar toen bedacht hij zich dat tijgers geen zachte lippen hadden en niet huilden. En dat deed Hermelien die nu bovenop hem lag wel.
‘JE LEEFT NOG!’ snikte en gilde ze tegelijk terwijl ze om het woord haar lippen op zijn lippen duwde.
‘Rustig Hermelien!, zometeen leeft hij door jou níet meer’ zei een Ron’s stem vrolijk.
Hermelien gaf Harry nog een stevige knuffel en liet hem toen los. Harry ging grijnzend overeind zitten. Hij leefde inderdaad nog…het was echt een wonder. Ron keek hem bewonderend aan en sloeg hem op zijn rechterschouder.
‘AUW’ schreeuwde Harry. Dat was nou net zijn blesseerde arm.
‘Sorry, sorry!’ riep Ron. ‘En is het gruzielement vernietigd?’
Hermelien en Ron keken hem verwachtingsvol aan. Harry liet zijn hoofd even hangen om de spanning erin te houden maar knikte toen van ja. Hermelien begon weer te gillen en sprong weer bovenop Harry.
‘Hermelien! Gedraag je eens als een meisje’ grijnsde Ron.
‘Dat doe ik! Jij zou niet op Harry springen toch?’ antwoordde Hermelien terwijl ze Harry overeind probeerde te trekken. Nu pas voelde hij de pijn in zijn lichaam weer. Hij kreunde en wankelde om rechtop te staan.
‘Je benen zijn helemaal bebloed’ piepte Hermelien bezorgd. ‘En je hebt overal schrammen, bulten en sneeën.’
‘Ja, dat had ik al gevoeld’ mompelde Harry. ‘Laten we maar snel weggaan, deze plek herinnert me niet aan heel erg leuke dingen’.
Hermelien en Ron knikten en samen verschijnselden ze terug naar de rand van het schoolterrein van Zweinstein. Hinkelend en half gedragen bereikte Harry de ziekenzaal waar hij snel op een bed neerplofte. Madame Plijster kwam geschrokken aanlopen en hield haar handen voor haar mond toen ze hem zag liggen.
‘Wat hebben jullie met hem gedaan’ zei ze boos tegen Ron en Hermelien. ‘Ik dacht dat hij jullie vriend was’.
‘Ja natuurlijk’ zei Hermelien nog veel bozer terug. ‘U denkt toch niet dat wij dit gedaan hebben?’.
‘Nouja, het maakt verder niet uit. Hij moet onmiddellijk verzorgt worden’ zei madame Plijster gehaast en ze zette een scherm om Harry’s bed neer.
‘Doe deze pyjama aan en ga op het bed liggen.’
Harry gehoorzaamde braaf en trok met veel pijn en moeite en hulp van Ron zijn bebloede kleren uit. De pyjama voelde heerlijk schoon en koud aan en Harry had zin om meteen te gaan slapen. Maar dat mocht niet van de zuster. Ze verzorgde elke wond met precisie en verbond de ernstige wonden met verband. Pas een uur later was ze klaar en kon Harry helemaal uitgeput onder de dekens gaan liggen.
‘Welterusten Harry’ fluisterde Hermelien terwijl Harry al half in slaap was. Hij voelde nog even haar lippen op de zijne en de hand van Ron op zijn arm, toen viel hij in een diepe slaap.





_________________
The kids of tomorrow
don't need today
when they live
in the sins of yesterday.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Tamar
Oude Forumnaam: Palmtree 5e jaars
5e jaars


Verdiend: 88 Sikkels
Woonplaats: Standing in the Rain

Tamar is offline. 
BerichtGeplaatst: Di Jun 27, 2006 12:22 Terug naar boven Sla dit bericht op

Tadaaa, alweer een stukje. Ik post echt te veel he xD. Maar dat is niet echt af te zien aan de reacties. Muahaha, hmm. Not at all funny. Ik heb het verhaal in Word al bijna af =] en er gaan nog een paar stomme dingen gebeuren =/. Allrigh', genoeg ge-onzint--> Take a read =D

Hoofdstuk 17
Wisseldrank en Paniek



Hij werd echter al snel weer wakker want hij werd geteisterd door een verschrikkelijke nachtmerrie. Het ging over tunnels die hem probeerden te pletten, krovillen en moerassen die hem probeerden op te zuigen. Harry mompelde net tegen zichzelf dat het maar een droom was toen hij zich bedacht dat het hem echt overkomen was. Harry was opeens klaarwakker. Alleen in het donker overspoelden alle gebeurtenissen van de avond ervoor over hem heen. Hij voelde een lichte paniek opkomen en ging snel rechtop zitten. Hij snakte naar adem en probeerde zichzelf te kalmeren. Uit de verte kwam een zwarte gedaante op hem afgelopen. Als het maar geen dooddoener was; hij had voor de komende tijd wel genoeg meegemaakt. Maar tot zijn verbazing zag hij dat het Hermelien was. Stilletjes ging ze bij Harry op bed zitten. Ze aaide Harry over zijn haar en bezwete voorhoofd en Harry voelde dat hij wat rustiger werd.
‘Je bent weer thuis Harry. Je bent veilig’ fluisterde Hermelien in zijn oor.
Harry knikte en legde zijn hoofd weer op zijn kussen. Hij was eigenlijk heel erg moe. Hermelien kneep nog eventjes in zijn hand en liep terug naar haar plek in de schaduw. Harry voelde de tranen in zijn ogen branden; Hermelien was zo lief voor hem. Ze kende hem zo goed en wist precies wanneer ze wat moest doen, laten of zeggen. Denkend aan Hermelien viel hij weer in slaap. Pas in de ochtend werd hij weer wakker van het gefluit van vogels. Hij voelde dat Hermelien’s ogen op hem gericht waren en hij stak zijn armen uit om te laten zien dat ze moest komen. Dat deed ze en Harry omhelsde haar stevig.
‘Ben je de hele nacht opgebleven’ fluisterde hij in haar oor.
Hermelien knikte en staarde hem verlegen aan.
‘Ik wist niet precies wat je gister allemaal had meegemaakt dus ik verwachte dat je nog wel nachtmerries zou krijgen’.
Harry glimlachte verontschuldigend en pakte Hermelien’s handen vast.
‘Je bent echt het liefste meisje dat ik ooit gezien heb’
‘En jij bent de allerliefste jongen die ik ken’ grinnikte een stem links van zijn bed. Het was Ron, die stiekem die zaal in geslopen was.
Harry grijnsde naar hem en voelde zich ontzettend gelukkig met zijn twee beste vrienden om hem heen.
‘Wil je ons vertellen wat er gister allemaal gebeurd is?’ vroeg Hermelien aarzelend. Ze keek Harry een beetje angstig aan.
‘Ja, natuurlijk. Maar ik waarschuw je, het kan aardig lang duren’
Hermelien en Ron knikten en gingen snel bij hem op bed zitten.
Harry vertelde van de vleesetende plant, de dementor en de tijger. Over de draak en de reus achter het hek, zijn twijfels of hij wel verder moest gaan. Dat hij terecht kwam bij de glamorgana’s en dat hij Hermelien daar ook had gezien.
‘Mij?’ riep Hermelien verbaasd.
‘Ja, en Ron ook…bij een latere opdracht’
‘Maar wij zijn allebei nooit weg geweest, toch?’ zei Ron twijfelend.
Hermelien schudde van nee en voor Harry was het bevestigd dat het gewoon schimmen van Hermelien en Ron waren geweest.
‘Dat dacht ik al, want jullie waren allebei nogal emotieloos. Ik verdronk bijna in het moeras en jij bleef rustig in je kooi staan kijken’ zei Harry tegen Ron.
‘Wat, een moeras? Ron in een kooi?’ piepte Hermelien.
‘Ik kom er zo op. En herinner je maar dat ik hier levend lig’ knipoogde Harry. Hij vertelde verder over het raadsel met de negen deuren, over de hindernisbaan met de krovillen, scheuren in de aarde, instortende tunnel en moeras. Over de machtsstok en de leugentest en tenslotte over de waarheidsvlammen en de ontploffing van het medaillon. Hij zag dat Ron geshockeerd voor zich uit zat te staren maar Hermelien liep paniekerig door de ziekenzaal.
‘Oh mijn god, je had echt wel 30 keer dood kunnen zijn. Je had kunnen verdrinken of opgegeten of verbrijzeld of in die deur en en…’
Harry greep Hermelien bij zijn arm en keek hem recht aan.
‘Maar ik leef nog Hermelien. En dus kunnen we er beter niet meer aan terug denken; want ik vind het niet erg leuk om herinnert te worden aan al die gevaren van die uitdagingen’ zei Harry met kalme stem.
Ron en Hermelien knikten weer eensgezind en begonnen over onnozele dingen te praten. Toen Hermelien over eventuele blonde highlights in de baard van Hagrid ging hebben besloot Harry dat het tijd was om te gaan ontbijten. Hij keek madame Plijster even lief aan en mocht toen, zijn halve lichaam in het verband, met zijn vrienden mee naar de grote zaal.
Daan en Simon barstten in lachen uit toen ze hem zagen lopen.
‘Heeft Hermelien je iets te hard aangepakt?’ grinnikten ze.
Hermelien trok Harry naar het andere eind van de tafel en keek Daan en Simon woedend aan. Maar Harry was eigenlijk wel vrolijk, want dit betekende dat Daan weer helemaal de oude was. Hij gluurde even naar de tafel van Zwadderich. Korzel en Kwast hadden ieder zes taarten op hun bord gestapeld en het zag er nogal zielig uit. Een seconde lang vroeg hij zich af waar Malfidus was, maar toen herinnerde hij zich zijn dodelijke vloek op het schoolterrein. Was het niet heel erg hard geweest om Malfidus meteen te doden? Hij was ten slotte ook nog maar 17 en hij had Perkamentus niet kunnen vermoorden vorig jaar op het dak. Maar Harry schudde het stemmetje uit zijn hoofd. Draco was even verschrikkelijk en gemeen als zijn vader. En als Harry hem niet had gedood, had Draco hem wel vermoord. Bedachtzaam nam hij een hap van zijn aardbeimuffin. Hij voelde de starende ogen van Ron en Hermelien brandden. Maar hij wilde ze niet aankijken. Hij wilde niet dat ze medelijden met hem hadden. Hij wilde gewoon in alle rust zijn aardbeimuffin morsen over zijn kleren. Hermelien schoot toe met een servet om de aardbeienjam van zijn gewaad te halen.
‘Dankje Hermelien, maar ik ben eigenlijk al volwassen…en die kunnen dat zelf wel’ mopperde Harry terwijl hij express nog wat liet vallen.
Hermelien keek verdrietig naar haar eigen bord en Harry had meteen spijt van zijn woorden. Hermelien was de hele nacht opgebleven om over hem te waken, en nu katte hij haar zo af alleen maar omdat ze wilde helpen?
‘Sorry, ik voel me niet zo lekker’ mompelde Harry.
Na het ontbijt liepen ze naar de leerlingenkamer van Griffoendor.
‘Potje schaak spelen Harry?’ opperde Ron maar dat kwam hem op een toespraak van Hermelien te staan.
‘Over twee maanden zijn de examens al weer! En dan zitten jullie weer helemaal te stressen en dan gaan jullie weer allemaal dingen tegen de examinatoren laten zweven’. Hermelien ging zo een kwartier door en Harry wilde dat hij nog op de ziekenzaal lag. Of desnoods in een moeras. Hij gaapte eventjes wat tot een verlenging van vijf minuten speech leidde. Toen Hermelien eindelijk klaar was sprintten Harry en Ron naar een tafel om zogenaamd huiswerk te maken.
‘Man, ze lijkt m’n moeder wel’ bromde Ron.
‘Oei, dan heb ik nu een relatie met je moeder’ antwoordde Harry.
Ron grinnikte en ze pakten twee willekeurige boeken erbij.
‘Laten we galgje spelen, van gedaantewisselingen krijg ik zin mezelf aan de galg te hangen’ mompelde Ron zachtjes. En de rest van de ochtend speelden ze stiekem galgje terwijl ze af en toe praatten over intercorrectionele gedaantewisselingen bij eenslachtige waterslangen als Hermelien voorbij kwam. Die knikte goedkeurend en kwam hen om twaalf uur ’s middags ophalen om te lunchen.
‘Jullie hebben de ochtend goed doorgebracht. Denken jullie trouwens dat het voor eenslachtige waterslangen met kiesafwijkingen anders geldt? Ik weet het namelijk niet zeker’
‘Ja natuurlijk wel’ zei Ron verontwaardigt en Hermelien kreeg een rode kleur op haar wangen van de schaamte.
‘Ja inderdaad, sorry domme vraag’ zei ze zachtjes. Harry sloeg zijn arm om haar heen en keek Ron quasi-boos aan. De rest van de middag ging langzaam voorbij en Harry liep een beetje doelloos door het kasteel rond. Eigenlijk was hij nog steeds verbaasd dat hij de uitdagingen van R.A.Z had overleefd, hij had echt geluk gehad. Harry zakte tegen de muur aan op de zesde verdieping. Hij dacht na over wat hij dit jaar allemaal al had meegemaakt. Het was echt ongelofelijk veel en Harry vroeg zich af waarom hij nog niet helemaal doorgedraaid was. Harry glimlachte en staarde naar het schilderij tegenover hem. Hij kon helemaal niet doordraaien, want hij moest nog twee gruzielementen vernietigen. En hij zou niet rusten voordat hij dat gedaan had. Ook al zou hij daardoor sterven. Harry schrok van zijn eigen gedachten. Zou hij echt willen sterven voor die twee gruzielementen?. Ja dat wilde hij. En Harry voelde er geen angst bij; hij voelde zich moedig en vol energie.
‘Potter! Wat zit je daar in je eentje te grijnzen in deze verlaten gang’ riep de stem van Foppe. ‘Zie je weer allemaal dingen die wij niet zien? Ben je nu echt officieel gek geworden?’. Foppe gooide een paar inktpotjes leeg over Harry en stak zijn tong uit. Harry stond boos op en gooide een lege inktpot terug die recht door Foppe heen tegen de muur kapot viel.
‘Pottertje, Pottertje. Je bent echt helemaal gestoord. We hebben het allemaal wel vaker gehoord, maar het is nu officieel waar!. Pottertje is doorgedraaid en voor ons allemaal een gevaar!’ zong Foppe in een serenade voor Harry. Vrolijk en zingend vloog hij de gang door terwijl hij nog een paar kaarsen naar Harry’s hoofd smeet. Harry hoorde Foppe de rest van de avond het liedje zingen en zwoor dat hij nooit meer in lege gangen naar schilderijen ging glimlachen. Gapend plofte hij neer in een luie stoel bij het haardvuur. Hermelien ging op zijn schoot zitten en Ron keek haar boos aan.
‘Er zijn nog genoeg lege stoelen hoor’ bromde hij om zich heen wijzend.
‘Ja, en ik wil hier zitten’ antwoordde Hermelien ad rem.
Ron haalde zijn schouders op en ging aan de andere kant van de kamer zijn huiswerk voor bezweringen maken.
‘Hij vindt je nog steeds leuk’ zei Harry tegen Hermelien die Arnold de Ukkepulk uit Knikkebeen’s bek trok.
Zuchtend ging Hermelien rechtop zitten.
‘Ik denk van wel ja. En ik wilde dat het niet zo was. Ik haat het om hem te kwetsen, maar ik kan niet doen alsof ik hem leuk vind’
‘Dat zou ik ook niet erg leuk vinden’ zei Harry zachtjes.
Hermelien glimlachte schuldig naar hem en aaide Arnold over zijn hoofdje.
‘Ik ben bang dat we hem op een gegeven moment kwijt raken. Net als Ginny; daar heb ik ook nooit meer contact mee. En we waren echt heel goede vriendinnen’ zei Hermelien verdrietig.
Harry knikte en voelde dezelfde angst als zijn vriendin.
‘Ik snap eigenlijk niet waarom hij zich nu weer anders gedraagt. Vlak na dat gedoe met Foppe was hij zo vol begrip. Hij zei dat hij niet boos op ons kon zijn en dat soort dingen.’
Hermelien leunde naar achter en draaide haar hoofd even om naar Ron.
‘Ik denk dat hij daar niet helemaal de waarheid sprak. Hij wilde een goede vriend zijn en blij voor ons zijn. Maar in feite was hij nog altijd jaloers’ antwoordde ze.
Het was even stil. Harry wist dat Hermelien gelijk had, maar hoopte zo dat Ron niet weer veranderde in het chagrijnige monster dat hij eerst was.
‘Wat moeten we doen?’ mompelde hij ten slotte. ‘Toch niet…’
Hermelien draaide zich abrupt om en keek Harry fel aan.
‘We gaan niet uit elkaar omdat Ron de aanblik niet aankan! Maar misschien moeten we wel wat minder om elkaar heen hangen als hij erbij is. Dat zou wel zo aardig zijn’.
Harry knikte en duwde Hermelien zachtjes van zijn schoot af.
‘Je hebt gelijk. En laten we er maar meteen mee beginnen’.
En deze tactiek bleek te werken. Toen Ron zag dat Harry en Hermelien allebei apart in een stoel zaten verscheurde hij zijn huiswerk (waarschijnlijk waren het gewoon woede-uitingen naar Harry en Hermelien) en ging bij hen zitten.
‘Sorry voor net’ mompelde Ron en hij stopte een chocokikker in zijn mond. Het plaatje gaf hij aan een eersteklasser die zo opgetogen was dat ze Ron omhelsde. Die duwde haar snel weg en keek beschaamd om zich heen.
‘Vraag haar of ze bij je op schoot wil zitten’ grijnsde Harry.
Ron stak zijn tong uit en stopte een hele droptoverstok in zijn mond.
‘Er zijn nu nog maar twee gruzielementen hè’ zei Ron met zijn mond vol. Harry veegde de stukjes drop uit zijn gezicht en knikte.
‘Ja, de beker en Voldemort’s ziel’. Harry’s stem trilde bij die laatste twee woorden. Hij had nu al nachtmerries over het vernietigen van Voldemort’s ziel. Dat kon hem nooit lukken. Er ging een tweede rilling door zijn lijf en hij schudde de gedachte van zich af. Dit kwam later wel.
‘Iemand enig idee waar die beker zich kan bevinden?’ vroeg Hermelien.
Zowel Ron als Harry schudden hun hoofd.
‘In de buurt van rode tegels’ mompelde Ron en hij keek om zich heen alsof er nu ergens rode tegels zouden verschijnen.
‘Oja, die zijn heel zeldzaam’ geeuwde Harry en hij gooide zijn benen over de leuning. De beker kon echt overal ter wereld zijn.
‘Wij dachten eerst dat de gruzielementen verstopt waren in de huizen van Voldemort’s grootste vijanden, maar eigenlijk hebben we alleen maar het schild kunnen vinden in een huis’ zei Hermelien terwijl ze haar wenkbrauwen fronste.
‘Dat was dus een theorie van niks’ grinnikte Ron maar hij stopte snel toen hij de vernietigende blikken van Harry en Hermelien zag.
‘Nouja laten we maar gaan slapen’ zei Harry en hij kuste Hermelien overdreven welterusten. Ron spoog boos zijn droptoverstok uit over de eersteklasser die hem had omhelst en stampte de trap op. Hermelien keek Harry verwijtend aan.
‘Had hij onze theorie maar niet af moeten kraken’ bromde Harry.
‘Hij sloeg ook nergens op’ antwoordde Hermelien boos. ‘En ik dacht dat we net wat hadden afgesproken?’
Harry keek haar onschuldig aan en grijnsde.
‘Maar hij is nu weg hè?’ zei hij zachtjes en verwachtingsvol.
‘Ja, en dat is jouw schuld’. En zonder nog naar Harry om te kijken stampte Hermelien de leerlingenkamer uit. Harry keek haar teleurgesteld na maar voelde zich ook schuldig. Op de een of andere manier vergat hij helemaal aan Ron te denken als hij in de buurt van Hermelien was. Hij vond haar nog steeds zo verschrikkelijk leuk. Hij miste haar eigenlijk nu al. Harry zuchtte en staarde naar het haardvuur. Maar hij mocht Ron niet vergeten; die had het al moeilijk genoeg dit jaar. Het Nest in de fik, Percy dood, Fred en George dood, Hermelien die hem afwees, verlamd in het ziekenhuis…Harry balde zijn vuisten en voelde zich bar en bar slecht. Ron had zowat evenveel naars meegemaakt dit jaar als hij en hij dacht alleen maar aan Hermelien. Harry voelde zich nog schuldiger toen hij dacht aan zijn actie van net. Waar was de goede vriend in Harry gebleven. De Harry die zijn vrienden door dik en dun steunde en hielp door moeilijke tijden. Die zijn eigen problemen vergat om zijn vrienden op te vangen. Harry haalde zijn handen zenuwachtig door zijn haar. Vanaf morgen moest hij zich maar eens anders gaan gedragen. Hij zou weer een goede vriend worden voor Ron. En Hermelien wat meer met rust laten.



Potverdrie, best lang =D
Ojaaaa harry's girly, madoperator, HP_HG_RW bedankt voor de reactions!





_________________
The kids of tomorrow
don't need today
when they live
in the sins of yesterday.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Tamar
Oude Forumnaam: Palmtree 5e jaars
5e jaars


Verdiend: 88 Sikkels
Woonplaats: Standing in the Rain

Tamar is offline. 
BerichtGeplaatst: Vr Jun 30, 2006 11:31 Terug naar boven Sla dit bericht op

Zoo, het einde van Hoofdstuk 17. Hierna volgen waarschijnlijk nog twee hoofdstukken ofzo; aangezien de interesse voor het verhaal daalt per, hmmm, sekunde? hoofdstuk? ghehe, per iets in ieder geval. Nouja, never mind: voor de kleine selecte v.i.p groep die nog wel leest: Wisseldrank, paniek en een cliffhanger xD ==>

Hoofdstuk 17
Wisseldrank en Paniek II


Harry kon de volgende ochtend zijn bed niet uit komen. Hij was verschrikkelijk moe omdat hij zich de halve nacht zorgen had zitten maken over Ron. Hij had namelijk niet in bed gelegen toen Harry gisteravond naar bed was gegaan. Harry had nog gezocht naar een briefje of een ander teken maar tevergeefs, Ron had niks achtergelaten. Harry moest denken aan die keer dat Ron in het raamkozijn had gestaan, op het punt om te gaan springen. Om drie uur ’s nachts had Harry de dekens van zijn bed gegooid en was hij naar de uilentoren gerend. Het kon hem niet schelen dat hij Vilder of een leraar tegen zou komen. Hij moest weten waar Ron mee bezig was. Harry had alle torens doorgezocht; maar Ron had nergens hopeloos in het open raam gestaan. Met een iets geruster gevoel was hij weer in bed gaan liggen en in slaap gevallen. Maar nu had hij dus veel te weinig slaap gehad. Het beeld van Ron drong tot hem door. Harry was plotseling klaarwakker en keek naar het bed tegenover hem. Geen Ron. Harry schopte de dekens weg en trok zijn kleren aan. Hij rende de trap af en zocht Hermelien, misschien had zij Ron gezien. Maar Hermelien was al naar de les en Harry liep zenuwachtig naar de grote zaal. Laat Ron hier alsjeblieft aan de tafel zitten eten…En dat was zo. Harry slaakte een zucht van verlichting en liep naar hem toe. Zachtjes ging hij naast hem zitten terwijl Ron langzaam op zijn vleespastei kauwde.
‘Goedemorgen Harry’ mompelde Ron, terwijl hij nog twee vleespasteien in zijn mond propte. Harry keek Ron vreemd aan en zag dat zijn gewaad veel te groot was.
‘Gaat het wel helemaal goed Ron? Je was niet in je bed gisteravond. Het spijt me dat ik zo raar deed met Hermelien enzo…’
‘Hermelien, dat vuile modderbl…uh lieve meisje? Ik ben al over haar heen hoor’ bromde Ron terwijl hij een abrikozenmuffin in zijn mond stopte.
Harry staarde Ron met gefronste wenkbrauwen aan. Hier klopte iets niet…
‘Zeg Harry, weet jij eigenlijk iets van gruziel uh centen?’
‘Sorry, van wat?’ vroeg Harry verbaast.
‘Nou je weet wel, van die gruziele dinges’ bromde Ron terwijl hij dom grijnsde naar de tafel van Zwadderich. Harry volgde zijn blik en zag Kwast alleen aan de tafel zitten. Had hij Korzel soms opgegeten? dacht Harry sarcastisch. Hij kon er verder niet mee zitten…
‘Bedoel je gruzielementen?’ zei Harry met zachte stem.
‘Oja, die ja’ grinnikte Ron en hij liet een harde boer terwijl hij over zijn buik wreef. En toen zag Harry het: Ron had een gewaad aan met de slang van Zwadderich erop. Opeens vielen alle puzzelstukjes in elkaar; Ron die domme vragen stelde over gruzielementen en belachelijk veel at, Kwast alleen aan de tafel van Zwadderich…dit was zonder enige twijfel Korzel met wisseldrank op.
‘Ik weet niks van gruzielementen maar ik weet wel dat jij met je lelijke rotkop aan de tafel van Zwadderich moet zitten om minimuffins in de neus van je achterlijke nageboorte Kwast te stoppen. Je plannetje is mislukt’ siste Harry woedend naar de nep Ron naast hem. Die keek hem even angstig aan en stond toen snel op. Hij struikelde drie keer over zijn veel te grote gewaad in zijn haast de grote zaal te verlaten en stortte toen in de armen van professor Anderling. Harry zag dat zij ook al snel doorhad dat dit niet Ron was en hij grinnikte toen hij zag dat Korzel mee moest komen naar haar kantoor. Dit verklaarde waarschijnlijk ook waarom Ron de hele nacht niet thuis was gekomen. Korzel en Kwast hadden hem vast opgesloten om te voorkomen dat Harry twee Ron’s in de grote zaal zou zien. Snel liep Harry naar Kwast toe, die met een domme blik voor zich uit zat te staren. Hij schrok toen hij Harry zag en balde zijn vuisten maar Harry had zijn toverstok al op Kwast gericht.
‘Zeg me waar Ron is’ siste Harry.
‘Nee, dat gaat jou niks aan’ gromde Kwast met een angstige blik in zijn ogen.
‘Onee? Dit gaat mij alles aan. En jou ook, want ik kan hele leuke dingen met deze toverstok doen’ schreeuwde Harry woedend. Kwast was nu echt bang en vergat zelfs om kwijlend naar het eten te staren.
‘O-oké, hij hangt in de kelder…bij het beeld van Geold Zuiper’
Harry prikte nog even dreigend met zijn toverstok tegen Kwast’s hoofd aan en rende toen haastig de trap af naar de kelders. Waar was het beeld van die Geold Zuiper? Hij hoefde niet lang te zoeken; het geschreeuw van Ron was van verre te horen.
‘Ron! Ron! Ik kom eraan!’ schreeuwde Harry terwijl hij op het geluid af ging. Ron hing aan zijn polsen aan de muur en had zo te zien heel veel pijn. Harry rende naar hem toe en maakte hem met een simpele spreuk los. Ron viel op de grond en wreef met tranen in zijn ogen over zijn rode polsen. Harry ging naast hem op de grond zitten.
‘Korzel en Kwast hebben dit gedaan hè?’ zuchtte hij.
Ron knikte, niet in staat veel te zeggen, en probeerde zijn polsen voorzichtig rond te draaien.
‘Korzel had wisseldrank genomen en probeerde me uit te horen over gruzielementen. Hij wist alleen niet hoe hij dat uit moest spreken en hij had zijn Zwadderich gewaad nog aan’ ging Harry verder.
Ron keek op en staarde Harry verschrikt aan.
‘Hij weet het toch niet van de gruzielementen hè?’ piepte hij.
Harry schudde zijn hoofd en pakte Ron’s polsen voorzichtig vast.
‘Ze zijn toch niet gebroken ofzo?’ mompelde hij bezorgd.
Ron glimlachte even en schudde zijn hoofd. Weer keken ze elkaar aan. Harry zag Ron’s blauwe ogen glinsteren in het licht van de kaarsen.
‘Het spijt me Ron. Van alles wat ik gedaan en gelaten heb. Je moet het verschrikkelijk moeilijk hebben gehad de laatste tijd. Ik wilde dat ik je meer gesteund had’ fluisterde Harry.
Ron knikte en staarde naar zijn polsen die Harry nog steeds vast had.
Het was minutenlang stil. Alleen de klok aan de muur tikte onverstoorbaar door. Uiteindelijk verbrak Ron de stilte.
‘Het is goed Harry. Je hebt zelf ook veel aan je hoofd. We hebben allebei fouten gemaakt. Laten we opnieuw beginnen.’
Nog een keer keken ze elkaar aan. En ze wisten dat het weer helemaal goed was tussen hen. Tegelijkertijd stonden ze op.
‘Wat voor les hebben we zometeen?’ vroeg Ron.
‘Bezweringen, maar we hebben een goed excuus om niet te gaan want jij moet naar de madame Plijster voor je polsen’
Ron grijnsde en langzaam liepen ze naar de ziekenzaal. Ze vertelden madame Plijster dat Korzel en Kwast Ron met veel geweld de hele nacht aan zijn polsen hadden opgehangen in de kelder. Dat was een beetje overdreven( Ron hing er pas een paar uur, waarvan de meeste tijd onder invloed van slaapmiddel) maar ze bereikten ermee wat ze wilden: Madame Plijster verzorgde eerst Ron’s polsen en rende toen woedend naar het schoolhoofd.
‘Ik ben die twee dikke mormels echt helemaal zat!’ schreeuwde ze terwijl ze de deur dichtsmeet en het werd allemaal nog leuker toen ze de allereerste editie van de Zweinkrant zagen liggen. Kasper Krauwel had op de voorpagina het nieuws gezet dat Korzel en kwast een relatie met elkaar hadden (zoals Harry hem had verteld) en de rest van het uur kwamen Ron en Harry niet meer bij van het lachen. Uiteindelijk gingen ze toch maar naar Toverdranken. Professor Slakhoorn stond al breed en grijnzend voor de klas. Hij draaide zijn snor en keek zijn leerlingen aan.
‘Vandaag gaan we een proefexamen doen!. Jullie gaan Algebradrank maken en ik zal jullie als examinator beoordelen. Zo kunnen we zien of jullie klaar zijn voor het allesbeslissende examen!’
Hermelien slaakte een gilletje van opwinding en Ron en Harry keken elkaar vermoeid aan. Hier hadden ze dus echt geen zin in.
Terwijl Hermelien ongeduldig op en neer sprong om te beginnen luisterden Harry en Ron met afgrijzen naar Slakhoorn’s verhaal. Ze zouden een beoordeling krijgen voor hun toverdrank die deels mee zou tellen voor hun officiële examenbeoordeling. Angstig slofte Harry naar de kast om de ingrediënten te pakken. Hij staarde een beetje naar Hermelien om te kijken wat zij deed maar Slakhoorn keek hem streng aan zodat Harry maar zelf aan zijn Algebradrank begon. Hij sneed uit een groot blok jonge kaas de cijfers 7 en 4 en vormde met aan elkaar gekleefde torren een plus en een min. Hij gooide ze cijfers en tekens in zijn ketel en roerde het een beetje rond. Dat ging nog wel; maar toen vergat hij het cijfer 3 en het keerteken erin te gooien, er zes keer in te blazen, het drankje tegen de richting in te roeren en een stuk van zijn eigen haar erin te doen. Het resultaat was een drankje dat nog het meest leek op een hoop drakenstront en Harry wilde wel door de grond zakken van schaamte. Vooral toen hij zag dat Hermelien’s drankje doorzichtig rood was en Slakhoorn er verrukt naar zat te kijken.
‘Hermelien! Je bent echt een natuurtalent! Dit is de beste Algebradrank die ik ooit gezien heb! Je krijgt absoluut een Uitmuntend!’.
Hermelien gloeide van trots en keek vrolijk naar haar toverdrank. Maar zowel Harry als Ron kregen een Slecht en daarom probeerde Hermelien haar blijheid een beetje te verbergen. Het lukte niet echt.
‘Ik heb een Uitmuntend, dat heb je gehoord, maar eigenlijk verdiende ik geen Uitmuntend hoor want op examenniveau was dit geen Uitmuntend waard maar ik ben wel heel blij met mijn Uitmuntend natuurlijk en..’
‘Hermelien, heb je door dat je al ongeveer zesentwintig keer het woord Uitmuntend heb gezegd?’ bromde Ron en hij en hij draaide met zijn ogen.
‘Ja Hermelien, nu weten we het wel’ viel Harry hem bij.
Hermelien keek hen woedend aan en stampte naar de bibliotheek.
‘Zou ze nu aan haar boeken gaan vertellen dat ze een Uitmuntend heeft?’ mompelde Ron terwijl ze naar de grote zaal liepen.
‘Waarschijnlijk wel ja’ knikte Harry en ze grinnikten. Alles was weer helemaal zoals het hoorde te zijn.
De week ging verder zonder veel problemen voorbij. Ron en Harry zeurden op de leraren en het huiswerk en Hermelien was ijverig aan het leren voor de examens. Op vrijdagochtend werd Harry wakker van een waterig zonnetje dat door de bedgordijnen heen scheen. Met een glimlach op zijn gezicht stond hij op. Hij keek naar buiten en zag de knoppen aan de bomen. De lente kwam eraan!. En niks wees erop dat vandaag iets vreemds stond te gebeuren…Harry trok zijn kleren aan en wekte Ron die weigerde op te staan en zijn dekens over zijn hoofd trok.
‘Nou dan eet ik wel alleen alle muffins, donuts, toast, taart…’
‘Oké, oké! Ik kom al!’ riep Ron en hij sprong zijn bed uit. Ze ontbijtten uitgebreid en liepen met Hermelien naar de kruidenkassen.
‘Ik heb echt geen zin in kruidenkunde’ mopperde Ron.
‘Ron! Je moet echt een betere mentaliteit krijgen! De examens…’
‘Ja ja, de examens…de examens. Ik vind kruidenkunde gewoon saai’ antwoordde Ron. Ze keken allebei naar Harry om een bevestiging van hun standpunt te krijgen maar Harry staarde star voor zich uit. Hij had geen zin in ruzie dus hij bemoeide zich er niet mee. Hij keek naar de heuvel in de verte en wilde zijn hoofd net omdraaien naar de kruidenkassen toen iets hem in het oog sprong. Vlak boven de heuvel staken vijf zwarte punten de lucht in. Die puntige dingen deden hem ergens aan denken…maar hij kon het niet echt plaatsen…
‘Kom je Harry’ vroeg Hermelien terwijl ze hem aan zijn arm trok.
Harry knikte en keek nog even naar de heuvel. De zwarte punten waren verdwenen. Misschien had hij het zich wel verbeeld. Maar toch hield hem bezig. Terwijl professor Stronk een verhaal vertelde over Vleesvretende Moordplanten, waar Harry toch al alles van af wist omdat eentje ervan hem toegetakeld had bij de uitdaging van R.A.Z, peinsde Harry zijn hersenen. Die zwarte punten, die zwarte punten…en opeens wist hij het. Zijn hart sloeg een slag over en hij keek Hermelien verschrikt aan. Hij wilde haar net vertellen over wat hij gezien toen hij uit zijn ooghoeken iets zag wat zijn vermoedens bevestigden. Een groep van vijf/zes dooddoeners stormde op de kassen af.
‘DOODDOENERS, ZE KOMEN ERAAN!’ schreeuwde Harry wijzend naar het raam. In de kas brak grote paniek uit. De leerlingen gilden en renden in het rond, de Vleesvretende Moordplanten ontwijkend. Mensen struikelden over elkaar en vielen door het dunne glas van de kas heen.
‘Rustig kinderen, Rustig!’ gilde professor Stronk met een stem die alles behalve rustig was.
Het hielp niet echt, sommige leerlingen waren in huilen uitgebarsten en smeekten andere leerlingen om hen alvast te doden zodat de dooddoeners ze geen pijn meer konden doen en anderen waren zo hysterisch dat ze de meest dichtstbijzijnde persoon in elkaar gingen slaan.
Harry keek het tafereel met verbijstering aan. Ja, dit zou ze echt helpen overleven tegen de dooddoeners…Maar opeens had hij een plan.
‘HEE, KOM ALLEMAAL ACHTER MIJ STAAN. NU!!’ schreeuwde hij terwijl hij in de achterste hoek ging staan. De leerlingen, die verder niks beters wisten te verzinnen verzamelden zich snel achter Harry en die keek gespannen naar buiten. Misschien renden ze de kassen wel voorbij…oefenden ze voor de marathon ofzo. Hij had geen gelijk; de dooddoeners renden recht op de kas af en schopten de voordeur van de kas open. Vijf dooddoeners stormden de kas in en schreeuwden boos naar elkaar.
‘JE ZEI TOCH DAT DIE POTTER HIER WAS? WE MOETEN HEM VANDAAG ECHT VERMOORDEN, DE HEER VAN HET DUISTER IS AL TE VAAK TELEURGESTELD’ schreeuwde een schorre mannenstem.
Harry slikte en voelde een rilling door zijn lijf gaan. Ze kwamen dus echt speciaal voor hem. En hij was echt niet sterk genoeg om het tegen vijf moordlustige aanhangers van Voldemort op te nemen. Maar hij mocht niet dood gaan! Hij moest nog twee gruzielementen vernietigen!. Hij hoorde mensen achter zich gillen en flauwvallen en zag Hermelien en Ron met hun toverstok opgericht naar voren stappen. Maar opeens zag Harry iets wat hem nog wel eens zou kunnen redden. Hij stak zijn armen uit om zijn vrienden tegen te houden. Gespannen keek hij toe hoe de dooddoeners steeds dichterbij kwamen. En ook steeds dichterbij de Vleesvretende Moordplanten…nog een paar meter…het leek erop dat ze door hun maskers de planten nog niet gezien hadden en ze liepen stug door. Harry kneep zijn ogen even dicht en hoopte met heel zijn hart…en opeens hoorde hij een hard gebrul. Voorzichtig opende hij zijn ogen, en dat hij zag maakte dat hij een zucht van verlichting slaakte. Vier dooddoeners waren opgepakt door de grote stengels van de Vleesvretende planten en werden nu een voor een in de bek van de planten gegooid. Ze schopten en gilden maar het had geen zin. De planten sloten hun bek; spogen de dooddoenermaskers uit en lieten een luide boer. De enige dooddoener die nog op de grond stond was met grote ogen van angst tegen de muur gaan staan en stond op het punt te vluchten. Harry zag het en draaide zich om naar Ron en Hermelien.
‘Kom mee!, erachteraan!, ik wil wel eens weten waar die dooddoeners zich verzamelen’ siste hij.
Hermelien schudde haar hoofd en Ron stotterde iets over gevaarlijk maar Harry was al op weg. Hij sloop langs de rand van de kas om de stengels van de planten te ontwijken en zag de dooddoener de kas uit rennen. Harry rende achter hem aan en hoorde dat Ron en Hermelien hem ook volgden. Deze man zouden ze niet laten gaan…


Dankjewel Madoperator voor je reactie! zoals altijd Very Happy Mr. Green





_________________
The kids of tomorrow
don't need today
when they live
in the sins of yesterday.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Tamar
Oude Forumnaam: Palmtree 5e jaars
5e jaars


Verdiend: 88 Sikkels
Woonplaats: Standing in the Rain

Tamar is offline. 
BerichtGeplaatst: Di Jul 04, 2006 15:33 Terug naar boven Sla dit bericht op

Met 30 graden, een chronisch gebrek aan water en van het toetsenbord afglijdende zweethanden heb ik hoofdstuk 18 getypt :]. Met af een toe urenlange pauzes wegens inspiratiegebrek, maar ach tijd genoeg want te warm om te slapen. En bedankt Catharina, Madoperator, Choco & harry's girly voor hun reacties!! ==>

Hoofdstuk 18
Ron


‘Paralitis!’ schreeuwde Harry. De spreuk miste de dooddoener op een haar na en ketste tegen een boom. Harry schudde boos met zijn hoofd en rende verder, de spreuken die de man voor hem afvuurde ontwijkend. Hij dook en sprong, struikelde en rende maar de man was veel sneller.
‘VERDOMME!, PETRIFICUS TOTALUS!’. Weer raakte de spreuk geen doel en Harry vloekte luidkeels. Hij moest en zou die man bereiken! Hij kon hele belangrijke informatie voor ze hebben. Hij hoorde Ron en Hermelien hijgend achter hem aanrennen, maar hij besteedde geen aandacht aan ze.
‘Avada Kedavra!’ schreeuwde de man over zijn schouder. Harry dook voorover en de spreuk miste hem maar net. Hermelien slaakte een gil en viel naast Harry neer. Hij stond op en sleurde Hermelien overeind.
‘We moeten doorgaan! Vuur spreuken op hem af!’ schreeuwde Harry en hij rende weer verder. De man was nu de heuvel aan het oprennen en als hij zo door zou gaan zou Harry hem zometeen niet meer kunnen zien. Hij zette nog een laatste sprint in en wist de afstand tussen de dooddoener en hem aanzienlijk te verkleinen. Zeker toen de man over een boomstronk struikelde en met een bebloed neus de heuvel afrolde. Harry grijnsde onwillekeurig en volgde rennend het bloedspoor de heuvel af. De dooddoener zag het en sprong overeind. Hij rende verder; maar tot Harry’s grote verbazing ging hij niet naar de rand van het schoolterrein, waar je kon verschijnselen. In plaats daarvan rende de dooddoener naar de oude beukwilg, een gewelddadige boom die graag mensen en dieren sloeg met zijn taken. Wat moest hij daar nou weer? Wilde hij zichzelf dood laten meppen ofzo?. Harry fronste zijn wenkbrauwen en vuurde nog een verlamspreuk af. Ook deze miste en de man had de beukwilg inmiddels al bereikt. Hij bukte en gooide steentjes naar de andere kant van de boom. Het was een goede afleidingsmanoeuvre want alle takken van de boom zwaaiden naar een kant en de boom had de dooddoener nog niet opgemerkt. De man rende naar de stam van de boom en liet zichzelf in een gat rollen. Toen was hij verdwenen. Harry stond even helemaal verbijsterd te kijken. Dat gat…dat leidde naar het krijsende krot!. Harry had zijn peetvader Sirius daar in zijn derde jaar ontmoet. Maar wat moest die dooddoener daar?. Harry hervatte zijn achtervolging en holde naar de boom toe. Helaas hadden de steentjes de beukwilg niet erg lang bezig gehouden en was Harry het perfecte nieuwe slachtoffer.
‘Kijk uit Harry!’ schreeuwden Hermelien en Ron tegelijk.
Maar het was al te laat, de beukwilg had hard uitgehaald en Harry was drie meter verderop met tand door de lip op de grond beland. Hij greep zijn hoofd met beide handen vast; die takken hadden hem echt heel hard geraakt. Met tranen in zijn ogen ging hij scheel van de pijn overeind zitten. Hij veegde het bloed van zijn lippen en stond kreunend op.
‘Harry, gaat het wel?’ piepte Hermelien, maar Harry had geen tijd om te antwoorden. Ze moesten die dooddoener achterna!.
‘Jullie moeten die boom afleiden, ik ga die vent achterna!’ schreeuwde Harry. Hermelien en Ron durfden niks terug te zeggen en sprongen op en neer aan een kant van de boom. De beukwilg vond dit ook erg interessant en richtte zijn aandacht op Harry’s vrienden. Harry dook snel tussen de takken door en sprong het gat in. De dooddoener was nergens meer te zien, maar zijn neus bloedde duidelijk nog steeds want er liep een heel bloedspoor door de gang heen. Harry begon weer te rennen, ondanks de vele steken die hij nu voelde in zijn zij, en hij hoopte dat hij aan het eind van de gang niet opgewacht zou worden door een leger dooddoeners. Hij was alleen vergeten hoe lang de donkere vochtige gang wel niet was. Er kwam geen eind aan en Harry raakte steeds meer uitgeput. Uiteindelijk stopte hij met rennen om even op adem te komen. Harry keek achterom. Hij hoorde Ron of Hermelien niet maar hij hoopte wel dat ze nog zouden komen. Hij had niet zoveel zin het in zijn eentje op te nemen tegen een stelletje mensen wiens enige doel was hem te vermoorden. Maar hij kon ook niet blijven wachten op Ron en Hermelien; zometeen had die ene dooddoener al zijn vrienden bij elkaar getrommeld en dat moest hij niet hebben. Zuchtend en met nog altijd pijnlijke steken in zijn zij holde hij snel verder. Hij gleed uit over plassen en losliggende stenen en haalde zijn handen en knieën open. Harry werd helemaal moedeloos van de oneindigheid van de gang en wilde net uitgeput tegen de muur aan zakken toen hij zag dat de gang omhoog begon te lopen. Het Krijsende Krot was dichtbij!. Met nieuwe moed ging hij verder. Het bloedspoor werd langzaam minder, maar Harry hoopte dat het ver genoeg doorliep om de verzamelplaats van de dooddoeners te vinden. Hij had het gat aan het eind van de gang bereikt en kroop erdoorheen. Harry liep automatisch naar het gangetje waar ze vier jaar geleden ook heen waren gelopen, maar hij zag nog net op tijd dat het bloedspoor ergens anders heen liep. Met een angstig voorgevoel liep hij langzaam naar de enige andere deur in de donkere ruimte. Hij hoorde water langs de muren sijpelen en voelde tientallen oogjes naar hem kijken. Harry stond abrupt stil en keek om zich heen. Werd hij bespioneerd? Stonden de dooddoeners ergens verstopt in een donker hoekje?. Maar toen hij goed keek zag hij dat de kleine gele oogjes afkomstig waren van hongerige ratjes. Opgelucht liep hij verder, nog maar een paar meter tot de deur…Harry stak zijn hand uit en raakte de ijskoude deurknop aan. Zou hij nou wel naar binnen gaan? Misschien zaten ze hem wel op te wachten en werd hij meteen vermoord als hij de deur opendeed. Harry twijfelde een tijdje met de deurknop in zijn hand. Uiteindelijk won zijn nieuwsgierigheid het van zijn angst en hij duwde de deur voorzichtig open. Hij zag een grote kast met lugubere voorwerpen en verder vooral veel duisternis, maar veel tijd om te kijken had hij niet. Want hij had nog maar een stap in de donkere kamer gezet toen iemand hem vanachter stevig vastpakte. Harry snakte naar adem en wilde zich omdraaien om te kijken wie dat was, maar de armen maakten dat hij zich niet kon bewegen. Vanuit het donker kwamen allerlei gedaantes op hem afgelopen. Ze hadden hem dus wel degelijk opgewacht…Harry voelde een golf van paniek door zich heen stromen en probeerde zich los te rukken. Hij schopte en sloeg om zich heen maar de armen lieten hem nog geen millimeter gaan.
‘Rustig maar Potter!, je dood zal snel en pijnloos zijn…’ grinnikte een vrouwenstem vlak voor hem.
‘Nouja pijnloos? Het ligt er maar aan hoe hoog jou pijngrens ligt Potter’ bromde een andere stem vanachter hem.
Harry probeerde krampachtig een uitweg te bedenken. Maar hoe kon hij hier levend wegkomen? Ingesloten in een donkere kamer, kilometers weg van de bewoonde wereld met een stuk of vijf dooddoeners om hem heen?. En niemand wist waar hij was. Behalve…Ron en Hermelien natuurlijk! Die kwamen hem ongetwijfeld achterna!. En met zijn drieën hadden ze veel meer kans om die dooddoeners te verslaan. Hij moest nu dus tijdrekken…afwachten tot zijn vrienden kwamen.
‘Uh uit wel materiaal bestaat jullie masker eigenlijk?’ mompelde hij inspiratieloos.
‘Uit steen natuurlijk, en er zit ook een mengeling van…’ begon de vrouw voor hem maar ze werd snel onderbroken.
‘Hou je mond toch Lourdes! Wat gaat dat die Potter aan…’
‘Wil je je soms aansluiten bij de Heer van het duister’ schreeuwde een man rechts voor hem. Harry haalde diep adem en probeerde een tijdrekkend antwoord te bedenken.
‘Nou, daar zat ik inderdaad uh aan te denken ja’ zei Harry met trillende stem. Het had hem echt moeite gekost deze zin uit te spreken; aangezien zich aansluiten bij de dooddoeners het laatste was wat hij ooit van zijn leven zou doen. De dooddoeners barstten in lachen uit en de grip van de armen om hem heen verzwakten. Harry greep vliegensvlug zijn toverstok en verlamde de persoon achter hem non-verbaal. Dat had hij niet moeten doen. Drie mensen grepen hem nu vast, schopten zijn toverstok weg en richten hun eigen toverstok op hem.
‘Genoeg spelletjes gespeeld Potter’ siste een stem naast hem. ‘Je gaat nu je dood tegemoet. Kom mee’
De dooddoeners duwden hem naar voren maar Harry verzette zich met man en macht. Hij mocht niet meegaan…hij mocht niet doodgaan….
‘Verdomme! Lumos!’ bromde een zware mannenstem. De man scheen met het licht in Harry’s ogen en keek hem woedend aan.
‘Gedraag je Potter, of je marteling zal heel wat langer en pijnlijker worden…en geloof me, dat wil je níet meemaken’.
De man liet zijn toverstok zakken, en toen zag Harry het. De grond was rood betegeld. Rood betegeld…Waar kende hij dat van? Hij kreeg er een naar en angstig gevoel van in zijn maag maar hij kon zo even niet bedenken waar het van was. De dooddoeners sleurden aan zijn armen en Harry stapte tegen zijn wil in vooruit. Nog maar een paar stappen en dan was hij bij de volgende deur. En daar kon weinig goeds achterzitten. Weer een ruk aan zijn armen…Waar bleven Ron en Hermelien nou? Een harde duw in zijn rug…Harry staarde hulpeloos naar de grond. Hier kon hij zich niet tegen verzetten. Hij zag de betegelde vloer onder hem…en opeens wist hij het. Harry richtte zich op en keek met grote ogen naar de deur voor hem. Deze rood betegelde vloer had hij eerder gezien! En wel die keer toen Sneep hem ontvoerd had! Het ene moment had hij naar de rode vloer liggen staren, en het volgende moment was hij vastgebonden wakker geworden in een donkere kamer. Toen was hij dus in het Krijsende Krot geweest! En, bedacht Harry zich met een nieuwe schok, dan was de beker van Huffelpuf hier dus ook! Harry voelde een warm gevoel door zijn lichaam gaan; wat een beetje vreemd was aangezien hij op het punt stond vermoord te worden. Maar nu hij wist dat zich hier vlakbij een gruzielement bevond voelde hij nog meer wilskracht om in leven te blijven. Harry rukte zich plotseling los en op precies hetzelfde moment vloog de deur achter hem open...





_________________
The kids of tomorrow
don't need today
when they live
in the sins of yesterday.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Berichten van afgelopen:      


 Ga naar:   


Sla dit onderwerp op als textbestand

Volgende onderwerp
Vorige onderwerp
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum
Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum
Je mag niet stemmen in polls in dit subforum



Powered by phpBB © 2001/3 phpBB Group :: FI Theme :: Tijden zijn in GMT + 1 uur :: Disclaimer