Harry Potter Forum index
Dit forum is gesloten. Bezoek nu de vernieuwde versie van HPF!
 Harry Potter Forum gesloten  •   Inloggen

 [AF] Founding Slytherin Volgende onderwerp
Vorige onderwerp

Sla dit onderwerp op als textbestand
Auteur Bericht
jilly-ann
Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 0 Sikkels
Woonplaats: Huff's common room

jilly-ann is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Vr Jul 13, 2007 13:39 Terug naar boven Sla dit bericht op

Mijn verhaal zal over Zalazar Zwadderich gaan ^^ Ik vind het een erg interesant persoon, en ik wilde wel is een keertje proberen of ik er wat van zou kunnen maken.
Ik hoop dat jullie het leuk gaan vinden ^^ en ik hou heel erg van reacties Wink
xx
Jill

Banner:
Image

Posted:
Hoofdstuk 1. Alles heeft een begin
Hoofdstuk 2. School is begonnen
Hoofdstuk 3. Niet alles is kwaad
Hoofdstuk 4. Opdoemende Problemen
Hoofdstuk 5. Foute keuze
Hoofdstuk 6. De -niet zo- ongewenste indringer
Hoofdstuk 7. Bijna door de mand
Hoofdstuk 8. Studentproblemen
Hoofdstuk 9. Dreigbrief.
Hoofdstuk 10. Dood met een serenade
Hoofdstuk 11. Gevolgen van een verkeerde drank
Hoofdstuk 12. Ganggevecht
Hoofdstuk 13. DE Epiloog...





_________________
She's wishing someone would notice the insecurities behind her smile, and the tears hiding behind her eyes

Laatst aangepast door jilly-ann op Ma Okt 15, 2007 9:00; in totaal 14 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
jilly-ann
Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 0 Sikkels
Woonplaats: Huff's common room

jilly-ann is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Vr Jul 13, 2007 13:40 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 1. Alles heeft een begin

Een man van mogelijk een jaar of 20 zat achter een bureau. Hij had zwart, kort haar en zijn ogen waren zwart. Tenminste dat was wat iedereen altijd zei, het was nét te licht om zwart te kunnen zijn maar ze wisten het geen andere naam te geven. Op zijn bureau lag een groot stuk perkament die volgeschreven was met woorden die verboden waren om uitgesproken te worden. Nee in de middeleeuwen mocht je niet zomaar ‘spreuk’ of ‘toverstaf’ zeggen. Heksen en tovenaars waren gevreesd en dat was nog zwak uitgedrukt vond Zalazar Zwadderich, die achter het bureautje zat, en zijn vrienden waren het daar mee eens. Een hard gebons klonk op de deur en snel verborg Zalazar het stukje perkament en liep een beetje boos, dat iemand hém durfde te storen, naar de deur toe.
“Ik hoop dat het belangrijk is,” mompelde hij kwaad, zonder ook maar te zien wie er op de deur geklopt had. Een elegante vrouw met bruin golvend haar en strakke gezichtstrekken stond in de deuropening. Haar bruine ogen twinkelden vrolijk.
“Goderic en Helga wachten op ons,” zei ze ongeduldig. Ze pakte de hand van haar beste vriend beet en het volgende moment waren ze allebei voor het oog van alle mensen verdwenen. Ze zaten echter in een krappe buis en belanden uiteindelijk op een open plaats terecht. Blijkbaar was het niet waar ze zijn moesten want Rowena trok hem alweer verder en zijn voeten verplaatsen zich automatisch. Na zo’n 5 minuten rennen stopte ze vlak bij de rand van een bos. Even ging zijn blik naar Goderic en Helga. Goderic was een jongeman met roodblond haar, maar had al verscheidende keren heel veel moed getoond. Zijn groene ogen hadden altijd pretlichtjes in zijn ogen. Helga was een tengere vrouw met stijl rood haar. Ze had blauwe ogen, die altijd ernstig keken. Rowena was overduidelijk altijd al de slimste geweest maar dat kwam goed van pas. Het grote kasteel achter Goderic en Helga moest namelijk hun school worden. Geen gewone school, daarom werd het ook in het geheim gedaan. Nee een toverschool was zeker niet normaal. Tenminste in de middeleeuwen dan toch niet. Goderic was zijn beste vriend, althans dat liet hij hem zo denken. Hij was alleen bevriend met hem omdat hij wilde dat iedereen zou weten dat híj meegeholpen had aan een toverschool. Helga had de naam verzonnen, maar Zalazar walgde er maar van. Zweinstein, wat voor naam was dat? Hij had er niks over gezegd, braaf zijn mond gehouden als de school eenmaal leerlingen zou hebben dan zou hij wel zijn mond open doen. Zeggen wat hij op zijn hart had. Natuurlijk zouden ze hem gelijk moeten geven, want hij had immers dan nog nooit geklaagd. Hij zou er wel voor zorgen dat alles naar zíjn zin zou zijn. De edele kunst van toverkunst kon onmogelijk in de verkeerde handen vallen. Daar zou hij wel voor zorgen.
“Het is… het is… het gaat wel,” zei hij stamelend. Het liefste had hij willen zeggen dat het kasteel prachtig was. Dat kon hij natuurlijk niet zeggen, hij kon toch onmogelijk zomaar met complimentjes gaan lopen strooien. Dat zou gewoon te absurd zijn. Zijn arrogante houding was alweer terug gekomen en hij zette zijn handen in zijn zij. “Konden jullie nou niks beters vinden?”
“Zalazar, zeur niet, het is perfect,” zei Rowena geïrriteerd. Hij had de afgelopen dagen aan één stuk door gezeurd en ze was er haast zeker van dat hij daar geen flauw benul van had. Ze hadden bijna Zalazar uit het oprichtersschap willen gooien totdat hij toch met goede ideeën kwam. Hij had spreuken opgezocht zodat niet iedereen zou weten wat er echt verscholen lag. Ook had hij een spoor aan laten leggen zodat zelfs de kinderen de locatie niet konden verraden omdat ze niet precies wisten waar het was. Zalazar snoof even.
“Zullen we dan maar beginnen?” vroeg hij ongeduldig. De rest knikte en ze gingen elk met hun ruggen naar elkaar toestaan, als een soort omgekeerde cirkel. Er kwam geprevel uit alle vier de monden. Het leek wel een vreemde taal, maar eigenlijk was het een bezwering en na de eerste bezwering volgenden er nog vele anderen. Na een uur waren ze klaar en tevreden keken ze naar het kasteel.
“Zullen we dan maar naar binnen gaan?” vroeg Rowena vriendelijk. Ze wees naar de deur toe, die ze met haar toverstaf open gemaakt had. De deur was namelijk nog minstens 500 meter van haar verwijderd. Helga glimlachte en Zalazar volgde zwijgzaam.
“Al het werk dat we nog moeten hebben met opruimen,” verzuchtte Helga. Zalazar balde zijn vuisten even. Hij vond het niet nodig zich hieraan te moeten herinneren. Schoonmaken was niet bedoeld voor jongens. Zeker niet voor een welrespect en rijke man als hij. Hij was niet voor niks van hoge stand.
“Nou weten we het wel,” siste hij. Alleen was niemand die het hoorde. Het was namelijk de taal van slangen en die taal had hij de laatste tijd wel erg vaak gebruikt omdat hij niet wilde dat de andere wisten dat hij gek van ze werd. Horendol. Met een glimlachje op zijn mond liep hij verder. Hij vond het geweldig dat niemand hem kon horen. Dat glimlachje zei volgens zijn hopen, dat hij iets aardigs gezegd had.
“Het zijn zeven verdiepingen. Zalazar als jij nou de eerste doet. Dan…” De eerste verdieping. Ach dat kon hij wel aan. Naar de rest van Rowena’s uitleg luisterde hij al niet meer. Dat was toch zijn zaak niet. Een man van hoge stand hield zich niet bezig met onnodige dingen als wat de rest moest doen. Hij keek nors voor zich uit en besloot maar aan zijn klus te beginnen. Hierbij kwam ook nog, dat hij een aantal van zijn plannen kon laten werken zonder argwaan te wekken van de andere. Als ze zijn eisen dan niet zouden inwilligen had hij nog altijd een plan achter de hand. Een grijns kwam op zijn gezicht en zonder veel tegensputteren en vol goede moed begon hij de eerste verdieping schoon te maken.





_________________
She's wishing someone would notice the insecurities behind her smile, and the tears hiding behind her eyes
Profiel bekijkenStuur privébericht
jilly-ann
Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 0 Sikkels
Woonplaats: Huff's common room

jilly-ann is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Vr Jul 13, 2007 15:49 Terug naar boven Sla dit bericht op

Ik wil Kelly [duffie] graag bedanken voor haar reactie ^^
*knuft Kelly*

Hoofdstuk 2. School is begonnen

Een paar maanden later was het kasteel al klaar voor gebruik. Zalazar had zichzelf gemakkelijk gemaakt en had zoals hij zichzelf beloofd had, al zijn plannetjes voor uitvoering klaar gezet. Eigenlijk begonnen ze steeds meer ruzie te krijgen terwijl de vier allemaal begonnen waren met een vriendschap. Zalazar had zichzelf uitgeroepen om de ruzies te sussen. Hij zou pas later wel met zijn eisen komen want het leek wel alsof ze allemaal een kort lontje hadden. Natuurlijk was een school oprichten niet zo 1-2-3 gedaan, maar dat hadden ze al van te voren geweten. Rowena had zich over de leerlingen ontfermt en had menig al een brief gestuurd dat ze toegelaten waren. Ook had ze een brief gestuurd naar andere mensen in heel Engeland omdat die altijd gedwongen waren veel verder te reizen. Meer als driekwart had beloofd te komen. Het leek erop dat Zweinstein een succes zou gaan worden. Toch kwam er geregeld een discussie.
“Ik wil niet dat er dreuzels op Zweinstein komen,” zei Zalazar regelmatig. Bij wijze van versterking sloeg hij dan op iets wat dan dicht bij in zijn buurt was, meestal was dit een tafel maar hij had ook een keertje keihard tegen de muur geslagen waardoor hij meteen een stekende pijn daarin had gekregen. Meestal was het Rowena die begon te zuchten.
“Ik heb de brieven al verstuurd, het is nu te laat,” zei ze dan op een bazige toon en daarmee was de discussie meestal ook gelijk afgedaan omdat Zalazar nog steeds geen goed argument erop verzonnen had. Goderic begon ook steeds meer te klagen, aangestuurd door Zalazar. Hij wilde dat ze vooral moed zouden tonen, want daar had je het meeste aan. Helga was degene die er een stokje voor gestoken had. Voor Rowena ook had kunnen klagen, ze wisten namelijk allemaal dat Rowena graag hardwerkende studenten wilde hebben.
“We gaan nu toch geen onderscheid maken? We zijn nog geen eens open en nu willen we al leerlingen weigeren?”
De Discussie bleef lang weg. Heel lang weg en al snel stroomde Zweinstein vol. Aangezien ze wisten dat ze het niet alleen konden, hadden ze mensen aangenomen. Leraren.

Zalazar keek vanaf zijn stoel zuur toe hoe de leerlingen zich weldeden aan het eten. Stuurs keek hij op het alles neer en af en toe kwam er gemompel uit zijn mond: “Kijk die dreuzels dan, ze doen zich tegoed aan míjn eten met hun vieze handen.”
Goderic, die naast hem zat, negeerde de woorden van zijn beste vriend. Met een glimlach keek hij hoe iedereen vrolijk en gezellig met elkaar zat te kletsen. Precies zoals een school moest zijn, in zijn ogen. Een vrolijke en gezellige plek, niet één waarin ze zich ongemakkelijk zouden voelen. Tergend langzaam at Zalazar zijn eten op en de woedende blik bleef de hele avond op zijn gezicht staan.
Gelukkig had hij morgen les te geven, zodat hij het leven zuur kon maken van diegene die geen tovenaarsbloed hadden. Dat zou ze leren, de magische kunst te leren die niet voor hen bedoeld was. Een grijns belande weer op zijn gezicht, net als elk andere keer een gemeen plan in zijn hoofd binnen kwam wandelen. Hij zag Goderic even fluisteren met Rowena en kwaad begon hij in zijn eten te roeren. Fluisteren in gezelschap… Dat hoorde niet! Hij wilde eerst niet opkijken toen Goderic hem op de schouder aantikte maar zijn nieuwsgierigheid nam de overhand.
“Rowena wil vanavond nog een spoedvergadering houden met alleen ons vier,” zei hij vriendelijk. Zalazar zuchtte even, nou ja hij werd er bij ingetrokken. Hij knikte met zijn hoofd als teken dat het goed was. Goderic glimlachte en stak zijn duim op naar Rowena. Een spoedvergadering… maar waarvoor? Zouden ze dan eindelijk met hem eens zijn dat er alleen mensen met puur tovenaarsbloed op de school mochten komen?

“Waarvoor heb je ons bijeen geroepen?” vroeg Zalazar verveeld toen hij aan zijn stoel ging zitten. Rowena had in de lerarenkamer een grote tafel gezet en nu stonden er maar 4 stoelen. Speciaal voor de vergadering natuurlijk. Rowena gebaarde snel Goderic en Helga om te gaan zitten.
“Jullie vragen je zeker af waarom ik jullie bijeen geroepen hebt?”
“Nee… Ik vraag het omdat ik dat leuk vind, nou goed?” snauwde Zalazar. Hij rolde even met zijn ogen.
“Je bent echt ongelofelijk,” mompelde Rowena haast onverstaanbaar. Ze zette een glimlach op en besloot haar verhaal verder te maken: “Aangezien we telkens problemen hebben met de keuze op leerlingen hebben ik een systeem bedacht. Ik heb in een winkel een hoed gekocht. Daarna heb ik die zo behekst, dat die kan praten. Als we de hoed nou allemaal éénmaal op ons hoofd doen, dan weet hij precies wat je uitkomende prioriteiten zijn in leerlingen. Dan kan hij ze indelen in verschillende afdelingen. Daarvoor kunnen we onze achternamen gebruiken.”
Na dit gezegd te hebben haalde Rowena een gloednieuwe hoed tevoorschijn. Dit kon Zalazar niks anders dan toegeven. Het was een goed idee maar toch… Toch zou dit de modderbloedjes niet weghouden. Rowena sprak een spreuk uit en tikte toen op de hoed. Ze zette de hoed een paar seconde op haar hoofd en gaf hem toen door aan Goderic. Goderic gaf hem door aan Zalazar en die gaf hem nadat hij hem op zijn hoofd gezet had, weer aan Helga gegeven. Zodra Helga ook haar ding gedaan had pakte Rowena de hoed op en tikte er nog een keer op met haar toverstok.
“Het lijkt mij het beste als we morgenochtend iedereen laten indelen. Als we nou eerst een plek zoeken waar we onze afdeling zullen doen? Dan verhuizen ze allemaal morgen,” zei Rowena. Zalazar knikte weer, de wetenschap had hem nou wel geleerd beter niet tegen Rowena in te gaan tenzij je hele goede argumenten wist. Rowena was namelijk heel makkelijk in het verrassen met haar slimheid. Eerst dacht Zalazar aan zijn geheime kamer, maar besloot die nog geheim te laten. Na een tijdje in de kelders vond hij een geheime doorgang door een muur heen. Dit was de plek waar hij zíjn afdeling zou laten herbergen. Vrolijk glimlachend liep hij naar zijn kamer toe om daar nog wat slaap te pakken. Hij had morgen namelijk nog een hele lange dag te gaan. Vol met martelingen natuurlijk, voor de andere. Niet voor hem, hij was immers de baas en de gedachte van die status om te misbruiken kwam heel vaak in hem op. Misschien wel té vaak.





_________________
She's wishing someone would notice the insecurities behind her smile, and the tears hiding behind her eyes
Profiel bekijkenStuur privébericht
jilly-ann
Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 0 Sikkels
Woonplaats: Huff's common room

jilly-ann is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Za Jul 14, 2007 18:22 Terug naar boven Sla dit bericht op

Ik wil graag,
miss_sweet
duffie
Zwart^Duiveltje
LilyEvers

bedanken voor hun reactie ^^
EDIT; Ik heb je aangewezen fouten verbeterd Zwart^Duiveltje, thnxx voor het aanwijzen ervan ^^

Hoofdstuk 3. Niet alles is kwaad

Met ferme stappen liep Zalazar door de gangen heen. Sommige leerlingen die zich al op de gang hadden gewaagd deden angstig een stapje achteruit. De jongere dan. Met een zelfvoldane glimlach ging hij dan ook niet veel later aan de lerarentafel zitten. Macht was goed, heel goed! Hij keek naar de tafel maar zag dat er nog geen eten op lag. “Waar zijn die verdraaide elfen?” mompelde hij kwaad. Helga die net langs was komen lopen hoorde het en stond meteen stil.
“Ze doen hun uiterste best, ik denk dat ze zo klaar zijn,” zei ze vriendelijk. Ze moest niet zo slijmen, bedacht Zalazar terwijl hij zich eraan dood ergerde. Hij gaf haar 2 seconden een glimlach waarvan iedereen zou kunnen aflezen dat die niet gemeend was.
“Bemoei je met je eigen zaken, stom wicht,” lispelde hij weer in sisselspraak, want zo was hoe de taal van de slangen genoemd was. De reden waarom hij zoveel meer bekender zou worden dan Goderic, Helga en Rowena, in zijn fantasie dan. Vandaag zou de eerste lesdag worden of in Zalazar’s woorden: De eerste marteldag. Eindelijk verscheen er eten aan tafel en Zalazar beloofde zich plechtig zo meteen een ‘vriendelijk’ bezoekje te gaan brengen. Even liet hij zijn blik over de tafel gaan. Havermout, muesli, cornflakes, pompoensap en zo nog wel veel meer dingen. Uiteindelijk besloot hij voor de toast te gaan. Hij moest wel snel opschieten want als hij zijn bezoekje nog wilde doen moest hij het wel snel voor de lessen doen. Niks was beter dan je opwarmen van te voren. Met het toast nog in zijn hand stond hij op en liep de tafel af. Daarna liep hij meteen door naar een schilderij waarvan hij de peer kietelde. Zalazar gromde even, dit was natuurlijk Helga’s idee geweest. Zodra hij de keuken inkwam kwamen er heel veel kleine elfjes aan zijn voeten zitten. Ze leken hem wel te eren maar Zalazar schopte ze al snel woedend weg.
“Ga weg met die vieze rommel van jullie! Willen jullie me soms besmetten?” vroeg Zalazar kwaad. Hij schopte nog een keer en een klein elfje dat ziek was, kwam al hard op de grond neer. Goed gezind keek hij ernaar. “Voortaan wil ik dat het eten er al staat als ik wakker word.” Met grote passen liep hij weg tot ineens een witte en doorzichtige raaf zijn aandacht ving. Meteen sloeg hij zichzelf voor zijn hoofd. Natuurlijk, het indelen!
Zo snel als Zalazar’s voeten hem konden dragen was hij naar de Grote Zaal gerend en zag daar de drie boze gezichten van zijn vrienden. Verontschuldigend keek hij ze aan. “Ik was even bij de huiselfen kijken of alles goed was,” mompelde hij als excuus. Hij liet het expres zo lijken alsof er niks gebeurd was. Al snel waren ze niet meer boos en begonnen de leerlingen in te delen. Alles leek goed te verlopen en op alle vier de afdelingen leken evenveel mensen te zitten. Al vond Zalazar nog steeds dat de meeste onder hun niet eens het label mens konden dragen. Daar waren ze te min voor. Zalazar keek de drie vragend aan en uiteindelijk knikte Goderic goedkeurend dat het tijd was om te gaan. Zalazar liep naar zijn lokaal toe, bezweringen. Hij was namelijk wel degene die de meeste gevonden had. De hoed die Rowena gisteravond had laten zien had Zalazar meteen herkent. Dat was een hoed uit de winkel van Goderic’s ouders. Zodra hij hoorde van het plan om Zweinstein had hij meteen met hem aangepapt. Uiteindelijk werden ze beste vrienden en had Goderic hem in het plan bij betrokken. Zalazar wist bijna zeker dat hij daar nu wel spijt van had.
Een hele rij leerlingen stond voor zijn lokaal. Een schampere glimlach ontsnapte uit zijn mond. Eerst had hij eerstejaars. Hij deed zijn lokaal open en gebaarde iedereen naar binnen te gaan. Als ze zelf hadden gedacht, dan hadden ze zelf de deur open gedaan al Zalazar’s gedachtes. Aangezien dit niet het geval was, schreef hij ze meteen af als domme wezens.
“Vandaag is jullie eerste les bezweringen. Ik wil dat jullie het eerste hoofdstuk beginnen te lezen,” zei hij stug. Zeker niet dat hij nu een praktijk les zou gaan verspillen aan mensen die niet eens wisten of een deur op slot was of niet. Dat zou zonde van zijn tijd én zonde van de les zijn. Hij was er van overtuigd dat ze toch niks zouden presteren.
“Wat leer je nou weer van lezen in een boek?”
“Stil zijn,” zei Zalazar simpel, “daar heb jij een heel gebrek aan.” De jongen die het hem gevraagd had, begon beschaamd zijn boek te pakken om die te lezen terwijl Zalazar er triomfantelijk naartoe keek. De volgende les zag hij al voor zich. Ze moesten toch ook weten wat bezweringen deden? Hij mocht vast wel de tere zieltjes verpesten door op ze te oefenen. Hij had er tenminste geen problemen mee om dat te doen. Onbewust tikte hij met zijn vingers op de tafel, sommige keken op om te zien waar het geluid vandaan kwam en als ze de oorzaak dan hadden gevonden keken ze snel weg. Nee, professor Zwadderich leek niet iemand waar je gezellig even mee kon praten. Als ze alleen al naar hem keken kregen ze spontaan rillingen op de rug en hun huid zat meteen onder het kippenvel. Na een tijdje zuchtte een meisje met roodblond haar en stak haar vinger in de lucht. Zalazar keek haar met een wenkbrauw opgetrokken aan en wenkte haar even. Ze stond op en liep naar zijn bureau toe.
“Wat is je naam en ben je volbloed of niet?” vroeg hij streng. Het meisje keek even angstig naar haar schoenen toe en keek hem toen nerveus aan.
“Mijn naam is Audrey Anders, meneer. Ik kon uit generaties van heksen en tovenaars,” zei ze terwijl ze aan haar handen frunnikte. Uiteindelijk glimlachte hij breed. De eerste échte glimlach van die dag had Audrey uit hem weten te krijgen.
“Ik denk dat wij heel goed met elkaar op kunnen schieten, mevrouw Anders. Vertel me maar wat je probleem is,” zei Zalazar vriendelijk en aangemoedigd door Zalazar’s plotselinge vriendelijkheid legde ze hem geduldig en zo beleefd mogelijk uit dat het tikken van zijn vingers op de tafel haar concentratie verbrak.





_________________
She's wishing someone would notice the insecurities behind her smile, and the tears hiding behind her eyes
Profiel bekijkenStuur privébericht
jilly-ann
Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 0 Sikkels
Woonplaats: Huff's common room

jilly-ann is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Di Jul 24, 2007 19:31 Terug naar boven Sla dit bericht op

Ik wil eerst graag mensen bedanken. Dit zijn:
miss_sweet,
Felix Fortana
duffie
missme98
Zwart^Duiveltje

Hope you like it Wink
xx
Jill

Hoofdstuk 4. Opdoemende problemen.

Zalazar lette goed op dat zijn vingers geen irritante geluiden maakten als dat niet zo persé nodig was. Dit wilde dus zeggen in lessen waarin de kinderen goed luisterden, deed hij niks. Waren ze dat wel, dan konden ze zelf de gevolgen ondergaan. Hij vond het zelf een heel redelijk aanbod. Zalazar had noch zijn arrogante houding noch zijn opgeheven hoofd opgegeven. Dat was gewoon wie hij was, en langzaam begonnen de studenten op Zweinstein eraan te wennen. Niet dat het de lessen van hem minder aangenaam maakten, zeer zeker niet. Zalazar wist ze elke les wel te verrassen met weer een verschrikkelijke ervaring erbij. Het ergste was nog, dat ze niet konden klagen omdat Zalazar Zwadderich bekend stond als één van de vier schoolhoofden. Daarbij kwam dat Zalazar zíjn afdelingsstudentes ook nog is genadeloos voortrok. Toch waren er een paar studenten die geklaagd hadden over Zalazar en daarvoor had Rowena weer een vergadering aangevraagd. Natuurlijk waren er ook nog andere zaken die besproken moesten worden, dus alle vier waren geroepen, alweer.
“Zalazar, het is niet de bedoeling dat je mensen vervloekt,” zei Helga met een hese stem. Voor ze naar de vergadering was gegaan, had ze net pas gehoord wat Zalazar gedaan had en de longen uit haar lijd geschreeuwd om haar frustratie kwijt te raken. Ze vond het onmenselijk en ze wist zeker dat Rowena en zij het vanaf het begin bij het rechte eind gehad hadden. Ze hadden Zalazar er allebei niet bij willen hebben maar Goderic had ze overgehaald. Zalazar stond voor stress, daarvan was ze zeker.
“Helga heeft gelijk, je wilt toch niet dat je als een monster gezien word?” zei Rowena kwaad. Het was niet echt een vraag, ze sprak het uit alsof het een feit was, maar eigenlijk stond het Zalazar wel aan. Slangen werden ook gezien als monsters, de meeste mensen waren er bang voor. Waarom kon hij dat dan niet doen? Langzaam schudde hij zijn hoofd, alsof Rowena gelijk had en wist dat daarbij de zaak was afgedaan. Alsof ze echt geloofde dat hij dat zou doen. Natuurlijk was Rowena niet zo naïef, maar wist er niks op in te brengen. Misschien wel haar eerste keer.
“Het ministerie heeft de school goedgekeurd, maar hij mag alleen open blijven als we een logo hebben,” zei Rowena na een tijdje stilte. Ze had de inspecteurs de hele school laten zien en ook een paar lessen laten volgen, inclusief die van zichzelf. Helga grijnsde breed en Goderic liet ook klaarblijkelijk merken het geweldig nieuws was. Zalazar snoof even. En dat logo zou híj natuurlijk niet mogen maken. Hypocriet. Dat was hoe het vond. Hij had gelukkig nog een plan B, anders was hij allang kwaad geworden.
“Rowena en ik hadden besloten dat we alle vier een stukje maken, je weet wel als een soort schild zoals ze ook altijd een logo van een land doen. Die zijn al in vier gedeeld,” zei Goderic. Weer voelde Zalazar zich buitengesloten, al voelde hij wel dat het hem niet echt veel kon schelen. Alsof hij dat stelletje nodig had om zijn sociale behoeftes te bevredigen.
“Rowena dit, Rowena dat, komt er ooit wel is iets nieuws?” vroeg Zalazar half verveeld, half geïrriteerd. Hij had zijn kostbare tijd in deze school gestoken en ze overlegden alleen maar met z’n drieën leek het wel. Als hij dit eerder geweten had, dan had hij wel iets anders gedaan. Iets nuttigs.
“Kan je alleen maar zeuren?” vroeg Rowena verontwaardigd, “al vanaf het begin heb je alleen maar overal commentaar op gehad. Vind je het dan zo gek dat we niks met je bespreken? Als je nou redelijk zou zijn, dan pas zou ik het niet snappen.”
De uithaal van Rowena was waar geweest en Zalazar snapte dat ook, maar toegeven lag nou eenmaal niet in zijn aard en met een onverstaanbaar gemompel, dat onmogelijk positief kon zijn, deed hij het van zich af.
Met een ruk stond hij op, zijn stoel was op de grond gevallen en als blikken konden doden waren Rowena, Goderic en Helga al dood geweest. “Ik snap het al dat ik niet gewenst ben. Als je klaar bent met roddelen over me, dan kan je me vinden in mijn kamer.”
Na die woorden draaide Zalazar zich om en met grote stappen liep hij weg. Ze hadden hem al geaccepteerd hoe hij was, maar nu het erop aankwam draaiden ze ineens hun rug naar hem toe. Hij had het kunnen weten, ze waren zijn vriendschap niet waard. Zalazar verdrong het stemmetje dat zei dat hij hen ook nooit als vrienden gezien had en het dus ook geen echte vriendschap geweest was. Voor de buitenwereld had het tenminste een vriendschap geleken en hij wist zeker dat het voor Rowena, Helga en Goderic ook als een vriendschap geleken had. Wat kon hem nou schelen dat hij de enigste was die het nooit zo gezien had. Helemaal niks. Met een plof lande hij op zijn bed en gooide zijn kussen door de kamer heen. Een slang lag lekker warm bij de open haard. Zijn vriend, de enigste op wie hij rekenen kon. Met een glimlach op een slang waren al zijn negatieve gevoelens weg. Hij was hier alleen maar om zijn naam groter te maken. Niet om emotioneel te worden. Zalazar keek even in de spiegel die op zijn nachtkastje stond. Hij negeerde expres het fotolijstje. Op het fotolijstje stond een jonge Zalazar, zijn haar was iets korter geweest dat wat hij –nu hij ouder geworden was –langer had laten zitten. Voor de rest waren de gelaatstrekken nog hetzelfde geweest. Naast hem stond een oudere man. Hij had trots een arm om de jongen geslagen en zag er bijna identiek uit als het jongetje. Zijn neus was alleen puntiger en zijn haar was niet zwart maar blond. De vader van Zalazar Zwadderich die al op vroege leeftijd gestorven was. Als nu mensen naar hem vroegen over zijn vader zei Zalazar vaak dat deze weggelopen was. Hij wilde geen medelijden. Aangezien het al laat was, voelde Zalazar dat zijn ogen steeds zwaarder werden en niet veel later lag hij languit op zijn bed te slapen en het spiegeltje was uit zijn hand gegaan en was stuk gevallen op de grond. Dit kon Zalazar zelfs niet wekken, in zijn inmiddels diepe slaap.





_________________
She's wishing someone would notice the insecurities behind her smile, and the tears hiding behind her eyes
Profiel bekijkenStuur privébericht
jilly-ann
Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 0 Sikkels
Woonplaats: Huff's common room

jilly-ann is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Ma Jul 30, 2007 20:24 Terug naar boven Sla dit bericht op

Ik werd een beetje gek van die ruzie's elke keer ^^" Dus nu is er iets heel anders, maar ik hoop dat jullie het nog steeds als Zalazar Zwadderich zullen zien ^^"
Ik wil graag deze mensen bedanken:
duffie,
miss_sweet,
Emily x,
Felix Fortana,
Addiie
en
missme98


Hoofdstuk 5. Foute keuze

Zalazar had de volgende dag zijn excuses aangeboden. Al was dat niet nodig, het was waar wat hij gezegd had. Ze hadden telkens over hem lopen praten. Daarom had hij hun excuses maar geaccepteerd, wat hem veel makkelijker leek.
Zalazar liep naar zijn les toe. Dit keer had hij vijfdejaars, die gelukkig een heel stuk intelligenter waren dan de eerstejaars, waarvan hij ze niet eens het verschil tussen een antibezwering en een gewone bezwering kon leren. Natuurlijk lag dat ook aan het feit, dat hij er geen moeite voor deed.
“Vandaag gaan we het hebben over…” Verder kwam Zalazar niet want de deur die ging open. Helga kwam naar binnen gestapt en wenkte hem. Zalazar zuchtte en gebaarde zijn studenten dat ze verder moesten lezen waar ze gebleven waren. Niet dat deze les toch interessant zou gaan worden, alleen de leerlingen van Zwadderich kregen leuke lessen…
“Rowena heeft een lek gevonden in het meisjestoilet op de tweede verdieping,” zei ze gehaast. Zalazar trok zijn wenkbrauw ongeïnteresseerd omhoog, al maakten zijn hersens overuren. Ze waren er toch niet achter gekomen?
“Waarom in merlijns baard, haal je me dan halsoverkop van mijn les vandaan?” vroeg Zalazar. Zijn stem klonk geïrriteerd en snel veranderde hij. Ze hadden besloten geen ruzie te maken en anders zou hij er ook niet achter komen of ze van zíjn geheim wisten.
“Ik ben je niet halsoverkop gaan halen,” zei Helga verontwaardigd. Daar kwam het al, nu was ze weer beledigd. Natuurlijk zag hij het gehijg verkeerd… natuurlijk…
“Helga, mijn beste vriendin, je hijgt nog erger dan een Hippogrief die de aarde rond gevlogen heeft,” zei Zalazar bezorgd. Nep natuurlijk, wat anders? Hij zag Helga even haar wenbrauw omhoog trekken en toen volste verbazing? Dacht ze nu echt dat hij veranderd was?
“Goderic had gelijk, je valt nog wel mee,” zei ze glimlachend. Zalazar glimlachte even en hij zag al snel dat Helga moest blozen. Hier kon hij nog wel wat mee, hij zou haar wel uithoren. Zalazar deed een stapje naar voren toe en hij zag dat Helga het ongemakkelijk vond, maar toch deed ze geen stap achteruit.
“Het enigste wat ik nu weet is dat je mooie ogen hebt,” zei Zalazar slijmerig. Dit ging te makkelijk… Nog een klein stapje deed hij naar voren toe, maar dit keer ging Helga wel naar achter toe. Verbazing van duidelijk van zijn gezicht af te lezen. Net had ze het nog niet erg gevonden!
“Zalazar, niet hier!” siste ze, “niet voor al die leerlingen.” Zalazar keek even naar zijn lokaal waar iedereen naar ze keek. Tenminste, dat was zo voor Zalazar keek en ze snel weer verder lazen. Inderdaad, veel plubliek kon hij beter maar niet hebben. Hij knikte naar Helga en duwde haar met lichte hand een andere richting in.
“Je hebt gelijk, voor je het weet praat de hele school erover,” zei Zalazar. Al had hij het niet over zijn verleidingsacties. Hij zou het niet kunnen veroorloven dat te veel mensen van zijn geheim zouden weten. Even later kwam ze aan in een lege gang.
“Moeten we niet naar-” begon Helga maar terwijl Zalazar resoluut zijn hoofd van niet schudde hield ze maar op. Haar protesten schenen niet veel te werken en eerlijk gezegd vond ze het zo erg nog niet. Niet dat ze dat Zalazar zou vertellen, telkens als hij een compliment kreeg scheen hem dat naar zijn hoofd te schieten. In een slechte manier overigens. Nog steeds op haar hoede lette ze op elke beweging van Zalazar. Met hem wist je het immers nooit. Maar elke beweging die ze van hem volgde hoe meer ze de kriebels in haar maag voelde, die pas een paar minuten geleden ineens besloten tevoorschijn te komen.
“Weet je, ik vind je al best een tijdje leuk,” zei Zalazar ineens na een stilte. Nonchalant ging hij tegen een muur leunen en keek naar zijn voeten. De perfecte houding om verlegen te lijken. Wat had hij hier al veel vrouwen mee zover gekregen dat ze alles voor hem zouden doen. Natuurlijk had hij wel eens een blauwtje gelopen, zijn manier was niet waterdicht.
“Echt?” vroeg Helga hoopvol. Wat was dat nou weer voor antwoord in merlijns baard! Dat kind hoorde nu van vreugde in zijn armen te vallen en te zeggen dat de gevoelens wederzijds waren! Hoe durfde ze! “Ik vind je ook wel leuk.” Dat leek er meer op. Zo kende hij Helga weer terug. Ze was echt snel om te praten in iets. Iets wat hij altijd leuk aan haar vond. Alleen met het zuiverbloed had hij haar niet kunnen ompraten! Rowena was hem vast en zeker voor geweest, die verpeste alles voor hem.
“Waarvoor…” Snel slikte Zalazar zijn woorden in. Voetstappen klonken op de gang. Hij wenkte Helga en loosde haar zachtjes een deur in. Zonder te kijken wat het was liep hij er ook in en deed toen het lichtje aan. Deze deed het net lang genoeg om te kunnen zien dat ze in een bezemkast stonden.
“Zalazar hoe knus het ook is, volgens mij kunnen we beter terug gaan,” zei Helga zwakjes. Zalazar haalde een onhoorbare zucht en rolde even met zijn ogen. Ze moest wel meewerken! Oké hij moest zijn persoonlijk geheime wapen er maar bij halen.
“Als je bang bent in het donker bescherm ik je wel,” zei hij verleidelijk. Hij sloeg zijn armen om haar heen en als snel gingen zijn lippen van haar nek tot naar haar mond. Dat was toch wel genoeg? Nu zou ze hem toch wel alles vertellen?
“Dat was geweldig,” zei Helga dromerig terwijl hij haar hand op zijn borstkas voelde. Zalazar onderdrukte de neiging kotsgeluiden te gaan maken. Een respecteert man, die een minderwaardige –een bloedverrader –kuste! Het was voor het goede doel.
“Vertel me nu is waarom Goderic en Rowena me zo graag bij de lekke toilet willen hebben,” zei Zalazar vriendelijk. Hij moest het weten! Even viel er een stilte. Een stilte die Zalazar gek maakte van ongeduld.
“Ze zijn bang dat iemand een bezwering erop heeft uitgesproken en willen jou zekerheid weten,” zei Helga verbaasd. Natuurlijk verbaasd van de plotselinge ommekeer van het gesprek. Zalazar echter, werd kwaad. Hij had Helga voor niks gezoend! Hij moest komen voor zoiets onbenulligs! Toch wist hij nu wel dat zijn geheim nog veilig was. Voor nu dan, hij zou de veiligheidsmaatregelen moeten aanpassen….





_________________
She's wishing someone would notice the insecurities behind her smile, and the tears hiding behind her eyes
Profiel bekijkenStuur privébericht
jilly-ann
Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 0 Sikkels
Woonplaats: Huff's common room

jilly-ann is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Ma Aug 06, 2007 19:15 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 6. De -niet zo- ongewenste indringer.

Zalazar liet Helga achter in de bezemkast en liep met grote passen naar de meisjestoiletten. Hij bekeek het even grondig. Hij was er zeker van dat híj er geen bezwering over gesproken had. Nog niet, althans. Daarvoor had hij de tijd nog niet gehad.
“Het is gewoon een lek, waarvoor zou daar een bezwering voor opstaan?” vroeg Zalazar verbaasd toen hij het ding grondig bekeken had. Rowena keek hem met open mond even aan maar duidelijk herstelde ze zich snel en vond weer een houding. Zalazar echter keek er niet van op, al keek Rowena niet al te begrijpelijk.
“Zalazar, in de naam van Merlijn! Je hebt zelf de bezwering uitgesproken zodat niets zou lekken,” zei ze gevaarlijk. “Als je hoofd niet vast zat, vergat je zelfs die nog.” Zalazar zei wijs een keertje niks. Hij zou weer moeten verleiden, hun aandacht ergens anders op moeten laten focussen.
“Tot zo ver het stoppen met ruzie maken, we bakken er niet veel van is het niet?” vroeg Zalazar veel kalmer dan hij werkelijk was. Hij was boos, heel boos! Alsof hij de enigste was die wel is iets vergat. Wacht… vergeten… de kinderen… Hij had nog steeds les! “Het is dat ik nu les heb, en moet gaan anders had ik het graag opgelost.” [i]Dus niet[i].
Met grote en bedachtzame passen liep Zalazar weg. Inmiddels was de bel al een tijdje geleden gegaan en had hij op dit moment helemaal geen les. De leerlingen zouden al weg zijn gegaan, zonder zijn huiswerk. Ach, hij had wel beter dingen te doen, dan huiswerk op te geven om dat vervolgens na te moeten kijken.
Zoals zijn gast een welkom heten. De grijns was terug op zijn gezicht. Gelukkig had hij er nog pas geleden eentje gevonden, die zou mooi van pas komen. Zalazar liep naar de uitgang van de uitgang van het schoolgebouw en keek even of er niemand buiten was. Ze hadden gelukkig allemaal les en hadden geen zin om vrijwillig door de regen heen te lopen. Zalazar echter, hield van de regen. Het was lekker verkoelend. Hij kon er echt uren in doorlopen. De mysterieuze wolken die soms een donderschok loslieten. Of de gevaarlijke geluiden van het onweer lieten horen. Zalazar vond de wolken en de regen een regelrecht wonder. Zalazar liep over het schoolplein heen, terwijl hij van de druppels genoot die op hem kwamen. Hierdoor kwam hij nou echt tot rust. Toch had hij zijn pas niet vertraagd en zo kwam het al snel dat hij buiten het schoolplein kwam. Als hoofd van de school, had hij natuurlijk zijn eigen toestemming de school te verlaten. Niet veel later verdween hij weer.
Niet veel later verscheen Zalazar in zijn eigen huis. Alles was nog intact maar hij had ook bezweringen over zijn eigen huis heen uitgesproken. Hij vond dat je niet voorzichtig genoeg kon zijn. Even graaide hij in zijn la en haalde er een blaadje uit. Weer verdween hij voor het oog.
Dit keer belande Zalazar in een dicht bos. Een heel bekend bos, maar niet het bos dat aan Zweinstein lag. Dit bos was veel gevaarlijker, maar daarbij ook veel meer mysterieuzer. Precies iets wat hem aantrok. De regen echter viel nog steeds met bakken uit de hemel en hij was helemaal doorweekt. Als hij nog langer zo zou staan, dan zou hij zeker ziek worden.
“Het is tijd,” zei Zalazar in sisselspraak. Dit zou zijn verdediging aantrekken. Een basilisk, want dat was het gene waarvan hij beloofd had ooit uit het bos te laten. Hij kon reuze goed met slangen omgaan, mede doordat hij ze verstond en ze advies kon geven. Niet dat hij nu ineens een therapeute was of iets dergelijks. Alleen de gedachte al deed hem kokhalzen. Na een tijdje hoorde Zalazar geritsel. Hij deinsde niet terug, zoals elk ander gedaan zou hebben. Zelfs een heks of tovenaar zou dat gedaan hebben, maar Zalazar had het zelf opgeroepen. Wist dat hij er macht over had. Daarom kwam het dat hij niet bang was voor het ding dat op hem af kwam. Hij kon het alleen niet recht in de ogen kijken. Gelukkig voor hem was deze blind, maar droeg wel een jong. Dan waren ze nog agressiever en daarbij kwam dat het jong weer gebruikbaar was voor hem. De reusachtige slang kwam al snel voor zijn neus en omdat het zo donker was zag hij alleen de vage omtrek. “Het is tijd je naar een nieuwe huis te brengen.”
De slang protesteerde niet toen Zalazar hem aanraakte om te kunnen verschijnselen, al liet deze wel duidelijk merken het niet gewend te zijn. Voor het schoolplein verdwijnselde hij. De zon echter had besloten tevoorschijn te komen en in plaats van zijn verwachtte, stille schoolplein was die nu overvol. Zalazar fluisterde naar de slang de weg naar de kamer toe. Zíjn geheime kamer. De geheime kamer van Zwadderich. Niet eens wetend dat het een legende zou worden. Ineens ging er een alarm af. Snel haastte Zalazar zich de school binnen en zag Helga, Goderic en Rowena staan.
“Wat is er aan de hand?” vroeg hij geschrokken. Er was toch geen aanval op Zweinstein? De dreuzels waren toch niet achter hun geheim gekomen? De rest was toch niet achter zíjn geheim gekomen? Allemaal vragen gierden door zijn hoofd heen.
“Er is een inbreker. Iemand die niet in Zweinstein hoort te zijn, is er nu toch,” zei Helga ademloos. Ze leek oprecht bezorgd. Bij Zalazar zakte de angst. Hij wist al wie de inbreker was. De onuitgenodigde gast, al was de slang natuurlijk toch wel uitgenodigd. Dit feit kon hij niet echt uitleggen omdat de andere dan wilden weten waarom.
“Ik ga de indringer wel zoeken,” zei Zalazar, die zich geheel vrijwillig aanbood. Hij wenste vurig dat de verbaasde uitdrukking van zijn vrienden wegging van hun gezichten. Alsof hij nooit wat deed. O, dat was ook zo. Hij liep met passen weg en haastte zich naar zijn geheime kamer om te zien of de slang aangekomen was. Veilig aangekomen, het jong mocht niks overkomen. Het jong was de toekomst van zijn geheim. De slangen konden 1000 jaar leven.





_________________
She's wishing someone would notice the insecurities behind her smile, and the tears hiding behind her eyes
Profiel bekijkenStuur privébericht
jilly-ann
Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 0 Sikkels
Woonplaats: Huff's common room

jilly-ann is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Do Aug 09, 2007 19:46 Terug naar boven Sla dit bericht op

Ik wil graag:
Emily x en miss_sweet
bedanken omdat ze onophoudbaar het verhaal blijven lezen, én te reageren al is het dan via msn Wink

Hoofdstuk 7. Bijna door de mand

Zalazar zei in sisselspraak een woord tegen de lekkende kraan. Deze wc moest juist de hele tijd defect zijn zodat het niet zou opvallen dat hij er telkens in zou sluipen. Dat kon hij onmogelijk Rowena uitleggen, noch Goderic, noch Helga. Bah, alleen de gedachte al deed hem weer denken aan de zoen die ze gedeeld hadden. Nee, goed zoenen kon ze niet. Dat maakte de misfout niet beter. Als hij een kotszakje zou hebben dan nou ja… dan zat die nu vol. Even later kwam Zalazar in een donkere gang uit. Deze was helemaal schoon gemaakt. Hij wilde niet dat zijn kersverse huisdier zich als oud vuil zou voelen.
“Ben je veilig aangekomen?” vroeg Zalazar bezorgd. Nee, niet om de slang zelf. Meer zodat hij zeker wist dat zijn geheime kamer met meer bescherming was beveiligd. Hij hield meer van… zichzelf. Een ijdele man, die Zalazar. Niet zo slim aan de andere kant.
Zodra hij antwoord gekregen had, een goedgekeurd antwoord weliswaar, want met een tevreden antwoord liep hij terug, liep hij weer terg naar boven. Hij klikte op een knopje en de buis, waardoor hij in de eerste plaats in de geheime kamer kwam, zoog hem weer omhoog. Hij had aan alles gedacht, althans dat dacht hij.
Zodra zijn gezicht boven gekomen was en de poort afgesloten was ging de deur open en Zalazar had al geen tijd meer om zich te verstoppen en het gezicht van Rowena kwam tevoorschijn. Even keek ze hem verbaasd aan maar al snel keek ze beschuldigend.
“Zalazar Zwadderich!” riep ze gefrustreerd. Geen goed teken overigens, zelfs Zalazar was daar bekend mee. Als Rowena je hele naam gebruikte zat je goed in de problemen. Heel diep in de put. Of nou ja, je zou liever willen in een put te zitten. Met elke stap die ze dichterbij zette voelde Zalazar meer de neiging zijn lichaam te bedekken tegen enige vloeken of lichamelijk contact. Lichamelijk contact dat letsel achterlaat. Vlak voor hem bleef ze stilstaan. Ze stak haar vinger bestraffend in zijn borst. Zijn sterk gespierde borst, zo vond Zalazar het zelf tenminste. Rowena zelf was veel te woedend om zelfs ook maar te voelen of dit de waarheid was. “Je zou kijken of er een indringer is. Je hebt niet gezegd dat je in een meisjes wc zou zitten te… Wat doe je hier eigenlijk!”
Zalazar aarzelde even. Wat voor smoes zou hij moeten verzinnen! Dat het loos alarm was? Nee, Rowena wist dat ze geen fouten maakte. Dat hij bang was? Hij toch al lang bewezen dat niet te zijn! “Het spijt me maar…” Verder kwam hij al niet want Rowena was alweer uitgesprongen.
“HET SPIJT JE? IS DAT HET ENIGSTE?” zei Rowena alsof ze haar oren niet geloven kon. Ze had hem niet eens uitlaten praten, maar Rowena zag er ook veel te boos en afgepeigerd uit om hem ook maar een goede kans te geven. Rowena herstelde haar gedrag echter al heel snel en zei vervolgens kalm: “Het spijt mij niet dat ik je een arrogante kwal vind. In merlijns baard, als je iets zegt moet je niet ineens iets anders doen en zeuren dat we je te weinig vertrouwen!”
Dat was een rake, Zalazar had dat heus wel door. Wat kon hij anders doen? Als hij hen in vertrouwen zou nemen dan zouden de ruzies pas écht oplopen.

Zalazar liep over het plein heen. Een jongeman zat in het midden en hij verkocht allerlei spullen. Vriendelijk glimlachte Zalazar en liep ernaar toe. “Hoi, mijn naam is Zalazar Zwadderich, ken ik jou niet ergens van?” vroeg hij vriendelijk maar toch verbaasd.
De jongeman tegenover hem lachte even en haalde zijn schouders op. “Dat kan best, ik sta hier elke dag,” zei hij met een grote grijns. “Mijn moeder heeft al deze dingen gemaakt, zei dat het van pas zou komen en mijn pa kwam op het idee een winkel te maken om de spullen te verkopen. Hij heeft het zwaar sinds ze dood is.”
Bezorgd keek Zalazar de jongeman aan. Een gevoel van oprecht medelijden ging door hem heen.


Zalazar schudde zijn hoofd. Hij kon nog steeds niet geloven sympathie te hebben gevoeld voor die man, Goderic Griffoendor. Hij was steeds meer en meer met hem gaan praten. Ze werden zelfs vrienden, maar toen Zalazar’s ouders erachter waren gekomen hadden ze hem alles geleerd over het respect en welbestaan van de familie. Het was van hoge stand en hij kon toch onmogelijk met de verkeerde mensen omgaan. Dat was als verraad. Schamper keek hij Rowena aan, alsof de woorden hem niks deden. In feite was dit wel het geval, maar laten merken zou hij het nooit. Hij zou koste wat het kost zijn familie in ere houden al was hij de laatste Zwadderich die nog leefde.
“Denk je nou echt dat ik nu ineens beter word door je lieve complimenten?” vroeg Zalazar bot. Hij rechtte zijn rug en keek Rowena kil aan. “Als je het zou graag wilt weten kan je het ook gewoon normaal vragen!”
Hij zag Rowena even twijfelen maar ze zei toen toch met enige tegenzin “Al goed, Zalazar wat doet een man van U stand hier zo alleen, terwijl hij iets anders hoort te doen?”
Zalazar kreeg een twinkeling in zijn ogen. Ach, nog meer leugens konden er wel bij. Zijn hele leven was al een leugen geweest. Nog voor hij geboren was. “Mijn beste Rowena, de indringer was deze wc ingevlucht maar toen ik binnen kwam was hij spoorloos verdwenen. Ik heb geen goed blik van zijn gezicht kunnen nemen. Het raam aan de andere kant staat wel open, ik denk dat hij daardoor ontsnapt is.”
Rowena liet een zucht ontsnappen. “Zalazar, ik geef mij de schuld dat de indringer nu waarschijnlijk weg is. Het spijt me dat ik je verdacht had. We hebben te lang staan te wachten en ik denk dat de vogel nu vervlogen is,” zei ze verontschuldigend. Hoorde hij nu schuld in haar stem? Een engelenkoor galmde nu al door zijn hoofd heen. Hij had zijn gelijk gekregen!





_________________
She's wishing someone would notice the insecurities behind her smile, and the tears hiding behind her eyes
Profiel bekijkenStuur privébericht
jilly-ann
Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 0 Sikkels
Woonplaats: Huff's common room

jilly-ann is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Do Aug 30, 2007 13:16 Terug naar boven Sla dit bericht op

Ik wil graag:
Emily x en miss_sweet
bedanken.

Hoofdstuk 8. Studentproblemen.

De dagen verstreken en Zalazar had zijn belofte gehouden de leerlingen als gelijke te behandelen. Dit ging best wel makkelijk aan hem af omdat als hij een werk nakeek de namen zorgvuldig bedekte. Dat was de enigste manier waarop het hem lukte en regelmatig betrapte hij zichzelf erop toch te spieken maar hij vond dat het aardig lukte. Zweinstein leek weer rustig voor zover dat kon met de leerlingen. Ze waren naar zijn mening veel te luidruchtig en maakten teveel drama’s. Aan het einde van de week aan de eettafel kwam hij dan eindelijk op het onderwerp.
“Waarom denken ze dat ik ze kan helpen als ze hun huiswerk niet snappen? Daar hebben ze toch boeken voor gekregen!” zei hij ongelovig. Het zou nooit tot zijn hersens doordingen dat een leraar ook de taak had alles uit te leggen. Dat vond Zalazar helemaal niet nodig. Te veel onnodig werk. Het zou niks voor hem zijn om dat extra werk dus ook daadwerkelijk uit te voeren. Naast hem zat Goderic. Zijn beste vriend was al een aantal jaren ouder als dat hij was. Zalazar had nooit meer in liefde geloofd toen zijn ouders een vroegere vriend –een dreuzel- van hem hadden vermoord. Zo was hoe de wereld er gewoon uit had moeten zien en hij zou als een trotste Zwadderich die traditie voort zetten.
“In boeken staat niet alle wijsheid. Soms overtreffen onze ervaringen die boeken, het is onze taak die aan de leerlingen door te geven,” zei hij geduldig. Een nauwelijks onderdrukte walging nam plaats op het gezicht van Zalazar. Zijn ervaringen waren alles behalve aangenaam geweest en hij was er zeker van dat hij het met niemand zou willen delen. Als op de dag van vandaag kon hij nog heel goed herinneren hoe zijn ouders zijn dreuzelse vriend vermoord hadden en hij had het niemand anders toegewenst op dat moment. Toch was hij gaan geloven in de normen en waarden van zijn ouders. Het waren toch de mensen die hij dag en nacht zag. Toch liet het beeld van zijn vriend nooit zijn netvlies meer los.

Zalazar was naar zijn vader ontboden en meteen was hij komen opdagen. Hij wist dat er anders een straf stond te wachtten die hij liever niet wilde hebben. “Is er soms iets mis, vader?” had hij beleefd gevraagd. Zijn vader, die al duidelijk ouder, werd had een zucht geslaakt. In zijn haar waren al enkele grijze haren zichtbaar en Zalazar was zo oplettend daar niks over te zeggen.
“Ik wil het graag over je gedrag hebben,” had hij op kalme en serieuze wijze gezegd. Zalazar had braafjes geknikt. Wetend dat hij toch geen andere keuze zou hebben. “We zijn al jarenlang een zuiver soort. We zijn niet van plan dat door een eigenwijs jongetje te laten verpesten,” zei zijn vader bitter, “Ik verbied je om nog langer met die dreuzels om te gaan en je als een bloedverrader te gedragen. Die modderbloedjes moeten links worden te laten liggen.”
Voor Zalazar was het eigenlijk al duidelijk dat tegenspraak geen gratie zou hebben. Dat het geen enkel nut zou hebben, maar toch stak hij zijn mond open. “Het is niet eerlijk! Het is toch mijn leven? Het zijn mijn vrienden! Die kan ik niet zomaar in de steek laten.” Zijn wanhopige kreet had natuurlijk geen succes en het was het ongeluk dat Alexander Asses net over straat liep. Zijn beste vriend die hij bijna al zijn geheimen had toevertrouwd.
“Laat dit een waarschuwing zijn,” zei zijn vader en hij had vliegensvlug zijn toverstok gepakt en Alexander eerst gemarteld voor hij de doodsspreuk gebruikte. In die tijd was de spreuk nog vrijwel onbekend en dus ook niet illegaal.


Zalazar kon nog steeds spontaan tranen in zijn ogen krijgen als hij eraan terug dacht, maar hier, zo voor de volle zaal, lukte het hem zonder veel moeite zich in te houden. Hij had altijd geleerd zijn gevoelens voor zichzelf te houden en als zijn vader was komen kijken of zijn zoonlief al sliep was hij gestopt met huilen. Natuurlijk had de tijd hem hard gemaakt en diep van binnen was hij het er niet mee eens geweest maar toch was hij trots op zijn dikke huid. Haast niemand kon hem kwetsen. Snel nam hij een paar happen van zijn eten eer hij protest zou laten horen. Goderic nam van dit moment dankbaar gebruik ook nog wat van zijn eten te kunnen benuttigen.
“Doe niet zo gek. De boeken zijn goed genoeg om huiswerk mee te maken en daarbij hebben ze ook de bibliotheek nog,” zei Zalazar luchtig. Een bibliotheek was een grote luxe in die tijd. Zeker omdat die allemaal boeken bevatte over onderwerpen die eigenlijk verboden waren. “Het is niet de bedoeling dat ze de hele geschiedenis zouden moeten weten over hun leraren. Dat zou gek zijn. Tieners zijn niet geïnteresseerd in het leven van een volwassen man als ik. Evenmin als in het jouwe,” wees hij zijn vriend terecht.

Een paar uur later hadden de vier oprichters weer verzameld. Het was gekkenwerk de studenten uit de andere afdelingen te houden dus moesten er maatregelen komen, zo vond óók Zalazar. Hij had totaal geen protest. Het was uiterst irritant dat hij telkens mensen moest wegsturen en zo aan weinig slaaprust kwam.
“Ik stel wachtwoorden voor,” zei Helga. Goderic en Zalazar knikten allebei instemmend. Het was niet eens zeker te zeggen wie als eerste had ingestemd had. Het feit was natuurlijk dat ze dat wel gedaan hadden. Rowena echter schudde haar hoofd.
“Ik wil dat de studenten geen wachtwoord krijgen. Ik wil dat ze diepzinnig moeten kunnen zijn,” zei ze na een kleine stilte. Een klein glimlachje was uit haar mond ontsnapt. Goderic schudde hier tegen zijn hoofd.
“Jou studenten kunnen het misschien wel aan, die zijn het slimste, maar de minder getalenteerde zouden dat nooit aankunnen,” zei hij hoofdschuddend. “We houden het wel bij wachtwoorden.”
Met enige tegenzin ging ook Rowena met die aanbod akkoord. Hoeveel ze ook zou willen protesteren, ze wist dat Goderic gelijk had wat zijn mening betreft.





_________________
She's wishing someone would notice the insecurities behind her smile, and the tears hiding behind her eyes
Profiel bekijkenStuur privébericht
jilly-ann
Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 0 Sikkels
Woonplaats: Huff's common room

jilly-ann is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Za Sep 08, 2007 19:28 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 9. Dreigbrief.

Zalazar liep vrolijk door de gangen heen. Hij was niet zijn eigen boze zelf. Integendeel, velen vonden deze nieuwe kant zelfs nog enger. Hij kon eindelijk een modderbloedje van school af sturen. Zeker dat hij dat wapen in zijn bezit zou houden. Hij kreeg een grote grijns op zijn gezicht. O zeker dat hij deze erin zou houden. Modderbloedjes, degene die het niet waard waren. Hoewel Rowena hem zo vaak van republiek diende. Hij snoof even toen hij aan al die keren dacht. Vrolijk kwam hij zijn klas binnen, waar iedereen meteen doodstil was.
“Zijn jullie je tong verloren?”vroeg hij vrolijk. Even keken ze hem verbaasd aan, tot ze beseften wat hij bedoelde. Meteen gingen de monden open. Een jongen kwam naar voren toe. Zalazar was inmiddels aan zijn tafel gaan zitten. Zijn glimlach betrok een beetje, een modderbloedje!
“Meneer?” vroeg hij even aarzelend. Zalazar knikte dat hij verder mocht gaan, al keek hij wel hooghartig. “Die brief van vanmorgen die kwam van mij.” Zalazar lachte even hardop.
“Het is erg nobel van je dat je het opneemt voor je broertje, maar ik herken het handschrift,” zei hij duidelijk. Zijn stem maakte al meteen duidelijk geen tegenspraak te dulden. Wat zou Rowena haar woorden toch terug moeten nemen. Hij voelde de overwinning al.
“Mijn broer en ik hebben hetzelfde handschrift,” zei de jongen, Trevor werd hij genoemd, geïrriteerd. Zalazar schudde zijn hoofd.
“Ze zijn bíjna identiek maar hij maakt langere lussen,” zei Zalazar. Hij zou zo graag punten willen aftrekken. Waarom ook niet? “Twintig punten aftrek voor Griffoendor. Het worden er meer als je nu niet gaat zitten.”
Snel ging Trevor zitten. Zalazar stond op. Met zijn toverstok wees hij op het bord. Ze zouden een praktijk les krijgen. “Als jullie nu paren vormen kunnen jullie de bezweringen oefenen die jullie geleerd hebben,” zei hij luid en duidelijk. Daarna ging hij weer aan zijn bureau zitten. Hij had zijn nakijk werk wel heel erg verwaarloosd en het werd hoog tijd eraan te beginnen.
Zalazar keek ook niet op toen er een harde gil klonk. Hij keek pas op toen iemand angstig hem riep. Geërgerd keek hij op en keek naar het vechtende stel.
“Ophouden! 20 aftrek voor Griffoendor!” riep Zalazar. Hij haalde Trevor weg van één van zijn eigen afdeling. Zeker niet dat daar punten afgetrokken zouden worden! Hij moest wel, ze keken hem allemaal verwijtend aan. “5 punten aftrek voor Zwadderich. Ik weet zeker dat meneer Trudo begonnen is.” Iedereen wist inmiddels dat tegenspreken geen zin had. Niet bij deze man.
“Híj was begonnen,” protesteerde Trevor. Zalazar keek hem even kwaad aan. Waardoor Trevor een beetje in elkaar kromp. Meer mensen begonnen te protesteren maar daar gaf Zalazar geen acht op.
“Jullie mogen allemaal gaan. Trudo, voor jou is er vanavond nablijven,” zei Zalazar streng. Hij negeerde de verontwaardigde blik van de jongen en ging weer aan zijn bureau zitten. Wat had hij een hekel aan kinderen. Altijd dachten ze het beter te weten. Hij was de leraar, verdorie!

Even later stond Zalazar tegenover Goderic. “Waarom heb je Trudo strafwerk gegeven?” vroeg hij verbaasd. Zalazar haalde nonchalant zijn schouders op.
“Hij heeft gevochten!” zei hij daarna uit verdediging. “Hij heeft gewoon gevochten bij mij in de klas, ik dacht dat vijfdejaars wel beter zouden weten.”
“Heb je zijn tegenstander ook gestraft dan?” vroeg Goderic scherp. Hier was Zalazar al op voorbereid geweest. Hij had het voor de zekerheid toch maar schoorvoetend gedaan.
“Zeer zeker, hij gaat vanavond met Trudo de gang schoonmaken,” zei Zalazar hooghartig. Hij voelde zich duidelijk boven Goderic verheven. Goderic werd hij allerminst geïntimideerd door. Hij knikte enkel kort en verliet toen de kamer. Toen kwam Rowena eraan. Precies degene die hij nodig had.
“Is het waar wat Goderic zei?” vroeg ze kwaad. Zalazar rolde even met zijn ogen. Het waren haar zaken toch niet!
“Het is al opgelost,” zei Zalazar meteen sussend, “maar ik moest je ook nog om iets spreken.” Rowena keek hem even verbaasd aan.
“Spreken? Waarom dan?” vroeg Rowena. Ze had haar wenkbrauw omhoog getrokken, wat al duidelijk liet merken dat ze het er waarschijnlijk niet mee eens was.
“Meneer Trudo. Niet die strafwerk heeft, maar die andere heeft mij een dreigbrief gestuurd,” zei Zalazar. Hij speelde even dat hij er erg door gekwetst was. Dit hield hij echter niet lang vol, daarom ging hij maar voor verontwaardigd.
“Dan geef je hem toch strafwerk,” zei Rowena schouderophalend. Zalazar keek haar met open mond aan. Snel deed hij deze dicht.
“Strafwerk?! Heb je het wel is gelezen? Ik zou zeker voor eraf halen stemmen,” zei Zalazar. Hij haalde snel het briefje uit zijn zak en liet het Rowena lezen.

Beste meneer Zwadderich,

U denkt misschien wel veel te zijn, maar U maakt zo geen vrienden.
Ik zou maar beter opletten waar U loopt. Er zou zomaar ineens iemand U willen vervloeken.
Iemand zoals ik. Er wordt gezegd dat U niet terug deinst voor moord, nou wij ook niet.
Dat U het maar weet.

Anoniem.


Zalazar gebaarde wild naar het briefje. Hoe onrechtvaardig het wel niet moest zijn. “Gelukkig kon ik nog met handschriften vinden wie het was,” zei Zalazar, die rustig verder ging met zijn toneelstuk. Rowena glimlachte enkel.
“Dit zijn gewoon kwajongensstreken,” zei ze onbezorgd. “Ze willen juist aandacht en zo geef je ze juist die.”
“Ik geef ze geen aandacht!” zei Zalazar mokkend. Hij draaide zich demonstratief van Rowena vandaan. Hij had tenminste een beetje steun verwacht.
“Doe nou niet zo raar,” zei ze smekend. Met tegenzin draaide Zalazar zich om. Ze pakte het briefje nog een keer om het door te lezen.
“Ik word niet graag voor een moordenaar uitgemaakt,” zei Zalazar resoluut. Rowena knikte, dat ze dat begreep. Daarna legde ze haar hand op zijn schouder.
“Als het een volbloed was, weet ik zeker dat je milder geweest zou zijn,” zei ze daarna twijfelend. Zalazar keek haar even boos aan. Zeker dat hij dat zou doen, maar dat ging haar niks aan. “Het beste is niks te doen.”
Zodra Rowena weg was, ging Zalazar kwaad weg. Hij wist al precies waar hij heen moest. “Als niemand wat doet, doe ik het zelf wel.”





_________________
She's wishing someone would notice the insecurities behind her smile, and the tears hiding behind her eyes
Profiel bekijkenStuur privébericht
jilly-ann
Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 0 Sikkels
Woonplaats: Huff's common room

jilly-ann is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Za Sep 22, 2007 19:23 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hey allemaal,
Ik wil graag
Emily x bedanken voor haar reactie. Ook moet ik zeggen dat ik het verhaal waarschijnlijk snel ga beëindigen. Aangezien ik maar voor 2/3 mensen aan het schrijven ben, dan schrijf ik liever een ander verhaal dat wél gelezen wordt. Als je dus niet snel een einde wil zou ik vooral zeggen: reageren. Anders stop ik echt

Hoofdstuk 10. Dood met een serenade.

Met grote en gehaaste passen liep Zalazar meteen naar de tweede verdieping. Hij lette er erg op dat niemand hem zou volgen. Dat zou immers zijn hele plan in de war schoppen. Zijn grijns verraadde dat wat hij ook wilde doen, niemand het liever wilde weten. Dit was meestal al wel het geval want iedereen probeerde hem zoveel mogelijk te negeren. Dit was het grootte voordeel voor Zalazar. Al snel was hij in de meiden wc waar toch niemand kwam omdat de wc die elke keer defect was toch maar raar gorgelde en soms zelfs de neiging had al zijn water ineens los te laten. Natuurlijk dat hij hier achter zat. Alsof het zo moeilijk was een toilet te beheksen.
“Ga open,” siste hij tegen een kraan. Dit was in sisselspraak die hij natuurlijk behoorlijk goed beheerste. Dat hoorde bij zijn familie. Net als de medaillon die om zijn nek heen hing. Zijn geluksmedaillon noemde hij het altijd. Een buis kwam tevoorschijn en zonder ook maar enige aarzel sprong hij erin. Een paar minuten kwam hij, wat waarschijnlijk wel, duizend meter onder de school uit. Zijn geheime hol, of zoals hij het liever noemde zijn geheime kamer. Snel liep hij door de donkere ruimte heen, het was al duidelijk dat hij de kamer beter kende dan dat hij er voor het eerst was. Weer deed hij een deur open door er alleen maar tegen te praten. Het was maar goed dat het kleine slangetje net geboren was, want nu kon die zich mooi meteen bewijzen.
“Kom tevoorschijn,” zei hij op een bevelende toon. De twee slangen kwamen eraan. Hij keek streng, alsof ze zijn studenten waren. Zo zag hij ze althans wel, maar dat waren ze niet. “Ik wil dat jullie iets voor me doen.”
Zalazar legde zijn plan aan de slangen uit. Meteen waren ze weer weg gegaan om hun plan uit te voeren. Nu zou hij weer snel weg moeten gaan om niet verdacht te raken. De buis zoog hem weer zo naar boven toe waar hij snel naar de lerarenkamer rende. Daar ging hij zitten en deed alsof niks aan de hand was. Na zijn komst raakte de lerarenkamer steeds voller. Nog steeds geen bericht van zijn slachtoffer. Nou ja, hoe langer geen bericht was des te beter voor hem. Al snel na die gedachte kwam Helga geschokt en verward de leraren kamer binnen. “Er is een leerling aangevallen,” zei ze haastig. Dit was genoeg om de andere ook op te doen laten staan. Zalazar volgde kalmpjes. Al leek hij van buiten wel geschokt, van binnen was hij kalm. Hij wist al precies wat er gebeurd was, zijn plan had gewerkt.
Rowena zat naast de student. Het was een eerstejaars, een jongen. Trevor Trudo. Rowena had tranen in haar ogen. Zalazar rolde met zijn ogen, wat een achterlijk vertoon. Huilen om een modderbloedje. Toch veranderde hij zijn gezicht ook weer in plooi. Hij rende snel naar Rowena toe en liet zich op zijn knieën vallen om de pols te voelen. Natuurlijk was er geen hartslag. Die zou ook nooit meer komen ook. Hij schudde mistroostig zijn hoofd, terwijl hij van binnen juichte van plezier. Rowena snikte nog harder en een beetje aarzelend stond Zalazar op. Meteen daarna werd hij omgedraaid omdat iemand aan zijn arm trok. Kevin Trudo. Verbaasd keek Zalazar het kleine ventje aan.
“Iedereen weet dat jij het gedaan hebt,” zei Kevin kil. Hij had enigszins een snik in zijn stem maar hij was zeer duidelijk geweest. Zalazar keek het ventje kwaad aan. Leerlingen hadden totaal geen respect!
“Helemaal niet!” riep Zalazar verontwaardigd uit. Eigenlijk vertelde hij niet echt een leugen. Zijn slangen hadden hem gedood, zelf had hij niks gedaan. Alleen de opdracht gegeven. Kevin snoof even schamper. Hier kon Zalazar niet echt tegen. Leerlingen hoorden hem te geloven! Dat hoorde nou eenmaal zo. Hij had zo van die macht gedroomd en nu was het zo anders.
“Ja natuurlijk,” zei Kevin ongelovig, “hou je maar niet van de domme. Als eindelijk die vrienden van jou weten wat je gedaan hebt, zullen ze heus niet zo begripvol meer zijn.”
Met open mond keek Zalazar hem na. Wat een lef! Zomaar weglopen nadat hij hem had uitgedaagd. Dit zou zeker worden bestraft, maar pas de volgende dag. Hij had al genoeg aan Trevor.

Met een glimlach op zijn gezicht stapte Zalazar even later in bed. Hij deed zijn ogen dicht en probeerde wat te slapen. De dag was erg rommelig verlopen en hij kon best zijn rust gebruiken. Hij moest zijn pogingen alweer snel staken want hij hoorde een gitaar buiten spelen. Met een zucht trok Zalazar de dekens van zich af en zocht met zijn voeten zijn pantoffels. Zodra hij deze eindelijk gevonden had liep hij naar een brandlantaarn en zette deze met een simpele spreuk weer brandend.
Met grote passen bereikte Zalazar zijn raam om alvast te kunnen zien wie hij morgen strafwerk zou geven. Natuurlijk was dit enkel en alleen het werk van een smerig modderbloedje. Het kon niet anders zijn. Hij zag tot zijn grote teleurstelling dat het iemand van zijn eigen afdeling was. Iemand van zuiver bloed nog wel. Zodra ze zag dat hij keek glimlachte ze en ze begon te zingen.

“Professor Zwadderich, ik moet U eens iets zeggen,
ik weet niet hoe ik het anders, uit zou moeten leggen.
Ik ben niet verliefd, wees nou niet gevreesd,
Ik wil alleen maar zeggen, ik weet waar U bent geweest.

Professor Zwadderich, de hele school die weet het,
Een jongen die is dood en U gaat gewoon naar bed.
Check nu maar al U schade,
want dit is het einde van mijn serenade.”


Dat iemand uit zijn afdeling dat deed. Kelly Dilliën nog wel! Hij had altijd een hoge dunk van haar gehad. Alleen zei ze niet dat ze wist waar hij geweest was? Hij had zo’n haast dat hij niet voor de zekerheid gekeken had of er iemand in het toilet was. Had zij alles gezien? De ingang van zijn geheime kamer?





_________________
She's wishing someone would notice the insecurities behind her smile, and the tears hiding behind her eyes
Profiel bekijkenStuur privébericht
jilly-ann
Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 0 Sikkels
Woonplaats: Huff's common room

jilly-ann is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Wo Sep 26, 2007 20:42 Terug naar boven Sla dit bericht op

Ik wil graag Duffie en Emily xbedanken voor hun reacties ^^ And the war is still going on ^^
Veel plezier met dit hoofdstuk Wink

Hoofdstuk 11. Gevolgen van een verkeerde drank.

Met een zucht werd Zalazar wakker. Wie klopte er nu weer zo vroeg op zijn deur? Snel schoot hij in wat comfortabele kleren en deed slaperig de deur open. Nog een beetje verward zag hij een bos met rode rozen voor de drempel liggen. Met een opgetrokken wenkbrauw pakte hij snel het bosje en nam het mee zijn kamer in. Toen hij het op zijn tafel legde zag hij een briefje eruit komen. Voorzichtig om zich niet te steken aan de doorns haalde hij het kaartje eruit en begon met zijn ogen erover te lezen. Nou ja, wat was dit voor een zielige grap!

O Zalazaartje,
o dierbaar ventje der vaderen
Je bent echt mijn grote held!
Ik wil hiermee zeggen dat je alles voor me betekent.
Veel liefs,
Kelly Dillïen


Met een argeloos gebaar gooide Zalazar het briefje mét de rozen in de prullenbak. Toch bedacht hij zich en haalde het briefje er snel weer uit. Hij zou die Kelly er wel is mee confronteren. Eerst een achterlijk serenade zingen, wat overigens helemaal geen serenade was, en de volgende ochtend wilde ze ineens wél iets heel anders van hem!

Boos stapte Zalazar de leerlingenkamer van Zwadderich binnen! Met een ziedende blik stapte hij boos naar Kelly toe. “Wij moeten onder vier ogen praten,” zei hij streng. Hij zou zeker geen scène schoppen. Dan zouden er allemaal roddels komen. Dat was niet iets dat hij wilde. Met een grote glimlach liep Kelly achter hem aan. Wat wilde dat verdraaide kind toch?
Zodra hij gezegd had dat hij met haar onder vier ogen wilde praten had Kelly zich aan zijn arm geklemd en hield hem stevig vast. Hij had ondertussen al zijn verscheidende pogingen opgegeven om haar van zijn arm af te schudden, want allemaal waren ze zonder succes geweest. “Wat had die brief te betekenen?” vroeg Zalazar argwanend toen hij zeker wist dat niemand hen meer kon horen. Dat niemand kon meegenieten van een hele stomme brief. Hij bries van woede.
“Ach kom op. Het is heel simpel,” zei Kelly alsof ze uitlegde dat 1 en 1, 2 was, “wij horen bij elkaar. Het zal vast ook zo in de sterren staan.”
Zalazar keek even verbaasd terwijl zijn wenkbrauw in razendsnel tempo omhoog rees. Serieus, moest hij daar nou op ingaan? Verwachtte ze dat nou écht? “Euh… Is alles wel goed met je?” vroeg hij aarzelend. Hij legde zijn hand op haar voorhoofd maar voelde geen verhoging. Vreemd… “Wil je anders niet langsgaan bij de ziekenzaal?”
Kelly schudde haar hoofd terwijl ze hem met een glinstering in haar ogen naar hem keek. “Niemand kan me genezen voor mijn eeuwige liefde die ik bij jou voel,” zei ze. Ze was écht ziek. Héél ziek. Er was geen andere oplossing voor. Daar was hij zeer zeker van.
“Volgens mij heb je de verkeerde voor je,” zei Zalazar zwakjes en hij probeerde al zijn uitgangen te controleren. Alleen had hij dus zo’n rekening gehouden dat Kelly niet ontsnappen kon aan zijn ondervraging, dat hij dat dus ook met geen mogelijkheid kon doen.
“Ik heb juist de ware voor me,” zei Kelly zacht. Ze deed een stap naar voren en Zalazar deed snel twee stappen naar achteren toe. Kelly deed nog een stap naar voren toe en Zalazar… hij kon geen kant meer op, hij stond al tegen de muur aan. Hij zag tot zijn verschrikking dat Kelly nog dichterbij kwam. Haar hoofd was nu zó dichtbij dat al haar gelaatstrekken té duidelijk naar zijn zin te zien waren.
“Niet-” Het lukte Zalazar niet meer om ‘doen’ te zeggen want Kelly had haar lippen al op die van hem gezet. Zalazar duwde haar ruw van zich af. Een romance met een leerling, dat was zeker niet wat hij in zijn boekje gepland had. Meteen spuugde hij op de grond, hij moest die smerige smaak kwijt. “Waarom doe je zo raar?” riep hij uit.
“Ik ontdekte bij mijn pompoensap ineens hoe knap je daadwerkelijk bent, Zalazaartje,” zei Kelly zwijmelend. Ineens begon het kwartje bij Zalazar te vallen. Waarom dacht hij daar niet eerder aan? De oplossing lag zó voor de hand.
“Waarom loop je anders niet mee naar Rowena? Ik heb met haar afgesproken,” zei Zalazar liefjes. Rowena, wist vast wel een tegengif te maken. Wie wilde nou een liefdesdrank maken? Hij wist in ieder geval dat hij nu al een hekel had aan die persoon.
“Je hebt afgesproken met háár?” vroeg Kelly pruilend. Ze kreeg al waterige ogen. Zalazar zuchtte. Nu moest hij weer wat daarop verzinnen. Even knikte hij aarzelend.
“Ik móet naar haar toe, maar ik wil geen afscheid nemen van jou,” zei hij toen ineens vol zelfvertrouwen. Meteen veerde Kelly weer op. Ze pakte zijn hand beet en Zalazar liep maar een beetje mokkend mee. Kon dat kind zijn hand niet los laten? Zo meteen zou hij van haar af zijn. Eindelijk rust. Hij verlangde er nu al naar.
Met een dwingend gebons bonsde Zalazar ongeduldig op de deur van Rowena. Kom op, dacht hij wanhopig, hij had nu echt hulp nodig. Na een paar seconde deed Rowena open. Ze keek van Zalazar naar Kelly en toen zag ze de handen, waarvan Kelly moeite had gedaan die in elkaar te verstrengelen. Wanhopig keek Zalazar haar aan.
“ZALAZAR! Dat is verboden!” riep Rowena uit. Ze keek beschuldigend naar hem toe. Snel liep Zalazar naar binnen toe zodat de rest van het kasteel niet mee kon genieten. Smekend en wanhopig keek Zalazar haar aan.
“Alsjeblieft! Zo kan het niet langer,” zei hij smekend. Rowena veranderde van boos naar verward. Ze had Zalazar nog nooit zien smeken. Al snapte ze helemaal niks van de situatie. Waarom kon hij het niet zo langer? “Dat verdraaide kind heeft liefdesdrank op!”
Opeens barste Rowena in lachen uit. Ze kon er niks aandoen. Het was gewoon te grappig. Zalazar die vast zat aan een student. Die waarschijnlijk na het incident ervan zou gruwelen om de dingen die ze gedaan had, áls er al wat gebeurd was. “Rustig maar, laat haar dit drinken.” Rowena haalde een flesje uit een kast en gaf die aan Zalazar. Zalazar draaide zich naar Kelly en slikte zijn brok weg.
“Ik zou het echt geweldig vinden als je dit zou drinken,” zei Zalazar. Kelly kreeg weer een grote glimlach op haar gezicht en nam gretig het flesje aan. In één teug was die leeg. Daarna keek ze verward van Zalazar naar Rowena.
“Waar ben ik? Wat is er gebeurd?”





_________________
She's wishing someone would notice the insecurities behind her smile, and the tears hiding behind her eyes
Profiel bekijkenStuur privébericht
jilly-ann
Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 0 Sikkels
Woonplaats: Huff's common room

jilly-ann is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Ma Okt 01, 2007 9:27 Terug naar boven Sla dit bericht op

Ik wil graag:
duffie,
Rientje Evers
en
miss_sweet bedanken voor hun reactie Wink
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Hoofdstuk 12. ganggevecht

Met een geschokte blik had Kelly van de één naar de ander gekeken. Toch had ze ergens diep van binnen geweten dat ze het niet had willen weten en ze was snel de kamer uit gerend. Toch had ze er later spijt van gehad. Weg lopen van het probleem had misschien eerst zo juist geleken maar nu voelde ze zich alleen maar schuldig. Haar nieuwsgierigheid vrat haar op. Zou ze het professor Zwadderich vragen terwijl ze zo’n vreselijk liedje over hem gezongen had? Ze wist wel dat ze het moest doen. Ze wist ook wel dat ze de waarheid onder ogen zou moeten zien maar er was elke keer iets dat haar tegenhield. Of het nou de boze priemende blikken van professor Zwadderich was of haar angst hoe hij reageren zou was haar nog niet duidelijk.
Zalazar echter deed zijn best het incident zo snel mogelijk te vergeten. Rowena maakte die taak onmogelijk. Elke keer liet ze hem er weer aan herinneren. Waardoor hij als reactie elke keer gromde. Hij had leukere tijden gekend. Dat was zeker zo. Al had hij ook minder gelukkig tijden gekend. Ook nu was Rowena weer hem aan het plagen.
“Hoe was het Zalazar?” vroeg ze serieus. Hoewel hij precies wist wat ze bedoelde deed hij net alsof hij het niet wist en keek hardnekkig de andere kant uit. “Kon ze goed zoenen?”
Zalazar gromde even. Toch hield Rowena niet op. Ze liep naar hem toe en keek hem lachend aan. Ja, ze was voor zijn neus gaan staan. Zalazar wilde zich weer omdraaien maar hij wist ook wel dat het geen zin zou hebben. Rowena zou gewoon weer voor zijn neus komen staan. Hij rolde geërgerd met zijn ogen en probeerde voor de zoveelste keer duidelijk te maken dat hij deze conversatie niet erg op prijs stelde.
Hij had Rowena eigenlijk beschreven als een puber die haar zin niet kreeg. In plaats van drambuien deed ze alsof het heel leuk was en daaraan dankte ze haar irritante gedrag. Zo dacht hij het. Zo beschreef hij het.
“Ik heb haar meteen weggeduwd,” zei hij voor de zoveelste keer zuchtend. Toen Kelly was weg gerend had hij dat niet eens door gehad en gestameld dat ze hem gezoend had. Rowena had zo gelachen dat hij zijn ogen had open gedaan en toen pas doorhad dat Kelly weg was. En nu… Nu werd hij stapelgek van Rowena. Hij wenste zo dat ze eindelijk haar mond zou houden. Ook waren er minder leuke dingen gebeurd, althans hij dééd alsof ze minder leuk waren. Trudo was begraven. Talloze geleerde dreuzel dokters hadden hem bekeken maar ze hadden geen oorzaak kunnen vinden. De familie Trudo was erg gerespecteerd in de dreuzel wereld. Daarom was de begrafenis ook zo overvol. Wat voor Zalazar goed uit kwam, niemand had zijn grijnzen gezien als hij die per ongeluk liet ontsnappen.
“Ach kom op, Zalazar,” smeekte Rowena weer. Alhoewel Zalazar de waarheid sprak wilde Rowena er niet aan geloven. Haar lippen hadden misschien maar één seconde op die van hem gestaan. Daarmee kon hij toch niet oordelen of het goed was of niet…
“Ik meen het,” zei Zalazar geïrriteerd maar ook deze keer ontging Rowena de irritatie in zijn stem. Rowena glimlachte enkel liefjes.
“Zoende ze dan zo slecht Zalazar?” vroeg ze smalend. Ineens keek ze op naar Helga die een geschokt kreetje had uitgeslagen. Vragend keek Rowena haar aan. “Wist jij al dat Zalazar met iemand gezoend heeft?” Daarna liet Rowena uitgebreid haar wenkbrauwen heen en weer gaan. Helga’s gezicht betrok zelfs nog meer. Al kon Zalazar met geen mogelijkheid bedenken waarom dat nou weer zo was.
“Gezoend?” bracht Helga stamelend uit. Rowena knikte opgewekt. Ze was te druk bezig om haar eigen grap om het betrokken gezicht van haar vriendin op te merken.
“Ja gezoend! Wat een grap hé? Hij heeft gezoend met een leerling: Kelly Dilliën.” Rowena moest alweer uitgebreid lachen en Helga die kreeg waterige ogen. Dat viel Zalazar wel op. Voor hij er ook maar iets van kon zeggen was Helga alweer weg gerend. “Nou ja,” zei Rowena verontwaardigd die meteen van haar lachkick af was. “Wat heeft die nou weer?”
Zalazar haalde zijn schouders op. Hij wist het ook niet of althans hij kon het zich niet meer herinneren. Wilde hij het wel weten? Blijkbaar moest hij het wel weten want Rowena had hem meegetrokken om Helga achterna te komen. Na tien minuten hadden ze haar eindelijk gevonden. Ze stond tegen een verbaasde Kelly terwijl Helga woest was.
“Jij denkt hem wel in te kunnen pikken is het niet?” vroeg Helga woest, “hij ziet toch niks in je. Je bent gewoon een stom kind!”
“Waar heeft U het over?” vroeg Kelly met een vleugje angst in haar stem. Ineens drong het tot Zalazar door. De zoen! Hij had met Helga gezoend, en nu dacht ze blijkbaar dat het meer geweest was dan een zoen. Was ze daar nou zo woest over doen?
“Hou je niet van de domme! Je hebt hem gezoend,” zei Helga kwaad en ze wees beschuldigend op Zalazar. Al was Helga’s woede toch helemaal op Kelly gericht. Kelly’s gezicht ging van verbazing, naar eindelijk herkenning en toen ineens naar vol walging.
“Heb ik? Getver!” gilde ze uit. Ze keek walgend naar haar afdelingshoofd en toen naar Helga. Hadden hun… iets met elkaar? Was dat gebeurd nadat ze pompoensap had gedronken. Was het daarom dat Sadaf haar beste vriendin ineens grijnzend naar haar had gekeken en haar had uitgelachen nadat ze verteld had wat ze allemaal nog wist van die dag en dat er een groot zwart gat was. Ze zou Sadaf nog wel terug pakken. Eerst moest ze alleen een manier vinden om Helga van zich af te schudden.
“Petrificus totalus!” hoorde ze haar ineens gillen. Kelly, die ook haar toverstok in handen had, regeerde snel en had ook haar toverstok naar Helga toegetrokken.
“Protego,” zei ze snel. Ze keek beschuldigend naar Rowena en Zalazar waardoor ze de volgende spreuk van Helga al niet meer aan zag komen. Met een smak viel ze op de grond. Ze voelde een warme substantie langs haar hoofd vloeien en toen werd alleen zwart.





_________________
She's wishing someone would notice the insecurities behind her smile, and the tears hiding behind her eyes
Profiel bekijkenStuur privébericht
jilly-ann
Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 0 Sikkels
Woonplaats: Huff's common room

jilly-ann is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Ma Okt 15, 2007 8:59 Terug naar boven Sla dit bericht op

Ik wil graag iedereen bedanken die dit verhaal ooit gelezen heeft ^^ en dit zijn ze:
missme98
miss_sweet
duffie
Zwart^Duiveltje
LilyEvers
Felix Fortana
Addiie
Rientje Evers

Nou aan alles zit een eind ^^ zo ook aan dit verhaal Wink

Hoofdstuk 13. Epiloog…

Terwijl Rowena snel naar Kelly was gesprongen besloot Zalazar Rowena’s taak maar over te nemen om Helga eens flink in de regels te wrijven. “Dat is een leerling! Je hebt verdomme een leerling aangevallen! Waar zat je met je hoofd?” riep Zalazar gefrustreerd. Het feit dat het zijn studente was maakte ook deel uit van zijn woede. Zíjn leerling. Als het iemand van een andere afdeling was oké, maar niet die van hem.
“Maar ze heeft je gezoend!” riep Helga hysterisch uit. “Gezoend!” Een normaal iemand zou Helga getroost hebben maar Zalazar peinsde er niet over. Hij wist zeker dat Rowena haar wel getroost zou hebben maar hij niet. Hij deed het geen wat hem het beste leek te doen. Boos worden.
“Het kan me niet schelen wat ze gedaan heeft. Helga, je kan geen leerlingen aanvallen. Dan ken je zo net zo goed vervloeken omdat ze naar je kijken! Het slaat gewoon nergens op,” zei Zalazar mopperend. Hij sloeg zijn armen over elkaar heen.
“Maar ik dacht dat jij en ik wat hadden,” zei Helga met een gesmoorde snik. “Dat er meer was dan vriendschap.”
“Dat heb je dan verkeerd gedacht,” zei Zalazar kil. Hij draaide zich om en draaide zich bij het einde van de hal om. Hij zag dat Helga op de grond was gaan zitten en zachtjes aan het huilen was. Wat een aansteller, dacht hij. “Een leerling aanvallen, dat is pas triest.” Met die woorden liet hij Helga alleen met haar schuldgevoel.
Zalazar dwaalde door de gangen heen en besloot maar een bezoekje te brengen bij Rowena en Kelly die nu vast en zeker naar de ziekenzaal gegaan waren. Sadaf stond buiten te wachten. Hoewel ze lichtgetint was, stond haar gezicht nu lijkbleek. Ging het dan zo slecht met Kelly? Hij deed de deur open en liep naar Rowena toe die met haar rug naar hem toe stond. Ze huilde, ze huilde heel erg hard. Niet zoals Helga gedaan had. Een gevoel dat hij niet herkende stroomde door hem heen. Hij sloeg zijn armen om Rowena heen al wist hij niet waarom. Tot hij plots besefte wat het gevoel was. Het gevoel van medelijden.
“Je hebt haar vermoord,” zei Rowena snikkend. Ze draaide zich met een ruk om en sloeg hem onhandig met haar vuisten op zijn borst. “Als je niks met Helga was begonnen, dan was ze nu niet dood geweest. Dood, hoor je me?” Zalazar luisterde naar de woorden van Rowena die hem als een klap in zijn gezicht raakte. Had hij nou iemand vermoord? Maar, dit was zijn bedoeling niet. Helemaal niet zelfs!
“Rowena, ik,” zei hij. Zijn stem stokte. Kon hij wel zeggen dat dit zijn schuld niet was, dat dit niet zijn bedoeling geweest was. Dat zij er even veel schuld aan had als hij? Nee, dat kon hij haar niet aandoen. Zeker niet nu ze zo verdrietig was. Hij had altijd naar Rowena opgekeken. De enigste die hem als een schoolkind deed doen voelen. “Het komt wel goed.”
“Het komt niet goed! Het komt nooit meer goed!” gilde Rowena. Ze was inmiddels gestaakt met Zalazar te slaan en pakt hem nu bij zijn armen beet en schudde hem door elkaar. “Het is allemaal jou schuld!”
Zalazar voelde zich gekwetst. Hij zou zo eerst aan Sadaf moeten vertellen dat haar beste vriendin dood was. Aan haar ouders en aan de rest van zijn afdeling. Eerst maar naar Sadaf, want hij wist nu al dat hij Rowena niet rustig zou krijgen. “Ik ga naar Sadaf toe, het haar uitleggen,” zei hij mat.
Sadaf keek geschokt toen ze Zalazar al zo snel weer terug zag komen. “Hoe is het met haar?” vroeg ze meteen met een stem die blijkbaar het ergste verwachtte. Maar nooit zou de schok minder hard aankomen, dat wist Zalazar zelfs.
“Ze… ze is er niet meer,” zei Zalazar zwakjes. Hij had ineens alle begrip gekregen voor Helers. Het was geen pretje te vertellen dat iemand overleden was. Verslagen keek Sadaf terug. Niet alleen het feit dat Kelly dood was, wat ze natuurlijk ook heel erg vond, maar ook door het feit dat ze eindelijk een emotie van Zalazar had gezien die niet iets met arrogantie te maken had.
Rowena besloot net op dat moment de kamer uit te komen. Hoewel de tranen nog over haar wangen liepen was haar gezicht verwrongen van woede.
“Jij! Moordenaar!” riep ze woest. Zalazar keek haar wanhopig aan. Het was meer om het feit dat ze gelijk had. Hij had vandaag de tweede persoon vermoord. Iemand die van zijn eigen afdeling was nog wel! “Jij hoort hier niet thuis! GA WEG!”
Rowena zei precies wat Zalazar al van plan was te doen. Als er nog iemand zou worden vermoord terwijl hij op Zweinstein was, zou hij ervan beschuldigd worden. Hoewel de modderbloedjes nog steeds dood moesten, mochten de andere van hem bespaard blijven. “Goed,” zei hij gedwee, “ik ga al.”
Rowena was verbaasd om het weinige tegenspraak maar ging er niet tegenin. Ze stapte boos weg en Sadaf ging ook. Blijkbaar om het tegen de rest van haar vriendinnen te vertellen.

[i]Zalazar hield inderdaad zijn woord en vertrok van Zweinstein. Terwijl de rest van de oprichters zoveel mogelijk zijn vertrek probeerde te verdoezelen viel het wel op dat hij geen les meer gaf en dat hij er helemaal niet meer aanwezig was. Voor sommige was het een opluchting. Zalazar trouwde, zoals iedereen al had verwacht, met een volbloed. Ze raakte zwanger van hem en ze kregen een zoon. Toch was het geen gelukkig huwelijk, want twee maanden nadat hun zoon gekomen was, ging Zalazar vreemd. De enigste reden waarom zijn vrouw bij hem bleef was omdat een alleenstaande vrouw een schande was in de middeleeuwen. Sadaf had alles verteld van Zalazar wat Kelly haar verteld had. Dat was dus alleen dat ze wist dat Zwadderich een geheime kamer had en dat zich daarin een monster droeg. En voor de rest? Ach iedereen weet dat verhalen vervormd worden. Dat is dus de reden waarom iedereen denkt dat Zalazar pas ná een aantal jaar verdween. [i]





_________________
She's wishing someone would notice the insecurities behind her smile, and the tears hiding behind her eyes
Profiel bekijkenStuur privébericht
Berichten van afgelopen:      


 Ga naar:   


Sla dit onderwerp op als textbestand

Volgende onderwerp
Vorige onderwerp
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum
Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum
Je mag niet stemmen in polls in dit subforum



Powered by phpBB © 2001/3 phpBB Group :: FI Theme :: Tijden zijn in GMT + 1 uur :: Disclaimer