Poll :: Wat vind je ervan? |
Uitmuntend |
|
80% |
[ 25 ] |
Boven Verwachting |
|
16% |
[ 5 ] |
Acceptabel |
|
3% |
[ 1 ] |
Slecht |
|
0% |
[ 0 ] |
Dieptreurig |
|
0% |
[ 0 ] |
Zwakzinnig |
|
0% |
[ 0 ] |
|
Totaal aantal stemmen : 31 |
|
Auteur |
Bericht |
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Do Apr 17, 2008 19:08 |
|
Hoofdstuk 16
Angstig keek Hermelien in de kille grijze ogen van Malfidus. Voor de zekerheid hield ze haar toverstok iets steviger vast, en ze staarde koortsachtig naar Malfidus. Die slikte nog een keer en liep toen plotseling richting de deur.
“Waar ga je heen?” piepte Hermelien, en ze kreeg meteen spijt van dat ze dat gezegd had. Malfidus draaide zich weer om en liep naar haar toe.
“Waar ik naartoe ga? Je zou juist blij moeten zijn dat ik je niet vervloekt heb, Griffel.” zei hij zacht, en zijn kille grijze ogen leken zich wel in die van Hermelien te boren.
“Dat durf je toch niet.” zei ze vastberaden, maar haar zelfverzekerdheid ebde snel weg toen Malfidus een volkomen vreugdeloze lach uitstootte.
“Daag je me uit, Griffel? Dus jij denkt dat ik jou niet durf te vervloeken, na alles wat je me aangedaan hebt?”
“Na alles wat ik jou aangedaan heb?” riep Hermelien verhit uit, en ze greep haar toverstok weer iets steviger vast.
“Wie is hier zeven jaar onophoudelijk uitgescholden, alleen op grond van haar afkomst? Wie werd voortdurend gekleineerd in het bijzijn van de hele klas? Wie kreeg de hele tijd vervelende opmerkingen naar haar hoofd geslingerd?” zei Hermelien, maar de tranen waarmee haar ogen zich vulden raakten Malfidus niet.
“Schelden doet geen pijn. Wat jij deed was veel erger. Voor zover ik weet ben ik jou nog nooit met een tennisracket te lijf gegaan.” mompelde hij woedend.
“Jij hield het anders ook niet bij alleen schelden hoor!” zei Hermelien boos, en ze dacht terug aan de avond op het strand...
“Waar heb je het-” begon Malfidus, maar toen kreeg hij door waar Hermelien op doelde.
“Wat?! Dat staat hier totaal los van!” riep hij uit.
“Dat zie ik dan blijkbaar anders.” zei Hermelien koppig, en ze sloeg haar armen over elkaar. Malfidus keek haar niet-begrijpend aan.
“Vind je soms dat ik je aangerand heb ofzo?” schamperde hij.
“Ja.” zei Hermelien, niet helemaal waarheidgetrouw.
“Allemachtig zeg, dan is het wel erg triest met je gesteld. Als je je al bedreigd voelt door één zoen... Hoe zielig kun je zijn?” zei Malfidus, en hij keek Hermelien minachtend aan.
“Zielig?! Het gebeurde tegen mijn wil!” riep Hermelien verhit uit.
“Tegen je wil... Je liet ook echt merken dat je iets tegen je wil deed.” zei Malfidus sarcastisch. Hermelien zweeg en keek hem alleen nog maar nijdiger aan.
Malfidus begon te ijsberen door de kamer.
“Nou, als je zegt dat je er zo over denkt, is er maar één manier om erachter te komen of je het ook werkelijk meent...” mompelde hij, en hij stopte weer met ijsberen.
Hermelien dacht even een knal beneden te horen, maar vergat dat meteen toen Malfidus haar plotseling stevig vastgreep en zijn lippen op de hare drukte. Hermelien werd nogal overvallen door die actie: moest ze hem van haar af duwen en vragen waar hij in godsnaam mee bezig was, of moest ze hem gewoon terugzoenen? Ze koos voor het laatste, maar net toen ze zich een beetje op haar gemak begon te voelen, hoorde ze haar naam.
“Hermelien? Hermelien?” hoorde ze Rons stem roepen. Ze verstijfde even toen ze Rons stem en zijn naderende voetstappen hoorde.
Hoewel Malfidus blijkbaar geen reden zag om te stoppen met zoenen, rukte Hermelien zich nog net op tijd los, en Ron kwam de kamer binnen.
“Hermelien? Ah, hier ben je. Ik vertrouwde het niet helema-” Ron zweeg even toen zijn blik op Malfidus viel, maar toen verscheen er een verbaasde uitdrukking op zijn gezicht.
“Wat heb jij op je gezicht zitten? Is dat - lipgloss?” vroeg Ron verbijsterd. Meteen keek Malfidus in de spiegel die aan de muur hing en veegde zijn mond snel af met de rug van zijn hand.
“Waarom had jij lipgloss rond je smoel zitten?” vroeg Ron terwijl hij een vies gezicht trok. Hermelien keek Malfidus smekend aan, en ze hoopte dat hij niets zou zeggen over wat er net gebeurd was.
“Waarom denk je dat er lipgloss op mijn gezicht zat? Ik was mezelf aan het opmaken en als je het niet erg vindt, wil ik nu graag ook nog even mijn nagels lakken.” zei Malfidus sarcastisch. Ron kon er niet om lachen, en zeker niet toen hij zag dat Hermelien onopvallend wat lipgloss bij haar mondhoeken probeerde weg te vegen. Ron keek weer naar Malfidus, toen weer naar Hermelien, daarna weer naar Malfidus, en uiteindelijk bleef zijn blik op Hermelien rusten.
“Heb jij soms zitten bekken met Malfidus?” riep Ron walgend uit. Hermelien keek even geschokt naar Malfidus, die nog steeds alle mogelijke moeite deed om de lipgloss van zijn gezicht te verwijderen.
“Geef antwoord!” zei Ron op bevelende toon.
“Ik wilde niet-” begon Hermelien, maar Ron viel haar ruw in de rede: “Je wilde niet... Daarom zit die lipgloss van je ook over zijn hele gezicht uitgesmeerd.” zei Ron walgend.
Hermelien deed haar mond open om er tegenin te gaan, maar Malfidus was al woedend op Ron afgestapt.
“Waarom houd jij je smoel niet eens even dicht, Wezelmans? Je zou bijna denken dat je jaloers was...” siste hij dreigend.
“Ik, jaloers?” piepte Ron. “Echt niet! Waarom zou ik jaloers zijn op jou? Ik wil niets meer met die slet te maken hebben!” Malfidus greep hem bij zijn keel, en hij keek werkelijk moorddadig naar Ron, die tevergeefse moeite deed om los te komen.
“Waag het niet om haar zo te noemen, Wezelmans! Anders zou het nog wel eens slecht met je kunnen aflopen...” mompelde Malfidus woedend, en zijn greep verslapte iets.
Toen zag Ron de kans om los te komen en liep hij zo snel mogelijk naar de deur. In de deuropening bleef hij echter staan en draaide zich weer om.
“Malfidus... Ik dacht dat jij wel beter wist Hermelien.” mompelde hij. Hermelien wilde hem van repliek dienen, maar Malfidus was haar voor: “Flikker op, Wemel!” schreeuwde hij, en hij vuurde een spreuk op hem af, die nog maar net miste. Ron trok zijn toverstok om zelf ook een vervloeking op Malfidus af te vuren, maar Hermelien kwam tussenbeide.
“Stoppen, stelletje kleuters! Sodemieter allebei maar op! Ik heb hier dus echt geen zin in!” gilde ze.
“Hij begon.” zei Malfidus, en hij keek beschuldigend naar Ron.
“Wat?! Jij vond het nodig om een vervloeking op mij af te vuren!” riep Ron woedend uit.
“Had je ons maar niet moeten storen.” zei Malfidus schouderophalend. Toen die woorden uit zijn mond kwamen besefte Hermelien dat hij een verkeerde opmerking had gemaakt, want Rons gezicht liep paars aan van woede.
“Nou, het spijt me echt dat ik jullie gezellige onderonsje verstoorde.”
Malfidus keek triomfantelijk naar Hermelien, alsof dat de buit was die hij gewonnen had. Die keek hem geërgerd aan, en zei toen: “Ga allebei maar weg. Ik heb dus absoluut geen zin in dat gebekvecht van jullie.”
“Alsof ik zin heb om naar dat tongworstelen van jullie te kijken.” schamperde Ron.
“WAT?! Sodemieter op!” schreeuwde Hermelien woedend.
“Je gaat mij toch niet wegsturen?” zei Malfidus, en hij keek haar met puppyoogjes aan. Wat kon Hermelien hier nou tegen doen? Ze kon hem toch niet wegsturen, alleen omdat Ron was binnen komen vallen? Dat zou echt vreselijk oneerlijk zijn...
“Nou, goed dan. Jij mag blijven. Ron: voor de zoveelste keer, WEGWEZEN!” snauwde ze. Malfidus keek zelfvoldaan naar Ron, die werkelijk op ontploffen stond.
“Zie je, hij beïnvloedt je al helemaal! Je kunt niet eens zelf dingen meer beslissen!” riep hij wanhopig uit.
“Oh jawel hoor. Ik beslis nu, helemaal uit mezelf, dat jij hier niet meer welkom bent!” zei Hermelien woedend.
Ron keek hen vuil aan, en voordat hij Verschijnselde zei hij: “Ik hoop voor je dat je ooit nog bij zinnen komt.” |
|
|
|
|
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Do Apr 17, 2008 19:12 |
|
Hoofdstuk 17
“Zo, die is weg.” zei Malfidus zuur. Hermelien keek op haar horloge en besefte met een schok hoe laat het was.
“Tien over zeven! We zijn al te laat!” zei ze.
“Maar eigenlijk heb ik helemaal niet zo’n zin om te gaan. Ga jij anders maar alleen.” voegde ze er somber, maar eerlijk aan toe.
“Is goed.” zei Malfidus, maar in plaats van weg te gaan begon hij haar uitgebreid te zoenen.
“Wat-doe-je? Je-moet-weg!” zei Hermelien tussen de zoenen door.
“Karim kan nog wel even wachten.” zei Malfidus simpelweg. Hij probeerde haar opnieuw een zoen te geven, maar Hermelien duwde hem weg.
“Wat?” zei hij verontwaardigd.
“Achttien jaar en nog steeds geen verantwoordelijkheidsgevoel.” mompelde Hermelien, maar onwillekeurig moest ze toch een beetje glimlachen. Malfidus haalde zijn schouders op.
“Tja, je kent me.” zei hij.
“Ga nou maar. Straks denkt Karim nog dat je helemaal niet meer komt.” zei Hermelien ongeduldig. Malfidus trok sarcastisch zijn wenkbrauwen op.
“Wil je me soms weg hebben ofzo?” vroeg hij. Hermelien sloeg hem speels tegen zijn achterhoofd.
“Natuurlijk niet, maar je kunt moeilijk van Karim verwachten dat hij het pikt als je nóg later komt.” zei ze.
“Pff... Waarom moet alles bij jou altijd zo volgens regeltjes en afspraken?” zuchtte Malfidus vermoeid.
“Omdat het wel zo sociaal is om je gemaakte afspraken ook daadwerkelijk na te komen.” zei Hermelien geërgerd.
“Ja ja. Hadden wij dan niet afgesproken dat jij met me meeging naar Karim?” zei Malfidus, en aan zijn gezicht was af te lezen dat hij wist dat hij daar een punt had.
“Gefeliciteerd, één-nul voor jou. Ga nu maar!”
“Ja moeder.”
De weken daarna had Hermelien tot haar grote spijt nog maar weinig contact met hem gehad. Ze schreven elkaar wel veel en waren nog een paar keer samen uit geweest, maar meer ook niet. Dat had veelal te maken met het feit dat Hermelien weinig tijd had omdat ze zich druk bezighield met het voorbereiden op haar opleiding. De benodigde boeken had ze al ruim van te voren gehaald en flink doorgesnuffeld, zodat ze een beetje een idee kreeg van wat haar de komende jaren allemaal te wachten zou staan. Ze leken eigenlijk best veel op haar oude schoolboeken, alleen waren ze ietsje ingewikkelder en meer gericht op de bestrijding van de Zwarte Kunsten.
Desondanks zag Hermelien erg tegen de eerste dag op. Ron deed ook de Schouwersopleiding en ze hadden elkaar de afgelopen weken helemaal niet meer gesproken, laat staan dat ze het goed hadden gemaakt. Gelukkig zou ze niet in het gezelschap van alleen Ron hoeven te verkeren, want ook Harry had de Schouwersopleiding als vervolgopleiding gekozen. Daardoor vond ze het toch niet zo heel erg om aan haar studie te beginnen.
Hermelien stond voor de spiegel. Die dag zou ze voor het eerst zien bij wie ze voor de rest van het jaar in de klas zat. Erg zenuwachtig was ze niet, maar toch wilde ze een goede eerste indruk maken. Vandaar dat ze wat vroeger was opgestaan om rustig uit te kunnen zoeken wat ze aan zou trekken en hoe ze haar haar zou doen. Kalmeer, je ziet er prima uit zo, dacht ze terwijl ze naar haar eigen spiegelbeeld keek.
Op dit soort momenten miste ze Melissa. Die hielp haar altijd en had altijd wel goede tips achter de hand. Haar begrafenis was prachtig geweest: haar kists was wit en er werden dieprode rozen op gelegd, en de woorden van Melissa’s vader hadden Hermelien tot tranen ontroerd.
Ze werd ruw uit haar gedachten weggerukt dankzij het alarm van haar mobieltje: ze moest nu toch echt weg. Zuchtend pakte Hermelien haar toverstok. Uit alle macht concentreerde ze zich op de plek die in de brief beschreven was als de ingang van de school. Onmiddellijk kreeg ze het vertrouwde gevoel dat ze door een rubberen dwangbuis geperst werd.
Toen Hermelien weer vaste grond onder haar voeten kreeg en aden kon halen keek ze om zich heen. Ze was beland in een Dreuzelwoonwijk, en stond nu voor een lichtelijk verwaarloosd rijtjeshuis. Het gazonnetje moest nodig gemaaid worden en de ramen waren niet al te schoon, maar verder was het keurig onderhouden.
Hermelien begon zich af te vragen of ze hier wel goed zat, maar toch liep ze naar de voordeur toe, waarvoor een grote tuinkabouter stond. Hermelien wist dat het er volslagen gestoord uit zou zien, maar toch vroeg ze aan de onschuldig lijkende tuinkabouter:
“Is dit de SOK? Schouwers Opleiding Kwartier?” De mond van de kabouter kwam in beweging.
“Naam?” vroeg hij kortaf.
“Hermelien Griffel.” zei ze aarzelend. Nerveus keek ze om zich heen, maar geen enkele Dreuzel op straat leek iets te merken van Hermeliens aanwezigheid en haar vreemde gesprek met een tuinkabouter. Ineens ging de voordeur met een krakend geluid open, en Hermelien zette vertwijfeld een voet over de drempel.
Ze was beland in een gigantische hal, met aan weerszijden grote marmeren balies en het werd Hermelien meteen duidelijk dat dit nooit in het vervallen rijtjeshuis had gepast zonder toverkracht.
“Hermelien!” Met een ruk draaide ze zich om.
“Harry!” riep ze blij uit toen ze hem op haar af zag komen lopen. “Wanneer ben jij hier aangekomen?”
“Net pas eigenlijk.” zei Harry, en hij keek om zich heen. “Heb jij Ron al gezien?”
Hermelien wist dat ze vroeg of laat met hem geconfronteerd zou worden, en haar humeur werd meteen een stuk minder.
“Nee, en het kan me niets schelen ook.” zei ze chagrijnig, en ze sloeg haar armen over elkaar.
“Oh, het spijt me. Dat was ik vergeten. Ja, Ron had me verteld over die ene keer dat Malfidus bij jou thuis was, en-”
“Ander onderwerp alsjeblieft.” zei Hermelien kortaf.
Harry deed er abrupt het zwijgen toe en pakte een brief uit zijn jaszak, dezelfde SOKbrief als die Hermelien had gekregen. Hij las de brief even vluchtig door, stopte hem weer terug in zijn jaszak en zei toen:
“Nog tien minuten en dan moeten we naar een of andere open ruimte op de Eerste Verdieping.”
“Zullen we alvast gaan? Ik heb geen zin om hier op Ron te wachten en ik zou niet weten waarom we hier verder nog zouden blijven...” zei Hermelien verveeld.
Eerst leek het er naar uit te zien dat Harry wel dergelijk op Ron wilde wachten, maar toch stemde hij ermee in. Ze gingen de grote trap op naar de Eerste Verdieping, en liepen richting een grote menigte mensen. Hermelien was net een gigantische kristallen kroonluchter die aan het hoge plafond hing aan het bewonderen, toen ze twee bekende stemmen hoorde.
“Waarom volg jij in vredesnaam deze opleiding? Ik dacht dat jij je bij je vader met zijn smerige Dooddoenersvriendjes zou aansluiten? Of gaat het je soms om Hermelien?”
“Bek dicht, Wezelmans! Dat gaat je geen flikker aan.” snauwde een ijzige stem.
Hermeliens hart sprong op en ze liep richting de bron van die stem. Toen ze zag dat haar vermoedens klopte riep ze verbaasd, maar opgewekt uit: “Draco?” |
|
|
|
|
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Do Apr 17, 2008 19:15 |
|
Hoofdstuk 18
De lange jongen met het witblonde haar draaide zich meteen om.
“Hermelien! Ik heb je overal gezocht, maar ik kon je niet vinden!” zei Draco, en hij gaf haar vluchtig een kus.
“Alsjeblieft zeg, heeft iemand een teiltje?” bracht Ron er geïrriteerd uit, en Harry ging op zijn tenen staan.
“Doe even normaal zeg! Hoe vaak hebben we het hier wel niet over gehad?” siste hij. Ron zweeg, en keek nors de andere kant uit.
Hermelien wendde zich weer tot Draco.
“Waarom heb je niet gezegd dat je ook naar de SOK ging?”
“Heb ik nooit bij stilgestaan, maar eigenlijk hebben we het ook nog nooit over dat onderwerp gehad.” zei Draco.
“Jullie hadden het zeker te druk met lipgloss uitwisselen...” mompelde Ron nijdig.
“Als jij nou eens op zou houden je met ons te bemoeien, kunnen wij tenminste wél een normaal gesprek voeren, Ronald Wemel.” zei Hermelien fel, en ze keek Ron vuil aan.
“Dat kunnen jullie sowieso niet, jullie hebben het altijd te druk met elkaar af te lebberen.” zei Ron koeltjes, en Hermelien balde haar vuisten.
“Als je weet wat goed voor je is, houd je nu meteen die lelijke smoel van je dicht, Wezelmans!” siste Draco dreigend. Draco was weliswaar een stuk langer dan hem, maar Ron leek niet echt onder de indruk.
“Als jij jouw smoel eens uit die van Hermelien zou houden...” mompelde hij uitdagend, en op Draco’s bleke gezicht verscheen een kleine blos.
“Rot op, Wezel!” zei hij woedend.
“Ron, kun je hiermee ophouden?” vroeg Harry, die het ondertussen ook zat begon te worden.
Ron haalde zijn schouders op en keerde hen de rug toe, alsof het hem allemaal ineens niets meer kon schelen. Hermelien rolde even met haar ogen, en raakte toen op de een of andere manier in gesprek met een wildvreemde jongen.
“Hey chicky, hoeist met u?” zei hij met een vette knipoog.
Draco schraapte luid zijn keel en keek de jongen minachtend aan. Die keek op zijn beurt op zijn hoede naar Draco, maar toen verscheen er een merkwaardige uitdrukking op zijn gezicht, alsof hij hen ergens van herkende.
“Wow, chill! Volgens mij zijn jullie dat stel van die vliegtuigramp, of niet soms? Zeg eens chicky, hoe heb je dat in vredesnaam overleefd?” vroeg de jongen, die Hermelien steeds meer begon te irriteren.
“Noem haar niet zo. Dat mag alleen ik.” mompelde Draco zuur.
“Chill eens even gozer, ze is je eigendom toch niet? Merlijns baard zeg, zijn jullie al getrouwd ofzo?” vroeg de jongen vol ongeloof.
“Zou je alsjeblieft gewoon weg willen gaan?” vroeg Hermelien, die geen zin had in een nóg langer gesprek.
“Wat jij wil, chicky.” mompelde de jongen, en Hermelien zag vanuit haar ooghoeken dat Draco zijn toverstok langzaam tevoorschijn haalde. Tijd om hem ook daadwerkelijk te gebruiken kreeg hij echter niet, want de jongen had zich gelukkig al omgedraaid en liep weg.
“Wat een volslagen gek!” siste Draco woedend.
“Kun je nagaan hoe ik me gevoeld heb tijdens de vakantie. Iedere keer dat jij van die irritante opmerkingen maakte...” zei Hermelien, en Draco grijnsde even.
“Dan wil ik bij deze zeggen dat het me spijt, Griffeltjelief.”
Ondertussen was er een man naar voren gekomen, gehuld een een pikzwart gewaad. Hij had een vierkant brilletje op en zijn haar zag eruit alsof hij met zijn vingers in een stopcontact had gezeten. Hermelien keek even naar Draco, en zag dat hij met zijn gebruikelijke minachtende manier naar de man keek.
“Eh... Zou ik even jullie aandacht mogen?” vroeg het mannetje met een piepstemmetje, maar hij kwam niet boven het rumoer uit.
“Willen jullie alsje-alsjeblieft even luisteren?” Hermelien schoot in de lach, en ze was niet de enige: veel mensen lachten de arme man uit en gingen gewoon door met praten.
Toen Draco eindelijk uitgelachen was schreeuwde hij met een grote arrogante grijns op zijn gezicht: “Mensen, even je bek houden. Volgens mij wil deze beste man ons iets belangrijks vertellen.”
Langzaam stierf het rumoer weg, en de man werd erg nerveus van die plotselinge belangstelling voor zijn verhaal.
“Ik-eh nou, mijn naam is professor Wilmerstijn. Ik geef hier-eh-les, en ben afdelingsleider van de eerstejaars, en dat zijn-eh-jullie dus...”
“Afdelingsleider? Alsof die oude gek leiding zou kunnen geven! Volgens mij kan hij nog geen leiding geven aan een groepje oude Snullen!” riep de irritante jongen die Hermelien met ‘chicky’ had aangesproken. Draco en een hoop andere mensen lachten goedkeurend, maar Wilmerstijn leek zijn zelfvertrouwen teruggevonden te hebben.
“En wat is uw naam, als ik vragen mag?” zei hij op strenge toon.
“Veegers, Rick Veegers.” zei de jongen op brutale toon.
“Prima, meneer Veegers. U mag vanmiddag even bij mij langskomen. Blijkbaar is het bij u nog niet duidelijk dat dergelijke brutale opmerkingen hier niet getolereerd worden.” zei Wilmerstijn, en hij keek Veegers streng over de rand van zijn vierkante brilletje aan.
Veegers stond met zijn mond vol tanden en keek vol ongeloof naar zijn vrienden, alsof hij amper kon geloven wat er net gebeurd was. Wilmerstijn was echter een stuk zelfverzekerder nadat hij hem op zijn nummer had gezet, en oogde een stuk minder nerveus toen hij zijn toespraak afmaakte.
De klassenlijsten werden opgehangen en Hermelien zag dat ze in ieder geval bij Draco, Ron, Harry en Veegers zat, de rest kende ze niet.
“Ik heb eerst op Eton gezeten, mijn ouders vonden Zweinstein te ver weg. Nu heb ik hier in de buurt een studentenwoning.” zei Veegers, en hij keek de anderen een voor een aan.
“Ik blijf gewoon bij mijn ouders wonen...” mompelde Ron, en Hermelien zag dat zijn oren rood werden. Hij kon het zich natuurlijk niet veroorloven om een eigen woning te hebben. Draco daarentegen, die in het geld zwom, leunde arrogant achterover in zijn stoel en zei: “Ik heb sinds kort een nederig huisje voor mezelf.”
Uit de toon waarop hij dat zei bleek echter wel dat dat huisje niet bepaald 'nederig' was. Toen pas realiseerde Hermelien zich dat ze eigenlijk nog nooit bij Draco thuis was geweest. Stiekem was ze er wel erg benieuwd naar: de familie Malfidus stond bekend om hun dure luxe smaak en het kon dus niet anders dan dat Draco een gigantisch huis bezat.
Vijf weken later was Hermelien al redelijk gewend aan de nieuwe manier van les krijgen. Ondanks dat de lessen toch redelijk bekende onderwerpen bevatten, verschilde het wel veel van de lessen die ze op Zweinstein kregen. Zo waren er bijvoorbeeld veel meer praktische opdrachten en waren ze al een keer mee geweest naar een inval in de woning van een Dooddoener.
Haar band met Ron was in die weken sterk verbeterd: ze gingen nu weer als vrienden met elkaar om. Nog steeds zag Hermelien dat Ron het er moeilijk mee had als ze met Draco door de gangen liep, maar zijn blik werd steeds minder chagrijnig.
Degene die ze nog niet erg aardig vond was Veegers. Er was gewoon iets vreemds met hem, maar zelf had ze nog niet echt door wat dat precies was. Draco, Harry en Ron waren inmiddels wel met hem bevriend geraakt, maar Hermelien hield zich altijd een beetje op de achtergrond als Veegers erbij was. Soms kreeg ze het idee dat hij en Kiara Metter (een meisje dat ook bij hen in de klas zat), haar en Draco tegen elkaar uit probeerden te spelen. Draco had er niets van gemerkt, maar Hermelien begon zich steeds meer te storen aan het vreemde gedrag van Veegers en Metter... |
|
|
|
|
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Do Apr 17, 2008 19:20 |
|
Hoofdstuk 19
“Draco, ga je zondag mee naar de wedstrijd van Pullover United?” vroeg Veegers. “Harry en Ron gaan ook mee, de wedstrijd begint om twee uur.” Draco knikte.
“Is goed, dan haal ik Hermelien eerst wel op en dan komen we daarna naar jou.” zei hij, maar Veegers schudde zijn hoofd.
“Laat die meid toch thuis, jongen. Mannen onder elkaar.” Draco keek even vertwijfeld naar Hermelien.
“Kan ze echt niet mee? Wat maakt dat nou uit?” vroeg hij aan Veegers.
“Nee, ga maar.” zei Hermelien schril. Ze was het zat. De afgelopen weken was ze al zo vaak buitengesloten, ze raakte er al aan gewend.
“Dat is onzin, Hermelien. Als jij niet gaat, dan ga ik ook niet.” zei Draco beslist, maar Hermelien schudde haar hoofd.
“Ga maar. Ik heb het wel door. Blijkbaar vindt Veegers het nodig me overal buiten te sluiten, en in het gezelschap van zo iemand hoef ik niet zo nodig te verkeren.” zei Hermelien, en ze keek Veegers vuil aan.
“Jonge?! Waar slaat dat nou op?” riep hij uit. “Dat wijf beeldt zich dingen in, ik snap niet dat je iets met dat mens hebt.” zei hij tegen Draco.
Hermelien kon haar oren niet geloven. Ook Draco’s ogen straalden een en al kilheid uit, en dat was meestal geen goed teken.
“Nou moet je eens heel snel je excuses maken!” siste hij woedend, en hij hield zijn toverstok bij Veegers’ keel. Die keek angstig naar Draco, en mompelde iets dat verdacht veel op ‘had het niet zo bedoeld’ leek. “Je wekt anders aardig die indruk.” zei Draco, en hij liet zijn toverstok langzaam weer zakken. Veegers keek nog even vuil naar Hermelien, en keerde toen om en liep weg.
“Geloof je me nu? Die sukkel wil gewoon stoken tussen ons!” riep Hermelien verhit uit toen Veegers buiten gehoorsafstand was.
“Ach joh, dat zal ook wel weer meevallen.” zei Draco sussend. Hermelien kalmeerde echter niet.
“Ik haat hem, ik haat hem!” brieste ze, en ze begon te ijsberen, nadenkend over een mogelijke moordpoging op Veegers. “En die muts van een Metter dan? Die loopt ook de hele tijd als een hondje achter je aan, en altijd zo gruwelijk overdreven lachen om je grappen. Ik zeg het je, die twee spannen gewoon samen!” zei Hermelien woedend.
“Hermelien, overdrijf je nu niet een beetje?” zei Draco, maar Hermelien zag een vreemde blik in zijn ogen.
“Wat?! Je meent toch niet dat je het niet erg vindt? Die twee proberen ons gewoon uit elkaar te halen, hoe kun je dat nou niet doorhebben?” riep Hermelien uit, en ze keek Draco vol ongeloof aan.
“Waarom zouden ze dat doen? Geef eens een reden waarom ze tussen ons zouden willen stoken?” zei Draco, en hij sloeg zijn armen over elkaar, wachtend op een antwoord.
“Ik-eh-nou... Geen flauw idee... Maar het is toch duidelijk dat het gebeurt?” vroeg Hermelien vertwijfeld.
“Maak je nou maar niet zoveel zorgen, dat is nergens voor nodig. Zelfs als ze het zouden proberen zal ik dat niet toestaan, begrepen?” zei hij geruststellend, en hij keek Hermelien doordringend aan. Die knikte zwakjes, en Draco drukte zachtjes een kus op haar voorhoofd.
“Echt geen zorgen meer maken hè? Afgesproken?” vroeg hij. Hermelien knikte opnieuw, nu iets geloofwaardiger. Ze hoopte maar dat Draco gelijk had, want anders zou ze geen flauw idee hebben van wat ze dan zou moeten doen...
In het weekend daarna kreeg Hermelien onverwachts bezoek van haar Dreuzelbuurvrouw. Het was een oud vrouwtje van ruim tachtig jaar oud, en ze had een paar jaar geleden haar man verloren. Hermelien had haar sinds die tijd erg bewonderd om de manier waarop ze daarmee om was gegaan. Natuurlijk was mevrouw van Dam nog steeds verdrietig om het verlies van haar man, maar ze had het toch voor elkaar gekregen door te gaan met haar leven. Hermelien kon het zich niet voorstellen hoe het zou zijn om je geliefde te verliezen, degene met wie je al zo’n zestig jaar samen was geweest. Op zaterdagochtend had ze voor de deur gestaan, met de vraag of Hermelien die dag even op haar hondje zou willen passen. Ze moest namelijk naar het jubileum van de plaatselijke jeu de boules-vereniging, en ze wilde niet dat haar kleine Fluffy de hele dag alleen zou zijn. Hermelien had meteen gezegd dat ze graag op Fluffy zou willen passen. Zo had ze eindelijk het gevoel dat ze de oude vrouw ergens mee kon helpen, en meteen ging ze met het kleine hondje een stukje wandelen.
Het was erg zonnig, vandaar de Hermelien besloot om naar het bos dat vlakbij het dorp lag te gaan. Ze was daar nog nooit geweest, maar ze had al wel van veel mensen gehoord dat het daar erg mooi moest zijn. Hermelien keek even naar het kleine hondje. Het leek wel alsof Fluffy’s staartje nooit ophield met kwispelen. Ze snuffelde even aan een grote bramenstruik, maar keek toen op en rende toen weer vrolijk over het bospad. Hermelien snoof de frisse geur van het bos op, en keek hoe het zonlicht tussen de takken van de bomen door scheen. Toen viel haar blik op een gigantische grote witte villa, en Fluffy rende al naar de tuin van het enorme huis.
“Nee! Fluffy, kom terug!” riep Hermelien, maar Fluffy was niet aangelijnd, en rende vrolijk de tuin in. Hermelien hoopte maar dat de bewoners niet thuis waren, en rende op goed geluk achter Fluffy aan, de tuin in. Even dacht ze dat ze Fluffy kwijt was, maar toen zag ze hoe het hondje tussen de rozenstruiken snuffelde, en kreeg ze de kans om haar weer vast de maken aan de lijn.
“Stoute Fluffy!” zei ze bestraffend, en ze wilde zo snel mogelijk de tuin weer uitlopen.
“Wie denk je wel niet dat je bent, wegwezen hier!” schreeuwde iemand. Geschrokken draaide Hermelien zich om, maar toen zei de eigenaar van het huis: “Hermelien? Wat doe jij hier in vredesnaam?”
“Woon jij hier?” vroeg Hermelien verbaasd, en ze liet haar blik over het gigantische huis glijden. Draco liep naar haar toe en keek ook even naar de buitenkant van het huis.
“Inderdaad ja. Is dat jouw hond? Ik wist niet dat je een hond had.” zei hij, maar Hermelien schudde haar hoofd.
“Nee, dit is de hond van mijn buurvrouw. Ik pas vandaag even op haar hond, ze moest ergens naartoe.” zei ze.
“Vandaar...” mompelde Draco. “Nou, in ieder geval, kom binnen.” zei hij, en hij liep naar de voordeur van het huis. Hij deed de donkere kersenhouten deuren open en ze kwamen in een grote hal met een grote kristallen kroonluchter aan het plafond.
“Wauw...” bracht Hermelien er overdonderd uit. Ze tilde Fluffy op, zodat haar kleine modderpootjes de spierwitte marmeren vloer niet vuil zouden maken.
“Och, laat haar maar loslopen hoor.” zei Draco meteen toen hij dat zag. Dat liet Hermelien zich geen twee keer zeggen: Fluffy was hyperactief en spartelde hevig, en Hermelien moest alle mogelijke moeite doen om er voor te zorgen dat haar kleren niet onder de modder kwamen te zitten. Ze zette het hondje neer op de grond en vroeg: “Woon je hier helemaal alleen?” Draco knikte.
“Mijn ouders wilden eerst dat ik gewoon thuis bleef wonen, zeker toen ze hoorden dat ik naar de SOK ging. Ik heb ze er echter van weten te overtuigen dat ik ook zo mijn privacy nodig heb.”
“En dus kopen ze zo’n kast van een huis voor je?” vroeg Hermelien, en ze begon zich af te vragen hoe rijk een mens kon zijn.
“Soort van, ja.” zei Draco schouderophalend.
Uit de toon waarop hij dat zei bleek dat hij dat zelfs min of meer normaal vond, en het werd een tijdje stil.
“Genoeg over dit huis.” zei Draco plotseling. “Trouwens, nu je hier toch bent... Ik snap iets niet van dat project dat we moeten doen bij Wilmerstijn. Wacht hier maar even, dan pak ik die spullen wel even van boven.” zei hij, en hij rende de grote trap op en verdween uit het zicht.
Hermelien keek eens goed om zich heen. Recht voor haar zat Fluffy achter haar eigen staart aan, er hing een gigantische spiegel aan de muur links van haar en het schijnsel van de kroonluchter verlichtte een gigantisch schilderij dat aan de rechtermuur hing. Toen Hermelien het eens beter bekeek zag ze dat het een reusachtige stamboom was, de stamboom van het oeroude geslacht Malfidus.
Net toen ze de namen aan het bestuderen was, hoorde ze wat gefladder en zag ze hoe een klein lichtbruin uiltje een brief neergooide op een tafeltje naast de garderobe. Het was Draco’s uil in ieder geval niet geweest: die was veel groter. Nieuwsgierig liep ze naar het tafeltje toe, en keek wat er op de brief stond. In een klein handschrift dat Hermelien vaag herkende stond er ‘Draco Malfidus’ op, en ze brandde van nieuwsgierigheid de brief te openen. Ze pakte de brief van tafel. Zou ze het doen? Aan de ene kant: Draco had net gezegd dat hij privacy erg belangrijk vond, maar aan de andere kant: wat zou er nou in die brief kunnen staan wat zij niet zou mogen lezen? Haar nieuwsgierigheid won het van haar verstand, en ze maakte de brief open. Draco zou het toch niet erg vinden. Toen ze de eerste regel las, stokte haar adem echter en begonnen haar handen te trillen.
Lieve Draco,
Ik kan niet wachten tot maandag, dan zien we elkaar eindelijk weer. Ik hoop dat je dat project met zijn tweeën mag doen, want dan werk ik natuurlijk samen met jou.
Schrijf snel terug,
xxx Kiara
Het leek wel alsof Hermelien viel, alsof ze viel in een oneindig diep gat en er geen eind aan haar val kwam. Haar ogen vulden zich met tranen. Draco had haar bedrogen, hoe kon hij? Met trillende hande herlas ze de brief, alsof ze hoopte dat ze het verkeerd gelezen had en het gewoon een rekening bleek te zin. De letters begonnen te dansen voor haar ogen, en een traan liep over haar wang.
“Zo, daar ben ik weer!” riep Draco opgewekt terwijl hij de trap afliep. “Die verdomde huiselfen hadden de zooi in de studeerkamer niet opgeruimd, dus het duurde even voordat ik mijn spullen gevonden- Wat heb je daar?” vroeg hij verbaasd toen hij Hermelien met de brief in haar handen zag.
Nietsvermoedend liep hij naar haar toe, maar toen barstte Hermelien los.
“GA TOCH LEKKER NAAR DIE BLONDE BARBIEPOP VAN JE, DAN KAN ZIJ JE HELPEN MET JE STOMME PROJECT!” schreeuwde Hermelien.
“Waar gaat dit-” begon Draco, en hij griste de brief uit haar handen. Meteen bij het lezen van de eerste regel slikte hij en keek hij angstig naar Hermelien. |
|
|
|
|
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Do Apr 17, 2008 19:23 |
|
Hoofdstuk 20
“Dit-dit is niet wat je denkt.” stamelde hij, en snel verfrommelde hij de brief.
“Smerige leugenaar!” gilde Hermelien woedend, en ze pakte een vaas van tafel en smeet die aan stukken. Draco staarde geschrokken naar Hermelien, die hem met een gezicht verwrongen van woede aankeek.
“Wat voor excuus dacht je hier in vredesnaam voor te hebben?” schreeuwde ze, en ze gooide nog een stapel papieren op de grond.
“Hermelien, ik zweer het je: dit is echt niet wat het lijkt!” riep Draco terwijl hij probeerde te voorkomen dat Hermelien een beeldje kapot zou smijten.
“Meen je dat nou? Die brief van die snol leek me anders duidelijk genoeg!” raasde ze, en ze staakte haar pogingen om alles in haar directe omgeving te vernielen.
Draco wist duidelijk niet wat hij moest zeggen, en staarde naar zijn voeten. Toen Hermelien hem zo terneergeslagen zag kon ze eigenlijk niet geloven dat hij was vreemdgegaan, maar de woorden uit de brief leken wel voor haar ogen te dansen. Ze kneep haar ogen even stevig dicht, alsof ze hoopte dat ze daarmee de brief uit haar gedachten kon verbannen. Toen pakte ze Fluffy van de grond op en liep ze rechtstreeks naar de deur, maar die was op slot.
“Laat me gaan.” zei ze kil.
“Nee.”
“Laat me gaan.”
“Nee.”
“Laat me verdomme gewoon gaan! Ik wil weg, weg van jou, weg van die stomme brief, weg van alles!” schreeuwde ze, en Fluffy begon angstig te janken. Toen werd het Hermelien allemaal te veel, en ze zette Fluffy ruw op de grond.
“Zeik niet zo, stomme hond! Het is allemaal jouw schuld dat ik hier nu ben! Ik hoor nu verdrietig te zijn en te janken, en niet jij!” snauwde ze.
Zonder nog verder om te kijken naar Fluffy liep ze weer naar de deur en begon ze verwoed aan de deurknop te trekken.
“Is het soms nog niet duidelijk dat ik weg wil?” zei ze kwaad, zonder om te kijken.
“Je moet weten hoe het werkelijk zit, Hermelien.” hoorde ze Draco met trillende stem zeggen. Ze draaide zich om en kreeg de ongelofelijke neiging hem te slaan en schoppen waar ze maar kon, maar bedacht zich net op tijd dat hij een toverstok had, en zij niet…
“Ik hoef die fijne details helemaal niet te weten!” zei ze woedend. “Ik hoef helemaal niet te weten hoe lang je hier al mee bezig bent. Ik hoef niet zo nodig te weten wanneer je van plan was me te dumpen. Het enige dat ik weet is dat ik weg wil, en wel meteen!” Draco keek haar met grote ogen aan.
“Ik ben helemaal niet van plan om je te dumpen!” riep hij uit.
“Oh, dus je wilde met twee vriendinnen blijven rondlopen?” schreeuwde Hermelien verontwaardigd.
“Ik wil helemaal niets met die Metter te maken hebben! Je had gelijk, zij en Veegers spannen samen en proberen ons uit elkaar te halen. Ze heeft al bijna twintig van dit soort brieven gestuurd, maar ik heb nooit iets teruggeschreven, geloof me! Waar zie je me voor aan?”
“Voor iemand die me nu keihard voor staat te liegen. Waarom zou je anders niets tegen me gezegd hebben over je fanmail? Dit is echt het zwakste excuus dat je ooit verzonnen hebt!” gilde Hermelien.
“Dat is niet zo! Geloof me nou, het is de waarheid!” smeekte Draco wanhopig.
“Als je denkt dat ik die doorzichtige smoes van jou niet doorheb, heb je het mis. Het is uit.” zei Hermelien met tranen in haar ogen.
“W-wat?”
“Het is uit, Draco. Over en uit.”
De volgende ochtend kreeg Hermelien al meteen tien brieven: vijf per uil en vijf met de Dreuzelpost. Ze hadden allemaal echter twee dingen gemeen: ze waren allemaal van Draco en in iedere brief had hij ‘de waarheid’ opgeschreven, met de vraag of ze hem alsjeblieft wilde geloven. Hermelien had ze meteen weggegooid, zonder ook maar iets te antwoorden.
Die nacht had ze vreselijk gedroomd: ze had een nachtmerrie gehad waarin ze Metter en Draco samen betrapte. Toen was Metter in Veegers veranderd, die tegen Draco gezegd had: ‘Zie je nou wel dat je beter kon krijgen dan Griffel?’ Daarna was Veegers in Ron veranderd, die haar met een triomfantelijke uitdrukking op zijn gezicht had toegesproken. ‘Ik zei het je nog zo, je moet niet met die loser aanpappen.’ had Ron gezegd. Op het laatst lachte Draco haar vol in het gezicht uit en toen was Hermelien badend in het zweet wakker geworden.
Ze wilde net haar ontbijtbord op het aanrecht zetten toen er opnieuw een uil door een open raam naar binnen vloog. Hermelien voelde opnieuw een vleugje haat opkomen toen ze Draco’s handschrift op de brief herkende. Ze joeg de uil weg, en scheurde de brief verwoed open.
Hermelien, ik smeek het je. Je moet geloven dat ik niets met Metter te maken wil hebben. Ik wil jou, alleen jou. Vertel me alsjeblieft hoe ik je dat duidelijk kan maken, want ik kan niet zonder je.
Hermelien scheurde de brief woedend in kleine stukjes en smeet de snippers in de prullenbak. “Dat had je dan eerder moeten bedenken.” mompelde ze zuur, en in de hoop een beetje afgeleid te worden griste ze de Ochtendprofeet van de vorige dag van tafel. Ze las de krant helemaal door (iets wat ze anders nooit gedaan zou hebben), maar toen ze bij het sportkatern belandde, stuitte ze op iets vreemds:
Montrose Magpies stellen koppositie veilig
Op de titel van het artikel was niets vreemds aan te merken, maar Hermeliens oog was gevallen op de foto die eronder stond. Daarop was te zien hoe de Zoeker van de Magpies op spectaculaire wijze de Snaai veroverde. Op zich ook niets raars, afgezien van het feit dat die Zoeker merkwaardig witblond haar had. Haastig las Hermelien het artikel door.
Montrose Magpies stellen koppositie veilig
Door Annemieke Tol
In de wedstrijd tegen de Winterpayne Wasps hebben de Montrose Magpies hun eerste plaats in de Liga weten te behouden. De Wasps werden in uitzonderlijk korte tijd (de wedstrijd was binnen een halfuur beslist) ingemaakt met driehonderdtien tegen dertig. De Ochtendprofeet sprak met de nieuwste aanwinst van het beste Zwerkbalteam in jaren, de pas achttienjarige Draco Malfidus:
Zo, hier sta je dan. Hoe voelt het om op zo’n uitzonderlijk jonge leeftijd al te mogen spelen in het meest succesvolle team uit de geschiedenis?
‘Het is een hele grote eer voor me, maar het voelt eerlijk gezegd nog wel erg vreemd. Op Zweinstein speelde ik ook in het afdelingsteam, maar dit is allemaal zo veel groter en intenser. Als je dan het veld oploopt, en in dat enorme stadion wachten al die toeschouwers op je. Dat is echt fantastisch.’
Had je ooit verwacht dat in zo’n bekend team zou mogen spelen?
‘Nee, totaal niet! Toen ik klein was droomde ik er wel van om professionele Zwerkbalspeler te worden, maar gedacht dat dat ook werkelijk zou gebeuren had ik absoluut niet.’
Naast de vele trainingen studeer je op dit moment ook nog. Hoe houd je dat vol?
‘Ik volg op dit moment ook nog de Schouwersopleiding. De trainingen vinden plaats buiten de lesuren, maar dat betekent inderdaad dat ik helaas weinig tijd overhoud voor mijn vrienden en mijn vriendin…’
Mmm… Zullen de vrouwelijke fans leuk vinden.
Nu even een over je familie. Volgens betrouwbare bronnen behoorde je familie tot een van de trouwste volgelingen van Hij-Die-Niet-Genoemd-Mag-Worden…
‘Daar spreek ik liever niet over. Ik kan u echter wel verzekeren dat ik dat niet ben.’
En dan nu ander nieuws: gisteren werd bekend gemaakt dat je genomineerd bent voor Sporter van het Jaar. Dat is een hele prestatie, zeker als je meerekent dat je pas een maand geleden je debuut maakte bij de Montrose Magpies. Hoe sta je daar tegenover?
‘Nou, om eerlijk te zijn: ik snap er niets van. Zoals u net al zei, speel ik pas een maand in het team. De mensen weten nauwelijks iets van me.’
Heb je al last gehad van doorgeslagen fans of opdringerige fotografen rond je huis?
‘Haha, nee, dat is nog niet gebeurd. Op straat word ik meestal wel herkend, maar de locatie van de school is sowieso geheim en ze hebben mijn huis nog niet weten te vinden.’
Enkele mensen beweren je herkend te hebben op het Dreuzelnieuws, zo’n anderhalve maand geleden. Op de beelden, die overigens de hele wereld zijn overgegaan, was te zien hoe je een knap meisje van ongeveer jouw leeftijd troostte vlak nadat jullie het vliegtuigwrak uitkwamen (voor onze lezers die niet veel van Dreuzels afweten: een vliegtuig is een soort grote overdekte bezem die Dreuzels gebruiken om te reizen). Is dit de vriendin in kwestie?
‘Het verbaast me echt hoeveel jullie over mij weten zeg! Maar op dit soort onderwerpen ga ik liever niet in. Daar zou ze, en ik ga haar naam dus niet noemen, alleen maar last mee krijgen. Ik wil niet dat ze door mijn toedoen straks de pers overal achter zich aan krijgt.’
Oke, laatste vraag dan. De geruchten gaan dat er onderhandelingen plaatsvinden tussen de coach van het nationale team. Kunnen we jou binnenkort verwachten op het WK?
‘Grappig dat u daarover begint. Ik kan er helaas nog niet zoveel over zeggen, maar wel dat er morgen een persconferentie zal plaatsvinden, waarin een boel dingen duidelijk zullen worden.’
En met deze woorden eindigde ons interview met de sympathieke jonge Zoeker van de Montrose Magpies. Hij mag dan pas achttien zijn, maar zeker is dat hij zeer ver zal komen in de Zwerkbalwereld. In de krant van overmorgen zal ongetwijfeld een uitgebreid verslag staan van de door Malfidus genoemde persconferentie.
Volgende week spelen de Magpies tegen Pullover United, de nummer twee in de Liga. De Magpies hebben een marge van maar liefst vierhonderdtachtig punten, dus verwacht wordt dat ze hun koppositie voorlopig niet zullen afstaan. Het kampioenschap zou in ieder geval een perfecte start zijn voor hun nieuwe Zoeker. |
|
|
|
|
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Do Apr 17, 2008 19:25 |
|
Hoofdstuk 21
Tomorrow, Avril Lavigne:
And I wanna believe you
When you tell me it’ll be ok
Yeah I try to believe you
But I don’t
When you say that’s gonna be
It always turns out to be a different way
I try to believe you
Not today, today, today, today, today
…
It’s always been up to you
It’s turning around
It’s up to me
I’m gonna do what I have to do
Just don’t
Give me a little time
Leave me alone a little while
But maybe it’s not too late
Not today, today, today, today, today
Verslagen sloeg Hermelien de krant dicht. Nóg meer over Draco dat ze niet had geweten. Oke, ze was nou niet bepaald een Zwerkbalfanaat, maar was het nou zo’n grote moeite je vriendin te vertellen dat je een beroemde professionele Zwerkbalspeler was en in de beste ploeg van het land speelde? Zo’n omgekeerde vorm van eigendunk had Hermelien nog nooit meegemaakt. Hoeveel andere dingen waren er nog waar ze niets vanaf had geweten?
Op dat moment kwam Draco’s uil weer met een nieuwe brief aanvliegen, en dat was precies waar Hermelien op gehoopt had. Meteen stormde ze op de uil af en plukte het briefje van de poot van de uil af. Zonder de brief ook maar te openen gooide ze hem weg, pakte een stukje papier en schreef haar antwoord:
NEE, denk maar niet dat ik je vergeef! Kappen nou met die zogenaamd zielige smeekbriefjes, ik wil niets meer met je te maken hebben! Trouwens ook leuk om te weten dat je een bijna internationale Zwerkbalberoemdheid bent. Je vond het zeker niet nodig om dat aan je (ex)vriendin(nen) te vertellen!
Veel plezier met je o zo geweldige Zwerkbalcarrière, zolang je maar weet dat ik altijd voor de tegenpartij zal zijn!
Sodemieter op, ik haat je!
(Hermelien) Griffel
Toen ze Draco’s uil met haar briefje zag wegvliegen voelde Hermelien zich een stuk beter. Ze had al haar haatgevoelens en opgekropte woede erop los kunnen laten, en hoopte nu dat Draco bij zijn eerstvolgende wedstrijd van zijn bezem zou vallen. Ze was benieuwd of hij nog zou antwoorden, en zo ja, wat zou hij dan hebben opgeschreven? Met die Kiara Metter zou ze op school nog wel afrekenen...
Op dat moment besefte ze met een schok hoeveel ze wel niet veranderd was de afgelopen jaren. Vroeger liet ze altijd zo makkelijk over zich heenlopen, maar dit keer zou ze dat niet laten gebeuren. Ze zou Draco en Metter eens laten zien dat er niet met haar te sollen viel...
Even later kwam Draco’s uil terug met een antwoord. Dit keer las Hermelien het wel, en het viel haar op dat Draco’s handschrift wat schokkerig was.
Het spijt me als je er zo over denkt. Ik moet nu weg. Het is nog niet te laat, Hermelien...
“Dat dacht ik dus wel. Je moet zeker weg naar die stomme persconferentie...” mompelde Hermelien zuur. Ze scheurde de brief doormidden, en plotseling kreeg ze een ingeving: ze zou gewoon recht in zijn gezicht zeggen wat ze werkelijk van hem vond, desnoods met alle journalisten erbij. Maar meteen schudde ze haar hoofd weer. Dat zou wel erg laag zijn... Toch was ze wel van plan om naar de persconferentie te gaan, en hem dan erna nog wel even onder vier ogen te spreken.
Verstopt tussen de journalisten en met een grote zonnebril op woonde Hermelien de persconferentie bij. Draco had inderdaad een plaats gekregen in het nationale team, maar hij reageerde niet echt enthousiast op de vragen van de journalisten. Het viel Hermelien op dat hij diepe wallen onder zijn ogen had, en zijn stem klonk ook niet zo krachtig als altijd.
Na een kwartier mompelde Draco iets tegen de man naast hem, die vervolgens opstond en zei: “Hier laten we het bij, meneer Malfidus moet zich nu gaan voorbereiden op de wedstrijd van volgende week.” Onder luid protest gingen de journalisten uiteindelijk weg, maar Hermelien had zich weten te verstoppen in een van de zijgangetjes. Toen ze er zeker van was dat er niemand meer in de buurt was deed ze snel die gigantische zonnebril af en rende terug naar de zaal waar de bijeenkomst gehouden was.
“Nee, het gaat prima, Dolfsen. Ik werd al die journalisten alleen een beetje zat.” hoorde Hermelien de vermoeide stem van Draco zeggen.
“Raak er maar aan gewend jongen, het wordt alleen maar erger. Na het WK kun je helemaal een chaos verwachten. Dan kun je nergens meer rondlopen met je meisje zonder dat de pers op je hielen zit.” zei de man die naast Draco had gezeten en die blijkbaar Dolfsen heette.
“Als ze dan weer bij me is tenminste...” mompelde Draco zacht en somber.
“Sorry, wat zei je net?” vroeg Dolfsen.
“Niets, niets belangrijks.” zei Draco snel. “Ik-eh-ga maar eens naar huis.”
Hermelien hoorde hoe zijn voetstappen dichterbij kwamen en haalde diep adem. Ze keek Draco vuil aan toen hij de hoek om kwam lopen. Eerst leek hij haar helemaal niet op te merken, maar toen Hermelien luid snoof keek hij meteen op.
“H-hermelien?! Wat doe jij hier?” bracht hij verbaasd uit.
“Ik wilde je even spreken.” zei ze koeltjes.
“Wat-geloof je me eindelijk?” vroeg Draco, en zijn sombere gezicht klaarde een beetje op.
“Nee. Ik kom je vertellen wat ik werkelijk van je vind.” zei Hermelien kil, en Draco sloeg zijn ogen weer neer.
“In dat geval kun je maar beter weggaan. Tot ziens.” zei hij, maar Hermelien liet zich niet zo gemakkelijk afschepen.
“Wat?! Denk je dat je zo gemakkelijk van me afkomt?” riep ze verontwaardigd uit. “Beveiliging!” riep Draco, en onmiddellijk kwamen er twee beveiligingsmedewerkers aanlopen, die Hermelien stevig bij haar armen vastpakten. “Zouden jullie haar de weg naar buiten willen wijzen?”
“Wat?! Draco, dit meen je niet!” riep Hermelien, en ze keek hem beledigd aan.
“Het spijt me Hermelien, maar als je vastbesloten bent me niet te geloven scheiden hier onze wegen.” zei Draco somber, en hij draaide zich om en liep weg.
“Kom terug!” schreeuwde Hermelien. “Draco, waag het niet me zo de rug toe te keren, jij laffe-”
“Rustig aan mevrouw, we willen u verzoeken dit gebouw te verlaten. Meneer Malfidus stelt uw gezelschap blijkbaar niet op prijs.”
“Meneer Malfidus is een achterbakse egocentrische loser die alleen maar aan zichzelf denkt! En het was trouwens andersom: ik stelde zijn gezelschap niet meer op prijs.” zei Hermelien fel.
De bewakers begrepen er echter niets van en loodsten Hermelien maar naar buiten, waarna de deur voor haar neus met een klap dicht werd geslagen. |
|
|
|
|
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Za Apr 19, 2008 19:13 |
|
Thanks voor de reacties, Rogue, Gwendolyn en Sweet14!!!
Hoofdstuk 22
“Je wist het niet? Hoe kon je in vredesnaam niet geweten hebben dat Malfidus voor de Montrose Magpies speelde? Het is het beste team uit de geschiedenis! Hij is nu het nieuws in de Zwerkbalwereld!” zei Harry, verontwaardigd over het feit dat Hermelien nergens vanaf had geweten.
Vermoeid probeerde Hermelien de laatste alinea van de tekst in haar boek nog eens te lezen. Harry wilde echter antwoord hebben, en pakte het boek af.
“Ik houd gewoon niet zo van Zwerkbal, maar-”
“Zwerkbal is de mooiste sport die er is! Maar toch, zelfs als je geen Zwerkbalfan bent moet je toch iets hebben meegekregen van Malfidus’ doorbraak in de Zwerkbalwereld?” vroeg Harry, en hij gaf haar het boek weer terug.
“Het zal wel, maar daar gaat het niet om. Het punt is dat hij me niets verteld heeft, echt, geen woord.” zei Hermelien.
“Dus het is nu definitief uit?” vroeg Harry, en hij keek even naar Draco, die een paar tafeltjes verderop zat, stilletjes voorovergebogen over zijn huiswerk.
“Ja.” zei Hermelien kortaf, en ze weigerde Draco ook maar één blik waardig te keuren.
“Hij lijkt het er wel moeilijk mee te hebben...” fluisterde Harry, en Hermelien moest toegeven dat daar wel een kern van waarheid in zat. Draco had haar niet meer aangekeken sinds het voorval na de persconferentie, en zijn stemming was somberder dan ooit. Hij was veel stiller dan normaal, en stiekem miste Hermelien zijn brutale opmerkingen wel een beetje. Nergens was aan hem te merken dat hij inmiddels een internationale beroemdheid was geworden en al voor veel overwinningen had gezorgd. Toch weigerde Hermelien zijn verhaal te geloven, en ze peinsde er niet over om ook maar enig begrip voor hem op te brengen.
“Fijn voor hem. Dat is dan zijn probleem, en niet het mijne.” zei ze koeltjes, en ze keek weer in haar boek.
“Maar denk je dat hij werkelijk vreemd is gegaan?” vroeg Harry voorzichtig. Hermelien keek boos op uit haar boek.
“Ik heb die brief met eigen ogen gelezen! Denk je soms dat ik gewoon een excuus zocht om het uit te maken, en dit allemaal verzonnen heb ofzo? Geloof me, toen ik die brief zag wist ik genoeg.” ze woedend, en ze bladerde ongeduldig door haar boek, om te kijken of ze haar antwoorden op de vragen nog wat beter kon formuleren.
“Maar als datgene wat jij zei ook in die brief staat, bewijst dat nog niet dat Malfidus vreemdging. Die brief was toch van Kiara, en niet aan? Dan zou zijn verhaal toch best kunnen kloppen?” merkte Harry op, en Hermelien werd even uit het veld geslagen.
“Ik weet zeker-... Aan wiens kant sta jij eigenlijk?” vroeg ze nijdig. Harry deed verontschuldigend zijn handen omhoog.
“Ik zeg alleen dat hij wel eens de waarheid zou kunnen spreken.” zei hij.
“Ja, vast. Hoeveel dingen zijn er nog meer waarvan ik niets afwist? Wie weet heeft hij nog wel een hele harem van vrouwelijke fans in het Midden-Oosten.” zei Hermelien sarcastisch. Harry legde vermoeid zijn veer neer.
“Je moet het ook eens vanuit zijn kant bekijken, Hermelien. Het zal voor hem ook niet bepaald makkelijk zijn. Als hij wil blijven spelen in het nationale team zal hij zijn hele leven moeten omgooien. Zo gigantisch veel tijd als er in die ellenlange trainingen zit, dat moet niet alleen fysiek, maar ook geestelijk heel zwaar zijn...”
Hermelien haalde koppig haar schouders op en zei simpelweg: “Daar kiest hij toch zelf voor?”
Toen de les afgelopen was pakte zo snel mogelijk haar spullen in en liep naar Draco, die ook zijn spullen aan het inpakken was.
“Waarom ontloop je me?” vroeg Hermelien koeltjes, en ze sloeg haar armen over elkaar.
“Ik ontloop je niet.” zei Draco zonder haar aan te kijken, en hij stopte zijn boeken in zijn tas. Met dat antwoord nam Hermelien echter geen genoegen.
“Dat doe je wel.” zei ze. “Je mijdt me, kijkt me niet meer aan, gaat altijd zo snel mogelijk weg als ik eraan kom, en doet verder alsof ik niet besta.” vervolgde ze, en ze keek toe hoe Draco ook zijn veer in zijn tas deed.
“Ik moet nu trainen, ik heb nu geen tijd voor deze onzin.” zei hij kortaf, nog steeds zonder Hermelien een blik waardig te keuren. Hij wilde zijn inktpotje in zijn tas doen, maar Hermelien was iets sneller en griste het ding van tafel.
“En ik wil antwoorden. Over hoeveel andere dingen heb je gelogen? Hoeveel meer dingen zijn er die ik eigenlijk zou moeten weten?” vroeg ze, en ze hield het inktpotje achter haar rug.
“Één ding... Laat me met rust.” zei Draco, en hij keek haar nu recht in haar ogen aan.
“Huh?! Hoe bedoel je? Ik heb helemaal niet-” begon Hermelien, maar Draco viel haar ruw in de rede.
“Was ik na die persconferentie soms nog niet duidelijk genoeg? Ik blijf niet eeuwig achter je aanlopen, smekend of je me alsjeblieft wil geloven. Ergens ligt de grens, Hermelien, en die is bij mij inmiddels bereikt.”
Het werd even stil, en Hermelien staarde naar haar voeten, met het inktpotje stevig in haar handen geklemd.
“En als je me nu wilt excuseren, ik word zo verwacht bij de training, waar ze me nog wél willen hebben.” zei Draco, en hij pakte zijn laatste spullen in.
“Goed.” mompelde Hermelien zachtjes, en ze slikte even. Zwijgend zette ze het inktpotje op zijn tafel, wetend dat ze met het verliezen van het potje ook Draco zou verliezen. Zonder haar aan te kijken griste Draco het potje van tafel en stopte dat in zijn tas. Hermelien beet op haar lip, en ze probeerde haar trillende handen achter haar rug te verbergen. Vervolgens liep Draco het lokaal uit zonder haar ook maar even aan te kijken. Toen lukte het Hermelien niet meer om haar emoties in bedwang te houden, en er liep een traan over haar wang. Vanaf het moment dat Draco het lokaal verlaten had voelde ze gewoon vanbinnen dat ze hem kwijt was, maar dan ook voorgoed kwijt... |
|
|
|
|
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Za Apr 19, 2008 19:15 |
|
Hoofdstuk 23
“En toch weet ik nog steeds niet of ik dat gewaad nou wel of niet moet kopen... Wat vind jij, Hermelien?” Hermelien schrok wakker.
“Eh, sorry. Wat vroeg je ook alweer, Tessa? Ik was denk ik eventjes ingedut.” mompelde ze. Tessa keek haar begrijpend aan.
“Maakt niet uit, ik snap het wel. In jouw situatie had ik mijn aandacht er denk ik ook niet bij kunnen houden hoor.” zei Tessa, maar Hermelien trok sarcastisch een wenkbrauw op.
“Waar heb je het over?” vroeg ze, en Tessa rolde met haar ogen.
“Waar ik het over heb? Over je breuk met een van de beste Zwerkbalspelers van de wereld natuurlijk! Het is logisch dat je daar met je gedachten zit als je het uitmaakt met een jongen die er goed uitziet en ook nog een fortuin verdient. Ik begrijp het heus wel dat je er spijt van hebt: als je iets hebt met een rijk persoon hoef je nooit meer op de uitverkoop te wachten! Ik had het mezelf nooit vergeven als ik jou was.” zei Tessa somber, en Hermelien begon spontaan te lachen. Dit was typisch iets wat Melissa ook gezegd zou kunnen hebben. Toevallig leek Tessa in veel opzichten erg op Melissa: ze hield altijd de modetrends bij, hield zich voortdurend met jongens bezig en kreeg precies dezelfde vrolijke twinkeling in haar ogen als Hermelien al zo vaak bij Melissa gezien had.
“Ik heb er geen spijt van.” zei Hermelien, net iets luider dan gepland, en ze kreeg een schop van Tessa onder tafel. “Wat?!” fluisterde ze terwijl ze met haar hand over haar pijnlijke schenen wreef.
“Hij zit achter je.” fluisterde Tessa terug.
Hermeliens ogen werden groot en ze probeerde zo onopvallend mogelijk achterom te kijken. Aan de tafel achter haar zat Draco Malfidus aan zijn lunch, en bestudeerde het boek dat hij in zijn hand had grondig.
“Leert hij in de pauzes?” bracht Tessa verbijsterd uit.
“Vind je het gek? Na de lessen heeft hij daar amper tijd voor, want dan heeft hij het te druk met interviews oefenen.” zei Hermelien zuur. “En nu een ander onderwerp graag, want het moet bij jou ook altijd over hem gaan...”
Tessa luisterde echter niet, en staarde gefascineerd naar een groepje jongens dat iets verderop stond. Hermelien merkte dat en zwaaide met haar handen voor Tessa’s gezicht.
“Hallo, weer terug op aarde? Wat is er zo interessant?” vroeg Hermelien.
“Er zit een ongelofelijk lekker ding naar je te kijken.” stamelde Tessa, zonder haar blik af te wenden van de jongens. Achter haar hoorde Hermelien hoe er onrustig een paar bladzijdes werden omgeslagen. Dat negeerde ze echter, en vroeg: “Echt waar? Wie dan?”
Ze keek even naar het groepje, en zag dat een jongen met een uitzonderlijk knap gezicht naar haar glimlachte. Hij deed haar erg aan Carlo Kannewasser denken, en Hermelien wendde haar blik weer af.
“Dat is Tim, hij zit in de tweede...” mompelde Tessa.
“En heeft die Tim ook een achternaam?” vroeg Hermelien nuchter. “Konings, Tim Konings...” stamelde Tessa. “Volgens mij vindt hij je leuk.”
Hermelien keek weer even richting Konings, en zag dat hij met zijn vriendelijke bruine ogen naar haar keek.
“Hij is knap hè?” vroeg Tessa met een glimlach op haar gezicht, en er verscheen weer een kleine twinkeling in haar ogen.
“Ja, dat wel.” zei Hermelien, en ze hoorde hoe de persoon die achter haar zat zijn boek woedend op tafel smeet. Tessa merkte dat echter niet en ging verder.
“Volgende vriendje misschien?” vroeg ze.
“Zou kunnen...” zei Hermelien afwezig: ze wilde enkel en alleen weten hoe Draco daarop zou reageren. Op dat moment hoorde ze het geluid van een beker pompoensap die veel te ruw werd neer gezet. Snel keek ze achterom en zag hoe Draco woedend opstond en haar een woedende blik toewierp voor hij vertrok...
De dagen erna begon Hermelien zich vreselijk schuldig te voelen: voor zover mogelijk keek Draco haar nog minder aan en de Montrose Magpies hadden inmiddels hun eerste wedstrijd verloren. Hun altijd zo succesvolle Zoeker had gefaald, en er gingen meteen al allerlei theorieën rond. Een of andere ‘Zwerkbalkenner’ dacht dat er met Draco’s bezem geknoeid was, een journaliste van een bekend Zwerkbalmagazine was er heilig van overtuigd dat de scheidsrechter een Waanzichtsspreuk over Draco had uitgesproken, maar Loena Leeflang spande de kroon. Ze had inmiddels een eigen tijdschrift opgericht, en had daarin een artikel gezet waarin ze uitgebreid beschreef hoe ze met eigen ogen had gezien hoe een Knarlkloppertje Draco van achteren beslopen had.
In het begin kon het Hermelien weinig tot niets schelen en vroeg ze zich af of die mensen niets beters te doen hadden dan speculeren naar zoiets onbelangrijks. Enkele dagen na de wedstrijd scheen er echter wel iemand te zijn die het nodige van de zaak afwist, en dat was tot Hermeliens grote ergernis niemand minder dan Rita Pulpers. Hermelien er had geen flauw idee van hoe Pulpers het voor elkaar had gekregen, maar ze had zelfs ieder detail van het gesprek na de persconferentie in haar lange sappige artikel over het ‘volslagen mislukte leven van Draco Malfidus’ verwerkt. Het enige wat Hermelien toen nog kon doen was hopen dat de mensen het artikel niet al te series zouden nemen, maar niets bleek minder waar. Toen ze Draco toevallig op straat was tegengekomen (hij had overigens nadrukkelijk de andere kant uitgekeken), werden ze meteen bedolven onder hordes journalisten, die elk als eerste de voorpagina wilde halen met nieuws over de meest besproken persoon van de afgelopen maanden.
Vanaf dat moment kon Hermelien niet meer normaal over straat, iedereen had er immers lucht van gekregen dat zij ‘de ex van’ was. Ze was dan ook blij dat de locatie van de school geheim gehouden werd, en de directie de leerlingen inmiddels gevraagd had Draco en haar geen vragen meer te stellen.
Omdat haar schuldgevoel maar niet wilde verdwijnen en het steeds vervelender werd haalde Hermelien zichzelf over om haar excuses bij Draco aan te bieden. Ze verwachtte er niet veel van, maar hoopte toch dat op zijn minst haar schuldgevoel iets zou afnemen...
Tijdens een van de studie-uren dwong ze zichzelf ertoe om op Draco af te stappen, terwijl hij druk bezig was met studeren.
“Kan ik je even spreken?” vroeg Hermelien voorzichtig toen ze bij zijn tafeltje kwam staan.
“Eerlijk gezegd, nee. Ik ben bezig.” zei Draco zonder op te kijken van zijn boek. Hermelien was echter niet van plan om het zo snel al op te geven.
“Met welk vak ben je bezig?” vroeg ze in de hoop toch nog een gesprek aan te kunnen knopen, en ze las even over zijn schouder mee. Het leek te werken, want de toon van zijn stem werd meteen een stuk minder kil.
“Ik moet al deze vervloekingen met de bijbehorende tegenvervloeking voor morgenochtend uit mijn hoofd weten.” zuchtte hij, en hij legde het boek vermoeid neer. Hermelien keek nog eens beter naar het boek.
“Maar daar hebben we vorige week al een proefwerk over gehad!” zei ze verontwaardigd.
“Ik krijg een week extra de tijd, heb ik kunnen regelen met de directie. Anders krijg ik al die zooi er echt niet ingestampt, met al die trainingen en wedstrijden...” zei Draco, maar bij het woord ‘wedstrijden’ slikte hij even en begon hij weer met leren. Toen kreeg Hermelien weer door waarom ze eigenlijk naar hem toegekomen was. Ze ademde diep in, schraapte al haar moed bij elkaar en zei toen: “Het spijt me.” Draco keek op van zijn boek, en het viel Hermelien op dat zijn blik nu iets kils uitstraalde.
“Oh ja joh? Waarvan dan?” vroeg hij koeltjes.
“Van dat hele gebeuren met de media-”
“Dat waait wel weer over-”
“en dat gesprek over Konings met Tessa dat je toevallig opving.”
“Waarom verontschuldig je je daarover? Ik ben je vriend toch niet meer...” mompelde Draco nijdig zonder op te kijken van zijn boek.
“Omdat het eigenlijk niet echt toevallig was dat je hoorde hoe ik over Konings sprak...” bekende Hermelien. Draco reageerde niet, en bestudeerde de tekst in zijn boek grondig.
“Ik eh...” Hermelien voelde haar hart kloppen in haar keel. “Ik zei die dingen alleen maar omdat ik wilde weten hoe je zou reageren...”
Draco smeet zijn boek hard neer op tafel, en Hermelien sprong haastig achteruit.
“Ik zei toch dat het me ontzettend speet!” smeekte ze, maar Draco vloekte hard en het was duidelijk het voor hem niets uitmaakte of het Hermelien nou speet of niet.
“IK DACHT DAT HET AL NIET EENS MEER MOGELIJK WAS DAT JE MIJN LEVEN NOG VERDER KON VERZIEKEN! JE BENT NOG ZIELIGER DAN IK DACHT!” schreeuwde hij, en Hermelien kromp ineen.
“WAT WILDE JE NOU BEREIKEN DOOR TE ZIEN HOE IK ZOU REAGEREN ALS JE ZULKE DINGEN OVER EEN ANDERE GAST ZEGT?!” schreeuwde Draco, en Hermelien kon alleen maar naar haar voeten kijken.
“Ik-ik weet het niet...” mompelde ze zachtjes, en ze durfde Draco niet aan te kijken.
“Laat me met rust, modderbloedje. Ik ben kwader op jou dan op Veegers en Metter.” zei hij op minachtende toon, en hij beende nijdig weg, Hermelien met tranen in haar ogen achterlatend. |
|
|
|
|
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Za Apr 19, 2008 19:16 |
|
Hoofdstuk 24
“Hey, gaat het wel?” vroeg Tessa bezorgd, en ze sloeg een arm om Hermelien heen. Triest schudde Hermelien haar hoofd.
“Nee...” snikte ze. “Hij haat me, hij haat me gewoon. Hij noemde me weer ‘modderbloedje’.” Snel veegde ze de tranen uit haar ogen en snoof nog een keer luid.
“Verspil geen tranen aan hem, hij is het gewoon niet waard, Hermelien. Hij heeft je bedrogen, uitgescholden en tegen je gelogen, dus wees blij dat je die loser gedumpt hebt!” zei Tessa fel.
“Maar ik weet niet eens of hij me wel bedrogen heeft...” zei Hermelien, en ze begon weer te snikken.
“Nou, hij wekte anders wel aardig de indruk.” mompelde Tessa. “Bovendien heeft hij je ook voor modderbloedje uitgescholden, dus dat is in ieder geval een reden om hem te haten.”
“Maar daar had hij eerlijk gezegd ook wel recht op...” mompelde Hermelien somber.
“Alleen omdat je zei dat Konings er goed uitzag? Kom nou zeg, het was allang uit en bovendien ben je ook geen bezit van die loser.” zei Tessa, overtuigd van haar eigen gelijk.
“Nee, ik zei het expres, alleen omdat ik zo nieuwsgierig was naar zijn reactie... Hoe heb ik zo stom kunnen zijn?” riep Hermelien uit, en ze sloeg zichzelf hard tegen het hoofd. Tessa haalde haar schouders op.
“Ik vind nog steeds dat hij fout zat en niet jij, Hermelien.”
Tot Hermeliens grote spijt kreeg Draco het nog erger te verduren: Konings was te midden van vele leerlingen op haar afgestapt en had haar mee uitgevraagd. Uit beleefdheid had Hermelien maar ‘ja’ gezegd, terwijl ze eigenlijk helemaal geen behoefte aan een uitje met Konings had. Hij was van plan Hermelien te leren vliegen, dus een echt uitje was het ook al niet meer te noemen, en dat maakte dat ze er voor zover mogelijk nóg meer tegenop zag. Het vervelendste vond ze nog dat omgaan met een andere jongen toch aanvoelde als een soort van ontrouw tegenover Draco. Het was inmiddels al een paar maanden uit, maar toch voelde Hermelien zich er niet zo goed bij...
“Kijk, dan pak je die bezem stevig vast en dan zet je je gewoon zo hard mogelijk af.” zei Konings, op een toon alsof het de simpelste zaak van de wereld was. Hoewel hij haar geruststellend aankeek, weigerde Hermelien resoluut. Ze zou niet op die bezem gaan zitten, echt niet. In plaats daarvan keek ze om zich heen. Konings had niet zomaar een plek uitgekozen om haar vliegles te geven: ze waren in het stadion van de Montrose Magpies, het grootste stadion van het land en dat tevens toegankelijk was voor toeristen indien er geen trainingen waren. Dat hij nou juist dat stadion had uitgekozen zorgde er helemaal voor dat Hermelien de hele tijd aan Draco moest denken...
“Wil je echt niet?” vroeg Konings teleurgesteld. Hermelien schudde haar hoofd.
“Het spijt me, maar ik durf het echt niet.” zei ze verontschuldigend.
Konings leek even na te denken, en zei na een tijdje: “Kom dan bij mij achterop zitten. Kom op, er zal heus niets gebeuren.” zei hij geruststellend, maar Hermelien was nog niet echt overtuigd.
“Ik weet het niet hoor...” zei ze, en ze staarde wantrouwig naar de bezem die Konings in zijn hand hield.
“Één rondje dan? Alsjeblieft, anders heb ik je hier voor niets heen gebracht.” smeekte Konings.
“Nou... Vooruit dan maar... Maar niet meer dan één rondje!” zei Hermelien waarschuwend.
Opgewekt stapte Konings op de bezem, en Hermelien klauterde voorzichtig achterop. Meteen steeg Konings op – wat volgens Hermelien al veel te snel ging – en vloog snel vooruit. Angstig klampte ze zich vast aan hem: ze gingen veel te snel en te hoog. “Niet zo snel, ik wil weer terug!” piepte Hermelien, maar toen dook Konings bijna recht naar beneden. Hermelien gilde, maar daar trok Konings zich weinig van aan.
Net voordat ze de grond zouden raken vloog hij weer omhoog en zei hij lachend: “Gaaf hè?”
“Nee, helemaal niet gaaf! Stop er onmiddellijk mee, en zet me terug op de grond!” riep Hermelien angstig, en nog steeds hield ze zich stevig vast aan Konings, doodsbang om van de bezem te vallen.
“Ben jij gek? We zijn nog maar net begonnen!” riep Konings, en nu vloog hij bijna steil omhoog. Angstig keek Hermelien naar beneden, en zag dat er een persoon met een bezem bij zich het veld op kwam rennen.
“STOOOOP!!!” gilde Hermelien, maar Konings was alweer recht op de grond afgedoken.
“WAAR DENK JIJ DAT JE MEE BEZIG BENT, LEVENSGEVAARLIJKE GEK! ZET DIE BEZEM ONMIDDELLIJK AAN DE GROND!” schreeuwde de persoon die op het veld stond, en Hermelien zag dat het Draco was. Konings trok zich echter niets van Draco aan, en vloog patserig vlak over zijn hoofd heen.
“HELP!” gilde Hermelien.
“Stel je niet aan, dit is juist leuk!” schreeuwde Konings. Hermelien keek achterom en zag dat Draco op zijn eigen bezem zo snel mogelijk achter hen aan vloog.
“Stoppen nu, Konings!” schreeuwde hij toen hij hen bijna had ingehaald.
“Sodemieter op Malfidus, je zit gewoon achter haar aan.” schreeuwde Konings, en hij maakte een scherpe bocht in de hoop Draco kwijt te raken, maar dat lukte hem niet.
“Ik waarschuw je voor de laatste keer, zet die bezem aan de grond!” schreeuwde Draco, en hij probeerde zo vlak mogelijk naast Konings te vliegen, wat hem dankzij de vele trainingen zeer goed lukte.
“Lazer op Malfidus! Je bent een flutzoeker, en Hermelien krijg je niet!” zei Konings woedend, en hij ramde met zijn elleboog hard tegen Draco’s borstkas aan. Hermelien snakte naar adem, maar Draco kon goed tegen die ram en behield zijn evenwicht gemakkelijk, en riep: “Hermelien, klim op mijn bezem!”
Hij probeerde zo vlak mogelijk naast Konings te blijven vliegen, maar net toen Hermelien aanstalten wilde maken om op Draco’s bezem te klimmen, maakte Konings een scherpe bocht. Hermelien gilde hard, maar kon gelukkig wel op de bezem blijven zitten en Draco schreeuwde woedend: “GESTOORDE SNUL! WIL JE HAAR DOOD HEBBEN OFZO?”
“Dat ligt aan jou, als jij nou eens zou oprotten...” zei Konings met een duivelse glimlach op zijn gezicht, en hij vloog in een rap tempo door.
“Hermelien, springen!” riep Draco.
“WAT?!” riepen zij en Konings in koor.
“Ik vang je wel op, wees niet bang!” zei Draco, en hij ging iets lager vliegen. Hoe graag Hermelien ook bij Konings weg wilde, ze durfde niet te springen. Ze vlogen zo hoog en zo snel...
“Vertrouw me!” riep Draco.
Hermelien kneep haar ogen stijf dicht en sprong van de bezem af. Ze vertrouwde er maar op dat Draco haar op zou vangen, want ze wist zeker dat als ze bij Konings zou blijven, ze er vanaf zou vallen. Gelukkig kwam Hermelien in twee sterke armen terecht, en zag ze dat die inderdaad die van Draco waren.
“Ik heb je stevig vast, wees maar niet bang.” zei hij op geruststellende toon, en hij vloog snel maar met controle – wat Konings dus absoluut niet had gehad – naar de grond.
“Alles goed met je?” vroeg hij bezorgd toen hij Hermelien veilig op de grond zette. Meteen sloeg Hermelien haar armen stevig om zijn nek heen.
“Dat was zo eng...” zei ze met trillende stem. Ze liet de hevig blozende Draco weer los, en voelde dat haar eigen wangen ook gloeiden.
“Malfidus! Vuile Snul, wie denk je wel niet dat je bent?! Blijf met je poten van haar af en laat haar met rust!” schreeuwde Konings vanaf zijn bezem.
“Is echt alles goed met je?” vroeg Draco terwijl hij Konings zo veel mogelijk probeerde te negeren.
“Ze moet je niet! Je bent al gedumpt, geef het op!” schreeuwde Konings, en Hermelien zag dat Draco zijn ogen dichtkneep en op zijn lip beet.
“Houd je smoel en sodemieter zelf op, Konings. Ik zou veel eerder voor Draco kiezen dan voor jou!” snauwde ze, en Konings keek haar verbijsterd en walgend tegelijk aan.
“Wil je hem terug?” |
|
|
|
|
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Za Apr 19, 2008 19:17 |
|
Hoofdstuk 25
“Wil je dat zwakke scharminkel werkelijk terug?” riep Konings verontwaardigd uit. De sombere blik op Draco’s gezicht verdween, en maakte plaats voor een aangenaam verraste uitdrukking.
“Nee, ik – ja, ehm...” Hermelien wist niet wat ze daarop moest zeggen: ze wist het antwoord simpelweg niet. Aan de ene kant voelde ze er niets voor om Draco zomaar alles te vergeven, maar aan de andere kant wilde ze dolgraag dat alles weer goed zou komen...
Konings schudde vol ongeloof zijn hoofd.
“Ik ben écht weg hier.” mompelde hij nijdig, en hij vloog snel naar de uitgang van het stadion. Hermelien staarde hem zwijgend na, maar besefte toen dat Draco al lange tijd naar haar keek. Ze keek terug en ze bleven elkaar een tijdje aanstaren, totdat Hermelien de snijdende stilte uiteindelijk verbrak.
“Ja.” zei ze, en ze sloeg haar ogen neer.
“Hoezo ‘ja’?” hoorde ze Draco met schorre stem zeggen.
Hermelien voelde dat haar wangen begonnen te gloeien: het was nu of nooit. Ze staarde naar haar voeten en hoopte dat ze niet al te rood werd.
“Ja, ik zou je graag terug willen...” zei ze zachtjes, en ze keek hem weer aan. Ze wist dat het vreemd en idioot geklonken had, maar dat kon haar even niets meer schelen. Het enige waarnaar haar aandacht op dat moment uitging was Draco, die zijn keel schraapte en duidelijk niet wist wat hij hierop moest zeggen.
“Ik – eh – dat is... Ik weet niet of...” stamelde Draco, en nu was hij degene die geen oogcontact meer durfde te maken.
“Ik had je vanaf het begin al moeten geloven.” biechtte Hermelien verontschuldigend op.
“Nee, het spijt mij. Het spijt me van alles, van die brieven waarover ik niets gezegd had, van dat hele Zwerkbalgedoe, van hoe ik de afgelopen weken tegen je deed, van dat ik niets verteld heb over mijn-” Draco deed er abrupt het zwijgen toe, en er verscheen een geschrokken uitdrukking op zijn gezicht. Hermelien keek hem vragend aan, maar Draco wendde zijn blik af.
“Ja?” vroeg Hermelien, hoewel het duidelijk was dat hij er niets meer over wilde zeggen. Toen ze geen reactie kreeg, besloot ze om er verder maar niet op in te gaan: als ze Draco terugwilde, deed ze er echt geen goed aan om hem te dwingen over iets te spreken waar hij het liever niet over praatte.
“Ik ook wel,” zei hij tenslotte, “maar ik weet niet o-of ik dat wel kan...”
Hermelien was verbaasd, maar ook opgelucht: dat was tenminste iets.
“Hoe bedoel je?” vroeg Hermelien voorzichtig, bang om hem af te schrikken.
“Het is te ingewikkeld.” zei Draco meteen. “Het spijt me.”
Hermelien zuchtte diep, en was bitter teleurgesteld. Ze was er bijna geweest, en dan net op het laatste moment...
“Ik kan toch een poging wagen het te begrijpen?” probeerde ze. “Zolang we maar geen geheimen voor elkaar hebben zal alles wel goed komen, toch?” Ze keek hem bijna smekend aan, maar kreeg niet de reactie waar ze op hoopte.
“Maar dat is het punt juist... Ik kan en mág het niet zeggen...” zei Draco somber, en hij zakte neer op het veld. Hermelien ging maar naast hem zitten, ze wilde dit gesprek per se voortzetten.
“Van wie niet?” vroeg ze ernstig.
Draco begon het gras van het veld los te trekken en staarde doelloos naar de losgetrokken grassprietjes in zijn hand.
“Het is te gevaarlijk. Als ze erachter zouden komen ben ik dood en ik wil jou niet ook in gevaar brengen.” zei hij, en Hermelien schrok.
“WAT?! Hoe komt-”
“Ik wil het je niet vertellen Hermelien, en dat is alleen om jou te beschermen. Het is gewoon te gevaarlijk. Ik moet dit zelf zien op te lossen.” zei Draco somber, en het viel Hermelien op hoe terneergeslagen hij eruit zag.
“Ik-ik kan je misschien helpen. Waarom vertel je niet gewoon wat-”
“NEE!”
Geschrokken hield Hermelien haar mond: de mengeling van bezorgdheid en vastberadenheid gecombineerd met een woedende stemverheffing joeg haar op de een of andere manier angst aan. Wat er ook aan de hand was, Hermelien was er inmiddels wel zeker van dat Draco in een levensbedreigende situatie zat. Ze was echter vastbesloten hem daar niet in zijn eentje mee te laten zitten, of ze daar zou zelf gevaar door zou lopen of niet.
“Het spijt me, ik had niet moeten-” begon Draco meteen, maar Hermelien schudde haar hoofd al.
“Is al goed. Vertel me nou maar gewoon wat er aan de hand is, dan komen we er samen wel-”
“Voor de laatste keer: ik betrek je hier niet in! Als ze erachter zouden komen dat ik contact met jou heb...” mompelde Draco, en hij leek te huiveren bij alleen al de gedachte daaraan.
“En als ik nou eens zeg dat het me helemaal niets uitmaakt of ik nou gevaar loop?” zei Hermelien vastbesloten. Draco zuchtte diep.
“Kan ik je echt niet op andere gedachten brengen?” vroeg hij wanhopig.
Hermelien schudde verwoed haar hoofd. Wat hij ook zou zeggen, ze zou hem helpen. Ze wilde hem niet nog eens kwijtraken, zoiets zou ze niet meer opnieuw willen meemaken.
“Goed dan, maar je moet zweren dat je dit niet aan iemand anders vertelt. Jij bent de enige aan wie ik dit durf toe te vertrouwen, en dat is niet voor niets zo. Je mag dit niet verder vertellen, Hermelien. Niet aan het Ministerie, niet aan de Schouwers, niet aan je vrienden, zelfs niet als het hele goede zijn.” zei Draco, en hij keek haar ernstig aan. Hermelien knikte langzaam, en Draco keek weer naar de grond.
“Het zijn mijn ouders...” zei hij uiteindelijk, en Hermelien kreeg de aandrang om te lachen. Wat dit het waar hij zich zo vreselijk druk om had gemaakt?
“Je-je ouders?” zei Hermelien, en ze kon een flauwe grijns niet onderdrukken. “Wat zouden je ouders nou-”
“Ze hebben een hele zooi Dooddoeners achter me aan gestuurd en , als je het zonodig moet weten!” snauwde Draco woedend, en hij begroef zijn gezicht in zijn handen.
“I-ik...” stamelde Hermelien, en meer dan dat kon ze op dat moment niet uitbrengen. Maar toch, Lucius en Narcissa Malfidus die hun geliefde zoontje iets aan wilden doen? Draco mocht dan wel de banden verbroken hebben, maar om dan gelijk een groep moordenaars achter hem aan te sturen... Nee, zelfs meneer een mevrouw Malfidus zouden dat niet doen, toch?
“Ze willen je toch niet – nouja...” Hermelien probeerde een tactvolle manier te vinden om het onder woorden te brengen, maar zoals gewoonlijk maakte Draco haar zin weer op een iets minder subtiele manier af.
“Vermoorden?” zei hij toonloos. “Misschien niet direct...”
“Niet direct?! Zoiets zouden ze nooit doen-”
“Dat doen ze ook niet, dat laten ze doen. Ze vinden zichzelf te goed om er hun eigen handen aan vuil te maken.” zei Draco droogjes, en Hermelien keek hem vol ongeloof aan.
“Kan het je dan ook helemaal niets schelen?” vroeg ze verontwaardigd, en ze keek hem angstig aan.
“Natuurlijk wel!” zei Draco meteen, zodat Hermelien niet al te bezorgd hoefde te zijn. “Ik heb onmiddellijk gigantisch veel beveiliging ingeschakeld, maar als ik eerlijk mag zijn... Die Dooddoeners zijn ook niet echt de slimste tovenaars hier op aarde.” zei hij sarcastisch, maar de luchtige toon waarop hij dat zei beviel Hermelien totaal niet.
“Doe niet alsof het niets bijzonders is! Voor je het weet is het te laat, en je leven kun je maar één keer verliezen!” zei ze ernstig.
“Griffeltje, doe nou eens niet zo gruwelijk bezorgd. Ik begon me net af te vragen of ik daarstraks niet te overdreven deed, maar als ik jou nu zo hoor...” zei Draco grijnzend, en hij streek even door zijn witblonde haar. Hermelien zweeg en keek hem chagrijnig aan, totdat er een vraag in haar opkwam.
“Hoezo zou je mij hierin betrekken als je dit aan mij zou vertellen?” vroeg ze, en ze merkte dat haar stem iets begon te trillen.
Draco merkte dat ook, en zei: “Het is niet dat ik je onnodig bang wil maken, maar je moet vanaf nu wel op je hoede zijn. Neem niemand meer zomaar in vertrouwen, en misschien is het ook beter als ik je Occlumentie leer. Overal zitten spionnen, Hermelien, en daar moet je op voorbereid zijn.”
Onwillekeurig zat Hermelien al met haar gedachten bij de Occlumentielessen, waarin ze de hele tijd in Draco’s mooie grijze ogen zou moeten kijken... Toen ze uit haar dagdroom ontwaakte zag ze dat Draco met opgetrokken wenkbrauw naar haar keek.
“En ik beheers ook Legilimentie.” zei hij met een flauwe glimlach, en Hermelien voelde dat haar wangen weer als vanouds begonnen te gloeien. |
|
|
|
|
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Za Apr 19, 2008 19:20 |
|
Vanaf dit punt vinden er perspectiefwisselingen plaats (Draco/Hermelien), dit is namelijk noodzakelijk voor de volgende hoofdstukken. Veel leesplezier!!
Hoofdstuk 26
Echt officieel was het nog niet, maar het was voor iedereen inmiddels wel duidelijk dat alles tussen Hermelien en Draco weer goed was gekomen. Tot haar grote genoegen hoorde Hermelien dat Konings diep in de problemen zat. Hij had geprobeerd te Verschijnselen met iets te veel boterbiertjes op en was Versprokkeld terecht gekomen op een klein kindje van vier, dat in shock naar het St. Holisto was gebracht. Konings had nu grote problemen met het Ministerie en liep grote kans binnenkort een boete van 1300 Galjoenen te ontvangen. Hermelien had zijn vuile blikken zoveel mogelijk genegeerd: Konings was niet al te blij geweest met Draco als Hermeliens redder in nood.
De media hadden wel opgemerkt dat Draco op zijn zachtst gezegd weer in vorm was, en de krantenkoppen waren Hermelien dan ook niet ontgaan: Malfidus speelt opnieuw Snaaien van de hemel, Montrose Magpies stellen koppositie weer veilig dankzij uitstekend spel van Malfidus, Malfidus terug van weggeweest: ruzie met vriendin over?
“Dat proefwerk van vrijdag, moet je daarvoor ook die extra aantekeningen leren?” vroeg Hermelien met gefronste wenkbrauwen, en ze bladerde nog eens goed door haar Huiswerkplanner. Ron leunde achterover in zijn stoel en gaapte luid.
“Anders zouden ze ons die aantekeningen toch niet gegeven hebben, of wel soms?” zei hij, en hij krabde verstrooid aan zijn achterhoofd.
“Ja, maar het kan ook zo zijn dat het gewoon aanvullende informatie was en dat het niet- Ach, laat ook maar. Ik leer het wel gewoon, en dan zie ik nog wel of ik er wat aan heb.” zuchtte Hermelien, en ze sloeg haar Huiswerkplanner met een klap dicht.
Ron leek nu helemaal vrede te hebben met het feit dat Hermelien samen was met Draco. Geen plotselinge omslagen meer van zijn humeur, geen gegrom meer als Draco bij hen kwam staan... Hermelien kreeg zelf het idee dat Ron enige vorm van sympathie probeerde op te brengen, hoe onwaarschijnlijk dat ook leek.
Verveeld liep Draco naar de studiehal, op zoek naar Hermelien. Hij had haar terug, iets wat hij nooit had durven dromen. Even verderop zag hij haar zitten, druk in gesprek met Wezel. Het was hem opgevallen dat Wezel de laatste tijd een stuk vriendelijker tegen hem deed. Eigenlijk vond Draco dat best jammer: het was altijd zo mooi om te zien hoe Wezels oren rood aanliepen van woede als hij liep te paraderen met Hermelien, en al helemaal als hij haar een zoen gaf. Hermelien had er de lol nooit echt van ingezien, maar hij had het het beste vermaak van de wereld gevonden.
“Hey schat.” zei hij tegen Hermelien, en keek even met een duivels glimlachje naar Wemel. Tot zijn grote teleurstelling leek hij daar echter totaal geen aandacht aan te besteden. Draco pakte maar een stoel, schoof die naast die van Hermelien, en ging zitten.
“Nog steeds bezig met leren?” vroeg hij vol ongeloof, en hij begon zich af te vragen waar Hermelien de motivatie vandaan haalde om de hele tijd met haar neus in de stoffige oude boeken te zitten.
“Nou, niet echt. Ik heb het al opgegeven. Ik leer vanavond nog wel.” zuchtte Hermelien, en ze stopte haar boeken in haar tas. Draco streek haar haren uit haar gezicht, maar gegrom of desnoods een geïrriteerd kuchje van Wemel bleef uit. Had hij soms een cursus zelfbeheersing gevolgd ofzo?
“Ga je nog iets anders doen vanavond, behalve leren?” vroeg Draco weer aan Hermelien, en haar lach zorgde ervoor dat zijn hart even sneller ging kloppen.
“Nee, niets. Hoezo, had jij plannen dan?” vroeg ze vrolijk.
“Nou-eh, eigenlijk...” Draco snapte er echt werkelijk niets van: het afsnauwen en beledigen van mensen ging hem altijd zo gemakkelijk af, maar Hermelien... Zij, juist zij liet zijn adem stokken.
“Nou, ik zat te denken... Je kunt dat leerwerk ook gewoon uitstellen tot morgen, en dan zouden we vanavond samen uit kunnen gaan...” zei hij uiteindelijk met een brede grijns op zijn gezicht.
“Ik weet het niet hoor... Van uitstel komt afstel.” zei Hermelien plagerig, en Draco keek even vanuit zijn ooghoeken naar Wemel. Nog steeds geen reactie: hij leek alles wel te volgen, maar hield zich blijkbaar in. Prima, eens zien hoe ver ik kan gaan, dacht hij, en er verscheen een arrogante grijns op zijn gezicht.
“Wat is er?” vroeg Hermelien.
“Niets... En, breng je de avond liever door met die stoffige oude boeken of met mij?” vroeg hij, en hij legde zijn hand op haar knie.
“Jullie zijn allebei oud en stoffig, dus wat dat betreft maakt het niet zoveel uit wie ik zou kiezen.” grinnikte Hermelien.
“Kunnen die boeken dit ook?” vroeg Draco, en hij gaf haar een lange zoen. Hij zag dat Hermelien verlegen haar Huiswerkplanner in haar tas stopte, maar nog steeds geen enkele reactie van Wezelmans...
“Maar goed, verkies je het gezelschap van je boeken nou wel of niet boven dat van mij?” vroeg Draco.
“Mwah, ik geef de voorkeur aan jou.”
“Mooi, dan zie ik je vanavond wel in die kroeg die zoveel lijkt op De Drie Bezemstelen. Je weet welke ik bedoel?” vroeg hij met opgetrokken wenkbrauw. Hermelien knikte, en voordat Draco wegliep gaf hij haar nog snel een kus, balend van het feit dat Wemel niet uit zijn slof was geschoten...
Die avond zat Hermelien verveeld aan de bar in de kroeg. Draco was er nog niet, en het was erg rustig. Behalve de barman waren er alleen maar twee andere mannen. De ene was klein en gezet, en had een merkwaardig zwart snorretje. De andere had stroblond haar en was behoorlijk lang, en kwam Hermelien vaag bekend voor. De twee wierpen af en toe duistere blikken op Hermelien, en keken toen weer naar de barman. Hermelien besteedde er maar niet te veel aandacht meer aan, het waren vast en zeker weer van die journalisten die op zoek waren naar nieuwe roddels. Toen de barman de trap afliep naar de wijnkelder, stond de grote blonde man op, en wenkte het kleine mannetje...
Snel rende Draco over straat, en sprong over een omgegooide prullenbak heen. Hij was de tijd helemaal vergeten, en hoopte dat Hermelien nog niet weg was gegaan. Ongelofelijke Snul! Hoe had hij zo dom kunnen zijn? Voor je het wist zag Hermelien hem niet meer staan, en dan was hij haar opnieuw kwijt. Heel slim... Zo snel als hij kon rende hij de straat waar de kroeg was in, nadat hij haastig opzij moest springen voor een auto die met piepende remmen tot stilstand kwam. Net toen hij nog geen tien meter verwijderd was van de kroeg, hoorde hij gegil. Angstig gegil dat door merg en been ging, en hij besefte dat het Hermelien was... |
|
|
|
|
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Zo Apr 20, 2008 19:03 |
|
Thanks iedereen weer voor de reacties!
Hoofdstuk 27
Op volle snelheid stormde Draco schreeuwend de kroeg in.
“HERMELIEN! HERMELIEN!”
Hij keek angstig om zich heen, maar de kroeg was verlaten.
“HERMELIEN!”
Hij gooide een paar tafels en stoelen opzij, in de hoop dat hij Hermelien ergens zag.
“Waar denk jij dat je mee bezig bent?! Merlijns baard zeg, MIJN KROEG UIT!!!” schreeuwde de barman, die net de wijnkelder uitkwam. Draco vloog onmiddellijk op de man af.
“Zeg alstublieft dat u een meisje heeft gezien van ongeveer mijn leeftijd en met lang bruin haar.” smeekte hij. De barman wreef over zijn kin en dacht na.
“Ja, die heb ik gezien ja...” zei hij langzaam.
“Waar is ze nu?” vroeg Draco, en hij rammelde de man hevig door elkaar.
“Dat-weet-ik-niet!” bracht de barman uit, en dat maakte Draco woedend.
“WEET IK NIET? DIT IS BELANGRIJK, VUILE SNUL, DUS WAAG HET NIET OM ME IN DE MALING TE NEMEN! WEET JE WEL WIE JE HIER VOOR JE HEBT?!” brulde hij, en hij trok zijn toverstok. De barman kromp angstig ineen.
“I-ik weet h-het echt n-niet.” stamelde hij. “I-ik g-ging naar d-de wijnk-kelder, en toen ik terugk-kwam z-zag ik alleen u...”
Draco luisterde al niet meer: er was een akelige gedachte bij hem opgekomen, een vreselijke gedachte...
“Wie waren er nog meer?” vroeg hij, en hij was doodsbang voor het antwoord.
“Een klein ventje met een idioot snorretje en een boom van een kerel met stroblond haar-” begon de barman, maar Draco had al een kruk gepakt en die uit alle macht tegen de muur gesmeten.
“HEE! KAPPEN DAARMEE, IK-”
“HOUD JE BEK!!!” schreeuwde Draco, en de barman hield geschrokken zijn mond. Met tranen in zijn ogen zakte Draco neer op de grond en begroef zijn gezicht in zijn handen. Ze hadden haar te pakken gekregen. Het was voorbij, allemaal voorbij...
Langzaam deed Hermelien haar ogen open. Ze wreef even over haar voorhoofd en probeerde zich iets te herinneren van wat er gebeurd was. Alles was erg vaag: het enige dat ze zich nog kon herinneren was een afspraakje met Draco, en hoe ze vastgegrepen werd. Misschien was dit Draco’s werk wel, en had hij haar hierheen gebracht als een soort verassing. Loom keek Hermelien om zich heen. Ze zat in een soort kerker, compleet met dikke tralies en een kille uitstraling. De stenen vloer was vochtig en ijskoud, en Hermelien begon steeds meer aan haar theorie te twijfelen.
Plotseling hoorde ze naderende voetstappen, en nieuwsgierig gluurde ze tussen de tralies door. Een gigantische man met stroblond haar kwam op haar afgelopen. Hermelien herkende hem ergens van, maar ze kon er niet achterkomen waarvan. De man haalde een toverstok tevoorschijn en terwijl hij dat deed zag Hermelien een donkere tatoeage op zijn onderarm. Angstig sprong ze achteruit en wilde ze haar eigen toverstok trekken, maar kwam tot ze conclusie dat ze die niet meer in haar bezit had. De Dooddoener grijnsde kwaadaardig bij het zien van haar angstige reactie. Met een klein zwiepje van zijn toverstok wikkelden zich er allerlei touwen om Hermelien heen. Meteen verloor ze haar evenwicht en viel ze hard op de stenen vloer. De Dooddoener lachte opnieuw, en Hermelien voelde hoe hij de touwen beetpakte en haar de kerker uitsleepte.
“Waar moet dat kreng heen?!” brulde de Dooddoener ineens, en daardoor besefte Hermelien plotseling dat hij Bijlhout was.
“Breng maar naar de hal.” galmde een ijzige stem, die Hermelien merkwaardig bekend voorkwam. Maar nee, dat kon niet...
Ze werd naar de hal toegebracht, en de touwen verdwenen. Hermelien wreef met tranen in haar ogen over haar pijnlijke polsen.
“Weet je zeker dat het haar is?” vroeg de ijzige stem, en er liep een rilling over Hermeliens rug.
“Heel zeker.” antwoordde de Dooddoener.
“Mooi...”
Het geluid van naderende voetstappen weergalmde in de hal. De eigenaar van die ijzige stem verscheen en kwam dreigend op Hermelien aflopen.
“JIJ!” gilde ze, en ze krabbelde angstig achteruit.
Lucius Malfidus stootte een kille lach uit en Bijlhout, die achter Hermelien stond, schopte haar weer naar voren. Ze belandde hard op de marmeren vloer, op haar knieën voor de voeten van Malfidus. Angstig keek ze naar hem op. Draco en Lucius... Zoveel als twee mensen op elkaar leken, zoveel als ze van elkaar verschilden...
“WAAR IS MIJN ZOON?!” brulde Malfidus, en hij kreeg de kille blik in zijn ogen die Hermelien maar al te vaak bij Draco had gezien.
“Ik-ik weet het niet...” stamelde Hermelien, maar tot haar grote spijt was ze nooit goed geweest in liegen.
“GEEN LEUGENS, SMERIG MODDERBLOEDJE! WAAR IS HIJ?!” schreeuwde Malfidus.
“Ik weet het echt niet-”
“CRUCIO!”
Hermelien gilde het uit van de pijn: het voelde alsof er duizenden withete messen haar huid binnendrongen. De pijn was ondraaglijk, maar even snel als ze gekomen was hield ze ook weer op. Hevig snikkend lag ze op de koude vloer, maar geen moment dacht ze eraan Draco te verraden.
“WAAR IS HIJ?!” brulde Malfidus opnieuw.
Hermelien keek moedig omhoog en zei vastberaden: “Weet ik niet.”
“JE LIEGT, IK ZIE HET IN JE WAARDELOZE GEEST! IK WEET HET VAN JULLIE, DAT HIJ IS GEVALLEN VOOR ZO’N ZWAK SCHARMINKEL. VOOR DE LAATSTE KEER: WAAR IS HIJ?!” schreeuwde Malfidus, en hij hield zijn toverstok bij Hermeliens keel.
“Als je mij doodt zul je in ieder geval niet te weten komen waar Draco is.” zei Hermelien zacht.
“CRUCIO!”
Met een misselijk gevoel in zijn maag zat Draco verslagen op de grond. Potter en Wemel zaten naast hem, het had hem verstandig geleken om hen als eerste op de hoogte te brengen. Draco had zich verbaasd maar was blij geweest met de manier waarop ze daarmee omgingen. Ze hadden hem getroost, hem ervan verzekerd dat ze Hermelien wel zouden vinden, alsof ze hun hele leven al goede vrienden waren. Draco was vastbesloten het niet te laten merken, maar het betekende heel veel voor hem. Potter had meteen de Schouwers gewaarschuwd, maar eigenlijk wilde Draco daar niet op wachten. Iedere seconde telde, en zeker als Hermelien inderdaad in de handen van zijn ouders was gevallen.
Plotseling stond hij op.
“Ik ga niet nog langer doelloos zitten wachten! Tegen de tijd dat die Schouwers eindelijk gearriveerd zijn is het al te laat!” zei hij vastberaden, maar Wemel protesteerde.
“Je hebt geen keus! We hebben geen flauw idee van waar ze is!” zei hij.
“Ze is bij mijn ouders, zij zaten achter ons aan. Daar moeten we heen.” zei Draco.
“Hoe weet je zo zeker dat ze daar is?” vroeg Potter.
“Dat weet ik gewoon, ik voel het.” zei Draco zelfverzekerd.
“Maar dan nog...” zei Potter. “Waarschijnlijk stikt het daar van de Dooddoeners. We zijn niet tegen hen opgewassen. Laten we gewoon wachten op de Schouwers-”
“DAN IS HET TE LAAT!” schreeuwde Draco. “BEGRIJP DAT DAN, VERDOMME!”
“Het zou je dood worden.” zei Wemel triest, maar dat maakte Draco nog woedender. Begrepen ze dan niet dat het hem niets uitmaakte of hij zou sterven? Begrepen ze dan niet dat hij zijn leven voor Hermelien zou willen geven?
“Ik weet wat je denkt-” begon Potter, maar Draco viel hem woest in de rede.
“NEE, DAT WEET JE NIET! BLIJF DAN TOCH LEKKER HIER ALS JE ZO BANG BENT OM DE PIJP UIT TE GAAN! IK BEN IN IEDER GEVAL WEL BEREID OM MIJN LEVEN TE GEVEN VOOR DEGENE VAN WIE IK HOUD!” schreeuwde hij, en tranen vulden zijn ogen.
“In je eentje heb je geen schijn van kans, je wordt genadeloos afgemaakt. Daar help je Hermelien niet mee, en dat weet je zelf ook...” zei Potter triest, en Draco moest toegeven dat daar wel een kern van waarheid in zat. Een traan liep over zijn wang en zijn benen begaven het.
“Het is allemaal mijn schuld.” snikte hij, en hij slikte even. “Ik had nooit iets met haar mogen beginnen, dan was dit allemaal niet gebeurd.”
“Het is jouw schuld niet.” zei Potter gedecideerd. “En je kent Hermelien: ze laat zich echt niet tegenhouden door een stelletje Dooddoeners. Je hebt zelf verteld dat het haar niets uitmaakte of ze gevaar liep. Niets had Hermelien op andere gedachten kunnen brengen, ook dit niet. Ze houdt echt van je en had geen genoegen genomen met ‘Ik wil niets met je beginnen, het is voor je eigen veiligheid’.”
Draco knikte triest.
“We vinden haar wel.” zei Ron geruststellend. |
|
|
|
|
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Vr Apr 25, 2008 17:49 |
|
Heey, iedereen echt super bedankt voor de reacties!! (Ik ben helaas even kwijt wie het allemaal waren, sorry!!! )
Hoofdstuk 28
“CRUCIO!”
Hermelien voelde de pijn al nauwelijks meer. Ze ging sterven, niemand was er die haar nog zou kunnen redden. Als verdoofd lag ze opgekruld op de grond, wachtend op de volgende vervloeking.
“Het zou allemaal een stuk sneller en pijnlozer kunnen gaan als je gewoon mee zou werken.” siste Malfidus, en zijn toverstok prikte in Hermeliens keel. Bang voor hem was Hermelien echter niet.
“Geen haar op mijn hoofd die daar aan denkt.” zei ze, en ze spuugde in Malfidus’ gezicht. Ze verwachtte een nieuwe Cruciatusvloek, maar die bleef uit.
“Sluit haar op. Eens zien of ze er morgenochtend anders over denkt. Roep daarna zo veel mogelijk Dooddoeners bijeen. Zeg hen dat er een spoedvergadering is.” zei Malfidus tegen de Dooddoener met het stroblonde haar, en toen viel zijn blik weer op Hermelien.
“Maar voordat je zo weg bent... CRUCIO!”
“Ik heb het gehad. Ik ga naar het huis van mijn ouders. Ik kan hier gewoon niet meer tegen!” schreeuwde Draco, en hij keek woedend naar Potter en Wemel.
“Ik ga met je mee.” zei Potter ineens. Draco keek hem verbaasd aan.
“J-ja?” bracht hij verontwaardigd uit. Potter knikte vurig.
“Het kan misschien nog wel uren duren voordat die Schouwers komen, en zo lang hebben we niet.” zei hij.
“Ik weet het niet hoor Harry...” mompelde Wemel twijfelend. “Is het niet te-”
“Blijf dan toch hier! Als je zo’n houding hebt zou je ons toch alleen maar in de weg lopen!” snauwde Draco.
“Ik wil ook dat ze gered wordt hoor, dus doe niet alsof het me niets kan schelen!” zei Wemel woedend, en Draco zag dat zijn oren rood werden.
“Gedraag je dan niet zo kneuzig! Volgens mij kan het je geen bal schelen wat er met Hermelien gebeurt, je denkt alleen maar aan je eigen hachje!” zei hij kwaad. Op dat moment barstte Wemel los.
“JE DOET ALSOF JIJ HIER DE ENIGE BENT DIE OM HERMELIEN GEEFT! MISSCHIEN WAS HET NOG NIET IN DAT AFSCHUWELIJK BLONDE HOOFD VAN JE DOORGEDRONGEN, MAAR IK GEEF OOK OM HAAR!” schreeuwde Wemel, die totaal buiten zinnen was.
Er viel een dodelijke stilte en dat gaf Draco de benodigde tijd om na te denken. Kon hij hieruit opmaken dat Wemel toch al die tijd verliefd op Hermelien was gebleven? Hij had het dan wel niet op die manier gezegd, maar toch... Hij keek even naar Potter, die zo’n blik had van hier-meng-ik-mij-niet-in-want-dit-zijn-mijn-zaken-niet.
Draco schraapte luid zijn keel.
“Ik ehm... Ik ga me alvast voorbereiden...”
Hij draaide zich met een ruk om en liep weg zonder nog om te kijken naar Wemel.
Klappertandend zat Hermelien op de koude vloer in de kerker. Af en toe hoorde ze van veraf luid gepraat en gerommel, wat betekende dat er Dooddoeners het huis binnenkwamen. Ze vroeg zich af of die zogenaamde spoedvergadering over haar ging. Waarschijnlijk wel, maar wat waren ze verder met haar van plan? Ze liet zich niet beïnvloeden door de kilte die de kerker uitstraalde. Inmiddels had ze goede hoop dat er plotseling iemand voor de tralies verscheen en haar zou bevrijden. Haar nekharen gingen echter recht overeind staan toen ze een kille en wrede lach hoorde...
“Hoe ver nog?” vroeg Wemel op vermoeide toon.
“Zeik niet, Wezel! Het kan nu niet ver meer zijn.” Draco tuurde met samengeknepen ogen in de verte en zag toen eindelijk het grote landhuis waarnaar hij op zoek was. In het licht van de lantaarns herkende hij de grote eikenboom waarin hij als klein jongetje zo vaak gespeeld had. Toen was hij zich nog niet van het kwaad waartoe zijn ouders behoorden bewust geweest...
Hij werd ruw uit zijn gedachten gerukt toen Wemel met een krakend geluid op een doorbrekende tak ging staan.
“Is dat het?” vroeg Potter terwijl hij wantrouwig naar het landhuis keek.
Draco knikte zwijgend, maar rende toen zo snel mogelijk naar het landhuis toe.
Voor de grote poort stopte hij en keek hij met een diepe frons de tuin in.
“Wat-is-er? Kunnen-we-niet-gewoon-naar-binnen?” hijgde Wemel, die blijkbaar geen conditie had en helemaal buiten adem was.
Draco schudde zijn hoofd.
“Beveiliging...” mompelde hij. Er was echter ook een andere manier... “Hierheen!” zei hij, en hij wenkte Potter en Wemel. Het moest hier ergens zijn, tenzij zijn ouders het inmiddels ontdekt hadden... Hij bleef abrupt stilstaan bij een rozenstruik, die helemaal om het hek heen gegroeid was.
“Hier is het.” zei Draco, en hij trok zijn toverstok. “Moenia” fluisterde hij terwijl hij met zijn toverstok op de struik wees. Onmiddellijk verscheen er een opening in het hek, waar een kind van tien onderdoor zou kunnen lopen. Voorzichtig en zonder al te veel lawaai te maken kroop Draco door het gat heen. Toen hij Potter en Wemel argwanend naar de opening zag kijken zei hij: “Het is veilig. Ik heb deze weg zo vaak gebruikt toen ik klein was. Ik werd gek van die beveiliging die mijn ouders altijd instelden. Behalve wij weet niemand er vanaf.”
Uiteindelijk klommen ze allebei onhandig door de opening heen.
“Waar denk je dat Hermelien is?” vroeg Potter.
“Nou, ik heb mijn ouders wel eens horen praten over een soort kerker, maar ik mocht er niet komen en ben er dus nog nooit geweest. Het moet zich ergens onder het huis bevinden. Ik geloof dat er zich ergens in de hal een luik bevind en dat je via die weg bij de kerker komt...” zei Draco aarzelend.
“Zou ze daar kunnen zijn?”
Draco knikte.
“Kom op dan, we hebben geen tijd te verliezen.”
“Meekomen, modderbloedje!”
Hermelien schrok wakker. Bijlhout, de grote blonde Dooddoener, rommelde aan het slot en met een piepend geluid ging de deur open. Meteen richtte Bijlhout zijn toverstok op Hermelien.
“Als ik ook maar het vermoeden krijg dat je probeert te ontsnappen, ben je er geweest.” zei hij, en hij gebaarde dat Hermelien moest meekomen. Zwijgend stond ze op en liep ze de kerker uit, terwijl ze de ogen van Bijlhout in haar rug voelde branden. Uiteindelijk kwamen ze aan in een kamer met een grote tafel waaraan een stuk of twintig mensen zaten. Meteen zag Hermelien dat het allemaal Dooddoeners waren, en Lucius Malfidus, die aan het hoofdeinde van de tafel zat, stond op.
“Dit-” begon hij, maar op dat moment Verschijnselde er een huiself, gehuld in oude lompen, vlak voor zijn neus.
“Dit is een belangrijke vergadering, dus ik hoop voor jou dat het belangrijk is.” siste Malfidus woedend, en hij keek de elf minachtend aan.
“Ik heb goed nieuws voor u, meester.” zei de huiself, die zo diep boog dat zijn neus de grond bijna raakte.
“Wat dan?” snauwde Malfidus.
“Uw zoon is net gesignaleerd.” |
|
|
|
|
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Zo Mei 11, 2008 8:05 |
|
Hey iedereen, sorry voor het lange wachten! Ik was op vakantie en heb niet echt aan het verhaal kunnen werken daar, dus vandaag dat het een beetje lang duurde. Hopelijk is dit hoofdstuk het wachten waard!
Hoofdstuk 29
“Wat is dit?”
Draco staarde verbaasd naar de cel. De deur was open en het leek er niet op dat Hermelien daar was.
“Weet je zeker dat je je niet vergist hebt?” vroeg Wemel voorzichtig.
“Ik vergis me nooit.” snauwde Draco., en hij liep de cel binnen.
“Ze is er niet, laten we de rest van het huis doorzoeken.” suggereerde Potter.
Draco liet zijn vingers langs de tralies glijden en liep toen de cel weer uit. Net toen hij de trap op wilde lopen hoorde hij een kille en humorloze lach waarvan zijn nekharen rechtovereind gingen staan.
“Wat was dat?” piepte Wemel angstig.
“We moeten hier weg.” zei Draco, en zijn adem begon te stokken in zijn keel. “METEEN!”
“NEE, NIET DOEN! LAAT HEM MET RUST! WAT HEEFT HIJ VERKEERD GEDAAN?” schreeuwde Hermelien wanhopig.
“Zo’n beetje alles dat hij verkeerd kon doen.” siste Lucius Malfidus. “En nu houd je je smerige modderbloedsmoel dicht! Dolochov, Ravenwoud, jullie doorzoeken de hal en de kerker. Noot, Kwast, de tuin is jullie verantwoordelijkheid. Korzel en Bijlhout zorgen voor de woonkamer en iedereen die nog over is zorgt voor de rest van het huis, al denk ik niet dat dat nodig zal zijn. Zo ver komen ze niet.”
Er verscheen een kwaadaardige grijns op het gezicht van Malfidus toen alle Dooddoeners op zijn commando verdwenen.
“Het kan nu niet lang meer duren...” mompelde Malfidus terwijl hij begon te ijsberen door de ruimte. “Steeds weten te ontkomen... Te lang geduurd... In de val nu... Ieder moment-”
“Draco laat zich toch niet vangen.” zei Hermelien toonloos.
“Hoe kom je daar nou weer bij?!” snauwde Malfidus met een minachtende blik op Hermelien, die vastgebonden op de grond lag.
“Hij heeft zijn verstand duidelijk niet geërfd van zijn vader. Zo dom is hij namelijk niet.” zei Hermelien simpelweg. Ze had inmiddels helemaal geen angst meer voor Malfidus en de andere Dooddoeners. Ze keek vuil naar hem op, in afwachting van zijn reactie. Tot haar grote verbazing leek hij zich echter weinig aan te trekken van haar belediging. Hij stootte zelfs een kille en humorloze lach uit.
“Als iemand zich laat vangen hoeft dat nog niet te betekenen dat hij dom is...” zei Malfidus, die inmiddels zijn toverstok tevoorschijn haalde. Hermelien zei niets en hoewel ze niet bang voor hem was bleef ze de punt van Malfidus’ toverstok nauwlettend in de gaten houden.
“Waarom zouden we hem zoeken als hij vanzelf hierheen komt?” zei Malfidus. De toverstok gleed door zijn bleke vingers maar werd nog niet in gebruik genomen.
“Waarom zou hij?” vroeg Hermelien.
Op een antwoord van Malfidus hoefde ze echter niet te wachten: meteen begon ht bij haar te dagen. Wat was anders de reden geweest om haar gevangen te nemen? Waarom zou ze hier anders vastgehouden worden? Hermelien balde haar vuisten en keek moorddadig naar Malfidus.
“Inderdaad ja, modderbloedje. Liefhebben zorgt alleen maar voor leed... CRUCIO!”
Terwijl Draco op volle snelheid de kerker uitrende hoorde hij een hoge gil die maar van één persoon afkomstig kon zijn. Zijn hart begon steeds sneller te slaan en hij rende harder dan hij ooit in zijn leven gedaan had. Behendig ontweek hij een grote kristallen kroonluchter die met een luid en rinkelend geluid op de grond aan stukken viel.
“DAAR IS HIJ!” schreeuwde een rauwe stem.
Draco keek opzij en zag twee bekenden: Dolochov en Ravenwoud. Zo snel als hij kon vuurde hij allerlei vervloekingen af op de Dooddoeners, maar ze blokkeerden alles. Inmiddels waren ook Potter en Wemel gearriveerd en ook zij vuurden zo veel mogelijk vervloekingen af, maar al snel kreeg Draco door dat dit geen zin had. Nog even en dan waren ze uitgeput, dan was de redding van Hermelien al helemaal ver weg. Hij speurde de hal af. Er hing een gigantische spiegel aan de muur, er stonden aan weerszijden van de voordeur twee grote planten en op de grond lag een eeuwenoud kleed... Dolochov an Ravenwoud stonden op het kleed, Draco, Potter en Wemel niet...
“Accio!”
Met een vloeiende snelle beweging van zijn toverstok trok Draco het kleed weg onder de voeten van de Dooddoeners. Die verloren meteen hun evenwicht en smakten tegen de marmeren vloer.
“Expelliarmus!” riep Potter meteen.
De toverstokken vlogen meteen uit de handen van de versufte Dooddoeners en kwamen in die van Wemel terecht, die ze onmiddellijk doormidden brak. Vervolgens sprak Draco nog een eenvoudige bezwering over Dolochov en Ravenwoud uit waardoor ze meteen als een blok in slaap vielen.
“Mooi zo.” zei Wemel trots. “Dat was d-” Hij stopte abrupt met praten toen er opnieuw een ijselijke gil door de ruimte galmde.
“Meekomen!” schreeuwde Draco meteen.
Nu wist hij zeker waar ze naartoe moesten. Zo vaak als er in die ruimte bijeenkomsten waren georganiseerd... Waarom had hij daar niet eerder aan gedacht?
“CRUCIO!”
Opnieuw gilde Hermelien het uit. Het leek wel alsof de vervloekingen steeds sterker werden.
“Hij laat wel erg lang op zich wachten. Misschien is het dan toch eindelijk tot hem doorgedrongen dat hij maar beter niet met uitschot zoals jij om kan gaan.” zei Malfidus droogjes.
Hermelien had de kracht niet om iets terug te snauwen. Het voelde alsof al haar ledematen in brand stonden en zodra ze haar mond open deed kon ze alleen maar gillen van de pijn. Ze wilde Malfidus dat plezier absoluut niet gunnen en hield daarom haar kaken stijf op elkaar. Malfidus hief echter opnieuw zijn toverstok op.
“CRUCIO!”
Weer werd Hermelien vol getroffen, maar tijd om het uit te schreeuwen kreeg ze niet. De pijn had nog geen seconde geduurd of ze hield al weer op. Met de kracht die ze nog had keek Hermelien om zich heen. Een vage gestalte die Malfidus moest zijn stond met zijn rug naar haar toe en schreeuwde iets naar een persoon die enkele meters verderop stond. Die persoon was vrij lang en had ook witblond haar...
Een golf van opluchting kwam over Hermelien heen. Ze wilde die persoon roepen, omhelzen, maar ze had de kracht niet om op te staan en die persoon in de armen te vliegen.
“D-draco...” zei ze nog, maar toen werd alles langzaam zwart... |
|
|
|
|
Linda Slytherin
5e jaars
Verdiend:
15 Sikkels
Woonplaats: With the Malfoys
|
Geplaatst:
Wo Mei 28, 2008 18:47 |
|
Iedereen super bedankt voor de reacties! Dit is het laatste hoofdstuk alweer... Deels tragisch, deels goed einde. Veel plezier met lezen!
Hoofdstuk 30
Draco zag Hermelien op de grond liggen en een enorme golf van opluchting overspoelde hem. Ze was weliswaar bewusteloos, maar ze hadden haar tenminste gevonden. Inmiddels waren Potter en Wemel naast hem komen staan. Zijn vader was zich er echter goed van bewust dat hij nu in de minderheid was. Toch maakte dat het er niet gemakkelijker op voor Draco.
“Één stap dichterbij en ze sterft!” riep Lucius Malfidus, die zijn toverstok op de bewusteloze Hermelien gericht had.
Draco begon steeds meer te walgen van het feit dat de man die tegenover hem stond werkelijk zijn vader was.
“Leg nu – langzaam – jullie toverstokken op de grond en rol ze naar mij toe.” zei Malfidus.
Draco zag vanuit zijn ooghoeken dat Potter en Wemel elkaar aarzelend aankeken, maar daarna toch hun toverstokken op de grond legden en naar Malfidus schopten. De enige van de drie die nog wel in het bezit was van een toverstok, was Draco.
“Vandaag nog!” schreeuwde zijn vader.
Draco had geen keus: hij zag hoe zijn vaders toverstok vervaarlijk in Hermeliens keel prikte en wist waartoe zijn vader in staat was. Langzaam legde hij zijn toverstok op de grond en schopte die naar zijn vader toe. Draco wist dat hij daarmee zijn eigen doodvonnis tekende: ze zaten achter hem aan, niet achter Hermelien.
Malfidus pakte de toverstok op en leek dolgelukkig.
“Eindelijk, na al die maanden...”
“Laat hen vrij!” zei Draco plotseling, en hij wees op Potter, Wemel en Hermelien. “Je moet mij hebben, zij hebben er niets mee te maken.”
Op het gezicht van zijn vader verscheen een duivelse glimlach.
“Jij verkeert niet in de juiste positie om eisen te stellen, Draco.”
Draco slikte even en keek naar Hermelien. Haar grote bos bruine krullen hing voor haar gezicht, maar ondanks dat kon hij zien dat ze doodsbleek was. Draco had wel een plan, maar de tijd was nog niet aangebroken om het uit te voeren, nog niet. Het juiste moment moest nog komen...
“De Dooddoeners zijn hier, Draco. Hier in dit huis. Nog even en dan ben jij verleden tijd.” zei Lucius.
“Waarom doe je het nu niet? Straks denkt dat tuig nog dat je te zwak bent om je eigen zoon te vermoorden!” spotte Draco.
Hij hoorde Potter en Wemel achter hem naar adem snakken, maar dat deed hem niets. Hij was er zeker van dat zijn vader het karwei te midden van alle Dooddoeners zou willen afmaken. Hij staarde naar zijn vader, die hem vuil aankeek.
“Ik wilde je nog een kans geven om je bij ons aan te laten sluiten, je leven te sparen...”
“Nooit, nooit zal ik me bij jullie aansluiten! Ik sterf liever dan ook maar met jullie in verband te worden gebracht!” schreeuwde Draco.
“Net zo koppig en dom als het modderbloedje...” mompelde Lucius.
Hij schudde zijn hoofd en keek even naar Hermelien, die nog steeds bewusteloos achter hem op de grond lag.
Dat was het moment waarop Draco al die tijd gewacht had: meteen greep hij zijn reservetoverstok uit zijn gewaad en schreeuwde: “PARALITIS!”
Lucius Malfidus werd van zijn sokken geblazen en knalde met een gigantische dreun tegen de muur aan. Vervolgens zakte hij in elkaar en bleef hij roerloos liggen.
“Een reservetoverstok... Moet ik ook eens aan denken.” mompelde Wemel terwijl hij bewonderend naar de bewusteloze Malfidus keek.
“Je krijgt er een van mij als we hier levend uit komen.” zei Draco.
Hij rende naar Hermelien toe en knielde bij haar neer.
“Hermelien? Kun je me horen? Hermelien!”
Toen hij geen reactie kreeg voelde hij aan haar pols.
“Ik voel wel een hartslag.” mompelde hij, maar aan zijn toon was te merken dat die niet erg sterk was. Hermelien was lijkbleek en voelde koud aan. Ze moesten hier zo snel mogelijk weg. Het probleem was alleen dat Verschijnselen hier niet mogelijk was: op het huis van zijn ouders rustte namelijk net zo’n bezwering als op Zweinstein. De enige manier om het huis te verlaten was te voet...
Draco duwde zijn toverstok in Wemels handen en tilde Hermelien op.
“Ik draag haar wel, lopen jullie maar voorop.” zei hij.
Wemel leek even te twijfelen: blijkbaar was hij het er niet mee eens dat Draco Hermelien zou dragen. Potter greep hem echter al bij zijn schouder.
“Kom op, Ron.” zei hij.
Met tegenzin draaide Wemel zich om en liep hij samen met Potter richting de hal.
Het komt allemaal goed Hermelien, nog even volhouden, dacht Draco terwijl hij met Hermelien in zijn armen achter Wemel en Potter aanliep. Nog even en dan zijn we hier weg...
“D-draco?”
Verrast bleef Draco stilstaan en keek hij omlaag. Hermelien was weer bij bewustzijn en keek hem versuft maar verbaasd aan.
“Kon je niet eerder komen?” zei ze glimlachend.
Meteen voelde Draco zich alsof hij al het geluk van de wereld had. Hermelien was er weer, ze lachte weer naar hem. Hij zette haar neer en zoende haar zoals hij nog nooit gedaan had. Even voelde het alsof hij wegzweefde van alle ellende en verdriet die hij samen met Hermelien had doorgemaakt. Toen Draco Hermelien eindelijk losliet zag hij dat Potter glunderend naar hen keek, en zelfs Wemels gezichtsuitdrukking leek enige goedkeuring te bevatten.
“DAAR ZIJN ZE!”
Draco keek verschrikt om en zag Bijlhout staan. Zijn stroblonde haar stond alle kanten op en zijn ogen puilden helemaal uit.
“Als we in een duel niet kunnen winnen, dan maar zo!” brulde Bijlhout, die er werkelijk krankzinnig uitzag.
Als Versteend keek Draco toe hoe Bijlhout een ingewikkelde beweging met zijn toverstok maakte. Even leek het erop dat er niets ging gebeuren, maar toen volgde er een gigantische explosie. Het huis begon in te storten. De brokstukken vielen uit het plafond, en snel ontweek Draco een stuk beton dat met een enorme dreun op de marmeren vloer viel.
“HERMELIEN!” schreeuwde hij meteen.
Hij keek paniekerig om zich heen, maar Hermelien was nergens te bekennen. Ondertussen leek het hele plafond naar beneden te komen. Draco had geen keus: hij moest hier weg, en wel zo snel mogelijk! Hoewel zijn hart zei dat hij Hermelien moest vinden, sprintte Draco zo snel mogelijk richting de deur. Hij haatte zichzelf, hij verachtte zichzelf, maar toch bleef hij rennen. Net toen hij zijn vingers om de deurknop wilde sluiten zakten de muren in elkaar en vulde de ruimte zich met een dikke ondoordringbare stofwolk. Daarna was er niets meer, helemaal niets...
Slechts twee overlevenden bij catastrofe woning Dooddoener
Surrey – De instorting van de woning van een Dooddoener heeft gisteren geleid tot de dood van twee Schouwers in opleiding en een tot nu toe nog onbekend aantal Dooddoeners. Slechts twee personen (beiden Schouwers in opleiding) overleefden de ramp en liggen nu zwaargewond in het St. Holisto. Het gerucht is dat het gaat om Draco Malfidus en Hermelien Griffel (beiden achttien). De twee zijn er slecht aan toe, maar ze zijn buiten levensgevaar. Volgens getuigen is er...
De Jongen Die Bleef Leven is niet meer
Surrey – Harry Potter, De Jongen Die Bleef Leven, de Uitverkorene, is afgelopen nacht omgekomen toen de woning van een Dooddoener waarin hij zich op dat moment bevond instortte. Het lichaam werd gelijktijdig gevonden met dat van Ronald Wemel, diens beste vriend. Beiden zijn inmiddels geïdentificeerd...
Zoeker Montrose Magpies opnieuw ontsnapt aan de dood
Surrey – Afgelopen nacht is Draco Malfidus, Zoeker van de Montrose Magpies, zwaargewond geraakt. Dit gebeurde toen de villa van diens vader door een tot nu toe nog onbekende reden instortte. Enkele maanden geleden heeft Malfidus de dood ook al in de ogen gekeken toen hij ontsnapte aan een vliegtuigcrash. Toevallig is het feit dat zijn vriendin Hermelien Griffel de enige andere overlevende is van de ramp van afgelopen nacht en dat ze...
Tijdens het instorten van de villa was Hermelien Draco kwijtgeraakt. Samen met Harry en Ron zocht ze naar een uitgang, maar ze kon die niet vinden. Een groot blok beton viel naar beneden, maar Hermelien zag dat niet. Ron duwde haar op het laatste moment weg, maar werd zelf geraakt en overleed meteen. Hij gaf zijn leven voor Hermelien, precies zoals hij had willen sterven. |
|
|
|
|
|
|