Auteur |
Bericht |
Annaaa
5e jaars
Verdiend:
198 Sikkels
Woonplaats: On the back of Sirius' moterbike
|
Geplaatst:
Vr Jun 06, 2008 19:33 |
|
Hallo ^^
Ik had deze FF al een keer gepost, maar toen was hij verwijder omdat ik niet lang genoeg iets gepost had. Ik ga het nu opnieuw proberen. Ik ga nu eerst de eerste drie hoofdstukken meteen postten,en ik zal de komende tijd even elke dag postten, zodat ik de stukken die jullie al kennen heb gehad. Het verhaal gaat over Sirius en een meisje ^^
Veel leesplezier!
Inhoud:
Proloog
Hoofdstuk 1: Op naar Zweinstein
Hoofdstuk 2: Crucio!
Hoofdstuk 3: Roze
Hoofdstuk 4: Nablijven
Hoofdstuk 5: De droom
Hoofdstuk 6: Het gevecht
Hoofdstuk 7: Sofie
Hoofdstuk 8: Karel]
Hoofdstuk 9: Wormstaart?
Hoofdstuk 10: Zwerkbal
Hoofdstuk 11: De vriendinnen van Lily
Hoofdstuk 12: De broertjes Zwarts
Hoofdstuk 13: Zweinsveld
Hoofdstuk 14: De kamer van hoge nood
Proloog
Hij zat in zijn kamer, met zijn armen rond zijn benen geslagen keek hij naar een brief.
Een brief van Zweinstein, hij was toegelaten.
Tuurlijk waren zijn ouders trots. Maar ze waren ook, en dat was bijzonder voor hun soort, bezorgd. Hij was een rare jongen. Hij snapte de standpunten van zijn ouders niet. Daarom negeerden zijn ouders hem en werd hij steeds stiller.
Aan de andere kant; waarom zouden zijn ouders zich zorgen maken?
Ze hadden een geweldige andere, jongere zoon, die geïnteresseerd was in de daden van zijn ouders, veel kattenkwaad uit haalde met de Dreuzels uit de buurt en op wie hun Huiself dol was. Alleen wat zijn ouders niet wisten, was dat hij zijn oudere broer klierde. Hij dacht hier over na, terwijl hij de brief nog eens las. Een jaar geen klierend broertje!
Hij stond op en liep zijn kamer rond. Het was er donker en grauw, er stond een klerenkast, een bed en een bureautje. Hij ging aan zijn bureau zitten en trok een laatje open. Het was netjes geordend. Niet dat hij een nette jongen was, zeker niet, maar hij verveelde zich vaak, dus ging hij dan opruimen.
In het laatje lagen verschillende lagen papieren. Als eerste waren het tekeningen.
Van de lucht, van zichzelf, van zijn hele familie, van niet bestaande vrienden.
Hij werd nergens gerespecteerd. Thuis was hij “te stil” en in de buurt was hij volgens de meisjes “Knap maar uit een raar gezin” en volgens de jongens “gewoon raar”,
‘ETEN!’ riep zijn moeder vanaf beneden. Hij gaf geen antwoord en liep rustig de trap af. Hij zag zijn broertje al zitten. Ze zaten met zijn drieën aan de tafel. Het leek een gelukkig gezinnetje. Voor de zoveelste keer voelde hij in een steek in zijn hart.
Zijn leven was geen pretje. ‘
Kom je nog zitten?’ snauwde zijn moeder.
‘Ja, moeder..’ mompelde hij. Zwijgend ging hij zitten. Zijn broertje keek hem grijnzend aan. ‘
Wat is er? Heeft je vriendinnetje het uit gemaakt?’
‘Hij heeft geen vriendinnetjes. Er wonen alleen maar smerige Dreuzels in de buurt.’ zei zijn vader bot. Iedereen keek hem aan. Zijn vader zei nooit zo veel, maar als hij iets zei, was het zoiets. ‘Wanneer gaan we de spullen voor mij voor Zweinstein halen?’ verbrak hij de stilte.
‘Morgen.’ vertelde zijn moeder zonder hem aan te kijken.
‘Mag ik mee? Ik wil mee!’ zeurde zijn jongere broertje. En ja hoor, het mocht.
Hij wist dat het nu geen leuk uitstapje meer zou worden.
Zijn ouders zouden alleen oog hebben voor zijn broertje.
Hij had het juist helemaal geplant; hij zou heel lief tegen zijn ouders doen, alles wat ook maar de vorm of kleur van Zwadderich had kopen en zijn ouders trakteren op opmerkingen zoals; ‘Ik vind het heel leuk dat ik naar Zweinstein mag, maar ik ga jullie zó missen!’. Maar dat ging dus niet door.
De volgende dag stond hij vroeg op, maakte zich klaar en ging naar de ontbijt tafel.
Maar hij zag dat zijn familie al voor de haard stond.
‘Kom nou jongen, schiet op! We zijn al laat!’ Hij maakte een sprintje naar de haard,
maar hij struikelde de haard in. Het laatste wat je nog hoorde in de woonkamer van de familie Zwarts was het lachen van zijn jongere broertje. |
Laatst aangepast door Annaaa op Ma Sep 08, 2008 18:07; in totaal 13 keer bewerkt |
|
|
|
Annaaa
5e jaars
Verdiend:
198 Sikkels
Woonplaats: On the back of Sirius' moterbike
|
Geplaatst:
Vr Jun 06, 2008 19:48 |
|
Hoofdstuk 1: Op naar Zweinstein
Sirius keek op, terwijl hij uit de haard stapte. Het was een drukte van jewelste, overal liepen mensen met grote koffers en uilenkooien met uilen erin, Sommige waren prachtig om te zien, anderen al oud en verrimpeld. Sirius keek naast zich naar zijn eigen uil. Hij zat in een grote gouden kooi, die trouwens behoorlijk verroest was. Hij had zwarte veren met grijze plekken en grote zwarte kraalogen die je angstaanjagend aankeken. Hij heette Guppy. Niet om dat hij nou echt een typische gup was, hij was eerder een of ander monster. Meer omdat Sirius nou eenmaal geen goede naamverzinner was, en omdat hij deze melige naam met James had bedacht.
‘Dus, Sirius. Je vijfde jaar op Zweinstein alweer.’ zei Sirius’ moeder kil.
‘En Regulus,’ vervolgde ze heel wat hartelijker, ‘je tweede jaar alweer in Zwadderich!’ Met dat laatste woord keek ze vooral Sirius heel verwijtend aan.
‘Bedankt voor de leuke zomer en zo..’ zei Sirius, omdat het oordeel van zijn ouders hem natuurlijk wel íets deed. Al was het niet zo veel als een ander ‘normaal’ kind.
Ook al had Sirius zeker geen leuke zomer gehad; hij had naar het vrolijke gepraat van zijn ouders en broertje moeten luisteren, terwijl ze hem afsnauwden.
Sirius wist dat zijn vrienden medelijden met hem zouden hebben, daarom vertelde hij het hen liever niet. En Sirius vond ook dat veel zijn eigen schuld was. Hij ging veel tegen zijn ouders in, omdat hij het niet met hen eens was. En het ergste, - natuurlijk was Sirius wel trots - maar hoe kon hij zijn ouders dat aandoen?, hij zat in Griffoendor.
‘Doei!’ mompelde Sirius terwijl hij zijn koffer en Guppy meesleurde naar de trein.
‘Dag, jongen,’ Zijn vader stak schamper zijn hand op, ‘Ga maar naar je Griffoendor vrienden.’ Sirius, die achterom aan het lopen was, draaide zich resoluut om en liep met grote passen naar de plaats voor de trein waar James, Remus en Peter stonden.
Hij hoorde achter zich Regulus nog over hem praten, met wie hij allemaal omging, dat hij Zwadderaars pestte. “Het doet je niets. Het kan je niet schelen, Je hebt genoeg vrienden” sprak Sirius zichzelf toe.
‘Sluipvoet jongen!’
‘Hoe was je vakantie?’
‘Ben je nog naar Frankrijk geweest?’
Klonk het uit drie verschillende monden. Sirius grijnsde.
‘Ja, het was leuk. En jullie?’ vroeg hij terwijl ze met zijn vieren naar een coupé liepen.
Sirius keek vluchtig de trein door met zijn ogen, terwijl Peter een ellenlang verhaal hield over het pretpark waar hij was geweest met zijn ouders.
‘Er was echt een héle grote achtbaan, met heel veel water en riemen! En oh, er waren ook verklede piraten en..’
‘Héél interessant allemaal, Wormstaart, maar er is geen coupé meer vrij.’ zei Sirius door het verhaal van Peter heen.
‘Dat lijkt me geen probleem, Sluipvoet.’ Sirius keek James verbaasd aan en zag toen dat die met een grijnzend hoofd naar een coupé met eerstejaars Zwadderaars wees.
Sirius voelde zijn lippen krullen en liep vrolijk de coupé binnen met James naast zich en Peter op zijn hielen, Remus bleef hoofdschuddend voor de coupédeur achter.
‘Wat zijn Zwadjes toch dom!’ riep James lachend toen ze een half uur later in de coupé zaten.
‘Inderdaad.’ lachte Sirius met James mee. ‘Ze poepte al in hun broek toen je ze aankeek.’ Peter lachte hard mee.
‘En ze… waren ook heel lelijk!’ zei hij trots, omdat hij zoiets had gezegd. Iedereen wist immers dat Peter bang was voor Zwadderaars. Er klonk een kort lachje van de twee vrienden, omdat ze toch wel aardig wouden doen voor Peter, zodat hij wat meer uit zijn schulp zou komen. Remus keek hun drieën echter verwijtend aan.
Voordat hij ook maar iets kon zeggen, zette Sirius en James hun schattige ogen op.
Remus verborg een glimlach en zei zo streng mogelijk: ‘Het waren eerstejaars! Zoiets doe je niet! En dat zou Lily ook vinden, James.’ Hij keek James triomfantelijk aan. Sirius keek hoe James rood werd en hardnekkig het raam uit begon te staren.
‘Wat heeft Evers hier nou mee te maken!’ snauwde James.
‘Gaffel is verliefd. Gaffel is o zo verliefd! Gaffel is.. Gaffel is.. VERLIEEEEEEEFD!’
zong Sirius op een vrolijk deuntje. Op het moment van de uithaal van Sirius, ging de coupédeur open.
‘Hoi Lily.’ begroette Remus Lily vrolijk.
‘Dag Remus’ glimlachte Lily hem toe.
‘Ik dacht al dat ik je geweldige stemgeluid hoorde, Sirius,’ richtte ze zich naar Sirius.
‘vertel eens; op wie is Potter verliefd?’ Sirius grijnsde naar haar.
‘Op jou, liefste Lily!’ zei hij lachend.
‘Ha ha, heel grappig.’ zei Lily sarcastisch, en ze draaide zich om en liep snel weg, zodat alleen Peter had gezien dat ze rood was geworden.
Peter besloot niets tegen James te zeggen. Lily was een knappe meid, vond Peter. En als James wist dat Lily hem blijkbaar ook wel mocht… Peter schudde zijn hoofd.
Lily ging op zich best veel met de Marauders om. Ook al hadden James en Lily dan altijd ruzie. Sirius snapte James niet. Hij vond ook heus wel eens een meisje leuk, maar dan knipoogde hij en dan wouden meestal ze wel verkering met hem.
Volgens Remus was dat dan niet ‘echt’. Maar wat was dan echt?
James had genoeg scharrels, veel meer dan Sirius. Sirius had af en toe een vriendinnetje. Maar James vond Lily ‘echt’, Sirius vond Lily gewoon aardig.
En Sirius vond het leuk om grappen met haar en haar vriendinnen uit te halen.
‘JONGENS!’ schreeuwde Sirius door de coupé, aangezien iedereen een beetje lag te slapen of diep na te denken (Remus).
‘AAAAAH!’ klonk het dan ook van James’ en Peters kant.
‘Jezus, Sluipvoet’ mopperde James
‘Ik weet dat ik Goddelijk ben, Gaffel, maar overdrijf je niet wat?’ grijnsde Sirius
Remus draaide met zijn ogen. ‘Waarom riep je zo hard?’
‘Dat zal ik je vertellen, Maanling!’ zei Sirius enthousiast. ‘We gaan een grap uithalen met het clubje van Lily!’ James leek ineens klaarwakker.
‘Ik doe mee!’
‘ik ook!’
‘ik niet!’ Iedereen keek Remus verbaasd aan. ‘Goed dan. Als het maar niet te erg is..’
‘Weet je zeker dat dit hen coupé is?’ vroeg Peter angstig
‘Ja, kijk maar.’ zei Sirius, die door een raampje aan het kijken was.
Hij zag zes knappe vijfdejaars. Vier uit Griffoendor, en twee uit Ravenklauw, wist Sirius. Ze waren druk aan het praten en aan het lachen. Lily zat naast haar beste vriendin, Cecilia. Sirius mocht haar niet. Ze liep altijd achter hem aan.
Sirius keek naar Remus, die twee roze enveloppen pakte.
Hij schreef er iets op met een grote veer, in krullerige letters.
Lily Evers Coupé 204
Cecilia Tiran Coupé 204
Remus deed één of ander goedje in de enveloppen.
James, Sirius en Peter gingen om hem heen staan, en met zijn vieren fluisterden ze een lange spreuk in de richting van de envelop. Het leek alsof de envelop de woorden opnam, want hij werd steeds dikker.
‘Dit is wel genoeg’ fluisterde Remus. De jongens hielden onmiddellijk op met mompelen.
Een niets-vermoedende eerstejaars liep langs het viertal. Zodra hij in de buurt kwam pakte James hem bij zijn kraag.
‘Luister, je brengt dit naar Lily Evers en Cecilia Tiran in die coupé!’
‘Wie?’ vroeg de eerstejaars verward.
‘Die met dat rode haar.’ zei Sirius en de jongen knikte, dat kon niet missen.
‘En één met golvend blond haar en heldere blauwe ogen, die sprankelen.’
James en Sirius keken Remus raar aan.
‘Ehm... Ja.’
‘Nou hup, ga!’ zei James dwingend tegen de eerstejaars, terwijl Sirius hem de coupé in duwde. Ze hoorden hem stotteren en daarna kwam hij weer naar buiten en liep snel weg, voordat hij nog meer klusjes op moest knappen.
Sirius en James drukten hun oor tegen de coupédeur, zodat ze konden horen wat er gezegd werd.
‘… uitnodiging van Slakhoorn’ Sirius verbaasde zich hoe luchtig en niet bazig Lily kon klinken.
'Of een liefdesbrief van James.’ zei Iris, een Ravenklauwer.
‘Iris, hij heeft me nu twee keer mee uit gevraagd, maar was meer om zijn lijst te vergroten. Hij meent het toch niet serieus.’ zei Lily plechtig.
Sirius keek opzij naar James.
‘Ik moet beter mijn best doen.’ mompelde die tegen zichzelf. Hij hoorde geritsel, ze gingen de envelop openmaken! De Marauders gingen een eindje verder staan om te kijken.
BOEM
‘AAAAAH!’
‘Het is weer zo’n knalbom van de Marauders!’
De coupédeur ging open, en een woedende Lily en Cecilia kwamen naar buiten.
De Marauders lagen slap. Lily’s hoofd had de vorm van een tomaat, het was knalrood en haar haar was piekerig en groen. Cecilia’s hoofd was daar in tegen één grote pukkel met ogen.
Een vriendin van Lily kwam naar buiten. Ze reikte Lily een spiegeltje aan met een bezorgd gezicht en tegelijk haar lach proberend in te houden.
Lily brulde het uit.
‘Mankeert er wat, Evers?’ vroeg James onschuldig.
‘MIJN HOOFD!’ uit vele coupés kwamen hoofden, nieuwsgierig door Lily haar geschreeuw.
‘Ik zie geen verschil hoor.’ zei Sirius droog.
‘POTTER! Vind je het leuk op mij voor schut te zetten?!’
‘Je zet jezelf nu best wel voor-‘
‘LUPOS! Dit had ik niet van je verwacht!’
Ze ging achternamen gebruiken. Dit kon niet goed zijn.
‘EN ZWARTS!’
‘Ja?’
‘Eh.. Van jou had ik dit verwacht!’
‘Ik ook wel.’ Sirius grijnsde.
Een beetje uit het veld geslagen ging ze haar coupé weer in, Peter alleen een dodelijke blik gevend. |
Laatst aangepast door Annaaa op Ma Jun 09, 2008 19:34; in totaal 1 keer bewerkt |
|
|
|
Annaaa
5e jaars
Verdiend:
198 Sikkels
Woonplaats: On the back of Sirius' moterbike
|
Geplaatst:
Vr Jun 06, 2008 19:51 |
|
Hoofdstuk 2: Crucio!
‘Ahh.. Home, sweet home.' mompelde Sirius, toen hij Zweinstein binnenstapte.
James keek hem een beetje raar aan.
‘Zweinstein is als een tweede huis voor me.’ zei Sirius snel. Stiekem was hij veel liever hier dan thuis bij zijn ouders.
‘Ja, voor mij ook.’ zei James, terwijl ze hun hutkoffers naar boven brachten.
In hun kamer stond Karel Smith al voor de spiegel.
‘Hey jongens,’ zei die, ‘Ik ga naar het feestmaal hoor!’
‘Wij komen zo ook, hoor.’ zei Remus zogenaamd vriendelijk tegen Karel.
Karel deed zijn best voor een glimlach, maar toen dat niet lukte, liep hij weg.
Alle Marauders vonden Karel aardig, Alleen Remus kon hem niet uitstaan. En dat was wederzijds. Karel had ooit geprobeerd Remus plek in de Marauders groep in te nemen. James was in zijn tas aan het rommelen.
‘Oh, prut! Ik ben mijn sloffen vergeten. Ik stuur vanavond gelijk mams een uil!’
Sirius keek James even jaloers aan.
‘Zullen we gaan?’ zei hij toen. De vier jongens liepen de trap af, naar de grote zaal.
Ze kregen een vuile blik van Lily terwijl ze aan de Griffoendor tafel gingen zitten.
James keek Sirius angstig aan. Lily zou het er niet bij laten zitten.
Sirius grijnsde. Het maakte hem niet zo veel uit.
Hij wist toch wel dat James uiteindelijk de dupe zou worden, Sirius kon veel te goed met Lily omgaan.
Sirius gleed met zijn blik van Lily naar de eerstejaars. Ze werden zo meteen ingedeeld. Sirius’ herinneringen kwamen naar boven ...
‘Sirius Zwarts’ zei Anderling, een jonge heks. Sirius stapte naar voren, en keek nog één keer naar achter, er stond niemand meer, aangezien hij de laatste was.
Hij kon nog weg. Stel je voor dat hij niet in Zwadderich kwam?
Sirius schraapte zijn keel en ging met knikkende knieën op het krukje zitten.
Anderling deed de hoed op zijn hoofd. Sirius keek naar zijn drie nichtjes aan de Zwadderich tafel, zij waren al laatstejaars.
Bellatrix en Narcissa zwaaiden naar hem en Andromeda stak haar duim op.
“Hmm.. Nog een Zwarts. Je kan best sluw en gemeen zijn, maar dat is meer uit trouwheid voor je ouders. Toch kan je tegen ze in gaan en je hebt wel meer dingen gedaan waar je lef voor nodig hebt.
Ja, ik weet het. Dit word een GRIFFOENDOR!’ Dat laatste woord echode door de zaal. Sirius keek de hoed angstig aan, verbaasd zou je ook kunnen zeggen, maar dat was Sirius eigenlijk niet echt. Hij had het ergens wel verwacht.
Hij keek naar zijn nichtjes, die hem boos aanstaarden.
Sirius liep angstig naar de Griffoendor tafel. Wat zouden zijn ouders zeggen?
Hij voelde warme tranen opborrelen vanaf zijn keel en zijn maag kromp samen.
In plaats van aan de tafel te gaan zitten, rende hij de grote zaal uit.
Weg van Zweinstein.
Sirius werd wakker uit zijn waas door een hoop geklap. Perkamentus’ toespraak was alweer klaar.
‘Eten!’ riep James blij. Hij begon gelijk te schransen, iets wat Sirius normaal gesproken ook deed. Maar nu zat hij na te denken over zijn sorteerceremonie.
Zijn ouders waren heel boos op hem geworden, en hem gedwongen alle vakanties thuis te blijven. Maar de jaren daarna heeft hij dat vaak gehoord.
‘Sirius ... Neem een kippenboutje van mij. Ze zijn namelijk op,’ zei een meisje, met lang blond haar en lange wimpers, waarvan Sirius net had gezien dat ze een schaal met kippenboutjes had weggetoverd.
‘Nee dank je, Ik ben vegetariër.’
‘Oh?’ Ze klonk eigenlijk niet echt nieuwsgierig. Sirius dacht aan alle huiselfenhoofden aan hun wand en alle dieren die hun ouders nog meer opborgen in huis.
‘Kan ik beter door Zwerkballen.’ loog hij. Dat mens hoefde niet te weten dat hij zo met dieren kon meeleven.
Na het eten stond Remus meteen op om de eerstejaars te begeleiden.
Peter was net als vaak, de laatste tijd, nergens te bekennen.
Sirius en James liepen lachend samen door de gangen naar de Griffoendortoren totdat James op zijn horloge keek en zei: ‘Sluipvoet, ik heb nog een afspraakje.
Tot vanavond!’
Sirius besloot niet gelijk naar bed te gaan, maar eerst even door de toren lopen.
Hij liep wat te dromen toen hij na een kwartier een stem achter zich hoorde.
‘Hi, neefje!’ Sirius’ hart verstijfde en hij trok gelijk zijn toverstok, hij kende die stem maar al te goed. En hij kende Bellatrix ook maar al te goed.
‘Zo gaat dat niet, neefje.’ Ze liep langzaam dichterbij, maar Sirius was aan de grond genageld. Hij begon bijna te zweten van angst.
‘Zie je,’ zei ze zachtjes, toen ze heel dicht bij hem stond. ‘Mijn papa’s baas heeft me een trucje geleerd.’ Sirius huiverde. ‘Wil je het zien?’ vervolgde ze wat harder, terwijl ze weer wat verder van hem af liep.
Ze richtte haar toverstok op zijn hart. Ze gaat me vermoorden.
Ze grijnsde. ‘CRUCIO!’ Sirius viel op de grond. Het was een helse lichamelijke pijn.
Zo hels, dat hij zijn emotionele pijn kon vergeten, kon verdringen, voor maar heel eventjes. Toen ging alles stuk vanbinnen. Zoiets kon Sirius niet aan.
Alle botjes leken te breken, elk bloedvaatje was uitgespat.
Toen Sirius dacht dat hij bijna dood ging, stopte het.
En toen kwamen de tranen, van de pijn. De pijn die Bellatrix hem had aangedaan,
De pijn die hij zichzelf had aangedaan. Hoe had hij het voor elkaar gekregen dat zijn ouders hem zo haatten?
Geestelijk en lichamelijk uitgeput strompelde Sirius de slaapzaal binnen.
‘Jezus James! Ik wil het gewoon niet!’
‘Doe niet zo moeilijk! Het is maar voor één keer!’
‘Je weet waar hij op uit is!’
Sirius bekeek het tafereel. Remus en James stonden tegenover elkaar ruzie te maken, terwijl Peter stilletjes in een hoekje op zijn bed zat te kijken.
Karel was nergens te bekennen.
‘Ha Sluipvoet,’ zei James, die Sirius in de gaten kreeg. ‘Wat vind je, mag Karel weleens een keertje mee naar Zweinstein?’
‘Ja hoor.’ zei Sirius. Op dit moment wou hij alleen slapen. Hij had hoofdpijn.
Zonder zijn pyjama aan te doen ging hij op zijn bed liggen. Zonder nog ergens aandacht aan te besteden, zonder te zien dat Remus hem gekwetst nakeek. |
|
|
|
|
Annaaa
5e jaars
Verdiend:
198 Sikkels
Woonplaats: On the back of Sirius' moterbike
|
Geplaatst:
Za Jun 07, 2008 20:25 |
|
Hoofdstuk 3: Roze
Beste vader en moeder,
Ik moet jullie wat vertellen. Ik wil niet als een klikspaan overkomen,
maar dit vind ik niet normaal. Bellatrix heeft de Cruciatusvloek over me uitgesproken.
Dit kan toch niet? Ik wacht op antwoord.
Groeten,
Sirius.
Sirius liep met zijn drie vrienden door de gangen van Zweinstein, terwijl hij na dacht over zijn brief, die hij net aan Guppy had gegeven.
Normaal schreef hij nooit naar zijn ouders, maar hij vond dit echt noodzakelijk.
Hij huiverde. Stel je voor dat dit niet de laatste keer was? Hij wou zoiets echt niet nogmaals mee maken. Al wist hij diep van binnen dat hij hoe dan ook dit soort pijn nog vaak zou voelen.
‘Sluipvoet? Waar denk je aan?’ Sirius merkte dat de hand van James hyper heen en weer ging voor zijn gezicht.
‘Aan dat ene meisje, Iris?’ vroeg Remus, Die liever deed alsof het voorval met Karel nooit gebeurt was.
‘Dat is sinds voor de zomervakantie al uit!’
‘Waarom nou?’
‘Ze zei dat ze van mij hield.’ Remus zuchtte vermoeid.
‘Ze had tenminste hersens!’
‘Ik houd het nou eenmaal niet lang uit bij meisjes. Hersens of niet.’
Er viel een stilte, dat klopte precies. Sirius kon het nooit lang uithouden bij een meisje. Remus hield het erbij dat het aan zijn keuzes voor uiterlijk lag.
Het viertal keek elkaar verbaast aan toen een groepje jongens keihard begonnen te lachen.
‘Waar dacht je dan aan?’ vroeg Peter
‘Wat zou Evers voor ons in petto hebben?’ praatte James er overheen.
Hij had nooit zoveel respect gehad voor Peter.
‘Eehm.. Voor jou, bedoel je.’ zeiden Remus, Sirius en Peter in koor.
James keek hen chagrijnig aan. ‘Tss. Evers haat jullie even erg hoor!’ zei James, terwijl hij Sirius en Remus aankeek. Ze grijnsden.
James had er nooit goed mee om kunnen gaan dat Lily hun wel mocht.
Vooral van Sirius. Want Remus was gewoon een studiebol, dat was haar soort.
Maar Sirius? Hij was toch net als hem, vond James.
‘Wat hebben we het eerste uur?’ vroeg James.
‘Toverdranken.’ zei Remus uit zijn hoofd.
‘Met de Zwadjes?’ grijnsde Sirius.
James knikte opgewekt. ‘Ik hoop het wel. Ik denk dat onze Secretus de eerste les erg zijn best wil doen.’
‘Wat jammer voor hem!’ grinnikte Sirius.
‘Hè! Wat hebben die mensen toch!’ zei James verward, toen er nog een paar meisjes hun uit stonden te lachen.
Sirius keek om zich heen, bekeek zijn vrienden, zichzelf, keek de meisjes charmant aan die nog harder begonnen te lachen en rook uiteindelijk onder zijn oksels. ‘Geen idee!’ Remus keek verward om zich heen.
‘Denk je dat..?’
‘Wat?’ vroeg James verveeld. Hij was veel drukker bezig met zijn adem blazen in zijn hand en er daarna aan te gaan ruiken.
‘Niets.’ zei Remus snel, terwijl hij keek hoe Sirius wazig naar een groepje meisjes staarde.
‘Dat is Cecilia.’ zei Remus snibbig.
‘Ja, weet ik. Lils zegt dat ze verliefd op me is.’ vertelde Sirius ongeïnteresseerd.
‘Sinds wanneer geef jij om iets wat Lily zegt?!’ viel Remus uit tegen Sirius.
James, die nog met zijn handen half voor zijn mond hing, keek Remus verbaasd aan.
Peter keek enkel triestig. Hij snapte Remus maar al te goed.
De Marauders liepen zelfverzekerd de Grote Zaal binnen, tot ze merkten dat elke leerling, welke afdeling dan ook, hun toe begon te juichen.
James en Sirius keken elkaar verwaand aan, totdat Remus iets naar hun fluisterde.
‘Jongens, volgens mij lachen ze ons uit.’
‘Nee joh. Ze zijn gewoon eindelijk tot de ontdekking gekomen hoe knap we wel niet zijn.’
‘Dat wisten ze al hoor, Sluipvoet.’
Lily kwam vrolijk aan gelopen met een enorme spiegel, zodat de Marauders zichzelf goed konden zien.
‘Zie je wel, Maanling. Zelfs Lily vind ons nu knap!’ fluisterde Sirius naar Remus.
James keek zelfvoldaan tot hij in de spiegel keek. Hij slaakte een gilletje.
De rest keek hem grijnzend aan. Lily had James weer eens wat geflikt.
Maar toen keken ze zelf ook in de spiegel. Sirius deinsde achteruit, Peter staarde ongelovig naar de spiegel en Remus keek naar zijn kleren, naar de spiegel en weer terug. Tenslotte keek hij verbaasd naar Lily. ‘Ons allemaal?’
‘ROZE?’ schreeuwde James door Remus heen.
‘Ik móét me omkleden!’ riep Sirius in paniek.
‘Dat zal niet helpen.’ antwoordde Lily zangerig.
‘Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?’ vroeg Remus met half dichtgeknepen ogen.
‘Wilskracht.’ zei Lily, voor ze weer bij haar vriendinnen ging zitten.
Sirius, James, Remus en Peter lieten zich de eerste paar uur niet meer zien.
Toen ze het 5e uur zich dan toch mokkend naar het lokaal van Bezweringen waagden, tenminste Sirius, Peter en Remus dan (James wou voor geen goud met roze kleren gezien worden). Aangezien Remus en Peter soms wat sneller waren dan Sirius, gingen die snel samen aan het laatste vrije bankje zitten. Sirius zuchtte.
Hij keek wie er allemaal alleen zaten. Timo, waarvan Sirius ooit zijn vriendinnetje had afgepakt. Geen goede keuze.
Cecilia. Dan moet Sirius de heel tijd naar dat vervelende verliefde gezicht aankijken.
En Lily. Sirius vond Lily aardig, hij zat weleens naast haar. Maar nu hoorde hij boos op haar te zijn, al vond hij het heel eerlijk wel een goede grap.
‘Gaat het nog lang duren, meneer Zwarts?’ vroeg professor Bonkel, terwijl hij kritisch naar Sirius’ kleren keek. ‘Is dat mode tegenwoordig?’
Sirius bromde wat terwijl hij dan toch naast Lily ging zitten.
Ze grijnsde opgewekt naar hem. ‘Dat krijg je er van hé?’
Sirius probeerde boos te kijken, maar een glimlach brak door.
‘Lils, hoe doe je dat toch?’
Ze glimlachte mysterieus en keek naar haar vriendinnen die achter haar zaten.
‘Roze staat best goed bij je haar, Sier,’ zei ze voor ze helemaal in een deuk lag.
Met opgetrokken wenkbrauwen keek hij haar aan, voor hij zich hoofdschuddend op professor Bonkel richtte.
‘Waarom zit je eigenlijk niet naast Cecilia?’ vroeg Sirius toen Lily uitgelachen was.
‘Ze houdt maar niet op met zeiken of ik niet een afspraakje met je kan regelen.’
‘Ach ja, ik ben nou eenmaal onweerstaanbaar.’ legde hij Lily uit.
Lily gaf hem een klap op zijn achterhoofd.
‘Auw!’ pruilde Sirius. Voordat hij als bewijs naar één of ander meisje knipoogde. |
|
|
|
|
Annaaa
5e jaars
Verdiend:
198 Sikkels
Woonplaats: On the back of Sirius' moterbike
|
Geplaatst:
Ma Jun 09, 2008 19:19 |
|
-feniks-, heel erg bedankt voor je reactie =)
Hoofdstuk 4: Nablijven
‘MENEER ZWARTS!’ Sirius schrok zich kapot en viel van zijn stoel, voor de voeten van Professor Bonkel. Hij ging snel weer recht zitten en keek Bonkel liefjes aan.
‘Ja, professor?’
‘Vind u dit praten door de klas normaal gedrag?’
‘Nou, professor, ik ben nooit erg normaal geweest.’ zei Sirius serieus.
Even leek het er op dat Bonkel zou gaan lachen, maar in plaats daar van riep hij: ‘GENOEG! NABLIJVEN!’
Cecilia keek gretig op, naar Sirius, die hard probeerde haar blik te negeren.
De rest van de les probeerde Cecilia zo brutaal mogelijk te doen.
‘Nee, sorry hoor en dan ook nog die kleren! Niet normaal!’ galmde ze door het lokaal.
‘En mevrouw Tiran, ook voor u vanavond nablijven. ‘
Sirius kreunde en Lily keek hem medelevend aan.
“Triiing!”
‘Saved by the bell,’ mompelde Sirius terwijl hij naar Remus en Peter liep.
‘Zullen we even naar James?’ vroeg Remus. Sirius en Peter knikten en ze liepen traag naar de toren van Griffoendor.
‘Varkensboutje,’ zei Peter verveeld, toen ze bij het schilderij waren.
‘Een beetje respect, graag!’ Remus glimlachte naar de Dikke Dame en toen gingen ze op weg naar de slaapkamers. Ze deden de deur open en daar lag James.
Hij lag in bed, met dekens tot zijn kin, in een Zwerkbal blad te lezen.
Zijn haar was ongekamd en hij leek diep ongelukkig.
‘Hé, jongens.’ zei hij somber. Remus draaide met zijn ogen en ging op James’ bed zitten. Sirius deed hetzelfde, maar hij pakte James’ hand en deed net alsof hij een traan uit zijn gezicht veegde. ‘Verlaat me alsjeblieft niet!’
James sloeg de hand van Sirius weg en keek hem geërgerd aan.
‘Stel je niet zo aan!’ riep hij.
‘Inderdaad!’ grijnsde Sirius.
‘Maar.. hè?’ stotterde James.
Remus lachtte en gooide de deken van James’ bed.
‘Toe nou James, je gaat niet dood hoor!’ James keek zijn vrienden twijfelachtig aan.
‘Gingen ze jullie niet uitlachen?’
‘Nee, ze vonden ons cool, nou goed?’ Sirius had er een beetje genoeg van dat James dacht dat er blijkbaar geen ergere dingen in de wereld waren.
Sirius en James staarden elkaar even chagrijnig aan en toen zuchtte James.
‘Goed dan. Ik ga al mee..’ hij hees zich uit bed en bekeek zichzelf in de spiegel. Roze. Hij keek nog een keer moeilijk, maar achtervolgde uiteindelijk zijn vrienden naar de Grote Zaal voor het middageten.
‘Nog nieuws?’ vroeg James, terwijl hij heel schuw langs alle tafels voorzichtig aan de Griffoendor tafel was gaan zitten.
‘Neeh. Sirius moet nablijven samen met Cecilia.’ James keek medelevend en gaf Sirius een paar schouderklopjes, die er chagrijnig uitzag.
De rest van de dag probeerde Sirius niet aan die avond te denken en besloot met zijn vrienden, omdat ze er tijdens Toverdranken niet waren vandaag, Sneep morgen dan maar te grazen te nemen.
En toen was de dag alweer voorbij. Sirius zuchtte.
‘Succes!’ riepen zijn vrienden hem na, terwijl naar het lokaal van professor Bonkel liep.
‘Dag, meneer Zwarts. Mevrouw Tiran is er al,’ hoorde Sirius de koele stem van Bonkel, toen hij naar binnen liep.
‘Jippie.’ mompelde hij terwijl op zijn vertrouwde plekje ging zitten, helemaal achterin.
‘Ik heb een vergadering. Jullie gaan een werkstuk maken over de drie onvergefelijke vloeken.’ Cecilia knikte braaf en professor Bonkel liep het lokaal uit.
Sirius keek naar haar. Ze was niet echt lelijk of zoiets. Ze was gewoon.. Irritant.
Hij pakte perkament en inkt en begon te schrijven.
Hij schreef druk tot hij merkte dat Cecilia naast hem was komen zitten.
Hij draaide zich om en keek in haar knappe gezicht.
‘Ik dacht, dit is gezelliger.’ fluisterde ze hees.
Sirius probeerde het te negeren en schreef snel verder, al merkte hij dat het niet echt lukte. Zijn woorden klopten niet helemaal meer.
‘Vind je niet?’ vroeg ze.
Sirius keek haar dan toch aan. Uiterlijk was ook niet alles, hielp hij zich herinneren.
‘Wat ben je aan het doen, Cecilia?’ vroeg hij, luid en duidelijk. Hij wist dat hij een paar minuten geleden niet zo luid en duidelijk had geklonken.
‘Niets.’ klonk ze teleurgesteld, terwijl zij ook aan haar werkstuk begon.
Even later keek hij haar toch even aan.
Ja, sorry hoor! Maar wat zou jij doen als je opgesloten was met een knap meisje?
Ze glimlachte en hij knipoogde.
‘Weetje, ik vind je heel erg leuk, Sirius.’ Goh. Echt? Hij grijnsde en zag hoe Cecilia ’s hoofd steeds dichter kwam. Hij twijfelde. Zou hij haar gaan zoenen? En toen kwam er een zinnetje in zijn hoofd, wat altijd kwam bij dit soort gevallen. Ze houdt van me. Er houdt iemand van me! Meegesleept door die gedachte kuste hij haar, lang en teder. En toen deed hij zijn ogen open. Hij pakte zijn werkstuk en liep er vandoor.
Het ‘Sirius, Sirius!’ negerend. Eenmaal bij de toren van Griffoendor, sloeg hij zichzelf voor zijn hoofd. Hij was echt een sukkel soms. Hoe kon hij dat nou doen? Het was gewoon die zin die in zijn hoofd spookte, hij werd er gek van.
Nog altijd in de war ging hij voor de haard zitten, waar Remus ook al zat.
‘He, Maanling.’ zei Sirius vrolijk.
‘Hoe was het?’ vroeg Remus nors.
‘Ik heb iets heel stom gedaan..’ vertelde Sirius.
‘Wat?’
‘Niet verder vertellen, maar ik heb haar gezoend..’
Remus werd bleek en drukte zijn lippen tegen elkaar. Toen sprong hij uit zijn stoel, rood aangelopen en begon te schreeuwen.
‘JIJ! JIJ!’ buiten zinnen van woede wees hij Sirius aan. ‘VERADER!’
‘Hè? Remus? Waar héb je het over?’
‘DOE. NIET. ZO. DOM!’ Toen stormde hij de leerlingenkamer uit.
Sirius bleef beduusd achter. Wat had die nou? Misschien werd hij ook overgevoelig door zijn ‘maandelijkse probleempje’ net als bij meisjes. Gerustgesteld zakte Sirius weer terug in zijn stoel.
Hij was natuurlijk gewoon bezorgd over Sirius en vond het zielig voor Cecilia, dat was logisch, dat vond Sirius zelf eigenlijk ook wel. Maar ja, het was niet zijn schuld dat Cecilia zo deed. Hij hoopte alleen dat ze het aan niemand zou vertellen.
Ook dat Remus het aan niemand zou vertellen! Sirius besloot om met hem te gaan praten na volle maan. |
|
|
|
|
Annaaa
5e jaars
Verdiend:
198 Sikkels
Woonplaats: On the back of Sirius' moterbike
|
Geplaatst:
Wo Jun 18, 2008 16:44 |
|
Hoofdstuk 5: De droom
Dat bleek echter niet nodig te zijn, de volgende dag leek Remus het vergeten te zijn en deed weer normaal tegen Sirius. Sirius zei niets tegen James of Peter, omdat hij niet wou dat iemand er achter kwam dat hij met Cecilia had gezoend.
De vier vrienden waren op weg naar toverdranken; Sneepje pestten.
Ze stapten precies tegelijk met de bel het lokaal binnen. Slakhoorn keek glimlachend naar hun.
‘James, Sirius, waarom waren jullie niet op mijn feestje? Remus heeft zeker wel vertelt hoe leuk het was.’
Peter ging een beetje eenzaam alvast aan een tafeltje zitten, achter in de klas.
‘Sorry meneer, strafwerk.’ zei Sirius verontschuldigend.
Slakhoorns gezicht betrok toen hij zag dat Sirius nog steeds met Griffoendors om ging. Om de een of andere reden, gaf hij Sirius altijd het gevoel dat hij hoopte dat Sirius opeens met allemaal Zwadjes om zou gaan, en dat de sorteerhoed zich dan zou bedenken.
‘Goed. Ga maar zitten.’
Remus ging naast Peter zitten, bij de Griffoendor kant. Sirius wou achter hun gaan zitten, maar James trok hem mee, zodat ze achter Sneep kwamen te zitten.
Slakhoorn keek hun even twijfelachtig aan, maar zag toen in dat hij het toch zou kunnen laten stoppen. Hij schudde zijn hoofd en begon met de uitleg.
‘Hé Secretius.’ fluisterde James in Sneeps oor. Hij schrok zich kapot en gaf een meisjesachtig, hoog gilletje. Sirius grinnikte. Lily keek hem vanaf de andere kant van het lokaal waarschuwend aan.
‘Denk niet dat Lily je altijd kan beschermen.’ siste Sirius.
‘Laat me gewoon met rust!’ mompelde Sneep, die een ik-los-dit-zelf-wel-op blik naar Lily zond. Die maakte haar ogen tot spleetjes, maar concentreerde zich daarna op haar toverdrank.
‘Sneepje. Denk je nou echt dat we je laten gaan?’
‘We vinden dit veel te leuk!’
‘Potter,’ snauwde Severus opeens. ‘Als je denkt dat je indruk op Lily zal maken hierdoor, heb je het mis.’
‘Wil je soms beweren dat ze voor jou zou kiezen, in plaats van voor mij?’
‘Dat beweer ik niet, dat wéét ik.’
James lachtte.
‘En dan? Dan stuur je één van je duistere spreukjes op me af?’
‘Wat?’ Sneep draaide zich om.
‘Ik ken je, Secretius.’ fluisterde James sluw. ‘Ik ken je familie en ik ken je toverdrankenboek.’
Severus keek hem angstig aan. Sirius, die het gesprek gefascineerd had gevolgd, besloot nu zijn mond open te doen.
‘Ik zie je eigelijk nooit meer met Lily. Ze is vaker bij ons of bij haar andere vrienden.’ James lachtte gemeen toen Sirius de nadruk legde op dat laatste woord.
‘Je zult zien,’ zei Sneep vastbesloten, ‘Dat Lily Evers ooit van mij zal zijn.’
Sirius en James kwamen in een lachstuip, het vulde het hele lokaal.
Remus draaide met zijn ogen en Peter leek vooral nieuwsgierig. Lily probeerde er geen aandacht aan te besteden, en veel meisjes keken smachtend toe.
‘Morgen. Op de zevende verdieping in de pauze. Wij tweeën.’ Sirius keek hem met een pruillipje aan. ‘Oké. Jij mag ook mee,’ snauwde Sneep. ‘Maar dan wil ik ook een vriend meenemen.
‘Heb jij vrienden dan?’ Nog een lachstuip.
Vol woede draaide Sneep zich van hen af, glimlachend tegen Lily, dat alles oké was.
James knipoogde even naar haar. Toen ging hij verder met lachen.
Nog helemaal vrolijk van het vorige uur huppelde Sirius, James, Remus en Peter door de gang, op naar Waarzeggerij. Toen ze alweer wat normaal aan het lopen waren, kwamen ze een groep Zwadderaars tegen.
Hij keek recht in zijn eigen ogen, die hard stonden, zonder een enkele emotie of erkenning. Sirius wist dat zijn eigen ogen precies zo stonden. Het was alsof hij in een spiegel keek, de blik, de kleur, het gevoel van haat en toch medeleven.
Maar toen zag hij de groene gloed van Zwadderich in de ogen en wist dat hij niet in een spiegel keek. Dat hij nooit op deze spiegel zou lijken.
Toen wendde hij zijn ogen af en liep verder, zonder iets te zeggen, zonder zijn hand op te steken, zonder te vervloeking. Dit was tijden geleden afgesproken.
Negeren en doen of de ander niet bestond. Dat was het beste.
Voor de ouders. Voor hun zelf. Voor de afdelingen.
‘Hé, Sirius, dat was toch je broertje?’ hoorde hij de stem van Remus naast hem.
‘Oh. Niet gezien.’ glimlachte Sirius nep vrolijk de richting van Remus in.
Die keek hem bedenkelijk aan. Ze waren aangekomen bij Waarzeggerij.
Hij kreunde en schreef snel een droom op die hij vannacht had gedroomd.
Hij plofte naast Remus neer, achter Peter en James.
‘Goed, vandaag gaan we bezig met jullie dromen. Als eerste..’
Sirius duimde onder de tafel.
‘Meneer Zwarts?’ alweer een kreun.
‘Nou, ehm. Ik had gedroomd dat ik in een kamer zat, en toen kwam mijn familie me ophalen, ze pakten mijn armen, en toen veranderde ze in mijn klasgenoten, en die sleepte me de andere kant uit.’
‘Kom na de les even bij me, meneer Zwarts.’ zei mevrouw Plaat strak.
Sirius keek verward naar Remus.
‘Heb ik hem een keertje niet zelf bedacht, moet ik nablijven!’ Remus keek hem medelevend aan.
De rest van de les verliep rustig, tot de bel ging. Iedereen pakte snel zijn spullen en holde weg, het was kleine pauze, en de mensen die aan het slapen waren schrokken wakker. Sirius bleef rustig aan zijn tafeltje zitten tot alle mensen weg waren.
‘Sirius,’ Hij keek verschrikt op. Geen meneer Zwarts?
‘Jongen, ik ken je familie. En ik wou je even duidelijk maken dat je altijd met me kunt praten.’ Sirius keek verschrikt op.
‘Vertelt u.. Vertelt u alstublieft niets aan mijn klasgenoten?’
‘Nee, dat zal ik niet doen, maar je moet ooit eerlijk tegen ze zijn.’ Sirius slikte een brok in zijn keel weg.
‘Ooit.’ Mevrouw Plaat keek hem triestig aan.
‘Ga maar.’
‘Mevrouw?’ vroeg Sirius met bevende stem.
‘Ja, Sirius?’
‘Hoe kent u mijn familie?’ opnieuw keek Plaat hem triestig aan, en schudde enkel haar hoofd.
‘Niet op de goede wijze, mijn jongen. Maar je hebt al bewezen dat je anders bent.’
Sirius keek haar verward aan.
‘Je droom, je droom zegt alles. |
|
|
|
|
Annaaa
5e jaars
Verdiend:
198 Sikkels
Woonplaats: On the back of Sirius' moterbike
|
Geplaatst:
Do Jun 19, 2008 15:49 |
|
Hoofdstuk 6: Het gevecht
Opgewekt sprong Sirius de volgende dag uit bed. Hij keek op zijn wekker en zag dat hij nog maar een uur had om te douchen. Hij schreeuwde snel de anderen wakker en rende de badkamer in.
Hij kleedde zich uit en deed één of ander goedje in zijn haar.
Ondertussen keken de rest van de kamerbewoners geërgerd naar de badkamerdeur. Ze probeerden alweer hun ogen te sluiten tot...
‘SWEEEETT KIWI!’
James kreunde.
‘YOUR JUICE IS DRIPPING DOWN MY CHIN!’
‘Niet alwéér…’ mopperde Peter.
‘SO PLEAAASSEE LET MEEHEEE!’
Remus legde zijn hoofd onder zijn kussen.
‘DON’T STOP IT BEFORE IT BEGINS, JEEEEH!’
Een half uur later kwam Sirius stralend en met zijn haar keurig in model de badkamer uit.
‘Hi guys,’ zei hij opgewekt. ‘Klaar voor een nieuwe dag?’
James brabbelde wat terwijl ze de trap afliepen naar de Grote Zaal.
‘Ze hebben warme Croissantjeeeeeees!’ zong Sirius in James’ oor.
Dit leek James op te vrolijken, hij grijnsde en begon een gesprek met Sirius over één van zijn nieuwe aanwinsten. Remus mengde zich in het gesprek met de mededeling dat hij haar ook wel kende. Ze liepen de Grote Zaal binnen en passeerden de Huffelpuf tafel.
‘..maar ze kan echt niet tippen aan Evers,’ bekende James.
Achter hun stond een meisje op en keek James vernietigend aan, toen rende ze huilend weg.
‘Was dat haar?’ gokte Peter.
‘Ja...’ zei James terwijl hij haar na keek, toen schudde hij zijn hoofd.
‘Ach ja, nou en!’ riep hij vrolijk terwijl hij naast Karel aan de Griffoendor tafel ging zitten. De rest volgde zijn voorbeeld.
‘Ha James, Sirius, Peter!’ zei Karel vrolijk. Remus keek hem vernietigend aan. ‘En Remus!’ James leek hier niets van gemerkt te hebben en sloeg Karel blij op zijn schouder.
‘Vandaag is je Big Fight heb ik gehoord, James!’ Sirius keek verbaasd op, ging dat zo snel de ronde?
‘Ja, en ik heb er zin in!’ riep James, met een gezicht waarvan alleen zijn beste vriend een echte emotie kon zien, angst.
‘Maar hij is toch heel erg goed in Zwarte Kunsten?’ maakte Karel het nog erger.
Sirius gaf James een bemoedigend schouderklopje.
‘Ja, maar James heeft mij.’ zei hij simpel. Karel glimlachte een beetje jaloers en ging toen weer verder met eten. Dat was voor Remus het teken om wat te zeggen.
‘Heb je mijn hulp nodig, makker?’ vroeg hij bezorgd. Ook Peter leek bereid om bij het gevecht aanwezig te zijn.
James keek glimlachend naar zijn vrienden; Sirius was blijkbaar niet de enige die het had gezien.
De volgende paar lesuren leek James het gevecht te zijn vergeten. Hij was vrolijk en kletserig zoals altijd. Toen de pauze eenmaal begonnen was, leken de bezorgde blikken van Remus niet echt te helpen tegen de spanning. James zelf leek er echter al overheen. Hij las even een boekje getiteld: “Wat te doen bij Onvergefelijke Vloeken?”
De vier jongens liepen naar de zevende verdieping. James had zijn toverstok al gereed.
Op de zevende verdieping stond Sneep al klaar, samen met een zevende jaars,
die Sirius wel kende. Lucius Malfidus.
Toen James klaar ging staan samen met zijn vrienden, kwam een storm van rood en goud achter hun staan. James keek even over zijn schouder en zag al zijn vrienden staan. Hij glimlachte liefjes naar Sneep.
‘We zouden ieder één iemand meenemen’ siste die. James keek twijfelend, duwde Remus en Peter toen naar de Griffoendormassa, toen leunde hij op Sirius.
‘Ze zijn alleen maar toeschouwers!’ riep hij onschuldig. Sneep keek nauwkeurig de massa door, duidelijk op zoek naar Lily.
‘Denk je nou echt dat we Lily uit zouden nodigen?’ spotte Sirius.
Sneep werd rood en trok zijn toverstok. Eén seconde later stond Lucius in dezelfde positie. James en Sirius waren duidelijk van slag, maar sprongen tegelijk met hun toverstokken naar voren.
‘Silencio!’ riep Sneep onmiddellijk, waardoor James geen spreuk kon zeggen.
Sirius keek hem vernietigend aan.
‘Tarantallegra!’ riep hij, met het doel Sneeps benen te laten dansen.
‘Impedimenta,’ was Sneeps weerwoord. De vloek werd afgekaatst.
Vanuit het plubliek kwam plotseling een groene straal, Remus had James stiekem weer laten praten.
‘Petrificus Totalus,’ kwam Malfidus in actie.
James stond echter zijn mannetje; ‘Rictusempra.’
Lucius viel op de grond van het lachen, hij probeerde nog een laatste vloek uit te spreken. ‘Petrificus Totalus!’ riep hij weer. De spreuk miste James maar raakte Sirius, die nu versteend op de vloer lag.
Het was nu tussen Sneep en James. Het plubliek keek met ingehouden adem toe.
‘Paralitis!’
‘Expelliarmus!’
De vloeken van Sneep en James zorgden voor een grote lichtflits.
Griffoendors knepen hun ogen dicht en snakten tegelijkertijd naar adem.
Totaal verstijfd lag James op de grond, met Sneeps toverstok in zijn hand.
Die avond in de Griffoendor leerlingenkamer werd veel gediscussieerd.
Wie had er gewonnen? Sommige vonden dat James gewonnen had, hij had de toverstok.
‘Maar hij lag wél op de grond!’ ging iemand anders er dan tegenin.
Laat in de avond bleek de conclusie dat het gelijkspel was, toch kregen Sirius en James veel schouderklopjes van heilige gelovers. Anderen vroegen wanneer ze het over gingen doen.
De Marauders zaten knus bij het haardvuur, gezellig te kletsen over het gevecht met flesjes bier. De eerstejaars waren toch al naar bed.
‘Ik ga echt niet nog een keer hoor!’ riep Sirius lachend, pijnlijk over zijn rug wrijvend.
De klap op de grond door de spreuk van Lucius, had nou niet echt goed gedaan voor zijn rug. James knikte vol overtuiging.
‘Snap wat bedoelt.’ Daarna maakte hij een geïrriteerde indruk. De tegenspreuk van Remus had niet helemaal gewerkt, sommige woorden sprak James niet uit.
James staakte zijn binnensmonds gevloek toen Remus hem streng aan keek en met zijn hoofd seinde naar achter James. Sirius grinnikte. Lily háátte gevloek.
‘Ze staat achter me, hè?’ jammerde James.
‘Doe wat je niet laten kan, Potter.’ klonk een stem koel. ‘Maar ik vind schelden echt dom.’ Sirius knikte opgewekt
‘Mee eens!’ Lily draaide met haar ogen, maar grijnsde.
Ze ging op de bank zitten, tussen Remus en Sirius in. James keek jaloers, maar Sirius sloeg een arm om haar heen. Zelfs Remus leek zich niet ongemakkelijk te voelen, terwijl hij het normaal in zijn broek zou doen als je alleen maar ‘meisje’ zou zeggen. Peter leek net als James wel zenuwachtig in het gezelschap van Lily. Sirius besteedde er geen aandacht aan, hij was te druk met Lily te kietelen.
‘Sieehieer! Stop nou!’ gierde ze. Sirius sprong op, waardoor Lily bijna op Remus schoot lag. Remus begon te lachen, terwijl James’ gezicht op onweer stond. Het was duidelijk dat ze allemaal wat op hadden.
‘Ik ga nog wat Boterbier halen in de keukens!’ riep Sirius vrolijk, terwijl hij de leerlingenkamer uit huppelde. |
_________________ That baby all I need,
in darkness you're all I see
It's justtoo much. |
|
|
|
Annaaa
5e jaars
Verdiend:
198 Sikkels
Woonplaats: On the back of Sirius' moterbike
|
Geplaatst:
Ma Jun 23, 2008 13:44 |
|
Hoofdstuk 7: Sofie
"TRIING!” Het geluid van de wekker vulde de slaapkamer van de Marauders en Karel. Overal klonk gekreun en gesteun. Zelfs Sirius bleef in bed liggen, ondanks zijn gedachte over hoe zijn haar er zo meteen uit zal zien zonder een douche. Iedereen was al weer lekker ingedommeld.
‘Verweer tegen de Zwarte Kunsten!’ werd er geroepen uit Peter en Remus’ hoek.
De vijf jongens sprongen op en begonnen zich razendsnel om te kleden.
Denkend aan de reactie van hun strenge leraar renden ze naar beneden.
Zonder te ontbijten keken ze paniekerig waar ze heen moesten. Hollend naar het lokaal, bleek dat Karel zijn boeken vergeten was.
Ze renden weer terug naar boven, chagrijnig mopperend op Karel. Een kwartier later stonden ze hijgend voor de deur van het lokaal.
‘Doe jij maar open,’ zei Remus tegen Sirius. Die slikte en deed voorzichtig de deur open.
‘WIE HEBBEN WE DAAR?!’ werd er door de klas gebruld.
De jongens schuifelden voorzichtig naar binnen. Professor Stelwagen keek hun allemaal vuil aan.
‘Strafwerk,’ siste hij toen gemeen. De vijf jongens gingen naast elkaar zitten, maar Sirius werd bij Peter weggehaald.
‘Meneer Zwarts aan de andere kant van het lokaal.’ Sirius keek twijfelend naar de sulletjeskant, maar pakte uiteindelijk zijn tas en sjokte langzaam naar het enige lege tafeltje. Hij staarde chagrijnig voor zich uit. Professor Stelwagen had hem nooit gemogen. Hij keek naar zijn vrienden, Karel was naast Peter gaan zitten.
Hij gooide zijn boeken met een harde klap op tafel, het adertje bij de slaap van Meneer Stelwagen begon harder te kloppen.
Sirius’ ogen gingen de rest van het lokaal rond. Het viel hem nu pas op dat er Ravenklauwers waren. Zijn blik bleef hangen bij een meisje met lang bruin haar en grote bruine ogen en lange, donkere wimpers, die rustig stonden.
Net als haar afdelingsgenoten keek ze geboeid naar Stelwagen, tot ze merkte dat Sirius naar haar keek. Ze keek even naar hem en trok haar wenkbrauwen op, alsof ze wou zeggen: “Wat is er?” Sirius grijnsde charmant naar haar en ze beantwoorde die met een lieve glimlach.
De rest van het uur kon Sirius zich niet meer concentreren. Hij probeerde alleen nog maar de aandacht van het meisje te trekken, maar of ze zag het niet, of ze deed alsof. Zijn vrienden hadden blijkbaar ook gemerkt dat er wat was, want even later kreeg Sirius een propje tegen zijn hoofd van James.
“Make a move, man!”
Sirius grijnsde geruststellend naar James, en richtte zich toen weer op het meisje.
Hij snapte het niet... hij had toch naar haar gelachen? Ze had zelfs teruggelachen!
De bel ging en Sirius liep met zijn vrienden de deur uit. Hij wachtte tot zij ook kwam en stapte toen nonchalant naar haar toe.
‘Hi, Ik ben Sirius en jij?’
‘Hoi. Ik ben Sofie,’ zei ze vrolijk. Sofie en Sirius. Klinkt goed.
Ze glimlachte. ‘Wat zit je haar leuk.’
Haar vriendinnen lachtten en ze liep met hen weg. Sirius' vrienden keken hem grijnzend aan, dat meisje had Sirius voor gek gezet. Maar iets in haar stem had Sirius het gevoel gegeven dat ze hem niet voor gek probeerde te zetten.
Hij toverde een spiegel tevoorschijn en begon zijn haar te bestuderen.
Het zat wild en alle kanten op. Eigelijk best wel stoer. Hij glimlachte even.
‘Jij hebt echt een groot ego hè? Ook nog denken dat ze het positief bedoelde!’ zei Remus afkeurend. Sirius keek hem beledigd aan, met zijn neus in de lucht liep hij alleen naar Bezweringen. Onderweg kreeg hij gezelschap van een boze Lily.
‘Lils, wat is er?’ vroeg Sirius voorzichtig, hij wist hoe ze was als ze kwaad was.
‘Ik heb ruzie met Cecilia.’ floepte ze er bot uit.
‘Waarom?’ piepte Sirius. Lily glimlachte even.
‘Je geloofd écht niet wat ze bij elkaar heeft gelogen!’ riep ze meteen weer vurig.
Sirius voelde het benauwd worden.
‘Ze zei dat jij háár had gezoend, echt belachelijk!’
‘Ja, belachelijk…’
‘Na díé leugen heb ik besloten haar uit ons vriendengroepje te zetten.’
Sirius voelde het schuldgevoel door zijn hele lichaam en blijkbaar kon je dat van zijn gezicht aflezen.
‘Oh, Sier! Dan hoef jij je toch niet schuldig te voelen? Jij kan er toch niets aan doen dat Cecilia een trut is?’ Sirius knikte besluitloos toen ze bij het lokaal aan waren gekomen. Ze waren te laat. Toen Sirius en Lily binnenkwamen, kreeg Sirius een vernietigende blik van James, die hij met opgetrokken wenkbrauwen ontving. Lily vuurde een hatelijke blik naar Cecilia en ging naast één van haar andere vriendinnen zitten.
Die middag strompelden de Marauders naar de leerlingenkamer, waar Karel met Lily vurig aan het praten was. Sirius gaapte. Het zal wel weer eens over huiswerk gaan, Lily’s lievelings onderwerp. James keek echter jaloers naar Karel.
‘Jeetje, James! Doe er dan ook wat aan. Over twee weken hebben we een Zweinsveldweekend!’ riep Sirius geïrriteerd. James snoof en liep op Lily af, die ophield met praten, terwijl haar vinger nog in de lucht hing onder de kin van Karel.
‘Lily..’
‘Potter.’
‘Wil je met me-?’
‘Nee.’
‘Je weet nog niet eens wat ik wil zeggen!’
‘Nou en?’
‘GajemeenaaZweinsveld?’
‘Als je het zó vraagt...’
‘Ja?’
‘Nee.’
‘Ja.’
‘Nee!’
Sirius grijnsde, toen zijn vriend afdroop na nog een kwartier door te zijn gegaan met "ja", "nee".
‘Het gaat je nooit lukken, Gaffel.’ zei Sirius zangerig. James gooide een kussen naar zijn hoofd en liep ongelukkig de trap op. Remus had even uit zijn boek opgekeken. Sirius grijpte die kans, plofte in de stoel naast hem en begon meteen een gesprek.
‘Ik wil dat Ravenklauw-meisje meevragen naar Zweinsveld.’ Remus glimlachte.
‘Praat met haar tijdens het diner. Maar ga nu eerst je haar goed doen!’Sirius knikte en rende de trap op.
Eenmaal boven begon Sirius weer te denken over Mevrouw Plaat. Wat bedoelde ze met; ‘Je droom zegt alles’ ? Voor Sirius was het geen gekke droom geweest, hij had er wel meer gehad. En hoe kende ze zijn ouders? Hopelijk hadden ze haar niet pijn gedaan of haar familie vermoord of..
Nou ja. Zelf was hij ook niet al te braaf. Hij kon nog steeds niet geloven hoe hij dat kon flikken tegenover Cecilia. En ook tegen Lily, die nu een vriendin kwijt was.
Zou Cecilia eigelijk nog wel vrienden hebben? Of was ze nu alles kwijt, helemaal door hem? Sirius rilde even en liet zich toen op het bed vallen. Hoe ging hij dit oplossen? |
_________________ That baby all I need,
in darkness you're all I see
It's justtoo much. |
|
|
|
Annaaa
5e jaars
Verdiend:
198 Sikkels
Woonplaats: On the back of Sirius' moterbike
|
Geplaatst:
Za Jun 28, 2008 8:58 |
|
Hoofdstuk 8: Karel
‘Kom Sluipvoet, we gaan.’ Sirius stond met kam en gel in zijn haar voor de spiegel en keek naar Remus, die in de deuropening stond.
‘Ja, wacht even.’ Hij deed er nog wat gel in. Het zag er goed uit. Hij grijnsde even in de spiegel, Remus draaide met zijn ogen.
‘Oké, let's go.’ zei Peter, die achter Remus was verschenen. Sirius glimlachte en legde zijn haarspullen weg.
Ze liepen de trappen af en kwamen de leerlingenkamer binnen, waar Lily heel dicht tegen Karel aan stond. Ze worstelde, maar niemand kon hen zien. Toen gaf ze hem een klap in zijn gezicht.
‘Wat?’ stamelde hij. ‘Jij.. slet!’ De leerlingenkamer snakte naar adem en Lily keek hem met open mond aan.
‘Wat nou? Je ziet het zo! Jij doet het met alle Marauders. Behalve Peter, dan. Maar dan ben ik niet goed genoeg voor je?’
Lily’s blik veranderde van verbazing naar angstaanjagende woede.
Alle Griffoendors, ook de jongens, zetten een stapje naar achter. De Marauders echter niet. Remus rende naar Lily om haar vast te houden zodat ze Karel niet aanvloog en James en Sirius en Peter sleurden hem mee naar de gang, om eens een hartig woordje met hem te spreken.
‘HOER!’ schreeuwde hij er haar nog na, terwijl hij weggetrokken werd aan zijn haar, wat er erg pijnlijk uitzag.
‘KAREL SMITH! BEN JE NOU HELEMAAL GEK GEWORDEN?!’ tierde James, uit zichzelf van woede. Sirius probeerde hem te sussen, terwijl Peter hem met intense haat aanstaarde.
‘Wat bedoelde je met “behalve Peter”?’ siste Peter, terwijl hij zijn toverstok bij de keel van Karel legde.
James had zich ondertussen van Sirius losgerukt en gaf hem een stomp op zijn wang, er sijpelde bloed uit zijn mond.
‘James!’ riep Sirius geschrokken.
‘WAT HEB JE MET LILY GEDAAN?’ brulde James en Sirius begon te snappen waar hij naartoe wilde.
‘Nee, Gaffel. Stop, nu ga je te ver.’ Sirius duwde James van Karel af. ‘Wormstaart, breng hem naar de ziekenzaal.’ Peter knikte naar hem en liet Karel steunen op hem, alhoewel hij nog steeds boos was. Sirius en James bleven kijken tot ze om de hoek verdwenen waren. Sirius hoorde onderwijl James’ adem al wat langzamer gaan.
‘Luister, Sluipvoet.’ fluisterde James. ‘Ik vertouw Karel niet. Gister zei hij ook al dat hij wel... Dat hij Lily wel...’ James stopte zijn zin en ging niet verder. Sirius knikte bedenkelijk. Hij vond het niets voor Karel. Hij dacht aan Lily die uit Karel’s armen probeerde te komen. Hij schudde zijn hoofd en liep samen met James de leerlingenkamer weer in. Er werden gelijk allemaal vragen gesteld, die Sirius rustig beantwoordde. James had zich teruggetrokken naar de slaapzaal.
Sirius ging bij Remus en Lily zitten. Ze leken van slag. Sirius legde de gedachte van James uit en dus ook waarom hij Karel had geslagen. Gek genoeg leek Lily ontroert te zijn, maar tegelijk ook een beetje bang.
‘Nee, Karel probeerde me alleen te zoenen.’ zei Lily. Remus knikte.
‘Lily, ga maar even naar James toe...’ zei Sirius zachtjes. Lily keek naar hem op en hij zag kleine tranen in haar ogen. Hij glimlachte even, toen stond ze op.
Peter kwam terug met Karel. Peter leek bang en ging bij zijn vrienden zitten. Karel had niets, alleen een dikke lip. Het was meer de uitdrukking op zijn gezicht dat iedereen bang maakte. Het leek alsof hij wist dat hij alles verpest had, dat hij nooit meer ergens bij zal horen. Dat hij op Zweinstein geen vrienden meer zou kunnen maken.
‘Laten we naar de Grote Zaal gaan.’ zei Remus, die als eerste zijn blik losgescheurd had. Sirius voelde het eerst sinds een uur een lichtpuntje in zijn maag. Sofie.
Daar bleek Remus ook aan gedacht te hebben.
‘En dan kan jij eindelijk dat meisje versieren.’ Blij met afleiding mengde Peter zich ook in het gesprek.
‘Die je voor gek zette met je haar?’ vroeg hij. Sirius lachte. Hij had geen zin in chagrijnigheid, na dat gedoe met Karel zouden ze maar gewoon voor een tijdje aardig tegen elkaar moeten zijn. Vooral voor James. Hij was echt heel erg geschrokken.
Bij de Grote Zaal aangekomen, leek verder niemand iets gemerkt te hebben, waarschijnlijk waren er wel vaker scheldpartijen.
Sirius liep langs de Ravenklauwtafel, waar Sofie gezellig met een jongen aan het praten was.
‘Hi Sofie.’ zei Sirius nonchalant.
‘Hee, Sirius!’ zei ze vrolijk. Sofie en de jongen naast haar draaiden zich beiden om. De jongen nam hem kritisch op, tot Sofie hem een schop gaf.
‘Zullen we even wandelen?’ vroeg hij grijnzend. De jongen leek dat grijnzen niet zo leuk te vinden. Hij keek Sirius met dichtgeknepen ogen aan. Sofie rolde met haar ogen en gaf de jongen een aai over zijn hoofd, toen stond ze op en liep ze met Sirius mee de Grote Zaal uit. Sirius’ plan was om naar de keukens te gaan.
‘Was dat je broer?’
’Nee..’
‘Je vriendje?’ vroeg Sirius sceptisch. Sofie trok haast onzichtbaar één wenkbrauw op. Sirius grinnikte. Ze waren al een tijdje aan het lopen en aan het praten over school, vrienden en Zwadderaars, toen Sofie opeens een bruine bosuil op haar schouder kreeg. Sirius keek nieuwsgierig.
‘Zo laat nog?’
‘Ja, een brief van mijn tweelingzus, Kelly.’ Sirius knikte bedenkelijk.
‘Waar zit die dan op school?’
‘Op een Dreuzelschool.’
‘Oh. Is ze een Snul?’
‘Nee, mijn hele familie zijn Dreuzels.’ Sirius dacht even na. Dit was sowieso geen meisje die hij mee naar huis kon nemen. Hij zou van de stamboom afgebrand worden, net als zijn tante.
‘Heb je daar iets op tegen ofzo?’ vroeg Sofie een beetje fel, waardoor Sirius wakker schrok uit zijn gedachtes.
‘Tuurlijk niet!’ grijnsde hij. Sofie glimlachte weer. Ze aten nog wat in de keukens en toen gingen ze alletwee naar hun eigen Leerlingenkamer. Met een gelukkig gevoel, Karel verdringend en negerend, landde Sirius op zijn kussen. |
_________________ That baby all I need,
in darkness you're all I see
It's justtoo much. |
|
|
|
Annaaa
5e jaars
Verdiend:
198 Sikkels
Woonplaats: On the back of Sirius' moterbike
|
Geplaatst:
Wo Jul 30, 2008 22:36 |
|
Hoofdstuk 9: Wormstaart?
‘Het was wel leuk gister, hè?’ Sirius keek op van zijn boek over Geschiedenis van de Toverkunst en zag een grijnzende Remus naast hem.
‘Ja hoor.’ Afwezig liet hij zijn ogen door het lokaal gaan. Iedereen was slaperig, het was het laatste uur en ze hadden veel gedaan in de vele lessen. Remus zwaaide met zijn hand voor Sirius’ gezicht en tegelijk draaide Sirius zich om.
‘Au!’
‘O jeetje, sorry..’
‘Auhauhauuu’ Tevergeefs probeerde Remus Sirius’ bloedneus te stoppen met een spreuk. Hun hele tafeltje werd langzaam rood. Professor Kist kwam langzaam naar hun toegevlogen. Hij gaf Sirius een hoofdklopje alsof die 10 jaar oud was en toverde een zakdoekje. Sirius knikte vriendelijk en probeerde beleefd zijn lach in te houden.
James, die voor hem zat, draaide zich om.
‘Dus. Die Ravenklauwer word je nieuwste vangst?’ Sirius grijnsde.
‘Ik hoop het.’ floepte hij er uit. James keek hem even raar aan maar besloot er verder niet op in te gaan. Remus keek hem met een schuin hoofd aan, maar Sirius concentreerde zich alweer op zijn schoolwerk.
‘Sirius?’
‘Ja?’ bromde die, zonder op te kijken van zijn schoolwerk. James spitste zijn oren.
‘Niets.’ zei Remus zacht, en hij ging verder met een tekening in zijn schrift.
Sirius keek even wat er in zijn schrift stond. Het was een hartje. Een hartje met de C erin. Razendsnel werkte Sirius gedachten. Een C.. een C.. Hij kon niets bedenken.
Misschien een meisje van thuis. De bel ging. Sirius en James renden naar boven in een spurt, iedereen om hun heen negerend.
‘Voor huiswerk? Maar het is weekend!’ vroeg een meisje verbaasd.
‘Geen huiswerk. Zwerkbalwedstrijd volgende week.’ zuchtte Remus.
‘Ohh..’ Er kwam begrip op ieders gezicht en ze gingen weer verder met wat ze aan het doen waren.
Boven waren ondertussen Sirius en James al met hun Zwerkbalgewaad aan naar hun bezem te zoeken. Een beetje jaloers staarde Sirius naar de fantastische bezem die James vasthield, maar schudde toen zijn hoofd.
‘Laten we gaan!’ riep hij vrolijk. Vliegend op hun bezems gingen ze naar buiten. De passerende mensen riepen hun bewonderd na of praten er opgewekt over met hun vrienden.
Sirius en James vlogen eerst twintig rondjes om warm te worden. Sirius voelde de wind om zijn oren, zijn haren wapperden in de wind. Oh, wat hield hij hiervan. Niet nadenken, niet zien, gewoon vliegen. Hij was zo in zijn sas dat hij niet eens zag hoeveel meisjes naar hun aan het kijken waren. James echter wel, die was al met ze aan het flirten. Maar gek genoeg hadden de meisjes alleen oog voor Sirius die schaamteloos en vrij door de lucht zweefde, met zijn ogen dicht en een stralende glimlach op zijn gezicht. Je hoorde meerde keren “Ooohh…” en de meeste kregen zelf ook spontaan een glimlach op hun gezicht. James keek radeloos naar de meisjes en daarna naar Sirius.
‘Sier?’ Sirius deed zijn ogen open en zweefde naar James toe.
‘Zullen we beginnen?’ vroeg die. Sirius knikte en begonnen te spelen. De meisjes waren ondertussen weer gewoonlijk aan het praten over hoe knap het duo wel niet was, maar geen van hun zou het beeld van Sirius ooit vergeten.
Vol modder en doodmoe kwamen de jongens die avond de grote zaal binnen.
‘Lekker gespeeld, jongens?’ vroeg Remus vrolijk toen ze naast hem aan tafel gingen zitten.
‘Ja hoor…’ bromde Sirius. James was te druk met eten om antwoord te geven.
Remus schudde zijn hoofd en keek om zich heen.
‘Ik heb Peter al de hele dag niet gezien, jullie?’ Sirius keek Remus even verbaasd aan. Het was niets voor Peter om de hele dag weg te blijven.
‘Ga je mee zoeken, Sluipvoet?’ Sirius wou net opstaan maar zag zijn eten uitnodigend op tafel liggen.
‘Nah. Na het eten?’ Remus keek vertwijfeld maar gaf uiteindelijk toe.
Hij ging weer zitten maar bleef om zich heen kijken. Terwijl Sirius aan het eten was landde Guppy net voor hem. Sirius bekeek de brief en herkende het teken van Zwarts.
‘Ik ga even naar mijn kamer.’ Het protesterend geluidje van Remus negerend, liep hij
naar boven, naar de slaapkamer. Op de kamer ging hij op zijn bed zitten en maakte de brief open.
Sirius.
Ten eerste; stoor ons niet voor dit soort nutteloze brieven!
We hebben nog een gaatje vrij kunnen maken voor deze brief.
Dan over je nicht; je hebt vast iets geflikt bij Bella en dan is het je eigen schuld.
Denk maar niet dat je met Kerst thuis mag komen, jongeman!
Je krijgt de groeten van je moeder.
Je vader.
Geschrokken staarde Sirius naar de brief. Ze vonden dit oké? Ze vonden dat soort spreuken oké? Bellatrix had hem zoveel pijn gedaan, maar het kon zijn ouders niets schelen. Gaven ze eigenlijk wel om hem? Elk woord van deze gedachte sneed als een mes in zijn hart. Net toen hij maar een koude douche wou nemen om dit te vergeten. Om verder te gaan met zijn andere leven, hoorde hij een kuchje.
‘Sluipvoet? Gaat alles goed?’
‘Peter?’ Sirius keek verschrikt naar de jongen die op Peters bed zat. Hij had hem helemaal niet gehoord.
‘Sorry, ik merkte je eerst niet op, ik was aan het bellen.’
‘Bellen?’ vroeg Sirius verbaasd.
‘Ja, gewoon met mijn beste vriend in de Dreuzelwereld.’ Peter klonk verdrietig. Sirius had geen idee wat bellen was, maar hij ging toch naast Peter zitten.
‘Mis je hem?’ Peter slikte even.
‘Ja, het is gewoon… Ik kon hem alles vertellen... Hij accepteerde me gewoon zoals ik...’ Een schuldgevoel vloog door Sirius’ hart. Hij legde zijn arm om Peters schouder en keek hem aan.
‘Peter, je kan mij ook alles vertellen.’ Peter nam heel diep adem en zei duidelijk iets wat hem altijd al dwars had gezeten.
‘Nee, dat kan ik niet. Ik loop op mijn tenen en alles wat ik doe is fout.’
‘Dat gevoel ken ik…’ mompelde Sirius zacht.
Peter keek hem nieuwsgierig aan. Dat was genoeg. Zonder er bij na te denken flapte Sirius er alles uit. Over Bellatrix, over zijn ouders. Hoe erg ze waren. Dat ze niet van Sirius hielden. Peter hoorde alles aan en aaide hem over zijn schouder.
Sirius glimlachte na zijn verhaal naar Peter.
‘Peter, beloof me één ding.’
‘Wat?’
‘Vertel het aan niemand, niet aan James, niet aan Remus, aan niemand. Oké?’
Peter worstelde even met zichzelf, maar knikte uiteindelijk.
‘Dat beloof ik.’ Sirius glimlachte en ging dan toch maar die koude douche nemen, terwijl Peter naar Remus en James ging. |
_________________ That baby all I need,
in darkness you're all I see
It's justtoo much.
Laatst aangepast door Annaaa op Wo Aug 20, 2008 18:56; in totaal 2 keer bewerkt |
|
|
|
Annaaa
5e jaars
Verdiend:
198 Sikkels
Woonplaats: On the back of Sirius' moterbike
|
Geplaatst:
Wo Aug 20, 2008 18:53 |
|
Hallo =)
Ik was weer op vakantie geweest.
Hier daarom twee stukjes.
En oja: Ik bijt niet dus je mag best reageren(A)
Hoofdstuk 10: Zwerkbal
De week erna zaten de vier vrienden te ontbijten.
Sirius glimlachte naar Peter toen die zijn pompoensap omstootte, en met behulp van een spreuk ruimde hij het ook weer op. Er was wat verandert. Voor het eerst in zijn leven voelde Peter voor Sirius als een echte vriend. Ze hadden iets met elkaar gedeeld, een geheim, en geen van hen had het doorvertelt. Remus was tevreden, dat was duidelijk zichtbaar. James vond alles best. Peter stond op om nieuw drinken te gaan halen.
Sirius zat naast James, en tegenover hun zat Remus. Hij keek ze aan.
‘Jullie hebben al een tijd geen grap uitgehaald.’
De jongens schudden meteen nee.
‘Maanling! Vanmiddag Zwerkbalwedstrijd! Dan kun je toch geen grappen uithalen?’ riep James ontzet. Sirius knikte heftig. Remus schudde zijn hoofd en richtte zich op de Ochtendprofeet. Sirius keek naar buiten, het was een typische herfstige dag.
Het waaide en regende. James keek bezorgd met hem mee.
‘We zullen niet veel toeschouwers hebben.’ zei Sirius somber. James knikte bevestigend.
‘Ik zal komen kijken.’ zei Remus dapper. Sirius glimlachte en zei dat hij zijn Zwerkbalgewaad aan ging doen. Toen hij bijna bij het portret van de Dikke Dame was, kreeg hij gezelschap van James. Ze zeiden niets. Ze waren allebei zenuwachtig. Het was de eerste wedstrijd van het jaar, tegen Huffelpuf.
Vorig jaar was Huffelpuf kampioen geworden, dus het werd zwaar.
Dat was ook de reden waarom Sirius en James elk weekend zo hard trainden.
Ze trokken zwijgend hun Zwerkbalgewaden aan en liepen naar het veld, waar de rest van het team en hun aanvoerder al klaar stonden.
‘Klaar voor de wedstrijd?’ vroeg Jonathan Johnsen. Sirius schudde zijn hoofd.
‘Goed. We gaan eerst 10 rondjes vliegen.’ Johnsen zag en begreep niets meer als hij nerveus was. De rest van het team vloog omhoog, Johnsen achter na.
Iedereen vloog zo hard als hij of zij kon, om de spanning er vanaf te vliegen.
Toen ze weer landen voelde iedereen dat het tijd werd voor de peptalk.
‘Kom naar binnen, allemaal.’ Iedereen liep gehoorzaam naar binnen.
‘Dit jaar gaan we het anders doen.’ Hij pauzeerde even en keek iedereen dreigend aan. ‘We zullen van Huffelpuf winnen. Van Ravenklauw, van Zwadderich. We zijn goed, dat weten jullie. Zwarts, Potter.’ Sirius en James keken hun aanvoerder schuldig aan. Maar hij glimlachte. ‘Scoren jullie!’ Er klonk een overweldigend gejuich van alle spelers. Toen werd er gefloten. Het was tijd. Als leeuwen, klaar voor de strijd, kwamen de Griffoendors de tribune in gelopen. Ze keken naar het plubliek.
Er waren tien mensen. Zwerkbal liefhebbers en echte Griffoendors. Remus zwaaide vrolijk naar hun vanuit zijn donkerrode paraplu. Het Huffelpuf team stond aan de andere kant, trots, blij, zelfverzekerd. Het fluitje ging, de wedstrijd was begonnen.
Ze speelden rustig, eerlijk, maar hard.
Het eerste kwartier gebeurde er niet veel, de verdedigingen van beide partijen waren goed. De snaai was gezien. Elke speler keek er verwachtingsvol naar.
Sirius zag zijn kans schoon, de verdediging van Huffelpuf was hun zoeker aan het aanmoedigen. Sirius greep de slurk en vloog naar het doel. Hij mikte en…
Er klonk geklap en gejuich van zijn team, hij had een goal gemaakt!
Sirius hoorde hard gefluit van het plubliek en hij keek vrolijk de goede kant uit.
Toen zag hij twee lange benen in een spijkerbroek met All Stars eronder, over elkaar heen geslagen. Een zwarte jas en een witte paraplu met rode hartjes.
Ze trok de paraplu iets omhoog, zodat Sirius een beeld kreeg van haar lange bruine haar wat in de wind wapperde, en haar hand zwaaide vrolijk in de lucht.
Met een verstijfd hart zwaaide Sirius zwakjes terug.
Ze was gekomen! Ze was gekomen in zulk weer, voor hem! Sirius schudde verbaasd zijn hoofd, dat hadden zoveel meisjes gedaan, het was toch niets bijzonders?
Voor hij er verder over na kon denken, ging het spel al weer verder. James scoorde nog 5 keer, Sirius nog 2 keer. Voor de eerste keer in zijn leven was hij bang dat een meisje James leuker zou vinden dan hem. Huffelpuf scoorde nog 6 keer, het spande erom. De snaai werd gezien. De zoeker van Griffoendor spurtte achter de snaai aan, maar Huffelpuf was minstens even snel. Huffelpuf strekte zijn hand..
Maar het was mis. Griffoendor waagde de sprong en nam een duik, zonder bezem, naar de snaai. Hij viel op de grond, kreunde van de pijn, maar had de snaai!
De griffoendors gilde, de tien toeschouwers gilde! Het team landde en knuffelde hun zoeker, James en Sirius sloegen elkaar op de rug. Nadat Johnsen de zoeker doof had gemaakt, liep hij naar Sirius en James toe.
‘Jongens, geweldig teamwork!’ Ze grijnsden naar elkaar, Johnsen was Hoofdmonitor.
‘Feestje in de leerlingenkamer?’ Sirius en James zette hun schattige gezichtjes op.
Johnsen grijnsde.
‘Goed dan, maar jullie zorgen voor het bier!’ James liep met Johnsen weg, terwijl Sirius keek hoe Sofie op hem af liep. Ze gaf hem een knuffel. Sirius voelde een tinteling door zijn hele lichaam. Sirius´ handen vonden zich een weg naar haar middel. Daarna lieten ze los. Sirius keek haar blij aan, maar ze sloeg verlegen haar ogen neer.
´Kom je ook naar het feestje in de Griffoendor kamer?’ Ze glimlachte blij, maar sloeg het aanzoek af.
‘Sorry, ik had al met wat vrienden af gesproken.’ Sirius kon de teleurstelling in zijn maag niet wegdrukken.
Die avond had Sirius het toch naar zijn zin. Het was gezellig en hij werd meerdere keren op zijn schouder geslagen. Hij flirtte niet met andere meisjes, het mocht niet van zichzelf. Blijkbaar had Cecilia de hoop op gegeven. Het eerste half uur van het feest Zat ze helemaal alleen in een stoel bij het haardvuur, maar toen iedereen ging dansen liep ze naar haar slaapzaal. Het was treurig, en zijn schuld. Hij keek naar Remus, die naast hem zat. Die zat met zijn gedachten ergens anders.
Sirius ging de leerlingenkamer rond. Hij wist dat hij het niet mocht zien, maar hij keek toch even. Lily en James zaten in een hoekje van de kamer met elkaar te praten, zonder haatgevoelens. Sirius tikte Remus aan en wees ernaar.
Peter, die naast Remus zat, stond op en liep naar de slaapzaal.
‘Maanling?’
‘Sluipvoet.’
‘We moeten er een grap mee uithalen.’ Remus grijnsde.
Maar toen schudde hij zijn hoofd.
‘Nee, Sirius, misschien word het wel wat, als je begrijpt wat ik bedoel.’
Sirius trok een verbaasd gezicht en knikte daarna begrijpelijk.
‘Maar denk je nou echt dat… dat Lily?!’ Sirius wierp nog een blik op de twee.
Ze waren nog niet eens aan het knuffelen ofzo. Remus volgde zijn blik.
Op dat moment werd James overeind getrokken door een mooi meisje, met blonde krullen. Voor Lily op kon staan ging Sirius naast haar zitten.
‘Dus.’
‘Dus wat?’
‘Dus James.’
‘Wat is er met James?’
‘Dat wou ik nét vragen.’
‘Sier. Vertel nou maar wat je vertellen wil.’
‘Je vind hem leuk hè?’
‘Helemaal niet!’
‘Waar hadden jullie het net over?’ Lily werd rood.
‘Over.. van alles..’
‘Aha!’ riep Sirius triomfantelijk.
‘Wat is er aha?’ vroeg James nieuwsgierig, die aan kwam lopen.
‘Niks hoor.’ Sirius liep vrolijk van de zetel naar Remus, waardoor Lily naar haar vriendinnen liep, James alleen, verbaasd achter latend.
Remus moest lachen om zijn gezicht. Sirius keek tevreden.
‘Dat komt wel goed.’ |
_________________ That baby all I need,
in darkness you're all I see
It's justtoo much. |
|
|
|
Annaaa
5e jaars
Verdiend:
198 Sikkels
Woonplaats: On the back of Sirius' moterbike
|
Geplaatst:
Wo Aug 20, 2008 18:55 |
|
Hoofdstuk 11: De vriendinnen van Lily
De dagen erna werd er nog vaak over de wedstrijd gepraat.
De Griffoendors werden als helden beschouwd; ze hadden Huffelpuf verslagen!
Daar waren vooral alle heren van het team erg blij mee. Zweinsveldweekend kwam er aan, en het was noodzakelijk om een date te hebben.
‘Sluipvoet? Heb jij al een date?’ vroeg James vol paniek toen het nog drie dagen voor het weekend was. Sirius liet de gedachte over Sofie los om de vraag aan te horen, maar zodra hij die gehoord had schoten ze weer terug.
‘Ja, ehm, z’n beetje.’
‘Oh, oké! Leuk!’ Sirius merkte aan James’ stem dat hij nu moest vragen of James al een date had. Puur om te pestten vroeg hij het niet.
Ze zaten kwartier zwijgend tegen over elkaar. Toen hield James het niet meer.
‘Ik ben al heel vaak gevraagd, maar ik wil geen ja zeggen, stel je voor dat Lily ja zegt? Maar omdat ik het nu zolang uitgesteld heb om te vragen, heb ik geen date als ze nee zegt!’ Sirius legde zuchtend zijn huiswerk neer.
‘Lieve Gaffel. Eén: ze gaat ja zeggen. Twee: je vindt zo weer een ander een meisje.’
‘Ik wil geen ander meisje!’ James liet zich op de bank neerstortten, zodat hij bijna een paar eerstejaars plette. De giechelende meisjes leken het echter niet erg te vinden.
Sirius glimlachte naar ze en sleurde toen James mee naar hun slaapzaal.
‘Ga maar een Zwerkbalblad lezen.’ James knikte braaf en pakte snel een blad.
Sirius liep na nog één strenge blik de deur uit. Hij moest Lily zien te vinden en haar overhalen.
Hij rende de trappen af, naar de Grote Zaal. Maar die was natuurlijk uitgestorven, het eten was pas over drie uur. Sirius pijnigde zijn hersens, waar hing Lily uit ’s middags?
Hij zag een meisje met lang licht blond haar uit Ravenklauw lopen. Het was één van Lily’s vriendinnen! Hoe heette ze nou… Had Sirius niet wat met haar gehad? O ja!
‘Eehm, Jennifer?’ Ze draaide zich om en haar haren zwiepten over haar schouder. Waarom was het eigenlijk niets geworden tussen hun?
‘Wat moet je?’ Oh ja. Daarom.
‘Mag ik misschien… wat vragen?’ Sirius’ stem piepte een beetje. Ze snoof haar neus.
Sirius hoopte maar dat dat een ja betekende.
‘Waar zijn Lily en haar groepje?’
‘Je bedoelt Lils, Melanie, Tess en Iris?’ Sirius knikte. Hoorde hij al die meisjes te
kennen?
‘Op het grasveld.’
‘Op ‘het grasveld’ ?‘
‘Bij het meer?’
‘O, ja. Nou, doei.’ Ze draaide met haar ogen en liep een trap op.
Niet veel meisjes konden Sirius klein krijgen, maar Jennifer was er duidelijk één geweest. Sirius probeerde die tijd terug te halen in zijn gedachten. Remus had het prachtig gevonden. Hij werd even uit zijn gedachten verstoord door het scherpe zonlicht dat in zijn ogen viel toen hij het kasteel uit liep.
Maar Remus was niet de enige geweest. Het was de grap van de dag geweest.
Niet dat het niet leuk was, het was geweldig om een keer te volgen, om op je nummer gezet te worden. Dat was nog eens wat anders dan Sofie, die altijd zo stil en rustig leek. Maar Sirius had al genoeg uitdagingen gehad. Het maakte niet uit, hij moest haar gewoon wat beter leren kennen.
Maar terwijl hij naar Lily’s groepje liep, wist hij dat hij vandaag deze gedachten niet meer uit zijn hoofd zou kunnen krijgen.
Lily lag met haar hoofd in haar nek en begon hard te lachen toen Sirius het vroeg. Maar Tess, een meisje met blond, kort haar, en Melanie, met zwart haar tot haar schouders wat druk gestijld was, keken elkaar aan met opgetrokken wenkbrauwen aan. Zij waren Griffoendors, wist Sirius. Want het andere meisje, Iris, met bruine krullen, was een Ravenklauwer.
Sirius vond het gezellig bij ze. In ieder geval nu Jennifer er niet was.
‘Waar is Jen eigelijk?’ vroeg Iris, alsof ze Sirius’ gedachten raadde.
‘Ik zag haar naar boven lopen,’ zei Sirius duister. Hij werd echter genegeerd.
Melanie had op haar rug gelegen, maar ze kwam overeind.
‘Ze heeft een afspraakje met Dave.’ Iris slaakte een gilletje en Lily drukte haar hand tegen haar mond.
‘Maar dat was toch uit?’ fluisterde Tess bijna. Melanie knikte.
‘Ja, maar hij heeft haar weer mee uit gevraagd.’ Het leek alsof de andere meiden dit nieuws even moesten inwijden.
‘Heeft hij het uit gemaakt?’ vroeg Sirius nieuwsgierig.
‘Ja, via iemand anders!’ vertelde Iris duister. Ook Sirius slaakte nu een kreetje.
‘Dat ze hem nog terug neemt!’ bracht hij uit. De meisjes schudden triest hun hoofd.
‘Het is niets voor haar, hè?’ vroeg Lily, die net als Iris nu ook ging liggen.
Melanie pakte nog een koekje en schudde haar hoofd. Ook Sirius pakte nog een koekje.
‘Hé, Sirius?’ Sirius keek Tess aan en veegde de koekkruimels rond zijn mond weg met zijn hand.
‘Ja?’
‘Waarom ben je hier eigelijk?’ Sirius zuchtte.
‘Nou, omdat Lily hier,’ hij prikte beschuldigend in haar buik, ‘écht eens met James uit moet gaan.’
‘Ja, Lils, geef hem een kans,’ zei Melanie vrolijk. Lily keek haar vriendinnen geïrriteerd aan.
‘Maar hij is een zák.’
‘Nietus!’ bracht Sirius verontwaardigd uit. Iris keek hem meteen streng aan.
Hij mocht bij ze zitten, maar dan moest hij wel hetzelfde denken. Dus James was een zak.
‘Ja, dat is wel zo, maar mensen veranderen,’ zei Iris lief.
‘Praten jullie ook wel eens zo over mij?’
‘Niet sinds Cecilia uit ons groepje is.’ Sirius keek naar beneden, en gooide een steentje in het meer, zodat hij zich niet zo schuldig ging voelen.
‘Probeer het nou gewoon, Lil.’
‘Al goed, ik geef hem één kans.’
‘Yes Lily! Je zult er geen spijt van krijgen, dat beloof ik je!’ Dankbaar knuffelde hij haar en maakte toen een dansje op het grasveld. Lily lachte.
‘Nou, dan doe ik het in ieder geval om iemand blij te maken…’
‘Vergeet Potter niet. Die zal gek van blijheid zijn,’ lachte Tess vrolijk.
Sirius ging weer zitten en nam blij nog een koekje, toen was het onderwerp geland op Zweinsveld. De rest van de meiden gingen dus samen.
‘Hebben jullie dan nooit dates?’ Ze schudden hun hoofd.
‘Maar jullie zijn niet.. lelijk!’ bracht Sirius verbaasd uit. Iris lachte.
‘We hebben wel eens een date, maar niet Zweinsveld weekenden, dan is het vriendinnentijd.’
‘Ja, erna gaan we meestal logeren.’
‘Maar nu gaat Lily dus niet mee.’
‘Ik ga toch wel mee logeren?!’
Wie weet hoe laat je thuis bent...’ Lily werd plagerig geduwd.
‘Wat ga jij doen, Sirius?’
‘Oh, nou, ik ga een meisje vragen.’
‘Ooooooh, in welke afdeling?’ Blijkbaar hielden meisjes hiervan, want ze kwamen allemaal op Sirius af, met een gezicht vol opwinding.
‘Ravenklauw.’ Iris maakte een gelukkig geluidje.
‘Wie is het?’
‘Sofie.’
‘Lief, mooi meisje. Wel verlegen.’
‘Maar ze heeft wel vrienden toch?’ vroeg Sirius opeens bezorgd. Iris lachte.
‘Ja, Tuurlijk. Leuke groep is dat, ik zit weleens bij ze. Maar ze heeft een beste vriend, en die twee zijn echt áltijd samen.’ Ze keek er een beetje triest bij.
‘Ier heeft een crush op hem,’ vertelde Tess. Sirius knikte pijnlijk.
‘Maar dat ze bevriend zijn betekend toch niet dat je niet met hem uit kan?’
‘Nee, maar hij is op zoek naar meisjes die niet jaloers zijn.’
‘Belachelijk, dat bestaat toch niet,’ zei Melanie verontwaardigd. |
_________________ That baby all I need,
in darkness you're all I see
It's justtoo much. |
|
|
|
Annaaa
5e jaars
Verdiend:
198 Sikkels
Woonplaats: On the back of Sirius' moterbike
|
Geplaatst:
Zo Aug 24, 2008 20:52 |
|
Gene die gereageerd heeft in het reactietopic maar waarvan het bericht verwijdert is omdat het spam was en ik de naam dus niet meer weet, heel erg bedankt!
Hoofdstuk 12: De broertjes Zwarts
Op de één of andere manier kon Sirius de uitspraak van Iris niet uit zijn hoofd krijgen.
Die dag dacht hij er steeds weer aan. Hij zocht niet jaloerse meisjes.
Waarom? Wat déden die twee dan wel niet met elkaar? Sirius kon zich niet voorstellen dat Sofie z’n soort meisje was. Maar we hebben ook nog niet echt verkering. Nee, ze waren zelfs nog nooit écht uit geweest. Oh god. Hij moest haar maar eens gaan vragen voor het Zweinsveld weekend over drie dagen.
Sirius hees zichzelf uit de zetel waarin hij zo lekker was weggedroomd.
Eerst maar even langs James.
‘Nee, echt waar?’
‘Echt.’
‘Ik geloof het niet!’
‘Maar het ís zo!’
‘Aaaaaah!’ James sprong in de lucht, maakte een pirouette en liet zich met zijn ogen dicht weer terug op het bed vallen. Sirius grijnsde. James leek zo kinderlijk blij.
‘Je moet haar nog wel vragen hoor.’
‘Oh god, ja! Hoe moet ik het vragen?’
‘Ga voor de spiegel oefenen.’ Sirius draaide sarcastisch met zijn ogen.
Maar toen hij naar James keek stond die inderdaad voor de spiegel.
‘Hey, Lily, wil jij misschien… met mij uit?’ Sirius gooide van achter een kussen tegen James’ hoofd, riep een; ‘Je zou mij ook wel even mogen bedanken!’ en liep de kamer uit.
Onderweg naar de leerlingenkamer kwam hij Remus tegen. Om de één of andere reden keek die nogal betrapt. Hij zei Sirius snel gedag en liep toen de trap op.
Sirius keek hem verbaasd na en liep toen de leerlingenkamer in. Die was druk, overal zaten groepjes Griffoendors te studeren of te praten. Tess, Melanie en Lily zwaaiden naar hem vanaf de zetels bij het raam. Sirius zwaaide terug. Aan de andere kant van de leerlingenkamer zat in een donker hoekje Cecilia, met vuurroden wangen en haar eenzame ogen straalden een beetje gelukkigheid uit. Eindelijk.
Sirius liep naar de plaats waar volgens hem de leerlingenkamer van Ravenklauw was. Hij stond bij het schilderij toen er een meisje aankwam.
‘Hé, ben jij een Ravenklauwer?’ Het meisje was ongeveer even oud als Sirius, ze had goudblonde krullen en sproeten.
‘Ja, wat is er?’
‘Wil je voor mij vragen of Sofie Carlise ook even wil komen?’ Ze knikte en verdween in het schilderij.
Sirius stond geduldig te wachtten. Een paar minuten later zag hij het schilderij open gaan.
‘… Ja, dag, tot zo!’ hoorde Sirius Sofie nog roepen naar mensen die in de leerlingenkamer zaten.
‘Hey!’ Sofie liep breed glimlachend Sirius’ richting uit. Sirius gaf haar een knuffel. Hij probeerde dat gevoel, onderin zijn buik, wat hij niet vaak zo heftig had gevoeld, te onderdrukken. Hij hield niet van dat gevoel. Daardoor raakte hij de controle kwijt en wist hij niet meer wat hij deed. Na een tijdje merkte hij pas dat de zachte lippen van Sofie dichterbij kwamen en zijn wang raakten. Het gevoel was niet langer te onderdrukken en een gelukkig, onbezorgd gevoel kwam opborrelen.
Hij lachte breed naar Sofie en haalde diep adem.
‘Lieve Sofie, wil jij met mij mee naar Zweinsveld van het weekend?’
Aan de blik van Sofie te zien, die van ongelukkig naar twijfelend ging, had ze al andere afspraken. Waardoor het Sirius juist zoveel blijer maakte toen haar gezicht naar opgewekt sprong, ze ja zei, zijn hand pakte, nog een kus op zijn wang drukte en vervolgens weer terug naar haar leerlingenkamer ging.
Op de terugweg ging Sirius’ hand onbewust naar zijn wang. Hij snapte het niet. Hoe vaak had een meisje hem wel niet gezoend? En dan vól gezoend, met alles erop en eraan. Waarom was hij zo in shock als één meisje hem op zijn wang zoende? Maar wat voor een meisje… Sirius voelde dat zijn gedachten wéér afdwaalden. Hij had zichzelf bijna voor zijn hoofd geslagen. Wat was er aan de hand?! Dat ene woord wat Remus zeker had gezegd, wat al een paar dagen door zijn hoofd spookte, verdrong hij. Zonder dat hij het wilde, zonder opzet, liep hij dolgelukkig de leerlingenkamer in.
De volgende dag liep Sirius alleen door de gangen van Zweinstein, in gedachten verzonken, totdat hij tegen iemand opbotste. Het was zijn broertje.
‘Ik heb een nieuwtje gehoord,’ siste Regules.
‘Wat?’ vroeg Sirius, chagrijnig.
‘Jij hebt wat met een modderbloedje, hè?!’ Sirius voelde al de kleur uit zijn gezicht wegtrekken, maar hij besloot niet op dat ene woordje in te gaan. Hij zuchtte vermoeid.
‘Kunnen we het nou gewoon een keer eerlijk zeggen?’ Regulus leek geschokt, hij deed een stapje naar achter. Van de schrik viel zijn masker af, het masker van afgunst, van “Ik voel me beter dan jou.”
Het masker wat Sirius zelf ook ophad, als hij met zijn broertje praatte. Zelf liet hij het masker ook varen en hij wist dat Regules in zijn ogen hetzelfde zag wat Sirius’ in Regulus’ ogen zag. Jaloezie kwam tevoorschijn. Want dat waren ze. Jaloers. Sirius had er vroeger altijd van gedroomd om zoveel aandacht van zijn ouders te krijgen als Regulus. Om zoals hem te zijn. Om liefde te krijgen van je familie.
En natuurlijk was Regulus jaloers, op de vrijheid die Sirius had. Op zijn durf, te zeggen wat hij wilde tegen zijn ouders. Dat hij er tegenin durfde te gaan, dat kon Regulus niet. Hij deed alles wat zijn ouders wilden.
‘Ik... ik...’ stamelde Regules, waardoor bij Sirius het masker onmiddellijk weer op zijn hoofd verscheen. Regules liep echter weg, zwaar in de war.
Sirius liet zich via de muur omlaag glijden. Waarom was het eigenlijk zo?
Waarom konden ze niet praten? Het was al van jongs af aan zo. Ze haatten elkaar, voelden zich beter. Dat was beter. Dat vonden Sirius’ ouders ook goed.
Maar zo af en toe, heel soms, lieten ze dat masker varen, om te zien wat ze echt van elkaar vonden. Maar Regulus was ervan geschrokken. Dat was logisch, omdat ze het sinds het eerste jaar dat Sirius naar Zweinstein ging dat niet meer hadden gedaan.
Het was een opluchting dat het masker een masker bleek te zijn, vond Sirius, maar er klopte toch iets niet. Vroeger was het een opluchting, hun kleine geheimpje.
Kwam het omdat Regulus er van was geschrokken? Was het omdat het per ongeluk was gegaan bij hem, in plaats van dat hij het uit zichzelf had gedaan, zoals Sirius?
Die avond laat, lag Sirius in bed te woelen. De rest van de Marauders sliep al.
Het was donker en de maan scheen door het raampje naast zijn bed.
Hij maakte zichzelf wijs dat hij daarom niet kon slapen.
Hij hoorde Remus mompelen in zijn slaap. Ze leken allemaal zo vredig, zo zonder problemen.
Sirius werd slaperig, hij deed zijn ogen langzaam dicht. Hij werd overmant door het donker, waardoor het leek alsof hij door een enorme tunnel viel. Totale duisternis, verder niets. Opeens schoten zijn ogen open. Hij wist wat er aan de hand was geweest. Hij had het net gerealiseerd. Ongerust ging Sirius liggen en sloot zijn ogen lichtjes.
Sirius had geen liefde gezien bij Regulus en hij twijfelde eraan of Regulus dat bij hem had kunnen zien. |
_________________ That baby all I need,
in darkness you're all I see
It's justtoo much. |
|
|
|
Annaaa
5e jaars
Verdiend:
198 Sikkels
Woonplaats: On the back of Sirius' moterbike
|
Geplaatst:
Di Sep 02, 2008 18:51 |
|
Kelly lieverd, bedankt! =)
Hoofdstuk 13: Zweinsveld
Sirius zat op het puntje van zijn stoel en hij wist dat Remus en Peter ook zo zaten. James haalde diep adem en tikte Lily op haar schouder. Ze draaide zich om en Tess glimlachte en liep weg. Melanie gaf James een vette knipoog en huppelde Tess achterna, die bij de achtergebleven Marauders was gaan zitten.
‘Wat denk jij?’ fluisterde Melanie in Sirius’ oor. Hij keek haar verbaasd aan en ze sloeg haar ogen neer. Sirius voelde zich verward. Flirtte Melanie nou met hem? Maar ze had een vriendje, Tim, uit Huffelpuf. Leuke jongen, goede Zwerkbalspeler.
Sirius kwam weer terug in de leerlingenkamer toen Remus hem een kneepje gaf en opgewekt staarde naar James, die nu zijn mond open deed.
‘Hé, Lily.’ Ze glimlachte, wat James aanspoorde op te grijnzen.
‘We mogen volgend weekend naar Zweinsveld, hè?’
‘Weet ik.’ Lily keek hem vriendelijk aan en de hele leerlingenkamer keek haar verbaasd en geschokt aan. Zelfs James leek even geschokt te zijn.
‘Wil je daar met mij heen?’ iedereen hield zijn adem in. De Marauders,Tess en Melanie zaten op het puntje van hun stoelen.
‘Ja, dat lijkt me leuk.’ James kreeg een gelukzalige lach op zijn gezicht wat Lily vrolijk leek te maken. Tess en Melanie sprongen op hun meisjes manier op en huppelden opgewonden naar Lily. Sirius en Remus stonden op en sloegen James op zijn schouders, die hun stoer aankeek. Ze liepen naar de slaapzaal.
Peter liet zich zakken in zijn stoel. Soms snapte hij het niet. Wat deed hij verkeerd? Hij probeerde altijd de goede vriend zijn. Waarom viel ze nou op die egotripper? Hij liet zijn hoofd op zijn handen vallen.
‘Gefeliciteerd, Gaffel! Je was goéd!’ Remus lachte naar hem.
‘Dank je, Maanling. En Sluipvoet, zonder jou had ik het niet gekund!’ Sirius grijnsde en hij liet zich op Peters bed vallen. Hé, Peter. Waarom was die er niet?
‘Ik ga even naar beneden.’ riep Sirius tegen Remus en James die zo’n beetje een feestje aan het vieren waren. Hij liep naar beneden en zag Peter alleen zitten.
‘Wat is er?’ Peter wende zijn gezicht af.
James en Sirius stonden naast elkaar te wachtten bij de uitgang van Zweinstein. Het duurde niet lang voor Lily eraan kwam. Gehaast en strak liep ze naar James toe. Sirius glimlachte naar haar. James stak zijn arm naar haar uit. Ze nam die aan en ze liepen weg. Sirius zwaaide ze na. Even later kwam Sofie, in een totaal andere pas dan Lily. Ze liep elegant en rustig Zweinstein uit, maar toen haar grote ogen de lichtblauwe van Sirius vonden, begon ze opgewekt harder te lopen. Sirius pakte haar hand en samen liepen ze naar Zweinsveld.
‘Is er iets?’ vroeg Sirius, toen Sofie een beetje wazig voor haar uit had gestaard.
‘Nee, nou, ja.’ Sirius wachtte geduldig. ‘Ik heb ruzie gekregen met mijn beste vriend, Jonathan.’ Sirius knikte begrijpelijk. ‘Het is gewoon… Ik wéét dat hij het beste voor me wil, maar ik bepaal toch ook niet met wie híj uitgaat!’ besloot ze vurig.
Sirius drukte Sofie steviger tegen hem aan.
‘Vergeet het en heb plezier.’ fluisterde hij in haar oor, terwijl hij zag dat ze rilde.
Ze draaide haar hoofd grijnzend naar hem toe en keek hem diep in de ogen.
Sirius leek te verdrinken in die ogen, haar grote bruine mooie ogen, die een keer niet kalmte uitstraalden, maar vurig leken te staan. Net op het moment dat Sirius haar wou gaan zoenen, waren ze aangekomen bij Zweinsveld.
Na een dag gezellig shoppen zaten Sirius en Sofie in de drie bezemstelen, beiden met een boterbier. Sirius grijnsde naar Sofie terwijl ze haar haar om haar vinger aan het draaien was. Het was stijl, lang en, zoals Sirius eerder die middag had gevoelt, zacht. De deuren gingen open en James en Lily kwamen binnen. Ze liepen niet hand in hand, Maar ze lachten beiden en het zag er gezellig uit. Sirius keek er met open mond naar. James en Lily zwaaide vrolijk en kwamen bij Sirius en Sofie aan het tafeltje zitten.
‘Sofie, dit zijn James en Lily. Gaffel, Lils, dit is Sofie.’
James stak zijn hand op en Lily en Sofie schudde elkaar de hand.
‘Is het een beetje vol te houden met James, Lil?’ vroeg Sirius grijnzend en Lily lachtte. Toen gaf ze een klopje op James’ knie en knikte.
‘Dus, Sofie, in welke afdeling zit je?’ vroeg Lily, die dat allang wist. Sofie glimlachte naar haar.‘Ravenklauw. En jullie zitten allebei in Griffoendor zeker?’
James en Lily keken haar trots aan ‘Ja!’
Na een halfuurtje pakte Sofie onder de tafel de hand van Sirius en kneep erin, als teken dat ze wou gaan. Sirius kneep terug.
‘Hé, wij gaan. Doeg!’
‘Ik zie je vanavond.’
‘Doei Sier. Sofie, leuk om je gezien te hebben.’
‘Idem, en misschien tot de volgende keer.’
Voordat Sirius de deur naar buiten dicht deed, hoorde hij nog een enthousiaste ‘Wat een aardig meisje, hè James?’
Buiten was er een koud, guur herfstwindje. Reden genoeg voor Sirius om zijn armen om Sofie heen te slaan. Ze glimlachte naar hem.
Bij de voordeur van Zweinstein moesten ze allebei een andere kant op.
Sirius pakte haar handen en drukte zijn lippen op de hare. Het was hun eerste, lange, écht kus. Sirius voelde maag week worden en hij sloeg zijn armen om haar heen. Na wat een eeuwigheid leek, kwamen zijn lippen van de hare en begroef hij zijn gezicht in haar bruine haren. Ze trok zwakjes aan zijn haar.
Toen liet hij haar los. Ze gaf hem een kus op zijn wang, en liep de trap op.
‘Lekker slapen.’ glimlachte ze warm. Sirius grijnsde naar haar, zijn stoere manier van
doen proberend terug te vinden. Maar vanbinnen voelde hij zich nog week. En verward. Het voelde alsof elke tinteling in zijn maag hem een ander gevoel gaf. Zenuwachtig, blij, verdrietig. Hij had met haar gezoend. Hij had haar gekust.
Toen dat door hem doordrong grijnsde hij opgewekt. Op dat moment kwamen Lily en James, nu wél arm in arm. Sirius grijnsde nog breder en bewoog zijn wenkbrauwen op en neer. Lily werd rood en liep het kasteel binnen, wuivend naar James.
James had een dromerige blik op zijn gezicht, die Sirius verstoorde door hard op en neer te springen.
‘Gaffel! Hoe was het?!’
‘Het was.. geweldig.’ James keek hem aan, in zijn ogen kwamen lichtjes en Sirius mond viel open.
‘Hebben jullie…?’
‘Nee, nee, maar wel geknuffeld.’ Sirius keek hem vrolijk aan. James keek hem nieuwsgierig aan, en Sirius knikte gelukzalig. Samen liepen ze naar de leerlingenkamer van Griffoendor.
‘Hoe vond je haar?’
‘Leuk, Sluipvoet, maar is ze niet wat te..’ Sirius blik verstrakte.
‘Te wát?’
‘Te verlegen, rustig?’
Sirius keek hem verward aan.
‘Misschien. Maar, zo iemand als Lily past gewoon beter bij jou.’
James knikte blij en opgewekt en rende het laatste stuk naar de leerlingenkamer met zijn armen gespreid. Hoofdschuddend en grijnzend holde Sirius hem achterna. |
_________________ That baby all I need,
in darkness you're all I see
It's justtoo much. |
|
|
|
Annaaa
5e jaars
Verdiend:
198 Sikkels
Woonplaats: On the back of Sirius' moterbike
|
Geplaatst:
Ma Sep 08, 2008 18:03 |
|
Hoofdstuk 14: De kamer van hoge nood
De dagen daarna moest Sirius nog vaak James’ verhalen over de date met Lily aanhoren. Aangezien hij in het begin nog wel geluisterd had, wist Sirius precies wát Lily aanhad, van haar knalrode enkelsokjes tot een dunne haarband met een strikje erop. Ook wist hij wat ze allemaal gezegd had, tot in het detail. Zo wist Sirius dat hij voor Lily’s verjaardag róze snoepgoed moest kopen, want dat vond ze het lekkerst, besloot James zijn lange verhaal dat hij nu voor de vijfde keer had verteld.
Ze zaten bij toverdranken. Slakhoorn keek James boos aan, toen hij de naam Lily hoorde uit James' mond. Hij keek hem met geniepige ogen aan en stapte naar Lily, die om de één of andere bizarre reden naast Severus “Secretius” Sneep zat.
Slakhoorn fluisterde blijkbaar bij Lily in het oor dat James en Sirius over haar aan het praten waren, want ze draaide zich om, zag dat James een beetje bloosde en naar haar knipoogde en ze grijnsde breed hun richting in. Vervolgens stelde Lily Slakhoorn gerust. Hij knikte goedkeurend naar haar. Secretius draaide zich naar hen om en lachtte gemeen. James en Sirius keken elkaar nieuwsgierig aan, maar hielden de rest van de les wijs hun mond.
‘Lily, wát heb je tegen Slakhoorn gezegd?’
‘Inderdaad! Secretius lachtte ons uit!'
‘Ik heb tegen professor Slakhoorn gezegd dat ik jullie ga negeren omdat jullie toch onvolwassen zakken zijn. En Severus heeft alle reden om jullie eens uit te lachen, aangezien jullie dat áltijd bij hem doen.’
Sirius en James, die de woorden waar Lily nadruk op legde negeerden, keken haar opzet aan. Sirius schraapte zijn keel.
‘Wáárom zat je eigelijk naast die glibberige Zwadderaar?’ Lily keek hem beledigend aan en wou net haar mond opendoen, maar Sirius’ ogen waren al afgedwaald naar een groepje Ravenklauwers. Hij keek zijn vrienden vluchtig aan en glimlachte ze gedag en snelde naar het groepje. Twee bruine kijkers kwamen hem tegemoet en keken verrast. Sofie kwam uit het groepje tevoorschijn en knuffelde Sirius als begroeting. Terwijl Sirius’ hart een sprongetje maakte gaf hij haar een kus op haar wang. Sofie stelde hem voor aan het groepje, onder andere aan haar beste vriend Jonathan. Hij was een lange jongen met warrig blond haar en een bril. Als hij niet zo’n moeilijk gezicht trok, zou hij best knap kunnen zijn. Blijkbaar had hij Sofie beloofd aardig te doen want er kwam een glimlachje wat duidelijk veel moeite kostte. Vandaar dat moeilijke gezicht. Sirius glimlachte terug en gaf hem een hand, net zoals hij bij de anderen had gedaan. Een jongen zei iets tegen Sofie en ze glimlachte blij.
‘Hé, Sirius, Dave hier,’ ze wees een jongen aan met een rode krullenbos, ‘heeft één of andere super leuke feestzaal hier ontdekt. Voor een groepje vrienden, wil je ook komen?’ Sirius’ gezicht straalde. ‘En je mag James natuurlijk ook meenemen.’
Sirius knikte vrolijk en vroeg waar hij moest zijn. Hij bleef nog even bij het groepje staan praten. Hij kon het erg goed vinden met de jongens, wat Jonathan niet zo leuk leek te vinden. Toen ze het over een meisje hadden waar één van die jongens mee had uit Griffoendor, onderbrak Jonathan het gesprek.
‘Daar heb je zeker ook al mee gehad?’
‘Hoe bedoel je dat?’ vroeg Sirius, die zich rustig probeerde te houden.
‘Nou. Aangezien je élk meisje hier op Zweinstein hebt gehad.’
Sirius popelde om antwoord te geven, maar een kneepje in zijn hand van Sofie die aangaf dat hij beter niets kon zeggen, hield hem tegen.
Hij sloot zijn ogen, haalde diep adem.
Hij gaf Sofie nog een laatste kus, zei de rest gedag en liep naar zijn les - waar hij nu minstens een kwartier te laat voor was.
’s Avonds om tien uur stond Sirius samen met James op de negende verdieping. Het begon eigelijk al om negen uur, maar Sirius wou niet één van de eersten zijn. Achteraf was dat wel handig geweest; ze hadden geen idéé hoe ze binnen moesten komen.
Na tien minuten wachten kwam er dan eindelijk een bekend meisje naar buiten, het was Iris. Sirius keek opgelucht haar richting.
‘Hé Iris!’
‘Hoi, Sirius, James.’ James staarde haar verbaasd aan omdat zij zijn naam wist.
‘Hoe komen we hier naar binnen?’ Ze lachte hartelijk en legde uit dan ze gewoon drie keer heen en weer moesten lopen. Sirius knikte en begon drie keer op en neer te lopen. Al snel verscheen er een deur en Sirius trok James mee naar binnen.
Er was een hoek met een bar, een hoek met een tv, en midden in de enorme kamer was een dansvloer. Er was ook een hoek met banken en zachte kussens, waar Sirius Sofie zag zitten samen met Jonathan, Dave en nog een paar jongens en meiden die Sirius vanmiddag ontmoet had. Ook zat Jennifer er en Iris, die net teruggelopen was naar haar plaatsje. Sirius en James liepen naar het groepje toe. Dave maakte plaats zodat hij tussen hem en Sofie in kon zitten. Hij gaf haar een kus op haar wang en begroette haar stralend. Iris en Jennifer schoven beiden een stukje op, en dwongen James om tussen hun in te gaan zitten. Hij keek een beetje ongemakkelijk toen Jennifer breed naar hem grijnsde en begon aan haar overhoring over Lily. Iris en Jennifer stelde omtebeurt een vraag.
Ondertussen stond Sirius op en hield zijn hand voor Sofie.
‘Zullen we dansen?’ Sofie lachte
‘Natuurlijk.’
Ze pakte zijn hand en hij hielp haar overeind. Ze gingen op de dansvloer staan, en een schuifelnummer begon. Hij legde zijn handen op de heupen van Sofie en ze legde lachend haar armen in Sirius' nek en begon met zijn haar te spelen.
Hij lachte en drukte haar steviger tegen zich aan.
Sirius en Sofie waren uitgedanst en liepen, hand in hand, terug naar de banken, waar de Ravenklauwers nu verdwenen waren. Alleen James zat er nog, samen met Iris en Jennifer. Maar die gaven James een aai over zijn bol en gingen dansen.
James zwaaide ze na en ging toen naast Sirius en Sofie zitten. Sirius zag opeens dat Sofie een amulet droeg. Hij pakte hem zachtjes beet en deed hem open.
Een brutale grijns kwam hem tegemoet. Hetzelfde bruine haar als Sofie, maar dan kort en wild. Haar ogen stonden ondeugend en ze keek spontaan in de camera. Haar blauwe ogen straalden dan ook iets totaal anders uit dan die van Sofie, maar voor de rest leken ze wel op elkaar. James boog zich over Sofie heen en zag de foto. Hij leek onder de indruk.
‘Waaoow! Wat een enorm lekker ding!’
‘Dat is mijn tweelingzus, Kelly,’ zei Sofie lachend
‘Maar.. jullie lijken.. totáál niet op elkaar!’ stamelde James verrast. Sirius grinnikte en Sofie glimlachte vrolijk.
‘Nee, dat klopt. We zijn altijd al anders geweest.’
‘Waarom zit ze hier niet op school?’
‘Ze is een dreuzel.’ James keek haar een beetje teleurgesteld aan. Sirius ving die blik ook op. Hij sloeg hem tegen zijn achterhoofd.
‘James! Lily.’ James sloeg zijn handen voor zijn mond maar Sirius zag hem daaronder grijnzen. Sirius schudde zijn hoofd.
De rest van het Ravenklauwgroepje kwam en een meisje dat Lindie heette ging naast Sofie zetten en begon haar de oren van het hoofd te kakelen over een jongen die ze net gezoend had. Sirius en James besloten te gaan. Sofie maande haar vriendin tot stilte door met haar hand heen en weer te gaan voor haar gezicht.
‘Ik ga wel even mee.’ James deed alsof hij zichzelf voor zijn hoofd sloeg.
‘Oh, ik heb trouwens nog met iemand afgesproken, ik moet gaan.’ En hij spurtte weg.
Sirius lachte en hij en Sofie liepen naar buiten. Toen ze de deur achter zich dicht hadden gedaan krulde Sirius zijn armen rond Sofie's middel. Sofie pakte zijn hoofd met beide handen beet en zoende hem lang en teder. |
_________________ That baby all I need,
in darkness you're all I see
It's justtoo much. |
|
|
|
|
|