Harry Potter Forum index
Dit forum is gesloten. Bezoek nu de vernieuwde versie van HPF!
 Harry Potter Forum gesloten  •   Inloggen

 FanFiction Challenge Augustus Volgende onderwerp
Vorige onderwerp

Sla dit onderwerp op als textbestand
Auteur Bericht
Shirley
Oude Forumnaam: fairy_princess The Chatting Mod
The Chatting Mod


Verdiend: 0 Sikkels
Woonplaats: Ravenclaw, my house.

Shirley is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Vr Aug 01, 2008 19:20 Terug naar boven Sla dit bericht op

Fanfiction Challenge Augustus [De Gevangene van Azkaban/Patronus]

Hey allemaal!

Hier weer een nieuwe FanFiction Challenge voor Augustus. Deze keer hebben we een speciale Fanfiction Challenge voor de derde Harry Potter Forum Maand, de Gevangene van Azkaban.

Een hele belangrijke spreuk die Harry leerde in dit boek is de Patronus bezwering. Deze spreuk is uiteraard voor het verjagen van Dementors, maar is ook een belangrijk communicatie middel onder tovenaars.
Deze fanfiction Challenge heeft dan ook als thema: “Patronus.”

Dus leef je uit!


De regeltjes:

    x Je inzending mag minimaal uit 1000 woorden bestaan en maximaal uit 2000 woorden. Let hier alsjeblieft op, het zou zonde zijn als je verhaal hierdoor niet mee kan doen!
    x Houd je aan de opgegeven opdracht! Je verhaal heeft als hoofdthema: Patronus.
    x Het moet speciaal voor de challenge geschreven zijn. (En dus nergens anders op internet te vinden zijn.)
    x Je moet het verhaal zelf geschreven hebben.
    x Het moet in AN (Algemeen Nederlands) geschreven zijn; geen breezahtaal en als het kan zo min mogelijk spelfouten. Kijk in ieder geval je inzending even na voor je hem instuurt of laat hem door iemand bèta-readen.
    x Gebruik in je verhaal óf de Engelse namen uit Harry Potter óf de Nederlandse, anders wordt het verwarrend.
    x Je mag maximaal 1 verhaal inzenden.
    x Je inzending moet een Nederlandse titel hebben.
    x Je inzending moet vóór de uiterste inleverdatum binnen zijn.
    x En houd er even rekening mee dat dit een forum voor alle leeftijden is.


De challenge begint vandaag, 1 Augustus dus, en jullie kunnen je verhaal inzenden tot 23 Augustus! Daarna kunnen we gaan stemmen.

Als je nog vragen, opmerkingen of ideeën hebt, dan hoor ik het graag! Stuur gewoon even een PB. Ook de inzendingen voor de challenge stuur je natuurlijk naar mij via PB.

Ik wens jullie allemaal veel plezier en succes met deze nieuwe challenge!

xXx Shirley




Inzendingen:

1. De Duisternis Voorbij
2. Wij zijn één
3. Een Nieuwe Dag
4. Beschermend licht
5. Expecto Patronum





_________________
    I love HPF.

    All good things come to an end... Goodbye HPF.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Shirley
Oude Forumnaam: fairy_princess The Chatting Mod
The Chatting Mod


Verdiend: 0 Sikkels
Woonplaats: Ravenclaw, my house.

Shirley is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Wo Aug 20, 2008 21:17 Terug naar boven Sla dit bericht op

De Duisternis Voorbij

"Expecto Patronum"

Een zwak schijnsel dat uit een toverstok kwam verlichtte even het donkere bos, flikkerde en doofde toen weer uit. Het had geen vorm. Maar hoe zou het ook anders hebben gekund? De eigenaar van de toverstok stond immers geen gemakkelijke taak te wachten; alleen hij zou zijn allergrootste vijand kunnen en moeten stoppen. Al sinds zijn derde leerjaar aan Zweinstein had de jongen het gekund, maar juist nu- nu de spreuk het hardst nodig was opdat de oorlog gestopt kon worden- ontbrak het hem aan hoop. De vele doden en de wetenschap dat hij snel zou volgen als de dementors er waren hadden als een loden last op zijn schouders gedrukt en al het positieve gevoel uit hem weggezogen. Een eenzame traan rolde over zijn wangen, had hij nu gefaald? Het hoefde voor hem niet meer, haast dankbaar op wat komen ging wachtte hij de komst van de dementors af, die hem van de pijn van alle herinneringen zou verlossen. Hij zuchtte en liet nog een keer zijn gedachten gaan over iets wat spoedig niet meer zou zijn; zijn leven. Alleen de herinneringen zouden blijven bestaan, terwijl hij, de hoop van iedereen, zijn leven had opgegeven in een nu verloren strijd.

"Je bent een tovenaar, Harry, een tovenaar," Hagrid was degene geweest die hem had laten kennismaken met de magische wereld. Hij herinnerde zich nog goed hoe de reus op zijn elfde verjaardag de deur van het hutje waar ze toen sliepen inbeukte. Hoe had hij toen kunnen vermoeden tot welke taak hij voorbestemd was? De toverwereld had hem vrienden gegeven. Ron, en Hermelien al het eerste jaar. Wat hadden ze veel meegemaakt samen. Nu kon hij ze niet helpen of hen verdedigen, net zomin als ze hem konden helpen. Het was te laat. Wat zouden ze teleurgesteld zijn, maar bovenal: ontroostbaar zijn. Samen hadden ze al in hun eerste jaar een trol bevochten, om vervolgens met zijn drieën de Steen der Wijzen te verdedigen en te verhinderen dat Voldemort sterker werd.

De groter wordende teleurstelling in hemzelf werd steeds groter. Hoe had men ook op hem durven vertrouwen?

Het tweede jaar was daarna -zo mogelijk - nog erger geweest. Ginny was meegesleurd naar de kamer, nadat hij zelf bijna het gehele jaar als aanstichter werd aangemerkt voor datgene wat hij daar juist had bestreden. Trouw had hij daar laten blijken aan Perkamentus, de man die nu niet meer was, maar die al zijn hoop op hem gevestigd had. "Ik zal deze school pas werkelijk hebben verlaten als niemand mij meer nodig heeft." Was ook zijn vertrouwen tevergeefs nu? De jongere versie van Voldemort had wederom niet kunnen winnen, terwijl hij zelf het idee had dat het puur toeval was, dat opnieuw juist hij het was die hem tegenkwam.

De ijzige kou werd langzamerhand erger en verkilde zijn hart. Kennelijk had het grootste genie hem te hoog ingeschat. Hij had immers hulp gehad, zo was het iedere keer gegaan.

Hij zat in de trein en zijn moeder gilde. Een ijzige kou deed hem het bewustzijn verliezen. "Wat was dat?" vroeg hij. "Dat, Harry, is een dementor." sprak de man die hij leerde kennen als professor Lupos bezorgd. Het was zijn eerste kennismaking geweest met de gruwelijke wezens die hij later nog vaker zou trotseren, maar zijn leraar, dankzij wie hij het voor elkaar had gekregen om al in zijn derde jaar al een patronus te produceren, was niet meer. Zoals ook hij nu niet lang meer zou leven. Toch nog gegrepen door de wezens die hij al vaker had weerstaan. Hij had zijn peetvader nog wel kunnen redden, toen.

Wat had iedereen verbaasd opgekeken het vierde jaar; zijn deelname aan het Toverschool Toernooi, de prestaties die hij geleverd had tijdens de opdrachten en tenslotte nog de rechtstreekse confrontatie met Voldemort die hij moest aangaan. Samen met Carlo.. Carlo - die ook al drie jaar niet meer had mogen leven. Een goudeerlijke jongen, die het totaal niet verdiend had om te sterven, hoewel sowieso haast niemand het echt verdiend had. Het was haast zijn schuld te noemen. Hij was degene die bedacht om samen de troffee te grijpen. Schuldgevoelens overmanden hem. Vaag zag hij donkere schimmen dichterbij komen, tegelijk met de komst van een steeds dikker wordende verkillende mist.

Harry liep, samen met zijn neef, naar huis. Het leek of er een zware storm met dikke mist op kwam zetten. Maar tegelijkertijd kwam er een akelig bekend ijskoud gevoel over hem. dementors - in klein Zanikem. "EXPECTO PATRONUM!" Toen was het hem gelukt, de rottende reutelende wezens te verdrijven. Het was het voorteken van een duister jaar, met als uiteindelijke slachtoffer zijn peetvader, geweest. En toch kwam nu ook een klein lichtpuntje bovendrijven. Het moment dat hij, de mensen om wie hij het meest gaf, door zijn instructies een patronus zag oproepen was onbetaalbaar geweest. Maar tevergeefs - nu.

Net zo vergeefs als het Gruzielement dat hij gedacht had te vinden, toen hij die ene avond met Perkamentus -zijn mentor- het meer was overgestoken. Het was, in meerdere opzichten, op een teleurstelling uitgelopen. Alsof het nog geen dag geleden was, brandde het beeld van de gevallen held, wiens slappe gebroken lichaam onder de Astronomietoren was terechtgekomen na de dodelijke vloek, op zijn netvlies. Het gevoel van rouw was bijna ondraagelijk.

Het moest stoppen. Nu. Maar de vele doden die al in de lange strijd gevallen waren, belemmerden hem om nogmaal zijn toverstaf op te heffen. Er waren al teveel mensen gestorven. Door zijn schuld. Hij had zich moeten laten vermoorden voor al die onnodige slachtoffers van het leven werden beroofd. Als een naderende verlossing haast voelde hij de indringende, bijtende kou steeds dichter naar zich toe komen, hem helemaal doortrekken. De lucht was pikzwart, alsof alle sterren ineens verduisterd waren. Nog even en de dementors zouden zich op hem storten. Hij had zo graag zijn leven in handen van Voldemort willen leggen om hen te redden en een einde te maken aan de oorlog, maar het kon niet meer. Hij sloot zijn ogen.

"EXPECTO PATRONUM!"

Drie patronussen verhinderden de dementors de doorgang. Drie mensen hadden de moeite genomen om het voor hem over te nemen, nu hij en zijn beste vrienden er even de kracht niet meer voor hadden. Loena, Ernst en Simon. Een haas, een vos en een everzwijn. Het was voldoende; nu lukte het: na enige moeite verschenen een hert, terriër en otter naast de andere zilveren beschermers, die gezamelijk de kracht hadden om de honderden rottende wezens te doen stoppen. De ziel-beschermende wezens hadden andermaal de duisternis verdreven. Hij zou de oorlog beeindigen, dat was hij aan iedereen verplicht.





_________________
    I love HPF.

    All good things come to an end... Goodbye HPF.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Shirley
Oude Forumnaam: fairy_princess The Chatting Mod
The Chatting Mod


Verdiend: 0 Sikkels
Woonplaats: Ravenclaw, my house.

Shirley is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Vr Aug 22, 2008 19:43 Terug naar boven Sla dit bericht op

Wij zijn één

De jongen zat met uitgestrekte benen op de grond. Zijn hoofd rustte tegen het voeteinde van het bed en zijn ogen staarden glazig voor zich uit terwijl hij zijn nieuwe toverstok tussen zijn vingers draaide. De herinneringen aan de voorbije weken flitsten één voor één door zijn hoofd.

Het beeld van een kleine grijze cactus dwarrelde door zijn gedachten.
Hij had het nog niet kunnen bewijzen, maar Marcel was er vrij zeker van dat de Mimbulus Mimbeltonia voor een verandering in hem had gezorgd. De plant had hem een gevoel van zelfzekerheid, van waardigheid bezorgd. Maar dat kwam misschien ook doordat hij had beseft dat Kruidenkunde zijn ware roeping was.

De cactus vervaagde en maakte plaats voor een ruime kamer, verlicht door flakkerende toortsen. Er stonden verschillende houten boekenkasten en op de grond lagen er grote zijden kussens. De kamer van Hoge Nood.
Hij was dol geweest op de SVP. Hij kon zich nog exact het gevoel voor de geest halen dat de bijeenkomsten bij hem teweeg hadden gebracht. Hij had zich eens niet nutteloos gevoeld en zoals Loena het zo raak kon zeggen: het leek net alsof hij vrienden had gehad. Vóór die lessen was Marcel het lachertje van de klas geweest in spreuken en bezweringen, maar dankzij Harry’s hulp kon hij nu elke spreuk die ze geoefend hadden perfect uitvoeren. Nou, hij kon niet elke spreuk en hij kon ze uiteraard niet allemaal perfect, maar hij had in elk geval een immense vooruitgang geboekt en dat betekende voor hem minstens evenveel.

Ook de Kamer van Hoge Nood loste op in het niets en werd vervangen door een nog veel grotere ruimte die volgestouwd stond met glazen bollen.
Hij dacht somber terug aan die nacht in het Departement van Mystificatie. Hij had er zich zo klaar voor gevoeld, maar het enige wat hij had bewezen, was dat Marcel Lubbermans niets voorstelde in de tovenaarswereld. Hij was een mislukkeling.
Hij had Harry ontwapend, waardoor die bijna het gevecht met Dolochov had verloren. Later had hij zich door een stomme bloedneus volstrekt belachelijk gemaakt tegenover Bellatrix Van Detta en was hij aan haar genade overgeleverd geweest.
Marcel dacht gefrustreerd terug aan dat moment. Even had hij gevreesd dat hij hetzelfde lot als zijn ouders te wachten stond. In een flits had hij zijn mogelijke toekomst voorbij zien snellen. Hij had het St. Holisto’s Hospitaal gezien waar zijn ouders lagen. Alleen hadden er drie bedden gestaan, ook eentje voor hem. Zijn oma had huilend aan het voeteinde van zijn bed gestaan. In een wanhoopspoging had ze hem stevig tegen haar aangedrukt.
Toen hij zijn blik over Bellatrix’ krankzinnige ogen had laten glijden, was de dood bijna zichtbaar geweest, maar net op dat moment waren de Ordeleden toegestroomd. Alsof hij nog niet genoeg had om zeep geholpen, had hij niet veel later de profetie laten vallen. Harry had wel gezegd dat hij het niet zo erg vond, maar Marcel wist wel beter.
Die glazen bol droeg waarschijnlijk een heel belangrijk geheim met zich mee. Hij ging tenslotte over Harry én Voldemort.
Zou het destijds voorspeld zijn dat Voldemort Harry’s ouders zou doden? Zou die voorspelling al aangegeven hebben dat Harry het zou overleven? Zou er iets instaan over de toekomst van Voldemort? Zou Harry hem nog eens kunnen verslaan?
Hij had zichzelf wel voor zijn kop kunnen slaan. Nee, hij was absoluut niet trots geweest op zijn prestaties.

Tot hun avontuur plots in de Ochtendprofeet was verschenen en hij had beseft dat hij meer had gedaan dan een paar stommiteiten begaan. Hij had het allemaal meegemaakt. Hij had samen met de anderen tegen Dooddoeners gevochten en Bellatrix Van Detta recht in de ogen gekeken. Hij had moed getoond, net als een echte Griffoendor.

Hij drukte zijn hoofd wat steviger tegen de bedrand en zwaaide met zijn toverstok. Hij streek zachtjes over het gladde hout en glimlachte trots.

Toen verdween het beeld van het Departement van Mystificatie weer en dacht hij aan de morgen dat de Ochtendprofeet was gearriveerd en zijn grootmoeder bijna een hartaanval had gekregen toen ze haar kleinzoon op de voorpagina had gezien. Ze had het artikel met grote ogen gelezen en dan minstens een half uur zitten stralen. Ze had maar doorgerateld over hoe trots ze op hem was en hoe hij dan toch de moed van zijn vader had geërfd. Ze had nog diezelfde dag een nieuwe toverstok voor hem gekocht en Marcel had de rest van de dag lopen zweven. Hij had zich een echte held gevoeld.

Marcel zuchtte. Hij was nog helemaal geen held. Eerst en vooral zou hij maar eens beter moeten worden in toverstokgebruik. Er was namelijk nog een bezwering die Harry hem had geleerd die hij nog niet onder de knie had. De Patronusbezwering.
Marcel rechtte zijn rug en stond op. Hij moest en zou daar verandering in brengen. Hij wist natuurlijk dat hij dan een waarschuwing zou krijgen van het Ministerie, maar dat kon hem geen moer schelen. Hij vond het een stuk belangrijker om zich tegen Dementors te kunnen verweren. Bovendien liet het hem koud wat het Ministerie zou denken of doen. Zeker na wat er het voorbije jaar was gebeurd.
Hoopvol richtte hij zijn toverstok op de mahoniehouten kleerkast, een erfstuk van zijn ouders. Nu moest hij aan zijn gelukkigste herinnering denken, maar welke was dat?
Hij dacht diep na en besloot uiteindelijk om het moment te nemen dat zijn familie en hijzelf dolgelukkig waren geweest omdat hij toch geen Snul bleek te zijn.
‘Expecto Patronum,’ zei hij terwijl hij zijn uiterste best deed om aan dat gelukkige moment te denken. Er spoot slechts een zilverachtig gas uit zijn toverstok.
‘Slechte herinnering,’ mompelde hij. ‘Het moet veel beter.’
Opnieuw wandelde hij zijn geheugen door op zoek naar een goede herinnering. Misschien moest hij maar eens het moment proberen dat hij zijn Mimbulus Mimbeltonia kreeg.
Marcel hief zijn toverstok weer op en concentreerde zich op de nieuwe herinnering.
‘Expecto Patronum,’ riep hij nu bijna. Hij geloofde erin, het moest lukken.
Een vage zilveren rook verliet zijn toverstok. Marcel kon nog net iets ontwarren dat op vleugels leek voor de schim van zijn Patronus weer verdween.
Hij schold, dacht weer na en ontdekte meteen een nieuw moment. Als deze niet werkte, zou het nooit gaan. Hij richtte zelfverzekerd op de kleerkast en schreeuwde vol wilskracht de spreuk. Vrijwel meteen vloog er een gigantische adelaar uit de punt van zijn toverstaf. Het dier ging op de kast zitten, keek Marcel even doordringend en vervaagde vervolgens.
Marcel slaakte een kreet van verrukking en Willibrord kwaakte vrolijk mee van op Marcels bed.
Het was hem gelukt! Hij, Marcel Lubbermans, had een Patronus opgeroepen. Opeens rende hij de trap af naar de salon op zoek naar zijn grootmoeder; hij moest het weten.

Zijn oma zat in haar favoriete wollige, bruine zetel naast het haardvuur. Achter haar hing het portret van de jonge Frank en Lies Lubbermans dat oudtante Edna destijds had geschilderd. Toen Marcel klein was, kon hij er uren naar staan kijken. Het voelde aan alsof zijn ouders over hem waakten. Nu liet hij zijn blik even over hun glimlachende gezichten glijden voordat hij zijn ogen op de zetel richtte.
‘Oma,’ zei Marcel hoopvol.
Ze keek op van haar breiwerk en knikte ten teken dat ze naar hem luisterde.
‘Hoe zag de Patronus van mijn vader eruit?’ vervolgde hij vastberaden.
Zijn grootmoeder fronste haar wenkbrauwen, maar besloot gewoon antwoord te geven.
‘Een haas,’ zei ze trots. ‘Net als je opa zaliger. Die goeie ouwe Harfang toch.’
Marcel schrok en kon de ontgoocheling die hij voelde amper dragen.
‘En die van mijn moeder?’ vroeg hij dan plots.
‘Nou, dat was een konijn natuurlijk,’ zei ze alsof het logisch was.
Haar kleinzoon slikte en keek naar zijn schoenen. Hij was nog nooit zo teleurgesteld geweest.
Ze keek hem doordringend aan en vroeg: ‘Waarom wilde je dat weten, schat?’
‘Zomaar,’ mompelde hij. Het maakte toch niets meer uit en hij wilde er liever niet meer over praten.
‘Waarom, Marcel?’ vroeg ze nu op een iets dringendere toon
‘Ik – eh – gewoon,’ begon hij voorzichtig. ‘Ik ben erin geslaagd om mijn eigen Patronus op te roepen en ik hoopte –’
De woorden werden vermoord door zijn stokkende adem, maar het leek alsof ze begreep waar hij heen wilde.
‘Wat is de vorm van je Patronus?’ vroeg ze.
Hij trok zijn toverstok en richtte naast haar zetel. De herinnering vulde zijn gedachten en hij perste de woorden er opnieuw uit.
‘Expecto Patronum!’
De adelaar vloog bruusk uit zijn toverstaf en landde trots naast de rechterhand van Marcels grootmoeder. Ze bekijk de zilveren bewaker nauwkeurig, streek zacht over het schrandere kopje van het dier en wendde haar blik dan weer tot haar kleinzoon.
‘Welke herinnering heb je gebruikt?’
‘Eh – wel – ik – eh,’ stamelde hij. ‘Ik dacht aan wat je tegen me had gezegd toen je het artikel in de Ochtendprofeet had gelezen. Dat je trots op me was en dat ik de moed van mijn vader had geërfd.’
Ze glimlachte medelevend, legde haar breinaalden en de mouw van oudoom Alfreds nieuwe sweater opzij en stond op. In een vluchtige beweging trok ze haar toverstok en liet vervolgens enkele woorden uit haar mond ontsnappen. Voor Marcel het goed en wel besefte, stonden er twee adelaars in de salon. Ze leken net een tweeling en drukten hun kopje zacht tegen elkaar aan. Marcel begreep het niet meer.
Had zijn oma nu net een Patronus opgeroepen?
‘Hoe?’ begon hij half verbaasd en half nieuwsgierig.
‘Wij zijn één, Marcel schat’ zei ze simpelweg, maar met een veelzeggend glimlachje om haar mond.





_________________
    I love HPF.

    All good things come to an end... Goodbye HPF.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Shirley
Oude Forumnaam: fairy_princess The Chatting Mod
The Chatting Mod


Verdiend: 0 Sikkels
Woonplaats: Ravenclaw, my house.

Shirley is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Za Aug 23, 2008 17:09 Terug naar boven Sla dit bericht op

Een Nieuwe Dag

Met één hand hield Harry de handdoek om zijn heupen vast en stak de haveloze gang over naar zijn kamer. Een enkele druppel ontsnapte aan zijn vochtige haar en rolde over zijn rug naar beneden.
Hij draaide aan de bekende knop met de slangenkop, opende de deur en liet prompt zijn handdoek vallen. Door het raam sprong net op dat moment een reusachtige leeuw vanuit het nachtelijke duister naar binnen.
Het feit dat de leeuw zilverwit was, stelde Harry niet echt gerust.
Voor zover hij wist, waren de leden van de Orde de enigen die van Perkamentus geleerd hadden via hun Patronus te communiceren. Maar hij had geen idee van wie deze geestelijke beschermer afkomstig was.
Voor alle zekerheid deed hij een paar stappen terug de gang in toen de leeuw op hem afstapte en zijn enorme muil opensperde.

    ‘Dooddoeners hebben me. In de kerker van Kasteel Alstyn.
    Hij … V-Voldemort komt morgen. Help me.’

De noodkreet klonk schor en gebroken. De laatste woorden werden zo zacht uitgesproken dat het amper verstaanbaar was. Harry herkende de stem al net zo min als de Patronusvorm.
Op het moment dat de zilveren boodschapper in het niets oploste, hoorde Harry van beneden een zware stem zijn naam roepen.
Harry pakte haastig de handdoek van de vloer en had die net om zijn heupen heen geslagen toen er een donker, kaal hoofd bovenaan de trap verscheen.
‘Alles goed, Harry? Ik dacht dat ik iets hoorde?’
Harry gebaarde Romeo Wolkenveldt zijn kamer in en begon haastig in zijn hutkoffer naar schone kleren te zoeken. Ondertussen vertelde hij de Schouwer over de boodschap van de onbekende Patronus.
Hoewel Romeo ook geen idee had van de identiteit van de gevangene, besloot hij de leden van de Orde te verzamelen om een reddingsoperatie op touw te zetten. Toen hij wilde vertrekken, hield Harry hem echter met een handgebaar tegen.
‘Ik ga mee,’ klonk het beslist, ‘hij of zij heeft mij om hulp gevraagd!’
Romeo keek hem onderzoekend aan; zijn donkere ogen hielden die van Harry minutenlang vast. Toen knikte hij en zei: ‘Ik zie je zo in de keuken.’


Mijlen ver van het hoofdkwartier van de Orde van de Feniks in Londen, deed iemand een wanhopige poging om bij bewustzijn te blijven.
Het verlangen niets meer te voelen trok aan hem als de roep van een Sirene.
De pijn van kapot geschaafde polsen tegen het harde metaal dat hem aan de druipende stenen vastgeketend hield, was niets vergeleken bij de herinnering aan de Onvergeeflijke Vloek. Een uur later kon hij nog steeds zijn gegil horen echoën tegen de vochtige muren van de bedompte kerker.
Gegil dat overging in onmenselijk gekrijs als zijn botten voor de zoveelste keer leken te branden. Tot minuten uren leken. Tot de ondraaglijke pijn enkel nog maar woordeloos via gebarsten, bloedende lippen zijn rauwe keel verliet.
Hij huiverde toen een koude druppel via zijn geketende pols langs zijn arm naar zijn schouder rolde maar verwelkomde de kou.
De huivering verjoeg de herinnering voor een fractie van een seconde. En hij moest nadenken. Niet herinneren.
Want alles wat de Dooddoeners tot nu toe hadden gedaan, verbleekte bij datgene wat hun meester zou doen wanneer hij morgenvroeg arriveerde.
Sissend ontglipte zijn adem toen de druppel verder rolde en over de lange bloedende striemen op zijn rug gleed.
Concentreer je, beval hij zichzelf. Je geest is niet gebroken. Nog niet. Denk na!

Het moest bijna middernacht zijn. Zijn lichaam zou een paar uur rust krijgen maar het wachten tot het moment dat de eerste Dooddoener de celdeur opende was een kwelling op zich.
Deze nacht hoefde hij echter niet te vrezen voor de komst van een gemaskerde gestalte. Voldemort zelf zou zijn opwachting maken. En dat zou het einde zijn. Hoeveel uur het ook gerekt zou worden, voor hem zouden er geen nieuwe dagen meer komen.
De wetenschap dat dit zijn laatste nacht was in deze gevangenis zou een opluchting zijn als de angst niet zou overheersen. De angst dat Voldemort hem zijn laatste geheimen zou ontnemen. De geheimen die anderen in gevaar zouden brengen.
Hij dacht aan zijn Mentor zoals hij uit veiligheidsoverwegingen de man noemde die zijn leraar, pseudo-vader en vertrouweling was.
Hij had zichzelf nooit dapper gevonden, integendeel, maar omwille van zijn Mentor had hij de talloze vervloekingen en zweepslagen doorstaan. Het zou Voldemort weinig moeite kosten de betrokkenheid van de man te ontdekken. Het zou zijn dood worden. Gruwelijker dan wat hij zich na alles wat hij al meegemaakt had, kon voorstellen. Hij huiverde opnieuw. Ditmaal kwam de kou van binnenuit, geboren uit wanhoop.
Als hij alleen hem maar kon redden dan zou alles niet voor niets zijn geweest.
Maar wat kon hij in godsnaam doen? Zonder toverstok, verzwakt en geketend aan de muur van een kerkercel.
Hij kon zichzelf nu wel wat doen dat hij niet harder gewerkt had op zijn stafloze spreuken. De enige spreuk die verbazingwekkend genoeg was gelukt, was …
Zijn adem stokte in zijn keel en het duurde een paar tellen voor hij de aders in zijn polsen weer tegen het metaal voelden kloppen.

De Patronusbezwering!
Er waren maar weinig mensen op de hoogte van het feit dat hij een Patronus kon op roepen. En dat hij in staat was met zijn beschermer te communiceren wist alleen degene die het hem geleerd had; zijn Mentor.
Hij vroeg zich af of het hem zou lukken een Patronus op te roepen nu hij geketend was. Gelukkig kon hij zijn handen nog enigszins bewegen.
De vraag was naar wie hij zijn boodschapper het beste kon sturen. Naar zijn Mentor was niet veilig.

Er gleed weer een druppel water langs zijn arm en hij klemde zijn kaken alvast stevig op elkaar in afwachting terwijl hij de namen probeerde te herinneren van de leden van de Orde die de Mentor hem genoemd had. Maar geen van hen leek in aanmerking te komen. Zijn brein leidde hem naar zijn klasgenoot. Hij was geen lid van de Orde. Nog niet. Maar hoe onlogisch het ook mocht lijken, zijn instinct vertelde hem dat hij de juiste keus was.
Harry Potter!
Naar verluid zou hij zich inmiddels in het hoofdkwartier van de Orde bevinden voor de rest van de zomer.
De druppel was ondertussen zijn ruggengraat gevolgd en viel op de stoffige stenen. Hij haalde opgelucht adem en probeerde een herinnering te verzinnen die goed genoeg was. Hij concentreerde zich op zijn Mentor terwijl hij probeerde de magie door zijn arm en via zijn vinders naar buiten te geleiden. Zijn stem brak toen hij “Expecto Patronum” zei. Een dunne witte nevel omhulde zijn hand en hij probeerde het nog een keer. En nog eens. Maar de herinnering aan zijn Mentor bleek niet sterk genoeg te zijn.

Een nieuwe druppel gleed langs zijn open wonden en hij wenste dat … hij wenste …
Hij sloot zijn ogen dit keer om de kille omgeving uit te bannen en dacht aan zijn wens. Hij voelde zijn vingertoppen tintelen toen hij de magie naar buiten perste en zo hard zijn stem het toeliet, riep: ‘Expecto Patronum!’
Nog voor de laatste lettergreep zijn mond verliet, wist hij dat het gelukt was. Hij opende zijn ogen om zijn beschermer de boodschap te geven en sperde ze wijd open. In plaats van de vertrouwde vorm stond er een enorme leeuw voor hem die de hele kerkercel in een zilverwit licht hulde.
Hij knipperde met zijn ogen toen het dier langzaam op hem afliep en een grote kop met wilde manen tegen zijn verkleumde lijf drukte. De nabijheid van de Patronus deed hem wensen dat hij het dier niet weg hoefde te sturen.
Tenslotte keek hij hem in de ogen en gaf met een schorre stem zijn boodschap.


Met geheven toverstok liep Harry de brede trap af. Onder zijn Onzichtbaarheidsmantel; dat was Romeo’s voorwaarde om Harry mee te laten gaan. Terwijl de andere leden van de Orde het kasteel doorzochten op zoek naar Dooddoeners, was besloten dat Harry de kerker zou verkennen. Mocht er een Dooddoener op wacht staan, moest hij gelijk hulp inschakelen. Harry snoof zachtjes; alsof hij een enkele tovenaar niet kon uitschakelen vanonder zijn Onzichtbaarheidsmantel.
Naarmate hij dieper daalde, werd de koele, vochtige lucht steeds meer bedompt. Zijn ogen schoten waakzaam heen en weer, langs nissen en standbeelden. Vanuit de verte hoorde hij de geluiden van verschillende toverduels.
Onderaan de trap was een lange rechte gang met twee deuren aan de linkerzijde. Er was niemand in de gang te zien en Harry liep voorzichtig naar de eerste deur en keek door het venstertje bovenin. De ruimte was verlaten hoewel de stank sprak van schimmels en lange draden spinrag de tegenoverliggende hoek bevolkten.
Zodra hij door het venster van de volgende deur keek, begreep hij waarom de noodzaak van een bewaker ontbrak. Degene in de kerkercel was met gespreide armen en benen aan een muur geketend en zag er deerniswekkend uit. Harry herkende hem niet; het hoofd hing als gebroken naar beneden en slierten nat en vuil haar hingen voor het gezicht. Hij kon alleen zien dat het nog een jonge man was. Waarschijnlijk zelfs een schoolgenoot.
De geluiden van boven klonken nog even ver weg en Harry trok zijn mantel af en richtte zijn staf op het deurslot. Een paar tellen later opende hij de zware houten deur en stapte naar binnen. Op het moment dat zijn grillige schaduwbeeld over de gedaante heen viel, hief hij zijn gehavende gezicht en zei met nauwelijks herkenbare stem: ‘Potter, … ik wist … wel … dat je zou komen.’
Verbijsterd fluisterde Harry ‘Malfidus’ toen het hoofd weer slap naar voren zakte. Talloze vragen maalden rond in zijn hoofd terwijl hij begon de ketens om de voeten los te toveren. Zodra het metaal rond de polsen opensprong, moest hij snel naar voren stappen om te voorkomen dat Malfidus op de grond viel.
Hij trok zijn eigen mantel uit en wikkelde het voorzichtig om het broze lichaam van Malfidus heen. Hij propte zijn Onzichtbaarheidsmantel in zijn zak en met zijn toverstok in zijn hand, tilde hij Malfidus op.
‘Je moet weg … Voldemort komt … ik was spion … vraag Sneep,’ klonk het tegen zijn borstkas.
‘Ssst, niet praten,’ antwoordde Harry, verbaasd over het beschermende gevoel dat hij had voor zijn schoolrivaal. ‘Alles komt goed. Ik haal je hier uit.’
‘Altijd de held, hé? Zelfs voor Zwadderaars.’
Er kroop een glimlach om Harry’s mondhoek maar hij antwoordde niet. Behoedzaam liep hij terug in de richting van de trap en begon langzaam de treden te beklimmen.
Halverwege de trap verstijfde hij toen iemand zijn naam riep.
‘Harry! Alles oké daar? Heb je iemand gevonden?’
Opgelucht herkende hij de stem van Romeo.
‘Ja, het is Malfidus. Draco,’ voegde hij er voor de duidelijkheid aan toe. Malfidus bewoog even in zijn armen.
‘Hij zegt een spion te zijn. Voor Sneep?’ Hij keek Romeo vragend aan en die keek zwijgend naar Malfidus voor hij langzaam knikte.
‘Ga naar Zweinstein, naar madame Plijster,’ zei de Schouwer, ‘ik zal laten weten dat jullie komen.’
Harry volgde Romeo naar buiten en hoorde ondertussen dat er een aantal Dooddoeners waren ontsnapt maar dat ze er een groot deel overmeesterd hadden.
Zodra ze buiten waren, riep Romeo zijn Patronus op en stuurde de lynx naar Zweinstein. Hij klopte Harry even op de schouder en stapte daarna achteruit zodat Harry met Malfidus kon Verdwijnselen.

Harry haalde opgelucht adem toen hij in de verte het kasteel tegen de al lichter wordende hemel afgetekend zag. Hij haatte Verschijnselen en met z’n tweeën leek het nog erger dan alleen.
‘Potter? Is het morgen?’ klonk het verbaasd van onder zijn kin.
‘Bijna,’ antwoordde Harry.
‘Dus toch.’
‘Dus toch wat?’ vroeg Harry terwijl hij omzichtig zijn toverstok in zijn broek stak en Malfidus wat comfortabeler tegen zich aan legde.
‘Een nieuwe dag.’
Het klonk zacht en vol verwondering. Harry keek naar het gezicht dat bleek afstak tegen Harry’s rode trui. Naar de paarse plekken rond zijn mond en de gebarsten lippen.
‘Ja Draco, een nieuwe dag.’





_________________
    I love HPF.

    All good things come to an end... Goodbye HPF.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Shirley
Oude Forumnaam: fairy_princess The Chatting Mod
The Chatting Mod


Verdiend: 0 Sikkels
Woonplaats: Ravenclaw, my house.

Shirley is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Za Aug 23, 2008 20:02 Terug naar boven Sla dit bericht op

Beschermend licht

Het was een winterse decembermiddag. IJskoude sneeuw viel met bakken uit de grijze hemel, de wind woei verkillend door het hele land. De meeste mensen zaten veilig binnen, dik ingepakt in wollen truien, met warme chocolademelk voor de open haard. Zo hier en daar drukten opgewonden kinderen hun neusjes tegen het koude glas, terwijl ze met hun kleine vingertjes de prachtige vormen van de ijssterren volgden.
Slechts enkele mensen waagden zich met dit weer buiten; de bedelaars, die niet anders konden, smekend om wat munten, bezorgde familieleden die hun zieke verwanten in het St. Holisto op gingen zoeken… Eigenlijk was het sowieso niet veilig om naar buiten te gaan, gezien de omstandigheden. Het was een duistere tijd, Voldemort was steeds meer kracht aan het winnen en steeds meer mensen verdwenen spoorloos, alsof ze waren opgelost in het niets. Toch waren er enkelen die zich ondanks alles buiten waagden.

Ergens in het westen van Engeland, aan de rand van een klein dorpje op het platteland, sloot een jongeman de voordeur achter zich. Zijn gitzwarte haar piekte onder zijn opvallende, rode muts uit. Hij werd vergezeld door een kleine, tengere vrouw wier vuurrode haar vrolijk over haar rug krulde. De man keek even om zich heen, besloot toen dat de kust veilig was en haalde iets zilverachtigs uit zijn zak. Een ogenblik later waren ze allebei spoorloos verdwenen.
Een paar honderd kilometer verderop verschenen ze weer. De man stopte zijn onzichtbaarheidsmantel zorgvuldig terug in z’n zak, nam de hand van zijn vrouw en begon te lopen richting het oude, mysterieuze kasteel dat voor hen opdoemde.
“Houd me maar goed vast,” zei de man lachend. “Straks waai je nog weg, Lily.”
Lily zuchtte even. “Het is ook nooit afgelopen met die grappen en grollen van jou, James.” Ze sloeg haar sjaal wat dichter om zich heen, en al snel bereikten ze het stenen gebouw.
James klopte op de grote, houten deur en Molly’s stem begroette hen met de gebruikelijke vraag. ”Wie is daar?”
“James en Lily Potter,” antwoordde Lily gehoorzaam, terwijl ze trots naar haar nog kersverse echtgenoot keek, die vrolijk knipoogde.
“Ah… wat voor schoenen droeg ik op jullie bruiloft?” vroeg ze geamuseerd.
James sloeg zichzelf met de vlakke hand voor het hoofd. “Volgens mij waren dat je groene kaplaarzen, aangezien je Bill plotseling uit de sloot moest vissen,” grijnsde hij.
Er klonk een gerammel van sloten, en vervolgens werden ze allebei omhelst door de moederlijke Molly, die tien jaar ouder dan hen was.
”Gelukkig zijn jullie er,” glimlachte ze. “Kom gauw verder, we zijn net even aan het oefenen en daarna gaan we eten.”
Lily en James schudden de sneeuw van zich af, trokken hun jas uit en begaven zich naar het centrale gedeelte. Daar werden ze aangenaam verrast door al het licht.

Het haardvuur knetterde vrolijk en verspreidde een warme gloed over de hele zaal. Er waren veel mensen druk aan het oefenen: er leek een zilveren nevel te hangen, die af en toe iets tastbaars aannam als er een Patronus goed werd uitgevoerd.
Een lange, knappe man met zwart haar glimlachte, schoot een grote, zilveren hond de hal in en kwam op hen af.
”Fijn dat jullie toch nog zijn gekomen,” zei Sirius. “Het oefenen gaat nogal moeizaam, voor de meeste mensen lijkt het oproepen van een Patronus nog wat moeilijker dan ze hadden gedacht…” Hij maakte een gebaar naar de zilveren stoom die uit de toverstokken sproeide.
James bracht zijn hand naar zijn haar en woelde het even door elkaar. “Nou, dat wordt flink oefenen dan, Sluipvoet,” grijnsde hij.

Zo gezegd, zo gedaan. De volgende uren brachten ze allemaal door met het oproepen van Patronussen.. Hongerig en uitgeput ploften ze uiteindelijk aan tafel neer, met een rode blos op hun wangen van vermoeidheid. Het keukenteam, onder leiding van Molly natuurlijk, had een flinke maaltijd tevoorschijn getoverd. De hete soep dampte vrolijk en de zaal geurde heerlijk naar tomaten, kip en rijst. Gezellig kletsend zaten ze met zijn allen aan tafel, totdat een lange man opstond. Hij plukte even aan zijn rode baard, die inmiddels nogal grijs aan het worden was, en kuchte even. Het gepraat van de mensen verstomde, ze richtten hun blik op Perkamentus, die zelfs hier, al was het maar een informeel clubje en geen officieel genootschap, als een soort natuurlijke gave aanzien had.

”Beste mensen,” sprak hij. “Vanmiddag hebben we goed gewerkt. De meesten van jullie zijn nu in staat om op elk moment een Patronus op te roepen” – hij liet zijn blik even over zijn publiek glijden, en knipoogde naar James en Sirius – “En dat is een hele prestatie, daar mogen we trots op zijn. We zullen deze bezwering nog vaak nodig hebben in deze donkere tijden…
Nu, waar ik het eigenlijk over wou hebben, is de naam van dit genootschap. We zijn nu al enkele keren bij elkaar gekomen, maar een goede naam ontbreekt nog. Heeft een van jullie misschien ideeën?” Vragend keek hij de tafel rond.
Het geroezemoes begon weer, maar al snel werd ze doorbroken door een heldere stem.
”Ik heb er eens over nagedacht,” zei Lies Lubbermans. Ze deed een streng haar achter haar oor en vervolgde; “Ik vind dat wij symbool moeten staan voor de positieve kant van deze donkere tijden. Het licht, om het maar zo te zeggen. En…” Ze aarzelde even, keek voor hulp naar haar man. Deze knikte haar bemoedigend toe, met een zweem van een glimlach.
“Nou, ik stel eigenlijk de naam “de Orde van de Patronus” voor, of een variatie daarop, wellicht,” besloot Lies.
Perkamentus knikte galant, een glimlach op zijn gezicht. “Dat is een heel goed idee, Lies,” complimenteerde hij haar. “De Patronus als symbool voor betere tijden, voor licht, voor geluk, als een bescherming tegen het duister waar we nu in leven. De vijand is niet in staat om deze beschermende wezens op te roepen, wij daarentegen kunnen dat wel. We zullen gelukkige momenten uit het verleden gebruiken om te vechten tegen de duistere momenten van vandaag de dag, en zo een brug slaan tussen het verleden, het heden en hopelijk ook de toekomst. We moeten er in geloven dat die mooie momenten uit het verleden later zullen terugkeren, als deze oorlog voorbij is… Want voorbijgaan zal hij zeker. Nooit zullen we de duistere kant laten winnen, we moeten een baken van licht zijn nu, een teken van hoop voor alle mensen. De Orde van de Patronus lijkt me daar een goede naam voor…” Hij zweeg even en staarde in het dansende vuur.

Er viel een diepe stilte. Zelfs James en Sirius zeiden geen woord. Ze waren allemaal onder de indruk van het idee, van de naam, van Perkamentus’ woorden. Een nieuwe golf van hoop vloeide door hen heen.
Een sjofel geklede man glimlachte even en stond op. “Natuurlijk is het een erg mooie naam,” zei hij, “maar het bewijst geen eer aan de man die ons lesgeeft, die ons moed inspreekt en die ons beschermt.” Er klonk een instemmend gemompel.
”Daarom denk ik dat we een iets andere naam zullen moeten hanteren,” vervolgde Remus. “Een die dat wel doet. Het is precies hetzelfde idee, maar dan anders. Ik stel voor dat we deze groep de Orde van de Feniks noemen.”
Perkamentus keek op. “De Orde van de Feniks?” echode hij.
Remus knikte glimlachend. “Ja,” zei hij warm. “De Feniks als symbool voor u. Als ik het goed heb, is het uw Patronus. Bovendien is een Feniks een bijzonder machtig wezen, hij wordt een keer in de zoveel tijd herboren. Dus tegelijkertijd staat de naam ook symbool voor een nieuw begin… Als de rest dat goed vindt, tenminste, en u ook…”
Vragend keek hij de anderen aan. Deze applaudisseerden goedkeurend, Sirius en James floten zelfs voor hem. Perkamentus glimlachte instemmend. Het viel wel op dat zijn ogen erg vochtig waren… Albus was diep geroerd door het gebaar dat Remus had gemaakt.
”Dank jullie wel,” zei hij, terwijl hij een zakdoek pakte en zijn neus er beheerst in snoot. “Jullie zijn het er dus allemaal mee eens?” De mensen knikten vol overtuiging. ”Goed. Dan zullen we voortaan verder gaan onder de naam ‘de Orde van de Feniks.’”

Later die avond gingen ze uit elkaar in de wetenschap dat ze zich nu konden beschermen tegen de gevaren daarbuiten. Een nieuwe vlam van hoop was in hen ontbrand, een nieuwe herinnering om te koesteren en te gebruiken voor een Patronus, die hen zou beschermen in deze duistere tijden.





_________________
    I love HPF.

    All good things come to an end... Goodbye HPF.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Shirley
Oude Forumnaam: fairy_princess The Chatting Mod
The Chatting Mod


Verdiend: 0 Sikkels
Woonplaats: Ravenclaw, my house.

Shirley is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Za Aug 23, 2008 20:54 Terug naar boven Sla dit bericht op

Expecto Patronum


Les over Patronus – Zweinstein – Dorothea J. Omber

Hallo jongens en meisjes! (kijk even lief naar de klas, lach vriendelijk) Een Patronus oproepen is erg moeilijk. Laten we daarmee maar beginnen.


Dorothea Omber staarde naar de klas voor haar en daarna weer naar haar aantekeningen. ‘Hallo, jongens en meisjes!’ zei ze zo opgewekt als ze kon en ze glimlachte innemend. Haar glimlach verstrakte toen ze zag hoe een paar meisjes op de achterste rij elkaar grinnikend aanstootten.
‘Meisjes toch, ook jullie aandacht, alsjullieblieft,’ zei ze poeslief. ‘Goed, een Patronus is een’ – ze kijkt even naar haar aantekeningen – ‘is erg moeilijk op te roepen. Daarmee wil ik graag beginnen. Ik weet dat…’

Ik weet dat sommige van jullie denken dat ze een tweede Harry Potter zijn en zogenaamd een Patronus op kunnen roepen. Eén waarschuwing, lieve kinderen: ik houd niet van liegen.

‘Duidelijk? Een Patronus is een soort –’
‘Mevrouw, we weten wat een Patronus is en hoe we die moeten verweren, allemaal in theorie. Het is zo saai als u hier een uur lang staat te wauwelen. Kunt u ons niet iets leren?’
‘Wat is je naam, jongen?’ snauwde Dorothea naar de jongen die zo brutaal geweest was om op te staan en haar vol in haar gezicht te beledigen.
‘Albus Potter.’
Potter? dacht Dorothea verbaasd. Toch geen familie van Harry Potter? Maar ze zette zich over die gedachte heen en keek de jongen zo streng mogelijk aan. ‘Kom na de les maar even mee, Albus.’
De jongen slikte even en leek opeens bang. Toch kon hij het niet laten om een laatste vraag te stellen: ‘Vonden uw klasgenoten u vroeger net zo irritant als wij u nu vinden?’
Dorothea viel stil. Vervolgens rende ze het klaslokaal uit, naar de meisjestoiletten, net zoals ze vroeger altijd gedaan had wanneer iemand haar weer eens uitgescholden had. Ze klapte de bril naar beneden en ging erop zitten, haar hoofd in haar handen. Haar aantekeningen had ze in het lokaal laten liggen. Er drupte een traan over haar wang toen ze aan haar schooltijd dacht. Misschien was dat wel de reden dat ze kinderen zo haatte. Vroeger hadden kinderen haar leven tot een hel gemaakt.

Uren later, zo leek het wel, kwam Dorothea trillend van het toilet af. Haar ogen waren rood van het huilen en haar lichaam voelde zwaar aan van het verdriet. Langzaam liep ze terug naar het lokaal en deed de deur open. Ze kwam niet verder dan de drempel.
Tegen de tafel aan hing een lichaam. Het was een meisje, haar mond half open en haar ogen waterig en glazig. Ze mompelde onverstaanbare woorden, zag lijkbleek.
Dorothea schrok zich wezenloos. ‘Eh… meisje?’ zei ze aarzelend.
Het kind reageerde niet en voorzichtig liep ze ernaar toe. ‘Gaat het? Ben je gewond?’
Ze werd niet eens aangekeken. Het kind leek haar niet eens op te merken.
Voorzichtig raakte Dorothea een arm van het meisje aan, die ijskoud aanvoelde, alsof hij niet meer menselijk was. En op dat moment kreeg ze een akelig gevoel in haar buik. Het gevoel werd bevestigd door een kou die opeens door de lucht zweefde. Kippenvel kroop over haar armen en ze trilde nog heftiger.
Ze hoefde niet achter zich te kijken om te weten dat er een Dementor in de buurt was. Dit gevoel kende ze, dankzij haar bezoeken aan Azkaban.
Toch draaide ze zich om en alweer schrok ze. De Dementor was niet alleen, in zijn armen hield hij een jongen. Ze herkende Albus Potter. Zijn ogen stonden doodsbang, terwijl hij schopte en sloeg om zich te bevrijden.
Op dat moment besefte Dorothea wat er met het meisje gebeurd was. ‘O, jeetje,’ stamelde ze, ‘o, jeetje.’ Meer kon ze niet uitbrengen terwijl ze naar de Dementor staarde, die nu de ziel van het meisje te pakken had. Natuurlijk had ze gehoord over De Kus, maar ze had nog nooit iemand gezien bij wie die ook echt was toegediend.
In theorie kon ze hem makkelijk aan, maar toch voelde ze de angst. In één flits trokken er dingen voorbij: de keren dat ze Harry Potter na had laten blijven, zijn hand had laten openhalen; haar opmerkingen over en tegen Perkamentus, haar manier van lesgeven. Ze snapte niet waarom die beelden in haar opkwamen en dat beangstigde haar.
Waar waren de andere leerlingen? Zouden ze veilig naar buiten gekomen zijn? Zouden ze een docent gewaarschuwd hebben?
Hoewel de jongen zich niet kon verweren tegen de Dementor en zijn lichaam slap hing, vroeg hij Dorothea niet om hulp. Daar was hij vast te trots voor, concludeerde ze.
Maar ze zag de tranen in zijn ogen staan, zijn onderkin trillen en zijn handen beven. Hij deed haar aan haarzelf denken; even zwak en kwetsbaar als die keren dat zij zich na eindeloze pesterijen op het toilet verstopt had. Haar hart brak bijna bij die herinneringen.
‘Jij wilde toch praktijkles?’ zei ze tegen de jongen. ‘Voor deze ene keer krijg jij je zin. De spreuk heet “Expecto Patronum”, zoals je weet en het komt van het Latijn af, namelijk van “Ik verwacht een Beschermer” –’
‘Mevrouw, ga gewoon weg,’ bracht Albus moeilijk uit. Zijn lippen zagen blauw van angst, maar zijn stem was vast, ook al was het slechts een fluistering. ‘Ik wil niet dat u het ziet. Alstublieft, ga weg. Ik weet wat je mijn vader aangedaan hebt, toverkol. Ooit zul je ervoor boeten.’
Toverkol. Zo werd ze vroeger ook altijd genoemd. Tranen sprongen in haar ogen. ‘Ik zou niks liever willen dan weggaan,’ zei ze zo hard mogelijk, ‘maar helaas kan ik niet anders, Albus. Eén slachtoffer is wel genoeg.’ Ze trok haar toverstok en zwaaide ermee. ‘Expecto Patronum!’
Er gebeurde niks.
Ze dacht aan Droebel, aan promotie. ‘Expecto Patronum!’
Weer gebeurde er niks. Ze zag hoe de Dementor het hoofd van Albus naar zich toetrok en de jongen had niet meer de kracht om zich te verdedigen.
Haar gedachten gingen naar haar tijd als schoolhoofd. ‘Expecto Patronum!’ Er gebeurde alweer iets. Verder had Dorothea geen gelukkige herinneringen meer. Ze kon niks meer verzinnen.
Voor ze het wist, drupten er tranen over haar wangen. ‘Het spijt me, het spijt me,’ fluisterde ze tegen de jongen. Zijn ogen stonden zo trots en zijn mond vertelde haar geluidloos dat ze moest stoppen. En dat was de reden waarom Dorothea het nog één keer probeerde. Onbewust dacht ze eraan hoe Albus’ moeder hem zou knuffelen en hem zou troosten als hij veilig was.
‘Expecto Patronum!’
Een zilveren kat vloog naar de Dementor toe, die achteruitgeleed. Razendsnel liet de Dementor Albus los en hij maakte een rechtsomkeert, met Dorothea’s Patronus achter zich aan.
Stomverbaasd staarde Dorothea hen na, maar daarna liep ze naar de jongen toe. ‘Sorry dat ik je gered heb,’ zei ze zacht. ‘Ik weet dat je zwak en moe bent, maar de strafregels blijven staan. Je zult iets beters moeten verzinnen om er onderuit te komen, want ik vind je nog steeds niet aardig.’ Daarna liep ze weg om te kijken of er nog andere leerlingen waren die zich hadden laten vangen door een Dementor. Het was inderdaad niks voor haar om praktijklessen te geven.





_________________
    I love HPF.

    All good things come to an end... Goodbye HPF.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Shirley
Oude Forumnaam: fairy_princess The Chatting Mod
The Chatting Mod


Verdiend: 0 Sikkels
Woonplaats: Ravenclaw, my house.

Shirley is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Za Aug 23, 2008 20:55 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hallo allemaal!

Het is alweer 23 Augustus, dus we kunnen weer gaan stemmen. Niet al teveel inzendingen dit keer, maaaaaar… dat moet jullie allemaal motiveren om te stemmen! Je hoeft namelijk niet veel te lezen dit keer. [a]

Nog even voor de duidelijkheid, als er zo weinig inzendingen zijn is niet makkelijk om alle drie je stemmen te geven, maar dat is dan ook niet verplicht bij deze challenge! Je mág je drie stemmen weg geven, maar als je liever een of twee stemmen wilt geven, dan is dat ook prima.

Geef je argumenten als je stemt, deze moeten bestaan uit minstens 15 woorden. En je gaat natuurlijk niet op jezelf stemmen. Gebruik dit lijstje om te stemmen:

Citaat:
Dit is mijn 1e/2e/3e stem:
Mening:


Het stemmen zal stoppen op 31 Augustus, dan heb ik de uitslag voor jullie.

Succes met stemmen allemaal!

Heb je nog vragen of ideeën? Stuur gewoon een PB!





_________________
    I love HPF.

    All good things come to an end... Goodbye HPF.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Avana's Draco
Oude Forumnaam: Strijder van Perkamentus Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 5 Sikkels
Woonplaats: At the end of all things

Avana's Draco is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Zo Aug 24, 2008 7:46 Terug naar boven Sla dit bericht op

Woei, ik ben de eerste Smile

Aangezien ik niet kan kiezen welk van de twee ik nu het beste vind en de stemmen toch allebei voor één punt tellen, geef ik mijn eerste stem aan:

Een nieuwe dag
Omdat Het heel mooi en leuk geschreven is. Goede afwisseling in de POV en ondanks het feit dat je meteen merkt dat het hier om de zoveelste H/D lover gaat, heb je het verhaal erg realistisch gehouden en daar ben ik natuurlijk steeds blij om. Ik vraag me echter af of je zo'n Patronus wel zonder toverstok kan oproepen, tenminste toch zeker niet iemand als Draco. Dat Harry zelfs de Zwadderaars te hulp komt, vind ik dan wel weer kloppen. Hij hangt graag de held uit.
Jammer trouwens dat het een verhaal is en geen stukje film, want dat eerste stukje had ik best wel willen zien Cool

en aan Beschermend licht
Omdat Je start heerlijk beschrijvend met een heel gedetailleerde weergave en een leuke anekdote over die kaplaarzen waarmee ze Bill moest redden. Ik vroeg me af of Molly op dat moment al kinderen had, maar ik neem aan van wel, aangezien Bill de oudste is en ze op dat moment dan al éénendertig is. Het verhaal was mooi en ontroerend en natuurlijk wilde iedereen al weten hoe de Orde aan haar naam kwam. Ik weet niet of het echt zo zou gaan, maar het is zeker en vast aannemelijk. Mooi gedaan! O, ik maakte me ook nog de bedenking of Perkamentus' baard nog rood zou zijn op dat moment, omdat enkele jaren later (echt maximum 5 jaar) Lily en James vermoord worden en dan is zijn baard al grijs. Maar je merkt het, ik ben aan het muggenziften nu. Wink





_________________
I've loved, I've laughed and cried.
I've had my fill; my share of losing.
And now, as tears subside,
I find it all so amusing.


Don’t cry because it’s over. Smile because it happened.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Avana
Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 0 Sikkels
Woonplaats: In Fanfictionland with Harry & Draco

Avana is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Zo Aug 24, 2008 13:14 Terug naar boven Sla dit bericht op

Ik houd het ook bij twee stemmen, gezien het aantal inzendingen. xD

Mijn eerste stem gaat naar Beschermend licht
Mening: Een verhaal uit de tijd van de eerste oorlog. Niet mijn favoriete periode maar dit verhaal laat me dat even helemaal vergeten. Het is mooi verhaal en goed geschreven ook al zitten er hier en daar nog wat foutjes in.
Maar dat is je vergeven want je verhaal is zo vlot geschreven dat je het in één ruk uitleest. xD
De metaforen, de woordspelingen, vond ik ook erg mooi gevonden. En het ontstaan van de naam … het zou gewoon zo gegaan kunnen zijn en dat is altijd een groot compliment in mijn ogen xD

Mijn tweede stem gaat naar Wij zijn één
Mening: Ook weer een goed geschreven verhaal dat net als in het verhaal over Harry tijdens DH dmv flashbacks belangrijke gebeurtenissen uit het leven van de hoofdpersoon laat zien.
Wat dit verhaal net iets meer geeft in mijn ogen, is dat je ons nieuwe inzichten en meer achtergrond geeft waardoor Marcel en zeker zijn oma meer driedimensionale karakters worden. En aangezien ik toch wel een zwak heb voor Marcel vind ik dat zeker leuk.
Ook al die kleine details die door het verhaal heen geweven zijn geven je verhaal iets extra’s, zoals het breiwerk voor oudoom Alfred en het schilderij van oudtante Edna.
Tenslotte eindig je met een sterke slotzin en dat is minstens zo belangrijk als de eerste zin van een verhaal.





_________________
    Spread the love of Harry & Draco


Griffmama xD
Profiel bekijkenStuur privébericht
Kevin.
Oude Forumnaam: Harry Potter Rocks Griffoendor Aanvoerder
Griffoendor Aanvoerder


Verdiend: 0 Sikkels
Woonplaats: Hogwarts

Kevin. is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Zo Aug 24, 2008 17:56 Terug naar boven Sla dit bericht op

Ik hou het ook op twee stemmen, vanwege het aantal inzendingen. Maar dat neemt niet weg dat het moeilijk kiezen is.

Dit is mijn eerste stem: Beschermend licht
Mening: Het eerste wat opviel is dat je verhaal zo vlot geschreven is en dat is al heel briljant. Daarnaast was het plezierig om te lezen hoe volgens jouw de Orde van de Feniks aan hun naam kwam. Jup, een dikverdiende eerste stem.

Dit is mijn tweede stem: De Duisternis Voorbij
Mening: Ook dit verhaal is gewoon heel vlot geschreven. Daarnaast komen Harry's gevoelens duidelijk naar voren en het is mooi om te zien dat Loena, Ernst en Simon de plek van Harry, Ron en Hermelien eventjes overnemen.





_________________
    Ééns een HPF'er, altijd een HPF'er.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Vivian.
Oude Forumnaam: meligmijsje Huffelpuf Klassenoudste
Huffelpuf Klassenoudste


Verdiend: 0 Sikkels
Woonplaats: Inside the Snitch, waiting for Harry to open it.

Vivian. is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Ma Aug 25, 2008 9:51 Terug naar boven Sla dit bericht op

Ai.. Het aantal inzendingen ligt niet bepaald hoog, maar het voelt voor mij niet echt of de keus makkelijker is geworden. Het niveau ligt echt dicht bij elkaar, waardoor ik het gevoel heb dat ik een verhaal te kort doe als ik maar twee stemmen zou geven. Vooralsnog geef ik nu een stem en wel aan het verhaal dat ik nog net iets beter vond, misschien dat ik er later nog een tweede bij geef.

Mijn eerste stem gaat naar het verhaal: Wij zijn een.
Mening: Ontroerend verhaal heb je neergezet over Marcel die de vorm van zijn Patronus leert kennen. Boeiend geschreven, met oog voor detail en goed uitgewerkte flashbacks. Leuk detail dat de adelaars op elkaar reageren. Daarbij vind ik de adelaar als Marcels' patronus goed gevonden, dat vind ik echt iets voor hem.





_________________
    Like a Phoenix, we will rise again from the ashes. Stronger and better than ever.

    Where your treasure is, there will be your heart also.

    HPF: friendships will never die
Profiel bekijkenStuur privébericht
Glauces
Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 0 Sikkels
Woonplaats: Ravenclaw, my house

Glauces is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Ma Aug 25, 2008 12:03 Terug naar boven Sla dit bericht op

Ik hou het voor nu ook nog maar even op 1 stem. Het is gewoon te moeilijk kiezen xD.

Mijn eerste stem gaat naar Wij zijn een.
Mening: Marcel is zo verschrikkelijk lievig, en dat wordt in dit verhaal niet minder. Hij wordt naar mijn mening ook heel erg IC neergezet, en de details zijn ook heel erg boeiend, zoals dat schilderij van zijn ouders. Gewoon goed geschreven xD.





_________________
    I love HPF

Where your treasure is, there will your heart be also.
Profiel bekijkenStuur privébericht
TopazLover <3
Writer of Dreams
Writer of Dreams


Verdiend: 0 Sikkels
Woonplaats: Gryffindor, forever in my heart.

TopazLover <3 is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Vr Aug 29, 2008 21:30 Terug naar boven Sla dit bericht op

Ik vond alle inzendingen goed en dat is de reden waarom ik maar één stem geef. Ik kan niet kiezen aan welke verhalen ik mijn tweede en derde stem zou moeten geven. Dit verhaal sprong er voor mij toch wat meer uit:

Mijn stem gaat naar: Wij zijn één
Mening: Wauw, wat mooi geschreven! Very Happy Ik vind Marcel geweldig, dat kan maken dat ik bevooroordeeld ben, maar vooral het laatste stuk vind ik ontzettend goed neergezet. Marcel is hartstikke IC en het verhaal heeft iets speciaals. Ik vind een adelaar goed gevonden en het ook leuk dat het Marcel met zijn grootmoeder verbindt. Dat je bij je laatste zin een komma vergeten hebt, vergeef ik je. De rest van het verhaal maakte dat ruimschoots goed.





_________________
Running at Ron, she flung them around his neck and kissed him full on the mouth. Ron threw away the fangs and broomstick he was holding and responded with such enthusiasm that he lifted Hermione off her feet.

HPF, always in my heart.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Potterfreaky
Oude Forumnaam: potterfreaky Harry's secret lover
Harry's secret lover


Verdiend: 0 Sikkels
Woonplaats: hier, op HPF...

Potterfreaky is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Vr Aug 29, 2008 23:18 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hier mijn stemmen;

Mijn eerste stem gaat naar Wij zijn één
het is zeer ontroerend geschreven en geeft een vrij IC beeld van Marcel, wat mij betreft. Originele manier om het onderwerp te gebruiken.

mijn tweede stem gaat naar Een nieuwe dag
Ik vond het taal en woord gebruik erg goed, heel professioneel. Ook was het zo gedetailleerd dat ik alles voor me zag, heel goed!
Ook al lag het een beetje voor de hand dat het Draco zou zijn, je hebt het nog lang verborgen gehouden en dat nodigde uit tot lezen.
Ik vond dat je het gebruik van magie zonder toverstok realistisch hebt beschreven, hoewel ik betwijfel of het (in JK's wereld) ook zou kunnen.
Mooi einde.





_________________
I'll never forget...
*HPF forever*
Profiel bekijkenStuur privébericht
Vivian.
Oude Forumnaam: meligmijsje Huffelpuf Klassenoudste
Huffelpuf Klassenoudste


Verdiend: 0 Sikkels
Woonplaats: Inside the Snitch, waiting for Harry to open it.

Vivian. is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Zo Aug 31, 2008 19:21 Terug naar boven Sla dit bericht op

Ik weet niet of ik nu te laat ben; zo ja negeer maar, maar ik heb uiteindelijk nog een keus kunnen maken voor een tweede verhaal.

Dit is mijn 2e stem: Een nieuwe dag
Mening: Dit verhaal is zeer vlot geschreven, met een origineel onderwerp. Volgens mij kan ik wel raden waar Draco aan denkt xD. Echt typisch Harry dat hij per sé mee wil gaan om te kijken wat er aan de hand is. De titel was wel even een raadseltje, maar hij refereert natuurlijk naar de gedachte van Draco dat er voor hem geen nieuwe dag meer komt Very Happy. Ik heb genoten van je verhaal.

P.s.: ik had ook Beschermend Licht een stem gegund, maar drie stemmen op 5 verhalen is teveel. Het was echt heel close, maar bij deze wel een eervolle vermelding.





_________________
    Like a Phoenix, we will rise again from the ashes. Stronger and better than ever.

    Where your treasure is, there will be your heart also.

    HPF: friendships will never die
Profiel bekijkenStuur privébericht
Berichten van afgelopen:      


 Ga naar:   


Sla dit onderwerp op als textbestand

Volgende onderwerp
Vorige onderwerp
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum
Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum
Je mag niet stemmen in polls in dit subforum



Powered by phpBB © 2001/3 phpBB Group :: FI Theme :: Tijden zijn in GMT + 1 uur :: Disclaimer