Harry Potter Forum index
Dit forum is gesloten. Bezoek nu de vernieuwde versie van HPF!
 Harry Potter Forum gesloten  •   Inloggen

 [AF] Het lot van Harry & Astrid Volgende onderwerp
Vorige onderwerp

Sla dit onderwerp op als textbestand
Poll :: Hoe vind je mijn fanic? Wees aub eerlijk.

1. Fantastisch! Ik vind het gewoon super cool!
37%
 37%  [ 24 ]
2. Goed, maar hier en daar een beetje foutjes...
26%
 26%  [ 17 ]
3. Gaat wel, doe maar verder...
14%
 14%  [ 9 ]
4. Niet mijn smaak...
6%
 6%  [ 4 ]
5. Weihhh! Moest dit er echt tussen staan? Het kan beter!
15%
 15%  [ 10 ]
Totaal aantal stemmen : 64


Auteur Bericht
DragonFly
Oude Forumnaam: Jilleke100101 Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 23 Sikkels


DragonFly is offline. 
BerichtGeplaatst: Do Jun 15, 2006 17:00 Terug naar boven Sla dit bericht op

Image
Hey, ik heb een nieuw verhaal geschreven:
Het lot van Harry Potter en de kleindochter van Perkamentus.
Ik vond het toch de moeite waard om het op de site te zetten.
Het is mijn eerste verhaal dat ik ooit heb geschreven, behalve enkele losse verhaaltjes.
Dus let niet op de schrijffouten...
De foto die ik hierboven heb gezet is wel los van het verhaal, heeft dus niets met het verhaal te maken.
Ik vond het alleen een leuke om hier te zetten.
Ik hoop dat het verhaal je bevalt...

ps: Reactie's kan je altijd Pb-en!






Laatst aangepast door DragonFly op Wo Apr 04, 2007 23:16; in totaal 56 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
DragonFly
Oude Forumnaam: Jilleke100101 Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 23 Sikkels


DragonFly is offline. 
BerichtGeplaatst: Vr Jun 16, 2006 17:03 Terug naar boven Sla dit bericht op

proloog:

Elke ochtend werd er in huize Brenems een meisje van vijftien schrikkend wakker. Ze had lang zwart haar en groen-grijze ogen.
Astrid, heette ze. Ze had een broer en een moeder.
Maar de vader was plots verdwenen. Astrid was nooit over die tragisse gebeurtenis heen gekomen. Ze miste haar vader ontzettend.
Niet zoals ze haar moeder zou missen, maar toch.
Mondilia was een veel te strenge moeder, ook al vond Astrid dat.
Mondilia was een beetje gemeen, maar soms kon ze ook echt een schat van een mens zijn. Philip was de broer van Astrid. Aan hem had ze ook niet veel. Hij ging steeds naar een school waar Astrid niets vanaf wist.
Het moest een geheim blijven van wat er daar op school allemaal gebeurde. Hij kwam alleen maar in de zomermaanden naar huis en dan werd steeds hem het zwijgen opgelegt door hun moeder.
Philip was al bijna zeventien en Astrid keek echt wel op naar haar grote broer. Ergens hoopte ze dat ze ook ooit naar die school mocht gaan.
Gewoon omdat ze zich in de school waar ze op dat moment ging zich niet thuisvoelde. Ze wilde verandering en ze wilde haar broer meer zien.
Dat zou dan wel gaan, maar Mondilia verbood het haar altijd om er nog maar over te beginnen. Op dat moment hoorde Astrid haar moeder naar boven razen. 'Ga je nog opstaan, kind', riep ze ongeduldig.
Ze kwam met een ruk aan de deur binnen en ging op Astrids bed zitten.
'Vandaag zul je me wat moeten helpen in het huishouden, want ik moet dringend weg. Ik heb namelijk met wat vrienden afgesproken in de Lekke ketel.' Astrid schudde haar hoofd en zuchtte. 'Wanneer ga je me nu eens vertellen wat dat is 'de lekke ketel'?', vroeg ze wrijvend in haar ogen.
'Ik heb aan iedereen op school gevraagd waar dat is en iedereen zegt dat dat niet bestaat en dat het niet in de stad is.'
Mondilia mompelde even wat.
'Het maakt toch niets uit. Ik ga', zei ze en ze stond op en was in een oogwenk alweer verdwenen. Toen de deur gesloten was, hoorde Astrid dat er een harde knal achter plofte.






Laatst aangepast door DragonFly op Ma Dec 25, 2006 21:04; in totaal 10 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
DragonFly
Oude Forumnaam: Jilleke100101 Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 23 Sikkels


DragonFly is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Jun 17, 2006 10:04 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hey, ik heb nog niet zoveel lezers heb ik gezien, misschien da het toch de moeite waard is! Niet???

wel voor als er lezers zijn ga ik nu verder:


Hoofdstuk 1:
Astrid huppelde langs de paden in het gras in de straat waar ze woonde.
Het leek haar dus een geweldig moment om eens buiten te komen. De zon scheen en er was geen wolkje aan de lucht. Prachtig! Toen ze bijna aan de rand van het Moolbos was, hoorde ze de bladeren ristellen en de bomen waaien. Het was nog steeds modderig van toen ze de sneeuw in de stad opeens liet smelten.
In het bos, onder de bomen, was het al een heel stuk donkerder. Maar Astrid was niet bang, ze kende het bos al op haar duimpje en ze wist ook goed genoeg dat niemand hier gevaar kon lopen.
Ze ging tegen een boom zitten om van de natuur te kunnen genieten. Plots zoefde een vreemd geluid een paar meter voor haar, die alle rust verstoorde. Een raar ding.
Het leek iets wat niet bestond. En opeens zoefde het tegen een boom.
Er zat een jongen op met bruinachtig haar en hij had ook een bril op. Maar Astrid had meer oog voor het vreemde tuig waar hij op vloog.
Ja, het vloog. 'Oh, hallo', zei de jongen tegen haar en hij krabte achter zijn oren van verlegenheid.
'Mijn naam is Harry Potter.' Maar Astrid antwoorde niet, ze zag dat Harry zijn vliegvoorwerp achter zijn rug hield. Ze vond het maar raar. En toen zei ze iets waarvan ze het zelf niet beseftte.
'Kan jij toveren?', vroeg ze wijzend. De jongen stokte zijn adem even. Hij schrok ervan hoe Astrid dit allemaal wist.
'Ja', zei hij vlug. 'Ik ben een tovenaar. Ben jij ook een heks?'
'Ik weet het niet', zei Astrid een beetje aarzelend. 'Ik kan wel een paar dingen die ik vreemd vind, maar voor de rest...'
'Laat zien', zei Harry enthousiast.
En Astrid stond op, ze ging naar een boom en legde haar handen op de schors, net zoals ze bij het raam in haar kamer deed.
De boom kapte zichzelf in mootjes en stapelde zichzelf tot een hoopje brandhout. Astrid schrok er zelf ook heel erg van.
Elke keer wanneer ze zoiets deed.
Harry keek haar verbijsterd aan.
Toen pas viel het Astrid op dat ze veel jonger was dan hem. Zij was amper dertien en hij was zeventien, een enorm verschil.
'Maar ik denk dat je beter met me mee kunt gaan', zei hij.
'Je bent een echte heks. Je hoort thuis op een school waar heksen leren toveren en niet op een gewone dreuzelschool.'
'Mijn broer gaat wel naar zo'n school, denk ik', zei Astrid.
'Wat?', riep Harry uit. 'Jij zou ook al lang op Zweinstein moeten zitten!
Zweinstein, de school van hekserij en hokuspokus.'
Astrid kon er niet aan uit. Ze keek hem een beetje raar aan en dan stemde ze in dat ze het wel eens kan proberen. Harry legde uit dat het altijd zo is dat een leerling van zweinstein al vanaf zijn 11de op de school zou moeten zitten. Maar dat dat bij Astrid ook het geval moest zijn.
Hij zei dat hij hier ergers in de buurt woonde en dat hij een vluchtje wilde maken met zijn bezem. Ook zei hij wat er allemaal gebeurd was met hem toen hij op zweinstein zat. De vorige jaren was Perkamentus het schoolhoofd, maar nu is dat Anderling, omdat Voldermort Perkamentus uitgeschakeld had.
Astrid bleef opmerkelijk kalm en bergreep alle woorden die Harry had gezegd. 'En nu moeten we naar zweinstein', zei hij na een paar uren uitleg. Maar Astrid keek hem fronsend aan. Hoe zouden ze dat doen?
'We verschijnselen', zei hij. En voor Astrid er nog wat tegen in kon brengen, waren ze al als sneeuw voor de zon verdwenen.
Astrid voelde haar buik samentrekken door de grote kracht. En plots vielen ze in een grote tuin, die van Zweinstein...

Meer lezen? Elke dag komt er wel een stukje bij!!!






Laatst aangepast door DragonFly op Do Nov 09, 2006 20:06; in totaal 10 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
DragonFly
Oude Forumnaam: Jilleke100101 Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 23 Sikkels


DragonFly is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Jun 18, 2006 10:30 Terug naar boven Sla dit bericht op

en we gaan weer verder: Smile

Toen Astrid gevallen was, hielp Harry haar recht.
'Dit is dus zweinsein', vertelde hij.
'Maar hij is tijdelijk gesloten, omdat er nog veel werken aan de gang zijn.
Ze hebben vorig jaar hier de hele boel geplunderd.’
Harry keek naar het huisje van Hagrid dat helemaal in as was opgegaan. ‘Zelfs Hagrid is nu in Zweinsveld gaan wonen, omdat het hier nog te slecht aan toe is’, legde hij triest uit.
Astrid keek naar het grote kasteel dat ze voor zich zag. Ze begreep nu waarom Zweinstein niet zomaar een gewone school was. ‘Het is hier echt geweldig’, mompelde ze in zichzelf. Ze vond het zo mooi om te zien.
‘Ja’, zei Harry. ‘Maar vroeger was het nog veel mooier toen Perkamentus er ook bij was. Zweinstein is Zweinstein niet meer zonder hem.’
‘Wat naar voor je’, zei Astrid medelevend. ‘Het lijkt wel of hij een soort opa voor je was, hé?’ Harry knikte. Dat was het zeker voor hem, want Perkamentus was Harry’s beste vertrouwenspersoon. Boven in de torentjes van het kasteel zag Astrid iets bewegen.
‘Oh’, zei Harry. ‘Dat is professor Anderling. Zij is nu het hoofd.’
Toen Harry en Astrid verder door het natte gras ploeterde tot aan het kasteel, zagen ze niemand anders meer. ‘Wat is het hier verlaten zeg’, zei ze.
Harry knikte weer. Ze liepen het bordes op dat naar de ihal leidde.
‘Normaal is alles hier zo hardverwarmend en lopen hier wel honderden mensen rond’
Astrid hoordde in de ijzige stilte dat er iemand van de trappen naar beneden aan het komen was. Het was professor Anderling en ze strok een raar gezicht.
‘Harry?’, zei ze en ze had haar hoge heksenhoed en haar lange groene gewaad aan.
‘Wat heeft dit te betekenen’, kraaide ze een beetje bezorgd.
‘Wie is dit meisje?’
‘Dit is Astrid Brenem’, antwoorde Harry en hij wees naar Astrid.
‘Ik was op mijn bezem aan het vliegen en plots zag ik haar. Ze heeft me verteld dat ze ook kon toveren, maar dat ze nog nooit naar een toverschool is geweest en dat niemand het haar ooit verteld heeft.’ Professor Anderling legde haar hand op haar lippen van verbazing.
Ze geloofde Harry meteen en keek het meisje aandachtig aan.
‘Ma-maar’, hakkelde ze een beetje. ‘Jij bent de dochter van Mondilia!
Kind, jou moeder zat enkele jaren geleden nog in mijn klas! Waarom heeft ze je niet toegelaten op onze school? We hebben nog zo ons best gedaan, maar we konden niet op tegen haar wil. En waarom zit je broer wel hier op mijn school, en jij niet?’ Astrid keek verward naar Harry en professor Anderling. Bijde keken ze haar bezorgd aan. ‘Bedankt, Harry, dat je haar naar hier hebt gebracht’, zei professor Anderling nog steeds halfin paniek.
‘Het zou van levensbelang zijn. Kom kind, ga mee naar mijn kantoor, en Harry, jij ook!’
Samen ging ze de trappen op en naarmate ze hoger gingen werd de temperatuur in het kasteel al wat topischer. ‘Misschien kunnen we door jou de school wel veel eerder openen dan gepland was’, zei ze opgewekt.






Laatst aangepast door DragonFly op Do Nov 09, 2006 20:07; in totaal 4 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
DragonFly
Oude Forumnaam: Jilleke100101 Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 23 Sikkels


DragonFly is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Jun 19, 2006 16:46 Terug naar boven Sla dit bericht op

Wink weer een nieuw stukje:

Astrid begreep het niet goed. Was er nog iets wat ze nog niet wist, buiten dat ze een heks iwas? Maar Harry keek haar ook vragend aan.
Toen ze eindelijk de laatste treden af warenn, stonden ze aan het kantoortje dat vorige zomer nog van Perkamentus was geweest. ‘Ga zitten, kinderen’, zei professor Anderling tegen Astrid en Harry toen ze binnen waren en ze al plaats had genomen aan haar bureel. Harry vond het nogal verdacht, want normaal gesproken deed Anderling nooit zo poeslief, en al zeker niet tegen hem.
‘Wel’, begon ze en ze keek het tweetal strak aan.
‘Blijkbaar moet ik hier toch nog enkele dingen ophelderen?
Misschien dat je al een keer van professor Perkamentus hebt gehoord?’
Astrid knikte zacht. Harry had bijna alles over hem verteld.
Ze begreep het ook veel beter nadat hij een beter-te-begrijpen spreuk op haar gericht had. Anderling knikte een keertje goedkeurend. ‘Zo, zo’, zuchtte ze en ze liep naar een klein kastje. Met de allohomora-spreuk forceerde ze het machtige slot en haalde ze er een grote kom uit. Anderling ging terug zitten.
‘Dit is de hersenpan’, zei ze tegen Harry en Astrid. ‘Harry heeft er al wel kennis mee gemaakt. Nu doen wij hetzelfde met jou.’ En zonder wat te zeggen, duwde ze Astrid en Harry in het water en achtervolgde ze hen. Net zoals Harry, had Astrid de schrik goed te pakken.
Het leek of die val die ze maakte geen einde had.
Heel wat seconden later lagen ze op de grond. Maar Anderling lachtte zachtjes van opwinding. ‘Kom’, zei ze kort en ze ging alweer verder. Astrid en Harry moesten al echt lopen voor haar bij te kunnen houden. Toen ze eindelijk gestopt waren, zagen ze dat ze aan de ingang van een ziekenhuis waren. Buiten liepen heel wat jonge helers in hun witte verpleegkundige pakjes en regelmatig verschijnseldden en verdwijnseldden bezoekers en gewonde patiënten. Maar eigenlijk was het wel een muffige boel, vond Astrid. Harry had het er ook niet zo voor. Hij had immers meneer Wemel hier ook al eens zien liggen.
Het was wel duidelijk dat dit dan ook de bestemming van Anderling was. Ze had nog geen woord gezegd, integendeel zelfs, ze was gewoon zo mysterieus op dat moment.

Toen Astrid, Harry en Anderling eindelijk aan de top van het gebouw waren, stonden ze voor een gang waar de pasgeboren babytjes lagen. ‘Wat moet dit’, vroeg Harry niet-begrijpend aan Anderling. Maar ze antwoordde niet. Ze liep gewoon verder door de ouderwetse sfeer van de hal. Het leek wel een paar decenias geleden voor Astrid. Ze keek Harry paniekerig aan. Ze voelde zich duidelijk niet op haar gemak hier.
Abrupt stopte Anderling voor een kamer, kamer 314.
Lichtjes opende ze de deur en keek ze naar binnen. Astrid en Harry volgde haar.
Op het ziekenbed lag een vrouw met zwart haar, met een baby in haar armen die sprekend op haar leek. Maar naast haar zat niemand minder danPerkamentus in een stoel. Harry’s adem stokte. ‘Wel’, zei de jonge Perkamentus.’Heb je al een naam voor ons kindje?’ , vroeg de vrouw glimlachend. Harry en Astrid keken met open mond toe. Perkamentus, een kind?
Het kon niet waar zijn. De vrouw op het bed keek haar man strak aan.
‘Het is jou keuze, schat’, zei ze met haar lichte stem die veel kleur uitstraalde.
‘Misschien’, zei Perkamentus, die nog geen lange baard had, maar enkel wat stoppels.
‘Misschien kunnen we haar Mondilia Perkamentus noemen.’
Astrids ogen werden groot. ‘Nee, maar’, zei ze met open mond. En Anderling knikte.
‘Jou moeders vader is Albus Perkamentus', zei ze vaststellend. 'Dus hij is jou grootvader.'
Astrid duizelde een beetje, dus besloot Anderling om terug naar haar kantoortje te gaan. Met één beweging stegen ze weer op.
Alledrie schoten ze weer op hun stoel, nadat Anderling hen terug geflitst had.
‘Hemel’, zei Astrid verward. ‘Mijn moeder had nooit wat over Perkamentus verteld, en al zeker niet over mijn grootouders.’






Laatst aangepast door DragonFly op Do Nov 09, 2006 20:07; in totaal 5 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
DragonFly
Oude Forumnaam: Jilleke100101 Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 23 Sikkels


DragonFly is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Jun 24, 2006 17:41 Terug naar boven Sla dit bericht op

‘Ik weet dat het hard aankomt’, zei Anderling. ‘Ik weet ook niet waarom je moeder zich zo schaamt om dat te vetrtellen. Alleen weet ik dat je zult moeten oppassen in de toekomst. Daarmee bedoel ik dat jeweetwel ook jopu familie zou willen uitroeien.’
Astrid streek met haar dunne vingers haar zwarte haar naar achteren.
Ze keek Harry droevig aan. ‘Maar als ik dat niet wil’, zei ze rebels.
‘Ik heb geen zin om tegen iemand te vechten die ik helemaal niet ken.’
Anderling schudde haar hoofd en keek Harry en Astrid grondig aan.
‘Jullie weten toch wel dat jullie nu in hetzelfde schuitje zitten, hé?
Oh, ja, daarbij, je kan moeilijk wijgeren om tegen hem te vechten. Je kan niet ontkomen aan jeweetwel, omdat hij beslist heeft jou te vermoorden. En zoals Harry weet veranderd hij niet van gedachten. Hij moet zijn doel bereiken.Daarom dat je moeder niets wou vertellen. Ze heeft schrik dat je je zorgen ging maken. Maar daar is het nu al veel te laat voor. Je zal je moeten verzetten en je zal een echte heks worden door hier naar school te komen.’ Ze klonk streng en onrechtvaardig.
Astrid had zin om tegen haar uit te varen. Dus nu was plots haar onbezorgde leventje weg en moest ze nu hetzelfde doen als Harry, rennen voor haar leven en vechten voor in leven te blijven? Het stond haar werkelijk niet echt aan. Anderling stond recht van haar stoel.
‘En nu moet je ervoor zorgen dat ze samen met jou ondergedoken is’, zei ze. Astrid kon haar oren niet geloven. Moest ze zich nu ook al ondergedoken houden?
Vele dingen gingen door haar hoofd. Ik ben nog maar vijftien en mijn leven is al vergald, dacht ze. ‘Voorlopig neem je haar met je mee’, ging Anderling verder tegen Harry. ‘Je gaat met haar naar het trouwfeest van Fleur en Bill. Ik wil dat de Wemels haar ook toelaten en dat ze geliefd door hen word. Ik heb nog wat dingen te regelen met Astrids moeder.’ Er schoof een vreemde blik over haar gezicht. Een wanhopige en een bange blik. ‘Vooruit verschijnsel!’, zei ze vlug. Maar Astrid protesteerde even. ‘Ik heb kleren nodig’, zei ze. ‘Als ik er lang moet blijven kan ikniet stees in dezelfde kleren rondlopen.’
Harry wist er wel een oplossing voor. ‘Ginny helpt je wel’, zei hij. ‘Jullie worden vast goede vriendinnen.’ Een beetje uit schaamte keek hij naar de grond. ‘En ik heb ook nog wat goed te maken’, mompelde hij stilletjes. Anderling knikte dat ze verder moesten gaan. Ze moesten inderdaad dringend naar de wemels. Het werd tijd dat Harry Astrid aan hen voorstelde. En Astrid keek er dan ook naar uit. Hij had haar veel verteld over hen. Het waren zijn beste vrienden en ook Hermelien Griffel.
Maar ook Astrid had veel verteld over zichzelf. Haar vader was al spoorloos sinds haar derde levensjaar. Waarschijnlijk was hij gestorven door Voldemort.
Dat deed Astrid veel pijn in haar hart. Ze miste hem zo. Maar door Harry besefte ze dat ze niet de enige in de wereld was. Hij had tenslotte bijde ouders niet echt gekend.
Mondilia Perkamentus, was haar moeder. Eigenlijk was ze wel aardig en behulpzaam, maar sinds Astrid wist hoe de vork aan de steel zat, was ze kwader dan ooit op haar.
Dan bleven haar broer en haar kat nog over. Astrid kon zich geen beter broer dan Brady voorstellen. Hij was het liefste familielid dat ze had. Delta was de kat. Hij was haar lievelings huisdier. Maar eigenlijk was hij ook wel listig. Harry keek Anderling een laatste maal aan voor ze wegging. ‘En wat moet ze voorlopig doen?’, vroeg hij. ‘Ze moet toverspullen hebben én ze moet leren toveren.’
Anderling keek hem bewonderend aan. ‘Je hebt helemaal gelijk, Harry’, zei ze goedkeurend. ‘Ik ben blij dat je je zo zorgen maakt, want ik was het al bijna vergeten.’
Ze nam een stoffen zakje uit haar jas. ‘Hier zit haar sleutel in van haar kluis in’, zei ze tegen Harry. ‘Bewaar hem goed, want ik heb hetzelfde moeten doen.’
Harry begreep het. Anderling had heel die tijd de sleutel van Perkamentus bijgehouden om die dan aan zijn kleindochter te geven. ‘Waarom gaf hij de sleutel dan niet aan zijn dochter?’, vroeg Harry.Maar Anderling keek hem geheimzinnig aan. ‘Albus Perkamentus mocht zijn dochter niet’, fluisterde ze en ze ging de kamer uit.
Astrid had het gehoord. Ze keek verwoed naar de deur. Maar daar dacht Harry niet meer aan. Hij dacht aan hoe ze eigelijk nu wel konden verschijnselen op Zweinstein. Waarschijnlijk konden de heksen en tovenaars wel in de tuin verdwijselen en verschijnselen, nu er werken aan de gang waren daar, maar niet in het gebouw zelf.
Harry besloot smaen met Astrid ook terug naar buiten te gaan om zich dan uit de voeten te maken. Ze gingen de trappen af, maar ze konden weer niemand bespeuren, zelfs Anderling was er niet meer. Na enkele minuten waren ze dan toch eindelijk in de grote tuin, waar het huisje van Hagrid terug werd opgebouwd. Harry nam de pols van Astrid stevig vast en vedwijslede naar het Nest. Hij had dus toch gelijk over die vedwijnsel- en verschijnwelregeling.






Laatst aangepast door DragonFly op Do Nov 09, 2006 20:08; in totaal 3 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
DragonFly
Oude Forumnaam: Jilleke100101 Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 23 Sikkels


DragonFly is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Jun 25, 2006 18:35 Terug naar boven Sla dit bericht op

ziezo hier is hoofdstuk 2, als jullie de hoofdstukken te groot vinden hoeven jullie het maar te zeggen. Maar denk er dan wel aan dat in de echt Harry Potter boeken de hoofdstukken ook zo groot zijn.
Bye, bye , friends!


Hoofdstuk 2:
Astrid voelde zich weer erg ongemakkelijk toen ze door een onzichtbare dawngbuis heen gingen. Harry was het al gewend. Hij verschijnselde en verdwijnselde zowat elke dag.
Omdat Harry al bij zijn Duffeling familie weg was, had hij zijn domiciel al bij de Wemels geplaatst. Die leuke familie waar zijn beste vriend bij toebehoorde.
Toen Harry en Astrid na even misselijk worden eindelijk geland waren in de tuin van de Wemels, zagen ze dat vlak aan het Nest gestrand waren.
Het grote maar scheve huis wankelde op zijn muren en was duidlijk met tovenarij in stabilitijd gehouden. Astrid vond het net zoals Harry een prachtige woonst. Even later kwam mevrouw Wemel al aanlopen. ‘Ooh, Harry’, zei ze opgewonden. ‘Ik heb het gehoord van Minerva.’ En ze wees naar Astrid, die ze aandachtig bekeek.
‘Kind, wat zie jij er al even mager uit als Harry!’
Astrid begreep het niet. Ze was helemaal niet ondervoed. Ze was gewoon goed in sport en heel lenig, daardoor dat ze geen grammetje vet had. Maar ondanks mevrouw Wemels nare gedrag, mocht Astrid haar wel. Astrid had ook al snel door dat Harry hier het echte lievelingetje van de familie was. Misschien dat mevrouw Wemel haar dan ook mocht, omdat ze hetzelfde zachtaardige karakter als Harry had.
Al was ze soms toch echt wel een doorbijtertje.
‘Harry’, sprak mevrouw Wemel toen ze alledrie naar binnengingen.
‘Je hutkoffer is al hier. De collectebus heeft hem hier afgeleverd.’
Harry luisterde niet naar haar. Op de bank in de rommelige woonkamer zag hij Ginny ingedoken zitten. Ze had Harry en Astrid niet gezien en snikte zachtjes.
‘Ginny’, zei hij in een reflex. Ze keek op, maar zei niets. Ze was nog steeds kwaad, omdat hij vorig jaar haar onrechtvaardig behandeld had.
Ze was eeuwig kwaad op hem. Met een vuile blik ging ze van Harry naar Astrid en weer terug. Ze stond op en barste in tranen uit. Toen was ze weer weg.
Harry voelde zich daarna ook een hle tijd niet zo geweldig. Hijvoelde zich nog steeds alsof zijn hart in tweeën was gespleten. Of beter: gerukt.
Astrid zag het en klopte hem lichtjes op de rug. Ze had nog niets gezegd sinds ze daar waren. Ze was letterlijk betorverd van al de prachtige dingen die zich in het huis plaatsvonden. Mevrouw Wemel had zoams gewoonlijk weer wat lekkers voor Harry en Astrid bereid en dat zette ze dan ook op de tafel voor hun neus.
‘Wel’, zei ze opgelucht. ‘Nu weet je wat je werkelijk bent, hé?’
Ze glimlachtte vriendelijk naar Astrid en Astrid deed hetzelfde terug.
‘Eigenlijk ben ik ook wel heel blij’, zei ze. Dit waren ook meteen haar eerste woorden tegen mevrouw Wemel. Astrid was altijd heel verlegen tegen mensen.
Ze voelde zich dan niet op haar gemak bij vreemde mensen.
Maar deze keer was dat niet het geval. Astrid vond haar heel aardig. Niet zoals haar biologische moeder was. Zij was steeds een echte slechte heks.
Astrid had over Albus Perkamentus gehoord, hij was een schat van een mens beweerde iedereen. Maar hoe kwam het dan dat haar moeder juist het tegenovergestelde was.
Of was het dan misschien Astrids grootmoeder die de slechte genen aan haar dochter gaf. En waarom was Astrid dan niet zo’n slecht kind?
Het bleef haar een raadsel. Mevrouw Wemel leek op het eerste gezicht wel als een échte moederfiguur voor haar. Zij was veel verantwoordelijker. Dat viel meteen op bij Astrid.
Maar wat wil je, ze was moeder van een heel “nest” kinderen.
Mevrouw Wemel vertelde over al haar kinderen. Ook over Fleur en Bill die over enkele dagen zouden trouwen. Ze was alvast bezig met de voorbereiding. Onderandere met een stapel taarten te bakken. ‘Waar is Ron?’, vroeg Harry op een gegeven moment.
Mevrouw Wemel keek even in het rond. ‘Ja’, zei ze. ‘Waar is hij eigenlijk? Dat doet hij toch nooit wanneer zijn beste vriend hier is en zeker niet als er zo’n aangenaam bezoek is?’ Harry en mevrouw Wemel keken even glimlachend naar Astrid, die rood werd.
‘Ik ga hem wel even zoeken’, zei Harry die al bijna begreep wat er loos was.
‘Mevrouw Wemel, wil je Astrid nog wat duidelijk maken?’ Ze knikte. Ze begreep dat Harry even zijn vriend alleen, zonder Astrid wou gaan opzoeken.
Niet dat Harry Astrid niet mocht, integendeel, hij kon haar nu al een vriendin noemen, maar hij wou Ron vragen waarom hij zo raar deed. Ron kon niet weg wezen. Dat niet. Harry dacht alleen dat Ron op zijn kamer zat. Maar waarom?
Toen haar de waggelende trappen opliep en de kale muren zag, ging er over zijn rug een steek. En vooral toen hij voorbij de deur van Ginny’s kamer kwam. Hij had de neiging om naar binnen te gaan en het weer goed te maken, maar iets in hem zei dat dat nog te vroeg was. Hij voelde zich daardoor wel heel verdrietig door, maar hij wilde zichzelf niet nóg ongelukkiger maken om met haar een aanvarende ruzie te hebben.
Dus ging hij maar verder tot boven, de hoogste verdieping.
Harry ging de piepkleine kamer van Ron binnen. Het was er donker en kil.
Hij voelde meteen aan dat zijn vriend ook ergens daar zat, maar hij wist niet waar.
‘Ron’, riep hij. En even later knipte het licht achter hem aan.
Daar zat de vriend van Harry met rood haar. Het was inderdaad Ron.
Harry schrok zich een ongeluk en ziel op het felverende bed van Ron Wemel.
‘Hallo Harry’, zei hij. Maar Harry keek hem raar aan. ‘Waarom ben je niet naar ons toegekomen? Ik ben toch je vriend? En dat is wat vrienden doen. Ben je kwaad of zo op me? Trouwens Astrid is er ook bij en’ Maar Ron verbrak hem.
‘Wie is ze? Hoe komt het dat ze bij jou is?’ Harry schrok weer van Ron, maar deze keer omdat hij nog nooit had meegemaakt dat Ron zoveel intresse had in een meisje.
‘Wel’, zei Harry. ‘ Ze is vijftien en heet Astrid Brenem. Ik heb ontdekt dat ze een heks is en dat ze niet op een toverschool zat en dat ze niet eens wist dat ze kan toveren. Toen ik met haar naar Anderling ging, blijkt ze een slechte moeder te hebben en is ze het kleinkind van Perkamentus.’
‘Wat?’, schreeuwde Ron. ‘Ik wist niet eens dat Perkamentus een kind noch een vrouw had.’ Ron moest even bekomen van de shok.
‘Wel, ik vind haar in ieder geval wel leuk’, zei hij en Harry keek hem fronsend aan.
‘Ik heb jou en haar buiten gezien en ik weet zeker dat ze geweldig is.’
Harry’s adem stokte. ‘En Hermelien dan?’, vroeg hij verbauwereerd.
Ron keek kwaad naar de grond. ‘Oh, zij’, zei hij alsof ze minderwaardig was.
‘Ze heeft me brieven gestuurd en ze is steeds kwaad op me. Ik weet ook niet wat haar bezield. Astrid ziet er veel verantwoordelijker uit dan haar. Hermelien blaft me steeds af, ik weet zeker dat Astrid iet zo is. Dat zie je gewoon aan haar gezicht zelf al.’
Harry keek hem ongeloofwaardig aan. ‘Hoe kun je dat al weten zonder dat je haar ooit ontmoet hebt? Je lijkt net op Ginny toen ze mij ook het eerst in levende lijve zag.’
Harry voelde zijn maag weer samentrekken. Het was geen goed idee geweest om over Ginny na te denken. Maar Ron zweeg. Er kwam iemand de trap op hollen. Het was Astrid.

het vervolg zie je morgen wel. [color=green]Oh ohw, wat zal de reactie van Ron zijn op Astrid?






Laatst aangepast door DragonFly op Do Nov 09, 2006 20:34; in totaal 4 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
DragonFly
Oude Forumnaam: Jilleke100101 Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 23 Sikkels


DragonFly is offline. 
BerichtGeplaatst: Wo Jun 28, 2006 21:14 Terug naar boven Sla dit bericht op

en weeeeeeeeer een nieuw stukje: Smile
enjoy

Toen Astrid binnen kwam, ondervond Harry dat achterhem iemand verdwijnseld was.
Harry vond Ron soms zo’n idioot. Hij was even razend op hem, maar toen Astrid op het bed van Ron ging zitten, vroeg hioj zich meer af hoe het met haar ging.
‘Gaat wel’, zei Astrid mompelend, alsof ze hem gehoord had, ook al had hij niets gezegd.
Harry stond erwel even versteld van. Was dat een nieuwe gave van haar?
Maar hij wilde daar niet over beginnen. ‘Hé’, merkte Astrid dan op.
‘Wat zit je hier eigenlijk zo alleen. Waar is die vriend van je?’
Harry aarzelde even. Zou hij het zeggen? Zou Ron dat wel op prijs stellen?
Maar Harry had geen keuze. Hij zag aan Astrids ogen dat ze zijn gedachten opnieuw was doorgedrongen. ‘Sorry’, zei ze grinnikend. ‘Ik kan er niet aan doen. Maar mevrouw Wemel heeft me net verteld dat ik net zoals mijn grootvader zeer goed ben in oclementie of zoiets.’ Harry keek haar verwonderd aan. Opeens had hij de drang om verder te gaan met zijn lessen, maar wel zonder Sneep dan.
Eigenlijk vond hij het nooit leuk als iemand in zijn hoofd kon turen. Het was een naar gevoel. ‘Vertel me alles over die Ron’, zei Astrid enthousiast. Maar Harry deed nog maar net zijn mond open en voor de slaapkamer plofte er een knal neer.
Harry kon zo al raden wie het was. Stil door de deur zachtjes open te duwen, stak Ron zijn hoofd naar binnen. ‘Is ze weg’ fluisterde hij naar Harry. Maar hij wist niet dat Astrid daar ook nog zat. Hij scrok zich een ongeluk toen hij haar zag en hij liep helemaal rood aan. Gelukkig stond Astrid al op en ging ze de deur uit. ‘Oh, ja’, zei ze nog snel. ‘Komen jullie zo? Mevrouw Wemel heeft eten bereid.’ En ze ging verder te trap af. Harry en Ron bleven achter in de kamer. Astrid hoordde nog een kreet langs de deur gaan. Het was Ron. Eigenlijk vond ze hem ook wel leuk, maar ze had toch even geen zin om haar met vriendjes beig te houden. En zo te horen was Hermelien Griffel ook zo verliefd op hem.
Dus het was beter om geen harten te breken. Toen Astrid stil voorbij Ginny’s kamer liep, hoorde ze de deur open gaan. Ze zag Ginny in de deuropening staan met bevende benen.
‘Wat is er?’, vroeg Astrid aan haar. Maar Ginny antwoordde niet.
‘Ben jij die vriendin van Harry’, vroeg ze met een afkeurende blik.
Astrid lachte eventjes. ‘Wat? Ik ken Harry nog maar pas. Hij heeft er voor gezorgd dat ik
eindelijk in het leven als heks kon stappen.’
Ginny keek opgelucht. ‘Kom binnen’, zei ze en ze wees uitnodigend naar haar kamer.
‘Je bedoelt dus dat jullie helemaal geen stel zijn?’ Ginny ging zitten op haar bed met een enrome zakdoek in haar hand. Weer lachte Astrid.
‘Helemaal niet! Trouwens ik ben nog maar vijftien. Ik ken Harry niet echt goed, en ik val niet op types als hem, meer zoals die Ron Wemel.’ Ginny gierde het uit.
‘Dat meen je niet?’, vroeg ze ongelovig. Astrid knikte.
Maar Ginny’s glimlach alweer snel. ‘Ik heb gehoord dat je afstamt van Perkamentus?
Je zal dus ook met Jeweetwel moeten vechten?’, vroeg ze serieus. Net zoals bij Ginny gleed de vrolijkheid van Astrids gezicht. Ze keek nu heel droevig. Daar wilde ze liever niet aan herinnerd worden. ‘Misschien kan ik je wel helpen met het toveren?’, stelde Ginny vriendschappelijk voor. Astrid knikte weer. ‘Dat zou fijn zijn’, zei ze turend naar de grond. ‘Ik kan best wel wat vriendschap gebreuken.’
Ginny glimlachte weer, maar nu van medeleven. ‘Wees gerust, hier heb je genoeg vrienden om je heen, dat weet ik nu al.’ Astrid vond het aardig hoe Ginny tegen haar vertelde dat alles wel goed zou komen. Eindelijk kreeg ze het gevoel dat er wel mensen waren die om haar gaven. ‘Dankzij mijn opa Perkamentus kan ik ook oclementie of zoiets doen’, zei ze. Ginny lachte. Samen gingen ze naar beneden, want mevrouw Wemel had geroepen dat de kaboutersoep klaar was. Astrid kreeg een raar gevoel in haar maag.
‘Kaboutersoep is soep zonder kabouters erin’, stelde Ginny haar gerust.
‘Het is alleen maar een bijnaam, omdat het de soep is die kabouters het liefste eten.’
Plots verschenen de hoofden van Harry en Ron, die nog steeds bloosde, ook aan de trap.
Astrid rolde met haar ogen. Moest die jongen met het rode haar echt zo raar doen? Hij was al rood genoeg, hoor, dacht ze. Het bleek dat Harry juist hetzelfde dacht, want ook hij probeerde net als Ginny hem duidelijk te maken dat hij normaal moest doen.

In de vakantie nog veel meer, want dan heb ik meer tijd. Maar ik blijf schrijven.






Laatst aangepast door DragonFly op Do Nov 09, 2006 20:09; in totaal 3 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
DragonFly
Oude Forumnaam: Jilleke100101 Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 23 Sikkels


DragonFly is offline. 
BerichtGeplaatst: Do Jun 29, 2006 20:29 Terug naar boven Sla dit bericht op

nieuw stuk. Het einde van dit hoofdstuk: yeah! Smile


Toen ze allemaal aan tafel gingen zitten, ging Ron zo dicht mogelijk tegen Harry zitten, zodat Astrid hem niet zou opmerken. Toen ze onwennig in haar soep roerde, slurpte Ron zijn soep in één tuig leeg. Ineens was hij al weer weg.
‘Wat heeft hij toch?’, vroeg Ginny fluisterend aan Astrid.
Maar Astrid antwoordde niet. ‘En wat heeft hij?’, wees ze naar Harry die droevig naar zijn soep staarde. Hij dacht nog steeds dat Ginny kwaad op hem was.
Even was het stil aan tafel. Ron kwam maar niet terug en Astrid, Ginny en Harry voelde een kleine leegte. ‘Waar zijn Fred en George?’, vroeg Ginny aan mevrouw Wemel die net een stukje breiwerk betoverd had. Ze was duidelijk al bezig met haar breireeksen die ze tijdens Kerstmis uitdeelde. En omdat Astrid nu ook eentje moest ontvangen, moest ze steeds vroeger met de voorbereidingen beginnen. ‘Ik weet het niet echt’, zei mevrouw Wemel terwijl ze de steken op haar breinaald telde. ‘Ik heb hen de hele dag niet gezien. Ze zijn al van s’ochtends weg en ze zullen waarschijnlijk nog veel langer wegblijven.
Sinds ze al wel eens in hun winkel overnachten, zie ik hen nog nauwelijks.
Ze zijn zeker de rekken aan het aanvullen, want ze hebben net weer wat nieuws uitgevonden. Kaboutersoep, maar dan met echte kabouters’ Ginny proestte het uit.
‘Wat?’, gilde ze. ‘Dat meen je toch niet! Dat is kaboutermishandeling!’
Mevrouw Wemel lachte. ‘Tuurlijk zijn ze niet echt. Ze zeggen het alleen maar om kleine kinderen te doen schrikken. Neen, het zijn marsepeine-milkshakes.’
Ginny zuchtte opgelucht. Ook al kon Astrid niet goed volgen wat er gezegt werd, toch lachtte ze vrolijk mee. De vriendelijke lach van mevrouw Wemel was een kleine pleister op de grote wonde. De wonde die Mondilia had aangericht. Haar moeder had Astrid verraden. Zo voeldde het voor Astrid aan. Mondilia had nooit mogen liegen. En volgens mevrouw Wemel en de andere tovenaars was ze misschien een handlanger van Voldemort. Een dooddoener dus. Astrid kon haar eigen ogen niet geloven.
Ze wist dat haar moeder geen goed karkater had, maar samenspannen met de slechterik?
En dat voor iemand die de dochter was van de liefste, slimste en meest wijze persoon van alle tovenaars en heksen. Albus Perkamentus streed voor het goede, hij was geen slecht mens. En hij wilde zeker dat zijn nakomelingen ook zo waren. Maar waarom was Mondilia dan toch zo? Het enige antwoord kon je misschien vinden bij de moeder van Mondilia, en dus de grootmoeder van Astrid. Mevrouw Wemel zei dat ze alleen wist dat ze al even slecht was en dat ze Perkamentus helemaal had ingepakt met haar charmes.
Daarbij was ze ook een getallenteerde heks en bleek ze een meesteres te zijn in valstrikken. Maar op een dag verdween ze spoorloos, al na de scheiding tussen haar en Perkamentus. Ze nam hun kind mee. Perkamentus had nog nooit zoveel verdriet gehad.
Iedereen dacht dat ze gevlucht was naar Voldemort, om daar een dooddoener te worden en zo het wat te verhelpen om Perkamentus te vermoorden.
Maar de laatste tijd was het nogal stil rond haar. Niemand wistwaar hun dochter was en iedereen dacht dat de vrouw al dood was. Haar naam was Sorrella. Een naam die nooit iemand zou vergeten. Opeens hoordde Astrid een kleine stem in de verte.
Astrid was aan het dromen geraakt. ‘Astrid’, zei Ginny zacht. ‘Astrid? Misschien kan je beter vroeg gaan slapen’, stelde ze voor. Astrid knikte. Dat leek ook mevrouw Wemel het beste. ‘Kom, kind’, zei ze en ze stond op. ‘Ik zal je wel naar Ginny’s kamer leiden.
Dat kan ik beter doen, en dan kan ik je ook een bed klaarzetten en nieuwe lakens toveren.’ Astrid knikte en ze sjokte naar de hal, waar de trap zich bevond om naar boven te gaan. Mevrouw Wemel volgde haar.
Harry en Ginny waren nu alleen. Misschien dat dat wel het doel was geweest van mevrouw Wemel. Harry stond aan de grond genageld en zweeg even.
Hij voelde zich nog steeds heel droevig om wat hij enkele weken eerder had gezegt, maar daar had hij nu wel veel spijt om. Ginny keek hem alleen maar starend aan.
Het leek er dus op dat hij moest beginnen met zich te verontschuldigen. Want dat was hij ook van plan. Om vergiffenis te vragen aan hem.
‘Kom je mee naar buiten’, vroeg hij dan om de ijzige stilte die er aanbrak te kunnen verbreken. Ginny knikte. Buiten was het al stikkedonker, want de anond was al gevallen. Ginny ging tegen aan boom zitten en Harry keek haar aan.
‘Het spijt me, Ginny’, zei hij dan met zijn hoofd nog steeds omlaag.
Ginny knikte weer, maar dan instemmend.
‘Het spijt mij ook’, zei ze. ‘Ik weet dat je me wilt beschermen tegen Vo... Volde... Voldemort’, slikte ze. ‘Maar ik kan niet zonder je. Ik heb heel de tijd je zo leuk gevonden en dan, eindelijk, begin je me ook leuk te vinden. We vormen dan een koppel, maar dan besef je dat je het niet kan, dat je het niet mag. Het is niet gemakkelijk. We worden constant uit elkaar gerukt.’ Harry ging naast Ginny zitten. ‘Ik weet het’, zei hij en hij gaf haar een knuffel. Gelukkig waren ze nu terug vrienden. Maar Ginny begreep het na al die tijd toch. Ze konden niet meer dan gewoon vrienden zijn. Of misschien wel. Maar dat moest de tijd uitwijzen. Ginny moest er maar even bij leren leven. Ze wilde niet door haar schuld, dat Harry in de problemen kwam, of ze allebij. Neen, dat mocht nóóit gebeuren. Nooit. Daarvoor was het leven te mooi. Medelevend zei Harry: ‘Ik weet dat we moeilijke tijden zullen moeten meemaken. Maar wat moet, moet! Laat ze maar komen, die doodoeners en Voldemort!’ Harry wilde de strijd laten beginnen!
Want Harry en Astrid moesten het tegen hem gaan opnemen.


Cool always be cool ! Cool






Laatst aangepast door DragonFly op Do Nov 09, 2006 20:10; in totaal 2 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
DragonFly
Oude Forumnaam: Jilleke100101 Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 23 Sikkels


DragonFly is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Jul 02, 2006 11:11 Terug naar boven Sla dit bericht op

weer een nieuw stukje: laat iets weten, pleas.
Hoofdstuk 3:
Harry was al vroeg gaan slapen. Zoals altijd had mevrouw Wemel er voor gezorgd dat hij en Astrid een thuisgevoel kregen in het Nest.
Mevrouw Wemel behandelde hen meer als haar bloedeigen kinderen in plaats van ‘vrienden van de familie’.
Al kon Harry zijn geluk niet op tijdens het verblijf met de Wemels, toch knaagde er die nacht iets vreselijks aan hem. Hij moest steeds vaker terug aan Zweinstein denken.
Hij hield ervan. Het was ondanks alles toch een nóg betere thuis die Harry voor zichzelf kon voorstellen. Hij miste Perkamentus. Hij vond het jammer dat Astrid zijn kleinkind was, want Harry zag hem echt ook als een grootvader.
Natuurlijk zei hij dat niet tegen Astrid, al kon zij dat wel uit hem afleiden door zijn gedachten te lezen. Harry dacht ook aan de gruzeliementen. Maar hij wilde liever zijn hoofd daar de eerste dagen van de vakantie niet over breken. De volgende dag was Astrid al vroeg wakker. Ginny en Astrid leken al de beste vriendinnen en Harry en Ron sliepen nog. ‘Wauw’, zei Astrid toen ze over de sorteerhoed hoorde. ‘Ik hoop dat ik ook bij Griffoendor hoor’, zei ze enthousiast. Ginny knikte. ‘Zonder twijfel’, bevestigde ze.
‘Je merkt het gewoon helemaal aan je, wanneer iemand moedig is. Net zoals Perkamentus ben jij ook echt helemaal weggelegt voor Griffoendor. Ik zou me niet kunnen voorstellen dat jij bij Zwadderich word ingedeelt.’
Maar Astrid keek haar droevig aan. Ze roerde wat in het glas pompoensap met haar vinger. ‘Mijn moeder zat bij Zwadderich’, vertelde ze en ze wankelde wat op haar stoel.
Haar ontbijt dat ze in de keuken samen met mevrouw Wemel klaargemaakt had, smaakte plots helemaal niet meer. ‘Ze is een slecht mens. En dat besef ik nu pas. Ik vind het vreselijk om zo over mijn moeder te hoeven praten, maar proffessor Anderling heeft het me zelf gezegt.’ Enkele tranen vloeide langs Astrids snikkende gezicht.
Ze had er het heel erg mee om zo over haar moeder te hoeven praten.
Proffessor Anderling had haar heel vroeg die ochtend een brief gestuurd per uil.
De uil mocht ze houden, maar dat was haar minste zorg.
Nu wist Astrid ook de reden waarom Anderling de dag daarvoor zo opgewonden was door dat ze wist waar Mondilia uithing. ‘Mijn moeder is gisteren opgepakt’, zei ze. ‘Ze gaat naar Azkaban. Ze zal daar eeuwig blijven met de demontors.’ Astrid was verslagen.
Als troost gad Ginny haar een knuffel. ‘Zó slecht was ze niet’, zei Astrid tegen haar bijna al brullend. ‘Ik hield van mijn moeder. Begrijpt niemand dat dan? Ik heb niet eens afscheid van haar kunnen nemen.’ Astrid rukte zich los van Ginny.
Zij zat er zomaar starend naar haar verdrietige en boze nieuwe vriendin.
‘Waarom?’, vroeg Astrid met een gezicht dat nu begraven was onder tranen.
‘Ze heeft niets slechts gedaan, hoor. Ze heeft mij toch steeds beschermd? Waarom zou ze van me houden als ze een dooddoener was?’ Ginny schrok. Was Astrids moeder een dooddoener? Dat wist ze helemaal niet. Maar nu wel, dat was duidelijk.
‘Ze zou mij toch ook vermoorden? Ik ben toch een afstammeling van Perkamentus?’
Ginny schudde haar hoofd. ‘Omdat je haar dochter bent’, antwoordde ze logisch. ‘Ze zou je naar haar hand zetten en ervoor zorgen dat je ook een dooddoener zou worden. Maar nu lukt haar dat niet meer. Niemand zou toch zijn eigen kind vermoorden?’
Astrid luisterde niet naar haar. Ze had het veel te druk om met haar voeten te stampen.
De hele houten vloer daverde mee.
‘Laat je hoofd niet zo hangen’, zei Ginny troostend en ze gaf weer een knuffel aan haar vriendin. Maar deze keer rukte Astrid zich niet los. Ze was helemaal verzwakt.
Ze had het al heel die ochtend verkrobt en gedaan alsof er niets aan de hand was, maar nu voelde ze zich helemaal als een uitgeperste schotelvod.
‘Ik weet gewoon niet wat ik moet doen’, zei Astrid half verlamd in haar benen. Ze trilde voor de rest helemaal. Wanhopig begon ze weer te huilen.
‘Ik wil mijn moeder niet kwijt! Waarom hebben ze mij mijn moeder afgenomen.’
Het klonk zo hartverscheurend. Astrid vond haar moeder geen slechterik.
Ze wilde alleen maar een lieve moeder hebben die goe voor haar zorgde en haar veel liefde gaf. En nu was dat zomaar opeens van haar afgenomen.
Ze had haar moeder niet eens meer gezien. En dan dacht ze dat ze bij de Wemels zeilig was? Het was gewoon zo oneerlijk. Anderling had haar voorgelogen.
Het was zo wreed dat iemand zoiest kon doen. En dan zei Anderling nog dat hetvoor haar eigen bestwil was. Astrid werd rood van woede en weer rukte ze ze zich na een langere tijd af van Ginny. Ze stormde de tuin in. Alle tuinkabouters sloegen op de vlucht voor haar kabaal. De eerste beste boom was voor Astrid goed om op te slaan. Al merkte ze wnel dat ze zichzelf daardoor meer pijn deed dan de boom. Dus greep ze de geleende toverstok van de Wemels. Ze hadden nog een reserve voor als er weer een kapot ging, want nu Voldemort op de loer lag was het niet zo handig om dan je toverstokte vernielen.
En met Ron hadden ze ook al eens een gebroken gehad en waren er veel brokken van gekomen. Astrid riep geen vloek op de boom, omdat ze die nog niet kende, maar ze richtte er alleen maar even naar. De redelijk flexiebele hippogriefveer-toverstok van vier-en-twintig centimeter was blijkbaar uitstekend voor Astrid. Ze toverde zinder iets te zeggen een mooi rond gat in de boom. Nu leek het meer een boom met een doorkijkgat dat reuzegroot was. Ginny kwam paniekerig aangelopen. Astrid plofte tegen de boom aan en bestefte dat het geen zin had om steeds kwaad te blijven.
Het was nu eenmaal gebeurd. Net zoals de slag tegen de boom. Haar hand gloeide er nog steeds van. Er waren enkel wat bladeren van de boom gevallen, dat was alles.
Ginny kwam naast haar zitten. ‘Misschien kan je het even laten bezinken’, zei ze wijs.
Astrid vond het een goed idee. Ze vond dat Ginny heel lief voor haar was.
‘Kom’, zei Astrid half-glimlachend. ‘We kunnen beter de jongens eens gaan zoeken.’
Ginny stemde in. Natuurlijk bedoelde Astrid, Ron en Harry...

hoe vond je dit deel? (uit je emotie's)

Embarassed Evil or Very Mad Rolling Eyes Cool Confused Surprised






Laatst aangepast door DragonFly op Do Nov 09, 2006 20:11; in totaal 4 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
DragonFly
Oude Forumnaam: Jilleke100101 Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 23 Sikkels


DragonFly is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Jul 02, 2006 20:58 Terug naar boven Sla dit bericht op

Toen Astrid en Ginny naar boven kropen, was Astrid haar pijn in het hart al een klein beetje vergeten. Ze kon het niet helpen, maar iets in haar zei dat haar moeder niet gewild had dat ze ongelukkig bleef.
Plots hoorden Astrid en Ginny een luide knal voor zich.
Astrid schrok zich rot en Ginny dijnsde snel achteruit.
Fred en George waren net voor hen verschijnseld.
‘Fred en George’, riep Ginny tegen de twee.. ‘Jullie waren bijna op ons beland.’
‘Sorry, zus’, zei George. ‘We kunnen er niet aan doen dat we voor mooi volk vallen.’
Hij glimlachte breed naar Astrid, die een beetje rood werd.
Maar Ginny kon erniet mee lachen. Ze kruiste haar armen en zei: ‘Sorry, maar ik denk dat Astrid al genoeg landlopers achter zich aan heeft lopen. Ron durft namelijk geen woord tegen haar uit te brengen en hij loopt altijd rood aan.’
Fred begon te lachen. ‘Dat meen je niet’, zei hij en hij duwde George om mee te doen.
‘Weet je soms waar mam is?’,vroeg George. Ginny schudde haar hoofd.
‘Ik weet alleen dat mams niet thuis is’, zei ze. ‘Misschien is ze wel naar de winkel.’
En met ‘de winkel’ bedoelde Ginny natuurlijk niet alleen de supermarkt, maar ook de winkel van Fred en George. Namelijk tovertweelings TopFop-shop.
Astrid keek er ook wel naar uit om eens in hun winkel een bezoekje te brengen. Ze wilde alles eens uitproberen met wat er met magie te maken had.
‘Wel dan zullen we maar terug gaan naar de winkel, zeker’, zeiden Fred en George zuchtend. ‘Tot ziens.’ En ze waren weer weg verdwijnseld met een harde knal.
Astrid glimlachte naar Ginny. ‘Jij hebt rare broers, hoor’, zei ze en ze gingen verder de trappen op. Toen ze eindelijk boven waren waar de kamer van Ron zich bevond, hoorde Astrid en Ginny de twee jongens praten.
Door de dunne muren die de kamer scheidde met de gang, kon je echt alles horen.
Ron was weer eens over Astrid bezig. Over hoe hij het zou aanpakken en hoe hij tegen haar zou gaan praten. Maar zo te horen zei Harry bijna niets.
‘Hou nu toch eens op met over Astrid te brullen’, zei hij.
‘Wat heb je toch met haar? Ik denk dat ik Ginny en Astrid maar eens ga zoekn.’
Hij opende de deur en trefte daar twee meisjes met een boze blik aan.
Beide zeiden ze geen woord. Ze stonden enkel maar naar Harry te gapen en te wachten tot hij iets zei. ‘Wat is er Harry?’, vroeg Ron nieuwschierig. ‘Heb je misschien een spook gezien? De bloederige baron?’ Harry antwoordde niet dus stond Ron zelf op uit zijn luie stoel en keek hij door deur. ‘Euh Hallo’, zei hij flouwtjes toen hij Astrid aanstaarde.
‘Ik zou maar stoppen om over ons te roddelen’, zei Ginny bitsig.
‘Kom Astrid.’ Maar Harry stopte haar. Hij greep haar arm en smeekte bijna om bij hen te blijven. Ginny gaf toe, maar Astrid had geen zin om nog langer te blijven.
‘Misschien kunnen we beter naar de Wegisweg’, zei ze vlug.
‘Dan kan ik wat tovenaarsspullen kopen.’
Ginny knikte. ‘Ja, je hebt gelijk. Dat kunnen we beter doen, in plaats van hier maar te zitten niksen.’ Harry knikte nu ook. Ginny klampte zich aan Harry vast en plots verdwijnselde ze. Ze waren in rook opgegaan.
Astrid en Ron stonden even alleen, maar dan nam Ron Astrid vast en verdwijnselde ook.Astrid voelde dat ze even bloosde. Maar dat ging al snel voorbij toen ze machtige straat van de Wegisweg zag. Alles was zo perfect..Laat me weten wat je ervan vind.






Laatst aangepast door DragonFly op Do Nov 09, 2006 20:11; in totaal 3 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
DragonFly
Oude Forumnaam: Jilleke100101 Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 23 Sikkels


DragonFly is offline. 
BerichtGeplaatst: Wo Jul 05, 2006 21:58 Terug naar boven Sla dit bericht op

Nieuw stukje...
hoofdstuk 4:
Astrid stond met open mond naar alle lieve, kleine en zo te zien ook heel gezellige winkeltjes te gapen.
‘Daar zou ik wel nog eens in kunnen wonen’, zei ze stralend.
Plots besefte ze dat Ron naast haar zat te piepen. Wat is er, dacht Astrid te vragen, maar net op tijd besefte ze dat ze de arm van Ron nog steeds vast had.
Zoals elke keer, liep Astrid weer rood aan.
Even glimlachten ze flauwtjes tegen elkaar, maar Harry greep Ginny’s hand en aan de andere sleurde hij Astrid en Ron mee.
De kinderkopjes (kasseien) die op het wegje lagen waren hobbelig en liepen schots en scheef. Harry herinndere zich zijn eerste keer op de Wegisweg; hij was net zo in zijn gedachten gezonken toen, dat hij even niet besefte dat hij een tovenaar was.
Alles was zo geweldig! ‘Laten we eerst je wat boeken kopen’, zei Ginny en ze begeleidde Astrid en de jongens rond als een gids.
Harry die zo trots als een pauw was, volgde gehoorzaam.
Al was hij er niet met zijn gedachten bij; hij wist toch wat er allemaal gebeurde.
Even ging Ginny ‘Klieder en vlek’ binnen, maar meteen holde ze angstig weer naar buiten. ‘Malfidus in zicht’, zei ze kort. Harry werd plots klaarwakker.
‘Laten we weggaan, voor hij weer naar ons komt’, zei hij vlug.
Maar zijn snelle reactie was tevergeefs.
Draco stond al buiten, met een kleine huiself achter zich aan.
‘Wel, wel, wel’, zei hij sarcastisch. ‘Wie we hier hebben: de Wemels en onze lieve, kleine Potter-held. En uiteraart nog iemand.’
Aandachtig bestudeerde hij Astrid vanuit één ooghoek zodat het niet opviel.
Al deed het dat wel, omdat het merkwaardig lang was.
‘De naam is Astrid Brenem’, zei Astrid schor tegen Draco.
‘En jij moet dat vuile dorpsidiootje Malfidus zijn, hé?’ Ze knikte spottend tegen hem.
Draco keek haar verwonderd aan. Alsof het een wonder was dat er toch nog iemand zijn mening tegen hem durfde te zeggen. Harry voelde zich daar een stuk moediger door.
‘Wat kom je hier in Perkamentus’ naam nog doen?’, vroeg hij met gebalde vuisten.
‘Door jou is Perkamentus dood. Hoe durf je je hier nog te vertonen?
Je zou in de cel horen te zitten. Waarom ga je niet naar je Heer van de duisternis?
Of moet ik beter zeggen: Voldemort?’ Malfidus trok een raar gezicht bij het laatste woord dat Harry gezegt had. Hij voelde zich kennelijk niet goed bij Harry’s woorden, en dat merkte vooral Astrid dan ook op. Zuur keek ze naar Malfidus.
Maar hij greep uit. ‘Ik maak zo gehakt van jullie’, zei hij dreigend en hij greep naar zijn binnenzak van zijn lelijke, zwarte shirt.
Astrid greep in een reflex ook haar toverstok en richte hem eerder dan Malfidus deed, naar hem. ‘Durf het eens’, zei ze uitdagend.
Harry, Ron en Ginny dijnsde achteruit. Angstig keek Malfidus scheel naar de toverstok die nu rustte op zijn neus. Zijn ademhaling versnelde en zo wist Astrid dat ze haar doel bereikt had. Maar ze bleef hem voldaan aankijken.
‘Zo, nu piep je wel anders, hé?’
‘Laat me met rust’, zei hij half snikkend.
Astrid voelde zich plots niet goed worden.
Even duizelde ze. Ze dacht dat het door de extreme woede was, maar dat gevoel had ze nooit eerder meegemaakt.
Plots volgde er een grote lichtflits. Astrid voelde dat ze opeens een andere gedaante aannam. Het felle licht verblindde ieders ogen van de mensen die rond de flitsen waren gaan staan. Harry merkte plots ook op dat Hermelien een paar meter achter hem verschenen was. Harry wilde ernaartoe gaan, maar hij had meer de drang om te blijven kijken wat er met Astrid gebeurde. Ron keek verbaast met een mond vol tanden toe, en zonder hij het besefte weerhield hij ook Harry ertoe om naar Hermelien te gaan.
En plots vervaagde de witte lichtstralen. Malfidus die als een klein broekventje a,ngstig zat toe te kijken en mijn zijn bene n fel tegen elkaar alsof hij in zijn broek geplast had.
Plots stond op de plek waar Astrid enkele tellen gestaan had een kersverse Pony.
‘Dat meisje is een faunaat’, schreeuwde een oude man uit de grove stilte die er was onstaan. ‘Zonder dat ze het zelf wist.’
Toen stierf de dode stilte weg. Iedereen wilde naar haar toe, maatr daar had ze geen tijd voor. Ze had nog met iemand een eitje te pellen. Een heel groot ei zelfs...

reactie's "hint, hint" Confused






Laatst aangepast door DragonFly op Do Nov 09, 2006 20:12; in totaal 6 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
DragonFly
Oude Forumnaam: Jilleke100101 Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 23 Sikkels


DragonFly is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Jul 10, 2006 14:22 Terug naar boven Sla dit bericht op

Malfidus zette het op een lopen. Hij was zo bang, dat Harry bijna kon raden dat zijn hart overuren deed. Astrid, die hem meteen volgde, bartste bijna van de ophopende woede.
Harry keek angstig toe, nam Ginny’s en Rons arm en rende met haar mee.
‘Help’, riep Draco paniekerig. Maar dat kon Astrid niets schelen.
Enkele seconden later beet ze een stuk uit Draco’s zwarte broek, waardoor hij struikelde.
Jammerend lag hij versprijd op de grond.
‘Zo’, hinnikte Astrid tevreden met een hoef op zijn been, dat hij niet kon weglopen.
‘Ik denk dat je je lesje nu wel geleerd hebt!’ Ginny liep snel naar Astrid.
‘Astrid’, zei ze sprakeloos en een beetje hakkelend, maar even later verscheen er een grote glimlach op haar gezicht. ‘Je bent een faunaat. En dan nogwel een pony.’
Ron en Harry hurkte langs haar neer. Astrid bekeek haar eigen handen, of beter gezegt, haar poten. Opnieuw concentreerde ze zich. Nu ging het wat gemakkelijker om te veranderen in haar andere gedaante.
‘Hoe komt het?’, vroeg ze en ze liep met Harry, Ron en Ginny een winkeltje binnen.
‘Hoe kan dat nu dat ik een “dier” ben?’
Ginny zuchtte opgelucht. ‘Je bent een faunaat. Iemand die kan veranderen in een dier en in een mens.’ Maar Astrid keek een beetje triest.
‘Waarschijnlijk komt dat, omdat mijn vader er ook een is’, zei ze betreurt.
‘Of hij wàs het...’ Ginny trooste haar.
Ze begreep waarom Astrid hier zo droevig om was.
Astrid miste haar vader enorm. En nu haar moeder naar Azkaban moest, voelde ze zich heel alleen daardoor. Plots hoorde ze uit de verste een kleine stem roepen.
Het was Hermelien. ‘Wacht’, riep ze luid en ze rende naar het groepje toe.
Harry, Ron en Ginny waren al helemaal vergeten dat Hermelien ook opde Wegisweg was. Maar Ron keek koppig naar de grond. Hij vertikte het om nog maar even om te kijken. Hij sleurde Astrid zowat even mee, maar dat wilde ze niet. Dus bleef ze staan, zodat hij ook moest blijven. ‘Ik heb gezien dat jullie een nieuwe vriendin hebben’, zei ze tegen Harry en Ginny. Die kinkten. Astrid ging tussen hen in staan. ‘Hallo’, zei ze.
‘Mijn naam is Astrid Brenem.’ Ze stak haar hand uit en die schudde Hermelien.
Ondanks die strenge blik die Hermelien uitstraalde, vond Astrid toch dat ze er aardig uitzag. En dat was Hermelien ook. Ze wasgeen echte strever, soms een betweter en soms ook koppig. Misschien daarom dat Ron en zij vaak ruzie hadden.
‘Sorry’, verontschuldigde Harry zich tegenover haar. ‘Maar van meneer’, hij wees verwoed op Ron. ‘Mocht ik niet naar je toe komen.
Hermelien keek weer met een vernietigende blik naar hem.
‘Wat is er toch gebeurt tussen jullie’, vroeg Ginny zuchtend.
‘Jullie maken altijd ruzie om niets!’ Maar bijde antwoorden ze niet.
Toen Astrid een mooie uil gevonden had in Braakbal’s Uilenboetiek, ging ze naar de kassa om hem te betalen. Na hem betaalt te hebben, ging ze naar buiten en keek ze recht in de etalage van Olivanders Toverstokken. Ze ging snel binnen, zodat de anderen het niet zouden opmerken. In het donkere kamertje waren alle toverstokken netjes bij naam geordend en gesorteerd. Opeens stond voor de toonbank een oude en wijsuitziende man.
‘Hallo, mijn kind’, zei hij vriendelijk. ‘Wens je een toverstok’, vroeg hij.
Astrid knikte verlegen. ‘Ik heb van de Wemels al een oefenstok gekregen’, zei ze stil.
Maar Olivander schrok. ‘Jij ben de kleindochter van Perkamentus’, zei hij geschokt.
Astrid keek hem raar aan. Was ze dan ook al zo beroemd als Harry?
Dat wilde ze echt niet! Ze legde voorzichtig de toverstok van de Wemels op de toonbank en ging toen een stapje achteruit.
Olivander haastte zich naar enkele kasten en nam een hoop met toverstokken er uit.
Eén voor één opende hij de doosjes met toverstokken erin.
Astrid probeerde een tiental uit, maar geen enkele was goed passend bij haar.
Ze zag dat Harry en Ginny naar binnen keken en dat Hermelien en Ron op de achtergrond erg veel ruzie maakte. Daarom dat Ginny en Harry er zo vermoeid uitzagen.
De laatste van de rij was volgens Olivander de redelijk flexiebele eenhoornhoorn die verwerkt was in de toverstok. Hij was vierentwintig centimeter lang.
Ton Astrid hem vast had, bleek het dat de toverstok niet meer weg wilde uit haar handen.
Olivander knikte goedkeurend en glimlachte.
Astrid betaalde de man vierentwintig sikkels en bedankte hem nog heel erg voor ze terug naar buiten ging. De toverstok van de Wemels hield ze bij tot ze terug naar huis gingen, zodat ze die dan kon afgeven. Haar nieuwe toverstok stopte ze automatisch in haar broekzak. Maar zoals Ginny en Harry keek ze ook nu heel triestig.
Hermelien en Ron hadden nu zelfs de aandacht van andere voorbijgangers getrokken.
Ze stonden elkaar uit te schelden voor het vuil van de straat...






Laatst aangepast door DragonFly op Do Nov 09, 2006 20:12; in totaal 2 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
DragonFly
Oude Forumnaam: Jilleke100101 Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 23 Sikkels


DragonFly is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Jul 16, 2006 16:59 Terug naar boven Sla dit bericht op

weer een neiuw stukje... Mijn lezers nemen toe Smile
Thanx, my friends! Hier volgd wat SPANNEND!!!


Hoofdstuk 5:
‘Wel’, zei Hermelien met een hoog stemmetje, toen ze allemaal terug in de keuken van de Wemels waren verschijnseld.
‘Ginny had me persoonlijk uitgenodigd en mevrouw Wemel vond het goed dat ik ok kwam. Ik wou trouwens Harry zien en Astrid leren kennen.’
Astrid draaide wat met haar vingers. Achter haar op de tafel stonden al haar nieuwe spullen die ze nodig had om te leren toveren. Haar toverstok had ze nog steeds veilig aan haar broek gespeld. Ze trok Harry en Ginny mee naar buiten.
Ze wilde het geruzie van Ron en Hermelien niet meer aanhoren. Net zoals de andere twee. Ze hadden hoofdpijn en vermoeid.
‘Ik begrijp het niet’, zei Astrid haar hoofd pijnigend.
‘Waarom bekvechten die twee toch steeds?’
Ginny schudde haar hoofd. Maar Harry zuchtte.
‘Vroeger toen we jou nog niet kenden waren ze ook zo, maar niet zo erg’, zei hij.
‘Ze waren verliefd, denk ik. Maar nu niet meer.’
Astrid begreep het niet. Maar even later keek ze verdrietig.
‘Misschien wil hij haaralleen maar jaloers maken...’ Dat was het enige wat ze zei.
Ginny begreep haar. Astrid veranderde van gedaante en geloppeerde weg, het veld in.
Harry volgde haar met zijn ogen. ‘Wat bedoelt ze?’, vroeg hij voorzichtig aan Ginny.
Ze keek een beetje sip. ‘Ze denkt dat Ron doet alsof hij verliefd op haar is, om zo Hermelien jaloers te maken.’ Harry keek met halfopen mond toe. ‘Huh?’, vroeg hij zachtjes en onbegrijpend. ‘Maar Ginny, je hebt toch zelf gezien hoe hij bloosde en verliefd naar haar keek? Denk je echt...’ Ginny knikte.
‘Ron zal haar wel leuk vinden en misschien is hij echt wel verliefd. Maar denk eens aan Belinda Broom? Volgens mij gebeurt bij Astrid binnekort hetzelfde.
En ik wil dat Ron haar niet kwetst. Ze heeft al zoveel te verwerken gekregen.’
Harry begreep het. Ginny had inderdaad gelijk. Het mocht niet gebeuren.
Astrids hart zou breken en Ron en zij zouden nooit meer contact met elkaar willen.
Maar het was nog niet zeker. Misschien was het fout gedacht, maar de kans zat er dik in.
‘We moeten het met zekerheid weten’, zei hij beslist.
‘Laten we nu Astrid zoeken.’

Even later naderde het tweetal stappend een maïsveld.
‘Hier is ze langs geweest’, merkte Harry op. Hij wees op hoefsporen
‘Moeten we echt door dit maïsveld?’, vroeg Ginny met een raar gezicht.
Ze had gelijk. Het was te moeilijk om als mens daar doorheen te geraken. Astrid had het als pony wel gekund, of ze was veranderd in mens en dan had ze misschien een baan getoverd. Maar dat verklaarde wel niet dat er nog steeds hoefsporeven stonden afgedrukt in de modder. Harry kreeg een kil gevoel. Omdat hij nu niet langer de grootste vijand van Voldemort was, kon het ook zijn dat hij Astrid te pakken had willen krijgen.
‘We moeten haar onmiddelijk vinden’, zei hij haastig.
‘Wie weet wat er allemaal kan gebeuren. We mogen geen tijd verspillen.’
Zo snel hij kon haalde hij zijn toverstok tevoorschijn. Ginny hield hem tegen.
‘We mogen toch niet toveren?’, zei ze. Maar dat was niet waar. Ginny was vergeten dat ze nu toch niet meer naar schol gingen, omdat Zweinstein voor een tijd niet meer kon worden gebruikt. De minister van toverkunst, Schobbejak Rufus, had een nieuwe wet opgesteld dat minderjarigen nu ook mochten toveren buiten de schooluren.
Omdat het gevaar overal op de loer lag, moesten ze het risico nemen.
Dat was het veiligste. Harry dacht niet na.
‘Accio Vuurflits!’ Na enekele seconden vloog in de verte een lange bezemsteel op.
Zo snel het ding kon ging hij klaar staan en sprongen Harry en Ginny erop.
Het maïsveld was inmens. Nergens was Astrid te bekennen.
Opeens kwam er een groene lichtflits uit de lucht op hen af.
Harry zag hem nog op tijd en dook meteen naar onder.
Ginny krijste van de schrik. ‘We moeten landen’, riep ze in Harry’s oor.
Maar Harry wilde niet luisteren. ‘Neen, we moeten Astrid halen. Ik weet zeker dat ze haar hebben gevangen genomen.’
‘Land, Harry’, riep Ginny nogmaals. Maar dan zag Harry ook dat het beter was.
Rakelings schoot er weer een flits langs hen heen. Beide vielen ze op de grond, waar geen maïs stond maar alleen veel gras. Het leek raar, want het was net alsof het zo uitgesneden was in het veld. Tussen enkele hogere sprieten lag een oud frisdrank-blikje.
‘Het is een valstrik’, fluisterde Harry tegen Ginny.
‘Het was het plan omons naar benden te halen, zodat we hier landden. Dat blikje is een ViaVia.’ Ginny keek op. Op haar knieën kroop ze naar Harry.
‘Wat moeten we nu doen’, vroeg ze angstig. Harry schudde zijn hoofd.
‘Ik denk dat we naar het hol van de leeuw zullen moeten’, zei hij triestig. ‘Daar is Astrid waarschijnlijk ook.’ Hary nam Ginny’s hand en nam de ViaVia stevig beet.
Met draaiende bewegingen en enkele salto’s vielen ze neer op een kerkhof.
Harry kende het maar al te goed. Hij scharelde vlug overeind en trok ook Ginny op.
Even verder zagen ze een pony liggen. Hetwas Astrid.
Harry vreesde ervoor. Wat als ze de vloek des doods hebben gebruikt?
Harry’s hart stond even stil. Ze moesten verder. Dus hij sloop voorzichtig verder, tot hij een vertrouwde stem hoorde. ‘Wel, wel, wel’, zei een dooddoener vlak achter hem.
Het was Korzel. Harry draaide zich vliegensvlug om en ontwapende hem met Expelliarmus. Hij leek al even dom als zijn zoon, want hij had net hetzelfde kunnen doen bij Harry. Harry had zo hevig gereageerd dat Korzel tegen een graf was gestoten en dat hij nu bewusteloos was geworden. Maar daar had Harry zelfs geen oog meer op.
Hij zag dat er veel meer doodoeners kwamen aanrennen. Wat ook opviel was dat Sneep nergens te bekennen was. Allemaal richtten ze hun toverstokken naar Harry en Ginny.
Harry beschermde Ginny. Dit was hun dood. Harry wilde niet verdwijnselen omdat hij Astrid nog moest gaan halen. En hij vertikte het om haar in de steek te laten. Ook al was ze dood. Hij kon niet meer bij haar, dus was alles verloren geweest. Harry’s leven flitste voorbij. Plots zag hij dat Sneep er stond. Astrids lichaam verdween en in een oogwenk stonden Sneep en zij bij Ginny en hem. Het was ongelooflijk, werkelijk onmogelijk, maar op de een of andere manier waren ze verdwijnseld. Harry dacht dat het een droom was, maar hij zag het kille gezicht van Sneep boven hem.
Ze waren gered en ze stonden even later in het huis dat vroeger van Sirius was geweest, maar dat Harry aan de Orde van de Fenix had gegeven.
Sneep had hen weggehaald van de doodoeners. Harry kon nog steeds niet geloven wat er gebeurt was. Maar waarom? Waarom deed Sneep het? ...

Was het leuk?
Dat van Sneep vind ik best wel een leuke theorie, zo zie ik het tenminste.
Morgen ofzo lees je meer!
Bye!






Laatst aangepast door DragonFly op Do Nov 09, 2006 20:12; in totaal 1 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
DragonFly
Oude Forumnaam: Jilleke100101 Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 23 Sikkels


DragonFly is offline. 
BerichtGeplaatst: Vr Jul 21, 2006 17:55 Terug naar boven Sla dit bericht op

nu de theorie: spanning verzekerd, leuk gevonden, al zeg ik het zelf!

Serverus Sneep keek naar Astrid, Ginny en Harry.
Harry keek vol afschuw terug. Hij was dan wel nu gered door Sneep, toch had hij nog steeds een bloedhekel aan die man. Astrid had meer schrik van Sneep dan wat anders.
Sneep rijkte zijn hand naar Harry, Maar hij vertikte het om hem aan te nemen.
Ginny en Astrid wilde ook liever zelf rechtstaan.
‘Wat is er gebeurt?’, vroeg Astrid verward en draaierig. Niemand antwoorde.
Harry werd rood in zijn gezicht en hij dijnsde achteruit.
‘Wat doe jij hier?’, vroeg hij kwaad en brutaal aan Sneep.
‘Waarom heb je ons gered? Wou je ons misschien van de andere doodoeners weghalen zodat jij meer plezier beleeft aan onze dood?’ Sneep stond aan de grond genageld.
Verslagen en sprakeloos zocht hij naar woorden. Harry, Ginny en Astrid grepen alledrie op het zelfde moment hun toverstokken. Astrid dwaalde nu niet meer.
Ze keek dreigend naar Sneep en porde de toverstok onder zijn neus.
‘Dus jij hebt mijn grootvader vermoord, hé?’, schreeuwde ze zwaar ademhalend in zijn oor zodat hij kon voelen hoe erg het was en hoe Astrid zich op dat moment voelde.
Sneep keek haar alleen maar met bange ogen aan.
Hij werd tot in een hoek van de kamer geduwt.
‘Hier zal je nog spijt van krijgen’, mompelde ze woest.
Ze richtte haar toverstaf hoog in de lucht, klaar om Sneep te vervloeken met de vele spreuken die Astrid de vorige dagen geleerd had.
‘Nee’, riep Harry vlug. ‘Expelliarmus!’
Hij ontwapende Astrid. De toverstok vloog hoog in de lucht en Sneep ving hem op.
Ginny trok Astrid sneel naar achteren. Nu waren ze zeker gedoemd.
‘Vermoord ons niet, Sneep’, zei Harry en hij nam Ginny en Astrid achter hem.
Maar Sneep deed helemaal niets. ‘Julie begrijpen het niet’, zei hij helder en met een toon die Harry nog nooit had gehoort. Sneep stapte lichtjes naar voren en gaf voorzichtig de toverstok terug aan Astrid. Harry en Ginny konden hun ogen niet geloven.
Astrid keek Sneep aandachtig aan. Even trok ze haar hand voor haar mond.
‘Neen’, mompelde ze licht. ‘Het kan niet waar zijn!’ Vlug greep ze naar haar broekzak.
Er zat een kleine oranje portomonee in. Hij rinkelde even van de knoeten.
Astrid haalde er een klein fotootje uit van een jongen, ongeveer even oud als Harry en Ginny nu. Hij had zwart haar en een vreemde neus. Astrid liet hem aan Sneep zien.
Hij glimlachte alleen maar. Harry en Ginny keken verbaasd toe. Harry’s mond viel open en Ginny leek elk moment te kunnen flauwvallen. Het was Sneep in zijn jeugdjaren.
Hoe kwam Astrid daaraan? Alles leek nog verwarder wanneer Astrid Sneep een knuffel gaven. Enkele tranen kwamen uit haar ogen gevloeid.
‘Wat is hier aan de hand?’, vroegen Harry en Ginny tegelijk fronsend.
Astrid aarzelde even. ‘Wat bedoel je? Wisten jullie dan niet dat hij mijn nonkel is?’
Harry’s adem stokte. ‘W-wa-wat?’ Een naar gevoel ging door zijn lichaam.
Al die tijd dat Sneep slecht leek... Of was Astrid nu juist de slechte persoon samen met Sneep? ‘Ik denk dat ik nog veel moet ophelderen’, besliste Sneep. Zijn stem klonk nog steeds levendig. Het leek wel of Sneep iemand anders was geworden.
Maar toch niet... Het kon niet dat iemand een Wisseldrank had genomen. Het kon gewoon niet. Daarvoor was Sneep écht te véél Sneep.
Maar dan op een goede manier.
Sneep nodigde Harry, Ginny en Astrid mee aan de tafel.
Deze keer weigerde ze niet. ‘Sorry dat ik je bijna vermoord heb’, zei Astrid blozend.
Sneep schudde zijn hoofd. ‘Het zit in de familie’, glimlachte hij.
‘Wat is er nu eigenlijk aan de hand?’, schudde Harry verward zijn hoofd.
‘Potter’, zei Sneep aarzelend. ‘Euh...Harry, ik zal het allemaal wel uitleggen.’
Hij toverde voor de gezelligheid vier glazen boterbier.
‘Wel’, begon hij. ‘Eigenlijk heet ik niet Sneep... Ik heet ook Perkamentus.’
Harry schrok nu nog meer. Wat had dat nu weer te betekenen? Waren Astrid en Sneep hen in de maling aan het houden?
‘Mijn vader is Albus Perkamentus en mijn moeder is een Prins. Mijn zus is Mondilia Perkamentus, een doodoener. Ik ben geen doodoener. Maar ik kon mijn zuster niet in de steek laten. Ik heb dus alsof gedaan dat ik mijn vader vermoord had, maar eigenlijk was het een plan zodat mijn oudere zus zou denken dat ik papa had vermoord.’
Harry keek nog steeds verbaasd.
‘Ik zou nooit iemand vermoorden, zeker nier mijn vader of mijn zus’, bevestigde hij.
‘Maar waarom heet je dan Sneep en heb je alles geheimgehouden?’, vroeg Ginny nog steeds twijfelend aan Sneeps verklaringen.
Serverus zuchtte diep. ‘Omdat, zoals ik al zei, zogezegt voor Jeweetwel werkte’, antwoorde hij. ‘Mijn vader vond het een goed idee om het spel mee te spelen. Het was de beste oplossing om zo op de een of andere manier Jeweetwels vertrouwen te winnen.
Om zo op de een of andere manier hem te kunnen uitschakelen.’
Harry peinigde zijn hoofd. ‘Dus dat is ook de reden waarom hij je vertrouwde’, stelde hij vast. ‘Maar als je geen doodoener bent, maar “goed”, waarom deed je dan zo tegen mij heel die tijd?’ Serverus keek hem doordringend aan. Hij antwoorde niet.
Harry begreep het nog steeds niet.
‘Waarom, Serverus’, vroeg Harry opnieuw, maar dan met een zwaardere stem.
‘Heb ik het recht niet om dat te weten?’
Serverus keek naar de grond. ‘Ik mocht je vader gewoon niet, en ook Lupos en Sirius niet! Ze pestten me vroeger steeds; ik kon het niet verdragen. Ik dacht dat je zoals hen was, maar ik heb je verkeert ingeschat.’ Harry keek hem verwoed aan.
De woorden van Sneep over zijn vader, knelden hem nog steeds.
‘Waar heb je de naam “Sneep” dan vandaan?’, vroeg Ginny opeens allert.
Severus keek haar aan. ‘Het is mijn tweede naam. Een overgrootvader noemde nog zo.’
‘Maar’, aarzelde Harry even. ‘Maar als Perkamentus nog leeft... Waar is hij dan?’
‘Hij is met Hagrid en zijn nieuwe vriendin mee. Ze zijn ondergedoken in Frankrijk.’
‘Goed’, zei Astrid vermoeid. ‘Waar moeten we nu naartoe? We kunnen niet meer terug naar de Wemels... Ginny, je familie moet ook naar hier komen! Stel dat ze je ouders onverwachts aanvallen...?’
Ginny knikte. ‘We moeten snel via het haardvuurd communiceren. Dan kunnen ze ook via daar overstappen.’ Serverus knikte. Hij zag er ineens een stuk aardiger uit, volgens Harry. Plots hoorde hij een grote deur dichtslaan.
Even later kwamen een man en een vrouw binnen.
Het waren Tops(Tonks) en Remus Lupos.
De vrouw had roze haar. Astrid moest even erom lachen. Ze mocht haar wel.
En eindelijk had ze de tijd om met haar nonkel Serverus mee door te brengen.
Even kon ze haar geluk niet op.
Harry vertrouwde het nog steeds niet helemaal...

Nu weten jullie de waarheid... Mijn waarheid, athans! Razz
Laten weten wat je ervan vind en hopelijk zijn jullie bereid om verder te lezen binen enkele dagen...
Bye!






Laatst aangepast door DragonFly op Do Nov 09, 2006 20:12; in totaal 1 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Berichten van afgelopen:      


 Ga naar:   


Sla dit onderwerp op als textbestand

Volgende onderwerp
Vorige onderwerp
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum
Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum
Je mag niet stemmen in polls in dit subforum



Powered by phpBB © 2001/3 phpBB Group :: FI Theme :: Tijden zijn in GMT + 1 uur :: Disclaimer