Harry Potter Forum index
Dit forum is gesloten. Bezoek nu de vernieuwde versie van HPF!
 Harry Potter Forum gesloten  •   Inloggen

 Defying Gravity Volgende onderwerp
Vorige onderwerp

Sla dit onderwerp op als textbestand
Auteur Bericht
Aya
6e jaars
6e jaars


Verdiend: 179 Sikkels
Woonplaats: Waverly Academy, Dumbarton

Aya is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Di Nov 04, 2008 13:57 Terug naar boven Sla dit bericht op

Image

A/N: Jackiie, bedankt voor de reactie! Hier ben ik weer met een nieuw hoofdstuk; het heeft even geduurd vanwege mijn tentamenweek en gezeur met internet thuis, maar nu heb ik weer tijd en de mogelijkheid te updaten ^__^ Leesze!

---

H o o f d s t u k 1 5

Om precies kwart over twaalf kwam Richel met extatische uitdrukking de badkamer uitgewandeld, rekte haar armen uit en gaapte. “Milouuu, je kaaan!” riep ze naar de gestalte bij het haardvuur, die daar echter nog volledig aangekleed met haar armen over elkaar stond. “Weet je hoe laat het is?” zei die op vreemde toon. “Kwart over twaalf,” voegde ze daar aan toe voordat Richel antwoord kon geven.
“Sorry—ik heb iets langer in de badkamer gezeten,” zei Richel schoon en schuldonbewust.
“Anderhalf uur langer, om precies te zijn, maar daar gaat het niet om,” zei Milou met rollende ogen. “Drakey en Blaisey zijn nog steeds niet terug, en geestelijk is Draco niet helemaal stabiel, maar zo’n neurotische schoonmaker is hij nou ook weer niet. Moeten we ze niet gaan zoeken?” vervolgde ze op niet geheel onangstige toon terwijl ze neurotisch roze nagellak van haar nagels krabde.
Richel keek van haar eigen, in een warme badjas gewikkelde, schone lijf naar de opening in de leerlingenkamer die hen naar de koele, smerige kerkers zou leiden. “Heb je ze niet gewoon gemist toen ze naar de jongensslaapzaal gingen?” vroeg ze hoopvol, maar haar ogen zochten voor de zekerheid alvast door de kamer naar haar warme Uggs, die ze hard nodig zou hebben als ze door de kerkers zouden gaan stampen, op zoek naar die twee debielen. Ondertussen schudde Milou haar hoofd. “Nee, ik heb de hele tijd hier zitten wachten en nu ben ik een beetje bang—wat als er iets is gebeurd?”
“Er is vast niets aan de hand, misschien hebben ze nu gewoon in de privacy van de kerkers een hartelijk, openhartig gesprek over hoe ze ons later ten huwelijk gaan vragen,” zei Richel hoopvol, terwijl ze hinkend op één been haar Uggs probeerde aan te trekken en tegen een fauteuil aandreunde. “Au! Godver!”
“Ben je echt van plan zo in het openbaar rond te lopen?” informeerde Milou, met een blik op Richels Uggs, haar pluizige badjas tot iets boven de knieën en de handdoek die om haar hoofd gewikkeld zat; met een nijdig gebaar rukte Richel de handdoek weg, zodat vochtige krullen eronder vandaan sprongen. “Het leven is geen modeshow, hoor,” zei Richel terwijl ze richting de kerkers stampte.
“Dat zei je wel toen ik die lichtblauwe boa om had—je wilde hem gewoon voor jezelf, ik wist het wel. Ik zei het nog, maar toen deed je alsof je me niet serieus nam.”
“Werken die pilletjes van jou nog wel?”

“Ik geloof niet dat dit een erg goed plan was,” besloot Milou na vijftien minuten doelloos rondlopen. Richel klapperde demonstratief met haar tanden en trok haar badjas wat dichter om zich heen; de muts die ze op haar hoofd had gezet hielp niet en bovendien zag ze eruit als een blinde zwerver zonder modegevoel, maar in elk geval met een mooi roze huidje van de scrubs. “Zou je denken?”
“Wat is logisch?” vroeg Milou zich hardop af.
“Zo’n beetje alles behalve jouw redenatievermogen,” antwoordde Richel terwijl ze verder slofte op haar Uggs.
“Wacht—ik hoor wat,” siste Milou, “het komt uit die kamer! Ik zie licht branden, wiens kamer is dat?”
“Welke onhygiënische grootneus heeft er een kamer in de kerkers?” vroeg Richel op een toon alsof ze een quiz afnam op de kleuterschool.
Milou kreeg dezelfde moeilijke uitdrukking op haar gezicht die ze altijd kreeg als haar hersens in de knoop kwamen te zitten door het denken. “Sneep, natuurlijk!” siste Richel terwijl ze Milou een mep op haar arm gaf. “Misschien zijn ze met hun stomme hoofden tegen Sneep aangelopen!”
“Wat maakt dat nou uit—ze waren toch aan het schoonmaken?” haalde Milou haar schouders op terwijl ze Richel, die bekend stond om het ‘uit haar dak gaan om niets’, wat weer bij Draco bekend stond als ‘code rood, pilletjes niet geslikt’, aanstaarde.
Richel keek nonchalant naar het plafond en Milou slaakte een diepe, melodramatische zucht. “Ben je nog steeds niet van de ‘Sneep is een pedo’-theorie afgestapt?”
Verontwaardigd zette Richel haar handen in haar zij en wilde net aan een ongetwijfeld overtuigend betoog beginnen, maar op dat moment zakte haar badjas open omdat ze een debiel sprongetje maakte; aan het einde van de gang hoorden ze nu duidelijk iemand zijn stem verheffen. “Niet lachen!” siste ze tegen een rood aangelopen Milou, die duidelijk niet de geraffineerdheid inzag van een groot Hello Kitty-hoofd op een BH, en sjorde haar donkerbruine badjas weer dicht.
“Wie was dat?” fluisterde Milou in plaats van een serie giechels.
“Altijd als Blaise of Draco hun stem verheffen gaat het finaal mis met de mannelijkheid van hun toonhoogte, dus ik zou zeggen, Sneep of een andere vent,” antwoordde Richel terwijl ze peinzend tegen haar kin tikte.
Plotseling trok ze beschermend haar badjas nog dichter om zich heen en rukte de muts af in een tot mislukken gedoemde poging zichzelf er iets fatsoenlijker bij te laten lopen. “Hé! We moeten hier weg, Milou, straks ziet Draco me zo!”
“Ja, dát is pas erg. Niet meer strafwerk of een woeste Dooddoener, maar Draco die je puur natuur ziet—hij vindt je immers niet al compleet gestoord, of zo,” zei Milou ironisch. “Het kan niet vreselijker.”
Richel tuurde met toegeknepen ogen in de richting van het kantoortje, terwijl ze afwezig knikkend instemde met wat Milou dan ook in godsnaam zojuist uitgekraamd had. “Oh nee,” fluisterde ze plots, “er komen mensen uit het kantoortje! Snel, we moeten ergens in!”
“De vorige keer dat ik met jou ergens inging zaten we in een gloeiend hete transporterende kast,” zei Milou terwijl ze vastberaden haar hoofd schudde; Richel keek haar giftig aan. “Geen oude koeien uit de sloot halen! We moeten gewoon… gewoon…” Ze keek bedenkelijk. “Eh…”
Milou duwde haar razend snel in een redelijk groot spelonk in de muur en sprong zelf achter een of ander oerlelijk standbeeld toen ze daadwerkelijk voetsporen aan hoorde komen, en liet een zachte ‘ssst!’ horen toen een charmante ‘godverdommejezus’ van protest uit Richels keel ontsnapte. Twee ruisende mantels kwamen langs, vergezeld door gelijkmatige voetstappen en ten minste één onregelmatige ademhaling; Richel fronste en kroop uit het beschutte deel van de muur, op handen en knieën richting het standbeeld waar Milou achter verscholen zat. “Dat waren ze, ik herkende dat gehijg. Wat nu?” siste ze.
“We moeten wachten totdat ze goed en wel in hun slaapzaal zijn, dan weten ze niet dat wij ze hebben gezien,” verklaarde Milou in een griezelig en zeldzaam moment van helderheid. “En vertel me alsjeblieft nooit hoe het komt dat je dat herkent,” voegde ze eraan toe.

“We zitten hier nu al zo lang dat mijn haar is opgedroogd en mijn nagels minstens drie meter zijn gegroeid,” zei Richel poepchagrijnig. “Hoe lang hurk ik hier al?”
Milou wierp een snelle blik op haar horloge, rolde met haar ogen en gaf Richel een duw; nu dreunde die tegen de muur aan en slaakte een hoog gilletje. “Tien minuten, zeikerd.”
“Goed. Die zijn nu heus wel boven, hoor. Zo’n hoog concentratievermogen heeft Draco niet,” gaapte ze, en snoerde haar badjas wat meer dicht toen ze eenmaal was opgestaan. “Dus we vragen hem morgen wel wat hij in de naam van Marcels manborsten aan het doen was.”
Richel wandelde richting de leerlingenkamer en Milou volgde, af en toe behoedzaam achterom kijkend of er echt geen activiteiten meer waren in of rondom Sneeps kantoor.
Richel stapte de leerlingenkamer binnen. “Nou, in elk geval fijn dat we—oh,” zei ze abrupt tegen Draco, die bij het haardvuur zat, terwijl ze ernstig deed alsof ze totaal niet verrast was en de schaduwen zo over zijn gelaat vielen dat ze zijn gezichtsuitdrukking niet waar kon nemen. “Wij hebben even een rondje gelopen, je weet wel, om het terrein, heel mooi in het maanlicht, frisse lucht gehaald, in het maanlicht—dan droogt mijn haar beter,” verkondigde ze plotseling met gespreide armen alsof het een geniale ingeving betrof, wat ze hoogstwaarschijnlijk ook vond.
“Soms ben je echt half meisje, half stoppelknol,” zuchtte Milou. “Nou, ik ga Blaisey welterusten zeggen en ervoor zorgen dat Draco niet de laatste was die hij zag voor hij naar bed ging, want dat zou nog tragischer zijn dan dat jij ons verdacht maakt… oh ja, dat deed je al.”
Richel schudde haar nu opgedroogde krullen over haar schouder en keek toe terwijl Milou naar boven huppelde; toen keek ze twijfelend naar Draco, die niet een erg welkome sfeer om zich heen had hangen.
Eerder de sfeer van een bijlmoordenaar.
Draco stond op en zijn grijze ogen gleden even van haar krullen, naar haar badjas, naar haar blote knieën en haar in comfortabele Uggs gestoken maat 36; hij nam haar aandachtig op en ze moest sterk de neiging onderdrukken om ‘een foto gaat langer mee, hoor’ te zeggen, maar ook om haar armen uit te steken en de warmte waarvan zij wist dat hij bezat te voelen.
Toen draaide hij zich om en liep naar de jongensslaapzaal, zonder nog een woord te zeggen.

“Malfidus, wat moet je?” vroeg Simon nijdig toen Draco plotseling voor hem en Charlotte opdoemde; hij grijnsde zijn beroemde grijns, waar Richel en Patty voor in katzwijm zouden vallen, en knikte naar Charlotte. “Ik moet even een paar woorden met haar wisselen.”
“Ik wissel ‘rot op’ in voor een ‘oké, vaarwel’ van jou,” snauwde Simon.
“Heel gevat voor een halfbloedje, Filister, en ga nu zelf maar een eindje verderop staan,” zei Draco met dezelfde verveelde uitdrukking die hij gebruikte voor alle mensen die hij zijn aandacht niet waard achtte, en dat waren er vrij veel; Charlotte schudde met haar hoofd en legde haar hand op Simons arm.
“Het is oké, ga maar,” zei ze zacht en knikte nu in de richting van één van de trappenhuizen. “Ga maar alvast naar de Grote Hal, ik zie je daar over een paar minuten.”
“Ik hoef maar één ding te weten, Out,” siste Draco zodra ze met zijn tweeën op de verder verlaten gang stonden. “Wat heb je Anderling gemeld?”
“Niets wat ze niet al wist,” antwoordde Charlotte met gerechte rug, om aan te tonen dat ze zich niet geïntimideerd voelde—iets waar Draco een gloeiende pesthekel aan had, mensen die niet door hem geïntimideerd waren. “Ik heb niemand verraden.”
“Omdat je beseft dat als je dat doet, je niet lang meer te leven hebt,” zei Draco met een zelfvoldane glimlach, na een korte blik om zich heen of er echt niemand aankwam. Charlotte schudde haar hoofd en op haar gezicht flitste een korte uitdrukking van ongeloof. “Nee—je snapt het concept van vriendschap en vertrouwen echt niet, hè? Dat ik nu een ander pad kies dan Milou en Richel betekent niet dat ik wil dat ze in Azkaban gesmeten worden.”
“Je bent pro-Potter, maar je grijpt niet je kans aan om—“ begon Draco, maar Charlotte keek zo meewarig dat hij op de één of andere manier verder niks uit zijn mond kreeg.
“Het was een moeilijke keuze, maar ik ga mijn beste vriendinnen niet verraden. Ik bemoei me er simpelweg niet meer mee; en doe me een lol, geef dit aan ze.” Charlotte duwde hem een dik boek in de handen, waar een heel stel roze memo’s en krantenknipsels uitstaken.
“Waarom zou ik?” snauwde Draco, die nu het onuitstaanbare gevoel kreeg dat dat stomme kind zich op de een of andere manier boven hem verheven voelde.
“Het is belangrijk,” zei Charlotte even sereen als Loena Leeflang vrijwel altijd klonk. “Ook voor dat meisje dat om je geeft vanwege wie je nu bent, niet vanwege wat je zou kunnen betekenen.”
“Poëtisch, hoor.” Draco rolde met zijn ogen, pakte het boek beet en draaide 180 graden om, zodat hij zo snel mogelijk weg kon benen bij Charlotte.

And I want a moment to be real,
Want to touch things I don’t feel,
Want to hold on,
And feel I belong…

“RICHEL!” brulde Milou in haar oor zonder enigszins rekening te houden met het feit dat Richel voor haar tachtigste geen gehoorapparaatje wilde, nadat de oortjes van haar iPod er ruw uitgerukt werden. “HOU—EENS—OP—MET—EMOMUZIEK—LUISTEREN!”
“Doe ik niet,” zei Richel verontwaardigd terwijl ze nors het apparaatje op de bank in de leerlingenkamer gooide, verder onderuitzakkend in haar fauteuil. “Ik was… ik was… laat maar, hoe was het gisteren bij Blaisey?” vroeg ze met een zucht.
Milou’s gezicht klaarde onmiddellijk op. “Geweldig! Ik vertelde dat we ze hadden gehoord, en dat ik zoiets had van ‘ja, maar ik kan je niet naar bed laten gaan met Draco’s gehijg het laatste dat door je trommelvliezen doordrong’, en toen zei hij, nou, daar weet ik wel wat op—“
“Dat is genoeg, dank je,” zei Richel sikkeneurig.
“Ooooh, ging het niet best tussen jou en Draakje?” grinnikte Milou; Richel plukte aan haar rode panty—waar ze vandaag van Sneep nog een uitbrander over kreeg, dus de nieuwe littekens op haar hand matchten met haar benen—en maakte een vaag hoofdgebaar. “Wat zei Blaise over dat we weten dat ze bij Sneep zaten?”
“Hij ontkende het,” zei Milou, haar woorden gepaard met een blik hemelwaarts. “Maar ik weet zeker,” vervolgde ze met gedempte stem, “dat hij liegt. En even later kwam Draco binnen en die trapte me er wederom uit—niet eens met woorden, hij wees gewoon naar de deur. Dus ik zeg, goed zo Drakey, dat is een deur. En toen trapte hij me er letterlijk uit,” eindigde ze met een pruillipje terwijl ze languit op de sofa was gaan liggen.
“Fascinerend verhaal—ik maak eruit op dat Draco lijdt aan onderdrukte woede,” zei Richel op de toon van een psychiater, wijs knikkend. “Bovendien weet ik wel waarom ze ons niets willen vertellen,” voegde ze daar bedenkelijk aan toe, met haar pen tegen haar kladblok tikkend. “Toen we hadden geholpen met die stomme kast werd hij ook woesticimus… Maar we zouden onszelf niet zijn als we geen manier wisten om erachter te komen wat ze bezig houdt.”
“Moest je Draco trouwens niet nog wat vertellen, of zo?” informeerde Milou. “Van toen Park je stalkte in de bibliotheek? Dat heb je uiteindelijk niet meer aan Draco gemeld, toch?"
“Ja… over hoe het voor iedereen veiliger is om op Zweinstein te blijven,” zuchtte Richel. “Ik heb het nog niet verteld, omdat het mij persoonlijk eigenlijk niet aanstaat, maar ergens heeft pekineeshoofd wel gelijk. We kunnen niet vluchten—Draco zal vast overal worden herkend en Volletje gaat met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid achter ons aan, puur om Draco nog even een mooie groene lichtflits te laten zien.” Ze begroef haar hoofd melodramatisch in de kussens. “En gadverdamme, iemand heeft in deze bank scheten zitten laten,” klonk Richels stem plotseling, gesmoord door een kussen.
Milou fronste haar wenkbrauwen even en keek toen verrukt. “Hé! Ik heb een briljant plan—we verstoppen ons in hun slaapzaal!”
“Er zijn geen woorden om uit te drukken hoe slecht dat kan uitpakken,” zei Richel ten slotte, na een lange, doordringende stilte in combinatie met een lange, doordringende blik, maar ze gaf maar op toen Milou even dolblij bleef kijken.
“Goed,” zei ze even later. “Dit is Draco’s bed en die is van Blaise—jij gaat onder die van ons fretje—“
“Wie?” vroeg Richel met een zucht.
“Fretje. Zo noemen mensen Drakey om de een of andere reden, ik vind het wel aanslaan, maar in elk geval, jij gaat onder zijn bed en ik onder die van Blaise—ssstt, daar komt iemand!” siste ze terwijl ze Richel op de grond duwde en zelf onder het hemelbed van Blaise kroop. “En hé, die string heb ik ook!”
“Kop dicht!” fluisterde Richel geërgerd terug terwijl ze haar geruite rokje over haar achterwerk trok.

Veel, veel later werd Milou plotsklaps wakker van een sissende stemverheffing, afkomstig van het bed waar Richel onder bivakkeerde. “Doe niet alsof je weet waar je het over hebt, Zabini!”
“Oh, maar natuurlijk ben jij het middelpunt van het universum dat alles meekrijgt wat er rondom gebeurt—je lijdt aan een godcomplex, jij,” siste een bekende stem kwaad terug; toen zag Milou twee benen uit het bed naast dat van Blaise stappen. Ze kneep haar ogen samen en in het donker kon ze, naast Draco’s hutkoffer, onder Draco’s bed, Richels lichaamsvormen onderscheiden; en als ze het goed zag, de glans van een ring met robijnen steen aan een ringvinger die zenuwachtig steeds om een pluk haar draaide.
“Jij bent degene die geen idee heeft van waar dit over gaat,” zei Draco geagiteerd met gedempte stem. “Ik weet nu waarom de Heer van het Duister Emanuels, Out en de Bats niet meteen vermoordde zodra ze vervelend begonnen te doen. Er moet een reden zijn, en volgens mij heb ik die hier zwart op wit.”
Aan wat zacht gekraak merkte Milou dat Blaise rechtop ging zitten. “Ik dacht altijd gewoon dat—“
“Dat die drie een spelletje waren voor de Heer? Dat zijn ze vast ook, maar niet zomaar.”
“Kom tot je clou, Malfidus,” snauwde Blaise zacht, terwijl Richel, die nu doorhad dat Milou ook intens aan het luisteren was, naar haar vriendin seinde dat ze geen flauw idee had waar ze het over hadden. Er viel een stilte waarin Richel plotseling Draco’s gezicht van dichtbij zag, toen hij voorover boog en in zijn hutkoffer rommelde; hij haalde wat kleren overhoop en haalde er een vrij onbeschadigd, dik boek uit waar tot Richels stomme verbazing een heleboel roze memoblaadjes uit staken.
GAY, mimede Milou naar Richel.
Richel mimede terug dat ze huilde en Milou deed haar best niet hardop te giechelen; ondertussen had Blaise zijn mond weer opengetrokken. “Wat staat daarin?”
“Waar die drie vandaan komen.”
De ogen van Richel en Milou werden nu zo groot dat ze elkaars oogwit haast konden onderscheiden in het donker.

---

A/N: Ik vond het zelf een beetje jammer van het gebrek aan actie in dit hoofdstuk, maarrr het was even nodig voor de overgang... in elk geval, ik hoop wel dat jullie het leuk vonden & een reactie achterlaten. ^_^ Ergens deze week post ik het nieuwe hoofdstuk. xoxo, R.





_________________

    "Ik krijg hier spontaan hoofdpijn van."
    "Dat is je brein die zijn eigen achterlijkheid probeert te bevatten," snauwde Draco.

    -
    Five Minutes to Midnight
Profiel bekijkenStuur privébericht
Aya
6e jaars
6e jaars


Verdiend: 179 Sikkels
Woonplaats: Waverly Academy, Dumbarton

Aya is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Ma Nov 10, 2008 18:23 Terug naar boven Sla dit bericht op

Image

A/N: Gwendolyn, jackiie en Patje, bedankt voor de lieve reacties! Hier is het nieuwe hoofdstuk ^_^

---

H o o f d s t u k 1 6

Milou stond met tegenzin in de spiegel naar haar eigen hoofd te kijken, die wallen ongeveer even groot als haar wangen bevatte. “Ik zou iets royaler zijn met je foundation,” gaf Patty commentaar zodra die de badkamer binnengelopen kwam.
“Houd je kop,” was Milou’s genuanceerde respons.
“Waarom lag je niet in je bed?” vroeg Patty op nog valsere toon; Milou keek haar vanuit de spiegel met een doodsblik aan. “Je was de hele nacht niet op de slaapzaal,” ging Patty onverstoord verder. “Ik vraag me af wat professor Sneep daarvan vindt.”
“Ik vraag me af wat professor Sneep ervan vindt als hij jou straks dood in de leerlingenkamer van Slytherin aantreft,” snauwde Milou terug, terwijl ze de badkamer uitstampte en prompt Blaise tegen het even vermoeide lijf liep. “Goedemorgen,” mompelde die, wrijvend in zijn ogen, “wat een agressiviteit voor op de vroege morgen.”
“Ik vraag me gewoon af wat er gisterennacht is gebeurd,” zei Patty, die met een boosaardige grijns ook de badkamer uitgelopen kwam. “Weet jij dat, Zabini? Zij en Emanuels zijn de hele nacht weggebleven.”
In lichte paniek keek Milou nu naar Blaise, maar die leek allesbehalve geïnteresseerd. “Nou, ze waren niet bij ons, dus wilde seks kan je van je lijstje schrappen, Park,” geeuwde hij; iets zei Milou dat hij nog niet helemaal wakker was, want dit soort taal had ze hem nog nooit uit horen slaan.
Ondertussen liep Richel geeuwend de trap af; zodra Draco, die al in de leerlingenkamer in een comfortabele fauteuil huiswerk aan het maken was, het geklik van haar hakken hoorde, draaide hij zich om. “Richel?”
Ze wreef in haar ogen, draaide zich richting de stem en lazerde haast van de trap af toen ze Draco zag zitten. “Ja?” vroeg ze zo nonchalant mogelijk, terwijl ze naar hem toeliep en zedelijk een meter van hem af plaatsnam, benen over elkaar geslagen.
“Ik moet je spreken,” zei Draco verbeten, alsof het letterlijk moest. “Kun je me over een half uur ontmoeten bij het Verboden Bos?” vroeg hij vervolgens terwijl zijn ogen de hare doorboorden; een blik waar Richel altijd poepnerveus van werd, omdat het leek alsof hij met die ene blik alles zag waar ze aan dacht. Wanhopig drong ze de beelden van vorige nacht—ze hadden uiteindelijk tot half zes onder hun bed gelegen en waren er toen, pumps in de hand, vandoor gegaan naar hun eigen slaapzaal—haar brein uit, voor de zekerheid.
Hoewel ze dankzij Blaise (‘Ga weg met dat stomme boek, Malfidus, ik wil slapen’) alsnog niets te weten waren gekomen, en over Sneep hadden Blaise en Draco het ook al niet gehad. Maar goed.
“Prima. Met of zonder Milou?” vroeg ze, ook voor de zekerheid.
Om de een of andere reden keek Draco nu nog meer alsof hij Harry en Ron zag zoenen. “Ik zei toch dat ik jou moet spreken,” snauwde hij. “Over een half uur dus, of begreep je dat wel?”

En zo wandelde Richel op ballerina’s naar de rand van het Verboden Bos, na een verkwikkende douche (veel van Patty’s shampoo) , een kalmerend middel (een meegesmokkelde Lucky Strike) en een korte uitleg naar Milou toe (‘code rood, manische Malfidus’). Milou was zich ondertussen aan het voorbereiden op het gesprek met Anderling, nadat Richel haar op het hart had gedrukt dat een drakenboerderij beginnen geen succesvolle carrière zou zijn voor iemand die gesteld was op haar leven.
Ze zag Draco al snel zittend tegen een boom aanleunen zodra ze iets het bos, dat met de kalende takken en resterende bruine bladeren november allang ingeluid had, in was gelopen. “Ga zitten,” beval hij haar. “Er is iets dat ik je wil laten zien.”
Richel ging zitten terwijl ze ernstig haar best deed niet te lachen om dingen die jongens wel vaker willen laten zien; ondertussen haalde Draco een boek uit zijn schoudertas, hetzelfde boek als gisterennacht, zag Richel.
“Je vriendin heeft blijkbaar pogingen gedaan uit te zoeken wie jullie echte familie is,” zei Draco kortaf. “En dat is min of meer gelukt.”
“Zijn we allemaal familie?” vroeg Richel verbaasd. Geërgerd keek Draco haar aan. “Nee, hoewel het me niet zou verbazen als jij en de Bats eigenlijk bij de familie Korzel of Kwast horen. Het is een verzameling van krantenknipsels, allemaal mensen die na de oorlog van zeventien jaar geleden bekenden dat ze hun kind hadden weggestuurd naar de Dreuzelwereld, want na de oorlog bleek dat er geen manier was om erachter te komen waar je kind was gebleven.”
Richel keek met haar wenkbrauwen in de knoop voor zich uit en Draco liet een geluidje van irritatie aan zijn lippen ontsnappen. “Wát?”
“Dus… al die kinderen werden gewoon random ergens gedumpt? Zonder dat de ouders wisten waar?” vroeg Richel fronsend; Draco haalde zijn schouders op. “Ik weet het niet precies. In elk geval staan in dit boek vrijwel alle heksen en tovenaars die deze spreuk hebben uitgevoerd.” Hij klonk vrij chagrijnig, zoals altijd wanneer hij moest toegeven dat hij iets niet wist.
Wat overigens vrij vaak voorkwam.
“Al die roze memoblaadjes zijn zeker de bladzijdes waarvan Charlotte dacht…” Zonder die zin af te maken griste Richel het boek uit Draco’s handen, ineens totaal niet meer geboeid in het gedoe met Sneep of in Draco’s vreselijke humeur. “Ooh kijk, ze heeft het gemarkeerd… R, M en C…”
Richel sloeg het boek plotsklaps dicht. “Eigenlijk moeten we dit samen bekijken,” zei ze aarzelend, bang voor wat Draco zou zeggen, maar hij bleef even stil en knikte toen; Richel maakte aanstalten om op te staan zodat ze het zo snel mogelijk aan Milou kon laten zien, maar Draco pakte haar arm. “Wacht even. Ik weet dat je mij en Zabini hebt gezien na een bezoekje aan Sneeps kantoor.”
“Ja—sorry,” zei Richel haastig. “Het was niet onze bedoeling om—“
“Er is niks,” onderbrak Draco haar; Richel was zo blij met de onderbreking (wist zij veel wat voor bedoelingen ze niet hadden—ze wist niet eens met wat voor bedoelingen ze überhaupt onder de bedden van Draco en Blaise waren beland) dat wat hij zei niet meteen tot haar doordrong.
“Er is geen opdracht, geen taak, geen nut voor mij dit jaar,” snauwde Draco toen hij die bekende, ietwat verwarde uitdrukking op haar gezicht zag. “Nu de toverstok van mijn pa is afgepakt door de Heer en hij letterlijk geen enkele macht meer heeft, moeten ze mij al helemaal niet meer om belangrijke dingen te doen.”
Richel keek hem met grote ogen aan; in één klap werd duidelijk waarom hij nog chagrijniger deed dan Sneep nadat iemand hem Head & Shoulders had aangeraden—en Richel en Milou konden het weten. “Maar… dat maakt alles in elk geval een stuk rustiger, toch?” probeerde ze, terwijl ze haar hand op zijn arm legde. “En nog maar even tot de kerstvakantie, die is extra vroeg dit jaar, en dan mogen we weer een paar weken weg van al die backstabbing mensen hier.”
“Je snapt het niet,” mompelde Draco; alle venijn was uit zijn stem en verslagenheid bleef over.
“Ik denk dat ik het wel een klein beetje snap,” fluisterde Richel. “Je bent al jaren gewend aan alle luxe die je maar kan wensen en mensen luisterden naar wat je zei. Vorig jaar ging dat al ineens een stuk minder, en ik dacht dat als je die stomme missie zou doen, je aanzien wel terug zou keren en het wat beter zou gaan, maar… nou ja, en dan is er nu niet eens… oh, kom hier, Drakey,” snifte Richel uiteindelijk zelf terwijl ze Draco’s hoofd vastgreep en het dicht tegen haar borst aansjorde.
Draco pakte haar handen en duwde haar weg. “Stel je niet zo aan, dramakoningin,” zei hij, terwijl hij Richel voor zich uitduwde richting het schoolgebouw en een halve glimlach wist te verbergen, maar ook een vreemde blik in zijn ogen.

“Dus dit zijn de opties die Charlotte voor mij heeft aangegeven?” vroeg Milou verbaasd. Ze zaten in de Grote Hal. “Op basis waarvan heeft ze dat gedaan dan? Oh kijk,” vervolgde ze opgewekt, “al die mensen hebben dezelfde geboortedatum als ik! Wat toevallig!”
Richel sloeg zichzelf met het boek voor haar voorhoofd, Draco bonkte met zijn hoofd op de tafel en Blaise keek niets doorhebbend geïnteresseerd mee.
“Er zijn zes heksen naar de Dreuzelwereld gestuurd met dezelfde geboortedatum als jij,” zei Richel toen peinzend. “Ervan uitgaande dat onze… Dreuzelouders dezelfde geboortedatum hebben aangehouden en het in zijn werking ging als soort adoptie… dan zijn die zes dus jouw opties. Hoewel, bij eentje was haar geboortenaam Chung Li Huang. Dat ben je vast niet.”
“Hoezo niet?” vroeg Milou verbaasd.
“… Laat maar,” mompelde Richel en Blaise grinnikte. Ze trok het boek weer naar zich toe en bladerde langs de bladzijden waar Charlotte en memoblaadje met een ‘R’ op had geplakt. “Voor mij zijn het er acht… en bij Charlotte negen.”
“Bij jou zitten er allemaal puurbloedfamilies tussen,” zei Milou verbijsterd, terwijl ze haast op Richels schoot was gaan zitten om mee te kunnen kijken.
“Serieus? Dat is onmogelijk—laten we dan maar zoeken naar de baby’s met geestelijke achterstand,” grinnikte Blaise; Richel duwde Milou van zich af, trapte Blaise onder de tafel tegen zijn schenen en keek naar Draco, die vanzelfsprekend een stuk minder geschokt keek. “Ken jij deze families?”
Draco schudde zijn hoofd terwijl Blaise verontwaardigd over zijn been wreef. “Maar als je goed kijkt… Het zijn acht babyheksen die weggetoverd waren naar een leven in de Dreuzelwereld. Je kan er al een paar wegstrepen—je kan nooit een donkere baby zijn geweest, bijvoorbeeld,” zei hij met rollende ogen terwijl hij naar een donker baby’tje wees, met de naam Jonna.
“Ja, nou ja… dat zou betekenen dat mijn Dreuzelouders een betere smaak in namen hebben dan mijn tovenaarouders en dat is zorgenbarend. Ik hoop wel dat mijn echte ouders stijlvol, rijk en mooi zijn, of waren,” zei Richel dromerig.
“Het zou wel grappig zijn als bleek dat Narcissa en Lucius voor Draco nog een dochter hadden en die besloten weg te sturen,” grijnsde Blaise; Richel keek hem walgend aan. “Jij bent écht een vies ventje. Bovendien…” ze keek naar Draco met opgetrokken wenkbrauwen.
“Donker krullend haar, blond sluik haar, groene ogen, grijze ogen, wel een kont, niets dat in de buurt komt van een kont… Ik denk dat we in de verste verte geen familie zijn.”
“Plus, jij hebt een behoorlijk grote voorgevel,” zei Milou ernstig.
Richel deed haar best die opmerking te negeren.
“Alle puurbloedfamilies zijn in zekere zin aan elkaar verwant,” grinnikte Blaise.
“Klep dicht, en dat zeg ik met alle vriendelijkheid die ik in me heb,” zei Richel terwijl ze verder bladerde en Draco grinnikte; een geluid dat Richel naar haar idee al eeuwen niet meer gehoord had. Ze glimlachte, haalde haar hand door zijn witblonde haren en sprong snel opzij voordat hij uit kon halen. “Mensen, ik heb een idee.”
“Oh nee, mensen, zoek dekking,” pakte Draco haar dan maar vocaal terug.
“Terwijl Milou en ik naar Anderling gaan voor het gesprek over onze toekomst,” zei Richel, Draco negerend, “gaan Draco en Blaise voor ons uitzoeken of het klopt dat wij ook eigenlijk bij een puurbloedfamilie horen.” Ze rommelde in haar tas, viste daar haar portemonnee uit, en gooide die vervolgens voor Draco’s neus op tafel. “Hierin zit zo’n eerstehulpkaart met bloedgroep en dat soort onzin. Ook was ik een extreem kleine, lichtgewicht baby—“
“Zou je niet zeggen, hoor,” zei Blaise grijnzend, terwijl hij Richels volle 1.60 in zich opnam.
“—En als baby had ik donkerblond haar en blauwe ogen,” ging ze onverstoorbaar verder. “Blaise kent al mijn babyverhalen al,” sprong Milou in en Blaise kreunde ineenstemmend, “dus dat zit wel goed.”
Ze haakte haar arm in die van Richel en stompte haar andere arm in de lucht. “Op naar Anderling!”
Met rollende ogen en een blik alsof ze het nummer van Milou’s psychiater probeerde te herinneren ging Richel met haar mee.

Opgetogen stapten ze een paar uur later Anderlings kantoortje weer uit, nadat Anderling ze had gewaarschuwd voor het verbod nu nog op de gangen te zijn; de lerares waarvan ze dachten dat ze geen greintje sympathie zou bevatten, zeker niet voor ontzettend gedemotiveerde leerlingen als Milou en Richel, had juist haar nek voor ze uitgestoken.
“Ik zie wel een beetje tegenop dat gezeur in de zomer,” zei Milou twijfelend.
“Je bedoelt, zomerschool om bestaande kennis te verdiepen, verbreden en op een dergelijke manier uit te breiden dat uw kansen op een baan in de toverwereld er flink op vooruit zullen gaan,” corrigeerde Richel haar, voorlezend uit een foldertje dat Anderling ze had meegegeven. Eigenlijk was het bestemd voor het type mensen dat te achterlijk waren om iets nuttigs mee te krijgen uit zes jaar magische educatie, maar het was ook van toepassing voor het type mensen dat op hun 18e maar anderhalf jaar les in magie hebben gehad zodra het laatste schooljaar ten einde liep.
“Ja, wat jij wil—in elk geval is het wel vet dat we daarna meteen aan de slag kunnen,” besloot Milou toch positief te zijn. “Alleen jammer dat ze het geen goed plan vond dat ik Schouwer zou worden,” voegde ze daar weer weifelend aan toe. “Ik denk echt dat ik heel geschikt zou zijn, weet je.”
“In godsnaam—waarom?” informeerde Richel terwijl ze Milou aankeek, en net op dat moment knalde ze tegen een persoon op die één en al rood haar, sproeten en venijn was. “Oh, sorry, Ginny.”
“Niks sorry, rotkind” snauwde Ginny vanuit het niets. “Je was gewoon weer eens teveel in je eigen Dooddoenerswereldje aan het leven om ook maar enige aandacht te besteden aan wat er om je heen gebeurt! Heb je enig idee wat je onze familie hebt aangedaan?!”
“Eh… nee?” zei Richel onzeker en volledig overrompeld, want zo herinnerde ze zich Ginny niet; ze keek hoopvol naar Milou, maar die haalde haar schouders op. Ginny keek haar woedend aan en deed een stap dichterbij. “Dankzij jullie vriendjes en jullie meester, is onze hele familie verscheurd! Percy is weg, pa heeft het vreselijk, Bill is nu verhuisd, ma is doodongerust over Ron, Harry en Hermelien—“
“Ron was toch ziek thuis?” vroeg Milou verbaasd. Er flitste iets door Ginny’s ogen en haar oren werden rood; ze streek snel haar rode haren ervoor. “Ja. Ja, dat bedoel ik, hij is ernstig ziek,” hervatte ze haar snauwkanonnade weer.
Milou keek verontwaardigd. “Dat is toch niet onze schuld!”
“En Hermelien was toch geëmigreerd? Waarom maakt je moeder zich zorgen om—“ begon Richel, maar Ginny viel haar in de reden. “Alle kinderen van Dreuzelouders zijn in gevaar! Bemoei je er gewoon niet mee, vergeet dat ik iets heb gezegd. Het interesseert je toch niet wat je andere mensen aandoet met dat fanclubje voor Voldemort.”
Met die woorden gooide ze haar lange, rode haar over haar schouder en stampte ze er hooghartig vandoor, en na even twijfelen de dichtstbijzijnde trap op; Richels wenkbrauwen gingen een paar centimeter omhoog. “Dat was nogal verdacht…” mompelde ze.
“Ja—ik vraag me af hoe wij schuld kunnen hebben aan de ziekte van Ron,” zei Milou verongelijkt; Richel slaakte een diepe zucht en besloot haar vriendin uit de lieve vrede geen oplawaai te verkopen. “Ze zegt dat haar moeder zich ernstige zorgen maakt om Harry, Ron en Hermelien—ze praat over ze alsof ze samen op een of andere tocht—zie je, ik wist het wel!” zei Richel ineens luid. “Ik zei het toch, dat Ron helemaal niet écht ziek thuis in bed lag,” siste ze tegen Milou, wiens interesse voor een waterspuwer aan de muur het had gewonnen van haar interesse voor Richels geratel. “Dit moeten we aan Drakey vertellen! Als ze het nog niet weten, is dat een extra kans om Potter op te sporen!”

“Draco! Draco! Ik ben een genie!” gilde Richel vol enthousiasme terwijl ze de leerlingenkamer binnenstampte; voorgenoemde kwam net de trap afgedenderd en haar geschokt aankeek vanwege haar laatste opmerking.
“Er komt nooit iets goeds van als je dat zegt,” zei hij langzaam. “En we hebben nu even geen tijd voor die spontane invallen van genialiteit van je,” voegde hij daaraan toe terwijl hij zijn handen tot vuisten balde; Richel keek er fronsend naar en keek Draco toen aan, terwijl Blaise nu de trap afstormde, met dezelfde pijnlijke uitdrukking op zijn gezicht. “Nu, Malfidus!”
“Wat is er?” vroeg Milou verbijsterd. “Jullie kijken alsof jullie zojuist naakt wakker zijn geworden naast Slakhoorn.”
Draco wierp een giftige blik op haar. “Ik spreek je later over wat ik heb gevonden in dat boek. En waag het niet ons achterna te komen,” waarschuwde hij en één keer knipperen met hun eyelineromrande ogen later waren Draco en Blaise in het labyrint van de kerkers verdwenen; Richel slaakte een diepe zucht. “Eigenlijk is het een schande. Kent hij ons nou nog niet?”
“Blijkbaar. Let’s go, maatje,” zei Milou opgewekt.

Aparecium!” brulde Amycus Kraqgge voor de zoveelste keer, zijn stompe vingertjes stevig om de toverstok die gericht stond op waar hij dacht dat de Kamer van de Hoge Nood zich bevond. “Reducto!”
“Dat werkt niet, imbeciel! Je ziet toch dat dat geen zin heeft!” krijste Alecto Kragge terwijl ze wild om zich heen keek, alsof de oplossing ergens uitgespeld aan de muur hing. “We moeten wachten totdat Sneep zich vervaardigt hier zelf heen te komen!”
Reducto! REDUCTO!” bleef haar broer doorschreeuwen, net toen Draco en Blaise aan kwamen gerend; terwijl Blaise dubbelklapte en uitpufte op een manier waar hij niet erg trots op was, keek Draco de twee Kragges woedend aan. “Professor Sneep zei toch dat we op hem moesten wachten voordat we die Modderbloedjes uit de Kamer krijgen!”
Alecto Kragge keek neerbuigend naar de blonde jongen, die langer was dan zij. “Hoor hem,” hoonde ze. “Professor Sneep—ik geloof niet dat ik een Malfidus ooit zo beleefd heb zien doen—heeft het misschien iets te maken met het feit dat de Heer eindelijk erkent wat voor complete mislukkingen jullie Malfidussen allemaal zijn?” grijnsde ze.
“Mond dicht, allebei,” snauwde Sneep, die plotseling achter ze kwam opdoemen. “Draco is degene die weet hoe hij de Kamer van Hoge Nood in moet komen, dus hij zorgt er maar voor dat het lukt.”
Ondertussen stond Blaise op de uitkijk, maar kreeg het voor elkaar over Richels hoofd heen te kijken, dat ze om een hoekje had gestoken en razendsnel terugtrok toen ze Blaise rond zag speuren; met een ruk draaide ze zich om naar Milou. “Draco loog!” siste ze. “Hij zei dat Sneep helemaal niets voor hem te doen had, maar ze proberen de Kamer van Hoge Nood binnen te komen!”
“Wie zouden erin kunnen zitten?” fluisterde Milou terwijl Richel bukte en laag bij de grond weer om de hoek keek, waar Draco nu in discussie was met Sneep. Richel draaide zich langzaam weer om naar Milou en staarde haar aan. “Ginny ging niet de kant op van de toren van Gryffindor, terwijl we eigenlijk al in onze slaapzalen horen te zitten,” fluisterde ze. “Wij hebben dan wel de Vollebollers, maar zij hadden toch ook iets? Misschien hebben ze wel een ontmoeting vanavond!”
Opgewonden keek Milou terug. “God, wat zijn wij briljant,” zei ze opgewekt. Richel hield haar wijsvinger wijselijk voor haar lippen, streek haar haren achter haar oor en keek opnieuw om de hoek.
“Onzin,” snauwde Sneep. “Er moet een manier zijn om die kamer binnen te komen! Misschien is juffrouw Park nuttiger,” voegde hij daar snerend aan toe.
“Nee,” fluisterde Richel in ongeloof, “Park staat nu naast Draco! Ze raakt zijn arm aan! Ze zit erbij, die vuile hoe—”
“Waarbij?” siste Milou. “Haha—“
“Waag het niet aardbei te zeggen,” waarschuwde Richel. “Bij hun stomme… gang,” vervolgde ze toen fronsend. “Park werd aan het begin van het jaar voorgesteld als leerlingassistente en Draco en Blaise horen nu zeker ook bij de Sneep Squad.”
Milou proestte terwijl Richel zich weer focuste op het gesprek, dat nu storend genoeg sissend verliep; toen sperde ze haar ogen open, greep Milou’s pols en sprong op. “Ze gaan weg en ze komen deze kant op! We moeten ervandoor!”

---

A/N: Ik hoop dat jullie het leuk vonden! Ik ben me trouwens een beetje aan 't afvragen wat ik moet doen zodra HPF sluit... Iemand suggesties? o_o Ik ga nu iig alvast beginnen aan 17 :') Als je tijd hebt, laat een reactie achter! xo xo & liefs, R.





_________________

    "Ik krijg hier spontaan hoofdpijn van."
    "Dat is je brein die zijn eigen achterlijkheid probeert te bevatten," snauwde Draco.

    -
    Five Minutes to Midnight
Profiel bekijkenStuur privébericht
Aya
6e jaars
6e jaars


Verdiend: 179 Sikkels
Woonplaats: Waverly Academy, Dumbarton

Aya is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Vr Nov 14, 2008 22:50 Terug naar boven Sla dit bericht op

Image

A/N: Bedankt voor de PBtjes! Hier is het nieuwe hoofdstuk ^^


---

H o o f d s t u k 1 7

“Wat moest je nou vertellen?” drong Draco aan. Richel en Milou waren de afgelopen weken hemeltergend stil geweest; ze zeiden alleen iets als het strikt noodzakelijk was, en dat kwam meestal neer op ‘blijf van me af’ en ‘blijf van mijn huiswerk af’—andere reacties gecensureerd. Tegen elkaar deden ze echter volslagen normaal, en overigens ook tegen de rest van Zweinstein—uitzonderingen als Patty Park daargelaten.
Richel keek op met het meest ongeïnteresseerde gezicht dat ze mogelijk kon veinzen. “Oh, niets, hoor.”
“Wat is er mis met jullie?” vroeg Blaise geërgerd. Milou trok even haar mond in een brede, sarcastische glimlach. “We zouden jullie gewoon niet willen afleiden van belangrijkere zaken.”
Blaise keek verbaasd—dat kon ze immers nooit wat schelen—terwijl er op Draco’s gezicht een achterdochtige blik gleed. “Zoals?”
Richel deed demonstratief haar iPodoortjes in haar oren en Milou zuchtte. “Laat gewoon, Draco. Focussen jullie je maar op wat voor jullie belangrijk is, dat doen wij dat ook.” En daarmee stond ze op en verdween richting de meisjesslaapzaal.
“Dit slaat nergens op,” snauwde Draco tegen Blaise, terwijl ze flarden van de muziek die Richel op had staan, opvingen.
“En dat zeg je tegen mij?” informeerde Blaise; hij rukte gedecideerd Richels oordopjes eruit en woest keek ze hem aan. “Wát? Wat is er nou?”
“Dat wil ik graag van jou horen,” snauwde Blaise. “Jij en Milou die nu dagen, nee, nu al weken niet tegen ons uitwijden over jullie nagellak of epileersysteem, wat dat ook is—het klopt niet.”
“En zei je niet dat je niets meer verborgen zou houden?” voegde Draco daar venijnig aan toe, terwijl hij haar aanstaarde met een priemende blik, die ze met een ongelovige frons beantwoordde.
Het bleef twee seconden stil. Toen knalde Richel haar boek dicht en keek ze ook Blaise giftig aan. “Doe toch niet zo godvergeten schijnheilig, stelletje lamzakken! Ik ga naar bed,” siste ze.
Na het klikken van Richels hakken—zo agressief dat het Draco niet had verbaasd als ze ze had gebroken—bleef het een stuk langer stil, maar even later ging de deur van de meisjesslaapzaal weer open; echter, in plaats van één van de twee brunettes, kwam Patty Park tevoorschijn.
“Wat hebben zij?” informeerde ze zodra ze beneden stond.
“Dat we nu samen met Korzel en Kwast Sneep helpen betekent niet dat we nu wel graag tegen je praten,” grauwde Draco—Blaise rolde slechts met zijn donkere ogen. Patty’s vrij bolle ogen vernauwden. “Prima. Maar als je het mij vraagt—“
“We vroegen je niets,” mompelde Blaise.
“—weten ze simpelweg dat het niet klopt wat jullie ze voorhouden.”
“Wat bedoel je?” vroeg Draco met een ondertoon van agressie; Patty glimlachte, maar het was duidelijk ongemeend. “Ik hoorde Emanuels een tijdje terug iets zeggen over hoe blij en opgelucht ze wel niet was dat je dit jaar niet gedwongen werd tot ‘achterlijke missies’. Nou is dit niet bepaald gedwongen of achterlijk, maar toen wisten ze duidelijk nog niet dat jullie, Korzel en Kwast weer net zo lekker op dreef zijn als vorig jaar.”
“Oh… en ze zijn erachter gekomen, natuurlijk, zoals altijd, what else is new,” kreunde Blaise. “Al sinds een paar weken dus, naar hun gedrag te oordelen.”
Patty keek ongelovig naar de openbaring. “Wat dachten jullie dan dat het was?!”
“Ongesteld?” suggereerde Blaise.
“WEKENLANG?”
Draco stond plotseling op. “Ga nu maar weer weg,” snauwde hij; Patty staarde hem aan. “Ik weet best dat er iets gaande is tussen jou en Emanuels,” zei ze luchtig en denigrerend op hetzelfde moment. “En hoe triest ik het ook vind… blijkbaar heb je een manier van meisjes bij je wegdrijven. Je bent te afstandelijk om normaal met mensen om te kunnen gaan.”
Het was een halve sneer en een halve gemeende opmerking, maar het kwam hard aan.

De volgende dagen gingen echter zoals de weken ervoor; voor de lessen, tijdens het ontbijt, werden Draco en Blaise genegeerd, maar Richel en Milou waren toch al geen ochtendpersonen; tijdens de lessen kletsten Richel en Milou even luidruchtig als altijd, maar alleen met elkaar; na de lessen, aan het diner, was er ook bijster weinig interactie naast “mag ik het zout?” en “raak mijn pannenkoeken niet aan, of ik schop tegen je schenen”.
“Ik ga even joggen,” zei Richel bijna een week later in de vroege avond; Milou keek verbaasd op uit haar gigantische boek over Toverdranken naar Richel, die in een knalroze joggingpak aan het stretchen was, en barstte in lachen uit. “Ja… goeie… heel sexy,” snikte Milou van het lachen. “Kom op—jij en lichaamsbeweging,” grijnsde ze toen Richel haar verongelijkt aankeek. “Waarbij je niet op je rug ligt,” voegde ze daar onschuldig aan toe.
“Hou je mond, maagd Maria,” zei Richel opgewekt. “Ik ga joggen, jij gaat daar liggen en als ik over drie kwartier niet terugben, ga je iemand waarschuwen. Als ik over drie kwartier wel terugben, ga je mijn voetjes masseren, want drie kwartier joggen is—“
“Veel te veel voor iemand met jouw uithoudingsvermogen,” knikte Milou. “Tot over twee minuten, als je je enkel verzwikt op de trap!” riep ze achter haar vriendin aan.

“Dat waren vijf minuten! Enkel verzwikt in de Grote Hal, doos?” riep Milou naar de deur toen ze iemand aan hoorde komen, en verstijfde toen ze Blaise in de deurpost zag verschijnen. “Wat?” vroeg hij verbaasd.
“Niks—nou ja, Richel is joggen, daar doelde ik op—maar—wat moet je?” vroeg ze plotseling agressief. Blaise kwam ongemakkelijk wat dichterbij en deed zijn best om haar zowel aan te kijken als te ontwijken, alsof hij geen idee had wat het minder moeilijk zou maken.
“Ik wil je… ik wil je wat vertellen,” kwam er uiteindelijk uit.
Milou staarde hem nog altijd vijandig aan en legde haar boek weg. “Nou?”
“Als eerste wil ik zeggen dat het me spijt,” zei Blaise zacht.
“Wat spijt je? Dat je loog, dat je er niet op vertrouwde dat Richel en ik het wel aankunnen omdat we toch al een flinke tijd dealen met jullie come-to-the-dark-side-we-have-cookies-campagne, en dat daarom dit er ook nog wel bijkan? Of allebei?” barstte Milou los. “We zijn niet achterlijk, weet je, maar alsnog behandelen jullie ons alsof we een stelletje imbecielen zijn!”
Blaise’ gezichtsuitdrukking bleef neutraal. “Dat is niet waar—het spijt me dat we logen, maar het was voor jullie bestwil—jullie zouden alleen maar bezorgd worden,” zei hij even zacht.
Milou’s mond viel open en ze stootte een ongelovig geluidje uit terwijl Blaise ongemerkt naar zijn onderarm greep. “Oh, want dat doen we nu niet? Nu zijn we in de volle overtuiging dat alles wel losloopt, dat het wel goed komt?”
“Het spijt me,” herhaalde Blaise.
“Ja, dat zei je al,” snauwde Milou. “Als jullie het verzwegen hadden, was het misschien iets beter geweest, maar om nou vol te liegen in onze gezichten dat er voor jullie geen klusjes van Volletje zijn dit jaar en daar dan nog een beetje verdriet bij te zitten faken ook…” ze zuchtte. “Je zou nu toch moeten weten dat je ons kan vertrouwen.”
“Jullie vertrouwen ons anders ook niet,” zei Blaise met een verkrampte kaak die Milou nauwelijks opviel in het zachte licht in de slaapzaal. “Waarom zouden jullie anders op onderzoek uit zijn gegaan, als jullie ons hadden vertrouwd? Het was zeker die keer dat we weggingen toen jullie net terugkwamen van Anderl—“
“Die keer?” herhaalde Milou. “Dus de afgelopen weken zijn jullie vaak vaker weggeweest?” interpreteerde ze zijn woorden. “En wees eerlijk,” voegde ze daar met toegeknepen ogen aan toe.
Lamlendig keek Blaise haar aan. “… Ja.”
“Fijn. Geweldig. En trouwens, we gingen alleen achter jullie aan omdat we gewoon wisten hoe laat het weer was,” zei Milou. “Ga nou niet zielig zitten doen van, oh, we wilden jullie alleen maar beschermen tegen al het kwaad in deze boosaardige wereld—daar is het al te laat voor. En bovendien geeft het niet, als we wegwilden hadden we dat allang gedaan, maar we zouden het op prijs stellen als jullie ons gewoon in vertrouwen nemen. Je weet dat we kunnen helpen,” zei ze zacht. “Laat ons dat dan ook doen, en niet als een stelletje hersenloze nietsnutten hier hangen.” Milou gebaarde om zich heen; toen schoot ze overeind. “Zolang we toch eerlijk zijn—we wilden jullie toch nog wat vertellen?” zei ze, plotseling dringend.
“Ja…” zei Blaise langzaam, enigszins verrast door deze verandering in onderwerp.
“Goed, laten we even zeggen dat ik je vergeef voor die achterlijke leugen, want anders zou Richel me wurgen als ze erachter komt dat ik het je heb verteld—maar we weten sowieso één van de mensen die in de Kamer van Hoge Nood verschuilen,” fluisterde Milou. “Ginny.”
“Wat?” siste Blaise terwijl hij op Richels bed, naast dat van Milou, ging zitten. “Hoe weten jullie dat? Wij weten niet meer dan dat het bezet wordt gehouden, en we namen al aan dat het de Dreuzelvriendjes zijn, maar—weten jullie het écht zeker?” vroeg hij met opengesperde ogen.
“Het was avond, niemand was meer op de gangen, we moesten eigenlijk al binnen zijn en zij liep nog rond—en ze vertrok niet richting de toren van Gryffindor,” zei Milou. “Dus het is vrij zeker om te zeggen dat zij er ook zat. Ze moet jullie in dat geval net voor zijn geweest.”
Blaise sprong op. “Ik kan je niet genoeg bedanken, echt,” zei hij enthousiast. “Je bent geweldig en nogmaals, het spijt me, dat we logen en dat we aan jullie twijfelen.”
“Twijfelen?” herhaalde Milou terwijl ze ook opstond.
“Twijfelden, twijfelden,” verbeterde Blaise zichzelf haastig. “Ga je mee?” vroeg hij toen verbaasd.
Milou sprong direct op en trok haar mantel aan. “Leuk dat je het vraagt—ja, gezellig,” zei ze opgewekt.
“Het was geen voorst—ja, gezellig, bedoel ik,” mompelde Blaise zodra hij Milou’s blik zag.

In de schemering zat Draco aan het meer; net had hij een glimp opgevangen van één of andere randdebiel die in een knalroze joggingpak door het Verboden Bos hobbelde. Als hij niet had geweten dat Richel heilig geloofde in haar eigen slogan ‘moeite is voor malloten’ had hij gedacht dat zij het was.
Dat ze zelf af en toe de grootste malloot van iedereen was, had hij wijselijk voor zich gehouden—alleen jammer genoeg wel een malloot die vaak gelijk had.
Waarom moest hij zo nodig die missie doen?
Omdat hij niet doodwilde, en om dat voor elkaar te krijgen, moest hij zijn nut bewijzen, rationaliseerde Draco in zijn hoofd.
Waarom dan liegen tegen iemand die net zolang haar neus in de zaken van andere mensen stopte totdat ze ergens achter kwam? Iemand die irritant goed is in het irriteren van hem?
Draco constateerde dat zijn hoofd leeg was. Hij wist het niet. Hij had geen idee of—
“AAAAAAAAAAAAAAAAH!”
Draco donderde geschrokken van het bankje.
“GADVERDAMME, GA WEG, GA WEG, JE STINKT, JE BENT IJSKOUD, HOU JE LIJKENPOTEN BIJ ME VANDAAN—WAT BÉN JIJ?—” de rest ging over in hysterisch gehuil.
Draco sprong overeind en speurde rond in de richting van de bekende stem, en trok lijkbleek weg zodra hij besefte dat de randdebiel die hij zojuist langs had zien sjokken, zíjn randdebiel was geweest. Zijn randdebiel die er geweest wás als hij niet opschoot, want de beschrijving die ze krijste kwam hem ook al bekend voor—
“OH GOD, JE BENT EEN DEMENTOR! HELP! HEEEELP, HELP, DEMENTORS IN HET BOS!” half huilde, half brulde Richel terwijl ze, tientallen meters van haar potentiële held vandaan, opkeek tegen twee reusachtige figuren in donkere mantels, die langzaam en dreigend dichterbij kwamen.
“RENNEN, RENNEN!” hoorde ze iemand van veraf brullen, maar hoe langer ze in het gezelschap was van de Dementors, des te meer ze zich ontzettend miserabel begon te voelen, de zin van het leven niet meer inziend, haar hele lichaam voelde ijskoud en het leek alsof de rotte hand die de Dementor nu naar haar uitstak zich om haar hart gesloten had—maar toen greep een andere koude hand haar eigen hand.
“Kom mee,” hijgde Draco, “Sneep komt eraan, ga achterop!”
Richel bleef in doodsangst naar de wezens voor haar staren, die steeds dichterbij kwamen; Draco gaf het sjorren aan haar hand op, greep haar bij haar middel en plantte haar voor zich op zijn Vuurflits, die hij zojuist met Accio opgeroepen had, waarna hij ervandoor schoot; de Dementors zetten echter de achtervolging in, maar al snel waren ze weer in de open lucht, waar ze Sneep vanuit de voordeur aan zagen kwamen rennen.
EXPECTO PATRONUM!” brulde hij, en een zilveren hinde sprong als het ware uit zijn toverstok; Richel dacht dat ze ijlde en een vreemde, duistere versie van Bambi aanschouwde waarin hij het niet alleen tegen de jager, maar ook tegen megazombies moest opnemen.
“Aah… Bambi wint… kijk…” ze probeerde haar arm op te tillen om te wijzen en met haar andere elleboog Draco aan te porren, maar het lukte niet; in plaats daarvan zakte ze achterover tegen Draco aan, die vreemd op haar neerkeek en toen besefte dat hij haar onmiddellijk naar de ziekenzaal moest brengen.

“Belachelijk, volslagen belachelijk,” waren de eerste woorden die Richel meekreeg. Verontwaardigd wilde ze haar ogen openen, in de veronderstelling dat het over haar of haar kapsel ging—maar ze kreeg ze niet open en de stem mompelde onverstoorbaar verder. “Dit had Perkamentus nooit toegestaan, moge hij rusten in vrede… Dementors op het schoolterrein, alweer, waar houdt het op…”
Eindelijk kreeg Richel haar ogen open en wazig keek ze om zich heen; haar blik focuste zich op madame Pleister, die rondscharrelde aan haar bed. “Goedemiddag,” zei madame Pleister vriendelijk zodra ze opmerkte dat Richel weer wakker was.
“Middag?” herhaalde Richel verbluft. “Ik moet naar Mil—de les,” zei ze haastig terwijl ze uit bed klom; madame Pleister glimlachte en overhandigde haar een flink stuk chocola.
“Wauw, bedankt,” zei Richel, nu nog meer verbluft. “Dat is heel aardig van u—ik zeg ook altijd maar, chocolade is het beste medicijn,” zei ze opgewekt terwijl ze een hapje nam en vervolgens een rilling door haar hele lijf voelde. “Naast drank, natuurlijk.”
“Helpt tegen de schok van Dementors,” knikte madame Pleister. “Gisteren was u veel te ver weg om iets te eten, en u had het veel te druk met meneer Malfidus de liefde te verklaren en professor Sneep te vertellen over iets dat Bambi heet—“
Richels ogen sperden zich open terwijl ze nog een hap nam. “Wat? Wat deed ik? Waaro—oh, het komt nu allemaal terug,” zei ze geschrokken, doodgegeneerd en beduusd. “Draco heeft me gered van die superzombies…”
“U bent hem nog wel een nuchter bedankje verschuldigd,” knikte madame Pleister, “hoewel dat van gisteren ook bijzonder lief en openhartig was,” voegde ze er met een glimlachje aan toe.
Richel kreunde, greep haar vest en stormde ervandoor—om even later nog snel terug te komen rennen voor de rest van haar chocola.
“Draco!” gilde ze zodra ze de Grote Hal binnengestormd kwam; het kon haar niets schelen dat vrijwel iedereen stomverbaasd omkeek naar het kleine meisje dat, nog steeds in joggingpak, alle afdelingstafels voorbij hobbelde om zo snel mogelijk bij die van Slytherin te komen. “Oh. Hé, waar is-ie?” vroeg ze aan Margriet Bullemans, die op Richels gebruikelijke plek zat—alleen hield zij met haar achterwerk eigenlijk twee plaatsen bezet.
Bullemans negeerde haar en Richel draaide zich om; godzijdank kwam Milou net aanlopen. “Milou! Daar ben je! Waar is Draco?” informeerde ze opgewekt.
“Gaat het wel met je?” vroeg Blaise, die achter haar stond. “Malfidus vertelde ons—“
“Waar is Draco?” herhaalde Richel iets dreigender.
“Hij is boven, maar ik denk—“
“WAAR—IS—“ begon Richel met brullen, en Blaise wapperde geschrokken met zijn handen. “Rustig, mens, rustig! Hij is in de badkamer voor de hoofdmonitoren, maar we mochten hem niet storen—“
“WACHTWOORD!” commandeerde Richel; Blaise keek haar geschrokken aan, hoe ontzettend niet intimiderend ze ook was met haar lengte en knalroze outfit, en keek toen Milou aan, die ernstig knikte en een licht dreigende vuist ophield.
“Toverschaak,” gaf Blaise morrend toe.
Richel keek hem opgewekt aan. “Bedankt. Lichten jullie me later maar in wat er is gebeurd naast mijn ontmoeting met die zombies—en wat jullie gevonden hadden van onze afkomst—je hebt hem zeker verteld van Ginny, hè?” fluisterde ze. Schuldbewust knikte Milou nog een keer. “Maar het heeft wel tot iets baanbrekends geleid—“ begon ze, alleen Richel was er al vandoor.

Even later stond ze, bikini onder haar rokje en sweater, voor de deur van de badkamer. “Toverschaak,” zei ze hardop; de deur gleed de muur in en verbaasd stapte ze erdoorheen, waarna het proces vice versa herhaald werd. Met een vreemde blik keek ze naar de deur en toen om zich heen; de ruimte was prachtig en nog meer gigantisch dan de onderbroek van Margriet Bullemans.
“Richel—wat doe je hier?” vroeg Draco, wiens dobberende hoofd in het reusachtige bad haar in eerste instantie niet was opgevallen; ze maakte een sprongetje en raapte zichzelf toen min of meer weer bij elkaar.
“Eh… ik wilde je ten eerste bedanken, voor gisteren,” zei ze; in haar hoofd had het beter geklonken dan hardop en ze keek naar haar in ballerina’s gestoken voeten. “En… eh… het was heel lief van je, zeker als je bedenkt hoe wij de afgelopen week… hebben gedaan…”
“Het was vanzelfsprekend,” zei Draco toonloos. “Kom je erbij?” vroeg hij vervolgens, nu op een toon alsof dat even vanzelfsprekend was; Richel ging aan de rand van het bad zitten en zodra ze haar kleren aan de kant had gegooid, gleed ze het heerlijk warme water in en waadde door het ondiepe gedeelte op Draco af.
“Het spijt me, hoe we tegen jullie doen…” begon ze.
Draco schudde met zijn hoofd. “Dat was gewoon wat jullie zelf wilden horen—een excuses. En ik wilde niet liegen, maar het was makkelijker zo. Jullie zijn al zo onder druk gezet en we wilden jullie niet lastigvallen met nog meer drama.”
You can’t save a damsel if she loves her distress,” zei Richel schouderophalend. “We wíllen ons ermee bemoeien—anders zaten we nu wel aan één of andere strontsaaie school in Nederland te studeren. En denk niet dat we het alleen maar spannend of zo vinden,” voegde ze daar haastig aan toe. “We willen helpen. En zodra Voldemort echt aan de macht is en hij blij rond gaat stampen al scanderend dat hij Potter eindelijk heeft, dat is het moment dat wij kiezen om ervandoor te gaan,” zei ze simpel. “Dus… het is goed van je dat je die missie doet, want… want dan denkt Voldie dat je hem nog altijd trouw bent, en verwacht-ie het niet,” besloot Richel triomfantelijk.
Draco had haar al die tijd aangestaard; het besef dat ze nu iets wat haar aan hem tegenstond hardop aan het goedpraten was, drong pas later door.
“Draco? Je bent een beetje stil,” kwetterde Richel door zijn gedachten heen.
“Ik denk, ik laat je maar gaan, je bent nu wekenlang aan het inhalen—bovendien ben ik niet echt in de stemming om te praten,” zei Draco met schorre stem.
Richel keek chagrijnig. “Oh. Nou, lekker gezelli—oh,” wist ze nog net uit te brengen voordat Draco zijn armen om haar heen sloot, zijn lippen dichtbij de hare bracht en haar tegen de zijkant van het bad duwde; maar toen voelde ze wat op haar rug branden en in paniek zette ze af tegen zijn borst. “Jezus Mozes! Wat was dat?!”
“Het Duistere Teken raakte je aan,” fluisterde Draco terwijl hij zijn voorhoofd tegen het hare liet rusten. “Sneep heeft me nodig.”

---

A/N: Hope you liked it! Zodra HPF sluit, ga ik verder op FFF. (: Groetjes & liefs, Richel





_________________

    "Ik krijg hier spontaan hoofdpijn van."
    "Dat is je brein die zijn eigen achterlijkheid probeert te bevatten," snauwde Draco.

    -
    Five Minutes to Midnight
Profiel bekijkenStuur privébericht
Aya
6e jaars
6e jaars


Verdiend: 179 Sikkels
Woonplaats: Waverly Academy, Dumbarton

Aya is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Di Dec 02, 2008 18:22 Terug naar boven Sla dit bericht op

Image

A/N: Haay lieve lezertjes! Hier is dan het nieuwe hoofdstuk, I hope you enjoy <3 Ik heb een tijdje niet geupdate door hectische tijd op school, projectgroepen and whatnot... But I'm baaack!

H o o f d s t u k 1 8

---

In haar nachtjurkje zat een donkerharig meisje peinzend in het raamkozijn, dankbaar dat de slaapzaal niet hoog boven de begane grond lag, terwijl achter haar Milou, Patty, Margriet, Daphne en alle andere meisjes van Slytherin verwoed door de slaapkamer stampten, van hun hutkoffer naar de spiegel hollend en daar de rest wegduwden om hun outfits te kunnen beoordelen.
Richel gaapte nogmaals.
Omdat het inmiddels via Sneeps vette haar in zijn nog vettere hoofd was doorgedrongen dat Dooddoeners als leraren en alle roddels over Voldemort even sfeerverlagend waren als zijn eigen aanwezigheid, maar dan keer driehonderd, had hij iets bedacht.
Een kerstgala in plaats van alleen een diner.
Vlak voordat ze terug naar ‘huis’ gingen.
Want dat vorige bal was ook zo´n succes… not.
Maar met een beetje nadenken, waar Milou en Richel (hoewel veel bewijs misschien het tegendeel bewees) best toe in staat waren, waren ze tot de conclusie gekomen dat het hoogstwaarschijnlijk eerder een afleidingsmanoeuvre was.
“Hé!” kwam ineens een stem van beneden; Richel keek fronsend omlaag en slaakte een gil toen ze Simon daar in het gras zag staan, de lichtbundel die uit zijn toverstok kwam gericht op haar.
“Wat gil je nou—oh kijk, je nachtgevalletje schijnt door zo,” wees Milou, die erbij kwam staan.
Richel gaf haar een venijnige duw en deed een poging uit het raamkozijn naar binnen te hopsen, wat erin resulteerde dat, doordat Milou haar een speelse duw terug gaf, ze met wild maaiende armen naar buiten viel en naast Simon in de vrieskou belandde.
“God—ver—dom—me,” kreunde Richel terwijl Milou begon te lachen en er meer meisjes bij kwamen staan, waaronder Daphne en Astoria Goedleers, die niet alleen één hersencel maar ook dezelfde nare genen deelden.
Simon keek peinzend op haar neer. “Oh, nu snap ik dat gezegde—zoiets als, God, verdom mij, net als vervloe—sorry,” zei hij haastig terwijl Richel met een moordblik zichzelf aan zijn mantel optrok en vervolgens zuchtend haar handen in haar zij zette.
“Nou ja. Wat doe je hier eigenlijk?” informeerde Richel na een woeste blik op het raam boven haar. “Over een uurtje of zo moet je al in je leerlingenkamer zijn, ik zou oppassen. Sneep was vandaag al helemaal over de zeik omdat iemand dacht dat alle ketels lek maken grappig zou zijn.” Ze haalde haar schouders op.
“Jij zeker?” vroeg Simon nukkig.
“Aah, je ziet recht door me heen,” grijnsde ze terwijl ze hem een klap op zijn schouder gaf; onbeholpen keek Simon terug en Richels grijns vervaagde. “Sorry—ik vergeet soms dat driekwart van Zweinstein een hekel aan ons heeft,” zei ze, terwijl ze haar best deed luchtig te klinken.
Twijfelend keek Simon haar aan. “Ik moet je eigenlijk wat vertellen…”
Richel deed net haar mond open toen er van boven een harde, bekende stem klonk en Richel en Simon keken beiden omhoog; Draco hing nu uit het raam van de meisjesslaapzaal en Astoria Goedleers keek op een manier die ze zelf ongetwijfeld verleidelijk vond naar hem op; walgend keek Richel van haar naar Draco.
“Kom Draco, spuugwedstrijd,” siste ze tegen hem.
“Hé, dat hoorde ik—oh,” zei Richel verbaasd toen een seconde later Simon grommend in zijn oog zat te wrijven. Boos keek ze weer naar boven. “Doe normaal, Goedleers. Alleen omdat jij eruitziet alsof iemand op je heeft gekotst, hoef je dat niet bij anderen te doen.”
Milou stompte in de lucht en raakte Daphne daar haast mee. “Strike!”
“Kop dicht over mijn zusje, stomme doos!” brulde Daphne tegen Richel, die met haar ogen rolde en hintend naar Draco haar armen omhoog stak naar het raam—haar polsen kwamen net bij de vensterbank. “Later,” fluisterde ze tegen Simon terwijl Draco met een nijdige blik haar hand vastgreep; Milou duwde hem echter agressief weg en wees vol enthousiasme en trots haar toverstaf op Richel.
Wingardium Levesla!”
Iedereen keek haar zwijgend aan.
Win—gar—di—um Le—ve—sla,” herhaalde Milou toen Richel nog altijd naast Simon op de grond stond, nu met haar armen droog over elkaar geslagen. Een paar meisjes begonnen te proesten en Draco keek van Milou naar Richel en weer terug.
“Kop dicht! Oh, godsamme!” snauwde ze terwijl ze met haar toverstok op de vensterbank ramde. “WINGARDIUM—
“Ik loop wel om,” zuchtte Richel.

“Heb je het al gehoord?” vroeg Milou de volgende dag panisch aan Richel, op een zeldzaam moment dat Richel niet een spreukenboek voor eersteklassers met ‘wingardium leviosa’ onder haar neus hield.
“Wat?” informeerde Richel terwijl ze wantrouwig in een feloranje puddinkje prikte. Milou greep haar hand en sleepte haar mee naar het begin van de Grote Hal, waar een lange lijst met namen hing—en daarachter een pijltje en nog een naam. “Sneep heeft de balpartners ingedeeld! Je mag niet zelf kiezen!”
Richel staarde ernaar, wenkbrauwen haast in de knoop. “Nou ja, pech. Hij kan ons er moeilijk van weerhouden op het bal zelf—AAH!” brulde ze zodra ze haar naam spotte. “Ik moet met… Korzel,” zei ze lamlendig.
“En dat is dus je danspartner voor het hele bal. Het is zogenaamd bedoeld om elkaar te leren kennen,” zei Milou met een zucht. “Ik moet met Kwast, namelijk.”
“Dan zie je het nog bijzonder positief in,” zei Richel verbaasd.
“Diep vanbinnen wil ik zelfmoord plegen, maar ik hou me sterk,” knikte Milou overdramatisch; net op het moment dat Blaise langsliep en stopte bij de twee meisjes. “Jij hebt niets te zeggen over je sterk houden—ik moet met Margriet Bullemans, en Malfidus moet met Astoria Goedleers.”
“Korzel en Kwast, Bullemans en Goedleers… nee, wij zijn zieliger,” besloot Richel. “Maar kom op, boeiend, we maken de entree met die lelijkerds, dan steken we in elk geval knap af—en op het bal zelf dansen we gewoon met elkaar,” eindigde ze opgewekt.
“Lees de kleine lettertjes, kleintje,” wees Blaise. “Op het moment dat je van partner wil wisselen, moeten de partners van die personen met elkaar gaan. Alsof mevrouw de spuugmachine daar ooit mee instemt.”
“Jullie hebben het al gezien dus?” vroeg een lijzige stem achter hen; Richel wierp zich jammerend op Draco en over haar schouder rolde hij met zijn ogen. “Dat vat ik maar op als een ja.”
“Dit is toch allemaal om ons bezig te houden,” merkte Milou peinzend op. “Het kan niet anders dan dat hij hier een doel mee heeft.”
“Zoals? Lelijke kindjes op de wereld zetten? Er kan niets moois uitkomen als Korzel en ik of Astoria en Draco zich voortplanten,” zei Richel beteuterd.
“Naast dat,” zei Milou, “en ik zal maar niet ingaan op wat voor fretjes je moet uitpoepen als je wel met Draco eindigt. Grapje,” zei ze haastig toen ze Draco’s blik zag, “en ik elk geval, ik bedoel dat dit hele bal gewoon een afleidingsmanoeuvre moet zijn, zoals Richel en ik al dachten.”
Blaise en Draco keken haar uitdrukkingsloos aan, maar Richel knikte terwijl ze Draco’s torso losliet en hem daarmee weer een normale ademhaling gunde. Ze keek om naar de twee Slytherins en wierp een blik hemelwaarts. “Denk eens na. Sneep probeert nu al tijden, met jullie hulp nota bene, de Kamer van Hoge Nood binnen te komen omdat daar hoogstwaarschijnlijk een heleboel anti-Voldies zich ophouden, waaronder Ginny Wemel, aangezien dat de enige plek is waar ze vrij kunnen spreken—maar het lukt hem steeds niet, omdat de kamer de hele tijd bezet is.”
Blaise knikte langzaam en Milou nam het over van Richel. “Op het moment dat hij mensen indeelt, kan hij zo zien wie er op het gala wel en niet is. Dan kan hij vervolgens een paar mensen inzetten om de deur te bewaken, want ze moeten er eens in en eens uit. Ze kunnen niet binnenblijven, omdat twee dagen na het bal de kerstvakantie begint en in deze tijd gaat iedereen naar huis.”
“Jullie geven ons veel te weinig credit voor ons intellect,” vulde Richel de woorden in die maar niet uit Draco’s openhangende mond leken te willen komen.
“Zo zou ik het niet willen stellen—“ begon hij.
“Maar ik wel.”

Chagrijnig keek Richel naar haar spiegelbeeld. “Het voelt gewoon fout om me zo op te tutten voor Korzel,” zei ze klaaglijk tegen Milou, die achter haar op één been door de kamer hopste, in een achterlijke poging tot haar panty aantrekken. “En weet je, dat kan je ook zittend doen.”
“Zo verbrand ik meer calorieën en pas ik straks iets beter in mijn jurk!” verklaarde Milou hijgend; Richel rolde met haar ogen en focuste zich weer op zichzelf in de spiegel. Ze had op verzoek (lees: eis) van Draco een strak, kort, duur en bordeauxrood jurkje ingewisseld voor ‘iets anders’, alleen had Richel er niet bij gemeld dat haar andere, donkergroene jurk naast “klassiek” ook mooi laag uitgesneden was.
“Ik snap nog steeds niet waarom je dat geweldige ding van de Superstar niet aandoet. Waar is blondje bang voor? Dat Korzel je dronken voert en zich vervolgens aan je vergrijpt—oh, dat is op zich best goed mogelijk,” mompelde Milou.
“Welnee, zelfs dood zou mijn lichaam hem nog afweren. Heb jij van die tietentape? Ik wil niet dat ze eruit vallen,” zei Richel peinzend.
“Ach, voor alles is een driehonderdste keer,” grijnsde Milou, nog altijd op één been; Richel gaf haar een mep en Milou dreunde tegen haar nachtkastje aan terwijl ze wanhopig haar panty omhoog bleef sjorren. “Oh! Daar ligt tape,” klonk het vervolgens droog vanaf de vloer.

“Hoi,” zei Milou flauwtjes tegen Kwast, die eruit zag als een moerasmonster in een afzichtelijk bruingroen pak; Korzel leek wel zijn iets langere moerasmonstertweelingbroer.
“Mooie juten zak,” knikte Richel, al uit de leerlingenkamer lopend.
Dom keek Korzel haar aan. “Ik heb geen juten zak bij me. Moest ik er een meenemen?”
“Ik bedoel aan je lijf—oh god, kom nou maar,” jammerde Richel terwijl Korzel verbaasd omlaag keek of hij misschien per ongeluk ergens een letterlijke juten zak had gehangen; Milou grinnikte en wandelde achter ze aan, de Grote Hal in, maar voordat ze Blaise ook maar gespot had, greep iemand haar arm en trok haar terug de kerkers in.
“Simon!” zei ze verbaasd.
“Sst!” siste de Gryffindor, terwijl hij haar verder de schemering in wenkte. “Ik moet je wat vertellen, maar je moet beloven dat je het niet tegen ons gebruikt, oké?”
Twijfelend keek Milou hem aan. “Als het gaat over iets als, dat je graag met Charlotte naar bed wil maar tegelijkertijd niet weet hoe je kan verbergen dat je nog luiers draagt, of zo—“
“Nee!” snauwde Simon. “Maar het gaat wel over Charlotte. Ze wil weten hoe het met jullie gaat, ze mist jullie… jullie…”
“Verfrissende manier van denken?” suggereerde Milou, terwijl ze trots haar gebroken witte jurkje gladstreek, waar haar lichaam, nog altijd gebruind van Spanje, mooi tegen afstak.
“Wat jij wil. In elk geval, ze wil met jullie praten—ook over waar jullie vandaan komen. Ze denkt dat ze wat meer heeft gevonden over wie jullie oorspronkelijke ouders waren of zijn, want volgens haar was dat boek dat ze aan Malfidus gaf eigenlijk giswerk, aangezien veel meisjes jullie geboortedatum delen.”
Milou keek hem nadenkend aan. “Oké… nou, ik moet zeggen dat haar volwassen manier van denken ook altijd op prijs werd gesteld… en dat ze er niet voor kiest bij ons te horen, ons er niet van zou moeten weerhouden wel gewoon vriendinnen te blijven.”
Simon knikte opgelucht. “Maar misschien kunnen jullie het beter niet aan Malfidus en Zabini vertellen.”
“Want?” vroeg Milou verbaasd. Simon haalde onzeker zijn schouders op. “Voor hetzelfde geld willen ze dan dat jullie dingen gaan uitvissen, en daar kan niets goeds van komen.”
“Wij kunnen best dingen voor ons houden,” loog Milou met overtuigend geveinsde verontwaardiging. Vertrouwelijk boog ze zich naar hem toe. “Bijvoorbeeld, wij weten ook van de Kamer van Hoge Nood.”
Simons gezicht verstrakte. “Wat weten jullie?”
Nu haalde Milou nonchalant haar schouders op. “Dat er Dreuzelvriendjes verstopt zitten. Ik denk dat het slechts een kwestie van tijd is voordat Sneep erachter komt. In elk geval, zeg maar tegen Charlotte dat we haar zo snel mogelijk willen spreken—ik ga nu,” zei ze opgewekt en hobbelde, zo snel als ze kon op haar naaldhakken, de Grote Zaal in, op zoek naar Richel.

Richels groene ogen stonden op moord terwijl ze volgden hoe Draco en Astoria aan het dansen waren tussen alle andere koppels. Als het intro, waarin ze allemaal in paren moesten dansen, niet snel afgelopen was, zou ze desnoods gillend naakt de Grote Zaal uitrennen—of iets wat meer subtiel, zolang Astoria maar met haar handen van Draco afbleef.
“Hier,” zei Korzel nors terwijl hij haar drankje overhandigde; Richel keek hem een stuk norser aan, griste het glas uit haar handen en staarde naar het goedje erin, waarmee haar blik nog norser werd. “Dit is geen alcohol. Wil je me langzaam vermoorden?” informeerde ze.
Korzel keek haar aan alsof hij ‘heel graag’ bedoelde, maar niet snugger genoeg was voor zo’n snelle belediging. Richels blik doorboorde zijn kraaloogjes. “Wodka, gin, wat dan ook. Pronto.”
Met zijn huidige gezichtsuitdrukking kwam hij helemaal over als iemand die Sesamstraat als een moeilijk programma zou beschouwen. “Wat?”
“Nu!” snauwde Richel; terwijl Korzel weer weg slofte, zuchtte ze en op de trap ging staan zodat ze beter uitzicht had; twee seconden later kwam Milou aangestormd. “Richel—ik heb het voor elkaar gekregen!” siste ze.
“Er komen nu heel veel dingen in me op,” grinnikte Richel voor de eerste keer die avond.
“Lang verhaal, maar als het goed is,” fluisterde Milou, “gaat Simon nu zo snel mogelijk iedereen uit de Kamer van de Hoge Nood halen! We moeten Sneep waarschuwen!”
“En Draco dan?” protesteerde Richel; ze keek over haar schouder en zag hoe hij zoekend door de Grote Zaal keek. Richel onderdrukte de neiging om als een imbeciel te gaan zwaaien, aangezien Astoria nu zijn blik volgde; in plaats daarvan zette ze een nepglimlach op en streek haar zijden jurk glad.
“Gaat het wel?” vroeg Milou terwijl ze Richel onderzoekend aankeek.
“Ja, hoezo?” vroeg Richel met dezelfde krampachtige glimlach.
“Je kijkt nogal alsof je stoelgang aan de ongezonde kant is. Maak je geen zorgen, dat ziet Draco toch niet vanaf hier,” suste Milou zodra Richels uitdrukking van psychotisch naar panisch gleed. “Ga jij hem anders maar halen, dan zoek ik ondertussen Blaise—dat moet niet al te moeilijk zijn, aangezien Bullemans meestal de helft van de ruimte inneemt.”
Richel knikte en tilde haar jurk ietsjes op om van de trap af te kunnen lopen zonder geheid op haar donder te gaan. Inmiddels was er een opgewekter nummer opgezet en vrij snel wist ze zich door de haast eng opgewekte menigte te wringen—had Sneep in elk geval gelijk gehad dat het de algemene sfeer zou verbeteren—om bij Draco en Astoria Goedleers aan te komen. “Kan ik je even spreken?” vroeg ze beleefd.
“Nee, maar kan ik jou iets aanbieden om je voorgevel te bedekken?” vroeg Astoria; onmiddellijk viel Richels masker en nijdig keek ze haar aan, maar Draco liet tegelijkertijd zijn danspartner los en nam Richel zo in zich op, dat haar gezicht begon te gloeien. Ze wendde haar blik af, ook gedeeltelijk om Milou te zoeken, maar zag toen dat die Blaise zojuist had gered van Margriet, Patty en een donkere jongen van Slytherin.
En nu verloste ze hem ook meteen van droge lippen, constateerde Richel terwijl Milou haar lipgloss op een bijzonder intieme manier begon te delen.
“Mooie jurk,” verloste Draco’s stem haar uit haar gedachten. “Oh, daar komt Korzel net aan,” zei hij vervolgens haastig, en duwde Astoria in zijn richting, om vervolgens een hand op Richels blote rug te leggen. “Wat is er?” fluisterde hij.
“Wacht, Korzel heeft mijn dr—laat maar,” zei ze vlug. “We moeten naar Sneep om de een of andere reden, Milou heeft met Simon gepraat en nu is er iets met die Kamer van de Hoge Nood of zo.”
Draco sperde zijn grijze ogen open. “Wát?”

Nadat Milou haar plan in versnelling had uitgelegd—Simon vertellen dat ze een vermoeden hadden zodat hij alle Dreuzelvriendjes uit de Kamer zou loodsen en Sneep ze ofwel kon betrappen, ofwel daarna kon onderzoeken wat er allemaal gaande was in die kamer—waren Draco en Blaise er onmiddellijk vandoor gegaan, op zoek naar het nieuwe schoolhoofd.
“… hij zal nu zelf wel al plannen aan het beramen zijn over de Kamer van Hoge—“ had Milou haar verhaal min of meer besloten, en toen zagen Richel en zij ze al in de verte wegstormen.
“Was het nou iets dat ze slim vonden of niet?” vroeg Richel zich met gefronste wenkbrauwen af.
Milou haalde haar schouders op. “Daar komen we snel genoeg achter, denk ik,” zei ze, terwijl ze met een kleine grijns naar boven wees.
“Lopen we dan niet in de weg?” twijfelde Richel.
“Is dat niet onze specialiteit?”
“Een beetje tovenaar zou het van ons verwachten,” grinnikte Richel terwijl ze achter Milou aan de trappen opging, de feestende menigte in de Grote Zaal achter zich latend.

---

A/N: ... En dat was het weer voor deze keer :') Als je tijd hebt, plaats dan alsjeblieft een reactie in het topic, ik wil graag weten wat jullie ervan vonden ^^ Nu ga ik weer twee Asiantrade presentaties leren... Kusje! xxx





_________________

    "Ik krijg hier spontaan hoofdpijn van."
    "Dat is je brein die zijn eigen achterlijkheid probeert te bevatten," snauwde Draco.

    -
    Five Minutes to Midnight
Profiel bekijkenStuur privébericht
Aya
6e jaars
6e jaars


Verdiend: 179 Sikkels
Woonplaats: Waverly Academy, Dumbarton

Aya is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Do Dec 25, 2008 15:58 Terug naar boven Sla dit bericht op

Image

A/N: Kerstcadeautjeee! ^^' Ik heb een tijdje niet geupdate door tentamens, presentaties en projecten, en dit is het laatste hoofdstuk van Defying Gravity op HPF. Vanaf volgende keer ga ik verder op FantasyFreakz, in het Fanfiction-deel, gewoon onder de naam 'Defying Gravity'. Godzijdank is het nu vakantie, dus jullie kunnen snel een nieuwe hoofdstuk verwachten!

---

H o o f d s t u k 1 9


“Zie je wat?” siste Milou tegen haar vriendin, wiens hoofd om de hoek van het trapgat gestoken was. “Niet als ik me steeds moet blijven omdraaien om te zeggen dat je je kop moet houden,” siste Richel terug terwijl ze zich weer terugdraaide en haar hoofd zó probeerde te manoeuvreren, dat ze niet alleen tegen muur aankeek.
“Ik zie… Sneep… daarachter staat een blonde jongen, ik zie zijn gezicht niet maar dat zal Draco wel zijn… Sneep is flink pissig, volgens mij…” mompelde Richel voorovergebogen, met een hand op haar decolleté.
“Waarom?” vroeg Milou verbaasd.
“Misschien omdat jij aan Simon hebt verteld dat we weten van hun schuilplaats,” zei Richel terwijl ze met haar ogen rolde. “Ik vond het idee erachter anders best geniaal,” mompelde Milou beteuterd.
“Gelukkig verschillen jij en Sneep nooit van mening,” zei Richel, haar blik nog altijd hemelwaarts. “Oh, god, Milou, hij is echt aan het tekeergaan—misschien kunnen we beter in de leerlingenkamer wachten tot hij ons komt zoeken—“ Richel had haar zin nog niet af, of Blaise kwam aangestormd, en leek totaal niet verrast dat Milou en Richel in het trapgat stonden.
“… Haai,” besloot Milou hem luchtig te begroeten.
“Hij is woest dat je zomaar aan Filister hebt verteld dat we weten dat de Kamer dient als hun schuilplaats—maar nu zijn we wel ergens achter,” zei hij opgewonden. “Er is nog een uitgang in Zweinstein, en die leidt naar de Kamer van Hoge Nood!”
Richel en Milou keken hem blanco aan.
“Nou en?” informeerde Milou toen voorzichtig, op hetzelfde moment dat Richel “wat?” vroeg.
“Nu kan Zweinstein beter beveiligd worden,” zei Blaise langzaam, op een toon alsof hij het tegen een stelletje ontsnapte psychiatrische patiënten had die niet helemaal bij de tijd waren.
“Oh. Ja, natuurlijk,” knikte Richel wijs. “Dat spreekt voor zich,” vervolgde Milou.
“Er is nu even geen tijd voor het toneelstukje waar ik wat zeg en jullie doen alsof jullie het begrijpen,” zei Blaise opgewekt. “Ik ga weer terug naar Sneep en Malfidus—“
“En wij dan?” onderbrak Milou hem boos. “Ga maar iets doen waar je goed in bent,” smaalde Blaise; Richel trok haar wenkbrauwen op en keek nog meer opstandelijk dan normaal terwijl ze opstond en opgewekt naar Sneep stampte. “Dus, hoe staan de zaken ervoor?”

“Zeg, Blaise zei, doe waar je goed in bent!” protesteerde Richel terwijl Draco haar met een woeste blik neer plantte op de bank in de leerlingenkamer. “Ik kon mijn gelimiteerde kennis van bemiddelen tussen Sneep en de rest gebruiken—“
“Daar heb je helemaal geen kennis van!” viel Draco geërgerd haar in de rede.
Richel rolde met haar ogen. “Daarom zeg ik, gelimiteerd. Of ik kon doen waar ik goed in ben, proberen informatie los te weken,” concludeerde ze opgewekt.
“Oh, en hoe heeft dat voor je gewerkt?” vroeg Blaise, die naast haar plaatsnam, sarcastisch.
“Nou, nu weet ik dat Sneep me een irritant rotwicht vind die op alle fronten te ignorant is om ook maar enigszins serieus te nemen,” zei Richel.
“Volgens mij kon je dat wel zien aankomen, of schreef hij soms iets anders in je vriendenboekje,” snauwde Draco; hij sloeg zichzelf tegen zijn voorhoofd toen Richels grijns verbreedde. “Ga hem niet je vriendenboekje geven. En dat geldt ook voor jou,” vervolgde hij tegen Milou. “Alsjeblieft.”
“Dankjewel,” zei Milou warm terwijl ze zijn handen vastpakte; boos rukte hij ze weer los en sloeg zijn armen over elkaar in een poging over te komen als iemand met autoriteit.
Milou grinnikte en plukte aan haar galajurk. “Nou, kunnen we terug? Het bal is nog lang niet afgelopen, het is pas half elf, en ik heb mijn Korzeltje al veel te lang achtergelaten.”
“Was ik niet met Korzel?” vroeg Richel verbaasd. Op Milou’s gezicht vormde zich een diepe frons. “Sheisse, ik weet het eigenlijk niet. Ik denk—“
“Jullie zijn onvermoeibaar en zo vermoeiend,” kreunde Draco.”Nou ja, ik moet ook terug, voordat Goedleers aan haar pappie verteld hoe Malfidus haar in de steek heeft gelaten—haar ouders zijn bevriend met mijn ouders en ze zijn ook aanhangers van de Heer.”
“Het begint steeds meer als een soort Hare Krishna-sekte te klinken—jullie lopen massaal rond in suffe gewaden en vinden dat iedereen erbij moet horen,” zei Milou met een blik hemelwaarts. Toen sperde ze haar ogen open. “Wacht eens even. Zijn jullie ook tegen seks voor het huwelijk?”
“Nee,” zei Draco geirriteerd. “En ergens in mijn hoofd hoor ik een stemmetje dat zegt ‘vraag hoezo, vraag hoezo’, maar dat ga ik dus niet doen.”
“Schizo,” mompelde Richel.
“Ik vraag het wel. Hoezo?” vroeg Blaise met een zucht.
“Omdat Hare Krishna’s dat zijn,” zei Milou monter. “Dus ik maakte me al een beetje zorgen, maar vooral voor Richel, want die—“
“Zorgt ervoor dat je heel snel je klep houdt als je dat niet uit jezelf doet,” zei Richel terwijl ze opstond en in haar handen klapte. “Kom, we gaan terug naar onze geweldige dates!”

“Ik zie ze niet,” zei Richel terwijl ze ook totaal niet om zich heenkeek, maar haar blik voornamelijk op de hapjestafel focuste—hoewel, logisch gezien, dat wel dé plek was om Korzel en Kwast te vinden.
“Ik wel,” zei Draco, “ze staan daar—kijk dan, daar—“
Richel keek hem doordringend aan. “De onderliggende boodschap is dat ik ze niet wil zien. Kom, we gaan dansen.”
“Maar Astoria—“ protesteerde Draco, maar Richel schudde haar hoofd. “Nee.”
“Ik moet echt—“
“Nee.”
“Je kan toch—“
“Nee.”
“Maar we—“
“Nee,” zei Richel voor de vierde keer, waarmee ze zich eigenhandig bestempelde als een kind van vier, maar dat kon haar weinig schelen; het was Milou’s techniek en bij haar werkte het altijd, alleen misschien niet bij Draco, bedacht ze toen. “Alsjeblieft?” vroeg ze, verwoed met haar ogen knipperend.
“Je mascara valt er straks nog af,” zei Draco met een zucht.
“Het lijkt erop dat ik je moet gaan verleiden met mijn natuurlijke charme—“ begon Richel zwoel, maar naast haar barstte Milou in de slappe lach uit. “Daarmee bedoelt ze volgens mij dat ze haar tieten in je gezicht duwt totdat je bedwelmd bent. Sorry, je hebt gewoon niet zoveel subtiele natuurlijke charme,” verontschuldigde ze zich met lachtranen in haar ogen tegenover een rood aangelopen Richel.
“Sorry—onderbreek ik iets?” hoorden ze ineens een stem achter zich. Richel draaide zich om, maar al te blij met afleiding, en zette toen grote ogen op. Draco zag zijn kans schoon en was verdwenen zodra Richel weer achterom keek, maar Milou draaide zich nu ook naar Charlotte.
“Ik heb onze families gevonden, denk ik,” fluisterde die.
“Professor Slakhoorn heeft me geholpen. Als toverdrankleraar heeft hij toegang tot veel faciliteiten die met allerlei onderzoek te maken hebben—zo ook genetisch onderzoek, om te onderzoeken wat bepaalt dat iemand een Snul wordt, wat maakt dat sommige tovenaars speciale gaven hebben als Sisseltong—“
“Sisselwat?” informeerde Milou meteen.
“Sisseltong. Mensen die met slangen kunnen praten,” fluisterde Richel, alsof Charlotte niet meteen doorhad dat haar verhaal werd onderbroken.
Milou keek haar vreemd aan. “Psychotisch,” mompelde ze terwijl Charlotte haar uitleg hervatte. “Maar daar hebben ze dus ook genetisch materiaal van tovenaars. Ook buitenlandse,” zei ze terwijl ze naar Richel knikte, maar die fronste. “Dat mijn Dreuzelvader niet Nederlands is betekent niet dat—“
“Je lijkt gewoon niet typisch westers, dus ik denk, ik zeg het maar even.” Charlotte haalde haar schouders op terwijl om Richel vanuit haar ooghoeken zag dat Draco Astoria rondzwierde. “In elk geval—ik neem aan dat jullie morgenmiddag met de trein naar Villa Malfidus vertrekken, en Slakhoorn heeft gezegd dat hij me morgenochtend de resultaten kan geven. Kijken of DNA van ons overeen komt met iemand in hun… database, of hoe zij dat ook noemen.”
“Wacht eens even—hoe kwam je aan genetisch materiaal van ons?” vroeg Milou fronsend. “Heel simpel,” zei Charlotte met een glimlach die verraadde dat ze het eigenlijk best ingenieus van zichzelf vond. “Richel gebruikte altijd mijn kam, dus daar zitten alleen haren van haar in, en jij jatte altijd die zwarte elastiekjes die ik lelijk vind staan in mijn haar, dus daar zaten weer alleen haren van jou in.”
“Juist,” zei Richel perplex. Milou grinnikte. “God, wat een opluchting. Ik was al bang dat je een zakdoek of maandverband van ons had gejat.”
Richel rimpelde haar neus in walging en Charlotte keek alsof ze zojuist een trol zichzelf zag zitten bevredigen; Milou grijnsde en bood ze allebei drankjes aan. “We kunnen nog wel lachen met elkaar!”
“Je bent hilarisch,” gaf Richel met een greintje sarcasme toe terwijl ze haar drankje aannam.
“Maar wat spreken we af?” vroeg Charlotte na een flinke slok Boterbier.
“Kijk eerst zelf en geef het daarna morgen aan ons?” opperde Milou.
“Nou ja, we hebben een hele treinrit naar Londen samen,” zei Richel peinzend. “Jij gaat zeker met Simon mee naar huis?”
“Ja… maar Simon is inmiddels waarschijnlijk al thuis,” zei Charlotte met een uitgestreken gezicht. “Oh, ja, met die geheime gang natuurlijk—wacht, wat?” zei Richel perplex. “Je… je… verraad je nu niet…”
“Huh?” sloot Milou het gestotter mooi af.
Charlotte grijnsde flauwtjes. “Ik weet dat jullie degenen zijn die Simon hebben verteld dat jullie weten van de Kamer van Hoge Nood,” fluisterde ze. “Aan jullie reactie te horen wisten jullie ook al van de gang, maar het is niet meer dan eerlijk dan dat we gelijke informatie uitwisselen.”
“Ik voel me helemaal dubbelspion,” zei Milou blij.
Na een zwijgende, maar veelzeggende blik op Milou, die nu als een soort Charlie’s Angel aan het poseren was, keerde Richel zich weer naar Charlotte. “Om eerlijk te zijn,” fluisterde ze, “was het bedoeld dat Sneep ze zou kunnen pakken. Dat Simon hysterisch naar de Kamer zou gaan en iedereen eruit zou loodsen, terwijl Sneep op de uitkijk stond omdat hij allang iets vermoedt.”
“Maar het heeft averechts gewerkt, want er is een andere uitgang van de Kamer,” zei Charlotte luchtig. Richel zette dezelfde zwoele blik op en knipperde met haar ogen. “En die uitgang eindigt…”
“Ik ben geen lesbo en ook niet dom, maar leuke poging,” grijnsde Charlotte; Richel schoot in de lach en keek schijnheilig naar het plafond. “Ik kon het proberen.”
Toen ze haar blik weer door de Grote Hal liet gaan, spotte ze Draco en Astoria weer—vlakbij en nu schuifelend. “Zullen we gaan?” informeerde ze bij Milou. “Dit uitzicht zint me echt totaal niet.”
“Welnee, we gaan hier een echt feest van maken! Weet je nog de eerste keer dat we uitgingen en we tot sluitingstijd op de verhogingen stonden te dansen?”
“Ik herinner me vooral dat Richel een aantal uur lip aan lip stond met—“
“Nee, nee, blok dat uit je geheugen,” onderbrak Richel Charlotte jammerend. “De schaamte, de schaamte,” pruttelde ze verder terwijl ze in haar glas keek.
Milou grijnsde. “In elk geval—laten we onze queeste vervolgen naar het podium!”
Met de intelligentie van een gemiddelde Pokémon keek Richel terug, maar Milou was er al vandoor gegaan en stampte het podium op, tikte de vent die een ballad aan het zingen was op zijn rechterschouder en griste vanachter zijn linkerschouder de gitaar uit zijn handen. “Hallo allemaal!” tetterde ze opgewekt door de zaal. “Ik zie dat alle leraren de zaal hebben verlaten, want ons een geniale kans geeft om te kappen met dit domme gezwijmel—niet lullig bedoeld,” zei ze tegen de band, die er vrij beteuterd bijstond.
“Dus, wie heeft er verzoeknummers?” riep Milou enthousiast. “Hoewel—kennen jullie Dreuzelnummers?” vroeg ze. “Want tovenaarsmuziek is echt crap. Wederom, niet lullig bedoeld,” voegde ze er vriendelijk aan toe.
“We hebben in Amerika getoerd, dus we kennen alle filmmuziek, hoor,” zei de bassist nijdig. Milou’s grijns breidde nog verder uit. “Mooi! Kennen jullie High School Musical?”
In het publiek lieten Richel en Charlotte gelijktijdig hun gezicht in hun handen zakken terwijl Milou verder de band instrueerde en de rest van de leerlingen van Zweinstein verbijsterd toekeken. “Ik ga voor een beetje saamhorigheidsgevoel zorgen hier!” brulde ze, wat maakte dat de Griffyndors, Hufflepuffs en Ravenclawers al flauwe grijnzen op hun gezichten begonnen te krijgen, inclusief Richel en Charlotte, maar die twee laatste grijnzen vervaagden al snel toen Milou haar mond weer opentrok.
“En ik wil graag mijn onder alle omstandigheden tofste vriendinnen op het podium uitnodigen—dan kunnen we met zijn allen gaan zingen! We’re all in this together, once we know, that we are, we’re all stars, and we see that! We’re all in this together, and it shows, when we stand, hand in hand, make our dreams come true!” begon ze opgewekt te zingen terwijl de zanger haar goddank vrijwel overstemde en de band begon met spelen.
Here and now, it’s time for celebration,” viel Charlotte in; Richel pakte een random Ravenclawer vast en begon met hem te dansen om maar niet te hoeven zingen, maar dat had als gevolg dat andere mensen dit ook begonnen te doen—en even later keek Milou vanaf het podium verbluft neer op een nog enthousiaster dansend Zweinstein dan eerst.”Oké!” brulde ze opgewekt, “en dan nu, Hit me up!”

“Mijn hoofd, mijn hoofd,” kreunde Richel terwijl ze naar haar handspiegel tastte. “Oh god, mijn hóófd,” zei ze vervolgens vol afgrijzen, ernaar starend. “Wat is er gisteren allemaal gebeurd? Waarom hebben de leraren niet ingegrepen?” riep ze, bedoeld voor Milou.
De gordijnen om haar hemelbed werden zonder pardon weggerukt. “Die hadden spoedoverleg gisternacht,” zei de binnendringer met koude stem. “Over de beveiliging van Zweinstein. Ze hadden geen tijd om zich te bekommeren om het feit dat jullie de band hadden overgenomen.”
“Vet leuk. Nou, welterusten,” gaapte Richel terwijl ze zich weer omdraaide, maar toen schoot ze zo snel overeind dat Draco achterover deinsde. “Wat doe jij in de meisjesslaapzaal zo vroeg?” siste ze.
“Jou halen. En het is half tien.”
Met toegeknepen ogen staarde Richel hem aan. “Ik herinner me heus wel dat vieze kleffe gedoe van jou en Astoria, hoor,” morde ze terwijl ze zich toch weer in haar matras weg liet zakken. “Met je stomme hoofd.”
“Mijn stomme hoofd?” herhaalde Draco met een kleine grijns.
“Ja. En als je de tijd kan vinden, veeg dan die domme grijns van je stomme hoofd ook.” Richel veegde wat haren uit haar gezicht, stond op, duwde Draco van haar bed—“waar was dat nou weer goed voor?!”—en stampte richting de badkamer.

Milou zat met Charlotte in een coupé net de rollen perkament door te lezen die Charlotte had meegebracht na haar bezoek aan de kamer van professor Slakhoorn, en ze smeet ze haast van schrik door de ruimte toen Richel de schuifdeur open knalde.
“Waar heb jij gezeten?” vroeg Milou verbaasd.
“Ik was zenuwachtig, dus ik heb me net voor zitten bereiden op de wc,” antwoordde Richel. Charlotte keek haar wantrouwig aan en Richel liet het ‘grote onschuldige groene ogen opzetten’ maar weg. “Goed, goed, ik zat Astoria af te luisteren.”
“Richel… ze hebben een match gevonden..” Charlotte overhandigde Richel een rol perkament en Richel griste het uit haar handen, nu toch met grote ogen, die nog groter werden zodra ze over de regels vlogen. “Mijn vader… heet Michael Anderson.”
Milou proestte haar water uit en Richel negeerde haar compleet. “Hij is een hoteleigenaar… en getrouwd met Anna Chung… Ze zijn geboren in… dus nu… Uhuh… En ze wonen… ZE WONEN IN LONDEN!” brulde Richel plotseling, waardoor Milou nu haast stikte na nog een slok.
“Mijn vader heet Jason O’Connor,” las Milou na een adempauze voor toen ze het juiste perkament had gevonden. “Hij woont in Wales,” voegde ze daaraan toe, en keek verbaasd op. “Wales…” peinsde ze. “Dat klinkt exotisch…”
“Wales ligt in Groot-Brittannië, stomme doos,” zei Richel terwijl ze met haar ogen rolde. Milou fronste en keek toen onmiddellijk zo neutraal als ze kon opbrengen. “Ja. Ja, maar in zekere zin is Wales ook exotisch—“
“Hou toch op,” grinnikte Richel terwijl ze verder las; toen keek ze op naar Charlotte. “En jij?” vroeg ze nieuwsgierig. Charlotte bloosde, Richels wenkbrauwen schoten omhoog en ze plofte naast haar vriendin neer, die nu rood aanliep en neurotisch aan haar pony trok. “Ik… eh…”
“… heet officieel Charlotte Bourgogne,” grijnsde Richel. “Je vader is een naar Engeland verhuisde fransoos,” de neuzen van Milou en Richel rimpelden, “en… je moeder is Engels… wacht eens.”
Richels ogen gleden over de pagina, verder dan tot waar Charlotte gelezen had, en ze sloeg een hand voor haar mond. “Jezus… Charlotte. Je moeder… je echte moeder is vlak na je geboorte vermoord door Dooddoeners,” fluisterde Richel. “Op het moment dat ze ondergedoken zat in het hotel van die Anderson!”
“Je vader,” verduidelijkte Milou.
“Daarom ben ik naar Nederland gestuurd,” mompelde Charlotte. Ze knipperde een paar keer met haar ogen en schudde toen vastberaden met haar hoofd. “Dit hadden we kunnen verwachten. We zijn niet uit de toverwereld weggezonden omdat het zo fantastisch ging.”
“Het spijt me zo voor je…” fluisterde Richel terwijl Charlotte het document weer terugpakte en beverig verder las. “Mijn vader woont ook in Londen,” merkte ze op.
Milou opende voorzichtig haar mond. “Ik heb een idee…”

---

A/N: Zooo, ik hoop dat jullie het leuk vonden! Ik ga nu naar mijn ouders om kerst te vieren ^__^ Jullie allemaal ook nog fijne feestdagen toegewenst en een héél fijn nieuw jaar! Liefs! <33





_________________

    "Ik krijg hier spontaan hoofdpijn van."
    "Dat is je brein die zijn eigen achterlijkheid probeert te bevatten," snauwde Draco.

    -
    Five Minutes to Midnight
Profiel bekijkenStuur privébericht
Berichten van afgelopen:      


 Ga naar:   


Sla dit onderwerp op als textbestand

Volgende onderwerp
Vorige onderwerp
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum
Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum
Je mag niet stemmen in polls in dit subforum



Powered by phpBB © 2001/3 phpBB Group :: FI Theme :: Tijden zijn in GMT + 1 uur :: Disclaimer