Harry Potter Forum index
Dit forum is gesloten. Bezoek nu de vernieuwde versie van HPF!
 Harry Potter Forum gesloten  •   Inloggen

 [AF] Voor de Orde... Volgende onderwerp
Vorige onderwerp

Sla dit onderwerp op als textbestand
Poll :: Wat vind je van deze fanfic?

1. Goed!! ga door!!!
65%
 65%  [ 39 ]
2. Ja, gaat wel.....kan beter
18%
 18%  [ 11 ]
3. Nee, niet echt goed
16%
 16%  [ 10 ]
Totaal aantal stemmen : 60


Auteur Bericht
Rose
Volleerd Tovenaar
Volleerd Tovenaar


Verdiend: 93 Sikkels


Rose is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Zo Feb 05, 2006 18:39 Terug naar boven Sla dit bericht op

@Iedereen die mijn fanfic leest (Chaja-girl, Mrs. Charlie Wemel, sweet hermoine, en de rest): heel erg bedankt voor jullie enthousiasme en ik hoop dat jullie weer blij zijn met dit hoofdstuk.

Hoofdstuk 14 Duel

Ongelovig staar ik naar mijn toverstok en dan weer terug naar Withaar. Ik snap het niet, maar toch pak ik snel mijn toverstok weer op, voordat hij zich bedenkt. Ondertussen loopt Droebel naar de deur en doet deze dicht. Dan gaat hij achter zijn bureau zitten. Mijn blik glijd weer terug naar Withaar.

‘Een duel’ zegt hij. ‘Een eerlijk duel, zodat ik het licht in je ogen kan zien doven en met opgeheven hoofd terug kan gaan naar mijn Meester. Natuurlijk kan het hem weinig schelen dat ik een onbeduidend modderbloedje heb gedood, maar het kan hem wel schelen als ik een lid van de Orde heb gedood. Hij zal me belonen’ Op zijn gezicht verschijnt een walgelijk bloeddorstige uitdrukking.

Ik kijk hem minachtend aan. Mijn stem trilt meer dan ik zou willen als ik zeg: ‘Misschien. Maar misschien win ik wel.’ Maar zelfs ik hoor de twijfel en angst in mijn stem. Even walg ik van mezelf, ik moet dapper zijn, net als mamma was. Maar dat ben ik niet, ik heb nooit bij Griffoendor gezeten. Ik ben bang, bang dat ik zal sterven, bang dat ik Perkamentus teleur zal stellen, bang dat ik pappa alleen achterlaat.

Hij ziet het en lacht. Een welbekende lach, vol spot. ‘Misschien win je wel ja. Misschien. Misschien sneeuwt het wel in de zomer, misschien schaart Perkamentus zich wel aan de zijde van De Heer der Duister. Misschien, maar zeer waarschijnlijk niet.’ Dan loopt hij op me af, met grote passen en met zijn toverstok voor zijn gezicht. ‘Dan is het nu tijd voor ons duel. Maak je geen zorgen, ik zal ervoor zorgen dat je dood pijnloos en snel zal zijn. Als je een groende flits ziet, dan weet je dat je leven ten einde is.’

Ik verman mezelf en sluit me af voor zijn spottende opmerkingen. Waarschijnlijk sterf ik vandaag, maar ik zal me niet zomaat gewonnen geven. Als Harry Potter het kan, kan ik het ook. Ik denk even aan de jongen, een jongen die veel meer dan mij heeft meegemaakt, en toch nog leeft. Laat mij ook zo zijn, bid ik, maar tot wie weet ik niet.

Dan hef ik ook mijn toverstok en hou hem voor mijn gezicht. Ik loop naar Withaar toe en we buigen voor elkaar, zoals het hoort. Dan draaien we ons om en lopen tien passen. Ik draai me om, maar Withaar is sneller. ‘CRUCIO!’ schreeuwt hij en ik voel een verlammende pijn door me heen gaan. Ik schreeuw het uit en zak op de grond. De pijn vloeit door elke vezel van mijn lichaam, en elke cel gilt het uit van de pijn. Zoiets heb ik nog nooit gevoeld. Maar dan is de pijn weer net zo snel weg als hij is gekomen en sta ik snel op, klaar om Malfidus aan te vallen.

Het duel is begonnen.

[/i]





_________________
I never pretend to be something I'm not
Profiel bekijkenStuur privébericht
Rose
Volleerd Tovenaar
Volleerd Tovenaar


Verdiend: 93 Sikkels


Rose is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Zo Feb 12, 2006 18:10 Terug naar boven Sla dit bericht op

Nogmaals: iedereen bedankt die altijd zo enthousiast regeert als ik weer een hoofdstuk heb geplaatst! Dat helpt echt! Ik hoop trouwens dat er geen fouten in dit hoofdstuk zitten, het is best moeilijk om een duel te beschrijven…

Hoofdstuk 15 Help

Daar staan we dan, tegenover elkaar. Het duurt maar een fractie van een seconde, de stilte voor de storm. We kijken elkaar aan, en ik hou mijn toverstok stevig vast. Mijn andere hand hou ik naast mijn lichaam, die is nog steeds nutteloos. Mijn hoofd klopt pijnlijk, maar ik negeer het.

Ik voel me heel rustig, klaar voor de strijd. De man met het witte haar tegenover mij staat ook rustig. Dan zie ik vanuit mijn ooghoeken dat Droebel beweegt. Ik draai me geschrokken om, mijn zijn toverstok wijst niet naar mij, en ook niet naar Malfidus. De toverstok wijst in de richting van de deur, en ik hoor Droebel ‘Colloportus!’ zeggen.

Ik hoor een zuigend geluid en herinner me dan weer wat deze spreuk doet. De deur zit nu potdicht. Nu kan ik niet meer vluchten, een gedachte die meerdere keren bij me is opgekomen. Nu moet ik wel vechten. Droebel gaat weer rustig achter zijn bureau zitten, maar ik durf nu niet meer te wachten.

Zo snel als ik kan hef ik mijn toverstok op en roep: ‘PARALITIS!’. Een rode straal komt uit mijn toverstok en zoeft in de richting van Malfidus. Hij schijnt verrast te zijn, maar reageert net op tijd door ‘PROTEGO!’ te roepen. Mijn vloek ketst af op zijn onzichtbare muur. Ik vloek binnensmonds.

‘Is dat alles dat je hebt?’ vraagt Malfidus op geamuseerde toon. Ik weet niet meer precies wanneer ik ben gestopt met hem Withaar noemen, ik denk op het punt dat ik dacht dat ik ging sterven. Zulke dingen zijn te serieus om nog verder grapjes over te maken. ‘Nee hoor’ zeg ik, maar ondertussen gaan mijn hersenen als een bezetene tekeer. Het is al lang geleden sinds ik op Zweinstein zat, en mijn kennis is vervaagd. Dat zou wel eens mijn dood kunnen betekenen…

Ik ben te afgeleid om te merken dat Malfidus alweer een nieuwe spreuk voor me heeft klaarstaan.’EXPELLIAMUS!’ schreeuwt hij door de kamer. Ik hef mijn toverstok en schreeuw de eerste beste spreuk die me te binnen schiet naar hem: ‘FINITE INCANTATUM’. De vloek van Malfidus schijnt op te lossen in de lucht en ik kan weer even opgelucht adem halen.

Malfidus lijkt onder de indruk. Ik besluit van dat moment gebruik te maken en schreeuw: ‘DETENTIO!’. Er komen touwen uit mijn toverstok en Malfidus reageert niet snel genoeg om zich te verweren. De touwen wikkelen zich helemaal om hem heen, tot hij zich niet meer kan verroeren. Hij vecht als een bezetene, maar krijgt zich niet los. Ik loop op hem af, en pak zijn toverstok op.

Dan voel ik een andere toverstok op mijn slaap. Natuurlijk, ik was het vergeten. Wat dom van me. Droebel. ‘Sta op’ sist hij, en ik hoor Malfidus lachen. ‘Dat was je vergeten hè, smerig modderbloedje?’ Ik was het inderdaad vergeten, iets dat me duur kan komen te staan. Ik sta op en volg de richting waarin Droebel me leid. Ik sta nu met mijn rug tegen het magische raam van Droebel. Ik kijk hem smekend aan, maar hij is volledig in de macht van Malfidus.
Ik voel mijn bloed verkillen als hij zijn toverstok me richt en zegt: ‘Oke, ik heb genoeg van dit duel. Het word tijd dat je gaat sterven.’ Mijn adem stokt in mijn keel en ik voel mijn handen trillen van angst. Dat was het dan denk ik, ik buig mijn hoofd en sluit mijn ogen, wachtend op het onvermijdelijke.

De dood.
[/i]





_________________
I never pretend to be something I'm not
Profiel bekijkenStuur privébericht
Rose
Volleerd Tovenaar
Volleerd Tovenaar


Verdiend: 93 Sikkels


Rose is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Do Feb 16, 2006 12:23 Terug naar boven Sla dit bericht op

Reacties zijn nog steeds meer dan welkom, en als beloning daarvoor krijg je mijn eeuwige dank ^^ Stemmen op de Poll is natuurlijk ook goed Smile

Hoofdstuk 16 Pijn

Malfidus weet zich los te rukken uit zijn touwen, geholpen door een betoverde Droebel. Hij staat op, klopt het stof van zijn kleding en haalt een hand door zijn lange witte haren. Dan loopt hij naar de plek waar Droebel mij tegen een muur gevangen houd. Hij pakt de toverstok van Droebel over, en gebaart dat hij aan de kant moet gaan.

‘Dat was erg pienter van u, mevrouw Johnson’ zegt hij. De uitdrukking op zijn gezicht is niet te doorgronden, maar ik meen een vonkje van waardering te zien. Meer dan een vonkje is het niet, maar op de een of andere manier maakt dat ene vonkje me net iets sterker. Ik recht mijn schouders en steek mijn kin omhoog.

‘Waarom dood je me nu niet?’ vraag ik aan hem. Mijn stem is vast en rustig en zo voel ik me ook. Ik heb me erbij neergelegd dat ik dood ga, ik heb mijn kansen niet gegrepen, en nu is het te laat. Ik verdien het om te sterven. De toverstok gaat naar mijn keel en Malfidus prikt zo hard dat ik naar adem hap. ‘Zo makkelijk kom je er niet vanaf, meisje.’ Zegt hij en ik walg van de blik in zijn ogen. Bloedlust. ‘Jij bent op het hoofdkwartier geweest van het zooitje ongeregeld dat de Orde van de Feniks genoemd word. Jij hebt dingen gezien, gehoord…die informatie is kostbaar. En ik zal niet rusten voordat ik het laatste restje van jou kennis heb opgezogen.’

Ik snak opnieuw naar adem, dit keer om een andere reden. Nee..niet dat. Ik voel de tranen in mijn ogen opwellen. De dood kan ik nog wel verdragen, maar marteling niet. Ik kan dat niet verdragen, ik weet niet hoe lang ik het volhoud. Ik wil niemand verraden, ik zou niet met mezelf kunnen leven als ik dat zou doen, maar marteling is een vreselijk iets. ‘Dood me asjeblieft’ smeek ik. Mijn stem is gebroken en de tranen lopen over mijn wangen.

Hij lacht. Het is niet zijn bekende lachje, maar een waanzinnig lachje. Het luguber lachje. ‘Dat dacht ik niet, meisje’ zegt hij ‘zo makkelijk kom je er niet vanaf.’ Hij doet een stap naar voren, en ik druk mijn hoofd naar achteren. Zijn hoofd is nu heel dicht bij de mijne. Ik voel zijn ademhaling.

Zijn stem is vriendelijk en kalm als hij fluistert: ‘Als je me nu die informatie geeft dan beloof ik dat je dood snel en pijnloos zal zijn.’ Met zijn koude hand streelt hij mijn wang, en ik huiver. Ik schud mijn hoofd, niet in staat te praten.

De blik in zijn ogen word weer hard en hij slaat me met vlakke hand. Ik geef een gil van de schrik en zal naar beneden. Mar Malfidus is sneller en grijpt me bij mijn keel. ‘Dan niet’ zegt hij. Hij drukt me op de bureaustoel van Droebel en houd me stevig vast. Ik worstel en vecht om adem. Achter me staat Droebel, die me stevig op de stoel gedrukt houd. Ik kan geen kant meer op. Dan doen ze heel snel een stap achteruit en gebruikt Malfidus mijn eigen spreuk tegen me. ‘DETENTIO” klinkt het door de kamer.

De touwen wikkelen zich om mijn lichaam, en ik kan er niks tegen doen. Ik zit gevangen. ‘CRUSIO’ hoor ik en het volgende moment gil ik het uit van de pijn, een pijn die ik niet kan stoppen. Daarna komen er meer, bruut en zonder pauze. Ik weet niet hoeveel het er zijn, of hoe lang de marteling duurt. De pijn word een deel van mijn wezen, het vreet aan mijn hersenen. Denken is niet meer mogelijk, en op een gegeven moment hou ik ook op met gillen. Ik heb me nooit meer alleen en hulpeloos gevoeld dan op die stoel. Volledig overgeleverd aan een krankzinnige. De pijn zorgt ervoor dat ik alles om me heen vergeet.

Dan stopt de pijn even. Ik kijk verdooft op, niet in staat te bevatten wat er gebeurt. ‘Wil je al wat vertellen?’ vraagt de man tegenover me, ik herken hem niet eens meer. Ik weet niet waarom hij het zo belangrijk vind dat ik wat vertel, maar iets zegt me dat ik me sterk moet houden. Ik schud mijn hoofd.

De marteling gaat door.





_________________
I never pretend to be something I'm not
Profiel bekijkenStuur privébericht
Rose
Volleerd Tovenaar
Volleerd Tovenaar


Verdiend: 93 Sikkels


Rose is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Do Feb 23, 2006 11:37 Terug naar boven Sla dit bericht op

@alle mensen die altijd zo lief een PB-tje sturen als ik weer een nieuw hoofdstuk heb geplaatst en mensen die stemmen op mijn poll, of posten in het FF reageer topic, heel erg bedankt! Ik vind dat echt heel erg fijn en superlief!

Waarschuwing: marteling. Kan schokkend zijn.

Hoofdstuk 17 Nog meer pijn

Seconden, minuten, uren, dagen, jaren, eeuwen. Tijd. Tijd bestaat niet meer. Niks bestaat meer. Het enige besef in mijn lichaam, het enige dat ik voel, hoor, zie, ruik en proef is pijn. Pijn en niks anders. Gedachten zijn niet meer mogelijk, zelfs al zou ik willen denken. De pijn neemt alles over, elke vezel in mijn lichaam, elke adem in mijn longen. Mijn hoofd voelt alsof het is verandert in glas en daarna in stukken geslagen is. Verbrijzeld.

Soms houd de pijn even op. Ik weet niet of ik het prettig vind, misschien wel. Maar als de pijn ophoud dan begint de man te praten. Hij wil dingen van me weten, maar hoe kan ik hem helpen? Ik weet niet eens wie hij is. Als ik mijn ogen opendoe om hem aan te kijken, dan zie een ik zee van witte haren en een streng gezicht. Er is nog een andere man, die heb ik ook horen praten. Hij staat bij de deur, en schijnt verder niet veel te doen. Ik weiger nog steeds te praten, iets zegt mij dat dat het juiste is om te doen.

En dan begint de pijn weer, achter elkaar. Door elke vezel in mijn lichaam, elke cel in mijn wezen. Af en toe schreeuw ik, huil ik, maar het helpt niet, dus ik hou er mee op.Ik hoor de man lachen, een spottende lach. De lach komt mij bekend voor, maar ik weet niet meer waarvan. Ik weet dat zijn haren mij bekend voorkomen, maar ik weet niet meer waarvan. Het maakt me bang, dat ik die dingen niet meer weet.

Er zijn dingen die ik nog wel weet, zoals dat ik absoluut niet met die man mag praten. Over niks. Ik weet nog dat ik mijn duel verloor, en dat het mijn eigen schuld is dat ik nu op deze stoel zit vastgebonden. Kleine scherven van wat ooit mijn geheugen, mijn persoonlijkheid en mijn geest was, bestaan nog. Maar ik krijg ze niet meer bij elkaar, de pijn zorgt daar wel voor. De pijn is een deel van mij geworden, een levend wezen in mij. Het wezen zorgt ervoor dat het al mijn aandacht krijgt, dat niks anders belangrijk is.

Ik weet niet hoe lang het nog duurt voor het zover is dat ik alles zal doen om de pijn te laten ophouden, dat ik zal praten. Dat ik die man alles zal zeggen wat ik weet, als die pijn maar stopt. Het duurt niet lang meer. Ik voel mijn wil verslappen, mijn lichaam schreeuwt de pijn te laten stoppen en mijn geest wil er aan toe geven.

Dan gebeurt er iets. Ik weet niet wat, maar de pijn houd op. Ik hou mijn ogen dicht, misschien ben ik wel dood. Misschien ook niet, misschien begint de man zo wel weer te praten, of begint de pijn weer. Ik hoor een knal, maar waar het vandaan komt weet ik niet. De stoel waar ik op zit slaat met een klap achterover en mijn hoofd komt met een harde klap op de grond. Daarna voel ik niks meer. Ik val in een zwart gat.





_________________
I never pretend to be something I'm not
Profiel bekijkenStuur privébericht
Rose
Volleerd Tovenaar
Volleerd Tovenaar


Verdiend: 93 Sikkels


Rose is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Wo Mrt 01, 2006 20:06 Terug naar boven Sla dit bericht op

(again ^^): iedereen die dit leest, en die heeft gereageerd en me heeft gesteund: heel erg bedankt!!
Dit is even een kort hoofdstuk, ik heb even weinig inspiratie…

Hoofdstuk 18 Wie ben ik?

De grond voelt zacht aan. Heerlijk zacht. Ik merk dat ik lig, en dat ik niet meer zit vastgebonden. Ben ik dood? Ik voel me niet echt dood, maar ik weet ook eigenlijk niet hoe dat zou moeten voelen. Met veel moeite doe ik mijn ogen open en ik zie dat ik in een kamer lig. De kamer ken ik niet, maar de muren zijn licht, en er is een groot raam. De zon schijnt. Naast me staat een vaas met een grote bos rozen erin.

De stoel…wat is er gebeurt? Hoe ben ik daar weggekomen? Waar ben ik nu? Wie ben ik? Wie ben ik….wie ben ik? Ik besef me plotseling dat ik mijn eigen naam niet weet. In paniek sta ik op, met mijn blote voeten op de grond, en ik loop naar de spiegel die boven de wasbak hangt. Het gezicht dat het mijne schijnt te zijn komt me niet bekend voor. Mijn haar is donker, met een rare gouden glans eroverheen. Knap ben ik niet, maar lelijk ook niet. Ik leg mijn hand tegen de spiegel en voel tranen over mijn wangen lopen.

Dan gaat de deur open en komt er een man binnen. Hij is oud, heeft lange grijze haren, en een grijze baard. Hij ziet er vriendelijk uit, en komt me bekend voor…al zou ik niet meer weten waarvan. ‘Oh, je bent wakker’ zegt hij: ‘Gelukkig maar’ En hij kijkt me lachend aan. Ik loop met een paar grote passen op hem af, grijp hem bij zijn kraag en vraag hem dezelfde vraag die ik mezelf onderhand al tientallen keren heb gevraagd. ‘Wie ben ik?’





_________________
I never pretend to be something I'm not
Profiel bekijkenStuur privébericht
Rose
Volleerd Tovenaar
Volleerd Tovenaar


Verdiend: 93 Sikkels


Rose is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Wo Mrt 15, 2006 11:34 Terug naar boven Sla dit bericht op

@iedereen die dit leest: het spijt me van de korte hoofdstukken, en dat het zo lang duurt voordat ik post, maar de inspiratie is nog steeds niet echt terug....

Hoofstuk 19 Verhaal

De man laat zich niet van zijn stuk brengen. Hij pakt mijn handen beet en rukt zich van me af. Ik verbaas me over zijn kracht, op zijn leeftijd verwacht je dat niet meer. Toch ziet hij er niet boos uit, ik meen zelfs verdriet in zijn ogen te zien. Ik kalmeer mezelf en zeg: ‘Sorry, het is gewoon erg frustrerend…’ en ik zucht.

De man glimlacht naar me. Een vriendelijke, warme glimlach. ‘Mijn naam is Albus Perkamentus. En ik wil je helpen je geheugen terug te krijgen, ik denk dat dat mogelijk moet zijn. Mooie rozen trouwens’ zegt hij dan ineens en loopt erop af. Hij ruikt eraan. ‘Heerlijk…maar ik zal niet verder afdwalen. Ga zitten, dan vertel ik je een verhaal. Jouw verhaal’

We gaan samen op het bed zitten en meneer Perkamentus verteld me mijn verhaal. In ieder geval, het verhaal dat volgens hem het mijne is.





_________________
I never pretend to be something I'm not
Profiel bekijkenStuur privébericht
Rose
Volleerd Tovenaar
Volleerd Tovenaar


Verdiend: 93 Sikkels


Rose is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Zo Apr 09, 2006 17:28 Terug naar boven Sla dit bericht op

En toen kwam de inspiratie ein-de-lijk terug en kreeg ik wat meer tijd om te schrijven....en dus presenteer ik hier een nieuw hoofdstuk. Reacties zijn meer dan welkom, positief of negatief!!

Hoofdstuk 20 Geschiedenis

En dan komen er woorden. Woorden worden zinnen en zinnen worden een verhaal. Een verhaal dat me fascineert. Eigenlijk is het geen verhaal, maar een geschiedenis. Een geschiedenis van een meisje dat haar ouders graag trots maakt, een meisje dat graag wil helpen.

Een meisje als ieder ander, een meisje dat niet dapper is, soms de verkeerde dingen zegt en soms onderuit gaat. Geen heldin, absoluut niet. Geen legende. Ik ben dat meisje, die geschiedenis is mijn geschiedenis. Dat verhaal is mijn verhaal.

Tenminste, dat zegt Perkamentus. Ik wil hem graag geloven, maar mijn geheugen laat me in de steek, niks komt me bekend voor. Hoe harder ik mijn best doe om het te herinneren, hoe pijnlijker ik me ervan bewust ben dat het niet lukt. De man die Perkamentus heet schijnt het niet te merken, en blijft hardnekkig doorgaan met vertellen.

‘Toen realiseerde Tops zich dus dat jij daarbinnen zat. Ze kon de deur niet openmaken, de bezwering was de sterk voor haar. En dus moest ik erbij komen, maar zelfs ik had de grootste moeite de deur open te krijgen. We hoorden je af en toe gillen, dus we wisten dat je nog leefde. En toen, na een aantal zeer frustrerende momenten, lukte het me eindelijk. Romeo, Tops en ik gingen naar binnen, en overmeesterden Malfidus en Droebel. Ondertussen was jij hard op je hoofd gevallen, en zwaar gewond. We wisten niet zeker of je het zou halen, maar de fantastische Heler’s van St.Holisto hebben je weer helemaal opgeknapt. Behalve dan..’ hij schraapt even zijn keel ‘Je geheugen. We waren even bang dat jou hetzelfde was overkomen als de Lubbermansen, maar het ziet ernaar uit dat je sterker bent dan je denkt, Shannah. Je bent niet gebroken.’

Dat laatste zegt hij op een toon die haast trots is. Ik kijk hem aan, met een ongelovige uitdrukking op mijn gezicht: ‘Ik heb mezelf toch niet bevrijd? Als jullie niet waren gekomen was ik heus wel gebroken, denk ik. Ik kan het me niet meer herinneren, maar ik kan me haast niet voorstellen dat het nog veel langer had moeten duren.’

Perkamentus kijkt me aan en glimlacht, iets wat hij vaak schijnt te doen. Het irriteert me een beetje, maar ik probeer het niet te laten merken. ‘Misschien niet, maar de meesten zullen het niet zo lang hebben volgehouden als jij hebt gedaan. En ik vind dat je erg trots op jezelf mag zijn, ik ken in ieder geval iemand die dat wel is…’

Terwijl hij dat zegt loopt hij naar de deur en laat iemand binnen. Ik ken hem niet, maar hij rent op me af en knuffelt me zo hard dat ik naar adem snak. Aan zijn schokkende schouders merk ik dat hij huilt.

Dan laat hij me eindelijk los, en ik denk dat ik wel weet wie dit is. ‘Pappa’ fluister ik, en kijk hem aan. Zijn gezicht is vlekkerig en bleek, met grote wallen onder zijn ogen. Zijn kleding is vuil en zijn haar zit slordig. Hij ziet eruit als een lijk.

Als hij mijn blik ziet lacht hij verontschuldigend. ‘Sorry kind, maar sinds je hier ligt heb ik eigenlijk weinig aandacht gehad voor mijn verschijning. Kom ik je trouwens bekend voor? Je noemde me pappa, betekent dat dat je me herkend?’

Zijn hoopvolle blik raakt me tot op het diepst van mijn ziel. Deze man houd van me, leeft voor me, en nu herken ik hem niet eens meer. Mijn eigen vader. De tranen wellen op en lopen over mijn wangen als ik mijn hoofd schud. ‘Het spijt me’ fluister ik en ik snik het uit.

We blijven een tijdje zo tegenover elkaar zitten, allebei huilend. Een man die zijn vrouw is kwijtgeraakt, en nu ook nog zijn dochter aan het verliezen is. En een meisje dat graag weer zijn dochter wil zijn, maar geen idee heeft hoe. We zwijgen, omdat er niks te zeggen is.





_________________
I never pretend to be something I'm not
Profiel bekijkenStuur privébericht
Rose
Volleerd Tovenaar
Volleerd Tovenaar


Verdiend: 93 Sikkels


Rose is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Ma Mei 01, 2006 16:48 Terug naar boven Sla dit bericht op

Bedankt voor alle reacties!! het maakt me echt blij!

Hoofdstuk 21 Een nieuw begin

Na een hele tijd van behandelingen, onderzoeken en therapieën, allen zonder resultaat, mag ik naar ‘huis’. De Heler’s hebben er geen vertrouwen in dat ik ooit mijn geheugen zal terugkrijgen, al zeggen ze dat niet hardop. Ik zie het in hun ogen, een soort medelijden. Ik zie hetzelfde in iedereen die op bezoek komt en die ik hoor te kennen. Het maakt me woedend, ik wil hun medeleven niet, ik wil mijn leven terug. Mijn verleden, mijn eigen persoonlijkheid en alles wat van me is afgenomen.

Ik besluit dat mijn ‘thuis’ het appartementje in hartje London is waar ik woonde toen ik nog op het ministerie werkte. Pappa wou eigenlijk dat ik weer bij hem kwam wonen, maar daar kan ik mezelf niet toe brengen, het maakt me kapot hem elke keer hoopvol naar me zie staren, op zoek naar herkenning. Ik heb tijd voor mezelf nodig, tijd om na te denken, hoe het nu verder moet.

Mijn dagen besteed ik aan oude fotoboeken doorbladeren, dagboeken lezen die ik heb geschreven toen ik klein was en rondstruinen op de Wegisweg. Ongelukkig ben ik niet, na een paar maanden kan ik me erin berusten dat ik een nieuwe ik moet maken, en de oude los moet laten.

Ondertussen werk ik wat in een klein gezellig winkeltje waar ze toverboeken verkopen, waar ik vriendschap sluit met de eigenaresse. We lachen wat af. Dan laat ik bij de kapper mijn haar kort knippen en schaf ik een nieuwe garderobe aan. Dat is het eind van de oude Shannah, en het begin van een nieuwe ik.

Mijn vader zie ik niet meer, hij kan als dreuzel niet bij me op bezoek komen en ik wil hem eigenlijk niet zien, dat deel van mijn leven is afgelopen. Oude vrienden, mensen van de Orde….het hoeft voor mij allemaal niet meer. Af en toe voel ik me schuldig, omdat ik ze in de steek laat, maar dan denk ik eraan dat ik eigenlijk niet eens meer weet wie ze zijn. Dus zoals het vroeger was kan het nooit meer worden.

Zo gaat het een halfjaar, ik maak een bredere vriendengroep, ik ga op stap, werk en knap mijn appartement op. Tot er op een dag een arrogante vent met lang witblond haar in mijn winkel staat. Het is nu mijn winkel, ik heb het overgenomen nadat de eigenaresse besloot dat ze een wereldreis wou maken.

Hij straalt arrogantie uit, die man. Zijn kleding is zonder twijfel duur, vast een of andere hoge pief bij het ministerie. Ik loop vriendelijk op hem af en vraag of ik hem kan helpen. Hij kijkt me lang aan. Er ligt een soort verbazing in zijn blik, al snap ik niet helemaal waarom. Ik mag toch wel vragen of hij hulp nodig heeft? Dan realiseer ik me dat ik die blik al eens eerder heb gezien, al zou ik even niet weten waarvan. Misschien is hij al eerder in de winkel geweest?

‘Zo…’ zegt hij dan, met ijzige stem ‘Jij bent het’ Nu ben ik echt stomverbaasd, maar ik blijf vriendelijk en zegt ‘Ja, ik ben het meneer….?’ Dat laatste laat ik vragend klinken, ik wil weten hoe hij heet. Hij kijkt me nog steeds strak aan en zegt: ‘Ik ben Lucius Malfidus, het verbaast me dat je me niet meer kent. We hebben redelijk…’ hier valt hij even stil, en met een glimlachje op zijn gezicht maakt hij dan zijn zin af: ‘memorabele momenten gedeeld’

‘Withaar’ zeg ik.

Volgende keer: het slot!!





_________________
I never pretend to be something I'm not
Profiel bekijkenStuur privébericht
Rose
Volleerd Tovenaar
Volleerd Tovenaar


Verdiend: 93 Sikkels


Rose is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Wo Mei 17, 2006 12:31 Terug naar boven Sla dit bericht op

Slot

Citaat:
Lieve pappa,

Er zijn gebeurtenissen in je leven waarvan je zodra ze gebeuren gelijk weet dat je het nooit meer zal vergeten. Dat je jaren later met je kleinkinderen in een knusse stoel om een haardvuur zit en kan zeggen ‘Wat oma ooit nog eens is overkomen…’ en dat je dan begint te vertellen. Je kleinkinderen kijken je ongelovig aan, schudden dan hun hoofd, en vallen in slaap. Gekke oma met haar gekke verhalen, zullen ze denken.

Wat mij is overkomen zal ik nooit aan mijn kleinkinderen vertellen, daar is het veel te eng en aangrijpend voor. Maar ik zal het ook nooit meer vergeten. Nu niet meer……..ooit ben ik het vergeten en ben ik verdergegaan met mijn leven. Ik was redelijk gelukkig., tot er op een dag een witharige lange man met een arrogant gezicht weer terug in mijn leven kwam. Hij was er maar een paar minuten, maar hij gaf mij onbewust weer terug wat ik was kwijtgeraakt: mijn geheugen.

Opeens wist ik weer wat er was gebeurt, wat hij bij mij had gedaan, alle pijn, het huilen, en de vernedering……vooral die vernedering, dat ik in een paar uur werd gereduceerd tot een nietig hoopje mens, daar kan ik moeilijk om heen. Het vreet aan me, pappa. Als ik ’s nachts mijn ogen sluit dan ben ik daar weer, in die kamer, met hem. Ik voel de pijn alsof hij levensecht is, en ik word snikkend wakker. Elke nacht weer.

Ik schrijf je nu deze brief om uit te leggen waarom ik ga doen wat ik ga doen. Zodat je niet denkt dat het jouw schuld is, zodat je niet denkt als ik dit en dat nou eens had gedaan…..want je had niks kunnen doen, niks kunnen zeggen, dat had niemand kunnen doen.

Ik heb er spijt van dat ik ooit heb gewenst dat mijn geheugen terugkwam, terwijl ik redelijk gelukkig en tevreden was. Sommige dingen mag een mens kunnen vergeten, moet een mens kunnen vergeten. Sommige dingen doen gewoon teveel pijn, zijn te ingrijpend. Het verandert je, pappa. Ik kan nooit meer normaal door een drukke straat heenlopen, nooit meer tegen onbekenden praten, nooit meer onbezorgd met vrienden wat gaan eten zonder bang te zijn. Het is net alsof er achter elke hoek iets is om bang voor te zijn, alsof elk mens me kwaad wil doen.

Daarom heb ik me de laatste tijd in mijn kamer opgesloten, met de gordijnen dicht. Ik hoopte dat ik me ooit weer veilig zou voelen, dat de nachtmerries zouden ophouden. Mijn vrienden, zowel van dit leven en van het oude komen wel eens lang en ik zie ze allemaal schrikken.

Allemaal proberen ze me naar buiten te krijgen, ervoor te zorgen dat ik weer ga eten, en de gordijnen open te doen. Ik zie de angst in hun ogen, angst voor wat ik geworden ben. Ik kan het ze niet kwalijk nemen, dat ze niet meer langskomen. Dat ze het niet meer proberen.

Alleen jij, mijn lieve vader, blijft het proberen. Elke dag kom je langs, met je kommetje soep, de krant en een vrolijk praatje. Je trekt me overeind, zet me onder de douche en kamt mijn haren. Het spijt me echt dat ik zo zwak ben, dat ik hier niet overheen kan komen. Dat ik het niet kan verwerken, en dat ik je zoveel pijn doe. Ik vind het vreselijk, en ik wou dat ik nog de kracht had om het weer te proberen.

Maar dat heb ik niet meer……het is goed zo. Mijn lichaam is moe, mijn spieren willen niet meer. Mijn geest is gebroken, ik kan niet meer. Alles kost me gewoon teveel moeite, teveel pijn, teveel kracht. Ik voel dat ik afscheid neem van de dingen, ik hoor mamma me roepen. Eerst dacht ik dat ik het me verbeelde, maar dat doe ik niet. Mamma roept me echt, met haar lieve zachte stem. Ze zegt ook dat ik genoeg heb doorgemaakt, dat het tijd is om te gaan slapen. Zonder de nachtmerries.

En dus neem ik nu afscheid van jou, lieve pappa. Met je oneindige geduld en lieve woorden. Met de onmetelijke liefde voor mij en je vreemde dreuzelgewoontes. Ik hou heel veel van je, en ik hoop je ooit nog eens tegen te komen in een ander leven.

Kus,
Shannah


Ik laat mijn veer los, leg de brief netjes voor me neer. Dan haal ik diep adem, en bedenk me voor de laatste keer of dit wel echt is wat ik wil doen. Maar ik zie geen andere uitweg, en mamma’s stem klinkt harder dan ooit door mijn hoofd. Mamma weer zien…….ik kijk naar een foto van haar en krijg een glimlach op mijn gezicht.

Ik heb mijn besluit genomen en open mijn gordijnen om afscheid te nemen van de zon. Het is zo mooi geweest.





_________________
I never pretend to be something I'm not

Laatst aangepast door Rose op Wo Mei 17, 2006 12:40; in totaal 1 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Rose
Volleerd Tovenaar
Volleerd Tovenaar


Verdiend: 93 Sikkels


Rose is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Wo Mei 17, 2006 12:39 Terug naar boven Sla dit bericht op

Ik hoop dat jullie niet teleurgesteld zijn over hoe ik dit verhaal eindig, ik heb volgens mij ooit al een keer gepost dat ik een hekel heb aan happy-endings. Ik wist zelf toen ik aan het laatste hoofdstuk begon ook niet dat ik het zo zou laten eindigen, maar ik ben er tevreden over.

Shannah was nooit een heldin, nooit een echt sterk en dapper meisje. Naar mijn mening wat het fout van Perkamentus om haar te rekruteren, en had zij er zelf langer over moeten nadenken. Toen haar dit eenmaal overkwam, kon zij daar niet mee omgaan. Daarom is dit einde ook onvermijdelijk. Ik hoop dat jullie dat snappen.

Ik wil iedereen voor de laatste keer bedanken dat jullie me allemaal zo hebben gesteund, hebben gestemd op de poll en me PB-en als ik een nieuw hoofdstuk afhad. Die mensen zijn (als ik je ben vergeten: sorry!!!)

Sweet hermoine, Chaja-girl, Felixdefenix, TinuSz_01, Lily-Jet, Mrs. Charlie Wesley, Sandy, Goldberry, en tea. Ik geloof dat ik dan iedereen wel heb......

Een nieuwe fic van mij is onderweg, een totaal andere. Ik hoop dat jullie dan weer net zo enthousiast reageren!

..x..





_________________
I never pretend to be something I'm not
Profiel bekijkenStuur privébericht
Berichten van afgelopen:      


 Ga naar:   


Sla dit onderwerp op als textbestand

Volgende onderwerp
Vorige onderwerp
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum
Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum
Je mag niet stemmen in polls in dit subforum



Powered by phpBB © 2001/3 phpBB Group :: FI Theme :: Tijden zijn in GMT + 1 uur :: Disclaimer