Harry Potter Forum index
Dit forum is gesloten. Bezoek nu de vernieuwde versie van HPF!
 Harry Potter Forum gesloten  •   Inloggen

 [AF] Verlaten (HG/DM) 12+ Volgende onderwerp
Vorige onderwerp

Sla dit onderwerp op als textbestand
Poll :: Wat vind je hier van?

Zeer goed
87%
 87%  [ 49 ]
Goed
5%
 5%  [ 3 ]
Ruim voldoende
1%
 1%  [ 1 ]
Voldoende
0%
 0%  [ 0 ]
Matig
5%
 5%  [ 3 ]
Totaal aantal stemmen : 56


Auteur Bericht
miss louise
Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 178 Sikkels
Woonplaats: Almere

miss louise is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Za Mei 24, 2008 20:32 Terug naar boven Sla dit bericht op

Iedereen weer ontzettend bedankt voor alle reacties!

Hoofdstuk 30
September liep langzaam af. Het zwoele nazomer weer maakte plaats voor kil en guur herfstweer. De hele oktobermaand viel de regen met bakken uit de hemel, waardoor de kleine kruipruimte van de Wemels voortdurend onder water kwam te staan.
‘Ik blijf bezig!’ mopperde mevrouw Wemel, die het luik van de piepkleine kelder had geopend en door middel van bepaalde spreuken het water eruit verwijderde. ‘Ik heb al etmalen gezegd dat Arthur me eens moet helpen met het opfleuren van dit huis!’
Hermelien probeerde mevrouw Wemel zoveel mogelijk te helpen, maar dat ging steeds moeizamer door haar buik, die alsmaar groeide. Ondertussen was mevrouw Wemel erachter gekomen, door toedoen van Harry’s aandringen.
‘Zeg het in ieder geval tegen Molly!’ had hij haar proberen te overtuigen. ‘Je kan hier niet blijven rondlopen met die buik en allemaal smoesjes te moeten verzinnen om het te verbergen! Dat is gekkenwerk, Hermelien!’
Dat aandringen was zo lang doorgegaan dat Hermelien uiteindelijk de knoop had doorgehakt en het had gezegd tegen mevrouw Wemel. Ze had het wel moeilijk gevonden om het te vertellen en het toe te geven over Malfidus, maar tot haar grote opluchting en verbazing had mevrouw Wemel juist héél begripvol gereageerd en had ze verder geen vragen gesteld. Ze had zelfs al wat kinderkleertjes voor Hermelien gekocht! Desondanks voelde Hermelien zich nog steeds schuldig. Ze was immers getrouwd geweest met Ron, verbleef nu in het huis van zijn moeder, maar was zwanger geraakt van iemand anders. Het voelde als een soort verraad, alsof het een schande was dat ze met een andere man heulde, en dan ook nog een man waar ze tot kort voor een hekel aan had, en nu weer.
Maar Harry drong tot meer dingen aan. Hij was het er namelijk nog steeds niet mee eens dat Hermelien het nog niet aan Malfidus had laten weten.
‘Hermelien!’ zei Harry tegen haar, toen hij voor de zoveelste keer op bezoek kwam in het Nest. ‘Je bent nu al ongeveer zes maanden zwanger! Hoe langer je wacht, hoe moeilijker het wordt!’
Ze kon niet ontkennen dat ze behoorlijk gek werd van het bemoeiende gedrag van Harry. Hij wist immers niet hoe het was om zwanger te zijn van iemand die je nooit meer terug hoefde te zien, of wel soms?
Maar ze kon stiekem ook niet ontkennen dat ze Malfidus miste. Elke keer als ze aan hem dacht ging er een onwerkelijk gevoel door haar heen. Ze dacht aan hoe ze elkaar in het begin met grote afstandelijkheid hadden behandeld, hoe ze langzamerhand steeds jaloerser werd op Patty Park en hoe ze uiteindelijk naar hem was toegegroeid. Het was erg fijn in het Nest, maar toch miste ze de mysterieuse sfeer die in Grafveld hing, de bleke geportreteerden aan de muur en de kamers met rijkbewerkte meubelen. De armen die Malfidus elke nacht om haar heen sloeg, zijn lach en zijn geur. Onwillekeurig vroeg ze zich af hoe hij zou reageren als Hermelien opeens weer bij hem op de stoep stond en dan ook nog eens vertelde dat ze zwanger van hem was. Ze wist nog geen eens of ze dat zelf wel zou overleven. Natuurlijk had ze genoeg moed om het te vertellen, maar toch hield iets haar tegen. Want wie weet miste Malfidus haar helemaal niet. Wie weet had hij misschien al een nieuw persoon ontmoet, iemand waar hij misschien veel minder vaak ruzie mee had dan met Hermelien. Iemand die de volste vertrouwen in hem had…
Ze wilde gewoon weten hoe het met hem ging, of hij haar miste en wat hij voelde. Het verlangen naar hem werd soms zo sterk dat ze soms gewoon rechtstreeks naar Grafveld wilde verschijnselen. Dit werd haar door bepaalde boeken echter sterk afgeraden, omdat zwangere vrouwen extra veel kans liepen om te versprokkelen tijdens het verschijnselen, wat hoogstwaarschijnlijk fataal voor haar baby zou zijn.
‘Hermelien, kan je mij de salade even aangeven?’
Hermelien schrok op uit haar gedachten toen Harry haar tijdens het avondeten toesprak. Hij kwam de laatste tijd vaak langs in het Nest, en ze had zo een vermoeden dat hij dat deed uit bezorgdheid voor haar. Haastig pakte Hermelien de kom met salade en gaf het aan Harry.
‘Alsjeblieft,’ mompelde ze beduusd.
‘Dank je,’ zei Harry, met een geveinsde glimlach.
Zwijgend gingen ze verder aan hun avondmaal. Mevrouw Wemel en meneer Wemel zaten samen in de huiskamer en hadden al gegeten, maar Hermelien en Harry waren nu nog aan het eten omdat Harry zo laat thuis kwam van zijn werk en omdat Hermelien daarvoor nog geen honger had. Hermelien wist dat de gespreksonderwerpen onmogelijk oppervlakkig konden blijven als ze alleen met Harry was. Ze hield dan ook haar hart vast toen Harry zijn mond weer opendeed om wat te zeggen.
‘Nog steeds vind ik dat je Malfidus moet vertellen over je zwangerschap,’ zei Harry met een nukkige ondertoon. ‘Ik sprak hem laatst bij de rechtszaak, en ik kwam tot de conclusie dat hij nog steeds niet wist dat jij zwanger van hem was! Ik heb het zo subtiel mogelijk uit proberen te vissen, maar hij wist niet waar ik het over had en dat ik op moest hoepelen! Je had beloofd dat je het tegen hem zou zeggen!’
Dat schoot Hermelien in het verkeerde keelgat.
‘Ik heb helemaal niks beloofd!’ zei ze verontwaardigd. ‘En zelfs als ik het heb beloofd, dan hoeft dat dan nog niet te betekenen dat ik meteen naar hem toe zou gaan en het zou zeggen!’
Harry legde iets te hard zijn bestek neer op de tafel, waardoor de geplukte bloemen van mevrouw Wemel trilden in hun vaas.
Hij heeft recht om het te weten!’ zei Harry in één adem.
‘Waarom neem je het toch zo voor hem op?’ beet Hermelien hem toe. ‘Ik dacht dat jij een hekel aan hem had?’
‘Ik probeer alleen maar te benadrukken dat je het tegen hem moet zeggen, en dat zeg ik niet uit sympathie voor hem!’ zei Harry bitter. ‘Maar dat is gewoon hoe het hoort, Hermelien! Hoe zou jij het zelf vinden om een kind te hebben waarvan je het bestaan niet vanaf weet?’
‘Dat kan niet, want iedere vrouw weet van het bestaan van haar kind af,’ zei Hermelien zuur, terwijl ze agressief prikte in haar aardappels. ‘Hou erover op, Harry… Ik wil hier niet over pra–‘
Ze hield abrupt op met praten toen er een pijnscheut door haar buik heen ging. Meteen greep ze met haar handen naar haar buik. Harry merkte het ook en vroeg paniekerig: ‘Wat heb je? Weeën?’
‘Nee, natuurlijk niet!’ zei Hermelien gepikeerd. ‘Hij of zij schopte!’
Harry bleef een paar seconden stil, maar barstte toen in lachen uit.
‘Agressief type,’ zei hij met een brede grijns.
‘Doe toch normaal,’ zei Hermelien snibbig. ‘Iedere baby doet dat!’
‘Wat zou je het liefst willen hebben? Een jongen of een meisje?’ vroeg Harry, die haar chagrijnige opmerking negeerde.
‘Ik zou het liefst géén baby hebben,’ zei Hermelien nors, en ze schoof haar bord weg en keek Harry veelbetekenend aan.
Pas nadat ze die woorden had uitgesproken besefte ze hoe wreed dat klonk. Was het niet afschuwelijk? Een kind krijgen die ze helemaal niet wilde hebben? Het was grotendeels gelogen, dat was het echt. Ze was nu al enorm gehecht geraakt aan het levende wezen in haar buik, ondanks het feit dat ze het vertikte om het aan de wettige vader te vertellen.
‘Dat meende je niet,’ zei Harry gelijk.
‘Nee,’ zei Hermelien zacht, terwijl de tranen in haar ogen sprongen. ‘Dat meende ik niet… Allemachtig…’
Ze begroef haar hoofd in haar handen en haar schouders schokten hevig. Harry aarzelde even, maar legde uiteindelijk zijn hand op haar schouder.
‘En toch blijf ik van mening dat je het gewoon tegen hem moet zeggen,’ fluisterde Harry tegen haar. ‘Ik weet zeker dat het oplucht, Hermelien… Je kan niks anders doen…’
Ze veegde haar tranen af en keek hem rechtstreeks aan. Ze wist dat hij gelijk had. Dat wist ze zeker. Na nachten over steeds hetzelfde gepiekerd te hebben hakte ze de knoop door. Ze moest naar hem toe, maakt niet uit hoe hij zou reageren. Op een extreem koude novemberdag verliet ze ’s ochtends vroeg het Nest, op weg naar de dichtstbijzijnde Viavia. Sommige mensen waren misschien van mening dat zwangere vrouwen erg mooi waren, maar Hermelien vond het alles behalve flatteus. Die dikke buik en die enorme zwangerschapsgewaden bezorgden haar maar de kriebels. Ze vroeg zich af of ze zich op deze manier wel kon vertonen bij Grafveld. Straks zou Malfidus haar vierkant uitlachen, de deur voor haar neus dichtslaan, of vertellen dat hij een ander had… Nee, daar mocht Hermelien niet aan denken. Waarom had ze de gewoonte om steeds van het slechtste uit te gaan? Maar toch, het was en bleef Malfidus. Ze kon nooit weten wat hij écht zou denken. Ook al was de Viavia misschien minder dan een halve kilometer van het Nest vandaan, vond Hermelien het nog een behoorlijk eind stappen. Totaal uitgeput kwam ze aan bij de Viavia, dit keer in de gedaante van een oud colablikje. Nerveus pakte ze het blikje op. Als ze dit echt zou doen, dan zou ze Malfidus weer zien… Aan de ene kant was dat haar grootste wens, maar aan de andere kant ook weer niet. Ze zou het ongelooflijk moeilijk vinden om het aan hem uit te leggen, het was bijna ondraagzaam…
Meer tijd had ze niet meer om te piekeren, want plotseling voelde ze die vertrouwde ruk aan haar navel, alsof iemand er een vishaak aan had geplaatst en haar met volle kracht meesleurde. Blindelings vloog ze door een wirwar van kleuren, en voor ze het wist was ze weer met een harde smak terecht gekomen op de vaste grond. Met veel moeite stond ze op van de koude, bemoste grond die de landschappen van het noordelijke Yorkshire kenmerkten. Ze had haar ogen nog steeds gesloten, maar ze wist waar ze was. Ze voelde het letterlijk in de lucht hangen… Ze opende haar ogen en zag het grauwe, kale, maar toch indrukwekkende heuvellandschap van Noord-Engeland. Een beetje bibberig sloeg ze haar armen om zichzelf heen. Haar lichaam had het harde contact met de grond niet bepaald fijn gevonden. Langzaam liep ze over het kronkelige weggetje. Haar hart begon steeds sneller te kloppen toen ze het donkere landhuis steeds scherper zag opdoemen aan de grijze hemel. Haar maag maakte onaangename samentrekkingen toen ze zag dat een groot deel van het huis bedekt leek te zijn met een soort roetkleurige aanslag, de sporen van een helse brand die er gewoed had…
Ze passeerde de ijzersmeden hekken, en zag tot haar ontzetting dat er twee nors uitziende mannen met hoge hoeden voor het hekwerk de wacht hielden. Ze stonden precies voor de poort, wat dus moest betekenen dat ze eerst langs hen moest gaan voordat ze naar binnen kon. Toen ze op nog maar een paar meter afstand van hen was blafte een van de schouwers: ‘Naam en reden van bezoek!’
Hermelien voelde haar wangen gloeien. De Schouwer was niet bepaald een knappe man; hij had een grof, rimpelig gezicht met leeuwachtige, grijze bakkenbaarden. Hij straalde iets agressiefs uit, iets wat Hermelien zei dat dit niet Joost de gemakkelijkste was…
‘Hermelien Griffel,’ zei Hermelien, een stuk zekerder dan ze zich voelde. ‘Ik kom voor – voor Draco Malfidus.’
‘Dat had ik ook wel kunnen bedenken, grietje,’ zei de Schouwer bruusk. ‘Reden voor bezoek, alstublieft?’
‘Ik moet wat tegen hem zeggen!’ zei Hermelien, die door alle zwangerschapshormonen nogal snel neigde naar oncharmante hysterie. ‘Laat me er gewoon door! Wat is dit voor onzin!’
De tweede Schouwer keek bewegingloos toe en zei niks, maar de andere Schouwer die haar net zo onbeleefd had toegesproken haalde zijn toverstok uit zijn jaszak en keek Hermelien dreigend aan.
‘Mevrouw, ik verzoek u om onmiddellijk te vertrekken, want anders ben ik gedwongen om u door middel van wat onvriendelijkere methoden te verwijderen!’
‘Rudolf, denk nou alsjeblieft even na. Ze is zwanger dus je moet oppassen –‘ probeerde de andere Schouwer er tegenin te gaan.
‘Ik sta hier in naam van de wet,’ zei de Schouwer die Rudolf heette meedogenloos. ‘Zolang ze zich niet kan identificeren kan ik haar niet doorlaten.’
Hermelien had opeens heel veel zin om Rudolf een enorme klap te geven, maar hield zich in. Een beetje gekwetst droop ze af, terwijl de ogen van de Schouwers in haar rug prikten…





_________________
Honden hebben een baas, katten hebben personeel
Profiel bekijkenStuur privébericht
miss louise
Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 178 Sikkels
Woonplaats: Almere

miss louise is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Zo Jun 01, 2008 19:39 Terug naar boven Sla dit bericht op

Jongens, ik heb barstende koppijn. Het is net alsof mijn hoofd opensplijt. Dus sorry als dit stukje eventjes niet zo goed geschreven is, en ook sorry dat ik even geen zin heb om alle mensen die gereageerd hebben allemaal op te zoeken en hier te vermelden... In ieder geval bedankt voor de reacties!

Hoofdstuk 31
Hermelien was duidelijk uiterst wanhopig. De hele dag was ze in de buurt van Grafveld gebleven. De ene keer liep ze gewoon langs, terwijl ze achterdochtig na werd gestaard door de twee geagiteerde Schouwers, en de andere keer probeerde ze hen er weer hardvochtig van te overtuigen dat ze Draco Malfidus wel degelijk kende en dat ze hem dringend wilde spreken. De Schouwer die Rudolf heette maakte er een sport van om elke keer weer wat beledigender uit de kast te komen, hoewel de andere Schouwer er juist op aandrong dat hij Hermelien er gewoon door moest laten – waarschijnlijk om gewoon van haar af te kunnen zijn.
Toen Hermelien voor de laatste keer naar de was gelopen had Rudolf gelijk gezegd: ‘Nee! Je mag er niet door! En daarmee basta! Als je nu nog een keer komt emmeren dan neem ik contact op met het Schouwers hoofdkwartier!’
‘Dat zou nog geen eens zo’n slecht idee zijn!’ had Hermelien verbeten naar hem geroepen. ‘En hoezo een held op sokken? Ik kan me nog herinneren van ons eerste gesprek dat je me wilde vervloeken!’
Ze had niet gewacht op een antwoord, maar hen met een groot pesthumeur de rug toegekeerd, waarna ze het grindpad was afgesjokt.
Dit was nog veel moeilijker gegaan dan ze dacht, echt veel moeilijker. Ze mocht eigenlijk nog van geluk spreken dat ze de omgeving hier kende, want anders had ze misschien nooit een pub gevonden waar ze in kon logeren. Ze was hier aan begonnen, en ze was ook niet van plan om het zo snel op te geven. De sterren stonden inmiddels helder aan de pikdonkere hemel, wat Hermelien een rustgevend maar eenzaam gevoel gaf. De kale bomen wiegden langzaam heen en weer in de wind, en in de verte hoorde ze een uil. Misschien moest ze het nog één keer proberen, want wat maakte één keer meer nou uit?
Ze keerde om en liep met vastberaden stappen terug naar Grafveld. Mede door haar zwangerschap was ze oververmoeid geraakt door deze dag, maar zelfs dat kon haar niet tegenhouden. Zo snel als haar benen konden liep ze naar de ijzersmeden hekken. Ze zag de gestaltes van de Schouwers nog steeds, maar er was iets vreemds aan hen… Alsof ze nonactief waren… Met kloppend hart schuifelde ze dichterbij. Een vreemd, laag, brommend geluid werd geproduceerd door de Schouwers. Eerst kon ze het geluid niet thuisbrengen, maar toen wist ze het… Ze waren aan het slapen! Ze waren aan het snurken!
Hermelien kreeg een brede, ondeugende glimlach op haar gezicht. Zo stilletjes mogelijk sloop ze langs de Schouwers, en wikkelde haar handen om de ijzeren spijlen van het hek. Met grote ogen keek ze naar Grafveld. Zou ze nu eindelijk naar binnen mogen? En – haar maag maakte een salto bij die gedachte – zou ze Malfidus weer kunnen zien?
Achter haar maakte de Schouwer die Rudolf heette een wel heel harde snurk. Hermelien schrok zich een ongeluk en viel bijna tegen het hek aan, waardoor er een akelig, metaalachtig geluid werd geproduceerd. De andere Schouwer bewoog even in zijn slaap, maar tot haar opluchting werden ze niet wakker. Het was nu of nooit. Ze haalde diep adem, en duwde toen het hek open. Meteen overspoelde een onbeschrijfbare emotie haar. Wat had ze hier stiekem naar terug verlangd, het was al geweldig om zich alleen al binnen de hekken van Grafveld te bevinden… Het grindpad onder haar voeten voelde zo vertrouwd dat het leek alsof ze nooit weg was geweest. Met een brok in haar keel keek ze naar Grafveld. Het grote huis maakte ondanks alle schade van de brand nog steeds een enorme indruk op haar. Ergens op de tweede verdieping brandden een paar lichten, wat moest betekenen dat er wel degelijk iemand thuis was. Hermelien ging naar de immense voordeuren toe, maar werd toen opgeschrikt door een plotseling geluid. Een enorme herdershond was achter een paar struiken vandaan gekomen en had zijn tanden ontbloot. Hermelien herkende de hond meteen als Rex, de hond van Malfidus. Hermelien deed een stap achteruit en zei zacht: ‘Ik ben het, Rex! Hermelien! Nee, ga nu alsjeblieft niet grommen…’
Maar het was al te laat. Na dreigend gegromd te hebben begon Rex hard te blaffen. Het was een enorm kabaal, en het zou Hermelien niks verbazen als de Schouwers er wakker door zouden worden. Als dat zou gebeuren dan zou ze er gloeiend bij zijn, maar dat was niet het geval. Plotseling hoorde ze namelijk een stem die door de avondlucht sneed.
‘Rex! Ophouden met dat rotlawaai! Kom hier!’
Rex hield op met blaffen, keek Hermelien woest aan en trippelde toen weer weg. Hermelien was helemaal van slag af. Die stem! Die stem herkende ze uit duizenden! Het was zijn stem…
Het was net alsof haar hersenen knetterden. Alle beelden van Malfidus schoten opeens door haar hoofd. Malfidus die haar uitschold, Malfidus die een stomp van haar kreeg, Malfidus die van zijn paard afviel, Malfidus die haar omarmde…
En toen was ze weer in de werkelijkheid. Ze hurkte en kroop langzaam en zo stilletjes mogelijk naar de plek waar zijn stem vandaan was gekomen. Het duizelde haar, maar ze wist dat het nu het moment was en dat ze niet meer mocht stoppen.
Ze zag een flits van blond haar. Hermelien reageerde meteen; ze ging achter een boom staan en hield haar adem in. Na een paar seconden keek ze langs de bemoste stam naar Malfidus. Hij zat op een bank in zijn eigen tuin. Rex lag aan zijn voeten en gromde nog steeds zachtjes. Tot Hermeliens afschuw leek Rex ook nog eens doordringend naar de boom te staren waar Hermelien achter stond, alsof hij haar aanwezigheid kon voelen. Malfidus merkte het niet en rommelde in zijn zakken, waarna hij een pakje sigaretten tevoorschijn haalde.
‘Zit toch niet zo te grommen,’ zei hij minachtend tegen zijn hond. ‘Jij wordt in ieder geval niet overal aangestaard door allerlei bevooroordeelde mensen…’
Hij stak zijn sigaret aan met zijn toverstok, en nam toen een trekje. In slowmotion blies hij de rook weer uit, met ogen gesloten. Hermelien, die nog steeds achter de boom stond, sloeg nogal verontwaardigd haar armen over elkaar. Dus meneer is gaan roken!
Malfidus keek even naar zijn grommende hond, en zei toen lijzig: ‘Misschien is het maar goed dat jij zo’n onwetend bakbeest bent… Als je de kranten had kunnen lezen had je zeker weten niet met me willen omgaan, net zoals de meesten. Schouwers voor de deur, hoe komen ze erop…’
Malfidus’ ogen stonden verbitterd, alsof hij ieder moment de Schouwers voor zijn deur zou kunnen vermoorden. Hij nam een tweede trekje en blies de rook dit keer wat sneller uit.
‘Niemand gelooft mijn verhaal, behalve de rechtbank dan,’ mompelde Malfidus, dit keer meer tegen zichzelf dan zijn sikkeneurige hond. ‘Zelfs zij wilde het niet aanvaarden…’
Hermelien slikte; ze wist precies over wie Malfidus het had. Ondertussen gooide hij zijn sigaret op de grond, en verstampte het.
‘Maar misschien is dat ook meer dan logisch,’ zei Malfidus gesmoord. ‘Ik had nooit moeten verwachten dat ze het zou begrijpen…’
Blijkbaar had hij alweer spijt gekregen van het vertrappelen van zijn sigaret, want hij haalde weer een nieuwe tevoorschijn. In een opwelling kwam Hermelien achter de boom vandaan, pakte zijn sigaret af en gooide het weg.
‘Om te beginnen moet je maar eens stoppen met deze rotzooi, dan praten we wel verder,’ zei Hermelien met een bibberige, maar vastberaden stem.
Ze wilde dat ze dat niet gedaan had; Malfidus schrok zich een ongeluk en staarde haar met grote, grijze ogen aan. Hermelien was zo nerveus geworden dat ze helemaal op haar benen trilde, en toen ze een stap achteruit zette struikelde ze bijna. Rex ging wonder boven wonder niet grommen en keek van Malfidus naar Hermelien.
De spanning was letterlijk in de lucht te voelen. Ze konden niet stoppen met elkaar aan te staren. Ondanks het feit dat Malfidus absoluut niet was veranderd, fascineerde hij haar, zo erg dat ze haar ogen niet van hem kon afscheuren. Toen Malfidus van de ergste schrik bekomen was, stond hij langzaam op…





_________________
Honden hebben een baas, katten hebben personeel
Profiel bekijkenStuur privébericht
miss louise
Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 178 Sikkels
Woonplaats: Almere

miss louise is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Do Jul 03, 2008 19:13 Terug naar boven Sla dit bericht op

Het spijt me Sad,

Ik zit nu in Noorwegen, om bij te komen van de examens enzo... Totdat ik dacht: Verdomme, Draco en Hermelien, hoe kan ik ze nou vergeten! Razz In ieder geval, wat ik probeer te zeggen is... Ik zit nu halverwege mijn eerste week in Noorwegen, en de vakantie was voor twee weken, dus dan die tijd komt er pas weer een stukje over Dramoine, in beiden verhalen.

Vraag aan de modjes om de verhalen nog even niet te verwijderen, Ik beloof dat ik daarna weer braaf ga schrijven.

Voor de mensen die benieuwd waren naar mijn examens, het is allemaal prima verlopen! Ik heb weer een prachtig rapport naar huis gekregen met veel toeters en bellers en achten Smile. (Nog niet zo goed als Hermelien, helaas. Waarom moet dat mens mij altijd dwarsbomen?)

Jullie ook fijne vakantie!

P.S. Met Verlaten was het een beetje dom. Nét de avond voordat ik op vakantie ging had het ik het einde (helaas...) geschreven, maar ik was zo moe dat ik geen zin meer had om het te posten en daarna gewoon naar bed ging. De volgende ochtend ging het totaal langs me heen om het prachtige einde op te sturen! (Hoezo ego).
P.P.S. Het internet is hier echt héél sloom.
P.P.P.S. Ik zit voor het eerst in mijn leven te denken aan een nieuwe ship... Wat dachten jullie van Draco/Ginny? Help, ik kan me alle verafschuwde reacties al voorstellen! *Gaat onder een steen liggen*
P.P.P.P.S. Wat betekenen al die P's eigenlijk?





_________________
Honden hebben een baas, katten hebben personeel
Profiel bekijkenStuur privébericht
miss louise
Beginnend Tovenaar
Beginnend Tovenaar


Verdiend: 178 Sikkels
Woonplaats: Almere

miss louise is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Zo Jul 13, 2008 20:35 Terug naar boven Sla dit bericht op

Goed, als laatste woorden hier zou ik iedereen willen bedanken voor alle leuke, motiverende reacties. Jullie hebben me echt gepusht om dit verhaal af te maken. Ik hoop dat jullie dit einde een beetje geslaagd vinden...

Knuffels van mij!

P.S. Na héél veel verzoekjes ga ik hierna een verhaal over Draco/Harry schrijven. Ik weet zeker dat sommige mensen dat wel leuk vinden, maar dat anderen het wat minder eens zijn met die plotselinge... carrièreswitch. Omdat ze ook niet van slash houden enzo. Maar niet getreurd, het is voor nu gewoon even een probeersel Wink. Voor mij is dat ook maar een experiment (waarvan ik dus niet weet of het goed gaat). En ik kap even met Don't trick me. Ik heb echt geen inspiratie meer :S.

Hoofdstuk 32
‘Hermelien?’ kraste Malfidus, met niet echt vleiend ongeloof.
Hermelien had nu alweer spijt van haar actie. Beschaamd zette ze een stap achteruit. Dat deed ze echter niet zonder haar blik van Malfidus af te scheuren. Blijkbaar had Malfidus door dat hij wel héél oenig keek, want hij zette zijn gebruikelijke schampere masker weer op en zei met een geforceerde, lage stem: ‘Wat doe jij hier? Hoe ben je in Merlijns naam langs de schouwers gekomen? Je mag hier alleen komen op afspraak, en dan nog is het verdomd lastig om binnen te komen.’
Nu was het Hermeliens beurt om ongelovig te zijn. Waarom ging Malfidus meteen de dominee uithangen?
‘Best, ik ga wel weg,’ zei ze nukkig, waarna ze zich omdraaide en aanstalten maakte om weg te lopen.
Het was niet bepaald tot haar verbazing dat ze meteen weer werd tegengehouden door Malfidus, die haar gewaad had vastgegrepen.
‘Geen denken aan, Griffel!’ snauwde hij, op een manier waarop hij zo weer zijn rol als de gemene, hekelende Malfidus kon vertolken.
‘En waarom dan niet?’ vroeg Hermelien uitdagend. ‘Je vraagt meteen met zo’n uitgestreken kop wat ik hier te zoeken heb, dus daaruit kan ik afleiden dat je niet heel erg veel zin hebt om mij te zien!’
Malfidus keek net zoals in het derde jaar toen Hermelien hem in zijn gezicht had geslagen.
‘Dat – dat is – nonsens!’ sputterde Malfidus, die om een onverklaarbare reden vuurrood was geworden.
Hij had nog steeds niet Hermeliens gewaad losgelaten, wat reden was voor Hermelien om zijn hand weg te slaan. Beledigd deed Malfidus zijn mond open, maar Hermelien schudde haar hoofd en maande hem daarmee effectief tot stilte. Na een lange, gespannen pauze zei Hermelien ironisch en geëmotioneerd tegelijk: ‘Ongelooflijk dat we nu alweer een kibbelpartij hebben.’
Ze sloeg haar ogen neer, omdat ze voelde dat Malfidus ingespannen naar haar keek. Een paar seconden later hief Hermelien haar hoofd weer op, en keek recht in de grijze ogen van Malfidus. Die keek terug, maar liet daarna zijn blik afzakken naar Hermeliens buik, die duidelijk uitstak onder haar kleding vandaan.
‘Wat ben je fors,’ zei Malfidus met opgetrokken wenkbrauwen. ‘Het lijkt wel alsof je – Merlijn, laat ook maar…’
Blijkbaar maakte hij zijn zin niet af toen hij het ontzette gezicht van Hermelien zag.
Het was alsof er een enorme brok ijs in haar maag viel. Dit was absoluut niet hoe ze wilde dat haar gesprek met Malfidus zou verlopen!
‘Je hoeft niet zo te kijken, hoor. Ik zeg ook maar wat!’ zei Malfidus, verbaasd en geërgerd tegelijk.
Hermelien maakte wat onduidelijke keelgeluidjes, en wist toen haar stem weer terug te vinden.
‘Ik – ik –‘ hakkelde ze, maar ze stopte abrupt toen Malfidus haar vastgreep en haar hardhandig op de bank duwde, waar hij zelf nog tot kort voor op had gezeten.
‘Vertel me nu eens eerlijk, wat doe je hier,’ zei Malfidus bruusk, terwijl hij zijn armen over elkaar sloeg en haar argwanend aanstaarde.
‘Ik ben – ik miste je!’ piepte Hermelien, voor wie de bank enorm ongemakkelijk en haast onwelkom aanvoelde.
Haar wangen waren roodgloeiend. Ze had het allerliefst van de daken geschreeuwd dat ze ook daadwerkelijk zwanger was, maar ze kon het niet over haar lippen verkrijgen. Net zoals daarvoor – en dáárvoor – en dáárvoor – staarde Malfidus haar ongegeneerd aan. Alsof hij zijn tong was verloren zakte hij naast Hermelien neer op de bank. Haar hart klopte onbedwingbaar toen ze hem naast zich voelde. Malfidus’ hond Rex keek geïnteresseerd toe, en liet minuten lang geen gegrom meer horen. Ze snakte hoorbaar naar adem toen Malfidus zijn hand langs haar nek liet glijden.
‘Kijk me eens aan,’ mompelde hij.
Ze draaide haar hoofd naar hem toe. Malfidus streelde nu met zijn hand door haar bruine krullen. Hermelien vergat helemaal waarom ze eigenlijk hier was. Ze hield gewoon van de manier waarop hij haar aanraakte. Ze voelde zich weer helemaal verliefd. Zo bleven ze de hele tijd zitten. Na een tijdje hield Malfidus op met het strelen van haar gezicht en boog zich met zijn hoofd naar haar toe. Precies op dat moment sloegen haar gedachten op tilt. Ze gaf Malfidus een niet al te harde, maar duidelijke duw. Daarop deinsde hij achteruit en keek hij haar niet-begrijpend aan. Hermelien stond gauw op, trok haar gewaad naar beneden en zei met een nogal beverige stem: ‘Ik ben hier eigenlijk naartoe gekomen om je wat te vertellen.’
Ze wachtte op een antwoord. Tegen haar verwachting in zei hij echter niks terug. Dat verontrustte haar nogal. Het was immers heel normaal voor hem om altijd een woord terug te hebben. Inplaats daarvan keek hij haar alleen maar aan met die grijze ogen waar ze soms haast naar van werd. Tegelijkertijd wilde ze niet weten hoe ze er zelf uitzag in zijn optiek. Voor haar gevoel stond haar dikke krullenbos recht overeind, had ze dofrode blos op haar wangen en stak ook nog eens die enorme buik onder haar gewaad uit. Ze windde een van haar krullen om haar vinger, en keek een klein beetje langs Malfidus heen.
‘Toen ik bij het Nest logeerde –‘ begon ze, voordat ze werd onderbroken door Malfidus.
‘Wacht even? Het Nest?’ zei Malfidus met zijn wenkbrauwen sarcastisch opgetrokken. ‘En ik moet weten wat dat is?’
‘Onderbreek me niet!’ snauwde Hermelien, die nu weer zodanig geïriteerd was door hem. ‘Dat is het huis van de Wemels – en trek niet zo’n gezicht!’
Malfidus hield opstandig zijn mond. Hermelien, die net nog zo rustig was geweest, voelde zich weer helemaal opgelaaid.
‘Oke!’ zei Hermelien met overslaande stem. ‘Laten we nu geen ruzie maken! Ik kan het nu echt niet hebben, het is gewoon te –‘
‘Jij begon,’ wees Malfidus haar op haar nummer.
‘Ik ben zwanger,’ flapte Hermelien eruit.
‘Daar gaat het niet om, jij zei – wat?’ zei Malfidus, die keek alsof hij zich verslikt had in stinksap.
Het was alsof Hermelien teveel Veritaserum toegediend had gekregen. Normalitair zou ze het er nooit zo snel uitflappen, en het gewoon op een subtiele manier brengen. Wat mankeerde haar in Merlijns naam?
Malfidus wist duidelijk niet wat hij moest zeggen. Hij deed zijn mond verscheidende keren open en dicht, maar geen woord ontsnapte langs zijn lippen. Hermelien hield haar blik afgewend. Ze wilde zijn verwarde gezicht gewoon niet zien.
‘Dus…’ hoorde ze Malfidus na een tijdje mompelen.
Hij klonk zo aarzelend dat het Hermelien niet zo verbazen als hij niks wist om te zeggen.
‘Wanneer kwam je daarachter?’
‘Net nadat ik – vertrok,’ zei Hermelien ongemakkelijk.
Er ontstond even een stilte.
‘Is het van mij?’ vroeg Malfidus uiteindelijk, duidelijk moeite hebbend om zijn stem nog enigszins kalm te laten klinken.
Hermeliens wangen voelden nog heter aan dan eerst. Ze draaide zich naar hem toe, en riep: ‘Natuurlijk is het van jou! Wie anders!’
‘Denk aan je bloeddruk, Griffel.’
‘Mijn god!’ riep Hermelien dramatisch uit. ‘Kan je dan nooit enigszins normaal reageren?’
‘De pot verwijt de ketel,’ zei Malfidus, met een boze frons op zijn voorhoofd. ‘Jij was hier degene die begon met schreeuwen.’
Hermelien had tranen in haar ogen.
‘Dit is niet – ik wilde niet – ik ga weg.’
Die laatste woorden meende ze oprecht. Zonder nog naar hem om te kijken liep ze bij hem vandaan. Het was niet hoe ze wilde dat het zou verlopen. Alles was fout gegaan. Het was net een nachtmerrie, het was net alsof ze weer op vijftienjarige leeftijd in Zweinstein was beland en een behoorlijke woordenwisseling met Malfidus achter de rug had. Het was duidelijk dat het hem niks kon schelen; het kon hem niks schelen hoe zij zich voelde, en de baby liet hem ook koud. Dat kon ze wel opmaken uit zijn reactie.
Haar gedachten waren al bij het hek van Grafveld, toen ze haastige voetstappen achter zich hoorde. Ze vloekte binnensmonds. Was hij haar toch nog komen volgen!
Malfidus greep haar arm beet en draaide haar ruw naar zich toe.
‘Gedraag je niet zo puberaal,’ zei hij. ‘We zijn geen vijftien meer, en we zitten ook niet meer op Zweinstein. Je kan niet zomaar weglopen.’
Hermelien slikte. Had hij nou ook nog Occlumentie gebruikt? Ze had geen tijd om daar over na te denken. Ze moest iets terugzeggen.
‘Ik heb het recht om te gaan wanneer ik wil,’ zei ze koppig.
Ze probeerde zich los te rukken, maar hij was te sterk.
‘Het is ook mijn kind waarmee je dan vandoor gaat, Hermelien,’ zei Malfidus met een ferme nadruk.
Gepijnigd staarde ze hem aan. Gaf hij dan toch nog iets erom? Kon het hem dan toch nog iets schelen? Haar verbazing maakte meteen weer plaats voor woede. Wie dacht hij wel niet dat hij was om haar te vertellen dat ze moest blijven! Was dat niet geheel haar eigen keuze? In een opwelling rukte ze zichzelf los, zo hard dat Malfidus er helemaal van schrok.
‘Ik heb ook een leven!’ zei ze verhit. ‘Ik ben ook een persoon met echte gevoelens! Snap je er dan helemaal niks van? Ik – ik –‘
De tranen sprongen weer in haar ogen. Die verdraaide zwangerschapshormonen ook, soms werd ze er helemaal gek van, en zoals altijd kon ze het niet tegenhouden. Ze hoorde Malfidus zuchten. Hij pakte haar weer vast, dit keer iets minder ruw, en loodste haar mee.
‘Kom,’ zei hij. ‘We gaan naar binnen…’
Hermelien liep dit keer mee zonder sputteren en tegenstribbelen. Ze hield haar ijskoude handen voor haar ogen, om voor Malfidus te verbergen dat er grote tranen over haar wangen biggelden. Na een paar minuten wat wel een uur had geleken voelde ze warmte om zich heen. Ze liet haar handen langzaam van haar gezicht afzakken en keek onwennig om zich heen. Hij had haar naar de hal gebracht, de hal van Grafveld. Ze slikte. Hoe kon ze nu ooit nog terug? Hoe kon ze nu ooit nog wegwillen als ze weer in dit vertrouwde landhuis was?
Plotseling voelde ze dat Malfidus haar sjaal van haar nek afhaalde en eventjes met zijn handen door haar haren ging.
‘Kom,’ zei hij, terwijl hij naar de trap knikte. ‘We kunnen hier niet eeuwig blijven staan.’
Hermelien gehoorzaamde geluidloos. Ze trok haar lange wintergewaad uit, en liep zonder naar Malfidus te kijken over de marmeren trappen naar boven. Alles was zoals ze zich kon herinneren; het meubilair, de oude schilderijen, de decoraties. Ze had een brok in haar keel.
Die brok werd nog erger toen Malfidus samen met haar naar de salonkamer ging. Alle donkergroene fateuils en de rest van het meubilair leken nog voor geen millimeter verschoven te zijn. Hermelien zakte op de dichstbijzijnde stoel neer. Malfidus deed dat niet; hij liep naar een van de dichtstbijzijnde kasten toe, en haalde daar een miniscuul voorwerp uit waarvan Hermelien niet kon zien wat het was. Hij stak het in zijn zak, liep terug en ging vervolgens tegenover haar zitten.
‘Wil je wat drinken?’ vroeg hij.
Dit keer klonk zijn stem heel normaal.
Hermelien schudde haar hoofd. Ze wilde helemaal niks, behalve slapen dan, misschien. Malfidus streek met zijn hand door zijn haar. Plotseling zag ze dat hij er ook erg moe uitzag, alsof hij een paar nachten niet goed had geslapen.
‘Wil je anders een kus?’ vroeg hij.
Hermelien kon zien dat hij het serieus had willen vragen, maar hij kon zijn gezicht niet in plooi houden en moest lachen. Ze keek hem verwonderd aan. Malfidus – ach wat, Draco stond weer op van zijn plaats, en trok Hermelien overeind. Nog geen seconde later stonden ze dicht tegen elkaar aangedrukt. Hij kuste haar op haar wang, en zoende toen haar lippen. Ze negeerde alle protesten in haar hoofd, en zoende hem terug.
‘Ik moet eigenlijk nog iets aan je vragen,’ zei hij, toen hij veel te snel naar Hermeliens zin stopte.
‘Wat dan?’ vroeg Hermelien bijna onhoorbaar.
Hij leek lichtelijk nerveus, iets wat ze eigenlijk niet vaak bij hem geconstateerd had. Hij rommelde in de zakken van zijn gewaad, en haalde daar hetgene uit waarvan Hermelien net ook al niet kon zien wat het was.
Toen greep hij haar hand stevig vast, en vroeg waarschijnlijk zelfverzekerder dan hij zich voelde: ‘Zou je met me willen trouwen?’
Er ging een schok door Hermelien heen. Dit keer lachte Draco niet. Hij was bloedserieus.
‘J-ja – ik – ja ik wil wel,’ stotterde Hermelien.
Wat zei ze nu nou weer? Ze bloosde enorm. Ze had dan ook totaal niet verwacht dat hij haar zoiets zou vragen. Een beetje verward zei ze: ‘Het is – natuurlijk wil ik met je trouwen – ik –‘
Ze werd zo mogelijk nog meer gecharmeerd toen Draco geheel opeens een verlovingsring over haar vinger schoof. Ze leek haast in vuur en vlam te staan.
‘Ik – wauw,’ zei ze, met een hoofd als een boei.
Ze wist niets meer te zeggen. Ze hoefde ook niets meer te zeggen. Draco sloeg zijn armen om haar heen. Ze vergat de rest van de gebeurtenissen van die dag op slag. Het deed er ook niet meer toe. Het was niet belangrijk meer. Ze was gelukkig.

Nog geen maand later trouwden ze met elkaar in besloten kring, en nog niet veel later werd de baby op Kerstavond geboren. Hermelien was in goede staat. Na een paar dagen was ze alweer op been. Op een winderige avond kwam Draco zingend hun slaapkamer binnengelopen. Hermelien lag op het bed, met de kleine baby in haar armen.
‘Geef maar even aan mij,’ zei Draco, die naast haar kwam staan en met haar handen naar de baby reikte.
Hermelien gaf de baby aan Draco, en keek toe.
‘Hallo, kleine Jane,’ zei Draco met een hoog stemmetje tegen haar, terwijl hij haar op zijn arm legde. ‘Daar ben je weer gezellig bij papa. Vind je papa een beetje leuk? Papa vindt jou namelijk héél lief.’
Hermelien giechelde. Ze kende Draco helemaal niet zo, maar zo ging het al dagen.
‘Ja, je lijkt op mama hé?’ zei hij liefkozend tegen Jane. ‘Word je ook net zo slim als mama? Of word je net zo sluw als papa?’
Jane keek hem met wezenloze blauwe ogen aan. Op haar hoofd stak een kleine pluk bruin haar uit.
‘Ik hoop het niet voor haar,’ zei Hermelien, waarop Draco moest lachen.
De deur ging open en Scorpius kwam naar binnen. Hij zuchtte toen hij zijn vader met Jane zag.
‘Pap, het eten staat allang klaar,’ zei hij ongeduldig. ‘Wanneer komen jullie nou?’
‘Wanneer dat nodig is,’ zei Draco, die zijn ogen niet van zijn baby afscheurde.
Scorpius liep naar zijn vader toe en keek naar Jane.
‘Ze is hartstikke roze,’ zei hij, met een beetje een afstandelijke blik op de baby. ‘Volgens mij is dat niet echt gezond. Straks heeft ze nog een ziekte.’
‘Zeg, wil jij een draai om je oren?’ vroeg Draco dreigend. ‘Ga naar beneden, Scorpius, we komen zo eten.’
Scorpius liep opstandig de kamer uit, en Draco draaide zich weer naar Hermelien toe. Hij gaf haar de baby aan en zei: ‘Laten we inderdaad maar even gaan eten.’
‘Ga jij maar alvast,’ zei Hermelien, met een zwakke glimlach op haar gezicht. ‘Ik zie je zo.’
Draco leek het er niet helemaal mee eens te zijn, maar liet haar uiteindelijk toch alleen. Hermelien zuchtte, en zakte weer languit op het bed neer met haar baby in haar armen. Aan haar vinger glimde een gouden trouwring. Ze had zich nog nooit in haar leven zo gelukzalig gevoeld als nu. Ze had eindelijk het gevoel dat het goed was. Het was goed met haar leven, het was goed met bijna alles. Soms, héél soms, dacht ze nog wel eens aan wat er gebeurd zou zijn als ze gewoon verder geleefd had met Ron. Maar dat had geen zin. Gebeurd is gebeurd, en wat er gebeurd is kan je niet omdraaien. Dat had ze al veel eerder moeten beseffen. Er zijn namelijk altijd andere dingen die je weer opnieuw geluk kunnen brengen. Keer op keer. Elke keer weer.

Je moet het alleen zien te vinden.





_________________
Honden hebben een baas, katten hebben personeel
Profiel bekijkenStuur privébericht
Berichten van afgelopen:      


 Ga naar:   


Sla dit onderwerp op als textbestand

Volgende onderwerp
Vorige onderwerp
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum
Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum
Je mag niet stemmen in polls in dit subforum



Powered by phpBB © 2001/3 phpBB Group :: FI Theme :: Tijden zijn in GMT + 1 uur :: Disclaimer