Harry Potter Forum index
Dit forum is gesloten. Bezoek nu de vernieuwde versie van HPF!
 Harry Potter Forum gesloten  •   Inloggen

 [AF] De Avonturen Van James Potter Volgende onderwerp
Vorige onderwerp

Sla dit onderwerp op als textbestand
Poll :: hoe vind je dit verhaal

leuk schrijf snel verder
52%
 52%  [ 40 ]
mua het gaat er moet meer spanning in
18%
 18%  [ 14 ]
ik val er zowat van in slaap
28%
 28%  [ 22 ]
Totaal aantal stemmen : 76


Auteur Bericht
Bradhadair
Oude Forumnaam: cho chang13 6e jaars
6e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Zaandam

Bradhadair is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Nov 05, 2005 20:02 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 7
Een Volle Maan Zonder Remus

James en Sirius wilden het mysterie dolgraag oplossen en begonnen bij volle maan. Ze besloten echter niet om Remus mee naar buiten te nemen en het er ook niet over te hebben.
Ze hadden een theorie, als er nog meer mensen gek werden was er een complot aan de hand. Heel Zweinstein had na de aanval een hele commotie erover gemaakt. Sommige zeiden dat er een oude vloek hing rond Zweinstein en anderen zeiden dat iedereen één voor één gek zouden worden.

James en Sirius hadden echter de theorie dat de Comussen er achter zouden kunnen zitten. Ze hadden geen idee hoe, maar iets zei hun dat ze iets té schattig waren.
James en Sirius hadden dan ook samen een plan gemaakt. James en Peter (die ze er later ook bij hadden betrokken) zouden verkleed als een faunatencomus alle Comussen volgen naar het verboden bos, net zoals ze de vorige keer bij volle maan hadden gedaan. James en Sirius hadden daar eerst niet aan gedacht tot Peter een droge opmerking maakte en zo er achter kwamen.

Als snel werd het volle maan en de vier vrienden waren nu in het krijsende krot.
''Sluipvoet, zullen we zo gaan?'' vroeg een hert aan een grote wolfshond.
“Ja, is goed ik houd Remus hier wel even bezig”, zei Sirius terug. James pakte Peter op en zette hem op zijn rug.
''Anders moet hij zo hard lopen om me bij te houden”, seinde James en Sirius lachte met zijn blafferige lach, ook al zag het er nogal vreemd uit dat een hond lachte.
Sirius deed de deur met zijn poten open en James liep naar buiten met Peter op zijn rug.
''Wat moeten wij eigenlijk doen?'' vroeg Peter en veranderde in zijn eigen gedaante en zat dus erg angstig op een hert.
''Als je van me afgaat vertel ik het,'' zei James en snel ging Peter van James af en veranderde zich ook in een mens.
''Ik heb hier wat Comus dingetjes, jij verandert je zo in een rat en dan versier ik je met deze dingetjes, '' zei James en ondertussen was hij naar een hoekje gelopen waar een tas met allemaal tuttel dingetjes lag. Het meeste was van de meisjes gepikt, maar Sirius en James hadden aan elkaar beloofd het later weer terug te brengen.
''Hoe kom je daar aan?'' vroeg Peter, maar James maakte een gebaar dat hij zich moest veranderen. Dan kon James hem tenminste niet meer verstaan.
Hij versierde Peter wel aardig, hij plakte een hartje op zijn hoofd en spoot wat parfum (wat James, Sirius, Peter en Remus afschreven als wc-verfrisser) op. Ook pakte hij een of ander glitterachtig spul en strooide dat over hem heen.
Toen hij dacht klaar te zijn veranderde hij zich ook in een hert en legde aan Peter uit dat hij in zijn rattenvorm hem moest gaan versieren.
Het was een heel karweitje, zeker omdat James weigerde om de parfum op te krijgen.
''Maar Gaffel jij hebt het ook bij mij gedaan ook al wilde ik het niet,'' zei Peter en kreeg het toch voor elkaar wat parfum op James te spuiten. James haalde zijn neus op.
''Gatverdamme!'' zei hij en Peter lachte.
''Je hebt me nog steeds niet verteld waar je die dingetjes vandaan hebt,'' zei Peter.
''Peter sommige dingen hoef je niet te weten en zeker niet als je een onzichtbaarheidsmantel hebt,'' zei James en vond dat hij zo wel genoeg had gezegd.
''Dus je hebt het samen met Sirius uit de meisjes wc gehaald?'' zei Peter en James keek hem welbelovend aan.
''O, oké,'' zei Peter toen hij het begreep dat James daar openlijk niet over wilde praten.
''Waarom gaat Sluipvoet niet mee?'' vroeg Peter en James zuchtte.
''Wormstaart hij is een wilde wolf, die lijkt echt niet op een Comus en nu niks meer vragen,''
zei James snel en liep door naar het verboden bos.

Ze moesten een tijdje zoeken en de beesten in het bos zelf keken de vreemde beesten raar aan. Toen ze het net op wilden geven, zagen ze een groep roze, witte en lichtblauwe dingen en ze sloten zich daarbij aan. De Comussen keken ze eerst raar aan maar praatte daarna weer verder.
''Ja mijn baas ook,'' zei de ene en James had geen flauw benul waar ze het over hadden.
''Comus zal wel heel blij met ons zijn nu we taak één hebben volbracht”, zei de ander. Toen stonden alle Comussen stil en keken naar een centraal punt. James en Peter deden dat ook om niet op te vallen en voor hen stond Professor Comus zelf.
''Mijn Comussen,'' zei professor Comus en ze lachte naar haar schepsels, James kreeg er braakneigingen van.
Toen gingen alle beesten zitten en dat deden James en Peter ook.
''Nu plan één voor de meesten gelukt is gaat plan twee in uitvoer. Jullie gaan ook close met andere halfbloed kinderen doen die geen comus hebben, voornamelijk jongens en verblinden hun met jullie liefheid,'' zei ze en Peter en James keken elkaar aan.
''Ik moet zeggen dat het sneller gaat dat gepland, maar hoe sneller hoe beter,'' zei ze. Ze bleven een tijdje zitten (het leek wel een eeuwigheid) en toen de eerste Comussen weg gingen, gingen zij ook.
''Wie zijn jullie baasjes?'' zei een stem achter hen van professor Comus zelf. James pakte Peter snel op zette hem op zijn rug en rende weg. Achter hem hoorde hij 'achter hen aan' maar James was sneller dan een gemiddelde Comus omdat hij altijd achter een weerwolf aan moest rennen en soms tegen houden.

Achter Zweinstein vlak bij de beukwilg stopte James met rennen en veranderde zichzelf weer in een mens. Toen Peter ook een mens was geworden lachte hij zich bijna dood. Peter had allemaal poeder op zich zitten en rook naar een pas schoongemaakt toilet.
''Peter, je ziet er niet uit,'' zei James en lachte.
''Nou jij ziet er lekker uit dan. Je zit onder het poeder en je stinkt,'' zei Peter en nu voelde James aan zijn gezicht, die was erg poederachtig. James pakte uit zijn gewaad zijn toverstok en toverde er water uit om zijn gezicht schoon te maken en die van Peter.
''Dat is veel beter,'' zei James en haalde nu alleen nog zijn neus op over zijn geur.
Toen ze terug in het krijsende krot waren zag James door een raam die boven aan de trap hing dat het ochtend werd.
''Wormstaart we gaan naar Sluipvoet en Maanling toe, en ja Maanling mag het nu ook weten,'' zei James toen hij de vragende blik van Peter zag.

''Ik heb het meeste al verteld, alleen jullie verhaal is nog nodig,'' zei Sluipvoet en James zag hem een kamer uitkomen met een gehavende Remus. Remus zag er niet echt vrolijk uit.
''Het is vijf uur, laten we alsjeblieft naar de slaapzaal gaan en slapen,'' zei Remus geïrriteerd. Op dat moment voelde James ook zijn oogleden slap worden en wou net zeggen dat hij het met Remus eens was toen Sluipvoet dat al zei. Peter die dolgraag wilde vertellen en al vrolijk begonnen was met vertellen maakte een raar geluidje en volgde zijn vrienden toen die terug naar Zweinstein liepen.

Joehoe, dit is mijn 60ste berichtje, ik hoop dat jullie hier weer van genieten en een reactie geven of misschein tips of ideeen Razz
-xXx-ies





_________________
Een traan gleed vanuit haar oog over haar wang en viel op de grond.

Ook deel 2!
Profiel bekijkenStuur privébericht
Bradhadair
Oude Forumnaam: cho chang13 6e jaars
6e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Zaandam

Bradhadair is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Nov 28, 2005 15:43 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 8
Remus' verandering

Oktober werd november en november werd december. Al vroeg in december lag er sneeuw en kon de lol voor James en zijn vrienden beginnen. Als James en Sirius vrij waren, waren ze wel buiten te vinden (al ontweken veel mensen hen). Ze wisten Remus ook vaak over te halen om naar buiten te komen en Peter liep gewoon achter iedereen aan.
Over de Comussen hadden ze nog vaak nagedacht, maar ze hadden besloten om te wachten wat er ging gebeuren, want veranderingen hadden ze niet aan de Comussen gemerkt. Al was de eerste klasser niet meer gesignaleerd nadat ze gek was geworden. Sommige zeiden dat ze gek op de ziekenzaal lag, maar door dat gerucht was de ziekenzaal op slot gedaan en deed madame Plijster alleen open voor noodgevallen. Sommige zeiden zelfs dat ze was overgebracht naar st. Hostilo voor magische ziektes en zwaktes.

''Zullen we Secretus te pakken nemen?'' vroeg Sirius opeens onder verzorging van fabeldieren en James keek naar Sneep die véél te dicht bij het ijs stond.
''Oké, als ik het mag doen,'' fluisterde James en ging dichter bij Sneep staan die ook langzaam pasjes naar achteren deed.
''Bijna,'' fluisterde Sirius en toen James nog een pas naar achter deed stapte Secretus op het ijs en Sirius duwde hem het ijs op zodat hij grappige toeren op het ijs maakte. James en Sirius lachten zich rot en toen iedereen in de klas omkeek lachte de rest ook (behalve een paar Zwadderaars).
Snel kwam professor Staartjes aanrennen en zag een zwarte Sneep glibberen op het ijs.
''Meneer Sneep wat denk je daar aan het doen te zijn?'' schreeuwde de professor naar Sneep die nu in het midden van het grote meer balanceerde en uiteindelijk op de grond viel zodat er nog meer werd gelachen.
''Ik heb het niet gedaan professor, Zwarts en Potter zaten hier achter,'' schreeuwde hij terug en de professor keerde zich nu tot Sirius en James die op hielden met grinniken.
''Is dat waar?'' vroeg hij en nu stopte iedereen met lachen en richtte zich op het schouwspel.
''Nee hoor professor, ik schoof wat op om de boomtrullen wat beter te bekijken en toen ging Sneep het ijs op,” zei James en van binnen lachte hij, de laatste tijd was hij steeds te klos met zijn grappen en had steeds vaker straf.
''Oké, Sneep kom nu van het ijs af. De les is voor vandaag afgelopen het huiswerk is het natekenen van een boomtrul. Nog een goede middag,'' zei professor Staartjes en keerde zich naar de boomtrullen toe die zich moeilijk weer lieten vangen.

''Gaffel je was weer eens goed bezig,'' zei Sirius toen ze naar het kasteel liepen. Dit was hun laatste les dus ze konden hun tijd verder doorbrengen op de gangen om mensen die ze haatten te vervloeken of te plagen.
''Oké, gister hebben we de vloek van beentjeplak gebruikt. Ik heb nog wel een goede spreuk die we kunnen gebruiken. Ik heb gehoord dat hij heel populair gaat worden,'' vertelde Sirius.
''Nou ik ga naar de bibliotheek als jullie me zoeken,'' zei Remus en hij liep naar de bibliotheek toe. Zo te zien wilde hij zo min mogelijk met hun 'grappen' te maken hebben.
Peter treuzelde nog even of hij bij Sirius en James wilde blijven maar koos toch voor de makkelijke weg. Omdat ze zo weinig huiswerk maakten kregen ze vaak straf en Peter had daar zo te zien geen zin in, want hij wist dat als hij het nu niet met Remus maakte hij het nooit kon maken (aangezien hij niet alleen kon werken)

''Gelukkig dat Peter weg is, kunnen we tenminste werken zonder een blok aan ons been,'' zei Sirius en James lachte. Peter was misschien wel grappig af en toe, hij kon ook een blok aan je been zijn.
''Oké, laat mij beginnen,'' zei James die zijn toverstok op een vierdeklas Huffelpuf richtte en zijn haar van blond naar zwart-blauw veranderde.
''Eigenlijk moest het Lichtblauw worden maar dit is ook leuk,'' zei James die toch veel verandering zag met zijn eigen haarkleur en zijn creatie.
''Sluipvoet, Gaffel ik moet jullie iets laten zien!'' Schreeuwde een stem achter hen en ze zagen Remus aanlopen met Peter.
''Wat moet je ons dan laten zien?'' vroeg James maar net toen hij dat vroeg zag Sirius weer een potentieel slachtoffer en trok zijn vrienden achter een muurtje. Ditmaal was een zesdejaars meisje van Zwadderich de klos en hing ondersteboven op haar hoofd.
''Was dat nou de spreuk die je me wilde laten zien?'' vroeg James en Sirius knikte.
''Hé, ik sta hier ook nog ik wil jullie wat over de Comussen vertellen. Ik heb net wat uit een boek gelezen,'' zei Remus en nu kreeg hij de aandacht van zijn vrienden weer. Net toen hij wat wilde zeggen sprong een vrij grote Comus op hem en viel hij op de grond. Toen Remus op de grond lag staarde het beest in zijn ogen. Dit keer was het een of andere grote hond met een roze kleur. Nadat hij uitgestaard was naar Remus keerde hij zich tot Sirius en beet hem in zijn been zodat het meisje op de grond viel. Sirius veranderde zich in een hond en James keek snel om zich heen. Gelukkig had niemand hem gezien. Nu vechtte de twee grote honden en kwam het meisje van Zwadderich er bij staan.
''Houd die rothond bij je,.'' zei ze en trok haar Comus mee en liep weg.

Het werd stil, James wachtte op het standje van Remus die hij Sirius zou geven omdat hij op de gang in een faunaat veranderd was, maar dat bleef uit. Sirius zag dat ook en veranderde zich weer terug. Weer zei Remus niks en James hielp hem maar eens overeind.
''Gaat het Maanling?'' vroeg Sirius verbaasd.
''Hoe zou jij je voelen als er zo een groot beest op je kwam staan?'' vroeg Remus en Sirius mompelde iets onverstaanbaars.
''Maar wat wilde je nou vertellen?'' vroeg James die er nu weer aan dacht waarom Remus naast hem stond.
''O, niks bijzonders. Ik ga weer. Ik zie je zo wel. Kom je Wormstaart?'' zei Remus en hij liep richting de bibliotheek met Peter achter zich aan.
''Als hij daar nog meer tijd doorbrengt gaat hij er volgens mij permanent wonen,'' zei Sirius maar hij snapte ook dat Remus vreemd deed. Remus zou nooit zomaar naar hun toekomen als hun grappen aan het uithalen waren om alleen aan simpel dingetje te vragen zoals: hoe is het? Hij meed zijn vrienden dan het meeste omdat hij altijd op het verkeerde moment kwam en meestal straf kreeg.
''Ja. Hij wilde wat over de Comussen zeggen. Laten we ook een kijkje in de bibliotheek nemen,'' stelde James voor. Ze liepen naar de bibliotheek en zagen Remus meteen zitten al geloofde ze hun ogen niet. Zijn huiswerk lag aan de kant alsof het huisvuil was en hij zat lichtgevende woordjes in de lucht te maken zoals: Zweinstein en Wegisweg.
''Wormstaart wat is er met Maanling aan de hand?'' vroeg Sirius toen ze aan de tafel gingen zitten en met open mond naar het tafereel keken.
“Vanaf dat we weer terug hier naartoe gingen deed hij raar, en het ergste is dat ik nog geen fluitketel in een theepot kan veranderen,'' zei Peter die een ding liet zien wat je alles behalve een fluitketel of een theepot kon noemen.
Ineens schrok Remus en keek naar boven. James keek ook naar boven maar kon niets zien.
''M..maan,'' stotterde Remus.
''Maanling stil maar we gaan wel...'' zei Sirius, maar ze zouden er nooit achter komen wat ze zouden gaan doen want Remus keek geschrokken om zich heen en probeerde weg te rennen.
''Colloportus,'' schreeuwde James en richtte zijn stok op de deur van de bibliotheek die met een klap dichtviel. Sirius rende snel naar Remus toe en hield hem vast. Gelukkig was er niemand in de bibliotheek, alleen madame Rommela kwam aangelopen om te zien wat er in haar bibliotheek gebeurde.
''Mandame Rommela, hij moet naar de ziekenzaal!'' schreeuwde Sirius en ze brachten hem snel naar de ziekenzaal toe. Onderweg hadden ze veel bekijks gekregen, maar het kon James niet veel schelen. Het enige wat hem kon schelen was dat Remus beter moest worden.
Toen madame Plijster bij Remus naast zijn bed stond moesten Sirius, James en Peter buiten wachten en daar werden ze bestookt door vragen want het nieuws dat er een vriend van James en Sirius was aangevallen was als een lopend vuurtje door de school gegaan.
''Luister we wachten hier alleen maar op Remus, zoveel bekijks is er niet,'' zei James en sommige kinderen liepen weg.
''Jullie mogen komen,'' zei Madame Plijster tegen James, Peter en Sirius. Ze lieten die kans ook niet voorbij gaan en liepen naar het bed waar Remus lag.
James zuchtte. Remus lag er stil bij. Hoe kon hij opeens zo gek worden?
''Ik weet niet wat er met hem aan de hand is. Net zo min ik iets weet over het andere slachtoffer,'' zei Madame Plijster en deed de deken van Remus iets hoger.
James pakte er een stoel bij en ging zitten. Hij zal het mysterie oplossen van de Comussen. Zeker nu Remus was aangevallen.

Excuses dat het zo lang duurde ik heb heel weinig tijd om te schrijven en ik ben aan nog meer verhalen bezig enzo... maa ikheb ook besloten dat dit het laatste jaar gaat worden. Anders vinnik het niet egt orgineel enzo. Maar ik ga er nog wel verder over schrijven over alle kattekwaad enzo. Maar dat zien jullie wel eerst ga ik dit jaar afmaken...
doegies cc13





_________________
Een traan gleed vanuit haar oog over haar wang en viel op de grond.

Ook deel 2!
Profiel bekijkenStuur privébericht
Bradhadair
Oude Forumnaam: cho chang13 6e jaars
6e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Zaandam

Bradhadair is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Dec 12, 2005 9:13 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 9
Het geheim van de Comus

James liep door Zweinstein, hij kwam net van zijn les en ging zijn tijd in de bibliotheek. Sinds Remus gek was geworden probeerde James er alles aan te doen om hem weer normaal te krijgen. Sirius en Peter deden er net zo hard aan mee. Sinds Remus was aangevallen waren er nog vijf aanvallen geweest, het was uiteindelijk ook April geworden en de leraren begonnen nu al met speeches over examens terwijl die nog ver weg lagen. Als Remus nog normaal was geweest had hij zeker al geleerd.

“James wacht even!” Hoorde James, hij draaide zich om en zag Frank aan rennen.
“Hoi Frank.” Zei Sirius en klopte hem op zijn rug toen hij voor James en Sirius stond.
“Er is nog iemand aangevallen.” Zei hij buiten adem en James keek Sirius geschrokken aan.
“Wie?” Vroegen ze tegelijk en Sirius stond zich zo te zien in te houden Frank niet door elkaar te schudden.
“Sneep.” Zei hij en toen ze die naam hoorde keken ze elkaar aan. Er waren van verschillende afdelingen slachtoffers gevallen maar nog geen één bij Zwadderich.
“Dat is goed voor hem, maar nu zijn we er wel achter dat de Comussen niet alleen achter Griffoendors, Huffelpuffers en Ravenklauwen aan zitten maar ook achter Zwadderaars.” Zei James die Frank helemaal vergat.
“Ja.” Zei Sirius, hij zo te zien nadacht en knipoogde naar een paar meisjes die voorbij liepen en nu giechelde.
“Gaffel, Sluipvoet!” Hoorde James opeens en zag dat Peter aan kwam rennen, hij rende doordat hij dik was nogal grappig en Jams kon het niet laten een klein glimlachje te onderdrukken.
Toen hij bijna bij zijn vrienden was aangekomen struikelde hij over zijn voeten en viel hard op de grond zodat de giechelende meisjesgroep hem uitlachte.
James hielp hem overeind en meteen vertelde Peter zijn verhaal.
“Ik was net in de grote zaal, toen hoorde ik dat Sneep was aangevallen. Ik ging bij Remus kijken of het waar was en toen zag ik hem liggen.” Zei Peter evenveel hijgend als Frank net deed.
“We weten al wat er gebeurd is, Frank was je voor.” Zei Sirius en James zag dat Peter bloosde.
“Ja, en ik ga hier voor eens en altijd een eind aan maken.” Zei James en liep naar de bibliotheek wat hij al eerder van plan was geweest.

Sirius, Peter en Frank liepen achter hem aan en toen ze uiteindelijk in de bibliotheek aankwamen gaf James hen meteen opdrachten. Hij keek zelf in de boekenkast die hij al honderd keer overhoop had gehaald, wat hij bijna met elk onderwerp had gedaan wat over de Comus had kunnen gaan.
Uiteindelijk zuchtte hij en ging bij zijn vrienden zitten die ook elk een boek doorspitte. Voordat Remus aan was gevallen wilde hij iets zegen over de Comussen, dus er moest wel iets ergens over de Comus te vinden zijn.
“James ik wil niet onbeleefd overkomen maar ik denk dat er niets te vinden is, als zelfs Perkamentus niet weet wie of wat hier achter zit kunnen wij daar zeker niet achter komen.” Zei Frank en James zuchtte.
“Je vriendin Lies heeft toch een Comus, als je nou eens vraagt of je die mocht lenen.” Zei Sirius en James vond dat, dat een fantastisch idee was. Maar Frank schudde bijna al meteen zijn hoofd.
“Ze vermoordt me, ze is dol op dat ding.” Zei hij.
“Als jij nou eens vertelde waar dat beest is.” Zei James die een idee kreeg.
“James, je gaat dat beest niet ontvoeren.” Zei Frank verbaasd en verdiepte zich weer in zijn boek en wilde zo te zien niet meer in dit gesprek mee doen.
“Nee, ik leen het alleen eventjes.” Zei hij en trok het boek weg zodat Frank geen gelegenheid meer had om opnieuw achter een boek te duiken.
“Oké, ik vertel het je wel.”

“Au, je staat op mijn voeten, niet voor de eerste keer maar voor de zesde keer deze avond.” Zei Sirius tegen James al kon hij er niet veel aan doen. Hij was een heel stuk gegroeid en moest door zijn knieën zakken om er geen voeten onder de ontzichtbaarheidsmantel vandaan te laten komen. Sirius was ook een heel stuk gegroeid, maar niet zoveel als James. Frank was helemaal klein net als Peter en die hadden daar dus geen problemen mee. Ze waren onder de ontzichtbaarheidsmantel gegaan en lierpen naar de keukens, waar de meeste Comussen zich ‘s avonds schuil hielden.
“Nou kriebel jij de peer maar.” Zei James tegen Sirius en die kietelde op een schilderij een peer, toen ging het schilderij open en zagen ze vel huiselven werken. Ze zagen ook hier en daar Comussen lopen. Ze gingen snel naar binnen en deden de ontzichtbaarheidsmantel af.
“Oké, huiselven, jullie vertellen niemand dat wij hier geweest zijn en ook niet dat iemand iets gedaan heeft.” Zei Sirius, de huiselven keken allemaal naar hem en bogen alsof hij een of andere koning was.
“James pakte een willekeurige Comus.” Zei Sirius en James pakte een Willekeurige Comus (op verzoek van Frank niet de Comus van zijn vriendin) en stopte hem in een zak.
“Bedankt.” Zei Sirius en de huiselven bogen weer naar hem.
“Ja bedankt.” Stamelde Peter, maar voor hem bogen de huiselven niet.

In de slaapzaal haalde ze de tegenstribbelende Comus uit de zak en zagen dat het een witte haarbal van een kat was.
Hij keek erg lief en gaf kopjes.
“Wormstaart, ik denk niet dat jij de aangewezen Faunaat bent om dit te doen.” Zei Sirius tegen Peter die doorkreeg dat katten en ratten niet echt goede vrienden waren.
Dus Sirius veranderde zich in een grote hond en Frank keek alsof hij net gehoord had of zijn doodvonnis had gehoord.
“Dat zijn nou Faunaten, mensen die in dieren kunnen veranderen.” Legde James uit.
“Zijn jullie allemaal faunaten?” Vroeg hij.
“Ja, ongeregistreerd natuurlijk. Ik word een hert, Peter een rat en Sirius een wolfshond.” Zei James en hij was blij dat Frank niet vroeg of Remus ook een faunaat was of waarvoor ze faunaten waren.
Ze zagen dat Sirius met de Comus praten. James wilde horen wat ze tegen elkaar zeiden en veranderde in een hert.
“Ik ben het er wel niet mee eens, maar ze heeft me gemaakt dus moet ik wel naar haar luisteren en zo zijn de meeste Comussen.” Hoorde James het zachtste en zoetste stemmetje ooit zeggen.
“Jullie kunnen met zijn alle in actie komen.” Stelde Sirius voor.
“Wij kunnen niet zonder leiding leven, wij zijn gemaakt om opdrachten uit te voeren.” Zei de Comus.
“En wat voor opdracht moet je van je meesteres uitvoeren?” Vroeg James en zo te zien wilde Sirius dat ook net vragen.
“Wij moeten Halfbloedjes gek maken met onze liefheid.” Zei de Comus en James en Sirius keken elkaar bang aan.

Het heeft een tijd je geduurt maar hier is weer een stukje. Hij is alleen nog niet nagekeken. Als het nagekeken stuk e is horen jullie het Wink
Ik wilde ook ff melden dat ik dit verhaal zo snel mogelijk af rond want af en teo vinnik het een beetje droog worden.
Veel leesplezier Very Happy





_________________
Een traan gleed vanuit haar oog over haar wang en viel op de grond.

Ook deel 2!
Profiel bekijkenStuur privébericht
Bradhadair
Oude Forumnaam: cho chang13 6e jaars
6e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Zaandam

Bradhadair is offline. 
BerichtGeplaatst: Wo Dec 28, 2005 17:27 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 10
In Opstand

Klop, klop.
Nadat Sirius, James, Peter en Frank wisten wat de Comussen uitvoerde waren ze de slaapzaal uitgelopen en op weg gegaan naar professor Comus (meer Sirius en James de rest liep er achteraan)
Toen ze geen antwoord op hun geklop kregen maar toch geluid hoorde gingen Sirius en James naar binnen en zagen professor Comus koffers in pakken.
"Gaat u ergens heen?" Vroeg James.
"Nou ik ben alvast aan het inpakken voor het eind van het jaar." Zei Comus en probeerde voor haar koffers te gaan staan wat moeilijk lukte.
"Oké." Zei Peter en wilde weg lopen. Hij kreeg blikken van de rest toegeworpen en bleef toen toch maar weer staan.
"We weten uw geheim over de Comussen." Zei Sirius en Comus verstijfde.
"Hoe bedoelen jullie?" Vroeg ze.
"We weten dat u de Comus heeft gemaakt en dat u ze opdrachten geeft om halfbloedjes te vermoorden." Zei Sirius.
"Hoe komen jullie daarbij?" Vroeg ze meer bang dan verbaast.
"Nou in de toverwereld kan je veel dingen en zo kunnen sommige ook met dieren praten." Zei Sirius.
Comus dacht even na, ze trok razendsnel haar toverstok en verlamde Sirius. James, Peter en Frank die bij hem neerknielde werden nu onder schot gehouden.

"Goed geraden, alleen komen jullie op het verkeerde moment, na vanavond zullen de Comussen alle halfbloedjes gek maken." Zei Comus en lachte, ze leek zo wel een gek die uit een dreuzelgekkenhuis was ontsnapt.
"Waarvoor haat je halfbloedjes dan zo?" Vroeg James.
"Hun ouders zijn verraders. Volbloeden die trouwen met modderbloedjes of dreuzels. Zo ben ik zelf ook mijn man kwijt geraakt." Zei Comus. James stond nu langzaam op en liet zijn hand in zijn zak glijden om zijn toverstok te pakken. Comus was nu aan het schelden over dreuzels en lette hield hen niet meer goed onder schot.
"Petrificus totalus!" Schreeuwde James en raakte Comus, ze viel verstijfd op de grond en keek boos naar James.
"Wormstaart ga naar Perkamentus en vertel het hele verhaal, Frank jij gaat met mij me dan houden wij de Comussen tegen. Als ze allemaal zo zijn als de Comus die we net tegen kwamen zijn ze makkelijk in de verleiding te brengen.

"En dat noemt zich een verweer tegen de zwarte kunsten leraares." Zei Frank tegen James toen ze op de gang liepen op weg naar de keukens.
"Ja, dan zijn wij beter dan haar." Zei James en lachte. Net toen hij dat had gezegd kwamen ze bij de keukens aan en zagen ze een felgekleurd leger door de gang naar buiten lopen. Ze rende er snel achteraan, ze gingen het verboden bos in en toen de Comussen doorkregen dat ze gevolgd werden stopte ze.

James veranderde in een hert zodat hij ze eventueel aan kon vallen en met ze kon praten. Frank stond weer met open mond toe te kijken maar James besteedde daar geen aandacht aan.
"Mens volg ons niet anders vallen wij aan." Zei een groot konijn dat zo te zien de leider was want hij kwam naar voren en de andere Comussen gingen snel voor hem opzij.
"Comus komt vanavond niet, wij hebben haar tegen gehouden." Zei James al betwijfelde hij of dat een goed plan was om te vertellen dat hij en Frank hun leider had aangevallen.
"Wat heb je met Comus gedaan?" Vroeg de leider en een geroddel van kleine schattige stemmetjes om hem heen klonk op.
"We hebben haar verland, ze had duistere plannen met jullie." Zei James en tot zijn opluchting zuchtte de meeste Comussen om hem heen.
"Wij doen wat ons opgedragen word." Zei de Comus en ontblootte zijn tanden.
"Witje, we doen wat Comus zegt en wat jij ons dan opdraagt." Zei een andere Comus en kwam naar voren.
"Jij hoeft je er niet mee te bemoeien." Zei Witje en sprong op de Comus die de vorm van een klein muisje had. James greep snel in en trok met zijn tanden de Comus van de andere Comus af.
"Rustig." Zei James en nu kwamen er meer Comussen naar voren.
"Het is waar wij doen dit omdat Comus en jij ons dit opdragen." Zei een andere Comus en viel 'witje' aan. Meer Comussen volgde daarop en James veranderde zich weer in een mens.
"Ik heb een opstand veroorzaakt." Zei James tegen Frank die naar het gevecht keek.
"James goed gedaan." Zei hij en keek weer verder naar het gevecht. Nu keek James ook naar het gevecht, het was gruwelijk om te zien. Ze aten Witje helemaal op en toen ze van hem afgingen lag er alleen nog maar een skelet.
James veranderde zich nu weer in en hert want het kleine muisje wou zo te zien iets tegen hem zeggen.

"Hartstikke bedankt, wij gaan nu een eigen leven opbouwen in de bergen. Daar wouden velen van ons al eens heen. Als er ooit iets is wat we voor jullie kunnen doen." Vroeg het muisje en James had wel een idee.
"Hoe kunnen we het weer ongedaan maken wat jullie hebben aangericht?" Vroeg James want hij maakte zich nog steeds zorgen om Remus.
"Dat is heel makkelijk, je hoeft alleen maar een nachtschadeblad te laten weken in een glas met aurawater en dan moet het slachtoffer opdrinken." Vertelde de Comus alsof het al die tijd zo simpel was geweest.
"Oké bedankt." Zei James en veranderde weer in een mens.
Frank en James bleven nog even kijken hoe de Comussen richting de bergen liepen en gingen toen weer terug naar het kasteel.

het is niet veel maar ten minste iets;)
dit is het eennalaatste stuk van davjp hierna komt nog 1 stuk en dan ga ik voor een tijd je stoppen, maar daarn ga ik gewoon weer verder;)




Profiel bekijkenStuur privébericht
Bradhadair
Oude Forumnaam: cho chang13 6e jaars
6e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Zaandam

Bradhadair is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Jan 02, 2006 18:25 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 11
Back home

Ze waren een paar weken verder en hadden net hun laatste examen gehad en ze liepen nu buiten waar een heerlijk zonnetje hen toelachte. Meer mensen waren buiten en dat kon James hen ook niet kwalijk nemen binnen in het kasteel was het namelijk hartstikke warm.
James joeg een paar eersteklassers weg die bij hun boom zaten en gingen nu op de lege plaatsen zitten.
"Ik ben blij dat het examen er op zit." Zei Sirius en pakte een chocokikker en beet de kop er af.
"Jullie hebben tenminste examen gedaan, doordat ik bijna het hele jaar heb gemist kón ik geen examen doen." Zei Remus die weer helemaal terug van weg geweest was.
"Ja, en ik kon niet goed leren doordat Maanling er niet was." Zei Peter op zijn normale sippe manier die hij altijd al had gehad na een examen.
"Nou op het laatste moment hebben we er nog wat in gepropt, en je had ook met mij kunnen gaan leren in de bibliotheek in plaats van kattekwaad uit te halen met die twee daar." Zei Remus tegen Peter en het was waar. Peter was nadat Remus weer beter was geworden niet meer bij James en Sirius weg te slaan en die hadden hem dat ook maar mee genomen op hun dagelijkse ‘wandeling’ door het kasteel.
"Het is geen kattekwaad maar gewoon ervoor zorgen dat Vilder zijn baan houd en wat leven in de brouwerij brengen." Zei Sirius er tegenin.
"Ja, en jij ging ook een paar keer mee." Zei James.
"Ja maar niet telkens, ik moest mijn achterstallige werk inhalen." Zei Remus.
"Het moest niet je wilde het, als ik jou was geweest had ik de hele dag niets gedaan. Je hoefde toch geen examen te doen." Zei James en keek naar een paar meisjes die naar buiten liepen.
"Ja, maar gelukkig ben ik jullie niet." Zei Remus en sloot zijn ogen en genoot van het zonnetje.
"Nee, zeg dat." Zei Sirius.

De volgende ochtend ging de Zweinsteinexpres en de vier vrienden waren al vroeg weg gegaan om een goed plekje te krijgen. James en Sirius zaten zoals bijna altijd bij het raam en Remus en Peter zaten daarnaast.
"Gaffel wat zit je bedroefd uit het raam te staren." Zei Sirius.
"Nou ik probeer al vier jaar Lily's aandacht te trekken maar het lukt niet echt." Zei James, hij zat de laatste tijd alleen maar aan Lily te denken en hij kon zijn gedachten nergens anders op krijgen.
"Nou je trekt haar aandacht wel maar op een verkeerde manier." Zei Remus.
"Peper het even lekker in." Zei Sirius en Remus haalde zijn schouders op
"Het is wel zo." Zei James en hij dacht aan de eerste keer dat kijk Lily had gezien. Hij staarde dromerig uit het raam en hij keek pas weer op de Zweinsteinexpres reed.
Zijn vrienden waren druk in gesprek over de S.L.I.J.M.B.A.Llen voor volgend jaar, Peter die dit jaar ook zoals gewoonlijk net aan over was gegaan begon dus ook zijn gewoonlijke preek over dat hij het nooit genoeg S.L.I.J.M.B.A.Llen kon halen voor een fatsoenlijke baan op het ministerie van toverkunst.
"Peter je gaat het heus wel halen." Zei Frank die net binnen was gekomen met de rest van het ongeregistreerde zwekbalteam. Het was erg krap en iedereen kon ook maar net zitten. Toen het etenskarretje langs kwam kocht iedereen wel wat en werd het een hele bende in de coupé. James en Sirius waren het middelpunt en maakte ook de meeste grappen. Maar zoals gewoonlijk was de reis veel te kort en voordat ze het wisten waren ze al in Londen aangekomen.
"Sirius kom je weer bij me logeren?" Vroeg James en sjouwde met zijn koffer.
"Natuurlijk." Zei Sirius.
"Misschien kunnen jullie ook komen in de vakantie om te komen logeren." Zei James tegen Remus en Peter die blij opkeken.
"Dan schrijven we wel." Zei Remus en klopte James op zijn schouder.
"Dat doen we zeker." Zei James.
"Ik schrijf je ook nog wel." Zei Peter en ze begonnen te lopen naar hun familie die naast elkaar stonden te wachten.
"Ik hoop het maar voor je." Zei James.
Daar liepen vier vrienden op een rij. Vier hechte vrienden voor het leven.
De vier Marauders.

ik heb hier wat engelse namen gebruikt maar dit is het laatste stukje Smile




Profiel bekijkenStuur privébericht
Bradhadair
Oude Forumnaam: cho chang13 6e jaars
6e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Zaandam

Bradhadair is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Jan 02, 2006 18:30 Terug naar boven Sla dit bericht op

ik heb net mijn laatste stukje geplaatst dus er kan een slotje op

ik wil nog even zeggend at ik hartstikke veel lol heb gehad om dit verhaal te schrijven. Ik ga er ook zeker mee door maar dan ga ik alleen leuke stukjes schrijven en niet een heel avontuur Smile
ik wil ook de mensen bedanken die reacties hebben gestuurt en berichtjes met tips.
groetjes myrthe




Profiel bekijkenStuur privébericht
Berichten van afgelopen:      


 Ga naar:   


Sla dit onderwerp op als textbestand

Volgende onderwerp
Vorige onderwerp
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum
Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum
Je mag niet stemmen in polls in dit subforum



Powered by phpBB © 2001/3 phpBB Group :: FI Theme :: Tijden zijn in GMT + 1 uur :: Disclaimer