Poll :: Wat vind je? (Lees eerst het verhaal!) |
Geweldig! *zoekt de beruchte fanvlaggetjes* |
|
57% |
[ 4 ] |
Zeer goed. *zal wel eens tijd maken om het te lezen* |
|
28% |
[ 2 ] |
Gewoontjes. *zal een poging doen het te lezen* |
|
0% |
[ 0 ] |
Slecht *verlaat het topic gauw en komt het niet meer binnen* |
|
0% |
[ 0 ] |
Erg slecht *kotst* |
|
14% |
[ 1 ] |
|
Totaal aantal stemmen : 7 |
|
Auteur |
Bericht |
Merel
Beginnend Tovenaar

Verdiend:
72 Sikkels
|
Geplaatst:
Za Okt 21, 2006 9:36 |
 |
Hoi!
Dit is mijn tweede fic, maar het zal iets heel anders worden.
Niet alleen het verhaal zal over iets heel anders gaan, qua schrijfstijl probeer ik iets te veranderen. Positief of negatief? Zeg het in een reactie. De titel is nu nog voorlopig, denk ik.
Ik bedank (.·»Esmee«·.) voor het readen van deze proloog. Ik laat jullie nu maar met rust en verwacht veel reacties!
(Zoek het verschil! Heeft te maken met het verhaal!)
Proloog
Ik keek in de spiegel, mijn bruine haren waren los opgestoken en make-up trok de aandacht naar mijn lichte ogen.
‘Kom je?’ riep een jongensstem.
‘Nog even!’ riep ik terug. "Deze jurk flatteert me echt!" dacht ik grijnzend. De lichtrode jurk zat strak tot halverwege mijn dijen en vanaf dan viel ze in linten tot op de grond. Ik controleerde nog even of alles goed zat en liep gracieus naar benenden, waar hij al stond te wachten.
‘Prachtig!’ zei hij en floot. Ik draaide een paar pirouettes, waarbij de linten vrolijk rond mijn bleke benen zwierden.
‘Bedankt.’ We haakten onze armen in elkaar en hij leidde me naar de open haard. Ik nam een beetje grijs poeder en even later verdween ik in een hoop groene vlammen. Even later verscheen ik in een grote feestzaal, waar het feest op gang kwam. Enkele koppels stonden te dansen op de dansvloer en er werd luid gepraat door de overige gasten. IJdel dat ik was, haalde ik mijn handspiegeltje uit mijn bijpassende tas en keek ik of alles nog goed zat, na die tuimelingen in de haard. Ik liet de jongeman naast de haard wachten voor het tonen van mijn uitnodiging. Nog voor mijn partner verscheen liet ik het spiegeltje in mijn tas zakken. Ik gaf de geduldige man onze toestemming om binnen te gaan. Opnieuw haakten we onze armen in elkaar en liepen we naar de bar. Ik bestelde een Violierwatertje, maar hij besloot om nog even te wachten om iets te drinken. We liepen lichtjes arrogant verder, zoekend naar bekende gezichten.
‘We zijn te vroeg,’ zei ik, toen we maar niemand bekent vonden.
‘Tja,’ was het enige dat hij zei. Hij haalde zijn schouders op. Ik zuchtte en rolde met mijn ogen, dronk de laatste slokken van mijn drankje en meteen verscheen er een huiself met een dienblad waar ik het lege glas op zette. Ik maakte een sprongetje van schrik toen iemand zacht op mijn schouder tikte.
‘Ben ik ziek? Hallucineer ik? Of is dit waarheid?’ fluisterde iemand in mijn oor. Even leek het alsof mijn hart stilstond.
‘Was je zo ziek dat je persé naar dit feest moest? Sinds wanneer heb je jou haar bruin geverfd? Sinds wanneer loop je met een andere jongen arm in arm op hét feestje van het jaar?’ De stem klonk akelig kil.
‘Wie is dat?’ vroegen beiden jongens tegen mij. Alleen had de ene een vragend gezicht en de andere een woedend gezicht. Ik trilde. "Dit kon niet waar zijn!" dacht ik paniekerig. Toen ik niet antwoordde vroeg de jongen die mij kende als het meisje met de bruine haren: ‘Meen je dat nu?’ Stilte. Aan hun gezichten te zien begon het eindelijk op te dagen wat er aan de hand was. Tegelijk trokken ze hun toverstokken en begonnen ze tegen elkaar te vechten. Ik kon er niet tegen, ik zag mijn perfecte wereldje zo in één storten. Ik begon te schreeuwen en te gillen.
‘Hou op!’ Mijn keel kwam schor, maar dat verhinderde me niet om verder te doen. Rond ons waren nu een heleboel mensen die geamuseerd keken, en ook een heleboel kapotte dingen van spreuken die hun doel hadden gemist. Ik begon te snikken, alle omstanders lachten, niemand probeerde dit grappige tafereel, van een meisje dat hysterisch was omdat haar twee vriendjes elkaar hadden ontdenkt, te stoppen. Af en toe probeerde ik met een zielig spreukje het gevecht ze stoppen. Ik kón gewoon geen deftige spreuk afvuren door de schok. Opeens werd ik geraak door een Lamstraal. Ik viel achterover, met mijn hoofd recht op een glasscherf. Zonder dat ik het besefte, bracht ik een einde aan het gevecht.
|
Laatst aangepast door Merel op Ma Dec 18, 2006 17:37; in totaal 3 keer bewerkt |
|
  |
 |
Merel
Beginnend Tovenaar

Verdiend:
72 Sikkels
|
Geplaatst:
Zo Nov 05, 2006 11:18 |
 |
Hoi!
Jammer, geen reacties. Niet op de poll (wel wat later gemaakt) als in pb-vorm of in het reactie topic (voorzover ik weet).
Dit is een beetje een sue verhaal en cliché, maar dat is erg leuk om te schrijven, dus al je er problemen mee hebt zeg het met dan!
Ik kan dus alleen maar Esmee (zonder al die tekentjes, hoe moeten die??) bedanken voor het readen van hoofdstuk 1!
Van reageren word je niet ziek!
Merel
Hoofdstuk 1
Claire werd wakker, samen met de eerste zonnestralen. Voor de derde keer voelde het zware kloppen in haar hoofd, pijnlijk wreef ze over haar achterhoofd.
‘Blijf er af,’ lachte de Heler, die de bedden in de zaal inspecteerde.
‘Het doet zo’n pijn!’ klaagde Claire. De Heler zei niets, maar ging de zaal uit. Claire keek de zaal rond, de meeste sliepen nog, ze liet haar hoofd terug vallen in het zachte kussen. Weer spookten de beelden over het feestje door haar hoofd. Ze kreeg tranen in haar ogen, niemand had ze meer: Henna, haar beste vriendin, had haar laten vallen toen ze had gehoord dat Claire die lieve Jo z’n vertrouwen had geschonden met een tweede vriendje. Tom en Jo hadden elkaar ontdenkt op een feestje, waar ze naartoe was gegaan met Jo, Tom had ook niets geweten van Jo. Beidden hadden haar laten staan. Ze probeerden de tranen te stoppen, maar ze begon gewoon nog erger te huilen. Een paar mensen op dezelfde zaal kwamen wakker. Een klein meisje met ravenzwart haar kwam slaapdronken overeind. Het keek verwonderd naar Claire haar tranen, Claire stopt eindelijk met huilen. Het meisje lachte, en begon zachtjes te neuriën. Claire haalde haar veer met inkt uit. Minuten lang hield ze haar veer voor het perkament, alsof de letters en woorden niet wilden komen. De inkt werd droog. Ze luisterde naar de heldere stem van het meisje. De woorden kwamen.
Verscheurd door innerlijk verdriet spreek ik vol bitterheid:
Uit stof ben ik geschapen,
Uit as van de elementen.
Ik ben als een blad waarmee winden spelen.
Ik word meegevoerd als een schip zonder stuurman,
Zoals vogels afdrijven in de luchtlagen;
Ketenen noch sloten houden me tegen,
Ik zoek mensen zoals ik, en voeg mij bij de stakkers.
Uit: Carmina Burana.
Hoewel Claire niemand zou opzoeken om troost te vinden, schreef ze het op. De laatste tijd schreef ze veel gelijkaardige dingen op. Ze stopte alles terug weg. Naast haar werd er nog iemand wakker. De oude man kwam kreunend overeind.
‘Je ogen zien rood.’ Hij bekeek Claire met een warme blik.
‘Waarom zou dat toch zijn?’ zei Claire sarcastisch, met een piepstem.
‘Meid, toch. Je bent hier nu al drie dagen om een hoofdwond. Telkens als ik wakker werd toen jij hier was, huilde je. Van de pijn? Nee. Dát geloof ik niet. Waarom?’ Hij keek me doordringend aan.
‘Ik hoéf het toch niet te vertellen?’ Claire kon niet tegen zijn blik, die leek alsof hij het al wist.
‘Nee, hoeft niet. Alleen zal het misschien opluchten,’ zei hij, met een stem vol warmte. Maar Claire draaide zich om. Ze maakte een einde aan het gesprek. De oude man slaakte een zucht en nam zijn toverstok om een Heler te roepen. Claire keek naar het kleine meisje, die nu aan het zingen was, met een prachtige stem. Het meisje deed haar denken aan vroeger, aan een belevenis met haar oudere zus.
Sophie lachte, Claire vloekte. Ze was gevallen in de modder en haar blauwe jeans was vuil. Ze vloekte nog harder toen ze ontdekte dat haar lang, zilverkleurig haar ook vuil was.
‘Kom hier,’ grijnsde Sophie. Claire ging naar Sophie, maar als ze zelf had mogen toveren had ze zelf de boel opgeruimd. Met een paar zwaaien van Sophie haar toverstok en Claire leek weer een plaatje.
‘Waarom moest je nu persé deze weg nemen?’ vroeg Claire boos.
‘Omdat.’
‘Om wát?’ vroeg Claire uitdagend. Ze zette nog een paar stappen en dreigde weer te vallen, maar Sophie reageerde snel en hield Claire overeind.
‘Wat nu?’ herhaalde ze, grof en luid.
‘Stt!’ zei Sophie, en ze wees naar de overkant van het modderig weggetje. Daar zat een jonge vrouw. Ze had zwart haar en een bundeltje vast. Ze zong een zacht liedje en keek tedervol naar het bundeltje, waarvan Claire vermoedde dat een baby’tje was.
‘Wat is daar nu aan?’ vroeg Claire. Ze wilde hier zo vlug mogelijk weg. Ze wou niet gezien in dit miezerig weggetje.
‘Luister nu gewoon,’ zei Sophie. Claire, ongeduldig dat ze was, weigerde haar zus te gehoorzamen. Sophie sloot haar ogen, genietend van de heldere, zuivere stem. Claire liep weg. Toen ze de vrouw naderde, zag ze dat die er slecht uitzag. Claire bleef staan.
‘Hij slaapt,’ zei de vrouw, tegen Claire. Ze hief haar hoofd op, en glimlachte naar Claire. Claire bleef verward staan. De vrouw bleef lachen. Ze leek blij te zijn dat het kindje sliep, ondanks alle ellende die ze uitstraalde. Het begon te regenen. De modderplassen werden groter. Claire bleef de vrouw aanstaren, in plaats van dekking te zoeken voor de regen, die heviger werd. Sophie naderde Claire en de vrouw.
‘Kom maar.’ De vrouw stond recht. Even friemelde er iets in het bundeltje lakens, maar daar trok ze zich niets van aan, en ging ze Sophie en Claire voor. Na een vijftigtal meter waren ze uit het steegje. Hun haren lagen plat van de regen, en zo zagen ze alledrie beroerd uit. Ze gingen een vervallen woning binnen. Binnen stond er een bed, met dunnen lakens, een zetel waarvan de voering uit verschillende plaatsen pluisde en een klein kookvuurtje. Ze legde de kleine jongen in het grote bed, en dekte het toe.
‘Gaat het, Sophie? Ik heb je lang niet gezien,’ zei ze.
‘Louisa, maak je maar geen zorgen. Ik maak me eerder zorgen om jou! Waar is het kinderbedje?’ vroeg Sophie.
‘Verkocht,’ zei Louisa bedrukt. Er viel een stilte.
‘Ik zei dat ik je mijn zusje eens ging meenemen. Zie Claire, mijn vijftienjarige zus!’ probeerde Sophie sfeer te verbeteren.
‘Dag Claire,’ zei Louisa glimlachend. Claire nam haar hand aan, en mompelde iets onverstaanbaar.
‘Louisa is even oud als ik,’ prevelde Sophie. Even keek Claire verwonderd. ‘Zo vroeg al een kind?’ dacht ze, maar ze herstelde zich vlug.
‘En hoe oud was jij nu weer?’ plaagde Claire Sophie.
’21, weet je best.’ Sophie rolde met haar ogen om de onvolwassenheid van haar zus. Opnieuw begon Louisa te zingen. Ze had een prachtige stem. Ze maakte om de paar stappen een danspasje, waarbij haar zwarte haren om haar hoofd zwaaiden.
Het meisje had dezelfde soort haren, dik en zwart, en een even mooie stem. Claire wou iets vragen, toen er een Heler het meisje riep. Ze reageerde meteen en liep de Heler tegemoet, Claire keek haar na. Ze was amper 5.
‘Ken je haar misschien?’ klonk er naast Claire. Ze schrok en draaide zich om de oude man keek haar aan, met een zachte blik. Claire schudde haar hoofd.
‘Jan.’ De stem trilde een beetje.
‘Claire,’ zei ze. Claire stapte uit haar bed en liep naar het kleine badkamertje. Ze wachtte tot die vrij was, en ging naar binnen. |
|
|
  |
 |
Merel
Beginnend Tovenaar

Verdiend:
72 Sikkels
|
Geplaatst:
Ma Nov 20, 2006 19:16 |
 |
Hoi!
Hier ben ik weer, met hoofdstuk 2. Aan mijn schrijfstijl moet wat worden geknutseld, ik weet het. Maar ik doe erg mijn best en ik heb veel aan mijn reader (.·»Esmee«·.) (Met de tekentjes ).
Geen reacties . Echt niet leuk... De titel is veranderd...
Deez hoofdstuk: Beetje dramatisch, langdradig en stom, maar ik moest er een hoodfstuk mee vullen.
En nu genoeg!
Hoofdstuk 2
Claire liep terug naar haar bed. De ouwe sliep gelukkig terug, want Claire was een beetje bang van hem. Ze riep een Heler.
‘Gaat het niet?’ vroeg de grote Heler.
‘Jullie hebben vertelt dat het verband iedere dag moest vernieuwd worden, ’s ochtends,’ antwoordde Claire. De Heler keek even in wat papieren en knikte. Met zijn toverstok toverde hij een heleboel verband. Voorzichtig haalde hij zacht het verband af. Telkens als hij Claire’s hoofd raakte rilde ze.
‘Heb je het misschien koud?’
‘Nee,’ zei ze. Claire besefte wel dat hij misschien uitleg verwachtte, maar gaf die niet. Ze hield van massages en kleine aanraking zoals dat. De Heler haalde weer die paarse vloeistof tevoorschijn en goot een beetje over de wonde. De wonde schrijnde, maar Claire gaf geen kik. De Heler deed zacht een nieuw verband rond haar hoofd.
‘De wonde zal tegen morgen genezen zijn. Morgen, na een laatste behandeling, mag je naar huis,’ zei hij, terwijl hij zijn gerief opruimde.
‘Leuk,’ zei Claire, niet echt gemeend.
‘Ik zie je morgen dan.’ De Heler ging weg. Claire plofte op haar bed. Verveeld keek ze rond zich. Nog een dag moest ze haar tijd zien te doden, want hier in St. Holisto was er niet veel te beleven.
Na het middageten liep ze de zaal uit.
Ze wist eigenlijk niet of het mocht, maar ze móést even haar benen kunnen strekken. Blijkbaar was het bezoekersuur net begonnen, want op de gangen liepen veel mensen die een zaal binnen gingen.
Claire genoot van deze drukte, om Helers te ontwijken zodat ze niet terug zou worden gestuurd naar haar zaal. Ze manoeuvreerde naar de grote trappenhal, waar ze de trap nam naar de cafetaria. Ze zocht zich een vrij tafeltje in de overvolle kantine. Blijkbaar mochten patiënten wel buiten komen, want het zat er vol van. Na een eindje zoeken wist ze een stoel in te palmen aan een hoekje van de bar. Verrassend snel verscheen er iemand om de bestelling op te nemen.
‘Water met muntsmaak,’ antwoordde ze. Ze verveelde zich nog steeds, en keek daarom maar wat rond. Haar stemming werd alleen maar bedrukter toen ze de mensen zag lachen met hun bezoek. Niemand had haar opgezocht omdat de meeste boos op haar waren dat ze zoiets kan doen. Opnieuw wou ze gaan huilen, maar ze verdrukte haar tranen. ‘Ik heb niemand meer,’ spookte door haar hoofd. Na een eindje kwam eindelijk haar water aan. Ze nam een paar gulzige slokken en likte haar lippen af.
‘Doe dat maar niet te veel! Zo’n mooi meisje moet haar lippen niet aflikken,’ lachte de barman, die blijkbaar de meeste had bedient en nu even uit blies. Claire keek hem onbegrijpelijk aan.
‘Duizenden jongens zouden dat voor jou doen,’ verduidelijkte die. Nog voor Claire een tegenreactie kon geven liep hij weg, om een bestelling op te nemen.
Claire zuchtte. Waarom was ze wie ze was? Waarom had ze de schoonheid van haar moeder geërfd, waarmee ze elke jongen om haar vinger kon winden? Waarom was ze zo dwaas geweest? De hele tijd spookten dit soort vragen door haar hoofd. Ze liet haar glas bijvullen. Langzaam ging iedereen terug naar zijn of haar zaal, of huis.
‘Wat doet zo’n jong ding als jij hier?’ vroeg de barman, die naast Claire kwam zitten. Claire wees naar het verband rond haar hoofd. Ze zuchtte en dronk haar glas verder leeg.
‘Ik ga maar,’ zei ze, met een waterige glimlach.
‘Kom je nog eens?’ vroeg hij. Claire bekeek hem. Hij was niet veel ouder dan Claire, hoogstens 26. Bruin haar en donkere ogen maakten hem knap. Claire haalde haar schouders op. Ze wilde haar leven opnieuw beginnen, en ze wist dat niet veel mensen haar nog wouden zien, dus nieuwe mensen leren kennen was niet erg.
‘Misschien,’ zei ze toch. Hij knikte een beetje ontgoocheld.
‘Ik ben trouwens Cedric!’ riep hij haar na, toen ze al halverwege de weg naar de deur was.
‘Claire,’ zei ze, met al wat meer gevoel in haar stem.
Claire sloot de deur van de zaal achter haar. Ze zou terug gaan, maar niet morgen. Overmorgen. Iets opgewekter liep ze naar haar bed.
‘En wat brengt je in zo’n goede stemming?’ vroeg Jan.
‘Een wandelingetje kan goed doen. Trouwens, ik ben nog altijd niet zo vrolijk als normaal hoor,’ antwoordde ze.
‘Je kunt dat wel lezen aan je ogen. Ze staan droef.’ Jan zei het nonchalant, maar Claire merkte wel dat hij wou zeggen dat ze niet bij de pakken moest blijven zitten.
‘Kan zijn,’ zei Claire. Ze was ondertussen in haar bed gaan liggen, onder de warme dekens. Het meisje was nog steeds niet terug. Het was een poosje stil. Verschillende keren kwam een Heler binnen die alles even vluchtig bekeek, om te kijken of alles nog in orde was. Om dan niet veel later de zaal te verlaten, om de drukte in een andere zaal op te zoeken.
Een uurtje ging voorbij.
‘Ik mag morgen naar huis,’ zei Claire. Jan glimlachte warm.
‘Ben je dan niet blij? Weg van deze lange uren, waar je niets mag doen. Uitgezonderd in je bed liggen niksen?’ vroeg hij. Claire haalde haar schouders op.
‘Natuurlijk ben ik blij, dat ik hier weg mag. Maar dan moet ik weer de draad van het leven oppakken, en als niemand je wil zien, is dat niet echt leuk.’ Er werd weer gezwegen.
‘Thuis wacht er ook niemand op mij.’ Jan zijn stem trilde lichtjes, bijna onmerkbaar. Claire bekeek hem raar.
‘Ik had altijd al gedacht dat jij thuiskwam, met een prachtige oude vrouw die een koffietje voorschotelde met koekjes en een beetje suiker.’ Claire zag het zo voor haar ogen. Jan zuchtte.
‘Te mooi om waar te zijn, daar kom je ook wel nog achter.’ en hij staarde wazig voor zich uit. Claire zweeg wijselijk.
Na opnieuw een uur geen woord te hebben gezegd, nam Claire haar bundel.
Waarom zijn er zoveel vragen,
waarom is er zoveel pijn?
Waarom zijn er zoveel dingen,
die niet te begrijpen zijn?
Weer bleef haar veer steken boven het blad. “Waarom doe ik nu zo?” dacht ze. “Waarom blijf ik er maar wat bij hangen?” Gedachten dwaalden door haar hoofd. Haar avondeten at ze zonder het te proeven wat ze at.
‘Morgen ben ik thuis, mijn eigen maal aan het eten,’ besefte Claire opeens.
‘Ja,’ zei Jan kort. ‘Dan ben ik weer alleen.’
‘Maar ik kom je opzoeken! En trouwens, ik ben nu ook niet bepaald de leukste buurvrouw geweest!’ Claire zei het oprecht, want ze had het verdriet in zijn stem gehoord.
‘Ik zweer het.’ |
|
|
  |
 |
Merel
Beginnend Tovenaar

Verdiend:
72 Sikkels
|
Geplaatst:
Ma Dec 18, 2006 17:35 |
 |
Het verhaal wil echt niet vlotten. Het duurt eeuwen voor ik een hoofdstuk af heb en in heb het laatste hoofdstuk tijden geleden naar Esmee gestuurd, en het nog niet teruggekregen. Maar eigenlijk doet het er niet toe, want ik stop ermee.
Zoals ik al zei lukt het niet om een leuk idee juist op papier te krijgen en omdat de inspiratie voor de bijzaken van het verhaal héél ver zit, is het niet leuk meer schrijven.
Ook geen enkele reactie, behalve drie stemmen op de poll, heb ik niets aan. Het is niet echt leuk voor niemand hier te posten..
Dit bericht is eigenlijk aan niemand gericht, dus was dit het einde van mijn verhaaltje.
Ik wil nog Esmee bedanken voor het readen van het proloog en hoofdstuk 1 & 2 en Reflex voor het maken van de prachtige banner.
Merel[/drama^^] |
|
|
  |
 |
|
|