Auteur |
Bericht |
Pluckjes
2e jaars


Verdiend:
82 Sikkels
|
Geplaatst:
Vr Mei 04, 2007 11:24 |
 |
Het ene verhaal is afgesloten en het andere verhaal komt alweer hier te staan!
Ik kan het niet laten, en mensen vertellen me dat ik niet moet stoppen met schrijven. Dat was ik niet van plan; ik blijf doorgaan en doorgaan, simpelweg omdat het leuk is en omdat het iets is wat ik met alle liefde en plezier doe!
Dit verhaal gaat over Isadora Montaque. Isadora is iemand met een sterk karakter, onafhankelijk en slim. De meest onmogelijke klusjes worden op haar afgeschoven; men weet dat het voor Isadora niet onmogelijk is en dat zij de klusjes met succes af weet te ronden.
Dit klusje is echter een ander verhaal.
Een dubbelspel.
Gevaarlijk spel.
Andere verhalen:
Het Geheim van Celia Dasey
Death Knocks on the Door |
_________________
Take me away, a secret place, a sweet escape,
Take me away, take me away, to better days,
Take me away, a hiding place.
- Natasha Bedingfield, Pocket Full Of Sunshine
Laatst aangepast door Pluckjes op Vr Mei 04, 2007 11:30; in totaal 1 keer bewerkt |
|
  |
 |
Pluckjes
2e jaars


Verdiend:
82 Sikkels
|
Geplaatst:
Vr Mei 04, 2007 11:28 |
 |
Proloog
“Het is mij bekend wat ik moet doen, Lucius!”
“Dat weet ik. Ik wil alleen zeker weten dat het je gaat lukken en -”
“Ik heb geen hulp nodig!”
De twee stemmen kwamen uit een kleine ruimte, dienend als kantoor. Lucius Malfidus slaakte een zucht en wendde zijn blik van de vrouw af. Hij had kunnen weten hoe ze zou reageren op zijn aanbod. Ze was onafhankelijk en zou niet snel hulp aannemen. Narcissa had hem nog zo gezegd zich er niet mee te bemoeien.
“Mocht je je bedenken, weet je me te vinden.” Lucius richtte zijn kille ogen weer op de vrouw voor hem. Ze had zijn blik de hele tijd genegeerd en keek hem nu pas aan. Grote, donkere ogen die duister een blik op hem wierpen. Ze schudde haar hoofd en keek hem beschuldigend aan.
“Je doet het weer.”, waarschuwde ze hem. Lucius kon een grijns niet onderdrukken.
“Ik kan het niet laten. Ik ben bezorgd.”
De blonde vrouw wendde haar blik af en liep naar het raam. Ze keek naar buiten en zweeg een tijdje.
“Dat is nergens voor nodig.”, zei ze uiteindelijk. Ze draaide zich om, zodat ze Lucius aan kon kijken. “Ik red me wel.”
Lucius knikte enkel en verliet de ruimte. De vrouw bleef alleen achter. Ze leunde tegen het enorme, donkere bureau en was in gedachten verzonken. Naderende voetstappen die bij de deur stopten, deden haar opkijken.
“Wie ben jij?!”, snauwde de witblonde jongen. Zijn ijzige blik was strak op haar gericht. De vrouw glimlacht even voordat ze antwoord gaf.
“Isadora.”, antwoordde ze. “Isadora Adalina Montaque.” De mond van de jongen viel open en Isadora kon een grijns niet onderdrukken.
“Jij moet Draco zijn.”, vervolgde ze. De jongen reageerde hier niet op en keek haar alleen maar strak aan.
“Dus de Heer van het Duister heeft jou de felbegeerde taak gegeven.”, zei hij uiteindelijk. Isadora grijnsde, waarna ze haar haren naar achteren wierp. Haar donkere ogen hield ze even bestuderend op Draco gericht.
“Dat klopt.”, was het antwoord dat ze hem gaf. Draco’s gezicht betrok even in een grimas, maar het ging zo snel dat Isadora dacht dat het haar verbeelding had kunnen zijn.
“Mijn vader vertelde al dat hij jou wilde helpen. Maar ik dacht dat het om één of ander klein rotklusje ging.” Isadora schudde haar hoofd, nog altijd met een valse grijns.
“Kleine rotklusjes worden niet aan mij toegewezen, Draco.”, zei ze. “De Heer van het Duister weet wat hij aan mij heeft.” |
_________________
Take me away, a secret place, a sweet escape,
Take me away, take me away, to better days,
Take me away, a hiding place.
- Natasha Bedingfield, Pocket Full Of Sunshine |
|
  |
 |
Pluckjes
2e jaars


Verdiend:
82 Sikkels
|
Geplaatst:
Za Mei 05, 2007 16:11 |
 |
Hoofdstuk 1
De wind rukte aan haar haren en gooide de kap van haar mantel van haar hoofd. Vloekend trok Isadora het ding weer diep over haar hoofd. Ze mocht niet herkent worden. Dat zou alles kunnen verpesten, en dat risico kon ze niet lopen. Daar stond teveel voor op het spel. Voor het huis, dat voor ieder anders oog verborgen lag, bleef ze staan. Even zuchtte ze, daarna liep ze het tuinpad af. Zachtjes klopte ze aan. Niet veel later werd de deur geopend en stond een grijnzende Remus Lupos voor haar.
“Isadora! Je bent laat!”
“Noem me alsjeblieft niet zo, Remus. Je weet dat ik een hekel heb aan die naam!”, zuchtte de vrouw. Remus grinnikte even en zette een stap opzij, zodat Isadora naar binnen kon komen. Remus keek nog even zoekend naar buiten voordat hij de deur achter haar sloot.
“Niemand die je is gevolgd?”
“Denk je dat ze dat kunnen?!”, sneerde Isadora. “Niemand kan mij volgen, Remus, dat moet je nou toch wel weten!”
“Ze zijn slimmer dan je denkt, Isa.”, repliceerde Remus. Isadora glimlachte even en hing haar mantel aan de kapstok. Ze volgde Remus naar de keuken, waar ze de anderen trof. Ze zaten allemaal aan de lange tafel en keken op toen ze de deur open hoorden gaan. Iedereen volgde Isadora met de ogen tot ze aan tafel was gaan zitten. Remus zat tegenover haar, op de kop van de tafel en schraapte zijn keel.
“Isadora is wat aan de late kant –”
“Hmmpf! Ze is meer dan een half uur te laat, Remus!”, protesteerde Emmeline Vonk. Isadora keek haar vernietigend aan.
“Wat wil je?! Met al die omwegen die ik moet maken van Remus om te voorkomen dat men mij volgt, kan ik ook niet op tijd komen!”, snauwde ze haar toe.
”Dan moet je op tijd vertrekken!”, repliceerde Emmeline. Isadora’s gezicht bertrok en haar blik verharde zich.
“Dan wek ik argwaan, en dat is ook niet de bedoeling, wel?!”, sneerde ze. Emmeline zweeg, Isadora leunde tevreden achterover in de stoel, met haar armen over elkaar geslagen. Enkelen keken afkeurend naar haar, maar daar trok Isadora zich niets van aan.
“Hoe staan de zaken ervoor, Isadora?”, vroeg Remus. Alle blikken werden op haar gericht, allemaal wilden ze weten wat ze zou antwoorden. Isadora ging even verzitten en frunnikte aan een knoopje aan haar blouse.
“Wat zal ik zeggen, Remus?”, zei ze, ietwat uit de hoogte. “Ze laten nog niet veel los. Lucius bood me gisteren aan te helpen.”
“Wat heb je gezegd?”, Molly Wemel keek enigszins geschrokken. Hulp van hem kon betekenen dat alles anders zou gaan lopen.
“Dat ik het niet nodig had.”, schouderophalend keek ze Molly aan. Dat had iedereen toch zelf ook wel kunnen bedenken! Isadora zucht even geïrriteerd en gaat weer verzitten.
“En dat heb ik ook niet nodig. Ik heb alles onder controle.”
Na de bijeenkomst verdween Isadora weer. De anderen bleven achter en keken allemaal naar Remus.
“Dit gaat verkeerd aflopen, Remus.”, waarschuwde Molly. Remus schudde zijn hoofd.
“Nonsens, Isadora weet wat ze doet.”, zei hij. Molly leek dit niet te geloven en schudde haar hoofd. Emmeline viel haar bij.
“Heb je gezien hoe ze er bij zat? Wat ze zei? Heb je gezien hoe ze überhaupt al kéék, Remus?! Molly heeft gelijk, ze moet van die missie afgehaald worden voor het te laat is.”
Remus schudde zijn hoofd.
“Jullie maken je druk om niets. Isadora is gewoon keihard en ze weet wat ze doet.”
“Net als met Celia zeker?!”, mompelde Michael. Alle blikken gleden naar hem. Remus’ wenkbrauw schoot omhoog.
“Wat bedoel je daar mee?”, vroeg hij verbaasd.
“Celia Dasey was het ook niet gelukt, Remus. Ten kosten van mijn dochter. Het gaat haar ook niet lukken. Het zou zonde zijn als ze net zo zoal eindigen als Celia en Nadelyne.”, verduidelijkte Michael zichzelf.
“Dat is onzin, Michael.”, was de mening van Remus. “Jullie zien niet in dat Isadora een sterke, onafhankelijk persoon is en dat ze weet wat ze doet.”
“Jij ziet niet in dat dit een spelletje is, Remus.”, repliceerde Michael. Molly en Emmeline knikten.
“Een spel tussen goed en kwaad.”
Dat waren de woorden van Emmeline, en Michael knikte heftig ten teken dat hij het met die woorden eens was.
“Nonsens!”, probeerde Remus nog, maar hij kon hen niet aan het verstand brengen dat ze zich onnodig zorgen maakten. Emmeline bleef voet bij stuk houden:
“Het is gevaarlijk spel.” |
_________________
Take me away, a secret place, a sweet escape,
Take me away, take me away, to better days,
Take me away, a hiding place.
- Natasha Bedingfield, Pocket Full Of Sunshine |
|
  |
 |
Pluckjes
2e jaars


Verdiend:
82 Sikkels
|
Geplaatst:
Ma Mei 07, 2007 16:10 |
 |
Toevallig is het zo, Idril, dat ik in het vooruit schrijf eer ik hier post. Dit is het kortste hoofdstuk dat er is, aangezien ik het einde van het hoofdstuk te mooi vond om er een einde van een alinea van te maken.
Ik zal er verder op letten.
Bij deze, lezertjes: het volgende hoofdstuk! ^^
Hoofdstuk 2
De saaie klanken van een orkest kwamen Isadora tegemoet toen ze door de grote, openstaande deuren de enorme zaal binnen liep. Ze streek haar helderblauwe jurk glad en keek even snel rond. Nog niemand die ze kende. Allemaal onbekende mensen die ze in de wandelgangen ooit eens voorbij had zien lopen. Verveeld liep Isadora naar het tafeltje met de drankjes en pakte ze een glas champagne. Ze nam er een slokje van en voelde een hand op haar schouder. Geschrokken draaide Isadora zich pijlsnel om, in een reflex had ze haar toverstok gepakt en hield ze die op de persoon voor haar gericht. Die persoon hield zijn handen in de lucht, en grijnsde alleen maar.
“Rustig, ik ben het maar!”, klonk de vertrouwde stem van Lucius. Isadora ontspande haar spieren en liet haar toverstok zakken. Ze stopte het ding weer weg en keek Lucius verontschuldigend aan.
“Sorry, ik –“
“Mijn schuld; ik liet je schrikken.”, onderbrak Lucius haar. Isadora keek hem even aan en glimlachte. Lucius grijnsde en reikte langs haar naar een glas champagne. Zijn hand raakte even haar arm, en Isadora zette meteen een stapje naar achteren. Lucius keek haar even vreemd aan, maar Isadora ontweek zijn blik. In de deuropening zwaaide iemand naar haar. Isadora glimlachte en wuifde even.
“Zijn jullie apart gekomen?”, vroeg ze verbaasd aan Lucius. Lucius draaide zich om en volgde haar blik naar de vrouw in de deuropening.
“Ik ben vast vooruit gegaan. Narcissa moest nog iets doen.”, verklaarde hij. Maar iets in zijn blik vertelde Isadora dat zijn verklaring niet klopte. Dat er iets anders was. Lucius keek haar vragend aan. Isadora schudde haar hoofd en dwong zichzelf te glimlachen.
“Als jij het zegt.”, Lucius haalde zijn schouders op.
“Lucius! Isadora!”
Isadora’s maag draaide zich om toen ze die valse stem hoorde. Langzaam draaide ze zich om naar de grijnzende Dooddoener. Een klein glimlachje sierde haar gezicht.
“Bellatrix.”, groette ze. Bellatrix knikte naar haar en richtte zich daarna fluisterend tot Lucius. Hoewel Isadora deed alsof ze hen niet hoorde, ze kon woord voor woord verstaan wat Bellatrix zei.
“De Heer heeft me gevraagd iets door te geven, Lucius.”, fluisterde Bellatrix.
“Waarom?”
“Hij wilde dat je –“
Er werd luid gelachen door een groepje mensen die wat verderop stonden, de woorden van Bellatrix verdwenen in dat geluid en ze verstond niet langer meer wat ze Lucius vertelde. Vervloekend keek ze naar de groep lachende mensen en ze nipte van haar champagne. Diep in gedachten verzonken staarde Isadora naar de dansende mensen.
“Je verveelt je.”, klonk een stem in haar oor. Isadora schrok op en keek in het gezicht van de grijnzende man voor haar. Een kort knikje was de aanleiding van het meegetrokken worden naar de dansvloer. De prikkende blik van Lucius en Bellatrix voelde Isadora in haar rug, maar ze negeerde het.
“Dan dans je met mij.”
“Ik wist niet dat je kon dansen, Severus?”, plaagde Isadora hem lachend. Severus lachte en trok haar tegen zich aan. Het langzame nummer dat draaide was hier de oorzaak van. Zijn hand gleed naar haar middel en bleef op haar onderrug rusten. Met zijn andere hand pakte hij die van Isadora en legde hij haar hand op zijn borst. Severus keek haar diep in de ogen.
“Weet je, Isadora Montaque, je bent –“
“Wisselen, Sneep, het is mijn beurt!”
Lucius. De redder in nood. Severus droop af en Isadora danste verder met Lucius. Hij keek haar grijnzend aan en boog zich naar voren. Zijn gezicht bevond zich vlak naast haar oor.
“Ik dacht dat je wel wat hulp kon gebruiken.”, fluisterde hij. Isadora lachte en knikte.
“Bedankt.”
Met een knal viel de voordeur dicht. Isadora schopte vermoeid haar schoenen uit en liep door naar de kleine woonkamer. Met een zucht plofte ze op de bank neer. Het feest was saai, maar Remus verplichtte haar te gaan. Hij wilde niet het risico lopen dat ze aan Isadora zouden gaan twijfelen. Isadora maakte haar blonde haren los en haalde haar hand er even doorheen. Met een zucht liet ze zich naar achteren zakken. Ze sloot haar ogen en bleef een hele tijd zo zitten. Net toen ze in slaap dreigde te vallen, ging de deurbel. Geïrriteerd stond Isadora op. Op blote voeten liep ze door de grote hal en opende ze de deur.
“Narcissa!”, riep Isadora verbaasd uit. De blonde vrouw voor haar keek Isadora met een betraand gezicht aan.
“Wat is er gebeurd?!”
“Isadora!”, snikte Narcissa. Ze vloog haar om de hals en snikte luid. Isadora twijfelde even en sloeg uiteindelijk haar handen om haar heen.
“Narcissa, wat is er gebeurd?”, vroeg ze nog eens, dit keer wat zachter en rustiger. Narcissa liet Isadora los en keek haar even zwijgend aan.
“Lucius…”, snikte ze zacht. Een traan rolde over haar wang. “Hij…”
Isadora leidde Narcissa naar binnen en sloot de deur. Bezorgd keek ze Narcissa aan.
“Wat is er met Lucius?”, vroeg ze zacht.
“Een duel. Hij is opgenomen in het St. Holisto.”, zei Narcissa huilend.
“Duel? Wanneer dan?”, Isadora begreep er niets van.
“Jij was nauwelijks weg of de leden van die verdomde Orde kwamen binnen stormen. Het was een hels gevecht, Isadora! Hels! De wreedste vervloekingen schoten op mij en Draco af. Draco bemoeide zich er mee en dreigde zijn leven te verliezen als Lucius hem niet te hulp was geschoten! En nu ligt hij in het ziekenhuis!”
Narcissa barste weer in tranen uit en Isadora stond aan de grond genageld. Er was een duel geweest. Vlak nadat zij weg was gegaan. De Orde van de Feniks. Lucius lag in het St. Holisto.
“Heb je enig idee, Remus, hoe dit had af kunnen lopen?!”, razend stond Isadora midden in de nacht in de keuken van de Hoofdkwartier.
“Heb je énig idee?!”
Remus wreef over zijn ogen en slaakte een zucht van vermoeidheid.
“Ik ben net weg en jullie komen als een stel blinde lippen dat feest ruïneren!”
“Kom op, Isadora! Wat is daar nou mis mee?”, bemoeide Emmeline zich er mee. Isadora richtte zich woedend naar haar.
“Ik ben net weg!”, riep Isadora haar toe. “Net weg!”
“Ik snap je punt, Isadora, maar het was niet anders! We kregen een tip –“
“Die nog eens niets opleverde ook!”, onderbrak Isadora hem woedend. Ze keek vuurspuwend naar Remus, en richtte zich daarna weer tot Emmeline.
“Nog één zo’n geintje en ze hebben argwaan.”, siste Isadora. “Ik ben net weg en de leden van de Orde komen binnen stormen. Is dat dan niet verdacht?!”
“We snappen je, Isadora!”, riep Remus. Boos stond hij op. Isadora stond woedend tegenover hem en leek hem ieder moment aan te kunnen vallen. De blik in haar ogen was dodelijk.
“Flik me dit niet nog eens, Remus.”, zei Isadora kwaad. Ze keek nog even naar Emmeline en verliet de keuken. De klap van de dichtvallende voordeur verraadde haar vertrek. Met een zucht ging Remus zitten. Emmeline liep naar hem toe en nam naast hem plaats.
“Zie je wat ik bedoel?”, vroeg ze zacht. Remus keek haar even aan.
“Er is geen weg meer terug, Emmeline.”
|
_________________
Take me away, a secret place, a sweet escape,
Take me away, take me away, to better days,
Take me away, a hiding place.
- Natasha Bedingfield, Pocket Full Of Sunshine |
|
  |
 |
Pluckjes
2e jaars


Verdiend:
82 Sikkels
|
Geplaatst:
Wo Mei 09, 2007 17:43 |
 |
Hay folks!
Hierbij het nieuwe hoofdstuk, en nee, ik verklap niets!
Veel leesplezier! ^^
Hoofdstuk 3
Behoedzaam sloop Isadora door de donkere gangen. Het enige licht dat er was, was het licht van haar toverstok. Het was doodstil, op het geluid van haar voetstappen na. Isadora keek om zich heen. Het moest hier ergens zijn. Langzaam liep ze verder. Aan het einde van de gang sloeg ze naar rechts. Hier was het. Dit was de enige deur. Isadora liet haar toverstok zakken en klopte aan.
“Binnen.”, de stem was onbekend voor haar en klok onheilspellend en dreigend. Trillend duwde Isadora de deur open. De grote, kale ruimte achter de deur was slechts met een fauteuil gevuld. Ze stapte naar binnen en sloot de deur. Isadora keek naar de fauteuil, die met de rug naar haar stond.
“U wilde mij spreken, Heer?”, haar woorden klonken na in de ruimte en Isadora staarde naar de stoel voor haar. Langzaam stond er iemand op. Isadora stopte haar toverstok weg en vouwde haar handen in elkaar.
“Dat klop, Isadora.”, de man stond met zijn rug naar haar toe en draaide zich langzaam om. Isadora leek naar adem te happen toen ze zijn gezicht zag, maar ze wist het goed te verbergen.
“De Orde van de Feniks. Wat weten zij?”
“Niet meer dan u mij verteld, Heer. Zoals afgesproken.”, Isadora keek hem recht in de ogen aan en rechtte haar rug. Een grijns verscheen langzaam op zijn gezicht, zijn ogen schitterden. De valse lach schalde al snel door de ruimte. Isadora voelde een rilling over haar rug glijden. Ze kreeg kippenvel, maar bleef emotieloos naar hem kijken.
“Prima.”, klonk zijn stem. “De volgende keer dat je ze ziet, vertel je hen dat ik van plan ben de Dooddoeners op pad te sturen. Je weet niet meer, je weet niet minder.”
Isadora knikte enkel.
“Goed, tot ziens, Isadora.”
Isadora draaide zich om, nadat ze een kleine buiging voor hem had gemaakt, en verliet de kamer. Vlug beende ze de gang weer door en stormde ze de trap af. Isadora sloeg de hoek om en stuiterde plotseling terug. Verbaasd keek ze op.
“Neem me niet kwalijk! Ik –“
“Isadora?”
Nu pas herkende ze de man tegen wie ze aan was gebotst. Ze kreeg een kleurtje en wendde haar blik even af. Zijn prikkende blik op haar, maakte echter dat ze snel weer opkeek.
“Severus.”, groette ze. Severus glimlachte even.
“Van waar die haast?”, vroeg hij nieuwsgierig. Isadora haalde haar schouders op.
“Werk.”, verklaarde ze, alsof dat duidelijk genoeg was. Severus leek het niet te geloven.
“Ben je bij Hem geweest?”
Isadora knikte kort en wendde haar blik weer af. Ze voelde zich ongemakkelijk in zijn bijzijn, vooral toen ze zich bedacht dat hij een oogje op haar had. Severus zweeg even en pakte kort haar hand vast. Ze keek op in zijn ogen en trok haar hand los.
“Niets ernstigs, Severus.”, deelde ze mee. “Alleen maar een klein overleg.”
Severus knikte en leek uit het veld geslagen doordat zij haar hand los trok.
“Prima. Ik spreek je nog wel.”, met die woorden liep Severus vlug door. Isadora keek hem even na en vervolgde haar weg naar buiten.
Draco keek op toen hij de blonde vrouw in de deuropening van de kleine kamer zag verschijnen. Hij kwam overeind en fronste. Isadora knikte hem toe en liep naar binnen. In de kleine kamer stond een bed, hoog en met wit beddengoed. De muren waren kaal en de grond was gemakkelijk te ontsmetten. Naast het bed zat Narcissa op een stoel. Huilend hield ze de hand van Lucius vast. Isadora liep om het bed heen en trok Narcissa zwijgend tegen zich aan. Narcissa duwde haar gezicht in haar jas en snikte luid. Draco was gaan zitten en staarde ongeïnteresseerd naar het schouwspel voor zijn ogen.
“Stel je niet zo aan, moeder.”, sneerde hij. “Je hebt gehoord wat de Helers zeiden.”
Isadora keek hem even strak aan, had ze dit goed gehoord? Draco leek er niets om te geven dat zijn vader hier lag, in het St. Holisto.
“Trek je er niets van aan, Isa. Draco is zichzelf niet.”, verontschuldigde Narcissa zich snel toen ze had gezien hoe Isadora naar haar zoon keek. Draco keek Isadora strak aan, Isadora keek hem strak aan. Die blik die hij haar toewierp, een blik vol woede en haat. Alsof hij haar hier de schuld van gaf. Plotseling danste de kamer voor haar ogen, langzaam verdween deze. Het ene beeld na de andere flitste door haar hoofd, als een flikkerende film die zo levensecht was dat ze verder nergens anders oog voor had. Ergens ver weg leek Isadora zich te beseffen dat dit niet klopte, dat Draco haar geest binnen leek te dringen. In een fractie van een seconde, maakte Isadora haar geest leeg. Alle emoties verbande ze, ze maakte haar hoofd leeg en ze dacht nergens meer aan. Ze voelde niets, ze herinnerde zich niets. Isadora sloot haar ogen.
“DRACO!”, hoorde ze ergens in de verte roepen. De stem kwam haar bekend voor. De beelden schoten niet langer meer als een film door haar hoofd. Ze stond stil in het kamertje van Lucius en hield haar ogen gesloten.
“Draco! Laat dat!”
Een hand volgde de woorden en werd op haar onderarm gelegd. Isadora opende haar ogen en keek recht in de kille, ijselijke grijze ogen van Lucius. Draco stond bij zijn moeder en keek chagrijnig voor zich uit, Narcissa keek geschrokken naar haar en Lucius keek haar doordringend aan.
“Het spijt me, Isadora, ik –“
Isadora schudde haar hoofd en schudde zachtjes zijn hand van haar af. Ze deinsde achteruit en keek Draco doordringend aan. Hij had een non-verbale spreuk op haar afgestuurd. Hij was een Occlumens. Lucius legde zijn hand voorzichtig weer op haar arm, en liet zijn andere hand op haar schouder rusten. Zachtjes kneedde hij erin, zijn andere hand gleed naar haar andere schouder.
“Alles oké?”, vroeg hij, een tikkeltje bezorgd. Isadora knikte en keek hem aan.
“Ja, prima.”, zei ze wat afwezig. Ze had iets ontdekt. Iets wat ze meteen móest melden. Met moeite scheurde ze haar blik van Draco af en keek ze Lucius met een glimlach aan.
“Fijn om te zien dat je al weer op de been staat.”, grijnsde ze. “Ik moet weer verder; klusje van Hem.”
Veelbetekenend keek ze Lucius aan. Ze groette Draco en Narcissa en verdween.
Met een zucht zakte Isadora in de grote stoel voor de haard neer. Een zwiepje van haar toverstok volgde en het haardvuur laaide op. Tevreden ging ze verzitten en voelde ze de warmte in haar gezicht. Het zwakke licht dat van het vuur afkwam, was het enige licht in het hele huis. Een zacht, ploppend geluid klonk achter haar en Isadora grijnsde.
“Ik vroeg me al of wanneer je zou komen.”
De man die achter haar was Verschijnseld grinnikte kort. Hij verliet de schaduw en stapte naar voren. Zijn hand gleed over de stoel naar haar arm en streelde die even. Hij boog zich naar voren en drukte een kus op haar voorhoofd.
“Ongeduldig meisje.”, fluisterde hij vals grinnikend in zijn oor. Isadora keek naar hem op, met een twinkeling in haar ogen. Ze stak haar arm uit en streek de zwarte lokken uit zijn gezicht.
“Je weet dat ik niet van wachten houd.”, haar stem klonk verleidelijk en zacht.
“Je leek wat afstandelijk, deze dag.”
“Je had ons bijna verraden.”, sneerde Isadora, plots heel vals. De man wendde zijn blik af.
“Ik kon met niet bedwingen.”, was zijn reden.
“Je moet je concentreren!”
“Dat doe ik.”, terwijl hij dit zei, boog hij naar voren en drukte hij kusjes in haar hals. Isadora duwde hem van zich af en keek hem boos aan.
“Niet op mij!”, riep ze. “Op hetgeen wij samen willen bereiken, Severus!” |
_________________
Take me away, a secret place, a sweet escape,
Take me away, take me away, to better days,
Take me away, a hiding place.
- Natasha Bedingfield, Pocket Full Of Sunshine |
|
  |
 |
Pluckjes
2e jaars


Verdiend:
82 Sikkels
|
Geplaatst:
Do Mei 10, 2007 16:25 |
 |
Bedankt voor de leuke reacties per PB en in het reageertopic!
Bij deze: het volgende hoofdstuk! ^^
Hoofdstuk 4
“We hoeven toch niet altijd te doen alsof er iets niet gaande is?!”, riep Severus. “We kunnen toch wel in de wandelgangen een gesprekje houden als je tegen me aanbotst? Samen dansen wanneer er een suf feest voor ons georganiseerd is!”
Hij keek Isadora boos aan en keerde haar de rug toe. Zijn gewaad wapperde achter hem aan toen hij naar de andere kant van de kamer beende en daar voor het raam ging staan. Isadora volgde hem met haar ogen, en zuchtte.
“We hebben geen tijd voor spelletjes, Severus!”, snauwde ze. “We moeten op onze tellen letten! Stel nou dat onze dekmantel –“
“Jij toch iedere keer met je dekmantel!”, viel Severus haar in de reden. Hij draaide zich pijlsnel om en keek haar aan met een dodelijke blik in zijn ogen.
“Kan je dan niet één keer niet bezig zijn met onze dekmantel en mij wat meer aandacht geven?!”
Isadora staarde hem een lange tijd zwijgend aan. Severus stond razend tegenover haar, hijgend van de inspanningen die hij had gedaan toen hij tegen haar schreeuwde. Isadora trok haar wenkbrauw op, langzaam gleed er een onheilspellende grijns over haar lippen. Ze kwam overeind uit haar stoel en liep naar Severus. Haar hand gleed over zijn arm naar zijn borst en ze drukte een kusje zacht op zijn wang.
“Dus dat is het?”, zei ze zacht. Ze legde haar hoofd tegen zijn borst. “Is dat wat je dwars zit, Severus? Dat ik meer bezig ben met het plan dan met jou?”
Isadora keek hem aan toen ze geen antwoord kreeg en duwde speels een kusje op zijn lippen.
“Maak je geen zorgen, zodra dit alles achter de rug is –“
“Wat is voor jou belangrijker?!”, onderbrak Severus haar ruw. Hij duwde Isadora van zich af en keek haar woedend aan.
“Je hebt het altijd maar over die verdomde plannen van ons, Isadora Montaque!”, schreeuwde hij. “Er is méér in de wereld dan alleen dát!”
Isadora was versuft en knipperde enkele keren met haar ogen voordat ze zich bedacht dat hij tegen haar stond te schreeuwen en dat ze daar niet van gediend was.
“Ik ben niet doof, Severus!”, riep ze hem boos toe. “Ik versta je ook wel wanneer je gewoon tegen me práát!”
“Dat is niet het punt, Isa! Je hebt altijd alleen maar om die plannen. Niet eens meer over ons! Hoe gaat het met ons verder wanneer wij de Heer -”
“Daar hadden we een afspraak over, weet je nog?!”, Isadora keek Severus woedend aan en keerde hem de rug toe. Met grote passen beende ze de kamer door en ging ze weer in haar stoel voor het warme vuur zitten. Er was een ongemakkelijke stilte gevallen en Severus stond besluiteloos bij het raam, kijkend naar Isadora die boos in het vuur staarde.
“Ik wil zekerheid. Ik wil weten of je niet gewoon een spelletje speelt, Isa.”, zei Severus kalm, de gevallen stilte doorbrekend met zijn zachte woorden.
“Ik wil zeker weten dat je met niet laat vallen wanneer –“
“Er waren duidelijk afspraken gemaakt, Severus. De plannen gingen voor, de rest kwam later. Áls er al een rest was!”, onderbrak Isadora hem, nog altijd strak voor zich uitkijkend. Severus slaakte een zucht.
“Ik weet genoeg.”, snauwde hij boos. “Bij deze is het –“
“Je kan niet zomaar stoppen, Sneep.”, onderbrak Isadora hem weer. “We hebben een pact gesloten.”
De regen kletterde op hem neer. Waarom moest hij dit toch doen? Het gevoel dat er iets mis was met Isadora werd steeds groter naar mate hij dichter in de buurt van haar huis kwam, en dreef hem tot het uiterste. Zijn pas versnelde zich toen hij de hoek om liep en aan het begin van haar straat stond. Ergens halverwege zou haar huis zijn. Hij liep door, zijn voeten stampten in de plassen regenwater die de vallende druppels hadden veroorzaakt. Zijn mantel wapperde achter hem aan en waaide door de lucht. Voor het grote huis stond hij stil. Zijn blik gleed naar het huisnummer. Vierenvijftig. Hier woonde Isadora. Het was donker binnen, merkte hij op toen hij door het raam naar binnen keek. Misschien was ze er niet, misschien was ze nooit thuisgekomen toen ze bij hem weg was gegaan, eerder deze dag. Ze had het tenslotte over werk. Zijn vrouw en zoon waren het niet eens met het feit dat hij naar haar toe ging om te zien of alles wel in orde was. Ze vonden dat Isadora het zelf ook allemaal prima kon redden en dat zij hem daar niet voor nodig had. Toch was er iets mis.
“Lucius? Wat doe jij hier?!”, de stem achter hem maakte een verbaasde, maar vijandelijke indruk bij het uitspreken van deze woorden. Hij draaide zich langzaam om en zijn ogen vernauwden zich direct tot spleetjes toen hij zag wie de man was.
“Severus.”, siste hij. “Hetzelfde kan ik ook aan jou vragen.”
Severus grijnsde vals.
“Laten we zeggen dat ik hier kom voor… werk.”, grijnsde hij. De wenkbrauw van Lucius schoot omhoog bij het horen van die woorden.
“Jou werk is niet bij Isadora.”, snauwde hij.
“Het jouwe eveneens niet, Lucius Malfidus.”, repliceerde Severus. Lucius snoof luidruchtig van ongenoegen.
“Ik heb niet gezegd dat ik hier voor werk kom, Sneep.”, antwoordde hij. Hij draaide zich om en liep het tuinpad op, naar de voordeur.
“Ze is er niet.”, zei Severus. Lucius hield halt en draaide zich langzaam om.
“Hoe weet jij dat?!”, vroeg hij vijandelijk.
“Ze is aan het werk.”, een simpel antwoord, het gezicht dat Severus trok na het uitspreken van deze woorden, maakte Lucius woedend.
“En hoe weet jij dat?”, vroeg Lucius, ondanks zijn woede toch ook nieuwsgierig. De enige reactie die hij kreeg, was dat Severus zijn vraag hard weglachte. Het maakte hem woedend en Lucius probeerde dat tevergeefs te verbergen voor Severus. Severus lachte alleen maar harder toen hij in de gaten had dat hij Lucius boos maakte.
“Arme jongen, verteld jou geliefde ‘beste vriendin’ je niet wat ze zoal uitspookt?”, sneerde hij vals. “Vreemd, Isadora is mijn beste vriendin ook. Mij verteld ze wél alles!”
Plotseling schoot Lucius naar voren om Severus aan te vallen, er klonk een luide knal en een kreet.
“WAT MOET DIT VERDOMME IN MIJN VOORTUIN?!”
|
_________________
Take me away, a secret place, a sweet escape,
Take me away, take me away, to better days,
Take me away, a hiding place.
- Natasha Bedingfield, Pocket Full Of Sunshine |
|
  |
 |
Pluckjes
2e jaars


Verdiend:
82 Sikkels
|
Geplaatst:
Zo Mei 13, 2007 13:24 |
 |
Bedankt weer, iedereen, voor de reacties!
Hier het volgende hoofdstuk. Het is misschien niet veel soeps, maar ik had even een moment dat mijn inspiratie me in de steek liet.
Veel leesplezier!
Hoofdstuk 5
Beide mannen draaiden zich met een ruk om naar de woedende, doorweekte Isadora die voor hen stond. Ze was ongeduldig en keek hen om beurten doordringend aan.
“Nou?!”, ging ze verder toen ze geen antwoord kreeg.
“Isadora ik –“, begon Lucius, hij wilde uitleggen wat hij kwam doen en waarom hij aan het ruziën was met Severus, maar Severus onderbrak hem.
“Je jaloerse ‘beste vriend’ kan het niet hebben dat hij niet weet waar je zoal de hele dag uithangt en waar je mee bezig bent.”, begon hij. “Tot tegenstelling van mij, weet hij niets van –“
“Zwijg, Severus!”, onderbrak Isadora hem bot. Ze keek hem niet eens aan en hield haar blik strak op Lucius gericht.
“Waarom ben je hier? Waarom sta je met hém in mijn tuin te bekvechten?!”, vroeg ze. Haar toon werd al wat milder en vanuit haar ooghoeken zag ze dat Severus een jaloerse indruk maakte en boos op haar leek te zijn. Isadora moest onbewust grijnzen toen ze dat zag. Ze maakte vorderingen. Die gedachte maakte dat ze nog breder ging grijnzen. In de ogen van Lucius zag ze een lichte schittering.
“Ik kwam je vertellen dat Draco –“
Isadora hief haar hand op, ten teken dat hij moest zwijgen.
“Ik wil er niets meer over horen.”, zei ze. “Gedane zaken nemen geen keer, vergeten en vergeven.”
“Narcissa stond erop dat ik je uitnodigde vanavond. Ze heeft een feestje georganiseerd en zou graag willen dat jij ook kwam.”, Lucius keek haar lang diep in de ogen en stapte naar voren. Zijn hand gleed naar de hare en hij hield deze even vast.
“Isadora heeft al plannen voor vanavond.”, sneerde Severus, die naar hun handen keek. Isadora keek hem even aan.
“Isadora kan wel voor zichzelf praten.”, snauwde ze hem toe. Ze richtte haar blik weer op Lucius.
“Wanneer?”
“Nu.”
“Laat me me even omkleden, dan kom ik met je mee.”
Lucius knikte en grijnsde. Isadora liep hem voorbij en wierp even een blik op Severus. Ze draaide de voordeur van het slot en duwde de deur open. In de deuropening draaide ze zich om.
“Voel je vrij om binnen te wachten.”, glimlachte ze, waarna Isadora de trap op schoot om zich om te kleden. Lucius liep naar binnen, Severus liep hem achterna en wilde hetzelfde doen. Met een valse grijns op zijn gezicht draaide Lucius zich om naar Severus, die voor de deur stond.
“Helaas, Severus.”, grijnsde hij, waarna hij de deur voor zijn neus dicht gooide.
“VERDOMME, MALFIDUS!”, schreeuwde Severus, terwijl hij met beide vuisten hard op de deur bonkte. “MAAK OPEN!”
Met een glas wijn in haar hand stond Isadora bij het raam, vergezeld door Bellatrix en Narcissa. De gespreksstof die er was, was luchtig. Onderwerpen over het werk dat ze deden en andere dingen kwamen niet ter spraken.
“Zo, Isadora Montaque.”, begon Bellatrix nadat ze wat hadden gepraat over het slechte weer de laatste dagen. Isadora nipte van haar wijn en keek de vrouw voor haar afwachtend aan.
“Hoe gaat het met jou en… Sneep?”, een valse schittering glinsterde in haar ogen, Narcissa grinnikte even, net als Bellatrix. Isadora voelde zich hoogst ongemakkelijk, maar wist dit te verbloemen. Even was ze stil en keek ze de twee vrouwen om beurten strak aan.
“De stand van zaken is alleen van belang voor mijn Meester, Bellatrix.”, antwoordde ze. “En mijn Meester heeft met nadruk gevraagd er met niemand een woord over te reppen.”
“Ik heb het niet over het werk dat jullie moeten doen, Isa!”, wierp Bellatrix fel tegen. “Ik heb het over je liefdesrelatie met die man!”
Narcissa lachte luid en Isadora wierp haar even een woedende blik op haar.
“En op welke liefdesrelatie doel je precies, Bellatrix?”, vroeg Isadora liefjes. In werkelijkheid kon ze zichzelf maar met moeite inhouden. De glimlach op haar gezicht was vreugdeloos, nep en gedwongen.
“Als ik niet beter zou weten zou ik denken dat jou fantasie op hol is geslagen. Weet je zeker dat je niet getroffen bent door een Bijziendheidsbezwering?”
Bellatrix’ gezicht betrok en Narcissa grinnikte nog eens.
“Ze heeft je mooi te pakken, Bellatrix.”, grijnsde ze. Isadora dronk haar glas leeg en keek Bellatrix even aan. Het was haar opgevallen dat Severus iets te vaak in haar buurt was. Dat was niet goed, helemaal niet goed zelfs.
“Als jullie me willen excuseren, ik moet nog even naar een bijeenkomst van de Orde. Een boodschap doorgeven van de Heer van het Duister.” Narcissa knikte en Isadora liep de versierde ruimte door. Ze had vrij veel mensen uitgenodigd. Waarschijnlijk allemaal Dooddoeners. Waarom er nu weer een feestje was, was voor Isadora onduidelijk. In de hal zocht ze aan de overvolle kapstok naar haar mantel. Uiteindelijk vond ze het ding en sloeg ze het om. Net toen ze de voordeur wilde openen, hoorde ze iemand haar naam roepen.
“Isa! Waar ga je heen? Zo vroeg al weer weg? Heb je het niet naar je zin?”, Lucius stond voor haar en keek Isadora doordringend aan. Isadora glimlachte en liet de deurklink los.
“Ik moet nog naar de Orde.”, verklaarde ze. “De Heer van het Duister vroeg me iets door te geven, ik kan vanavond niet wegblijven.”
“Kom je na die bijeenkomst weer terug naar hier?”, vroeg Lucius. Isadora dacht hier even over na, voordat ze kon antwoorden, was Lucius haar voor.
“Het feest is nog lang niet afgelopen, waarschijnlijk pas ver na twaalven.”, hij haalde zijn schouders op en keek Isadora even aan.
“Het zou leuk zijn als je weer kon komen.”
Isadora zuchtte en wendde haar blik af.
“Ik zal kijken, Lucius.”, zei ze. “Ik kan niets beloven.”
Met dat antwoord leek Lucius tevreden en Isadora ging op pad.
Remus staarde zwijgend naar Isadora. Ze was te laat. Alweer.
“Misschien moet je overwegen te stoppen met dat spioneren, Isadora.”, begon hij zacht. “Het lijkt wel alsof je je iets teveel inleeft in de rol van Dooddoener Isadora.”
Isadora lachte. Het klonk vals en honend.
“Denk je nou werkelijk dat ik nu nog kan stoppen, Remus?”, siste ze. “Als ik dat doe wordt dat mijn dood, en dat weet je!”
Remus leunde in zijn stoel en tikte met zijn vingers op het tafelblad. Ze zaten in de eetkamer, met z’n tweeën. De vergadering was al meer dan een uur geleden beëindigt. Isadora was nauwelijks een kwartier binnen.
“Hoe staan de zaken?”, vroeg hij.
“Voldemort wilde dat ik vertelde dat hij van plan was Dooddoeners op pad te sturen. Ik wist niet meer en niet minder. Helaas weet ik dat ook daadwerkelijk niet.”, vertelde Isadora met een zucht.
Remus knikte langzaam zijn hoofd en maakte aantekeningen van haar woorden.
“En Sneep en Malfidus?”, informeerde hij voorzichtig. Isadora kreeg een onheilspellende uitdrukking op haar gezicht en grijnsde.
“Maak je geen zorgen om hen, ze eten beiden uit mijn hand. Nog even en ik heb ze tegen elkaar uit weten te spelen. Severus echter, levert enkele probleempjes op.”
Remus trok zijn wenkbrauw op. Voordat hij kon vragen wat er was, ging Isadora verder en legde ze het uit:
”Hij wilde stoppen met het plan. Simpelweg omdat ik hem niet genoeg aandacht schonk.”, begon ze. “Ik ben zo vriendelijk geweest hem te wijzen op de pact die we samen gesloten hadden. Hij kan niets doen of zeggen. Severus is verplicht om tot het einde door te gaan. Net als ik.”
“Hoe ver zijn jullie?”
”We zijn er bijna. Ik licht jullie tegen die tijd wel in, zoals afgesproken.”, antwoordde Isadora. Ze stond op en keek Remus even aan.
“Maak je geen zorgen.”, zei ze. “Ik weet wat ik doe.”
|
_________________
Take me away, a secret place, a sweet escape,
Take me away, take me away, to better days,
Take me away, a hiding place.
- Natasha Bedingfield, Pocket Full Of Sunshine |
|
  |
 |
Pluckjes
2e jaars


Verdiend:
82 Sikkels
|
Geplaatst:
Do Mei 17, 2007 13:38 |
 |
En hoofdstuk 6! Ik bedank iedereen weer voor het lezen van mijn verhaal en de leuke reacties!
Veel leesplezier!
Hoofdstuk 6
Het leek wel weken geleden dat ze voor het laatst met Remus had gesproken. Isadora luierde op de sofa in het huis van Lucius en keek naar het vuur. In gedachten telde ze terug naar de dag waarop ze Remus gesproken had, waarop ze hem gezegd had zich geen zorgen te maken toen hij kenbaar maakte dat hij wilde dat ze met de spionage stopte. Op haar vingers telde ze de dagen, die langzaam weken werden. De weken werden langzaam maanden. Drie maanden, twee weken en vier dagen. Isadora was verbaasd. Voldemort had haar geen opdracht meer gegeven en Remus had niets meer van zich laten horen. In al die tijd niet. Isadora bedacht zich wat zij in al die tijd gedaan had. Niets dat met haar werk te maken had. Niets dat in de buurt kwam van spionage. Alsof het hele gebeuren stil lag, voor onbepaalde tijd.
“Waar denk je aan?”, de stem haalde haar uit haar gedachten. Isadora keek naar het raam. Lucius. Ze glimlachte even en zuchtte.
“Niets.”, antwoordde ze. Lucius ging zitten in een stoel en keek naar haar.
“Severus sprak me vandaag aan.”, vertelde hij. “Hij wilde weten hoe het met je ging.”
Isadora keek Lucius een fractie van een seconde fel aan.
“Wat heb je gezegd?”
“Dat je het goed maakt en dat je sinds een maand bij ons bent ingetrokken.”
“Ik snap nog steeds niet waarom Narcissa dat zo graag wilde.”
Lucius lachte.
“Ze kan er niet zo goed tegen als ze alleen is in dit grote huis. Wanneer ik weg ben –“
“En Draco?”, viel Isadora hem in de reden.
“Draco is veel weg. Dat weet je. De Heer van het Duister –“
“Hij bezorgt Narcissa nog eens een beroerte.”, werd hij onderbroken. Lucius lachte. Een bulderende, aanstekelijke lach.
“Hij weet wel goed op haar zenuwen in te spelen.”, gaf hij toe. “Maar het blijft de keuze van Draco.”
Daar moest Isadora hem gelijk in geven. Ze rekte zich uit en stond op.
“Ik duik mijn bed in.”, deelde ze mee. “Tot morgen.”
“Tot morgen.”, Lucius keek Isadora na en verdrong de gedachten die in zijn hoofd ronddwaalden toen ze de deur achter zich sloot en hem een handkusje toe wierp. Hij kon het niet geloven. Al jaren was hij samen met Narcissa. Sinds Zweinstein. Ze hadden samen een zoon, Draco. En toch, sinds hij aan het begin van dit jaar Isadora heeft leren kennen, voelde hij zich steeds meer tot haar aangetrokken. Lucius wist niet hoe het kwam. Het maakte hem enigszins in de war. In gedachten verzonken staarde hij in het vuur. Plotseling voelde hij een hand op zijn schouder. Geschrokken keek hij op.
“Narcissa!”
“Lucius.”
Zijn vrouw keek hem met een grijns aan en liet haar hand door zijn haar gaan. Ze boog zich naar voren en zoende hem. Lucius legde zijn hand op haar wang en gluurde even stiekem naar haar gezicht. Een vreemd gevoel bekroop hem toen hij Isadora herkende. Hij zoende Isadora.
“Isadora.”, mompelde hij. De brandende pijn op zijn wang van de hand die daar met een klap op terecht was gekomen, verraadde dat het Isadora niet was. Narcissa stond woedend tegenover hem. Zonder een woord te zeggen draaide ze zich om en verliet ze de woonkamer.
De stilte bedrukte de sfeer die er in de eetkamer hing. Isadora sneed een stukje van haar toast en gluurde over de tafel naar Narcissa en Lucius. Beiden waren doodstil. Narcissa wierp een woedende en beschuldigende blik op haar. Verbaasd opende Isadora haar mond om te vragen wat er scheelde, maar de blik van Lucius belette haar daarvan. Als ze slim was, zou ze daar naar luisteren.
“Zijn er nog plannen voor vandaag?”, vroeg ze, zoals ze iedere ochtend vroeg. Isadora stond erop Narcissa in het huishouden te helpen wanneer ze niets te doen had. Ze mocht tenslotte in het huis wonen en wilde er wel iets voor terug doen. Draco keek even naar Isadora.
“Zou je me kunnen helpen, Isa?”, vroeg hij voorzichtig. Isadora keek hem even onderzoekend. Sinds het voorval in het St. Holisto hadden ze geen woord met elkaar gewisseld.
“Met wat precies?”, vroeg ze. Draco zweeg even.
“Verweer tegen de Zwarte Kunst.”, legde hij uit. “Het gaat om een vervloeking, het is van belang dat ik deze onder de knie krijg, maar het wil me niet lukken. Vader vertelde me dat jij erg bedreven bent in Verweer tegen de Zwarte Kunst, daarom vraag ik je om hulp.”
Isadora glimlachte en knikte.
“Prima. Na het ontbijt treffen we de voorbereidingen en zal ik je helpen.”, antwoordde ze. Isadora nipte van haar jus d’orange en voelde de doorborende blik van Narcissa.
“Of waren er andere plannen, Narcissa?”, vervolgde Isadora.
“Nee.”, klonk het kortaf. “Je kan Draco helpen.”
Isadora trok haar wenkbrauw op en voelde de woorden die samen de vraag ‘Is er iets?’ vormden, brandden op haar lippen. Ze hield zich dan ook met een nog grotere moeite in. Lucius keek haar waarschuwend aan dat ze geen woord moest zeggen, maar Isadora kon het niet laten.
“Is er iets?”, vroeg ze. Narcissa keek haar woedend aan en gooide haar bestek op haar bord neer. Isadora keek geschrokken en volgde Narcissa’s handelingen. Ze stond op en keek woedend op Isadora neer.
“De enige reden dat je hier bent komen wonen, zit daar –“ Ze wees naar Lucius “– Is het niet?!”
“Waar heb je het over, Narcissa?!”, riep Isadora verbaasd uit. “Ik ben hier alleen maar omdat jij anders dagenlang alleen in dit grote huis zit en omdat je behoefte had aan gezelschap!”
“Lieg niet, Isadora Adalina Montaque! Je zit achter mijn man aan!”, schreeuwde Narcissa haar toe. Isadora stond boos op en keek Narcissa woedend aan.
“Hoe durf je zoiets te insinueren, Narcissa?!”, siste ze kwaad. “Dat je denkt dat ik in staat ben een huwelijk te niet te doen en een gezin uit elkaar te rukken! Ik had gedacht dat je me beter kende!”
Met die woorden beende Isadora naar de deur van de eetkamer, die naar de gang leidde. Isadora trok de deur woedend open en zette een voet over de drempel toen Narcissa haar staande wist te houden met enkel woorden:
“Lucius verwarde me gisteren met jou, Isadora. Dat heeft maar één ding te betekenen!”
Langzaam draaide Isadora zich om en richtte ze haar blik op Lucius. Daarna gleed haar blik naar Narcissa.
“Daar sta ik los van.”, antwoordde ze kalm. “Dat ene ding moet je maar met je man bespreken, en niet met mij. Ik kan je verzekeren, Narcissa, dat er tussen mij en Lucius nooit iets is voorgevallen.”
Isadora richtte haar blik op Draco, die met open mond had gekeken hoe zijn moeder tegen Isadora was uitgevallen.
“Ik denk dat we een andere regeling moeten treffen, Draco. Vanmiddag ben ik thuis om mijn spullen uit te pakken. Misschien dat je langs kan komen voor die spreuk, als je tenminste nog wil dat ik je help.”
“Uitpakken?”, vroeg Lucius. “Wat uitpakken?”
“Mijn koffers, Lucius.”, antwoordde Isadora. “Ik ben van plan om weer naar huis te gaan. Mensen denken nog dat we naast onze goede vriendschap, meer hebben dan dat alleen.”
Met die woorden draaide Isadora zich om en liep ze naar haar kamer, om haar spullen te pakken en naar huis te gaan.
|
_________________
Take me away, a secret place, a sweet escape,
Take me away, take me away, to better days,
Take me away, a hiding place.
- Natasha Bedingfield, Pocket Full Of Sunshine |
|
  |
 |
Pluckjes
2e jaars


Verdiend:
82 Sikkels
|
Geplaatst:
Za Mei 19, 2007 11:38 |
 |
Voor mijn lieve lezertjes; Hoofdstuk 7.
En met een kleine ode aan Moonslave en de reactie in het reageertopic!
Het was te leuk om het er niet in te verwerken...
En iedereen weer bedankt voor de reacties! ^^
Veel Leesplezier!
Hoofdstuk 7
Nauwelijks viel de deur achter haar in het slot en had ze haar koffers in de gang neergezet, toen de deur weer open vloog. Severus stond buiten adem in de deuropening en was verbaasd Isadora hier te zien.
“Wat doe jij hier? Waarom ben je niet bij de Malfidussen?”, vroeg hij verbaasd. Maar één blik op de koffers maakte al het één en het ander duidelijk.
“Hebben ze je weggestuurd?!”
Isadora schudde haar hoofd.
“Ik ben zelf gegaan. Narcissa verdacht me ervan het op Lucius gemunt te hebben.”, legde ze uit. Severus lachte hierom, maar stopte bij het zien van het gezicht van Isadora. Zij leek het alles behalve leuk te vinden.
“Zie je nou wel dat het beter was geweest om bekend te maken dat jij en ik –“
“Er is geen jij en ik, Severus.”, snauwde Isadora hem toe. “Dat moet je nu zo onderhand toch wel weten?!”
Severus keek geschrokken en schudde zijn hoofd. Zijn blik verharde zich en hij rechtte zijn rug. Minachtend keek hij Isadora aan.
“Je gebruikt me.”, zei hij kwaad. “Alleen maar voor dat achterlijke plan van je!”
In een opwelling sloeg Isadora hem in zijn gezicht en ze keek hem ziedend aan.
“Ik maak van niemand gebruik, Severus!”, siste ze. “Maar het was niet alleen mijn plan om Voldemort op te lichten, of wel?! Tenslotte is het brein achter dit alles degene die de naam Severus Sneep draagt! En niet ik! En omdat jij je zin niet krijgt, hoef je niet alles op mij af te schuiven!”
Isadora werkte Severus de deur uit en deed deze achter hem op slot. Met boos gemopper liep ze naar haar woonkamer en stak ze het haardvuur aan. Met een zachte plof liet ze zich op de bank vallen, waarna ze strak voor zich uit staarde. De punten van het plan, die ze één voor één samen af zouden werken, schoten door haar hoofd. Ze waren er bijna, en juist op dit punt moesten ze samen sterk in hun schoenen staan. Nog twee punten afwerken en dan zat haar werk hier er op, kon ze weer gewoon de normale Isadora Montaque zijn. Ze zou verhuizen naar het buitenland en vanuit daar voor de Orde van de Feniks opereren. Maar nu. Ze was nog niet zo ver. Bijna was nog niet helemaal. Lucius en Severus waren tegen elkaar uitgespeeld. Maar niet goed genoeg. Niet zoals Emmeline wilde. Waarom moest Isadora dat ook al weer doen? Ze dacht diep na, maar ze kon zich niet herinneren wat de reden daar van was. En dan was Narcissa er ook nog, met haar beschuldiging. Ze grijnsde, zij en Lucius waren alleen maar vrienden. Toch leek iedereen dat niet te willen zien en beschouwden ze hen als een koppel. Wie weet, ooit. Wanneer Narcissa besloot om weg te gaan. Ze wilde niet tussen hen in staan, en het huwelijk kapot maken. Zo was ze niet. Isadora rekte zich uit en grijnsde. Bijna was het zover en zou Voldemort door de mand vallen. Toch bleef het voor de leden van de Orde vreemd dat Isadora gekozen had dit plan samen met Severus uit te voeren. Waarschijnlijk omdat hij als spion voor Voldemort fungeerde. Isadora wist dat het enkel schijn was en dat hij nog altijd voor de Orde werkte, maar behalve zij wist alleen Remus het.
“Avada Kadavra!”, zijn stem schalde door de kleine ruimte en werd vrijwel direct gevolgd door een groene lichtflits.
“Perfect.”, Isadora stapte uit de schaduw en keek naar de blonde jongen met de ijzige blik. Ze grijnsde en sloeg haar armen over elkaar. Naast haar voeten lagen veren op de grond. De vogels waar Draco op oefende, waren afkomstig van Isadora en haar spreukenkennis.
“Let wat meer op de snelheid van je reflex, maar probeer óók te kijken wat je doelwit is. Stel je eens voor dat je een verkeerd iemand raakt. Een andere Dooddoener. Ik weet zeker dat de Heer van het Duister niet tevreden zal zijn wanneer dat gebeurt.”
Draco knikte.
“Ik zal er op letten.”
Isadora stapte weer opzij en sprak non-verbale spreuken uit. Gekleurde vogels schoten door de lucht en verdwenen weer. Draco keek geconcentreerd en Isadora vond hem op dat moment veel op zijn vader lijken. Ze grijnsde bij dat idee en dook weg voor een vallende vogel.
“Verkeerde kleur, Draco. Je moet de rode vogels doden, niet de andere kleuren!”, sprak ze kalm. “Let op je doelwit. Kijk naar de kleur. Concentreer je er even op.”
Draco knikte enkel en ging verder met het vervloeken van de vogels. Hij concentreerde zich op de kleuren en Isadora merkte dat hij veel te gespannen was.
“Stop maar.”, zei ze daarom. “Je bent te gespannen om je goed te kunnen concentreren op je werk. Zet je gedachten van je af en –“
“Had mijn moeder gelijk, Isadora?”, vroeg Draco. Zijn kille stem maakte dat Isadora even stil was. Ze keek hem in zijn koele ogen en schudde haar hoofd.
“Nee, Draco.”, antwoordde ze. “Dat had ik al gezegd voordat ik bij jullie wegging, is het niet?”
“Vader vertelde dat hij meer dan vrienden met je was.”, zei Draco kil. “Dat jullie erg close waren samen en dat hij –“
“Genoodzaakt was Narcissa te verlaten voor de liefde van mijn leven.”
Isadora en Draco draaiden zich beiden met een ruk om. In de deuropening van de kamer stond Lucius. Zijn lange, blonde haren hingen over zijn schouders naar achteren en zijn doordringend grijze ogen waren strak op Isadora gericht. Isadora sloot even haar ogen. Toen ze deze weer opende, stond Lucius ineens vlak voor haar. Draco stond in de deuropening en verliet zachtjes de kamer. Isadora hoorde hem de trap af gaan en niet veel later viel de deur in het slot. Ze was alleen met Lucius.
“Lucius, ik –“
“Sst, Isa. Zeg niets.”, Lucius had zijn vinger op haar lippen gelegd en trok haar naar zich toe, langzaam en voorzichtig. Hij wist niet goed wat Isadora wilde. Ze had gezegd los te staan van het feit dat hij een oogje op haar had, en niet langer meer bij Narcissa wilde blijven. Ze had gezegd niet langer bij hen te willen blijven omdat mensen er nog wat van zouden gaan denken. Ze wilde niet iemand zijn die een huwelijk te niet zou doen en een gezin uit elkaar zou trekken. Onbewust had ze dat al gedaan. Vanaf het moment dat ze zich bij Voldemort aansloot en een Dooddoener was.
“En Narcissa? En Draco?”, zei Isadora. “Laat je hen zomaar in de steek? Doet het je dan niets?”
Lucius glimlachte even, voordat hij besloot te antwoorden.
“De liefde van mij en Narcissa was lang geleden al vervlogen, Isadora. We waren niet gelukkig samen, we bleven alleen bij elkaar vanwege Draco.”
Isadora maakte zich los uit zijn handen en keerde haar rug naar hem toe. Een zucht rolde over haar lippen. Wat moest ze nu? Lucius had zijn vrouw verlaten voor haar.
“Je overvalt me hiermee, Lucius.”, bekende Isadora met tegenzin. Ze draaide zich weer naar Lucius om en keek hem aan met een klein, schuldig glimlachje.
“Denk er over na, Isadora. Jij en ik. We lijken elkaar al jaren te kennen, maar in werkelijkheid is het niet meer dan een vijf maanden.”
Jij en ik. Weer iemand die met die woorden kwam. Isadora raakte in de war. Wat moest ze doen? Lucius liet zijn handen over haar armen glijden en keek haar strak aan.
“Denk er over.”, hij liet haar los en verliet de kamer. Zijn voetstappen stierven weg. Een hele tijd was het stil. Isadora hield haar adem in. De voordeur viel in het slot. Met een zucht liet ze haar adem ontsnappen. Lucius was weg.
“Remus?”, de deur viel achter haar dicht en ze hoorde Mevrouw Zwarts waarschuwend mompelen. Isadora liep de hal door naar de keuken en keek naar binnen. Niemand. Ze ging naar de aangrenzende eetkamer. Ook leeg.
“Remus!”, riep ze. Isadora liep naar boven en keek in de kamers. Allemaal leeg.
“Remus, waar zit je?!”, riep ze. “Iemand?!”
“Je zult hier niemand meer vinden, Isadora Montaque.”, klonk een onheilspellende stem achter haar. Isadora draaide zich geschrokken om.
“Bellatrix!”, riep ze. Bellatrix knikte en lachte vals. Achter haar kwamen Narcissa en Severus tevoorschijn.
“Wat is er, Isadora? Kan je Remusje niet vinden?”, sneerde Severus.
“Ik vraag me af waar hij is.”, Narcissa stapte naar voren en streek met haar vinder over de wang van Isadora.
“Misschien is hij wel gevlucht voor de Femme Fatale.”
Bellatrix lachte, net als Severus en Narcissa, hard en vals. Isadora sloeg de hand van Narcissa weg en keek ze alledrie om beurten aan.
“Waar is hij?!”, beet ze hen toe. “Waar is iedereen?!”
“Uitgeleverd, lieve Isadora.”, antwoordde Severus. “Voldemort was maar wat blij toen ik hem vertelde wat jou plannen waren.”
“Wij zijn hier alleen maar om het klusje af te maken.”, vervolgde Narcissa de woorden van Severus. Bellatrix knikte heftig.
“Je bent vast wel bekend met onze werkwijze, spionnetje. Is het niet?”
|
_________________
Take me away, a secret place, a sweet escape,
Take me away, take me away, to better days,
Take me away, a hiding place.
- Natasha Bedingfield, Pocket Full Of Sunshine |
|
  |
 |
Pluckjes
2e jaars


Verdiend:
82 Sikkels
|
Geplaatst:
Zo Mei 20, 2007 15:35 |
 |
En dan al weer hoofdstuk 8. Ik ga aardig vooruit, maar zal denk ik niet zo lang meer doorschrijven aan dit verhaal. Denk ik. Niets is nog zeker!
In ieder geval wens ik iedereen weer veel Leesplezier!
Hoofdstuk 8
”Maar al te goed.”, antwoordde Isadora sissend. Ze keek Bellatrix fel aan en richtte daarna haar blik op Severus.
“Ik had het kunnen weten.”, vervolgde ze boos. “Ik hád het kunnen weten!”
“Ware het niet dat ik je in de war wist te brengen.”
“Je speelde met mijn gevoelens.”
“Jij speelde met mij.”
“Ik had een opdracht te vervullen.”
“Net als ik.”
Isadora stond vlak voor Severus en keek hem strak en boos aan. Ze voelde zich verraden door hem. Na alles wat ze samen hadden gedaan, had hij haar verraden. Voldemort moest dit ook weten. Ze vroeg zich af hoelang ze al wisten dat ze een spion was en niets meer dan dat. Narcissa beantwoordde haar vraag:
”Dacht je werkelijk dat wij, ware Dooddoeners, niet in de gaten zouden hebben dat jij enkel en alleen maar bij ons bent gekomen om Dooddoenertje te spelen en als spionneetje fungeerde?!”, siste ze. Isadora scheurde haar blik van Severus af en richtte die op Narcissa. Ze opende haar mond om heel wat lelijks te zeggen, maar Bellatrix vervloekte haar. Haar handen werden op haar rug gebonden en er werd een prop in haar mond geduwd. Haar toverstok werd haar afgepakt.
“Wij gaan samen een leuk reisje maken, Isadora.”, fluisterde Severus in haar oor. Bellatrix en Narcissa liepen voor hen uit naar beneden. Hij duwde Isadora ruw voor zich uit. Isadora probeerde voorzichtig de trap af te lopen, maar door een vloek van Narcissa dreigde ze naar beneden te storten. Een hand greep haar stevig bij haar arm vast en voorkwam dat. Isadora keek over haar schouder en zag het uitdrukkingsloze gezicht van Severus. Ze wist niet wat ze nou van hem moest denken, stond hij nog aan haar kant, of was hij degene die ervoor had gezorgd dat de hele Orde en zij er in waren geluisd?
“Doorlopen, Femme!”, klonken de snerende woorden van Narcissa. “Er wordt op je gewacht!”
“Mijn naam is Isadora.”, siste Isadora naar Narcissa. “Isadora Adalina Montaque.”
“Dat weet ik, Femme.”, lachte Narcissa vals. “Dat weet ik. Maar je bent en blijft een Femme Fatale die niet van mijn mannetje af kon blijven.”
De greep van Severus op de arm van Isadora verstevigde zich en hij kneep. Isadora’s gezicht betrok even in een grimas van pijn. Severus wist natuurlijk niet wat er was gebeurd. Of eigenlijk, wat er juist niet was gebeurd.
“Jou mannetje heeft je verlaten omdat er geen liefde meer was in het huwelijk. Hij bleef alleen maar bij je vanwege Draco, en hij verliet je niet vanwege mij.”, siste Isadora. Ze waren in de hal aangekomen en Bellatrix opende de deur. Severus duwde Isadora ruw naar buiten. Narcissa lachte.
“Is dat wat hij je vertelde?”, snauwde ze. “Dat was waarschijnlijk alleen maar om je geen schuldgevoel te geven!”
“Er is niets tussen mij en Lucius gebeurd, Narcissa, en dat weet jij net zo goed als ik!”, snauwde Isadora. Ze wilde nog veel meer dingen naar haar hoofd slingeren, maar een luide knal snoerde haar de mond. Ze Verdwijnselden.
In het donker werd Isadora gedwongen te lopen. Ze had geen idee waar ze was of waar ze heen gingen, en ze zag geen hand voor ogen. Bellatrix en Narcissa leken in een uiterst goed humeur, Severus daarentegen niet. Hij had geen woord meer gezegd tegen haar en Isadora wist niet goed waarom. Ze keek even over haar schouder naar zijn nietszeggende blik en raakte aan het twijfelen. Wat als hij degene was die haar had verraden? Dan had hij haar al die tijd voor de gek gehouden. Maar wat als hij dit alles alleen maar meespeelde om niet op te vallen? Dan stond hij nog aan haar kant. Maar Severus liet niets blijken en Isadora kon alleen maar gissen.
“Severus. Waar gaan we heen? Waar brengen jullie me naar toe?”, fluisterde Isadora zacht.
“Zwijg.”, zei Severus vooraf. “Ik wil geen woord meer van je horen!”
“Maar –“
“Je hebt hem gehoord, Isadora!”, snauwde Bellatrix, die zich plots omdraaide en in een fractie van een seconde dicht bij Isadora stond. Haar gezicht was nauwelijks enkele millimeters van Isadora verwijderd en Isadora keek Bellatrix woedend aan.
“Zwijg, of je zal je vriendjes pas weer zien als jij wordt gemarteld en gedood!”
Narcissa opende een deur, die bewaakt werd door vier Dooddoeners, en gaf Severus een teken. Hij duwde Isadora de ruimte binnen en Narcissa gooide meteen daarna de deur dicht. Isadora stapte naar voren, in het donker, en voelde dat de grond voor haar voeten ophield. Ze viel naar voren en rolde ergens vanaf. Een trap. Ze kwam met een plof op de koude, stenen vloer neer en kreunde van de pijn. Vlug krabbelde Isadora overeind. Ze keek schichtig om zich heen, maar zag niets.
“Isadora?”, klonk een bekende stem. “Ben jij dat?”
Isadora keek zoekend om zich heen en schuifelde langzaam de kant op waar het geluid vandaan kwam.
“Ja.”, antwoordde ze. “Waar zit je?”
“Hier.”
“Waar?”
Isadora liep verder en hoorde ineens heel dichtbij een kreet. Ze slaakte een gil van schrik en tilde haar voet op. Blijkbaar was ze ergens op gaan staan.
“Dat was mijn hand!”, siste Arthur Wemel. Isadora kon er in iedere andere omstandigheid om gelachen hebben, ware het niet dat zich nu in een benarde positie bevond.
“Sorry!”, mompelde Isadora. “Is iedereen van de Orde hier?”
“Nu jij er bent; ja.”, zei Arthur. Isadora liet zich zakken en keek om zich heen.
“Waarom is iedereen dan zo stil?”, vroeg ze verbaasd.
“Ze zijn bang.”, verklaarde Arthur. Isadora zweeg en pakte haar toverstok. Ze maakte licht en keek eens rond. Molly zat tegen de muur, een eindje verderop, naast Emmeline en Hecuba. Ze leken uitgehongerd. De andere leden zaten her en der verspreidt. Haar blik viel op Remus en ze trok wit weg.
“Wat is er gebeurd?!”, riep ze uit, terwijl ze overeind kwam en naar Remus rende. Arthur zuchtte.
“Gemarteld.”, zei hij. Het was duidelijk dat ieder lid van de Orde iets dergelijks had ondergaan. Zelfs de woorden van Arthur klonken vermoeid en pijnlijk. Isadora liet zich langzaam naast Remus op de grond zakken en pakte zijn hand.
“Remus?”
Remus had zijn ogen gesloten en lag op de grond, bedolven onder jassen en vesten van de andere leden, die dienden als deken en kussen. Langzaam opende hij zijn ogen.
“Isa.”, zei hij zacht.
“Remus, wat is er –“
“Isa, zorg dat je ontsnapt.”, zei Remus. “Alleen jij kan nu nog de Orde van de Feniks redden. Laat ze geloven dat je geen spion bent, zorg dat ze je vrij laten –“
“Het is te laat, Remus. Severus heeft me verraden.”, onderbrak Isadora hem. “Er is niets meer aan te doen.”
“Jawel.”, zei Remus. “Natuurlijk wel. Geef de hoop niet op, Isa.”
“Dat doe ik niet.”, zei Isadora zelfverzekerd en vastberaden. “Maar eerst ga ik voor jou en de anderen zorgen. Zo te zien ben ik de enige met een toverstok ik bezit.”
“Hebben ze je die niet afgepakt?”, vroeg Arthur verbaasd. Isadora hield Remus overeind en liet hem tegen de muur leunen. Ze taste in haar mantel naar haar toverstok en toverde een glaasje water tevoorschijn. Remus dronk het dankbaar op, terwijl Isadora zich naar Arthur omdraaide.
“Ik ben vanaf het begin af aan berekend op een dergelijke situatie als deze, Arthur.”, zei ze. “Ik heb vanaf de eerste dag van mijn missie een reserve toverstok bij me. Zo zou ik nooit zonder magie zitten en zou ik me altijd kunnen redden.”
Ze zwaaide met haar toverstok in de lucht en allerlei borden eten en glazen drinken verschenen uit het niets op de grond, in het midden van de kale en koude ruimte. De leden van de Orde vielen er hongerig op aan, Isadora richtte zich bezorgd tot de verzorging van Remus. Hij was er slecht aan toe. Hij was verzwakt en bleek.
“Hoe lang zitten jullie hier al?”, Isadora leunde tegen de muur en keek voor zich uit. De anderen sliepen, wat zij eigenlijk ook had moeten doen. Het was na middennacht. Isadora draaide haar hoofd en keek Emmeline aan.
“Lang genoeg.”, antwoordde deze. Even was het stil. Isadora keek weer voor zich.
“Het is bijna volle maan, Isa.”, zei Emmeline zacht. Isadora keek Emmeline strak een en ging verzitten. Ze geloofde het niet, maar wist dat Emmeline gelijk had. Nog twee dagen en dan zou het zover zijn. Dan was het volle maan.
“Daar wachten ze op.”, siste Isadora boos. “Ze wachten tot het volle maan is. Remus wordt weerwolf en –“
“Slacht ons één voor één af.”, vulde Emmeline haar aan. “En raad eens wie er op de eerste rang toekijken?”
“Zover mogen we het niet laten komen.”, zei Isadora. “Een transformatie kan Remus niet aan. Hij is te zwak.”
Emmeline was het met haar eens:
“Het zou zijn dood worden.”
|
_________________
Take me away, a secret place, a sweet escape,
Take me away, take me away, to better days,
Take me away, a hiding place.
- Natasha Bedingfield, Pocket Full Of Sunshine |
|
  |
 |
Pluckjes
2e jaars


Verdiend:
82 Sikkels
|
Geplaatst:
Ma Mei 21, 2007 17:02 |
 |
Volgende hoofdstuk, niet veel over te zeggen. Bedankt weeral voor de reacties en veel leesplezier!
Hoofdstuk 9
De pijn voelde ze nog goed, maar Isadora gaf geen kick. Ze zat op een houten stoeltje, vastgebonden zodat ze niet kon ontsnappen, en keek strak voor zich uit, de prikkende blik van de Heer van het Duister negerend. Links van haar stonden de leden, voor haar stond Voldemort. Hij had zijn toverstok in zijn hand en keerde haar de rug toe.
“Je had het ver kunnen schoppen onder mijn leiding, Isadora Montaque.”, sprak hij duister en dreigend.
“Ik stond onder de leiding van een ander persoon, niet van jou.”
Voldemort draaide zich razendsnel om en richtte zijn toverstok op haar. Een fractie van een seconde later klonk de ijselijke kreet van Isadora door de lucht. Ze kronkelde in de stoel en voelde de tranen in haar ogen branden. Ze hield haar kaken op elkaar en keek Voldemort vernietigend aan. Geen haar op haar hoofd die er aan dacht nog een kreet te slaken. Voldemort hief de Cruciatusvloek op en keek Isadora strak aan.
“Val me nog eens in de reden en je zal nog veel meer pijn leiden.”, snauwde hij haar toe. “Je zal boeten voor je verraad en je leugens. Je vriendjes zullen toekijken en volgen.”
“Alsof jullie van plan waren daar moeite voor te doen!”, snauwde Isadora. “Jullie laten Remus het werk opknappen!”
“Crucio!”
Isadora voelde de brandende pijn door haar lichaam trekken, maar gaf geen schreeuw. Ze maakte geen enkel geluid en keek Voldemort woedend aan. Hij hief de vloek weer op en lachte vals. Een rilling kroop over haar rug bij het horen van die lach.
“Met jou brein hadden we gemakkelijk het Ministerie omver kunnen krijgen.”, zei Voldemort, zogenaamd vertederd. “Het is alleen jammer dat jou brein Remus boven mij verkoos en dat er straks, wanneer ik met je klaar ben, niets meer van over is.”
“Heer.”
Voldemort draaide zich geïrriteerd om naar de Dooddoener die naast hem kwam staan en voor hem boog. Hij haatte het wanneer hij gestoord werd tijdens het verrichten van zijn werk.
“Wát?!”, snauwde hij.
“Er zijn bewijzen gevonden dat Isadora Montaque onschuldig is en geen verraad heeft gepleegd, Heer.”, zei de Dooddoener. “Ze is geen lid van de Orde, en fungeert enkel als spion voor u.”
“Nonsens!”, riep Voldemort. “Ze riep zojuist dat ze onder de leiding van een ander persoon stond en niet onder mij. Daarmee doelde ze op ons weerwolfje!”
De Dooddoener schudde zijn hoofd en overhandigde Voldemort een stukje perkament. Voldemort las het vluchtig en keek op naar Isadora.
“Is het waar dat je samen met Severus Sneep aan een plan werkte?”, vroeg hij kortaf en vijandelijk. Isadora slikte even en knikte enkel als antwoord.
“Hield dat plan in dat jullie de Orde van de Feniks op wilden lichtten en alle leden aan mij uit wilden leveren?”, vroeg hij. Isadora knikte nogmaals, wetend dat er iemand was die voorkwam dat zij nog langer gemarteld werd door Voldemort. Ze zou aan de dood ontsnappen als Voldemort dit geloofde. Voldemort gaf één van de Dooddoeners een teken en Verdwijnselde. Isadora werd losgemaakt en verbaasd bleef Isadora achter. Ze keek toe hoe de Dooddoeners weg gingen en wreef even over haar polsen, waar het touw een roodkleurende afdruk achter had gelaten. Plotseling voelde ze een hand op haar schouder en geschrokken draaide Severus zich om.
“Zorg dat je niet nog eens in de problemen komt, Isadora.”, siste hij zacht. “Er zijn genoeg mensen hier die je er maar wat graag bij willen lappen en je liever zien gaan.”
Isadora knikte en keek Severus even onderzoekend aan.
“Waarom deed je dit?”, vroeg ze.
“We moeten ons plan voortzetten.”
Severus week niet van haar zijde. Hij had de opdracht gekregen Isadora goed in de gaten te houden en naar haar mening deed hij zijn werk te goed. Isadora mocht het gebouw niet verlaten en dwaalde de rest van de dag in het rond, zoekend naar een mogelijke uitgang en een ontsnappingsroute voor de leden van de Orde. Vanavond zou het zover zijn. Samen met Severus zou ze hen helpen ontsnappen. Rusteloos ijsbeerde Isadora voor het raam van haar kamer heen en weer. Severus zat in een stoel en keek peinzend voor zich uit.
“Ik dacht even dat je me had verraden.”, bekende Isadora.
”Dat was ik niet.”, zei Severus. “Dat was je geliefde Lucius.”
“Lucius?”
Isadora keek Severus ongelovig aan en ze schudde haar hoofd. Dat was onmogelijk. Dat kon niet. Lucius had Narcissa en Draco verlaten voor haar, hij zou haar dan toch niet verraden?
“Alles was vooropgezet plan, Isadora.”, zei Severus. “Lucius en Narcissa zouden de Heer bewijzen dat je een spion was.”
“Door mij te beschuldigen van wat? Een Femme Fatale te zijn?!”
“Het pakte anders uit dan ze hadden gedacht. Narcissa echter, was er achter gekomen dat er meer dan collegialiteit tussen ons was. Ze verdacht ons ervan aan meerdere dingen samen te werken, en niet aan dingen die Voldemort gedaan wilde hebben. Ze hield ons geruime tijd in de gaten.”
“Toch snap ik het niet.”, zei Isadora. “Femme Fatale staat los van het verraad waar jij me van wist te redden.”
“Er valt weinig te snappen.”, antwoordde Severus. “Ze snappen het zelf ook niet. Narcissa kwam er per toeval achter dat je dubbelspion was.”
“Net als jij destijds.”, zei Isadora.
“Dat maakte het extra verdacht.”, knikte Severus. “Ik zou jou hebben geleerd hoe dat het beste aan te pakken. Narcissa verdacht mij ervan Voldemort te verraden aan de Orde.”
“Ik snap het niet.”
“Niemand snapt het.”
Isadora zuchtte en staarde naar buiten. Ze had uitzicht op de voortuin. De Dooddoeners liepen af en aan. Het was druk. Waarschijnlijk plande Voldemort iets. Hij leek het druk te hebben, net als alle andere aanwezigen hier. Isadora kreeg een onbekende gloed in haar ogen toen ze daar aan dacht en draaide zich om. Zonder een woord tegen Severus te zeggen, snelde ze de kamer uit.
“Isadora!”, Severus stormde achter haar aan en trachtte haar te volgen, maar Isadora was slim en wist hem van zich af te schudden. Isadora rende de trap af, de gang door en bevond zich op de begane grond. Ze sloeg de hoek om en botste tegen iemand op. Ze stuiterde achteruit en keek op.
“Lucius!”, riep ze verbaasd uit.
“Isadora.”, groette Lucius glimlachend. “Had je haast?”
“Een beetje.”, bekende Isadora lachend, met een onschuldige blik. Ze wilde dat Lucius snel door zou lopen, zodat zij haar plan uit kon voeren en gebruik kon maken van de chaos die momenteel rond de Dooddoeners heerste.
“Waarom? Je mag naar mijn weten het gebouw niet verlaten.” Lucius keek haar doordringend aan en pakte haar bij beiden schouders beet. De vraag die hij haar wilde stellen, brandde op zijn lippen, maar kennelijk verraadde zijn ogen het al:
“Nee, ik heb er nog niet over gedacht.”, zei Isadora. “Narcissa vindt dat ik een Femme Fatale ben en dat ik vanaf begin af aan al achter je aan zat.”
“Narcissa is boos omdat ze het heeft laten gebeuren.”, zei Lucius. “Het is haar eigen schuld, Isa.”
Heftig schudde Isadora haar hoofd en maakte ze de handen van Lucius los. Ze zette een stapje achteruit en zuchtte.
“Het was een plan om mij er in te luizen en de Heer te laten denken dat ik een verrader was, dat ik voor de Orde werkte en als spion voor hen diende.”, snauwde ze. “Je hebt me voor de gek gehouden, samen met je lieve vrouwtje.”
“Zo is het niet gegaan, Isa!”, verdedigde Lucius zich. “Echt niet!”
“Het was een plan, Lucius! Jij en Narcissa zouden de Heer bewijzen dat ik een dubbelspion was en werkte voor de Orde van de Feniks. Helaas voor jou ben ik daadwerkelijk een ware Dooddoener en spioneer ik alleen in opdracht van de Heer van het Duister!”, riep Isadora kwaad. Lucius’ ogen verharden zich en achter hem kwam Narcissa vandaan.
|
_________________
Take me away, a secret place, a sweet escape,
Take me away, take me away, to better days,
Take me away, a hiding place.
- Natasha Bedingfield, Pocket Full Of Sunshine |
|
  |
 |
Pluckjes
2e jaars


Verdiend:
82 Sikkels
|
Geplaatst:
Do Mei 24, 2007 15:16 |
 |
Ik hoor jullie al juichen, trouwe lezers! Het volgende hoofdstuk is geplaatst!
Bedankt weeral voor de leuke reacties overal, en bovenal: veel leesplezier!
Hoofdstuk 10
”Voel je je verraden, lief, klein meisje?”, siste Narcissa vals. Lucius liet zijn hand rond haar middel glijden en keek Isadora vals grijnzend aan.
“We hadden je te pakken kunnen nemen, er zijn bewijzen genoeg.”, zei hij vals. Narcissa knikte en vulde hem aan:
”Jammer dat je lieve, onbekende redder in nood je weer moest redden.”, zei ze, waarna ze vals grinnikte. Lucius liet Narcissa los en liep naar Isadora toe.
“Nu we het toch over je redder in nood hebben, Femme, waar is hij?”, vroeg hij zacht en dreigend. Hij stond op nog geen centimeter afstand van Isadora en hield zijn gezicht dicht bij het hare. Isadora voelde zijn adem in haar gezicht strijken en keek hem woedend aan. Ze antwoordde niet. Lucius stapte weer naar achteren.
“Als ik het niet dacht.”, zei hij. “Je hébt geen redder in nood.”
“Hoe verklaar je dan dat Isadora aan de dood is ontsnapt, Lucius Malfidus?”, siste Narcissa. “Natuurlijk heeft ze iemand die zijn of haar hand boven haar tere hoofdje houdt!”
“Dat weet ik, Narcissa, maar ik wil het antwoord van Isadora horen! Ik wil van haar horen wíe haar mysterieuze redder in nood is.”, snauwde Lucius zijn vrouw toe. Hij keek haar even vernietigend aan en richtte zich daarna weer tot Isadora.
“Die naam, Lucius.”, zei Isadora zacht. Ze boog zich naar voren, naar zijn oor. “Is niet voor jou oren bestemd. Net zoals het niet voor de oren van jou vrouw is bestemd. Net zoals het voor niemand is bestemd. Ik weet wie mijn redder in nood is, en die naam, Lucius, ga ik niet prijs geven. Hoe graag je het ook wilt en met welke methoden je het ook gaat proberen. Uit mijn mond zal je die naam nooit horen.”
Duidelijk niet het antwoord wat Lucius van haar verwachtte, en Isadora keek hem met een tevreden grijns aan. Ze richtte haar blik even op Narcissa en draaide zich om. Ze liep terug naar boven, maakte een ommetje en besloot om later nog eens terug te gaan en haar plan voort te zetten.
Isadora sloot de deur van haar kamer achter zich en keek over haar schouder de gang in. Severus was weggeroepen om iets voor de Heer te doen en dit was een uitgelezen kans voor Isadora om haar ding te doen. Severus had haar sterk afgeraden het nu te doen, maar ze was te eigenwijs. Ze had niet langer het geduld en de tijd om te wachten. Als ze dat wel zou doen zou dat vele levens kosten. Levens van de mensen die ze mocht en de mensen die haar mochten. Ze wilde die levens niet op haar geweten hebben, niet als ze wist dat ze hen had kunnen helpen en had kunnen voorkomen dat de slachting plaats zou vinden. Isadora kwam bij de deur aan waar zij door naar binnen was gegooid bij aankomst en ze zag de vier Dooddoeners de deur bewaken.
“Laat me binnen.”, beval Isadora hen. De Dooddoener schudde zijn hoofd.
“We mogen niemand binnen laten.”, zei hij.
“De Heer van het Duister heeft me gevraagd binnen te gaan en te kijken in welke staat Remus Lupos verkeerd.”, loog Isadora. Dit leek te helpen. De Dooddoeners maakten de deur voor haar open en lieten haar binnen. Isadora draaide zich in de deuropening naar hen om.
“Drie van jullie moeten opzoek naar Severus Sneep om te melden dat het zover is. Hij weet waar het over gaat. De ander moet met mij mee.”, zei ze. Twijfelend bleven ze staan en wisselden ze samen een blik uit. Isadora was al halverwege de trap en draaide zich om.
“Het zijn orders van de Heer.”, loog ze nogmaals. Pas nu kwamen ze in beweging. Eén van de Dooddoeners kwam haar achterna naar beneden, de andere drie sloten de deur en gingen opzoek naar Severus. Onder aan de trap keek Isadora rond. De blikken van de aanwezigen verraadden dat ze haar een verader vonden. Als ze eens wisten wat ze van plan was, zouden ze haar niet allemaal zo vuil aankijken. In tegendeel. Isadora richtte zich tot de Dooddoener die ze mee naar beneden had genomen. Een non-verbale spreuk volgde en de Dooddoener viel neer. Isadora draaide zich weer naar de anderen.
“Maak dat je wegkomt!”, zei ik hen. “Er heerst de hele dag al chaos, als jullie daar gebruik van maken is een ontsnapping mogelijk.”
Er was een moment van chaos, paniek, rumoerigheid. Isadora stond ongeduldig te wachten, en zag tot haar tevredenheid dat er telkens groepjes de ruimte verlieten. Als laatste vertrok Arthur, samen met Remus. Isadora liep achter hen aan naar boven, maar verstijfde toen ze de twee gedaanten in de deuropening zag staan.
“Je dacht toch niet zomaar weg te kunnen, Isadora?”, vroeg een mannenstem haar. De ander grinnikte. Isadora vloekte luidruchtig. Het zat haar ook nooit eens mee!
“Ik denk niet dat de Heer van het Duister het leuk zou vinden wanneer hij hoort dat je zijn slachtpartijtje naar de maan hebt geholpen!”
“Och, houdt toch je mond, Lucius!”, snauwde Isadora. Ze liep de trap verder op, vervloekte de man en de andere – toen ze eens goed een blik op de andere Dooddoener wierp, zag ze dat het Bellatrix was – en loodste Arthur samen met Remus het huis door. Ze moesten ontsnappen voordat iemand Lucius en Bellatrix zouden vinden. Voordat men alarm kon slaan.
Nauwelijks zette Isadora een voet over de drempel van de voordeur of ze voelde een ijzersterke greep haar arm beet pakken. Ruw werd ze omgedraaid en ze slaakte een gilletje toen ze Severus voor zich zag staan.
“Ik had je nog zo gezegd het niet te doen!”, siste hij kwaad. “Wanneer luister je eens naar mij!”
“Ik trek mijn eigen plan, Severus.”, antwoordde Isadora sissend. Ze trok zich los en keek om naar Arthur, die op haar wachtte. Remus leek met de seconde bleker te worden en Isadora gaf Arthur een teken dat hij vast vooruit moest gaan en dat ze wel zou volgen.
“We zouden dit samen regelen! Narcissa heeft hier lucht van gekregen, Isadora! Je zet je leven op het spel!”, Severus schudde haar heen en weer en keek haar doodringend aan. Isadora leek niet te willen inzien dat wat ze nu had gedaan, niet op het juiste moment was gedaan.
“Maak toch niet overal een drama van, Severus!”, siste ze. Ze trok zich los en keek hem aan. “Ze zijn weg, en ik ook.”
“Je kán niet weg, Isadora! Het valt teveel op. We zijn nog niet zover!”
“De plannen zijn door de war gegooid. We moeten het anders doen, sneller dan gepland en onverwachts. Ik verwacht je overmorgen in de loop van de avond om het -”
Severus leek ineens lijkbleek en Isadora keek hem even vragend aan. Ze snapte niet waar hij ineens last van had en legde ongerust haar hand op zijn arm. Severus pakte haar beet en in een fractie van een seconde hoorde ze stemmen roepen, gevolgd door vele vervloekingen. Isadora belande tegen iets hards en voelde dat de lucht uit haar longen werd geperst. Happend naar adem werd ze zich bewust van het feit dat Severus op haar lag en haar bezorgd aankeek.
“Alles oké?”
Isadora knikte enkel en ving een blik op van Dooddoeners. Ze ging overeind zitten en zag dat ze omringd waren door de volgelingen van Voldemort. Narcissa stond vooraan en keek tevreden en minachtend op haar neer.
“Je gaat eraan, Isadora Montaque.”, sneerde ze. Het was duidelijk te zien dat ze dat helemaal niet erg vond. Ze stond zelfs te popelen.
“De Heer van het Duister zal je dit keer niet sparen!”
“Houd je mond, Narcissa!”, snauwde Isadora, die overeind kwam. Meteen werd ze van alle kanten aangevallen en schoten de vervloekingen op haar af. Behendig wist Isadora ze te pareren, helaas was Narcissa stiekem en snel genoeg. Ze vervloekte haar en met een simpel zwiepje van haar toverstok, liet ze Isadora kreunend van de pijn door haar benen zakken. Isadora liet zich op haar knieën vallen en keek Narcissa woedend aan.
“Feeks.”, siste ze boos.
“De enige echte, Isadora!”, Narcissa lachte vals en de Dooddoeners om haar heen volgden haar voorbeeld. Severus werd overeind getrokken en bij Isadora vandaag gehaald. Hij werd meegenomen door twee Dooddoeners. Isadora keek hem na en zag dat hij even bezorgd een blik over zijn schouder wierp.
“Isadora Adalina Montaque.”, de stem maakte dat Isadora verstijfde van angst. De intonatie die deze stem bezat, was intimiderend. Langzaam draaide Isadora zich om. Klaar om haar lot in de ogen te kijken met een ijzersterke, vastberaden blik in haar ogen. Ze zou waardig ten onder gaan. Wanneer dat nodig was.
“Heer Voldemort.”, zei Isadora, met een lichte spot in haar stem.
|
_________________
Take me away, a secret place, a sweet escape,
Take me away, take me away, to better days,
Take me away, a hiding place.
- Natasha Bedingfield, Pocket Full Of Sunshine |
|
  |
 |
Pluckjes
2e jaars


Verdiend:
82 Sikkels
|
Geplaatst:
Vr Mei 25, 2007 14:24 |
 |
Ik ga mijn lezertjes minder blij maken. Om twee redenen: dit is het laatste hoofdstuk, en de andere reden... Daar moet je dit hoofdstuk voor lezen.
Iedereen bedankt voor het lezen en alle leuke en lieve reacties die ik kreeg na het plaatsen van een nieuw hoofdstuk! Fijn om te weten dat mensen het leuk vinden en dat je schrijven word gelezen.
Voor de laatste keer in dit verhaal: veel leesplezier!
Hoofdstuk 11
Er heerste een doodse stilte in de gang. Isadora en Voldemort stonden tegenover elkaar, oog in oog. De Dooddoeners om hen heen kwamen dichterbij en vormden een kring, waar Isadora in geen mogelijkheid levend uit kon ontsnappen. Als Isadora dat al zou willen. Haar ogen waren strak op Voldemort gericht. Haar rug was kaarsrecht en haar hoofd hooghartig in de lucht gestoken. Ze was er klaar voor. Met haar hand taste ze naar haar toverstok toen ze zag dat Voldemort die van hem op haar richtte.
“Je bent een verrader, Isadora.”, zei hij.
“Dat weet ik.”, Isadora’s stem klonk koel en afstandelijk. Haar blik was duister en onheilspellend.
“Dan weet je ook wat er met verraders gebeurd.”
Isadora knikte. Ze was niet bang voor degene die voor haar stond. Verre van. Voldemort zweeg en keek Isadora inschattend aan. Het leek wel alsof hij twijfelde. Isadora grijnsde en hoorde Narcissa krijsen dat hij haar moest vermoorden.
“Vermoord dat kreng! Breng de Femme Fatale om het leven!”, gilde ze. “Ze heeft ons verraden! Ze verdient niets anders dan de dood!”
Voldemort negeerde het roepen van Narcissa en keek Isadora strak aan. Hij opende zijn mond om de twee dodelijkste woorden te roepen. Isadora omklemde haar toverstok en richtte het in een fractie van een seconde op Voldemort.
“Avada Kadavr –“
“Néé!”, een onbekende stem maakte dat Isadora haar spreuk niet af kon maken. Een tweede onbekende stem volgde al snel:
“Expelliarmus!”
Haar toverstok werd uit haar hand geslagen en suisde door de lucht. Met een licht tikkend geluid stuiterde het op de grond en rolde het naar de voeten van de persoon die voorkwam dat Isadora Voldemort zou vermoorden. Isadora draaide zich een kwartslag en keek recht in de ogen van Hecuba Jacobs, Romeo Wolkenveldt en Alastor Dolleman. Voldemort vuurde de ene na de andere vloek op het drietal af, gevolgd door de Dooddoeners die besloten hem te hulp te schieten, en hij richtte zich daarna tot Isadora. Om hen heen klonk het schreeuwen en roepen van de duellerenden en niemand van de aanwezigen leek te horen wat Voldemort mompelde. Isadora sperde haar ogen wijd open en zag de groene flits pijlsnel op haar afschieten. Verdoofd bleef ze staan, alsof ze aan de grond was vastgenageld. Ergens ver weg hoorde ze iemand een gil geven, een ander riep “Nee!” en het werd zwart voor haar ogen. Isadora vloog door de lucht en schoot over de Dooddoeners heen. Met een plof viel haar lichaam op de grond, waar ze roerloos bleef liggen. Het duelleren om Voldemort heen stopte en allemaal keken ze naar Isadora. Haar blonde haren hingen over haar gezicht, haar ogen waren nog altijd wijd opengesperd. Iedereen leek geraakt te zijn door dit aanblik.
“Ruim haar op.”, de woorden van Voldemort echoden na en werden gevolgd door voetstappen. Voetstappen van Voldemort, die verdween. Niemand leek zich te verroeren en allemaal keken ze als verdoofd naar de vrouw die op de grond lag. Uiteindelijk was het Narcissa die naar voren stapte en twee mensen wenkte. Ze nam de leiding op zich. Samen met de twee Dooddoeners liep ze naar Isadora. Ze wilden zich bukken om haar lichaam op te pakken, maar werden omver geblazen. Verscheidene vloeken vlogen weer in het rond, gevolgd door een grote rookpluim. Narcissa krabbelde overeind en kon nog net drie gedaantes zien. Ze bogen zich over het lichaam van Isadora. Een luide knal klonk en de rook dreef langzaam weg. Isadora was verdwenen.
“Zoals ik het je had voorspeld.”, was het enige wat Michael Moore zei. Hij keek neer op de treurende gezichten van de anderen en zuchtte. Er heerste een eigenaardige, trieste sfeer. Remus staarde vermoeid voor zich uit en wisselde een blik uit met Arthur. Als zij niet waren gegaan en Isadora hadden gedwongen mee te gaan, had ze hier aan tafel gezeten.
“Isadora is Celia Dasey en Nadelyne achterna gegaan, precies zoals ik het had gezegd.”, ging Michael verder. “Ik ben mijn beste vriendin en dochter verloren aan hem, en toch was je niet overtuigd. Remus, je wíst dat iets dergelijks kon gebeuren!”
“Michael.”, Remus keek op en keek de man voor hem strak aan. “Ik heb geprobeerd Isadora terug te krijgen. Ik heb geprobeerd haar over te halen te stoppen met de missie. Maar ze weigerde, hoezeer ik er ook op aandrong.”
“De keuze was aan haar, Michael.”, viel Emmeline hem bij. “Isadora wilde niet stoppen met de missie, ze raakte steeds meer verstrikt in een web van leugens. Ze verloor zichzelf uit het oog –“
“Dat heeft ze nooit gedaan.”, de dreigende stem die dit zei, maakte dat iedereen met een ruk opkeek. Ze staarden naar de deur.
“Severus.”
“Isadora is zichzelf geen seconde uit het oog verloren. Ze wist precies wat ze deed. Ze raakte niet verstrikt in een web van leugens. Zo nu en dan werd ze op de hielen gezeten door Dooddoeners die dachten haar te ontmaskeren, maar ze hadden niet genoeg bewijzen. Isadora handelde op een dusdanige manier dat er niets te bewijzen viel.”, Severus keek Michael en Emmeline om beurten strak aan en vervolgde zijn verhaal.
“Ze leek in jullie ogen een slecht persoon die verloren was in haar opdracht, maar ze werd geschaduwd en in de gaten gehouden. Er was geen enkele seconde dat ze even haar rol van zich af kon schudden en zichzelf kon zijn. Zelfs niet in haar eigen huis. Isadora was op de goede weg, en zeg nooit, maar dan ook nóóit dat ze niet wist wat ze deed. Want ze wist het wél. Ze was zich er iedere minuut van de dag bewust van. Iedere beweging die ze maakte had ze overdacht, iedere stap die ze zette en ieder woord dat ze sprak waren dingen waar ze goed over had nagedacht. Enkel en alleen om jullie te kunnen blijven geven wat jullie wilden.”
Het was doodstil. Iedereen wist dat Severus gelijk had en dat Isadora een persoon was dat voor deze missie perfect was.
“Het was haar keuze om haar leven te geven voor jullie, wanneer dat nodig was. Tegen mijn adviezen in, heeft ze jullie helpen ontsnappen, wetend wat voor een slachting er plaats zou vinden wanneer ze dat niet deed en het volle maan was. Ze wilde dat niet op haar geweten hebben.”
De wind streek in zijn gezicht en door zijn haren. Hij knielde neer bij de steen voor hem. Langzaam streek hij met zijn vingers over het koude, harde graniet. Zijn ogen hield hij strak op de gouden letters gericht. Gouden letters die samen drie woorden vormden, een naam.
Isadora Adalina Montaque
De roos die hij in zijn hand had, legde hij bij de andere bloemen neer. Langzaam kwam hij overeind. Hij keek neer op de steen en slikte even moeizaam.
“Tot ziens, Femme Fatale.”, zei hij zacht. Hij draaide zich om en liep het lange, met kiezelsteentjes bedekte pad af. In de bocht draaide hij zich om en wierp hij nog een laatste blik op de grafsteen.
|
_________________
Take me away, a secret place, a sweet escape,
Take me away, take me away, to better days,
Take me away, a hiding place.
- Natasha Bedingfield, Pocket Full Of Sunshine |
|
  |
 |
|
|