Auteur |
Bericht |
_kiimm!
Dreuzel
Verdiend:
33 Sikkels
|
Geplaatst:
Di Sep 30, 2008 16:46 |
|
Proloog
Het was een koude vochtige winterdag in eind december. De straten en kale takken van de bomen en struiken waren versierd door een dikke laag sneeuw.
De lichten van de lantarenpalen waren een beetje gedempt door de hevige sneeuwbui die nog bezig was.
Gekleed in een kapotte veel te grote blouse en spijkerbroek stond ik voor een enorm huis met me neus op het raam gedrukt naar binnen te kijken.
Ik droomde er letterlijk elke nacht wel van dat ik in zo’n huis kon wonen, net als de bewoners hier en dat ik met mijn familie en mijn vrienden kerst zou kunnen vieren.
Familie.
Ik wist niet eens waar mijn familie was, of ik überhaupt wel familie had. Zolang als ik me al kon herinneren ben ik altijd alleen geweest.
Het begon harder te sneeuwen en ondanks dat ik niks diks aan had bleef ik daar staan en met een verlangende blik naar binnen staren.
Binnen zat het gezin met ze alle om de kerstboom heen en zongen ze liedjes. Iedereen behalve een persoon. Een jongen.
Volgens mij was hij de oudste kind van het gezin. Ik wist het niet helemaal zeker, hij leek in iedergeval wel de oudste.
De jongen zat bij de haard niet ver van het raam vandaan waar ik stond.
Altijd als ik me alleen voelde en ik naar binnen staarde bij het gezin zag ik dat die jongen afgezonderd zat van het gezin.
Alsof hij er niet bij hoorde, een verschoppeling.
En ondanks dat onze huidige situaties zo verschillend waren, leken we toch meer op elkaar dan we dachten en toe wouden geven. |
|
|
|
|
_kiimm!
Dreuzel
Verdiend:
33 Sikkels
|
Geplaatst:
Di Sep 30, 2008 16:47 |
|
Hoofdstuk 1.
Het begon eigenlijk zo´n twee weken geleden dat ik naar binnen staarde bij het gezin.
Eerst zag ik de jongen nooit, maar sinds een paar dagen geleden zag ik hem ook elke dag zitten.
Er was iets anders aan die jongen, iets waar ik me vinger maar net niet op kon zetten.
Steeds vaker betrapte ik mezelf erop dat ik me erop verheugde hem weer te zien, om naar zijn wild zittend bruine haren te staren.
Hij had een ander soort gloed over zich heen dan de rest van het gezin, iets wat me na hem toe trok. Iets mysterieus.
De rest van het gezin deed ook nooit de moeite om hem bij de familieactiviteiten te betrekken.
Ik zag dat zijn jongere zusje het een keer geprobeerd heeft, maar waarschijnlijk zal ze het wel opgegeven hebben.
In het begin kwam ik hier puur omdat ik rond de kersttijd altijd word herinnerd aan het feit dat ik niemand heb, niemand waarmee ik kerst kan vieren, waarbij ik kan komen als ik weer is een nachtmerrie heb of als ik simpelweg gewoon behoefte had aan gezelschap.
Een treurig gevoel overviel mij terwijl ik somber naar binnen staarde, ik voelde langzaam wat afgunst voor de jongen opborrelen.
Ondanks dat ik niet wist waarom de jongen zo treurig was en zich afzonderde van zijn familie wist ik een ding zeker.
Hij moest blij zijn dat hij familie had, aangezien hij wel iemand had waarop hij terug kon vallen.
Aangezien ik dat niet had.
Ik scheurde langzaam me aandacht weg van het raam en draaide me langzaam om, ik had voor vandaag wel genoeg gezien.
Met me versleten schoenen liep ik over het besneeuwde paadje terug naar het enorme hek die het terrein van het huis afbakende.
Ik draaide nog eventjes om om afwachtend af te wachten op iets, wat wist ik niet precies.
Het was alsof ik hoopte dat ze naar buiten zouden komen rennen, en zegge dat het een fout was dat ik op straat leefde. Omdat ik bij hun hoorde..een van hun was.
Nadat er ongeveer 3 minuten vervlogen waren draaide ik me weer om en klom ik het gat in dat half verscholen achter de bosjes lag.
Ik was per toeval achter de ingang naar het enorme huis gekomen, het kwam min of meer doordat ik probeerde te verstoppen voor een paar jongens die me weer eens kwamen lastig vallen.
Met een diepe zucht kwam ik moeizaam weer omhoog aan de andere kant van het hek en liep ik rechtdoor het dorpje in.
Het was inmiddels al laat en niemand liep meer over straat, iedereen zat binnen kerstavond te vieren.
Ik liep de winkelstraat voorbij en ging rechtsaf waar ik vervolgens het dorp weer uitliep en een soort van berg opliep.
Boven op de berg stond een verlate huis die ondanks zijn versleten uiterlijk in een nogal goede staat was.
De verroeste ijzeren hek was al open toen ik de tuin inliep dus dat betekende dat Mariska voor mij terug was gekomen.
Mariska was mijn enige echte vriendin die ik had, wat er ook gebeurt zij zou altijd voor me klaar staan en andersom ook.
´Mariska?’
Ik duwde de voordeur langzaam open en liep de donkere hal in. ‘ Ben je daar?’
‘Hierzo!’ klonk er muf vanachter de gesloten deur vandaan.
‘Hé Maris..’ mompelde ik somber nadat ik de kamer binnen was gekomen en neergeploft was op het kapotte matras dat op de grond lag.
Het meisje met vies vettig zwart haar dat op het matras lag ging rechtop zitten en nu was haar gezicht goed te onderscheiden in het maanlicht dat via het raam naar binnen scheen.
Ze had een bol rond gezicht, met rond haar mond allemaal zweren en blaren. Haar zwarte haar had ze slordig in een staart met een kapot elastiekje die ze waarschijnlijk buiten had gevonden gedaan.
Ze had grijze ogen die ze nu vernauwde terwijl ze me met een geïrriteerde blik aankeek.
‘Je bent toch niet weer naar dat huis toegegaan he Rachel?’
Schuldbewust staarde ik naar me handen. ‘Mariska..’
‘Ja dus.’
Ze slaakte een diepe zucht en ging nog wat rechter zitten voor ze op een bestraffende toon zei: ‘Je weet dat het niet goed voor je is! Elke keer als je daar naar toe ga kom je terug met een slecht gevoel.
En je weet dat ik het haat om je depressief te zien.’ Mompelde ze er zachtjes achteraan.
Ik knikte en me ogen begonnen te wateren. De laatste tijd was ik zo emotioneel, werkelijk om gek van te worden.
‘ Het spijt me.’
Mariska pakte me handen beet en drukte een kus op me wang. Haar lippen voelde ruw aan.
‘Het geef niks. Beloof me dat je daar niet weer naar toe gaat? Rach? Ik wil alleen maar het beste voor je.’
Ondanks dat ik wist dat ik die belofte nooit kon waarmaken knikte ik. ‘Ik beloof het.’
Mariska maakte een kreet van plezier en sprong meteen op waardoor de kranten waaronder ze sliep op de grond vielen.
‘Kijk eens! Ik heb een verassing voor je.’
Ze liep naar de hoek toe waar iets in een bal opgerold lag te slapen, wat vreemd dat het me niet eerder was opgevallen.
‘Ondanks dat wij zo armoedig leven, wist ik dat je je eenzaam voelde en daarom heb ik dit speciaal voor jou verdiend. Alleen het beste voor het beste. Alsjeblieft.’
Ze drukte wat zachts in me handen en ik voelde een gelukzalig gevoel door heel me lichaam trekken.
‘Bedankt.’ Mompelde ik terwijl ik me gezicht in de vacht van de kat duwde en de kat stevig knuffelde.
‘Maar dit hoefde niet, met het geld had je eten kunnen kopen of sterker nog iets wat -,’
‘Ik wou je dit geven,het was niet veel moeite.’
‘Echt?’
‘Echt! Nou heb je al een naam voor je kat?’
Ik fronste diep en keek even rond in de kamer, een naam voor me kat.
‘Ik heb werkelijk geen idee..’ mompelde ik beschaamd.
Mariska lachte geamuseerd en liep terug naar het matras.
‘Geef niks, je hebt nog tijd zat om een naam te bedenken.’
Ik knikte en ging naast Mariska liggen op het matras met de kat die op me buik aan het slapen was.
Ze had gelijk, het was niet alsof ik toch wat nuttigs te doen had. |
|
|
|
|
|
| |