Auteur |
Bericht |
Shirley
The Chatting Mod
Verdiend:
0 Sikkels
Woonplaats: Ravenclaw, my house.
|
Geplaatst:
Za Nov 01, 2008 16:34 |
|
Fanfiction Challenge November [Halfbloed Prins/Verleden]
Hey allemaal!
November alweer, dus ook weer een nieuwe FanFiction Challenge, we gaan het maar weer een keer proberen. xD Ook deze keer weer een speciale Challenge voor de Harry Potter Forum Maanden, namelijk maand 6, de Halfbloed Prins.
Een van de belangrijkste verhaallijnen in boek 6, is dat we te weten komen over het verleden van Voldemort. Het thema van deze Challenge wordt dus:
Verleden.
Verder geen gekke regels, dus doe je best, leef je uit. Alles mag zolang het centrale thema te maken heeft met ‘verleden’.
De regeltjes:
x Je inzending mag minimaal uit 1000 woorden bestaan en maximaal uit 2000 woorden. Let hier alsjeblieft op, het zou zonde zijn als je verhaal hierdoor niet mee kan doen!
x Houd je aan de opgegeven opdracht! Het hoofdthema is: Verleden.
x Het moet speciaal voor de challenge geschreven zijn. (En dus nergens anders op internet te vinden zijn.)
x Je moet het verhaal zelf geschreven hebben.
x Het moet in AN (Algemeen Nederlands) geschreven zijn; geen breezahtaal en als het kan zo min mogelijk spelfouten. Kijk in ieder geval je inzending even na voor je hem instuurt of laat hem door iemand bèta-readen.
x Gebruik in je verhaal óf de Engelse namen uit Harry Potter óf de Nederlandse, anders wordt het verwarrend.
x Je mag maximaal 1 verhaal inzenden.
x Je inzending moet een Nederlandse titel hebben.
x Je inzending moet vóór de uiterste inleverdatum binnen zijn.
x En houd er even rekening mee dat dit een forum voor alle leeftijden is.
De challenge begint vandaag, 1 November dus, en jullie kunnen je verhaal inzenden tot 22 November! Daarna kunnen we gaan stemmen.
Als je nog vragen, opmerkingen of ideeën hebt, dan hoor ik het graag! Stuur gewoon even een PB. Ook de inzendingen voor de challenge stuur je natuurlijk naar mij via PB.
Ik wens jullie allemaal veel plezier en succes met deze nieuwe challenge!
xXx Shirley
Inzendingen:
1. Brief aan niemand
2. De Dag Des Oordeels
3. Het verslag
4. Een nieuw leven
5. De toeschouwer |
_________________
I love HPF.
All good things come to an end... Goodbye HPF. |
|
|
|
Shirley
The Chatting Mod
Verdiend:
0 Sikkels
Woonplaats: Ravenclaw, my house.
|
Geplaatst:
Do Nov 13, 2008 12:11 |
|
Brief aan niemand
Beste lezer,
Ik snap niet dat het zover heeft kunnen komen. Ik wil dit niet, maar ik heb geen keus. Ik zal mijn vrienden nooit vergeten. Ik kan me elke dag dat we bij elkaar waren nog goed herinneren, elk moment dat we samen één waren, samen sterk stonden. Op verschillende momenten konden we zo goed met elkaar omgaan, maar er was altijd een deel in me die ze nooit gekend hebben. Een deel, die ze niet mochten zien.
Jullie willen weten wat dit aspect is? Nou, lees mijn herinnering dan maar.
Het was weer zover. 1 september leek altijd zo ver weg, maar dit jaar ging het wel erg snel. Ik keek terug op mijn vakantie. Gezellig met de familie naar Ierland. Oh, wat is dat land toch mooi. Ik wou dat het weer vakantie was, maar toch vond ik het niet erg dat ik weer naar school moest, weer naar mijn vrienden.
We hadden afgesproken buiten het station van Londen, zoals we al 3 jaar deden. James stond er al. Snel liep ik naar hem toe en gaf hem een stevige hand. Au. Die hand was wel erg stevig. Samen wachtten we op Remus en Sirius. Sirius kwam samen met zijn broer Regulus, die ons een vuile blik gaf. Ik kon die jongen niet uitstaan, maar voordat ik wat kon zeggen kwam James al met een opmerking.
‘Hey Sier, wat heb jij nou weer aan je hangen?’
Sirius antwoordde: ‘Tja, nog even en ik ben er weer vanaf.’ Sirius en James lagen in een deuk. Ik vond het ook wel grappig, maar niet zó grappig. Toch lachte ik. Sirius en Regulus bleven bij ons staan. Regulus keek telkens vol afgunst naar me en dan weer naar James. Ik wist dat Sirius en James niet konden wachten tot Remus kwam, zodat ze naar de trein konden lopen en verlost waren van Regulus. Langzaam tikte de klok verder. Nog steeds geen Remus. Ik vroeg aan James of Remus niet al in de trein zat. Hij antwoordde lachend dat hij dat maar beter niet kon doen. Ook Sirius grinnikte.
In de verte zagen ze iemand aan komen rennen. Deze persoon had een grote koffer bij zich, en het zag er dus grappig uit. Sirius schreeuwde: ‘Hey Reem.’ De jongen zwaaide, waardoor hij zijn evenwicht verloor, en viel. James, Sirius en ik lagen helemaal dubbel en ook Remus kon er de grap van inzien. Snel hielpen we hem met zijn koffer en we liepen met z’n vijven naar perron 9 ¾. Nadat we op het perron stonden liep Regulus weg. Er kon nog net een ‘zie je op school’ vanaf, en toen was hij verdwenen. Nou, ik kan je vertellen dat we hem niet gemist hebben.
Samen tilden we de koffers in de trein en zochten een lege coupé. Na de hele trein te zijn doorgelopen, zagen we eindelijk een lege coupé. Maar wij waren niet de enige die hem zagen. Voor ons stond een groepje 2e jaars Griffoendors. Sirius zei meteen dat wij ouder waren en dus hadden wij de eerste keus. De 2e jaars stribbelden nog wat tegen, maar gaven zich al snel gewonnen. Lachend namen we plaats en we praatten wat over Remus’ aanstelling als klassenoudste.
‘Zolang je ons maar niet verlinkt,’ zei Sirius lachend.
Remus keek raar naar Sirius. ‘Dan moet je je maar een keer gedragen!’ Er viel een stilte. Ik keek naar Remus en zag zijn pretoogjes. Op hetzelfde moment lachte iedereen. Ik kon het me niet voorstellen. James en Sirius die zich gedragen. Of Remus die zijn vrienden verlinkt. Nee, dit kan alleen in een droom gebeuren.
Het volgende onderwerp was Severus. Die vieze jongen uit Zwadderich. Bah, wat had ik een hekel aan Zwadderich. Maar, als je er even goed over nadenkt, zijn sommige standpunten van Zwadderich wel goed. Nee, niet aan denken. Zwadderich is het pure kwaad, zoals James, Sirius en Remus me al vaak hadden gezegd. Maar ze hadden het over Severus, niet over Zwadderich in het algemeen. Iedereen wist dat James een oogje had op Lily, volgens James het mooiste meisje van Griffoendor. Maar James kon het niet verkroppen dat Lily veel tijd doorbracht met Severus. Wat was er nou tussen die twee? James vond het maar niks en daarom pestte hij Severus ook. Ach, het is maar een Zwad. James vertelde ons dat Secreetje ook klassenoudste was geworden. De sfeer daalde direct. Severus, klassenoudste? Dit was zeer slecht nieuws. Nu konden we hem niet elke dag pesten. Nu moesten we oppassen met wat we deden. Alhoewel, we konden overal onderuit komen. We waren niet voor niks de Sluipers! Maar ondanks alles moesten we voorzichtig zijn. Je weet maar nooit wanneer je kansen gekeerd worden.
Zweinstein kwam steeds dichterbij, en het was tijd voor Remus om zijn klassenoudsten ronde te lopen. Samen met de andere Griffoendor klassenoudste liep hij zijn ronde en Sirius, James en ik liepen er natuurlijk achterna. Zodra ze weer een Zwad zagen die zich misdroeg, kregen ze eerst straf van Remus en daarna mochten James en Sirius hem nog eens uitkafferen. Ik deed ook mee, maar James en Sirius namen de leiding. Eigenlijk wou ik niet meedoen, maar ik weet zeker dat ze anders zouden gaan zeuren tegen mij en daar had ik ook geen zin in. Na onze ronde gingen we weer naar onze coupé. Het was altijd zo leuk. We waren altijd één. Met leuke dingen, maar ook met minder leuke dingen. Vooral het pesten van Zwadjes was leuk. Samen stonden we sterk.
Ach, ze hadden een goed hart. Ze waren trouw aan hun vrienden. Maar toch, de herinnering van die dag weet ik nog zo goed. Waarom moesten ze nou zo gemeen zijn. Nu wil de Heer van het Duister ze vermoorden. En waarom moet ik degene zijn die de geheimhouder is? Ik wil het niet! Ik weet dat ik ze moet verlinken. Ik wil het niet, maar ik kan geen nee zeggen. Het was leuk jullie gekend te hebben. Al deze herinneringen zal ik koesteren, maar aan niemand vertellen.
- Peter |
_________________
I love HPF.
All good things come to an end... Goodbye HPF. |
|
|
|
Shirley
The Chatting Mod
Verdiend:
0 Sikkels
Woonplaats: Ravenclaw, my house.
|
Geplaatst:
Do Nov 13, 2008 13:08 |
|
De Dag Des Oordeels
Ik weet niet precies wat er gebeurde. Alles ging letterlijk in een flits. Voordat ik het wist was het al gebeurd. Ik kon er niets meer aan doen. Ik niet, en niemand anders met mij. Dat betekende niet dat ik er niet over had nagedacht. Ze verdienden het gewoon. Ik ben niet bang geweest om die ene handeling uit te voeren. Het is zo'n klein iets en toch.. Een stok, een spreuk, dan is het voorbij. Het was zo gebeurd. Ik liep door de hal en opende een deur. Ze zaten allemaal binnen. In gedachten had ik het al gedaan, maar in werkelijkheid moest het nog gebeuren. Het moest. Ze zaten me dwars. Ik keek nog eens goed naar ze. Hun nietsvermoedende ogen, hun gezichten, hun lichamen, ja, álles nam ik goed in me op. Ze keken me aan. Groetten me. Nietsvermoedend. Hun houding was niet vijandig, ze gedroegen zich niet anders dan normaal. Ik liep naar voren. 'Het is tijd.' zei ik. Doordringend keek ik ze aan, hun blikken nog eens goed in me opnemend. Hun laatste uur had geslagen. Ze zouden zich niet langer op aarde bevinden. Uit de binnenzak van mijn gewaad haalde ik mijn wapen tevoorschijn. Het was klein, maar kon meer schade aanrichten dan men zou vermoeden. Ik richtte het op hen en hun verdorven zielen. Ze zouden eindelijk beseffen hoe machtig ik was. En dat zou enkel het begin zijn. Toen zei ik dat ene befaamde woord. Het zou het laatste woord zijn dat ze uit een mond zouden horen. Avada Kedavra.
Het zou me machtig maken, machtiger dan ooit. Tot dat ene vreselijke moment. Ik kan er niet over praten, mijn dagboek. Het is gewoon te pijnlijk. Dat ene moment dat alles instortte. Alles waar ik jarenlang naartoe had gewerkt stortte in. Het doel dat ik ooit wilde bereiken, was geen doel meer, want toen kwam ik hier terecht. En eenmaal hier kun je niet meer terug. Er is geen spreuk die me terug kan brengen. Ik ben slechts een ziel, een niemand, een geest. En ik lijd. Ieder moment lijd ik onder datgene wat die vreselijke gebeurtenis me bracht. Het heeft mijn ziel aan stukken gereten, mijn lichaam vernield, mijn eigenwaarde gekwetst. Ik ben een gebroken man. Ooit, op het toppunt van mijn macht, was ik gelukkig. Ik kon gaan en staan waar ik wilde, doen wat ik niet laten kon en alles en iedereen uit de weg ruimen die me niet aanstond. Die tijd is nu voorbij. Tijden komen en gaan, mijn macht strekte zich uit tot in de hele magische wereld.
Maar dat mormel verhinderde mijn terugkeer. Gewoon, een stomme tovenaar, gillend om aandacht. En die kreeg hij. Want hij verhinderde mijn herrijzing. En hij vermoordde me. Het was gewoon stom toeval. Daar blijf ik bij.
Lang voordat het dan zover was, wist ik het al. Ik zou hem vermoorden. Er zou niemand meer zijn die krachten bezat die ik niet had. De jongen was slechts een middelmatige tovenaar. Niet slecht, maar ook niet geweldig. De spreuken die hij gebruikte waren goed doordacht, maar ze hadden lang niet zoveel effect als de mijne. Het was vooral puur geluk wat hij had. Puur geluk. De Steen, was het toeval? De Basilisk, kon het echt waar zijn? En het Toernooi waar hij heen was gelokt. Hij had meegedaan, en aan het einde van het jaar kon ik hem aan de laatste rustplaats van mijn vader vastbinden - en hem kwellen. In zijn vijfde jaar stierf zijn peetvader. En in zijn zesde jaar het schoolhoofd. En toen was ik er. Gewoon plotseling, uit het niets. Ik was vast van plan hem te vermoorden. Toen, op een plek waar niemand hem ooit zou terugvinden, vermoorde ik hem. Dat dacht ik. Maar het mocht niet zo zijn. Pas later, veel later, kwam ik er achter dat ik mijn eigen mensen niet kon vertrouwen. Ze hadden gezegd dat hij dood was. Maar hij was het niet. Want even later stond hij voor me. De jongen hief zijn toverstok op, in zijn ogen zag ik enkel haat. Toen sprak hij de woorden uit die ik jaren geleden ook over mijn en zijn familieleden had uitgesproken. Avada Kedavra....
Het leven is hard. Macht is niet eindeloos. Was het maar zo. Ooit hoopte ik mijn doel te kunnen bereiken, maar het heeft niet zo mogen zijn. Nee, het werd verhinderd door een tovenaar die een kracht heeft die ik niet bezit. Het is een kracht die ik ook nooit zal bezitten. Want liefhebben kan ik niet, dagboek. Ik vertrouw deze woorden toe aan het perkament, opdat mijn gedachten voor altijd bewaard mogen blijven. Want wie dit ook leest, hij zal weten dat ik een groot en machtig man was, dat ik geschiedenis heb geschreven en dat de mensen me dankbaar zijn dat ik ooit geleefd heb. ik was machtig, befaamd, beroemd en berucht. Mensen aanbaden me, haatten me, vreesden me. Maar ze wisten één ding: Ik zou me mijn macht niet zomaar laten afpakken. Toch liep het anders dan ik had gepland.
Ik heb een mooi leven gehad, maar het leven is niet oneindig. Ooit moest het voorbij zijn, en die dag is nu.
Nu zit ik hier, brandend, in de binnenste cirkel van de Hel. Telkens word ik gemarteld, brand ik me en wordt mijn ziel gekweld. Iedere seconde weer maak ik mee hoe het is om een gebroken man te zijn. Toen ik hier binnenkwam werd ik direct opgewacht door de Duivel zelf. Hij stuurde me meteen naar deze binnenste cirkel, waar naar ik heb gehoord de meest vreselijke figuren zitten. Maar ik ben niet vreselijk, ik ben geniaal. Het enige wat ik hier doe is wachten, wachten tot ik terug kan keren naar het Rijk der Levenden.
Ik wacht tot ik ooit weer op aarde kan terugkeren. Weliswaar in een andere gedaante, maar met evenveel trots als ik had voordat ik hier belandde. Je bent gewaarschuwd. Ik zal de naam van mijn vader eer aan doen. Ik zal terugkomen.
Marten Asmodom Vilijn |
_________________
I love HPF.
All good things come to an end... Goodbye HPF. |
|
|
|
Shirley
The Chatting Mod
Verdiend:
0 Sikkels
Woonplaats: Ravenclaw, my house.
|
Geplaatst:
Zo Nov 16, 2008 14:09 |
|
Het verslag
November, 1990
Bij binnenkomst zien we dat mevrouw al snel met grote ogen om zich heen kijkt en alles grondig bestudeert. Op het eerste gezicht maakt ze een redelijk verzorgde indruk. We bieden haar een kopje koffie aan, maar dit slaat ze af. Ze komt wat verward over. Na een korte voorstelling van haar leven nu, gaan we in op haar jeugd. Mevrouw vertelt over haar verleden tot in de kleinste details, met nauwkeurige textuurbeschrijvingen, gevoelens en met een opbouwende structuur.
Allereerst begint ze over een treinreis naar school, een school waar ze in eerste instantie zich helemaal niet voor had ingeschreven. ‘Het was een speciale school,’ zegt ze vertwijfeld, ‘Voor speciale mensen...’ Ze lijkt nog niet klaar te zijn om te vertellen wat voor mensen dit waren, dus hier wordt door ons nog niet naar gevraagd. Op de vraag of het leuk was op deze school heeft ze al snel een antwoord. ‘Het was fantastisch! Ik zag dingen die ik nog nooit gezien had. Het was alsof ik in een andere wereld was gestapt, in een droom, in een sprookje. Ik dacht dat nu ik dit gezien had, ik nooit meer zonder zou kunnen. Dat dacht ik.’
Voor meer informatie over haar persoonlijke problemen indertijd vragen we of mevrouw veel vrienden had op school. Ze laten ons weten dat ze eigenlijk twee echte vrienden had, maar dat ze met iedereen wel goed overweg kon. Ze weet haar twee beste vrienden uitvoerig te beschrijven. Ze praat over een jongen met heldere, groene ogen en zwart haar dat altijd voor zijn ogen zou hangen. Hij zou ook een litteken op zijn voorhoofd hebben gehad in de vorm van een bliksemschicht, iets waar een verhaal achter zou zitten. Ze kijkt onzeker om zich heen terwijl ze over het litteken praat. Vervolgens begint ze over een jongen met rood haar (ze zouden hem om te pesten soms ‘ginger’ noemen) en blauwe ogen. Bij het vermelden van zijn naam begint ze te blozen. Wij vragen verder naar deze jongen.
‘In het begin kon ik hem niet uitstaan! En ik had ook het idee dat hij mij een pain in the ass vond. We waren als water en vuur,’ ze grinnikt even bij de gedachte eraan, ‘toch waren we beste vrienden. Hij was er gewoon altijd voor mij. Nou ja, bijna altijd. En na verloop van tijd, besefte ik dat ik niet meer zonder hem kon. En hij niet zonder mij.’ Mevrouw laat een traan vallen. Wij bieden haar een tissue aan en hiermee veegt ze haar tranen weg. Wij nemen aan dat de vermelde vriend geen rol meer in haar huidige leven speelt en dit bevestigt ze. ‘Ik moet toegeven dat ik gevoelens voor hem kreeg. Ik wilde het liever niet, hij was mijn beste vriend en ik kon me niet voorstellen dat hij ook zo over mij dacht. Vooral in het laatste schooljaar begon hij erg charmant te worden, een echte gentleman.’ Ze vertelt ons dat ze pas in dat laatste jaar ontdekte dat hij ook gevoelens voor haar had. Maar dat dit ook het laatste jaar was dat ze hem heeft gezien.
We gaan in op haar andere vriend, met het litteken op zijn voorhoofd. ‘Hij was speciaal,’ vertelt ze ons, ‘op school kende iedereen hem.’ We vragen of de jongen dus al snel populair is geworden. ‘Niet populair, hij was beroemd. Iedereen kende hem al voor hij op school kwam, uit de boeken die we moesten lezen. Hij had iets heel legendarisch gedaan toen hij slechts één jaar oud was.’ Alweer lezen we twijfel in haar ogen en we vragen haar om hier meer over te vertellen. Ze slaakt een zucht en speelt nerveus met een pluk haar. ‘Stelt u zich voor, een heerser die iedereen terroristeert. Hij heeft al velen families vermoordt, levens verwoest en toch een leger van aanhangers. Stelt u zich voor dat HIJ van plan is om één klein, onschuldig kind te vermoorden maar dat dit verkeerd uitpakt. Kunt u zich dat voorstellen?’
Ze kijkt ons aan, wachtend op een antwoord. Wij vragen hoe zoiets dan mis kan gaan. ‘Dat wist niemand,’ antwoordt ze, ‘Hetgeen waarmee hij mijn vriend wilde vermoorden, er ging iets mis...’ Wij vragen of het pistool teruguit vuurde. ‘Zoiets,’ anwoordt ze met een nerveuze glimlach. Ze vertelt ons dat door hem iedereen eindelijk verlost was van de tiran. ‘Er werd op hem geproost, hij was beroemd voordat hij kon lopen of praten. Maar hij zou niks weten van zijn heldendaad, want hij was opgevoed bij een familie waar dit voor hem geheim werd gehouden.’ Ze slaat ons aanbod voor een glaasje water af. We vermoeden dat ze het aanbod niet vertrouwd.
De jongen met de litteken speelde een grote rol in haar leven, want hij had een lot, zo vertelt ze ons. En zij wilde hem daarin helpen. Mevrouw blijft in het gehele gesprek erg vaag over bepaalde dingen.
Nu gaan we in op de eerder vermeldde ‘speciale school’. Ze zegt dat dit voor kinderen was met speciale krachten. ‘Kinderen die dingen kunnen die normale kinderen niet kunnen. Kinderen die eigenlijk thuishoren in een andere wereld.’ Mevrouw wil zich niet openstellen aan ons en we moeten haar steeds aansporen om meer te vertellen. Opnieuw vragen wij haar wat deze krachten inhouden.
‘Dit is niet de manier,’ mompelt ze, nog steeds spelend met een pluk haar. Het lijkt alsof ze meer tegen zichzelf praat dan tegen ons. Plotseling schiet ze omhoog. Dan fluistert ze heel zachtjes ‘scar’. Zonder nog een woord te zeggen pakt ze haar jas en rent ze de deur uit.
We hebben mevrouw nog enkele brieven gestuurd met de vraag of ze openstaat voor nog een consult. Helaas hebben we niks meer van haar vernomen. Samenvattend kunnen we stellen dat mevrouw Rowling lijdt aan waanideëen en hallicunaties, waarschijnlijk gebaseerd op verhalen over gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog in combinatie met werkelijke gebeurtenissen in haar leven. Wij raden aan dat mevrouw de rust neemt om al haar ideëen te noteren om in te zien dat het slechts een fantasie is. Hiermee sluiten wij haar dossier.
Dr. Klomp, psycholoog.
Dit verslag is vertaald door IM Translations. © |
_________________
I love HPF.
All good things come to an end... Goodbye HPF. |
|
|
|
Shirley
The Chatting Mod
Verdiend:
0 Sikkels
Woonplaats: Ravenclaw, my house.
|
Geplaatst:
Za Nov 22, 2008 22:45 |
|
Een nieuw leven
Fred,
Mijn hoeveelste brief zou dit al aan jou zijn? Je zou me vast uitlachen als je zou weten dat ik zo ongeveer elke dag aan je schrijf. Ik heb geen idee waarom ik het doe. Het is moeilijk om over mijn gevoelens te praten, maar ik voel me zo… zo leeg van binnen. Je was altijd één en al oor (dat is eigenlijk niet eens waar, maar ik kan geen andere woordgrap bedenken, zonder jou is mijn inspiratie nogal op).
George.
Het was ongezellig in het donkere kamertje, dat slechts verlicht werd door één enkele kaars, die op het bureau stond waar het korte briefje lag. George Wemel had kippenvel op zijn armen en dat was niet alleen omdat het onmenselijk koud was. Als er iemand in de kamer zou staan, zou diegene de tranen in zijn ogen zien. Dat was precies de reden waarom George niemand in de kamer liet. Het was zijn plek, zijn plaats om aan zijn gestorven tweelingbroer te denken.
Fred,
Alweer een nacht voorbij. Vannacht droomde ik over de dag dat Sneep mijn oor eraf vervloekte. Weet je dat nog? Ik had je nog nooit zo geschrokken gezien. Vreemd genoeg was ik daardoor meer geschokt dan om mijn oor dat ik dus niet meer had. Nicole is ontzettend hulpvaardig in de winkel en ze doet wat ze kan. Ze heeft wel gevraagd of ze ‘George’ mag zeggen, want als ze ‘meneer Wemel’ zegt, moet ze aan jou denken. En dan vreest ze dat ze klanten wegjaagt met haar tranen. Volgens mij vond ze je wel leuk, Freddie boy. (Weet je nog? Toen we een jaar of acht waren, vonden we het zo stoer om ‘Freddie boy en Georgie boy’ te zijn. Niet te geloven dat we ooit zo stom zijn geweest!)
George
‘Meneer… eh, George? Deze juffrouw hier wil graag met u persoonlijk spreken,’ hakkelde Nicole, wijzend naar een jonge vrouw die George met een trieste glimlach opnam.
‘Angelique!’ riep George verbaasd uit, de vrouw herkennend. ‘Wat brengt jou hier?’ Op het moment dat hij haar in de ogen keek, wist hij het: Fred.
De vroegere Jager schudde haar hoofd, alsof ze zijn gedachten raadde. ‘Ik wilde eens kijken hoe het met je gaat.’
In de spiegel die tegenover de toonbank hing, bekeek George zichzelf. Hij was sterk vermagerd sinds de dood van zijn broer, zijn huid was grauw en zijn ogen waren lichtelijk bloeddoorlopen. ‘Geweldig, zoals je ziet. Iemands dood verwerken is geweldig voor je uiterlijk.’
De medewerkster van de winkel was zijn bijtende ironie inmiddels wel gewend; George zag dat ze Angelique een bijna onmerkbaar knikje gaf en toen maakte ze zich haastig uit de voeten, iets mompelend over ‘Fopstokken pakken’.
Zijn vroegere teamgenote keek hem ernstig aan. ‘Je verwaarloost jezelf. Dat zou Fred nooit gewild hebben.’
Bij het horen van die naam kromp George in elkaar.
‘Doet het je nog steeds pijn?’
‘Zijn naam wordt hier niet hardop uitgesproken,’ wist George nog net uit te brengen. ‘We –’
‘Waarom niet?’ zei Angelique bezorgd. ‘Wat is er met je gebeurd, George? Waar is de jongen die ik kende van school? Je hebt nog niks gezegd of gedaan waar ik om kon lachen; ik heb jóú niet eens zien lachen.’
Wankelend zocht George steun aan de toonbank. ‘Ik weet niet waarover je het hebt.’
‘Is die jongen samen met Fred gestorven?’ vroeg Angelique zacht, zich niks aantrekkend van zijn ongemakkelijkheid. ‘Probeer het eens los te laten, George. Je moet erover praten, anders vergooi jij je leven. Dan vergooi je alles dat jullie samen hebben opgebouwd.’
Hij antwoordde niet. Een snik ontsnapte uit zijn keel.
Fred,
Angelique was net in de winkel. Eerst deed ze lief en bezorgd, daarna gaf ze me een donderpreek. Ik had namelijk gezegd (nou ja, gespot) dat ik bezig was met het verwerken van jouw dood. Ik wil jouw dood niet verwerken, ik wil bij je zijn. Maar goed, later kwam ze daar dus achter. Ze vindt dat ik moet accepteren dat je dood bent, maar dat WIL IK NIET ACCEPTEREN. Ik kan niet zonder je, we zijn een tweeling. Ik ben nu helemaal alleen. Alsjeblieft, Fred, kom terug. Zorg ervoor dat ik weer kan lachen.
George
P.S. Het is nu weer een dag later en raad eens? Ze stond alweer op de stoep. Volgens mij mist ze jou ook. Ze wilde weer met mij over jou praten en ze vroeg me of ik nog vaak aan je dacht.
‘Nee, nooit,’ zei ik schamper, ‘hij is gewoon uit mijn leven verdwenen, klaar, over.
Er verstreek ruim een week voordat Nicole hem weer moest roepen omdat Angelique er was. Hij was juist bezig met een brief aan Fred en een paar seconden lang was hij geïrriteerd, maar al gauw werd hij nieuwsgieriger. Iets in Angelique trok hem wel aan, misschien wel het feit dat ze Freds naam kon zeggen. Elke keer als ze die naam zei, zag hij het gezicht van zijn tweelingbroer voor zich. Niet had gezicht van de dode Fred, maar het gezicht van zijn levende broer, lachend en open. Het was niet langer onaangenaam.
George zocht naar zijn toverstok, zodat hij naar de winkel kon Verschijnselen, maar herinnerde zich dat hij die achter de balie had laten liggen. Hij stond op van zijn bureau en rende naar de winkel. In zijn haast liet hij de deur openstaan, maar dat maakte hem niks uit. Twintig seconden later stond hij tegenover Angelique.
‘W – wil je iets drinken?’ hijgde hij. Zijn lichaam was het niet meer gewend om hard te lopen. Meestal zat hij maar wat in een stoel of stond in de winkel.
‘Ja, graag. Pompoensap alsjeblieft,’ zei Angelique rustig. ‘Ik haal het wel even, waar staat het?’
‘De deur achter de toonbank nemen en dan de eerste deur rechts. Je kunt ook Verschijnselen, het is niet beveiligd.’
‘Nee, ik loop wel even,’ lachte ze. ‘Eens kijken of mijn conditie beter is dan die van jou.’
Fred,
ANGELIQUE HEEFT DE BRIEVEN GEVONDEN! Ze was pompoensap aan het halen en toen liep ze deze kamer in. Ze zei meteen dat het niet per ongeluk was, maar dat het kamertje haar interesse wekte. Ze liep door naar het bureau en heeft de laatste paar briefjes aan jou gelezen. Omdat ze zich zo’n zorgen maakte over mij, zei ze. Wat was ik kwaad, zeg! Vooral toen ze liet doorschemeren dat ze vond dat ik ermee op moest houden.
‘Ik heb niemand anders om tegenaan te praten!’ riep ik woedend als reactie daarop.
‘Je wilt niemand anders hebben om tegenaan te praten,’ verbeterde Angelique me. Daarna stelde ze voor om één keer per week bij elkaar te komen en het over jou te hebben. In de tussentijd mag ik geen brieven schrijven. Ik heb oké gezegd, maar ik blijf je schrijven. Ze moet maar gewoon begrijpen dat ik niet zonder je kan.
George
Zo verstreken er maanden. Het één keer per week groeide naar bijna elke dag en er werd niet altijd over Fred gesproken. George schreef nog altijd brieven naar zijn broer, maar zijn toon was iets vrolijker geworden. Angelique en hij werden zelfs verliefd op elkaar en hoewel George boordenvol schuldgevoel zat – Fred zou immers nooit trouwen – trouwden zij. Angelique trok bij hem in en hij had Nicole al een aantal keren dankbaar tegen zijn vrouw horen zeggen dat hij een stuk aangenamer geworden was.
Op een vrije zondag zat het gelukkige paartje te eten aan een tafel. Angelique zat een beetje in haar eten te prikken en George had meteen door dat er iets was. Vragend keek hij haar aan.
Zij legde haar hand op zijn hand en haalde diep adem. ‘George… we… ik… het… we krijgen een kind.’
Fred,
Dit wordt mijn laatste brief aan jou. Het is genoeg geweest. Over twee maanden heb ik een kind en dan moet ik beginnen aan mijn toekomst. Mijn verleden hoort daar niet bij. Ik schrok er heel erg van toen Angelique het vertelde, nu alweer vier maanden geleden. Dat heb ik je uitgebreid beschreven, weet je nog? Waarschijnlijk lach je me ergens daarboven vierkant uit, maar ik voel me zo gelukkig. We weten al dat het een jongen wordt. Angelique stelde voor om hem Fred te noemen, om jou te eren. Dan blijven we altijd aan je denken en leef je voort in ons kind. Brrr, wat een filosofische gedachte! Ik schrok er zo van dat ik ‘ja’ heb gezegd. Angelique hoopt dat hij op jou lijkt, lekker beledigend voor mij, haha. En ze hoopt trouwens ook dat hij zijn oren wat beter beschermt dan ik. Hoewel ze het gat in mijn hoofd erg mannelijk vindt staan. Ik stelde voor om gewoon één oor van ons kind eraf te vervloeken, dan kan iedereen vader en zoon makkelijk herkennen, maar dat vond ze niet zo grappig.
Pa en ma zijn heel blij met het nieuws. En ma begon zelfs bijna te huilen toen ik haar toverstok omgewisseld had met een fopstok, zo blij was ze. Ik denk dat ik weer de oude begin te worden.
Nou, het was fijn om je gekend te hebben en ik zal je nooit vergeten. Je zult altijd een stukje van mij zijn. Het ga je goed, tot over hopelijk heel veel jaar.
George
Angelique en George zaten in de woonkamer. De openhaard brandde en aarzelend keek George ernaar. In zijn handen had hij de een berg perkament, waarop hij zijn brieven aan Fred geschreven had. ‘Er zitten ezelsoren aan,’ zei hij tegen zijn vrouw, die hem even aankeek voordat ze het doorhad.
‘Heeft die zin een dubbele betekenis, meneer Wemel?’ vroeg ze plagerig. Als reactie daarop stond George heel snel op en wierp in één beweging de brieven in de vlammen. Hij haalde diep adem en liet zich op de rode bank vallen.
Zijn vrouw keek hem aan; haar blik was vragend, maar trots. Trots omdat hij eindelijk de kracht had gevonden om verder te gaan met zijn leven, om het verleden te laten rusten.
‘Ik weet het niet, hoor,’ reageerde George met een scheve grijns. ‘Ik ga mijn leven opnieuw beginnen, voor jou en voor onze Fred. Ik zal zorgen dat hij trots kan zijn op zijn vader, maar ik zal hem ook alles vertellen over mijn broer. Vanaf nu richt ik me op de toekomst.’ Er blonken tranen in zijn ogen.
‘Ik hou van je,’ fluisterde Angelique en ze nam hem in haar armen, voor zover dat kon met haar dikke buik.
‘Dat hoor ik graag,’ grapte George, die haar vol op de mond kuste. Misschien zou hij later nog rouwen om Fred, maar hij wist dat hij de goede beslissing had genomen. De wond die alles had achtergelaten, zou nooit helemaal helen, maar hij kon er wel voor zorgen dat de pijn minder werd. En hij zou zorgen dat beide Freds trots op hem konden zijn. Dat zou hem de kracht geven om door te gaan. |
_________________
I love HPF.
All good things come to an end... Goodbye HPF. |
|
|
|
Shirley
The Chatting Mod
Verdiend:
0 Sikkels
Woonplaats: Ravenclaw, my house.
|
Geplaatst:
Za Nov 22, 2008 22:46 |
|
De toeschouwer
De eerste keer dat ik hem zag, moet hij ongeveer 14 jaar zijn geweest. Zijn gezicht stak bleek af tegen zijn donkere haar en hij leek te klein en te mager voor zijn leeftijd.
Ik had nog nooit iemand van die leeftijd ontmoet, al had ik wel eens van een afstand jonge tovenaars en heksen gadegeslagen.
Het was vrij eenzaam hoog in de toren van het oude kasteel, met alleen het gezelschap van de oude tovenaar en zijn mijmeringen.
Hoewel hij geregeld bezoek ontving, zorgde hij er meestal voor dat niemand mij zag.
In de grote zwarte kast kon ik enkel het gemompel horen van de diverse bezoekers.
Een enkele keer lukte het me om een glimp op te vangen van een nors kijkende man met kille, zwarte ogen of een streng uitziende heks met dunne, meestal samengeknepen, lippen.
Ik wist nooit wanneer de kast open zou gaan en of ik dan uit mijn bergplaats zou worden gehaald.
Het knarsende geluid van de koperen sleutel in het slot. Het kleine straaltje licht dat steeds breder werd. De deur die schril piepend geopend werd.
En dan de spanning of de oude man voor mij kwam of een of ander oninteressant uitziend voorwerp van de stoffige plank hoog bovenin de kast pakte.
Het gedrag van de tovenaar was grillig wat dat betreft; soms opende hij de kast verschillende dagen achter elkaar en haalde mij eruit.
Ik genoot dan van de warme zonnestralen die speciaal door het raam leken te kruipen om de kilte in mij te verdrijven.
Op andere dagen werd ik betoverd door het zicht van honderden sneeuwvlokjes die met hypnotiserende bewegingen langs het raam dwarrelden.
Het gemompel van de personen op de vele schilderijen, dat tegen de muren weerkaatste, bracht de toren plotseling tot leven. Evenals de bedrijvigheid van de verschillende vogels die de tovenaar een boodschap brachten.
Het kwam echter vaker voor dat ik dagenlang opgesloten werd. Alleen in die donkere kast met enkel herinneringen om me bezig te houden.
Soms was er zoveel te herinneren dat ik bijna overborrelde.
En toen – een jaar of vier geleden – werd ik ontdekt door hem.
Hij was al een paar keer eerder op bezoek geweest; ik herkende zijn naam. Wie kende die naam tenslotte niet!
De oude tovenaar had bezoek van een aantal mensen waarmee hij flink aan het argumenteren was toen de jongen onverwachts voor zijn deur stond. Hij vertelde de jonge tovenaar dat hij zo terug zou komen en verliet zijn toverkamer met de anderen in touw.
Waarschijnlijk had hij in alle drukte de deur van mijn kast over het hoofd gezien en de jongen moet iets gezien hebben door de kier van de kastdeur. Nieuwsgierig opende hij de kast en vond mij.
Ik nam hem mee naar het verleden. Dat is namelijk wat ik kan, waar ik voor gemaakt ben; het was tevens de voornaamste reden dat ik werd opgesloten in die kast.
De verbazing en fascinatie van de jonge tovenaar waren een welkome onderbreking van mijn dagelijkse sleur.
Het was lang geleden dat ik iemand had meegenomen op zijn eerste reis naar het verleden.
Al snel kwam de oude tovenaar echter terug en ontdekte dat de jongen de inhoud van de zwarte kast ontdekt had.
Hij haalde hem uit het verleden terug naar de toren en hoewel hij niet heel erg kwaad leek, werd ik weer opgesloten.
Het duurde ongeveer een jaar voor ik hem weer terugzag.
Het toeval wilde dat die tweede ontmoeting niet plaatsvond in de toren.
Ik weet niet of de oude tovenaar ziek was of op reis maar in ieder geval had hij de zorg voor mijn welzijn toevertrouwd aan de nors kijkende tovenaar.
Waren de reisjes met de oude man al geen picknick, bij het verleden dat deze man met me deelde, was het ergste horrorverhaal een eitje.
Maar laat de man nou juist op die dag een stukje verleden hebben gekozen dat ook tot het verleden van de jongen behoorde. Dit keer geen somberheid of gruwel. Ik kon hem opwinding en blijdschap laten beleven. Een bitterzoete ervaring.
Tot de man – zijn ogen killer dan ooit – zich bij ons voegde en de jongen met geweld terug naar het heden sleurde.
Ik dacht in de maanden die volgden vaak aan de jongen. Aan zijn opgetogen gezicht toen ik hem die beelden toonde. Ik vroeg me af of ik ooit de kans zou krijgen hem opnieuw zo opgetogen te zien. Of ik hem überhaupt ooit nog zou zien.
Weer ging er bijna een jaar voorbij. Ik was inmiddels weer terug in de torenkamer, terug in die zwarte kast.
Hoewel het verleden van die norse man veel onaangenamer was dan dat van de oude tovenaar, had hij me niet het grootste gedeelte van de tijd opgesloten.
Ik miste het gedempte licht, de vreemde mengeling van geuren en het geroezemoes dat het grootste gedeelte van de tijd uit een nabij gelegen ruimte kwam.
Toen kwam de dag dat ik hem weer zag. De oude tovenaar had me uit de kast gehaald en samen liet ik hen naar het verleden reizen.
Hoewel het gezicht van de tovenaar nu door zorgen getekend werd en de jongen geen enkele keer meer de blijdschap vertoonde van een jaar daarvoor, was ik gelukkig toen ik merkte dat hij nu regelmatig terugkwam om samen met de oude man op pad te gaan.
Zeven keer maakten ze samen een reis naar het verleden en toen … niets meer.
Ik stond in die donkere kast en wachtte.
Weken werden maanden en ik stond daar maar.
Een enkele keer werd de deur even geopend maar nooit lang en nooit om mij mee te nemen uit die moedeloze duisternis.
De oude man kwam niet meer terug en ook de norse tovenaar zag ik niet meer.
In plaats daarvan zag ik af en toe een glimp van de heks met de samengeknepen lippen die tegenwoordig eerder vermoeid dan streng keek.
De enige vlokjes die ik nog zag, waren stoffig en grijs in plaats van dwarrelend wit.
Ik begon me erbij neer te leggen dat dit het einde was. Dat ik die kast nooit meer zou verlaten. En toen …
Ik herkende hem gelijk. Hij was nu bijna achttien jaar en geen jongen meer. De tijd had hem getekend en de wanhoop straalde van hem af.
Opnieuw nam ik hem mee. Verleden na verleden. Herinnering na herinnering. We zagen de oude tovenaar en keer op keer beelden van die norse man.
Toen de reis voorbij was, lag hij bevend op de grond. Ik zag dat hij zich probeerde te vermannen maar zijn handen trilden.
De laatste herinneringen draaiden nog rond en lieten me behalve het verleden ook de toekomst zien. Dit is de laatste keer dat ik hem gezien heb, dacht ik terwijl hij met langzame stappen de torenkamer uitliep, zijn lot tegemoet.
Zeven jaar later.
Nooit ben ik zo blij geweest dat ik het mis had. Mijn verbazing kende geen grenzen toen ik hem later die avond terugzag. En wat was ik blij toen hij me een maand later kwam halen en meenam naar zijn huis.
De eerste paar jaar kenmerkten zich nog door vele grimmige en verdrietige herinneringen maar langzaamaan zie ik af en toe weer de opwinding en blijdschap terug.
Vriendschap, liefde, een thuis en een gezin; het is er allemaal voor hem.
En ik mag er deel van uitmaken! |
_________________
I love HPF.
All good things come to an end... Goodbye HPF. |
|
|
|
Shirley
The Chatting Mod
Verdiend:
0 Sikkels
Woonplaats: Ravenclaw, my house.
|
Geplaatst:
Za Nov 22, 2008 22:50 |
|
Hallo allemaal!
Het is alweer 22 November, dus we gaan weer stemmen. Weer een paar lekkere last minute inzendingen, maar we hebben er toch nog 5!
Geef je argumenten als je stemt, deze moeten bestaan uit minstens 15 woorden. En je gaat natuurlijk niet op jezelf stemmen. Gebruik dit lijstje om te stemmen:
Citaat: | Dit is mijn 1e/2e/3e stem:
Mening: |
Het stemmen zal stoppen op 30 November, dan heb ik de uitslag voor jullie.
Succes met stemmen allemaal!
Heb je nog vragen of ideeën? Stuur gewoon een PB! |
_________________
I love HPF.
All good things come to an end... Goodbye HPF. |
|
|
|
Avana
Lid Wikenweegschaar
Verdiend:
0 Sikkels
Woonplaats: In Fanfictionland with Harry & Draco
|
Geplaatst:
Zo Nov 23, 2008 12:01 |
|
Vijf verhalen vind ik altijd een lastig aantal om op te stemmen. Ik houd het dan ook bij twee stemmen (voor nu iig xD).
Mijn eerste stem gaat naar Het verslag
Mening: Dit verhaal springt er met kop en schouders bovenuit wat mij betreft. Het is natuurlijk erg origineel. Het is ook erg goed geschreven wat altijd een pré is. En het boeit vanaf het begin.
Bij een datum schakel ik meestal gelijk over naar Potter tijd en ik vroeg me dus af wat er gebeurde toen Harry tien was. Dan volgt het raadsel wie de vrouw is en je laat ons even twijfelen of het toch Hermelien is, hoewel dat niet kan.
De ontknoping is tenslotte heel leuk.
Het enige minpuntje vondik de Engelse termen tussendoor maar dat ligt vast aan IM Translations xD
Mijn tweede stem gaat naar Een nieuw leven
Mening: Eerst dacht ik, alweer een ‘George mist Fred’ verhaal maar die gedachte was snel vergeten xD
Je verhaal is goed opgebouwd. Het rouwproces van George was goed beschreven. En ontroerend. Plus je hebt de kale feiten die JKR gaf (George & Angelique met zoon Fred) goed gebruikt. |
_________________
♥ Spread the love of Harry & Draco ♥
Griffmama xD |
|
|
|
Maschine
5e jaars
Verdiend:
1 Sikkels
Woonplaats: Op HPF!
|
Geplaatst:
Zo Nov 23, 2008 13:21 |
|
Mijn Eerste stem gaat naar: Het Verslag
Mening: Geweldig geschreven! Ik dacht dat ik wist om wie het ging, mar pas aan het eind kwam ik erachter dat dat niet zo was. Zeler omdat het vanuit het oogpunt van een psycholoog is geschreven en over de schrijfster zelf gaat vind ik het een erg knap verhaal.
Mijn Tweede stem gaat naar: Een Nieuw Leven
Mening: Prachtig hoe beschreven wordt hoe George de dood van zijn broer probeert te verwerken. Je ziet ook een andere kant van hem en het is een mooi verhaal, zeker met al die brieven erin.
Mijn Derde stem gaat naar: De toeschouwer
Mening: Ook hier dacht ik te weten om wie het ging, toch kwam ik er hier halverwege achter dat mijn vermoeden onjuist was. Maar het is erg origineel gedaan, om het vanuit het oogpunt van als het ware het verleden zelf te schrijven. Al met al een erg leuk verhaal! |
_________________ Maschine - Ex-Moderator HPA |
|
|
|
Potterfreaky
Harry's secret lover
Verdiend:
0 Sikkels
Woonplaats: hier, op HPF...
|
Geplaatst:
Di Nov 25, 2008 23:12 |
|
mijn eerste stem gaat naar; het verslag
Erg leuk om te lezen, de raderen gaan altijd meteen draaien als niet meteen duidelijk is over wie het gaat, Hermelien lag het meest voor de hand, hoewel dat tijd technisch niet kon.
Ik vond het zeer verrassend dat het JKR bleek en ook erg origineel!
Mijn tweede stem gaat naar; Een nieuw leven
Erg goede humor, heel erg IC! Ik ben erg fan van F&G humor. Het was geestig en tragisch tegelijk, heel knap gedaan. één klein puntje, hij wist 4 maanden dat ze zwanger was en over 2 maanden zou het al komen, dat is dan 3 maanden te vroeg, helaas. (ik neem althans aan dat hij het als vader meteen weet!) Maar verder prima verhaal! |
_________________ I'll never forget...
*HPF forever* |
|
|
|
Rhona
Lady of Snape Manor
Verdiend:
1 Sikkels
Woonplaats: In Snape's room, with Severus.
|
Geplaatst:
Vr Nov 28, 2008 12:39 |
|
mijn eerste stem gaat naar: het Verslag
Het is gewoon geweldig geschreven. Het hele verhaal door had ik het idee dat het over hermione ging. Aan het einde was ik dus echt verrast door over wie het ging. heel mooi.
mijn tweede stem gaat naar Een brief aan iemand
Heel mooi om het vanuit het personage van peter pippeling geschreven. Hoe hij terug kijkt naar zijn vrienden en het gedrag wat hij hanteerde en hoe hij zich erbij voelt.
mijn derde stem gaat naar een nieuw leven
Ik vond het heel leuk bedacht met die brieven aan fred. En hoe Angelique dit oploste. Doordat ze gewoon binnen kwam lopen en zei dat ze als psycholoog optreed. |
_________________ Gryffindor my light in the darkness
HPF we will miss you. |
|
|
|
Patricia
The Ultimate HPFreak
Verdiend:
0 Sikkels
Woonplaats: Fighting for my Hogwarts
|
Geplaatst:
Vr Nov 28, 2008 13:03 |
|
Dit is mijn 1e stem: Het Verslag
Mening: Eerst dacht ik dat het ging over Hermione, maar te tijdlijn zou niet kloppen.. Daarom vond ik het ook een verassing dat het over JKR ging. Mooi beschreven, en een leuke verassing op het eind!
Dit is mijn 2e stem: Een nieuw leven
Mening: Heel mooi verhaal! Ook heel er IC, en dat maakt hem ook erg goed. De brieven vind ik origineel. De emoties van George worden goed beschreven, en hij is erg ontroerend. |
_________________
Where your treasure is, there will your heart be also |
|
|
|
Avana's Draco
Lid Wikenweegschaar
Verdiend:
5 Sikkels
Woonplaats: At the end of all things
|
Geplaatst:
Za Nov 29, 2008 13:38 |
|
Yay, fanficchallenges^^ Ik wil nog even mijn Griffoendorplicht doen voor de wedstrijd wordt afgesloten.
Mijn eerste stem gaat naar De toeschouwer
Mening: Ik schrok toen ik zag dat dit verhaal nog maar één stem had gekregen. Ik vind het super, maar mss ligt dat aan mijn voorkeur voor mysterieuze verhalen. Het doet me trouwens aan twee schrijvers denken^^
Vanaf de eerste regel wist ik meteen dat het zo'n verhaal zou zijn waarbij je gaandeweg zou moeten proberen te achterhalen over wie of wat het gaat. En inderdaad, halfweg het verhaal schoot het me te binnen. De hoofdrol is voor de hersenpan. Ik moest echt lachen toen ik dat ontdekte Verder vind ik je verhaal geweldig goed opgebouwd en ik heb het met plezier helemaal gelezen.
Mijn tweede stem gaat naar Een nieuw leven
Mening: Toen ik het verhaal helemaal had gelezen, had ik zoiets van: wat jammer toch van die foutjes en slordigheden. Ik vind het namelijk een superverhaal!
Het is inderdaad alweer een 'George mist Fred'-verhaal, maar je hebt het heel leuk aangepakt. Ik vind het best geloofwaardig en ik heb er geen probleem mee om dit als de officiële versie aan te nemen. |
_________________ I've loved, I've laughed and cried.
I've had my fill; my share of losing.
And now, as tears subside,
I find it all so amusing.
Don’t cry because it’s over. Smile because it happened. |
|
|
|
TopazLover <3
Writer of Dreams
Verdiend:
0 Sikkels
Woonplaats: Gryffindor, forever in my heart.
|
Geplaatst:
Zo Nov 30, 2008 17:08 |
|
*gaat ook stemmen* Ik stem maar op twee fics, want vijf is geen fijn aantal om te stemmen xD.
Mijn eerste stem is voor: Het verslag
Mening: Zo origineel! Het heeft alle kenmerken van een verslag en ik dacht echt serieus dat het over Hermione ging, ook al kon dat helemaal niet. Echt heel leuk dat je J.K. Rowling gekozen hebt. In het begin had ik zoiets van: WTF? Maar het is echt leuk gedaan. Een gedurfd, origineel en goed verhaal.
Mijn tweede stem gaat naar: De toeschouwer
Mening: Ook heel goed geschreven. Het is mysterieus en ik had ook hier zoiets van: over wie gaat het nou? En toen opeens: O ja, tuurlijk! De hersenpan! Ik vond het echt heel leuk om te lezen . |
_________________ Running at Ron, she flung them around his neck and kissed him full on the mouth. Ron threw away the fangs and broomstick he was holding and responded with such enthusiasm that he lifted Hermione off her feet.
HPF, always in my heart. |
|
|
|
Kevin.
Griffoendor Aanvoerder
Verdiend:
0 Sikkels
Woonplaats: Hogwarts
|
Geplaatst:
Zo Nov 30, 2008 20:27 |
|
Mijn eerste stem gaat naar: Het Verslag
Mening: Deze stak er met kop en schouders bovenuit. Het is allereerst echt een heel gedurfd, origineel en goed verhaal. Daarnaast was het knap dat je tot het einde verwacht dat het over Hermione gaat, maar het toch J.K. Rowling blijkt te zijn.
Mijn tweede stem gaat naar: Een Nieuw Leven
Mening: Deze was vooral ontroerend. Je beschrijft de manier waarop George omgaat met de dood van zijn broer erg goed. De brieven maken het verhaal tot een geheel. Ja, een verdiende stem. |
_________________
Ééns een HPF'er, altijd een HPF'er. |
|
|
|
|
|