Harry Potter Forum index
Dit forum is gesloten. Bezoek nu de vernieuwde versie van HPF!
 Harry Potter Forum gesloten  •   Inloggen

 [AF] Harry Potter en de verdwijning van Anderling Volgende onderwerp
Vorige onderwerp

Sla dit onderwerp op als textbestand
Auteur Bericht
charlotte
Dreuzel
Dreuzel


Verdiend: 46 Sikkels


charlotte is offline. 
BerichtGeplaatst: Wo Jun 09, 2004 16:07 Terug naar boven Sla dit bericht op

Harry Potter en de verdwijning van prof Anderling






hoofdstuk 1: De verdwijning van de Duffelingen

Terwijl Harry zijn huiwerk maakte voor prof. Sneep, vloog er een voor Harry onbekende uil zijn kamer binnen. De uil had een brief in zijn snavel en liet de brief op het bureau van Harry vallen en vloog weer weg. Het was een brief van Zweinstein. Met nog meer erin, want de envelope was tamelijk dik. In de brief stond het volgende: "Geachte heer H. Potter,
Zoals u weet begint op 1 september het nieuwe schooljaar. Ik deel u mede dat u bent uitgekozen als de nieuwe aanvoerder van het zwerkbalteam van Griffoendor. Ook sluit ik bij de brief een klassenoudsten-badge bij. Verder zit er natuurlijk ook een lijstje van de benodigde schoolspullen bij. Hoogachtend, M. Anderling plaatsvervangend schoolhoofd’
Harry legde stralend zijn brief in de la van zijn bureau en ging verder met zijn toverdrankhuiswerk.
Nadat Harry klaar was met zijn huiswerk ging Harry naar beneden om te kijken of de Duffelingen misschien al aan tafel zaten. Ze waren er niet.
"Wat gek," dacht Harry "waar zouden ze kunnen zijn."
Harry ging naar de keuken en op de keukentafel lag een briefje met "Harry Potter, we zijn naar tante Margot. We wensen je sterkte. We komen niet meer terug. je zoekt het verder zelf maar uit." Harry juichde: eindelijk was hij van de Duffelingen verlost. Hij ging naar boven en schreef direct een briefje naar Sirius.

Die zelfde dag nog kreeg hij een reactie van Sirius. Hij schreef dat hij erg verbaasd en ongerust was over de verdwijning van de Duffelingen en dat hij de volgende op de stoep zou staan. Nadat Harry de brief van Sirius uit had gelezen, ging Harry naar beneden om voor zichzelf een potje te koken.
Terwijl hij at werd er gebeld.
Hij nam op ‘Met het huis van de familie Duffeling. U speekt men hun neef Harry Potter. Met wie heb ik de eer’
‘U spreekt met meneer Bouwmeester. Is meneer Duffeling aanwezig?’
‘Nee, helaas meneer,’antwoorde Harry, ‘hij is er niet.’
Meneer Bouwmeester vroeg,:’Wanneer is meneer Duffeling er weer?’
‘Ik heb geen idee, meneer Bouwmeester.’
‘Hoezo, geen idee. Zeg op, wanneer komt hij thuis, brutale vlegel.’
Harry vertelde meneer Bouwmeester dat oom Herman waarschijnlijk niet meer terug komt. ‘En weet u waar hij dan wel is?’ ‘
Jazeker meneer Bouwmeester, hij is bij Margot Duffeling. Ik weet helaas niet haar telefoonnummer.’
Meneer Bouwmeester hing op. Harry ging verder met eten nadat hij zijn eten dat door het gesprek koud geworden was had opgewarmd. Na het eten ging hij naar bed.
De volgende dag liep Harry naar beneden. Hij ging de kamer binnen en daar stond bij de haard Sirius Zwarts. Hij had een zeegroen gewaad aan en zag eruit als de persoon die op de trouwfoto van Harry's ouders stond.
Hij zei: ‘Hallo Harry. Waarom zijn je oom en tante er niet?’
Harry antwoorde: ‘Dat weet ik niet Sirius, het enige wat ik vond was dit briefje.’
Harry gaf Sirius het briefje. Nadat Sirius het gelezen had zei hij:
‘Nou, dat zal Perkamentus leuk vinden.’
Harry zei daarop: ‘Ik denk dat hij dat niet zo leuk vindt.’

Harry maakte ontbijt voor zichzelf en vroeg of Sirius een hapje mee wilde eten. Hij zei dat hij al had gegeten. Nadat Harry het ontbijt op had, ging hij naar boven om zich aan te kleden en trok zijn galagewaad aan. En ging weer naar beneden.
‘Waarom heb jij je galagewaad aan Harry?’
‘Om te vieren dat ik van de Duffelingen af ben, en ik geen schoolgewaad aan wil in mijn vrije tijd.’
Sirius stelde de voor om naar de Wegisweg te gaan om gewone gewaden te kopen. Harry vond dat een goed idee. Ze gingen met brandstof.
Harry ging eerst: ‘Wegisweg.’
En daar na Sirius: ‘Wegisweg.’
In de Lekke ketel aangekomen, gingen ze via de deur achter de bar naar de plaats vanwaar je op de Wegisweg komt.
Sirius vroeg aan Harry: ‘Mag ik even je toverstaf lenen? Ik heb er nog geen.’
‘Ja hoor, hier is hij.’
En Harry gaf hem aan Sirius. En Sirus toverde de poort in de muur. En even later liepen ze over de Wegisweg, naar “Madame Mallekin”. Ze liepen naar binnen en madame Mallekin zelf kwam op ze af.
En zei: ‘Meneer Zwarts, wat lang geleden dat ik je heb gezien. Dat is toch wel iets van meer dan twintig jaar geleden. Waar ben je al die tijd geweest?’
‘Daar heb ik het liever niet over.’Antwoorde Sirius.
‘Maar wat kan ik voor jullie doen?’vroeg madame Mallekin.
‘Ik wil graag voor Harry vrijetijdsgewaden.’
‘Welke kleuren?’
‘Maakt me niet veel uit,’ zei Harry, ‘Als het maar niet zwart is.’
Madame Mallekin pakte een paar gewaden in verschillende kleuren en Harry koos voor blauw, donkergroen, en donkerrood. Nadat ze betaald hadden gingen ze bij Floriaan Fanieltje een ijsje eten. Op het moment dat ze het ijsje opaten, kwamen Ron en Hermelien er aan.
‘Hallo Harry,’ zeiden ze, ‘Woon je nu bij Sirius?’
‘Nee,’ antwoorde Harry, ‘De Duffelingen hebben mij in de steek gelaten.’
‘Dus je hebt het hele rijk alleen?’ Vroeg Ron blij.
‘Ja, ik kan nu gewoon in gewaden rondlopen zonder dat oom Herman kwaad wordt.’ ‘Cool,’ zei Ron.
‘Ron! Het is juist een ramp. Nu is hij niet meer veilig voor “je-weet-wel”.’ Zei Hermelien.

Nadat Harry en Sirius hun ijsje op hadden, ging Harry samen met Ron en Hermelien naar Klieder en Vlek, voor nieuwe schoolboeken. Bij Klieder en Vlek waren ook Ginny, Fred en George en meneer en mevrouw Wemel.
‘Hallo, Harry. Behandelen de Duffelingen je goed?’ vroeg meneer Wemel.
‘Ja, ze behandelen hem goed.’zei Hermelien geërgerd. ‘Ze behandelen hem nu helemaal niet meer.’
‘Hoezo?’ vroeg meneer Wemel verbaasd.
Harry legde meneer en mevrouw Wemel uit dat de Duffelingen hem aan zijn lot hadden overgelaten door naar tante Margot te gaan.
Meneer Wemel zei: ‘Nou, dan ga je toch bij ons logeren tot de vakantie voorbij is.’
‘Ik denk dat Perkamentus dat niet goedkeurt’ zei Sirius.
‘Waarom niet? Hij kan toch niet in zijn eentje in de Ligusterlaan blijven wonen?’
‘Ik ga naar de Ligusterlaan tot dat de Duffelingen zich bedenken en weer terug komen. Ik ben zijn voogd, nietwaar?’
‘Ja, natuurlijk Sirius. Jij hebt het recht om voor Harry te zorgen als James en Lily niet meer zouden leven. En die leven niet meer.’
‘Ik vraag natuurlijk wel eerst aan Perkamentus toestemming.’
‘Waarom zou hij het niet goed vinden?’ vroeg mevrouw Wemel.
‘Ach, we merken het wel als Sirius het aan Perkamentus het gevraagd heeft.’ zei meneer Wemel. ‘Tot jij toestemming hebt gekregen, logeert Harry bij ons. Vind je dat goed, Sirius?’
‘Ja, hoor ik vind het prima.’antwoorde Sirius.’
Harry was heel blij om dat te horen. Harry en Ron kochten een nieuw boek voor waarzeggerij en Hermelien een nieuw boek voor voorspellend rekenen.
‘Ik heb nog een leuk nieuwsje.‘ zei Harry.
‘O ja? Wat dan?’ vroegen Ron en Hermelien gretig.
‘Ik ben benoemd tot klassenoudste en aanvoerder van het zwerkbalteam.’
‘Geweldig,’ riepen Fred en George. ‘Olivier zou vast trots op je zijn als hij het hoorde.’ ‘Dat aanvoerder van het Zwerkbalteam dan, hé?’zei Fred
‘Van dat Klassenoudste zou Percy leuk vinden.’ zei George walgend.
‘Ik vertel aan Percy dat ik klassenoudste ben als we in Het Nest zijn.’antwoorde Harry. Terwijl Harry samen met de Wemels naar Het Nest ging, ging Sirius naar huis, om per uil aan Perkamentus te vragen of hij bij Harry in de Ligusterlaan mocht wonen, tot de Duffelingen terug zouden komen. Intussen bij de Lekke Ketel gingen de Wemels en Harry met brandstof naar Het Nest.
‘Jij mag eerst Harry.’ zei mevrouw Wemel.
Harry ging in de haard staan en riep: ‘Het Nest.’
En Harry ging via de haarden naar Het Nest. En voor het eerst kwam Harry op zijn voeten terecht.
‘Hallo, Harry’ zei Percy. ‘Wat goed dat je dit keer niet valt. Dat is de eerste keer, geloof ik. En hoe behandelen die Dreuzels je?’
‘Niet.’zei Harry.
‘Niet? Hoezo?’vroeg Percy bezorgd.
‘Nou, oom Herman is naar zijn zus Margot, samen met Dirk en tante Petunia. En ze schreven dat ik het zelf allemaal moet uitzoeken.’
‘Ah, daarom heb je dus ook een gewaad aan.’ zei Percy.
‘Dat is inderdaad de reden, Percy.’
‘Ah, daar komt de rest ook aan.’
Ron kwam de kamer in, gevolgd door Ginny, meneer en mevrouw Wemel en Fred en George.
‘En heb je het hem al verteld?’ vroeg Fred.
‘Nog niet, Fred.’
‘Wat? Wat vertellen?’ vroeg Percy ongeduldig.
‘Nou, ik ben benoemd tot klassenoudste.’ Zei Harry.
‘Ben je klassenoudste? Wat goed.’ zei Percy trots.
Percy wende naar Ron en verweet hem dat hij het niet had geschopt tot klassenoudste. En daarna tegen Harry dat als James en Lily het zouden weten trots op Harry zouden zijn. ‘Dat denk ik ook’ zei meneer Wemel.
Mevrouw Wemel was naar de keuken toen meneer Wemel “Nietwaar Molly?” wilde zeggen. Mevrouw Wemel riep Fred en George om te helpen met tafeldekken. Mokkend liepen Fred en George naar de keuken om de tafel te dekken. Ron en Harry moesten om het gemok van Fred en George lachen en Percy keek streng Ron en Harry’s kant op.
‘Daar moet je niet om lachen.’ zei hij.
‘Ach man,’ zei Ron, ‘Zeur niet zo.’
Percy zei tegen Ron hij niet brutaal moest zijn. Terwijl Ron en Percy ruzie maakten riep mevrouw Wemel de andere Wemels en Harry voor het eten. Tijdens het eten maakte Ron en Percy nog steeds ruzie.
‘Ophouden nu!’ riep mevrouw Wemel boos. ‘Harry, zou je tussen Ron en Percy willen gaan zitten?’
‘Natuurlijk, mevrouw Wemel’antwoorde hij.
En Harry vroeg Ron of hij met hem van stoel wilde gaan ruilen.
‘Maar, ik heb net zo lekker mijn eten opgeschept.’ zei Ron kijkend naar zijn bord.
Harry stelde voor om dan zijn bord mee te verhuizen. En Harry nam zijn bord mee naar de plaats naast die van Percy. Maar ook toen Harry tussen Ron en Percy inzat, maakten ze ruzie. Ze riepen naar elkaar verwensingen uit langs Harry heen.
‘Harry, treed alsjeblieft op. Oefen maar al vast voor klassenoudste. Ik word alleen maar gek van die ruzie.’ zei mevrouw Wemel geïrriteerd.
Nu moesten Fred en George lachen. Meneer Wemel suste Fred en George voor de zekerheid, voor het geval mevrouw Wemel nog bozer werd. Ginny werd rood achter haar oren. Ze schaamde zich voor Percy, omdat Percy haar grote voorbeeld was.
‘Hou nou op, Percy.’ zei Ginny.
Percy hield op met ruzie maken met Ron. En Ron hield verder ook zijn mond en at met rood hoofd verder. Na het eten gingen Ron en Harry samen met Fred en George nog even zwerkballen. Harry om te oefenen voor aanvoerder en Ron, Fred en George om Harry te helpen en tips te geven, daarna deden ze een wedstrijdje wie het eerst de snaai vangt en ze gebruikte daarvoor een pingpongballetje. Ze gingen toen het de donker werd naar huis om te gaan slapen.

De volgende dag tijdens het ontbijt vloog er een uil de keuken binnen. Met een briefje van Sirius. Harry las Ron zachtjes voor. Sirius schreef dat hij van Perkamentus toestemming had gekregen om voor Harry te zorgen tot het schooljaar begon. Daarna ging Harry met brandstof naar huis. Meneer Wemel ging met Harry’s nieuwe schoolspullen achter hem aan.(“Ligusterlaan nummer 4.”) Sirius zat op de bank de ochtendprofeet te lezen,toen Harry via de haard languit de kamer in kwam. Sirius keek op.
‘Kon je toch weer niet voorkomen om te vallen, Harry?’
Harry stond op en klopte het roet van zijn gewaad en zocht naar zijn bril die bij de voeten van Sirius lag.
‘Eh Sirius, heb je mijn bril soms gezien?’
Sirius antwoorde dat Harry’s bril naast hem bij de bank lag.
‘Bedankt.’zei Harry.
En hij raapte zijn bril op. Op het moment dat Harry zijn bril opzette, kwam meneer Wemel op zijn voeten de kamer binnen.
‘Je bril is kapot. Geef maar.’ zei meneer Wemel en liep naar Harry.
Harry gaf hem zijn bril en meneer Wemel tikte met zijn toverstaf op de bril, en gaf hem weer terug aan Harry. Meneer Wemel hielp Harry met de nieuwe schoolspullen naar Harry’s kamer te brengen en Sirius ging weer verder met het lezen van de Ochtendprofeet. Harry liet Meneer Wemel zijn kamer zien. Meneer Wemel vroeg Harry of hij ook de kamer van zijn neefje mocht zien, omdat hij nog nooit een kinderkamer van dreuzels had gezien en Harry liet hem Dirks kamer zien.
‘Aha, zo ziet een dreuzelslaapkamer van een jongere eruit.’ zei meneer Wemel geïnteresseerd.
Harry en meneer Wemel gingen weer naar beneden nadat Harry aan meneer Wemel ook nog even een dreuzelbadkamer had laten zien.
‘Zo, jullie bleven lang weg.’ zei Sirius toen meneer Wemel en Harry weer naar beneden kwamen.
‘Ja,’ zei Harry. ‘Meneer Wemel wilde ook nog de kamer van Dirk en de badkamer zien, want die zijn van dreuzels, nietwaar? En nu laat ik hem ook nog even een dreuzelkeuken zien, want ik ga er toch heen om wat te drinken te pakken. Wil jij ook iets drinken, Sirius?’ ‘Nee dank je, Harry. Ik heb geen dorst.’
Harry ging met meneer Wemel naar de keuken om drinken te pakken.
‘Interessant, zo’n dreuzelkeuken.’ zei meneer Wemel opgewekt.
Ze gingen weer naar de huiskamer. Sirius was intussen weer verder gegaan met het lezen van de ochtendprofeet. Terwijl Sirius de krant las, praatte Harry samen met meneer Wemel over dreuzels en hun elektrische apparaten. Op dat moment viel de post. Harry ging naar de gang om de post op te rapen. Er zat ook een brief voor Harry bij door de postbode gebracht. Harry maakte de envelope open en daarin zat een kaartje. Met als afzender meneer en mevrouw Griffel. Er stond op dat ze heel blij voor Harry waren dat hij klassenoudste is geworden en dat het ze speet dat ze hem niet eerder hadden gefeliciteerd met zijn verjaardag. Verder zat er bij de post voor oom Herman een envelope van “Drillings’ boormachines” en voor Dirk een brief van “Ballings”. Harry was eigenlijk best nieuwsgierig wat “Ballings” eigenlijk van Dirk wil, maar omdat Harry weet dat je post van iemand anders niet open mag maken liet Harry de envelope dicht. Harry ging weer naar de kamer. Toen hij binnen kwam was meneer Wemel weg en was Sirius alleen met zijn krant. ‘Waar is meneer Wemel?’ vroeg Harry.
‘Hij is gewoon weer terug naar Het Nest.’ antwoorde Sirius. ‘Trouwens, volgens mij valt er iets op de deurmat in de hal.’
Sirius stond op en liep de kamer uit en even later kwam hij terug met een dreuzelkrant. Het “Surry’s nieuwsblad”.
‘Er staat op de voorpagina iets wat me ongerust maakt, Harry.’
‘O ja? Wat dan, Sirius?’
‘Volgens de dreuzelkrant is er een gezin vermist.’
‘Wie dan Sirius? Ik bedoel hoe zien die gezinsleden eruit? Ik neem aan dat het erin staat.’ Sirius zei tegen Harry dat hij het artikel nog niet gelezen had. Sirius las het artikel zelf.
‘Er staat dat het gezin bestaat uit een dikke man met snor, een dik blond jongetje en een magere vrouw met lange nek.’
‘Maar, dat zijn de Duffelingen. Ze zijn dus helemaal niet bij tante Margot!’
‘Juist. Ik dacht eigenlijk al zo iets, Harry.’
‘Waarom heb je me het dan niet verteld in die brief die je me geschreven had?’
‘Omdat ik het toen nog niet zeker wist, Harry.’
Harry suggereerde dat de Duffelingen misschien waren ontvoerd en dat hij het ,ondanks het fijt dat hij de Duffelingen haat, verontrustend vond.
‘Stel dat ze zijn ontvoerd door Voldemort.’ zei hij.
‘Dat zou best eens kunnen, maar ik denk het niet, Harry. Dan zou er ook bij staan dat ze vermoeden dat er een tovenaar achter zit.’
Harry vroeg of het misschein ook in de ochtendprofeet stond, maar Sirius antwoorde dat hij de krant nog niet uit had. Hij ging weer verder met lezen en Harry liep naar boven om huiswerk te gaan maken voor gescheidenis van de toverkunst. Nadat Harry zijn huiswerk afhad ging hij weer naar beneden.

Toen hij de kamer weer inging had Sirius de ochtend profeet uit en hij, zag Harry, was bleek.
‘Waarom ben je zo bleek, Sirius. Is er iets?’
‘Ja, er is iets. Harry.’
‘Wat is er dan, Sirius?’
‘Je vermoeden zijn juist. Het heeft inderdaad iets te maken met Voldemort. Ze zijn trouwens niet ontvoerd en inderdaad ook niet bij tante Margot.’
‘Waar dan wel?’vroeg Harry.
‘Ze zijn gewoon hier.’ zei Sirius.
Nadat Sirius dat gezegt had, liep Harry de kamer uit. Hij ging naar de keuken om voor zichzelf en Sirius een glas water te halen voor de schrik. Toen hij langs de deur van de bezemkast kwam hoorde Harry paniekerigge stemmen.
‘Help!’
Harry deed de deur van het slot en daar zaten de Duffelingen. Oom Hermans gezicht was toen Harry de deur open deed zo rood als een biet.
‘Waarom heb je ons niet eerder bevrijd!’schreuwde hij.
Sirius kwam de gang op.
‘Wat is er allemaal aan de hand? Kan het niet wat zachter? Ik hoor het nieuws bijna niet.’ ‘Wat doet die tovenaar hier!’ brulde oom Herman. ‘Ga onmiddeollijk mijn huis uit!’ ‘Waarom zou ik?’vroeg Sirius.
Oom Herman werd na die woorden zo mogelijk nog kwader.
‘En nog brutaal ook. En dat in mijn huis! Harry, in de be... eh, naar je kamer en zonder eten naar bed!’
‘Sirius, oom Herman wilde bijna in de bezemkast zeggen.’riep Harry om oom Hermans gescheld te overstemmen.
Op dat moment ging de bel. Dirk liep bevend van angst naar de deur.
‘Kan het hier wat zachter? Ik probeer uit te slapen.’
Het was een buurman die Dirk nog nooit eerder had gezien.
‘Zo,’ zei oom Herman die ook naar de deur was gekomen, ‘wie ben jij dan wel?’
‘Ik ben de nieuwe buurman en ik ben hier naartoe verhuisd omdat dit een rustige buurt zou zijn en nu wordt er geschreeuwd.’
‘Ja kijk het zit zo, mijn neef deed vervelend, begrijpt u?’
De buurman ging weer weg. Oom Herman liep terug en zag dat Harry bij Sirius stond. Sirius keek boos naar oom Herman.
‘Behandel Harry in gevolg wat beter, anders kom ik Harry halen en gaat hij bij mij wonen.’ ‘Neem hem nu maar mee. Ik heb genoeg van die zoon van die nietsnut.’ zei oom Herman nog bozer dan Sirius.
Sirius zei rustig dat oom Herman te ver was gegaan door James een nietsnut te noemen. Sirius zei tegen Harry dat hij zijn spullen moest gaan pakken en dat Sirius hem meenam naar het huis van Remus waar Sirius woonde. Harry deed wat Sirius zei en toen hij weer naar beneden was gingen Sirius en Harry naar het huis van Remus. En lieten de Duffelingen achter.




Profiel bekijkenStuur privébericht
charlotte
Dreuzel
Dreuzel


Verdiend: 46 Sikkels


charlotte is offline. 
BerichtGeplaatst: Wo Jun 09, 2004 16:09 Terug naar boven Sla dit bericht op

hoofdstuk 2: Een toverstaf voor Sirius





Bij het huis van Remus aangekomen belde Sirius aan. Remus deed open.
Hij zei: ‘Wat een aangename verrassing om je weer eens te zien, Harry. Hoe was Verweer tegen de zwarte kunsten vorig schooljaar?’
‘Leuk, maar lang niet zo leuk als 2 jaar geleden toen u les gaf, meneer Lupos.’ zei Harry. Sirius zei glimlachend tegen Harry dat hij Remus gewoon bij de voornaam mocht noemen. Ze gingen naar binnen.

Toen ze binnen waren liet Remus Harry’s slaapkamer zien.
‘Hier slaap je, Harry.’
De slaapkamer was een stuk groter dan de slaapkamer die Harry bij de Duffelingen had. En ook groter dan de kamer van Ron. De slaapkamer was precies zo’n slaapkamer als Harry altijd al wilde hebben. Een kamer met veel magische snufjes. Harry ging voor de spiegel die in zijn kamer hing staan en streek zijn haar glad. Terwijl hij dat deed zei de spiegel met een vriendelijke vrouwenstem dat het gladstrijken van zijn haar geen enkele zin had. ‘Ze is net zo’n spiegel als bij de Lekke Ketel en de Wemels.’ zei Harry tegen Remus.
‘O ja? Is dat zo?’
‘Ja, dat is zo. Ik heb bij de Wemels eens een keer meegemaakt dat de spiegel zij dat mijn t-shirt uit mijn broek hing en ik een slordervos was.’
Remus begon te lachen en Harry lachte later net zo hard mee. Nadat ze ophielden met lachen, gingen ze weer naar beneden. Weer beneden stelde Remus voor om wat te gaan eten.

Na het eten ging Harry samen met Sirius naar de wegisweg.
‘Wat gaan we op de Wegisweg doen, Sirius?’ vroeg Harry.
‘We gaan op de Wegisweg bij Olivander voor mijzelf een nieuwe toverstaf halen. Ik moet hem steeds van jou lenen als ik er een nodig heb.’ zei Sirius. ‘Stel je eens voor als ik alleen ergens heen ga en ik Voldemort tegen het lijf loop en geen toverstaf bij de hand heb om hem te ontwapenen.’
‘Nou, ik moet er niet aandenken wat er dan kan gebeuren.’
‘Juist. Goed opgemerkt, Harry. Na het kopen van de toverstaf gaan we ook nog even een ijsje eten.’
‘En daarna, Sirius?’ vroeg Harry.
‘Daarna gaan we etalages kijken. Bijvoorbeeld bij “Zwik en Zwachtels’ Zwerkbalpaleis”.’

Op de wegisweg aan gekomen gingen ze naar “Olivander” voor een toversftaf voor Sirius. Toen ze binnen kwamen kwam meneer Olivander op ze af.
‘Jullie komen voor een toverstaf.’ zei hij.
‘Inderdaad, meneer Olivander. Voor mij op precies te zijn.’ zei Sirius.
‘U hebt er toch al een, meneer Zwarts?’
‘Eh, niet meer, meneer Olivander.’
‘Je bent toch al afgestudeerd. O ja, dat is waar. Je hebt ooit gezeten in Azkaban.’
Sirius werd wit toen Olivander Azkaban zei.
‘Eh, ik heb het er liever niet over, meneer Olivander. Het was daar afschuwelijk.’
‘En ze hebben daar uw toverstaf afgenomen, meneer Zwarts. U moet daarheen om heb terug te halen. Als hij dan niet al is vernietigd.’
‘Blijf hier Harry. Dan ga ik even naar je-weet-wel-waar.’
‘Je bedoeld Azkaban, Sirius?’ vroeg Harry bijna onverstaanbaar.
‘Ja, daar naartoe Harry.’

Bij Azkaban aangekomen ging hij naar de afdeling waar de toverstaffen van de gevangenen in bewaring werden genomen. In de deuropening stond de Cornelis Droebel.
’Wat komt u hier doen, meneer Zwarts?’ vroeg minister Droebel
‘Ik kom mijn toverstaf ophalen, minster.’ antwoorde Sirius. ‘Tenminste als hij er nog is.’ ‘Uw toverstaf ligt er nog. U kunt hem alleen niet terug krijgen omdat u nog niet officieel vrij bent.’
‘Is mijn naam nu nog steeds niet gezuiverd? Ik dacht dat dat allang gebeurd is.’
‘Dat is nog niet gebeurd, omdat uw onschuld nog niet is bewezen.’ zei minister Droebel. Sirius vroeg hoe hij zijn onschuld kon bewijzen.
‘U kunt uw onschuld te bewijzen door ons te helpen met het vinden van de “echte” dader. En wie is de dader volgen u?’ vroeg Cornelis Droebel.
‘Peter Pippeling, minister.’
‘Pippeling? Denk u nou echt, meneer Zwarts dat ik dit geloof?’
Sirius werd weer wit.
‘Het zou wel moeten, minister. Het is namelijk de waarheid.’
‘Waarom kijkt u nu of u een trol ziet, meneer Zwarts. Bent u bang?’
‘Nee, ik ben geschokken van uw ongeloof.’
‘Hoezo? Niemand gelooft uw versie van de moord op de Potters.’
‘Dat is niet waar, minister. Perkamentus gelooft mij wel, en Harry ook, en dat is nog wel de zoon van James en Lily.’
‘Goed, waar is Peter Pippeling?’
‘Geen idee. Jawel hij is waarschijnlijk bij Voldemort, alleen ik weet niet waar die is. Dat weet alleen Harry, omdat hij ooit gedroomd heeft waar hij is.’
‘Dat is maar een droom, meneer Zwarts.’zei Cornelis Droebel. ‘Dat is niet echt.’
‘Alle dingen die Harry droomt zijn waar en gebeurt ook op het moment dat Harry dat droomt in het echt. Zoals die moord op de vroegere tuinman van de familie Villijn.’ ‘D
at is het enige dat waar was.’
‘Ja, en bij die moord op die dreuzel was ook Peter Pippeling aanwezig.’ zei Sirius glimlachend.
‘Waar is “je-weet-wel”, meneer Zwarts?’
‘Voldemort is in Villa Villijn. In zijn ouderlijk huis in het stadje Havermouth, minister.’ ‘Breng mij en een paar schouwers erheen.’ zei Droebel.
‘Weet u het zeker?’
‘Heel zeker.’

Sirius ging samen met de minister en een paar schouwers naar het stadje waar Villa Villijn stond. ‘Hier is het dan.’ Zei Sirius. ‘Het ziet er niet onderhouden uit, Zwarts.’ ‘Wat verwacht u dan, minister? Een paleis van een villa? Ik dacht het niet. Het is trouwens lang niet zo’n bouwval als het krijsende krot.’

In de villa intussen liep Peter Pippeling naar Voldemort.
‘Meester,’ piepte hij ‘de minister van toverkunst staat buiten samen met Zwarts.’ ‘Wat?’riep Voldemort. Ga onmiddellijk naar ze toe, Wormstaart.’
‘Jawel, meester.’
Pippeling liep naar de deur.
‘Hee, er wordt open gedaan.’ zei Sirius of het begint te regenen.
‘Laten we snel weggaan.’
‘Wilt u dat wij Pippeling arresteren of niet, minister?’ vroeg een van de schouwers of Droebel hem beledigd had.
‘Natuurlijk wil ik dat Pippeling gepakt wordt, maar ik ga er vandoor.’
‘Geen sprake van, minister. U wilde zelf met ons mee.’ Zei Sirius.
‘ Wat moeten jullie?’ piepte Pippeling.
‘O, hallo, Peter.’ zei Sirius.
De minister zei met een ernstig gezicht dat Pippeling onder arrest stond. Toen hij dat hoorde veranderde hij in een rat en wilde weg vlugten.
‘O nee,’ zei Sirius, ‘ je gaat mij niet voor de derde keer ontsnappen, Peter.’
En Sirius pakte Pippeling bij zijn staart, voordat Peter de kans had weg te glippen. Ze gingen samen met Sirius terug naar Azkaban, waar ze Peter terug in een mens veranderden en hem in Azkabangewaad opsloten.
‘Zo, Zwarts,’ zei de minister, ‘dat betekent automatisch dat uw naam gezuiverd is. Hier hebt u uw toverstaf terug.’
En Sirius nam blij de toverstaf aan, deed hem in de zak van zijn gewaad en verdwijnselde terug naar de Wegisweg.
Harry was bij Zwik en Zwachtels zwerkbalpaleis, toen Sirius achter hem verscheinselde. ‘Hallo, Harry. Ik ben er weer.’
‘Sirius! Waar was je nou?’
‘Ik was bij villa villijn, Harry.’
‘Nou, dan mag je van geluk spreken dat je het hebt overleefd. En heb jij je toverstaf?’ Sirius haalde zijn toverstaf uit zijn gewaad.
‘Dit is hem.’ Zei Sirius stralend. ‘En Peter Pippeling zit veilig in Azkaban.’
‘Dus je bent nu formeel vrij? Geweldig. O Sirius, ik ben zo blij. Dan hoef ik je in vervolg geen Snuffel meer te noemen als ik het met Ron en Hermelien over jou heb.’
Sirius zei tegen Harry dat het bericht dat hij onschuldig is nog in de ochtendprofeet moest komen.
‘Anders weet men niet dat ik onschuldig ben. En dan moet dat bericht ook nog op het dreuzelnieuws komen.’ Zei Sirius.
‘Dat is waar. Er is trouwnes geen nieuw model racebezemsteel op de markt.’
‘Wees blij, dan kan Lucius Malfidus voor Zwadderich geen nieuwe bezemstelen aanschaffen. Ik heb trouwens een verrassing voor je team Harry.’
‘O ja? Vertel op, Sirius.’ ‘O nee, als ik dat doe is het geen verrassing meer. Kom, we gaan naar huis. Ik heb mijn toverstaf en ik wil het goede nieuws aan Remus vertellen.’
Ze gingen naar het huis van Remus terug, en Sirius vertelde Remus het goede nieuws. ‘Maar dat is geweldig. zei Remus.




Profiel bekijkenStuur privébericht
charlotte
Dreuzel
Dreuzel


Verdiend: 46 Sikkels


charlotte is offline. 
BerichtGeplaatst: Wo Jun 09, 2004 16:11 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 3: Terugkeer naar Zweinstein


Het was 1 september om 10 uur. Harry ging samen met Sirius naar het Kingcross station om via perron 9 ¾ naar Zweinstein te gaan. Op het statoin waren ook Ron en Hermelien. ‘Hallo Harry,’ zei Hermelien, ‘hoe gaat het met je?’
‘Goed , Hermelien,’ zei Harry.
‘Wauw,’ zei Ron, ‘Je wordt gebracht door Sirius. Wat zie je er goed uit, Sirius. Heel anders dan vorig jaar.’
Sirius bedankte en hij keek Hermelien aan.
‘Ligt het aan mij, of zijn je voortanden kleiner dan vorig jaar.’
Hermelien werd rood en rende met een glimlach weg.
‘Wat heeft ze? Heb ik iets verkeerds gezegd?’ vroeg Sirius verbaasd.
‘Nee,’ zei Ron. ‘Volgens mij is ze verliefd.’
‘Verliefd?’ Vroeg Sirius aan Ron, ‘op wie dan?’
‘Op jou!’ proeste Ron.
Hermelien kwam terug met een jongen.
‘Ben je gek Ron. Sirius is tegenwoordig wel knap, maar verliefd op hem? Nee. Hij is trouwens 20 jaar ouder dan ik.’ Zei Hermelien geërgerd.
‘Dat zegt toch niks?’ zei ron schouder ophalend. ‘Je was in ons tweede jaar toch ook verliefd op Smalhart?’
De jongen die Hermelien bij zich had was Viktor Kruml.
‘Hallo Harry, je bent klassenoudste zie ik aan je badge.’
Harry staarde verbaast naar Viktor. Hermelien was nog steeds boos op Ron.
‘Ja,’ zei Hermelien boos ‘maar dat lag heel anders, Ron. Toen kende ik Viktor nog niet.’ ‘Hermelien,’ zei Sirius ‘Het is Ron nu wel duidelijk dat je je je beledigd voelt.’
‘Ik voel me helemaal niet beledigd!’
‘Ophouden!’ riep Harry boos.
‘Wat moeten die voorbijgangers niet van ons denken.’ Zei hij nu wat zachter.
Hermelien schrok zich een ongeluk toen Harry ‘ophouden’ riep. Ze was vergeten dat Harry er ook nog was.
‘Je, hoeft niet zo te scheeuwen, jongeman.’ zei de man van het station waar aan Harry nog gevraagd had waar perron 9 ¾ was.
‘En wegwezen, jullie. Toverend tuig!’
Harry beet op zijn lip en Sirius mond viel open van verbazing.
‘Nou ja,’ zei Hermelien. ‘Als je de familie Malfidus nu toverend tuig noemde.’
Dat hoorde Draco, die afluisterde omdat hij het gespek over verliefdheid boeiend vond. ‘Pas op je worden, Griffel.’
‘Malfidus.’ Zei Harry. ‘Wegwezen jij, of ik trek punten van je afdeling af, nog voor het schooljaar begonnen is.’
De ogen van Malfidus versmalde zich en hij haalde zijn vader.
‘O jee, we hebben het wel erg bond gemaakt’ zei Hermelien.
Draco kwam terug met Lucius. En Sirius veranderde vlug in een hond.
‘Sinds wanneer heb je een hond, Potter?’
‘Eh, sinds gister van meneer Wemel gekregen.’
‘Werkelijk? Wat moest hij allemaal verkopen om heb te kunnen betalen?’
‘Praat zo niet over mijn vader, meneer Malfidus!’riep Ron kwaad.
‘Ron, doe voorzichtig.’ piepte Hermelien.
‘Heb je een vriendje, modderbloedje?’
‘Noem Hermelien geen Modderbloedje!’ zei Kruml. ‘Anders…’
‘Anders wat?’ zei meneer Malfidus. ‘Nu weet je niks meer te zeggen he? Mooi zo.’
Hij draaide zich om. En liep weg. De fluit van de Zweinstein expres ging en Ron, Hermelien en Harry haasten zich naar de trein. Om uit te kunen zwaaien veranderde Sirius weer terug in een mens.
‘Veel sucses op school Harry, het is moeilijk dit jaar.’

Na een kwartier waren de huizen niet meer zichtbaar.
‘Ik denk dat ik bij de andere klassenoudsten ga zitten. Ik zie jullie nadat het karretje langs is geweest.’ Zei Harry.
‘Nou tot dan.’ zeiden Ron en Hermelien.
Harry liep naar de klassenoudsten en hoofdmonitoren wagen. Hij kwam Marcel Lubbermans tegen.
‘Hallo, Harry,’ zei Marcel, ‘Waar ga je heen? Moet je niet bij Ron en Hermelien zitten?’ ‘Nee Marcel, vanaf dit schooljaar helaas niet meer.’
‘Hé, wat heb jij daar op je trui gespeld? Wat is dat voor badge?’
‘Weet je dat dan nog niet, Marcel?’
‘Nee geen idee, Harry.’ ‘ Ik ben benoemd tot klassenoudste.’
‘O, ja. Nu zie ik het net zo een als Percy drie jaar geleden droeg.’
Marcel liep verder en Harry ook. In de klassenoudstewagon aan gekomen ging hij naast Erns Marsman zitten.
En harry vroeg: ‘Hoi, Ernst. Ben jij ook klassenoudste?’
‘Ja,’ zei Ernst Marsman.
Ze zwegen weer. Tot Harry’s Grote ergernis kwam Draco Malfidus de wagon binnen. Met Korzel en Kwast bij zich.
‘Is hij dan ook klaasenoudste?’ Dacht Harry.
Ernst Marsman zei nors tegen Draco Malfidus gedag, maar Draco hoorde de ergernis in Ernsts stem niet. Malfidus stuude Korzel en Kwast weg.
‘Ga, nu maar appart zitten. Ik ben nu klassenoudste, en ik kan daarom niet bij jullie zitten.’ Zei hij.
Korzel en Kwast liepen weg.
‘Zo, ook klassenoudste Potter?’
‘Ja, gelukkig wel. Anders geef je me binnen de kortste keren strafwerk.’
Malfidus draaide van Harry weg. En keek naar buiten.
‘Wie is er eigenlijk voor Ravenklauw klassenoudste?’ vroeg Harry aan Ernst Marsman.
‘Een meisje uit het zesde schooljaar. Ook net als jij zoeker.’
Harry’s mond krulde om tot een glimlach.
‘Je bedoelt Cho Chang?’ met dezelfde soort hoge stem als Marcel.
‘Wat heb jij nou, Potter? Ben je verliefd?’ vroeg Malfidus.
‘Eh, nou ja, verliefd.’ Zei Harry.
Toen Cho Chang binnen kwam werd hij helemaal rood. Malfidus keek verbaasd naar Harry. En hijrende naar de wagon waar Korzel en Kwast zaten.
‘Wat heeft Malfidus ineens?’ vroeg Cho Chang.
Harry haalde zijn schouders op.
‘O, okee.’ zei Cho Chang ‘Wat goed dat jij ook klassenoudste bent trouwens.’
‘Hoezo? Mijn vader was ook klassenoudste dacht ik tenminste.’
‘Ja, je zou wel gelijk hebben.’

Nadat het wagentje langs was gekomen, ging Harry zoals afgesproken bij Ron en Hermelien zitten. Hij vertelde aan Ron en Hermelien wie er buiten hij zelf nog meer klassenoudste waren. Ron kreunde toen Harry vertelde dat ook Malfidus klassenoudste was. Hermelien reageerde helemaal niet verrast alsof ze verwacht had dat Malfidus het zover zou brengen. Tenminste dat dacht Harry maar dat was niet zo in tegendeel.
‘WAT?’ vroeg Hermelien ‘Malfidus klassenoudste? Na alles wat hij gedaan heeft tijdens de lessen verzoging van fabeldieren met Hagrid?’
‘Blijkbaar,’ zei Harry ‘Maar vergeet niet hij misdroeg zich alleen tijdens de lessen van Hagrid.’
‘O ja?’ zei Ron, ‘en wat dacht je tijdens toverdranken?’
‘Dat telt voor Sneep niet, Ron.’ Zei Hermelien beslist.
‘Hij kiest volgens mij zelf wie de klassenoudste voor zijn afdeling wordt. En Anderling koos Harry als klassenoudste voor Griffoendor.’
‘Ik vraag me nog steeds af, hoe die controleur wist dat we tovenaars waren?’ zei Harry. ‘Ja, dat is een goeie.’ zei Ron. ‘Ik zou het niet weten.’
‘Ik wel,’ zei Hermelien. ‘Dat stond in de heks en haard. De minister heeft het gemeld aan de minister president. Na aanleiding van Sirius. En dat stond daarna ook in de dreuzelkranten.’
‘Je wilt dus vertellen dat Sirius nu ook wordt vervolgd in de dreuzelwereld?’
‘Ja, Harry.’
Harry trok wit weg. Als het waar was wat Hermelien zei betekend dat dat Sirius nu waarscheinlijk is opgepakt door de dreuzelpolitie.

In Londen een paar uur terug liep Sirius toen de Zweinsteinexpres uit het zicht was, weer door het magische drankghek het dreuzelgedeelte van het Kingcross station. Toen hij in de stationshal stapte zag hij allemaal dreuzelagenten staan.
‘Wat is er aan de hand?’vroeg hij aan een voorbijganger. ‘Is er iets ergs gebeurd? Er staan overal agenten. Is er een inbraak of een overval geweest ofzo?’
‘Nee, meneer.’ Zei de voorbijganger. ‘Er is op het station een gevaarlijke moordenaar. Die uit een tovenaars gevangenis is ontsnapt, twee jaar geleden.’
‘O?’ zei Sirius. En weet u ook wie?’
‘Ja, we weten ook wie.’ zei een stem achter Sirius.
Sirius draaide zich om en daar stond Cornelis Droebel, met een deftig uitziende dreuzel. De Minister president in eigen persoon.
‘O, Hallo, minister.’ zei Sirius ‘Het schooljaar begint mooi dit jaar, nietwaar? Maar waarom bent u hier eigenlijk?’
‘Om u, Zwarts.’
‘Om mij? Maar ik heb u toch de echte dader aangewezen? Peter Pippeling? Wacht even,’ zei Sirius. ‘Hij is toch niet ontsnapt, he?’
‘Jawel, hij is ontsnapt.’
‘Ah, en u hebt mij hulp weer nodig.’
‘Juist,’ zei de minister. ‘En de minister president wil met zijn eigen ogen zien hoe Pippeling gepakt wordt.’
‘En waarvoor al die agenten?’ vroeg Sirius.
‘Dat is voor zijn eigen veiligheid.’
En Sirius liep achter de minister aan, en weer achter Sirius de minister president en de dreuzelagenten.

De Zweinsteinexpres begon langzamer te rijden en Ron, Harry en Hermelien schoten vlug hun gewaden aan. Ze waren zo druk aan het praten dat ze hun gewaden vergaten aante trekken. Harry zei hun gedag en ging terug naar de klassenoudste wagon en toen ze aangekomern waren. Stapte hij met de andere klassenoudsten uit.
Toen Harry op het perron van het stationnnetje van Zweinsveld stond hoorde hij een bekende stem roepen: ‘Alles, goed, Harry?’
‘Hai, Hagrid. Het gaat heel goed.’
Harry liep naar Hagrid toe. Hargid keek verwonderd naar Harry’s gewaad.
‘He, ben je klassenoudste, Harry?’
‘Ja, ik ben klassenoudste. En ben je al terug?’
‘Ja, zoals je ziet. En Perkie is zeer tevreden.’
‘Perkie?’ vroeg Harry verbaasd. ‘Sinds wanneer noem je professor Perkamentus “Perkie”?’ ‘Ik zeg het alleen als ik het over hem heb, Harry. Heb het niet tegen Perkie.’
Harry liep terug naar de andere klassenoudsten en hij liet zich rijden naar het kasteel. Toen Harry het kasteel inliep hoorde hij zijn naam. Harry keek om en daar stond een streng uitziende heks met een knot en een vierkante bril. Minerva Anderling afdelingshoofd van Griffoendor. Ze had dit keer een smaragdgroen gewaad aan.
‘Potter, wil je even komen? Ik wil je even spreken.’
Harry keek angstig
‘Wat heb ik nu weer verkeerd gedaan.’ Dacht Harry. ‘Waar wilt u over spreken, professor?’ ‘Je bent klassenoudste Potter en ik wil je het wachtwoord van dit moment geven.’
‘O, ok.’ Zei Harry opgelucht.
‘Dacht je soms dat ik je een standje wilde geven, Potter?’
‘Eh, eerlijk gezegd ja, professor dat dacht ik.’
Harry liep met professor Anderling mee naar haar kantoortje. Ze gaf Harry het wachtwoord.
‘En verlies dat briefje alsjeblieft niet, maar vernietig het als je het wachtwoord aan de leerlingen doorgegeven hebt.’
‘Goed, professor.’
‘Je kunt nu, met de rest gaan feesten, Potter.’
Harry ging naar de grote zaal en ging tussen Ron en Hermelien zitten.
‘Ik ben benieuwd wie de nieuwe leerlingen worden.’ zei Harry
‘Ja, ik ook,’ zei Ron. ‘ Wie niet.’
Proffesor Anderling kwam de grote zaal in Met een driepotig krukje met een oude versleten hoed erop De sorteerhoed. Met achter haar aan nerveuse leerlingen. Harry herkende het van zichzelf. Ze noemde verschillende namen Van A tot Z de eerste leerling werd in gedeeld in Huffelpuf de tweede bij Ravenklauw, de derde bij Zwadderich de vierde Tot de laatste leerling. Met eenZ.
‘Zwarts, Charlotte.’ riep Anderling.
Ze liep zenuwachtig naar het krukje met de sorteerhoed. Ze ging zitten. Anderling zette de hoed op haar hoofd.
De sorteerhoed riep direct. ‘GRIFFOENDOR!’
Ze liep opgelicht naar de tafel van griffoendor.
‘Hai, welkom Charlotte.’ Zei Harry.
'Dank je,' zei Charlotte. 'Wie zijn jullie?'
'Ik ben Hermelien Griffel. Die met het rooie haar en die lange neus is Ron Wemel de klassenoudste die je welkom heete is..'
'Harry Potter' vulde Charlotte Hermelien aan.
'Eh, ja, Dat is inderdaad Harry Potter. Hoe weet jhe dat trouwens? Als iemand die van dreuzels afstamt?' vroeg Ron verbaasd.
' Ik heb zhem als chocokikkerplaatje gehad in de trein. Erg lekkere chocola, trouwens.'
'O, die van Zachrianus is nog lekkerder.' zei Marcel.
Perkamentus stond op nadat de laatste werdt gesorteerd. (griffoendor)
'Welkom op Zweinstein. Het Nieuwe trimester is begonnen. Na het eten heb ik nog een paar mededelingen. Ik zou zeggen eet smakelijk.'
Nadat Perkamentus was gaan zitten vulden de schalen vol met eten. Charlotte schepte meer dan ze normaal zou doen op van het eten. Harry de gewone hoeveelheid.
‘Weet jij welke vakken ik krijg?’ vroeg ze.
‘Ja, je krijgt toverdranken, transfiguratie, kruidkunde, geschiedenis van toverkunst, bezweringen, astronomie en heel belangrijk, verweer tegen de zwarte kunsten.’
‘Wauw, dat laatste lijkt me erg leuk.’ Zei ze.
‘O, dat is het ook,’ zei Hermelien ‘en ook heel erg nodig nu “je-weet-wel” is herrezen.’ ‘Die heeft Harry toch verslagen toen hij 1 jaar was?’
‘Jawel, maar hij is vorig jaar weer teruggekeerd. Magtiger dan ooit, vrezen wij.’ Zei Ron met een piep in zijn stem.
‘Wat is er nou? Je klinkt als Pippeling.’
Zei een stem achter Ron. Ron schrok zich een ongeluk.
‘Hoi, Harry zei de stem achter Ron.
Harry draaide zich om.
‘Remus, wat doe jij hier?’ riep Harry verrast.
‘Ik kom les geven. Dat is die verrassing waar Sirius het in juli over had.’ Zei Remus.
‘Ah, elk welk vak gaat u geven? Vroeg Charlotte.
‘Verweer tegen de zwarte kunsten,’ antwoorde Remus.
Hij glimlachte vriendelijk naar haar en zei keek naar zijn gewaad.
‘En u hebt het hard nodig ook. Dat geld bedoel ik.’
Remus’ glimlach verdween.
‘Ja, je hebt gelijk. Charlotte.’
‘Hoe, weet je mijn naam?’
‘Je naam is genoemd toen je gesorteerd werd. Je hebt de haarkleur van Lily. Zie ik nu.’ ‘O, dat is nep hoor. Die kleur. Ik heb eigenlijk de zelfde kleur haar als Hermelien. En wie is Lily?’
‘Lily is mijn moeder, of eigenlijk was mijn moeder.’ Zei Harry.
Nadat de schalen met de hoofdgerechten leeg waren verschenen de toetjes op de schalen. Dat sloeg Charlotte over omdat ze genoeg gegeten had.
‘Hoef je geen toetje?’vroeg Ron nadat die een flinke hap cholade taart doorgeslikt had. ‘Die chocotaart is erg lekker hoor.’
‘Nee,’ antwoorde Charlotte ‘ik heb in de trein hierheen te veel chocokikkers op. Ik heb genoeg gegeten. Ik heb namelijk meer gegeten dan normaal, meestal eet maar een bord.’ ‘O, ok.’ Zei Ron.
Remus was weer op zijn plaats aan de oppertafel gaan zitten tussen Anderling en Sneep. ‘Wie is die man naast Remus?’ vroeg Charlotte.
‘Dat is de toverdrank leraar,’ piepte Marcel ‘professor Sneep’
Nadat de nagrechten ook weg waren stond Perkamentus op.
‘We hebben weer een Nieuwe leraar Verweer tegen de Zwarte kunsten. De leeringen van het vierde schooljaar en hoger kennen hem waarschijnlijk al. Professor Remus Lupos ofwel de zelfde leraar als twee jaar geleden. Er waren veel leerlingen vooral van Griffoendor, die hem dolgraag terug wilden. Ik moet jullie erop wijzen dat het Verboden Bos niet toegankelijk is voor alle leerlingen. En de eerste en tweede jaars mogen ook niet in Zweinsveld komen. En, we hebben sinds vorig jaar juni elkaar hard nodig. Het is ook ante raden om elkaar tevriend te houden. Dat geld vooral voor de Zwadderaars en de Griffoendors.’ Harry keek naar Malfidus die bleker was dan normaal en naar Sneep die uitdagend naar Remus keek. ‘Ik zou zeggen naar jullie Leerlingenkamers, want morgen is het de eerste lesdag. Dus naar bed. De eerstejaars moeten de klassenoudsten van hun afdelingen volgen.’
‘Eerste jaars volg me naar julllie leerlingen kamer.’ Zei Harry.
‘Tot straks.’ Zei hij tegen Ron en Hermelien.
Harry ging de eerste jaars van Grifoendor voor de marmeren trap op in de hal. Ze liepen de marmeren trap op naar de leerlingenkamer van Griffoendor. Op gegeven moment kwamen ze op een doodlopende gang uit met een potret van een dikke dame in roze jurk. ‘Wachtwoord?’ vroeg de dikke dame.
‘Moed’ zei Harry.
Dat was het goede wachtwoord, want het portret van de Dikke Dame zwaaide open. De eerste jaars gingen Harry voor door het portret gat. Harry bleef buiten wachten op Ron en Hermelien. Ron en Hermelien kwamen eraan gevolgd door Marcel en Daan Thomas.
‘Waar is Simon?’ vroeg Harry.
‘Hij is in de ziekenzaal’ zei Daan.
‘Huh?’ vroegen Ron, Harry, Ron, Hermelien en Marcel tegelijk.
‘Maar wat is er dan? Vroeg Hermelien bezorgd.
‘Na die ene Hap van die kersentaart voelde jij zich ineens niet lekker.’
‘Het, was toch niet vergiftigd, hé?’ vroeg Ron.
‘Ik vrees van wel’ zei Daan hij keek naar Harry.
‘Ik weet van niks.’ Zei Harry meteen.
‘Je weet dat ik klassenoudste ben. Die doen dat soort dingen niet. Behalve, als het een zwadderaar is geweest.’
‘Nee, dat was die Zwarts!’ riep Daan.
‘Zwarts? Doe niet zo achtelijk!’ zei Hermelien boos.
‘Of het zou een dooddoener geweest zijn die op Sirius leek, maar dat lijkt me onwaarscheinlijk.’ zei Harry.
‘Ik denk dat ik dat aan Remus moet gaan vragen. Die weet vast wel hoe het met Sirius’ familie zit.’
‘Aan die weerwolf?’ riep Daan.
‘Ssssssssst, niet zo hard! Wil je soms dat alle eerste en tweede jaars het horen?’ Siste Hermelien.
Harry ging naar het kantoortje van Remus. Het zag er net zo uit als in Harry’s derde jaar. Het jaar Dat zijn Peet- en pleegvader ontsnapte. Harrry klopte op de deur.
‘ Kom maar binnen’ klonk er aan de andere kant van de deur.
Harry deed open. Daar stond Remus gebogen over een tafel.
‘Eh, Remus,’ zei Harry.
Remus keek op.
‘Ik wil even met je praten.’
‘Ga, toch zitten Harry.’ zei Remus. ‘Thee?’
‘Ja lekker, dank je.’ Zei Harry.
‘Zit je iets dwars Harry? Je kijkt zo sip.’
‘Eh, ja. Filister ligt in de ziekenzaal en Thomas beschuldigt mij ervan hem vergiftigd te hebben.’ Zei Harry met een stem die niet van hem was.
‘O,’ zei Remus ‘Simon heeft gewoon te gulzig gegeten. Hij heeft erge buikpijn, maar dat is alles. Hij overleeft het wel.’
‘Hoe weet je dat?’ vroeg Harry verbaasd.
‘Severus heeft die kersen taart doorzocht. Geen druppeltje gif in die hele taart te vinden.’ ‘O, gukkig.’ Zei Harry opgelucht.
‘O ja, nog iets. Nadat ik zei dat ik van niets wist beschuldigde Thomas ook nog Sirius. En Hermelien opperde dat er een dooddoener achter zat die op Sirius zou lijken in zijn uiterlijk dan.’ Remus glimlachte geruststellend.
‘Maak je geen zorgen. Er is geen dooddoener die op Sirius lijkt. In iedergeval niet meer in leven.’ Zei Remus.
‘Had Sirius dooddoeners in de familie?’ vroeg Harry.
‘Ja, een broer. Zijn oudere en enige die hij had. Maar de rest van de familie stond aan onze kant.
‘Zijn broer leeft nog wel, maar zonder ziel.’ zei Remus grimmig.
‘Wanneer is dat gebeurd?’ vroeg Harry
‘Het is in de doofpot gestopt. Het was nadat Voldmort was herrezen.’
‘Maar hij heeft niks te maken met de dood van mijn ouders?’ vroeg Harrry.
‘Nee, helemaal niets.’ Zei Remus.
Nadat Harry zijn thee op had, ging hij naar zijn slaapzaal en ging nadat hij zijn pyama had aangetrokken in bed liggen, en viel meteen in slaap.




Profiel bekijkenStuur privébericht
charlotte
Dreuzel
Dreuzel


Verdiend: 46 Sikkels


charlotte is offline. 
BerichtGeplaatst: Wo Jun 09, 2004 16:13 Terug naar boven Sla dit bericht op

hoofdstuk4: de terugkeer van Fleur Delacour

De volgende dag werd Harry vroeg wakker. Hij deed zijn bril op, en sprong uit bed. Nadat hij zijn schoolgewaad had aangetrokken, ging hij naar prof. Anderling om de lesroosters te halen. Hij ging door het portretgat en liep naar haar kantoortje.
‘Wat doe je hier Potter?’ riep een norse stem.
Het was Argus Vilder met zijn kat mevrouw Norks in zijn armen.
‘Eh, ik ben onderweg naar prof. Anderling,’ zei Harry naar waarheid ‘om de lesroosters te halen om uit te delen tijdens het ontbijt.’
‘Dat mogen aleen Klassenoudste, Potter.’zei Vilder achterdochtig.’
‘Nou, dat komt dan mooi uit.’ zei Harry. ‘Ik ben namelijk klassenoudste. Alleen ben ik vergeten mij badge op te spelden.’
‘Meekomen, naar het kantoortje van Prof. Sneep.’ Zei Vilder boos.
Harry haalde zijn schouders op en volgde Vilder om niet meer moeilijkheden te krijgen. Evenlater klopte Vilder op de deur van Sneeps kantoortje.
‘Ja?’ zei de stem van Sneep.
Vilder deed de deur open en duwde Harry naar binnen. Harry strompelde Sneeps kantoor binnen om niet te vallen. En Vilder sloeg de duer achter Harry dicht. Sneeps kantoor zag er vertrouwd uit voor Harry. Met het verschil dat er meer potten met gruwelijke inhoud erbij waren gekomen sinds de laatste keer dat hij bij Sneep in het kantootje was.
‘Wat kom je hier doen Potter?’ zei Sneep met zijn gebruikelijke ondertoon in zijn stem die hij speciaal voor Harry bewaarde.
‘Eh,’ zei Harry, ‘Ik was onderweg naar Anderlings kantoortje toen meneer Vilder me riep.’ ‘Wat had jij in haar kantoortje te zoeken?’ vroeg Sneep.
‘De lesroosters ophalen om uit te delen tijdens het ontbijt.’ Zei Harry.
‘Hoe vaak moet ik nog zeggen dat je me moet aan spreken met Professor Sneep of meneer?’
‘Ik was naar prof Anderlings kantoor om de lesroosters die ik moet uitdelen op te halen, prof. Sneep.’ Herhaalde Harry
‘Dat is beter. En sinds waneer haal jij die roosters? Dat moeten klassenoudsten doen.’
‘Eh, prof. Sneep. Ik ben klassenoudste, aleen heb ik het badge niet opgespeld. In de haast.’ Zei Harry.
Sneep stuurde Harry terug met de mededeling dat hij zijn badge maar gauw op moet spelden voor hij boos werd. Harry ging.

Harry ging nadat hij zijn badge op had gespeld naar de grote zaal om te ontbijten. Anderling kwam op Harry af.
‘Meneer Potter, waar bleef je? Je moest de rooster bij mij halen.’
Harry vertelde het hele verhaal. Anderling bartste in Harry’s verbazing in lachen uit.
‘Wat is er zo grappig, prof. Anderling?’ vroeg Harry verbaasd.
‘Dat ze niet zonder dat badge weten dat je klassenoudste bent. Alle afdelingshoofden vonden het een goed idee om jou tot klassenoudste te benoemen voor Griffoendor. Ja Potter,’ zei Anderling Harry’s verbaasde gezicht zag, ‘ook prof. Severus Sneep.’
Anderling gaf Harry de lesroosters en Harry deelde ze uit aan alle leerlingen aan de Griffoendortafel.
‘O nee,’ kreunde Ron toen Harry aan hem het lesrooster gaf, ‘niet weer Toverdranken met Zwadderich.’
Nadat Harry ook aan de zevende jaars waaronder Fred en George de lesroosters had gegeven ging Harry tussen Ron en Hermelien zitten. Na het ontbijt gingen ze naar de eerste les. (Verzorging van Fabeldieren.) Ze hadden dit jaar voor de verandering, zag Harry, Verzorging van Fabeldieren samen met Ravenklauw.
‘Arme Huffelpuf,’ zei Ron, ‘nu hebben zij Verzorging van Fabeldieren samen met Zwadderich.’
‘Ja, maar wij lekker niet.’ zei Simon die weer zag Harry beter was.
‘Was je nou vergiftigd?’ vroeg Daan aan Simon.
‘Nee, gewoon te gulzig gegeten gisteravond.’
‘Ha,’ zei Hermelien ‘Ik zei het toch, dat het niks met vergiftiging te maken heeft?!’
‘Ja, heb je de ochtendprofeet dan niet gelezen?’ vroeg Ron.
‘Hoezo?’ vroeg Parvati pinnig.
Zij was zag Harry nu, ook klassenoudste.
‘Waarom zat ze dan niet in de klassenoudstenwagon?’ vroeg Harry zich af. ‘En hielp ze me niet met de roosters?’
‘Nou, ’zei Ron, ‘daarin stond dat de naam van Sirius Zwarts is gezuiverd. Hij heeft zijn onschuld kunnen bewijzen.’
‘Dus Sirius kon Simon niet vergiftigd hebben.’ vulde Hermelien Ron aan.
‘Ah, ik ken nu beginnen met de les.’ zei Hagrid.
‘We zijn kompleet. Vandaag gaan we het hebben over de Stikdemoord.’
De leerlingen slikten.
‘Geen rede tot paniek,’ riep Hargrid geruststellend ‘het is theorie. Open maar het Monsterlijke monster boek. Jullie motten nu wel weten hoe jullie heb kennen openen.’ ‘Eh,’ zei Marcel ‘hoort dat eigenlijk niet bij verweer tegen de zwarte kunsten?’
‘Ook,’ zei Hagrid. ‘Staat in het monsterlijke monsterboek, maar ook in het boek voor verweer tegen de zwarte kunsten.’
‘Krijgen we dat dan dubbel?’ vroeg een jongen van Ravenklauw.
‘Nee, ik vertel het verzorgende deel, en Lupos het verwerings gedeelte.’
Harry keek verwonderd. Hij had altijd gedacht dat hij Remus Lupos bij zijn voornaam noemde.

De bel ging na een uur. En Ron, Harry, Hemelien gingen naar de volgende les: Transfiguratie.
‘Vandaag,’ zei Anderling ‘Gaan we het hebben over meubels en andere spullen in dieren veranderen hebben, wat ik al eens in jullie eerste jaar heb aangekondigd. We gaan vandaag klein beginnen. Ik pak jullie speldenkussens van vorig jaar. We gaan ze weer terug veranderen in egels.’
Ze gaf alle leerlingen hun speldenkussen terug. Behalve aan Marcel. Aan macel gaf ze haar eigen spelden kussen, en zij hield een tweede van Hermelien(Hermelein had twee egels in een speldenkussen veranderd)

Na de les gingen ze naar de grote zaal voor het middag eten.
‘Omgekeerd was het veel makkelijker.’ zei Marcel opgewekt.
Hij had voor het eerst bij transfiguratie punten voor de afdeling gekregen.
‘Wat hebben we na de lunch? Ik ben mijn rooster namelijk kwijt.’
‘We hebben eerst verweer tegen de zwarte kunsten, en daarna Bezweringen.’

Na de lunch gingen ze naar het lokaal verwee tegen de zwarte kunsten. Harry was heel opgewekt. Eindelijk hadden ze weer les van Remus Lupos. De beste leeraar verweer tegen de zwarte kunsten die ze ooit gehad hebben.
‘Goede middag,’ zei Remus opgewekt. ‘Laat jullie je boeken maar in de tas. Jullie hebben alleen maar een toverstaf nodig. We hebben Verweer tegen de zwarte kunsten hard nodig, nu de heer van het duister terug is. En het gaat niets boven de praktijk, nietwaar?’
Harry glimlachte. Ja, daar heeft Remus gelijk in dacht Harry.
‘Mooi,’ zei Remus,‘Onvergefelijke vloeken hebben jullie al gehad, van Dolleman, nietwaar?’
‘Nou ja, van de nep- Dolleman’ zei Harry.
‘Nep- Dolleman? Hoe bedoel je dat, Harry?’ Vroeg Remus.
Harry legte Remus uit dat de echte Dolleman door de zoon van Krenck aangevallen had, en dat Krenck jr. Met behulp van wisseldrank zich uitgaf als Dolleman. Remus schrok van Harry’s verhaal. Ze gingen het hebben over de stremspreuk. Harry werd naar voren geroepen om Remus te helpen, omdat Harry de spreuk al kende. De les ging goed.

Nadat de les afgelopen was, gingen ze naar Bezweringen met prof. Banning. Ze gingen het hebben over de bezwering om van doodgewone spullen een Viavia te maken.
‘Zeg mij allemaal na,’ piepte Banning, ‘Portus’
‘Portus’ zei de klas.
Na de les gingen ze naar de Grote Zaal om te dineren. Tijdens het diner hoorde Harry de deur in de hal en later gingen de deuren open van de grote zaal. En daar stond een hele grote vrouw. Hagrid die aan de oppertafel zat, werd helemaal rood. Die gtrote vrouw in de deur opening was Madame Mallemour. Naast haar stond het mooiste meisje die harry in een jaar niet gezien had. Eerst herkende Harry haar niet, maar toen zag hij het. Het was Fleur Delacour.
‘`Allo, `Arry.’ zei ze.
‘Hoi, Fleur. Leuk je weer te zien.’
‘Je bent groter en ziet er ouder uit sinds vorig jaar, `Arry. En je bent ook knapper.’ zei ze.
En ze begon te blozen en Harry ook. Dat had niemand ooit tegen hem gezegt, zelfs Cho Chang niet. Hermelien vroeg Harry wat hij had.
Daarop antwoorde Harry: ‘Ik denk dat ik weer verliefd ben.’
‘Dat meen je toch niet Harry. Het is maar een glamorganameisje.’ zei Hermelien.
‘Maar een glamorganameisje? Hermelien, je bent niet goed wijs.’ zei Ron
Dat was tegen het zere been. Hermelien tierde tegen Ron. Harry probeerde haar te kalm te krijgen, en ze ging ook tegen hem te keer. Harry deed iets wat hij normaal nooit zal doen.
‘Hermelien, het spijt me heel erg dat ik het doe, maar ik trek 10 punten af voor Griffoendor wegens het te keer gaan tegen een klassenoudste.’
‘Maar,’ begon Hermelien.
‘Geen gemaar. Hermelien ik ben nu klassenoudste dus je moet me ook zo behandelen. Het spijt me.’
Hermelien stond op en rende huilend de grote zaal uit. Alle Zwadderaars begonnen te lachen.
‘Moet je dat modderbloedje eens zien rennen.’ gilde Patty Park door de hele grote zaal.
Dat hoorde prof Anderling en ook prof Sneep keek kwaad naar haar.
‘Jufvrouw Park, kom onmiddellijk hier bij de oppertafel.’ zei Sneep en Anderling tegelijk.
Patty Park liepmet lood in haar schoenen naar de oppertafel. De andere Zwadderaars hielden zich verder rustig.
‘Strafwerk!’ zei Anderling.
‘Dat lijkt mij ook, Minerva.’ zei Sneep.

Na het diner gingen Harry, Ron en de andere vijfde jaars naar de leerlingenkamer om hun eerste huiswerk te maken voor prof Anderling en Banning. Het was het meeste huiswerk wat ze ooit gehad hadden, maar dat was niet zo vreemd. Het was hun vijfde schooljaar en een belangrijk jaar. Ze moesten namelijk in dit jaar S.L.I.J.M.B.A.L.-examens doen om zo veel mogelijk S.L.I.J.M.B.A.L.len te halen. Ze begonnen aan het huiswerk voor Anderling.
‘Eh, wat moesten we ook alweer doen voor haar?’ vroeg Marcel.
‘Een opstel over meubels in dieren veranderen en weer terug. En wat voor spreuk je ervoor noidig hebt.’ zei Hermelien.
Hermelien was, zag Harry weer over de schrik heen. Nadat ze het opstel tot de helft af hadden gingen ze naar de slaapzaal om te gaan slapen, om weer vroeg op te staan voor de volgende lesdag.

De volgende dag gingen ze naar de grote zaal om te ontbijten. Ze hadden na het ontbijt twee uur achter elkaar toverdranken samen met Zwadderich. De toverdrankles was lang niet zo erg al de vorige jaren viel Harry op. Sneep was nu Harry klassenoudste was ook minder rot tegen hem dacht hij want, toen Harry Malfidus op zijn donder wilde geven, omdat hij Harry’s moeder beledigde kwam hij op Harry af.
‘Potter!’ zei hij. ’10 punten aftrek voor Griffoendor.’
‘Meneer,’ zei Harry kalm, ‘Malfidus beledigde mijn moeder. Daarom gaf ik Malfidus zijn vet.’
‘Goed, ik zie het voor deze keer door de vingers. Je krijgt voor je afdeling de punten terug.’

Daarna trok hij bij Malfidus tot Harry’s verbazing, punten van zijn eigen afdeling af. De drank wat ze moesten maken was helemaal niet zo moelijk als Harry verwachtte.
‘Nu jullie hebben de drank af. Ik wil een van jullie dranken testen. Lubbermans, kom naar voren.’
Marcel liep langzaam naar prof Sneep. Hij wilde helemaal niet dat zijn drank getest werd. Zij drank was netals in de vorige jaren….
‘Mislukt, Lubbermans.’ zei Sneep. ‘Potter, kom jij maar naar voren.’
Harry liep naar voren veel zelfverzekerder dan Marcel.
‘Laat maar een zien’ zei Sneep.
Sneep pakte Harry’s flesje aan en goot de inhoud in de bek van Willibrord, de pad van Marcel.
‘Heel, goed Potter.’zei Sneep.
‘Wel de eerste keer.’ Voegde sneep eraan toe.
Harry begon te blozen. Hij had nog nooit een kompliment van Sneep gehad.

Na de lunch gingen Harry en Ron naar waarzeggerij en Hermlien naar voorspellend rekenen. Ze liepen lang het bekende schilderij van de heer Palagon.(‘Halt jullie, gespuis.) Na een hele klim kwamen ze eindelijk bij het luik aan. Daar stond tot Harry’s verbazing Fleur. Wat doet zij hier vroeg Harry zich af.
‘Hai, Fleur.’ zei Harry. ‘Hoe kom je zo bij waarzeggerij?’
‘Ik kom `ier om te kijken `oe de lessen `ier gaan.’ antwoorde Fleur.
‘Aha, je wil hier les komen geven, voor je engels.’
‘Nee, ik ga voor Remus Lupos invallen als hij ziek is.’ zei Fleur geduldig.’En je bent nu klassenoudste zie ik nu, `Arry.’
‘Ja, inderdaad.’ zei Harry.
‘Kom maar naar boven, kinderen’ zei de dromerige stem van Zwamdrift.
Fleur schrok zag Harry. Fleur had niet verwacht dat ze een stem van boven zou horen. Ze gingen naar boven. Harry ging Fleur voor, en Harry rook weer die vertrouwde duizelwekkende geur.
‘Welkom in de eerste les van het nieuwe schooljaar,’ zei Zwamdrift. ‘Dit jaar is een belangrijk jaar. Weet iemand waarom?’
Iedereen stak hun hand op.
‘Ja, meneer Wemel?’ zei ze.
‘Dit jaar is belangrijk, omdat dit jaar de S.L.I.J.M.B.A.Lexamen beginnen.’ Zei Ron.
‘Heel goed meneer Wemel.’zei Zwamdrift. ‘Vandaag gaan we op verzoek van de meesten de kristallen bol herhalen.’
‘Nee, he?’ kreunde Ron.
Ron had gelijk dat hij zo kreunde, omdat het bij Harry en Ron het weert voor geen meter ging vonden ze zelf. Zwamdrift was tevreden over Harry, in verbant met zijn voorspelling in zijn derde jaar, omdat zijn voorspelling over Scheurbek klopte, want hij behield inderdaad zijn kop. En is ontsnapt samen met Sirius. Dat wist Zwamdrift natuurlijk niet.

Na de les gingen Hary en Ron opgelucht naar de grote zaal voor het diner. Hermelien keek verwonderd naar Harry en Ron, want zij had ze nog nooit zo vrolijk gezien na waarzeggerij. Charlotte ging naast ze zitten en ze vertelde hoe ze de eerste dagen vond. Ze zei dat ze heel erg baalde dat ze toverdranken met Zwadderich had en ze helemaal irriteerde aan prof. Sneep. Ron begon te lachen en Hermelien keek hem met een dat-is-niet-grappig blik aan.
‘Wat nou?’ zei Ron
‘Je moet daar niet om lachen, Ron.’ zei ze bits.
‘Zeg, je begint wel erg op Percy te lijken.’
‘Oja?’
‘Ja’
‘Is het nu afgelopen met die stomme ruzie?’ zei Harry kwaad.
Meteen was het stil. Ron stak noig even zijn tong naar Hermelien uit. En Hermelien maakte een hoog geluidje, maar later aten ze zwijgend verder.
‘Maken ze vaak ruzie, die twee?’vroeg Charlotte.
‘Nee hoor, alleen als Ron haar vergelijkt met Percy.’antwoorde Harry.
‘Is dat dan een beledeging?’
‘Ja, als Ron dat over iemand zegt wel, maar als Hermelien dat doet niet.’
‘Waarom bedoelt zij het dan als compliment?’
‘Ik denk dat je dat beter aan Hermelien kan vragen.’




Profiel bekijkenStuur privébericht
charlotte
Dreuzel
Dreuzel


Verdiend: 46 Sikkels


charlotte is offline. 
BerichtGeplaatst: Wo Jun 09, 2004 16:18 Terug naar boven Sla dit bericht op

hoofdstuk 6: op zoek naar prof. Anderling.



Na geschiendenis van toverkunst werd het tijd om te dineren. Harry, Ron en Hermelien liepen druk pratend naar de grote zaal. Ze bespraken over de les met Sirius en over de reacties van de Zwadderaars. Vooral die van Draco Malfidus. Ook lachten ze nog na om de opmerking van Sirius over Sneep en zijn optreden als afdelingshoofd. Ze gingen met zijn drieën bij elkaar zitten. Marcel kwam erbij zitten.
‘Sirius kan goed lesgeven he?’ zei Marcel opgewekt.
‘Ja, vooral de opmerking over Sneep. Ik had het niet meer.’ zei Ron.
‘Ik denk niet dat hij het leuk zou vinden als hij het merkt.’ zei Hermelien.
‘Ze heeft gelijk. Moet je Sneep zien.’ zei Harry.
Sneep keek vol haat naar Sirius, maar Sirius praatte opgewekt met Perkamentus. Aan de andere kant van Sneep keek Remus erg bezorgd naar Sneep.
‘Sirius heeft niks in de gaten, zie je dat?’ zei Harry.
‘Ja, ik zie het.’ zei Marcel.
Ze keken nog een tijdje naar de oppertafel, maar daarna gingen ze eten. Harry kon alleen geen hap naar binnen krijgen. Hij maakte zich zorgen om Sirius. En hij vertrouwde de blik van Sneep niet.
‘Zeg, ik ben een beetje moe. Ik denk dat ik maar naar bed ga.’ zei Harry.
‘Ok, welterusten dan.’ zeiden Ron en Hermelien.
‘Tot straks in de slaapzaal, dan.’ zei Marcel.
Harry stond op en liep de grote zaal uit. Hij liep de hal in. Inplaats van naar de slaapzaal te gaan om te slapen, ging hij naar de slaapzaal om de mantel van zijn vader te pakken.

Nadat hij de onzichtbaarheidsmantel om had geslagen, sloop hij naar beneden. Hij sloop door de hal en deed heel voorzichtig de deur open zodat hij niet zou gaan kraken en glipte door een kiertje naar buiten. Buiten liep hij richting het huisje van Hagrid. Hij ging niet naar binne, maar ging langs het hutje op het verboden bos in. Hij dacht dat Anderling daar misschien was. In het bos deed hij de mantel af, en vouwde hem heel kleuin en stopte hem in de zak van zijn gewaad. Uit de andere zak haalde hij zijn toverstaf.
‘Lumos.’ zei hij.
Er kwam een lichtpuntje op de punt van zijn toverstaf. HIj liep door het donkere bos. Eigenlijk moest hij op het pad blijven, maar hij ging van het pad opzoek naar Anderling. Toen hij het pad verlaten had liep hij rechtdoor. Hij haalde zijn gewad open aan een ver overstekende tak.
‘Ai, nu weten ze dat ik in het verboden bos geweest ben.’ Dacht Harry.
Harry hoorde geritsel. Hij hield zijn stok omhoog om te kunnen zien wat het was.
‘Wie daar?’ riep Harry. ‘Laat je zien.’
Er kwam een sschaduw te voorschijn. Harry hield zijn toverstaf verder omhoog. Harry slaajkte een zucht van opluchting. Het was de centaur die hem in zijn eerste jaar had gered van Voldemort.
‘Hoi, moet je niet binnen in het kasteel zijn?’ vroeg hij.
‘Eigenlijk wel, maar ik ben opzoek naar Anderling. Die is namelijk verdwenen.’ zei Harry.
De centaur vertelde Harry dat hij niks gezien had dan dat mars vandaag niet helder was. Harry ging verder zoeken. Het bos werd steeds nouwer en donkerder. Harry vond et verdacht veel lijken op de plek waar hij in zijn tweede jaar samen met Ron was geweest. Hij zag een paar spinnetjes weg vlugten van Harry’s licht.
‘O, jee.’dacht Harry. ‘Als ik Aragog maar niet tegen kom.’
Harry liep met een ongerust gevoel verder. Hoij vertrouwde het eigenlijk niet. Hij kwam bij een open plek en daar waren meer spinnen.
‘Ai, ik denk dat ik maar even een andere richting in moet.’
De spinnnen begonnen ook groter te worden. Harry kwam bij de open plek, waar hij ook samen met Ron was geweest.
‘Wat mot je hier?’ riep een stem.
‘Hagrid, ben jij dat?’riep Harry terug.
‘JA, dat ben ik.’ riep Hagrid. ‘Wie is daar?’
Hagrid kwam dichterbij, hij had een lanp in zijn hand en scheen ermee op Harry. Harry kneep zijn ogen dicht, omdat hij anders werd verblind door het licht.
‘Harry, wat mot jij hier? Terug naar het kasteel, hup!’ zei Hagrid boos.
‘Eh, ik ben op zoek naar Anderling. En wat doe jij hier?’ zei Harry.
‘Ik was even met Aragog aan het praten.’
‘Weet hij meer van de verdwijning van Anderling?’
‘Hoe durf je zoiets van Aragog te denken.’
‘Nee, ik bedoel niet of hij het op zijn geweten heeft!?’ zei Hary geschokt.
‘O, dan is het goed. Nee, hij weet niks. En de centauers ook niet.’
‘Heb ik gemerkt, ja. Hij had er aleen over dat mars vandaag niet helder is. Daar heb ik veel aan. Zei is niet hier in het verboden bos, he?’
‘Nee, helaas.’
‘Zou ze in de geheime kamer zijn?’
‘Nee, hij is toch niet geopend ofwel?’
‘Nee, als ze maar niet is ontvoerd door Voldemort.’
Hagrid huiverde bij het horen van die naam. Harry ging weg en beloofde Hagrid dat hij terug ging naar het kasteel.

Harry deed zijn onzichtbaarheidsmantel om en liep het bos uit. Hij baalde ervan dat hij Anderling niet gevonden had, maar hij gaf het niet op. Harry ging niet zoals hij Hagrid beloofd had terug naar het kasteel, maar liep het terrein af. Hij besloot om in Zweinsveld te zoeken. Harry deed de onzichtbaarheidsmantel af toen hij uit het zicht van het kasteel was.

In Zweinsveld aangekomen liep hij door de hoofdstraat. Hij keek overal naar binnen om te zien of Anderling daar binnen was. Nergens was ze te bekennen. Balend liep hij terug naar het terrijn.
‘Kon ik maar verscheinselen.’ dacht Harry. ‘Dan kon ik kijken of ze in Londen is ofzo.’
Harry kwam in de buurt van het terrijn en deed de mantel weer om. Hij liep naar het kasteel terug en ging naar binnen. Er waren een hele hoop volwassen tovenaars in de hal, waaronder Siriusen en tot Harry’s schrik Dolleman. Nu was Harry erbij. Dolleman kan door Harry’s mantel heen kijken met zijn magische oog.
‘Hee kijk eens wie daar is Sirius?’ zei Dolleman kijkend aa de plek waar Harry stond.
‘Wat dan? Ik zie niemand.’ Zei Sirius. ‘Ja, andere leraren.’
‘Harry staat daar, Sirius.’fluisterde Dolleman.
‘WAT?’
‘SSSSSSST, niet zo hard.’
Maar het was te laat iedereen keek in de richting van Harry. Trillend deed Harry zijn mantel af. Iedereen schrok.
‘POTTER!’ riep Sneep. ‘Vij’ftig p....’
‘Severus’ zei Perkamentus kalm.
Hij wende zich naar Harry.
‘Wáarom lig je niet te slapen net als alle andere leerlingen?’
‘Eh, ik was op zoek naar Anderling, professor.’ zei Harry naar waarheid.
‘Erg moedig van je. Heb je haar gevonden? En nog belangrijker waar dacht je dat hij kon zijn?’
‘Ik was in het verboden bos aan het zoeken.’zei Harry onzeker.
Hij vreesde dat Perkamentus nu heel kwaad zou zijn, maar tot Harry’s verbazing was hij dat niet.
‘Ik dacht dat u boos zou zijn, professor.’ zei Harry verbaasd.
‘Waarom zou ik?’ zei Perkamentus. ‘Wij hebben haar niet kunnen vinden, misschien jij wel?’
‘Eh, nee. Maar het is toch verboden om in het bos te zijn?’
‘Je was er voor een goed doel, Harry.’
‘Maar ik ben een leerling, ben klassenoudste. En ik moet men toch het goede voorbeeld geven?’
‘Dat heb je gedaan door naar Anderling te zoeken. Waar ben je nog meer geweest?’
‘Zweinsveld. Niks gevonden.’
‘Misschien is ze in het krijsende krot?’ opperde Sirius.
‘Ik denk het niet.’ zei Remus.
Harry ging nu maar naar bed. In de leerlingenkamer aan gekomen stond Parfatie. Ze keek heel boos. Harry zei haar gedag en haaste zich naar zijn slaapzaal, maar zei hield hem tegen.
‘Waar bleef je?’ vroeg ze.
‘Ik was naar Anderling zoeken. En heb haar helaas niet gevonden.’
Parfatie liet hem los en Harry liep naar boven. Boven deed hij zijn pyama aan en ging naar bed en viel in slaap.

De volgende dag stond Harry laat op. Toen hij wakker werd merkte hij dat Ron en de anderen al op waren.
‘O jee, ik heb me verslapen.’dacht hij.
Harry kleede zich vlug aan en ging naar de les. Hij had nu verweer tegen de zwarte kunsten.
‘Sorry dat ik te laat ben, professor. Ik had me verslapen.’ zei hij
Harry liep naar zijn pklaats en wilde zitten maar...
‘Moment, Potter.’ zei een andere stem dan die van Remus.
‘Eh, waar is professor Lupos?’
‘Hij is ziek.’
‘O, maar dan zou Fleur Delacour voor hem invallen.’
‘Niks mee te maken. 50 strafpunten voor Griffoendor. En nu mag je zitten, Potter.’
Harry bleef staan. Hij keek naar de persoon diewat zei. Het was, tot Harry’s afschuw Sneep. Harry ging zitten hij pakte het boek uit zijn tas en legde hem op tafel.
‘Waar was je gisteravond?’ vroeg Ron.
‘Potter was in het verboden bos, Wemel.’ zei Sneep.
‘Ron vroeg het aan Harry, professor Sneep. Niet aan u.’ zei Hermelien.
‘Nog eens vijftig strafpunten voor Griffoendor, Griffel.’
‘Maar..’
‘Stil nou, laat hem maar.’ zei Harry rustig.

Na de les gingen ze naar Transfiguratie. Daar was gelukkkig Sirius. Hij moest lachen toen Harry vertelde dat hij zich verslapen had. Harry lachte mee. Ze gingen hun tafel omtoveren in een koe en weer terug. Bij Marcel ging het als gewoonlijk mis. De Zwadderaars lachten. Sirius merkte dat en gaf zwadderich 40 strafpunten.
‘U zou 100 strafpunten moeten geven.’ zei Ron.
‘Waarom, Ron?’
‘Sneep heeft van ons 100 punten afgetrokken.’
‘Goed, dan trek ik er nog 60 punten van af.’
De Zwadderars sputterden tegen, maar het hielp niets.
‘U bent nog erger dan Anderling.’ zei Malfidus.
‘Zeg een beetje eerbied voor iemand die verdwenen is.’ zei Harry.
‘Ach, kop dicht, lidtekentje.’
‘Nu is het genoeg!’ zei Harry. ‘nog eens 50 strafpunten.’
‘Dank je Harry. Dat was het voor vandaag.’

Harry, Ron en Hermelien gingen naar de grote zaal om te eten. De Zwadderaars keken boos naar Ron. Ron deed net of hij niks door had.
‘Goed zo Ron, je trekt niks van de Zwadderaars aan.’ zei Hermelien.
‘O, dat is ook niet zo moeilijk Ze beledigde me ook niet. En waarom zijn ze boos op mij? Ik heb bij Malfidus toch niet nog eens 50 punten afgetrokken?’
‘Ik wel’ zei Harry ‘ Jij zei dat Sirius bij Malfidus 100 punten af moest trekken in plaats van 40, Ron.’
‘Ja, dat is het.’
Ze gingen aan de tafel van Griffoendor zitten. Ginny kwam even later bij ze zitten.
‘Hadden jullie ook verweer tegen de zwarte kunsten met Sneep?’ vroeg ze.
‘Ja, ik dacht dat Fleur voor Remus in zou vallen.’ zei Ron.
‘Ik ook, maar Sneep heeft gezegd dat ze boor is weggelopen, omdat ze zich beledigd voelde door Zwamdrift.’
‘Ja, dat zou ik ook zijn als ik haar was.’ zei Hermelien.
Fred en George kwamen erbij staan.
‘Fleur houd van Harry en ze is boos dat ze hij haar niet meer mag zien tijdens de lessen.’ zei Fred.
‘Dan kan ze me toch zien buiten de lessen?’ zei Harry.
Na het diner ging Harry naar bed. Ron kwam even later ook in de slaapzaal gevolgd door Marcel , Daan en Simon. Tot Harry’s verbazing keek Simon een beetje verdrietig.
‘Wat is er, Simon?’ vroeg Harry.
‘Simon heeft een brulbrief gekregen van zijn moeder.’ zei Marcel.
‘Ik heb helemaal niks gehoord.’ zei Harry.
‘Ja logisch.’ zei Simon boos ‘Je was ook al boven.’
‘Uitkijken met wat je zegt, graag. Ik ben klassenoudste.’
‘Je hoeft niet direct kattig te doen, Potter.’ Gilde Simon.
’10 punten aftrek voor griffoendor wegens brutaal zijn tegen een klasseoudste, Simon.’ zei Harry kalm. ‘En wat heeft je moeder gezegt in die brulbrief?’
‘Gaat je niks aan. Het is niet jouw probleem.’
‘Ok, dan niet.’
Harry deed zijn pyama aan en ging in bed liggen en viel meteen in slaap.




Profiel bekijkenStuur privébericht
charlotte
Dreuzel
Dreuzel


Verdiend: 46 Sikkels


charlotte is offline. 
BerichtGeplaatst: Wo Jun 09, 2004 16:23 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 7: Een aangename verassing.


Het was 30 september. Harry vond het tijd worden om met de trainingen te beginnen. Hij prikte een briefje aan het prikbord, met de mededeling dat de trainingen begonnen en dat de leerlingen vanaf het 2e schooljaar zich konden melden om de nieuwe wachter van Griffoendor te worden. Er kwamen leerlingen vanaf het 2e jaar op het briefje af. Onder die leerlingen zaten Kasper en Dennis Krauwel, maar ook Ron en Ginny.
‘Wanneer ga je kijken wie er Wachter wordt, Harry?’ vroeg Dennis.
‘Vanavond na het diner, Dennis.’
‘Ok.’
En Dennis ging weg. Harry, Ron en Hermelien gingen aan een tafeltje bij de haard zitten. Harry en Ron speelde een spelletje toverschaak en Hermelien keek toe. Fred en George kwamen erbij zitten om Ron aan te moedigen. Hermelien deed dat bij Harry.
‘Harry,’ zei Berlinda. ‘De leerlingen mogen vandaag naar Zweinsveld.’
‘Is dat zo? Ok.’ zei Harry. ‘Iedereen vanaf de derde mogen naar Zweinsveld als ze dat willen.’
Fred en George vertrokken meteen samen met Leo Jordaan. Harry, Ron en Hermelien gingen ook.

Bij de ingang stond Argus Vilder met een grote lijst met leerlingen die naar Zweinsveld mochten. Harry, Ron en Hermelien liepen lang hem en gingen door de deur naar buiten. Het was een mooie blauwe lucht en de zon scheen. Ze gingen door de poort waar je van het terrijn af komt en liepen naar Zweinsveld.
‘Waar zullen we eerst heen gaan?’ vroeg Hermelien.
‘Naar de drie bezemstelen?’ zei Harry.
‘Ja, dat is een goed idee, Harry.’ zei Ron.
Ze liepen naar de drie bezemstelen. Daar aangekomen gingen ze naar binnen. Ze bestelden alledrie een boterbier en gingen aan een tafeltje bij het raam zitten. Het was er heel erg druk.
‘Waarom is het zo druk?’ vroeg Ron.
‘Nou ik denk omdat de drie bezemstelen gewoon goed loopt.’ zei Hermelien.
‘Ja, dat lijkt me vanzelfsprekend. Anders was het hier niet zo druk.’ zei Harry.
2 uur waren verstreken toen Harry opstond.
‘Kom, het lijkt me verstandig om maar alvast naar het kasteel te gaan.’ zei Harry.
‘Hoezo? het duurt uren voor we gaan eten.’ zei Hermelien.
‘He, doe niet zo stom Hermelien, hij moet zijn trainingen voorberijden.’ zei Ron.
‘Poeh. Vrienden gaan voor vind ik. En trainingen voorberijden is zo gebeurd als je het mij vraagt.’ zei Hermelien boos.
‘Misschien. Maar ik doe het liever niet op het laatste moment.’ zei Harry.
‘O, maar huiswerk doe je ook meestal pas op het laatste moment, dus jij moest nodig zeggen.’
‘Hermelien, ik ben nu aanvoerder van het zwerkbalteam van onze afdeling. En ik ben hier de klasenoudste.’
‘Ik anders ook, Potter.’ zei een lijzige stem achter Harry.
‘Hou je er buiten, Malfidus.’ zei Harry.
‘Je denkt zeker dat je als aanvoerder van dat snertteam van je alles mag.’ zei Malfidus.
Harry negeerde die opmerking en Harry liep de drie bezemstelen uit en liep naar het kasteel. Hij liep door Zweinsveld toen hij een klein dikkige man zag met een lindegroene bolhoed.
‘Goeie dag, minister.’ zei Harry. ‘Is prof. Anderling al gevonden?’
‘Nee, helaas, meneer Potter. meneer Zwarts vroeg of je bij hem wilt komen. Hij zei dat het om een verrassing ging die je vast leuk zal vinden.’
‘Nou, ik ben benieuwd wat dat zou zijn.’
‘Ik kan alleen vertellen dat het iets met Zwerkbal te maken heeft.’
Harry zei tegen de minister gedag en hij holde naar het kamertje van prof Anderling. Dat nu bezet werd door Sirius.

Harry klopte aan. De deur ging open op een kier.
‘Ah, ben jij het Harry. Kom binnen.’ zei Sirius.
‘Ik hoorde van de minister dat je een zwerkbalverrassing had?’ vroeg Harry.
‘Dat klopt. Perkamentus heeft me aangeraden iets voor je team te regelen.’
‘Nou, voor de nieuwe wacher zorg ik wel vanavond na het eten.’
‘Nee, nee. Het heeft niks met spelers te maken. Ja, toch. Het heeft te maken met hoe ze vliegen.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Nou, de bezems die je teamgenoten hebben zijn na mijn en Perkamentus iedee niet best meer. Hij vond het tijd worden dat er betere bezems kwamen in jou team. Eigenlijk doie net zo goed is als die van jou. En betere dan Zwadderich heeft.’
‘Je bedoeld nieuwe bezems voor mijn team? En die van Huffelpuf en Ravenklauw dan?’
‘Die hebben ook al andere. Net als het team van Van Beest hebben die teams een nimbus 2001.’
‘Wij krijgen de nieuwe nimbus 2002 die sinds gisteren uitgekomen zijn?’
‘Nee, die jij twee jaar geleden van mij hebben gekregen. Een nimbus 2002 is net zo goed als die nimbus 2001, nee Perkamentuis dacht meer aan een vuurflits.’
‘Wauw, daar zullen Fred en George van opkijken.’
‘Nou Harry. Dat was eigenlijk waarvoor ik je wilde laten komen. Vanavond kunnen je teamghenoten ze zelf zien.’
Het was etenstijd. Met een glimlach van oor tot oor ging Harry naar de grote zaal.
‘Wat ben je vrolijk.’ zei Ron. ‘Is Andering soms terug?’
‘Nee, helaas.’ zei Harry. ‘Maar iets anders. Wat het is zie je pas na het eten.’
‘En bij de wachter tryouts? Casper nieuwsgierig. ‘Wat is het?’
‘Dat is een verrassing voor straks.’ zei Harry geheimzinnig.
‘He, vertel het nou, Harry. Doe niet zo flauw. Ik wil het ook weten.’zei Hermelien. ‘Niet dat ik mee doe met die tryouts hoor. Word toch niet de wachter.’
‘Nou ok. Ik zeg het wel in je oor.’
‘Ok.’
Hermelien boog naar Harry, zodat de anderen het niet konden horen. Harry vertelde het. Ze slaakt een zachte Oh van verbazing.
‘Is het wel eerlijk tegenover de andere teams?’ zei Hermelien. ‘Ik bedoel dat alleen jou team V...’
‘Sssssssssssst. De anderen mogen het nog niet weten.’ zei Harry.
‘Heeft het te maken met je-weet-wel?’ vroeg vierdejaars die Harry nooit eerder gezien had.
‘Wie is dat?’ vroeg Harry aan Ginny.
‘O, dat is een meisje dat ik ooit tijdens de les had ontmoet. Ze zit in Ravenklauw.’
‘Aha.’
‘En julie team krijgen ook net als ons team nieuwe bezems?’ vroeg het meisje. ‘Welke, ook de nieuwe nimbussen 2002?’
‘Nee, andere.’ zei Harry. ‘Maar nu stil, de anderen mogen het pas na het diner weten.’

Het diner was afgelopen. Harry ging naar de slaapzaal om zijn zwerkbalgewaad en bezem te halen. Fred en George ook. Harry , Fred en George gingen naar de kleedkamers gevolgd door Angelieque Jansen, Katja Bel en Alicia Spinet. Ze deden hun Zwerkbalgewaden aan. Harry in het speciale kleedkamer voor aanvoerders.
‘Het is dit jaar mijn eerste kans om de zwerkbalcup te winnen.’ zei Harry. ‘Voor de echte trainingen beginnen gaan we eerst kijken wie onze nieuwe wachter wordt nu Oliver Plank er niet meer is. Volg me naar het zwerkbal veld daar zijn als het goed is de mogelijke wachters.’
Harry ging voor de anderen het zwerkbalveld op. Op het veld stonden allemaal leerlingen waaronder ook Ron, Kasper, Dennis en Ginny. Madame Hoogh en Sirius stonden er ook met ieder drie vuurflitsen. Fred en George, Alicia, Angelique en Katja slaakten een kreet van verbazing.
‘Ik denk dat ik mijn helleveeg maar wegdoe.’ zeiden Fred en George.
‘Alsjeblieft hier hebben jullie je vuurflits hij is van jullie. Jullie mogen de vuurflits houden. En natuurlijk de nieuwe wachter.’ zei Madame Hoogh.
‘Mogen we hem echt houden?’ vroegen Fred en George verbaasd.
‘Natuurlijk.’ zei Sirius glimlachend. ‘Zullen we maar beginnen, Harry?’
‘Ja, graag. Allemaal op jullie bezems. Ik roep jullie naam en dan moet je broberen de slurk tegen te houden. Wie de meeste slurken tegenhoud is de nieuwe wachter.’
Harry en de anderen klommen op hun vuurflits en zeten zich af tegen de grond en ze stegen omhoog. Harry riep ze een voor een. De leerlingen die hij had geroepen bakten er niks van.
‘Kom op, vang de slurk.’ zei Harry ‘Ok de volgende is Dennis.’
Dennis pakte te bezem aan van Sirius en vloog naar de ringen. Katja vloog op hem af en gooide slurk. Dennis miste de eerste slurk. Angelique gooide de tweede slurk. Ook die miste hij. De slurk van Harry en ook de laatste hield hij tegen.
‘Nou, Dennis je hebt een slurk tegen kunnen houden.’ zei Harry.
Als laatste was Ginny aan de beurd. Ron had vijf slurken tegen gehouden. Tot nu toe had hij de meeste slurken tegen kunnen houden. Ginny vloeg naar de ringen. Las eerste gooide Angelique de slurk die ze tegen hield net als die van fred en George, maar die van Alicia, Katje en Harry liet ze door.
‘Nou, dat was de laatste.’ zei Harry. ‘Ik overleg even met Sirius en madame Hoogh over wie de wachter word.’
Harry overlegde even met Sirius en madame Hoogh. Na een poosje.
‘Nou, we zijn er uit.’ zei Harry.
‘Ron heeft vijf slurken tegen gehouden en gelijk ook de meeste. Ronald Wemel is dus de nieuwe wachter van jullie team.’ zei Madame Hoogh.
‘Goed gadden, broertje.’ riepen Fred en George.
‘De vuurflits is nu dus van jou, Ron.’ zei Sirius.
‘Voor de volgende training begint, zorgen we voor een zwerkbalgewaad.’ zei Harry.
‘Hermelien zal wel blij voor me zijn denk je niet?’ zei Ron.
‘Ik hoop het. Ach, we merken het wel.’
Harry kleede zich om in zijn gewone gewaad. Harry en Ron liepen terug naar het kasteel. Nadat ze door de eiken voordeuren waren gelopen liepen ze de marmeren trap op naar hun leerlingenkamer.




Profiel bekijkenStuur privébericht
charlotte
Dreuzel
Dreuzel


Verdiend: 46 Sikkels


charlotte is offline. 
BerichtGeplaatst: Wo Jun 09, 2004 16:26 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 8: Ron’s eerste zwerkbalwedstrijd.



‘Maar Ron, dat is geweldig.’ riep Hermelien nadat Ron vertelde dat hij Wachter van Griffoendor was.
‘Dank je en nu heb ik ook nog een vuurflits. Dat had ik nooit durven dromen.’ zei Ron.
‘Een echte vuurflits. Wauw.’ zei Simon. ‘Had ik maar meegedaan met die tryouts.’
‘Dan had je wel eerst zes slurken tegen moeten houden.’
‘O, hoezo dan?’
‘Ik had er vijf tegengehouden. De meeste van allemaal. Na mij was Ginny de beste. Die had er drie gehouden.’
‘En de rest dan?’
‘De rest had alle zes de slurken doorgelaten.’ zei Harry. ‘Behalve Dennis Krauwel die heeft er een gehouden.’
‘Alle zes? Er zijn toch maar drie jagers?’
‘Jawel, maar Fred en George en ik speelden tijdens de tryout ook even de rol als jager.’
‘O, dat was ik even vergeten.’
De leerlingenkamer liep langzaam leeg. Harry Ron en Hermelien praatten nog even over de komende trainingen en de komende wedstrijd en over Harry’s eerste wedstrijd als aanvoerder. Nadat ze uitgepraat waren gingen ook zij naar bed.

De volgende dag na het diner was de eerste training van het jaar en de eerste training voor Ron en voor Harry als aanvoerder. Harry en Ron legden hun vuurflits op hun schouder en liepen naar de kleedkamers bij het Zwerkbalveld. Harry ging door de deur acherin de kleedkamer naar de aanvoerderskleedkamer. Nadat Harry zijn zwerkbalgewaad aan had ging hij naar de kleedkamer waar zijn teamgenoten al klaarzaten met hun zwerkbalgewaden aan.
‘Hoe ziet jou trainings schema eruit, Harry?’ vroeg Fred.
‘Ik hoop niet dat je net als plank een eindeloze preek gaat houden.’ zei George.
‘Dat merken jullie wel.’ zei Harry. ‘Dit is voor mij de eerste kans dat ik als aanvoerder de zwerkbalcup voor ons team win. Doe julie best. Vooral jij Ron. Ik weil niet dat Malfidus ons voor schut kan zetten.’
‘Maak je geen zorgen.’ zei Ron. ‘Ik zal mijn best doen.’
‘Mooi, ik zou zeggen laten we beginnen met de training. Volg me naar het veld.’
Harry ging zijn teamgenoten vor het veld op. Op een paar banken zaten wat toeschouwers. Tussen de toeschouwers zaten ook Malfidus met Korzel en Kwast. Maar ook het meisje uit Ravenklauw samen met Ginny.
‘Hee, Potter!’ riep Malfidus ‘Waarom ben jij nu uitgerekend aanvoerder en niet een betere zwerkballer? Waarom niet een van je andere teamgenoten?’
Korzel en Kwast lachten dom.
‘Hou je mond Malfidus.’ riep Ginny. ‘Harry is een prima aanvoerder. Hij heeft altijd van je gewonnen.’
Harry trok er niks van aan. Hij riep aleen maar dat zijn teamgenoten op hun bezem moesten stappen. Dat deden ze. Ginny klom van de tribune het veld op.
‘Harry, laat mij de slurk maaar omhoog gooien, dan kan je alvast naar je plek als zoeker.’
‘Dank je Ginny.’ zei Harry.
Harry liet de ballen op de slurk en een beuker na los, en zette zich af tegen de grond en vloog naar de plek van de zoeker. Ginny gooide de slurk omhoog, liep terug naar haar plek en de training begon. Katja ving de slurk op en vloog recht op Ron af. Ze gooide de slurk naar Alicia en die gooide hem in de richting van Ron en hij hield de slurk en gooide hem weer het veld in en Angelique ving de slurk. En vloog opnieuw recht op Ron af en hij hield de slurk opnieuw tegen. Ginny juigde.
‘Goedzo Ron, zo hebben de andere teams geen schijn van kans om te scoren.’
‘Juig niet te vroeg, Ginny.’ zei het meisje van Ravenklauw.
Ze had gelijk, want de volgende slurk liet hij erdoor. Malfidus proeste het uit. De volgende slurk hield Ron weer tegen en de rest van de training ging het goed. Harry ving de snaai en floot einde training.
‘Dat ging geweldig.’ zei Harry. ‘Als het tijdens de wedstrijden en de andere trainingen weer net zo goed gaat hebben we veel kans de zwerkbalcup te winnen.’
Harry en zijn teamgenoten liepen naar de kleedkamer en Harry ging naar zijn eigen. Nadat ze hun schoolgewaden weer aan hadden ging Harry samen met Ron naar de leerlingenkamer. Hermelien vroeg hoe de training ging en Harry vertelde dat de kans groot was dat zijn team zou gaan winnen.

Het was november. De dag van de eerste wedstrijd van het zwerkbalseizoen was aangebroken. Het was Griffoendor tegen Zwadderich. Harry werd vroeg wakker. Hij stond op en hij deed zijn gewaad alvast aan en klom het portretgat uit en liep naar de grote zaal. Toen hij de marmeren trap afliep kwam hij jufvrouw Norks tegen.
‘Weg jij. Ik doe niks verkeerds.’ siste Harry.
Mevrouw nork miauwde en liep weg. Harry liep verder maar hij hoorde snelle voetstappen dichterbij komen.
‘Aha.’ zei Vilder achter Harry. ‘Betrapt.’
‘Hoezo? Het is toch niet verboden om naar de grote zaal te gaan om te ontbijten?’ zei Harry.
‘Het is nog vroeg.’
‘Nou en? De zwerkbalwedstrijd begint ’s morgens al direct na het ontbijd, en ik moet me voorberijden op de wedstrijd van vandaag als aanvoerder.’
‘Meekomen jij’
‘Waar breng je me heen dan?’
‘Naar het kamertje van Sneep.’
‘Sorry, ik kan pas na de wedstrijd.’
‘En dan bedoel ik nu.’
‘Argus.’ riep Perkamentus. ‘Harry heeft het recht om te gaan ontbijten.’
Dat liet Harry niet de tweede keer zeggen. Hij bedankte Perkamentus en liep de trap verder af en naar de grote zaal. Harry was niet de eerste van zijn team. Ron zat aan tafel en prikte met zijn vork in zijn gebakken ei.
‘Je moet wat eten, Ron.’ zei Harry.
‘Weet ik, maar ik ben erg zenuwachtig.’ zei Ron schor.
‘Heb je wel goed geslapen?’
‘Nee, ik droomde steeds dat ik alle slurken van Zwadderich erdoor liet.’
‘Kom nou. Tijdens de trainingen hield je ze toch allemaal tegen?’
‘Ja, dat is zo. En dromen komen zelden uit.’
En Ron at zijn ei snel op. Harry schepte ook wat gebakken ei op en viel meteen aan. Terwijl ze aten kwamen de andere teamgenoten erbij zitten en oom het team van Zwadderich. Later waren alle tafels bezet door leerlingen en aan de oppertafel zaten alle leraren. Behalve Anderling die was nog steeds niet terug.
‘Ze is toch niet dood he?’ zei Hermelien bezorgd.
‘Nee, dan zou dat wel in de ochtendprofeet staan.’ zei Ron.
‘Kom. Team we gaan naar de kleedkamer voor de wedstrijd.’ zei Harry.

Leo Jordaan gaf zoals gewoonlijk commetaar.
‘Hier komt het team van Zwadderich met als aanvoerder van Beest.’ riep Leo Jordaan.
Er klonk van de kant van Zwadderich gejuig en van de andere afdeling boegeroep.
‘En hier komt het team van Griffoendor met als hun nieuwe aanvoerder Harry Potter.’
Door de rest van het stadion kwam gejuig.
‘Madame Hoogh is als gewoonlijk de scheids.’
‘Aanvoerders geef elkaar de hand.’ riep madame Hoogh.
Harry en van Beest gaven elkaar de hand.
‘En ze zijn weg!’ riep Leo . ‘Jansen heeeft de slurk. Ze gooit hem naar Bel. Au, Kwast de nieuwe drijver slaat een beuker tegen Spinet. En valt van haar bezem.’
Door het stadion klonk eeen gekreun. Sirius keek kwaad naar Kwast. Alicia krabbelde overeind en steeg weer op.
‘Ah, Spinet is weer in het spel. Bel vliegt op de ringen van zwadderich af en ze scoort. 10-0 voor Griffoendor. Zwadderich heeft de slurk nu en vliegen richting de ringen van Griffoendor. En ja, Wemel de nieuwe wachter heeft hem. Spinet heeft de slurk in bezit vliegt recht op de ringen af en ze scoort. 20-0 voor Griffoendor.’
Harry juigde. Ja, recht voor Harry onder Malfidus vloog de snaai. Harry dook naar beneden en vloog richting Malfidus. Malfidus vlog omhoog om niet geraakt te worden door Harry.
‘Het is niet te geloven. Potter heeft de gouden Snaai. Dit is een wereld record hier op Zweinstein. Griffoendor heeft gewonnen met 170 punten tegen 0 van Zwadderich.’
Er brak een oorverdovend gejuig los. Als Anderling erbij was geweest zou ze vast in teranen uitbarsten van vreugde. Sirius stormde het veld op en vloog recht op Harry af.
‘Niet te geloven.’ zei Hij.
Sirius had, zag Harry, tranen van vreugde in zijn ogen. Even later kwam Remus Lupos ook het veld op.
‘Eigenlijk mag ik als gewone leeraasr niet partijdig zijn. Maar ik ben erg trots op je, Harry. Dat had ik James nog nooit zien doen. Erg knap.’

Die middag was de leerlingenkamer in een feeststemming wat nog nooit was geweest. Fred en George hadden wat dr. vleermans nat startend niet schoeiend vuurwerk afgestoken en Leo was via de gang achter de eenogige heks naar de driebezemstelen geweest op een flinke voorraad boterbier te kopen. Ook Sirius was aanwezig in de leerlingenkamer, wat niet echt gebruikelijk was.
‘Wat heerlijk, om na al die jaren weer eens in de leerlingenkamer te zijn.’ zei Sirius tegen Hermelien.
‘Mag dat wel, als leraar in de leerlingenkamer feesten met het winnende team mee?’ vroeg Hermelien.
‘Tuurlijk. Ik ben nu toch plaatsvervangend afdelingshoofd?’
‘Jawel, maar Anderling feeste nooit met ons mee.’
‘Zij misschien niet, maar ik wel.’
‘Ik heb anderling hier alleen gezien als ze iets rottigs te vertellen heeft, of als we teveel lawaai maken. Behalve ik dan natuurlijk.’
‘Zoals in jou derde jaar toen Ron mij gezien had?’
‘Ja, inderdaad. Ik vind het erg goed van Harry.’
‘Ja, dat moet ik James nog zien doen.’




Profiel bekijkenStuur privébericht
charlotte
Dreuzel
Dreuzel


Verdiend: 46 Sikkels


charlotte is offline. 
BerichtGeplaatst: Wo Jun 09, 2004 16:31 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 9 een duister dagje Zweinsveld.


Een paar uur waren verstreken. Sirius vond dat het tijd werd om op te stapen en dat de leerlingen naar bed gingen. De leerlingenkamer stroomde langzaam leeg, maar Hermelien wilde eerst de troep opruimen.
‘Ach, dat doen de huiselven wel.’ zei Ron.
‘Moeten zij al onze troep opruimen?’ zei Hermelien. ‘Je weet best dat je altijd eigen troep op moet ruimen.’
‘Jij misschien. Je gaat je gang maar. De huiselven worden alleen maar boos omdat je hun werk uit handen neemt.’
‘Hou op met ruzie maken.’ zei Harry ‘Straks worden de leerlingen die nu slapen allemaal wakker.’
Harry liep de trap naar de jongensslaapzalen op. Hij deed zijn pyama aan en viel in slaap.

Het tweede Zweinsveldweekend was aangebroken. De leerlingen van het derde jaar en hoger verzamelde zich bij de voordeuren en liepen naar buiten als Vilder vond dat het in orde was. Vilder keek zoals gewoonlijk achterdochtig naar Harry, maar daar trok hij niks van aan en ging naar buiten samen met de andere leerlingen. Harry liep eerst samen met Ron naar Zachrianus en Hermelien liep appart, omdat Ron en zij nog steeds ruzie hadden. Toen Harry en Ron wat tovenaarssnoep hadden gekocht liepen ze door het dorp.
‘Waar zullen we heen gaan?’ vroeg ron.
‘Zullen we een kijkje nemen bij het krot.’ zei Harry
‘Nee, geen zin. Er schijnt een nieuw winkeltje geopend te zijn.’
‘O, wat voor winkel dan, Ron?’
‘Een tweede vestiging van het Zwik en Zwachtels zwerkbalpaleis.’
Ze gingen naar het zwerkbalpaleis. Voor de winkelruit stond de nieuwe nimbus 2002 en zwerkbalgewaden. Bij de zwerkbal gewaden zaten ook gewaden bij in de kleuren van de afdelingen van zweinstein. Harry en Ron liepen naar binnen om te kijken wat ze nog meer hadden. Buiten bezemstelen en gewaden hadden ze ook slurken, beukers en snaaien. Harry zag dat ze ook een paar exemplaren hadden van de onderhoudskit voor bezemstelen en ook navullingen extra twijgjesknippers voor als de oude kapot of bot is. Nadat ze de winkel bekeken hadden en Harry een nieuw flesje glans had gekocht.
‘Zullen we naar de drie bezemstelen gaan?’ vroeg Harry. ‘Ik lust best wel wat.’
‘Ja, dat is goed.’ zei Ron ‘Ik hoop wel dat Hermelien niet meer boos is, als we haar daar dan zien.’
‘Ach, dat zal wel.’
‘Ik hoop het.’
Ze gingen naar de drie bezemstelen. Ze bestelde wat te eten en pompoensap. Nadat ze dat hadden gehaald gingen ze aan een tafeltje zitten. Nadat ze het eten op hadden kwam Hermelien binnen. Harry zwaaide naar haar om haar duidelijk te maken dat ze bij hun kon komen zitten.
‘Hermelien, kom gezellig bij ons zitten.’ riep Harry.
Hermelien kwam naar hun tafeltje, maaar toen ze Ron zag wilde ze weglopen, maar Harry stond op en hield haar tegen.
‘Hermelien, doe niet zo flauw en kom gezellig bij ons zitten.’ zei Harry.
‘Nee, dan had Ron gisteren maar normaal tegen me doen.’ zei Hermelien
‘Hermelien, Ron bedoelde het niet zo. En hij wil het weer goed maken.’
‘Toch kom ik niet bij jullie zitten.’
En Hermelien liep boos weg. Harry haalde zijn schouders op en ging weer zitten. Net toen Harry een slokje pompoensap wilde nemen vloog de deur van de drie bezemstelen open. Een aantal meisjes gilden, ook Hermelien. Harry stond op en liep naar Hermelien toe en Ron volgde.
‘Hermelien, wat is er?’ vroeg Harry
Hermelien gaf geen antwoord, maar dat was ook niet nodig. In de deur stond een groep personen of wezens in zwarte mantels met hun kappen op. Harry zag dat de personen of wezens van verschillende grote waren. De kleinste en langste van de groep herkende Harry. De kleinste herkende Harry aan de zilveren hand, het was Peter Pippeling. ‘Pippeling moet ontsnapt zijn. Dat kan niet anders.’ dacht Harry.
Ron greep Harry vast aan de mouw van zijn gewaad. Harry vroeg wat er was.
‘Harry,’ piepte Ron, ‘Die lange is “je-weet-wel”. Wat moeten we nu doen?’
‘Rustig blijven.’ zei Harry. ‘Niet laten merken dat je bang bent.’
‘Ja, ja. Makkelijk gezegd. Dat kan ik niet zo goed als jij, Harry.’
Ook Hermelien schuifelde achter Harry en greep hem stevig vast.
‘Hermelien, niet zo knijpen. Ik stik bijna.’ zei Harry naar adem happent.
‘Ben je bang Harry Potter?’ vroeg de kille stem van Voldemort.
‘Dat had je gedroomd.’ antwoorde Harry.
‘Waarom hap je dan naar adem?’
‘Omdat iemand mij ineens stevig vastgreep.’
‘Kijk eens aan een modderbloedje.’ zei een andere stem die Harry kende.
Een aantal dooddoeners deden hun kap omlaag ook Pippeling. Aan Peter Pippeling kon je duidelijk zien dat hij in askaban had gezeten. Toen ook Voldemort zijn kap omlaag deed gilde alle gasten van de drie bezemstelen.
‘Ik zie dat een heleboel mensen bang voor u zijn, meester.’ zei Pippeling.
‘Ik weet het, Wormstaart. Ik weet het.’
Er verschenen nog twee personen bij de deur. Dit keer waren het geen dooddeners, maar en Remus en Sirius. De doodedoeners en Voldemort gingen verder naar binnen en medame Rosemerta viel flauw. Sirius liep ook naar binnen en liep naar haar toe.
‘Rosemerta,’ zei hij, ‘wordt wakker.’
Toen ze niet wakker werd gaf Sirius haar een klap op haar wang.
‘AU!’
En Rosemerta was wakker. Sirius legde uit dat ze was flauwgevallen en niet wakker werd toen hij riep, toen ze boos vroeg waarom hij haar sloeg.
‘Ah, ok.’ zei Rosemerta. “De volgende keer niet zo hard slaan wil je?’
‘Ik wil best zachter slaan, maar ik denk niet dat je daar van bijkomt.’ zei Sirius.
Voldemort en Wormstaart liepen naar Sirius en Rosemerta toe.
‘Grijp ze, Wormstaart en Lucius.’ zei Voldemort.
Rosemerta gilde toen Pippeling haar vastgreep. Sirius ging een stap opzij toen Lucius hem ook wilde grijpen en Lucius greep mis. Sirius lachte.
‘Ha, ha. Het is moeilijk om mij te pakken, he?’ zei Sirius.
‘Wacht maar, Zwarts.’ zei Lucius.
En Lucius greep weer naar Sirius en ook deze keer lukte het hem niet. Voldemort riep naar Lucius dat hij Sirius moest verlammen, maar toen Lucius de lamstraal uit wilde spreken greep Remus in.
‘Experliarmus.’ riep Remus.
En de toverstok van Lucius vloog uit zijn hand en landde boven op het hoofd van Kasper Krouwel.
‘AUW, wie deed dat.’ riep Kasper. ‘Hier hou die troep bij je.’
En Kasper gooide de stok naar Lucius.
‘Kasper, wat doe je?’ zei Ron. ‘Wil je soms dat je transfiguratieleraar verlamt wordt ofzo?’
‘Zo, zo. Geef je les aan Zweinstein, Zwarts? Na wat je hebt misdaan in het verleden?’ zei Lucius.
‘Hij was onschuldig, Lucius.’ zei Remus ‘Dat weet je best.’
Voldemort liep op Harry af. Harry liep langzaam achteruit. En zei dat Hermlien hem los moest laten, maar Hermelien jammerde dat Voldemort Harry wilde grijpen.
‘Hij doet maar.’ zei Harry. ‘Laat me los Hermelien.’
‘Harry Potter, je vergeet dat ik je gewoon kan aanraken weet je nog?’ zei Voldemort
‘Ja, dat weet ik, Voldemort.’ zei Harry.
‘Hoe durf je me bij de naam te noemen Potter.’ siste Voldemort.
Hij wilde over Harry de cruciatusvloek uitspreken, maar Harry trok vlug zijn toverstaf.
‘Inpendimenta.’ schreeuwde Harry.
Maar Voldemort bleef gewoon staan.
‘Ha, ha. Zo’n slap spreukje als de stremspreuk doet me niets. Cru...’
‘Experliarmus.’ Riep Harry.
En de toverstaf van Voldemort vloog uit zijn hand en door het raam naar buiten. Iedereen op de dooddoeners na juigden. Voldemort was nu echt kwaad en stormde op Harry af en hij greep hem bij zijn gewaad. Harry gilde het uit van de pijn in zijn lidteken.
‘Laat Harry los.’ schreeuwde Remus.
Maar Voldemort luisterde niet en greep Harry nog steviger vast. Harry prpobeerde los te komen, maar een andere dooddoener trok zijn staf en verlamde hem en Harry viel op de grond.
‘HARRY.’ gilde Hermelien.
Ze wilde naar Harry toe rennen, maar ook zij werd vastgegrepen. Een andere dooddoener wilde Remus pakken en dat lukte hem, maar Remus greep de hand van de dooddoener en beet erin.
‘AUW.’ riep de dooddoener.
En Remus liep naar Harry toe en wekte hem. Hij vroeg hoe het met Harry ging en Harry antwoorde dat zijn lidteken brande.
‘O, dat gaat wel over.’ zei Remus
Toen Remus met Harry bezig was had Voldemort zijn toverstaf weer gepakt. Net toen Voldemort Harry wilde verlammen kwam uit de achterdeur Perkamentus. En alle dooddoeners verdwenen.
‘Bedankt professor, u kwam precies optijd.’ zei Harry. Precies op het dat Voldemort mij wilde verlammen.’
‘Geen dank.’ zei Perkamentus.
Ze gingen terug naar Zweinstein.

Sinds die keer dat Voldemort in zweinsveld was verschenen werd er besloten dat uitstapjes naar Zweinsveld werden geschorst uit veiligheid voor de leerlingen. De derde jaars baalden ervan, maar Harry vertelde dat het zo beter was.
‘Maar, ik heb toestemming van mijn ouders gekregen.’ zei een derdejaars boos.
‘Van mij mag je, maar ik weet niet of het vanvilder mag.’ zei Harry.
‘Ik heb niks met Vilder te maken.’
‘Ik dacht van wel.’ zei Vilder.
De derde jaars leerling rende weg. Harry bleef staan en keek Vilder aan.
‘Je hebt een leerling laten schrikken.’ zei Harry.
‘Nou en?’ Zei Vilder. ‘Het een derde jaars dus ik verwacht dat hij zo onderhand aan mij gewend is geraakt.’
‘Blijkbaar niet.’
Harry ging naar de leerlingenkamer. Iedereen wilden van Harry weten wat er gebeurde in de drie bezemstelen nu er geen Zweinsveldweekends meer waren. Hij vertelde dat Voldemort in de drie bezemstelen was geweest met zijn dooddoeners. Een aantal meisjes hielden hun hand voor de mond van schrik, en weer anderen gilden vooral de eerste jaars. Nadat Harry had verteld wat Voldemort allemaal had uitgespookt was het tijd om naar bed te gaan.




Profiel bekijkenStuur privébericht
charlotte
Dreuzel
Dreuzel


Verdiend: 46 Sikkels


charlotte is offline. 
BerichtGeplaatst: Wo Jun 09, 2004 16:35 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk10: De terugkeer van prof Anderling.



Het was kertavond. Harry bleef op Zweinstein, want Sirius en Remus bleven ook. Ron en de andere Wemels gingen naar hetnest. Hermelien bleef net als Harry op Zweinstein. De broertjes Krauwel gingen naar huis om Harry’s avontuur in de drie bezemstelen te vertellen aan hun dreuzelvader. Toen het etenstijd was ging Harry samen met Hermelien naar de grote zaal om te dineren.

De grote zaal was al heel mooi versierd, met levende gekleurde feetjes en warte bestendige ijspegels. Verder stond er op iedere hoek een kersboom met kerstballen die van kleur veranderde en een slinger van levende zilvere elfjes. En niet te vergeten een engeltje oie echt vloog om de boom.
‘Welkom leerlingen die op Zweinstein zijn gebleven.’ zei Perkamentus. ‘Laat het diner beginnen.’
Op de gouden schalen verscheen als gewoonlijk met heerlijke gerechten. Er werd tijdens het eten druk gepraat. Er klonk getik van bestek en bekers op tafel gezet worden. Het meisje uit Ravenklauw kwam tussen Harry en Hermelien zitten om met ze te praten. Hermelien luisterde niet naar haar en Harry luisterde wel.
‘Luister je naar dat gewouwel?’ vroeg Hermelien.
‘Het is eigenlijk interresant wat ze te vertellen heeft.’ zei Harry ‘En het is erg onbeleefd om niet te luisteren.’
‘Als zij nu wat zie wat zinnig was.’
‘Het is zinnig wat ik vertel.’ zei Het meisje van Ravenklauw bits.
‘Ja, ze vertelt eindelijk eens hoe ze heet.’
‘Ik hoef niet te weten hoe ze heet, want ze zit noiet in ons jaar maar het vierde jaar.’ zei Hermelien.
Ze aten zwijgend verder. En het meisje van Ravenklauw ging weer terug naar haar eigen afdelingstafel. Toen ze weg was besloot Hermelien om het toch aan Harry te vragen.
‘Zeg, hoe heet ze eigenlijk?’ roeg ze.
‘O, ik dacht dat je het niet wilde weten.’ zei Harry en at verder.
‘Doe niet zo flauw, zeg het gewoon.’
‘Nee, vraag het maar aan haarzelf als je het wil weten.’
Hermelein liep naar de tafel van Ravenklauw en liep naar het meisje toe.
‘Zeg, hoe heet je eigenlijk?’ vroeg ze aan het meisje.
‘Ik heet Luna.’ zei ze.
‘Nou, aangenaam ik heet Hermelien.’
‘Weet ik al’ zei Luna dromerig.

De volgende morgen werd Harry vroeg wakker. Hij was alleen in de jongensslaapzaal, omdat iedereen naar huis was, en Marcel was waarschijnlijk zijn ouders opzoeken. Harry wist het van Marcels ouders, omdat Perkamentus het hem verteld had. Harry stond op en liep naar het voeteneinde van zijn bed. Daar vond hij onderanderen een trui die zelfgebrijd was door mevrouw Wemel en een doos met haar lekkere koekjes uit eigen keuken. Verder had hij toffees van Hagrid en een gewaad voor buiten schooltijd van Sirius. Harry ging naar de leerlingenkamer met de cadeaus en daar trof hij Hermelien.
‘Wat heb jij gekregen Hermelien?’ vroeg Harry.
‘Toffees van mevrouw Wemel en nog iets van mijn ouders. En jij?’ vroeg ze.
‘Dit, allemaal.’ zei Harry.
Harry liet de cadeau’s zien.
‘Ah, weer een Wemeltrui zie ik. En van wie heb je dat mooie marieneblauwe gewaad?’
‘Die heb ik van Sirius hij is voor buiten schooltijd.
‘ Oh, doe hem eens aan?’
‘Nu hier?’
‘Nee, in je slaapzaal.’
Harry ging naar zijn slaapzaal en trok het gewaad aan. Daarna ging hij naar de leerlingenkamer. Hermelien vond het gewaad heel erg mooi staan.
‘Het is van fluweel, Harry.’ zei Hermelien onder de indruk.
‘Ja, lekker warm voor in de winter.’ zei Harry.
Harry en Hermelien gingen naar de grote zaal vor het ontbijt. Harry had het gewaad dat hij van Sirius had gekregen nog aan. Luna keek met grote ogen naar het gewaad.
‘Ah, je hebt het gewaad alvast aangetrokken zie ik.’ zei Sirius.
Sneep keek afkeurend en kwam naast Sirius staan. Hij zei dat Harry het niet verdiende, maar Sirius trok er niks van aan. Perkamentus glimlachte alleen met een twinkeling in zijn ogen.
‘Een erg mooi gewaad Harry.’ zei Perkamentus.
‘Dank u, professor.’ zei Harry.
Harry en Hermelien gingen naar de tafel van Griffoendor en begonnen te eten. Harry at extra netjes om niet op zijn nieuwe gewaad te knoeien. Na het ontbijt gingen Harry en Hermelien terug naar de leerlingenkamer om kerst te vieren.

Harry leerde Hermelien toverschaken. Nu ze de leerlingenkamer helemaal voor zich alleen hadden zat Hermelien niet voor schut als ze zou verliezen. Terwijl ze toverschaak aan het spelen waren ging het portret van de dikke dame open en er klom iemand door het portretgat. Het was Remus.
‘Ben je Hermelien leren schaken, Harry?’ vroeg hij.
‘Ja, dat wilde ze graag, zodat zij ook eens tegen Ron kan spelen.’ zei Harry.
‘Ja. Ik kan anders alleen kijken en nooit eens een potje spelen.’ zei Hermelien.
‘En lukt het een beetje?’ vroeg Remus.
‘Nog niet echt, maar het is toch wel wennen hoor, dat de schaakstukken uitzichtzelf bewegen.’ zei Hermelien.
‘Wel handig als je niet weet hoe je de stukken moet of mag verzetten.’ zei Harry.
Harry en Hermelien speelde verder. Remus keek toe. Harry won het spel. Hermelien wilde nog een potje om proberen te winnen. Dit keer kreeg Hermelien wit en mog beginnen. Dit spel ging het voor Hermelien beter, want dit keer won Hermelien.
‘Ik vraag voor volgend jaar voor mijn verjaardag een eigen toverschaakstukken setje.’zei Hermelien. ‘Dan kan ik eens tegen mijn vader spelen. Ze doen het vast ook op een dreuzelschaakbord.’
‘Ik denk het wel.’ zei Harry.
‘O, ja, vast wel.’ zei Remus. ‘Komen jullie? Het is tijd voor de middag thee.’
Harry en Hermelien volgden Remus naar de grote zaal.

De kerstvakantie was voorbij. Het was tijd voor de beroepsadviezen welke vakken ze in hun zesde jaar moeten volgen die voor het beroep geëist worden. De grig\ffoendors moesten bij Sirius komen en vertellen wat ze na school wilden doen. Harry was aan de beurt om te vertellen wat hij later wilde worden.
‘En Harry wat wil je worden nadat je Zweinstein afgemaakt hebt?’ vroeg Sirius.
‘Ik wil graag schouwer worden als het kan.’ zei Harry.
‘Nou om te beginnen heb je verweer tegen de zwarte kunsten nodig.’ zei Sirius. ‘Dat zit wel goed denk ik. In ieder geval volgens Remus doe je het uitstekend. Daarnaast heb je bezweringen, transfiguratie en schrik niet toverdranken.’
‘Wat, toverdranken? Dat is een ramp.’
‘Nou, bij de examens is voor jou en Marcel het voordeel dat je niks met Sneep te maken krijgt, maar met examinators. Dus geen reden om nerveus te worden.’
‘Nou, gelukkig maar.’
‘Ik zorg er wel voor dat je goede cijvers voor toverdranken krijgt, of anders als ze terug is doet prof. Anderling het. Neem dat maar van mij aan.’

Het jaar verstreek. Alle zwerbal wedstrijden werden gewonnen door Griffoendor en die kregen voor de tweede keer de zwerkbalcub. Het was tijd voor de slijmbal-examens. De examens vonden plaats in de grote zaal en er waren twee examens per dag. Het eerste examen was theorie Transfiguratie. Ze hadden een uur de tijd om de vragen te beandwoorden. Het uur duurde in Harry’s gevoel twee uur lang. Na een uur was het voorbij. Na de lunch was het praktijk ook weer Transfiguratie. Harry moest van de examinator een vogel veranderen in een beker. Het ging in Harry’s gevoel redelijk,maar de examinator was zeer tevreden. Toen Harry naast zich keek zag hij Sirius die glimlachte en een goedkeurend gebaar maakte. De volgende dag was er theoroie en praktijk Toverdranken. Tot Harry’s verbazing ging het erg goed ook zag hij Sneep die ook heel verwonderd keek dat het goed ging. De dag erna, was er theorie en praktijk verzorging van fabeldieren zoals gewoonlijk was het praktijk buiten. Weer een dag erna waren er voor Harry en Ron geen examens, maar voor Hermlien was er leer voor ouderunenexamen. vrijdag was er overdag geen examens, maar was er ’s nachts astronomie-examen.

Het was weekend. Hermelien en Ron gingen een potje schaken en Ron en Hermlien eindigden in gelijkspel.
‘Zo, je bent erg aan Ron gewaagd Hermelien.’ zei Harry.
‘Ik heb het al een hele tijd niet meer gedaan.’ zei Ron.
‘Nou, wees blij dat je niet verloren hebt.’ zei Fred.
‘Bemoei je met je eigen zaken, Fred.’ zei Hermelien.
‘Moeten wij eigenlijk niet leren?’ vroeg Berlinda.
‘Eigenlijk wel.’ zei Harry. ‘Kom, laten we ons voorberijden op waarzeggerij.’ zei hij tegen Ron.
En Ron en Harry gingen oefenen met waarzeggerij en Hermelien met voorspellend rekenen.

Het was maandag. Ron en Harry gingen naar de noordertoren voor het examen waarzeggerij en Hermelien naar de grote zaal voor het examen voor voorspellend rekenen. Dinsdag was er theorie en prijktijk voor Bezweringen. Voor praktijk moest Harry de someerspreuk laten zien. De examinator was zeer tevreden en Harry vond het ook best goed gaan. Op Woensdag was de twee na laatste examen, theorie en praktijk kruidkunde. Daar moest Harry bij praktijk een mandragora verpotten. Het was de eerste keer dat het lukte om hem in de nieuwe pot te krijgen. De een na laatste examendag was aangebroken. Theorie en praktijk verweer tegen de zwarte kunsten. Bij de theorie kreeg hij onderandere een vraag over weerwolven. Bij de praktijk nam Harry het op tegen een boeman en kon in een moeite door zijn patronusbezwering laten zien. De laatste examen was geschiedenis van toverkunst Hary vond al heel wat dat hij op drie vragen na alles wist, omdat hij tijdens die lessen vaak in slaap viel.

Eindelijk was de examentijd voorbij. De leerlingen kregen te horen dat ze in de vakantie te horen kregen of ze geslaagd waren en hoeveel slijmballen ze per vak gehaald hebben. Nu de examens afgelopen waren waren ze de laatste twee weken vrij terwijl de leerlingen in de lagere jaren nog les hadden. Harry keek hoe Hagrid les gaf aan de de vierdejaars van griffoendor samen met die van Ravenklauw. Een week voor het eind van het schooljaar toen Harry samen met Ron en Hermelien bij het meer zaten zagen ze een streng uitziende heks aankomen metr een vierkante bril op en een knot in haar zwarte haar. Het was professor Anderling. Harry sprong overeind en rende naar binnen om perkamentus te roepen.
‘Professor Perkamentus, professor Anderling is terug!’ riep hij.
‘Weet je het zeker, Harry?’ vroeg Perkamentus.
‘Ja Albus, Potter weet het zeker.’ zei Anderling achter Harry
Professor Anderling kwam naast Harry staan.
‘Waar bent u geweest?’ vroeg Harry. ‘Wat was er met u gebeurd?’
‘Ik hoorde eerst vanuit de haard van mijn kamer een geruis en daar stond in de schouw een dooddoener. Wat er daarna gebeurde weet ik niet, want ik werd verlamd.’ zei Anderling.
‘En toen, Minerva?’ vroeg Perkamentus.
‘Toen ik bijkwam, of eerder gewekt werd was ik in Villla Vilijn. Ik werd wel goed behandeld, maar ik mocht het huis niet verlaten.’
‘Hoe ben je weer hier gekomen en hoe ben je gerijsd?’
‘Op 21 Mei kwamen er twee schouwers en die hebben mij bevrijd. Ik werd bij het miniesterie ontvangen door de minister. Ik heb tien dagen bij hem gelogeerd om bij te komen van de schrik. En ik ben met de collekte bus terug hiernaar toe gegaan.’
De avond voor de dag van het vertrek was aan gebroken. Er werd een groot feestmaal aangericht. De grote zaal was versierd met de kleuren van Griffoendor. Ze waren eerste met 750 punten. En buiten de overwinning van Griffoendor werd ook de terugkomst van professor Anderling groots gevierd. Omdat er geen plaats meer was aan de oppertafel zat Sirius aan de tafel van Griffoendor naast Harry. Professor Anderling had voor de aanvang van het diner Sirius bedankt voor het invallen voor haar.

De dag van het vertrek was aangebroken. Alle leerlingen reden naar het station waar statig en uitnodigend de Zweinsteinexpres op ze stond te wachten. Harry vond het voor de eerste keer van zijn leven geweldig om naar huis te gaan. Hij hoefde niet meer terug naar de Duffelingen, want hij mocht eindelijk na bijna drie jaar bij Sirius komen wonen. In de zweinsteinexpres onderweg naar naar de dreuzelwereld terug. Gingen Harry en Hermelien voor het laatst tot het nieuwe schooljaar een potje toverschaken. De reis duurde voor Harry eeuwen, omdat hij heel erg verheugd om naar het huis van Sirius te gaan. Een paar uur later kwam de trein op perron 9¾ aan. Harry stapte uit en de leerlingen werden twee aan twee door het hek gelaten door de kaartjes controleur. Nadat Harry en Ron door het hek waren kwamen Sirius en Hermelien in de dreuzelwereld gevolgd door Remus. Harry nam afschijd van Ron en Hermelien en nadat hij stevig werd omhelsd door Mevrouw Wemel ging Harry samen met Sirius naar huis.








Einde




Profiel bekijkenStuur privébericht
charlotte
Dreuzel
Dreuzel


Verdiend: 46 Sikkels


charlotte is offline. 
BerichtGeplaatst: Do Nov 08, 2007 12:31 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hier dan de nagelkomen hoofdstuk vijf. Ik raadt men die het verhaal nog niet gelezen aan voor dat je hoofdstuk 6 te lezen eerst hoofdstuk 5 te lezen. Dat is het onderste bericht. Excuzes voor het ongemak.

Hoofdstuk 5: De verdwijning van prof. Anderling.




‘Dit is gekkenwerk.’ zei Ron.
Ze waren in de leerlingenkamer huiswerk aan het maken voor Sneep. Ze moesten voor over twee dagen een opstel schrijven, van 2 rollen perkament, aan de bij de kanten vol.
‘Ja, maar toch moet die overmorgen af.’ zei Hermelien.
‘Ja.Op twee rollen perkament, 2 kantjes vol. Halen we nooit.’ kreunde Harry.
‘Ja, waarom niet voor volgende week?’
‘Harry, jij bent klassenoudste. Doe eens iets aan Rons gezeur.’
Dat had ze beter niet kunnen zeggen. Ron gooide zijn veer op tafel en wilde Hermelien slaan, maar Harry zag het net op tijd. Al waren Ron en Hermelien wel al bezig met vechten.
‘Hee, zeg, niet vechten! We zijn geen 5 jaar meer. We zijn nu 15.’ zei Harry.
‘Ach, man. Rot toch op.’
Dat had Ron beter niet kunnen zeggen.
‘Ron! Ik ga naar prof. Anderling.’
En Harry ging door het portretgat en liep over de gang naar het kantoortje van prof. Anderling.
‘Moet je niet in de leerlingenkamer zijn, om huiswerk voor mijn vak te maken, Potter?’
Harry draaide zich om. Daar achter hem stond prof. Sneep. Sneep was niet alleen, zag Harry. Het was niemand minder dan de minister van toverkunst in eigen persoon.
‘Ik moet Harry even alleen spreken, Severus.’ zei hij.
Harry slikte.
‘Waar gaat het over, minister? Potter heeft werk te doen.’ zei Sneep daarop.
‘Ik wil hem alleen spreken.’ antwoordde Droebel.
‘Waar wilt u met me over spreken, minister?’ vroeg Harry.
‘Ten eerste wil ik je feliciteren met je benoeming tot klassenoudste.’
‘O, dank u.’
‘En verder heb ik slecht nieuws. Peter Pippeling is ontsnapt.’
‘WAT?’ Riep Harry geschrokken ‘En hoe is het met Sirius?’
‘O, daar gaat het heel goed mee.’
‘O, gelukkig.’
Harry bedankte de minister en ging weer verder naar Anderling.

Daar aan gekomen klopte hij op de deur. Hij kreeg geen gehoor. Hij probeerde het nog eens, en nog eens, maar er werd niet gereageerd. Hij probeerde de deur open te krijgen. Hij zat op slot.
‘Alohomora!’ riep hij.
De deur vloog open. Niemand. Harry begon ongerust te worden, maar ineens bedacht hij dat ze waarschijnlijk in de leraarskamer was. Hij deed de deur weer dicht en ging naar de leraarskamer. Hij klopte daar op de deur. Er werd open gedaan. Niet door Anderling, maar door Remus Lupos.
‘Hallo, Harry.’ zei hij. ‘Wil je iemand spreken?’
‘Ja, Remus. Ik wil graag Anderling spreken. Kan dat?’
‘Eh, nee. Ze is niet hier. En ook niet geweest. Is zij niet in haar kantoortje?’
‘Nee, ook niet.’
‘Wie wil hij spreken, Remus?’piepte Banning.
‘Ik wil graag prof. Anderling spreken.’
‘Is ze niet in haar kantoortje? Wat vreemd.’
‘Ik vertrouw het niet echt.’ zei Remus ongerust.
Remus ging met Harry naar het kantoortje van Anderling om nog een keer te kijken, of Harry het goed gezien had, of dat Anderling er wel gewoon was. Nee, dus.
‘Waar kan ze nu zijn?’ zei Remus
‘Geen idee. Het lijkt wel als toen met de Duffelingen.’ zei Harry
‘Met de Duffelingen?’
‘Ja, die waren in de vakantie ook verdwenen.’
‘Maar die bleken toch gewoon in de bezemkast te zitten?’
‘De bezemkast.’ zei Harry. ‘Maar natuurlijk!’ riep hij ineens.
‘Wat is er, Harry?’ vroeg Remus geschrokken.
‘Kom mee. Anderling zit natuurlijk ook in een bezemkast van dit kasteel.’
En Harry rende naar de bezemkast op de derde verdieping. Remus rende achter Harry aan. Ze kwamen bij het standbeeld waar ook de gang naar Zachrianus is. Harry deed de deur open, maar helaas.
‘Niemand. Waar kan ze dan zijn, Remus?’
‘Ik weet het niet, Harry.’
‘JA, misschien is ze wel bij Hagrid op bezoek. Kom mee.’
Harry rende naar buiten gevolgd door Remus.

Bij het huisje van Hagrid aangekomen, klopte Harry aan. Na een luid geblaf, hoorde ze voetstappen binnen. Hagrid deed open. Hij had een boog bij zich. Toen hij zag dat het Remus en Harry waren, liet hij hem zakken.
‘Wat isser? Jullie kijken zo bezorgd.’ zei Hagrid.
‘Ja, klopt. Is Minerva soms bij je?’ vroeg Remus.
‘Nope, ben alleen met Muil.’ zei Hagrid. ‘Hoezo?’
‘Minerva is ook niet in haar kantoortje of in de leraarskamer.’
‘Nee, zelfs niet in de bezemkast.’ zei Harry.
‘Zweinsveld misschien? Of in Londen?’ vroeg Hagrid.
‘Ik denk het niet. Ik denk dat ik beter naar Albus kan gaan.’ zei Remus. ‘Kom Harry.’
Terwijl ze liepen vroeg Remus waarom Harry prof. Anderling moest hebben. Harry antwoordde dat hij haar wilde spreken, omdat Ron en Hermelien aan het vechten waren.

In tussen in de leerlingenkamer van Griffoendor, waren Ron en Hermelien opgehouden. Simon, had Ron vast, en Berlinda, Hermelien om ze uit elkaar te houden. Hermeliens gewaad was gescheurd, en haar haar uit model. Bij Ron was het zelfde. Fred, George en Leo Jordaan lagen op de grond van het lachen.

Harry kwam de leerlingen kamer in samen met Perkamentus. Fred, George en Leo hielden direct op met lachen, toen ze Perkamentus’ gezicht zagen. Hij keek het zelfde als toen hij naar de zoon van Krenck keek., maar later keek hij bezorgd.
‘Ik heb jullie iets vervelends te vertellen. Minerva Anderling is verdwenen.’
Iedereen keek geschokt en Berlinda aan Parfati hielden hun hand voor de mond van schrik. Marcel stond helemaal te trillen.
‘Waar is ze dan, professor? vroeg Daan Thomas.
‘Dat weten we dus niet. Harry en Remus hebben haar overal gezocht. De lessen Transfiguratie moet dus door iemand anders gegeven worden.’ zei Perkamentus.
‘En wie gaat dat doen? Denkt u?’ vroeg Ron.
Perkamentus gaf 53 jaar geleden transfiguratie herinnerde Harry zich.
‘Gaat u dan Transfiguratie geven?’ vroeg hij.
Iedereen keek verbaasd naar Harry. Perkamentus glimlachte weer. Hij antwoordde dat hij het wel zou willen, maar geen tijd had, omdat hij de minister moest helpen om prof. Anderling te zoeken. Er kwam dus een andere leraar Transfiguratie.

De volgende dag stond Harry vroeg op. Hij had ’s nachts slecht geslapen, omdat hij zich zorgen maakte over prof. Anderling. Hij kleedde zich vlug aan en liep naar de leerlingenkamer die op Knikkebeen na leeg was.
‘Kan je ook niet slapen?’ zei een stem.
Harry schrok zich een ongeluk. Hij draaide zich om. Daar zat Hermelien. Harry zag nu pas dat Hermelien een blauw oog had.
‘Nee, ik kan ook niet slapen.’ zei Harry ‘Hoe kom je trouwens aan dat blauwe oog? Moet je niet naar madame Pleister?’ vroeg hij.
‘Nee joh, dan merkt ze meteen dat ik gevochten heb. En dat hoort een meisje niet te doen.’
‘Dat deed je toch 3 jaar geleden ook met Margriet Bullemans?’
‘Dat was waarschijnlijk ook de rede dat ik geen klassenoudste ben, maar Berlinda.’
Harry stelde voor om alvast naar de grote zaal te gaan om te ontbijten. Hermelien zei dat ze haar haar nog moest kammen maar Harry zei dat, dat ook na het ontbijt kon.
‘Moet jij je haren niet kammen, Harry?’ vroeg Hermelien.
‘Je weet best dat, dat geen nut heeft.’
‘Ja, dat is ook zo.’

Terwijl ze aan het ontbijt begonnen water stroomde de grote zaal langzaam vol. Malfidus kwam vergezeld door Korzel en Kwast naar de Griffoendortafel.
‘Geknokt, Griffel?’ zei hij met een gemene glimlach om zijn mond.
‘Bemoei je er niet mee.’siste Harry.
‘O, ja, jij bent ook klassenoudste, Potter. Jammer anders had ik nu punten van je afdeling eraf kunnen trekken, maar helaas.’ zei Malfidus.
Hij en Korzel en Kwast liepen grinnikend naar hun eigen afdelingstafel.
‘Was Anderling er nog maar.’ zei Hermelien somber. ‘Die had hem de mond kunnen snoeren.’
Harry had zijn cornflakes op en pakte een geroosterde boterham met gemberjam.(was nieuw) Hermelien vertelde dat ze dat thuis ook altijd hadden en dat ze het erg lekker vond. Ron keek er met een vies gezicht naar.
‘Hermelien, vind je dat echt lekker? Het lijkt net fisteldistelpus om te zien.’ zei Ron walgend.
‘Ja, dank je Ron, nu is mijn eetlust bedorven door die vergelijking van jou.’ zei Harry.
En hij schoof zijn bord van zich af.

De post kwam later dan normaal. Ze wilden toen de uilen kwamen net van tafel, om hun spullen te pakken voor hun les. Hedwig vloog naar Harry en liet een brief vallen. En Hedwig ging daarna dankbaar pikken in de toast gemberjam, waar Harry nog maar een hap van had genomen. Voordat Ron het ging hebben over Fisteldistelpus. Harry maakte de brief open. Het was van Sirius.

Hij schreef:
’Hallo Harry,
hoe gaat het met je? Met mij gaat het goed. Zoals je weet is Pippeling ontsnapt. Als het goed is hangt hij ergens als rat rond. Zeker weet ik het niet, maar als je een rat ziet et een zilveren voorpoot, wil je dat dan direct aan de minister melden?
Ook heeft Perkamentus mij gesproken. Hij heeft verteld dat Anderling verdwenen is en dat hij per direct een leraar Transfiguratie nodig heeft. In dat opzicht, heb ik een verrassing voor je. Je merkt het tijdens de les.
Sirius.’
Harry vouwde glimlachend de brief dicht.
‘Wat kijk je vrolijk? is er iets leuks?’vroeg ron.
‘Ja, een brief van Sirius.’ antwoordde Harry.
‘En wat schrijft hij?’ vroeg Hermelien nieuws gierig.
‘Eh, over een verrassing.’
‘Wat is de verrassing?’ vroeg Ron
‘Over de invaller voor Anderling, die dan in plaats van haar transfiguratie geeft.’ zei Harry
‘O, ik dat ik het al weet.’ zei Hermelien ‘Het is natuurlijk Sirius zelf. Hij had het toch over een verrassing?’
‘Als dat zo is, hoop ik dat we vandaag het al hebben.’ zei Ron hoopvol.
Ron keek op het lesrooster.
‘He, geen Transfiguratie vandaag.’ zei Ron teleurgesteld.
Ze gingen naar de les. Ze hadden geschiedenis van toverkunst. Ron vroeg af, waarom Kist niet was verdwenen in plaats van Anderling. Onderweg naar de les kwamen ze iemand tegen die ze wel als laatste tegen wilde komen, de vader van Draco Malfidus, Lucius.
‘Wat doet hij hier?’ vroeg Hermelien zachtjes.
‘Weet ik niet. Zou hij iets te maken kunnen hebben met Anderlings verdwijning?’ vroeg Ron.
‘Nee, dat denk ik niet.’ antwoordde Harry.
Ze kwamen bij de deur van geschiedenis van toverkunstlokaal. Ze gingen naar binnen en daar zweefde Kist achter zijn bureau. Harry, Ron en Hermelien gingen zitten. De les begon. De les ging over koboldopstanden in de negentiende eeuw. Net als elk jaar, neuzelde Kist jaartallen op, die de leerlingen moesten noteren. Harry wilde net een jaartal opschrijven toen hij van het geneuzel in slaap viel. Harry droomde dat Anderling terug kwam, tijdens Transfiguratie met Sirius. Net toen de droom leuk vond worden, kreeg hij een por in zijn zij.
‘Harry, wakker worden de les is afgelopen, we hebben nu bezweringen.’ zei Hermelien.
‘Huh, wat? O ja.’ zei Harry slaperig.
Ze gingen naar bezweringen. Daar gingen ze verder met de spreuk om afgedankte spullen in Viavia ’s te veranderen. Nu ze de spreuk kenden gingen ze het op spullen oefenen.
‘We blijven deze les wel in het kasteel. Nadat je de spreuk uitgesproken hebt, zeg je de plek waar je heen wil, en je stelt de tijd in op nu.’ piepte Banning.
Harry pakte zijn bezweringenboek. Sprak de Portusspreuk erover uit, noemde het kantoortje van Remus Lupos, stelde zijn viavia in op nu. Harry pakte het boek vast en hij werd de van de grond gerukt. Hij zag de bekende kleuren en kneep zijn ogen dicht. Even later lag hij languit op de vloer, van het kantootje van Remus Lupos. Hij stond op. Remus stond bij een kooi, met een raar wezen erin.
‘Hoi,prof Lupos.’ zei Harry.
Remus draaide zich geschrokken om.
‘Niet schrikken hoor ik ben het maar, Harry.’
‘Ah, gelukkig. Wat doe je hier trouwens?’ vroeg Remus.
‘Ik ben aan het oefenen met viavia‘s.’ zei Harry.
‘En jij hebt hem dus zo ingesteld, dat je bij mij terecht komt?’
Remus kreeg een glimlach om zijn mond.
‘Ja, en ik moest van Banning in het kasteel blijven dus ik dacht, kom laat ik Remus eens opzoeken.’
Ik denk dat je beter naar het lokaal terug kan gaan. Als jij je boek weer vastpakt, kom je weer terug naar waar je vandaan kwam.’
Harry pakte het boek weer opnieuw vast en hij kwam na een paar seconde weer in het lokaal van Banning. Harry zag dat hij als eerste terug was. Ron en Hermelien waren nergens te bekennen.
‘Nou, je bent de eerste, Potter.’piepte Banning. ‘Waar ben je geweest?’ vroeg hij.
‘Bij professor Lupos.’ zei Harry.
‘Was het gezellig?’
‘Ja, net als altijd’
‘Als altijd?
‘Ja, twee jaar geleden ben ik ook ooit eens bij hem langs geweest, en natuurlijk met de anti - dementorlessen.’
Ron en Hermelien kwamen eraan. Daarna de andere leerlingen en als laatste Marcel.

Na de les gingen ze naar de grote zaal voor het middageten. Harry, Ron en praatten tijdens het eten met elkaar na over waar ze hun viavia naar toe stuurden. Hermelien naar de bieb.
‘Hee, Marcel, waar ben jij helemaal geweest?’ vroeg Hermelien. ‘Je was als laatste terug.’
‘Eh, ik was in het lokaal van Zwamdrift terecht gekomen. En daar had Zwadderich les.’ zei Marcel.
‘Huh, waar wilde je eigenlijk heen dan?’ vroeg Ron lachend.
‘Eh, waar Harry ook heen ging. en Jullie?’
‘Nou, ik naar de ..’ zei Hermelien.
‘Bieb.’ zuchtte Ron ‘Ik was buiten het kasteel.’
‘Je moest in het kasteel blijven, Ron.’ zei Hermelien. ‘Je bent toch wel op het terrein gebleven he?’
‘Ja hoor, ik was bij Hagrid.’
‘O, dan is het goed.’
Harry en Marcel begonnen te lachen.

Na de lunch gingen ze naar buiten voor Verzorging van Fabeldieren met Ravenklauw. Toen ze daar aan kwamen zagen ze dat Hagrid erg ongerust was. Harry vroeg aan Hagrid waarom hij zo bezorgd keek. Hagrid vertelde dat hij zich zorgen maakte door de verdwijning van Anderling.
‘We gaan het toch niet nog steeds over die stikdemoord hebben, he?’ vroeg Marcel.
‘Nee hoor, die hebben we gehad.’ zei Hagrid.
‘Gelukkig.’
‘Wist het wel. Maar jullie krijgen hem niet te zien in het echt, alleen op plaatjes.’
Na de les gingen Harry, Ron en Hermelien naar de leerlingenkamer om huiswerk te maken. Ze moesten voor Kist een opstel maken over de koboldopstanden van de negentiende eeuw.

Toen ze er genoeg van hadden gingen ze naar de grote zaal om te eten. Op de plek waar Anderling moest zitten zat nog niemand.
‘Ik dacht dat de vervanger er vandaag zou zijn.’ zei Hermelien bezorgd. ‘We hebben morgen namelijk Transfiguratie.’
‘Raar, inderdaad.’ zei Harry. ‘Ik denk dat hij vannacht pas komt, als wij in bed liggen’
‘Ik hoop wel dat hij vlug komt inderdaad.’ zei Ron.
‘Ach, we merken het wel.’
Terwijl ze aten kwam er iemand de grote zaal in. Een hele hoop leerlingen begonnen te gillen. Harry zag dat Remus glimlachte. Harry draaide zich om en hij zag Sirius op de Griffoendortafel af lopen. De Wemels die hem eerder hadden gezien zwaaiden naar hem, maar Harry stond op en rende op Sirius af. De Zwadderaars keken woedend naar hem. De meeste personen die aan de oppertafel zaten keken blij. Naar Harry en Sirius. En de ogen van Perkamentus twinkelde achter zijn halfronde brilletje. Prof. Sneep keek net als de Zwadderaars boos.
‘Wauw, wat doe je hier?’ vroegen Fred en George.
‘Ik kom les geven.’ zei Sirius glimlachend.
Malfidus kwam vergezeld met Korzel en Kwast op Harry en Sirius af.
‘Denk maar niet dat ik lessen van jou wil volgen, Zwarts.’ zei Malfidus.
‘O nee? Je zal wel moeten.’ zei Sirius. ‘Anders krijg je geen Transfiguratie meer tot Anderling teruggevonden is.’
Harry, Ron en Hermelien begonnen te lachen. Malfidus ogen versmalde en zei dat hij zijn vader er bij ging halen. Harry en Ron bleven lachen. Hermelien stormde op Malfidus af en gaf hem een klap. Hermelien wilde hem nog een klap geven, maar Sirius hield haar tegen. Dat was maar goed ook, want de man die naast Sneep zat die Harry nog niet had gezien, die Harry bekend voorkwam kwam naar Malfidus en Hermelien. Het was meneer Malfidus.
‘Je laat je toch niet slaan door zo’n modderbloedje, Draco.’ zei hij.
‘Let een beetje op uw woorden, meneer Malfidus.’ zei Harry.
Lucius Malfidus zag Sirius.
‘Wat doe jij hier op Zweinstein?’ vroeg Malfidus.
‘Les geven. Hoezo?’
‘Denk maar niet dat ik mijn zoon lessen van jou laat volgen.’
‘U zal wel moeten. Anders loopt uw zoon achter. Ik ga namelijk gewoon verder met waar Anderling gebleven was.’ zei Sirius. ‘Waar zijn jullie met Transfiguratie, Harry?’
‘De laatste les hebben we onze speldenkussen in een egel moeten terugveranderen. We zijn dus nu bij de grotere dingen gebleven.’
‘Aha, meubels in dieren bijvoorbeeld?’
‘Ja, dat bijvoorbeeld.’
Perkamentus had gehoord dat meneer Malfidus Hermelien een modderbloedje noemde. Hij kwam naar de griffoendor tafel.
‘Aha, je bent er dus Sirius. Ik vroeg me al af waar je bleef. Je bent dus Harry nog even gedag zeggen.’ zei Perkamentus met een twinkeling in zijn ogen.
‘Inderdaad, professor Perkamentus. Harry kwam ineens op me af stormen.’
‘Kom, je hebt de eer om naast mij de gaan zitten. De leraar of lerares zitten altijd naast het schoolhoofd.’
Sirius wenste Harry tot morgen en hij ging samen met Perkamentus mee naar de oppertafel.

Na het eten gingen Harry, Ron en Hermelien naar de leerlingenkamer.
‘De rest van het opstel voor Kist komt morgen wel.’ gaapte Ron. ‘Ik ga naar bed. Te ruste.’
En Ron liep naar de jongensslaapzaal.
‘Ik ga nog even verder met het huiswerk voor voorspellend rekenen.’ zei Hermelien. ‘En jij?’
‘Verder met huiswerk voor Sneep.’
‘Heb jij die nog steeds niet af?’
‘Jawel, maar dit is andere.’
‘He? We hadden toch alleen dat opstel?’
‘Jawel, maar Sneep vond het leuk om mij en Marcel extra huiswerk te geven.’
‘Ik maak het niet hoor.’ jammerde Marcel.
‘Dat zou ik wel doen als ik jou was, Marcel.’ zei Parfati streng.
‘Sneep deed dat alleen om ze te pesten, Parfati.’ zei Hermelien. ‘Ik zou het gewoon niet verder maken, Harry.’
‘Goed, dan neem ik Rons voorbeeld en ga naar bed. Kom je Marcel?’
‘Ja, ik kom.’

De volgende dag stonden Harry, Ron en Marcel vroeg op en gingen naar de grote zaal om te ontbijten. Ze waren niet de enige die extra vroeg op waren gestaan. Remus en Sirius zaten ook al in de grote zaal. Malfidus en Korzel en Kwast zaten aan hun leerlingentafel met hun hoofden bij elkaar. Ze zijn vast iets aan het beramen, dacht Harry. Marcel liep naar de leerlingen tafel van Griffoendor, maar Harry en Ron liepen naar de oppertafel waar Remus en Sirius zaten.
‘Ik vind het wel weer eens leuk om hier op Zweinstein te zijn, zonder mijzelf in een hond te hoeven veranderen.’ zei Sirius. ‘Wat jij, Harry?’
‘Ja, geweldig. En nu hoef ik je geen Snuffel meer te noemen als ik het over jou heb.’
‘Ja, we kunnen gewoon Sirius te zeggen zonder het gevaar ik je verraad.’
Terwijl ze zo stonden te praten stroomde de grote zaal vol. Heel veel leerlingen keken verbaasd naar Sirius en weer anderen liepen met een grote boog om hem heen. Fred en George Wemel en Leo Jordaan, liepen weer recht op hem af.
‘Gaaf,’ zei Fred. ‘Wat doe je hier?’
‘Ik kom heier les geven.’ zei Sirius.
‘Cool,’ zei George. ‘We krijgen les van een vroegere moordenaar.’
‘Ik ben nooit een moordenaar geweest.’
‘O, Wat geef je dan?’ vroeg Leo.
‘Transfiguratie, ik val in voor Anderling.’
‘Gaaf, les van een weerwolf en van iemand die verdacht werd voor moord.’
‘Dat klink een stuk beter.’
‘En wanneer geef jij je eerste les?’ vroeg Marcel. ‘En aan wie?’
‘Ik geef vandaag voor het eerst les, aan jou, en je jaargenoten, Marcel.’
‘Nou, dat zal Malfidus leuk vinden.’ zei Hermelien.
‘Ja, ik vind het zeker leuk.’ zei een lijzige stem achter Sirius.
Het was Draco Malfidus.
‘Je meent niet wat je zegt, Malfidus.’ zei Harry.
‘Vroeg ik je wat, Potter?’
‘Nee, je vroeg me niks.’
‘Dan moet jij je mond houden, Potter.’
‘Dat zeg je niet tegen een mede klassenoudste.’ zei Sirius.
‘En jij moet ook je kop houden, Zwarts.’
‘Dat ben ik nog vergeten te vertellen, Malfidus. Perkamentus heeft me gevraagd om in haar plaats ook op te treden als afdelingshoofd van Griffoendor. Vijftig punten aftrek voor Zwadderich, wegens een grote mond tegen een afdelingshoofd.’
Boos liep Malfidus terug naar zijn afdelingstafel. Sirius liep naar de oppertafel en ging tussen Perkamentus en Sneep zitten.

Na het ontbijt gingen Ron en Harry naar hun slaapzaal om hun tassen te pakken en Hermelien naar die van haar om de hare te halen.
‘Wat hebben we nu?’ vroeg Ron.
‘Waarzeggerij.’ zei Harry.
‘Nee he?’ kreunde Ron. ‘Waarom was Zwamdrift nu niet verdwenen.’
‘Ja, inderdaad. En daarna hebben we transfiguratie.’
‘Ja, heerlijk! Les van Sirius.’
‘Ja maar, we moeten op schieten. We komen anders te laat voor waarzeggerij.’
Ze renden naar het lokaal van Zwamdrift. Ze klommen de ladder op. Harry voelde zich direct wazig.
‘Sorry prof., we zijn....’ zei Ron
‘te laat.’ vulde Zwamdrift Ron aan. ‘Ja, dat had ik al verwacht.’
Ron en Harry gingen ieder op een poef zitten. Fleur zat er ook.
‘Wat die jij hier, Fleur?’ vroeg Harry.
‘Ik kijk naar de les. Voor mijn Engels.’
‘O ja, dat is ook zo.’
‘Ik heb het idee, dat je nog niet echt wakker bent.’
‘O, dat komt door de hitte van dit lokaal.’
‘Doe dan zomerkleding onder je gewaad aan. Doe ik ook.’
‘Ik heb juist een trui eronder aan, omdat die mijn maat is.’
‘Zijn ze te klein dan?’
‘Nee, te groot. Het zijn afdankertjes van mijn dikke neef.’
‘O? krijg je dan geen nieuwe kleren dan?’
‘Nee, niet van mijn oom en tante. Van Sirius misschien wel.’
‘Wie is Sirius?’
‘Dat is mijn peetvader. Hij zorgt voor me, sinds de vakantie.’
‘O, dat is die ene knappe man, die tussen Perkamentus en die man die zijn haren nooit was zat?’
Ron proestte toen Fleur de man die zijn haren nooit was zei.
‘Ja die tussen Perkamentus en Sneep zat. Inderdaad, dat is hem.’
‘Die werd toch ook ooit verdacht van moord?’
Harry wist daarna niks meer te zeggen.
‘Ja, maar hij was eigenlijk onschuldig.’ zei Ron. ‘Hij geeft vanmiddag trouwens Transfiguratie.’
‘O, ja?’ vroeg Fleur geïnteresseerd.
‘Ja, je kan komen kijken als je wilt.’
‘O, dat wil ik wel, maar ik zou vanmiddag kijken bij toverdranken.’
‘O, bij Sneep.’
‘Ja, die leraar die zijn haren nooit wast. De viespeuk.’
De leerlingen die dat hoorde schaterden het uit. Zwamdrift die Marcel aan het helpen was, keek verstoord op.
‘Kinderen,’ zei ze, ‘ik ben les aan hert geven. En ik zou als ik jullie was luisteren naar mij, en niet naar die halve glamorgana, anders komt ze niet meer kijken naar deze lessen.’
Fleur keek verschrikt naar Zwamdrift. Ze wilde uitleggen dat ze met Ron aan het praten was. Toen ze dat zei stuurde Zwamdrift haar het lokaal uit met de woorden:
‘Ga maar in vervolg bij lessen kijken waar Wemel en Potter niet aanwezig zijn. Wegwezen.’
Fleur verliet het lokaal, en sloeg het luik keihard dicht. Toen ze weg was ging Zwamdrift verder met de les.

Na de les gingen Harry en Ron naar de grote zaal. Fleur kwam tijdens de lunch niet opdagen. En na de lunch ook niet bij Transfiguratie.
‘Waar blijft ze?’ vroeg Ron toen Hij, Hermelien en Harry op een plek vooraan gingen zitten.
‘Je hoorde wat Zwamdrift zei.’ zei Harry.
‘Ja, maar zij bepaald toch niet waar Fleur komt kijken? Dat doet Perkamentus.’
‘Dat is zo.’
‘Wat is er? Waarom kijken jullie zo sip?’ vroeg Hermelien.
‘Zwamdrift heeft Fleur verboden naar lessen te kijken waar wij aanwezig zijn.’ zei Harry.
‘Wat een onzin.’
‘Dat had ik ook al gezegd.’ zei Ron.

Terwijl ze zo spraken kwam Sirius binnen.
‘Hallo allemaal.’ zei Sirius. ‘Ik ben Sirius Zwarts. Omdat Minerva Anderling is verdwenen geef ik nu transfiguratie. Ook vervang ik haar als hoofd van Griffoendor.’
‘U gaat hun toch niet voortrekken, he?’ vroeg Draco Malfidus.
‘Nee, Malfidus. Ik ben niet zoals jullie afdelingshoofd.’
Na die woorden begonnen de Griffoendors te lachen. De leerlingen van Huffelpuf en Ravenklauw glimlachten alleen maar. De Zwadderaars werden rood van boosheid.
‘Hoe durft u zo over uw collega te spreken.’ krijste Patty Park.
‘We vertellen het aan prof Perkamentus.’ riepen Korzel en Kwast tot Harrys verbazing.
‘Dat is toch zo? Sneep trekt jullie toch ook voor?’ gilde Parfati.
‘Ok, nu is het genoeg.’ zei Sirius kalm. ‘We beginnen nu met de les. Zeg me waar Anderling was gebleven voordat ze verdween?’
Hermelien stak haar hand op.
‘Ja, Hermelien?’ zei Sirius ‘Zeg het maar.’
‘We waren nu bij meubels in dieren veranderen en weer terug.’ zei Hermelien ‘En ze had het over Faunaten.’
‘Wat ze al eens eerder had gedaan.’ voegde Draco Hermelien aan.
‘Hermelien had de beurt om te spreken, Draco.’ zei Sirius. ‘Goed, dan ga ik verder met meubels in dieren veranderen. Pak allemaal jullie toverstaf.’
‘Waarom zou ik naar u luisteren?’ zei Draco brutaal.
‘Wil je nog eens 50 punten kwijtraken, Draco?’
‘Eh, nee.’
‘Dan zou ik niks meer zeggen en gewoon naar mij luisteren als de rest.’
‘Goed gezegd, Sirius.’ riep Ron.
‘Ron, wil je alsjeblieft stil zijn?’
‘O, ja, natuurlijk, prof Zwarts.’
‘Dat klinkt een stuk beter. Jij en je vrienden kunnen beter in de lessen aanspreken met prof. Zwarts. Buiten de lessen kunnen jullie gerust mij aan spreken met Sirius.’

De les was afgelopen. Tevreden gingen de leerlingen van, Huffelpuf, Ravenklauw en Griffoendor naar geschiedenis van toverkunst. De Zwadderaars gingen voor ze naar de les gingen naar prof. Sneep.
‘Waar gaan jullie heen? we hebben nu geschiedenis van de toverkunst hoor.’ zei Berlinda Broom.
‘Weten we, maar we gaan eerst naar Sneep.’ zei Margriet Bullemans.
Harry zei dat ze waarschijnlijk Sirius gingen verklikken. De andere leerlingen keken de Zwadderaards daarop kwaad na.
‘Hoe durven ze.’ zei Padma Patil.




Profiel bekijkenStuur privébericht
Berichten van afgelopen:      


 Ga naar:   


Sla dit onderwerp op als textbestand

Volgende onderwerp
Vorige onderwerp
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum
Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum
Je mag niet stemmen in polls in dit subforum



Powered by phpBB © 2001/3 phpBB Group :: FI Theme :: Tijden zijn in GMT + 1 uur :: Disclaimer