Poll :: Wat vinden jullie hier van? |
Uitmuntend |
|
68% |
[ 39 ] |
Boven verwachting |
|
14% |
[ 8 ] |
Acceptabel |
|
8% |
[ 5 ] |
Slecht |
|
1% |
[ 1 ] |
Dieptreurig |
|
0% |
[ 0 ] |
Zwakzinnig |
|
7% |
[ 4 ] |
|
Totaal aantal stemmen : 57 |
|
Auteur |
Bericht |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Wo Aug 01, 2007 9:27 |
 |
Hallo allemaal. Dit is mijn allereerste fanfiction die ik schrijf. Dus het kan misschien een beetje tegenvallen. Ik wilde graag een verhaal schrijven over Draco Malfidus en Hermelien Griffel, omdat ze over het algemeen mijn favoriete personages zijn. Het begin van dit verhaal is misschien een beetje vreemd, maar het zal later nog een rol spelen en het wijst zich dus allemaal vanzelf. Ik heb wel veel dingen die in het originele verhaal een rol spelen eruit gelaten. Bijvoorbeeld het feit dat Draco's vader eigenlijk in Azkaban zit en dat Draco in het zesde deel Perkamentus moest vermoorden. Dit gaat namelijk grotendeels over het zevende jaar dat ik dus gewoon op Zweinstein wilde laten afspelen. Ik hoop dat jullie het leuk vinden!
‘De Profeet staat er vol van,’ zei Narcissa tegen haar man, die net terugkwam van zijn werk op het Ministerie van Toverkunst. Ze probeerde een tegenstribbelende Draco in zijn eetstoeltje te wurmen.
‘Vol van wat?’ vroeg Lucius kil. ‘Wat is er te eten?’,
‘Draco laat dat!’, snauwde Narcissa tegen haar zoontje, die verwoed kaviaar in haar gezicht gooide, waarschijnlijk omdat hij het niet lekker vond. Onmiddellijk haalde ze Draco uit zijn stoeltje en vervolgde: ‘Van die Dreuzel die morsdood naast zijn auto was gevonden,’ zei Narcissa rustig, alsof ze dat ‘schokkende’ nieuws laatst van een vriendin gehoord had. Ondertussen schoof Lucius aan tafel en griste het bordje kaviaar bij Draco’s eetstoeltje vandaan. Ongeduldig klakte Narcissa met haar tong.
‘Hallo, hoor je me!’
‘Tuurlijk,’ zei Lucius grimmig. ‘Jij zou die Dreuzel ook zonder twijfel een kop kleiner gemaakt hebben als je hem ontmoet had.’
‘Je zei laatst alleen maar dat je hem een kop kleiner had gemaakt omdat je daar zin in had,’ zei Narcissa doordringend.
‘Dat ook, maar dat is niet hét verhaal,’ zei Lucius.
‘Wat dan wel?’ vroeg ze nieuwsgierig.
‘Ik stond langs de Dreuzelweg te praten met Dondersteen, omdat ik die daar toevallig zag staan. Hij was zo stom geweest om een dreuzelvoertuig te gebruiken. Een auto, ofzo. En natuurlijk had hij pech gehad met dat ding. Ik was hem aan het uitfoeteren over het feit dat hij dat soort vervoermiddelen niet moest vertrouwen, en dat hij wel net zo’n armoedzaaier als Arthur Wemel leek. En als ik hem er nog een keer op betrapte om ook maar iets te doen wat met Dreuzels te maken had zou ik het doorspelen aan Droebel. En precies op dat moment stopte die Dreuzel langs de weg –‘ hij stopte even en kreeg een wraakzuchtige uitdrukking op zijn gezicht.
‘En toen?’
‘Wel, ik had op dat moment een toverspreuk uitgesproken over Donders zijn auto. Een verdwijnspreuk,’ voegde hij eraan toe toen hij Narcissa vragend zag kijken.
‘Die Dreuzel vroeg om uitleg. Ik zei dat hij vast hallucineerde en dat daar nooit een auto langs de weg gestaan had. Maar die vent werd hardnekkig,’ Narcissa keek hem eventjes verbijsterd aan.
‘Maar waarom –‘ ‘Kijk,’ onderbrak Lucius haar meteen. ‘Ik ga niet meer moeilijk doen met vergetelheidsspreuken en dat soort onzin! Opgeruimd staat netjes.’
‘Maar Dondersteen, hij had je kunnen verraden Lucius! Je moet op je tellen passen!’
‘Dondersteen is veel te bang om mij te verraden. Ik heb alle medewerkers van het Ministerie in mijn zak. Dat bewijst maar eens dat ik een ware Malfidus ben,’ Lucius grijnsde breed naar zijn vrouw.
‘Natuurlijk wist het Ministerie dat een tovenaar dat gedaan moest hebben. Maar niemand zou mij beschuldigen. Nee, Droebel kwam laatst naar mijn kantoor, met het goede nieuws dat ze nog steeds niet wisten wie het gedaan had. Ze zullen er nooit achter komen,’
‘Hmm..’, zei Narcissa, die nog niet helemaal overtuigd leek.
Ondertussen keek de driejarige Draco zijn ouders vragend aan. Hij snapte helemaal niks van dit gesprek. Het ging nergens over, onzin. Hij was nog maar drie. Hij had nog geen idee uit wat voor een familie hij kwam. Draco Malfidus was zijn naam voluit. De familie Malfidus was een adelijk geslacht met een lange stamboom. Zijn ouders waren erg rijk, en daarom woonden ze ook in een groot, statig landhuis. Zijn ouders hadden een hekel aan alles wat met Dreuzels te maken heeft. Lui die niet kunnen toveren, en die het pad kruistten van de familie Malfidus waren ten dode opgeschreven. Ook vertiktte deze familie om het aan te leggen met iemand, die wel tovenaar is, maar een lange stamboom van dreuzelgeslachten had. Mensen die tovenaar waren met dreuzelbloed, waren volgens hen minderwaardig. En dat niet alleen…
Veel mensen wisten het niet; ze beschouwden de familie Malfidus als een nette, gulle en adelijke familie. Echter, de Malfidussen waren al jaren trouwe volgelingen van hij-die-niet-genoemd-mag-worden. Ook wel Jeweetwel, of de Heer van het Duister. Die benoemingen waren niet zomaar. Hij word zo gevreesd door de hele tovenaarsmaatschappij, dat niemand zijn naam durft uit te spreken; Voldemort. Voldemort was de slechtste en meest verdorven tovenaar die ooit bestaan heeft. Hij heeft één zwak punt, als er iets is dat hij niet begrijpt is het liefde wel. En dat is met veel volgelingen zo; als men overloopt naar de Duistere Zijde kan bijna niks ze meer wat schelen, alleen het dienen van zijn meester. Maar, in feite waren Lucius en zijn vrouw Narcissa geen volgelingen meer, want Voldemort was nu al twee jaar verdwenen. Door het toedoen van de kleine Harry Potter. Er is heel weinig hierover bekend. Het enige wat de tovermaatschappij wist, is dat Voldemort het jongetje niet kon doden en zijn eigen lichaam had verloren. Nog minder dan het armzaligste spook zou er van hem over zijn geweest. Rondzwervend, wachtend op volgelingen die zouden terugkeren, hem helpen… Lucius Malfidus deed zich sindsdien weer voor als een man met een respectabel masker, werkende bij het ministerie van toverkunst. Maar veel mensen wisten het: Voldemort zou ooit terugkeren. Over elf jaar zal hij terug zijn, maar dat wisten ze toen nog niet. En zou Draco als hij volwassen is ook een trouwe volgeling zijn van de Heer van het Duister? Het lijkt hoogstwaarschijnlijk… |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Wo Aug 01, 2007 9:37 |
 |
Zo, ik had het verhaal al in een Wordbestand staan, dus ik kan hier weer een deel van het verhaal neerzetten . Hier begint het dus met het zevende jaar.
Er was duidelijk veel tijd verstreken. Tenminste, als je de foto-albums van de Malfidussen inkeek. De eerste foto’s die in het foto-album van de Malfidussen had gezeten waren foto’s van een klein, blond jongetje met een enigszins roze gezicht van hoogstens drie jaar, die vrolijk zwaaide naar de maker van de foto. Als je een bladzijde omsloeg zag je een jongen van ongeveer acht jaar, die ontevreden en verwend op een stoel zat met voor hem een enorme verjaardagstaart. En op de laatste foto’s in het boek was er een jongen te zien van ongeveer zeventien jaar oud, die met een triomfantelijke blik in zijn ogen een splinternieuwe badge aan zijn gewaad vastspelde. Draco Malfidus was van een kleine vrolijke baby verandert in een lange jongen, met een spits gezicht en sluik blond haar die, bovendien, bij iedere gelegenheid wel hooghartig of arrogant keek.
‘Gefeliciteerd schat,’ zei Narcissa, die Draco een zoen op zijn voorhoofd drukte. ‘Hoofdmonitor! Wie had dat ooit kunnen denken!’
‘Blijf van me af mam,’ snauwde Draco. Hij duwde zijn moeder aan de kant en liep naar de spiegel die aan de wand van de muur stond. Tevreden bekeek hij zichzelf in de spiegel, terwijl zijn vader vervolgde: ‘Het is geen wonder dat Draco hoofdmonitor is Narcissje,’ zei Lucius trots. ‘Hij heeft het gezag van zijn vader, van een ware Malfidus,’
‘Maar toch ben ik zo trots!’ riep zijn moeder uit, en ze deed weer een poging om Draco te zoenen. Draco duwde haar weg en vroeg bruut aan zijn vader:
‘Wanneer komt de uil met de boekenlijsten,’
‘Die was tijden geleden al gekomen. En je moeder heeft je boeken allang gehaald,’ zei Lucius, die op een fraaie leren bank zat en de Ochtendprofeet opensloeg. Draco keek in rond in de huiskamer. Hij was gewend aan het feit dat de huiskamer vol stond met dure spulletjes, maar toch voelde hij zich altijd trots als hij dacht aan het feit dat zijn familie zoveel rijkdom bezat. Ondertussen zette zijn moeder een grote kan thee neer op tafel en schonk een kopje voor hem in.
Met een soort van genoegen dacht hij aan hoe zijn medeleerlingen zouden reageren als ze die gloednieuwe badge zouden opmerken bij hem. Hij had overigens de geweldige mogelijkheid om de eerstejaars nog meer af te blaffen. Met volle teugen geniette hij van de gedachten wat hij allemaal zou kunnen doen als hoofdmonitor totdat hij gepijnigd werd door een vreselijke gedachte die hij absoluut niet onder ogen wou zijn.
Ieder jaar werden er twee hoofdmonitoren gekozen. Hij kon na een keer raden al beredeneren wie die andere hoofdmonitor zou zijn. Hermelien Griffel, een uitmuntend goede leerlinge die altijd gelijk leek te hebben. Als zij, zij ook hoofdmonitor zou zijn dan… dan zou hij al zijn plannetjes om Harry Potter en Ron Wemel welverdiende straffen uit te delen compleet gedwarsboomd worden. Het ging Hermelien namelijk niet om het feit je vijanden een lesje te leren, het enige waar zij aan kon denken was rechtvaardigheid. Rechtvaardigheid… rechtvaardigheid? Kom op, tegenover Potje en Wezel… Daar kwam nog eens bij, dat als Griffel hoofdmonitor zou worden, hij gedwongen was om tijd met haar te spenderen en respect te tonen tegenover haar. Draco kreeg al rillingen bij die gedachte. Potter, Wemel en Griffel waren leerlingen op zijn toverschool Zweinstein, waar hij sinds de allereerste schooldag al een ontzettende hekel aan had.
Zijn moeder had duidelijk gezien dat hem iets dwars zat want ze vroeg meteen: ‘Is er iets lieverd? Heeft je thee de verkeerde smaak?’
‘Nee, nee… Ik ben gewoon een beetje moe,’ zei Draco die prompt een smoes verzon.
‘Nou goed, zorg dat je goed uitgerust bent voor morgen, want dan ga je je laatste jaar inluiden!’ zei Narcissa zo vrolijk dat Draco zich eraan zou ergeren, tenminste, als hij geluisterd had naar zijn moeder. Hij werd geplaagd door een vervelend stemmetje dat belachelijk veel op die van Griffel leek. ‘Je mag niet misbruik maken van je positie op school Malfidus! Denk eraan dat Perkamentus je die badge heeft gegeven zodat je een dienst kan bewijzen tegenover de school! Niet om eerstejaars af te beulen en je vijanden betaald zetten!’
‘Griffel! Hou toch voor een keer eens je mond!’ zei Draco opeens, die daarna schrok van zijn eigen uitbarsting.
‘Wat zei je nou? Griffel?’ zei zijn vader, die van boven zijn krant Draco verbaasd en bovenal doordringend aankeek.
‘Eh, ik was even weggedroomd..,’ zei Draco, die dit gesprek probeerde te ontwijken. En gauw een slokje van zijn thee nam, om zich vervolgens te verslikken.
‘Griffel, dat was toch die Hermelien met dreuzelouders? Die slimme die andere leerlingen altijd de les leest, toch?’ zei Narcissa, die ook behoorlijk verbaasd leek.
‘Malfidus,’ zei zijn vader scherp. ‘Je weet wat ik over dat soort mensen denk, je moet niet –‘ begon zijn vader venijnig.
‘Beginnen jullie hier nou alweer een preek over? Had ik niet gezegd dat dat niet hoefde omdat ik zelf ook zelfstandig genoeg ben?’ zei Draco verhit. ‘Ik heb al sinds het eerste jaar een hekel aan haar,’
‘Goedzo,’ zei zijn vader alleen.
‘Maar het probleem is,’ begon Draco. Zijn ouders keken hem allebei weer doordringend aan. ‘Ik – ik dacht er net aan, daarom noemde ik opeens haar naam, denk ik… maar Griffel is waarschijnlijk ook hoofdmonitor geworden. Waarschijnlijk ben ik gedwongen om met haar om te gaan,’
‘Ach, als het bij iets zakelijks blijft hoeft het geen probleem te zijn liefje,’ begon zijn moeder sussend. ‘Maar je moet –‘ ‘Nee!’, onderbrak Lucius zijn vrouw. ‘Nu moet je eens goed luisteren Draco! Je – gaat – niet – met – dat – uitschot – om! Begrepen!’ zei zijn vader in één adem.
‘Begrepen pap,’ zei Draco, duidelijk niet geïntereseerd. Hij was absoluut niet van plan om aan te pappen met Hermelien Griffel, of om zelfs maar een beetje aardig te doen. Zijn ouders hadden groot gelijk. Dat schorem moet je simpelweg links laten liggen. Volbloed tovenaars zijn nou eenmaal – beter.
‘Draco,’ begon zijn vader weer bloedserieus. ‘Laten we de regels even doornemen, voordat het te laat is,’ Draco vroeg zich gelijk af waar dit nou weer over ging, maar eigenlijk had hij het op zijn vingers na kunnen tellen.
‘Regel één,’ begon zijn vader vorstelijk. ‘Je praat niét met haar, behalve als het om je verplichtingen van het hoofdmonitorschap gaat en je gedwongen bent iets met haar te bespreken. Twee –‘ zijn vader knikte even naar zijn vrouw. ‘Als ze hardnekkig word, doe niet vriendelijk. Noem haar gewoon een modderbloedje als het nodig is. Ze moet weten dat vriendschap tussen jullie onmogelijk is, ook al hebben jullie beiden dezelfde status in de school,’ Lucius haalde even adem en zei: ‘Drie, als ze té vervelend word, twijfel dan niet. Spreek gewoon een Onvergefelijke vloek over haar uit en ze piept wel anders,’
Dit werd Draco teveel. Van schrik liet hij zijn kopje thee uit zijn handen kletteren.
‘Lucius, vind je dat niet een beetje overdre-‘, probeerde zijn moeder ertegenin te brengen. Maar zijn vader zei: ‘Niks overdreven! Als jij echt een dooddoener wilt worden –‘ hij keek zijn zoon even aan. ‘Zul je al op school moeten beginnen met prioriteiten stellen Draco,’ hij keek zijn zoon uitdagend aan, om te voorkomen dat Draco onmiddellijk bezwaar zou leveren.
Draco zei helemaal niks. Het ging nergens over, onzin. Wat verwachtten ze wel niet van hem! Hij is nog maar zeventien. Trouwens, wilde hij wel werkelijk dooddoener worden?
‘Ik snap het,’ zei Draco resoluut. ‘Ik ga nu even naar boven om te –‘ maar zijn ouders zouden er nooit achter komen wat hij nou precies zou gaan doen. Hij wist niks te verzinnen, hij wou alleen maar weggaan. Snel deed hij de huiskamerdeur dicht. Hij hoorde zijn moeder nog net zeggen: ‘Lucius, is dit niet een beetje overdreven, hij is pas zeventien,’
Draco stormde naar boven en ging op zijn bed liggen. Hij wist altijd al dat zijn ouders Voldemort hadden gediend. Nou oke, niet altijd. Pas sinds Voldemort twee jaar geleden terugkeerde, werd Draco daar echt bewust van. Het kon hem over het algemeen niks schelen dat zijn ouders dooddoeners waren. Voldemort was tegen Potter, en hijzelf ook. Voldemort verachtte alles wat zijn eigen familie ook verachtte. Maar toch…
Nog nooit, nog nooit hadden zijn ouders hem geconfronteerd met dingen zoals het gebruiken van een Onvergefelijke vloek op een medeleerling. Hij haatte en verachtte veel mensen. Maar, wou hij ze nou werkelijk martelen? Of misschien zelfs dood hebben?
‘Nee, dat wil je niet Malfidus. Dat weet je, je zou eens voor jezelf moeten beslissen inplaats je ouders over je heen te laten lopen,’ zei het stemmetje van Hermelien in zijn hoofd.
‘Ach hou je kop toch Griffel,’ zei Draco die lang en breed gaapte. Hij snapte niet waarom Hermelien Griffel zich in zijn hoofd genesteld leek te hebben, maar de resterende tijd dat hij op zijn bed naar zijn plafon staarde speelde er zich een hele nare tweestrijd af in zijn hoofd. Na al dat piekeren wat wel uren leek te duren viel Draco als een blok in slaap.
Uiteindelijk klonk er een luid geklop. Bonk, bonk. ‘Laat me nou nog even slapen,’ dacht Draco, die zich omdraaide. Bonk, bonk. ‘Rot nou eens op…’ dacht hij, terwijl hij zich weer omdraaide. Uiteindelijk hoorde hij een deur opengaan en zijn moeder kwam binnen.
‘Draco, kom… je moet opstaan. Straks vertrekt je trein. Die kan je onder deze omstandigheden echt niet missen,’
‘Wat – wat? Wanneer zei je?’ vroeg Draco, enigszins slaapdronken.
‘Straks pas lieverd, maar je moet nu opstaan,’ enkele seconden later hoorde hij zijn moeder van de trap af lopen. Gauw stond hij op en keek in de spiegel. Hij had niet eens door gehad dat hij met kleren aan was gaan slapen en hij zag er veromfaaid en moe uit. Gauw wankelde hij naar de badkamer om een kam door zijn haar te halen. Erg veel effect had het niet; zijn haar zat vandaag onvoorstelbaar rommelig, voor hem al helemaal. Hij leek altijd de jongen te zijn die zijn haar altijd het best verzorgde. Het kon hem echter niks schelen en hij liep loom van de trap af.
‘Daar is mijn splinternieuwe hoofdmonitor!’ zei Narcissa trots toen Draco de eetkamer binnen kwam wankelen.
‘Waar is vader,’ mompelde Draco.
‘Al naar zijn werk schat,’ zei Narcissa, die nu een beetje bezorgd begon te kijken. ‘Je bent toch niet geschrokken van wat hij gister zei hé?’
‘Geschrokken? Ik?’ zei Draco meteen verheven. ‘Waarom zou ik ervan schrikken. Hij heeft toch groot gelijk dat ik die modderbloedjes moet aanpakken,’ zei Draco in een poging overtuigd te klinken van zijn vaders gelijk. Alhoewel hij zich van binnen een stuk minder zelfverzekerd voelde. Zijn moeder keek hem eventjes met een opgetrokken wenkbrauw aan.
‘Nou, complimenten dat je het begrepen hebt,’ zei zijn moeder met een kille stem. Draco zei verder niks meer tegen zijn moeder en at zwijgend zijn geroosterde boterhammen.
‘Heb je je spullen al gepakt?’ vroeg zijn moeder plotseling. Draco stopte eventjes met eten en keek zijn moeder aan.
‘Nee?’ zei hij.
‘Dan zou ik dat nadat je klaar bent met eten gauw maar doen!’ vitte zijn moeder. Draco deed wat hij gezegd werd, en een uur nadat hij naar boven gelopen was sleepte hij een grote hutkoffer van de trap af.
‘Mam, waar is Boudrich,’ mompelde Draco.
‘In zijn hok natuurlijk! Waar hij normaal ook zit!’ zei zijn moeder geërgerd.
Na veel gedoe en heisa omdat Draco’s uil Boudrich verdwenen was, konden ze eindelijk naar het perron toe. Ze hadden Boudrich uiteindelijk gevonden in het keukenkastje, waar hij lag te slapen met verschillende dode muizen en uilenballen, die Draco moest opruimen omdat zijn moeder walgde van dat tafereel; ze had de oehoe van Draco altijd al een vervelend beest gevonden wat muizen en uilenballen betreft. Ze keken op de klok en zagen tot hun schrik dat het al kwart voor elf was. Zijn moeder zei dat het tijd was om te gaan, en ze verschijnselden naar het Kings Cross Station.
‘Je weet wat je moet doen,’ zei Narcissa tegen Draco en knikte naar de muur tussen perron 9 en 10. Nonchalant leunden ze tegen de muur aan en lieten zich er langzaam doorheen vallen. Perron negendriekwart, het perron van de zweinsteinexpres. Ze zagen de trein al op het overvolle perron staan en vele leerlingen sjouwden haastig hun bagage naar binnen, om vervolgens nog eventjes afscheid te kunnen nemen van hun ouders.
‘Draco, ik wil nog eventjes een ding zeggen,’ zei Narcissa, toen Draco terugkwam nadat hij zijn hutkoffer in de bagageruimte had gestouwd. ‘Misschien leek je vader gister heel streng Draco, maar bedenk je alsjeblieft niet. Want je vader en ik houden van je, en we zeggen dit alleen maar omdat we het beste met je voor hebben!’ Draco keek zijn moeder aan en zag dat ze het meende.
‘Dat weet ik mam,’ zei hij, en hij omhelsde zijn moeder. ‘Doe de groeten aan vader,’ hij stapte de trein in, en zijn moeder had tranen in zijn ogen.
‘Ik beloof gauw te schrijven!’, schreeuwde Draco, terwijl de trein al langzaam begon te rijden. Hij keek even door het raampje hoe zijn moeder hem emotioneel uitzwaaide en daarna besloot hij gauw een coupé te zoeken. Maar opeens bedacht hij het zich; toen hij klassenoudste was, werd hij aan het begin van de reis altijd verwacht in de klassenoudstecoupé. In de brief die hij had gehad werd ook uitgelegd over een coupé waar de twee nieuwe hoofdmonitoren aanwezig moestten zijn. Dom! Waarom had hij niet gekeken welke coupénummer dat was! Nu kon hij wel eeuwig zoeken, de Zweinstein Express had enorm veel coupés.
Schichtig liep hij langs de coupés en overal wierp hij een blik naar binnen. Toen hij bij coupé 64 was zag hij een knap meisje met halflang bruin haar verlegen wegschieten toen hij eraan kwam, en tot zijn verbazing zag hij dat ze bloosde. Onwillekeurig grijnsde hij, het maakt niet uit hoe oud meisjes waren, hij vond vrouwelijke aandacht al leuk genoeg.
Uiteindelijk vond hij aan het einde van de trein zijn coupé. Er stond een gerafeld bordje boven dat blijkbaar al jaren gebruikt werd: ‘Hoofdmonitorencoupé’. Draco sloeg zichzelf voor zijn hoofd. Natuurlijk had hij niet iedere coupé in hoeven kijken, het stond er namelijk gewoon boven.
Hij trachtte naar binnen te kijken maar voor de coupédeur waren de gordijntjes dicht geschoven. Eventjes staarde hij in gedachten verzonken naar het bordje. Waarom ging hij nou niet naar binnen? Dit was toch de coupé waar hij moest zijn! ‘Griffel,’ dacht hij plotseling en hij walgde van het idee. Straks zou hij met haar in één coupé moeten zitten. Wie weet duurde het uren voordat de tovenaar kwam die hen oorspronkelijk instructies moest geven. Misschien kon hij maar gewoon beter buiten blijven staan, totdat de instructietovenaar kwam opdagen. Dan hoefde hij tenminste niet in zijn eentje in haar bijzijn te verkeren, wat zijn ouders hem nog zo overduidelijk verboden hadden.
Hij waagde het er maar op en deed de deur open, maar wat had hij nou verwacht? Wat was dat ook alweer? In ieder geval niet dit, want het was niet een tovenaar die klaarstond om instructies te geven, en Griffel zat er ook niet.
[/i] |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Wo Aug 01, 2007 9:58 |
 |
Het was Harry Potter.
‘POTTER!’ flapte Draco er meteen uit, hij keek de jongen in de coupé woedend aan. De jongen had een schriel postuur, gitzwart haar, een rond brilletje en felgroene ogen.
‘Malfidus,’ zei Harry alleen maar ter herkenning. ‘Dat had ik al verwacht,’
‘Wat had je al verwacht!’ snauwde Draco.
‘Dat jij hier met een onverzorgd en verwaaid kapsel zou binnenstormen,’ zei Harry sarcastisch. ‘Wat denk je? Ik wist wel dat ze zo’n stuk verdriet als jij tot hoofdmonitor zouden benoemen,’
‘Het verbaast me dat je zulke slechte cijfers haalde voor Waarzeggerij,’ sneerde Draco. Harry Potter was voor hem juist de laatste persoon die hij verwacht had in de coupé van de hoofdmonitoren. Langzaam ging hij zitten, schuintegenover Harry en zo ver mogelijk van hem vandaan. Een tijdje keken ze allebei hardnekkig de andere kant op, in een poging elkaar niet te hoeven aankijken en te spreken.
‘Hoe heb je het geflikt,’ zei Draco plotseling, die de stilte verbrak.
‘Wat,’
‘Doe niet alsof je dom bent, Potter,’ zei Draco, die een vervaarlijke schittering kreeg in zijn grijze ogen. ‘Wie benoemt jou nou tot hoofdmonitor,’ schamperde hij. Harry haalde zijn schouders op en zei toen rustig: ‘Perkamentus misschien?’
‘Ja natuurlijk, jij bent ook gewoon hét lievelingetje van Perkamentus. Heel fijn en leuk allemaal, moet ik nu klappen?’ zei Draco sarcastisch en vervolgde toen: ‘Toch had ik verwacht dat de zogenaamde ‘Grootste tovenaar van de eeuw’ iets meer hersens had gehad. Jij als hoofdmonitor, laat me niet lachen… Op welke manieren heb jij de regels wel niet overtreden? Draken smokkelen? Je inschrijven voor het toverschooltoernooi toen je veertien was? Dat mocht helemaal niet Potter, en je weet waar ik het over heb,’ zei Draco dreigend.
‘Malfidus, je theorieën zijn verbluffend,’ zei Harry rustig. ‘Maar ik heb ook zo mijn twijfels, waarom benoemt Perkamentus jou tot hoofdmonitor? Ik dacht toch echt dat jouw vader er om bekend staat het schoothondje van Voldemort te zijn?’ Draco kromp ineen bij die naam, hij wilde niet met Voldemort geconfronteerd worden, zeker niet door Harry…
‘Wat,’ zei Harry en grijnsde. ‘Vind je het niet leuk om de naam te horen van je grote machtige idool,’ Draco keek Harry weer razend aan. Hij wilde het absoluut niet over Voldemort hebben en sneed een ander onderwerp aan.
‘Je hebt hier niks te zoeken Potter,’ sneerde hij. ‘Ik weet niet hoe je het gedaan hebt, maar hoe Griffel het ooit tegen je heeft kunnen afleggen is mij een raadsel…’
‘Hermelien wilde geen hoofdmonitor zijn omdat –‘ Harry was opgestaan. ‘ze wilde niet met jou geconfronteerd worden.’ Nog één moment geleden had Draco arrogant door zijn haar gestreken, het andere moment was hij verstijfd van woede.
‘Praat geen onzin Potter!’
‘Ik spreek de waarheid.’
‘Onzin,’ zei Draco lijzig. ‘Ik denk niet dat Griffel zich door mij zou laten afschrikken. Daarvoor zou ze veel te veel hunkeren naar de status als hoofdmonitor,’
‘Kennelijk vindt ze haar opleiding zo belangrijk dat ze niet haar schooljaar door jou wilt laten verzieken. Ze stuurde Perkamentus daar een uil over. Kennelijk dacht hij dat ik me niet door jou zou laten beïnvloeden,’zei Harry kil.
Dat was de druppel. Draco haatte Hermelien, maar haar schooljaar verzieken? Waar sloeg dat op? Hij zou haar niet voortdurend volgen en het leven zuur maken, hij zou haar juist mijden als de pest. Alleen als zij het er naar zou maken…
‘Alsof ik mijn tijd zou verdoen met modderbloedjes stalken,’ zei Draco, terwijl hij Harry hooghartig aankeek. ‘Bovendien, je was geen eens klassenoudste Potter,’
‘Dat was mijn vader ook niet geweest, maar toch was hij tot hoofdmonitor benoemd,’ zei Harry verdedigend. ‘En noem Hermelien nog één keer een modderbloedje en het gaat je flink bekopen Malfidus!’ zei Harry knarsetandend.
‘Merlijn, wat ben ik bang,’ zei hij weer met een vleugje sarcasme. Harry had echter geen tijd om tegen hem in te gaan want toen kwam – tot Draco’s walging – Professor Slakhoorn binnen.
‘Zo, zo! De nieuwe hoofdmonitoren! Aha, meneer Potter! Wat leuk! Wacht, ik haal even wat snoep van het karretje, van die vriendelijke mevrouw,’
Professor Slakhoorn was dik, had een snor en een enorm dikke buik. Het verbaasde Draco dat Slakhoorn nog door de coupédeur kon komen. Het was trouwens niet vreemd dat Slakhoorn meteen Harry Potter weer benaamde; vorig jaar was Harry het grote lievelingetje van Slakhoorn, iets wat Draco niet kon uitstaan. Hij bedacht zich een beetje teneergeslagen dat het dit jaar wel weer hetzelfde liedje zou zijn totdat Slakhoorn weer binnenkwam.
‘Wel, wel,’ zei Slakhoorn die zich naast Harry wurmde. ‘Meneer Potter en meneer Malfidus. Goed gedaan! Het verbaast me een beetje dat Juffrouw Griffel… Afijn,’ zei hij toen hij Draco’s gezicht zag. ‘Ja, de instructies. Wel, er valt denk ik niet veel te vertellen, maar het lijkt ons toch ieder jaar handig om het even door te nemen,’ Slakhoorn wachtte even, alsof hij verwachtte dat Draco of Harry ‘Dat meen je niet!’ zouden zeggen.
Toen dat uiteindelijk niet gebeurde vervolgde Slakhoorn: ‘Jullie hebben nog steeds dezelfde bevoegheden als de klassenoudste. Alhoewel, meneer Potter, u bent een apart geval hé!’ en hij grinnikte.
‘U bent natuurlijk geen klassenoudste geweest maar ik denk dat onze meneer Malfidus hier u het nodige handje zal helpen,’ Slakhoorn keek Draco vrolijk aan, maar die wierp Potter ondertussen een dodelijke blik toe. Over zijn lijk dat hij Potter zou helpen, de groeten…
‘Jullie moeten dus zoals gewoonlijk de eerstejaars de weg wijzen in het kasteel, kunnen strafwerk uitdelen en moeten patrouilleren in de gangen, als dat nodig is natuurlijk,’ vervolgde Slakhoorn. ‘Jullie krijgen echter ook de bevoegdheid om in de lerarenkamer te komen, en natuurlijk om punten toe te kennen aan afdelingen voor eventuele triomfen, en af te trekken bij overtredingen,’ zei Slakhoorn, die Harry weer vrolijk aankeek en echt in zijn nopjes leek door het feit dat Harry het tot hoofdmonitor had geschopt.
‘Oh ja, en voordat ik het vergeet, het kan ook nog wel eens voorkomen dat Perkamentus jullie oproept om op zijn kamer te komen etcetera, daar kan ik verder niet veel over zeggen maar maak je alsjeblieft geen zorgen, want het wijst zich allemaal vanzelf,’ zei Slakhoorn luchtig. Harry keek alsof het de normaalste zaak was van de wereld om op de kamer van het schoolhoofd te komen, maar voor Draco voelde dit allemaal nieuw.
‘Juist ja, mogen we gaan?’ zei Malfidus ongemerkt erg onbeleefd.
‘Oh ja! Ja natuurlijk,’ zei Slakhoorn die plotseling uit een trance ontwaakt leek te zijn. Draco schuifelde samen met Harry de coupé uit.
Toen Slakhoorn buiten gehoorsafstand was mompelde Harry: ‘Ik val jou dit jaar niet lastig als jij mij niet lastig valt,’
Vliegensvlug draaide Draco zich om.
‘Waar heb je het over Potter,’
‘Ik heb geen zin meer in al dat haterige gedoe van jou. We hoeven heus geen vrienden te worden als je dat soms denkt, maar we zijn allebei zeventien, we kunnen best normaal doen,’ zei Harry scherp.
‘Ik zal er wel over nadenken,’ zei Draco luchtig. ‘Het is veel te leuk om je te pesten Potter, vergeet trouwens niet wat ik je tijdens onze eerste treinreis nog gezegd had. Ga niet met al dat uitschot om, Modderbloedjes en Dreuzelvrienden gaan eerst , ik heb het al vaker tegen je gezegd,’ en zonder verder nog te kijken hoe Harry zou reageren liep hij door naar de coupé van de Zwadderaars.
Het gebeurde allemaal in één flits. Hij hoorde een meisje gillen, er viel duidelijk iets zwaars op de grond en hij zag een meisje met een mopshondgezicht zich wanhopig aan hem vastklampen.
‘Ook hallo Patty,’ gromde hij. Ruw duwde hij haar van zich af en plofte neer op de lege bank tegenover Zabini, Korzel en Kwast; hij had spijt dat hij dat gedaan had, want meteen ging Patty Park naast hem zitten en legde haar hoofd op zijn schoot. Een beetje ongemakkelijk keek hij naar dat tafereel. Dit was duidelijk een vorm van vrouwelijke aandacht die hij minder leuk vond. Snel toverde hij zijn walgende gelaat weer om tot een schamper masker en wendde zich tot de mensen tegenover hem.
‘Potter is hoofdmonitor geworden,’
‘Wat zei je?’ vroeg Zabini nijdig, maar hij had het wel gehoord.
‘Potter?’ zei Patty Park meteen en ze haalde (tot Draco’s opluchting) meteen haar hoofd van zijn schoot af.
‘Potter! Potter is hoofdmonitor!’ riep Draco nijdig uit. ‘Ik had gedacht – Griffel,’
‘Potter of Griffel, het maakt niet uit,’ zei Zabini schamper. ‘Allebei uitschot,’ Korzel en Kwast hadden verder nog niks gezegd, maar ze knikten allebei.
‘Het maakt wel iets uit,’ zei Draco. ‘Ik heb een veel grotere hekel aan die verwaande Potter,’ hij spuugte Harry’s achternaam zowat uit, maar dat was hij gewend te doen.
‘Ja, hij voelt zich echt zo lekker hé,’ begon Patty Park meteen samenzweerderig. Ze hield duidelijk wel van een roddel.
‘Sinds hij aanvoerder was van zijn Zwerkbalteam voelde hij zich steeds belangrijker worden,’ zei Zabini grimmig. Ondertussen haalde Draco weer arrogant zijn hand door zijn haar, waarop Patty hem weer bewonderend aankeek, maar dat merktte hij niet.
‘Ik ben ook aanvoerder geworden,’ zei hij gewichtig. Korzel en Kwast keken meteen triomfantelijk, en Zabini zei: ‘Dat meen je niet!’
‘Jawel,’ zei Draco, die hooghartig grijnsde.
‘Dat is aanleiding om nog meer ruzie met Potter te maken,’ zei Patty Park, die dat geweldig nieuws scheen te vinden; ze vond het altijd geweldig als Draco Harry kleineerde.
‘Ja, en dat zal hij weten ook,’ zei Draco duister. Plotseling kwam er een geweldig idee bij hem op. Iets wat hij bijna iedere treinreis deed. Behalve tijdens het tweede jaar dan, want toen kon hij Potter nergens vinden omdat die een publiciteitsstunt had uitgehaald met een vliegende auto.
‘Korzel, Kwast, kom we gaan Potters coupé zoeken,’ grijnsde Draco. Korzel en Kwast liepen gelijk als bodygaurds achter hem aan, en na niet lang zoeken zei Malfidus: ‘Aha, hier zit hij dus met zijn achterlijke vriendjes,’ zoals gewoonlijk gniffelden Korzel en Kwast om zijn grappen en Draco schoof de coupédeur open om vervolgens arrogant binnen te stappen.
Harry en Ron waren zoals gewoonlijk in het gezelschap van Loena Leeflang, Marcel Lubbermans en Rons zusje Ginny. Ginny snakte eventjes overduidelijk naar adem toen Draco binnenkwam; het was duidelijk dat ze net over hem had zitten praten.
‘Zo, Wezelvrind. Hoe voelt het nou om nog steeds een nietige klassenoudste te zijn? Om het te moeten afleggen tegen Potter? Nou?’
‘Oprotten Malfidus,’ siste Ron Wemel, een slungelige jongen met vuurrood haar, een grote neus en een enorme lading sproeten.
‘Zo, zo Wemel. Nieuw gewaad zie ik? Zo te zien hebben je ouders eindelijk eens wat goudstukken bij elkaar kunnen sprokkelen. Gefeliciteerd jongen,’ zei Draco gemeen.
‘Malfidus,’ begon Harry. ‘Ik zei toch dat je een keer redelijk moest gaan doen.’
‘Wegwezen,’ snauwde Marcel
Eventjes keek Draco Marcel schamper aan, een beetje verbijsterd van Marcels plotselinge moed om tegen hem in te gaan.
‘Zo, zo, waar zullen we het eens over hebben,’ zei Draco grijnzend die naast een beteuterde Ginny Wemel ging zitten en Ron uitdagend aankeek. ‘Waar is je grote vriendin trouwens Wemel? Volgens Potter is schijnt ze behoorlijk bang voor me te zijn geworden. Geeft niks hoor, ik zal haar maar al te graag de stuipen op het lijf jagen,’ Harry zei niks en keek een beetje schuldbewust, maar Ron sprong op.
‘Je doet haar niks! Hoor je dat Malfidus!’ schreeuwde Ron en hij trok zijn toverstok.
‘Nee! Niet duelleren!’ zei Marcel angstig.
‘Oh jee, dit punt ligt duidelijk nogal gevoelig bij Wemel,’ zei Draco met nog steeds dat schampere gezicht toen hij opstond. ‘Kom op,’ commandeerde Draco tegen Korzel en Kwast, en ze keerden terug naar de coupé van de Zwadderaars.
‘Zo, ik hoorde een hoop heisa,’ zei Zabini grijnzend, terwijl Draco en zijn maatjes binnenstampten.
‘Ja, Potter en zijn maatjes laten zich goed door mij intimideren,’ zei Draco, trots van het feit dat hij zoveel onrust kon trappen. ‘Wezel al helemaal, zijn zusje zou overigens zo in een modeshow kunnen lopen.,’
‘Iedereen zit maar te lullen over hoe knap Ginny Wemel wel niet zou zijn,’ zei Patty Park verbitterd. Ze keek Draco verwijtend aan, jaloers over het feit dat hij Ginny Wemel ‘mooi’ noemde.
‘Hoe knap ze ook is, het is en blijft een bloedverraaier,’ zei Zabini afwezig, die de ochtendprofeet las.
De trein had London allang verlaten en raasde nu al een tijdje langs verschillende akkertjes en weilandjes. Het leek net alsof het duister vervroegd inviel; toen het kwart voor zeven was konden ze door de invallende duisternis niks meer zien.
‘Laten we ons maar verkleden,’ mompelde Draco, en de andere Zwadderaars volgden zijn voorbeeld.
Opgelaten liepen ze even later het peronnetje van Zweinsveld op. De gebruikelijke koetsen met onzichtbare paarden stonden al klaar. Draco duwde een paar kibbelende derdejaars opzij en sprong in een van de koetsen, zodat hij en zijn vrienden een koets voor zich alleen zouden hebben. Hobbelend en trillend reed de koets over de ongelijke bestrating die uitkwam bij Zweinstein.
Luid pratend en opgetogen stapten de leerlingen uit de koetsen om vervolgens de stenen bordes voor het kasteel op te lopen. Draco foeterde een paar tweedejaars van Huffelpuf uit vanwege het feit dat een per ongeluk tegen hem opbotste en liet de gelegenheid niet voorbij gaan om Ron Wemel in aanwezigheid van de hele school te laten struikelen.
‘Oprotten Malfidus!’ zei Ron, die een rood hoofd had gekregen toen verscheidende Zwadderaars brulden van het lachen. Een paar meisjes uit het vijfde jaar van Griffoendor keken Draco verontwaardig aan en Patty Park keek zoals gewoonlijk bewonderend.
‘Sorry Wemel, ik had je niet gezien,’ zei Draco schamper. ‘En aangezien ik hoofdmonitor ben en jij niet heb ik het recht om wat puntjes af te trekken. Dus, eens kijken. Vijf punten aftrek omdat je me voor de voeten liep Wemel, en ook nog eens vijf punten aftrek omdat je veters los zitten,’ met een woedende Ron in zijn kielzog liep Draco arrogant de Grote Zaal binnen.
Zoals gewoonlijk was de zaal prachtig versiert en de afdelingstafels stonden vol met gouden borden en bekers. Zoals gewoonlijk zaten Draco zijn lijfwachten naast hem en Patty Park tegenover hem. Eigenlijk begon hij steeds meer een hekel aan dat feit te krijgen want Patty Park leek haar ogen niet van hem af te houden en keek hem steeds smachtend aan.
Perkamentus zat aan de lerarentafel en liet zijn blik langzaam van Harry naar Draco glijden. Toen eenmaal iedereen in de grote zaal zat zwaaiden de grote deuren open.
Anderling kwam naar binnen gelopen met een hele stoet eerstejaars achter haar aan. Draco keek naar de opgetogen en zenuwachtige gezichtjes van de leerlingen en wist zeker dat hij tijdens de sorteerceremonie nooit zo zenuwachtig was geweest. Professor Anderling zette een gerafelde hoed op een krukje. De hele zaal wachtte in spaning af. De gerafelde hoed was de sorteerhoed van de school. Hij kon ieder moment gaan zingen. De scheur van de hoed ging open.
Ik ben de sorteerhoed van de school.
Ik weet als geen ander wat jou schikt.
In noodtijd zitten jullie hoofdjes vol,
Met vervloekingen en ander gezwicht.
Kom je bij Griffoendor,
Dan bezit jij veel lef en moed.
Iedereen zal zich verbazen,
Hoe jij dat doet.
Kom je bij Ravenklauw,
Dan weet je alles gauw.
Logica onder vuur,
Je leert jezelf zuur.
Is het dan toch Huffelpuf,
Eerlijk en trouw,
Misschien wel wat duf
Maar snel vertrouwd
Of het word Zwadderich
Sluwheid staat bovenaan
En bovenal grimmig
De school kent jouw naam
Maar maak je geen zorgen
Zet me op je kop
Want jij zet morgen
Je hele afdeling op zijn kop!
De hele zaal barstte in luid applaus uit
‘Preuters, Aaron!’ blafte professor Anderling. Een slungelig donkerblond jongetje met sproeten wankelde naar het krukje. De hoed dacht even na, maar riep toen: ‘RAVENKLAUW!’
De tafel links van die van Zwadderich werd overspoelt met applaus. Draco interesseerde het niet; hij had rammelende honger.
‘Sarus, Mactus!’ een jongen met rossig haar liep naar het krukje. Na een seconde brulde de hoed al: ‘ZWADDERICH!’ Aan zijn tafel werd hard geklapt. Draco had het echter te druk met de zaal afzoeken. Hij zag Griffel nergens zitten, wat vreemd. Zou ze echt niet gekomen zijn wegens hem?
De rij eerstejaars werd langzaam kleiner. Toen ‘Erics, Isabella’ bij Griffoendor werd ingedeeld ruimde Anderling het krukje op. Er was enig geroezemoes ontstaan in de zaal totdat Perkamentus opstond. Hij keek met vrolijk twinkelende ogen naar de zaal en glimlachte geheimzinnig. Draco had het nooit zo met Perkamentus opgehad. Hij vond het maar vreemd dat sommige mensen zoals Marcel Lubbermans en Hermelien Griffel toegelaten werden tot Zweinstein, laat staan dat iemand zoals Perkamentus de beste tovenaar van het moment zou zijn. Hij vondt Perkamentus maar een ouwe seniel.
‘Alweer het begin van een nieuw jaar,’ begon Perkamentus, die zijn armen spreide. Draco trok een wenkbrauw op. Moest die ouwe gek nou alweer met zijn gebruikelijke peptalkje beginnen?
‘Ik verwacht dat dit weer een bijzonder jaar gaat worden, zoals ieder jaar op Zweinstein eigenlijk is. Alhoewel, dat vind ik persoonlijk wel,’ zei Perkamentus, die eventjes toegevend grinnikte. ‘Natuurlijk zijn er ook een paar regels waar men zich aan moet houden, bij het kantoortje van onze geliefde congiërge, meneer Vilder –‘ iemand in de zaal kuchtte hard en schamper. ‘- kunnen jullie de regels vinden waar jullie geacht zijn je aan te houden. Ik geloof dat er ieder jaar weer zo’n twintig regels bij komen, maar voor de geïntereseerden is dat allemaal makkelijk bij te houden,’ zei Perkamentus luchtig en zijn ogen twinkelden weer vrolijk.
‘Van onze twee nieuwe hoofdmonitoren – Draco Malfidus en Harry Potter in het bijzonder – verwacht ik dat ze hun werk prima zullen verrichten om een beetje orde te houden in het kasteel. Daar voeg ik aan toe dat wonderbaarlijk genoeg is dit niet een jaar is dat we een nieuwe leraar Verweer tegen de Zwarte Kunsten hoeven voor te stellen. Deze rol wordt nog steeds prima vervult door onze professor Sneep,’ aan Draco’s tafel begonnen alle mensen te klappen en te juichen, Draco klapte beleefd mee en voelde een vlaag van woede toen hij zag dat Ron Wemel deed alsof hij moest kotsen over Harry’s bord.
‘Oke, jullie hebben nu genoeg gehoord van deze oude man, ik denk dat het tijd is om met het feestmaal te beginnen!’ Perkamentus klaptte in zijn handen en meteen verschenen er op de gouden schalen allemaal heerlijke maaltijden. Kalkoen, Terrines met groente, Kippenpootjes, schalen met fruit, het was er allemaal. Gretig scheptte Draco lasagne op zijn bord en luisterde naar een oersaai verhaal van Patty Park.
‘Mijn moeder heeft allemaal nieuwe kleren voor me ingeslagen! Een mooi donkerroze gewaad, oh ja – en ook een blauwe! En ik heb een nieuwe galajurk, je moet het zien!’ Draco mompelde iets wat leek op ‘kan me geen bal schelen’ maar dat hoorde Patty niet. Ze keek met haar mopshondgezicht opeens heel geïntereseerd naar een jongen die wat verderop van Draco zat.
‘Wie is dat?’ zei Patty Park verbijsterd. Draco keek naar de jongen over wie ze het had en haalde zijn schouders op.
‘Waarschijnlijk een of andere nul die hier al heel lang rondloopt?’ sneerde hij.
‘God, wat een hunk,’ fluisterde Patty Park. Draco snapte het niet; probeerde Patty hem nou jaloers te maken ofzo? Hij vond het verder niet erg, als ze die gast echt leuk vondt was hij van haar gezeur af.
Een vriendin van Patty begon zich ermee te bemoeien
‘Dat is Devon Allius,’ zei de vriendin, op precies dezelfde doordringende fluistertoon als Patty. ‘Hij zit bij mij in het bezweringsclubje. Volgens mij zit hij in het zesde jaar…’
‘Weet je nog meer?’ vroeg Patty Park gretig.
‘Alleen dat hij zwijgzaam is,’ zei de vriendin. ‘Maar hij lijkt me ó zo charmant!’ Draco keek nog een keer naar de jongen. Wat was er interessant aan hem? Hij had behoorlijk scherpe contouren in zijn gezicht en elegant bruin haar. Zijn ogen waren helblauw en hij keek opvallend wantrouwig de tafel rond. Draco scheurde zijn blik van hem af, en begon aan de deserts, die plotseling op de tafel verschenen waren.
Na het uitbundige feestmaal voelde Draco zich welgevoed en slaperig. Langzaam strompelde hij de zaal uit richting de kerkers, verlangend naar zijn warme bed die daar al opgemaakt stond. Echter, voordat hij de zaal uitgelopen was werd hij al lastig gevallen.
‘Malfidus!’ brulde Harry. ‘Je moet de eerstejaars de weg wijzen, weet je nog?’
‘Jij hoeft mij niet te vertellen wat ik moet doen Potter,’ zei Draco, die een geeuw onderdrukte. ‘En ik zou maar snel naar je toren gaan, voordat je weer op de ziekenzaal belandt. Ik denk dat dat niet lang zal duren.’
‘Als jij zo door blijft gaan lig jij nog sneller op de ziekenzaal dan ik Malfidus,’ zei Harry kil. Vervolgens draaide hij zich om en probeerde samen met Ron een beetje orde te verschaffen onder de eerstejaars.
Draco deed ondanks zijn schampere antwoord wat Harry gezegd had. Hij voelde zich behoorlijk gestoord terwijl een hele stoet eerstejaars in ganzenpas achter hem aan liep.
‘Oke,’ begon hij, eenmaal in de leerlingenkamer aangekomen. ‘Zoals jullie zien is de jullie leerlingenkamer hier in de kerkers. Jongensslaapzalen de deur recht, meisjes naar links. NOG VRAGEN?’ blafte hij opeens en een meisje sprong piepend achteruit. Een jongen stak trillend zijn hand op.
‘Ja?’ zei Draco bruusk.
‘Wa – waar zijn de –‘
‘De toilleten zijn op jullie slaapzalen te vinden,’ zei Draco kortaf.
Nadat de eerstejaars mompelend over Draco’s onbeleefheid naar hun slaapzalen waren vertrokken plofte hij vermoeid in een groene fateuil neer. Na een tijdje naar het dansende haardvuur gestaard te hebben stond hij op en vertrok naar zijn eigen slaapzaal. Eventjes keek hij verbaasd. Op zijn slaapzaal stonden alle namen – Korzel, Kwast, Zabini en Noot – behalve de zijne. Toen keek hij naar links en zag tot zijn verbazing dat hij een eigen kamer had. In goudgekrule letters stond op zijn deur: Hoofdmonitorkamer. Die kamer had hij toch nog niet eerder gezien! Vol verwachting stapte hij naar binnen en zag dat het een hele mooie kamer was. Er stond een ruim hemelbed, met prachtige lichtgroene gordijnen. Op de vloer lag een tapijt van zwart satijn en aan de groen geschilderde wand hing een grote spiegel. Ook zag hij dat hij een eigen badkamer had. Het was geen grote badkamer, maar hij had dus wel een eigen. Met voldoening plofte hij neer op zijn bed, waar zijn hutkoffer al naast stond. Hij had het gevoel dat er een roes rond zijn hoofd hing en viel daarna in een diepe slaap.
Hij droomde vreemd. Hij zat vast in een waterput. Eerst keek Harry Potter hem van boven spottend aan en zei: ‘Dat krijg je van je taken slecht vervullen! Je verdient het Malfidus!’ daarna verscheen Slakhoorn: ‘Oh jee, oh jee, onze nieuwe hoofdmonitor was toch niet zo ordehoudend als we dachten! Maar maak je geen zorgen, we hebben al vervaning. Onze geheel uitmuntende heks Hermelien Griffel!’ en toen zwaaide Hermelien hem van boven vrolijk toe. ‘Malfidus! Ik zei nog zo dat je geen misbruik mocht maken van je nieuwe positie! Ik dacht dat je wel meer gaf om het hoofdmonitorschap! Maar goed, je was geen eens hoofdmonitor geworden als ik het niet geweigerd had… Nu kan ik het tenminste samen met Harry doen!’ en vrolijk liep ze weg van de waterput. Draco protesteerde en probeerde eruit te klimmen, maar het water kwam steeds hoger en hoger te staan…
Bijtend in zijn kussen werd Draco wakker. Uit macht der gewoonte streek hij door zijn haar en keek op het dure gouden horloge dat om zijn pols zat. 1 uur pas… Tijd om weer te slapen. De volgende dag herinnerde hij zich de droom niet meer. |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Wo Aug 01, 2007 20:52 |
 |
Bedankt voor de PB's! Ik heb de vraag gekregen of ik in deze fanfic Harry en Ginny weer bij elkaar wilde laten komen. Aangezien ik deze fanfic over Hermelien en Draco schrijf was ik dat niet echt van plan. Maar wie weet, ik zal kijken wat ik kan doen. Ook werd er gezegd dat het nog niet op een romance leek. Op dit moment inderdaad nog niet, maar in dit hoofdstuk gaan we alles vanuit het standpunt van Hermelien bekijken, en hier gebeurd al het nodige wat de spanning er een beetje inhoudt. Maar ik wil het in het begin nog niet over rozen laten gaan, aangezien het feit dat Malfidus eigenlijk nogal een duister en afzienwekkend personage is! Ik heb de hele avond zitten typen, dus ik ben blij dat ik deze post voor jullie kan verzenden!
‘Harry, waarom zei je in hemelsnaam tegen Malfidus dat ik bang voor hem ben!’ Hermelien was furieus. Haar redenen om af te zien van het hoofdmonitorschap had inderdaad te maken gehad met Malfidus. Maar het feit dat Harry dat ook gezegd had tegen hem vond ze zachtjes uitgedrukt niet erg leuk.
‘Dat ben je toch ook?’ zei Ron voordat Harry kon antwoorden. ‘Toen je bij ons in thuis was zei je nog dat je geen hoofdmonitor wou worden omdat –‘
‘Maar dat is niet omdat ik bang voor hem ben!’ zei Hermelien hysterisch. ‘Allemachtig, Ron! Ik ben gewoon verstandig,’
‘Nou, wat verstandig! Je laat gewoon de kans om hoofdmonitor te worden voorbij slippen,’ zei Ron, die dat kennelijk nooit van Hermelien verwacht had.
‘Ik ben nog steeds klassenoudste Ron, net als jij! Trouwens, ik denk dat Harry het heel goed zal doen als hoofdmonitor,’ zei Hermelien gedecideerd. Ze keek Harry schattend aan. Hij had nog steeds niet verklaard waarom hij dat tegen Malfidus had gezegd.
‘Hermelien ik –‘ Harry stopte even en leek geplaagd te worden door schuldgevoelens. ‘Ik zei niet letterlijk tegen hem dat je bang was voor hem. Ik zei alleen dat je je schooljaar niet door hem wou laten verzieken.’ Harry keek haar hoopvol aan. ‘Het spijt me,’ zei hij snel.
‘Harry, natuurlijk weet ik dat jij dat niet op zo’n manier zou zeggen,’ zei Hermelien, die Ron ondertussen ondoorgrondelijk aankeek (‘Wat! Dat zou ik ook niet doen hoor!’) en ze vervolgde: ‘Maar tegen Malfidus moet je zoiets gewoon niet zeggen! Hij vat het wel meteen op alsof ik bang voor hem zou zijn,’
‘Dat zei hij ook al toen hij onze coupé weer eens binnenviel,’ zei Ron grimmig. ‘Hij zei dat hij je dit jaar de stuipen op het lijf ging jagen ofzo. Ik zei dat als hij dat deed hem dat flink zou bekopen.’
‘Ron, dat had je niet hoeven zeggen,’ zei Hermelien resoluut, maar ze voelde zich wel gevleid. ‘Ik kan me heus wel verweren tegen Malfidus.’
‘Tuurlijk,’ zei Harry grijnzend. ‘Je bent de slimste heks die ik ken! Het zal me niks verbazen als je het slimst bent van de hele school!’ Hermelien kreeg een kleur van plezier.
‘Maar Hermelien,’ vervolgde Ron voorzichtig. ‘Als je niet een klein beetje –‘ Ron probeerde even het juiste woord te vinden. ‘Als je je dus zo gezegd niet geintimideert voelt door Malfidus… waarom was je dan de hele treinreis nergens te bekennen en zagen we je gister bij het feestmaal ook niet?’
‘Oh, dat!’ zei Hermelien meteen, die heel erg in haar sas was. ‘Wel, ik heb dus nu pas ontdekt dat er in de Zweinstein Express een studiecoupé was, en daar waren ook boeken – en ik had zoiets interessants gelezen over vampiers dat ik in de avond verder gewoon –‘
‘Heb je de hélé tijd in de bibliotheek gezeten?’ zei Ron ongelovig.
‘Ja, eigenlijk wel,’ zei Hermelien. Ze voelde aan haar wangen dat ze nog steeds een kleur had. ‘Ik wil gewoon mijn opleiding hier succesvol afronden,’
‘Dat zal je wel lukken,’ zei Harry. ‘Zelfs als je al die jaren niet zo hard geleerd had, was je op je sloffen overgegaan.’
‘Het feit is,’ zei Hermelien, die verder niet op Harry in ging en het onderwerp ‘Malfidus’ weer aansneed. ‘Dat als ik wel hoofdmonitor was geworden dat wel wat risico’s gehad zou kunnen hebben.’
Ron keek haar niet-begrijpend aan en Harry was enigszins nieuwsgierig.
‘Kom nou,’ zei Hermelien om de jongens tot iets dieper nadenken aanspoorde. ‘Malfidus haatte me altijd vanwege, omdat ik –‘
‘Je een kind bent met Dreuzelouders,’ zei Harry rustig.
‘Ja, daarom,’ zei Hermelien slecht op haar gemak. ‘En hij is nu zeventien, net zoals iedereen van ons natuurlijk. In de wet dus volwassen,’
‘Ik snap niet waar je heen wilt Hermelien,’ zei Harry, die nonchalant aan zijn hoofd krabde. ‘Ook al heeft Malfidus een hekel aan mensen met Dreuzelouders, daar heb je je toch nooit écht door laten afschrikken?’
‘Toen niet, maar nu hij volwassen is zouden zijn ouders en andere mensen misschien veel grotere verwachtingen van hem hebben,’ zei Hermelien. Ze zag aan de gezichten van Harry en Ron dat ze het langzamerhand begonnen te begrijpen.
‘Ik ben over het algemeen niet – bang voor hem. Maar het idee dat ik tijd met hem zou moeten spenderen lijkt me nu echt te gevaarlijk worden. Ik weet dat het misschien belachelijk klinkt, maar hij zou me best iets aan kunnen doen,’
Er viel een kleine stilte.
‘Je hebt gelijk Hermelien,’ zei Ron daarna. ‘Maar kom, laten we Malfidus uit ons hoofd zetten. Het is acht uur,’ Ron keek Harry even aan en die knikte.
‘Ja, laten we gaan ontbijten,’
Geanimeerd pratend liepen Hermelien, Harry en Ron de Grote Zaal in. Hermelien zag Malfidus gelijk al aan de tafel van Zwadderich zitten; lang, blond en bleek. Normaliteit zat hij met een stel Zwadderaars bulderend van het lachen om de zoveelste grap die hij zou vertellen. Nu zat Malfidus merkwaardig genoeg alleen, maar dat kon ook komen omdat de andere Zwadderaars nog op bed lagen.
‘Ha Marcel!’ zei Ron joviaal terwijl hij naast hem ging zitten. ‘Wat is ons eerste vak voor vandaag?’
‘Kruidenkunde!’ zei Marcel blij, hij was altijd goed in Kruidenkunde geweest. ‘Maar dat is pas het tweede uur.’
‘Oh? Zijn onze roosters al klaargelegd?’ vroeg Hermelien verbaasd, en ze keek op haar rooster. ‘Ik begin het eerste uur met Voorspellend Rekenen!’
‘Dat lijkt me nou echt verschrikkelijk,’ mompelde Ron.
‘Nee, het is heel leuk! Het is mijn lievelingsvak en –‘ plotseling viel ze stil. Ze had nooit aandacht aan het feit besteed dat Malfidus ook Voorspellend Rekenen had. Eventjes voelde ze een vleug van angst opkomen, maar toen kalmeerde ze zichzelf weer. Waarom maaktte ze zich nou zo druk om Malfidus? Ze had wel betere dingen te doen. Trouwens, in de buurt van professor Vector kon er niks gebeuren, toch?
‘Maar je zit daar wel open en bloot zonder je vriendjes Potje en Wezel,’ zei een plagerig stemmetje in haar hoofd dat naar veel op die van Malfidu leek.
‘Droom lekker verder Draco, mij deer je niks,’ mompelde Hermelien, ondertussen had ze Harry aangekeken die haar vervolgens een beetje beledigd toesprak.
‘Volgens mij ben jij niet helemaal lekker vandaag. Ik heet Harry weet je nog?’
‘En sinds wanneer noem jij Malfidus bij zijn voornaam,’ deed Ron er nog een schepje bovenop.
‘W-wat? Ik was kennelijk even weggedroomd,’ zei Hermelien een beetje verward door haar eigen opmerking van daarnet.
‘Dat was duidelijk!’ zei Marcel en Harry en Ron lachtten. Hermelien voelde zich een stuk minder goed op haar gemak. Wat bezielde haar nou allemaal?
Ze at haar toast op en zei tegen Harry en Ron: ‘Ik ga naar Voorspellend Rekenen, ik zie jullie later wel.’ Harry en Ron keken haar na totdat haar enorme bos bruin haar uit het zicht was.
‘Weet je, het zou best wel eens kunnen dat Malfidus haar echt iets gaat doen,’ zei Ron die duidelijk een beetje bezorgd leek.
‘Het zit mij ook niet lekker Ron,’ mompelde Harry. ‘Trouwens, heeft Malfidus niet Voorspellend Rekenen? Net zoals Hermelien?’
‘Dat zou best wel eens kunnen,’ zei Ron zenuwachtig. Ondertussen had Draco gezelschap gekregen van andere Zwadderaars onder wie Patty Park, Zabini en Noot. Vervolgens liepen ze gezamenlijk dezelfde richting op als Hermelien.
‘Tijdens de les kan hij niks uithalen, en we hebben straks samen met Hermelien en Marcel Kruidenkunde, dus we kunnen haar na haar les ophalen,’ zei Ron zelfverzekerd.
‘Dat lijkt me een goed idee, ik heb namelijk nog steeds het gevoel dat ik het met haar goed moet maken, omdat ik dat dus dat ene tegen Malfidus had gezegd,’ zei Harry, die weer een beetje schuldbewust keek.
‘Afgesproken dan?’ vroeg Ron, maar hij wachtte niet op antwoord. ‘Laten we nu maar nog even gaan zitten in de kamer van Griffoendor. Ik heb een nieuw toverschaakbord!’ Harry had daar kennelijk wel oren naar en samen met Ron liep hij de marmeren trappen op.
Ondertussen strompelde Hermelien de trap op, op weg naar het lokaal van Voorspellend Rekenen. Ze was er alseerste, verder was er nog niemand te zien. Teneergeslagen ging ze tegen de muur aanzitten. Al gauw kamen de eerste Griffoendors aangelopen en ze begroetten haar vrolijk.
‘Hoi Hermelien!’ zei Parvati Patil vrolijk. ‘Waarom was je er gister niet tijdens het feestmaal?’
‘Ik was naar de bieb,’ mompelde Hermelien. Ondertussen kwam er een baldadige en luidruchtige groep Zwadderaars aangelopen. Hermelien hoefde niet te raden wie dat waren. Draco stond als gewoonlijk weer in het middelpunt van de aandacht, met een smachtende Patty Park aan zijn zijde. Gauw wende Hermelien haar blik af en richtte zich op professor Vector, die net aan kwam lopen.
‘Goedemorgen klas. Ook hallo Amanda, leuk om jullie allemaal weer terug te zien,’ zei Professor Vector gladjes. Hij stak de sleutel in de deur, die krakend openvloog.
‘Hup, allemaal zitten,’ professor Vector was een alert uitziende man, met een ouderwetse bril en krullend haar in peper en zout kleur. Pas toen iedereen zat nam professor Vector plaats aan zijn bureau.
‘Dit is, zoals jullie allemaal waarschijnlijk weten, jullie laatste jaar,’ zei hij. ‘Ik verwacht dat jullie extra jullie best doen om dit jaar succesvol af te ronden,’ Hermelien ging op het puntje van haar stoel zitten. Ze zou zeker haar best doen.
‘De formules –‘ professor Vector zwaaide met zijn toverstok. ‘- staan op het bord. Aan de slag, en pak je nummerlogieboek erbij, dat zou handig zijn.’
Stiekem keek Hermelien over haar schouder naar Draco. Hij staarde ingespannen naar het bord, totdat hij Hermelien kennelijk voelde kijken. Hij grijnsde naar haar en sloeg vervolgens bespottelijk zijn handen om zijn keel zodat het leek dat hij stikte. Alsof Draco haar een doodsbedreiging had toegeseind draaide Hermelien zich om. Haar hart bonkte in haar keel. Ze besloot geen aandacht meer aan Draco te besteden en keek op het bord. ‘Geef de voorspellende formule van 24 + 3 – 8,6’ De voorspellende formule van 24 + 3 – 8,6? Koortsachtig bladerde Hermelien in haar nummerlogieboek. Ze kon het nergens vinden. Hoe kwam het dat ze het opeens vergeten was? Na een kwartier haar hersens gepeinsd te hebben besloot ze om de volgende formule te bekijken. ‘Bereken de voorspelling 3 ca + 35* en geef een bijsluitende formule.’ Weer staarde ze naar het bord. Ze wist het wel, het kwam alleen niet in haar op. Ze liet haar hoofd rusten op haar armen en deed haar ogen dicht. Er was alleen veel te veel geroezemoes, en ze voelde haar concentratie nog meer wegebben. Zenuwachtig wendde ze zich tot professor Vector.
‘Professor Vector,’ zei ze trillerig.
‘Juffrouw Griffel?’ hij keek een beetje bezorgd. ‘Gaat het wel goed?’
‘Ik – ik snap niet,’ zei Hermelien. Verder kon ze niks uitbrengen.
‘Snapt u het niet?’
‘N – nee,’ ze had geen eens door dat Draco geamuseerd grinnikte. Het was nog nooit voorgekomen dat ze voorspellend rekenen niet snapte. Op dat moment ging de bel en de meeste mensen wisten kennelijk niet hoe snel ze weg moesten komen. Professor Vector wachtte tot iedereen het lokaal uit was en wendde zich toen tot Hermelien.
‘Juffrouw Griffel, ik denk dat u begrijpt dat het uiterst zeldzaam is dat u iets niet snapt!’ Hermelien schaamde zich een beetje. ‘Is er misschien iets dat ik moet weten?’
‘Nee professor,’ zei Hermelien schuchter.
‘Misschien ben je gewoon zenuwachtig voor de eerste schooldag van je laatste jaar, dat is ook niet niks. Als u de volgende les weer zo stuntelt zal ik het je wel uitleggen,’ dankbaar verliet Hermelien het lokaal. Professor Vector was tenminste vriendelijk geweest. Maar waardoor raaktte ze nou zo van streek? Ze had echter niet veel tijd om te piekeren over haar fataal in de mist gelopen les, want om de hoek van de gang werd hard gegild en er klonken verschillende harde knallen. Moest ze er naar toe? Ze was per slot van rekening wel klassenoudste. Ze zou moeten ingrijpen als er een vechtpartij bezig was. Vliegensvlug rende Hermelien de hoek om en werd getergerd door het schouwspel wat ze zag.
Ron leek versuft op de grond te liggen. Het leek net alsof hij een enorme klap op zijn hoofd had gehad. Ondertussen keken een paar tweedejaars angstig naar twee jongens die hun toverstokken op elkaar gericht hadden. Het waren Harry – en Draco.
‘Geef me nog een reden om je te vervloeken Potter, en dan doe ik het,’ zei Draco, die een triomfantelijke schittering in zijn kille ogen had.
‘Oh, wat ben ik bang,’ siste Harry. ‘Wat gebeurd er trouwens als ik jou eerder vervloek? Ga je het dan aan je lieve pappie doorspelen?’ Draco zei niks terug, hij kneep zijn ogen boosaardig samen en porde met zijn toverstok zo hard tegen Harry’s keel aan dat Harry verwoed knipperde met zijn ogen. Hermelien keek verstijfd toe.
‘Waag het niet om me nog één keer te sarren Potter,’ veel leerlingen keken angstig en doodsbang naar Draco op. Eigenlijk kon Hermelien ze wel gelijk geven. Harry zelf vertoonde geen kick, ondanks het feit dat Draco een kop groter dan hem was.
‘Oh, dat zal ik zeker nog wel eens doen,’ zei Harry grimmig. ‘Tenminste, als jij me weer kwelt met die lelijke rotkop van je,’ Malfidus deed zijn mond open om hem te vervloeken, maar Hermelien sprong tussenbeide.
‘Harry! MALFIDUS! Jullie zijn verdorie – hoofdmonitoren!’
‘Hou je er alsjeblieft buiten Hermelien,’ mompelde Harry, die zijn toverstok iets lager richtte.
‘Nee!’ zei Hermelien schel. ‘Jullie zouden eens verantwoordelijkheid moeten tonen! Jullie worden hiervoor aangesteld om onrust te voorkomen, niet te veroorzaken!’
‘Griffel, hou je grote rotsmoel, als je tenminste niet in de problemen wilt komen,’
‘Jij zal met dit gedrag sneller in de problemen komen dan ik, Malfidus!’ zei Hermelien, die Draco verhit aankeek.
Harry profiteerde misschien van het feit dat Draco zijn toverstok liet zakken, maar Hermelien zat nu pas echt in de knoop toen hij zich dreigend tot haar wendde. Precies op dat moment leek Ron weer bij positieven te zijn gekomen. Gedecideerd sprong hij voor Hermelien.
‘Ik zei het je nog in de trein, je blijft van haar af Malfidus!’
‘Aan de kant Wezel, je kunt niks voor haar doen. Wil je dat ik je weer met een dezelfde vloek raak als daarnet?’ Ron leek echter niet uit het veld geslagen en keek Draco nog steeds uitdagend aan.
‘Aan de kant Wemel,’ zei Draco zo zachtjes dat alleen Ron en Hermelien het konden horen. Dit keer was het menes. Ron twijfelde duidelijk, maar dacht dat Hermelien zichzelf ook goed kon verdedigen als het er op aan kwam. Voorzichtig schuifelde Ron van Hermelien vandaan, maar met zijn toverstok stevig vastgeklemd in zijn handpalm, zodat hij Malfidus in de rug zou kunnen aanvallen als dat nodig was. Ook Harry hield zijn hart vast terwijl hij ook waakzaam zijn toverstok op Malfidus richtte.
‘Strafwerk Griffel. Lokaal 11, om acht uur,’ zei Draco zo luchtig alsof hij vertelde hoe laat het was. Zonder haar nog verder een blik waardig te keuren liep hij met hondse stappen de gang uit; de tweedejaars die net angstig hadden toegekeken sprongen haastig opzij. Versuft wendde Hermelien zich tot Harry en Ron, ze keek een beetje opgelucht.
‘Wel… als dat alles is,’ mompelde ze. Plotseling werden ze zich bewust van het feit dat vele leerlingen nog steeds naar hen staarden.
‘Ophoepelen, naar je lessen! Tenzij jullie ook strafwerk willen!’ blafte Ron tegen de overige leerlingen. ‘Dat scheelde niks,’ zei hij daarna zachtjes tegen Hermelien. Al gauw kwam er na Rons dreiging weer leven in de brouwerij en het schoolleven ging gewoon weer door, even chaotisch als altijd.
‘Kom, we moeten naar Kruidenkunde, ik wed dat we te laat zijn,’ zei Harry, die gauw door de voordeur naar buiten schoot.
‘Strafwerk bij Malfidus,’ kreunde Ron. ‘Serieus Hermelien, ik heb medelijden met je!’
‘Wel, ik heb nog nooit strafwerk gehad. Dus het zal wel een nieuwe ervaring zijn,’ zei Hermelien, in een poging nog een beetje vrolijk te klinken. Ondertussen knaagde er iets aan haar. Was dit niet juist dat ene geweest dat ze probeerde te vermijden?
Eenmaal aangekomen bij Kruidenkunde wees professor Stronk ongeïnteresseerd naar de Mandragora’s; ze had op dit moment niks anders voor de zevendejaars om te doen. Omdat ze Mandragora’s in hun tweede jaar al uitgebreid hadden besproken hadden ze genoeg tijd om met elkaar te praten.
‘Harry, Ron. Waarom waren jullie eigenlijk bij mijn lokaal?’ vroeg Hermelien plotseling.
‘We wilden je komen ophalen,’ zei Ron schouderophalend.
‘Heel lief van jullie, maar ik kan de kassen ook zelf nog wel vinden,’ zei Hermelien snibbig. Sinds wanneer haalden Harry en Ron haar op?
‘We deden het eigenlijk vanwege Malfidus,’ zei Harry, die de Mandragora afwezig met water besproeide en de gieter vervolgens doorgaf aan Ron. ‘Maar dat plannetje is in duigen gelopen. Ik kon natuurlijk op twee vingers natellen dat ik het met hem aan de stok zou krijgen…’
‘Waarom eigenlijk,’ zei Hermelien doordringend. ‘Waarom heb je weer een ruzie met hem uitgelokt!’
‘Ik lokte het niet uit Hermelien!’ zei Harry, die op zijn beurt naar Ron keek.
‘Ik ook niet!’ zei Ron snel.
‘Dus je krijgt zomaar ruzie met hem,’ zei Hermelien ongelovig.
‘Het is gewoon – Malfidus is gewoon een kwal, weet je,’ zei Ron wijs.
‘Vertel nou maar gewoon!’
Ron en Harry keken elkaar even aan, en kwamen toen blijkbaar zwijgend tot een akkoord.
‘Wel, we kwamen Malfidus dus tegen,’ begon Harry.
‘Dat snap ik ook wel,’ zei Hermelien ongeduldig.
‘En toen was hij –‘ vervolgde Ron, maar hij werd onderbroken door Marcel. ‘Je geeft ze teveel water!’ hij probeerde de gieter uit Rons handen te rukken. Eventjes was Ron geïriteerd door Marcel, maar daarna gaf hij de gieter schoorvoetend aan Marcel, die vervolgens de andere leerlingen verveelde met verhalen over de juiste hoeveelheden water.
‘En hij was dus die tweedejaars van daarnet aan het afblaffen. Niet normaal, hij schold ze uit voor alles en nog wat. Kleine rotkindjes enzo. Harry en ik zeiden er dus wat van. Dat hij zijn badge op deze manier misbruiktte. En hij voelde zich kennelijk erg aangevallen,’ maaktte Ron zijn verhaal af. Verder wist Hermelien wel wat er gebeurd was. Er viel even een ongemakkelijke stilte tussen hen drie.
‘Je had je er niet mee moeten bemoeien Hermelien,’ zei Harry plotseling.
‘Maar als ik me er niet mee bemoeit had dan had hij je oren eraf vervloekt!’ zei Hermelien een beetje beduusd.
‘Ja, maar hij is hoofdmonitor Hermelien! Net zoals ik,’ zei Harry. ‘Hij kan mij dus niks maken. En als Perkamentus zou horen dat hij dus mijn oren eraf vervloekt had ofzo was hij zijn badge toch wel kwijtgeraakt, dus daar hoefde je je geen zorgen over te maken.’
‘Maar –‘ sputterde Hermelien. ‘Geef hem niet nog meer aanleiding om het je moeilijk te maken Hermelien. Je zei notabene vanochtend zelf nog dat je voor hem op zou moeten passen dit jaar,’ zei Harry. Hermelien keek ondertussen bewust van haar gedrag naar haar schoenen. Harry had gelijk. Net las zij hem de les omdat hij een ruzie met Malfidus uitgelokt zou hebben, maar daar was niks van waar. Zij was juist degene die een ruzie had uitgelokt. Maar toch was Draco erg onverantwoordelijk geweest, dat durfde ze best toe te geven.
Opgelaten zat ze om half acht die dag in de leerlingenkamer. Ze hadden nog nauwelijks huiswerk opgegeven gekregen, alhoewel Hermelien wel het nodige voor Voorspellend Rekenen moest inhalen. Zonder Malfidus zijn gezelschap ging dat overigens even vlot als normaal, toch vond ze het niet fijn dat ze het zo snel af had; nu had ze niks om haar af te leiden. De hele avond bleef ze piekeren over het feit dat ze de eerste dag al strafwerk had gekregen, en dan nog wel van Malfidus. Wat had ze nou fout gedaan? Waar verdiende ze dat aan? Aan de andere kant, Malfidus leek overal in staat te zijn, hoe onrechtvaardig het ook was. Ook aan het gezelschap van Harry en Ron had ze niet veel. Ze merkte dat Ron haar steeds zenuwachtig in de gaten hield, alsof ze zo in tranen uit kon barsten. En Harry mompelde non-stop een hardnekkige spreuk die ze vandaag voor hun kiezen hadden gekregen bij gedaanteverwisselingen, waardoor zijn haar voortdurend in alle mogelijke haarkleuren veranderde. Toen ze weer een blik wierp op Harry dacht ze even dat ze door een grijnzende Oscar van sesamstraat werd aangekeken, voordat ze merktte dat Harry zijn haar groen had getransformeerd.
‘Staat je beeldig Harry,’ giechelde Hermelien. Harry tikte met zijn toverstok op zijn haar, dat gelijk weer zwart werd.
‘Tien voor acht Hermelien,’ mompelde Ron. ‘Je kan maar beter gaan,’ eventjes daarvoor was Hermelien nog geamuseerd geweest, maar nu draaide haar maag weer om bij de gedachte dat ze Malfidus zo weer onder ogen moest zien.
‘Hermelien – wacht,’ zei Harry plotseling toen Hermelien opstond. ‘Als Malfidus je iets doet, zeg het dan meteen tegen mij, oke?’ Hermelien knikte trillerig en liep teneergeslagen de leerlingenkamer uit.
Ze was zo in gedachten verzonken toen ze de marmeren trappen afliep dat ze plots tegen een zesdejaars van Zwadderich opliep.
‘Het spijt me heel erg!’ zei ze vlug, en ze liep gauw verder.
‘Hé,’ zei de jongen. ‘Jij bent toch Hermelien Griffel?’ even snel als ze verder wou lopen draaide ze zich om. De jongen had scherpe contouren in zijn gezicht en zijn ogen waren helblauw.
‘Hoe weet jij dat?’ vroeg Hermelien verbluft.
‘Gehoord,’ zei de jongen net zo nonchalant als dat zijn bruine haar zat. ‘Ik ben trouwens Devon Allius,’ en hij stak een hand uit naar Hermelien.
‘Hallo Devon,’ zei Hermelien die vluchtig zijn hand schudde. ‘Sorry, maar ik moet gaan. Strafwerk.’
‘Dat is ook een wonder,’ zei Devon toonloos. Hermelien besteedde al geen aandacht meer aan hem en bleef net zo lang traplopen totdat ze op de begane grond was.
Met kloppend hart stond ze voor lokaal 11. Ze kon nu nog terug. Maar zou ze dan niet nog meer problemen krijgen? Ze wilde niet de indruk wekken dat ze te bang was om samen met Malfidus in één lokaal te zitten, want dan zou hij haar al helemaal het leven zuur maken. Ze besloot met de deur in huis te vallen en stormde zonder pardoes het lokaal binnen. Eventjes leek het erop dat Malfidus er nog niet was; het lokaal was voor zover leeg. Totdat echter een kille stem haar toesprak.
‘Nooit van kloppen gehoord, Griffel?’ kennelijk had Draco bij de deur gestaan, maar omdat ze de deur zojuist open had gegooid was hij even verscholen geweest daarachter. Draco deed de deur dicht en Hermelien had het vreselijk beklemmende gevoel dat ze net in een gevangenis was belandt.
‘Als je niet zo’n stuk verdriet was zou ik misschien geklopt hebben,’ flapte Hermelien er nijdig uit met opeengeklemde kaken. Draco trok een wenkbrauw op, maar ging er tot haar opluchting niet tegenin.
‘Opgaven over Verweer tegen de Zwarte Kunsten,’ zei Draco, die wees op een enorme stapel papieren op een tafeltje net voor het bureau. ‘Professor Sneep zei dat ze al tijden gesorteerd moeten worden. Helaas had hij daar zelf geen tijd voor, maar het zou prima zijn als jij dit zou doen Griffel, beter gezegd, je moet dit doen,’ het was duidelijk dat Draco het geweldig vond haar te commanderen. Zonder enig protest ging ze aan het tafeltje zitten om de opgaven op alfabetische volgorde te sorteren. Het was dodelijk saai werk, en Draco werktte ook niet echt mee. Hij had kennelijk zijn hele avond vol vrije tijd opgeofferd om haar te kwellen en keek met venijnige voldoening toe hoe ze de papieren sorteerde, terwijl hij zelf zo nu en dan een theorie uit het Standaard Spreukenboek 7 doorlas of iets neerpende met zijn ganzenveer. Ze meed zijn blik de hele avond zorgvuldig. Toen de klok aan de wand uiteindelijk 11 uur sloeg keek Draco op.
‘Dit lijkt me genoeg voor vandaag,’ zei hij hatelijk.
‘Eindelijk,’ zei Hermelien zwakjes. Ze was doodmoe.
‘Gut, gut. Ik heb Griffel behoorlijk uitgeput,’ zei hij boosaardig terwijl hij opstond. Hij torende hoog boven haar uit.
‘Onzin, Malfidus,’ zei Hermelien die weer wat van haar waaridgheid terug voelde komen. ‘Ik zie er het nut niet van in. Je laat me drie uur zwoegen om een paar nietige opgaven te sorteren. Ik denk dat we allebei wel iets beters te doen hebben!’
‘Nee, om je te laten zien dat je niet met mij moet spotten Griffel,’ zei Draco zacht en vervaarlijk. Hermelien hapte plotseling naar adem, hij was veel te dichtbij gaan staan. Ze kon alle wimpers van zijn ogen tellen, die haar dreigend en kil aankeken. Zijn omvang maaktte de situatie er niet beter op en de steeds vertouwender wordende angst borrelde in haar op. Ze zat nog steeds aan haar stoel vastgekleefd en keek angstig hoe Draco zich naar haar voorover boog. Daarna gebeurde alles in een flits; Draco deed iets fouts, Hermelien gaf een gil en ketste hem hard in zijn gezicht.
‘Wat krijgen we –‘
‘Allemachtig Malfidus!’ zei Hermelien verhit. Verblind door haar boosheid was ze plotseling helemaal niet bang meer voor hem. Het leek eventjes te duren voordat het tot Draco doordrong dat Hermelien hem zojuist geslagen had.
‘Nu zit je echt in de purree Griffel,’ fluisterde hij toen hij van de schrik bekomen was. ‘Ik laat me namelijk niet zomaar door je uit het veld slaan,’
‘En ik laat me niet zomaar op mijn bek gepakt worden Malfidus,’ het was eruit voordat Hermelien er erger in had. Ze voelde plotseling de neiging om haar handen voor haar mond te slaan. Draco staarde haar aan.
‘Wegwezen,’ siste hij. ‘Terug naar je leerlingenkamer, of je moet echt willen dat ik je hier nog iets doe,’ en zonder ook nog maar een keer na te denken rende Hermelien zo hard als ze kon het lokaal uit.
Christina Aguilera – Can’t hold us down
So what am I not supposed to have an opinion?
Should I be quiet just because I'm a woman?
Call me a bitch cause I speak what's on my mind.
Guess it's easier for you to swallow if I sat and smiled
When a female fires back,
suddenly the target don't know how to act.
So he does what any little boy will do,
making up a few false rumors or two
That for sure is not a man to me,
Slanderin' names for popularity.
It's sad you only get your fame through controversy
But now it's time for me to come and give you more to say
This is for my girls all around the world.
Who've come across a man who don't respect your worth.
Thinking all women should be seen, not heard.
So what do we do girls?
Shout louder!
Letting them know we're gonna stand our ground.
Lift your hands high and wave them proud.
Take a deep breath and say it loud.
Never can, never will, can't hold us down! |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Do Aug 02, 2007 15:06 |
 |
Hallo! Ik vind alle persoonlijke berichten erg leuk. Ik heb er alleen nog niet meer dan 10 dus ik kan nog niet reageren, maar als ik dat eenmaal kan zal ik dat zeker doen!
Het haardvuur knapperde in de leerlingenkamer van Griffoendor. Bij de haard zat een meisje uitgeput in haar stoel. Hermelien had de hele avond geen oog dicht gedaan. Toen ze gister om 10 over 11 hijgend terugkwam in de leerlingenkamer was ze op de stoel neergeploft om er daarna ook niet meer uit te komen. Ze had zich de hélé nacht zorgen gemaakt over de toekomende dag. Hermelien gaapte en keek op de klok. Het was al zeven uur ’s ochtends. Ze besloot vroeg te ontbijten, zodat ze straks in ieder geval niet met Harry en Ron hoefde te praten, en zeker niet met Draco.
Terwijl ze de marmeren trap af wankelde (ze moest zich zo nu en dan stevig vasthouden aan de trapleuning om niet om te vallen) dacht ze met een vreselijk gevoel van schaamte aan wat er gister gebeurd was. Het feit dat ze strafwerk had moeten maken was eigenlijk al beschamend genoeg, maar dat ze dat ook nog bij Draco Malfidus had moeten doen spande de kroon.
Plotseling begon de marmeren trap te bewegen en Hermelien struikelde; dat gebeurde regelmatig in Zweinstein. Dan maar via een andere weg naar de Grote Zaal. Terwijl ze langs de vlammende toortsen liep dacht ze aan het feit dat hij haar bijna gezoend had. ‘Bijna,’ persoonlijk wilde ze er geen eens denken aan wat er gebeurd was als hij dat wel gedaan had. Gelukkig was er dus niks gebeurd, ze had hem al in zijn gezicht geslagen voordat hij ook maar iets kon doen. Maar had ze zich daarmee juist meer problemen op de kop gehaald? Of liet ze op die manier juist zien dat ze niet met zich liet sollen, zelfs niet door Draco… Het duizelde haar. Waarom had hij dat nou gedaan? Wanneer zoen je iemand eigenlijk? Hermelien vond dat antwoord niet moeilijk, zij zou iemand zoenen als ze van die persoon hield, maar dat is logisch. Ze had Ron en Harry ook al zovaak een kus op de wang gegeven. Maar dat is iets anders dan een zoen, dit was sowieso anders. Ze had een bloedhekel aan Draco, ze kon zijn bloed wel drinken. Ze wist het, hij zou haar alleen maar zoenen om macht uit te oefenen. Gelukkig maar dat Hermelien protesteerde. Dat was niet hoe ze behandeld wilde worden. Ze dacht terug aan wat Harry gister zei; ‘Als Malfidus je iets doet, zeg het dan meteen tegen mij, oke?’ Maar ze zou het juist niet zeggen, daarvoor voelde ze zich veel te vernederd. Trouwens, Harry zou Draco misschien wel te lijf gaan, en ze wou niet dat Harry ook nog in de problemen kwam. Ze had het gevoel dat ze dit zelf uit moest vechten.
Ze zag Harry en Ron pas tijdens Toverdranken, dat zachtjes uitgedrukt rampzalig ging. Hermelien had de grootste moeite om haar kop erbij te houden en Draco had Harry en Ron mateloos geërgerd door zijn ketel vlak bij die van hen te zetten, zodat hij ze om de minuut kon commanderen. Hermelien besloot niet aan hun tafel te gaan zitten en kreeg na een tijdje gezelschap van Ernst Marsman. Ze werd echter zo zenuwachtig van Draco dat toen ze een spreuk wilde uitspreken over haar toverdrank, haar toverstok de lucht in suisde en een kloppende rode zweer veroorzaakte op Ernst zijn arm. Daarna braakte haar toverstok zulke dikke rookwolken uit dat Ernst een verschrikkelijke hoestbui kreeg, waarop professor Slakhoorn hem adviseerde de rest van het uur de ziekenzaal te bezoeken. De Zwadderaars hadden zich een breuk gelachen en al met al was Hermelien weer blij toen ze buiten stond. Met een bezweet voorhoofd beende ze weg van het lokaal. Deze dag werd alweer een ramp. Verdrietig dacht ze aan hoe het met Ernst zou gaan, het was waarschijnlijk niks ergs, maar toch.
‘Hermelien, je hebt nog helemaal niks tegen ons gezegd vandaag!’ Harry had haar ingehaald en keek Hermelien gepikeerd aan.
‘Ik – ik,’ hakkelde Hermelien. Ze voelde zich verschrikkelijk, ze kon het niet helpen dat er tranen in haar ogen sprongen. Dit schooljaar begon zo vreselijk, zo vreemd…
‘Hermelien,’ Ron was ook verschenen en keek haar met grote ogen aan. ‘Gaat alles wel goed met je?’
‘Hoef je dat nog te vragen Ron?’ snikte Hermelien dramatisch. ‘Het gaat geweldig met me, kan niet beter! Dat zie je toch!’
‘Als Malfidus je gister iets gedaan heeft –‘ ‘Er is niks gebeurd Harry! Laat me alleen,’ snauwde ze Harry af.
‘Waarom ben je dan zo –‘ ‘Hou er over op Ron!’ Resoluut rende Hermelien naar de toren van Griffoendor, hoe zwaar haar voeten ook aanvoelde. Ze was vreselijk overstuur. De gebeurtenissen van gister, het slaapgebrek en de rampzalige les van vandaag hadden haar helemaal gek gemaakt. Ze hikte een paar keer en veegde haar tranen af aan haar mouw.
‘Beestenboel,’ zei ze dof tegen de Dikke Dame.
‘Dat is het zeker met jou!’ zei de Dikke Dame afkeurend en ze vloog open. Struikelend strompelde ze de leerlingenkamer van Griffoendor in. Ze besloot al haar andere lessen over te slaan en struimde met gierende uithalen haar slaapzaal in. Kordaat liep ze naar een spiegel die aan de wand hing.
‘Je stelt je aan Hermelien,’ zei ze trillerig tegen haar spiegelbeeld. ‘Als je een ware Griffoendor bent moet je eens wat meer lef tonen,’ ze probeerde zichzelf te kalmeren door op haar bed een boek te lezen over ‘Oude tovermonumenten en plaatsen’. Nog geen halfuur later was het boek al uit haar handen gegleden en op de grond geploft. Haar ademhaling was voor het eerst die dag regelmatig en vredig deed Hermelien haar ogen dicht.
‘Waar was jij de hele dag!’ geschrokken keek Hermelien op. Ron was net de leerlingenkamer binnen geklommen en keek haar een beetje boos aan.
‘Ik heb geslapen,’ zuchtte Hermelien.
‘Vandaar,’ Harry was ook binnengekomen en hij fronste. Hermelien knikte alleen maar en staarde naar haar voeten, ze wachtte tot een van hen weer iets zou zeggen.
‘Malfidus vondt het heel amusant dat jij de hele dag je hoofd niet meer had laten zien,’ vertelde Harry voorzichtig. Hermelien ging meteen rechtovereind zitten. Dat ze daar niet aan gedacht had, ze liet iedereen natuurlijk alweer denken dat ze bang voor Draco was. ‘Ben je toch ook,’ zei zijn plagerige stemmetje in haar hoofd weer. Ze besloot niet op Harry in te gaan en vroeg: ‘Heb ik vandaag nog iets gemist?’
‘Niks belangrijks, we krijgen veel herhalingen, geen huiswerk. Maar we konden het vantevoren al weten dat ze gingen zeiken over onze P.U.I.S.Ten,’ zei Ron, hij trok een gezicht en zei op de strenge toon van professor Anderling: ‘Ik verwacht dat jullie hier niet voor niks zitten in deze klas! De P.U.I.S.Ten zijn erg belangrijk voor je latere loopbaan en ik wil bij iedereen minstens Boven Verwachting zien!’ ze lachtten alledrie en Hermelien begon zich iets beter te voelen. Harry en Ron hadden een paar pistoletjes voor haar meegenomen uit de grote zaal en pas toen ze dat zeiden besefte Hermelien dat ze rammelde van de honger.
‘Weet je,’ begon Harry terwijl Hermelien haar laatste broodje opat. ‘We zijn nog niet bij Hagrid langsgeweest,’ Hermelien en Ron hadden daar wel zin in.
Even later liepen ze door de grote voordeuren de koele avondlucht in. Hermelien voelde zich wakkerder dan ze zich de hele dag gevoeld had en ging met Harry en Ron aan haar zijde naar het kleine hutje aan de rand van het Verboden Bos. Toen ze voor de deur stonden vloog die gelijk open, maar ze zagen niet de donkere keverogen van Hagrid, maar de kille ogen van Severus Sneep, de leraar Verweer tegen de Zwarte Kunsten waar ze alledrie een ongelofelijke hekel aan hadden. Sneep had echter geen aandacht voor het drietal.
‘Dan hoor ik het wel als je het uitgeknobbeld hebt,’ zei de ijzige stem van Sneep. ‘Denk eraan Hagrid, als dit nog één keer gebeurd weet je wat je te wachten staat,’ en zonder Harry, Hermelien en Ron ook maar aan te kijken beende hij terug naar het kasteel. Het reusachtige gelaat van Hagrid verscheen in de deuropening en hij keek bijzonder chagerijnig, totdat hij hen zag staan.
‘Ik had kennen weten dat jullie langs zouden komen!’ gromde Hagrid. Ze werden naar binnen gelaten. Het was niet groot, maar ze vonden het altijd leuk om er te komen. De haard stond aan en de wolfshond van Hagrid, Muil, legde gelijk zijn kop op Ron zijn schoot.
‘Wat moest Sneep van je?’ onderbrak Ron Hagrid, die zijn mond zojuist open had gedaan om te vragen of ze wat wilde drinken.
‘D’r was laatst een Acromantula het schoolterrein binnen geslopen,’ zei Hagrid die weer chagerijnig keek. ‘Geen idee wat dat beessie daar most doen, normaal blijven ze in hun web…’ Ron en Harry keken elkaar vol afgrijzen aan; het was duidelijk dat ze Aragog nog niet vergeten waren. ‘Afijn,’ vervolgde Hagrid. ‘Die ouwe Sneep verdenkt mijn natuurlijk weer dat ik ‘m daar naartoe gesmokkeld heb, en eist dat d’r een onderzoek komt,’ hij nam een grote slok van zijn kroes Boterbier.
‘Waarom verdenkt Sneep je dan?’ vroeg Hermelien. ‘Je kon toch sinds de dood van Aragog niet meer bij dat web komen?’
‘Ja maar denk ie nou echt dat dat Sneep iets kan schelen?’ zei Hagrid boos. ‘Hij wist dat ik zo’n beessie had gehad en dus wordt ik meteen weer door ‘em schuldig verklaard. Sneep wacht niet op bewijs of dat soort onzin, als ie mijn maar kan beschuldigen.’
‘Sneep is een ongewassen brulkikker,’ zei Ron wijs. ‘Net zoals Malfidus,’
‘Ron, we hadden het helemaal niet over Malfidus!’ beet Hermelien hem toe. Waarom moest Ron daar nu weer over beginnen?
‘Wat tisser met Malfidus,’ zei Hagrid afwezig.
‘Hij valt Hermelien steeds lastig,’ Ron had een seconde nadat hij dat gezegd had al spijt; hij kreeg een vernietigende blik van Hermelien toegeseind.
‘Daar mot je niet op letten, Hermelien,’ zei Hagrid die haar ernstig aankeek. ’t Bennen gewoon gekken. Geobsedeerd door zuiver bloed en, afijn. Er bent niks mis met je Hermelien. Je heb gewoon acceptabele ouders, d’r zijn zoveel die dreuzels in de familie hebben. Harry’s ouders waren ook normaal, en Ron zijn ouwelui ook. Malfidus is door z’n ouders gemaakt tot wat ie nu is,’ dat waren wijze woorden en het drietal kniktte zwijgend.
‘Als we niet met Dreuzels getrouwd waren zouden we allang uitgestorven zijn,’ zei Hermelien ademloos.
‘Precies, zuiver bloed is gewoon niet vereist meer,’ Harry veegde ondertussen wat kwijl van Muil van zijn gewaad af. Hermelien vrolijktte wat op en ze bleven een tijdje geanimeerd praten over beroemde tovenaars met Dreuzelouders. Toen het eenmaal negen uur ’s avonds was stuurde Hagrid ze weg.
‘Kom binnenkort gerust nog es langs!’ riep hij hen na. Ondertussen was de zon al bijna ondergegaan en terwijl ze de heuvel weer opliepen zagen ze dat steeds meer ramen van Zweinstein verlicht werden.
Toen ze op de vierde verdieping waren zei Hermelien: ‘Gaan jullie alvast naar de leerlingenkamer, ik moet nodig naar de wc,’ Harry en Ron knikten en Hermelien liep de tegenovergestelde richting in.
Toen ze eenmaal de wc weer uitkwam stond ze oog in oog met de laatste persoon die ze had willen zien – Draco.
‘Maak dat je wegkomt!’ zei Hermelien zo snel dat ze er zelf van schrok. Zoals gewoonlijk keek Draco weer schamper.
‘Manieren Griffel, in tegenstelling tot jou mag ik na negenen namelijk wél door de gangen lopen.’ Hermelien keek plotseling heel erg betrapt. Dat was nog waar ook, hoofdmonitoren mochten doen wat ze wilden. Ze bedacht zich dat ze beter de wc op haar slaapzaal had gebruikt, maar daar was het nu natuurlijk te laat voor.
‘Zo, dat is weer een goede gelegenheid om wat punten van Griffoendor af te trekken,’ zei Draco gemeen. ‘Eens kijken, eens kijken. Hoeveel zal ik daar van maken, suggesties Griffel?’ Hermelien keek hem vol afgrijzen aan. Ze besloot niks te zeggen en het leek haar het verstandigst om kalm terug te lopen naar de toren van Griffoendor. Als ze niet op hem inging had ze waarschijnlijk nog enige kans om daarin te slagen. Alleen net toen ze wilde omdraaien snakte ze duidelijk hoorbaar naar adem. Draco had haar handen ruw beetgegrepen. Verwoed probeerde ze haar handen los te rukken, maar de zijne leken wel van staal.
‘Hoe haal je het in je hoofd om me te negeren Griffel,’ hij keek haar weer vol dreiging aan.
‘Laat me los Malfidus!’ piepte Hermelien. Nog steeds probeerde ze zich los te rukken. Maar Draco gaf geen antwoord en net toen Hermelien om hulp wilde schreeuwen werd dat verlangen al beantwoord.
‘Meneer Malfidus, Griffel!’ met schichtige stappen als een spin kwam professor Sneep aanlopen. Hermelien was nog nooit zo blij geweest om hem te zien. Draco liet haar los en sprong snel achteruit; nu was hij degene die betrapt keek. Als Hermelien de situatie niet zo rampzalig vondt had ze zich een breuk gelachen om zijn gezicht. Ondertussen keek Sneep schattend van Draco naar Hermelien.
‘Wat is hier aan de hand,’ zei hij ijzig, het was niet echt een vraag, eerder een soort bevel om antwoord te geven.
‘Griffel mag om deze tijd niet meer op de gangen zijn professor,’
‘Werkelijk?’ zei Sneep, die Hermelien met een vleug van verrukking aankeek. ‘Heel aandoenlijk. Wel, vijf punten aftrek voor Griffoendor, en ga onmiddellijk terug naar de leerlingenkamer.’ Dat liet Hermelien zich geen twee keer zeggen. Die vijf punten konden haar niks schelen, ze was allang blij dat Draco geen kans had gehad om haar weer strafwerk te geven, of erger. Hermelien huiverde even bij die gedachte, maar staptte daarna opgetogen de leerlingenkamer in.
‘Waar bleef je!’ schreeuwde Ron naar haar. ‘We zitten hier nu al een kwartier!’
‘Professor Sneep hield me aan het lijntje,’ zei Hermelien, die in een fateuil naast Harry neerplofte. Het was niet gelogen, ze was alleen niet van plan om over Malfidus te vertellen.
‘Wat was er dan?’ vroeg Harry.
‘Wel… Ik mocht niet meer op de gangen komen, dat was ik helemaal vergeten,’ zei ze schuchter.
‘Hij heeft zeker weer punten afgetrokken?’ zei Ron bitter.
‘Tuurlijk, dat doet Sneep nou eenmaal,’ zei Harry. Ondertussen pakte Hermelien haar ganzenveer. Ze was vergeten dat ze vandaag ook Voorspellend Rekenen gehad zou hebben. Terwijl ze de formules bestudeerde die ze hoogstwaarschijnlijk vandaag behandeld hadden stond Ron op en rekte zich uit.
‘Nou, ik weet niet wat jullie doen, maar ik ga naar bed.’
‘Slaap lekker,’ zei Harry afwezig, terwijl hij in een boek over Zwerkbal bladerde. Langzaam stroomde de leerlingen kamer leeg, en na een tijdje stond Harry ook op.
‘Ik zie je morgen wel Hermelien,’ Hermelien knikte om aan te geven dat ze hem gehoord had en ging verder met de opgaven. Kennelijk had ze vandaag toch iets belangrijks gemist bij Voorspellend Rekenen. De opgaven waren o zo moeilijk, maar ze bedacht zich grimmig dat ze zich tijdens die les waarschijnlijk toch niet had kunnen concentreren. Pas toen de klok half twaalf sloeg was ze klaar. Daarna plofte ze uitgeput op haar bed neer, het was haar weer het dagje wel geweest. |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Vr Aug 03, 2007 11:57 |
 |
Nicole1991, nog hartstikke bedankt voor al je berichtjes! Aangezien het vanuit Hermeliens standpunt nogal naargeestig wordt lijkt het me een goed idee om het weer te bekijken vanuit Draco. Zullen we ook meteen zien hoe hij denkt over de, eh… gebeurtenissen. Ik vind het overigens altijd oké om tips te krijgen.
Er klonk een laag sissend geluid. Wat is dat nou in vredesnaam? Loom deed Draco een oog open. ‘Het zal wel weer verbeelding zijn,’ dacht hij vermoeid, terwijl hij zich omdraaide. Maar toen klonk weer dat sissende geluid. Geïriteerd ging hij wat rechterop zitten. Maar pas toen er een hevige ‘BENG!’ klonk in zijn kamer was hij klaarwakker en alert. Automatisch sprong hij uit zijn bed en plotseling staarde hij als verstijfd naar dat wat hem gewekt had. Een sissend en knallend sterretje zweefde rond door zijn kamer en spuwde vonken in alle kleuren. Iemand had kennelijk een doos vuurwerk afgestoken. Natuurlijk weer die etterige eerstejaars. Hij vloekte luid en schuifte zijn voeten gauw in twee zwarte pantoffels en deed vervolgens haastig een broek aan. Met zijn haar in de war en zijn shirt half over zijn hoofd stormde hij de leerlingenkamer van Zwadderich binnen. Veel leerlingen stonden daar met grote ogen te kijken naar het vuurwerk dat in alle kleuren rondsuiste en knalde. Bijna niemand was aangekleed en hadden net zoals Draco pantoffels aan, ongekamde haren of stonden in nachtjapons. In een poging om de aandacht op zich te richtten schoot Draco een paar rode vonken de lucht in, maar dat viel natuurlijk geen eens op door al dat vuurwerk dat daar uiteen spatte. Iemand gilde oorverdovend. Hij keek om zich heen, door al die onrust was het erg moeilijk om helder te denken. Toen een stuk brandend vuurwerk op een eerstejaars meisje afsuisde duwde hij haar ruw opzij, om te verkomen dat ze er vanaf zou komen met brandwonden, of erger. Het was vreselijk chaotisch; meisjes gilden, jongens joelden en het vuurwerk maaktte een ongelofelijke herrie. Hij liep heen en weer door de leerlingenkamer en zag plotseling drie jongens vanuit een hoekje geamuseerd kijken naar het vuurwerk, ze kloptten elkaar goedkeurend op de schouders. Draco beende met grote stappen naar ze toe. Toen een van de jongens zag hoe Draco aan zag komen sprong hij gauw een meter achteruit. Aan hun schuldbewuste gezichten was alles af te lezen. Het waren geen eerstejaars, maar ze waren hoogstwaarschijnlijk niet ouder dan dertien jaar.
‘HEBBEN JULLIE DEZE HEISA VEROORZAAKT!’ brulde Draco, in een poging boven al het lawaai uit te komen. De jongens keken elkaar angstig aan, maar het leek ze waarschijnlijk beter om gewoon toe te geven. De langste jongen knikte trillend.
‘DAN MOGEN JULLIE DIE TROEP HIER ONMIDDELLIJK WEER LATEN VERDWIJNEN,’
‘Dat – dat kunnen we niet!’ sputterde een van de jongens tegen. Draco had op dat moment geen tijd om gelijk te antwoorden. Een sterretje kwam gevaarlijk snel op hem af. Hij liet het sterretje verdwijnen met een verdwijnspreuk en wendde zich weer tot de jongens.
‘Oh nee? Dat zal jullie berouwen, rommel maken maar niet opruimen hè!’
Met vastberaden passen liep hij weer naar het midden van de leerlingenkamer, waar plotseling vele meisjes krijsden omdat er een enorm stuk vuurwerk op hen afkwam. Met één achteloze zwaai van zijn toverstok liet hij bijna al het vuurwerk verdwijnen. Na een tijdje was er niet veel meer geluid dan een rotje dat ontplofte. Er volgde een korte stilte, maar daarna sloeg het geroezemoes weer toe. Sommige Zwadderaars leken behoorlijk in hun sas, anderen waren juist heel erg geschrokken.
‘Zag je hoe dat ding op me afsuisde? Doodeng!’
‘Mijn haar is helemaal verschroeid! Het duurt waarschijnlijk maanden voordat ik het weer in model kan brengen!’
‘Vet gaaf! Had je die sterretjes gezien?’
Ondertussen greep Draco de jongens in de kraag.
‘Ik zal jullie eens een prettig gesprekje laten beleven met professor Sneep,’ blafte hij zelfvoldaan. ‘Denk maar niet dat dit onbestraft blijft,’
Hij porde met zijn toverstok de jongens in de rug en leidde ze dwangmatig de leerlingenkamer uit. Hij leverde ze af bij professor Sneep, die hij nog nooit zo furieus had zien kijken. Zelfs met een slaapmutsje op en een pyama van ongeveer 10 jaar oud zag hij er nog dreigend uit. Toen hij wegliep van het kantoor hoorde hij Sneep nog tegen de leerlingen schreeuwen. Het was pas half zeven ’s ochtends, maar het had geen zin meer om nog op bed te gaan liggen. Tevreden over hoe hij had gehandeld tegen de derdejaars ging hij aan de afdelingstafel zitten, die ondertussen al vol zat met andere Zwadderaars, wakker geschrokken door alle heisa van die ochtend. Hij nam zoals gebruikelijk tussen Korzel en Kwast plaats.
‘En,’ zei hij kordaat. ‘Ook wakker geschrokken?’
‘Eigenlijk wel,’ gromde Kwast. ‘Mijn gordijn stond in brand door zo’n sterretje, ofzo,’
‘Ja, dus er was vuur,’ voegde Korzel eraan toe.
‘Merlijn, ik weet ook wel dat er veel vuur ontstaat als iets in brand vliegt. Wordt je nog ooit snugger Korzel?’ zei Draco met een opgetrokken wenkbrauw terwijl Korzel hem sullig aanstaarde.
‘Draco!’ snikte een meisje plotseling. Hij hoefde niet te raden wie dat was. Waarom, waarom viel Patty Park hem nou altijd lastig?
‘Heb je haar weer,’ zei hij walgend tegen Kwast, die ondertussen toegevend knikte.
‘Mijn haar is helemaal – verschroeid!’ Patty was dramatisch huilend aan de tafel gaan zitten, en keek Draco haast beschuldigend aan.
‘Oh, wat vreselijk,’ zei Draco, die naar haar verschroeide haarplukken keek, ze was nog lelijker dan eerst. Blijkbaar hoorde Patty zijn sarcastische ondertoon niet want ze vervolgde: ‘Ja, en nu moet ik in de kerstvakantie weer kapitalen betalen bij Tara’s Tovenaarskapsalon!’ Korzel en Kwast gniffelden dom toen Patty Park daarna krijsend bij haar vriendinnen ging staan.
Het nieuws dat er die ochtend een grote doos vuurwerk ontploft was in de leerlingenkamer van Zwadderich was blijkbaar als een lopend vuurtje door de school heen gegaan. Al gauw kwamen leerlingen van andere afdelingen nieuwsgierig vragen stellen aan mensen die ze vreemd genoeg te vriend hadden in Zwadderich. Hij keek een tijdje walgend naar Devon Allius, die het blijkbaar normaal vond om een gesprek te houden met Joost Flets-Frimel, een modderbloedje uit Huffelpuf. Het idee dat Allius het normaal vond om Flets-Frimel als een gelijke te behandelen was haast tenenkrommend. Na een tijdje werd hij uit zijn overpeinzingen gehaald toen hij werd aangestoten door Kwast.
‘Welke vakken hebben we vandaag?’ vroeg Kwast suf.
‘Kwast,’ zei Draco minachtend. ‘Het is zaterdag, ben je nou een complete oen of lijkt dat maar zo?’ Kwast haalde zijn schouders op en begon aan zijn negende stuk toast.
Draco had echter geen tijd om iets te zeggen over Kwast zijn bunkerende gedrag, want zijn aandacht werd plotseling weer getrokken door Hermelien Griffel, die nogal zenuwachtig en nerveus om zich heen kijkend de Grote Zaal in kwam schuifelen. Hermelien had haar hoofd sinds dinsdagochtend niet meer tijdens de lessen laten zien. Met voldoening dacht Draco aan het feit dat hij daar hoogstwaarschijnlijk de reden voor was geweest. Ze had maandagavond strafwerk bij hem moeten maken, en hij had het haar toen zachtjes uitgedrukt erg ongemakkelijk gemaakt. Hij vond het heerlijk om Hermelien te bedreigen en te intimideren. Hermelien heeft zich daar echter nooit zo in mee laten gaan als toen. Hij had haar zelfs bijna gezoend, althans, dat dacht zij nu waarschijnlijk. Hij was geen eens van plan geweest om haar echt te zoenen, hij deed dat alleen maar alsof om te laten zien wie hier nou eigenlijk de baas was. Oftewel, om haar te laten merken dat hij haar minderwaardig vond. En dat moet waarschijnlijk de grote reden zijn geweest dat ze de rest van deze week van bijna al haar lessen had afgezien. Ze had hem na die actie wel geslagen. Woedend dacht Draco daar weer aan terug. Hij was haar dinsdagavond ook nog tegen gekomen. Wel, als Sneep niet tussenbeide was gekomen had hij haar zeker teruggepakt, want een modderbloedje is en blijft een smerig modderbloedje. Met volle teugen geniette hij van de gedachtes wat hij wel niet allemaal had kunnen doen, totdat hij opeens ruw uit zijn roze droom geschud werd. Devon Allius had hem op zijn schouder getikt.
‘Wat!’ zei Draco geërgerd.
‘Het spijt me als ik je stoorde,’ zei Allius beleefd. ‘Maar ik wilde vragen hoe laat jullie nieuwe jager gekozen zal worden,’ Draco keek hem eventjes aan met een waar-heb-jij-het-in-merlijns-naam-over blik, maar toen schoot het hem weer te binnen. Hij was natuurlijk de nieuwe aanvoerder van zijn team, en het nieuwe Zwerkbalseizoen kwam er dus weer aan. Een van de jagers was vorig jaar van school af gegaan, dus vandaag zou er een nieuwe gekozen worden.
‘Vanmiddag om twaalf uur,’ zei Draco kortaf en geërgerd. Devon Allius trok een wenkbrauw op.
‘Je zou misschien wel iets meer gezag kunnen tonen als aanvoerder van het team,’
‘Is dat zo?’ zei Draco die dreigend opstond. Wat had hij toch een hekel aan dit soort ventjes die zich overal mee bemoeiden. ‘Helaas voor jou ben ik aanvoerder mannetje! En jij niet!’ hij porde Allius tegen zijn borst. Allius leek even te gaan protesteren, maar toen hij kennelijk over Draco’s omvang begon te twijfelen liep hij schuchter naar de tafel van Huffelpuf, om vervolgens samen met Flets-Frimel duistere blikken op Draco te werpen.
Draco ging iets vroeger naar het veld dan gepland. In de kleedkamer trok hij alvast zijn knalgroene zwerkbalgewaad aan. Vervolgens pakte hij de zware kist waarin de Zwerkballen zatten. Met kist en al liep hij het veld op en hij zag dat er al een paar ploeggenoten van hem op het veld geariveerd waren. Onder andere Korzel en Kwast, die duf stonden te knipperen tegen de felle zon. Toen al zijn ploeggenoten er waren sprak hij ze allemaal bazig toe.
‘Oke, ploeg. Een van onze jagers is vorig jaar van school af gegaan dus het lijkt me logisch dat we een nieuwe Jager hard nodig hebben. Commentaar?’ hij liet zijn blik uitdagend over de gezichten van zijn ploeggenoten glijden, alsof hij de eerste de beste die kritiek had meteen zou vervloeken.
‘Goed,’ zei hij kordaat. Op dat moment kwamen er kleine groepen leerlingen het veld op. Er waren een paar piepkleine eerstejaars bij die opgetogen een schoolbezem mee hadden genomen, en hij zag ook een groep kwebbelende meisjes aanlopen. Toen eenmaal iedereen zich voor Draco’s neus verzameld had maande hij ze tot stilte. Hij zag in één oogopslag al dat vele mensen niet geschikt waren. Hij besloot flink de wind eronder te leggen zodat hij alleen de juiste personen op het veld zou overhouden.
‘Oke, laat ik even duidelijk zijn. Meisjes, eerstejaars, mensen korter dan 1.75, en alle personen die niet een betere bezem hebben dan een Helleveeg 2, opkrassen!’ zei hij onbeleefd. Alle eerstejaars keken diep teleurgesteld, en sommige jongens floten afkeurend. Maar tot zijn verbazing begonnen alle meisjes plotseling luidkeels te giechelen. Waar sloeg dit nou weer op? Zijn mededeling was alles behalve grappig geweest. Hij zag echter al snel wat het antwoord was.
‘Sorry dat ik zo laat ben, ik zie dat je al bent begonnen,’ zei een nonchalante stem achter Draco. Hij draaide zich om en stond oog in oog met Devon Allius. Ontspannen leunde hij op zijn Nimbus 2000, en keek Draco met een soort grimmig genoegen aan.
‘Je bent te laat Allius,’ zei Draco resoluut, en hij kneep zijn ogen samen tot spleetjes. ‘Dus jij kan wat mij betreft ook het veld ruimen,’
‘Ik zag dat je getergerd word door vooroordelen,’ zei Allius scherp en doordringend, die niet op Draco’s verzoek inging. ‘Stel dat daar nou een meisje bij zit die hartstikke goed is,’ Draco wierp hem een woedende blik toe. Hoe waagde die bloedverraaier zich te bemoeien met zijn tactieken!
‘Ik waarschuw je nog één keer Allius,’ zei hij zacht en smalend. ‘Als jij nog eens commentaar hebt op mijn manier van leiding geven zal je dat flink berouwen,’
‘Wel een erg middeleeuwse manier van leiding geven,’ zei Allius opstandig. Aan zijn ogen was duidelijk af te lezen dat hij van binnen kookte. ‘Wat jij doet, Malfidus, dat is discrimineren op geslacht. Ik weet niet hoe jij opgevoed bent, maar erg rechtvaardig kan het niet geweest zijn,’ Draco probeerde niet boos te worden, maar krulde zijn smalle lippen om tot een gemene glimlach naar Allius.
‘Ik ben heus niet van plan om naar jou te luisteren Allius,’ zei hij, terwijl hij nog steeds die krankzinnige glimlach op zijn gezicht had. Langzaam wendde hij zich tot de andere mogelijke jagers. Ze sprongen allemaal angstig achteruit, alsof ze bang waren dat Draco ze meteen zou vervloeken.
‘Had ik niet gezegd dat de mensen met hun mogelijke gebrekken op moesten donderen?’ zei hij kil. Iedereen, inclusief zijn ploeg, had stilletjes en gespannen geluisterd naar Draco’s conversatie van daarnet met Allius. Maar toen leek er weer leven te komen, en meer dan driekwart van de mensen op het veld maaktten zich uit de voeten. Draco keek Allius eventjes onderschattend en schamper aan voordat hij de Jagers commandeerde dat ze in een rij moesten gaan staan. Het waren er maar vijf; door Draco zijn hoge eisen was er nu nog maar weinig keus over. Hij gaf een knik naar de Wachter, genaamd Prutsers, die vervolgens weemoedig voor de vijftien meter hoge ringen ging zweven.
De eerste jager was verschrikkelijk slecht. De jongen leek geplaagd te worden door zenuwen en gooide de Slurk alle mogelijke richtingen op, behalve door de ringen. Draco dacht eerst dat de tweede Jager het redelijk goed deed, totdat de jongen bij zijn derde worp plotseling een hele vreemde salto maakte. Vervolgens liet hij de Slurk uit zijn handen slippen, die daarna heel hard tegen het hoofd van Korzel aankwam. De jongen zeurde om een tweede kans, maar Draco snauwde tegen hem dat hij aan de kantlijn moest gaan staan. Daarna keek hij hoe de derde Jager het er vanaf bracht. Die bleek even slecht als de eerste en viel na zijn vierde poging tot scoren op veertien meter hoogte van zijn bezem af.
‘Breng hem naar de ziekenzaal,’ siste Draco geïriteerd tegen een van de afgewezen Jagers die aan de kantlijn stonden te wachtten. Dit ging allemaal helemaal niet zoals hij verwacht had, kwam er nog wel een goede Jager?
Toen de vierde Jager het er net zo slecht vanaf bracht als alle anderen stond alleen Allius er nog. Draco keek knarsetandend toe hoe Allius met een elegant gebaar op zijn bezem ging zitten, en netjes opsteeg tot hij op dezelfde hoogte was met Prutsers. Tot Draco’s walging deed Allius het prima. Hij scoorde een – twee – drie – vier keer. Toen Allius voor de vijfde keer op Prutsers afstuifde vond hij het wel welletjes.
‘Naar beneden Allius!’ brulde Draco, toen zijn Wachter de zoveelste bal van Allius had doorgelaten. Zonder verder ook maar enige aandacht te besteden aan Allius, die vlak achter zijn rug neerlande op het zachte gras, wenktte hij zijn ploeggenoten dat ze bij hem moesten komen staan, en staken de koppen bij elkaar.
‘Wat vinden jullie,’ zei Draco, die zijn woede nauwelijks in bedwang kon houden.
‘Nou…,’ begon Prutsers, die ondertussen ook geland was. ‘Die laatste was behoorlijk goed is het niet?’ Draco keek Prutsers vernietigend aan, maar vervolgde toen op een geforceerd kalme toon: ‘Wie stemt voor Allius?’ zijn ploeggenoten staken onmiddellijk als een man de handen in de lucht.
‘OKE, GOED DAN!’ schreeuwde Draco, zo hard dat de ploeg een sprongetje maaktte van schrik. ‘Allius!’ hij wendde zich vol tegenzin tot de nieuwe jager. Allius keek hem vragend aan.
‘Je bent het geworden,’ zei Draco met een stem vol afkeer en rancune. ‘Maar, ik waarschuw je –‘ op een iets dreigendere toon vervolgde hij: ‘- ik zeg het nog eens. Als je ook maar enig kritiek op me levert dan lig je er net zo snel uit als je er net ingekomen bent!’ Allius zei niks, maar hij mocht maar hopen voor zijn positie als Jager dat hij het begrepen had.
‘Terug naar de leerlingenkamer,’ zei Draco chagerijnig tegen zijn team. ‘Schiet op!’ Hij zag hoe zijn ploeggenoten veromfaaid terug strompelden naar het kasteel. Inplaats van zelf ook terug te gaan naar de leerlingenkamer ging hij verwoed over het veld ijsberen. Dat moest hij er verdomme echt bij hebben. Zo’n bemoeial als Allius, in het team! Wat vonden al die meisjes nou leuk aan hem? Plotseling wenstte Draco echter vurig dat hij al die meisjes niet weggestuurd had. Hoe hij het ook haatte om Allius gelijk te geven, misschien was het verstandiger geweest om wat meer mensen de kans te geven. En misschien zat hij dan nu geen eens opgescheept met Devon Allius in het team.
Niet erg veel Hermelien in dit stukje, maar dat komt wel weer.
 |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Vr Aug 03, 2007 19:22 |
 |
Ben ik weer . Ik zeg het maar nog een keer, ik vind al jullie reacties erg leuk! Dit is misschien een beetje een kort stukje, maar er wordt wel iets in uitgelegd waar ik al heel lang naar toegeschreven had, en nu staat het eindelijk duidelijk hier op papier. Ik hoop dat jullie het een beetje leuk vinden .
September ging geleidelijk over naar oktober. Bladeren begonnen al licht te verkleuren en dagelijks roffelde de regen tegen de ramen van de klaslokalen. Vanwege de voortdurende regenval hadden vele leerlingen bij de Tovertweelings Fopshop regenafstotende gewaden besteld, zodat ze zonder nat en verkleumd te worden naar buiten konden. Het enige probleem was dat de gewaden wel erg opvallend waren; ze vertoonden een sprekende gelijkenis met de zwerkbalgewaden van Huffelpuf. Het leek dus alsof Zweinstein plotseling overstroomd werd door een horde wandelende bananen. Niet alleen het weer was bar slecht, maar Draco had ook nog een waterval van kritiek over zich heen gekregen bij het kiezen van zijn nieuwe Jager voor zijn team. Vooral het feit dat hij mensen van het vrouwelijke geslacht niet had toegelaten hadden veel mensen opgevat als een regelrechte belediging.
‘Meisjes zijn gewoon fysiek minder sterk,’ had hij gezegd tegen een meisje die hem voortdurend had lastig gevallen omdat ze bij voorbaat al weggestuurd was. ‘En als je weet wat goed voor je is zou ik heel gauw wegwezen als ik jou was!’
Hij had verder door de grote hoeveelheden huiswerk niet veel tijd meer gehad om Hermelien te sarren. Sinds die eerste hèmelse week lieten zijn leraren plotseling een hele andere wind waaien in Zweinstein. De meeste zevendejaars hadden de grootse moeite om al het werk bij te houden, en daar kwamen Draco’s verplichtingen als hoofdmonitor en aanvoerder van het Zwerkbalteam ook nog eens bij. Op een regenachtige zaterdagochtend wandelde Draco verveeld door de gangen. Wonderbaarlijk genoeg had hij op dat moment niks te doen. Hij had geen zin om terug naar de leerlingenkamer te gaan. Op het moment was er elke keer wel iemand die zo nodig kritiek moest komen leveren over Zwerkbal en Korzel en Kwast hadden zoals gewoonlijk niks te vertellen, evenals Draco zelf. Want er gebeurde tegenwoordig nou eenmaal weinig spannends op Zweinstein, tenminste, niet waar hij bij was. Hij moest huiswerk maken, had elke week een Zwerkbaltraining en zo nu en dan een confrontatie met Potter, daar bleef het bij. Hij werd ruw uit zijn gedachtegang geschud toen hij plotseling een stem hoorde.
‘Wat ben jij hier doelloos aan het rondsluipen,’ hoorde hij iemand luid roepen. Draco draaide zich om en zag tot zijn ergernis Harry Potter tegemoet komen. Waarom verschijnen sommige mensen toch altijd op het moment dat je geen zin in ze hebt?
‘Dat zijn niet jouw zaken, Potter,’ zei Draco gladjes. Hij probeerde snel iets te verzinnen om Harry weg te krijgen. ‘Ga maar gauw een heldhaftige daad verrichten. Straks vragen mensen zich nog af waar hun redder in nood is gebleven, de ‘Uitverkorene’, of wat je naam ook is,’
‘Ik moest je zoeken omdat ik iets aan je moet doorgeven,’ zei Harry, duidelijk met veel tegenzin.
‘Je komt natuurlijk weer om te melden dat je achterlijke litteken pijn deed,’ sneerde Draco. ‘Maar dat hoef ik niet te weten, Potter. Dat kan ik ook wel nalezen in de Ochtendprofeet, als het me iets geboeid had.’
‘Nee, toevallig kom ik daar niet voor,’ zei Harry kil. ‘Ik moest dit aan je geven,’ Harry reiktte Draco een stukje opgerold perkament toe, met een sierlijk omgebonden lila lint.
‘Het spijt me, Potter,’ zei hij hatelijk. ‘Maar ik val alleen op meisjes, niet op idioten zoals jij. Ik hoef geen liefdesverklaring op papier.’
‘Laat me niet lachen Malfidus. Je denkt toch niet dat het van mij is?’
‘Van wie mag dat dan wel wezen?’ zei Draco verhit. Wie zou Harry nou opdracht geven om een brief bij hem af te leveren?
‘Slakhoorn,’ ondertussen drukte Harry het bericht ongeduldig in Draco’s hand.
‘Wat moet hij nou weer van me,’ zei Draco bruut. ‘Het ziet eruit als een of ander liefdesbriefje,’ hij keek Harry schattend aan. Als dit een grap was, dan wist Draco wel wat hij wel wat hij zou doen: korte mette ermee maken. Toen Harry niet antwoordde besloot Draco het zelf te lezen.
‘Waarom,’ zei Draco schamper, meteen nadat hij het bericht gelezen had. ‘Wil Slakhoorn mij in godsnaam op zijn verjaardagsfeestje uitnodigen?’
‘Wat denk je zelf. Je bent hoofdmonitor,’ Harry rolde met zijn ogen.
‘Zal wel,’ zei Draco ongeïnteresseerd, en hij stopte het in zijn broekzak. ‘Maar in tegenstelling tot jou heb ik nu wat belangrijkere zaken te doen dan briefjes met lila lintjes af te leveren,’ vervolgde hij spottend en met grote arrogante passen liep hij verder. Harry keek hem wantrouwig na, totdat Draco de hoek om was.
In alle haast had Draco geen idee waar hij op dat moment was belandt. Plotseling stond hij in een verlaten gang die hij in al die jaren nog nooit eerder had gezien. Het was duidelijk dat de donkere gang al eeuwen niet meer gebruikt werd; de toortsen stonden uit en overal hingen spinnenwebben aan het plafon. Bovendien waren alle deuren dichtgespijkerd met zware houten planken, behalve de deur die helemaal aan het einde stond. Het was een lichte notenhouten deur, die haast splinternieuw leek tussen al die andere afgesloten deuren. Nieuwsgierigheid nam al gauw de overhand en Draco besloot eventjes een kijkje te nemen. Gauw veegde hij een spinnenweb die voor de deur zat weg en hij slaaktte een hoog kreetje van verbazing toen hij naar binnen stapte. Het had wel iets weg van een ouwe rommelzolder, maar dan wel een hele antieke rommelzolder. Er stonden allemaal sinistere spullen waarvan hij liever niet wilde weten waarvoor het werd gebruikt, waaronder een enigszins bebloedde bijl. Maar ook spullen waarvan hij schatte dat het best wat waard kon zijn. Gefascineerd keek hij naar vervaarlijk uitziende duisterdetectors en liet zijn blik glijden over planken met hoogst interessante en (waarschijnlijk) in beslag genomen boeken. Hier werd duidelijk allemaal vreemde troep bewaard dat niet in de school mocht rondzwerven. Aan het einde van de rijen boeken stond een grote spiegel dat bijna tot aan het plafon reiktte. Het was een prachtige oude spiegel. Boven de spiegel stond een spreuk: ‘Neregeb jiz taw ra amneiz nesnem tawt einno otki’
Draco keek er eventjes schattend naar, terwijl hij zijn hand door zijn witblonde haar haalde. Wel, als dat ding er toch stond, dan kon het toch geen kwaad om eventjes te kijken hoe hij eruit zag? Zelfvoldaan stapte hij op de spiegel af.
Daar had hij dus niks op aan te merken, hij zag er even goed uit als anders. Plotseling sprong hij echter met een schreeuw achteruit. Hij had niet alléén zichzelf gezien. Er was nog iemand anders het spiegelbeeld binnengelopen en daar gaan staan, naast hem! Wacht eens, hoe kon dat nou? Er stond helemaal niemand naast hem! Waanzin… Hij keek eventjes schuchter om zich heen, om te kijken of hij daar wel echt zo zeker van kon zijn. Maar hij zag toch echt niemand. Voorzichtig en alert schuifelde hij weer naar de spiegel. Er verscheen een merkwaardig gesloten uitdrukking op zijn gezicht toen hij zag wie daarin de spiegel naast hem stond. Het was een stralende Hermelien Griffel die hem daar vanuit de spiegel aankeek.
‘Wat is dit –‘ begon Draco, maar dat was het enige wat hij uit kon brengen. Want, tot zijn verbazing hadden de lippen van zijn spiegelbeeld niet bewogen toen hij dat zei. Een spiegelbeeld die niet hetzelfde als hem deed? Vol afschuw keek hij hoe zijn spiegelbeeld vervolgens een arm om Hermelien sloeg en haar liefdevol tegen zich aandrukte, waarna de Hermelien in de spiegel nerveus glimlachtte. Bij die aanblik werd hij overspoelt door ontzettend veel gecompliceerde emoties. Hij kon dit niet langer meer aanzien, hij moest weg hier.
Alsof er een startschot had geklonken rende Draco de kamer uit. Zonder aandacht te schenken aan verscheidende boeken die tijdens zijn vlucht van de planken vielen rukte hij de deur open en stormde de gang in. Pas toen hij van de marmeren trap was afgerend en een verdieping lager terecht was gekomen stopte hij. Hijgend veegde hij zijn bezweette voorhoofd af. Wat had dat nou allemaal te betekenen?
Neerslachtig liep hij de marmeren trappen weer af terwijl hij nadacht over wat hij net in die spiegel had gezien. Wat had die spiegel hem daarmee nou eigenlijk willen tonen? Hij zou nog voor geen miljoen Hermelien Griffel omarmen! Hij was van mening dat die spiegel hem had laten zien waar hij het meest van walgde, of het toonde hem de allerlaatste persoon waarmee hij een relatie zou willen beginnen. Het is ook mogelijk dat die spiegel alleen maar beelden liet zien dat mensen tot complete waanzin kon drijven, als ze er te lang naar keken.
Toen hij langs de grote zaal liep dreven er heerlijke etensgeuren zijn neus binnen, en hij besloot om maar aan het avondeten te beginnen. Toen hij langs de tafel van Griffoendor liep kon hij het niet laten om een blik te werpen op Hermelien. Ze had zich na de eerste schoolweek niet meer zo teneergeslagen gedragen, waarschijnlijk omdat hij haar al die tijd met rust had gelaten. Terwijl ze een hap nam van haar aardappelpuree giechelde ze luidkeels om Rons domme grappen. Plotseling voelde Draco een vloedgolf van kriebels in zijn buik. Kriebels? Ach, dat kwam natuurlijk gewoon door die verdraaide spiegel.
‘Oooh Draco, je bloost!’ kirde Patty Park toen Draco aan de tafel van Zwadderich plaatsnam. Ze had overigens nog steeds verschroeid haar.
‘Niet,’ zei Draco snel. Patty had echter wel gelijk, want toen ze daarover was begonnen voelde Draco pas bewust dat zijn wangen gloeiden.
‘Jawel,’ zei Zabini, die Draco grijnzend aankeek. ‘Vertel, wat is er gebeurd!’
‘Niks,’ Draco nam snel een hap van zijn eten, maar verslikte zich toen, waarna Korzel en Kwast hem gezamenlijk een beetje suf op zijn rug kloptte.
‘Doe niet zo flauw,’ zei Patty plagerig. ‘Zeg nou wie!’
‘Het gaat over helemaal niemand!’ blafte hij. ‘Hou erover op, allemaal!’ Korzel en Kwast keken hem een beetje verbaasd aan, Zabini deed zijn mond open om wat te zeggen maar werd gelijk weer onderbroken door Draco.
‘Geen woord Zabini!’ tot zijn opluchting vraagde niemand hem meer wat en ze aten allemaal zwijgend verder. Draco betrapte zichzelf toen regelmatig op het feit dat hij ingespannen naar de tafel van Griffoendor zat te staren, en dan natuurlijk naar Hermelien. Elke keer als dat gebeurde kon hij zichzelf wel voor zijn hoofd slaan, maar het leek hem beter dat maar niet te doen, want dat zou namelijk vast weer tot vervelende vragen van zijn vrienden leiden. Het leek Draco plotseling tijd om ergens over te vertellen. Snel haalde hij de uitnodiging van Slakhoorn uit zijn zak.
‘Ah, je hebt een liefdesbrief gekregen!’ zei Zabini resoluut. ‘Zeg dat dan!’
‘Van wie!’ Patty ging recht overeind zitten en keek een beetje jaloers.
‘Nee, dit is geen liefdesbrief,’ mompelde Draco.
‘Wat dan wel?’
‘Uitnodiging van Slakhoorn,’ zei Draco bitter. ‘Ik snap niet wat die gast van me moet. Vorig jaar vond hij me alles behalve interessant.’
‘Ik heb ook weer zo’n uitnodiging gekregen,’ zei Zabini geërgerd. Dat vond Draco fijn, dan was hij tenminste niet gedwongen om alleen te gaan naar dat feestje.
‘Je mag ook partners meenemen,’ zwijmelde Patty Park, die een poging deed om verleidelijk naar Draco te knipperen. Draco besloot nog maar niet te zeggen dat hij juist absoluut niet van plan was om ook maar een partner mee te nemen, en zeker niet Patty Park. Haar gezeik aan zijn hoofd had hij namelijk al vaak genoeg.
Wordt Draco een beetje verliefd?
Btw: Voor de mensen die Slecht, Dieptreurig of Zwakzinnig stemmen, zeg dan even waarom . Tips vind ik altijd handig, maar als je dat alleen maar stemt omdat je verhalen over Draco en Hermelien niet leuk vind ofzo stem dan gewoon niet, a.u.b. |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Za Aug 04, 2007 11:13 |
 |
Zomervakantie, niks te doen en zeeën van tijd om aan dit verhaal te schrijven. Nog bedankt voor alle berichten .
Lieve Hermelien,
Kom morgenavond om 6 uur naar m’n huissie. Neem Harry en Ron maar niet mee, want ik kan me niet voorstellen dat ze dit leuk zullen vinden. Vertel niemand hierover, en zeker niet professor Sneep.
Groetjes,
Hagrid
Het was al 10 uur ’s avonds. Hermelien las het briefje met slordige hanenpoten van Hagrid nog een keer. Waarom wilde hij dat ze in haar eentje naar zijn huisje zou komen? En wat zouden Harry en Ron niet leuk hebben gevonden? Ze borg het briefje snel op toen Ron de leerlingenkamer binnenkwam.
‘Ron! Hierzo!’ riep Hermelien naar hem. Sloom plofte Ron in een fateuil naast Hermelien neer. Ze zag toen al gelijk dat hem iets dwarszat. Hij staarde ingespannen naar zijn voeten en beet op zijn lip.
‘Waarom vertelde Harry me net pas over het feestje van Slakhoorn,’ zei Ron prompt.
‘Wat? Het feestje van Slakhoorn?’
‘Ja, wat ik van Harry kon opmaken hebben jullie die al een week geleden gekregen,’ zei Ron sikkeneurig. Hij had het nooit leuk gevonden dat Hermelien en Harry de lievelingetjes van Slakhoorn waren.
‘Ron, daar had ik gewoon niet meer aan gedacht. Persoonlijk vind ik het niet erg belangrijk,’ zei Hermelien toegevend. Ze vond het altijd sneu voor Ron dat hij nooit uitgenodigd werd, terwijl zij en Harry altijd gedwongen waren geweest om naar die feestjes te gaan.
‘Ja, nou,’ mompelde Ron chagerijnig. ‘Wie was je van plan mee te nemen?’
‘Oh!’ zei Hermelien. Ze had daar over het algemeen nog helemaal niet over nagedacht. ‘Ik heb eerlijk gezegd nog geen idee.’
‘Wat dacht je van Malfidus,’ sneerde Ron.
‘Doe niet zo mal!’ zei ze geïriteerd, ondertussen lachtte Ron gnuivend. ‘Weet je wat? Ga gewoon met mij mee, dan hoef jij die avond niet alleen te zijn,’
‘Echt?’ Rons gezicht klaarde aanzienlijk op. ‘Ik hou van je Hermelien! Hartstikke bedankt, je bent echt een sch-‘
‘Zo is het wel weer welletjes,’ zei Hermelien gelijk, maar toch voelde ze zich lichtelijk geamuseerd. Precies op dat moment vloog het portretgat weer open en kwam Harry de leerlingenkamer binnengestampt. Hermelien schrok van zijn gezichtsuitdrukking; ze had hem zelden zo vies zien kijken.
‘En, wat is jouw probleem?’ vroeg Hermelien voorzichtig.
‘Ik háát Malfidus!’ zei Harry furieus. Hij had geen eens door dat hij hard met zijn knie tegen een koffietafeltje aan kwam en ging woedend naast Ron zitten.
‘Grappig dat je over hem begint. Ik zei net nog tegen Hermelien dat ze onze geliefde sh*t-for-brains Malfidus maar moest meenemen naar dat feestje van Slakhoorn,’ zei Ron die Hermelien spottend aankeek.
‘Hahaha,’ zei Hermelien sarcastisch terwijl Ron zich weer verkneukelde om zijn eigen grap. ‘Ook heel grappig dat jij dat zo nodig moest zeggen, ik kan nog van het idee afzien om je mee te nemen Ronald,’ zei ze minachtend en ze wendde zich weer tot Harry.
‘Wat zei Malfidus dan?’
‘Hij begon weer eens over mijn dode ouders,’ zuchtte Harry. Hermelien keek hem meteen vol medeleven aan. ‘Ik heb daar zo’n hekel aan als hij dat doet. En toen moest natuurlijk nét Sneep weer langskomen, en ik had het natuurlijk weer gedaan.’ Hermelien herkende die situatie gelijk. Zij had een tijd geleden ook een confrontatie gehad met Draco, en toen dook Sneep ook precies op dat moment weer op. Maar zij was echter blij geweest om Sneep te zien, want ondanks dat ze hem evenals Draco niet kon uitstaan, Sneep bleef een leraar en hij had haar toen die tijd behoorlijk uit de purree geholpen. Sindsdien had ze dan ook geen last meer van Draco gehad.
‘Sneep is slecht, en Draco is gewoon dieptreurig,’ zei Ron wijs. Daarmee doelde hij op resultaten die je kon krijgen bij S.L.I.J.M.B.A.L of P.U.I.S.T examens. ‘Vatten jullie hem? Sneep – slecht, Draco – dieptreurig.’
‘Ja Ron, we snappen het,’ zei Hermelien snibbig. Ze kon er nou niet echt om lachen. Ondertussen herlas ze haar werkstuk over Gedaanteverwisselingen (Hoe je als mens je gelaat naar believen kunt veranderen) en streepte ze een paar foute woorden weg.
‘Hé ja! Kun je die van mij ook meteen even nakijken,’ zei Ron opgetogen, terwijl hij zijn werkstuk naar Hermelien toereiktte.
‘Ron,’ zei Hermelien resoluut. ‘Je gaat dit jaar voor je P.U.I.S.T! Je moet het toch echt eens zelf gaan doen!’
‘Alsjeblieft?’ vroeg Ron, die haar smekend aankeek. ‘Ik had net ook gezegd dat je een schat was, oh ja – en je bent heel slim en heel mooi en ook –‘
‘Kom hier met dat werkstuk van je!’ snauwde Hermelien. Ze paktte het aan en haar veer krastte koortsachtig in de schemerige leerlingenkamer toen ze de fouten uit Ron zijn werkstuk verbeterde. Harry, die nog opvallend weinig had gezegd, nam het woord weer.
‘Malfidus hangt natuurlijk ook weer rond bij dat feestje van Slakhoorn,’ zei hij bitter. ‘Dus dan heb ik dus een hele goede reden om me vrijdag ziek te melden,’
‘Ik dacht dat Slakhoorn eh – Malfidus niet zo geweldig vond?’ zei Ron die zo nonchalant mogelijk probeerde te klinken.
‘Tuurlijk,’ snoof Harry. ‘Maar hij is hoofdmonitor, dus Slakhoorn nodigt hem gewoon uit. Kennelijk sta je dan automatisch op zijn lijstje,’
‘Ach, er komen op zijn feestjes toch altijd zoveel mensen dat je daar verdrinkt in de massa,’ zei Hermelien afwezig. ‘Trouwens, Ron. Ik zie dat die Goedspellende veer van je ofzo weer kuren heeft. Want ik kan me niet herinneren dat jij je naam ooit verandert hebt in Ronnie Wiebel, of ik moet me heel erg vergissen,’ Hermelien herinnerde zich goed dat de vorige keer boven een van Rons werkstukken ‘Renald Wombel’ had gestaan.
‘Nee hé,’ mompelde Ron nijdig. Hij vond het nooit leuk als zijn naam vervormd werd.
‘Ach jee,’ proestte Harry, die voor het eerst weer een beetje vrolijk keek. ‘Heeft Ronnie Wiebel zijn werkstuk een beetje verprutst!’
‘Kop dicht Harry,’ zei Ron pissig, die zijn fout gauw corrigeerde.
Ze wist Harry en Ron de volgende avond af te schudden door te zeggen dat ze haar weerwolfopstel had laten liggen in de bibliotheek. Nadat Harry en Ron uiteindelijk schoorvoetend terug waren gegaan naar de leerlingenkamer had Hermelien zich naar Hagrids huisje gesneld. Vredig liep ze over de glooiende gazons en genoot van de geur van de koele avondlucht. Ze liep langs het Verboden bos en hoorde plotseling een merkwaardig klikkend geluid bij de struiken vandaan komen. Een klikkend geluid? Als verstijfd bleef ze staan toen ze het geluid nog een keer hoorde.
‘Lumos,’ fluisterde Hermelien. Een dunne lichtstraal scheen over de bosjes. Ze zag niks, maar ze hoorde wel iets wegschieten. Zo te horen was het iets groots, iets reusachtigs. De bosjes kraakte terwijl het ding wegsprintte en Hermelien hoorde dat het wel meer dan vier poten had. Eventjes bleef ze naar de bosjes staren, in de hoop dat het nog terug zou komen. Toen dat uiteindelijk niet gebeurde maaktte ze weer rechtsomkeer naar Hagrids huisje.
‘Je bent er,’ zei Hagrid schor toen hij de deur opendeed. Het viel Hermelien plotseling op dat het ongelofelijk stonk in Hagrids huisje.
‘Hagrid,’ zei ze, terwijl ze heel erg de neiging voelde om haar neus dicht te knijpen. ‘Waarom moest ik hierheen komen?’
‘Ik zal ’t je zo laten zien,’ mompelde Hagrid. ‘Thee?’
‘Nee, dank je,’ zei Hermelien zwakjes. Hagrid zette voor zichzelf een enorme kroes op tafel en ging met een serieus gezicht zitten.
‘Waarom mochten Ron en Harry niet mee?’ vroeg Hermelien toen.
‘Kijk,’ zei Hagrid een beetje nerveus. ‘k Denk niet dat ze dit leuk zullen vinden. Ze zijn vast nog niet vergeten dat –‘
‘Ja?’ spoorde Hermelien hem aan toen Hagrid prompt stopte.
‘Het bent natuurlijk verboden, maar wat most ik anders doen!’ zei Hagrid.
‘Hagrid, ik snap echt niet waar je heen wilt,’ zei Hermelien voorzichtig, maar ze had toch een naar voorgevoel, zoals gewoonlijk als Hagrid over dit soort dingen begon.
‘Goed, goed,’ zei Hagrid, die vervolgens weer zenuwachtig om zich heen keek. ‘Je wist toch nog die ene keer dat ik vertelde over die Acromantula?’ Hermelien knikte een beetje beduusd. Wat wilde Hagrid vertellen over Acromantula’s?
‘Ik was dus laatst in ’t verboden bos bennen wezen, en daar vond ik –‘ plotseling sprongen er tranen in Hagrids ogen.
‘Wat vond je daar Hagrid?’ zei Hermelien snel, alhoewel ze het eigenlijk al kon raden.
‘Een kleintje – ik kon hem daar niet achterlaten Hermelien! Helemaal allenig! Dan zou ie de pijp uit gaan! Hij piepte naar zijn moeder, want hij was verstoten!’ met betraande ogen keek Hagrid haar aan. Hermeliens voorgevoel was juist geweest.
‘Heb je een spin meegesmokkeld?’ zei Hermelien ongelovig. ‘Hoe kon je dat nou doen! Dat is verboden! Straks raak je je baan misschien nog kwijt!’
‘Er bennen wel eens vaker dingen gebeurd, maar Perkamentus is gewoon zo’n peer. Hij weet al jaren dat ik van beessies hou,’
‘Nee, je monsterobsessie begint nu echt uit de hand te lopen!’ zei ze schril. Hoe vaak had ze dit soort dingen wel niet meegemaakt? Hagrid had ook al een draak gehad, Norbert. Nu snapte ze waarom Hagrid dacht dat vooral Ron en Harry dit niet leuk hadden gevonden, na alles wat er met Aragog was gebeurd. Plotseling hoorde Hermelien dat klikkende geluid weer. Ze keek om en zag een forse spin ter grote van een tarantula in een glazen bak zitten. Ze besefte meteen dat daar die stank vandaan kwam.
‘Ik ken hem er beter nog maar niet uitlaten,’ zei Hagrid beverig. ‘Hij is hier nog maar een maandje, niet erg gewend aan andere mensjes. Ik had hem een keer los laten lopen, en nou je wist het, toen kwam die Sneep weer aanhollen…’
‘Je zei eerst tegen ons dat je daar niks mee te maken had gehad!’
‘Ja, maar begrijp ’t nou niet verkeerd. Ik wou gewoon de lol niet voor jullie verpesten, jullie eerste schoolweek, mijn ammehoela!’
‘Mijn eerste schoolweek was al een ramp, dus dat had er best bij gekund,’ zei Hermelien geërgerd. ‘Je moet hem vrijlaten, Hagrid!’
‘Dat ken niet! Dan gaat ie dood! Hij heeft alleen mijn nog Hermelien!’ zei Hagrid, die met een enorm toeterend geluid in zijn zakdoek snoot. Ondertussen stond Hermelien op om een blik te werpen in de glazen bak.
‘Hoe – hoe heet hij,’ vroeg Hermelien trillerig in een poging geïnteresseerd te lijken.
‘Arina,’ snikte Hagrid. ‘Het is trouwens een meisje,’
‘Eh, leuke naam,’ zei ze snel. Ze maaktte een sprongetje van schrik toen de spin weer vervaarlijk met zijn kaken klikte.
‘Is het geen schoonheid? Arina, wat is er meissie!’ brulde Hagrid trots door zijn tranen heen terwijl de spin weer klikte. Het is maar wat je een schoonheid noemde. Hermelien vond grote harige spinnen met acht ogen over het algemeen niet zulke smakelijke beesten.
‘Dus daarom sloop er daarnet ook zo’n beest rond,’ zei Hermelien toen op een hele ernstige toon.
‘Huh wat?’ zei Hagrid geschrokken, terwijl zijn zwarte keverogen groot werden. ‘Wat zeggie Hermelien?’
‘Toen ik naar je huisje toeliep, ik hoorde iets rondsluipen in de bosjes,’
‘Dat zal wel een vos geweest zijn dan,’ zei Hagrid snel. Hermelien keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan. Ze wist nu toch echt zeker dat dat ding in de bosjes een Acromantula was geweest.
‘Nee Hagrid, hij maaktte namelijk datzelfde klikkende geluid,’ zei ze, terwijl ze knikte naar de kooi van Arina.
‘Oh nee,’ zei Hagrid die plotseling teneergeslagen op zijn stoel plofte. ‘Ze missen d’r natuurlijk! En ze weten dat ik d’r heb. Nee, laat dat nie waar zijn…’
‘Je kunt hem – eh – Arina nu nog vrijlaten,’ zei Hermelien schuchter terwijl ze Hagrid op zijn rug kloptte.
‘Nee dat ken ik niet!’ zei Hagrid, die weer gierend begon te snikken. ‘Ik heb d’r nu al een maand. Na een tijdje raak je echt gehecht aan zo’n beessie!’ Hermelien kon het zich niet voorstellen dat je gehecht kon raken aan een bloeddorstige spin, maar dat hield ze voor zich.
‘Maar als een volwassen Acromantula hier rondsluipt dan – is dat heel gevaarlijk! We moeten ook denken aan de veiligheid van de school, en de leerlingen. Je kan haar echt beter vrijlaten,’ probeerde ze Hagrid te overtuigen. Alsof Hermelien net een voorspelling gedaan had klonk er als klap op de vuurpijl opeens een oorverdovende schreeuw dat overduidelijk van buiten kwam. Hermelien maaktte een sprongetje van schrik. Daar had je alle ellende al!
‘Oh nee, nee, alsjeblieft niet,’ weende Hagrid, die in alle paniek zijn kroes van de tafel afgooide. Een enorme hoeveelheid thee plenste op de grond en Hermelien rende naar buiten. |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Za Aug 04, 2007 20:01 |
 |
Volgens mij is dit het kortste stukje dat ik tot nu toe gepost heb, maar ik heb het wel heel lang uit zitten denken, dus ik hoop dat jullie het geslaagd vinden! Tips zijn altijd welkon .
Toen Hermelien buiten stond werd ze gelijk geteisterd door een gruwelijke aanblik. Een spin, een reusachtige spin met wel poten van twee meter lang en acht paar afschuwelijke zwarte ogen was zo te zien het terrein binnen geslopen. En dat niet alleen. Hij hield met zijn voorste twee poten iets hoog in de lucht. Een jongen schreeuwde en maaide met zijn voeten om uit greep van de enorme spin te verbreken. Hermelien kon toen haast ook wel gillen toen ze zag wie de jongen was.
Het was Draco Malfidus, nog bleker dan normaal en Hermelien had hem nog nooit zo bang gezien. In vergelijking met de spin leek Draco plotseling maar klein en weerloos. Toen de spin Hermelien in de smiezen kreeg smeet hij Draco met een enorme plof neer, die in een veromfaaide hoop op de grond bleef liggen. Wonderbaarlijk genoeg kon de spin ondanks zijn enorme achterlijf heel hard rennen. De spin kwam vervaarlijk snel dichterbij, met zijn acht ogen op Hermelien gericht.
‘Paralitis! Paralitis, PARALITIS!’ gilde Hermelien. Rode stralen raaktten het lichaam van de spin. Dat leek niet te helpen, de spin werd alleen maar nog kwaaier. Zijn kaken klikten woedend en Hermelien rende gauw een paar meter van de spin vandaan.
‘Petrificus Totalus! Petrificus –‘ het hielp allemaal niks. De spin werd bozer en bozer. Ze moest opgeven, de spin zou haar ook met zijn voorpoten beetpakken en in de lucht houden.
Maar Hagrid was ondertussen ook naar buiten gekomen en brulde: ‘Wat mot dat! Ga terug naar je web! Venijnig rotbeest!’ Hagrid richtte zijn roze paraplu op de spin, die altijd minder onschuldig was geweest dan hij eruit zag. Precies op het moment dat Hermelien een laatste poging deed om een lamstraal af te vuren, ketste er ook twee andere rode stralen tegen de spin aan en deed wat één spreuk niet voor elkaar zou hebben gekregen. De spin klikte nog één keer tevergeefs met zijn kaken, maar zakte daarna door zijn poten en kwam met een akelig doffe dreun neer. Hermelien wierp een blik op Draco. Hij hield zijn toverstok nog steeds op de spin gericht. Het was duidelijk dat het hem veel krachtinspanning had gekost om een beetje rechtop te gaan zitten; zijn onregelmatige ademhaling was duidelijk te horen. Even heerste er een ongemakkelijke stilte, maar toen wendde Hermelien zich tot Hagrid.
‘Ik breng hem wel naar de ziekenzaal,’ fluisterde ze tegen Hagrid, die grote ogen had van schrik. Hij knikte en liep eventjes terug naar zijn huisje. Net voordat de deur dichtsloeg had Hermelien kunnen zweren dat ze Muil had horen piepen. Vervolgens tilde Hagrid met beverige handen de Acromantula moeiteloos op en kloste het Verboden Bos in, waarschijnlijk om de spin terug te brengen naar de plek waar hij vandaan kwam. Ondertussen knielde Hermelien naast Draco neer, die nog steeds op de grond lag.
‘Is – is alles goed?’ vroeg Hermelien zachtjes.
‘Nou nee,’ zei Draco grimmig. ‘Jij zou je ook niet okè gevoeld hebben als je door zo’n beest was besprongen,’ plotseling moest Hermelien heel erg de neiging onderdrukken om luidkeels te giechelen. Ze had Draco nog nooit in zo’n status meegemaakt; zijn witblonde haar zat helemaal in de war en een deel van zijn schooluniform was gescheurd.
‘Wat?’ vroeg hij agressief toen hij Hermeliens geamuseerde gezicht zag.
‘Niks,’ zei ze snel. Ze luisterde even naar de geluiden om haar heen. Bladeren ritselden in de wind en ze meende krekels te horen. Het was alsof er helemaal niks gebeurd was.
‘Denk je dat je kunt staan?’
‘Tuurlijk,’ zei hij een tikkeltje arrogant terwijl hij opstond. Eventjes leek het ook alsof hij geen schrammetje aan de aanval van daarnet had overgehouden. Plotseling greep hij echter krampachtig naar zijn borst, kreunde luid en viel toen pardoes weer op de grond.
‘Malfidus!’ zei Hermelien met overslaande stem. ‘Wat is er? Gaat het!’ Draco bleef eventjes op de grond liggen met zijn ogen dichtgeknepen en antwoordde pas toen de pijn kennelijk weggetrokken was: ‘Nou, het ziet er naar uit dat ik een rib heb gebroken,’ hij probeerde zo kalm mogelijk te klinken, maar zijn borstkas ging heel snel op en neer en hij had tranen in zijn ogen. Toen hij Hermelien zag kijken veegde hij ze gauw weg.
‘Ik had iets in mijn oog,’ mompelde hij. Hermelien keek hem ongelovig aan, maar ze besloot er verder niet op in te gaan.
‘Het ziet er dus naar uit dat ik zonder jou het kasteel niet bereik,’ zei hij toen, terwijl er een vreemde gesloten uitdrukking op zijn gezicht verscheen. Hij stak zijn hand uit, als gebaar dat Hermelien hem overeind moest trekken. Met trillende hand pakte ze de zijne aan. Toen Draco weer met beide benen op de grond stond friemelde Hermelien zenuwachtig aan haar haren.
‘Relax Griffel, er is niks aan de hand,’ zei Draco gladjes. ‘Zou je zo vriendelijk kunnen zijn om jezelf aan te bieden zodat ik op je kan steunen?’
‘Wat?’ zei Hermelien verbaasd. ‘Steunen? Wel, goed…’ Onmiddelijk sloeg hij zijn arm om haar heen en oefende zijn volle gewicht op haar uit. Ze had eventjes grote moeite om zelf nog rechtop te blijven staan, dat was natuurlijk niet zo vreemd want hij was veel groter dan haar. Dit voelde haast net zo fout als in dat lokaal waar ze strafwerk bij hem moest maken op de eerste schooldag. Belemmerd door zijn gewicht leidde ze hem langzaam naar het kasteel. Plotseling schoot het haar te binnen dat het er wel erg onwerkelijk uit moest zien; Draco Malfidus die op háár leunde. Was dat niet te gek voor woorden? Weer voelde Hermelien een lachstuip opkomen. Waarom vond ze dit nou eigenlijk allemaal zo grappig?
‘Wat – wat dee je daar eigenlijk,’ hijgde Hermelien. ‘Bij Hagrids huisje bedoel ik,’
‘Eh, avondwandelingetje,’ zei Draco ontwijkend. ‘Maar dat moest natuurlijk weer verpest worden toen die grote smerige spin opeens uit de bosjes stapte,’ vervolgde Draco bitter. Hermelien hoefde niet meer details, ze wist wel wat er daarna gebeurd was. Zo nu en dan moesten ze even stoppen met lopen, omdat Draco weer een pijnscheut kreeg. Elke keer als hij weer verwoed naar zijn ribbenkast greep kon Hermelien steeds maar nét voorkomen dat hij weer om zou vallen.
‘Ja – ja, het gaat wel. Loop maar weer verder,’ zei hij dan elke keer weer, met een gezicht vertrokken van de pijn.
Pas toen ze de grote voordeuren gepasseerd waren en bij de marmeren trap stonden zei hij: ‘Hier kan ik het wel weer alleen, ik kan me aan de trapleuning vasthouden als het moet,’ Hermelien was blij toen hij zijn arm verwijderde van haar schouders; er was letterlijk een hele last van haar afgevallen.
‘Moet ik meelopen naar de ziekenzaal?’ vroeg Hermelien bezorgd. Op dat moment trok Draco een gezicht alsof er zich een lastige tweestrijd in zijn hoofd afspeelde.
‘Ach, waarom ook niet Griffel,’ mompelde hij uiteindelijk. Vervolgens hees hij zichzelf via de trapleuning steeds een paar treden hoger. Het leek wel uren te duren voordat ze de vijfde verdieping eenmaal hadden bereikt, waar de ziekenzaal zich bevond.
‘Wel…,’ zei ze opgelaten toen Draco zijn hand op de klink van de deur neerlegde.
‘Ja, bedankt voor je hulp – Hermelien,’ zei Draco plotseling en hij streek zijn hand door zijn haar. Hermelien voelde plotseling het bloed naar haar hoofd stijgen en er verscheen een ferme blos op haar wangen. Nog nooit, nog nooit had hij haar bij haar voornaam genoemd. Het zou haar niks verbaasd hebben als hij de warmte die ze uitstraalde had kunnen voelen.
‘Graag gedaan, Malfi – Draco,’ zei ze nerveus. Voorzover het mogelijk was werd ze nog roder. Terwijl ze verlegen naar haar schoenen keek grijnsde Draco triomfantelijk.
‘Tot ziens dan maar,’ zei hij. Een paar seconden later klapte de deur van de ziekenzaal voor Hermeliens neus dicht. |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Zo Aug 05, 2007 12:36 |
 |
‘Heeft hij zo’n beest in huis genomen?’ zei Ron vol afgrijzen. ‘Is hij nou helemaal gek geworden?’ Hermelien had gelijk toen ze terug was het verhaal aan Harry en Ron verteld.
‘Ik weet het,’ zei ze nerveus. ‘Hij neemt nu wel een erg groot risico. En dat is niet alleen het risico om ontslagen te worden!’
‘Nee, als die beesten ook nog over het schoolterrein rondparaderen. Je zei toch dat die Acromantula Malfidus had aangevallen?’
‘Nou, ik kan geen medelijden met hem hebben,’ bromde Harry. ‘Ron en ik zijn wel eens door honderden Acromantula’s aangevallen. Dan moest dit een eitje geweest zijn,’
‘Niet als je geen vliegende auto bij de hand hebt,’ zei Hermelien met afkeurend getuitte lippen. ‘En ook al is het Dra – Malfidus‘ ze hoopte dat Ron en Harry de lichte blos die op haar wangen verscheen niet zouden opmerken. ‘– dan hoeft het niet gelijk te betekenen dat het terecht is dat die spinnen daar rondsluipen! Ze willen natuurlijk hun baby terug! Of wat dan ook…,’
‘Ja, en nu weten we ook meteen dat Sneep het bij het rechte eind had gehad wat Hagrid betreft,’ zei Ron grimmig. ‘Het is trouwens wel erg toevallig, dat die spin nou net Malfidus moest pakken. Ik wed dat hij weer bij zijn pappie gaat zeuren, en dan krijgt Hagrid dus echt de zak,’
‘Nou, hij is er al eens eerder onderuit gekomen,’ zei Harry schouderophalend.
‘Maar stel nou dat dit de druppel is?’ zei Hermelien pinnig.
‘Tja, dat wordt dus afwachten,’ zei Ron. ‘Als Malfidus het niet aan zijn lieve rijke pappie verteld of aan Sneep dan heeft Hagrid geluk,’
‘Laten we dat dan maar hopen voor hem,’ zei Hermelien, maar ze was niet erg overtuigd daarvan.
‘Waarom betrekt hij ons altijd bij zijn bloeddorstige vriendjes,’ zei Harry boos. ‘Hebben we niet al genoeg problemen zonder Aragog, Norbert of Groemp?’
‘Ik weet het Harry,’ zei Hermelien toegevend. ‘Maar Hagrid is en blijft onze vriend, we kunnen hem niet zomaar laten vallen,’
‘Dat was ik ook helemaal niet van plan!’ zei Harry snel.
‘Had Malfidus eigenlijk nog verwondingen?’ zei Ron gretig. Hij vond het zo te zien helemaal geweldig dat Malfidus was aangevallen door een reusachtige spin. ‘Een giftige beet? Hersenschudding? Of de spinnenpest?’
‘Hij had een gebroken rib,’ zei Hermelien geërgerd. ‘En dat is niet grappig!’ Ron had ondertussen tranen in zijn ogen van het lachen.
‘Madame Plijster geneest dat binnen twee seconden,’ zei Harry wijs. ‘Zo ernstig is het niet,’
‘Nee natuurlijk is het niet ernstig!’ zei Hermelien schril. ‘Maar als je zelf een gebroken rib hebt piep je wel anders Ron!’ het lachen was Ron plotseling weer vergaan.
‘Moest je dat nou weer persee beamen!’ mompelde hij nijdig.
De volgende avond om ongeveer dezelfde tijd speelden zich er hele andere dingen af in de leerlingenkamer van Zwadderich. Draco en Benno Zabini hadden zo hun eigen problemen. Het feestje van slakhoorn zou om die avond acht uur al beginnen.
‘Mijn vlinderdasje! Het – blijft – verdorie – niet – zitten!’ zei Draco geërgerd.
‘Vlinderdasjes zijn niet echt jouw sterkste kant, is het niet,’ zei Zabini schamper. ‘Trouwens, over wat je gisteravond zei. Je was dus bij Madame Plijster geweest omdat je een gebroken rib had gekregen van die spin die je had aangevallen, maar hoe ben je eigenlijk terug naar het kasteel gegaan?’
‘Eh, gewoon lopen,’ loog Draco snel.
‘Met een gebroken rib?’ vroeg Zabini, met een opgetrokken wenkbrauw.
‘Ja natuurlijk, hoe moest ik anders terug,’ zei Draco geërgerd. Hij had niet aan Zabini en de rest verteld dat hij in feite gered was door Hermelien Griffel. Ze zouden het toch niet begrijpen… En Patty zou hem haast vermoord hebben als hij het had verteld.
Draco probeerde ondertussen met zijn toverstok een perfecte strik te maken, maar elke keer als het leek te lukken zakte de strik weer uit tot twee treurige lintjes.
‘Dan niet,’ gromde Draco, terwijl hij het strikje weggooide. Hij en Zabini zaten op zijn eigen kamer. Zabini had zijn pak al aangetrokken, maar Draco had de grootste moeite om zijn outfit netjes te krijgen. Omdat het vlinderdasje duidelijk geen succes was pakte Draco gauw een stropdas.
‘Weet je,’ zei Zabini droog terwijl hij op zijn horloge keek. ‘Je moet nu een beetje opschieten, het is al vijf voor acht.’
‘Kan me niks schelen!’ snauwde Draco. ‘Ik kan toch niet op deze manier naar dat feestje toegaan! Heb je trouwens mijn jaquet ergens gezien?’
‘Die heb je daar op je eigen bed gedumpt,’ zuchtte Zabini. ‘Doe eens rustig,’
‘Sorry,’ mompelde Draco, die zijn jaquet griste van het bed. Normaal deed hij eigenlijk nooit zo moeilijk om er op en top uit te zien.
‘Ben je nu eindelijk klaar?’ vroeg Zabini verwachtingsvol. Hij pulkte een beetje afwezig aan zijn nagels.
‘Ja, kom we gaan,’ zei Draco kortaf. Ze verlieten samen de leerlingenkamer van Zwadderich en begaven zich naar Slakhoorns kamer, waar het feestje zich zou afspelen. Draco friemelde aan zijn jaquet en maakte de knoopjes vast die hij in alle haast was vergeten dicht te doen.
‘Patty vond het zeker niet leuk dat je haar niet meenam,’ zei Zabini grijnzend.
‘Nee, tuurlijk niet,’ mompelde Draco geïriteerd. ‘Ze schold me meteen uit voor een egoïstische zak. Maar ik had gewoon geen zin in dat mens. Ik bedoel, nu hoef ik haar dramatische gezeik niet de hele avond aan te horen.’
‘Je hebt groot gelijk,’ zei Zabini verachtend.
Toen ze eenmaal Slakhoorns kamer instaptten stikte het van de mensen. Zo te zien had Slakhoorn bijna alle bekende of invloedrijke mensen uit het gehele gebied uitgenodigd. Ergens stond zelfs een vampier in een hoekje, lijkbleek en uitgemergeld. Er waren ook heel veel mensen van Zweinstein en zo te zien waren de Witte Wieven ook uitgenodigd. Ze stonden op het podium een van hun bekende hits ‘Laat de magie niet sterven’ te zingen. Draco keek zijn ogen uit. Vorig jaar was hij ook bij een van Slakhoorns feestjes binnengeglipt, maar hij had toen geen aandacht gehad voor al die bekende mensen die er rond liepen.
‘Goed, zullen we even rondlopen?’ vroeg Zabini verveeld.
‘Laten we daarheen lopen,’ zei Draco, en hij knikte naar een tafel waar zo te zien allemaal verrukkelijke hapjes op geserveerd waren. Eenmaal bij de hapjestafel aangekomen werden ze meteen opgeschrikt door hun oudleraar Verweer tegen de Zwarte kunsten.
‘Gladianus Smalhart!’ gilde een oude heks met grijs krulletjes haar. ‘Terug uit het St. Holisto! Ik bewonder u zoveel, uw boeken! Fantastisch!’ walgend keek Draco naar Smalhart, die daar in een lichtgroen gewaad zag en in al die jaren geen steek was veranderd. Hij had nog steeds lang golvend blond haar en die blikkerende tandpasta grijns.
‘Dank je! Saartje Slabber! Hartelijk dank!’ Smalhart boog diep en de vrouw giechelde schel.
‘Zeg me dat u weer boeken gaat schrijven! Alstublieft! Alstublieft!’ kirde de vrouw.
‘Roem is vergankelijk,’ zong Smalhart. ‘Ik zal erover nadenken,’ hij gaf Saartje Slabber een vette knipoog en zag toen plotseling Draco en Zabini staan.
‘Wacht eens even! Volgens mij zijn jullie oudleerlingen van me!’
‘Jammer genoeg wel,’ siste Draco tegen Zabini, maar Smalhart hoorde het niet.
‘Fascinerend!’ zei Smalhart joviaal. ‘Natuurlijk vonden jullie het wel heel jammer dat jullie daarna nooit meer zo’n knappe docent hebben gehad!’
Zabini rolde met zijn ogen.
‘Helaas, helaas, ik raakte een paar jaar geleden mijn geheugen zo goed als kwijt. Maar het komt allemaal weer terug! Ik weet eindelijk waarom ik nou beroemd was! Natuurlijk, deed mijn charmante glimlach wonderen, maar het schijnt dat ik goed in boeken schrijven was! Is het niet geweldig!’ Zabini zei nog steeds niks en stond met zijn handen over elkaar Smalhart hooghartig aan te staren.
‘Ja, ongelofelijk geweldig,’ zei Draco sarcastisch, terwijl hij zijn ogen ten hemel sloeg. Nadat Smalhart in het St Holisto voor permanente spreukschade was beland was de aap uit de mouw gekomen. Smalhart had al die avonturen die hij in zijn boeken beschreef niet zelf meegemaakt. Het was venijnig jatwerk geweest.
‘Maar goed, ik heb goed nieuws voor jullie en jullie vriendjes!’ zei Smalhart, die weer knipoogde. ‘Ik breng binnenkort officieel een boek uit over mijn geheugenverlies! Genaamd ‘Mijn vergeten ik’. Maar dit is jullie gelukkige dag! Ik deel namelijk de eerste exemplaren hier uit! Natuurlijk moet je wel even in de buidel tasten, want ik doe het niet gratis… Maar ik signeer ze wel gratis!’ en hij toverde zijn tandenblikkerende grijns weer tevoorschijn. Zabini stootte Draco aan.
‘Ik zie mijn moeder staan, ik ga even naar haar toe!’ zei hij vrolijk. Draco wierp echter een woedende blik op hem. Nu moest hij alleen blijven staan bij die Smalhart!
‘Weet je,’ zei Smalhart plotseling. ‘Ik heb gehoord dat Harry Potter hier ook zou zijn! Harry Potter! En ik heb hem nota bene lesgegeven!’ daar begon het al. Nu moest hij eeuwig verhalen aan horen over Harry, iets wat hem geen bal kon schelen.
‘Hij is natuurlijk niet zo beroemd als ik, maar toch… Dat rompslons met Jeweetwel! Fascinerend! Misschien ga ik daar wel een boek over schrijven!’ zei Smalhart opgewonden. Draco wist niet wat hij moest zeggen. Hij moest van deze idioot afkomen! En toen kwam de geweldige gelegenheid om dat te doen; hij zag Harry Potter in de andere hoek van de kamer staan met Ron Wemel.
‘Over Harry Potter gesproken,’ zei Draco gladjes met een boosaardige blik in zijn ogen. ‘Hij staat daar. Zal ik hem even roepen?’
‘Staat Harry Potter daar?’ zei Smalhart gretig. ‘Wonderbaarlijk!’ Draco’s plannetje lukte!
‘HE POTTER!’ schreeuwde hij. ‘SMALHART HIER WIL JE HANDTEKENING!’ Harry draaide zich om, maar toen hij Smalhart zag schoot hij gauw weg in de menigte.
‘Oh jee, waar gaat Harry nu naar toe!’ zei Smalhart met een teleurgestelde blik. ‘Wacht eens Harry!’ en ook Smalhart verdween in de menigte.
Zelfvoldaan over zijn actie wende hij zich tot de hapjestafel. Er stond een hele vreemde glibberige groene pudding. Eerst vroeg hij zich af wat voor pudding dat was maar besloot het er toen toch op te wagen. Hij pakte een bordje van de pudding en nam voorzichtig een hapje. Het smaakte een beetje kwarkachtig. Plotseling had hij echter geen aandacht meer voor zijn pudding. Hij zag aan de andere kant van de hapjestafel Hermelien Griffel staan. Devon Allius was met haar aan het praten maar hij zag tot zijn voldoening dat Hermelien zich kostelijk verveelde.
‘– en ik draag altijd schoenen van het allerbeste en duurste merk. Het is van Magical Desires, ken je dat merk?’
‘Nooit van gehoord,’ zei Hermelien nogal snibbig.
‘Echt niet? Wat vreemd… Eh, ken je het bezemmerk Nimbus?’
‘Wie niet,’ snoof Hermelien. ‘Harry had er ook een,’
‘Ja, ik heb nog steeds een Nimbus 2000. Geweldige bezem. Iedereen heeft in ons Zwerkbalteam een bezem van het merk Nimbus volgens mij. We gaan vast en zeker de cup winnen. Ik vind het team van Griffoendor nogal slap, vind je ook niet?’
‘Zal best kunnen,’ zei Hermelien kil. ‘Ik volg Zwerkbal niet zo om eerlijk te zijn?’
‘Nee?’ Allius keek plotseling ongelofelijk ontzet. ‘Wat is je lievelingsploeg?’
‘Heb ik niet, dat zei ik –‘ maar Draco luisterde verder niet meer naar het gesprek. Hij had blijkbaar zo gefascineerd staan luisteren dat hij zijn bordje scheef had gehouden. Zijn pudding was eraf geglibberd en met een enorm vies FLETSCH geluid op de grond gevallen. Mevrouw Norks kwam opeens tevoorschijn vanuit de mensenmassa’s en snoof argwanend aan de pudding. Vervolgens richtte ze haar grote gele ogen op Draco.
‘Daar kan ik ook niks aan doen!’ snauwde hij tegen de kat. Vervolgens rende mevrouw Norks weg, en Draco vloekte luid. Nog geen twee seconden later kwam Vilder, de gestoorde kwabbige congierge hijgend uit de menigte gerend.
‘Rommel!’ siste hij. ‘Een smeerboel veroorzaken hè! Opruimen, nu!
‘Wat jij wilt,’ zei Draco wezenloos, en hij liet een verdwijnspreuk los op de pudding.
‘Niet zo ongeïnteresseerd mannetje!’ zei Vilder boos, zijn kaken trilden onheilspellend. Hij had zijn vieze lompen veruild voor een nogal beschimmeld pak. ‘Als iedereen al zijn eten op de grond smeet zou ik eeuwig schrobwerk hebben! En dat allemaal door jullie nietige scholiertjes!’
‘Ach, hou je kop toch, stomme snul,’ zei Draco, die een gaap onderdrukte.
‘Wat zei jij!’ Vilders ogen puilden uit zijn kop. Hij leek nu pas echt gestoord. ‘Zeg dat nog eens!’
‘SNUL!’ brulde Draco. Vilder sprong van schrik achteruit. Inplaats van op antwoord te wachten liep Draco met grote arrogante passen op Allius af.
‘– en mijn vader heeft al heel vaak op de voorpagina van de Ochtendprofeet gestaan en –‘ Allius kon zijn verhaal niet afmaken want hij werd onderbroken door Draco.
‘Volgens mij interesseert Griffel zich niet echt in jouw verhalen, Allius,’ zei Draco lijzig. Allius en Hermelien draaiden zich allebei om. Hermelien kreeg op slag weer een blos, maar Allius keek Draco boos aan.
‘Heb je geen manieren ofzo! Je onderbreekt mensen toch niet zomaar?’
‘Wel als mensen eeuwig leuteren over hoe geweldig ze zichzelf wel niet vinden,’ zei Draco geveinsd. ‘Opzouten Allius, of anders schop ik je uit mijn team.’
Allius bleef Draco wantrouwig aanstaren, maar liep toen langzaam met gebalde vuisten weg.
SHANIA TWAIN LYRICS
"That Don't Impress Me Much"
I've known a few guys who thought they were pretty smart
But you've got being right down to an art
You think you're a genius-you drive me up the wall
You're a regular original, a know-it-all
Oh-oo-oh, you think you're special
Oh-oo-oh, you think you're something else
Okay, so you're a rocket scientist
That don't impress me much
So you got the brain but have you got the touch
Don't get me wrong, yeah I think you're alright
But that won't keep me warm in the middle of the night
That don't impress me much
I never knew a guy who carried a mirror in his pocket
And a comb up his sleeve-just in case
And all that extra hold gel in your hair oughtta lock it
'Cause Heaven forbid it should fall outta place
Oh-oo-oh, you think you're special
Oh-oo-oh, you think you're something else
Okay, so you're Brad Pitt
That don't impress me much
So you got the looks but have you got the touch
Don't get me wrong, yeah I think you're alright
But that won't keep me warm in the middle of the night
That don't impress me much
You're one of those guys who likes to shine his machine
You make me take off my shoes before you let me get in
I can't believe you kiss your car good night
C'mon baby tell me-you must be jokin', right!
Oh-oo-oh, you think you're special
Oh-oo-oh, you think you're something else
Okay, so you've got a car
That don't impress me much
So you got the moves but have you got the touch
Don't get me wrong, yeah I think you're alright
But that won't keep me warm in the middle of the night
That don't impress me much
You think you're cool but have you got the touch
Don't get me wrong, yeah I think you're alright
But that won't keep me warm on the long, cold, lonely night
That don't impress me much
Okay, so what do you think you're Elvis or something...
Oo-Oh-Oh
That don't impress me much!
Oh-Oh-Oh-Oh-No
Alright! Alright!
You're Tarzan!
Captain Kirk maybe.
John Wayne.
Whatever!
That don't impress me much! |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Zo Aug 05, 2007 21:12 |
 |
Weer een post .
Draco keek hem even dreigend na, om er zeker van te zijn dat Allius niet terug zou komen. Hermelien staarde naar de grond en friemelde zenuwachtig aan haar jurk. Ondertussen riep iemand (ongetwijfeld Smalhart) heel hard door de kamer: ‘Oke! Ik ga handtekeningen uitdelen! En Harry Potter ook – kom hier Harry! Oh jeetje! Niet allemaal tegelijk hoor! En niet dringen alstublieft, niet dringen…’
‘Je bent zeker blij dat je nu van Allius af bent,’ zei Draco gewichtig tegen Hermelien.
‘Ja - jawel’ mompelde ze opgelaten. ‘Hij werd na een tijdje echt hardnekkig…’
Er viel een ongemakkelijke stilte. Wat moest hij nou zeggen tegen haar? Dat hij Allius nog irritanter vond dan Potter? Nee, dat kwam vast niet goed over. Plotseling verbrak Hermelien echter de stilte.
‘Ik zie dat Harry weer wordt lastig gevallen door Smalhart,’ zei ze een tikkeltje verlegen, maar ze keek hem nu wel aan. Draco lachte.
‘Ja. Mijn schuld, om eerlijk te zijn,’ zei hij toegevend.
‘Jouw schuld? Hoezo?’ ze klonk afkeurend en geamuseerd tegelijk. Draco krabde een beetje stijfjes aan zijn blonde haar.
‘Nou – wel, die idioot viel mij voortdurend lastig. Allemaal gebrabbel over zijn ‘vergeten ik’, of wat het ook zijn mocht. En toen had ik hem maar op Potter afgestuurd om van zijn – eh – gezeur af te zijn,’ hij wilde eigenlijk een groffer woord gebruiken dan ‘gezeur’ maar besloot daar toch vanaf te zien. Weer viel er een stilte. Waarom had hij nou voor het eerst in zijn leven niks te vertellen? Hij liet zijn blik glijden over het olijfgroene gewaad dat Hermelien aan had.
‘Je ziet er leuk uit,’ flapte hij er opeens uit.
‘Oh,’ zei Hermelien en ze werd rood. ‘Jij ook!’ zijn maag maakte een salto. De Witte Wieven begonnen plotseling een langzame zwijmelige melodie te spelen. Zou hij haar vragen om te dansen? Bij die gedachte maakte zijn een zo mogelijk nog grotere sprong.
‘Eh – wil je met me –‘ maar hij had nauwelijks zijn mond opengetrokken of hij werd alweer onderbroken.
‘Hermelien!’ brulde een stem. ‘Wat sta jij daar te smoezen met Malfidus! Kom onmiddellijk hier!’
‘Oh ja,’ mompelde Hermelien. ‘Ron roept me. Het lijkt me beter als – ik zie je wel weer,’
Hij zag hoe Hermelien behoedzaam naar Ron liep, die zo te zien niet erg blij was. Een beetje verstoord keek hij om zich heen. Waarom moest dit nou net gebeuren op het moment dat hij haar ten dans wilde vragen? Had hij tegen haar moeten zeggen dat ze Ron moest laten stikken? Het leek wel net alsof zijn verjaardag op het allerlaatste moment afgelast was. Wezenloos en treurig begon hij door de menigte te wandelen. Plots leek het wel alsof hij een emmer met koud water over zich heen had gekregen; hij was dwars door een geest heengelopen. Gauw keek hij wie het was.
‘Moest je nou weer door me heen lopen!’ zei een geest van een meisje hysterisch. Het was Jammerende Jenny. Ze was mollig en gedrongen en had het meest sipste gezicht dat hij ooit had gezien. Haar vettige haar was in twee slordige paardenstaartjes verdeeld, en op haar neus rustte een grote jampotbril. Moest hij dat er nou ook nog bij hebben? Het gezeik van Jammerende Jenny was haast net zo verschrikkelijk als dat smachtende gedoe van Patty Park.
‘Het spijt me,’ zei hij kortaf, terwijl hij weer een beetje van zijn arrogante gedrag terug kreeg. ‘Ik zag je gewoon niet, oké?’
‘Nee natuurlijk niet!’ piepte Jenny. ‘Niemand ziet Jenny! Onzichtbare Jenny! Lelijke Jenny! Dikke Jenny!’
‘Merlijn! Rustig nou even!’ zei Draco geërgerd. Wat had hij hier toch een hekel aan. ‘Het is echt niks persoonlijks, ik was gewoon in gedachten verzonken en –‘ ‘Ja, maar je moet wel altijd mij hebben hè! Iedereen heeft het op me gemunt!’ parelwitte tranen stroomden over haar gezicht. ‘Ik werd altijd maar gepest toen ik hier op school zat! Niemand gaf om me!’
‘Hoe zou dat komen?’ vroeg Draco sarcastisch. ‘Het zou helpen als je niet bij het minste of geringste zo hysterisch deed, misschien was je dan wel niet dood in je plee aangetroffen,’ dat was duidelijk tegen het zere been. Ze sloeg Draco hard in zijn gezicht, tenminste, het ging dwars door zijn gezicht heen (hij had nu het gevoel alsof zijn kaak bevroren was). Vervolgens zweefde ze brullend naar de andere kant van de kamer, waar ze meteen alweer een tirade begon tegen een andere onschuldige voorbijganger die per ongeluk door haar heen liep. Plotseling werd Draco op zijn schouder geslagen door professor Slakhoorn.
‘Meneer Malfidus! Wat staat u hier toch alleen!’ zei hij joviaal. ‘Kom, kom! Ik was net samen met onze meneer Potter aan het praten over het hoofdmonitorschap! Dus nu kan jij – Ah! Daar hebben we meneer Potter!’ zo te zien was Harry ook tegen zijn zin in meegesleurd door Slakhoorn, want hij leek behoorlijk geïriteerd. Draco deed grote moeite om een honende lach te onderdrukken. Eerst had Harry namelijk ook al last gehad van Smalhart. Naast hem stond Ron (Draco voelde zich een beetje teleurgesteld toen hij opmerkte dat Hermelien niet bij hen was) en – tot zijn verbazing – een nogal zuur kijkende professor Sneep. Toen Harry zag dat Slakhoorn Draco zojuist had meegesleept keek hij nog nijdiger. Draco werd zich er plotseling pijnlijk van bewust dat iedereen hem aanstaarde.
‘Ik was eigenlijk net van plan om weg te gaan,’ zei hij toen, met een enigszins kille ondertoon. ‘En ik heb trouwens niet zoveel zin om te converseren met Potter en Wezel, dank je feestelijk,’
Draco krulde zijn smallen lippen om tot een boosaardige glimlach naar Harry en Ron.
‘Kom nou!’ zei Slakhoorn geschrokken. ‘Een beetje hartelijker kan ook wel!’
‘Ik ga, en vertel me niet wat ik moet doen,’ zei Draco lijzig. Slakhoorn keek hem ongelofelijk verontwaardigd aan. Draco verwijderde zich van Slakhoorn en de rest en begaf zich gauw naar de uitgang.
‘Niet zo snel,’ siste een stem in zijn oor. Draco draaide zich om en zag dat Sneep hem met vuurspuwende ogen aankeek.
‘Kom mee,’ beval hij.
Een beetje bang voor wat er zou komen liep Draco met Sneep mee naar een hoek waar wonderbaarlijk genoeg niemand stond.
‘Ik denk,’ zei Sneep ijzig. ‘Dat jij heel wat uit te leggen hebt,’ Draco knipperde eventjes verward met zijn ogen. Waar had Sneep het over?
‘Wat zou ik moeten uitleggen dan?’ zei Draco verbaasd.
‘Zo, dus jij doet net alsof je niet weet waar ik het over heb?’ zei Sneep schamper. Sneep keek Draco doordringend aan en hij had het gevoel alsof hij helemaal doorgelicht werd.
‘Nou, dan zal ik het je maar gauw uitleggen,’ zei Sneep zo zachtjes dat Draco’s nekharen overeind gingen staan.
‘Echt, ik weet niet –‘ sputterde Draco, maar hij hield gauw zijn mond toen hij de blik van Sneep zag. Zijn donkere ogen priemden in de zijne.
‘Denk je nou werkelijk,’ zei Sneep nu zo zacht dat als je op een meter afstand van hem vandaan stond het niet meer gehoord had. ‘Dat niemand je zou zien staan met Hermelien Griffel?’
Draco voelde zijn maag omdraaien, maar het voelde niet hetzelfde als op momenten dat hij Hermelien zag. Zijn maag draaide eerder om van misselijkheid. Sneep glimlachte zijn onregelmatige gele tanden bloot toen hij Draco’s schuldbewuste gezicht zag.
‘Wel wel, wat zou je vader daar nou van zeggen? Dringt het nou nog steeds niet tot je door dat hij niet wilt dat je je inlaat met dat soort mensen? Snap je dan niet dat je ouders dat allemaal doen om je te beschermen voor de wraak van de Heer van het Duister?’
‘Mijn ouders willen me helemaal niet beschermen!’ zei Draco woedend. ‘Ouders die hun kinderen willen beschermen zouden ze niet uitleveren als handlanger voor Jeweetwel!’
‘Ik dacht dat je laatst nog zei dat het je een eer leek om hem te dienen? Dat het je geweldig leek dat je deze kerstvakantie eindelijk het Teken krijgt?’
Draco voelde zich zo onbehaagelijk dat het leek alsof hij bijna over zijn nek zou gaan. Hij had dat ooit gezegd, maar dat leek nu wel een eeuw geleden… Voor zijn gevoel had hij toen haast in een andere wereld geleefd.
‘Wat verschrikkelijk nou,’ fluisterde Sneep met nog steeds die gekmakende glimlach op zijn tanige gezicht. ‘Dat nou juist de zoon van Lucius Malfidus zo in de fout moest gaan,’
‘Er is helemaal niks gebeurd tussen mij en Griffel!’ protesteerde Draco. ‘Ik praatte net alleen maar tegen haar omdat –‘
‘Omdat?’ spoorde Sneep aan. Draco had nu echt het gevoel dat hij ieder moment flauw kon vallen. Hij mocht het niet toegeven, hij kon het niet zeggen…
‘Je kunt het niet ontkennen. Ik zag je daar wel pronken, lieve dingetjes bij haar influisteren,’ zei Sneep walgend. Die woorden waren vreselijk om zo aan te horen. Hij wou dat Sneep weg zou gaan, dat hij zelf weg kon gaan.
‘Schrijf – schrijf alsjeblieft mijn vader niet,’ zei Draco schor.
‘Ik zal je vader nog niet schrijven,’ zei Sneep en Draco voelde onwillekeurig een vleug van opluchting door zich heen gaan. ‘Maar laat dit een waarschuwing zijn, als ik je nog één keer met mensen zoals Griffel betrap zal ik het zeker doen,’
Draco keek Sneep met een blik vol rancune aan en verliet de kamer van Slakhoorn zo snel als hij kon.
Toch wel jammer dat hij niet gewoon kon dansen met haar hè. |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Ma Aug 06, 2007 10:34 |
 |
Niet een heel lang stukje, maar ik hoop vandaag in ieder geval nog twee stukjes te versturen!
Dat feestje was de laatste keer dat hij met Hermelien had gesproken. Hij wist zeker dat Sneep zijn bedreigingen meende en het leek Draco maar beter om Hermelien Griffel te laten voor wat ze was. Sowieso zou hij het nu niet meer in zijn hoofd durven halen om met haar te praten. Sneep volgde hem overal als een gewiekste spion en verzon vaak smoesjes om hem na te laten blijven en hem naar zijn kantoor te laten komen. Ook liep Sneep tussen de lessen door heel vaak achter hem aan. Draco voelde zich puur ellendig door alle omstandigheden. Hij had niemand over Hermelien verteld, maar het idee dat Sneep het nu wist was gewoonweg tenenkrommend. Hij voelde zich ook schuldig tegenover Hermelien. Ze had zo nu en dan zijn aandacht proberen te trekken maar hij was steeds buitengewoon kortaf geweest. Maar wat kon hij anders? Sneep hield hem voortdurend in de gaten en Patty Park was ook behoorlijk achterdochtig geweest sinds Draco haar niet had uitgevraagd naar het feestje van Slakhoorn.
‘Met wie ben je daar geweest!’ had ze gegild. ‘Heb je haar versiert! Je vond het wel leuk hé! Mij laten stikken om daar met andere meisjes te gaan sjansen!’
‘Patty, rot – nou – eens – een – keer – op! Ik mag praten met wie ik wil! Punt!’ had hij gezegd.
‘Dus je hebt met iemand gepraat! Ik wist het!’
Patty was met tranen in haar ogen weggelopen en had een sprekende gelijkenis gevormd met Jammerende Jenny, maar dat kon Draco niks schelen. Hij hoopte dat, als hij Hermelien maar lang genoeg negeerde, dat zij hem na de kerstvakantie wel weer vergeten zou zijn. Maar het enige probleem was: zou hij haar nog vergeten? Want sinds dat feestje wist hij het zeker: Hij was verliefd op Hermelien Griffel.
Hij zou in de kerstvakantie het Duistere Teken krijgen. Hij had zoveel andere dingen aan zijn hoofd gehad dat hij daar nu pas echt over nadacht. Eigenlijk was hij best wel bang. Wat zou hij allemaal voor verschrikkelijke taken moeten verrichten? Op Slakhoorns feestje was hij nog uitgevallen tegen Sneep over het feit dat zijn ouders hem helemaal niet wilde beschermen, maar Voldemort alleen maar extra handlangers wilden geven. Soms had hij het gevoel dat iets van binnenuit hem helemaal opvrat. Het was vreselijk om te bedenken dat zijn ouders misschien helemaal niks om hem gaven. Want, als ze dat wel deden zouden ze hem toch niet aan Voldemort uitleveren?
Ondertussen zat de kerstsfeer er op school overduidelijk in. Perkamentus had waarschijnlijk een tip gehad van Madame Mallemour, want hij had een koor van bosnymfen ingehuurd die hen elke ochtend vrolijke kerstliederen toezong. Hagrid had de gebruikelijke kerstbomen de grote zaal ingesleept en professor Banning had een simpele bezwering uitgesproken over de kerstballen, die nu om de seconde van kleur veranderden. Foppe, de geest van al het onrust en lawaai deelde zo nu en dan met een poeslief gezicht cadeautjes uit aan onwetende eerstejaars. Als die cadeautjes open werden gemaakt zat er niet echt iets plezants in; soms vulde de desbetreffende kamer zich met een ontzettend stinkende geur of er werd een vieze groene substantie in het gezicht van het onschuldige slachtoffer gespoten. Draco had zo nu en dan woedend achter Foppe aan moeten gaan, maar had de hoop opgegeven toen Foppe een lading schoolbezems op zijn hoofd liet neerkletteren en een drankje had moeten vragen aan Madame Plijster tegen de onophoudelijke hoofdpijn. Bij hem was de kerstsfeer maar moeilijk te vinden en hij was op dit moment overal liever dan op Zweinstein. Maar toch, hij kon beter hier zijn dan thuis.
Met een somber gezicht pakte hij op de dag van kerstavond zijn hutkoffer in. Eergister was er in de leerlingenkamer van Zwadderich nog feest geweest vanwege de spetterende overwinning van Zwadderich op Ravenklauw. Draco had de snaai net voor de neus van de zoeker van Ravenklauw weg kunnen grissen en hij kreeg die dag heel veel schouderklopjes. Het was het enige moment dat Draco zich echt vrolijk had gevoeld, maar het treurige humeur keerde de volgende dag weer net zo erg terug. Hij wilde het Duistere Teken niet krijgen, gewoon niet…
‘Zo, je hutkoffer gepakt?’ zei Zabini die Draco’s kamer inliep.
‘Bijna,’ zei Draco. Gauw propte hij zijn gewaden in zijn hutkoffer.
‘Wat is dit,’ mompelde Zabini, terwijl hij een roze envelop uit Draco’s hutkoffer griste.
‘Dát Zabini, is nou een liefdesbrief,’ zei Draco arrogant grijnzend.
‘Voor wie is het?’ zei Zabini.
‘Voor niemand, ik had het gekregen van Patty Park in het derde jaar. Toen ik zogenaamd last had van mijn arm,’
‘En jij bewaard dat nog steeds?’ vroeg Zabini schamper. Draco streek zijn haar glad met zijn hand.
‘Ach, het slingert daar al eeuwen rond. Gooi maar weg,’ zei hij onverschillig. Draco kon nog herinneren hoeveel kleffe woordjes er in dat briefje had gestaan.
‘Eerst ga ik het lezen,’ zei Zabini met een duistere lach op zijn gezicht. ‘Lieve Drakie, omdat je armpje zo’n pijn doet heb ik –‘
‘Kappen,’ siste Draco. ‘Het is een en al gelul – geef hier,’
‘Wil je het niet bewaren dan?’ antwoordde Zabini honend. ‘Kan je het later als je met haar getrouwd bent aan je kinderen laten zien, hebben die ook eens wat te lachen,’
‘Kinderen?’ zei Draco. ‘Ik neem later geen kinderen, ik haat kinderen. En zeker niet met Patty. Ik hoef geen gekrijs aan mijn hoofd, hartelijk dank.’
‘Misschien denk je later nog wel anders,’ zei Zabini terwijl hij de brief teruggaf aan Draco. ‘Je bent zeventien, dat kan je nog niet weten,’
‘En ik heb ook geen zin om me daarmee bezig te houden,’ voegde Draco daar grimmig aan toe. ‘Kinderen… laat me niet lachen,’
‘Wat ben je eigenlijk van plan in de vakantie te gaan doen?’ vroeg Zabini verveeld.
‘Oh – niks bijzonders,’ loog Draco die niet paniekerig wilde worden over het Duistere Teken in bijzijn van Benno Zabini. ‘Leuke dingen doen met mijn ouders, naar de Wegisweg gaan enzo,’
‘Ja ik ook,’ zei Zabini schouderophalend. ‘Maar ik ben wel blij om mijn familie dan weer te zien.’ Draco zei niks. Eigenlijk was hij helemaal niet blij. Kon hij niet beter op Zweinstein blijven? |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Ma Aug 06, 2007 19:07 |
 |
Ik was eigenlijk van plan vandaag nog twee stukjes te sturen. Maar het is er uiteindelijk maar één geworden. Morgen post ik wel weer . Here it comes...
Vermoeid liep Draco de trein uit. Het was ongelofelijk koud op het perron en hij begon meteen al te klappertanden. Hij had de hele treinreis zowat geen woord gesproken. Zabini had hem een paar keer gevraagd wat er aan de hand was, maar iedere keer had Draco zijn hoofd geschud en onverstaanbaar gemompeld. Steeds meer dingen begonnen aan hem te knagen. Maar vooral het Duistere Teken… Hij zag in dat de wereld veel harder was dan hij vroeger altijd dacht. Wat zou Voldemort doen als hij gewoonweeg weigerde om een Dooddoener te worden? Daar wilde hij niet aan denken. Waarschijnlijk zou hij vermoord worden. Hij is natuurlijk niks waard voor Voldemort, maar als je hem ontrouw was werd je altijd gestraft met de dood. Nou, de dood is nog geen eens het ergste wat je kan overkomen. Het is erger voor de mensen die achterblijven, dan voor jezelf. Al gauw zag hij zijn moeder staan en hij zeulde zijn hutkoffer en de kooi met Boudrich naar haar toe.
‘Hallo lieverd,’ zei Narcissa opgetogen toen haar zoon de hutkoffers naast haar neer zette. ‘Voel je je goed?’
‘Ja, ik voel me prima,’ zei Draco met een uitgestreken gezicht. Zijn moeder omhelsde hem, altijd sentimenteel als ze Draco na een halfjaar weer terugzag.
‘Hou op mam!’ snauwde Draco terwijl hij haar nogal ruw wegduwde. ‘Waar is vader? Waarom is hij niet hier?’
‘Op zijn werk natuurlijk!’ zei Narcissa een tikkeltje geërgerd omdat Draco zich zoals altijd niet liet knuffelen. ‘Waar anders!’
‘Om deze tijd nog?’ zei Draco verbaasd, die op zijn horloge zag dat het 6 uur s’avonds was. Oftewel etenstijd.
‘Heb je de Ochtend Profeet niet gelezen dan? Medewerkers van het Ministerie moeten voortdurend overwerken vanwege alle heisa die zich daar afspeelt!’
‘Ik heb het duidelijk niet gevolgd,’ zei Draco ongeïntereseerd. ‘Kunnen we nu alsjeblieft naar huis verschijnselen? Ik bevries hier zowat,’
Zijn moeder zei niks, maar nog geen vijf seconden later klonken er twee harde knallen op perron negendriekwart. Met een ‘plop’ verschenen ze in de keuken en tevens de eetkamer van de Malfidussen. Zijn moeder keek hem een beetje bezorgd aan.
‘Wil je wat te eten?’ vroeg ze. Ze liep alvast met klakkende hakken over het marmer naar de peperdure keukenkastjes.
‘Nee dank je,’ mompelde hij en hij ging op een stoel zitten. Ook al hoorde hij zijn maag verwoed rommelen, het leek net alsof zijn eetlust weggetoverd was.
‘Teveel gesnoept in de trein zeker,’ zei Narcissa doordringend met een klakkende tong.
‘Eigenlijk niet,’ zei hij zachtjes. Hij had zelfs de hele dag nog niks gegeten…
‘Oh! Ben je anders gewoon zenuwachtig voor morgen?’ vroeg Narcissa nieuwsgierig. Ondertussen was ze druk in de weer met borden en bestek.
‘Morgen? Wat is er morgen?’ zei Draco meteen alert. Maar hij wist eigenlijk al wat het antwoord was. Zijn maag draaide plotseling om bij de gedachte aan wat zijn moeder zou antwoorden.
‘Morgen krijg je het teken!’ zei Narcissa trots terwijl ze na hem toeliep om hem over zijn bol te strelen. ‘Mijn grote jongen!’
Draco ontweek haar hand en voelde een verschrikkelijke angst in zijn borst opkomen. Morgen al? Hij had juist gehoopt dat het wat langer zou duren, zodat hij er nog eens goed over na kon denken en aan het idee kon wennen dat hij een dooddoener zou worden.
‘Als je een beetje ambitieus bent mag je later nog eens hele fijne klussen verrichten,’ zei Narcissa luchtig. ‘In het begin gaat het niet veel verder dan zo nu en dan een Dreuzel afmaken, geloof me,’
Draco ging rechtop zitten en keek zijn moeder met grote ogen aan. Dreuzels vermoorden? Hoe kon zijn moeder dat zo gevoelloos zeggen! Hij kon haast niet geloven dat die woorden net uit zijn moeders mond tevoorschijn waren gekomen...
‘Ja, ik weet het,’ zei Narcissa luchtig terwijl ze twee lapjes vlees in een koperen pan gooide. ‘Dat wordt na een tijdje nogal saai. Maar ik kan me nog herinneren dat de Heer van het Duister me mijn eerste persoonlijke en belangrijke opdracht gaf. Het is echt véél leuker om achter tovenaars aan te gaan. Maar goed, het duurt wel een tijdje voordat je bij dat stadium bent. Je vader heeft jaren én jaren Dreuzels moeten afmaken…’
Draco deed alsof hij het fascinerend vond en knikte goedkeurend, maar diep van binnen vond hij het vreselijk. Was dit nou het wereldbeeld dat zijn ouders altijd voor hem hadden verborgen?
‘Ik ga naar bed, mam,’ zei Draco grimmig. ‘Ik ben doodop van die stomme treinreis. Tot morgen,’
‘Slaap lekker schat,’ zei zijn moeder op een zangerige toon.
Draco sjokte de trap op met zijn enorme hutkoffer. Maar hij was ervan overtuigd dat hij niet in slaap zou komen. Moe plofte hij op zijn groen beklede bed. Vertwijfeld staarde hij naar het plafon. Er was steeds een gedachte dat door zijn hoofd spookte: ‘Ik wil geen dooddoener worden, ik wil het Duistere Teken niet op mijn arm, ik wil niet…,’ Maar hoe kon hij er nu nog onderuit komen? Paniek nam al gauw de overhand. Wat moest hij nu doen? De hele nacht wakker liggen en maar blijven piekeren helpt natuurlijk geen steek. Hij keek naar de zilveren klok aan de groene wand en zag de tijd langzaam maar zeker voorbij tikken. Na tijdje was het al half 12, en hij had nog steeds geen oog dicht gedaan. Sneeuw dwarrelde langs zijn slaapkamer raam. Hij had de kachel niet aangezet en hij begon het ook steeds kouder te krijgen. Het begon langzaam maar zeker steeds meer tot hem door te dringen wat hij moest doen… hij moest hier weg. Hij moest gauw terug naar Zweinstein gaan. Daar was hij tenminste veilig voor zijn ouders of (hij voelde weer een vleug van angst) Voldemort. Er zat dus niks anders op. Hij moest zijn hutkoffer weer inpakken en Boudrich meenemen, en zo snel als hij kon verschijnselen naar Zweinsveld. Ook al was het misschien roekeloos, het leek hem de beste optie. Hij had meteen nieuwe moed gekregen door dat idee. Hij gooide alle spullen die hij een paar uur geleden nog uit had gepakt weer in zijn hutkoffer. Geruisloos pakte hij de kooi van Boudrich.
‘Alsjeblieft Boudrich, hou je stil. Anders vermoorden mijn ouders me,’ zei hij wanhopig. Boudrich knipperde even met zijn grote gele ogen, maar Draco dacht dat Boudrich het wel begrepen had.
Het enige probleem was dat de slaapkamer van zijn ouders vlak bij de houten trap was. Hoe kwam hij daar weg zonder geluid te maken? Hij besloot het er maar op te wagen, anders was hij morgen alsnog overgeleverd aan Voldemort. Hijgend sleepte hij zijn hutkoffer mee. Wel, het moeilijkste stukje was dus zo stilletjes mogelijk de trap af dalen. Met een puffend geluid tilde hij zijn hutkoffer naar beneden. Dat is al één trede, twee tredes… Hij hoorde zijn vader in zijn slaap hoesten. De vijfde trede, de zesde… Boudrich krastte zachtjes.
'Sssst, Boudrich,' fluisterde hij zenuwachtig.
Toen hij bij de dertiende trede was gebeurde er iets verschrikkelijks. Door zijn zweterige handen kon hij het handvat van de koffer niet meer langer vasthouden en de hutkoffer donderde met oorverdovend geluid naar beneden. Met de kooi van Boudrich nog in zijn andere hand bleef hij staan. Zijn hart klopte zo snel dat het pijn deed aan zijn keel. Wat zou hij zeggen als een van zijn ouders nu gaat kijken waar dat lawaai vandaan kwam? Zouden ze het geloven als hij zei dat hij zijn koffer ergens in een gangkast wilde opbergen? Vast niet…
Toen hij een minuut gewacht had kwam er tot zijn opluchting niemand kijken. Hoogstens had zijn moeder net eventjes gemompeld in haar slaap. Behoedzaam liep hij naar beneden. Gelukkig was zijn hutkoffer niet open gevallen, anders had hij weer alles erin moeten stoppen en dat zou alleen maar extra tijd kosten. Zijn hart was nog steeds hevig aan het kloppen. Dat kwam natuurlijk door al die adrenaline in zijn bloed. Voorzichtig duwde hij de notenhouten voordeur open en hij zette zachtjes zijn koffer en de kooi van Boudrich buiten. Heel stilletjes liet hij de voordeur dichtvallen. De klik van de deur liet direct een hele last van zijn schouders afvallen. Opgelucht haalde hij diep adem in de koele avondlucht. Het leek net alsof hij uit een gevangenis was ontsnapt. Hij liep het grote terrein af en verschijnselde met een enorme knal naar het perron van Zweinsveld. Plotseling keek hij met een gevoel vol vreugde naar de torens van Zweinstein, het stond een kilometer verderop op de heuvel en vele torentjes waren zelfs om deze tijd nog verlicht. Met een tevreden gevoel omdat zijn plan geslaagd was liep hij met zijn spullen richting Zweinstein. Hij had nooit echt beseft hoe ver het eigenlijk wel lopen was. Maar zelfs dat kon het stukje hoop dat deze actie had veroorzaakt niet doven. Nadat hij gearriveerd was bij de voordeuren (wat wel een uur geduurd leek te hebben) werd hij ingelaten door een nogal humeurige en verbouwereerde professor Anderling, die compleet was met een geruitte nachtjapon en een haarnetje. Ze keek absoluut niet blij en hij was haast vergeten hoe dun ze haar lippen wel niet samen kon trekken.
‘Meneer Malfidus! Wat komt u opeens doen midden in de nacht!’ had ze gezegd. Hij had een verhaal opgehangen over een zogenaamde brand die opeens in zijn huis was ontstaan en dat hij daarom van zijn ouders tijdens de kerstvakantie op Zweinstein moest verblijven, maar hij wist niet of ze dat geloofde, want ze sperde haar neusgaten nogal wantrouwig open. Terwijl hij doodmoe door de gangen liep richting de kerkers voelde hij zich nog steeds ontzettend tevreden. Het was hem gelukt. Hij had weten te ontsnappen aan zijn ouders en Voldemort. Hij wist dat de vreugde misschien van korte duur zou zijn. Ze zouden natuurlijk woedend zijn omdat hij hem gepeerd was. En hij wist nog niet wat dat tot gevolg zou kunnen hebben... Maar toch. Hij was er als een dief in de nacht vandoor gegaan. Hij was terug. |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Di Aug 07, 2007 11:59 |
 |
Nieuw stukje .
‘Kom op! Word wakker! Het is kerst!’
Slaperig deden Ron en Harry hun ogen open. Hermelien stond glunderend in hun slaapzaal.
‘Hermelien,’ mompelde Ron slaapdronken. ‘Het is nog hartstikke vroeg, laat me nog even liggen –‘
‘Vroeg?’ zei Hermelien verbouwereerd. ‘Ik weet niet wat jij vroeg noemt, maar ik vind 12 uur ’s middags niet vroeg,’
‘Wat zo laat al?’ zei Harry die plotseling klaarwakker leek. Snel deed hij zijn gewaad aan en speldde zijn hoofdmonitorbadge op.
‘Kom op Ron!’ zei Hermelien geërgerd toen Ron zich weer suf mompelend omdraaide in zijn bed. ‘Er ligt een hele stapel cadeau’s voor je!’
‘Ca – cadeau’s?’ zei Ron sloom.
‘Ja natuurlijk! Ik heb de mijne al uitgepakt,’
‘Oh, vond je de mijne leuk?’ vroeg Ron slaperig terwijl hij aan zijn eerste cadeautje begon te wrikken.
‘Ja, echt heel apart! Dat badschuim rook echt lekker Ron… en Harry, bedankt voor je boek over Faunaten. Het is écht interessant,’ zei Hermelien opgelaten terwijl ze friemelde aan een zilveren armband om haar pols.
‘Ja, ik dacht al dat je het leuk zou vinden. Maar Hermelien,’ zei Harry, die plotseling bijzonder achterdochtig keek. ‘Hoe kom je aan die armband?’
‘Wat?’ zei Hermelien die opschrok uit een dagdroom. ‘Geen idee, er zat geen afzender bij… Het was anoniem,’
‘Wie zou jou zomaar zo’n peperduur ding sturen?’ zei Ron verbaasd.
‘Waarschijnlijk moet diegene je wel heel aardig vinden, Hermelien. En hij of zij zal vast veel geld hebben,’ zei Harry wijs. ‘Ken je zo iemand Hermelien?’
‘Nee, ik heb echt geen idee wie het gestuurd heeft,’ loog ze snel, maar ze kleeg wel een lichte blos op haar wangen. Ook al was het anoniem, ze wist haast zeker dat Draco Malfidus het haar gestuurd had. Maar dat was opzich ook wel weer vreemd, hij had sinds het feestje van Slakhoorn niet meer met haar gepraat. Toch werd ze een klein beetje geplaagd door schuldgevoel. Ze had namelijk geen cadeautje voor hem gekocht.
‘Nee hè!’ zei Ron boos toen hij de gebruikelijke trui van mevrouw Wemel uitpakte. ‘Weer kastanjebruin! Je zou denken dat ze nu wel wist dat ik een hekel heb aan die kleur!’
‘Die van mij is groen, ruilen?’ vroeg Harry, die zijn groene trui met een prent van snaaien omhoog hield.
‘Nee dank je,’ zei Ron, terwijl hij een beetje minachtend naar de trui keek. ‘Kastanjebruin is altijd beter dan groen…’
‘Hoezo dat?’ zei Hermelien verstrooid.
‘Groen doet me denken aan de rattenkoppen van de Zwadderaars,’ zei Ron walgend. ‘Ik wil niet de indruk maken dat ik op ze probeer te lijken,’
‘Allemachtig Ron! Waar slaat dat nou weer op!’ zei Hermelien schril.
‘Eh – gewoon,’ zei Ron snel, maar het was duidelijk dat hij er niet echt een verklaring voor wist te verzinnen. Hermelien tuitte haar lippen afkeurend maar ze besloot er verder niet op in te gaan. Rons opmerkingen waren nooit van erg hoog niveau geweest.
Tijdens het middageten vermaakten Ron en Harry zich kostelijk met de knalbonbons die op de afdelingstafels stonden. Voortdurend klonken er harde knallen en kwamen de raarste voorwerpen tevoorschijn uit de bonbons. Bij Harry kwam er een hoed tevoorschijn die ongelofelijk veel op de oude rafelige Sorteerhoed leek, en Ron had een scheetzak gekregen zodat er nu voortdurend vieze ordinaire geluiden klonken aan de tafel van Griffoendor. Ron had zich een breuk gelachen om Hermeliens afkeurende gezicht, maar hij sprong piepend achteruit toen er uit de eerstvolgende knalbonbon een grote dikke spin kwam.
‘Merlijn straft meteen,’ zei Hermelien geamuseerd.
‘Dat was niet grappig!’ zei Ron, wiens oren rood waren geworden. ‘Waarom stoppen ze er nou in hemelsnaam spinnen in!’
‘Om irritante kereltjes zoals jij meteen te beletten op hun misdaden,’ zei Ginny spottend, die net aan de tafel was gaan zitten.
‘Ginny – je mag niet. Je bent mijn zusje!’ sputterde Ron.
‘Dan mag ik je toch wel een irritant kereltje noemen? Of kan je daar ook al niet tegen?’ beet Ginny hem toe.
‘Nee – ja! Hou je mond!’ zei Ron verhit. Ginny en Hermelien giechelden en Ron keek hen de rest van de lunch niet meer aan.
Die middag verdeden Harry en Ron hun tijd door onder de onzichtbaarheidsmantel van Harry hun kwabbige congiërge Vilder te volgen. Voortdurend lieten ze vervelende dingen gebeuren, zoals harnassen laten omvallen en Vilder laten struikelen, en hij was ontzettend kwaad dat hij geen een leerling in de kraag kon grijpen door al deze vreemde gebeurtenissen. Uiteindelijk waren ze een nogal vermoeide en sikkeneurige Draco Malfidus tegengekomen en Ron gebruikte die gelegenheid om even heel hard op zijn scheetzak te drukken. Vilder had zich woedend tot Draco gewend en geschreeuwd: ‘Jij weer! Maar nu kom je er niet meer onderuit mannetje! Nu krijg ik je!’
Harry en Ron hadden helemaal stuk gelegen om de uitdrukking op Draco’s gezicht toen Vilder hijgend en piepend van genoegen achter hem aan rende.
‘Sjonge jonge, wat zijn jullie weer volwassen,’ zei Hermelien sarcastisch terwijl Harry en Ron met tranen in hun ogen hun verhaal hadden verteld. Ze zaten in de leerlingenkamer en het schemerduister was buiten al ingevallen. Ook al was het buiten kil en koud en dwarrelden er sneeuwvlokken langs de ramen, binnen was het juist erg gezellig en het haardvuur knapperde vrolijk.
‘Kom op Hermelien!’ zei Ron, die nog steeds hikte van het lachen. ‘Maak ook gewoon eens wat lol!’
‘Ron, je bent een klassenoudste! En Harry is nog wel hoofdmonitor!’ zei ze schril.
‘Ja oke,’ zei Harry die een grijns niet kon onderdrukken. ‘Maar toch, we zijn nooit een steek veranderd.’
‘Dat merk ik,’ zei Hermelien die zuchtend haar boek dichtsloeg en naar het portretgat liep. Harry en Ron hadden nu echt te lang op haar lip gezeten, ze had even behoefte om alleen te zijn.
‘Wat ga jij nou weer doen?’ vroeg Ron argwanend.
‘Naar de bibliotheek,’ zei Hermelien gewichtig.
‘Waarom ga je naar de bibliotheek? Het is vakantie!,’ zei Harry die Hermelien een beetje ongelovig aankeek.
‘Ik wil graag wat opzoeken, en dit boek moet ik nog inleveren,’ zei Hermelien. Eigenlijk was dat een beetje gelogen, want ze had op dit moment gewoon even geen zin meer in Harry en Ron. ‘Ik zie jullie later wel,’ zei ze nog, en ze liep de leerlingenkamer uit.
Zo, dat was nog eens een opluchting. Eventjes niet bij Ron en Harry met hun kinderachtige acties. Natuurlijk kende ze hun al meer dan zes jaar, maar het voelde voor haar altijd o zo goed dat ze zich soms even in de bibliotheek kon terugtrekken.
Meteen stond ze oog in oog met madame Rommela, maar die had dat niet in de gaten. Zoals altijd keek Rommela chagerijnig en mopperde over van alles en nog wat.
‘– heeft een leerling alweer een inktvlek in gemaakt. Schandalig gewoon, en dan die gekken die in slaap vallen als ze een boek lezen… Ze moeten eens de schoonheid van een boek leren waarderen. Maar nee hoor, dat is teveel gevraagd…’
‘Goedenavond, madame Rommela,’ zei Hermelien voorzichtig. Madame Rommela hield op met mompelen, maar ze zei verder niks terug en staarde Hermelien boos aan.
‘Ik wil graag dit boek komen inleveren,’ zei Hermelien beleefd.
‘Goed,’ zei madame Rommela nors en ze nam het boek dat Hermelien haar voorhield aan. ‘Wilde je nog een nieuw boek lenen?’
‘Ja, ik zoek een boek dat ik kan lezen deze vakantie. Maar ik kijk wel even rond,’ zei Hermelien nog steeds even beleefd terwijl ze met grote stappen de bibliotheek inliep. Madame Rommela keek haar wantrouwig na, alsof ze dacht dat Hermelien in het eerste de beste boek dat ze tegenkwam zou spugen.
Tevreden wandelde ze door de bibliotheek. Ze kwam helemaal tot rust hier. Ze zag een boek staan met de titel ‘Hoe jezelf onzichtbaar te maken’ en begon meteen al gefascineerd te lezen. Zo te zien was er verder niemand anders aanwezig in de bibliotheek, behalve zij en Madame Rommela. Een uur lang trok ze het ene na het andere boek uit de kasten. Ze had nog nooit zo doelloos in de bibliotheek boeken zitten lezen, maar toch vermaakte ze zich. Plotseling hoorde gekuch. Ze schrok zich wild. Ze dacht toch echt dat ze hier alleen zat. Sloop madame Rommela ergens rond om haar in de gaten te houden?
Nieuwsgierig tuurde ze door de schemerig verlichtte boekenrijen. Omdat het buiten al donker was kon ze alles niet erg goed zien door het zwakke licht van de kaarsen.
‘Is hier iemand?’ vroeg ze een beetje onzeker. Geen antwoord. Ze haalde diep adem. Waarom vermande ze zichzelf gewoon niet, ze was heus niet de enige die wel eens naar de bibliotheek ging. Ze schoof het boek ‘Waarom Waarzeggerij pure onzin is’ terug in de kast en liep opgetogen naar de volgende boekenrij om te kijken welke interessante boeken daar in zaten. Plotseling zag ze echter iets waardoor haar adem stokte. Het was Draco.
Volgende keer komt het stukje waar we allemaal misschien wel een beetje op gewacht hebben . |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
miss louise
Beginnend Tovenaar


Verdiend:
178 Sikkels
Woonplaats: Almere
|
Geplaatst:
Di Aug 07, 2007 19:49 |
 |
Hier is het dan .
Hij zat aan een tafeltje en het was duidelijk dat hij uitgeput was. Draco lag met zijn hoofd in zijn armen op een boek en aan zijn rustige ademhaling te horen was het uit af te leiden dat hij heel diep sliep. Hermelien dacht opeens aan wat madame Rommela net gezegd had: ‘en dan die gekken die in slaap vallen als ze een boek lezen… ’ Ze schudde van het geluidloze lachen bij die gedachte. Plotseling stond ze stokstijf stil, Draco had wat gemompeld en over zijn blonde kruin gekrabd, maar sliep toen weer verder. Zachtjes sloop ze op haar tenen naar hem toe. Ze trachtte te kijken in wat voor boek hij had gelezen. Maar ze kon moeilijk het boek onder zijn hoofd vandaan grissen om de titel te bekijken. Toen zag ze dat hij niet alle tekst bedekt had. Voorzichtig keek ze wat er stond.
De spiegel van Neregeb is een betoverde spiegel. Boven de spiegel staat een spreuk, deze luid: Neregeb jiz taw ra amneiz nesnem tawt einno otki. De eigenlijke betekenis van deze spreuk is ‘ik toon mensen niet wat ze zien maar wat zij begeren.’ Mensen die in de spiegel kijken wordt in feite hun diepste hartewens getoond. Dit kan te maken hebben met uiterlijke veranderingen, roem, rijkdom of zelf begeerd worden. De gevolgen die de spiegel kan aanrichten zijn vreselijk. Mensen kunnen geestelijk zó geteisterd worden door wat deze spiegel laat zien dat ze langzaam gek worden. De spiegel verblijft op het moment in –
Verder kon Hermelien het niet lezen, want precies daar werd de tekst verborgen onder Draco’s hand. De spiegel van Neregeb… Had ze Harry daar niet eens over horen praten? In het eerste jaar misschien. Wel, dat is al erg lang geleden. Maar waarom wilde Draco Malfidus daar persee over lezen? Terwijl Draco nog steeds ongestoord verder sliep dacht ze na. Wat zou zij zien in die spiegel? Vast geen geld of roem, dat kon haar allemaal niks schelen. Misschien wel dat ze succesvol afstudeert ofzo, of dat ze kinderen had. Ze zette een stap achteruit en bleef even staren naar Draco. Zou ze hem wakker maken? Ze moest hem eigenlijk wel bedanken voor zijn cadeautje… Tenminste, als het zijn cadeau was. Maar misschien was het een beetje flauw om hem nu wakker te maken als hij zo vredig sliep. Stilletjes schuifelde ze bij hem vandaan en besloot maar weer een boek uit de kast te pakken.
Ze bladerde verstrooid in een boek totdat ze alweer geluiden hoorde. Draco had weer gehoest en maakte opeens een beweging. Hij rekte zijn armen uit en gaapte. Hermelien keek als verstijfd toe. Wat zou hij zeggen als hij haar daar een paar meter verderop zag staan met een boek in haar handen? Snel ging ze achter een hoge boekenkast staan. Een beetje nerveus luisterde ze hoe Draco zijn boek opzij schoof en nog een keer gaapte.
‘Merlijn, wat heb ik geslapen,’ mompelde hij. Ze hoorde hoe hij zijn tas inpakte. Ging hij weg? Nu? Terwijl ze alleen met hem in de bibliotheek zat? Ze sloop achter de boekenkast vandaan en stak nieuwsgierig haar hoofd om de hoek. Zo te zien was hij iets kwijt, want hij keek voortdurend onder het tafeltje en achter de boeken. Uiteindelijk viste hij ergens zijn ganzenveer vandaan. Draco draaide zich om en vliegensvlug ging Hermelien weer achter de kast staan. Waarom was ze hem nou zo aan het begluren?
‘Weet je,’ zei hij opeens hard en lijzig. Hermelien onderdrukte een giechel. Was hij nou tegen zichzelf aan het praten?
‘Ik heb best wel door dat iemand daar vanachter die kast mij aan het bekijken is,’ Hermelien snakte zo hard naar adem dat hij het vast gehoord had. Hij praatte dus niet in zichzelf. Wat moest ze nu doen, snel uit de bibliotheek rennen voordat hij om het hoekje kwam kijken? Een stem in haar hoofd sprak haar echter tegen: ‘Waar slaat dat nou weer op, je bent toch blij dat je hem nu eindelijk weer eens ziet?’
Met een zenuwachtig voorgevoel stapte ze achter de kast vandaan. Draco richtte meteen zijn grijze ogen op haar, er was alleen een verschil; voor het eerst keken ze niet schamper, zelfvoldaan of boosaardig, eerder vriendelijk. Vriendelijk? Sinds wanneer keek Draco vriendelijk!
‘Hallo Hermelien,’ zei hij terwijl hij zoals gewoonlijk zijn hand door zijn haar haalde.
‘Hoi,’ zei ze schuchter. Waarom maakte hij haar altijd zo verlegen?
‘Je hoeft me niet te bespioneren als je me graag wilt spreken hoor,’ zei hij grijnzend. Hermelien staarde hem aan. Onwillekeurig liet ze haar blik over zijn gezicht glijden.
‘Ik wou je niet wakker maken,’ mompelde ze. Plotseling deed hij een stap naar voren en ze moest moeite doen om niet weer naar adem te snakken. Hermelien wilde aan de ene kant heel graag de benen nemen, maar aan de andere kant zou ze het allerliefst daar blijven.
‘Voor jou mag je me anders wel wakker maken,’ fluisterde hij vleiend.
‘W – wat?’ piepte Hermelien. Nerveus keek ze hoe hij nog dichterbij ging staan en haar diep en doordringend aankeek. Hermelien werd zich plots vreselijk bewust van het feit dat haar armen er als hulpeloze soepstengels bij hingen.
‘Nog bedankt voor je cadeautje,’ zei ze ademloos. Het verbaasde haar dat ze nog iets kon uitbrengen. ‘Het spijt me dat ik niks voor jou had…,’
‘Gekocht tijdens het laatste tripje naar Zweinsveld,’ zei hij zachtjes. ‘En ik heb al genoeg troep, dus het geeft niks.’
Hermelien lachte een beetje gespannen en zag dat hij haar onderzoekend aankeek.
‘Je hebt daar een losse wimper zitten,’ zei hij, terwijl ze in zijn ogen het schemerige licht zag weerkaatsten. Voorzichtig veegde hij het bij haar oog weg en Hermelien merkte dat ze knikkende knieën had. Ze was zich er maar vaag van bewust hoe dichtbij hij wel niet stond. Ze stonden zo dicht op elkaar dat hun neuzen elkaar bijna aanraakten. Ze voelde zijn warme adem haar gezicht strelen…
Alsof hij haar een sein had gegeven sloot ze haar ogen. Alles was in haar hoofd zo luchtig dat het leek alsof ze droomde. Hij drukte zijn lippen zachtjes op de hare. Geschrokken voelde ze plotseling dat er een tong lang haar lippen gleed. Ze zoende hem terug en Draco liet zijn handen tot haar middel zakken.
Na wat wel een eeuwigheid leek konden ze elkaar weer loslaten. Ze staarde eventjes opgelaten naar zijn schoenen en keek hem toen met een ferme rode blos aan. Hij glimlachte naar haar en ze voelde enorm veel kriebels in haar buik. Zenuwachtig friemelde ze aan haar haren.
‘Laten we maar gaan,’ zei hij terwijl hij haar hand vastpakte. ‘Anders gooit madame Rommela ons er zo toch wel uit.’
Hermelien knikte en ze liepen gezamenlijk de bibliotheek uit. Toen ze bij de trap waren waar Draco moest afdalen naar de kerkers gaf hij haar een kus op haar wang.
‘Slaap lekker,’ zei hij geruststellend en terwijl Hermelien hem nakeek daalde hij de marmeren trap af.
Ze was nog steeds een beetje trillerig door de gebeurtenis van daarnet. Hij had haar gezoend, Draco had haar gezoend… Met een verwrongen glimlach dacht ze aan wat Harry en Ron zouden zeggen als ze vertelde dat ze Draco Malfidus gezoend had. Ze zag Rons walgende gezicht al voor zich en hoorde Harry zeggen: ‘Hermelien! Hoe kon je dat nou doen!’
Het was waarschijnlijk maar beter als ze het aan niemand vertelde. |
_________________ Honden hebben een baas, katten hebben personeel |
|
  |
 |
|
|