Harry Potter Forum index
Dit forum is gesloten. Bezoek nu de vernieuwde versie van HPF!
 Harry Potter Forum gesloten  •   Inloggen

 [AF] Between Good and Evil Volgende onderwerp
Vorige onderwerp

Sla dit onderwerp op als textbestand
Poll :: Hoe vinden jullie dit verhaal?

Cool, schrijf snel verder!!
92%
 92%  [ 23 ]
Het kan spannender...
8%
 8%  [ 2 ]
Ga alsjeblieft wat anders in je vrije tijd doen!
0%
 0%  [ 0 ]
Totaal aantal stemmen : 25


Auteur Bericht
Bradhadair
Oude Forumnaam: cho chang13 6e jaars
6e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Zaandam

Bradhadair is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Jan 02, 2006 18:39 Terug naar boven Sla dit bericht op

Ik ga aan een niuw verhaal beginnen: Between good and evil.
Ik ga niet vertellen waar het over gaat want dat ga je zelf maar lezen Very Happy
Ik post hier alvast de niet zo gek grote proloog:
_____________________________________________________________
Between Good and Evil

Proloog

Het was een regenachtige dag en de regen kletterde tegen het raam. Een ziener zat met een man te praten maar begon ineens rare dingen uit te kramen.

Zij die de vrede bewaakt, zij die daarvoor zorgt zal het vredeskind baren.
Het kind dat tussen goed en kwaad is opgegroeid.
Zij die de vrede zal bewaken met haar leven.
Zij met de uiterlijk van een muze,
haar als het licht,
een huid als zijde
en ogen als de zee.
Zij met de krachten van de lucht.
Zij zal een kind tussen goed en kwaad krijgen en de vrede bewaren.


Een groene lichtflits flitste door de nacht en raakte een man in zijn rug. En de man was al dood voordat hij de grond raakte.

_____________________________________________________________
ik wil hier nog even aan toevoegen dat ik begonnen ben met dit verhaal voordat de hbp uit was en er dus in het begin geen feiten van in zitten maar later in het verhaal wel






Laatst aangepast door Bradhadair op Ma Apr 17, 2006 20:40; in totaal 4 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Bradhadair
Oude Forumnaam: cho chang13 6e jaars
6e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Zaandam

Bradhadair is offline. 
BerichtGeplaatst: Di Jan 03, 2006 11:13 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 1
De vriendin


“Madison wacht!” schreeuwde Maria over het schoolplein en Madison stond stil, ze keek om en zag haar beste vriendin Maria snel aan komen lopen.
“Wat is er?” vroeg Madison terwijl ze in een bezorgd gezicht van Maria keek. Ze had prachtige groene ogen, die je alleen maar aan hoefde te kijken en je dan al gelijk wist dat er wat was.
Ze deed een pluk rood haar achter haar ogen en trok haar mee naar een hoekje.
“Ik moet je wat vertellen, jij bent de enige die ik kan vertrouwen, en…” Maria begon te snikken en probeerde haar vriendin niet aan te kijken.
“Maria, je kunt me alles vertellen” zei Madison en sloeg een arm om haar heen.
“Ik heb het nog aan niemand verteld, dat kon ik niet. Mijn moeder heeft zelfmoord gepleegd, ze heeft zich opgehangen” zei ze en Madison schrok, haar moeder was erg aardig en kon zich niet voorstellen dat ze ooit aan zelfmoord gedacht zou hebben.
“Maria” kon ze alleen nog maar uitbrengen en ze liepen nu samen het schoolplein af. Ze zeiden niets tegen elkaar en niemand deed ook de moeite om een gesprek aan te knopen. Ze staarden alleen maar voor zich uit. Het zonnetje brandde vrolijk en lachte hen toe, alleen was er geen rede om terug te lachen.
Ze woonden niet ver van elkaar, Maria woonde drie straten achter haar. Net toen ze de staat in liepen vroeg Madison ineens wat.
“Maria, je kunt wel bij mij komen logeren” en ze wist dat haar moeder dat niet erg zou vinden, Maria’s ouders waren gescheiden en was ze dus helemaal alleen in het huis.
“Nee, bedankt mijn tante is thuis, ze helpt me en ik woon voortaan bij haar” zei ze en liep nu naar haar voordeur en draaide de sleutel om. Ze seinde dat Madison ook naar binnen moest komen en toen ze dat was deed ze de deur snel achter zich dicht. En Madison kon dat begrijpen ook het was ijskoud in huis.
Toen ze de eens zo vrolijke huiskamer in stapte zag ze een kist staan met een vrouw die er naast stond. Ze huilde en raakte haar zus aan.
“Tante, Madison waarover ik vertelde is mee gekomen” haar stem was zacht en Madison kon haar ook niet kwalijk nemen.
“Gecondoleerd” zei Madison en gaf de vrouw een hand. De vrouw deed haar ogen dicht, alsof ze was voor haar zag en toen ze elkaar los lieten deed ze haar ogen weer open.
“Madison hoe heet je van je achternaam?” Vroeg de vrouw nieuwsgierig en leek helemaal niet meer zo verdrietig.
“Vererra” zei ze en de vrouw keek haar bezorgd aan. Zou zij haar familie kennen? Of familie zijn? Nee dat kon niet dan zou Maria familie van haar zijn en zij en Maria zouden dan flink bij elkaar afsteken. Nee, dat was uitgesloten ze vroeg het alleen maar uit nieuwsgierigheid.
“Jou vader was mijn halfneef” zei de vrouw opeens en Madison keek haar raar aan.
“Mijn vader is dood en heeft geen familie” zei ze, ze liep naar Maria omhelsde haar en liep naar buiten.

Ze had besloten om naar haar moeder te gaan, zij zou misschien wel kunnen zeggen of de vrouw de waarheid sprak. Madison geloofde niet wat de vrouw had gezegd, maar ze leek wel erg serieus. Alles tolde rond in haar hoofd. Ze had haar vader alleen gekend toen ze heel klein was en was bij een auto-ongeluk om het leven gekomen had haar moeder verteld. Ze herinnerde zijn stem nauwelijks en zijn uiterlijk kon ze alleen maar van foto’s.
“Dit is gewoon een hele zieke grap” zei ze tegen zichzelf en toen ze voor zich keek kwam ze er ineens achter dat ze voor haar huis stond. Ze stak de sleutel in het slot en draaide die om. Toen ze de huiskamer in liep was er nog niemand thuis, wat haar niet verbaasde. Haar moeder leefde alleen met haar en moest hard werken om alle eindjes aan elkaar te knopen. Madison was achttien en was van plan om van school te gaan, daar ging het meeste geld aan op en voelde zich daar best schuldig over. Ze wilde wel studeren, maar niet als dat ten kosten ging van haar moeder.
Ze smeet haar tas neer en rende naar boven, ze wilde wel eens de waarheid over haar vader weten. Ze pakte een fotoalbum van de bruiloft van haar moeder en vader. Haar vader had donkerblond haar. Ze had niet zijn haar geërfd, maar dat van haar moeder, blond.
Ze keek het hele album door en zag allemaal vreemde mensen rondlopen en poseren. Ze zocht naar de tante van Maria, als haar halfneef ging trouwen ging je toch zeker wel naar de trouwerij van hem toe.
Madison schrok zich een ongeluk, ze zat op zolder en haar telefoon met trilfunctie ging af. Ze nam de telefoon op en hoorde dat het Maria was.

“Hallo” zei Madison.
“Hoi, met Maria. Ik bel om te zeggen dat het spijt van mijn tante ze is erg in de war door de dood van mijn moeder” zei Maria snel.
“Het geeft niet Maria, maar ze zei het wel serieus”
“Ja, ze blijft er bij maar ze zegt wel eens vaker gekke dingen” zei Maria en Madison hoorde op de achtergrond haar tante zeggen dat ze gelijk had.
“Oké, ik vraag het ook wel bij mijn moeder na” zei Madison.
“Oké, doei.”
“Doei” zei Madison en klapte haar telefoon dicht.

Dus misschien was het niet waar. Ze keek weer in het fotoalbum en net toen ze het dicht wilde doen deed het erg gek, het boek bladerde naar een pagina en zag een vrouw en in haar handen lag een baby van een paar maanden oud met rode krulletjes.
“Nee” zei ze tegen zichzelf en sloeg het album dicht.
Net toen ze naar beneden wilde lopen hoorde ze de deur van de voordeur en een zucht van haar moeder. Madison liep rustig de trap af en ging de huiskamer in waar haar moeder nu haar hoofd in haar handen op de bank zat.

“Mama, wat is er?” vroeg ze en haar moeder keek haar aan.
“Ik ben mijn baan kwijt, ik denk dat we moeten verhuizen want dit huis is te duur” zei ze en Madison schrok. Ze wilde hier blijven wonen, bij Maria. Ze wilde haar steunen.
“Mama, je kunt toch wel een andere baan vinden” stelde ze voor ze en haar moeder schudde haar hoofd.
“Je doet er jaren over om een salaris te krijgen die ik had” zei ze.
“En daar komt bij dat ik geen diploma’s heb, dus ik kan voor een hongersloon gaan werken” legde ze uit en Madison ging naast haar moeder zitten.
“Mama, ik moet je nog iets vertellen. De moeder van Maria is dood. Ik weet dat je haar niet mocht maar ik zeg het toch maar even” zei Madison.
“O” zei haar moeder, aan haar gezicht te zien was ze erg verbaasd. Ze mocht de moeder van Maria niet ook al liet ze dat niet blijken. Ze vond het rare mensen.
“Nou gecondoleerd dan” zei ze en stond op en liep naar de keuken. Madison bleef zitten en knikte naar haar moeder. Ze had een plan, een plan dat ze niemand meer tot last kon wezen. Of ze die uit zou voeren wist ze niet. Maar eerst zou ze de waarheid eisen.

Reacties plies Very Happy
ps. in het eerste hoofdstuk gaat het nog niet over hp zoals je hebt gelezen maar die komt nog Smile




Profiel bekijkenStuur privébericht
Bradhadair
Oude Forumnaam: cho chang13 6e jaars
6e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Zaandam

Bradhadair is offline. 
BerichtGeplaatst: Do Jan 05, 2006 15:18 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 2
De waarheid komt boven water


“Mama, had papa halfnichten?” vroeg Madison opeens. Ze waren al twee dagen verder en Madison had nu eindelijk de moed gekregen om het aan haar moeder te vragen.
“Madison, ik heb het je al heel vaak verteld. Je vader had geen familie” en haar moeder die aan het ontbijten was nam een hap van haar cornflakes.
“Mama, ik ben achttien en ik weet dat iemand altijd wel één familielid heeft ook al is het een verre neef of nicht” zei Madison.
“Nou dan had die familie wel eens mogen helpen met jouw opvoeding” schreeuwde haar moeder bijna. Madison wist dat haar moeder het niet makkelijk had gehad ze had heel veel geld moeten betalen en kon moeilijk werk krijgen toentertijd.
“Dus het is inderdaad waar?” vroeg Madison en ze werd kwaad. Al die tijd dat ze naar familie verlangde en die nodig had om iets tegen te vertellen maat er niet voor haar waren geweest waren er toch wel.
En drie straten verder woonde een achternicht van haar die tevens haar beste vriendin was.
“Ik moest het geheim houden, Maria was je beste vriendin en als je dat had geweten dat ze niks om ons gaven dan…” Haar moeder stopte, ze kreeg een blok in haar keel.
“Oké, ik zal je alles vertellen. Toen je tweeëneenhalf was overleed je vader, hij was vermoord. De moordenaar was wel gevonden maar had zich vrijgepleid. Ze hadden hem gedood omdat ze jouw wilde hebben maar ze hadden je niet te pakken gekregen. Na de begrafenis kwamen de nichten van je vader waar we vroeger goed mee om gingen. En ze probeerde om jou van me af te pakken en zelf op te voeden, maar ik weigerde dat” toen was haar moeder stil en Madison die tijdens het verhaal op was gestaan was stil en keek voor zich uit.
“Mam ik ga naar school” zei ze en pakte haar tas en ging naar school. Die zou pas over een uur beginnen. Maar ze wilde nadenken over wat er gebeurd was.

Ze liep het schoolplein op met duizenden vragen in haar hoofd.
“Maddy!” Madison keek op en zag haar ex staan waar ze het hele schooljaar mee had gehad, ze had het vorige week uit gemaakt en sindsdien pestte hij haar de hele tijd.
“Wat moet je?!” schreeuwde ze terug en liep richting de deur van de school.
Toen ze binnen was zag ze haar klasgenoten zitten, ze mocht de meeste wel maar ging er nooit bij zitten. Ze waren erg luidruchtig. Het schooljaar zou nog maar een week duren, maar voor Madison kon het niet snel genoeg gaan.
Ze had Maria expres niet opgehaald, ze wilde alleen zijn. Ze wilde zelfs geen vriendin. Misschien was het wel doordat ze verre familie was.
“Madison” zei ineens een stem achter haar en ze keek om. Maria stond er en liep naar haar toe.
“Madison, je negeert me” zei ze en ging naast haar zitten.
“Nee, ik negeer je niet ik heb alleen wat ruimte nodig”
“Ruimte, ruimte voor wat?” vroeg ze.
“Mijn moeder heeft verteld dat het verhaal van je tante waar is en dat mijn vader is vermoord en de moordenaar die nog vrij rond loopt!” schreeuwde Madison bijna en zuchtte daarna.
“Het spijt me, je bedoelde het goed” zei Madison maar Maria keek nog steeds geschrokken.
“Dan zijn wij verre familie” zei ze en keek haar niet begrijpend aan.
“Het was ook een schok voor mij” zei ze en was wel weer wat vrolijker naar haar vriendin.


De week vloog snel voorbij, veel sneller. Madison deed weer normaal en had alles uieindelijk verwerkt. Ze was nu van school gegaan en zou wat werk gaan zoeken om niet te hoeven verhuizen. Ze wilde dolgraag bij Maria in de buurt blijven wonen.
Dus zo kwam het dat ze die dag op straat liep, al wist ze niet dat het vandaag de dag was die ze niet snel zou vergeten.

“Nee, ik ben niet aangenomen” zei Madison vrij nuchter door de telefoon tegen Maria die haar steunde in alles wat ze deed en van plan was. Ze was zelfs met een plan gekomen om we te lopen, maar dat had ze toch maar niet gedaan en deed het op een makkelijkere manier.
“Jammer, kom maar snel weer richting huis” zei Maria, Madison was zo gefocust om haar telefoon uit te doen dat ze niet uitkeek waar ze liep.
Ze botste tegen een jongen op met zwart haar en felgroene ogen die een bril droeg en op zijn voorhoofd kon je net een bliksemvorming litteken zien.
Madison viel op de grond en de jongen hielp haar weer over eind.
“Sorry” zeiden ze gelijkertijd en schoten in de lach.
“Ik ga weer.’ Zei Madison die de jongen wel mocht en liep weg.
“Oké” hoorde ze de jongen nog zeggen en liep weg. De jongen was best knap, dacht ze bij zichzelf.
Ze voelde in haar zak om haar telefoon weer te pakken maar kwam tot de ontdekking dat ze hem vast had verloren toen ze op de grond was gevallen.
Ze ging snel terug naar de plek waar het was gebeurd en zag haar telefoon op een hoekje leggen van een steeg en de hoofdstraat.
“Als de heer van het duister klaar met je is, zullen wij aan de macht zijn!” schreeuwde een jongen. Madison keek om de hoek en zag een witblonde jongen met een stok in zijn hand staan en tegenover hem stond de jongen tegen wie ze was opgebotst en ook hij had een stok in zijn hand.
“Ik zal er niet te veel op rekenen Malfidus” zei de jongen met het zwarte haar en zei: “Expelliarmus!” opeens kwam er een blauwe lichtstraal uit de stok en de blonde jongen ontweek hem handig.
“Paralitis!” schreeuwde de blonde jongen en een rode straal raakte de jongen met het zwarte haar in de borst. Die botste tegen een muur aan en viel daarna bewusteloos op de grond. De blonde jongen liep met zijn stok nar hem toe.
Dadelijk dood hij hem nog, dacht Madison. Ze handelde nu uit paniek en wist niet wat ze deed of waarvoor. Maar ze stapte naar voren en de blonde jongen keek op.
“Je raakt hem niet aan!” zei ze en ze keek nu in de ogen van de jongen die ontzettend knap was, hij had grijze ogen en zag er erg knap uit met het gewaad wat hij aan had. Hij keek haar ook aan en nam haar helemaal in zich op.
“En wat als ik dat wel doe?” vroeg hij en Madison kwam dichterbij, ze was zo dichtbij dat ze niet meer hoefde te schreeuwen en hem eventueel kon slaan als dat nodig was.
“Dat zie je dan wel” zei ze al voelde ze zich een watje, opeens kneep de jongen zijn ogen dicht van pijn, hij keek haar nog een keer aan en verdween met een harde plop.
Madison keek verbaasd, ze pakte haar telefoon die ze nog in haar hand had en belde Maria. Als ze de jongen wilden verplaatsen zouden ze dat wel met zijn tweeën moeten doen.

“Jee, je bent wel tegen eens tuk opgelopen hoor” zei Maria toen ze bij haar thuis waren. Haar tante was gelukkig voor een week weg. Dus ze zouden een week de tijd hebben om de jongen op te lappen.
“Ja, dat is waar” zei Madison maar haar gedachten bleef steken bij de blonde jongen. Hij was misschien wel een moordenaar. Maar had haar niet gedood toen ze hem niet liet gaan met deze jongen. Ook begreep ze niets van het gevecht wat plaats had gevonden, was deze jongen een tovenaar? Ze had zoveel vragen, ze had ook alles tegen Maria verteld, die geloofde haar niet helemaal had ze het gevoel. Maar ze had het ten minste gezegd. Ze hadden de jongen in het bed van Maria gelegd die hem verzorgde, ze studeerde voor verpleegster, dus kon ze hem goed verzorgen.
“Het is gek, hij heeft geen verwondingen. Ook niet van binnen” zei Maria en deed de dekens naar boven.
“Dus we hoeven alleen maar te wachten tot hij bijkomt?” vroeg Madison.
“Nou Madison, me studie gaat pas na de zomervakantie beginnen, maar ik heb er al veel over gelezen. Ook toen ik al klein was, maar nog nooit heb ik zoiets raars gezien dus ik zou het niet weten” zei Maria.
“Maria, deze jongen is misschien wel een tovenaar!” zei Madison en Maria lachte.
“Je gelooft toch niet in die onzin hé?” zei ze lacherig.
“Nou tot een uurtje geleden niet nee, maar ik weet wat ik gezien heb” zei Madison en toen ze dat zei geloofde Maria haar. Ze was erg goedgelovig en vertouwde Madison volkomen.
“Oké, ik geloof je” zei ze.
“Maar als je maar niet denk dat ik er aan mee ga doen” zei ze nog en liep de kamer uit.


Reacties Plies...




Profiel bekijkenStuur privébericht
Bradhadair
Oude Forumnaam: cho chang13 6e jaars
6e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Zaandam

Bradhadair is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Jan 21, 2006 18:04 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 3
Grimboutplein 12


Madison zat in de huiskamer van Maria, ze mocht er blijven slapen van haar moeder. En aan de andere kant durfde ze Maria niet alleen met een jongen in één huis te laten. Ze waren nu twee dagen verder en het ging al wat beter met de jongen, hij praatte af en toe in zijn slaap, of kreunde hij over ene Sirius.
Om het uur ging ze bij hem kijken, zelfs ’s nachts. Ze voelde zich verantwoordelijk voor hem, omdat zij hem gered had. En zij was de enige die hij kon van gezicht, ander kon hij nog wel eens schrikken.
Ze besloot om even naar boven te lopen en te kijken, en toen ze de deur open deed zat hij op bed en keek om zich heen.
“Zo je bent wakker” zei ze en hij keek haar aan.
“Jij was dat meisje waar ik tegen aan was gebotst, wat is er gebeurd” vroeg hij.
“Nou toen we tegen elkaar opgebotst waren was ik mijn mobile telefoon kwijt dus ik ging terug om hem te zoeken. Ik had hem gelukkig gevonden maar toen hoorde ik stemmen in een steegje, dus ik ging kijken…”
“En toen zag je mij en Malfidus vechten” onderbrak de jongen haar maar Madison ging snel verder met vertellen.
“Ja, nou toen raakte hij jou en ik kwam om de hoek vandaan en beschermde je tegen hem, anders had hij je vermoord”
“Waarvoor beschermde je me” vroeg de jongen net nadat ze was gestopt met vertellen.
“Hallo, moet ik iemand dood zien gaan. En de jongen deed me niks hij verdween nadat ik te voorschijn was gekomen” zei Madison geïrriteerd dat iemand niet dankbaar was dat ze zijn leven had gered.
“Hij verdwijnselde?” vroeg de jongen verbaasd en keek haar aan.
“Ja” zei Madison en dacht dat het vast zo heette.
“Ik ben trouwens Harry Potter, ik moest eerst even checken of je wel goed was” zei Harry en hij stak zijn hand uit.
“Ik ben Madison Vererra” zei Madison en schudde Harry’s hand.
“Bedankt dat je me gered hebt” zei Harry en probeerde op te staan maar had een pijn en ging gelijk weer zitten.
“Je moet wachten op mijn vriendin Maria, zei heeft je verzorgd. Ze studeert voor verpleegster” legde Madison uit.
“Je hebt trouwens veel geluk gehad” zei Harry die over een ander onderwerp begon.
“Hoezo?” vroeg Madison terwijl ze ook op het bed ging zitten.
“Nou Malfidus heeft veel dreuzels gedood en…”
“Hoe noemde je mij!?” Schreeuwde Madison.
“Een dreuzel dat is geen scheldwoord, maar gewoon een mens die geen toverkracht heeft” Legde Harry rustig uit en Madison snapte het.
“Dus jij bent een tovenaar?” vroeg ze en Harry knikte.
“Ja, ik neem je mee naar de orde om je verklaring op te nemen en…”
“De wat?” vroeg Madison.
“De orde van de feniks, er is in de tovenaarswereld een hevige oorlog en de orde van de feniks is een orde tegen het slechte die het probeert te verslaan” legde Harry uit.
“Er is een heel duistere tovenaar Voldemort en hij is zeg maar degene die deze oorlog veroorzaakt heeft, en samen met zijn dooddoeners probeert hij die te winnen” legde Harry verder uit en nu duizelde het Madison, al die informatie en nieuwe namen.
“Wow” kon Madison alleen uitbrengen en keek Harry bewonderend aan. Die lachte terug en wreef over zijn litteken.
“Je hebt een raar litteken, hoe komt dat?” vroeg Madison en ze keek nar het bliksemvorige litteken waar nu een hand voor zat.
“Diezelfde Voldemort heeft me die gegeven” zei Harry en net toen hij dat had gezegd ging de deur open en kwam Maria binnen.

“Ow je bent wakker, ik heb zoveel zorgen gemaakt om je” zei Maria en ging tussen Madison en Harry zitten zodat Madison weggeduwd werd en op de grond belandde, aangezien ze op het randje zat.
“Maria!” schreeuwde Madison en ze hielp haar snel over eind.
“Dit is nou de rede waarvoor ik je nooit alleen laat met een jongen die je niet kent!” Schreeuwde Madison die over haar kont wreef, ze was er erg hard op gevallen.
“Sorry” zei Maria en ze bloosde en Harry moest onverschillig lachen.
“Maria dit is Harry, Harry dit is Maria” zei Madison en was haar woede al weer snel vergeten, al deed haar kont nog erg pijn.
“Aangenaam” zeiden ze tegelijk en schudde elkaars handen.
“Maar Maria ik neem Madison mee naar ehm… me huis om aan iemand uit te leggen wat er is gebeurd” zei Harry en ging staan, wat aan zijn gezicht te zien erg pijn deed maar hij zette toch door.
“Jij gaat nergens heen je bent zog ziek” zei Maria, maar Madison kon merken dat het jaloezie was die haar dat deed zeggen.
“Bij mij thuis zijn er betere technieken om me beter te krijgen” zei Harry en hij voelde in zijn gewaad dat hij nog aanhad en voelde zijn toverstok en pakte die. Hij pakte een potlood en zei: “Colloportus”
Het potlood gloeide even op en viel toen weer op het bureau.
“Madison op drie pak je dat potlood vast” zei Harry en ze gingen beide om het potlood heen staan.
“Een…twee…drie…” Madison pakte het potlood vast net als Harry en voelde een haak achter haar navel trekken en voor ze het wist lag ze op een keukenvloer.
Zij en Harry stonden op, er was niemand en Harry liep naar haar toe.
“Dit is Grimboudplein 12 mijn thuis” zei Harry.
“Oké” zei Madison maar iets in haar zei dat Harry het liever niet zijn thuis noemde.

Toen ging de keukendeur open en kwam een jongen binnen die ongeveer even oud was als Harry en haar, hij had even rood haar als Maria en zijn gezicht zat onder de sproeten. Daarna kwam een meisje met bruin krullend haar binnen en bruine ogen.
“Harry, je bent er weer, we waren zo ongerust over je” zei het meisje.
“Wie is dat?” vroeg de jongen en wees op Madison.
“Ja, Hermelien het is weer leuk om terug te zijn. Ron en Hermelien dit is mij redster Madison Vererra, Madison dit zijn mijn beste vrienden Ron Wemel en Hermelien Griffel” zei Harry en iedereen knikte naar elkaar en maakte duidelijk dat ze elkaar kenden.

Ze gingen aan de keukentafel zitten en Harry vertelde het hele verhaal en Madison vertelde de nog open stukken.
“Sodeknetter, je hebt hartstikke veel geluk gehad” zei Ron en Madison besloot dat ze Ron mocht.
“Ja, zeg dat wel” zei Hermelien bezorgd.
Net toen ze zaten kwam er een man binnen die erg grootte wallen onder zijn ogen had en zag er erg moe uit, achter hem kwam een vrouw aan met kauwgomroze haar.
“Harry, je bent er weer” zei de vrouw en liep snel naar hem toe.
“Harry, wat is er allemaal gebeurd?” vroeg de man bezorgd en keek naar Madison. Ze gingen aan de tafel zitten en Harry vertelde het verhaal voor de tweede keer die dag.
“Harry, je moet voorzichtiger zijn” zei de man en wendde zich nu tot Madison.
“Ik ben Remus Lupos en dit is mijn vriendin Nyphadora Tops, maar zeg maar Tops” zei hij en gaf Madison een hand.
“Oké, ik ben Madison Verrera” zei ze en de man dacht na.
“Ik heb de naam Verrera eerder gehoord, Charles Verrera is 15 jaar geleden vermoord” zei hij en keek naar het geschokte gezicht van Madison.
“Dat was mijn vader” zei ze maar was nu wel over de schok heen, Lupos maakte zijn excuses maar toen zei Tops wat, wat haar hele leven zou veranderen.

“Maar dat betekend dat zij een heks is” iedereen was stil en keek Madison aan.
“Nee, dat kan niet” zei ze.
“Waarvoor is ze dan nooit naar Zweinstein gekomen?” vroeg Ron en keek Lupos aan.
“Er bestaan altijd foutjes, haar vader was een verdomd goede tovenaar en het kán gewoon niet wezen dat ze geen heks is of een snul” legde hij uit.
“Ik weet wat, ik ga nu meteen naar het ministerie van toverkunst en haal wat informatie, dan kunnen we morgen misschien naar de Wegisweg om een toverstok te kopen” zei Tops en de dag kon voor Madison niet meer stuk. Een week geleden wist ze nog niet eens van het bestaan was heksen en tovenaars af en nu was ze er zelf een.
“Als Madison dat zelf wil” zei Lupos en Madison knikte hevig.
“Ja” zei ze er nog bij en Tops stond op en ging samen met Lupos weg.
“Sodeknetter, dat heb ik nog nooit gehoord dat een heks na 18 jaar nog een heks blijkt te zijn, je bent toch 18 hé?”
“Ja, ik ben 18 Ron, ik vind dit echt geweldig” zei Madison en lachte.
“Blijf je hier slapen?” vroeg Hermelien, ze leek echt een regeltante en Madison moest daar eigenlijk wel om lachen.
“Als dat kan graag” zei ze, ze zou morgen Maria wel bellen. En de ruzie die ze met haar moeder had gehad laats, nee laat ze die nou maar niet bellen, laat Maria haar maar inlichten.
“Dat gaat leuk worden” zei Ron.
“Ron, ze slaapt bij mij op de kamer, ze kan wel in het bed van Ginny. Die is toch tijdelijk naar het nest” zei Hermelien en Ron kon alleen maar ‘O’ uitbrengen wardoor iedereen in de lach schoot.


mijn excuses dat ik zo laat weer een stukje plaats maar mijn computer boven was gecrached en daar stond 1,5 bladzijde meer op dan in mijn orginele verhaal. Het is nog niet er afgehaald maar heb besloten om die 1,5 blafdzijde opnieuw te gaan schrijven...(ik ben al een stuk verder met schrijven dan dat ik gepost heb hoowr Razz )
reacties zijn trouwens altijd nog welkom hoowr;)




Profiel bekijkenStuur privébericht
Bradhadair
Oude Forumnaam: cho chang13 6e jaars
6e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Zaandam

Bradhadair is offline. 
BerichtGeplaatst: Vr Jan 27, 2006 19:19 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 4
Een oude bekende.


Die Avond had Madison heerlijk geslapen, ze had ondertussen ook Maria gebeld en die wenste haar veel geluk ook al kwam het met moeite over haar lippen. Harry, Ron en Hermelien waren hartstikke goede vrienden voor Madison. Ze hadden verteld dat ze op een magische school hadden gezeten die Zweinstein heette. Wat had Madison daar ook graag heen gewild. Ze had alle verhalen gehoord die haar nieuwe vrienden hadden beleefd, en ook over de aanval zeventien jaar geleden op Harry en dat hij sinds dat hij één was een beroemdheid in de tovenaarswereld was. Later die avond waren ook Tops en Lupos thuis gekomen met de mededeling dat ze een heks mocht worden op voorwaarde dat ze les kreeg van de orde en aan het eind van het jaar een examen moest doen bij het ministerie van toverkunst (ook al was niet iedereen zo gesteld op ‘het ministerie van toverkunst’) Dat wilde Madison maar al te graag en ze zouden morgen naar de Wegisweg gaan om een toverstok te kopen.

“Madison wakker worden” Madison keek het bolle gezicht van Hermelien en ging in bed zitten.
“Hoe vroeg is het wel niet?” vroeg ze en stapte uit bed om zich om te kleden. Hermelien was al helemaal aangekleed. Madison had toch respect voor haar.
“Het is al acht uur en we kunnen beter vroeg gaan. De Wegisweg is een neutrale zone waar elke tovenaar mag komen, en die dooddoeners zijn gewoon te lui om hun bed uit te komen dus zijn er weinig Dooddoeners te vinden en kunnen we beter vroeg gaan. Vooral met Harry erbij” zei Hermelien en gooide het gordijn open terwijl ze zelf wat deodorant op spoot en een truitje aan trok.

Madison en Hermelien liepen naar beneden maar er zat nog niemand.
“Is het altijd zo leeg?” vroeg Madison.
“Meestal wel, maar er komen steeds mensen binnen gelopen en gaan dan snel weer weg. Maar het is propvol als er een vergadering is. En dan is Ron’s moeder er ook. Dan is het altijd wel wat drukker omdat iedereen wil mee eten” legde Hermelien uit en begon zelf wat te eten klaar te maken. Madison knikte haar hoofd en ging aan de tafel zitten, ze kon absoluut niet koken en als ze zag wat Hermelien deed was ze wel een tikkeltje jaloers.
Net toen het eten klaar was kwamen Ron en Harry naar beneden.
“Heb je lekker geslapen Madison?” vroeg Harry en Madison knikte en nam een hap van haar toast, toen Harry en Ron die ook in het oog kregen pakte ze ook wat en werd het stil. Er vielen wel eens meer stiltes maar dat duurde niet lang.
“Wanner gaan we?” vroeg Madison en het was Ron die antwoord gaf.
“Als we dit op hebben” na die uitspraak was het eten ook al snel op en stonden ze buiten.
“Hoe gaan we?” vroeg Madison voor de zoveelste keer die dag. Ze voelde zich eigenlijk best dom dat ze zo veel vroeg maar aan de gezichten van Harry, Ron en Hermelien te zien vonden ze dat helemaal niet erg.
“Met de collectebus” zei Hermelien en stak haar toverstok uit. Uit het niets stopte er een blauwe dubbeldekker en stapte ze in. In de bus stonden niet bij elkaar passende stoelen met tafeltjes en ze gingen achteraan zitten.
“Hou je maar goed vast” zei Ron die naast haar zat.
“Waarvoor?” vroeg ze, maar werd met een ruk naar achteren getrokken door de snelheid waarmee de bus ging rijden. Daardoor viel ze van haar stoel en belandde bij Ron op schoot.
“Sorry” zei Ze en liep voorzichtig naar haar oude stoel waar ze zich dit keer wel goed aan vast hield. Harry en Hermelien schoten in lachen uit.

Toen de rit eindelijk afgelopen was betaalde ze wat geld (wat Madisonniet kon) en stonden voor een oud cafeetje.
“De lekke ketel” las Madison hardop voor maar haar vrienden luisterde niet want ze liepen al naar binnen.
Ze stond in een herberg die vol zat met allerlei heksen en tovenaars en andere wezens die ze nog nooit had gezien.
“Welkom in de lekke ketel” zei Harry toen hij haar zag kijken.
“Wow” kon Madison alleen nog maar uitbrengen, maar voordat Madison alles in zich had opgenomen trok Harry haar al mee naar de achterdeur. Hij pakte zijn toverstok en tikte op de muur. Die opende zich en Madison kon haar ogen niet geloven. Het mocht dan wel vroeg zijn maar het was toch vrij druk. Overal winkelde heksen en tovenaar en ze zag verschillende winkeltjes. Ze volgde Harry, Hermelien en Ron, ze zou niet weten waar ze zou moeten beginnen. Ze liepen naar een winkel genaamd Olivanders, maar toen kwam Madison tot en gruwelijke ontdekking: Ze had helemaal geen geld.
“Harry, ik heb geen geld” fluisterde ze toen ze de winkel in liepen. Al had ze het idee dat iedereen het kon verstaan want er stond niemand in de winkel behalve een jong meisje die duidelijk inviel.
“Kan ik jullie helpen?” vroeg ze en op dat moment zei Harry: ‘Ik betaal je stok wel’ en Madison was hartstikke opgelucht.
“Ja, Madison hier wil een toverstaf kopen” zei Ron die zakelijk op de toonbank leunde wat er nogal belachelijk uit zag.
“Oké” zei de vrouw en ging Madison opmeten, haar beenlengte, de omtrek van haar hoofd, haar armlengte, zelfs de afstand tussen haar ogen en het puntje van haar neus.
“Oké, ik heb de perfecte toverstaf voor je” zei de vrouw. Ze liep naar een gang achter de toonbank en pakte een toverstok.
“Deze is denk ik geschikt” zei ze, maar Madison wist wel zeker dat dit de juiste stok was want ze voelde een warme gloed in zich en keek har vrienden aan die lachte.
“Ja, deze is goed” zei ze en Harry legde wat geld neer en gingen de winkel uit.
“Achtendertig komma acht centimeter beukenhout met de inhoud van een haar van een Glamorgana, perfect voor krachtige spreuken” zei Madison hardop.
“Dat ga ik moeilijk onthouden” zei ze en bewonderde haar toverstok.
“Je hoeft het ook niet te onthouden ik heb het nog nooit nodig gehad” zei Ron en pakte zijn eigen toverstok.
“Ik wel, bij het ministerie van toverkunst maar ik hoefde niets te vertellen” zei Harry.
“Het is wel handig” zei Hermelien.
“Ja, maar we zijn niet zo een boekenwurm als jij, die alles kan onthouden” zei Ron en kibbelend liepen ze verder.
“Maken ze altijd ruzie?” vroeg Madison fluisterend aan Harry.
“Ja, heel vaak. Maar je went er wel aan. Over je toverstok, als we worden aangevallen gebruik dan de spreuk Paralitis die is het handigst” fluisterde Harry terug.
“Maar de Wegisweg is toch neutraal?” vroeg Madison.
“Nu nog wel, maar denk je echt dat, dat eeuwig zo blijft?” fluisterde Harry weer terug. Nu concentreerde Madison zich weer op het geruzie van Ron en Hermelien die het over ene Victor Kruml hadden.
“Nee, dat denk ik niet. Na alles wat ik gehoord heb” moest Madison toegeven en moest aan alle verdwijningen denken waar over ze had gehoord.
“Zeg zullen we een boterbiertje drinken op het terras?” stelde Harry voor en Hermelien en Ron waren meteen stil en mompelde ‘ja lekker’

Boterbier was echt heel lekker, er zat alcohol in maar het was heerlijk zoet. Het was veel lekkerder dan dat dreuzelbier. Ze dacht nu al als een tovenaar dacht ze en zuchtte.
“Wil je nou mee?” vroeg Ron en Madison ontwaakte vanuit haar gedachte.
“Waar naartoe?” vroeg ze.
“Naar de nieuwste zwerkbalbezems kijken” zei Ron alsof ze gek was.
“Nee, dank je” zei Madison. Ze had namelijk geen idee wat zwerkbal was.
Toen Madison dat had gezegd gingen Ron en Harry meteen weg druk mompelend over een nimbus 4000.
“Wat is een nimbus 4000 en zwerkbal en waarvoor ga jij niet mee?” vroeg Madison allemaal aan Hermelien die bleef zitten.
“Zoiets heb je gelukkig niet aan Harry en Ron gevraagd, Zwerkbal is een sport dat op bezems word gespeeld en de nimbus 4000 is een merk racebezem” zei Hermelien.
“En waarvoor ik niet mee ga, ik blijf liever met mijn voeten aan de grond” zei ze en bloosde.
“Oké” zei Madison en had meteen spijt dat ze niet mee was gegaan, het leek haar namelijk cool.

“Madison, ik ga even naar de wc, daarna vertel ik het schema dat je zult volgen voor je opleiding zeg maar. Excuseer me even” zei ze en stond op en ging de winkel in.
“Zo dus je bent een heks” zei en stem achter haar en zag ze niemand anders dan Draco Malfidus staan. Madison stond meteen op en liet haar hand in haar zak glijden van haar nieuwe gewaad dat ze net had gekocht zodat ze bij haar toverstok kon.
“Ja, heb je er problemen mee?” vroeg Madison, op school had ze wel geleerd om heftige discussies te voeren en van zich af te bijten wat nu erg goed van pas leek te komen.
“Zo wat zijn we weer aardig” zei hij en pakte de beker van Madison op en nam een slok, het viel haar op dat hij verdacht veel om zich heen keek alsof hij iemand of niemand verwachtte.
“Tegen jou altijd, je bent een duistere tovenaar!” schreeuwde Madison bijna al had ze het idee dat hij niet bepaald luisterde.
“Kom eens mee?” vroeg hij en wees op een steegje.
Nee, ze nou niet met hem mee gaan, ze was niet gek. Maar aan de andere kant ze kon zich wel verdedigen met haar toverstok en hem meteen testen als Malfidus iets van plan was.
“Voor jou kan het beter geen val wezen” zei ze en liep achter hem aan.
Het was een donker en vochtig steegje waar enkele kleine lichtstraaltjes konden komen en op de grond vielen.
Nog voordat ze iets had gezegd kwam hij dichterbij en probeerde haar te zoenen en Madison zoende terug.
Ze had zo uren door kunnen gaan maar maakte toch een eind aan de zoen. Ze keken elkaar aan, ze keek diep in de mooie grijze ogen. En voordat hij iéts had gezegd verdwijnselde hij met een luidde knal.
Madison was nog aan het bijkomen van de zoen, die was heerlijk geweest. Maar toen drong er iets tot haar door. Ze moest terug naar het terrasje voordat Hermelien terug kwam. Ze liep snel terug en gelukkig was ze er nog niet en net toen ze zat kwam ze de deur van de winkel uit gelopen en begon over schema’s te praten, al luisterde Madison maar met een half oor.


Hier is weer een stukje;) ik heb btw nog helemaal geen reacties gehad:( :'(
veel leesplezier...




Profiel bekijkenStuur privébericht
Bradhadair
Oude Forumnaam: cho chang13 6e jaars
6e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Zaandam

Bradhadair is offline. 
BerichtGeplaatst: Di Jan 31, 2006 18:06 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 5
De gevangene


Madison zat in het grimboutplein 12 aan de keukentafel. Er was helemaal niemand thuis. Ze moesten allemaal klusjes voor de orde doen en omdat zij nog niet goed kon toveren moest zij thuis blijven. Dat was nog niet zo erg, maar het was doodsaai daar, en haar beltegoed was op. Haar gedachte dwaalde weer af naar Draco, híj had haar gezoend.
Madison zuchtte. Ze moest niet zo veel aan hem denken. Hij was een dooddoener en zij stond aan de goede kant. Het kon nooit wat worden, en ze kon hem ook niet meer ontmoeten. Ze moest zich nu gewoon focussen op haar werk dat ze van Hermelien moest leren. Ze was net een week bezig maar het was moeilijker dan het leek. Ze was nu bij de wingardium leviosa bezwering en moest een veer laten zweven, maar ze was nu al een uur bezig en nog lukte het niet.
Ineens ging de deur open en stormde Harry naar binnen.
“Madison hou hem onder schot” riep Harry maar voordat ze wist wat hij bedoelde kwamen Ron en Hermelien al binnen en hielden stevig een jongen vast met witblond haar en diepe grijze ogen genaamd Darco Malfidus.
“Waarvoor brengen jullie hem hier?” vroeg Madison, ze was woest niet alleen brachten ze de vijand in het hol van de leeuw maar dan ook nog iemand waarmee ze had gezoend.
“Een nieuw idee van de orde, we houden hier dooddoeners voor een ondervraging. Je kunt dit huis moeilijk uit komen en als hij er probeert uit te komen horen we mevrouw Zwarts wel brullen op de gang” zei Harry. Daar had hij een punt het was handig uitgedacht. Ze probeerde Draco’s blik te mijden maar voelde dat zijn blik die van haar zocht.
“Nou oké dan” zei ze, nog steeds Draco niet aankijkend.
“Ik neem hem wel mee, kan ik mijn nieuwe spreuken misschien gebruiken” zei Madison en pakte Draco vast en bracht hem naar boven (Ron en Hermelien bleven onder aan de trap wachten voor het geval dat)
Ze bracht hem naar de zolder, daar hadden ze het minste last van hem.
“Zo, ik had eigenlijk al uitgekeken naar het moment dat ik je weer zou zien” zei Draco die ‘zijn’ nieuwe kamer bekeek.
“Ik niet” zei ze pakte wat lakens uit een kast en maakte zijn bed op.
Toen ze bezig was keek Draco naar haar en zij hield hem in de gaten zodat hij niet kon ontsnappen.
Maar ineens deed hij iets wat ze nooit had gedacht, hij sloeg zijn armen om haar middel heen. Dat was moeilijk te weerstaan, maar toch gaf ze een elleboog.
“Ik ben niet en of andere hoer” zei ze en draaide zich om en keek nu omhoog naar Draco’s gezicht. Hij wreef nog over zijn zij maar hij zoende haar al.
Die zoen was bijna net zo heerlijk als de eerste zoen en Draco op het bed vallen. Hij wreef over haar armen en ging streek langzaam naar beneden en maakte haar broek open.
Dit was heerlijk, dacht Madison. Ineens stopte ze, ze moest naar beneden. Voordat de situatie helemaal uit de hand liep.
“Draco, ik moet naar beneden Harry, Ron en Hermelien verwachtten me” zei ze en kroop onder hem vandaan.
“Kan je zelf je bed nog opmaken?” vroeg ze en Draco keek haar liefdevol aan.
“Je bent heel zorgzaam, zo zie je er ook uit. Beloof me een ding, blijf altijd zoals je bent. En ja ik kan zelf me bed wel opmaken denk ik” zei Draco en Madison bloosde.
“Dat beloof ik” zei ze en keek hem ook liefdevol aan. Ze deed haar spijkerbroek dicht en liep de deur uit en deed die op slot.
Ze zuchtte.
“Dit is niet gebeurd” bleef ze herhalen, ze kon het haast geloven net zoals de eerste zoen in het steegje bijna niet kon geloven.
“Is alles gelukt?” vroeg Hermelien, even dacht Madison dat ze het over dat ene had, maar ze herstelde zich snel.
“Ja, hij zit op zolder en heb een bed opgemaakt voor hem” zei ze en liep langs Hermelien en Ron naar de keuken waar Harry zat.

“Heey” zei ze en ging naast hem zitten.
“Hoi” zei hij vaag terug, zo te zien was hij met zijn gedachte ergens anders.
“Zit je ergens mee?” vroeg Madison.
“Nee, er is niets” zei Harry al geloofde Madison hem niet.
“Luister Harry ik zie dat er wat met je is, je kan het heus vertellen” zei Madison en Harry keek haar eindelijk aan.
“Ik zit te denken aan het komende gevecht tussen Voldemort en mij, want die zal komen. Het is alleen maar een kwestie van tijd” zei hij.
“Waar ben je bang voor?” vroeg Madison, “Je hebt Voldemort al heel vaak verslagen”
“Nou Madison er is iets, ik heb het zelfs niet aan Ron en Hermelien verteld, achttien jaar geleden was er een profetie over me gedaan, het kwam er op neer dat ik alleen Voldemort kan verslaan. En als ik hem niet versla verslaat hij me. Dus met andere woorden ik moet een moordenaar worden of een slachtoffer worden” vertelde hij en zuchtte van opluchting.

Madison kon haar oren niet geloven, ze had alles verwacht behalve dit. Ze sloeg een arm om hem heen. Ze had erg met hem te doen, als dit met haar was gebeurd had ze het nooit overleefd.
“Harry, je gaat hem verslaan. Dan kan iedereen weer normaal leven leiden” en ze dacht aan Draco en haar, zij zouden nooit openbaar samen gezien kunnen worden.
En op dat moment kwamen Ron en Hermelien binnen en Madison ging snel weer normaal zitten, ze was Harry dan misschien wel aan het troosten. Voor iemand die binnen kwam zag het er best raar uit.

Die nacht kon Madison slecht slapen na alle gebeurtenissen die waren gebeurd met Draco en het geheim van Harry. Ze kon misschien wel naar Draco gaan, het enige probleem was dat ze een akelig krakende trap op moest. Ze keek naast zich en zag Hermelien rustig slapen. Ze zou het er op wagen, ze zou naar Draco gaan. Eigenlijk had ze ook nog wel een aantal vragen.
Ze stapte uit bed, deed haar ochtendjas aan, deed haar sloffen aan en liep naar boven. Ze ging eerst naar de badkamer en haalde een glaasje water als eventueel motief. Ze liep extreem langzaam naar boven en de trap kraakte.
“Ow, alsjeblieft werk mee” fluisterde ze en toen ze op de laatste tree was deed ze de deur van de zolder open. Draco zat op de grond en staarde door het dakraampje naar buiten.
“Hoi, ik dacht dat je misschien wel dorst had” zei ze en gaf hem het glas water.
“Dank je” zei hij en dronk het in een keer leeg.
“En ik zou graag willen weten hoe de zaken er tussen ons voor staan” zei ze zacht en zakelijk. Draco wist meteen waar ze het over had en ging met haar op de grond zitten waar hij ent al had gezeten.
“Luister Madison, misschien ben ik te hard van stapel gelopen. Maar vanaf het eerste moment dat ik je zag vond ik je al leuk en ik bleef maar aan je denken. Ik moest je nog eens zien, ook al was je een dreuzel. Helaas kon ik je niet meer vinden en toen ik je dus op de Wegisweg zag moest ik de kans grijpen” zei hij en keek haar aan, een straaltje maanlicht viel over zijn ogen, hij was betoverend.
“Ik moet ook wat bekennen, ik vond jou ook leuk toen ik je daar in die steeg zag. Ik schrok wel toen ik je weer zag, maar ik heb van alles genoten” zei ze en Draco grinnikte.
“Madison, ik heb zittend denken hier. En ik hou van je. Ik hou van je met uit het diepste van mijn hart. En dat meen ik. Je bent dan wel een halfbloed maar…”
“Halfbloed?” vroeg Madison, ging hij haar nu op haar bloed beoordelen.
“Luister ik heb altijd een hekel aan halfbloedjes gehad, dat is me geleerd. Maar nu ik jou heb leren kennen weet ik dat het niet waar is” zei Draco en keek haar aan emt de waarheid in zijn ogen.
“Oké” zei Madison, ze begreep het, het was net zoiets als de bruine bevolking en de blanken.
“Zeg Draco” zei ze en hij zei: ‘ja.’
“Ik hou ook van jou, en ik zeg dat ook niet vaak” op dat moment zoende ze elkaar hevig en vielen op de grond.
“Au” zei Madison lacherig omdat zij met haar hoofd op de vloer terecht kwam.
“Sorry” zei hij, hij stond op tilde haar op en legde haar op het bed dat er nog net zo bij lag als die middag. Ze zoende hevig, hij kon goed zoenen. Ze kon het niet meer stoppen, ook al was het fout. Ze was verliefd op de vijand.


Hier is weer een rtukje Very Happy Ik moest er wat 15+ stukjes uit halen dus af en toe is het nogal een beetje vaag omschreven, maja hopelijk geeft het niet.
Ik wilde daphne_potter nog bedanken voor haar reactie Very Happy mijn enige reactie, dus die zijn nog altijd welkom...




Profiel bekijkenStuur privébericht
Bradhadair
Oude Forumnaam: cho chang13 6e jaars
6e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Zaandam

Bradhadair is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Feb 04, 2006 19:18 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 6
De Ontsnapping


Weken vervlogen en al snel werd het kerst. Dat was het lievelingsfeest van Madison. Vooral omdat ze dan jarig was.
Met haar krachten ging het ook beter, ze mocht nu ook al helpen met kleine klusjes voor de orde, maar ze was nog geen echt lid omdat ze nog maar een paar maanden studeerde. De relatie tussen haar en Draco ging ook beter. Niemand wist er van af, en Madison was ook niet van plan om dat aan iemand te gaan vertellen.
Het was nu ook niet de tijd om te piekeren want de halve orde was blijven eten omdat Mevrouw Wemel (Ron’s moeder) een heerlijk feestmaal had klaar gemaakt. Ze was diep in gesprek met Ginny Wemel over van alles en nog wat. En ’s Avonds zouden ze kerst met z’n allen vieren. Morgen Was Madison oorspronkelijk jarig, maar dat vierde ze ook vandaag omdat leden van de orde kerst met hun eigen gezin zou willen vieren.

Ze zat nu in het Grimboutplein en had van Hermelien een boek gekregen dat van haar was geweest: een beknopte geschiedenis van Zweinstein.
Van Ron had ze een dozijn chocolade kikkers gekregen, en van Harry een nieuwe veer want hij had geen flauw idee wat hij voor haar moest kopen. Zij zelf had ook leuke cadeau’s gegeven.
Voor Hermelien een cd van de witte wieven, Ron een pootbandje voor zijn uil Koe, en voor Harry had zij ook geen flauw idee gehad wat ze voor hem moest kopen en kwam met precies dezelfde veer aan.
Voor Draco had ze stiekem een mooie armband gekocht en die zou ze morgenochtend geven tijdens de ondervragingen wat heel lang duurde. Hij had nog helemaal niks gezegd en Harry was al met het idee gekomen om hem naar Azkaban te sturen, die door een paar reuzen werd bewaakt.
Toen was Madison met het idee gekomen om hem nog een paar maanden hier te laten en hem daarna naar Azkaban te brengen. Eigenlijk had ze een idee gekregen, om hem vrij te laten en hem te laten onderduiken als hij dat wilde. Ze wilde niet dat hij weg kwijnde in Azkaban, ze had al veel over de tovenaarsgevangenis gehoord en ook dat mensen kwijnden daar weg. Nu nog erger dan eerst.

Om 1 uur s’nachts liep het Grimboutplein langzaam maar snel leeg, alleen de familie Wemel was er nog, die ook zouden blijven slapen. Voor de verandering gingen Harry, Ron, Fret, George, Bill en Charlie op een kamer slapen. Ginny, Hermelien en Madison zouden ook met z’n drieën op een kamer slapen. Het was heel gezellig en toen iedereen uiteindelijk sliep stapte Madison snel haar bed uit en liep naar boven.
Ze ging nu bijna elke avond naar boven. Bijna was ze eens betrapt door Ron, maar die bleek gelukkig aan het slaapwandelen te zijn. Nu pakte ze snel haar Cadeau’tje en liep naar boven. Ze zag Draco al op zijn bed leggen, hij stond snel op en liep naar haar toe.

“Madison, ik heb je gemist” zei Draco toen hij haar zag en zoende haar, Draco zag er slecht uit. Zijn blonde haar was vet en hij zag er ook erg vermoeid uit. Onder het verhoren gebruikte ze kleine spreuken. Meestal was Madison degene die ze moest gebruiken zodat zij ze dan kon oefenen. Maar af en toe gebruikte de rest moeilijkere spreuken en leed Draco echt pijn.
“Ik ben pas een dag weg” zei ze en verbrak de zoen.
“Nou aangezien we in hetzelfde huis zitten is dat lang” zei Draco.
“Ik heb een cadeau voor je” zei Madison die Draco negeerde en snel wilde weten wat hij van haar Cadeau vond, en ze gaf het pakje aan hem.
“Madison dat had niet gehoeven, je weet dat ik nu niks voor je heb om terug te geven” zei Draco en maar maakte het pakje wel open. Hij zag een zilveren armband met iets erin gegraveerd: I Love You Forever, Kiss M.

Toen hij hem zag deed hij hem om en zoende Madison zoals hij nog nooit gedaan had.
“Draco, ik moet weer weg. Er zijn nu meer mensen hier als gewoonlijk. Na de kerstvakantie geef ik je nog een cadeau” zei ze.
“Wat dan” vroege hij nieuwsgierig.
“Je vrijheid” en met die woorden draaide ze zich om en liet een verbaasde Draco achter.

Ze ging snel weer haar bed in maar werd al snel weer gewekt door geschreeuw. Hermelien en Ginny waren daar ook wakker van geworden en Madison volgde hen naar beneden
Mevrouw Wemel zat op de grond en las een brief.
“Mam, wat is er?” vroeg Ginny, en las de brief.

“Molly
Er is hier een hevig gevecht aan de gang, we hebben alle mankracht nodig die er is. Kom zo snel mogelijk naar Zweinsveld net alle mensen van de Orde. Laat alleen Madison thuis, dit is een veel te moeilijk gevecht voor haar. Dit kan misschien wel hét gevecht worden.
Remus.
Ps. Arthur is naar het st. Hostilo voor magische ziektes en zwaktes gebracht nadat hij na de eerste oproep vrijwel meteen is geraakt door verschillende spreuken”


“Kleed jullie aan. Het gaat er zo meteen hard aan toe” zei Mevrouw Wemel, dat hoefde ze geen twee keer te zegen want iedereen schoot meteen weer naar boven toe.
“Ik ben zo zenuwachtig” zei Ginny.
“Ja ik ook. Het verbaasd me trouwens dat we van je moeder mee mogen” zei Hermelien.
“Mij ook” zei Madison om in het gesprek betrokken te blijven. Ze baalde er van dat ze niet mee mocht. Maar nu zou ze wel eerder Draco kunnen bevrijden dan dat de bedoeling was.
En toen iedereen was aangekleed maakte ze in de keuken een viavia van een oud stuk brood.

“We zijn zo snel mogelijk terug” zei mevrouw Wemel en opeens waren ze uit het niets verdwenen.
“Is goed, doe maar rustig aan” zei Madison.
Ze haalde de toverstuk van Draco uit de kast die in de keuken stond en maakte een ravage want het zou té opvallend zijn als hij precies wist waar alles lag, want Madison was nu bezig om een ‘plaats delict’ te maken.
Snel rende ze naar boeven, haar hart bonkte. Stel dat er iets mis zou gaan.
“Draco alles is eerder gegaan, hét gevecht is nu bezig. Ik kan je laten ontsnappen. Je trapt hier de deur in dan duelleren we en raak je mij met een lamstraal zodat ik bewusteloos word. Daarna ren je naar de keuken en op de keukentafel legt een stuk brood, dat is een viavia. Die brengt je naar hét gevecht. Probeer daar te ontsnappen” zei Madison.
“Oké, Madison ik snap het ook al doet het pijn om je pijn te doen. Ik neem contact met je op, contacteer mij niet. En ik hou van je” Draco kuste Madison en voordat Madison wilde dat hij stopte, stopte hij al. Hij liep naar voren, trapte de deur in en liep samen met Madison naar beneden.
“Oké, begin jij maar” zei Draco. Madison’s maag draaide zich om. Ze moest degene aanvallen van wie ze hield.
“Oké, Paralitis” zei Madison angstig en richtte haar toverstok op Draco, die ontweek hem behendig en richtte nu een lamstraal op haar af. Die raakte haar en het werd zwart voor haar ogen en zonder te weten hoe dit alles af liep voelde ze dat Draco haar op ving.

Madison deed haar ogen open, ze lag in haar bed en ging zitten. Ze had hoofdpijn, en wreef over haar hoofd. De deur ging open en Hermelien kwam binnen.
“Zo dus je bent wakker Madison” zei ze en ze zag dat Hermelien warme chocolademelk mee had genomen.
“Ja, maar wat is er gebeurd en hoe laat is het?” vroeg Madison nog slaapdronken en Hermelien gaf haar de warme chocolademelk en ze dronk het op.
“Nou toen wij weg waren is Malfidus ontsnapt en heeft je met een lamstraal geraakt” toen Hermelien dat zei kwam alles weer naar boven. De ontsnapping en hét gevecht.
“Hoe is het met Harry afgelopen, is jeweetwel weg?” vroeg Madison.
“Nee, helaas was dit niet hét gevecht maar er zijn wel veel dooddoeners uitgeschakeld” zei Hermelien blij.
“Oké” zei Madison en dat was het enige wat ze uit kon brengen, ze moest maar aan Draco blijven denken en wat hij nu op dit moment zat te doen.
“En wanneer gaan mijn lessen weer beginnen Hermelien?” vroeg Madison die er weer zin in had nu ze niks meer aan haar hoofd had.
“Volgende week gaan we weer van start” zei Hermelien.
“En voor de duidelijkheid het is lunchtijd dus kom maar snel naar beneden. Mevrouw Wemel is er nog steeds” zei Hermelien en knipoogde naar Madison en liep weg.


Hier is weer een nieuw leuk stukje Very Happy
ik wil Lily_yet bedanken voor de reactie en de mensen die op mijn poll hebben gestemd.
Reacties zijn nog steeds altijd welkom Smile




Profiel bekijkenStuur privébericht
Bradhadair
Oude Forumnaam: cho chang13 6e jaars
6e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Zaandam

Bradhadair is offline. 
BerichtGeplaatst: Di Feb 07, 2006 18:37 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 7
De grote test


Dagen werden weken en weken werden maanden en Madison had nog steeds niets van Draco gehoord. De eerste weken had ze met smart gewacht op een bericht van hem. Maar namaten de tijd versteek wachtte ze niet meer en vergat ze hem. Ze had een leven om te leiden. Het was nu achtentwintig april en ze zou naar het ministerie gaan om een test af te leggen waardoor ze een volleerde heks was. Door de methodes van Hermelien was ze sneller volleerd dan andere heksen en tovenaars. Daar waren ze allebei blij om. Madison omdat ze nu een diploma kon halen en Hermelien omdat ze goed les kon geven. Ze had zelfs voorgesteld om te solliciteren op Zweinstein, maar nadat Madison er op had gewezen dat ze niet gemist kon worden bij de orde kwam ze weer tot rust.
Ze was nu ook officieel lid van de orde en het leek wel of er steeds vaker mensen van de orde langskwamen nu zij lid was.

“Madison we moeten nu echt gaan” zei Hermelien terwijl Madison een staart in haar, haar deed, ze had haar, haar een klein beetje geknipt en het was nu veel mooier vond ze en bekeek zichzelf in de spiegel.
“Oké, ik kom” zei Madison en ze deed een jas aan. Harry en Ron gingen ook mee om te kijken en haar te steunen voor de grote test.

Toen ze bij het ministerie aankwamen moesten ze eerst hun stokken registreren en gingen daarna naar de afdeling verdwijnselbrufetten. Het was een ongewone zaak van Madison en ze werd dus ook meteen getoetst op verdwijnselen en verschijnselen. Madison vond het wel prettig dat, dat inbegrepen zat in de toets zo hoefde ze niet nog een keer een afspraak te maken.
De toets ging haar vrij gemakkelijk af en ze wist bijna zeker dat ze geslaagd was. De vrouw Camille Standy was erg aardig en hielp vaak mee. Toen ze het ging nakijken en het praktijkgedeelte ging bestuderen ging het kwartet naar de Wegisweg om daar te winkelen.
In de toverwereld werd het steeds erger en gevaarlijker en niemand durfde nog alleen over straat, alleen de Wegisweg bleef onaangetast. Daardoor kwamen er veel tovenaars, vande goede en de duistere zijde.
Ze hoopte dat ze Draco niet tegen zou komen. Hij haalde een pijnlijke herinnering bij haar naar boven. Daar probeerde ze nu niet aan te denken, nu gingen ze naar de tovertweelings topfopshop wat er als gewoonlijk weer uitsprong naast alle andere saaie winkeltjes. En het was er net zo druk als altijd en ze gingen snel rondneuzen.
Ze zag kauwgom liggen dat in elke smaak veranderde die je maar wilde. Iets sprak haar daar in aan dus kocht een pakje.
“Hier Harry jij mag er ook wel een pakje hebben” zei George toen ze gingen afrekenen en het aan hem gaf.
“Dank je” zei Harry maar hij bleef triest kijken. Zo was hij de laatste tijd wel meer en Madison liep alvast samen met Hermelien de fopshop uit.

“Merk jij dat er ook wat met hem is” vroeg Hermelien aan Madison en ze knikte.
“Er zit hem iets dwars denk ik” zei Madison die wel wist wat hem dwars zat: de profetie.
“We moeten nu gaan, je examenuitslag wordt zo bekend gemaakt” riep Ron, hij nam afscheid van zijn broers en ze gingen weer terug naar het ministerie.
Voor Madison was de tijd erg snel gegaan en ze kon niet wachten om de uitslag te horen.

“Madison Verrera, je bent geslaagd je mag je vanaf nu een afgestudeerde heks noemen” zei de vrouw en Madison omhelsde haar vrienden snel die haar feliciteerde.
“Ik ben zó blij dat ik geslaagd ben” zei Madison toen ze weer op de gang liepen en net toen ze dat had gezegd schoten er een paar schouwers voorbij inclusief Tops.
“Tops wat is er aan de hand?” vroeg Harry en Tops stopte. Tussen het hijgen door zei ze: ‘Een aanval van dooddoeners.’
“Wij komen mee, Madison is net geslaagd” zei Harry en Tops feliciteerde haar snel en ging toen achter haar collega’s aan.
“Het is in de Wegisweg, Dooddoeners proberen die te veroveren” zei Tops en ze rende snel de lift in die zo snel naar boven ging dat ze bijna opstegen door de zwaartekracht.

Als snel waren ze bij de plek des onheils en overal zag Madison gevechten tussen Dooddoeners en tovenaars. De Dooddoeners hadden maskers op en Madison dacht dat Draco daar makkelijk tussen kon zitten. Net toen ze dat dacht flitste er een groene straal langs haar heen, ze was op één haar na dood geweest. Snel pakte ze haar toverstok en nam het op tegen een veel te dikke dooddoener.
“Paralitis” schreeuwde Madison en ze raakte de Dooddoener meteen in zijn buik waarna hij in elkaar zakte.
Ze keek om zich heen en zag dat Hermelien het tegen een hele lange Dooddoener opnam en ze zag dat Harry het opnam tegen iemand van zijn postuur. Ze herkende hem natuurlijk meteen. Harry vechtte tegen Draco.

Ineens werd er weer een groene spreuk op haar afgevuurd, ze kon er niets aan doen, ze kon geen verweer meer tonen. Alles leek stil om haar heen. Ze deed haar ogen dicht. Ze zou haar dood tegemoet zien. Dat duurde toch wel langer dan verwacht, dacht Madison. Ze deed haar ogen open en ze zweefde in de lucht.
Bijna iedereen staarde even naar haar maar ging toen weer verder met zijn of haar gevecht. Madison maakte snel handig gebruik van haar positie, ze zweefde naar voren en schopte de Dooddoener die de vloek des doods naar haar toe had gestuurd in het gezicht. Die stond nog steeds verbaasd te kijken en viel bewusteloos op de grond.
“Moet je maar geen vloeken op me af vuren!” zei Madison en ze pakte het masker van het gezicht. Het was een man met een spits gezicht en lang blond haar wat hem echt niet stond, dacht Madison. Ineens werd ze opzij geduwd door een Dooddoener en flitste er een groene lichtflits over hen heen. Dat was de derde Avada Kedavra vleok in één dag.
Ze verdwijnselde en kwamen bij een groot landhuis terecht. Ze deed het masker af van de Dooddoener ook al wist ze dat het Draco was. En het was inderdaad Draco.
“Ga van me af!” schreeuwde Madison en Draco keek haar verbaasd aan. Toen hij niet van haar af ging sloeg ze hem en kroop ze snel onder hem vandaan.
“Madison wat is er?” vroeg hij.
“Wat is er, dat je dat nog durft te vragen, je negeert me maanden en in een hevig gevecht leg je ineens op me. Ik respecteer dat je me leven net hebt gered maar dan wil ik nog niet in jouw leven zijn!” schreeuwde Madison en Draco keek haar aan en snapte het, al duurde het wel een tijdje.
“Het spijt me dat ik geen brief kon sturen maar alle post word in het landhuis gecheckt” zei Draco. Hij stak zijn arm op en ze zag dat hij haar armband om had.
Madison’s gedachten werkten op topsnelheid. Ze zou hem kunnen vergeven. Ze begreep wel dat zijn leven op het spel stond en niet alles kon doen waar hij zin in had.
“Draco_” kon Madison alleen nog maar op een vragende toon uitbrengen.
“Ja” zei hij terug.
“Hier!” ze sloeg hem in het gezicht, net toen hij haar boos aan wilde kijken pakte ze zijn hoofd al wast en zoende hem. Al de agressie, al de haat die ze al die tijd tegen hem had gevoeld had in die klap gezeten.

“Madison ik het wat voor jou” zei hij en verbrak de zoen.
“Accio armband” en uit het landhuis kwam een pakje aanvliegen ook al wist Madison door de someerspreuk wat er in zat.
“Alsjeblieft” zei hij en hij gaf het pakje aan haar.
“Draco als ik hier nu niet had geweest hoe had je het dan willen geven?” vroeg ze uit nieuwsgieigheid en maakte het open.
“Ik had wel een manier gevonden” zei Draco, uit het pakte kwam een prachtige zilveren armband te voorschijn. I Love You Forever Too, Love D. Stond er op en ze deed de armband om.
“Hij is nog mooier dan de armband die ik je gegeven heb” zei Madison en ze zoende hem.
“Madison, nu ze aan het vechten zijn kan ik mijn huis aan je laten zien” zei Draco en ze gaf een arm aan hem en ze liepen als een echt stelletje het huis binnen. Binnen was het zo groot dat je het bijna niet kon voorstellen, ze had altijd al van zo een huis gedroomd, een nette vloer en beige muren met planten en schilderijen.
“Draco, het is hier prachtig” zei Madison en keek hem bewonderend aan want dit was het huis waar ze altijd van gedroomd had.
“D… Draco woon je hier?” kon ze net uitbrengen.
“Ja, mijn hele leven al” zei hij verbaasd tegen de verbaasde blik van Madison.
“Draco Malfidus ik heb echt veel bewondering voor je” zei Madison op een serieuze toon en lachte naar Draco.
Als antwoord zoende hij haar wat een eeuwigheid leek te duren en het had Madison nites verbaasd als het ook niet zo lang geduurd had.

Ik wil weer iedereen bedanken waarvan ik reacties heb gekregen
en veel leesplezier met dit stuk Very Happy
Reacties zijn ook nog altijd welkom




Profiel bekijkenStuur privébericht
Bradhadair
Oude Forumnaam: cho chang13 6e jaars
6e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Zaandam

Bradhadair is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Feb 11, 2006 20:32 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 8
De nieuwe gave


Een paar weken daarna zat Madison naar buiten te kijken. Zij en Harry was het verboden om naar buiten te gaan.
Hermelien had gezien dat Madison en Malfidus samen verdwijnselden en Madison had een verhaal verzonnen dat ze ontvoerd was en had weten te ontsnappen. Harry mocht niet naar buiten omdat het laatste gevecht een val bleek te wezen. Hij mocht pas weer naar buiten als de Orde vond dat het veilig was. Voor Madison gelde ook zoiets. Ze bleek te kunnen leviteren, een heel gewilde gave in de tovenaarswereld en de orde was bang dat Voldemort die wilde stelen door haar te vermoorden. Niet veel tovenaars hadden die gave, maar Madison om de een of andere rede wel.
Ze keek vanuit haar kamer naar buiten. Harry was bij haar komen zitten en zaten te praten over de oorlog.

“Maar stel dat ze de Wegisweg hadden ingenomen dan konden wij geen tovenaarsspullen meer kopen. Dan zou alles uit het buitenland moeten komen” zei Harry.
“Ja, daar ben ik echt blij om” zei ze een beetje somber terug.
Ineens hoorde ze en knal tegen de voordeur en hoorde ze mevrouw Zwarts schreeuwen: “Modderbloedjes, bloedverraders wat nog meer zal mijn huis treffen!” Harry rende naar beneden en probeerde het gordijn van Mevrouw Zwarts dicht te doen. Madison rende achter hem aan en zag een uil die tegen de deur op was gebotst. Ze herkende de uil, hij was van Draco. Ze glimlachte van blijheid dat Draco haar niet vergeten was en deed de brief snel in haar zak.
“Wat was dat?” vroeg Harry en keek naar de uil die knock-out op de grond lag.
“Een uil die op de grond licht” zei Madison en ze zag een klein lachje op zijn gezicht.
‘Zo ver was ik al, maar laten we hem maar verzorgen. Al zullen Hedwig en Koe dat niet leuk vinden. Zei Harry en pakte de uil op. Ze liepen naar de keuken en Harry legde de kerkuil op de keukentafel.
“Harry, ik zal wat uilenvellen van boven halen” stelde Madison voor en rende zonder op antwoord te wachten naar boven. Ze pakte de brief uit haar zak en maakte de open.

Lieve Madison
Ik mis je hartstikke erg. Ik zou willen dat je nu naast me zat.
Ik schrijf je om je te waarschuwen. Je moet Potter de komende dagen niet naar buiten laten gaan.
De heer van het duister weet zo ongeveer waar jullie verblijfplaats is, al weet hij nog niet precies waar en hoe je binnen moet komen.
Ik hou nog altijd van je. Probeer daarom geen contact met me op te nemen maar probeer naar de Wegisweg te komen aanstaande zaterdag. Kom dan naar kamer 13 en zeg dat je een vriendin daar ontmoet. Dan valt het, het minst op.
Ik hou van je
Kus d.


Madison werd helemaal warm van binnen. Ze deed de brief snel weer in haar zak, pakte wat uilenvellen en liep weer naar beneden.
De uil zat weer rechtop en Harry smeerde een of ander vies goedje op zijn hoofd.
“Hier zijn de uilenvellen” zei Madison en gaf ze aan de uil die ze rustig op at.
“Ik kan beter even naar Hagrid gaan…” Voordat Harry zijn zin kon afmaken schreeuwde Madison al verwijten.
“Nee, van de orde mag je niet naar buiten en ik ook niet. Dat zou voor niemand eerlijk wezen. Die uil kan hier wel blijven en je kunt Hagrid ook wel laten komen”
Harry dacht na en zei uiteindelijk:
“Ja, je hebt gelijk en Ron en Hermelien zouden me levend villen als ik het huis nog uit kom” Zei Harry en ging zitten.
“Ja, Harry ik weet hoe je, je voelt” zei ze en ging naast hem zitten.
“Madison ik zou het liefst Voldemort zo snel mogelijk verslaan zodat de hele toverwereld weer zijn gewone leven kan leiden en Zweinstein weer open kan gaan” zei Harry en stond weer in een ruk op.
“Ik heb nooit een gewoon leven kunnen leiden al vanaf dat ik één was werd mijn leven al overhoop geschopt” zei Harry en gooide er zo te zien alles uit wat hij op dat moment op zijn hart droeg.
“Harry, jij wíst ten minste dat er een toverwereld was. Mijn vader werd door een of andere tovenaar vermoord en dat hoor ik pas 15 jaar later. Hoe denk je dat, dat voelt” zei ze en ging ook staan. Even stonden ze tegenover elkaar maar barstte daarna in lachen uit.
“Je bent grappig als je boos bent” zei Harry.
“Jij ook” zei Madison en gingen weer zitten.
Toen ze ging zitten voelde ze de toast dat ze vanochtend had gegeten naar boven kwam en rende naar de wc toe.

“Wat was er Madison?” vroeg Harry toen ze weer teug was.
“Ow, ik was alleen een beetje misselijk” zei ze tegen Harry die haar raar aan keek.
“Madison ben je soms…” Maar voordat hij zijn zin kon afmaken verschijnselde er een paar mensen met veel gewonden.
“Harry, Madison deze mensen zijn gewond. Ze hebben zorg nodig. Ron is ook bewusteloos geraakt, hij is naar net st Hostilo gegaan” zei Remus Lupos en het werd zo druk dat je nauwelijks je kont kon keren in de kleine keuken.

Madison ging naar boven en ging op haar kamer zitten. En pakte de brief uit haar zak. Ze las hem nog een paar keer door. Het was zo een lieve brief.
Net toen ze het voor de vijfde keer had doorgelezen hoorde ze een vrouw gillen van de pijn en kwam Hermelien binnen. Snel borg Madison de brief op en kwam ze naast haar zitten.

“Het was een zwaar gevecht vandaag. Voldemort zelf was er natuurlijk weer niet bij. Hij is veel te bang dat we hem vermoorden” zei Hermelien en Madison zag dat ze een bloedneus had gehad.
“Hermelien wees blij dat je de deur uit mag!” zei Madison en kreeg koppijn. Ze voelde zich absoluut niet lekker.
“Madison het is voor je eigen veiligheid, en zoals je er nu uit ziet kan je absoluut niet vechten” zei ze.
“Oké, maar ik wil zo graag buiten een wandeling maken. Als ik nou alleen Zaterdag nou naar de Wegisweg zou mogen, of Zondag” zei Madison en keek Hermelien aan.
“Oké, als Harry en ik dan maar mee gaan. Dan kan Harry ook de deur eens uit” zei Hermelien en Madison maakte een sprongetje van blijheid dat ze de deur uit mocht, alleen moest ze nog een plan verzinnen om Harry kwijt te raken.
“De orde vind dat best goed denk ik, ik zal ze proberen over te halen” zei ze naar de verbaasde blik van Madison. En ze kreeg een omhelzing van Madison.
“Hermelien je bent de beste” zei ze en liet haar weer los.
“En ik heb wat over je levitatie opgezocht, je krachten kunnen groeien” zei ze opeens en Madison liet Hermelien weer los.
“Groeien hoe bedoel je groeien?”
“Nou je zou zo ook nog telekinese kunnen leren, je hebt nu al de kracht van de lucht. Dan kan je een sterkere kracht krijgen die ook met de lucht te maken heeft” legde Hermelienuit. Madison had zoveel bewondering voor Hermelien. Zeker nu ze een Nationale tovenaarsbibliotheek had gevonden en alles weer naar hartelust kon opzoeken.
“Hermelien je bent gewoon een engel” zei ze en de deur van hun kamer ging open en Tops kwam bewusteloos binnen die nu knalrood haar had gedragen door Remus.
“We leggen haar op jullie kamer. Jullie moeten met z’n alle in de woonkamer slapen. Er zijn al slaapzakken neer gelegd” zei Remus en ging naast Tops zitten die nu in een bed lag.

“Die nacht kon Madison bijna niet slapen. Ze was hartstikke zenuwachtig om Draco weer te ontmoeten wat die dag erna zou gebeuren. Ze had er niet bij stil gestaan dat het al vrijdag was en het morgen dus zaterdag was.
Na een paar uur gewoeld te hebben viel Madison uiteindelijk in een diepe slaap.


Hier is weer een stukje lily_jet;) nogmaals bedankt, door jouw weet ik dat ik niet voor niets schrijf Wink
verdere reactuies zijn ook welkom Very Happy




Profiel bekijkenStuur privébericht
Bradhadair
Oude Forumnaam: cho chang13 6e jaars
6e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Zaandam

Bradhadair is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Feb 13, 2006 19:12 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 9
Ontdekt


Madison was die dag vroeg op gestaan en zat al als eerst aan het ontbijt. Het was erg gezellig aan het Grimboutplein, er waren veel mensen van de Orde gewond en dus kwamen er veel mensen bij hun dierbaren kijken. De ernstig gewonden waren die avond over gebracht naar st. Hostilo. Mevrouw en meneer Wemel waren ook weer in het Grimboutplein samen met hun zoon Bill en zijn vrouw Fleur. Ze zouden de volgende dag bij Ron op bezoek gaan. Fret en George zouden de volgende dag aankomen en Charlie was vanuit zijn werk bij Ron wezen kijken.

“Hier liefje” zei mevrouw Wemel tegen Madison en gaf haar wat toast met jam.
“Dank u” zei ze en begon te eten. Ze zag mevrouw Wemel geen een keer lachen. Dat vond Madison wel begrijpelijk. Als haar kind bewusteloos in het st. Hostilo zou liggen zou ze ook niet lachen.
De deur ging open en Hermelien kwam amen met Harry binnen.
“Goedemorgen” zeiden ze beide en gingen bij Madison zitten. Er heerste een grafstemming, en één voor één kwam iedereen beneden en werd er goedemorgen gewenst. Verder werd er niets gezegd.
Namaten het later werd, werd de keuken steeds leger. De leden van de orde moesten allemaal klusjes doen. Uiteindelijk zaten alleen Harry, Madison en Hermelien er nog samen met Bill, Fleur en meneer en mevrouw Wemel.

“Nou zullen we naar Ron toe gaan?” vroeg mevrouw Wemel die niet meer tegen de stilte kon en haar jongste zoon wilde zien.
“Dat viend iek een goed idee” zei Fleur en stond met haar mooie zilverblonde haren op. De rest knikte en liep naar de gang om hun jassen aan te trekken.
Ze verschijnselde naar het st Hostilo en kwamen met z’n alle aan.

Het was hadstikke druk in de mooie en grote hal van het st Hostilo.
“Waar legt Ron Arthur?” vroeg mevrouw Wemel aan haar man en die wees de weg. Zo ging het gezelschap naar de Hubert de Geler afdeling waar de ergste gevallen lagen. Net toen ze de deur wilde open doen kwam er een heler hun kant uit.
“Ah, bent u Molly en Arthur Wemel?” vroeg de Heler aan meneer en mevrouw Wemel die schudde.
“Wilt u dan even mee komen?” vroeg de heler en ze liepen de gang uit en Madison kreeg het gevoel dat ze om het hoekje stonden te praten.
“Waar zouden ze pa en ma voor willen spreken?” vroeg Bill, meer in zichzelf dan tegen iemand anders.
“Iek weet et niet” zei Fleur en leunde op Bill. Ineens hoorde ze een gil en gehuil om de hoek en ze rende er meteen heen.
Madison’s vermoeden over ‘om het hoekje praten’ praten was helemaal waar. De heler keek droevig naar het tafereel terwijl meneer Wemel mevrouw Wemel trooste.
“Arthur, niet Ron, ze dat het niet waar is” hoorde ze Molly zeggen.
“Wat is Ron dood?” vroeg Bill verbaasd en verward en meneer Wemel knikte naar zijn zoon.
“Nee!” schreeuwde Hermelien en vloog om Harry heen. Ze hoorde haar Huilen en Harry die Hermelien ging troosten kon zijn tranen ook maar net in houden.
Madison echter niet. Ze huilde tranen met tuiten en voelde zich ligt in het hoofd. Ze keek naar Harry en Hermelien. Het ‘golden trio’ was uit elkaar. Ze waren de beste vrienden van elkaar en Madison kon het ook háár vrienden noemen. Ze hadden haar geweldig opgevangen toen ze wist dat ze een heks was geworden. Het waren de beste maanden van haar leven geweest met Ron.
Ze klopte Hermelien op har rug en ze liet Harry los. Haar ogen waren rood en ze snikte.
“Sorry” zei ze zacht en bijna overstaanbaar.
“Sorry voor wat? Voor het rouwen kom op dan gaan we wat drinken bij de Wegisweg” zei ze en sloeg een hand over Hermelien heen. Harry liep ook mee. Niemand lette om hen. Ze zag nog net Bill en Fleur in een innige omhelzing staan toen ze samen verdwijnselde naar de Wegisweg. Daar gingen ze samen wat drinken en gingen praten over de leukste momenten met Ron.

“Ja, en toen hij dacht dat Schurfie vermoord was door Knikkebeen” zei Harry en lachte.
“Ja, hij hield wel van dat beest, toen het nog een beest was” zei Hermelien en lachte ook een klein beetje.
“Hij was een van de beste vrienden die ik heb gehad” zei Madison en ze moest moeite doen om haar tranen deze keer in te houden, ze had niet veel momenten met Ron zoals Harry en Hermelien maar ze luisterde met smart naar alle verhalen over hem.
“Ik hoop niet dat jullie het erg vinden, maar ik had met mijn vriendin Maria afgesproken op de Wegisweg toen ik wist dat we zouden gaan. Ik moet het haar nog zeggen” zei Madison en hoopte dat haar smoes zou werken.
“Ja, is goed Madison we lopen wel mee dan wachten we daar beneden wel” zei Harry. Madison was even bang geweest dat ze mee naar boven wilde gaan, maar gelukkig was dat niet het geval.

Ze stonden op en gingen naar de Lekke ketel. Madison nam afscheid van haar vrienden en liep naar boven.
Ze had kamer 13 al snel gevonden en toen ze binnen kwam zag ze Draco op en stoel zitten en staarde naar buiten. Op een tafel lag een stapel papier met een dure veer er naast.
Draco draaide zich om stond op en liep naar Madison. Madison lachte en liep naar hem toe.
Ze omhelsde elkaar en Madison huilde. Van geluk en verdriet. Ze huilde omdat Ron dood was maar ook omdat ze blij was dat ze Draco weer zag.
“Madison wat is er?” vroeg Draco en ze gingen samen op het bed zitten dat in de hoek stond.
“Draco, Ron is dood” snikte ze. Toen hij dat hoorde leek hij niet geschokt. Draco haatte Ron natuurlijk, hij vond hem een boloedverrader.
“Maar jij haat hem natuurlijk” zei ze.
“Wemel was verre familie van mij en echt sympathiek heb ik hem nooit gevonden nee, maar je moet me geloven als ik zeg dat ik het jammer vind dat hij dood is. Hij was een vriend van je” zei Draco en omhelsde Madison weer, al kwam het ‘vrienden’ verhaal niet geloofwaardig bij haar over.
Op dat moment ging de deur open en kwamen er vier personen binnen vallen die aan het vechten waren.

De personen keken op toen ze Madison en Draco zagen. Harry, Hermelien en twee Dooddoeners die ze herkende van foto’s kwamen binnen en Madison en Draco stonden op.
“Madison!” schreeuwde Harry verbaasd.
“Draco!” schreeuwde een Dooddoener en kwam met opgeheven stok op hen af. De Dooddoener pakte Draco bij zijn gewaad vast. Madison twijfelde geen seconde. Ze leviteerde en schopte de Dooddoener in het gezicht en die viel bewusteloos op de grond. De andere Dooddoener twijfelde geen minuut en vuurde een groene straal op Madison af. Madison had dood geweest als Draco niet net op tijd was geweest en de Dooddoener om had geduwd. En Harry en Hermelein geen verlamingsspreuk op de Dooddoener hadden afgestuurd.
“Harry, Hermelien ik kan het uitleggen. Ik ben verliefd op Draco geworden. Ik wilde het zeggen. Maar ik wilde tot het juiste moment wachten” dat laatste had ze gelogen. Ze was van plan het nooit te vertellen, misschien alleen als de oorlog over was geweest. Ze loog nu alleen omdat ze haar vrienden niet kwijt wilde raken. Ze was al een goede vriend kwijt en wilde er geen drie op een dag kwijt raken.
“Wat is er Potter ben je, je tong verloren?” vroeg Malfidus. Harry keek van Madison op Malfidus en Hermelien leek ook geschokt te zijn.
“Nee, Malfidus ik kan nog prima praten. Madison wij gaan naar huis” zei hij tegen Draco en keek Madison niet meer aan toen hij zei dat hij met Hermelien naar huis ging.
“Ik zie je zo wel Madison ik wacht beneden op je” zei Hermelien die nu uit de schok was en de deur dicht deed en Harry volgde.
“Wat gaan we doen?” vroeg Madison.
“Ik weet het niet beide partijen weten dat we wat met elkaar hebben” zei Draco en zoende haar.
“En eerlijk gezegd interesseert het me niet zo” zei Draco en onderbrak de zoen.
“We kunnen elkaar in ieder geval vaker zien” zei Madison blij.
“Hé, je kunt naar onze kant komen” stelde Madison voor en Draco schudde van nee.
“Ik heb trouw aan de heer van het duister gezworen als ik over loop word het me dood daar moet ik nu al voor uitkijken nu deze twee oenen weten dat ik wat met je heb” zei Draco en wees op de twee bewusteloze Dooddoeners die nog steeds in de kamer lagen.
“Daarvoor juist, in het huis van Harry kan niemand je kwaad doen als je binnen blijft” zei ze maar Draco schudde nee.
“Misschien ooit later Madison maar ik denk dat de oorlog niet lang meer duurt” zei hij en gaf haar een zoen.
“Je kunt nu beter naar Mod… Griffel gaan en je reputatie redden. En nu kunnen we contact opnemen hé” zei hij en knipoogde. Madison liep de deur uit en toen ze beneden kwam zat alleen Hermelien er nog. Madison zuchtte en ging de confrontatie met Hermelien aan.

“Madison, ben je wel helemaal goed bij je hoofd. Harry is echt heel boos op je. Wat zeg ik nou hij is razend. Je hoort bij de Orde van de feniks. Die kunnen niks met de vijand hebben. Weet je wel wat je gedaan hebt?” begon Hermelien en stormde op Madison af.
“Hermelien voordat je verder raast, ik ben verliefd. En het mag dan wel op de vijand wezen maar het is échte liefde” zei ze simpelweg.
“Dat weet ik wel Madison, maar het is een van de grootste vijanden van Harry en was dat ook van Ron” zei Hermelien. Toen de naam van Ron viel werd het stil.
“Hermelien laten we nu maar gaan” zei ze en samen verschijnselde ze terug naar het Grimboutplein.




Profiel bekijkenStuur privébericht
Bradhadair
Oude Forumnaam: cho chang13 6e jaars
6e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Zaandam

Bradhadair is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Feb 19, 2006 15:03 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 10
Gewond!?


Toen ze die avond thuis waren gekomen keek iedereen haar raar aan. Maar veel tijd om er over na te denken was er niet. Ron moest begraven worden. Pas na de droevige begrafenis waar de meest vreemde typetjes waren gekomen (ook deels om Harry te zien) kwam het onderwerp weer naar voren.
Harry had tegen haar geschreeuwd en zij terug naar Harry. Hermelien was er tussen gekomen. Zij stond nu aan de kant van Madison, al was Harry daar niet blij mee. Madison probeerde zo gewoon mogelijk te doen tegen Harry, maar hij probeerde haar zo veel mogelijk te mijden.
Een paar weken later werd het nog erger tussen hen want ze had een brief van Draco gekregen. Hij schreef zoals gewoonlijk dat hij van haar hield maar dat hij haar een tijdje niet kon zien. De heer van het duister had hem vergeven en hij was overgeplaatst bij een groepje dooddoeners in Ierland. Hij zou over twee of drie maanden pas terug zijn. Toen ze dat las werd ze misselijk en moest overgeven. Dat gebeurde de laatste tijd erg vaak. Al hoopte ze niet dat het waar was wat ze dacht. Hermelien had het echter wel in de gaten en bestookte haar ’s avonds met vragen. Dus ze probeerde haar ook zo veel mogelijk te mijden.

Madison zuchtte. Ze zat weer bij het raam waar ze zoveel uit had gekeken. Het was weer eens zo leeg als een leeg blik tomatensoep in Grimboutplein nummer 12. Ginny was gekomen om de boel wat ‘op te vrolijken’. Al lukte dat niet echt. Ze was van plan een feestje te geven. Ze deed het ook om zelf wat op te vrolijken. Na de dood van haar broer was ze ongewoon stil geworden. Ze merkte dat zelf ook en wilde weer de oude vertrouwde Ginny worden.

“Kom nou helpen” zei ze en probeerde Madison mee te trekken.
“Oké Ginny rustig” gaf ze als antwoord. Ze kon beter mee gaan naar beneden anders kwam ze nooit van haar gezeur af.
Toen ze met Ginny beneden kwam zag ze Harry en Hermelien slingers op hangen. Al kwamen ze er niet goed bij.
“Laat mij maar” zei ze tegen Hermelien, ze leviteerde omhoog en hing met gemak de slingers op. Ze vloog naar Harry toe en hing zijn slingers ook op.
“Dank je” zei hij zacht en kwam het trapje af waar hij had op gestaan. Madison zweefde ook weer naar de grond en hielp Ginny die nu bezig was een taart te maken.
“Ginny je moet eerst alles goed kneden, hoe meer je kneed des te lekkerder is de taart” zei Madison, de laatste tijd had ze veel meer verstand van koken gekregen nu ze vaak eten voor haarzelf moest klaar maken en wat was er zo moeilijk aan een taart bakken. Op haar oude school had ze er wel honderden gemaakt.
“Madison je lijkt me moeder wel” zei Ginny.
“Dat heb ik op mijn school geleerd” zei Madison die nu blij was dat ze op een dreuzelschool had gezeten.
“Hoe was het eigenlijk op jouw school. We hebben alles over Zweinstein verteld maar jij nooit wat over jouw school” zei Ginny en Madison lachte.
“Ginny op een dreuzelschool gebeurd niet veel bijzonders. Of je moet meetellen dat de stroom eens een keer uit viel” zei Madison die geen idee had wát ze eigenlijk over haar oude school moest zeggen.
“Damn wat saai lijk me dat” zei Ginny en probeerde wat meel bij haar wang weg te vegen wat niet echt werkte want nu zat haat hele wang onder het meel.
“Nou Ginny jij zou het er geen dag uit houden” zei Hermelien lachend.
“Nou als ik mezelf al op Zwiestein red, red ik het heus wel op die dreuzelschool” zei Ginny en begon nu het deeg uit te rollen.

Een uurtje later zat de taart in de oven en zat het viertal aan de keukentafel (vrij veel uit elkaar) en Ginny probeerde daar wat aan te doen.
“Madison ga naast Harry zitten en Hermelien ga aan de andere kant van Harry zitten zodat Madison kan aanschuiven!”
“Ginny ik zit hier goed” zei Madison en zag iets wits aan komen.
“En er komt een patronus aan” zei ze en snel ging iedereen staan. Als snel stond de pauw in het midden van de keuken, gaf een briefje en verdween. Harry las de brief en schrok.
“We moeten met z’n alle naar de schooierstraat. Daar is op het moment een gevecht. Ginny jij blijft hier” zei Harry maar voordat Ginny commentaar kon geven verschijnselde Harry, Hermelien en Madison al.

Toen Madison bij het gevecht aan kwam begon ze meteen met vechten. Ze nam het op tegen twee Dooddoeners wat erg moeilijk was.
“Paralitis!” schreeuwde de ene Dooddoener en de spreuk raakte Madison in haar borst. Ze viel op haar rug en de Dooddoener die de spreuk had afgevuurd kwam naar haar toe terwijl de andere Dooddoener verder vocht tegen iemand anders.
Madison werd aan haar T-shirt opgetild en tegen een boom gesmeten. De Dooddoener deed zijn masker af en Madison zag een man met een bleek spits gezicht en lang blond haar beter bekend als Lucius Malfidus en de vader van Draco.
“Eerst verlijd jij mijn enige zoon. Je bent daarbij een halfbloed. Rede genoeg om je te vermoorden. Ik heb zestien jaar geleden je vader al vermoord en nu ga ik het karwei afmaken” zei Malfidus, het laatste fluisterde hij. Madison stond daar tegen die boom, was dit de man die haar vader had vermoord, de man die ervoor had gezorgd dat ze het zo moeilijk had gehad. Hij greep naar haar keel en hield zijn toverstok tegen haar slaap. Ze kon niets meer doen. Ze zou dood gaan, door dezelfde tovenaar die haar vader had vermoord. Ze deed haar ogen dicht en opeens kon ze weer adem halen. Ze zag Malfidus bewusteloos op de grond leggen en Harry stond er naast.
“Schoonfamilie” zei hij. Madison lachte naar hem, het was weer goed tussen hen. Ze omhelsde hem en hij omhelsde haar.
“Harry laat me los je doet me pijn” zei Madison toen ze een pijnlijke steek in haar borst voelde. Ze keek naar de plek waar het pijn deed. Ze zag bloed en niet zo een klein beetje ook. Ze keek Harry aan. Dat was het laatste wat ze zich herinnerde voordat het zwart werd voor haar ogen en pijnlijk op de grond viel.

Ze deed haar ogen weer open ze zag een heldere lichte tunnel. Ze voelde haar geest van haar lichaam af gaan. Ze keek niet naar beneden, behalve naar het heldere licht boven haar. Er stond een blonde man, die ze herkende las haar vader.
“Mijn kind, je moet terug gaan. Je hebt een belangrijke taak te volbrengen” zei haar vader. Ze kreeg tranen in haar ogen en wilde wel wat zeggen maar kwam er toen achter dat ze dat niet kon.
“Je merkt het snel genoeg, het is je tijd nog niet. En doe de groeten aan je moeder als je bij haar op bezoek gaat. Ga nu mijn dochter” zei haar vader weer, tranen gleden nu over haar wangen en voordat ze het wist werd ze naar beneden gezogen.

Ze deed haar ogen open en zag iets heel fels. Even dacht ze dat ze weer de hemel zag maar toen ze goed keek zag ze dat ze in het st. Hostilo lag. Ze had geen idee hoe lang ze had geslapen. Buiten was het al donker, maar het licht was nog aan.
“Ah mevrouw Verrera u bent wakker” zei een vriendelijke stem opeens. Ze ging zitten en zag dat ze met nog een vrouw op de zaal lag. Ze was zwanger en om haar zat een heel gezelschap. De vrouw die haar net had aangesproken liep naar haar toe en duwde haar terug in bed.
“Mevrouw Verrera u bent geraakt door de lamvloek, in uw positie was dat erg gevaarlijk”
“Mijn positie?” vroeg ze.
“U bent tien weken zwanger, even dacht ik zonet dat u dood was. U vertoonde geen levensverschijn…” Madison luisterde al niet meer. Ze was zwanger. Bijna al drie maanden. Ze had het eerlijk gezegd al verwacht, maar het was toch verlossend om te horen.
“Mevrouw wanneer komen mijn vrienden?” vroeg Madison. De vrouw die het nu over pubers had keek haar aan en zei toen: “De jongen die bleef leven en mevrouw Griffel komen morgen. Ze waren de hele dag hier bij u gebleven” zei de vrouw en liep beledigend weg. Madison was blij en viel al snel in slaap. Ze voelde met haar handen op haar buik en ze verbeeldde zich iets heel kleins te voelen.


Nou ier is weer een stukje. Hij is best saai vind ik maar het gaat spannender worden Very Happy
laat me weten wat je der van vind
xxx




Profiel bekijkenStuur privébericht
Bradhadair
Oude Forumnaam: cho chang13 6e jaars
6e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Zaandam

Bradhadair is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Feb 20, 2006 12:45 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 11
Verloofd!


Nadat Madison uit het ziekenhuis was ontslagen werd ze temidden van al haar vrienden naar huis gebracht. Madison was vooral blij dat het tussen haar en Harry weer goed was. Harry was een engel voor haar. Hij zorgde voor haar en deed hartstikke aardig. De zomermaanden kwamen er aan en Madison werd steeds dikker. Uiteindelijk werd het juli en ze had van Draco bericht gekregen dat hij weer thuis zou komen.
Harry weigerde uiteindelijk wel om mee te gaan naar de Wegisweg om hem te ontmoeten maar hij was wel blij voor haar. Madison had het idee dat Harry het er erg moeilijk mee had dat ze zwanger was van Draco maar veel liet hij niet merken. Waarschijnlijk wilde hij geen ruzie meer.

“De tovenaarswereld heeft bijna alles voor tovenaars maar een simpele ventilator kan er niet van af” zei Madison. Ze zat in de woonkamer waar het raam wijd open stond en ze met een boek zat te wuiven.
“Nee Madison helaas” zei Hermelien die naast haar kwam zitten.
“Wat voor tor?” vroeg Ginny, Madison en Hermelien lachte en gaven maar geen antwoord op die vraag. De baby schopte opeens in haar maag wat nogal pijn deed. Het bewoog de laatste tijd erg veel.
Nu wilt het al aandacht, dacht Madison en voelde haar buik.
“Gaat het?” vroeg Harry.
“Nee, het is hier snikheet!” zei ze, ze stond op en begon wat te lopen.
“Zullen we alvast naar de Wegisweg gaan het is heerlijk weer” zei Madison.
“Dat is een prima idee” zei Hermelien. Ze verschijnselden naar de Wegisweg die volgepropt zat met tovenaars en heksen. Vooral omdat het heerlijk weer was.

Ze liepen een tijdje en Madison werd op haar schouder getikt. Ze keek om en zag twee grijze ogen. Het was Draco. Ze twijfelde geen moment en omhelsde hem.
“Ik heb je gemist” zei ze zacht in zijn oor.
“Ik jou ook” zei hij terug. Madison legde haar hoofd tegen de schouder van Draco aan, wat had ze die schouder gemist. Hij legde ook zijn hoofd tegen haar schouder en wreef over haar rug. Ineens deed Draco een stap naar achter en ze voelde zijn blik naar haar buik gaan. Veel mensen keek het stel verwonderd aan en begonnen te fluisteren of ze aan de goede of de slechte kant stonden.
Ze trok Draco mee naar een steegje. Ze wilde dit liever niet midden op straat met hem bespreken. Harry, Hermelien en Ginny volgde haar ook het steegje in.

“Harry, Hermelien, Ginny ik heb wat te bespreken. Dat wil ik onder vier ogen houden” zei ze en haar vrienden snapte het en liepen weg. Al keken Harry en Draco elkaar heel vuil aan.
“Madison in de brieven had je niet verteld dat je zwanger was” zei Draco, hij keek blij en ook verbaasd.
“Ik wilde het liever onder vier ogen vertellen” zei ze, ze pakte Draco’s hand en legde die op haar buik. De baby schopte meteen hard alsof het hallo tegen zijn of haar vader zei. Draco lachte en zoende Madison en ze wist dat hij het goed vond.
“Je weet dat dit heel moeilijk word” zei Draco en keek haar ineens heel serieus aan.
“Hoe bedoel je?” vroeg Madison.
“Nou ten eerste, dit kind is iets tussen het goede en kwade. Ten tweede de heer van het duister zal hier niet blij mee wezen. Ten derde zullen mijn ouders hun kleinkind willen zien. En ten vierde het moet of in jouw schuilplaats bevallen of in mijn huis” zei Draco en somde zo de problemen op waar Madison nog helemaal niet aan gedacht had. Haar moeder wist natuurlijk dat ze zwanger was en had ze meteen bezocht nadat ze het wist. Maar ze had er niet bij stil gestaan dat de ouders van Draco haar kind ook zou willen zien. De moordenaar van haar vader notabene.
“Draco, je vader blijft van mijn kind af” zei ze en legde har handen beschermend op haar buik alsof hij het nu al kon stelen.
“Madison ik weet dat je mijn ouders niet mag en mijn ouders jou ook niet maar…”
“Draco jouw bloedeigen vader heeft mijn vader gedood, door hem heb ik een arm leven gehad en nooit liefde van ouders gekend omdat mijn moeder dag en nacht moest werken om haar en mijn hoofd boven water te houden” onderbrak Madison hem. Draco keek geschokt en Madison leunde nu tegen hem aan. Er geleed een traan over haar wang. Ze dacht weer aan alles wat ze nooit had gehad.
“Madison, ik zal thuis praten. Jij kunt ook mee. Ik garandeer je dat je niks overkomt” zei Draco en wreef over haar schouders.
“Oké, Draco Malfidus je hebt me over gehaald om met je mee te gaan. Maar ik ga tegen de middag weer weg” zei Madison. Hoeveel ze ook van Draco hield, ze vertrouwde het niet in het huis van een Dooddoener en ze vond het ook eng erg eng.
Samen liepen ze het steegje uit en zag haar vrienden wachten.

“Ik ga even met Draco mee. Ik kom vanavond wel terug naar jeweetwel” zei Madison en verschijnselde samen met Draco naar het enorme landhuis.
Ze stapte samen naar binnen en een vrouw met een vuile blik in haar ogen en met blond haar kwam op haar zoon af. Toen ze Madison zag keek ze haar met een vuile blik aan.
“Wat doet zij hier als je vader hoort wat je hebt gedaan en wat de gevlogen daarvan zijn geworden krijgt hij een rolberoerte” zei zijn moeder en keek naar de buik van Madison.
“Moeder daarvoor ben ik hier. Ooit is deze stomme oorlog over en dan moeten jullie elkaar toch beter kennen enzo” zei Draco tegen zijn moeder en drukte Madison dicht tegen zich aan.
“Ach Draco daar heb je wel gelijk, maar ze is toch geen modderbloedje hé?” vroeg zijn moeder al was er niets veranderd in haar vuile blik.
“Natuurlijk niet moeder” zei hij en ze liepen door het gebouw naar de veel te grootte woonkamer.
Ze gingen zitten en de moeder van Draco schonk een kopje thee in.
“Moeder ik denk dat Madison niet zoveel dorst heeft” zei hij, net toen hij dat had gezegd ging de deur open en kwam zijn vader binnen. Madison moest zich inhouden om te blijven zitten en hem niet te vervloeken. Lucius leek die aandrang ook maar net te weerhouden en keerde zich naar zijn vrouw.
“Wat doet zij hier?” vroeg hij kalm.
“Draco heeft haar hier gebracht” zei zijn vrouw.
“Draco! Mee komen!” schreeuwde hij en Draco liep naar zijn vader toe en liep samen met hem de gang op om te praten wat ‘zij’ hier deed.
“Zeg neem toch een slokje thee het staat er niet voor niks” zei Narsissa.
“Nee, bedankt ik heb geen dorst” zei ze, het idee dat ze thee zat te drinken met de vijand leek haar geen goed idee.
“Neem een kopje thee!” zei ze iets harder, het klonk bedreigend en Madison knikte maar.
Net toen ze het kopje bij haar mond hiel om te drinken kwam Draco binnen die het kopje met een spreuk stuk toverde.
“Draco Lucius Malfidus! Heb ik je niet geleerd om géén kopjes stuk te toveren?”
“Ja, moeder dat heeft u maar ik kan niet toestaan dat u mijn verloofde vergiftigd” zei Draco. De woorden drongen vaag bij Madison door.
“Mijn verloofde?” herhaalde ze zacht. Zijn moeder liep verbaasd weg naar haar man. Ze had waarschijnlijk gedacht dat haar plan had gewerkt als haar man zijn zoon nog iets langer op de gang bezig had gehouden.
“Als jij dat natuurlijk ook wilt” zei hij en hij ging op zijn knieën.
“Madison Verrera wil je met mij trouwen?” vroeg Draco. Madison’s hart bonsde van geluk. Ze twijfelde geen moment en zei: “Ja, Draco Malfidus dat wil ik” Draco stond op en Madison ook weer, ze omhelsde elkaar stevig alsof ze elkaar nooit meer los zouden laten.
“Als je moeder wel zo vriendelijk wil zijn mij niet meer te vergiftigen” fluisterde ze met een glimlach in zijn oor.
“Dat zal ik tegen haar zeggen” zei Draco. Ze lieten elkaar los en gingen op de bank zitten waar ze elkaar zoende alsof hun leven er vanaf hing en elkaar nooit meer zouden zien.

Bedankt voor de reacties Very Happy hier is weer een volgend stukje Wink




Profiel bekijkenStuur privébericht
Bradhadair
Oude Forumnaam: cho chang13 6e jaars
6e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Zaandam

Bradhadair is offline. 
BerichtGeplaatst: Vr Feb 24, 2006 21:44 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 12
De bevalling


Toen ze die avond thuis was gekomen en tegen haar vrienden had verteld dat ze ging trouwen was iedereen blij voor Madison. Alleen de man waarmee ze zou trouwen was iets minder populair. Maar afgezien van dat keek iedereen er naar uit. Ook de bevalling kwam dichterbij en al snel was Madison zo dik dat ze niet meer de straat op durfde en Draco niet meer kon zien. De orde vond het niet veilig om een Dooddoener in de schuilplaats te laten logeren dus schreven ze weer brieven naar elkaar. Ze schreven elke dag ellenlange brieven waarin ze over van alles en nog wat praten. Van het weer tot aan het huwelijk dat ze in April hadden gepland.

“Hermelien, ik wil je al een hele tijd wat vragen” zei Madison opeens tegen Hermelien terwijl ze samen in de keuken zaten. Hermelien was elvenmutsjes aan het breien voor de S.H.I.T (stichting van huiselven voor inburgering en tolerantie) Harry had verteld dat ze dat op Zweinstein ook de hele tijd had gedaan. Ze was er nu echter landelijk mee bezig al wist Madison niet hoe ze dat deed. Zij zelf was bezig met het ontwerpen van een bruidsjurk, al wilde dat niet lukken en dacht ze om er maar gewoon een te kopen.
“Wat dan Madison?” vroeg Hermelien en legde haar breiwerkje weg.
“Nou je weet dat ik schijndood ben geweest, toen had ik mijn vader gezien. Hij zei dat ik nog een belangrijke taak op aarde had. Zou het misschien wat met de baby te maken kunnen hebben?” vroeg ze en ineens was de druk die op haar borst had gelegen weg. Ze had lang over dit nagedacht en gepiekerd.
“Ik heb wel eens wat gelezen over…” Ineens was Hermelien stil alsof ze een hele moeilijke kruiswoordpuzzel had opgelost haar mond hing open en ze stond op.
“Madison één momentje” zei ze en rende naar boven.
Al snel kwam ze terug met een dik boek dat zo te zien uit de tovenaarsbibliotheek was geleend. Ze bekeek de inhoudsopgave toen bladerde ze naar wat ze zocht en begon het uit te leggen aan Madison.
“Madison, ik heb op Zweinstein ooit eens iets gelezen over een vredeskind. Een kind dat tussen het goed en kwaad is geboren. Dat is bij jou het geval. Het is een kind van hoop. Als het kind word gedood is alle hoop weg op een betere toekomst. In elke grote oorlog word er één kind geboren. Ik heb hier een register en in deze vijf jaar dat de oorlog duurt, is er nog niet zo een kind geboren dus er is een kans” vertelde Hermelien.

Madison werd stil, haar kind moest beschermd worden. Een kind tussen het goed en kwaad. Ze legde haar handen beschermd op haar buik en keek Hermelien aan.
“Wat raad jij aan om te doen?” vroeg ze. Hermelien leek overdonderd door de vraag en bloosde.
“Madison, dit kind kán speciale krachten bezitten. Ik kan ook herinneren dat alleen de ouders van het kind het aan kunnen raken en de mensen die goeddunk van de ouders hebben. Tot dat het een kant heeft gekozen. Dat kan in een maand gebeurd zijn maar het kan ook jaren duren.’ Zei ze maar Madison had nog geen antwoord op haar vraag gekregen.
“Hermelien wat moet ik doen?” vroeg ze opnieuw.
“Madison je kunt de baby dus aan Draco laten zien zonder dat er iets mee gebeurd” gaf Hermelien als antwoord. Ze bladerde nog wat in het boek en legde het weg.

Ze ging weer verder aan het breiwerkje terwijl Harry en Ginny binnen kwamen verschijnseld. Ze zaten onder het bloed waar Madison erg van schrok. Zo te zien deed Hermelien dat ook want ze stond op en liep naar hen toe.
“Harry wat is er gebeurd?” vroeg Hermelien en ze trok hen mee naar boven. Madison liep achter hen aan en zorgde voor Ginny.
“We liepen in een val, er waren tientallen Dooddoeners” vertelde Harry en op dat moment viel hij op zijn knieën, Hermelien ving hem nog net op tijd op en ze bracht hem naar bed. Madison liep naar het bed van Ginny die ook in haar kamer was en stopte haar daar in. Ze veegde het bloed weg en verzorgde de wonden.
“Madison, je bent een engel” zei Ginny en lachte.
“Dank je maar probeer maar te rusten” zei Madison.
“Ik heb je oude dreuzelvriendin op de hoogte gesteld en het adres gegeven ze kan elk moment komen” zei Ginny.
“Dus daarom waren jullie weg gegaan” zei Madison en voelde zich schuldig. Ze moest zelf achter dat soort dingen aan gaan. Haar moeder zou ook komen. Daar had ze al voor gezorgd. Maar Maria. Ze had haar in zo een lange tijd niet gezien.
“Ginny dat hadden jullie niet moeten doen” zei ze.
“Madison we hadden niet alleen dat gedaan, we hadden twee Dooddoeners horen praten over jouw kind. Als jeweetwel het weet te doden is bijna alle hoop weg zeiden ze. Wat zou dat betekenen?” vroeg Ginny en Madison maakte een gebaar dat ze het niet wist al wist ze het wel. Ze had nu geen zij om uitleg te geven.
“Ik ga even bij Harry kijken” zei ze en schonk voor Ginny een glas water in. Ze liep de deur uit en ging naar de kamer van Harry. Die was er zo te zien ook niet zo erg aan toe en hij zat samen met Hermelien te lachen.
“Hoe gaat het Harry?” vroeg Madison en ging in een stoel zitten die ze naast Hermelien neerzette.
“Het was erger dan het leek” zei hij en ze zag dat alleen zijn arm in het verband zat.

Ineens voelde ze een pijn onder haar buik en meteen wreef ze over haar buik.
Niet nu! Dacht ze maar er kwam een hevige pijnscheut en ze kneep haar ogen dicht.
“Madison moet je bevallen?” vroeg Hermelien die op was gestaan en haar omhoog hielp.
“Ja!” schreeuwde ze en ze liepen naar de overkant van de gang waar ze in het bed werd gelegd naast dat van Ginny.
“Madison gaat het?” vroeg Ginny die dacht dat ze alleen hoofdpijn had.
“Nee Ginny mijn kind komt er aan en het doet pijn!” schreeuwde ze en Harry kwam kijken hoe het met haar ging. Het kon haar niets schelen als ze mensen zou kwetsen met haar geschreeuw. Ze kon gewoon van de pijn niet meer normaal praten.
“Madison, ik ga weer naar mijn kamer maar moet je iets nodig hebben dan hoor ik het wel van Hermelien” zei hij en keek haar liefdevol aan. Ze wist dat Harry dolgraag bij haar wilde blijven maar het waarschijnlijk een vrouwenaangelegenheid vond.
“Dank je Harry” probeerde ze normaal te zeggen maar kon dat door de pijn niet. Ze wilde dat Draco erbij was om haar te steunen. Ze keek naar Hermelien, die zou zoiets nooit goed vinden. De pijn zakte wat af en Madison deed haar kleren uit en deed haar nachtjapon aan.
“Hermelien, vraag aan Harry of hij Draco wilt gaan halen” vroeg Ze. Hermelien keek op om haar een verwijt te maken maar voordat ze die kon zeggen kwam er weer een pijnscheut en hield ze het niet meer uit.
“Haal hem nou maar!” schreeuwde ze maar Hermelien verroerde zich niet.
“Je weet dat de Orde…”
“Het kan me geen flikker schelen wat de orde vind als hij hier met iemand verschijnseld weet hij niet waar de plaats is net als de vorige keer, haal hem nu maar!” schreeuwde Madison zo hard als ze kon. Hermelien was daar nu wel van geschrokken en rende naar Harry.
Madison voelde zich enigszins schuldig dat ze een gewonde Harry het huis uit moest sturen maar het was niet anders. Ze had haar vrienden verteld dat Draco veel in de lekke ketel werkte op kamer 13 en daar vrijwel altijd was zodat hij en Madison elkaar niet mis konden lopen. Maar nu Madison niet meer zo vaak naar hem toe kon gaan was ze diep in zich bang dat hij daar nu niet zou zijn. Maar dat waren zorgen voor later. Nu kon ze zich alleen maar concentreren op de hevige pijnen.

Harry was verschijnseld naar de Wegisweg. Hij liep de lekke ketel in. Hij had veel over voor Madison. Maar hij kon haar niet verliezen nu hij Ron al kwijt was. Ze hadden nu lol met elkaar en dat wilde hij zo houden. Hij had haar zelfs vergeven dat ze een kind van zijn grootste vijand kreeg. Hij had er veel over na gedacht en haar uiteindelijk vergeven al was dat moeilijk.
Hij liep naar boven en klopte bij nummer 13 aan. Hij hoorde een onverschillend ‘binnen’ en hij deed de deur open.
Hij zag Draco aan een stapel papierwerk zitten. Hij had een belangrijke baan bij het ministerie van toverkunst en met zijn ouders kon Harry het hem niet kwalijk nemen dat hij af en toe weg probeerde te vluchten. Vooral sinds hij wist dat zijn moeder Madison had geprobeerd te vergiftigen.
“Potter, waar heb ik dit genoegen aan te danken” zei Draco, hij stond op en ging in zijn arrogante houding staan. Ook pakte hij zijn toverstok en Harry pakte snel die van hem.
“Malfidus Madison is aan het bevallen, ik moet je halen ze wilt je erbij hebben” zei Harry met tegenzin en hij was blij dat het er uit was. Eerlijk gezegd vond hij het idee dat er een Dooddoener in zijn huis was niet prettig. Wat je voor vrienden al niet over had. Dacht Harry bij zichzelf.
Meteen keek Draco bezorgd en deed zijn toverstaf naar beneden. Hij pakte zijn rugzak in, deed die om en stak zijn arm uit.
“Breng me maar naar haar toe” zei hij. Harry pakte zijn arm vast en verschijnselde weer terug naar het Grimboutplein.

Draco deed de deur open waar Madison zou leggen. Hij trof Hermelien Griffel en Ginny Wemel aan die hij kon. Ook zat er een meisje van ook zijn leeftijd bij Madison ze had Groene ogen en rood haar maar had haar nog nooit eerder gezien.
Toen hij Madison zag werd hij blij. Ze was knalrood en haar, haar zat door de war. In haar handen hield ze een baby’tje met gele kleren. Achter hem zag hij dat Harry ook was binnen gekomen en ook heel blij keek. Ergens had Draco het gevoel dat hij ook vaderlijke gevoelens had, maar veel kon hem dat nu niet schelen. Het enige wat hem nu kon schelen was dat hij vader was geworden. Toen Madison Draco zag lachte ze en maakte een gebaar dat hij naar haar toe moest komen.
“Maria, Ginny, Hermelien, Harry willen jullie even naar de gang gaan ik wil even alleen zijn” Zei Madison en meteen gingen haar vrienden de gang op en zo te horen liepen ze naar beneden.
Draco stond nog steeds als versteend achter het bed.
“Draco kom” zei ze en Draco ging op het eind van het bed zitten.
“Het is een meisje” zei ze en ze gaf de baby aan Draco die het trots vast hield.
“Ik heb een dochter” zei hij en lachte zenuwachtig.
“Ze is best klein, maar ze huilde als een bezetene. Je was net te laat” zei Madison en ging meer rechtop zitten.
“Madison, ik ben verbijsterd” zei Draco en raakte het kindje langzaam aan, de baby pakte zijn vinger en sloot haar vingers er omheen.
“Ik dacht aan de naam Elissa en dan bedenk jij de tweede naam” zei Madison die het al helemaal bedacht had.
“Dan word het Elissa Cassandra Verrera Malfidus” zei Draco en lachte toen hij die namen hoorde.
“De achternamen moeten andersom, we trouwen binnenkort weet je nog” herinnerde Madison hem er nog aan en lachte.
“Ja, maar voor nu is dat haar naam” zei Draco en hij zag de witblonde haartjes die Elissa van hem had geërfd.
“Ik weet niet of je kan blijven” zei Madison triest en ging onderuit leggen.
“Ik vraag het wel” zei Draco.
“En maak geen ruzie alsjeblieft” zei Madison, Madison ging nu slapen, ze was doodmoe. Ze zag nog met Draco met Elissa op staan. Dat was de blik die op haar netvlies was gedrukt voordat ze in slaap viel.


ooi, hier is weern stukkiej Very Happy en ik wil vragen of jullie voortaan in het reacgeertipoc of via pb willen reageren Very Happy
maar toch bedankt voor de reacties...




Profiel bekijkenStuur privébericht
Bradhadair
Oude Forumnaam: cho chang13 6e jaars
6e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Zaandam

Bradhadair is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Mrt 05, 2006 18:49 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 12
Het oeroude feit ouders en schoonouders.


De daarop volgende dagen mocht Draco blijven en dat was een opluchting voor Madison. Echter niet voor andere ordeleden. Als hij in de buurt was gingen ze weg of liepen met een boog om hem heen.
Hermelien was een goede peetmoeder samen met Ginny en Maria. Ze waren elke dag in de weer met Elissa. Ze waren zo veel met haar aan het spelen dat Draco en Madison haar bijna niet konden zien. Al liet Elissa wel weten dat ze af en toe bij haar ouders wilde zijn door oorverdovend hard te huilen en te stoppen als Madison of Draco haar vast had.
Toen Madison een paar dagen geleden uit bed mocht was ze blij dat ze haar oude kleren weer aanpaste. En het leukste vond ze dat Elissa precies één maand voor haar jarig was: 27 November.

Madison was zich aan het aankleden. Ze deed een roze trui aan met een wijde spijkerbroek.
“Wat ga je doen?” vroeg Draco die in de deuropening van haar kamer stond.
“Ik ga naar de Wegisweg en daarna naar mijn moeder” zei Madison en kamde nu haar haren.
“Dan ga ik met je mee” zei Draco en liep naar haar toe en knuffelde haar van achter.
“Is goed maar Maria gaat ook met me mee” zei Madison, die draaide zich nu om en zoende hem.

Op de Wegisweg was het hartstikke rustig. Wat logisch was als je naging dat het motregende buiten. Madison had een draagzak omgedaan en Elissa daar in gelegd. Maria had haar spullen nog niet in gepakt om naar huis te gaan. Ze zou de orde helpen. Ze had nu vakantie en zou zo lang mogelijk blijven.
“Zullen we naar geur en galm gaan, daar verkopen ze het lekkerste parfum” vroeg Madison aan Maria toen ze er langs liepen.
“Ja, goed plan” zei ze en liepen er heen.
“Eh, Madison daar ga ik dus echt niet in” zei Draco en met een vies gezicht keek hij naar de parfumerie alsof er een vloek op rustte.
“Oké, Maria ga dan maar even alleen. Dan blijf ik bij Draco wachten” zei Madison, Maria haalde haar schouders op en liep naar binnen.
“Zullen wij onder het afdakje wachten?” vroeg hij maar zonder op antwoord te wachten liep hij er al met Madison heen en begonnen te zoenen. Draco kon nog steeds heerlijk zoenen, zijn tong gleed over de hare en zo stonden ze een tijdje. Mensen die voorbij liepen keken ze raar aan. Maar Madison kon dat weinig schelen. Opeens jammerde de baby en zagen ze Maria weer aan komen met twee tassen vol rommel.

Madison trooste Elissa terwijl Maria aan Draco allemaal liet zien wat ze gekocht had. Al zag ze aan zijn gezicht dat hem dat weinig kon schelen.
Toen ze uitgeshopt waren gingen ze naar het ouderlijk huis van Madison en namen ze afscheid van Maria.
“Nou Draco hier woonde ik nou” zei ze en Draco keek met medelijden naar Madison wat ze wel begreep aangezien dat Draco in een gouden kooi opgegroeid.
“Madison leuk optrekje” zei Draco toch maar en lachte naar haar en Madison lachte terug. Ze liepen over het tuinpaadje naar de voordeur terwijl Madison op de bel drukte.
Al snel deed haar moeder open en begroette haar dochter met een innige omhelzing.
“Madison ik heb je gemist” zei ze en Madison merkte dat haar moeder zo wat moest huilen.
“Mama ik ben maar twee jaar weg geweest” zei ze en toen ze dat zei liet ze haar dochter los en liet het gezelschap binnen.

Binnen kregen ze wat te drinken en gingen ze zitten. Draco bekeek alles grondig. Van het spelletje speelkaarten op de tafel tot de televisie.
“Ow ja Draco jij hebt nog nooit een televisie gezien hé?” zei Madison plagerig, ze pakte de afstandsbediening en deed de tv aan. Draco schrok zo erg dat hij zijn toverstok pakte en die naar de tv wees.
“Draco doe rustig aan” zei Madison en ze deed de tv weer uit.
Toen kwam haar moeder het hoekje om met een schaal vol koekjes en wat te drinken.
“Tast toe” zei ze en ging naast Madison op de driezitsbank zitten.
“Mag ik…”
“Natuurlijk” zei Madison en onderbrak haar moeder toen ze snapte dat ze Elissa vast wilde houden.
“Ze lijkt op jou Draco, ik kan weinig Madison terug vinden.” Zei ze.
“Elissa Cassandra Malfidus Verrera heet ze” zei ze toen ze de baby aan haar moeder gaf.
“Ik ken de naam Malfidus ergens van” zei ze en dacht diep na. Toen Madison naar Draco keek kreeg hij een kleur dat zelfs dreuzels zijn naam al kende. Ineens betrok het gezicht van haar moeder.
“Jouw vader of oom of zoiets was de beste vriend van mijn man en sinds ze ruzie hadden gekregen werd mijn man bedreigd met de dood en uiteindelijk vermoord” zei ze zacht en dacht na.
“Mijn huis uit nu!” schreeuwde ze opeens en iedereen schrok zich een ongeluk. Ze gaf de baby aan Madison die haar vast hield en stond op. Madison ging beschermend voor Draco staan die ook op stond en van verbazing niets wist te zeggen.
“Mama, als je hem er uit stuurt stuur je mij ook weg” zei ze. Haar moeder kalmeerde weer. Ze kon af en toe van die opvliegende buien hebben.
“Dan ga jij ook mijn kind” zei ze en Madison’s mond viel open. Niet alleen van verbazing dat haar moeder wist dat Lucius Malfidus haar vader had vermoord maar ook dat ze haar de rug toe keerde. Altijd had haar moeder voor haar klaar gestaan. Madison besloot hard tegen hard te spelen en maar weg te gaan.
“Oké, moeder dan hebben wij niks meer tegen elkaar te zeggen. Draco is niet zijn vader anders had ik allang onder de grond gelegen en Elissa is daar het levende bewijs van, dat zou jij moeten weten” zei Madison en liep boos de deur uit. Draco en Maria kwamen snel achter haar aan en Draco pakte haar spullen die ze bijna vergat. Maria ging snel weg toen ze zag dat de twee alleen wilde zijn en namen afscheid.

“Madison je hoeft heus niet…” begon Draco maar Madison onderbrak hem al.
“Draco ik hou van je en ik heb alles voor je over en trouwens in ben niet de enige met het probleem genaamd ouders. En ik wil even met je alleen zijn” zei ze en stond stil. Buiten was het gaan hozen en ze probeerde Elissa droog te houden. Draco toverde een paraplu te voorschijn en met z’n vieren liepen ze daaronder. Madison tegen Draco aanleunend en Elissa in de draagzak die ze weer snel om had gedaan.
“En waarvoor wilde je alleen zijn?” vroeg Draco en Madison beantwoorde die snel. Ze had namelijk bedacht dat ze iets voor Elissa wilde doen. Iets waardoor ze haar ouders herinnerde en kon herinneren.
“Nou in de dreuzelstad heb ik een fotograaf geregeld die ons wilt fotograferen. Dan doen we die foto’tjes in een ketting en dan kan Elissa ons altijd zien en bij zich dragen” zei Madison en pakte onder haar trui ook een ketting vandaan.
“Mijn ouders hadden dat ook lang geleden gedaan” zei ze en liet de foto’tjes zien die er in stonden.
Draco keek er geboeid naar.
“In de tovenaarswereld hebben we dat niet” zei hij.
“Maar het is wel een topidee” zei hij en zoende haar.

Voor Draco was het even wennen in de dreuzelwereld, maar begeleid door Madison liet hij zich meeslepen. Ze lieten foto’s maken en deden die in een ketting terwijl ze die om Elissa heen hingen. Ze hadden ook portretfoto’s gemaakt van zichzelf en deden die in een fotolijstje.
“Zullen we nog even bij mij langs gaan?” vroeg Draco opeens terwijl ze op een bankje gingen zitten.
Veel mensen keken het koppel gek aan dat zij in de regen op een bankje gingen zitten met een klein kind maar veel kon het ze niet schelen.
“Draco, ik zet nooit een stap bij jou over de drempel met Elissa” zei Madison serieus, ze was namelijk nog niet vergeten dat Narsissa Malfidus haar geprobeerd had te vergiftigen.
“Mijn moeder is bijgedraaid hoor” zei hij en keek naar Elissa.
“Ik zou nooit een risico nemen om jullie te verliezen. En trouwens ik ben ook bij jou geweest al was dat ook niet even leuk” Zei hij.
“Nou oké dan” zei ze en ze stonden op. Madison was best zenuwachtig maar beloofde zichzelf dat ze zelfs geen druppel water daar aan zou pakken.

Bij het landhuis Malfidus aangekomen liepen ze de bekende hal in. Het was even mooi als het altijd was geweest. Ze deed de draagzak af, ze voelde zich veiliger als ze haar kind vast had. Ze liepen naar de woonkamer die er nog steeds even fraai uit zag, alleen brandde er nu een vrolijk vuurtje in de haard. Op dezelfde plaats als Narsissa de vorige keer had gezeten zat ze nu weer. Ze zat te lezen en legde het boek neer toen ze het jonge stel zag aankomen.
“Draco, Madison” zei ze en lachte als een echte gastvrouw iets wat ze de vorige keer niet had gedaan.
“Moeder, dit is Elissa uw kleinkind” zei Draco. Narsissa stond op en probeerde het kind van Madison over te nemen alleen toen ze het kind probeerde aan te raken werden haar handen als een magneet weggedrukt.
“Madison het is goed. Ik ben er bij, en ik heb Potter ook aan haar laten zitten” zei hij en Madison zuchtte. Het was een steek door Draco’s hart dat Harry Elissa had vastgehouden, dat kon Madison op dat moment zien.
Ze vond het goed, haar ‘schoonmoeder’ zou haar dochter vastpakken.
Nu kon Narsissa Elissa wel oppakken en schommelde ermee.
“Ze lijkt op jou Draco het is alsof ik een tweede Draco vasthoud” zei Nasissa met een glimlach en Madison kon zien dat ze het meende.
“Wat is haar hele naam?” vroeg ze aan Madison.
“Elissa Cassandra Malfidus Verrera” zei ze.
“Madison, liefje in de tovenaarswereld bij de gerespecteerde puurbloeden is het normaal dat het kind ook de achternamen van de aangetrouwde familie krijgt” legde Narsissa uit maar Madison snapte het niet helemaal en wendde zich tot Draco.
“Ja, dat is zo Madison, maar moeder dat doen wij niet Madison is geen puurbloed en ik vind haar naam nu al een hele mond vol” zei Draco eerst tegen Madison en wendde zich toen tot zijn moeder.
Narsissa keek alsof ze een geest had gezien.
“Ik vind dat we traditie’s in stand moeten houden” zei ze en gaf het kind weer aan Madison.
“Wat is de achternaam van je moeder liefje?” voeg ze.
“Dijk” zei Madison meteen ook al vond ze dit erg onnodig. Elissa was al opgegeven bij het ministerie van toverkunst en ingeschreven voor Zwenstein.
“Luister Draco jij heet ook niet voor niks Draco Lucius Malfidus Zwarts Stoker Conraad en ik vind dat Elissa ook die namen moet hebben.
“Ow, moeder hou alsjeblieft op. Kom Madison we gaan” zei hij en trok haar mee.

“Dat was dus het dagje oma’s bezoeken” zei Madison tegen Draco toen ze neerplofte in de lekke ketel. Ze zouden er één nachtje blijven slapen en voor de gelegenheid was er speciaal een wiegje neergezet zoadat Elissa ook kon slapen.
“Zeg dat wel Madison en dat gaan we niet vaak doen en áls we het doen, doen we maar één tegelijk” zei Draco en plofte naast Madison neer.
“Zelfs Elissa is er moe van” zei Madison die over de rand van de wieg naar haar dochter keek die heerlijk lag te slapen.
“Iets zegt me dat ik vanavond ook heerlijk zal slapen met jou naast me” zei Madison en zoende Draco innig.

Bedankt voor de reacties(K)




Profiel bekijkenStuur privébericht
Bradhadair
Oude Forumnaam: cho chang13 6e jaars
6e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Zaandam

Bradhadair is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Mrt 18, 2006 20:47 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 13
De reis


“Alles wijst er op dat, dat een griezelement is” zei Harry in de vergaderruimte van de orde van de Feniks.
“En ook al is het geen griezelement dan ga ik alsnog op zoek naar andere” zei hij weer en maakte een wild gebaar met zijn handen.
“Weet je zeker dat je alleen gaat. Ik heb alle respect Harry. Maar wat hulp zou geen kwaad kunnen” zei Lupos en keek bezorgd naar Harry. Nu Lupos weer moest bespioneren bij de weerwolven had hij het idee dat hij Harry had verwaarloosd. Na Sirius’ dood was hij al meer bezorgd over Harry dan ooit maar hij was absoluut op zijn toppunt.

“Ja, Remus ik weet het honderd procent zeker” zei Harry en knikte.
“Dan moet je contact houden met duiven, ik heb gelezen dat ze in de tweede ehm… de dreuzeloorlog ook duiven gebruikte. Het lijkt mij wel handig om die nu ook te gebruiken. De meeste tovenaars halen alleen maar uilen neer. Duiven laten ze door vliegen” zei Hermelien en iedereen lachte hoe briljant het idee van Hermelien was.
“Oké, dan is dat afgesproken” zei Harry.
“Nog één ding als je één week niets van je hebt laten horen gaan we achter je aan” zei Madison die in het hoekje zat.
“Is goed” zei Harry en hij stond op en daarmee was de vergadering ook beëindigd. Madison stond ook op en liep naar Harry die naar boven wilde gaan.
“Harry wees alsjeblieft voorzichtig, als ik één week niks van je gehoord heb kom ik je persoonlijk achterna” zei ze vastbesloten.
“Dank je Madison, je bent de beste vriendin die ik kan hebben” zei Harry en liep naar boven.
“Voel jij ook diep in je dat dit niet goed gaat aflopen” zei een stem achter haar die van Hermelien kwam.
“Ja, Hermelien dat gevoel heb ik ook” zei Madison en liep ook naar boven om bij Elissa te kijken. Ze was nu anderhalve maand oud en groeide als kool. De groeiachterstand die ze had gehad had ze snel ingehaald. Hermelien kwam achter haar aan en ging in kleermaker zit op haar bed zitten.
Madison pakte Elissa op en ging op haar eigen bed zitten in kleermakerszit.
“Madison, ik zat te denken we kunnen Harry ook gewoon gelijk volgen enzo” zei Hermelien.
“Ja, maar Hermelien ik zit hier met een kind” zei Madison die er niets voor voelde om Elissa van het een op het andere moment te verlaten.
“Mevrouw Wemel kan voor haar zorgen, ze is hier nu toch en ze zou het wel begrijpen dat we achter Harry aan gaan. Zelf is ze ook over Harry bezorgd. En mevrouw Wemel heeft zeven kinderen opgevoed dus ze weet hoe je een baby moet vasthouden en beschermen” zei Hermelien. Madison keek naar Elissa, ze had grijsblauwe ogen. Iets wat een mengeling van Draco en haar was.
“Oké” zei Madison en ze kuste Elissa op haar voorhoofd. Ze stond op en knuffelde haar hevig. Na nog een zoen op haar voorhoofd werd ze in haar wieg gelegd en keek Madison naar haar. Ze zat met het kettinkje te spelen. Soms kouwde ze er op maar Hermelien had een bezwering uitgesproken dat hij niet los kon gaan en ook niet kon beschadigen. Ze zuchtte en uiteindelijk draaide ze zich om.
Ze zou nog een brief aan Draco schrijven, dat was wel zo handig aangezien ze nog steeds contact hadden met brieven.
“Ik moet nog een paar dingetjes doen” zei Madison tegen Hermelien die ‘oké’ zei en naar Harry liep om hem te ontfutselen waar hij heen zou gaan. Madison doopte de veer in de inkt en begon te schrijven:

Lieve Draco
Ik hou nog altijd evenveel van je. Misschien wel meer.
Maar ik schrijf je omdat ik een tijdje wegga.
Ik heb een opdracht van de Orde.
Het is daarom handiger dat we geen contact houden.
Het doet me pijn, maar elke keer als ik je armband zie denk ik
Aan jou mooie gezicht. Met Elissa komt alles goed.
Mevrouw Wemel zorgt voor haar. Ik weet dat je dat
Liever niet hebt maar alles gaan ineens zo snel.
En ik moet alles heel snel regelen.
Ik weet niet wanneer ik terug kom, maar dan schrijf ik je weer.
Ik ben in ieder geval voor ons huwelijk thuis.
Ik moet nu stoppen ook al kan ik nog 10 blaadjes vol schrijven.
I love you Kiss M.

Madison las de brief een paar keer door en stuurde hem toen uiteindelijk op. Hermelien vond dat ze zo min mogelijk spullen moesten meenemen en Madison nam daarom niks mee. Behalve een paar galjoenen die ze van Draco had gehad. Daar kon ze wel genoeg kleren en eten voor kopen onderweg. Hermelien nam ook bijna niks mee, behalve haar toverstok natuurlijk die Madison ook bij zich had.

Harry ging die avond weg en een uur na Harry’s vertrek gingen Madison en Hermelien hem achterna.
Harry ging naar een dorpje Havermouth. En Hermelien en Madison logeerde daar in een hotel.
“Moeten we Harry niet achterna gaan?” vroeg Madison in de hotelkamer.
“Madison, Harry zou uit zijn vel springen als hij wist dat we hier waren. Maar als we hem te hulp schieten als hij in gevaar hopelijk niet. We moeten hem alleen achterna gaan. Ik heb aan de balie gevraagd of meneer Potter hier logeert maar ze zei nee. Maar ik ken Harry, hij zou op zo een avontuur niet zijn echte naam opgeven dus ik vroeg naar Harry Evers, naar de achternaam van zijn moeder en die logeerde hier wel” zei Hermelien en keek uit het raam.
“Ze zeiden dat hij weg was gegaan dus het word wachten voor ons” zei Hermelien.

Ze wachtte, minuten werden uren en uiteindelijk werd het donker en rond een uur of tien zagen ze een slungelige jongen met zwart warrig haar verschijnen, hij liep gebogen, alsof hij gewond was. Hermelien zag dat ook en rende de hotelkamer uit, Madison besloot haar achterna te gaan toen ze zag dat Harry op de grond viel.
Toen ze buiten aankwamen zagen ze dat Harry om een klein plasje bloed heen lag.
“Hermelien je moet hem optillen” zei Madison en hielp haar met optillen, het moest onopvallend gebeuren dus liep Hermelien of ze met Harry knuffelde met Madison er achteraan.
Ze legde hem op bed en zagen dat hij op zijn borst was geraakt.
“Weet jij iets van helers Hermelien?” vroeg Madison lichtelijk in paniek want Harry bleef bloeden.
“Fixus mercarius” zei Hermelien zonder antwoord op Madison’s vraag te geven. De wond stopte met bloeden en Ze haalde opgelucht adem.
“Hij is geraakt door een paar lamspreuken, deze spreuk hadden we ook gebruikt om jou destijds nog te redden wist je nog” zei Hermelien al wist Madison niet meer waar ze het over had.


“Nee Hermelien en Madison, ik moet dit in mijn eentje doen. Er zijn al té veel slachtoffers gevallen. M’n ouders, Sirius, Ron” toen Harry Ron’s naam noemde werd het stil. Al was hij al heel lang dood, ze waren er nog niet over heen.
“Harry, ik snap wat je bedoeld, maar stel dat er wat fout gaat wie moet jou dan wreken?” vroeg Hermelien. Harry lachte om het ompraten van Hermelien en Hermelien lachte terug.
“Nou oké Hermelien. Maar er gaat maar één iemand mee. Met z’n tweeën heb je meer voordelen” zei Harry en zelfs Hermelien wist daar niets tegen in te zeggen.
“Dan ga ik mee Hermelien de orde heeft jou te veel nodig met je slimheid en Elissa ook” zei Madison en klopte op Hermelien rug. Hermelien bloosde hevig en keek Madison aan.
“Weet je het zeker?” vroeg ze want ze wist hoe graag Madison naar Elissa toe wilde.
“Ja, honderd procent en als Draco iets terug schrijft mag jij me post openen. Ik kan me voorstellen dat hij niet wilt dat alleen de orde Elissa opvoed. Dus hij mag haar eventueel ook een tijdje hebben” zei Madison, haar gedachte was alleen maar op Elissa gefocust. Kwam het door haar moedergevoelens of bezorgdheid, ze wist het niet maar Hermelien zei dat ze het snapte en aangezien Hermelien en zij vaak op dezelfde golflengte stonden vertrouwde ze haar.

Uiteindelijk hadden ze afgesproken dat Madison met Harry mee zou gaan om de laatste Griezelement te zoeken.
Die avond sliep Madison heerlijk in en droomde over Draco.


Het is een klein stukje, maar de volgende keer word alles spannender dat beloof ik Very Happy




Profiel bekijkenStuur privébericht
Berichten van afgelopen:      


 Ga naar:   


Sla dit onderwerp op als textbestand

Volgende onderwerp
Vorige onderwerp
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum
Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum
Je mag niet stemmen in polls in dit subforum



Powered by phpBB © 2001/3 phpBB Group :: FI Theme :: Tijden zijn in GMT + 1 uur :: Disclaimer