Harry Potter Forum index
Dit forum is gesloten. Bezoek nu de vernieuwde versie van HPF!
 Harry Potter Forum gesloten  •   Inloggen

 [AF] Scorpius Malfoy Volgende onderwerp
Vorige onderwerp

Sla dit onderwerp op als textbestand
Poll :: Wat vind je er van?

Geweldig!
66%
 66%  [ 10 ]
Leuk
26%
 26%  [ 4 ]
Matig
0%
 0%  [ 0 ]
Slecht
6%
 6%  [ 1 ]
Totaal aantal stemmen : 15


Auteur Bericht
KJRiddle
Volleerd Tovenaar
Volleerd Tovenaar


Verdiend: 1 Sikkels
Woonplaats: The Jokers lair

KJRiddle is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Zo Jan 13, 2008 20:28 Terug naar boven Sla dit bericht op

Image
Dit is mijn verhaal over Scorpius Malfidus. Het gaat over de elf-jarige Scorpius die voor zijn eerste jaar naar Zweinstein gaat. Hier leert hij meer over het verleden van zijn vader en zijn relatie met de Potters en de Wemels.
Hij sluit een aardvijandschap met Albus & James Potter, maar wordt tegelijkertijd verliefd op hun nichtje Roos Wemel. Ook heb ik de kinderen van Loena en van de Wemels erin verwerkt. Kortom, het wordt een spannend jaar Very Happy


Inhoudsopgave:
Hoofdstuk 1, De Zweinsteinexpres
Hoofdstuk 2, De Indelingsceremonie
Hoofdstuk 3, De Hersenpan
Hoofdstuk 4, De Bijeenkomst bij Malfidus
Hoofdstuk 5, Het Verhaal van de Schoolhoofden


Reactie's, ideeën en voorkeuren zijn ALTIJD welkom!





_________________
'Why So Serious?'

Laatst aangepast door KJRiddle op Za Jan 26, 2008 20:09; in totaal 7 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
KJRiddle
Volleerd Tovenaar
Volleerd Tovenaar


Verdiend: 1 Sikkels
Woonplaats: The Jokers lair

KJRiddle is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Zo Jan 13, 2008 20:29 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 1
De Zweinsteinexpres

Op perron 9 ¾ in Londen, leek opnieuw de hele tovermaatschappij massaal te zijn oprukt om hun kinderen en kleinkinderen op de Zweinsteinexpres te zetten, richting Zweinstein.
Zo ook de familie van de elf jaar oude Scorpius Malfidus. Samen met zijn ouders stond hij op het drukke perron rondom de bloedrode stoomtrein die grote rookwolken uitblies.
‘Ben je wel voorzichtig lieverd,’ zei Astoria Goedleers die door het witblonde haar van haar zoon, Scorpius streek.
‘Ja mam!’ zuchtte Scorpius. Hij blies een vuiltje van zijn gloednieuwe mantel af en keek nog een laatste keer in de amberkleurige ogen van zijn overbezorgde moeder.
Zijn vader had zijn aandacht op iets totaal anders gericht: de Potters en de Wemels, de bloedverraders. Vader Draco had er nooit veel over gehad, maar had zijn zoon op het hart gedrukt ze te vermijden.
‘Draco,’ siste Astoria. Ze gaf haar man een kleine tik en knikte naar hun zoon.
‘Natuurlijk,’ mompelde hij slinks. Hij knielde voor Scorpius en greep hem bij zijn schouder.
‘Laat ze je beste kant zien, en je weet wat ik heb gezegd over Griffoendors, Huffelpufs en Ravenklauwers in kwestie,’ knipoogde hij.
‘Uitschot,’ verduidelijkte Scorpius met een glimlach.
‘Draco!’ riep Astoria. Ze gaf haar man een klap tegen het achterhoofd. ‘Wat maak je onze zoon allemaal wijs?’
‘Heb ik ongelijk?’ vroeg Draco sceptisch aan zijn vrouw.
Ze keek hem verwaand aan en Scorpius wist genoeg. Met een glimlach nam hij afscheid van zijn ouders en liep hij vol goede moed richting de gigantische schooltrein toe.
Hij wurmde het karretje tussen de hordes slecht geklede tovenaars en heksen door en kwam toen bij de ingang van de locomotief.
Hij tilde zijn minderprettigheid en uilenkooi op en strompelde de trein in, waar hij werd opgewacht door twee zevendejaars leerlingen, waarvan hij er één herkende als een Wemel. Hij had ze gezien tijdens de vorige Zwerkbalcup Finale, in Oostenrijk.
Hij kwam nu in een lange gangpad, met aan beide kanten coupés. Hij zag dat de meeste vol zaten met leerlingen, maar vond er een waar twee jongens. Waaronder zijn neef Vincent.
Hij schoof de deur open en merkte dat hij hun aandacht had getrokken.
‘Hé Scorp,’ begroette Vincent hem. Ook voor hem was het zijn eerste jaar op Zweinstein. ‘Ik had je helemaal niet gezien.’
Hij stond op en kwam met zijn brede postuur aanlopen.
‘Dit is Adrian Beulsvreugd.’ Hij stelde de magere jongen in de hoek voor. ‘Adrian, dit is mijn neef Scorpius Malfidus.’
‘Aangenaam,’ zei Adrian zacht. Hij leek erg verlegen en had tegelijkertijd een vuile blik in zijn ogen.
Na een hard stoomsignaal, begon te trein op gang te komen. Ze vertrokken richting Zweinstein, eindelijk.
Scorpius rende naar het raam toe en draaide deze ruig open.
Toen hij zich eruit liet hangen, zwaaide hij uitbundig naar zijn ouders, die aan de praat waren geraakt met zijn oom en tante; Daphne en Karel.
Het duurde niet lang of ze waren bijna aan het einde van de treinreis. De zon was ondertussen gaan liggen en had plaatsgemaakt voor donkere regenwolken. De druppels gierden hard tegen de ramen, als kiezelstenen.
‘Wat doet jou vader eigenlijk?’ vroeg Scorpius aan Adrian. Het gesprek was al bijna de hele reis over zijn eigen vader gegaan, en zijn werk bij het Magische Arrestatieteam. Daarbij vond het heerlijk om in het middelpunt van de belangstelling te staan.
‘Mijn vader?’ stotterde Adrian. ‘Hij is Verschijnselinstructeur op het Ministerie.’
‘Leuk,’ zei Scorpius sarcastisch.
‘Heb je trouwens dat Wemelgebroed gezien? Die ouders hebben de afgelopen jaren ook niet stilgezeten,’ lachte Vincent, hij liet een boer nadat hij de laatste slokken pompoensap opslurpte.
‘Volgens mijn vader zijn het de grootste verraders die er zijn, ze deugen niet.’
‘Inderdaad, dat hebben onze vaders dan gemeen. Maar ja, ze hebben immers samen op school gezeten.’ Toen schrok Vincent op en haalde hij een verfrommeld exemplaar van de Ochtendprofeet tevoorschijn.
‘Lees dit,’ gromde hij wijzend met zijn mollige wijsvinger op een artikel op de tweede pagina.


BEËDIGING VOOR POTTER NA UITMUNTENDE ARRESTATIE VAN VAALHAAR

Edinburgh, 31 Augustus – Gezocht crimineel nummer 1 van het Schouwershoofdkwartier is gisteren opgepakt na zoveelste ontsnapping uit gevangenis Azkaban.
Op 21 juli ontsnapte weerwolf F. Vaalhaar vanuit het zwaarbewaakte Azkaban. Hij wist opnieuw ongestraft drie slachtoffers te maken en bleef een maand lang spoorloos voor het Magische Arrestatieteam en de Schouwers van het Ministerie.
Na een melding van Dreuzels die tijdens een avond uitgaan ‘iets harigs’ voorbij zagen sluipen, heeft Afdelingshoofd Harry Potter zijn team van Schouwers bijeen geroepen en hebben ze Vaalhaar na een bloederig duel ingerekend. Hierbij raakte onder andere G. Willemse en H. Ongans ernstig gewond. Zij zijn met spoed opgenomen in het St. Holisto.
Volgens hun heeft Potter kordaat opgetreden door zijn strategische aanpak.
Vanochtend maakte Minister Wolkenveldt bekend dat Potter in aanmerking komt voor een beëdiging door niemand minder dan hijzelf. Potter zelf heeft hierop nog geen reactie gegeven.

(Lees verder op pagina 3)


‘Hoe krijgt die smeerlap het voor elkaar,’ snauwde Scorpius.
‘En daarbij zag ik hem net staan, hij zette samen met Wezel zijn twee kinderen op de trein. De jongste schijnt te zijn vernoemd naar twee vroegere schoolhoofden.’
‘Ja dat klopt,’ zei Adrian plots. ‘Mijn moeder vertelde het me, naar Albus Perkamentus en naar Severus Sneep, als ik het goed heb.’
Het gesprek werd afgekapt; de trein kwam namelijk zacht tot stilstand.
‘We zijn er,’ fluisterde Vincent toen.
Scorpius veegde en beslagen raam schoon en keek uit over een verdonkert stationnetje aan de rand van een verlaten dorp, wat Zweinsveld moest zijn. Kleine lantaarns en lichtjes flikkerde in het omliggende dorp.
Zweinstein’s Hoge School voor Hekserij en Hocus-pocus, we zijn gearriveerd,’ galmde een stem door de coupés. ‘Gelieve uw spullen achter te laten, de eerstejaars worden verwacht bij Jachtopziener Rubeus Hagrid.’
‘De Half-reus, ook daar heeft mijn vader geen goede herinneringen aan gehad,’ zei Vincent die het over de jachtopziener leek te hebben. Ook Scorpius’ vader had zijn zoon verteld dat die Hagrid onder één hoedje speelde met de Potters en de Wemels.
Toen de drie jongens opstonden en de coupé verlieten, merkte Scorpius dat zijn avontuur op Zweinstein elk moment kon beginnen. Hier had hij zijn hele leven al op gewacht.





_________________
'Why So Serious?'

Laatst aangepast door KJRiddle op Ma Jan 14, 2008 17:51; in totaal 1 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
KJRiddle
Volleerd Tovenaar
Volleerd Tovenaar


Verdiend: 1 Sikkels
Woonplaats: The Jokers lair

KJRiddle is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Di Jan 15, 2008 8:39 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 2
De Indelingsceremonie

Terwijl de leerlingen met volle snelheid de schooltrein uitrenden, bleven de drie eerstejaars op een veilige afstand.
Scorpius keek rond, en zag tussen de bomen door, heel in verte, het enorme kasteel wat Zweinstein moest zijn. Hier flikkerde tevens allerlei vrolijke lichtjes met op de achtergrond de parelwitte maan.
‘Eerstejaars, hierheen!’ brulde vervolgens een stem.
Scorpius keek op en zag een man staan, groter dan wie dan ook. Het moest de Half-reus Hagrid zijn.
Ze maakten zich uit de voeten en renden over het ondergelopen station, richting de Jachtopziener die nu alle eerstejaars om zich heen verzamelde.
Zijn verschijning leek op het eerste gezicht angstaanjagend, maar van dichterbij zag Hagrid er minder beangstigend uit dan wie dan ook. Zijn grote, grijze baard verstopte zijn twinkelende ogen die het lantaarnlicht weerspiegelde.
Toen iedereen om hem heen was verzameld, liepen ze richting de waterkant, aan de andere kant van de heuvel en de bomen.
Vanaf de heuvel zag Zweinstein er adembenemender uit dan welke plek ook.
Ze kwamen nietsvermoedend en drijfnat aan bij een steiger, waar kleine boten klaarstonden. ‘Drie per boot,’ zei Hagrid.
Samen met Vincent en Adrian stapte Scorpius in één van boten en met zijn allen staken ze het inktzwarte meer over.
Aangekomen aan de overkant, volgden ze het steile pad naar boven toe, waar ze uitkwamen op een stenen binnenplaats met bordes, exact zoals het huis van Scorpius’ grootouders.
Hier bonsde Hagrid hard met zijn buist op de eikenhouten poorten van het kasteel, en al snel gingen dezen krakend open.
In de deuropening stond een jonge man met een rond gezicht. Hij had rommelig haar maar keek vriendelijk naar de nieuwe leerlingen die ingedeeld gingen worden.
‘Professor Lubbermans, dit bennen de nieuwelingen,’ gromde Hagrid.
‘Bedankt Rubeus, vanaf hier neem ik het over,’ zei professor Lubbermans met een glimlach. ‘Ik spreek u straks bij de maaltijd.’
Hagrid verdween uit het oog en de leerlingen betraden nu een marmeren Hal, mooier dan welke ook. Er hingen vele schilderijen en tegen de wanden waren grote harnassen geplaatst.
‘Welkom op Zweinstein,’ begon de slungelige leraar toen hij met zijn toverstok de poorten sloot van het kasteel.
‘Zoals jullie allen weten, zullen jullie worden ingedeeld in één van de vier afdelingen van Zweinstein; Griffoendor, Huffelpuf, Ravenklauw of Zwadderich,’ vervolgde hij. ‘Vervolgens …’
Scorpius was nonchalant tegen één van de zuilen aan gaan staan en keek rond met welke leerlingen hij de aankomende zeven jaar te maken zou krijgen. Hij zag het groepje leerlingen staan waarvan hij wist dat ze in elke afdeling konden komen, behalve Zwadderich.
Hierbij stond ook de middelste Potter, degene die naar de schoolhoofden was vernoemd.
Hij leek erg zenuwachtig en tikte hyperactief met zijn vingers tegen één van de harnassen.
Naast hem stond een andere meisje, ze was prachtig. Ze had kastanjebruin haar en bruine ogen. Toen ze merkte dat Scorpius vol bewondering naar haar keek, wendde ze haar blik vol afschuw van hem af. Scorpius had het idee dat ze een Wemel was.
‘… professor Banning. Volg mij.’ Lubbermans draaide zich om en begeleidde zijn leerlingen richting een volgende ruimte.
Hierbinnen kwamen ze in een grotere, mooiere zaal.
Er brandden haarden, hingen prachtige wandkandelaars en zweefden beheksten kaarsen boven de vier houten afdelingstafels.
Aan het einde bevond zich een laatste, horizontale tafel waaraan de leraren zaten.
De groep eerstejaars liep door het middelste gangpad en werden blijkbaar nagekeken door de oudere leerlingen.
‘Wat zijn ze klein dit jaar,’ hoorde Scorpius één van de leerlingen zeggen.
Toen ze aankwamen bij een verhoging voor de lerarentafel bleef Lubbermans stil staan. Hij toverde een kruk en een leren lap stof tevoorschijn en zette de kruk midden op de verhoging.
‘Ik lees jullie namen op, je komt naar voren en de Sorteerhoed zal zijn werk doen,’ legde Lubbermans uit.
Toen Scorpius beter keek zag hij dat de lapstof inderdaad een hoed was. Maar zo oud en versleten dat het leek alsof deze was opgegraven in de tuinen van Zweinstein.
Hannah van Beest!’ las Lubbermans hardop voor van zijn perkamentrol.
Een sarcastisch uitziend meisje schuifelde naar voren en nam trots plaats op de houten kruk. Vervolgens brulde de hoed hard: 'Zwadderich!'
Aan de tafel van Zwadderich werd hard gejuicht en gejoeld en Hannah nam er plaats. Scorpius wist dat hij er ook ingedeeld zou worden.
Adrian Beulsvreugd!’
Ardian nam voorzichtig plaats en wachtte rustig af. Na wat gemompel van de hoed werd ook Adrian ingedeeld in Zwadderich.
Joanne Bijlhout!’
Ook dit meisje werd ingedeeld in Zwadderich, en nam triomfantelijk plaats naast een klappende Hannah van Beest.
Hierna werden er twee leerlingen ingedeeld bij Huffelpuf, één bij Ravenklauw en vervolgens werd de naam van Vincent omgeroepen.
‘Zet ‘m op,’ siste Scorpius.
Toen de hoed op het hoofd van Vincent neer werd gezet, begon de hoed hardop te praten. ‘Exact je vader … slimheid van je moeder … Zwadderich!’
Vincent maakte een overwonnen gebaar en nam ook plaats aan de Zwadderichtafel.
Opnieuw werden er vijf leerlingen ingedeeld, en vervolgens werd Scorpius’ naam opgenoemd.
Zo stoer mogelijk ging hij op de kruk zitten, en merkte dat alle ogen op hem waren gericht. Als snel maakte de hoed de volgende keuze: ‘Zwadderich!’
Dolblij sprong Scorpius op en rende hij naar de afdelingstafel. Daar wachtten Vincent en Adrian op hem.
Albus Potter!’
Angstig kwam de kleine Potter naar voren, waar hij een schouderklopje kreeg van Lubbermans.
Opnieuw begon de hoed hardop te denken. ‘Een Potter … veel talent … ambitieus … moedig … Griffoendor!’
Met een gigantische glimlach ging Potter aan de Griffoendortafel zitten, maar de volgende naam werd opgenoemd: ‘Michel Punnik!
Deze cool uitziende jongen werd ook ingedeeld bij Zwadderich en kwam naast de drie Zwadderaars zitten.
Lysander Scamander!’ riep Lubbermans vervolgens.
Een jongen met vuilblond haar en huiself-achtige ogen kwam aanzetten en nam dromerig plaats op de kruk.
Ravenklauw!’ brulde de hoed al snel.
Vervolgens werd Elaine Smid ingedeeld in Huffelpuf, en Molly Wemel in Ravenklauw. Toen was het bruinharige meisje aan de beurt en zoals Scorpius al vermoedde, was ze een Wemel. ‘Roos Wemel!’
Diep van binnen hoopte Scorpius dat ze aanschoof bij Zwadderich, maar ze werd jammer genoeg ingedeeld in Ravenklauw.
Na nog een Wemel nam schoolhoofd Banning het woord. Hij was minuscuul klein, oeroud en had een verdorven stem.
‘Welkom terug, en voor onze nieuwe aanwinsten: welkom!’ begon de oude, bebaarde man. ‘Opnieuw breekt er een educatief, voorspellend jaar aan. Hierin hopen wij die iedereen veilig en goed te kunnen onderwijzen …’
De toespraak was oersaai, en ondertussen was Scorpius weggedroomd: het was Roos die zijn aandacht trok. Wat was ze knap, maar zijn vader mocht niet weten dat hij viel op een half-bloed, een Wemel. Waarom had zijn vader zo’n hekel aan de Wemels, aan de Potters? Wat hadden ze hem in zijn schooltijd misdaan? Hij moest het te weten zien komen.


Nog bedankt voor je pb BellatrixVanDetta Wink





_________________
'Why So Serious?'
Profiel bekijkenStuur privébericht
KJRiddle
Volleerd Tovenaar
Volleerd Tovenaar


Verdiend: 1 Sikkels
Woonplaats: The Jokers lair

KJRiddle is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Wo Jan 16, 2008 17:46 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 3
De Hersenpan

De volgende ochtend was Scorpius vroeg wakker. Hij liep de slaapzaal uit, die zich diep in de kerkers bevond.
Hij verliet de kille, koude slaapzaal en nam gewassen en al plaats in de leerlingenkamer van Zwadderich.
Er brandde een knetterend haardvuur terwijl Scorpius plaats nam op de fluwelen, gifgroene banken waarop de logo’s van Zwadderich geborduurd waren.
Hij haalde een verfrommeld mapje aan perkamentpagina’s uit zijn borstzak en sloeg het open: Zweinstein 1991. Hij had het de avond ervoor meegenomen uit de kasten van de lerarenkamer toen iedereen sliep. Het was een schreeuwerige klopgeest die hem bijna had verraden, maar hij had het ongestoord meegekregen naar de leerlingenkamer.
Hierin zaten de klassenlijsten, pasfoto’s en klassenfoto’s van elke jaarlaag afdeling.
Hij zocht driftig naar de eerstejaars Zwadderich van dat jaar, en vond al snel zijn oom Karel, de vader van Vincent. Hij leek exact op hem: korte stekeltjes en een vrij domme, logge uitstraling.
Toen hij verder bladerde kwam hij bij het dossier van zijn vader. Hij kwam tot de conclusie dat hij op zijn eerste schooldag evenveel op Scorpius leek als hij nu: spits gezicht, witblond (nog niet kalend) haar en een sarcastisch blik in zijn diepe ogen.
Toch moest hij meer van hem weten.
Het had niet lang meer geduurd of Vincent, Michel en Adrian kwamen gapend naar beneden toelopen. Scorpius hield zijn vondst nog even voor zichzelf en nietsvermoedend gingen ze met hun vriend mee naar de Grote Zaal, waar het ontbijt werd opgediend.
Hier liepen ze ook een groepje andere leerlingen tegen het lijf: Lysander Scamander en zijn oudere broer, Potter met zijn broer James, Roos en een aantal roodharige Wemelkinderen. Verder stond er nog een knappe, zilverblondharige Hoofdmonitor.
‘Hé Malfidus!’ riep James Potter hem na.
Scorpius wou niet afgaan waar Roos bij stond in een duel, en stak zijn middelvinger naar ze op. Hij liep straal lang ze heen en probeerde ze te negeren, om problemen te voorkomen.
Stuffocate!’ riep vervolgens één van de Griffoendors kwaad.
Nog voor Scorpius kon kijken wat voor vloek op hem af werd gestuurd, raakte een paarse straal hem in zijn keel.
Hij was benieuwd wat hem had geraakt maar al snel merkte hij dat hij geen adem meer kon halen en begon gorgelend te hoesten.
‘Stop James!’ riep Roos toen hard. Ze was er blijkbaar niet voor en duwde haar neef hard aan de kant.
Anapneo’ zei ze zacht, wijzend met haar toverstok.
Blij dat Scorpius weer adem kon halen kwam hij overeind en wreef hij over zijn opgezwollen nek. ‘Bedankt,’ zei hij blozend tegen Roos.
‘Vergeet het, ik deed het alleen omdat ik geen problemen wil op mijn eerste dag,’ zei ze bot en ze draaide zich terug naar haar vrienden en familie.
Toen ze een paar minuten later gingen ontbijten bij de andere Zwadderaars, verscheen professor Noot in de Zaal. Hij deelde de roosters voor het jaar uit.
Het duurde niet lang of het broodmagere gestalte van professor Theodorus Noot verscheen achter Scorpius en zijn vrienden.
‘Al problemen op je eerste dag Scorp?’ vroeg hij sceptisch aan zijn leerling terwijl hij met volle kracht een rooster van de eerstejaars Zwadderaars op tafel smeedt.
‘Professor,’ zei Scorpius verrast. Hij was nog kwaad dat hij Potter ervandoor had laten gaan met zijn streek. ‘Het was Potter, hij vervloekte mij.’
‘Het is wel goed,’ zei Noot die zijn sluike, blonde haren uit zijn gezicht streek. ‘Ik verwacht je vanmiddag om tien over twaalf in mijn kantoor, voor een gesprekje.’
‘Een gesprek?’ herhaalde Scorpius angstig. ‘Maar pr …’
Professor Noot was in een oogwenk verdwenen. Waarom moest Scorpius in hemelsnaam voor een gesprekje naar zijn afdelingshoofd?

Hun eerste les van de dag was niets minder dan Kruidenkunde, van de kluns van een Lubbermans.
In kas drie verdeelden de Zwadderaars zich samen met de Ravenklauwers, onder wie Roos, onder de kleine tafels.
Voor hun neus stonden bakken met mest. Hiernaast stonden potjes met groene, madeachtige zaden die heel langzaam leken te bewegen.
Al snel vloog de deur van de kas open en stormde een oververmoeide Lubbermans naar buiten.
‘Welkom, Zwadderaars en Ravenklauwers. Dit is jullie eerste les Kruidenkunde van het jaar,’ begon Lubbermans. Ondertussen trok hij zijn drakenleren handschoenen aan. ‘Mijn naam is professor Lubbermans, Hoofd van Griffoendor en zoals opgemerkt leraar Kruidenkunde.’
Vincent ging naast Scorpius staan aan één van de tafels en tegelijkertijd imiteerde Lubbermans op een spottende manier, wat de meeste Zwadderaars aan het lachen maakten.
‘Vandaag gaan we beginnen met het kweken van onze eigen Mimbulus Mimbeltonia. Weet iemand wat dit voor ’n plant is?’
Al snel vloog de hand van Roos hoog de lucht in.
‘Ja, Roos … ik bedoel mevrouw Wemel,’ zei hij met een knipoog.
‘De Mimbulus Mimbeltonia is een zeldzame plant die veel voorkomt in Zuid-Amerika. Hij produceert Stinksap en is uiterst moeilijk kweekbaar,’ dreunde Roos op.
‘Perfecte uitleg, tien punten voor Ravenklauw! Precies je moeder,’ glimlachte Lubbermans. ‘Omdat de plant zo ongelooflijk moeilijk te kweken is, lijkt het me dé perfecte opdracht voor de rest van dit jaar. Het groeiproces duurt immers maanden en in die tussentijd kunnen jullie zoveel mogelijk kennis opdoen wat jullie zal helpen de plant te laten groeien en hem uit te zullen laten komen tot dit.’
Lubbermans zwaaide met zijn toverstok en vanuit één van zijn wandkasten kwam een soort grijze cactus aanzweven die landde op zijn bureau. Geen stekels, maar groene steenpuisten bedekte de cactus die net zo zacht pulseerde als de zaden in de potjes.
‘Ik kan me mijn eerste nog herinneren, een pracht exemplaar. Sindsdien ben ik druk bezig een groot proces op te zetten om meerdere planten te kweken. Maar genoeg over de plant, ik wil dat jullie eerst een klein verslag maken over het oppotten van de zaden, van de Mimbulus Mimbeltonia. Aan het einde van les graag inleveren!’

Na een uur Geschiedenis van de Toverkunst van een oude geest en Gedaanteverwisseling van ene Stalpeert, rende Scorpius door de verlaten kerkers, waar hij een afspraak had met professor Noot.
Voor de deur van zijn kantoor bonsde hij drie keer op de deur. Niemand antwoordde; hij klopte nog eens. Opnieuw gebeurde er niets.
Hij besloot maar naar binnen te lopen, misschien hoorde niemand hem.
Toen hij binnen stond, kwam hij in een stenen ruimte terecht die volstond met boeken en brouwsels. Maar professor Noot was niet aanwezig.
Scorpius besloot toen beleefd buiten het kantoor te wachten totdat hij er aan zou komen, maar op dat moment zag hij een uiterst bijzonder voorwerp staan in de wandkast van Noot: een Hersenpan.
Scorpius had ooit zo’n zelfde stenen kom bij zijn grootouders gezien, maar volgens grootvader Malfidus was het meer waard dan dat hij in een jaar aan zakgeld kreeg dus moest hij er met zijn tengels vanaf blijven.
Hij liep naar de Hersenpan toe en zag de zilverkleurige substantie zachtjes stromen.
Achter de kom stond een rekje met flesjes waarin herinneringen van Noot in zaten opgeborgen. Deze herinneringen hadden iets weg van plukken zilveren suikerspin die zaten verstopt in glazen flesjes.
Moeder’s dood 27 november – 1988, Indeling Zweinstein 1 september - 1991, Vergadering Malfidus’ 23 juli 1994. Er stond een hele waslijst vol met gebeurtenissen die in de flesjes zaten verstopt, maar toen Scorpius dat laatste zag, begon zijn hart heftig te bonzen.
Vader had het ooit eens gehad over Noot die bij hem in de klas had gezeten maar had hem nooit verteld dat hij ooit bij hem was komen vergaderen.
Hij keek achter zijn rug of er niemand aankwam en greep toen het flesje uit het stoffige rek. Scorpius gooide de inhoud leeg in de kom en merkte dat de vloeistof licht begon te geven.
Hij bleef eerst op een afstand, omdat hij niet wist wat er gebeurde maar toen hij zich nieuwsgierig over de kom boog, gebeurde iets onverwachts.





_________________
'Why So Serious?'
Profiel bekijkenStuur privébericht
KJRiddle
Volleerd Tovenaar
Volleerd Tovenaar


Verdiend: 1 Sikkels
Woonplaats: The Jokers lair

KJRiddle is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Do Jan 17, 2008 17:53 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 4
De Bijeenkomst bij Malfidus

Hij viel vervolgens door een koude buitenlucht en kwam schreeuwend en geschokt neer op een lange zandweg, omringt door bomen en braamstruiken.
Hij stond op en keek angstig om zich heen. Wat was er gebeurd? Waar was hij?
Toen hij aan de andere kant van het wegdek keek, zag hij hoge, keurige geknipte heggen die iets leken te omheinen.
Het duurde even, maar toen verschenen om de hoek te gedaantes in de laatste zonnestralen; een man en zijn zoon.
De man was oud, gebogen en grijs. Toch leek hij nog altijd even behendig en sportief en vooral door zijn duur uitziende tovenaarsmantel zag hij er jonger uit dan dat hij was.
Naast hem liep een blonde jongen, broodmager en slungelig. Hij stak met zijn toverstok een takje in de brand en liep verveeld door.
‘Zijn we er al vader?’ jammerde de jongen zacht.
‘Zeur niet, ongeduldige kluns,’ snauwde zijn vader die zijn zoon een harde klap op zijn achterhoofd gaf.
Toen ze aankwamen bij een groot, smeedijzeren hek, wist Scorpius ineen waar ze zich bevonden: het landhuis van grootvader en grootmoeder Malfidus.
‘Meneer!’ riep Scorpius die zich naar het tweetal mensen begaf. ‘Meneer!’
De vader en zoon leken hem niet op te merken, dus besloot Scorpius hem aan te tikken.
Maar op het moment dat zijn vinger het linnen van diens mantel had moeten aanraken sloeg hij er met zijn vinger dwars doorheen: alsof hij een transparante geest was.
Toen begreep Scorpius het; het was een herinnering en dus ontastbaar.
Bij het hek stak de man zijn arm op in een soort van groet, alsof hij het hek iets wou vertellen.
Vervolgens zwaaide het hek piepend open en stonden ze met z’n drieën in de voortuin van Villa Malfidus van die tijd, 1994 als Scorpius het goed had gelezen.
Bij de voordeuren van de Villa bonsde de man hard op de deur, en als snel verscheen er een andere persoon op het bordes; niemand minder dan een jonge opa Malfidus: witblond haar, kille ogen en een strakke gelaatsuitdrukking. ‘Noot,’ gromde hij alles behalve vriendelijk. ‘Kom verder, en Theodoor … zoals ik zie.’
Het waren de kleine professor Noot en zijn vader, die bij de Malfidus’ op bezoek gingen, het klopte precies.
Scorpius rende achter de drie aan naar binnen, waar hij de Hal van de Villa betrad.
Het was allemaal erg raar om te zien, in de Hal stonden mensen die hij enkele keren op de verjaardagen van zijn grootouders had gezien, alleen vele malen jonger.
Daarnaast zag hij ook nog eens zijn grootmoeder Narcissa. Ze was knap maar had er leuker uit gezien als de sarcastische blik van haar gezicht haalde.
En toen zag hij zijn eigen vader, precies zoals hij hem eigenlijk had voorgesteld maar het voelde apart. Hij had veel weg van zijn eerstejaarsfoto uit de dossiers maar zag er luxueuzer en triomfantelijker uit dan ooit, waarschijnlijk omdat de vergadering bij hem thuis plaats vond.
‘Draco, waarom neem je Theodoor niet mee naar de achtertuin … je kamer, zie maar. Je bent in ieder geval niet aanwezig bij de bijeenkomst, begrepen?’ commandeerde zijn vader toen. ‘En laat ik je onze gesprekken niet af horen luisteren!’
‘Ja vader,’ zei Draco.
Opa Malfidus draaide zich om en nam zijn gasten mee naar de salon, waar zijn vrouw de deur achter hun sloot.
‘Weet jij waar ze voor bijeenkomen?’ vroeg Noot aan zijn medeleerling.
‘Ik heb dingen gehoord van vader. Het zijn in ieder geval Dooddoenerzaken,’ zei Draco die naar de keuken liep.
Scorpius wist dat Dooddoeners de aanhangers waren van een Duistere Heer die vocht voor het pure toverbloed en de Dreuzels allemaal wou laten uitmoorden. Ook zijn opa, oma en zelfs zijn vader hadden temaken gehad met hun praktijken, ze waren zelf alleen Azkaban ontkomen. Scorpius mocht er niet over praten omdat vader zich ervoor schaamde. Hij wist dat elk wangedrag dat terugviel op zijn vroegere bezigheid hem de kop zou kosten.
Deze Duistere Heer was verslagen op Zweinstein, door de Uitverkorene, Harry Potter. Misschien had dat te maken met het feit dat zijn vader en Potter elkaar haatten.
‘Ik denk dat ze een aanval plannen voor op de finale van de Zwerkbalcup. Het immers bekent dat Jeweetwel een terugkeer voorbereid heeft,’ zei Draco.
‘Denk je echt dat Hij-Die-Niet-Genoemd-Mag-Worden terug gaat keren?’ vroeg Noot.
‘Ja, en alle modderbloedjes gaan er aan. Potter, Griffel en de bloedverraders Wemel gaan er waarschijnlijk allemaal aan!’ smaalde Scorpius’ vader.
‘Eindelijk, het recht zegeviert,’ fluisterde Noot zacht.
‘Wanneer de tijd rijp is en alle Dooddoeners zich hebben herenigd, zal ik me ook bij ze aansluiten,’ zei Draco toen. ‘Ik zal diegene straffen die zich de rug naar hem hebben toegekeerd.’
Scorpius kreeg het er ijskoud van, zijn vader … een moordenaar?
‘Laten we ze afluisteren bij het raam in de achtertuin,’ zei Draco zacht.
‘Je vader … doe normaal,’ zei Noot angstig.
Draco zette zijn plan door en een minuut later stonden ze onder het raam dat de salonkamer inkeek.
‘ … Wormstaart, zonder hem heeft de Heer van het Duister geen voet om op te staan!’ hoorde Scorpius een stem roepen.
‘Die smerige rat is hem niet waard, hij zal verkeren onder de Imperiusvloek.’
‘Jij bent anders ook niet degene die hem verzorgd en hem trouw dient, Bijlhout!’
‘Niemand van ons Lucius, we moeten ons schuilhouden totdat hij zich openbaar toont. Het enige wat we kunnen doen is optreden bij het Wereldkampioenschap.’
‘Je weet toch wat ze zeggen, hij zal zien dat we ervan wisten … hij zal ons meer straffen dan ooit,’ zei de vader van Noot. ‘En voor onze absentie.’
‘Jij hebt het verdiend Noot, jij bent niet trouw gebleven zoals Bellatrix, zoals Rodolphus, Rabastan, Dolochov en Krenck. Niemand van ons, we moeten opdraaien voor onze fouten.’
‘En de Schouwers, de Orde … Potter?’ brulde één van de Dooddoeners.
‘De Schouwers zijn geen probleem, de Orde is gevallen en Potter vormt geen bedreiging.’
‘Potter,’ snauwde Draco toen zacht. ‘De Jongen Di …’
Vervolgens voelde Scorpius een onvergetelijke pijn aan zijn hoofd, het leek alsof iemand hem ruig aan zijn haren trok, en voor seconde leek dat alleen een verbeelding. Alleen toen Scorpius hard op een stenen vloer werd gegooid en de achtertuin van zijn grootouders zag vervagen, wist hij genoeg.
‘HOE DURF JE?’ schreeuwde een woedende, bloedrode professor Noot.



Bedankt voor je PB BellatrixvanDetta, en voor jullie reacties Miss Louise, pinda_12, Lady Voldemort GreenxEyed en Miss Und@ztood! Very Happy
Ik wil bij deze post nog effe zeggen (voor de mensen die het nog niet doorhadden) dat dit de verloren scene is zoals ik hem zie bij de Malfoy's. Deze heeft volgens Rowling boek vier niet gehaald en dus leek het me leuk hem in mijn verhaal te verwerken. Daarbij klopte het en paste hij er perfect in.





_________________
'Why So Serious?'
Profiel bekijkenStuur privébericht
KJRiddle
Volleerd Tovenaar
Volleerd Tovenaar


Verdiend: 1 Sikkels
Woonplaats: The Jokers lair

KJRiddle is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Zo Jan 20, 2008 10:55 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 5
Het Verhaal van de Schoolhoofden


Snel strompelde Scorpius overeind. Hij bevond zich weer in het kantoor van professor Noot, die hem elk moment kon vermoorden.
‘Hoe durf je aan mijn spullen te zitten?’ schreeuwde Noot woedend. ‘Waar haal je het gore lef vandaan? Je eerste schooldag!’
Scorpius was doodsbang, hij wist dat wat hij gedaan had onacceptabel was en dat hij dus een grote straf riskeerde.
‘Professor i-ik … ’ stotterde Scorpius. ‘Ik moest w-weten wat er in d-die kom zat … ik keek er in en t-toen …’
‘Toen wat?’ vroeg Noot, een ader op zijn slaap klopte hevig. ‘Je beweert dat die Hersenpan op mijn bureau stond, en jij die herinnering er niet in hebt gegoten?’
‘N-nee professor,’ loog Scorpius. ‘Ik trof hem zo aan, precies z-zo als hij n-nu staat. Ik heb niets gezien, alleen een vader een zoon op straat.’

De straf die Scorpius aan zijn broek kreeg hangen was gigantisch. Hij moest Rubeus Hagrid vergezellen op één van zijn angstaanjagende controles door het Verboden Bos, zijn ouders werden onmiddellijk op de hoogste gesteld en het ergste was dat hij zich die volgende ochtend vroeg moest melden bij schoolhoofd Banning, hij zou een passende laatste straf voor Scorpius verzinnen.
Toen hij die ochtend voor de stenen waterspuwer van Banning’s kantoor verscheen, draaide hij zijn handpalm naar zich toe waaruit hij de titel van het sprookje Konijntje Keutelaar en haar Kakelende Kunstbeen hardop voorlas.
De waterspuwer bewoog met een oorverdovend gekraak en draaide op magische wijze de lucht in zodat een spiraalvormige, stenen wenteltrap naar boven leidde.
Voorzichtig liep Scorpius naar boven, waar hij een houten deur tegenkwam. Met de bronzen, griffioen vormige klopper sloeg hij hard op de deur.
‘Binnen,’ piepte de verdorven stem van Banning toen.
Scorpius wou zojuist de deur van zich af duwen, maar de werd al magisch ontgrendeld zodat hij langzaam open zwaaide.
Binnen kwam hij in een gigantische ruimte met een koepelvormig plafond. Aan de stenen wanden hingen ontelbaar veel schilderijen, zo te zien van voormalige schoolhoofden, en ook wandkasten vulden de werkkamer.
Aan de achterste wand stond Banning’s bureau waarachter hij druk bezig was met schrijven.
‘Meneer Malfidus,’ riep Banning overenthousiast. ‘Gaat u zitten.’
Hij wees met zijn toverstok naar één van de leunstoelen in de hoek en schoof hem naar zijn bureau toe.
Scorpius aarzelde maar nam plaats tegenover de oude Banning.
‘Zo, ik heb de brief van professor Noot én je ouders ontvangen,’ begon Banning iets serieuzer. ‘U weet dat wat u gedaan heeft onvergeeflijk is. Het ontfutselen van de privacy van één van de professoren is nog nooit iemand ongestraft gebleven, dat begrijpt u vast en zeker.’ Scorpius knikte. ‘Maar waarom als ik vragen mag?’
‘Professor, ik wil erg graag meer weten over mijn vaders schooltijd, hij verzwijgt dingen,’ zei Scorpius. Hij werd er op een één of andere manier kwaad op. ‘Zoals je weet kan niemand je toestemming geven tot je vaders dossiers, maar er hangen hier drie schilderijen van schoolhoofden die hem hebben onderwezen.’
‘En u dan? U bent degene die hem het vak Spreuken en Bezweringen leerde, nietwaar?’ vroeg Scorpius.
‘Volkome juist, maar uw vader was in mijn lessen niet meer dan alle andere Zwadderaars; druk, ongeïnteresseerd en brutaal.’
‘Je vader was een laf zwijn,’ zei ineens een lage stem vanaf de wand. Één van de voormalige schoolhoofden stond op en leunde verbitterd tegen zijn portretlijst.
De man had een lange haakneus en twee gordijnen van zwart haar voor zijn gezicht hangen.
‘Dat is niet waar!’ schreeuwde Scorpius woedend.
‘Ik geef de jongen geen ongelijk, Severus,’ zei een ander schilderij waarin een lange man met een zilverkleurige baard in was afgebeeld. ‘Hij was laf omdat hij zich toentertijd in een erg benarde situatie bevond.’
‘Neem het niet op voor de jongen Albus,’ zei een ander portret al snel. Het was een oude vrouw en een strak brilletje en haar haren in een knot. ‘Malfidus was altijd al van slechte komaf. Vergeet niet dat hij je die nacht heeft kunnen doden.’
‘En dat deed hij niet Minervra! Hij liet het mij opknappen, je weet toch van de stand van zaken?’ schreeuwde Severus.
‘Albus, Minervra, Severus … ,’ riep Banning enthousiast. ‘Niet allemaal tegelijk, de jongen wil iets bruikbaars weten over zijn vader.’
‘Laten we het kort houden,’ onderbrak Severus Banning. ‘Doordat je grootvader en zijn schoonzus een gigantisch grote fout maakten als dienaars van de Heer van het Duister, werd je vader opgesloten in Azkaban. De Heer van het Duister zocht zijn vrouw en kind op, je vader, en dwong ze om een taak te volbrengen waarmee de Malfidussen hun status terugkregen: het vermoorden van schoolhoofd Albus Perkamentus,’ hij knikte naar de oude man in het andere portret. ‘Op de nacht dat je vader een groep Dooddoeners de school inlokte, moest ik het werk voor hem opknappen … je had hem moeten zien. Nog laffer van de Potters, dan Zwarts.’
‘Je verteld niet het hele verhaal Severus,’ zei Albus Perkamentus. ‘Je moet weten jongen, dat professor Sneep zich ontpopte als dubbelspion voor mij, ik was stervende en dus moest hij zijn status als Dooddoener genoodzaakt oppakken door het werk voor je vader op te knappen.’
‘Albus, onthoud hem wel een deel … Malfidus is nog steeds onbekend met onze plannen,’ zei Minervra.
‘Het is negentien jaar geleden!’ riep Severus.
‘Zo is het genoeg!’ riep Banning piepend.
Ondertussen had Scorpius’ hart het bijna begeven. Zijn vader, was hij echt een moordenaar? Die vraag had hij zich al eerder moeten stellen maar nu werd het hem erg moeilijk.
‘We zijn hier om de jongen een fatsoenlijke straf te geven voor zijn daden.’

Toen Scorpius die middag terugkeerde naar de leerlingenkamer vertelde hij Vincent wat hij had ontdekt en gehoord. Zelfs zijn neef kreeg het doodsbenauwd.
Daarbij moest hij elke zaterdagmiddag bij professor Wemel, van het vak Verzorging van Fabeldieren, grote klusjes komen doen. Dit gedurende een maand.
Het schooljaar was erger begonnen dan voor wie dan ook.



Bedankt iedereen voor de reacties! Maar nog even geduld voor het nieuwe hoofdstuk want dat kan nog heel even duren Wink





_________________
'Why So Serious?'
Profiel bekijkenStuur privébericht
KJRiddle
Volleerd Tovenaar
Volleerd Tovenaar


Verdiend: 1 Sikkels
Woonplaats: The Jokers lair

KJRiddle is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Za Jan 26, 2008 20:04 Terug naar boven Sla dit bericht op

OOC: Ik moet om bijzondere redenen dit verhaal afsluiten. Daarom zal ik dit helaas afgeraffeld moeten doen, maar daarvoor wil ik nog een laatste post doen.

Scorpius' begin van zijn eerste jaar was begonnen. Hij wist dat hem nog veel te wachten stond, het Zwerkbal, de examens en vooral keek hij uit naar de kerstvakantie waarin hij zijn vader weer zou ontmoeten. Hij zou hem direct confronteren met wat hij had ontdekt en hopen een fatsoenlijk antwoord te krijgen.
Alles was nog maar begonnen maar toch voelde het voor Scorpius als een afsluiting van een bepaalde periode: zijn jeugd. Ondanks die afsluiting wist hij dat zijn verhaal op Zweinstein nog lang niet was afgelopen, nog lang niet.


Bedankt iedereen voor jullie reacties maar deze FanFic was maar van korte duur, excuses daarvoor. Toch zullen jullie over een tijdje wel weer wat van me horen. Er mag een slotje op hoor!





_________________
'Why So Serious?'
Profiel bekijkenStuur privébericht
Berichten van afgelopen:      


 Ga naar:   


Sla dit onderwerp op als textbestand

Volgende onderwerp
Vorige onderwerp
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum
Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum
Je mag niet stemmen in polls in dit subforum



Powered by phpBB © 2001/3 phpBB Group :: FI Theme :: Tijden zijn in GMT + 1 uur :: Disclaimer