Harry Potter Forum index
Dit forum is gesloten. Bezoek nu de vernieuwde versie van HPF!
 Harry Potter Forum gesloten  •   Inloggen

 [AF] Harry Potter en de Roep om Verlossing Volgende onderwerp
Vorige onderwerp

Sla dit onderwerp op als textbestand
Poll :: Wat vind je van mijn verhaal?

Geweldig!!
58%
 58%  [ 41 ]
Leuk!
35%
 35%  [ 25 ]
Gewoon...
5%
 5%  [ 4 ]
Bagger
0%
 0%  [ 0 ]
Totaal aantal stemmen : 70


Auteur Bericht
Cat-me
2e jaars
2e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: Buidel van een Kangaroo 8)

Cat-me is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Feb 27, 2006 13:05 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoi! Smile
Dit is mijn eerste fantopic hier, dus ik vind het een beetje eng maargoed.
Ik heb al een beetje stilletjes rondgekeken hier, maar ik zal vanaf nu ook meer reacties geven. Smile

Mijn verhaal gaat eigenlijk gewoon over Harry Potter in jaar 7. Ik weet dat er al wel meer verhalen daarover zijn maar ik zal proberen het zo min mogelijk op die anderen te laten lijken!.
Het begint met de bruiloft, en in het begin gebeurt er nog niet zoveel spannends maar dat gaat nog veranderen in de loop van het verhaal! Ik hoop dat jullie het leuk vinden en dat jullie reacties geven Smile




Image






Laatst aangepast door Cat-me op Do Apr 27, 2006 8:25; in totaal 7 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Cat-me
2e jaars
2e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: Buidel van een Kangaroo 8)

Cat-me is offline. 
BerichtGeplaatst: Di Feb 28, 2006 14:37 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hier het eerste hoofdstuk Smile


Hoofdstuk 1 De bruiloft

[color=yellow]Ergens in een dorp in Engeland stond een groot scheef huis afgelegen van de rest van de huizen in het dorp. De inwoners wilden zo weinig mogelijk met de mensen in dat huis te maken hebben; de geruchten gingen dat ze bezemstelen hadden waarop ze konden vliegen en dat ze levende tuinkabouters hadden. Je zou zeggen dat weer dorps geroddel was van zich vervelende huisvrouwen, maar in dit geval was het waar. Het scheve huis heette: ‘Het Nest’ en in dat huis woonde een tovenaarsfamilie die inderdaad af en toe een potje zwerkbal speelde op de bezem en last hadden van een plaag tuinkabouters. In datzelfde huis werd een jongen met een litteken op zijn voorhoofd wakker van het felle licht dat scheen door het zolderraam. Zijn naam was Harry Potter. Harry Potter was wereldberoemd in de tovenaarswereld omdat hij al zo’n vijf keer aan de levensgevaarlijke Voldemort was ontsnapt.
Harry wilde zich weer omdraaien toen hij zich opeens bedacht dat vandaag de bruiloft van Fleur en Bill was. Bill was een zoon van de tovenaarsfamilie die woonde in het Nest. Daar woonde de familie Wemel, waarvan de zeven kinderen allemaal knalrood haar hadden. Op het moment zelf waren er maar drie van die kinderen in huis, en een van die kinderen was Harry’s beste vriend Ron. Harry keek naar het bed waar Ron in hoorde slapen maar tot zijn verbazing was die al leeg. Ron was nog nooit eerder wakker geworden dan mij bedacht Harry zich, dat was vreemd…maar toen hij zich omdraaide zag hij Ron voor de spiegel staan. Hij had zijn galagewaad aan, draaide rondjes en glimlachte naar zijn eigen evenbeeld. Harry grinnikte in zichzelf toen hij dat zag, hij zou hem zo mooi voor schut kunnen zetten maar hij besloot nog even te doen alsof hij sliep om zijn vriend niet te kwetsen. Sinds wanneer stond Ron voor de spiegel vroeg Harry zich af; Ron had zich nooit druk gemaakt om zijn uiterlijk of kleding. Behalve dan bij het kerstbal in hun vierde jaar, maar toen had Ron ook wel een verschrikkelijk galagewaad gehad. Gelukkig had hij een nieuwe gekregen en nu verheugde Ron zich er blijkbaar heel erg op om hem aan te doen. Zou hij soms indruk op iemand willen maken vroeg Harry zich af. Maar voordat hij iemand had kunnen bedenken die in katzwijm zou vallen bij het aanzicht van Ron in zijn galagewaad stormde een meisje met een wilde bos bruin haar naar binnen. Harry hoorde Ron snel op zijn bed gaan zitten.
‘Waarom zijn jullie nog niet beneden’ piepte ze buiten adem,’ jullie moeten nog ontbijten en verkleden en op de foto en en…’.
‘Rustig Hermelien’ zei Ron kalmerend en hij trok haar half bij hem op schoot. Dat vond Harry opmerkelijk, en Ron zelf blijkbaar ook want hij duwde haar zo snel weg dat ze van het bed viel.
‘Hermelien’, zei Harry nu kalm, ‘het is pas tien uur en dus hebben we nog vier uur om ons klaar te maken voor de foto en de bruiloft. We komen zo naar beneden en dan zijn we ruim op tijd klaar, oké?’.
‘Goed’ zei Hermelien, die opstond van de grond en Ron vernietigend aankeek, ‘tot zo dan en wel snel komen!’.
Harry zuchtte diep, waarom maakte ze zich zo druk? Het was niet eens haar bruiloft. Toen keek Harry zijn vriend aan die nogal rode oren had.
‘Wat is er?’ vroeg Harry voorzichtig.
‘Ze, ik uh nouja laat maar’ mompelde Ron, ik ga vast naar beneden, tot zo!.
Harry keek hem verbaasd na met het gevoel dat hij iets voor hem verborgen hield en kleedde zich toen ook snel aan.

Beneden was het een drukke boel. Fred en George waren net midden op tafel verschijnselt en dus lag de hele ontbijtboel op de grond en werd mevrouw Wemel helemaal hysterisch omdat ze toch al gestresst was voor de bruiloft. En van schrik was Knikkebeen ook nog eens de haard in gesprongen waardoor zijn staart in de fik stond. Hermelien blustte het snel met een blusspreuk. Door alle opwinding had hij het nog niet gemerkt, maar in het midden van alles zat Ginny haar haar te vlechten. Hij voelde vlinders en verdriet tegelijk omdat hij nog zoveel van haar hield maar het toch uit had moeten maken. Hij wilde haar koste wat het kost uit de handen van Voldemort houden. Als hij daaraan dacht werd hij ook meteen overspoelt door verdriet wegens de dood van Perkamentus. Harry bedacht zich dat die vast en zeker gekomen was naar Bill’s bruiloft. Harry had al helemaal geen zin meer om te ontbijten en wilde net weer moedeloos naar boven sjokken toen iemand zijn naam riep. Bij de voordeur zag hij meneer Wemel en Ron’s oudste broer Charlie staan.
‘Harry! , Ron! Komen jullie ons helpen met het klaarmaken van de koets? Dan kunnen de meisjes de tuin versieren’ zei meneer Wemel.
‘En wat moeten wij doen’ riep Fred verontwaardigt.
‘Jullie’, zei mevrouw Wemel poeslief, ‘mogen het tuinmeubulair oppoetsen en in rechte rijen neerzetten’.
‘Echt niet’ riep George maar toen hij het gezicht van zijn moeder zag gingen hij en zijn tweelingbroer snel het teunmeubulair uit de schuur halen. Harry had eigenlijk helemaal geen zin om de koets klaar te maken maar hij vond dat hij ook iets moest doen voor de bruiloft. En dus liep hij achter meneer Wemel, Charlie en Ron aan. De koets was niet makkelijk te missen, hij was nogal groot en je zou denken dat er twee zwerkbalteams opgehaald zouden worden in plaats van een bruidspaar.
‘De koets moet gepoetst, geverfd en versierd worden’ zei Charlie. Als jullie twee, en hij wees Harry en Ron aan, nou eens begonnen met poetsen, dan halen pa en ik de paarden. Verveeld keken Ron en Harry elkaar aan maar begonnen toen zonder te zeuren aan het karwei.
‘Hij is best wel groot he’ mompelde Harry, ‘voor maar twee mensen’.
‘Tja’ zuchtte Ron ‘het is hun eerste kind dat gaat trouwen en ze willen er een geweldig feest van maken’.

Na een zware ochtend ging iedereen zich verkleden voor de foto en de bruiloftceremonie. Harry en Ron waren binnen tien minuutjes klaar met verkleden maar Ginny, Hermelien en mevrouw Wemel deden er veel langer over. Drie kwartier later kwamen ze eindelijk naar beneden. Harry had alleen maar oog voor Ginny; ze zag er ontzettend knap uit in haar groene jurk en vlechtjes.
Toen Ron een zuchtend 'wauw' uitstootte kwam Harry weer op aarde terug en volgde Ron’s blik. Die kwam uit bij Hermelien en toen Ron besefte dat hij hardop wauw had gezegd sloeg hij snel zijn hand voor zijn mond en besloot vervolgens te doen alsof er een vlieg in zijn keel was gevlogen door een minuut lang te gaan hoesten.
Om half twee arriveerden de eerste gasten bij het Nest. Harry zag bekenden zoals Lupos, Tops, professor Anderling en Hagrid maar ook onbekenden zoals gebruinde mannen met omslagdoeken, die waarschijnlijk uit Egypte kwamen en beeldschone vrouwen en mannen met blond haar die ongetwijfeld familie waren van Fleur. Tegen twee uur waren er zo’n dertig gasten en vertrok de koets om het bruidspaar op te halen. Die zaten in een hotel in een dreuzeldorp vlakbij. Iedereen wachtte vol nieuwsgierigheid op het bruidspaar. Toen de koets weer terug was kwam eerst Bill naar buiten. Sommige mensen slaakten een kreet toen ze zijn gezicht zagen; Bill was een paar weken eerder aangevallen door een niet getransvormeerde weerwolf genaamd Vaalhaar waardoor zijn hele gezicht verminkt was. Maar mevrouw Wemel begon heel hard te klappen en al gauw deed iedereen mee. Met hulp van Bill kwam toen Fleur naar buiten. Ze was oogverblindend mooi in haar witte jurk met paarse strikken. De toeschouwers werden helemaal betoverd en waren niet in staat te klappen.
Harry scheurde zijn blik van haar los om te kijken of Ron nog niet was flauwgevallen aangezien hij altijd al een grote zwak had gehad voor Fleur en het waarschijnlijk niet had overleefd haar met zo’n schoonheid te zien. Maar tot zijn grote verbazing zat Ron naar Hermelien te staren, en zij staarde terug waarna ze zich betrapt omdraaiden en naar Harry glimlachten. Wat was dat nou weer? Vroeg Harry zich af. Maar toen wist hij het; hij had dit jaar al meerdere malen gedacht dat Ron en Hermelien elkaar wel eens leuk zouden kunnen vinden. Maar eens afwachten wat er vanavond zou gebeuren na een paar boterbiertjes.

Nadat het bruidspaar uitgestapt was werden de foto’s gemaakt. De ingehuurde fotograaf maakte eerst een foto van de familie Wemel(die een paar keer overnieuw moest omdat Fred en George van achteren een kietelspreuk uitsproken over Ron), en daarna van Fleur met haar vrienden en familie en vervolgens nog een paar met alle gasten.
Daarna begon de ceremonie. De tuin was prachtig versierd met witte bloemen en slingers en overal zweefden elfjes rond die confetti gooiden op de gasten. Er was een verbindenaar uit Liverpool overgekomen om Fleur en Bill tot man en vrouw te benoemen. Terwijl de zon hoog aan de hemel stond en de vogels in de bomen tsjilpten verbond de tovenaar het bruidspaar met een onzichtbare gouden draad. Ze deden elkaar een trouwketting om en kusten elkaar. Iedereen klapte en stond daarna op om het bruidspaar te feliciteren. Ondertussen zette mevrouw Wemel al het eten klaar en werd de bruidstaart aangesneden.

Harry voelde zich een beetje opgelaten tussen al deze blijdschap.
Hij dacht aan Perkamentus, Sirius en zijn ouders en voelde zich plotseling heel erg alleen. Hij had helemaal geen zin meer in het feest en besloot een rustig plekje op te zoeken in de tuin zodat niemand hem aan zou spreken. Tussen de rozenstruiken in zag hij dat Ron en Hermelien hem zochten, maar hij had geen zin om gevonden te worden. Hij dacht aan zijn ouders die ooit ook zo gelukkig getrouwd waren maar waarbij hun geluk zo opeens verstoord werd door Voldemort.
Hij dacht aan Sirius en Perkamentus, die allebei de dood hadden gevonden door toedoen van Voldemort.Hij dacht aan Hermelien die versteend in het ziekenhuisbed lag, Carlo dood op het kerkhof, Ron die doodziek op de ziekenhaal lag en Ginny die helemaal bezeten werd door een dagboek en daardoor bijna de dood had gevonden.
Allemaal de schuld van Voldemort en zijn volgelingen dacht Harry woedend. En opeens voelde hij zo’n verschrikkelijke haat; hij wilde Voldemort een afschuwelijke dood bezorgen…langzaam en met afslachtende pijnen. Hij voelde zijn handen prikken en zag dat hij een tak met rozen helemaal fijn geknepen had. De stekels van de plant zaten in zijn hand vast en het bloedde op het groene gras.
Zuchtend stond hij op, wat heeft het voor zin hier te zijn als overal ter wereld gezinnen verscheurd worden door Voldemort en hij hier maar een beetje feest zat te vieren.
Wat deed hij hier eigenlijk? Hij zou nu gruzielementen moeten opzoeken en vernietigen dacht hij kwaad.
‘Ik ga nu meteen op weg’ riep Harry hardop.
‘En waar wilde je heen gaan’ hoorde hij iemand naast zich zeggen. Hij keek op en zag Hermelien en staan.
‘Waar was je Harry? We waren bang dat je weg was’ zei ze beschuldigend.
‘Ik…ik weet niet‘ mompelde Harry.
‘Ik wil hier niet meer zijn; ik moet de wereld redden van Voldemort en dan zit ik hier maar een beetje niks te doen zei hij’ vervolgens met weer oplaaiende woede.
‘Harry’, zei Hermelien nu ook een beetje boos, ‘je mag ook wel eens plezier maken! En waar wilde je trouwens heen gaan? Zou het niet beter zijn als we eerst zouden nadenken waar die overige gruzielementen zich zouden kunnen bevinden, voordat we zomaar op pad gaan?!!'...






Laatst aangepast door Cat-me op Do Apr 27, 2006 8:26; in totaal 3 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Cat-me
2e jaars
2e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: Buidel van een Kangaroo 8)

Cat-me is offline. 
BerichtGeplaatst: Do Mrt 02, 2006 9:32 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hier is het volgende stukje; nog steeds hoofdstuk 1...die duurt een beetje lang(a). Reacties zijn nog altijd welkom!


Harry knikte en liet zich door Hermelien meeslepen naar Ron die ergens achter een partytent zat te praten met een meisje dat onmiskenbaar familie was van Fleur.
‘Ik heb Harry gevon…oh blijkbaar vind je Harry niet echt interessant he? Wat maakt het ook uit of hij weg is of niet! Laat mij maar weer alleen zoeken en me zorgen maken!’ En woedend beende Hermelien weg.
‘Nou zeg’ zei Ron geschrokken. ‘Marta hier vertelde me alleen even dat ze vanavond gaat zingen voor Fleur. Ik heb echt naar je gezocht Harry’’ verontschuldigde Ron zich vervolgens.
‘Doe normaal man’ lachte Harry, ‘waarom zouden jullie naar mij gaan zoeken? Ik ben heus geen van huis weglopende kleuter hoor. En jij mag praten met wie je wil’ fronste Harry, ‘ik weet echt niet wat Hermelien heeft, laat haar maar’.
‘Oh uh ik ga haar toch maar even zoeken om te zeggen dat het me spijt…ga je mee Harry?’ stotterde Ron.
‘Nee bedankt’ zei Harry bedenkelijk, ik ga eventjes naar Hagrid toe.

Hagrid stond alleen bij de paarden die de koets hadden getrokken. Hij klopte ze op de rug en zag er niet al te vrolijk uit.
‘Hagrid!’ riep Harry, ‘hoi!’. Hagrid keek verdwaasd om zich heen om vervolgens met gemaakte vrolijkheid: ‘ha die Harry’ te roepen. Harry wist dat Hagrid het moeilijk had met de dood van Perkamentus, net als Harry en vele anderen maar Hagrid was altijd een tikje gevoeliger geweest dan andere mensen en hij was er bovendien niet goed in zijn gevoelens te verbergen.
‘Leuke boel hiero’ vind je niet probeerde Hagrid te glimlachen.
Harry glimlachte terug en probeerde een vrolijk onderwerp te bedenken om over te praten. ‘Hoe is het Muil’ vroeg Harry ten slotte.
‘Oh prima, prima’ antwoordde Hagrid, ‘al is hij nog steeds bang van vuur dus ik probeer hem uit de buurt van open haarden te houden’.
Dat snapte Harry wel….muil was eind vorig jaar op het nippertje uit Hagrid’s brandende huis gered, die Sneep en de andere dooddoeners in de fik hadden gezet om te ontkomen aan Hagrid. Nu was het onderwerp toch weer op die verschrikkelijke dag gekomen bedacht Harry zich. Hij voelde zich weer verdrietig en leeg vanbinnen en besloot maar wat te drinken gaan halen.
‘Zie je zo weer hagrid’ mompelde Harry daarom.

Met een flesje boterbier in zijn hand bekeek Harry de mensen die vrolijk praatten en lachtten in de tuin van de Wemels. Waarom deden ze dat? Waarom lachtten die mensen terwijl Perkamentus…
’Hou op' riep Harry hardop tegen zichzelf, ‘ik moet van deze dag genieten!’.
‘En zo is het Harry’ knikte George hem toe. ‘Misschien moet je ook een tweelingbroer nemen’ lachte Fred, ‘dan heb je altijd iemand om tegen te praten, of niet George’.
‘Jazeker’ grinnikte George, ‘kom Fred volgens mij heeft Tops ontdekt dat haar glas voorzien is van een megaplakspreuk’. Toen Harry omkeek zag hij Tops inderdaad verwoed aan een glas trekken die aan haar lippen vast gekleefd leek te zitten. De middag ging verder gestaag voorbij. Harry probeerde zich aan zijn voornemen te houden en vermaakte zich met het lachen om Fred en George’s grappen; zoals de elastiekbezwering waarbij mensen met onzichtbaar elastiek werden vastgebonden aan personen en voorwerpen zodat ze minuten lang probeerden weg te lopen van een plek maar steeds werden teruggetrokken. Ook het onzichtbare gordijn dat Fred en George hadden opgehangen midden in de tuin was een groot succes; mensen die daar doorheen liepen werden opeens getransporteerd naar de andere kant van de tuin.
‘Jullie worden ook nooit volwassen he’ riep Hermelien kwaad toen ze door het gordijn met een plons in de vijver was beland. Harry en Ron grinnikten nog wat na toen mevrouw Wemel met versterkte stem door de tuin riep dat mensen aan het avondmaal konden beginnen.

Op de lange tafel in het midden stonden tientallen schalen met de heerlijkste dingen. Harry begon gulzig zijn bord vol te scheppen en na drie keer opscheppen en een halve citroencake met chocolademousse was Harry niet meer in staat op te staan.
‘Ik blijf hier mooi de hele avond zitten’ mompelde Harry tegen Ron. Ron, die nog bezig was met een enorme suikerpluislolly en zijn tanden niet van elkaar kon krijgen doordat dat spul nogal plakte, knikte dat hij het daarmee eens was. Maar na een tijdje moest hij toch opstaan omdat de tafels werden weggehaald. Er kwam een houten dansvloer voor in de plaats. Het was inmiddels al schemerig en de lampionnen in de bomen straalden een zacht geel licht uit. Traditioneel openden Bill en Fleur de dans maar ze werden al snel vergezeld door mevrouw en meneer Wemel en Tops en Lupos. Harry had helemaal geen zin om te dansen.
‘Dit doet me denken aan het bal in de vierde’ fluisterde Harry tegen Ron. Ron knikte bevestigend.
‘Inderdaad, ik heb nog aan ma gevraagd waarom ze ons dat weer aan wilde doen maar ze zei dat het erbij hoorde’.
Harry voelde dat iemand naar hem zat te kijken. Toen hij op keek zag hij Ginny naar hem glimlachen. Hij zag dat haar lippen het woord: dansen vormen en met een kriebelig gevoel in zijn maag stond hij op.
‘Ik ga even naar Ginny’ zei hij tegen Ron.
Die knikte afwezig en staarde naar iemand in de verte.

Harry voelde een compleet gevoel van geluk toen Ginny hem vastpakte en de dansvloer op trok. Hij danste voor zijn gevoel eindeloos met haar en dacht die hele tijd aan niks anders dan gelukkige dingen. Toen ze na een poosje wat te drinken ging halen ging Harry op zoek naar Ron en Hermelien. Ron zou zich vast dood vervelen bedacht Harry zich…hij hield helemaal niet van dansen. Maar Harry kon geen van beiden vinden. Wel zag hij Fred en George dubbel liggen van het lachen in de struiken.
‘Uh hebben jullie Ron of Hermelien gezien’ vroeg Harry aan hen.
Fred, die net weer even tot rust was gekomen kreeg weer een nieuwe lachaanval en dus deed George het woord.
‘Als ik jou was zou ik even naar die boom daar lopen’ grinnikte hij.
Harry dacht dat het weer een van hun grapjes zou zijn; dat hij op weg daarheen gevangen zou worden door het onzichtbare gordijn ofzo maar hij kon de boom zonder moeite bereiken.
Eerst zag hij niemand maar toen hij achter de boom keek zag hij Hermelien die zich helemaal vastklampte aan Ron, hem kuste en ondertussen riep dat ze zoviel van hem hield en dat ze zo snel mogelijk met hem wilde trouwen. Ron keek nogal verbaasd maar leek het absoluut niet erg te vinden dat Hermelien zich zo gedroeg. Harry was verbijsterd maar kreeg al snel genoeg door dat dit niet een helemaal heldere Hermelien kon zijn...





_________________
Well I saw you with your hands above your head
spinning around, trying not to look down
but your did and you fell hard on the ground


Fanfic : Harry Potter en de Roep om Verlossing
Profiel bekijkenStuur privébericht
Cat-me
2e jaars
2e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: Buidel van een Kangaroo 8)

Cat-me is offline. 
BerichtGeplaatst: Vr Mrt 03, 2006 9:32 Terug naar boven Sla dit bericht op

Vandaag even een kort stukje Cool
nog steeds hoofdstuk 1...maar dat duurt niet lang meer hoor(a)...
Reacties zouden nog steeds leuk zijn Very Happy En stemmen op de poll ook Very Happy


...aangezien ze riep dat ze zo snel mogelijk van school moesten om te trouwen. Hij dacht aan de schaterlachende Fred en George in de bosjes en rende een beetje boos naar ze toe.
‘Wat hebben jullie met Hermelien gedaan?!!’. Maar Harry wist het eigenlijk al, dit was onmiskenbaar liefdesdrank.
‘Hebben wij wat gedaan George’ vroeg Fred onschuldig.
‘Nee hoor Fred’ grijnsde George, ‘we hebben alleen onze nieuwe liefde-op-het-eerste-gezicht-drankje gegeven aan een willekeurige dorstige bezoeker van dit feest. En dat was toevallig Hermelien, en de eerste die ze zag was Ron’...lachte Fred.
Harry schudde zijn hoofd; ‘dat kunnen jullie toch niet maken?’.
‘Waarom niet’ antwoordde Fred ‘ze vinden elkaar al tijden leuk en het enige wat wij doen is hun een handje helpen. Hier heb je het tegenmiddel, kom George, we gaan professor Anderling even koppelen’ wenkte Fred en grinnikend liepen ze weg.
Harry stond met het flesje met groen tegengif in zijn handen. Het was waar, Ron en Hermelien vonden elkaar waarschijnlijk al een poosje leuk…maar het was niet echt de bedoeling dat ze zo bij elkaar zouden komen. Misschien wilde Hermelien dit wel helemaal niet dacht Harry vertwijfeld. Hij besloot haar toch het drankje toe te dienen, al zou Ron dat niet zo op prijs stellen.

Ron schrok zich helemaal kapot toen hij Harry om de boom heen zag komen.
‘Uh Hermelien, ik denk dat ik de quasispreuk nu wel ken, dankjewel voor het leren’ riep hij.
Harry barste in lachen uit. Het koste hem veel moeite om het drankje toe te dienen aan Hermelien, ze sloeg Harry in zijn gezicht en probeerde hem te vervloeken. Ron slaagde er wel in om het haar te laten drinken, al deed hij dat met tegenzin zag Harry. Hermelien sidderde even toen ze het drankje opgedronken had. Ze keek verbaasd om zich heen en trok snel haar handen weg toen ze zag dat die Ron half omhelsden.
‘Wat…is er aan de hand’ mompelde ze zacht. Ze pakte het flesje op en rook eraan. ‘WAT! Antiliefdesdrank! Wie, waar! Aaargh Fred en George’ gilde ze woedend en ze verdween tussen de mensen, onmiskenbaar op zoek naar de tweeling.
Ron keek beteuterd naar de grond. Harry probeerde hem op te vrolijken.
‘Ik weet zeker dat ze je in het echt ook leuk vind Ron’.
Ron keek geschrokken op, ‘wat? Waar heb je het over? Ik vind Hermelien helemaal niet leuk, ze is..ze kan…waar heb je die onzin vandaan’ schreeuwde hij boos om vervolgens ook in de mensenmassa te verdwijnen.
Harry trok zijn wenkbrauwen op. Dit kon Ron toch echt niet meer ontkennen. Hij wilde net weglopen toen er een beeldschoon jong meisje op hem af kwam lopen. Harry zag dat het Gabrielle Delacour was, het zusje van Fleur. Harry had, toen hij deelnam aan het toverschool toernooi, Gabrielle gered van de meerminnen, al bleek ze uiteindelijk geen gevaar te hebben gelopen.
‘Arry!’ Kirde ze. ‘Wil ‘ij met me dansen?’.
Harry had eigenlijk niet zoveel zin in dansen, maar hij kon niet weigeren. Vorig jaar had Fleur al verteld dat haar zusje zich er heel erg op verheugde hem weer te zien, dus het zou wel zo aardig zijn om even met haar te dansen. Ze stonden net op de dansvloer toen mevrouw Wemel een gil slaakte. Harry draaide zich met een ruk om; hij was tegenwoordig enorm alert. Hij verwachte Voldemort elk moment voor zijn neus te zien staan...





_________________
Well I saw you with your hands above your head
spinning around, trying not to look down
but your did and you fell hard on the ground


Fanfic : Harry Potter en de Roep om Verlossing

Laatst aangepast door Cat-me op Zo Mrt 19, 2006 10:06; in totaal 1 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Cat-me
2e jaars
2e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: Buidel van een Kangaroo 8)

Cat-me is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Mrt 05, 2006 10:21 Terug naar boven Sla dit bericht op

Maar het enige wat hij zag was dat mevrouw Wemel een jongen met vuurrood haar omhelsde. Dat was dus in ieder geval geen Voldemort of dooddoener want die zou ze niet zo innig omhelzen. Maar wacht eens bedacht Harry zich, dat was toch niet…?.
‘Oh Percy huilde mevrouw Wemel.
Het was inderdaad Percy! Wat deed die hier?. Hij moet mij zeker weer overhalen om leuke verhaaltjes op te gaan hangen voor het ministerie dacht Harry grimmig. Als dat zo was zou dat heel gemeen zijn van Percy aangezien zijn moeder dacht dat hij het weer goed wilde maken met de familie. Maar toen Harry nog eens goed keek zag hij dat Percy zijn bril afdeed om zijn ogen af te vegen. Alle gasten stonden nu om de jammerende Percy en Molly heen. Maar opeens vlogen er 2 kwarttaarten, een bak roomsoezen en een kom yoghurt tegen Percy’s hoofd aan. Harry keek waar het vandaan kwam en zag Ron, Ginny, Fred en George woedend naast elkaar staan op een paar meter afstand van Percy.
‘Rot toch op man’ schreeuwden Ron en Ginny om vervolgens briesend het huis in te stormen. Fred en George bleven staan met een gezicht vol haat. Toen opeens brulden ze allemaal spreuken door elkaar; van de bultenspreuk tot rattentransformatie. Percy kon niks doen; hij dook in elkaar maar veranderde desondanks in soort combinatie van een rat en een kakkerlak met enorme rode etterige bulten en steeds groter groeiende teennagels. Harry zag meneer Wemel de tweeling omver duwen zodat ze met z’n drieen over de tafel rolden en hij zag mevrouw Wemel hysterische pogingen doen haar zoon weer normaal te krijgen. Lupos en professor Anderling schoten haar te hulp en al gauw zag Percy er weer redelijk normaal uit. Vervolgens richtte mevrouw Wemel zich op de worstelende tweeling en haar man. Tierend duwde ze haar zonen het huis in. Meneer Wemel kwam gehavend onder de tafel vandaan en mompelde zacht: ‘ik denk dat het feest nu afgelopen is’.
Daarna nam hij Percy mee naar binnen. Niemand protesteerde en Harry hielp, net als de anderen, mee met opruimen. Daarna verdween hij snel naar boven met het idee snel naar bed te kunnen gaan. Maar op Ron’s kamer was het een enorme troep. Hij zag Ron ten midden van veren, gescheurde posters en kleren. Hij huilde. Ron die huilde?! Dat had Harry nog nooit gezien. ‘Ron’ riep hij verschrikt, ‘Ron wat is er?’.
Ron schudde zijn hoofd. ‘Ik weet niet’ mompelde hij. ‘Het is gewoon alles weetje’.
Harry had geen idee waar hij het over had maar hij knikte dat hij het begreep. Hij wachtte af of Ron nog meer zou zeggen.
‘Ik haat Percy’ schreeuwde Ron plotseling. ‘Twee jaar lang heeft hij ons helemaal belachelijk gemaakt, ons genegeerd en nu komt hij opeens huilend teruggekropen. Hij stuurde ma’s truien terug, hij maakte pa totaal belachelijk op het ministerie en deed er alles aan om jou gestoord te laten lijken! En nu staat hij hier weer op de stoep. En ma omhelst hem nog ook, ze vergeeft hem gewoon!’. Ron gromde van woede, maar opeens veranderde zijn stemming. ‘En ik ben gewoon bang. Gewoon bang' mompelde hij.
‘Waarvoor’ vroeg Harry voorzichtig.
‘Voor Jeweetwel natuurlijk!’ Begon Ron weer te schreeuwen. ‘Hij heeft ons gezin al zo vaak in gevaar gebracht…ik wil niet dat er dit keer echt iemand sterft!. Maar dat kan toch niet anders? Ik ben jou beste vriend, Ginny en jij houden van elkaar, pa en Percy werken op het ministerie en we zitten ook nog eens bij de orde!!. We zijn het perfecte slachtoffer van Jeweetwel. Maar ik wil het niet, ik wil het gewoon niet!...en Hermelien…ze..ze’. Blijkbaar had Ron geen zin meer om te praten want hij veegde de troep van zijn bed en begroef zijn gezicht onder de dekens.
De volgende dag was de sfeer in het huis uiterst koel.. De meeste gasten waren al vertrokken en Bill en Fleur waren die ochtend heel vroeg op huwelijksreis naar Hawaï vertrokken. Ron, Fred en George zaten tegenover Percy en wierpen hem regelmatig woedende blikken toe. Ginny had niet eens de moeite genomen om naar beneden te komen. Percy praatte op dringende fluistertoon met zijn moeder. Die keek bezorgd maar leek ook nog steeds boos om het gedrag van haar kinderen tijdens het feest. Harry had van Ron gehoord dat Molly de bezemstelen in het schuurtje voor drie weken in beslag had genomen. Ook Hermelien zat er niet al te vrolijk bij.
‘Wat is er’ vroeg Harry voorzichtig toen hij haar later op de dag op de schommelbank in de tuin zag zitten.
‘Oh niks’. ‘Nouja ik schaam me voor mijn gedrag gisteren, maar ik ben ook geschrokken dat Ron me niet tegen heeft gehouden. Volgens mij vond hij het nog leuk ook’.
Harry wist niet zo goed wat hij moest zeggen. Natuurlijk vond Ron het leuk, maar hij dacht dat Hermelien Ron in het echt ook leuk had gevonden? Maar misschien had hij het verkeerd gezien, hij had ten slotte niet al te veel verstand van dit soort dingen.
‘Nou je hoeft je er toch niet voor te schamen’ zei hij tenslotte maar. ‘Je was jezelf niet, je had die stomme liefdesdrank op’.
‘Dat is wel waar, maar ik ben echt boos op Ron’ vervolgde Hermelien. ‘En dat heb ik hem gezegd ook!’.
Harry schrok, Ron zou zich daardoor wel eens zo beledigd kunnen voelen dat hij Hermelien weer een paar weken zou negeren. En dan was Harry weer de beste vriend van twee mensen die elkaar niet uit konden staan.
‘En wat zei hij?’ Vroeg Harry voorzichtig. Hermelien zuchtte verdrietig.
‘Dat hij me niet weg kón duwen ondanks dat hij dat graag had willen doen omdat hij me altijd al stom had gevonden en bovendien lelijk’. Een traan gleed over haar wang.
‘Oh Hermelien! je weet dat hij dat helemaal niet meent!’ Riep Harry uit. ‘Ron vindt jou juist heel leuk’…
’Nou blijkbaar niet dus’ schreeuwde Hermelien. Daarna rende ze snikkend weg. Nou dat was een slimme actie van Ron dacht Harry.

Opeens drong met een schok tot hem door dat hij morgen weer naar de Duffelingen moest. Harry had opeens ook zin om te huilen. Hij haatte de zus van zijn moeder en haar man en zoon. Vanaf zijn geboorte hadden ze hem gekleineerd en gepest. Gelukkig was dit het laatste jaar dat hij daar moest blijven. Deze zomer werd hij meerderjarig en kon hij zelf zijn beslissingen nemen. Hij had ook wel eerder weg kunnen gaan, dat zouden de Duffelingen helemaal niet erg hebben gevonden maar het was voor zijn eigen bescherming. Perkamentus had namelijk een bezwering uitgesproken over zijn verblijf daar; zolang hij daar elke zomer een paar weken logeerde en het huis van zijn moeder’s thuis kon noemen stroomde het bloed van zijn moeder door zijn bloed. Dat beschermde hem tegen Voldemort. Maar Perkamentus had gezegd dat die bezwering maar tot zijn zeventiende gold. Perkamentus…waarom moest hij sterven? Net nu hij hem zo hard nodig had. Harry zuchtte en ging in het gras liggen. Hij wilde dat hij niet steeds aan Perkamentus moest denken…hij werd daar zo verdrietig van. De zon scheen op zijn lichaam en langzaam sliep hij in. Hij droomde over knikkebeen die met een medaillon speelde. Knikkebeen had hem bijna gevangen totdat er opeens een groot gat ontstond in de grond. Het medaillon viel erin en Knikkebeen miauwde zachtjes. Harry schrok wakker. Hij voelde iets kietelen op zijn wang. Het was de echte Knikkebeen. ‘Hee Harry’ hoorde Harry een meisjestem zeggen. Sinds wanneer kon Knikkebeen praten? Vroeg hij zich slaperig af. Hij knipperde met zijn ogen en voelde een golf van geluk door zich heen stromen. ‘Ginny!’. Ze kuste hem zacht. Waarom deed ze dat? Zo kon hij nooit goed afscheid van haar nemen. Maar hij deed niks om het haar tegen te houden, hij vond het veel te fijn.


Willen jullie misschien op de poll stemmen, dan weet ik wat jullie van het verhaal vinden Smile . 5 stemmen is niet echt veel Sad Wink
En reacties vind ik ook cool Smile





_________________
Well I saw you with your hands above your head
spinning around, trying not to look down
but your did and you fell hard on the ground


Fanfic : Harry Potter en de Roep om Verlossing

Laatst aangepast door Cat-me op Zo Mrt 19, 2006 10:06; in totaal 1 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Cat-me
2e jaars
2e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: Buidel van een Kangaroo 8)

Cat-me is offline. 
BerichtGeplaatst: Wo Mrt 08, 2006 14:44 Terug naar boven Sla dit bericht op

Een nieuw Hoofdstuk!, Have fun! Very Happy

Hoofdstuk 2 Dood of Leven

Chagerijnig stond Harry zijn spullen in te pakken. Elke vezel in zijn lichaam verzette zich tegen een terugkeer naar de Duffelingen, maar hij moest wel. Terwijl hij een ganzenveer van achter de boekenkast vandaan viste(hoe kwam die daar?) hoorde hij voetstappen naar boven komen. Leuk, een afscheidscomité dacht Harry grimmig. Maar zij konden hier gezellig met zijn allen blijven!. Hij probeerde zijn koffer dicht te doen; maar hij struikelde over zijn ketel die nog ergens op de grond rondslingerde waardoor hij zijn hele koffer weer omstootte. 'Aargh' schreeuwde Harry. En hij schopte van frustratie tegen de deur op het zelfde moment dat iemand die open probeerde te doen.
“Doe je altijd zo gemeen tegen bezoekers Harry’ hoorde hij Lupos lachen.
'Sorry' hijgde harry, uitgeput van zijn woede uitbarsting.
'Harry' ging Lupos ernstig verder, niet lettend op de enorme troep, ik wilde even met je praten. Harry had geen zin in gepraat maar hij knikte toch. 'Ik weet dat je dat waar Perkamentus aan begonnen is moet voltooien, en ik weet niet wat het is maar ik weet wel dat het gevaarlijk is en daarom wil ik je het volgende zeggen. Doe geen onbedachte dingen!. Ga nooit alleen op pad zonder dat je precies weet wat je aan het doen bent. Als je iets gaat ondernemen vraag dan eerst raad aan een van ons of in ieder geval je vrienden.'
Harry knikte zonder echt te luisteren. Lupos hield nog een heel verhaal maar Harry luisterde niet meer. Hij dacht aan de gevaren die hem in de toekomst tegemoet zouden komen. Hij dacht aan Ron en Hermelien die hem koste wat het kost zouden willen vergezellen. Hij dacht aan het aantal slachtoffers dat al gevallen was door het handelen van Voldemort. Een vlaag van paniek stroomde weer door hem heen. Beloof je dat Harry hoorde hij Lupos van ver zeggen. Harry’s hoofd knikte zonder dat Harry hem daar opdracht toe had gegeven.

Harry zou om zeven uur naar de Duffelingen verschijnselen met zijn koffer. Hedwig zou bij de Wemels blijven; het zou moeilijk zijn te verschijnselen met twee dingen in zijn hand en hij kon Hedwig toch niet gebruiken omdat ze te opvallend was. Harry at stilletjes zijn avondeten op, net als Percy. Die zei sowieso bijna niks sinds zijn terugkeer. Waarschijnlijk had hij verwacht dat alle Wemels hem huilend voor de voeten zouden vallen; maar het bleef bij een huilende mevrouw Wemel.
De overige Wemels behandelden hem met koelte. Ginny, Ron en de tweeling wierpen nog zeer regelmatig boze blikken en stootten hem en zijn spullen verdacht vaak om. Ook werd hij vaak getroffen door spreuken waardoor de ene keer zijn haar uitviel en de andere keer zijn eigen eten hem ging bijten. Charlie, Bill en meneer Wemel probeerden zich volwassen te gedragen, maar deden aan de andere kant niks om de vier kinderen tegen te houden.
Hermelien en Ron keken tijdens het avondeten regelmatig bezorgd naar Harry. Hij wist dat ze het niet leuk vonden dat hij weg moest en dat ze er alles aan wilden doen om hem te overtuigen dat het niet zo erg was maar hij had geen zin in hun bemoedigende praatjes. Zij hadden nooit ook maar een dag in een bezemkast onder de kast gezeten met alleen maar een versleten tinnen soldaatje om mee te spelen. Daarom ontweek hij hun blikken en richtte zich op het blikje vis voor zijn neus. De afgebeelde vis keek terug en knipperde met zijn ogen. Harry schrok zo erg dat hij van zijn stoel afviel en het tafelkleed met zich meetrok. Kletterend viel alles op de grond en Harry sprong snel op om zijn excuses aan te bieden. Kon dan helemaal niks goed gaan vanavond? Dat beloofde maar weinig goeds voor zijn terugkeer naar Ligusturlaan 4. Over 10 minuten zou hij vertrekken. Hermelien liet zijn koffer van de trap zweven, omdat Harry in een vorige poging daartoe de koffer door het raam had laten zweven. Daarna nam hij afscheid van iedereen. ‘Over twee weken ben je weer bij ons Harry’ zei Molly liefkozend, 'en die paar dagen zijn zo voorbij'. Voor Harry klonk het als 3 jaar, maar hij glimlachte terug. Daarna liep hij met Ron, Hermelien en Ginny naar buiten.
‘Het komt wel goed jongen’ zei Ron met een klap op Harry’s schouder. Hermelien keek hem boos aan.
‘Doe je alsjeblieft voorzichtig' zei ze vervolgens smekend. ‘Doe geen domme dingen en waarschuw ons meteen als je iets’…
’Ja ja’ grijnsde Harry, ‘je klinkt net als Lupos’.
Ron grinnikte met een gemene ondertoon. Ginny kuste hem alleen zacht op zijn wang. ‘Tot snel Harry’ riepen ze vervolgens terwijl Harry dacht aan de drie B’s.

Hij landde zachtjes op het gazon voor het huis van de Duffelingen. Die was even netjes als altijd, elk grassprietje had precies dezelfde hoogte. Ojee dacht Harry. De grassprietjes waar ik net op geland ben zijn nu natuurlijk korter dan de anderen. Hij grinnikte. Daarna sleepte hij zijn koffer mee naar de deur. Toen hij had aangebeld leek het even of er niemand open zou doen, maar toen hoorde hij gestamp op de gang. Een paars aangelopen Herman Duffeling deed open. Nu al boos wilde Harry vragen, maar hij zei op een afschuwelijk lief toontje: ‘Hallo oom, ik ben toch wel welkom hoop ik?’. Harry's oom brulde heel hard 'NEE', maar liet de deur wel open staan terwijl hij weer terug de woonkamer instampte. Dit was nog best een vriendelijk ontvangst van de Duffelingen dacht Harry. Meestal zeiden ze helemaal niks. De twee weken die volgden waren zoals altijd weer verschrikkelijk. De oude negeer-Harry strategie werd weer in gebruik genomen en hij had niet zo veel zin meer om buiten rond te lopen na zijn aanvaringen met de twee dementors twee jaar geleden. Dus zat hij zich weer te vervelen op zijn kamer. En omdat hij niks te doen had, behalve Dirk uitlachen als die weer eens vast kwam te zitten in de deur, ging hij weer nadenken. Nadenken over Perkamentus, de gruzielementen, de zware taak die voor hem lag. Hij werd er diep en diepongelukkig van en zelfs Dirk die met een elektrische zaag uit de auto moest worden bevrijdt kon hem niet meer opvrolijken. Hij telde de uren af van de terugkeer naar het Nest. Maar ze gingen voorbij alsof het weken waren.

Eindelijk mocht hij weer weg. Hij had zijn koffer nauwelijks geopend (waarom had hij hem meegenomen?) en hoefde dus niks meer in te pakken. Om 12 uur ’s middags zat Harry al helemaal klaar op het bed. Hij had de Duffelingen in een eerdere brief geschreven dat hij twee weken zou blijven, dus ze wisten dat hij vanavond weg zou gaan. Hij verwachte geen afscheidsfeest met huilende Duffelingen maar op zijn minst toch wel een ‘doei Harry’. Dat was blijkbaar teveel gevraagd want toen Harry om tien voor zeven het huis uit liep scheurden ze hun blikken geen moment van Katie’s-Wondermiddelenprogamma-voor-snelgroeiende-viooltjes los. Wel zag hij Herman’s snor trillen en zag hij dat tante Petunia de chipjes in haar bakje fijnkneep. Nouja, ze stikten er maar in. Hij was blij dat hij ze nooit meer hoefde te zien. Om precies 7 uur stond hij voor het tuintje van de Duffelingen. Hij dacht met groot verlangen aan Het Nest. Nog even zag hij de keurig aangelegde tuintjes in de Ligusturlaan maar toen kwamen zijn voeten op een rood betegeld terras neer. Rood betegelt?!! dacht Harry verbijsterd. Hij kende helemaal niks dat rood betegeld was. Harry wilde net opstaan om te kijken waar hij beland was toen hij een harde klap op zijn hoofd voelde. Even zag hij sterretjes maar toen werd het donker....





_________________
Well I saw you with your hands above your head
spinning around, trying not to look down
but your did and you fell hard on the ground


Fanfic : Harry Potter en de Roep om Verlossing

Laatst aangepast door Cat-me op Zo Mrt 19, 2006 10:05; in totaal 2 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Cat-me
2e jaars
2e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: Buidel van een Kangaroo 8)

Cat-me is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Mrt 11, 2006 19:17 Terug naar boven Sla dit bericht op

En hier komt weer een nieuw stukje Smile beetje kort maar wordt snel vervolgt!
Vinden jullie het eigenlijk wel leuk? want niemand reacteert Sad...noujaaaaa. Much plezieros!


Harry werd wakker in een donkere, somber uitziende kamer. Zijn hoofd bonkte van de pijn en toen hij rechtop probeerde te zitten voelde hij dat hij vastzat. Paniekerig keek hij om zich heen. Waar was hij? Niet bij de Duffelingen; die zouden Harry inderdaad graag bewusteloos slaan en vastbinden maar die hadden altijd nog een zekere angst voor Harry’s toverkracht, zeker nu hij bijna meerderjarig was. En het zou zeker niet iemand van het goede kamp zijn die dit had gedaan. Hij werd nou echt bang; hij wilde schreeuwen maar er kwam alleen een raar piepend geluid uit zijn keel. Harry schrok, waarom deed hij dat nou? Nou had hij verraden dat hij wakker was. En inderdaad hoorde hij al gauw een geschuifel achter hem.
‘Potter’ hoorde hij een ijzige stem vol haat zeggen. ‘Een waar genoegen je in deze toestand te treffen’.
Harry’s hart stond even stil. Dit kon niet waar zijn! Hij samen in een kamer met...Sneep?!!. Sneep, de door Harry altijd intens gehate voormalige leraar op zweinstein die Perkamentus vermoord had?. Harry slaakte een gil van angst. Hij hoorde Sneep lachen, voor zover je dat toonloze totaal humorloze geluidje lachen kon noemen.
‘Je bent toch niet bang Potter’ hoorde hij de stem nu vlak bij hem. ‘Je bent toch altijd zo moedig? Maar wacht! Je trouwe beschermer is er niet meer…Perkamentus is van ons heengegaan’. Weer die toonloze lach. Sneep spuugde in zijn gezicht. ‘Ik haat je Potter en ik ga je vermoorden. Dat had ik al 7 jaar eerder moeten doen; maar ik moest me helaas inhouden. Nu heb ik de toestemming van de Heer van het Duister. Hij heeft zelf geen zin meer tijd aan je te verspillen. En aangezien hij weet dat ik je met veel liefde je een pijnlijke dood zou willen bezorgen, mag ik nu dit klusje klaren. Crucio!’ Gromde Sneep.
Harry gilde het uit. Hij kon het niet, hij wilde…die pijn! Die verschrikkelijke pijn…hij wilde dat hij dood was… dat hij dit…opeens hield het op.
‘Waar zijn je vriendjes nou he Potter’ smaalde Sneep. ‘Laten ze je zomaar lijden hier? Dat valt me van ze tegen’.
‘Lafaard’ gilde Harry. ‘Heel stoer hoor! Me eerst vastbinden en dan vermoorden. Durf je het anders niet tegen me op te nemen?’ Harry probeerde zijn stem rustig te laten klinken, maar vanbinnen voelde hij alleen maar angst. Hoe kon hij hier ooit levend vandaan komen?. Helemaal alleen in een kamer met iemand die zoveel sterker was dan hij. En niemand wist waar hij was. Ze dachten in het Nest natuurlijk dat hij zich bij de Duffelingen zat te vervelen…hij wilde dat dat zo was.
Sneep kwam nu in zijn gezichtveld. Zijn gezicht was vertrokken van woede. ‘Had ik je een paar weken geleden niet gezegd dat je me geen lafaard moest noemen Potter’ hijgde Sneep in zijn gezicht. ‘Jij bent hier de Lafaard want jij gaat sterven. Maar we zullen duelleren hoor Potter, al heb je geen schijn van kans dat je ooit nog het daglicht zult zien. ‘





_________________
Well I saw you with your hands above your head
spinning around, trying not to look down
but your did and you fell hard on the ground


Fanfic : Harry Potter en de Roep om Verlossing
Profiel bekijkenStuur privébericht
Cat-me
2e jaars
2e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: Buidel van een Kangaroo 8)

Cat-me is offline. 
BerichtGeplaatst: Di Mrt 14, 2006 8:34 Terug naar boven Sla dit bericht op

Tadaaaa, nieuw stukje Smile thanks voor de reacties!

‘Diffindo!’ Gromde Sneep.
De touwen waarmee hij vastgebonden lag schoten los.
‘Sta op Potter’.
Maar voordat hij goed en wel had kunnen gaan staan duwde Sneep hem al van het bed af.
‘Wat lig je daar nou’. Harry wilde huilen, gillen, schreeuwen maar hij wist dat het geen zin had. Hij had totaal geen kans.
Maar opeens ging zijn wanhoop over in intense haat. Het was zo plotseling dat hij er zelf van schrok maar hij voelde totaal geen angst meer. Sneep had Perkamentus vermoord en had de orde verraden. En nu zal hij zelf sterven!
‘Impedi…’
’Nee nee Potter. Weet je het niet meer? Ik ben een perfecte occlumens…en jij…jij kan er helemaal niks van’. Weer dat lachje. ‘En dat betekend; en dat heb je vorig jaar zelf ook wel gemerkt; dat ik al jouw zwakke spreukjes kan blokkeren’.
‘Proteg..’ ‘Nee…’ ‘Petrifi…’ ‘Nee nee…’ ‘Cruci…’
‘Potter, heb je niet geluisterd naar wat ik net zei? Je kunt helemaal niks tegen me doen. Maar ik wel tegen jou. AVADA KEDAV…Maar Sneep kreeg nooit de kans die woorden af te maken want opeens ging de deur met een enorme zwaai open.
‘Meester, ik hoorde een vreemd geluid en ik dacht’…de stem stokte.
Harry wist niet wie het was, maar hij wist wel dat Sneep even afgeleid was en dat hij daar onmiddellijk gebruik van moest maken. ‘SECTUMSEMPRA’ schreeuwde Harry met alle kracht die in hem zat.
Een angstig moment dacht Harry dat hij niemand geraakt had en dat hij nu dus echt verloren was. Maar toen zakte Sneep in elkaar. Overal staken messen in zijn lijf en het bloed stroomde uit zijn lijf. ‘Nee’ hoorde hij een klein piepstemmetje gillen. Harry wist nu meteen wie het was. Wormstaart, de verader van zijn ouders en degene die Sirius dertien jaar in Azkaban bezorgde. Weer voelde Harry geen angst, maar eerder een triomf dat hij nu ook de kans had af te rekenen met dit afschuwelijke schepsel.
‘Wie’ piepte het stemmetje, maar toen had Wormstaart hem gezien.
‘Potter!’ krijste hij.
Harry zag Wormstaart zijn toverstok trekken maar hij was hem te slim af;
‘CRUCIO!’ gilde Harry terwijl hij dacht aan het verdriet om zijn ouders en Sirius. Wormstaart gilde en gilde, maar werd overstemd door de laatste schreeuw van Sneep. Die is dood dacht Harry grimmig. Hij zag dat Wormstaart probeerde op te staan.
‘Furninculus! Paralitis! Petrificus totalus’!. Harry keek eventjes naar Wormstaart die er erg verfrommeld bij lag na twee verschillende lamstralen en een zwerenspreuk, en vervolgens met gemengde gevoelens naar de bebloede Sneep. Waarom voelde hij een soort van spijt vroeg Harry zich geschokt af. Hij wilde op school niks anders dan dat Sneep zou sterven. Maar hij wist het wel…hij had nog nooit iemand gedood. Harry schudde zijn hoofd, hij moest wel! Het was of Sneep of hij zelf.
Opeens schrok hij wakker uit zijn gedachten. Stel dat er meer dooddoeners waren, of dat Voldemort het al ontdekt had en nu hiernaartoe zou verschijnselen. Ik moet hier zo snel mogelijk weg dacht Harry paniekerig. Hij dacht aan het Nest en aan de drie B’s. In de hoek zag hij nog snel iets groenachtig schitteren. Het leek op een beker, maar dan een heel bijzondere. Op de zijkant zag hij nog even de das van Huffelpuf in het steen gegrift. Wacht eens even, die heb ik al eerder gezien dacht Harry. Maar toen werd hij weggetrokken uit de ruimte en belandde hij met een klap op de grond.





_________________
Well I saw you with your hands above your head
spinning around, trying not to look down
but your did and you fell hard on the ground


Fanfic : Harry Potter en de Roep om Verlossing
Profiel bekijkenStuur privébericht
Cat-me
2e jaars
2e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: Buidel van een Kangaroo 8)

Cat-me is offline. 
BerichtGeplaatst: Do Mrt 16, 2006 16:23 Terug naar boven Sla dit bericht op

Zooo, stukje van een nieuw hoofdstuk Smile
Geen reacties gehad bij het vorige...zijn jullie boos dat Sneep dood is?angel Razz
Maargooeeed.....Much fun with reading !Cool


Hoofdstuk 3 Beslissingen

Hij landde op het gras en zag tot zijn grote opluchting dat hij nu wel bij Het Nest beland was. Toen stroomden plotseling de tranen over zijn wangen. Hij kon niet meer stoppen, al snapte hij niet precies waarom hij nou aan het huilen was.
‘Harry’ hoorde hij Hermelien gillen.
Er klonk gestommel om hem heen.
‘Harry, jongen waar bleef je nou’.
De stem van Ron. Maar hij wilde zich niet omdraaien. Hij wilde alleen maar heel hard huilen. Iemand draaide hem op zijn zij.
‘Mijn jongen toch’ hoorde hij mevrouw Wemel zeggen.
Hij voelde dat ze hem oppakte en naar binnen droeg. Dat moest aardig zwaar zijn dacht Harry door zijn tranen heen. Hij werd op de bank in de huiskamer neergelegd. Die kamer zat voor zijn gevoel stampvol mensen. Ze dromden om hem heen en stelden vragen.
‘Ga weg jullie allemaal’ hoorde hij mevrouw Wemel boos zeggen.
‘Wil je een kopje thee lieverd’ vroeg ze vervolgens met een zachte stem aan Harry. Harry wilde geen thee. Hij wilde alleen zijn, dus stond hij op.
‘Ik ga even naar boven’ mompelde hij, zijn tranen uit zijn ogen vegend. Hij keek Ron en Hermelien niet aan maar hij wist dat ze hem achterna zouden gaan. En inderdaad, toen hij op zijn bed zat hoorde hij voetstappen op de trap. Iemand klopte op de deur.
‘Harry’ vroeg Hermelien, ‘mogen we binnen komen?’.
Harry knikte, tot hij besefte dat ze dat niet konden zien, maar ze kwamen de kamer al binnen.
‘Wat is er gebeurd’ zei Ron verschrikt terwijl hij tegenover hem op bed ging zitten. ‘Je zou gisteren om 7 uur hier naartoe verschijnselen en je kwam maar niet! We zijn de hele nacht opgebleven en de hele orde is gekomen en’…
’stil Ron! Laat Harry nou eens wat zeggen’’.
Ron keek Hermelien woedend aan, maar Harry knikte. Hij vertelde het hele verhaal, al stokte hij op het moment dat hij naar Sneep de dodelijke spreuk had geschreeuwd. Hermelien keek hem verbijsterd aan.
‘Je hebt…je hebt hem…vermoord…een leraar!’.
‘Doe normaal Hermelien!’ riep Ron en hij knikte goedkeurend naar Harry. ‘Anders had Sneep Harry vermoord! Had je dat soms gewild? En trouwens Sneep is geen leraar meer maar gewoon een harteloze dooddoener. Of beter gezegd: dat was hij’. Ron grinnikte.
Harry glimlachte flauwtjes. Het zat hem nog steeds dwars, hij die iemand vermoorde?. En wormstaart zag er ook niet al te levend meer uit. Hij kokhalsde.
‘Gaat het wel Harry?’.
Harry maakte snel zijn verhaal af; hij wilde zo snel mogelijk gaan slapen. Hij wilde dit verhaal nooit meer aan iemand vertellen, al was het misschien nog zo’n dapper avontuur geweest.
‘Ik ben moe, ik denk dat ik maar ga slapen’ mompelde Harry verdrietig. ‘Vertellen jullie het verhaal beneden? Ik heb niet zoveel zin het nog een keer te vertellen’.

De dagen erna was Harry nogal somber. Hij had moeite zijn bed uit te komen, omdat dan de harde realiteit weer begon. Grote berichten in de krant over wie er nu weer aangevallen was, bezorgde blikken van de mensen in huis…hij had er geen zin in.
Sinds zijn terugkomst waren er een paar mensen van de orde die hun intrek hadden genomen in Het Nest. Waarschijnlijk om hem te beschermen dacht Harry grimmig. Maar konden ze niet beter andere mensen gaan beschermen? Voldemort zou heus niet op klaarlichte dag naar binnen lopen om hem vermoorden. En trouwens, al deed hij dat, dat maakte ook niks uit. Hij ging toch wel dood, want hoe kon hij ooit overleven tegen Voldemort en zijn vele dooddoeners.
Harry verstopte zijn hoofd weer onder de dekens. Hij haatte zijn leven. En wat deden die mensen op de gang vrolijk dacht hij woedend. Ze zongen zelfs; waar sloeg dat nou weer op?. Konden ze niet ophouden, wisten ze niet dat hij tegen geen elke vorm van vrolijkheid meer kon?. Dat wisten ze waarschijnlijk wel want Harry had zijn vrienden de laatste dagen nogal afgekat. Vooral Hermelien had daar onder geleden aangezien die vaak naar hem toe kwam om een serieus gesprek met hem te voeren. De vorige dag was ze zelfs huilend weggelopen nadat Harry had gezegd dat hij geen zin had in gepraat en Ron daaraan toegevoegd had dat ze inderdaad eens haar kop moest houden. Daarna was Harry weer boos geworden op Ron omdat hij dat had gezegd en toen had Ron de deur voor zijn neus dichtgesmeten.
Het leek hem dus sterk dat die twee nu een liedje voor hem zaten te zingen op de gang. Opeens vloog de deur open;
'Gefeliciteerd Harry!' riepen een stuk of 8 mensen bij de ingang van de deur. Waarmee dacht Harry boos, met de twee moorden die hij gepleegd had? En hij kreeg er ook nog een taart bij… dat was wel een hele aparte manier om een moordenaar aan te pakken. Maar toen drong het tot hem door: Hij was jarig vandaag!.





_________________
Well I saw you with your hands above your head
spinning around, trying not to look down
but your did and you fell hard on the ground


Fanfic : Harry Potter en de Roep om Verlossing
Profiel bekijkenStuur privébericht
Cat-me
2e jaars
2e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: Buidel van een Kangaroo 8)

Cat-me is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Mrt 19, 2006 10:04 Terug naar boven Sla dit bericht op

En dan hierrr de rest van hoofdstuk 3 Smile
Kaartje, Gin, Goldberry-> bedankt voor de reacties Very Happy


Een voor hem inmiddels onbekend gevoel van geluk stroomde door hem heen. Hij werd vandaag meerderjarig! Hij mocht vanaf nu legaal toveren buiten school om!. En al die mensen stonden bij de deur omdat hij jarig was en niet omdat ze hem uit wilden horen over een of ander detail tijdens die verschrikkelijke avond met Sneep. Harry grijnsde breed, hij kreeg allemaal pakjes in zijn handen geduwd en ze gaven hem een stuk taart. Ron en Hermelien gingen bij hem op bed zitten. Een nieuwe golf van geluk stroomde door hem heen. Hij was zo blij dat ze zijn vrienden waren, hij zou straks een goed gesprek voeren met Hermelien zoals ze dat graag wilde en hij zou met Ron een potje schaak spelen. Misschien liet hij hem zelfs winnen…nee dat was iets te veel van het goed grinnikte Harry in zichzelf. Hij kreeg hele leuke cadeau’s. Van Ron een megabox snoep met alle soorten tovenaarssnoep die er maar bestaan en van Hermelien een boek over het laatste zwerkbalseizoen. Hij keek haar verbaasd aan, geen huiswerkplanner of boek over de geschiedenis van Zweinstein?. Hermelien glimlachte terug.
‘Ik vond dat je wel eens iets leuks verdiende na al die tegenslagen van de laatste tijd’.
Hij kreeg verder veel boeken over de zwarte kunsten( handig natuurlijk maar hij betwijfelde of hij er wat aan had als hij in een strijd om leven en dood vechtte met een dooddoener) en van Fred en George handenvol artikelen uit hun fopmagazijn. Toen hij een pakje openmaakte klapten er enorme zeepbellen in zijn gezicht kapot waardoor hij tien minuten zijn ogen niet meer open kon doen van de pijn. Harry besloot de pakjes verder maar later open te maken. Toen zag hij Ginny…ze wachtte haar beurt rustig af met een hartvormig pakje in haar hand. Harry vergat alle andere mensen om hem heen; hij stond op(de kado’s op zijn bed vielen op de grond) en omhelsde Ginny stevig. Fred en George grinnikten.
’Laten we hun maar even alleen laten’.
Harry zag Ron met tegenzin weglopen. Ron vond het nog steeds een beetje raar dat hij nu half met zijn zusje ging.
Ze gingen samen op bed zitten. Verliefd keek Harry haar aan. Hoe had hij het ooit uit kunnen maken? Hij hield zoveel van haar.
‘Weetje Ginny’ zei hij daarom. ‘Ik weet dat ik het uitgemaakt heb, maar als ik me niet vergis vinden we elkaar nog steeds heel leuk.’
Ginny grinnikte.
‘Daarom dacht ik, nouja dat we…’. Dit was moeilijker dan hij dacht. Wat zou Ginny wel niet denken? Eerst gaat het aan, dan maakt hij het een paar weken later uit en nu weer vier weken later wil hij het weer aanmaken.
‘Dat we weer samen kunnen zijn’ vulde Ginny hem aan met een brede glimlach.
‘Uh ja’ knikte Harry.
Hij wilde eigenlijk niets liever, maar hij maakte zich ook wel zorgen.
‘Maar laten we er niet teveel mee te koop lopen, ik wil echt niet dat Voldemort er ook maar iets over te weten komt.’
‘Weetje Harry’ glimlachte Ginny lief naar hem, ‘Voldemort was er toch wel achter gekomen, of we nou officieel bij elkaar waren of niet’.
Harry knikte, en hij probeerde niet toe te geven aan het schuldgevoel dat hij nu al had terwijl Ginny nog niet eens iets was overkomen. Hij kuste haar zacht. Pas een halfuur later gingen ze naar beneden. Ron keek hen boos aan.
‘Kom op Ron’ riep Hermelien, ‘Wil je Harry niet gelukkig zien dan?’.
‘Ach hou je mond toch, ga Viktor schrijven hoe veel je van hem houdt’ schreeuwde Ron boos.
Hij stormde naar boven om binnen enkele seconden weer naar beneden te rollen.
‘Verdomme Fred’ schreeuwde hij nu nog bozer.
Boven hoorden ze Fred schateren van het lachen.
‘De onzichtbare muur werkt hoor George’ riep Fred naar zijn broertje een verdieping hoger. Harry schoot zijn vriend te hulp maar die duwde hem ruw weg.
‘Ga bloemen in Ginny’s haar stoppen ofzo’.
‘Wauw, wauw Ron! Wat een goede opwekker van emoties ben jij!’ Hoorde Harry een stem achter hem zeggen. Daar stond Charlie.
‘Je hebt nu even kijken’, hij telde de mensen in de keuken, ‘twee mensen boos gemaakt, een iemand verdrietig( Hermelien veegde snel de tranen uit haar ogen) en twee mensen heel gelukkig (Charlie wees in de richting van Fred en George die inmiddels naar beneden gekomen waren)’.
‘Rot toch op allemaal’! schreeuwde Ron nu echt kwaad, en hij stampvoette naar buiten, ondertussen Percy’s bril van zijn hoofd slaand die net de keuken binnenkwam.
‘Nou Harry’ Charlie grijnsde breed, ‘Hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag’.

Harry bleef de rest van de dag vrolijk, maar toch knaagde er iets aan hem vanbinnen. Het was vooral op dit soort dagen dat hij zijn ouders miste. Hij wilde zo graag zijn verjaardag vieren met zijn ouders. Maar het had geen zin om daaraan te denken, hij kreeg er zijn ouders niet mee terug. Dat deed hem er plotseling aan denken dat hij nog naar het huis en het graf van zijn ouders wilde gaan. Dan ga ik vanavond dacht Harry in een opwelling. Ja waarom ook eigenlijk niet?. Hij moest het wel stiekem doen want Lupos en Tops hielden nu de wacht in het Nest en die zouden hem echt niet laten gaan, zeker niet na Sneep’s poging om Harry te vermoorden. En Hermelien en Ron? Die wilden zeker mee gaan; ze zouden woedend worden als hij zonder hun zou gaan. Maar aan de andere kant wilde hij dit liever alleen doen. En bovendien hadden hij en Hermelien ruzie met Ron. Hij kon natuurlijk alleen met Hermelien gaan, maar dan ging zijn vriendschap met Ron echt kapot. Zo twijfelde Harry de hele middag. Iemand klopte op de deur.
‘Binnen’ riep Harry afwezig.
Het was Hermelien. Harry zag dat ze gehuild had, maar hij vroeg niet waarom. Dat zou ze hem zelf wel vertellen als ze dat nodig vond.
‘Harry, wilde je eigenlijk nog naar het graf van je ouders gaan’ vroeg ze zachtjes aan hem.
Harry keek haar verbijsterd aan, hoe kon zij nou weten dat hij daar net de hele middag aan had zitten denken?. Hij besloot eerlijk te wezen.
‘Ja…ik zat eigenlijk te denken om vanavond te gaan, zonder dat de anderen er iets van zouden merken’.
Hermelien knikte; ‘ik ga ook mee’.
Harry wist dat ze dat zou zeggen, en hij had er vrede mee. Met wie anders dan zijn beste vriendin kon hij deze toch wel moeilijke confrontatie aangaan?.
‘En Ron’ vroeg Harry tegen beter weten in.
‘Ik weet niet, hij lijkt ons de laatste tijd niet al te aardig te vinden he? Zei Hermelien.
‘Hij zit een beetje met zichzelf in de knoop denk ik’ antwoordde Harry.
‘Ik wilde dat we hem konden helpen’ zuchtte Hermelien.
Je hebt geen idee hoe erg je hem zou kunnen helpen dacht Harry met enige vorm van vermaak. Het was door Hermelien dat Ron zich rot voelde, maar dat wist Hermelien natuurlijk ook niet. Harry knikte.
‘Gaan we dan zonder hem?’.
Hermelien twijfelde zichtbaar maar hakte toen de knoop door.
‘Ja we gaan zonder hem. Jij moet het graf van je ouders in alle rust kunnen bezoeken, zonder die rotopmerkingen van Ron erbij.

Het besluit was genomen maar het viel Harry zwaar. Hij wilde dit het liefst met allebei zijn beste vrienden doen, maar hij wist dat dat niet goed uit zou pakken. Hij zag dat Hermelien het er ook moeilijk mee had, maar toch vertrokken ze ’s avonds met zijn tweeën. Ze moesten wachten tot half een voordat ze eindelijk weg konden gaan. Eerst was Harry naar bed gegaan om te doen alsof hij ging slapen voor Ron. Al snel sliep Ron, zonder nog iets te zeggen tegen Harry en om half twaalf waren Hermelien en Harry naar beneden geslopen. Maar ze konden nog niet weg want Ginny en Fred speelden nog lange tijd knalpoker, en Fred rustte niet voordat hij eindelijk een keer gewonnen had. Dat lukte hem uiteindelijk door een winspreuk uit te spreken over zijn kaarten. Harry zag het en wilde Ginny waarschuwen, maar Hermelien trok hem snel terug in de donkere schaduw van de kast in de hoek.
‘Wij liggen rustig te slapen in bed weet je nog’ siste ze in zijn oor. Om half een konden ze eindelijk naar buiten sluipen. Vlak achter de grote boom in de tuin verdwijnselden ze naar het huis van Harry’s ouders.






_________________
Well I saw you with your hands above your head
spinning around, trying not to look down
but your did and you fell hard on the ground


Fanfic : Harry Potter en de Roep om Verlossing
Profiel bekijkenStuur privébericht
Cat-me
2e jaars
2e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: Buidel van een Kangaroo 8)

Cat-me is offline. 
BerichtGeplaatst: Di Mrt 21, 2006 20:57 Terug naar boven Sla dit bericht op

Weer bedankt voor de reacties! Very Happy nu heb ik veel meer zin om te schrijven Smile Cool . Vandaar-> nu al weer een stukje.
En blijf vooral reacties geven, des te sneller schrijf ik weer verder(chantaaaage Razz ) Muchos Plezier----os Very Happy


Hoofdstuk 4 Angst en Tranen

Harry kreeg meteen tranen in zijn ogen toen hij het huis zag. Wat raar dacht hij, het was logischer dat hij ging huilen bij het graf van zijn ouders, dan bij het aanzien van een vervallen, lang niet onderhouden huis. Hermelien zag dat hij het moeilijk had en sloeg haar arm om hem heen. Ze probeerden of ze de deur open konden krijgen, maar die was vreemd genoeg op slot. ‘Alohomora!’. Het slot ging er meteen af. Het huis was somber en kil en alles zat onder de stof. Er stonden nog maar een paar meubels, maar die waren allemaal vervallen. Harry had zich het huis anders voorgesteld, iets vrolijker misschien. Maar het was logisch dat alles er zo uit zag, het huis stond ten slotte al zo’n 16 jaar leeg. Ze liepen samen door de kamers heen. Alles zag er hetzelfde uit. Eigenlijk wilde Harry hier zo snel mogelijk weg, het maakte hem alles behalve vrolijk. Vooral zijn vroegere kamertje, die voor het grootste deel ingestort was wilde hij niet zien. Maar toen hij voorbij het kamertje liep zag hij een vreemde glinstering in zijn ooghoeken.
‘Hermelien!, kom eens’ riep hij zachtjes.
Harry wist niet wat het was, maar het maakte hem een beetje bang. Deze glinstering paste niet in dit huis, waar alles donker en grauw was.
Hermelien kwam snel naar hem toe; voorzichtig liepen ze de kamer in. In een hoekje, vlakbij de deur stond een schild. Er stond iets in gegrift maar Harry kon zou gauw niet zien wat het was. Opeens slaakte Hermelien een kreet.
‘Ik weet wat dat is!’ riep ze opgewonden.
‘Ssst’ zei Harry. Hij wist niet waarom, maar hij had het gevoel dat ze stil moesten zijn.
‘Wat is het dan’ zei Harry vervolgens zachtjes.
‘Dat is het schild van Griffoendor’ riep Hermelien blij. ‘Gemaakt in 1879 door Bernhald Dork!’. Harry keek verbaasd.
‘Griffoendor heeft toch ook al een zwaard?’.
‘Ja’ knikte Hermelien opgewonden, ‘maar Dork vond dat er ook een officieel schild bij moest!’
‘Maar als dat het schild van Griffoendor is, waarom is hij dan niet op Zweinstein en wel hier, in mijn vroegere huis?’.
‘Weet ik niet’ zei Hermelien bedenkelijk. ‘Maar in ‘Verloren Kostbaarheden’ staat dat het schild is kwijtgeraakt in 1982!. Ene Tasja Klein zei dat ze het per ongeluk vernietigd had. Een raar verhaal als je het mij vraagt’.
Harry knikte bedenkelijk. Maar opeens vielen er een paar puzzelstukjes in elkaar. Nu was het Harry’s beurt om opgewonden te zijn.
‘Hermelien! stel nou dat dat schild helemaal niet vernietigd is!’. Hermelien wilde er op in gaan maar Harry was haar voor: ‘Nee wacht even! Kijk Voldemort wilde van elke afdeling van Zweinstein iets hebben om als gruzielement te gebruiken, dat heb ik je verteld hè?. Stel nou dat die Tasja Klein dat schild helemaal niet vernietigd heeft! Stel dat Voldemort dat schild heeft gestolen, haar onder de imperiusvloek heeft gezet zodat ze zou vertellen dat ze het schild vernietigd heeft en er daarna een gruzielement van heeft gemaakt?!.’
Hermelien knikte langzaam.
‘Daar zit wat in, maar waarom zou hij dat schild hier zomaar neerleggen?.’
Weer drong er iets tot Harry door.
‘Wacht’ riep hij nu helemaal uitgelaten. ‘Toen ik bij Sneep en Wormstaart was zag ik daar in de hoek ook iets glinsteren! Het was een beker dat een soort groenig licht uitstraalde. En op de zijkant stond het symbool van Huffelpuf!. Dat was natuurlijk ook een gruzielement!. Dat was de beker van Huffelpuf! En dat betekend dus’…
Hermelien keek hem vol ontzag aan en vulde hem daarna aan:
‘dat Voldemort een paar van zijn gruzielementen bewaard in de huizen van zijn grootste vijanden die hij overwonnen heeft. Ze keken elkaar aan met verbijstering.
‘Maar in dit huis heeft hij niet echt een overwinning gehad toch? Ik bedoel het was zijn doel mij te vermoorden maar dat is niet gelukt’.
‘Klopt’ zei Hermelien, ‘maar ik denk dat hij ervan uitgaat dat hij je ooit toch wel gaat verslaan. Je weet natuurlijk niet in welk huis Sneep je opgesloten had hè?.’
Harry schudde zijn hoofd. Dat wist hij inderdaad niet.
‘Misschien was het wel het oude huis van Marcel!.’ Hermelien knikte.
‘Maar wacht eens’ zei Harry met enige angst in zijn stem. De gruzielementen worden natuurlijk beschermd door dooddoeners, ze zullen ze nooit alleen alleen laten toch?.’
Er kwam ook een angstige blik in Hermelien’s ogen.






_________________
Well I saw you with your hands above your head
spinning around, trying not to look down
but your did and you fell hard on the ground


Fanfic : Harry Potter en de Roep om Verlossing
Profiel bekijkenStuur privébericht
Cat-me
2e jaars
2e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: Buidel van een Kangaroo 8)

Cat-me is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Mrt 25, 2006 17:26 Terug naar boven Sla dit bericht op

Tadaaa, het vervolg op de vorige post Smile. Die jullie niet echt de moeite waard vonden om op te reageren Razz . Misschien deze wel, ik hoop het(a). Genoeg gebabbeld, have fun Smile

‘Inderdaad, dat gruzielement van Huffelpuf werd beschermd door Sneep en Wormstaart en wie weet wie nog meer?’.
Harry draaide zich meteen om om te kijken of ze nog alleen waren. Hij verwachtte een stuk of vier dooddoeners te zien maar hij zag helemaal niemand. Ook Hermelien keek zenuwachtig om zich heen.
‘Misschien zijn ze even weg ofzo’ zei Hermelien met bevende stem.
Ze zei het alsof de dooddoeners even naar de supermarkt waren voor een boodschap. En toen zag Harry het; buiten op het grindpad voor zijn vroegere huis liepen drie mensen. Ze hadden maskers op en waren zo te zien woedend.
‘Waar was die Potter’ hoorde hij een schrille stem woedend sissen.
‘Nou niet daar in ieder geval, ik zag alleen maar van die roodharige Wemels’ zei een andere met overslaande stem van woede.
Hermelien keek Harry met doodsangst in haar ogen aan.
‘Dooddoeners! en ze zijn bij Het Nest geweest! Ze..ze, we moeten hier nu weg!’ zei Hermelien met tranen in haar ogen.
Harry knikte. 'En het gruzielement? die moeten we meenemen!'
Hermelien stapte naar voren en probeerde het gruzielement te pakken maar ze kon het niet aanraken.
'Ik kan hem niet pakken! En...'
Maar toen hoorden ze beneden de deur opengaan. Harry keek verschrikt van Hermelien naar het gruzielement. Toen nam hij een keuze: ze konden hun leven nu nog niet op het spel zetten. Hij pakte haar hand vast en samen verdwijnselden terug naar Het Nest.

Wat ze daar aantroffen was verschrikkelijk. Een deel van het huis was ingestort en het andere deel stond in brand. Harry was volledig in shock. Hadden ze op tijd kunnen vluchten? Of lagen er nu mensen onder het puin of in het vuur daar?. Hermelien begon hysterisch te huilen. Harry omhelsde haar, anders was ze waarschijnlijk omgevallen.
‘Rustig Hermelien’ probeerde Harry haar te kalmeren. ‘Ze zijn vast op tijd verdwijnseld’.
Toen hoorde Harry opeens krakende takjes. Voetstappen!. Met een ruk draaide hij zich om, maar hij vergat dat hij Hermelien nog vast had. Hij viel bovenop Hermelien die meteen naar adem snakte.
‘Sorry, sorry Hermelien! Gaa....
’JA HOOR, DOE HET OOK NOG EENS VOOR MIJN NEUS! STELLETJE LEUGENACHTIGE KLOOTZAKKEN! IK WAS ONGERUST EN BEN JULLIE GAAN ZOEKEN, MAAR JULLIE ZATEN ELKAAR GEWOON AF TE LEBBEREN IN HET BOS!’
‘Nee Ron, Nee echt niet’ piepte Hermelien verschrikt.
Niet ook dit nog dacht Harry in paniek; ze moesten kijken of er nog mensen in dat huis waren! En stel dat er nog dooddoeners waren? Die hadden hun nu ongetwijfeld gehoord, aangezien Ron zijn woede niet in stilte uitte.
‘IK BEN JULLIE HELEMAAL ZAT, IK WIL NOOIT MEER MET JULLIE OMGAAN EN ALS JE DENKT DAT DIT OOIT…’
Oké dacht Harry, dit houden we alleen tegen door terug te schreeuwen.
‘RON HOU JE MOND! DIT IS NU NIET BELANGRIJK! JE MAG STRAKS BOOS OP ONS ZIJN!, MAAR NU ZIJN ER BELANGRIJKERE DINGEN! WAAR IS JE FAMILIE? ZIJN ER NOG DOODDOENERS?!’.
Er kwam nu een heel andere emotie op Ron’s gezicht. Het was intense verdriet. Ron zakte in elkaar op de grond.
‘Ze zijn weg’ zei hij zacht.
‘Wie zijn weg Ron’ vroeg Hermelien die nu naast hem was gaan zitten op de grond en haar arm om hem heen sloeg. Die schudde hij weg.
‘Mijn ouders en…en Ginny en Fred en George, Charlie, Bill en Fleur en Tops en Lupos…Maar Percy niet.
‘Wat? Percy niet?’ Zei Harry verbaasd. Waar is hij dan?.
‘Dood’ zei Ron met trillende stem.
‘Ligt hij nog in het huis’ gilde Hermelien.
‘Nee’ piepte Ron, ‘hij ligt daar’. Hij wees in de richting van de vijver. Harry en Hermelien draaiden zich vliegensvlug om. En daar, aan de rand van het water lag inderdaad een persoon. Hij zag er nogal verfrommeld uit en vooral niet levendig. Hermelien begon meteen weer te snikken.
‘Maar Ron, hoe komt het dat iedereen gevlucht is behalve jij en Percy maar dat Percy dood is en jij nog…nog leeft’. Harry zei die woorden met enige kalmte, maar vanbinnen voelde hij de paniek stromen. Ron had net zo goed daar kunnen liggen. En Hermelien en Harry zouden er niet eens geweest zijn om hem te redden!.
‘Ik zal wel even vertellen wat er is gebeurd’ mompelde Ron met een emotieloze monotone stem. ‘Rond kwart voor een ’s nachts schrok ik wakker van gepraat in de tuin. Ik stond op en keek uit het raam. Ik zag meteen dat het de dooddoeners waren, en ik wist ook dat ze voor jou kwamen. Ze wilden natuurlijk wraak nemen op de dood van Sneep. Ik keek naar je bed maar je was er niet. Ik heb het hele huis doorgezocht, en heb ondertussen iedereen wakker gemaakt en gewaarschuwd. Maar ik zag dat Hermelien er ook niet was. Ik wist inmiddels dat jullie niet in huis waren dus ging ik de tuin in via de achterdeur’.
Hermelien snakte naar adem.
‘Ik ben toen het bos in gerent. Ik zag de dooddoeners via de voordeur naar binnenglippen. Het waren er zes. Ondertussen zag ik mijn familie en Fleur, Tops en Lupos via de achterdeur naar buiten gaan. Ik zag dat ze aarzelden of ze weg moesten gaan maar ze gingen toch.
‘Zonder ons?’ vroeg Harry zonder erbij na te denken. Hij schrok van zichzelf, wat klonk dat ongelofelijk egoistisch. Ron knikte.
‘Ik had ze verteld dat ik jullie al mee had genomen. Ik had toen ook gezegd dat we alvast gingen verdwijnselen maar ik ben jullie gaan zoeken in de tuin en het bos’.
Harry voelde zich ontzettend schuldig. Het deed pijn in zijn hele lichaam. Hij had zijn beste vriend in groot gevaar gebracht, en dat allemaal omdat hij zich zorgen maakte om hen.
‘Maar ik zag jullie nergens’ vervolgde Ron. ‘Wel hoorde ik de dooddoeners schreeuwen. Ze konden je niet vinden!. Uit woede staken ze ons huis in de fik met onblusbaar vuur. Opeens zag ik Percy vanachter het huis vandaan komen. Hij nam het op tegen de zes dooddoeners. Ik wilde schreeuwen dat hij dat niet zou overleven maar ik wist dat dat mijn eigen dood zou worden.’
Hermelien snikte nu nog hysterischer.
‘Percy werd inderdaad binnen de korte tijd vermoord. Toen verdwijnselden vier dooddoeners en gingen er twee het bos uitkammen. Ik heb me verstopt in Fred en George’s boomhut en ze hebben me goddank niet gevonden’. Ron’s stem trilde van angst. ‘Uiteindelijk heb ik die twee dooddoeners ook zien verdwijnselen. Dat was het’. Ron liet zijn hoofd moedeloos hangen. Alleen Hermelien’s gesnik was nu nog te horen.
‘Weet je ook waar je familie naar toe is verdwijnseld?’ vroeg Harry.
Ron schudde zijn hoofd.
‘Ze hebben het wel geroepen toen ik zei dat we alvast zouden verdwijnselen maar ik heb het niet goed verstaan’.
‘Het spijt me zo Ron’ zei Harry zacht. Hij voelde voor de tweede keer deze avond de tranen in zijn ogen staan. 'Ik heb jou en je familie in groot gevaar gebracht door Sneep te vermoorden.'
Ron schudde zijn hoofd.
‘Dat is niet jou schuld, je moest wel. En gelukkig hebben jullie je pleziertje van deze avond ook weer gehad’ vervolgde hij grimmig met een stem van ingehouden woede.
‘Ron!’. Het was Hermelien die plotseling was opgehouden met huilen. ‘Je denkt toch niet echt dat Harry en ik in het holst van de nacht samen naar het bos zijn gegaan om daar een potje te gaan zoenen. Harry is hartstikke verliefd op Ginny en ik…’ Hermelien zweeg plotseling.
Ron keek haar opgelucht maar ook verwachtingsvol aan.
‘Maar waar zijn jullie dan geweest’.
Harry besloot dat het beter was dat hij dat zou vertellen.
‘Ron, wordt alsjeblieft niet boos, maar we zijn naar het huis van mijn ouders geweest’.
‘ZONDER MIJ’ begon Ron weer te schreeuwen.
‘Ron laat me uitpraten’ zei Harry wanhopig. ‘Je weet dat je gisteren een beetje…chagrijnig was’ Harry koos zijn woorden zorgvuldig om te voorkomen dat Ron weer zou gaan schreeuwen. ‘Je had ruzie met Hermelien en je deed kattig tegen mij. En we dachten dat je zo boos was dat je niet mee wilde gaan, en dat je ons misschien zelfs zou verraden’. Dat was natuurlijk gelogen, maar Harry hoopte dat Ron dit verhaal nog het meest zou accepteren.
‘Dat zou ik nooit doen, jullie verraden’ zei Ron zachtjes.
‘Dat weten we Ron, en we hebben een grote fout begaan door jou niet mee te nemen, het spijt ons heel erg’ zei Harry.
Hoe had hij dit Ron aan kunnen doen?.
‘Het spijt mij ook’ mompelde Ron, ‘ik weet niet wat er met me aan de hand is de laatste tijd maar ik zal echt proberen minder boos te reageren’.
‘Oh Ron’ snikte Hermelien en ze omhelsde hem stevig. Ron keek opeens ontzettend gelukkig.
KNAL. Harry schrok zich helemaal kapot. Wat was dat? Het klonk alsof er iemand verschijnselde, maar wie?. Harry hoopte met hart en ziel dat het geen dooddoener was...


reacties, vragen, opmerkingen, dreigmails Arrow pb me!





_________________
Well I saw you with your hands above your head
spinning around, trying not to look down
but your did and you fell hard on the ground


Fanfic : Harry Potter en de Roep om Verlossing
Profiel bekijkenStuur privébericht
Cat-me
2e jaars
2e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: Buidel van een Kangaroo 8)

Cat-me is offline. 
BerichtGeplaatst: Do Mrt 30, 2006 12:58 Terug naar boven Sla dit bericht op

Merci merci voor de reacties! Very Happy
Eindelijk, eindelijk...*droogt tranen*
nee ik stel me aan Cool hier komt het slot van hoofdstuk 4 en het begin van hoofdstuk...6!
nee 5 dus Smile Viel Spass!


En dat was het tot zijn grote geluk ook niet
‘Pa’ schreeuwde Ron en hij rende op hem af na eerst Hermelien zachtjes van zich af te hebben geduwd.
‘Ron!’ schreeuwde Arthur Wemel en hij omhelsde zijn zoon. ‘Oh ik hoopte zo dat jullie hierheen terug waren verdwijnseld! Jullie hebben de plaats natuurlijk verkeerd verstaan’. Ron knikte zeer overtuigend.
‘En Percy, hebben jullie hem gezien?’.
Ron liet zijn hoofd hangen en wees naar de plek bij de vijver.
‘NEE’ schreeuwde Arthur Wemel terwijl hij naar zijn zoon rende.
‘Ja dus’ mompelde Ron zachtjes.
‘Vind je het niet erg Ron’ vroeg Harry aan hem.
‘Eerlijk gezegd niet zo heel erg’ antwoordde Ron eerlijk. ‘Hij was altijd mijn minst favoriete broer, hij commandeerde ons en deed altijd alsof hij de beste was. Maar de laatste twee jaar ben ik hem echt gaan haten. Je kan dus niet zeggen dat ik erg verdrietig ben, maar het blijft wel je broer’. Arthur had zijn overleden zoon meegenomen naar de plek waar Hermelien, Harry en Ron stonden.
‘We gaan hier meteen weer weg’ hijgde Arthur.
‘Waarheen?’.
‘Naar de Ringbaan 54, midden tussen de dreuzels dus probeer zo weinig mogelijk op te vallen. Ik tel tot drie!.’
En precies op hetzelfde moment landden Hermelien, Ron, Harry, Meneer Wemel en de dode Percy voor een simpel rijtjeshuis. Het was bruin met een rood dak en alle andere 200 huizen in de buurt zagen er hetzelfde uit. Het deed Harry denken aan de Ligusturlaan en dat maakte hem niet vrolijk. Maar het gezelschap was natuurlijk veel beter.
‘Oh jee, hoe zal Molly hierop reageren’ keek Arthur angstig.
Dat vroeg Harry zich ook af; als ze al zo hysterisch was gaan huilen toen Percy terug keerde naar Het Nest, hoe zou ze dan reageren bij het zien van een levenloze Percy?.
‘Is het huis niet beschermd met geluidsdichte spreuken’ vroeg Harry daarom.
‘Jawel, meteen toen we hier aankwamen hebben we dat gedaan, maar of die hiertegen bestand zouden zijn…nouja laten we maar naar binnen gaan’.
‘Kan dat zomaar dan’ vroeg Hermelien, ‘is het niet beveiligd tegen indringers?.
‘We willen het een zo gewoon mogelijk huis laten, en we kunnen hier waarschijnlijk toch niet lang blijven want Voldemort heeft ons zo weer op het spoor’ antwoordde Arthur Wemel.
Ze gingen het huis binnen. Het was klein, maar gezellig. Molly had wat meubels neergezet en kaarsen aangestoken. Iedereen was zo te zien nog wakker, maar Harry zag Tops en Lupos nergens. Toen Molly de groep binnen zag komen werd ze bijna uitzinnig van vreugde.
‘Oh Ron! Ik was zo ongerust!’. Ze omhelsde hem stevig. Ron leek daarmee veel minder blij dan toen Hermelien hem omhelsde maar hij liet het wel toe. Daarna omhelsde mevrouw Wemel Harry en Hermelien, maar toen zag ze meneer Wemel met Percy staan.
‘Wat fijn dat je ze gevonden hebt Arth…’.
Toen slaakte Molly een oorverdovende gil en viel ze flauw.


Hoofdstuk 5 Verliezen en vernieuwen

Mevrouw Wemel was volkomen overstuur geweest. Zo overstuur dat ze al haar haren uit haar hoofd had getrokken en naar het St.Hostilo moest voor een paar dagen. Ook de rest van het gezin was niet al te vrolijk, maar ze waren niet ontroostbaar. Harry had het niet zo heel erg moeilijk met de dood van Percy, misschien omdat hij hem een jaar lang volkomen belachelijk had gemaakt, maar hij maakte zich wel degelijk zorgen. Hij had zich altijd veilig gevoeld in Het Nest maar dat kon nu dus ook niet meer. Hermelien had het er wel wat moeilijker mee; Ze had Percy op veel fronten niet gemogen maar ze had eerst wel altijd tegen hem opgekeken omdat hij hoofdmonitor was en net zo ambitieus als zij. Het was pas op de tweede dag na de komst van de dooddoeners toen Harry zich opeens iets met eens shock bedacht. Waar was Hedwig?. Hij wist helemaal niet of ze veilig uit het huis was gekomen. Ginny had Knikkebeen meegenomen, maar hij had Koekeroekus ook nog niet gezien. Waarom had hij haar niet eerder gemist?. Met een rotvaart rende hij naar Ron toe die de beentjes van een houten pop zat af te breken. Harry keek hem even fronsend aan maar zei toen waar hij voor kwam.
‘Ron! Weet jij waar Hedwig en Koekeroekus zijn?.
Ron draaide zich met een ruk om. Zijn ogen waren groot.
‘Nee’ riep hij. ‘Ik dacht al, wat is het stil’. Hij wilde zich weer omdraaien toen het eindelijk tot hem doordrong. ‘NEE!, zij zaten nog in hun kooi toen de dooddoeners het huis in de fik staken!, ik ben ze helemaal vergeten in mijn haast jullie te zoeken!. NEE!’ schreeuwde Ron.
Ook Harry raakte nu in paniek, al had hij het diep van binnen al geweten. Verslagen ging hij op een bed zitten, terwijl Ron ‘nee’ bleef roepen en zijn houten popje tegen de muur kapot smeet.
‘Verdomme! Ik raak alles kwijt waar ik van hou’ schreeuwde hij, nog meer dingen kapot gooiend.
Het raakte Harry dat Ron zei dat hij van zijn uil hield, maar het raakte hem nog veel meer dat zijn beeldschone Hedwig levend verbrand was. Hedwig? Harry kon het eigenlijk niet bevatten...
Hij had haar al zes jaar lang. Hij was zo blij geweest toen hij haar voor zijn elfde verjaardag van Hagrid had gekregen. En nu was ze dus…weg?. Hoe had hij haar kunnen vergeten?. Zonder erbij na te denken had hij waarschijnlijk gedacht dat ze op jacht was. Hij liet zijn hoofd zakken op het kussen. Wat voor tegenslagen zou hij nog meer krijgen?. Hij was al zoveel dierbaren en bekenden kwijtgeraakt. Hij wist niet of hij nog meer tegenslagen zou kunnen verdragen. Hij had zin om zijn duim in zijn mond te stoppen, zoals hij vroeger altijd deed als hij verdrietig was voordat oom Herman had gedreigd dat hij zijn duim eraf zou zagen. En hij had hem er nog wel voor aangezien om dat te doen ook.
‘We zullen veel nieuwe dingen moeten kopen, alles is verbrand’ zei Harry somber.
Mijn medaillon dacht Harry met een nieuwe shock. Harry voelde in zijn broekzak. Hij slaakte een zucht van verlichting toen hij hem daar voelde zitten. Hij had hem die dag gelukkig niet vergeten in zijn broekzak te stoppen. Maar zijn onzichtbaarheidsmantel? Onee dacht Harry bedroefd. Die had hij vorig jaar laten liggen in de astronomietoren. En zijn sluipwegwijzer had hij ook niet meer nodig nu hij toch niet meer terug ging naar Zweinstein. Maar toen bedacht Harry zich nog iets veel ernstigers.
‘NEE!, MIJN FOTOBOEK’


En zoals altijd zou ik het eventueel accepteren als jullie enige vormen van reacties zouden versturen Wink





_________________
Well I saw you with your hands above your head
spinning around, trying not to look down
but your did and you fell hard on the ground


Fanfic : Harry Potter en de Roep om Verlossing
Profiel bekijkenStuur privébericht
Cat-me
2e jaars
2e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: Buidel van een Kangaroo 8)

Cat-me is offline. 
BerichtGeplaatst: Di Apr 04, 2006 13:39 Terug naar boven Sla dit bericht op

Merci Klaartje en Yatin voor de reacties Smile
Beetje lang stukje vandaag. Er staan wat rare dingen in, maar ik kon het niet laten angel.
*neenee, niks al te ernstigs Cool* Geen paaldansende Harry ofzo Wink
Have fun!



Harry keek verwildert om zich heen. Daar zaten de enige foto’s in die hij van zijn ouders had. En van Sirius.
‘Rustig Harry, die heb ik!’ riep Ron.
Ron haalde het boek uit zijn gewaad.
‘Ik zag hem liggen toen ik mijn kamer uitliep en ik besloot hem mee te nemen voor het geval we niet meer terug zouden komen in het huis’. Harry had nog nooit zoveel genegenheid gevoeld voor Ron; hij had ook een van zijn geliefde handtekeningen van de spelers van de cambridge canons kunnen meenemen. Maar hij had aan Harry gedacht. Ron was echt een geweldige vriend.
‘Ron!, Harry! Kom eens naar beneden!’ riep meneer Wemel.
Moedeloos sjokten ze naar beneden. Maar wat ze daar zagen vrolijkte hen ontzettend op; Het waren hun bezemstelen!.
‘ik dacht er opeens aan dat jullie bezemstelen in de schuur stonden, en die hadden die vervloekte dooddoeners nog in de fik gezet!. Dus heb ik ze net even opgehaald!’ glimlachte meneer Wemel. ‘Ik heb ook nog geprobeerd wat spullen te accio’en uit ons huis, maar dat lukte wat minder goed. Het huis brandt nog steeds’ zei Ron’s vader nu wat minder vrolijk. ‘Maargoed ik heb toch nog wat spulletjes kunnen meenemen waar een onbrandbaarheidssppreuk over was uitgesproken.'
‘Dankje pa’ grijnsde Ron. ‘Maar het huis brand dus nog steeds? De dreuzels hebben het natuurlijk wel geprobeerd te blussen?.
‘Ja, ze kwamen met van die brandafweerwagens…’.
‘Brandweerwagens’ verbeterde Harry hem.
‘Ja die ja, maar ze kregen het natuurlijk niet geblust omdat het onblusbaar is. Maar het ministerie is er nu mee bezig’ antwoordde meneer Wemel.

Na de begrafenis van Percy zat iedereen rond de grote houten tafel in het midden van de tafel. Percy was begraven in de buurt van het Nest, zoals mevrouw Wemel dat graag gewild had. ‘Want daar was Percy’s het gelukkigst geweest’. Er waren niet zo veel mensen, omdat Percy niet heel erg geliefd was maar er kwamen wel wat mensen uit beleefdheid. De begrafenis duurde maar kort want de Wemels waren bang voor een nieuwe aanval van dooddoeners.
Mevrouw Wemel was dan wel terug uit het St.Hostilo, ze was nog lang niet de oude. Ze had nog geen een keer geprobeerd Harry’s haar glad te strijken, en toen Harry, Hermelien en Ron hun verhaal vertelden over wat er nou werkelijk was gebeurd op de avond van de aanval op Het Nest( Harry vond dat ze toch wel het recht had dat te weten) had ze eerst vijf minuten niks gezegd. Vervolgens had ze haar stoel omgegooid, Ron van zijn stoel gesleurd en tegen de muur aan geklemd en vijf minuten lang tegen hem geschreeuwd over dat ze niet nog een zoon wilde verliezen. Ze stopte pas toen een paars aangelopen Ron piepte dat hij waarschijnlijk zometeen inderdaad dood zou zijn door de wurggreep van zijn moeder.
Die avond werd er opeens op de deur geklopt. Er was nog nooit op de deur geklopt sinds ze in dit huis woonden dus iedereen schrok zich een ongeluk. De stukken van het schaakbord lagen allemaal op de grond en probeerden elkaar af te slachten, Arnold de Ukkepuk was tussen de verwarming gevallen en de zelfpoppende popcorn van Fred en George lag overal verspreid in de kamer . Meneer Wemel keek voorzichtig met een oog door het raampje bij de deur. Toen deed hij opgelucht de deur open. Een zoals altijd streng uitziende professor Anderling liep de kamer binnen.
‘Popcorn professor?’ vroeg George poeslief.
‘Fred, George ga onmiddellijk naar boven!’ riep mevrouw Wemel met overslaande stem.
‘Ik kom de schoolbrieven brengen’ zei professor Anderling.
‘Komen die niet meer met de uilenpost’ vroeg Harry fluisterend aan Ron.
‘Misschien hebben de uilen zich ook aangesloten bij Voldemort’ fluisterde die terug.
Harry grinnikte. Hij wilde eigenlijk zo graag terug naar Zweinstein. Maar dat kon gewoon niet. Toch…?. Hij hoorde Hermelien een opgewonden gilletje slaken.
‘Ik ben hoofdmonitor’ gilde ze.
‘Wat een verrassing’ mompelde Ron. Maar Harry zag dat Ron hoopte dat hij ook hoofdmonitor zou worden.
‘Harry, ik wil even met je praten’ zei professor Anderling gebiedend.
Zei ze nou Harry?. Meestal zei ze gewoon Potter. Een beetje verbaasd liep Harry naar haar toe.
‘Harry, ik weet dat je de opdracht van Perkamentus moet voltooien en daarom niet naar school wilt. Maar lijkt het je niet slimmer om wel te komen? Het is op school veel veiliger dan thuis. Ze hebben je deze zomer ten slotte al twee keer willen vermoorden. En de leraren op school kunnen je misschien helpen met je opdracht!. Je gaat dan gewoon alle lessen volgen, maar je mag ze missen als dat nodig is voor je opdracht’. Harry dacht even na. Waarom ook eigenlijk niet?. Wat schoot hij ermee op om hier alleen in dit huisje te zitten, terwijl al zijn vrienden op school zaten. Hij knikte en zei; ‘goed, ik kom naar Zweinstein.’
'Mooi zo Potter, hier heb je je lijst met benodigdheden. En je mag alleen lessen missen voor de opdracht en niet voor geklier met je vrienden. Ik zie je op school.’

Twee dagen voor ze met de trein naar Zweinstein zouden gaan gingen ze met zijn allen naar de Wegisweg. Mevrouw Wemel keek alles behalve gelukkig, maar zo vreemd was dat niet. Het regende, ze moest alle schoolspullen opnieuw kopen voor Ginny en Ron omdat alles verbrand was en bovendien konden ze elk moment aangevallen worden door dooddoeners. Dat was in ieder geval wat mevrouw Wemel dacht. Ze was een beetje paranoïde geworden de laatste tijd. De wegisweg was zo mogelijk nog somberder geworden sinds de laatste keer dat Harry er geweest was. Er stonden veel winkels leeg, maar de winkels die er waren hadden zeer opvrolijkende kreten als:
‘Koop hier uw gewaad, want straks is het te laat’ en ‘Koop een ketel in het groot want je bent binnenkort toch dood’.
Wauw, erg opbeurend dacht Harry sarcastisch. De spullen waren snel ingeslagen; al had mevrouw Wemel moeite met elke sikkel die ze uit moest geven.
‘We moeten nog een huisdier kopen’ zei Ron tegen Harry.
Harry knikte, maar hij wilde helemaal geen nieuw huisdier. Hij wilde Hedwig. In de Doeraks Dierenwinkel kreeg mevrouw Wemel alweer een paniekaanval.
‘DRIE GALJOENEN VOOR EEN RAT’ gilde ze zo hard dat de uilen in hun kooien hen walgend de rug toe keerden.
‘JE NEEMT MAAR EEN PISSEBED RON’.
Ron keek mistroostig naar het kleine glazen bakje in de hoek met pissebedden. Harry voelde ontzettend met hem mee, en besloot voor Ron een dier te kopen. Maar welke zou hij zelf nemen? Hij wilde geen rat na het schurfietrauma( Ron’s rat bleek uiteindelijk een faunaat te zijn die de verrader van zijn ouders was). Hij wilde ook geen kat omdat die ongetwijfeld ruzie zou krijgen met Knikkebeen. Hij wilde geen pad, geen vogelspin, geen minihippogrief en geen eend. En een uil?. Harry schudde zijn hoofd. Wat had hij eigenlijk aan en uil? Hij kreeg nooit brieven en hij stuurde ze ook maar zelden. Maar toen viel zijn oog op de roze beestjes in het midden van de zaak. ‘PURKS’ stond er met grote letters op de zijkant van de bak. Toen Harry dichterbij kwam zag hij dat het een soort dikke biggetjes waren met hele korte pootjes en een platte snuit. Ze hadden grote blauwe ogen en maakten kleine piepgeluidjes. Wat lief dacht Harry. Maar wat zou hij vreselijk uitgelachen worden als hij met een roze biggetje op school kwam. Ach wat dacht hij daarna, hij was de Uitverkorene. En een Uitverkorene kon alles, zelfs met een roze big rondlopen.
‘Blijven ze zo groot’ vroeg hij aan een verkoper in de buurt.
‘Nou ze zullen nog een beetje groeien, maar ze blijven wel ongeveer zo groot ja’ antwoordde deze.
‘En wat eten ze?’.
‘Tsja, wat niet…vooral slakken en madeliefjes. Maar ze vinden gras en chocokikkers ook lekker’ vertelde de verkoper.
‘Oke, ik neem er eentje’ besloot Harry. Hij kocht nog een riempje voor zijn Purk en liep ermee naar Ron. Die zat met een walgende blik een pissebed uit te zoeken.
‘Ik denk dat ik deze neem, er komt slijm uit, lijkt me lekker’ gromde Ron. Toen draaide hij zich om. Na een blik op Harry en zijn Purk lag Ron gierend van de lach op de grond.
‘Wat m-moet je met zo’n hahaha zo’n big haha! Hij is roze!’.
Harry bloosde en beetje, maar kreeg toen zijn zelfvertrouwen terug. Hij vond zijn Purk leuk.
‘Veel plezier met je slijmerige pissebed hè Ron’ zei hij daarom sarcastisch. “Sorry H-harry maar hahaha, een big’.
‘Jaja, welk dier wil jij nou hebben?’ vroeg Harry om Ron’s aandacht af te leiden. Ron keek om zich heen.
‘Het liefst zou ik weer een rat hebben’ zei Ron nu serieus.
‘Nou zoek er een uit, ik koop hem voor je’.
‘Nee Harry, ik wil niet dat je dat doet’.
‘Jawel Ron, ik haat pissebedden’.
Ron koos een donkergroene rat uit; de enige rat die hem niet beet, en vervolgens liepen ze naar Fred en George’s Tovertweeling Fopshop, waar de anderen alvast heen waren gegaan.
In de Fopshop was het zoals altijd enorm druk. Maar de familie Wemel was nergens te zien. Ron en Harry liepen naar achteren.
‘Daar zijn ze’ riep Ron. ‘Maar wie zijn dat?’.
Naast Fred en George stonden twee meisjes die ongetwijfeld ook een tweeling waren.
‘Ha die Ronnieponnie!’.
‘Noem me niet zo’ gromde Ron. ‘En wie zijn dat?’.
‘Wees niet zo onbeleefd Ron, anders krijg je nooit een vriendinnetje, zoals wij…die dus wel hebben’. Fred en George grijnsden.
‘Jaja…wie wil nou jullie vriendin zijn’ mompelde Ron minzaam.
‘Wij!’ zeiden de meisjes tegelijk.
‘Nou veel plezier ermee’ zie Ron zich omdraaiend.
‘Leer manieren Ron!’ riep George, en Fred creëerde een onzichtbare muur voor Ron. Die draaide zich zuchtend weer om.
‘Ik ben Ron, en wie zijn jullie’ zei hij smalend.
‘Marissa en Lieke’ riepen de meisjes.
‘Geweldig, mag ik nu weer gaan’. En Ron sjokte chagrijnig de winkel uit.
‘Wat is dat met al die stelletjes in de familie’ riep Ron boos toen ze samen naar buiten liepen. ‘Ik word er echt helemaal GEK van; jij en Ginny, Bill en Fleur, Fred en George met die…die troela’s. Hmmpf, straks gaan we nog met zijn allen in een hartvormig slagroomhuis wonen’.
Harry fronste zijn voorhoofd.
‘Nou Ron, ik verzeker je dat ik niet in zo’n huis zal gaan wonen. En ach, wat kan het voor kwaad..een beetje liefde in deze duistere tijden’ glimlachte Harry.
Ron gromde en liep tegen een lantaarnpaal op.
‘Oh Ron het zit je niet mee he’ grinnikte Harry. ‘Kom, we gaan naar huis.’

Hermelien en Ginny waren helemaal gek van de Purk van Harry. Ze konden er niet van afblijven en gingen de hele tijd met hem aan de lijn rondjes wandelen. Ze luisterden niet naar de waarschuwingen van Harry dat de dreuzels dit nogal raar zouden vinden. Ron was heel blij met zijn nieuwe rat, en Knikkebeen ook. En Harry verheugde zich ontzettend op morgen, hij ging weer naar Zweinstein!. Maar wel voor zijn laatste jaar…en misschien kon hij niet eens het hele jaar uitzitten wegens eventuele gevechten met ene Voldemort. Niet aan denken zei Harry streng tegen zichzelf.
Op perron 9 ¾ was het die dag veel minder druk dan anders. Harry wist wel hoe dat kwam, veel ouders hadden hun kinderen van school gehaald omdat ze het te gevaarlijk vonden op Zweinstein. Harry nam het ze niet kwalijk, maar hij twijfelde eraan of die kinderen thuis veiliger waren dan op school. Op Zweinstein waren er tenminste nog leraren en schouwers om de leerlingen te beschermden. Mevrouw Wemel had moeite haar kinderen los te laten. Toen ze Ginny eindelijk had losgelaten en die weg wilde lopen pakte ze gauw Ginny’s lange vlecht weer vast.
‘Doe alsjeblieft voorzichtig Ginny’.
‘Laat alsjeblieft mijn haar los ma. En ja ik doe voorzichtig en ik zal schrijven’.
Daarna zag Harry Ron over het perron rennen met een hijgende mevrouw Wemel erachteraan. Harry grinnikte. Toen tikte iemand hem op zijn schouder.
‘Ik ben het Harry, Lupos’. Harry slaakte een zucht van verlichting.
‘Ik hoorde gisteren pas wat er gebeurd is op die avond van de dooddoeners in Het Nest. Had ik je niet gezegd dat je moest nadenken over je daden?. Dit had heel verkeerd af kunnen lopen Harry! Als die dooddoeners er wel waren geweest…. Nouja ik wil niet als een ouder klinken, maar wees alsjeblieft voorzichtig en vraag ons om raad!’ zei Lupos.
Harry knikte en voelde zich schuldig; hij had zich inderdaad zwaar in de problemen kunnen brengen.
‘Dat zal ik voortaan doen’ zei hij daarom.
‘Fijn, en ga nu de trein maar in! Hij vertrekt bijna!’.
Harry ging alleen in een coupé zitten. Ginny had beloofd dat ze straks ook kwam. Opeens bedacht Harry zich iets. Snel schoof hij het raampje open. Hij zag Lupos nergens, dan maar meneer Wemel.
‘Meneer Wemel, meneer Wemel!.
Arthur Wemel rende naar het raampje toe.
‘Wat is er Harry?’.
‘Ik vroeg me af of u iemand kent met de initialen R.A.Z.’ vroeg Harry.
Meneer Wemel dacht even na maar schudde zijn hoofd.
‘Sorry Harry, maar ik zal het nazoeken!. Doe voorzichtig!’.
Ja hij zal voorzichtig doen dacht Harry. Hij zal voorzichtig gruzielementen en dooddoeners vernietigen.



Oh en mocht ik reacties krijgen( Jaaaa *HintHint* Very Happy ) dan kan ik de komende dagen niet terugantwoorden want ik ga naar Paris! la stad d' amour Wink





_________________
Well I saw you with your hands above your head
spinning around, trying not to look down
but your did and you fell hard on the ground


Fanfic : Harry Potter en de Roep om Verlossing
Profiel bekijkenStuur privébericht
Cat-me
2e jaars
2e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: Buidel van een Kangaroo 8)

Cat-me is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Apr 09, 2006 8:27 Terug naar boven Sla dit bericht op

Omdat ik zo verschrikkelijk veel reacties heb gekregen( Wel 1, dankjewel Kaartje Very Happy) zet ik maar weer een stukje neer.
Ik hoop dat jullie het leuk vinden. En dat jullie reageren...maar dat vraag ik elke keer al Wink

Oh en schrik niet: Ik heb de titel veranderd! Smile
Het is nu: Harry Potter en de Roep om Verlossing


Hoofdstuk 6 Terug naar Zweinstein

Harry zat zich een beetje te vervelen in zijn lege coupé. Buiten regende het wederom dus naar buiten kijken was geen optie en in zijn eentje schaak spelen vond hij nogal zielig staan. Iemand schoof de deur open. ‘Harry, mogen we hier zitten?’.
Het waren Marcel Lubbermans, een jongen uit Harry’s jaar, en Loena Leeflang, een vriendin van Ginny.
‘Het regent’ zei Loena starend naar het raam.
Harry glimlachte. ‘Hoi Loena, hoi Marcel leuke vakantie gehad?’.
Ze vertelden allebei een ellenlang verhaal met een precieze dagbeschrijving van hun vakantie waarbij Harry moeite had niet in slaap te vallen. Na Loena’s betoog over de vindplaats van Fladderende Skiflodders waren ze eindelijk uitgesproken. Maar ze waren nog maar een paar seconden stil toen Loena riep:
‘Wauw, je hebt een Snorpork!’.
‘Sorry, een wat?’ vroeg Harry verbaasd.
‘Een Snorpork’ zei Loena wijzend naar Harry’s Purk. ‘Dat zijn heel bijzondere katachtigen die een helende kracht hebben voor verzwakte Warwoeiers!’.
Harry knikte langzaam; hij vond zijn Purk in geen een opzicht op een katachtige lijken en hij vroeg zich af of hij ook maar enige helende kracht had, maar hij besloot maar even te doen alsof hij Loena’s verhaal had begrepen.
‘Ja, ik ben er ook heel trots op! Ik heb hem zelf uh opgegraven’.
Loena begon zo hard te lachen dat Harry zich afvroeg of hij haar moest reanimeren maar ze stopte even plotseling als ze begonnen was.
‘Snorporks leven niet in de grond! Ze wonen op tropische eilanden!’.
Maar natuurlijk dacht Harry.
‘Hoe heet hij’ vroeg Marcel.
Ja, hoe heet hij eigenlijk? vroeg Harry zich af. Hij had er wel even over nagedacht maar hij had niks anders dan Hedwig kunnen bedenken.
‘Bert natuurlijk!’ riep Loena.
‘Hoezo natuurlijk’ wendde Marcel zich tot haar.
Loena schudde haar hoofd alsof hij iets ontzettends doms had gezegd en zei toen betweterig: ‘Iedereen weet dat alle Snorporks Bert heten’.
En vanaf dat moment had Harry’s Purk de naam Bert.

Harry was blij dat hij eindelijk gezelschap had maar hij hoopte ook dat Ginny, Ron en Hermelien snel terug zouden komen. Loena weigerde te stoppen met het neuriën van wat zij de ‘egelmars’ noemde en Marcel vond het nodig om zijn hele kruidekundeboek aan hem op te lezen.
‘ik ga even naar de w.c’ zei Harry die een beetje hoofdpijn van die twee gekregen had. Hij liep door de trein en zag verschillende lege coupés. Dat had hij nog nooit gezien in zijn zes jaar op Zweinstein. Gelukkig zag hij wel veel bekenden; het waren dus vooral de eerste en tweedejaars die het af lieten weten dit jaar. De reis verliep verder rustig, maar iedereen schrok toen ze hoorden dat de vrouw van het snoepkarretje ontvoerd was door de dooddoeners.
‘Waarom?’ riep Hermelien boos. ‘Wat heeft ze hen aangedaan; een pompoentaartje aangeboden?’.
Ron was vooral boos omdat hij nu niks te eten had.
‘Ik eet straks echt de hele tafel van Griffoendor leeg’ gromde hij.
Tot Harry’s opluchting stond Hagrid op het station de eerstejaars op te wachten. Het was in deze tijd nooit zeker of iemand er nog was of niet, dat bevestigde de verdwijning van de vrouw van het snoepkarretje maar weer. Het regende nog steeds dus iedereen rende naar de koetsen.
‘Ik kan de Terzielers zien’ riep Ron opgewonden.
‘Dat komt natuurlijk omdat Percy vermoord is deze zomer’ zei Hermelien. Harry knikte. Hij merkte dat veel meer mensen de paarden konden zien. Dat was eigenlijk helemaal geen goed teken.

De opening was zoals altijd. Toen iedereen binnen zat kwamen de eerstejaars binnen die door de hoed een afdeling toegewezen kregen. De hoed zong dit jaar een heel kort liedje.

Oh Griffoendor, Huffelpuf, Zwadderich en Ravenklauw
Wij zitten met zijn allen in het nauw
Het gevaar komt steeds dichterbij
Komt ons met rasse schreden tegemoet
Dus snap het nu eindelijk, keer het tij
We moeten samenwerken, dan komt het goed


De zaal klapte hard, al was het liedje opzich niet al te vrolijk. Maar de hoed verdiende een applaus omdat hij de rest van het jaar niks te doen had en in het kamertje van Anderling moest liggen. Toen begon de sorteringsceremonie. Harry verstond er helemaal niks van omdat Ron’s maag ontzettend hard knorde. En daarnaast was Ron zelf ook nog eens chagrijnig, waardoor hij elke eerstejaar uitvoerig afkraakte en uitjoelde als diegene niet bij Griffoendor werd ingedeeld.
‘Doe niet zo verschrikkelijk kinderachtig’ zei Hermelien boos tegen hem. ‘Je bent een zevendejaars, dan gedraag je je niet zo’.
Ron rolde met zijn ogen, imiteerde Hermelien die hem de les las en ging weer verder met het afkraken van eerstejaars. Er waren echt weinig eerstejaars dacht Harry. Normaal duurde het een half uur voordat alle eerstejaars een afdeling hadden, maar nu was de ceremonie binnen een kwartier afgelopen. Nouja zou erg was dat nou ook weer niet, eerstejaars staarden hem meestal het langst aan en schrokken ook altijd als ze hem zagen. Hoe minder het er waren, hoe beter. Nadat Benny Zweef was ingedeeld bij Ravenklauw hield professor Anderling een korte toespraak. ‘Waarom’ kreunde Ron. Professor Anderling vertelde dat zij nu het nieuwe hoofd van Zweinstein was maar dat ze ook afdelingshoofd bleef van Griffoendor en lerares gedaantewisseling.
‘Maar voor de eerste tot de vierde klas hebben we een nieuwe lerares gedaantewisseling’ zei professor Anderling. ‘Haar naam is Amelie Kroon’. Een jonge vrouw met een oranje gewaad aan stond op. Er klonk een bescheiden applaus.
‘Ook hebben we een nieuwe leraar Verweer tegen de zwarte kunsten’ vervolgde professor Anderling. ‘Welkom Romeo Wolkenveldt’. Een grote donkere man stond op. Hij dwong meteen respect af. De zaal klapte voor hem, maar Harry, Ron en Hermelien klapten extra hard. Zij kenden Romeo van de orde.
‘Wisten jullie dit?’ vroeg Harry verbaast. Ron en Hermelien schudden hun hoofd.
‘Nou hij is vast beter dan Sneep of Omber’ glimlachte Harry.
‘Dan wens ik u nu allen een fijn feestmaal, eet smakelijk!.
Ron hield zich aan zijn voornemen en at ¼ van de tafel van Griffoendor leeg. Hermelien keek hem walgend aan en begon om Ron te pesten flirterig te praten met Daan Tomas. Ron stopte onmiddellijk met eten en begon ook tegen Daan aan te praten. Harry schudde grinnikend zijn hoofd. Als dat het hele schooljaar zo door ging….





_________________
Well I saw you with your hands above your head
spinning around, trying not to look down
but your did and you fell hard on the ground


Fanfic : Harry Potter en de Roep om Verlossing

Laatst aangepast door Cat-me op Do Apr 27, 2006 8:20; in totaal 1 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Berichten van afgelopen:      


 Ga naar:   


Sla dit onderwerp op als textbestand

Volgende onderwerp
Vorige onderwerp
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum
Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum
Je mag niet stemmen in polls in dit subforum



Powered by phpBB © 2001/3 phpBB Group :: FI Theme :: Tijden zijn in GMT + 1 uur :: Disclaimer