Harry Potter Forum index
Dit forum is gesloten. Bezoek nu de vernieuwde versie van HPF!
 Harry Potter Forum gesloten  •   Inloggen

 [AF] Remus Lupos en Professor Nemod Volgende onderwerp
Vorige onderwerp

Sla dit onderwerp op als textbestand
Poll :: Wat vind je van mijn verhaal ?

Wauw, jij moet schrijver worden!!! ( 10/10 )
25%
 25%  [ 18 ]
Enorm goed... ( 8/10 )
36%
 36%  [ 26 ]
Bwa, viel wel mee... ( 7/10 )
22%
 22%  [ 16 ]
Oefen nog maar een beetje ( 5/10 )
5%
 5%  [ 4 ]
Dat kan veel beter... ( 3/10 )
2%
 2%  [ 2 ]
Slechter kan het niet... ( 1/10 )
8%
 8%  [ 6 ]
Totaal aantal stemmen : 72


Auteur Bericht
Lupos-freak
Opperste Hotemetoot
Opperste Hotemetoot


Verdiend: 529 Sikkels
Woonplaats: Pala Ferry

Lupos-freak is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Vr Feb 10, 2006 20:44 Terug naar boven Sla dit bericht op

Image

Hallo,

Welkom in mijn Fanfic-topic. Op 10 februari 06 begon ik hier met mijn verhaal over Lupos' jeugd. Het verhaal verteld over Remus jeugd en een klein geheim dat hij voor de rest van zijn leven moet bijhouden. Een verhaal dat een triestig verlies met zich meedraagt. Het verhaal heette oorspronkelijk Lupos' jeugd, maar na een tijdje kreeg het ook een echte titel toegewezen. Op 14 september eindigde ik dit verhaal met als laatste woord EINDE.

Voor het lezen van dit verhaal is het wel vereist dat je de Harry Potter boeken gelezen hebt, anders snap moet je in het begin nogal wennen.

Graag ontvang ik reacties in een pb, maar voor reacties in het Reageertopic ben ik jullie ook heel dankbaar. Het enige wat een schrijver tenslotte verlangt zijn reacties van zijn lezers.


Hieronder vind je een soort van Inhoudstabel...
Hoofdstuk 1 : Naar Zweinstein
Hoofdstuk 2 : Vele Ontmoetingen
Hoofdstuk 3 : Zweinstein
Hoofdstuk 4 : Gesprek met Perkamentus
Hoofdstuk 5 : Het Krijsende Krot
Hoofdstuk 6 : De Beet
Hoofdstuk 7 : Volle Maan
Hoofdstuk 8 : De Sluipers
Hoofdstuk 9 : De grap met Sneep
Hoofdstuk 10: Medelijden en vriendschap
Hoofdstuk 11: Verboden liefde
Hoofdstuk 12: Fenrir Vaalhaar
Hoofdstuk 13: Op een zwoele zomerdag...
Hoofdstuk 14: Een harig probleempje
Hoofdstuk 15: Het koppel dat niet samen wil
Hoofdstuk 16: De luik in het plafond
Hoofdstuk 17: Verdwijningen...
Hoofdstuk 18: Nadine Terces
Hoofdstuk 19: Opgesloten in een wereld
Hoofdstuk 20: Professor Nemod


Veel plezier met het lezen van mijn verhaal...

Veel liefs, Lupos-freak


P.S. Ik wil ook nog even huffelpuf_girl, femy, Renald Wombel, Sabine, LavenderBrown, Goldberry, Rene, misz_Hermoine, char9, Yatin, Byntje Lyly, sommige leerlingen uit m'n klas, m'n leerkracht Nederlands, HP_tessa, Katie, mellia, lotia scarlet, Yuni, Barnabas Borterrijk en Lilly bedanken voor hun leuke reacties.





_________________
See you in another life then, eh brother?

Laatst aangepast door Lupos-freak op Do Sep 14, 2006 19:56; in totaal 48 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Lupos-freak
Opperste Hotemetoot
Opperste Hotemetoot


Verdiend: 529 Sikkels
Woonplaats: Pala Ferry

Lupos-freak is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Vr Feb 10, 2006 20:54 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 1 : Naar Zweinstein

Aan de rand van een groot bos, nabij het dorpje Greenwitch stond een huisje. Op de tweede verdieping van dat huisje was iemand bezig met een boek te lezen. Remus Lupos las in het boek "De Beknopte Beschrijving van Zweinstein". Hij is de elf-jarige zoon van de Dreuzel Lodewijk Lupos en de heks Liliane Smidt en hij werd een lange tijd geleden gebeten door de weerwolf Fenrir Vaalhaar. Remus gooide het boek op zijn bureau. Morgen zou het de grote dag worden, eindelijk mocht hij naar Zweinstein. Hij nam nogmaals de uitnodiging van Zweinstein en doorlas hem nog snel even.

ZWEINSTEIN HOGESCHOOL VOOR HEKSERIJ & HOCUS-POCUS
Hoofd : Albus Perkamentus
( Commandeur in de Orde van Merlijn, Int. Tovergrootmeester, Heksenleider 1e klas, Opperste Hotemetoot van de Wereldbond van Toverlieden )

Geachte heer Lupos,
Het doet me een genoegen u te kunnen medelen dat u in aanmerking komt voor een plaats aan Zweinstein Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus. Bijgaan treft u een lijst aan van schoolboeken en andere benodigdheden.
We zullen er ook voor zorgen dat u een normaal leven kunt leiden op Zweinstein Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus ondanks uw 'probleempje'.
Gelieve vóór 31 juli per uil te reageren.

Hoogachtend,
Minerva Anderling,
Assistent-schoolhoofd


Remus' ogen bleven even hangen bij het woord 'probleempje'. Maar ja, het leven moest verder ondanks zijn enorme transformaties bij volle maan.
Hij kon al niet meer wachten tot morgen. Hij had zoveel goeds gehoord over Zweinstein. Naar het schijnt hadden ze er enorm lekker eten en een enorm grote bibliotheek...

"Opstaan", gilde mevr. Lupos in de gang.
Remus kwam wakker. Hij had net gedroomd van een jongen, een jongen die ondersteboven hing. Iemand anders betoverde de jongen en z'n onderbroek gleed wat naar omlaag. Meer kon hij zich niet herinneren, en dat was misschien maar best ook...
Remus sjokte de krakende trap af en ging naar het kleine keukentje. Z'n moeder, die zo te zien al een tijdje op was, hield haar bezig met de laatste benodigdheden in een hutkoffer te proppen. Remus' vader was ondertussen al op z'n werk.
Nadat Remus had ontbeten en zich had aangekleed ging hij samen met z'n moeder naar de haard. Hij ging in de haard staan, nam wat brandstof uit een bloempot en riep:"Perron 9 3/4!"
Het was alsof hij door een reusachtige afvoerput werd gezogen. Het gevoel was hij ondertussen wel al gewend, maar toch hield hij er niet van. Hij had moeite om z'n ogen open te houden, maar toch lukte het hem. Hij zag schimmige haarden passeren en ving een glimp op van de kamers waar die stonden...
Opeens plofte hij met zijn gezicht voorop op een glade, witte stenen vloer van het perron. Hij hefte zijn hoofd op en zag vlak voor zich de locomotief van de Zweinsteinexpres. Z'n moeder kwam plots ook te voorschijn en zei met een zucht:"Wanneer zul je dat eens op een deftige manier doen?" Ze doelde op het landen.
"Ga maar gauw een plaats zoeken, voor je het weet is er geen plaats meer", zei ze. Het perron was vol met mensen en dieren.
"Nou ma, dat zal nooit goed liggen", zei een jongen tegen z'n moeder. De jongen bedoelde z'n haar, dat blijkbaar niet echt goed lag...
Remus liep gauw door en kroop in de trein. Hij zocht snel achter een plaatsje. In de tweede coupé zat een knap meisje met rood, lang haar.
"Stoort het, dat ik hier kom zitten?" vroeg Remus, hij had geen zin om al de andere coupés te overlopen.
"Nee, natuurlijk niet", antwoorde ze.
Remus nestelde zich in een grote rode zetel en zag al gauw dat het meisje steeds naar 'de jongen met z'n haar dat niet goed zat' te kijken. Ondertussen zocht hij naar z'n moeder, die hij vond helemaal achter de menigte.
Toen 'de jongen met z'n haar dat niet goed zat' in de trein kroop floot een conducteur met een fluitje, en al gauw begon de trein te rijden. Terwijl Remus naar z'n moeder zwaaide ging het meisje naar de gang, waarschijnlijk kijken waar die jongen gebleven was...





_________________
See you in another life then, eh brother?

Laatst aangepast door Lupos-freak op Ma Jul 17, 2006 13:36; in totaal 5 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Lupos-freak
Opperste Hotemetoot
Opperste Hotemetoot


Verdiend: 529 Sikkels
Woonplaats: Pala Ferry

Lupos-freak is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Vr Feb 10, 2006 22:51 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 2 : Vele ontmoetingen

Remus zit in de coupé, helemaal alleen. Het meisje zit waarschijnlijk in de coupé van die jongen. Hij leest wat verder in "Een Beknopte Beschrijving van Zweinstein".
Opeens hoort hij een knalletje en wat lawaai op de gang. Ze zijn waarschijnlijk bezig met een feestje te bouwen, denkt Remus bij zichzelf. De coupédeur gaat open en er komt een jongen met lang, zwart haar binnen. Hij heeft ongeveer dezelfde leeftijd als Remus.
"Hallo, ik ben Sirius Zwarts. En jij bent?"
"Remus Lupos."
"Ben jij ook nieuw op Zweinstein?"
"Ja, het is m'n eerste jaar."
"Kom je niet meevieren? De derdejaars geven een feestje, en die kunnen er wat van..."
"Nee, da's niks voor mij."
"Oke, maar moest je zin hebben om je te amuseren moet je maar afkomen."
"Ik zal nog eerst dit hoofdstuk aflezen en dan kom ik af."
"Goed, tot straks."

Nadat Remus zijn hoofdstuk uitgelezen had, ging hij zoals beloofd een kijkje nemen. Hij ontmoette er vele Zweinstein leerlingen.
Hij zag er ook dat knap meisje ( dat eerst in zijn coupé zat ), en zoals hij al had verwacht zat ze te praten met die jongen.
"Dat zijn James Potter en Lily Evers, twee leuke mensen", zei Sirius tegen Remus.
"Kijk, zie je dat ventje daar in de hoek? Da's Peter Pippeling, een vreemd jongetje", gaat Sirius verder.
"Hoe weet jij wie dat allemaal zijn?" vroeg Remus plots.
"Ik heb met hen gesproken", antwoord Sirius.
"En wie is dat?" vraagt Remus en hij wijst naar een jongen met een tanige huid, lang vettig haar en een abnormaal grote neus.
"Ene Severus Sneep. Maar ik waarschuw je, probeer hem zoveel mogelijk te vermijden."
"Waarom?"
"Hij is de zoon van Ellen Prins. En zij was naar het schijnt één van de beste maatjes van mijn moeder."
"Ja, en?"
"M'n ouders zijn één van de Duisterste Toverfamilies ooit, dus je mag er zeker van zijn dat die Severus Sneep heel erg geïntreseerd zal zijn in de Zwarte Kunsten..."





_________________
See you in another life then, eh brother?

Laatst aangepast door Lupos-freak op Ma Jul 17, 2006 13:37; in totaal 4 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Lupos-freak
Opperste Hotemetoot
Opperste Hotemetoot


Verdiend: 529 Sikkels
Woonplaats: Pala Ferry

Lupos-freak is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Za Feb 11, 2006 21:01 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 3 : Zweinstein

Toen het feestje goed op gang begon te komen, stopte de trein. Ze waren eindelijk aangekomen op hun bestemming. Ze gingen naar buiten, en waren dus op het perron van Zweinstein.
"Eerstejaars hierheen!' bulderde een stem.
Toen Remus zich omdraaide zag hij meteen van wie die stem afkomstig was. Voor hem stond een man, die wel twee keer zo breed was als normaal, en wel drie keer zo lang. Z'n handen waren net vuilnisbakdeksels en z'n voeten leken wel baby-dolfijntjes. Hij had een enorm grote jas aan van mollenvel en hij had een enorm grote baard.
Z'n ogen kon je nog net zien, ze waren net als kleine blinkende torren. Ondanks z'n grote omvang, kon men toch zien, dat hij nog niet zo oud was. Hij nam hen mee naar een groot meer, waar enkele bootjes stonden. Alle eerstejaars stapten samen in de bootjes samen met die enorm grote man, terwijl de hogere jaren een andere kant ophingen.
Remus zat samen in een boot met Peter Pippeling en die grote man. Toen begonnen de bootjes vanzelf te varen, en toen ze om het hoekje waren slaakten verschillende leerlingen kreetjes van verrukking. Voor hen stond een enorm groot en prachtig kasteel. Toen vaarden ze richting een grot onder het kasteel. Ondertussen vroeg Remus aan die grote man wat zijn naam was.
"Rubeus Hagrid, sleutelbewaarder en terreinknecht van Zweinstein."

Wat later gingen de bootjes in de grot en nam Hagrid en hen mee door een grote deur. Ze kwamen in een grote gang. De stenen muren werden verlicht door vlammende toortsen en het plafond was zo hoog dat ze het niet eens konden zien. Recht tegenover hen leidde een schitterende marmeren trap naar de bovenverdiepingen. Op die trap wachte een streng uitziende vrouw hen op. De vrouw had een vierkante bril. Ze droeg een mantel, een smaragdgroene. Haar zwarte, strak achterovergekamde haar zat in een knotje en ze leek nogal gepikerd.
"Hier zijn de eerstejaars, professor Anderling", zei Hagrid.
"Welkom op Zweinstein", zei professor Anderling
"Zo dadelijk begint het banket om het begin van het nieuwe schooljaar te vieren, maar voor jullie plaatsnemen in de Grote Zaal, worden jullie verdeeld onder de verschillende afdelingen. De indelingsceremonie is belangrijk, want tijdens jullie verblijf hier fungeert je afdeling min of meer als je familie."
"Slechter dan mijn familie kan toch niet", mompelde Sirius.
"Jullie volgen lessen met de rest van de afdeling", ging ze verder," jullie slapen op de afdelingsslaapzaal en brengen je vrije tijd door in jullie eigen leerlingenkamer. De vier afdelingen zijn Griffoendor, Huffelpuf, Ravenklauw en Zwadderich. Elke afdeling heeft zijn eigen, nobele geschiedenis en heeft opmerkelijke heksen en tovenaars voortgebracht. Tijdens jullie verblijf op Zweinstein leveren eventuele triomfen afdelingspunten op en worden bij overtredingen van de regels punten afgetrokken."
"Wanneer zal ze nu eindelijk stoppen met haar gezaag, denkt zij misschien dat wij dat allemaal nog niet weten", mompelde Sirius.
Toen Remus omkeek zag hij dat hij één van de enigsten was die nog z'n aandacht aan professor Anderling besteede.
Professor Anderling merkte dat blijkbaar niet en ging daarom nog steeds verder over het leven op Zweinstein.
Uiteindelijk nam ze de eerstejaars mee door een grote, dubbele deur, waardoor ze in de Grote Zaal terechtkwamen.
Remus ging de Grote Zaal binnen, en herkende die plaats meteen van de plaatjes uit "Een Beknopte Beschrijving van Zweinstein".
Het was een wonderbaarlijke en magnifieke ruimte, die werd verlicht door duizenden en nog eens duizenden kaarsen, die boven de vier lange afdelingstafels zweefden, waaraan de overige leerlingen zaten.
De tafels waren gedekt met glanzende gouden borden en bekers en aan de uiteinden van de zaal stond een lange tafel waaraan de leraren zaten.
Professor Anderling liet de eerstejaars halthouden tegenover de andere leerlingen, met de leraren achter zich. De honderden starende gezichten leken net bleke lantaarns in het flakkerende kaarslicht. Hier en daar zaten spoken tussen de leerlingen, dof glanzend als beslagen zilver.
Volgens "Een Beknopte Beschrijving van Zweinstein" was het plafond behekst en daarom kon Remus het niet laten om er even een blik op te werpen. Het was moeilijk te geloven dat er inderdaad een plafond was en dat het dak van de Grote Zaal niet gewoon open was.
Toen Remus weer omlaag keek zag hij dat professor Anderling zwijgend een kruk met vier poten neerzette. Op de kruk legde ze een puntige tovenaarshoed, die gerafeld en ontzettend smerig was en vol opgenaaide stukken zat. Een paar tellen heerste een doodse stilte, maar toen bewoog de hoed een beetje. Een scheur bij de rand ging open, net als een mond, en de hoed begon een lied te zingen over de vier afdelingen.
"Als ik je naam roep kom je naar voren en zet je de hoed op je hoofd", riep professor Anderling.
"Aldoor, Benjamin!"
Een jongen, die heel zenuwachtig bleek te zijn ging naar voren, ging zitten op de kruk en deed de hoed aan.
"Ravenklauw", riep de hoed.
"Everts, Lily"
"Griffoendor"
En zo ging het verder tot professor Anderling de naam "Lupos, Remus" afriep.
Remus ging zenuwachtig naar voren en zette zich neer op de stoel.
"Ha, waar zal ik jou indelen?", zei een stemmetje in z'n hoofd.
"Jij zou wel passen bij Ravenklauw, maar aangezien je een grote rijkdom aan moed bezit zal ik je maar indelen bij..."
"Griffoendor", bulderde de hoed.
Remus ging naar de tafel van Griffoendor en hoorde ondertussen dat sommige leerlingen van Zwadderich zaten te roepen:"Sjofele Lupos."
Ze hadden gelijk, dacht Remus bijzichzelf, eigenlijk was hij enorm sjofel gekleed, maar wat kon hij daar nu in godsnaam aan doen?
"Geen aandacht aan besteden", zei een oudere leerling met rossig haar, terwijl Nozel, Onno bij Griffoedor werd ingedeeld. Uiteindelijk werden Peter Pippeling, James Potter, Sirius Zwarts, Emmeline Vonk en Emelia Bonkel de andere nieuwe Griffoendors.
En die Severus Sneep werd zoals al verwacht in Zwadderich ingedeeld.
Uiteindelijk begonnen ze aan een overheerlijk feestmaal. Toen dat feestmaal gedaan was vertelde Perkamentus nog even wat verboden was.
En uiteindelijk gingen de leerlingen naar hun leerlingenkamer. Remus ging al gauw naar z'n kamer en schreef snel een brief naar z'n moeder om haar te zeggen in welke afdeling hij zat.

Beste moeder,

ik ben veilig aangekomen op Zweinstein. Ik heb hier al contact gehad met een hele leuke leerling, Sirius Zwarts. Het feestmaal is zoals "Een Beknopte Beschrijving van Zweinstein" al beschreef, overheerlijk dus.
Ik zit in de afdeling Griffoendor, omdat ik volgens de sorteerhoed een grote rijkdom aan moed bezit.

Lieve groeten, Remus


Remus ging weer naar de leerlingenkamer, iemand zoeken die een uil had, om de brief te posten. Hij ging eerst naar Sirius.
"Een uil, nee dat heb ik niet, maar die jongen daar geeft er een."
Remus ging de uil vragen en poste zo al snel z'n brief.
Toen kroop hij in bed en las nog wat verder in "Een Beknopte Beschrijving van Zweinstein". Plotseling kwamen z'n kamergenoten binnen. Het waren Sirius, James Potter, Peter Pippeling en Onno Nozel, die heel onnozel oogde.
Hij legde z'n boek op z'n nachtkastje, deed z'n gordijnen dicht en uiteindelijk ook z'n ogen...







- Benjamin Aldoor wordt op pagina 401 van "Harry Potter en de Halfbloedprins" vernoemt.
- Onno Nozel wordt op pagina 141 van "Harry Potter en de gevangene van Azkaban" vernoemt.





_________________
See you in another life then, eh brother?

Laatst aangepast door Lupos-freak op Do Aug 17, 2006 10:01; in totaal 18 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Lupos-freak
Opperste Hotemetoot
Opperste Hotemetoot


Verdiend: 529 Sikkels
Woonplaats: Pala Ferry

Lupos-freak is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Za Feb 11, 2006 21:02 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 4 : Gesprek met Perkamentus

De volgende morgen, na het ontbijt gaat Remus naar professor Anderling.
"Euhm, professor, weet u soms waar de bibliotheek is? 'Een Beknopte Beschrijving van Zweinstein' rept met geen woord over de ligging van de lokalen."
"Tuurlijk, m'n jongen", zegt ze en ze ziet er opeens heel wat minder streng uit.
"Als je hier buiten komt ga je naar rechts, dan ga je via de eerste trap naar boven - of nee, toch niet, ik heb gezien dat Foppe daar voor het moment huishoud en ik kreeg hem daar maar niet weg. Euhm, weet je wat? Ik neem je mee naar een andere weg, ik moet toch die richting uit. Oh ja, en voor ik het vergeet, Perkamentus wou dat ik je na de lessen ( om vier uur ) meenam naar z'n studeerkamer. Hij wou het hebben over je - euhm, nou ja 'probleempje'."

Remus komt de bibliotheek binnen en geloof z'n eigen ogen niet... Zó veel boeken!!! Net als hij de boeken van naderbij wil bekijken, hoort hij in de verte het belsignaal. Remus weet één ding zeker, hij komt hier over de middag nog eens binnen...

Remus' eerste les was Bezweringen. Ze hadden les van een piepkleine tovenaar, die professor Filius Banning heette. In hun eerste les leerde ze dingen zoals "Lumos", een spreuk die ervoor zorgt dat je toverstaf licht gaat geven.
Enkele minuten later hadden ze Geschiedenis van de Toverkunst, dat gegeven werd door professor Kist. Professor Kist was stokoud geweest toen hij op een avond voor het haardvuur in de docentenkamer in slaap viel, en de volgende ochtend had hij zijn lichaam achtergelaten toen hij was opgestaan om les te geven. Kist neuzelde maar door met zijn monotone stem, terwijl ze namen en jaartallen neerkrabbelden. De leerling die het meeste had neergekrabbeld was natuurlijk Remus. Hij was van plan om wat later een tekst te schrijven aan de hand van de steekwoorden, die hij nu haastig op z'n blad krabbelde.

Toen het middag was zaten vele leerlingen te eten in de Grote Zaal en daarna roddelden ze er op los over het privé-leven van de leraren. Er was maar één leerling die op dat moment niet in de Grote Zaal was, en dat was Remus. Hij zat in de bibliotheek enkele boeken te doorbladeren.
De bibliothecaress heette madame Romella en ze had enorm veel trekken mee van een gier die voor het eerst naar het toilet ging. Ook controleerde ze ieder boek dat Remus had aangeraakt, om te kijken of hij er geen vuile vlekken in had gemaakt. Maar toen vond Remus een boek, dat volgens hem hét interessantste boek van de hele bibliotheek was. Het was getiteld: "Weerwolven". Hij twijfelde niet langer, hij nam het boek uit het boekenrek, liet madame Romella noteren dat hij het zou meenemen, en nam het uiteindelijk ook mee. Vanavond zou hij er zeker in lezen.

Toen het belsignaal terug ging, liep Remus gauw naar de kerkers, voor hun blokuur Toverdranken. Toverdranken werd gegeven door Hildebrand Slakhoorn, een moddervette man, die nog maar weinig haar had. Hij had uitpuilende ogen en een reusachtige zilvergrijze walrussnor. Ze besteedden hun eerste les Toverdranken aan het lezen van de inleiding uit "Magische Brouwsels en Drankjes". Al gauw bleek dat die vreemde jongen, genaamd Severus Sneep enorm goed was in toverdranken, maar toch pochte Slakhoorn meer over Lily Evers, maar dat was enkel omdat ze veel succes had bij de jongens ( en mannen blijkbaar... ).
Even later was het al tijd voor hun laatste les van die dag; Kruidenkunde.
Ze hadden les in de kassen achter het kasteel voor hun lessen Kruidenkunde die gegeven werd door professor Pomona Stronk, een kleine, gezette heks. Van haar leerden ze hoe ze voor al die bijzondere planten en zwammen moesten zorgen en waarvoor ze gebruikt werden.

De tijd ging snel, en al gauw was het vier uur. Remus ging naar het kantoortje van professor Anderling, die hem gauw meenam naar professor Perkamentus' studeerkamer. Ze liepen door enkele gangen waar Remus nog nooit geweest was en plotseling bleef professor Anderling staan vlak voor een grote en uitzonderlijk lelijke waterspuwer.
"Kronkelende Caramellen", zei professor Anderling. De woorden die ze uitsprak waren blijkbaar een wachtwoord, want de waterspuwer kwam plotseling tot leven en sprong opzij terwijl de muur achter hem in tweeën spleet. Achter de muur bevond zich een wenteltrap die zich soepel omhoog bewoog als een roltrap. Toen Remus en professor Anderling op de trap waren gaan staan, hoorde Remus de deur weer dichtklappen. Ze gingen in cirkels omhoog, hoger en hoger, tot Remus een beetje duizelig was, uiteindelijk een glanzende eikehouten deur zag, met een koperen klopper in de vorm van een griffioen. Hij wist waar ze waren. Hierachter moesten de kamers van Perkamentus zijn...

Ze stapten van de stenen roltrap en professor Anderling klopte op de deur, die geluidloos openzwaaide. Ze gingen naar binnen. Professor Anderling zei dat Remus moest wachten en ze liet hem alleen achter.
Remus keek om zich heen. Hij vond dit de interessantste kamer waar hij al ooit binnen geweest was. Hij vond het geweldig dat hij hier eens kon rond kijken. Het was een mooie, grote, ronde kamer, vol vreemde geluidjes. Op tafel met dunne pootjes stonden merkwaardige zilveren instrumenten, die brommend ronddraaiden en rookwolkjes uitstootten. Aan de wanden hingen portretten van vroegere schoolhoofden, die een dutje deden in hun lijsten. Er stond ook een enorm bureau met klauwpoten en op een plank achter het bureau lag een verfromfraaide, geraafelde hoed, de sorteerhoed!
Toen Remus even naar de slapende tovenaars en heksen aan de wand, zag hij dat er een tovenaar bijzonder luid snurkte, luider dan normaal. Toen had Remus door dat ze maar deden alsof ze sliepen...
Plots hoorde hij een geluid van veren die zich uitstreken en hij keek gauw achter zich. Hij was toch niet alleen geweest. Op een gouden stok achter de deur zat een prachtige vogel. Hij herkende de vogel meteen uit "Fabeldieren en waar ze te vinden zijn". Het was een fenix.

De deur van het kantoor ging open en Perkamentus kwam binnen. Remus herkende hem direct als de man van op de chocokikkerplaatjes.
"Goedenavond, Remus", zei Perkamentus vriendelijk.
"Goedenavond, professor."
"Zoals je weet heb ik een oplossing gevonden, zodanig dat je geen gevaar vormt voor je medeleerlingen."
"Waar ik u enorm dankbaar voor ben," zei Remus," andere schoolhoofden zouden me gewoon niet toelaten in deze school."
"Oh, geen dank. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Ik heb namelijk een tunnel laten bouwen en een Beukwilg laten planten. De bedoeling is dat je iedere avond met volle maan naar die Beukwilg gaat, onder begeleiding van een leerkracht, en daar op een uitstekende knoest drukt. Dan kun je zonder gevaar in een tunnel kruipen, die zich onder de Beukwilg bevindt. Als je verder gaat in die tunnel, kom je uit in een oud leegstaand huis in Zweinsveld. Mijn broer, Desiderius, zal in Zweinsveld het roddel verspreiden dat het spookt in dat huis. En dan kun jij daar ongestoord transformeren."
"Professor, een weerwolf heeft altijd iets nodig om in te bijten. Moet ik konijnen ofzo in het Verboden Bos zoeken?"
"Nee, daar heb ik voor gezorgd. Ik heb onze dierbare professor Slakhoorn een drankje laten brouwen. In dat oude huis kun je dan jezelf pijnigen, maar met dat drankje voel je de pijn niet. Nog vragen?"
"Nee, professor."
"Dan lijkt het me een goed idee om eens een kijkje te nemen in dat oude huis..."





_________________
See you in another life then, eh brother?

Laatst aangepast door Lupos-freak op Ma Jul 17, 2006 13:42; in totaal 13 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Lupos-freak
Opperste Hotemetoot
Opperste Hotemetoot


Verdiend: 529 Sikkels
Woonplaats: Pala Ferry

Lupos-freak is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Ma Feb 13, 2006 17:54 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 5 : Het Krijsende Krot

Perkamentus nam Remus mee naar buiten. Ze wandelden over het schoolterrein, op weg naar de Beukwilg. Al gauw waren ze aangekomen bij de Beukwilg, z'n stam was dubbelgebogen. Toen er een kleine memo voorbij vloog, begonnen de knoestige takken van de Beukwilg te bewegen en al gauw was die memo er niet meer...
"Ik zou maar voorzichtig zijn met die boom", zei Perkamentus ernstig, en hij ging naar de rand van het Verboden Bos. Hij raapte een lange tak op van de grond en kwam terug naar Remus met die tak in z'n handen geklemd.
"Kijk goed!", zei hij en hij drukt met de tak op een knoestig, rond uitsteeksel van de Beukwilg. Direct stond de boom stokstil, er was zelfs geen blaadje dat bewoog.
Perkamentus ging aan de wortels van de boom staan en wenkte Remus. Toen Remus naderbij kwam, merkte hij een tunnel op, die tussen de wortels zat. Perkamentus ging in de tunnel en zei tegen Remus dat hij hem moest volgen.
Remus kon nog net rechtstaan in de tunnel, terwijl Perkamentus daar enkele probleempjes mee had; z'n lange tovenaarshoed vreef tegen het 'plafond' van de tunnel en z'n lange, paarse tovenaarsgewaad sleepte op de grond, waardoor een deel van z'n mantel onder de modder kwam te zitten. Perkamentus zag dat Remus dat opmerkte.
"Oh, da's niet zo erg, ik was toch van plan om woensdag eens binnen te springen bij Roza."
"Roza?"
"Jij zult haar kennen onder de naam 'Mallekin'", antwoorde Perkamentus.
"Oh, madame Mallekin van de Wegisweg."

Toen ze al een eindje van de ingang waren, waren ze genoodzaakt hun toverstok licht te laten geven. Ze liepen zo snel mogelijk, Perkamentus bijna dubbelgebogen. De tunnel leek eindeloos. Remus kon enkel maar denken aan wat hij aan het eind van de tunnel zou zien... hij haalde snel en hijgend adem en rende gauw verder...
En toen begon de tunnel omhoog te lopen; een stukje verderop maakte hij een bocht en toen zag Remus een schemerig licht door de kleine opening schijnen.

Perkamentus en hij bleven ze even staan om even op adem te komen en schuifelden toen verder. Ze hieven allebei hun toverstok op om te zien wat zich aan het uiteinde van de tunnel bevond.
"Nee hé, ik heb de vorige keer die kaarsen laten branden", mompelde Perkamentus.
Ze bleken in een stoffige kamer te staan. De kamer was volgestauwd met antiek meubilair en de ramen waren allemaal dichtgespijkerd.
Remus keek gauw naar Perkamentus.
"Dus hier moet ik - euhm, veranderen?"
"Klopt", zei Perkamentus die plots begon te neuriën op het deuntje van 'Doe de Hippogrief'.





_________________
See you in another life then, eh brother?

Laatst aangepast door Lupos-freak op Do Apr 13, 2006 12:18; in totaal 9 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Lupos-freak
Opperste Hotemetoot
Opperste Hotemetoot


Verdiend: 529 Sikkels
Woonplaats: Pala Ferry

Lupos-freak is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Vr Feb 17, 2006 23:04 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 6 : De Beet

Remus kwam z'n slaapkamer binnen. De anderen lagen al lang te slapen, dus kroop hij zo stil mogelijk in bed.
Hij moest denken aan wat hem te wachten stond...
Wat er zou gebeuren met Volle Maan...
Hij wreef in z'n nek en toen voelde hij het. Het was de beet die hij als kleine jongen gekregen had door een weerwolf. Maar ja, die persoon kon er waarschijnlijk ook niet aan doen dat hij een weerwolf was...
Nu ja, het leven moet verder...
Remus lag nog eventjes te denken en toen viel hij in slaap...

Er zwerft een gedaante in het bos.
Het is noch mens, noch dier. Het ziet er afschuwelijk uit.
Het wilt iets...
Het heeft honger...
Het wil mensenvlees proeven en bloed drinken.
Het ziet een kind lopen.
Een kind dat zomaar voor het grijpen ligt...
Met maar één beet zou hij al tevreden zijn...
Maar één beet, en het leven van dat kind zou
er helemaal anders uitzien...
Één beet maar...
Het monster gaat op het kind af...
Het kind kijkt om, het wilt weglopen, maar het is al te laat...

Na één vreselijke beet zou het kind voor altijd verdoemd zijn om zo verder door het leven te gaan...
Z'n hele leven zou geruïneerd zijn...

En dan komt de beet.
De tanden voelen aan als drie enorm scherpe pinnen
die dwars door je nek heen gaan.
Pinnen die je willen vermoorden.
Die van je bloed willen drinken...
Die je hele leven veranderen...
De vreselijke, ondraagelijke pijn is niet te harden...



Image






Laatst aangepast door Lupos-freak op Do Jul 13, 2006 9:48; in totaal 10 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Lupos-freak
Opperste Hotemetoot
Opperste Hotemetoot


Verdiend: 529 Sikkels
Woonplaats: Pala Ferry

Lupos-freak is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Vr Feb 24, 2006 22:49 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 7 : Volle maan

Het is ergens rond twee uur in de nacht.
Badend in het zweet komt Remus wakker. Hij had een vreselijke droom.
Als hij wat licht maakt, is het eerste wat hij ziet een boek. En boek getiteld 'Weerwolven', het boek dat hij de dag ervoor is gaan lenen in de bib.
Hij moet terug denken aan die droom...
Vreselijk...

Remus had als eerste vak vandaag Transfiguratie. Daarin leerde professor Anderling hen de basisregels van het Trasformeren. Daarna hadden ze een blokuur Kruidenkunde, waar professor Stronk, een mollige vrouw, die blijkbaar pas afgestudeerd was, hen inleidde in de wereld van magische planten.
Na de middag hadden ze Verweer tegen de Zwarte Kunsten, waar professor Nemod hen de inleiding van "De Zwarte Kunsten: Een handboek voor Zelfbescherming" liet lezen. Remus had die al twee keer gelezen, en benutte zo zijn tijd door het huiswerk te maken dat hij van professor Stronk had gekregen. Toen het beldde was Remus net klaar, hij had een hele tekst geschreven over de verschillen tussen Dreuzelplanten en Magische planten.
En al gauw waren ze aan het laatste uurtje van de dag, waar professor Slakhoorn hen vertelde over de Slakkers.

Al gauw was het avond, en ging de zon onder gaan, toen Remus besefte dat het vanavond volle maan zou zijn. Dus zo snel hij kon, liep hij naar professor Anderling's kantoortje.
"Ah, daar ben je, Lupos."
"Gaat u met me mee?"
"Ja natuurlijk, het zou wat onverantwoord zijn als er een weerwolf rondzwierf zonder dat er iemand was, om het in het oog te houden."
En enkele luttele minuten later stonden professor Anderling en Remus aan de tunnel bij het de Beukwilg.
"Dus, jij gaat daarin en ik tover hier enkele planken te voorschijn zodat je niet naar buiten kan lopen."
"Oke, professor, tot dan", zei Remus en hij kroop in de tunnel.

Hij liep op weg naar het Krijsende Krot, maar hij zou er niet aankomen in het gedaante van een mens...




Nemod is een anagram... Waarvoor moet je zelf te weten komen...





_________________
See you in another life then, eh brother?

Laatst aangepast door Lupos-freak op Do Aug 17, 2006 10:02; in totaal 14 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Lupos-freak
Opperste Hotemetoot
Opperste Hotemetoot


Verdiend: 529 Sikkels
Woonplaats: Pala Ferry

Lupos-freak is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Zo Mrt 05, 2006 11:00 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 8 : De Sluipers

Het is ondertussen al een week geleden dat Remus aankwam op Zweinstein. Hij trekt er de laatste tijd nogal veel op met z'n kamergenoten. Vandaag is het de eerste zondag van Remus' verblijf op Zweinstein. Hij is aan het meer, tegen een dikke beuk, dat boek over Weerwolven aan het lezen. Ondertussen zitten James, Sirius en Peter wat te luieren.

"Het klikt precies wel goed, hé, tussen jij en Lily Evers", verbreekt Sirius de stilte.
"Bwa, valt wel mee. Haar ouders zijn dreuzels, en ik heb de taak op mij genomen om haar in te leiden in de wereld van de toverkunst."
"Volgens mij verwacht ze wel wat meer, dan alleen wat geleuter over de toverkunst."
"Nou ja, ... ik moet toegeven... dat ik... euhm - hoe zal ik het zeggen?"
"Verliefd bent," zegt Sirius met een lachje,"En heb je het haar al gezegd?"
"Pfff... Nou ja, ik weet niet echt of het wederzijds is..."
"Neen, dus. Moest ik jouw zijn zou ik gewoon op haar afstappen en het haar vertellen. Maar ja, da's makkelijker gezegd, dan gedaan, natuurlijk."
"En wat zit onze Remus weeral te doen? Hij is aan het lezen voor de verandering..."
"Over wat gaat dat boek?"
Remus kijkt verbaasd op, en geeft door dat ze tegen hem bezig zijn, en zegt dan: "Over weerwolven."
"Cool, ik heb er al altijd eens eentje willen ontmoeten", zegt James enthousiast.
"Ah, ik heb het niet zo op weerwolven."
"Waarom niet?" vraagt Remus vlug.
"Ah, weerwolven zijn niet te vertrouwen. M'n vader is bevriend met een weerwolf. En als die bij ons over de vloer komt, maak ik dat ik boven ben, hoor. Hij is echt niet te vertrouwen. Hij heet Vaalhaar, geloof ik."
"Niet alle weerwolven zijn slecht", verdedigt Remus zich.
"Ken jij er één die niet slecht is?"
"Nee, maar - "
"Dat dacht ik al."

"Moet je die daar eens zien lopen", verbreekt James de ijzige stilte, en hij wijst naar Sneep, de jongen met het vettig haar en de tanige huid.
"Hij vraagt gewoon om gepest te worden", beantwoord Sirius James' vragende blik.
"Inderdaad. Ken jij een grap om met hem uit te halen?"





_________________
See you in another life then, eh brother?

Laatst aangepast door Lupos-freak op Do Apr 27, 2006 17:21; in totaal 8 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Lupos-freak
Opperste Hotemetoot
Opperste Hotemetoot


Verdiend: 529 Sikkels
Woonplaats: Pala Ferry

Lupos-freak is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Di Mrt 14, 2006 21:05 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 9 : De grap met Sneep

Severus Sneep danste in de Grote Zaal. Hij had een roze tutu aan, met bijhorende roze strik. Hij danste alsof zijn leven ervanaf hing, maar hij bakte er niet veel van. Ondertussen zaten alle leerlingen in de Grote Zaal zich dood te lachen. Sommigen, waar onder Remus, James, Peter en Sirius hadden de slappe lach.

Nee, dat is te mooi om waar te zijn, denkt Sirius, terwijl hij opschrikt uit zijn dagdroom. De vier vrienden zitten nog steeds aan het meer; ze zitten er te bedenken wat ze het best met Sneep zouden kunnen uithalen.
"We kunnen hem misschien opsluiten in de uilenvleugel, en dan Vilder op hem afsturen", opperd Peter.
"Heb jij soms een sleutel van de uilenvleugel?", wees Sirius het voorstel af. Nee, we moeten iets beters vinden... iets waardoor iedereen zich krom lacht... iets waardoor we Sneep in enorme verlegenheid brengen... en iets waarvan wij de schuld niet krijgen...

De volgende morgen liep Severus Sneep naar de tafel van Zwadderich. Hij had een ketel met een toverdrank bij, omdat hij het resultaat van de drank even wou proeven tijdens het eten. Het was een experiment om het resultaat te zien. Maar toen struikelde hij plots over een onzichtbare touw die ergens vlak onder z'n knieën zweefde. Hij viel op de grond, z'n toverdrank explodeerde, en er schoot vuurwerk uit. Luide knallen gondsden doorheen de Grote Zaal. En toen de rookwolken verdwenen waren kon iedereen Severus Sneep zien met zalmroze haar. Hij was echt een komisch zicht.
Ondertussen stond Sirius Zwarts zich dood te lachen. Hij had de vorige avond de toverdrank even kunnen meenemen en er betoverend vuurwerk in stoppen. Waardoor het kleur van Sneep's haar helemaal veranderd was. Naast hem stond James Potter, die ervoor gezorgd had dast er een onzichtbare koord voor Sneep's voeten ging. En wat meer op de achtergrond stond Peter Pippeling, die enorm enthousiast was over het resultaat.

Remus echter was minder tevreden. Stel dat ze hierdoor in de problemen raakten. Hij had al geprobeerd het plan te dwarsbommen, maar echter zonder resultaat. Maar dat was niet het enige dat Remus dwars zat... er was nog iets...
De vier vrienden hadden elkaar onlangs vele geheimpjes over zichzelf verteld. Maar Remus moest zich steeds inhouden om iemand te praten over het feit dat hij een weerwolf was. Hij moest het écht aan iemand kwijt. Maar aan wie?






_________________
See you in another life then, eh brother?

Laatst aangepast door Lupos-freak op Vr Apr 28, 2006 19:29; in totaal 8 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Lupos-freak
Opperste Hotemetoot
Opperste Hotemetoot


Verdiend: 529 Sikkels
Woonplaats: Pala Ferry

Lupos-freak is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Zo Mrt 19, 2006 19:20 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 10: Medelijden en vriendschap

Remus zocht naar iemand die hij kan vertrouwen. Iemand die als eerste zou weten dat hij een weerwolf is, iemand die hem zou geruststellen...

Maar toen, op een grijze dinsdag, in de les Bezweringen, wist hij precies wie hij z'n geheim zou vertellen. Iemand die hij zeker in vertrouwen zou kunnen nemen... Lily Evers...

Na de laatste les van die dag ( Geschiedenis van de Toverkunst ), blijft Remus een minuutje na bij Geschiedenis van de Toverkunst om te vragen hoe de koboldenopstand van 1520 eigenlijk tot stand is gekomen.
"Wel, toen de kobolden van Goudgrijp om opslag vroegen, bedrijgde -" begon Kist, maar hij werd onderbroken door iemand die het klaslokaal binnenliep. Het was de jonge Lily Evers.
"Dag professor, ik heb hier mijn boek vergeten", zegt ze als antwoord op zijn vragende blik.
Nadat ze haar boek genomen heeft, excuseert ze zich voor het storen en loopt naar buiten. Remus besluit om haar nu te vragen hoe hij zijn complicate situatie moet vertellen aan zijn vrienden, nu ze eindelijk eens niet omringd word door haar giechelende vriendinnen.
"Sorry, professor, maar ik moet dringend weg", zegt hij en loopt haar gauw achterna.

"Lily, kan ik je even spreken?", vraagt hij als hij bij haar komt.
"Oh, tuurlijk. Laten we naar de Uilenvleugel gaan, ik denk niet dat we daar zullen gestoord worden."

Samen lopen ze naar de Uilenvleugel, waar Remus zijn complicate situatie uitlegd. Hij verteld over zijn tweede leven als weerwolf, de bezoekjes die hij zal moeten brengen aan het Krijsende Krot.
Nadat hij zijn hele leven heeft verteld aan het knape meisje tegenover hem, voelt hij een kleine opluchting. Hij heeft het eindelijk aan iemand verteld, iemand die hij kan vertrouwen, iemand die niet bang is van hem.






_________________
See you in another life then, eh brother?

Laatst aangepast door Lupos-freak op Do Mei 11, 2006 10:08; in totaal 2 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Lupos-freak
Opperste Hotemetoot
Opperste Hotemetoot


Verdiend: 529 Sikkels
Woonplaats: Pala Ferry

Lupos-freak is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Za Apr 29, 2006 14:30 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 11: Verboden liefde

Nu Remus een gesprek heeft gehad met Lily Evers weet hij wat echte vriendschap betekend. Hij heeft het altijd heel goed gevonden met James, Sirius en Peter, maar als ze zijn probleem niet konden aanvaarden, dan zijn ze eigenlijk niet echt vrienden. Dus op de één of andere manier zal hij het toch aan ze moeten vertellen. Maar hoe???

Zijn gesprek met Lily heeft Remus niet alleen de moed gegeven om zijn vrienden ooit eens te moeten aanspreken over zijn 'probleempje', maar nu voelt hij - hét beeld van de onzekerheid op deze wereld - zich helemaal zeker van zijn stuk. Lily zag schoonheid in mensen, terwijl die mensen die schoonheid zelf niet zagen. Lily is volgens Remus de verantwoording van de liefde. Zij zorgt ervoor dat mensen zich niet nutteloos voelen. Maar misschien voeldde Remus wel wat meer voor haar. Een soort van verboden liefde. Want hij wist dat James stiekem op Lily verliefd was, en volgens Remus ongenoegen was dat ook wederzijds. Hij kon toch de liefde tussen een prachtig koppel niet afnemen. Dus had hij besloten om het gewoon z'n gang te laten gaan, en die verliefde gevoelens te negeren. Er zijn nog genoeg knappe meiden op deze wereld, dacht Remus steeds als hij aan haar dacht...





_________________
See you in another life then, eh brother?

Laatst aangepast door Lupos-freak op Ma Jul 10, 2006 17:40; in totaal 3 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Lupos-freak
Opperste Hotemetoot
Opperste Hotemetoot


Verdiend: 529 Sikkels
Woonplaats: Pala Ferry

Lupos-freak is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Ma Jul 10, 2006 18:08 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 12: Fenrir Vaalhaar

"Oh, Remus, daar ben je eindelijk. Ik sta hier al zeker een uur te wachten. Had de trein vertraging ofzo?" roept een schelle stem naar Remus. Remus springt uit de trein. Hij wou nog even 'Tot ziens' zeggen tegen z'n vrienden, maar die zijn blijkbaar al bij hun ouders. Hij gaat dan maar met tegenzin naar z'n moeder die hem daarnet al 'hartelijk' goeiedag zei.

"Ja, de trein had vertraging. Ter hoogte van Cheffield waren er enkele sneeuwstormen. Omdat de trein daar niet zó goed tegen bestand was, moesten we daar even halt houden."

Dit was het begin van de kerstvakantie, die Remus, net als de meesten van Zweinstein thuis doorbracht. Zelfs Sirius bleef niet op Zweinstein, zoals hij van plan was. Hij logeerde bij James. Remus had nog altijd niet aan z'n vrienden verteld wat hij eigenlijk was. Hij had besloten om dat uit te stellen tot na de kerstvakantie.

Mevrouw Lupos sleurde haar zoon mee, doorheen de menigte en zo bereikten ze de toegang tot de Dreuzelwereld. Al gauw waren ze uit het King's Cross stationsgebouw, en zaten ze in een Dreuzelauto die mevrouw Lupos voor één dag gehuurd had. In een mum van tijd waren ze thuis. Mevrouw Lupos zette Remus thuis af, terwijl zij de huurauto terug zou brengen naar de Dreuzelgarage.

Die avond vertelde Remus tijdens het avondeten z'n ouders over het leven op Zweinstein, zijn vrienden, de leraren... Maar Remus vertelde hen niet van zijn 'verboden' liefde voor Lily Evers. Hij vond dat hij die emotie beter privé hield. Maar toen hij terugdacht aan Lily, dacht hij ook meteen terug aan hun gesprek over zijn bestaan als weerwolf. Eigenlijk was Remus best wel nieuwsgierig wie hem tot opgezadelt had met de handicap. Hij kon z'n nieuwsgierigheid niet meer de baas en hij vroeg het op de man af aan zijn vader.

Fenrir Vaalhaar, dat was de naam van de persoon die Remus had gebeten. Remus had altijd wraak gevoeld voor de persoon die hem dat had aangedaan, maar hij had altijd gedacht dat die persoon er zelf ook niets kon aandoen. Dat was blijkbaar helemaal verkeerd gedacht. Die avond had z'n vader hem verteld wat voor een monster die Vaalhaar wel niet was. Hij beet kinderen omdat hij dat leuk vond. Toen Remus dat hoorde werd hij ongeloofelijk kwaad. Hij had het voor de lol gedaan. Hij had iemands leven zomaar voor de lol om zeep geholpen. Hij zou nergens worden aanvaard, omdat hij gezien werd als een monster en dat was allemaal de schuld van een echt monster! Er was dus toch iemand waarop Remus zich kon wreken. Al de opgekropte woede kwam naar boven. Hij zou zich wreken. Eens zou zich een kans voordoen. En die zou hij niet laten schieten!

Lodewijk Lupos (Remus' vader) mocht dan wel een Dreuzel zijn, toch vond hij het nodig om af en toe in de Tovenaarswereld te vertoeven, de andere wereld zoals hij die noemde. Hij wilde weten wat daar allemaal gebeurde, wat er zo leuk aan was en de minder leuke kanten. Maar hij wilde vooral weten in wat voor wereld zijn vrouw en zoon opgroeiden. Zo'n dertig jaar geleden nam hij een bijberoep. Na zijn gewone job als advocaat, nam hij een baantje in de Tovenaarswereld. Hij werd de assistent van Femke Dewaele, één van de bekendste schouwsters van die tijd. Hij hielp moordenaars, dieven en ander gespuis oppakken. Meestal ving Dewaele de gemeneriken en liet ze dan een week bij Lodewijk thuis, die ervoor zorgde dat ze niet konden ontsnappen. Na die week werden ze dan naar Azkaban vervoert. Op een dag had Dewaele een weerwolf gevangen die voor de lol kinderen beet, Fenrir Vaalhaar. Ze bezorgde hem aan Lodewijk, die er eerste heel voorzicht mee had omgegaan. Maar in één of andere dronken bui had hij het hek van de kooi laten open staan, per ongeluk, natuurlijk. En van Vaalhaar was geen spoor meer te vinden.

Vaalhaar wou zich wreken, wreken op de persoon die hem opgesloten had. Als er één ding was waar Vaalhaar niet tegekon dan was het een kooi. Om achter tralies te blijven totdat gewoonte en ouderdom zich erbij neerleggen, en elke kans om levens tot een hel te maken is verkeken en het verlangen ertoe gedoofd. Hij wou bijten, hij zou zich wreken door te bijten. Maar hij hield het meest van kinderen, daarom zou hij de man die hem had opgesloten overal volgen en zijn eerste kind niet zomaar bijten, maar doodbijten!






_________________
See you in another life then, eh brother?

Laatst aangepast door Lupos-freak op Do Jul 13, 2006 9:58; in totaal 9 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Lupos-freak
Opperste Hotemetoot
Opperste Hotemetoot


Verdiend: 529 Sikkels
Woonplaats: Pala Ferry

Lupos-freak is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Ma Jul 10, 2006 18:09 Terug naar boven Sla dit bericht op

Image

Hoofdstuk 13: Op een zwoele zomerdag...

Op een zwoele zomerdag ergens op het einde van de maand juli zat het gezin Lupos buiten. Ze zaten te genieten van de zomer, de warmte, een aperitief, de hapjes, maar vooral van elkaar. Op een gegeven ogenblik zaten meneer en mevrouw Lupos te zonnen en hadden even geen zicht op hun kleine baby die nu ongeveer een jaar oud was. Het kind kon nog niet zo lang kruipen, maar besloot om een 'wandelingetje' te maken in het bos dat aanpalmde aan de rijke beplante tuin van het gezin Lupos.

Het kind kroop verder... en verder... en verder...
En meneer en mevrouw Lupos wisten van niks. De aperitief had hen beïnvloed en ze waren beiden in Dromenland beland. En zonder het weten kroop het kind steeds verder...
Het kroop dieper in het bos. Het bos werd donkerder. Alleen op enkele heel uitzonderlijke plaatsen had de zon plaats om lichtjes tussen de bomen te doorschijnen. Het kind kreeg het benauwd en besloot dat het genoeg had gezien. Maar toen het wilde terugkeren hoorde het iets. Nee, het was geen vogel die fluite of een vos die in z'n hol sloop. Het kind kende vele geluiden, maar dit was een geluid dat het nog nooit gehoord had. En hij zou het ook nooit meer terug horen. Het was een zware, diepe adem van een beest. Geen gewoon zoogdier dat rondzwierf in het bos, een groot enorm harig beest. Eigenlijk was het niet zomaar een beest. Het was een weerwolf.

Fenrir had eindelijk een kans gezien. Een kans gezien om zich te wreken. Hij zou het kind van die ouwe bijten, doodbijten. Alleen al het gedacht om het sappige, malse, zoete vlees te doorboren met vlijmscherpe tanden bezorgde hem een gelukzalig gevoel. Misschien was hij gemeen, maar dat kon hem helemaal niks schelen. Het was puur genot.

Het kind draaide zich om en toen zag het het monsterijke wezen. Het was niet om aan te zien. Maar het kind kreeg niet veel tijd om het wonderbaarlijke wezen voor hem te bewonderen, want het beest hapte toe!

Duizenden vlijmscherpe tanden doorboorden het zachte vlees. Bloed drupte op de grond. De kaken van het dier verstevigden de beet. Bloed liep eruit. Het kinde dat eerst had liggen huilen, viel nu bewusteloos. Er stond schuim op de mond van het kind. En dan... het beest beet harder... en harder... en toen beet het door! Er stroomde bloed uit de muil van het monster. De muil sloot zich met het vlees ertussen.

Hij had genoeg. Het kind zou nu langzaam sterven. Hij had zich gewroken. Hij ging ervandoor en liet een bloedspoor achter van het bloed dat uit zijn mond stroomde.

Het kind lag op de grond en het bloed stroomde uit een wonde. Een wonde die nooit zou verdwijnen. Het kind lag zo te bloeden dat het eraan zou sterven. Het zou sterven aan een uitzonderlijke diepe beet van een weerwolf. Het bloeden hield niet op... Het zou sterven... Het ademde niet meer...

Het was stil. Het was doodstil in het grote bos. De stilte werd verbroken door een klein 'Drup', dat zich steeds herhaalde. De bloeddruppels vielen uit de wonde en hadden een plas gevormd. Het bloeden hield op. En toen kwam er nog een geluid bij. Het geluid van een zachte ademhaling dat afkomstig was uit het kind zelf. Het leefde!







_________________
See you in another life then, eh brother?

Laatst aangepast door Lupos-freak op Za Jul 15, 2006 20:58; in totaal 3 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Lupos-freak
Opperste Hotemetoot
Opperste Hotemetoot


Verdiend: 529 Sikkels
Woonplaats: Pala Ferry

Lupos-freak is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Do Jul 13, 2006 10:05 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 14: Een harig probleempje

Kerst was voorbij. Remus had een heel pakket boeken gekregen van z'n vrienden, z'n ouders en z'n familie, waar hij dolblij mee was. Maar de kerstvakantie was nu ook voorbij, en Remus zat in de trein terug naar Zweinstein. Remus zat in een coupé samen met James, Sirius en Peter. Remus zat wat te lezen in "De Dreuzelgemeenschap: Een Boek Over Dreuzels En Hoe Ze Zich Gedragen." Dit was het moment dacht Remus, nu had hij de kans om ze alle drie te vertellen over zijn probleempje...

James stak z'n hand uit richting z'n haar, en wreef er eens in. Onder z'n warrige haar zag je zijn ogen. Bang? Sirius speelde met een of andere dwaze memo, die hij nu liet dwarrelen op de grond en hij richte zijn ogen op Remus. Donkere ogen die hem doorboorden en precies zijn gedachten konden lezen, zo leek het althans. En Peter, Peter zat te bibberen. Niet van de koude die in de trein heerste, maar van de plotselinge stilte dat het resultaat was van Remus' verhaal. Remus had hen alles verteld, maar hij was bang. Zo bang voor hun reactie. In zijn hele verhaal hebben ze hem niet onderbroken, hem zelf geen kleine vraag gesteld, ze lieten hem gewoon vertellen. En nu leek het alsof ze geraakt waren door een bezwering die hen de mond had gesnoerd. Sirius uiteindelijk was de eerste die iets zei. "Kijk, Remus, ouwe jongen, leergierig eerstejaartje, of vriendelijk weerwolfje, het kan me niks schelen. Ik heb je leren kennen, en je hebt je verhaal verteld, je vertrouw ons. En het zou enorm wreed zijn om dat vertrouwen te verbreken door een klein harig probleempje."






_________________
See you in another life then, eh brother?
Profiel bekijkenStuur privébericht
Berichten van afgelopen:      


 Ga naar:   


Sla dit onderwerp op als textbestand

Volgende onderwerp
Vorige onderwerp
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum
Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum
Je mag niet stemmen in polls in dit subforum



Powered by phpBB © 2001/3 phpBB Group :: FI Theme :: Tijden zijn in GMT + 1 uur :: Disclaimer