Poll :: Wat vind je van m'n verhaal? |
Geweldig!!!! |
|
35% |
[ 21 ] |
goed!!!! |
|
30% |
[ 18 ] |
gaat wel! |
|
16% |
[ 10 ] |
slecht! |
|
16% |
[ 10 ] |
|
Totaal aantal stemmen : 59 |
|
Auteur |
Bericht |
kjell-lovers
5e jaars


Verdiend:
80 Sikkels
Woonplaats: belgië
|
Geplaatst:
Ma Feb 27, 2006 21:13 |
 |
Langzaam sjokte de jonge vrouw verder en verder het bos in. Haar armen zaten onder de schrammen van de dunne, scherpe takjes die er tegenaan zwiepten. Ze was uitgeput en wilde het liefst van al in een warm bed, met dikke dekens liggen, of gewoon een aantal minuutjes uitrusten door even te gaan zitten tegen een boom, maar haar verstand weerhield haar daarvan. Ze keek naar het kleine bundeltje in haar armen en glimlachte even.
Ze zag beelden voorbij flitsen: de geboorte van Femke, haar ouders die dolgelukkig waren, haar zus, Iris, die vertrok en stierf, haar moeder die genadeloos vermoord werd, haar vader die ineenzakte na het verlies van zijn vrouw, en nu hoe zijzelf moest vluchten met haar kleine zusje.
Wanneer ze nu opgaf zouden ze haar zeker vinden en vermoorden, of erger; haar martelen en aan haar lot overlaten zoals ze met haar dierbare zus hadden gedaan. Ze moest ervoor zorgen dat Femke in leven bleef. Ze was van plan haar af te leveren op Zweinstein, een school waar ze vroeger over gehoord had. Ze had nooit les gekregen op een school, haar ouders hadden hun twee oudste dochters alles geleerd wat je normaal op school zou moeten leren. En dat hadden ze allebei geslikt als zoete koek. Geen van beide wilde ver van huis zijn, vooral niet omdat Voldemort dichtbij hun huis gesignaleerd werd.
Het meisje, genaamd Fleur, had heel weinig vrienden en dat was maar goed ook. Dan hadden ze hen misschien één voor één opgezocht en gruwelijk afgemaakt. Doordat ze binnen de muren van het paleis woonde ontmoete ze niet veel andere mensen van haar leeftijd. Haar oudere zus van één van haar weinige vrienden. Binnen de familie waren nog een aantal jongeren van haar leeftijd en daardoor had ze niet echt heimwee naar wat er buiten de muren van het paleis gebeurde.
Misschien wisten de dooddoeners niet van welk belang Femke en zijzelf waren, maar wanneer ze te weten kwamen dat ze de zussen waren van Iris Knockaert zouden ze zeker opzoek gaan naar hen. Het lot van haar volk lag in haar handen. Ze moest het kindje in veiligheid brengen. De enige erfgenaam die overbleef om het koninkrijk van haar moederland over te nemen. Op Zweinstein zouden ze vast veilig zijn en veel vrienden krijgen, zo zouden ze toch nog een goed leven leiden!
Maar nog geen tien minuten geleden was Fleur getuige geweest van een moord. De moord op haar beste vriendin. Misschien wel het enige meisje dat ze ooit kon vertrouwen, na haar zus.
De bomen zagen er griezelig uit in het felle maanlicht en de vele beestjes die over de grond kropen, maakten akelige geluiden die de moedigste mensen angst zouden inboezemden. Het jonge meisje ging sneller en sneller lopen, ook al was ze ervan overtuigd dat ze haar niet volgden. Angstzweet parelde op haar uitgeputte gezicht. De druppels liepen langzaam van haar gezicht en lieten vochtige lijnen achter.
Hoe langer ze door liep hoe meer het bos uit elkaar leek te groeien.
Haar gezicht leek zich een beetje te ontspannen, maar haar lange, bruine haar kleefde zweterig aan haar wangen. Haar oogleden leken zwaarder en zwaarder te worden en haar benen konden het elk moment begeven.
In de verte zag ze kleine flikkerende lichtjes en talloze torentjes die hoog boven de bomen uitstaken. Kreunend leunde ze tegen de laatste boom die ze tegenkwam, voor ze een voet kon zetten op een groot en goed onderhouden grasveld.
Aan de overkant van het grasveld stond een enorm, prachtig kasteel te fonkelen. Er waren inderdaad een aantal ramen waar een wazig licht achter scheen. Zo te zien waren de meeste mensen in het kasteel allang in dromenland.
Een beetje verder zag ze een houten hutje waar ook geen lichtje meer te bespeuren was. Er kringelde nog een kleine rookpluim uit de bakstenen schoorsteen.
Achter het hutje lagen grote pompoenen, staken wortelen en bloemkolen boven de grond en stonden er grote kisten waar een vreemd geluid uit leek te komen.
Voor haar benen het begaven en ze met haar zusje in haar armen neerzakte, zag ze nog net het beeld van drie jongeren.
|
Laatst aangepast door kjell-lovers op Za Sep 09, 2006 13:06; in totaal 6 keer bewerkt |
|
  |
 |
kjell-lovers
5e jaars


Verdiend:
80 Sikkels
Woonplaats: belgië
|
Geplaatst:
Ma Feb 27, 2006 23:21 |
 |
In de verte hoorde ze gehuil van een baby, een baby die familie miste. Snel opende Fleur haar ogen, maar sloot ze meteen daarna weer. Een enorm fel licht scheen in haar ogen en verblinde haar zowat. Na enkele minuten met spleetjes te hebben gekeken opende ze haar ogen helemaal en zorgde ervoor dat ze gewend raakten aan het licht.
Ze keek rondom zich en zocht naar haar kleine zusje die ze onder haar hoede had genomen. Ze had haar vader beloofd Femke te beschermen met haar leven en haar in veiligheid te brengen. En dat was precies wat ze ging doen; al moest ze de hele wereld rondreizen, ze ging voor Femke zorgen!
Na ervan verzekerd te zijn dat Femke niets mankeerde fixeerde ze zich op haar nieuwe omgeving. Ze lag in een soort zaal waar het kleur; wit blijkbaar de basiskleur was. Op een aantal portretten na waren de muren kaal en de hele ruimte werd belicht door grote, magische lampen die Fleur herkende van bij haar thuis.
‘Hallo, ik ben Poppy Plijster, de Heler op Zweinstein! Aangenaam. Je bent vast uitgeput! Ga maar lekker terug liggen en rust maar uit, dan roep ik Albus om te zeggen dat je bijgekomen bent!’
De vrouw ging even snel weg als ze gekomen was.
Haastig liep de bezorgde vrouw naar een klein kantoortje aan het eind van de grote, witte, lege zaal.
‘Zo, ik hoop dat je je wat beter voelt en ons kunt vertellen wat er gebeurt is,’ zei een stem links van haar. Ze draaide zich om en keek in de vriendelijke ogen van een oud uitziende man met een kromme neus en een punthoed. ‘Drie van onze studenten hebben je vannacht buiten gevonden. Je was ijskoud, ze brachten je meteen hierheen.’
‘Waar is Femke?’ vroeg Fleur aarzelend met trillende stem. ‘Ik had haar vast, waar ben ik eigenlijk?’
Ze keek de zaal nog eens rond en vond het er maar somber uitzien. Er bevonden zich enkel een twintigtal bedden, allemaal in dezelfde kleur.
‘Rustig maar, als je je kindje bedoelt; ze is bij Madame Plijster. Ze was heel erg koud, net als jij.’
Fleur keek hem verward aan. ‘Mijn kindje? Nee, Femke is mijn zusje!’
Madame Plijster kwam terug aangelopen met Femke in haar armen.
‘Femke!!!!’ riep Fleur uit.
Ze wilde uit haar bed springen, maar werd tegengehouden door de man wie Madame Plijster, Albus noemden. Madame Plijster gaf Femke afkeurend aan Fleur. Blijkbaar vond ze het ook onverantwoord dat ze uit bed had willen klimmen. Fleur was enorm opgelucht dat ze haar zusje gezond en wel terug zag.
Ze keek glimlachend naar haar kleine zusje en vergat bijna waarom ze hier naartoe was gekomen. Maar dat was voor die paar minuten niet van belang. Op dit moment was Fleur gewoon blij dat ze op haar bestemming was aangekomen en dat Femke in goede gezondheid was.
Ron klom kreunend en zwetend de leerlingenkamer in en zocht vlug naar Harry en Hermelien. Hij liep zo snel hij kon naar de openhaard.
‘Wat is er gebeurd?’ vroeg Hermelien bezorgd en sprong snel op uit haar stoel om plaats te maken voor Ron.
‘Mal-fi-dus!’ mompelde hij gesmoord en hield zijn gewaad tegen z’n zijn bloedende neus.
‘Kom, we gaan naar de ziekenboeg en daarna naar Perkamentus! Malfidus moet niet denken dat hij alles is!’ antwoordde Harry boos en hielp Ron terug naar buiten, op de voet gevolgd door Hermelien.
‘Wat doen jullie hier?’ vroeg Madame Plijster toen ze Harry zag binnenkomen maar leek bezorgder toen ze Ron zag binnenstrompelen. Ze begeleidde hen naar het achterste bed en ging haar kantoortje binnen om haar toverstok te halen en een bezwering over zijn bloedneus uit te spreken en hem een drankje toe te dienen voor zijn gekneusd been.
Harry keek wie er nog was en zag Marcel Lubbermans vier bedden verder liggen. Hij glimlachte flauwtjes en keek toen weer naar Ron, die pijnlijke gezichten trok toen Hermelien zijn broekpijp opstroopte. Er kringelde bloed langs zijn kuit naar beneden. Ron zag lijkbleek en leek zijn uiterste best te moeten doen om het niet uit te schreeuwen van de pijn.
Naar Rons mening kwam Madame Plijster veel te snel terug en begon ze de bezwering te mompelen, terwijl Ron stevig zijn kaken op elkaar drukte om geen geluid te maken.
Plots begon Femke te wenen waardoor vele echo’s in de Ziekenzaal ontstonden. Hermelien en Harry draaiden zich om en keken naar het bed dat verborgen was achter vele schermen. Het was duidelijk dat deze persoon geen bezoek wilde krijgen. Professor Anderling kwam uit Madame Plijsters kantoor en liep naar het bed waar de baby zich leek te bevinden.
‘Was er iemand op Zweinstein zwanger?’ fluisterde Hermelien naar Harry, die al even verward leek.
‘Niet dat ik weet, waarschijnlijk schuil gehouden door spreuken!’ fluisterde Harry terug, zodat Madame Plijster het niet zou horen.
Ze hoorden een mooi, zacht gezang opklinken achter de schermen die het bed verborgen. Na een tijdje leek het alsof het kindje in slaap was gevallen want het gezang en het geween hield al snel terug op.
‘Je moet nog zeker twee uur op de Ziekenzaal blijven en daarna mag je pas vertrekken, Wemel!’ zei Madame Plijster streng, om er zeker van te zijn dat hij bleef liggen. ‘Je been moet kunnen rusten!’
Ze liep naar Professor Anderling, die naar de persoon met het kindje keek. Ze hoorden hen fluisteren waar ze een aantal woorden van opvingen.
‘….heel moe…..slaapt al….’
‘Zouden we even mogen kijken?’ vroeg Ron zich hardop af.
‘Ron! Wat voor manieren heb jij eigenlijk?’ Zei Hermelien streng en keek Ron boos aan. Ron haalde alleen zijn schouders op en keek naar de schermen alsof hij er een gat in wilde boren. |
Laatst aangepast door kjell-lovers op Vr Jul 21, 2006 16:57; in totaal 3 keer bewerkt |
|
  |
 |
kjell-lovers
5e jaars


Verdiend:
80 Sikkels
Woonplaats: belgië
|
Geplaatst:
Di Feb 28, 2006 21:39 |
 |
Het was al drie weken geleden sinds haar aankomst op Zweinstein. Fleur miste haar vader enorm. Bij haar thuis was het de gewoonte dat ze de twee paarden verzorgde, die bij hen in de grote tuin stonden. Maar jammer genoeg hadden ze hier op Zweinstein geen paarden. Er waren tal van andere vreemde wezens, maar Fleur was altijd geleerd om geen enkel dier of wezen aan te raken waarvan ze niet wist wat het was.
Femke was in goede gezondheid en Fleur was terug op het goede been, door de goede zorgen van Madame Plijster. Ze was dan misschien opdringerig, maar ze wist wat haar vak inhield. Wat maar goed was ook; Fleur zou het niet overleven als Femke zou sterven aan één of andere ziekte door de lange reis.
Fleur had alles met Albus Perkamentus besproken. Van Femke haar opleiding tot haar verblijf op Zweinstein. Het was ook zo dat ze allebei op Zweinstein gingen moeten blijven, ook in de vakanties en dat bracht problemen met zich mee. Er was nog nooit een leerling op school gebleven in de zomervakantie. En het was niet zo vanzelfsprekend om terug te gaan naar hun geboorteland. Haar vader, de enige van de familie die over bleef, woonde dan ook erg ver: in Nieuw-Zeeland. Natuurlijk konden ze een viavia gebruiken, maar dan was niet zo simpel met een kind van nog geen zes maanden oud. En misschien zouden ze dan ontdekt worden door Dooddoeners of dergelijke.
In die drie weken had ze dé Harry Potter leren kennen, samen met zijn vrienden: Hermelien en Ron. Femke verbleef op de Ziekenzaal, samen met Fleur. Madame Plijster had voor een tijdje het bed in de hoek van de Ziekenzaal laten afzetten door allerlei schermen, zodat ze wat privacy hadden. Fleur had er wat persoonlijke spullen neergezet. Haar vader had via Perkamentus haar kleren naar Zweinstein laten komen en ook alle spullen die ze nodig zou kunnen hebben.
Ze had enkele foto’s van familie op het kleine nachtkastje geplaatst, om de boel wat op te vrolijken en aan de muur hingen nu ook enkele bewegende kadertjes.
Fleur kreeg nu en dan bezoek van Hermelien, Harry en Ron, die geïnteresseerd waren in het nieuwe meisje.
‘Waar kom je vandaan?’ vroeg Hermelien die meteen geïnteresseerd was in de afkomst van Fleur.
Fleur had haar even argwanend aangekeken maar opende toen aarzelend haar mond, op het moment dat Femke terug haar keel openzette. Fleur nam haar uit het kleine wiegje en troostte het kleine meisje. Gelukkig zorgde Fleur al van de geboorte van Femke voor haar zusje, anders zou ze vaak hulp nodig hebben en dat is niet zo handig op een school.
Hermelien en Harry keken liefdevol naar het kleine kindje, dat nu zo’n vier maanden moest worden.
‘Mijn vader woont in Nieuw-Zeeland, aan de andere kant van de wereld, dus.’ Antwoordde Fleur glimlachend.
Femke graaide naar een loshangende lok haar van haar grote zus en maakte kirrende geluidjes. Fleur keek omlaag en onderdrukte een grijns bij het zien van haar zusje.
Ze was blij dat Perkamentus hen onderdak verschafte, anders zouden ze nu ergens in armoede moeten leven. Hier hadden ze voedsel en een comfortabel bed. Ook kon Fleur hier haar studies afmaken, hoewel ze van haar moeder heel veel had geleerd toen ze nog jonger was.
Haar ouders waren vergevorderde tovenaars en wilden hun dochters alles leren wat ze wisten. Alleen sloeg op een nacht het kwaad hun huis binnen.
‘En je moeder?’ vroeg Harry aarzelend bij het zien van Fleurs gezicht.
Hij zag meteen dat hij iets verkeerds gevraagd had. Ze had nu een verdrietige gelaatsuitdrukking en er verschenen tranen in haar ooghoeken, die ze verdreef.
Ze keek de twee vrienden aan en gaf eerlijk antwoord. Het had geen zin om hen voor te liegen omdat het haar kwetste. Wanneer ze het nogmaals luidop moest zeggen klonk het té officieel. Ze zouden na verloop van tijd toch te weten komen hoe het echte verhaal in elkaar zat.
‘Mn moeder werd vermoord.’ Ze stopte even met praten, alsof ze op iets wachtte. ‘Door de persoon die jullie Jeweetwel noemen.’
Harry en Hermelien keken haar vol medelijden aan, maar zeiden verder niets. Harry wist hoe het moest voelen wanneer je ouders vermoord waren door de meest Duistere Tovenaar aller tijden. In Fleurs geval was het alleen haar moeder, maar zij had haar nog gekend. Dus het moest vast nog zwaarder zijn. Harry was zijn beide ouders kwijt geraakt, maar hij had hen nooit gekend.
‘We waren de allerlaatste puurbloed familie in Nieuw-Zeeland, maar mijn vader weigerde met hen samen te werken. Op een stormachtige nacht hoorden mijn zus en ik gegil in mijn ouders hun kamer. Mijn vader was een weekend weg voor zijn werk, dus kon het gegil alleen van mijn moeder afkomstig zijn. We probeerden de deur te openen, maar die was vergrendeld met een krachtige spreuk waarvan we geen tegenvervloeking kenden. Ongeveer een uur later sprong het slot vanzelf open. Ik en Iris, mijn zus, hadden de hele tijd spreuken op de deur losgelaten. We liepen snel de kamer in, maar we konden haar nergens vinden. Onder het raam lag een plas water wat afkomstig was van de regen. De ontvoerders van mijn moeder waren via het raam ontsnapt. Mijn vader had het huis vergrendeld tegen Verdwijnselen en Verschijnselen. We konden hen onmogelijk vinden, dus we zijn nooit te weten gekomen wat er precies met haar gebeurd is. Mijn vader heeft later nog onderzoek gedaan en is van een vreemde in een toeristenkroeg te weten gekomen dat Voldemort haar vermoord had. Mijn vaders wereld stortte letterlijk in. Hij heeft zich weken op zijn kamer opgesloten. Pas toen hij hoorde dat Voldemort dicht bij ons huis gesignaleerd was, kwam hij naar buiten, bereidde ons voor en ging de strijd met hem aan. Daarin verloren we Iris, mijn oudere zus.’ vertelde Fleur aan één stuk door.
Blijkbaar was ze de laatste tijd alles aan het opkroppen en kon ze nu haar hart luchten, bij twee personen die ze niet zo goed kende. Natuurlijk wist ze alles over Harry Potter, maar er is een groot verschil tussen hem kennen uit boeken en hem écht kennen. Hermelien had de hele tijd gefascineerd zitten luisteren en bracht nu en dan kreetjes van walging uit, waardoor Harry haar geïrriteerd aankeek.
‘Waar is jullie vriend eigenlijk?’ vroeg Fleur aan Harry en Hermelien, die verbaasd opkeken door de plotselinge vraag.
‘Hij moest naar Perkamentus gaan,’ zei Harry. ‘Problemen met een medestudent.’
Fleur glimlachte en keek naar Hermelien, die op haar beurt naar Femke keek. Femke was goed op weg om in slaap te vallen, wat niet zo gemakkelijk was voor Fleur.
‘Wil je haar even vasthouden?’ vroeg Fleur vriendelijk.
Hermelien leek vereerd en nam Femke voorzichtig aan. Ze wiegde haar zachtjes in haar armen en glimlachte naar het kleine meisje, die nu uitgebreid geeuwde en met haar kleine handjes in haar oogjes wreef.
‘Wat wilde Vol- Jeweetwel van jullie?’ vroeg Harry om terug op een interessant gespreksonderwerp te komen.
Hij had niet veel zin om zich in een vrouwengesprek te mengen. Hij had het veel liever over Voldemort dan over hoe je een baby moest opvoeden. Daar zou hij later nog genoeg mee geconfronteerd worden.
‘Zoals ik al zei, zijn we de allerlaatste familie die puurbloed is. Mijn vader is een machtige tovenaar, die een aantal goede tovenaars heeft opgeleidt die Voldemort graag voor zijn kar wil spannen. Ja, ik zeg zijn naam ook luidop,’ voegde ze eraan toe bij het zien van Harry’s gezicht.
‘Na wat er allemaal al gebeurt is door zijn toedoen, spreek ik over hem met zijn naam en niet met Jeweetwel.’
‘Zijn jullie van adel?’ vroeg Hermelien op een beleefde manier.
‘Ja, niet dat dat echt leuk is. Ik zou veel liever een gewoon meisje zijn die les volgt op school en niet alles volgens de regels moet doen! We wonen in een grote villa, die zich binnen de muren van het paleis bevindt. Mijn moeder was een verre achternicht van de huidige koning die nu over Nieuw-Zeeland regeert.’
Even dacht ze terug aan wat Perkamentus gezegd had: ‘Je kunt hier herbeginnen met een nieuw leven. Het zou goed zijn voor Femke en zo heeft je vader ook meer zekerheid dat jij in veiligheid bent. Het zou rampzalig zijn wanneer Voldemort jou in zijn greep heeft, dat moeten we vooral zien te voorkomen. Je krachten zullen later van groot belang zijn wanneer Harry tegenover Voldemort komt te staan. Als Voldemort echter je krachten kan overnemen, kan hij die gebruiken tegen Harry en dan is er een grotere kans dat Harry het gevecht verliest. Ik heb trouwens gehoord dat je kennis hebt gemaakt met Harry, Hermelien en Ron.’
Toen had hij geglimlacht. Die laatste zin had niet echt als een vraag geklonken, maar toch had ze geantwoord en hem verder uitgehoord over het trio.
Niet veel later kwam een lange, tengere man binnen met een haakneus en lang vettig haar. Hij werd gevolgd door een jongeman met een spits gezicht en wit, achterovergekamd haar. Hij zag er op het eerste gezicht vrij arrogant uit, maar Fleur ging nooit af op de eerste gedachten over sommige mensen. Maar misschien ging ze nog van gedachte veranderen over die jongen. |
Laatst aangepast door kjell-lovers op Vr Aug 18, 2006 21:10; in totaal 3 keer bewerkt |
|
  |
 |
kjell-lovers
5e jaars


Verdiend:
80 Sikkels
Woonplaats: belgië
|
Geplaatst:
Wo Mrt 08, 2006 22:32 |
 |
Langzaam verkende Fleur de vele, eindeloze gangen die er verlaten bijlagen tijdens de lesuren. Professor Perkamentus had besloten om Fleur niet meteen te laten beginnen met de lessen. Er hingen geen leerlingen rond die door de gangen slenterden en kattenkwaad uithaalden, niemand die bommetjes rond wierpen en gelukkig geen vervelende leerkrachten.
Na het middagmaal, over twee uur, mocht ze bij Perkamentus langs om ingedeeld te worden onder de vier afdelingen. Ze wilde geen afstand doen van haar zusje, dus moest ze hier in het kasteel blijven. Haar vader had gewild dat Fleur naar huis ging, maar het was het beste dat ze bij haar zusje bleef. Ze was even oud en even goed ervaren in de toverkunst zoals Hermelien, Harry en Ron dus was het geen probleem om in hun jaar te worden geplaatst en zo toch nog iets bij te leren wat ze van haar ouders nog niet had bij gekregen.
Ze was op de één of andere manier bovenaan het kasteel gekomen, in de astronomietoren, die er ook verlaten bijlag. Waarschijnlijk werd hier geen les maar gegeven overdag, wat Fleur totaal niet verwonderde. Fleur keek uit het raam en bewonderde de late zonsopkomst. De zonnestralen kleurden de boomtoppen die zacht wiegden in de wind en het gras leek wel van glas door de ochtenddouw. Ze had er geen idee van hoe laat het ondertussen zou zijn dus besloot ze om de terugweg te zoeken voor ze verdwaalde in de kale, misleidende gangen van Zweinstein.
Overal wezen schilderijen haar na en fluisterden roddels naar elkaar toe. Ze wilde net de hoek omgaan toen ze tegen iemand opbotste.
‘Oh Professor, ik had u niet gezien, excuseert u mij.’ Hakkelde ze zenuwachtig en wilde verder lopen maar werd tegengehouden door Professor Sneep.
‘Is het normaal, zomaar in de gangen te zwerven in plaats van je lessen te volgen?’ vroeg Sneep met z’n ijzige stem.
‘Ik heb nog geen lessen meneer, ik word na het middagmaal ingedeeld.’ Antwoordde Fleur beleefd maar aan het gezicht van Sneep te zien was hij niet overtuigd.
‘Vraagt u het maar aan Professor Perkamentus!’ Ging Fleur verder, ze had echt geen zin om nu opgehouden te worden door een leerkracht die haar niet wilde geloven.
‘Dan zou ik maar naar de Grote Zaal gaan, het eten wordt binnen een tiental minuten opgediend!’ Sneep liep met grote passen terug naar waar hij vandaan kwam maar plots schoot Fleur iets te binnen. Ze rende Sneep achterna en probeerde niet al te veel lawaai te maken om hem niet nog bozer te maken. Blijkbaar had hij niet zo’n goed humeur, ofwel was hij altijd zo onbeleefd.
‘Professor? Professor!? Zou je mij alstublieft willen vertellen hoe ik in de Grote Zaal kom? Ik ben hier naartoe geko-‘
‘Daar had je dan beter aan gedacht voor je hier naartoe kwam!’ Hij opende een geheime wand en verdween in het niets, een verdwaasde Fleur achterlatend.
Ze begon haar weg terug te zoeken, wat niet gemakkelijk was met alle bewegende trappen. Plots hoorde ze achter zich voetstappen. Voetstappen die sneller en sneller dichterbij kwamen.
Wat als het alweer Sneep zou zijn? Zou haar dan straffen omdat ze verdwaald was, of haar meeslepen naar Perkamentus, net zoals hij die andere jongen voor Perkamentus gebracht had. Allerlei gedachtes kwamen in haar hoofd terwijl ze ook begon te rennen, sneller en sneller, ze zag amper waar ze liep totdat ze in de verte een jongen met rood haar zag staan die ze altijd zou herkennen.
Ze was zo opgelucht dat ze op hem afliep en hem omhelsde, wat een vreemd gezicht was voor Harry en Hermelien die de andere kant hadden genomen en nu achter hen stonden. Fleur deed Ron akelig veel denken aan z’n moeder, wanneer ze hem, haar afscheidsomhelzing gaf! Hij bevrijde zich uit Fleurs greep en zag dat ze lichte bloswangetjes had.
‘Hoe wisten jullie eigenlijk waar ik was?’ Vroeg Fleur terwijl ze op weg waren naar de Grote Zaal. Ze rammelde van de honger.
‘Dat is een lang verhaal, maar om het kort te maken; ik kan met een kaart zien waar iedereen zich bevind!’ Fleur keek hem geïnteresseerd aan maar besloot om niets meer te vragen. ‘Zo hebben we je trouwens ook opgemerkt toen je hier aankwam.’
‘Wat deed je trouwens bij Sneep!?’ vroeg Ron fronsend en keek Fleur aan die niet meteen antwoord gaf.
‘Ik was boven beland en was op weg naar de Grote Zaal, maar kwam Sneep toevallig tegen. Toen wilde ik hem de weg vragen omdat ik me niet echt kon herinneren hoe ik daar terecht gekomen was, en hij antwoordde bruut dat ik de weg zelf maar moest vinden!’ Ron gaapte haar aan.
‘Meen je dat nu? Maar hij is leerkracht, hij moet de mensen de weg wijzen die nieuw zijn!’ Beledigd liep Ron verder.
Harry onderdrukte een grijns en met z’n drieën volgden ze de rossige haren van Ron.
|
Laatst aangepast door kjell-lovers op Di Jul 18, 2006 22:03; in totaal 1 keer bewerkt |
|
  |
 |
kjell-lovers
5e jaars


Verdiend:
80 Sikkels
Woonplaats: belgië
|
Geplaatst:
Za Mrt 11, 2006 23:46 |
 |
Fleur was nu een maand op Zweinstein en voelde zich al helemaal thuis. Ze ging nu vaker en vaker naar de astronomietoren om van het uitzicht te genieten. Ze was blij dat ze toch met enkele mensen kon praten wanneer het moeilijk werd en Sneep begon vervelender met de dag te doen.
Het was alsof dat hij altijd wist waar ze zich bevond, daarom dat ze dan ook meestal in de beurt van Harry, Hermelien en Ron bleef.
Ze was tevreden dat ze bij Griffoendor ingedeeld werd. De lessen vond ze interessant maar die van Sneep werden langzaam, maar zeker ondraaglijk. Ze moest constant opmerkingen slikken van hemzelf en de zwadderaas. Wanneer ze Sneep in het oog kreeg, scheen er een hatelijke blik in haar fel, blauwe ogen. Zo’n arrogante blik zou zelfs Malfidus haar niet hebben achter gedaan.
Langzaam opende ze haar ogen. Ze keek de kamer rond om te kijken wie of wat de oorzaak was waardoor ze wakker geworden was. Femke sliep nog steeds vredig in haar wiegje naast haar hemelbed en de andere meisjes op de kamer waren blijkbaar ook nog niet wakker. Er rees een bijna onhoorbaar gesnurk uit het bed waar Belinda zich moest bevinden en er was één voet van Hermelien zichtbaar. Fleur grijnsde en zwaaide haar benen over de rand van het bed.
Ze wilde net naar de leerlingenkamer gaan toen ze een tikkend geluid tegen het raam hoorde. Er zat een donkerbruine uil op het kleine bankje voor het raam en tikte ongeduldig met zijn snavel tegen het venster. Zijn ogen stonden verwijtend en hij zette zijn veren op. Ze liet hem vlug binnen om de anderen niet te wekken.
Er hing een klein briefje aan zijn linkerpoot wat Fleur snel verwijderde. De uil vloog daarna onmiddellijk weg door het nog open raam.
Fleur keek hem nog even na, maar na enkele seconden vloog hij steeds hoger en hoger zodat ze hem niet meer zag.
Ze liep terug naar haar bed, nam de brief van haar nachtkastje en liep naar beneden. De leerlingenkamer leek uitgestorven en het was duidelijk dat de haard nog niet zo lang brandde want de vlammen stegen nu pas hoger en hoger. Ze ging in een gemakkelijke zetel naast de haard zitten en bekeek de brief.
Hij bleek aan haar geadresseerd te zijn en was geschreven in smaragd groene inkt.
Ze opende de envelop en haalde er een stuk perkament uit.
Kom vanavond om 8.30 na het avondmaal naar de astronomiekamer!
Ze bekeek het vreemde geschrift en kwam tot de conclusie dat het een brief moest zijn van iemand die ze niet kende. Ze stak hem in een binnenzak van haar nachtjapon en nam een boek van de tafel, een boek die Hermelien de avond ervoor had laten liggen.
Ze was verdiept geraakt in de inhoud van het boek en merkte niet dat iemand de trap afliep.
‘Ben je al wakker?’ Vroeg Harry verbaast toen hij Fleur in de gaten kreeg. Ze keek hem even doordringend aan en knikte toen, waarna ze verder las en Harry negeerde. Hij zat zenuwachtig in zijn kleine zetel en keek constant naar de vlammen uit de haard. Na een tijdje begon hij met z’n tong te klikken waarna Fleur even haar ogen rolde en verder geen aandacht meer aan hem besteedde.
Om 9.00 kwamen Hermelien en Parvatie samen de trappen af en Ron, Simon en Marcel kwamen de jongensslaapzaal uit.
‘Zo, wie heeft er zin in ontbijt?’ Vroeg Ron opgewekt en keek de anderen belangstellend aan, wachtend op antwoord.
Toen ze enkele minuten later, de meeste moesten zich nog omkleden, in de Grote Zaal waren, staarde Fleur naar de andere leerlingen die gezellig zaten te kletsen en genoten van alweer een overheerlijke maaltijd.
‘Waar is Femke tijdens de lesuren?’ Vroeg Hermelien aan Fleur die nogal aan het dromen was en eerst niet merkte dat iemand tegen haar sprak. Ze keek voor zich uit en dacht genietend terug aan Rain, haar paard die nu aan het trainen was.
‘Wat zei je?’ Vroeg ze verward. Ze haalde haar hoofd van haar hand en keek Hermelien aan.
‘Ik wilde even weten waar Femke is tijdens de lesuren en waar ze nu is.’ Herhaalde Hermelien en probeerde te achterhalen waar Fleur naar zat te staren.
‘Ze mag bij Madame Plijster blijven, die zorgt maar al te graag voor haar, alhoewel ik toch liever heb dat ze bij mij is, maar dat mocht niet,’ Antwoordde Fleur. ‘Perkamentus vind het gemakkelijker voor mij dat ze bij Madame Plijster blijft.’
‘Waarom zit Malfidus al de hele tijd te kijken naar hier?’ Vroeg Harry plots en keek de meisjes aan. Z’n gezicht stond niet zo vriendelijk meer als vanochtend. Fleur bedacht al snel dat Malfidus geen vriend van hen moest zijn.
‘Hoe moeten wij dat weten?’ Antwoordde Hermelien die naar Malfidus keek. Hij bleek in een soort trance te zijn, hij keek naar 1 bepaald punt die wel heel dicht in hun richting bleek te zijn, en knipperde bijna niet met z’n ogen. Korzel en Kwast praatten constant tegen hem, maar dat bleek hij niet te beseffen.
‘Wie is Malfidus?’ Vroeg Fleur en keek naar de richting waar Harry ook naar keek. Harry wees een jongen aan met wit/blond haar en kille grijze ogen. Fleur besefte dat ze hem eerder had gezien in het kantoortje van Perkamentus.
|
Laatst aangepast door kjell-lovers op Di Jul 18, 2006 22:25; in totaal 2 keer bewerkt |
|
  |
 |
kjell-lovers
5e jaars


Verdiend:
80 Sikkels
Woonplaats: belgië
|
Geplaatst:
Zo Mrt 12, 2006 19:55 |
 |
Over 2 weken zou Femke 6 maanden oud worden. Fleur had gewild dat haar vader Femke zag opgroeien, maar dat mocht blijkbaar niet waar zijn. In de tijden waar Fleur het even moeilijk had, stond Hermelien altijd voor haar klaar. Soms had Fleur zin om haar spullen bijéén te rapen en te vertrekken. Soms wilde ze dat Voldemort niet bestond zodat ze niet naar Zweinstein had moeten vluchten. Dan had haar moeder en zuster nog op deze aardbol rondgelopen. In de loop van de tijd waren Hermelien en Fleur goede vriendinnen geworden. Ron en Harry hielden zich meestal wat op de achtergrond op die momenten, meidenzaken lieten ze over aan Hermelien. Ron gaf toen toch alleen domme opmerkingen en Harry wist zich geen houding als het over zo’n zaken ging.
Fleur stond voor de spiegel; over 2 uur was het precies 8.30.
Ze had geen flauw idee van wat ze moest aantrekken. Ook wist ze niet wie haar dat briefje gestuurd had en dat maakte het er nog wat moeilijker op. Ze deed haar kledingkast open; al haar kledij lag netjes gesorteerd op het kleur en voor welk seizoen het geschikt was.
Uiteindelijk besloot ze een lichtblauwe jeansbroek aan te trekken met een babyblauw truitje. Daaronder trok ze lange zwarte laarzen aan met een hakje. Haar lange, bruine, lichtkrullende haar viel over haar schouders en haar donkerblauwe ogen kwamen mooi uit met het licht blauwe truitje.
Achter zich hoorde ze de kamerdeur opengaan en niet veel later terug dichtging. Op de parket was te horen dat iemand naar haar toeliep. Via de spiegel zag ze dat Hermelien achter haar stond.
‘Weet je zeker dat je wilt gaan?’ vroeg Hermelien en leek niet erg gerust over het feit dat Fleur, in haar situatie, alleen op pad ging om een onbekende te ontmoeten.
‘Er gebeurt vast niets. Wanneer het niet veilig is kom ik meteen terug.’ Antwoordde Fleur en keek in de spiegel waar Hermelien zicht bevond.
‘Hoe zou ik mijn haar moeten dragen?’ Vroeg Fleur toen alsof alles doodnormaal leek.
Ze draaide zich om en keek Hermelien recht in de ogen. De ongerustheid was duidelijk zichtbaar.
‘Wat vinden Ron en Harry hiervan?’ vroeg Fleur en draaide zich toen terug om en begon haar haar te borstelen en stak er een speldje in zodat het een klein beetje bij elkaar bleef zitten.
‘Wat denk je nu zelf? Ze weten goed genoeg hoe die anonieme afspraakjes aflopen. Ik blijf erbij dat je beter hier kunt blijven, morgen gaan we voor de eerste keer naar Zweinsveld, en we willen er een leuke dag van maken.’
‘Wil je zeggen dat het niet leuk wordt wanneer ik erbij ben?’ Vroeg Fleur nu fel, ze liep ze kamer uit zonder op antwoord te wachten en keek op haar uurwerk.
Op de 2de verdieping stopte ze even. Het was nutteloos om een uur te vroeg in de astronomiekamer te komen. Ze bedacht dat ze beter nog even naar Femke kon gaan. Ze ging op weg naar de Ziekenzaal en keek de laatste leerlingen na die op weg waren naar de leerlingenkamer. Nog een heel eind voor zich zag ze Professor Sneep aankomen. Ze zocht naar een open deur om hem niet opnieuw te moeten uitleggen wat ze hier op de gangen deed, maar het was al te laat. Hij had haar blijkbaar ook al opgemerkt want hij versnelde z’n pas en was in enkele seconden al bij Fleur, die doodsbenauwd naar z’n gezicht keek.
‘Zo juffrouw Knockaert, alweer op de gangen wanneer dat niet meer mag.’
‘Ik wilde m’n zus nog even bezoeken.’ Besloot Fleur te zeggen. Ze kon beter niet liegen, en het was een goed excuus. Ze had trouwens toestemming van Perkamentus om op bezoek te gaan bij Femke, ook al viel dit buiten de uren dat de anderen op de gangen mochten lopen. Ze moest er echter wel voor zorgen dat niemand er door gestoord werd.
‘Het is weekend, je hebt de hele dag tijd gehad om op bezoek te gaan.’ Sneerde Sneep en keek haar recht en zonder één enkel gevoel aan.
‘Ik heb nogal veel werk gehad met uw opstel, meneer.’ Antwoordde Fleur met de nadruk op het woord ‘uw’.
’10 punten aftrek wegens onbeschoftheid tegen een leerkracht!’ Zei Sneep kil.
‘Severus, mag juffrouw Knockaert even met mij meekomen?’ Vroeg professor Anderling die kwam aanlopen. Ze had haar geruite nachtjapon aan en keek nogal streng naar Sneep.
‘Ja, natuurlijk. Ze is uw leerlinge, maar ik zou er toch op letten dat ze zich aan de regels houdt Minerva.’
‘Dat zal ik zeker doen, Severus.’ Ze wenkte Fleur en vertrok. Allerlei gedachten trokken door Fleurs hoofd. Moest ze voor Perkamentus komen zodat hij haar kon vertellen dat ze de school moest verlaten? Of was er iets mis met Femke? Fleur wenste dat ze op een vlugger tempo naar de Ziekenzaal had gestapt.
Ze durfde geen uitleg te vragen aan Professor Anderling, dus volgde ze haar gewoon, benieuwd wat er ging komen.
|
Laatst aangepast door kjell-lovers op Di Jul 18, 2006 23:11; in totaal 1 keer bewerkt |
|
  |
 |
kjell-lovers
5e jaars


Verdiend:
80 Sikkels
Woonplaats: belgië
|
Geplaatst:
Do Mrt 16, 2006 19:57 |
 |
‘Professor Perkamentus verwacht u!’
Professor Anderling zei een soort snoepgoed waarna de waterspuwer opzij sprong. Er werd een grote wenteltrap zichtbaar waar zijzelf moest gaan opstaan. Professor Anderling bleef beneden achter. De muur sloot zich terug van zodra ze op de trap was gaan staan. Ze liet zich meevoeren naar boven terwijl ze nog steeds vele suggesties aan het bedenken was over haar bezoek aan Perkamentus. Als ze nog lang ging treuzelen, kwam ze te laat op haar afspraak in de astronomietoren en ging ze waarschijnlijk nooit te weten komen van wie dat briefje kwam.
Ze bekeek de grijze, vlakke stenen die de muur vormden en keek ophoog om een deur in haar vizier te krijgen. Ze nam de zilveren klopper vast en tikte er drie keer mee op de deur. Ze hoorde niets en ging er toen maar vanuit dat ze mocht binnengaan. Professor Perkamentus begroette haar vriendelijk en glimlachte toen hij Fleur zag.
Hij toverde een gemakkelijke fauteuil tevoorschijn en bood koekjes aan die ze vriendelijk afsloeg. Ze wachtte op zijn toespraak maar die kwam niet. In de plaats van een gesprek te voeren met Fleur bekeek hij de vele glazen voorwerpen in de vitrinekast. Na een tijdje besloot ze zelf de eerste stap te zetten.
‘Waarom moest ik hierheen komen, Professor?’ Begon ze zachtjes en probeerde z’n aandacht te trekken. Alleen bleef hij ernstig in de kast kijken, en negeerde hij Fleur.
Ze wilde vertrekken en naar haar afspraak gaan, maar Perkamentus schraapte z’n keel en keek haar nu, voor de eerste keer die avond, aan.
‘Het gaat over jou en je zus, Femke.’ Begon hij. ‘We, Professor Anderling en mijzelf, hebben besloten dat het hoog tijd word dat je een eigen kamer krijgt. Zodat het iets gemakkelijk word voor jou om voor haar te zorgen. Zo heb je sowieso meer tijd om met haar door te brengen. Vanaf volgende maandag zou je ook de lessen moeten volgen. Je kunt vanavond om acht uur bij Professor Anderling langsgaan om je vakken te bespreken.’ Hij bekeek haar belangstellend, wachtend op antwoord. Alleen wist Fleur hier niet meteen iets op te zeggen, ze had duidelijk iets anders verwacht.
‘Slaap er een nachtje over, morgen verwacht ik een antwoord. De kamer bevindt zich trouwens in de kerkers.’ Besloot Perkamentus. Fleur had een vreemd gevoel, het gevoel dat je krijgt wanneer je vertelt wanneer je moet vertrekken. Zou hij willen zeggen dat ze nu onmiddellijk moest vertrekken en hem met rust laten? Ze keek naar haar pols maar zag dat ze haar horloge vergeten was. Ze leek haar stem terug te krijgen en slikte even door.
‘Professor, is die kamer al klaar?’ vroeg ze met een hoog stemmetje dat ze zelf belachelijk vond. Fleur slikte nogmaals om de krop in haar keel weg te krijgen. Ze keek hem aan maar hij was alweer verdiept in z’n glazen instrumentjes. Hij keek een aantal minuten later terug op en opende z’n mond om iets te zeggen.
‘Ja, als je nu al beslist hebt om er in te trekken, kan dat.’ Antwoordde Professor Perkamentus en glimlachte zachtjes. ‘Wil je het even gaan bekijken?’
‘Ja, graag!’ Hij glimlachte toen hij haar antwoord hoorde.
Perkamentus stapte naar het haardvuur, gooide er een beetje brandstof in en stak zijn hoofd tussen de vlammen. Ze wachtte vol opwinding op wie hij ging roepen. Voor Fleur leek het alsof hij fluisterde, maar ze kon toch goed horen wat hij zei.
‘Professor Sneep, kun je even langskomen met meneer Malfidus.’ Hij richtte zich terug naar Fleur en keek haar nog steeds glimlachend aan.
‘Ik hoop dat je het goed kunt vinden met de jonge heer Malfidus.’ Zei Perkamentus vriendelijk. Fleur, echter, keek hem ongeloofwaardig aan.
|
Laatst aangepast door kjell-lovers op Wo Jul 19, 2006 11:25; in totaal 2 keer bewerkt |
|
  |
 |
kjell-lovers
5e jaars


Verdiend:
80 Sikkels
Woonplaats: belgië
|
Geplaatst:
Ma Apr 03, 2006 16:35 |
 |
‘Professor, wat bedoel je juist met; ‘het goed vinden met Malfidus?’ vroeg Fleur en keek Perkamentus achterdochtig aan terwijl ze allerlei vreemde en bange voorgevoelens kreeg. Ze was dan misschien slecht in het onthouden van gangen, maar ze was heus in staat om Professor Anderling te volgen naar één of andere kamer waar ze met Femke zou moeten leven. Daar had ze Malfidus heus niet voor nodig.
‘Nou, aangezien griffoendor en Zwadderich het niet met elkaar kunnen vinden, en jij nieuw bent, lijkt het me de ideale manier om vriendschap te onderscheppen tussen de 2 afdelingen. Ik heb gemerkt dat je ondertussen een goeie band hebt met Harry, Hermelien en Ron, maar zoals je misschien al gemerkt hebt, zijn er nog een heleboel andere leerlingen op deze school. Ik zou het erg op prijs stellen wanneer je mij, samen met de andere docenten, zou willen helpen met de vereniging van de twee afdelingen. Er zijn natuurlijk nog een aantal andere oplossingen maar dit leek me de beste. Jij komt overéén met Harry, Hermelien en Ronald, maar als je nu ook eens overéén zou kunnen komen met Draco Malfidus, dan kun jij ervoor zorgen dat die twee groepen met elkaar kunnen opschieten.’ Hij keek haar aan en liet zijn woorden bezinken. De schilderijen, die ze eerder had horen spreken toen ze aanklopte, waren opnieuw begonnen met fluisteren en wezen naar het meisje die doodstil in de fauteuil had gezeten. Nu leek het echter alsof ze nog nooit een woord had uitgesproken.
Haar mond was kurkdroog geworden. Waarom moest ze nu juist met deze persoon samen een kamer delen? Van al de leerlingen uit Zwadderich moest hij juist de meest arrogante en meest onuitstaanbaarste persoon kiezen.
‘Professor, ik kan perfect voor mezelf zorgen en heb geen babysit nodig. Trouwens zou ik de reactie van Malfidus ook wel willen weten. Hij samen leven met een meisje uit griffoendor? Je denkt toch niet dat het ooit gaat klikken? Ik sta anders ook niet te springen om tussen 4 muren met ‘hem’ te leven.’
‘Zoals ik al zei; de afdelingen moeten vriendschap sluiten, je zult er het beste moeten van maken. Je kunt nu gaan. Ik verwacht je morgenvroeg, hier in mijn kantoor, zodat je zelf de inrichting met meneer Malfidus kunt bespreken. Uiteraard zullen Professor Anderling en Professor Sneep een oogje in het zijl houden aangezien zij jullie afdelingshoofden zijn.’
Fleur stond langzaam recht en begon naar de deur te slenteren. Ze opende de deur en wierp nog een laatste blik op Perkamentus die met z’n toverstok tegen z’n hoofd zat en er lange witte slierten uithaalde waarna hij ze in een vreemde, ovalen pot deed waar vreemde tekens in gegrift waren.
Sneep liep de afdelingskamer van Zwadderich in en keek de groen, grijze kamer rond, op zoek naar Draco Malfidus. Algauw zag hij hem zitten aan de haard, samen met Blaise, Korzel, Kwast en Patty. Blaise had blijkbaar iets grappigs gezegd want ze lagen alle vijf in een deuk. Er vertrok een zenuwspiertje bij Sneep’s lip. Hij liep naar het vijftal en keek zo vriendelijk mogelijk naar de andere leerlingen die aanwezig waren.
‘Draco, wil je me volgen alstublieft?’ Sneep stond achter het groepje en had iets opgevangen over Potter. Even verscheen er een valse grijns op zijn gezicht maar die verdween al snel wanneer Draco zich tot hem wendde.
Ze liepen de leerlingenkamer van Zwadderich uit, op weg naar de kerkers waar Sneep’s bureau zich bevond. Sneep ging achter zijn bureau zitten en vroeg Draco dat ook te doen. Het kantoor bestond uit 4 kale, donkergrijze muren die een sombere sfeer uitdrukten. Overal stonden slijmerige potten op verschillende planken waar vieze substanties in ronddobberden. Natuurlijk had Draco hier al eerder geweest, maar toen ging hij even snel weg als hij gekomen was. Het kantoortje paste perfect past bij Sneep’s persoonlijkheid.
‘Je hebt misschien al gemerkt dat er een nieuwe leerlinge op Zweinstein is aangekomen in de eerste week van het nieuwe schooljaar; Fleur Knockaert. Ze is, samen met haar jongere zus, heel belangrijk voor de tovergemeenschap. De leerkrachten hebben het uiteraard druk met de lessen voor te bereiden, overhoringen maken en nakijken (‘Ja, je hebt een U voor toverdranken’) dus zijn alle leerkrachten samen tot de conclusie gekomen dat ze een aparte kamer krijgt.’ Hij rustte even en keek Draco aan die er blijkbaar niets van begreep.
‘En wat heb ik daarmee te maken?’ Vroeg hij verward en keek in de donkere, kille ogen van de man die voor hem zat en begreep plots wat de bedoeling was. ‘Oh nee! Wil je soms zeggen dat ik moet babysitten op een grifje en een baby? Voor wie zie je me eigenlijk? Weet mijn vader hiervan? Ik hoop voor jou dat je het niet meent! Ik leef niet samen met een modderbloedje!’ Draco was rechtgesprongen en z’n, eens bleke wangen, waren nu rood aangelopen van woede.
‘Draco, zit neer!’ Zei Sneep doodsimpel. Draco gehoorzaamde maar keek nog steeds met een woedende blik naar Sneep die zonder enige gelaatsuitdrukking terugkeek.
‘Ik heb geprobeerd dit te verhinderen maar om de één of andere reden willen ze jou gebruiken om haar te beschermen. En je kunt hier niets aan veranderen!’
‘Ik zou wel eens willen weten hoe ‘zij’ reageerde.’ Mompelde Draco meer in zichzelf dan tegen Sneep.
‘Je moet wat?’ vroeg Hermelien stomverbaasd nadat Fleur alles vertelt had.
‘Samen met Malfidus een kamer delen om de afdelingen te verzoenen.’ Antwoordde Fleur die met haar ogen rolde en nam Femke uit haar wiegje, die zich naast het haardvuur bevond. Ze gaf haar haar flesje, die ze smakelijk uitdronk. Haar hazelnootbruine ogen keken Fleur dankbaar aan. Het haardvuur knapperde vrolijk na en de meeste leerlingen waren al naar bed. Aan een klein rond tafeltje zaten nog twee derdejaars te smoezen en op de trappen van de jongensslaapzaal lag Knikkebeen, de kat van Hermelien, te slapen. Ze lag opgerold tot een pluizenbal en haar snoet was bijna niet te zien.
‘Nou, als Perkamentus heeft beslist dat je met ‘hem’ moet samenleven dan gaat er niets anders opzitten dan er het beste van te maken.’ Zei Hermelien beslissend en keek de andere 3 aan. Femke had het flesje uitgedronken en lag al vredig te slapen. Fleur stapte uit de fauteuil en ging met het kleine kindje naar de slaapzaal om haar in haar bedje te leggen. Na een grote minuut kwam ze terug. Ze keek met de seconde neerslachtiger,alsof haar werd verteld dat ze niet lang meer te leven had.
‘Dat kun je niet menen, Hermelien! Z’n vader is een dooddoener, wie weet wat hij allemaal van plan is!’ Riep Harry die het duidelijk niet eens was met Hermelien. Hij was rechtgesprongen en maakte wilde gebaren met zijn armen in de lucht. Ron dook vlug weg voor hij een mep kreeg en keek grinnikend toe hoe Harry tekeer ging tot Harry zei: ‘Ron, wat vind jij hier van?’
‘Je weet dat ik dezelfde mening over Malfidus heb zoals jij. Ik ben heus nog niet vergeten wat er de eerste week gebeurd is.’ Ron keek even duister, keek toen naar Hermelien die nu ook haar ogen rolde en haar armen over elkaar heen sloeg.
‘Ik vind het ook onverantwoordelijk dat Perkamentus dit besloten heeft, en ik heb dezelfde mening zoals jullie over Malfidus, dat weten jullie ook. Maar als het zo moet zijn, dan kunnen wij er niets aan veranderen. Trouwens denk ik niet dat Perkamentus niet aan de gevolgen gedacht heeft. Er zijn vast een aantal beveiligingen zodat er niets kan gebeuren.’ Hermelien keek medelevend naar Fleur. ‘Ik denk dat je er gewoon het beste moet van maken.
‘Wat wilde je er trouwens tegen doen, volgens mij staat Perkamentus nog altijd aan onze kant, dus kan Malfidus niets doen. Misschien zou het beter zijn als de afdelingen met elkaar vriendschap sluiten.’
‘Hermelien, ben je vergeten wat er allemaal al gebeurt is met Malfidus? We kunnen nie-‘
‘Wij kunnen hier niets aan veranderen! Hermelien begon luider te spreken. ‘Fleur moet morgenvroeg gewoon naar Perkamentus gaan, en we zien wel hoe het verder verloopt.’ Hermelien deed haar boek met een klap dicht en legde het op tafel. Ze stapte uit één van de gemakkelijke fauteuils en stapte langzaam naar de wenteltrap die naar de meisjesslaapzaal leidde. ‘Ik ga naar bed. Morgenvroeg beginnen de lessen opnieuw. Ik zou graag uitgeslapen zijn.’ Ze liep de trap op en niet veel later hoorden ze de deur dichtgaan. Na enkele minuten zagen ze de lichtstreep onder de deur uitgaan.
‘Ik ga ook maar eens slapen.’ Zei Fleur. Ze stond op en nam dezelfde weg die Hermelien daarnet genomen had.
‘Slaap zacht.’ Fluisterde ze om Femke niet wakker te maken en glimlachte even naar de 2 jongens die ze achterliet in de zetels voor de haard.
‘Slaap zacht.’ Antwoorden ze en gaven ook de indruk dat ze gingen slapen. Ron geeuwde uitgebreid en Harry wreef in zijn half dichte ogen.
Fleur ging nog even snel kijken naar Femke die nog steeds sliep en ging toen naar de badkamer. Ze nam de borstel uit haar toiletzakje en haalde hem door haar haren. Dat deed ze altijd vooraleer ze in de douche kroop. Dan had ze achteraf minder problemen met de knobbels te doorkammen. Ze stapte in de magisch vergrootte douche en liet de warme waterstralen over zich heen lopen. Ze nam een handdoek en droogde zich helemaal af. Daarna wikkelde ze die om zich heen. Ook bracht ze een handdoek om haar haren zodat die niet teveel drupten. Na haar tanden te hebben gepoetst, deed ze haar pyjama aan en ging in haar bed liggen.
Ze overdacht alle gebeurtenissen van de afgelopen dag en vond dat het tijd werd om eens een brief naar haar vader te sturen. Ze was nog maar een maand en een week weg van huis maar miste haar vader verschrikkelijk. Femke was nog klein en had nog niet zoveel besef van de dingen die gebeurden maar ergens had Fleur toch het gevoel dat Femke begreep dat haar zus het moeilijk had en dus braaf was en zo weinig mogelijk huilde. Ze draaide zich om in bed zodat ze op haar buik lag en nog een stuk perkament uit de bovenste la, samen met een goudkleurige veer en een potje inkt.
Ze schroefde de dop er piepend af en zette de punt van haar veer op het perkament.
Liefste vader,
hoe gaat het met jou? Met Femke en mij gaat alles goed.
We waren nogal onderkoeld toen we hier aankwamen, maar door de goede zorgen van de schoolverpleegster zijn we allang terug in orde.
Ik ben ingedeeld bij griffoendor en heb kennis gemaakt met Harry Potter, Hermelien Griffel en Ronald Wemel.
Het trio dat je wel bekend in de oren gaat klinken. Vooral Harry dan. Ik begin morgenmiddag pas met de lessen omdat ik het hier eerst even gewend moest komen. Het is hier een echt doolhof. Ik vraag me af of ik wel op tijd in het juiste klaslokaal ga kunnen geraken. Hopelijk helpen Harry, Hermelien en Ron me hiermee. Daar twijfel ik eigenlijk niet aan. Er valt me wel iets tegen. Ik kreeg vandaag te horen dat ik een aparte kamer krijg om beter voor Femke te kunnen zorgen. Op zich viel dit allemaal wel mee en wilde ik dit best accepteren maar ik moet deze kamer delen met een Zwadderaar; Draco Malfidus. Perkamentus wil dit doen om de afdelingen te verzoenen, maar Ik heb al enkele verhalen gehoord over hem en het lijkt me echt een arrogant joch.
Volgens mijn drie vrienden is zijn vader een dooddoener dus kan hij er bij geweest zin toen Iris vermoord werd.
Ik weet niet wat ik ervan moet denken,
maar wanneer Perkamentus vind dat ik het maar moet accepteren zal het wel geen kwaad kunnen. Hij wil immers alleen de 2 afdelingen verzoenen, en aangezien ik hier nieuw ben vond hij het een goed idee om mij met hem op te scheppen.
Ik mis je heel erg en ik weet zeker, wanneer Femke besef van de gebeurtenissen zou hebben, dat ze je ook heel erg zou missen. Ik hoop dat ik je vlug terug zie.
Tot gauw
Vele groetjes van je liefste dochter Fleur.
Ze overlas tevreden haar brief, maar bedacht zich toen opeens dat ze helemaal geen uil had om de brief te versturen.
‘Wie heeft er een uil die ik ken?’ dacht ze vlug. ‘Harry.’ Schoot het door haar hoofd. Ze liet zich uit haar hemelbed glijden en keek op haar uurwerk die zich nog in de badkamer bevond. ’23.18! Ik word vast gesnapt!’ dacht Fleur schokkerig, maar morgenvroeg moest ze bij Perkamentus zijn dus dan zou ze ook geen tijd hebben om de brief naar de uilenvleugel te brengen. Er was nog 1 probleem; haar vader woonde aan de andere kant van de wereld in Nieuw-Zeeland. Fleur was naar hier gekomen door te verschijnselen maar een brief kon ze moeilijk naar daar laten verdwijnselen. En wanneer ze Harry’s uil naar daar ging laten vliegen was ze vast nog niet terug voor morgenvroeg, dus zou Harry het vast merken dat ze zijn uil gebruikt had en misschien zou hij dit wel niet op prijs stellen.
Ze besloot om hem even op te zoeken op de jongensslaapzaal. Ze keek nog vlug even naar Femke en verliet zachtjes de slaapkamer en liep de trap op die naar de andere kamer leidde. Ze had gehoord van Hermelien dat jongens niet op de meisjesslaapzaal mogen komen, maar gelukkig konden zij dit wel op de jongensslaapzaal.
Ze twijfelde even toen ze voor de deur stond, ze ging nu vast een aantal schoolregels overtreden, en ze liep ook het risico om punten te kosten voor haar afdeling. Maar haar vader betekende veel te veel voor haar. Ze opende de deur en zocht de verschillende hemelbedden af op zoek naar Harry. Ze zag al snel zijn zwarte, verwarde haar uitblinken tegenover de andere en maakte hem wakker.
‘Harry? Harry, ik zou je even iets moeten vragen.’
‘Fleur? Wat doe jij hier?’ Hij klonk zowel verward, moe en verbaasd.
‘Ik wil je iets vragen. Zou ik Hedwig even mogen gebruiken? Ik zou een brief naar mijn vader willen sturen maar bedacht net dat ik geen uil heb.’ Fluisterde Fleur zacht, ze wilde de andere jongens absoluut niet wakker maken. Ron lag luid te snurken en kon ieder moment uit zijn bed rollen.
‘Ja, je gaat haar wel herkennen. Ik heb een oranje bandje aan haar rechterpoot gebonden.’ Hij probeerde zijn ogen helemaal open te krijgen, maar de vermoeidheid speelde hem parten.
‘Ik hoop dat je haar de komende 3 dagen niet nodig gaat hebben.’ Zei Fleur nog voor ze wilde rechtstaan om naar de uilenvleugel te gaan.
‘Hoe bedoel je?’ Vroeg Harry en ging rechtop zitten.
‘Nou, mijn vader woont nu niet bepaald in de buurt.’ Zei Fleur en glimlachte flauwtjes.
‘Ahja, dat heb je verteld. Hoe laat is het eigenlijk? Hebben we ons verslapen ofzo?’ vroeg Harry die zich nu pas afvroeg hoe laat het was.
‘Nee, je hebt je niet verslapen. Het is nu 23.30 denk ik.’
‘Kun je die brief morgen niet versturen?’ Vroeg Harry ontzet en liet zich terug neervallen.
‘Nee, ik moet morgenvroeg naar Perkamentus, weet je nog? En ik zou zo vlug mogelijk antwoord willen van mijn vader.’
Harry keek haar medelevend aan. Hij had ook dolgraag contact gewild met zijn ouders wanneer hij zoveel tijd bij de Duffelingen had doorgebracht. Alleen kon hij dit niet, en Fleur wel.
‘Ik ga met je mee.’ Zei Harry en stond op, liep naar de badkamer, trok vlug een broek met T-shirt aan, liep naar zijn hutkoffer, haalde er een stuk oud perkament uit, nam zijn toverstok van zijn nachtkastje en liep naar de deur.
‘Nou, kom je?’ Vroeg hij.
Hij draaide zich om en zag Fleur staan die nogal van slag leek. Ze staarde naar iets in de badkamer en leek niet te horen dat Harry tegen haar praatte.
Hij ging voor haar gezicht staan en wuifde even met z’n hand voor haar ogen om haar aandacht te krijgen.
‘Ow, zei je iets?’ Vroeg ze verward en keek hem aan.
‘Ja, ik vroeg of je kwam maar je reageerde niet. Scheelt er iets?’ Vroeg Harry deels bezorgt en keek haar nog altijd aan.
‘Oh, nee hoor. Niets aan de hand.’ Dat klopte wel alleen was ze even in gedachten verzonken.
‘Aan wat dacht je dan?’ Vroeg Harry geïnteresseerd.
‘Aan niets speciaals.’ Ze glimlachte even, maar draaide zich toen vlug om wanneer ze voelde dat ze rood werd. Ze opende de deur en ging de trap af. Fleur was op weg naar het portret van de Roze Dame toen ze Harry ook naar beneden hoorde komen. Ze wilde zich omdraaien om te zien waar hij bleef maar voelde plots zijn warme ademhaling in haar nek.
‘Harry?’ Vroeg ze schor en wilde zich nog altijd omdraaien maar werd tegengehouden door Harry.
‘Stil.’ Hij sloeg een mantel om zichzelf en Fleur heen en opende het portret. De Roze Dame zei niets, ze was het ondertussen al gewoon dat haar portret ’s nachts werd geopend door rondsluipende personen.
Fleur keek naar haar eigen lichaam maar zag niets speciaals. Ze wilde vragen aan Harry waar die mantel voor diende maar had het vage idee dat het een onzichtbaarheidmantel moest zijn.
Ze waren bijna bij de uilenvleugel toen Harry het oude stuk perkament uit zijn broekzak haalde en er met zijn toverstok op tikte terwijl hij iets mompelde. Er verschenen verschillende lijnen en namen op het perkament. Wanneer er niets meer bij kwam zag Fleur twee stipjes die zich dicht bij de uilenvleugel bevonden en alle twee een naam droegen; Harry Potter en Fleur Knochaert.
‘Zo kun je zien of er iemand in de buurt is wanneer je ’s avonds in de gangen rondloopt.’ Legde Harry uit en keek haar even aan. Ze bleef hem strak aankijken maar wende toen haar gezicht af om het perkament te bekijken. Ze zocht op de uilenvleugel op en merkte dat er niemand in de buurt was.
Harry riep Hedwig naar beneden en hield haar vast wanneer Fleur de brief aan haar poot bevestigde.
‘Waarom heb je dat oranje bandje aan haar poot gehangen?’ vroeg Fleur.
‘Er zit een zendertje in zodat ik altijd kan zien waar ze zich bevind op een soort van magische tv.’ Antwoordde Harry.
Fleur liep met Hedwig op haar arm naar het raam om haar los te laten.
‘Waar woont je vader?’ Vroeg Harry.
‘In Nieuw-Zeeland. Dat heb ik je toch al verteld.’ Fleur keek Harry grijnzend aan.
‘Breng deze brief naar Fleurs vader in Nieuw-Zeeland, Hedwig!’ Zei Harry tegen Hedwig maar het was duidelijk te zien dat hij ook glimlachte. Hedwig klikte even met haar snavel om duidelijk te maken dat ze het begrepen had en vloog toen weg. Ze verdween al snel uit het zicht.
Een kille avondwind speelde met de bruine, lange haren van de jonge vrouw.
‘Koud?’ Vroeg Harry zacht en ging schuin achter Fleur staan.
‘Ah, dat valt wel mee.’ Ze glimlachte zacht terwijl ze genoot van de koude wind. Vele mensen zouden vertrekken bij het aanvoelen van de koude, maar Fleur bleef staan. Voor haar betekende dit een teken van vrijheid. Ze haatte het dat ze in dit kasteel moest wonen, ver van haar geboorteland, ver weg van haar vader en de enkele personen die ze kende.
‘Hoe is het om opgevoed te zijn volgens de regels?’ vroeg Harry grijnzend.
‘Ah, ik mocht niets zelf beslissen, elke morgen lagen mijn kleren klaar, ik werd naar elke kamer begeleid, ik mocht het grote huis nooit verlaten tenzij ik een goede reden had. Jammer genoeg waren mijn redenen om weg te glippen nooit goed genoeg. Na de dood van mijn zus werd mijn vader nog erger. Ik mocht geen 5 meter uit zijn buurt vandaan komen.’ Fleur zuchtte even.
Op het moment zelf leek het echt erg om zo te leven, achteraf gezien was haar vader gewoon bezorgd over haar. Als ze dit had geweten had ze vast geluisterd naar haar vader en niet gewoon haar eigen gangetje gegaan.
‘Kom, we gaan terug naar de leerlingenkamer. Straks komt Vilder nog langs.’ Zei Harry en sloeg opnieuw de onzichtbaarheidmantel om hen heen.
Fleur opende een oog en merkte dat ze niet in haar bed lag. Geschrokken ging ze rechtop zitten en nam de omgeving in haar op.
‘Hey, eindelijk wakker?’ vroeg Harry glimlachend.
‘Harry? Wat doen wij hier?’ vroeg Fleur die nog steeds moe was.
‘We hebben gisteravond nog wat nagepraat over je bezoek aan Perkamentus en je bent in slaap gevallen.
‘Ohzo. Er is verder niets gebeurt?’
‘Nee, natuurlijk niet.’ Antwoordde Harry verward. ‘Waarom vraag je dat?’
‘Gewoon.’ Ze legde nog even haar hoofd terug tegen de schouder van Harry om niet duizelig te worden doordat ze te vlug was recht gekropen. ‘Zijn de anderen nog niet wakker?’
‘Nee, het is nog vroeg. We hebben maar een 5-tal uur geslapen, denk ik.’
‘Ik ga me even opfrissen. Dan kan ik Femke naar Madame Plijster brengen.’ Zei Fleur en stond op.
Omdat dat het een gewone schooldag was, trok ze haar splinternieuwe schooluniform aan en deed haar lange haren in een strakke vlecht. Ze poetste haar tanden en nam Femke mee naar beneden.
‘Waar haal jij die verse melk eigenlijk altijd?’ Vroeg Harry aan Fleur toen ze het volle flesje op tafel zette.
‘De huiselfen.’ Was het korte antwoord van Fleur. ‘Hoe laat kun je gaan ontbijten?’
‘Rond 7.00 denk ik, wij wachten meestal tot 8.15, dan zijn de meeste leerlingen al hun schooltas aan het maken.’
Harry en Fleur hadden besloten om alleen maar te gaan ontbijten zodat Ron en Hermelien konden slapen tot 8.00. Malfidus was ook al van de partij, samen met Korzel en Kwast. Fleur besteedde echter geen tijd aan hem. Ze ging nog genoeg op z’n gezicht kunnen kijken. Ze praatte geamuseerd verder met Harry en lachte om zijn grapjes.
|
Laatst aangepast door kjell-lovers op Wo Jul 19, 2006 14:04; in totaal 1 keer bewerkt |
|
  |
 |
kjell-lovers
5e jaars


Verdiend:
80 Sikkels
Woonplaats: belgië
|
Geplaatst:
Ma Apr 03, 2006 22:20 |
 |
Fleur keek naar haar eten. Ze had eigenlijk geen honger.
Over een half uur werd ze verwacht op het kantoor van Perkamentus. Waarschijnlijk zou Malfidus daar ook zijn.
Ze wilde helemaal niet met hem in één kamer leven, ze wilde niet dat haar zusje een jaar lang met hem moest leven, ze wilde niet dat de mensen op school verkeerde dingen gingen denken van haar. Ze was hier nog maar pas en er gingen tal van roddels ontstaan doordat ze samen moesten wonen. Er gingen talloze vragen door haar hoofd, vragen waar ze op dit moment geen antwoord op wist. Ze wist dat ze er ook geen antwoord op ging krijgen. 1 iets zat haar wel dwars; ze had het gevoel dat Perkamentus de echte reden achterhield om haar met Malfidus te laten leven. Ze hoopte dat Perkamentus haar toch wel antwoorden kon geven, wat ze eigenlijk betwijfelde.
‘Volgens mij ga je moeten vertrekken naar Perkamentus. Het is tegen 8.00. Ik hoop dat je de lessen kunt volgen vandaag, we beginnen met toverdranken en je weet hoe Sneep denkt wanneer je afwezig bent.’ Zei Harry vriendelijk en gaf haar een vriendschappelijke knuffel waarvan Fleur terug hoop kreeg. ‘Ik mag van Perkamentus pas deze middag komen opdagen tijdens de lessen.’
Ze stond recht en haar blik bleef even hangen op Malfidus die duidelijk ook geen honger had. Hij praatte even met Korzel en Kwast en maakte toen aanstalten om te vertrekken. Fleur haastte zich de Grote Zaal uit en ging op weg naar het kantoor van Perkamentus.
Halverwege de weg bedacht ze dat ze helemaal het wachtwoord niet kende. Ze had beter geluisterd toen Professor Anderling het wachtwoord zei. Dan had ze dan nu tenminste binnen geraakt.
Op het einde van de gang zag ze de waterspuwer opdoemen en kreeg een raar gevoel in haar buik. Over een aantal minuten ging ze met Malfidus naar hun nieuwe verblijf moeten gaan. Het zou vast een catastrofe worden. Ze kon nu al horen hoe hij vernederende woorden tegen haar zei. Er ging even een rilling door haar heen, maar stapte toen met haar laatste beetje moed verder.
Ze hoorde voetstappen achter zich en wilde zich omdraaien maar haar verstand weerhield haar hiervan. De voetstappen kwamen steeds dichter en dichter.
Fleur kreeg een beklemmend gevoel en wilde eigenlijk zo vlug mogelijk wegrennen. Terug naar haar vader gaan, terug naar de plaats waar ze thuishoorde, de plaats waar ze zichzelf kon zijn, de plaats waarvan ze dacht d-
Haar gedachten werden verbroken door een kille stem.
‘Kijk eens wie hier staat, ons nieuw modderbloedje.’ Zei Malfidus kil. Ze voelde z’n ademhaling in haar nek en wilde gillen maar ze kon niets uitbrengen, haar stem had haar in de steek gelaten.
‘Wachtwoord vergeten? Je kunt waarschijnlijk niet wachten om bij me in te trekken.’ Hij kwam steeds dichter en plots kreeg ze haar stem terug.
‘Ik bij jou intrekken? Ik sta natuurlijk te springen om met jou in 1 kamer te wonen. Denk je nu echt dat ik dit gewild heb? Een arroganter persoon dan jij bestaat waarschijnlijk niet.’ Even leek het alsof Malfidus haar wilde gaan slaan, maar de waterspuwer sprong opzij en er verscheen een trap. Draco liep als eerste de trap op en nam Fleur bij haar arm zodat ze samen naar boven werden geleid.
‘Ohja, en dan zou het mijn idee geweest zijn om bij jou in te trekken. Het lijkt erop dat jij dit wel gewild hebt.’ Zei Fleur zonder enige emotie in haar stem en keek de andere kant op.
De deur van Perkamentus z’n kantoor kwam in zicht en Fleur opende zachtjes de deur na geklopt te hebben. Ze hoorden hun eigen voetstappen op de grond.
Fleur negeerde Malfidus volkomen en hoopte dat deze nachtmerrie snel voorbij zou zijn. Ze keek naar een houten stokje, r echts van zich. Er zat een prachtige rode vogel op, die alles nauwlettend in de gaten. De portretten waren ook deze keer aan het fluisteren en sommige glimlachten bemoedigend naar Fleur.
Ze las de onderschriften van de portretten en merkte dat de mensen die geglimlacht hadden, allemaal in Griffoendor hadden gezeten.
‘Ah, juffrouw Knockaert en meneer Malfidus, ik ben blij dat jullie op tijd konden komen en dan nog wel samen.’ Begon Perkamentus. Fleur en Draco keken elkaar even kil aan. Fleur was even trots op zichzelf dat ze dit van haar moeder had geleerd.
‘Jullie hebben nu al gemerkt wat de plannen zijn voor dit schooljaar wat de slaap- en woonomstandigheden betreft. Ik hoop nog steeds dat jullie met elkaar gaan kunnen opschieten want ik ga niet veranderen van gedacht. Jullie moeten niet proberen om elkaar te vermoorden want dat gaat ook niets uithalen. Ik heb gezorgd dat geen van beide iets kan overkomen door de ander. Professor Sneep brengt jullie zodadelijk naar de kamer waar jullie dus gaan leven.’ Een fractie van een seconde later werd er op de deur geklopt en kwam Sneep binnen, met de valse grijns die altijd op zijn gezicht te bespeuren was.
‘Dit komt echt te erg!’ dacht Fleur in zichzelf. ‘Malfidus én Sneep! Dit overleef ik echt niet. Waarom ben ik niet gewoon thuisgebleven? Waarom moet ik een speciale behandeling krijgen? Ik wil gewoon dat Femke in veiligheid is, ik wil niet in een andere leefruimte zijn, ik wil gewoon kunnen praten met Harry, Hermelien en Ron, ik wil ’s avonds gezellig voor het haardvuur kunnen zitten!’ Er bleven maar gedachten komen.
‘Juffrouw Knockaert? Zou je Professor Sneep dan nu willen volgen?’ Vroeg Perkamentus aan Fleur die in gedachten verzonken was. Ze had de rest van het gesprek niet meer gevolgd en liet zich nu meevoeren door Professor Sneep en Malfidus die in een druk gesprek verwikkeld waren geraakt.
‘…zorgt er dus voor dat ze ’s avond de kamer niet verlaat! En zorg er ook maar voor dat ze niet nog eens verdwaald in het kasteel! De laatste keer kon ze zelf de Grote Zaal niet meer vinden.’ Ze hoorde hoe Malfidus grinnikte en Sneep keek haar vals aan over zijn schouder. Fleur liep vijf meter achter het duo aan en kon het gesprek dus niet meer volgen, maar dat vond ze absoluut niet erg.
Ze ging de kamer wel uitkunnen en de meeste vrije tijd kunnen doorbrengen bij Harry, Hermelien en Ron. Ze had niet gemerkt dat Sneep en Draco haar stonden op te wachten aan een redelijk groot uitziende deur en knalde nogal hard aan tegen Draco, die zijn best moest doen om niet om te omver te vallen.
Fleur had Draco vast bij z’n overhemd om niet te vallen, maar liet hem al snel weer los. Ze bood vlug haar verontschuldigingen aan, waarschijnlijk hadden ze haar woorden niet verstaan want echt hoorbaar was het niet, maar het was het gebaar dat telde, vond Fleur.
‘Jullie kunnen binnengaan.’ Zei Sneep en opende de deur.
Malfidus keek haar aan om duidelijk te maken dat ze binnen moest gaan. De kamer straalde een warm gevoel uit waar je je onmiddellijk thuis zou kunnen voelen.
Perkamentus had het steeds over een kamer gehad, maar dit leek toch meer op een huis. De opening vanuit de gang leidde blijkbaar naar de woonkamer want er was een enorme openhaard, er waren twee gemakkelijke fauteuils voorzien, een grote tafel, die moest dienen om te eten, bedacht Fleur.
Één enkele grote kast waar borden, glazen en bestek in te vinden was. De muren hadden warme zomerse kleuren en er hing een grote luster die de hele ruimte verlichte.
Aan de linkerkant waren er twee deuren. Fleur opende de deur die het dichts bij handen was. Ze was in de badkamer beland die prachtig ingericht was; een groot bad aan de rechterkant met daarnaast een douche waar waarschijnlijk drie personen in pasten, een lavabo met daarboven een kast waarin een vijftal handdoeken van verschillende formaten lagen, washandjes, en verschillende soorten zeep die heerlijk roken. Ook was er een toilet aanwezig.
De tweede deur leidde naar de slaapkamer, waar één enkel bed stond, weliswaar voor 2 personen, met daarnaast een wiegje dat voor Femke bestemd was.
Er stonden twee kleerkasten in de kamer en er was een aparte hoek voor Femke aanwezig. Het zag er dus naar uit dat ze geen van beiden iets tekort gingen komen. Alleen dat bed stond Fleur niet aan. Ze ging terug naar Sneep en Malfidus die in de zetels voor de haard zaten.
‘Euhm…Professor?’ Ze probeerde zo beleefd mogelijk te klinken zodat ze een duidelijk antwoord zou krijgen.
‘Er is maar één bed aanwezig.’ Haar stem klonk niet voor 100% zuiver maar dat kon haar op dit moment niet schelen. Ze vertikte het om met Malfidus in één bed te slapen. Op het gezicht van Malfidus verscheen nu een alarmerende indruk wat Fleur amuseerde.
‘Één bed? Volgens mij kunnen daar toch wel twee mensen in slapen.’ Antwoordde Sneep die nog valser grijnsde dan anders. Fleur gooide een blik op haar horloge; 10.00, dat betekende dus dat het pauze was.
‘Ja, goed. Zou ik dan nu mogen gaan? Ik heb alles al bekeken.’ Zei Fleur en vond zelf dat het ondankbaar overkwam, maar ze wilde hier zo vlug mogelijk weg.
‘Je doet maar. Maar je zorgt ervoor dat je hier vanavond na het avondeten te vinden bent!’ Na deze woorden te hebben uitgesproken verliet hij de kamer. Voor hij de deur achter zich dichttrok, draaide hij zich nog even om.
‘Vanavond is het de bedoeling dat jullie samen beslissen of het deze kleuren blijven. Jullie kunnen ze ook veranderen naar keuze, maar dan moeten jullie het wel met elkaar eens zijn.’
Fleur volgde zijn voorbeeld en wilde naar de bib gaan waar Hermelien vast te vinden zou zijn, maar na nog geen 5 minuten kwam Malfidus naast haar lopen.
‘Ik hoop dat jou modderbloedkind niet te veel kabaal maakt ’s nachts want ik heb mijn nachtrust nodig. Ik kan natuurlijk niet toestaan dat iemand zoals jij ervoor zorgt dat ik wallen onder mijn ogen krijg. Stel dat ik dan mijn charmes verlies.’ Zijn stem klonk onaangenaam en vals, net zoals Sneep.
‘Zou je alstublieft willen zwijgen? Ik krijg echt hoofdpijn van je voortdurend gekakel, als je jezelf dan toch zo geweldig vind, ga dan terug naar je spiegel en bekijk jezelf eens goed, dan merk je misschien waarom niemand je even geweldig vind als jijzelf, buiten je even achterlijke vriendjes!’ Fleur wilde doorlopen maar Malfidus nam haar bij haar arm en trok haar terug. Fleur accepteerde dit echter niet en sloeg hem keihard in het gezicht. Zonder nog iets te zeggen liep ze verder, op weg naar Hermelien.
‘Je hebt hem geslagen?’ Vroeg Hermelien lachend.
‘Ja, alles wat hij zegt, werkt me op de zenuwen. Ik ga dit echt niet volhouden.’ Fleur begroef haar gezicht in haar handen en zuchtte diep.
‘Wil je even meelopen naar de afdelingskamer? Er liggen nog een aantal spullen van me in de slaapkamer.’ Zei fleur uiteindelijk.
‘Dat denk ik niet. Professor Anderling riep me daarnet om mee te delen dat de huiselfen al je spullen al naar je nieuwe vertrek werden gebracht.’ Antwoordde Hermelien.
‘Ow… dan ga ik mijn schooltas maar even halen, welke vakken hebben we nu?’
‘Geschiedenis en Verweer tegen de Zwarte kunsten.’
Fleur stond op en ging samen met Hermelien voor de 2de keer deze morgen op weg naar de plaats waar ze een heel jaar lang met Malfidus ging moeten leven.
‘Maak je geen zorgen, morgen is het weekend, dan kun je je tijd bij ons doorbrengen.’ Zei Hermelien hoopgevend.
‘Dat denk je maar, ik moet daar blijven, tenzij ik naar de bib moet of lessen heb. En het ergste weet je nog niet, we moeten zelfs het bed delen!’
Hermelien keek haar nu pas echt vol medelijden aan en sloeg een arm om haar heen.
‘Zozo, twee modderbloedjes bij elkaar.’ Zei Malfidus spottend en keek de meisjes lachend aan.
‘Ga je me nu al gaan stalken ook? Laat ons gewoon met rust. Ik ga genoeg naar je walgelijke kop moeten kijken.’ Fleur draaide zich om en liep de laatste gang in om bij haar kamer te komen.
‘Waarom moest deze zo ver verwijderd liggen van de bib en de leerlingenkamer van griffoendor?’
‘Ik zie nog wel…’ Hij draaide zich nu ook om en ging terug naar zijn vrienden die iets verderop stonden.
Professor Kist neuzelde maar door over de koboldopstanden waardoor Fleur haar best moest doen om niet in slaap te vallen. Fleur zakte bijna door de grond toen ze hoorde dat ze ook dit vak hadden met de Zwadderaars. Malfidus zat schuin voor haar en leek ook niet geïnteresseerd in het vak geschiedenis.
Nu ze de kans had bekeek ze hem eens goed en vroeg zich af waarom iedereen hem zo knap vond. Hij was absoluut niet lelijk, maar nam zijn karakter erbij en hij was afschuwelijk. Fleur had gedacht dat Hermelien, Ron en Harry overdreven wanneer ze over Malfidus praatten maar ze was er al snel genoeg achtergekomen dat dit niet het geval was. Plots merkte ze dat er een stukje perkament op haar bil terechtgekomen was en vouwde het open.
Ben je er uiteindelijk achtergekomen dat je je ogen niet van me kunt afhouden?
Fleur keek op en zag Malfidus voldaan grijnzen. Ze draaide even met haar ogen en keek toen voor zich uit totdat ze in een soort trance terechtkwam. Na wat wel een eeuwigheid leek, merkte fleur dat de andere leerlingen hun boeken opborgen en het lokaal verlieten.
Snel nam ze al haar spullen bij elkaar en volgde Hermelien naar buiten die niet kon wachtten om naar verweer tegen de zwarte kunsten te gaan. Ze had al verteld dat de vorige les echt super was maar doordat Fleur nog geen les kreeg op dat moment had ze dit gemist.
Het vak werd dit jaar gegeven door een streng uitziende lerares genaamd; Carolien Van Holme. Zoals gewoonlijk gingen ze alle drie achteraan het lokaal zitten waar ze een plaatsje hadden vrijgehouden voor Fleur. Ook nu kon fleur haar gedachten niet bij de les houden. Ze moesten de patronesbezwering onder de knie krijgen, maar fleur kon niet meer tevoorschijn krijgen dan een wazig, glinsterde mist.
‘Gaat het wel?’ vroeg Ron nadat hij voor de 6de keer z’n panter tevoorschijn toverde. Hij was gelukkig nog niet vergeten hoe het moest na de svp-lessen die Harry gaf.
‘Ja, ik ben gewoon moe.’ Antwoordde fleur. Ze had nu geen zin om te praten. Deze namiddag waren ze vrij en dan was ze verplicht om naar haar kamer te gaan. Plots kwam er een aangename gedachte in haar op.
‘Hermelien? Ik mag die kamer niet verlaten, maar als jullie nu eens zouden komen, dan is mijn probleem opgelost.’ Zei Fleur vrolijk en keek Hermelien verwachtingsvol aan.
‘Ik weet het niet, fleur. Ik zou het eens vragen aan Perkamentus.
|
Laatst aangepast door kjell-lovers op Wo Jul 19, 2006 14:50; in totaal 1 keer bewerkt |
|
  |
 |
kjell-lovers
5e jaars


Verdiend:
80 Sikkels
Woonplaats: belgië
|
Geplaatst:
Ma Apr 03, 2006 23:46 |
 |
Zoals Hermelien gezegd had was deze les inderdaad nog leuk geweest, afgezien van het feit dat ze Malfidus en Sneep niet uit haar hoofd kon zetten. Ze ging vast en zeker die klap nog terug krijgen die ze hem verkocht had, maar dat kon haar eigenlijk niet veel schelen. Als hij dacht dat hij het gemakkelijk ging krijgen met haar dan had hij het mis. Ze kwam naar Zweinstein voor de veiligheid en kreeg daarna te horen dat ze met een dooddoenerszoon een kamer moet delen. Het zou trouwens niet mogen zijn dat een meisje en een jongen alleen in één kamer moeten slapen. Hopelijk kreeg ze nog mooie momenten met Harry, Hermelien en Ron, anders ging het een behoorlijk lastig jaar worden. Ze wilde toch wel enkele mooie herinneringen hebben aan dit laatste schooljaar.
Ze lagen met z’n vijven buiten in het gras. Voor een oktoberdag scheen de zon vrolijk aan de hemel en was het behoorlijk warm. Fleur genoot van de tijden met Hermelien, Harry, Ron en Femke. Ze leunde tegen Harry en praatte vrolijk met Hermelien. Ze keken samen toe hoe Femke met het gras speelde. Hermelien nam haar op en lachte naar haar. Voor zo’n klein meisje was Femke behoorlijk intelligent.
Fleur was blij dat Femke veilig was onder de hoede van Perkamentus. De tijd was bijna gekomen dat ze naar de afgelegen kamer moest gaan en Malfidus te trotseren.
‘Ben je al naar Perkamentus gegaan?’ vroeg Hermelien en keek Fleur doordringend aan.
‘Nou nee, maar ik ben Anderling deze middag in de gang tegengekomen en het mag dus niet.’ Fleur glimlachte flauwtjes en keek naar de ringen die zich in het meer vormden door de reuzeninktvis. ‘Voor een uurtje is dat best mogelijk, maar om een hele namiddag bij mij te zitten kon ze niet toestaan.’
Hermelien glimlachte naar Fleur en ging toen verder met spelen met Femke. Hermelien dacht blijkbaar dat het meer ging helpen wanneer ze haar mond hield. En in haar ooghoeken zag ze hoe Hermelien duidelijk maakte aan Ron en Harry dat ze hun mond moesten houden over het onderwerp Malfidus.
Het begon lichtjes te schemeren en de meeste leerlingen waren al naar binnen voor het avondmaal. Harry en Ron stonden recht en liepen alvast naar het kasteel. Fleur had van Hermelien gehoord dat eten voor Ron nogal belangrijk was.
Hermelien en Fleur volgden hen. Het eten was opnieuw verrukkelijk. Fleur liet het haar smaken, nam afscheid van Hermelien, Harry en Ron, en vertrok toen naar haar verblijfsplaats. Ze wierp nog een laatste blik op de tafel van Zwadderich en merkte tot haar blijdschap dat Malfidus nog gezellig zat te eten. Hij zat te praten met Korzel en Kwast en lachte om zijn eigen grapjes. Ergens dacht Fleur dat het over haarzelf moest gaan, maar bande die gedachte al snel uit haar gedachten. Als hij iets te zeggen had over haar moest hij dat doen in haar gezicht en er geen grapjes over maken. Ze bedacht nog snel even dat ze hem dat wel ging duidelijk maken en liep toen de grote zaal uit. Ze had nog altijd een beetje last met de gangen uit elkaar te houden, maar liep nu al minder vaak verdwaald. Ze ging Femke afhalen bij Madame Plijster en liep snel naar de kerkers om Malfidus voor te zijn. Ze had geen zin om voor verrassingen te komen staan wanneer ze binnenkwam. Éénmaal in de kamer gaf ze Femke haar flesje en legde haar in bed. Fleur zelf maakte het zich gemakkelijk in de zetel, recht voor de haard en begon te lezen in een boek dat ze van Hermelien geleend had. Hermelien zou het vast niet missen aangezien Fleur al had ontdekt dat Hermeliens hurkoffer merendeels uit boeken bestond.
‘Ik ga maar eens kijken hoe dat modderbloedje zich vermaakt.’ Zei Draco grijnzend tegen z’n vrienden. Hij stond op en begon te wandelen naar de kamer waar Fleur verdiept zat te lezen in haar boek. Draco opende zachtjes de deur en keek even waar Fleur zich bevond. Hij zag nog net haar bruine vlecht over de rand van de zetel hangen en bedacht dat hij haar eens flink kon laten schrikken. Hij liep even zacht naar de zetel zoals hij was binnengekomen en riep luid ‘hey’ vlak naast haar gezicht. Fleur slaakte een luidde gil en knalde met haar boek tegen Malfidus’ hoofd die meteen kreunde van de pijn. Geschrokken keek fleur naar de persoon die haar had laten schrikken. Toen ze Malfidus zag liggen keek ze echter opgelucht.
‘Ah ben jij het? Nou, dan ist niet erg.’ Zei ze subtiel en ging terug liggen en las verder.
‘Dit is al de 2de keer dat je me slaat!’ riep Malfidus uit.
‘Ik heb je niet gevraagd om me te laten schrikken en ook niet om me naar je gekakel te laten luisteren.’ Ze ging terug liggen en nam haar boek terug op om verder te lezen.
Malfidus leek te koken van woede en ging naar de badkamer om z’n gezicht te bekijken. Er was een klein wondje te zien vlak boven z’n rechteroog maar het zag er niet erg uit in vergelijking met de barstende hoofdpijn die hij had.
Hij zou haar gewoon het liefst de nek omwringen, maar weerhield zichzelf hier van.
Hij depte de wond af met een vochtige doek en liep toen terug de woonkamer in.
‘Ik ga slapen.’ Zei fleur en verliet de kamer op weg naar de badkamer. Ze verfriste zich even en trok haar nachtkleedje aan.
Ze keek even naar Femke, die vredig lag te slapen. Ze trok de lakens tot onder haar kin en probeerde de slaap te vatten. Ze had haar knieën hoog opgetrokken en klopte haar kussen op.
Niet veel later hoorde ze Malfidus binnenkomen en kon zichzelf niet bedwingen om hem even te bekijken. Ze moest toegeven dat hij een geweldig lichaam had maar sloot toen vlug weer haar ogen. Het bed werd iets meer naar beneden gedrukt toen hij erin stapte.
(Draco)
Langzaam opende hij z’n ogen om te kijken waardoor hij wakker gemaakt werd. Hij keek naast zich en zag een jonge vrouw liggen die duidelijk vast sliep en niet hoorde dat haar ‘kind’ weende. Hij stond op en liep wankelend naar de wieg.
De ene helft van z’n verstand zei dat hij haar moest wakker maken, maar de andere helft zei dat hij haar moest laten slapen, nu ze geen vervelende opmerkingen kon geven en hem niet sloeg.
Hij bekeek de bijna 6 maand oude baby en kwam tot de conclusie dat ze helemaal niet leek op de moeder. Hij nam voorzichtig het kindje op en ging ermee zitten in de stoel die ernaast stond, die hij de avond ervoor niet gezien had.
Na enkele minuten viel het kindje terug in slaap waarna hij haar terug legde in haar bedje en kroop toen ook terug in z’n bed. Hij ging op z’n zij liggen en bekeek Fleur. Aan haar huid te zien had ze het koud en zonder dat hij er eigenlijk besef van had sloeg hij en arm om haar heen en zorgde er zo voor dat ze het terug iets warmer kreeg.
(Fleur)
Fleur kwam wakker maar kreeg onmiddellijk het gevoel dat er iets niet klopte. Ze opende haar ogen en merkte dat ze iets ‘te’ dicht in de buurt van Malfidus lag. Ze voelde z’n ademhaling op haar gezicht branden en voelde een warme arm over zich heen die ze er onmiddellijk af sloeg waardoor Malfidus wakker schrok.
‘Wat doe jij in vredesnaam zo dicht bij mij in de buurt?’ riep ze uit en voor hij ook maar kon antwoorden wilde ze hem opnieuw slaan. Maar deze keer was hij te snel voor haar en nam haar pols beet om te voorkomen dat hij opnieuw een pijnlijke wang kreeg.
‘Waarom sla jij altijd zo vlug?’ vroeg Malfidus verward en vermoeid.
‘Omdat het nodig is!’
‘Oja? Ik ben anders wel de persoon die vannacht is mogen opstaan om ‘jou’ kind te laten zwijgen.’
‘Mijn kind? Dat is helemaal mijn kind niet! Het is mijn zusje!’
Even wist Malfidus niets te zeggen maar dat duurde jammer genoeg niet lang.
‘Dat is juist hetzelfde, alle twee modderbloedjes.’
‘Mocht het je interesseren; ik ben geen modderbloedje, maar puurbloed net zoals jij, en het kind waar je het de hele tijd over hebt, heet Femke.’
Fleur stond op en liep de slaapkamer uit om zich te gaan douchen.
|
Laatst aangepast door kjell-lovers op Do Aug 17, 2006 14:24; in totaal 2 keer bewerkt |
|
  |
 |
kjell-lovers
5e jaars


Verdiend:
80 Sikkels
Woonplaats: belgië
|
Geplaatst:
Di Apr 04, 2006 13:18 |
 |
(Fleur)
‘Hopelijk verloopt niet elke avond zoals gisteren.’ Dacht Fleur verdrietig. Wanneer dit het geval is, dan ga ik het liefst van al gewoon naar huis.’ Het was dan misschien minder veilig zonder Perkamentus, maar ze ging haar leven niet laten vergallen door een onnozele nietsnut.
Ze kleedde zich langzaam uit en stapte in het volle bad. Het water voelde heerlijk warm. Ze legde haar hoofd op de rand van het bad en sloot zachtjes haar ogen.
Ruzie maken was niet echt iets voor haar, maar toch gebeurde het, zonder dat ze het wilde.
Ze dacht aan een willekeurig liedje en begon te zingen;
‘I will not make
The same mistakes that you did
I will not let myself
Cause my heart so much misery
I will not break
The way you did, you fell so hard
I've learned the hard way
To never let it get that far
Because of you
I never stray too far from the sidewalk
Because of you
I learned to play on the sa-‘
(Draco)
Hij bleef op bed liggen en keek naar de deur waardoor Fleur zonet verdwenen was. Dit moest het eerste meisje zijn die niet toegaf aan zijn charmes. Het was dan ook zo’n stom grifje. Iemand zoals Draco had geen aandacht nodig van haar.
Hij stond op en zocht iets om te eten. Naar zijn gevoel was het nog vroeg in de morgen en dan zou er toch niets te eten vallen in de Grote Zaal.
Hij liep langs de badkamer en bleef als verstijfd staan en luisterde naar de stem van de vrouw die zich in de badkamer bevond.
Hij schudde z’n hoofd en liep de woonkamer in, hij kon niet verliefd worden op een modderbloed grifje. Of had ze daarnet gezegt dat ze volbloed was?
(Fleur)
‘Waar heb ik mijn kleren gelegd?’ vroeg fleur zich angstig af en kwam tot de ontdekking dat ze die vergeten was in de slaapkamer toen ze vertrokken was. Ze wikkelde een grote handdoek rond zichzelf en wierp even een blik die in de buurt lag van de slaapkamer. Ze haastte zich richting de kleerkast en haalde vlug een broek, een t-shirt en ondergoed uit de kast.
‘Hey’ hoorde ze achter zich en draaide zich vliegensvlug om.
‘Ooit gehoord van kloppen?’ Vroeg Fleur die alweer boos werd, zo vroeg in de morgen.
‘Nee, niet echt. Ik klop namelijk nooit wanneer ik m’n eigen slaapkamer binnenga.’
‘Zou ik er even langs mogen?’ Vroeg Fleur onbeleefd en wuifde ongeduldig met haar hand richting de deur.
‘Ja hoor.’ Flapte Draco eruit voor hij hetzelf besefte. Ook Fleur was even verbaasd bij dit antwoord maar ging toen maar snel terug de badkamer in en sloot de deur. |
Laatst aangepast door kjell-lovers op Wo Jul 19, 2006 15:18; in totaal 2 keer bewerkt |
|
  |
 |
kjell-lovers
5e jaars


Verdiend:
80 Sikkels
Woonplaats: belgië
|
Geplaatst:
Wo Apr 05, 2006 14:36 |
 |
(Draco)
Het was weekend. De meeste leerlingen waren van plan om naar Zweinsveld te gaan. Iedere ochtend of middag ging alles er altijd hetzelfde aan toe.
Fleur ging zich altijd eerst douchen en dan Draco.
‘Ik kan niet verliefd zijn op een grifje.’ Dacht Draco verward in zichzelf. ‘Ik kan iedereen krijgen die ik wil, iemand uit griffoendor heb ik niet nodig! Of wel?’
Hij hoorde de badkamerdeur open gaan en wierp vlug een blik op de persoon die eruit kwam. Smalle jeansbroek met een donkerblauw topje; ze zag er mooi uit. Draco had het vage idee dat ze dezelfde laarzen aanhad als de dag dat ze voor het eens in de Grote Zaal verschenen was. Hij kon het zich moeilijk voorstellen dat hij ooit verliefd zou zijn op haar en verzon toen een smoesje voor zichzelf; het is gewoon een bevlieging.
‘Zorg dat je oogballen blijven zitten waar ze moeten zitten, hé.’ Zei Fleur en nam een handtas met daarin een aantal benodigdheden om een dagje naar Zweinsveld te gaan. Ze had met Harry afgesproken aan de schoolpoort om 14.00 dus had ze nog tijd genoeg om een uurtje met Femke door te brengen.
Ze ging terug naar de slaapkamer, maakte Femke wakker, kleedde haar aan en ging op een gemakkelijke bank zitten. In de tijd dat Fleur klaar was met Femke was Draco klaar met zichzelf wat verbazingwekkend snel ging vandaag.
Fleur begon zacht te zingen zodat het buiten gehoorsafstand was voor Malfidus. Hij haalde een fles wijn uit een grote staande klok (wat deden die daar in vredesnaam?) en nam 2 glazen uit de kast.
‘Iets drinken?’ Vroeg hij beleefd en keek haar twijfelend aan. Ze opende haar mond om resoluut ‘nee’ te zeggen, maar in plaats daarvan kwam er iets anders uit.
‘Ja, graag. Dank je.’ Ze nam het glas aan en rook even voor de zekerheid. Hij kon er evengoed iets anders in gedaan hebben. Hij nam een slok van z’n eigen glas terwijl hij haar strak bleef aankijken. Ze wendde haar gezicht af en nipte aan haar glas. Hij ging naast haar zitten en nam haar boek van de tafel en bladerde er even in.
‘Lees je graag?’
‘Zou ik anders in dat boek gelezen hebben, denk je?’ Haar stem klonk schril en onbetrouwbaar. Om de één of andere reden kon hij zijn ogen niet van haar af houden. Hij wilde een gesprek vastknopen met haar maar bedacht toen dat hij niet eens wist hoe ze heette.
‘En hoe hebben ze jou genoemd?’ vroeg Malfidus terug op z’n gewone toon.
‘Interesseert het je?’
‘Waarom zou ik het anders vragen.’
‘Ben je altijd zo irritant?’
‘Stel je altijd zoveel vragen?’
‘Hou gewoon je mond.’
‘Geef je het nu al op? Als je het hele jaar bij mij moet blijven, ga je aan meer moeten gewend raken.’ Draco kwam angstaanjagend dicht bij haar in de buurt. Voor Fleur was de maat vol.
Ze stond op en nam haar jas van de haak om die vervolgens aan te trekken.
‘Verspil je altijd je eten en drank?’ vroeg hij ijzig en wees op haar glas.
Fleur ging voor Malfidus staan en goot haar glas leeg boven z’n hoofd. Draco stond vliegensvlug op, trok haar tot tegen zijn borstkas en drukte z’n lippen ruw op de hare.
Fleur wilde protesteren en hem van haar afduwen maar hij was duidelijk sterker dan zijzelf. Na een aantal seconden, wat wel een eeuwigheid duurde, zoende ze hem terug. Na een 5-tal minuten liet hij haar los. Ze nam Femke op en liep naar de deur.
‘Dit is niet gebeurd.’ Riep ze, Draco nog na en sloeg de deur met een klap dicht.
|
Laatst aangepast door kjell-lovers op Wo Jul 19, 2006 15:31; in totaal 1 keer bewerkt |
|
  |
 |
kjell-lovers
5e jaars


Verdiend:
80 Sikkels
Woonplaats: belgië
|
Geplaatst:
Ma Mei 08, 2006 20:10 |
 |
Wijn droop van z’n wit/blonde haar. Hij keek naar de plaats waar ze net nog gezoend hadden en ging toen terug zitten en staarde in de haard.
Fleur toverde eerst en vooral een wandelwagen voor Femke, zette haar erin en begon te wandelen naar de afdelingskamer van Griffoendor. In gedachten was ze al in Zweinsveld met Harry. Door de straten slenteren, leuke kledij kopen, een ijsje eten en lachen met Harry, Ron en Hermelien. In de verte zag ze het portret van de Roze Dame al opdoemen en ze versnelde haar pas. Ze zei snel het wachtwoord (vuurvliegjes) en stapte de leerlingenkamer in, helaas was deze bijna leeg, alleen Marcel zat er nog.
‘Hé Marcel, weet je waar Harry, Hermelien en Ron zijn?’ Vroeg ik vrolijk en ging naast hem, voor het haardvuur zitten.
‘Zweinsveld…’ Antwoordde hij afwezig en keek wazig voor zich uit. Ze wierp nog een bezorgde blik op Marcel en vluchtte toen de leerlingenkamer uit.
‘Ze zijn vertrokken zonder mij.’ Dacht Fleur verward en bedroefd. Ze dacht vrienden te hebben gevonden maar had zich blijkbaar vergist. Ze ging somber terug naar de kamer waar ze de dag, alleen, ging doorbrengen. Gelukkig had ze nog altijd Femke en was ze het nogal gewoon van veel alleen te zijn.
(fleur)
Ze opende de deur en zag meteen de wit/blonde haren van Malfidus uitsteken boven een gemakkelijke stoel voor de haard.
‘Nou, blijkbaar is hij ook niet van plan te vertrekken.’ Dacht Fleur geïrriteerd en wilde zich terug omdraaien totdat ze een stem achter zich hoorde.
‘Nu al terug?’ Vroeg Malfidus met een kille stem. Het was duidelijk te horen dat hij haar hier niet wilde.
‘Ja, nou en? Je kunt vertrekken als je m’n gezelschap niet op prijs stelt. Je weet waar de deur is!’ Ze ging tegenover Malfidus zitten en nam Femke op schoot. Om de zoveel minuten wierp ze een vernietigende blik op de jongeman die zich voor haar bevond waarna hij haar alleen maar emotieloos aankeek.
(Draco)
Hij zat gezellig te kijken hoe de vlammen uit de haard dansten met elkaar totdat hij voetstappen hoorde op de gang en werd ruw uit z’n gedachten gebracht wanneer de deur dichtviel. ‘Is ze nu al terug?’
‘Nu al terug?’ ‘Moest ik dat nu echt weer zo kil vragen?’
‘Ja, nou en? Je kunt vertrekken als je m’n gezelschap niet op prijs stelt. Je weet waar de deur is!’ Antwoordde ze op dezelfde toon als hijzelf.
(Harry)
‘Waarom zou ze niet willen meekomen denk je?’ Vroeg Harry aan Ron en Hermelien terwijl hij de brief nog eens doorlas die hij van Fleur ontvangen had.
‘Misschien is Femke ziek geworden.’ Suggereerde Ron en keek de 2 vrienden aan die van hun boterbier dronken. Ze staarden de ‘3 bezemstelen’ door en staarden naar een groepje vrolijke derdejaars die lachten.
‘Zou Malfidus haar iets hebben aangedaan? Daar zou hij wel toe in staat zijn, denk je niet.’ Zei Hermelien toen het een tijdje stil was.
Ondertussen was Fleur op weg naar Zweinsveld, ze had Femke bij Madame Plijster kunnen achterlaten om zo toch de reden te kunnen achterhalen waarom Harry, Hermelien en Ron zonder haar vertrokken waren. Ze nam de omgeving in haar op en dacht even terug aan Draco. Hij had haar gekust, terwijl ze dat eigenlijk helemaal niet wilde! De wijn die hij haar gegeven had, was ook al niet denderend. Ze was een straat opgelopen maar het viel haar op dat er helemaal geen mensen meer aanwezig waren. Alles was donker, hoewel het hoogstens drie uur kon zijn. De grote, donkere wolken die in de lucht hangen stelden ook al niet veel goeds voor. Ze keek de straat door om een zuchtje leven te ontdekken maar alles bleef stil. Net toen ze zich wilde omdraaien en wilde teruggaan naar Zweinstein, trok iets links van haar, haar aandacht. Ze liep iets dichter naar de smalle steeg, maar wenste al gouw dat ze dat niet gedaan had. Een 10-tal mannen, die 1 voor 1 in een zwarte mantel gehuld waren, kwam langzaam op haar af. Toen ze nog maar een 2-tal meter van haar verwijderd waren trok de voorste z’n toverstok en richtte die op Fleur. Ze strompelde een aantal meter achteruit maar kon haar blik niet afwenden van de mannen die op het punt stonden om haar grondig te vervloeken of om haar te vermoorden.
De wind suisde in haar oren en haar haren vlogen rond haar hoofd. Ze hoorde een man iets vaags roepen en daarna een groene straal haar richting uitkomen. Ze zag allerlei herinneringen voorbij vliegen; Haar vader, haar moeder die omgekomen was, haar zus die met starende ogen op de grond lag om nooit meer op te staan, Femke die geboren werd vlak voor haar moeders dood, Femke die opgroeide, har vaders gelukzalige blik bij het zien van z’n gezonde dochter…
Ze sloot haar ogen maar kon geen voet verplaatsen van de schrik. Plots voelde ze echter iemand haar om der middel grijpen en zich met zich meetrekken op de grond. Langzaam opende ze haar ogen en zag nog een paar seconden een paar grijze ogen vooraleer deze terug rechtsprong en op de in zwart, gehulde mantels mannen afliep!
Na een paar woorden verdwenen ze en liep Draco op haar af om haar recht te helpen. Ze keek hem even aan maar wende toen haar gezicht af en wilde zich omdraaien tot ze draco’s hand rond haar pols voelde sluiten.
‘Laat me los.’ Fluisterde ze zacht maar keek hem nog steeds niet aan.
Hij trok haar dichter tegen zich aan en sloeg z’n armen om haar heen. Allerlei gedachten gingen door Fleur heen. ‘Waarom deed hij dit? Waarom heeft hij ervoor gezorgd dat ik hier nog steeds sta, en niet ergens anders ben waar alles zonder pijn voorbij gaat, waar iedereen rust vind. Waarom wilt hij haar beschermen terwijl ze elkaar eigenlijk niet kunnen uitstaan? Hoe wist hij dat ik hierheen was gekomen? En waar is iedereen?’ Het was alsof ze deze laatste gedachte luidop gezegd had want ze hoorde Draco iets vaag fluisteren in haar oor waardoor ze terug iets bij haar positieven kwam. ‘…zijn veilig binnen…’
Fleur nam de moeite niet meer om te luisteren. Ze borg haar gezicht in z’n mantel en voelde een snik opkomen maar drong die terug. Zo stonden ze daar nog enkele minuten zwijgzaam bij elkaar.
‘Fleur, waar was je toch?’ Hermelien kwam bezorgt op Fleur afgelopen en nam haar bij haar schouders en schudde haar zachtjes door elkaar.
‘In Zweinsveld…’ Fleur stond zwijgzaam te kijken hoe Draco in de massa mensen verdween. Overal was paniek te merken.
‘Hoe bedoel je in Zweinsveld? Je hebt Harry een brief gestuurd dat je niet wilde meekomen.’ Hermelien keek Fleur nog steeds bezorgt aan en loodste haar richting de kerkers, waar Fleur slaapt.
Ze namen plaats in een gemakkelijke zetel voor de haard en Hermelien schonk een glaasje water in voor Fleur die het met kleine slokjes uitdronk.
‘Ik ga Femke wel ophalen bij Madame Plijster, daar is ze toch?’ Fleur knikte dankbaar naar Hermelien en een kleine glimlach sierde haar lippen even. Ze hoorden een deur opengaan en niet veel daarna waren er zware voetstappen te horen op het tapijt. Hermelien wilde opstaan maar Fleur wierp haar een smekende blik toe. Dit hield Hermelien echter niet tegen, ze legde even een hand op haar schouder. ‘Je redt het wel. Ik heb zo’n vermoeden wat er gebeurd is in Zweinsveld, je kunt me morgen alles vertellen.’ Fluisterde Hermelien zodat alleen Fleur haar kon horen. ‘Ik ga nu Femke halen, ze kan bij ons blijven slapen.’ Draco liet zich neerzakken naast Fleur en keek haar twijfelend aan en bestudeerde haar even. Haar lange, lichtjes golvende, bruine haar zat in een hoge staart opgestoken. Ze had zilveren hangertjes aan die haar oren sierden en 1 enkele gouden armband waar iets leek in gegraveerd te zijn. Haar ogen glinsterden, maar naar z’n gevoel was dat door opkomende tranen en niet van geluk.
Ze draaide haar om zodat ze hem kon aankijken en opende toen haar mond om iets te zeggen. Maar voor ze ook maar een geluidje kon maken legde hij een vinger op haar lippen en trok haar alweer dichter tegen zich aan.
‘Je hoeft me niet te bedanken.’ Ze drukte haar hoofd tegen z’n schouder en sloot haar ogen. Het leek alsof ze geen woorden nodig hadden om te communiceren. Draco keek naar de vlammen die dansten in de haard en speelden met elkaar, waarna hij neerkeek op het jonge meisje in z’n armen die nu voor de eerste keer een snik liet ontsnappen. |
|
|
  |
 |
kjell-lovers
5e jaars


Verdiend:
80 Sikkels
Woonplaats: belgië
|
Geplaatst:
Zo Mei 14, 2006 17:33 |
 |
Met een pijnlijk hoofd opende Fleur haar ogen en nam de omgeving in haar op. Ze keek even naar Draco die nog lag te slapen en stond toen op om zich op te frissen. Ze trok haar gehakte schoenen aan en stapte de deur uit om te gaan ontbijten. Daar aangekomen zag ze Hermelien naar haar wuiven en nam plaats tegenover Harry, die haar bezorgd aankeek. Het leek alsof Fleur elk moment in tranen kon uitbarsten.
‘Waar is Femke?’ Fluisterde ze uiteindelijk om de stilte te verbreken en keek voor het eerst sinds gisteravond, Hermelien recht aan.
‘Ze slaapt nog op onze slaapzaal. Ik heb een spreuk over haar uitgesproken zodat zowel jij als ik kan voelen wanneer ze wakker wordt.’ Fleur knikte en stak een stukje toast in haar mond. Ze proefde de smaak niet en slikte het met moeite in. Gisteren was ze bijna dood geweest en vandaag zat ze al terug aan het ontbijt. Ze voelde een hand op haar schouder en draaide zich met een ruk om.
‘Professor Perkamentus verwacht je na het ontbijt in z’n kantoor.’ Zei Profesoor Anderling en ging terug naar de lerarentafel waar Perkamentus haar veelbetekenend aankeek en zich toen in een gesprek wikkelde met Sneep. Z’n haar was nog even vettig als altijd en in z’n ogen was niets van emotie te merken, maar dat verwonderde Fleur niet.
‘Wat is er nu gebeurd gisteren?’ Vroeg Ron en keek haar aan. Niet veel later stak hij een groot stuk toast in z’n mond en at het smakelijk op. Fleur voelde haar maag omdraaien maar negeerde het.
‘Ik wilde naar de griffoendor toren komen om te vertrekken naar Zweinsveld, maar Marcel zei dat jullie al vertrokken waren. Dan ben ik maar teruggegaan naar de kerkers maar besloot toen om alleen naar Zweinsveld te gaan. Toen ik daar aankwam was er niemand behalve een 10-tal mannen in een zwart gewaad op me afkomen. 1 ervan stuurde de vloek des doods op me af maar ik werd weggeduwd door Dr-Malfidus. Hij praatte even met die mannen waarna ze verdwenen… Ze rest ken je wel, denk ik.’ De drie keken haar even aan.
‘Bedoel je dat Malfidus je gered heeft?’ Ron proestte de laatste stukjes toast uit over Hermelien die hem nu walgend aankeek.
‘Zoiets ja… Maar ik ga maar eens naar Perkamentus. Tot straks.’ |
|
|
  |
 |
kjell-lovers
5e jaars


Verdiend:
80 Sikkels
Woonplaats: belgië
|
Geplaatst:
Wo Mei 17, 2006 19:10 |
 |
Toen Fleur het kantoor van Perkamentus verliet was ze nog verwarder dan wanneer ze er binnen stapte. ‘Hij moet me beschermen…’ Ging het alsmaar door haar hoofd.
Ze ging buiten op het gras zitten en voelde niet veel later dat er iemand kwam bijzitten. Ze dacht dat het Draco moest zijn maar niets was minder waar. Voor haar zat Harry. Z’n ogen schitterden achter z’n brillenglazen, z’n haar zat nog steeds even verward zoals anders en hij leek enorm rustig in vergelijking met zichzelf.
‘Wat heeft Perkamentus gezegd?’ Harry keek haar doordringend maar lief aan. Ze voelde haar maag een vreemde beweging maken en negeerde het; ze had namelijk niet zoveel gegeten.
‘Draco heeft de opdracht gekregen mij te beschermen tegen eventuele dooddoeners, hij speelt dubbel spel voor Perkamentus.’ Fleur keek Harry niet aan maar staarde naar het meer waar zich kringen in vormden.
‘Vormen hij en Sneep plots een duo?’ Harry klonk niet meer vrolijk en de sarcasme was duidelijk te horen in z’n stem.
Z’n hand lag nu nog maar een aantal centimeter van de hare verwijderd. Hoe zou Harry reageren wanneer ze de eerste stap zette en zich overgaf aan haar eigen gevoelens? Hij zou waarschijnlijk opstaan en vertrekken, maar hij kon ook haar gevoelens beantwoorden. Fleur was zo verzonken in haar gedachten dat ze niet eens gemerkt had dat Hermelien en Ron erbij kwamen zitten. Hermelien had Femke meegebracht die nu verlangde om bij Fleur te zijn. Ze graaide met haar kleine handjes naar Fleurs bruine lokken die speelden in het kleine zuchtje wind. Fleur glimlachte naar het kleine meisje en nam haar op schoot. Ze trokken alle vier hun schoenen en sokken uit en lieten hun voeten zakken in het frisse water.
‘Heb je de advertentie al gelezen op het prikbord in de griffoendortoren?’ Hermelien keek even naar de drie personen naast zich.
‘Ik kom nooit in de toren van Griffoendor.’ Fleur kijkt naar Hermelien met een dat-weet-je-toch blik.
‘Ja nou, voor halloween gaan ze een bal organiseren!’ hermelien sprong recht en keek stralend naar haar drie vrienden, ‘Je moet wel met een partner gaan omdat er gedanst moet worden.’
Fleur haar gezicht vertrok even.
‘Alweer? In het 4de jaar moesten we ook al met partner naar dat stomme bal.’ Ron deed alsof hij moest overgeven en keek walgend naar Hermelien die het blijkbaar een geweldig idee vond.
‘Fleur, kan ik je even spreken?’ Hermelien keek haar vragend aan en stond al recht nog voor Fleur had kunnen antwoorden.
‘Euhm…ja natuurlijk.’ Fleur stond recht en nam Femke op haar arm om dan Hermelien te volgen naar de inkomhal van Zweinstein, die zowat verlaten was. Alleen een paar lachende eerstejaars stonden voor de Grote Zaal. Waarschijnlijk wachten ze al op het middagmaal, hoewel het nog maar elf uur was. Fleur had pas haar ontbijt verwerkt en die kinderen hadden al terug honger.
‘Ik zou graag een nummer opvoeren op het kerstbal,’ begon Hermelien en keek fleur even aan om haar reactie op te vangen en ging toen verder, ‘Maar alleen is precies zo zielig dus had ik gedacht aan jou om mee te doen.’ Hermelien keek haar nu blij aan alsof ze verwachtte dat Fleur zou toestemmen.
‘Hermelien, ik weet nog niet of ik wel ga gaan dus ka-‘
‘Als je een liedje zingt moet je niet persé een partner hebben, hij kan moeilijk je handje vasthouden terwijl jij zingt.’ Hermelien maakte een wegwuivend gebaar alsof ze Fleur haar woorden wilde wegvegen uit haar gedachten.
‘Ja, het lijkt me wel een leuk idee dan.’ Antwoordde Fleur glimlachend en knipoogde naar Hermelien die dolgelukkig leek.
‘Ik ga nu wel even naar de kerkers, me even opfrissen, en dan kom ik wel hiernaartoe om te eten. Doen we eigenlijk nog iets deze namiddag?’ Dat laatste kwam er eerder uit als een gedacht maar toen leek ze antwoord te verwachten.
‘We hebben huiswerk, weet je nog? En daarna gaan we vast nog wat buiten zitten, van de laatste zonnestralen genieten.’
Fleur stond voor haar deur en keek even op haar uurwerk. ‘elf uur dertig? Heb ik er een half uur over gedaan om hier te komen? Fleur legde haar hand op de deurklink en wilde deze naar beneden duwen vooraleer ze een schemerig licht vanonder de deur zag schijnen en een zacht muziekje hoorde spelen. Ze opende stil de deur en probeerde Femke te laten ophouden met geluidjes te maken. Ze keek de woonkamer in en zag een mooie gedekte tafel, allerlei kaarsen die voor het licht moesten instaan en vanuit het kleine keukentje rook het heerlijk. Ze zette Femke in haar speelhoekje en ging kijken in de keuken.
Draco stond aan het fornuis en was druk in de weer om van alles klaar te zetten. Hij had blijkbaar de messen opdracht gegeven worteltjes te snijden, en de potten en pannen vlogen plots uit de kast naast haar en landen zachtjes op het fornuis waarna deze automatisch werkte.
Draco draaide zich om en merkte nu pas dat Fleur aanwezig was in hun woning.
‘Wat doe jij hier zo vroeg?’ De verbazing was in z’n stem te horen en hij leek niet echt op z’n gemak.
‘Ik kwam me gewoon even opfrissen. Amuseer je met je nieuwste verovering. Je hebt het zo te zien gezellig gemaakt.’ Ze stapte de keuken uit, haalde nieuwe kleding uit de slaapkamer en even later hoorde hij de kraan van de douche werken.
Hij ontwaakte uit z’n mijmeringen en klopte zachtjes op de deur van de badkamer. Even hoorde hij gestommel achter de deur en dacht hij dat ze eeuwig dicht zou blijven maar even later werd ze geopend door Fleur die een wit/roze handdoek rond zich had en water drupte uit haar lange haren op de grond.
‘Ik verwacht helemaal niemand, ‘legde Draco uit. ‘ Ik wilde je eigenlijk verrassen met een etentje.’
‘Ik heb afgesproken met Hermelien om straks te gaan eten.’ Ze maakte aanstalten om de deur te sluiten maar werd tegengehouden door Draco.
‘Kun je dat dan niet afzeggen?’ Z’n stem klonk bijna smekend maar dat was vast verbeelding.
‘Misschien, voor een goede reden.’
‘Nou, ik wil gezellig eten met jou.’ Hij keek haar verwachtingsvol aan maar kon niets ontfrutselen in haar uitdrukking en hoopte dan maar dat ze ja zou zeggen.
‘Zo’n etentjes worden meer ’s avonds gepland hé.’ Fleur keek hem argwanend aan.
‘Ik wilde eens iets anders.’ Z’n antwoord klonk simpel en iets vertelde haar dat hij niet loog. Maar was dat inderdaad een goeie reden om Hermelien af te zeggen?
|
Laatst aangepast door kjell-lovers op Wo Jul 05, 2006 18:34; in totaal 1 keer bewerkt |
|
  |
 |
|
|