Geplaatst: zo nov 24, 2013 20:37
Een van mijn eerste verhalen. Stelt niet veel voor... ben gwn benieuwd wat jullie er van vinden.
Hoofdstuk 1
Met een klap smeet ik de deur van mijn kamer achter me dicht. Wat haatte ik dat kind! Ik liet mezelf op mijn bed vallen. Beneden liep DaniĂ«lle te schreeuwen en te krijsen om haar toetje. He zou me niks verbazen dat als uit een onderzoek bleek dat ze zaagsel in dr kop had zitten in plaats van hersens.. Mijn oog viel op de mijn pen. Mijn magische pen, de pen die alles wat ik opschreef werkelijk maakte. Alleen was hij bijna leeg. Maar wat boeide het als hij leeg zou zijn? Ik zou hem toch niet meer nodig hebben. Gwn DaniĂ«lle ff wegschrijven en dan waren zo goed als al mijn problemen opgelost! Ik pak een blaadje en schreef: DaniĂ«lle heeft nooit bestaan. Opeens werd het stil. heel stil... en heel koud...Een blad waar de wind mee aan het spelen was stopte ineens vlak voor de grond. Een vogel opweg naar zijn nest bleef twee meter voor de boom midden in de lucht hangen. En De auto's die normaal altijd langs ons huis reden stonden stil. Alles stond stil. het was alsof de tijd was bevroren. Ik merkte ineens dat ik mezelf ook niet meer kon bewegen. Er was geen geluid meer. een oorverdovende stilte. Hoelang moest dit nog duren? Ineens was het weg. Alles was weer normaal. Het blad raakte de grond, de vogel kwam aan bij zijn nest, de auto's renen weer en ik kon me weer bewegen. De kou was net zo abrupt gegaan als hij gekomen was. Ik haalde de vulling uit de pen. Nog twee druppels... Dat was genoeg om een computer op mijn kamer krijgen. Maar dat kon wachten, ik wilde eerst weten of het gelukt was. Ik rende naar beneden om te kijken of het gewerkt had. In Danielles kamer -of iets wat ooit haar kamer was- was geen enkel teken van leven. Alleen zag het er totaal niet uit als danielles kamer. Het speelgoed dat altijd over de grond slingerde was verdwenen. net als de roze jurkjes en de boeken. In plaats daaar van was de hele vloer bezaaid met kleren. Veel te groot voor een zevenjarige. Verder lagen er een hele hoop tijdschriften en een laptop. Ik voelde een steek van jaloezie. Ik had altijd al mijn eigen laptop gewild..Toen bedacht ik opeens iets. Ik klom op een stoel en pakte een reusachtig boek dat ik bovenop mijn klerenkast had verstopt. Volgens Sterre hadden de elfen dit boek duizenden jaren geschreven. Voorzichtig blies ik het stof er af. Op de kaft stond een gouden ganzenveer en een potje bloedrode inkt. Handleiding voor de drager van de pen. Stond er met grote letters op. Ik legde mijn hand op het slot. Het roestige slot draaide open. Ik zocht in de inhoud naar het hoofdstuk âVoorwaardenâ Na een tijdje gebladerd te hebben vond ik het. In hele kleine lettertjes stond onder aan de bladzijde:
Als iets âWegâ geschreven, of verwijderd word komt datgene in het Land van de Vergetenen terecht. Om beide werelden in evenwicht te houden word er ook iets vanuit het Land van de Vergetenen naar de wereld van de verwijderde toegestuurd.
Geweldig... Nu DaniĂ«lle weg was kreeg ik er iemand anders voor terug. Ben benieuwd wie of wat er naar de aarde verstuurd is. Ik rende weer naar beneden. Ik stapte de kamer weer in en bekeek de rest van de kamer. Wauw.. die bank lag vast heerlijk. ik grinnik en laat me erop vallen. hij lag inderdaad heerlijk. Misschien kreeg ik er ooit ook wel zo eentje op mijn kamer. âWat doe jij in mijn kamer?â Klonk het opeens achter me. Ik sprong op. In de deuropening stond een meisje van een zeventien, lichtblonde krullen die tot halverwege haar rug reikten, helderblauwe ogen, een sneeuwwitte huid en stralende witte tanden. Het was alsof ik naar een oudere versie van mezelf keek. Zij was degene die terug gestuurd was vanuit het Land van de Vergetenen. âIk was benieuwd hoe DaniĂ«lles kamer er uit zou zien.â Ze keek even van haar stuk gebracht te zijn. âWaarom werkt de spreuk niet op jou?â ze bekeek me van top tot teen. âSpreuk? Hoezo dat?â ik kijk haar vragend aan. In het boek stond niks over een of andere spreuk. Ze rolde met dr ogen. âDat is toch logisch kind? om geen onrust te brengen in de wereld waarin je verschijnt spreek je er een spreuk over uit zodat iedereen denkt dat je er altijd al geweest bent.â âAha...â Dat klonk inderdaad best logisch.. âMaar waarom werkt hij niet op jou? Ben je een elf of zo?â Ze liep naar me toe om te kijken of ik puntoren ofzo had. ik schudde mijn hoofd âGeen elf, gewoon een mens. En jij?â âIk ben een vampier met een heel goede zelfbeheersing.â ze grijnst als ik achteruit dijns. Zelfbeheersing of niet, vampiers zijn gevaarlijk. Dat wist iedereen! âMaar je maar geen zorgen, ik heb genoeg gedronken voor de komende zeven eeuwen.â Zei ze lachend. "Hoe heet je eigenlijk?â âIk ben Fleur, vijftien, en de baas hier in huis.â Zei ik vastbesloten. âEn jij?â âJij? De baas in huis? Daar moet dringend wat aan veranderen. Ik ben Vanessa, vierhonderdtweeĂ«ndertig, en de nieuwe baas hier in huis.â Ze schonk me een valse glimlach. âDat word je niet! Of ik pak mijn pen en ik schrijf je weer terug.â Ze haalde iets uit haar zak. âBedoel je deze pen?â âHuh, wie, hoe, waar, wanneer..? Hoe kom je aan mijn pen?â wist ik uiteindelijk uit te brengen. âJe liet hem rondslingeren, dus ik ruimde hem voor je op.â âIk liet hem helemaal niet rondslingeren, jij stal hem uit mijn kamer!â riep ik boos âVind je stelen niet een beetje een groot woord? Ik noem het liever lenen zonder toestemming of terugbrengen.â ze stopt de pen weer in dr zak. âDat noemen ze hier dus stelen.â ze rolt met dr ogen. âKan ik het helpen dat jullie het hier stelen noemen. Ik noem het lenen dus is het lenen.â Opeens stond ze achter me en duwde me haar kamer uit. Woedend stampte ik mijn kamer weer in. Die vampier daar beneden moest onmiddellijk weg! Ik pakte de vulling van mijn pen en schudde er mee. Er was nog een heel klein druppeltje inkt over. Vast niet genoeg om Vanessa weg te schrijven en DaniĂ«lle terug te schrijven. En bovendien, was de inkt magisch of de pen? Als het de pen was dat was de situatie hopeloos... maar als het de inkt was had ik nog en klein kansje om DaniĂ«lle terug te krijgen. Ik besloot om het er maar op te wagen en stopte de vulling in een van mijn gewone pennen, pakte een blaadje weer en schreef zo klein als ik kon: Portaal naar Land v d Vergetenen. Er was een witte lichtflits en toen stond er ineens een raam in mijn kamer. Ik stak mijn hoofd er doorheen en keek naar een grote, grijze stadsmuur. Hij was omgeven door een gracht met grijs water, met grijze vissen. De lucht, de wolken en de zon waren ook grijs. Ik wist niet veel, maar wat ik wel wist was dat ik DaniĂ«lle terug moest halen. En dan maar hopen dat Vanessa dan vanzelf verdwijnt... Maar dat is een zorg voor later.
En...?
|