Welkom op Harry Potter Forum! 


Antwoord op onderwerp Ga naar pagina 1, 2  Volgende

Professor

Avatar gebruiker

Offline

Woonplaats: in Tortuga ;)

Houseitem
BerichtGeplaatst: za jan 29, 2011 15:26 

Ik ben een grootte fan van Lily en James verhalen dus heb ik besloten mijn verhaal hier te posten. Hij heet: De eerste Orde, en zoals je misschien al geraden had gaat hij over de eerste Orde van de Feniks, dit verhaal staat ook nog op een ander forum onder de naam xtvdhx en die wou ik voor dit forum eigenlijk ook aanmaken maar toen kwam ik erachter dat mijn oude gebruikersnaam nog actief was hier en dat was dus deze.
Als je op het verhaal zou willen reageren dan mag dat in het reactie topic alsjeblieft zodat dit verhaal alleen maar omhoog komt in het rijtje als ik ook echt een nieuw stukje heb gepost!
Verder wil alleen nog even zeggen dat ik hoop dat jullie reageren, met goede of slechte reacties, bij ons op school noemen ze het feedback wat in het kort wil zeggen dat voordat je iemand helemaal de grond in stampt met verbeterpunten je eerst 2 of 3 goede dingen over diegene moet zeggen zodat het niet al te hard aan komt hahaha dus herriner je dat ;)
En even over het verhaal nog, mijn eerste post gaat erover dat ze Zweinstein verlaten.

Afbeelding

Hoofdstuk 1:
Waar het ene verhaal stopt, begint het andere.
Hoofdstuk 2:
Een nieuw leven.
Hoofstuk 3:
Pijn, Geluk en Angst.
Hoofdstuk 4:
Het gevecht.
Hoofdstuk 5:
De nasleep.
Hoofdstuk 6:
Het huwelijk.
Hoofdstuk 7:
De eerste opdracht.
Hoofdstuk 8:
De verdwijning.
Hoofdstuk 9:
Ontbrekende personen.
Hoofdstuk 10:
De knalpoker meesters.
Hoofdstuk 11:
Mathilda Belladonna.
Hoofdstuk 12:
Verbroken vriendschappen.
Hoofdstuk 13:
Onschuldige slachtoffers.
Hoofdstuk 14:
Driemaal getrotseerd.

Groetjes
Lily_flower

_________________
Blessed is the heart that bends; it can never be broken.


Laatst bijgewerkt door Lily_flower op vr dec 30, 2011 2:03, in totaal 10 keer bewerkt.

 Profiel  

Professor

Avatar gebruiker

Offline

Woonplaats: in Tortuga ;)

Houseitem
BerichtGeplaatst: za jan 29, 2011 15:29 

Hoofdstuk 1
Waar het ene verhaal stopt, begint het andere:



Verdrietig keek Lily uit het raampje naar Zweinstein. Het gebouw werd steeds kleiner, tot ze het uiteindelijk niet meer kon zien doordat ze een hoek om reden.
"ËœKunnen jullie het geloven, jongens?' ze keek het rijtuig rond. Sirius, Remus, James en Marie schudden beteuterd hun hoofden. Ze hadden misschien veel gezeurd over het vele huiswerk, de strenge regels en over nog veel meer dingen, maar een ding wisten ze allemaal zeker, ze zouden Zweinstein verschrikkelijk gaan missen.
"ËœWeet je jongens, ik denk dat ik zelfs Vilder ga missen!' riep Sirius uit.
"ËœSluipvoet, nou overdrijf je toch echt,' zei James grijnzend. "ËœDat is er een die ik nooit zal missen, ben je de vele bekers vergeten die we hebben moeten poetsen?'
Sirius stootte zijn blaffende lach uit en zijn ogen schitterden toen hij terug dacht aan de vele uren nablijven. Er viel even een stilte.
Lily was ver weg met haar gedachtes, een paar weken geleden leken ze nog zo zorgeloos maar het drama dat zich net voor de examens had voltrokken had iedereen een beetje met de neus op de feiten gedrukt. Ze hadden het bericht gekregen dat meneer en mevrouw Potter en James zijn enige oom dood waren aangetroffen met het duistere teken boven het huis. Ze had James één keer zien huilen, toen hij het bericht vernam van Perkamentus maar daarna leek het of hij zijn verdriet ergens ver had weggestopt en de sleutel had weg gegooid. Niemand kon tot hem doordringen en hij was alleen maar vastbeslotener geworden dat hij een verschil wilde maken in deze strijd. Ze schrok terug in de werkelijkheid toen ze Remus iets hoorde zeggen.
"ËœWaar is Peter eigenlijk?' Het was het eerste wat hij had gezegd sinds vanmorgen bij het ontbijt.
Lily wist dat hij het heel moeilijk vond om school te verlaten, hij had het gevoel gehad alsof hij in de grote boze wereld werd gegooid. Hij was bang dat niemand hem zou accepteren en dat hij geen werk kon vinden. Lily was bang dat hij daar gelijk in zou krijgen, ook al zou hij voor al zijn P.U.I.S.T.en, Uitmuntend en Boven Verwachting hebben gescoord, niemand zou hem ooit accepteren omdat hij een weerwolf was.
Sirius haalde zijn schouders op. "ËœDie rende net terug naar de Grote Zaal. Hij zei dat hij iets was vergeten.'
"ËœVinden jullie niet dat hij raar doet?' vroeg Remus aan niemand in het bijzonder.
James haalde zijn schouders op. "ËœHij is altijd een beetje raar geweest.'
Marie schudde haar hoofd. "ËœNee, ik begrijp wat je bedoelt. Een paar weken geleden was ik tot laat op om het huiswerk af te maken wat we hadden opgekregen en Peter kwam de trap af, keek heel stiekem om zich heen, dacht dat iedereen op bed lag en zag mij niet zitten. Toen is hij via het portretgat weg gegaan. Ik heb er toen niks achter gezocht, maar nu dat je het zegt.' Ze keek even dramatisch het rijtuig rond. "ËœIk ben een uur later pas naar bed gegaan en toen was hij nog niet terug. '
"ËœMisschien had hij een afspraakje?' suggereerde James.
Sirius snoof minachtend. "ËœHij heeft nooit afspraakjes!'
Remus grinnikte. "ËœDie had hij wel, maar dat vertelde hij nooit tegen jullie twee.'
James en Sirius keken geí¯nteresseerd. "˜Met wie dan en waarom vertelde hij het ons niet?'
"ËœIn het zesde jaar met Jennie Rake....' Hij kon zijn zin alleen niet afmaken want Sirius en James waren in lachen uit gebarsten.
Lily schudde haar hoofd. "ËœMisschien vertelde hij het daarom niet.'
Maar ze hoorden haar niet. "ËœJennie paardenhoofd?' vroeg Sirius hikkend.
"ËœDie is zo lelijk!' riep James uit.
"ËœJames!' riep Lily uit. "ËœJe mag mensen niet beoordelen op hun uiterlijk, toevallig is Jennie een heel lief meisje!'
"ËœDaar heb je wat aan als je er mee kust,' zei Sirius binnensmonds.
James en Sirius keken elkaar aan en barsten weer in lachen uit.
"ËœNiet te geloven!' mompelde Lily tegen Marie.
Marie glimlachte alleen maar en zei, "ËœWe zijn er!' Ze sprong als eerste uit het rijtuig en wachtte totdat iedereen was uitgestapt. Lachend en pratend liepen ze over het rokerige perron en stapten in de trein. Op weg naar hun nieuwe leven. Op weg naar een leven waar niks zeker was en het gevaar zeker in deze tijden constant op de loer lag.

_________________
Blessed is the heart that bends; it can never be broken.


Laatst bijgewerkt door Lily_flower op zo feb 06, 2011 12:36, in totaal 1 keer bewerkt.

 Profiel  

Professor

Avatar gebruiker

Offline

Woonplaats: in Tortuga ;)

Houseitem
BerichtGeplaatst: ma jan 31, 2011 22:28 

Dit hoofdstuk en het hoofdstuk dat hierna komt zijn hoofdstukken waar eigenlijk vrij weinig in gebeurt maar die ik heb gebruikt als tussen hoofdstuk (is het nog logisch)? Je krijgt hier eigenlijk informatie over de personages voordat ik ze in het eerste gevecht gooi. Alvast veel lees plezier!


Hoofdstuk 2
Een Nieuw Leven:


De eerste paar weken na het einde van het laatste schooljaar stonden in het teken van banen en huizen zoeken. Sirius kreeg te horen dat hij van zijn lievelingsoom, Alveleus Zwarts, een grote pot goud had geí«rfd. Hij kocht er een grote vliegende motorfiets en een klein huisje in de heuvels van. De rest van het geld legde hij in een pas geopende kluis van Goudgrijp. Zoals Lily al had voorspeld had Remus moeite met het vinden van een baan. Elke werkgever was razend enthousiast over hem bij het zien van zijn puntenlijst, maar zodra hij over zijn kleine probleempje vertelde, wezen ze hem vijandelijk en bang af.
Peter ging weer bij zijn moeder wonen en vond een kantoorbaantje bij het Ministerie waar hij oude archieven moest uitzoeken.
Lily en Marie vonden een baan bij het St. Holisto's Hospitaal, waar Lily bij de toverdrankenmeesters kwam te zitten en Marie op de afdeling voor permanente Spreukenschade. James meldde zich aan voor de opleiding van Schouwer, waar hij al van droomde vanaf dat hij vijf jaar oud was en te horen kreeg wat zijn oom deed. In de laatste paar dagen op Zweinstein waren ze alle vijf bij Perkamentus geroepen en had hij hun verteld over een kleine groep betrouwbare mensen die zich verzette tegen Voldemort en zijn zwarte magie. Het was ongeveer twee jaar geleden opgezet door Perkamentus en hij noemde het de Orde van de Feniks. Toen hij vroeg of ze zich erbij wilde aansluiten had alleen Peter getwijfeld maar na een joviale klap van Sirius op zijn schouder was hij schoorvoetend akkoord gegaan. Lily had Perkamentus even zien twijfelen toen hij Peter reactie zag maar ze dacht dat het schoolhoofd wel zou begrijpen dat iedereen wel een beetje bang zou worden van het vooruitzicht dat het werd gesteld.


Lily en James liepen op hun gemak het dorpje Goderics Hallow binnen. Of beter gezegd Lily liep op haar gemak, James keek chagerijnig en mopperde. Een eindje verderop stond een lange man op hun te wachten die een goede hoop had dat hij misschien het goede huis had gevonden.
'Lily!' bromde een vermoeide James Potter. 'We hebben de afgelopen week nou al zo'n 20 huizen bezichtigd en op elk huis had je wel iets aan te merken!'. Ze waren al in Ochtendwater en Greenwitch geweest en in verschillende Dreuzeldorpen. Lily luisterde niet naar hem en keek verwonderd naar het huis waar ze nu voor stonden. De makelaar had een klein glimlachje op zijn lippen toen hij naar Lily keek en besefte dat hij gelijk had gehad.
"ËœJames!' piepte Lily opgewonden. "ËœDit is het! Ik weet het zeker.'
James, die dit al eerder had gehoord, schudde moedeloos zijn hoofd. Eerst zien, dan geloven.
"ËœVolgt u mij maar,' zei makelaar beleeft en opende het houten hekje dat de tuin omringde.
Het huis dat voor hen opdoemde was een huis van middelgroot formaat. Het had twee verdiepingen en was gebouwd met rode bakstenen. Om bij de voordeur te komen moest je vier kleine traptreetjes oplopen. De tuin die om het huis lag was groot, maar een beetje overwoekerd geraakt. Dat gaf het huis iets sprookjesachtigs. Aan de linkerkant van het huis was de muur bezaaid met klimop. De makelaar maakte met een oude, roestige sleutel de deur open en liet Lily en James binnen.
"˜Oh!' riep Lily verwonderd uit. "˜Kijk dan, James!' ze wees naar één grote oude openhaard.
James stak zijn handen in zijn broekzakken en keek verveeld rond.
Lily liep van kamer naar kamer en toen ze eindelijk de laatste kamer hadden bezichtigd was James er zeker van dat hij nog nooit zo'n oud en vervallen huis had gezien.
Hij was dan ook met stomheid geslagen toen Lily hem om zijn nek vloog en fluisterde: "ËœDit is het huis, James. Dit is het. Gaan we hier alsjeblieft wonen?'
"ËœHet is helemaal vervallen!?' riep hij uit.
"ËœNou en?' riep Lily uit. "ËœDat kunnen we opknappen, het is geweldig. De kamer zijn ruim, er is een mooie keuken en de lichtval is prachtig!'
"ËœWeet je het zeker?' probeerde hij nog.
"ËœJa!'
Hij zuchtte. Hij kon haar toch niks weigeren, dat was al zo sinds ze eindelijk met hem op de lang verwachte date was gegaan. "˜Als jij het huis graag wil hebben, dan kopen we het.' Doordat James als enige was overgebleven in zijn familie had hij van zijn ouders en zijn enige oom geld geí«rfd en Lily had één jaar geleden bij het overlijden van haar vader ook een geldsom geí«rfd.
Er brak een grote glimlach door op haar gezicht en nadat ze hem een kus had gegeven stond ze erop dat hij ze nog een keer langs alle kamers liepen zodat ze hem alle pluspunten kon laten zien van het huis.

Toen James later bij Sirius op bezoek was liet hij zich op de bank vallen en zuchtte vermoeid.
"ËœWil je iets drinken, Gaffel?' vroeg Sirius.
"ËœGraag, heb je boterbier?'
Sirius knikte en kwam even later terug met twee flesjes warm boterbier.
Hij gaf hem aan James. "ËœHeb je al een huis gevonden?'
James rolde met zijn ogen. "ËœEcht Sluipvoet, we zijn langs de mooiste huizen gekomen maar geen een was goed genoeg en dan loop je het meest vervallen en oudste huis binnen en dat wil ze hebben!' hij zuchtte en nam een slok boterbier.
Sirius grijnsde. "˜Vrouwen hé, je kunt niet met en niet zonder ze.'
James maakte een schamper geluidje.
"ËœWaar is ze nu?'
"ËœBij haar moeder.' Hij keek Sirius even inschattend aan. "ËœIk ga haar ten huwelijk vragen, Sluipvoet.'
Sirius keek even ongelovig maar hief toen zijn boterbier omhoog en zei met een brede grijns op zijn gezicht: "ËœOp Lily en James Potter!'

_________________
Blessed is the heart that bends; it can never be broken.


 Profiel  

Professor

Avatar gebruiker

Offline

Woonplaats: in Tortuga ;)

Houseitem
BerichtGeplaatst: zo feb 06, 2011 12:42 

Hoofdstuk 3:
Geluk, Angst en Pijn


De dagen daarna kwam iedereen helpen met het huis. De meubels werden in het huis gezet, en met behulp van toverkracht werden er flink wat dingen opgeknapt en gepoetst. Perkamentus kwam nog langs en die zorgde ervoor dat de planken die maar bleven kraken en waar niemand van wist wat ze er aan konden doen, niet meer kraakten. Op dag twee begon het huis eindelijk een beetje bewoonbaar te worden en na dag vier viel iedereen uitgeput in de woonkamer op de banken en stoelen neer en werden ze getrakteerd op Boterbier dat Lily ronddeelde.
"ËœDit is heel lekker, Lily!' zei Viola Evers toen ze de keuken in kwam gelopen.
Lily glimlachte tegen haar moeder en veegde de aanrecht schoon. "ËœHoe gaat het met Petunia, mama?'
Viola zuchtte. Haar dochter had zich de laatste jaren immuun gemaakt voor de vele beledigingen die Petunia naar haar hoofd slingerde, maar ze wist dat Lily diep in haar hart wilde dat alles weer was zoals vroeger. "ËœZe gaat trouwen met die Herman Duffeling.'
Er brak een klein glimlachje door op Lily's gezicht. "ËœFeliciteer haar maar van mij, mama.'
"ËœLiefje, doe niet zo gek. Dat mag je zelf doen, je bent uitgenodigd op haar bruiloft.'
Even zag ze een hoopvolle gloed in de ogen van haar dochter. "ËœOmdat ze het zelf wilde of omdat jij haar hebt gedwongen?'
Toen ze de pijn in de ogen van haar dochter zag nadat ze niet meteen antwoordde, zei ze. "ËœOh, liefje. Je moet het jezelf niet zo aantrekken!' De tranen sprongen in haar ogen en ze trok Lily in haar armen. "ËœZe is jaloers, ook al zal ze dat nooit toegeven.'
"ËœMaar ik trek het mezelf wel aan, mam. Ze is mijn zus!'
Op dat moment trok James de deur van de keuken open. "ËœLily, kom je?' hij trok even vragend zijn wenkbrauwen op toen hij het tafereel in de keuken zag. "ËœIedereen staat op het punt om te vertrekken.'
"ËœJa, ik kom.'
James draaide zich om, wierp nog een bezorgde blik over zijn schouder en liep de keuken uit.
Lily zuchtte en liep toen samen met haar moeder naar de woonkamer.

"ËœJames!' riep Lily naar boven toe. "ËœWe gaan zo eten!'
Lily zuchtte een keer diep en liep terug naar de keuken, waar ze haar eerste maaltijd in het nieuwe huis aan het maken was. Ze haatte koken en had het ook nooit gekund, maar ze vond toch dat het een vrouwentaak was. Daarom had ze haar moeder gevraagd om haar een spoedcursus koken te geven in de laatste paar dagen dat ze thuis woonde en het hielp ook wel dat ze haar toverstok kon gebruiken tijden het koken.
Ze hoorde James de trap af komen, ze had net de pannen op tafel staan toen James binnen kwam en haar een wat beverige glimlach gaf. Peinzend keek ze hem aan, hij deed de hele dag al zo raar.
"ËœWat hebben we?'
"ËœGebakken aardappels, bonen en biefstuk.'
"ËœHmm, lekker,' zei hij terwijl hij zijn bord vol schepte.
"ËœHoe was je dag?'
Hij haalde zijn schouders op. "ËœZwaar.'
"ËœJames, gaat het wel? Je doet een beetje raar.'
Verschrikt keek hij haar aan. "ËœJa, hoezo?'
"ËœNee, gewoon.' Ze pakte een hap van haar eten en besefte dat het eigenlijk heel lekker smaakte.
"ËœEr is niks.'
De rest van de maaltijd zaten ze in stilte.
"ËœLily?'
"ËœJa?' vroeg ze vriendelijk, misschien kwam er nou eindelijk uit wat hem dwars zat. Hij was nooit zo goed geweest in het uiten van zijn gevoelens.
"ËœIk wil je...' hij haalde een keer diep adem, wat hem nog een vreemde blik van Lily opleverde. "ËœIk wil je iets vragen. Ze keek hem vragend aan. Ze kon de radertjes in zijn hoofd bijna horen draaien.
Hij stond op, liep naar haar kant van de tafel en bood Lily zijn hand aan. "ËœGa eens staan.'
Verbaasd deed ze wat haar gevraagd werd.
Na nog een keer diep adem gehaald te hebben keek hij haar aan met een jongensachtige grijns die ze niet meer had gezien sinds hij in het zesde jaar naar huis was gegaan en terug was gekomen als een volwassener persoon. Hij zakte op een knie neer. "ËœWil je met me trouwen?' Totaal overdonderd keek ze hem aan.
"ËœTrouwen?'
Hij haalde uit zijn zak een doosje dat hij openklapte en de ring onthulde. Ze kon zien dat het een heel oude ring was, hij was vrij simpel, van witgoud met in het midden een ovale glinsterende diamant. Hij was prachtig.
"ËœDeze is al generaties lang in de familie en wordt van moeder op zoon doorgegeven, zodat die hem weer aan zijn toekomstige vrouw kan geven.'
Er schoten tranen in haar ogen. "ËœIk weet niet goed wat ik moet zeggen,' zei ze ontroert.
"ËœZeg ja!'
Lily begon te lachen en liet zich op haar knieí«n zakken en pakte zijn gezicht tussen haar handen. "˜Ja, ja, ja!' riep ze uit en gaf hem bij elke "˜ja' een kus.
Een grote grijns verscheen op zijn gezicht terwijl hij haar in zijn armen trok.
"˜Je gaat toch niet huilen, hé?' vroeg James grijnzend.
Met een klein en benepen stemmetje antwoordde ze: "ËœNee, hoor.'
Hij barste in lachen uit en drukte een kus op haar voorhoofd.
"ËœIk dacht dat jij niet wilde trouwen?' Hij had er altijd een beetje lacherig over gedaan en samen met Sirius had hij het altijd belachelijk gemaakt
"ËœIk wist dat jij het graag wilden.'
"ËœLily?' hij drukte het meisje in zijn armen nog iets dichter tegen zich aan.
"ËœHmm.'
"ËœIk hou van jou.'

Langzaam stroomde de kamer vol. Verschillende leden van de Orde zaten al rond de grote ronde tafel van Gideon Protser. Ze hadden geen vaste plaats waar ze vergaderden, omdat dat te gevaarlijk was. Al had Lily hier ook haar twijfels over, omdat op de helft van de huizen waar ze vergaderden niet genoeg beschermende spreuken zaten. Als iemand hen zou verraden, dan zaten ze als ratten in de val en dat was geen prettige gedachte. Een rilling liep over haar rug toen ze dacht aan de gevolgen. Zou ze zich wel kunnen verweren, waren de lessen op Zweinstein genoeg geweest? Onzekerheid bekroop haar, ze sloot haar ogen en probeerde het van zich af te schudden, maar het lukte niet. Gelukkig begon op dat moment de vergadering en kon ze zich even ergens anders op concentreren.
"ËœWeet iemand waar Peter en Remus zijn?' vroeg Perkamentus, de laatste mensen gingen zitten en keken naar Sirius toen hij zei: "ËœRemus is nog aan het herstellen van de volle maan gister en Peter is ziek,' somde Sirius met een vermoeid gezicht op.
Perkamentus knikte bedroefd. "˜Oké Fabian, wat heb je gister allemaal ontdekt?'
"ËœHet was niet makkelijk, maar ik ben de afgelopen dagen eindelijk met een stel nieuwe Dooddoeners in contact gekomen die een beetje loslippig waren.'
"ËœWie!' gromde Clara Obscura. Als er iemand een hekel had aan Voldemort en zijn volgelingen dan was het Clara wel.
"ËœIk heb geen idee,' bekende Fabian. "ËœZe hielden ten alle tijden hun kappen op en wilden zichzelf niet aan me bekend maken.'
"ËœJa en wat zeiden ze?!' gromde Alastor Dolleman ongeduldig.
"ËœDat ze een aanval gingen plegen op een stel verraders.'
Perkamentus keek bedachtzaam. "ËœZeiden ze ook wie dat waren?'
Fabian schudde zijn hoofd.
"ËœIk heb denk ik wel een idee wie dat zijn,' merkte Gideon gespannen op.
James sprong op. "ËœLaten we ze dan gaan helpen!'
De Gluiposcoop die achter hen lag begon wild rond te draaien en iedereen keek er verschrikt naar.
"ËœAls ik het niet dacht! Wij zijn het!' schreeuwde Gideon en hij trok zijn toverstok. "ËœWij zijn de verraders!'

_________________
Blessed is the heart that bends; it can never be broken.


 Profiel  

Professor

Avatar gebruiker

Offline

Woonplaats: in Tortuga ;)

Houseitem
BerichtGeplaatst: vr feb 11, 2011 19:23 

Hoofdstuk 4:
Het Gevecht.


De chaos die ontstond was enorm, stoelen werden in de haast om op te staan om gegooid en op bijna hetzelfde moment begonnen de harde knallen van de Dooddoeners die probeerde de veiligheidsspreuken te doorbreken en binnen te dringen.
Met zijn allen stonden ze met hun toverstok naar de deur toe.
"ËœDit kan ik niet aanzien,' gromde Sirius en deed een stap naar voren.
"ËœWat doe je?' riep Severijn uit, hij was de enige die het zei, maar er waren meer geschrokken gezichten waarvan met zekerheid gezegd kon worden dat ze hetzelfde dachten.
"ËœZo zijn we nog iets in ons het voordeel! Ze verwachten het niet.'
Lily's adem stokte in haar keel. Dit was haar eerste echte gevecht.
"˜Ik tel tot 3, dus bereid je voor!' schreeuwde Sirius boven het geluid uit. "˜1, 2, 3!'
Er volgde een grootte lichtflits en de deur vloog uit zijn schanieren en met een klap tegen de eerste gemaskerde man aan die vervolgens bewusteloos op de grond viel. Sirius stootte een blaffende lach en hief zijn toverstok alweer op. Dolleman volgde, en toen leek iedereen uit zijn trance te komen en vochtten ze zich een weg naar buiten. Spreuken afvuren bleek uiteindelijk niet zo moeilijk. Lily was bang geweest dat ze het tegenover echt gevaar niet zou kunnen, maar de adrenaline die door haar lijf gierde zorgde ervoor dat ze elke aanval wist te pareren en vervolgens welgemikt een tegenaanval op haar tegenstander wist af te vuren. Ze probeerde te tellen hoeveel Dooddoeners er waren, maar het waren er te veel, sommige zonder masker, maar de meesten met. Ze herkende Bellatrix van Detta, die een paar jaar hoger dan zij had gezeten op Zweinstein en ze had kunnen zweren dat ze Arduin zag.
Zou Severus er ook zijn. Het spookte door haar gedachten terwijl ze een spreuk afvoerde op een boomlange man die zijn toverstok op de rug van Frank Lubbermans had gericht. Hij zakte als een zielig hoopje in elkaar.
Dat verdien je, slappeling. Iemand van achter aanvallen!
Nog half in triomf voelde ze een scherpe pijn in haar rug steken en ze besefte te laat dat ze was geraakt, Lily viel op haar knieí«n neer en keek beduusd wie haar aanvaller was. "˜Zo, klein kreng, hoe voelt het om op je knieí«n te zitten!'
Met een vijandige blik keek ze na de gemaskerde man en hief haar toverstok.
"ËœExpelliarmus,' ze keek machteloos toe hoe haar toverstak een stuk verder op in het gras belande. De Dooddoener begon te lachen. "ËœDacht je nou echt dat je mij kon ontwapenen!', Lily keek verwilderd rond maar ze zag dat ze onbewust ver van het strijdtoneel was geraakt. Het eerste Ordelid dat ze zag was 20 meter verderop bezig met een gevecht. De Dooddoener rukte zijn masker af en keek haar met een schittering in zijn ogen aan.
"ËœKijk maar goed, rooie. Niemand komt je redden!' Hij lachte weer en streek met zijn toverstok over haar wang.
"ËœBlijf van me af!' snauwde ze en kroop een paar centimeter bij hem vandaan.
Een duivelse grijns verscheen op zijn gezicht. "ËœDus je kunt toch nog praten, ik was al bang dat je je tong was had verloren.'
Een kille woede schoot daar haar heen en zonder er bij na te denken schopte ze tegen zijn onderbeen. Hard. De Dooddoener kromp ineen van de pijn en Lily gebruikte het moment om na haar toverstok te duiken. Hij had zich jammer genoeg te snel hersteld.
"ËœAccio, toverstok!' met een woedende grimas op zijn gezicht hield hij de stok omhoog. "ËœZocht je deze?'
Lily gromde van frustratie.
"ËœKijk nog maar een keer goed om je heen, want dit is het laatste wat je zult zien!'
"ËœVal dood!'
"ËœAv...' doodsangst overviel haar.
Voor hij zijn dodelijke spreuk kon afmaken zag Lily een felle lichtflits uit het strijdveld komen die de Dooddoener precies raakte.
Overdonderd stond ze op en liep verbluft naar haar aanvaller toe. De opwinding was nog op zijn gezicht te lezen, hij had de spreuk totaal niet verwacht. Ze trok haar toverstok uit zijn hand en na nog een laatste blik op hem geworpen te hebben rende ze weer naar het strijdtoneel.
Ze zag Severijn roerloos op de grond liggen en haar adem stokte in haar keel toen ze Alastor Dolleman zag, die net aan het oog werd onttrokken voor de andere achter een groep bomen.
Hij was zijn been kwijt!
Even bleef ze stokstijf staan, maar werd wakker geschud toen ze een rode lichtstraal op zich af zag komen. "ËœProtego!'
Haar schildspreuk kwam net op tijd en zorgde ervoor dat de spreuk tegen de onzichtbare muur uiteen barstte. Vernietigend keek Lily naar haar aanvaller.
Ze herkende hem ogenblikkelijk. Hij had vanmorgen nog in de Ochtendprofeet gestaan voor het vermoorden van een stel onschuldige Dreuzels. Krodde.
Haar mondhoek trilde en een moment keken ze elkaar aan voor ze allebei hun toverstok richtte en een spreuk afvoerden, de spreuken raakte elkaar en Lily probeerde haar toverstok in haar hand te houden zodat de spreuk stand zou houden. De kracht waarmee de andere spreuk was afgevuurd leek enorm en ze kon net op tijd wegduiken om hem te ontwijken. Ze rolde op haar zei en zocht hem verwilderd, toen ze hem weer zag staan mikte ze en vuurde een lamstraal op hem af, die hem op een haar na miste, maar hij werd nog geen moment later vol in zijn borst geraakt. Verschrikt keek ze achter zich.
Het was James, grijnzend stak hij zijn hand naar haar uit.
Iets wat boos keek ze hem aan. "ËœIk had hem zelf wel aan gekund hoor!'
"ËœDat weet ik schat, ik hielp je alleen een handje.'
Ze pakte zijn hand en liet zichzelf omhoogtrekken terwijl ze minachtend snoof, gekrenkt in haar trots, omdat dit al de tweede keer was dat ze bijna was verslagen. Het ergste was dat ze ook was verslagen als ze niet twee keer was gered.
Een luid geroezemoes zorgde ervoor dat ze allebei hun hoofd omdraaiden om te zien wat er gebeurde. In het midden van de strijd was een man verschenen, hij was lang en droeg een kille zwarte mantel. Lily snakte naar adem. "ËœDat is...'
"ËœVoldemort.' Maakte James sissend haar zin af.
Hij begon te rennen. "ËœJames! Nee!' riep ze maar hij luisterde niet.
Verdomme! Met een wee gevoel rende ze achter hem aan, ze zag hoe spreuken hen maar net misten en ze nam zich heilig voor dat ze hem hier nog op aan zou spreken.
Als ze dit tenminste ooit overleefde.
Al rennend vuurde hij zijn eerste toverspreuk af, die werd opgevangen door een Dooddoener die zich voor zijn meester gooide en die viel met een zekere gratie voorover met zijn neus in het gras.
"ËœWie was dat?'
Voordat James zich bekend kon maken, stapte een vrouwelijke dooddoener zonder masker naar voren. Bellatrix van Detta.
"ËœHet is die jongen van Potter, heer.'
Voldemort's blik gleed over de jongen heen die nu voor hem stond en zag de roodharige met een vastberaden blik half verscholen, half langs naast de jongen staan. Iedereen leek gestopt te zijn met vechten en keek gebiologeerd toe. Zelfs Perkamentus keek met enige nieuwsgierigheid naar het tafereel.
"ËœJames Potter, is het niet.?' Er verscheen een zweem van een grijns op zijn gezicht. "ËœIk waardeer moed. Als je...'
"ËœMaak die zin maar niet af, het antwoord dat je krijgt zal je niet bevallen.'
Enkele dooddoeners snakten naar adem, waarschijnlijk omdat hij het lef had de man te onderbreken, iets wat de meesten nooit zouden doen uit angst of eerbied.
"ËœLaatste kans, Potter.' In de fluweelzachte stem klonk dreiging.
"ËœNadat je mijn familie hebt uitgemoord? nooit!'
De eerste vervloeking kwam van James, door zijn woede zat er zoveel kracht achter dat de opgeroepen schildspreuk van Voldemort de spreuk wel opving maar verbrijzelde. De meest gevreesde tovenaar van het moment wankelde, maar voor iemand het in de gaten had, had hij zijn spreuk al afgevuurd. Die Lily opving en James nog net op tijd wegtrok omdat de schildspreuk hem niet hield. Door die tegenaanval brak alle commotie weer los. Met hernieuwde energie viel de Orde aan. Perkamentus kwam aangesprint met een snelheid die je niet achter de oude man had gezocht.
"˜Weg jullie.' Perkamentus toverstok leek een middeleeuws zwaard dat hij door de lucht zwiepte terwijl de vervloekingen bij elke zwaai uit zijn stok spoten. Als een wervelwind draaide Voldemort rond en de spreuken leken weg te kaatsen. James trok Lily weg uit de menigte. Sirius had een man ondersteboven gehangen. Zijn toverstok hanteerde hij als een mes en bij elke zwiep verschenen er sneeí«n in het gezicht.
James duwde haar achter een groep bomen, waardoor ze aan het zicht ontrokken waren. "ËœJij blijft hier!'
"ËœMaar...'
"ËœNee, Lily! Geen gemaar, niet nu. Ik kan het er niet bij hebben jou ook nog te verliezen!'
Overdonderd bleef ze achter en keek om zich heen. Op nog geen meter lag Alastor Dolleman. Ze was eigenlijk niet van plan zich aan James zijn regeltjes te houden.
Die arrogante kwast. Dacht ze iets wat vertederd, want ze begreep wel dat hij uit angst handelde. Ze liet zich op haar knieí«n naast Dolleman zakken en tikte met haar vinger tegen zijn wang, waar een groot litteken op zat. Een zwak gekreun dat meer weg had van een grom kwam uit zijn mond. Bemoedigd daardoor tikte ze met haar toverstok op het nou halve been dat zichzelf reinigde, na nog een tik wikkelde een verband zich om de stomp
"ËœAgumenti.' Mompelde ze. Een straaltje water spoot uit haar toverstok dat ze over Dollemans gezicht liet lopen. Hoestend kwam hij bij.
"ËœWat krijgen we...' hij kreunde en pakte zijn voorhoofd beet, maar leek zich op dat moment te realiseren waar hij was en keek vervolgens verwilderd om zich heen en wilde opspringen.
"ËœWacht, Alastor!' en het moment dat niet langer uit te stellen was, was gekomen. Hij zag zijn been, of liever gezegd, zijn been niet.
"ËœMijn..' begon hij maar hij kreeg het niet over zijn lippen.
Lily voelde een steek van medelijden voor de bikkelharde man.
"˜Blijf hier, oké.' Zei ze met nadruk.
Hij knikte beduusd en ze kon het eigenlijk niet verdragen om Alastor Dolleman zo verslagen te zien. Ze liet hem achter en liep terug, hoelang duurde het nou al? Toen ze even besluitloos naar het gevecht keek zag ze dat de Orde aan de winnende hand was. Ze zag een tiental gemaskerde mannen bewegingloos op de grond liggen en van onze kant was niemand meer gevallen sinds Severijn en Dolleman.
Gideon en Fabian vochten schouder aan schouder en elke keer als er iemand viel rende iemand anders er weer naartoe. Clara wist met een welgemikte vloek haar tegenstander uit te schakelen, voor Emmeline Vonk gold hetzelfde. Ze zag dat Sirius zich in de strijd met zijn nicht Bellatrix had geworpen en hij genoot er zichtbaar van, terwijl hij soms een belediging naar haar hoofd slingerde. Rubeus Hagrid toornde boven iedereen uit terwijl hij met zijn vuisten een stel Dooddoeners er van langs gaf. James zag ze nergens en ergens bekroop haar een bang voorgevoel. Ze zou het zichzelf nooit vergeven... "ËœWeg hier!' klonk een geschreeuwde stem vanuit de menigte toen Lily zich niet langer in kon houden en weer de massa in wilde rennen. Overal klonken ploppende en sommige Dooddoeners braken zich los van hun tegenstanders en renden naar een van hun gevallen vrienden om ze te laten bij bijverschijnselen. Na een paar tellen was iedere Dooddoener van het terrein verdwenen en keek iedereen elkaar verdwaasd aan.
"ËœIs er iemand gewond?' Riep Perkamentus.
Lily liep terug naar de bomen om Alastor te halen en zag dat Perkamentus zich naast Severijn op zijn knieí«n liet zakken en hem, na hem een paar momenten aangekeken te hebben liet ontwaken.
Terug bij Dolleman zag ze dat hij met een van pijn verwrongen gezicht tegen de boomstam aan leunde. "ËœHeb je pijn?' vroeg ze vriendelijk.
Hij schudde zijn hoofd. "ËœGaat wel.'
"ËœLeun maar op mijn schouder. Dan lopen we samen terug.'
Met een grote krachtinspanning wisten ze op de open plek aan te komen.
"ËœProfessor Perkamentus!'
Die draaide zich om en bleef even verschrikt staan. Verschillende draaide zich ook om en Lily zag dat ze bleek wegtrokken bij het zien Alastor die er wit, oud en... invalide uitzag.
Perkamentus kwam naar hun toegesneld en liet Alastor op de grond zitten. Lily keek snel de tuin door, op zoek naar James. Na enkele tellen vond ze hem en opgelucht liep ze naar hem toe. Alsof hij voelde dat ze eraan kwam draaide hij zich om. Bij het zien van haar klaarde heel zijn gezicht op en hij stak zijn armen uit, waar Lily zonder over na te denken inliep.

_________________
Blessed is the heart that bends; it can never be broken.


 Profiel  

Professor

Avatar gebruiker

Offline

Woonplaats: in Tortuga ;)

Houseitem
BerichtGeplaatst: za feb 19, 2011 17:23 

Ik zoek een nieuwe beta reader omdat mijn oude er geen tijd meer voor heeft :( als je het wilt doen stuur me dan even een berichtje :D het nieuwe stukje... ( Er kunnen dus een hoop foutjes in dit stuk zitten omdat Nederlands niet mijn beste vak is :shock: )


Hoofdstuk 5:
De nasleep.


Afgezien van een paar schrammen en sneeí«n en het been van Alastor was er niemand ernstig gewond geraakt of gedood. Terwijl er aan de dooddoeners kant naar ieders believen toch wel zo'n 3, die zeker dood waren en nog twee waarvan ze het niet zeker wisten. Perkamentus liet Poppy Plijster vanuit Zweinstein komen en stuurde haar met Alastor naar boven om hem te verzorgen voordat hij weer aan het hoofd van de tafel ging zitten.
Nadat er een korte stilte was gevallen verbrak Sirius de stilte. "ËœIk weet niet of iemand er al overna heeft gedacht, maar we zijn verraden.'
"ËœWat zijn we toch weer slecht van vertrouwen, Sluipvoet.' Mompelde James. Dat was het eerste wat hij had gezegd. "ËœMisschien heeft iemand het er per ongeluk iets uitgeflapt, maar niemand zou ons verraden.'
"ËœGeloof je het zelf?' vroeg Gideon grijnzend.
"ËœJa, toevallig wel!' riep James boos uit. "ËœEn dat zouden jullie ook moeten doen! Als we hier de beschuldigende vinger op elkaar gaan wijzen kunnen we er net zo goed mee stoppen, want dan gaat het fout en vertrouwen we elkaar niet meer.' Hij was opgestaan uit zijn stoel en keek iedereen doordringend aan. "ËœZo wil ik niet leven, ik vertrouw jullie. Allemaal.'
"ËœJames heeft gelijk, jongens,' zei de vertrouwde zwarte stem van Frank Lubbermans. "ËœWe moeten elkaar vertrouwen, anders zijn we nergens.'
"˜En hoe wil je dit grapje dan uitleggen?' Zei Gideon koppig die zich niet wou neerleggen bij deze naí¯viteit.
"ËœMisschien heeft iemand de verkeerde vertrouwd, broertje,' zei Fabian. "ËœIk vind dat James gelijk heeft, we hebben hier geen hard bewijs voor dus laten we eerst maar van het beste uitgaan.'
Sirius wou zijn mond al open trekken maar liet zwijgend zijn mond weer dicht vallen toen Perkamentus zijn hand opstak.
"ËœDit heeft geen zin, iedereen is moe, laten we allemaal naar huis gaan en dan bespreken we dit morgen.' Hij keek iedereen doordringend aan. "ËœMorgen bij jou toch, Clara?' Nadat die geknikt had stond iedereen op, Lily, James en Sirius liepen samen naar buiten.
"ËœKom je nog even mee naar ons?'
Sirius knikte zwijgend en ze liepen door de tuin heen die eruit zag of hij door telzielers was vertrapt. Net buiten de poort verdwijnselde ze.

Toen ze thuis waren begon Lily eindelijk een beetje uit haar trance te komen.
"ËœIk ga naar bed, James.'
Die knikte zwijgend en leidde Sirius naar de woonkamer. Nog een beetje versuft liep ze naar boven. In bed schoten de beelden van een uur geleden als een dia voorstelling door haar hoofd heen. Ze kon nog niet echt bevatten wat er was gebeurt maar een ding zat haar dwars. Wie had haar gered? Ze had gedacht dat ze de persoon niet had gezien die de vloek afvuurde maar nu ze alles rustig tot zich had laten bezinken, wist ze haast zeker ze in de verte een figuur had gezien in een donkere mantel.
Maar dat kon toch niet? Waarom zou een dooddoener haar redden?
Ze zuchten terwijl ze zich omdraaide en probeerde goed te gaan liggen, maar ze bleef onrustig woelen en hoorde soms flarden van het gesprek dat beneden werd gevoerd.
Na bijna twee uur hoorden ze Sirius vertrekken en na nog enkele minuten hoorde ze James de trap op stommelen.
Zachtjes liep hij de kamer in. "ËœBen je nog wakker?'
"ËœJa,' fluisterde ze. "ËœIk kan niet slapen.'
In het donker deed James zijn kleren uit en kwam langs haar liggen terwijl hij haar in zijn armen trok en een kus op haar kruin drukte. Zijn geur was zo vertrouwt en ze rook een vage geur van Oude Klare's Jonge Borrel. Tevreden sloot ze haar ogen en viel eindelijk in slaap.

_________________
Blessed is the heart that bends; it can never be broken.


 Profiel  

Professor

Avatar gebruiker

Offline

Woonplaats: in Tortuga ;)

Houseitem
BerichtGeplaatst: do feb 24, 2011 10:01 

Twee hoofdstukken ineen, hoofdstuk 6 is jammer genoeg niet mijn meesterwerk :shock:

Hoofdstuk 6:
Het huwelijk.


"ËœIs er iets, Lily?' vroeg James haar toen ze bezig was met het ontbijt. "ËœJe bent zo stil.'
Ze zuchten, "ËœIk loop hier al sinds gisteren avond overna te denken, gisteren ben ik door iemand gered, een dooddoener waarschijnlijk.'
Toen ze het hele verhaal had vertelt keek James haar verschrikt aan. "ËœJe was bijna dood geweest!' riep hij uit.
"ËœDaar gaat het niet om, James. Waar het om gaat is, waarom zou een dooddoener mij helpen?'
Hij bromde.
"ËœJij denkt dat het Severus is, of niet?'
Hij keek haar even aan en knikte toen.
Ze liet zich op een stoel vallen en dacht na. "ËœDenk je dat we dit aan Perkamentus moeten vertellen?'
Hij zuchten diep en wreef over zijn voorhoofd heen. "ËœIk weet het niet, Lily. Ik vind het maar niks, eigenlijk staan we bij hem in het krijt.'
daar had ze nog niet overna gedacht. "ËœDenk je dat hij het met een rede deed?'
"ËœWil je weten wat ik denk?' hij keek haar strijdlustig aan en ze zuchten inwendig, daar gaan we weer. "ËœHij vind je nog steeds leuk!'
"ËœJames we hebben dit al meerdere keren besproken en ik denk er nog steeds hetzelfde over. Hij heeft mij die dag laten weten wat hij belangrijker vond in zijn leven, en dat was niet ik.' Ze pakte zijn hand vast. "ËœHet is al jaren geleden en ik zou niet weten wat hij van me moet.'
James glimlachte zwakjes. "ËœZeggen we iets tegen Perkamentus?'
Ze schudde haar hoofd. "ËœIk denk niet dat het echt belangrijk is, en wie weet was hij het wel helemaal niet.'

De weken daarna vlogen voorbij Lily organiseerde samen met Marie de bruiloft. Een paar keer per week gingen James en Lily naar de bijeenkomsten van de Orde, er was niks meer gebeurt sinds hun eerste confrontatie met Voldemort en zijn Dooddoeners. Soms werden ze erop uit gestuurd voor een geheime missie. Het leverde nooit iets op en het leek of de dooddoeners wisten dat ze kwamen. Dolleman herstelde goed en nadat hij zich na drie weken weer bij hun voegde leek hij er nog meer opgebrand deze strijd te winnen, Perkamentus zelf had een houten been voor hem ontworpen en na een tijdje kon hij er goed op lopen.
Op een verassend warme herfstdag in Oktober trouwde ze. Het was een kleine bruiloft met alleen hun beste vrienden, de overgebleven familieleden en de meeste orde leden. Alles bij elkaar waren er zo'n 25 man. De tuin van het nieuwe huis aan de Halvemaanstraat was versierd met witte slingers en gouden lampionen. Er was een grote boog versierd met witte rozen waar de bruidegom op zijn bruid zou wachten. Voor de boog stonden de stoelen opgesteld waar de gasten op konden zitten. Vooraan zaten aan de linkerkant Sirius, Remus en Peter en aan de rechterkant, Lily's moeder met naast haar een erg nerveus kijkende Petunia en haar nieuwe schoonzoon, Herman Duffeling.
Het moment dat Lily in haar witte jurk naar het altaar hief pinkte veel gasten een traan weg en toen ze "ËœJa' zei op de vraag van de man die het huwelijk leidde, fluisterde Sirius tegen Remus, "ËœEn ik was nog wel bang dat ze op het laatste moment weg zou rennen.'
Remus stootte hem grinnikend aan en stond toen op om met de andere gasten mee te klappen.
Iedereen liep samen met het bruidspaar naar het andere gedeelte van de grote tuin van de Potters waar een tafel stond waar op dat moment het voorgerecht op neer werden gezet, toen iedereen was gaan zitten stond Sirius op en schraapte zijn keel, hij heeft zijn glas en zei: "ËœIk ga een toast uitbrengen!'
"ËœO, nee toch!' riep James lachend uit.
"ËœGeen zorgen, Gaffel. Ik zal niks beschamend vertellen!' er werd gegrinnikt maar iedereen viel stil toen Sirius zijn hand op stak.
"ËœIk wou iets grappigs gaan vertellen dat ervoor zou zorgen dat iedereen over de grond zou rollen van het lachen maar Maanling stelde voor dat ik een keer iets serieus zou nemen, ik sta open voor nieuwe ervaringen dus ik dacht waarom niet!' Hij grijnsde toen hij het lach salvo hoorde en hief zijn glas naar Lily en James. "ËœDeze toost breng ik uit op mijn beste vriend, James Potter, die mijn leerde wat belangrijk is in het leven en op zijn prachtige bruid, die nooit echt kon lachen om onze, al zeg ik zelf geweldige grappen op school en ons het liefst een schop onder onze kont gaf...' Hij wees lachend naar Lily, die blozend haar glas naar hem op hief. "ËœIk wens jullie alle geluk van de wereld toe, met lange levens, genoeg kinderen om een zwerkbalteam te vormen, en laten we hopen dat ze op hun moeder lijken want dat haar gun je niemand!' Hij hief zijn glas voor de laatste keer en ging tijdens het klappen weer zitten.
"ËœIk wil ook graag een toast maken,' deelde James mee en stond op, er viel weer een stilte. "ËœOp mijn ouders, die er vandaag niet bij hebben kunnen zijn, ze hebben Lily gelukkig wel nog kunnen ontmoeten en mijn moeder heeft me herhaaldelijke keren vertelt dat ik het deze keer niet mocht verpesten,' hij grijnsde even en sloeg zijn ogen een keer naar de hemel toe. "ËœZoals je hopelijk ziet mam, heb ik dat niet gedaan dus je kan trots op me zijn. En op mijn vader die mijn keuze zoals alle keuzes die ik maakte toejuichte,' hij keek even naar zijn vrouw die hem bemoedigd toe lachte en gaf haar een kneepje in haar hand. Hij hief zijn glas. "ËœIk houd van jullie, proost.'
Perkamentus stond op. "ËœOp Harald en Jane Potter.' Iedereen volgde zijn voorbeeld.
Lily gaf hem een snelle knuffel en veegde een traan van haar wang af. "ËœGoed gezegd,' fluisterde ze. "ËœZe zouden trots op je zijn geweest.'
Na dat gezegd te hebben begon iedereen aan het eten, het diner verliep ontspannen, terwijl er werd geluisterd naar Sirius die iedereen die het hoorde wilden vertelden wat James in zijn jonge jaren allemaal had uitgespookt.
Petunia en Herman vertrokken als eerste, Lily had ze uitgenodigd om te blijven slapen maar dat had ze met een zuinig trekje rond haar mond afgewezen, ze bedankte Lily voor de "Ëœaparte' bruiloft, zoals ze het noemde en nadat ze nog een stijf knikje hadden gekregen van Herman Duffeling waren ze vertrokken.
Lily slaakte een zucht van verlichting en James kon het niet laten om daar nog aan toe te voegen. "ËœOpgeruimd staat netjes, wat een saaie peer!'
Ze gaf hem een por in zijn zij maar zei er niks. Er viel niks tegenin te brengen.

"ËœLily, ik heb me laten vertellen dat je op je trouwdag je bruid ten dans vraagt en samen je eerste dans als getrouwd koppel danst,' hij grijnsde en stak zijn hand naar haar uit. "ËœMag ik deze dans van jou?'
Ze glimlachte verlegen naar hem en keek even de tafel rond waar iedereen glimlachend naar hun keek. "ËœNatuurlijk, als je tenminste weet hoe je moet dansen?'
Er werd gelachen en James keek iets wat beledigd. "ËœToevallig heeft mijn moeder me dat geleerd.'
Ze glimlachte en legde toen haar hand in de zijne. Perkamentus sprong vrolijk op en verkondigde dat ze dan muziek nodig hadden. Met een zwaai van zijn toverstok begon de muziek vrolijk te spelen, de eerste minuut danste ze alleen op het grasveld maar dat begon zich langzaamaan steeds verder te vullen met gasten. Uren verstreken waarin iedereen vrolijk was, grapjes maakte en er op het bruidspaar werd geproost. Om één uur schopte James letterlijk Sirius van de plaats af. Sirius kon het op dat moment voor de zoveelste keer die avond sinds de vuurwhisky begon te werken niet laten om te zeggen, dat James zeker wel zin had in zijn eerste avond als getrouwde man. James beende grijzend terug naar Lily die lachend stond toe te kijken van een afstandje en fluisterde: "˜Volgens Dreuzel gebruiken draagt de bruidegom zijn bruid over de drempel heen, klopt dat?'
Lily lachte en knikte.
Het volgende moment tilde James haar in zijn armen en droeg haar over de drempel.

Hoofdstuk 7:
De eerste Opdracht.


"ËœU had ons bij u geroepen, professor?' James, Lily, Sirius, Fabian en Gideon Propster stonden langs elkaar voor Perkamentus bureau. Ze hadden de brief net pas ontvangen en het enige wat daar in had gestaan was dat ze naar Zweinstein moesten komen. Bij de poort waren ze opgewacht door Professor Anderling, die misprijzend naar Sirius en James had gekeken en had gezegd, "ËœWat een genoegen, Potter en Zwarts en mijn hemel Gideon Propster wat een aangename verassing!'
Tot Lily's verbazing brak er een lach door op het gezicht van Gideon, die normaal gesproken heel ernstig keek en zei hij, "ËœHet is genoegen is geheel aan mijn kant, professor.'
Daar was professor Anderling niet op ingegaan en zonder nog een woord te zeggen had ze het hek open gemaakt en was hun voor gegaan naar het kasteel.
Tijdens hun kleine wandeling naar het kantoor van professor Perkamentus had Fabian ze vermaakt met de streken die zijn broer op school had uitgehaald. Soms verbeterde Gideon hem maar meestal onthield hij zich van commentaar, James en Sirius sloegen soms dubbel van het lachen en Lily hoorde professor Anderling minzaam snuiven toen Fabian begon te vertellen dat Gideon muizen had los gelaten in de kamer van professor Anderling.
"ËœZwarts! Wat doe jij daar!'
verbaasd keek Sirius op. "Ëœmaar, professor ik...'
"ËœNiet jij!' Sirius volgde haar blik en zag tot zijn ongenoegen zijn eigen jongere broertje Regelus staan.
"ËœIk was,' hij hakkelde een beetje. "Ëœverdwaalt.'
Sirius snoof. "ËœOp mij en James naar ken jij als een van de beste de gangen van Zweinstein, lieg niet!'
Hij richten zijn zwarte ogen op Sirius. Lily hield haar adem in toen ze de kille blik in de ogen van de zevende jaar Zwadderaar zag maar Sirius gaf geen krimp en keek uitdagend terug, Regelus zei niks.
'Twintig punten aftrek van Zwadderich, meneer Zwarts en nu meteen terug naar je leerlingenkamer, laat me je niet nog een keer betrappen.'
De rest van de weg hadden ze in stilte afgelegd en uiteindelijk kwamen ze bij de waterspuwer.
"ËœWachtwoord?' Gromde het beeld.
"ËœStroopwafels.'
Het beeld begon te draaien en de trap werd onthuld, ze liepen omhoog en eenmaal boven klopte professor Anderling één keer op de deur, ze draaide zich om. "˜Vanaf hier kunnen jullie het wel alleen af, neem ik aan?'
"ËœNatuurlijk professor.' Zei Lily en professor Anderling gaf haar een zeldzaam glimlachje. Ze liep de trap weer af en van achter de deur hoorde ze Perkamentus "ËœBinnen!' roepen.

"˜Ik heb jullie bij mijn geroepen omdat ik een missie voor jullie heb, zoals jullie hebben gemerkt hebben de laatste niet bepaald uitgepakt zoals we hoopte. Ik heb daarom besloten hem dit maal tot het laatste moment geheim te houden. Niemand weet ervan en ik heb jullie gekozen omdat ik jullie volkomen vertrouw.' De portretten aan de muur van het schoolhoofd luisterde geí¯nteresseerd, en Firminus Nigellus Zwarts keek doordringend naar de rug van zijn neefje. Hij gromde. "˜Soms zijn we best te vertrouwen!'
Sirius verstijfde en draaide zich langzaam om. "ËœVergelijk me niet met mijn familie!'
De man in het portret keek Sirius hooghartig aan en Lily keek geí¯nteresseerd toe. "˜Hoe graag je het ook wilt ontkennen, we zijn familie en je lijkt op ons.'
"ËœIk zie jullie al meer dan zeven jaar niet meer als mijn familie en ik lijk helemaal niet op jullie!' hij had zijn tanden op elkaar gedrukt en zijn handen waren samengeknepen tot vuisten.
Het portret lachte hatelijk maar onthield zich van verder commentaar.
Perkamentus zuchten. "˜Zoals ik al zei, vertrouw ik jullie en ik ga er van uit dat deze missie vanavond wel zal slagen.' Hij pakte een metalen kistje van zijn bureau. "˜Dit is een viavia, hij vertrekt over ongeveer één minuten. Hij zal jullie naar een bos in het westen brengen, daar word ergens een kleine bijeenkomst gehouden voor Dooddoeners. Het is vanaf daar nog ongeveer een kilometer naar het zuiden toe. Ik zal op jullie wachten in de drie bezemstelen.' Het voorwerp begon een blauw licht te verspreiden. "˜Succes.' Hij glimlachte en iedereen legde een vinger op het metalen kistje. Na een paar seconden leek het of er een ruk aan Lily's navel werd gegeven en zweefde ze tussen twee plaatsen in, toen ze weer op haar benen stond stelde ze voor zichzelf vast dat dit zeker niet haar favoriete manier van reizen zou worden.
"ËœLaten we gaan.' Fluisterde Fabian zachtjes.
De hele weg werd er niks gezegd en soms stopte ze om te luisteren of ze iets hoorden. Lily keek angstig om zich heen, ze haten het om 's avonds door een bos te lopen. Overal leek ze iets te horen en een keer kreeg ze de schrik van haar leven, het bleek een eekhoorn te zijn die de boom in vluchten, ze haalde opgelucht adem en was blij toen ze merkte dat niemand iets had gemerkt. Na wat een eeuwigheid leek stak Sirius die voorop liep zijn hand op en stopte, James botste tegen hem op en vloekte zacht. "ËœWat is er?'
"ËœIk hoor iets!'
Iedereen luisterde ingespannen en na een paar seconde wees Lily op een vaag licht ongeveer
vierhonderd meter verderop. Ze besloten zich te splitsen, Gideon en Fabian zouden een omweg lopen en zich achter de dooddoeners opstellen, Lily en James zouden zich links van hen opstellen en Sirius rechts. Ze beloofde niks te ondernemen zonder zeker te weten de andere te hebben gezien en niet aan te vallen voordat ze genoeg informatie hadden verzameld. James greep Lily hand en trok haar mee verder het bos in, ze werd zenuwachtig en keek schichtig om zich heen, bang betrapt te worden. Na een tijdje vermande ze zichzelf en hield zich voor dat ze hier maar aan zou moeten wennen, anders kon ze net zo goed thuis blijven en dat was iets wat ze absoluut niet wilde. Met elke stap die ze zette werd het geroezemoes luider en uiteindelijk leidde James haar naar een grote dikke boom die zich net onder James zijn hoofd opsplitste in twee stammen, het was de perfecte schuilplaats en James kon net tussen de opening door kijken, de stam was ongeveer twee meter breed en niemand zou ze dus zien. "ËœZie je ze al?'
James schudde zijn hoofd en drukte zijn vinger tegen zijn lippen, hij telde acht mensen. Hij luisterde ingespannen en keek ondertussen of hij de andere al zag. Na een tijdje zag hij Gideon en Fabian, die zich achter een hoge struik hadden opgesteld, en toen hij het stuk bos tegenover zich afspeurde zag hij bij toeval Sirius in een boom zitten, Sirius stak zijn duim op naar James toen hij zag dat hij keek en hield zijn toverstok in zijn hand, klaar om toe te slaan, zoals altijd. Er was nog niks belangrijks gezegd door de dooddoeners, het leek of ze ergens op wachtte want een van de dooddoeners had gezegd, "ËœHoelang zou het nog duren?' Na nog tien minuten vruchteloze pogingen op afluisteren verdwijnselde er eindelijk twee personen midden op de open plek. James herkende er eentje meteen als Fenrir Vaalhaar. Zijn hoofd hing overal op het schouwer kantoor waar ze training kregen en hij was de man die Remus had gebeten zodat hij nou elke maand de pijnlijke transformatie moest ondergaan, een laag gegrom kwam uit zijn keel. "ËœWat?' fluisterde Lily.
"ËœVaalhaar.' Mimede hij haar terug, ze keek een beetje geschrokken maar ook strijdlustig, hij kneep zachtjes in haar hand en richten zich weer op het schouwspel.
Vaalhaar begon een verhaal over de voordelen van Dooddoener zijn en iedereen keek hem met ontzag aan, na vijf minuten van veel geslijm onderbrak een lijzige mannenstem hem en vervolgde het verhaal. James herkende de stem vaag ergens van, het bleek in ieder geval interessanter om naar hem te luisteren, er zaten veel onderhuidse boodschappen in verborgen en er werd zelf even gepraat over de Orde van de Feniks. Alleen net op dat moment maakte Gideon of Fabian een fout, er kraakte iets aan hun kant, waarschijnlijk een takje. Iedereen keek hun kant op en de onbekende dooddoener die de afgelopen paar minuten had gesproken zei tegen Vaalhaar dat hij moest gaan kijken wat dat was. "ËœMaak je klaar.'mimede James naar Lily toe. Ze trok haar toverstok en knikte hem toe. James keek weer gespannen naar Vaalhaar die recht op Gideon en Fabian afliep en Lily maakte snel een schietgebedje en hoopte maar dat de tovenaars goden bestonden en hun goedgezind waren. Hij zag Fabian bliksem snel omhoog komen en hij raakte Vaalhaar recht tussen zijn ogen, hij viel prompt achter over. De commotie die uitbrak was haast niet te overzien maar ze hadden het voordeel dat ze niet wisten dat er nog meer waren. Voor er iemand had kunnen reageren hadden Lily, James en Sirius er nog eens zes onschadelijk gemaakt. Er bleven er nog maar drie over, eentje zat jammerend tegen een boom aan en had beschermend zijn armen over zijn hoofd geslagen. De Dooddoeners die heel de tijd had gesproken stond ook nog overeind en vuurde eerst een spreuk af naar de struik waar Fabian en Gideon zaten en keerde zich daarna boos om naar de bange man. James herkende hem toen hij een glimp van zijn gezicht opving. Het was Lucius Malfidus, hij had een paar jaar hoger gezeten dan hen op Zweinstein en ook al was hij ouder geworden, hij was nog goed te herkennen. "ËœDoe iets, lafaard!'
Maar nog geen seconde later moest hij wegduiken door een spreuk van Gideon en werd de andere die verwilderd aan het rond kijken was geraakt door Lily, Lucius die er alleen voor stond rende naar Vaalhaar toe en verdwijnselde net op tijd, de vloek die Sirius op hem afvuurde ketste kapot op de grond. Hij liet zich op de grond zakken en beende naar de doodsbange man toe. Hij pakte hem bij zijn gewaad en schudde hem door elkaar. "ËœJij gaat aan Voldemort vertellen wat hier is gebeurt, begrepen!' toen de man niks zei, schreeuwde Sirius. "ËœBegrepen!'
"ËœMaar ik heb hem nog nooit gezien!' zijn stem trilde.
"ËœJe vind vast wel een manier!' antwoorden Sirius bruusk.
Iedereen stond toe te kijken.
"ËœEn zeg hem dat de Orde van de Feniks uiteindelijk zal winnen!' Als Sirius hem goed had ingeschat zou hij hier razend om worden en dat was precies zijn bedoeling.
De man knikte en keek met doodsbange ogen langs Sirius heen naar Gideon, Fabian, Lily en James.
"ËœGa, nu!'
Nadat de man was verdwijnseld keek Sirius hun grijnzend aan. "ËœWelke spreuken hebben jullie gebruikt.'
"ËœVerlamming.' Mompelde James.
"ËœWij ook,' zei Gideon. "ËœHet waren allemaal jonkies, op die twee na.'
"ËœIkke ook,' verzuchte Sirius. "ËœZullen we gaan? Als die lafaard doet wat ik heb gezegd zullen ze wel zo hier zijn.'
"ËœWat moeten we met hun doen?' vroeg Lily, doelend op de verlamde mannen die op de grond lagen.
"ËœNiks, laat ze hier maar liggen. Ze hebben geen enkele waarde, wat ik uit het gesprek kon opmaken was dat dit hun eerste keer was, ze weten niks en hebben nog niks gedaan.'
Iedereen was het daarmee eens en ze verdwijnselde naar Zweinveld, gezamenlijk liepen ze de drie bezemstelen binnen waar ze werden begroet door Madam Rosmerta die hun naar een achter kamer leiden waar Perkamentus hun voor een haardvuur opwachten.
"ËœEn?'
"ËœNiemand had ons verwacht.' Zei Fabian en hij begon te vertellen wat ze hadden gehoord.
"ËœLucius Malfidus zeg je, Fabian?'
Fabian knikte. "ËœEn Vaalhaar, maar dat wisten we al.'
"ËœEn de rest herkende jullie niet?'
Iedereen schudde hun hoofd en Perkamentus keek even bedenkelijk.
"ËœJullie hebben me meer informatie gegeven dan ik had kunnen hopen.' Hij glimlachte. "ËœEn ze wouden dus ook iets over de Orde zeggen?'
Lily knikte. "ËœMaar op dat moment werden we betrapt.'
"ËœBetreuringswaardig.' Mompelde Perkamentus.
Gideon keek beschaamd. "ËœSorry, dat was mijn schuld. Er kraakte een takje onder mijn schoen.'
"ËœMaakt niet uit.' Zei Perkamentus joviaal. "ËœFoutjes gebeuren zelfs de beste. Ik weet genoeg, gaan jullie maar naar huis en dan zien we elkaar over een paar dagen bij Sirius.'

_________________
Blessed is the heart that bends; it can never be broken.


 Profiel  

Professor

Avatar gebruiker

Offline

Woonplaats: in Tortuga ;)

Houseitem
BerichtGeplaatst: wo maart 02, 2011 10:12 

Hoofdstuk 8:
De verdwijning.


Naar een vermoeiende dag bij St. Holisto liet Lily zich uitgeput op de bank vallen en vreef ze door haar ogen. James was al thuis geweest en kwam aanlopen met een mok vol met dampende thee. "ËœHoe was het geweest vandaag?'
"ËœVreselijk!' ze nam een grote slok van de dampende beker en begon te hoesten toen de drank haar keel leek te verbranden. "ËœHij is heet!' riep ze verwijtend uit.
"ËœDat hoort, weet je. Het is thee.' Merkte James droogjes op.
Ze keek hem vernietigend aan en nam toen voorzichtiger een slokje. "ËœWe hadden vandaag tien spoedgevallen van dreuzels die waren aangevallen door duistere magie, tien James!'
Hij liet zich langs haar neer vallen en sloeg zijn arm troostend om haar schouder.
"ËœIk bedoel alleen maar, wie valt er nu weerloze dreuzels aan?' vroeg ze gekweld, ook al wist ze het antwoord daar heel goed op.
"ËœMonsters.' Merkte hij alleen maar op.
Ze zuchtte diep en liet haar hoofd op zijn schouder rusten. "ËœHoe was jou dag geweest?'
"ËœZwaar, we moesten oefenen voor achtervolgingen, volgende maand is het eerste examen daarvoor. De professionele schouwers waren ons doelwit. Ik ben drie keer nietsvermoedend langs een schouwer heen gelopen, ze hebben zo'n goeie camouflage spreuken, Lily. Daar word je gewoon spontaan jaloers op.' Hij streek door zijn warrige haar. "ËœEn het is heel frustrerend.'
"ËœHoe laat was je klaar?'
"ËœTwee uur, Peter was nog langs gekomen, hij leek nerveus.'
"ËœHij doet al tijden heel nerveus, zou er iets aan de hand zijn?' vroeg ze bezorgd.
"ËœIk zal het de volgende keer dat ik hem zie vragen.'
"ËœDat is een goed idee,' zei Lily gerustgesteld. "ËœWat zullen we eten?'
"ËœLaten we dat dreuzel eten bestellen.' Riep James enthousiast uit, toen Lily hem verward aankeek voegde hij eraan toe, "ËœDat je moeder mee had genomen de vorige keer?'
"ËœShoarma?'
"ËœJa dat bedoel ik, dat was lekker.'
Lily kneep hem liefdevol in zijn neus. "ËœJij vind alles lekker, vuilnisbak.'
Voor hij iets terug kon zeggen werd er op de deur geklokt, James sprong op deed de deur open.
"ËœSirius! Remus! Wat doen jullie hier?'
"ËœMogen we een oude schoolvriend niet opzoeken?' vroeg Sirius lachend terwijl hij al naar binnen liep.
James keek vragend naar Remus die in de deur opening was blijven staan.
"ËœJe moet ons vragen stellen, James! Wen daar nou is aan, wie weet wie je voor je hebt.' Berispen Remus hem.
James zuchtte diep. "ËœWie ben jij?'
"ËœIk ben Remus Lupos, ik heb je leren kennen op de eerstejaars slaapzaal, waar we met zijn vijven sliepen. Ik ben een weerwolf en jij bent een faunaat, jullie noemen me altijd Maanling.'
James keek verveeld. "ËœTevreden?'
Remus grijnsde. "ËœEnorm, bedankt.'
"ËœKom binnen Maanling, eten jullie mee? We gaan Sherma bestellen.'
"ËœShoarma, James.' Verzuchte Lily en richten zich toen op Sirius en Remus. "ËœHet is dreuzel eten.' Legde ze uit.
"ËœDaar zeg ik geen nee tegen.' Zei Sirius lachend. "ËœWat jij, Maanling?'
Remus lachte en stemde daarmee in.

Drie dagen later was de bijeenkomst bij Sirius thuis, zijn huisje stond boven op een heuvel waar je uitkeek over weilanden waar je nergens een levende ziel kon ontdekken, Sirius liet Hagrid zijn motorfiets zien die hij zo had behekst dat hij kon vliegen.
"ËœIk ben nooit zo goed geweest op de bezem als James, dus dit is een goede oplossing.' Hij lachte en liet een opgewonden Hagrid er een rondje op vliegen.
Nadat Perkamentus was gearriveerd gingen ze rondom de tafel zitten en begonnen te vergaderen.
"ËœHeef iemand Diederik gezien?'
Niemand zei iets. "˜Zouden jullie er even langs willen gaan, Edgar, Marlí¨ne?'
Ze knikte en sprongen gelijk op, met hun mantels achter zich aan wapperend verlieten ze de kamer.
De meeste vergaderingen werd er gegist omdat ze eigenlijk geen idee hadden wat Voldemort en zijn dooddoeners van plan waren voordat het te laat was, ze moesten een kleine doorbraak hebben zodat ze konden afluisteren om zo achter de locaties van de volgende vergaderingen te komen en om zo meer informatie te verzamelen.
Nadat daar voor meer een half uur over was gediscuseerd kwamen Marlí¨ne en Edgar iets wat verslagen terug. Lily keek ze bezorgd aan. "˜Wat is er?'
"˜Hij is weg.' Mompelde Marlí¨ne afwezig.
"ËœWeg?' vroeg Peter met zijn piepende stem.
"ËœVerdwenen.' Viel Edgar bij. "ËœWe hebben eerst geklopt maar er deed niemand open, dus zijn we naar binnen gegaan.' Hij keek de tafel gekweld rond, iedereen wist dat Diederik en Edgar heel goed met elkaar hadden kunnen opschieten. "ËœZijn eten stond nog op tafel, met vliegen erop, de achterdeur stond open of dat hij even naar buiten was gelopen en niet meer terug was gekomen. Er lag nog post van vier dagen op de deurmat. We hebben hem overal in huis gezocht maar hij was er niet, voor zover we konden zien had hij geen kleren meegenomen, zijn geldbundel lag nog op tafel en zijn toverstok erlangs.' Hij hield de toverstok omhoog.
"ËœWaren er sporen van verzet?' vroeg Desiderius kalm.
Marlí¨ne schudde haar hoofd. "˜Nee, zoals Edgar al zei, het leek net of hij even naar buiten is gelopen en niet meer terug is gekomen.'
"ËœWat nu?' vroeg Remus, hij zag er grauw en vermoeid uit en nadat Lily een rekensommetje in haar hoofd had gemaakt kwam ze erachter dat het morgenavond volle maan zou zijn.
"ËœWe gaan vechten.' Riep Clara uit en sloeg met haar vuist op de tafel.
Perkamentus glimlachte vluchtig om de felheid van Clara. "ËœDat kunnen we helaas niet doen, Clara.'
"˜En waarom niet?' vroeg ze geí¯rriteerd. "˜Het enige wat we doen is ons afvragen wat Voldemort en zijn dooddoeners doen, en ik zal je is iets vertellen, we weten het naar uren praten nog niet!'
"ËœDaarom is het zo belangrijk dat we onze oren openhouden!'
Clara bromde wat maar zei daarna niks meer, na nog een kwartier ging iedereen naar huis en bleven Remus, Peter, James en ik nog even iets drinken bij Sirius voordat we ook naar huis gingen.

_________________
Blessed is the heart that bends; it can never be broken.


 Profiel  

Professor

Avatar gebruiker

Offline

Woonplaats: in Tortuga ;)

Houseitem
BerichtGeplaatst: vr maart 11, 2011 15:46 

Hoofdstuk 9:
Ontbrekende personen.


"ËœWat is er gebeurt?' vroeg James, toen Perkamentus als laatste binnenkwam, ze waren bijeen geroepen en Perkamentus had hun huis aangewezen als "Ëœverzamelplaats'.
Iedereen praatte door elkaar heen en sommige waren in ochtendjas gekomen omdat ze al in bed hadden gelegen.
"ËœWeet iemand waar Peter, Emmeline en Edgar zijn?' vroeg Perkamentus aan niemand in het bijzonder.
Niemand wist het en toen hij naar een paar minuten er nog niet was besloot Perkamentus te beginnen. "ËœIk heb geweldig nieuws, we hebben vannacht weer een vergadering van de dooddoeners kunnen afluisteren en deze keer was het iets informatiever.'
hij begon te vertellen over de families die ze van plan waren te gaan aanvallen en dat er deze week nog een groep bijeen zou worden geroepen voor de volgende afluisterpoging.
"ËœEn wat doen we voor die arme families?' vroeg Clara.
"ËœDe lijst met familie die we nou hebben gaan we vannacht nog beveiligen.'
"ËœAlastor, Sirius, Clara, Frank en Lies jullie gaan naar de familie Tops, waar jullie Andromeda, haar man Ted en hun dochtertje Nymphadora meenemen naar de ouders van Ted, zei wonen in Kent.' Lily kende het verhaal van Andromeda, ze was een nicht van Sirius en kwam dus ook uit de trotste bloedzuivere familie. Ze had echter een grote zonde begaan. Ze was verliefd geworden op de Dreuzel Ted Tops en sinds toen was ze verstoten door de familie.
"ËœDan gaan Dedalus, Gideon en Fabian naar de familie Volkers, dat huis beveiligen jullie met de Fidelius bezwering.' Perkamentus keek de drie mannen ernstig aan.
"ËœRemus en James gaan naar de familie Turpijn die jullie ook zullen beveiligen met de Fidelius bezwering. Ik geloof dat jij de spreuk beheerst, Remus?' Hij knikte ernstig.
"ËœEn dan gaan Lily, Bennie en ik naar de familie Marsman en wij zullen ze begeleiden naar een ver familielid van ze, ze weten al dat we komen. We hoeven ze alleen maar te begeleiden.'
"ËœIs alles duidelijk?'
Iedereen knikte en wou al opstaan.
"ËœNog een ding,' zei Perkamentus vriendelijk. "ËœWat hier besproken is blijft in deze kamer. Er word niks verteld aan de drie die hier niet zien, begrepen?'
"ËœVerdenkt u...' Lies kon niet afmaken wat ze wou zeggen.
"ËœIk verdenk nog niemand maar je weet nooit wie er mee luistert. Hier weet ik zeker dat er niemand is. Beloven jullie het niet te bespreken?'
Iedereen beloofde het. "ËœDan gaan we nu, veel succes allemaal. We ontmoeten elkaar hier weer.'

"ËœPak mijn armen,' zei Perkamentus vriendelijk tegen Bennie en Lily, toen ze dat hadden gedaan keek Perkamentus ze allebei behoedzaam aan. "ËœKlaar?'
Ze knikte en voor er nog maar iets door Lily's hoofd kon schieten bevond ze zich in een drukkend niemandsland en kneep ze haar ogen stijf dicht. Het leek een eeuwigheid te duren totdat ze ineens weer vaste grond onder haar voeten had, ze haalde opgelucht adem en opende haar ogen.
Ze stonden in een afgelegen wei en de regen kwam hier met bakken uit de hemel gevallen, "˜Volg mij maar.' Met zijn drieí«n liepen ze door de wei heen. Toen Lily om zich heen keek kon ze nergens iets ontdekken dat op een huis leek en binnen één minuut waren ze drijfnat.
"ËœWaar zijn we?' fluisterde Bennie.
"ËœIn stratford upon avon.'
Verder liepen ze in stilte en na wat zo'n tien minuten leek zag Lily in de verte licht.
"ËœWe zijn er bijna.' Zei Perkamentus.
Na een tijdje opende Perkamentus een hek en liepen ze over een paadje na een schattig middelgroot huis dat twee verdiepingen telde en waar uit de schoorsteen rook kwam, bij de deur aangekomen klopte Perkamentus drie keer.
"ËœWie is daar?' vroeg een angstige vrouwen stem.
"ËœAlbus Perkamentus, Lily Evers en Bennie Fijnwijk.'
"ËœHoe weet ik dat jullie het zijn?'
"ËœHerinner je nog dat je in het vijfde jaar bij mijn moest komen omdat je een leerling had vervloekt?'
Vanachter de deur kwam een nerveuze giechel en ze opende hem.
Voor hun stond een blonde vrouw die ondanks een angstige uitdrukking een glimlach op haar gezicht had. "ËœKom snel binnen!'
Dankbaar liepen ze het warme huis in en na een zwaai van Perkamentus zijn toverstok waren ze alle drie droog.
De vrouw ging hun voor naar de woonkamer waar vier oudere mensen zaten, een klein slapend meisje en een man die net zo oud leek als de vrouw die open had gedaan.
Lily glimlachte vriendelijk naar ze en stelde zich voor.
"ËœWillen jullie iets drinken?' vroeg de oudere vrouw nerveus.
Perkamentus schudde zijn hoofd. "ËœWe hebben geen tijd te verliezen, zijn jullie er klaar voor?'
Ze knikte allemaal nerveus en stonden op.
"ËœHebben jullie alles?'
"ËœJa,' verkondigde een van de oudere mannen die het kleine blonde meisje droeg. "ËœWe zijn al een paar uur klaar voor vertrek,' hij glimlachten."ËœDat is lang geleden, Perkamentus.'
Perkamentus glimlachte vriendelijk en beaamde dat.
Toen iedereen hun tassen op de rug had gebonden liepen ze naar buiten en Lily merkte dat ze allemaal nerveus om zich heen keken, ze liep naar de vrouw toe en fluisterde, "ËœMaak je maar niet druk hoor.' En gaf haar een kneepje in haar arm, ze glimlachte vriendelijk naar de vrouw en toen ze weer buiten het hek stonden gingen ze in een kring staan en hielden allemaal elkaars handen vast. Perkamentus was bang geweest dat iemand te nerveus was om te verdwijnselen en dat er iets mis zou gaan daarom koos hij hiervoor zodat hij zeker wist dat ze op de plaats van bestemming aankwamen.
Toen ze de druk weer voelde kneep ze automatisch haar ogen weer dicht en die gingen pas weer open toen ze de grond weer onder haar voeten voelde.
Lily keek om zich heen en zag dat ze in een steegje in een stad waren, het was dood stil op straat op het drie keer slaan van de kerktoren na. Nadat Perkamentus met een soort aansteker het licht uit de lantaarnpalen had gezogen was ook het pikken donker. "ËœKom mee.' Fluisterde hij en voorzichtig liepen ze naar de overkant, er was bijna geen maan en je kon niks zien. "ËœNummer 45 was het toch Colton?' De man met het slapende blonde meisje tegen zich aan knikte. Lily keek vertederd naar het meisje dat zich van geen kwaad bewust was en overal doorheen leek te slapen. Perkamentus pakte de klopper van de deur vast klopte hem een paar keer op de deur, vrijwel meteen werd er open gedaan en stond er een angstige kijkende man in de deur. "ËœWaarom duurde het zolang?' fluisterde hij.
Niemand gaf er echt antwoord op en de man stapte opzij om hen binnen te laten, van buiten af had het een kleine stadwoning geleken maar binnen was het groot. Lily vermoede dat het met behulp van toverkracht groter was gemaakt.
Uit de keuken kwam een blonde vrouw die een bloemenshort aan had waar ze haar handen aan afveegde een blije glimlach verspreide zich over haar gezicht en liep met uitgestrekte armen naar haar familie leden toe. "ËœIk ben zo blij dat jullie ongedeerd zijn!' riep ze uit en omhelsde na wat Lily dacht haar zus. Het meisje dat werd vast gehouden door haar vader werd wakker en ze straalde toen ze de vrouw in de bloementjes short zag. "ËœTante Raja!' kirde ze.
Raja lachte en liep naar het meisje toe. "ËœEn hoe gaat het met mijn Isa?'
"ËœBedankt dat je ons hier wilt hebben, Raja.' Zei Colton.
Ze wuifde het weg. "ËœDoe niet zo gek, jullie zijn familie! Erasmus, ga is iets drinken halen.'
De man die hun binnen had gelaten vroeg of ze iets wouden.
"ËœNee,' antwoorden Perkamentus. "ËœWij moeten weer gaan.'
"ËœWeten jullie het zeker?' kwam Raja tussenbeide.
Ze knikte alle drie.
De jonge vrouw die ze weg hadden gebracht stapte naar voren en met tranen in haar ogen zei ze, "ËœIk wil jullie heel erg bedankten hiervoor, ik zal jullie nooit vergeten.'
Na een snel afscheid stonden ze weer op straat en nadat Perkamentus het licht weer terug had laten vliegen liepen ze het zelfde steegje weer in waar ze uit waren gekomen. "ËœZullen ze nou niet meer gevonden worden, professor?' vroeg Lily.
Perkamentus schudde zijn hoofd. "ËœErasmus is de geheimhouder van dit huis en ik geloof niet dat Voldemort hier zal zoeken. Het ligt te voor de hand.'
"ËœGelukkig maar.'

_________________
Blessed is the heart that bends; it can never be broken.


 Profiel  

Professor

Avatar gebruiker

Offline

Woonplaats: in Tortuga ;)

Houseitem
BerichtGeplaatst: za maart 19, 2011 16:17 

Hoofdstuk 10:
De knalpoker meesters

Na weer een helse tocht door niemandsland kwamen ze terug bij de Halvemaanstraat daar waren Dedalus, Gideon, Fabian, Remus en James al gespannen aan het wachten.
"ËœIs de rest nog niet terug?' vroeg Lily angstig.
Niemand zei iets en ze namen plaats aan de tafel. Na een tijdje stond James op en kwam even later terug met boterbier, die ze zwijgend opdronken. Lily's ogen waren gefixeerd op de klok die tergend langzaam leek te gaan.
"ËœWaarom duurt het zolang?' vroeg ze angstig.
James sloeg zijn arm om haar schouder en drukte een kus op haar voorhoofd. "ËœHet komt wel goed met ze. Het zijn allemaal geweldige tovenaars.'
Niemand zei daarna nog iets maar Lily zag in Perkamentus zijn ogen de groeiende ongerustheid. Na nog een half uur zei Remus, "ËœMoeten we niet...' maar net op dat moment vloog de deur open en kwamen ze binnen, Sirius als eerste. Hij werd met behulp van toverkracht voor iedereen uit gevlogen. James sprong verschrikt op en liep naar zijn beste vriend met Lily en Remus in zijn kielzog.
"ËœWat is er met hem?' vroeg Lily met overslaande stem. "ËœHij is toch niet...'
"ËœNee, er is een kleine boom op hem gevallen die door een rondkaatsende vloek afbrak.' Zei Clara resoluut.
Een zucht van verlichting ging door de kamer. Verder was iedereen zo goed als ongedeerd. Lies had een bloedende lip en Clara liep een beetje wankel.
"ËœWat is er gebeurd?' vroeg Fabian.
"ËœOp het moment dat we wouden verdwijnselen verscheen er een groep dooddoeners. Ze waren net zo verrast als wij toen we elkaar zagen. Er brak een gevecht uit.'
"ËœWie waren het?' Vroeg Remus.
Ze haalde allemaal hun schouders op. "ËœZe droegen die maskers.'
"ËœLeg Sirius daar maar neer.' Zei Lily snel en wees naar de bank in de woonkamer.
Terwijl iedereen toe keek onderzocht Perkamentus, Sirius, hij tikte een paar keer met zijn toverstok op Sirius voordat hij zich omdraaide, "ËœMet wat rust is hij morgen weer de oude,' zei hij glimlachend.
"ËœGelukkig.' Riep Lies terwijl er voor de tweede keer een zucht van verlichting door de kamer te horen was. "ËœKan hij hier blijven vanavond, Lily?'
"ËœNatuurlijk!'
Perkamentus haalde één gouden horloge uit zijn gewaad en keek erop. "˜Het word al laat, ik stel voor dat we allemaal naar huis gaan?'
"˜Goed idéé,' riep Frank uit en sprong op uit zijn stoel. "˜Ik en Lies moeten morgen weer om acht uur op het ministerie zijn.'
langzaam drupte het huis leeg totdat alleen Lily, James, Remus en een bewusteloze Sirius overbleven. "ËœWil je ook blijven slapen, Remus?'
"ËœNee, doe geen moeite, Lils.'
"ËœHet is helemaal geen moeite,' zei Lily glimlachend. "ËœWe hebben boven nog een logeerkamer.'
"ËœWeet je het zeker?'
"ËœNatuurlijk.'
James gaapte. "ËœIk ben doodop. Loop maar mee Remus dan wijs ik je de kamer.'
Samen liepen ze naar boven en nadat Lily een deken over Sirius heen had gelegd en voor de zekerheid nog een glas water langs hem op tafel had gezet voor als hij wakker zou worden liep ze zelf ook naar boven. Toen ze de slaapkamer inliep zag ze dat James al diep in slaap was, ze was jaloers op die eigenschap. Zei lag soms nog uren wakker na zo'n rampnacht. Ze kleedde zich uit en ging dicht tegen hem aan liggen, gelukkig viel ze vannacht wel meteen in slaap.

Toen de volgende dag de wekker afging zag ze dat James nog sliep, ze zuchtte vermoeid en stootte hem aan.
Hij bromde. "ËœJames, het is half acht. Je moet over een half uur op het ministerie zijn!'
Ze stond op en deed haar ochtendjas aan voordat ze terug liep naar het bed om James nog één keer aan te stoten.
"ËœJa, ja!' bromde James slaapdronken voordat hij zich weer omdraaide.
"ËœDan niet.' Mompelde ze en liep toen naar de logeerkamer.
ze klopte en stak toen haar hoofd de hoek om. "ËœRemus?' fluisterde ze.
Ze zag dat het bed onbeslapen was en keek ongerust de kamer rond. Niemand. Vervolgens liep ze naar beneden en keek eerst in de keuken en vervolgens in de kamer. Toen zag ze hem, hij had een stoel naar de bank toe getrokken en zat naast Sirius, die nog steeds sliep. Hij was bezig met een stok dreuzel kaarten.
"ËœBen je hier heel de nacht gebleven?' vroeg ze.
Hij keek verschrikt op en merkte droog op. "ËœDe tijd vliegt als je plezier hebt.'
Ze grinnikte. "ËœWil je iets te eten?'
Hij glimlachte dankbaar. "ËœGraag, bedankt Lily.'
Ze liep de keuken weer in en maakte er een paar broodjes klaar, daarna liep ze terug de kamer in en zette het op tafel bij Remus neer.
"ËœMoet James zo niet weg?'
Lily zuchtte. "ËœJawel, maar hij luistert niet naar me.'
Remus grinnikte jongensachtig en dat had ze al niet meer meegemaakt sinds ze Zweinstein hadden verlaten. "ËœHij is nog steeds niets veranderd dus,' hij stond op en pakte zijn toverstok. "ËœIk heb de afgelopen zeven jaar een goede techniek ontwikkeld.'
Voor er nog iets gezegd kon worden hoorde ze Remus naar boven toelopen en een minuut later een vloek gevolgd door een schaterlach.
Glimlachend schudde ze haar hoofd, ze kon wel vermoeden wat hij had gedaan.
Remus kwam weer terug de kamer inlopen en knipoogde naar Lily, "ËœHij is zichzelf aan het omkleden.'
Ze lachte en stopte toen een stukje brood in haar mond. Tien minuten later kwam James naar beneden gestommeld met zijn bril nog schuin op zijn neus en zijn haren verwarder dan ooit.
"ËœDenk er de volgende keer maar twee keer overna voor je aardig tegen hem wilt zijn.' Merkte hij zuur op.
Ze begonnen alle twee te lachen en nadat James het laatste broodje van de schaal had afgepakt en een kus aan Lily had gegeven rende hij de deur uit. Zoals gewoonlijk te laat.
Toen de deur dicht klapte kreunde Sirius. Ze draaide zich alle twee naar hem om en Lily stond snel op van haar stoel om naar de bank toe te lopen.
"ËœSirius?' vroeg Remus weifelend.
Het antwoord daarop was nog een kreun, zijn ogen gingen langzaam knipperend open.
"ËœWaar ben ik?' hij vreef over zijn hoofd. "ËœHoofdpijn.'
"ËœJe bent bij mij thuis, Sirius. Blijf maar liggen, wil je iets drinken?'
"ËœGraag.'
Snel liep ze naar de keuken en liet een glas water vol lopen terug in de kamer zag ze dat Remus, Sirius omhoog hielp. Ze gaf hem het glas.
"ËœEen borrel had me beter gedaan,' merkte hij afkeurend op.
Ze glimlachte. "ËœJe bent je humor dus nog niet kwijt. Jammer.'
Hij grijnsde alweer vrolijk en Lily zag de pretlichtjes in zijn ogen.
"ËœWat is er gebeurt?'
"ËœWeet je dat niet meer dan?' vroeg Remus verbaasd waarna hij het verhaal begon te vertellen dat hij gisteren had gehoord. Toen hij klaar was kreunde Sirius. "ËœEen kleine boom?' zei hij schamper. "ËœEn ik maar denken dat ik een of ander helden verhaal te horen zou krijgen. Maar nee het was een verdomde boom die me uitschakelde!'
Grijnzend keken Lily en Remus elkaar aan. "ËœDie is binnen een uur weer de oude,' verkondigde Remus.
"ËœWil je iets eten?'
"ËœIk dacht dat je het nooit zou vragen, ik sterf van de honger!'
Lily lachte. "ËœWat een verrassing, wat wil je?'
hij keek bedachtzaam. "ËœKun je roerei maken?'
"ËœVast niet zo goed als de huiselfen vroeger maar het moet wel lukken, wil jij ook nog Remus.' Zei ze glimlachend en stond op.
"ËœNee, ik zit vol.'
Een paar minuten later vulde het huis zich met de deur van ei en even later stonden er voor Remus en Sirius twee grote borden met roerei en geroosterd brood.
Remus grijnsde. "ËœJe hebt nee nooit zo goed kunnen verdragen is het wel?'
ze haalde schuld bewust haar schouders op en glimlachte.
Een paar minuten zaten ze in stilte en keek Lily naar de twee beste vrienden van haar man die zich vol propte.
"ËœVoor ik het vergeet, hebben we mijn nicht en haar familie veilig naar Kent kunnen brengen?' Vroeg Sirius met volle mond.
Lily knikte en nadat ze de borden had opgeruimd toen Remus en Sirius klaar waren met eten stelde ze voor om een potje knalpoker te doen.
"ËœHoef je niet te werken?' vroeg Remus.
"ËœNee ik heb een vrije dag, dus zullen we of durven jullie niet?' vroeg ze plagend.
De twee mannen lachte schamper.
"ËœWij zijn de knalpoker meesters!' verkondigde Remus zelfverzekerd.
"ËœKom maar op, Evers.' Riep Sirius uitdagend uit.
Onder luid gevloek en getier verloren de knalpoker meesters bijna alle potjes.

_________________
Blessed is the heart that bends; it can never be broken.


 Profiel  

Professor

Avatar gebruiker

Offline

Woonplaats: in Tortuga ;)

Houseitem
BerichtGeplaatst: ma apr 04, 2011 13:38 

Hoofdstuk 11: (deel 1)
Mathilda Belladonna


Hier begint het gis werk dus, ik kan er niet achter komen hoe oud mathilda Belladonna was, als ze op het moment dat Gellert Grinderwalt bij haar kwam wonen 30 was geweest (wat ik opzich al heel jong vind) dan zou ze rond 1977 rond de 126 zijn geweest, wat haar de leeftijd geeft van 146 op het moment dat ze stierf, aangezien Perkamentus op 115 jarige leeftijd overleed is dit rijkelijk oud.


Lily zat op de bank toen de bel ging. Ze keek op de klok, over een uur zou James terug zijn van het ministerie, ze vreef door haar ogen heen en legde het dreuzelboek dat ze van haar moeder had gekregen langs zich op de bank neer. Ze liep naar de deur heen en voelde zich een beetje belachelijk toen ze vroeg "ËœWie is daar?' maar Perkamentus had hun op het hart gedrukt dat het een belangrijke voorzorgsmaatregel was.
"ËœMathilda Belladonna!' riep een opgewekte stem vanachter de deur. "ËœIk woon bij jullie in de straat.'
Iets in de stem van de vrouw maakte dat Lily haar meteen vertrouwde en de deur openmaakte.
Voor haar stond een gedrongen vrouw. In haar grijze haar was hier en daar nog een spoor te zien van het zwart dat vroeger was geweest, ze droeg het op een knot bovenop haar hoofd. Ze glimlachte aller charmants en in haar hand hield ze een glazen schaal met daarin een grote slagroom taart.
"ËœIk woon op nummer 4,' stak ze meteen van wal. "ËœIk heb het de laatste tijd nogal druk gehad met mijn laatste boek daarom ben ik jullie niet eerder komen begroeten maar ik vond het nu toch wel tijd worden!'
Lily glimlachte vriendelijk. "ËœWilt u binnen komen?'
"ËœAls je het niet erg druk hebt,' ze keek Lily onderzoekend aan. "Ëœdan heel graag.'
Lily ging haar voor naar de keuken waar Mathilda aan een keukenstoel ging zitten.
"ËœIk heb een taart voor je mee genomen, lief kind,' zei ze opgewekt. "ËœDat is een van mijn hobby's, ik doe het op de dreuzel manier, op de een of andere manier kalmeert het me eigen altijd als ik het deeg aan het kneden ben.'
"ËœDat is erg aardig van u, mevrouw.'
Ze lachte. "ËœNoem me alsjeblieft, Mathilda! Ik voel me zo'n oud wijf als ik mevrouw word genoemd.'
Lily beloofde dat lachend.
"ËœWil je koffie?'
"ËœHeb je ook thee?'
Lily knikte glimlachend.
"ËœDan doe dat maar.'
Lily kwam erachter dat de mond van Mathilda Belladonna geen moment stil stond en toen Lily tegenover haar kwam zitten met een glas pompoensap en voor hen beidde een groot stuk slagroom taart luisterde ze glimlachend naar de oudere vrouw.
"ËœU zei net toch dat u boeken schreef?'
Mathilda knikte.
"ËœU heeft de Geschiedenis van de Toverkunst geschreven, of niet?'
"ËœJa dat klopt. Lang, heel lang geleden.'
"ËœHet was een goed boek!'
"ËœOh, hou op met de beleefdheden. Het is een verschrikkelijk saai boek!'
"ËœNee echt!' Riep Lily uit. "ËœMijn man zou het me u eens zijn maar ik zelf ben een Dreuzel telg, ik heb het meerdere keren gelezen omdat ik zo nieuwsgierig was over de toverkunst in mijn eerste jaar.'
"ËœDaar ben ik blij om,' Mathilda lachte weer. Dat scheen ze nogal vaak te doen. "ËœJe bent met James Potter getrouwd toch?'
Lily knikte. "ËœWie heeft u dat verteld?'
"ËœPerkamentus vereerd me soms nog is met een bezoek, ik ken hem al vanaf zijn tienertijd, hij was vroeger bevriend met mijn neefje, en hij vertelde me over een nieuw groepje dappere orde leden.'
Lily begon te blozen. "ËœWat aardig bedoelt van professor Perkamentus.'
"ËœAls alles wat hij vertelde waar was dan was het niet aardig bedoelt, meisje.' Ze knipoogde vriendelijk.
Lily glimlachte verlegen. "ËœIk weet niet of ik zo dapper ben, soms wil ik het liefst hard wegrennen.'
"ËœDat heeft iedereen wel is, zelf Perkamentus heeft zich wel is verscholen voor een gevecht dat hij wist dat hij aan moest.'
Lily betwijfelde het maar besloot er niks van te zeggen.
Weer ging de bel, James zou pas over een half uur thuis zijn. "ËœWie zou dat toch zijn.'
Ze liep weer naar de deur toe. "ËœWie is daar?'
"ËœPeter Pippeling.' Zijn piepende stem was moeilijk te verstaan.
Ze haalde deur weer van zijn slot af en opende hem.
Peter keek haar niet recht in de ogen en schuifelde met zijn voet.
"ËœIs James thuis?'
"ËœNee, hij is er over een half uurtje thuis, wil je binnen even wachten.'
Hij schudde zijn hoofd, zijn ogen stonden vermoeid en zijn huid was asgrauw.
"ËœIs het belangrijk?'
Hij knikte weer. Lily wist dat hij niet zo spraakzaam was maar het scheen of elk woord wat hij wou zeggen niet uit zijn mond wou komen.
"ËœPeter gaat het wel?' vroeg ze bezorgd en legde een hand op zijn schouder. Daar leek hij zo van te schrikken dat hij een sprongetje maakte.
"ËœJa hoor,' hij schraapte zijn keel. "ËœIk heb problemen.' Fluisterde hij er zacht achteraan.
"ËœPeter kom even binnen, wat is er dan?'
Buiten ritselde een struik, nerveus keek hij achterom. "ËœNee!' hij schuifelde angstig naar achter. "ËœLaat maar, ik had niet moeten komen!'
half struikelend liep hij het tuinpad weer af. "ËœPeter!' riep ze hem na, maar het leek of hij door de duivel achterna gezeten werd, hij keek niet om en verdween met een plop net buiten het hek.
Bezorgd keek ze hem na. Wat had hij zich op de hals gehaald? Hij was nooit de snuggerste geweest maar hij zou toch niks doms hebben gedaan?
"ËœWat een rare jongen.' Mompelde Mathilda achter haar.
Verschrikt draaide Lily zich om, Mathilda stond achter haar en keek bedenkelijk naar de plek waar Peter was verdwijnseld.
"˜Hij is een goede vriend van mijn man. Een beetje naí¯ef.' Zuchtend sloot ze de deur weer. "˜Ik hoop dat er niks ergs is gebeurt.' Voegde ze er met de bezorgdheid in haar stem nog achteraan.
Vijf minuten later vertrok Mathilda omdat ze merkte dat Lily er met haar hoofd niet meer bij was.
"ËœAls u wilt mag u weer terug komen?'
"ËœJe weet niet wat je je op de hals haalt!' zei ze lachend.
Lily glimlachte en merkte ze dat ze deze praatgrage dame graag mocht.
"ËœDoe niet zo gek!'
Ze trok Lily in een omhelzing. "ËœAls je wilt kom ik elke dag voor een kop thee en een praatje!'
"ËœDat zou ik leuk vinden.'
"ËœWacht maar af,' antwoorden ze met wat zelfspot in haar stem.
Iets minder bezwaard dan een paar minuten geleden zwaaide ze Mathilda uit, ze plofte weer op de bank neer en verschillende gedachtes over Peter schoten door haar hoofd, de een nog erger dan de andere. Ze had hem altijd wat minder gemogen dan Sirius en Remus maar ze wenste hem niks dan goeds. Ze zat nog steeds op de bank toen James binnen kwam.
Met een blik op haar gezicht veranderde zijn lachende gezicht en vroeg hij bezorgd wat er was.
"ËœPeter is hier net geweest, ik werd een beetje bang van hem, er is iets met hem aan de hand. Je moet met hem gaan praten, James. En snel.'
Ze vertelde hem alles wat hij had gezegd en James gezicht werd steeds witter.
"ËœHij zal toch niet bedreigt zijn ofzo?'
Lily haalde haar schouders op. "ËœIk weet het niet.'
"ËœWe hebben vanavond toch weer een vergadering?'
Lily knikte.
"ËœIk zal vanavond meteen met hem praten.'
Ze zaten een tijdje stil langs elkaar, ieder in hun eigen gedachtes verzonken.
"ËœWeet je wie er vandaag op bezoek is geweest?' vroeg Lily om de stemming wat luchtiger te maken.
James glimlachte. "ËœIk heb geen idee, maar jij gaat het me vast vertellen.'
Ze stak haar tong tegen hem uit. "ËœMathilda Belladonna, die schrijfster.'
James keek haar verbaasd aan. "ËœWaarom?'
"ËœZe woont hier iets verder in de straat, wist je dat?'
Hij vreef door zijn haar. Oude gewoontes waren moeilijk af te leren, dacht ze glimlachend. "ËœNu dat je het zegt, volgens mij vertelde Remus het me toen we hier gingen wonen.'
"ËœZe is een hele aardige vrouw.' Lily glimlachte naar hem. "ËœZe heeft taart voor ons meegenomen.'
"ËœEcht waar? Wat voor een?'
"ËœSlagroom.' ze probeerde een wilde lok op zijn hoofd plat te leggen. Zoals gewoonlijk tevergeefs.
"ËœIk mag haar nu al!' riep hij lachend uit en liep naar de keuken om een stuk voor zichzelf te halen.
"ËœHoelaat moeten we er vanavond zijn?' vroeg James toen hij weer de kamer inliep en langs haar neer plofte.
"ËœZeven uur, en vergeet je niet dat we morgen een verjaardag hebben van mijn oud tante Bertha, ze word 92 jaar?'
"ËœHoe kan ik oud tante Bertha vergeten?' vroeg hij met geamuseerde genenigheid in zijn stem. "ËœIk zal nooit de blik vergeten die Herman Duffeling op zijn gezicht had toen ze op zijn verjaardag op de tafel stond te dansen en hem uitschold voor saaie dikzak toen hij er iets van zei.' Hij grinnikte, wat hem een por van Lily opleverde die stiekem ook met veel plezier terug dacht aan dat moment.

_________________
Blessed is the heart that bends; it can never be broken.


 Profiel  

Professor

Avatar gebruiker

Offline

Woonplaats: in Tortuga ;)

Houseitem
BerichtGeplaatst: vr apr 08, 2011 21:55 

Hoofdstuk 11: (deel 2)
Mathilda Belladonna


De volgende dag verliep rustig, het was zaterdag en James en Lily hoefde allebei niet weg. Mathilda kwam zoals afgesproken die dag langs en ze sloot onmiddellijk vriendschap met James doordat ze zijn lievelingssnoepjes bij had. Sirius kwam ook nog langs en met zijn vijven hadden ze de grootste lol. Sirius en James plaagde Mathilda, ze kon er goed tegen en lachte om het hardst om de plagende beledigingen die Sirius soms naar haar hoofd toe smeet. Ze gaf hem een koekje van eigen deeg terug.

"ËœJe hebt ons leven tot een hel gemaakt in het eerste jaar met dat boek van je!'
Ze gniffelde vrolijk. "ËœLily wist het te waarderen.'
"ËœZe was een vreselijke wijsneus.' Zei Sirius snuivend en keek Lily vervolgens grijnzend aan.
Lily trok hooghartig haar wenkbrauwen omhoog. "ËœEn jij was een gemene rotzak!'
"ËœJames weet je nog,' vroeg Sirius, die al dubbel lag bij de herinnering. "ËœDat we haar haar groen hadden getoverd?'
"ËœDus jullie waren het toch!' riep ze uit.
"ËœDat wist je toch?' vroeg Sirius nog na hikkend.
"ËœJe hebt me er nog jarenlang over aan mijn kop gezeurd dat het onrechtvaardig was dat ik jullie had gestraft voor iets wat jullie niet hadden gedaan!'
"ËœWat heb je gedaan dan?' vroeg Mathilda belangstellend.
"ËœLaten we het erop houden dat we allebei een week lang niet zonder pijn hebben kunnen zitten.' Merkte James met een pijnlijk gezicht op bij de herinnering.
Lily vrolijkte op bij die herinnering en glimlachte om een schatterende Mathilda.
"ËœZijn er nog meer herinneringen waar ik niks vanaf weet?' vroeg Lily streng.
"ËœDie keer dat we Marie opsloten in de bezemkast!' riep Sirius uit.
"ËœIk wist het!' riep Lily uit. "ËœZe dacht dat ze gek was geworden omdat er niemand achter haar stond, hoe hebben jullie dat gedaan?' maar voor ze konden antwoorden sloeg ze zichzelf voor het hoofd. "ËœNatuurlijk, de onzichtbaarheidsmantel!'
"ËœZe is tijden boos gebleven omdat ze niet kon bewijzen dat wij het waren.' Zei James lachend.
"ËœZe is sindsdien claustrofobisch!' riep Lily verwijtend uit.
Ze bleven zo nog even zitten en Mathilda vertelde over haar schooltijd en hoe ze uit de handen was gebleven van de leraren die je toen nog aan je enkels in de kerkers hingen als ze je betrapten op dingen die niet moesten.
Sirius en James waren verbijsterd over de vele dingen die Mathilda had gedaan en Lily wees hun er fijntjes op dat ze nog wat van die oude dame hadden kunnen leren.
"ËœWij leken wel lieverdjes!' riep Sirius verwonderd uit.
Toen ze opstond om naar huis te gaan glinsterde haar ogen nog vrolijk na en Sirius stond erop om haar naar huis te brengen.
"ËœIk ben veel te oud voor je jongen!' zei ze vrolijk. "ËœAl ben ik wel gevlijd.'
"ËœAch, op een oude fiets moet je het leren zeggen ze wel is.' Kaatste hij terug.
Ze gaf hem lachend een duw en na afscheid te hebben genomen liepen ze beidde de deur uit.
"ËœZe doet me aan me eigen oma denken.' Zei James lachend. "ËœIk piste altijd in mijn broek van het lachen om die vrouw.'
Hij trok Lily in zijn armen en ze vleide zich tegen hem aan.
"ËœLily?' fluisterde hij na een tijdje.
"ËœHmm?'
"ËœDenk je dat het allemaal weer goed komt?'
"ËœBedoel je met het gevecht tegen Voldemort?'
Hij knikte.
"ËœIk weet het niet James maar mijn moeder zei altijd dat het goede altijd overwint.'
"ËœDat gebeurt in sprookjes, Lily.'
"ËœJe moet optimistisch blijven, James.' Zei ze streng. "ËœVoor je het weet word je een zeurende oude man.' Voegde ze er plagend aan toe om het gesprek iets minder serieus te maken.
Dat leek hem volkomen te ontgaan. "ËœIk ben bang, weet je dat?'
Ze haalde haar hoofd van zijn schouder en keek hem aan, zijn ogen keken bezorgd.
"ËœIk ben zo verrekte bang dat ik thuis kom en dat je net als Diederik bent verdwenen.'
Ze legde haar handen op zijn wangen. "ËœZo makkelijk kom je niet van me af,' zei ze grappend.
"ËœLily...' zuchtte hij vermoeid.
"ËœIk weet het James, maar ik meen het.' Haar ogen stonden teder. "ËœWe gaan samen oud worden, we blijven bij elkaar tot dat ons haar grijs is, we niet meer recht kunnen lopen en onze tanden uit onze monden vallen!'
"ËœDenk je?'
Ze knikte. Meestal was het James die haar moest opbeuren.
Hij drukte een kus op het puntje van haar neus en grijnsde toen ontdeugend.
"ËœAls dat van die tanden waar is dan schrijf ik de dooddoeners wel een briefje waar ze je kunnen vinden.'
Ze gaf hem een lachend een klap.

'S avonds werden ze hartelijk begroet door oud tante Bertha, nog steeds blakend van gezondheid.
"ËœJames, Lily!' riep ze uit. "ËœWat leuk dat jullie zijn gekomen.'
"ËœOok leuk om jou weer te zien, Bertha!' zei James vrolijk, die in zijn gedachte de oude vrouw weer op de tafel zag staan. "ËœWaar zijn mijn lieftallige schoonbroer en zus?'
Ze haalde ongeí¯nteresseerd haar schouders op. "˜Ik hoop dat ze niet komen.' Zei ze fluisterend. "˜Ik wou ze eigenlijk geen kaart sturen,' verkondigde ze. "˜Maar dat kon ik natuurlijk niet maken, die aardige vent van me zou zich omkeren in zijn graf, hij zei voortdurend: altijd vriendelijk blijven Bertha!' ze snoof minachtend. "˜Ik werd er ziek van, altijd aardig doen! Ik ben gewoon een oude zeurkous!' sloot ze lachend af.
"ËœWie? Jij?' vroeg Lily plagend.
"ËœHou me niet voor de gek, nichtje.' Grinnikte de bejaarde vrouw. "ËœIk kan je nog steeds uit mijn testament schrappen en die saaie drollen alles geven.'
"ËœJe verbrand het nog liever!'
"ËœDat is waar.' Zei ze en loodste ze vervolgens mee de kamer in.

_________________
Blessed is the heart that bends; it can never be broken.


 Profiel  

Professor

Avatar gebruiker

Offline

Woonplaats: in Tortuga ;)

Houseitem
BerichtGeplaatst: di apr 26, 2011 12:42 

Lang geleden weer maar ik heb het vreselijk druk met school en werk, hier is in ieder geval het nieuwe stukje en deel 2 komt waarschijnlijk aan het eind van deze week, bedankt voor het lezen van mijn verhaal! :)

Hoofdstuk 12: (deel 1)
verbroken vriendschappen


Lily keek een paar keer om zich heen voordat ze zich ervan verzekerd was dat niemand op haar lette. De paspop in groen nylon keek uitdrukkingloos voor zich uit en na nog een laatste keer over haar schouder te hebben gekeken stapte ze door de ruit heen, in de wachtruimtes van St. Holisto zaten een paar mensen te wachten op hun beurt. Lily begroette de vrouw achter de balie vrolijk en liep door naar de verdieping voor de toverdranken meesters. Ze begroette haar collega's vrolijk voordat ze doorliep naar het kantoortje waar zei en haar partner Gremendine Wonkers werkte. Ze waren bezig de voorraad Murtlapextract aan te vullen die ervoor zorgde dat de pijn bij open wonden minder werd. Lily genoot van haar werk, op school was Toverdranken ook een van haar favoriete vakken geweest. Ze hoopte uiteindelijk een van de afdelingshoofden te worden maar dat duurde nog wel een paar jaar. Gremendine kwam op het moment binnen dat Lily de eerste ingredií«nten erin gooide die er vandaag bij gevoegd moesten worden.
"ËœHoi Lily,' zei ze. Gremendine was een vrouw van middelbare leeftijd, ze was getrouwd met een dreuzel en ze hadden twee kinderen die over een paar jaar naar Zweinstein zouden gaan als alles goed zou gaan. "ËœHoe was je weekend?'
"ËœRustig, we zijn gisteren met een paar vrienden thuis geweest en daarna hadden we een verjaardag, en het jouwe?'
Ze begon druk te vertellen, terwijl ze samen door werkte aan de toverdrank. Lily had voor zichzelf besloten om niemand die ze niet compleet vertrouwde over de Orde te vertellen, en ook al vond ze Gremendine nog zo aardig, je wist maar nooit.
Tegen de middag liep ze naar de afdeling Permanente Spreukenschade waar ze zoals elke werkdag Marie ophaalde om samen te gaan lunchen in de kantine. Ze zag Marie buiten dat kleine halfuurtje niet meer zoveel en soms miste ze haar wel is.
Marie leek zo'n normaal leven te lijden tegenover het hare, dat het soms leek of ze in compleet andere werelden zaten.
"ËœIk heb een man leren kennen, Lily.' Stak ze van wal. "ËœIk denk dat ik hem echt heel leuk vind.'
"ËœWat leuk voor je!' riep Lily uit. "ËœVertel is over hem?'
Ze stak een stuk sandwich in haar mond en luisterde naar een vrolijke Marie.
Na een tijdje werden ze onderbroken.
"ËœMarie?'
"ËœCollin!' ze sprong op en omhelsde hem. "ËœLily, dit is Collin,' ze straalde. "Ëœover wie ik je vertelde.'
Lily stond op en stak haar hand uit, hij schudde hem aarzelend en hij keek haar met een vreemde blik in zijn ogen aan. Ze wist niet precies wat ze zag, maar ze schudde het van zich af en stelde zichzelf voor.
"ËœLily Potter, aangenaam.'
"ËœCollin Valom.' Hij draaide zich naar Marie om en Lily kon horen dat hij zei. "ËœJe hebt me nooit verteld dat je met haar omgaat?'
Marie keek hem bevreemd aan en Lily kreeg een onheilspellend gevoel, waar kende ze die naam van?
"ËœIk wist niet dat het er toe deed?'
Hij draaide zich weer naar haar toe, "ËœJij bent een...' hij scheen naar woorden te zoeken. "ËœDreuzeltelg toch?'
Ze voelde hoe ze verstijfde en ze kneep haar ogen halfdicht. Ze wist het weer, Valom had in Zwadderich gezeten en hij had een bloedzuivere achtergrond. Ze rechte haar schouders.
"ËœJa dat klopt, is dat een probleem?'
"ËœEen probleem? Nee hoor, niet het mijne tenminste.'
"ËœCollin!' ze zag Marie wit weg trekken maar ze zei er verder niks van en voor Lily voelde dat als een klap in haar gezicht.
"ËœIk moet maar is terug gaan naar mijn kantoor, Marie,' ze keek haar beste vriendin een beetje ijzig aan en wende zich toen tot Collin. "ËœCollin, een fijne dag nog.'
ze draaide zich om en liep naar de deur toe, voor ze erdoorheen liep keek ze nog een keer achterom, ze zag dat Marie met een boze blik in haar ogen iets tegen Collin zei. Ze zuchtte en draaide zich om, heel de weg terug dacht ze aan het voorval. Ze hoopte dat Marie twee keer na zou denken voordat ze zich in een relatie met die kwast zou storten, Marie was een aardige meid, maar soms een beetje naí¯ef.
Toen ze terug was in het kantoor schudde ze het van zich af en richtte zich weer op de toverdrank, Gremendine moest gemerkt hebben dat ze stiller was dan normaal maar ze zei er niks over gelukkig. Opeens hoorde ze in de verte een klap. Verschrikt keken ze elkaar aan.
"ËœWat was dat?' vroeg Gremendine verschrikt. "ËœDat was te hard voor een ontplofte toverdrank, of niet?'
"ËœZal ik even gaan kijken?' vroeg Lily.
"ËœNee, ik doe het wel, blijf jij maar bij de toverdrank.'
Ze liep de deur uit en net toen Lily begon te denken dat het vast een ongeluk moest zijn geweest, hoorde ze weer een klap en mensen die begonnen te gillen. Verschrikt rende ze de kamer uit en zag dat meerdere mensen dat deden. "ËœWat is er gebeurt?' vroeg Xavier.
Lily haalde haar schouders op. "ËœIk weet het niet.'
Op dat moment vlogen de deuren open en kwamen de gemaskerde mannen binnen. Haar bedrijfsleider liep dapper naar voren.
"ËœHier word gewerkt, heren. Maak dat...' maar voor hij zijn zin verder kon afmaken schoten ze een vervloeking op hem af en viel hij als een hoopje in elkaar.
Verschillende mensen rende naar de hal toe en riepen vervloekingen op de dooddoeners af. Want dat was wel zeker, dat het dooddoeners waren. Lily stond aan de grond genageld en kon zich even niet bewegen, tot dat er een vloek lukraak langs haar heenvloog. Ze zette de aanval in. Binnen de korste keren ontstond er chaos en waren de dooddoeners niet meer van de andere te onderscheiden. Opeens voelde ze een hand die zich om haar elleboog sloot en haar mee door een deur trok. Verschrikt keek ze wie het was. Ze deinsde achteruit en richte haar toverstok op de gemaskerde man. "ËœWat moet je!' riep ze dapper.
"ËœMaak dat je hier wegkomt!' siste hij. En de stem die dat zei klonk heel vertrouwd. Ze wist meteen wie het was.
"ËœSeverus?'
hij trok het masker van zijn gezicht af en zijn ogen gleden over haar gezicht.
"ËœWaarom doe je dit, Severus?' vroeg ze zwakjes.
"ËœIk kan niet anders,' zei hij bruusk. "ËœIk heb niemand anders.'
"ËœJe had mijn!' riep ze uit. "ËœMaar dat was niet genoeg voor je.'
Hij wou iets zeggen maar zijn mond klapte weer dicht, in zijn ogen zag ze even weer de blik waar hij altijd mee naar haar had gekeken.
"˜Jij was het, hé?' vroeg ze. "˜Die nacht bij Gideon thuis? Die me redde?'
Hij knikte weer maar zei niks. Dit was zo kansloos, ze had dit al zo vaak geprobeerd.
"ËœHet is nog niet te laat, Sev!' riep ze uit. "ËœGa naar Perkamentus, hij zal je helpen.'
"˜Nee! Ik heb hier geen zin in oké, ik ben hier om je te waarschuwen, trek je terug uit de Orde of het zal slecht met je aflopen.' Zijn gezicht was weer uit steen gehouden.
"ËœNooit!' ze lachte vruchteloos. "ËœZoek me niet nog een keer op, Sneep. De volgende keer zal ik je aanvallen.'
Hij keek haar met een verdrietige blik aan maar zei niks meer. Hij draaide zich om en liep de deur uit.
Ze zuchtte diep. Ze moest het naast zich neerleggen, ze kon niet anders.
"ËœExpecto Communicatio!'
De zilveren Hinde spoot uit haar toverstok. "ËœBreng deze boodschap naar alle Orde leden: Kom onmiddellijk naar het St. Holisto, de dooddoeners zijn hier.' Het dier boog zijn hoofd en draafde weg.
Zonder nog een moment te verspillen rende ze de deur weer uit en voegde zich bij haar collega's.
Op de versterking hoefde ze niet lang te wachten, binnen vijf minuten kwamen de Orde leden binnen gestormd en weer een paar minuten later kwamen de schouwers binnen gestormd. Na deze invasie van tovenaars hadden de dooddoeners geen keus dan zich terug te trekken, de meeste wisten te ontsnappen maar de schouwers hadden een paar jonkies te pakken waar ze, dat bleek later, niet veel aan hadden. Het was hun eerste gevecht geweest.
Niemand was ernstig gewond geraakt maar iedereen was verbluft dat de Dooddoeners hier een aanval hadden gepleegd. Lily wist één ding. Ze werden steeds zelfverzekerder en kregen steeds meer lef, en dat was geen goede vooruitgang voor hun.
"ËœLily?'
Ze draaide zich om, het was James. "ËœHet gaat de verkeerde kant op, James.'
Hij trok haar in zijn armen. "ËœHou vertrouwen, Lils. Uiteindelijk zal het goede overwinnen.'

_________________
Blessed is the heart that bends; it can never be broken.


 Profiel  

Professor

Avatar gebruiker

Offline

Woonplaats: in Tortuga ;)

Houseitem
BerichtGeplaatst: za apr 30, 2011 1:47 

Deel 2 van het hoofdstuk zoals beloofd, iedereen een fijne koninginnendag morgen, of eigenlijk vandaag :shock:

Hoofdstuk 12: (deel 2)
verbroken vriendschap


Ze werden die avond naar het huis van Edgar Bonkel geroepen en nadat Lily, James over Severus had verteld vond hij dat het tijd werd dat ze Perkamentus hier over gingen inlichten. Ze hadden afgesproken dit na de vergadering te bespreken omdat Lily niet wilde dat iedereen het wist.
"ËœWat is er gebeurd, Lily?' vroeg Perkamentus toen iedereen zat.
Ze begon te vertellen en probeerde om het verhaal van Severus heen te praten, dat lukte aardig. Niemand verbrak haar verhaal en ze luisterde in stilte.
"ËœEn toen kwamen de andere Orde leden.' Sloot ze haar verhaal af.
Er viel een stilte.
"ËœDit is niet goed, Perkamentus,' Het was Fabian die als eerste sprak.
"ËœHij heeft gelijk,' viel Gideon hem bij. "ËœAls het St. Holisto niet eens meer veilig is, wat zul hun volgende doelwit dan wel niet zijn?'
"ËœWe moeten beter ons best doen!' gromde Dolleman.
"ËœWat stel je voor?' vroeg James.
"ËœIk moet morgen een van die jongens ondervragen,' zei Dolleman duister. "ËœIk zal niet rusten voor ik iets uit hem heb geperst.'
Perkamentus zei niks, hij knikte alleen maar.
"ËœDe schouwers lopen ook vast.' Zei Frank. "ËœZe krijgen alleen de onbelangrijke te pakken, Jeweetwel stuurt ze op missies waarvan hij weet dat ze kunnen mislukken, hij wil zijn andere dooddoeners niet kwijt. Ze zijn te belangrijk voor hem.'
"ËœIk kan wel onderduiken bij de weerwolven?' zei Remus die bleek en mager was. "ËœOver een paar dagen is het zover, misschien weten zei iets.'
Perkamentus knikte als teken dat dat goed was.
Toen Lily aan het gevaar dacht dat hij zou kunnen lopen kreeg ze het gevoel dat er een steen in haar maag lag. Ze zei er niks van, ze wist dat het niet anders kon. Iedereen liep gevaar.
"ËœWat doen we verder?' vroeg Clara.
"ËœAfwachten.' Verzuchte Perkamentus.
Clara gromde en mompelde vervolgens iets wat Lily niet kon verstaan maar ze had wel een idee.
"ËœGa maar naar huis,' zei Perkamentus. "ËœStuur me maar een Patronus als het zover is, Remus.'
Niemand zei meer iets. Iedereen stond op om te vertrekken en Lily merkte toen pas dat Peter weer niet aanwezig was, de ongerustheid die ze voelde de laatste tijd als ze aan hem dacht kwam op dat moment in alle hevigheid terug. Wat was er toch aan de hand.
"ËœLily?' fluisterde James.
Ze schrok op uit haar overpeinzing. Iedereen was vertrokken.
James keek haar vragend aan en ze knikte.
"ËœProfessor?'
Perkamentus draaide zich om, hij had naar het haardvuur zitten staren.
"ËœIs er iets?'
Lily knikte.
"ËœIk heb toen strak iets verzwegen.' Perkamentus keek haar vragend aan en ze haalde diep adem voor ze begon te vertellen.
"ËœVoordat ik jullie een boodschap stuurde trok Severus Sneep me mee een lege kamer in. U weet dat we vroeger bevriend waren toch?' Perkamentus knikte. "ËœHij waarschuwde me en zei dat ik me moest terug trekken.' Ze keek James even aan ze had nog niet aan hem verteld dat het Severus was geweest die avond. "ËœHij vertelde me ook dat op de avond dat we werden aangevallen bij Gideon thuis hij me had gered.' Ze vertelde over de dooddoener die haar had aangevallen.
Het viel stil en Perkamentus leek weer terug te zakken in zijn overpeinzing.
"ËœProfessor?' vroeg ze naar een tijdje.
"ËœBedankt dat je me dit verteld hebt, Lily.' Hij glimlachte naar haar. "ËœDit is misschien belangrijker dat je zelf denkt.'
Lily en James merkte dat ze zich terug konden trekken en ze liepen samen naar buiten. In de gang kwamen ze Edgar en zijn vrouw tegen in haar armen lag een slapend kind.
"ËœIk dacht dat jullie al weg waren.' Zei Edgar glimlachend.
"ËœWe moesten nog iets met Perkamentus bespreken.' Zei James luchtig.
Ze stonden elkaar even aan te kijken. "ËœDit is trouwens mijn vrouw, Karin Bonkel.'
Ze stelde zichzelf aan elkaar voor.
"ËœIk herinner me jou nog,' zei Lily grijnzend. "ËœJij was hoofdmonitor toen ik in mijn vijfde jaar klassenoudste werd, toch?'
Karin knikte. Ze bleven nog even staan praten en stapte toen ook op.

"ËœWat doe jij hier?' vroeg Lily nukkig toen ze de deur opende en Marie zag.
"ËœIk wou even met je praten.' Zei Marie voorzichtig.
Lily gooide de deur verder open en maakte een gebaar dat ze binnen kon komen.
"ËœWil je iets drinken?'
Marie knikte. "ËœDoe maar pompoensap als je dat hebt.'
Toen ze even later terug kwam met twee glazen drinken in haar handen gaf ze er een aan Marie en ging vervolgens tegen over haar schoolvriendin zitten.
Ze trok haar wenkbrauwen op en was niet van plan als eerste te gaan spreken.
"ËœIk wou mijn excuses aanbieden.'
"ËœWerkelijk, waarvoor?'
Marie keek haar een beetje versuft aan. "ËœVoor het gedrag van Collin natuurlijk.'
"ËœWeetje, van Collin had ik niet beter verwacht, maar van jou Marie.'
Marie keek Lily verbaasd aan. "ËœWat heb ik verkeerd gedaan!?' ze riep het iets wat beledigd uit.
"ËœJe nam het niet eens voor me op!'
"ËœWat! Wel waar.' Toen Lily alleen maar haar wenkbrauwen optrok vervolgde ze: "ËœHij bedoelde het niet verkeerd.'
"ËœEn wat bedoelde hij er dan wel mee?'
"ËœGewoon, dat dreuzel telgen het de afgelopen tijd zwaar hebben gehad.'
Lily lachte kil. "˜Doe niet zo naí¯ef, Marie.'
Marie sprong op. "ËœDat Severus toevallig zo was wil niet zeggen dat alle Zwadderaars zo zijn!' riep ze boos uit.
"ËœHerinner jij je nog hoe Collin Valom was op school?'
"ËœWat wil je daarmee zeggen!'
"ËœHij heeft meerdere malen leerlingen aangevallen met duistere magie!'
"ËœDat waren grapjes!' ze was duidelijk woest en wou geen verkeerd woord horen over haar nieuwe vriend. "ËœJames en Sirius hielden ook altijd iedereen voor de gek.'
"ËœWat James en Sirius deden was kinderspel tegenover dat, ik snap niet dat je dat met elkaar vergelijkt.' Lily voelde het bloed naar haar wangen stijgen van boosheid. "ËœJij was altijd de eerste die Severus Sneep bekritiseerde als hij een van die grapjes uithaalde en zeg niet dat het niet waar is,' zei Lily die snel door praatte voor Marie haar kon onderbreken. "ËœSeverus deed precies hetzelfde als Valom op school.'
"ËœJe bent gewoon jaloers!' Riep Marie
"ËœJaloers?' vroeg ze verbluft en totaal uit het veld geslagen. "ËœWaarop?'
"ËœDat het mijn is gelukt..' ze hijgde. "ËœJames is altijd tweede keus geweest, de enige die je wilde was Sneep!'
"ËœJe bent gek, ik heb Severus nooit anders gezien dan als een vriend!'
"ËœJe verdedigde hem altijd, wat hij ook deed. Je was verliefd op hem.'
"ËœDat was omdat ik dacht en dat denk ik nog steeds, dat er iets goeds in hem schuilt, net zoals jij dat nu denkt van Collin.' Lily liep naar de deur en gooide hem wijd open en zei met ingehouden woede. "ËœVeel plezier in je leven, Marie. Hier is het gat van de deur.'
Ze stormde naar buiten en keek niet een keer om, met een klap gooide Lily de deur dicht en liep naar de bank waar ze in tranen uitbarsten, verbaasd kwam James na een tijdje binnen.
"ËœMarie rende boos langs, wat is er gebeurt?' bezorgd kwam hij naar haar toe gesneld toen hij haar zag huilen. "ËœWat is er?'
Nog half huilend vertelde ze het verhaal, vanaf het begin want ze was helemaal vergeten James het te vertellen na die aanval op het St. Holisto.
"ËœValom, zeg je?' vroeg hij duister. "ËœDat is een klootzak!'
"ËœVertel mij wat!' fluisterde ze en veegde de tranen van haar wangen. "ËœZe vergeleek zijn "Ëœgrapjes' met die van jullie op school.'
James trok haar tegen zich aan. "ËœZe trekt wel bij, ze is verblind door verliefdheid.'
Lily was een beetje verbaasd door zijn opmerking, meestal was hij de eerste die dat soort mensen veroordeelde maar ze besefte dat hij Marie ook altijd had gemogen.
"ËœDaar ben ik niet zeker van,' zei ze verdrietig. "ËœJe had de blik in haar ogen moeten zien, ze was woest.'
Op dat moment kwam de Patronus Felix door de muur heen gevlogen, opende zijn bek en zei met de stem van Perkamentus: "ËœKom zo snel mogelijk naar het huis van Edgar Bonkel.'

_________________
Blessed is the heart that bends; it can never be broken.


 Profiel  

Professor

Avatar gebruiker

Offline

Woonplaats: in Tortuga ;)

Houseitem
BerichtGeplaatst: ma mei 09, 2011 16:49 

Hoofdstuk 13:
Afscheid


Lily gilde op het moment dat ze haar ogen opende nadat ze verschijnseld waren. Het duistere teken hing boven het huis. Als James haar niet had vastgegrepen was ze door haar benen heen gezakt. "ËœNee,' zei ze zwakjes. "Ëœhet zal toch niet!'
Ze rende allebei struikelt naar de deur toe die een stukje openstond, ze stormde naar binnen. Ze waren niet de eerste, Clara, Sirius, Frank en Lies stonden in de hal. Lies huilde hysterisch en leunde tegen Frank aan. "ËœZijn ze?' vroeg James met benepen stem.
Sirius knikte, zijn ogen stonden vol woede.
"ËœEn hun dochtertje?' vroeg Lily angstig.
"ËœZe hebben haar gedood terwijl ze in bed lag te slapen.' Zei Clara en Lily zag dat ze voor het eerst sinds Lily haar had leren kennen uit het veld geslagen was.
Op dat moment kwamen Engelberd Dop en Bennie Fijnwijk binnen gestormd gevolgd op de voet gevolgd door Severijn Zonderland, Marlene Magister en Dedalus Diggel. Ze keken verwilderd rond.
"ËœDood.' Zei Lies met verstikte stem. Marlene sloeg haar hand voor haar mond en keek iedereen alleen maar met grote ogen aan, Engelberd maakte een verstikt geluid en Lily zag dat hij begon te huilen. James had niks meer gezegd en leek alleen maar versteend voor zich uit te kunnen staren. Perkamentus kwam binnen gelopen, hij leek op dat moment veel meer op de oude man die hij eigenlijk was, dan ooit.
Lily kon niet huilen, het enige wat ze voelde was alles overheersende woede. Ze klemde haar handen tot vuisten en kon alles om zich heen wel kapot slaan. Ze kon niet geloven dat Edgar en zijn gezin, zulke goede en aardige mensen waren vermoord. Door monsters.
"ËœWat aandoenlijk,' sneerde een stem uit de deuropening.
Iedereen draaide zich als een man om, het was Lucius Malfidus met achter zich een groep gemaskerde gedaantes. Hij had een paar jaar hoger gezeten als hun maar ze herinnerde zich hem nog. Hij had haar altijd heel vuil aangekeken.
"ËœEn wat vreselijk stom,' zei een ander. "ËœAlle stommelingen op een plek samen, wat een geluk voor ons.'
Ze keken elkaar afwachtend aan, wachtend op de eerste aanval van de ander. Met intense afkeer keek Lily hun kant op en voor de eerste keer in haar leven snapte ze waarom iemand in staat was om een ander van het leven te beroven. Ze hief haar toverstaf. "ËœDetentio!' een felle streep paar licht vloog op een dooddoener af en raakte hem vol in zijn borst, hij viel prompt achterover.
De vloek die daardoor naar haar terug werd gestuurd werd gepareerd door James en op dat moment brak het gevecht uit. De Orde leek sterker en al snel hadden ze hun naar buiten gedwongen, uit haar ooghoek zag ze dat Emmeline Vonk, Gideon en Fabian aankwamen gerent met achter zich een hinkelende Dolleman. Ze haalde opgelucht adem, misschien dat ze nu nog in het voordeel waren maar de groep dooddoeners was met een veel groter aantal. De hulp die hun zouden bieden zou van belang zijn. Doordat ze even afgeleid was zag ze nog maar net op tijd dat er vloek op haar afkwam die ze gelukkig nog kon pareren. Woest op zichzelf dat ze niet oplette richtte ze zichzelf weer op de dooddoener die de vloek op haar af had gestuurd, razendsnel schoot ze een vloek terug die doel trefde. Vervolgens rende ze naar de dooddoener die Dedalus vol raakte en vervolgde het gevecht met hem, de adrenaline in haar lijf zorgde ervoor dat ze alles raakte en al snel kon ze trots beamen dat ze vier dooddoeners onschadelijk had gemaakt, ze zag James en Sirius in gevecht tegen drie dooddoener. Perkamentus werd beziggehouden door meerdere dooddoeners die hem probeerde te treffen en wat ze natuurlijk niet lukte. Marlene, Dedalus en Severijn lagen roerloos op de grond. Gelukkig niet dood want ze lagen stokstijf wat betekende dat ze waren geraakt door de vloek van totale verstijving.
Ze zag dat Clara moeite had met haar dooddoener en rende erheen onderweg al een vloek op hem afsturend, hij pareerde hem succesvol en begon verwoed vloeken op hun beide af te sturen. Op een gegeven moment raakte hij Clara die achterover viel, Lily keek hem met samen geperste lippen aan en stuurde een vloek op hem af. Ze verraste zichzelf met de kracht die erachter zat, hij wist hem met moeite op te vangen en op dat moment viel zijn masker af, er ging een shock door haar heen. Het was alweer Severus Sneep, ze herinnerde zichzelf de belofte die ze aan hem had gedaan die ze van plan was te houden. Ze wist dat als ze eerlijk zou spelen het of gelijk spel zou blijven of dat hij haar uiteindelijk zou verslaan, ze herinnerde zich een spreuk die hij haar notabene had geleerd, ze grijnsde boosaardig. "ËœSnaternix!' ze had maar een paar seconde om opnieuw te reageren voordat hij door had wat er aan de hand was. "ËœImpendimenta.' Hij zwiepte met zijn toverstok maar was te laat met zijn non-verbale spreuk, in de laatste seconde die hij had keek hij haar aan, zijn ogen glimde en hij grijnsde. Bijna waarderend. Het volgende moment viel hij neer.
Er ontstond een grote tumult, toen ze omkeek zag ze de man weer die ze een jaar geleden nooit had verwacht ooit gezien, nu zag ze hem alweer voor de tweede keer. Ze stond iets verwijderd van de Orde leden en rende naar hen toe. De dooddoeners waren gestopt met vechten. Ze draaide met een grote eerbied om naar hun meester.
Langs James kwam ze tot stilstand, Sirius stond langs hem en de afkeer en woede die ze al vanaf het begin van de avond bij hem op zijn gezicht had gezien, werd sterker.
Voldemort keek indringend naar hen. "ËœIk heb jullie onderschat,' zijn mond vertrok in een kille glimlach. Hij keek om zich een. "ËœDe helft van mijn dooddoeners uitgeschakeld, de andere helft krijgt het niet voor elkaar om het van een paar net afgestudeerde studenten, bloedverraders en een oude man te winnen. Triest, diep triest.' Bij die laatste woorden keek hij naar de gedaantes om zich heen, ze bogen hun hoofd en zeiden niks.
Lily zag uit haar ooghoek, Sirius en James met elkaar fluisteren. Ze hoorde nog net. "ËœOp drie.'
de fluisterende aftelling begon. Ze keek vanonder haar wimpers naar haar man en zijn beste vriend.
Ze zag dat de andere het ook in de gaten kregen en Frank, Gideon en Fabian knikte als bevestiging toen Sirius knipoogde en grepen hun toverstukken strakker vast.
"˜DRIE!' zes verschillende lichtstralen schoten op de dooddoeners af, Lily wist niet waarom maar ze werden compleet verrast. Weer vielen er verschillende neer, Voldemort draaide zich bliksemsnel om en voor er iemand ook maar met zijn wimpers had kunnen knipperen kwam er een vloek met zoveel kracht op hen af dat ze weg werden geblazen, alleen Perkamentus was blijven staan. Toen Lily omhoog krabbelde zag ze dat er uit Perkamentus toverstok een zandstorm leek te komen, hij werd echter geweerd door een zwiep van Voldemort zijn toverstok en na nog één spreuk op hen afgevuurd te hebben die blijkbaar geen effect had draaide hij zich doodkalm om en riep iets tegen zijn overgebleven dooddoeners dat Lily op de een of andere manier niet kon verstaan. Fabian en Gideon waren als eerste weer opgesprongen en schoten allebei een vloek, die tot ieders verbazing behalve die van Perkamentus terug kaatste. Clara en Frank sprongen verschrikt weg toen hij hun kant op kwam.
"ËœHet is een onzichtbare muur!' riep Gideon uit.
"ËœGoh broertje, daar waren we nog niet achter.' Merkte Fabian droog op.
Gideon grijnsde schaapachtig.
Lily keek naar de dooddoeners die net als de vorige keer hun gevallen vrienden vast grepen en verdwijnselde en ze zag dat Perkamentus naar voren liep en zijn hand op de versperring legde. Hij drukte er een paar keer op, tikte er vervolgens met zijn toverstok op en Lily wist dat hij verdwenen was. Niemand zei iets en er viel een stilte over de tuin heen.
Iedereen leek in zijn eigen wereld en er was geen vreugde voor hun tweede overwinning, de reden daarvoor lag dood binnen. Een vader, een moeder en een vier jaar oud kindje.
"ËœLaten we een toast uitbrengen,' zei Clara naar een tijdje.
Perkamentus knikte en na een zwiep van zijn toverstok verscheen er een dienblad vol met jonge oude klare borrel. Het zweefde langs hen heen en toen iedereen een glas had gepakt verdween het.
Perkamentus hief zijn glas, "ËœOp Edgar, Karin en hun dochtertje Suzanne.' Lily had kunnen zweren dat zijn stem trilde maar niemand leek het verder te merken en het deed er ook niet toe.
De proost werd herhaald en iedereen nam een slok van zijn glas. Weer viel er die stilte, eerst Diederik en nu dit. Lily keek de groep rond, wie zou de volgende zijn? Misschien was het Sirius of James. De schrik sloeg haar om het hart. Dat zou ze niet overleven, daar was ze van overtuigd.
"ËœMoeten we het Ministerie waarschuwen?' Het was Bennie die dat zei.
"ËœIk en Alastor blijven wel hier,' zei Perkamentus. "ËœWe zorgen dat alles geregeld word.'
Iedereen knikte en toen ze het laatste restje schroeiende drank door de keel heen goten vertrokken ze allemaal naar huis. James vroeg nog of Sirius mee naar hen toe wou maar hij schudde alleen maar zijn hoofd. Toen hij zich half had omgedraaid om weg te lopen bedacht hij zich, Sirius keek James een tijdje aan en Lily zag verschillende emoties door zijn ogen schieten. Ze glimlachte toen ze elkaar in een broederlijke omhelzing trokken. Zich allebei bewust van hun kwetsbaarheid, van het feit dat ze simpelweg niet onkwetsbaar waren zoals ze vroeger vaak hadden gedacht. Sirius merkte haar op en stak zijn arm naar haar uit. "ËœKom hier Potter,' zei hij grijnzend, ze veegde een verdwaalde traan van haar wang af en liep op de twee mannen af die ze intens had gehaat en waar ze nou niet meer zonder zou kunnen, al haalde ze soms nog het bloed onder haar nagels vandaan.
"ËœIk hou van jullie.' Fluisterde ze.
James grinnikte. "ËœWorden we sentimenteel?'
"ËœIk hou ook wel een beetje van jullie hoor,' merkte Sirius op.
Ze barstte alle drie in lachen uit.
Toen ze elkaar los lieten merkte ze dat iedereen naar hen keek en Lily voelde ze een beetje schuldig dat ze hadden gelachen, wat viel er nou te lachen. Ze merkte dat Sirius en James zich ook ongemakkelijk voelde maar ze zag ook dat niemand boos naar hen keek. Perkamentus glimlachte.
"ËœLiefde en vriendschap heelt alles,' hij keek de groep rond. "Ëœzorg dat je dat nooit kwijt raakt.'

Twee dagen later werden Edgar en zijn gezin begraven, er werd een herdenkingsdienst gehouden. Ze hadden niet veel familie, zei was enigs kind geweest en haar ouders waren dood, Edgar had nog een neef en nicht, vele mensen kwamen om hun laatste groet aan hen te betuigen en hoewel Lily bang was voor weer een aanval gebeurde niks van dat alles.
Het werd iets rustiger. Aanvallen bleven uit maar Lily dacht zoals zoveel in de Orde dat het een stilte voor de storm was. Minuten werden uren, uren werden dagen en dagen werden maanden.
Voor ze er erg in had werd het nieuwe jaar ingeluid. 1978. Wat zou het voor hen brengen? Niemand wist het, als Lily erover nadacht wilde ze het ook niet weten. Ze was liever onwetend, wilde niet weten wie ze nog allemaal zou verliezen.
Ze wou dat het voor altijd zo bleef toen ze samen met James, Sirius, Peter, Remus naar het vuurwerk aan het kijken was dat de dreuzels de lucht in schoten.
"ËœWaarom doen ze dit?' vroeg Sirius toen er een paarse lichtbol uit elkaar spatte.
"ËœHet is een traditie,' zei Lily.
"ËœDe Chinese doen het om de boze geesten af te weren,' zei Remus glimlachend. Lily wist dat dit een van zijn favoriete avonden was. "ËœZe denken dat ze van de knal schrikken en weg vluchten.'
"ËœHoe weet je dat?' vroeg James grijnzend.
Hij haalde zijn schouders op. "ËœErgens gelezen denk ik.'
Sirius keek een beetje duister naar Remus, dat deed hij de laatste tijd wel vaker. Lily trok haar wenkbrauwen naar hem op, hij grijnsde snel en keek weer naar het vuurwerk.
"ËœHoe gaat het met jou Peter?' vroeg James toen ze naar binnen liepen. "ËœWe zien je de laatste tijd zo weinig.'
Hij glimlachte. "ËœIk ben bevorderd op het werk.'
"ËœGefeliciteerd!' riepen ze allemaal.
Hij haalde zijn schouders op. "˜Het stelt nog niks voor, er staat nou één iemand onder mijn.'
"ËœZolang je blijft doorzetten Peter, heb je uiteindelijk een heel team onder je.' zei Remus bemoedigd.
"ËœDat weet ik zo net nog niet.' Zei hij somber.
"ËœIk zou al een moord doen voor de baan die je hiervoor had.'
"ËœWat toepasselijk,' mompelde Sirius.
Er viel een stilte.
"ËœWat bedoel je daarmee?' vroeg James verbaasd.
Hij zuchtte. "ËœNiks, laat maar.'
Maar Lily begon een vermoeden krijgen en toen de avond verder vorderde wist ze het zeker.

"ËœSirius?' Peter en Remus waren net de deur uit gelopen en James was boven iets halen.
Hij keek haar vragend aan.
"˜Jij verdenkt toch niet Remus als de verrader hé?'
Hij haalde zijn schouders op. "ËœIk weet het allemaal niet meer hoor,' zei hij zuchtend. "ËœAlles wijst erop, steeds als we werden aangevallen of als er een opdracht mislukte omdat ze daar niet waren was Remus nergens te bekennen.'
"ËœMaar dat was omdat het volle maan was of omdat hij had moeten onderduiken bij de weerwolven.'
"˜Ja, toevallig hé?'
"ËœNatuurlijk niet! Je draaft door.' Zei ze verwijtend. "ËœEr waren wel vaker mensen afwezig.'
"ËœZoals?'
"ËœIk en James, Peter, iedereen uit de Orde weleens.'
"ËœJa maar niet steeds opnieuw!' hij zuchtte. "ËœPeter is ook vaak afwezig geweest dat weet ik, maar waarom zou hij het doen? Wij zijn altijd zijn enige vrienden geweest!'
"ËœVoor Remus geld hetzelfde!' wierp ze hem tegen.
"ËœMaar hij heeft de mogelijkheden en motieven!'
Ze trok haar wenkbrauwen op.
"ËœHij heeft de laatste tijd vaak bij de weerwolven onder gedoken, iedereen weet dat die samenwerken met Voldemort, en hij is nu al meer dan een jaar van school af en hij heeft nog steeds geen baan, hij moet iets, Lily!'
"ËœJa maar dat doet hij om ons te helpen!' ze keek hem smekend aan. Ze kon en wilde niet geloven dat het Remus was. "ËœDaardoor zijn we al vaak achter informatie gekomen.'
"ËœJa maar het werd altijd zo gebracht dat we er niks mee konden, het was nutteloze informatie.'
"ËœWat was nutteloze informatie?'
Verschrikt draaide ze zich allebei om, ze keken elkaar weer aan. Een ding was zeker, James zou dit nooit begrijpen.
"ËœNiks, we waren aan het discuseren over de Orde.'
Hij leek hun niet helemaal te geloven maar hij zei er niks van, Lily bleef nog even beneden en ging toen naar bed, James en Sirius bleven zoals gewoonlijk nog even zitten. Boven in bed kwamen de vragen maar ze kwam er niet uit, ze kon het niet geloven. Ze kon het niet.

_________________
Blessed is the heart that bends; it can never be broken.


 Profiel  
Geef de volgende berichten weer:  Sorteer op  
Antwoord op onderwerp  [ 18 berichten ]  Ga naar pagina 1, 2  Volgende


Keer terug naar Fan Fictions
Ga naar:  


Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers. en 4 gasten

cron

Powered by phpBB :: FI Theme