Welkom op Harry Potter Forum! 


Antwoord op onderwerp

1e jaars

Avatar gebruiker

Offline
BerichtGeplaatst: di mei 03, 2011 17:11 

Een vrij oud verhaal van me, waarin ik weer wat leven wil gieten.

Een korte inleiding:

Dit verhaal speelt zich af in Shiwoa, een klein dorp aan de rand van China, rond de negende eeuw voor Christus. In het bos naast het dorpje word elk jaar een mythisch wezen gesignaleerd. De Nekomata. Wat dit voor een soort wezen is weten de mensen uit het dorp niet, aangezien het zichzelf nooit laat zien. Om ervoor te zorgen dat de Nekomata het dorpje niet aanvalt moeten ze elk jaar een offer brengen. Een jongeman van rond de twintig jaar. Levend en wel. Dit word elk jaar gedaan om 'het Beest' ten gunsten te stellen.

--

Gelieve geen reacties hier te plaatsen, alleen in het reactie topic!

_________________
~ℓυм ѕє ѕє, єυηυcн-у. ѕηιρ ѕηιρ. ѕαννу؟~


Laatst bijgewerkt door Unknown~Diva op di mei 03, 2011 17:13, in totaal 1 keer bewerkt.

 Profiel  

1e jaars

Avatar gebruiker

Offline
BerichtGeplaatst: di mei 03, 2011 17:11 

Hoofdstuk 1:

De harde wind rukte krachtig de bladeren van de herfstbomen af. Regen kletterde op het dak van metalen golfplaten. De storm was vroeg deze herfst. Wat was de reden erachter? Mensen scholen binnen, met een angstig blik naar buiten. Ze wisten wat hun te wachten stond. Net zoals de voorgaande jaren. Al eeuwen lang, rond dezelfde maanstand in de herfst gebeurde hetzelfde. De wind nam een golf water mee en maakte de ramen smerig. Kinderen werden haastig naar binnen getrokken en kregen een tik toen ze naar buiten wilde gaan. Ergens in het dorp werd een kaarsje aangestoken. Er ging een huivering door de mensen toen er vanuit het donkere bos twee cyaanblauwe ogen tevoorschijn kwamen. Uit het dorpshuis kwam een ijzige gil toen een jongeman naar buiten werd geduwd. Iedereen wist dat hij geen daad was voor 'het Beest' maar ze hadden geen andere keuze. Dit was de enige manier om haar gerust te stellen. Uit het bos keken de ogen naar de jongeman, die trillend met een mes in zijn handen stond te kijken. Niet veel later kwam een jongevrouw uit het bos. Haar blauwe haar plakte in haar gezicht door de regen. De jongeman was opslag rustig en ging vrijwillig met het meisje mee.
Sindsdien is er niets meer van hem vernomen.


Al eeuwen lang gaat dit verhaal de rondje door Shiwoa, een klein dorpje aan de rand van China. Vele kinderen houden van het verhaal om het te horen voor het slapen gaan. 'Mama. Vertel het verhaal van de Nekomata nog eens.' Nekomata. De naam van 'het Beest' dat al sinds mensenheugenis in het bos rond zwerft. Eens per jaar, als de halve maan aan de hemel staat en half in het gezicht van de stenen draak op het plein schijnt, komt ze te voorschijn. Niemand weet precies hoe ze eruit ziet. Enkel haar blauwe haar en cyaanblauwe ogen zijn zichtbaar. Verder blijft ze in schaduwen gehult. De laatste zeshonderd jaar is het rustig in het bos en in Shiwoa. De Nekomata is niet meer gezien en iedereen stelt zich gerust. Kinderen spelen weer op straat, tot de maan hoog aan de hemel staat. Vrouwen doen de was in de rivier die langs het dropje stroomt en de mannen gaan naar de handelposten om voedsel te halen. Alles lijkt zo normaal. Maar er is één geheim waar alleen de dorpsleider vanaf weet. Al doet het hem nog zo veel pijn, Dit is wel in het belang van het dorp. Het belang dat zijn bloedeigen zoon, Koji Hiwisa, de eerst volgende zal zijn die zal moeten worden opgeofferd als de Nekomata terug kwam. Alles verloopt volgens plan. Totdat dat ene meisje komt...

'Kōji wa, sugu ni oso sugiru shi te iru sā.'¹ Een jongen van zeventien jaar, goed gespierd, licht gebruinde huid en een warrige bos bruin haar stond boven aan de trap. 'Mam.' Kreunde hij. 'Praat toch eens gewoon Engels.' Hij had er een hekel aan als zijn moeder in het Japans tegen hem praten. Iedereen verklaarde hem dan voor gek. Iedereen in het dorp sprak Engels, alleen zijn familie moest weer zo nodig in het Japans tegen elkaar praten. 'Goed. Goed, ik ga al,' zei hij met een zucht toen hij de woedende blik van zijn moeder ontmoeten. Hij wist dat hij snel moest zijn. De zon stond al bijna boven. Hij moest tempo maken om zijn vader te gaan helpen. Vandaag zou de laatste had worden gelegt op zijn training. Hij werkte snel een bord pap naar binnen, greep zijn kromzwaard van de muur en rende naar buiten toe.
'Otōsan , watashi wa.'² Riep hij terwijl hij het dorpsgebouw binnen liep. Hij stopte bij de ingang en deed zijn schoenen uit. 'A. Mooi zo, mijn jongen. Kom maar verder naar de trainingszaal.' Koji zuchten even en liep door de lange gang. Ondertussen bekeek hij de wapen'muur' van zijn vader. Zijn vader had ontzettend veel wapens, van kruisbogen tot kromzwaarden en sikkels. Later, als hij de leider van het dorp zou zijn, zal hij ook zo'n muur krijgen en de beste krijger van het dorp zijn. Aan het einde sloeg hij links af, een trappetje af richting de grote cirkel. Hij vond het er zelf altijd als worstelring uitzien, maar je kon er goed op trainen. In een hoek stond zijn vader, een potige vent van net over de vijftig. De vele littekens op zijn rug en armen lieten goed zien dat hij een goede krijger was. Een groot litteken, die van zijn rechterschouder in een diagonaal naar beneden liep, had een licht rode kleur. Alsof die begon te ontsteken. Maar Koji wist wel beter. Dat gebeurde alleen maar als zijn vader grote inspanningen beoefende. 'Pap?' Vroeg hij rustig. Zijn vader keek op, alsof hij hem niet had horen aankomen. Hij draaide zich om. Sommige mensen waren nog altijd bang voor hem, zijn gezicht zat onder de littekens en zijn rechteroor was eraf gescheurd. Hij had nooit willen zeggen hoe dat kwam. 'We beginnen.' Zei zijn vader enkel en liep het korte trapje omhoog naar 'de kring'. Koji volgde hem op de voet en ging tegen over hem staan. Hij keek zijn vader aan, diens nacht blauwe ogen stonden droevig. Hij merkte het de laatste tijd steeds meer op. Hoe kwam dat toch? Zijn vader trok zijn zwaard. Het was een lang zwaard, met een bloedsteen in het gevest. Later zou die bloedsteen van hem zijn. Zoals het al generaties werd doorgegeven. Terwijl hij verder in gedachten verzonk merkte hij niet op dat zijn vader de aanval had ingezet. 'Tsuneni keikoku , musuko ga go riyō itadake masu.'³ Hoorde hij opeens de stem van zijn vader wel heel erg dichtbij. Nog net optijd kon hij een van zijn kromzwaarden voor zijn gezicht brengen. Anders was hij waarschijnlijk zijn neus kwijt geweest. Al snel zette hij de tegenaanval in en het fonken vlogen van de zwaarden af als ze voor de zoveelste keer tegen elkaar ketste.
Het 'gevecht' duurde bijna twee uur. Aan het einde had Koji een lelijke schram over zijn arm lopen en zijn vader een kleine wond op diens borst. 'We laten het hierbij Koji. Vanavond word alles gereed gemaakt voor de ceremonie.' Koji knikte. Morgen. Dan zal hij een echte krijger zijn. Een beschermer van het dorp. Maar hij wist niet dat zijn vader een veel grotere bestemming voor hem in petto had. Groter dan hij ooit zou durven dromen.

Voetnoten:
¹ = Schiet eens op Koji, je komt nog te laat.
² = Pap, ik ben er.
³ = Altijd blijven opletten zoon.

_________________
~ℓυм ѕє ѕє, єυηυcн-у. ѕηιρ ѕηιρ. ѕαννу؟~


 Profiel  

1e jaars

Avatar gebruiker

Offline
BerichtGeplaatst: di mei 03, 2011 17:12 

Moeiteloos ging de dag over in de nacht, de laatste haardvuren gingen uit en alle mensen uit het dorp gingen naar bed. In het dorpsgbouw scheen nog een klein flikkerend lichtje. Het dorpshoofd zat met gebogen hoofd voor een klein beeldje dat op de schacht van de openhaard stond. Hij mompelde een gebed in het Japans. Zeventien jaar geleden. Het leek nog maar gisteren dat ze hier kwamen wonen. Hij, met zijn hoogzwangere vrouw. Nog geen dag later beviel ze van een jongen. Verwonderd hadden ze samen naar het leven staan kijken, dit leven geboren uit hun liefde. Iets mooiers bestond niet. En nu zeventien jaar later, zou dit leven worden vernietigd. Hij zuchten, maakte een kenai op zijn voorhoofd en deed het lampje uit. Langzaam aan liep hij naar boven, richting zijn bed.
Nu was het overal donker in Shiwoa. Maar het was nooit donker genoeg om het zicht te kunnen belemmeren van de twee cyaan blauwe ogen die uit het bos oplichten. Morgen, morgen om middernacht is het zo ver. Dan zou de volgende jongen worden geofferd. Er kwam een katachtig gespin uit het bos. De ogen verdwenen, en heel even waren de punten van twee cyaan blauwe staarten te zien.

'Kōji,-me o samasu. Shiki ga mamonaku kaishi sa re masu.'¹ Vermoeid deed Koji zijn ogen open. De zon stond pas net aan de hemel, ergens in het dorp kraaide een vervelende haan. Waarom moest hij nu ook weer zo vroeg op? Pas toen hij een plens water in zijn gezicht had gegooid wist hij weer waarom hij zo vroeg op moest. Vandaag zou de ceremonie zijn. Vandaag zou hij een echte krijger van het dorp zijn, een beschermer van de mensen hier. De ceremonie begon met zonsopkomst en ging vaak tot middernacht door. Het bestond vooral uit verschillende testen, waarbij de leerling zijn vaardigheden moest tonen om zo uit benauwde situaties te kunnen ontsnappen. Met hem zouden er nog drie zijn die vandaag mee zouden doen aan de ceremonie. Koji liep terug naar zijn kamer en deed zijn gewaad aan. Hij liep naar beneden, schoof zijn bord pap naar binnen toe en liep naar de deur. Nog voordat hij naar buiten kon lopen hielt zijn moeder hem tegen. 'Kanarazu wa watashi no shōnen o shukufuku shi ta. Yutaka na katei-yō.'²
Zei ze tegen hem met een verdrietige blik in haar ogen. Koji was lichtelijk verward. Wat was er toch aan de hand? Zijn vader deed ook al alsof de wereld verging vandaag. 'Watashi..' Begon hij moeizaam. 'U~iru yakusoku wa.'³ Hij gaf zijn moeder, voor het eerst in de afgelopen tien jaar, een knuffel en liet haar met een verdrietige blik en opkomende tranen achter op de veranda.
De mensen van het dorp hadden alle voorbereidingen getroffen. In het midden van het plein stond nu een grote ring, waar de kandidaten met elkaar zouden gaan strijden en de karakterestieke vormen van de zwaardkunst die hun is aangeleerd. Koji zelf zou de kunst van draak doen. Deze kunst was exclusief voor zijn familie, zijn bet, bet, bet overgroot vader had 'm uitgevonden. Hij keek naar de mensen die de versieringen ophingen en bedacht zich dat hij vast en zeker nog wel even bij zijn vader langs kon gaan. Hij draaide zich om en liep naar het grootste huis van het dorp. Het dorpshuis. Hij liep naar binnen toe en via een klein gangetje naar de prive ruimte van zijn vader. 'Pap. Hoe gaat 't?' Vroeg hij wat aarzelend. Zijn vader zat tegen de wand van het kamertje aan, met zijn hoofd gebogen voor het brozen drakenbeeldje dat aan de muur hing. Hij hoorde zacht een Japans gebed. Koji slikte. Wat was hier in drakennaams aan de hand? Toen zijn vader op keek zag hij diezelfde verdrietige blik in zijn ogen als dat hij bij zijn moeder had gezien. 'Pa. Wat is er? De wereld vergaat niet.' Zijn vader legde hem het zwijgen op door zijn hand op te steken. 'Vanavond zal je duidelijkheid krijgen over alles, Zoon.' Hij keek zijn vader verbaast aan. Dit was de eerste keer dat zijn vader hem aansprak met 'Zoon'. Meestal was het gewoon zijn naam, of jongen. Maar nooit zoon. Koji's ogen vernauwde zich. Hij gaf zijn vader een klopte op zijn schouder en liep terug naar buiten toe. In de korte tijd dat hij er niet was waren de voorbereidingen vertooid. De ceremonie kon beginnen. Drie jongemannen liepen via het trapetje naarboven toe en gingen op een rij staan. Koji liep achteraan en sloot de rij. Hij ging aan het einde staan. 'Vandaag.' Hij had helemaal niet gezien dat zijn vader ook op het 'podium' stond. 'Vandaag zullen deze drie jongemannen gaan strijden om zich te bewijzen een echte krijger van het dorp te worden. Als hen dit lukt, zullen ze gerespecteerd worden en officieel de beschermers van de stad worden.' Alle mensen uit het dorp waren komen kijken. Natuurlijk, dit was het belangrijkste evenement van het jaar. Logisch dat dan iedereen kwam kijken. 'De kandidaten voor deze keer zijn: Jogri Hiwda met de paard kunst. Lirti Gidro met de rat kunst, en Koji Hisawa met de draak kunst.' Zijn vader stopte en het publiek aplaudiseerde. Hij liep naar de kandidaten toe en tekende bij ieder op het voorhoofd de kenai die bij hun kunst paste. 'Succes jongen.' Zei hij zacht, als een fluistering, tegen zijn zoon. 'Dank je pa,' kwam er even zacht als antwoord. De pottige man ging weer in het midden staan en zei: 'Jogri en Koji zullen het eerst tegen elkaar strijden. Succes!' Het publiek joelde en er werd gefloten toen de twee jongens hun plaats in namen. Ze bogen voor elkaar en namen hun wapens in handen. Koji met zijn twee kromzwaarden, en Jogri met een tweehands zwaard die hij makkelijk met een hand droeg. Een sterke kerel dus, had Koji meteen door. 'Sutāto!'⁴ Werd er geroepen. En Jogri viel aan.

Voetnoten:
¹: Koji, word wakker, de ceremonie begint zo dadelijk.
²: Wees gezegend mijn zoon voor een welvarende thuiskomst.
³: Ik... beloof 't.
⁴: Start!

_________________
~ℓυм ѕє ѕє, єυηυcн-у. ѕηιρ ѕηιρ. ѕαννу؟~


 Profiel  
Geef de volgende berichten weer:  Sorteer op  
Antwoord op onderwerp  [ 3 berichten ] 


Keer terug naar Fan Fictions
Ga naar:  


Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers. en 3 gasten

cron

Powered by phpBB :: FI Theme