Cap hoort Blake's woorden aan en realiseert zich meteen dat zijn vermoedens klopten: Blake heeft
geen idee. En eventjes overweegt Cap om gewoon niets te zeggen, om er voor Blake te zijn in deze moeilijke tijden en het allemaal te laten varen. Zelfs als het kind van Cap blijkt te zijn (en de kans is toch significant kleiner) dan hoeft niemand daar achter te komen. Het is toch niet zo dat er een Cap 2.0 uit Asha zou verschijnen, right?
En dat is aangenomen dat ze het kind besluit te houden. Genoeg redenen om stil te blijven; om Blake's hart niet te breken.
Maar Cap wilt geen leugenaar zijn. En zeker niet tegen Blake. (Geen leugenaar
meer zijn, that is).
"Ha. Ja..." Afwezig frunnikt Cap met zijn vingers. Hij kan Blake niet eens aankijken.
Lafaard. Hij haalt diep adem en waagt dan een blik in Blake's ogen.
"Ja... Zie, dat is waar ik je over wilde spreken. Blake, het spijt me zo erg." Hij heeft nog niet eens verteld wat er aan de hand is, maar zijn stem is al omgeslagen naar iets hopeloos, naar een haast smekende toon. Zijn hart lijkt haast in zijn keel te kloppen.
"Het spijt me zo erg, okay?" Cap wilt Blake haast laten beloven om niet kwaad te worden, maar dat kan hij niet maken. Dat kon toen nog kinderen waren en toen het niet over dit soort dingen ging. Blake heeft elk recht om boos te worden, en dat weet Cap.
Hij stapt dichterbij omdat hij het er nu uit moet gooien en omdat hij het niet al te luid wilt zeggen.
"Ash en ik hebben..." Hij bijt moeilijk op zijn lippen. De verwoording is cruciaal maar hoe in godsvresdesnaam breng je dit aan iemand?
"Toen het uit was tussen jou en Asha, voor de zomer..." Nee, dit gaat niet goed komen. Hij geeft op. Met een zucht laat Cap zijn schouders hangen en kijkt hij direct in Blake's ogen.
"Asha en ik zijn met elkaar naar bed geweest en er dus kans dat..." Hij kijkt weg en dan weer terug.
"Het spijt me zo, zo erg."