
Als Rose zenuwachtiger lijkt te worden slaan die zenuwen spontaan over naar Chase. Zelfs op het moment dat hij nog niet beseft waar ze met het gesprek heen wil. En hoewel hij gisteren nog gevraagd had aan Leah om de waarheid te vertellen, het was zelfs een eis geweest, komt het nu toch rauw op zijn dak. Want hij heeft inderdaad liever dat Leah haar dochters alles verteld. Hij wil niet de boeman zijn. En dan gaat het gesprek inderdaad de gevreesde richting op.
“Ja. Of nee, niet altijd.” Mompelt hij ontwijkend. Plichtmatig houdt hij even de deur voor haar open waar de stro lucht hun tegemoet komt. Als ze naar hem op kijkt weet ze hem te breken. Nogal simpel, hij was een verschrikkelijk slechte leugenaar en ook geen goede prater. Rose heeft de magie die haar moeder ook had, had, ze trekt alle woorden toch uit hem.
“Die herinnering klopt ook wel. “ nerveus plukt hij wat aan het hooi naast zich
“Je zette altijd al je poppen in een kring. Dan ging je met een klein thee servies rond om iedereen thee te geven. Koud water, omdat je nogal knoeide.” Het lijkt allemaal alsof het gisteren was dat hij bij haar op de grond zat en ze maar een turf hoog was. Dat hij langzaam verdwaald in zijn herinneringen heeft hij dan ook niet door. Hij sprak er immers nooit met iemand over en nu hij dat wel deed was het moeilijk om nog te stopen.
“Je moeder was niet altijd even blij met de combinatie van jouw en het thee servies. Zeker niet toen er ook koekjes bij moesten en er naast veel water ook kruimels op de vloer lagen.” Hij grinnikt even om die gedachten en beseft dan weer tegen wie hij dit allemaal staat te vertellen.
“Lang geleden.” Lacht hij het nerveus weg
“Adam ruimde je troep altijd weer netjes op.” Het is een flauwe poging om het verhaal voort zetten, maar het klinkt nu niet meer zo vloeiend als eerst. Adam kwam oorspronkelijk ook niet in het verhaal voor. Onrustig begint hij met spullen te slepen, terwijl het personeel alles al netjes had klaar gelegd.

Noah is verrast een weerwoord te krijgen, dat is hij niet gewend. Met een duidelijke afkeer schuift hij zijn stoel naar achter en staat hij op. Met opgeheven hoofd loopt hij haar voorbij.
“Je kent duidelijk je plaats niet. Je bent hier te gast.” Het had zo zijn moeder kunnen zijn die Leah dit had toegesist, duidelijk een zoon van zijn moeder. Toch mag ze van geluk spreken dat het hier niet Stella betreft, het verschil zit er in dat zij haar eruit had gegooid.