|
Geplaatst: ma jul 30, 2012 16:33
 Eric laat zijn blik rusten op de straat buiten de herberg, terwijl hij zijn eten opeet en de gebeurtenissen van vandaag nogmaals in zijn hoofd afspeelt. Niet alleen probeerde hij te bedenken wat ze, of eigenlijk hijzelf, anders had kunnen doen om het te voorkomen. Maar zich vooral bewust te maken van de dingen die hij voelde en wat die betekenden. Hij had zijn verstand eens verloren en daar de prijs voor moeten betalen. Dat hij daar maar van mocht hebben geleerd en het niet nogmaals laten gebeuren.
Als Eric zijn bord leeg heeft, schuift hij deze wat naar voren en neemt zijn glas in de hand. Juist als hij een slok wilt nemen, vergezelt Luc hem. Hij glimlacht een keer en wacht totdat Luc ook zit.
"Laten we het daar maar niet over hebben. Als je het er niet over hebt, kun je tenminste nog doen alsof het niet bestaat. Laten we het hebben over die tactiek van jou. Het ene vrouwelijke probleem op te lossen door gewoon een nieuwe in de strijd te gooien."Â Eric glimlacht, en neemt nog een slok.Â
Terwijl hij naar de inhoud van zijn glas kijkt, verzwakt de lach echter en schudt hij zijn hoofd.
"Ik kan me een vrouwelijk probleem echter niet veroorloven. Zeker niet gedurende deze reis."
Eric beseft echter dat hoewel hij Luc graag mag, ze eigenlijk weinig tot niets van elkaar weten. En hoewel hij geloofde dat Luc misschien zelfs wel tot de selecte groep vrienden zou kunnen behoren, in de setting van deze groep hij niemand dan zichzelf dient te vertrouwen. Daarom produceert hij maar iets van een glimlach, voordat hij nog een slok neemt.
Mel blijft misschien een seconde of wat beteuterd naar de gesloten deur kijken, als ze iemand hoort aankomen. Als ze Julius ziet, glimlacht ze, en nog voordat ze haar stomme actie heeft uit kunnen leggen, heeft hij de deur voor haar geopend. Haar glimlach wordt wat groter en ze wilt hem bedanken als ze een stuk verder in de gang een deur open hoort gaan. Ze krijgt eigenlijk maar half mee dat Julius zijn dienblad oppakt. Mel kijkt naar Luc die voorbij loopt en ze wilt haar mond open doen om hem te begroeten, als ze duidelijk begint af te lezen dat hij dat niet van plan is. Met grote ogen blijft ze perplex staan kijken hoe hij zonder een woord naar beneden loopt.Â
De tranen van woede, misschien ook wel verdriet, springen in haar ogen en ze draait zich om. Pas dan beseft ze dat Julius er niet meer staat. Verwoed veegt ze de tranen weg en loopt de slaapkamer in. Ze hoort geluiden in de badkamer en hoewel ze Caleigh het aller liefste wilde zien, kon ze op dit moment niet stil in de kamer blijven zitten. Snel pakt ze haar tas, en verlaat de kamer dan weer.Â
Mel haalt een keer diep adem en probeert zichzelf weer onder controle te krijgen. Hij verdiende geen tranen. Ze had misschien de illusie gehad dat ze vriendschap had gevoeld, dat was nu duidelijk niet. Ze veegt nogmaals over haar ogen, hijst haar tas over haar schouder en loopt dan de trap af. Mel ziet heus wel dat hij bij Eric aan tafel is gaan zitten, maar ze loopt in een rechte lijn, zonder verder om te kijken, naar de deur en verlaat de herberg. Er waren vast nog wel andere plekken in For te vinden waar ze haar avondeten kon bestellen.
[...]
Uiteindelijk als Mel terug naar de herberg loopt, heeft ze geen idee hoeveel tijd er verstreken is. Het was donker en de straten een stuk rustiger. Ze had een eetcafeetje gevonden, daar haar maaltijd genuttigd en was in gesprek geraakt met een man die ook alleen aan de bar had gezeten. Het was een leuk gesprek, maar had haar vooral doen beseffen dat ze zich ondanks de grootte van de groep, momenteel erg eenzaam voelt.
Met een zucht maakt ze de deur van de herberg open en loopt naar boven. Deze keer kan ze de deur van haar kamer wel openen en ze ziet Caleigh in bed liggen. Opgelucht glimlacht Mel.
"Hey.." Zegt ze voorzichtig. Â
_________________ Cos I am taking back what’s mine I am taking back the time You may call it suicide But I’m being born again
|
|