Ryan werpt een angstige blik achterom en knikt als Rose hem naar zijn gemoedstoestand vraagt. âJa, ja prima.â Antwoord hij zenuwachtig. Hij glimlacht even schamper en houdt Sam haar arm goed vast. Een rilling gaat door zijn lijf waarna hij in elkaar gedoken de anderen volgt. âWarme chocomelk klinkt als een prima plan. Nu we geen winnaar of verliezer hebben zullen we allemaal moeten afwassen.â Met een glimlach draait hij zich om richting het geluid van de vogel. Nu de regen is gestopt is het gemakkelijker om het geluid te volgen. Bovendien zijn ze dichterbij de rand van het grasveld dan ze zelf beseffen. Na een paar honderd meter wordt het zicht beter en duiken een aantal bekende gestaltes op.
Rose haar hand pakt hij niet nogmaals vast, maar hij blijft uit voorzorg wel dicht bij haar in de buurt. Wie mogelijk nog dichterbij is is Ryan. De jongen is een schim van de brutale dief die hij eens was, duidelijk voor het eerst onder de indruk van Between. Achterdochtig houdt hij zijn ogen op hem gericht
âSam, hoe heb je hem aangetroffen? Was er iemand bij hem?â Zijn blik gaat naar zijn gehavende shirt en de donkerrode kringen.
âKijk eens wie we hebben gevonden.â Hij duwt Ryan bemoedigend het hoge gras uit richting de anderen. Die valt wankel als hij nu is op zijn knieĂ«n op de grond. Hij houdt Rose al corrigerend met een hand op afstand.
âCeleste..â er volgt een hoofdknik naar Ryan waarna hij hem aan zijn armen overeind trekt en zijn shirt omhoog duwt om de verwondingen op zijn rug te bekijken.
âToen wij arriveerden was er niemand meer bij hem.â Hij wenkt Kit om dichterbij te komen
âDat klopt toch Ryan?â Er volgt weer een nietszeggende hoofdknik van Ryan. Hij klemt zijn vingers stevig om de kaken van Ryan heen die op zich nu begint te verzetten en zijn hoofd tracht af te wenden.
âRyan sta stil, we willen alleen even kijken of alles goed met je gaat.â
Noah zijn woorden zijn streng en zijn grip is stevig. Ryan begint zacht te piepen âWat doe je? Laat me met rust.â Hij probeert Noah op afstand te houden met zijn handen âKit..â jammert hij zacht om hulp als een klein kind dat zijn oudere broer roept om hem te verdedigen.