Harry Potter Forum index
Dit forum is gesloten. Bezoek nu de vernieuwde versie van HPF!
 Harry Potter Forum gesloten  •   Inloggen

 [AF] Het Amulet van De Tijd Volgende onderwerp
Vorige onderwerp

Sla dit onderwerp op als textbestand
Poll :: moet ik een tweede verhaal schrijven? Zo ja,...

een vervolg op dit verhaal
77%
 77%  [ 7 ]
een totaal nieuw verhaal
22%
 22%  [ 2 ]
Totaal aantal stemmen : 9


Auteur Bericht
SchadowCat
3e jaars
3e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Elysium

SchadowCat is offline. 
BerichtGeplaatst: Wo Nov 03, 2004 20:24 Terug naar boven Sla dit bericht op

Ik ben dus terug en hier komt dus hoofdstuk 12:

Hoofdstuk 12: Martha Reems.

Ze werd wakker van de regen die zacht op de ramen tikte. Harry had zich in zijn slaap omgedraaid en lag tegen haar aan te slapen. Ze strekte haar benen om ze wat losser te maken en ging overeind zitten zonder Harry wakker te maken.
Ron zat ook al rechtop in zijn bed met Hermelien op een stoel naast hem. Ze glimlachten naar haar toen ze zagen dat ze wakker was.
‘Het is pas 6 uur.’ Zei Hermelien zacht. ‘Perkamentus wil dat jullie op het gewone uur terug naar jullie lessen gaan.’
Miriah knikte en fronste toen. ‘Wat doe jij hier eigenlijk om 6 uur, Hermelien?’
Hermelien halde haar schouders op. ‘Ik was bezorgt om jullie en ik kwam kijken.’ Legde Hermelien uit. ‘Toen ik zag dat Ron wakker was besloot ik te blijven.’
Miriah glimlachte. ‘Oke, wat staat op het leschema vandaag?’
Hermelien haalde haar lessenrooster uit haar tas. ‘Mijn lessenrooster is anders dan dat van jullie maar vandaag hebben we samen een uur Toverdranken en Kruidenkunde.’
‘Verder hebben we Geschiedenis en Verzorging van Fabeldieren.’ Zei Ron op zijn lessenrooster kijkend. ‘In volgorde: Kruidenkunde, Geschiedenis, Verzorging van Fabeldieren en Toverdranken. Een lueke dag als je het mij vraagt.’ Hij trok een gezicht.
Miriah grijnsde en zakte onderuit. Ze legde een arm om Harry en en streelde zijn haar. Ze voelde zich stijf en hoopte dat ze vlug wat kon rondlopen. Maar ze waagde zich niet uit haar bed te komen voordat Madame Plijster toestemming gaf. Ze kon misschien haar oren afzagen en smeken maar tot dan bleef ze netjes liggen.
Hermelien keek op toen Madame Plijster opeens op hen af kwam stappen met een flesje oranje vloeistof in haar hand. Miroah herkende het en haar gezicht vertrok.
‘Wat is het eigenlijk?’ vroeg ze. ‘Of nee, zeg maar niet anders geef ik misschien nog over.’
Madame Plijster glimlachte en liet Ron en Miriah allebei wat van het flesje drinken. Madame Plijster liet haar oog op Harry vallen die diep onder de lakens nog sliep.
‘Wat moet dat?!’ verhief ze haar stem luid.
Harry schrok wakker en keek haar met slaperige ogen aan. ‘Huh?’
‘Wat moet professor Perkamentus hier wel van vinden!’ riep ze uit. Harry ging overeind zitten en werd meteen het bed uitgejaagd door Madame Plijster. Hij ging vlug in een stoel zitten om behoorlijk waker te worden. Hij keek verdwaasd om zich heen, wreef in zijn ogen en glimlachte toen. ‘Goeiemorgen.’
Madama Plijster wierp hem ene vernietigende blik toe en bekommmerde zich toen verder om Miriah en Ron. Hermelien ging naast Harry zitten en keek toe hioe Madame Plijster hen met alle geweld in hun bed wilde houden.
Uiteindelijk kwam Peramentus binnenwandelen die Madame Plijster geruststelde en dat ze hun bed uit mochten. Miriah ging op de rand van haar bed zitten en strikte haar schoenen.
‘Laten we les gaan volgen.’ Zei en ze sprong van het bed. Harry en Hermelien stonden ook op en liepen achter haar aan. Toen Miriah Ron passeerde die zijn mantel aantrok gaf ze hem ene knipoog. ‘Gaat Ronnieponnie met ons mee?’
Ron keek haar vuil aan en liep toen achter hen aan de zieken zaal uit en liepen naar de grote zaal. Er waren nog niet veel leerlingen maar ze gingen zitten en aten. Miroah had erge honger want ze had sins gisteravond nog niks gegeten. Daarna liepen ze naar de leerlingenkamer en ploften neer in de zachte zetels. Ze bleven nog wat kletsen tot ze naar hun lessen moesten.
Hun eerste drie lesuren waren interessant, wooral Verzorging van Fabeldieren want het ging over draken. Hagrid had er op de een of andere manier in geslaagd om een baby draakje te pakken te krijgen.
Hun laatste lesuur hadden ze Toverdranken. Ze liepen somber de kerkers in en hoopten dat deze les iets leuker zou worden maar hun hoop werd meteen aan de kant geschoven want Sneep leek in een heel kwade bui. Hij keek iedere Griffoendor woedend aan. Marcel trilde op zijn benen en stootte daarbij Daan Thomas zijn ketel om waarna Sneep 10 punten van Griffoendor aftrok.
Toen iedereen binne was en op zijn plaats zat stond Sneep van zijn bureau op en zwaaide met zijn toverstok. Op het bord verscheen de ingewikkeldste formule die Miriah ooit gezien had. Iedereen kreunde, zelfs de zwadderaars.
Het was een toverdrank dat ervoor zorgde dat ze door geen enkele spreuk kon geraakt worden voor ongeveer tien minuten. De toverdrank creeërde een soort ondoodringbaar krachtveld over je je hele lichaam.
Iedereen begonnen kreunend en klagend aan de opdracht. Sneep ging aan zijn bureau zitten en keek iedereen vuil aan vanonder zijn vettige zwarte haar dat er nog vettiger leek uit te zien.
Miriah zuchtte en keek even naar Hermelien die er eigenlijk gelukkig uitzag. Ze kon haar bijna horen denken hoe blij ze was dat ze eindelijk ene van de moeilijker toverdranken konden maken en dat ze zich nu eindelijk zou kunnen bewijzen. Alsof het Sneep iets zou kunnen schelen dacht Miriah. Ze overlas alles en begon toen ook aan het drankje.
Tegen het eind van de les was nog niemand klaar met het drankje behalve Hermelien. Iedereen moest het begin van zijn of haar drankje in een flesje gieten en in de kerker achter laten. Iedereen liep de kerkers uit en liep naar de grote zaal om eens goed te eten want na een les van Sneep hadden ze altijd honger.
Daarna liepen ze naar de leerlingenkamer en gingen bij het haardvuur zitten. Miriah legde het zilveren boek op haar schoot en bekeek het.
‘Het zal je heus niet opeten.’ Zei Ron grinnikend.
Miriah keek even op en opende toen het boek op de eerste pagina. ‘Ik dacht ook eerst dat mijn amulet een gewoon amulet was, moet je nu zien wat het alemaal doet.’ Ze keek in het vuur. ‘Ze zuigt me naar binnen en laat me het verleden, het heden en de toekomst zien.’ Ze sloeg de eerst bladzijde om en begon te lezen. Het ging over de schrijver van het zilveren boek, die heette Geralda Reems. Toen het boek af was heeft hij er 2 kopies van laten maken en aan andere mensen gegeven. Op de volgende pagina stonden de drie namen: Geralda Reems, Albus Perkamentus en Terrenco Calipo.
Waarschijnlijk zal Voldemort proberen Geralda Reems of Terrenco Calipo proberen op te sporen. Ze streelde haar amulet en voelde dat de steen waterig was. Ze zuchtte, zag een witte flits en stond in een gezellige woonkamer. Buiten was het donker en ze zag de man door het raam. Ze zag ook bergen en een groot woud. De kamer zelf was gezellig en warm. Er knapperde een haardvuur en er stonden twee zachte zetels voor waarin een oude vrouw zat. Ze keek Miroah recht aan. Ze zag er heel oud uit en haar gezicht leek een net van rimpeltjes. Het waren haar ogen die vreemd waren want ze waren melkwit. Ze was blind! schoot het door Miroah hoofd. Meteen schudde ze de gedachte van zich af. Dat was onmogelijk anders zou ze haar nu niet zien. Maar het was ook niet mogelijk dat ze haar kon zien, drong het tot haar door. Niemand kon haar ooit zien maar toch keek de oude vrouw haar aan.
‘Wie ben jij?’ vroeg de oude vrouw.
‘Miriah Nachtegale.a’ antwoorde Miriah. ‘Wie bent u? Bent u Geralda Reems?’
De oude vrouw glimlachte maar schudde haar hoofd. ‘Ik ben haar achterkleinkind Martha.’
‘O, ik dacht dat Geralde Reems nog leefde.’ Mompelde ze. ‘Ze heeft ook een zilveren boek. Daarom wilde ik haar waarschuwen want ze is in gevaar. Iemand wil het boek.’
Martha knikte. ‘Ik weet van het boek. Ik heb het nu in bezit maar het is veilig.’
‘Voldemort wil het.’ Zei Miriah hoofdschuddend.
‘Het is veilig.’ Zei Martha. ‘Ga naar huis en maak je geen zorgen maar ik zou je aanraden om uit te zoeken waar de derde peroos woont en hem waarschuwd.’
Miriah knikte. ‘Dat zal ik doen.’ Ze wachtte even. ‘Hoe keer ik terug?’
Martha lachte. ‘Je moet het gewoon wensen. Je moet jezelf zien waar je was voor je hier kwam.’ Miriah knkte. Net toen ze wilde doen wat de oude vrouw vroeg klopte er iemand op de deur en klonk er een kille stem. ‘Doe open.’





_________________
Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!

°-ShadowCat-°

_______________________________________
don't click this link...
Profiel bekijkenStuur privébericht
SchadowCat
3e jaars
3e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Elysium

SchadowCat is offline. 
BerichtGeplaatst: Do Nov 04, 2004 15:17 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hier is hoofdstuk 13. Dit hoofdstuk heb ik extra lang gemaakt om de verloren tijd in te halen Very Happy die ik maandag en dinsdag verloren ben. Hier is het: Arrow

Hoofdstuk 13: Het tweede boek.

Miriah verstijfde. Martha pakte een prachtig bewerkte wandelstok waarin prachtige rode robijnen in verwerkt waren en stond op. Als je erover heen keek dat ze oud en blind was, was ze een prachtige vrouw. Ze was lang en slank en ze was sterk.
‘Verstop je.’ Zei ze tegen Miriah.
‘Maar ze kunnen me toch niet zien.’ Fluisterde Miriah.
Martha keek haar met die witte ogen aan. ‘Wat weerhoud hen ervan jou te zien als ik je ook kan zien?’
Daar zat wat in dus lipe Miriah naar de achterkant van de kamer waar ze in een grote kast kroop. Ze liet de deur op en kier zodat ze kon zien wat er gebeurde. Martha liep naar de deur en opende die. In het deurgat stond Voldemort. ‘Ik neem aan dat jij Martha Reems bent?’
Martha knikte. ‘Dat ben ik.’ Ze deed een stap achteruit. ‘Kom binnen.’
Miriah voelde zich verward. Waarom deed Martha zo vriendelijk tegen Voldemort? Zelfs wanneer hij op het punt stond haar waarschijnlijk te vermoorden.
Voldemort liep naar binnen gevolgd door drie van zijn dooddoeners: een kalend ratachtig mannetje en twee langere gemaskerde mannen in zwarte kapmantels.
Voldemort keek nonchalant om zich heen en streek met een lange knokige witte vinger over een van de zetels en speelde met zijn toverstok met de andere hand.
Miriah werd onrustig toen Voldemort in de richting van de kast liep. Maar hij kwam niet dichter en draaide zich naar Martha om die opnieuw in haar zetel zat.
Hoe kan ze zo kalm blijven? vroeg Miriah zich af.
‘Waarom kom je een oude vrouw storen?’ vroeg Martha.
‘Je weet wat ik wil.’ Zei Voldemort met die kille hoge stem van hem die Miriah de rillingen gaf.
‘En dan weet je ook dat je het niet krijgt.’ Antwoorde Martha.
‘Ik krijg altijd alles wat ik wil oude vrouw.’
‘Behalve dit.’ Zei Martha opgewekt.
Miriah dacht dat de oude vrouw gek geworden was. Zelf voelde ze zich erg bang en ze hoopte maar dat Voldemort haar bonkende hart niet zou horen.
‘Geef me het boek.’ Beval Voldemort. ‘Ik vraag het je vriendelijk oude vrouw, ik heb ook andere manieren.’
‘Dat weet ik.’ Zei Martha. ‘Wilde je je me martelen of de Imperio-vloek gebruiken?’
Voldemort lachte. Een hoge en schelle lach die maar even duurde. Daarna keek hij Martha ijskoud en en wees zijn toverstok op haar. ‘Je geeft me het boek.’ Beval hij. Martha glimlachte. ‘Imperio!’ riep Voldemort. Martha’s glimlach verliet haar gezicht en ze keek wezenloos voor zich uit. ‘Waar is het boek?’ Het duurde een hele tijd voor Martha antwoorde. Miriah kon het gevecht met haar binnenste bijna van Martha’s gezicht aflezen. Maar ze was niet sterk genoeg. Haar lichaam en geest had al te veel meegemaakt. ‘In de kast.’ Zei ze.
Miriah verstijfde. Voldmemort draaide zich om en liep naar de kast toe. Miriah tastte om zich heen terwijl ze Voldemort in het oog hield die steeds dichterbij kwam. Ze vreesde dat ze het boek nooit op tijd zou vinden toen een van de dooddoeners iets zei.
‘Heer?’ Voldemort bleef staan. ‘Wat als het een valstrik is?’
Voldemort draaide zich om en keek de man woedend aan. Miriah vingers vonden het koele zilver van het boek. Ze greep het boek met beide handen vast maar maakte daardoor een schurend geluid. Voldemort draaide zich met een ruk om en staarde naar de kast. Miriah trok het boek tegen zich aan. Voldemort richtte zijn toverstok op de kast, mompelde een spreuk en er vloog een blauwe straal op de kast af. Toen die de kast raakte beefde die en sprong die met een knal uit elkaar. Miriah knalde met het boek in haar armen tegen de muur. Voldemorts ogen vestigden zich op haar en keken haat vol woede en haat aan.
‘Geef me het boek en ik laat je leven.’ Zei hij en richtte zijn toverstok op haar. Miriah klemde het boek steviger tegen zich aan. ‘Ik wens dat ik terug was!’ schreeuwde ze bijna huilend. Ze zag zichzelf in de zetel voor het haardvuur zitten met Harry, Ron en Hermelien bij haar die haar nu waarschijnlijk aan het zoeken waren.
Ze zag een witte flits…

…en ze zat weer in de zetel. Ron en Hermelien staarden haar verbaasd aan en Harry die naast het haardvuur stond draaide zich met een ruk om en liep naar haar toe. Hij nam haar in zijn armen en gaf haar een zoen.
Miriah beefde maar ze was terug. Geen Voldemort. Ze voelde iets zwaars op haar knieën rusten. Ze zag twee identieke zilveren boeken op haar schoot liggen. Ze streelde erover en zuchtte.
‘Ben je oke?’ vroeg Harry bezorgt.
‘Helemaal.’ Antwoorde ze knikkend.
‘Waar heb je dat boek gedaan.’ Zei Hermelien wijzend. Ze gleed uit haar zetel en pakte het op. ‘Het lijkt precies op het andere zilveren boek.’
Miriah knikte. ‘Inderdaad. Er zijn zo drie boeken.’ Zei ze. ‘Mijn amulet bracht me naar een andere plaats waar Martha Reems woonde, een achterkleinkind van Geralda Reems, de schrijfster van deze boeken.’ Ze fronste. ‘Voldemort was daar ook.’
‘Zeg die naam nou niet.’ zei Ron. ‘Je bent net Harry.’
Miriah grijnsde. ‘Voldemort was daar ook zei ik dus en Voldemort wilde het boek dus Voldemort…’
Ron keek haar woedend aan. ‘Ik heb je begrepen!’ Riep hij uit.
Miriah giechelde maar hield op. ‘Hij heeft Martha laten vertellen waar het boek was met de Imperius-vloek. Het boek bleek in de kast te liggen waarin ik me verstopt had.’
Harry stak een hand op. ‘Hoe bedoel je dat je in een kast verstopt was?’ vroeg hij. ‘Niemand kon je toch zien?’
‘Blijkbaar wel, want Martha was blind en toch wist dat ik er was.Ik heb zelfs even met haar gepraat voor Voldemort aanklopte.’ Legde Miriah uit. ‘Ik heb me dus in de kast verstopt. Ik bedoel, als Martha me kon horen zou Voldemort me misschien zien want uiteindelijk ook waar was want hij blies de kast op met mij erin en hij zag me. Toen wenste ik dat ik terug was en hier ben ik.’
‘Je wenste…?’ vroeg Ron argwanend.
‘Ja, Marthja vertelde me hoe ik terug moest gaan wanneer ik wilde.’ Knikte Miriah.
Ron schudde zijn hoofd en ging zitten.
‘Kan je kleine brein het niet aan Ronnieponnie?’ vroeg Hermelien lachend.
Op dat moment kwam een man de leerlingenkamer binnen. He was Remus Lupos. Hij nliep naar hen toe en keek naar de twee zilveren boeken. ‘Perkamentus wil jullie spreken. En vooral jou Miriah.’ Zei hij tegen Miriah. ‘En neem de boeken mee.’
Miriah stond op en probeerde beide boeken smane op te tillen maar die bleken te zwaar te zijn zodat ze ze in de zetel terug liet vallen. ‘Die zijn zwaar.’ Pufte ze.
‘Laat mij maar.’ Lupos pakte de boeken moeiteloos op en liep de leerlingenkamer uit. De anderen liepen snel achter hem aan.
Parkamentus zat op hen te wachten in zijn kantoortje en gebood hen te gaan zitten nadat hij nog een paar stoelen uit het niets liet verschijnen.
‘Vertel maar Miriah.’ Zei Perkamentus en hij leunde achterover in zijn stoel.
Miriah keek hem even aan, keek naar de twee zilveren boeken en vertelde alles wat ze ook tegen Ron, Hermelien en Harry verteld had.
‘Dus het is nu duidelijk dat Voldemort alle boeken wil.’ Zei Perkamentus. ‘Weet je waar de derde persoon woont?’ vroeg hij aan Miriah. Ze schude haar hoofd. ‘Iemand?’ Iedereen schude zijn hoofd. ‘Dan moeten we dat uitzoeken. Remus?’
Lupos had aandachtig staan luisterden vanuit een hoek van de kamer. Nu kwam hij dichterbij en keek even wantrouwend naar Miriah voor hij zich tot Perkamenus wende.
‘Ik zal doen wat ik kan.’ Daarop liep hij het kantoortje uit en sloot de deur achter zich.
Miriah keek naar de gesloten deur. ‘Hij geloofd me niet en hij vertrouwd me niet.’
‘Dat doet hij wel.’ Zei Harry verontwaardigd.
‘Hij vertrouwd me niet.’ Zei Miriah hoofdschuddend. ‘Ik heb zijn blik gezien.’
‘Dat doet hij inderdaad niet.’ Stemde Perkamentus met haar in. ‘Hij vond het vreemd dat je daar bij Voldemort in die grot was en dat je het overleefd hebt. En vele dingen die je zegt geloofd hij ook niet.’
‘Pech voor hem.’ mompelde Miriah. ‘Ik lieg niet ik zeg gewoon wat ik weet.’
‘Jullie kunnen gaan.’ Ze stonden op. ‘Maar ik zou dat boek eens goed lezen als ik jou was, Miriah.’ Miriah knikte en pakte een van de boeken mee naar beneden.
‘En wat doen we nu?’ vroeg Ron verveeld.
‘Ik ga wat in dit boek neuzen.’ Zei Miriah. Ze sloeg het open op de tweede pagina waar de namen stonden. Toen ze de namen zag viel haar mond open. ‘Moet je zien.’ Ze wees erop. De anderen keken. Er was een naam weg: die van Geralda Reems. Blijkbaar omdat Martha dood was, de laatste erfgenaam van Geralda. Nu stond er voor Albus Perkamentus een vreemd teken: een soort lus waaruit de kop van een kat stak.
‘Wat wil dat nu weer zeggen.’ mompelde Hermelien.
Miriah sloot het boek en bekeek de zilveren kaft een stuk aandachtiger. Er stonden een hoop vreemde symbolen op maar helemaal bovenaan in de rechterbovenhoek stond een lus gegraveerd waaruit een gouden kattenkop stak. ‘Hier, het wil zeggen dat Perkamentus nu twee zilveren boeken heeft.’
‘Oke, laten we naar buiten gaan en dat boek eens van dichterbij bekijken.’ Opperde Harry. Ze stemden in en liepen naar buiten; Het was opgehouden met regenen en er scheen een waterig zonnetje op hen neer. Ze gingen aan het meer zitten tegen een grote eik aan. In de verte stond een grote wilg. Er vloog een vogeltje naartoe dat plots uit de lucht gemept werd door een van de grote takken. De boom beefde even en hield toen stil.
‘Wat was dat?’ vroeg Miriah op de boom wijzend.
‘Wat was wat?’ vroeg Ron verveeld.
‘Die boom, hij bewoog.’ De boom strekte twee takken uit. Het leek alsof ze zich uitrekten dacht Miriah in zichzelf. ‘Hij heeft een vogel gemept.’
‘Dat is de Beukwilg.e zei Hermelien. ‘daar wil je echt niet te dichtbij komen.’ Zei ze vol overtuiging en Miriah geloofde haar.
Ze legde het boek op haar mantel en begon erin te bladeren. Eerst was er een hele uitleg over waarom het boek geschreven is waarom die gekopieeërd was, alle erfgenamen van de personen die ook zo’n boek hadden. Miriah bekeek ze allemaal heel goed maar ze herkende er geen van, ook Harry, Ron en Hermelien niet. Het boek stond vol met vreemde toverspreuken, toverdranken, erin stonden alle toverscholen ter wereld en er waren twintig pagina’s gewijd aan het maken van het boek.
‘Saai.’ Zei Miriah toen ze de pagina’s bleef omslaan. ‘Saai, saai, saai. Waarom wil Perkamentus nu dat ik dit boek lees. Er staat niks interessants in.’
‘Wacht.’ Zei Hermelien plots. Ze bladerde terug en stopte op een mooi met zilver versierde pagina. ‘Hier, dit lijkt me interessant. Hierover heb ik een tijd geleden nog eens gelezen. Miriah staarde naar de titel: Morfers. Stond er in grote zilveren letters. Nu wist ze waarom, Perkamentus wou dat ze meer over zichzelf te weten kwam.
Eronder stond een inleiding:

Morfers zijn mensen of tovenaars of heksen die zich in elk wezen kunnen veranderen dat ze willen. Een voorwaarde is dat het wezen DNA is.( DNA is volgens Dreuzels hetgeen wat de persoon een persoon maakt.) De Morfer moet het wezen eerst aangeraakt hebben waarna het zich in dat wezen kan veranderen. Dit is een uiterste zeldzame gave die bij heel weinig personen voorkomt. Het is niet genetisch bepaald maar an wel overgebracht worden op andere personen (zie ‘Morfkracht overdragen naar een andere persoon.’) De oorspronkelijke Morfer raakt zijn krachten kwijt en wordt een gewone tovenaar of heks of een Dreuzel.
Morfers zijn meestalo betrouwbare figuren. Het wordt hen aangeraden dit nooit in het openbaar te verklaren wie en wat ze zijn omdat veel Kwade Machten graag hun krachten zouden willen overnemen(zie opnieuw ‘Morfkacht overdragen naar een andere persoon.’)


Harry floot. ‘Dat is nu een gave kracht. Dan kun je je veranderen in Perkamentus en Sneep ontslaan.’
Miriah grijnsde, ondanks dat haar hart in haar keel hamerde. ‘Dat kan je niet doen. Trouwens hier staat dat Morfers betrouwbare figuren zijn dus ik denk niet dat die zoiets zouden uithalen.’ Ze voelde zich een beetje trots worden omdat ze eigenlijk een betrouwbaar figuur genoemd werd. Ze grijnsde.

Ik hoop dat jullie het al goed vonden. Laughing Als je opmerkingen of tips hebben mogen jullie altijd een pbtje sturen Smile






Laatst aangepast door SchadowCat op Do Nov 04, 2004 20:14; in totaal 1 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
SchadowCat
3e jaars
3e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Elysium

SchadowCat is offline. 
BerichtGeplaatst: Do Nov 04, 2004 16:43 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 14: Morfers.

Ze lazen een heel stuk door over de Morfers. Blijkbaar vonden de anderen het ook heel interessant. Miriah begon net te denken om het hen te vertelen toen ze bij ene stukje kwam waarin stond waarom je het best niks zei dat je een Morfer was:

De reden waarom Morfers het best niks zeggen over hun ware aard is omdat ze altijd zullen achtervolgd worden om hun krachten. Vooral Kwade Machten zullen de Morfkrachten proberen over te plaatsen naar zichzelf. Anderen zullen proberen Morfers te chanteren om dingen voor hen te doen. Morfers zwijgen het best over hun aard.
Als ze het dan toch met iemand willen delen omdat ze het echt niet meer voor zichzelf kunnen of willen houden dan is het het best dat de Morfer iemand zoekt die hij zijn leven toevertrouwd, iemand die hem of haar altijd heeft bijgestaan en die van je houd. Maar nog steeds zal de Morfer moeten oppassen want het kan altijd gebeuren dat die persoon ondervraagt wordt door een Kwade Macht en dat die alles verteld. En dat kan erge gevolgen hebben.


Gevolgen van de verbreking van geheimhouding.
Als een persoon die het geheim van een Morfer kent zijn geheim verteld aan een Kwade Macht kan dat vreselijke gevolgen hebben.
Als Hij Die Niet Genoemd Mag Worden de nama of zels de woonplaats van een Morfer te weten komt dan is het mogelijk en zeker dat Hij de Morfkrachten op zichzelf zou willen overplaatsen. Dan zou het dus mogelijk zijn dat Hij Die Niet Genoemd Mag Worden zich transformeert in de oorspronkelijke Morfer en de oorspronkelijke Morfer dan vermoord.
Hij Die Niet Genoemd Mag Worden kan dus alles te weten komen via het personage van de oorspronkelijke Morfer. Hij kan andere lichamen morfen zonder dat iemand er ooit achter zou komen wie Hij eignelijk is. Het zou je beste vriend kunnen zijn. Uiteindelijk zou het zelfs heel goed mogelijk kunnne zijn dat Hij zich als de Minister van Toverkunste vermomd en zo alle macht overneemt.
Maar dit is slechts 1 gevolg, er zijn nog duizenden andere die nog erger dan de voorgaande zou kunnen zijn.
Er is wel een nadeel voor Hij Die Niet Genoemd Mag Worden, hetgeen ene voordeel is voor de buitestaanders, Hij zou misschien niet langer dan een uur die persoon of dat wezen mogen blijven voor hij voor altijd dat wezen of die persoon blijft. Wat een groot tijdsnadeel voor Hem brengt.


‘Geen wonder dat niemand een Morfer kent, dat zelf bijna niemand weet dat Morfers bestaan.’ Zei Hermelien. ‘Ze worden erg beschermd. Stel je eens echt voor dat V…Voldemort echt morfkrachten zou hebben dan zou hij zelf Harry kunnen zijn.’
Miriah knikte. Ze snapte maar al te goed wat de gevolgen zouden zijn. ‘Inderdaad. Het zou vreselijke gevolgen hebben.’ Ze bladerde naar het stuk waarin stond hoe je Morfkrachten naa een andere persoon kon overplaatsen. ‘Zou het dan niet beter zijn dat dit niet bekend zoun worden?’
‘Misschien.’ Zei Ron. ‘Wil je het er dan uitscheuren ofrzo?’
‘Ja.’ Antwoorde Miriah. Ze wilde het eruit scheuren maar Harry hield haar tegen. ‘Harry?’
Harry fronste. ‘Maar het zou wel handig zijn.’ De anderen keken hem niet-begrijpend aan. ‘Stel nu dat een Morfer erachterkomt dat Voldmort bevoorbeeld weet dat hij een Morfer is. Zou het dan niet handig zijn dat de Morfer weet hoe hij zijn Krachten moet overplaatsen op iemand anders die dan ook geheim gehouden wordt. Dan zijn de Krachten opnieuw veilig.’
Hermelien keek bedenkelijk maar knikte. ‘Slim Harry.’
Maar Miriah vertrouwde het niet. Misschien was dit de reden waarom Voldemort een zilveren boek wou. Dat zei ze ook luidop.
‘Dat denk ik niet.’ Zei Hermelien. Ze bladerde verder tot in het midden van het boek. ‘Ik denk dat het hem eerder om dit gaat: ‘Absolute onsterfelijkheid.’
‘Zou best kunnen.’ Zei Miriah. ‘Maar ik dacht dat hij al onsterfelijk was.’
‘Niet helemaal natuurlijk.’ Zei Hermelien. ‘Hij kan misschien niet helemaal dood. Vraag maar aan Harry hoe Voldemort eruit zag voor hiju herrees.’
Miriah keek Harry aan diens gezicht vertrok aan de herinnering. ‘Een monster.’ zei hij. ‘Hij leek ene verschrompelde baby met vliezen en slangeogen en… ecvht te walgelijk om te zeggen.’
‘Maar hij leefde toch nog en hij is erin geslaagd te herrijzen dus…’
‘Ik denk ook dat het hem om dit gaat.’ Zei Harry op de pagina ‘Absolute onsterfelijkheid.’ Tikte. ‘Het spijt me Miriah maar dit lijkt me het waarschijnlijkste.’
Miriah knikte en lachte. ‘Het zou ook best kunnen.’ Ze las het korte tekstje eronder waarin enkel stond over redenen waarom je onsterfelijk zou kunnen worden en gevolgen ervan. Eronder stond uitgebreid een uitleg over hoe je onsterfelijk wordt.
‘Ik zou niet graag onsterfelijk zijn.’ Zei Miriah.
‘Waarom niet!’ riep Ron uit. ‘Dan kun je alles doen wat je wilt, voor eeuwig rondlopen op deze Aarde. Je zou de evolutie van alles meemaken en niemand kan je doden.’
Miriah keke hem koel aan. ‘En dan zou je iedereen die je ooit liefhad zien sterven. Je zou op niemand kunnne verliefd worden omdat hij of zij uiteindeijk zal sterven en jij alleen achter blijft.’
Rons enthousiasme verdween. ‘Maar dan maak je die persoon ook onsterfelijk.’
‘En als die persoon niet wil omdat hij of zij zijn ouders niet wil zien sterven?’ vroeg Miriah. ‘Je kunt moeilijk iedereen onsterfelijk maken. Dan heeft het geen nut om zelf onsterfelijk te zijn want iedereen is het al. Jij kunt niemand doden en niemand kan jou doden. Daar is volgens mij niet veel lol aan.’
Uiteindelijk knikte Ron en gaf hij toe. ‘Oke, je hebt gelijk maar geef toe dat het een aantrekkelijk idee is.’
‘Ik geef het toe maar ik zou het niet willen.’
‘Maar Voldemort waarschijnlijk wel.’ zei Harry.
‘Dan zouden we het beter aan Perkamentus zeggen wat ons idee is.’ Zei Hermelien. Ze stond op en veegde haar kleren proper.
Opeens galmde een stem over het schoolterrein. ‘Alle leerlingen worden in hun leerlingenkamers verwacht waar ze toegsproken zullen worden door hun Afdelingshoofd.’
Ze keken elkaar verbaasd aan maar stonden op en renden naar de het kasteel. Miriah voelde het voek doorwegen in haar handen en hoopte dat ze het niet zou laten vallen voor ze in hun leerlingenkamer waren.
‘Het uilenmeisje.’ Zei een hatelijke stem achter hen. Miriah draaide zich met een ruk om. Malfidus stond achter hen en keek haar met fonkelende ogen aan. ‘Hoe is het met je uil?’
Miriah duwde het boek in Harry’s handen en trok haar toverstok. ‘Jij vuile…’
‘Laat het Miriah.’ Zei Hermelien. ‘Hij is het echt niet waard.’
‘Hij heeft mijn uil bijna vermoord.’ Riep Miriah uit. ‘Vuile arrogante miezerige kwijlbal!’
‘Kom Miriah.’ Zei Harry zacht. ‘Laat hem. Later gaat hij bij Sneep klagen en krijg je straf. Hij is het niet waard.’
‘Je vriendinnetje verdedigen Potter?’ zei Malfidus sissend tegen Harry. ‘Pas maar op. Straks gebeurd er nog eist met haar.’
Miriah vuurde een spreuk op hem af. Malfidus vloog tegen Korzel aan die kreunde toen hij tegen de grond viel en alle lucht uit zijn longen werd geblazen.
Malfidus sprong op. ‘Hier krijg je prpblemen mee.’ Hij wilde net vuren toen…
‘Wat gebeurd hier?’ vroeg een lijzige stem die Miriah herkende als Sneeps stem. Inderdaad kwam sneep de gang in lopen en keek hij met een ijzige blik om zich heen. ‘Wat gebeurd hier?’ herhaalde hij.
‘Nachtegale viel me plots aan.’ Zei Malidus vlug en hij stak zijn toverstok weg. ‘Ik wilde me enkel verdedigen.’
‘Is dat zo?’ vroeg Sneep zacht. ‘Dan moeten we misschien…’
‘Malfidus daagde haar uit.’ Zei Ron protesterend.
‘…eens wat puntjes aftrekken van Griffoendor. Wat denken…’
‘Hij heeft mijn uil verwond!’ riep Miriah uit. ‘Hij verdiende het dat vuil stuk verdriet!’
‘…jullie van 20 punten aftrek maar voor het beledigen van een medeleerling in mijn bijzijn kan daar waarschijnlijk nog vijf vanaf.’ Daarop draadei hij zich naar Malfidus. ‘Ga naar je leerlingenkamer meneer Malfidus.’ Malfidus liep met een boosaardige grijns op zijn gezicht in de richting van de kerkers. Snepe draadie zich naar Miriah om en keke huil vuil aan. Toen keek hij ook naar Harry, Ron en Hermelien. ‘Ne jullie naar jullie leerlingenkamer voor ik nog wat punten aftrek.’ Daarop draaide hij zich om. Hij leek op een wegfladderende vleermuis en verdween in het donker.
Miriah draaide zich ook om en liep de trappen op woedend in zichzelf mompelend.





_________________
Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!

°-ShadowCat-°

_______________________________________
don't click this link...
Profiel bekijkenStuur privébericht
SchadowCat
3e jaars
3e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Elysium

SchadowCat is offline. 
BerichtGeplaatst: Do Nov 04, 2004 20:50 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hier is hoofdstuk 15. Het zal uit 2 of 3 delen bestaan denk ik. Hier is al het eerste deel.

Hoofdstuk 15: Het Herfstbal.
Deel 1:


Ze liepen de leerlingenkamer binnen en zag dat professor Anderling hen ongeduldig ston dop te wachten. Blijkbaar waren zij de enigen die te laat waren. Ze veronderschuldigden zich en bleven bleefd staan om te luisteren naar wat professor Anderling te zeggen had. Miriah hoopte dat het vlug zou gaan want ze wilde een brief naar Nona sturen. Ze had heel wat te vertellen.
‘Ik wil dat iedereen aandachtig naar me luistert.’ Zei professor Anderling streng. ‘Eind oktober, daarmee bedoel ik 31 oktober, is het Halloween en is er een Herfstbal georganiseerd. Elk jaar vanaf de derdes mogen komen. Jaren onder de derdes mogen ook komen mits ze een partner hebben uit een van de hogere jaren. Het zou ook fijn zijn als jullie met een partner zouden komen.’ Mioriah betwijfelde het dat professor Anderling het ‘fijn’ zou vinden. ‘Ik verwacht dat iedereen in galakleren is en kan dansen. Dit is gewenst aangezien vorig jaar verschillende mensen niet konden dansen. Nu gaan jullie allemaal naar de grote zaal om te eten.’
Iedereen liep de leerlingenkamer uit en lipe naar de grote zaal. Miriah zuchtte, dan stuurde ze die brief maar na het eten. Perkamentus wachtte tot iedereen zat voor hij opstond en nog een woordje uitleg gaf over het Herfstbal,of zoals sommigen het ook zouden kunnen noemen: Halloweenbal.
Na het eten liepen ze terug naar de leerlingenkamer. Miriah ging aan een van de tafels zitten en maakte haar huiswerk. Ron en Harry probeerden zich ook op hun huiswerk te concentreren maar het liep al gauw uit in een gevecht waarbij ze allebei moesten proberen elkaar met een propje te raken.
‘Stop dat!’ riep Hermelien uit die het kotsbeu werd. ‘Ga ergens anders spelen!’
‘Kom nou Hermelien.’ Zei Ron sussend. ‘Al het werk dat we nu aan het doen zijn is pas tegen vrijdag. We hebben nog tijd.’
‘Jij hebt dus tijd om een heel opstel tegen vrijdag te schrijven? Voor Sneep dan nog!’ Hermelien zuchtte en ging hoofdschuddend weer aan het werk. Miriah grinnikte en legde een laatste hand aan haar opstel over de toverdrank van deze middag dat ze van sneep moesten maken: een Schilddrank. Ze was het met Hermelien eens want het was een moeilijk opstel.
‘Hermelien heeft gelijk.’ Zei ze. ‘Het is moeilijk. Jullie kunnen misschien best al vandaag beginnen.’
‘Morgen zullen we hele dag in de bibliotheek doorbrengen.’ Beloofde Harry.
‘Terwijl ik en Hermelien uitrusten van een moeilijke dag.’
‘Maar ik moet nog…’ begon Hermelien maar Miriah trapte op haar tenen.
‘Niet waar Hermelien?’ vroeg Miriah aandringend.
Hermelien glimlachte. ‘Inderdaad. Dan kunnen wij rusten van ons zwsare werk maar gene angst jongens, we zullen aan jullie denken.’
Ron en Harry keken hen even aan en keken toen naar elkaar. ‘Jullie zijn dus al helemaal klaar voor vrijdag?’ De meisjes knikten. ‘En als we nu nieuw huiswerk opkrijgen tegen vrijdag?’
‘Dan hebben we erna nog tijd voor.’ Zei Miriah opgewekt. ‘Want ons ander huiswerk is al een eeuwigheid klaar.’
Harry boog zich naar Miriah over. ‘Ga je me niet aanmoedigen dan?’ Hij wilde haar een zoen geven maar Miriah leunde achteruit. ‘O nee Potter, vergeet het.’ Ze duwde een vinger tegen zijn voorhoofd en duwde hem weg.
‘Ik denk dat dit het gedeelte is waar je ‘ja mevrouw’ moet zeggen, Harry.’ Zei Ron. Harry wierp hem een woedende blik toe. Miriah giechelde en begon aan haar brief voor Nona.

Lieve Nona,
Het is hier leuk en ik heb al vrienden gemaakt. Het spijt me dat ik niet vroeger gestuurd heb maar dat komt omdat er bepaalde dingen gebeurd zijn die mij dat belet hebben.
Hoe gaat het eigenlijk met jou? Ik mis je. Er is hier al heel wat gebeurd. Ik heb ook ontdekt dat jou amulet enkele heel rare dingen kan zoals mij of met iemand anders, naar het verleden of de toekomst sturen, ook toont ze me iets wat gebeurd op hetzelfde moment of vijf minuten ervoor. Ook kan ze me blijkbaar naar andere plaatsen brengen. Misschien dat jij me meer uitleg over mijn amulet kunt verschaffen.
Ik heb al 2 keer in de ziekenzaal gelegen: de eerste keer was toen ik Voldemort ontmoet heb. Dat kwam doordat ik iets aand erand van het bos zag. Ik ben het gevolgt in een van mijn stille gedaanten en kwam zo terecht in een grot waar Voldemort was. Ik heb ook een weerwolf ontmoet die dag die me nu niet echt aardig vind.
De tweede keer in de ziekenzaal was toen ik opnieuw door Voldemort omver gegooid werd tegen ene muur.
Het lijkt alsof ik het allemaal luchtig opvat maar eigenlijk voelde ik me toen slecht en ik ben nog steed bang.
Verder zijn de lessen ook heel interessant, alleen is Geschiedenis van de Toverkunst erg saai. Toverdranken is interessant ook maar het is een slechte professor.
Ik heb ook al een vijand op school: Draco Malfidus. Maar ook vrienden: Hermelien Griffel, Ron Wemel en Harry Potter. En Harry vind ik erg leuk als je begrijpt wat ik bedoel. Ik wil enkel zeggen dat ik nu een vriend heb Nona, en leuke vriend. De andere leerlingen zijn ook heel leuk en vriendelijk.
Hier sluit ik mijn brief af. Ik mis je Nona. Doe de groeten aan nichtje Paulina en neefje Terro.
Ik mis jullie.
Liefs, Miriah

P.S: Tijdens de kerstvakantie kom ik zeker langs!

Ze las de brief nog eens over en leunde toen achterover. Ze schudde met haar schrijfhand om er wat gevoel in te brengen.
‘Een lange brief.’ Zei Harry. ‘Mag ik?’ Hij trok de brief naar zich toe, staarde ernaar en schoof hem toen terug. ‘Dat kan ik niet lezen.’ Zei hij.
Miriah grinnikte. ‘Hij is dan ook in het Italiaans. Nona kan een beetje engels spreken maar ze kan het niet lezen of schrijven. Ik zei toch dat ik Italiaans ben.’ Ze vouwde de brieg dicht en stak hem in een envelop waarover ze een waterafstotende spreuk sprak.
‘Waar is dat voor nodig?’ vroeg Ron.
‘Het is een regenseizoen op de plaats waar Nona woont.’ Verklaarde Miriah. ‘Ik neem mijn voorzorgen. Ik weet hoe het eraan toe gaat.’ Ze stond op. ‘Ik ga hem versturen.’ Ze liep de leerlingenkamer uit en struinde door de gangen waar het al erg donker was. Opeens hoorde ze voetstappen achter zich. Ze stopte abrupt en de voetstappen ook. Ze luisterde, schudde haar hoofd en liep verder. Langzaam begon de regen tegen de ramen te tikken, toen steeds harder en harder en zag ze een bliksemflits. Ze had ook weer de beste tijd uitgezocht om haar brief te versturen, dacht ze bij zichzelf.
Opnieuw hoorde ze voetstappen achter zich. Ze versnelde haar pas en rende uiteindelijk bijna de uilenvleugel binnen. De uilen zaten eerst rustig op hun stok te doezelen maar ze schrokken op toen Miriah binnen kwam stormen. Ze krasten verontwaardigd en er vielen een hoop veren op haar neer. ‘Maris?’ vroeg ze. Maris zweefde naar beneden en lande op Miriahs uitgestoken arm. ‘Ik wil dat je die brief naar Nona brengt. Het spijt me dat het in zo’n weer is.’ Ze streelde Maris over haar zachte kopje. Maris knabbelde zacht in haar vinger. Miriah liep naar een van de raampjes. De wind blies meteen de regen in haar gezicht en even later droop de regen van haar gezicht in haar kleren. Maris vloog op en verdween in de nacht.
Iemand greep haar bij haar middel. Ze gilde.

hihi Twisted Evil , lees maar vlug het vervolg en zie wie of wat het is!!





_________________
Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!

°-ShadowCat-°

_______________________________________
don't click this link...
Profiel bekijkenStuur privébericht
SchadowCat
3e jaars
3e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Elysium

SchadowCat is offline. 
BerichtGeplaatst: Vr Nov 05, 2004 12:36 Terug naar boven Sla dit bericht op

Deel 2:

Ze draaide zich om en keek in het grijnzende gezicht van Harry. Hij lachte.
‘Harry!’ riep ze opgelucht uit. Meteen voelde ze zich kwaad worden. ‘Waarom deed je dat? Dat was gemeen!’ Ze gaf hem een mep op zijn schouder.
Hij lachte nog harder. ‘Het was maar een grapje.’
‘Het is niet grappig.’ Zei ze en probeerde zich los te trekken uit zijn armen maar hij trok haar naar zich toe. ‘Laat me los, Harry.’
‘Als je niet meer bent?’
‘Harry…’
‘Kom nou Miriah.’ Zei hij met een zoete stem. ‘Niet meer boos zijn.’ Hij kuste haar. Ze zuchtte, hoe kon ze nu boos blijven op hem? Ze zoende hem terug.
‘Hoe kom je hier eigenlijk? Ik heb je niet gezien.’ Ze zag een mantel achter hem op de grond liggen. Hij raapte die op en hield hem open. Het was een soort waterachtige stof en het voelde heel soepel aan. ‘Wat is het?’
‘Een onzichtbaarheids mantel.’
‘Een onzichtbaarheids mantel!’ zei Miriah verbaasd. ‘Hoe kom je daaraan?’
‘Van mijn vader geërfd.’ Harry deed de mantel aan en hij verdween. ‘Handig.’ Zei zijn stem ergens voor haar. Het werd stil.
‘Waar ben je Harry?’ vroeg Miriah. Ze keek om zich heen maar ze zag niets en het was doodstil in de uilenvleugel. ‘Je bent niet grappig als je dat denkt meneer Potter!’
‘Je bent mooi als je boos bent.’ Zei een stem plagerig in haar oor.
‘Jij niet.’ Zei Miriah en plots gooide hij de mantel over haar heen. ‘Wat doe je?’
‘We gaan even naar buiten.’ Zei hij in haar oor. Ze slopen stil door de gangen van het kasteel en liepen toen buiten. Het was opgehouden met regenen maar het onweerde nog steeds in de verte.
‘En wat doen we hier?’
‘Wandelen.’ Antwoorde Harry schouderophalend en haar trok de onzichtbaarheid mantel weg. ‘Het schoolterrein tijdens de nacht eens bekijken.’
‘En straf krijgen zeker.’
‘Je maakt je te druk om niks.’ Zei Harry. Hij zoende haar. ‘Wil je naar het bal met me.’
‘Misschien.’
Harry keek verbaasd en verward. ‘Wat…’
Miriah lachte. ‘Natuurlijk wel.’ Ze sloeg haar armen om zijn nek en kuste hem. ‘En gaan we nu naar binnen want het is koud en nat hier.’
Harry grinnikte en sloeg de onzichtbaarheids mantel om hen beiden.
Plots hoorden ze ze iets achter hen. Ze draaiden zich snel om maar zagen niks. Miriah zag iets bewegen vanuit haar ooghoek en ze zocht vanwar de beweging vandaan kwam. Het bleek de Beukwilg te zijn die woest heen en weer zwaaide.
‘Harry, er is iets met de Beukwilg.’
Harry keek en schudde zijn hoofd. ‘Zo doet hij altijd als er iets of iemand te dicht bijkomt. Ik en Ron zijn eens bijna vermorzeld geweest door die boom.’
‘Hoezo?’
‘Dat vertel ik je nog wel eens.’ Hij keek naar de woest zwaaiende boom. Plots hield hij stil en bewoog niet meer. ‘Zie hij is weer stil.’
‘Maar wat als er iemand was. Ik bedoel, je mag niet ’s nachts over het schoolterrein lopen.’
‘Wat doen wij hier dan?’ vroeg Harry. Hij grijnsde. ‘Er is echt niemand anders heeft die boom hem wel geplet. Misschien was het enkel een wild dier.’
‘Ja, dat zal wel.’ Ze keek nog steeds wantrouwend naar de boom maar liep samen met Harry de school binnen.
Even later stonden ze voor het schilderij van de Dikke Dame en liepen ze de leerlingenkamer in. Het was er veel stiller geworden. Hermelien en Ron zaten nog steeds aan de tafel en waren aan het bekvechten. ‘Nee, Ron. Je moet nu echt eens leren je verantwoordelijkheid opnemen.’
‘Dat doe ik.’ Zei Ron verontwaardigd.
‘Waarom zeg je dan niks. Je bent klassenoudste!’
Ron zuchtte. ‘Maar ze deden toch niks?’
‘Ze gooiden met mestbommen.’ Siste Hermelien.
‘Is het leuk, jongens?’ vroeg Harry terwijl hij zijn mantel in zijn tas propte.
‘Zeg tegen Ron dat hij moet leren straf geven.’ Zei Hermelien kwaad. ‘Een stel eerstejaars gooien hier met mestbommen en Ron kijkt gewoon toe!’
‘Ik hou me erbuiten.’ Zei Harry.
‘Ik ga naar bed.’ Zei Miriah. Ze gaf Harry nog een zoen en liep toen naar boven. Ze kleede zich om en gleed onder de lakens. Ze glimlachte en viel in slaap.

De volgende weken waren heel rustig. Haar amulet deed niks vreemds meer, niemand valt de school aan, geen dementors en geen vreemds dromen. Het enige vervelende was dat Sneep steeds weer punten aftrok en professor Zwamdrift die steeds Harry’s dood voorspelde. Het ging ook goe dtussen Harry en haar. Ze had ook heel het zilveren boek uitgelezen. Jammer genoeg was Perkamentus er nog niet achter gekomen waar die Terrenco Calipo woonde maar het was ook duidelijk da Voldemort de man ook nog niet gevonden had. Anders zou het was in de andere twee boeken gestaan hebben met een streep door Terrenco Calipo’s naam ofwel zou Voldemorts naam er staan.
Er stonden heel interessante dingen in het boek. Dingen waarvan niemand iets wist. Ze had de pagina’s over Morfers tien keer gelezen. Er stonden ook dingen in over vampiers en weerwolven en er waren zelfs twintig pagina’s besteed over Elfen. Ergens had Miriah gehoopt dat er ook iets zou instaan over haar amulet maar dat bleek ijdele hoop te zijn. Blijkbaar was haar amulet iets vreemd.
Ze had ook een brief teruggekregen van Nona maar zij wist ook niks te vertellen over het amulet behalve dat het een waardevol voorwerp was dat al eeuwen in de familie was. Nona had zelfs niet geweten dat het amulet naar het verleden en de toekomst kon gaan. Dat had Miriah terleurgesteld maar ze gaf de moed niet op. Ooit zou ze de geheimen van het amulet ontdekken maar tot dan zou ze zich enkel bekommeren over school, Harry en het Herfstbal.
Het Herfstbal was ook een van de onderwerpen die ronde deden door de school. Zeker tijdens de laatste twee weken was er een grote bedrijvigheid. Jongens begonnen meisjes te vragen voor het bal en eerste en tweedejaars probeerden jongens en meisje van hogere jaren te strikken om naar het bal te kunnen gaan.
Het weekend voor het bal mochten ze naar Zweinsveld, een plek waar Miriah al van gehoord had maar nog nooit geweest was. Ze was nog nooit in een dorp geweest waar enkel tovernaars en heksen woonden.
Toen het eindelijk zo ver moest iedereen in een rij staan en hun toestemming tonen. Meneer Vilder de conciërge keek haar vuil en, bekeek het stuk perkament en gromde dat ze door mocht. Ze wandelden op hun gemak naar Zweinsveld. Het was een mooie herfstdag dacht Miriah. Spijtig dat er geen zon is.
Even later kwamen ze op Zweinsveld aan. Ze wandelden door het dorpje en kochten af en toe iets.
‘Laten we bij Fred en George langsgaan.’ Stelde Ron voor. ‘Ik heb gehoord van Bill dat ze een nieuwe lading fopspullen hebben.’
Ze liepen verder tot ze bij ene winkel waren waarboven een plakaat hing waarop stond:

Tovertweelings Topfopshop

Het was erg druk binnen. Meteen kwamen er twe jongens op hen af gelopen die iedentiek op elkaar leken. Ze hadden allebei vuurrood haar en een hoop sproeten en ze keken hen met lachende gezichten aan.
‘Hoe draaid de zaak?’ vroeg Ron.
‘Schitterend.’ Zei Fred. ‘Jammer dat ma nog niet langs geweest is.’
‘Kijk maar rond.’ Zei George. ‘En koop wat.’ Daarna liepen ze weer weg om bestellingen ana te nemen. Miriah keke om zich hene en zag overal verschillende soorten snoepgoed liggen, toverstokken die veranderden als je ze aanraakte en andere fopspullen. Toen zag ze ook een blond hoofd in de menigte die helemaal achteraan in de winkel stond. Miriah lachte en liep ernaartoe. Harry, Ron en Hermelien kwam moeizaam achter haar aan.
‘Mario.’ Riep Miriah uit. Het hoofd draaide zich om en en twee blauwe ogen keken haar lachend aan. ‘Wat leuk!’ Ze omhelsde Mario en keek toen naar de drie die moeizaam naar hen toe kwamen. ‘Jongens, dit is mijn broer Mario. Mario dit zijn mijn vrienden.’ Mario glimlachte. ‘Wat doe je hier?’ vroeg Miriah verbaasd maar blij.
‘Rond kijken.’ Antwoorde Mario. ‘Ik hoorde dat je hier was. Gaan we misschien niet iets gaan drinken? Ik krijg vreselijke dorst va al dat snoepgoed.’
Ze stemde in, kochten een paar spullen, zeiden gedag tegen Fred en George en liepen naar buiten naar de Drie Bezemstelen. Wara ze wat boterbier bestelden. Ze praten een hele tijd door over dit en dat. Mario vertelde dat Tante Rita bevallen was, het was een meisje en ze heette Rosita. Nona heeft de burgemeester vervloekt omdat hij Nonkel Pedro beschuldigde van diefstal en ga zo voort.
Uiteindelijk werd het al laat en liepen ze naar buiten.
‘Ik ga maar eens.’ Zei Mario. ‘Ma zal wel ongerust zijn.’ Hij keek haar grijnzend aan en fluisterde in haar oor. ‘Ik ben aan het spijbelen zie.’
Miriah zette grote ogen op. ‘Ben vnuit Italië naar hie verschijnseld?’
‘Inderdaad. Dus ga ik nu maar terug.’ Hij zocht in zijn zakken en haalde een pakje tevoorschijn. ‘Dit het open als je op school bent.’ Hij gaf haar een zoen op haar wang en verdwijnselde.
Miriah begon te lachen en keek naar Harry, Ron en Hermelien. ‘Hij spijbelt.’
‘Is zijn probleem.’ Zei Harry schouderophalend. Hij zag er nors uit.
‘Wat is er?’ vroeg ze verbaasd. Toen glimlachte ze. ‘Ben je jaloers?’
‘Nee natuurlijk niet.’ Antwoorde hij. ‘Hoe kom je…’
Miriah grijnsde. ‘Geef het toe.’ Toen schudde ze haar hoofd. ‘Hij is mijn broer Harry.’
Harry zuchtte en knikte toen. ‘Dat weet ik.’
Ze gaf hem een zoen en liepen terug naar Zweinstein ondertussen bedenkend wat er in het pakje zat.





_________________
Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!

°-ShadowCat-°

_______________________________________
don't click this link...
Profiel bekijkenStuur privébericht
SchadowCat
3e jaars
3e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Elysium

SchadowCat is offline. 
BerichtGeplaatst: Vr Nov 05, 2004 15:08 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hier komt het derde deel van het Herfstbal. Ik hoop dat jullie het leuk vinden. Smile

Deel 3:

In het pakje bleek een prachtige galajurk te zitten. Hij was van een zilverachtige stofgemaakt die heel zacht en soepel aanvoelde maar het leek veel te groot. Er zat een kort briefje bij.

Vind je het mooi? Ik denk van wel.
Ik zag het ergens hangen en ik had ergens gehoord dat het een kerstbal was dit jaar.
Het kan te groot of te klein lijken maar de stof past zich altijd aan aan de vorm van
jou lichaam.
Hoop dat je het leuk vind.
Mario


‘En of ik het mooi vind!’ riep Miriah uit. Ze strekte de jurk uit op haarbed en streek er bewonderend over. ‘Ik vraag me af hoeveel het gekost heeft.’
De rest van de dag liep ze wat rond tot er een briefje aan het prikbord verscheen. Iedereen dromde eromheen om het te lezen. Erop stond:

Iedereen is verplicht in galagewaad te komen en wordt morgenavond verwacht om 8 uuraan de deur van de Grote Zaal.

Miriah las het liep naar Harry, Ron en Hermelien toe die helemaal achteraan stonden.
‘Morgen om 8 uur aan de Grote Zaal in galagewad.’ Zei ze.
‘Hebben jullie al iemand?’ vroeg Harry aan Ron en Hermelien.
Hermelien knikte. ‘We hebben besloten samen te gaan.’ Zei ze.
Ron knikte. ‘Omdat er niemand meer was.’
Miriah knikte en draaide zich om zodat ze haar lach niet zouden zien. Blijkbaar had Harry het ook moeilijk om niet te lachen maar hij hield zich in. Ron en Hermelien samen naar een bal? De gedachte aleen al. Dat zou wat worden, dacht Miriah in zichzelf.
De volgende dag was iedereen al vroeg uit de veren, te opgewonden om nog te kunnen slapen. Iedereen begon af te spreken en begon uit te zien naar het bal. Om 4 uur werd de Grote Zaal afgesloten en mocht niemand meer naar binnen voor 8 uur. Sommige leerlingen probeerden naar binnen te raken met allerlei drankjes en spreuken.
Tot hun verrassing verschenen Fred en George in het portretgat in leren kledij en met elk een zak in hun hand.
‘Wat doen jullie hier?’ vroeg Ron verbaasd.
‘Ben je niet blij om ons te zien?’ vroeg Fred grijnzend.
‘We hebben toestemming gekregen van Perkamentus.’ Zei George.
Leo Jordaan sprong op zijn vrienden af en trok ze mee naar zijn slaapzaal. Langzaam droop iedreen af naar zijn of haar slaapzaal om zich klaar te maken. Miriah liep samen met Hermelien naar hun slaapzaal en gingen op hun bed zitten. Hermelien haalde een mooi Galagewaad tervoorschijn. Het was van een soort maagdenpalmblauwe stof.
‘Die droeg ik in het vierde jaar ook, op het kerstbal dan.’ Zei Hermelien. ‘Hopelijk kan ik er nog steeds in.’
‘Volgens mij wel.’ Zei Miriah en ze haalde ook haar eigen nieuwe jurk te voorschijn.
‘Wat mooi.’ Zei Hermelien bewonderend.
Ze maakten zich allebei klaar en deden hun gewaden aan. En zoals Mario op het briefje had geschreven paste de jurk zich aan aan haar lichaam zodat het er mooi rond paste. Ze moest zelf toegeven dat het haar wel stond. Hermeliens jurk stond ook prachtig in haar jurk. Ze pakte iets wat leek op gel en ging ermee in haar haar aan de slag. Miriah grinnikte, kamde haar eigen haar een beetje zodat het recht lag maar verder kon ze niks doen, daarvoor was haar haar te kort.
Toen het half acht was liepen ze naar de leerlingenkamer en wachtten daar op Harry en Ron.
‘Ik ben echt verbaasd dat je met Ron gaat.’ Zei Miriah plots.
‘Ik ook.’ Zei Hermelien. ‘Maar hij is wel aardig als je het vervelende en onverantwoorde deel van zijn karakter weg laat vallen.’
Miriah glimachte. ‘Wel, ik hoop dat ze er nu vlug gaan zijn, anders komen we te laat.’
‘Nog een slecht deel van zijn karakter.’ Zei Hermelien.
‘En dat van Harry.’ Ze lachtten en ging bij het haardvuur zitten. Er stonden nog veel mensen in de leerlingenkamer. De meesten waren meisjes die op hun afspraakje wachtten.
Uiteindelijk, een kwartier later kwamen Ron en Harry nara beneden, in hun galagewaad. Dat van Harry was groen en dat van Ron rood wat opmerkelijk goed bij hem paste. Harry zag er natuurlijk ook goed uit. Ze glimlachte en pakte hem bij zijn arm.
‘Dat werd tijd.’ Zei Miriah. ‘We vreesden al dat we te laat zouden komen.’
‘Ron vond zjin gewaad niet.’ Zei Harry. ‘Dus heb ik hem helpen zoeken.’
Ron gromde; ‘Ik zweer je,het is de laatste keer dat ik zo’n…zo’n…zo’n soepjurk aandoe.’
‘Je ziet er anders wel leuk uit.’ Zei Hermelien. Ze draaide zich om en liep naar het portretgat.
‘Is ze niet lekker?’ vroeg Ron en ging achter haar aan.
‘Een dezer dagen gaan ze toegeven dat ze elkaar zien zitten.’ Zei Miriah zacht. ‘Dat ben ik zeker.’
Harry haalde zijn schouders op. ‘Wil je wedden?’
‘Oke.’
‘Goed, als jij wint dan…’ Harry dacht na. ‘…dan toon ik je iets.’
‘Wat dan?’
‘Dat zie je wel als je wint.’ Zei Harry grijnzend.
Miriah knikte. ‘Best en als jij wint?’
‘Dan wil ik een zoen.’
Miriah lachte. ‘Krijg je die niet genoeg?’
‘Goed dan, dan wil ik…dan moet je mij een geheim vertellen.’
‘Welk geheim?’
‘Gewoon, een geheim. Iets.’ Zei Harry. ‘Gelijk wat. Een geheim.’
Miriah dacht er even over na en knikte toen. ‘Oke, maar dat gaat niet op met hetgeen jij mij gaat tonen.’
Harry knikte heftig van ja. ‘Toch wel, dat zie je wel.’ Hij grijnsde. ‘Als je wint.’
‘We zullen zien.’ Ze gaf hem een zoen en liepen toen hand in hand naar beneden. Er had zich al een hele menigte voor de Grote Zaal verzameld. Malfidus liep gearmd met Patty Park met naast hem Korzel en Kwast en toch Miriah verrassing was Korzel erin geslaagd een partner te vinden. Het was Loena Leeflang.
‘Nooit gedacht dat die twee ooit samen naar het bal zouden gaan.’ Grinnikte Ron.
‘Nooit gedacht dat jij en Hermelien naar het bal zouden gaan.’ Zei Miriah.
Ron stak zijn tong naar haar oud. ‘Hoe volwassen.’ Zei Hermelien en ze draadie met haar ogen.
Fred en George kwamen ook toe, elk met een knap meisje aan hun arm. Ze grijnsden naar hen en liepen verder naar de gesloten deuren waar ze met hun partner begonnen te praten.
Om precies 8 uur gingen de deuren van de Grote Zaal open en stroomde iedereen naar binnen. Miriah mond viel open. De zaal was prachtig versierd. De vier afdelings tafels waren verdwenen en langs de muren stonden tafeltjes om te gaan zitten en aan de muur waar de lerarentafel normaal stond stond tafels waarop allemaal eten en drinken stonden. Er was ook een klein podium gebouwd waar een muziekantengroep speelde die Miriah niet kende.
De tafels ware mooi versierd met pompoenen en door de zaal heen scheerden vleermuizen. Er hingen prachtige slingers met herfstbladeren in alle kleuren.
‘Mooi.’ zei Miriah luidop. ‘Prachtig.’
‘Dan moest je het kerstbal twee jaar geleden gezien hebben.’ Zei Harry. ‘Dat was pas mooi. Dit lijkt op een Halloween dag maar dan in balvorm.’
Miriah stompte hem in zijn zij. ‘Het is mooi.’
Stelletjes namen plaats aan de tafel of begonnen te dansen. Ron en Hermelien zwaaiden naar hen vanaf een tafeltje en wenkten hen. Harry wilde naar hen toe lopen maar Miriah pakte zij arm vast.
‘Je bent toch nog nan plan om met me te dansen?’ vroeg ze.
‘Later, nu even niet.’ Harry trok haar mee naar het tafeltje en ging zitten.
Miriah bleef staan. ‘Een bal is er om te dansen wisten jullie dat?’
Harry zuchtte en trok haar zachts zich en legde een arm om haar middel. ‘Straks gaan we dansen.’
‘Beloofd?’ Hary knikte. ‘Goed dan maar wat doen we dan hier?’
‘Iets drinken.’ Opperde Ron. ‘Ik ga er wel om. 4 boterbier?’ Ze knikten en hij verdween in de menigte.
Het bleef even stil tot Malfidus plots voor hun tafeltje verscheen en hen grijnzend aankeek.
‘En hier hebben we Potter, Modderbloedje en jufrouw Italië. Waar is Wezel?’
‘Hou je kop Malfidus en ga dansen met je liefje.’ Zei Miriah. ‘Je stoord me.’
Malfidus keek naar haar. ‘Heb ik jou iets gevraagt?’
‘Ga toch weg Malfidus.’ Gromde Harry. ‘Idioten zijn hier niet toegestaan.’
‘Ik zie nergens een bordje.’
Miriah trok haar toverstok en schreef wat in de de lucht. : ‘Geen idioten toegelaten!’
Malfidus werd rood. ‘Nu wel.’ Zei Miriah. ‘Maak dat je wegkomt.’
‘Een dezer dagen…’ dreigde hij.
Miriah knikte en wuifde hem weg. Daarna schudde ze haar hoofd. ‘Kwal.’
Ron kwam terug met boterbier. ‘Iets speciaals gebeurd?’ vroeg hij en zijn blik viel op de letters. ‘Waarvoor is dat?’
‘Malfidus was hier maar er zijn geen idioten toegalaten aan deze tafel.’ Legde Miriah uit.
Ze zagen professor Anderling met Hagrid dansen en Perkamentus met Stronk. Sneep zat me een lang gezicht aan een tafeltje te praten met Fleur Delacour. Fleur zag er prachtig uit. Ze droeg een hemelsblauw gewaad en haar zilverachtige haar was prachtig opgestoken. Professor Banning kwam naar hen toe en vroeg aarzelend iets. Fleur knikte en stond op. Ze liep met Banning naar de dansvloer en begon opgewekt te dansen.
Ze bleven nog ene tijdje zitten tot Miriah plots opstond en Harry meetrok. ‘Dansen. Nu.’ Harry stond op en ging achter haar staan. ‘Jullie ook.’ Zei ze tegen Ron en Hermelien.
Ze liepen naar het midden van de dansvloer, legde Harry’s hand op haar heup en nam zijn andere hand in de hare. ‘Ik hoop dat je kunt dansen?’
‘Dat gaat wel.’ Mompelde Harry. Miriah lachte. Ze dansten een hele tijd tot Harry het duidelijk beu werd. Miriah zoende hem. ‘Geen zin meer?’
Harry glimlachte en schude zijn hoofd. ‘Ik ben niet echt een dansfanaat.’
‘Zie ik.’ Ze zoende hem nog maals, langer deze keer.
‘We gaan naar buiten.’ Fluisterde Harry in haar oor. Hij trok haar mee de Grote Zaal uit. Hermelien zwaaide naar hen en legde toen een hand op Rons schouder.
Ze liepen de gangen door tot ze buiten waren. Het was rustig en ook buiten was er versierd. Er waren bankjes geplaatst en er vlogen kleine lichtgevende bolletjes langs. Miriah vermoede dat het vuurvliegjes waren. Harry trok haar mee naar het bankje dat het verst van het kasteel verwijderd was enj ging zitten. Hij trok haar naast zich en kuste haar. Plots liet hij haar los en keek naar iets achter haar. ‘Ik geloof je.’ Zei hij. Ze draaide zich om en zag dat de Beukwilg opnieuw woest om zich heen sloeg.

Wat zou daar toch te zien zijn? Twisted Evil Ik heb geen idee... Question





_________________
Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!

°-ShadowCat-°

_______________________________________
don't click this link...
Profiel bekijkenStuur privébericht
oOKarleinOo
Dreuzel
Dreuzel


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: Hoogeveen

oOKarleinOo is offline. 
BerichtGeplaatst: Vr Nov 05, 2004 16:01 Terug naar boven Sla dit bericht op

Waarom zegt nooit iemand wat bij het verhaal. Dat is toch saai?




Profiel bekijkenStuur privébericht
SchadowCat
3e jaars
3e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Elysium

SchadowCat is offline. 
BerichtGeplaatst: Vr Nov 05, 2004 16:22 Terug naar boven Sla dit bericht op

oOKarleinOo schreef:
Waarom zegt nooit iemand wat bij het verhaal. Dat is toch saai?


Ik zou het apprecieren en erg leuk vinden als je uit mijn verhaal blijft.
en als je iets wil opmerken of zeggen stuur dan liever een pbtje of laat een berichtje achter in het reactietopic.

bedankt,

SchadowCat





_________________
Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!

°-ShadowCat-°

_______________________________________
don't click this link...
Profiel bekijkenStuur privébericht
SchadowCat
3e jaars
3e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Elysium

SchadowCat is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Nov 06, 2004 21:50 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hier komt hoofdstuk 16. Hier heb ik een tijdje mee bezig geweest, had niet genoeg inspiratie maar hier is het eindelijk af.

Hoofdstuk 16: Het Krijsende Krot.

Miriah zag een schaduw om de boom heen lopen, stond op en wilde ernaar toe lopen maar Harry pakte haar pols en hield haar tegen.
‘Niet doen.’
‘Wat als daar iets is dat gevaarlijk is en de school wil aanvallen?’
‘Precies daarom.’ Zei Harry. ‘Het is te gevaarlijk.’
Miriah trok zich los. ‘Maar het is ook gevaarlijk voor de school.’
‘Blijf hier.’ Maar Miriah liep gewoon door. Ze pakte haar gewaad omhoog tot aan haar knieën en liep met haar blik op de Beukwilg gericht, verder. Harry kwam achter haar aan en zuchtte. ‘Kom je me beschermen?’ vroeg ze grinnikend.
Harry glimlachte. ‘Misschien is het niets. Misschien is het enkel Lupos die het terrein inspecteerd ofzo.’
‘Denk je dat echt?’
‘Nee.’
Miriah lachte zacht en schudde haar hoofd. Toen ze weer opkeek stond de boom stil. Er was niemand meer te bespeuren. ‘Wat het ook was, het is nu weg.’ Zei ze.
‘Dan gaan we nu terug?’ vroeg Harry.
Als antwoorde trok Miriah haar jurk omhoog zodat hij niet in het gras zou slepen en liep in de richting van de Beukwilg.
‘Miriah, niet doen.’ Riep Harry achter haar.
‘Kom nou Harry.’ Mompelde Miriah. ‘Ik dacht dat je wel van wat spanning hield.’
‘Alleen als het ongevaarlijk is.’
Harry gaf het op en rende achter haar aan. Ze stopten tien meter voor de Beukwilg. Takken zwiepten vlak voor hen voorbij.
‘Je kunt er toch niet tussendoor.’ Zei Harry. Dat zou ze wel kunnen, dacht ze bij zichzelf, als ze zou morfen maar daar was geen spraken van want Harry was er.
‘Er moet een manier zijn.’ Mompelde ze.
‘Echt niet Miriah.’ Zei Harry. ‘Kom, we gaan terug.’
‘Jij weet hoe Harry.’ Zei Miriah plots. ‘Ik weet dat je het weet.’
Harry zuchtte. Miriah lachte lief naar hem. ‘Zeg op.’
‘Ben je helderziende ofzo?’
‘Ha, zie je wel.’ Zei grijnsde naar hem.
Harry’s mond viel open. ‘Je wist niet dat ik het wist.’ Stamelde hij.
‘Nee, tuurlijk niet.’ Zei Miriah lachend. ‘Ik ben niet helderziende. Zeg het gewoon.’
‘Je moet die knoest indrukken.’ Zei Harry na een hele tijd zuchtend.
‘Dank je Harry.’ Ze gaf hem een zoen. Harry haalde zijn schouders op. Miriah keek om zich heen en pakte de langste tak die ze kon vinden. De porde tussen de zwiepende takken maar net toen ze bijna bij de knoest was zwiepte een tak van de boom haar opzij. Miriah vloekte en stond op. Haar tak was gebroken. Ze bond haar jurk boven haar knieeën vast en pakte een nieuwe lange tak. Nu was ze voorzichtiger en na een tiental keer drukte ze de tak tegen de knoest en viel de boom stil. Miriah hijgde en veegde het zweet van haar voorhoofd.
‘Kom op Harry.’ Zei ze. ‘Tenzij je hier de wacht wil houden?’ En ze liep tussen te takken naar de boom waar ze zich in een gat liet zekken. ‘Kom je nog?’
Harry gromde en liep toen achter haar aan. Miriah haalde haar toverstok uit haar mow en mompelde: ‘Lumos!’ Er verscheen ene kringetje licht waardoor ze net genoeg konden zien om nergens tegenaan te lopen.
‘Wil je hier echt mee doorgaan?’ vroeg Harry ongerust.
‘Ja, echt.’ Antwoorde Miriah.
‘Weet je wara dit naartoe leidt?’ vroeg Harry.
‘Nee maar ik wil wedden dat jij het wel weet.’
Harry zuchtte. ‘Naar het Krijsende Krot. En daar is het echt geen pretje.’
Miriah keek hem aan. ‘Als je bang bent blijf dan buiten. Ik wil weten wie hier iets met deze boom te maken heeft. En ook wat die in het Krijsende Krot te doen heeft.’ Ze draaide zich om en begon de tunnel te volgen. Ze hoorde Harry achter zich aan komen.
‘Toch nog?’
‘Ik kan je moeilijk alleen laten gaan. Ik zou het niet aankunnen als je iets overkomt.’
‘Weet je Harry?’ vroeg ze. ‘Je bent lief.’ Ze hoorde hem grinniken.
Ze liepen verder door de tunnel. Miriah stootte meerdere keren haar hoofd tegen loshangende wortels en stenen. Na een hele tijd zagen licht in de verte, of beter gezegt schemering want echt licht kon je het niet noemen.
Ze kwamen aan het einde van de tunnel en boven hun hoofden was een gat die uitkwam in het Krijsende Krot. Harry klom eruit en hielp toen ook Miriah naar boven. Het was er erg schemerig en het duurde een tijd voor hun ogen aan het donker gewend waren en ze wat konden zien.
‘Het is hier zelfs vuiler en rommeliger dan ik me herinner.’ Mompelde Harry.
‘We kijken gewoon even rond.’ Zei Miriah. ‘Meer niet.’ Ze liepen van kamer naar kamer maar zagen niks anders dan gebroken meubels en stof en spinnewebben. Zelf hingen ze ook vol spinnewebben en hun gewaden zagen er niet uit.
Op de benedenverdieping was niks te zien. Ze liepen een krakkemikkige trap op. De trap kraakte en piepte. Miriah had het gevoel alsof ze het gepiep en gekraak tot op school konden horen. Maar dat was natuurlijk onmogelijk.
Opeen storte een van de treden waar ze opstapte in. Met veel gekraak zakte ze was en viel op een harde vloer. Planken en stof en spinnewebben vielen op haar neer.
‘Miriah!’ riep Harry uit. ‘Ben je oke? Miriah?’
‘Als je mijn gebroken arm en twee benen en mijn hersenschuding niet meetelt dan ja, ben ik oke.’ Ze gooide de planken van zich af en stond op. Haar enkel deed verschrikkelijk veel pijn maar hji was niet gebroken, anders zou ze er niet op kunnen staan. Het was er heel erg donker. De enige bundel licht was heel zwak en scheen op haar neer zodat ze niks om zich heen kon zien.
‘Ik ga even rondkijken.’ Riep ze naar boven.
‘Niet doen, ik haal…’
Maar ze liep uit de schemerige lichtbundel en keek turend om zich heen. Ze wilde haar toverstok pakken maar tot haar schrik was hij weg. Ze keek om zich heen en zag hem tot haar opluchting in de schemerige lichtbundel liggen. Harry keek ongerust naar beneden.
‘Kom eruit.’
‘Gewoon even kijken.’ Mompelde ze en liep opnieuw uit Harry’s zicht. Nu kon ze toch een beetje zien en bij het weinige licht zag, zag ze kisten, een hele kamer vol kisten.
‘Miriah!’
‘Maak je niet druk Harry!’ riep ze geïrriteerd terug. ‘Er liggen hier enkel kisten.’
‘Nou en, we kunnen beter terug gaan voor ze ons missen en gana zoeken.’
‘Kalm aan, Harry. Er is hier helemaal niks…’
Ze versteef toen ze iets hoorde kraken achter zich. Ze draaide zich traag om maar kon niks zien behalve kisten. Ze haalde haar schouders op en begon een van de kisten open te doen. Er lagen een hele hoop boeken in. Ze pakte er een op met een blauw fluwelen kaft met een gouden titel in een vreemde taal die ze niet kende.
‘Miriah?’
‘Laat me even!’ riep ze nu kwaad terug.
‘Miriah.’ Zei Harry’s stem dringender.
Miriah draaide zich om en zag iets in de schaduwen bewegen. ‘Wat zie jij daar Harry?’
‘Ratten Miriah, een heleboel ratten.’ Toen zag ze ook de eerste rat in de lichtbundel verschijnen. Ze gooide het boek naar de rat toe. Het diertje sprong piepend weg en verdween in de schaduwen.
‘Oke, ik ben bereid eruit te kruipen.’ Zei ze nu haastig. Ze raapte het boek opnieuw op en ving een touw dat plots voor haar neus bengelde. Toen ze opneiuw om zich heen keek toen ze iets hoorde piepen zag ze dat ze omringd was door ratten. ‘Oke, Harry. Haast je.’
Harry begon aan het touw te trekken en met behulp van wat magie zat ze even later trillend op de vloer. ‘Bedankt.’
‘Geen probleem.’ Antwoorde Harry en streelde door haar haar. ‘Voor jou doe ik alles.’
Ze omhelsde hem. ‘Je zult het waarschijnlijk niet leeuk maar…’
‘Je wilt nog steeds naar boven gaan kijken?’ Ze keek hem lief aan. ‘Als er vleermuizen zitten zoek je het zelf uit.’ Ze sprong op en gaf hem een zoen. Ze liep voorzichtig weer de trap op en stapte zorgvuldig over het gat. Harry kwam vlak achter haar aan.
Boven kwamen ze in een smalle gang terecht met aan beide zijden evenveel deuren. Aan het eind van de gang stond een deur op een kier. Er was een zacht geschuifel te horen.
‘Misschien moeten we toch maar teruggaan.’ Mompelde Miriah.
Tot haar verrassing zei Harry: ‘Laten we even kijken wat daar zit.’ Blijkbaar had zijn nieuwsgierigheid zijn angst voor het onbekende overwonnen. Hij liep langzaam door de gang. Miriah liep stil achter hem aan. Ze kwamen bij de deur. Hij duwde ze traag open en keek naar binnen…

Dit was hoofdstuk 16. Lees de volgende keer meer!!!





_________________
Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!

°-ShadowCat-°

_______________________________________
don't click this link...
Profiel bekijkenStuur privébericht
SchadowCat
3e jaars
3e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Elysium

SchadowCat is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Nov 07, 2004 20:14 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 17: De vampier.

Het was binnen pikdonker, echt pikdonker. Je kon niks zien. Harry duwde de deur verder open en probeerde iets te zien. Het leek zelfs of het duister het licht dat van hun toverstokken kwam opslokte. Iets bewoog.
‘Laten we gaan.’ Fluisterde Miriah. ‘Ik krijg een slecht gevoel over dit.’
‘Jij was degene die wou kijken wat er aan de hand was.’ Fluisterde Harry terug. ‘Nu heb je je kans.’
‘Ik heb me bedacht.’ Mompelde ze. Harry stapte de kamer in en plots was hij weg. ‘Harry?’ Geen antwoord. Ze keek om zich heen maar hij was verdwenen. Ze tuurde de kamer in waar het nog steeds donker was; Het was alsof licht niet kon overleven in die kamer. Misschien had een of ander monster hem wel naar binnen getrokken. Ze haalde diep adem en stapte toen ook de kamer in. Het was er zo mogelijk nog donkerder. Zelfs de deur was weg alsof die er nooit geweest was. ‘Harry?’ vroeg ze bevend.
‘Hier.’ Fluisterde hij terug; ‘Kom naar hier.’ Ze liep in de richting van de stem en voelde even later zijn hand. Maar die voelde tot haar verbazing ijkoud aan, levenloos. Ze liet zijn hand vlug los en pakte haar toverstok stevig beet. ‘Lumos!’ Nu versprijde zich licht in de kamer. En nu zag ze ook dat de stem niet an Harry was geweest maar van een andere jonegn die ook in de kamer was. Zijn gezicht was doodsbleek, zijn zwarte haar was vettig en lag slordig op zijn hoofd en zijn ogen waren fel blauw, zo licht blauw dat ze bijna geen kleur hadden. Ze liep achteruit bij hem vandaan. Hij lachte en wilde haar vastpakken maar voor hij daar in slaagde vuurde iemand een vloek op hem af die hem midden in zijn borst raakte. Hij wankelde even maar bleef staan.
‘Blijf uit zijn buurt Miriah.’ Waarschuwde Harry’s stem achter haar.
De jongen keek op en grijnsde. Plots was hij weg en hoorde ze achter haar Harry kreunen. Ze draade zich om maar kon niks zien. Ze stak haar toverstok uit en mompelde een spreuk. Meteen verspreide zich een fel licht door de kamer. Het leek alsof de duisternis nu opgeslokt werd door het licht want plots was de kamer tot in de donkerste hoeken verlicht. De jongen hield Harry stevig vast. Harry’s toverstok lag een eindje van hem vandaan.
‘Laat hem los.’ Zei Miriah beverig.
‘Doe dat licht weg.’ Kaatste de jongen met een schorre stem terug.
Toen Miriah geen aanstalten makte om het licht te doven drukte de jongen zijn arm die tegen Harry’s hals lag steviger tegen Harry aan tot hij bijna geen adem kon halen.
Miriah zuchtte en liet het licht verdwijnen. Meteen nam de duisternis bezit van het vertrek. Ze hoorde hoe Harry diep ademhaalde en ze zuchtte opgelucht.
‘Wie zijn jullie?’ vroeg de jongen.
‘Wie ben jij?’ vroeg Miriah. ‘Laat hem los.’ Ze kreeg geen antwoord. ‘Alsjblieft? We zullen niemand iets zeggen.’
‘Dat heb ik al meer gehoord.’
Plots duwde iemand haar de kamer uit en stond ze weer in het schemerlicht. ‘Als je een manier krijgt om me uit deze kamer te halen krijg je je vriend terug.’ Zei de jongen vanuit de kamer. ‘Liefst voor zonsopgang nog. Anders moet ik weer een dag wachten.’
‘Wat doe je met Harry?’ De deur viel in het slot.
‘Harry!’ riep Miriah geschokt uit. Ze liep naar de deur en rammelde aan de klink. De deur bewoog geen millimeter. Ze liet zich ertegenaan vallen maar de deur weigerde mee te geven.
Ze dacht razendsnel na en besloot dat het het beste was Perkamentus te waarschuwen. Hij zou wel raad weten. Ze was er niet gerust in dat Harry bij die vreemde jongen achter bleef maar ze moest er maar het beste van maken.
Ze rende de gang uit en liep voorzichtig de trap af. Plots merkte ze dat ze nog steeds het boek in haar handen had. Ze liet het met een klap op de vloer vallen. Een van de planken brak en er zat nu een gat in de grond. Ze bukte zich en keek in het gat. Ze schude haar hoofd, stond op en liep weg. Ze rende de tunnel zo snel als het mogelijk was door. De Beukwilg was opnieuw gaan zwiepen. Miriah drukte haastig op de knoest en rende van de Beukwilg weg in de richting van het kasteel. Ze hoopte maar dat ze niet te laat kwam.
Toen ze eindelijk in de Grote Zaal was zag ze dat er bijna niemand meer was: behalve Anderling, Sneep, een tiental koppeltjes waaronder Fed en George die de dansvloer onveilig maakten met hun gedans, het orkest en Perkamentus was iedereen al weg. Ze wierp een blik op haar horloge en zag dat het half twaalf was. Ze rende naar Perkamentus toe die aan een van de tafeltjes zat en een soort taartje proefde dat een paarse kleur had en waar een vreemd soort van vrucht op lag.
‘Professor.’ Hijgde ze.
‘Wacht even, Miriah.’ Zei hij terwijl hij voorzichtig aan het taartje rook. ‘Ik wil even…’
‘Het is dringend professor.’ Zei ze zacht. ‘Harry is in gevaar.’
Perkamentus keek haar verbaasd aan en stond op. Hij wnekte Anderling en Sneep en duwde haar zacht voor zich uit. ‘Kom mee.’ Ze liepen de Grote Zaal uit. Buiten liepen ze naar een verlaten klaslokaal. ‘Vertel me wat er aan de hand is.’ Miriah vertelde alles. Toen ze klaar was keek ze Perkamentus afwachtend aan. Hij knikte.
‘Goed dat je dat verteld.’ Zei Perkamentus. ‘Ga meneer Wemel en jufrouw Griffel halen en ga naar mijn kantoortje en wacht daar.’ Daarop liepen hij en Anderling en Sneep weg. Miriah renden naar de leerlingenkamer waar Ron en Hermelien in een heftige ruzie verwikkeld waren. Ze zuchtte gepikkeerd en liep naar hen toe.
‘Jullie meekomen.’ Zei ze maar geen van beiden luisterden.
Hermeliens ogen leken vuur te spuwen. ‘Je bent echt onuitstaanbaar!’ riep ze uit.
‘Jongens?!’ vroeg Miriah luider. Toen ze nog steeds niet luisterden trok ene mestbom uit de handen van een tweedejaar, die luid protesteerde, en gooide die tussen Ron en Hermelien in. Hij ontplofte met een knal en verspreide en walgelijke stank.
‘Miriah.’ riep Ron uit. ‘Waar was dat goed voor?’
‘Moet je die stank ruiken.’ Riep een derdejaars. ‘Je krijgt vreselijk vele last met Vilder!’ Maar daar trok ze zich niks van aan. ‘Jullie moeten meekomen naar Perkamentus zijn kantoortje. Ik leg het jullie daar wel uit.’ zei ze voor ze haar iets konden vragen. Ze liepen de leerlingenkamer uit in de richting van Perkamentus’ kantoortje. De stank bleef om hen heen hangen en enkele leerlingen die ze passeerden trokken hun neus voor hen op.
‘Dit kan zo niet.’ Zei Hermelien toen ze voor het beeld van de feniks stond. Ze mompelde een spreuk en de stank verdween. ‘Weet iemadn het wachtwoord?’ vroeg ze. Niemand reageerde. ‘Nee dus. Dat wordt wachten.’
Ze bleven een hele tijd staan wachten. Gelukkig waren er niet veel leerlingen meer uit bed zodat ze niet gestoord werden en niemand lastige vragen stelde.
Uiteindelijk zagen ze vijf personen hun kant op komen. Miriah herkende meteen Harry’s tengere gestalte en rende op hem af. Hij nam haar in zjin amen en drukte een zoen op haar lippen. ‘Ik was zo ongerust.’ Zei ze.
‘Alles is weer goed.’ Zei Harry glimlachend.
‘Ik wil jullie allemaal in mijn kantoortje spreken.’ Zei Perkamentus. Hij zei het wachtwoord (‘Blubbergum!’) en liepen de draaitrap op. Miriah zag dat Sneep in de richting van de kerkers liep. Toen merkte ze de bleke jongen op die achter Perkamentus aanliep. Hij keek steeds wantrouwend om zich heen. In het kantoortje toverde Perkamentus nog een paar stoelen te voorschijn en beduide dat iedereen moest gaan zitten.
Hij keek hen een voor een aan en stelde toen de jongen voor. ‘Dit is Aiden. Hij is een vampier maar voor jullie opspringen en wegrennen…’ zei hij met stemverheffing want iedereen keek Aiden geschokt en angstig aan. ‘…wil ik zeggen dat hij het niet zal wagen een van jullie aan te raken. Zelfs niemand uit deze school. Hij werd daar gevangen gehouden door een van Heer Voldmorts doodoeners.’ Ron en professor Anderling werden even bleek bij het hhoren van die naam maar zeiden niks. ‘Ik heb geen idee waarom hij deed bevolen heeft aan deze doodoener, ik ben er zeker van dat het op zijn bevel was, maar het was duidelijk voor een reden. Ik zal proberen met anderen deze reden te achterhalen. Tot we die reden achterhaald hebben blijft Aiden binnen de schoolmuren. Jullie vertellen er geen woord van tegen jullie medeleerlingen.’ Hij keek hen allemaal indringend aan en ging pas verder toen iedereen knikte. ‘Aiden zal ook zolang de lessen volgen die jullie volgen.’
‘Kan hij dan toveren?’ flapte Ron eruit.
‘Hij heeft me vertelt dat hij voor hij…toen hij nog leefde inderdaad een tovenaar was.’ Knikte Perkamentus. ‘Ik hoop dat hij het nog in zich heeft.’
Aiden grijsnde. ‘Ik hoop het ook. Het is een hele tijd geleden dat ik nog iets getovert heb.’
‘Maar als hij een…een vampier is.’ Zei Hermelien. ‘Hoe kan hij dan op onze school ronlopen? Ik bedoel…het zonlicht…’
‘Daar zorgt professor Sneep wel voor.’ Zei Perkamentus met twinkelende ogen. ‘Hij heeft me verzekerd dat hij het juiste drankje kent om Aiden voor een bepaalde tijd tegen het zonlicht te beschermen.’
Aiden keek gelukkig. ‘Kan ik eindelijk weer eens de zon zien.’ Mijmerde hij.
‘En nu moeten jullie naar bed.’ Perkamentus klapte in zijn handen. ‘Het is al erg laat.’
‘Waar slaapt hij?’ vroeg Ron.
‘Bij jullie natuurlijk.’ Antwoorde Perkamentus. ‘Zeg tegen je kamergenoten dat Aiden maar voor enkele weken blijft.’
Ze knikten en liepen Perkamentus’ kantoortje uit. Het was stil op de gangen. Ze gingen eerst langs bij Sneep die Aiden een flesje gaf waarin een gouden drankje zat.
‘elke dag doe je hiervan een druppel in je beker.’ Zei Sneep ijzig. ‘Het zorgt er ook voor da je lichaam voor een bepaalde tijd gewone voedingsstoffen kan opnemen.’ Daarna gooide hij de deur dicht.
Ze repten zich de kerkers uit en liepen naar hun leerlingenkamer waar het erg stil was. Iedereen was al gaan slapen, dat was duidelijk. De stank van de mestbom was verdwenen. Miriah had het vreselijke gevoel dat Vilder haar de volgende dag een vreselijk straf zal geven.
Ze namen afscheid van de jonegn en Hermelien en Miriah liepen naar hun slaapzaal.
‘Ik hoop dat die Aiden niks uitsteekt.’ Zei Hermelien ongerust. ‘Ik heb gelezen dat vampiers erg onbetrouwbaar zijn.’
Miriah kleede zich om en zei gesmoord vanonder haar trui. ‘Maak je niet druk Hermelien. Perkamentus weet wel wat hij doet.’ Ze kroop onder de dekens en nestelde zich behagelijk. ‘Slaapwel Hermelien.’ Hermelien mompelde iets terug wat ze niet verstond. Ze zuchtte en streek over haar amulet die tot haar verbazing begon te stralen. Er scheen een prachtig licht vanaf dat een kleur had die niet bestond. In het licht zag ze de omtrekken van een boek dat ze kende. Het verdween net zo plotseling als het gekomen was en ze viel in slaap. De laatste gedachte die ze had voor ze in slaap viel was dat ze morgen maar eens het zilveren boek moest bekijken.

Dit was hoofdstuk 17. Ik hoop dat jullie het leuk vonden. Smile





_________________
Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!

°-ShadowCat-°

_______________________________________
don't click this link...
Profiel bekijkenStuur privébericht
SchadowCat
3e jaars
3e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Elysium

SchadowCat is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Nov 08, 2004 22:04 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 18: Wantrouwen

Miriah werd wakker met een vreemd gevoel alsof ze dringend iets moest doen maar ze kon niet meer bedenken wat. Plots kwam alles terug: het kerstbal, het Krijsende Krot, Aiden de vampier en het zilveren boek. Ze zag het boek op haar nachtkastje liggen en trok het kreunend naar zich toe. Gelukkig was het herfstvakentie.
Ze sloeg het boek open maar zag niks speciaals. Alle pagina’s leken nog juist hetzelfde. Tenzij… ze bladerde naar de eerste pagina en dat de naam Terrence Calipo vervangen was door Marten Vilijn.
Ze fronste. ‘Marten Vilijn?’ mompelde ze. Ze keek om zich heen en zag dat zij en Hermpelien de enigste waren die nog op de slaapzaal waren. ‘Hermelien?’ Ze reageerde niet. ‘Hermelien!’ zei ze harder.
Hermelien draaide zich om en keek Miriah moe aan. ‘Wat?’
‘Wie is Marten Vilijn?’
Meteen was Hermelien klaarwakker, spong uit har bed en liep naar Miriah toe. ‘Waat staat dat?’ Miriah wees. ‘Marten Vilijn was de naam van V-Voldemort.’
Miriah zuchtte. Nu was het te laat. Voldemort had het derde boek. Alleen moesten ze nu nog uitvissen wat hij ermee wilde.
‘En nu?’ vroeg Hermelien.
‘Dat moet je mij niet vragen.’ Zei Miriah geïrriteerd. ‘Ik ben geen expert in dit soort dingen.’ Ze bladerde rustig verder tot ze bij het hoofdstuk kwam dat over vampiers ging. ‘Voor we verder gaan wil ik wat meer weten over vampiers.’
‘Vertrouw je Aiden dan niet?’ vroeg Hermelien.
‘Jij dan wel?’ vroeg Miriah met een blik op Hermelien.
Hermelien haalde haar schouders op. ‘Als Perkamentus…’
‘Als Perkamentus hem vertrouwd zal hij waarschijnlijk wel oke vinden.’ Knikte Miriah. ‘Maar die vriend van Harry, Lupos? Die vertrouwd me ook niet en hij weet dat Perkanmentus dat wel doet en jullie ook. Dus dat wil niks zeggen.’
‘Misschien heb je gelijk.’ Mompelde Hermelien. ‘Maar wacht af met je beschuldigingen.’
‘Daarom wil ik dit ook even lezen.’ Zei Miriah met haar vinger op het blad tikkend. Er stond een mooie tekening op van een vampierjongen die haar strak aanstaarde met felle blauwe ogen. Zijn huid was erg bleek en hij droeg zwarte kleren die ondanks zijn bleke huid hem goed stonden. Er stond ene hele uitleg over waar vampieren het vaakst voorkwamen (meestal op plekken waar weinig of juist heel veel mensen wonen.), hoe je hen het best kon herkennen (aan hun lichte ogen, hun bleke huid en ze zijn meestal in het zwart gekleed en ze komen nooit buiten overdag.), hoe ze zich gedragen en nog veel meer.
‘Pff, dat is een hele boterham.’ Zei Miriah zuchtend.
‘Dat lees je toch op een dag uit.’ Zei Hermelien lachend. ‘Nee? Dan doe ik het wel.’ Ze pakte het boek uit Miriah handen en wuifde haar weg. ‘Ga jij maar gaan eten.’
Miriah keek Hermelien onderzoekend aan. ‘Oke maar ik wil het wel terug.’ Ze stond op, kleede zich om en liep de slaapzaal uit. Tot haar verrassing zaten Harry, Ron en Aiden bij het haardvuur te praten. Aiden zat in het zonlicht en hij leek er erg van te genieten.
‘Miriah!’ riep Harry. Hij wenkte haar. Miriah liep de wenteltrap af en liep naar de jongens toe. ‘Aiden vertelt ons juist hoe hij in het Krijsende Krot terecht kwam.’
Aiden keek haar aan en glimlachte zijn hagelwitte tanden bloot en het was duidelijk te zien dat zijn hoektanden scherper en langer waren dan die van een normaal mens. Ze glimlachte terug, hetzij geforceerd, en ging naast Harry zitten.
‘Ik wandelde gewoon rustig rond, ik was niks van plan hoor, en plots ben ik omringd door een hoop personen in donkere mantels die een masker droegen.’ Zei hij tegen haar. ‘Normaal deren spreuken vampiers niet maar te veel is ook niet goed. Uiteindelijk kregen ze me verlamd en brachten me na veel omwegen naar wat jullie hier blijkbaar het Krijsende Krot noemen. Ik heb er weken vast gezeten.’
‘En toen hoorde je iemand de trap op komen en zag je je kans om te ontsnappen.’ Sloot Miriah af. ‘Dat weten we al.’
‘Jij vertrouwd me niet he?’ vroeg Aiden.
‘Nee.’ Antwoorde Miriah.
‘Waarom als ik vragen mag?’
Miriah haalde haar schouders op. ‘Geen idee, ik heb een gevoel.’
Harry zuchtte. ‘Kom nou Miriah. Als Perkamentus…’
‘Dat zei Hermelien ook al.’ Zei Miriah geïrriteerd.
‘Het geeft niks4. zei Aiden. Hij leunde achterover en genoot in het zonlicht dat hij maar voor een beperkte tijd nog zou kunnen zien. ‘Ik ben het gewoon en het kan me echt niks schelen.’
Miriah keke in het vuur en stond toen op. ‘Ik ga wat eten.’ Mompelde ze en liep de leerlingenkamer uit. Onderweg kwam ze weinig mensen tegen. Waarschijnlijk was iedereen buiten om van de mooie dag te genieten die wel eens de laatste mooie dag van het jaar zou kunnen zijn.
In de Grote Zaal schepte ze wat toast op en begon aan haar ontbijt. Toen ze opkeek zag ze Maris op haar afvliegen. Blijkbaar had ze besloten dat Miriah post moest krijgen want ze had een brief aan haar poot. Maris lande op de tafel en zag er duidelijk doodmoe uit. De brief bleek van haar ouders te zijn.

Lieve Miriah,
Zoals je weet is het overmorgen de verjaardag van de tweeling. We wilden je vragen of je eens kan langskomen voor hun feestje? Dat zouden ze erg leuk vinden. Als je niet mag stuur dan een uil terug dan geef ik het wel door aan hen;
Veel liefs
je moeder, vader en broertjes

P.S: we missen je.

Miriah glimlachte. Natuurlijk was ze de verjaardag van haar broertjes niet vergeten. Ze had zelf al een cadeautje voor hen gekocht. Fopspullen uit de Tovertweelings Topfopshop. Ze was er zeker van dat haar broertjes het schitterend zullen vinden. En natuurlijk zou ze vragen of ze mocht langskomen.
Ze at snel haar eten verder op en ging toen opzoek naar Anderlings kantoortje. Ze klopte aan: ‘Binnen!’
Ze liep naar binnen en zag dat Anderling achter haar bureau huistaken aan het nakijken was. Ze keek op en keke Miriah vanonder haar brilletje aan.
‘Wat kan ik voor u doen juffrrouw Nachtegale?’
‘Ik wilde vragen…mijn broertjes zijn overmorgen jarig.’ Begon ze. ‘Mijn moeder vraagt of ik overmorgen kan langskomen. Voor een dag. Dan kom ik ’s avonds weer terug.’
Anderling keke har even aan. ‘Volgens mij kun je dat beter aan professor Perkamentus vragen. Hij is bij Hagrid.’
Miriah bedankte haar en liep het kantoortje uit en liep naar buiten. Het was erg mooi were en warm. Kinderen lagen her en der over het schoolterrein verspreid, van de zon genietend.
Hagrids huisje stond een eindje verdop en er kringelde rook uit de schoorsteen zoals altijd.
Ze klopte aan. Hagrid keek haar met twinkelende ogen aan toen hij haar zag. ‘Miriah. Kom erin.’ Ze liep naar binnen. Perkamentus zat aan het tafeltje en keke haar glimlachend aan.
‘Ik wilde u iets vragen professor.’ Zei ze tegen Perkamentus.
‘Vraag maar raak.’
‘Mijn broertjes zijn overmorgen jarig ziet u en mijn moeder stuurt me deze brief….’ Ze wapperde even met de brief. ‘…en ze vraagt of ik overmorgen langskom voor hun feestje. Ik ben al bij An...professor Anderling langs geweest en die zegt dat ik het aan u moest vragen.’
‘En gelijk had ze.’ Knikte Perkamentus. ‘Ik weet niet of het verstandig is te gaan.’
Miriah keke verbaasd. ‘Maar waarom niet?’
‘Ik denk dat ja dat zelf kunt bedenken.’
‘Maar het is bij mij thuis.’ Zei Miriah verontwaardigd. ‘Het is niet dat ik ver weg ga waar niemand weet waar ik ben. Ik wil gewoon…’
Perkamentus knikte. ‘Dat weet ik maar ik denk dat je beter niet gaat.’
‘Maar…’ Miriah zuchtte.
‘Alsjeblieft Miriah.’ Zei Perkamentus zacht. ‘het is gevaarlijk en dat weet je.’
‘Nou goed dan.’ Ze draaide zich om en liep Hagrids huisje uit. Net toen ze buiten een stap wilde zetten stond ze pllts weer voor Perkamentus die haar glimlachend aankeek. ‘Wat…?
‘We waren nog niet uitgepraat.’ Zei Perkamentus met twinkelende ogen. ‘Het spijt me dat ik je niet kan laten gaan. Maar ik zie dat er nog iets is dat je dwars zit.’
Miriah keek hem schattend aan en haalde toen haar schouders op. ‘Ik vertrouw Aiden niet.’
‘Ik ben er zeker van dat hij te vertrouwen is.’
‘Ik niet.’
‘Dan moet je zelf weten. Nu kun je gaan.’
Miriah lipe het huisje uit en werd niet meer teruggebracht. Ze vertikte het om hier te blijven. Ze zou gaan, of Perkamentus het nu goed vond of niet!
De rest van de voormiddag hing ze rond in de leerlingenkamer. Hermelien had ondertussen het stuk over vampiers uitgelezen en probeerde Miriah te overladen met informatie. Uietindelijk zei Miriah dat ze hoofdpijn had en ging op haar bed liggen met het boek naast haar. Ze zag dat er een kaars op haar nachtkastje stond die erg rookte. Ze hoestte en vloekte. Zoder ze het merkte raakte ze met haar hand haar amulet.
Meteen begon te rook vormen aan te nemen. Ze keke verbaasd toe en tuurde in de rook. Het waren perosnen maar ze herkende hen niet. De rook begon wild te wervelen en maakte Miriah bang. Voor ze haar amulet losliet zag ze nog een gezicht met smalle ogen die haar vol haat aankeken en hoorde ze ene hoge schelle lach die haar deed verstijven.
Ze schudde het van zich af en blies de kaars uit; met een spreuk liet ze de rook verdwijnen en kroop ze onder de dekens. Ze voelde haar hoofd bonken. Ze had nu echt hoofdpijn van die rook gekregen.
Hermelien kwam binnen. ‘Gaat het Miriah?’ vroeg ze.
‘Ja hoor.’ Gromde ze ten antwoord.
‘Hier. Dit helpt misschien.’ Hermelien gaf haar een roze pilletje. Miriah pake het en stak het in haar mond. Metene loste het pilletje op en verdween haar hoofdpijn. ‘En?’
‘Bedankt Hermelien.’
‘Kom je mee naar beneden? Het is mooi weer buiten.’
Miriah dacht even na en knikte toen. ‘Oke.’
Ze ston dop en lipe achter Hermelien aan naar buiten. Harry, Ron en Aiden zaten ana het meer en kietelde de reuzententakels van de reuzeninktvis. De inktvis zelf lag op zijn rug in het water en genoot er duidelijk van. Miriah ademde diep in. Misschien zou deze dag toch nog leuk worden.

Ik hoop dat jullie het leuk vonden. Dit stuk was misschien wat saaier maar ik beloof jullie dat het spannender wordt! Very Happy





_________________
Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!

°-ShadowCat-°

_______________________________________
don't click this link...
Profiel bekijkenStuur privébericht
SchadowCat
3e jaars
3e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Elysium

SchadowCat is offline. 
BerichtGeplaatst: Di Nov 09, 2004 22:14 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 19: Het feestje.

Toen de verjaardag van haar broertjes eindeiljk zover was voelde Miriahn zich wat zenuwachtig. Ze zou iets doen wat ze nog nooit gedaan had: wegglippen van school. Ze had al een plan in gedachten. Als haar amulet haar naar Martha Reems kon brengen dan kon het haar waarschijnlijk ook naar huis brengen. Ze wist alleen nog niet helemaal hoe, maar dat dag ze wel op het moment zelf. Alleen nog een smoes verzinnen zodat niemand haar kwam storen.
Die ochtend stond ze op en liep opgewekt naar benenden. ‘Ik ga even ene wandeling maken.’ Zei ze. ‘Buiten, ik blijf wel een tijdje weg. Tot vanavond.’
‘Wanneer eet je dan?’ vroeg Hermelien verbaasd.
‘Ik heb wat mee.’ Ze wees naar de tas waarin de cadeautjes voor haar broertjes zaten.
Ze keken haar alledrie verbaasd aan? Harry het meest. ‘Veel plezier.’ Zei hij.
Ze gaf hem een zoen en liep de leerlingenkamer uit. Ze zuchtte en haatte het om te liegen maar ze zouden haar niet laten gaan en net zoals Perkamentus zeggen dat het te gevaarlijk was. Ze liep naar buiten en verstopte zich in de kassen wara op het moment niemand was. Ze haalde haar amulet boven. Als ze terug wilde dan kon ze het wensen, net zoals die keer bij Martha Reems.
Ze streek met haar vinger over het amulet en wenste dat ze thuis was. Toen ze haar ogen opende zag ze een witte flits en plots stond ze voor haar huis. Ze glimlachte blij, deed haar amulet om en klopte aan.
Haar broertje Dillan deed open gierde het uit van plezier. Ze nam hem in haar armen.
‘Gelukkige verjaardag Dillan.’ Zei ze. Devin kwam ook de gang in stormen en Miriah ving hem op met hara andere arm. ‘En jij ook Devin.’ Ze knuffelde hen en liep toen naar binnen. De tweeling huppelde steeds om haar heen en vertelde haar dingen waar ze geen woord van verstond.
Haar moeder omhelsde haar ook. ‘Je vader komt later. Mario en Gilian zijn op weg.’
‘Cadeautjes!’ zong de tweeling luid en ze dansten op en neer van ongeduld.
‘Later.’ Zei moeder streng en ze hielden op. Ze renden de keuken uit, sprongen op minibezemsteeltjes en zoefden opgewonden door de woonkamer. Miriah hielp met het voorbereiden van het feestje en genoot zo veel mogelijk van haar familie zolang ze hier nog was. Rond 11uur kwamen haar broers, Mario en Gilian aan. Tegen de middag arriveerden de andere gasten. Alle adeautjes werden op een tafel gelegt en het werd een hele klus om de tweeling van de cadeautjes vandaan te houden maar het lukte Miriah.
Het werd een gezellig feestje. Het was ook een verandeming om weer een italiaans te kunnen spreken na die twee maanden engels. Iedereen vroeg haar uit over haar nieuwe school. Miriah vertelde hen alles behalve de vreemde dingen die gebeurd waren. Ze wilde niemand ongerust maken. Tegen de avond werd iederene moe en gingen ze naar huis. Miriah plofte zuchtend in de zetel neer. Aan beiden kanten van haar kwamen Mario en Gilian zitten. Ze keek van de een naar de ander en zag een grijns op hun gezichten. ‘Wat?’
‘Mario zegt dat je een vriendje hebt.’ zei Gilian.
Miriah keek vlug naar Mario die onschuldig de andere kant opkeek. ‘Hoe kom je daarbij?’
Mario haalde zijn schouders op. ‘Ik ken Fred en George Wemel erg goed en hun broertje Ron is een vriend van jou en…’
‘Oke oke.’ Mompelde Miriah.
‘Hoe heet hij?’
‘Harry Potter.’ Antwoorde Miriah.
Gilian keke verbaasd. ‘Bedoel je dé Harry Potter.’
Miriah keek naar Mario. ‘Ik ben verbaasd dat hij nog niet alles over Harry weet.’ Mario grinnikte.
‘Hij heeft nog niks gezegt, behalve dat je een vriendje hebt.’ Zei Gilian. ‘Goeie smaak zus.’ Grinnikte hij en wreef door haar haar.
Ze duwde geërgerd zijn arm weg. ‘Hij si lief en ik ben niet verliefd op hem omdat hij Harry Potter is.’ Zei ze. ‘Trouwens, hij nam de eerste zet.’
‘Mocht je dan langskomen van hem?’ vroeg Mario plagend.
‘Rot op.’
‘Let op je worden zusje.’ Zei Gilian lachend terwijl hij op haar hoofd tikte.
‘Gelukkig blijf ik niet slapen.’ Mompelde ze.
Mario trok zijn wenkbrauwen op. ‘Nee, moet je wer terug van Perkamentus?’
Miriah werd rood. ‘Ik mocht eigenlijk niet gaan.’ Mompelde ze. Ze zei hen maar meteen de waarheid. Ze had nooit tegen hen kunnen liegen want ze kwamen er toch atijd achter, hoe dan ook.
Haar broers keken eerst verbaasd en grinnikten toen. ‘Ons zusje wordt rebels.’ Zei Gilian tegen zijn broer. Mario knikte. ‘Inderdaad.’ Zei hij. Ze pakten haar allebei bij een arm en trokken har mee naar buiten. Het was erg fris geworden. ‘Jongens, hou op. Laat me los!’ riep ze uit. Ze grinnikten en dwongen har te gaan zitten.
‘Hoe ben je hier dan geraakt?’ vroeg Mario. ‘Ik zie nergens een bezem.’
‘Eh…’
‘Ik vertel het ma.’ Dreigde Gilian.
Miriah keke hen boos aan. ‘Chantage.’ mompelde ze. Ze trok een arm los en wees naar het amulet. ‘Dit leuke ding hier.’ Zei ze. ‘Als ik wens ergens te zijn dan brengt het me daar.’
Mario bekeek het amulet nauwkeuriger. ‘Ik heb dat dink bij Nona eens zien liggen.’ Zei hij. ‘Ik snuffelde wsat rond in Nona’s kasten en toen zag ik het liggen maar toen ik het aanraakte elektrocuteerde het me bijna.’
Miriah lachte. ‘Arme jongen, mij dot het niks en laat je me nu los. Ik moet terug zijn voor ze me door hebben.’ Ze lieten haar los en Mario trok haar overeind. ‘Dan zit ik pas echt in de problemen. Ik kan me Anderlins stem al voorstellen.’ Ze rilde en had geen zin in strafwerk.
Ze liepen weer naar binnen en Miriah nam afscheid. ‘Perkamentus verwacht me vanavond terug.’ Zei ze.
Mario en Gilian konden hun lachen bijna niet inhouden. Ze wierp hen een vuile blik toe maar ze vergezelden haar naar buiten. Ze deed haar mantel om en keek naar haar broers.
‘Mag ik dat ding ens lenen?’ vroeg Gilian.
‘Nee.’ Antwoorde Miriah. Ze glimlachte en streek over haar amulet terwijl ze aan zweinstein dacht. ‘Doei jongens.’ Ze zag een flits en lande op een koude vloer. Ze draaide zich grijnzend en hoofdschuddend om. Haar broers waren echt… Ze verstijfde. Ze was helemaal niet op Zweinstein maar ze stond in een kleine keuken. Haar hart sloeg op hol en ze draaide zich om. Er was niemand in de keuken. Plots kwam een mollige vrouw binnen met enkele pannen in haar handen die ze kletterend liet vallen toen ze Miriah zag. Miriah rende halsoverkop de keuken uit en kwam terecht in een kleine woonkamer waar een hoop mensen om een lange tafel heen stonden. Perkamentus stond ana het hoofd van de tafel en was ana het praten. ‘…vinden. Ze is belangrijk. Ik zal…’ Hij breek zijn zin verbaasd af toen hij haar binnen zal stormen. ‘Miriah?’
Ze bekeek de andere mensen: Remus Lupos, een kleine man met twee verschillende ogen waarvan een haar aanstaarde, een vrouw met roze haar, Harry, Ron, Hermelien en veel anderen die ze niet kende. Perkamentus blik verharde zich en hij keek bijna kwaad. ‘Miriah, wat heeft dit te betekenen?’
Ze haalde schaapachtig haar schoduers op. Iedereen staarde haar afwachtend aan. Lupos legde een hand op Harry’s schoduer voor hij naar haar toe kon rennen. ‘Wel, ik…’ Voor ze zich kon uitpraten zonk haar vinger weg in de amulet en ze zag een witte flits.
Toen ze opnieuw iets zag stond ze nog steeds in hetzelfde huis maar het zag er splinternieuw uit en er liepen bedienden heen en weer, zonder haar te zien. Ze was blijkbaar in het verleden of de toekomst. Er liepen een jongeman van een jaar of 15 vlak langs haar hene. Hij had halflang zwatr haar en was uitzondelijk knap. Eerst leek het alsof hij haar zag want hij keek even verbaasd maar toen liep hij gewoon langs haar heen, zonder haar op te merken.
Nog een flits en ze stond in de woonkamer van een ander huis waar een hele hoop mensen in zwate mantels stonden en met maskers op. In het midden stond Voldemort. Niemand zag haar en dat stelde haar erg gerust. Voldmort had het zilveren boek in zijn handen en mompelde een spreuk. Naast hem stond Aiden, hij was vastgebonden aan zijn polsen en zag er maar ziek uit voor een vampier. Miriah verbaasde zich erover dat hij zich niet lostrok want volgens Hermelien waren vampiers ongelofelijk sterk. Maar, bedacht ze zich, nu hij dat drankje gedronken had was hij voor een deel menselijk: hij kon eten, in zonlicht staan en hij zag er frissen en levendiger uit.
Toen Voldemort zweeg maakte hij ene snede in Aidens pols en ving het bloed op. Hij deed het bloed in een flesje. Daarna richte hij zijn toverstok op Aiden, riep een spreuk en Aiden zakte bdood op de grond. Voor haar ogen verdween hij de rook.
Een witte flits en ze stond wankelend terug voor de tafel. Iedereen was druk met elkaar aan het praten en wees naar Miriah. Ze hijgde en liet het amulet verschrikt op de grond vallen.
Door de bonk keke iedereen op en zag haar openiuw staan. Perkamentus stond nog steed sop zijn plaats en keek haar aan. Hij keek alleen niet meer boos maar ongerust.
‘Wat zag je?’ vroeg hij kalm.
‘V-Voldemort.’ De mensen in de kamer sisten. ‘En Aiden. Voldemort deed iets met Aiden. Hij nam wat van zijn bloed lof zoiets en toen doodde hij Aiden, hij verdween gewoon in de rook.’ Zei ze.
‘Hij heeft plannen.’ Zei Perkamentus tegen de mensen aan tafel. ‘En jij,’ zei hij tegen Miriah. ‘gaat meteen terug naar school en wacht in mijn kantoortje.’ Hij sprak opnieuw streng. Miriah raapte haar amulet op, dacht intens aan Zweinstein en stond op het schoolterrein. Ze lipe naar binnen en zocht Perkamentus kantoortje op. Ze liet zich in ene van de stoelen ploffen en wachtte af. Ze zou een fikse uitbrander krijgen, dat was zeker. En waarschijnlijk ook een eeuwige straf. Misschien mocht ze zelfs niet meer naar Zweinsveld.
Even later liepen Perkamentus, Anderling, Harry, ron en Hermelien naar binnen. Miriah kromp een beetje ineen onde Perkamentus blik. Harry, Ron en Hermelien bleven ene beetje op afstand, hoewel het duidelijk was dat ze graag ook hun zegje wilden doen.
‘Waarom ben je gegaan?’ vroeg Perkamentus. Miriah haalde haar schouders op. ‘Nadat ik het je uitdrukkelijk verboden had. Wat als er wat gebeurd was?’
‘Er is niks gebeurd.’ Verdedigde ze zich.
‘Maar het kon.’ Zei Perkamentus streng. ‘Ik weet warover ik praat. Het is te gevaarlijk op dit moment. Voldemort weet van je, hij kent je.’ Miriah wilde iets zeggen maarz e wist niet wat. ‘Ik hoop dat je in het vervolg luistert. Professor Anderling bedenk wel een passende straf voor je.’
Miriah vond haar stem terug. ‘Het spijt me maar ik wilde echt graag gaan.’
‘Dat weet ik.’ Zei Perkamentus iets zachter. ‘Maar je wist…’
‘….dat het gevaarlijk was.’ Mompelde Miriah. ‘Ja, dat weet ik. Tussen haakjes, waar was ik ergens?’
‘Op het Grimboudplein, ten huize Zwarts.’ Antwoorde Perkamentus.
‘Woonde daar soms een jongen met zwart haar en is opmerkelijk knap?’
‘Sirius Zwarts.’ Knikte Anderling.
Miriah dacht na. ‘Zwarts? Je bedoeld de moordenaar?’
Perkamentus wierp een blik op Harry. ‘Hij was geen moordenaar. Hij werd in de val gelokt.’
Miriah haalde haar schoduers op. Ook goed. Ik hoorde dat hij ontsnapt was uit Azkaban.’ Ze lachte zacht. ‘Ik had nooit gedacht dat het iemand zou lukken. Ik zou die vent best wel eens willen ontmoeten.’
‘Hij is dood.’ Zein Perkamentus zacht.
‘O, nou ja.’ Zei Miriah schouderophalend.
Achter haar liep iemand de kamer uit. Ze zag dat het Harry was want Ron en Hermelien keken hem medelijdend aan. ‘Heb ik iets gezegt?’
‘Sirius was Harry’s peetvader.’ Zei Hermelien. ‘Hij is vorig jaar voor Harry’s ogen vermoord door Bellatrix Van Detta.’
Miriah beet op haar lip. ‘Dat wist ik niet.’
‘En nu naar bed.’ Zei Perkamentus plots. ‘Morgen moeten jullie uitgerust zijn.’
Ze stonden op en liepen achter Anderling naar de beneden.
‘Morgen om 7uur 's avonds in mijn kantoortje.’ Zei Anderling nog voor ze zelf wegliep.
Ron, Hermelien en Miriah liepen naar de toren van Griffoendor en kropen in hun bed. Harry was er niet, blijkbaar lag hij al in bed. Miriah nam zich voor morgenochtend eens met Harry te praten en viel in slaap.





_________________
Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!

°-ShadowCat-°

_______________________________________
don't click this link...
Profiel bekijkenStuur privébericht
SchadowCat
3e jaars
3e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Elysium

SchadowCat is offline. 
BerichtGeplaatst: Vr Nov 12, 2004 17:13 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hier komt hoofdstuk 20. Het heeft een tijdje geduurd maar het is eindelijk af. Ik hoop dat jullie het leuk vinden. Razz

Hoofdstuk 20: De Kaartenkamer.

En praten met Harry was ook het eerste wat ze deed. Ze gleed uit haar bed, deed haar kleren aan en liep de leerlingenkamer in. Maar Harry was zer niet. Waarschijnlijk sliep die nog. Ze liep de trap op naar de jongensslaapzaal en keek naar binnen. Harry en Marcel waren de enigen die nog sliepen. Ze glipte de kamer in en lipe naar Harry’s bed toe. Hij lag met zijn rug naar haar toe en sliep nog. Achter haar snurkte Marcel eens hard waardoor ze schrok en bijna tegen Harry’s bed botste. Ze blies zacht in zijn oor en sloeg ene hand voor zijn mond voor hij het kon uitroepen van schrik.
‘Miriah?’ vroeg hij verbaasd toen ze haar hand weggehaald had. ‘Wat doe je hier?’
‘Ik wil met je praten.’ Zei ze. Hij ging wat meer overeind zitten. ‘Over gisteren.’
‘En?’
‘En? Waarom liep je nou zo kwaad weg? Ik kon toch ook niet weten dat dinges…Zwarts jouw peetvader was en dat hij onschuldig was…Ik heb nooit van mijn leven andes gehoord.’
Harry keek haar zwijgend aan. ‘Dus, ik wil eens van jou horen horen hoe het met Zwarts zit.’
‘Je zou hem ten eerste misschien Sirius kunnen noemen, om te beginnen.’
Miriah staarde hem aan. ‘Nou best. Waarom?’
‘Omdat hij onschuldig was EN mijn peetvader.’ Zei Harry.
‘Dat zei je al.’
‘Waarom zei je dat je graag hem eens zou willen ontmoeten?’
Miriah haalde haar schouders op en kruiste haar benen onder zich om het zich gemakkeijk te maken. ‘Wel, hij moet toch een erg goede tovenaar zijn om uit Azkaban te ontsnappen. Dit plek wordt nota bene bewaakt door dementors. Ik bedoel, wie verwacht zoiets?’
Harry glimlachte. ‘Hij was eigenlijk en faunaat. Hij kon zichzelf in een grote hond veranderen. Zo is hij ontsnapt.’ Hij leek even in gedachten verzonken. ‘Hij had voorgesteld dat ik bij hem kwam wonen als zijn naam gezuiverd was.’
‘Je komt er wel overheen Harry.’ Zei Miriah zacht. ‘Mijn oom is ook voor mijn ogen gestorven. Naast Nona en was hij de enigste persoon tegen wie ik alles kon zeggen.’
‘Hoe is hij gestorven?’
‘We waren gaan wandelen in de bergen, hij deed dat graag. En hij leerde me vanalles onderweg, vooral de werking van kruiden en hij leerde me veel over magische wezens. Het is hem zelfs gelukt me eens een eenhoon aan te laten raken, ene veulen natuurlijk.’ Ze dacht aan haar oom. Hij was geweldig voor haar geweest. ‘Die dag hadden we gaan van beiden door dat er een wolf achter ons aanzat. Ik weet niet waarom dei wolf het deed, als hij zelfs al een reden had, maar hij besprong ons opeens. Hij heeft mijn oom gedood.’
‘Dat spijt me.’ Mompelde Harry. ‘Ik veronderstel dat je Terzielen kunt zien?’
‘Ja, na de dood van mijn oom zag ik er op een dag door de bergen lopen, een hele groep.’
Ze keek Harry aan. ‘Het spijt me erg van Zw…Sirius.’
Harry knikte en leunde tegen haar schouder aan. Ze gaf hem een zoen in zijn haar.
Achter hen viel iemand op de grond. Ze schrokken en sloegen het gordijn van het hemelbed aan de kant. Miriah begon te lachen. Marcel was uit zijn bed gevallen.
‘Marcel?’ vroeg Harry grinnikend.
Marcel stond snel op en werd rood. ‘Ik hoorde jullie praten…en…en ik wilde stil zijn maar ik…’
‘Laat maar Marcel.’ Lachte Miriah. Ze sprong van Harry’s bed af en liep naar hem toe. ‘Heb je je pijn gedaan?’ Marcel schudde zijn hoofd en wilde zijn kleren aan doen maar hij wierp een blik op haar en toen naar Harry. ‘Laat maar, ik ga al.’ Grinnikte ze en ze liep de slaapzaal uit. Ron en Hermelien zaten te schaken en aiden keek toe.
‘Wie wint er?’ vroeg ze.
‘Nog niemand.’ Mompelde Ron geconcentreerd.
Aiden lachte. ‘wat klets je nou, Ron. Hermelien wint, dat is toch duidelijk.’ Hij wees naar Hermeliens dame die net Rons loper aan stukken sloeg. ‘Nog even en je koning ligt in stukjes.’
‘Hou je kop Aiden.’ gromde Ron. ‘Ik kan nog winnen.’
‘Het spijt me Aiden.’ Zei Miriah. Aiden keek haar aan. ‘Dat ik je niet vertrouwde.4
‘Waarom zo plots van gedachten veranderd?’
Miriah haalde haar schoduers op. ‘Heeft Perkamentus je niks vertelt?’
Aiden fronste en knikte toen. ‘Dat.’ Hij knikte en rilde. ‘Ik hoop maar dat het geen werkelijkheid wordt. Ik heb dit al te lang overleefd om nu dood te gaan.’
‘Je bent toch dood?’ vroeg ze verbaasd.
‘Ja.’ Aiden rolde met zijn ogen. ‘Maar ik bedoel echt dood. Zoals de hemel van de Dreuzels enzo en je ziel die opstijgd. Behalve dat ik waarschijnlijk gne ziel meer heb.’
‘Hoe oud ben je?’ vroeg Miriah hem.
‘Oud.’ Antwoorde Aiden en hij richtte zijn aandacht weer op het spel.
Even later kwamen Harry en Marcel binnen. Marcel liep metene de leerlingenkamer uit. Harry liep naar het groepje toe en greep Miriah hij middel en zoende haar. ‘Gaan we eten?’ vroeg hij toen hij haar los liet.
‘Nog even.’ Bromde Ron. ‘Ik ga winnen.’ Ze keken het spel nog uit. Uiteindleijk won Hermelien. Ron borg kwaad zijn schaakspullen op en liep voor hen uit nar de Grote Zaal.
Miriah grinnikte. ‘Die kan echt niet tegen zijn verlies.’
Het rustig in de grote zaal want de meeste leerlingen gingen naar huis tijdens de vakantie. Aiden ging Miraiah zitten en keek nar het eten. Hij pakte een stuk chocolade en bestudeerde het, rook eraan en likte eraan. ‘Ga je het niet opeten?’ vroeg Miriah.
‘k geniet ervan zolang ik kan.’ Zei Aiden terijl hij er voorzichtig een stukje af beet en gelukzalig zijn ogen sloot. ‘Weet je dat het jaren en aren geleden is dat ik ooit nog chocolade gegeten heb?’ Miriah grijnsde.
De rest van de dag hingen ze maar wat rond in het kasteel. Ron vond een nieuwe geheime gang achter een van de schilderijen waarop een oude vrouw stond die voor een haardvuur zat te breien. Aan haar voeten lag een grote waakhond die grommend opkeek toen Ron voor de vijfde keer de hond aaide waardoor het schilderij open zwaaide. Erachter lag een smalle tochtige gang. Ron besloot er een andere op onderzoek uit te gaan om te zien waar de gang uitkwam en sloot het schilderij weer. Om 7 uur moest Miriah naar Anderlings kantoortje om haar straf te krijgen. Anderling zat achter haar bureau en keek haar glimlachend aan, wat Miriah vreemd vond want ze zou strafwerk krijgen.
‘Ga zitten.’ Zei Anderling. ‘Voor straf moet je een hele week na het avondmaal in de keukens werken. Afwassen, kuisen, dat soort dingen.’
Miriah trok een wenkbrauw op. ‘Eh…waar zijn de keukens dan?’
‘O ja, dat laat ik je nu. Je straf begint morgenavond.’ Daarna stond ze op ging Miriah voor. ‘Volg me.’ Ze liepen enkele trappen af en op en uiteindeijk weer af. Ze kwamen in een donkere gang waar een groot schilderij hing waareen fruitschaal op geschilderd was. Anderling kietelde de peer, die giechelde en toen draaide het schilderij open en keken ze in een grote immense ruimte. ‘Dit is de keuken.’ Een grote groep huis-elfen rende op hen af en bogen diep. ‘Dag mevrouw Anderling mevrouw en juffrouw.’ Ze trokken hen de keuken binnen en keken Miriah en Anderling afwachtend aan.
‘Juffrouw Nachtegale zal jullie een week helpen.’ Zei Anderling luid tegen de elfen. ‘Het is een straf voor haar. Ik reken erop dat jullie haar toenen wat ze moet doen en hoe ze het moest doen.’ Ze draaide zich om naar Miriah. ‘En aangeien we hier nu toch zijn blijf je nog helpen tot 8 uur, begrepen?’
Miriah knikte en Anderling liep weg. De huis-elfen trokken haar met zich mee en zetten haar op een krukje naast een stapel potten en pannen waaraan nog kleverige resten van het eten van die avond hingen. ‘Juffrouw moet potten schuren.’ Piepte een elf en het leek alsof hij het prachtig vond. Hij duwde een schuurborstel in haar hend en een andere huis-elf sleepte een bak water naar haar toe. Miriah zuchtte en ging langzaam aan het werk. Het was een vreselijk vermoeiend werkje. Om 8 uur had ze vijf potten prpoer geschuurd. De elfen trokken haar recht. ‘De Juffrouw mag gaan slapen. De juffrouw is gedaan.’
‘Zou ik wat mogen eten?’ vroeg ze. Van al dat schrobben en schuren had ze honger gekregen.’ Meteen kwamen een hele hoop elfen naar haar toe gelopen met schalen toetjes. Verwonderd nam ze er een armvol mee en liep toen, de huis-elfen bedankend, de keukens uit. Het was al erg donker en ze liep een trap op. Na een halfuur rond lopen merkte ze dat ze verdwaald was. Ze liet de overige toetjes in haar zakken glijden en keek om zich heen.
‘Ik kan niet gelovendat ik verdwaald ben.’ mompelde ze. ‘Ik heb een kaart van Zweinstein nodig.’ Ze keek om zich heen en zag opgelucht een deur aan haar rechterkant, waarop in gouden letters: Kaartenkamer stond en trok die open. Haar mond viel open van verbazing. Ze was in een kamer terecht gekomen die vol hing met allemaal verschillende soorten kaarten. Er waren kasten en laden en manden vol met kaarten en niet alleen van Zwinstein maar van de hele wereld en van elk land. Aan een van de muren hing een grote kaart van Zweinstein waarop alle gangen en kamers stonden. Er stond een zwarte stip op de plaats waar zij stond. Maar zij was niet de enige stip, er stonden honderden stipjes op de kaart en velen ervan liepen rond in ene bepaalde ruimte, hun leerlingenkamer. Andere kamers waren die van de leerkrachten. Ook was elk stipje voorzien van een naam. Ze zag ook ‘Keuken’ in sierlijke letters staan en toen ze ernaar wees zag ze een tekstje verschijnen op de plaats waar het schilderij van de fruitschaal hing:

Om de keukens binnen
Te komen:
Kietel de peer.


‘Dit is pas een handige kaart.’ Mompelde Miriah. Ze prentte zich in dat ze het aan Harry moest vertellen. Toen ze een andere kaart bekeek zag ze dat er ook stipjes op stonden waarnaast namen zweefden. Ze bekeek andere kaarten en zag dat elke kaart zo was.





_________________
Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!

°-ShadowCat-°

_______________________________________
don't click this link...
Profiel bekijkenStuur privébericht
SchadowCat
3e jaars
3e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Elysium

SchadowCat is offline. 
BerichtGeplaatst: Vr Nov 12, 2004 17:43 Terug naar boven Sla dit bericht op

Vervolg hoofdstuk 20:

Opgewonden zocht ze haar weg op de kaart van Zweinstein, liep ze de kamer weer uit en vond snel haar weg naar de Toren van Griffoendor. Ze zei het wachtwoord (‘Herfstbladeren!’) en struikelde bijna de leerlingenkamer binnen. Veel mensen keken verstoord op mar ze lette niet op hen en liep naar Harry, Ron en Hermelien die aandachtig luisterden naar Aiden.
‘Harry!’ ze kwam hijgend tot stilstand naast hem. ‘Harry, je moet meekomen. Ik heb een vreemde kamer gevonden.’
‘Hoe bedoel je?’ vroeg Harry verward.
‘Ik was de weg kwijt en ik loop een kamer binnen die vol hangt met kaarten.’ Fluisterde ze. ‘Niet alleen van Zweinstein maar van de hele wereld. Je moet het zien.’
Ze trok hem aan zijn arm overeind en trok hem mee de leerlingenkamer uit. Ron, Hermelien en Aiden volgden hen op de voet. Miriah ging hen voor.
‘Miriah, dit is de weg naar de keukens.’ Zei Ron.
‘Ik moet voor straf een week in de keukens werken.’ Legde Miriah uit. ‘Ik was de weg kwijt en toen vond ik die kamer.’ Ze kwamen bij de keukens. Miriah volde de weg terug naar waar ze de kamer had gevonden maar de deur was er niet, enkel een massief stenen muur. Ze keken overal maar konden nergens een deur vinden.
‘Er was een kamer.’ Hield Miriah vol. ‘Hij hing vol met kaarten. Ik ben het zeker.’
‘Misschien was het de Kamer van Hoge nood.’ Mompelde Ron.
‘Wat?’ Miriah keek hem vragend aan.
Ron zuchtte. ‘Er is een kamer die enkel verschijnt als je hem nodig hebt. Bijvoorbeeld als je dringend naar de wc moet dat verschijnt er plots een kamer vol toiletten.’
‘Maar die kamer had ene naam. De Kaartenkamer.’ Zei Miriah overtuigend. ‘Ik verzin het heus niet.’ Ze keken haar aan op ene manier die duidelijk zei dat ze haar niet geloofden. Ze zuchtte gefrustreerd en wenste dat ze de kamer vond om het hen te bewijzen.
‘Laten we teruggaan.’ Zei Harry.
‘Ik lieg heus niet.’ zei Miriah wanhopig.
‘Oke, stel dat die kamer er echt was.’ Zei Harry zuchtend. ‘Dan is hij er nu niet meer dus kunnen we evengoed teruggaan.’ Ze draaiden zich allemaal om en liepen terug naar de leerlingenkamer van Griffoendor. Miriah keek steeds om zich heen en hoopte de kamer opnieuw te zien, wat ijdele hoop was. Harry probeerde een gesprek met haar aan te knopen maar ze snauwde hem af. Toen ze terug waren in de leerlingenkamer liep ze meteen naar haar slaapzaal en ging op har bed liggen. Met een ruk sloot ze de gordijnen van haar hemelbed en dacht na. Waarom geloofden ze haar nu niet? Waarom geloofde Harry haar niet? Woest draaide ze zich op haar zij. Ze hoorde Hermelien binnenkomen die aarzelend haar naam zei maar in haar eigen bed kroop toen Miriah niet antwoorde. Langzaam viel ze in slaap.

De volgende ochgtend was ze nog steeds kwaad en liep meteen naar beneden om te gaan eten. Het was er al erg druk. Ze ging naast Parvati zitten. Hun gesprek ging over Zwamdrift en ze hoopten dat de vakantoe snel over was want ze wilden haar een belangrijke vraag stellen over Belinda’s droom vorige nacht.
Na het eten liep ze terug naar de leerlingenkamer. Ze kwam Harry, Ron en Hermelien tegen maar ze liep hen zonder aan te kijken voorbij. In de leerlingenkamer ging ze haar boeken halen om haar huiswerk te maken en ging aan een van de vrije tafeltjes zitten. Aiden zat in een van de zetels in het zonlicht te genieten; Hij begon er steeds bleker uit te zien en Miriah voorspelde dat hij binnen enkele dagen opnieuw geen zonlicht en voedsel zou kunnen verdragen. Ze concentreerde zich op haar opstel voor Sneep dat ze moesten maken over de Bezoar. Ze vond het een dom opstel dat supersimpel was. Na een uurtje had ze hem al af.
Aiden kwam naast haar zitten en las het zijgend over.
‘Dit moet Kwiezel zijn, niet Wiezel.’ Miriah keek naar waar haar wees en verbeterde haar fout.
‘Bedankt.’ momelde ze.
‘Je bent kwaad op ons, niet?’ Miriah bromde iets en bekeek haar huistaak voor Waarzeggerij. Ze moesten met ingewikkelde berekeningen proberen uit te vissen of ze binnen tien jaar gelukkig getrouwd zou zijn of niet. Alsof het haar wat kon schelen of ze binnen tien jaar zou trouwen of niet, het liefst trouwde ze helemaal niet.
‘Ik geloof je.’ Zei Aiden plots.
‘Meen je dat?’ vroeg Miriah verbaasd.
Aiden knikte. ‘Ja, je was vele te opgewonden om het niet zeker te kunnen zijn.’
‘Waarom zei je dan niks?’ vroeg Miriah verontwaardigd.
‘Omdat ze niet naar me geluistert zouden hebben.’
‘De volgende keer als ik die kamer tegen kom laat ik de deur open staan en sleur ik er hen aan hun oren naartoe.’ Dreigde Miriah.
‘Je kunt ze niet echt kwalijk nemen.’ Zei Aiden zacht. ‘Zou jij het geloven als ze naar je toe zouden rennen en zeggen dat ze een vreemde kamer zouden vinden vol met bijvoorbeeld lampen ofzo of kasten, weet ik veel. Het is erg ongeloofwaardig.’
Miriah zuchtte. ‘Misschien wel maar ze kijken naar me alsof ik gek ben.’ Aiden glimlachte en liep terug naar zijn stoel voor het raam. De zon stond nu hoog aan de hemel maar het was koud buiten. De winter zou er nu echt bijna zijn.
Ze zwoegde nog een eind verder op haar Waarzeggerij maar na twe uur gaf ze het op en fantaseerde ze wat. (Ze zou drie keer trouwen later, een van haar echtgenoten zou een gruwelijke dood sterven en de andere twee zouden van haar weggaan vor een andere vrouw. Daarna zou ze nooit meer met een man trouwen.) Ze stak haar spullen weg en liep de rest van de dag rond door het kasteel.
Na het avondeten, dat ze opnieuw doorbracht bij Parvati en Belinda, liep ze naar de keukens en hielp daar de tafels afruimen deze keer. Ze ontmoete een huis-elf die Dobby heette en hij en een andere huis-elf, Winky; waren de enige elfen niet kleren droegen. Dobby was duidelijk erg opgetogen dat hij vrij was en kleren kon dragen maar Winky zat bijna heel de tijd snikkend op een krukje bij het haardvuur. Sommige momenten was ze nuchter en hielp ze wat mee. Toen het 9 uur was mochtze stoppen. De huis-elfen duwden haar opnieuw toetjes in haar handen. Dobby liet haar uit (‘Dag mevrouw Nachtegale mevrouw!’) riep hij haar na voor hij de deur sloot.
Ze knabbelde lusteloos aan een vruchtentaartje en plots kreeg ze een idee. Ze liet de taartjes in haar zakken glijden en rende naar de plaats waar de deur moest zijn waarop Kaartenkamer moest staan. Snel vond ze de muur. Er was helemaal niks te zien behalve een massieve stenen muur. Ze sloot haar ogen en probeerde zich in te beelden dat ze erg verdwaald was en dat ze een wereldkaart nodig had. Toen ze haar ogen opnieuw opende zag ze tot haar verbazing de deur. Het leek alsof hij nooit was weggeweest. Ze liep naar binnen en zag dat alles er nog steeds hetzelfde uitzag behalve dat er nu een gigantische wereldkaart aan de muur hing. Overal waren zwarte stipjes voorzien met namen. Ze ging opnieuw opzoek naar de kaart van Zweinstein. Ze vond hem na een even zoeken in een grote kist waarin nog meerder kaarten lagen van Zweinstein. Ze spreide dezelfde kaart van gisteren open op een tafel en bekeek hem. De meesten zaten nog steeds in de Grote Zaal te eten. Hagrid huisje en hele het Verboden Bos was er ook ok getekent. Er stonden namen op in het Verboden Bos waarvan ze nog nooit had gehoord en die waarschijnlijk van centauren en zo waren.
Toen zag ze daar plotseling een stipje aan de rand van het schoolterrein en de kaart lopen. Maar voor ze kon lezen wie had was verdween het stipje over de rand. Ze kon nog net het woord –ling lezen voor het helemaal weg was. Misschien was het een leerkracht.
Ze pakte een kaart me als bewijs en liep de kamer uit maar voor ze een voet over de drempel gezet had verdween de kaart in het niets. Ze proberde meerder malen een kaart mee te nemen maar iedere keer verdween de kaart. ‘Blijkbaar kan je geen kaart meenemen.’ Mompelde ze. Ze sloot de deur en hij verdween. Ze beelde zich opnieuw in dat ze verdwaald was en dat ze een kaart van Zweinstein nodig had en de deur verscheen weer. Nu ze zeker wist dat ze de kamer kon terug vinden rende ze naar de leerlingenkamer van Griffoendor. Ze zaten aan de tafels hun huiswerk te maken. Ze liep rustig naar hen toe. Ron keek op toen ze voor hem stilhield. ‘Wat?’
‘Ik heb die kamer teruggevonden waar ik het gisteren over had.’ Zei ze. Nu keken ze allemaal op. ‘En ik weet hoe ik hemmoet oproepen.’
‘Ik zou eens gaan kijken.’ Zei Aiden die toekeek hoe Hermelien een heel opstel, van 3 perkamenten, volschreef.
Ron keek hem geërgerd aan. ‘Waarom ga je zelf niet?’
‘Ik ga wel mee.’
Ze stonden allemaal op en volgden Miriah in de richting van de keukens. Ze liepen verder tot ze opnieuw voor de muur stonden.
‘Ik zie niks.’ Zei Ron.
‘Ron, wil je nu even je kop houden?’ zei Hermelien geïrriteerd.
Miriah beelde zich in dat ze verdwaald was en ze dringend een kaart nodig had. Deze keer nam ze een kaart van Italië. Misschien kon ze Nona wel zien. Langzaam kwam de deur tevoorschijn. ‘Ha, zie je wel.’ Zei Miriah opgewonden. Ze liep de kamer in en nu hing er een grote kaart aan de muur van Italië. Ze liep er gretig naar toe en vond al snel het stipje waarnaast Nona zweefde.
De anderen keken hun ogen uit. Harry kwam ongemakkelijk naar haar toe.
‘Het spijt me dat ik je niet geloofde.’ Zei hij zacht. ‘Vergeef je mij en de anderen?’
Ze deed alsof ze nadacht en grijnsde. ‘Natuurlijk.’ Ze omhelsde hem en kuste hem.
‘Echt een onwijs gave kamer.’ Momeplde Ron. ‘Deze kaarten lijken op je Sluipwegwijzer, Harry.’
Miriah keek Harry verbaasd aan. ‘Sluipwegwat?’
‘Een Sluipwegwijzer.’ Herhaalde Harry. ‘Mijn vade en zijn vrienden hebben in der tijd zelf zo’n kaart gemaakt. Misschien hebben ze het idee hieruit gehaald.’
‘Waarom namen ze er dan gewoon geen mee.’ Zei Hermelien wijs. ‘Dat zou hen veel werk bespaard hebben.’
‘Je kunt ze niet meenemen.’ Zei Miriah. ‘Dat heb ik al geprobeerd. Ze verdwijnen gewoon.’
Ze keken nog een beetje rond en liepen uiteindelijk terug naar buiten want ze mochten eigenlijk niet meer op de gangen zijn want het was al laat. Ze liepen de kamer uit en keken toe hoe de deur achter hen verdween.
‘Als je verdwald bent moet je gewoon aan de kamer denken en je kunt erin?’ vroeg Ron.
‘Blijkbaar.’ zei Miriah schouderophalend. ‘Probeer het straks eens.’
Ron probeerde het inderdaad nog eens en de Kaartenkamer verscheen opnieuw, helemaal gevuld met kaarten. Ze liepen terug naar hun leerlinegnkamer zonder betrapt te worden. Ze gaf Harry nog een lange kus voor ze naar haar slaapzaal liep, zich omkleede, in bed kroop en gelukkig in slaap viel.

Als ze nog iets langer in de Kaartenkamer waren gebleven en de kaart van Zweinstein wat beter bekeken hadden konden ze zien hoe een klein stipje over het schoolterrein in de richting van de Beukwilg rende. Hij verdween uit het zicht aan de radn van de kaart en kwam daarna terug. Het leek bijna alsof het stipje in paniek was want om de paar seconden hield het stil, rende een stuk terug maar bedacht zich toen en rende verder tot het opnieuw over de rand verdween. Als ze dat allemaal gezien hadden zouden ze ook gezien hebben dat er boven het stipje een naam zweefde dat ze allemaal heel goed kenden…

Hihi, ik voel me zo gemeen Twisted Evil nou ja, als je het vervolg wil weten moet je maar de volgende keer verder lezen. stuur reacties alsjeblieft!! liefst via pb'tje!! Smile
xxx
SchadowCat





_________________
Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!

°-ShadowCat-°

_______________________________________
don't click this link...
Profiel bekijkenStuur privébericht
SchadowCat
3e jaars
3e jaars


Verdiend: 47 Sikkels
Woonplaats: Elysium

SchadowCat is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Nov 15, 2004 21:40 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 21: Aangevallen

De rest van de vakantie verliep vlot. Harry en Ron maakten hun huiswerk op het eind van de vakantie en raakten maar net op het randje af.
Toen het eindelijk zover was dat de eerste schooldag begon porde iemand in Miriahs rug. Ze kreunde en sloeg het weg. ‘Opstaan Miriah, het is school weet je.’ Zei een stem boven haar.
‘Ga weg.’ Ze kroop dieper onder de dekens weg.
‘Sta op Miriah of je krijgt Sneep op je dak.’ Ze opende haar ogen en zag Hermelien ongeduldig naast haar bed staan. ‘Tempo.’
Miriah duwde zich kreunde op en begon zich om te kleden. Hermelien liep de slaapzaal uit en liet Miriah alleen achter. Ze gooide de nodige spullen in haar tas en liep toen ook naar de leerlingenkamer waar Harry en Ron stonden te wachten.
‘We apprcieren het dat je je zo haast voor ons.’ Zei Ron sarcastisch. ‘Je hebt het ontbijt gemist.’
Ze haalde haar schoudesr op. ‘Ik overleef het wel.’ Mompelde ze nog steeds slaperig.
Ze ging op weg, naar de kerkers. Het was er ijkoud. Hun adem waren witte wolkjes in de lucht. Sneep was er nog niet dus stond iedereen aan de deur te bevriezen. Hermelien toverde een vuurtje tevoorschijn en ze gingen er om hene staan om zich te verwarmen.
‘Wat is dit?’ vroeg plots een ijzige stem. Ze draaiden zich geschrokken om en zagen Sneep staan. Hij keek hen vuil aan maar er verscheen een glimlach om zijn lippen die niks goeds voorspelden. ‘Op de gangen toveren hé?’ zei hij zacht. ’20 punten af voor Griffoendor.
‘Maar het is koud.’ Protesteerde Miriah.
‘Moeten er het dertig worden juffrouw Nachtegale?’ vroeg sneep dreigend. Miriah hield haar mond. ‘Naar binnen.’ Galmde Sneeps stem door de gang. Iedereen dromde naar binnen en het eerste wat ze merkten was dat het ijskoud was in de kerker. Ze gingen allemaal zo dicht mogelijk bij hun ketels zitten om het warm te krijgen. Het was een helse les.
Daarna hadden ze Gedaantewisselingen. Daar had Anderling enkele vuren opgezet zodat het lekker warm was in het lokaal en een hele verademing na die ijskoude kerkers. Die les hadden ze het over faunaten. Miriah vond het erg interessant maar ze was toch liever een Morfer dan kon ze tenminste in elk dier veranderen dat ze wilde en ze moest er zelfs niet voor geregistreerd worden. Als huiswerk moesten ze een heel opstel schrijven over hoe men een faunaat kon worden van 3 vellen lang. De volgende twee lessen waren Waarzeggerij. Toen ze onderaan de zilveren ladder stonden knorde Miriahs maag plots hard. Ze grijnsde onschuldig en Harry kuste haar. ‘Kom maar kinderen.’ Zei een dromerige stem boven hen. Het luikje was opengegaan. Boven zochten ze hun gebruikelijke tafeltje uit. Opnieuw rommelde Miriah’s maag. Enkele mensen keken grinnikend naar haar om en ze grijnsde onschuldig.
Toen iedereen zat stond Zwamdrift op uit haar fauteuil en liep naar hun tafeltje toe.
‘Mijn Oog Ziet dat jij honger hebt.’ En ze toverde een grote waffel tevoorschijn. Miriah nam hem aan en boog zich naar Harry en Ron over toen Zwamdrift opneiuw naar het haardvuur liep.
‘Ze bedoelt dat haar Oor mijn maag Gehoord heeft.’ Harry en Ron grinnikten zacht. Daan Thomas naast hen begon luid te grinniken maar deed er het zwijgen toe toen Zwamdrift zich verstoord omdraaide. Het leek hem veel moeite te kosten om zijn lach in te houden.
‘Vandaag gaan we verder met onze ontwikkelingen van het Zien in de Rook.’ Zei Zwamdrift geheimzinnig. ‘Heeft iedereen zijn wierrookstokje en een kaars?’ Iedereen knikte. ‘Steek ze maar aan en laat jullie Innerlijke Oog naar buiten komen.’
Iedereen deed wat ze vroeg en begonnen in de rook te turen. Ondertussen liep Zwamdrift naar Parvati en Belinda die verbaasde kreetjes slaakten en verbaasd in de rook tuurden. ‘Ik denk dat ik deze in mijn droom gezien heb.’ Zei Parvati piepend. ‘Kan dat professor Zwamdrift?’
Ron grinnikte en blies de rook uit zijn gezicht.
Het eerste lesuur werd een erg rokerige bedoening. Maar kon niet tegen het tweede lesuur op waarbij ze bijna stikten. Harry besloot dat de les te saai was, trok Miriah tegen zich aan en kuste haar. Niemand zag iets door de dikke witte rook zodat ze niet gestoord werden.
‘Jongens?’ Rons gezicht verscheen in de rook en hij zuchtte geërgerd. ‘Jongens, als ik jullie was zou ik ermee ophouden. Volgens mij heeft Zwamdrift jullie gezien want ze komt op jullie afgelopen. Meteen liepen ze elkaar los en deden alsof ze verdiept waren in hun boeken. Miriah legde haar haar recht en tuurde in het boek.
‘Lukt het hier?’ vroeg Zwadrift plots. Ze leek een beetje verbaasd dat ze allebei in hun boek zaten te lezen.
Harry knikte en fronste zijn ogen toen hij in de rook keek. ‘Ik zie een vogel maar geen van de betekenissen klopt als ik er een wolf en een lepel in verwerk.’
Zwamdrift boog zich driftig naar hem over en turde in het boek. Harry wierp vlug ene blk op haar en grijnsde. Miriah schudde grinnikend haar hoofd en keke in de rook. Ze zag niks. Misschien moest ze… ze streek over haar amulet en meteen nam de rook duidelijk vormen aan. Misschien was dit ding best nog handig tijdens Waarzeggerij, dacht ze. Ze zag een uil vliegen die een bief bij zich droeg, opnieuw een boek en er verscheen het cijfer twaalf. Ze fronste en bladerde in haar boek. Je kon nooit weten, misschien klopte er wel nog iets. Na een tijdje in het boek lezen kwam ze uit bij: uil: wijheid en als je daar een brief bij koppelde en bekwam dat een wijs persoon jou een wijze raad zou geven, het boek stond voor kennis en volgens Miriah betekende dat het zilveren boek opnieuw iets speciaals zou betekenen ofwel dat ze harder moest studeren voor school en het cijfer twaalf…dat kon vanalles zijn. Misschien zou er iets gebeuren om twaalf uur of kwamen er twaalf mensen of zouden er twaalf sterren op een rij staan…ze zuchtte. Niet veel soeps dus. Maar toch, iedere keer was er al een boek bij geweets. Misschien moest ze maar weer eens dat zilveren boek doorbladeren.
Ze liepen opgelucht de benauwde torenkamer uit naar de Grote Zaal. Miriah begon meteen te eten en zuchtte toen ze eindelijk alles op had en zich bijna ziek gegeten had. De anderen keken haar grinnikend aan.
‘Ik had honger.’ protesteerde ze. Ze wreef over haar buik. ‘Nu kan ik zeker nog twee dagen mee.’
De volgende les was Verweer tegen Zwart Kunsten , daarna Kruidenkunde en Geschiedenis. Geschiedenis was oersaai, het ging steeds maar over koboldopstanden. Volgens Harry ging het bijna iedere les over koboldopstanden en gevechten.
Na het avondeten moest ze opnieuw naar de keukens om te helpen. Deze keer moest ze helpen de tafels af te ruimen en afwassen. De huis-elfen legden haar vol plezier uit hoe ze het eten van deze tafels naar de tafels erboven konden sturen. Zelf snapte ze er geen snars van.
Toen ze eindelijk weg mocht was het al 10 uur. Haar handen zagen rood van het schrobben. Ze besloot even buiten te gaan staan om een luchtje te scheppen. Buiten was het ijskoud. De wind sneed bijna door haar vel maar het deed deugd eens frisse neus te halen na die warme keukens en die drukke huis-elfen die haar steeds wilden vertellen hoe alles zijn gangetje ging en hoe alles werkte en hoe prachtig ze het vonden om voor anderen te werken. Zelf begon Miriah haar twijfels te krijgen over het harde werk. Ze begon in te zien waarom Hermelien een gedoe-club had opgericht. Het werk was echt niet uit te houden. Maar, hield ze zichzelf voor, zolang die elfen niet klaagden zou zij ook niet klagen.
Net toen ze vond dat het genoeg was en ze weer naar binnen wilde gaan zag ze iemand over het terrein rennen. Ze fronste. ‘Hé, je mag niet buiten ’s nachts!’ riep ze. De gedaante verstijfde rende toen zo snel mogelijk verder. Miriah voelde dat er iets niet klopte en rende achter de persoon aan.
De koude lucht sneed haar gezicht en longen maar ze bleef renenn. Misschien had het wel iets te maken met Voldemort. Eigenlijk had ze gene zin om opneiuw met Voldemort geconfronteert te worden maar dit was duideijk Voldemort niet, die zou niet zomaar weglopen. Die zou zich omdraaien en haar gewoon vermoorden. Die gedachten deed haar rillen. Ze merkte dat ze de persoon begon in te halen.
Hij draaide zich plots om en richtte zijn toverstok op haar. Hij vuurde een spreuk op haar af die haar zou geraakt hebben als ze niet in haar haast uitgegleden was. Ze trok haar eigen toverstok en toverde een schildspreuk waartegen de volgende spreuk van de persoon op afketste. Hij draaide zich om en rende het Verboden Bos in.
Miriah stond op en voelde dat haar enkel verdraaid was. ‘Verdomme!’ ze keek naar het Verboden Bos. ‘Ik weet niet wie het was, maar dat was géén leerling.’ Mompelde ze.
Ze liep zo vlug mogelijk als haar voet toeliet naar het kasteel terug. Ze zocht meteen Perkamentus kantoortje op. De stenen Feniks keek haar koel aan.
Het wachtwoord, dacht ze. Ze wist het wachtwoord niet.
‘Eh, blubbergum?’ de Feniks bleef waar hij was. ‘Smekkies? Chocokikkers, chrunchies?’ geen reactie. ‘Blijf dat toe domme Feniks.’ De Feniks schoof plots achteruit en draaide naar boven warbij hij een trap onthulde. ‘Feniks?’ ze grinnikte en stapte de trap op en liet zich naar boven meevoeren. Haar enkel begon gemeen pijn te doen. Ze klopte aan en even later deed Perkamentus open, in een lang grijz slaapkleed en met een bijpassende slaapmuts.
‘Miriah?’ vroeg hij verbaasd.
‘Ik moet u spreken.’ Zei ze vlug toen hij haar binnen liep. ‘Er liep iemand over het terrein. Ik dacht eerst dat het een leerling was maar hij begon te rennen en ik rende hem achterna. Plots draaid hij zich om en raakt zijn spreuk me bijna, ik ben er bijna zeker van dat het de Verlammingsspreuk was, en ik gleed uit waardoor die me niet raakte en ik…’
‘Kalm.’ Zei Perkamentus plots. ‘Haal even diep adem en kalmeer.’ Miriah deed wat hij vroeg en zette alles op een rijtje. ‘Dus, als ik het begrijp liep iemand over het terrein waarvan je dacht dat het een leerling was?’
Miriah knikte. ‘Maar dat is hij niet want hij vervloekte me bijna. Ik kon nog een Schildpreuk optrekken zodat hij me niet raakte met zijn tweede spreuk. Hij rende het Bos in. Ik ben zo vlug mogelijk naar hier gekomen.’
Perkamentus dacht even na en knikte toen. ‘Goed, ik zoek het uit maar waarschijnlijk is het nu al te laat.’ Toen keek hij haar fronsend aan. ‘Wat deed jij eigenlijk nog zo laat buiten?’
Miriah bloosde. ‘Mijn straf van Anderl…professor Anderling was dat ik na het avondeten in de keukens moet helpen en ik wilde een frisse neus halen. Het si er erg warm hoor.’ Zei ze erg overtuigend.
‘Het geeft niet.’ Zei Perkametus met twinkelend ogen. ‘Ik ben blij dat je in orde bent. Ga nu maar naar je slaapaal en probeer te slapen. Ik zoek het wel uit. Slaap Miriah.’ Toen ze opstond en haar gezicht verrok van de pijn keke hij naar haar enkel. ‘Maar ik raad aan eerst eens naar Madame Plijster te gaan en haar naar die enkel te laten kijken.’
Miriah knikte en draaide de trap af. De Feniks sloot de ingang weer af. Ze zocht langaam haar weg naar de Ziekenzaal.
Madame Plijster genas haar enkel meteen met een kleine spreuk. Ze bedankte haar en liep toen naar haar slaapzaal. Er was nemand meer in de slaapzaal dus ging ze nog even in een van de knusse zteles zitten en staarde in het vuur. Ze wreef afwezig met een vinger over haar amulet en zag plots mensne in het vuur dansen. Ze boog zich verbaasd voorover. Het waren echt mensen. Ze kon zelf details ontdekken. Ze stonden allemaal in een open plek in een bos. Ze herkende een van hen als Voldemort en de ander als de persoon die haar bijna vervloekt had. Voldemort droeg een boek in zijn handen en wees naar een persoon voor hem die ze niet kende en die zo te zien doodsbang was. Hij zat vastgebonden aan zijn polsen op zijn knieën. Toen wist ze wat die persoon was, het was ene vampier, maar omdat Voldemort nu geen Aiden meer had, heeft hij gewoon een andere vampier genomen.
Ze boog verder naar voor tot ze bijna haar neus verbrande en werd plots een zuigkracht gewaar en werd ze in het vuur gezogen. Ze schreeuwde een geluidloze schreeuw en stond plots in een bos, op een open plek.

Dit was het alweer. Ik probeer zo vlug mogelijk verder te schrijven mar ik krijg echt veel huiswerk op dus... het kan een tijdje duren voor de volgende delen komen.
xxx
SchadowCat





_________________
Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!

°-ShadowCat-°

_______________________________________
don't click this link...
Profiel bekijkenStuur privébericht
Berichten van afgelopen:      


 Ga naar:   


Sla dit onderwerp op als textbestand

Volgende onderwerp
Vorige onderwerp
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum
Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum
Je mag niet stemmen in polls in dit subforum



Powered by phpBB © 2001/3 phpBB Group :: FI Theme :: Tijden zijn in GMT + 1 uur :: Disclaimer