Poll :: moet ik een tweede verhaal schrijven? Zo ja,... |
een vervolg op dit verhaal |
|
77% |
[ 7 ] |
een totaal nieuw verhaal |
|
22% |
[ 2 ] |
|
Totaal aantal stemmen : 9 |
|
Auteur |
Bericht |
SchadowCat
3e jaars


Verdiend:
47 Sikkels
Woonplaats: Elysium
|
Geplaatst:
Vr Nov 19, 2004 21:55 |
 |
Hoofdstuk 22: Ziel van een vampier
Het was er pikdonker, zelfs geen maanlicht die alles kon verlichten. Ze keek om zich heen maar zag niks dan de schaduwen en omtrekken van de omliggende struiken en bomen. Ze liep naar de rand van de open plek en stapte het bos is. Ze rilde en trok haar mantel steviger om zich heen. Ze vroeg zich af waar ze was.
Ze liep een tijdje rond tot ze plots bij een immens grote boom kwam. Zijn brede takken strekten zich naar alle kanten uit en eiste zijn plaats in het bos op. Onder hem groeide niks anders behalve een zacht groen gras en kleine paarse bloemetjes die waarschijnlijk de enigste in de omgeving waren die er konden overleven. De wortels van de boom staken hoog boven de grond uit en maakten diepe holten waar Miriah zich in kon uitstrekken. De boom moest er zeker al eeuwen staan, anders zou hij nooit zo groot kunnen worden. Ze liep ernaartoe tot ze plots iets zag bewegen. Twee melkwitte ogen staarden haar aan en een Terzieler stapte naar haar toe.
‘Weet jij waar ik ben?’ vroeg Miriah zacht. Ze stak haar hand uit en streelde hem over zijn fluweelzachte neus.
Tot haar verbazing sprak een zachte stem in haar hoofd. ‘Je moet terug, het is hier gevaarlijk.’
‘Kan je spreken?’ vroeg Miriah verbaasd.
‘Ja.’ De Terzieler duwde zijn natte neus tegen haar hand. ‘Spring op mijn, rug, ik breng je terug.’
Miriah schudde haar hoofd. ‘Eerst moet ik uitvinden waarom ik hier ben. Het amulet heeft altijd een reden.’
De Terzieler leek na te denken en liep toen in de richting van de open plek. ‘Kom mee.’ Miriah haastte zich achter hem aan. Ze liepen terug naar de open plek maar de Terzieler liet haar halt houden net aan de rand en ging achter enkele hoge doornstruiken staan. Miriah ging naast hem staan en probeerde iets te zien in duister maar ze gaf het al snel op.
‘Hoe heet je?’ vroeg ze.
‘Sarän.’ Antwoorde de Terzieler. ‘Kijk en luister.’
Miriah keek opnieuw naar de open plek en zag dat er plots een hele hoop mensen verschijnseld waren en ze leken op iets te wachten. Ze schrokken allemaal op toen nog iemand in hun midden verschijnselde. Het was Voldemort. Miriah vloekte in zichzelf. Hoeveel keer zou ze Voldemort nog moeten zien of zelfs trotseren? Toen voelde ze zich schuldig toen ze dacht aan alles wat Harry had meegemaakt. En dat alles wat de schuld van Voldemort geweest.
Maar Voldemort was niet alleen verschijnseld. Naast hem stond een jongeman wiens handen gebonden waren en er zat een prop in zijn mond.
Voldemort begon luid te praten tegen zijn boosdoeners. ‘Binnenkort zal Heer Voldemort over de wereld regeren en opnieuw gevreesd worden door iedereen. Jullie, mijn trouwe dienaren, zullen beloond worden voor al jullie inspanningen en zullen jullie opnieuw kunnen doen wat jullie graag willen doen.’ Hij lachte zijn vreselijke hoge en kille lach die Miriah de kriebels gaf. ‘Mensen zullen mij en jullie opnieuw vrezen en deze keer zal niemand ons tegen houden. Bijna was deze onderneming mislukt.’ Siste Voldemort plots en hij keek ijzig naar een van zijn dooddoeners. De man kromp ineen. ‘De eerste vampier ontsnapte. Deze zwakkeling had geen idee hoe maar gelukkig is mijn goede vriend Lucius erin geslaagd een tweede te vinden, op tijd.’ Een van de doodoeners richtte zich trots op. ‘En dat zal beloond worden. Maar eerst moeten we de juiste middelen hebben en deze keer zal Potter en onze Dreuzelvriend Perkamentus er niks tegen kunnen doen.’ Hij trok de prop uit de mond van de jongeman en dwong hem met een zwaai van zijn toverstok op zijn knieën.
‘Het lukt je nooit.’ Siste de jongeman.
‘En daar zul jij voor zorgen zeker?’ lachte Voldemort kil. ‘Of vertrouw je op Potter? Ik kan je ervan verzekeren dat hij ons niets in de weg zal leggen.’ Hij lachte opnieuw en pakte een boek vanonder zijn mantel. Het was het zilveren boek, het derde boek. Hij sloeg het boek open en bladerde tot hij op de bladzijde kwam die hij zocht. Het was ergens in het midden van het boek. Miriah herkende wat er nu gebeurde, ze had het gezien in het vuur voor ze in het vuur getrokken werd. Dus die jongeman was een vampier en Voldemort was iets van plan met hem… Ze wilde naar de open plek toerennen maar de Terzieler hield haar tegen door een van zijn vleugels te spreiden en haar de weg te versperren.
‘Je kunt niks doen.’ Sprak hij in haar hoofd. ‘Zij kunnen jouw niks doen en jij kunt hen niks doen maar eens ze door hebben dat iemand hen bespied zullen ze hun plannen veranderen en zul je er misschien nooit meer iets aan kunnen doen.’
‘Wat moet ik….’
‘Kijk.’
Miriah keek door de doornstruik naar de open plek en zag dat Voldemort zijn toverstok op de vampier gericht had.
‘Het spijt me maar ik heb iets van je nodig dat heel erg belangrijk is voor mijn overwinning.’ Zei Voldemort zacht.
‘Spijt.’ Siste de vampier. ‘Jij kent geen spijt. Ik vraag me af of het woord spijt ooit van je tong is gerold voor vandaag.’
Voldemort grinnikte en begon in een vreemde taal te spreken die hij zo te zien uit het boek las. Er kwam een soort doorzichtige rook (of was het vloeibaar?) uit zijn toverstok en omhulde de vampier. Het leek alsof de vampier erge pijn had want hij deed zijn mond open om te schreeuwen maar voor hij een geluid kon uitbrengen gleed de rook in zijn mond tot alles weg was. De vampier leek te moeten overgeven. Er kwam een soort stralend wit licht uit zijn ogen en mond en plots was het weg. De vampier zat doodstil op zijn knieën en leek niks te zien. Plots kwam er een zwarte rooksliert uit zijn mond. Het was precies alsof de ziel van de vampier eruit gezogen werd en iets gaf Miriah het gevoel dat ze het juist had en dat het inderdaad de ziel was van de vampier. Ze had nooit geweten dat vampieren een ziel hadden.
Voldemort ving de ziel op in een klein zwart flesje en sloot het vlug af met een spreuk. Het lichaam van de vampier viel opzij en bewoog niet meer. Voldemort mompelde een spreuk en de vampier veranderde in een hoopje as dat zich al snel op de wind liet wegdrijven. Miriah voelde zich misselijk en zag hoe Voldemort het flesje diep in zijn mantel stak alsof het het kostbaarste bezit was dat hij had.
‘Jullie kunnen gaan.’ Zei Voldemort kil en de dooddoreners verdwijnselden. Voldemort zelf sloeg het zilveren boek dicht, keek eens om zich heen en verdwijnselde toen ook.
Miriah wachtte even en liep toen de open plek op. Sarän liep achter haar aan.
‘Wanneer gebeurd dit?’ vroeg ze.
‘Nu.’ Miriah keek hem verbaasd aan. Ze had verwachte dat het de toekomst zou zijn of misschien wel het verleden. Dus ze kon niks doen, dacht ze verdrietig. Ze schudde haar hoofd en keek de Terzieler aan. ‘Wat moet ik nu doen? Waarom moest ik dit zien?’
‘Als de tijd gekomen is zal je het weten.’ Zei Sarän zacht. ‘Vertrouw me. Klim nu op mijn rug, dan breng ik je terug.’
‘Het amulet kan…’
‘Ik breng je terug.’ Zei Sarän zacht. ‘Ik wil het graag doen.’ Miriah klom op Saräns rug en haakte haar benen achter zijn vleugels. ‘Hou je vast.’ Miriah greep een handvol zwarte manen, Sarän nam een aanloopje en sprong sierlijk de lucht in. Het was er koud maar prachtig. Het maanlicht had ze daarnet niet kunnen zien doordat de bomen haar het zicht benamen maar nu scheen een halve maan vol op haar neer en duizenden sterren twinkelden haar vrolijk toe, alsof er niks gebeurt was.
‘Waar zijn we eigenlijk?’ vroeg Miriah luid.
‘In het Verboden Bos.’ Riep Sarän verbaasd terug. ‘Ik dacht dat je het al wist.’
‘Ik wist niet dat het Bos zo groot was.’ Fluisterde ze.
Na een tijdje vliegen zag ze plots het kasteel vanuit de verte opdoemen. Achter weinig ramen brande er nog licht want iedereen was al naar bed. Zelf voelde ze ook de vermoeidheid opkomen en ze dreigde in slaap te vallen. Sarän liet haar afstijgen op de hoogste toren, nam afscheid en vloog weer weg.
Ze liep een trap af naar beneden en werd net niet betrapt door Vilder. Die oude gek met zijn kat moesten ze ontslaan! dacht ze gepikeerd toen hij haar bijn aontdekt had achter een van de wandkleden. Ze haastte zich naar de Griffoendor toren en zei haastig het wachtwoord. De Dikke Dame keek haar vreemd aan. ‘Was jij al niet naar binnen gegaan?’
‘Laat me alsjeblieft binnen?’ vroeg Miriah haastig.
De Dikke Dame haalde haar schouder op en zwaaiden open. Miriah klom naar binnen en plofte in een bvan de zetels voor het haardvuur dat uit was gegaan. Langzaam deed haar amulet uit en legde het op een tafeltje voor haar waar ze er een hele tijd naar lag te staren. Dat ding had haar niks dan problemen bezorgt en twee keer bijna haar dood. Misschien werd het tijd het amulet even in een schuif weg te steken en er een tijdje niet meer aan denken, en niks van dit meer. Niet meer aan Voldemort, het zilveren boek en dat boek zou ze onderaan haar hutkoffer stoppen, niet meer aan de beukwilg denken en aan Aiden. Gewoon even rust.
Ze pakte het amulet en liep naar haar slaapzaal. Iedereen was al diep in slaap. Ze legde het amulet en het zilveren boek helemaal onderaan in haar hurkoffer en probeerde terzelfdertijd zo weinig mogelijk geluid te maken. Daarna kleede zezich om en kroop in haar bed waar ze snel in slaap viel.
De rest van de week verliep rustig. Het weekend dat erop volgde mochten ze naar Zweinsveld. Aiden ging mee en genoot van zijn laatste dagen als half mens half vampier. Sneep had hem in privé gezegt dat het drankje bijna uitgewerkt was en dat het nog drie dagen zou werken. Aiden besloot in de kerkers te blijven rondhangen voor het geval ze hem nodig hadden als hij weer een hele vampier was.
Ze gingen eerst op bezoek bij Fred en George wiens zaak heel goed liep.
‘Alles gaat schitterend.’ Zei Fred opgewekt. ‘Als je wilt mag je komen werken om wat bij te verdienen.’ Zei hij tegen Ron.
Ron trok een gezicht. ‘Nee bedankt.’
Ze kochten enkele fopspullen en liepen toen door naar de Drie Bezemstelen waar Harry hen trakteerde op een boterbiertje. Ze zochten ene gezellig hoekje in de herberg en praten over vanalles en nog wat.
‘Heb je dat boek al uitgelezen?’ vroeg Hermelien. ‘En je amulet? Heb je nog iets…?’
‘Die twee dingen heb ik diep in mijn hutkoffer begraven.’ Onderbrak Miriah haar. ‘die twee dingen hebben mijn leven genoeg verpest tot nu toe. Ik wil ze een tijdje uit mijn zicht hebben.’
‘Maar het boek? Heb je het al uitgelezen?’
‘Bijna.’ Loog Miriah. ‘In feite had ze er nog maar even door gebladert en enkel de interessante pagina’s uit gelezen. Maar dat ging ze echt niet Hermeliens neus hangen.
‘Maar Perkamentus zei dat je er belangrijke dingen in kon vinden.’ Protesteerde Hermelien. ‘En wat als je amulet nu weer iets belangrijks te zeggen heeft?’
‘Wat dan?’ vroeg Miriah sarcastisch. ‘Dat ik binnen twee weken sterf? Dat Nona vermoord wordt? Daar zit ik echt niet op te wachten.’ Hermelien wilde iets zeggen maar Miriah legde haar het zwijgen op. ‘Maar ik haal ze zeker nog eens uit maar nu niet. Ik ben nog maar drie maanden hier op school, het zijn bijna examens trouwens.’ Miriah wist dat ze het juiste had gezegt om Hermelien over te halen want Hermelien vond examens het belangrijkste ter wereld. ‘Als ik bijvoorbeeld weet dat ik binnenkort ga verongelukken dan kan ik me toch moeilijk op mijn studies richten?’
Hermelien knikte. ‘Dat is wel waar maar toch…’
‘Eerst mijn studies.’ Zei Miriah overtuigend. ‘Daarna ga ik meteen kijken of ze iets belangrijks te melden hebben. Miriah had hen niks vertelt over de vorige nacht op Saräns vraag. Sarän wou niet zeggen waarom niet maar Miriah vertrouwde hem. Hij zei dat alles wel goed zou komen uiteindelijk. Dus had ze het beloofd en niks gezegt.
Eindelijk heb ik dit hoofdstuk afgekregen! Ik kreeg een hele tijd geen inspiratie maar ik heb nu een hele hoop in mijn hoofd. Wacht maar. Het wordt nog spannend!!
greetzz
SchadowCat |
_________________ Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!
°-ShadowCat-°
_______________________________________
don't click this link... |
|
  |
 |
SchadowCat
3e jaars


Verdiend:
47 Sikkels
Woonplaats: Elysium
|
Geplaatst:
Za Nov 20, 2004 20:13 |
 |
Hoofdstuk 23: Examens.
Miriah ging de rest van de week nog naar de keukens. Het werd er steeds leuker om te werken. Het was vermoeiend maar de huis-elfen praten zo graag over vanalles en nog wat. Sommige van die dingen gingen over leerkrachten. Dingen die leerlingen niet zouden mogen horen en ook over examens. Sommige huis-elfen lezen die wel eens...
Het werd ook hard studeren voor de examens. Je zou denken dat de leerkrachten minder huistaken zouden opgeven maar dat was helemaal fout gedacht. Ze kregen juist vele meer opgegeven. Adnerling bleef maar zeggen: ‘Door huistaken leer je al voor je examens. Op het einde van het jaar moeten jullie leren voor jullie PUISTen en als jullie niet genoeg PUISTen halen kunnen jullie het verder wel vergeten. En ga nu verder, zonder gezeur!’
Sneep was zo mogelijk nog erger. De laatste dag voor de examens gaf hij nog een overhoring. Miriah was kapot en dacht nu helemaal niet meer aan het amulet en haar laatste reis naar het Verboden Bos. Ze was helemaal gefixeerd op haar examens en goede punten, net als Ron en Harry. Hermelien was er nog veel meer mee bezig. Ze maakte kleurenschema’s en beval hen ieder vrij moment te leren. Alsof ze nog niet genoeg leerden en zowiezo elk moment benutten om te leren. Het zouden twee zware weken worden dacht Miriah zuchtend.
En dat werd het ook. Ze allemaal hard studeren en ze benutten iedere minuut om hun leerstof van het volgende examen te herhalen. Hermelien leek het meest gestresseerd van allemaal en zij was nota bene de slimste.
Het eerste examen was over Geschiedenis van de Toverkunst. Heel Griffoendor zat de hele tijd hun aantekeningen over de Koboldenopstanden te overlezen. Harry en Ron vroegen Hermeliens aantekeningen om ze over te schrijven omdat ze niet alles overgeschreven hadden in de les.
‘Dat komt ervan als jullie tijdens de les met fopstukken zitten te spelen.’ Zei Hermelien snibbig maar ze gaf hen haar aantekeningen want ze wilde graag dat ze het haalden. Het was een moeilijk examen maar ze sloegen zich er door.
Daarna kwam Gedaantewisselingen theorie van Anderling en het volgende uur praktijk zodat iedereen elke minuut benutte om hun spreuken te herhalen. Tot Miriah spijt hadden de zwadderaars samen met hen praktijk Gedaantewisselingen. Malfidug slenterde door de gangen en vervloekte iedere leerling die geen zwadderaar was.
Jammer genoeg kwamen Miriah, Harry en Ron hem ook tegen. Hermelien zat in de bibliotheek te herhalen.
‘Wezel.’ Zei Malfidus smalend. ‘Ik heb net een proefobject nodig.’ Hij mompelde een spreuk en Rons hoofd veranderde in een pompoen. Korzel en Kwast barsten in lachen uit en Malfidus grinnikte. ‘Die staat je wel Wezel.’ Grijnsde hij.
Harry trok ook zijn toverstok en vuur deeen spreuk naar Malfidus. Maar Malfidu trok een schildspreuk op en de spreuk kaatste af.
‘Malfidus, jij vuile…’ tierde Harry.
Net toen Malfidus zijn schildspreuk liet zakken vuurde Harry nog een spreuk af en Malfidus’ handen en voeten veranderen in vinnen zodat hij plat voorover viel. Miriah gierde het uit van het lachen. De pompoen die Rons hoofd moest voorstellen maakten smakkende geluidjes en Miriah vermoedde dat Ron ook aan het lachen was. Ze toverde zijn hoofd terug en zag dat ze gelijk had. Rons gezicht was rood geworden van het lachen terwijl hij toekeek hoe Malfidus op de grond rondspartelde om rechtop te kunnen staan. Maar hij bleef op zijn gezicht vallen.
Iedereen die passeerde barste in lachen uit. De Zwadderaars die passeerden bleven geschokt staan en begonnen snel hun spreukenboeken door te bkladren om te tegenspreuk te vinden.
Harry, Ron en Miriah liepen lachend verder.
‘Die was echt goed.’ Zei Miriah lachend. ‘Dat verdient een 10. Je krijgt zeker de hoogste score.’
Harry grijnsde en sloeg een arm om haar schouders. Onderweg kwamenze Hermelien tegen die druk met haar neus in een of ander boek zat en hen pas zag toen ze tegen hen opliep en Ron een blauw oog bezorgde. ‘Sorry Ron.’ Mompelde ze en liep achter hen aan.
‘Ze is helemaal gek geworden van dat leren.’ Siste Ron hen toe en wreef over zijn oog.
Het theoretisch deel was moeilijk maar het praktische was een makkie. Miriah lachte. Dat kon ook niet anders, ze kon zelf van gedaante veranderen wanneer ze wilde.
De volgende dag hadden ze Verzorging van Fabeldieren. Hagrid stelde veel vragen over de Protaren:
Vraag 1: Waar leven Protaren? In besneeuwde bergen die boven de wolken uitsteken. Omdat Protaren ook kunnen vliegen zitten ze graag hoog in de lucht.
Vraag 2: Wat is het verschil tussen een mannetje en een vrouwtje? Een mannetje is groter en heeft kortere maar bredere vleugels en is sterker. Een vrouwtje is kleiner maar heeft langere en slankere vleugels en is sneller om in tijden van gevaar snel te kunnen vluchten.
Vraag 3: Hoe zien ze eruit en wat zijn hun magische gaves? Protaren lijken op herten maar ze zijn groter. Ze hebben een melkwitte vacht, hun geweien zijn van puur zilver en hun ogen zijn lichtblauw. Uit hun schouders groeien prachtige sneeuwwitte vleugels. De magische gaves van Protaren zijn: -ze kunnen vrede brengen
-ze brengen wapenstilstanden
-ze zien de toekomst van de persoon die hen
aanraakt en laten die toekomst aan de
persoon zelf zien.
Andere vragen gingen over eenhoorns (hoe oud worden eenhoorns?, wat zijn hun magische gaves?). In de namiddag hadden ze Toverdranken. Miriah hoopte maar dat Sneep eerlijk punten zou geven.
‘Vergeet het maar.’ Mompelde Ron toen ze de kerkers in liepen. ‘Sneep doet nooit eerlijk.’
Ze moesten een Gedaantewisselingdrankje maken en daarna voor de klas testen. De theorie was een hele stuk moeilijker. (Wat zijn de ingrediënten voor een Vergeetdrankje? , Hoe weet je wanneer iemand onder de invloed is van een Vergeetdrankje?)
De rest van de week was makkelijker. Behalve Bezweringen en Verweer tegen Zwarte Kunsten was moeilijk. Alleen Harry vond Verweer tegen Zwarte Kunsten makkelijk. Dat was ook niet moeilijk want hij had al zoveel meegemaakt dat te maken had met Zwarte Kunsten dat hij alles al wist.
Hun laatste examen was Waarzeggerij, iets waar Miriah er tegenop zag want ze wist dat Zwamdrift waarschijnlijk een of andere vreemde voorspelling zou doen, dat er iets vreselijks zou gebeuren.
‘Let er niet op.’ Zei Harry toen ze onderaan de zilveren trap stonden en op hun beurt wachten. ‘Ze voorspelt al eeuwen mijn dood en ik ben hier nog steeds. Negeer het gewoon.’ Ze voelde zich meteen beter en begon opnieuw haar leerstof door te nemen. Toen het eindeiljk haar beurt is klom ze zenuwachtig de zilveren ladder op; Ze keek omz ich heen en zag Zwamdrift achter een tafeltje op een klein krukje zitten. Voor haar stond een wierrook stokje en een kaars. ‘Ga zitten.’ Zei ze dromerig. Miriah ging zitten.
Eerst vroeg Zwamdrift een paar theorie vragen (Wat gebeurt er wanneer Mars in het 4de huis staat gecombineerd met Venus die rechts van Neptunus staat?) en meer van zulke vragen. De een erger dan de ander.
Eindeijk was het praktijk en Miriah hoopte dat het makkelijker was dan de theorie. Wat ijdele hoop was. ‘Steek het wierrokstokje aan.’ Beval Zwamdrift dromerig. Miriah deed wat ze vroeg en meteen sloeg er een walm rook langs haar heen Ze kon nog net de grote brilglazen van Zwamdrift in de rook onderscheiden.
‘Wat zie je?’ vroeg Zwamdrifts stem dromeriger dan anders.
Miriah keek om zich heen en zag enkel witte rook. Ze wenste dat ze haar amulet aanhad want die toonde haar altijd wel iets zelf in rook en vuur. Ze zuchtte en dacht dat die werveling in de rook wel op een uil leek ofwel was het Zwamdrift die haar arm bewoog. Maar verder dan een uil zag ze niets.
‘Zie je iets?’ vroeg Zwamdrift. Ze leek ongeduldig te worden en ze hoorde het gekras van een veer op perkament. Miriah vervloekte zichzelf dat ze haar amulet niet bij zich had. Die zou haar zeker iets laten zien. Al was het iets erg onbeduidend. Ze staarde in de rook en zag toen echt iets.
‘Ik…eh, ik zie iets.’ Zei ze luidop. Ze hoestte door de rook en haar hand ging nar haar keel. Maar daar vond ze iets wat ze niet verwacht had: haar amulet. De amulet hing rond haar nek alsof het nog nooit iets anders gedaan ahd en de kleuren wervelden nog steeds onbezorgt rond en maakten de mooiste vormen.
‘Ja…’ zei Zwamdrift hoopvol.
‘Ehm…’ stamelde Miriah. Plots begon ze de dingen duidelijker te zien. De uil was eigenlijk een snaai. Ze zag mensen op bezems rondvliegen en ze herkende slurken en beukers. Een van de beukers vloog naar haar toe en dreigde haar te raken. Gelukkig was het maar rook. Misschien liet het amulet haar de volgende zwerkbalwedstrijd zien. Volgens Harry was die na de kerstvakantie op 15 januari. ‘Ehm…ik zie een snaai.’ Begon ze.
‘Is dat alles?’ Zwamdrift leek teleurgesteld en Miriah hoorde de veer krassen. Nu werd ze boos. Kon dat mens nu nooit tevreden zijn met wat de leerlingen haar evrtellen, Ze was bijna geobsedeerd door Waarzeggerij. Alosf iedereen het allemaal moest kunnen. Ze gromde en begon alles in details te vertellen wat ze zag. Het was Griffoendor tegen Zwadderich. Miriah voelde zich alsof ze in het stadion zelf was. De beukers en zwerkballeden zoefden om haar heen. Zwamdrift slaakte af en toe verbaasde kreetjes terwijl haar veer als een gek over het perkament leek te krassen. Miriah hoopte dat het iets goed betekende. Uiteindelijk zei Miriah dat Harry de snaai na een paar moeilijke maneuvres om Malfidus te ontwijken ving en dat Griffoendor won.
‘Zoals altijd.’ Zuchtte Zwamdrift. ‘Schitterend gedaan, juffrouw Nachtegale.’
‘Mag ik gaan?’ vroeg Miriah zacht. Ze voelde zich plots erg moe. Misschien kwam het omdat de examens eindelijk gedaan waren en ze het nu inzag ofwel was de toekomst zien erg vermoeiend. Want ze twijfelde er niet aan dat het de toekomst was en dat Griffoendor zou winnen. Opeens was de roko verdwenen en keek Zwamdrift haar opgetogen aan.
‘Dat was echt schitterend.’ zei ze opgewekt. ‘U hebt de hoogste score tot nu toe.’
‘Ik ben erg blij professor maar mag ik alstublief weg? Ik ben doodmoe.’ Zwamdrift keek alsof Miriah blijer moest zijn en haar moest bedanken maar ze knikte enkel en zei dat ze mocht gaan maar dat ze de anderen niks mocht vertellen. Miriah beloofde het.
Miriah klom moe de trap af. Ron en Harry stonden haar zenuwachtig op te wachten. Toen ze naast hen stond vuurden ze vragen op haar af over wat er gebeurde en wat ze vroeg.
‘Mag ik niet zeggen.’ Zei Miriah.
‘Tegen ons kun je alles zeggen.’ Zei Ron snel.
Miriah zuchtte en probeerde hen te vertellen wat er ging gebeuren maar voor een antwoord kon geven kon ze haar mond niet meer bewegen. Ze kon niet meer praten! De leerlingen die nog steed sop hun beurt wachten barsten in lachen uit. Miriah probeerd emee te achen wat niet lukte. Ron viel bijna om van het lachen en Harry keek haar bezorgt aan terwijl hij zijn lach probeerde in te houden. ‘Gaat het wel?’ Ze knikte. Toen hij zag dat ze zelf moest lachen verscheen er een glimlach op zijn gezicht. ‘Ga naar Madame Plijster. Die weet er wel wat op.’
Plots horoden ze een stem boven hen. ‘Jammer dat er nu een punt af moet juffrouw Nachtegale.’ Zei Zwamdrifts stem minder dromeriger dan anders. ‘U zou ander de hoogste score gehad hebben. Jammer.’
Iedereen keek haar aan en barsten toen opneiuw in lachen uit. De volgende leerling was Marcel. Hij leek meer ontspannen dan anders. Iedereen lachte nog steeds toen ze op weg ging naar de ziekenzaal. Madame Plijster mompelde iets over ‘onverantwoordelijk kinderen’ maar sprak de tegenvloek uit. Miriah mompelde een bedankje en liep naar de leerlingenkamer. Er was bijna nog niemand. Ze ging in een van de zetels voor het haardvuur zitten en genoot ervan dat de examens gedaan waren. Toen ze er al tien minuten zat begon plots alles terug te komen over wat er gebeurt had. Onbewust begon ze plannen te maken voor als er iets zou gebeuren want ze wist dat er iets zou gebeuren. Dat had Sarän trouwens ook gezegt. En ze zou er klaar voor zijn als het zover was...
zo, weer een stukje. Ik hoop dat jullie het leuk vonden! Reacties zijn altijd welkom, bp'tje of in het topic. Ik schrijf zo snel mogelijk verder
greetzz
Schadowcat |
_________________ Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!
°-ShadowCat-°
_______________________________________
don't click this link... |
|
  |
 |
SchadowCat
3e jaars


Verdiend:
47 Sikkels
Woonplaats: Elysium
|
Geplaatst:
Zo Nov 21, 2004 22:32 |
 |
Hoofdstuk 24: Kerst en cadeautjes.
De vakantie die na de examens kwam was een hele verademing. Iedereen was er door, zelfs Marcel als was het enkel doordat hij zo’n goede punten had voor Kruidenkunde.
Aiden trok zich terug in de kerkers waar het zoinlicht niet bij hem kon nu het drankje uitgewerkt was; Af en toe gingen ze bij hem op bezoek. Hij zag er opnieuw bleek uit maar zijn ogen schitterden blij. Ze had ook een schitterend idee voor kerstcadeautje voor hem. Ze was er al dagen mee bezig en nu was het eindeijk af.
Op kerstdag zelf werd Miriah wakker doordat Hermelien haar riep. Ze ging kreunend rechtop zitten en staarde slaperig naar Hermelien die iets op het einde van hete bed zat te doen. Toen Miriah in haar ogen wreef en scherper kon zien zag ze dat het cadeautjes waren.
‘Waar heb je die vandaan?’ Vroeg ze en kroop naar het voeteinde van haar bed waar ze zelf ook een hoop cadeautjes ontdekte. ‘Ik heb er ook!’
Hermelien grinnikte. ‘Je dacht niet dat we jou zouden vergeten zeker?’ Miriah trok een gezicht en pakte het eerst cadeautje uit. Het was van haar ouders: een prachtige grote paarse veer. Het volgende was van haar broers: een dik boek dat ging over alle soorten Fabeldieren die er bestonden, zelfs elfen en feeën. Van Hermelien kreeg ze enkele rollen perkament waarop telkens in fleurige letters ‘Vrolijk Kerstfeest’ verscheen als je iets wilde schrijven. Van Harry kreeg ze een ring die van kleur veranderde naargelang haar humeur. Van Ron kreeg ze een hele hoop van haar lievelingssnoepen: chocokikkers en Smekkies in alle Smaken. Veel mensen vonden het vreemd dat Smekkies haar lievelingssnoepjes waren maar Miriah hield er gewoon van om verrast te worden door een of andere vieze smaak. Dan kon ze tenminste eens lachen. Hermelien was blij met haar boek overVoorspellend Rekenen. Miriah wist dat het een van haar lievelingsvakken was. Ze liepen blij naar beneden. Hary en Ron liepen naar hen toe net toen Miriah een smekkie proefde die naar kots smaakte. Haar gezicht vertrok en ze spuwde het snoepje uit.
‘Ik snap niet waarom je die snoepen blijt eten.’ Zei Ron walgend.
‘Ik ook niet echt.’ antwoorde Miriah. ‘Maar ze blijven steeds smaken uitvinden.’ Zei ze opgewonden. ‘In de ochtendprofeet heb ik gelezen dat Petrolla Ka…’
‘We begrijpen het.’ Zei Ron snel. ‘nieuwe smaken, verrassing. Oke.’
Miriah grinnikte en omhelsde Harry. ‘Bedankt voor de ring.’ en kuste hem. Harry was even blij met zijn gouden snaai die ze hem had gegeven.
‘Waar heb je die gehaald.’ Vroeg toen de snaai om zijn hoofd heen zoemde. ‘Niet dat ik niet blij ben hoor maar een snaai vind je ook niet overal.’
Miriah lachte geheimzinnig. ‘Wil je het echt weten?’
‘Bij nader inzien niet.’ mompelde Harry.
‘Goed. Gaan we nu eten?’ Ze liepen naar beneden en zagen dat de Grote Zaal prachtig versierd was. Er stonden grote kerstbomen die met een soort slingers versierd waren die net slingers van sneeuw leken. Aan de trap hingen ijspegels die niet smolten en in Grote Zaal sneeuwde het maar de sneeuw leek de grond nooit te raken.
‘Wow.’ Zei Ron luid. ‘En ze zijn zelfs nog niet klaar.’ Hij wees naar Banning die nog steeds druk in de weer was met versieringen.
‘Voor het feestmaal voor vanavond.’ zei Anderling die plots achter hen verscheen.
‘Op een of andere manier ben ik blij dat ik van school verhuist ben.’ Zei Miriah onder de indruk. Anderling leek wat te ontdooien en er brak een smalle glimlach door voor ze wegliep om Banning te helpen. Ze gingen zitten aan begonnen aan hun ontbijt.
De rest van de dag liepen ze buiten rond en amuseerden zich met een sneeuwballen gevecht. Tot Remus Lupos plots op hen af liep.
‘Lupos!’ riep Harry uit en liep naar hem toe. Ze staakten hun sneeuwballen gevecht en liepen ook naar Lupos toe. Miriah bleef ene beetje op de achtergrond want ze wist dat de weerwolf haar niet vertrouwde. Zelf voelde ze er ook niks voor om de beste vrienden met hem te worden. ‘Wat doe je hier?’ vroeg Harry.
‘Ik wilde kijken hoe het met je was.’ Zei Lupos met een blik op Miriah.
Maar Harry zag het. ‘Oke, het wordt tijd dat jullie het goedmaken.’
‘Wat goedmaken.’ Zei Miriah schouderophalend. ‘Het is niet….’
‘Ik zie wel dat jullie elkaar niet kunnen uitstaan.’ Zei Harry scherp. ‘Jij…’ hij keek naar Lupos. ‘vertrouwd haar niet en jij…’ hij keek naar Miriah. ‘vertrouwd hem ook niet niet. Het wordt tijd dat jullie dat wel doen want ik heb geen zin om steeds te moeten af wachten of jullie elkaar nu in de haren gaan vliegen en elkaar vermoorden of enkel elkaar moordende blikken toewerpen en dan gewoon hopen dat de een dood valt.’ Ron grinnikte maar Hermelien stompte hem en hij zweeg.
Miriah zuchtte en haalde haar schouders op en Lupos keek van haar naar Harry.
‘Best.’ Zei Lupos. Miriah knikte.
‘Oke.’ Zei Harry opgewekt en nu gaan we naar de leerlingenkamer wat bijpraten.’
‘Ja, ik bevries hier bijna.’ Rilde Ron. Voor hij naar binnen duwde hij nog een sneeuwbal in Hermeliens kraag. Hermelien schreeuwde hem dingen toe die Miriah amper durfde te herhalen.
’s Avonds was het een groot feest. Allerlei lekkers stond er op tafel. Het viel Miriah op dat enkele van de gerechten Italiaans waren. Ze wierp een blik op Perkamentus die naar haar glimlachte. Ze wenste dat ze bij haar ouders kerstmis kon vieren maar die moesten weg naar het buitenland voro hun werk waar ze ze kerstmis gingen vieren met enkele collega’s.
Na het feestmaal besloot Miriah eens langs te gana bij Dobby, ze had hem ene kerstcadeautje beloofd. Harry zei dat hij ook graag mee wilde maar hij had beloofde nog wat met Lupos te praten. Daraom liep Miriah nu alleen naar de keuken.
Dobby rende blij naar haar toe toen ze de keukens binnen kwam. Ze gaf hem een pakje dat ze had ingepakt met een inpakpapier waarop sokken in alle kleuren stonden.
‘Mevrouw had het niet moeten doen mevrouw.’ Zei hij met tranen in zijn ogen terwijl hij het inpakpapier voorzichtig lostrok om het niet te scheuren want hij wilde het mooie ‘sokkenpapier’ niet kapot maken. Het cadeautje zelf waren twee paar gele en paarse sokken die Miriah doorelkaar gedaan had. Harry had haar gewaarschuwd dat Dobby ervan overtuigd was dat een paar sokken twee verschillende kleuren moesten zijn.
‘Dat had mevrouw echt niet moeten doen.’ Zei de huis-elf blij. Hij deed ze meteen aan. ‘Wil mevrouw nog iets eten. Of iets drinken mevrouw.’
‘Misschien wat…’ maar voor ze zich kon uitspreken renden een hele hoop huis-elfen op haar af en drongen haar allerhande eten op waarvan ze zoveel mogelijk van in haar zakken stak. Ze liep blij kauwend op een taartje de keukens uit en dacht eraan om eens bij Aiden langs te gaan. Het was een tijdje geleden en ze had iets voor hem. Ze had er een hele kluif aan het gehad om het te vinden en te maken en ze hoopte maar dat hij het leuk vond. Hij was tenslotte een vampier, waarschijnlijk had hij alles al gezien. Ze liep de koude kerkers in en ging op zoek naar de vampier. Ze vond hem snel toen hij tegen een muur leunde en haar richting uit keek alsof hij haar verwacht had.
‘Ik dacht dat jullie me al vergeten waren.’ Zei hij.
‘Nooit.’ Zei Miriah. ‘Vrolijk kerstfeest.’
Aiden keek haar enkel aan. ‘Ik vier nooit kerst.’ Zei hij.
‘O, oke.’ Miriah ging op de grond zitten. Aiden ging naast haar zitten. ‘Heb je er nog niet aangedacht om hier weg te gaan. Ik bedoel, beginnen die kerkers je niet te vervelen na een hele tijd?’
‘Dat valt wel mee.’ Mompelde hij.
‘Kan je taart eten?’
Hij keek haar verbaasd aan en haalde toen zijn schouders op. ‘Nee, dat verteerd niet omdat ik dood ben. Waarom?’
Ze wees op haar overvolle zakken. ‘Ik ben net bij de keukens langs geweest.’
‘Ah.’ Zei hij enkel.
‘Ik heb wat voor je.’ Ze zocht in haar binnenzakken en haalde er een klein flesje uit waarin een goudkleurige vloeistof zat.
Aidens mond viel bijna open van verbzaing en blijdschap. ‘Waar heb je het vandaan.’ Zei hij blij toen hij het voorzichtig aanpakte.
‘Ik heb er heel wat toeren voor moeten uithalen. Geloof me.’ Zei ze rustig. ‘Maar je wilt niet weten welke.’
‘Bedankt Miriah. Maar waarom?’
‘Ik dacht gewoon, als je nog eens een keer de zon wilt zien ofzo voor je ‘echt’ dood gaat ofzo. Of je ziet ene mooi meisje die gene vampier is… je weet wat ik bedoel.’ Zei Miriah grinnikend. ‘Doe ermee wat je wil.’ Ze stond op. ‘Dan ga ik mar voor ze ongerust worden daar boven.
Aiden stond ook snel op. ‘Bedankt, echt waar.’ Miriah grijnsde en gaf hem een zoen op zijn wang. ‘Je verdiend het. Nou dag. We wel noge eens langs enne…’ ze knipoogde naar hem. ‘Hoe het onder ons wil je? Als ze iets ontdekken krijg ik gegarandeerd mijn hele leven strafwerk. Aiden knikte. Ze liep opgewekt de kerkers uit. Ze bedacht eens te gaan kijken in de Kaartenkamer. Daar was ze ook al een tijdje niet meer geweest. Ze liet de deur evrschijnen en liep naar binnen. Alles leek nog steeds hetzelfde. Aan de muur hing een kaart van Zweinstein. Iedereen zat in zijn of haar leerlingenkamer. Iemand liep door het Verboden Bos. Ze fronste want ’s avonds mocht je niet meer buiten lopen. Toen grinnikte ze, zij liep hier ook nog steeds. Maar toen ze de nama las boven het stipje fronste ze opnieuw: Marten Asmodom Vilijn. Die nama had ze nog nooit gehoord. Ze zou het morgen eens vragen aan Harry. Misschien was het wel een nieuwe leerling op school. Het stiopje liep steeds verder tot het over de rand van de kaart verdween.
Ze liep de Kaartenkamer uit en ging naar de leerlingenkamer van Griffoendor. Bijna iedereen was nog nog wakker en ze leken nog blijer te worden toen ze Miriah met taartjes gevulde zakken ontdekten. Miria gooide alles op een hoop en liet de rest ervan eten.
Ze plofte tussen Harry en Ron neer. ‘Waar bleef je?’ vroeg Harry.
‘Ik ben nog eens langs geweest bij Aiden en daarna naar de Kaartenkamer.’
‘Ah, hoe gaat het met Aiden en vond Dobby z’n sokken leuk?’ vroeg Ron.
Miriah knikte. ‘Ja hoor maar ik wilde je eigenlijk iets vragen, Harry.’
‘Wat dan?’
‘Wel, toen ik…’
‘Harry, kom eens.’ Riep Angelique Jansen. ‘Voor de Zwerkbaltraining morgen.’
‘Ik kom.’ Hij sprong uit de zetel en liep naar zijn mede-zerkballers.
Miriah zuchtte. ‘Daar gaat hij weer.’ Mopperde ze. ‘Hij loopt altijd midden in mijn zinnen weg. Wat vind jij Ron?’ Maar Ron luisterde niet naar haar. Hij staarde naar Hermelien die een boek zat te lezen bij het haardvuur. ‘Ron.’ Zei stompte hem.
‘Watte?’
‘Zeg het haar gewoon als je haar graag hebt.’ Zei ze grinnikend. ‘Met staren bereik je niks.’
‘Hoe bedoel je?’ zei Ron. Zijn oren werden rood. ‘Hermelien is mijn vriendin net als jij.’
‘Ja hoor.’ Na een tijdje liep de leerlingenkamer leeg. Iedereen was moe en liep naar bed. Miriah stond ook op. ‘Ik ga naar bed. Kom je Hermelien?’
Hermelien knikte afwezig en ze liepen naar hun slaapzaal. Ze kleden zich om, kropen in hun bedden en vielen meteen in slaap. Miriah droomde Marten Asmodom Vilijn. Ze was opnieuw in de Kaartenkamer en ze staarde naar de stip. De stip leek te groeien en te groeien en er stapte een jongeman uit de kaart. Hij had rode ogen en sprak in ene vreemde sissende taal. Er verscheen ene slang die naar haar toe gleed en haar beet…
Ze werd badend in het zweet wakker. Ze probeerde zich de droom te herinneren maar hoe meer ze probneerde te herinneren hoe meer er leek te verdwijnen uit haar geheugen. Ze gaf het op en ging liggen. Morgen zou ze vragen wie Marten Asmodom Vilijn was beloofde ze zichzel. ‘Je zult zien.’ sprak ze zichzelf toe, ‘Het zal niks zijn. Het is enkel een droom.’ Daarna draaide ze zich op haar zij en viel opnieuw in slaap.
Dit was hoofdstuk 24. Ik hoop dat jullie het leuk vonden. De volgende keer meer. En meer spanning...
xxx
SchadowCat |
_________________ Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!
°-ShadowCat-°
_______________________________________
don't click this link... |
|
  |
 |
SchadowCat
3e jaars


Verdiend:
47 Sikkels
Woonplaats: Elysium
|
Geplaatst:
Do Nov 25, 2004 20:51 |
 |
Hoofdstuk 25: Veritaserum.
De volgende dag voelde ze alsof ze iets belangrijks vergeten was maar ze kon er niet meer opkomen. Ze zat de hele dag te denken want het bleef maar door haar hoofd gaan dat ze iets vergeten was. Ze at zelfs bijna niet tijdens het middageten. Ze liep nog steeds te denken toen ze een lange wandeling over het schoolterrein maakten.
‘Zeg nu eens wat er scheelt.’ zei Harry plots. Miriah keek verstoord op. ‘We zien allemaal dat je met iets zit. Zeg het gewoon.’
Miriah opende haar mond en sloot hem weer. Ze haalde haar schouders op. ‘Er is eigenlijk niks mis maar ik heb het gevoel dat ik iets vergeten ben.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Dat weet ik niet.’ Zei ze. ‘Laat ook maar. Het schiet me wel weer te binnen.’
Ze liepen verder en vermaakten zich wat door sneeuwballen naar de reuzeninktvis te gooien. De inktvis probeerde dat de ballen op te vangen en terug te gooien. Na een tijdje werd het te donker en liepen ze terug naar hun leerlingenkamer om hun handen bij het vuur te verwarmen.
De rest van de vakantie was het rustig. Veel leerlingen waren naar huis gegaan om kerst te vieren met hun ouders en familie. Ron en Hermelien haddne besloten om ook op school te blijven. Miriah wilde liever ook naar huis gaan maar haar ouders moesten weg.
Toen de vakantie voorbij was voelde Miriah zich op een of andere manier opgelucht. Ze had een heel trimester weten vol te houden op Zweinstein en ze was er trots op.
Maar nu begonnen lessen ook weer en als iederene had gedacht dat de leerkracht mild zouden zijn nu de vakantie pas voorbij was, dan hadden ze het allemala mis want de leerkrachten gaf meer huiswerk op dan anders. Vooral Anderling en Sneep gaven bergen huiswerk op. Zelf Zwamdrift en Hagrid leken meer leerstof te geven.
Anderling bleef maar herhalen dat het was om hen voor te bereiden op hun PUISTen binnekort. Die waren een van de belangrijkste examens op Zweinstein.
Toen het eindelijk februari was begon sneep met een van de moeilijkste toverdranken die er bestonden: Veritaserum. Miriah had er al over gelezen en overal zeiden ze dat het een moeilijke toverdrank was om te maken maar wel heel krachtig.
Sneep stond voor de klas en keek iedereen behalve de zwadderaars ijzig aan.
‘Deze toverdrank is een van de krachtigste die er bestaan. Het zorgt ervoor dat je op elke vraag die je gesteld wordt de waarheid spreekt. Deze week en de laatste week van deze maand zullen we ons enkel richten op deze toverdrank. Hij moet heel precies gemaakt worden. Het kleinste foutje kan ervoor zorgen dat je drank mislukt. Vandaag beginnen we, de volgende les gaan we verder. Nu begin!’ Met een zwier van zijn toverstok verscheen er een van de ingewikkeldste toverdranken die Miriah ooit had gezien. Zelfs Hermelien leek wat verbaasd, maar ze herstelde zich snel en begon toen gretig met haar drankje.
Het ging tot Sneep langs begon te wandelen en ieders drankje nauwkeurig bekeek en de leerlingen de stuipen op het lijf joeg. Toen hij voorbij Marcel liep begon die te beven en gooide Marcel per ongeluk te veel slangenschubben in zijn drankje zodat die nu helemaal roze zag en hevig begon te pruttelen en te stomen.
‘Wel wel, tien punten aftrek voor Griffoendor omdat Lubbermans er weer eens is ingeslaagd om zijn drank te verpesten.’ Zei Sneep zacht. Met een zwaai van zijn toverstok leegde hij Marcels ketel en beval hem opnieuw te beginnen.
Miriah zag hoe Hermelien hem aanwijzigingen toefluisterde die Marcel dankbaar opvolgde en even later was hij opneiuw even ver als de rest en zag zijn toverdrank er verbazend goed uit. Maar Miriah wist dat dat enkel was dankzij Hermeliens hulp.
Tegen het einde van de les zag iedereens toverdrank er geelachtig uit.
‘Wil iedereen zijn of haar ketel achteraan in de klas zetten om hem te laten afkoelen. Vrijdag gaan we verder. Eerst moet de drank drie dagen afkoelen voor we verder kunnen. Dat moet zodat de kevers en de gelmberwortel mooi kunen oplossen zodat de fijn gemalen langenschubben hun werk kunnen doen.’ Hij keek iedereen fel aan. ‘Waarom is niemand dit aan het opschrijven?’
Iedereen ging snel op zoek naar een veer en perkament en schreef netjes alles op wat Sneep over het Veritaserum vertelde.
Daarna zetten ze hun ketel achteraan in de klas en liepen snel de kerkers uit.
Hun volgende les was Astronomie. Het was heel interressant want ze leerden nieuwe planeten kennen. De rest van de week kregen ze niks anders dan huiswerk op en moesten ze hard werken.
Vrijdag hadden ze blokuur Toverdranken en moesten ze verder werken aan hun Veritaserum. Miriah vond dat haar drank behoorlijk goed was en ze was er trots op.
Sneep liep opneiuw door het lokaal en bekeek ieders drank nauwkeurig en trok een hoop punten af van Griffoendor omdat ze iets verkeerd deden volgens hem. Gelukkig gooide Marcel deze keer van niks te veel in zijn ketel wat Sneep blijkbaar erg vervelend vond want hij gaf Marcel een standje en noemde hem een idioot die niks kon.
Toen ieders drank en wit uitzag beval Sneep dat ze moesten stoppen.
‘Heeft iedereen zijn laatste ingrediënt: gestampte Kevervleugels toegevoegt?’ vroeg hij zacht. Iedereen knikte instemmend. ‘Dan mogen jullie je drank in een fles gieten en het op mijn bureau zetten. Het moet nu eerst drie weken in het donker staan. Tegen het einde van de maand moet het goed zijn en zul je je drank moeten testen op de persoon die IK kies. Begrepen?’ Opnieuw knikte iedereen. ‘Dan wil ik dat jullie ook tegen die dag een opstel van 4 perkamentvelle lang schrijven over het Veritaserum: zijn herkomst, hoe het gemaakt wordt en wat het precies doet en hoe het komt dat het dat doet. Ik wil alles weten wat er over het Veritaserum in de bibliotheek te vinden is.’ Hij gaf het volgende halfuur nog verdere uitleg over het opstel en begon toen over een nieuwe drank: Het onzichtbaarheidsdrankje, een drankje dat je onzichtbaar maakte voor een uur. De rest van de les maakte ze ingewikkelde aantekening over de nieuwe drank. Toen het eind van de les eindeiljk aanbrak vluchtten de Griffoendors snel de kerkers uit.
‘Ik heb nog nooit zo’n ingewikkelde drank gezien.’ piepte Hermelien steeds opgewonden. ‘Echt waar, ik had niet….’
‘Hermelien!’ zei Ron geërgerd. ‘We hebben je begrepen maar sommigen van ons vonden et minder leuk om door Sneep op de vingers gekeken te worden. Hou je klep wil je?’ Hermelien keek beledigt maar zweeg.
Hun volgende les (Kruidenkunde) was uitgevallen en ze besloten Hagrid te bezoeken. Hij was in zijn moestuintje aan het spitten. Hij leek op zoek te zijn naar iets.
‘Hallo Hagrid.’ Zei Harry.
Hagrid draaide zich om. ‘Hoi Harry, Ron, Miriah. Jullie les is uitgevallen hoorde ik.’ Hij keek even om zich heen. ‘Hoe waren jullie examens?’
‘Goed.’ Antwoorde Miriah. ‘Ik ben er net door voor Geschiedenis.’
‘Ik ben blij voor je.’ Ze hoorden iets ritselen en Hagrid draaide zich snel om. Achter hen kroop een klein zwart wezentje uit de grond omhoog. Het had felle groene oogjes en vleermuisachtige vleugels en het keek hen kirrend aan. Achter hen verschenen er nog uit de grond.
‘Wat zijn dat?’ vroeg Ron verbaasd.
‘Vleren.’ Antwoorde Hagrid. ‘Ze kunnen vliegen maar zijn echte mollen. Ze maken ene puinhoop van men tuintje. Help je me ze even vangen?’ vroeg hij hoopvol.
Ze amuseerden zich het volgde uur met het vangen van de Vleren. Toen ze eindelijk allemaal in grote kooien zaten die Hagrid gekocht het veegde ze hun zwarte handen af.
‘Waar heb je ze vandaan Hagrid?’ vroeg Hermelien.
‘Ze zijn voor de volgende les.’ Zei Hagrid. ‘Tot morgen.’
Ze namen afscheid en liepen terug naar het kasteel waar Perkamentus op hen stond te wachten. ‘Wil je even meekomen Harry?’ vroeg hij. Harry keek verbaasd en haalde zijn schouders op. Hij liep samen met Perkamentus weg.
Miriah, Ron en Hermelien gingen op weg naa hun volgende les, Gedaantewisselingen. Anderling had het vandaag over Faunaten. Miriah luisterde niet erg want ze wist alles al. Maar de andere leerlingen hingen aan haar lippen, vooral Ron.
‘Ik wou dat ik ene Faunaat was.’ Mompelde hij steeds.
‘Daar moet je veel voor oefenen.’ Zei Hermelien. ‘En je moet je laten registreren en je moet dat nog uitzoeken welke dier je zou zijn en…
‘Hermelien.’ Zei Ron verwijtend. ‘Lat me toch dromen.’
‘Dromen moet je maar doen in Waarzeggerij.’ Zei Hermelien scherp.
‘Jongens.’ Zei Miriah zuchtend. ‘Let eens even op.’
Ze wierpen haar een, boze blik toe maar hielden op met bekvechten. Toen de les eindeiljk gedaan was was Miriah de eerste die naar buiten liep. Ze botste meteen tegen Harry op. Hij stond aan de deuren op hen te wahten en hij zag er wat bleek uit.
‘Harry.’ Zei ze. ‘Wat wilde Perkamentus van je?’
‘Hij wil jou ook spreken.’ Zei Harry zacht.
‘Waarom?’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Hij wil je vanavond zien om 6 uur aan zijn kantoortje.’
‘Waarom?’ herhaalde Miriah.
‘Maak je gene zorgen.’ Hij glimlachte. ‘Kom, Kist wacht waarschijnlijk op ons.’
Ze liepen naar het lokaal voor Geschiedenis. De rest an de dag vroeg Miriah zich af wat Perkamentus van hara wilde. Harry had njiks meer los gelaten maar ze had het gevoel dat hij er ook niet meer van wist. En waarom hij er zo bleek uitzag wist ze ook niet. Dat wilde niet vertellen. Hij zei dat het niks was, dat hij zich niet zo goed voelde.
Om 6 uur stond ze voor Perkamentus kantoortje en liep de draaiende trap op. Perkamentus stond op haar te wachten. In zij had had hij een oude krant vast.
‘Miriah, leg je vinger erop.’ Zei hij. ‘Ik leg het straks wel allemaal uit.’ Miriah deed verbaasd wat hij vroeg. Ze voelde een ruk achter haar navel en viel plots languit op een marmeren vloer.’
Perkamentus hielp haar rechtop. ‘Het spijt me dat het zo plots is en dat ik er niks eerder over gezegt heb.’ Zei Perkamentus veronderschuldigend. ‘Maar ik wilde je niet ongerust maken. Kom mee.’
Ze stonden in een grote witte hal die vol hing met schilderijen van heksen en tovenaars die belangrijke Helers geweest waren. Er liepen vele heksen en tovenaars door de gangen die haastig hun weg zochten. Ze kwam bij een kleinere gang en liepen een grote kamer in. Er lagen 6 mensen in een bed en ze sliepen allemaal. Perkamentus leidde haar naar een van de bedden waar een gordijn omhing.
‘Schrik niet.’ Mompelde hij. Miriah schoof het gordijn opzij. Hij ogen werden groot en vulden zich met tranen.
Sorry dat het zo lang duurde maar ik had deze week heel wat huiswerk opgekregen. Ik schrijf wanneer ik kan. Het volgende stuk komt zo snel mogelijk!! Ik hoop dat jullie het al goed vonden
greetzz
SchadowCat |
_________________ Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!
°-ShadowCat-°
_______________________________________
don't click this link... |
|
  |
 |
SchadowCat
3e jaars


Verdiend:
47 Sikkels
Woonplaats: Elysium
|
Geplaatst:
Zo Nov 28, 2004 15:58 |
 |
Hoofdstuk 26: De droom
In een klein bed lag Nona. Ze was erg bleek en haar ogen waren gesloten. Miriah rende naar haar toe. ‘Wat is er gebeurt?’ vroeg ze fluisterend.
‘We vermoeden dat ze is aangevallen.’ Antwoorde Perkamentus.
‘Aangevallen?’
‘Door dooddoeners.’ Zei Perkamentus zacht.
Miriah keek op en veegde haar tranen weg. ‘Dooddoeners? Maar waarom? Wat heeft ze dan gedaan om dat te verdienen? Ze zat altijd thuis en…’
‘Het spijt me Miriah maar je grootmoeder was lid van de Orde van de Feniks.’ Onderbrak Perkamentus haar. ‘We hebbenoveral mensen, over de hele wereld. Je grootmoeder werk al lang voor ons, van voor jij geboren was en ze wist de gevaren die eraan verbonden waren.’
Miriah staarde naar Nona die zo broos en levenloos in het bed lag. Waarom had Nona haar nooit iets verteld.
‘Ze wilde niet dat jou of je ouders iets overkwam.’ Zei Perkamentus alsof hij haar gedachten had gelezen. ‘Ariana is oud en ze wist dat het kon gebeuren.’
‘Wat hebben ze met haar gedaan?’
‘Gemarteld om informatie te krijgen.’ Antwoorde Perkamentus zuchtend. ‘Maar ze verweerde zich als de beste. Voor ze bewusteloos raakte vertelde ze ons dat ze niks had losgelaten en dat we gerust konden zijn en dat we op jou moesten letten.’
Miriah streelde het witte haar van Nona. Het was van haar dat ze haar eigen witte haar geërfd had. Veel mensen dachten dat Nona’s haar wit was van ouderdom maar het was haar eigen haarkleur. Miriah begon opneiuw te huilen en verborg haar hoofd in haar armen.
Ze bleef nog lang zo zitten voor ze bedaarde en naar Perkamentus opkeek die even droevig keek als zij. ‘Je mag hier een week blijven als je wilt, iedere avond terug komen als je wilt maar ik zal niet toe staan dat je na deze week je lessen mist. Ariana zou het niet willen.’
Miriah knikte en veegde de tranen weg. ‘Waar heeft u…’ ze slikte. ‘…heeft u haar gevonden?’
‘Bij haar thuis. Ze moeten haar woonplaats ontdekt hebben.’ Hij keek haar aan. ‘Ze mogen in geen geval weten dat jij haar kleindochter bent.’
Miriah knikte. Een Heler kwam om het uur kijken en zei iedere keer dat het wel goed kwam maar dat ze er erg aan toe was geweest. Toen het al erg laat was besloot Perkamentus terug naar school te gaan.
‘Ik kan de school niet onbeschermd laten.’ Veronderschuldigde hij zich. ‘Jij zou best ook wat gaan slapen.’ Hij keek Miriah glimlachend aan. Ze had zich opgekruld in een van de zachte stoelen die in de kamer stonden en ze glimlachte. Perkamentus sprak een spreuk uit. Haar ogen werden zwaar. ‘Je zult niet dromen.’ Hoorde ze hem in de verte beloven voor ze wegzakte in het duister dat ze blij ommarmde.
Ze bleef een hele week bij Nona aan het bed zitten in de hoop dat ze haar ogen zou openen en Miriah zou omhelzen. Maar de oude vrouw bleef gewoon liggen. De andere patienten op de zaal waren ook allemaal doodstil en lagen ook in hun bed. Het leek of ze allemaal sliepen maar ze wist dat het niet zo was, ze waren allemaal in dezelfde conditie als Nona. In ene coma zoals dreuzels zouden zeggen.
Harry, Ron en Hermelien kwamen op bezoek de zaterdag dat ze eigenlijk naar Zweinsveld mochten. ‘Hoe gaat het?’ vroeg Hermelien voorzichtig.
‘Ze slaapt.’ Antwoorde Miriah.
‘Ze zal wel wakker worden.’ Zei Harry maar hij sprak zonder veel overtuiging.
‘Ik hoop het.’ Zuchtte Miriah. ‘Wist je dat het dooddoeners waren?’
Ze schrokken alledrie op. ‘Dooddoeners?’ vroeg Harry flauwtjes. ‘Wat wilden ze van je grootmoeder?’
‘Het schijnt da ze lid was van de Orde van de Feniks.’ Antwoorde Miriah. ‘Perkamentus zei dat.’
Ron grijnsde. ‘Dan komt alles wel goed. Je ziet wel.’
‘Ik hoop het.’ Zuchtte Miriah opnieuw.
Zondagnamiddag lukte het Harry en ron haar te overhalen om eens naar Zweinsveld te gaan. Nona zou niet willen dat de hele tijd zat te treuren maar dat ze plezier maakte.
Het was er druk in het kleine tovenaarsdorp. Het leek alsof heel Zweinstein er was. Ze gingen zoals altijd eens langs bij Fed en George wiens winkel een groot succes was. Daarna gingen ze naar de Drie Bezemstelen om een boterbiertje te drinken. Miriah hoopte om Mario tegen te komen maar hij was nergens te vinden. Ze vroeg zich af waarom ze nog niet langs gekomen waren. Dat moest mar eens aan Perkamentus vragen als ze hem nog eens zag.
Toen het uiteindeiljk te donker werd om nog rond te lopen in Zweinsveld besloten ze naar het kasteel te gaan en zich te warmen bij het haardvuur. Het was misschien gene winter meer maar het was nogsteeds koud buiten.
‘Blijf je hier slapen?’ vroeg Harry hoopvol.
Miriah knikte. ‘Ja, die ziekenhuisstoelen zijn niet zo comfortabel als de bedden hier.’ Ze grijnsde zwak en ging tegen Harry aanleunen.
‘Ik vraag me af waarom dooddoeners achter jouw grootmoeder aanzitten.’ Vroeg Hermelien zich luidop af. ‘Ik bedoel, ze is da wel een lid van de Orde maar toch. Ze is een oude vrouw, wat zou ze hen nu kunnen aandoen?’
‘O Nona kan hen veel aandoen, geloof me.’ Zei Miriah. ‘Ze is niet zo hulpeloos als ze lijkt. Geloof me maar, ik ken haar. Ze zou best wel iets gedaan kunnne hebben dat dooddoeners niet echt leuk zouden vinden.’
Ron haalde zijn schouders op. ‘Heb jij dan een idee waarom ze het dan gedaan hebben?’
Miriah schudde haar hoofd. ‘Nee.’ Ze ging staan; ‘Ik ga maar gaan slapen. Slaapwel.’ Ze gaf Harry een zoen en liep toen naar haar slaapzaal. Ze kleedde zich om en kroop in haar bed. Het deed deugd weer eens zacht te kunnen slapen maar ze voelde zich schuldig dat ze niet bij Nona was. Langzaam viel ze in slaap…
Een man liep over een mooi groen grasveld dat glinsterde van het dauw. De hemel kleurde rood maar het zou nog een tijd duren voor de op was. Voor hem was een klein huisje te zien. Uit de schoorsteen kwam rook en er brandde een gezellig licht door de ramen.
De man floot eens zacht en er verschenen er plots meer. Ze kwamen van alle kanten op het huisje af en omsingelden het.
De man liep naar de voordeur en trok zijn toverstok maar voor hij een spreuk kon uitspreken ging de deur avnzelf open. Er stapte een oude vrouw naar buiten, haar toverstok stevig in haar hand. Hij gezicht straalde koppigheid en moed uit en het was duidelijk te zien dat ze zich niet zomaar zou overgeven.
‘Waar is het meisje?’ vroeg de man.
‘Niet hier.’ Antwoorde de vrouw beheerst. ‘Ga weg.’
‘Waar is ze?
‘Ergens waar Hij haar nooit vind.’ Zei de vrouw scherp. ‘Laat haar mer rust en ga weg!’
De man werd woedend. ‘Hij zal dit niet leuk vinden.’
‘Dan moet hij dat me persoonlijk komen zeggen want Hij krijgt haar niet!’
de man richtte zijn toverstok op haar maar de vrouw was hem voor. De man viel plat op de grond. De andere mannen trokken ook hun toverstokken en begonnen spreuken op de vrouw af te vuren. Even was de lucht vervuld van schreeuwen, lichtflitsen en angtig gehuil. Toen was het voorbij. De oude vrouw lag op de grond en beefde. Het was doodstil op het gehijg van de mannen na. Een van hen sprak de cuciospreuk nog eenmaal over de vrouw uit. De vrouw gilde en kromp ineen van de pijn.
‘Je hebt geluk dat de Heer je nog nodig heeft anders was je nu dood.’ Siste de man en ze verdwijnselden.
Miriah schrok wakker. Zweet stroomde van haar gezicht en ze begon te huilen. Ze wist wat ze had gezien: hoe Nona was aangevallen door dooddoeners en waarom ze nog niet dood was; Ze hadden Nona nog nodig. Toen drong het echt tot haar door. Ze wilden haar, alleen haar. Door haar was iedereen waarvan ze hield in gevaar. Maar waarom wilden ze haar. Ze herinnerde zich het zilveren boek. Ze krop huilend naar haar hutkoffer en haalde het zilveren boek eruit. Ze bladerde naar de pagina over Morfers. Ze veegde haar tranen weg en las opnieuw:
Gevolgen van de verbreking van geheimhouding.
Als een persoon die het geheim van een Morfer kent zijn geheim verteld aan een Kwade Macht kan dat vreselijke gevolgen hebben.
Als Hij Die Niet Genoemd Mag Worden de naam of zels de woonplaats van een Morfer te weten komt dan is het mogelijk en zeker dat Hij de Morfkrachten op zichzelf zou willen overplaatsen. Dan zou het dus mogelijk zijn dat Hij Die Niet Genoemd Mag Worden zich transformeert in de oorspronkelijke Morfer en de oorspronkelijke Morfer dan vermoord.Miriah slikte eens en las toen verder:
Hij Die Niet Genoemd Mag Worden kan dus alles te weten komen via het personage van de oorspronkelijke Morfer. Hij kan andere lichamen morfen zonder dat iemand er ooit achter zou komen wie Hij eignelijk is. Het zou je beste vriend kunnen zijn. Uiteindelijk zou het zelfs heel goed mogelijk kunnne zijn dat Hij zich als de Minister van Toverkunste vermomd en zo alle macht overneemt.
Maar dit is slechts 1 gevolg, er zijn nog duizenden andere die nog erger dan de voorgaande zou kunnen zijn.
Het was aan het gebeuren dacht ze. Alles wat in dit boek stond was aan het gebeuren Voldemort wilde haar krachten om de toverwereld over te nemen, waarschijnlijk zelfs ook de dreuzelwereld. En om haar krachten haar af te nemen had hij een zilveren boek nodig en dat had hij ook. Op de volgende pagina stond hoe je de krachten van een Morfers kon overdragen anar een ander persoon. Ze overliep de stappen die je moest doorgaan en wat je ervoor moest hebben. En daar stond wat ze al verwacht het: Ziel van een vampier: De ziel van de vampier kruipt in het lichaam van de morfer, zuigt de krachten op en verdwijnt weer uit het lichaam van de Morfer. Daarna moet de persoon die de krachten overneemt…
Dus daarom had Voldemort Aiden nodig, voor zijn ziel. Maar omdat hij Aiden niet meer had heeft hij een andere vampier genomen. Dat was hetgeen Sarän haar had laten zien. En de dooddoenrs wilden van Nona te weten komen waar ze was.
Miriah begon te strillen en ze sloot het boek. Voldemort wilde haar. Maar hier kon hij haar niet krijgen had Nona gezegt. Hier was ze veilig. Ze ontspande een beetje. Zolang ze hier was was ze veilig. Daarom waren haar ouders en broers nog niet langsgeweest dacht ze. Ze moesten waarschijnlijk onderduiken zodat Voldemort hen niet kon gebruiken om achter Miriah verblijfplats te komen. Perkamentus moest hier meer van weten. Ze besloot met hem te gaan praten morgen en hem te vertellen wat ze gezien had. Dan zou ze hem dwingen te vertellen of haar ouders en broers in orde waren en wat ze van Nona wilden.
Ze legde het zilveren boek op haar nachtkastje en kroop diep onde de lakens. Ze klemde haar hand om het amulet, het enigste wat ze van Nona bij zich had en ze viel opnieuw in slaap, deze keer zonder dromen. |
_________________ Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!
°-ShadowCat-°
_______________________________________
don't click this link...
Laatst aangepast door SchadowCat op Zo Nov 28, 2004 20:35; in totaal 1 keer bewerkt |
|
  |
 |
SchadowCat
3e jaars


Verdiend:
47 Sikkels
Woonplaats: Elysium
|
Geplaatst:
Zo Nov 28, 2004 20:34 |
 |
Hoofdstuk 27: Geheimen.
De volgende ochtend stond ze vroeg op, voor het ontbijt en voor de lessen zodat ze ongestoord met Perkamentus kon praten.
Ze liep door de nog koude en schemerige gangen van het kasteel tot aan de feniks in de nis. Ze probeerde zich vermoed het wachtwoord te herinneren tot ze plots een hand op haar schouder voelde. Ze draaide zich geschrokken om en keke in het knappe gezicht van professor Delacour.
‘ ’Et spijt me.’ Zei Delacour glimlachend en met een frans accent. ‘Ik ‘oorde je door de gangen lopen en iek vroeg me af wat je ‘ier deed. Wat deed je ‘ier?’
‘Ik moet dringend professor Perkamentus spreken maar ik wete het wcahtwoord niet.’
‘O, dat is Tovertweeling Topfopshop.’ Delacour lachte. ‘Volgens mijn vind Perc-amentous sommige spulen uit die Toverwinkel erg leuk. Ga maar, iek zie je straks in de lessen.’
Miriah bedankte haar en rende de trap op naar boven waar de ongeduldig wachtte tot ze ene deur zag. Ze klopte aan; Het was doodstil. Ze klopte nogmaals en toen hoorde ze iemand dichterbij komen en ging de deur open. Perkamentus stond voor haar in een blauw slaapkleed met gele sterren en ene soortgelijke slaapmuts en was net een parse kamerjas aan het aantrekken. Hij leek verbaasd maar liet haar binnen.
‘Wat is er zo belangrijk dat je me vroeg moet wakker maken?’ vroeg hij terwijl haar een geeuw onderdrukte.
‘Ik weet wat er met mijn grootmoeder gebeurd is.’ flapte ze eruit.
‘O ja?’
‘Ik had ene droom.’ Vertelde Miriah. ‘Er waren allemaal dooddoeners die haar vervloekten. En…en ze wilden mij. Daarom waren ze bij Nona, ze wilden weten waar ik was. Maar Nona wilde dat niet vertellen en ze zeoden iets dat Hij het niet leuk zou vinden.’
‘Weet je waarom Hij jou wilt?’ vroeg Perkamentus serieus.
‘Ja, voor mijn krachten.’ Knikte Miriah. ‘Ik had het zilveren boek doorgenomen op de pagina over Morfers. Er staat ook in hoe je de krachten kunt overdragen naar ene andere persoon. Daarin wordt ook duidelijk waarom Voldemort ene vampier wou, waarom Aiden in het Krijsende Krot zat. Maar toen hij Aiden niet kreeg heeft hij en andere vampier genomen en zijn ziel…’
‘wacht even Miriah, ene andere vampier?’ vroeg Perkamentus doordringend.
Miriah bloosde maar knikte. ‘Ik heb het gezien. Toen was het gene droom, ik was daar echt, maar ook niet. Ze konden mij niks doen maar ik hen ook niet. Het is moeilijk om uit te leggen; Er was een Terzieler die me het getoont heeft. Ik zag hoe Voldemort de ziel van een vampier stal en in ene flesje opsloot. En in het boek staat dat je een ziel…’
‘Dat weet ik Miriah;’ zei Perkamentus. ‘Dat heb ik gelezen.’
‘Wist u het dan?’ vroeg Miriah verbaasd.
‘Ik had ene vermoeden.’
‘Waarom zie u dan niks!’ riep Miriah kwaad uit. ‘Nu ligt Nona…’
‘Ariana wist ervan. Ik heb het haar verteld.’ Zei Perkamentus sussend. ‘Ga zitten. Ze liet me beloven jou niks te zeggen. Ze wilde niet dat je je zorgen zou maken.’
‘Maar dat doe ik nu wel.’ Mompelde ze en ze ging zitten. ‘Mijn ouders en broers. Ik wilde u nog vragen waar ze zijn. Zijn ze ondergedoken?’
Perkamentus knikte. ‘Ja, dat wilde ik je nog zeggen maar ik dacht niet dat het het juiste moment was bij je grootmoeder. Maar ja ze zijn ondergedoken maar ik heb redelmatig contact met hen. Je moeder is erg ongerust over je maar ik heb haar gegarandeerd dat je veilig bent. En je broers…’ hij zuchtte en grinnikte. ‘Die willen zo snel mogelijk hierheen komen om je te beschermen om maar niet over je vade te spreken.’
‘Laat me raden.’ Zei Miriah. ‘Mijn ouders zijn ook lid van de Orde?’
Perkamentus glimlachte. ‘Inderdaad. En je broer Mario ook.’
Miriah knikte. ‘Het verbaasd me niks.’
‘Als we klaar zijn mag ik me dan omkleden? Dan kun jij gaan eten en je klaarmaken voor de lessen.’
Miriah stond op en liep het kantoortje uit. Het was al druk in de Grote Zaal. Harry, Ron en Hermelien waren er nog niet. Ze ging wat eten en liep terug naar de leerlingenkamer van Griffoendor.
Hermelien zat in ene van de zetels een les te overlezen en Ron en Harry waren aan het schaken. Ze keken op toen ze binnen kwam.
‘Waar was je?’ vroeg Hermelien.
‘Perkamentus.’ Zei ze kortaf. ‘Ik moest hem iets vragen over Nona.’ Ze had besloten hen niks vertellen om hen niet in gevaar te brengen. ‘Hebben jullie al gegeten?’ Ze knikten. ‘Goed, gaan we dan? Onze eerste les in Verweer tegen Zwarte Kunsten.’
Ze kregen nog steeds heel veel huiswerk op maar tot ieders verbazing werden de lessen ook steeds interessanter. Alle leerkrachten gaven interessante en leuke lessen om naar te luisteren en daardoor werden de huistaken ook een heel stuk makkelijker en interessanter om te maken.
Tot de laatste les toverdranken in de maand van februari in aantocht was. Miriah wist dat ze hun Veritaserum op een leerling in de klas moesten uitesten, of ze moesten zelf het proefkonijn zijn en daar had Miriah niet echt vele zin in, net al de rest van Griffoendor. Ze wisten dat Sneep heel onredelijk zou zijn en de zwadderaars het voorrecht zou geven om geheimen van de anderen te weten te komen.
Toen het eindeijk zover was stond iedereen nerveus aan het toverdrankejnlokaal op Sneep te wachten terwijl de zwadderaars grijnzend om zich heenkeken en luidop de vreselijkste vragen bedachten om aan griffoendors te vragen. Marcel stond al te trillen toen ze het lokala in mochten en hun plaatsje achteraan zochten.
Sneep glimlachte ijzig en ging vooraan in de klas staan. ‘Iedereen neemt zijn of haar drankje en ik maak paren. Griffel met Park, Thomas met Korzel, Malfidus met P…’ Hij zweeg toen Malfidu hem iets toe siste en grijsnde toen. ‘Malfidus met Nachtegale. Potter met Hork, Patil met…’ zo ging hij door tot iedereen een partner had. Uiteindeiljk moest Ron nog met Kwast.
Miriah ging kokend van woede bij Malfidus staan terwijl ze nog een laatste hand aan haar drankje legde. Malfidus was de laatste persoon met wie ze zou willensamenwerken. Hij had waarschijnlijk een vreselijke vraag achter de hand.
‘Is iedereen klaar?’ vroeg Sneep en hij keek de klas rond. ‘Iedereen mag twee vragen stellen aan zijn of haar partner. Malfidus keke haar vals aan.
Iedereen hé? dacht Miriah. Zelf had ze ook wat leuke vraagjes waaruit ze kon kiezen en ze glimlachte. ‘Griffoendors eerst. Julie hebben tien minuten.’ Sneep grinnikte. Miriah wist waarom hij hen eerst liet doen; Dan haddne ze erna veel tijd om griffoendors uit te lachen en vresleijk vragen te stellen want ze wist dat de zwadderaars het niet bij twee vragen zullen houden.
Malfidus dronk zijn hele flesje leeg. Hij keek haar afwachtend aan.
Miriah dacht even na en haalde diep adem. ‘Nou Malfidus, wat kan ik je vragen? Mijn tijd raakt op.’ Ze grijnsde. ‘Laten we het hebben over jouw vader.’ Malfidus werd bleek. Ze grinnikte, ze had de juiste vragen in haar hoofd. ‘Vertel eens.’ Ze boog zich naar haar over. ‘Is hij dikke vriendjes met Hem?’
Malfidus probeerde niks te zeggen maar hij kon het niet tegen houden. ‘Ja, mijn vader…is…een goede doo…’
‘Lukt het hier?’ kwam Sneep er plots tussen. Malfidus leek opgelucht nu hij niks meer hoefde te zeggen. ‘Stel je laatste vraag.’ Beval Sneep.
Miriah vloekte, ze had nochtans nog ene leuke vraag gehad. ‘Ehm…wat vind je van mij?’ vroeg ze dan maar. Sneep liep naar Harry en zei iets.
Malfidus haalde zijn schouders op. ‘Je bent een griffoendor en je bent arrogant en een stom stuk onbenul. Maar daarintegen ben je ook knap en slim.’ Het leek alsof hij schrok van zijn laatste woorden. Miriah grijnsde en boog zich naar hem over. ‘O ja, vind je dat? Waarom dan?’ Ze kon het niet laten hem wat te pesten maar voor hij kon antwoorde stond Sneep opnieuw voorraan. ‘Iedereen zwijgt nu. De vragen worden nu gesteld door Zwaderrich.’ Miriah zuchtte en dronk haar flesje leeg. De drank smaakte naar niks maar liet een warm gevoel door haar heen gaan.
‘Nu ben je geheel van mij niet waar?’
‘Ja zeker.’ Antwoorde Miriah meteen. Ze vloekte in zichzelf.
‘Oke, vertel dan maar eens: Wat vind je van mij?’
Miriah zuchtte. ‘Je bent een arrogante zak die denkt dat hij hele erg populair is en waar alle meisjes op vallen. Maar dat denk je want dat is alleen maar zo omdat je vader een rijke idioot is die iedereen om zijn vinger draait. Je bent een nul Malfidus.’
Malfidus keke woedend en wilde haar vervloeken. ‘Je vroeg er zelf om Mlafidus.’ Zei Miriah en als je me vervloekt breng je enkel jezelf in de problemen.’
Malfidus kreeg zichzelf weer in de hand en grijsnde toen vals. ‘Tijd voor een beetjeinteressantere dingen. Wat is je grootste en diepste geheim?’
Dit ahd Miriah al verwacht. Ze kneep haar mond dicht en verzette zich heftig en even leek het alsof het haar zou lukken maar toen begin ze te praten. En vertelde ze alles over dat ze een Morfer was en dat enkel haar oma en Perkamentus ervan wisten.
Ze keek naar de grond en voelde zich rood worden. Iederene keke haar verbaasd aan en Malfidus keke woedend; Snepe kwam ook naar hen toe.
‘Wat moet dat voorstellen juffrouw Nachtegale?’ Zei hij woedend. ‘Het zou erg vriendelijk en beleefd zijn om in ene verstaanbare taal te spreken.’
Miriah keek op. Zehadden haar niet verstaan, ze had italiaans gesproken. Ze begon zacht te lachen. ‘Het spijt me professor. Ik kon er niet aandoen.’
‘20 punten aftrek van griffoendor. Ik hoop dat je je les geleerd heb vind je ook niet?’
‘Toch niet.’ Zei Miriah nog steeds onder invloed van Veritaserum. ‘Ik vind u erg oneerlijk omdat u Zwaderrich voortrekt en…’
‘Miriah zwijg.’ Zei Hermelien schril.
‘Zwijg Griffel.’ Zei Sneep fel. ‘Denk je dat Nachtegale? Dan kun je ons ook eens vertellen waar je de hele week was. Waar was je?’
‘Bij mijn grootmoeder.’ Antwoorde ze. ‘Ze is aangevallen door dooddoeners in opdracht van Voldemort.’
Hele de klas siste toen ze Voldemorts naam uitsprak en Sneep werd bleek. Miriah wist dat ze te ver gegaan was maar ze kon er niks aan doen. Het Veritaserum werkte nog steeds. Ze rende de kerker uit een liep naar de toiletten. Ze vloekte en sloot zich op in een van de toilethokjes.
Ze bleef er het hele uur zitten tot ze er zaker van was dat het was uitgewerkt. Toen ze er zeker van was liep ze de toiletten uit en keek in een van de spiegels. Ze zag Hermelien achter haar binnenkomen.
‘Gaat het?’
‘Ja hoor.’ Ze knikte. ‘Sneep kan me niks maken. Het was zijn eigen schuld.’
Hermelien knikte. ‘Kom, Harry en Ron wachten. Park was verschrikkelijk, ze stelde allemaal vragen over Viktor enzo.’
‘Viktor?’
‘Kruml.’ Hermelien bloosde. ‘Je weet wel, die zwerkbalspeler?’
‘O die.’ Miriah keek naar Hermelien en schudde lachend haar hoofd. Buiten stonden Harry en Ron te wachten. Harry omarmde haar meteen en kuste haar.
‘Ik ben oke!’ riep ze lachend uit. ‘Echt waar. En moet je nog wat weten?’ Ze keken haar afwachtend aan. ‘Malfidus heeft me zelf gezegt dat zijn vader een dooddoener is.’
Harry staarde haar aan en begon te grijnzen. ‘Dat wist ik al. Het ministerie had erbij moeten zijn.’ Hij lachte en kuste haar nogmaals zacht, langer, en liepen toen naar hun volgende les: Verzorging van Fabeldieren.
Zo dit was dan alweer een hoofdstuk. ik hoop dat jullie het leuk vonden.
Ik moet tot mijn spijt zeggen dat het einde nadert. Niet erg binnenkort maar erg lang zal dat ook niet meer duren.
Maar tot dan: blijf reacties sturen want die zijn altijd welkom. via pb of in het reactietopic.
greetzz
SchadowCat |
_________________ Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!
°-ShadowCat-°
_______________________________________
don't click this link... |
|
  |
 |
SchadowCat
3e jaars


Verdiend:
47 Sikkels
Woonplaats: Elysium
|
Geplaatst:
Wo Dec 01, 2004 20:48 |
 |
hey,
Ik wilde even laten weten dat ik niet veel meer zal kunnen schrijven door de aankomende examens. Ik moet redelijk veel leren dus...
Ik zal natuurlijk nog steeds kunnen schrijven maar posten niet want ik mag het internet niet op tijdens de examens, pas erna. Na de examens begin ik opnieuw te posten. Dus... wens me geluk met de examens want die beginnen 8 december!
greetzz
SchadowCat |
_________________ Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!
°-ShadowCat-°
_______________________________________
don't click this link... |
|
  |
 |
Jana
4e jaars


Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: Onder jouw bed
|
Geplaatst:
Za Dec 04, 2004 15:56 |
 |
[color=darkred][/color]
Ik vind je verhaal mooi en boeiend om te lezen. De woordenschat is goed, en de zinsbouw ook. Soms staat er wel geen punt of komma ofzo als er ene moet staan, en der staan redelijk veel schrijffouten in, da stoort soms wel een beetje. Maar over de hele lijn goed!!
Jana |
|
|
  |
 |
...Lietjuuh...
Dreuzel

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: somewhere you can not steal my raspberry
|
Geplaatst:
Za Dec 04, 2004 16:06 |
 |
Jana...
Het is niet de bedoeling dat je in dit topic reageert!
Als je iets wil reageren doe dit dan in het daar voor bedoelde REAGEERtopic!!
...Lietjuuh... |
|
|
  |
 |
SchadowCat
3e jaars


Verdiend:
47 Sikkels
Woonplaats: Elysium
|
Geplaatst:
Za Dec 04, 2004 20:33 |
 |
ten eerste: het zou leuk zijn als mensen niet meer zouden reageren in mijn topic en ik bedank Lietjuh om anderen dit duidelijk te maken.
ten tweede: ik denk dat dit of het stukje hierna de laatste zullen zijn voor de volgende twee weken omdat ik in de examens zit. Na de examens ga ik verder.
en ten derde: hier is hoofdstuk 28 en ik hoop dat jullie het leuk vinden. Ik weet het: een stomme titel maar ik kon niks beters bedenken Reacties zijn altijd welkom in het REACTIETOPIC of via PB
Hoofdstuk 28: Tarot en Kaarten
Ieder weekend ging Miriah bij Nona op bezoek. De helers zeiden dat hij toestand niet verbeterd was maar ook niet verslechterd, wat een goed iets was.
Miriah voelde zich iedere keer slecht wanneer ze Nona zo stil en bijna dood in het bed zag liggen. Ze had zich honderd keren af gevraagt of ze Nona kon helpen of als ze er iets aan kon gedaan hebben. Waarom haar amulet haar niks vertelt?
Middne maart waren het opneiuw examens. Twee weken lang vergat Miriah haar problemen en probeerde zich zo veel mogelijk op haar lessen en studies te concentreren want de paasexamens leken zo mogelijk nog moeilijker dan de kerstexamens. Vooral die van Sneep, Anderling en Banning en zelfs Hagrid leek zijn best te doen alles zo moeilijk mogelijk te maken. Ze benutten iedere vrije seconde om hun lessen te overlezen.
Toen de twee vermoeiende examenweken eindelijk om waren leek het alsof Miriah hoofd leegliep. Ze deed zo veel mogelijk haar best om haar hoofd leeg te maken en alle leerstof eruit te laten lopen.
Het was vakantie en ze waren allemaal geslaagd. Marcel leek het beter te hebben gedaan dan anders.
Tot Miriahs verrassing en ook die van Harry en Hermelien, had mevrouw Wemel hen allemaal uitgenodigd om de vakantie in Het Nest door te brengen. Blijkbaar had Ron zijn moeder over Miriah vertelt. Miriah voelde haar hart opspringen toen Ron de lange brief voorlas waar mevrouw Wemel hen allemaal uitnodigde.
‘Ze pikken ons op aan perron 9 3/4.’ Besloot Ron. ‘Dit wordt een leuke vakantie.’ Hij grijnsde. Ze liepen naar hun slaapzalen en pakte alle spullen in die ze wilden meenemen, niet dat dat er veel waren maar Miriah wilde graag wat dingen meenemen.
Er waren deze vakantie veel leeringen die naar huis gingen want de Zweinsteinexpress zat overvol. Ze veroverden nog net op tijd de allerlaatste wagon van de trein.
Ze zaten wat te praten over vanalles en nog wat. Het vrouwtje dat een wagentje vol lekkers voortduwde kwam binnen. ‘Willen jullie iets?’
Miriah’s mond viel open. Het wagentje was beladen met snoepgoed en koeken. Toen ze naar Zweinstein gingen was het vrouwtje niet bij haar langsgeweest. Ze zocht, net als de rest, naar wat geld en kocht haar een hoop schocokikkers en smekkies.
Uiteindelijk werd het donker buiten en begon de trein te vertragen. Toen ze eindelijk op station 9 ¾ waren en stilstonden zou het pikconker geweest zijn als er geen lantaarns zouden gebrand hebben.
Ze stapten uit en werden meteen opgevangen door een man en een vrouw die hen uitbundig omhelsden, zelfs Miriah werd omhelsd. Ze was nog nooit eerder door ene vreemde omhelsd maar wat gaf het. Achter hen stonden Fred en George die hen luchtig begroeten.
Ze liepen door de betoverde muur naar buiten en stond toen op een luidruchtig station in Londen. Ze werden allemaal in een grote auto gepropt en reden na een hele tijd Londen uit en de buitenwijken in tot op het platteland. Toen het bijna ochtend was en er al een roze streep aan de horizon verscheen kwamen ze bij een groot huis dat maar wankel op zijn grondvesten stond. Volgens Miriahs gevoel kon het huis door het minste windvlaagje omver geblazen worden maar haar gezond verstand vertelde haar dat het waarschijnlijk door magie rechtop gehouden werd. Maar ondanks dat alles was het binnen zo gezellig als maar zijn kon.
Iedereen besloot nog wat te gaan slapen. Miriah mocht op ene kamer samen met Hermelien en Ginny slapen. De jongens sliepen op Rons kamer en Fred en George uiteraard op hun eigen kamer.
Het was een gezellige vakantie. Elke dag aten ze buiten. Miriah vond het gezellig en genoot ervan. Het was ook een erg gezellige familie, alleen misten ze iemand: Percy Wemel,een van Rons oudere broers. Toen ze vroeg waarom hij er niet was had Ron alleen maar zijn schouders opgehaald dus vroeg ze het maar aan Harry.
‘Die heeft zich helemaal aan het leven in het ministerie gewijd.’ Zei hij met een mond vol taart. ‘Praat er maar niet over, het is een gevoelig punt. Zeker voor Mevrouw Wemel.’
‘Hoorde ik daar mijn naam?’ vroeg Mevrouw Wemel van de overkant van de tafel.
‘Eh, uw eten is erg lekker!’ riep Harry terug. Mevrouw Wemel glimlachte blij en praatte verder met Fred en George. Miriah grinnikte en at verder.
De hele vakantie was erg leuk maar verliep veel te snel naar Miriah gevoel. Al veel te snel zaten ze opneiuw op de Zwenisteinexpress op weg naar school. Mevrouw Wemel had hen allemaal paaseieren meegegeven om op school op te eten.
Op begonnne de lessen de volgende dag meteen en de leerkrachten gaven op de eerste dag al bergen huiswerk mee. Miriah had het gevoel alsof ze verdronk in het huiswerk.
Zwamdrift was begonnen met Tarotkaarten en probeerde iedereen duidelijk te maken hoe je ermee moest werken. Miriah staarde op het stapeltje kaarten.
‘Oke, Harry, trek je kaarten.’ Zei ze. Harry trok de nodige kaarten en Miriah spreide ze op het tafeltje uit in het patroon dat in hun handboek stond. Ze draaide de kaarten een voor een om en keek in haar boek wat de betekenissen waren. ‘Wel, volgens deze kaart krijg je later twee kinderen. Deze zegt dat je binnenkort doodgaat en…’ ze fronste en lachte. ‘Dit is gek, hoe kan je nou twee kinderen krijgen terwijl je binnenkort doodgaat?’
‘Omdat je er niet in geloofd.’ Zei Zwamdrifts dromerige stem boven hen. ‘Schud te kaarten meisje en trek je eigen kaarten.’
Miriah deed wat ze vroeg en Zwamdrift spreide de kaarten over het tafeltje uit. Ze bestudeerde ze aandachtig. ‘Je zult binnekort iets vreselijks meemaken. Een geliefd familielid zal pijn lijden.’ Miriah ging rechtop zitten. Nona! ‘Leugens zullen geopenbaard worden.’ Zwamdrift ging zo een tijdje door tot alle kaarten bekeken waren. ‘Volgens mij ziet het er niet erg rooskleurig uit voor jou mijn kind.’ Daarop draaide ze zich om en liep naar het volgende tafeltje.
‘Leugens zullen geopenbaard worden?’ Harry fronste en grijnsde. ‘Heb je iemand anders?’
Miriah keek geschokt. ‘Natuurlijk niet!’ Ze lachte en schudde de kaarten opnieuw.
Diezelfde avond vroeg ze aan Perkamentus of ze Nona mocht bezoeken. Die voorspelling van Zwamdrift zat haar niet lekker maar Perkamentus weigerde en verzekerde dat alles goed met haar was en dat hij vanavond nog zou gana kijken hoe het ging.
Teleurgesteld liep Miriah terug naar de leerlingenkamer. Tot haar verrassing kwam ze vlug aan. Had ze zo vlug doorgestapt? Ze haalde haar schouders op, zei het wachtwoord en liep naar binnen. Maar de leerlingenkamer was er niet, ze stond in de Kaartenkamer. Ze hield stil en keek om zich heen. Waarom was ze hier?
De grote kaart van Zweinstein hing aan de muur en ze liep ernaartoe. Er was nks speciaals te zien. Iedereen was mooi in het kasteel behalve Hagrid in zijn huisje. Toen vernauwde ze haar ogen en boog zich dichter naar de kaart toe. In het verboden bos had ze stipjes gezien maar ze waren te snel weer verdwenen.
‘Is hier geen kaart van het Verboden Bos?’ vroeg ze zich mompelend af en ging opzoek in de manden en kisten en vond een kaart van enkel het verboden bos. Het verbaasd haar dat het zo groot was, ze had nooit geweten dat het zo uitgestrekt was. Ze keek op de kaart en speurde het systematisch af tot ze stipjes zag bewegen, erboven stonden namen waarvan ze wenste dat ze er nooit geweest waten maar ze moest het geloven, Voldemort was in het Verboden Bos, vanavond. Ze hield de kaart boven die van zweinstein en vergeleek. Hij was niet zo diep het verboden bos in. Ongeveer op dezelfde plek waar ze Sarän ontmoet had.
Ze wist dat ze moest gaan, dat kon niet anders. Hij wilde haar en ze mocht niemand anders in gevaar brengen. Maar ze zou niet als zichzelf gaan, nee, dan zou Voldemort haar meteen herkennen en zou ze hem niet meer tegen kunnen houden. Na even nadenken wist ze als wie ze zou gaan.
Ze rende de Kaartenkamer uit en zocht de echte leerlingenkamer op die uitgestorven was. Iedereen was al gaan slapen. Goed, dacht ze. Ze zocht Harry op in de jongensslaapzaal maar die was er niet, evenals Ron. Zelfs Hermelien was er niet.
Ze werd erg ongerust tot Harry plots de leerlingenkamer in rende.
‘Miriah, Voldemort is in het Verboden Bos!’ riep hij uit. ‘Waar is Perkamentus? Hij is niet in zijn kantoortje. Kom mee.’
Miriah kreeg het koud. Perkamentus was er niet want hij was naar Nona. Dus had Voldemort vrij spel. Toen kregen ze een idee en een plan begon zich te vormen in haar hoofd. Toen Harry zich omdraaide en terug door het portretgat wilde klimmen richtte ze haar toverstok op hem: ‘Petrificus Totalus!’ Hrry versteef en viel stijf al een plank op de grond. Miriah voelde zich schuldig en verdrietig maar ze kon Harry niet in gevaar brengen.
‘Het spijt me Harry.’ Mompelde ze. Ze legde hem aan de kant. Zijn ogen keken haar bschuldigend aan. Ze legde haar hand op de zijne concentreerde zich een minuut. Toen ze dacht dat het genoeg was liet ze hem los en keek hem smekend aan. ‘Het spijt me echt.’ Smeekte ze. Ze liep snel de leerlingenkamer uit, rende door de gangen en rende naar buiten. Het was koud en ze kon haar adem in wolkjes zien. Ze voelde tranen opkomen maar ze verdrong ze. Ze mocht niet huilen, niet nu.
Ze rende naar het Verboden Bos. Toen ze ver genoeg het Bos ingelopen was stopte ze. Met een spreuk veranderde ze haar kleren in dezelfde kleren als die van Harry. Toen sloot ze haar ogen en concentreerde zich. Langzaam voelde ze de veranderingen beginnen. Ze werd langer en sterker en toen ze haar ogen open deed was alles wazig. Ze schrok maar bedacht toen dat Harry een bril droeg. Snel toverde ze een bril en zette die op. Ze rende verder het bos in en hoopte maar dat Voldemort het zou geloven. |
_________________ Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!
°-ShadowCat-°
_______________________________________
don't click this link... |
|
  |
 |
SchadowCat
3e jaars


Verdiend:
47 Sikkels
Woonplaats: Elysium
|
Geplaatst:
Za Dec 04, 2004 22:31 |
 |
Hoofdstuk 29: Het Verboden Bos.
Miriah voelde haar hart kloppen in haar keel en had het gevoel dat iedereen het kon horen. Ze voelde zich vreemd in Harry’s lichaam. Ze had nog maar een keer de gedaante van een ander aangenomen en dat was die keer van haar moeder en een paar keer van haar vriendin maar dit was helemaal anders. Harry was ook een jongen wat het dubbel zo vreemd maakte.
Ze rende verder tot ze plots stemmen hoorde. Ze liep zacht verder en kwam op een plek waar het wemelde van de dooddoeners en de moed zonk haar in de schoenen. Ze had zin om in huilen uit te barsten en vroeg zich af wat ze hier eigenlijk deed.
Voldemort stond in het midden van zijn dooddoeners met het zilveren boek naast zich op de grond en een klein flesje in zijn hand waarin de ziel van de vampier zat. Ze huiverde en hoopte er niet mee in aanraking te komen.
Ze sloop voorzichtig zonder een ‘krak!’ Ze vloekte in zichzelf. Plots was ze omsingeld door dooddoeners. Ze trok haar toverstok maar die werd meteen uit haar handen geblazen.
Voldemort lachte ijzig en dwong haar met zijn toverstok dichterbij.
‘Welkom Harry Potter.’ Zei hij zacht. ‘Ik had eigenlijk iemand anders verwacht maar ik kan jou best nog gebruiken voor als ze aankomt, als gijzelaar bijvoorbeeld. En daarna… kan ik je eindelijk doden.’ Hij lachte opneiuw.
Miriah hield haar adem in, hij had het niet door dat zijn het was en Harry was veilig in het kasteel. Ze besloot niet te dicht te komen anders zouden haar ogen haar verraden want ze wist dat haar ogen bruin en groen waren en die van Harry waren fel groen.
‘Wat ben je van plan met haar.’ Vroeg ze zacht met Harry’s stem.
‘Haar krachten stelen natuurlijk.’ Zei Voldemort bijna verbaasd. ‘Ik dacht dat je dat al door zou hebben maar blijkbaar ben je toch niet zo slim als ik dacht.’
Miriah maakte een vuist en voelde zich kwaad worden. Kalm blijven! dwong ze zichzelf. Kwaad worden helpt echt niet. Ze haalde diep adem.
‘Dat laat ik niet gebeuren.’ Zei Miriah zacht.
‘Jij?’ Voldemort lachte vreugdeloos. ‘Jij bent niet staat om je tegen mij te verzetten nu.’ Hij hief zijn toverstok op. ‘Crucio!’
Pijn vlamde door haar heen en het leek alsof haar lichaam in brand stond en haar hoofd zou barsten. Toen was het gedaan. Ze lag hijgend op de grond en beefde. Trillend stond ze op. De bril was van haar neus gegleden en ze zag alles wazig nu. Voor zich zag ze het silhouhet van Voldemort die dichterbij kwam en zijn toverstok opnieuw op haar richtte. Ze werd tegen een boom geduwd en touwen bonden haar vast zodat ze nu gene kant meer op kon. Haar toverstok lag nutteloos op de grond.
‘En daar blijf je hangen tot ze komt.’
‘Hoe ben je erachter gekomen?’ vroeg Miriah. ‘Wat ze was.’
Voldemort keek haar schattend aan. ‘Via vele omwegen en haar grootmoeder, Potter. Het meisje is erg waardevol moet ik zeggen en haar krachten zullen me goed van pas komen.’
‘Ga je haar doden?’
‘Wat een vraag.’ Lachte Voldemort kil. ‘Natuurlijk, dat moet wel. Ik neme har plaats op school in en niemand zal er ooit iets van merken wat jij zult dood zijn.’
Miriah zuchtte zacht. EN nu? Dacht ze bij zichzelf. Nu was ze vastgebonden zodat het haar onmogelijk was gemaakt om iets te doen. Mooi hulp was ze.
(Op Zweinstein bij Harry)
Harry was woedend op Miriah om wat ze gedaan had. Oke, hij kon wel zien dat ze er spijt van had maar waarom had ze het gedaan. Hij lag verstijfd om de grond met zijn toverstok nog in zijn hand maar hij kon niks doen tot iemand hem vond en de spreuk ophief.
Hij lag daar lang tot Hermelien eindelijk de leerlingenkamer binnekwam opzoek naar hem.
‘Harry?’ ze liep hem voorbij en hij probeerde haar te roepen wat niet lukte. Ook Ron kwam binnen. ‘Harry?’
‘Waar is hij toch?’ vroeg Ron. ‘Hij zou Miriah zoeken.’
‘Weet ik veel. Misschien hij Perkamentus gaan zoeken.’ Snauwde Hermelien.
Ron verdween in hun slaapzaal. Hermelien plofte neer in een van de zetels voor de haard tot Ron terugkwam. ‘Hij si niet…’ Rons ogen werden groot toen hij Harry aastaarde. Hij had Harry natuurlijk gezien vanuit zijn positie. ‘Naast het portret!’ Hermelien zag hem nu ook liggen. ‘Petrificus Totalus.’ Mompelde ze. Ze zei snel de tegenspreuk en Harry sprong meteen recht.
‘Wat is er gebeurt!’ vroegen Ron en Hermelien tegelijk.
‘Miriah!’ zei hij enkel. Hij liep de leerlingenkamer uit. Ron en Hermelien liepen snel achter hem aan.
‘Heeft Miriah dat gedaan?’ vroeg Hermelien hijgend. Harry knikte. ‘Waarom?’
‘Weet ik veel. Dat wil ik uitzoeken.’
Ze liepen door de gangen tot Ron plots riep. ‘Kijk, de Kaartenkamer is hier.’ Ze stopten en liepen ernaar toe. De deur stond wagenwijd open en warm geel licht stroomde naar buiten. Ze liepen naar binnen. De grote kaart van Zweinstein hing ana d emuur met ernaast op de tafel een kaart van het Verboden Bos. Ze bekeken beide tot Hermelien een kreet slaakte.
‘Kijk hier.’ Piepte ze. Ze wees op de kaart van het Bos. Ze wees naar twee stipjes. Het een zei: Miriah Nachtegale en het andere Voldemort.
‘Ze is bij Voldemort.’ Zei Harry.
‘En nu?’
‘We gaan haar zoeken natuurlijk.’ Zei Harry. Hij rende de Kaartenkamer uit, door de school naar buiten. Ron en Hermelien kwamen naast hem lopen en hielden hem tegen.
‘Wat was je dan van plan?’ vroeg Ron. Hij zag lijkbleek. ‘Jeweetwel geeft haar niet zomaar terug hoor.’
‘We kunnen toch proberen?’
‘Het is gevaarlijk Harry, denk na.’ Drong Hermelien aan.
‘Blijven jullie dan hier.’
Harry liep verder maar Hermelien hield hem tegen. ‘Oke, ik ga eerst Perkamentus zoeken. Jullie blijven hier en wachten op ons. Oke?’ Ze rende terug de school in. Harry zuchtte en liep hoofdschuddend verder.
‘Harry, wat doe je?’ vroeg Ron. ‘Hermelien zei…’
‘Ze is in gevaar Ron en we moeten haar helpen.’ Zei Harry wanhopig. ‘Wat als Hermelien Perkamentus vind maar we zijn te laat?’ hierop wist Ron niks te zeggen en volgde hij zijn vriend het Verboden Bos in.
Harry rilde want het was koud en het Bos was erg duister en jaagde hem angst aan. Hij hoopte maar dat Miriah oke was. Ze liepen snel verder. Toen hoorden ze stemmen en slopen heel voorzichtig dichterbij. Overal liepen dooddoeners en tussen hen in liep Voldemort. Voldemort praatte tegen iemand die hij niet kon zien. Hij zag wel dat er iemand aan een boom vestgebonden zat want hij zag een arm, een arm die hem akelig bekend voorkwam.
Ze liepen in een weide boog om de plek heen en maakten geen geluid. Toen zag Harry wie aan de boom vastgebodnen zat en zijn mond viel open. Naast hem verstijfde Ron. Er was iemand vastgebonden die precies op hem leek, het was net alsof zijn spiegelbeeld uit de spiegel ontsnapt was en aan de boom vasthing.
(Miriah)
Voldemort keek haar koel aan en draaide zich om. Ze rukte aan de touwen en zag iets bewegen vanuit haar ooghoek. Ze bevroor. Daar, tussen de struiken, stonden Harry en Ron. Ze staarden haar allebei aan. Dit wilde ze totaal niet, dit was helemaal niet wat er mocht gebeuren! Harry zou veilig in het kasteel moeten zijn. Ze vloekte en probeerde terug kalm te worden. Ze vroeg zich af wat ze van plan waren nu ze hier waren.
Daar kwam ze al snel achter want de twee jongens verdwenen weer. Ergens dichtbij haar kwamen ze weer te voorschijn. Harry mikte zorgvuldig en vuurde een spreuk af. De touwen om haar armen branden door.
Voldemort draaide zich met een ruk om en dwong hij Miriah rechtop met zijn toverstok.
‘Je vriendjes zijn aangekomen.’ Siste hij kil. Hij draaide zich om en staarde verbaasd naar Harry en Ron. Miriah deed achterwaarts een paar stappen naar Harry en Ron toe tot ze een meter van hen vandaan was. ‘Wie van jullie twee is de Morfer?’ vroeg hij kil ne woedend.
Tot haar verbazing sprak Harry. ‘Tja, dat is iets wat jij zult moeten uitzoeken.’ Ze keek naar Ron vanuit haar ooghoek en zag dat hij lijkbleek was en trilde als een rietje.
‘Dat dood ik jullie beiden.’
‘Dan zul je ook degene doden die je wil en dan krijg je de krachten niet.’ Zei Miriah luid. ‘Wat ga je nu doen?’ ze grimaste en keek naar haar toverstok. ‘Leid hem af.’ Siste ze Harry vanuit haar mondhoek toe. ‘Dan kan ik doen wara ik goed in ben.’
Ze keek niet naar Harry maar wist dat hij zou doen wat ze vroeg.
‘Wat ga je nu doen?’ vroeg Harry zacht. ‘Je bent gewoon niet slim en sterk genoeg om…’
‘STILTE!’ schreeuwde Voldemort. Hij richtte zijn toverstok op Harry. Dat was waar Miriah op gewacht had. Terwijl ze op haar toverstok afdook concentreerde ze zich op haar verandering naar zichzelf. Harry’s kleren waren te groot en hingen los om haar heen. Ze zag Harry verbaasd naar haar kijken maar trok er zich niks van aan, dat was nu te gevaarlijk.
Ze greep haar toverstok en richtte die op Voldemort maar die was haar voor en duwde de punt van zijn toverstok op haar keel en greep haar bij haar pols. Ze sloot haar ogen en concetreerde zich. Te laat merkte Voldemort zijn fout op en liet haar los.
Langzaam veranderde ze in Voldemort. Met een spreuk had ze dezelfde kleren aan als Voldemort zelf.
Miriah opende haar ogen. ‘Vecht hier maar eens tegen.’ Siste ze met dezelfde hoge stem als Voldmort.
Voor het eerst leek Voldemort bijna bang. Hij stond tegenover zijn evenbeeld, dat even sterk was als hemzelf en eens ze in een gevecht verwikkeld waren zouden zijn dooddoeners misschien niet meer kunnen uitmaken wie hun echte Heer was.
Miriah glimlachte. Ze had Voldemort in de val gekregen. Harry en Ron waren slim genoeg geweest om naar haar toe gelopen en stonden achter haar.
Ze hoopte maar dat ze Voldemorts krachten genoeg kon beheersen om ze te kunnen gebruikenn en ze was blij dat hij de ziel van de vampier enkel kon gebruiken als ze in haar eigen lichaam was. Ze hield zich klaar en richtte haar toverstok op Voldemort.
Het gevecht begon.
het laatste stukje voor nu. Na de examens meer. wat ben ik gemeen zomaar stoppen, in het midden van een gevecht dan nog tss stoute ik
maar misschien toon ik mijn goede hart wel en post ik eerder maar anders... later meer.
greetzz
SchadowCat |
_________________ Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!
°-ShadowCat-°
_______________________________________
don't click this link... |
|
  |
 |
SchadowCat
3e jaars


Verdiend:
47 Sikkels
Woonplaats: Elysium
|
Geplaatst:
Vr Dec 10, 2004 14:57 |
 |
Hey, hier het 30ste hoofdstuk. Dit hoofdstuk is een heel stuk langer dan de rest en dat heb ik speciaal voor jullie gedaan omdat het zolang geduurd heeft dat ik nog eens postte. Normaal heb ik examens maar nu is het weekend en ik kon de schrijfkriebels niet bedwingen. Veel plezier en reacties zijn altijd welkom, in het Reactietopic of via Pb!
Hoofdstuk 30: Krachten.
Miriah stond doodstil maar innerlijk klopte haar hart als een razende en was ze doodsbang. Ze wenste dat Harry en Ron wegrenden, dan hoefde ze zich geen zorgen meer over hen te maken maar de twee bleven met getrokken toverstokken staan.
Voldemort leek voor het eerst in zijn leven onzeker over de situatie, dacht Miriah. Ze voelde zich erg ongemakkelijk in zijn lichaam. Het was zo kil en…
Onverwachts viel Voldemort haar aan. Ze wist net op tijd de spreuk te blokkeren en vuurde meteen een nieuwe af. Steeds vuren, pareren, vuren, pareren,…
‘Dood de andere twee!’ siste Voldemort tegen zijn dooddoeners. ‘Ik handel het wel met deze af.’ Hij vuurde opeens een felle spreuk af die Miriah op een haar na miste en enkele witte haren verschroeiden. Langzaam dreef Voldemort haar achteruit tussen de bomen. Ze hijgde en wenste dat ze zich nooit in dit gevaar gestort had. Ze wist niet of ze sterk en slim genoeg was Voldemort tegen te houden. Ze maakte zoveel mogelijk gebruik van de krachten van Voldemorts lichaam maar zijn ware kracht zat ergens waar alleen hij erbij kon.
Ondertussen werden Harry en Ron ook bestoken door de spreuken van de doddoeners. Ze rende het bos in, gevolgt door de dooddoeners.
‘Laat ze gaan.’ zei Miriah. ‘Je wilde mij.’
‘Maar via jou kan ik hen vermoorden.’ Siste Voldemort terijl hij een van haar spreuken pareerde. ‘Maar nu hij hier is kan ik dat beter meteen doen.’ Hij deed een felle uitval die Miriah net kon ontwijken. De spreuk raakte een boom waarvan de stam meteen ontplofte. Schors en takjes vlogen alle kanten op en schramden haar huid en armen.
Toen ze opkeek zag ze dat Voldemort weg was. Was hij mee ontploft? Natuurlijk niet stomkop! Dacht ze. Voldemort ontploft niet zomaar.
Ze keek behoedzaam om zich heen maar ze zag niks en hoorde enkel het ruisen van de bladeren in de wind.
Toen hoorde ze het kraken van struiken en zag ze Harry en Ron uit de struiken rennen. Ze keken haar angstig aan. Ze vroeg zich af waarom toen het tot haar doordrong dat ze er net als Voldemort uitzag, dat ze Voldemort was. Maar voor ze hen kon duidelijk maken dat zij het was probeerde Harry haar te vervloeken en renden hij en Ron terug het Bos in.
Dooddoeners renden tusen de struiken en zagen haar staan. Miriah glimlachte plots, een plan begon zich in haar hoofd te vormen.
‘Zoek ze en breng ze bij mij.’ Siste ze. De dooddoeners knikten en renden achter Harry en Ron aan. ‘En vergeet niet.’ Riep ze hen na. ‘Ik wil ze levend!’
Daarna liep ze het bos in, ze bleef in de buurt en hoopte dat de dooddoeners vlug terug kwamen, dan kon ze Harry en Ron bevrijden en naar Zweinstein vluchten. Haar ogen werden groot. Of verschijnselen. Ze grijnsde. Je kon niet verdwijnselen en verschijnselen op het terrein van Zweinstein maar de plaats van het Verboden Bos waar zij nu waren was geen terrein van Zweinstein meer, dit was echt het Bos. Zoalng ze maar een eind van deze plaats vandaan konden verschijnselen was het goed. Ze lachte en schrok toen. Haar lach klonk net zo hoog en kil als Voldemort. Ze werd bang bij de gedachte dat ze echt in Voldemort zou veranderen.
Ze liep snel verder tot de dooddoeners plots uit de schaduwen opdoemden. Ze hadden Harry en Ron verlamd en droegen ze tot bij haar en legden hen voor haar voeten op de grond waarna ze zich terugtrokken. Miriah bukte zich en pakte hun toverstokken af en stak ze in haar zak. Ze glimlachte. Nu kon ze eindelijk…. Voldemort stond plots voor haar, alsof hij uit het niets verschenen was. De dooddoeners keken geschrokken naar Voldemort en toen naar haar.
‘Zien jullie idioten niet dat dat de Morfer is.’zei Miriah snel. De dooddoeners wilden hun toverstokken op Voldemort richten.
‘Zij is de Morfer.’ Zei Voldemort kalm. ‘Ik dacht dat jullie je Heer zouden herkennen. Als ik Harry Potter en zijn miezerige vriendje voor mijn voeten zou hebben liggen zou ik ze meteen doden. IK ben Heer Voldemort en zij is de Morfer.’
Miriah voelde haar hart als een razende kloppen. Nu richtten de dooddoeners zich op haar. Ze wilde iets zeggen maar wist niet wat. Die aarzeling was genoeg om de dooddoeners de waarheid te laten zien.
Snel nam ze Harry en Rons hand vast en zocht de kracht, de manier om te verdwijnselen. Diep in Voldemorts krachten vond ze de manier en verdween ze samen met Harry en Ron in een plopje. Het ging heel snel maar plots knalde ze tegen iets onzichtbaars aan en werd ze tegen een boom gesmeten samen met Harry en Ron die nog steeds verlamd waren.
Ze stond op en nam de verlamming weg. Meteen zochten ze naar hun toverstokken die ze niet vonden. Ron zag lijkbleek.
‘Jij vuile…’
‘Kalm Harry.’ Zei ze. ‘Ik ben het. Miriah.’
Harry leek even verbaasd maar meteen zag ze dat hij het niet geloofde. Natuurlijk niet, ze kon evengoed Voldemort zijn die zich als haar voordeed.
‘Hoe kunnen we dat zeker zijn?’
‘Ik zou het kunnne bewijzen.’ Zei ze haastig. ‘Maar als ik demorf dan ben ik onveilig voor Voldemort. Eerst naar Zweinstein, binnen verander ik terug.’
‘Nee, nu!’ zei Harry kwaad. Miriah stak haar hand in haar zak en stak hun toverstokken naar hen uit.
‘Zou Voldemort je jullie toverstokken terug geven?’ vroeg ze. Harry keek ernaar.
‘Nee. Maar je zou toneel kunnen spelen.’
Miriah zuchtte en dacht snel na. Misschien zou ze snel eens kunnen morfen en daarna snel terugmorfen. Misschien een ander lichaam dan dat van Voldemort. Als ze snel was.
Ze knikte. ‘Jij bent de baas meneer Potter.’ Ze sloot haar ogen en voelde de veranderingen. Even later stond ze te rillen in de dunne kleren van Voldemort. Harry en Ron staarden haar verbaasd aan en Harry schraapte toen zijn keel.
‘Oke, nu geloof ik je maar waarom zei je nooit iets?’ Hij probeerde niet kwaad te worden in deze omstandigheden, dat zag ze.
‘Dat weet je best. Het staat allemaal in het boek.’ Mompelde ze. Ze wilde terug veranderen toen ze plots iets koud om haar heen voelde. Iets drong haar lichaam binnen via haar neus en mond.
‘Kijk!’ Ron angstig naar haar wijzend. Ze voelde zich helemaal koud worden vanbinnen en zakte op haar knieëen. Het zat in haar lichaam een zocht naar iets, ze kon het voelen zoeken. Ze kreeg het helemaal koud toen het zich in haar borst plaatste en omhaar hart wikkelde. Het vond wat het zocht en plots leek het alsof er iets uit haar binnenste weggenomen werd. Het ding verliet haar lichaam. Ze zag een zwarte schim wegdrijven op de wind, lange zwarte tentakels droegen een glinsterend wit lichtbolletje dat weg probeerde te vliegen. Snel was de schim verdwenen en liet Miriah achter met een lege, holle en koude plek in haar ziel. Alsof er een stukje van haar weggesneden was.
‘Gaat het?’ vroeg een stem naast haar. Harry was naast haar geknield.
‘Nee natuurlijk niet.’ snauwde ze. Wanhopig probeerde ze van gedaante te veranderen. Maris zou ze proberen maar ze bleef gewoon zichzelf, hoe hard ze ook probeerde, ze bleef enkel zichzelf. Ze begon te huilen en liet zich in het gras zakken.
Ze hoorde het plopje niet van iemand die verschijnselde. Ze hoorde de stemmen niet en ze merkte niet dan iemand haar omhoog trok. Toen ze rechtstond voelde ze de wereld om zich heen draaien en het werd zwart.
Ze hoorde zacht stemmen praten. Het was donker om haar heen en ze lag plat. Ze opende haar ogen en zag dat ze in de ziekenzaal lag, voor de zoveelste keer dit jaar. Ze ging overeind zitten en bekeek zichzelf, er was niks mis met haar lichaam.
Met een schok herinnerde ze zich alles weer en meteen was de lege plek weer aanwezig. Ze wist dat daar het morfkracht gezeten hadden maar nu was het leeg en koud.
Ze keek op toen iemand het gordijn om haar bed openschoof. Het was Madame Plijster.
‘O, je bent wakker, juffrouw Nachtegale.’ Achter haar verscheen Perkamentus. ‘U kunt wel even met haa praten denk ik.’ Ze verdween en Perkamentus liep naar haar toe en ging tegenover haar staan. Hij leek bezorgt.
‘Is alles oke?’
‘Hij heeft mijn krachten.’ Fluisterde ze terwijl ze een hand op haar hart legde maar niks kon de lege plek laten verdwijnen of opvullen behalve haar krachten zelf.
‘Dat dacht ik.’ Zie hij somber. ‘Waarom ben je die avond naar Hem toegegaan?’
‘Ik wist dat Harry zou gaan omdat u er niet was en dat wilde ik niet.’
‘Het spijt me dat ik niet aanwezig was.’ Zei Perkamentus. ‘De dreiging van Voldemort…hij moest geweten heben dat ik af en toe jou grootmoeder opzocht en zijn kans genomen had gisteravond.’
‘Gisteravond?’ vroeg Miriah verbaasd.
‘Je bent een hele dag bewusteloos geweest. Ik vraag me af waarom.’
Miriah wreef over haar arm en legde toen opnieuw haar hand op haar hart. ‘U weet misschien niet hoe het voelt maar ik voel een lege plek in mezelf, in mijn ziel. Het is kou en hol en zelfs nu ik eraan denk doet het me pijn alsof ik een kostbare vriend verloren heb.’
‘Ik begrijp het.’ Zei Perkamentus knikkend. ‘Ik wilde dat ik er iets kan aan doen.’
‘Dat kunt u niet. Ik zal ze terug halen.’ Zei Miriah zacht. ‘Vroeg of kom ik Voldemort weer tegen en dan neme ik ze terug. Maar tot dan moeten we opletten tegen wie we iets zeggen. Iedereen kan Hem zijn.’
‘Hoe wete je dan dat ik Hem niet ben?’ vroeg Perkamentus.
‘Dat zie ik aan uw ogen.’ Antwoorde Miriah. ‘Voldemorts ogen zijn rood, als van een slang. Als Harry en Ron beter naar me gekeken hadden toen ik in Voldemort verandert was zouden ze gezien hebben dat mijn ogen bruin en groen waren en niet rood. Als je van gedaante verandert is het enigste dat niet mee verandert je ogen.’
‘Dus je ogen blijven hetzelfde.’ Dacht Perkamentus hardop na. ‘En als die persoon een bril draagt?’
Miriah schudde haar hoofd. ‘Nee, u snapt het niet helemaal. De ogen zijn de poorten van de ziel zegt men soms. Dat is hetzelfde. Je ogen veranderen niet maar of de ogen nu goed of slecht zijn dat hangt af van de persoon waarin je verandert want het zijn zijn hersenen die goed of slecht werden. Ze zijn…’ zei schudde zuchtend haar hoofd. ‘Het is moeilijk uit te leggen. Geloof me gewoon, ogen veranderen niet mee.’
‘Dus moet ik op zoek gaan naar iemand met rode ogen?’
‘Of hij komt zelf naar u toe.’ Knikte Miriah. ‘Pas op voor eiderene die u tegen komt en kijk ze maar eerst eens diep in de ogen. Nog een ding professor, hoe was het mogelijk dat u in het Bos verschijnselde?’
‘Op net dezelfde manier dat jij dat deed.’ Perkamentus glimlachte. ‘Ik was buiten de school en jij en Harry en Ron stonden ook net buiten het schoolterrein.’ Miriah knikte.
Ze hoorde snelle voetstappen en Madame Plijster kwam naast het bed staan. ‘Potter, Wemel en Griffel staan aan de deur. Ik wil ze wegsturen mar proberen met alle geweld binnen te komen. Ik vrees dat de deur het niet langer zal houden als ik ze buiten hou dus…’
Plots vlogen de deuren krakend open en renden Harry Ron en Hermelien naar binnen. Ze liepen snel op haar af.
‘Wat moet dat?’ zei Madame Plijster schril. De deur hing nog maar net in haar hengels.
‘Wij willen Miriah bezoeken.’ Zei Harry onschuldig. Hij keek naar haar. Miriah bloosde en liet zich wegglijden onder de dekens. Ze zouden alles willen weten en vooral waarom ze gelogen had.
‘Het geeft niet Poppy.’ Zei Perkamentus met twinkelende ogen. ‘Laat ze maar een kwartiertje alleen.’ En hij liep de ziekenzaal uit.
‘Jullie hebben hem gehoord.’ Zei Madame Plijster streng. ‘Een kwartiertje.’ En ze liep naar haar kantoortje.
Hermelien ging in een van de stoelen zitten. ‘Nou, vertel.’ Miriah mompelde wat. ‘Wat zeg je?’
‘Wat moet ik zeggen?’ herhaalde ze.
‘Wat je in hemelsnaam bezielde!’ flapte Harry eruit. ‘Ben je gek ofzo? Zomaar naar Voldemort toerennen alsof je alles aankan. Ben je helemaal je verstand verloren? Hij kon je gedood hebben, hij zou je gedood hebben!! Je..je…je hebt een spreuk op me gebruik!’
‘Dat spijt me maar het was voor je eigen goed.’ Zei ze toen hij even adem haalde.
‘Maar dat hoefde niet. We zouden Perkamentus zoeken.’
‘Hij was bij mijn grootmoeder.’ Verdedigde Miriah zichzelf. ‘Jullie zouden hem niet gevonden hebben en zelf naar Hem toegegaan zijn, vooral jij Harry. Dat kon ik gewoon niet doen. Ik had trouwens al een plan maar jullie hebben het verpest.’
‘Jezelf in mij veranderen?’
‘Ik had een plan en het ging gelukt zijn als jij niet toegekomen was.’ Zei Miriah schouderophalend. ‘Hij geloofde ecvht dat ik jou was.’ Ze voelde de lege plek steken toen ze over het morfen begon te praten. Ze zou nooit meer het geluk voelen van twee vleugels te hebben en door de nacht te vliegen. Nooit meer kunnne veranderen. ‘Wat maakt het nu toch nog uit.’ Mompelde ze verdrietig. ‘Ik zal toch nooit meer kunnen morfen. Voldemort heeft die krachten nu.’
‘Zeg die naam nou toch steed sniet.’ siste Ron. Hij had zich ingehouden maar flapte het er toch uit.
‘Wanneer wen je daar toch eens aan Ron.’ Zei Hermelien. ‘Hij kan je toch niet horen.’
‘Dat weet je nooit.’ Huiverde Ron.
‘Dat kan niet Ron!’ zei Hermelien ongeduldig. ‘Anders zou hij ons al lang gehoord hebben en voor onze neus gstaan hebben.’
Harry zuchtte en kwam op het bed zitten en streelde haar haar. ‘Je hebt me gewoon bang gemaakt, dat is alles.’
‘Jij mij ook. Waarom renden julie niet weg?’
‘Ik wilde je niet achter laten.’ Hij boog zich naar haar over en kuste haar zacht.
Ze hoorde snelle voetstappen en Madame Plijster verscheen. ‘Als jullie niks anders kunnen dan lawaai maken.’ Zei ze kwaad. ‘Dan kunnen jullie gaan.’ Ron en Hermelien hielden abrupt op met kibbelen. ‘Wegwezen!’ zei Madame Plijster.
‘Het geeft niet.’ Zei Miriah. ‘Morgen ben ik terug bij de lessen.’
‘Dat zul je niet.’ Zei Madame Plijster. ‘Hup meneer Potter. Dit is een ziekenzaal.’
‘Tot morgen.’ Zei Harry zacht en hij kuste haar nogmaals en langer. Daarna gleed hij van het bed en liep de ziekenzaal uit. Miriah draaide zich op haar zij. Het holle gevoel in haar ziel was wat verzacht en opgevuld door Harry. Met een glimlach viel ze in slaap. |
_________________ Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!
°-ShadowCat-°
_______________________________________
don't click this link... |
|
  |
 |
SchadowCat
3e jaars


Verdiend:
47 Sikkels
Woonplaats: Elysium
|
Geplaatst:
Zo Dec 12, 2004 16:08 |
 |
Hoofdstuk 31: Gevangen
De volgende dag sloop zonder dat Madame Plijster het merkte de ziekenzaal uit en liep ze naar de leerlingenkamer van Griffoendor. Miriah wist dat het nog vroeg was maar als ze het later zou gedaan hebben dan zou Madame Plijster zeker opgemerkt hebben. En Miriah was niet de enigste die het nog vroeg vond…
‘Meisje, wat doe jij op dit uur op de gangen?’ vroeg de Dikke Dame geeuwend. Ze sprak knorrig omdat ze ruw uit haar slaap was gehaald door Miriah die op het schilderij had zitten tikken. ‘Jij zou in bed moeten liggen.’
‘Beschuitjes. Mag ik nu naar binnen?’ vroeg Miriah haastig.
‘De jeugd van teenwoordig.’ Mompelde de Dikke Dame knorrig terwijl ze het schilderij opzij liet zwaaien.
‘Bedankt.’ zei Miriah. Ze klom naar binnen. Het haardvuur knapperde gezellig en er waren huis-elfen aan het afstoffen en opruimen. Ze keken allemaal verbaasd op toen ze binnen kwam. Maar ze herkenden haar nog van de week dat ze in de keukens moesten werken.
‘Juffrouw Nachtegale juffrouw.’ Zei een van hen en ze maken een diepe buiging;
Miriah trok een wenkbrauw op. ‘Had ik niet gezegt dat je me gewoon Miriah moet noemen en dat je al helemaal geen buiging hoeft te maken?’
‘Ja juffrouw Nachtegale juffrouw.’ Zei de huis-elf.
Miriah rolde met haar ogen en liep naar haar slaapzaal. De andere meisjes sliepen nog en ze liep naar haar eigen bed. Ze ging rustig liggen en staarde naar het plafond en dacht na over de gebeurtenissen.De lege plek deed minder pijn dan eerst maar ze miste het wel. Ze had geduelleerd met Voldemort en was aan hem ontsnapt. Maar ze had er iets voor moeten afgeven en ze vond de prijs te hoog en nu had Voldemort haar krachten. Hij zou zo iemand kunnen vermoorden en zich als die persoon voordoen. Ze huiverde, wie weet was de volgende persoon die ze in Zweinsveld zou aantreffen Voldemort en ze vroeg zich af of ze binnenkort nar Zweinsveld gingen. Ze wenste dat ze wist wat er nu gebeurde en haar hand gleed naar haar amulet. Haar amulet! Natuurlijk, hoe kon ze zo stom zijn. Misschien als ze hard wenste…Een van haar vingers zakte in de steen en toen stond ze in een smalle duistere steeg. Ze rilde en keek om zich heen, mannen en vrouwen in donkere kapmantels liepen ongeïntereseerd langs haar hene en leken haar zelfs niet te zien. Een van hen liep zelfs eens vlak door haar heen. Ze keek op haar horloge en zag dat er maar een minuut of twee verstreken was van voor ze hier gekomen was.
Toen zag ze plots een bekende: Remus Lupos. Hij kwam haar kant uit en liep zonder haar te zien langs haar hen. Een onweerstaanbare kracht dwong haar hem te volgen. Ze volgde hem op de voet doorheen ruige en donkere straatjes. Er waren winkeltjes en vuile herbergen te zien. Lupos liep verder. Op een straatnaambordje stond: Verdonkeremaansteeg. Het leek haar een ongure buurt maar ze kon niks anders doen dan Lupos volgen.
Hij stopte bij een herberg die Donderwolk heette en liep naar binnen. Hij liep naar de bar en bestelde iets te drinken. Ze ging vlak bij hem staan. Het was een vies uitziend drankje waar enkele dingen in ronddreven waarvan ze geen idee had wat ze waren en ze wilde het ook niet weten. Wat doen hij toch hier? Vroeg ze zich af. En wat doe ik hier?
Plots verschijnselden mannen in zwarte kapmantels, dooddoeners dacht Miriah meteen angstig. Mensen sprongen schreeuwend op en renden de herberg uit of naar hun kamers. Miriah wilde zich verstoppen maar herinnerde zich toen dat ze onzichtbaar was. Maar Lupos niet. Hij sprong van zijn stoel en wilde zijn toverstok trekken maar een spreuk trof hem recht in zijn maag. Hij versteef en viel plat achterover op de grond. Een Verlammingsspreuk. Toen zag ze Voldemort. Hij grijnsde en liep naar Lupos toe.
‘Hij moet hier een kamer hebben.’ Zei hij kil. ‘Doorzoek zijn zakken.’ Een van zijn dodoeners deed wat hij vroeg en vond al snel een sleutel. ‘Kamer 12.’
Met een zweefspreuk tilden ze Lupos op en liepen een trap op met Lupos voor zich uit. Miriah liep onzichtbar tussen de dooddoeners in. Voldemort en drie van zijn dooddoeners dromden de kamer in terwijl de rest buiten de wacht hield. Miriah haastte zich en sprong de kamer in voor de deur in het slot viel.
Voldemort sprak de tegenspreuk en bond Lupos vast met touwen die uit zijn toverstok spoten.
‘Wel wel, een weerwolf in mijn netten.’ Zei Voldemort en hij lachte zacht. ‘Het best proefobject dat ik ooit kon hebben.’ Hij liep naar Lupos toe en legde zijn hand op Lupos’ hoofd. Miriah kreeg het koud toen ze doorhad wat hij wilde doen, hij wilde in Lupos veranderen. Voldemort bleef een tijdje stil staan, met gesloten ogen en kliet toen los.
‘Het lukt je nooit.’ Zei Lupos en hij spuwde op de grond. ‘Het meisje zal je doorhebben.’
‘En hoe zou ze het doorhebben?’ vroeg Voldemort lachend. ‘Ik zal jou zijn.’
‘Je zult zien en dan…’
Voldemort snoof. ‘En dan wat weerwolfje? Zal ze me vermoorden? Dat dacht ik niet.’
‘Ze zal je doorhebben.’ Herhaalde Lupos.
‘Als het zo zou zijn dan zou niemand haa geloven want je bent tenslotte Perkamentus Potters vriend. En van bronnen heb ik gehorod dat jij en het meisje toch niet goed met elkaar kunnen opschieten dus…’ Voldemorts liepen plooiden in een vreselijke grijns. ‘Binnenkort sterven Potter en die grote Dreuzelvriend van hem. En dan heers ik over de wereld.’
Lupos zweeg en staarde naar de grond. ‘Dood me dan.’
‘O nee, mijn vriend.’ Zei Voldemort kil. ‘Jou heb ik nog nodig om aan informatie te komen. Tot dan blijf je leven.’
‘Ik vertel je niets!’ riep Lupos uit maar hij leek bang.
‘Dan zul je wel maar eerst…’ Voldemort sloot zijn ogen en begon toen langzaam van lichaam te veranderen. Even later stond er een tweede Lupos voor hen. Maar de ogen van deze Lupos waren rood en gemeen maar dat leek Voldemort niet op te merken maar ne andere dooddoener wel.
‘Heer?’ vroeg hij.
‘Wat?’
‘Uw ogen Heer, ze zijn nog steeds hetzelfde.’ Zei de dooddoener snel. ‘Ze zullen het merken.’
Voldemort liep naar een spiegel en bekeke zichzelf. Met een spreuk probeerde hij de kleur van zijn ogen te veranderen maar het lukte niet. Miroah had geen idee hoe het kwam maar het kon haar niet schelen. Als hij op school kwam zou ze het wel weten. Ze zou Harry en Perkamentus waarschuwen.
‘Daar vind ik wel iets op.’ Siste Voldmeort. Hij was duidelijk niet blij met dit nieuwtje. Hij draaide zich opnieuw om naar Lupos en bekeek zijn kleren die hij met een spreuk in die van Lupos veranderde. ‘Zorg ervoor dat hij gepraat heeft als ik terug kom.’ Siste Voldemort dreigend tegen zijn dooddoeners. ‘Ondertussen breng ik een bezoek aan Zweinstein.’ Hij lachte hoog en kil en met een plopje verdween hij.
Nu waren Lupos en de drie dooddoeners alleen in de kamer.
‘Ik zeg toch niks.’ Siste Lupos.
‘Nu niet nee, maar wanneer we terugkomen wel.’ Zei een van de dooddoeners en ze liepen de kamer uit zodat nu alleen Lupos en Miriah er waren.
Miriah wenste dat ze tegen hem kon praten of hem helpen. Ze probeerde een kaars van de tafel te heffen maar haar hand gleed er zo doorheen. De vlam beefde wel even alsof er een tocht langheen gleed maar verder niks. Als dit niet lukte moest ze probeer met hem te praten.
Ze hurkte naast hem neer en kon zien dat hij moeite moest doen om zijn tranen binnen te houden.
‘Hoor je me?’ vroeg ze zacht. Hij reageerde niet. ‘Lupos? Remus Lupos, ik ben het, Miriah. Ik weet dat je me niet kan uit staan, ik jou ook niet maar hoor je me? Dan kan ik je helpen.’ Hij reageerde niet. Ze vloekte en sloeg tegelijkertijd tegen zijn schoduer. Maar zoals ze verwacht had gleed ze door hem heen.
‘Wat verdorie?’ zei Lupos geschrokken. Hij keek om zich heen. ‘Wie zij dat? Kom te voorschijnlijk lafaard.’
Miriah keek hem verbaasd aan en duwde haar hand tegen zijn schouder zodat die erdoor zat.
‘Kun je me horen?’ Vroeg ze nogmaals.
‘Wie of wat ben je?’
‘Miriah, ik ben Miriah.’ Zei ze vlug. ‘Vraag me niet hoe het komt want ik wete het zelf niet.’
‘Wat doe je hier?’
‘Geen idee.’ Ze haalde haar schouders op.
‘Je moet Perkamentus waarschuwen.’ Zei Lupos.
‘Je meent het. Dat had ik ook al dor hoor.’ Snauwde ze. Ze dacht na. Ze kon hem hier moeilijk achter laten, misschien kon zeenkele dooddoeners bang maken.
Lupos keek om zich heen en leek haar te zoeken. ‘Waar ben je?’
‘Vlak bij je linkerschouder.’ Antwoorde ze afwezig. ‘Oke, hou je taai, ik ga terug.’
‘Voorzichtig.’ Zei hij nog vlak voor ze zich terug dacht in har eigen bed.
Ze opende haar ogen en keek om zich heen. Ze was in haar slaapzaal. Ze zuchtte opgelucht en stond op. Ze moest Perkamentus nu waarschuwen. Ze deed vlug een kamerjas aan en rende de slaapzaal en de leerlingenkamer uit. Ze zocht Perkamentus kantoortje op, mompelde het wachtwoord en rende naar boven. Ze klopte en liep naar binnen. ‘Professor…’ Maar daar zat Lupos…of Voldemort. Ze waren aan het praten. Voldemort liep heen en weer en vermeed rechtsreeks contact. Als hij je niet aankeek dan leken zijn ogen gewoon die van Lupos maar als hij je recht aankeek dan waren ze felrood.
‘Het spijt me professor.’ Zei ze verondschuldigend. ‘Ik kom later wel terug.’
‘Was het zo belangrijk dat het nu moest gebeuren?’ vroeg Voldemort zacht.
‘Remus.’ Zei Perkamentus hoofdschuddend en keek toen naar Miriah. ‘Was het belangrijk?’
‘Wel, niet zo erg.’ Zei ze schouderophalend. ‘Ik kom later wel terug, als jullie uitgepraat zijn.’
‘Misschien kun je in het vervolg kloppen.’ Zei Voldemort. Miriah wilde wat terug zeggen aar wist niet wat. Ze gromde iets dat leek op: ‘Later professor.’ En liep naar beneden. Beneden vloekte ze en liep terug naar de leerlingenkamer. Voldemort was er al, dan zou ze er met Harry over praten. Hij zou wel luisteren naar haar.
Ze liep stil de jonegns slaapzaal in en zocht Harry op. Hij lag diep onder de lakens te slapen. Na even zoeken vond ze zijn hoofd en schudde hem wakker.
‘Harry? Harry?’ fluisterde ze. ‘Word wakker Harry. Ik moet met je praten.’
‘Mmm.’ Hij opende een oog. ‘Miriah?’
‘Ja, kom nu. Ik moet met je praten.’ Ze trok hem recht. ‘In de leerlingenkamer. ‘Kom mee.’ Ze trok hem achter zich aan naar de leerlingenkamer en… ze keek verbaasd naar Perkamentus die rustig in een van de zetels bij het haardvuur was. Ze keek haastig om zich heen maar Lu…Voldemort was er niet.
‘Remus is er niet. Hij is op zijn kamer.’
‘Goed.’ Ze liep naar Perkamentus toe en duwde Harry in een van de zetels. Hij wreef slaperig in zijn ogen.
‘Pyamafeesje?’ vroeg hij moe.
‘Nee, Voldemort.’ Zei Miriah. Meteen was hij klaarwakker en ging hij overeind zitten.
‘Wat is er met Heer Voldemort?’ vroeg Perkamentus. ‘en moest jij niet op de ziekenzaal zijn?’
Miriah bloosde. ‘Ik ben naar hier gekomen maar dat is niet wat ik wilde zeggen. Ik was aan het nadenken en ik wenste dat ik wist wat Voldemort nu aan het doen was en mijn amulet hielp me een handje en ik kwa terug in…in de Verdonkeremaansteeg. En daar…’
‘De Verdonkeremaansteeg?’ vroeg Harry. ‘Maar…?’
‘Laat haar vertellen Harry.’ Zei Perkamentus. ‘Erna zullen we conclusies trekken.’
‘Dus daar kwam ik Lupos tegen. Laat me uitpraten Harry. Hij liep een herberg binnen en dronk wat en toen verschenen dooddoeners en Voldemort. Ze Verlamden Lupos en namen hem mee naar zijn kamer. Blijkbaar bleef Lupos daar slapen en Voldemort heeft zichzelf in hem veranderd. Hij heeft hem niet vermoord omdat hij nog informatie wilde over verschillende dingen en hij zei dat hij jullie ging vermoorden. Ik had niet verwacht dat hij hier al zou zijn.’
Het bleef even stil maar Harry verbrak de stilte vlug. ‘Dus jij beweerd dat Remus Lupos hier eigenlijk Voldemort is?’
‘Ja, ik ben het zeker.’
‘En dat heb je allemaal zien gebeuren?’ vroeg Harry zacht. Miriah hoorde een ongelovige ondertoon in zijn stem.
‘Ja, ik heb nog met hem gepraat en hij zei dat ik julie moest waarschuwen.’
‘Miriah.’ Zei Perkamentus zacht. ‘Ben je zeker dat je niet droomde?’
Miriah voelde zich verontwaarigd worden. ‘Natuurlijk droomde ik niet. Lupos is Voldemort.’
Perkamentus zuchtte. ‘Remus Lupos heeft de hele nacht in zijn bed gelegen.’
Miriah keek van Harry naar Perkamentus. ‘Maar ik heb hem daar gezien.’
‘Je moet gedroomde hebben.’
‘Maat ik ben het zeker.’ Zei Miriah. Ze sprong kwaad op. ‘Vertrouw hem niet. Het is Voldemort.’
‘Hoe weet je dat zeker?’
‘Ik heb u verteld dat je het aan de ogen kunt zien.’ Zei Miriah met trillende ondertoon. Ze probeerde kalm te blijven maar het lukte haar met moeite.
‘Ik heb niks in zij ogen gezien.’ Zei Perkamentus.
‘Heeft hij u rceht aangekeken?’ vroeg Miriah.
‘Miriah, volgens mij droomde je.’ Zei Harry susseende. ‘Als profesoor Perkamentus zegt dat hij zeker waat dat hij de hele nacht in zijn bed gelegen heeft dan…dan geloof ik dat. Het kan Voldemort niet zijn.’
Miriah haalde diep adem. ‘Maar ik zeg je dat het niet waar is. Lupos is op het moment opgesloten in een herberg genaamd Donderwolk op kamer 12 in de Verdonkeremaansteeg.’
Harry zuchtte. ‘Maar Miriah…’
‘Jullie geloven me niet.’ Zei ze. ‘Alsjeblieft.’ Toen drong tot haar door dat Voldemort dit voorspeld had. ‘Hij zei het al dat jullie me niet zouden geloven.’
‘Die zei dat?’ vroeg Perkamentus. ‘Remus?’
‘Nee, Voldemort. Lupos dreigde dat ik het zou merken maar Voldemort zei dat jullie me niet zouden geloven. En kijk, hij heeft gelijk.’
‘Miriah, het kan gewoon niet. Ofwel ben je alles aan het verzinnen.’ Zei Harry voorzichtig. ‘Je hebt Lupos nooit erg gemogen, misschien had je daardoor zo’n droom.’
‘Maar het was geen droom!’
‘Miriah.’ Zei Perkamentus streng. ‘Het kan gewoon niet want ik heb Remus iedere keer in zijn bed gezien. En wat zou hij dan doen in de Verdonkeremaansteeg?’
‘Dat weet ik niet.’ Zei Miriah wanhopig.
‘Inderdaad en ik en Harry weten dat hij daar niks te zoeken had.’
‘Maar hij was daar.’
‘Het kan gewoonweg niet Miriah.’ Perkamentus stond op. ‘En zwijg er alsjeblieft over. Dit gesprek is afgerond. Goedenavond.’ Hij liep de leerlingenkamer uit.
Harry keek ongemakkelijk. ‘Je hoorde wat hij zei, het kan gewoon niet.’
Miriah keek verslagen en toen woedend. ‘Maar het was zo.’ Harry wilde haar hadn pakken maar ze liep achteruit. ‘Ik had gedacht dat je me zou vertrouwen, niet dus. Slaapwel Harry.’ Ze liep woedend en zonder een keer om te kijken naar haar eigen slaapzaal en ging woedend op haar bed liggen. Zacht begon ze te huilen. Ze geloofden haar niet. En nu? Ze moest er iets aan doen. Morgen zou ze Lupos weer opzoeken, als het lukte tenminste en hem alles uitleggen wat er aan de hand was. Misschien kon ze Perkamentus overtuigen de herberg te doorzoeken. Al plannen makend viel ze in slaap.
ik hoop dat jullie het leuk vonden. Reacties zijn altijd welkom, ik het REACTIETOPIC of via PB.
greetzz
SchadowCat |
_________________ Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!
°-ShadowCat-°
_______________________________________
don't click this link... |
|
  |
 |
Maud
Dreuzel

Verdiend:
45 Sikkels
|
Geplaatst:
Do Dec 16, 2004 14:30 |
 |
Heewj
Erg leuk!! joh  |
|
|
  |
 |
SchadowCat
3e jaars


Verdiend:
47 Sikkels
Woonplaats: Elysium
|
Geplaatst:
Do Dec 16, 2004 16:16 |
 |
je mag niet in de fanfiction reageren! ik weet het, er hebben er dat nog gedaan en die heb ik ook gezegt dat het niet mag.
Lees eerst eens de regels. Ofwel stuur je een PB ofwel laat je een berichtjes achter in het REACTIETOPIC.
maar toch bedankt voor de reactie!
En hier is hoofdstuk 32, het heeft een tijdje geduurd maar eindelijk heb ik tijd gevondne om iets te schrijven tussen de studies door Nou ja, ik hoop dat jullie het leuk vinden en reacties zijn altijd welkom in het REACTIETOPIC en via PB (velen blijken dat de laatste tijd te vergeten, vooral de dreuzels!!) veel plezier!!
Hoofdstuk 32: Plannen.
Maar de volgende ochtend, toen ze bij Perkamentus aanklopte zat opnieuw Lup…Voldemort daar. Perkamentus keek haar kalm aan.
‘Ik dacht dat ons gepsprek voorbij was, Juffrouw Nachtegale.’
‘Wat voor gesprek?’ vroeg Voldemort.
‘Niks Remus. Ga maar naar je lessen Miriah.’ Zei Perkamentus dwingend. Miriah zuchtte, zei gedag en liep naar haar les, Verzorging van Fabeldieren.
Ze bleef uit de buurt van Harry, Ron en Hermelien. Het was duidelijk dat Harry alles aan Ron en Hermelien vertelt had want ze leken helemaal niet verbaasd. Miriah zuchtte
‘Nou, vandaag gaan we iets leuks zien.’ Zei Hagrid opgewekt. ‘Kom effe mee en niet achter blijven.’ De leerlingen liepen snel achter hem aan.
Hagrid bracht hen naar het meer waar een prachtig blauwwit paard stond. Zijn manen waren donkerblauw en hij keek hen nieuwsgierig aan.
‘Wie iemand wat dit voor beesie is?’ vroeg Hagrid. Hermeliens hand schoot in de lucht. Hermelien?’ zei Hagrid.
‘Het is een Kelpie of beter gezegd weerpaarden. Ze zijn heel mooi maar erg gevaarlijk. Als een Kelpie honger heeft gaat hij aan een rivier of ana de zee staan wachten en lokt dat een voorbijganger op zijn rug. Die persoon kan dan niet meer van de rug van de Kelpie loskomen en dan rijd de Kelpie het water in en verdrinkt die mens waarna hij hem verslind.’
Hagrid glunderde. ‘Goed zo Hermelien. Tien punten voor Griffoendor. Het is inderdaad een Kelpie.’ Knikte Hagrid. ‘Perkamentus heeft me de toestemming gegeven er een te vangen, later laten we ‘em weer vrij hoor.’
‘Hier toch niet?’ vroeg een angstige Griffoendor.
‘Nee.’ Zei Hagrid. ‘Er is een meertje diep in ’t Bos waar ie vandaan komt. Later brengen ‘em terug naar zen soortgenootjes. Ondertussen kennen jullie wel wat leren. Kelpies zijn heel erg interessant hoor.’ Inderdaad, vond Miriah aan het eind van de les, Kelpies waren interessant, erg interessant. Maardat vond Hagrid duideiljk ook want hij gaf hen de opdracht tegen de volgende les een werkstuk over te maken. Hij zou proberen een ‘jonkie’ te vangen.
De rest van de dag was saai, vooral zonder Harry, Ron en Hermelien om mee te praten maar ze was kwaad op hen. Ze deden niet eens de moeite haar te geloven.
Ze trok zich in haar eentje terug in de bibliotheek om aan haar werkstuk over Kelpies te beginnen. Ze wilde ook wat meer ontdekken over Kelpies. Maar de hoofdreden was dat ze even alleen wilde zijn en nadenken. Ze had Lupos niet meer opgezocht, misschien zou ze dat vanavond maar een moeten doen. Die man had geen idee wat er gebeurde en dat niemand haar geloofde. Ze kon niks doen. Ofwel…nee. Ze schudde krachtig haar hoofd. Dat kan ze niet doen…ofwel? Misschien moest ze zelf maar eens op onderzoek uit gaan in de Verdonkeremaansteeg. Ze kon haar amulet gebruiken om van school af te komen en niemand zou het ooit weten. Ze staarde nog een tijdje voor zich uit en dacht na. Eerst zou ze via haar amulet met Lupos praten en daarna zou ze op onderzoek uitgaan. Tijdens het volgende bezoek aan Zweinsveld en dat was binnenkort en dan zou niemand haar missen.
Toen dat vaststond boog ze zich weer over haar werkstuk en schreef netjes enkele perkamentrollen vol. Ze las alles eens over, zette de boeken terug en liep naar de leerlingenkamer. Die was langzaam aan het leeglopen. Ze pakte een perkamentrol, inkt en een veer en ging in een zetel bij het haardvuur zitten en begon aan een lange brief naar haar ouders. Veel leerlingen probeerden over haar schouder een glimp op te vangen van wat ze aan het schrijven was en Miriah was blij dat ze Italiaans was en dat er niemand in de leerlingenkamer Italiaans kon lezen en verstaan. Toen de brief af was las ze hem nog eens over. Ze had gevraagt hoe het met hen hing, dat met haar alles oke was en dat er nog gene verbetering was in Nona’s toestand en dat alles op school goed ging, alleen had ze ruzie met wat vrienden maar ze was zeker dat alles weer goed zou komen. In werkelijkheid betwijfelde ze dat. Ze stak de brief in een stevige envelop en liep naar de Uilenvleugel. Onderweg kwam ze Harry, Ron en Hermelien tegen.
‘Waar moet jij nog zo laat naartoe?’ vroeg Ron scherp.
‘Een brief versturen als je het zo graag wilt weten.’ Antwoorde ze bits.
‘Ga je gaan klagen dat we je pesten?’
‘Ron…’ zei Harry zuchtend. ‘Laat het gewoon ja.’
Ron schudde zijn hoofd. ‘Nee, Lupos is een vriend en Jeweetwel heft hem niet gevangen. Lupos loopt hier rond. Je hebt altijd al iets tegen Lupos gehad.’ Zei Ron verhit.
Mriah keek even naar de grond en keek toen Ron recht aan. ‘Denk ervan wat je wilt.’ zei ze kalm. ‘Je zult het wel zien wanneer het te laat is en Hij iemand vermoord heeft.’
‘Naar wie wilde je die brief sturen?’ vroeg Hermelien vlug om het onderwerp te veranderen.
‘Mijn ouders.’ Antwoorde ze. ‘Waar ze ook mogen zitten.’ Waarop ze zich omdraaide en wegliep. De Uilenvleugel was niet ver meer. Maris vloog meteen naar haar toe alsof ze niet kon wachten om weer eens een brief te bezorgen. ‘En pas op dat je niet onderschept wordt alsjeblieft.’ Ze gaf de uil een kus op haar zachte verenkop en liet haar toen het raam uitvliegen. Ze vleef nog een stijdje in het raam hangen en naar buiten staren tot het te donker werd om nog iets te kunnen zien.
Ze liep terug nar de leerlingenkamer en hoopte dat Maris veilig aan zou komen en dat de brief niet zou onderschept worden. De leerlingenkamer was leeg op vier eerstejaars, een koppeltje in een hoekje dat zat te zoenen en Harry, Ron en Hermelien. Haa blik viel op het prikbord waar een mededeling hing:
Zaterdag en Zondag 23 en 24 april
Mogen de vierde - vijfde –en zesde jaar
naar Zweinsveld.
Er is echter ook een klein feestje in de Drie Bezemstelen
Aangezien het de verjaardag is van Mevrouw Rosmerta die
Iedereen uitnodigt om gratis iets te komen eten en drinken.
Dit weekend al?? Ze glimlachte. En op een feestje zouden ze haar niet missen en kon ze op haar gemak door de Verdonkeremaagsteeg lopen en Lupos zoeken. Misschien kon ze hem wel bevrijden.
Toen ze zich omdraaide zwegen Harry, Ron en Hermelien plots en wierpen haar ongeruste blikken toe. Ze waren duidelijk over haar aan het praten.
‘Roddel maar lekker verder.’ Zei ze luid toen ze passeerde en naar haar slaapzaal liep. Het koppeltje keek even verstoord op maar ging snel verder toen ze hen een kwade blik toewierp. Boven kleden ze zich om en kroop in haar bed.
Ze pakte haar amulet en dacht aan Lupos. Ze sloot haar ogen, zag een witte flits en stond plots in de kamer waar Lupos gevangen zat. Hij keek niet op toen ze verschenen was dus blijkbaar was ze opnieuw onzichtbaar voor anderen. Ze moest dringend eens uitzoeken hoe ze het kon sturen om zichbaar of onzichtbaar, tastbaar of ontasbaar te zijn. Maar tot dan moest ze het maar zo doen.
Maar nu eerst dit. Lupos zag er slecht uit en toen ze uit het raam keek zag ze dat het bijna volle maan was. Natuurlijk, binnenkort verandert hij in een weerwolf. Misschien kon hij dan zelf ontsnappen. Ze schudde haar hoofd, nee, Voldemort wist dat hij een weerwolf was en zou zijn voorzorgen genomen hebben.
Ze liep naar hem toe en legde haar hand op zijn schouder en begon te praten.
‘Gaat het?’ Hij schrok op en keek wild om zich heen. ‘Kalm aan jong. Ik ben het maar.’
‘Laat je altijd iedereen zo schrikken?’ vroeg hij.
‘Blijkbaar, alleen sinds ik ontdekt heb dat ik dit kan.’ Ze beet op haar lip. ‘Ze geloven me niet.’ Ze hurkte naast hem neer zonder hem los te laten. ‘Ik heb Perkamentus en Harry alles vertelt maar ze geloven me niet.’
‘Heb je vertelt waar ik ben?’
Ze knikte. ‘Maar ze geloven niet dat je iets in de Verdonkeremaansteeg te zoeken hebt. Wat had je hier eigenlijk te zoeken?’
‘Ik had gehoord dat Voldemort zich hier schuilhield.’ Mompelde hij.
‘Ah zo. En ze geloven me ook niet omdat we nooit met elkaar kunnen opschieten en natuurlijk omdat ze er heilig van overtuigt zijn dat jij degene bent die over het schoolterrein rondstruind.’
‘Er moet toch iets zijn?’ zei Lupos wanhopig.
‘Wel, hij zou om het uur moeten terugveranderen naar zijn eigen lichaam.’
Lupos keek verbaasd en het leek alsof hij even zijn probleem vergat. Namelijk dat hij een gevangene was van Voldemort. ‘Hoezo?’
Miriah ging op haar gemak zitten. ‘Ik snap niet precies waarom mara in het boek dat ik heb, dat zilveren boek, staat dat een persoon die Morfkrachten voor een slecht doel gebruikt dat die misschien niet langer dan een uur in dat een lichaam kan blijven en als hij toch langer dan een uur in dat lichaam verblijft dat blijft hij die persoon voor altijd en gaan de krachten verloren, dan verdwijnen ze in het niets.’
Lupos dacht na. ‘Dus hij zou ieder uur terug moeten veranderen.’
‘Er staat wel misschien, dus ik weet het niet zeker.’
‘Hou hem in de gaten.’
‘Doe ik. Maar dit weekend mogen we naar Zweinsveld dus ik dacht misschien kan ik…’
‘Nee!’ Ze schrok. ‘Nee.’ Herhaalde hij. ‘Niet doen, dat is te gevaarlijk.’
‘Maar dan kan ik je misschien helpen ontsnappen.’ Probeerde ze.
Hij schudde zijn hoofd. ‘Niet doen. Binnekort, dit weekend nog, is het volle maan en als hij dan nog in zijn lichaam is…’ Hij lachte zacht. ‘Hij zal niet weten wat hem overkomt en hij zal waarschijnlijk niet in staat zijn terug te morfen naar zijn eigen lichaam.’
‘Misschien.’ Herhaalde Miriah. ‘Nou ja, dan blijf ik wel om hem heen hangen tot hij verandert. Ik zal hem ervan overtuigen dat het me spijt dat ik niet geloofde dat hij jou is.’
‘Hij zal je niet geloven.’
‘O, ik kan erg overtuigend zijn als ik wil.’ Ze grinnikte. ‘Wanneer ik zelf morfte moest ik dat zelf ook doen. Ik moest de gedragingen van die persoon of dat dier overnemen en nadoen dus ik kan het wel aan. Of in ieder geval wel proberen. Wanneer is het precies volle maan?’
‘Zondagavond.’
‘Op het feestje van Madame Rosmerta.’ Ze knikte. ‘Ze zullen me niet missen.’
‘Wees voorzichtig oke? Harry is gek op je dus doe niks stoms.’
Ze haalde haar schouders op. ‘Harry gelooft me niet en…’
‘…je bent kwaad op hem.’ Vulde Lupos haar zin aan. ‘Toch, hij wil je daarom nog niet dood. Hij houd van je. Als alles uitkomt krijg je wel genoeg veronderschuldigingen. Misschien stik je er wel in en ga je alsnog dood. Dus blijf niet te ver van hem vandaan.’
Opeens voelde ze zich een heel stuk beter en kon zelfs een kleine glimlach opbrengen.
‘Oke, ik ben wel voorzichtig.’
‘Probeer je krachten terug te krijgen voor we hem doden, als dat al lukt.’
‘Wees daar maar zeker van, ik weet alleen nog niet hoe.’ Ze probeerde Lupos blik te vangen wat moeilijk was omdat hij haar niet kon zien. ‘En jij, gaan ze jou vermoorden?’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Ik denk nog niet. Ze hebben nog niks uit me losgekregen.’
‘Hou vol, we halen je hier wel uit.’ Ze liet hem los, pakte haar amulet stevig vast en dacht aan haar eigen warme bed.
En daar lag zen ook toen ze haar ogen open deed. De maan scheen naarbinnen en verlichtte de muur tegenover haar. Ze ging overeind zitten en deed de gordijnen van haar hemelbed dicht dat ze daarnet vergeten was en ging weer liggen.
Even later hoorde ze iemand binnenkomen.
‘Miriah?’ vroeg Hermeliens stem.
Ze antwoorde niet en deed alsof ze sliep. Hermelien zuchtte en liep naar haar eigen bed. Miriah hoorde haar wat rommelen in haar hutkoffer, dan gordijnen die dichtgeschoven werden, een hele tijd lag Hermelien te woelen tot het uiteindelijk stil werd en ze Hermeliens gelijkmatige ademhaling kon horen. Ze sliep.
Zelf bleef ze nog een hele tijd wakker liggen en naar het dak van haar hemelbed kijken. Het was eigenlijk maar saain om naar dat hout te kijken, dacht ze. Misschien moet ik daar maar eens wat aan doen dacht ze glimlachend. Ze pakte haar toverstok en zwaaide ermee. Een stroom van zilveren stof gleed in een sliert achter haar toverstok aan en begon vormen te maken. Even later hing een hele sterrenhemel, incluisief planeten en melkwegstelsels, boven haar onder het dak van haar hemelbed te draaien en scheen een zacht wit licht op haar neer. Net als het echte heelal en precies zoals in de Grote Zaal met de lucht. Als ze later weer thuis was zou ze haar kamer ook ze maken. En ze besloot het ook weer goed te maken met Harry, Hermelien en Ron ondertussen. Een ruzie met hen was helemaal niet leuk. En door Harry, Ron en Hermelien te overtuigen dat ze fout zat zou het ook makkelijker zijn om Voldemort ervan te overtuigen dat ze fout zat want ze was ervan overtuigt dat hij wist dat ze zijn geheim ontdekt had, namelijk dat hij Voldemort was en niet Lupos. Toch voelde ze zich ergens schuldig dat ze tegen Harry loog en hem gebruikte om Voldemort te overtuigen. Nou ja, wanneer hij het zal ontdekken en dat zal niet binnekort zijn hoopte ze dat ze het goed zou kunnen maken. En als hij echt van haar hield zoals Lupos zei dan zou hij het haar moeten kunnen vergeven. Ze hield ook van hem en wilde hem niet verliezen. Ik wordt emotioneel, grinnikte ze in zichzelf. Maar het was de waarheid. Ze hield van Harry.
Terwijl ze naar de sterren keek en viel ze in slaap met de gedachte dat alles wel goed zou komen, uiteindelijk.
De volgende ochtend was het eerste wat ze deed Harry opzoeken. Het schuldgevoel was diep weggschoven en was bijna verdwenen. Ze glipte de jongesslaapzaal in. Ze lagen nog allemaal te slapen. Luilakken, grinnikte ze in zichzelf.
Ze liep naar Harry’s bed toe en wierp een blik op Ron. Zijn rode haar stak vanonder het dekbed uit en zijn een arm en been hingen over de rand van het bed en raakten de vloer. Ze schudde in zichzelf lachend haar hoofd en keek naar de andere jongens die er allemaal even gek bij lagen. Harry ook trouwens. Zijn armen en benen waren gespreid. Jongens konden gewoon niet normaal in een bed liggen, dat was duidelijk.
Ze blies zacht in zijn oor tot hij wakker werd. Hij open slaperig zijn ogen en probeerde de oorzaak van het geblaas te ontdekken. ‘Miriah?’ mompelde hij.
‘In levende lijve. Nou ja, dat hoop ik toch.’
‘Wat doe je hier?’
‘Ik probeer me te excuseren maar ik heb geen idee hoe.’
Hij fronste en ging overeind zitten. ‘Excuseren? O. Dat.’
‘Ja, dat. Het spijt me dat ik dacht dat je vriend Voldemort was.’
‘Vanwaar die plotse gedachtenverandering?’ vroeg Harry verbaasd.
Ze zuchtte. ‘Ik heb nagedacht, Lupos is een weerwolf, ik bedoel, volgens mij kan Voldemort niet zo stom zijn dat hij in een man morft die een weerwolf is. Dat zou ik in ieder geval niet doen. En als jij zoveel in Lupos geloofd dan doe ik dat ook.’
‘Je bent niet meer boos?’
Ze schudde haar hoofd. ‘Nee.’ Ze voelde opnieuw een steekje van schuldgevoel dat ze snel onderdrukte. Ik heb geen keus, dacht ze. Anders kan ik Voldemort niet te pakken nemen.
‘Ben jij boos op mij?’
‘Dat ben ik nooit geweest.’ Zei Harry en hij lachte. Hij trok haar naar zich toe en kuste haar. Ze liet hem toe en besfte dat ze het wel wat gemist had.
‘Harry?’ Ze lieten elkaar los. Ron zat rechtop in zijn bed. ‘Ik snap jou niet Harry, echt niet. Jou hersenkronkels zijn gewoon te vreemd voor een arme jongen zoals ik.’
Miriah lachte. ‘Ik snap jou niet Ron, als je Hermelien meer ziet dan als vriendin waarom zeg je haar dat niet gewoon?’
Ron werd rood. ‘Ik ben niet verliefd op Hermelien.’ Zei hij snel. Te snel naar Miriah's mening.
‘Tuurlijk niet.’ Zei Miriah. ‘Ik maakte maar een grapje.’ Maar ze wist dat Ron har niet geloofde en hij wist zelf oko wel dat hij Hermelien niet helemaal als vriendin zag.
‘Ik heb honger.’ Zei Harry plots. ‘Kom.’ Hij keek even naar Miriah.
Miriah begreep het. ‘Oke, ik ga al.’ Ze liep naar beneden zodat de jongens zich konden omkleden. Toen ze klaar waren kwamen ze ook naar beneden.
‘Waar is Hermelien?’ vroeg Ron.
‘Geen idee, ze sliep nog toen ik opstond.’
‘En anders zal ze wel gaan eten zijn.’ Zei Harry.
Ze liepen de leerlingenkamer uit en gingen naar de Grote Zaal om hun ontbijt te eten. Het was vrijdag, dacht Miriah. Dit weekend moet alles gebeuren, ze moest Lupos bevrijden, de anderen kunnen overtuigen dat de Lupos op school eigenlijk Voldemort was en haar krachten terug krijgen en ze had nog gene idee hoe ze dat moest doen maar daar maakte ze zich vanavond wel druk over. Dan had ze de hele avond de tijd. Nu was het school en zou ze zich op haar studies richten. Ze zuchtte. Als ze had geweten dat ze zo in de problemen zou komen, hier op Zweinstein was ze nooit gekomen. Maar daarintegen, ze keek naar Harry. Anders zou ze Harry nooit ontmoet hebben.
Glimlachend at ze verder en dacht de hele dag niet maar aan het komende weekend. |
_________________ Het is de waarheid. De waarheid van de geroosterde padden!!!!
°-ShadowCat-°
_______________________________________
don't click this link... |
|
  |
 |
|
|