Harry Potter Forum index
Dit forum is gesloten. Bezoek nu de vernieuwde versie van HPF!
 Harry Potter Forum gesloten  •   Inloggen

 [AF] Harry Potter in zijn laatste jaar op Zweinstein Volgende onderwerp
Vorige onderwerp

Sla dit onderwerp op als textbestand
Poll :: Willen jullie dat ik verder doe?

ja, hoe vlugger hoe liever!
52%
 52%  [ 12 ]
ja,waarom niet?
17%
 17%  [ 4 ]
whatever....
17%
 17%  [ 4 ]
nee? ben je gek? stop meteen!!
13%
 13%  [ 3 ]
Totaal aantal stemmen : 23


Auteur Bericht
*Lily*
1e jaars
1e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: België

*Lily* is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Jan 15, 2005 18:27 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk1: hij die overleefde

Harry Potter was niet zoals alle andere jongeren van zijn leeftijd, dat wist hij zelf ook wel.
Hij was een tovenaar, dat maakte hem ongewoon.
Maar dat was niet alles.
Hij had een litteken op zijn voorhoofd, zodat alle mensen hem meteen herkende als; de jongen die bleef leven.
Hij had namelijk een vloek overleefd die nog nooit iemand eerder had overleefd.
De avada-kedavra vloek, uitgesproken door een tovenaar zo machtig en gevreesd, dat geen een tovenaar of heks hem durfde uitspreken. Behalve Harry dan en nog een paar leden van de orde en sinds kort zelfs Hermelien, zijn beste vriendin.
Van die laatste had hij de laatste tijd niet veel meer van gehoord.
Ze was hem vast niet vergeten, dat wist hij zeker, maar ze was op vakantie met haar ouders naar Rome en zou zich vast teveel amuseren om nog te kunnen schrijven, dacht hij.
En Ron zijn laatste brief was kort maar krachtig.

Hey Harry,
Morgen zijn we om kwart voor 11 op perron 9 ¾.
Ik zie je daar.
Ron


Harry was ontzettend blij dat hij Ron zou terugzien, net zoals hij Zweinstein zou terug zien.
Het was de rotste vakantie namenlijk die hij ooit had meegemaakt.
Hij moest de hele zomer bij de Duffelingen doorbrengen, omdat dat Perkamentus het beste leek.
Aangezien Voldemort ontzettend op krachten was gekomen en zeker Harry nog steeds om zeep wilde helpen, leek het hem het beste dat hij binnen bleef.
Harry baalde ontzettend, want hij verveelde zich enorm.
Hij wist wel dat Perkamentus het beste met hem voorhad, maar hij was nu 17 en vond dat hij intussen wel voor zichzelf kon zorgen.
Hij had al zo vaak tegen Voldemort gevochten en het steeds overleeft.
In zijn 5de jaar had hij dat wel te danken aan Perkamentus en ordeleden, maar verleden jaar moest hij het weer in zijn eentje opnemen tegen hem.
Hij was blij dat hij zijn 7de jaar op Zweinstein nog kon meemaken, want zijn leven had toen aan een zijde draadje gehangen.
Ondertussen wist hij dat hij geluk had met zo’n vrienden als Ron en Hermelien.
Ron had zelfs bijna zijn leven gegeven voor hem verleden jaar.
Gelukkig was hij enkel licht gewond en had het ook overleefd.
Hij wist wel dat hij op een dag minder geluk zou hebben.
Want hij moest Voldemort vermoorden, of hij hem, dat was de vloek van zijn litteken.
Hij legde zich neer in bed na zijn hutkoffer te maken.
Hij fleurde helemaal op bij de gedachte dat hij morgenavond weer in zijn hemelbed in zweinstein zou liggen dromen.

Hoofdstuk 2: Vaarwel,voorgoed...

Harry was de volgende morgen vroeg uit de veren.
Hij was zo blij dat hij terug mocht gaan naar Zweinstein, dat hij gewoon niet meer verder kon slapen.
Hij kleedde zich om en keek nog eens na of hij alles had ingepakt.
Hij wist dat hij niks vergeten was en keek op zijn horloge.
Het was ondertussen 10 uur en besloot al afscheid te nemen van de Duffelingen.
Niet dat ze hem zouden missen, maar hij vond dat ze maar moesten weten dat hij naar school vertrok, dan konden ze zich tenminste verheugen.
Hij liep naar onder en zag dat ze net Dirk naar school gingen brengen.
“Ik ga eens door he.” Zei Harry op een rustige toon.
Hij wist dat de Duffelingen heel schuchter tegen hem waren.
Het idee dat er een moordenaar op de stoep kon staan, beviel hen niet. Perkamentus had hem wel uitgelegd dat hij niet binnen kon, door de liefde van zijn moeder, maar wat wiste dreuzels daar nu van.
“Naar school?” zei tante Petunia met een stem die klonk van opluchting en nieuwsgierigheid.
“Ja” zei Harry, al vond hij dat wel een enorm domme vraag.
“Pa, ma,ik kom nog te laat!” zei Dirk enorm knorrig. Hij was slecht gezind, vast omdat zijn nieuw dieet van geen kanten werkte.
“Nou, jullie zullen dan geen last meer van me hebben.” Zei Harry nog vlug voordat ze wegreden.
“Hoezo?”bromde oom Herman.
“Wel, in de volgende vakantie word ik 18.” De Duffelingen keken stom verbaasd, ze wisten vast niet dat Harry dan jarig was en waren vast vergeten hoeveel jaar hij nu eigenlijk wel was.
Harry ging verder toen ze niks zeiden.
“En dan ben ik praktisch volwassen in de toverwereld(de Duffelingen keken verwilderd rond of de buren dat niet gehoord hadden)en dan heb ik normaal gezien een diploma op zak en ben van plan om op mijn eigen te gaan wonen, aangezien ik tegen die tijd zelf mag toveren zonder de wet te overtreden.”
De Duffelingen wiste niet wat ze hoorde.
Harry wist wel dat ze enorm opgelucht waren, maar toch zei tante Petunia iets wat hem enorm verbaasde.
“En wat gaat je dan beschermen als je niet meer in het huis bent met je moeders liefde in het?”
Harry voelde zijn mond lichtjes opengaan en deed hem vlug weer dicht.
“Nou, tegen die tijd zal ik het wel zelf met hem moeten uitvechten.” Zei Harry.
Hij voelde zich niet dapper bij die woorden, maar merkte zelf dat hij kippenvel kreeg bij die gedachte.
“Dus we zien je niet meer? Nooit meer?” zie oom Herman met een grommende stem.
“Nee, nooit meer.”zei Harry.
Hij merkte dat de Duffelingen opgelucht waren, maar leken ook verward door dit nieuws.
“Maar denk maar niet dat we je uit de goot komen halen als je perfecte plannetje misloopt!”dreigde oom Herman nogmaals.
“Nee.”zei Harry montoon. De Duffelingen wisten niet dat Harry een klein fortuin van zijn ouders had geërfd en dachten vast dat hij dat financieel niet aan zou kunnen.
“Maak je daar maar niet druk om.”
De Duffelingen reden uiteindelijk met Dirk weg die stomverbaasd Harry nog nakeek in de auto.
Ze hadden niet eens aan hem gevraagd hoe hij naar school zou geraken, maar Harry had hem daar niet voor nodig.
Hij kon nu eenmaal al verdwijnselen en verschijnselen. Dat had hij verleden jaar geleerd samen met Ron en Hermelien met behulp van een curses die op zweinstein werd gegeven.
Hij keek nog een keer rond in het huis van de Duffelingen en was dolgelukkig dat hij de keuze had gemaakt om nooit meer terug te keren. Hij nam zijn hutkoffer en Hedwig en verdwijnselde richting perron 9 ¾.




Profiel bekijkenStuur privébericht
*Lily*
1e jaars
1e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: België

*Lily* is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Jan 15, 2005 19:12 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 3: Terug naar Zweinstein.

Hij verschijnselde heel onopmerkelijk op het perron.
Hij zag wel een klein meisje verbaasd naar hem kijken, maar verder leek niemand te merken dat hier juist een tovenaar zich bevond.
Hij keek op de klok en zag het kwart voor 11 worden en juist toen hoorde hij stemmen achter zich.
“Hey Harry, hier zijn we!”
Het was een lange, ooit slungelige jongen die Harry riep.
Harry keek goed en zag dat het zijn beste vriend Ron was.
Hij had blijkbaar goed doorgetraind tijdens de vakantie, dacht Harry,
want Ron was nog gespierder geworden dan vorig jaar, door zwerkbal te spelen. Ron had eindelijk vertrouwen in zichzelf gekregen als wachter van het Griffoendor team en het resultaat was dat hij door de vele trainingen brede schouders en een afgetraind lichaam had gekregen. Hij kreeg nu meer aandacht van meisjes, iets wat Hermelien nogal irriteerde, maar verder zie ze er niets van.
“Ha, Harry jongen, hoe is het met je?” zei Ron op een joviale toon.
“Valt wel mee.” Zei Harry.
“Wel een enorme saaie vakantie gehad en er kan ieder moment een moordenaar mij om zeep helpen, maar voor de rest is alles met me ok.” Zei hij iets of wat sarcastisch.
Ron trok wit weg, Harry wist wel dat Ron het niet verkeerd bedoelde, maar ondanks hij zich blij maakte op het nieuwe schooljaar baalde hij bij het idee dat andere studenten al die zorgen niet hadden als hij.
“Sorry, maatje, we wilde je daar wel weghalen, maar…”
“Ik weet het” zei Harry. Perkamentus wou het niet.
“Als het je een troost kan zijn, ik heb ook niks aan mijn vakantie gehad.” Zei Ron.
“Ma die zegt dat het te gevaarlijk is om naartoe te gaan, nu jeweetwel zo machtig is, Fred en George die je nooit meer ziet door hun winkel en ja, Percy, daar hoor je nooit iets van. Alleen Ginny om mee te praten, gaat na een tijdje ook vervelen.” Zei hij op een lastige toon.
Hij had duidelijk ook liever Harry op logement bij hem gehad.
“Nou, het is voorbij niet?” zei ineens een heldere stem achter hun waardoor ze allebei schrikte.
Hermelien Griffel stond achter hun en had een gebruind tintje.
Ron en Harry’s gezicht klaarde op.
Ze hadden elkaar in geen 2maanden gezien en het leek hun ineens tijd om die rotvakantie achter zich te laten. Hermelien was net zoals Ron verandert en zag er enorm volwassen uit.
“Kom, laten we gaan.” Zei Hermelien na hun beide omhelst te hebben.
En ze liepen alle 4(Ginny was ook van de partij en begon haar 6de jaar aan Zweinstein) door de muur en zagen uit de Zweinsteinexpres wolken komen en haastte zich naar een vrije coupe.

Hoofdstuk 4: de zweinsteinexpres

Ze zochten naar een vrije coupe en vonden er snel eentje, omdat ze voor de eerste keer eens goed op tijd waren.
“Waar is je moeder eigenlijk?” vroeg Harry aan Ron. Normaal gezien was mvr.Wemel altijd van de partij als haar kinderen naar Zweinstein gingen.
“die heeft het te druk met de orde.” Zei Ginny bedrukt.
“In de vakantie was ze er ook vaak niet. En pa hebben we nauwelijks gezien. Het is een echte ramp op het ministerie.” Zei Ron met een zucht.
“Hebben de dreuzels nog niks door?” vroeg hij aan Hermelien.
“Bij mijn weten toch niet.” Zei Hermelien en ook zij zuchtte.
“Ik heb ma en pa niks gezegd over Voldemort enzo.” Ron huiverde niet meer, maar sprak zijn naam ook niet uit, dat durfde hij nog net niet.
“Ik wil ze niet ongerust maken.” Zei Hermelien en keek Harry bedroefd aan.
“Laten we over iets anders praten.” Zei Harry ineens.
“Ik heb geen zin om depri te doen.” Zei hij gemeend.
“Nou, dat lijkt mij ook.” Zei Hermelien iets vrolijker.
“O nee, nu gaat het komen zeker?” zei Ron met het nodige sarcasme.
“Wat?” zei Hermelien, maar ze glunderde.
“Wel, doe nu maar niet alsof je het niet wilt vertellen.” Zei Ron toen weer geërgerd.
“Wat?” zei Harry.
“Heb ik iets gemist?”
“Welnee, Harry.” Zei Hermelien nu weer.
“Maar Ron denkt dat ik…”
“Jaja, leg het maar uit.”
Hermelien keek lastig.
“allee, zeg nu!” zei Harry die heel nieuwsgierig werd. Ron keek naar Hermelien maar die wou het blijkbaar niet zeggen dus zei hij maar zelf;
“Hermelien is hoofdmonitor geworden.”
“Echt?Hermelien dat is geweldig!Proficiat!”
Hermelien kreeg een blos. Ron grinnikte.
“Waarom heb je me dat niet eerder vertelt?” vroeg Harry.
“Wel, ik dacht dat je genoeg aan je hoofd zou hebben.” Zei ze iets of wat beschaamd.
“Nou, goed nieuws had ik wel kunnen gebruiken, maar goed, het is je vergeven.” Zei hij met een glimlach.
“O, daar isDaan juist!” zei Ginny ineens en ze was weg.
“Is het nog steeds zo dik aan met Daan?” vroeg Harry aan Ron.
“Dik?” zei Ron met nadruk.
“Ik denk dat ik Daan deze vakantie meer heb gezien dan ik hem normaal in een schooljaar zie….” Hij draaide met zijn ogen.
“Nou, dat is toch leuk voor haar.” Zei Hermelien toen weer.
“Tuurlijk,”zei Ron.
“Maar ze had beter bij iemand beters moeten blijven, haar eerste keuze lijkt mij.” Zei hij terwijl hij uitdagend naar Harry keek. Harry fronste zijn wenkbrauwen. “Ik had dat al gezegd, ik had nooit geweten dat Ginny verliefd op me was.” Zei hij waarheidsgetrouw.
“Ja, Ginny had het opgegeven Ron, blijf daar dan niet over zagen.” Zei Hermelien.
“Ok, ok, maar Harry kan zich soms bedenken. Is het niet Harry?”
Harry keek Ron verbaasd aan.
“Of is er iets mis met mijn zusje? Is ze niet goed genoeg?” zei hij er dreigend bij als een typische grote broer.
“Neenee,tuurlijk niet.” Zei Harry iets of wat nederig.
“Dan is het goed.” Zei hij er lacherig bij.
Zij bleven nog een tijdje zeveren en lachen en Harry besefte nu nog meer hoe erg hij zijn vrienden gemist had. De mollige heks kwam zoals gewoonlijk met haar karretje vol met snoep en heerlijke pompoenensap en terwijl ze hun gekochte zoetigheden opaten kwam Zweinstein hoe langer hoe dichter in zicht.
Ze deden vlug hun gewaad aan(Hermelien had het al aan en mocht van Ron niet naar hun kijken) en hoorde toen de trein tot stilstand kwam een vertrouwde stem.
“Eerstejaars hierheen!Eerstejaars!”
Harry genoot, het was goed om terug thuis te zijn.




Profiel bekijkenStuur privébericht
*Lily*
1e jaars
1e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: België

*Lily* is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Jan 16, 2005 10:44 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 5:het feestmaal.

Ze gingen de koetsen in die de terzielers vooruittrok. Hij, Ron en Hermelien kregen het gezelschap van Marcel Lubbermans. “he Marcel, hoe was je vakantie?” vroeg Ron hem beleefd. Marcel die precies angstig keek naar Ron( wat wilde je, hij was echt een beer geworden) zei dat het wel meeviel.
“Ik rammel!” zei Harry toen ze het kasteel betreden. “hopelijk schieten ze op met de indelingsceremonie.” Ze namen plaats aan de tafel van Griffoendor en zagen nerveuze eerstejaars naar binnen schuifelden. Hij dacht aan zijn eerste schooldag. Hij had toen nooit geweten dat hij zo een geweldige tijd op Zweinstein zou beleven, hij zou het zo weer overdoen. “Kijk!” zei Hermelien ineens.
“Wat?” zei Ron lichtelijk verbaasd.
“Het zusje van Fleur Delacour is erbij!”
Harry keek en zag dat ze gelijk had. Ze leek heel erg veel op Fleur en was intussen al 3jaar ouder geworden dan de laatste keer dat Harry haar gezien had. Dat was op de bodem van het meer bij de 2de opdracht bij het toverschool toornooi.
“Waarom gaat ze niet naar Beauxbatons zoals haar zus?” vroeg Harry aan Hermelien.
“Geen idee.” Zei Hermelien.
“Misschien praatte Fleur zo positief over Zweinstein dat ze gewoon besloot om naar hier te komen.” Zei Ron wijs.
“Weet je Ron, dat zou wel eens best waar kunnen zijn.” Zei Hermelien met een frons.
“Maar, hoe komt het dat jij daar meteen aan denkt?” zie Harry toen weer.
“Nou, ik wist het eigenlijk al, je weet wel, Bill is nu samen met Fleur en ze had aan hem vertelt dat ze het heel fijn zou vinden als haar zusje naar Zweinstein kwam.”
“Is Fleur samen met Bill?” vroeg Harry verbaast.
“Eu, ja” zei Ron.
“Dat vind je zeker niet zo leuk he Ron.” Zei Hermelien op een plagerige toon.
“Och, hou toch je bek.” Zei hij terug, maar je kon niet aan hem zien of hij ermee moest lachen of huilen. Het werd rustig in de Grote zaal en al snel werd duidelijk waarom.
Perkamentus vroeg om stilte in de Grote zaal voor zijn toepasselijke toespraak.
“Zoals al vele hebben gelezen is het nu een tijd van enorme onrust in de toverwereld. Het is gevaarlijk, maar ik beloof jullie plechtig dat jullie veilig zijn binnen te muren van Zweinstein. Hoe dan ook moet ik jullie vragen om uiterst voorzichtig te zijn. Ga het gevaar niet opzoeken. Harry durfde te zweren dat Perkamentus over zijn halve brilletje naar hem keek. En dan zijn er een paar mededelingen die ik jullie nog wilde zeggen. Zoals iedereen ondertussen moet weten is dat het Verboden bos voor iedereen verboden terrein is, er mag niet getoverd worden in de hallen, en men heeft mij meegedeeld jullie nogmaals te zeggen dat het belangrijk is om je te gedragen tijdens te lessen, voor eigen belang van jullie afdelingpunten.” Hij keek eventjes rond. “Maar ook beter nieuws. Dit jaar word er weer een Kerstbal gehouden, maar enkel voor de laatstejaars, hoewel je partner van een lager jaar mag komen. Het eindejaarsfeest wordt zoals gewoonlijk in de Grote zaal gehouden met de diploma uitreikingen. Harry voelde zijn maag draaien. Zijn diploma, de gedachte daaraan voelde heerlijk, eindelijk een volleerde tovenaar te zijn. Perkamentus ging verder.”En de zwerkbaltrainingen voor Griffoendor worden volgende week gehouden, omdat ze moeten beslissen wie hun nieuwe aanvoerder word. Dan laat ik jullie nu meegenieten met de sorteringen.” Iedereen klapte en al gauw werden de eerstejaars ingedeeld. In totaal werden er 12mensen bij Griffoendor ingedeeld, waaronder Gabriël, het zusje van Fleur. Ze was blijkbaar opgelucht dat ze een paar bekende zag, want ze ging meteen tussen Ron en Harry zitten. De rest van de eerstejaars keken blijkbaar nijdig omdat zij langs Harry Potter zat, die zij vol belangstelling aankeken. “Proficiat, je zit bij Griffoendor!” zei Ron vriendelijk.
“Dank je,” zei Gabriël verlegen. “Ik viend et alleen vervelend dat iek niemand ken.”
“Dat komt nog wel.” Zei Harry en hij glimlachte. Gabriël knikte.
“Hoe is het eigenlijk met je zus?” vroeg Hermelien beleefd zonder nijdig proberen te kijken, alleen lukte haar dat niet zo goed. Voor de een of andere reden was Fleur niet meteen Hermeliens beste vriendin.
“O, eel goed.” Zei Gabriël. “Ze woont nu samen met zijn broer,” ze gaf een knikje naar Ron “En ze werkt ook in goudgr’ijp.”
“Nou, dat is…eu,.. zeer leuk voor haar.” Zei ze toen maar.
De rij met eerstejaars werd langzaamaan dunner en voor ze het wisten was iedereen al ingedeeld. Perkamentus stond op zei; “Eet smakelijk!” en hun borden werden gevuld met heerlijke gerechten. Harry at zoveel hij kon en toen hij in zijn vertrouwde hemelbed lag kon hij zich alleen maar gelukkig voelen. Hij hoorde Ron lichtjes naast zich snurken en viel vrijwel meteen in slaap.

Hoofdstuk6: de nieuwe leraar verweer tegen de zwarte kunsten

De eerste dag ging als een waas aan Harry voorbij. Hij kreeg die morgen van Anderling de uurrooster en vol afgrijzen zagen ze dat ze samen met Zwadderich les hadden. Verweer tegen de zwarte kunsten.
“Nou, het heeft tenminste 1voordeel.” Zei Hermelien.
“En wat mag dat dan zijn?” vroeg Ron vol afgrijzen aan haar.
“Wel, nu weten we tenminste wie de nieuwe leerkracht verweer tegen de zwarte kunsten is…”
Daar had Hermelien gelijk in.
“Hebben jullie dan gisteren een nieuwe leerkracht aan de oppertafel gezien?” vroeg Harry aan hen. “Nee, niet gezien.” Zei Ron
“Misschien hebben ze nog niemand gevonden!” zei Hermelien lichtjes hysterisch. Het leek haar vast een ramp om lessen verweer tegen de zwarte kunsten te moeten missen.
“Hermelien, maak je maar niet te druk.” Zei Harry rustig. “als ze nog niemand hadden gevonden dan had Anderling ons dat wel gezegd toen ze de schema’s uitdeelde.”
“Ja, dat is waar.” Antwoorde Hermelien die blijkbaar door dat nieuws opgelucht was.
Ron rolde eens met zijn ogen.
“Ik ben benieuwd welke sukkel ze daar nog voor vinden.” Zei hij nors.
“Zeg nu eerlijk, wie wilt dat vervloekte baantje nu nog hebben?”
Ze zouden het dadelijk wel weten, want de bel ging en ze begeefde zich naar het lokaal van verweer tegen de zwarte kunsten.
Harry wist niet wat hem overviel toen hij het klaslokaal binnenging, want de persoon die achter het bureau zat kende hij al. Het was niemand minder dan….
“KRUML??????” wist Ron vol afgrijzen en verbazing uit te brengen.
Hij was blijkbaar niet de enige die verbaast was dat Viktor Kruml achter dat bureau zat. Hermelien had haar handen voor haar mond gebracht en smoorde zacht een kreetje en verschillend meisjes (waaronder Bellinda en Parvati) begonnen van plezier te gillen toen ze de beroemde Viktor Kruml daar zager zitten in levende lijven.
“Ach, doe toch normaal.” Mompelde Hermelien naar hen toe. “Een paar jaar geleden hadden ze hem ook al gezien.
Ze namen vlug plaats achterin de klas( de voorste rijen waren al bezet met meisjes die vol bewondering naar Kruml keken) Harry voelde zich net weer in zijn tweede jaar zitten, toen hij les kreeg van Smalhart. Hermelien was vrijwel het enigste meisje dat niet bewonderingvol naar Kruml keek. Ze bleef opmerkelijk kalm, dat merkte Ron vast ook die haar de hele tijd in de gaten hield. Harry keek Kruml ook aan. Het was niet zo veel verandert ten opzichte van 3jaar geleden. Hij was nog steeds even nors en had nog dezelfde grote platvoeten. Het bleef een tijdje rustig in de klas totdat Kruml zijn stem liet horen.
“Ik cben dus chullie nieuwe leraar verweer tegen de zwarte kunsten.” Zei Kruml met een even vet accent als vroeger. “chullie kennen me misschien nog van 3jaar cheleden toen ik op Zweinstein verblijf voor het Toverschool Toernooi.” Een paar meisjes giechelden. “Ik cheb toen niet chewonnen, maar Harry Potter wel die chier ook in de klas zit.” Kruml zocht naar Harry die een kop als vuur had gekregen. Waarom moest Kruml nu daar over beginnen? Vroeg hij zichzelf af. Ze keken even naar Harry, maar vrijwel meteen draaide iedereen zich weer om om Kruml beter te bekijken. Daan stak zijn hand op.
“Ja, eu…”zei Kruml met een frons.
“Daan Thomas, professor.” Zei Daan met een glunderend gezicht omdat Kruml tegen hem sprak. “Ik vroeg mij af meneer, waarom u les wilt geven, u bent toch een enorm goede zwerkbalspeler?” heel de klas mompelde instemmend. Kruml kreeg een lichte blos op zijn norse gezicht. “ik cheb ervoor gekozen, omdat ik weet dat ik niet voor eeuwig op mijn bezemsteel kan blijven rond vliegen. Ik wilde iets ermee kunnen combineren, zodat ik nog altijd een beroep zou chebben als ik niet meer kan vliegen.” De klas keek hem bewonderingvol aan. Tot ieders grote verbazing stak Hermelien haar hand in de lucht. Kruml was hier blijkbaar door verrast, maar zijn gezicht klaarde wel op.
“Ja, Chermolien.” Een paar meisjes gniffelden op de manier dat hij haar naam zei, maar keken ook nijdig omdat hij Hermelien al bij naam kende.
“Waarom kom je op Zweinstein les geven, terwijl je eigenlijk op Klammfels veel beter terecht met een vak als verweer tegen de zwarte kunsten?” zei ze met een heldere stem. Kruml was blijkbaar een beetje van slag, maar herpakte zich snel;
“Wel, ik cheb wel op Klammfels chezeten, maar vond de sfeer op Zweinstein gewoon beter en ik wist dat Perkamentus een nieuwe leerkracht verweer tegen de zwarte kunsten dringend nodig chad.” Ron keek met grote ogen naar Hermelien en mompelde tegen haar; “Wat? Dacht je nu echt dat hij voor jou terugkwam?” Hermelien draaide nijdig met haar ogen maar zei verder niets. Het hele lesuur besteden ze meer aan vragen aan Kruml te stellen dan iets anders. Al gauw ging de bel en toen ze naar buiten gingen nam Kruml Hermelien even apart.
“Cheb je mijn laatste brief niet ontvangen?” vroeg Kruml aan haar en nam haar arm zachtjes beet. “Daarin chad ik cheschreven dat ik hier les kwam geven.” Hermelien keek nerveus naar Harry en Ron die in de deuropenening stonden mee te luisteren. “Eu, nee, ik heb geen brief gezien.” Zei ze met een licht trillende stem. “Maar ik ben wel op vakantie geweest en misschien heeft je uil met niet gevonden.” Ze probeerde zich zachtjes uit de greep van Kruml te brengen. Ron die dit zag kwam vlug tussenbeiden. “Het spijt me professor, maar we moeten naar onze volgende les.” Hij klonk alles behalve beleefd en trok Hermelien aan een hand mee. Kruml was duidelijk in de war want zijn dikke wenkbrauwen hingen laag naar beneden. Toen ze een maal buiten waren zei Ron; “Wat moest dat nou, gaat je een beetje flikflooien met een leerkracht?” Harry moest stiekem lachen omdat Ron dat op zo een bezorgde en serieuze toon vroeg. Hermelien was duidelijk beledigd. “Ron, je weet maar al te goed dat hij mij vastgreep en ik wil er niet over praten.” Ze liep alleen verder weg. “Hèhè,”zei Ron. “In plaats van een ‘dank je wel Ron,’ krijg je dit!” Harry glimlachte.
“O, vrouwen!” zei Ron nijdig een ging ook aan een sneller tempo beginnen wandelen.




Profiel bekijkenStuur privébericht
*Lily*
1e jaars
1e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: België

*Lily* is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Jan 16, 2005 11:49 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 7: Zwerkbal

Voor ze het wisten zat hun eerste week op Zweinstein er al weer op. De lessen van Sneep waren wel nog even erg, maar het zou weer een week duren eer hij naar Sneeps vettige kop moest kijken en dat fleurde Harry ook weer een beetje op. Het was zaterdag al laat toen hij wakker werd, toen hij opstond zaten Ron en Hermelien al in de leerlingenkamer hun huiswerk te maken. “Morgen.” Gromde hij even terwijl hij zich uitrok. “Ha, Harry” zei Ron die met een glimlach naar Harry’s slaperig hoofd keek. “Ik wilde je net gaan wakker maken.”
“Tis toch weekend?”zei Harry terwijl hij in zijn ogen wreef.
“Jongen, zeg nu niet dat je dat vergeten bent!” zei Ron met een blik van amusement en verontwaardiging. Harry keek hem even fronsend aan.
“De zwerkbaltrainig!” zei hij toen uiteindelijk en Harry gaf zich een klap voor zijn voorhoofd. “Helemaal vergeten, wacht hier dan haal ik mijn vuurflits.” Hij liep op een drafje terug naar de slaapzaal en hoorde Ron nog zeggen; “we hebben nog een kwartiertje hoor!” Harry nam vlug zijn geliefde bezem uit zijn hutkoffer en was Perkamentus nog steeds dankbaar dat hij hem uit de kerkers had gehaald verleden jaar. Het was een cadeau geweest van Sirius en lag hem daarom nauw aan het hart. Hij ging weer naar onder en zag dat Hermelien ook meeging. “Nou, we hebben tenslotte het hele weekend om onze opdracht voor Anderling te maken, niet?” Harry zag Ron een wenkbrauw omhoog brengen toen Hermelien dit zei. “Hermelien, voel je je wel goed?” zei hij lichtjes verbaasd, maar Hermelien draaide alleen maar even met haar ogen. “Wel, het word wel afwachten of we kunnen spelen.” Zei Ron toen weer. “Hoezo?” zei Harry. “Zwadderich gaat het veld toch niet weer inpikken zeker?”
“Neenee, we hebben gereserveerd. Maar we gaan eerst moeten kijken wie er allemaal opdaagt voor speler en dan moeten we nog in de groep beslissen wie de nieuwe aanvoerder word.” Zei Ron wijs. “Och ja, dat is ook waar.” Zei Harry en gaf zich weer een klap voor zijn kop. Hoe kon hij dat nu vergeten? De kamer van Griffoendor hing vol met affiches waarin vermeld werd dat ze 2nieuwe jagers en 2nieuwe drijvers nodig hadden. Toen ze op het kwamen voelde Harry een vlaag van opluchting. Hij had Zwerkbal gemist afgelopen zomer. “Wel vreemd he?” zei Hermelien die achter hen liep. “Alleen jullie en Ginny zitten nog in het team.
“Wat is daar zo vreemd aan?” zei Ron. “Onze 2drijvers zijn afgestudeerd, net als Alicia, dus zijn we aanvoerderloos zonder haar.” Er viel Harry net iets te binnen.
“En dat meisje dan, dat verleden jaar ook jager was, die zit nu toch pas op het 5de?”
“ja,” zei Ron, “Maar die heeft haar been gebroken tijdens de vakantie en kan voor onbepaalde duur niet meedoen.” Harry was verrast dat Ron zo goed op de hoogte was van alles.
“Weet je Ron, misschien moet jij wel de nieuwe aanvoerder worden.” Zei Harry tegen hem. Hij zag Ron glunderen van trots, maar toch werden zijn oren ook rood. Harry wist dat hij niks liever zou willen dan dat. In zijn eerste jaar droomde Ron er al van om aanvoerder te worden, dat wist Harry omdat Ron zich zo zag in de spiegel van neregeb.
“Ja, Ron, stel je kandidaat!” zei Ginny die er bij was komen staan. “Wel, ik weet niet.” Zei Ron die schrok toen Ginny ineens naast hem stond. “Ze zullen toch vast liever willen dat jij het word Harry.”
“Wat zou dat?” zei Harry verbaasd. Het was niet echt zijn ambitie om aanvoerder te worden. “Kom, laten we eerst kijken naar de kandidaat-spelers zei Hermelien die al op de tribune zat. “Eigenlijk is dit alleen maar voor de ogen besteed van zwerkbalspelers, Hermelien.” Zei Ron, maar je zag aan zijn gezicht dat hij maar een grapje maakte. Ze stapte op hun bezems (Ron, Ginny en hijzelf) en Hermelien liet de slurk los( dan deed ze nog eens iets nuttigs, grinnikte Ron) er waren in het totaal 7kanditaat jagers komen opdagen. Een voor een lieten ze hun spelen tegen Ginny, die zelf sinds verleden jaar jager was en Ron stond voor de ringen te zweven. De eerste 3stelde niet zo veel voor en Harry hoopte dat ze snel dat ze een talent vonden, want het zou geweldig zijn dat Griffoendor in zijn laatste jaar nog die zwerbalbeker won. Harry’s gebeden werden precies verhoord, want toen de 4de kandidaat op haar bezem stapte, zag Harry al meteen dat ze een natuurtalent was. Ze zoefde door de lucht en wist wel meteen de slurk van Ginny af te nemen en scoorde toen ook nog toen Ron er geen erg in had. Harry zag Ron en Ginny’s gezicht opklaren dat eindelijk er iemand iets van bakte en Ron vroeg de naam van het meisje en schreef die al op als mogelijke jager. Het meisje heette Lara Leilaards en zat op haar 5de jaar. “Nou, die was niet slecht he.” Zei Ron vleiend en Harry zag dat Lara nog even naar Ron staarde toen ze geland was en daardoor niet zag dat ze tegen Hermelien opbotste. Hermelien keek nijdig maar Lara verontschuldigde zich en ging ook, net als alle andere kandidaten op de tribune zitten wachten op de uitslag. Uiteindelijk hadden ze 3goede mogelijke jagers opgeschreven. Lara Leilaards natuurlijk, Damian Greenwitch, een 6de jaars die ook ongelofelijk goed was (zijn slurk vloog wel tegen Ron zijn neus, maar dat vond Ron niet zo erg, omdat dat bewees hoe krachtig hij kon gooien.) en Nyla Nymphe namen ze als reserve jager. Ze gingen nog even rusten op de tribune (ze hadden al 2uur getraind met de nieuwe jagers) vooraleer ze begonnen met de kandidaat drijvers. “Wel,tot nu toe heb jullie een goed team, hè!” zei Hermelien vrolijk. Die Lara en Damian waren erg goed!” “Ja.” Zei Ron trots. “We moeten die cup dit jaar winnen!” zei hij.
“Groot gelijk!” zei Harry. “Met een beetje geluk vinden we ook 2 schitterende drijvers om ons team compleet te maken.” Hij zag Ron al dagdromen.
Harry kreeg blijkbaar gelijk want er kwam 5mensen voor drijver en ze waren stuk voor stuk niet slecht. Toch sprongen er twee uit en dat waren Casey Kantona, ook een 6de jaars en (tot Rons grote ergernis en die van Ginny) Michel Kriek. Met grote tegenzin schreef Ron Michels naam op het blad, “Enkel en alleen maar omdat hij goed is, niet omdat ik hem mag!” zei Ron er nog duidelijk bij voor het geval dat Harry iets anders zou denken. Ron, Ginny en hij overliepen het schema van hun nieuwe ploeg en riepen de namen af. “Lara Leilaards, Damian Greenwitch, Casey Kantona en Michel Kriek, willen jullie ons volgen naar de kleedkamer om afspraken betreffende de zwerkbalploeg te maken?” zei Ginny met een luide stem. Opgetogen gingen de nieuwe leden hun achterna naar de kleedkamers. Ron nam als eerste het woord.
“Jullie zijn dus gekozen om mee te doen aan het zwerkbalteam van Griffoendor. Jullie weten dat jullie zich vanaf nu vrij moeten maken voor trainingen.” De nieuwkomers knikten instemmend. “Wanneer zijn die trainingen?” vroeg Lara die met een ondeugende lach naar Ron keek. “Dat moet de aanvoerder van dit team beslissen.” Zei Ron die terug lachte naar Lara. “Maar aangezien we nog geen aanvoerder hebben, stel ik voor dat we er nu eentje kiezen. Ik geef een papiertje door en dan kunnen jullie jezelf kandidaat stellen.” Damian fronste zijn wenkbrauwen. “Moeten we niet iemand hebben met ervaring om aanvoerder te worden?” zei hij twijfelend. “Ik bedoel, iemand van jullie 3.” Hij keek naar Ginny, Ron en Harry. De rest mompelde instemmend, behalve Michel Kriek schreef zijn naam op het blad. “Nou, dan stel ik voor dat we onze handen opluchten als de naam van die persoon dat jij wilt dat aanvoerder word, word afgeroepen.” Zei Ginny. “Ok, wie stemt er voor Michel Kriek?” vroeg Casey. Niemand stak zijn hand op en Michel keek nijdig naar Casey, alsof dat zijn fout was. “nou, wie stemt er dan voor Ginny Wemel?” Michel Kriek stak uitdagend zijn hand omhoog en Ginny bloosde.” “Wel, dat is een stem voor Ginny Wemel,” zei Casey. “Wie stemt er voor Harry Potter?” Harry zag de handen van Casey , Ron en Damian omhoog gaan. “Dat zijn 3stemmen voor Harry Potter. Wie stemt er op Ron Wemel?” Ginny stak haar hand op voor haar broer( zij wist evengoed al Harry hoe graag Ron dit wilde, ook al zei hij dat zelf niet) Lara stak haar hand ook op(iets wat Harry niets verbaasde) en Harry stak zelf ook zijn hand op voor Ron.. “Dan is het gelijkspel tussen Harry Potter en Ron Wemel.” Zei Casey. Iedereen keek stilletjes toe. “Wie nemen we dan?” zei Lara luid. “Wel,” zei Harry, “Ik wil eigenlijk dat Ron het krijgt, ik ben niet zo goed in dat leidersgedoe en ik weet dat Ron dat heel goed gaat doen.” Ron glunderde en mompelde bedankjes. Het nieuwe team van Griffoendor juichte en Ron had hen al verteld dat er volgende week trainingen zouden zijn. Toen ze uit de kleedkamer kwamen en Hermelien hun helemaal uitvroeg, kreeg Ron nog een kus van Hermelien, als teken van felicitatie voor zijn benoeming als aanvoerder. “Ik wist wel dat je het kon!” zei ze bemoedigend en Ron werd al vlug even rood als zijn haar.




Profiel bekijkenStuur privébericht
*Lily*
1e jaars
1e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: België

*Lily* is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Jan 16, 2005 15:39 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 8: Mablung Sergon

De maanden gingen aan Harry voorbij. Hij had het ontzettend druk met huiswerk en zwerkbal, dat nog toffer was geworden nu Ron aanvoerder was. En het feit dat ze een enorm goede ploeg hadden, speelde natuurlijk ook mee. Harry zou niet vlug het gezicht van Malfidus vergeten toen ze Zwadderich bij de laatste wedstrijd hadden ingemaakt. Ze hadden met 240-30 gewonnen en de volgende wedstrijd dat ze zouden spelen zou pas in januari tegen Huffelpuf zijn. Harry keek toen hij in de Grote zaal was naar het betoverende plafond en zag daardoor dat het typisch novemberweer was; kil, met grijze wolken en zo te zien het het vannacht lichtjes gevroren. Naast hem plofte een uiterst overstuurde Hermelien. Ze begon zeer snel haar eten op te schrokken en Harry zag Ron grote ogen optrekken. “Euhm, Hermelien?” zei hij uiterst voorzichtig. Hermelien keek naar hem met ogen die donkerblauw waren van de slaap. “Heb je haast ofzo?” Harry wist uit ervaring, dat als Hermelien zo van die kuren had, je haar beter met rust kon laten. Hij kreeg al vlug gelijk, want Hermeliens ogen schoten vuur. “Zou je geen haast hebben?” zei ze met licht hysterische stem. Hij en Ron keken haar vragend aan. “O nee, Hermelien, toch niet weer die gedoe hè!” zei Ron, uiterst geërgerd. “Ron…” fluisterde Harry al waarschuwend, als teken dat hij zijn mond zou houden. “Nee, niet die gedoe!” zei Hermelien nog kwader. “Al zou ik er eigenlijk verder mee moeten doen, ik vind gewoon de tijd niet! Met ons puistenjaar hebben we dubbel zoveel te doen dan met het slijmballenjaar van 2 jaar terug! Ik loop hulpeloos achter, ik weet echt niet hoe jullie daar nog bij zwerkbal kunnen spelen!” ze had de tranen al in haar ogen van overspanning. “Hermelien,” zei Harry rustig, “je neemt te veel hooi op je vork, doe eens wat rustiger aan, je hebt nog 7maanden eer we examens hebben!” Harry dacht Hermelien nu wel gekalmeerd te hebben, maar niks bleek minder waar. “Te veel hooi op mijn vork hè? Weten jullie dan niet hoe belangrijk onze puisten zijn? Als we er niet voldoende hebben, dan kunnen we fluiten naar de carrière die we willen hebben, dan kunnen we evengoed gewoon ergens aan de slag met een jobke gelijk Vilder heeft!” die gedachte verontruste ze allemaal. “Wel, dat risico moeten we dan maar nemen.” Zei Ron toen monotoon. Hermelien keek hem nijdig aan en stond toen op, vast richting bibliotheek. “Moest dat nu Ron? Je weet hoe ze over die dingen denkt.”
“Wat?” zei Ron geërgerd. “Dat heeft Hermelien nodig, iemand die veel lakser is dan haar zodat ze nog denkt dat zij er beter voor staat. In Hermelien haar geval ben ik het perfecte voorbeeld daarvan.” Hij grinnikte lichtjes terwijl hij zijn armen achter zijn hoofd kruiste. Harry zag Lara voorbijkomen en zij zwaaide nog even naar Harry en Ron, vooraleer ze ging zitten aan de andere kant van de tafel, maar haar ogen bleven op Ron ruste die nog niet eens doorhad dat ze gezwaaid had. Lara had de laatste 3maanden al verwoede pogingen gedaan om Rons aandacht te krijgen, maar Ron reageerde er niet echt op. Harry dacht wel dat hij wist dat Lara stiekem achter hem aan zat, maar dat kon Ron blijkbaar moeilijk deren, al was hij altijd even vriendelijk tegen haar. Na een tijdje had Ron blijkbaar door dat hij werd aangestaard, want ineens stak hij zijn hand de lucht in en keek naar de andere kant van de tafel. Harry hoorde gegiechel van Lara en haar vriendinnen, Sira, Macey en ook Nyla, hun reservejager. Harry kende ze ondertussen wel, want ze zaten bij elke zwerkbaltraining mee te kijken. De bel ging en hij en Ron gingen naar buiten. Ze hadden verzorging van fabeldieren en dat werd vandaag weer in het verboden bos gehouden. Ze zagen Hermelien van de trappen afrazen( ze kwam vast van de bib) en was buiten adem toen ze met hun meewandelde naar buiten. “Dat was ook maar net op tijd.” Zei Harry tegen haar. “Ik was de tijd verloren.” Zei Hermelien met bevende stem. “Ik vond net een boek met proefexamens met puistniveau en ik was nog niet halverwege en toen ging de bel al.” Ze beefde en Ron zag dit ook. “Hermelien, waarom heb je je mantel niet aan?” Harry zag het nu ook, Hermelien had enkel haar gewaad aan. “Vergeten in de bib!” zei ze terwijl ze met haar eigen armen zich warm wreef. “Hier neem de mijne maar, je gaat nog bevriezen.” Zei Ron en gaf haar zijn jas. Hermelien was hier blijkbaar door verrast en zei; “Maar jij dan?” Ron glimlachte.
“Ik heb een moeder die mij warme wintertruien breid.” En hij knipoogde. “Hier, neem nu maar.” En Hermelien deed de veel te grote mantel voor haar aan. Harry zag dat ze rood werd, maar hij zelf moest lachen, maar dat deed hij natuurlijk niet hardop. Ze gingen met hun drietjes naar het verboden bos en Hagrid stond al klaar om zijn les te beginnen. Hij had zijn jas van mollenvel aan en had aan de ene hand een ketting vast. Toen Harry verder keek zag dat er zich een dier bevond aan de andere kant van de ketting. “Dit is een Mablung Sergon” zei Hagrid toen iedereen van Griffoendor er was. Iedereen keek geïnteresseerd naar het wezentje. Het zag er allesbehalve gevaarlijk uit, wat anders altijd het geval was bij Hagrids fabeldieren. Hij zag er uit als een kleine puppy, alleen had hij feloranje strepen als een tijger op zijn rug en staart staan. “Kent me iemand vertellen vanwaar die naam?” zoals gewoonlijk stak Hermelien haar hand omhoog. “Euhm ja, Hermelien.” Zei Hagrid die keek naar Hermelien alsof ze was gekrompen, wat niet zo raar was, want ze verzoop zowat in die jas. “De naam Mablung Sergon is afgeleid uit de oude taal van de tovenaars, het betekent letterlijk Vuurwolf.” Zei Hermelien in een ademlucht. “Heel goed, Hermelien!” zei Hagrid trots. De Mablung Sergons zijn eeuwenoude wezens, ze zien er hartstikke schattig uit, maar niks is minder waar.”
“Dat geloof ik niet Hagrid.” Zei Bellinda Broom die op haar hurken naast het wezentje was gaan zitten. “Kijk hoe schattig hij is!” al gauw mompelde de hele klas mee. “Dat ken misschien zijn,” zei Hagrid “Maar vraag maar eens hoeveel tovenaars en heksen die dat dachten, ondertussen hun vingers zijn weggebrand.” Al vlug schuifelde iedereen een halve meter naar achter. Hagrid ging verder. “De Mablung Sergons zijn uiterst sluw, ze lokken mensen in de val. Ze laten eerst deze gedaante aan, zodat ie een aaibare pup lijkt en dan verandert hij van gedaante eenmaal hij het vertrouwen wint van de persoon in kwestie. Wacht effe, ik zal het ulle laten zien” zei Hagrid en iedereen keek vol spanning mee. Hagrid begon de Mablung Sergon te aaien en te wrijven over zijn kleine buik. Hij maakte net het geluid van een schattige puppy, maar ineens sloeg dat helemaal over. Het gebeurde heel snel. De Mablung Sergon werd zo groot als een koe en zag eruit als een kruising tussen een wolf en een zeer grote hond. Zijn oranje strepen waren nu helemaal over zijn lichaam verspreid en hij had een muil gekregen die er uiterst gevaarlijk uitzag. Iedereen hield zijn adem in. De Mablung sperde zijn muil ver open en richtte die op Hagrid, maar die wist nog net op tijd aan de ketting trekken zodat de boom naast hun in vlammen schoot. Hermelien sprak snel een blusspreuk uit zodat de schade beperkt bleef. De rest van de klas kwam van de grond af, want ze waren allemaal op hun buik gaan liggen toen de Mablung Seron vuur spoot. “Dat is dus en reden om niet meteen op de buitenkant af te gaan.” Zei Hagrid wijs, als afsluiter van de les, want net op dat moment ging de bel. Ze stofte hun gewaden af die allemaal onder de takjes zaten en gingen met een goed gevoel terug naar het kasteel. “Dat was toch een best interessante les hè?” zei Harry met een grijns. “Ja!” zei Ron meteen aansluitend. “Ik bedoel, het was wel effe link met dat vuur, maar die beesten zijn wel enorm boeiend hè!” Hermelien knikte instemmend. “Ja, Hagrid begint met de jaren te beteren.” Zei ze trots. “Het is nog geen les die zo veilig is als bv; voorspellend rekenen, maar het is wel gebeterd.” Besloot ze. Ze waren blij dat ze weer binnen waren in het warme kasteel en Hermelien gaf de mantel terug aan Ron en ging vlug naar de bib die van haar halen. In de namiddag hadden ze kruidenkunde en dat ging ook goed voorbij en toen ze naar de noordertoren gingen voor Waarzeggerij gingen hij en Ron met de nodige tegenzin. Zoals gewoonlijk voorspelde Zwamdrift Harry’s naderende dood. (“Das vreemd, ik loop nog steeds rond terwijl ik al 2 keer deze week vermoord moest zijn.”) en gaf ze de opdracht om per twee elkaar handen te lezen. “Ok,” zei Harry terwijl hij Rons grote handen bekeek. “Je hebt hier een lange lijn, en dat betekent dat je veel liefde zal kennen.” Harry keek hem even aan en ze proestte uit in het lachen. “Harry jongen, volgens mij is dat mijn pijnlijn, kijk, je houdt je boek ondersteboven.”
“O, juist ja.” Zei Harry en zei toen, “Sorry Ron, je zult in dat geval veel liefdesverdriet hebben.” En ze hadden alletwee de tranen in de ogen van het lachen. Toen ze weer naar de Grote zaal gingen voor het avondmaal waren ze voor het eerst goedgezind door een les van Zwamdrift. Hermelien daarentegen had een gezicht op alsof ze naar de martelingbank werd verbannen. “Ik heb nog meer huiswerk gekregen!” zei ze moedeloos. “Ik kan beter gewoon van school stappen voor mijn eigen bestwil, die eer hou ik beter aan mezelf.” Harry had Hermelien nog nooit zou moedeloos bezig gehoord. Hermelien die vroeger zelfs de tijd had om hun schema’s te maken. Harry wist maar al te goed dat Hermelien het aankon, maar gewoon de lat veel te hoog voor zichzelf legde. Hermelien nam geen genoegen met een A zoals hun, ze moest en zou E op alles halen. “Hermelien, als jij het niet haalt, dan blijft heel Griffoendor zitten.” Zei Harry. “Ja,” zei Ron, “Geef nou zelf toe, je werkt teveel, daardoor krijg je stress.” “Ach Ron, wat weet jij nu daarvan, het enige wat jou interesseert is je zwerkbalteam en daar moet alles maar voor opschuiven.” Ze beende weer nijdig weg, voor de tweede keer die dag. “Wat had dat er nou mee te maken?” zei hij verbaasd en dat zinnetje kwam Harry angstaanjagend bekend voor.

Hoofdstuk 9Very Happye uilenvleugel

Die avond maakte ze nog hun huiswerk, alledrie samen in de kamer van Griffoendor. Hermelien zat verwoed notities te maken voor Voorspellend rekenen en Ron en Harry begonnen aan hun taak voor Waarzeggerij. Harry begon weer met zijn eeuwenoude methode, het verzinnen van voorspellingen, namelijk. Daardoor was hij verrassend snel klaar en Ron die nog schema’s moest maken voor zwerkbaltacktieken, begon daaraan. Harry was blij dat hij geen aanvoerder was geworden. Ron deed dat goed en daardoor kon hij nog eens een briefje naar Lupos schrijven. Gewoon, om te weten wat er allemaal gebeurde buiten de muren van Zweinstein en of ze al iets meer wisten over Voldemort. Hij keek op zijn klok. Het was pas kwart voor 9, dus zou hij tijd zat hebben. 7de jaars mochten namelijk tot 10 uur door het kasteel wandelen. Hij ging dus maar naar de uilenvleugel en liet Ron achter met een overspannen Hermelien die ondertussen al weer een nieuw boek had opengeslagen. Hij was verrast dat er nog iemand in de uilenvleugel was, namelijk Macey, de vriendin van Lara. Toen ze Harry zag lachte ze verlegen(omdat haar vriendinnen er niet bij waren durfden ze niet uitbundig te giechelen dacht Harry) “Hoi” zei Harry om de stilte te verbreken.
“Nog steeds rond aan het wandelen?” Macey schudde haar hoofd.
“Nee, ik was vergeten dat het binnenkort Kerst is en ik moest nog wat cadeautjes bestellen, anders ben ik te laat.” Harry fronste zijn wenkbrauwen, kerst was toch pas over een dikke maand? Maar vlug hoorde hij al waar het gesprek naar toe ging.
“Jullie 7de jaars hebben dit jaar een kerstbal hè?” Harry knikte. Hij hoefde gelukkig niks te zeggen want Macey bleef maar kletsen.
“Dat lijkt me heerlijk, weet je zo een kerstbal, 3jaar geleden was er ook eentje op Zweinstein, hè?” zei ze dromerig. “Euhm, ja” zei Harry om maar iets te zeggen. “Maar dat was omwille van het Toverschool Toernooi.”
“O ja, natuurlijk.” Zei Macey glunderend. “Ik vind het jammer dat ik toen pas op mijn tweede jaar zat, ik was graag ook gegaan.” Ze schuifelde met haar voeten en bond het stukje perkament aan de poot van een uil. Harry wist niet goed wat te zeggen en flapte er toen uit; “Wel, misschien heb je dit jaar meer gelukt.”
“O ja?” zei Macey glunderend. Harry dacht al dat hij wist wat ze dacht en probeerde zichzelf nog te redden. “Ik bedoel, de laatste jaars mogen ook een jongere partner meenemen, misschien neemt iemand je wel mee.” Harry wist niet of hij het nu erger of beter had gemaakt. Hij besloot ook maar vlug Hedwig te roepen en het stuk perkament aan haar poot te binden. “Breng hem naar Lupos.” Fluisterde hij tegen haar. Hedwig vloog weg en hij en een ongemakkelijke Macey bleven over. “Het is echt een prachtig dier, die uil van je.” Zei ze met een flauwe glimlach. “Dank je.” Zei Harry, al wist hij niet goed waarom. Hij en Macey liepen samen uit de uilenvleugel, toen ineens Macey op haar horloge keek. “Het is al 9 uur!” zei ze licht paniekerig. “Als Vilder me vind, trapt hij me van school! Ik ren door hè Harry, ik zie je nog wel!” en ze was weg. Haar lange rode haren wapperde achter haar aan terwijl ze aan een sneltempo door de gangen liep. Hij had nog nooit eerder een gesprek met Macey gevoerd, maar het was wel duidelijk dat ze graag met hem naar dat kerstbal wilde gaan. Harry had er eigenlijk nog niet over nagedacht met wie hij wilde gaan. Op zijn 4de jaar was zijn keuze makkelijk geweest, toen was Cho er. Maar Cho was ondertussen al van school en hij vond haar niet meer zo leuk als dat hij toen deed. Hij besefte wel dat hij er op tijd werk van moest maken, want 3jaar geleden had hij op de laatste nipper nog iemand moeten vinden. Alleen wist hij niet wie hij moest meenemen. Terwijl hij door het portretgat liep dacht hij dat hij misschien wel met Macey zou gaan, ze was wel best leuk en moest niemand anders mogelijk kandidaat zijn had hij tenminste iemand. Hij wilde zich in zijn favoriete zetel ploffen, maar zag dat daar al iemand inzat. Ron zat met zijn gezicht starend naar het vuur en op zijn schouder leunde het hoofd van Hermelien. Ze was blijkbaar tegen Ron is slaap gevallen. Harry moest onwillekeurig lachen en zag dat hij niet de enige was. Parvati Patil en Belinda Broom die ook nog opwaren giechelde en Simon Filister grinnikte op een manier van; Ik wist het wel dat het er ooit van ging komen. Ron zag ineens Harry staan en wenkte hem naar hem toe. “Ze is in slaap gevallen.” Fluisterde hij. “Nee?” zei Harry sarcastisch. “Ma jawel” zei Ron die Harry’s opmerking blijkbaar serieus opnam. “Kun jij misschien mijn notities nemen, Harry? Dan kan ik in tussentijd ook iets doen.” Zei hij. Harry pakte de notities en hoorde Hermelien licht ronken. “Hoe heb jij haar eigenlijk zover gekregen dat ze haar boeken zou neergooien?” vroeg hij verbaasd. “Nou,” zei Ron. “Ik zei gewoon dat eventjes rusten op de bank geen kwaad kon en voor ik het wist viel ze in slaap. Wat wil je? Ze slaapt nog maar nauwelijks, gisteravond is ze tot 4uur ‘s nachts blijven doorwerken” daar had hij een punt. “Ik ga gewoon wachten totdat ze vast slaapt en dan laat ik haar hier liggen.” Harry knikte. “Vind je het erg als ik al naar bed ga?” vroeg hij.
“Nee, natuurlijk niet. Antwoordde Ron. “Ik moet toch nog even verder werken aan mijn schema’s. “Ok” zei Harry die net naar boven wilde gaan toen Ron zei. “Waar bleef je eigenlijk zo lang?” Harry draaide zich om. “Macey was ook in de uilenvleugel.” Ron trok een wenkbrauw op. “Dat blonde meisje dat altijd bij Lara is?”
“Nee, dat is Sira.” Zei Harry. “Macey is die met dat rood haar en die grote blauwe ogen.”
“O ja” zei Ron toen en hij glimlachte op een manier waar Harry de betekenis maar achter te raden had. “Wat?” zei hij alleen onwillekeurig en kon ook een grijns moeilijk onderdrukken. Hij ging naar boven en durfde te zweren dat hij Ron nog hoorde mompelen; “Jaja, brief sturen.” Harry antwoordde er niet op en toen hij in zijn bed lag hoopte hij dat Lupos vlug zou terug sturen. Hij had er al even niet aan gedacht, maar iedere nacht als hij sliep zag hij Voldemort wel in zijn nachtmerries. Zo had hij een droom dat hij door klein Zaniken liep (bij de Duffelingen) en dat ineens een hoop politiewagens voorbij kwamen gereden. Terwijl hun zwaailichten op en neer draaide zag hij dat de koplampen van de wagens vuurrood waren. Hoe langer hij er naar keek, hoe meer duidelijk het werd dat het geen koplampen waren, maar de vuurrode spleetogen van Voldemort. Vol afgrijzen staarde Harry dat Voldemort zijn volledige lichaam aannam en zei; “Dus we ontmoeten elkaar weer, Potter.’ En op dat moment werd hij altijd wakker en vannacht was het niet anders. Toen hij wakker werd zag hij dat Ron nog niet in zijn bed lag. Hij keek op zijn horloge, het was al kwart voor 7. Hij besloot dat hij evengoed op kon staan nu en terwijl hij zich aankleedde veegde hij het koude zweet van zijn voorhoofd. Toen hij in de leerlingenkamer was zag hij dat hij niet leeg was. In zijn favoriete zetel lagen Ron en Hermelien op dezelfde manier dat hij ze gisteren had achtergelaten. Behalve dat Ron zijn notities had laten vallen, want de grond was bezaaid met papier en hij lag met open mond achterover terwijl hij lichtjes kwijlde. Ron moest ook in slaap zijn gevallen door het warme vuur dat gisteren de kamer verwarmde. De leerlingenkamer werd voller en ook lawaaieriger. Ron moest daarvan wakker zijn geworden want hij rekte zich langzaam uit, waardoor Hermelien ook wakker werd. Ze keken verschrokt op toen ze zagen dat ze bij elkaar lagen, maar Hermelien sprong al vlug op en begon te roepen waarom ze haar niet hadden wakker gemaakt. Het leidde tot een zoveelste discussie tussen Ron en Hermelien. Harry grinnikte. Sommige dingen kon je nu eenmaal niet veranderen




Profiel bekijkenStuur privébericht
*Lily*
1e jaars
1e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: België

*Lily* is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Jan 16, 2005 18:43 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 10: Post

De dagen gingen voorbij en hij had nog steeds geen brief van Lupos teruggekregen. De dagen werden ook kouder en als hij nu iedere keer naar het betoverende plafond keek zag hij dat er een laagje sneeuw telkens op lag. Het was intussen al december en hij had nog steeds geen date voor het kerstbal. Hij wist wel dat het deze keer niet zo was dat hij enorm voor gek zou staan als hij alleen kwam(3jaar geleden was een date verplicht!) maar het liefst zou hij iemand bij zich hebben. Lara, Sira, Nyla en Macey kwamen als gewoonlijk weer voorbij met hun dagelijks gegiechel. Hermelien verbergde haar ergernis aan het gegiechel niet en daarom keken ze nooit vriendelijk naar haar. Het kon Hermelien blijkbaar niks schelen. “Het is toch waar, gewoon omdat ze iedere keer de Harry Potter zien en de aanvoerder van het team. Dat is toch zo geweldig hè.” Voegde ze er sarcastisch aantoe terwijl ze met haar ogen rolde. “Wat? Zijn we dan niet meer goed genoeg voor je?” vroeg Ron gepikeerd. “Och, Ron, je weet dat ik dat zo niet bedoel, het is gewoon dat,…” maar ze zouden nooit weten wat het precies was, want op dat moment kwamen de uilen de grote zaal binnen. Tot Harry’s grote verbazing ook een sneeuwwitte uil, Hedwig. Hij lande voor hem en kraste licht. Harry nam de brief van haar poot en gaf haar een stukje toost. Terwijl Hedwig wegvloog lande er nog een bruine schooluil voor Harry. Ook deze brief was voor hem. Harry keek verbaasd, normaal gezien had hij nooit post en vandaag had hij 2 brieven. Ongerust vroeg hij zich af of Rita Pulpers niet weer een beschamend artikel over hem had geschreven. Hij deed de 1ste brief open en zag dat hij van Lupos kwam.

Beste Harry,
Sorry dat ik je nu pas terugschrijf, maar het is hier enorm druk geweest. Heel het ministerie ligt op zijn kop, omdat alle sporen naar Voldemort blijkbaar uitgewist zijn. Het kan raar klinken, maar hij en zijn dooddoeners lijken wel in rook te zijn opgegaan. Desondanks weten we zeker dat hij ergens een plan aan het uitknobbelen is om jou te pakken te krijgen Harry. Dus weer voorzichtig en behoedzaam! We weten zeker dat je veilig bent binnen de muren van Zweinstein, maar toch moet je het lot niet tarten! Jij weet wat je ooit te wachten staat Harry. Tegen die tijd moet je voorbereid zijn. Ik hou je op de hoogte als we meer nieuws hebben, maar stuur ook een uil als jij iets opmerkelijks meemaakt. De groeten aan Ron en Hermelien.
Remus Lupos.


Hij liet de brief ook aan Ron en Hermelien lezen toen hij klaar was en begon aan zijn tweede brief. Het was in een netjes handschrift geschreven dat hij niet kende. Op de envelop stond enkel zijn naam en daardoor wist Harry gelijk dat hij toch goed geadresseerd was. Hij opende de brief en nam er een roze, sterk ruikende brief uit. Hij zag Ron met een scheve wenkbrauw kijken terwijl Harry de roze brief las.

Liefste Harry,
Je vraagt je nu vast af waarom ik je deze brief schrijf. Wel, ik vroeg me af of je met me naar het Kerstbal wilt gaan. Ik kan zelf niet gaan omdat ik te jong ben, maar zelfs als ik mocht gaan dan wou ik graag samen met jou erna toe gaan. Ik vind je al een tijdje leuk en durfde je het niet persoonlijk te vragen. Om eerlijk te zijn wilde ik het je die dag in de uilenvleugel vragen, maar de moed ontbrak me. Ik hoop dat je met me wilt gaan, dan kun je me ook beter leren kennen. Als je een antwoord heb, wil je het me dan vertellen? Kom dan vanavond om 8uur naar de bibliotheek.
Veel liefst,
Macey


Harry zag Ron nieuwsgierig kijken, hij wilde vast weten van wie hij was. Voor de een of andere reden leek het hem beter die brief niet door hun te laten lezen. Hij duwde hem vlug in zijn schooltas en zag Macey verlegen uit haar ooghoeken naar hem kijken. De dag ging weer zoals elke dag op zweinstein snel voorbij(behalve als ze toverdranken kregen, dan leek het wel dubbel zolang te duren) en voor hij het wist was het laatste lesuur alweer voorbij. Ze hadden net les gehad van Kruml en Ron had alweer zijn kritiek op zijn manier van lesgeven. “Geef toe,” zei hij nijdig tegen Hermelien “als ik me moet verdedigen door een spreuk die hij zegt, ben ik al lang geroosterd!”
“Och Ron, wat zever je nou? Viktor(voor de een of andere reden noemde Hermelien hem nog steeds niet prof. Kruml) neemt gewoon de spreuken die uit het boek komen.”
“Ja, dat kan misschien zijn.” Zei Ron die zichzelf verdedigde. “Maar als ik als verweerspreuk Hobona Hendrischka of Cherbona Chendrischka zeg is een duidelijk verschil!” Harry moest wel lachen met Ron zijn bangelijk goede imitatie van Kruml. Maar hij gaf Ron wel geen 100% gelijk. Kruml had dan misschien niet zo een mooie uitspraak, maar hij gaf wel goed les. Iedere keer dat ze les van hem hadden gehad gingen de leerlingen opgewekt naar buiten. Ron wuifde dat weg. “Gewoon allemaal bewonderingvolle fans.” Was zijn uitleg. “Ron, je weet maar al te goed dat ik geen fan van hem ben, ik kende hem eerst nog niet eens!”
“Nee,” zei Ron toen weer subliem.”jij bent zijn vriendinnetje” Hermelien keek hem nijdig aan en wende haar blik toen van hem af. “Das niet waar Ron.” Mompelde ze nog zacht en de rest van de avond zeiden ze niets meer tegen elkaar. Harry die dat al beter vond dan ruzie maken keek op zijn horloge. Het was 7 uur, over 1uurtje zou hij naar de bibliotheek moeten gaan. Maar hij wist eigenlijk nog niet wat hij moest zeggen. Hij kende Macey nauwelijks en zou niet goed weten wat te zeggen. Aan de andere kant had hij geen flauw idee met wie hij anders moest gaan. Misschien viel Macey nog wel mee, dacht hij bij zijn eigen. Ze hield van lachen, was best sociaal en zag er niet onaardig uit vond hij. Hij, Ron en Hermelien zaten samen in de leerlingenkamer van Griffoendor hun huiswerk te maken. Eigenlijk was Hermelien er meer mee bezig, want Ron had na een tijdje zijn toverschaakbord genomen en ze zaten nu met zijn tweeën een potje toverschaak te spelen. Ron maakt Harry radicaal in, want hij was al een hoop van zijn schaakstukken kwijt. Net toen Ron een zet wou maken op het bord kwam Lara eraan. Ze was voor de eerste keer eens zonder haar vriendinnen er en ze klopte Ron zacht op zijn schouder. “Euhm, Ron, zou ik je eventjes kunnen spreken?” vroeg ze met een lichte glimlach. “Ja, doe maar” zei Ron die blijkbaar geen aanstalten maken om met haar mee te gaan. “Kun je morgen niet naar de training komen?” vroeg hij aan haar. “Jawel, jawel,” zei Lara vlug. “Ik, eu, wilde je gewoon vragen of je met me mee wilde gaan naar het Kerstbal?” Harry kon niet aan haar gezicht zien of ze opgelucht was dat ze het gezegd had, of dat ze door de grond kon zakken van schaamte. Harry zag Rons oren rood worden en aan zijn blik kon hij zien dat hij dat niet verwacht had. Het was een tijdje stil, maar die stilte werd verbroken door een dik boek dat keihard werd dichtgeslagen. Hermelien had duidelijk ook het hele gesprek gehoord en kon het blijkbaar niet verder aanhoren want ze ging met grote stappen richting slaapzaal. Ron keek verrast op toen hij Hermelien zag weggaan. Het leek Harry trouwens ook beter dat hij weg zou gaan, het was tenslotte toch al kwart voor 8 en dan zou hij het gesprek niet meer verder moeten aanhoren en kon Ron rustig praatte met Lara. Hij zei vlug tegen Ron dat hij even nog naar de bieb moest en ging er vlug vandoor, vooraleer hij verdere vragen kon stellen. Toen hij op weg was naar de bieb dacht hij dat Lara en Macey vast hadden afgesproken ondereen dat ze hun ieder apart vanavond gingen vragen. Harry had al langer een vermoeden dat Lara Ron wel zag zitten maar hij bewonderde toch haar moed om het midden in de leerlingenkamer het aan hem te vragen. Hij ging de bieb binnen, maar zag nog geen Macey staan. Om de tijd te doden(hij was inmiddels 5minuten te vroeg) ging hij maar wat naar boeken zitten te kijken en te bladeren en toen het 8uur al voorbij was begon hij zich toch zorgen te maken. Misschien hield Macey hem maar voor de gek om de een of andere reden. Zodat hij niet bij Ron zou zitten als Lara hem vroeg ofzo. Hij begon hartkloppingen te krijgen. Hij zou de grap van de dag zijn. Potter die hulpeloos bleef wachten op Macey die niet zou komen opdagen. Hij besloot vlug door te gaan zodat hij niet volledig idioot zou uitzien en net toen hij door de uitgang wilde gaan kwam Macey er aan gestormd. “Sorry dat ik wat later ben!”hijgde ze. “Maar ik was vergeten dat ik nog een taak moest afgeven aan Banning.”
“Dat is niks.” Zei Harry die ineens enorm opgelucht was. Macey glimlachte. Het was een tijdje stil en toen zei Macey slecht op haar gemak. “Dus je hebt mijn brief gekregen?” Ze kreeg vrijwel meteen een blos. Harry wist wat ze doormaakte. Hij had het ook ontzettend moeilijk gevonden om Cho mee te vragen naar het bal. Hij besloot haar maar gauw uit haar lijden te verlossen. “Ja.” Zei hij. “En ik wil heel graag dat jij met me meegaat.” Hij glimlachte. “Ja?” zei Macey enorm opgelucht. Ze gaf hem een knuffel(waardoor hij voelde dat hij een warm hoofd kreeg) en zei; “dank je, Harry!”
“Is niks.” Zei Harry met een rood hoofd. Na een tijdje zei Harry; “Ik ga maar eens door hè, ik heb nog werk te maken tegen morgen.”
“O ja, is goed.” Zei Macey met een smile van oor tot oor waardoor je haar parelwit en recht gebit kon zien. “Dan zie ik je nog wel!” Harry stak zijn arm op als teken dat hij haar gelijk gaf en liep terug naar de leerlingenkamer. Toen hij binnenkwam trefte hij een schreeuwende Hermelien en een verbaasde Ron aan.




Profiel bekijkenStuur privébericht
*Lily*
1e jaars
1e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: België

*Lily* is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Jan 17, 2005 17:16 Terug naar boven Sla dit bericht op

bedankt voor alle reacties die ik gekregen heb!! Smile
hier nog een stukje;


Hoofdstuk 11: Hagrid

“Wat is er aan de hand?” vroeg Harry die niet wist wat er nu weer was. “a, Harry,” zei Ron die enorm opgelucht klonk. “waar zat je?” Net toen Harry antwoord wilde geven snauwde ze weer Ron af. “Ja, verander nu maar vlug van onderwerp Ron! Ben je bang dat Harry mij gelijk gaat geven ofzo?”
“Waarin gelijk geven?” vroeg Harry verbaast.
“Wel, dat die Lara hem heeft gevraagd, daar was je toch bij.”
“ja,” zei Harry. Hermelien keek hem aan alsof dat zinnetje al genoeg zei, maar Harry werd er niet veel wijzer uit. “Sorry, maar ik kan niet volgen.” Zei hij waarheidsgetrouw.
“Dan zijn we met zijn tweeën, Harry.” Zei Ron teneergeslagen.
“Jij weet dat ik die Lara niet kan hebben!” zei Hermelien vijandig. Dat verbaasde Harry, want normaal probeerden Hermelien met iedereen te kunnen opschieten, hoewel ze altijd haar gedachten zei: “En nog ga je met haar naar het bal!”
“Hermelien, als je me nu liet uitpraten,..” zei Ron, maar Hermelien was blijkbaar niet van plan hem aan het woord te laten. “Jij laat mij ook nooit uitpraten als je over Viktor praat,” zei ze nijdig. “En dat terwijl je weet dat ik helemaal niks met hem heb, je bent gewoon…” dit keer werd Hermelien onderbroken.
“Hermelien, wil je met me naar het bal?” zei Ron.
Hermelien keek hem verbaasd aan terwijl ze kalmeerde. Harry liet een gesmoord geluidje. Die verbaasde blik van Hermelien en dat serieuze gezicht van Ron waren heel grappig om te zien. “M-m-m-met je naar het bal?” stotterde Hermelien.
“Ja,” zei Ron serieus” Ik weet nog heel goed dat ik te laat was in het 4de jaar om je mee te vragen en daarom wil ik dit keer heel graag met je gaan.” Hij glimlachte.
“Nee, Ron, zo bedoelde ik het helemaal niet, ik wilde je gewoon duidelijk maken dat ik die Lara niet…..” Ron onderbrak een blozende Hermelien.
“Of heb je al iemand?” zei hij licht dreigend.
“Neenee, dat niet.” Zei ze terwijl ze naar haar voeten keek.
“Nou, dan is dat toch mooi geregeld.” Zei Ron terwijl hij naar haar glimlachte.
“Maar, Ron,” vervolgde Hermelien” Wat heb je dan tegen Lara gezegd?”
“Nou, ik heb haar gewoon zo vriendelijk mogelijk gezegd (hij wist hoe het voelde om radicaal gedumpt te worden) dat ik al van plan was om een ander meisje mee te vragen. En toen wilde ik haar troosten, want ze had de tranen in de ogen en zei dat ik met haar zou gaan als dat ander meisje niet wilde en nou, dat nam ze niet zo goed op.” Zei hij schaapachtig.
“Ron, dat doe je toch niet!” zei Hermelien verschrikt. “Dat is heel beledigend hoor, nu denkt ze dat ze niet goed genoeg is.” Ron leek het niet te begrijpen. “Je was haar net nog aan het uitschelden!” zei hij stomverbaasd.
“ach, laat ook maar.” Zei Hermelien glimlachend. “Je zult toch nooit veranderen.” Ron vond dat blijkbaar iets waar je trots op kon zijn. “Nou, het enige probleem dat er kan zijn is dat ze misschien de eerste dagen niet naar de zwerkbaltrainingen wilt komen.” Zei Harry toen ineens. “A, maak je daar maar niet druk over.” Zei Ron bedrukt over het feit dat dat wel eens waar zou kunnen zijn. “We hebben toch een goede reservezoeker” zei hij opgelucht. “Dat is wel waar.” Zei Harry en het werd even stil.
“Heb jij al iemand om te gaan, Harry?” zei Hermelien toen.
“Euhm, ja” zei Harry. Ron keek gretig op, “Aja?” vroeg hij. “Wie dan?”
“Macey.” Zei Harry die zijn grijns probeerde te verbergen. Ron dacht precies even na wie dat was en zei toen; “A, het uilenvleugelvriendinnetje…”en hij grijnsde ook. “Goede keuze, Harry.” “Jij ook.” Zei hij en hij keek naar een uiterst voldane Hermelien. Ze konden er alledrie om lachen.
De volgende dag besloten Ron, Harry en Hermelien nog eens een bezoekje te brengen aan Hagrid. Er werd vandaag toch geen zwerkbal gespeeld en het was lang geleden dat ze hun grote vriend nog eens gezien hadden. “Ha, julli wette me toch nog wonen!” zei Hagrid blij terwijl hij hun binnenliet. Hij nam al meteen de theepot om hun wat te drinken in te schudden. “Sorry Hagrid, maar we hebben het echt druk met school enzo.” Zei Hermelien waarheidsgetrouw. “En de jongens spelen er nog zwerkbal bij.”
“Ja, dat heb ik gehoord!” zei Hagrid joviaal. “Onze Ron is aanvoerder geworden!” Ron glunderde. “Proficiat Ron! Nu winnen we zeker die beker!” Hagrid ging al vlug verder naar een ander onderwerp. “Dus jullie zitten in jullie puistenjaar, hè?” zei hij. Ze knikte alledrie hevig. “Dan zitten jullie nu al in jullie laatste jaar. Jeetje, de tijd vliegt toch! Ik weet nog toen ik die kleine Harry Potter moest gaan weg halen bij de Duffelingen. Wat was je toch blij dat je daar weg kende, hè Harry!” Hagrid dacht dromend aan die tijd terug en voor de een of andere reden pakte Harry het om terug te denken aan die tijd. Hij had al zoveel meegemaakt op zweinstein. En nu zou hij binnenkort beginnen aan zijn voorlaatste trimester aan zijn school. Hagrid bleef vrijwel de rest van de tijd herinneringen ophalen van al hun gebeurtenissen en ze hingen alledrie aan zijn lippen en pikte soms een voor een in om er nog iets meer over te vertellen. Net toen ze wilde opstaan om terug naar het kasteel te gaan, hield Hagrid hen nog even tegen. “Jullie komen volgende week toch ook naar het Kerstbal hè?” vroeg hij aan hen. “Tuurlijk!” zei Hermelien blij. “Waarom Hagrid?” Hagrid gniffelde. Hij wist blijkbaar meer.
“Gewoon” zei hij met een grijns. Meteen pikte ze daar al op in. “Komaan Hagrid, vertel wat je weet!” zei Harry nieuwsgierig. “Neenee, dat ken ik gewoon niet zeggen!” zei hij uiterst voldaan. “Maar ik kan jullie zeggen dat het de moeite is. “Jullie nemen toch ook iemand mee hè?” vroeg hij nog alsof het toevallig bij hem opkwam. Ze schuifelde alledrie met hun voeten en mompelde een ja. Nu was het Hagrids beurt om nieuwsgierig te doen. “A, met wie dan?” vroeg hij aan een blozende Hermelien. Harry en Ron zagen vrijwel meteen dat Hermelien niet echt zelf wilde antwoordde en daarom zei Ron; “Ik heb Hermelien meegevraagd en Harry gaat met Macey, een meisje uit het 5de jaar.”
“Azo.” Zei Hagrid vriendelijk en plagerig tegelijk terwijl hij naar Ron en Hermelien keek. Hij wende zich toen naar Harry en zei; “Die Macey is dat dat meisje wat altijd zo aan het lachen is met nog een hoop andere meiden?”
“Euhm, ik den het.” Zei Harry die dacht dat dat er wel meerdere waren en zei toen om geen verwarring te scheppen. “Het is dat meisje met dat dik rood haar.”
“Ja, die heb ik al vaker gezien, ik geef ook les aan haar.” Zei hij. “Ze liet meer al eerder denken aan iemand anders die ik goed heb gekend.”
“Wie dan?” vroeg Harry verbaast.
“Wel, ik vond dat ze wel iets weg had van je moeder. Zowel uiterlijk als haar manier van doen.” Hij lachte vriendelijk. “Ik dacht meteen, dat is een meisje voor Harry!” Als Harry er over nadacht leek Macey wel een beetje qua uiterlijk op de foto’s van zijn moeder. Alleen had hij zijn moeder nooit gekend, dus zou hij ook niet weten hoe zij zich gedroeg in haar jeugd, dus besloot hij Hagrid maar te geloven. Ze keerde terug naar het kasteel waar ze met de versiering al bezig waren. “A, ik moet gaan helpen met versieren!” zei Hermelien die naar de kerstboom liep. Harry en Ron gingen nog wat huiswerk maken, denkend dat ze er dit jaar veel beter voor zaten en dat ze de tijd van hun leven gingen beleven op het Kerstbal.




Profiel bekijkenStuur privébericht
*Lily*
1e jaars
1e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: België

*Lily* is offline. 
BerichtGeplaatst: Di Jan 18, 2005 17:41 Terug naar boven Sla dit bericht op

bedankt weer voor de reacties!! Smile
hier is het volgende stuk;



Hoofdstuk 12: naar het Kerstbal

De week leek voorbij te vliegen. Voor ze het wisten was vrijdag het laatste uur bezig en zaten ze lder voor toverdranken. Iedereen was opgelucht dat het bijna vakantie was(alle 7de jaar bleven op school voor het kerstbal) maar baalde tegelijkertijd ook dat ze nog een blokuur Sneep hadden die nog ellendiger deed dan gewoonlijk. Hij had vast besloot hen nog eens lekker te laten lijden voordat ze aan hun vakantie begonnen. Die arme Marcel kreeg weer naar zijn voeten omdat hij niet genoeg rattentranen had toegevoegd aan zijn verdwijningsdrankje. Sneep had zijn wekelijkse dreigementen weer voor hem klaar. Dat Marcel het nooit zou halen, hij zou moeten dubbelen, dat hij nog nooit zo een sukkel had meegemaakt in zijn les(buiten Potter gerekend zei hij er nog smalend bij) en hij gooide zijn ketel omver. Marcel mocht de troep opruimen en heel Griffoendor haatte Sneep nog meer dan ooit. Toen het blokuur om was, was iedereen opgelucht dat ze 3weken niet naar Sneeps stomme kop moesten kijken. Het was heel rumoerig toen ze naar de Grote zaal gingen. Iedereen was benieuwd wat er morgen ging gebeuren op het Kerstbal(de meeste leerkrachten hadden hun al meegedeeld dat het iets speciaals ging worden, maar meer zeiden ze er niet over) Ze gingen naast Ginny zitten die er zat met Damian. “Hoi” zei ze toen Hermelien, Ron en Harry bij haar gingen zitten. “En, klaar voor het Kerstbal morgen?” vroeg ze gretig. “Ja, best.” Zei Ron terwijl hij met een frons naar haar keek. “Maar moet jij nu niet onderweg zijn naar huis? Ging je niet met ma en pa op de Grimboudplein kerst vieren?” vroeg hij aan haar. “Nee, natuurlijk niet Ron.” Zei ze verveeld. “Ik wil het Kerstbal niet missen.” Ron viel bijna van zijn stoel door het horen van dit nieuws. Hermelien zei nog geërgerd “hè, Ron, stel je niet zo aan!” Hij zette zich weer aan tafel en keek zijn zusje aan. “Je kunt helemaal niet gaan, je bent geen laatstejaars!”
“Dat hoef je ook niet helemaal niet te zijn om te gaan, ik ga met Daan en dan mag ik sowieso mee binnen.” Zei ze trots. Het was moeilijk aan Rons blik te zien of hij het vervelend vond dat zijn zusje er met Daan ging zijn, of dat ze de kans had hem en Hermelien daar samen te zient toen hij zijn mond opendeed om nog een hatelijke opmerking te maken zei Harry maar vlug; “En Damian, blijf je ook op Zweinstein met de kerstdagen?” Damian die de hele tijd stilletjes had zitten toekijken schraapte zijn keel. “Ja, ik ga ook naar het Kerstbal.”
“A, met wie dan?” vroeg Hermelien nieuwsgierig. “Met Belinda Broom antwoordde hij haar. Ze bleven nog een tijdje kletsen over het Kerstbal en discussies aan het houden over wat die verrassing zou kunnen zijn. Er waren enorm veel geruchten; zo dacht de klas van Ginny dat er meerminnen een concert zouden geven in een kuip water omdat ze een geweldig mooie stem hadden onder water, dan gingen er weer verhalen dat ze met behulp van vliegende tapijten door de sterrenhemel mochten zoeven op het terrein van Zweinstein. Harry vond het wel allemaal wel leuk klinken maar wist vrijwel meteen dat hij zich nooit zo goed op zijn gemak zou voelen op een vliegend tapijt als op zijn vuurflits. Hij dacht er zenuwachtig aan of Macey graag zou hebben dat hij met haar danste op meerminnenmuziek, maar besefte dat er evengoed geen meerminnen of tapijten aanwezig konden zijn. Ze slenterde richting bibliotheek omdat ze daar tenminste hun huiswerk konden maken volgens Hermelien. “Nu doet niemand toch niks omdat ze het te druk hebben met over het kerstbal te praten.” Zei ze tegen Ron en Harry. “Wat wij eigenlijk ook zouden moeten doen.” Mompelde hij zachtjes tegen Harry. “Wat was dat Ron?” vroeg Hermelien streng. “Niks niks.” Zei Ron angstig voordat hij een uitbarsting van Hermelien zou krijgen en een preek hoe belangrijk hun puisten waren. “Eens kijken wat we te doen hebben voor na de vakantie.” Zei ze terwijl ze haar agenda opensloeg. Ze liet haar vingers langs de vakken gaan en zei toen verbaasd. “We hebben alleen maar een opdracht voor Sneep!” alsof dat iets misdadigens was. “Meen je dat nu?” zei Harry gretig en hij keek in zijn eigen agenda. Hij zag dat ze gelijk had en hij en Ron maakte een vreugdekreetje. “Alleen maar een opstel maken over een verdwijningsdrankje en we zijn van ons werk af voor de volgende twee weken!” zei hij blij. “Dan kunnen we ons meer op ons zwerkbalspel concentreren!” zei hij nog gelukkiger. Harry dacht aan de eventuele overwinning die ze van Huffelpuf zouden kunnen winnen, maar zijn gedachten werden verstoord door een Hermelien die ten einde raad was. Dit keer niet door het teveel aan werk, maar door het tekort aan werk. “Hermelien.” Zei Ron die haar gezaag niet meer aankon. “Ze zullen ons ook eens ontspanning gunnen.” “Maar onze puisten dan?” ging ze verder. “Hermelien, mijn part maak je de rest van je cursussen af, maar ik maak die taak en dan gun ik de hele vakantie mijn boekentas geen blik meer.” Harry lachte met die opmerking en hij durfde te zweren dat er bij Hermelien ook een klein glimlachje te voorschijn kwam, maar dat gaf ze natuurlijk niet toe. Hun taak ging vlot, wellicht door de hulp van Hermelien en Harry wilde net nog een boek halen over welk effect de combinatie van eenhoornbloed en hippogrievenveren zouden geven toen hij Macey tegenkwam. Ze was blijkbaar blij om Harry te zien. “Hey” zei ze verlegen tegen hem. “Ik was je aan het zoeken.”
“A ja?” vroeg Harry verbaast. “Ik ben hier al de hele avond mijn huiswerk aan het maken met Ron en Hermelien.” Legde hij haar uit, al wist hij niet goed waarom. “Aha” zei ze alleen maar en tot zijn opluchting lachte zij naar hem. “Ik wilde je eigenlijk vragen waar we morgen afspreken.” Harry dacht na; “Waar wordt het kerstbal eigenlijk gehouden?” vroeg hij aan haar. “Euhm, ik geloof dat we in de grote zaal moesten samenkomen.” Zei ze. “Maar nu je het zegt, niemand heeft eigenlijk gezegd waar het feest zich gaat bevinden.” Ze keek niet begrijpend naar Harry en zei toen. “O, het gaat zo geweldig worden volgens mij! Iedereen praat erover en het gaat iets heel speciaals worden volgens de leerkrachten.” Ze glunderde.
“Ja” zei Harry alleen maar, al vond hij het wel fijn haar zo gelukkig te zien. “Weet je wat dan?” zei hij, “Dan spreken we gewoon om kwart voor 8 af onder de trap. Ok?” vroeg hij haar. “Ok, is goed.” Zei ze en alweer kon ze geen glimlach onderdrukken. “Dan ga ik maar eens.” Zei ze terwijl ze haar tas over haar schouder hefte. “Ik had aan Lara beloofd om niet te lang te blijven.” “Is ze dan nog op school?” vroeg Harry haar verbaast. “Ja” zei Macey. “ze gaat nu met een jongen van Ravenklauw mee.” “aha” zei Harry en hij wist niet of Ron het zo leuk zou vinden als hij Lara zou tegenkomen op het bal en Hermelien al heel niet. “Dan ga ik ook terug.” Zei Harry terwijl hij een boek uit de rek nam. Ik heb nog even werk.”
“Ok” zei Macey en ze gaf hem een onverwachte kus op zijn wang en ging toen de bibliotheek uit. Harry voelde zich door dat kleine gebaar toch opmerkelijk zweverig en ging terug naar Ron en Hermelien die driftig aan het doorwerken waren. Ze stelde geen vervelende vragen hoewel hij een boek mee had genomen over de kobolden oorlog in de 15de eeuw in plaats van het boek over de verdwijningsdrank. Ze werkten verder tot 10 uur en deden verder in de griffoendor kamer. Uiteindelijk waren ze om 12 uur ’s nachts klaar en keken blij uit naar een huiswerkloze vakantie.
Het was al gauw zaterdagochtend en Harry had naar zijn gevoel nog nooit zo heerlijk geslapen. Geen nachtmerries over Voldemort en vooral geen wekker die hem ’s morgens wakker maakte. Het was al bijna middag, maar toch bleef Harry even luieren in zijn bed. Hij besloot zich toch maar aan te doen en zag dat Ron ook al uit zijn bed was. Toen hij in de leerlingenkamer kwam en Ron aantrof bleek die niet zo goed te hebben geslapen. “Ik kon niet in slaap vallen en vanmorgen werd ik heel vroeg wakker.” Zei hij klagend tegen een fitte Harry. Even later kwam Hermelien ook uit haar slaapzaal met Belinda en Parvati op haar hielen. Ze waren nogal giechelig vond Harry en ze waren aan het afspreken wat ze die avond zouden dragen en hoe ze hun haren zouden doen. Hermelien vond blijkbaar dat ze nogal overdreven want ze draaide nijdig met haar ogen. Het was misschien het feit dat de haren van Hermelien nogal onhandelbaar waren, want ze leek niet echt geïnteresseerd in de tips die Parvati haar gaf. Parvati groette Harry en Ron en gingen het portretgat uit. “Harry, om hoe aat heb jij eigenlijk afgesproken met Macey vanavond?” vroeg Hermelien helder. “Om kwart voor 8.” Antwoordde Harry haar. “Nou, dat is mooi, dan kunnen we samen naar de Grote zaal gaan.” Zei ze en plofte zich naast hem en Ron neer in hun favoriete zetel aan de haard. Het leek Harry wel een goed idee. Ze bleven nog een tijdje zitten praten aan het haardvuur en besloten maar een hapje te gaan eten. Ze wilden net zoals ze ieder jaar deden op kerst een sneeuwballen gevecht houden in de namiddag, maar voor de een of andere reden( het had vast iets te maken met het kerstbal) mochten ze in de namiddag niet meer naar buiten. Ron probeerde nog nieuwsgierig uit het raam te kijken en hoewel professor Banning nog zei; “Dat zou ik niet doen meneer Wemel!” keek Ron toch uit het raam. Hij werd keihard tegen het raam gezogen waardoor zijn neus zo plat als een koek werd. Harry en Hermelien moesten er erg om lachen en Ron moest ook grinniken hoewel hij pijnlijk over zijn neus wreef. Gelukkig waren alle vallen van de ramen niet zo erg. In de kamer van Griffoendor keek je gewoon de duisternis in als je naar buiten keek. Een ding was duidelijk; ze mochten niet weten wat er buiten gaande was. Harry kon moeilijk zijn nieuwsgierigheid bedwingen, maar trooste zich ermee dat hij het over een paar uurtjes wel zou weten. Om 4 uur in de namiddag ging Hermelien zich al klaar maken voor het bal en Harry en Ron die niet zoveel tijd nodig hadden als haar, besloten maar het nieuwe spel dat Ron voor zijn kerst van zijn broers gekregen had uit te proberen. Het spel heette: test je geheugen en Harry die gedacht zou hebben dat het een saai soort van kwisje onder hun twee zou zijn, had het mis. Harry kreeg bijvoorbeeld een kaart te zien door Ron. Hij moest de 11 voorwerpen die erop stonden allemaal onthouden; een doxy, een veer, een cactus, een toverdrankje, een feniks, een chocokikker, een donderwolkje, een kobold, een dobbelsteen, een boek en een haarspeld. Harry die het donderwolkje was vergeten werd nat geregend en voelde zelfs een klein elektrisch schokje die de bliksemschicht moest voorstellen. Ron had het erger; hij vergat een aap op te noemen als eventueel dier die je een toverstok kon geven zonder dat er gevaarlijke dingen mee zouden gebeuren en daardoor zat hij het laatste halfuur onbewust bananen te eten. Ze konden er goed om lachen en om 7uur besloten ze toch maar eens om zich klaar te maken. Harry waste zich en probeerde tevergeefs zijn haren plat te krijgen. Hij deed zijn nieuw galagewaad aan(zijn oude was hem ettelijke centimeters te klein geworden) en vond zichzelf dat hij er netjes uitzag. Toen hij uit de badkamer kwam zag hij Ron glunderend uit een andere badkamer komen. Hij zag er niet slecht uit in tegenstelling tot 3jaar geleden, toen hij een afgrijselijk gewaad met kant had moeten aandoen. Dit keer had hij een glanzend zwart gewaad met een rode boord. “Ben je klaar?” vroeg hij aan Ron. Ze vertrokken samen naar de Grote zaal en ze wachten allebei onderaan de trap waar ze hadden afgesproken met Macey en Hermelien. Het was erg rumoerig voor de grote zaal waar de deuren nog niet open waren en er was nog nergens een leerkracht te bekennen. Behalve Vilder dan, die een oogje in het zeil hield. Harry en Ron maakten nog een praatje met Simon die er samen stond met Parvati. “Ik kan het bijna niet meer houden van die nieuwsgierigheid!” krijste Parvati. “Ja, het wordt vast iets fantastisch.” Stemde Simon in. Ze waren 5minuutjes aan het praten toen ineens Ron verbaasd naar boven keek. Harry draaide zich ook om en zag waar Ron naar keek. Hermelien was vanboven aan de trap gaan staan en kwam langzaam naar beneden. Het was heel moeilijk haar te herkennen, maar Harry zag aan haar glimlach dat zij het was. Ze had een satijnen gewaad aan, lichtblauw van kleur en het glinsterde lichtjes door het licht wat op haar gewaad scheen. Het was geen klassiek gewaad, zoals de meeste meisjes hadden, het leek meer op een avondjurk. Haar mouwen waren ook korter, juist tot over haar schouder. Ze camoufleerde dat door lange witte handschoenen. Zodat ze geen kou zou vatten, had ze ook nog een satijnen sjaaltje in de zelfde kleur als haar jurk over haar schouders hangen. Ze had haar haren zoals ze het niet gewoon waren van haar. Ze waren blijkbaar door een of andere spreuk heel stijl geworden, waardoor ze tot haar middel kwamen. Hermeliens hoofd leek er 10 keer kleiner door. Harry kon zien uit zijn ooghoeken dat Ron met open mond verbaasd keek. Hij glimlachte wel echter toen ze bij hun kwam staan. “Macey komt zo.” Zei ze tegen Harry. “ze vond haar oorbellen niet.” Je kon zien dat meer mensen verbaasd waren door Hermeliens verschijning. Parvati bleef haar maar vragen hoe ze haar ogen zo glinsterend kreeg en waar ze die ketting vandaan had. Trots deelde Hermelien mee dat ze die voor Kerst van Ron had gekregen. Ron keek geschrokken op toen hij zijn naam hoorde en daardoor moest iedereen weer lachen. “Ik heb ze gevonden!” hoorde Harry ineens een stem achter zich zeggen waardoor hij een klein sprongetje maakte. Hij draaide zich om en zag Macey staan. “Mijn oorbellen.” Zei ze glunderend. “Ze lagen nog in mijn hutkoffer.” En Harry zag dat ze inderdaad oorbellen in had. Maar dat was niet het enige wat haar leuk stond. Macey had net het omgekeerde gedaan van Hermelien. Ze had krullend haar, niet te overdreven, en ze had een heel mooi gewaad aan. Het was roze en ging lichtjes over naar donkerdere tintjes roze. Haar ogen waren in dezelfde lichtroze tint geschminkt zag hij. “Je, je ziet er heel leuk uit”zei hij gemeend.
“Dank je, jij ook.” Zei ze maar niet zo verlegen als de laatste keer dat ze elkaar gesproken hadden. Ron had uiteindelijk zijn stem weer teruggevonden, want ze waren daarna weer druk aan het overleggen hoe lang het zou duren eer er iets gebeurde. Net op dat moment ging de deur naar buiten open.




Profiel bekijkenStuur privébericht
*Lily*
1e jaars
1e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: België

*Lily* is offline. 
BerichtGeplaatst: Di Jan 18, 2005 19:28 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 13: een rare gebeurtenis.

Iedereen hield zijn adem in om te zien wat zou gaan gebeuren. Hij zag nog niet veel, maar gauw ging al iedereen naar buiten. Hij Ron, Hermelien en Macey bleven bij elkaar en toen ze buiten kwamen zagen ze vrijwel meteen dat de buitenplaats van Zweinstein er anders uitzag dan normaal. Hij hoorde Hermelien en Macey een harde “OOOO” uitbrengen met zowat de rest van Zweinstein. Harry had zelf ook wel een wauw-gevoel want het zag er echt prachtig uit. Het was pikdonker buiten, maar dat merkte je niet, omdat heel de binnenplaats van Zweinstein verlicht werd door een paarse gloed. Harry vroeg zich af welke spreuk ze zouden gebruikt hebben om het zo mooi er te laten uitzien, maar hij zag al gauw waar die paarse gloed vandaan kwam. Er vlogen wel duizend elfjes boven hun hoofden. Je kon ze bijna niet zien, maar ze gaven wel een klein paars lichtje. Harry realiseerde zich pas dat het elfjes waren toen er een recht voor zijn bril bleef zweven met haar kleine vleugeltjes. “Kijk!” zei Hermelien opgewonden terwijl het elfje zichzelf bewonderde in de brilglazen van Harry. “Ze ziet haar reflectie in Harry’s bril. Elfjes zijn ontzettend ijdel, weet je.” Aan Rons gezicht te zien hoorde hij dat pas voor de eerste keer. “Dat is vast het werk van Hagrid.” Zei Harry terwijl hij een uiterst voldane Hagrid bij Anderling en Banning zag staan. Dat was niet het enige wat er prachtig was aan de binnenplaats. Het gras glansde enorm en het grote meer zag er erg uitnodigend uit, al leek het meer op een diamant tapijt door de sterren die erop schenen. Er waren gezellige tafeltjes neergezet, waar je met 4mensen aan kon zitten en een heel grote ruimte werd vrijgehouden voor te kunnen dansen. Harry, Ron, Hermelien en Macey snelde zich vlug naar een tafeltje en vroegen beleefd aan hun bekertje of ze een pompoenensapje mochten hebben. Je zag de mensen opgelaten en nieuwsgierig opkijken. Toen ging Perkamentus op het podium staan. “Ik heb niet veel te zeggen, dit is jullie feest vanavond!” zei Perkamentus glimlachend. “Het feest duurt tot maximum 4 uur ’s nachts voor deze ene keer!” en iedereen brulde enthousiast. Het was enorm uitzonderlijk dat een feest op Zweinstein zolang mocht duren. “Dan laat ik nu de muziek over aan the Swinging Sisters!” zei hij luid en duidelijk en meteen begon iedereen te klappen en zich naar de dansvloer te begeven. “Nou, ik ga hier niet de hele avond blijven zitten om me te vervelen.” Zei Hermelien toen Ron geen beweging maakte om naar de dansvloer te gaan. “O,” zei hij toen en stond vlug op, waardoor hij struikelde over zijn galagewaad. “Zullen we dan?” zei hij terwijl hij moeizaam overeind kwam. Hij nam Hermelien bij de arm en Harry zag hen uit het dak gaan bij wel een erg leuk nummer. “Wel, heb je ook zin om te dansen?” vroeg hij aan Macey en ze glimlachte. “Ik dacht dat je het nooit ging vragen.” Zei ze en kwam sierlijk van haar stoel af. Ze gingen tezamen naar de dansvloer die wel kilometers ver leek te liggen. Harry begon zich al zenuwachtig te maken; hij was niet de beste danser en hij hoopte maar dat Macey zich niet belachelijk zou voelen bij hem. Ze zagen meteen Ron en Hermelien swingend dansen en blijkbaar hadden ook zij de tijd van hun leven en leek Hermelien haar PUISTEN helemaal vergeten te zijn. Hij en Macey gingen ook de dansvloer op, maar toen stopte de Swinging Sisters met dat vlotte liedje te spelen en begon er een slow. Harry kon wel door de grond zakken, want een slow was zo mogelijk erger. Dan was hij wel verplicht dicht tegen Macey te dansen en dat verhoogde het risico om op haar tenen te trappen. Macey zag blijkbaar dat hij aarzelde want ze zette zich dichter tegen hem aan en legde zijn handen rond haar middel. Zelf legde zij haar armen rond zijn nek. Harry vond van zijn eigen dat het nog vlot ging, want hij had haar nog niet een keer naar lucht haren happen door zijn voeten die op haar tenen zouden beland zijn. Hij hoorde haar fluisteren in zijn oor; “Ik vind het heel fijn dat je me hebt meegenomen, Harry. Ik vind het echt enorm leuk.” Ze keek hem in de ogen en Harry zag dat ze haar grote blauwe ogen opensperde en toen verward de andere kant opkeek. “Is er iets?” vroeg Harry haar. “Neenee” zei ze maar ze keek hem even niet in de ogen. De slow was al vlug over en hij en Macey danste nog een paar nummers en toen gingen ze iets drinken. Ze gingen aan hetzelfde tafeltje zitten waar Ron en Hermelien zaten en Ron vroeg aan de bekers om 4 boterbiertjes. Ze dronken die met smaak op en ze waren van plan om terug te gaan naar de dansvloer toen ze Ginny ineens tegenkwamen. “Hey Ginny!” zei Hermelien goedgezind. “Waar is Daan?”
“O, die komt zo.” Zei ze. Hij is even naar het toilet. “Amuseren jullie zich een beetje?” vroeg ze. “Natuurlijk!!!” zeiden ze allevier in koor. Ginny lachte; “Ja, wie zou zich niet amuseren, het is hier prachtig en zo romantisch.”
“Romantisch?” zei Ron toen verbluft. “Hoezo romantisch?Ginny, wat denkt die Tomas dat die aan het doen is?” Ginny keek zowel boos als verbaasd. “Gewoon, Ron, met die elfjes en al, maar goed ik zeg al niks meer, met jou valt toch niet te praten.” Ze draaide met haar ogen en op dat moment kwam Daan er terug aan. “Hey, gaan jullie ook weer terug naar de dansvloer?” vroeg hij terwijl hij naast Ginny ging staan. “Ja” zeiden ze. “O, laat ons dan samen gaan!” zei Ginny. “En dan wisselen we eens van danspartner, voor wat afwisseling te hebben!” Niet iedereen leek dat een goed idee te vinden, maar uiteindelijk stemde ze in omdat ze Ginny niet wilde teleurstellen. Ze danste een hele tijd. Eerst ging Harry met Hermelien en Ron tegen zijn zin met zijn zusje (met 3 meter afstand tussen hun in) en Macey danste een beetje onwennig met Daan, die ze tenslotte niet echt kende. Hermelien praatte geanimeerd met Harry. Ze zei dat ze het enorm leuk vond en dat ze nooit gedacht had dat ze dit nog zouden meemaken op Zweinstein. Na de afloop van het liedje ging hij met Ginny dansen en ze was er maar wat onwennig bij vond Harry. “Scheelt er iets?” vroeg hij bezorgd aan haar. “Wij kennen elkaar toch al!” terwijl hij een blik gaf op Ron die met Macey danste, of beter gezegd wat door zijn knieën zakte terwijl hij verdwaasd rondom zich keek. “ja” zei Ginny met een flauwe glimlach. “Het is gewoon raar.” Zei ze. “Ik heb vroeger vaak erover gedagdroomd dat ik met jou zou dansen op een bal.” Zei ze en ze keek hem beschaamd in de ogen. “O, dat” zei Harry die eigenlijk niet goed wist wat zeggen. “Maar dat was toch vroeger,” zei hij na een stilte tussen hem. “nu ben je toch met Daan, en daarbij,” zei hij met een glimlach, “nu dans je toch met mij hè!” en hij knipoogde naar haar. Ginny lachte. “Dat is waar.” Zei ze. “Maar ik wou gewoon dat je het wist, dat ik je vroeger, euhm, heel leuk vond.” En er kwam een blos op haar wangen. “Niet dat ik je nu niet meer leuk vind hè, gewoon,..” ze kwam blijkbaar niet uit haar woorden. “Ik begrijp het.” Zei Harry tegen haar en ze glimlachte. “Macey heeft geluk dat ze met jou samen hier is.” zei ze met een blik naar haar.
Uiteindelijk was de cirkel rond en had Harry Macey weer als danspartner, iets waar zij duidelijk enorm blij over was. Het was intussen al 12 uur voorbij en ze besloten de dansvloer te laten voor wat hij was en ze gingen een eindje rond het kasteel wandelen. Ondanks het buiten koud was, voelde Harry zich opmerkelijk warm vanbinnen. Macey was dicht tegen hem gaan lopen, omdat ze het koud had en hij had een arm rond haar geslagen. Ze zagen hteamantuitziende meer en ze zette zich even op het koude gras. Hij zag Macey naar de sterrenhemel kijken. “Het is toch zo prachtig zei ze ademloos.” “Ja,” antwoordde Harry die een elfje wegsloeg: “Ik heb het enorm naar mijn zin. Jij ook?” “Absoluut” zei ze op een bijna fluistertoon. Harry zag een ster vallen. Dat was de eerste keer in zijn leven dat hij dat zag. Macey had het blijkbaar ook gezien. “Nu mogen we een wens doen!” zei ze blij. Harry keek naar haar, hij leek nu pas tebeseffen hoe leuk hij Macey wel vond. Hij kreeg een opmerkelijk gevoel in zijn maag en hij wist dat dat maar 1 ding kon betekenen. “Heb je je wens al gedaan?” vroeg Macey blij aan hem. “Ja” zei Harry die zich dichter naar haar boog. Voor het eerst zou een wens van hem uitkomen dacht hij terwijl hij Macey ook langzaam dichterbij zag komen…….
Ze besloten weer terug te gaan wandelen en Harry nam haar hand vast om haar weer van het gras op te heffen. Macey bleef zijn hand vasthouden terwijl ze weer langs het meer zich verplaatste. Ze hoorde in de verte nog de muziek en Harry wilde net aan haar voorstellen om iets te gaan drinken toen hij plots een geluid hoorde. Hij keek naar Macey. “Hoorde jij dat ook?” en net op dat moment hoorde hij het weer en realiseerde hij zich ook wat het was. “Het lijkt wel een paard.” Antwoordde Macey hem al en ze gingen vlug kijken waar het geluid vandaan kwam. Ze kwamen uit bij het verboden bos, vlak achter Hagrids hutje die niet thuis was omdat hij ook aan het feesten was. “Gaan we het bos in?” vroeg Macey licht angstig. “Het is er niet zo erg als je denkt hoor, vertrouw me maar.” Blijkbaar deed Macey dat ook want ze volgde hem het bos in. Harry wist niet waarom, maar hij wilde graag het dier zien dat het geluid maakte. Het klonk als een paard, maar op Zweinstein zou dat gewoon te normaal zijn. Het kon natuurlijk ook een Terzieler zijn, maar dan was Harry toch benieuwd of Macey de dieren kon zien. Hij hoorde het dier opnieuw en al gauw keek hij de richting uit waar het vandaan kwam en toen zag hij het. Een enorm mooi wit paard met enorme vleugels. “OOOO” hoorde hij Macey achter zich zuchten. “Harry, dat is een vliegend paard die zijn ontzettend zeldzaam!” Harry bekeek het dier. Hij vond dat het een kruising was tussen een eenhoorn en een terzieler. Hij probeerde dichterbij het dier te komen. Tot zijn verbazing liet het dier dat toe en Harry aaide over zijn zachte rug. Het vliegende paard knielde door zijn voorste poten en Harry schrok door die onverwachte beweging. Hij zette een stapje achteruit en toen zei Macey; “Hij wil dat je op hem rijd, Harry.” Harry keek haar aan. “Waar wacht je dan op, kom mee!” Macey keek stralend naar hem. Harry gaf haar een zetje en ze klom op het vliegende paard die torenhoog leek. Hij kroop er even later ook op en zette zich achter Macey. “Weet je hoe je zo een dier moet besturen?” vroeg ze aan hem. “Wel,” zei Harry, “Ik heb al eens op een Hippogrief gevlogen en op een Terzieler. Dan moet dit ook wel een eitje zijn.” Glimlachte hij en Macey leek daardoor gerustgesteld te zijn. Hij gaf een lichte duw met zijn voet tegen het paard en hoe voelde meteen al 2 grote vleugels langs zich op en neer gaan. Hij sloeg zijn armen rond Macey’s middel die vol bewondering rondkeek terwijl ze hoger en hoger in de lucht reesde. Het leek net alsof ze de sterren aan konden raken, zo hoog waren ze. Harry voelde zich op de een of andere manier beter op een vliegend paard dan op een terzieler. Ze vlogen over het meer en ze haalde enorme snelheden die je een verbluffend gevoel gaven, al vloog je zelf. Toen ze boven het bal zweefde zag hij enkele mensen verbaasd opkijken en wijzen. De meeste dachten dat ze een vallende ster zagen, want ze vlogen zo snel dat je enkel een witte streep nog maar zag. Toen Harry voelde dat Macey begon te bibberen van de kou duwde hij lichtjes tegen het paard, als teken dat het zou landen. Dat deed hij en ze stonden weer precies op de plek dat ze waren vertrokken. “Wauw!” fluisterde Macey terwijl ze trillend op haar benen neerkwam. Harry klopte nog eens op het vliegende paard zijn rug en die sloeg zijn vleugels weer open en vloog het verboden bos nog dieper in. “Vond je het leuk?” vroeg Harry aan haar terwijl ze weer uit het bos waren gewandeld. “Ik vond het fantastisch!” zei Macey en ze keek hem blij in de ogen en hij grijnsde terug. Maar op dat moment gebeurde er iets heel vreemds. Macey haar glimlach ging langzaam over tot een angstige blik terwijl ze hem toch strak in de ogen bleef kijken. Harry voelde een stekende pijn door zijn voorhoofd gaan en Macey ging door de knieën terwijl ze hem toch bleef aankijken. Haar mond bleef strak openstaan en er kwam een pijnlijk geluid uit en toen viel ze flauw. De pijn in Harry’ s voorhoofd verdween meteen. Hij zette zich meteen op zijn knieën naast Macey en probeerde haar wakker te maken. Maar toen merkte hij dat zijn afgrijzen dat ze niet ademhaalde.




Profiel bekijkenStuur privébericht
*Lily*
1e jaars
1e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: België

*Lily* is offline. 
BerichtGeplaatst: Wo Jan 19, 2005 13:19 Terug naar boven Sla dit bericht op

bedankt voor de reactie!! Smile
hier is het volgende stuk;


Hoofdstuk 14: toekomst in beeld.

Harry wist niet wat hij moest doen. Hij voelde paniek in zich opkomen. Hij moest iets doen om de aandacht van de feestgangers te trekken, hij moest ervoor zorgen dat Perkamentus hem zou horen. Hij probeerde zich een spreuk te herinneren en tot zijn opluchting wist hij hem weer. “Eventius pratacilus!” Schreeuwde hij uit en er kwam een oorverdovend geschreeuw uit zijn toverstaf samen met rode vonken. Hij rammelde hulpeloos met Macey’s lichaam, maar daar zat geen beweging in. Hij zag al gauw gedaantes zijn richting uitlopen en hij hoopte maar dat de hulp er niet te laat zou zijn. Perkamentus liep snel voor zo een oude man, want zelfs Kruml kon hem amper inhalen. “Wat is er gebeurd, Harry?” vroeg Perkamentus hem.
“Ze viel ineens flauw professor, maar ze ademt niet meer!” zei Harry zo vlug hij kon. Perkamentus nam haar pols en zei: “Ze leeft nog wel, Harry, maar ze heeft een uiterst trage polsslag. Viktor, kun jij naar het kasteel gaan en madam Plijsters verwittigen?” Kruml knikte met een uiterst gespannen blik. Perkamentus beviel Harry om ook mee te komen, maar dat was hij toch al van plan. Harry nam Macey en droeg haar mee. “U weet toch zeker dat ze nog leeft professor?” zei hij terwijl hij naar haar keek. “Jawel, Harry, dat weet ik zeker, maar je moet dadelijk sowieso met mij naar mijn kantoor gaan.” Harry knikte. Hij zag veel leerlingen verbaasd toekijken terwijl hij Macey meedroeg naar het kasteel. Harry probeerde die vragende blikken te negeren en hij volgde Perkamentus die uiterst snel liep.
“Kom, leg haar maar hier.” Zei een uiterst gespannen madam Plijsters. Harry legde Macey op een ziekenzaalbed en madam Plijsters nam haar al direct mee ter onderzoeking. “Harry, ik moet even meegaan om te weten hoe de toestand van Macey is, ga jij alvast naar mijn kantoortje en wacht daar. Het wachtwoord is chocokikkers in een doos.”
“Professor,” zei Harry die ertegenin wou gaan. “Harry, je hebt al zoveel gedaan als je kon. Ze is in goede handen en doe nu wat ik je gezegd heb.” Harry wilde niet van haar weggaan, maar aangezien dat het beste leek voor Perkamentus ging hij slenterend naar zijn kantoortje. Hij dacht na wat er allemaal gebeurt was. Macey en hij hadden het zo naar hun zin en ineens valt ze gewoon neer. Dat kon toch helemaal niet? Nee, er was nog meer gebeurt; hij had haar in de ogen gekeken en ze ook bij hem en toen was ze precies heel bang geworden. Had ze misschien iets gezien achter hem? Het leek wel ofdat het haar pijn deed dat wat ze zag, wat het dan ook mocht zijn. Kon dat zo erg zijn dat ze er van flauw viel? Harry kwam aan bij het beeld en zei het wachtwoord. Hij ging Perkamentus zijn kantoortje in en hij hoorde geen muziek meer in de verte. Hij begon zich ongerust te maken. Was het zijn fout wat er gebeurt was vannacht? En hoe zou het nu met Macey zijn? Hoe kon ze nog leven terwijl Harry haar nauwelijks zag ademhalen. Wat zou Perkamentus hem dadelijk komen melden? Gelukkig werd zijn geduld niet langer meer op de proef gesteld, want na een tijdje hoorde hij Perkamentus naar binnen komen. Hij zag er enorm oud uit en hij wist blijkbaar niet goed hoe hij dit nieuws moest melden aan Harry. Hij zette zich achter zijn bureau en bood Harry ook aan om te gaan zitten. Hij deed dat en Perkamentus keek hem aan over zijn halve brilletje. “Harry” zei hij uiteindelijk, bijna fluisterend. “Voor ik je iets over de toestand van juffrouw Robins kan vertellen, moet ik je vragen om alles te herhalen wat vanavond is gebeurt.” Harry verstijfde. Moest hij aan Perkamentus al die momenten die ze samen hadden meegemaakt opbiechten ofzo? “Nou, we hebben wat gedanst en zijn toen naar het meer gegaan en..” Perkamentus kon toch nog een glimlach uitbrengen. “Nee, Harry, als je me alleen al verteld of je iets vreemds aan haar hebt opgemerkt is ook al goed.” Dat was toch al een hele opluchting voor hem. “Nou, we waren nog wat aan het praten en ik stelde voor om terug wat te gaan drinken en toen keek ze me in de ogen en ik haar en ineens keek ze heel verstijfd en angstig voor zich uit. Het was net of ze pijn leed.” Zei hij moeizaam. “En ik voelde ook weer een pijnlijke steek door mijn voorhoofd gaan op dat moment.” Toen dacht hij plotseling aan iets wat hem veel angst inboezemde. “Ze is toch niet bezeten door Voldemort professor?” vroeg hij angstig. “Nee.” Zei Perkamentus kordaat nadat hij goed geluisterd had naar zijn verhaal. Wat er vanavond gebeurt is, daar zat Voldemort eigenlijk nergens voor tussen.” Harry keek verbaasd op. “Er was namelijk iets al met juffrouw Robins een langere tijd aan de hand.” Zei hij. “Ze heeft nooit gewild dat iemand haar geheim wist, maar als hoofd van de school moet ik die gegevens weten uit belang voor de leerling zelf.” Harry begreep het niet meer. “Ze is toch niet ziek professor?” vroeg hij ongerust. “Nee, Harry. Macey heeft een gave, een gave die zeer krachtig is in de tovenaarswereld, maar ook zeer zeldzaam. Het is een uiterst handig talent, maar tegelijkertijd is het ook een vloek voor degene die de gave moet dragen.” Hij zag dat Harry het niet goed begreep. “Harry, Macey kan iemands toekomst zien in de ogen van mensen.” Zei hij op een kordate manier. Harry wou wel honderden vragen stellen, want het was nog steeds voor hem even onduidelijk. Maar gelukkig was Perkamentus hem al voor met zijn antwoorden. “Macey kan al sinds ze nog maar 3 jaar was kijken in iemands ogen en zien wat voor een leven voor hen is weggelegd. Ze was altijd trots op haar talent, omdat ze ooit wel eens misschien leraar waarzeggerij kon worden, een uiterst betrouwbare dan wel in dat geval.” En hij glimlachten lichtjes toen hij aan Harry’s gezicht zag dat hij aan Zwamdrift moest denken. Hij ging verder met vertellen. “ze kon altijd mensen helpen de juiste keuzes te maken en iedereen was haar altijd uiterst dankbaar. Maar niet iedereen wist dat ze dit talent had. Macey heeft een dreuzelmoeder en aan die kant van die familie mocht niemand ervan weten. Ze besloot alleen maar haar gave te delen aan de familie aan haar vaders kant.”
“Maar professor,” zei Harry toen het even stil was, “waarom heeft ze het dan nooit aan mij verteld of iemand anders van de school, ik bedoel, wij zijn toch allemaal tovenaars en heksen.” Perkamentus zuchtte even en begon weer te vertellen. “1 jaar voordat ze haar brief van Zweinstein kreeg is Macey’s zusje overleden. Ze was 4jaar jonger als haar en was op dat moment dus nog maar 6jaar. Haar zusje keek altijd op naar haar grote zus en haar tovergave en wilde later ook dolgraag naar Zweinstein gaan. Ze vroeg of Macey haar in de ogen wilde kijken en haar wilde zeggen of ze later naar Zweinstein zou gaan studeren. Macey, die er zelf nieuwsgierig naar was, stemde in. Ze keek in haar zusjes ogen, maar ze zag heel wat anders in de toekomst van haar zusje dan Zweinstein.” Perkamentus zuchtte meelevend.
“Wat zag ze dan? Vroeg Harry die het antwoord eigenlijk niet wilde weten.
“Ze zag de dood.” Zei Perkamentus en Harry kreeg kippenvel. “De dood?” vroeg hij op fluistertoon. “Ja, Harry, de dood. Macey was zo verschrokken, ze zag haar zusje verdrinken in een meer en toen heeft ze een aanval gekregen. Macey’s moeder was bezorgd over haar oudste dochter die in een soort coma was gevallen. Daardoor kon Macey nooit vertellen wat ze gezien had. Haar zusje ging zwemmen met haar vriendinnetjes om zich een beetje te verzetten tegen het feit dat ze bezorgd was over haar oudere zus. Ze is die dag inderdaad verdronken. Ze hadden haar niet meer kunnen redden. Toen Macey wakker werd uit haar coma schreeuwde ze meteen dat Sophie, zo heette haar zusje, nooit meer zich in water mocht bevinden alleen. Haar moeder had haar toen met moeten uitleggen dat haar zusje al 3 maanden geleden gestorven was. Ze was verschrokken dat haar oudste dochter dat gezien had en probeerde haar te troosten. Macey heeft zichzelf altijd de fout gegeven. Ze had haar zusje moeten redden vond ze, maar niemand nam haar iets kwalijk. Integendeel, ze vonden het vreselijk wat Macey moest doormaken. Macey heeft op die dag besloten nooit iemand meer op de hoogte te brengen van wat zij haar vloek noemt. Mensen zouden schrik van haar krijgen en ze wou het ook nooit meer gebruiken. Sindsdien mijd ze oogcontact. Alleen op zwakke momenten durft ze iemand in de ogen te kijken. En dat is vanavond weer bij jou gebeurt Harry.” Harry die gespannen geluisterd had, wist niet wat hij hoorde. Hij had enorm te doen met Macey en wou dat ze hem dat verteld had, hij wou dat hij haar kon troosten. “En betekent dat dat ik ook zal sterven professor?” vroeg Harry dapper terwijl hij wist dat hij al een antwoord daarop wist.
“Nee, Harry, dat hoeft dat niet te betekenen. Macey is destijds in een coma gevallen omdat ze zoiets vreselijk had gezien in de ogen van iemand. In het geval van Sophie was dat de dood. Madam Plijsters had haar vanavond meteen een memoriabel drankje gegeven. Dat laat zien wat een persoon het laatste uur heeft gedacht. We hoorden dat Macey telkens Voldemort uitsprak. Volgens ons heeft ze Voldemort in je ogen gezien, en dat kan wijzen op” Harry onderbrak hem. “Dat ik tegen Voldemort moet gaan vechten.”
“Ja, Harry, maar nogmaals, ze heeft niet de dood gezien, maar ze heeft gezien dat Voldemort iets vreselijks van plan is, is het niet met jou, dan zeker met nog veel meer mensen uit de tovenaars en dreuzelwereld.”
“Professor, ik weet wat mij te wachten staat, ik weet dat Voldemort me ooit komt halen om met hem te vechten. Maar het enige wat ik nu wil weten is of Macey weer in orde komt.”
“We weten niet hoe haar lichaam gaat reageren. Verleden keer dat ze iets ergs zag, lag ze in een coma. Nu ligt ze ook in een soort trance, maar ze kan misschien wel horen wat wij tegen haar zeggen. Madam Plijsters gaat haar met al het mogelijke onderzoeken, maar in tussentijd kunnen we alleen maar wachten.” Verbluft door alles wat hij gehoord had stond Harry recht. “Mag ik alsjeblieft naar haar toegaan professor?” Perkamentus knikte. “Maar heel eventjes Harry, anders krijg je aan de stok met madam Plijsters.” Hij stormde naar de ziekenzaal en zag haar liggen. Hij voelde zijn ogen prikken toen hij haar zag. Hij ging naast haar zitten op het bed en nam haar hand vast. “Het is allemaal mijn fout.” Fluitende hij haar toe. “Word alsjeblieft weer wakker.” Macey ademde ongelofelijk langzaam. Misschien maar 2 keer in de minuut. Harry zag dat Ron en Hermelien de ziekenzaal ook binnen kwamen wandelen. “We hebben gehoord wat gebeurt is.” zei Hermelien medelevend. “Kruml vertelde het ons net.” Zei Ron. Ze keken allebei naar Macey. Ze werden al vlug de ziekenzaal uitgejaagd en Harry nam afscheid van Macey. Perkamentus had zelf gezegd dat ze hun wellicht konden horen. Hij zei dat het hem speet en hij gaf een kus op haar voorhoofd. Ze gingen de ziekenzaal uit en Hermelien en Ron wisten blijkbaar niet goed wat ze moesten zeggen tegen Harry. “Harry, je moet jezelf niks verwijten.” Zei Hermelien bezorgd toen Harry met nietsziende ogen voor zich uit bleef staren. “als ze nooit meer wakker word is het mijn fout.” Zei hij alleen maar en Ron en Hermelien bleven hem maar zeggen dat het zijn fout niet was, maar toch wilde hij niet luisteren. Hij ging slapen met een enorm schuldgevoel en hij wist niet of hij ooit nog Macey wakker zou zien. Hij klopte nijdig tegen zijn kussen en nam zich voor dat hij Voldemort ooit zou straffen voor wat hij mensen aandeed.




Profiel bekijkenStuur privébericht
*Lily*
1e jaars
1e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: België

*Lily* is offline. 
BerichtGeplaatst: Wo Jan 19, 2005 17:33 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 15: vuurrode ogen

Harry ging iedere dag Macey bezoeken in de ziekenzaal. Het praatje was al snel rond over wat er met Macey gebeurd was, maar alleen hij,Perkamentus, Hermelien en Ron wisten dat Macey met haar ogen dingen kon zien die andere mensen niet konden zien. De andere dachten gewoon dat ze een soort toeval had gekregen omdat ze gehallucineerd had. Harry wilde wel dat ze de waarheid kende, maar uit respect voor Macey deed hij dat niet. Hij miste haar enorm en zei dat ook telkens als hij bij haar kwam. Harry kreeg veel steun van Ron en Hermelien en ze gingen ook vaak met hem mee naar de ziekenzaal. Lara was ook opmerkelijk stil als ze haar tegenkwamen en Harry voelde zich met de minuut schuldiger. Hoewel ze maar bleven zeggen dat hij er niet aan kon doen, voelde hij zich toch verantwoordelijk. De lessen waren ondertussen weer begonnen en Harry probeerde zich daarop te concentreren. Die avond had hij niet zoveel honger. Ze hadden net gedaanteverwisselingen gehad en moesten nu al elkaar transformeren. Harry had Ron moeten veranderen in een haan en daarom voelde hij er nu niet zoveel voor om aan zijn kippenbillen te beginnen. Ron maakte nog steeds krampachtige nekbewegingen en Hermelien, die door Marcel in een wasbeer was getransformeerd maakte nog steeds brommende geluidjes. Harry besloot nog even langs bij Macey te gaan voordat hij aan zijn werkstuk voor bezweringen zou beginnen. Ron en Hermelien gingen alvast naar de bibliotheek en Harry zei dat hij wel wat later zou komen. Hij kwam binnen in de ziekenzaal en zag dat Lara, Sira en Nyla al rond haar bed zaten. Toen ze zagen dat hij binnen kwam stonden ze alledrie recht en gingen richting uitgang. “Jullie hoeven niet voor mij te lopen.” Zei Harry die niet wilde dat hij Macey haar gezelschap zou ontnemen. “Nee, maar we moesten toch door en dan kan jij alleen bij haar zijn.” Zei Sira. Ze klonk niet kwaad tegen Harry, eerder meelevend. Ze gingen weg en Harry ging weer op zijn gebruikelijke plaatsje op het bed zitten. Hij vertelde aan haar wat er die dag allemaal gebeurt was en dat iedereen haar miste. Toen gebeurde er iets wat Harry niet goed kon geloven; Macey deed haar ogen open. Ze keek verdwaasd rond zich en fluisterde toen; “Harry?” Harry nam haar hand nog steviger vast en zei; “Ik ben hier.” Hij zag dat ze naar hem keek. Niet rechtstreeks, maar naar zijn profiel. “Wat is er gebeurt?” vroeg ze fluisterend en langzaam. “Is het kerstbal al gedaan?” Harry wist niet goed wat hij moest doen. Moest hij haar alles vertellen? “Je bent flauwgevallen, Mace, en nu lig je op de ziekenzaal.” Macey keek verbaasd rond zich heen. “Ja, ik had iets gezien.” Zei ze tegen hem. “Maar ik ben vergeten wat, ik weet alleen nog dat ik het heel fijn vond met je op het kerstbal, Harry.” Harry kon moeilijk zijn tranen bedwingen toen Macey een teken deed dat ze een knuffel wilde. “Harry, ik vind je heel leuk.” Zei ze nog tegen hem. “Ik jou ook Macey.” Zei hij en haar ogen vielen weer dicht. “O nee!” zei Harry die meteen madam Plijsters weer riep. Madam Plijsters was blij te horen dat Macey wakker was geworden, omdat dat hoogst uitzonderlijk is bij een soort slaap waarin zij in verkeerde. Ze zei tegen Harry dat dit wel eens haar aan de beterhand kon brengen. Met een blij gevoel ging Harry even daarna naar de bib en vertelde Ron en Hermelien het goede nieuws. De rest van de avond was hij goedgezind en voelde weer een sprankeltje hoop binnen in zich dat Macey toch zou genezen. Hij vertelde het nieuws even later in de leerlingenkamer tegen Sira, Nyla en Lara. Ze waren in de wolken met het nieuws en vonden het heel jammer dat ze er net niet meer waren toen ze wakker werd. Harry ging met een goed gevoel slapen. Hij hoopte uit de grond van zijn hart dat het niet meer lang duurde eer ze definitief wakker zou blijven. Hij hoorde Marcel lichtjes snurken en Ron iets mompelen in zijn slaap over kriebelende spinnen en niet lang daarna vielen zijn ogen ook dicht.
Hij was op de hoogste toren van Zweinstein. Hij voelde een frisse wind over zich heen gaan. Hij keek rond en zag dat er een volle maan scheen aan de sterrenhemel. Hij hoorde een gekras achter zich en zag dat Scheurbek er stond met op zijn rug Sirius. “Ik wil niet dat je gaat.” Zei Harry tegen hem.”Je gaat vallen achter een gordijn.” Sirius glimlachte naar hem. “We zullen elkaar weerzien, Harry.” En hij vloog weg. Harry zag zijn peetvader weg vliegen net als de avond dat hij ontsnapte aan de kus van de dementor. Ineens hoorde hij een luid geschreeuw. Hij schrok en zocht verwilderd waar het geluid vandaan kwam. Toen de kreet nog eens weerklonk hoorde hij dat het van beneden kwam. Hij keek over het muurtje en zag een meisje dat zich angstig vastklampte aan een uitstekende pilaar, zodat ze niet de diepte in zou vallen. Hij keek naar het meisje en toen ze iets zei herkende hij haar pas; “Harry, help me!” zei ze angstig. Het was Macey. Harry leunde meteen over het muurtje en probeerde haar hand vast te grijpen. “Komaan, geef me je hand, dan trek ik je naar boven!” zei hij en hij leunde zo ver als hij kon naar voren om de afstand tussen zijn hand en die van haar kleiner te maken. Uiteindelijk wist Macey haar hand ver genoeg naar boven te brengen. Ze greep naar zijn hand en hij nam die stevig beet. Althans, dat dacht hij. Haar handen waren klam en daardoor glipte haar vingers een voor een uit zijn hand. “Hou vol!” riep Harry haar toe terwijl hij met zijn andere hand haar steviger probeerde vast te houden. Macey gleed verder weg en Harry deed er alles aan om haar beter vast te houden. Maar hij had haar nog maar enkel aan haar pink vast en toen keek ze hem recht in de ogen. Macey sloeg een kreet en viel, verder en verder naar beneden. Harry deed nog graaiende gebaren met zijn armen, maar het was te laat. Plots schenen er vuurrode ogen uit de diepte en hoorde hij een gemene lach.
“NEEEEEEEEEEEEEEEE!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!” schreeuwde Harry die rechtop in bed zat.




Profiel bekijkenStuur privébericht
*Lily*
1e jaars
1e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: België

*Lily* is offline. 
BerichtGeplaatst: Do Jan 20, 2005 17:20 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 16: een nachtmerrie

Harry was nat van het angstzweet en iedereen stond langs zijn bed. “Harry, jongen, wat is er met je?” vroeg Ron bezorgd terwijl Harry verwilderd langsom zich keek. “Ik had een droom.” Zei Harry die zich wel wat beschaamd voelde dat hij iedereen had wakker gemaakt. “Ja, dat hebben we gemerkt.” Zei Simon Fillister die slaperig in zijn ogen wreef. “Was het een nachtmerrie?” vroeg Marcel nerveus. “Ja.” Zei Harry, maar hij wilde de vragende blikken liever niet beantwoorden. “Maar ik herinner me hem niet meer.” Loog hij. Hij zag ze verbaasd kijken en Daan Thomas zei: “Probeer de volgende keer iets rustiger te dromen, Harry.” En hij plofte zich weer in zijn bed en ronkte vrijwel meteen verder. Alleen Ron bleef naast zijn bed staan. “Wat was er gebeurt?” fluisterde hij. “Zag je hem?” “Ja,” zei Harry. “Maar die droom moest meer betekenen, ik voel het gewoon.” Ron keek hem vragend aan, maar hij zag aan Harry’s gezicht dat hij er niet verder op in wilde gaan en ging daarom ook maar terug in zijn bed liggen. Harry deed de rest van de nacht geen oog meer dicht.
Hij stond als eerste op de volgende dag en had grote wallen onder zijn ogen door het tekort aan slaap. Hermelien leek nogal bezorgd. “Harry, waar ging die droom dan precies over?” Harry had eigenlijk niet veel zin om zijn droom met zijn vrienden te delen. Hij wist niet waarom, maar hij voelde zich in een mislukkeling. In zijn droom had hij Macey niet kunnen redden. Hij vertelde uiteindelijk toch zijn verhaal omdat ze maar bleven aandringen. Hij had alles verteld, inclusief de ogen die hij zag, net als in vele van zijn nachtmerries en Ron en Hermelien keken met open mond hem aan. “Denk je dat het een visioen was?” vroeg Ron aan hem. Harry schudde zijn hoofd; “Ik weet het echt niet. Maar het lijk wel echt genoeg.” Hermelien daarentegen had blijkbaar wel een idee. “Volgens mij was het geen visioen Harry. Toen je dat visioen had met meneer Wemel zag je hem echt liggen. Bij deze droom zie je Sirius die wegvliegt. Volgens mij is dat omdat je verdriet hebt omdat Sirius niet meer leeft en daarom bang bent Macey ook te verliezen.” Zei ze wijs. Harry wist dat dat veel logischer klonk, maar toch was hij niet volledig akkoord met haar. Op de een of andere manier voelde hij dat er toch iets niet klopte. “Harry, tob er niet te veel over, je punten gaan er nog onder lijden als je niet voldoende nachtrust hebt.” Harry had dolgraag gezegd dat punten hem op dat moment geen moer scheelde, maar dat zou alleen maar tot een preek van Hermelien leiden, dus zweeg hij maar. “Kom, dan gaan we een hapje eten.” Zei Ron wiens maag hard knorde. Ze gingen net de trap af toen een uiterst gespannen Anderling hun richting uitkwam. “A, Potter, daar ben je.” Zei ze en tot Harry’s verbazing had ze tranen in haar ogen. Dat was de eerste keer dat hij dat bij Anderling zag. Harry voelde vrijwel meteen een angst in zijn binnenste gaan. “Professor, er is toch niks met Macey?” Anderling keek hem bedroefd aan. “Het spijt me meneer Potter om je dit te melden, maar Macey is vannacht overleden.”
“Nee! Dat kan niet!” zei Harry die vliegensvlug naar de ziekenzaal liep. “Harry!” riep Hermelien hem nog na en Ron keek stomverbaasd toe. Hij hoorde dat mensen hem achterna liepen, maar dat kon hem niet schelen. Anderling moest zich vergist hebben, Macey kon niet dood zijn. Hij stormde de ziekenzaal binnen en zag een leeg bed, zonder Macey erin.




Profiel bekijkenStuur privébericht
*Lily*
1e jaars
1e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: België

*Lily* is offline. 
BerichtGeplaatst: Do Jan 20, 2005 17:48 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 17: moordenaar of slachtoffer?

Harry wist niet wat hem overkwam. Dat kon niet waar zijn, ze kon niet dood zijn. Hij hoorde dat Ron en Hermelien binnenkwamen. Anderling kwam ook aangepuft 2minuutjes later. “Waar is ze?” vroeg Harry aan Anderling, maar net op dat moment kwam madam Plijsters voorbij, ze duwde een ziekenbedje vooruit met een wit laken over een persoon. Harry kon net nog rode lange lokken eronder uit zien komen. “Nee!” riep hij uit en hij zakte door zijn knieën. Hermelien barste in tranen uit met het zien van het hele tafereel en Ron hurkte zich en probeerde zijn vriend te troosten. Hij klopte Harry op de rug als teken van medeleven. Harry kon het niet geloven, ze kon niet dood zijn. “Wat is er gebeurt, professor?” vroeg Ron verbluft aan Anderling. Anderling schraapte haar keel en slikte moeizaam; “Wel, volgens madame Plijsters schreeuwde ze vannacht hard door de ziekenzaal en toen madame Plijsters bij haar kwam lacht ze roerloos erbij, alsof het iemand anders was die net had geroepen. Madam Plijsters dacht dat ze weer in slaap was gesukkeld, maar toen bleek dat haar hart niet meer klopte.” Haar stem trilde en ze snoot in een zakdoek. Harry verkeerde in een soort trance. Hij gaf zelfs geen bezwaar toen zijn vrienden hem terug loodste naar de leerlingenkamer. Harry zei de hele dag geen woord, zelfs niet toen hij Lara hysterisch zag snikken aan de haard en Nyla en Sira die bijna geen lucht meer kregen van verdriet. Hermelien had het ook heel zwaar, ook al kende ze Macey niet zo goed, ze voelde heel erg met Harry mee. Ron ving haar goed op want ze lag de hele avond tegen hem aan, snikkend. Telkens als iemand Harry probeerde te troosten, waaronder Hermelien, duwde hij hen van hem weg. Hij verdiende hun medelijden niet, waarom was niemand woedend op hem? Waarom voelde ze allemaal zo met hem mee? Uiteindelijk deed Harry zijn mond open.
“Het is allemaal mijn fout.” Fluisterde hij. Het voelde goed om het eindelijk te kunnen zeggen wat hij de hele tijd voelde. Ron en Hermelien keken verschrikt op.
“Harry, hoe kom je daar bij?” zei Hermelien verbluft met een betraand gezicht. “Jij kunt hier niets aan doen!”
“Hoe komt het dan? Ze is in een soort coma geraakt door mijn fout, ze zag Voldemort in mijn ogen, ik heb ze gedood!” zijn stem beefde enorm en hij bleef haar gezicht voor zich zien.
“Harry, je wist niet dat ze dingen kon zien in mensen hun ogen, je kon het niet weten!” zei Ron toen weer met een zorgelijke blik.
“Waarom blijven jullie me zo steunen! Ik heb iemand vermoord!”
“Harry, zeg dat niet-“
“Er zijn veel mensen voor mij moeten sterven! Waarom ben ik het niet? Dat had vele levens gespaard! Eerst mijn vader en moeder-“
“Harry, je was nog maar een baby, je kon je niet verde-“ probeerde Ron tussenin te komen.
“Toen Sirius die voor me kwam vechten, omdat, omdat ik een stomme fout maakte!”
“Dat was niet jouw fout, Voldemort liet je in de val lopen!” zei Hermelien toen weer.
“Het was wel mijn fout, ik had beter mijn lessen occlumentie moeten volgen! En nu Macey, ze is dood gegaan door mijn fout, ze heeft iets gezien dat zij zo erg vond, dat ze ervan stierf.” Het voelde goed om alles eruit te kunnen gooien. Hij voelde dat hij brak vanbinnen.
“En waarom is niemand kwaad op mij? Ze moeten razend zijn, ik ben niet beter dan Voldemort, ik ben ook een moordenaar, maar ze hebben medelijden met mij!”
“Harry, zeg dat nooit meer!” Hermelien keek hem woedend aan. “Je hebt verdriet, maar vergelijk je nooit met Voldemort! Je weet dat je geen moordenaar bent, Voldemort heeft enorm veel mensen ontnomen van families, geef jezelf niet de fout!”
“Maar bij Macey was er geen sprake van Voldemort, hij heeft haar niet vermoord, dat heb ik gedaan, doordat ik haar graag had en zij mij, daarom keek ze me in de ogen.” Harry voelde zich enorm machteloos. Hij voelde dat hij zijn tranen ook niet langer kon bedwingen, hij zag haar nog steeds gelukkig kijken terwijl ze door de lucht zweefde op het vliegende paard. Hij wilde niet dat Ron zo naar hem keek. Hermelien keek hem vol medeleven aan en probeerde hem nogmaals te omhelzen. “Harry, het is je fout niet, Macey wilde je zelf aankijken, er valt jou niks te verwijten, het was haar keuze.”
“Het was haar keuze niet om te sterven!” zei Harry toen weer die weer een andere emotie voelde, die van woede.
“Nee, dat bedoelde ik ook niet,” zei Hermelien die niet kon geloven dat ze het verkeerde had gezegd. “Ze koos er voor om jou aan te kijken, te vergeten dat ze dingen kon zien. Ze voelde zich zo goed bij je, dat ze dat kon loslaten, het kon vergeten.”
“Dat had ze beter niet gedaan.” Zei Harry. “Want ik ben de reden van haar dood.”
“Harry, maatje, je weet best-“ probeerde Ron nog, maar Harry was weer weg. Hij liep de portretgang uit en liep zo hard als hij kon. Hij wilde dat die portretten hem niet zo nakeken en zeker al niet Sneep die hij net ook nog passeerde. Harry wist zeker dat hij punten aftrek voor Griffoendor zou krijgen van Sneep, maar dat kon hem niet schelen. Tot zijn verbazing hoorde hij Sneep niet achter zich schreeuwen, hij liep gewoon door. Harry wilde er niet verder over nadenken wat Sneep juist gedaan had- of beter gezegd, niet gedaan had en hij liep naar buiten. Er branden licht in Hagrids huisje, maar Harry ging niet naar binnen. In plaats daarvan ging hij langs het meer zitten en keek hij naar de sterrenhemel, zoals hij die avond had gedaan met Macey. Tot zijn verbazing zag hij ook een vliegend paard door de hemel zweven en Harry had kunnen zweren dat het dezelfde was als op de avond van het Kerstbal. Hij keek met open mond naar het prachtige dier die zijn vleugels langzaam op en af sloeg. “Prachtige beesten, vind je niet, Harry?” hoorde hij een stem achter zich zeggen. Harry verschrok en veegde vlug met een mouw door zijn gezicht. “Hagrid?” vroeg hij verbaasd. Hagrid knikte vriendelijk naar hem.
“Hoe wist je dat ik hier was?”
“Wel, ik keek uit mijn huissie om te zien of ik vanavond de vliegende paarden moest voederen, maar omdat de maan nog niet vol is, is het nog niet nodig.” Zei Hagrid.
“Fok jij die dieren, Hagrid?” vroeg hij nieuwsgierig.
“Inderdaad Harry, het zijn hartstikke nuttige beesten en ze zijn leuk om eens een ritje op te maken.” Zei hij en hij glimlachte vriendelijk naar hem.
“Heb jij mij die avond dan gezien, Hagrid?” zei Harry die meteen Hagrids hint snapte.
“Ja, ik had gehoord dat Peglus hinnikte, maar aangezien jij hem eerder vond heb ik je gang maar laten gaan. Je bent heel goed met dat dier Harry. Niet veel mensen krijgen Peglus rustig. Hij moet je echt vertrouwen eer je op hem kent rijden.” Zei hij en Harry wist dat Hagrid hem daardoor een compliment gaf.
“Je hebt het niet makkelijk, hè Harry.” Zei Hagrid meedelend tegen Harry en hij zette zijn enorme lichaam naast Harry. Harry keek de andere kant op en voelde zijn ogen weer brandde.
“Eerst al zo jong je ouders verliezen en daarna je peetvader. En dat meisje betekende ook veel voor je, is het niet?” zei Hagrid en Harry knikte. “Harry, hoe voel je je? Ga je ok zijn?” vroeg Hagrid en Harry vond dat maar een heel rare vraag.
“Natuurlijk ben ik niet ok Hagrid, ik heb een meisje vermoord, het is allemaal mijn fout, ook van mijn ouders en Sirius.” Hagrid nam Harry bij zijn schouders en keek hem doordringend aan. “Ik wil niet dat je dat zegt Harry, je ouders hebben je leven gered omdat ze van je hielden, ze wilden nooit dat jij je op een dag daar schuldig over voelde en ik weet zeker dat Sirius dat nooit zou gewild hebben. Dus uit respect voor hun Harry, geef jezelf niet de fout, want daar kwets je hun mee. En dat meisje had jou ook graag Harry, ze zou ook alleen maar het beste voor je willen. Want dat is de wens van mensen als ze van iemand houden.” Harry was verbluft door de woorden en voelde dat hij zich eigenlijk had aangesteld. “Sorry, Hagrid, maar ik mis haar zo erg.” Zei hij en Hagrid nam hem stevig vast. “Dat wet ik Harry, maar je moet het loslaten, ze is nu op een goede plek en je bewaart haar in je hart.” Harry durfde zijn tranen nu pas de vrije loop te laten gaan en Hagrid liet ook tranen rollen over zijn bolle wangen.
“Hagrid, je hebt gelijk, die paarden zijn inderdaad geweldig.” Zei Harry terwijl hij aanstalten maakte om terug naar het kasteel te gaan. Hagrid glimlachte. “Heb je er problemen mee als ik hem gebruik voor mijn volgende les?” vroeg hij aan Harry. “Nee, tuurlijk niet.” Zei Harry, maar hij wist toch dat hij altijd aan Macey zou denken als hij dat paard zag. Hij liep weer terug naar het kasteel en hij was blij dat Hagrid met hem gepraat had, dat was net hetgeen dat hij nodig had.




Profiel bekijkenStuur privébericht
*Lily*
1e jaars
1e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: België

*Lily* is offline. 
BerichtGeplaatst: Vr Jan 21, 2005 16:14 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 18: Huffelpuf- Griffoendor.

Hij was net Hagrids hutje voorbij toen hij Ron en Hermelien tegen kwam. “Harry, gelukkig!” zei Hermelien lichtjes buiten adem. “We vroegen ons af waar je bleef.” Zei Ron die hem aankeek. “Ik heb een praatje gemaakt met Hagrid.” Zei Harry tegen hem. “A, en wat had hij te zeggen?” vroeg Ron nieuwsgierig. “Hij heeft me duidelijk gemaakt dat het mijn fout niet is.” zei Harry resoluut. “En naar hem luister je wel?” zei Hermelien met een waterige glimlach. “Ik voel me nog steeds wel verantwoordelijk.” Zei Harry. “Maar ik weet dat het een ongelukkige samenloop van omstandigheden was.” Zei hij erbij. Ron en Hermelien hadden weer die medelevende blik in hun ogen. “Kom, laten we naar binnen gaan.” Zei Hermelien en ze stapte het kasteel van Zweinstein weer binnen.
Het werd februari en het leventje op Zweinstein ging weer zijn normale gangetje. De lessen gingen gewoon door en ze waren weer hard aan het studeren voor het belang van hun PUISTEN. Harry had nog veel verdriet, maar hij was niet de enige. Lara, Sira en Nyla zagen eruit alsof ze hun hele leven ziek zouden blijven. Harry vond het moeilijk zichzelf niet steeds de fout te geven. Zo waren de ouders van Macey naar school geweest om met Perkamentus over het voorval te praten. Harry had maar een glimp van hun opgevangen, maar de blik die ze hem gunde was warm en vriendelijk en niet kil of verwijtend. Daardoor zwol het schuldgevoel in Harry’s maag nog groter op. Macey’s ouders waren beide van hun dochters verloren, dat moest vreselijk zijn. “Het is niet je fout.” Zei Hermelien nogmaals toen Harry daarover begon. “En eet je toost op, je moet fit zijn voor de wedstrijd.” Zei Ron stimulerend. Harry had voor de eerste keer in zijn leven geen zin om Zwerkbal te spelen. Perkamentus had er al voor gezorgd dat de wedstrijd niet in januari doorging, als normaal, hij had hem een paar weken verschoven. Harry vond dat heel vriendelijk van hem, maar hij kon zich nog steeds niet concentreren. Hij had het gevoel dat hij zijn hele leven verdrietig zou zijn. Ze gingen uiteindelijk naar de kleedkamers en Ron begon aan zijn gebruikelijke peptalk.
“Ik weet dat we allemaal veel verdriet hebben om het verlies van Macey.” Zei hij en Lara keek met waterachtige ogen naar de grond. “Macey wilde deze wedstrijd graag zien.” Zei ze opeens. Ron keek verrast op, net als de rest van het team. “Ze wilde graag dat we de cup wonnen, ze keek heel graag naar de wedstrijden.” Zei ze met een bevende stem. Harry wist dat maar al te goed, iedere keer als ze trainde, was Macey er om naar hun te komen kijken. “Nou,” zei Ron terwijl hij kuchte om een kikker uit zijn keel te krijgen, “dan gaan we vandaag extra ons best doen voor Macey.” Zei hij resoluut en ze begeefde zich neerslachtig naar het zwerkbalveld. De wedstrijd ging aan Harry voorbij. Hij kon alleen maar naar de lege zit kijken waar Macey normaal zat. Hij voelde een frisse bries door zijn haren gaan en hoorde iemand in zijn oor zeggen, “Daar is de snaai! Neem hem!” Harry werd precies wakker door die stem en keek voor zich en zag inderdaad de snaai. Hij racete erna toe en hij had hem verrassend snel beet. De zoeker van Huffelpuf die aan de andere kant van het veld aan het zoeken was keek verstomd toe. Heel Griffoendor juichte en ze kregen een staande ovatie. Harry kreeg nog niet eens de kans om te landen, want heel het team bestormde hem al in de lucht. “Harry, je hebt hem al!” zei Ron dolgelukkig, “gewonnen met 170-0 in een tijd van 3 minuten, dat moet een soort record zijn!” zei Damian verhit. “Nu nog alleen Ravenklauw inmaken!” zei Casey terwijl hij vervaarlijk met zijn knuppel in het rond sloeg. Iedereen van het team was gelukkig en voor het eerst sinds een tijdje kon Harry weer lachen. Ze gingen naar de toren van Griffoendor om feest te vieren en Harry dacht niet een keer meer na over die stem.

Hoofdstuk 19: de ontmoeting.

Er werd de hele avond gefeest in de leerlingenkamer van Griffoendor en iedereen kon zich amuseren. Harry had het ook wel naar zijn zin en durfde eindelijk weer te lachen. Iedereen bleef tot een gat in de nacht op en uiteindelijk zaten alleen nog maar Harry, Hermelien en Ron in de leerlingenkamer. Hermelien zei dat ze moe was en ook naar bed ging. Ze gaf Harry en Ron een kus op de wang en feliciteerde hen nogmaals voor hen overwinning. Dit was weer genoeg aanleiding voor Ron om vuurrode oren te krijgen. Harry deed net alsof hij het niet zag en Ron moest onwillekeurig grinniken. “Dat is me toch eentje.” Zei hij en Harry fronste zijn wenkbrauwen. “Mis ik iets?” vroeg hij aan Ron die weer rood werd.
“Nee, hoor, maar gewoon.” Zei Ron die niet goed wist wat hij moest zeggen.
“Het is al goed.” Zei Harry die het wegwuifde, het maakte Ron nerveus dus zweeg hij maar. “Wel, ik ga ook eens pitten.” Zei Ron terwijl hij zich uitstrekte en geeuwde, het is een actieve dag geweest.” Hij glimlachte naar Harry en zei; “Wat moeten ze volgend jaar aanvangen als Harry Potter van school is? Wie gaat dan de wedstrijden winnen voor Griffoendor?” Harry lachte terug naar Ron. “Ze vinden vast een goede vervanger.” Zei hij en het voelde heel raar dat zijn tijd op Zweinstein er bijna opzat, het bezorgde hem kippenvel. “En wat gaan ze zonder zo een goede aanvoerder doen? Wie gaat de doelen zo goed bewaken als jij, Ron?” zei hij en Ron kreeg blijkbaar de krop in de keel. “Ze, eu, vinden vast wel iemand.” Zei Ron gepikeerd en ging naar bed. Harry besloot dat ook maar te doen. Hij was allesbehalve moe en hij overliep de dag nog eens. Toen dacht hij ineens aan iets waar hij de hele dag niet meer aan gedacht had. Die stem. Waar kwam die vandaan? Hij wist zeker dat iemand tegen hem zei; “Daar is de snaai, pak hem!” en toch was er niemand geweest. Alle spelers van Griffoendor waren meters onder hem op dat moment en hij zag niet vlug een Huffelpuffer hem helpen met het zoeken van de snaai. Hij doezelde uiteindelijk in. En het was weer zover, hij zag weer die rode ogen in zijn droom, daardoor schoot hij wakker. Harry voelde zich draaierig omdat hij zo abrupt wakker was geworden. Hij zocht naar zijn bril zodat hij kon zien hoe laat het was. Hij deed zijn bril op en zag iets waardoor hij heel hard schrok. Hij zag een meisje aan de voet van zijn bed. Harry kon haar gezicht niet zien, ze had haar handen ervoor geslagen alsof ze zat te huilen. Harry durfde nauwelijks te knipperen met zijn ogen. Was hij nog aan het dromen? Of was het misschien gewoon Hermelien? Harry probeerde iets te zeggen. Hij ging dichterbij het meisje en zag dat het onmogelijk Hermelien kon zijn. Ze had donkerrode haren die tot aan haar middel kwamen, toen wist hij het. “Macey?” vroeg hij verbluft. Zijn ogen traande en hij knipperde even met zijn ogen om het tranen te doen stoppen en toen…
“Nee!” fluisterde Harry. Ze was weg. Er was geen meisje meer. Harry keek verwilderd rond en zag ze nergens meer. Hij had een meisje gezien, dat wist hij zeker. Hij had er al zijn geld van Goudgrijp op kunnen wedden dat het Macey was. Hij bleef nog een paar minuten wachten, hopend dat ze terug zou komen, maar hij zag niks meer. Slecht op zijn gemak legde hij zich weer in bed. Uiteindelijk viel hij toch weer in slaap.
“En weet je dat zeker?” vroeg Ron hem de volgende ochtend aan de ontbijttafel. Harry had hem en Hermelien alles tot in de detail uitgelegd wat hij gezien had. Alles, behalve dat hij dacht dat het meisje volgens hem Macey was.
“Harry, het kon evengoed een droom zijn.” Zei Hermelien die het probeerde te relativeren.
“Ik weet zeker dat ik iemand zag, Hermelien en volgens mij,” hij twijfelde even, zou hij zeggen dat hij dacht dat het Macey was? Dan zouden ze hem helemaal al niet meer geloven, ze zouden denken dat hij gewoon hoopte dat hij Macey zou zien. En daarom dacht dat een droom werkelijkheid was geworden. Maar Harry wist beter.
“En wat volgens jou?” vroeg Hermelien toen weer.
“Nou, volgens mij was het een soort geest ofzo.” Flapte hij eruit.
“Hoe zag ze er dan uit?” vroeg Ron.
“Nou, ik heb niet veel van haar gezien, ze had haar handen voor haar gezicht geslagen, alsof ze verdriet had, want eerst dacht ik gewoon dat het Hermelien was, ze had ongeveer hetzelfde postuur.” Hermelien keek hem verbaasd aan. “Ik ben niet bij jullie op de kamer geweest vannacht.” Zei ze. “Heb je echt niks gezien Ron?”
“Nee, niks.” Antwoordde hij haar.
“Dan weet ik het ook niet meer.” Zei Harry die niet hoopte dat hij gek werd, want hij was er rots van overtuigd dat hij Macey gezien had. Hij probeerde er niet teveel aan te denken al was dat heel moeilijk. Hermelien en Ron hielden hem goed in de gaten de rest van de dag. Harry vond het eerst nogal irriterend, maar hij wist dat ze het deden omdat ze gewoon bezorgd over hem waren. Hij nam zich die avond voor om de hele nacht op te blijven voor het geval Macey terugkwam en vroeg Ron dat ook te doen, zodat hij met eigen ogen het meisje kon zien. Dan zou Ron vanzelf zien dat het Macey was en hoefde hij dat niet aan hem te vertellen zonder als een gestoorde gek over te komen.




Profiel bekijkenStuur privébericht
*Lily*
1e jaars
1e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: België

*Lily* is offline. 
BerichtGeplaatst: Vr Jan 21, 2005 18:03 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 20: een droom die uitkomt.

Ze gingen dus naar de slaapzaal na middernacht. Daan, Simon en Marcel sliepen al. Ron wreef al in zijn ogen. “Hoe lang kan dat duren?” fluisterde hij.
“Dat weet ik niet.” Zei Harry. “Vorige keer schoot ik toevallig wakker.” Legde hij hem uit. “En wat als die geest vandaag geen zin heeft om langs te komen?” vroeg hij iets of wat ironisch. “Wel, dan hebben we pech en slapen we morgen gewoon iets langer uit.” Zei Harry. “Het is toch weekend.” Harry hoorde hem nog wat grommen en kort daarna hoorde hij ook al gesnurk dat van Ron kwam. Hij draaide eens met zijn ogen maar gaf zelf de moed niet op. Hij moest en zou die geest of wat het dan ook was weer zien. Hij keek ongeduldig op zijn klok en voelde dat zijn ogen al begonnen te prikken. Het was 2uur, wanneer zou er eindelijk een teken van beweging zijn? Hij had het toch echt niet gedroomd? Dacht hij terwijl hij zichzelf met de minuut stommer voelde. Hij legde zijn bril neer en legde zich op zijn rug in bed. Hij keek naar het plafond terwijl hij de lichtjes die hij erop zag telde. Op de een of andere manier werkte dat nog slaapverwekkender want hij voelde dat zijn ogen heel zwaar werden. Voor hij het wist dommelde hij in.
Hij was op een open weide met een grote rivier met helder blauw water en verblindend groen gras. Er was geen wolkje aan de lucht en het leek zomer want de bomen waren groen en de bloemen stonden rechtop, felgekleurd. Hij zocht naar Ron en Hermelien. De examens waren vast gedaan en hij zou wel in Zweinsveld zijn, om hun diploma te vieren. Hij zocht, maar tevergeefs. Hij scheen alleen te zijn op de weide. Er was niemand totdat hij ineens een vertrouwde heldere stem hoorde. “Harry?” Harry keek om en zag; hij kon zijn eigen ogen niet geloven! Macey! “Macey, waar was je al die tijd?” vroeg hij haar. Hij was zo blij om haar te zien dat hij niet eens op een antwoord wachtte. Hij deed een hand door haar gezicht, maar Macey nam dat hand weg en zei tegen hem. “Harry, het is tijd dat je wakker wordt, ik ben er.” En ze keek hem doordringend aan.
Op dat moment voelde Harry een frisse bries door zijn haren gaan waardoor hij meteen klaarwakker was. Hij had zijn ogen nog halfgesloten en vond het vreselijk dat zijn droom voorbij was. Hij wou net opstaan om het raam dicht te doen, omdat hij dacht dat daarvan die bries kwam, maar hij werd terug zijn bed in getrokken. Hij keek geschrokken op en hij zag Macey weer, maar dit keer wist hij het zeker, want haar gezicht was zichtbaar. Ze zweefde boven zijn bed. Ze had dezelfde lange haren, dezelfde ogen, dezelfde lach als toen ze nog leefde. Hij vroeg haar verbaasd; “Macey?” ze bleef zwijgen en Harry bekeek haar eens beter. Ze had niet de kleren aan gelijk op de dag dat ze stierf, ze had een wijd kleed aan dat net een nachtjapon leek, maar dan veel mooier. Het was van een soort zijde gemaakt en haar mouwen waren zo breed dat het wel vleugels leken. “Macey,” fluisterde Harry nogmaals en hij was zo blij haar te zien dat hij vergat Ron wakker te maken. “Macey, ben jij het echt?” alweer lachte ze.
“Ja, Harry, ik ben het.” Zei de geest.
“Maar, hoe kan dat, ik droomde net-“
“Ik weet dat je een droom over mij had Harry.” Fluisterde Macey’s geest. “Maar kom met me mee naar een andere plek waar we rustig kunnen praten.” Zei ze. Harry knikte en wilde haar hand nemen, maar daar greep hij door. Hij vergat dat je een geest niet kon vasthouden. Macey vloog hem voor en ze stopte in de leerlingenkamer. “Oke” zei ze uiteindelijk. “Je moet me vertrouwen, Harry, anders kan ik je niet mijn normale vorm laten zien.” Zei ze en Harry keek haar verbaast aan. Hij wist niet goed wat ze bedoelde maar knikte vastberaden. “Natuurlijk vertrouw ik je.” Zei hij en Macey ging glimlachend naar hem toe. Hij wist niet hoe ze het deed, maar op de een of andere manier nam zij hem vast. Het voelde net alsof hij door een mistig straatje liep. Hij voelde zichzelf tollen en zag de kamer wegdraaien. Hij sloot zijn ogen en toen hij stopte met draaien stond hij buiten Zweinstein, bij het meer. Tot zijn onaangename verbazing stond hij er alleen. “Nee!” riep hij uit en keek paniekerig rond zich. Hij was bij haar, waar was ze nu? Hij wist niet meer wat te denken, werd hij echt gek? Maar tot zijn grote opluchting zag hij toen iemand naar hem toelopen.”Macey!” riep Harry en het was inderdaad Macey, maar een heel andere Macey dan hij daarjuist zag. Zij was weer zoals ze hem kende, geen schim meer die voorbij vloog, maar een meisje van vlees en bloed die uit het meer naar hem kwam toegerend. Ze had wel nog dezelfde nachtjapon aan, maar die stond haar nog mooier dan als geest. Ze vloog hem in de armen en Harry voelde dat er warme tranen uit haar ogen stroomde. “Macey, je bent toch echt hier? Ik droom toch niet he?” vroeg Harry haar en Macey antwoorde; “Ja, Harry, ik ben er.” En er kwam een glimlach op haar mooie gezicht. Harry had zoveel vragen, maar die moeste maar even wachtte. Hij genoot van het moment dat hij haar in zijn armen sloot en wenste dat ze nooit meer weg zou zijn van hem.

Hoofdstuk 21: blijf hier.

Ze bleven daar wel 5 minuten staan en Harry voelde niet eens dat het koud was buiten. Het was Macey die losliet. “Macey, hoe kom je hier? Ben je dan toch niet dood?” vroeg hij hoopvol. Macey keek hem verdrietig aan. “Jawel Harry, ik ben wel dood, maar vanavond niet. Ik heb een kans gekregen.” Harry begreep het niet goed.
“Wat voor kans?” vroeg hij. “Daarjuist was je nog een geest en nu ben je toch weer gewoon jezelf, hoe kan dat?” hij hield haar handen stevig vast, al was hij bang dat ze weer uit zijn leven zou verdwijnen. “Het is nogal ingewikkeld.” Zei Macey terwijl ze hem liefkozend aankeek. “Je moet me in een keer laten doorvertellen, want we hebben niet veel tijd.” Harry knikte en probeerde zichzelf de mond te snoeren voor de duizende vragen die hij wilde stellen. “Ik ben eigenlijk een soort van geest, alleen zie ik er niet zo uit. Ik heb tussen het leven en de poort van de dode zielen gezeten en ik moest toen mijn keuze maken, want magische mensen kunnen als geest terugkeren als ze bang zijn voor de dood. Ik was niet bang voor de dood, Harry, maar mijn hart koos ervoor om bij jou te zijn. Meer kan ik niet zeggen eigenlijk, alleen dat ik bij je ben vanavond, om afscheid van je te kunnen nemen, omdat ik mijn laatste dagen van mijn leven niet had kunnen genieten van het leven dat ik had. Door die coma, weet je.” Harry keek naar haar als verslagen.
“Macey, ik wil niet dat je nog eens gaat, je bent nu hier, blijf hier, alsjeblieft.” Smeekte hij bijna. “Ik mis je zo erg en Lara enzo ook.” Macey keek hem vol medeleven aan.
“Harry, dit is al een uitzonderlijke kans, laten we ervan genieten.” Zei ze alleen maar. Harry wist niet wat hij ervan moest denken, maar hij besloot zich er maar bij neer te leggen. Hij nam Macey bij haar hand en ze wandelde langs het meer. “En hoe gaat alles op school?” vroeg ze ineens. Harry vond dat zo een rare vraag, ze wou dat nog weten, het werd hem gewoon te vreemd. Het zou normaal een heel normale vraag zijn, maar Macey was dood en toch kon hij hand in hand met haar wandelen en praten over school. “Nou, gewoon.” Zei Harry maar. “Iedereen mist je.” Zei hij. Macey keek hem aan; “Het spijt me Harry dat je dit ook weer moet meemaken.” Zei ze verdrietig.
“Zeg niet dat het je spijt!” zei Harry vol emoties, “Je koos er toch niet voor om te sterven!” Macey keek hem benauwd aan, ze wist over welk onderwerp Harry zou beginnen. “Macey, hoe is het daar eigenlijk? Ik bedoel die plek waar je dadelijk weer naartoe gaat?”
“Harry, je weet dat ik daarover niks kan zeggen.” Zei Macey en ze legde een bezorgde hand op zijn schouder. “Maar je mag weten dat het er fantastisch is.” zei ze en Harry voelde zich op een emotionele achtbaan zitten. “Dan ben ik heel blij voor je.” Zei hij gemeend. “Macey, ik wil je eigenlijk nog wat vragen.” Zei Harry die zijn nieuwsgierigheid niet meer kon bedwingen. “Wat doodde je? Wat was de oorzaak van je dood?” Macey zuchtte en Harry dacht dat ze dat ook niet zou mogen zeggen, maar tot zijn verbazing gaf ze een echt antwoord. “Ik zag die avond na het Kerstbal Voldemort in je ogen Harry,”
“Dat wist ik al.” Zei Harry “Dat had Perkamentus me al verteld. Het spijt me Macey, dat ik de reden was van je dood, ik voel me enorm schuldig, ik wou dat we konden ruilen. Dat jij hier bleef op Zweinstein en dat ik stierf in jou plaats.” Zei hij gemeend. Macey keek streng naar hem.
“Harry, dat ik dood ben is absoluut niet jouw fout!” zei ze verwoed. “Ik keek zelf in je ogen, ik wilde zien of ik een toekomst met je had, ik was er zo benieuwd naar. Ik zag jou en mij inderdaad samen in je ogen, maar toen werden er rode ogen zichtbaar en toen zag ik jou vechten met Voldemort. Harry, in dit leven moet je keuzes maken, de mijne is om te sterven nu mijn tijd al is gekomen. Je moet een keuze maken of je met Voldemort gaat vechten of niet. Het zal het lot van alle levende op aarde beslissen, jouw keuze Harry. Dus het lijkt me niet een goed idee dat je jouw leven voor het mijne zou geven.” Zei ze met een lichte glimlach. Harry was onthust door die woorden. Hij wist niet goed wat te zeggen. Hij keek naar de sterrenhemel en zag dat die nog maar amper zichtbaar was. Het werd ochtend. Macey zag dit ook. “Ik moet gaan.” Zei ze tegen hem. “Ik moet voordat de zon volledig is opgekomen weggaan.” Zei ze en ze keek naar hem. “En dan mag ik nooit meer terug komen.” Zei ze er nog bij. Harry nam haar handen vast en wilde niet dat het zou gebeuren. “Macey, wat moet ik zonder jou beginnen?” zei hij met een onnatuurlijke stem. Macey ging op de toppen van haar tenen staan en omhelsde hem. “Ik ben altijd bij je.” Fluisterde ze in zijn oor. “Vertrouw daar maar op.” Harry voelde de eerste zonnestralen al op zijn huid. “Ik moet gaan,” zei Macey, maar Harry liet haar hand niet los. “Macey, ik- ik hou van je.” Zei hij en het voelde goed dat tegen haar te zeggen al werd hij wel lichtjes rood. Het was de eerste keer dat hij dat oprecht tegen een meisje had gezegd, of tegen wie dan ook. Hij had nog nooit in zijn leven tegen een persoon kunnen zeggen dat hij van hen hield. Macey glimlachte en had glanzende ogen; “Ik hou ook van jou, Harry.” Zei ze en ze gaf hem een kus. Voor de zoveelste keer die avond wilde Harry niet dat hij voorbij zou gaan. Hij hield haar stevig vast, maar het was net alsof ze minder voelbaar werd. Harry keek naar haar en zag dat ze bleker werd. “Ik moet gaan.” Zei ze. “Sophie wacht op mij.” Zei ze gelukkig en Harry wist dat ze daarmee haar zusje bedoelde. “Harry, als je mijn ouders ziet, wil je dan tegen hem zeggen dat het prima met me is en ook met Sophie en dat we heel veel van hen houden?” Harry kreeg een krop. “Ja, dat beloof ik.” Zei hij. Hij voelde weer een soort windvlaag over zich heen gaan. “Macey, zijn mijn ouders ook daar? En Sirius?” vroeg hij en hij kon haar nog net zien glimlachen. “Ja Harry, ik heb ze ontmoet, het zijn heel aardige mensen.” Hoorde hij haar nog nagalmen. Haar gezicht vervaagde volledig. “Dag Harry,” zei ze en ze was weg. Harry zag nog een soort van lichte damp naar boven gaan in de richting van het zonlicht. Harry liet zich voor de grond vallen. “Ze is weg.” Zei hij fluisterend en hij blijf kijken naar de vroege ochtendhemel waar Macey juist door was verdwenen.




Profiel bekijkenStuur privébericht
Berichten van afgelopen:      


 Ga naar:   


Sla dit onderwerp op als textbestand

Volgende onderwerp
Vorige onderwerp
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum
Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum
Je mag niet stemmen in polls in dit subforum



Powered by phpBB © 2001/3 phpBB Group :: FI Theme :: Tijden zijn in GMT + 1 uur :: Disclaimer