Poll :: Beoordeling |
Perfect |
|
75% |
[ 3 ] |
Goed |
|
25% |
[ 1 ] |
Matig |
|
0% |
[ 0 ] |
Anders ---> PM |
|
0% |
[ 0 ] |
|
Totaal aantal stemmen : 4 |
|
Auteur |
Bericht |
Horcrux
1e jaars


Verdiend:
45 Sikkels
|
Geplaatst:
Ma Aug 08, 2005 10:20 |
 |
Allereerst, laat ik mij zelf een voorstellen aan jullie, op het forum heet ik Horcrux, ik heb deze nick gekozen omdat mijn nickname waaronder ik leef op internet al in gebruik was door jullie Moderator...SeverusSnape.
Ik ben begonnen met het schrijven van FanFictions na het verschijnen van boek 4, dit begon nog redelijk klein en on samenhangend. Maar heb ik de loop der tijd mijn schrijf stijl dramatisch veranderd. Zo ook de verhalen die ik schreef. Ik wil jullie daarom veel plezier wensen met deze nieuwe fan fiction die ik hier ga posten voor jullie
©Horcrux
Het verhaal wat ik heb geschreven is duisterder dan ooit, ik heb getracht geen OOC MS GS te gebruiken, sommige dingen lijken op HBP dus ik raad aan dat je dit leest als je het deel al hebt gelezen. Sommige dingen zijn aangepast zoals ik het wou, niet zoals JK het heeft geschreven. |
|
|
  |
 |
Horcrux
1e jaars


Verdiend:
45 Sikkels
|
Geplaatst:
Ma Aug 08, 2005 10:20 |
 |
Hoofdstuk 1: Een verschrikkelijke droom
Een sombere dag kwam ten einde, en niet ver buiten Londen, zat een eenzaam gestalte alleen in de woonkamer. Zijn vrouw lag al uren in bed, en hijzelf kon de slaap maar niet vatten.
Het leek zoveel weken geleden, maar in werkelijkheid was het een aantal uur, een aantal uur geleden was er om een mysterieuze reden een trein ontspoort met schoolkinderen, ouders en huisdieren. Er waren geen overlevende, maar hoe kon hij nu aan slapen denken. Nu er zovele gezinnen waren verscheurd van verdriet. Zo velen hadden hun dierbaren verloren, maar hoe kon het dat hij zich verantwoordelijk voelde.
Om de een of andere reden staarde hij naar het portret van zijn Grootvader, zijn grootvader was in zijn leven ook directeur van de spoorwegen geweest, en nooit in zijn tijd was er zo een grootschalig ongeluk geweest.
Hij staarde naar het portret, maar iets viel hem op. hij keek niet naar zijn grootvader. Maar naar een geheel ander persoon. Een jonger uitziend iemand, met grote donkere wallen onder zijn ogen, zijn ogen waren bloeddoorlopen van vermoeidheid en zijn linde groene bolhoed was gaan rafelen aan de kanten.
Verbaasd dat hij was stond de man op en liep naar het portret, dit was zeker een grap van zijn vrouw geweest. Zijn vrouw ergerde zich al jaren aan het afzichtelijke schilderij van zijn grootvader, ze vond het vloeken bij de rest van de inrichting. Waarschijnlijk had zij het verwisseld, Ja dat moest wel, dacht de man.
Hij pakte het schilderij vast en wilde het van de muur af halen, het enige was dat hij het er niet af kreeg. Om de een of andere reden leek het geheel wel vast te zijn geplakt. Vast een slechte grap dacht hij, totdat het portret begon te praten.
‘Daniël’, zei het schilderij.
De man raakte lichtjes in paniek, niemand had hem bij zijn echte naam genoemd voor jaren, zelfs zijn vrouw niet.
‘Daniël, de minister van Toverkunst wacht op je’
Hij moest wel hallicineren, hij hoorde het woord ‘minister’ en ‘toverkunst’ er was geen departement van toverkunst waar hij werkte.
Opeens hoorde hij een luide ‘knal’ en versteef. ‘Inbrekers!, in mijn huis?’ De man stapte voorbij het portret en keek om de hoek, hij zag een gedaante op zich afkomen. Een langere gedaante, iets wat krom lopend. Zijn ogen leken wel lichtgevend.
‘Kom niet dichterbij’, riep de man luid voor zich uit, de angst was duidelijk in zijn stem te horen: ‘Kom niet dichterbij, of ik bel de politie’
De vreemdeling stopte even, mompelde wat en liep door
‘Ik zei kom niet dichterbij, ik ben gewapend’
‘Dat is niet nodig’, zei de vreemdeling ‘Ik ben Rufus Scrimgeour, ik ben de Minster van Toverkunst’
‘Er bestaat niets zoals een Ministerie van Toverkunst, laat staan een Minster’, riep de man, al was hij er niet echt overtuigd van zichzelf.
‘Dat bestaat wel degelijk, hoe kun je anders verklaren dat er een groot treinongeluk gebeurd, geen overlevende zijn. En er geen enkele aanleiding kan zijn voor een ongeluk’
De man keek even om zich heen, hij had zich wel degelijk gerealiseerd dat het vreemd was, het ongeluk gebeurde op een verlaten traject, de treinen die er reden waren de veiligste van het hele land.
‘Dit is het werk van een duistere tovenaar, wij noemen hem He Who Must Not Be Named’ zei de minister op een rustige, maar duidelijke toon. Alsof hij het tegen iemand uitlegde dat een plus een geen vier is.
‘En ik moet zeggen, dat dit niet alleen het enige vreemde dat er gebeurd. Een man die zijn gezin helemaal afslacht, en daarna de hand aan zich zelf legt kom je niet vaak voor. Zelfs niet in onze wereld’.
‘Allemaal onzin’ riep de man, Al vond hij dat de vreemdeling toch een goed punt had.
‘Met een tovenaar, bedoelt u dan een oud iemand die zijn leven heeft geleefd afgezonderd en studerend uit boeken?’
‘Nee, maar ik ben niet gekomen je uit te leggen wat een tovenaar is, maar dat je je zelf niets moet verwijten, je kan er niks aan doen. Ik houd je op de hoogte. Tot ziens’
Met een luide knal was de vreemdeling weer verdwenen.
Plots schrok de man wakker, hij had gedroomd dat hij bezoek had gekregen van een tovenaar. Iets wat natuurlijk heel vergezocht zou zijn. Wie zou dat nou geloven? |
|
|
  |
 |
Horcrux
1e jaars


Verdiend:
45 Sikkels
|
Geplaatst:
Ma Aug 08, 2005 10:21 |
 |
Hoofdstuk 2: Het bezoekje
De zomervakantie was bijna ten einde, en zoals elke jaar verlangde Harry Potter erna om weer naar school te gaan. Zijn oom en tante hadden hem opgesloten in zijn kamer en brachten hem zijn eten en drinken. Na wat er vorige maand was gebeurd wilde de Duffelingen niets meer met hun neefje te maken hebben.
Harry zat verduft voor zich uit te kijken, in zijn ene hand zijn ganzenveer, in de andere hand een ochtendprofeet. Hij was zojuist bezig geweest met een brief te schrijven naar Ron en Hermelien, totdat zijn aandacht werd gewekt door een artikel in de ochtendprofeet.
Citaat: |
Mysterieuze verdwijning van schoolhoofd
Door onze speciale reporter
Na de gebeurtenissen van afgelopen maand, waarin bekend werd dat een zekere duistere tovenaar was opgestaan uit de dood, zijn er vele verdwijningen geweest. Onze reporter kwam erachter dat er nog een belangrijke persoon is verdwenen. Igor Karkaroff is na bezoek aan Zweinstein nooit meer gezien, men houdt er rekening mee dat deze persoon verantwoordelijk kan worden gehouden voor de dood en verdwijning van verschillende dreuzels en tovenaars.
|
Harry keek op, dit was te verwachten. Karkaroff was gevlucht nadat hij het duistere teken op zijn arm duidelijker had kunnen zien. Hij had teveel van Voldemorts volgelingen verraden. Harry verwachte dat hij daarom allang al was vermoord.
Harry vouwde de [i]ochtendprofeet[/] op en smeet hem in een hoek, bij alle andere. Dezer dagen stonden de kranten vol van dood en verderf. Zowel de kranten van de Dreuzels als van de Tovenaars. Overal waren verdwijningen, mysterieuze moorden of zelfs vernietigingen van hele dorpen.
Harry pakte zijn brief aan Ron en Hermelien op, en begon verder te schrijven. Ineens kreeg hij een roekeloos gevoel, hij was het zat om de hele dag op zijn kamer te zitten. Maar hij kon moeilijk de deur wegblazen, zoals hij al vaker had willen doen. Dan zou hij serieus in problemen komen, en dat was het laatste wat hij wilde. Harry liep naar de deur, en trok hoopvol aan de
deurklink, niets wat hij dacht had kunnen verklaren waarom hij dat deed, maar ineens sprong de deur open. Als of door magie.
Harry liep sluipend naar beneden, sloeg de laatste trede over en liep zachtjes naar de woonkamer
‘..Gezin in Westport mysterieus om te leven gekomen, niemand weet wat de doodsoorzaak is...politie weigert meer details te geven over de identiteit van de slachtoffers...’ klonk het uit de radio
‘Als je het mij vraagt’ zei Oom Herman‘Is dit gewoon een afrekening, heel simpel, laat ze elkaar maar uitmoorden’
Ondertussen luisterde Harry stiekem mee, er was dus alweer een moord gepleegd. Vorige week waren er drie medewerkers van het ministerie vermoord, en daarvoor waren er twee kobolden vermist geraakt.
‘Je kunt veel zeggen’ Zei Oom Herman tegen zijn vrouw, met een flair van zekerheid ‘Maar niemand gaat zomaar dood, zijn vast weer van die verslaafde’
Harry luisterde nog steeds aandachtig, zo aandachtig dat hij bijna vergat dat hij onzichtbaar moest blijven voor de andere
‘In Newcastle zijn is het lichaam van een nog onbekende man gevonden, de politie gaat uit van een misdrijf, het is een man van middelbare leeftijd, grijs haar en een sikje Rond de kin. Mogelijk van oost-europese afkomst. Indien u het slachtoffer kent dient u con..’
Harry versteef, het signalement leek op dat van Karkaroff. Hij was voor ruim een jaar uit handen weten te blijven van de dooddoeners, iets wat zeer opmerkelijk was. Waarschijnlijk was hij vermoord door Voldemort, of door een van zijn dooddoeners.
Zo stil mogelijk sloop Harry naar zijn kamer, maar nog voordat hij boven was ging de bel.
‘Herman’ Klonk het uit de woonkamer ‘De bel, ga jij even?’
Zware voetstappen klonken, niet wat later ging de deur piepend open
‘Goedenavond, beste heer’ klonk het van buiten af ‘Ik kom voor uw neefje Harry, hij is vast boven op zijn kamer’
‘Ja’ zei Oom Herman‘Hij is op zijn kamer, JIJ JONGEN, HIER KOMEN’
Harry probeerde onschuldig te kijken, totdat hij in de deur opening een bekend iemand zag, met een lange witte baard, wit haar.
‘Perkamentus!’ riep Harry enthousiast, Harry rende naar beneden, maar kreeg ineens een raar gevoel in zijn maag. Eindelijk kwamen ze hem halen, eindelijk werd hij verlost van dit akelige huis, het huis wat hij zo haatte
‘Beste Meneer Duffeling’ zei Perkamentus zacht ‘Mag ik zo vrij zijn uw huis te betreden, ik wil namelijk nog wat uitleggen’
Harry zag Oom Herman twijfelen, hij kon de deur wel dichtsmijten, maar waarschijnlijk werd hij dan in een grote brulkikker veranderd. Of hij kon de vreemdeling binnen laten en luisteren wat hij te zeggen had. Al vond hij de eerste optie beter klinken, hij nodigde de man toch uit naar binnen en leidde hem naar de woonkamer |
|
|
  |
 |
Horcrux
1e jaars


Verdiend:
45 Sikkels
|
Geplaatst:
Ma Aug 08, 2005 10:21 |
 |
Hoofdstuk 3: Bloedverraders
‘Wacht!!’
Er klonk een jachtige stem, ‘Wacht op mij’
‘Nee, ik heb lang genoeg gewacht!, ik moet hèm spreken’
‘Als je dat doet verraad je ons, je weet wat hij is. Hij is een bloedverrader’
‘Niet waar, hij is een krachtig tovenaar, en een volbloed. Wat wil je nog meer’
‘Hij is niet te vertrouwen, hij mag dan wel zo betrouwbaar lijken, maar hij is het niet!’
De straat waar de twee figuren liepen had een donker karakter, huizen waren geheel vervormd en overal waren wel ruiten gebroken. Aan het eind van de straat lag een klein huisje. Een huisje waar licht brandde.
‘Je gaat me toch niet zeggen dat je echt naar binnen wilt, hij is een bloedverrader. Eentje die zijn eigen familie heeft vermoord. Hij werkt al jaren samen met Perkamentus.’ zei een tweede stem
Uiteindelijk kwamen de twee figuren bij de duur van het huis terrecht, ze over een met doornen bezaaid pad en kwamen uiteindelijk bij een vervallen deur, waarvan de verf afblakerde terrecht
De voorste klopte krachtig op de deur, die niet wat later open ging. Er stond een gemaskerd iemand voor hun
‘Kom binnen’ Riep een stem, vervuld van oudheid en haat ‘Kom binnen, wat is er zo belangrijk dat mij midden in de nacht wilt wekken’
‘Waarom doe je eerst niet je kap af bloedverrader’ snauwde een tweede vrouw
De man pakte de kap met beide handen vast en trok hem van zijn gezicht af, voor hun stond niemand minder dan Severus Sneep
‘JIJ’ gilde een tweede, jij bloedverrader hoe kan de heer van het duister jou vertrouwen’
‘Aha, Bellatrix, aan je beleefdheid te horen ben jij het’
De vrouw die had geklopt deed haar kap af
‘Narcissa, ik had je niet gezien. Leuk je te zien, wat brengt jou hier?’
Snikkend viel Narcissa op de gRond, na een paar seconden besefte ze wat er was gebeurd en stond op
‘Lucius is in de gevangenis, en nu wilt De heer van het Duister Draco gebruiken om zijn plan te volgen, help me hem op andere gedachten te brengen’
‘Ik breng niemand op andere gedachten, Lucius heeft gefaald, en ik ga niet voor hem opdraaien, hij moet van genade spreken dat hij nog leeft, Draco moet de taak afmaken, hij heeft toegestemd’ zei Severus Sneep streng
‘Hij is pas zestien, hij kan niet weten wat het is, hij denkt dat het een spel is. Breng hem op andere gedachten!’
Severus Sneep ging zitten, pakte een glas water en sloeg het in een teug naar achter.
‘Nee, ik blijf er bij. Ik blijf bij wat de Heer mij zegt, dat is de wet. Ben je het er niet mee eens, dan vermoord ik jullie allebei’
Bellatrix stond op met getrokken toverstok.
Narcissa stond op, maar zakte gelijk weer in, hevig snikkend stond ze weer op, de tranen over haar ingevallen wangen lopend.
‘Help me dan toch, ik verlies mijn zoon en mijn man. help me toch!’ Nu was duidelijk het verdriet in haar stem te horen. |
|
|
  |
 |
Horcrux
1e jaars


Verdiend:
45 Sikkels
|
Geplaatst:
Ma Aug 08, 2005 10:21 |
 |
Sneep keek even in het rond en bedacht zich voor een paar minuten.
‘Ik kan je wel helpen, maar daarvoor moeten we een bloedband sluiten. Ben je bereid die af te sluiten?’
Geschokt en getreurd dat Narcissa was keek ze Sneep aan.
‘Ja’ zei Narcissa, ‘Ik wil’
Sneep pakte zijn toverstok, slikte een keer moeilijk en begon de incantatie uit te spreken
‘Wil jij, Narcissa, mij tot de beschermheer van Draco benoemen?’
Narcissa hoefde haast niet te denken, haar antwoord was meteen duidelijk
Er vloeide een rode draad uit de staf van Sneep , het zweet druppelde van zijn gezicht af. Het was nu of nooit. Hij moest het nog twee keer doen, daarna konden ze het huis verlaten
‘Hierbij bescherm ik Draco, met al mijn macht’
Er vloeide een tweede rode draad uit zijn toverstaf, die zich vrijwel meteen wikkelde om zowel Narcissa haar arm, als die om Sneep zijn arm
‘Mocht ik falen, dan zou ik worden gedood’
Even was het stil, de woorden van Sneep drongen nog niet goed door bij Narcissa en Bellatrix, een derde rode draad vloeide om de armen van Narcissa en Sneep .
De spreuk werd voltooit met een felle lichtflits. En zowel Bellatrix als Narcissa, als Sneep leken haast wel verblind.
Narcissa en Bellatrix deden uiteindelijk hun kap weer op en verlieten het pand. |
|
|
  |
 |
Horcrux
1e jaars


Verdiend:
45 Sikkels
|
Geplaatst:
Ma Aug 08, 2005 10:22 |
 |
Hoofdstuk 4: De erfgenaam
De sfeer bij de familie Duffeling was er niet beterder op geworden, er was zojuist een wildvreemde bij hun naar binnen gelopen. En nu vroeg die wildvreemde of hij ook nog hun neefje Harry mocht spreken.
Oom Herman, die toch al redelijk nerveus was voor wat ging komen, settelde zich op de sofa samen met zijn vrouw Petunia en hun moddervette zoontje Dirk.
‘Mijn naam is Albus Perkamentus’ sprak de vreemdeling plotseling, Oom Herman, die duidelijk nerveus was had graag als antwoord gegeven ‘Nou en?’ Maar het leek hem wijzer om zijn mond maar te houden.
Harry keek verbaasd naar Perkamentus, zijn verschijning was al anders dan je zo zou verwachten. Maar het feit dat hij het had geriskeerd om hier te komen was al een tweede. Volgens de radio verdwenen er steeds meer mensen, sommige mensen deden zelfs dingen die ze nog nooit hadden gedaan, of zouden doen als ze hun gezonde verstand zouden hebben.
‘Professor -eh - waarom ben u -eh - hier gekomen als ik vragen mag?’ Harry vermijde oogcontact met zijn schoolhoofd, omdat hij maar al te goed wist dat hij anders zou worden doorgelicht. ‘Ik bedoel, u heeft veel risico moeten lopen, er lopen veel dooddoeners Rond.’
Op dat punt keek Harry kort in de ogen van zijn schoolhoofd.
‘Een goede vraag Harry, je denkt zeker dat ik ook een van hun ben’ een twinkeling in de ogen van Professor Perkamentus liet duidelijk zien dat hij deze vraag had verwacht ‘Vraag mij maar wat mijn favoriete snoepgoed is’
‘WAT KAN IEMAND DAT NOU SCHELEN’ Oom Herman zijn geduld werd al op de proef gesteld, hij moest luisteren naar een oude gek die een hoop onzin verkondigde, ‘WAAROM IS DAT NOU WEER’ Als je Harry wilt meenemen, ga je gang. Wij zullen hem niet missen, sterker nog. Ga maar jongen’
Harry en Perkamentus keken even opzij, om te zien wie hun gesprek zo onbeschoft had verstoord.
‘Nou, wat is uw favoriete snoepgoed’ vroeg Harry enigszins vertwijfeld
‘Citroen Bonbon’
Harry vertrouwde het meteen, niemand kon anders weten waar Perkamentus gek van was.
‘Maar waar ik voor kom Harry, ik kom je halen bij de dreuzels, je hoeft hier niet meer terug te komen tot het einde van dit schooljaar, je moet hier nog een keer terug komen om de bezwering die over je is uit gesproken te versterken. Maar nu neem ik je mee, we hebben nog veel te doen.
Perkamentus stond op en liep naar de gang, ‘Ik zou het bijna vergeten, je kan nog niet verschijnselen natuurlijk.’
‘Nee klopt, en een via..’
‘Nee, er zijn meerdere manieren om te verschijnselen buiten een viavia, je kan met twee personen tegelijk verschijnselen. Zolang je maar goed concentreert op de bestemming. Nu moeten we echt gaan, er is weinig tijd’
Perkamentus en Harry liepen naar buiten, als er nu een bewoner naar buiten had gekeken had die waarschijnlijk gedacht dat er was ingebroken bij de Duffelingen en dat de twee inbrekers wilde ontsnappen.
Perkamentus pakte Harry zijn arm ‘Denk aan het Grimboudsplein, ik wil je dat eerst laten zien’
Harry concentreerde zich op het Grimboudsplein, althans aan het huis wat er stond. Sirius had het |
|
|
  |
 |
Horcrux
1e jaars


Verdiend:
45 Sikkels
|
Geplaatst:
Ma Aug 08, 2005 10:22 |
 |
huis van zijn vader ge-orven toen hij de enige Zwarts was die er nog leefde. Maar nu hij was gestorven hield dit toch niet in dat..’
Met een luide knal verdwenen Harry en Perkamentus, Harry had het gevoel alsof er duizenden kleine handjes hem optilden en niet bepaald zacht neer zette op hun bestemming.
‘Harry, luister’ sprak Perkamentus ‘Sirius heeft dit huis aan jou nagelaten, inclusief alle bezittingen en een huiself genaamd Knijster, alleen weet ik nog niet zeker of hij wel naar jou luistert, en of het huis helemaal van jou is.
Harry en Perkamentus liepen naar het huis toe, maakte de deur open en stapte naar binnen. Het rook er verdacht veel naar tabak en verschaalde drank.
‘Wat is hier gebeurd’ Harry keek met een verbaasde blik naar Perkamentus ‘Het lijkt hier wel oorlog te zijn geweest’
Harry en Perkamentus kwamen in de woonkamer terecht, ‘Wat een bende, wat is hier gebeurd’
Opeens zwaaide de deur achter hun dicht. Een kille windvlaag was duidelijk te voelen, Harry zijn nekharen stonden recht overeind
‘Ik wist het wel, Potter zou er wel in trappen. Er is niemand om je te redden’
Harry draaide zijn nek om, achter hem stond geen Albus Perkamentus, maar Lucius Malfidus, samen met Antonin Dolochov en nog twee dooddoeners van wie Harry geen gezicht kon zien.
‘Waar is....’ Maar nog voordat Harry zijn zin kon afmaken stapte er een vijfde dooddoener op hem af ‘Hoe vond je me imitatie van Perkamentus? Vast leuk hè, ja die ouwe gek heeft zijn beste tijd gehad. Of moet ik zeggen, had zijn beste tijd gehad’
Harry herkende de stem meteen, dit was de stem van niemand minder dan Severus Sneep .
‘JIJ!!’ snauwde Harry, ‘Ik vertrouwde je, je zat bij de order’
Harry keek in een kort moment in de zwarte ogen van Sneep , ‘Ik zal je!’
Maar op dat moment schoot er iets anders door Harry's zijn gedachten, eentje die niet van hem kon zijn.
‘Blijf rustig’
Plots hoorde Harry achter hem iemand zijn toverstok op hem richten ‘Avada...’
‘NEE!’ schreeuwde een tweede stem, ‘hij is voor de Heer, hij weet de profetie. De Heer van het Duister is uitzonderlijk goed bedreven in occlumentie, hij komt het heus wel te weten’
‘Het maakt me niet uit, Voldemort komt er toch nooit achter!.’
‘Hoe durf je!’ de stem van Bellatrix van Detta galmde door de woonkamer, ‘Je spreekt de naam van de heer uit met je smerige modderbloed tong’
Bellatrix trok haar toverstok
‘Ik zal je wat manieren bij brengen...crucio!’
Een pijn zoals Harry maar een keer had gevoeld ging door zijn lichaam, alleen werd de pijn niet erger, sterker nog. De pijn leek wel te verdwijnen
‘Je bent hier helemaal alleen, en er is niemand van de orde die je kan helpen.’ zei Bellatrix
Maar op dat moment schoten er vier rode lichtstralen door de deur heen, twee raakte de dooddoeners recht in het hart. een derde raakte Lucius Malfidus in zijn gezicht, en een vierde raakte de onbekende dooddoener en Sneep ’
Door de deur zag Harry ineens drie gestaltes.
‘Professor Lupos. Romeo! en..Perkamentus!’ gelukkig’ Ik ben aangevallen door dooddoeners, help me!’
Lupos trok Harry weg en duwde hem naar Perkamentus
‘We moeten vlug zijn, ze kunnen elk moment ontwaken’ Perkamentus Lupos en Wolkenveld keken richting de dooddoeners. Inderdaad, de dooddoener die Harry herkende als Bellatrix van Detta vertoonde tekenen van leven. ‘Vlug’, riep Romeo Wolkenveld. ‘Harry kan toch wel |
|
|
  |
 |
Horcrux
1e jaars


Verdiend:
45 Sikkels
|
Geplaatst:
Ma Aug 08, 2005 10:22 |
 |
verschijnselen, of zorg jij daar voor Albus?’
Remus en Romeo verdwijnselde wederom en lieten Harry en Perkamentus achter in de groezelige voortuin van Grimboudsplein nummer twaalf.
Hoofdstuk 5: Jonathan Strange
‘Harry, grijp me arm...Nee niet zo strak...we moeten opschieten, ik hoor stemmen’ Harry pakte Perkamentus vast bij zijn arm en zag nog net twee dooddoeners naar buiten rennen, op het zelfde moment dat hij en Perkamentus verdwijnselde zag hij nog net een spreuk op hen afvuren.
Dit maal waren Harry en Perkamentus terecht gekomen bij een groot landhuis, een landhuis waarvan de dakpannen grotendeels waren afgewaaid en de tuin niet wat onderhouden. Het pad wat leidde naar het huis was overgroeid met klimop en iets wat duidelijk leek op Duivelsstrik, een uiterst gewelddadige en gevaarlijke plant, die alles en iedereen in zijn weg zou wurgen.
‘We zijn er Harry, dit is het huis van een oude bekende van mij’ zei Perkamentus nogal opgelaten ‘Hopelijk herkent hij me nog, hij is ongeveer even oud als mij. En een zeer goed occlumens, maak je gedachten alvast leeg, ik moet je wel waarschuwen. Hij is een beetje verwaand en licht geïrriteerd. Dus probeer hem niet te onderbreken.’
Harry had geen keus dan alleen maar mee te lopen, wat was Perkamentus van plan. Nog een tovenaar, eentje die net zo veel jaren had gezien als Perkamentus.
Harry en Perkamentus stapte door het pad heen, om hun heen zag hij de duivelstrik dreigende bewegingen maken maar om de een of andere reden konden ze hen niet aanraken.
Perkamentus klopte op de deur, en tot zijn grote verbazing viel deze open. ‘Hallo?’
Ineens klonk een rauwe stem, een stem die haast niet bij een man had kunnen passen. De stem leek eerder afkomstig uit de muren, knarsend en piepend. ‘Kom binnen Albus’
Harry en Perkamentus liepen naar binnen. Harry voelde zich totaal niet op zijn gemak, hij had het gevoel alsof duizenden ogen op hem gericht waren. Alsof elke steen in huis kon meekijken naar hoe Harry en Perkamentus zich voortbewogen
‘aha!. we zijn er’
Harry en Perkamentus stonden voor een standbeeld, diegene die het had gemaakt had weinig verstand van beeldhouwen..- dacht Harry - de man miste een middelvinger, en zijn ogen leken te zijn uitgestoken door baldadige kinderen.
Harry keek even om, hij wist toch zeker dat hij iets hoorde praten, heel zachtjes wel te verstaan, maar toch.
Net toen Harry zich wilde omdraaien naar het standbeeld, keek hij recht tegen een oude man aan. Mager en duidelijk oud. De man keek Harry recht in zijn ogen aan,. Harry kreeg het benauwde gevoel alsof niets veilig voor hem was.
‘Jonathan, ik zie dat je mijn Harry aan het doorzoeken bent, hij is geen dooddoener. Wij komen voor jou, ik wil je een aanbod doen’
Duidelijk verbaasd keek Jonathan richting Perkamentus, alsof hij hem nog niet had gezien.
‘Ik zie dat de jonge Harry helemaal vrij is van kwaad. Nog nooit heb ik zo een zuivere ziel gezien. Zelfs die van jou is niet zo zuiver Albus’ sprak de man met een rauwe stem. ‘Maar ik luister naar wat je me wilt zeggen’
Perkamentus leek even van zijn stuk gebracht, maar vervolgde vrijwel meteen ‘Ik kom je vragen of je les wilt geven aan mijn school, ik zoek nog een leraar. Mijn vorige lerares is helaas...niet meer instaat om les te geven...’
Jonathan leek even te bedenken, maar had al snel zijn beslissing gemaakt ‘Ik sta bij je in het krijt Albus, ik help je zover als ik je kan helpen.’
‘Goed...’ zei Perkamentus ‘Dan zie ik je op Eén september op Zweinstein.
Harry en Perkamentus keken nog een keer door het huis, Harry zijn nekharen stonden haast overeind. Hij wilde hier zo snel mogelijk weg zijn. Meteen als het kon.
‘Harry, houdt me weer goed vast, ik breng je naar Het Nest. Daar nemen we afscheid van elkaar. Ik zie je dat weer op school. |
|
|
  |
 |
Horcrux
1e jaars


Verdiend:
45 Sikkels
|
Geplaatst:
Ma Aug 08, 2005 10:23 |
 |
Hoofdstuk 6: Het Nest
‘Knal’
Harry en Perkamentus stonden midden in wat leek een grote rommeltuin, overal lagen verroestte ketels en liepen kippen Rond te pikken.
‘Eindelijk thuis’ zei Harry, hij voelde zich weer op zijn gemak
Perkamentus en Harry liepen naar de deur en zagen dat er niemand was, Harry en Perkamentus liepen naar binnen en namen plaats aan de schoon geschrobte tafel
‘Harry!!!, Perkamentus!!’
Een klein mollig vrouwtje kwam op hun afgelopen. Voor hij het wist werd alle lucht uit zijn longen geperst ‘Wat ben ik blij jou te zien’ Molly Wemel drukte Harry hard tegen zich aan, bekeek hem even en zei geheel onverwacht ‘Ik bak wel wat eieren met spek, je bent mager geworden’
Tegen zo iets kon Harry geen nee zeggen, bij de Duffelingen had hij al die tijd geleefd op oud brood en wat opgewarmde soep. Hij mocht geen uilen versturen dus was ook genoodzaakt te helft af te staan aan Hedwig.
Na het eten hoorde Harry plots voetstappen, gevolgd door een luide gil gevolgd voor een tweede klap waarna voor de tweede maal die ochtend alle lucht uit zijn longen werd geperst
‘Harry!!’
Harry kon nog net zien wie het was, Hermelien Griffel keek hem recht aan, ‘We hebben je gemist, wat zie jij eruit..eet je wel goed?’
Harry keek naar het trapgat, daar stond een lange verschijning met een lange neus en sproeten Rond zijn hele gezicht. Ron Wemel was geen sproet veranderd. Toen hij nog eens keek voelde hij zijn maag een koprol doen. Naast Ron stond Ginny Wemel. Ze was over de vakantie ook gegroeid en zag er anders uit. Harry had haar nog nooit zo gezien.
‘Hoi Maatje’ riep Ron..Heb je zin om een potje zwerkbal te spelen, Fred en George hun bezems zijn nog hier dus die kun je lenen..Hermelien speelt ook mee’
Harry kon het niet helpen, maar hij zag Ron een klein beetje rood worden
‘Ja lijkt me leuk!’
Die middag speelde het viertal vele wedstrijdjes zwerkbal, Ginny en Ron samen tegen Harry en Hermelien, en Hermelien en Ginny tegen Ron en Harry.
Hary had zich in de hele vakantie nog nooit zo gelukkig gevoeld.
Later die middag kregen Harry, Ron en Hermelien hun Slijmballen uitslagen te zien. Toen Harry het papiertje openvouwde viel er nog iets anders uit.
‘HARRY’ schreeuwde Ron, je bent tot aanvoerder van het Zwerkbal team benoemd! Nadat Harry en Ron allebei van de schok waren bekomen vouwde ze hun uitslagen open Harry
Citaat: |
Geachte Heer Harry James Potter
Hierbij ontvangt u de slijmbal uitslagen voor de vakken die u heeft gevolgd in de afgelopen vijf jaar magisch onderwijs. Wij hopen u terug te zien op Een september voor het nieuwe schooljaar
Met vriendelijke groet
Professor M.Anderling
Plaatsvervangend schoolhoofd
|
Citaat: |
Gedaanteverwisseling: Aceptabel
Bezweringen: Acceptabel
Astronomie: Boven Verwachting
Waarzeggerij: Zwakzinnig
Verweer tegen de Zwarte Kunsten: Uitmuntend
Verzorging voor Fabeldieren: Uitmuntend
Kruidenkunde: Boven Verwachting
Toverdranken: Boven Verwachting
|
Ron had er zeven gehaald, maar Hermelien had er elf gehaald, het maximale aantal.
‘Ik heb zelfs een A voor Toverdranken, gelukkig hoef ik dan niet meer mee te doen....Sneep wilt alleen maar Uitmuntend hebben, lager kom je er niet in.’ Zei Ron hoopvol, ‘Gelukkig’
Zoals altijd is, als je plezier hebt gaat de tijd een stuk sneller. Sneller dan je vaak zou willen, het was ook niet te verwonderen dat het snel eind van de vakantie was. Harry stond die ochtend vroeg op samen met de rest van de Wemels en Hermelien. naar Kings Cross te gaan.
‘Jongens schiet op, ze kunnen er elk moment zijn!’
Door de huidige omstandigheden konden de Wemels, Hermelien en Harry onmogelijk alleen reizen. Vandaar dat ze werden opgehaald door mensen van het Ministerie. Na een uitgebreide controle stapte Harry, Ron Hermelien Ginny en de rest van de Wemels in de auto. Binnen tien minuten waren ze aangekomen op Kings Cross maar moesten zich toch haasten om zo snel mogelijk door het hek tussen platform negen en tien te gaan.
Ron en Hermelien stapt alvast in de Zweinstein express en gingen opzoek naar een plaats voor de klassenoudste. Ginny en Harry liepen naar een andere deel van de trein, nadat ze verschillende coupes hadden doorzocht vonden ze er een die nog leeg was. Harry en Ginny gingen tegenover elkaar zitten en keken elkaar wat ongemakkelijk aan.
‘uhm...’ Harry wist niet waar hij het over moest hebben, nu hij beter naar Ginny keek zag hij dat ze er anders uit zag. Hij had nog nooit met zulke ogen naar Ginny gekeken.
‘Hoi Marcel, Hoi Luna’ zei Ginny plotseling, ‘Leuk jullie ook te zien..hoe was jullie vakantie’
Harry kon het antwoord wel raden, Marcel en Luna waren vorig jaar ook meegegaan naar het Departement van Mystificatie en hadden Heer Voldemort met eigen ogen gezien. Het slangachtige gezicht met rode ogen. Een gezicht wat ervoor had gezorgd dat Harry de hele vakantie al wat slechter sliep
‘ja..-eh - het was wel leuk’ Marcel keek onwillekeurig naar Harry en Luna, alsof hij niet precies wist wat te zeggen ‘Zeg heb je het gelezen in de ochtendprofeet, ze hebben een aantal dooddoeners opgepakt. Men zegt een aantal trouwe volgelingen van V-Voldemort’
Ineens was het stil in de coupè, Luna had haar tijdschrift laten vallen en Ginny was bleek geworden, Harry in tegendeel. was verbaasd. Buiten Sirius,Lupos, Perkamentus en Hermelien had niemand de echte naam van Voldemort gezegd.
‘Marcel..’ Waarom zei je die naam?’ Ginny Wemel keek Marcel doordringend aan, alsof ze hem doorscande
‘Nou volgens Hermelien geeft de angst voor de naam meer angst dan het ding zelf’ Marcel leek heel zeker van zijn gelijk, ‘Daarom noem ik hem V-Voldemort,’
Harry kon wel zweren dat Marcel en Ginny heel even richting hem hadden gekeken.
Na een half uur kwamen Ron en Hermelien ook in de coupe zitten.
‘Ik verga van de honger’ zei Ron ‘ik wilde dat het etenswagentje langs kwam’
Nu Harry er zo over nadacht, hij had ook behoorlijk honger, en een paar ketelkoeken gingen er wel in, zo te zien konden Ginny en Luna ook wel wat eten gebruiken.
Net toen Harry op stond om te kijken waar het karretje bleef ging de deur open, voor de deur stond de heks met een stapel ketelkoeken. Alleen toen ze sprak hoorde Harry dat het iemand anders moest zijn. Een vrouw hoorde geen zware mannenstem te hebben.
Harry, Hermelien, Ginny Ron en Luna trokken allemaal tegelijk hun toverstok, toen ineens de heks in hun coupè ging staan en Harry aankeek
‘pst..ik ben het...Romeo..ik ben hier om jullie te begeleiden’
Verbaasd dat het vijftal was gingen ze weer zitten.
‘Begeleiden?’ vroeg Hermelien ‘Waarom, er kan toch niks gebeuren, volgens Perkamentus zijn we hier altijd veilig, tenminste dat hoorde ik hem zeggen tegen Meneer Wemel’
‘Hermelien!’ zei Ron ‘Laat Romeo nu zijn werk doen, er kan niks gebeu...’
Maar op dat moment voelde iedereen de trein afremmen, de remmen van de trein piepten en knarsten, alsof er twee stukken metaal op elkaar werden geslagen. Op dat zelfde moment werd viel al het licht uit en werd het stil en koud.
‘Dementors’ piepte Hermelien ‘Nee!!’
Harry voelde een ijzige kou, hij hoorde twee stemmen in zijn hoofd.
‘Bind de jongen vast, die ander mag je vermoorden..Avada Kadavra’
Harry keek naar Carlo Kanewasser, zijn lichaam lag dood op de grond. Hij hoorde gegil, plots veranderde het lichaam, hij zag Ron liggen. Het werd steeds kouder en het beeld werd steeds mistiger, het gegil vervaagde. Hij keek de Dementor recht in zijn kap. De dementor had Luna vast, klaar om haar de kus toe te dienen..Met alle macht focuste Harry zich op een gelukkige herinnering, ‘EXPECTO PATRONUM...EXPECTO PATRONUM....’ Uit Harry zijn toverstof rees een figuur, groter dan een hert. groter dan een beer..Harry voelde zijn kracht wegebben..Hij moest nog even volhouden, nog even...
‘Harry wakker worden’ Een meiden stem hing boven hem, ‘Wordt wakker...’
Harry deed zijn ogen open en zag Hermelien, kom mee..we zijn in Zweinsveld. Kom nou!
‘Wazziza’ vroeg Harry half slaapdronken
‘Je bent in slaap gevallen, maar we zijn er!’ |
|
|
  |
 |
Horcrux
1e jaars


Verdiend:
45 Sikkels
|
Geplaatst:
Ma Aug 08, 2005 10:24 |
 |
Hoofdstuk 7: De Lessen
Het vijftal liep richting de koetsen, Harry kon zich nog goed herinneren dat hij en Luna vorig jaar als enigste de paarden konden zien, het had hem flink wat angst ingeboezemd. Harry dacht dat hij gek werd. Nu wist hij wel beter, hij voelde zich daarom ook snel op zijn gemak nadat hij in het rijtuig was gestapt.
Onderweg naar het kasteel zag hij verschillende wezens Rond lopen, uit een lopend van grote eng uitziende harige wezens, tot bewaking trollen. Na een paar minuten stopte het rijtuig voor het bordes en liep het vijftal naar binnen.
‘BAM’ uit het niets klonk een harde knal, Iedereen schrok..totdat ze naar boven keken en zagen dat Foppe weer iets nieuws had ontdekt. Super-Knal-Poeder,
‘He, dat hebben Fred en George uitgevonden. Het stelt niks voor’ Volgens Ron konden ze wel meer van dit soort grapjes verwachten. Na dit oponthoudt liep het vijftal naar de grote zaal en namen daar onderling afscheid. Luna ging naar de Ravenclauw tafel, en Ginny ging naar Daan Thomas
‘Vergeten!’ dacht Harry ‘Ginny gaat al uit met Daan..’
Harry keek in de Ronde, hij zag drie plaatsjes en liep er naar toe
‘Ik ben echt benieuwd wie de nieuwe leraar Verweer Tegen de Zwarte Kunsten is’ zei Ron
‘Ja ik ook’ Hermelien leek zenuwachtiger dan ooit, ‘En ik wil weten waarom Sneep zo zelfvoldaan kijkt’
Harry en Ron draaide zo snel om dat hun nekken bijna omsloegen, inderdaad..Sneep keek ontzettend voldaan naar Perkamentus. Toen Harry goed keek zag hij ineens een lege stoel naast Sneep .
‘Welkom..Welkom, bij een nieuw jaar op Zweinstein, tegen onze oudgediende zeg ik..Welkom Terug, tegen de nieuwe zeg ik Hallo!!’ De stem van Perkamentus was lichtelijk hees. Zijn ogen leken vermoeider dan ooit, en hij verborg zijn handen.
‘Laat ik meteen met een belangrijk nieuwtje beginnen’ begon Perkamentus ‘Zoals jullie, ongetwijfeld, hebben kunnen lezen in de Ochtendprofeet zijn de Dooddoeners van Heer Voldemort weer op volle kracht. Daarom zijn de maatregelen om dit kasteel heen verscherpt. NIEMAND, maar dan ook niemand verlaat het kasteel alleen. Tevens is Zwerkbal training niet toegestaan na zonsondergang...’
De sorteer ceremonie werd gevolgd door een fenomenaal feestmaal, zelfs Hermelien wist overal drie keer van op te scheppen.
‘Nu iedereen goed gevuld is wil ik jullie voorstellen aan jullie nieuwe leraar Verweer Tegen de Zwarte Kunsten.... Professor Severus Sneep ’
‘Dus daarom keek hij zo zelfvoldaan, hij weet toch dat die baan vervloekt is!’ piepte Hermelien..dat weet hij toch!!’
‘Wat kan ons dat nou schelen, ik ben benieuwd wie we voor toverdranken dan hebben’ zei Ron
Op dat moment leek bijna iedereen te wachten, er was nog een lege stoel. Blijkbaar hadden dat meerdere mensen in de gaten, want iedereen begon goed hoorbaar te fluisteren. Op dat moment sloegen de deuren open, een kille windvlaag vloog langs iedereen zijn nek, Harry keek om en zag een silhouet staan, een silhouet van een mager iemand. Zijn reismantel strak om zich heen gewikkeld, en zijn hutkoffer mee slepend
De vreemdeling stapte op Professor Perkamentus af en fluisterde wat in zijn oor
‘Jullie nieuwe leraar Toverdranken...Professor Strange!’ zei Perkamentus
Hermelien bekeek de man van een afstandje...’zien jullie ook iets aan die man?’ vroeg Hermelien
‘Nee hoor, ik ruik wel wat eigenaardigs, alsof hij jaren lang in een stoffige kelder heeft gestaan...dat is was ik ruik’ zei Ron, Harry vond dat Ron gelijk had, de man rook muf. Maar zag er ook moe en ziekjes uit. Waarschijnlijk zou hij er morgen beter uit zien
‘Kinderen..het is tijd om naar jullie bed te gaan..welterusten..morgen is er een drukke dag, vol met leerzaam leerwerk..welterusten’
Harry liep samen met Hermelien, Ginny en Ron naar hun slaapzaal. Toen ze bij het portret aankwamen zei Hermelien het wachtwoord ( wijsneus ) en kropen door het gat naar binnen.
niet wat later lagen Harry, Ron Hermelien en Ginny in hun bed te slapen. Vermoeid van een drukke dag!
De volgende ochtend werd Harry vroeg wakker, hij kon het niet helpen. Maar moest constant aan zijn droom denken in de trein. Maar door een reeks van gebeurtenissen geloofde hij niet meer dat dromen waar konden zijn. Harry stond op en zag dat Ron zijn bed al leeg was. Toen Harry in de leerlingen kamer kwam zag hij dat Ron, Hermelien en Ginny al wakker waren. Na even te hebben gewacht tot Harry helemaal wakker was ging het viertal opweg naar de grote zaal voor het ontbijt.
Harry en Ron gingen zitten en deden zich te goed aan een groot bord havermout pap. Terwijl Ginny en Hermelien druk pratend en af en toe gichelend praatte over de jongens die ze zagen.
Een luid lawaai deed iedereen opkijken, de postuilen waren binnengekomen en vlogen naar de mensen toe aan wie hun post gericht was. Een bruine kerkuil dropte zijn krant bij Hermelien en vloog na het betalen van twee knoeten weg. Hermelien dook meteen achter haar ochtend profeet
‘O jee!’ zei Hermelien ‘Moeten jullie lezen’
Harry Ron en Ginny pakte de krant uit de handen van Hermelien en begonnen te lezen.
De Ochtend Profeet schreef
Citaat: |
Wederom grote paniek
Net nu het Ministerie heeft kunnen garanderen dat de leerlingen veilig zullen zijn op Zweinstein, hogeschool voor Magie en Hocus-pocus, heeft een nieuwe aanval plaats gevonden. Deze aanval vond niet ver van bovengenoemde plaats. Ongeveer twintig kilometer ten westen. De aanval was gericht op meerde tegenstanders van hij die niet genoemd mag worden. Volgens een mede werker van het departement van magische wetshandhaving zijn de slachtoffers allemaal van een gezin. Welk gezin blijft nog onduidelijk.
Ondertussen zijn de veiligheids maatregelen in en op Zweinstein vertienvoudigd
[/i] |
‘Hier klopt iets niet’ zei Hermelien ‘In elke mededeling wordt gesproken over het duistere teken. Dit maal las ik er niets over. Ik zeg je hier klopt iets niet’
‘Er-me-lein’ zei Ron met zijn mond inmiddels weer vol met gebakken spek en toast ‘Maak je niet zo druk, wij zijn hier veilig. We hebben Perkamentus aan onze zij, vergeet dat niet’
Eventjes leek Hermelien te gaan bedenken wat ze hier op moest zeggen, uiteindelijk vond ze dat Ron wel gelijk had en ging verder met eten.
Na het eten werden de borden vervangen door brandschone exemplaren. Inmiddels was Professor Anderling Rond aan het gaan met de nieuwe roosters
‘Potter, Wemel, Griffel’ riep ze ‘Jullie roosters’
Harry keek op zijn rooster. ‘Nee hè, meteen Geschiedenis van de Toverkunst, gevolgd door Transfiguratie..erger kan niet’ Ron keek met een schuin oog naar het rooster van Hermelien, maar vond het niet nodig om daar ook iets over te zeggen.
En zo kwam het dat Harry Ron en Hermelien samen naar het lokaal liepen, (ze zaten net in het lokaal te wachten tot Professor Kist net door het lokaal kwam zweven. )
‘Welkom bij Geschiedenis van de Toverkunst’ zei hij met zijn monotone stem ‘Dit jaar gaan we het hebben over grote ontdekkingen in de wereld van de magie. We behandelen de terugkeer van de duistere tovenaar Grindelwald en van Lycaon’
Harry en Ron keken elkaar aan, dit jaar beloofde weer veel slaap te worden. Misschien had het wel leuk geweest maar dan door iemand anders uitgelegd
‘...en later komen we terug op tijd reizen’
Harry en Ron versteven. Hoorde ze het nu goed?, sinds hun avontuur in het Departement van Mystificatie had Harry alles op alles willen zetten om meer te weten te komen over deze tak van de magie. Ron zo te zien ook, zijn aandacht was meteen bij de les.
‘..maar nu gaan we eerst verder met de geschiedenis van de Zwarte kunst.....’
Het leek allemaal zo mooi, maar uiteindelijk was Harry blij dat de les voorbij was, hij had tallozen keren moeten aanhoren dat Hij Die Niet Genoemd Mag Worden de grootste en slechtste tovenaar ooit was.
‘hm’ zei Hermelien ‘Ik heb nu Oude Runen en daarna Toverdranken..wat hebben jullie’
‘even kijken’ Harry pakte zijn rooster op en keek ‘Gelukkig geen Toverdranken, ik heb nu een paar uurtjes rust.’
Ron en Harry keken Hermelien lachend aan. Nadat de lol er vanaf was gingen ze naar de leerlingenkamer en namen plaats in een comfortabele stoel bij het haardvuur.
Na een paar minuten verveelde Harry zich en stond op, op het zelfde moment als dat er een meisje binnen kwam gelopen.
‘..Harry Potter..ik...heb...hier...uhm...een..briefje voor je’ Het meisje kon moeilijk uit haar woorden komen ‘Ik...moest..dit...g-g-geven van P-P-Professor P-P-erkamentus’
Harry pakte het briefje en ontvouwde zich, na het gelezen te hebben stond hij op en liep naar het portret gat.
‘Waar ga jij heen’ riep Ron ineens..’we hebben over twee uur Transfiguratie, en je kent Professor Anderling’
‘...Ik kom niet te laat, het is dringend’
Harry liep naar de stenen vuurspuwers van Perkamentus, maar herinnerde zich plots dat hij het wachtwoord niet wist. Daarom pakte hij het briefje en las nogmaals. Uiteindelijk zag hij onder het briefje staan ‘Ik ben gek op...’
‘Citroen Bonbons’ zei Harry direct, waarop de stenen waterspuwers opzij gingen, en er een wenteltrap te voorschijn kwam. |
|
|
  |
 |
Horcrux
1e jaars


Verdiend:
45 Sikkels
|
Geplaatst:
Ma Aug 08, 2005 10:24 |
 |
Hoofdstuk 8: De verrader
‘Hoe kon je’ Een kille stem klonk door een lege kamer, ‘Je wist wat het risico was, maar toch nam je het?, je verdient het niet eens om de dienaar te zijn van Heer Voldemort’
Een kleine man boog naar de grond ‘Natuurlijk’ piepte hij schel ‘Het zou nooit meer gebeuren, het was die jongen van polanski, hij offerde zichzelf op om die verrader te helpen’
‘Nee Peeters het lijkt me wijs je te leren waar je loyaliteit ligt’ crucio sprak de kille stem. Gevolgd door een schreeuw die de hele kamer vulde
‘Ik zal het niet meer doen, ik doe wat u wilt, alles...als de pijn maar stopt’
‘Nee, je taak was simpel. Je spoort hem op en vermoord hem..Zelfs Wormstaart zou dit goed hebben gedaan. Je verdient het niet om te blijven leven, Heer Voldemort kent geen zwakkelingen’
De man raakte echt in paniek, hij werd vermoord. En kon er niks tegen doen
‘Geef me nog èèn kans, ik heb informatie. Je weet dat ik heb gewerkt bij het ministerie, ik kan u helpen met tallozen plannen..als u me maar laat leven’
Heel even was het stil in de kamer....plotseling, alsof er een koude wind door de kamer blies klonk het..’Je hebt geluk dat Malfidus je fout heeft hersteld, hij is dood en is geen gevaar voor ons meer. Maar toch, falen mag niet..Avada Kadavra
Harry liep naar het kantoor van Professor Perkamentus. pakte de Griffoendor klopper vast en klopte er drie keer mee op de deur.
‘binnen’ klonk de stem van Perkamentus. Nog steeds hees en moe.
‘aha..Harry, wat leuk dat je zo snel kon komen. We hebben veel te bespreken, kom mee we starten meteen’
Harry liep met Perkamentus mee, ze liepen door een deel van het kantoor waar Harry nog nooit was geweest. Toen ze uiteindelijk bij een massief eikenhouten deur aan kwamen pakte Perkamentus zijn toverstok, mompelde wat in een andere taal, en liep naar binnen.
‘Neem plaats Harry, ik heb veel te bespreken met je’
Harry ging zitten op een gebloemde stoel en keek nerveus Rond. In deze kamer hing een sfeer die je niet snel zou verwachten van een kantoor. Het leek meer op de kerkers van hun oude toverdrank leraar Professor Sneep .
‘Harry, ik wil je in dit jaar les gaan geven in het verdedigen, aanvallen en begrijpen van Voldemort. Ik ga je niet leren hoe je mensen moet doden. Ik ga je leren waarom en wanneer je ze gaat doden. Tevens ga ik je vrienden Hermelien, Ron en Ginny ook wat extra bijbrengen. Het is nodig dat ook hun occlumentie leren, zodat Voldemort geen gebruik van ze kan maken. Je zult ze nodig hebben in je strijd. zij zijn je geliefde. En geven je kracht’
Na een vermoeid uur stapte Harry uit de kamer van Perkamentus, hij had meer herinneringen gehad dan hij ooit kon weten. Uiteindelijk kon hij zijn geest voor een klein deel afsluiten, wat er voor zorgde dat Perkamentus Harry niet kon beheersen. Iets wat toch een kleine vooruitgang bleek. Aangezien Harry vorig jaar niet goed genoeg was in occlumentie..
‘Ga je me het wachtwoord nog geven’ Harry schrok wakker. Zijn voeten hadden hem automatisch naar de Griffoendor leerlingenkamer gebracht..’wijsneus’ zei Harry, de dikke dame zwaaide met een elegante zwaai voorbij. Een gat zichtbaar wat groot genoeg was om door heen te kruipen.
Hermelien en Ron kwamen beide op hem afgelopen, ‘Waar was je. Je hebt echt wat gemist jongen’ zei Ron ‘Professor Anderling vond dat Malfidus beter moest opletten, hij zat de hele tijd te praten tegen zijn ganzenveer, daarom veranderde Professor Anderling hem zelf in een gans. Je had het moeten zien, echt ga...’
‘Ron, Professor Anderling had dat niet moeten doen, wie weet wat er wel had kunnen gebeuren, weet je nog dat Malfidus door Dwaaloog Dolleman was veranderd in een stuiterende fret’ Hermelien klonk bezorgd, maar kon toch nog met moeite een glimlach onderdrukken toen Harry flauwtjes lachte, Harry had hoofdpijn en voelde alsof alles en iedereen zo kon zien wat hij dacht.
‘En toen...’ Maar voordat Ron zijn zin kon afmaken had Hermelien hem al onderbroken ‘Laat Harry nu, hij ziet er moe uit. Ga maar wat slapen, het was een drukke dag..Trouwens, Hedwig is er voor je’
‘H-Hedwig’ zei Harry verward, hij had het gesprek maar voor de helft gehoord ‘Wie heeft er nu wat te vertellen dan’
Dus liep Harry naar zijn vaste stoel aan de open haard en ging zitten
Harry Potter
Leerlingenkamer Griffoendor
Zweinstein
Harry vouwde de brief open en keek er in, na een paar minuten gaf hij het briefje aan Ron en Hermelien
Citaat: |
Beste Harry ( En Ron en Hermelien )
Hoe was jullie eerste dag, het lijkt me leuk om wat van jullie te horen. Nu jullie geen Verzorging van Fabeldieren meer hebben
Mazzel
Hagrid
|
‘Hij moet het er echt in wrijven hè’ zei Ron ‘Ik bedoel, waarom zou ik kiezen voor Verzorging, als het vak door Hagrid wordt gegeven heb je meer kans dat je hand eraf wordt gebeten dan dat je wat lee...’
‘Ron!’ zei Hermelien ‘Hagrid is een goede leraar, zijn lessen zijn wel wat -uhm - anders, maar hij bedoeld het goed’
‘Ja echt..’ zei Ron ‘Die skreeften waren goed bedoeld zeker, en die gevleugelde knollen ook’
Hermelien miste het Sarcasme in Ron zijn stem compleet, net toen ze iets terug wilde zeggen stond Harry op en liep naar de slaapzaal
‘Waar ga jij heen?’ vroeg Ron
‘Mijn Mantel halen, het is best wel frisjes’ zei Harry,
Maar in tegendeel, het was helemaal niet fris buiten, Harry was het eeuwige gekibbel van Ron en Hermelien nu wel eens zat, het leek wel een stelletje, zovaak als die twee ruzie hadden.
Na een paar minuten te hebben gewacht liep Harry weer terug naar Ron en Hermelien en besloten samen naar Hagrid te gaan.
‘Echt ongelooflijk’ zei Ron tegen Harry, ‘Ik bedoel, hij kan toch weten dat we niet altijd zijn vak konden blijven volgen’ Harry en Hermelien keken elkaar aan, Harry vond dat Ron wel een beetje gelijk had. Hermelien daar in tegen was het er minder mee eens. Maar nog voordat ze iets kon terug zeggen klopte Ron al op de deur van Hagrid en was Hermelien genoodzaakt haar mond te houden.
‘Wie is daaro’ klonk een zware stem
‘Wij zijn het Hagrid’ riep Harry
‘Goh, dus hullie neme effe de moeite om nog es langs te kommen, had ik nie verwacht als hullie het mij vraag’
Harry keek naar Ron en haalde zijn schouders op, Harry had Hagrid nog nooit in zo een bui gezien, misschien zou het wel over zijn als ze met hem hadden gepraat
‘Kom binne, ik heb wa koekies gebakke’ Hagrid deed de deur open en liep meteen weg
‘Hagrid!’ riep Harry, ‘wat is er met je’
‘Wa er met me is...Wa er met me is?...niemand van die zesde jaar neemt lessen bij me, hoe denkie da k me voel’
Het trio keek elkaar schuldig aan, ze hadden er inderdaad niet bij stil gestaan dat Hagrid nog steeds Professor Fabeldieren was.
‘Nou...’ zei Harry Hij wist niet wat hij moest zeggen
‘Tis al goed jongen, ik geloof hullie wel, hullie willen mij geen verwijten maken dat ik geen goede leraar ben’
Dit hadden Harry, Hermelien en Ron juist niet in gedachten, ‘Nou, we hebben dit jaar Puisten, en daardoor had ik geen Verzorging van Fabeldieren meer’
‘Tis al goed, pak nog een koekie, ik moet vleugellam nog verzorgen’
‘Vleugellam’ zei het trio in koor.
‘Kom maar mee, dan laat ik et hullie zien’
Het trio liep achter Harry aan, toen ze uiteindelijk bij een omheind stukje land aan kwamen waar een klein diertje in stond. Net toen Harry keek draaide het beest zich om
‘Issie nie prachtig’ zei Hagrid meteen
Harry en Ron daar in tegen wilde juist zeggen ‘Wat is het’ maar Hermelien was hun voor
‘oh Hagrid, hoe kom je daaraan..Chinese Vuurvogels zijn zeer zeldzaam. Men zegt dat ze verre familie zijn van draken’
Nu Harry beter keek kon hij het wel zeggen, het beest keek naar een stuk omheining en maakte een hoestend geluid. Harry kon net op tijd weg springen want op de plek waar hij luttele seconden eerder had gestaan stond het hek in brand
‘Aguamenti’ zei Hagrid ‘Vleugellam, jij stoute vogel, doe dat niet meer, je had Harry hier goed kunnen verwonden’
Harry keek Hagrid aan, die vogel snapte hem kennelijk wel, want meteen keek hij naar Ron en vuurde ook op hem een hoestbui af
‘Het lijkt me beter dat jullie even gaan Harry’ zei Hagrid ‘Vleugellam is niet meer zo gewend aan mensen, sinds ik hem uit de pu..afijn, niets wat jullie ook aangaan.
Hij is uit zijn nest gevallen en ik vond hem.’
Harry Hermelien en Ron bleven nog even bij Hagrid, maar nadat Hagrid voor de vierde keer tegen vleugellam had gezegd dat hij een andere kant moest uitniezen zodat de jongens niet zouden verbranden hadden ze het voor gezien.
Uiteindelijk liepen Harry Ron en Hermelien gezamenlijk terug naar het kasteel, op naar het diner. |
|
|
  |
 |
Horcrux
1e jaars


Verdiend:
45 Sikkels
|
Geplaatst:
Ma Aug 08, 2005 10:25 |
 |
Hoofdstuk 10: Occlumentie
Op het zelfde moment dat Harry Ron en Hermelien plaatsnamen in de comfortabele stoeltjes bij het haardvuur. Rende een jongen voor zijn leven.
‘JE KUNT ME NIET ONTSNAPPEN’ een grommende stem klonk door het dorp ‘IK RUIK JE VLEES ZWAKKELING’
Een mysterieuze verschijning zorgde voor veel dood en verderf, huizen werden vernietigd, en kinderen vonden op gewelddadige wijze hun dood.
‘Nee!’ Klonk een mannenstem ‘Mijn zoon!, laat hem met rust jij monster’
‘Als je dat wilt sluit je aan bij ons, en ik zou mijn wolf terug roepen’ Een kille stem sprak vanuit de schaduwen. ‘Sluit je aan, of je hele familie overkomt het zelfde als jou zoon, gebeten door een weerwolf. Niets anders op dan hem te doden’
Op dat moment klonk een oorverdovende schreeuw, gevolgd door het meest gruwelijke geluid dat iemand zich maar kon voorstellen. De weerwolf had de jongen te pakken gekregen
‘JIJ!’
De man pakte zijn toverstof en mikte op de weerwolf, maar op dat moment klonk een andere stem.
‘dood hem’
Nog voordat de man zijn spreuk op de weerwolf kon afvuren viel hij dood op de grond neer, zijn zoon gebeten door een weerwolf. Hij zelf gedood door een dooddoener.
Ondertussen speelde in de grote zaal ook een zekere spanning. De aankomende vrijdag zou er een grote Zwerkbal try-out worden gehouden, aangezien bijna iedereen van de eerste team weg was. Harry was de aanvoerder dus hij vond het geschikt om een aantal mensen te testen van wie hij dacht dat ze goed konden zijn.
Ron had al aangegeven geen wachter te willen worden, na zijn debacle van vorig schooljaar had hij weliswaar minder zelfvertrouwen. Maar hij was er toch in geslaagd de finale te winnen, helaas hadden Harry en Hermelien er niks van meegekregen want Hagrid had hen die avond mee genomen voor een kennismaking met zijn half broertje Groemp.
Harry was dan ook blij dat hij uiteindelijk terug naar zijn bed kon, hij was na de bijles van Professof Perkamentus extreem vermoeid geweest. Dit terwijl ze niet al te veel hadden gedaan.
De daar op volgende week verliep naar Zweinstein maatstaven rustig, Harry had de laatste dag van die week try-outs georganiseerd voor het Zwerkbal team. Maar toen hij aan kwam had hij nooit durven dromen dat er zoveel mensen aan kwamen
‘Harry’ zei Hermelien ‘Heel Griffoendor en Heel de school is langs gekomen.
Harry was teleurgesteld, deze mensen kwamen namelijk niet voor de try-out, maar voor de ‘Jongen die bleef leven’
‘Goed’ schreeuwde Harry ‘Iedereen die weet wat Zwerkbal is, en de gevaren daarvan mogen blijven, iedereen die voor Griffoendor is ook. De rest mag vertrekken’
Na een aantal keer dit te hebben herhaald hield Harry nog maar vijftien mensen over
‘goed, jij bent’
‘Natascha Vento’ riep een meisje, ik wil graag wachter worden
Harry ging er mee akkoord en liet haar een paar keer verdedigen, van de vijf slurken wist ze er geen enkele tegen te houden. Het enige wat haar zorg baarde was of haar haren nog wel goed zaten na een duik.
‘Volgende!’
Na een aantal keer had hij vier nieuwe mensen in zijn team gevonden, de enige die nog ontbrak was een goede jager, hij had Ginny Wemel, Katja Bell, Verena Vertschy , Ron Wemel en natuurlijk zich zelf. Alleen ontbraken er nog twee drijvers.
‘We zoeken nog twee drijvers’ riep Harry volmondig
‘Hij vond twee personen die hem aan Fred en George deden denken, de ene heette Jack Sloper en de andere Dennis Veenstra.
Uiteindelijk had Harry zijn hele vrije vrijdag middag opgeofferd om een goed team te vinden, hij kon weer gerust verder met zijn huiswerk.
Toen Ginny, Harry, Ron en Hermelien uiteindelijk door de grote zaal richting hun leerlingen kamer liepen, zagen ze iets vreemds. Er stond een klein meisje bij de ingang van de leerlingenkamer, te praten met de dikke dame
‘Ja maar ik weet het wachtwoord helemaal niet, ik moet wat afgeven voor Harry Potter’
‘Ja Ja, dat zou wel’ zei de Dikke dame ‘Geen wachtwoord geen toegang’
Toen het meisje eenmaal zich had op het viertal liep ze er naar toe
‘Ik heb hier wat voor jullie, Perkamentus wilde dat ik het kwam afgeven’
Harry vouwde het briefje open en begon te lezen
Citaat: |
Beste Harry, Ron, Hermelien en Ginny
Waarschijnlijk heeft Harry het jullie al verteld, maar ik wil jullie ook gaan leren hoe jullie je geest afsluiten. Kom daarom zaterdag morgen na het ontbijt bij mijn kantoor. Harry weet het wachtwoord
|
‘Occlumentie’ zei Hermelien ‘Daar heb je helemaal niks van gezegd, het lijkt me wel leuk, maar het is ontzettend moeilijk om te begrijpen. Maar ik denk dat Perkamentus er wel een goede reden voor heeft’ |
|
|
  |
 |
Horcrux
1e jaars


Verdiend:
45 Sikkels
|
Geplaatst:
Ma Aug 08, 2005 10:25 |
 |
Hoofdstuk 11: Niets is veilig
En zo kwam het dat Harry, Ron Hermelien en Ginny die ochtend erna na het ontbijt bij Professor Perkamentus voor zijn kamer stonden. Nadat Harry het wachtwoord had gezegd waren ze allemaal op de wentel trap geklommen en naar het kantoor gelopen.
‘Hallo’ zei Hermelien onzeker ‘Mogen we binnen komen?’
Een stem aan de andere zijde zei dat het in orde was, en niet wat later stonden ze in het kantoor van Professor Perkamentus.
‘Vandaag ga ik jullie allemaal Occlumentie leren, tevens de komende twee weken, ik wil dat jullie je gedachten kunnen afsluiten voor Voldemort’ zei Perkamentus terwijl Ron en Ginny schrokken bij de naam van Voldemort
‘Waarom?’ vroeg Hermelien ‘Ik bedoel, Harry vecht toch met hem?’
‘Ja dat weet ik, maar ik wil niet dat ze jullie bij de strijd gaan betrekken in Harry zijn nadeel. Jullie geven Harry kracht, en als jullie dan mee kunnen vechten zou dat alleen maar beter zijn. Ik neem jullie vier allemaal mee op mijn reis, al doe ik de moeilijke spreuken leren aan Harry.
Hermelien nam plaats op een stoel voor Perkamentus
‘Wie heeft er al eens gehoord van Occlumentie’ zei Perkamentus
‘Ik’ zeiden Ron en Hermelien tegelijk, heel even moest Hermelien Blozen, maar toen ze Perkamentus zijn glimlach zagen verdween de blos op haar wangen.
‘Occlumentie is de leer van het afsluiten van je gedachten, zodat niemand er gebruik van kan maken, een goede occlumens kan zien wat voor spreuken je op hem afvuurt, zodat hij altijd sneller is met reageren dan jou’
‘Ik zou zeggen Mevrouw Griffel, we beginnen met u, u mag alle spreuken tegen mij gebruiken om me te stoppen…een…twee…drie…leglimens’
Perkamentus was duidelijk te snel voor Hermelien, ze bleef rustig zitten totdat ze opeens haar mond open deed
‘NEE, LAAT ME..AAT HEM GAAN, PAK MIJ…LAAT HET!!!’
‘Perkamentus liet zijn toverstok zakken, ook hij zag er geschokt uit, wat had hij net gezien, dacht Harry..en waarom deed Hermelien geen ontwapeningsspreuk.
‘Meneer Wemel…uw beurt’
Ron zijn beurt ging een stuk succesvoller, het duurde weliswaar een tijdje voordat hij controle keer, maar hij kon de aanval afweren.
‘Mevrouw Wemel’
Ginny ging zitten tegen over Perkamentus en deed haar ogen open, op het zelfde moment dat Perkamentus zijn spreuk afvuurde
‘Nee, Dat is privé’ hoorde Harry Ginny zeggen, niet wat later gevolgd door een zacht gesnik.
‘Hermelien!’
Hermelien was in elkaar gezakt, ze had zojuist iets gezien wat ze niet meer wilde zien. Waarom had ze er nooit eerder iets op gezegd.
Uiteindelijk kwam Harry aan de beurt, alleen dit keer zag hij minder herinneringen voorbij vliegen dan bij Sneep . Maar toch was hij aan het einde van de sessie helemaal kapot. Samen met Ron Hermelien en Ginny liep hij terug naar de leerlingen kamer, om daar in de stoelen uit te rusten
‘Ik ben benieuwd wat Hermelien zag’ zei Ron tegen Harry, nadat Hermelien op geruime gehoor afstand was. Ze leek helemaal in paniek. Ik bedoel, ze zou toch niks hebben gezien over jeweetwel?’
‘Ben je gek Ron?’ zei Harry ‘Dat kan niet, Hermelien heeft geen zienersbloed, ze kan alleen iets hebben gezien uit haar verleden. Voor Zweinstein’
Harry en Ron discussieerde de rest van de avond over de herinneringen die ze hadden gezien, Vlak na middernacht voelde Harry zich zo moe dat hij besloot om terug naar zijn bed in de slaapzaal te gaan, om daar te genieten van een welverdiende nachtrust. |
|
|
  |
 |
Horcrux
1e jaars


Verdiend:
45 Sikkels
|
Geplaatst:
Ma Aug 08, 2005 10:26 |
 |
Hoofdstuk 12: Kerstmis op Zweinstein
De maanden daarna volgde, September werd gevolgd door een gure Oktober maand en een nog slechtere November. Pas in December leek er enige vooruitgang te zijn. Niet had Harry zijn occlumentie goed onder de knie, maar begonnen Hermelien, Ron en Ginny ook goed te worden. Harry keek steeds vaker naar Ginny. Tijdens de laatste training voor kerstavond vond hij haar al mooi. Hij voelde zich daarom ook behoorlijk slecht toen Ginny naar Daan Thomas liep en hem een knuffel gaf.
‘Als je haar leuk vind dan doe je toch iets’ zei Hermelien na afloop van de training die avond. Harry was naar de kleedkamer gelopen maar kennelijk zo in gedachten verzeild dat hij tegen Hermelien was opgelopen. ‘Ik bedoel, je kan natuurlijk altijd proberen’
‘Ik probeer niks, ik vind haar wel aardig maar meer ook niet’
‘Dat lieg je’ zei Hermelien met een knipoog ‘Dat weet jij en dat weet ik’
‘En jij en Ron dan’ zei Harry tegen Hermelien. ‘Ik bedoel, jullie hebben de laatste tijd geen ruzie meer en werken steeds vaker alleen in de bibliotheek.
‘nou…-uh-…niks Harry..Ron is niets meer als wat jij voor mij betekend’
‘Ja vast’ zei Harry ‘En ik vind Cho Chang het einde’
‘Je vond haar wel leuk hoor’ zei Hermelien met een knipoog.
Harry liep samen weg met Ginny, Ron mompelde nog wat over ‘even controleren of hij de deur had afgesloten en nog even moest nablijven’ dus gingen Harry en Ginny voorop
‘Waar is Daan?’ vroeg Harry, de knoop in zijn buik werd ietsje strakker ‘Die is alvast naar de leerlingenkamer, ik bedoel die is even weg, hij doet de laatste tijd zo raar tegen mij. Alsof ik alles fout doe denk ik.’
Na een paar minuten kwamen Harry en Ginny aan bij de Griffoendor Toren, klommen naar binnen, en keken op het mededelingen bord. Waar een nieuwe mededeling was opgehangen.
Citaat: |
Het zweinsteinerige kerstbal vind plaats op vierentwintig december om acht uur in de grote zaal, galagewaad verplicht.
|
‘O nee, zei Ginny. Daan is dan weg met de kerstvakantie. En ik ga niet alleen’
Voordat Harry er erg in had floepte het eruit ‘Je kan ook met mij mee gaan..gewoon als vrienden’
‘Bloosde hij nu maar niet zo’ dacht Harry, dadelijk zoekt iedereen er nog achter. Maar voordat ze iets kon vragen kwamen Ron en Hermelien door het gat gekropen.
‘Dus je gaat naar het bal met Ginny’
Ron en Harry lagen in de slaapzaal,
‘Ja’ ik hoop alleen niet dat Daan het erg vind, hij is er dan niet. Ik bedoel..dadelijk denkt hij dat ik zijn vriendin af pak. Terwijl ik helemaal niks voor Ginny voel’
Ron keek Harry een paar seconden aan
‘Ja juist Harry, en dat moet ik geloven?’
‘Ja’ zei Harry ‘Ik zweer het, ik bedoel..ze is jou zusje’
Ron keek Harry schaapachtig aan, nadat Harry voor de vierde keer uiteindelijk had gezegd dat het niet zo was viel Ron in slaap.
Harry werd de ochtend erna laat wakker, hij zette zijn bril op en keek in de Ronde. Het enige wat hij zag was een leeg bed langs hem en nog een langs hem. Toen hij naar buiten keek zag hij dat een dik pak sneeuw het terrein van Zweinstein compleet had veranderd.
Nadat zichzelf volledig had aangekleed liep hij via de stenen trap naar beneden.
‘Daar ben je dus, hoorde hij Hermelien zeggen, ik moet je wat vertellen..kom mee’
Harry en Hermelien klommen door het portretgat en niet wat later liepen ze voorbij de deur.
‘Wat ik je wilde zeggen. Ik hoop dat je het niet gek vind, maar denk je dat Ron met mij naar het kerstfeest vanavond wilt.’
Harry moest even nadenken, zo vroeg op de ochtend waren zijn gedachten niet meteen bij Ron en zijn liefdes leven.
‘Ik denk het wel’ zei hij uiteindelijk
‘Super!’ zei Hermelien ‘En trouwens, Daan en Ginny hebben het uitgemaakt. Hij was kwaad op haar dat ze met jou naar het kerstbal ging, omdat hij zo nodig naar huis moest gaan.’
Harry voelde de knoop in zijn buik losser gaan, dat betekende dat hij nog een kans maakte.
‘Sorry voor Daan’ zei Harry, maar Hermelien keek hem aan alsof ze er weinig van geloofde.
Harry en Ron besteedden de dag zeer nuttig door de hele dag sneeuwballen gevecht te doen met Marcel, het hoogtepunt was ook toen Ron een sneeuwbal op iemand in een zwart pak afschoot. Toen deze zich omdraaide bleek het Sneep te zijn, gelukkig wist Ron zich snel te verbergen en kwam Sneep er niet achter wie het was.
Om zeven uur werd het te donker om nog goed te kunnen mikken dus liepen Harry en Ron samen met Marcel naar boven.
Boven aan gekomen zag hij Ginny staan, in een prachtig gewaad van turkooizen zijde, Hermelien daar in tegen had een lila rosé jurk aan.
Samen ging het viertal naar de grote zaal ( Marcel moest daar wachten op Luna ) en namen plaats op de vele stoelen.
Dagen, Misschien wel weken later, had Harry het niet kunnen indenken hoeveel plezier hij die avond had kunnen hebben. Hij danste de hele avond samen met Ginny, met Hermelien en met Luna. Deze avond was een van de beste kerstavonden die hij had gehad. Hij had het zelfs jammer gevonden toen Perkamentus uiteindelijk om middernacht zei dat het feest was afgelopen.
‘Dat was echt fantastisch’ zei Ron tegen Harry, toen ze samen naar de jongens slaapzaal gingen ‘Ik wist trouwens niet dat Luna zo goed kon dansen.’
‘Nee ik ook niet’ zei Ron ‘en Hermelien, zag er ook leuk uit in haar jurk’
Harry kon het niet helpen maar hij begon er aan te denken dat Ron een oogje had op Hermelien. Wat zou dit betekenen voor hun vriendschap, zou Ron Harry afstoten als hij veel met Hermelien zou optrekken.
Harry lag die avond nog veel te piekeren, maar viel uiteindelijk toch in slaap.
Op de ochtend van eerste kerstdag schrok Harry wakker van een luide knal
‘Ja nog een keer, dit is echt fantastische spul Ron, hoe kom je er aan’ Hoorde Harry iemand zeggen.
Harry keek naar de zijkant van zijn bed en zag Ron, Daan en Simon bezig met zijn cadeautjes uitpakken.
‘He Harry!, kijk eens wat een stapel cadeaus, zijn er meer dan normaal’
Harry ging zitten op de hoek van zijn bed en keek naar de stapel. Hij pakte het eerste cadeau en merkte dat het heel licht was.
‘Je hebt zelfs een cadeau gekregen van je Oom en Tante, zei Ron. ‘Laat eens zien!’
Harry pakte het cadeautje uit en zag een elastiekje
‘Ze zijn dit jaar weer er gul hoor’ Hoorde hij Ron zeggen ‘Kom op pak de rest uit.
Harry en Ron pakte samen met Daan, Marcel en Simon hun cadeaus uit.
Harry had van Mevrouw Wemel een ‘Wemeltrui gekregen’ net toen hij zijn laatste cadeaus wilde open maken kwamen Ginny en Hermelien binnen.
‘Bedankt Ron, dat parfum ruikt echt lekker’
Ron werd plotseling enorm rood en was vooral geïnteresseerd in zijn sokken. Hij brabbelde nog een ‘B-Bedankt’ maar keek al snel weer om.
Harry keek naar Ginny en zag gelukkig dat ze zijn cadeau ook bij had. ‘Harry, bedankt voor die ketting. Ik vind hem echt heel mooi’
Harry leek plotseling ook enorm geïnteresseerd in het op gefrommelde cadeau papier.
Hermelien en Ginny bleven nog heel even kijken, Harry had van Lupos een boek gekregen
Duizend en Eén vervloekingen en had van Ginny een nieuwe Toverstok onderhoud set
Later die ochtend gingen alle Griffoendors gezamenlijk naar de grote zaal voor het ontbijt. Harry nam plaats naast Ron en tegenover Ginny en Hermelien. Ondertussen was de uil met de Kerstprofeet langs gekomen en had die bij Hermelien op haar schoot gedropt.
Hermelien dook even in haar krant, maar naar een paar minuten legde ze die weer weg, ‘Er staat niks in, behalve een hoop onzin over tovenaars die elkaar hebben vervloekt vanwege hun cadeaus’
Na het ontbijt liepen ze allemaal terug naar de leerlingenkamer, om zich daar klaar te maken voor een uitje naar Zweinsveld. |
|
|
  |
 |
Horcrux
1e jaars


Verdiend:
45 Sikkels
|
Geplaatst:
Ma Aug 08, 2005 10:26 |
 |
Hoofdstuk 13: De halfbloed
Harry kon zich moeilijk voorstellen dat er niet een mooiere dag kon zijn, hij was samen met zijn vrienden naar Zweinsveld en er was al een aantal dagen niks gehoord van Dooddoeners, Harry liep samen met Hermelien naar Pluimplukkers Veren winkel om een aantal nieuwe schoolveren te kopen. Terwijl Ron en Ginny samen buiten bleven wachten.
‘Ik zou eigenlijk die veer wel willen hebben, maar tien sikkels is toch wel wat te duur hoor’ zei Hermelien. ‘Ik kan denk ik nog wel een fazanten veer gebruiken, die schrijven fijner en netter. Ik denk dat ik die doe.’
Harry en Hermelien kwamen nadat ze allebei zeven sikkels hadden betaald weer naar buiten gelopen.
‘Het duurde wel lang’ zei Ginny ‘Met een scheef oog op Daan gericht, die langs kwam lopen zonder haar ook maar een blik waardig te keuren
‘He Ginny’
Een meisje uit Ginny haar jaar kwam naar haar toegelopen. ‘Heb je zin om mee te gaan naar de drie bezemstelen, het schijnt dat Madam Rosmerta gratis boterbier weggeeft’
‘Nee dankje, ik kom dadelijk wel’ zei Ginny tegen het meisje
Na een tijdje te hebben rond gewandeld door Zweinsveld liep het viertal verkleumd richting de drie bezemstelen, om daar een warme beker boterbier te gaan drinken.
Ondertussen, enkele honderden kilometers verderop klonk een schreeuw
‘Nee, ik zeg niet waar het is’ riep een vrouwenstem ‘Ik ga nog liever dood’
‘Uiteindelijk wel’ zei een mannenstem ‘Uiteindelijk wel’
De vrouw kroop op haar handen weg uit het zich van de dooddoener, ‘Nee, ik laat je er niet achter komen, al moet ik er voor sterven’
‘Laat het zo zijn’ schreeuwde de dooddoener ‘Niemand kan ons horen, ik kan je martelen zo lang als ik wil. Uiteindelijk ga je me vertellen waar het is’
‘Nee, ik vertel je niet wie het is
‘Wie het is?’ riep de dooddoener verbaasd, ‘Vertel op vrouw, wie is het dan. Ik geef je een kans te leven’
‘Nee ik zeg het niet’
De dooddoener leek zich even te bedenken, maar hergreep zijn kracht bij elkaar
‘imperio’ schreeuwde de dooddoener ‘Nu vertel je me waar hij is’
De vrouw boog voorover, elke spreuk die ze wilde zeggen koste haar moeite, ze vocht met alle kracht tegen de Imperius vloek. ‘Ik …Zal…Je…Niets…Zeggen’ De vrouw leek aan het eind van haar krachten, elk woord leek haar van haar levenskracht te onttrekken.
‘Hij….is….de….jongen…’
‘Wie is de jongen’ schreeuwde de dooddoener, ‘WIE IS HET!’
‘Ik zei…toch…ik…ga…nog…liever…dood’
‘Het zij zo!’ schreeuwde de dooddoener ‘Avada Kadavra’
De vrouw viel dood op de grond neer, haar gezichtsuitdrukking was van pure woede. De dooddoener liep naar haar toe en haalde zijn masker van zijn hoofd.
‘Dom Wicht, ik had je laten gaan als je me had gezegd wie’
Antonin Dolochov verdwijnselde op dat moment
De kerst vakantie ging in een vlaag van plezier voorbij, een gure januari werd opgevolgd door een mooie februari maand.
In februari waren de eerste zwerkbal wedstrijden. Harry en zijn nieuwe team hadden al een aantal succesvolle trainingen gehad en wilde hun succes van vorig jaar vervolgen.
Die vrijdag avond had Harry er nog een training tussen gedaan, hij was er zeker van dat ze gingen winnen, maar een beetje extra training kon volgens Harry geen kwaad.,
Die zaterdag morgen werd Harry wakker gemaakt door Ron
‘Kom op maatje, we hebben een wedstrijd te winnen,’
Ron blaakte van het zelfvertrouwen, hij vond dat zijn prestaties van het vorige jaar alleen maar waren om te oefenen. En aangezien Harry aanvoerder was leek het hem meer dan duidelijk dat alles beter zou gaan.
Om vijf voor elf ging Harry met zijn team naar het stadion om zich daar om te kleden.
‘Oké Team!’ riep Harry ‘We mogen Zwadderich niet onderschatten, hun team heeft twee nieuwe jagers. Die ze nog angstvallig geheim houden. Malfidus is nog steeds zoeker net zoals Korzel en Kwast nog Drijvers zijn.
Na wat eeuwen duurde voor Harry zijn gevoel hoorde hij honderden voeten de tribunes beklimmen. Hij raapte al zijn moed bijeen en riep ‘Team!, we gaan er voor!’
Het gehele team liep naar het midden van het veld. Harry liep naar de aanvoerder van Zwadderich en schudde zijn hand.
‘Op uw plaatsen’ schreeuwde Madam Hooch ‘drie..twee..een’
Veertien spelers schoten de lucht in en meteen barste het spel in alle hevigheid los. Aangezien Leo Jordaan van school af was, moest iemand anders het commentaar verzorgen
‘En Ginny Wemel is aan de slurk’ Hoorde Harry een bekende stem zeggen, hij keek naar boven en zag Daan Thomas het commentaar doen
‘Wemel speelt de slurk naar Vertschy – auw dat moet pijn doen – beuker recht in de maag van Vertschy gespeeld. De slurk opgepakt door Warrel, Warrel gaat ervoor – mooie beuker van Veenstra – Wemel speelt naar Vertschy..speelt terug naar Wemel…en scoort!!! – tien nul voor Griffoendor’ Het stadion leek op zijn grond vesten te schudden. Leerlingen van Griffoendor, Ravenklauw en Huffelpuf schreeuwde er lustig op los. Ook voor hun was het belangrijk dat Zwadderich verloor.
De wedstrijd werd vuiler en vuiler. Griffoendor wist nog vier keer te scoren. Totdat Harry het ineens zag, de gouden snaai. Hij zweefde vlakbij de bezem van Malfidus. Harry moest zo onopvallend mogelijk er naar toe gaan, anders had Malfidus de snaai zeker eerder dan Harry
‘Kijk uit!’
Een Beuker miste Harry op een haar na, de snaai zweefde nog in de buurt van Malfidus, maar op dat moment keek Malfidus om, en zag de snaai.
Het gebeurde in een fractie van een seconde, Harry zag de ogen van Malfidus samen knijpen, hij strekte zijn hand uit. Harry was nog een paar meter van de snaai verwijderd
‘alsjeblief, ga sneller’ Harry drukte zich helemaal plat op zijn vuurflits. Nog een meter, nog een armlengte – Malfidus zijn vingers krasten tegen de snaai – hij was er bijna, Harry stak zijn hand uit – voelde de nagels van Malfidus tegen zijn arm krassen, op het zelfde moment dat Harry de gouden snaai in zijn vingers sloot.
‘Goede vang’
Het hele team vloog als een rode waas naar Harry toe, hij werd door iedereen gezoend en geknuffeld. Hij hoorde de stemmen van het publiek vaag achter hem, alsof het door een oude radio werd gezonden.
Onderweg naar de leerlingenkamer werd het viertal aangehouden door Professor Anderling.
‘Potter’ zei ze ‘Ik wil je even spreken’
‘Lopen jullie maar door, ik kom er zo aan’
Harry liep met Professor Anderling mee naar haar kamer en ging zitten in een stoel tegenover haar bureau.
‘Potter, luister’ Professor Anderling keek Harry streng aan
‘Ik weet dat je veel lessen gaat missen door de bijlessen van Perkamentus, maar ik zou wel graag willen dat je die komt inhalen, daarom wil ik graag dat je elke maandag avond bij mij de lessen komt inhalen die je mist, afgesproken?’
Harry had het idee alsof hij geen nee kon zeggen, dus ging hij akkoord en liep weer richting de leerlingen kamer.
Toen hij bij de dikke dame aankwam zei hij het nieuwe wachtwoord ( Feniks ) en kroop naar binnen.
Harry kroop door het portret en keek recht in een zee van vreugde. Overal waren feestvierende mensen. Hij keek in de Rondte en zag Ginny. Hij liep door de menigte en zag Ginny het zelfde doen, haar gezicht vol vreugde, een blik in haar ogen die hij nog nooit had gezien. Harry omhelsde Ginny en zonder dat hij het had gepland, of had verwacht, kuste hij haar.
De hele leerlingenkamer viel stil, het leek uren te duren voordat Harry en Ginny elkaar loslieten, een glimlach op Hermelien haar gezicht verraadde wat ze dacht.
Harry zag Ron naast Hermelien staan en zag dat Ron een glimlach had van oor tot oor.
Een leuke wandeling zat er misschien nog in. Maar nu, wilde hij niet meer weg. |
|
|
  |
 |
|
|