Harry Potter Forum index
Dit forum is gesloten. Bezoek nu de vernieuwde versie van HPF!
 Harry Potter Forum gesloten  •   Inloggen

 [AF] Afgezant van de nimfen Volgende onderwerp
Vorige onderwerp

Sla dit onderwerp op als textbestand
Auteur Bericht
Danlover
7e jaars
7e jaars


Verdiend: 56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...

Danlover is offline. 
BerichtGeplaatst: Wo Aug 10, 2005 18:36 Terug naar boven Sla dit bericht op

Oké, hier is nog een stukje. Het heeft misschien een beetje lang geduurt en het is misschien ook niet zo spannend, maar hierna word het steeds spannender. Alvast veel plezier met dit stukje, en reacties via pb of in de reageertopic zijn natuurlijk welkom!
150-160

De eerste zwerkbalwedstrijd van dat seizoen was het komende weekend gepland, Griffoendor tegen Ravenklauw. Harry had zijn team zo goed mogelijk voorbereid, alleen om Vivianne maakte hij zich zorgen. Ze had haar speelstijl, die tot nu toe steeds ruwer was geworden, nog steeds niet afgeleerd. Wat Ron had voorspeld kon nog wel eens uit komen; ze zouden de wedstrijd kunnen verliezen door Vivianne. Harry nam zich dan ook voor naar de snaai te gaan zoeken zodra het fluitje van madame Hooch had gesnerpt.
Die ochtend was vooral Harry vreselijk zenuwachtig. Hij porde Ginny, die stilletjes aan tafel zat, toch vooral goed te eten, ook al kon hij zelf geen hap door zijn keel krijgen.
Na het eten vertrok hij naar het zwerkbalveld om het weer in te schatten. De zon scheen achter een paar kleine wolken en er stond bijna geen wind.
‘Mooi zwerkbalweertje,’ hoorde hij opeens een bekende stem zeggen. Hij keek opzij en zag Cho. Ze had haar blauwe zwerkbalgewaad al aan en haar helleveeg onder haar arm.
Harry knikte maar zei niets. Cho glimlachte flauwtjes en staarde naar de lucht.
‘Als die wolken nou maar niet verschuiven gaat alles goed,’ zei ze. ‘Ik heb geen zin in zon in mijn ogen als ik de snaai moet zoeken.’
‘Van hetzelfde,’ bromde Harry. ‘Je kan de zon en snaai moeilijk uit elkaar houden als ie recht in je gezicht schijnt.’
‘Daar heb je absoluut gelijk in,’ zei ze. ‘Is jouw team goed?’
Harry haalde zijn schouders op. ‘Ron is enorm vooruit gegaan,’ zei hij. ‘En we hebben drie nieuwe jagers.’
‘Wie dan?’
‘Ginny Wemel, Katrien Hakbijl en Vivianne Aliano, een vriendin van me.’
‘Je bedoelt jé vriendin.’
‘Zo kan je het noemen ja.’
Er viel een stilte.
‘Ik heb jullie een paar keer bij de training gezien,’ zei Cho na een tijdje. ‘Vanuit de verte. Die Vivianne speelt volgens mij niet zo goed.’
‘O, jawel hoor,’ zei Harry snel. ‘Alleen er moet wat aan… gesleuteld worden.’
‘Een heleboel?’
Harry zuchtte. ‘Ik ben bang dat we gaan verliezen,’ zei hij.
‘Dat zou in ons voordeel zijn,’ zei Cho glimlachend. ‘Het zou de eerste keer zijn dat we een wedstrijd van jullie winnen.’
‘Wrijf het er nog eens lekker in, ja!’ zei Harry kwaad. ‘Serieus, ik maak me vreselijk druk. Vivianne gebruikt haar ellebogen om te winnen. Ik ben bang dat jullie zoveel strafschoppen krijgen dat jullie uiteindelijk winnen.’
‘Hee, rustig aan jij,’ zei Cho, die duidelijk schrok van zijn uitbarsting. ‘Ik wil gewoon mijn team hoog brengen, net als Plank. Ravenklauw heeft nog nooit de cup gewonnen, tenminste niet zolang ik op school zit. Ik wil gewoon dat Ravenklauw de cup wint, dat wil jij toch ook van Griffoendor?’
‘Ja,’ zuchtte Harry. ‘Maar niet op deze manier.’
‘Dat begrijp ik.’

‘Aanvoerders, geef elkaar een hand,’ zei madame Hooch. Harry stak zijn hand uit en schudde die van Cho. Ze glimlachte en Harry grijnsde lichtjes terug. Vervolgens liet hij haar hand los, pakte zijn bezem stevig vast en steeg op toen het fluitje van madame Hooch klonk. Hij schoot met een vaart richting de blauwe lucht, net zoals de rest van zijn team. Ron nam zijn plaats in voor de drie doelpalen, Jaques Sippe en André Kolk pakte hun knuppels stevig beet en Ginny had de slurk binnen no-time veroverd. Ze schoot richting het doel waar de wachter van Ravenklauw, Pepijn Visnet haar zag aankomen. Halverwege haar tocht naar het doel werd ze geblokkeerd door een drijver van Ravenklauw en moest ze afremmen. Ze gooide de slurk naar Vivianne, die de drijvers wist te omzeilen. Toen ze dichter en dichter bij het doel kwam, schoot de wachter angstaanjagend snel op haar af. Ze ging naar links, recht, niets hielp. Ze dacht een ogenblik na, en stormde toen recht op Visnet af. Die was niet van plan om opzij te gaan. Ze haalde uit en… PATS, Visnet vloog verdwaast weg met zijn hand tegen een roodgloeiende kaak. Het fluitje van madame Hooch snerpte, en Harry kneep zijn ogen dicht van ontzetting. Een wachter van Ravenklauw pakte de slurk en nam haar positie in voor een strafschop.
Kom op Ron, dacht Harry verwoed. Hij pakte de steel van zijn Vuurflits stevig beet en keek naar Ron, die naar de jager van Ravenklauw staarde.
De jager haalde uit en gooide de Slurk. Ron dook er naar toe, miste en trok zijn bezem weer op. De slurk vloog door de doelring. Er klonk een bel.
´10-0 voor Ravenklauw!’ riep een vreemde stem door de megafoon. Harry keek op, maar besefte toen pas dat Leo Jordaan niet meer op school zat, en dat iemand anders zijn plek achter de megafoon had ingenomen. ‘Griffoendor begint met een vlijmscherpe aanval, maar begaat een overtreding.’
De slurk was weer in het spel. Katrien Hakblok veroverde hem en omzeilde de drijver van Ravenklauw, die op haar af vloog. Ze koerste op het doel af, maar haar pas werd afgesneden door Cho, die zich met het spel bemoeide. Zo snel gaf Katrien zich blijkbaar niet gewonnen, want ze draaide zich om, maakte een bocht en kwam via de rechterkant weer terug. Ze maakte vaart en vloog op het doel af.
Weer blokte Cho haar. Katrien gaf het op en gooide de slurk naar Ginny, die langs scheerde. Ginny nam de slurk stevig onder haar arm en vloog met flinke vaart naar het doel. Ze gooide hem en…
Oorverdovend gejuich steeg op vanuit de tribunes van Griffoendor. Ginny had gescoord. Ze joelde en vloog weg bij het doel, met een gezicht dat straalde.
Giffoendor stond nu gelijk met 10-10, maar toen gebeurde er iets dat Harry grijze haren zou bezorgen.
Vivianne had zich blijkbaar voorgenomen zoveel mogelijk punten te scoren, want ze begon opeens erg gemeen te spelen. Ze veroverde de slurk door hem uit de handen van iemand anders te trekken, wat werd gezien als een overtreding. Alleen daarvoor kreeg Ravenklauw die wedstrijd al 7 strafschoppen. Daarnaast bleef ze scoren met haar ellebogen. Uiteindelijk moest Pepijn Visnet worden vervangen. Zijn gezicht was beurs. Daarvoor kreeg Ravenklauw die wedstrijd ook 7 strafschoppen.
Daarnaast begon ze na de zoveelste overtreding madame Hooch uit te schelden, waardoor Ravenklauw nog een strafschop kreeg. Uiteindelijk stond Ravenklauw voor met 150-10. Het leek Harry onmogelijk dat ze de wedstrijd nog zouden winnen.

Plotseling zag hij een gouden glinstering tegen de blauwe hemel. Zonder te twijfelen schoot hij schuin over het veld naar de overkant, achter de snaai aan. Al gauw had hij hem recht voor zich. Hij strekte zijn hand uit, graaide…
‘Harry Potter redt zijn team van de ondergang!’ schreeuwde de vreemde jongen achter de megafoon. ‘Griffoendor wint op het nippertje met 150-160!’
Harry landde en keek naar zijn vuist, die zich stevig om de snaai had geklemd. Hij grijnsde. Op dat moment landde madame Hooch naast hem. Haar gezicht stond grimmig.
‘Potter, ik moet met u praten. Kom mee.’
Harry volgde haar naar haar kantoortje…





_________________
Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark
Profiel bekijkenStuur privébericht
Danlover
7e jaars
7e jaars


Verdiend: 56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...

Danlover is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Aug 13, 2005 16:38 Terug naar boven Sla dit bericht op

oke, belangrijk stukje, want dit geeft aanleiding tot één van de spannendste dingen in het verhaal. veel readfun Very Happy

De ruzie

Harry stapte het kantoortje van madame Hooch binnen, waar hij nog nooit eerder was geweest. Het was een ruim kantoor met veel voorwerpen die wat met zwerkbal te maken hadden op het bureau. Madame Hooch ging zitten en staarde hem aan.
´Ik wil u vertellen dat ik niet tevreden over de wedstrijd was,´ zei ze. ´En ik weet zeker dat u dat gevoel met me wil delen.´
Harry knikte. ´Dat wil ik inderdaad, professor,´ zei hij.
´Hopelijk beseft u dat u er geen goed aan hebt gedaan om juffrouw Aliano aan te stellen in uw team.´
´Dat besef ik, professor.´
´Ik vrees dat ik u zal moeten dwingen haar te schorsen. Dat houdt in dat ze een tijdelijke vervangster aanstelt die haal zal vervangen bij de wedstrijden,´ zei madame Hooch. Harry slikte. Dat ging Vivianne niet leuk vinden.
´En bij de trainingen, professor?’ vroeg hij. Madame Hooch hield haar hoofd iets schuin.
‘Dan traint ze uiteraard gewoon mee,’ zei ze. Harry voelde zich opgelucht. ‘Zodra ze dat ruwe spelgedrag heeft afgeleerd doet ze weer mee, maar dan alleen met mijn goedkeuring. Bedenk ook Potter, dat u als aanvoerder het volste recht heeft om spelers uit het team te zetten.’
‘O…oh ja?’ zei Harry, die daar nooit goed over had nagedacht. ‘Mag ik dat?’
‘Natuurlijk,’ zei madame Hooch. ‘Tot ziens, Potter. Ik hoop dat u doet wat u gezegd is.’
‘Zal ik doen, professor,’ zei Harry. Hij draaide zich om en liep het kantoortje uit.

Vivianne liep intussen van het zwerkbalveld af. Harry zag haar aankomen, en, toen ze dichterbij kwam, hij zag ook de grijns die op haar gezicht lag. Van oor tot oor.
‘We moeten praten,’ zei hij. Hij wenkte naar de kleedkamers. Vivianne volgde hem naar binnen. Daar omhelsde ze hem.
‘We hebben gewonnen,’ zei ze blij. Ze liet hem los en keek hem glunderend aan. Harry slikte moeizaam, pakte haar handen vast en liet ze van zijn schouders glijden.
‘Wat is er?’ vroeg Vivianne. Haar grijns verdween en ze keek hem bezorgd aan.
‘Ik…’ begon Harry. Hij kon het niet. Bij madame Hooch in het kantoortje had het simpel geleken, maar nu… Vivianne glimlachte lief en legde haar hand op de zijkant van zijn gezicht.
‘Vertel het me,’ zei ze vriendelijk. Harry trok haar hand van zijn gezicht.
‘Ik…’ Hij probeerde het opnieuw. Nu of nooit, dacht hij, en hij perste het eruit in één adem. ‘Ik moet je schorsen.’
Vivianne keek hem aan. Plotseling begon ze te lachen.
‘Leuk geprobeerd, Harry,’ zei ze. ‘Vertel me nou gewoon de ware reden.’
Harry keek haar doodserieus aan, en Vivianne’s gezicht betrok.
‘Je… je meent het, hè?’ zei ze, en Harry knikte met veel moeite.
‘NEE!’ Vivianne deinsde achteruit met een gezicht vol ontzetting. ‘Dat kan niet!’
‘Ik moest wel!’ zei Harry. Hij liep op haar af, maar Vivianne draaide haar rug naar hem toe. ‘Madame Hooch zegt dat het het beste is.’
‘Oh, en dat denk jij zeker ook?’ vroeg Vivianne kwaad.
‘Eh…nu ik je zo bezig heb gezien… ja.’
‘Grmpf.’
Harry liep naar haar toe en legde zijn hand op haar schouder.
‘Geloof me, het is het beste. Je mag nog steeds meetrainen, samen met iemand die je vervangt op de wedstrijden.’
‘Ik ben het er niet mee eens,’ zei Vivianne bot, en ze sloeg zijn hand van zijn schouder.
‘Dan niet,’ zei Harry schouderophalend, en hij liep naar buiten.
Buiten op het grasveld stonden Ron en Hermelien hand in hand op hem te wachten.
‘Waarom duurde het zo lang?’ vroeg Hermelien. Harry vertelde hen alles over madame Hooch. Hermelien trok een pijnlijk gezicht.
‘En dat vond ze niet leuk, zeker?’ Harry schudde zijn hoofd.
‘Nee, ze was kwaad,’ zei hij. ‘Maar ze zal toch een vervangster moeten gaan zoeken.’
Ze liepen naast elkaar naar het kasteel, tot ze opeens een stem achter hun hoorden. Ze draaiden zich om. Het was Vivianne. Ze was furieus en haar gezicht stond roodgloeiend.
‘JE WEET BEST DAT WEDSTRIJDEN HET LEUKST IS IN EEN SPORT!’ schreeuwde ze. ‘DAT WEET JE HEEL GOED, HARRY.’ Ze gebaarde woest naar hem met haar vuist.
‘Wat nou?’ zei Hermelien. ‘Wat wil ze?’
‘WAT IK WIL IS DAT JE DIE STOMME SCHORSING NU METEEN OPHEFT!’ schreeuwde Vivianne, die Hermelien duidelijk gehoord had. ‘EN DAN BEDOEL IK OOK NU METEEN, STOMME IDIOOT DIE JE BENT!’
‘Hoe durft ze!’ zei Ron met opeen geklemde kaken. Hij deed een stap vooruit, maar Hermelien hield hem tegen.
‘Je mag geen vrouwen slaan,’ siste ze.
‘Vrouw?’ zei Ron kwaad. ‘Ze doet me meer denken aan een monster!’
‘Ze is geen monster,’ zei Harry, die zich plotseling iets herinnerde. ‘Ik moet haar alleen wat harder aanpakken.’ Hij duwde Hermelien opzij en liep op Vivianne af, die haar vuist liet zakken nu ze hem zag aankomen.
‘Je gaat haar toch niet slaan, hè?’ vroeg Hermelien een beetje angstig. Harry schudde zijn hoofd, terwijl hij zijn blik strak op Vivianne gericht hield. Toen hij haar bereikt had, keek hij haar koud aan.
‘Je hebt je waarschuwing gehad,’ zei hij kwaad. ‘Niks schorsing, je ligt nu officieel uit het team!’ En hij trok de badge met “jager” van haar zwerkbalgewaad. Vivianne`s mond viel open en ze keek hem ontzet aan. Toen vond ze haar stem terug.
‘DIT KUN JE ME NIET AAN DOEN!’ schreeuwde ze. ‘OKE KNUL, JE HEBT ER ZELF OM GEVRAAGD, HET IS UIT!’
‘FIJN, DAN IS HET MAAR UIT!’ schreeuwde Harry. Hij had er genoeg van. Als Vivianne het zo wilde, dan kon ze het zo krijgen. Hij draaide zich woest om en rende naar het kasteel.





_________________
Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark
Profiel bekijkenStuur privébericht
Danlover
7e jaars
7e jaars


Verdiend: 56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...

Danlover is offline. 
BerichtGeplaatst: Vr Aug 19, 2005 15:31 Terug naar boven Sla dit bericht op

De tweede verdwijning

´Boterbier,´ zei Harry kwaad tegen de dikke dame. De dikke dame keek hem geschrokken aan.
´Nou zeg, wat heb jij nou weer?’ zei ze beledigt, en ze zwaaide open om hem door te laten. Harry liep de leerlingenkamer in, stampte de trappen naar de jongensslaapzalen op en plofte op zijn bed neer, met zijn gezicht naar beneden.
Hij keek de torenkamer rond, zover als dat mogelijk was en voelde hoe zijn woede door zijn lichaam stroomde, als iets giftigs. Hij had het even helemaal gehad met zwerkbal en Vivianne.
Op dat moment ging de deur open, en kwam Ron binnen. Hij zei niets, en dat vond Harry niet erg. Hij had geen zin om met iemand te praten. Hij hoorde hoe Ron iets uit zijn hutkoffer pakte en weer wegging.
Harry ging overeind zitten en trok de gordijnen van zijn hemelbed dicht. Het werd plotseling schemerig om hem heen. Hij ging op zijn rug liggen en staarde naar het plafond.
Na een tijdje voelde Harry zijn woede wegebben. Hij zuchtte en ging weer overeind zitten.
‘Harry.’
Harry schrok zich een ongeluk toen hij een stem hoorde. Hij wist niet hoe snel hij overeind moest zitten en de gordijnen moest opentrekken.
In de kamer zat Perkamentus. Hij zat op Rons bed en staarde Harry glimlachend aan.
‘Professor, wat…’ begon Harry, maar Perkamentus maande hem tot stilte.
‘Ik ben zo snel mogelijk gekomen toen ik hoorde van jullie ruzie,’ zei hij. ‘Geloof me als ik zeg dat dat een grote fout was, Harry.’
Harry staarde hem niet begrijpend aan. ‘Een grote fout?’ zei hij verward. Perkamentus knikte.
‘Een hele grote,’ zei hij. ‘Kom met me mee, dan laat ik het je zien.’
Hij gebaarde naar de deur, stond op en liep naar buiten. Harry volgde hem.
In de leerlingenkamer werden Harry en Perkamentus vreemd aangekeken door de leerlingen die lekker van hun vrije zaterdag zaten te genieten. Ook Ron en Hermelien, die op de vensterbank met elkaar zaten te kletsen, keken hem met grote ogen aan. Harry haalde zijn schouders op en liep achter Perkamentus aan de leerlingenkamer uit. Vlak voordat het portret weer dichtklapte hoorde hij dat er geroezemoes uitbarstte.
Ze liepen door de gangen, aan één stuk door. De portretten staarden hen na en begroetten Perkamentus vriendelijk.
Bij de geheime ingang van zijn kantoor aangekomen hoorden ze plotseling haastige voetstappen achter zich. Harry draaide zich om.
Het was professor Anderling. Ze liep haastig door de gangen naar hen toe. Ze keek erg bezorgt.
‘Professor Perkamentus, ik moet ik dringend spreken,’ zei ze hysterisch. ‘Er heeft opnieuw een verdwijning plaatsgevonden!’
Harry had het gevoel alsof zijn maag oploste. Hij keek professor Anderling ontzet aan.
‘Wie is het?’ vroeg professor Perkamentus.
‘Cho Chang uit Ravenklauw,’ zei professor Anderling. ‘En weer een briefje, met dezelfde eisen als vorige keer.’
Perkamentus keek Harry uiterst serieus aan.
‘Het spijt me, maar we moeten dit een andere keer gaan doen,’ zei hij. ‘Of nee, wacht. Dit kun je ook zelf doen. Het wachtwoord van mijn kantoor is Champagne, Harry. Zoek naar de Hersenpan!’
Perkamentus liet een verwarde Harry achter, terwijl hij haastig achter professor Anderling aanliep.

Oke, dit stukje is niet zo lang, maar het volgende stuk is weer wat langer, dus nog eventjes wachten en je krijgt weer wat





_________________
Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark
Profiel bekijkenStuur privébericht
Danlover
7e jaars
7e jaars


Verdiend: 56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...

Danlover is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Aug 21, 2005 19:42 Terug naar boven Sla dit bericht op

mysterieus stukje, het volgende stuk word spannend!!! reacties mogen natuurlijk altijd, in het reageertopic, of via pb

De hersenpan

Harry sloop het kantoor van professor Perkamentus binnen en keek om zich heen. Als hij goed had gehoord wat professor Perkamentus had gezegd, dan moest de hersenpan van professor Perkamentus hier ergens liggen. Hij begon te zoeken en keek in één van de kstjes vlakbij het bureau van professor Perkamentus.
Bingo! Op de bodem van de kast lag de hersenpan, glinsterend als zilver. Harry pakte hem op en zette hem op tafel. Hij wist wat hij moest doen. Hij kneep zijn neus dicht, haalde diep adem en dook voorover in de zilveren substantie.
Hij viel in een diepe duisternis. Net toen hij in paniek wilde raken, plofte hij op een houten vloer neer. Hij keek om zich heen.
Harry was in een vreemd vertrek beland. Er hingen vreemde schilderijen aan de muur, en de tafel stond volgestouwd met allerlei vreemd meubilair. Eén ding wist hij zeker: hij was niet meer op Zweinstein. Maar waar hij dan wel was.
Al gauw had hij een deur ontdekt, die moeiteloos openging. Harry liep er door heen en kwam op de gang terecht, waarin een aantal ramen waren. Toen hij er doorheen keek zag hij een grote moestuin. Hij bevond zich blijkbaar op de tweede etage van een groot landhuis, compleet van hout. Harry besloot verder te lopen.
Plotseling hoorde hij stemmen uit één van de kamers komen. Harry liep naar de desbetreffende deur toe en duwde hem open.
Hij stapte een grote, knusse ruimte in. De vloer, muren en het plafond waren van hout, de kamer stond vol met boekenkasten en er brandde een knus haardvuur. Harry keek naar het midden van de kamer, waar twee mensen met elkaar praatten. Hij liep ernaartoe.
Aan het bureau zat professor Perkamentus. Hij praatte met het figuur voor hem, dat Harry niet goed kon zien; haar ogen waren niet te zien, omdat ze een mantel aan had. Het was een meisje, dat hoorde Harry aan haar stem. Er kwamen twee lange plukken bruin krullend haar onder de mantel uit, die ongeveer tot haar middel kwamen. Haar stem kwam hem vaag bekend voor, maar hij wist niet van wie.
‘Goed, hoogheid. Als uw ouders daar op staan, geef ik toestemming. Ik reken erop dat u zelf voorzorgmaatregelen neemt?’
‘Uiteraard, Albus,’ zei het meisje. ‘Ik zorg ervoor dat hij niets zal merken. Ik vraag me überhaupt af of hij me zal herkennen in mijn ware gedaante.’
‘Dat denk ik niet, hoogheid. Voor zover ik weet zijn er maar een paar mensen die van het bestaan van uw wereld afweten, en dat zijn zeker geen leerlingen van Zweinstein.’
‘Goed. Als u nog vragen heeft, verwacht ik dat u me persoonlijk komt opzoeken. Uilen kunnen onze wereld niet bereiken. Mijn duif verdween spoorloos toen ik u een brief wou sturen over onze afspraak.’ Ze begon plotseling te snotteren. ‘Arme Louisa. Nee, nu zit ik met een mannetje opgescheept, en die is de hele dag weg. En dan vind ik hem in de duiventil, waar hij met de vrouwtjes zit te flirten!’ Ze hief van frustratie haar handen in de lucht, waardoor de mouwen van haar mantel naar beneden zakten. Haar armen werden ontbloot en Harry zag dat er vreemde tatoeages op haar armen zaten, in de vorm van een doornstruik die om haar hele arm gewikkeld zat.
´Uilen zijn gelukkig beter te vertrouwen, juffrouw,´ zei de professor beleeft. Het meisje zuchtte.
´Ik hoop het,´ zei ze knorrig. ´Tot ziens professor.´
Ze verdween in een wolk van glinsterende vlinders, die op den duur vervaagden. Toen begon het vertrek rond te draaien, en werd Harry een beetje misselijk.
Toen plofte hij weer in het kantoor van professor Perkamentus. Hij keek vlug om zich heen, en zag dat de professor aan zijn bureau zat. Zijn gezicht werd beschenen door een kaars.
´Heb je het gezien, Harry?’ vroeg hij. Harry knikte en stond op.
‘Zei u dat Cho Chang was verdwenen, professor?’ vroeg hij. Professor Perkamentus knikte triest.
‘Helaas wel,’ zei hij. ‘Voldemort, uiteraard. Hij heeft hetzelfde briefje achtergelaten, met precies dezelfde eisen.’
‘Wat gaat u er tegen doen?’
‘Weet ik nog niet, voorlopig zit ik klem. Het allerliefste wil ik Marcel en juffrouw Chang terug, natuurlijk. Maar als ik dat doe, breng ik de rest van de leerlingen in gevaar, waaronder jou.’
Harry slikte. ‘Mij?’ vroeg hij.
‘Ja, jou. Je hebt die ene eis toch gelezen, dat hij je elke dag bij je wilt hebben.’
Het zweet brak Harry uit toen hij zich die eis herinnerde.
‘Ga nu maar, Harry. En denk na over wat je gezien hebt.’
Harry draaide zich om en liep langzaam het kantoor van professor Perkamentus uit.





_________________
Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark
Profiel bekijkenStuur privébericht
Danlover
7e jaars
7e jaars


Verdiend: 56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...

Danlover is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Aug 22, 2005 15:34 Terug naar boven Sla dit bericht op

hier is het spannende stukje dat ik had belooft, veel leesplezier, en laat me weten wat jullie ervan vinden

Fataal bezoekje

Die week daarna was Harry vooral bezig met piekeren over zijn bezoek in het landhuis van professor Perkamentus. Wie was het meisje dat hij had gezien, waarom kwam ze hem zo vaag bekend voor? En wat betekenden haar woorden, wie moest ze in de gaten houden.
Intussen hadden hij en Vivianne nog steeds ruzie. Die week keken ze elkaar niet aan, en gingen ze niet meer met zijn tweeën naar het meer. Ron en Hermelien waren het, tot Harry`s opluchting, roerend met hem eens.
‘Ze was gewoon onuitstaanbaar,’ zei Hermelien met opgetrokken neus terwijl ze opkeek van haar Oude Runen woordenboek. Ze zaten in de leerlingenkamer van Griffoendor, en Harry had zojuist gevraagd hoe Ron en Hermelien het vonden dat ze ruzie hadden.
Ron knikte heftig. ‘Dat ze je een idioot durfde te noemen, alleen maar omdat jij haar de waarheid over haar speelstijl vertelde.’
‘Ik zou haar gewoon negeren, daar kan ze best tegen,’ zei Hermelien waarschuwend. ‘Zoek in geen geval ruzie, want dat kan nog wel eens uit de hand lopen.’
Harry knikte. ‘Goed, ik zal niet gaan schreeuwen,’ zei hij. ‘Maar dan moet zij dat ook niet gaan doen.’
‘Goed, als zij te ver gaat is het een ander verhaal,’ gaf Hermelien toe. ‘Maar dan moet je je alsnog inhouden.’
Harry knikte. Toen kreeg hij een idee.
‘Zullen we bij Hagrid langsgaan? We hebben hem al zo lang niet meer gezien.’
‘Goed idee!’ zei Ron, en hij sprong op. ‘Waarzeggerij doen we later wel.’
Hermelien keek hem boos aan en sloeg haar armen over elkaar, maar ze liet toch haar oude runen in de steek en volgde Harry en Ron de leerlingenkamer uit.
Ze liepen door de gang het trappenhuis in, en daar zagen ze Vivianne plotseling. Ze leunde over de leuning van één van de trappen, met een ochtendprofeet in haar handen. Ze draaide haar hoofd naar hen om toen ze hen hoorde aankomen. Ze keek Harry sinister aan, draaide zich om en liep de trap verder af.
‘Die blik van haar bevalt me niet,’ zei Ron met toegeknepen ogen.
‘Mij ook niet,’ zei Hermelien. ‘Kom.’
Ze liepen verder de trap af, naar buiten.
‘Denk je dat ze iets van plan is?’ vroeg Harry voorzichtig. Hij wou niet de indruk wekken dat hij zich zorgen maakte.
‘Weet ik niet,’ zei Hermelien. Blijkbaar dacht ze diep na. ‘Ik heb haar nog nooit boos gezien, en ook als ze niet boos is krijg ik geen hoogte van haar.’
‘Zo gek als een deur,’ zei Ron duister. ‘Als ik jou was zou ik oppassen Harry. Je weet niet waar ze toe in staat is.’
Ze liepen verder naar het huisje van Hagrid en klopten op de deur. Ze hoorden muil vrolijk blaffen achter de deur. Even later deed Hagrid de deur open, spoot Muil naar buiten en sprong tegen Harry op, die de atte tong van de hond niet kon ontwijken.
‘Muil, kom hier!’ zei Hagrid. ‘Fijn dat jullie effentjes langskommen. Kom binnen, ik heb thee.’
Ze liepen het huisje binnen en gingen zitten. Als Hagrid ergens goed in was als het oom koken ging, dan was het thee zetten. Hij maakte altijd sterke koppen geurende thee. Al gauw zaten Harry, Ron en Hermelien aan tafel met een flinke kop thee voor hun neus. Het stoomde zo dat Harry’s bril acuut besloeg.
‘In onze Viv er niet?’ vroeg Hagrid, en hij keek de tafel rond.
‘Nee,’ knorde Harry terwijl hij zijn bril schoonveegde.
‘Harry en Vivianne hebben ruzie gehad,’ zei Hermelien en ze keek voorzichtig naar Harry.
‘En niet zo’n klein beetje ook,’ mompelde Ron. Hij nam een slokje van zijn thee.
‘O ja?’ zei Hagrid verbaast. Hij keek Harry verbaast aan? ‘Waarover?’
Harry zuchtte. ‘Ik moest haar schorsen uit het zwerkbalteam. En…’
‘Dat vond ze niet fijn,’ maakte Ron zijn zin af. Harry knikte.
‘Ze ging helemaal uit haar dak,’ zei hij. ‘Ik kon niet anders dan haar helemaal uit het team te verwijderen.’
‘En dat vond ze ook niet fijn,’ zei Ron doodleuk. Hagrid grinnikte.
‘Ach, Harry. Je ken het gewoon nooit weten met vrouwen zoals zij,’ zei hij lachend en Hermelien keek hem kwaad aan.
‘Bedoel je dat ik voorspelbaar ben?’ zei ze boos, en ze kneep haar ogen tot spleetjes.
‘Welnee, Hermelien,’ zei Ron, en hij wreef geruststellend over haar arm. ‘Wees blij dat je lang niet zo vreemd bent als Vivianne.’
De rest van de dag besteedden ze bij Hagrid. Ze bespraken de ochtendprofeet(waarin een bericht stond over een staking in goudgrijp) en andere dingen die gebeurt waren op school. Toch had Harry de hele tijd het gevoel dat er iets grondig mis was, en dat gevoel werd bevestigd toen hij ’s avonds afscheid nam van Hagrid.
‘Ik hoop dat jullie snel nog een keer langskommen,’ zei Hagrid. Hij keek hen na terwijl Harry, Ron en Hermelien weer terug naar het kasteel liepen. Het was tegen etenstijd, de zon was al onder en er scheen een prachtige volle maan op hen neer.
Volle maan?
Met een schok besefte Harry dat het volle maan was. Hij bleef als verstijfd stil staan en staarde naar de lucht.
‘O jee,’ mompelde hij trillend.
Ron en Hermelien keken hem niet begrijpend aan, volgden zijn blik en schrokken zich naar. Hermelien greep Rons arm beet.
‘Wat nu?’ vroeg Hermelien en ze staarde Harry met grote ogen aan.
Plotseling voelde Harry een schok door zijn lichaam gaan. Hij draaide zich om en keek naar Hagrid, die hen nog steeds nakeek.
‘He! Wat is er daar an de hand!’ brulde Hagrid. ‘Kom op, jullie eten wordt koud!’
Harry zweeg. Zijn blik gleed van Hagrids huisje naar het verboden bos, en plotseling schoot er een idee in zijn hoofd. Hij draaide zich met een ruk om en keek Ron en Hermelien aan. Er ging opnieuw een schok door zijn lijf.
‘Ga,’ fluisterde hij. ‘Het is hier niet veilig.’
‘En jij dan?’ zei Ron, die hem met een krijtwit gezicht aanstaarde.
‘Ik red met wel, ga!’
‘Maar…’
‘GA!’
Ron en Hermelien draaiden zich om en begonnen te rennen, richting het kasteel. Harry keek ze na, totdat een derde schok, de ergste tot nu toe door zijn lichaam ging. Hij wist dat hij moest gaan. Hij draaide zich om en rende naar het verboden bos. Hagrid staarde hem na vanuit de deuropening.
‘Harry, WAT MOT DAT!’ brulde hij. ‘Ga naar het kasteel, je mag niet zonder begeleiding naar het bos toe!’
‘Noodgeval,’ mompelde Harry. Hij rende met een enorme vaart het bos in, ontweek takken en sprong over boomstronken. Na ongeveer 5 minuten zo te hebben doorgerend, viel hij op zijn knieën neer en wachtte hij.
Toen trok een vreselijke pijn door zijn borst. Een pijn die hem verlamde. Harry viel op zijn zij en kreunde. Opnieuw die pijn, heviger dan de vorige keer. Harry jammerde, maar niemand hoorde hem.
Hij draaide op zijn rug en ademde langzaam en geconcentreerd in en uit, om de pijn te verminderen. Opnieuw schoot er een pijnscheut door zijn borst, de ergste tot nu toe, die tintelde en Harry verlamde tot op het bot. Harry had het niet meer, hij begon te krijsen en te stuiptrekken, om de pijn te laten stoppen. Niets hielp, hij balde zijn vuisten en knarste met zijn tanden.
Plotseling voelde hij dat zijn hoektanden over zijn onderlip heen puilden, hoe zijn nagels groeiden, en hoe het bos rood werd voor zijn ogen.
Met een laatste brul werd zijn geest uitgeschakeld en nam iets boosaardigs zijn geest over. Harry viel in een diepe duisternis, eindelijk verlost van de helse pijnen…





_________________
Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark
Profiel bekijkenStuur privébericht
Danlover
7e jaars
7e jaars


Verdiend: 56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...

Danlover is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Aug 27, 2005 12:16 Terug naar boven Sla dit bericht op

de titel is misschien niet zo origineel, maar ik wist geen anderen. laat dit je niet tegenhouden dit stuk toch wel de moeite waard te vinden
Onrust deel 2

Hermelien remde slippend af toen ze een kreet hoorde die onmiskenbaar opklonk uit het verboden bos.
´Wat was dat?’ vroeg ze met een piepstem. Ze staarde naar de bosrand.
Ron greep haar arm. ‘Kom mee,’ mompelde hij, en hij wou haar weer meetrekken, maar Hermelien trok haar arm uit zijn greep.
‘Dat was Harry,’ zei ze. ‘Ik weet het zeker. Misschien heeft hij hulp nodig.’
‘Nee, als we niet opschieten ben jij degene die hulp nodig heeft, kom mee!’ En Ron trok haar weer mee, richting het kasteel.
Toen ze eenmaal door de enorme deuren van Zweinstein waren gelopen, dreven de etensgeuren hen tegemoet. Toen ze richting de Grote Zaal wouden lopen, hoorden ze plotseling haastige voetstappen achter zich. Ron en Hermelien draaiden zich om.
Het was professor Anderling. Ze kwam met een bezweet hoofd op hen aflopen, en haar anders zo strakke knotje zat scheef.
‘Waar is… Potter,’ hijgde ze. Plotseling haalde ze uit en greep ze Ron bij zijn kraag beet. ‘WAAR IS POTTER!’ schreeuwde ze plotseling, en ze schudde Ron door elkaar. Hermelien greep haar armen beetje en probeerde haar te kalmeren.
‘Harry is in het bos, professor,’ legde ze uit. ‘Dat was zijn eigen keuze.’
Professor Anderling leek ter plekke in elkaar te storten. Ze liet Ron los en liet haar hoofd zuchtend hangen. Hermelien legde haar hand begripvol op haar schouder.
‘Ik zoek hem al de hele middag,’ zei professor Anderling hoofdschuddend. ‘Ik wist niet waar hij was, had hij niets door?’ Ze vroeg het aan Ron, die zijn hoofd schudde.
‘Niets, misschien een voorgevoel, maar verder…’
‘Kom, gaan jullie maar naar de grote zaal, en kom na het eten even naar de oppertafel. Professor Perkamentus wil jullie verhaal erg graag horen.’ Professor Anderling richtte haar hoofd kordaat op en liep voor hen uit naar de grote zaal. Ron en Hermelien gingen zitten.
‘Waar denk je dat hij nu is?’ vroeg Hermelien aan Ron. Ze staarde met een zwaar gevoel in haar maag voor zich uit en had geen trek. Ron haalde zijn schouders op.
‘Ik weet zeker dat hij ergens is waar hij het naar zijn zin heeft,’ zei hij glimlachend, en hij leek Hermeliens bezorgdheid niet serieus te nemen. Hermelien staarde naar haar bord, met één hand onder haar kin.
´Geen trek,´ zei ze, en ze schoof haar bord weg. Hermelien draaide haar hoofd om en keek naar de oppertafel, waar ze zag dat professor Anderling met professor Perkamentus aan het praten was. Plotseling stond professor Perkamentus en deed zijn mond open om iets te zeggen.
´Het schoolterrein is dit weekend tot dinsdag verboden terrein voor leerlingen,´ zei hij, en de alle leerlingen keken op van hun bord.
´Juist,´ zei Simon, die een paar plaatsen verder zat. ´En dat slaat op?’
Hermelien kneep haar ogen tot pleetjes. Ze boog zich naar Ron.
‘Perkamentus neemt het blijkbaar wel serieus,’ beet ze hem toe, en Ron werd een beetje rood.
‘Sorry,’ mompelde hij, en hij boog zich weer over zijn bord. Hermelien, die nu al helemaal geen trek meer had, keek weer naar de oppertafel. Professor Perkamentus was opgestaan en liep nu naar de tafel van griffoendor. Hij stopte achter Ron, en legde zijn oude hand op diens schouder.
‘Meneer Wemel, juffrouw Griffel? Ik verzoek u om met mij mee te komen,’ zei hij. Er plofte een blok lood in Hermeliens maag neer, maar ze stond toch op, gebaarde naar Ron en liep achter professor Perkamentus aan.
Toen ze eenmaal in de hal stonden en niemand hen meer kon horen, begon professor Perkamentus zachtjes te praten.
´Ik wil,´ begon hij. ´dat één van jullie precies gaan vertellen wat jullie hebben gehoord.´
Hermelien keek Ron ongemakkelijk aan. Wie zou gaan vertellen?
‘Doe jij het maar,’ mompelde Ron, en hij stootte haar aan.
Dus Hermelien begon, ze vertelde over Harry’s waarschuwingen, over zijn vlucht naar het bos, en het geschreeuw dat ze hadden gehoord. Professor Perkamentus luisterde zwijgend.
Toen Hermelien was uitgepraat liet ze haar hoofd zakken en staarde ze naar de grond. Ze voelde zich niet lekker, alsof ze nu pas besefte hoe ernstig het was dat zich buiten had afgespeeld. Perkamentus´ gezicht bezorgde haar rillingen. Het was professor Anderling die uiteindelijk de stilte verbrak.
´Wat gaan we nu doen, professor?’ vroeg ze zenuwachtig, en ze keek hem zenuwachtig aan.
‘We sluiten de deuren en ramen,’ antwoorde professor Perkamentus. Hij staarde onheilspellend naar de schilderijen die aan de muur hingen. ‘Allemaal, geen kelderraampje uitgezonderd. We kunnen geen risico’s nemen.’
En met die woorden vertrok hij weer naar de grote zaal, met professor Anderling in zijn kielzog.
‘Heb jij nog honger?’ vroeg Hermelien aan Ron. Ze keek hem aan en voelde tranen in haar ogen opwellen. Ron schudde langzaam zijn hoofd.
‘Nee,’ zei hij, en hij pakte haar hand vast. ‘Laten we naar de leerlingenkamer gaan.’
Hermelien knikte zwakjes. Met haar ogen op de grond gericht liep ze naast Ron richting het trappenhuis.
‘Ron?’ zei ze, haar tranen onderdrukkend.
‘Ja?’
Ze keek Ron aan. Alles wat die avond was gebeurt kwam weer boven. Ze maakte zich zo druk, nog nooit in haar leven was ze zo bezorgd geweest. Plotseling vloog ze Ron om de hals en liet haar tranen de vrije loop.
‘Dank je, Ron.’





_________________
Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark
Profiel bekijkenStuur privébericht
Danlover
7e jaars
7e jaars


Verdiend: 56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...

Danlover is offline. 
BerichtGeplaatst: Vr Sep 02, 2005 19:00 Terug naar boven Sla dit bericht op

Dit hoofdstuk heb ik in tweeèn gehakt, omdat het vrij lang is. Het tweede stuk probeer ik zo snel mogelijk te posten
Terug uit de wildernis Part1

Op dinsdagochtend werd Hermelien plotseling wakker met een opgelucht gevoel in haar maag. Als ze professor Perkamentus mocht geloven was het vandaag afnemende maan. Vandaag zouden ze Harry weer zien!
Hermelien sprong vrolijk uit bed, trok haar gewaad aan en liep naar beneden. Het was net half 8, maar Hermelien had geen slaap meer, net zo min als Vivianne, die al beneden zat.
Aan de ene kant sprong haar hart op. Haar vermoeden werd bevestigd. Aangezien Vivianne alweer wakker was, moest dat dus ook voor Harry gelden. Aan de andere kant daalde haar goed humeur met een noodgang toen ze haar zag.
Hermelien liep zonder haar een blik waardig te keuren langs haar heen naar het portretgat. Plotseling hoorde ze haar iets zeggen.
´Ja, maak je vooral uit de voeten, vlucht maar voor die gemene Vivianne,´ mompelde ze hatelijk. Ze keek niet op van haar boek, en haar bruine haar hing voor haar ogen. Hermelien draaide zich kwaad om.
´Ik vlucht helemaal niet,´ beet ze haar toe. Vivianne keek op en staarde haar recht aan. Haar normaal zo bodemloze ogen waren nu gevuld met haat, en Hermelien schrok ervan.
´Oh,´ zei ze met onnatuurlijk hoge stem. ´En hoe verklaar je dan dat jullie me al weken ontlopen?’
‘Dat lijkt me vrij logisch,’ snauwde Hermelien. ‘Hoe kom je er dan ook op om hem uit te schelden?’
‘Oh, dus nu ben ik ineens de stoute meid?’ schreeuwde Vivianne nu. Ze was opgestaan en had haar boek op de grond gesmeten. ‘Als je het zonodig wilt weten, jongedame. Hij heeft mij pijn gedaan! En nu neem ik op gepaste wijze wraak, door jouw krant kwijt te maken. Die stomme sukkel had er dus geen idee van dat het volle maan was. Zoete wraak, ik ben benieuwd hoe hij uit het bos komt!’
Hermelien was verdoofd door die woorden. Ze kende Vivianne als een vriendelijk meisje, misschien een beetje vreemd, maar vriendelijk. Deze aanblik was nieuw voor haar.
Hermelien draaide zich om en rende de leerlingenkamer uit. Vivianne schreeuwde haar na.
‘Ja, ren maar weg!’ brulde ze. ‘Dit bewijst dat je wel voor me vlucht!’
Hermelien stopte niet met rennen totdat ze in de grote zaal was. Ze leunde tegen de muur en hijgde. Ze had hard gelopen en was buiten adem. Toen ze opkeek zag ze Ron en Dirk. Ze zaten tegenover elkaar aan de tafel van Griffoendor en voerde een verhitte discussie over een onbekend onderwerp.
‘Ik,’ zei Ron.
‘Ik,’ riep Dirk.
‘Ik.’
‘Ik.’
Hermelien liep gedecideerd naar de Griffoendortafel, sloeg haar handen op tafel en keek Ron en Dirk scherp aan.
‘Ik!’ zei ze met nadruk, ten teken dat de discussie beëindigt was. Ron en Dirk keken naar haar op en Dirks mond viel open.
‘Wauw!’ riep Ron met een stem vol ontzag. ‘Wil jij beweren dat je het meeste van ons allemaal kan eten?’
Hermelien werd rood en begon te stotteren.
‘Nou… ik…’ haperde ze. Zonder een woord te zeggen plofte ze neer op haar stoel en schepte haar bord vol.
‘Ik wil met jullie praten,’ begon ze met volle mond. Ze slikte haar hap door en keek de jongens aan. Ron keek haar schattend aan.
‘Ligt eraan waarover,’ zei hij. ‘Als het over Sneep of Carpeggio gaat praat ik graag mee.’
Hermelien zuchtte. ‘Is jou nog niets opgevallen?’ zei ze ongeduldig. Ron dacht diep na.
‘Nee,’ zei hij tenslotte.
Hermelien gebaarde naar Dirk. Ron keek hem aan.
‘Ja, ik weet dat hij dik is, maar wat wil je nou zeggen?’ zei hij, en Dirk gromde als een wilde hond.
‘Ron, gebruik je hersens,’ beet Hermelien hem toe. ‘Dirk is wakker, wat betekend dat het afnemende maan is!’
En toen begon Ron het snappen. Hij zette grote ogen op.
‘Harry!’ zei hij luid. ‘We moeten hem redden!’
Hermelien schudde haar hoofd. ‘Onmogelijk,’ zei ze. ‘De deuren zitten nog steeds dicht, weet je nog?’ Ron knikte, met een teleurgesteld gezicht.
‘En hoe moeten we dat nu dus gaan doen?’ vroeg hij. Het antwoord was onderweg. Professor Perkamentus stond op aan de oppertafel en klapte in zijn handen.
‘Ik wil melden dat iedereen vanaf vandaag het schoolterrein weer op kan. Helaas vallen vandaag alle lessen verzorging van fabeldieren uit.’
Hij ging weer zitten. Hermelien keek Dirk aan.
‘Je zou Harry een grote dienst bewijzen als je mee zou komen zoeken vanmiddag. Doe je mee?’
Dirk keek haar even schaapachtig aan. Toen schudde hij met een boos gezicht zijn hoofd.
‘Nee,’ zei hij. ‘Ik ga weer.’
‘Wacht, ik breng je wel!’ riep Ron, maar Dirk wuifde met zijn moddervette hand.
‘Ik weet de weg, dank je,’ zei hij, en hij liep de grote zaal uit.
‘Zie ik je vanmiddag bij de lunch weer?’ vroeg Ron, en hij stond op. Hermelien at snel de laatste resten van haar ontbijt op en stond ook op.
‘Ja,’ zei ze. Ze liepen naast elkaar de zaal uit.
‘Wat heb jij nu?’ vroeg Hermelien, en ze keek Ron diep in zijn ogen.
‘Waarzeggerij,’ kreunde Ron. ‘Ik heb een beetje steun nodig.’
Hermelien lachte. ‘Arme jij,’ zei ze vol leedvermaak. ‘Kom hier, leukerd.’ En ze gaf hem een zoen op zijn wang. ‘Heb je daar voorlopig genoeg aan?’
‘Nou…’ zei Ron grijnzend. Hermelien sloeg haar ogen ten hemel.
‘Niet weer hè?’ En ze draaide zich om en liep weg.
De leer van de oude runen was lang zo interessant niet. Hermelien kon haar aandacht er niet goed bij houden, en het leek alsof er een patrificus totalus bezwering over de tijd was uitgesproken.
Toen na een hele lange tijd de bel van de pauze ging, spurte Hermelien als eerste het lokaal uit en rende naar de grote zaal, waar ze Ron tegen kwam. Hij grijnsde toen hij haar zag.
‘Ah, daar ben je,’ zei hij vrolijk. Hij boog zich voorover en kuste haar op haar wang. ‘Ik heb je gemist.’
‘Ach, doe niet zo gek,’ zei Hermelien. Ze veegde over haar wang. ‘Kom, we hebben andere dingen te doen.’ En ze rende voor hem uit naar de leerlingenkamer van Griffoendor, die helemaal leeg was.
‘We moeten de sluipwegwijzer vinden,’ zei Hermelien. ‘Weet jij waar die ligt?’
‘Eh…’ Ron dacht diep na. ‘Ik denk gewoon in zijn koffer.’
‘Kom, we gaan zoeken,’ zei Hermelien. Ze trok Ron aan zijn arm en sleepte hem naar de jongensslaapkamers.
‘Hermelien,’ zei Ron onbeholpen, terwijl hij zich meeslepen door Hermelien. ‘Je mag daar niet komen.’
‘Onzin, er kijkt toch niemand. Trouwens, het is een noodgeval.’
Ze liep de trappen op, duwde de deur met “zesdejaars” erop open en keek in het rond.
‘Welk bed is van Harry?’ vroeg ze. Ron wees naar het meest linkerbed. Hermelien liep naar zijn koffer toe, en begon hem door te spitten.
‘Wat heeft hij er allemaal voor onzin in zitten,’ mopperde ze, terwijl ze alles op de grond gooide dat niet op een sluipwegwijzer leek. ‘Sokken, sokken, sokken, nog meer sokken, oh, moet je deze zien!’ Ze pakte het mosterdgele paar sokken dat boven op lag en hield het onder Rons neus. ‘Ooit eerder gezien?’
‘Ja,’ zei Ron doodleuk. ‘Die heeft hij volgens mij nog van zijn oom geërft. Hij bewaard er zijn gluiposcoop in.’
Hermelien giechelde en stopte het paar sokken terug in de hutkoffer. ‘Waar bewaart hij die kaart in vredesnaam?’ Ze gooide er nog meer spullen uit, totdat ze plotseling een kreet slaakte. Ze viste de kaart uit de koffer en hield hem triomfantelijk in de lucht.
‘Kom, we gaan naar Hagrid toe, misschien wil hij met ons mee,’ zei Ron, en hij rende de slaapzaal uit. Beneden botste ze tegen Simon aan, die hen grijnzend aankeek.
‘Zo zo,’ zei hij. ‘Wat deden jullie met zijn tweetjes daarboven?’
Ron duwde hem woedend opzij. ‘In ieder geval niet wat jij denkt dat we aan het doen waren,’ snauwde hij, en liep met Hermelien op zijn hielen de leerlingenkamer uit.





_________________
Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark
Profiel bekijkenStuur privébericht
Danlover
7e jaars
7e jaars


Verdiend: 56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...

Danlover is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Sep 03, 2005 16:49 Terug naar boven Sla dit bericht op

Laat me weten wat jullie van dit stuk vinden!!

Terug uit de wildernis part 2

Hermelien en Ron liepen door de poorten het terrein op. Het was een beetje bewolkt, en er hing regen in de lucht. Er hing een stille, gespannen sfeer over het nog lege terrein.
‘We zijn de eersten,’ merkte Hermelien op. ‘Enig idee waarom?’ Ze keek Ron aan, die zijn hoofd schudde.
‘Je zou toch denken dat iedereen na een weekend binnen als antilopen naar buiten zou springen,’ zei Ron.
‘Kom, we moeten naar Hagrid,’ zei Hermelien, en ze pakte Rons arm beet.
Ze renden naar het huisje van Hagrid, remden af en bonkten op de deur. Geen antwoord.
‘Waar is hij?’ vroeg Hermelien, en ze bonkte nog een keer.
‘Misschien boodschappen doen?’ grapte Ron, en Hermelien keek hem kwaad aan.
‘Het is nu geen tijd voor grapjes, Ron,’ zei ze pinnig. Ze draaide zich om en staarde bezorgd naar de duistere bosrand. ‘Harry is daar ergens en we moeten hem helpen.’
Toen ze zich weer naar Ron draaide was hij weg.
‘Ron?’ zei ze, en ze draaide zich weer om. Niets, Ron was verdwenen.
Waar was hij? Hermelien beet op haar liep en wou teruglopen naar het kasteel, totdat ze plotseling van achteren werd beetgegrepen. Ze slaakte een gil toen de vreemdeling haar naar zich toe trok en haar ruw omdraaide.
Het was Ron.
‘Ron!’ gilde ze kwaad. Ze hief haar hand op om hem een mep te verkopen, maar Ron greep hem vast en grijnsde.
‘Hagrid zit achter, kom mee!’ zei hij lachend, en hij trok haar mee.
Hagrid zat inderdaad achter. Hij zat op de grond bij zijn pompoenen en staarde naar de bosrand. In zijn hand hield hij een stuk perkament.
‘Hagrid?’ zei Hermelien. Ze liep naar hem toe en ging naast hem zitten. ‘Wat is dat?’ Ze wees op het stukje perkament.
‘Een brief,’ zei Hagrid. Hermelien voelde dat hij trilde. ‘Lees maar.’ Hij gaf de brief, die geschreven was in het krullende handschrift van Perkamentus en Hermelien las hem.

Beste Rubeus
Ik zal vandaag bij het ontbijt mededelen dat je lessen verzorging van Fabeldieren vandaag uitvallen. In plaats daarvan heb ik een nieuwe opdracht voor je.
Ik wil dat je Harry zoekt. Ik ben er van overtuigd dat hij niet in staat is om zelf uit het bos te komen en naar de ziekenzaal te lopen. Ik hoop dat je geen problemen hebt met deze opdracht.
Albus Perkamentus


Hermelien las het briefje in stilte. Alle stukjes vielen in haar hoofd op hun plaats.
‘We komen je helpen zoeken, Hagrid,’ zei ze zachtjes. Hagrid schudde zijn hoofd.
‘Hoef niet,’ zei hij verdrietig. ‘Ik heb hem al.’
Hermelien keek hem geschokt aan. ‘Waar is hij dan?’ vroeg ze hysterisch, en Hagrid gebaarde naar de achterdeur.
‘Hij zag er vreselijk uit,’ snikte hij plotseling. ‘Helemaal bebloed, kotsend…’ Zijn stem stokte. Hij viste een enorme gestippelde zakdoek uit zijn zak en snoot zijn neus.
‘Mogen… mogen we hem zien?’ vroeg Hermelien voorzichtig. Ze wist niet of ze bang moest zijn voor wat ze ging zien, maar tegelijkertijd was Harry één van haar beste vrienden en was ze bezorgd over hem. Tot haar grote opluchting knikte Hagrid. Hij stond op en deed de achterdeur voor hen open. Hermelien greep Rons hand en keek naar binnen.
De haard was gedoofd en de gordijnen waren dicht. Het was aardedonker binnen en Hermelien moest haar ogen laten wennen aan het duister. Toen ze de meeste vormen kon onderscheiden zag ze een donkere gedaante op het enorme bed van Hagrid liggen.
‘Harry?’ fluisterde ze. Harry reageerde niet. Hij lag met zijn rug naar hen toe en ademde onregelmatig in en uit.
Hermelien snakte naar adem toen ze zijn hand kon zien. Hij lag compleet open en de lakens eromheen waren roodgekleurd.
‘Hemeltje,’ zei ze hees. Ze liep op haar tenen de hut binnen en hurkte bij het bed neer. Ze raakte voorzichtig zijn arm aan, en trok hem gelijk weer terug. Haar vingertoppen waren donkerrood van het bloed.
Ze begon te huilen, tranen rolde over haar wangen. Ze legde haar gezicht in haar handen en zakte voorover op de houten vloer. Ze was hier bang voor geweest, maar dat het echt zou uitkomen had ze nooit verwacht.
Er knielde iemand bij haar neer, die over haar haar streek. Hermelien keek op.
Het was Ron. Hij staarde met duidelijke pijn in zijn ogen naar Harry. Hermelien voelde nog meer tranen opkomen toen ze zijn blik zag, het deed hem pijn zijn beste vriend zo te zien, dat wist ze.
‘Ron…’ begon ze. Ze kon het niet uitleggen. Hij moest voelen wat ze wilde zeggen. Ze stortte zich naar voren en vloog Ron om de hals. Ze liet haar tranen de vrije loop. ‘Het spijt me…’

Een half uur later zaten Ron, Hermelien en Hagrid voor Hagrids huisje. Hermelien streelde de dichtstbijzijnde pompoen, en staarde verstrooid en verdrietig naar de bosrand. Om de zoveel tijd wierp ze een blik naar de houten deur van Hagrids huisje.
‘Hoe lang denk je dat het duurt voordat hij bijkomt,’ vroeg Ron, starend naar de vogelverschrikker op het akkertje.
‘Kwee nie,’ zei Hagrid. ‘Dat ken dagen duren, misschien langer.’
Hermelien zuchtte. ‘Dan zitten we hier nog wel eventjes,’ merkte ze fijntjes op.
Na een paar minuten daar te hebben gezeten hoorden ze binnen een glas breken. Hermelien keek verbaast naar de deur, net zoals Ron.
‘Eh… is het mogelijk dat er binnen een glas breekt terwijl wij niemand naar binnen hebben zien gaan?’ vroeg Ron schaapachtig. Hagrid schudde zijn hoofd.
‘Nee,’ zei hij vermoeid. ‘De enige die binnen is is Harry.’
Plotseling draaiden ze alle drie hun hoofd om en staarden naar de deur.
‘HARRY!’ gilde Hermelien. Ze sprong op en gooide de deur open.
Harry hield zich bij het aanrecht overeind en keek moeizaam achterom. Toen hij haar zag glimlachte hij pijnlijk. Pas toen Hermelien piepend voor hem tot stilstand kwam zag ze wat er mis was met zijn gezicht. Ze snakte naar adem.
Er zaten vier lange sneeën op zijn gezicht, die zich uitstrekten van zijn voorhoofd tot aan zijn hals, dwars over één van zijn ogen, zijn neus en zijn mond.
‘Hallo,’ zei hij schor. Hij kneep zijn goede oog dicht en probeerde haar te bekijken. Hij had zijn bril niet op, besefte Hermelien.
‘Kun… kun je lopen?’ vroeg ze trillend. Harry keek naar zijn eigen gewaad, dat onder de scheuren en het bloed zat. Voorzichtig liet hij het aanrecht los, wankelde en viel om. Met een doffe dreun belandde hij op de houten vloer. Hij slaakte een kreet van pijn.
Ron, die Hermelien achterna was gekomen door de achterdeur hees hem overeind. Harry had nog steeds zijn ademhaling niet onder controle. Zijn groene ogen straalden angst uit, angst die Hermelien niet kon omschrijven. Hij was in shock, dat was duidelijk.
‘Kom Harry, je mot naar het kasteel terug. Madame Plijster kan er vast wat aan doen,’ zei Hagrid. Hij liep naar hem toe en tilde hem op. Harry probeerde te protesteerde, maar hij was nog niet sterk genoeg.
Hagrid draaide zich om en liep door de voordeur het huis uit. Ron en Hermelien liepen hem haastig achterna…





_________________
Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark
Profiel bekijkenStuur privébericht
Danlover
7e jaars
7e jaars


Verdiend: 56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...

Danlover is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Sep 05, 2005 19:49 Terug naar boven Sla dit bericht op

De ziekenzaal

Harry`s hoofd bonkte als een gek terwijl hij in Hagrids armen naar het kasteel werd gedragen. Hij voelde zich vreselijk. Hij had een hele volle maan periode door het bos gedwaald, en toen hij weer bijkwam was hij uitgeput en zat hij onder het bloed. Hij kon zich niet herinneren wat hij al die tijd had gedaan, maar het was uitputtend geweest, dat wist hij wel.
‘We bennen er bijna, Harry,’ zei Hagrid. Boven zijn hoofd zag Harry dat ze de enorme poorten van Zweinstein passeerden. Hij keek opzij. De hal stond volgepropt met leerlingen.
‘Hagrid?’ zei Harry zacht. ‘Hagrid ik kan dit niet.’ Hij moest moeite doen om te praten, alsof zijn keel helemaal dicht zat. Hij voelde dat de ogen op hem gebrand stonden, dat mensen naar adem snakten toen ze zijn gezicht en zijn handen zagen.
Hagrid baande zich een weg door de menigte heen en liep de grote marmeren trap op. Harry`s hoofd bonkte op zijn arm, waardoor hij alleen maar meer hoofdpijn kreeg.
‘Waar is de ziekenzaal ook alweer?’ vroeg Hagrid. Hij vroeg het aan iemand die duidelijk achter hen liep.
‘Hierheen,’ hoorde hij Ron zeggen. Hij kon zich niet herinneren dat hij ooit zo blij was om zijn stem te horen.
‘Ron,’ mompelde hij.
‘Wat is er, jongen?’ zei Ron. Hij kwam naast Hagrid lopen en keek aan.
‘Niets…’
Er was ook niets. Hij wou alleen zijn stem horen. Hij voelde zich alsof het de laatste keer zou zijn.
‘Hagrid, hij wordt bleek,’ zei Ron waarschuwend. Harry voelde zich beroerd worden. Hagrid begon sneller te lopen, Harry`s hoofd bonkte als een gek op zijn arm. Hij voelde de zure smaak van maagzuur in zijn keel branden.
‘Hagrid!’ riep Hermelien. ‘Hij gaat overgeven!’
Harry opende zijn mond en gorgelde. Als hij zou praten zou hij het er in één keer uitgooien. Hagrid zette hem neer.
‘Hier, hou hem effe vast, wil je,’ zei hij. Hij begon in zijn zakken te zoeken, terwijl Ron en Hermelien Harry ieder aan een arm overeind hielden. Harry staarde naar de grond en kokhalsde.
‘Hagrid, snel!’ riep Hermelien hysterisch.
Hagrid was te laat, besefte Harry. Hij hield het niet meer. Hij opende zijn mond en gooide er alles uit wat hem dwars zat. Ron slaakte een geluid van walging, wat Ron hem niet kwalijk kon nemen.
‘Dat gaat Vilder niet leuk vinden,’ merkte Hagrid op, en Harry slikte. Niet omdat hij bang was voor Vilder, maar om de zure smaak weg te krijgen. Hij trilde op zijn benen.
‘Oké, kom mee,’ zei Hagrid gedecideerd. Hij pakte Harry op en liep weer verder de trappen op.
Toen ze bij de ziekenzaal aankwamen duurde het een tijdje voor ze madame Plijster uit haar kantoortje kregen. Ze had net een brief ontvangen van haar vriendin die ze moest lezen. Pas toen Ron subtiel opmerkte dat ze dan zelf maar op zoek moesten gaan voor het juiste drankje kwam ze haar kantoortje uitrennen.
‘Niemand gaat zonder mijn toestemming in die kasten neuzen, geboefte!’ krijste ze. ‘Als je hier alleen maar komt om me lastig te vallen, zorg dan dat je als de wiedeweerga weer buiten staat.
‘Best,’ zei Hagrid. ‘Vind u het dan nie erg dat ik dit patientje effetjes op bed leg?’
Madame Plijsters blik viel op Harry en ze hield haar mond.
‘Die heeft dringend verzorging nodig,’ zei ze, en ze wees op het dichtstbijzijnde bed achter hen. ‘Leg hem daar maar, en laat me dan alleen.’
‘Ik kom terug zodra ik mag, Harry,’ zei Hagrid. Harry ging met grote moeite rechtop zitten en keek hem aan.
‘Bedankt,’ zei hij, en hij meende het. ‘Echt.’
Hagrid grijnsde. ‘Het was niets,’ zei hij. Hij klopte op Harry`s hoofd, wat niet prettig aanvoelde. Hij trok een grimas. Hagrid draaide zich om en slofte de kamer uit, met Ron en Hermelien in hun kielzog.
‘Zo,’ begon madame Plijster. Ze rommelde in wat kasten. ‘Waar heb ik dat spul gelaten? Ah, hier.’ Ze viste een grote blauwe fles uit de kast.
‘En… wat is dat?’ vroeg Harry. Hij keek met grote argwaan naar de fles.
‘Niets bijzonders,’ zei madame Plijster. ‘Het heet narcosepotion. Om die wonden te genezen moet ik je flink pijn gaan doen. Onder invloed van dit drankje voel je er niets van. Hier, helemaal leeg drinken.’
Harry pakte een beker aan en rook eraan. Het drankje had de sterke geur van doorgekookte champignons. Harry trok een vies gezicht, maar toen hij madame Pijsters gezicht zag, zette hij de beker aan zijn mond en goot hem naar binnen.
‘Zo, en nu maar wachten,’ zei Harry tegen madame Plijster, maar madame Plijster schudde haar hoofd. Ze hief haar hand op en knipte in haar vingers, waarna het zwart werd.

Toen Harry wakker werd staarde hij naar het witte plafond van de ziekenzaal. Zijn hoofd bonkte weer, en zijn hand klopte. Hij tilde hem voorzichtig op en keek ernaar. Hij was nog even gehavend als toen, en iets zei Harry dat dat niet klopte. Plotseling wist hij het. Madame Plijster had gezegd dat ze alles zou oplappen, maar dat was niet gebeurd. Harry vroeg zich af waarom.
Op dat moment hoorde hij een deur opengaan. Hij keek op om te zien wie het was, maar besefte toen dat de gordijnen nog rond zijn bed stonden. Hij probeerde rechtop te zitten, maar dat deed zo’n zeer dat hij bleef liggen. Hij wou zichzelf niet erger toetakelen dan hij al was.
Er klonk geritsel aan het voeteneinde van zijn bed. Hij keek haastig op(waarbij hij zijn nek bijna verrekte) en keek wie het was.
Madame Plijster, die de gordijnen van zijn bed weghaalde keek hem nerveus aan. Toen verdween ze mompelend naar haar kantoortje. Harry liet zijn hoofd op de kussens ploffen en probeerde niet te veel na te denken. Zijn hoofd bonkte als een gek en het voelde dat hij permanente hoofdpijn zou krijgen als hij zou gaan bedenken waarom madame Plijster niets aan al die wonden had gedaan.
Hij hief zijn hand op, negeerde de pijn en voelde aan zijn gezicht. Hij voelde de halen die hij zelf had gemaakt nog steeds had gemaakt op zijn gezicht.
Hij wist niet veel meer van zijn weekend in het bos, maar het enige dat hij wel wist was dat hij zijn gezicht zelf zo had toegetakeld. Het wist niet waarom, maar hij had het wel gedaan, en als madame Plijster nu eventjes niet te doen had, zou hij haar vragen die dingen weg te halen. Zou kon hij niet door de gangen lopen, iedereen zou hem aanstaren.
Hij hoorde haastige voetstappen in de gang, die langzaam afremden naarmate ze dichterbij kwamen. Even later gluurde Hermelien om de hoek van de ziekenzaal.
‘Harry!’ riep ze gesmoord, toen Harry glimlachend terugkeek. Ze liep haastig de ziekenzaal in, met Ron achter haar aan, en ze gingen bij zijn bed zitten. ‘Hoe is het met je?’
Ze hield haar mond toen ze zag dat hij er nog steeds hetzelfde uitzag.
Op dat moment kwam madame Plijster haar kantoortje uit. Toen ze zag dat Harry bezoek had, haalde ze diep adem en liep ze naar zijn bed toe.
‘Professor, wat…’ begon Harry, en hij liet haar zijn hand zien. Madame Plijster snikte.
‘Ik heb gefaald,’ jammerde ze. ‘Ik kan ze niet genezen. Alles geprobeerd, niets…’ Ze keek naar zijn gezicht. ‘Ik heb de ergste dingen geheeld. Dat gebroken been en je gekneusde pols, allemaal beter. Maar je handen, en je gezicht. Het spijt me Potter.’
Harry keek haar ontzet aan, net als Ron en Hermelien.
‘Kunt u dan niets aan de pijn doen?’ vroeg hij hoopvol, maar madame Plijster schudde bedroeft haar hoofd.
‘Je zult de eerstkomende weken niet kunnen schrijven, Potter, of iets anders met je handen doen. En je gezicht… daar zul je aan moeten wennen, vrees ik.’
Ze draaide zich om en liep weer weg. Halverwege draaide ze zich echter om en liep weer naar hem toe.
‘Vanochtend kreeg ik bezoek van juffrouw Aliano en meneer Duffeling, met het verzoek voor een zak donorbloed. Heeft u daar toevallig ook behoefte aan, Potter?’
Harry dacht na. Hij voelde zich niet echt naar of zo. Hij schudde zijn hoofd, hij had niets nodig.
‘Mooi zo,’ zei madame Plijster. ‘De voorraad was net op. Ik moet nieuwe aanvragen.’ En ze draaide zich om en liep weg.

Nog een stukje. Ik heb nog een oproepje voor iedereen die een vervolg op dit verhaal wel zien zitten. Ik heb het verhaal in grote lijnen al vastgelegd, maar ik ben nog op zoek naar details. Heb je nou nog ideeën voor een leuke spreukenles, of iets dat niet erg belangrijk is voor het verhaal, of weet je een goede naam voor de nieuwe leraar, stuur het me eventjes door!! ik ben erg benieuwd





_________________
Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark
Profiel bekijkenStuur privébericht
Danlover
7e jaars
7e jaars


Verdiend: 56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...

Danlover is offline. 
BerichtGeplaatst: Do Sep 08, 2005 16:08 Terug naar boven Sla dit bericht op

weer een stukje, laat me weten wat jullie ervan vinden, via pb of de reageertopic

Verdwijning

Na een paar dagen werd Harry ontslagen uit de ziekenzaal, met verbonden handen. Hij liep door de gangen op weg naar de Griffoendor leerlingenkamer, hopend dat hij niemand zou tegenkomen. Zijn gewaad was schoon en hersteld, en zijn handen en gezicht waren van de meeste pijn bevrijd. Dat nam echter niet weg dat het er nog steeds angstaanjagend uitzag. Harry had absoluut geen zin in de volgende dag, dan zouden de lessen weer beginnen, en wat zou iedereen dan wel niet van hem denken.
Het verhaal van zijn entree in het kasteel, twee dagen geleden, was als een lopend vuurtje door de school gegaan, en er waren vreselijk veel leerlingen langs gelopen om een glimp van hem op te vangen. Uiteindelijk had een zwaar gefrustreerde madame Plijster de gordijnen maar weer rond zijn bed gezet zodat hij door niemand anders dan zijn vrienden gestoord zou worden.
Harry liep de trappen op naar de toren van Griffoendor. Madame Plijster had gezegd dat hij pas de volgende dag naar zijn lessen mocht. Tot die tijd moest hij in de leerlingenkamer blijven, waarschijnlijk samen met Dirk.
Hij kwam op weg naar de toren langs een paar klaslokalen, waaruit de gedempte stemmen van leraren opklonken. Harry herkende die van professor Banning, professor Carpeggio en nog een onbekend persoon, waarschijnlijk een leraar die Hermelien wel zou kennen.
Even later stond hij voor het portret van de dikke dame die hem geschokt aanstaarde.
‘O lieve hemel,’ zei ze. ‘Ik had al iets over je gehoord, maar echt, ben je al langs madame Plijster geweest?’
‘Waar denk je dat ik de afgelopen dagen geweest ben?’ zei Harry knorrig. ‘Haarelastiek.’
Dat was het wachtwoord, maar de dikke dame schudde glimlachend haar hoofd.
‘Sorry,’ zei ze.
‘Hoe bedoel je sorry?’
‘Het is fout. Het wachtwoord is gisteren veranderd.’
‘Dat is gemeen, gisteren was ik er niet!’
‘Pech.’
Harry draaide zich boos om en liep de gang weer uit. Nu moest hij wel iemand vinden om hem te helpen. Hij wist zeker dat er iemand in de grote zaal zat die het wachtwoord wist. Hij liep alle trappen weer af, de grote zaal in.
Inderdaad zat daar iemand, Dirk. Hij zat blijkbaar nog de laatste restjes van zijn ontbijt weg te kauwen. Met grote tegenzin liep Harry op hem af en ging tegenover hem zitten. Dirk keek hem met grote ogen aan.
‘Wow!’ zei hij met volle mond, waarbij er aardig wat uitviel.
‘Ja ja, lach maar,’ zei Harry boos. ‘Weet jij het wachtwoord?’
‘Welk wachtwoord?’
Harry zuchtte. Dit ging nog lang duren.
‘Het wachtwoord van het portret. Van de leerlingenkamer!’
Dirk moest blijkbaar diep nadenken. Toen scheen er een kwartje te vallen.
‘Wacht,’ zei hij langzaam. ‘Dat schilderij van die dikke vrouw met die roze jurk die kan praten?’
‘Duh.’
‘Ik dacht Walkietalkie.’
‘Weet je dat zeker?’
‘Ik hoorde het die Ron vanochtend nog zeggen.’
Harry stond op en liep de grote zaal uit. Dirk mocht dan dom zijn, hij was de enige aan wie hij het kon vragen zolang Ron en Hermelien bij Sneep zaten. Hij wou zoveel mogelijk gestaar vermijden. En waarom zou hij zijn enige neef niet voor één keer vertrouwen.
Het portret van de dikke dame kwam weer in zicht, aan het einde van de gang. Ze keek hem lichtjes glimlachend aan.
‘En?’
‘Walkietalkie.’
‘Klasse!’
Grijnzend klapte ze open, en Harry klom verbluft de leerlingenkamer binnen. De hoop dat Dirk nog iets zou gaan onthouden had hij al een paar jaar opgegeven. Hij plofte op een stoel neer bij de haard en staarde in het vuur. Er vlokte een paar vlokken sneeuw neer langs het raam, en er woei een gure wind door het open raam naar binnen.
Harry keek op zijn horloge. Het was bijna lunchtijd. Misschien kon hij dan Ron en Hermelien eventjes spreken. Het was twee dagen geleden dat hij ze voor het laatst gezien had, misschien was er nog wel iets gebeurd dat hij moest weten.
Tot aan de tijd dat de bel voor de lunch ging doodde Harry de tijd met nadenken. Het bleef een feit dat hij een heel weekend in het bos had rondgehangen. Zou het moeilijk zijn om zijn routine weer op te pakken. Zouden er veel mensen naar hem kijken? Ongetwijfeld, dacht Harry. Hopelijk hadden Ron, Hermelien, Dirk en Vivianne hun mond gehouden, zodat er tenminste niet teveel gefluisterd werd.
Met lunchtijd ging hij naar beneden, en kwam hij Ron tegen in de hal.
‘Honger?’ vroeg Ron grijnzend. ‘Ik ben blij dat je morgen weer mee mag naar Zwamdrift. Ze was vreselijk vandaag.’
‘Waar is Hermelien?’ vroeg Harry. Hij keek om zich heen of hij haar ergens zag, maar ze was nergens te bekennen. Ron schudde zijn hoofd.
‘Ze had vanochtend vrij, en ze ging naar Hagrid, zei ze,’ zei Ron. ‘Misschien zit ze daar nog steeds. Ik heb het volgende uur vrij, misschien kunnen we langsgaan?’
‘Goed idee.’
Ze aten snel iets, trokken hun mantels aan en gingen naar Hagrid. Het was intussen flink gaan sneeuwen en er lag al een dun laagje op het gras, dat met de minuten dikker werd. Ze klopten op de deur van Hagrids huisje. Hagrid deed al snel open. Er speelde een vreemde trek rond zijn baard toen hij Harry zag.
‘Kom d’r in, kom d’r in,’ zei hij, en hij hield de deur wijd open. Harry en Ron liepen naar binnen, hingen hun besneeuwde mantels op en gingen op verzoek van Hagrid op een stoel zitten. Ze keken om zich heen.
‘Is Hermelien hier niet meer?’ vroeg Ron. Hagrid, die net een ketel water opzette keek hem vreemd aan.
‘Hermelien?’ zei hij. ‘Ik vond ’t al zo vreemd dat ze niet met jullie mee was gekommen. Ze is hier nooit geweest.’
‘Ze zei dat ze bij je langs ging,’ zei Harry. ‘Ze had de hele ochtend vrij.’
‘En ik ben de hele ochtend in mijn huissie geweest. Ik kan het jullie vertellen, ze is hier niet langsgekommen.’
Hagrid draaide zich weer om en ging verder met zijn thee. Toen hij de reusachtige dampende kopjes op tafel zette leek hij zich iets te herinneren.
‘Wacht, ik hep haar wel effe gezien, ze liep over het gazon, in de richting van mijn huissie.’
Ron keek hem opgetogen aan.
‘Waar ging ze heen?’ vroeg hij.
‘Ze werd meegetrokken door een meisje van Ravenklauw, hoe heet ze ook alweer? Jij hep vorig jaar toch iets met d’r gehad, Harry?’
Toen besefte Harry dat er iets heel erg mis was. Hoe kon Hermelien zijn meegetrokken met iemand die ontvoerd was door Voldemort?
‘Kom Ron,’ zei Harry haastig. Hij sprong op, pakte zijn mantel en trok Ron van zijn stoel. ‘Welke kant ging ze op, Hagrid?’
Hagrid wees. ‘Daar naartoe, naar het verboden bos.’
Harry sprintte de deur uit, met Ron achter zich aan. Hij rende naar het verboden bos, naar de plek die Hagrid had aangewezen.
‘Harry, wat wou je precies…’ begon Ron, maar net toen hij dat zei zag Harry iets dat zijn adem deed stokken. Hij remde af en wees op de grond.
In de sneeuw lag Hermelien tas en haar mantel. Daar omheen lagen enkele druppels bloed, die prachtig kleurden in de sneeuw. Naast zich voelde hij hoe Ron op zijn knieën viel en naar adem snakte…





_________________
Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark
Profiel bekijkenStuur privébericht
Danlover
7e jaars
7e jaars


Verdiend: 56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...

Danlover is offline. 
BerichtGeplaatst: Vr Sep 09, 2005 18:55 Terug naar boven Sla dit bericht op

Reacties mogen altijd!
de grote ontdekking

Het nieuws dat Hermelien was ontvoerd werd ongelofelijk snel verspreid, al wist Harry echt niet hoe. In Hermeliens tas was een briefje met eisen gevonden, nu met een laatste waarschuwing.
Ron had zich de week die erop volgde ziek gemeld. Hij bleef de hele dag op de slaapzaal en sprak tegen niemand, behalve misschien tegen Harry. Ron had hem vertrouwelijk verteld dat hij misschien de enige was die hem begreep.
Harry had nog iets anders gevonden in Hermeliens tas, behalve het eisenbriefje. Het was haar agenda, waar een papiertje uitstak

Niet vergeten te vertellen over Vivianne.

Wat betekende dat briefje? Harry dacht dat hij misschien antwoord zou kunnen krijgen van Ron, die Hermelien toch wel het beste kende en steeds bij haar was geweest de laatste dagen. Toen hij hem het briefje liet lezen zag hij gelijk dat er bij Ron iets losschoot.
‘Dat is Hermelien’s handschrift,’ zei hij. Zijn hand trilde.
‘Weet je toevallig ook wat er met Vivianne was?’ zei Harry hoopvol. Ron staarde naar het papiertje. Langzaam knikte hij en keek Harry aan.
‘Ja,’ zei hij zachtjes. ‘Maar ik denk niet dat je het wilt horen.’
Harry drong aan. Hij hield niet van geheimen. Uiteindelijk liet Ron een luide zucht ontsnappen.
‘Goed goed,’ zei hij, en hij staarde een andere kant op. ‘Vivianne heeft Hermelien`s krant zoek gemaakt zodat jij niets wist van de maanstand. Vivianne heeft je verraden.’
Harry viel stil. Hij moest nadenken over wat hij zojuist had gehoord. Het leek hem onmogelijk dat Vivianne tot zoiets in staat was. Het was verdomme Vivianne, zijn buurmeisje. Zelfs Malfidus had hem nog nooit zoiets geflikt.
Harry stond op en liep in stilte de slaapzaal uit, de leerlingenkamer uit. Hij liep verdooft door de gangen en keek naar zijn eigen spiegelbeeld in elk raam dat hij tegenkwam. Hij zag de rode wonden duidelijk zitten. Het was haar schuld, alleen haar schuld.
‘Wat is mijn schuld?’
Harry draaide zich met een ruk om. Achter hem stond Vivianne. Ze leunde nonchalant tegen de muur en keek hem aan met haar bodemloze ogen. Ergens in de diepte van haar kijkers flakkerde een woedend vlammetje.
‘Nou?’ zei ze, en haar stem zwol aan. ‘Krijg ik het nog te horen?’
Harry wist niet hoe ze het deed, maar op de één of andere manier had ze zijn gedachten gelezen!
‘Hoe… hoe deed je dat?’ stamelde hij, en hij keek haar geschokt aan.
Vivianne sloeg haar ogen ten hemel.
‘Wat je al niet kan doen met telepathie,’ zei ze, en ze wuifde met haar hand.
‘Telepathie?’ zei Harry, en hij keek Vivianne met stijgende verbazing aan.
‘Ja, dan kun je pr…’
‘Ik weet heus wel wat telepathie is,’ beet Harry haar toe. Hij probeerde te voorkomen dat Vivianne de overhand zou krijgen. Hij probeerde een eind te maken aan de discussie. ‘Hopelijk heb je verder niets zinnigs te zeggen, dan kan ik me eindelijk omdraaien zonder gevaar te lopen dat mijn haar opeens rood word.’
Hij draaide zich om en liep haastig weg.

Plotseling merkte hij op dat Vivianne hem aanviel. In een reflex zag hij dat ze een enorme vlam vuur op hem afstuurde. In diezelfde reflex draaide hij zich om en deed iets onzinnigs, maar het enige waar hij op kon komen. Hij stak zijn armen uitgestrekt voor zich uit, om de spreuk tegen te houden.
Hij kneep zijn ogen dicht en hield zich klaar voor de klap.
Die bleef uit. Hij voelde een enorme zet tegen zijn armen, zodat hij een paar centimeter naar achteren schoof. Hij deed zijn ogen met een ruk open en zag nog net dat ze vuurvlam, die nu was verandert in paars, weer terug naar Vivianne schoot. Ze zette grote ogen op en gilde toen ze vlam haar in haar maag raakte. Ze werd achteruit geblazen en knalde tegen de muur aan. Ze gleed in een zielig hoopje naar beneden.
Harry keek naar zijn handen. Had hij die vloek echt tegengehouden met alleen zijn… handen? Het leek hem vrijwel onmogelijk, maar hij had het toch voor elkaar gekregen. Hij keek weer naar Vivianne. Ze was overeind gekrabbeld en keek hem ontzet aan. Toen rende ze weg.
Alle mensen die op het moment van de aanval in de gang stonden keken hem vreemd aan. Sommigen begonnen te mompelen.
Harry draaide zich om en rende weg.
‘Harry, HARRY!’
Harry draaide zich om en zag Ron op hem afrennen.
‘Hoe heb je dat nou weer gedaan?’
‘Hoe heb ik wat gedaan?’
Ron boog zich naar hem toe. ‘Je veroorzaakte iets van een enorm krachtveld dat die vlam tegenhoud, met alleen je handen. Hoe?’
Harry schudde zijn hoofd. ‘Ik heb echt geen idee,’ zei hij naar waarheid…





_________________
Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark
Profiel bekijkenStuur privébericht
Danlover
7e jaars
7e jaars


Verdiend: 56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...

Danlover is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Sep 10, 2005 14:47 Terug naar boven Sla dit bericht op

De laatste verdwijning

Harry was van de kaart. Hoe kon hij zoveel overeenkomsten met Vivianne hebben? Want dat was volgens Harry erg opvallend. Die vreemde taal die hij kon verstaan, en nu dit weer. En het vreemde was dat Vivianne ongeveer precies dezelfde talenten had. Ron nam het vrij komisch op, vooral omdat Harry Vivianne nu met gelijke munt had terugbetaald.
‘Misschien ben je wel besmet met Vivivirus,’ grapte hij toen Harry hem vertelde van zijn gedachten. Ron probeerde zich groot te houden, maar Harry wist heel goed dat hij nog steeds niet over Hermeliens verlies heen was. Zou hij er ooit overheen groeien. Terwijl Harry zich dat bedacht sloeg hij zichzelf voor zijn hoofd. Hij hoefde er helemaal niet overheen te groeien, want voordat hem dat gelukt was, was Hermelien alweer terug. Ze was niet dood, alleen ontvoerd.
Vivianne liet zich de volgende dag verdacht vaak zien. Ze liep bijvoorbeeld de hele dag achter ze aan naar de volgende les, of ze probeerde tijdens het ontbijt of de lunch zo dicht mogelijk bij hen te zitten zonder dat het verdacht leek. Het begon Harry na een tijdje vreselijk te irriteren. Hij werd al genoeg aangestaard na het incident op de gang, waarom moest zij het dan ook nog eens doen?
Toen ze na de lunch door de gangen liepen en haar weer aan zagen komen verloor Harry zijn geduld. Hij draaide zich om en staarde haar woedend aan.
‘En kun je me dan eindelijk vertellen waarom je ons de hele tijd volgt?’ riep hij. Vivianne staarde hem geschokt aan, maar zei niets. Harry had al gelijk door dat dat niet normaal was, meestal had Vivianne een mond van hier tot Tokio, waarom was ze nu dan zo stil?
‘Ik…’ begon ze, maar toen wist ze niets meer. Ze draaide zich om en liep weg.
‘Kom Harry,’ zei Ron. Hij pakte Harry bij zijn arm en trok hem met lichte dwang mee. Het had geen zin te protesteren. Hij zag Vivianne de hoek om snellen, haar gewaad achter zich aan wapperend.

Die avond, toen hij de leerlingenkamer binnenkwam keek hij rond of hij haar ergens kon ontdekken. Misschien was het vreemd, maar hij voelde zich schuldig en hij wou zijn excuses aanbieden. Hij kon haar alleen nergens vinden. Hij had zelfs Parvati gevraagd of ze misschien boven zat, maar dat was niet zo.
‘Ik vraag me af waar ze is,’ zei Ron. ‘Niet dat ik me zorgen maak of zoiets, ik wil het gewoon weten.’
Hij en Harry zaten aan hun Transfiguratiehuiswerk, en hadden daar voorlopig hun handen vol aan. Professor Anderling had vaak veel huiswerk opgegeven, maar nu had ze zichzelf overtroffen. Nog nooit had Harry zo lang op zijn huiswerk gezeten, en hetzelfde gold voor Ron. Uiteindelijk deed Harry zijn boek zuchtend dicht en stopte het in zijn tas.
‘Wat ga jij doen?’ vroeg Ron. Hij keek op van zijn boek.
‘Naar buiten,’ zei Harry vermoeid. Hij stond op en wou net weglopen toen hij hoorde dat ook Ron haastig zijn spullen opruimde en hem achterna kwam.
‘Kom op zeg, jij alleen naar buiten? Wie gaat jou dan beschermen?’
Harry lachte zwakjes. ‘Ik kan me echt wel redden hoor,’ zei hij. Het had niet veel zin, Ron ging toch met hem mee. Ze liepen het kasteel uit zonder iemand tegen te komen, wat best prettig was omdat ze misschien teruggestuurd zouden worden. Het werd immers steeds gevaarlijker op Zweinstein, nu er al 3 mensen ontvoerd.
Ze liepen het gazon op. Het meer glinsterde in het licht van de maan. Harry keek bezorgt naar de lucht. Het was gelukkig halve maan, maar wat nou als…
‘Er brandt nog licht bij Hagrid. Zullen we nog eventjes bij hem langsgaan?’
‘Goed,’ zei Harry, en samen met Ron liep hij naar Hagrids huisje en bonkte op zijn deur.
‘Wie’s daar!’ riep Hagrid. Ze hoorden de deur van het slot gaan, voordat hij openvloog en Hagrid met een kruisboog in de deuropening verscheen.
‘Hagrid, wij zijn het,’ riep Ron geschokt. Toen Hagrid hen zag liet hij de kruisboog zakken en ging hij opzij om hen binnen te laten. Harry en Ron liepen het huis binnen en keken rond.
‘Ga maar zitten, ik mot effetjes Muil eten geven,’ zei Hagrid. Muil, die buiten aan de ketting lag, begon luid te blaffen toen hij zijn naam hoorde vallen. Hagrid verdween naar buiten. Harry en Ron hoorden hem een tijdje scharrelen voordat hij weer naar binnen kwam. Muil hoorden ze niet meer. Die zat waarschijnlijk aan de brokken.
Harry’s blik was op een hoop in de hoek gevallen. Er lag een zwart gordijn overheen. Het bewoog niet.
‘Hagrid, wat is dat?’ vroeg hij, en hij wees op de hoop. Hagrid wierp er een blik op en er verscheen een vreemde uitdrukking op zijn gezicht.
‘Geinig dat je dat vraag,’ zei hij grimmig. Hij liep op het vreemde voorwerp af en trok het gordijn eraf.
Harry snakte naar adem. Op de grond lag een dode centaur. Hij herkende hem niet, maar hij had zwart haar en een blond lijf. Er zaten twee gaatjes in zijn nek.
‘Je hebt een feestmaal gehad in het verboden bos, Harry,’ zei hagrid. Harry staarde naar de centaur. Dat verklaarde waarom hij geen bloed nodig had. Hij had al een overdosis op.
‘Wauw, dat je dat op kunt, zeg,’ zei Ron vol ontzag. ‘Dat moet je me toch eens uitleggen.’
Harry schudde zijn hoofd. ‘Ik ga weer,’ zei hij trillend. Hij stond op e liep het hutje uit. Ron kwam hem achterna.
‘Weet je,’ begon hij. Hij kon zijn zin alleen niet afmaken, want op dat moment klonk er een hartverscheurende gil. Vivianne, die stem herkende Harry uit duizenden.
Hij rende naar de plaats waar het geluid vandaan kwam, en Ron volgde hem op de voet. Toen zag hij iets wat zijn hart liet stilstaan.

Het was Bellatrix van Detta. Ze hield een tegenstribbelde Vivianne beet en trok haar mee naar een oude fietspomp. Een viavia, wist Harry.
Hij rende op de twee af. Bellatrix lachte hoog.
‘Komt Pottertje zijn lieve vriendin bevrijden?’ zei ze met haar kinderstemmetje. ‘Zijn lieve, lieve vriendinnetje?’
Dat was voor Harry teveel. Hij zette een sprint in, greep Vivianne bij haar gewaad en voelde hoe Ron zijn arm beetgreep. Op dat moment voelde hij een ruk achter zijn navel…





_________________
Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark
Profiel bekijkenStuur privébericht
Danlover
7e jaars
7e jaars


Verdiend: 56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...

Danlover is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Sep 11, 2005 14:18 Terug naar boven Sla dit bericht op

nog een stukje, reacties mogen altijd. ik zou ook wel een paar reacties in de reageertopic willen zien, omdat mijn inbox een beetje vol begint te raken. alvast thx Very Happy
Hereniging

Harry plofte met een harde klap op een stenen ondergrond. Ron had zijn arm losgelaten toen ze waren geland en Vivianne`s gewaad was uit zijn handen gerukt. Ze gilde.
‘Kijk nou, je hebt er gelijk twee bonus meegenomen, zie ik,’ zei een lijzige stem. Harry keek op en schudde het haar uit zijn ogen. Lucius Malfidus stond voor hem en keek hem grijzend aan. ‘Potter en de zoon van Wemel, gut gut gut. Breng ze weg,’ beval hij. Bellatrix greep Harry bij zijn nekvel beet. Twee anderen pakten Ron en Vivianne beet en sleurden ze mee. Harry had de tijd om om zich heen te kijken.
Ze werden door een zaal heen gesleept. De vloer was oud en zat vol barsten, net als de muren. Er zaten enorme ramen zonder glas in de muren en er waren nergens versieringen te zien. Toen besefte Harry dat hij zich in een ruïne bevond, een hele oude.
Hij werd de trap afgesleept, een donkere ruimte in. Het was een smalle gang, zwak verlicht met toortsen. Je kon nog net het pad voor je zien, ver niets.
Bellatrix stopte, haalde haar toverstok uit haar zak en richtte hem naast zich.
‘Alohomora.’
Er klonk een luid gepiep en er zwaaide een deur open. Bellatrix graaide in de zak van Harry’s gewaad en viste zijn toverstok eruit.
‘He!’ riep Harry. Hij greep naar zijn toverstok, maar Bellatrix had hem al in haar zak laten glijden. Ze lachte alleen maar. Ze gaf een ruk aan zijn nekvel en smeet Harry een donkere ruimte. Rons toverstok werd eveneens afgepakt en hij werd met een luide gil bovenop Harry gegooid.
‘Geen toverstok?’ vroeg Bellatrix. Harry gooide Ron van zich af om te bekijken wat er gebeurde. Eén van de dooddoeners zocht Vivianne’s zakken nogmaals door, maar schudde toen zijn hoofd.
‘Die dacht ik niet nodig te hebben,’ loog Vivianne verbitterd. Met die laatste woorden werd ze bovenop Ron gegooid, die haar knarsetandend weer van zich af gooide.
‘Kom, we gaan weer. De Heer van het Duister wacht,’ zei Bellatrix, en ze gooide de deur van de ruimte dicht. Ze draaide zich om en liep weg, samen met de andere twee. Hun voetstappen stierven weg.
‘RON!’ riep iemand opeens. Harry draaide zich om en zag dat er nog meer mensen in de kerker zaten. Hermelien was opgesprongen en was Ron om de hals gevlogen. Harry keek toe hoe ze elkaar stevig vasthielden, alsof ze elkaar maanden niet hadden gezien.
‘Ik dacht ik je kwijt was,’ stamelde Ron, die Hermelien losliet en haar bekeek. Hermelien snikte, pakte Ron bij zijn schouders en legde haar lippen op de zijne.
Harry wendde zijn hoofd af en keek de kerker rond. Zoals hij al verwachtte zaten Marcel en Cho ook in de kerker. Ze keken naar Hermelien en Ron. Harry liep naar Marcel, ging naast hem zitten en sloeg een arm om hem heen. Marcel trilde als een rietje en greep zijn arm beet.
‘Ik ben zo blij dat je er bent,’ zei hij. Harry kon de doodsangst in zijn ogen lezen.
‘Hij zat hier al weken voordat ik kwam,’ zei Cho. Ze was bleek en haar normaal zo prachtige zwarte hing sluik langs haar gezicht. ‘Hij deed pas zijn mond open toen zij hier ook kwam.’ Ze gebaarde met enige bitterheid in haar stem naar Hermelien, die nog steeds met Ron stond te zoenen.
Vivianne stond met haar hoofd naar de gang gericht en hield de tralies krampachtig vast. In het zwakke licht van de fakkels aan de muur in de gang kon hij haar gezicht zien. Het was verwrongen en keek met een vreselijke razernij de gang op. Harry schrok ervan.
‘We kunnen hier misschien uit komen,’ mompelde ze. Cho draaide haar hoofd met een ruk om en keek haar aan.
‘Dat zou ik niet proberen,’ zei ze waarschuwend. ‘Dat slot is magisch vergrendelt en ze hebben onze toverstokken afgenomen.’
Vivianne draaide haar hoofd om en keek Cho grijnzend aan.
‘Die heb ik ook niet nodig,’ zei ze. Ze hurkte tot ze op ooghoogte van het slot zat. Ze porde haar vinger in het slot en sloot haar ogen. Ze concentreerde zich.

Een enorme knal volgde. Vivianne werd achterover gesmeten en knalde met haar hoofd tegen de muur. Op het slot zat geen krasje. Vivianne kreunde hartgrondig en wreef over haar achterhoofd. Er zat bloed aan haar vingers toen ze eroverheen wreef.
‘Hè,’ zuchtte ze. Ze stak haar bebloede hand uit. ‘Wil jij?’
Harry schudde zijn hoofd. Hij draaide zijn hoofd naar Ron en Hermelien, die geschokt naar Vivianne staarden. Ron inspecteerde het slot.
‘Dat is een prachtig staaltje beveiliging,’ merkte hij op.
‘Dat heeft jeweetwel gedaan,’ zei Marcel zachtjes en Cho staarde hem geschokt aan. ‘Hoogstpersoonlijk.’
De groep viel stil. Ron en Hermelien ploften naast elkaar op de grond. Hermelien liet haar hoofd op Rons schouder zakken.
Vivianne klom overeind, veegde haar hand af aan haar gewaad en ging naast Cho zitten.
‘Het ziet ernaar uit dat we het hier gezellig moeten maken,’ merkte ze fijntjes op. Ze hief haar handen op en streek door Cho’s haar. ‘Jij hebt het vast al een paar weken niet gewassen?’
Cho sloeg haar ogen ten hemel. ‘Duh!’
Vivianne glimlachte en gleed met haar handen over Cho’s hoofd, dat plotseling weer helemaal goed zat.
‘Wow,’ mompelde Cho, en ze streek door haar haar. ‘Bedankt Viv!’ Vivianne glimlachte verlegen.
Op moment vloog de deur aan het begin van de gang opengegooid en klonken er voetstappen.
‘Zijn er nog meer gevangen?’ fluisterde Harry zo stil mogelijk. Marcel schudde zijn hoofd.
‘We zijn de enigen,’ vormde zijn lippen. Op dat moment hielden de voetstappen op. Harry draaide zich om en staarde in het gezicht van Lucius Malfidus.

Malfidus haalde zijn toverstok uit zijn zak en opende de deur. Hij gebaarde Vivianne en Harry naar buiten te komen. Marcel greep Harry`s arm en keek hem aan.
Harry trok zijn arm los en liep langzaam de kerker uit. Malfidus greep hem bij de kraag van zijn gewaad en trok hem naar buiten, net als Vivianne. Toen ze allebij buiten waren gooide Malfidus de kerker weer dicht en deed hem op slot. Vervolgens hield hij Harry en Vivianne onder schot en dwong ze door te lopen.





_________________
Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark
Profiel bekijkenStuur privébericht
Danlover
7e jaars
7e jaars


Verdiend: 56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...

Danlover is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Sep 12, 2005 19:52 Terug naar boven Sla dit bericht op

Spannend stukje!!! reacties pleazz, misschien ook nog over het vervolg, wie nog ideeën heeft. stuur ze maar op!
Wie is Vivianne Aliano?

Harry liep de gang uit, met Vivianne iets voor hem en Lucius Malfidus achter hem. Een trap op, nog een andere smalle gang.
Toen betraden ze de grote ruimte waar ze eerder die dag waren geweest, de grote zaal met gebarsten muren. Hij was bijna helemaal leeg, op een paar dooddoeners na, en een man aan het einde van de zaal. Hij stond met zijn rug naar hen toe gekeerd, maar Harry wist wie het was. Toen hij zich langzaam omdraaide en hen aankeek met zijn rode, slangachtige ogen werden zijn vermoedens bevestigd.
Voldemort.
‘Jij!’ siste Harry. Hij werd door enkele dooddoeners pijnlijk vastgegrepen na die opmerking.
‘Ik,’ zei Voldemort kalm, maar met een duivelse grijns op zijn gezicht. ‘Ik had je hier pas over een paar weken verwacht, wat doe je hier nu al?’
‘Een vriend helpen,’ siste Harry. Hij probeerde zich los te maken uit de greep van de dooddoeners achter hem.
‘Misschien ben je benieuwd waarom je hier nu staat? Ik heb je vriendin niet zomaar ontvoerd, Potter.’ Voldemort maakte een simpel gebaar met zijn hand, waarop twee potige dooddoeners Vivianne beetpakten en haar naar voren sleepten.
‘Wat ga je met haar doen!’ schreeuwde Harry. Misschien had hij ruzie met haar, maar hij kon niet toestaan dat Voldemort iemand waarmee hij ooit bevriend was zou martelen. Hij worstelde om vrijlating.
‘Wees een beetje voorzichtig, Korzel,’ zei Voldemort tegen één van de kleerkasten. ‘Ze kan zich goed verdedigen. Ik ken haar.’
Dat zat Harry niet lekker. Hoe kon hij haar kennen? Had hij haar vaker gezien?
Korzel en de andere dooddoener, waarschijnlijk Kwast, sleepten Vivianne naar een pilaar in de zaal, en ketenden haar vast met touwen uit hun toverstok. Vivianne kon geen vin verroeren en haar gezicht stond pijnlijk omdat de touwen erg strak om haar polsen en armen.
‘Potter, toen ik je vriendin zag aankomen in deze wereld, wist ik nog niet wie ze echt was. Ik dacht dat het gewoon een meisje was met een mooi koppie waar jij smoorverliefd op was. Pas toen ik ontdekte dat ze zich vreemd gedroeg liet ik haar schaduwen, en ontdekte ik wie ze echt was.’
Vivianne liet een woedende schreeuw horen. Haar gezicht was vertrokken van woede en ze rukte aan de touwen.
‘Ooit gehoord van de nimfendimensie, Potter?’ vroeg Voldemort, Vivianne`s geschreeuw negerend. Harry schudde zijn hoofd, zijn blik strak op Voldemort gericht.
‘Dacht ik al. Nimfen, Potter, zijn magische wezens die erg veel op mensen lijken. Ze hebben alleen gaven die een tovenaar niet heeft, en één daarvan is toveren zonder toverstok.’
Harry`s blik gleed langzaam naar Vivianne, die de hoop had opgegeven en Harry hulpeloos aankeek.
‘Nimfen kunnen van gedaante veranderen, Potter. De meid die je nu voor je ziet heeft een andere gedaante. Daarom herkende ik haar niet, totdat ik haar gezicht van dichtbij zag, toen ze lag te slapen.’
‘Je bent in het kasteel geweest?’ schreeuwde Harry vol ongeloof. Voldemort knikte met een grijns op zijn slangachtige gezicht.
‘Ik hoef niet te verschijnselen. En dan kan dat vervloekte kasteel me niet buiten houden.’
Harry kon zijn ogen niet geloven. Het was zo ongelofelijk, en toch zo… simpel. Hij vergat Vivianne helemaal, tot Voldemort weer over haar begon te praten.
‘Deze nimf…’ Hij gebaarde naar Vivianne. ‘…heeft een speciale rang in de nimfenwereld. Ze is lid van een koningshuis, een prinses dus. Erg berucht, één van de sterkste nimfen ter wereld. Ze is geen katje om zonder handschoentjes aan te pakken, zoals je waarschijnlijk al hebt gemerkt.’
Harry zei niet, hij keek alleen maar naar Vivianne, die met een woedend gezicht naar Voldemort keek.
‘Jij bent anders berucht in onze wereld, Marten,’ siste ze. Het verbaasde Harry dat ze hem Marten noemde. De enige van wie hij dat tot nu toe had gehoord was professor Perkamentus.
Voldemort draaide zich met een ruk om en keek haar met glinsterende ogen aan. ‘O ja?’
‘Ja,’ zei Vivianne nonchalant, en Harry vroeg zich af hoe ze zo kalm kon blijven in een situatie zoals dit. ‘Als we eens goed willen lachen n het café praten we over jouw sullige pogingen om de wereld te veroveren. Dat doet het altijd goed.’
Die zet was goed fout, besefte Harry meteen. Voldemort draaide zich met een ruk om en richtte zijn toverstok op haar.
‘Let op, Harry Potter. Nu zullen we zien hoe jouw vriendin er echt uit ziet!’
Voordat Harry iets kon zeggen mompelde hij een spreuk, en spoot er een blauwe lichtstraal uit zijn toverstok, die Vivianne vol raakte.
Vivianne gilde het uit, en Harry wendde zijn hoofd af. Vivianne verdween in de blauwe straal, die pas na een minuut weer werd opgeheven. Vivianne hing slap in de touwen, haar gezicht naar beneden.
Maar was het Vivianne nog wel? Er was nu een ander meisje tegen de pilaar aangebonden, een meisje met lang bruin, golvend haar, dat in twee lange slierten langs haar gezicht hing, dat niet te zien was.
‘Zie hier, Potter, prinses Vivianne Aliano.’
Hij liep naar haar toe en legde zijn vinger onder haar gezicht, zodat hij het omhoog kon tillen. Toen hij dat deed gleed haar haar naar achteren, zodat Harry haar gezicht kon zien.
Het was Vivianne, alleen iets anders. Haar gesloten ogen waren iets smaller, en haar mond iets dunner. Harry schrok echter van haar oren, die erg puntig waren, net zoals een elfje.
Voldemort liet haar hoofd los, en het zakte weer naar beneden. Ze kreunde.
‘Nu komt het,’ zei Voldemort genietend. ‘Ze zal wakker worden en zeggen dat haar volk zich had vergist door te zeggen dat ik een slechte tovenaar ben. Ze zal aan mijn voeten liggen!’
Het gebeurde echter anders dan hij had voorzien. Vivianne hief haar hoofd op, en loerde met vlammende ogen naar Voldemort.
‘Dat was een grote fout, mannetje!’ siste ze. Wat ze toen deed was niet helemaal duidelijk. Misschien werden haar polsen zo heet dat haar touwen doorbrandden. Harry wist het niet, maar opeens was ze zomaar los. Ze duwde Voldemort opzij, smeet de twee dooddoeners die Harry vasthielden opzij, pakte zijn hand en rende weg.
Ze duwde hem in een willekeurige kamer, smeet de houten deur dicht en Verzegelde hem. Vervolgens maakte ze vuur met haar handen en ze keek Harry aan.
‘Zo,’ zuchtte ze. ‘Daar zijn we ook weer vanaf.’
Harry zei niets. Hij keek naar Vivianne, of naar het meisje die haar plaats had ingenomen. Vivianne zag het en giechelde.
‘Ja, sorry dat ik het niet eerder heb gezegd,’ zei ze, en ze glimlachte. ‘Geheim, zie je.’
Harry staarde haar alleen maar aan. Ze was opeens zo… anders. Er was ook innerlijk iets gebeurt met haar. Ze was niet meer zo mysterieus als eerst, maar lief en avontuurlijk.
‘Kom, we moeten hier weg, voordat ze ons vinden.’ Vivianne doofde het vuur, gluurde door het sleutelgat. ‘Niemand, kom!’
Ze verbrak het zegel en rende naar buiten. De gang waar ze zich bevonden was uitgestorven, en er klonken heel ver weg stemmen.
‘Jij hebt anders ook wel wat uit te leggen,’ fluisterde Vivianne, terwijl ze Harry voorging, al sluipend. ‘Hoe lukte dat nou, mijn vloek blokkeren en mij tegen de muur smijten?’
‘Ik weet evenmin het antwoord,’ gromde Harry. ‘Ik had gehoopt dat jij het zou weten!’
Vivianne gebaarde dat hij stil moest zijn en drukte hem in een hoek. Er kwam een dooddoener voorbij, Vleeschouwer. Hij had zijn toverstok in de aanslag en speurde in het rond, maar zag hen niet.
Toen hij weg was liepen Harry en Vivianne weer verder.
‘Kom,’ fluisterde Vivianne. ‘We moeten de anderen zien te bevrijden!’
Ze slopen de zaal binnen. De smeulende hopen van de touwen waar Vivianne mee was vastgebonden lagen nog op de grond. Verder was de zaal uitgestorven. Ergens in de verte hoorden ze een paar mensen rennen. Ze kwamen steeds dichterbij.
‘Kom!’ mompelde Vivianne. Ze greep Harry bij zijn pols en trok hem naar de ingang van de kerkers. Ze renden de trap af, richting de kerker waar de rest zat opgesloten.
‘Harry!’ Het was Ron. Hij stond aan de tralies te rammelen en keek hen glunderend aan. ‘Wat is er gebeurt? En…’ Zijn ogen werden groot. ‘…wie is zij!’
‘Niemand die met mij kan stroken,’ zei Hermelien. Ze sloeg haar armen over elkaar.
‘Vivianne kan die deur vast openmaken,’ zei Harry glimlachend. Ron staarde naar de nieuwe Vivianne.
‘Is dat…’
‘Ja.’
‘Maar hoe…’
‘Dat leg ik dadelijk wel uit,’ zei Vivianne mopperend. ‘Nu opzij, Harry, voor die dooddoeners terugkomen…’





_________________
Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark
Profiel bekijkenStuur privébericht
Danlover
7e jaars
7e jaars


Verdiend: 56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...

Danlover is offline. 
BerichtGeplaatst: Di Sep 13, 2005 19:27 Terug naar boven Sla dit bericht op

reacties!!!

De strijd

Blijkbaar was het slot van de kerker van buitenaf vrij makkelijk te openen, in ieder geval waren Ron, Hermelien, Marcel en Cho zo vrij. Zo stil als muizen liepen ze de gang uit, de grote zaal in.
‘Heer, HEER!’
Er stond een dooddoener in de zaal, iets wat ze veel te laat besefte.
‘Stik,’ vloekte Vivianne. Ze verborg de anderen achter haar rug, wat niet zo goed lukte, en ze trok aan Harry`s arm.
‘Je moet me helpen,’ zei ze.
‘Wat?’ zei Harry, die haar verbaast aankeek. ‘Maar ik heb geen toverstok!’
‘Hoeft ook niet,’ zei ze. Ze staarde geconcentreerd naar de doodoener, en de andere die de zaal in kwamen rennen. ‘Doe hetzelfde als toen ik je aanviel.’
‘Je bedoelt gewoon mijn armen voor me uit steken en kijken wat er gebeurt?’
‘Ja, zoiets. Oh, Harry, je moet in jezelf geloven!’
‘Ah,’ zei Harry zenuwachtig, en hij keek naar de dooddoeners. Ze grijnsden en haalden hun toverstok tevoorschijn.
‘NU!’ schreeuwde Vivianne. Ze sprong naar voren, strekte haar armen voor zich uit en concentreerde zich. Een enorme lichtflits volgde. Een paar dooddoeners werden gillend van hun sokken geblazen.
Vivianne rende naar voren, naar de uitgang. Harry en de anderen renden haar achterna, maar werden halverwege geblokkeerd door Lucius Malfidus.
‘Einde verhaal, Potter,’ siste hij. Hij wou zijn hand uitsteken om hem bij zijn keel te grijpen, maar Harry stapte achteruit, hield zijn armen voor zich uit gestrekt en wendde zijn hoofd af.
Dit wordt niks! spookte het in zijn hoofd. Zo meteen legt hij ons neer en dan heb ik er niets tegen kunnen doen. Hij bleef zich concentreren, al wist hij niet waarom. Het zou toch niet werken.
Plotseling voelde hij dezelfde kracht in hem opkomen als op Zweinstein. Het tintelde in zijn vingers, op zoek naar een weg naar buiten.
Er spoot iets door zijn vingers naar buiten, iets fels. Hij hoorde hoe het tegen Lucius Malfidus aankwam. Hij opende zijn ogen, bang voor wat hij zou zien.
Lucius Malfidus was nergens meer te zien, er lag alleen nog een toverstok op de grond. Harry keek in het rond.
‘POTTER!’ klonk het opeens ergens boven hen. Harry en de anderen keken omhoog. Lucius Malfidus hing in een oude kroonluchter en zwaaide woedend met zijn vuist.
‘DIT ZET IK JE BETAALD, POTTER!’ SCHREEUWDE HIJ. Harry giechelde en rende verder. Vivianne gluurde om het hoekje van de zaal en lachte zich kapot.
‘Wow, die was mooi, Harry,’ jubelde ze. ‘Zoiets heb ik nog nooit voor elkaar gekregen!’
Vivianne rende weer verder, en Harry en de anderen volgde haar. Hermelien haalde hem in.
‘Hoe kan dat!’ hijgde ze vol ongeloof. ‘Die knal die Malfidus de lucht in heeft geblazen?’
Het duurde eventjes voor Harry antwoord gaf.
‘Weet ik niet,’ gaf hij eerlijk toe. ‘Het gebeurde eigenlijk zomaar, een paar dagen geleden. Vivianne, waar gaan we heen!’
Hij riep het naar Vivianne, die blindelings voor hen uitrende, alsof ze de weg als haar broekzak kende.
‘Dat doe ik ook!’ schreeuwde ze terug. ‘Dit was het kasteel van mijn opa. Hij was een spion van de nimfenwereld.’
Harry`s keek verbluft naar haar rug. Ze had het weer geflikt, weer zijn gedachten gelezen. Zou ze toch telepatisch zijn, zoals ze had gezegd? Niets leek meer onmogelijk, nu ze een nimf was.
‘Nimf zijn is ook niet alles, hoor,’ hijgde ze. ‘Die taal is vreselijk moeilijk te leren, die vervoegingen, echt vreselijk! Prinses zijn is al helemaal een hel! Altijd handjes geven, nooit een keer rustig muziek luisteren. Het is niet aan te raden, geloof me.’
Harry geloofde haar op haar woord. Het was immers niet fijn om beroemd te zijn vanwege iets waar je niets aan kon doen.
Vivianne rende een hoek om en remde af. Harry botste tegen haar aan en struikelde de ruimte in. Als je het tenminste een ruimte kon noemen.
Het was een soort enorm helikopterplatform. Helemaal open, zonder omheiningen aan de zijkant. Het was blijkbaar helemaal op de top van het kasteel, want de grond was ver, ver beneden hen.
‘In de val,’ hoorden ze plotseling iemand zeggen. Harry draaide zich met een ruk om en staarde in de hebberige ogen van Vleeschouwer. Er stond een grote troep dooddoeners achter hem, die allemaal hun toverstok op hen richtten.
‘Pech gehad, kindertjes. Ik vrees dat einde verhaal is voor jullie.’
Vivianne trok Harry en de anderen naar achteren, weg van de dooddoeners. Steeds verder.
De dichtstbijzijnde dooddoener begon ook naar voren te lopen. Hij richtte zijn toverstok.
‘Petrificus Totalus!’ De spreuk werd met een enorme snelheid op Harry afgevuurd. Hij sprong opzij, net op tijd. Maar terwijl hij opzij sprong gaf hij Vivianne een duw.
Ze wakelde ze, deed een paar grote stappen achteruit. Te ver, met één voet stapte ze over de rand van het platform.
‘VIVIANNE!’ gilde Harry toen hij besefte wat er gebeurde. Hij graaide naar haar, maar het was te laat
Met een afgrijselijke gil verdween Vivianne in de diepte…





_________________
Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark
Profiel bekijkenStuur privébericht
Berichten van afgelopen:      


 Ga naar:   


Sla dit onderwerp op als textbestand

Volgende onderwerp
Vorige onderwerp
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum
Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum
Je mag niet stemmen in polls in dit subforum



Powered by phpBB © 2001/3 phpBB Group :: FI Theme :: Tijden zijn in GMT + 1 uur :: Disclaimer