Auteur |
Bericht |
Danlover
7e jaars


Verdiend:
56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...
|
Geplaatst:
Vr Sep 16, 2005 20:01 |
 |
Thinkie_1990 en Hermione hardstikke bedankt voor jullie reacties!!! hier is nog een stukje, en Thinkie, bedankt voor je hulp!!
De grote ontploffing
Die avond stortte Harry`s wereld in. Hij viel op zijn buik en staarde de afgrond in. Hij zag haar vallen, haar haar wapperen. Er klonk een enorme plons. Vivianne was in de slotgracht gevallen. Het bleef stil.
Vivianne was dood, besefte Harry. Hij zou haar nooit meer zien, net nu hij hun ruzie weer wou bijleggen.
Hij draaide zich om en krabbelde weer overeind. De dooddoeners waren eventjes stilgevallen na Vivianne`s val, maar begonnen nu weer dichterbij te komen.
‘Oeps,’ zei Vleeschouwer zacht. ‘Ongelukje…’
Bij Harry braken de stoppen door bij die uitspraak. Met een schreeuw sprong hij naar voren, greep Vleeschouwer bij zijn schouders beet en zette zijn tanden in zijn nek. Het bloed vloeide over zijn tong.
Vleeschouwer begon te gillen. ‘HAAL HEM VAN ME AF, HIJ VERMOORD ME NOG!’
Er sprongen direct dooddoeners op het tweetal die Harry bij zijn middel grepen en hem van Vleeschouwer aftrokken. Hij krijste en spartelde, en zwaaide met zijn armen. Hoe hij het ging doen wist hij nog niet, maar hij zou hem vermoorden!
De dooddoeners lieten hem los en Harry viel met een doffe dreun op het stenen platform.
‘Die jongen kan goed bijten,’ jammerde Vleeschouwer, en hij wreef over zijn hals. ‘Neem hem mee! En de rest ook, de Heer van het Duister heeft nog een appeltje met ze te schillen.’
De dooddoeners, Vleeschouwer inclusief, greep de rest beet en sleurden ze het platform af.
Harry spartelde met zijn benen en vocht om vrijlating, iets dat hij niet kreeg. Hij gaf het op.
De dooddoeners sleepten ze door een donkere gang zonder ramen. Een trap af, nog een gang, en toen die vervloekte troonzaal weer. Voldemort was nergens te bekennen, die liep waarschijnlijk nog door een gang naar hen te zoeken.
Harry werd op zijn rug op de plavuizen neergegooid. Lucius Malfidus, eindelijk bevrijd uit de kroonluchter, stapte op hem af en duwde zijn toverstok tegen Harry`s keel.
‘Dat zet ik je betaald, Potter,’ gromde hij. Net toen hij de crusiatusvloek wou uitspreken, hoorde Harry een stem aan de andere kant van de zaal.
‘ALS JE DAT MAAR LAAT!’ Harry draaide zijn hoofd met een ruk om en staarde naar de deuropening van de kerkers.
Daar stond Vivianne. Ze was nat en vies, en ze hielt haar hand tegen haar zei gedrukt. Haar gezicht stond roodgloeiend van woede.
‘Ik ben taaier dan je zou denken,’ zei Vivianne met toegeknepen ogen. ‘Mij maak je niet dood door me van een afgrond te gooien. Ik land op twee benen, nooit op mijn rug.’
Harry voelde dat de toverstok van Malfidus van zijn keel afgleed. Hij krabbelde zo snel als hij kon overeind, maar Malfidus was sneller dan hij. Voor hij het wist was hij getroffen door de crusiatusvloek.
Hij schreeuwde het uit. Het leek alsof er messen in iedere vierkante centimeter van zijn huid kerfden, alsof hij in brand stond.
Hij viel op zijn knieën neer en rolde om. Hij voelde de grond niet meer, hij voelde niets meer, behalve die verzengende pijn, het enige wat er nog bestond.
Het hield even snel op als het er gekomen was. Harry zweette en hijgde. Met veel moeite hees hij zichzelf weer overeind.
Er leek veel gebeurd te zijn sinds het moment dat hij was getroffen door de crusiatusvloek. Lucius Malfidus stond niet meer voor hem, maar hing opnieuw in de kroonluchter. Vivianne stond eronder, en keek glunderend naar boven.
‘Kijk, ik kan het nu ook,’ zei ze schor. Ze drukte kreunend haar handen tegen haar middel en klapte dubbel.
De dooddoeners rondom hen leken plotseling weer wakker te worden. Ze trokken hun toverstokken en richtten ze op Harry, Vivianne, Ron, Hermelien, Marcel en Cho. Ze dreven ze in een hoek.
Plotseling brak de groep. Voldemort drong zich door de grote groep dooddoeners door en keek hen grijnzend aan.
‘Het is jullie misschien wel duidelijk dat jullie dit niet gaan overleven?’ zei hij, en Marcel trok bleek weg. ‘Maar voordat we dat gaan doen wil ik nog wat lol beleven, ik heb al 15 jaar geen greintje lol meer beleefd. Het wordt tijd dat ik ook weer eens lach.’
Hij lachte honend, en Harry`s nekharen stonden overeind.
‘Niet als het aan ons ligt,’ zei Vivianne opeens bot. Ze duwde Cho, die voor haar stond opzij en ging naast Harry staan. ‘Je moet me helpen.’
Voldemort lachte opnieuw. ‘En wat wilden jullie tegen mij beginnen? Wilden jullie op mijn gewaad spugen? Sorry, dat laat ik niet gebeuren, Wormstaart heeft het gisteren laten wassen.
Vivianne grijnsde. ‘Vergeet niet wie je voor je hebt, Marten.’
Voldemort gezicht betrok toen Vivianne haar handen boven haar hoofd hief en haar tanden op elkaar zette.
‘Jij ook, Harry. Ik weet dat je het kunt,’ mompelde ze. Harry beet op zijn lip, tilde zijn armen op en concentreerde zich.
Wat er toen gebeurde wist Harry niet precies. Hij wist alleen dat hij en Vivianne op precies hetzelfde moment een soort enorm krachtveld maakten. Harry kneep zijn ogen dicht om het felle licht buiten te sluiten.
Er volgde een enorme knal. Harry werd achteruit geblazen en knalde met zijn hoofd tegen de muur. Het werd zwart voor zijn ogen. Hij zag nog net een paar silhouetten zich boven hem verroerden. Dooddoeners, dacht Harry. Hij probeerde zijn hand op te tillen om ze tegen te houden, het lukte alleen niet. Zijn armen waren te zwaar.
Zijn oogleden vielen dicht. Het kon hem niets meer schelen, het kon hem niet schelen of hij opnieuw gevangen zou worden. Het kon hem allemaal niets meer schelen. Hij wou alleen zijn, samen met de kloppende pijn in zijn achterhoofd…
Harry werd wakker op een koude vloer. Het was schemerig, en er bewogen mensen boven hem. Met veel moeite kon hij verstaan wat ze zeiden.
‘Volgens mij gebeurt er wat.’
‘Ja? Laat eens kijken!’
Er zweefde een gezicht voor zijn ogen. Een gezicht met rood haar en een lange neus. Ron…
‘Zie je wel?’
‘Ja, er is iets te zien, nog niet veel, maar er is iets.’
‘Denk je dat hij zich zal herinneren wat hij zonet heeft gedaan?’
‘Misschien wel,’ zei een ververwijderde stem. ‘Als wij het hem vertellen.’
‘Hij heeft die hele troonzaal in de puin gelegd, en jij denkt dat hij het zich misschien zal herinneren. Kom nou toch!’
‘Ja, dat denk ik denk ik echt.’
Harry probeerde zijn armen te bewegen. Dat lukte een beetje; hij kreeg het voor elkaar zijn vingers te bewegen, en daarna zijn polsen.
‘Harry! Wil je jezelf tot ons wederkeren?’
Er werd gelachen. Hij grimaste en opende zijn ogen volledig.
‘Heb ik die zaal in de puin gelegd?’ mompelde hij. Ron gezicht, dat nog steeds boven het zijne zweefde grijnsde.
‘Dat heb je goed gehoord ja,’ zei hij en Harry grinnikte schor.
Hij voelde hoe vier armen hem stevig beetgrepen en hem overeind trokken. Hij begon steeds scherper te zien. Hij zag dat ze in een ruime kamer stonden, de ramen keken uit over een enorm bos.
‘Je hebt ons wel laten schrikken, hoor,’ zei Ron. Hij zag een beetje bleek en zijn handen zaten onder de striemen.
Harry keek om zich heen. Hij, Ron en Vivianne waren de enige in de kamer.
‘Waar is de rest?’ vroeg hij angstig. ‘Zijn ze…’
‘We zijn ze kwijtgeraakt,’ zei Vivianne met veel moeite. Ze hield haar beide handen tegen haar zij gedrukt. ‘We renden weg voor vallende pilaren, en zij ging ergens heen en… Nu weten we niet meer waar ze zijn.’ Ze plofte kreunend op de stenen vloer neer. ‘Die slotgracht is me een beetje teveel geworden,’ zuchtte ze. ‘Ik dacht dat ik er tegen kon, maar…’
Harry keek naar de grond. Ze zaten nu serieus in de problemen. Ze moesten uitkijken voor wat er nog ging komen… |
_________________ Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark |
|
  |
 |
Danlover
7e jaars


Verdiend:
56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...
|
Geplaatst:
Za Sep 17, 2005 16:00 |
 |
weer een stukje. het gaat hardstikke hard!!
De zoektocht
Zodra Harry en Vivianne een beetje waren aangesterkt, wat toch wel een flink half uur in beslag nam, gingen zij en Ron op zoek naar de anderen. Steeds op hun hoede voor dooddoeners die door de gangen zouden liepen, slopen ze door het kasteel.
‘Hier hebben we toch nog niet gezocht?’ zei Ron, en hij wees in een aardedonkere gang, die glooiend naar beneden liep.
‘Ik ben dat dus ook niet van plan,’ zei Vivianne luchtig. ‘Mij te donker.’
‘Ik denk dat we eerst Bellatrix moeten op gaan sporen, voor onze toverstokken,’ zei Harry met een blik op de uitgestorven gang waar ze in stonden. ‘Dan kunnen we in ieder geval licht maken.’
‘Goed idee,’ zei Ron zuchtend. ‘Maar hoe gaan we die vinden.’
‘Zoeken,’ mompelde Vivianne. Ze trok Harry aan zijn arm en dwong hem verder te lopen. ‘Misschien zit ze in die troonzaal.’
Ze liepen met zijn drieën verder, een paar hoeken om, een trap af, en uiteindelijk stonden ze weer in de troonzaal, of wat er van over was. Harry`s mond viel open.
De zaal was totaal geruïneerd. Het plafond was ingestort en er stonden nog maar drie pilaren rechtovereind. Er lag overal puin op de grond, en de gang naar de kerkers was ingestort.
‘Laten we hopen dat ze daar niet heen zijn gegaan,’ zei Ron. Hij staarde naar de ingestorte gang en beet op zijn lip.
Vivianne knikte en keek de zaal rond. ‘Voetstappen!’ riep ze plotseling. Haar stem galmde en het begon te donderen boven hun hoofd. Harry staarte naar het laatste restje plafond dat nog boven hen hing.
‘Kijk, ze zijn daarheen gegaan!’ riep Vivianne opnieuw. Het gerommel werd harder. Te hard, naar Harry`s zin.
‘BUKKEN!’ krijste hij plotseling. In een flits duwde hij Ron en Vivianne tegen de grond. Net op tijd, een regen van beton en steentjes kwam op hen neer. De rest van het plafond was ook ingestort. Het gerommel stierf weg, de laatste brokken beton vielen op de grond. Langzaam hief Harry zijn hoofd op.
Als de troonzaal er nog verwoester uit had kunnen zien, had hij dat punt nu bereikt. Het was regenen. Dikke druppels petsten op hun hoofden neer. Harry stond op en hees Ron en Vivianne overeind.
‘Ja, nu word het moeilijk,’ steunde Ron. Hij wreef over zijn rug, waar een fikse brok beton op was gekomen. ‘Ze komen vast kijken wat er is gebeurt. We moeten hier weg.’
Ron had gelijk, besefte Harry. In de verte hoorde hij mensen rennen.
‘Kom, hierheen,’ mompelde hij, en hij wenkte Ron en Vivianne naar de uitgang. Voordat ze daar waren, werd de weg hen versperd door een grote groep mensen die plotseling in de zaal waren Verschijnseld. Harry botste tegen ze op en viel op de koude vloer. Verbaast keek hij op.
De weg werd hem versperd door de orde. Ze keken hem glimlachend aan, allemaal! Lupos, Dolleman, Tops, Romeo Wolkenveld en meneer Wemel. En nog een hele hoop anderen die Harry niet kende.
‘Pap!’ riep Ron. Hij rende op zijn vader af en vloog hem om de hals. ‘Je bent er!’
‘Blij dat jij er ook bent,’ zei meneer Wemel bezorgt. Hij bekeek zijn jongste zoon.
‘Pap, ik ben oké!’ zei Ron blij. ‘We zijn alledrie oké!’
Meneer Wemel liet zijn blik over Harry glijden, die onder de schrammen zat, en Vivianne, wiens lange haar onder het wier zat, vanwege haar val in de slotgracht.
‘Waar is de rest?’ vroeg hij. Ron beet op zijn lip en keek zijn vader aan.
‘Dat weten we niet,’ zei hij. ‘We zijn ze kwijtgeraakt.’
De voetstappen kwamen dichterbij, hoorde Harry. Hij spitste zijn oren en telde een grote groep dooddoeners.
‘We moeten hier weg,’ mompelde hij, en keek Vivianne aan. Ze knikte.
Ze begonnen te lopen, om de leden van de orde heen, naar de uitgang die ze oorspronkelijk van plan waren. Voordat ze die hadden bereikt, voelde Harry hoe hij bij zijn arm werd gegrepen. Hij keek om staarde recht in de blauwe ogen van Remus Lupos. Lupos glimlachte.
‘En wat was jij van plan?’ zei hij.
‘Gebruik je weerwolforen, professor,’ zei Harry. ‘Er komen dooddoeners aan.’
‘O ja?’ zei Lupos verbaast. Hij luisterde. ‘Een erg grote groep, we moeten hier weg, kom!’
Ze renden de troonzaal uit. Hun voetstappen maakten een donderend geluid in de echoënde gangen. Harry hoorde dat de dooddoeners hun pas versnelden.
‘Ze gingen daarheen!’ hoorden ze Bellatrix krijsen. ‘Ik zag ze, ik zag ze!’
Harry hijgde en rende verder. Hij wist nog niet hoe dit ging aflopen. Ze moesten het er maar het besten van maken… |
_________________ Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark |
|
  |
 |
Danlover
7e jaars


Verdiend:
56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...
|
Geplaatst:
Ma Sep 19, 2005 18:17 |
 |
Bedankt voor alle reacties, zowel in de reageertopic als per pb!!!
De laatste confrontatie
Harry rende blindelings door de gang, met de leden van de orde achter zich aan. Het was aardedonker. Harry wist niet waarom niemand licht maakte. Misschien omdat iedereen in paniek was, en niemand dacht aan zoiets als licht. Als iemand licht had gemaakt waren ze er misschien eerder achtergekomen dat de gang dood liep. Nu moest Harry het zelf ondervinden, door in volle vaart tegen een muur aan te lopen.
‘Au!’ riep hij, en wreef over zijn kaak. Hij had nauwelijks tijd om te bekomen van zijn botsing, omdat de rest van de orde, inclusief Rons lange lichaam tegen hem opbotste.
‘Harry, wat sta jij hier te doen!’ riep Ron, en er klonk paniek door in zijn stem. ‘Loop eens door!’
‘Dat kan niet!’ gilde Harry. ‘Het loopt hier dood!’
De groep draaide zich om. De dooddoeners, die flink achter liepen, kwamen dichterbij, al roepend en zwaaiend met toverstokken.
‘Is er geen zijgang!’ riep meneer Wemel. De hele groep ordeleden begon verwoed te zoeken naar een gang. Daarbij kwam Tops op het slimme idee even licht te maken met haar toverstok. De gang werd verlicht en Rons gezicht vertrok.
Er was geen zijgang, maar wel massa’s spinnen, die hun webben overal hadden gesponnen.
Meneer Wemel vloekte en trok zijn toverstok.
‘Het ziet er naar uit dat we de strijd moeten aangaan, jongens. Maak je klaar,’ zei hij. De andere ordeleden trokken hun toverstok en gingen voor Harry, Ron en Vivianne staan.
‘Zeg, wat is dit nou?’ zei Vivianne gepikeerd. ‘Ik wil ook meedoen. Laat me erdoor!’
Ze duwde de ordeleden opzij en nam haar plaats in, voorop. Lupos probeerde haar weer naar achteren te duwen, maar ze protesteerde.
De dooddoeners waren gestopt. Ze stonden een paar meter van de groep verwijderd. Ze grijnsden met hun maskers voor, en ze zwaaiden vervaarlijk met hun toverstokken.
Harry en Ron konden er helaas weinig van zien. De grote groep van ordeleden stond voor hen. Ze sprongen onbeholpen heen en weer om een blik van het gevaar op te vangen, niets hielp, ze zagen alleen af en toe een kruin, of de rand van een masker, verder niets.
‘Jullie zijn er geweest,’ hoorden ze Bellatrix lachen. ‘Geef me Potter, en we laten jullie ongestraft vrij.’
Harry slikte moeizaam. Ze zouden hem toch niet aan de dooddoeners geven? Hij zou ervoor moeten vechten, ook al zouden de ordeleden hem beschermen. De grote groep dooddoeners zouden hem niet laten gaan als hij niets zou doen, dat wist hij.
‘Wij geven Harry niet af,’ zei Tops waarschuwend. Ze zwaaide met haar toverstok.
‘O nee?’ zei Bellatrix. Ze deed een stap naar voren en haalde de toverstokken van Harry, Ron, Hermelien, Marcel en Cho uit haar zak. Die van Ron en de rest gooide ze op de grond, voor de voeten van meneer Wemel. Die raapte ze snel op en gaf Ron de zijne terug.
‘Potter zal helaas niets kunnen zonder zijn toverstok…’ zei Bellatrix met een vals lachje. Ze nam Harry’s toverstok tussen twee vingers en brak hem op haar knie.
‘En waar was dat voor nodig!’ schreeuwde Harry. Hij probeerde Dolleman die voor hem stond opzij te duwen om Bellatrix te lijf te gaan, maar Dolleman smeet hem terug tegen de muur. Harry wreef met een pijnlijk gezicht over zijn rug.
‘Rustig blijven, Potter. De volwassenen handelen dit af,’ zei hij. Dolleman haalde uit met zijn toverstok.
‘Expelliarmus!’
De twee zielige helftjes van Harry`s toverstok vlogen uit Bellatrix’ handen. Harry ving ze op en bekeek ze. Het was niets meer van over, hij zou een nieuwe moeten kopen.
‘NU!’ krijste Bellatrix plotseling. Alle dooddoeners sprongen naar voren, haalden uit met hun toverstokken en begonnen in de wilde weg Lamstralen te schieten. De leden van de orde reageerden te laat en werden bij bosjes Verlamt, totdat alleen Ron, Harry, Vivianne, meneer Wemel en Tops nog overeind stonden.
‘Kijk kijk, dat is nu makkelijk, hè,’ zei Bellatrix vals. ‘De Heer van het Duister wil alleen Potter, en nu staat er niets meer tussen mij en hem…’
‘Jawel!’ riep Vivianne opeens. Ze sprong voor Harry. ‘Ik!’
Lucius Malfidus schaterde plotseling. ‘JIJ?’ riep hij vol ongeloof. ‘Jij bent niets vergeleken met de Heer van het Duister, schatje.’
‘Integendeel,’ siste Vivianne angstaanjagend. ‘Ik ben veel meer dan hij.’
De hele groep dooddoeners lag nu dubbel, en Vivianne leek eventjes uit het veld geslagen. Bellatrix was de eerste die weer bij positieven kwam. Geheel plotseling haalde ze uit met haar toverstok en schoot één enkele lamstraal af.
Harry zag hem tussen de anderen door zoeven, die niet op stonden op te letten. De lamstraal koerste op zijn borst af.
Harry nam een sprong en probeerde de lamstraal te ontwijken. De lamstraal raakte zijn voet, waardoor het gevoel in zijn voet wegtrok. Hij zakte in elkaar en greep naar zijn voet.
‘Harry!’ riep Ron. ‘Willen jullie een keer opletten, ja!’ riep hij naar Tops, meneer Wemel en Vivianne.
‘Te laat, lief klein Wemelvriendje,’ zei Bellatrix vals. Met dezelfde snelheid als de eerste lamstraal schoot ze er weer een op Harry af, die hem, voordat hij iets kon doen, in zijn gezicht raakte. Het werd zwart. Zijn hele lichaam zakte op de grond… |
_________________ Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark |
|
  |
 |
Danlover
7e jaars


Verdiend:
56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...
|
Geplaatst:
Ma Sep 19, 2005 20:16 |
 |
jaja, ik post hardstikke snel!!! net weer een stuk, en nu nog een. het vliegt mijn vingers uit op het moment. jammer dat het verhaal op zijn einde loopt. gelukkig komt er nog een vervolg aan!!
De waarheid
Harry werd wakker in de ziekenzaal. Hij hees zichzelf overeind, zette zijn bril op en keek om zich heen.
Hermelien lag in het bed naast hem. Haar arm was duidelijk gebroken en haar gezicht zat onder de schrammen. Aan zijn andere kant lag Marcel, wiens neus opnieuw gebroken.
Er ging een deur open en madame Plijster kwam binnen. Toen ze zag dat Harry wakker was liep ze naar hem toe. Harry zat met een aantal vragen die hij graag wilde stellen.
‘Professor, hoe komt het dat ik uit mezelf wakker ben geworden, en niet door een spreuk?’ Dat was zijn eerste brandende vraag. Madame Plijster voelde zijn voorhoofd voor ze antwoord gaf.
‘Bloedtekort,’ zei ze kort en bondig. ‘We hebben je wel wakker gemaakt, maar mij is verteld dat je direct weer flauwviel door bloedtekort. Ik heb je per dag een paar slokken gegeven, net genoeg om je niet wakker te maken.’
‘Ah,’ zei Harry. ‘Hoe is het met de anderen?’
‘Juffrouw Griffel komt er wel weer bovenop, ook al is haar arm flink gebroken. Lubbermans’ neus is ook zo weer gefikst. Het is meer het puin in zijn longen waar ik me zorgen over maak.’
‘En met de anderen?’
‘Die heb ik hier niet gezien. Jij mag trouwens ook weg. Kleed je om en maak dat je deze kamer uit komt!’
Harry wist niet hoe snel hij zich om moest kleden en de ziekenzaal uit te lopen. In de Grote zaal liep hij tegen Ron op, die hem glunderend aankeek.
‘Maat, je bent er weer!’ jubelde hij. Hij sloeg hem op zijn schouders en dwong hem te gaan zitten. ‘Heb je Hermelien nog gezien?’
‘Gaat het jou alleen daarom?’ zei Harry luchtig. Hij pakte een stuk toast en stopte het is zijn mond.
‘Welnee,’ zei Ron niet overtuigend. ‘Nou… misschien een beetje.’
‘Voor de informatie, ze komt er weer bovenop. Hoe lang dat nog duurt heb ik niet gehoord.’
Ron viel stil. Harry kauwde op zijn toast en slikte het door.
‘Waar is Vivianne eigenlijk?’
Ron zuchtte.
‘Ze kreeg vanochtend een brief. Ze las hem, barstte in tranen uit en is naar de astronomietoren gehold. Daar zit ze nu al de hele middag.’
‘Oh.’
Harry viel ook stil. Hij nam nog een stuk toast, nam een hap en staarde voor zich uit terwijl hij kauwde. Plotseling stond hij op.
‘Ik moet haar spreken,’ zei hij. Hij liep op een drafje de Grote zaal uit. Ron volgde hem niet.
Harry rende de trappen op, naar de astronomietoren. Toen hij alle trappen eindelijk had beklommen, liep hij het lokaal door naar het balkon. Daar stond Vivianne. Ze keek over de rand naar beneden. In haar hand hield ze de brief.
Ze draaide zich om toen ze Harry aan hoorde komen. Haar ogen waren rood van het huilen.
‘Hallo,’ zei ze met een geforceerde vrolijkheid. Harry had gedacht dat ze misschien haar menselijke gedaante weer had aangenomen, maar dat was niet waar. Het lange bruine haar hing nog steeds over haar schouders.
Harry ging zwijgend naast haar staan en staarde naar beneden. Het was hem nooit opgevallen hoe mooi het uitzicht was. Meestal zat hij hier alleen ’s nachts.
‘Ik wil iets weten,’ zei hij. Er lag plotseling een vraag op zijn tong, één die hij moest stellen. ‘Dat nimfgedoe? Met je krachten en zo. Waarom heb ik ze ook?’
Vivianne zweeg en keek voor zich uit. Het duurde een tijd voor ze antwoord gaf.
‘Dat weet ik niet zeker,’ begon ze voorzichtig. ‘De simpelste verklaring die ik kan geven is… Maar misschien moet ik die niet vertellen. Te schokkend.’
Harry drong aan, tot Vivianne zuchtte en haar ogen toesloeg.
‘Die krachten kun je alleen bezitten als je een nimf bent, of gedeeltelijk.’
‘En… denk je dat ik…’
‘Dat weet ik eigenlijk wel zeker.’
Harry en Vivianne vielen stil, tot er opeens nog een vraag in Harry`s hoofd schoot. Hij stelde hem zo vlug als hij kon.
‘Je bent opeens zo anders. Heel anders dan de Vivianne die ik kende,’ zei hij, en Vivianne gaf een waterig glimlachje.
‘De menselijke Vivianne was jaloers, erg jaloers,’ zei ze. ‘Menselijke wezens voelen zo’n emotie. Nimfen in veel mindere mate.’
‘Waar is de menselijke Vivianne nu?’
‘Ergens in mij,’ zei ze glimlachend en wreef over haar buik. ‘Ze komt nooit meer terug. Ze was slechts een illusie. Een illusie die je goed voor de gek heeft gehouden.’
Vivianne slikte moeizaam voor ze verder ging.
‘Er zijn enkele dingen die ze aan mij heeft doorgegeven in de tijd dat ze me beheerste.’
‘En dat zijn?’
Vivianne slikte opnieuw en keek hem diep in zijn ogen. Plotseling begreep Harry wat ze wilde zeggen.
‘O nee, je wilt toch niet zeggen dat…’
Vivianne wendde haar gezicht weer af.
‘Ik wist wel dat je dat zou zeggen. Viv heeft het te bond gemaakt, is het niet? Je wilt me niet meer terug.’
‘Maar…’ sputterde Harry. Hij wist niet hoe hij het moest zeggen. ‘Je hebt tegen me geschreeuwd, je hebt me deze dingen bezorgd!’ Hij wees op zijn gezicht, waar de littekens van zijn volle maanperiode duidelijk glansden.
‘Dat was Viv, dat was ik niet! Oh, laat maar, je zult het toch nooit begrijpen.’
‘Maar jullie zijn een en dezelfde persoon!’
‘Dat zijn we niet!’ riep Vivianne nu. De tranen stroomden over haar wangen, en ze zwaaide met haar armen van frustratie. ‘Viv is heel anders dan ik! Ze is gemeen, achterbaks en jaloers. Ze is zoveel anders dan ik!’
Ze zakte huilend in elkaar. Harry voelde zoiets als medelijden voor haar terwijl hij haar zo zag zitten. Hij hurkte en streek door haar haar. Vivianne keek op en vloog hem brullend om de nek.
‘Ik heb je zo gemi-hist!’ snikte ze. ‘Telkens als ik het weer goed wou maken nam dat kreng de overhand, en deed ik weer vreselijke dingen. En…en…’
Ze zweeg en keek hem met haar roodbehuilde ogen aan. ‘Ik hou nog steeds van je…’
Harry wist niet was hij moest zeggen. Hij slikte moeizaam.
‘Maar het maakt allemaal toch niet meer uit. Ik kreeg vanochtend een brief van thuis. Over een week word ik weer teruggehaald naar de nimfendimensie. Dan zie ik je waarschijnlijk nooit meer.’
‘Wacht eens even!’ zei Harry. ‘Je hebt nooit verteld waarom je hier eigenlijk bent.’
Vivianne glimlachte eventjes.
‘Het was een verzoek van professor Perkamentus. Hij wilde je laten beschermen door iemand die niet van deze wereld was, of in ieder geval een leeftijdsgenoot. Ik was de uitverkorene. Er waren zoveel meisjes van mijn leeftijd die in mijn schoenen hadden wilden staan. Ik heb het alleen een beetje verprutst, denk ik. Je hebt juist extra veel gevaar gelopen, dankzij mij.’
Ze snikte nog een keer luid en veegde haar ogen af. Toen stond ze op en keek ze Harry aan.
‘Ik wil dat je weet dat het een missie was. Gewoon een stomme missie. Ik hoop alleen dat ik hem heb volbracht.’
Ze draaide zich om en wilde weglopen. Plotseling voelde Harry een steek in zijn borst. Hij kon haar toch niet zomaar laten weglopen. Nu dat ze had verklaard waarom haar gedrag zo vreemd was geweest.
‘Vivianne… wacht eventjes,’ zei hij. Vivianne stopte en keek om. Harry liep op haar af, sloot haar in zijn armen en kuste haar.
De tranen liepen opnieuw over Vivianne`s wangen, terwijl ze haar armen om hem heen sloeg en ervoor zorgde dat Harry de kus niet kon verbreken, zoals ze ook de avond aan het meer had gedaan.
‘Hum hum,’ hoorden ze plotseling. Harry en Vivianne lieten elkaar met een ruk los en keken naar de persoon die hen stond te bespieden.
Het was Ron. Hij stond in de deuropening van het lokaal en keek hen grijnzend aan. Harry grijnsde schuldbewust.
‘Een beetje uitleg zou erg welkom zijn,’ zei Ron glimlachend. Harry zuchtte bij de gedachte het allemaal weer te moeten uitleggen. Dat zou vast weer een hele middag gaan duren voordat Ron het zou begrijpen.
Hij keek Vivianne in haar ogen en zag dat ze hetzelfde dacht: samen zou het hen wel lukken, zelfs als de hele school het hele verhaal wilde horen… |
_________________ Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark |
|
  |
 |
Danlover
7e jaars


Verdiend:
56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...
|
Geplaatst:
Do Sep 22, 2005 19:47 |
 |
Beetje lang hoofdstuk, ik ben het verhaal een beetje aan het afsluiten onderhand, dus misschien is het een beetje langdradig. ik hoop dat jullie het leuk vinden, en reacties hoor ik natuurlijk altijd graag
De laatste week deel 1
Het duurde inderdaad een middag voordat ze Ron hadden kunnen uitleggen van Vivianne`s plotselinge gedragsverandering, en toen hij eindelijk accepteerde dat Vivianne en Harry weer samen waren, kwam Hermelien opdagen, die het ook weer moest horen. Gelukkig nam zij het veel sneller op dan Ron.
Harry en Vivianne hadden besloten er een prachtige laatste week van te maken. Het was prachtig weer, en ze zaten vaak buiten. Het eerste waar Vivianne over begon te vertellen was wat er gebeurt was nadat Harry was Verlamt.
‘Nou, toen werd ik een beetje boos eigenlijk,’ verklaarde ze doodsimpel. ‘Bellatrix heeft haar verdiende loon gehad, geloof me maar.’
Harry zweeg, net als Vivianne. Ze staarden naar het meer. Het was maandag, zondag zou Vivianne weggaan, en de maandag daarop zou Harry terugmoeten naar de Ligusterlaan samen met Dirk.
‘Over Dirk gesproken,’ zou Vivianne, die Harry`s gedachten had gelezen. ‘Hij kwam gisteren naar me toe. Hij wilde een brief naar huis sturen, zeggen dat jullie over een week weer thuis komen.’
‘Ah, leuk voor hem.’
Hij had dat nog maar net gezegd toen ze iemand op hen af zagen rennen. Het waren Ron en Hermelien. Ze plofte vrolijk naast hen neer en Ron propte een brief in zijn handen.
Het was gewoon huis, tuin en keukenpapier, geen perkament, en aan het nette en rechte handschrift zag Harry meteen dat het hoogstwaarschijnlijk van tante Petunia was.
‘De uil die Dirk heeft gestuurd is op topsnelheid gevlogen. Er is al antwoord. Moet je lezen, dit ga je leuk vinden,’ zei Ron. Harry begon de brief te lezen:
Lieve Dikkiedik
We schrokken ons rot toen die uil bij het ontbijt binnen kwam vliegen, maar toen we zagen dat hij een brief van jou bij zich had werden we helemaal blij. Het is een teken dat je nog niet bent overgeheveld naar de zijde waar die neef van je bij hoort.
Er is ook bij ons goed nieuws. Je krijgt er een broertje of zusje bij! We hebben besloten dat je beter gezelschap verdient dan die Harry Potter, en als je weer thuisbent kun je getuige zijn van de geboorte. Jij mag een naam verzinnen, dat moet toch niet moeilijk zijn voor een intelligente jongen als jij.
Nog heel veel sterkte op dat vreselijke oord. We hopen dat je beseft dat we nog steeds heel veel van je houden.
Harry liet de brief van het lachen uit zijn handen vallen.
‘Dirk? Een intelligente jongen? Geloof het zelf!’ hikte hij.
‘We dachten wel dat je het leuk zou vinden,’ zei Ron flauwtjes.
‘Waar ik me meer zorgen over maak is dat ik er nog zo’n etterbak van een neefje bijkrijg. Dan moeten jullie me heel snel verlossen van die Duffelingen, want dat ga ik denk ik niet overleven.’
In de dagen daarna leerde Vivianne hem de taal van de nimfen. Harry had haar verteld dat hij de weinige woordwisselingen die ze had gevoerd in die taal had verstaan, en ze had aangeboden hem de dingen die hem moeilijk af gingen om te leren. Al gauw had hij de meeste grammatica onder de knie, er waren alleen nog een paar dingen waar hij moeite mee had.
Harry had al snel ontdekt dat Vivianne vreselijk goed kon vertellen. Op een dag begon ze met de geschiedenis van de Nimfendimensie, iets dat Harry erg boeide, het was in ieder geval minder saai dan geschiedenis van de Toverkunst.
‘En toen leidde mijn vader ze pats-boem naar de overwinning!’ riep ze opgewonden. Ze zaten opnieuw op het grasveld aan de rand van het meer. Vivianne zet rechtop tegen een boom en gebaarde wild met haar armen terwijl ze helemaal opging in haar verhaal. Harry lag op zijn buik, terwijl hij met zijn handen zijn hoofd ondersteunde.
‘Hij stak zijn armen in de lucht en joelde dat ze gewonnen hadden, en daarna hadden we een hele week feest,’ besloot ze. Harry slaakte een zucht. Hij hing altijd aan haar lippen. Letterlijk en figuurlijk, want er waren momenten dat Vivianne niets vertelde, en dat ze gewoon dicht bij elkaar onder de boom zaten.
‘Wat wil je nu horen?’ vroeg ze glimlachend. Harry lachte, ging overeind zitten en ging naast haar zitten.
‘Ik heb eventjes genoeg van oorlogen,’ zei hij glimlachend. ‘Vergeet niet dat er nu één bezig is.’
Vivianne zuchtte diep. ‘Ik wil je hier niet achterlaten, wie weet zie ik je nooit meer,’ zei ze.
‘Je kunt me toch schrijven, maar Vivianne schudde triest haar hoofd.
‘Uilen kunnen niet van de ene dimensie naar de andere, dan zouden ze geroosterd aankomen.’
Harry slikte. ‘Dus ik kan je op geen mogelijkheid meer bereiken,’ zei hij, en Vivianne schudde opnieuw haar hoofd.
‘Extra veel redenen om deze week nog veel met elkaar te doen,’ zei ze glimlachend. Ze boog zich naar voren en kuste Harry op zijn mond.
‘Bedoel je dat met leuk?’ zei Harry grijnzend. ‘Ik had eerder dit in gedachten.’
Hij greep Vivianne in haar zij en gaf haar de kieteldood. Vivianne, die overduidelijk niet tegen kietelen kon, gilde luidkeels en rolde opzij. Met tranen in haar ogen smeekte ze om vrijlating. Haar lange, bruine haar hing dansend voor haar ogen en ze sloeg met haar armen en benen, die Harry soms maar net kon ontwijken. Uiteindelijk raakte ze hem met haar voet keihard tegen zijn kaak, waardoor hij achterover sloeg. Hij voelde de zijkant van zijn gezicht gloeien.
‘Oh, sorry!’ jammerde Vivianne. Ze trok hem overeind en masseerde zijn kaak.
‘Geeft niks,’ zei Harry. Hij trok een pijnlijk gezicht.
‘Ik zag vanochtend een briefje op het prikbord hangen. We mogen zaterdag voor de laatste keer naar Zweinsveld. Wat denk je ervan?’
‘Samen gaan?’
‘Wat een geweldig antwoord.’
En Thinkie_1990, nog nedankt voor je opmerking over die gebroken toverstok, ik was er zelf nog niet opgekomen |
_________________ Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark |
|
  |
 |
Danlover
7e jaars


Verdiend:
56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...
|
Geplaatst:
Vr Sep 23, 2005 21:02 |
 |
lekker groot stuk!!! ik moest dit gewoon even afschrijven, aanders duurt het ook weer zo lang. ik krijg zoals altijd weer graag reacties! ow, en Thinkie, bedank voor de hulp bij het zoeken naar een titel, je bent een goede vriendin!
De laatste week, deel 2
Harry, Vivianne, Ron en Hermelien liepen die zaterdag door de poort van het terrein van Zweinstein, op weg naar Zweinsveld. Ron en Hermelien hadden besloten Harry en Vivianne met rust te laten, en elkaar alleen tegen het lijf te lopen als het echt moest. Ze gingen ieder een kant op zodra ze in Zweinsveld waren.
‘Waar zullen we heen gaan?’ vroeg Vivianne. Ze tuurde de straat in die ze waren ingelopen.
‘Geen idee,’ zei Harry opgelaten. ‘We gaan gewoon maar wat rondlopen, denk je niet?’
Vivianne knikte. Ze liep iets voor hem uit door de straat. Ze kwamen langs de drie bezemstelen, overvol met leerlingen van Zweinstein, madame Kruimelaar, Zweinskop en Zonko. Uiteindelijk kwamen ze uit bij het Krijsende krot, dat helemaal verlaten was. Ze zon scheen op het dak en gaf een extra tintje aan het anders zo griezelige huis.
‘Wat doen we hier eigenlijk,’ zei Vivianne. ‘Ik had gedacht aan een cafeetje, en nu belandden we hier. Het krijsende krot, het spookhuis van Zweinsveld. Wat is er eigenlijk te doen?’
‘Niks, eigenlijk,’ zei Harry schouderophalend. ‘Je kunt er naar kijken.’
Vivianne keek hem veelbetekenend aan. ‘We kunnen ook iets gaan doen, natuurlijk,’ zei ze.
‘Hè?’ zei Harry verbaast. Vivianne zuchtte, sloeg haar ogen te hemel.
‘Jij moet het ook haarfijn uitgelegd krijgen wil je het snappen,’ zei ze grijnzend. ‘Ik bedoelde dit.’ Ze sloeg haar armen om hem heen en zoende hem op zijn mond.
‘Ja, heel fijn,’ zei Harry een beetje onduidelijk. ‘Zometeen komt Malfidus opdagen en…’
Vivianne weekte haar lippen los en keek hem aan. ‘En dan?’
‘Nou,’ begon Harry. ‘ik… laat hem liever niet meegenieten.’
‘Ach kom op nou.’
Ze bleven nog een tijdje staan lachen, totdat ze ontdekten dat er alweer een uur van hun kostbare zaterdag voorbij was.
‘Kom, we zouden nog wat gaan drinken,’ zei Vivianne. Ze gaf Harry een kus en trok hem mee, terug naar het dorp. Ze ging hem voor naar de drie bezemstelen, die nog drukker te leek te zijn geworden sinds ze er een uur geleden langs kwamen. Ze trapten flink wat mensen op hun tenen terwijl ze tafeltje zochten. Aan het enige enigszins vrije tafeltje zaten twee mensen, Ron en Hermelien.
‘Kom, we gaan bij hun zitten,’ zei Harry hij baande zich een weg naar het tafeltje en ging zitten. Vivianne, die een stuk kleiner was dan Harry, wist zich na tien seconden ook bij het groepje te voegen.
‘Wat doen jullie nou weer hier?’ vroeg Ron verbaast. ‘Jullie zouden ons toch met rust laten?’
‘Verveling, we wilden jouw gezelschap,’ grapte Vivianne, en Ron moest alweer lachen. Alleen Hermelien leek een beetje teleurgesteld.
De rest van de dag brachten ze door met Ron en Hermelien. Hun belofte was compleet van de baan, en zelfs Hermelien leek het niet erg meer te vinden dat Harry en Vivianne met hen meeliepen. Tenslotte waren ze vrienden.
Tegen de middag trakteerde Harry zichzelf en Vivianne op een lolly, met bloedsmaak uiteraard. Vrolijk likkend liepen ze hand in hand door de straten van Zweinsveld, lachend om Harry`s bril, die na Vivianne`s trap tegen zijn kaak een beetje scheef stond.
‘Nee, dat deed ik echt per ongeluk,’ hikte Vivianne. Ze moest zich overeind houden aan de fontein op het plein, terwijl ze Harry lachend aankeek.
‘Kom op, je moet gewoon leren tegen kietelen te kunnen,’ zei Harry. Hij zwaaide met het stokje van zijn inmiddels opgegeten lolly. ‘Misschien kun je het je vader vragen?’
‘Mijn vader, ach je weet niet waar je over praat!’ zei Vivianne, nog steeds lachend. ‘Zo’n typische oud-strijder, die altijd met een zwaard rondloopt. Hij heeft me nooit m’n gang laten gaan. Hij is er van overtuigd dat meisjes van mijn leeftijd moeten leren brijen. Hij was er fel op tegen dat ik hier naartoe kwam, maar mijn moeders stem weegt meer dan die van mijn vader.’
Harry zweeg. Ze waren weer op het oude punt aangekomen. Het bleef een feit dat Vivianne de volgende dag zou vertrekken, en daar kon hij niets aan veranderen.
Vivianne keek hem ernstig aan.
‘We moeten van vandaag en morgen genieten,’ zei ze. ‘Ik hoef pas tegen middernacht weg. We hebben nog een hele dag.’
Harry knikte. Zijn vrolijke stemming was omgeslagen. Hij ging verdrietig naast Vivianne zitten. Ze sloeg een arm om hem heen en liet haar hoofd tegen zijn schouder zakken.
‘Wat zullen we morgen gaan doen?’ vroeg ze. Hij keek haar glimlachend aan.
‘Ik weet niks meer, jij?’
Ze dacht na. ‘Ik wil graag nog een keertje vliegen,’ zei ze. ‘Geen training, maar gewoon vliegen.’
‘Ja, goed,’ zei Harry. Op dat moment tikte Ron op zijn schouder.
‘Tortelduifjes,’ zei hij grijnzend. ‘Als jullie het nog niet door hebben, we moeten terug naar school.’
Harry keek op zijn horloge en zag dat je nog maar iets van vijf minuten hadden om naar school te lopen. Hij stond op, pakte Vivianne’s hand en liep samen met haar naar school.
De volgende dag scheen de zon opnieuw, hij scheen al de hele week. Harry vertrok die ochtend na het ontbijt naar het zwerkbalveld, Vivianne zou later komen, die moest zich nog verkleden, ook al wist Harry niet waarom.
Na een kwartier kwam ze eindelijk opdagen. Tot Harry`s stomme verbazing had ze een oud zwerkbalgewaad aan.
‘Waar heb je dat nou weer vandaan?’ zei hij verbaast.
‘Bewaart,’ zei ze doodsimpel. ‘Mag ik beginnen?’
‘Ja ja, tuurlijk,’ zei Harry, die haar snel zijn Vuurflits gaf. ‘Wees er wel voorzichtig mee.’
‘Ja, natuurlijk ben ik er voorzichtig mee,’ zei ze ongeduldig. Ze pakte de Vuurflits aan, liet hem eerst voorzichtig door haar handen glijden, stapte op en zette zich af. Een streep rood schoot omhoog, vloog een paar rondjes en bleef toen stil in de lucht hangen.
‘Dit is super!’ gilde ze. Ze stak twee vuisten en de lucht en joelde. Harry was eventjes bang dat er mensen op af zouden komen.
Ze vloog nog een paar rondjes en landde toen weer.
‘Dit is een superbezem,’ zei ze opgewonden. Haar gezicht was rood en haar bruine haar zat naar achteren gewaaid. ‘Wil je me nog iets leren of zoiets?’
Harry besteedde de hele dag aan het uitleggen van verschillende zwerkbal technieken. Na een dag lang vliegen waren zowel Harry als Vivianne uitgeput. Na zich snel even te hebben gewassen haastten ze zich naar de grote zaal, waar het feestmaal ter ere van het einde van het jaar op het punt stond te beginnen.
Na Perkamentus’ toespraak, die eigenlijk niet bijzonders te vertellen had, begonnen ze met eten. Het was het grootste feestmaal dat Harry had meegemaakt dit jaar, aangezien hij het feestmaal aan het begin had gemist. Het hield pas op rond elf uur. Pas toen besefte Harry dat Vivianne over een uur weg moest. Zijn hart begon opeens pijnlijk snel te kloppen.
‘Zullen we… dan maar gaan,’ hakkelde Vivianne. Ze stond op en liep, met Harry in haar kielzog de Grote Zaal uit. Ze liepen naar de leerlingenkamer van Griffoendor, die nog helemaal leeg was; iedereen zat nog in de grote zaal.
‘Ik moet me eigenlijk eventjes gaan omkleden,’ zei ze verlegen. ‘Ik kom liever niet aan in een spijkerbroek.’ Ze snelde naar boven en was binnen tien minuten weer terug. Ze droeg een oogverblindend, dunne zilveren jurk, tot aan de grond.
‘Wow,’ was het enige dat Harry kon uitbrengen. Vivianne glimlachte verlegen.
‘Ik weet de ideale plek,’ mompelde ze. ‘Volg me.’
Ze liep de leerlingenkamer uit, alle trappen op, naar de astronomietoren. Ze liepen het balkon op, en keken naar de sterrenhemel. Harry keek op zijn horloge, het was kwart voor twaalf.
Vivianne zuchtte en staarde naar de lucht.
‘Nou, dat was het dan,’ zei ze. ‘Het was leuk om je… gekend te hebben.’
Er rolde een traan over haar wangen. Ze keek hem aan, met een blik die iets losmaakte bij Harry. Hij sloeg haar armen om haar heen in een tedere omhelzing.
En toen, als een soort afscheid, fluisterde ze de woorden in zijn oor, de woorden die hij nooit zou vergeten.
‘Cjel otho alia,’ zei ze. ‘Ik zal je missen,’ betekende het letterlijk. Harry kon het moeiteloos vertalen. Er ontstond een brok in zijn keel toen hij dat hoorde.
‘Uya oaria tzu maie remarn?’ vroeg hij zacht. ‘Is er een kans dat je ooit terug zult komen?’
Vivianne zweeg.
‘Jera surte…’ mompelde ze. ‘Weet ik niet.’
Ergens sloeg een klok. Het was twaalf uur. Harry slikte moeizaam.
Vivianne liet hem los en keek hem aan. Ze legde haar lippen op de zijne, als een soort een afscheidskus.
‘Het spijt me alsnog,’ zei ze, en ze streek over zijn gezicht, over zijn littekens. ‘Ik hou van je.’
‘En ik zal altijd van je blijven houden,’ zei hij. Hij streek over haar gezicht en drukte een kus over haar voorhoofd.
‘Vaarwel…’ fluisterde ze. Toen verdween ze, ze loste als het ware op in een wolk van kleine fladderende vlinders, die op den duur ook weer verdwenen. Harry keek naar de lucht, waar de laatste vlinder was verdwenen, en toen voor hem, waar Vivianne zojuist nog had gestaan. Hij voelde haar aanraking nog op zijn gezicht.
Hij zakte op zijn knieën en liet zijn tranen de vrije loop. Hij was alleen, samen met de kou en de sterrenhemel. Hij was alleen… |
_________________ Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark |
|
  |
 |
Danlover
7e jaars


Verdiend:
56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...
|
Geplaatst:
Za Sep 24, 2005 20:35 |
 |
jaja, het is nu echt bijna afgelopen!! reacties zijn natuurlijk welkom
De terugreis
Harry klom door het portretgat, met zijn hoofd nog op het balkon. Hij liep rakelings langs alle andere leerlingen van Griffoendor, die hem verbaast aanstaarden. Wat was er gebeurt in die tussentijd. Met zijn ogen nog rood van de tranen liep hij de trap op en sloeg de deur van de slaapzaal open. Er was niemand, precies zoals hij wilde. Hij plofte op zijn bed naar en staarde naar het plafond.
Ze was weg, dat was het enige wat hij nog kon denken. Ze was weg, voor altijd. En er was maar een heel kleine kans dat hij haar ooit nog een keer zou zien.
Harry pakte Duizenden Vergiffen En Hun Tegengiffen van zijn nachtkastje en smeet het door zijn kamer. Het brak de ruit en viel tientallen meters naar beneden. Hij schreeuwde en stortte zich voorover op zijn kussen. Hij voelde zich leeg, en tegelijkertijd vol, vol met verdriet.
Vivianne… haar gezicht vervaagde, haar betoverende ogen leken plotseling zover weg. Tranen vloeide opnieuw over zijn gezicht. Hij zou haar niet vergeten, hij kon haar niet vergeten.
Hij hoorde stemmen. Iemand kwam de trap op. Het kon hem niet veel meer schelen. De stemmen, wie het dan ook waren, stopte voor de deur. Ze praatten zachtjes, Harry kon niet horen waar ze het over hadden, misschien omdat het leek alsof zelfs zijn oren vol tranen zaten. Een deur die krakend openging, en weer dicht. Iemand liep op zijn bed af, ging naast hem zitten en streek zacht over zijn hoofd. Harry herkende de aanraking.
Hij draaide zich met een ruk om en verwachte Vivianne te zien, alleen was ze het niet. Het was Hermelien. Ze keek hem ernstig aan en streek over zijn gezicht. Harry zuchtte diep.
Hermelien veegde een enkele traan die over zijn gezicht liep weg.
‘Geen zorgen,’ zei ze. ‘Ze zal niet voor eeuwig weg zijn.’ Harry probeerde haar niet begrijpend aan te kijken, wat slecht lukte.
‘Ze zal altijd bij je zijn, hier.’ Ze legde haar hand op zijn borst, ter hoogte van zijn hart. Harry slikte. Hij ging overeind zitten en sloeg zijn armen om Hermelien heen, in een plotselinge uitbarsting. Hermelien was een vriendin, een goede. Als hij haar ooit zou kwijtraken…
De volgende ochtend was het weer in een tegenstrijd met Harry`s humeur; het was prachtig weer, de zon scheen hoog en Harry pakte met enorm veel tegenzin zijn spullen in. Hij nam niet eens de moeite alles netjes op te vouwen; hij smeet het zonder moeite in zijn koffer. Het kon hem niet schelen of het gekreukt aan zou komen, hij had genoeg geld om nieuwe te kopen, en enorm veel vaardigheid om ze zelf te strijken.
Dirk leek juist opgetogen, iets wat Harry lichtjes kon begrijpen. Hij ging weer naar huis, terug naar zijn vader en moeder die hem de rest van de zomervakantie weer zouden verwennen.
Als er iets goeds was aan het feit dat Dirk het hele jaar bij hem was geweest, dan was het misschien wel dat Harry en Dirk het iets beter konden vinden. Dirk wist dat hij niet met Harry moest spotten, dat Harry dingen op school deed die hij nooit van zijn leven zou doen.
Harry wist op zijn beurt dat Dirk de toverwereld begon te accepteren, maar ook dat Dirk zijn eigen zaken had, en dat Harry zich daar niet mee moest bemoeien. Wat die zaken waren, daar had Harry geen flauw benul van. Misschien zou hij het nog uitvinden.
Harry sleepte zijn koffer naar de hal van het kasteel, want lang niet zo veel moeite kostte als voorgaande jaren. Misschien kwam het door zijn bestaan als weervampier of omdat hij deels nimf was, maar hij was sterker geworden, hij kon beter horen en ruiken, alleen zijn zicht werd er niet beter op.
Hij trok zijn koffer het perron van de trein op, waar hij hem in een wagon zette. Vervolgens zocht hij een plaatsje in de trein, en vond een wagon waar Ron en Hermelien, Ginny, Dirk en Marcel ook in zaten.
De trein begon te rijden, en Harry keek door het raam naar Zweinstein. Het lag er prachtig bij, hoger dan de rest van de gebouwen er omheen. Hij zuchtte.
‘Nooit geweten dat jij op zo’n mooie school zat,’ zei Dirk opeens. ‘Ik dacht altijd dat je les kreeg in een kerker, net als op televisie.’
Ron lachte.
‘Nou, we krijgen ook les in een kerker, maar dan alleen bij toverdranken,’ zei hij. ‘Ik kan je wel een keer een rondleiding geven.’
‘Leuk,’ zei Dirk. ‘Als ik kan terugkomen. Ik vraag me nog steeds af hoe ik het hele jaar zonder tv of computer heb kunnen overleven.’
‘Magie,’ zei Ron duister, en hij gebaarde met zijn vingers. Hermelien giechelde.
‘Je bent een heerlijke jongen,’ verzuchte ze. Ze sloeg haar arm om hem heen en kuste hem op zijn wang. Harry wendde zijn hoofd af. Hij kon het niet aanzien, hij moest aan hem en Vivianne denken.
De trein reed door, het werd middag. De zon scheen in de coupé en verblinde Harry. Hij zocht een boek om zijn ogen af te schermen tegen het zonlicht en vond zijn fotoalbum.
Al bladerend vond hij foto’s die hij er pas in had geplakt, foto’s van hem, Ron, Hermelien, en één waar Vivianne op stond. In een hoekje, nog in haar oude gedaante. Het was in de periode geweest dat ze ruzie hadden, iets waar Harry vreselijk spijt van had.
De rest van de middag besteedde ze aan het spelen van knalpoker en het eten van chocokikkers, iets waar Dirk maar al te graag aan meedeed. En, tot Harry`s uiterste teleurstelling, remde de trein af en stopte op het station. Harry en de rest stapten uit, pakten hun koffers en liepen in groepjes door het dranghek. Aan de andere kant stond oom Herman, alleen, te wippen op zijn tenen. Toen hij Dirk zag, klaarde zijn gezicht zienderogen op. Hij liep op hem af en sloeg hem op zijn schouder.
‘Mijn zoon,’ zei hij klef. ‘Je bent nog heel.’
Dirk lachte alleen maar, maar pas toen hij zag dat tante Petunia er niet bij was begon hij bezorgd te lijken.
‘Waar is mama?’
‘In het ziekenhuis. Snel, jongen, zo meteen mis je de geboorte van de nieuwste Duffeling!’
Harry moest snel afscheid nemen. Hij omhelsde Ron en Hermelien beiden voordat hij werd meegesleurd door oom Herman. Hij kreeg nog net een fles en een brief van Hermelien toegestopt. Hij werd in de auto gegooid, samen met Hedwig en zijn bagage. Hedwig gaf een woedende krijs.
Harry scheurde de brief van Hermelien open en las hem.
Lieve Harry.
Dit kreeg ik van Professor Perkamentus, omdat jij al weg was. Het is je voorraad Aftreksel van Elvenvleugels voor de vakantie. Het is ook voor Dirk, dus maak niet alles op.
Ik wil nog eens zeggen dat ik het vreselijk voor je vind dat je Vivianne zo moet missen. Ik hoop heel hard dat ze nog een keer terugkomt.
Ik hoop dat je een beetje een leuke vakantie krijgt. Je krijgt ook de groeten van Ron en Ginny.
Kus, Hermelien
Harry stopte het flesje glimlachend in zijn zak, evenals de brief. Ze reden door de straten van Londen, op weg naar het ziekenhuis… |
_________________ Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark |
|
  |
 |
Danlover
7e jaars


Verdiend:
56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...
|
Geplaatst:
Zo Sep 25, 2005 13:37 |
 |
Epiloog
Harry zat op een klapstoeltje, met zijn armen op zijn knieën. Hij staarde door de sneeuwwitte gang waar hij in zat, en naar de blauwe deur waar hij voor zat. Er stond iets op het plaatje dat op de deur geplakt zat.
Kamer 11, kraamafdeling.
Harry zat op de kraamafdeling. Om de zoveel tijd kwam er een dreuzelzuster langs, die zich afvroeg waarom hij daar zat. Moederziel alleen zat hij maar naar de deur te staren.
Na ongeveer een half uur daar gezeten te hebben hoorde hij een brul in de kamer achter de blauwe deur voor hem. Hij ging overeind zitten en staarde naar de klink, wachtend tot die zou worden overgehaald. Dat gebeurde, de deur werd met een fikse windvlaag opengegooid en Dirk stormde naar buiten.
‘Harry, hij is er!’ schreeuwde hij. ‘Kom kijken!’ Hij pakte Harry bij zijn pols beet en trok hem naar binnen. Harry verloor zijn evenwicht en viel op zijn knieën neer. Snel krabbelde hij overeind.
Tante Petunia lag in het laatste bed, vertedert naar een klein hoopje huidskleurig vel in een dekentje te kijken. Oom Herman stond er trots naast.
‘Mijn lieve Dirkie,’ zei tante Petunia klef. Ze wiegde de baby in haar armen en keek haar oudste zoon aan. ‘Hoe ga je je broertje noemen?’
‘Ik heb al een naam,’ zei Dirk opgetogen. ‘Leroy, hij heet Leroy!’
‘Dan word het Leroy,’ zei oom Herman. ‘Ik ga morgen direct naar de Burgerlijke Stand om het door te geven.’
‘Kom nou, Harry,’ zei Dirk. Hij trok hem nog iets dichter naar het bed toe. Toen tante Petunia hem zag leek haar gezicht iets te betrekken.
Harry keek voorzichtig in de lakens. Het kleine babyhoofdje, het enige wat te zien was, lach met geopende ogen naar hem te kijken, ook al wist Harry zeker dat hij hem niet kon zien.
Een nieuwe Duffeling was geboren… |
_________________ Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark |
|
  |
 |
Danlover
7e jaars


Verdiend:
56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...
|
Geplaatst:
Zo Sep 25, 2005 13:39 |
 |
Nou, dit was het dan mensen. Mijn verhaal is af, ik begin vandaag nog met het vervolg, ik heb dat jullie het een leuk verhaal vonden, en dat jullie het vervolg net zo leuk gaan vinden.
Ik ga een moderator vragen hier een slotje omheen te doen, zodat het niet verwijdert kan worden. Dag mensen!!!
EDIT: Het ervolg gaat Het Amulet van Sorcière heten, dat jullie niet hoeven te zoeken |
_________________ Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark |
|
  |
 |
|
|