Poll :: wat moet ik hierna schrijven? |
een vervolg |
|
71% |
[ 15 ] |
een totaal ander verhaal |
|
28% |
[ 6 ] |
|
Totaal aantal stemmen : 21 |
|
Auteur |
Bericht |
tea
2e jaars


Verdiend:
52 Sikkels
Woonplaats: amsterdam
|
Geplaatst:
Do Jun 23, 2005 19:41 |
 |
hallo mensen! daar ben ik weer!!
ik heb weer een nieuw stukje voor jullie...
ik hoop dat het iets uitlegt.. iig het schuigedrukte is een terugblik, herinnering.
dus raak niet in verwarring.
reacties zijn welkom!!
Hoofdstuk 15
Ik werd alweer na een half uurtje wakker. Ik rilde van de kou, het was niet echt warm in hartje winter in de kelder van Zweinstein. Ze moesten het hier toch maar eens wat aangenamer maken.
Ik zag dat mijn broek en mijn mantel de oorzaak waren. Ze waren nog steeds bevroren en begonnen nu te ontdooien waardoor de ijskoude broekspijpen op mijn huid lagen. Mijn huid was net warmer aan het worden en het brandde ontzettend, ik verbrandde levend! Mijn handen tintelde heel erg en ik kon met moeite mijn mantel uit doen en de knopen van mijn broek open maken. Het uittrekken van de broek over was nog moeilijker en het deed ook veel pijn toen het over mijn ijsbenen heen schuurde. Mijn tenen deden het aller meeste pijn! Ze waren helemaal paars van de kou en tintelden en gloeiden ontzettend! Ik wilde het versnellen zodat ik minder pijn leed, of heel even meer pijn. Ik pakte mijn stok en sprak een hete lucht spreuk uit. Ik moest mijn tanden op elkaar zetten om tegen de pijn te kunnen. Na vijf minuten erge pijn lijden, die steeds erger werd, was het ergste achter de rug. Ik trok mijn pyjama aan en een extra dikken trui en wollen sokken. Al snel viel ik in slaap en sliep nu wel door.
“Mel, wakker worden. Het is al best laat.” Zei een zachte stem bij mij oor en vermoeid deed ik mijn ogen open. Ik wilde me omdraaien maar ik was zo stijf als een plank en alles deed pijn. Ik kreunde en bleef toch maar stil liggen.
“Mel… gaat het wel?” vroeg Patty bezorgd.
“Hmm… ik ben zo stijf als een plank en heb overal pijn. Nee, het gaat niet.” Kreunde ik en duwde mezelf toch maar omhoog, om weer te kreunen van de pijn.
“Ik heb gehoord van gister…” zei ze voorzichtig.
“Ow…” zei ik. ’s Ochtends was niet de beste tijd om over dat soort dingen te praten, dan was ik nogal snel geïrriteerd.
“Is dat alles wat je zegt? Je hebt je wel een beetje overdreven gedragen hoor!” zei Patty en barstte los in een urenlange preek over, naja, van alles.
“Ze wilden je alleen maar helpen! Ik bedoel, het is niet normaal als je mensen ziet die er niet zijn! En jij reageert alsof je een tiener bent die tegen haar ouders tekeer gaat! Je kan best wat respect tonen voor ze! Ze zijn bezorgd om je en geven om je! Je kon wel doodvriezen in die sneeuw! Denk eens wat helder na! En dat sla je Nick ook zomaar! Wat ben jij de laatste tijd allemaal aan het doen? Iedereen wil je helpen en jij keurt iedere hulp af!” ik draaide met mijn ogen terwijl Patty hysterisch aan het roepen was wat ik wel niet allemaal nog van plan was en gebaarde ook steeds wild met haar armen en ik moest uitkijken dat ik er geen voor mijn hoofd kreeg.
“Patty, ik probeer te leven.” Merkte ik droog op toen ze vroeg wat ik nou wilde bereiken. Ze keek me met een vreemd gezicht aan.
“Leven? Hoe leef jij dan wel niet?”
“Nou, adem halen enzo weet je wel. Maar ik kan niet leven als iedereen steeds zo bezorgd is om mij en me helemaal geen ruimte geeft om iets fout te doen.” Patty keek me aan met een je-spreekt-chinees-praat-normaal-blik aan.
“Oh… maar we zitten toch niet zo erg op je lip? Of… zien wij dat allemaal verkeerd?”
“Nou, als je geluisterd had naar mijn verhaal,”
“Je hebt je verhaal nog niet verteld.”
“Laat me hem dan vertellen!”
“Ga je gang, ik heb je toch niet tegen gehouden?”
“Nee hoor.” Zei ik sarcastisch. Ik vertelde haar dat ik helemaal gek werd omdat ze steeds maar zeiden dat ik nog ziek was en dat ze me helemaal niet wilde geloven. En ook dat toen ik even niet oplette en tegen die lantarenpaal aanliep dat Jack me voor een gek uitmaakte en voor schut zette.
“Oh… ik snap je best, maar dat van die jongen klinkt best ongeloofwaardig hoor.”
“Dat weet ik, maar het is echt waar!”
“Oké, oké. Ik geloof je.”
“Natuurlijk niet, wie gelooft er nou zo’n dom verhaal?”
“Oh… kom op zeg! Je verzint het toch niet?” Ik schudde mijn hoofd. “Dan geloof ik je.”
“Bedankt, maar praat er maar niet meer over tegen de anderen.” Ze knikte en met veel moeite ging ik douchen. Eerst natuurlijk de badkamer onderzoeken op spinnen!
“Patty, kappen!” siste ik terwijl ze me onder het eten de hele tijd in mijn zij aan het prikken was. “Heb je problemen ofzo?!” siste ik daarna. Patty trok een wenkbrauw op.
“Ja… nou, ik niet maar jij wel.”
“Huh?! Hoezo heb ik problemen?!”
“Nou… een heleboel zelfs.”
“Wat is jou probleem?! Ik heb helemaal geen problemen.” Zei ik en keek met opgetrokken wenkbrauwen naar haar.
“Ten eerste, Potter zit de hele tijd freaky naar je te kijken… is er iets gebeurd wat ik niet weet?”
“Nee, ga door met het volgende punt graag.”
“Nick en Jack gaan straks naar je toe komen om te vragen wat er gister was en…”
“Oh hemel!! Wat moet ik zeggen? Ow sorry… ga door met het volgende punt.”
“Draco… je moet het nu echt eens bijleggen. Je weet dat het allemaal leugens waren en je hebt geen reden meer om boos op hem te zijn. Je wilt toch ook dat-”
“Dat we weer vrienden worden, ja. Maar het is zo moeilijk!”
“Ja, ik snap het. Maar morgen is de laatste dag van de vakantie en ik zou het fijn vinden als we dan me z’n allen bij elkaar zouden zijn, zonder ruzie.”
Ik dacht na. Ze had wel gelijk, ik zou het ook fijn vinden als we weer bij elkaar zouden zijn.
“Ik moet even alleen zijn.” Zei ik en liep weg. Ik liep naar de kerkers en stopte bij de bekende muur.
“Mercurius.” Zei ik en de muur schoof opzij. Ik glipte door de opening. “Vulcanus” zei ik en de muur schoof weer dicht. Snel liep ik verder door de aardedonkere gang. Ik ontweek uitstekende stenen en al snel waren mijn ogen aan de donkerte gewend. Ik ging een hoek om en liep nu door een bredere gang. Tot ik weer tegen een muur stuitte.
Met mijn hand tastte ik naar een ingedeukte steen, een opzij en daarna een omhoog. Die steen drukte ik in en de muur verschoof 30 cm. Ik glipte er weer langs en de muur sloot zich weer. Ik kwam bij een trap en na 5 minuten lopen kwam ik weer bij een gang die me leidde naar nóg een muur, maar deze ging open zodra mijn hand er in aanraking mee kwam.
Ik liep naar het midden van de blauwverlichte kamer en maakte een buiging.
“Ah, Mel. Daar ben je eindelijk.” Zei de vriendelijke stem van mijn meester.
“Ja, u had me verwacht?” vroeg ik een beetje verbaasd.
“Natuurlijk, al maanden geleden wist ik dat je vandaag zou komen. Je weet toch dat ik alles weet.” Ik knikte. “Nou, vertel me waarom je bent gekomen.”
“Dat weet u al.”
“Ik wil het van jou horen.”
“Nou, kijk… ik heb ruzie met mijn vrienden. En Patty zegt dat ik het goed moet maken en ik weet ook wel dat ik dat moet doen, maar ergens voelt het fout. Waarom moet ik mijn excuses aanbieden terwijl zij geen moeite hebben gedaan om mij te begrijpen?”
“Dat is een goed punt. Maar kijk naar de werkelijkheid. Ze weten niet waarom jij zo boos bent op hen.”
“Patty weet het, waarom heeft zij het niet verteld?”
“Ze wilt dat jij het doet. Ze wilt zich niet mengen tussen jou problemen en ruzies. Vertrouw me, jij moet je ze het gaan vertellen en het weer goed maken.”
“Waarom ik?!” zei ik opstandig.
“Heb ik je ooit op de verkeerde weg gezet? Ik heb je altijd beschermd, zo hebben we elkaar ook ontmoet. Ik heb het beste voor je.” Ik dacht na en ging in kleermakerszit zitten op de grond. Ik dacht terug aan de dag dat ik hem voor het eerst zag en ontmoette.
Ik was erg opstandig vroeger. Ik kende alle regels en ik vond dat regels er waren om overtreden te worden. Dus liep ik, als 11 jarig eersteklassertje Mel, om 00.00 uur ’s avonds door het verboden bos. Ik vond het altijd erg spannend en fijn om alleen in het bos te zijn. Het leek zoveel op het bos naast mijn huis, waar ik onderdak en veiligheid zocht als mijn ouders weer eens bezig waren.
Dit was alleen een bos dat veel gevaarlijker was. Het zat vol duistere wezens en er was de roddel gaande dat er een duistere schim rondsloop die eenhoorns doodde en het bloed dronk. Daardoor bleef je langer leve of zo iets in die richting, had ik gehoord. Ik was doodsnieuwsgierig en wilde dat wezen heel graag waarnemen met mijn eigen ogen. Als ik dan dood zou gaan was er toch niemand die me zou missen. Ik had er Draco Malfidus over horen praten. Hij moest een avond met Potter het woud in om erachter te komen wat het was. Hij was heel snel weggegaan toen hij het wezen had gezien. Verschrikkelijk was het volgens hem, dat was des te meer reden voor mij om het te zien.
Opeens werd de lucht ijzig koud en de zuurstof leek te verminderen in mijn omgeving. Ik probeerde diep adem te halen maar dat lukt voor geen kant. Ik werd nu toch wel een beetje bang en zocht naar mijn toverstok, maar die kon ik niet vinden! Ik had hem achtergelaten in de slaapzaal!!
Ik was ongewapend en kon moeilijk adem halen. Snel rennen kon ik daardoor ook niet want dan had ik veel zuurstof nodig, die er niet was. En toen zag ik het.
Een dood zilver dier, een eenhoorn, lag dood op de grond. En hing een gedaante overheen gehuld in een zwarte cape. Ik snakte naar adem, het wezen was het bloed van de eenhoorn aan het drinken!
Ik had het wezen gevonden, maar nu ik ongewapend was wilde ik opeens heel snel weg. Het wezen merkte mij op en keek omhoog. Ik zag twee rode ogen, dat was het enige wat ik zag. Mijn hart bonsde in mijn keel en in mijn hoofd. Steeds opnieuw naar adem snakkend keer ik naar het wezen dat nu langzaam op mij afkwam. Het siste en het deed pijn aan mijn oren. Verwoed drukte ik mijn handen tegen mijn oren, maar het hielp niet! Het kwam gevaarlijk op mij af en ik dacht dat mijn laatste uur had geslagen. Ik kon niet achteruit lopen, ik was versteend.
In mijn gedachten schreeuwde ik om hulp, maar er kwam geen geluid uit mijn keel. Ik kon mijn mond zelfs niet opendoen, helemaal niets, alleen maar bang vooruit kijken met mijn handen op mijn oren.
Het sloop over de grond, leek wel te zweven. Ik wist niet hoe mijn benen me nog staande konden houden, ik was zo bang. Hij stond een meter van me vandaan en ik wilde mijn ogen sluiten, maar iets zei me dat ik dat niet moest doen. Het was laf als je de dood niet in de ogen durfde te kijken. Dat hoorde ik altijd van mijn vader.
Opeens schoot er een paarse straal voor de gedaante langs. Ik schrok en de gedaante ook. Hij stapte achteruit en er kwam een ander wezen met een heel donkerblauwe cape, het moest een tovenaar zijn want hij had een toverstok, tussen ons in staan. Na nog wat paarse stralen hebben afgeschoten voor de voeten van het wezen, als het voeten had dan, ging het wezen weg en draaide degene in de donkerblauw cape zich naar mij.
Vol verbazing en zo nieuwsgierig als ik was, vergat ik mijn angst en ook het gevaar dat hij misschien ook wel gevaarlijk was. Ik keek hem met grote ogen aan, maar ik zag zijn gezicht niet.
“Hoe deed u dat?!” vroeg ik ongelovig. “Was u niet bang? Kunt u mij dat ook leren? Wie bent u? waar komt u vandaan? Zit u ook op Zweinstein? Of woont u hier in het bos? Bent u de koning van het bos? Wat was dat wezen?” ik schoot wel duizend vragen op de persoon af maar het enige wat hij deed was glimlachen.
“Ga terug naar het kasteel, we zullen elkaar vaker zien.” Had hij gezegd. Alleen dat! Ik wilde meer weten maar ik vroeg niet verder. Ik deed wat hij had gezegd en ging terug.
Dat was de eerste keer dat ik mijn meester had ontmoet. De tweede keer verliep anders.
Een paar dagen na het voorval in het bos liep ik ergens te dralen door de kerkers van het kasteel. Ik was nu niet meer naar het bos gegaan, in plaats daarvan liep ik nu ’s avonds door het kasteel om geheime gangen te zoeken. Ik had al een aantal geheime gangen ontdekt.
Ik liep een gang in die erg donker was. Ik deed een lichtje aan met mijn stok en zag dat ik voor een muur stond. Ik onderzocht de muur, zelfs op de kleinste dingetjes lette ik. Toen zag ik, heel klein, dat er ‘mercurius’ op de muur was geschreven. Ik gleed er met mijn vinger over en er kwam een tekstje.
‘Zeg het en ga langs. Vuclanus zou de muur weer dicht doen.’ Stond erop geschreven. Ik fronste mijn voorhoofd en keek even bedenkelijk naar de muur. Ik was te nieuwsgierig om het niet te doen, maar wat kon erachter zitten? Ik zei “mercurius” en de muur ging 30 cm geluidloos opzij. Met mijn stok boven mijn hoofd glipte ik erlangs en zei “vulcanus.” De muur schoof achter me dicht en ik stond in een gang. Met nog steeds een lichtje aan mijn stok liep ik voorzichtig en behoedzaam door de smalle lage gang. Volgens mijn berekeningen zat ik ergens onder de LL-kamer van Zwadderich, dus ik moest stil zijn. Ik ging een hoek om en kwam in een bredere gang. Deze liep ik helemaal uit totdat ik weer bij een muur kwam. Ik tastte met mijn hand over der muur naar knopjes, maar vreemd genoeg werd mijn hand naar een steen getrokken. Één opzij en twee omhoog van een ingedeukte steen. Ik drukte de steen in waas mijn hand naar toe was getrokken en de muur verschoof weer 30 cm. Ik liep langs de muur, die zichzelf sloot, en kwam bij een trap en ging die af. na vijf minuten trap af, stukje rechtdoor en weer trap af te hebben gelopen kwam ik weer bij een gang. Deze was breder en hoger dan de voorgaande.
Waar bracht dit me in hemelsnaam heen! Ik keek onderzoeken om me heen en bleef even aan het begin van de gang staan, goed oplettend of iemand me volgde en of in de gaten hield.
Toen ik er zeker van was dat er niemand was liep ik verder. Aan het eind van deze gang, je raad het al! Was er wéér een muur!! Deze ging echter open zodra mijn hand er in aanraking mee kwam. Achter de muur lag een ruimte. Het was een soort kamer en hij werd verlicht door fakkels met blauw licht.
Ik stond verwonderd om me as te draaien toen ik midden in de kamer was gaan staan.de muren waren kaal met een blauwe gloed. Op een of andere manier voelde ik me vertrouwd in deze ruimte en had het gevoel dat ik hier vaker zou komen. Ik keek naar de grond en zag dat hij van marmer was, maar hij maakte geen geluid als je erop liep.
“Ik zei toch dat we elkaar weer zouden zien.” Hoorde ik een stem zeggen met een geamuseerd toontje. Ik schrok me wezenloos en terwijl ik een gilletje slaakte sprong ik 30 cm de lucht in!
“Wat?! Wie is daar?!” zei ik geschrokken en draaide op een reuzensnelheid rondjes om mijn eigen as, in de hoop iemand te zien, maar ik werd er alleen maar misselijk en duizelig van.
“Je hoeft niet zo te schrikken, dat deed je de eerste keer ook niet.” De stem was aangenaam.
“Eerste keer? Ik ken je niet eens! Ik heb je nooit gezien! Weet niet eens of je een man of een vrouw of een weet ik wat ben!”
“Rustig, ik heb je van dat vage ding in het bos gered, weet je nog?”
“Was jij dat?!” vroeg ik ongelovig en ik hoorde een gemompel. “Ow, sorry…. Ik had u niet herkend.” Zei ik een beetje beschaamd en begon te blozen.
“Geeft niet. Maar heb ik het goed, als jij graag wilt leren hoe ik hem weg dreef?”
“Ja!! Alstublieft! Mag ik dat?! Ik heb er alles voor over!” zei ik enthousiast “ik heb toch niets te verliezen…” mompelde ik erachteraan.
“Iedereen heeft wat te verliezen, ik vraag daarom ook niet veel. Allen dat je mijn leerling zult worden en mij meester zal noemen; dat je dit absoluut geheim houdt voor iedereen; en dat je mij vertrouwt. Gaat dat lukken?”
“Maar natuurlijk…. Meester” voegde ik en nog met een grijns aan toe. “Maar als ik u wil zien, moet ik dan hierheen komen? En als u mij wilt zien?”
“Deze plek, hier blijf ik altijd. Als ik jou wil spreken voel je dat vanzelf aan.”
“Kan niemand anders deze plek vinden?”
“Nee, deze ging heeft speciale… hoe moet je dat zeggen? De muren reageren alleen op jou en mij. Als er iemand anders komt werk het wachtwoord niet en de muren schuiven tegen elkaar aan.”
“Wow… dat is stoer!”
“Ja, heel indrukwekkend. Maar ik denk dat het tijd is om te gaan, later is er tijd voor vragen.” Ik knikte, zei hem gedag en ging dezelfde weg terug als ik gekomen was.
please reacties!!
love you! |
_________________ Boys are just like trains. If you lost one, you just take an other.... ^^ |
|
  |
 |
tea
2e jaars


Verdiend:
52 Sikkels
Woonplaats: amsterdam
|
Geplaatst:
Za Jun 25, 2005 18:41 |
 |
hooi mensen!
bedankt voor de reacties!
ik ben er weer met een nieuw stukje.
ik hoop dat jullie het leuk vinden!
laat het me maar weten!!
Hoofdstuk 16
“Het spijt me dat ik aan uw gedachte heb getwijfeld. Dat was fout, ik zal er niet meer aan twijfelen.”
“Daar ben ik blij mee, nou ik zal maar snel beginnen.” Ik zuchtte wanhopig en knikte. Ik hoorde hem grinniken en liep terug naar de gangen van het kasteel.
De dag verliep rustig, ik was aan het denken over hoe ik het goed kon maken. Ik ging die avond vroeg slapen want de volgende dag hadden weer school.
We begonnen de maandag met toverdranken! Het was niet echt een fijne ochtend, een blokuur nog wel!
Ik moest van Sneep naast Draco zitten, dat was niet heel makkelijk. We moesten een drank maken per tweetal. Normaal was ik goed in toverdranken, maar vandaag had ik mijn dag niet.
“Let op! Gebruik de drakentraan heel zorgvuldig, als je ook maar iets teveel hebt ontploft je drank en dan mag je alles opruimen en aan het eind van de dag ketels komen schoonmaken, zonder magie!” zei Sneep chagrijnig en ik grinnikte onschuldig. Het ging goed, heel goed, totdat we de drakentraan erin moesten doen. Ik had natte vettige handen, maar dat hinderde me niet echt. ik pakte het flesje en haalde de dop ervan af.
“Voorzichtig Mel, ik heb geen zin om een douche te krijgen.” Zei Draco en ik moest weer grinniken. Drakentraan kon ervoor zorgen dat je een hele overstroming kreeg, of een soort vulkaanuitbarsting of een vloedgolf en dan kon er wel 100 keer het aantal liter dat er in de ketel zat, uitkomen. Nou, dat wilde je niet op je geweten hebben!
“Voorzichtig juffrouw Hanley!” riep er opeens een stem bij mijn oor en ik maakte een sprongetje van schrik en, ja je raad het al! Ik liet het flesje vallen. Niet naast mijn ketel, maar in mijn ketel!!
Sneep, Draco en ik keken met grote ogen naar het flesje dat in slowmotion in mijn ketel viel. De drank begon te borrelen en ik keek eerst naar Draco, hij keek geschrokken naar de drank. Daarna keek ik naar Sneep, zijn gezicht stond op onweer.
“HAD IK NIET GEZECHT DAT U VOORZICHTIG MOEST DOEN!!” bulderde hij woedend.
“HALLO!! U BEGON BIJ MIJN OOR TE SCHREEUWEN! GEEF MIJ DAN MAAR DE SCHULD! NATUURLIJK SCHRIK ME EEN ONGELUK ALS ER EEN LERAAR IN MIJN OOR STAAT TE SCHREEUWEN DAT IK VOORZICHTIG MOET ZIJN!!” schreeuwde ik terug. Het was er al uit voordat ik er erg in had.
“ALLEBEI NABLIJVEN JULLIE! VANMIDDAG HALF 4! EN-” maar zijn stem werd weggeblazen door de stem van Draco.
“ZOEK DEKKING!!!!” riep hij hard en nog geen twee seconden later kwam er een soort vulkaanuitbarsting uit mijn ketel. De hele drank ging over mij en Draco heen die nog niet onder de tafel was gekropen. Het ging niet alleen over mij, maar over alle leerlingen in de klas. Ik hoorde een aantal meisjes luid gillen, waaronder Patty.
Na minstens 5 minuten een uitbarsting over me heen te hebben gehad stopte het. Het lokaal lag blanco en iedereen was doorweekt. De tassen waren ook helemaal doorweekt en alle papieren die op het bureau van Sneep lagen, waren aan het varen door de klas.
Ik wist niet hoe ik moest reageren, alles was helemaal vies en nat. Gelukkig ging de bel en het tweede uur was afgelopen. Mopperend en super boos pakte iedereen zijn tas, gooide hem eerst leeg, en liep weg. Ik kreeg veel boze blikken op mij af gestuurd.
“Mel! Wat heb je gedaan?! Ik ben helemaal doorweekt en mijn strafwerk is onleesbaar geworden!” jammerde Jack en ik keek hem vernietigend aan.
“Sneep die stond in mijn oor te schreeuwen ja! Zou jij niet schrikken?! En zeur niet, ik en Draco hebben het meeste opgevangen, alle troep die erin zat.” Zei ik en haalde een kikkerpootje uit mijn haar die nog niet helemaal was opgelost.
“Nu moeten we vanavond ketels schoonmaken!” zei Draco die zich dat nu pas realiseerde.
“Goh, daar was ik nog niet achtergekomen!” zei ik sarcastisch.
Vies kwamen we aan bij Verzorging van Fabeldieren en alle Huffelpuffers keken ons walgend aan.
“Wat sta je nou te kijken! Heb ik iets van je aan ofzo?!” snauwde ik een meisje af die naar me stond te kijken.
“Mel, blijf eens staan.” Zei Draco en verbaasd bleef ik staan.
“Waarom?” vroeg ik en hij liep naar me toe. Het leek wel alsof hij was vergeten hoe boos ik op hem was geweest en dat ik nog niet eens mijn excuus aan had geboden. Ik voelde dat hij iets uit mijn haar haalde en wilde weten was het was.
“Wat is het?”
“Een stukje peen.” Zei hij grinnikend en duwde iets in mijn hand. Ik keek ernaar en slaakte een kreet.
“Gadverdamme!!!” schreeuwde ik keihard. Het was geen stukje peen, maar iets heel vies. Ik kon niet precies plaatste wat het was, maar het was het smerigste wat ik ooit had gezien!
“Draco!!”
“Wat?!”
“Ik krijg je nog wel!!” schreeuwde ik en daarna rende ik naar de LL-kamer om me grondig schoon te maken en mijn haar te wassen.
Ik kwam die les niet mee terug en deed pas weer mee na de pauze. De hele dag wierp ik boze blikken naar Draco, maar hij negeerde ze totaal.
Om half 4 gingen we naar Sneep zijn kantoor. Hij was niet wat je zegt bepaald vrolijk, hij was eerder in staat om iemand te vermoorden, leek wel!
“Zo, zijn jullie daar eindelijk.” Zei hij.
“Ja, we hadden toch afgesproken samen iets te gaan doen?” zei ik terwijl ik het vuil onder mijn nagels uit pulkte.
“Mel, nu even geen spelletjes.” Siste Draco en stootte me aan. Ik keek hem boos aan maar hield verder mijn mond.
“Ik doe maar alsof ik dat niet gehoord had. Daar staan de ketels die op jullie wachten.” Zei Sneep nijdig en we keken naar achteren. Mijn mond viel open, en stonden minstens 40 ketels!!
“Eeuhm.. professor…. Waarmee moeten we het schoonmaken?” vroed Draco twijfelend.
“In de bezemkast staan was je nodig hebt. Een emmer, zeepsop en 2 doekjes.” Zei Sneep. “Ga het zelf maar halen.” Zei hij nog en ik keek hem verbaasd aan.
We renden naar de bezemkast en terwijl Draco zou voorkomen dat de deur dicht zou vallen, ging ik op zoek.
“De emmer, doekjes en… waar is de zeepsop? Hij hoort hier middenin te staan.”
“Niet, achteraan.”
“Niet waar! jij bent hier nog nooit geweest!”
“Vaak genoeg! Het staat achterin!” zei hij maar ik bleef koppig doorzoeken in het midden. Draco zuchtte geïrriteerd en liep naar binnen, naar achteren. Hij duwde wat spullen opzij.
“Hier zie je wel!” zei hij en duwde liet me de zeepsop zien.
“Oké, jij had gelijk. Kom we gaan terug.” Zei ik en draaide me om. 3 meter voor me zag ik dat de deur dichtviel en rende ernaar toe.
“Nee!! Niet dichtvallen!!” riep ik en wilde de deur openduwen door er tegen aan te lopen voor hij in het slot zat. Helaas ging hij net in het slot voor dat ik de deur bereikte en knalde daardoor hard tegen de deur aan. Ik viel hard achterover op de grond en slaakte een gil. Ik krabbelde snel overeind en begon aan de deur te sjorren.
“Hij gaat niet open! Heb jij je stok bij je?” vroeg ik aan Draco maar hij schudde zijn hoofd. “gedoe!! We zitten opgesloten!”
“Dat was niet gebeurd als jij wat sneller had gereageerd.” Zei Draco.
“Wat?! Jij reageerde niet eens!! En als jij niet hierin was gelopen dan kon hij niet eens dichtvallen!!”
“Ja hoor! Als jij naar mij had geluisterd dan kon ik daar nog steeds staan!”
“Jij komt hier nooit!! Ik tegenstelling tot jou ben ik hier een miljoen keer geweest!”
“Wat heeft dat ermee te maken?”
“Eerst stond dat spul hier op deze plank!!”
“Het heeft altijd hier gestaan!!” ik draaide mijn rug naar hem toe. Waarom moesten we nou weer ruzie krijgen? Ik wilde niet nog eens ruzie. Ik wilde ook mijn meesters adviezen volgen, maar zo lukte dat niet!
Fijn, we zitten nu in de bezemkast opgesloten en niemand komt ons eruit halen. Ik denk dat Sneep dacht dat we er vandoor waren gegaan en de andere denken dat we zoet bij Sneep zitten. We zitten hier nu al een half uur en ik heb geen woord meer gewisseld met Draco.
Er is al weer een uur verstreken, anderhalf uur zit ik nu in de bezemkast. Uit verveling heb ik hem helemaal geordend en grondig schoon gemaakt. Ik heb nog steeds niets tegen Draco gezegd. Hij zat me alleen maar aan te kijken alsof ik gestoord was geworden toen ik uit verveling de kast ging schoonmaken. Vilder komt toch wel, om zijn kantoortje te stoffen, even naar de bezemkast?
Al drie ratten. Nu zag ik de vierde. 2 uur verstreken en nog geen enig teken. Mijn boosheid was weggegaan en ik wilde weer met hem praten. Alleen lukte het me niet. Hij had een zin tegen me gezegd, dat was toen ik iemand hoorde lopen. Ik ging bonzen op de deur en riep diegene.
“Het heeft geen zin, Patty sloot hier ooit iemand op en heeft een geluidsdichte spreuk erover uitgesproken. Ze horen je niet.” Had hij gezegd en ik had hem woedend aangekeken. Ik heb daarna niet meer geprobeerd om iemand te roepen.
Ik raapte mijn moed bij elkaar, intussen al twee en een half uur voorbij.
“Het spijt me dat ik boos was.” Zei ik. Hij keek me een beetje verbaasd aan, maar zei niets. Waarom zei hij niets? Een opgelaten stilte.
“En het spijt me ook dat ik zo gemeen heb gedaan deze vakantie.” Zei ik daarna. “Ik had gehoord dat je met Sandra ging en dat geloofde ik. Ik was boos en verdrietig omdat ik jou wilde geloven wat je had gezegd toen ik op de ziekenzaal lag, maar dat deed ik niet. Ik geloofde de roddels. Het spijt me vreselijk.” Zei ik. Alles rolde eruit. Over hoe ik me had gevoeld en hoe boos en jaloers ik was geworden. Waarom ik zo raar deed op de gang en ik hem ontweek.
“Ik had helemaal geen afspraak met Thomas, ik wilde jullie niet samen zien. Ik kon het niet. Ik voelde me in de steek gelaten en vaak huilde ik ’s avonds.” Zei ik en hij keek me ontzet aan. Ik keek hem niet aan, ik durfde het niet.
“Ik denk ook dat ik gek ben geworden, in Zweinsveld zag ik geesten ofzo. Ik zag een jongen van ongeveer 24 met bruine krullen en vreemde ogen. Hij bleef me maar aanstaren en ik kon mijn blik niet van hem afwenden. Nick en Jack zagen hem niet, maar ik weet zeker dat ik hem heb gezien. Hij achtervolgde me, de hele terugweg. Jack en Nick denken dat het de bijverschijnselen van de hersenschudding waren, maar dat was het niet. Niemand wil me geloven, alleen Patty… zegt ze. Maar ik geloof haar niet. Ze is niet zo iemand die dat soort dingen gelooft.”
“Wat heb jij het druk gehad deze vakantie.” Merkte hij droog op.
“Ik heb de vakantie verpest, voor iedereen… ook voor jou.”
“Nee ik, jij hebt het niet verpest. Ik wil niet zeggen dat het een leuke vakantie was, maar dat lag ook aan mijzelf. Ik heb niet de moed gehad om naar je toe te gaan en te vragen wat er was.” Zei hij en er was weer een stilte. Ik zag dat hij was aangedaan door mijn verhaal.
“Ik had geen leuke vakantie, nee. Ik heb de hele vakantie gepiekerd over waarom jij zo deed enzo. Ik wist niets van die roddel en iedereen keek me opeens vreemd aan. Sandra wilde me vaak zoenen, en als dat haar dan lukte moest ik behoorlijk mijn best doen om niet te kotsen. Ik voelde me eenzaam. Ik heb vaak achter je aan willen gaan, maar ik was bang dat ik je alleen maar nog bozer zou maken. Ik heb me de hele vakantie leeg gevoeld en ik was ontzettend geschrokken toen ik hoorde dat je in de ziekenzaal lag. En wat ik toen zei, dat is echt niet gelogen. En het geldt nog steeds…” Zei hij en ik schrok. Had hij zich echt zo rot gevoeld? Heeft hij nog gevoelens voor me, ook nadat ik hem zo oneerlijk behandeld had? Wist hij niets over de roddels?
“D-dat wist ik helemaal niet. Ik wist niet dat het je zo’n pijn deed. Het is nooit mijn bedoeling geweest je zo erg te kwetsen en pijn te doen. Als ik had mijn gezonde verstand niet was verloren, dan had ik die roddels niet geloofd.” Zei ik en hij lachte schaapachtig.
Het was half zeven en opeens, eindelijk, ging de deur open. door felle licht zag ik niet goed wie het was, maar al snel waren mijn ogen gewend aan het licht. Harry Potter had de deur open gedaan. Ik was zo blij dat de deur open was dat ik gelijk naar buiten rende.
“Frisse lucht!! Eindelijk!! Ow dankjewel Harry!!” riep ik blij en sprong door de gang. Harry en Draco keken me verbaasd aan.
“Eeuh… Mel, is dit niet een beetje overdreven?” vroeg Draco voorzichtig en ik stopte met het maken van mijn radslagen.
“Overdreven?! Helemaal niet!! We hebben daar twee en een half uur vast gezeten!! En dan krijg we ook nog eens van Sneep op ons dak omdat hij denkt dat we zijn weg gelopen!! Nee, ik denk dat ik niet overdreven doe. Trouwens Harry Potter, hoe hebt je ons kunnen vinden?”
“Euhm.. eeuh.. de kaart. Jullie stonden erop en wel 2,5 uur in dit hok. Ik dacht al dat jullie waren opgesloten.”
“Ow, in ieder geval heel erg bedankt!! Vilder zou wel blij zijn, zijn hele hok is opgeruimd.” Draco grinnikte en trok me mee. “Zeg moet jij geen bedankt zeggen?” vroeg ik Draco op een moederlijke toon en hij keek me aan alsof ik gek was.
“Hij is geen familie van mij hoor, hij is mijn vijand. Het is al erg genoeg dat ik ben bevrijd door de vijand.” Fluisterde hij en ik keek hem hooghartig aan.
“Ik zal het maar een keer door de vingers zien. Trouwens, ik kreeg er wel genoeg van om met jou in een hok te zitten.” Zei ik plagerig.
“Ow, is dat zo?!”
“Ja!” zei ik en rende snel weg, hij rende lachend achter me aan. “Aaah!! Hij wil me vermoorden!! Help me! Help me!!” gilde ik lachend en rende zo hard ik kon door naar de grote zaal. Hij haalde me natuurlijk met gemak in en ik was gedoemd om een kieteldood te krijgen.
“Aaah!! Stop!! Please!! Sto-op, I-ik k-kan e-er ni-iet me-er te-gen!” zei ik buitenadem en gierend van het lachen.
“Oké, maar alleen als je me beloofd nooit meer van die roddels te geloven.” Zei hij op serieuze toon. Ik keek hem aan en glimlachte.
“Natuurlijk geloof ik die niet meer!! Ik heb mijn lesje wel geleerd!” zei ik lachen en samen liepen we verder naar grote zaal.
We gingen aan de tafel van Zwadderich zitten. We waren gezellig aan het praten toen Patty eraan kwam lopen.
“Hebben jullie het weer bijgelegd?” vroeg ze met een stralende blik.
“Ja, gelukkig wel.” Zei ik lachend en met z’n drieën lachten we en aten verder. Toen ik bijna klaar was kwam professor Anderling met een strakke blik op ons aflopen.
“Jufvrouw Hanley, meekomen.” Zei ze en ik keek haar verbaasd aan.
“Waarom?”
“U moet nu naar Perkamentus. Kom mee.” Zei ze en behoedzaam stond ik op.
“Ik zie jullie wel weer in de Ll-kamer” zei ik tegen Patty en Draco en ze knikte. Anderling liep stevig door en ik kon haar met moeite bijhouden.
“Professor, wat is er aan de hand?”
“Dat zie je straks wel.”
“Waar slaat dit op?!” vroeg ik terwijl ik stil bleef staan.
“Meekomen, nu!” zei ze op gebiedende toon en ik rende op een drafje achter haar aan. We liepen door de gangen en stonden uiteindelijk stil voor de stenen waterspuwer.
“Hangoren.” Zei ze en ik keek haar verbaasd aan. Ik wit dat het een wachtwoord moest zijn, maar wat waren ‘Hangoren’ in hemelsnaam?
De stenenwaterspuwer ging opzij en er verscheen een trap. We gingen op de trap staan die ons omhoog bracht.
Anderling klopte op de deur en Perkamentus zei dat we binnen mochten komen en we gingen naar binnen.
“Ah, Mel… er is bezoek voor je.” Zei hij en hij stapte opzij.
Mijn adem stokte. Mijn gedachtes draaide 100%. Wat deed zij hier? Waarom was zij hier? Hoe kwam ze hier? Waarom was ze hier binnengekomen? Hoe was ze binnengekomen? Dit kon gewoon niet! Het was onmogelijk!
“Mam?” zei ik zacht en met een trillende stem. Vol verbazing keek ik de vrouw aan.
was het leuk??
reacties??!!
love you! |
|
|
  |
 |
tea
2e jaars


Verdiend:
52 Sikkels
Woonplaats: amsterdam
|
Geplaatst:
Zo Jun 26, 2005 19:33 |
 |
ben ik weer!
en weer bedankt voor de reacties!
hoop dat jullie dit stuk ook leuk vinden!
Hoofdstuk 17
Ik wilde me omdraaien en heel hard weg rennen. Ik wilde schreeuwen dat ze gevaarlijk was en Voldemort diende. Dat ze me al die tijd had mishandeld. Dat ze…
Maar ik deed niets. Ik keek haar alleen met hele grote ogen aan. Er was waarschijnlijk veel angst uit te lezen, ik was ook super bang!
Mijn knieën knikten en het leek wel alsof ik elk moment in elkaar kon zakken. Perkamentus leidde me naar een stoel en ik ging zitten, mijn ogen nog steeds op de vrouw, die ik ooit als een moeder zag, gericht.
Langzaam begon ik weer adem te halen.
“Als je hier bent om me mee naar huis te nemen, dan ben je hier voor niets. Ik ga nooit meer naar huis.” Zei ik vastberaden. “En ook al ben je mijn moeder, ik zie je niet als mijn moeder.”
“Mel, ik dacht al dat je Marsja Hanley zou herkennen. Ze is hier niet om jou mee naar huis te nemen, dat is namelijk onmogelijk.”
“Huh?! Hoezo is dat onmogelijk?” vroeg ik verward en Perkamentus ging zitten aan zijn bureau. Anderling was intussen weer weg gegaan en had ons achter gelaten.
“Marsja kan niet meer naar haar huis. Ze heeft ruzie met je vader en is ondergedoken.”
“Maar… hoe… wat… wie… hé?!!” riep ik verbaad en verward uit.
“Weet je nog, aan het eind van de vakantie toen je met Nick je spullen kwam helen? We kregen toen ruzie en jij had mij geslagen?” Ik knikte. “Nou, ik begon toen na te denken over alles en langzaam drong het allemaal tot me door. Ik had jou mishandeld, ik werd zo ongeveer bezeten door je vader, ik diende hem. Ik heb ruzie gekregen met Marcus en het ging lange tijd niet goed. Ik probeerde je vader er van te overtuigen dat wat we hadden gedaan fout was. Hij begon me te slaan en ik kon niet winnen. Uiteindelijk heb ik gezegd dat ik bij hem weg zou gaan en hij zei dat hij me zou opzoeken en vermoorden. Hij vervloekte me maar ik kon net de Voek des Doods ontwijken. Ik heb gedaan alsof ik dood was, hij ging weg en is niet meer terug gekomen. Hij denkt dat ik dood ben. Ik heb lang rond gezworven en ben tot de conclusie gekomen dat ik moest onderduiken. Ik ben hierheen gegaan, in de hoop dat Perkamentus me zou helpen.” Zei Marsja en ik was helemaal stil geworden. Ik had eindelijk gevoel in mijn moeders geest gebracht!
“Voor zolang je moeder moet onderduiken, heb ik onderdak gevonden.”
“Maar, hoe weet u nou of ze dit niet speelt?” vroeg ik.
“Daar hebben wij onze manieren voor. Je moeder heeft zich aangesloten bij de Orde die tegen Voldemort strijd. Nu wil ik weten aan welke kan jij staat. Ik neem aan dat jij je moeders voorgaande keuze hebt genomen, omdat je door haar bent mishandeld. Maar ik wil weten of jij te vertrouwen bent en informatie geheim kunt houden die Voldemort absoluut niet mag weten.” Hoe kon ik hier antwoord op geven? Ik was neutraal.
“Ik ben neutraal, maar ik kan wel geheimen bewaren.” Zei ik en Perkamentus knikte.
“Je moeder verblijft op het Grimboudplein nummer 12, dat is ook het hoofdkwartier van onze Orde. Dit is volstrekt geheime informatie, maar ik neem aan dat jij wilt weten waar je een brief naar kan sturen als jij je moeder wilt spreken, of zien. Houd er trouwens wel rekening mee, dat je brief onderschept kan worden en zeg dit ook maar niet tegen je vrienden. Het moet je duidelijk zijn dat je moeder dood is tegenover Voldemort. Als je wilt schrijven gebruik dan een codenaam.”
“Wat moet ik dan tegen ze zeggen? Professor Anderling haalde me nogal bruut weg bij Draco en Patty.”
“Zeg maar dat ik even wilde praten over hoe het met je ging, van die hersenschudding aan het begin van de vakantie. En als je toch wel wat over je moeder wilt zeggen, zeg dan dat je het bericht heb gekregen dat ze is vermoord, het maakt niet echt uit als je zegt door wie. Je kan zeggen dat het door Voldemort zelf kwam, of je vader of iemand anders.”
“Oké, zal ik doen. Ik zal niets zeggen en alles geheim houden. Kan ik nu gaan?” vroeg ik met een moeilijke ongemakkelijke blik op mijn moeder die stil in een stoel zat. Hij knikte en net toen ik de deur uit wilde lopen zei hij nog wat.
“Oja, wilt U voortaan wat voorzichtiger met de drakentraan doen? Het is niet al te aangenaam om Serverus de hele dag boos door het kasteel te hebben.” Zei hij glimlachend en ik knikte vriendelijk. Hoe wist hij daar nou weer van?! En hoe moest ik nou weer gaan spelen dat mijn moeder dood was terwijl ik haar net springlevend in een stoel zag zitten?!
Snel liep ik terug naar de LL-kamer. Daar aangekomen werd ik natuurlijk bestookt met vragen.
“Wat was er? Waarom moest je naar onze dreuzelvriend?” vroeg Patty.
“Nou, hij wilde weten of ik nog last had van die hersenschudding en hij had wat vervelend nieuws.”
“En dat nieuws was….” Vroeg Nick.
“Nou…. Mijn moeder is vermoord.” Zei ik en ze keken me geschrokken aan. Als ze straks gingen vragen door wie, wat ze geheid gingen doen, wat moest ik dan zeggen? Door Marcus omdat ze ruzie hadden; door Marcus omdat ze een opdracht fout had gedaan en hij had opdracht gekregen van Voldemort; door Voldemort zelf; of door een andere dooddoender in opdracht van Voldemort; of van iemand van de andere kant?
“Door wie? En waarom dan?” vroeg Jack tactloos. Hij kreeg boze blikken van de andere toegeworpen, maar gaf ook boze blikken terug.
“Door Marcus, haar man. Ze had iets verkeerd gedaan en toen kreeg Marcus opdracht van Voldemort haar te vermoorden.” Zei ik bitter en als ik aan de echte waarheid dacht, kwamen er toch tranen in mijn ogen.
“WAAT!!! Zijn die stelletje imbecielen nou helemaal gek geworden?!!!” riep Nick verontwaardigd uit. “Het is zeker dat ik me nooit aansluit bij die bende!” snoof hij en ik grinnikte.
“Bedankt voor de medeleven, maar wil je je dan bij Potter aansluiten?”
“Ow, sorry. Nou… kan ik niet neutraal blijven?” vroeg hij en ik glimlachte.
“Als je in Scandinavië gaat wonen misschien, maar als je hier blijft wonen en je sluit je niet aan bij hem dan wordt je automatisch gezien als een vijand van Voldemort.”
“Ow, nou ja… dan ben ik maar een vijand.” Zei hij en het bleef stil. Ik keek naar Draco, hij zag er niet erg al te blij nu dot onderwerp aanbod kwam. Ik wist maar al te goed in wat voor een situatie hij zich bevond. Zijn vader was een groot voorbeeld van Draco, alleen was hij wel de beste dooddoener die ik ooit ben tegengekomen. Hij werkt op het ministerie en toch ook voor Voldemort, hij is nog niet opgepakt. Draco wilde zich vroeger altijd zijn vader achterna, maar nu hij al die berichten in de krant las over al die onschuldige mensen die dood gingen wist hij het niet meer. Zonder dat ik er helemaal bij nadacht pakte ik zijn hand en gaf er een kneepje in. Hij keek me aan met een blik die ik niet kon plaatsen, dat gebeurde wel vaker.
“Laten we ophouden met dit onderwerp. Ik vind het absoluut niet leuk.” Zei Lucas en ik knikte instemmend.
“Arme honnepon, vind je dit niet leuk?” zei Patty op een suikerzoet stemmetje zodat iedereen in de lach schoot, eveneens Lucas. “Ik troost je wel.” Ging Patty verder terwijl ze een zoen op de lippen van Lucas plakte.
We hadden een erg gezellige avond, maar ik was er niet echt bij met mijn gedachten. Langzaam liep de LL-kamer leeg en om elf uur gingen Patty, Lucas, Nick en Jack ook naar bed. Ik had niet eens in de gaten dat ze welterusten zeiden!
“Mel, is je moeder echt vermoord?” vroeg Draco opeens. Ik schrok van de vraag.
“Ja, daar zou ik niet over liegen.” Zei ik een beetje bits. “Sorry,” zei ik gelijk erna.
“Het geeft niet.” Zei hij en sloeg en arm om me heen. Ik legde mijn hoofd tegen zijn schouder.
“Wat is er met mij? Ik ben de hele tijd onwijs emotioneel… ik ben mezelf niet meer, geloof ik.”
“Ik denk dat dat komt omdat je de pubertijd begint kwijt te raken.”
“Of hij begint nu pas bij mij.”
“Kan ook” zei hij nadenkend en ik lachte.
“Ben je moe?” vroeg ik.
“Ik? Nee, ik denk het niet.”
“Hoe kun je dat nou niet weten?”
“Ik weet het niet.”
“Oké, serieus… ik verklaar jou voor gek.” Zei ik en hij grinnikte.
“Ik ben niet de enige die gek is.”
“Wie nog meer dan?”
“Genoeg mensen en een daarvan zit naast me.”
“Hoe durf je! Maar ja, je hebt denk ik wel gelijk.”
“Ik heb altijd gelijk. Ik bedoel, wie gaat er nou twee uur door een pak sneeuw lopen van één meter hoog?”
“Ik, ik had er een goede reden voor hoor!”
“Je was bijna dood gevroren.”
“Nou en, iets op tegen?”
“Ja.”
“Wat dan?”
“Dan was ik je kwijt.”
“Hmm.. zit wat in.”
“Natuurlijk, ik heb altijd gelijk. Weet je nog?”
“Behalve als je niet gelijk hebt.”
“Dat heb ik nooit. Ik heb 2 regels.”
“Wat is de eerste?”
“Ik heb altijd gelijk.”
“Ken ik al, wat is de tweede?”
“Als ik het niet heb, kijk dan naar regel 1.”
“Dat is wel een goede. Alleen iemand die zo gek is als jij kan dat bedenken.”
“Dan zou jij het ook meten kunnen bedenken.”
“Hmm… twee gekken, past wel hé?”
“Ja, klinkt wel. Klikt het ook?”
“Ik denk het wel.”
“Dat is mooi… waar praten we eigenlijk over?”
“Over twee gekken die hier nu op de bank zitten voor de openhaard en die nu een gesprek aan het voeren zijn over twee gekken hier nu op de bank zitten voor de openhaard en-” ik onderbrak Draco’s zin door hem een kusje op zijn wang te geven.
“Welterusten, ik ben wel moe. Ik ga slapen, jij ook?” vroeg ik.
“Die nu hun gesprek eindigen en ik krijg een nachtkusje van het enige meisje waar ik een nachtkusje van wil krijgen. Ja, ik ga ook naar bed.” Zei Draco en ik voelde dat ik rood begon te worden.
“Zou je geen nachtkusje willen van Sandra?”
“Ik kijk wel uit! Nee, alleen maar van jou.” Zei hij en hij kwam dichterbij. Ik keek in zijn grijs/blauwe ogen en sloot uiteindelijk mijn eigen ogen. Ik raakte zijn lippen en voelde een warmte door mijn hele lichaam stromen, handige manier om de volgende keer te ontdooien. Het was, hoe moet ik dat zeggen? Geweldig! Het moment mocht van mij eeuwig duren, maar het duurde niet lang. Ieder moment waarvan je geniet gaat snel voorbij. De kille lucht streek weer langs mijn lippen toen die van Draco van de mijne af gingen. Het was, hoe moet ik dat zeggen? Vreselijk! De warme stroom stopte en er stroomde weer diezelfde kille bloedstroom van mijzelf door mijn aderen, niet opgewarmd.
Verlegen keek ik naar de grond, verlegen maar blij. Wauw, hij was gewoon geweldig! We zeiden elkaar goedenacht en gingen naar onze slaapzalen. Zuchtend en nagenietend liep ik dromerig de slaapzaal in en liet me op mijn bed vallen. Zeer gelukkig.
Ik kleedde me om, poetste mijn tanden en ging in bed liggen.
“Hoe was je avondje met Draco?”
“Geweldig.”
“Ik heb jullie horen praten.”
“Geweldig.”
“Twee gekken die goed bij elkaar passen. Klopt wel. Hoe was de zoen?”
“Geweldig.”
“Kan je ook nog iets anders zeggen dan ‘geweldig’?!”
“Geweldig.”
“Mel!!”
“Huh?! Wat is er Patty?”
“Ow laat ook maar!”
“Nee, wat wilde je zeggen?”
“Ik vroeg, hoe was de zoen?”
“Geweldig.”
“Daar gaan we weer.”
“Geweldig, wat?”
“Ik zei, daar gaan we weer.”
“Hoezo?”
“Je zei net de hele tijd geweldig.”
“Geweldig.”
“Ben je getrouwd met dat woord?”
“Nee, met hem.”
“Wie?”
“Draco.”
“Wat?!! Echt waar? heeft hij je ten huwelijk gevraagd?!!”
“Nee, nog niet.”
“Ow, ik dacht al. Waarom ben je dan met hem getrouwd?”
“Hij wilde alleen van mij een nachtkusje, van niemand anders.”
“Geweldig.”
“Hé! Dat is mijn woordje!”
“Nou en? dit is een openbaar land.”
“Grrr… geweldig.”
“Geweldig.”
“Geweldig.”
“Stop.”
“Jij begon.”
“Niet, jij.”
“Nietes.”
“Welles.”
“Nietes.”
“Stop.”
“Jij begon.”
“Ja, is waar.”
“Niet.”
“Wil je alsjeblieft je mond jouden?”
“Weet ik niet.”
“Wat heeft hij met je gedaan?!”
“Wie?”
“Draco!!”
“Niets, alleen een nachtzoentje gegeven.”
“Mijn god!”
“Waar?”
“Grr… Het lijkt wel of je heeft gehypnotiseerd heeft!”
“Nou en, zolang het maar positief is vind ik het niet erg.”
“Jezus!”
“Ja?”
“Hou op.”
“Met wat?”
“Met dit!”
“Moet ik dood?”
“Wie heeft dat gezegd?”
“Ik moest stoppen met ademen.”
“Oww..” kreunde Patty en ik grinnikte. Ik had opeens heel veel zin om haar te irriteren. Niets kon mij op dit moment nog irriteren dus..
“Ik ga slapen.”
“Ja! Doe dat!! Welterusten Mel.”
“Trusten Patty.”
hoop dat je het leuk vond!
reacties, laat me het weten!
love you! |
|
|
  |
 |
tea
2e jaars


Verdiend:
52 Sikkels
Woonplaats: amsterdam
|
Geplaatst:
Do Jun 30, 2005 16:38 |
 |
hallow mensen!!!
ik heb hier een heel lang stuk voor jullie!!
speciaal voor speciale mensen heb ik me gehaast en een heel lang hoofdstuk geschreven.. diegene weten wie ik bedoel
nou ik hoop dat ik veel reacties krijg want ik heb een groot hoofdstuk!
veel lees plezier!!
Hoofdstuk 18
“Draco!! wat heb jij in hemelsnaam met haar gedaan?!” krijste Patty de volgende ochtend toen ze de LL-kamer in liep. Draco keek verschrikt op en viel bijna val zijn stoel.
“Met wie?” vroeg hij verward.
“Met Mel natuurlijk!! Ze lijkt wel gehypnotiseerd!! Ze kon gisteravond alleen maar het woordje geweldig uitspreken!!” Draco trok een wenkbrauw op en moest onwillekeurig grinniken.
“Daar kan ik toch niets aan doen? Zij zegt het.”
“Ow!!” Patty draaide die ochtend een beetje door, waarschijnlijk omdat ze niet echt een goede nachtrust had gehad. Het was best grappig om te zien, bij elke zucht flipte ze helemaal. Maar na een tijdje werd het wel irritant en vroeg ik een kalmeringsmiddel en een slaapmiddel aan madame Plijster. Ik had het aan Patty gegeven en ze viel een kwartier later als een blok in slaap op de bank.
“Mel, wat ben je toch weer gemeen.” Zei Jack met een glimlach.
“Ik geef haar alleen een lange, goede nachtrust!”
“Nou, toch vind ik het wel gemeen hoor.”
“Ik vind het aardig, lief. Het heeft z’n voordeel; we zijn van haar gekrijs af.” zei Nick en zuchtte gelukkig. Ik moest lachen.
“Lekker stel.” Zei ik en het bleef een tijdje stil en na een tijdje ging ik naar bed.
De week erna verliep rustig. Ik had nog wat problemen met Sneep gehad maar verder was het goed gegaan. Ook de aantal weken erna ging het goed maar het werd wel drukker. De P.U.I.S.T.-en kwamen in zicht en iedereen was al bezig met leren.
Draco en ik hadden niet echt veel aandacht meer aan elkaar besteed, soms dacht ik dat ik die avond gewoon had gedroomd. Ook al wist ik zeker dat dat niet zo was.
Draco zat voorover gebogen over zijn leerwerk en was helemaal geconcentreerd. Het was weekend en ik zat ook te leren in de LL-kamer, het lukte alleen niet zo goed. Ik keek vaak naar Draco. hij zag er zo schattig uit, die mooie blonde haren die half voor zijn ogen hingen, die blauw/grijze ogen, bleke huid, hij leek wel een engeltje. Hij was ook een engeltje, maar dat was mijn persoonlijke mening. Hij had volgens mij niet door dat ik naar hem aan het staren was, zo lief, zo schattig. De afstand, hij zat aan de tafel en ik op de bank, was groot. Dat vond ik althans, het was wel 4 meter!
Blijkbaar had hij wel doorgekregen dat ik hem aanstaarde, want hij keek op en ik kreeg oogcontact. Meteen verdronk ik in zijn blik en was voor de zoveelste keer alweer verkocht. Toen het tot me doordrong dat hij mij aankeek zette ik een glimlach op, hij gaf er een terug. Engelachtig, zo lief, zo-!
“Mel!! Waar ben je?!!” riep een schelle harde stem door de LL-kamer en ik werd ruw uit mijn dromende, mooie gedachten gehaald. Ik gromde en wilde diegene die me had geroepen even duidelijk maken dat je mij niet zomaar uit mijn gedachten moest halen! Maar toen ik zag dat het Patty was, verging mijn gedachte. Zij kon het ook niet helpen dat ze soms wat onhandig en tactloos was.
“Wat is er Patty?” vroeg ik met een geërgerde stem. Ze kwam naar me toe lopen.
“Help me alsjeblieft! Ik snap helemaal niets van transfiguratie!!” jammerend kwam ze naar me toe. Ik ging recht zitten en ze kwam naast me zitten en legde het boek op mijn schoot.
“Wat snap je niet?”
“Alles niet!”
“Uhm… iets specifieker… hier kan ik niets mee.”
“Nou, dit stuk.” Zei ze en wees een alinea aan. Ik las het door en begon haar uit te leggen hoe je die beweging van de spreuk moest maken die werd beschreven.
“Dus zo en dan zo…. En dan zo… en dan de spreuk.” Ik wilde net zeggen dat ze moest kijken waar ze op richtte, maar ik was te laat. Opeens zat daar op de stoel geen Draco meer, maar een eekhoorntje.
“Goed zo Patty, je hebt Draco omgetoverd in een eekhoorn!!”
“Oeps…” zei ze en toen barstte we allebei in een mega lachbui uit. We hadden de slappe lach zo zwaar te pakken dat we niet meer bijkwamen. Draco, als eekhoorn, bleef verbaasd op de stoel zitten en keek ons aan.
“Waarom lachen jullie zo?” vroeg Nick die de kamer binnen kwam en hikkend wees ik naar de eekhoorn.
“Dat… i-i-is D-D-Dr-”
“Hoe is die nou binnen gekomen?” vroeg hij en pakte het beestje op en wilde hem naar het raam brengen.
“Ne-he-he!!” riep ik lachend uit en Nick keek me verbaasd aan.
“Mag ik hem niet buiten zetten?” ik schudde wild mijn hoofd.
“Dr-a-co.” zei ik hikkend.
“Is deze van Draco? Maar die heeft toch helemaal geen eekhoorn?” ik moest nog erger lachen en probeerde hem het boek te laten zien. Hij las de tekst en zijn ogen werden groot.
“Whaa!!! Dit is Draco!! hoe heb je dat voor elkaar gekregen?!!” riep hij uit en liet van schrik ‘Draco’ vallen, die vervolgens de hele LL-kamer als een bezetene doorrende omdat hij bang was geworden van het geschreeuw van Nick.
“Patty…” zei ik en was een beetje uitgelachen.
“Hoe ga je hem nu terug toveren?” vroeg Nick met een grimas terwijl hij naar het eekhoorntje keek.
“Uhm… zet hem maar even op de tafel.” Zei ik serieus en Patty was eindelijk ook opgehouden. Ik pakte mijn stok en richtte die op Draco.
“Lacrotor.” Zei ik en Draco kreeg zijn normale vorm weer terug. Hij keek weer verward om zich heen en Nick zuchtte opgelucht.
“Wat is er… iek!!!” zei hij opeens en ik keek verschrikt naar Nick. Ik barstte weer in lachen uit en viel op de grond van het lachen. Nick begon ook heel hevig te lachen en Patty ook weer.
“He wat is er met mijn… iek!!!” zei Draco weer en sloeg een hand voor zijn mond en rende de LL-kamer uit, op weg naar de ziekenzaal.
“Hoe…. Kon… dat… nou?” vroeg Nick buitenadem.
“Ik… was… blijk… baar… nog… niet… helemaal… in concentratie…”
“Nou, lekker dan.”
“Het is Patty’s schuld!!” zei ik en wees naar Patty.
“Hehe… ja. Ik keek niet waar ik mijn stok op richtte toen ik de spreuk oefende.”
“Dat is wel het stomste wat ik ooit heb gehoord! Maar hoe kon je hem terug krijgen?”
“Had ooit eens gelezen.”
“Wat moesten we zonder jou?”
“Niets…” zei ik grinnikend en hij rolde met zijn ogen.
Na een tijdje kwam Draco binnen en had een ontzettend zuur gezicht.
“Wat hadden jullie in hemelsnaam gedaan?!”
“Sorry, Patty was een spreuk aan het oefenen en keek niet waar ze op richt.” Zei ik.
“Hmm… kijk de volgende keer alsjeblieft wel. Jezus mensen, ik heb er echt knallende koppijn door.” Zei hij en liep chagrijnig naar boven. Patty en ik voelde ons best wel schuldig.
“We moeten de volgende keer echt wel wat voorzichtiger doen.” Zei Patty.
“Ja, arme Draco. nu heeft hij knallende hoofdpijn.” Zei ik en Patty knikte. “Misschien moeten we een middeltje halen tegen hoofdpijn bij madame Plijster.”
“Ja, laten we dat doen.” Zei Patty en samen liepen we naar madame Plijster en kwamen weer terug met een pilletje tegen de hoofdpijn.
“Wie gaat het brengen?” vroeg ik.
“Doe jij maar, jij en Draco zijn eeuh… beter bevriend.” Zei ze, maar dat wilde ze niet zeggen. Ik haalde mijn schouders op en terwijl ik de trap af liep toverde ik een glaasje water. Het pilletje loste vrijwel gelijk op en het water zag er troebel uit. Ik liep naar de jongensslaapzaal. De deur was dicht en ik hoorde niets.
Toen ik de deur open deed zag ik Draco op zijn bed liggen, niet direct, maar ik zag de schaduw tegen het gordijn. Ik liep zacht naar het bed en deed het gordijn open.
“Draco? ik heb iets tegen de hoofdpijn.” Zei ik en eerst verroerde hij zich niet, daarna draaide hij zich om en keek me wazig aan. Ik gaf hem het glas en hij dronk het op.
“Je voelt je echt niet goed hé?”
“Nee, niet echt nee.” Zei hij met een zucht en ik streelde met de bovenkant van mijn hand langs zijn slaap en wang.
“Je bent warm, je ziet er rood uit, je handen zijn klam… ik hoor je hart bonken, ik verzeker je dat het sneller is dan normaal.”
“Nou en, dat komt denk ik niet doordat ik ziek ben.”
“Draco, even geen grapjes. Je bent warm en dat betekend dat je-” verder kwam ik niet want Draco was gaan zitten en drukte een kus op mijn mond. Weer stroomde dat warme gevoel door me heen en ik voelde mijn bezorgdheid even verdwijnen, maar die kwam al snel weer terug.
“Ziek, maar dat ben ik niet. Ik heb het gewoon wat warm en anders ga ik nog wel even langs de ziekenzaal.”
“Nou, ik weet het niet hoor… is het besmettelijk?”
“Denk het niet. Waarom maak je je zo’n zorgen?”
“Omdat ik veel om je geef natuurlijk! Wat is dat nou weer voor een vraag.”
“Vroeg ik me gewoon af.” zei hij laks en haalde zijn schouders op.
“Lekker ding… ga je morgen mee naar Zweinsveld?” vroeg ik zo nonchalant mogelijk.
“Huh? Is dat een date?”
“Als jij dat zo wilt zien.”
“Is goed. Gezellig met z’n tweetjes.”
“Ach hou op. Volgens mij ben je echt ziek.”
“Hoezo?”
“Anders doe je nooit zo.”
“Ow… misschien wel. Maar de hoofdpijn is weg.”
“Beter. De hoofdpijn van mijn draakje is weg.”
“Grrr… je weet dat ik die naam haat.”
“Ja, daarom juist.”
“Wat ben jij soms toch lekker eigenwijs.”
“Ja, leuk hé?”
“Hangt er vanaf…”
“Wat jij wil. Nou ga jij nog maar lekker liggen, als we gaan eten haal ik je wel.” Zei ik grijnzend en wilde al opstaan maar werd terug getrokken.
“Waar ga je heen?”
“Leren in de LL-kamer.”
“Kan dat niet hier?”
“Nee.”
“Waarom niet?”
“Dan zit ik alleen maar aan jouw lippen geplakt… dan kan ik niet echt leren hé.”
“Hmm…” zei hij. Ik gaf hem een kusje en liep weg naar de LL-kamer.
“AAAHHH!!!!!” ik gilde zo hard mogelijk. Met grote ogen keek ik naar het tafereel. Patty kwam haastig aan rennen.
“Mel, wat is er? Waarom gil je zo?” vroeg ze bezorgd. Ik kon niets uitbrengen, ik had er zoveel moeite aan besteed!! Hoe kon dit gebeuren?
“Mel, wat is er?” ik wees met mijn handen naar de grond. “Mel, ik snap het niet! Wat bedoel je?!”
“Mijn eindwerkstuk!!!” riep ik verwoed uit. Ik had meer dan een maand gewerkt aan het eindwerkstuk voor Toverdranken. Het was heel moeilijk, maar het waren dan ook wel 5 perkamentrollen van 1 meter lang. En nu, nu lagen ze daar versnipperd op de grond!!
“Je wat? Eindwerkstuk? Je bedoeld die voor… ow nee!! Sneep gaat je zo niet geloven morgen!!”
“Wie doet nou zoiets?” jammerde ik, ik had zin om in huilen uit te barsten.
“Het ziet ernaar uit dat dit een kat was… kijk maar naar die pootafdruk.” Snoof Patty en ik voelde woede opborrelen. Maar hoe moest ik weten welke kat het heeft gedaan?
“Ik krijg hem wel!! Ik vermoord hem!! AAHH!!!!” gilde ik opeens hard toen ik naar mijn hutkoffer keek die open stond met allemaal verscheurde kleren, of in ieder geval, kleren met haken en gaatjes.
“Wat nu wee- oow mijn god!!!” zei ze met grote ogen. Doordat ik als eerst naar mijn werkstuk had gekeken had ik niet gezien dat mijn kleren ook waren verpest. Ik snelde naar mijn koffer en bekeek de schade.
Gelukkig lagen de oude kleding bovenop en was mijn mooie kleding onbeschadigd. Alleen een shirtje, mijn lievelings shirt nog wel, war kapot!!
“Nee!! Niet dit shirt!! Deze had ik van Draco gekregen voor mijn verjaardag vorig jaar!!”
“Wat zonde!! Dit is echt gewoon gemeen!”
“Ja! Welke kat doet nou zoiets?” zei ik en keek met treurige ogen naar het resultaat.
Met een zucht ging ik naar de LL-kamer en vroeg iedereen of ze een kat van mijn slaapzaal hadden zien komen. Niemand had hem, of haar, gezien.
“Waarom gilde je zo, Mel?” vroeg Jack die op de bank zat.
“Nou, een kat heeft heel wat kleren kapot gemaakt en mijn eindwerkstuk is naar de knoppen!!”
“Ow, dat is balen… ga anders naar Sneep en vraag of hij nog wat aan je werkstuk kan doen.”
“Het is versnipperd…”
“Ow, dat is niet zo best.” Zei hij met een zucht. Ineens schoot me iets te binnen.
“AAAH!!!” gilde ik opnieuw.
“Wat?!” vroeg Patty geschrokken.
“Ik ga vandaag met Draco naar de dinges en nu heb ik geen kleding meer!!!”
“Met wie?!”
“Met dingetje!! Maar ik heb helemaal niets om aan te trekken!!”
“Dingetje?! Wie is dat?”
“Hoe heet ie ook alweer? Ach, laat maar. Maar kan ik iets van jou lenen?” vroeg ik aan Patty en ze knikte.
We snelden naar boven, ik leende een van Patty’s nieuwste truitjes, gingen weer naar beneden en wilde naar de grote zaal lopen.
We werden alleen gehinderd door een gesprek dat ik opving tussen Sandra en wat ‘vriendinnetjes’. Sandra had een kat in haar handen en die had een groen draadje om zijn poot heen.
“Ja, ik ben mij snoeziepoezie even aangemoedigd door wat snoepjes in haar koffer te doen en een vissmaakje aan haar werkstuk te geven.” Zei Sandra trots en ik stopte met lopen. Sandra had dus mijn spullen vernield! Die rot bitch had het gedaan!!
Het bloed kwam onder mijn nagels vandaan en borrelde in mijn aderen. Ik balde mijn vuisten en draaide me om.
“Wat heb ik jou ooit aangedaan dat je dit doet?!?!” schreeuwde ik kwaad en wees met mijn vinger naar Sandra.
“Je hebt Draco van mij af gepikt!” zei ze vals.
“Afpikken?!! Jij hebt hem van mij afgepakt!! Hoe durf je hem maar te vragen naar dat feest?!!!!!”
“Gewoon doen toch!!!”
“Moet je jezelf eens horen!! DACHT JE NOU ECHT DAT HIJ JE LEUK VIND EN VOND? JE BENT ZO TRIEST ALS HET MAAR KAN ZIJN!! MET JE PRAATJES! JE HEBT ILLUSIES EN IEMAND HEEFT JE EEN TOVERSPIEGEL VOORGEHOUDEN, WANT JE BENT OERLELIJK EN JIJ DENKT NOG STEEDS DAT JE MOOI BENT!!!!” schreeuwde ik buiten zinnen.
“Go Mel…” merkte Jack droog op.
“Dat kwam hard aan.” Hoorde ik iemand anders zeggen.
“Het is wel waar.” Zei weer een andere leerling.
“HEB JE OOIT EENS NAAR JEZELF GEKEKEN?!!”
“VAAK GENOEG OM TE WETEN DAT IK EN 10 KEER BETER UITZIE DAN JIJ!!”
“HOE DURF JE!!” schreeuwde Sandra en haalde met de platte hand uit. Doordat ze dat deed verloor ik mijn gezonde verstand en ramde er zo hard mogelijk op terug. Sandra liet het er niet bij zitten en trok onwijs hard aan mijn haar. Ik slaakte een gil en pakte Sandra’s hand waar haar nepnagels aanzaten. Een voor een trok ik ze eraf en nu was het Sandra’s beurt om te gillen.
Woest trok Sandra haar stok en richtte die op mij.
“Color Capillus!!” schreeuwde ze. Ik hoorde sommige meisjes kreetjes slaan en Patty riep hard.
“Je haar is groen!!!” Ik keek naar mijn haar en die was opeens felgroen!! Ik trok mijn stok om terug te slaan.
“Change Clothes!!” opeens waren de kleuren van Sandra’s kleren veranderd ik fel geel en fel paars en bruin.
“AAAH!! BITCH!! NU PAST MIJN OUTFIT NIET MEER!!! ClOWN!!” riep ze en in de weerspiegeling van het raam zag ik dat mijn gezicht in die van een clown was veranderd!! Ik zei heel simpel weer een spreukje en ik was weer normaal. Maar Sandra zou het zwaar te verduren krijgen.
“Is dat alles wat je kan?!” grinnikte ik en ze keek me even verbaasd aan. Ik ontweek de volgende spreuk en liet haar struikelen. Ik liep naar haar toe, plensde een glas water in haar gezicht, haar mascara ging uitlopen! Daarna toverde ik een bak met teer en goot het over haar bloesje.
“AAAAH!!!” gilde Sandra en ik hoorde veel kinderen kreten als “Ooh!!” en “Oeh!!” zeggen.
“Oké, ik wed voor 10 sikkels op Mel.” Zei Lucas handenwrijvend. Ondertussen waren allen leerlingen in een kring om ons heen komen staan en waren ons aan het toejuichen.
“Ik wed voor 15 sikkels op Mel!” riep Nick uit!
“Maar Sandra kan ook gemeen zijn!” zei Lucas daarop volgend.
“Maar Mel is sluwer!” zei Nick.
“Go Mel, Go Mel! Je bent de beste! Je bent de beste!” riep Jack uit met een vaag cheerleader dansje.
“Mel!! Pas alsjeblieft op voor mijn shirtje!! Het heeft me galjoenen gekost!! Kijk uit want anders meng ik me straks ook in de strijd!!” riep Patty boven het lawaai uit.
Sandra probeerde op te staan maar gleed weer uit. Vals stond ik te kijken hoe Sandra aan het worstelen was met de teer. Ik keek even wat Jack aan het doen was en lette daardoor even niet op.
Sandra zag haar kans en gaf me eerst een harde bitchslap in mijn gezicht, daarna trok ze super hard aan mijn haar, gaf me een knietje in mijn buik en ik klapte dubbel achterover.
Ik greep naar mijn buik en hapte naar adem. Om me heen zag ik pijnlijke blikken van kinderen en toen ik naar Sandra keek zag ik dat ze gemeen stond te grijnzen.
Ik vergat de pijn en stond woedend op. Met drie harde klappen in haar gezicht, die blauw begon te worden, en een arm om haar nek probeerde ik haar wurgend op de grond te krijgen. Ze trapte met haar naaldhak op mijn kleine teen, het deed ontzettend pijn! Met een spreuk zorgde ik ervoor dat de naaldhakken braken en kreeg haar daardoor makkelijker op de grond.
“Gelukkig!! Mijn shirtje is nog heel!!” krijste Patty van blijdschap. Opeens kreeg ik een paar super scherpe nagels in mij achillespees en ik zakte van pijn door mijn benen.
Na 2 seconden stonden we echter alweer tegenover elkaar en ik wilde net een klap uitdelen, maar omdat ik opeens naar achteren werd gesleurd miste ik hem net.
“HEE!! LAAT ME LOS!!! WIE IS DIT?!?!?! IK ZEG LAAT ME LOS!!” schreeuwde ik en toen ik een paar blonde haartjes zag wist ik al wie het was.
“DRACO!!! HET BEGON NET LEUK TE WORDEN!!! LAAT HAAR LOS OF MET JOU EINDIGT HET OOK ZO!!!” riep opeens een hoge schelle stem, alleen niet die van Patty. En begonnen veel kinderen naar hem te schreeuwen dat hij me los moest laten, maar dat deed hij niet.
“EN WIE NU NOG EEN WOORD ZEGT HIEROVER KRIJGT EEN MAAND LANG STRAFREGELS!! EN GA IK NAAR PROFESSOR SNEEP, HIJ ZAL HET NIET PRETTIG VINDEN!! ALS HOOFDMONITOR IS HET MIJN TAAK JULLIE IN TOOM TE HOUDEN! BLIJKBAAR KUNNEN JULLIE DAT NIET ALS IK 2 SECONDEN WEG BEN!! STILTE NU!!” schreeuwde Draco opeens boven de menigte uit. Iedereen was opeens stil.
“Wat staan jullie hier nu nog?! Ga weg!! De LL-kamer moet helemaal leeg zijn! Alleen de 7e jaars blijven hier!!” zei hij.
“Jullie hebben het gehoord! Hup doorlopen! Jij daar! Vieroog! Move!!” riep Patty en stuurde langzaam de kinderen weg.
“HO!! WACHT EVEN!! IK HEB GEWONNEN!! EERST WIL IK MIJN GELD HEBBEN!! IK ZEI TOCH DAT HET GELIJK ZOU BLIJVEN!!” riep een 3e jaars jochie. Lucas wilde al zuur zijn geld inleveren tot hij werd onderbroken.
“ER WORDT HELEMAAL GEEN GELD GEGEVEN, NOG EVEN EN JIJ KRIJGT HEEL LANG STRAFWERK!!” bulderde Draco woest.
“Dank je Draco, je bent een echte vriend.” Zei Lucas met een klopje op Draco’s schouder, maar hij stopte gelijk toen hij Draco’s blik zag.
“Mel wat was jij in hemelsnaam aan het doen?!” zei Draco boos en toen de LL-kamer weer rustig was. Geïrriteerd onderbrak ik mijn moordgebaren naar Sandra en keek hem aan met een ik-was-druk-bezig-waarom-onderbreek-je-me-als-ik-bezig-ben-met-Sandra-een-moordgebaar-aan-het-sturen-ben-blik.
“Dat zag je toch?!” zei ik bitchie… ik had nog steeds het vechtgevoel in mijn aderen.
“Ja, maar waarom deed je dat en wie begon er.”
“Zij begon! Ze heeft mijn werkstuk vernield, mijn kleding en in het speciaal dat truitje van jou en als je het verder zelf niet kan bedenken dan vertel ik het ook niet.”
“Dat heb ik helemaal niet gedaan!!” riep Sandra kwaad uit.
“Echt wel!! Lieg niet! Of wil je nog een keer te maken krijgen met mijn vuist!!”
“Kom maar op dom wicht!” riep ze.
“Wingardium Leviosa!” zei ik en een stoel stuurde ik regelrecht op Sandra af.
“Mel!! Stop hiermee!” riep Draco terwijl Jack naar de trappen rende en hard schreeuwde:
“HÉ MENSEN!! HET GEVECHT IS NOG NIET VOORBIJ!! BERNARD!! HET ZIET ERNAAR UIT DAT JE JE GELD NIET KRIJGT!!” Patty snelde naar de trappen om vervolgens jack met Jeen moordlustig poging ervan af te duwen, dit lukt niet, maar schreeuwde toen tegen de leerlingen die weer aan kwamen stormen:
“LEUKE GRAPJES MAAK JE JACK!! SORRY MENSEN!! LL-KAMER IS VERBODEN TERREIN EN HET IS ALLANG OVER… BERNARD JE KRIJGT JE GELD ZO SNEL MOGELIJK VAN JACK!!”
Ondertussen had Draco de toverstokken van mij en Sandra afgenomen en waren wij weer bezig elkaar moordgebaren aan het toe te sturen.
“Sandra en Mel… willen jullie nu even stoppen met moordpogingen te bedenken en moordgebaren naar elkaar toe te zenden? Ik wil je even onder vier ogen spreken, Mel.” Zei hij en het leek wel alsof hij teleurgesteld was, waarschijnlijk niet. Zwijgend volgde ik hem en allerlei vreemde scenario’s spookte door mijn hoofd. Straks zou hij zeggen dat hij me zou gaan verlaten voor Sandra en dat ze al een gezin waren begonnen.
Draco:
Geërgerd werd ik wakker door een hoop geschreeuw boven. Mokkend ging ik mijn bed uit en vervloekte de kinderen die daar zo hard aan het schreeuwen waren.
Ik trok mijn gewone kleren aan en bedacht me dat ik deze dag met Mel naar Zweinsveld zou gaan.
Ik liep de trap op en het geluid werd steeds harder.
“Hé! Kunnen jullie niet wat stiller zijn?!” riep ik al voor ik boven was. Toen ik boven was zag ik een grote menigte staan die luid juichte.
“Wat is hier aan de hand?” vroeg ik aan de eerste kinderen.
“Stil!!” kreeg ik van 4 kinderen terug.
“Wat?! Wat is hier aan de hand?!”
“Oohw!!! Dat moet pijn doen!!”
“Wat? Wat moet pijn doen?! Ik wil antwoord!!” ik schudde een leerling door elkaar.
“Stil nou!! Ik kan het niet volgen!!”
“Wat niet volgen?”
“Het gevecht natuurlijk!!! Stil nou!! Ik wil het volgen!! Ooohw!!!” Zuchtend zocht ik Nick, die zou het wel weten. Ik zag Jack staan die een vaag cheerleaderdansje deed. Ik duwde iedereen die in mijn weg stond opzij zodat ik naar Jack toe kon.
“Jack? Wat ben je aan het doen? En wat gebeurd hier allemaal?!”
“Hé Draco!! Stil eens. Het gevecht wordt net leuk! Heb je al ingezet? Op wie?”
“Wie zijn er aan het vechten en waarom hebben jullie ze niet tegengehouden?!!”
“Mel en Sandra natuurlijk!! Nou omdat je die niet durft tegen te houden!! Voor wie ben jij?! I heb 15 sikkels ingezet op Mel!”
“Gelukkig!! Mijn shirtje is nog heel!!” krijste Patty opeens erboven uit. Opeens drong het tot me door. Mel en Sandra waren aan het vechten!!
“Mel en Sandra?!! Mel en Sandra?!!” riep ik uit.
“Ja, wie denk jij nou?!! Sinterklaas en de Kerstamen?! En nu stil!! Mel heeft net een paar nagels van Sandra in haar achillespees gekregen en ze zakt nu door haar knieën!!!” ik haastte me door de menigte heen. Hoe kon dit zomaar gebeuren? Mel kreeg nagels in haar achillespees? Dat moet pijn doen!
Boos duwde ik een aantal leerlingen aan de kant die me boos aankeken.
“Hé! Malfidus!! Je staat in mijn gezichtveld!! Aan de kant jij!!” riep iemand en boos keek ik achterom.
“Pas op of ik vervloek je!” gromde ik. Ik had me naar voren weten te krijgen en zag dat Mel en Sandra weer waren opgestaan. Sandra zag er vreselijk uit, een blauwe wang en kleding voor smerige troep. Mel had knal groen haar en haar wangen waren ook blauw. Sandra’s hakken waren gebroken en ik zag een bos groen haar op de grond liggen. Bij Sandra was de mascara ook nog eens heel erg uitgelopen, bij Mel kon ik het niet goed zien want ze stond met haar rug naar me toe.
Ik was ontzetten boos en wilde de twee meiden het liefst zo vervloeken dat ze nooit meer durfde te vechten! Maar ik hield me in en vlak voordat Mel Sandra nog een mep wilde geven pakte ik haar arm en trok haar naar achteren.
“Ben je nou helemaal geschift!” siste ik, wetend dat ze het niet zou horen. Boos liep ik weg, Mel meesleurend, en kreeg een aantal –heleboel!- opmerkingen en bedreigingen naar mijn hoofd.
Buiten zinnen schreeuwde ik dingen tegen de leerlingen en terwijl de LL-kamer langzaam leeg liep dacht ik na over wat er zojuist was gebeurd. Hoe kon Mel zich zo onvolwassen gedragen? Waarom deed ze dit? Zou ze zich altijd onvolwassen blijven gedragen? Ook als we nog eens ooit iets zouden krijgen? Dat zou kleine kans zijn… nee, ik moet niet op de zaak vooruit gaan lopen.
Ik keek naar Mel die witheet van woede naar Sandra wees en toen met haar hand langs haar keel ging; met een vuist in haar andere hand slaan; weer naar Sandra wijzen en dan voordoen hoe ze haar in mootjes zou hakken en in de prullenbak zou gooien of in de toverketel. Ik keek naar Sandra die even wilde, woeste gebaren terug maakte.
Ik probeerde een normaal gesprek uit haar te krijgen, maar dat ging heel moeilijk. Er werden zelfs nog met stoelen gegooid en uiteindelijk zag ik in dat ik er niet veel aan kon doen als ik hier nog met haar zou praten. Ik maakte Mel duidelijk, en de anderen, dat ik Mel onder vier ogen wilde spreken. Ik keek haar teleurgesteld en verwijtend aan en liep toen op weg naar mijn slaapzaal, ik kon niet naar die van haar, en ze volgde zwijgend.
please please reacties!!!
love you!! |
_________________ Boys are just like trains. If you lost one, you just take an other.... ^^ |
|
  |
 |
tea
2e jaars


Verdiend:
52 Sikkels
Woonplaats: amsterdam
|
Geplaatst:
Zo Jul 03, 2005 15:20 |
 |
hooi mensen!!
ik heb veel reacties gehad, dank jullie!!
ik heb weer een stukje!!
misschien zitten hier wat meer spellingfouten in aangezien mijn spellingscontroolster er op dt moment niet is
ach ja, ik hoop dat het jullie niet teveel afleidt...
nou, veel plezier.. ene ik zou graag weer zo'n aantal reacties willen
Hoofdstuk 19
Zwijgend liep ik de trap af achter Draco aan. Hopend dat hij zo meteen zou vertellen dat hij nog steeds van me hield en… nee, ik moet niet overdrijven! Het is niet alsof kleine Julio en Fernando onderweg zijn… ik dacht weer teveel aan die soapseries die altijd op het heksenkanaal komen. Draco opende de deur van zijn slaapzaal en liet me naar binnen. Het leek wel alsof er werd verwacht dat ik zou willen uitbreken, of dat ik een gevangene was! Waardom deed hij zo super serieus?!
Hij sloot de deur achter zich en met een verwijtende blik keek hij naar mij. De vragen brandde op mijn tong en ik kon het niet langer voor me houden.
“Waarom doe je alsof dit een wereldramp is? Waarom doe je zo verwijtend? Ik bedoel heb ik zoveel fout gedaan…” dat laatste ging steeds langzamer toen ik zijn teleurgestelde blik zag. Ik keek naar de grond, ik schaamde me maar ik werd niet rood.
“Waarom ik zo doe? Heb je enig idee wat je zelf hebt gedaan? Jullie waren aan het vechten! En niet zo’n beetje ook. Snap je het dan niet? Het is mijn taak het hier in orde te houden, maar als jij met stoelen gaat gooien lukt dat toch niet!” riep hij wat verwoed uit. Ik schrok een beetje van zijn uitbarsting.
“Je hoeft niet zo lullig te doen tegen mij… ik… zij… ze heeft expres mijn kleding en eindwerkstuk kapot gemaakt en toen ik vroeg waarom ze dat had gedaan zei ze omdat ik jou van haar had afgepakt… zij begon met me slaan, ik moest me toch verdedigen? Ik kon me toch niet in elkaar laten slaan door haar?!! Ik verdedigde mijn eer! Je weet toch wel wat dat is?! Mijn reputatie!! Hoe zou jij het vinden als potter al jou kleding had vernield? En Griffel er nog eens overheen kotste? En…” mijn ogen werden vochtig, waarom begreep hij me niet? Waarom deed hij zo?
Ik voelde me eenzaam, alsof iedereen tegen me was gekeerd. Leeg, alleen maar omdat het, omdat hij boos was en me niet begreep… niet wilde!
Ik stond op en wilde weglopen. Draco pakte mijn arm en hield me tegen. Ik keek hem boos en verdrietig aan… maar hij keek niet boos noch verwijtend. Hoe keek hij? Ik kon de blik echt niet plaatsen.
Hij veegde met zijn duim zacht het bloed weg dat van mijn lip kwam.
“Mel, ik begrijp je woede en..”
“Dat doe je niet! Anders ben je niet zo teleurgesteld in mij.”
“En ik hoop dat je ook kunt begrijpen dat ik niet zo wil reageren, maar ik moet. Jullie maakten zoveel lawaai dat Sneep zo kon komen kijken… hij zou mij verantwoordelijk stellen. En weet je wel wat je allemaal kon oplopen? Je had wel iets kunnen breken, of gewond kunnen raken of… we hadden niet naar de ziekenzaal kunnen gaan omdat je dan vragen krijgt enzo. Ik wil me geen zorgen maken om iets dat voorkomen kan worden. En…” ik draaide mijn hoofd af. Ik wist dat hij gelijk had, maar ik wilde dat ik gelijk had. Hij kwam weer met zijn hand naar me toe, maar raakte nu mijn wang aan. Ik had een grote blauwe plek op mijn wang.
“Doet dit pijn?” vroeg hij terwijl hij met zijn warme hand over mijn wang gleed. Ik zette mijn tanden op elkaar en er kwamen weer nieuwe tranen in mijn oog, het deed ontzettend pijn. Ik schudde mijn hoofd. Ik weet niet waarom, maar ik wilde niet dat hij wist dat het pijn deed.
“Je kan eerlijk tegen mij zijn hoor. Ik zie het als je pijn hebt.” Zei hij en ik ontweek zijn ogen. Zijn hand gleed naar mijn nek en hij stapte wat dichterbij. Ik moest hem wel aankijken.
Hij had geen verontwaardigde blik of andere negatieve blik. Zijn ogen waren zacht en vriendelijk.. echt typisch… het was nu geen tijd voor sarcastische opmerkingen, hij kwam dichterbij!
Automatisch ging ik dichter naar hem toe en ik stond nu tegen hem aan. Vond hij me dan toch nog leuk? Ik voelde zijn adem lang mijn lippen gaan en nu streken zijn lippen langs de mijne… en toen….
“Eeuhm… gaan jullie nog naar.. ow, ik zie dat jullie bezig zijn… laat me jullie niet gestoord hebben.” Zei de stem van Jack en de deur sloot weer. Ik voelde het bloed naar mijn hoofd stijgen. En ik beet op mijn lip, au… dat deed pijn.
“Trek je er niets van aan, hij is niet zo tactvol…” zei Draco met een zachte stem en nu streken zijn lippen niet alleen langs die van mij. Ik drukte mijn lippen iets steviger op die van hem. Ik verkende de streek en gleed daarna met mijn tong over zijn lippen. Hij opende zijn mond een klein stukje, net genoeg om door te kunnen.
Het was een fijn moment. Ik vergat al mijn zorgen en negeerde mijn lip die begon te bloeden.
“Ik zal een nieuw shirtje voor je kopen, oké?” zei hij en ik giechelde. Ik was veranderd van een meisje dat net met iemand gevochten had, naar een verlegen giechel meisje dat met een jongen zat te flirten… alleen was ik niet echt verlegen.
“Zo, wat ga je de volgende keer doen als zei weer iets naars zegt..?”
“Eeuhm… haar weer slaan?” zei ik met een grijns op mijn gezicht en Draco lachte.
“Ik wilde dat ik dat kon… maar nee.”
“Nee, ik haal jou erbij. Kijken of ze dan nog zo’n grote bek heeft… zo goed pappie?”
“Heel goed! Jij bent een snelle leerling.”
“Ooh!! Ik een leerling van jou? Dan kan je me net zogoed je minnares noemen!!”
“Sorry schat… jij bent mijn wijze vriendinnetje… zo goed?”
“Vriendin, perfect.” Zei ik lachend. Met een arm om mijn schouder liepen we terug naar de LL-kamer waar ondertussen al weer wat kinderen zaten.
“Zo wat hebben jullie gedaan? Samen geslapen of zo?” vroeg Jack die zijn boek weg legde.
“Nee, was het maar zo.”
“Zo zo Mel, wat bedoel je daarmee?”
“Niets hoor…”
“Mel Malfidus!!” riep Patty opeens door de LL-kamer.
“Huh? Waar haal je dat vandaan Patty? Oow.. Patty Potter!!”
“Patty wie?” vroeg Lucas geschokt.
“Patty Potter… ze droomde eens dat ze ging trouwens met Potter.. en toen werd ze gillend wakker.” Zei met een gemene glimlach en Patty keek me nors aan. “Sorry Pat.” Zei ik daarna.
“Zeg het is al half 7 en ik begin honger te krijgen.” Zei Nick en Jack knikte hevig. Ik grinnikte en knikte. We liepen naar de grote zaal en ik werd overal nagestaard, ik wist alleen niet waarom. Ik zag Harry Potter lopen en hij zag mij. Het leek wel alsof hij lichtelijk in shock was toen hij mij zag want hij bleef verbaasd staan kijken. Zijn vriend Wezel staarde me ook aan, maar in plaats van te blijven staan liep hij gewoon door en knalde daardoor tegen een deur op.
“Eeuhm, waarom kijkt iedereen zo naar me?” vroeg ik zacht aan Patty en ze keek me aan. Haar ogen werden groot.
“Patty? Wat is er?”
“Je haar is nog groen!!!” zei Patty met grote ogen. Ik schrok me rot! Ik pakte een pluk haar en het was inderdaad nog steeds fel groen.
“AAAHH!!!” gilde ik hard en rende als een gek naar de toilet. Intussen was het hele kasteel waarschijnlijk in rep en roer door mijn gil en dachten ze dat er iets vreselijks was gebeurd.
“Hé Mel waar ga je, o mijn god… dat hadden we over het hoofd gezien.” Zei Nick en wreef met zijn hand in zijn nek.
Na mezelf te hebben opgesloten in de toilet kwam ik er na een kwartiertje weer uit. Mijn haar was weer de oude en mijn gezicht minder bebloed. Toen ik de grote zaal binnen liep probeerde ik ongezien naar de tafel van Zwadderich te gaan. Maar het verliep helaas iets anders. Ik werd de hele tijd aangestaard en er werd veel naar me gewezen. Ze hadden het waarschijnlijk over mijn groene haar of over mijn gevecht met Sandra. Toen ik aan de tafel van Zwadderich zat hoorde ik plotseling een stem:
“LUCAS IK KRIJG NOG GELD VAN JE!!!!!”. Met een vreemde blik keek ik Lucas aan.
“VERGEET HET MAAR BERNARD! HET WERD ONDERBROKEN DUS NIEMAND HAD GEWONNEN!!! JE KRIJGT HET NIET!!” schreeuwde Lucas terug en keek daarna vragend naar mij.
“Hoezo ben je Bernard geld schuldig?” vroeg ik terwijl ik al een vaag vermoede had waar dit over ging.
Snel propte Lucas allemaal voedsel in zijn mond om niet te antwoorden op mijn vraag. Hij hoopte dat we het voorval met Bernard zouden vergeten maar het ging nogal moeilijk omdat Bernard en zijn vriendjes Lucas opwachtte na het eten.
“Bernard… ik heb al gezegd dat je geen geld van mij krijgt. Daar blijf ik bij.” Zei Lucas.
“Nou dat is dan jammer voor jou, want een afspraak is een afspraak.” Zei Bernard nors.
“Zeg, waar gaan dit over?” vroeg ik nieuwsgierig. Ik had eigenlijk al een idee, hij moest alleen nog bevestigd worden.
“Toen jij met Sandra eeuhm.. jeweetwel had…. Toen heeft hij een pool opgericht.. en ik heb op jou gestemd natuurlijk. Maar Draco zegt dat er geen geld wordt gegeven dus…”
“Ow… nou Bernard… dat lijkt me toch duidelijk, niet?”
“Hij heeft een afspraak gemaakt.”
“Nou kijk, persoonlijk vind ik dat je afspraken na moet komen. Vooral als je die met een meisje hebt, maar dit is maar een dom weddenschapje en vind ik dat hij zijn afspraak niet hoeft na te komen. Hierbij komt ook nog dat Draco heeft gezegd dat het niet gebeurt.” Zei ik op zo’n vriendelijk mogelijke toon.
“Alsnog, ik vind van wel!” zei Bernard koppig en ik begon mijn geduld een beetje te verliezen, het werd gewoon irritant!
“Nou luister jij, klein snotjong. Hij geeft helemaal niets aan jou en als je er nog een woord over zegt dat kunnen ze nog een pool maken, maar dan niet tussen mij en Sandra, maar tussen jou en mij! Duidelijk?!” zei ik dreigend, dit moest toch wel doorkomen?
Hij knikte wat bangachtig en met en gebaar met mijn hoofd vluchtte hij als het ware weg. Nick floot.
“Zo, het is er dus toch nog niet helemaal uit?” zei hij met een grijns.
“Wat dacht jij nou?”
“Niets hoor…. Maar zeg eens, hoe ga je dat doen met dat werkstuk?”
“Ik heb geen idee, Sneep zou me niet geloven. En ik heb nu echt geen tijd meer om een nieuwe te maken! Ik heb al mijn tijd nodig voor het leren van de P.U.I.S.T. examens!”
“Ow, dat komt ook nog steeds dichterbij… ik zie er echt tegen op.” Jammerde Jack en Lucas gaf hem een klap op zijn schouder.
“Het komt wel goed.” Zei hij en grinnikte. “Hoop ik.”
“Zeg, waar is Draco eigenlijk?” vroeg ik terwijl ik een rondje draaide.
“Ik weet het niet. Misschien is hij weer weg, ergens heen.” Zei Patty maar dat zou hij tegen ons hebben gezegd.
“Ik weet het niet, dat zou hij zeggen. Ik heb er geen prettig gevoel over.” Zei ik met een zachte stem.
Er kwamen opeens vreselijke beelden en gedachten in me op. Draco die nog witter dan wit ergens op de grond lag, zonder hartslag; Draco die krampachtig om hulp vroeg en helemaal onder het bloed en levensbedreigende wonden zat; Draco die er met een ander meisje vandoor ging; Draco die op weg was naar Jeweetwel om te vertellen dat hij zich bij hen aansloot en vervolgens onschuldige mensen aan het vermoorden en martelen was; Draco die nu gemarteld werd…. Mijn maag maakte een vreselijke salto en ik kon het nog maar net binnenhouden.
“Sorry jongens, ik voel me opeens helemaal niet lekker meer.” Zei ik en voor mijn maag weer een salto maakte rende ik naar de wc en vloog alles wat ik net had gegeten in de toilet.
“Mel! Meisje! Gaat het wel?” vroeg de bezorgde stem van Patty die me was gevolgd.
“Waar lijkt het op?!” snauwde ik.
“Domme vraag van mij. Hoe komt het zo opeens?”
“Ik dacht aan allemaal vreselijke dingen die er allemaal met Draco konden gebeuren. Echt vreselijk, ik bespaard je ze.” En terwijl ik weer dacht aan de dingen ging ik weer over mijn nek.
“Wat naar, nou in ieder geval een troost. Dat spul heeft smaak, want het heeft onze afdelingskleur.” Zei ze alsof ze dacht dat echt zo was, dat dacht ze volgens mij ook.
“Pat, dat betekent dat er dus niets meer in mijn maag zit… ik spuug gal hier zo.”
“Ow, dat is minder prettig voor je.”
“Sarcastisch?”
“Nee! Natuurlijk niet!”
“Mooi, want anders was de volgende beurt over je nieuwe schoenen!”
“Ik hou mijn mond.”
“Dat is je geraden.” Zei ik depressief. Ik stond langzaam op en liep naar de wastafel.
Mijn gezicht zag behoorlijk wit en mijn ogen stonden rood en dof. Ik voelde ook opeens een overweldigende vermoeidheid door me heen stromen en ik leunde met trillende armen op de randen van de was tafel. Mijn benen trilden en ik begon opeens te zweetten.
“Mel, misschien kun je beter even in bed gaan liggen.” Zei Patty voorzichtig en ik knikte.
Ze ondersteunde me naar de LL-kamer van Zwadderich en ik voelde me draaierig en zweverig.
Wat was dit allemaal? Hoe kon dit opeens zo opkomen?
Nick, Jack en Lucas keken bezorgd toe hoe Patty mij naar de bank loodste. De kamer draaide om me heen en ik werd en misselijk en nog draaieriger van.
“Laat de kamer stoppen met draaien, alsjeblieft.” Zei ik bijna onhoorbaar.
“Sluit je ogen, dan stopt het.” Zei een fluisterende stem.
“Maar dan zie ik die beelden weer.”
“Dat weet je niet, alleen als je het probeert.”
“Dat durf ik niet. Ik ben er bang voor.”
“Over win je grootste angst.” Zei de stem weer en ik sloot mijn ogen.
Meteen kwam een beeld naar boven. Draco zijn gezicht zag ik, hij glimlachte. Ik glimlachte terug. Het gezicht ging naar achteren en langzaam zag ik zijn hele lichaam. Hij lag op bosgrond. Langzaam veranderde zijn blik en hij sloot zijn ogen. Zijn gezicht vertrok van pijn en er verscheen overal bloed en wonden. Hij haalde schokkerig adem, hij lag op sterven.
Mijn glimlach verdween en ik haalde scherp adem. Mijn ogen schoten open en ik keek bang om me heen. Ik zocht hem, waar was hij?! Waar was hij?!!
Er was niemand, ik lag ook niet meer op de bank. Ik lag in het bos. Bang stond ik op en rende in het wilde weg ergens heen.
Het was donker en ik kon alleen maar bomen zien. Takken vlogen in mijn gezicht en ik probeerde ze verwoed weg te halen.
Opeens bleef ik staan. Ik slot mijn ogen en mijn gedachten gingen naar een plek, een openplek. In het midden zag ik iemand liggen. Ik opende mijn ogen weer en maakte rechtsomkeert.
Op mijn snelst volgde ik de weg die mijn gedachten ook had gevolgd. Takken zwiepte weer in mijn gezicht, maar het hinderde me niet. Ik bleef staan aan de rand van de openplek, er lag iemand in het midden.
Als een sneltrein snelde ik me ernaartoe. Het kon me niet schelen wat er zou gebeuren, maar mijn gevoel zei dat het niet veel goeds was. Twee meter voor de persoon stopte ik en keek op de persoon neer.
Ik snakte naar adem en kneep mijn ogen stijf dicht.
“Dit is niet echt! Dit is niet echt!” zei ik tegen mezelf, maar toen ik mijn ogen weer open deed lag hij er nog steeds.
Ik deed een paar stappen achteruit, alsof dat alles goed kon maken. Maar dat deed het niet. Het lot was hard, veel te hard!
Hij kreunde en met een schok besefte ik dat hij dringend hulp nodig had!
Ik liep weer naar hem toen en knielde naast hem neer. Hij was bleek en zat onder de wonden. Het bloed was door zijn gewaad heen gegaan en er lag een plas bloed op de grond. Hij haalde schokkerig adem en kreunde.
Er kwamen gelijk tranen op wellen. Ze rolde langs mijn wangen en drupte op zijn gewaad. Ik legde mijn hand op zijn voorhoofd en ging met mijn gezicht boven zijn gezicht hangen. Hij keek dof uit zijn ogen, maar ik wist zeker dat hij mij zag. Ik wist het zeker!
Mijn tranen kwamen nu op zijn wangen en ik pakte met mijn andere hand zijn hand vast.
“Hoe kan dit? Hoe kon dit gebeuren? Wat hebben ze met je gedaan?” vroeg ik zacht en snikte hartverscheurend.
“Draco, zeg wat! Alsjeblieft!” ik smeekte hem. Hij zuchtte nog een keer en haalde toen niet meer in.
“Draco!!” riep ik en begon vreselijk te huilen. Ik legde mijn hoofd op zijn borst en kneep mijn ogen stijf dicht.
Opeens na een vreselijke gil schoot ik overeind en mijn ogen gingen wijd open gesperd.
hoe was het? niet een beetje vreemd?
naja, ik hoor het wel
Love you! |
_________________ Boys are just like trains. If you lost one, you just take an other.... ^^ |
|
  |
 |
tea
2e jaars


Verdiend:
52 Sikkels
Woonplaats: amsterdam
|
Geplaatst:
Do Jul 07, 2005 16:27 |
 |
@t Lily_Jet: alsjeblieft, speciaal voor jou het volgende stukje. nog veel plezier op vakantie!
hooi mensen!!
ten eerste: heel erg bedankt voor de reacties allemaal!! het heeft me allemaal nieuwe inspi gegeven
ik heb weer een nieuw stukje!
ik hoop dat het niet te overdreven is ofzo...
graag reacties
enjoy it!
P.S. mijn spellingscontrolster is denk ik op vakantie :S
Hoofdstuk 20
Bang keek ik om me heen, maar mijn hoofd lag niet meer op Draco’s borst. Ik was in de LL-kamer en zat op de bank. Maar ik had echt een gil gehoord! Een echt, levens echte gil! Hij kwam uit het bos, hij klonk bang!
Ik zette de gedachten van de gil van me af en de eerste gedachten die ik weer had was: waar is Draco? Ik moest weten of hij alweer terug was.
Snel en stil liep ik naar de jongensslaapzaal. Ik opende de deur en keek naar binnen, ik zag niets. Het was te donker om iets te zien.
“Draco? Ben jij dat?” vroeg een stem en dat was voor mij genoeg om te weten dat hij er niet was. Ik antwoordde niet en sloot de deur.
Ik kreeg een heel naar gevoel, wat nou als mijn nachtmerrie echt was? Wat nou als die gil….
Verschrikt bleef ik staan, het moest wel! Ik zou nooit wakker worden door een gil van iemand anders, dacht ik. Ik voelde in mijn zak of mijn stok erin zat, hij zat erin. Zo snel ik kon rende ik weg, weg uit de LL-kamer, weg uit de kerkers, op weg naar de toren van Griffoendor.
“Alsjeblieft! Wilt u Harry Potter voor me halen?! Het is heel dringend!” vroeg ik smekend aan de dikke dame. Ze keek me vuil aan.
“Ik ken jou niet. Ik weet alleen dat je in Zwadderich zit. Potter heeft niets met zwadderaars dus waarom zou ik hem roepen? En je hebt me ook nog eens wakker gemaakt!”
“PLEASE!!! Het gaat om mensenlevens!!” riep ik bijna uit en ze keek me nu geschokt aan.
“Eeuhm… Bettie, wil jij even naar binnen gaan om te kijken waar die Potter zich-”
“Hoeft al niet meer, ik was niet in de LL-kamer.” Zei een stem achter me en ik maakte een sprongetje van schrik. Ik draaide me om en zag Potter staan.
“Harry!!” riep ik, waarom zei ik zijn voornaam?! “Je moet me helpen!”
“Waarmee?”
“Ik moet even je kaart zien. Draco is al sinds vanmiddag weg en ik heb echt een heel slecht gevoel hier over!” hij keek naar mijn gezicht en twijfelde.
“Heeft hij dat gedaan?”
“Nee, natuurlijk niet. Hij voorkwam juist dat ik er niet nog meer bij kreeg.”
“Ow, waardoor is het gebeurd?”
“Bitchfight. Maar wil je alsjeblieft kijken waar Draco is? Ik smeek je, alsjeblieft.” Ik zei het zeer snel en mijn stem trilde van angst. Hij keek me zo, zo vreemd aan.
Maar uiteindelijk haalde hij toch de sluipwegwijzer uit zijn gewaad en vouwde hem open. Ik keek op de kaart en zocht krampachtig de naam Draco Malfidus. Ik vond hem niet, of toch wel. Ik zag hem aan de rand van het bos staan en toen was hij weg.
“Daar,” ik wees naar de rand van de kaart en het bos. “Daar stond hij, hij liep er net in!”
“Weet je het zeker? Ik zag hem niet.”
“Heel zeker.” Zei ik en rende naar de trap.
“Moet ik mee gaan?” vroeg Potter nog maar ik schudde mijn hoofd.
Half struikelend en dwars door geesten heen rennend, –koud!!- rende ik naar buiten. Viel eerst nog van de laatste treden af en kwam in het gras terecht maar dat deerde niet.
“Draco?!!” riep ik over het terrein, maar niemand reageerde. Hij was weg en ik had me nog zo gehaast!
“Verdomme Draco!! Waar ben je?!!” riep ik mezelf aanmoedigend. Ik was bang. Ik ging dan wel vaker het bos in ’s nachts, maar nu was er veel meer aan de hand. Ik raapte al mijn moed bij elkaar en ging het bos in. Ik liep behoedzaam, niet dat ik snel kon lopen want ik was net hard gevallen. Ik ontweek takken en andere dingen die in mijn gezicht konden gaan zitten en maakte zo min mogelijk geluid.
Het was in het begin van het bos akelig stil, maar hoe verder ik het bos in kwam hoe meer geluid er was. Opeens hoorde ik een zacht gegil. het voelde niet goed, het was een gegil vol pijn. Ik kon alleen niet horen van wie. Misschien was het wel van Draco!
Onbewust begon ik sneller te lopen in de richting van het gegil. ik lette niet echt meer op de takken en het gekraak onder mijn voeten. Het gegil werd steeds luider, dat betekende dat ik dichterbij kwam.
Het stopte. Ik hoorde alleen nog gekreun en een paar plopjes. voor mijn neus was het heel dicht begroeid en met moeite kwam ik door de takken heen.
Ik stond aan de rand van een klein, open plekje. In het midden lag iemand, hij kreunde.
Ik rende naar de persoon toe en viel op mijn knieën naast hem.
“Draco! Wat is er gebeurd?” vroeg ik bang. Hij lag daar, op de grond. Hij was degene die gilde en kreunde. Hij had geen wonden, zoals in mijn droom, maar zijn ogen stonden dof en bij iedere beweging die hij maakte vertrok zijn gezicht van de pijn. Hij trilde helemaal.
“Wie heeft dit gedaan? Waarom was je opeens weg? Waarom zeg je niets? Ik was zo bezorgd! Dat ben ik nog steeds, maar waarom zei je niet wat je ging doen? Wat ging je doen? Wat is er gebeurd?” de woordenstroom kwam zonder dat ik het helemaal door had over mijn lippen. Hij had zo’n pijn, hij lag er hopeloos bij. Een traan rolde over mijn wangen, het was zo verschrikkelijk moeilijk om hem zo te zien liggen.
“Ssshhht…. Mel,” begon hij. “Je moet hier weg. Ze komen terug.” Hij moest erg zijn best doen om te praten.
“Nee! Ik laat jou niet alleen achter.” Zei ik beslist.
“Mel, je kan niets doen. Het was mijn eigen keuze. Ze komen straks terug,”
“Draco, zeg niet dat ik je hier moet achter laten. Ik laat je niet alleen. Ik wil het niet, ik kan het niet.”
“Mel, ga iemand halen… snel. Ik wil dat je veilig bent. Maak je over mij geen zorgen.” Zei hij. Hij haalde scherp adem en heel zwaar. Tranen stroomde nu langs mijn wangen.
“Ik kom terug, ik kom terug en neem hulp mee. Ze nemen jou ook niet van mij af.” Zei ik zacht en gaf hem een kus.
“Ga, snel.” Zei hij en met knikkende knieën stond ik op en rende terug van waar ik vandaan kwam.
Niet veel later hoorde ik weer een snerpende gil, de tranen wilde nu echt niet meer ophouden.
“Kanariepietjes, smekkies in alle smaken, chocoladekikkers… gedoe wat was het wachtwoord nou!!” Ik schopte tegen de stenen waterspuwer aan om vervolgens door de gang te hinkelen met mijn handen om mijn tenen. Ik dacht diep na.
“Hangoren!” riep ik opeens uit en de waterspuwer draaide rond en er verscheen een trap.
Snel ging ik op de trap staan die me omhoog bracht en bonsde hard op de deur van het kantoor.
Het was dan wel half 2 ’s nachts, maar hij moest wakker worden!!
“Professor Perkamentus!! Professor Perkamentus!! Laat me erin!! Alstublieft!” riep ik hard om vervolgens voorover door de deur te tuimelen.
“Jufvrouw Hanley, wat brengt u zo paniekerig midden in de nacht hier bij mijn kantoor?” vroeg Perkamentus bezorgd terwijl hij me hielp met opstaan.
“Professor… Draco,” ik hijgde als een bezetene door het rennen. “Draco ligt in het… bos. Hij heeft dringend hulp nodig! Hij is aangevallen door… ik denk… dinges… Jeweetwel.”
De professor keek me verschrikt aan en toverde toen een stoel voor zijn bureau.
“Ga eens zitten.” Zei hij en ik keek hem vreemd aan. Hoe kon hij zo rustig doen terwijl Draco bijna dood ging?!!
“Professor! Draco heeft hulp nodig! Hij is er slecht aan toe! Hij gaat dood!” zei ik.
“Jufvrouw Hanley, weet u zeker dat u niet gedroomt heeft?”
“Hallucineren?!!! Wat denkt u wel!! Vraag het aan Potter! Hij heeft me gezien! Draco is aangevallen door dooddoenders en ligt in het bos!! En u denkt dat ik een nachtmerrie had?!” riep ik verwoed uit. Wat dacht die oude gek wel niet?!!
“Rustig, weet meneer Potter dat u naar het bos ging?” ik knikte heftig. “En waarom ging u naar het bos? Ik neem niet aan dat hij een berichtje heeft achter gelaten of een uiltje heeft gestuurd.”
“Ik zag het op… ik hoorde een gil en ik had een vreemd gevoel. Ik had ook een droom… en Draco lag niet in zijn bed en…”
“Rustig, nogmaals.” Er viel een rood/gouden veer op het bureau en de ogen van de professor gingen ernstig staan. “Ik geloof je. Leidt me naar de plek waar hij is.” Zei hij en opgelucht stond ik op. Meteen verging het opgeluchte gevoel me weer, want ik moest hem de weg wijzen en misschien was daar… ik schudde mijn hoofd en liep zo snel mogelijk naar beneden.
In de hal stonden professor Anderling, Sneep en Herends in de gang. Iel, ik had een hekel aan Herends.
Rennend ging ik ze voor naar het bos en liep snel en licht naar de openplek toe. Een stukje ervoor hield Perkamentus me tegen. We hoorde stemmen en een zacht gekreun. Dat was Draco.
Weer wilde ik er naar toe rennen, maar nu hield Sneep me tegen.
“Jij blijft hier. Minerva, zorg jij voor de jongen en neem je haar dan mee?” zei Perkamentus fluisterend en Anderling knikte.
Sneep gluurde door de takken heen en mompelde “paralist” en een rode straal kwam uit zijn toverstok die zijn doel trok, een dooddoender.
Ik kon niet meer zien, ik hoorde alleen geschreeuw en plotseling zat ik professor Anderling de struiken door komen met een zwevend iemand voor zich, Draco.
“Kom mee,” zei ze en ik kwam achter de boom vandaan en kreeg de schok van mijn leven! Er miste nog maar net een groene straal mijn hoofd! Als ik nog iets langer achter de boom had gestaan, dan was ik dood geweest.
Verschrikt keek Anderling op. Ze kon niet veel doen omdat ze met haar stok Draco zwevende hield.
“Doe iets!” riep ze en kon nog maar net de volgende rode straal ontwijken.
Ik stond als bevroren aan de grond, wat moest ik doen?
Ik pakte mijn stok stevig vast en draaide me om. Er kwam een lange man met een masker en een zwarte cape aanlopen. Ik trilde, hij was zo groot, zo breed, zo gevaarlijk!
Hij bracht zijn stok omhoog en lachte kil. Ik kreeg rillingen over mijn rug en besefte opeens dat ik helemaal niet tegen hem durfde te vechten! Ik had alleen geen keus, ik moest mezelf verdedigen.
Nog voor hij een spreuk kon noemen bracht ik mijn stok in gereedheid.
“Expilliarmus!!” riep hij, maar ik was hem te snel af.
“Protegro!!” gilde ik en de spreuk kaatste terug. Hij had er niet op gerekend en de spreuk trof zijn buik. Hij vloog met een gil achterover.
“Paralist!” riep ik er nog achterna en hij was verlamd. Ik haalde opgelucht adem en voelde een hand op mijn schouder.
“Goed gedaan, kom nu.” Zei een zachte stem en professor Anderling trok me mee.
Ik had nooit geweten dat ze dit hele stuk voluit zou kunnen rennen, maar dat kon ze dus wel. Goede conditie dus.
Toen we op het terrein waren liet ze Draco zakken en toverde een brancard tevoorschijn. Draco werd erop gelegd en met een noodvaart ging de brancard het kasteel in, naar de ziekenzaal.
“Jufvrouw Hanley, wilt u meekomen naar mijn kantoor.” Zei Anderling en ik knikte.
“Zou ik zo nog even langs mogen bij hem?”
“Ik weet het niet. Hangt van de situatie af.” Zei ze en liep daarna met een stevige pas naar haar kantoor. Ik moest bijna rennen om het bij te houden.
We gingen naar binnen en ik moest gaan zitten. Anderling ging tegenover mij zitten en toverde thee tevoorschijn.
“Hier, drink wat. Tegen de schok.” Zei ze en ik nam het aan. Langzaam, met kleine slokjes, dronk ik het op.
“Ik wil graag weten hoe je wist dat hij daar lag. Wil je me dat vertellen?” ik knikte.
“Nou, vanmiddag was Draco opeens weg. Patty zei dat hij misschien wel ergens heen moest, maar dat zou hij gezegd hebben. Ik kreeg opeens allemaal vreselijke beelden van Draco en ik werd ziek. Ik moest overgeven, begon te zweetten, trilde helemaal en was onwijs moe.
Ik was toen op de bank in slaap gevallen en toen kreeg ik een droom dat ik in het bos wakker werd en toen liep ik op mijn gevoel af, naar de openplek met Draco. Ik zag Draco daar, hij zag er alleen niet uit. Hij had overal bloed en levensbedreigende wonden. Hij stierf vlak voor mij.
Opeens hoorde ik een gil en ik schoot overeind. Ik was weer in de LL-kamer.
Ik had een vreselijk gevoel en was gaan kijken of Draco er al was. Hij was er niet dus toen ben ik uit het raam gaan kijken, in de hoop dat ik iets zag. Ik zag een lichtje het bos in verdwijnen en toen ben ik erachteraan gegaan.
Ik vond Draco in het bos, er was niemand maar hij zei dat ze terug kwamen. Ik moest weg gaan, dat ben ik ook gegaan en toen ben ik naar Perkamentus gegaan. De rest weet u.” beëindigde ik mijn verhaal.
“Ja, heeft u wel eerder van dit soort dromen gehad?”
“Nooit. Maar ik ben altijd bang hiervoor geweest en door die gedachtes droomde ik er waarschijnlijk van. Maar, het komt toch wel goed?” vroeg ik met trillende stem.
“Dat kan ik je niet vertellen. Hij was buitenbewustzijn en ze hebben hem, vermoed ik, lang onder de cruciatusvloek gehouden.”
“Maar… waarom hebben ze hem gekozen? Het is gewoon niet eerlijk, hij deed niets verkeerd.”
“Het leven is oneerlijk. Ik kan je niet vertellen waarom. Ik denk dat Perkamentus morgen met je verder wilt praten. Het lijkt me nu het beste dat je gaat slapen en morgen maar een dagje overslaat.” Zei ze en ik knikte vermoeid.
Ik liep terug door de gangen van Zweinstein. Ik liep langs de ziekenzaal, er brandde licht. Ik zag Madam Plijster heen en weer lopen.
Ik liep naar binnen.
“Madam Plijster?” vroeg ik en ze draaide zich om.
“Wat is er?”
“Ik wilde weten of u al wist of het goed kwam.” Vroeg ik stotterend. Ik was zo moe en verward.
“Hij is nu stabiel. Ik denk wel dat hij er bovenop komt maar het is niet 100% zeker. Hij is maar net op tijd weg gehaald.”
“Zou ik even naar hem toe mogen?”
“Als je denkt dat je het aankunt.” Ik knikte en liep met knikkende knieën naar het gordijn. Ik raapte mijn moed bij elkaar en schoof het gordijn een stukje opzij zodat ik erlangs kon.
Draco lag er stil bij. Zijn borst ging heel langzaam omhoog en weer naar beneden. Het gaf met een rustig gevoel hoe hij erbij lag. Alsof hij sliep. Ik liep ernaar toe en raakte zijn hand aan. Hij was niet koud, gelukkig.
“Draco, wat is er gebeurd?” vroeg ik fluisteren. Hij reageerde niet. “Draco, laat me niet alleen. Je mag niet weg gaan. Ik kom elke dag kijken, vertel je hoe het was. Maar alsjeblieft, ga niet weg.” Er rolde weer een traan over mijn wangen, maar deze kon ook wel eens van vermoeidheid zijn.
Met een kusje op zijn lippen ging ik weg.
Vermoeid liep ik terug naar de kerkers. Ik zei het wachtwoord en ging de LL-kamer binnen. ik krabbelde een briefje voor Patty, dat ze me die ochtend niet wakker moest maken en dat ze maar gewoon naar les moest gaan zonder mij. Ik legde het op haar nachtkasje en ging toen vervolgens moe in bed liggen.
Waarom moest al het ongeluk mijn toch overkomen? Eerst mijn ouders, dan ook nog dat met Draco net nu het weer goed gaat tussen ons. Misschien raakte ik hem kwijt. Voor eeuwig. Nooit meer een zoen van hem. Ik zou het mezelf nooit vergeven. Ik was weg gegaan zonder hem. Waarom ging hij überhaupt naar het bos. Naar Jeweetwel. Hij kon wist dat het gevaarlijk was, maar zijn vader… zijn vader zit aan die zijde, ze zouden hem toch nooit dood willen hebben? Ik bedoel, zijn vader… die liet hem toch niet sterven?
Wat was dat toch voor een achterlijke man?! Marten Asmodom Vilijn, ik had ooit die naam gelezen. Het was Jeweetwels echte naam.
Ik zou hem wreken. Wrak nemen op hem. Ik haatte hem! Hij gebruikte mensen als slaven! Hoe kon hij zo zijn?
Maar ik kon hem niet wreken, alleen Harry Potter zou dat kunnen doen.
Vanaf nu zou ik nooit meer iets voor die stomme zwarte kant doen! Ik ben hun vijand. Maar of ik nu wel aan de kant van Potter wilde? Met deze zware gedachtes ging ik slapen.
hoe was et??
please, tell me!
en nog sorry voor de spellingsfouten enzo!
love you! |
_________________ Boys are just like trains. If you lost one, you just take an other.... ^^ |
|
  |
 |
tea
2e jaars


Verdiend:
52 Sikkels
Woonplaats: amsterdam
|
Geplaatst:
Za Jul 16, 2005 19:34 |
 |
hooi mensen!!
ik heb weer een nieuw stukje voor jullie...
ik denk dat dit voorlopig de laatste is want ik ga op kamp, daarna een weekje naar mijn vriendin... misschien dat ik daar wat kan typen maar reken er niet op... en daarna nog 4 weken naar portugal. dus ik ben behoorlijk druk en weg. natuurlijk zal ik wel verder schrijven op een kladblok.... maar dat moet ik dan ook weer overtypen.
nou, genoeg gepraat... hier is het volgende stukje!!
Hoofdstuk 21
Met een schok kwam ik overeind. Ik sloeg mijn benen snel over de rand en trok het gordijn open.
“Waah!!” gilde ik toen ik, recht tegenover mij, een gezicht zag.
“Waah!!” gilde eveneens het gezicht recht tegenover mij, maar dan zonder geluid. Toen ik zag wie het was slaakte ik een zucht van verlichting. Ik keek recht in mijn eigen spiegelbeeld.
“Mel?! Ben jij dan?!” hoorde ik iemand bezorgd roepen. Wie kon dat nou zijn? Ik kwam er al snel achter want Patty kwam de slaapzaal in.
“Hé Mel, ik- hoe gaat het met je?” vroeg ze en even had ik geen idee waarom ze zo bezorgd was. Tot het hele gebeuren van die nacht door mijn hoofd heen spookte.
“Ja, het gaat wel. Ik ben alleen wat… nou ja, geschrokken.”
“Wat geschrokken? Is dat niet een beetje zacht uitgedrukt?” vroeg ze voorzichtig en ik glimlachte zonder vreugde.
“Een beetje? Een beetje erg bedoel je. Toen… toen-” ik kon niet ver komen want ik barstte in snikken uit.
“Hé, rustig maar. Kom, neem even een lekkere warme douche en kleed je aan. Daarna kunnen we even bij hem gaan kijken.” Ik knikte en veegde ruw mijn tranen weg. Patty was erg begripvol en behulpzaam, ik schatte dat ze een dagje had vrij genomen om mij te helpen. Wat lief.
Na een heerlijke douche en me aangekleed te hebben was het tijd voor de lunch. We liepen richting de grote zaal en begonnen te eten. Nick, Jack en Lucas waren in geen velden te zien. Maar goed ook, want ik had even helemaal geen zin in de ‘leuke’ opmerkingen van Jack, een overbezorgde Nick of een Lucas die alleen maar knikte bij elk woord dat ik zei. Gewoon even alleen met Patty.
“Patty, als we naar hem toe gaan… dan wil ik je daarna wel vertellen wat er is gebeurd. Als je dat graag wilt weten.” Zei ik en schepte wat rond in mijn bakje yoghurt.
“Dat hoeft niet hoor, doe het maar als jij er klaar voor bent.” Zei ze en ik keek haar dankbaar aan. Hoe kwam het dat ze nu zo goed kon zijn als een goede moeder? Tenminste iemand die me kent! Het lijkt wel alsof ze… hoe moet je dat zeggen? Wat volwassener is geworden! Nou ja, laat ook maar. Ik word gek, dat merk je al.
We liepen na dat we ons eten op hadden naar de ziekenzaal. Ik zag madam Plijster al opkijken toen we de ziekenzaal binnen liepen, ze kwam op ons af.
“Jufvrouw Hanley, u had ik al verwacht. Voor dat u naar de heer Malfidus gaat moet ik even wat mededelen. Hij heeft een zware nacht achter de rug, hij nog een aantal keren naar beneden gegaan. Maar desondanks is hij nu wakker-”
“Is hij wakker?! Echt waar?!!!” riep ik uit, ik kon mijn oren niet geloven.
“Ja, maar hij is nog erg zwak en als het maar een beetje te druk is dan kan hij weer weg zakken. Dus doe alstublieft rustig en voorzichtig, want ik neem niet aan dat u weer een slaaploze nacht wilt hebben.” Zei ze strenger dan daarvoor. Ik knikte braaf en moest me heel erg inhouden om niet naar het bed van Draco te stuiteren.
Iedere stap die ik dichterbij zette was een kwelling van onwetendheid. Ik wilde hem zo graag zien, zo graag weten hoe het met hem ging, antwoord op alle vragen die ik die nacht ook gesteld had. Maar ik moest me inhouden.
“Rustig Mel, als je te druk wordt dan zakt hij weg. Je hebt madam Plijster gehoord.” Zei Patty maar je kon duidelijk aan haar stem horen dat die ook heel blij was en het gevoel om door het hele kasteel heen te gaan huppelen ook moest onderdrukken.
Langzaam schoof ik het gordijn opzij. Daar lag hij. Stil, met zijn ogen dicht, rustige ademhaling en alles ontspannen. Tot 2 seconden na dat ik het gordijn opzij had gedaan, toen opende hij zijn ogen en bij het zien van mij kreeg hij een glimlach.
Ik beet op mijn lip om niet te gaan janken van blijdschap dat hij niet dood was. Ik beet zo hard dat ik het zoette bloed proefde en er dus wel degelijk tranen verschenen.
Ik liep naar hem toe en boog me over hem heen, om hem te omhelzen wat dus maar half lukte. Ik kon het gewoon echt niet meer houden, ik begon nu gewoon te snikken… te janken!!
Ik was op de rand van het bed gaan zitten en lag met mijn hoofd op zijn borst te snikken. Hij streelde met zijn hand door mijn haar, hij was dus gelukkig niet verlamd!
“Hé, rustig maar. Wat is er nou?” fluisterde hij. Ik schudde alleen maar mijn hoofd en klampte me krampachtig vast aan zijn shirt.
“Ik leef nog, rustig maar. Het komt goed. Kom, droog je tranen.” Hij fluisterde nog allemaal lieve woordje is mijn oor maar ik bleef hem vast houden.
“Waarom ging je het bos in en riskeerde je je leven voor dat?” fluisterde ik terug. Opeens had ik door waarom hij het bos in was gegaan en waarom hij zo was toegetakeld.
“Had ja gezegd, dat zat je nu in de les, gezellig met mij.”
“Als ik dat had gedaan zat ik nu in de les, maar niet gezellig met jou. Dan was ik je kwijt. Dan kon ik me ook meteen aangeven en mijn leven geven aan de dementors.”
“Nee, ik was bij je gebleven.” Zei ik, maar ik wist dat ik nu loog.
“Nee, dat had je niet. Ook al is de liefde zo sterk, je me verafschuwd.”
“Je hebt je leven gegeven om bij mij te blijven? Maar als je dood ging, dan bleef je alsnog niet bij mij!” zei ik verwoed, een beetje verontwaardigd en boos.
“Liever dat dan te leven als slaaf en jij die me dan verafschuwd. Dat had ik waarschijnlijk ook niet overleefd.”
“Toch kan ik je niet geloven.” Besloot ik en drukte vervolgens mijn gezicht steviger tegen zijn borst aan en snoof zijn geur op. Hij stonk.
“Probeer het toch maar.” Zei hij en grinnikte. Hij hield er al snel mee op, want het deed pijn als hij lachte.
“Jufvrouw Hanley. U moet nu weg. De heer Malfidus heeft zijn rust nodig en u bent al veel te lang bij hem.” Madam Plijster kwam naar ons toe lopen en keek afkeurend naar de manier waarop ik bij Draco lag.
“Maar, ik ben hier nog geeneens een kwartiertje.”
“Het bezoek mag ook maar meestal 5 minuten blijven.”
“Wat?! Nou mooi niet dat ik weg ga!!” zei ik bits en draaide mijn hoofd weg van haar. Ik keek Draco aan en grijnsde. Hij grijnsde terug.
“Je kunt nog eens wat van me leren.” Zei hij grijnzend.
“Ik? Leren van jou? Laat me niet lachen! Jij leert nog eens wat van mij!” zei ik en kroop wat omhoog zodat ik hem een zoen kon geven.
“Jufvrouw Hanley! U gaat nu weg, anders ga ik persoonlijk naar professor Sneep, die heeft vast nog wel hulp nodig bij het maken van de genezende dranken of bij het schoonmaken van ketels.” Ik keek haar met een vernietigende blik aan, ze mocht mij echt niet!
“Goed, goed. Ik ga al weg. Laat me dan even afscheid nemen.” Zei ik boos en zelfvoldaan liep madam Plijster weg.
“Ow, ik haat dat mens!” gromde ik en Draco streel met zijn hand door mijn haar.
“Ik ook, maar als we haar vervloeken hebben we geen zuster meer op school. We moeten eerst voor een nieuwe zorgen.”
“Ja, laten we alvast beginnen met zoeken.” Zei ik somber en Draco grinnikte kort. Ik gaf hem een uitgebreide zoen en vertrok toen weer naar de LL-kamer.
“Werd je na 10 minuten al weer weg gestuurd?!” vroeg Jack verbaasd en ik knikte.
“Hoe wilt dat mens dat haar patiënten zich ooit vermaken? Straks gaan ze nog dood aan verveling!” zei Lucas droog en Patty grinnikte.
“Ik heb geen idee, wat ik wel heb besloten is dat ik een nieuwe zuster ga zoeken zodat we deze tante kunnen lozen.” Zei ik.
“Je hebt helemaal gelijk, kom laten we alvast beginnen met de posters maken. We kunnen ze dan ophangen in Zweinsveld.” Riep Patty uit.
“Ik denk alleen niet dat het gaat lukken. We worden dan gelijk van school geschopt.” Zei Nick met een verveeld gezicht.
“Hé, wat jammer nou. Ach ja, we zijn toch bijna klaar.” Zei Lucas.
Na verder nog een gezellige dag te hebben gehad viel ik uitgeput in slaap. Ik had niet veel gedaan, maar wat ik had gedaan was vermoeiend geweest.
Toen ik die ochtend wakker werd, veel te vroeg aar mijn gevoel, was ik nog steeds zeer moe. Het was acht uur, een normale tijd, maar het leek wel 5 uur in de morgen.
Het was vandaag woensdag, eerste 2 uur VTZK. Ik had er echt heel erg veel zin in, niet dus. Ow wat had ik een gloed hekel aan die man! Herends, bij de naam al ging ik over mijn nek. En dat allemaal door die ene les waarbij hij over mijn opvoedding begon! Hoe durf die smeerlap!
Aan de andere kant, een nieuwe dag, een nieuwe tijd met Draco. Jezus, ik kon echt geen dag meer zonder hem! Hoe moest dat nou na school? Ik zou het in mijn eentje nog geen maand volhouden! Ten eerste zou ik gek worden omdat ik Draco dan niet meer zag en ten tweede zouden Jewetwel en zijn volgelingen me waarschijnlijk zo snel mogelijk dood willen hebben! Ik moest ook echt voor onderdak gaan zorgen! Ik kon niet terug naar mijn huis, mijn vader vermoordt me gelijk, of nou ja, Marcus.
Mel schei toch eens uit met dat denken van je! Zei een kwade stem in mijn hoofd. Dat waren zorgen voor later! Ik moet me nu concentreren op de P.U.I.S.T. examens. Examens!! Ow mijn god! Die zijn er ook nog! En over een maand hebben we het eerste examen al!! Dit gaat niet goed, dit kan niet goed aflopen! Ik zak, ik moet nog en jaar! Ik… Mel!!
Ik plensde een lading koud water in mijn gezicht. Als ik nog even zo door ging zouden mijn hersens ontploffen van oververhitheid! Ik moest gewoon even relaxen, even rustig aan doen en een rooster maken voor wat ik nog allemaal moest doen. Hadden we vandaag Sneep? Als dat zo was dat was ik dood. Dan zou ik het eind van het schooljaar niet eens halen.
Snel kleedde ik me aan, niet in mijn tas durvend te kijken om te zien of ik toverdranken bij me had. Ik liep naar beneden en zag dat Jack ook net wakker was.
“We hebben vandaag geen toverdranken, je hebt gelukt.” Was het eerste wat hij tegen me zei. Mijn hart maakte een sprongetje. Ik sprong zelf ook een gat in de lucht en omhelsde hem van blijdschap.
Was dat maar waar. Integendeel. Het eerste wat hij ie morgen tegen mij zei was:
“Goede morgen, lekker geslapen?” en een dagelijks ochtendpraatje kwam opgang. Tot hij plotseling tijdens het eten zei dat we toverdranken hadden.
“Hoe ga je eigenlijk Sneep overtuigen van wat er met je werkstuk is gebeurd?” prompt verslikte ik me in mijn pompoensap.
“Wat?! Hebben we vandaag Sneep?!” riep ik iets te hard uit waardoor Sneep mij vanachter de oppertafel vreemd aankeek.
“Euh… ja. Als je op je rooster had gekeken dan had je me nu niet besproeid met pompoensap.” Zei hij wat nors nadat ik mijn pompoensap had uitgesproeid over hem.
“Sorry,” zei ik schamend en keek vervolgens weer heel serieus. “Nee, dit overleef ik niet! Mijn wereld stort in! Ik ga al dood voordat ik van school af ben! Je mag me absoluut niet alleen laten bij hem! Je moet bij me blijven!!”
“Euh, Mel? Gaat alles wel goed?” vroeg hij en keek me onderzoekend aan. Ik legde mijn hoofd neer op tafel en zuchtte hysterisch en wanhopig.
“Wat denk je? Sneep mag me niet, of anders gezegd, hij haat me. Ik heb een vloedgolf veroorzaakt in de klas, ben niet op komen dagen bij het nablijven, heb vervolgens alleen nog maar U’s wat hij hoogst irritant vind! En dan moet hij het maar pikken als ik zeg ‘sorry ik heb geen werkstuk, want mijn werkstuk van 5 perkament rollen van 1 meter lang waar ik en maand aan heb gewerkt heeft Sandra verschrompeld.’ Denk je dat hij dat goed keurt?”
“Nou, misschien.” Zei hij met een heel klein stemmetje en ik sloeg mijn ogen ten hemel. Please God! Help me!
Het was vijf voor negen, tijd om naar de eerste 2 uur VTZK te beginnen. Ik hield zo van woensdag, niet dus. Ik bedoel, VTZK 2 uur lang met Griffoendor; Toverdranken met een Sneep en Griffoendor; bezwering met het kleinste irritantste mannetje op aarde; en dan ook kruidenkunde van een vrouw die compleet gek van planten was. Nou, beter kon het toch niet worden!
Mokkend liep ik naar de klas.
“Kunnen we niet spijbelen?”
“Nee.” Was het strakke antwoord van Nick.
“Kunnen we niet doen alsof we ziek zijn?”
“Is dat niet hetzelfde als spijbelen?”
“We kunnen nu nog weg rennen, hij heeft ons nog niet gezien! Kom rennen! Ren voor je leven!”
“Komt ook op hetzelfde neer.”
“Jemig, wat ben jij ontiegelijk saai zeg! Wat heb jij vandaag?”
“Mel, de tentamens komen eraan. Ik wil graag aan alles voldoen.”
“Dat doe je toch al! Een les is toch niet zo erg?!”
“Twee lessen.”
“Damn! Kom op zeg! Patty, wil jij weg? Samen met mij?”
“Spijbelen?” ik knikte heftig. “Sorry, ik wil geen strafwerk.”
“Jullie zijn allemaal hetzelfde! Allemaal even saai! Wat moet ik nou met jullie?!” riep ik uit en mokkend ging ik aan mijn tafel zitten.
“Echt niet Patty?” ze schudde haar hoofd. “Ik geef het op. Jullie doen mar met me wat jullie willen, ik ben geheel van jullie.”
“Doe niet zo dramatisch. He moet je Potter eens zien! Het lijkt wel alsof hij dagen niet geslapen heeft!” zei Patty opeens en ik kek op. Hij zag er niet best uit.
Hij keek dof uit zijn ogen en had flinke wallen. Hij slofte naar zijn plek en bleef de hele les lang voor zich ui staren. Hij antwoordde niet als iemand iets tegen hem zei, maar liep nog wel met griffel en Wezel door de school.
“Hoi Draco, voel je je al beter?” zei ik vrolijk toen ik de ziekenzaal binnen kwam. Het was nu al weer een week verder en Draco was behoorlijk opgeknapt. Het was snel door de school gegaan wat er gebeurd was met Draco en ongeveer de helft van de zwadderaars verafschuwde hem omdat hij het duistere teken had geweigerd. Hij was helemaal niet populair meer en ik had al heel wat gemene opmerkingen naar mijn hoofd geregen, en ik was Draco niet eens!
Ik liep naar zijn bed en zag dat er niemand in lag. Na een tijdje naar het bed te hebben gestaard, kwam ik tot conclusie dat er niemand in lag.
“Madam Plijster? Waar is Draco?” vroeg ik twijfelend toen ik bij haar kantoortje kwam. Ergens was ik bang dat het opeens helemaal achteruit was gegaan.
“Hij is ontslagen. Hij hoort nu in de LL-kamer te zitten, of buiten, of ergens anders in het kasteel.” Zei ze vrolijk en ik voelde een grote opluchting en een last van mijn schouders glijden. Hij was weer beter!
“Draco? Ben je hier?!” riep ik hard over het school terrein. Geen antwoord. Nergens een glimp van een blonde kop. Hij moest in de LL-kamer zijn.
Terwijl ik richting de LL-kamer liep, kreeg ik een raar gevoel in mijn hoofd. Het was geen pijn en was niet onprettig, maar evenmin prettig. Het was het teken van mijn meester, alleen als hij me dringend wilde spreken deed hij dit.
Waarom? En waarom nu? Net nu Draco genezen is! Ow, als ik soms eens durfde te zeggen tegen hem wat ik dacht, dan vond ik mezelf een stuk dapperder. Hij gaf me geen angst, maar toch de angst dat hij mijn meester niet meer wilde zijn zorgde ervoor dat ik me altijd beleefd en net gedroeg.
“Mercurius.” Zei ik en de bekende muur schoof 30 cm open en ik volgde de bekende weg. Geen geluid, geen licht, alles precies wetend waar het stond.
Ik legde mijn hand op de muur en die ging vanzelf open. De ruimte was weet gevuld met blauw licht.
Snel liep ik naar het midden toe en boog dor mijn knieën.
“Ik ben zo snel gekomen als ik kon.”
“Dat zien ik, je had in je haast de muur vergeten te sluiten.”
“Ow, sorry.” Zei ik beschaamd en hij grinnikte.
“Ik heb hem voor je gesloten.”
“Dank u.”
“Geen dank hoor, maar over op de zaken.”
“Waarom moest ik zo snel komen?” met een vreemd gevoel in mijn maag wachtte ik op antwoord. Ergens had ik het gevoel dat dit heel serieus was.
dit was het! reacties graag!!
love you! |
_________________ Boys are just like trains. If you lost one, you just take an other.... ^^ |
|
  |
 |
tea
2e jaars


Verdiend:
52 Sikkels
Woonplaats: amsterdam
|
Geplaatst:
Di Jul 26, 2005 21:06 |
 |
hallo mensen,
nog even ter informatie...
ik ga een lange (hele lange) tijd op vakantie, ongeveer 5 weken.
dus in die tijd zal ik niet posten.
willen de mods dit verhaal in de tussentijd alsjeblieft niet verwijderen?
heel erg bedankt!
liefs, tea |
_________________ Boys are just like trains. If you lost one, you just take an other.... ^^ |
|
  |
 |
tea
2e jaars


Verdiend:
52 Sikkels
Woonplaats: amsterdam
|
Geplaatst:
Di Aug 30, 2005 22:18 |
 |
heey mensen!!
ik ben weer terug van vakantie!!
het was echt geweldig! een beetje tussen de bosbranden rondzwerven.. alleen de hitte was soms wat overweldigend maarja.. wel lekker bruin
genoeg gezegd, ik heb een nieuw, lang, stuk voor jullie!!
ik hoop dat het leuk is!!
enjoy it!
Hoofdstuk 22
“Ik zal snel zijn, je moet kiezen.” Zei hij met de nadruk op kiezen. Ik wachtte even om te kijken of hij verder ging, maar dat deed hij niet.
“Kiezen tussen wat?” vroeg ik aarzelend.
“Of je, je aansluit bij Voldemort of niet.”
“Waarom? Ik bedoel, we zijn toch neutraal?” vroeg ik verbaasd, ik was nogal overvallen door de vraag.
“Ja, dat zijn we nog wel. Maar dat kunnen we niet blijven.”
“Maar waarom dan niet? Ik snap het niet.”
“Het gevecht komt dichterbij. Het is te riskant om neutraal te blijven, dan krijgen we te maken met allebei de partijen. Het is van groot belang voor je toekomst, Mel. Je moet een keuze maken. Als je je bij hem aansluit, wordt er verwacht dat je en van deze dagen contact met hem opneemt. Zo niet, wacht dan af en kijk wat de toekomst je brengt. Als je het niet doen, moet je je ook voorberijden op wat er gaat gebeuren, hij zal je komen opzoeken en misschien krijg je wel een confrontatie met hem. Ik kan het allemaal niet zeggen.”
“Maar, blijf ik u zien? Blijft u mijn meester? Ondanks alles?”
“Ligt eraan hoe de toekomst zich uitpakt. Maar voor nu, ik wil dat je hierover gat nadenken en mij je antwoord laat weten.”
“Als het goed is weet u die al.”
“Nee,” ik knipperde een paar keer met mijn ogen. Hoe kon hij dat nou niet weten? “Deze toekomst heeft twee wegen.”
“Maar hoe,” ik maakte mijn zin niet af. Ik was te verbaasd om ook maar iets te doen.
“Maak je keuze, slaap er wat nachten over. Kom daarna naar mij toe.” Zei hij. Ik knikte langzaam en traag liep ik weg, terug naar de gangen van Zweinstein.
Een keuze maken. Wat hield dat in? Moest ik het teken laten zetten? Nee, nooit! Maar dan zat ik automatisch bij de andere kant. Draco had zijn keuze al gemaakt, kijk wat er is gebeurd! Maar van hem werd verwacht dat hij zich aansloot, van mij niet.
Draco! hij was terug! Hij was ontslagen uit de ziekenzaal!
Langzaam maar zeker kreeg ik weer een glimlach op mijn gezicht en ik begon te rennen naar de LL-kamer.
Snel ging ik de trap af en kwam uit in de LL-kamer. Ik hoorde alleen wat vage geluiden uit de LL-kamer komen. Ik keek naar binnen. Hij was erg rustig, er waren nog maar twee mensen.
Toen ik naar die mensen keek barstte ik in lachen uit. Draco stond me met een hulpeloos gezicht aan te kijken terwijl Patty hem hartelijk omhelsde en alsmaar zei dat ze blij was dat hij niet dood was en dat ze ook zo blij was dat hij weer met hun kon eten en dat hij beter was en nog meer dingen.
“Help me!” zei hij geluidloos en het enige wat ik kon doen wat lachend naar hem blijven kijken.
“Patty, ik denk dat hij nou wel weet dat je het fijn vind dat hij weer beter is. Straks moet hij misschien weer naar de ziekenzaal, maar dan niet vanwege zaken, maar vanwege adem tekort.” Zei ik op zo’n vriendelijke en rustig mogelijke toon. Patty keek om.
“Denk je?” ik knikte en ze liet hem los uit haar greep. “Oké dan.” Zei ze en glimlachte naar Draco. “Ik denk dat ik dan maar eeuhm… even naar eeuhm… buiten ga!” zei Patty snel een smoes verzinnend om weg te gaan.
“Ik wil deze euh… speciale… speciale gelegenheid natuurlijk niet storen! Jullie… tja hoe moet ik dat zeggen… verdienen wel even de tijd met z’n tweetjes. Nou eeuh.. doe maar wat je wilt, ik ben weg!” zei ze en weg was ze. Ik keek haar met opgetrokken wenkbrauwen na, haalde mijn schouders op en wendde me tot Draco.
Grijnzend keek ik hem aan, wat hij deed was alleen maar glimlachen. Het was een tijdje stil, beide even niet in staat iets te zeggen.
“Zo, dus jij bent eindelijk van de ziekenzaal af.” zei ik. Het was meer een conclusie dan een vraag.
“Ja, dat ben ik. Anders zou ik hier nu niet staan en zou ik jou hier nu geen zoen geven.” Zei hij en trok me dichterbij.
Genietend van het moment waarop hij zijn lippen op de mijne plantte, verdwenen mijn zorgen over wat mijn meester had gezegd. Wie kon er nou aan kiezen denken als Draco ontslagen was van de ziekenzaal? Ik niet dus.
Draco:
Na dat ik eindelijk weg mocht van de ziekenzaal werd ik als eerst plat geknuffeld door Patty. Gelukkig redde Mel me van dat mens, ze was wel aardig hoor.
Na de volgende zoenscène met Mel, kreeg ik te horen dat ik me na het eten bij onze dreuzelvriend moest meldden. Dat was nou echt het laatste waar ik zin in had, naar Perkamentus.
Ik had mijn eten op en stond op om op weg naar Perkamentus te gaan.
“Waar ga je heen, Draco?” vroeg Patty, een beetje ongelegen!
“Naar onze dreuzelvriend.”
“Naar Perkie! Wat gezellig! Doe hem de groeten.” Zei Patty vrolijk en een voor een keken ik, Mel, Lucas, Jack en Nick haar aan.
“Patty, wat heb je gedronken?” vroeg Jack met een vaag gezicht.
“Ik? Ik heb niets gedronken.”
“Echt wel, je zei net Perkie en je zei ook dat Draco hem de groeten moest doen.” Ging Mel verder.
“Owja? Ow, daar weet ik niets van.” Zei ze en nu keken we als het kon, nog vreemder.
“Misschien moet je straks maar even langs de ziekenzaal, volgens mij ben je een beetje in de war. De stress van de examens stijgt iets te ver omhoog.” Zei ik en draaide me om en liep weg.
Patty was echt een beetje gestoord geworden. Waardoor kwam dat? Ach, wat kon het mij ook schelen? Niets, precies.
Ik liep snel door de gangen, op weg naar het kantoor van Perkamentus. Ik wilde er zo snel mogelijk zijn zodat ik eerder weg kon, hoe eerder, hoe beter.
Ik stond stil voor de waterspuwer, wat was het wachtwoord ook al weer?
“Owja, hangoren.” Zei ik en de stenen waterspuwer bewoog omhoog en snel ging ik op de trap staan die me automatisch naar boven bracht.
Ik begon me af te vragen waarom ik naar Perkamentus moest komen. Waarschijnlijk voor het geval van ruim een week geleden. Ik was echter niet van plan om ook maar iets los te laten over het voorval met Jeweetwel.
Ik klopte zacht op de deur.
“Binnen.” Hoorde ik iemand zeggen en ik duwde de deur open. Ik zag Perkamentus achter zijn bureau zitten en hij keek me met twinkelende ogen aan, ik haatte die blik in zijn ogen, altijd zo vrolijk!
“Ah, jongheer Malfidus! Ga zitten.” Zei hij en wees naar een stoel die voor zijn bureau stond. Ongemakkelijk ging ik zitten. Een naar voorgevoel bekroop me.
“Waarom wilde u me spreken, professor?” vroeg ik.
“Ik wil dat je me verteld wat er is gebeurd, hoe het is gebeurd en waarom het is gebeurd.”
Ik wist het. Ik wist dat hij dit ging vragen, maar ik gaf geen antwoord. Fragmenten schoten voorbij.
“Waar is Draco?” vroeg Mel terwijl ze om zich heen keek.
“Ik weet het niet, hij is vast weg gegaan. Misschien moest hij wat dingen regelen” zei Patty.
“Maar dat zou hij gezegd hebben.” Zei Mel. Ik was toen de hoek om gegaan om me de rest van de avond niet meer te vertonen.
“Draco? Zeg eens iets.” Zei Perkamentus, maar ik keek nog steeds strak voor me uit het raam. Niet van plan om maar iets te zeggen. Ik was het zogenaamd vergeten, wat ik helemaal niet was.
De hele avond sloot ik me op, voorbereidend op de avond. Wat ik zou gaan zeggen, wat me te wachten stond. Ik had mijn keuze niet lang geleden gemaakt. Toen ik hoorde over Mels moeder had ik een besluit genomen. Het kon en zal mijn leven kosten, tenzij er een wonder gebeurde, maar het was het waard. Ik ging liever dood dat een slaaf zonder eigen leven en vrienden te zijn.
De dood zelf was het probleem niet, alleen de manier waarop en hoe ik dood ging. Voldemort zou niet bepaald blij zijn met mijn keuze.
“Draco, zou je antwoord kunnen geven?” vroeg Perkamentus met een zucht maar nog steeds reageerde ik niet.
Die gil. Nu wist ik zeker dat ze er waren. Langzaam en vermoeid klom ik uit mijn schuilplaats. Ik was bang voor wat er ging komen, maar dat liet ik niet zien. Mijn ogen stonden koud en ik had maar één doel: hem vertellen wat ik wilde.
Absoluut niet snel liep ik naar de rand van het bos, daar bleef ik 5 seconden staan en liep het bos in.
Het was pikdonker, ik kon niets zien. Gelukkig had ik mijn stok en kon die zorgen voor wat licht.de zenuwen stroomden door mijn lichaam, het was echt niet normaal! Ik was nog nooit zo bang en zenuwachtig geweest. Ik kreeg de hele tijd rillingen door me heen en mijn nekharen gingen overeind staan.
Eindelijk kwam ik bij de plek. De open plek die heel dicht begroeid was aan de zijkant.niemand zou me hier vinden, ik wist zeker dat ik verloren was. Maar toch was er geen haar op mijn hoofd die eraan dacht om rechtsomkeert te maken.
Ik duwde de planten opzij en trof aan wat ik had verwacht. Eer kring mensen in zwarte gewaden en een masker, hier zit mijn vader bij, dacht ik bedroefd.
Mijn vader
Ik had hem altijd gezien als mijn voorbeeld; de man in wiens voetstappen ik ou treden; de man die mij opvoedde tot een echte Malfidus; de man die zeer bedroefd zou zijn na wat ik te zeggen had; de man die gestraft zou worden voor mijn keuze; de man die eigenlijk een moordenaar was…
Ik slikte een prop weg, daar mocht ik niet aan denken. Ik moest nu aan mijn eigen toekomst denken en niet die van mijn vader. Ergens hoopte ik dat hij niet al te bedroefd zou zijn, dat mijn moeder hem ervan kon overtuigen dat dit was wat ik wilde. Ook al was mijn moeder een raar mens af en toe, ze hield van haar gezin.
“Draco, als je wilt dat wij je helpen moet je ons vertellen wat er is gebeurd. Anders kunnen wij je niet helpen.’” Zei Perkamentus met een zucht, maar nog steeds reageerde ik niet. Ik hoorde hem niet een! Ik zat vast in mijn geheugen.
Ik haalde diep adem en schoof de takken verder opzij, ik stapte de open weide in. Alle dooddoenders keken naar mij, ze volgde iedere pas, iedere beweging, iedere ademhaling.
Ik voelde me niet op mijn gemak toen ik de kring binnen liep. Er stond een lange man met een bleke huid en bloedrode ogen; Voldemort.
Ik huiverde bij het zien van de man, van hem. Hij zag er afschuwelijk eng uit en angstaanjagend niet te vergeten.
“Jongheer Malfidus, Draco Claudius Malfidus, zoon van Lucius Claudius Malfidus. Je bent gekomen om mij, ons, jouw keuze te vertellen.
Ik en vele andere hopen uiteraard dat je ons kunt verblijden met een nieuwkomer.
Sluit jij jezelf bij ons aan? Dat zou uiteraard de goede en beste keuze zijn, wat is je antwoordt?” Voldemorts stem was ijzig, hoog, koud en kil. Mijn nekharen gingen opnieuw overeind staan bij elk woord wat hij uitsprak.
Ik keek de groep rond. Ik was bang, erg bang, maar dat kon je op geen enkele mogelijkheid ontdekken. Één iemand zou kunnen weten hoe ik me voelde, de enige persoon die mijn hart deed kloppen, het ook kon voelen, die ene persoon waar ik dit voor deed en die ene persoon zou mijn hoogstwaarschijnlijk nooit meer levend zien hierna.
Weer kreeg ik en brok in mijn keel. Ik had geen afscheid kunnen nemen, ze wist niet waar ik was, ze was vast hartstikke ongerust en ik kon haar nooit meer zeggen dat het me speet. Dat het me speet van alle slechte dingen die ik tegen haar gezegd of gedaan had.
Ik keek weer naar de man recht voor me, hij grijnsde gemeen. Mijn blik werd strak en vermande me.
“Nee.” Zei ik zacht maar duidelijk. De grijns van Voldemort verdween en zijn ogen gingen van kil naar nog killer.
“Wat?!” siste hij en weer kreeg ik kippenvel.
“Mijn antwoord is nee. Ik sluit me niet bij je aan.” Er ging een hevige schok door de groep.
“Verrader, hier zal je voor boeten! Crucio!” siste hij en mijn ogen werden groot.
Opeens schoot er een helse pijn door mij heen. Mijn ogen sperde zich wijd ope en mijn pupillen werden groot. Het leek wel alsof mijn botten stukje voor stukje werden verbrijzeld, versplinterd, terwijl ik verbrand werd.
De pijn was onnatuurlijk erg. Vreselijk. Afschuwelijk.
Ik knalde tegen de grond en begon hevig te stuiptrekken terwijl ik gilde. Ik gilde vol pijn, vol verdriet, een dodende gil.
Het duurde eeuwen, het stopte maar niet, het wilde niet stoppen. De pijn, de pijn van versplinterde botten en verbrandde huid, mijn stembanden gilde zich kapot en mijn hart die overuren moest maken met een stekende pijn. Eeuwen, vele eeuwen lang, leek het.
Toen stopte het. De pijn van verbrijzelde botten en verbrandde huid was verdwenen, maar ik hield er een andere pijn aan over.
Ik hijgde zwaar en moeizaam, mijn hart bonkte in mijn keel en mijn hoofd deed verschrikkelijk pijn. Bij elke ademhaling verkrampte ik van de pijn, omdat mijn borstkast daardoor bewoog. Ik hoorde een stem, ergens vaag en ver weg.
Hij zei dat ik me nog kon bedenken en dat hij terug kwam om mijn antwoord nog eens aan te horen.
Even dacht ik dat ik gered was, maar toen het tot me doordrong dat ze terug kwamen wist ik dat ik het nog eens moest doormaken.
Ik hoorde voetstappen en ik opende mijn ogen. Er viel iemand naast mij neer, het was Mel. Ik was zo blij haar te zien, maar ik kon niets doen. Het enige wat ik deed was trillen.
“Draco! Wat is er gebeurd?!” vroeg ze. Haar stem trilde en haar ogen sloegen doodsangst uit. Ze begon me allemaal vragen te stellen die me voorbij gingen. Ze huilde, er rolde een traan over haar wangen die op mijn hand terecht kwam.
“Ssshhht…. Mel,”begon ik. Het deed zo’n pijn om te praten, maar ik moest haar waarschuwen. Voor haar had ik het over, voor haar had ik dit gedaan.
Ze stopte met vragen stellen.
“Je moet hier weg. Ze komen terug.” Zei ik met de grootste moeite, maar ze schudde haar hoofd.
“Nee! Ik laat jou niet alleen achter.” Zei ze beslist. Ik weet niet meer hoe ik haar verder had kunnen overtuigen dat ze terug moest gaan. Wat ik nog wel weet is dat ze beloofde terug te komen met hulp. Daarna gaf ze me een kus, een zachte, liefdevolle, verdrietvolle, eerlijke en waarheidvolle kus. Ik genoot van het moment waarop zij haar lippen op de mijne drukte en de tranen van haar mijn wangen en lippen deden glimmem. Het duurde veel te kort, maar ik wist dat ze weg moest, hulp halen.
Nadat ze vertrokken was kwam Voldemort weer en vertelde ik hem opnieuw dat mijn antwoord nee was. En opnieuw schoot de helse pijn weer door mij heen, alleen deze keer veel langer, net zolang tot ik in een zwart gat belandde. Een zwart gat waar ik niets zag, hoorde, voelde of rook. Helemaal niets.
“Draco!” zei een bezorgde stem en ik keek geschrokken voor me. Ik keek recht in de twee bezorgde ogen van Perkamentus. Ik zweette en voelde me klam. Het leek alsof ik net uit een sauna was gestapt en de frisse lucht tegemoet kwam.
Het was duidelijk dat ik helemaal in mijn herinnering was opgegaan en de buitenwereld was vergeten.
“Draco? Hoe voel je je?” vroeg Perkamentus nu met een rustige stem en ik keek hem hoofdschuddend aan. Ik kon niets uitbrengen, dat wilde ik ook niet.
“Ik neem aan dat je het niet wilt vertellen, ik wil alleen dan je, je mouw even opstroopt en daarna kan je gaan.”
Ik keek hem verbaasd en verontwaardigd aan, ik moest mijn mouw opstropen? Dacht hij dat ik gek was?
“Ik weet dat het jouw zaken zijn, maar het is van groot belang en ik zou het graag zo vriendelijk mogelijk afhandelen.”
Vriendelijk, was dwingen vriendelijk? Ik keek hem bedachtzaam aan, hij knikte, maar toch wist ik dat hij niet verwachtte dat ik het zou doen.
Langzaam begon ik mijn mouw op te stropen en zag dat Perkamentus met enige verbazing toe keek. Toen mijn mouw helemaal was opgestroopt was, was er niets te zien. Als Perkamentus verbaasd was, liet hij het niet merken.
Snel deed ik mijn mouw weer omlaag, stond op en verliet zo snel mogelijk het kantoor.
Mel:
Waar bleef hij nou? Hij was al sinds het avondeten weg en het was nu een paar minuten voor negen! Het duurde toch geen 3 uur zo’n bezoekje aan ‘Perkie’ zoals Patty hem noemde. Ze was echt in een vreemde bui vanavond. Ze zei nooit dingen als “doe de groeten aan Perkie” en het dan ook nog weten.
De zevende jaars mochten dan wel tot 10 uur door de gangen lopen, maar dat verklaarde nog niet waarom Draco nog steeds weg was!
In al die jaren dat ik op Zweinstein zat, had niemand van Zwadderich het langer dan een uur bij ‘Perkie’ uitgehouden, Draco zou het record breken!
Dit was belachelijk, ik draai door.
“Ik ga even een wandelingetje maken” zei ik tegen Patty en ze knikte. Ik stond op en liep de kerkergangen in. Na een paar gangen doorgelopen te hebben kwam ik uit de kerkers en begon te dralen door de gangen boven de grond.
Soms had je van die dagen dat je het liefst door een zo stil mogelijke ruimte/omgeving wilde lopen, gewoon om je gedachten te ordenen en op rust te komen. Maar het kasteel was dan niet de beste keus.
Ik keek om me heen, niemand, mooi.ik draaide een kandelaar, die aan de muur hing, een kwartslag en een stukje muur ging open als een deur.snel glipte ik door de opening en duwde de muur weer dicht. Hij kon ook anders dicht maar daar had ik nu geen zin in. Dit was een van de verborgen gangen die ergens heen leidde. Deze deur leidde regelrecht naar de zijkant van het kasteel buiten.
Ik snoof de heerlijke geur van het bos op en ging liggen in het gras. Ik sloot mijn ogen en begon een liedje te neuriën, dat uitliep tot zacht zingen.
De stille geluiden om mij heen, een zacht avondbriesje en een heldere lucht maakte mijn avond, waarop Draco niet verscheen, weer goed.
Na een tijdje liep ik terug naar binnen en liep richting de trappen die naar de kerkers leidde. Het was half 10 en de enige mensen die ik mogelijk tegen kon komen waren leraren en 7e jaars.
Ik had verwacht niemand tegen te komen, maar ik kwam wel iemand tegen. Voor mij liep een jongen met warrig haar en een bril. Zijn schouders en hoofd hingen naar beneden en hij zag er absoluut slecht en oververmoeid uit.
“Potter?” zei ik aarzelend en de jongen keek op. Ik schrok van zijn uitstraling. Hij had wallen en zijn ogen stonden dof. Wat was er met hem aan de hand? Ik liep naar hem toe.
“Wat is er?” vroeg ik en je kon wat bezorgdheid in mijn stem horen.
“Niets.” Zei hij en wilde weg lopen, maar ik hield hem tegen.
“Wel, je ziet er vreselijk uit; je negeert alles en iedereen, zelfs je beste vrienden; je cijfers zijn omlaag gegaan en je zwerft laat door de gangen. Er is wat aan de hand, ik ben niet dom hoor.”
“Kijk, je hebt gelijk. Er is inderdaad iets, maar dat is niets waarbij jij je mee hoeft te bemoeien. Dit is iets tussen mij en-” hij stokte in zijn zin en keek me duister aan. “Een moordenaar.” Siste hij, draaide zich om en liep weg.
“Vrienden zijn er om je te steunen en te helpen, niet om genegeerd en afgekat te worden, Potter! Denk daar maar eens aan!” riep ik hem achterna. Die jongen had echt serieus een probleem.
Toen ik aankwam in de LL-kamer zat Draco daar op de bank.
“Draco! Ik heb op je gewacht! Je was wel 3 uur bij die dreuzelvriend!” zei ik en ging bij hem op schoot zitten, met mijn gezicht naar hem toe.
“Sorry, hij wilde het hebben over die avond en zo. Heeft het echt 3 uur geduurd? Dat is lang!” zei hij verbaasd.
“Ja, dat is zeker lang. Nu is bijna een hele avond naar de knoppen.”
“Bijna, maar ik kan het nog goed maken, nietwaar?”
“Ja, kan… denk ik.” Zei ik twijfelend en deed alsof ik diep nadacht.
Draco trok me aar zich toe, pakte mijn kin tussen duim en wijsvinger en zoende me teder. Tijdens het zoentje glimlachte ik en sloeg mijn armen rond zijn nek. Het zoentje ging over naar een zoen en telkens had ik weer het gevoel dat het de eerste keek was.
Aangezien het vrijdag was hadden we het laat gemaakt. Ik weet niet meer wat ik allemaal had gedaan, maar wat ik wel weet was dat ik de volgende ochtend wakker werd in Draco’s bed en met bonkende koppijn.
Ik schrok wel toen ik wakker werd en de eerste vraag die n me opkwam was of ik wel iets aan had! Gelukkig had ik mijn lingerie aan, de volgende vraag was moeilijker:
Wat had ik allemaal uitgespookt?!
reacties zijn welkom!! *hint hint* |
_________________ Boys are just like trains. If you lost one, you just take an other.... ^^ |
|
  |
 |
tea
2e jaars


Verdiend:
52 Sikkels
Woonplaats: amsterdam
|
Geplaatst:
Di Sep 06, 2005 19:09 |
 |
jah mensen, weer een nieuw stuk!! en ook nog eens lang! waarschijnlijk worden de hoofdstukken hierna weer wat korter... zoalsin het begin.
reacties zijn altijd welkom!! en nog heel erg bedankt voor de reacties die ik gekregen heb natuurlijk!!
veel plezier!!
Hoofdstuk 23
“Hmm… wat is er gister gebeurd? Ik heb hoofdpijn!” hoorde ik uit een bed naast me komen, volgens mij was het Jack. Hij schoof zijn gordijn opzij en stapte uit bed, hij had alleen een bokser aan!!
“Aah! Een meisje op onze slaapzaal!! Ow, jij bent het maar…” zei hij toen hij mij zag. “Weet jij wat er is gebeurd?”
“Nee, ik snap ook niet waarom ik hier heb geslapen… naast iemand, genaamd Draco Malfidus, met… ik weet niet eens of hij iets aan heeft!!” zei ik geschrokken. Straks had hij niets aan! Wat was er dan gebeurd? Wat had hij, ik, allemaal gedaan?
“Vast wel, hij slaapt altijd in een bokser.” Zei Jack sussend
“Ja maar, ik slaap niet altijd in een bh en, een string!! Damn! Jack draai je om!” de derde hartaanval die ik kreeg deze morgen! Ik pakte snel mijn broek en hield hem voor me.
“Rustig, denk je dat ik nog nooit zoiets gezien heb ofzo? Je bent deze zomer nog komen logeren, weet je nog?”
“Ow ja… dat is waar.” Zei ik en liet mijn broek weer vallen en ging weer op het bed van Draco liggen. “Maar toen had ik nog geen vriend!” zei ik beseffend en sloeg snel weer de dekens over me heen.
Draco kreunde en draaide zich om, zodat hij met zijn gezicht naar ons keek en waarbij hij me uit zijn bed stootte. Met een gil viel ik uit zijn bed en kwam mokkend weer recht op en ging moeizaam weer op het bed liggen.
“Damn Draco, kan je je niet eens normaal omdraaien ofzo…” mopperde ik. Draco deed zijn ene oog langzaam open en daarna de andere. Toen gingen ze allebei weer dicht en 2 seconden daarna schoten ze allebei weer open. Draco keek een beetje geschrokken toen hij mij naast zich zag liggen, in bh en string, en nog wel in zijn bed! Hij knipperde een paar keer, maar toen hij tot de conclusie kwam dat ik echt was, hield hij op.
“Wat… wat doe jij hier… in mijn bed… in je, je lingerie?” vroeg hij met grote ogen. Jack grinnikte en kwam naar ons toe gelopen.
“Nou, eigenlijk heeft ze de hele nacht bij mij gelegen. Maar om te voorkomen datje kwaad zou worden is ze net snel naast jou gaan liggen.” Zei Jack serieus en Draco’s ogen werden als het kon nog groter.
“Waat?! De hele nacht?” Jack knikte. “Naast jou?” Jack knikte weer. “En jij denk dat ik dat niet erg vind?” en nu schudde Jack zijn hoofd. Het was niet makkelijk om mijn lach te verbergen en serieus te blijven.
“De hele nacht? Zo?” piepte Draco. Ik keek Jack aan en begon te lachen.
“Natuurlijk niet slimmerd! Wat denk jij nou! Ik heb de hele nacht gewoon naast jou gelegen!” riep ik uit en bukte naar hem toe en gaf hem een kusje op zijn voorhoofd.
“Huh? Niet?” vroeg Draco nou verward.
“Nee! Natuurlijk niet joh! Jij bent niet echt snel van begrip vanochtend zeg!” zei Jack, hij stond op en liep naar de badkamer.
“Ik dacht echt dat het waar was, je weet niet wat je gisteravond allemaal kon doen. Ik herinner me nu weer waarom je hier ligt in plaats van in je eigen bed.”
“Oh, en waarom dan wel? Even tussendoor, je hebt toch wel een bokser aan hé?”
“Ja, gelukkig wel. Nou gisteravond hadden we het nogal laat gemaakt. De anderen waren al naar bed, behalve Jack, en we hebben behoorlijk wat gedronken, vooral jij. Je kon niet eens meer op je eigen benen staan! Dus toen besloot ik maar om je in mijn bed te laten slapen voor het geval dat…”
“Je bent echt lief!” zei ik en keek hem met mijn meest lieve blik aan.
“Weet ik, weet ik.”
“Ik wist dat je dat ging zeggen,” zei ik en hij grinnikte. Hij gleed met zijn hand over mijn wang, mijn nek, mijn schouder, mijn arm en eindigde op mijn buik en liet zijn hand daar liggen. Zijn hand was warm, waardoor mijn haren overeind gingen staan. Ik voelde me vreemd daardoor, alsof… ik weet niet. Het voelde zwaar aan op mijn buik, maar dat hinderde niet. De kriebels in mijn buik kwamen op, de eerste keer dat ik ze ooit gevoeld had. Waarom had ik die?
Daarna gleed zijn hand over mijn borst, via mijn hals weer naar mijn wang. Hij had blijkbaar gemerkt dat ik het vreemd vond. Maar toch legde ik mijn hand op zijn hand, glimlachte en ging via zijn arm naast zijn borst waar ik mijn hand plat tegen legde. Ik wist niet waarom ik het deed, maar het voelde gewoon goed. Alsof het hoorde. Ik volgde zijn hartkloppingen, ze waren rustig, in tegenstelling tot de mijne die als een gek tekeer ging. Ik vond het spannend, maar waarom? Het was toch gewoon, vertrouwd?
Fit duurde allemaal even maar daarna trok ik de dekens helemaal over me heen en nestelde me tegen hem aan. Hij sloeg een arm beschermend over me heen en legde zijn hoofd op mijn schouder.
Het lag heerlijk! Ik had wel de hele dag zo kunnen blijven liggen en genieten van de ‘echte liefde’ die rond ons hing. Maar aangezien het al half 12 was, besloot Draco om er maar eens uit te gaan.
“Ik denk dat we er maar eens uit moesten gaan. Ik moet nog douchen,” hij douchede dus blijkbaar liever dan bij naast mij liggen! “En jij ook,” ik stonk blijkbaar. “En ik heb honger.” Daar kon ik niets voor bedenken, ik had namelijk ook honger. Ik mompelde wat onverstaanbaars en Draco maakte zich van me los om vervolgens naar de douches te gaan. Ik bleef nog even liggen en stond daarna toch maar op en liep naar de andere douche.
“Mel! Waar ben jij geweest vannacht?” vroeg Patty toen ik na het ontbijt, of nou ja… lunch, in de LL-kamer aan mijn huiswerk begon.
“Bij Draco.”
“Wat?!” riep ze geschrokken uit.
“Bij Draco.” Herhaalde ik.
“Bij hem in bed? In één bed? Samen? Samen in één bed? Bij elkaar? Je bedoeld samen geslapen? Of hebben jullie wel geslapen? Waarom? In één bed? Mag dat?”
“Ja, en we hebben geslapen. Ik was zo dronken dat ik niet in staat was naar mijn slaapzaal te gaan dus toen heeft hij me aar mee genomen naar zijn bed. Ik kon niet staan op mijn eigen benen dus moest ik die van Draco gebruiken. Maar die konden dus niet naar onze slaapzaal.”
“Dat is lief, maar wat had je aan?”
“Mijn linge- zeg je denkt toch niet dat ik gek ben ofzo?!”
“Nee hoor, je lingerie? Bh én string? Mooi… maar je weet maar nooit.”
“Nee, precies. Maar ik had alleen een string aan.”
“Waat?! Pardon!!”
“Geintje.”
“Woow! Je liet me even schrikken!”
“Ik liet Jack vanmorgen schrikken. Hij schrok toen hij mij zag.”
“Echt iets voor hem.”
“Ja inderdaad.” Het gesprek liep dood en dus pakte ik mijn huiswerk, de 2 opstellen van Toverdranken en Transfiguratie.
Nadat ik het ene opstel af had, moest ik naar de bieb om informatie te zoeken voor het andere opstel. Ik zei Patty gedag en liep richting de bieb, maar toen ik op de gang was kreeg ik het dringende gevoel naar buiten te gaan.
Het was grauw en regenachtig, er waren dus geen kinderen buiten. Ik liep een stukje en ging langs het meer staan. Ik staarde enkele seconden in het water, waarna ik een grote schok kreeg. Mijn gezicht kleurde langzaam wit en dat was ook zichtbaar in het water. De angst zou groter zijn als ik me om zou draaien, nu was het slechts een weerspiegeling en als ik geluk had, een illusie.
Langzaam, heel langzaam draaide ik me om en kwam tot de conclusie dat het een weerspiegeling was, geen illusie. Recht voor mij stond een jongeman van ongeveer 24 jaar, bruine krullen en vreemd gekleurde ogen. Het was precies dezelfde persoon die mij had gevolgd in Zweinsveld!
Ik staarde enkele seconden naar hem, hij glimlachte.
“Dit kan niet,” mompelde ik. “Je kan hier niet zijn, je hoort dood te zijn! Waarom ben je hier? Wat doe je hier? Dit is jouw school niet meer, er is ook geen plek meer voor jou in mijn leven! Ik had je verbannen! Ik was je vergeten! Je scheurt nu wéér alle oude wonden open! Ze genezen niet snel, hoor je! Je kan het ook niet meer goed maken! Hoor je! Het kan niet meer!!” Ik begon zacht, maar ik eindigde schreeuwend. Ik draaide me om en wilde weg rennen. Weg rennen van de persoon die ik lang geleden al uit mijn leven had verbannen. De persoon die alle oude wonden weer open scheurde en niet al te fijn. De persoon van wie ik gehouden had, wie me had laten zitten, me had bedrogen en de persoon die ik nu haatte. De persoon die… de enige persoon die me ooit had begrepen, toen. Maar hij was na zijn belooft niet meer terug gekomen, nooit meer iets van zich laten horen en ik was verscheurd geweest. Ik was helemaal kapot gegaan vanbinnen waardoor ik ziek werd, geestelijk. Maar ik had me erover heen gezet, met hulp van mijn vrienden. Ik had hem verbannen… en nu kwam hij terug. Hoe durfde hij!
“Liz, je weet dat het niet kon.” Hij was de enige persoon die me noemde bij mijn tweede naam, Lizzy. Niemand wist van die naam, behalve mijn moeder, vader… en hij, die ik altijd had vertrouwd, tot toen. Hij noemde me altijd Liz of Sizzy. Ik had een hekel gekregen aan die namen, dat was zijn schuld. Ik stroopte mijn mouw op en liet hem mijn arm zien, waar de meeste lidtekens zaten van alle ledematen van mijn lichaam.
“Kijk eens, kijk eens wat ze gedaan hebben, totaal geruïneerd!!” zei ik zacht maar de woede overheerste mijn stem. De woede overheerste niet alleen mijn stem, maar mijn hele lichaam. Mijn bloed kookte en in mijn ogen stond zowat een vuur, mijn blik stond op onweer. Zijn glimlach was al een tijdje geleden verdwenen, nu stond zijn gezicht hopeloos van spijt en verdriet, maar toch hard… zoals ik hem altijd had gekend.
“Het spijt me. Het spijt me zo vreselijk erg, meer dan ik kan zeggen. Hoe kan ik het goedmaken?” Had ik niet gezegd dat hij het niet kon goedmaken? Vroeg ik me af in mijn gedachten, maar zei het niet hardop. In plaats daarvan reageerde ik niet op zijn vraag.
“Marsja is van gedachten veranderd, ze is vergelopen en speelt dat ze dood is.” Zei ik bits en koel. Ik had nog steeds een hekel aan de vrouw die eigenlijk mijn moeder was.
“Heeft Marcus geprobeerd haar te vermoorden?” Ik knikte zwijgzaam. “In opdracht?” Weer knikte ik, maar hield mijn mond dicht. Hij zuchtte.
“Je kunt het me niet vergeven, niet?” Ik schudde bijna gelijk mijn hoofd. “Kan je me geen nieuwe kans geven? Het spijt me echt.”
“Ik weet nou wel dat het je spijt.” Zei ik minachtend en keek hem kil aan. “Al die brieven die ik heb gestuurd, vragend voor hulp. Nooit heb ik antwoord gekregen. Nooit heb ik meer wat van je gehoord. Ik dacht dat je dood was, verdwenen. Ik heb nachten om je gehuild, nooit heeft iemand iets over je gehoord uit mijn mond. Nooit. Iedereen denkt dat ik enig kind ben. En voor hun mag dat zo blijven.”
“Sizzy, ik-”
“Noem me niet zo! Je hebt het recht niet dat te doen!” schreeuwde ik, tranen prikte ik mijn ogen, maar geen haar op mijn hoofd dacht eraan er ook maar één te laten vloeien!
“Ik weet het allemaal niet meer… ik was radeloos, ik ben radeloos! Ik heb altijd van je gehouden en doe dat nog steeds! Ik heb gehuild om de brieven, weken lang! Dat ik je niet kón helpen, hoe graag ik het ook wilde! Maar ik moest je het beste geven wat je kón geven!”
“En jij noemt dit het beste? Ik ben al die jaren mishandeld! Ik werd vervloekt met de ergste vloeken die jij je kan bedenken! Ik heb elke avond kreunend op de vloer gelegen, gedacht of ik nog wel een bed nodig had omdat ik toch elke avond op de grond lag met vreselijke pijn dat ik niet eens kon lopen! Niet eens kruipen! Me hoogstens omdraaien! En zelfs dat nam al mijn kracht en inspannen in beslag dat ik daarna alleen nog maar mijn ogen kon sluiten en hopen dat ik dood ging! Ja! Dood ging! En jij noemt dat het beste?! Ben je gestoord geworden?!” riep ik hysterisch uit.
“Dát is een beter leven dan die je gekregen had als ik je weg had gehaald.” Zei hij stijfjes en ik kon mijn oren niet geloven. Ik had zo vaak gewenst dat ik dood was, misschien was dát wel het beste voor me geweest, de dood.
“Ow, dus jij vindt mishandeld worden een prima leven.” Zei ik sceptisch en zo koel mogelijk.
“Dan dat van mij, ja Sizzy! Mishandeld worden is als je het mij vraagt beter dan het zelf te moeten doen! Je wilt niet weten hoe vaak ik heb gebeden tot de goden dat ik de persoon was die onder mijn voeten lag!” zei hij, eerst hard en fel, daarna zacht en neerslachtig.
Ik had het gevoel dat mijn hart een paar slagen oversloeg. Daarna voelde ik mijn hart opeens hevig in mij slaap kloppen. Mijn adem stokte en ik kreeg rillingen over mijn hele lijf. Mijn ogen verstarde en ik deed wat stappen naar achteren. Ik werd duizelig en alles begon te draaien. Ik probeerde zo goed als mogelijk overeind te blijven staan en toen hij me te hulp kwam schieten, sloeg ik zijn armen weg. Ik wilde geen hulp van, van een dooddoener!
Dit kon niet. Dit kon gewoon niet waar zijn! Dat was onmogelijk! Maar het was waar, ik zag het in zijn ogen.
Hij moest zeggen dat het niet waar was en stoppen met me voor de gek houden! Hij moest het gewoon doen! Maar, waarom duurde het dan zo lang?
“Het spijt me echt. Ik wilde dat ze me gewoon vermoord hadden, zodat ik niet gedwongen kon worden. Maar ik was bang, bang voor de dood. Ik weet niet waarom ik me overgaf… het was echt de grootste fout die ik ooit in mijn leven heb gemaakt en ook nog zal maken.” Zei hij zacht, waarom was de wereld zo ingewikkeld? Ik wilde hem omhelzen, troosten, zeggen dat ik dat ook had gedaan, al had ik dan gelogen… maar ik was boos op hem, kwaad! Waarom had hij zich overgegeven? Waarom heeft hij geen einde aan zijn leven gemaakt toen hij zulke erge dingen moest doen? Maar de brandenste vraag was; had hij ook gedood?
Ik durfde het niet te vragen, maar ik moest het weten. Het zou mijn oordeel over zijn tweede vast leggen. Hoe moeilijk het ook was, hoeveel spijt hij ook had, als hij iemand had vermoord wilde ik hem nooit meer zien.
“Heb je, heb je ook… m-mensen v-ver-vermoord?” vroeg ik met trillende stem. Waarom kon ik mijn stem niet onder controle krijgen? Het klonk zo zwak dat trillerige gedoe! Maar ik kon er niets aan doen, ik was gewoon bang voor het antwoord!
Hij keek me enige tijd wezenloos aan, alsof hij moest bedenken wat het betekende. Na enkele minuten schudde hij zijn hoofd. Het leek wel alsof er een last van mijn schouders viel, maar hij was er nog niet helemaal vanaf, hij hing aan een dun draadje. Waarom moest hij zo lang nadenken over deze vraag? Verzweeg hij wat?
Ik keek hem onderzoekend aan, maar zijn houding verraadde niets.
Net toen ik het wilde vragen, hoorde ik iemand roepen.
“Mel? Ben je hier?” geschrokken keek ik om, waarom moest iemand me uitgerekend nu zoeken?
Ik keerde me weer terug naar de plek waas hij stond, maar hij stond er niet meer. Hoe kon dat nou? Hij kon toch niet in 2 seconden weg zijn? Je kan helemaal niet verdwijnselen hier!
“Mel, daar ben je! Wat doe je hier? Ik dacht dat je in de bieb zou zijn?!” zei Patty, maar toen ik niet reageerde of omkeek, draaide ze me om.
“Mel, wat is er? Je kijkt alsof je een spook hebt gezien.” Zei ze. Dat heb ik ook gezien, dacht ik maar zei het niet hard op. Ik schudde mijn hoofd en plakte een fake glimlach op mijn mond.
“Er is niets, ik had gewoon zin in wat frisse lucht.” Zei ik luchtig. “Waarom zocht je me?”
“Omdat eeuh, wat was het ook alweer? Naja, ik kom er straks wel weer op. Ga je mee?”
“Waarheen?”
“Naar de LL-kamer natuurlijk.”
“Nee, ik moet nog een opstel maken in de bieb.”
“Ow, welke?”
“Transfiguratie.”
“Owja, dat was mijn vraag!”
“Wat?”
“Of je me ermee wilde helpen… ik werd zojuist helemaal gek.”
“Was je al… maar oké, is goed hoor. Ga je mee dan?”
“Ja, zei Patty en ik liep achter haar aan richting de bieb.
“Mel! Heb jij Nick gezien? Of jij Patty?” vroeg Jack met een bezorgd gezicht toen we in de LL-kamer aankwamen.
“Nee, hoezo?” vroeg ik verbaasd.
“Hij is verdwenen!”
“Pardon?!”
“Ja! Luc en ik hebben overal gezocht, maar hij is nergens!”
“Hoe kan dat nou?!”
“Misschien is hij in het bos.” Opperde Patty, maar Jack schudde zijn hoofd.
“Dan zou hij wel heel erg diep moeten zijn, want daar hebben we ook gekeken.”
“Maar het bos is erg groot hoor! Hij kan makkelijk ergens zijn waar je niet gekeken hebt.”
“Ja duh! Tuurlijk is hij ergens waar we niet gekeken hebben! Anders hadden we hem wel gevonden!” zei Jack en Patty leek even uit het veld geslagen te zijn.
“Ik bedoel dat je heus niet overal gekeken hebt!” zei Patty daarna kattig terug.
“Maar ik zei toch dat-”
“Waar maken jullie je toch zo druk om? Hij komt wel weer boven water. We gaan ons pas zorgen maken als hij morgenavond er nog steeds niet is. Trouwens, ik heb honger. Laten we gaan eten.” Zei ik en Jack keek me nijdig aan, had hij problemen ofzo? Of zocht hij ze?
“Wat sta je me nou nijdig aan te kijken? Ik heb toch zeker niets verkeerd gedaan!” zei ik wat kattig, hij irriteerde me met zijn blik.
“Je weet niet wat er aan de hand ik hé?” zei hij opeens met een vreemde toon.
“Natuurlijk weet ik niet wat er aan de hand is als niemand mij iets verteld!”
“En je hebt zeker ook de avondprofeet niet gelezen.”
“Nee…” zei ik en nu begon ik toch wat gespannen te worden. Wat was er zo serieus?
Hij draaide zich om en griste een avondprofeet van tafel. Het viel me nu pas op dat het akelig stil was in de LL-kamer. Jack duwde een artikel onder mijn neus. Toen mijn ogen over het artikel gleden, schokte mijn adem.
Brute moord op Lond
Zaterdag 14 april
Na een plotselinge moord op Marsja Natalie Hanley zijn ook mr. en mrs. Lond op brute wijze vermoord.
Het schijnt dat William Nick Lond en Anna Rosa Lond zich tegen hun heer, Hij Die Niet Genoemd Mag Worden, hadden gekeerd en net zolang onder de cruciatusvloek zijn gehouden tot ze stierven. William Nick Lond en Anna Rosa Lond hebben 2 kinderen op Zweinstein: Nick William Lond, die in het laatste jaar zit, en Rosa Anna Lond, die in haar derde jaar zit. Het…
Ik stopte met lezen, het was me duidelijk. Het was vreselijk, Nick en Rosa’s ouders zijn dood, vermoord, en nu is Nick verdwenen. Misschien zat Voldemort nu achter Nick en Rosa aan!
Ik kon nog steeds niet geloven dat Nick verdwenen was, dat hij niet ergens op Zweinstein was waar hij alleen was en verdriet had om zijn ouders. En Rosa, hoe was het haar afgegaan?
“Waar is Rosa? Is ze nog op school?” vroeg ik aan Jack maar hij schudde zijn hoofd. Ondertussen griste Patty de krant uit mijn handen en begon hem zwaar ademend te lezen.
“Ik weet het niet, ik heb niet aan haar gedacht.” Zei Jack schuldbewust. Ik draaide me om en rende zo snel mogelijk de kerkers uit. Rosa zat in Huffelpuf en was een lief en aardig meisje. Ik moest en zou haar vinden. Ik moest gewoon weten o ze er nog was en hoe het met haar ging en of ze het al wist, waarschijnlijk wel.
Met een noodvaart rende ik naar de gangen waar ook ergens de keuken was. Ik wist niet waar de ingang was van de LL-kamer van Huffelpuf en al helemaal niet het wachtwoord, maar het moest hier zo ongeveer zijn. Ik moest maar gewoon geluk hebben en iemand tegen het lijf lopen. Ik ad beter naar de grote zaal kunnen gaan om daar een Huffelpuffer aan te spreken en te eisen dat hij me binnen liet, maar ik had geluk. Er kwam een jongen om de hoek en kende hem vaag. Hij zat in mijn jaar en heette iets van Ernst.
“Hé! Jij daar, Ernst toch?” riep ik en de jongen keek op en knikte. Ik liep snel naar hem toe.
“Kom jij van jullie LL-kamer? Weet je of Rosa Lond er ook is?” vroeg ik zonder op antwoord te wachten.
“Eeeuh… zij is toch dat meisje met die lange blonde haren?” Ik knikte. “Ja, zij was daar. Maar ze was niet echt vrolijk… ze zat te huilen.”
“Logisch, haar ouders zijn net vermoord. Kan je me naar haar toe brengen?” Hij keek me geschokt aan en knikte snel. Hij liep, rende bijna, terug naar de hoek en bleef staan voor een groot schilderij met een chagrijnige, oude man erop. Hij mompelde iets en het portret zwaaide open.
“Bedankt!” zei ik en haastig ging ik naar binnen.
Ik had geen oog voor het eruit zag, alleen maar dat het erg geel en zwart was. Ik zocht naar een meisje met lang blond haar in tranen, dat ik altijd als een soort van zusje had beschouwd.
Ik vond haar op de bank in de armen van een vriendin van haar. Ze was lijkbleek en haar wangen glommen van de tranen. Mijn hart brak, figuurlijk, toen ik haar zo zag zitten en het lukte me bijna niet haar naam uit te spreken.
“Rosa,” zei ik schor en met trillende stem en ik liep naar haar toe. Ze keek op en kreeg meteen nog meer tranen.
“Mel! Ik kan hem nergens vinden! Zeg me dat je weet waar hij is!” zei ze hysterisch en stortte zich vervolgens in mijn armen.
“Ik- ik weet het ook niet. Jack en Lucas hebben overal gezocht, maar hij is nergens.” Zei ik nog steeds schor en trillerig en streek door haar haren.
“Nee! Hij mag niet weg zijn, dat mag niet en kan gewoon niet! Ik, ik-” ze kon niet meer verder praten. Ze hield mijn shirt stevig vast en drukte zichzelf zo erg tegen me aan dat ik moeite had met mijn evenwicht te houden.
“Ssssshht maar, we zullen hem wel vinden… heus. We dwingen Perkamentus niet te stoppen met zoeken voor dat hij Nick heeft gevonden. Ssssht maar, het komt goed.” Zei ik, maar ik besefte heel goed dat als ze hem hadden, hij er geweest was. Dat het niet meer goed zou komen en waar moest Rosa dan heen? Zonder broer, ouders, familie die haar op wilde vangen.
Haar familie was een zware aanhanger van de duistere kant en omdat Rosa’s ouders ertegen waren gekeerd, weigerde ze waarschijnlijk haar op te nemen in hun gezin.
Één ding was zeker, ik zou haar niet aan haar lot overlaten zoals hij bij mij had gedaan.
Langzaam werd ze wat rustiger en snikte alleen nog maar.
“Kom, ga even mee.” Zei ik en ging overeind staan.
“Waarheen dan?”
“Even naar mijn LL-kamer om met Draco, Lucas en Jack te praten. We zijn allemaal net zo bezorgd en geschrokken als jij.” Zei ik vriendelijk en ze knikte. Met knikkende knieën stond ze op en ik vroeg me af of ze nog wel kon lopen. Maar dat ging nog, al moest ik haar wel ondersteunen.
Samen liepen we naar de LL-kamer van Zwadderich en troffen daar een geshockeerde Patty, Draco, Lucas en Jack aan, die allemaal, stuk voor stuk, in het niets kijkend naar het vuur starend. Als ik geen zorgen had of vrolijk was, had ik in een deuk gelegen bij het zien van dit tafereel. Maar nu lag het anders.
“We hebben Sneep al ingelicht.” Zei Jack plotseling en ik schrok een beetje.
“Ow oké, dat is goed.” Zei ik met een trillende stem. Draco keek om en gebaarde me dat ik moest komen zitten.
“Sneep zei dat Perkamentus al wist van de verdwijning van Nick en dat hij gelijk een bericht aan het ministerie heeft gezonden dat ze hem onmiddellijk moesten gaan zoeken.” Zei Jack daarna.
“Maar waarom hadden ze dat ons niet verteld?” vroeg ik verontwaardigd. Jack haalde zijn schouders op.
Er was zoveel om boos op te worden, dat als ik me hier nog druk om ging maken ik barstende koppijn zou krijgen en dat was nog het laatste wat ik wilde.
Ik voelde me verscheurd vanbinnen. De gedachten dat Nick dood was bleef maar in mijn hoofd rond spoken.
Met nog steeds een arm om Rosa heen, kroop ik tegen Draco aan. Het beeld van toen hij bijna dood was kwam ook weer bovendrijven. Nee, dat beeld moest weg, verdwijnen, weg voor goed.
Ik maakte me zorgen om Rosa, zou ze het aankunnen? Ik dacht aan de littekens op mijn polsen van de zelfmoordpogingen die ik deed toen ik erachter kwam dat hij me in de steek had gelaten. Ze waren altijd mislukt omdat tekens iemand me vond. Zelfs toen ik in de Noordertoren en in de bezemkast mijn polsen had open gesneden, werd ik nog wakker in de ziekenzaal. Ik had keer op keer de ziekenzaal vervloekt omdat het me in leven hield.
Ik had Madam Plijster altijd gesmeekt het niet tegen mijn vrienden te zeggen, tegen niemand. En ze hield zich altijd aan haar woord. Het leek wel of ze een zwak voor me had omdat ik het zo moeilijk had en dood wilde.
Pas toen Nick het ontdekte door mijn littekens en helemaal door het lint was gegaan, stopte ik. Ook Jack en Lucas vonden het vreselijk wat ik had gedaan en bleven maar vragen waarom, maar ik had het ze nooit verteld. Ik was bang dat ze domme en stomme dingen gingen doen, zoals ik deed.
Het was intussen al half negen en het leek me een beter idee dat Rosa wat vroeg moest gaan slapen, dat kon ze wel gebruiken.
“Rosa, het lijkt me beter dat je nu gaat slapen. We kunnen niet echt veel doen nu.” Zei ik en ze knikte. “Moet ik meelopen?” en weer knikte ze. Samen stonden we op en liepen naar haar LL-kamer waar haar vriendin haar opving en begeleidde naar haar slaapzaal.
Ik sliep die avond heel onrustig. We hadden die avond tot laat gepraat en uiteindelijk viel ik om. Mijn droom ging de hele tijd over Nick en over Rosa.
Toen ik die ochtend wakker werd en na een stomende douche naar beneden ging, kreeg ik te horen waar ik bang voor was.
Niemand was in de LL-kamer, alleen Thomas.
“Ow Mel, ik moest van Patty zeggen dat je gelijk naar de ziekenzaal moest komen. Er is iets met een ene Rosa.”
reacties!! I'm loving it!
Love you! |
_________________ Boys are just like trains. If you lost one, you just take an other.... ^^ |
|
  |
 |
tea
2e jaars


Verdiend:
52 Sikkels
Woonplaats: amsterdam
|
Geplaatst:
Zo Sep 11, 2005 13:34 |
 |
hooi mensen!
ik heb weer een nieuw stukje!
ik ben er zelf eigenlijk niet echt tevreden mee, maar ik kon even niets anders bedenken. en aangezien ik door een zeker persoon bijna gedwongen ben (niet gemeen bedoeld) om het af te maken, heb ik het maar zo gelaten.
reacties zijn welkom!!!
enjoy it!
Hoofdstuk 24
Ik was even stil tot ik de hele wereld bij elkaar begon te vloeken en snel naar de ziekenzaal ging. Ik wist niet eens of het bezoekuur was, maar ik ging gewoon naar binnen.
“Jufvrouw Hanley, het is op dit moment geen-” begon Madam Plijster maar ik kapte haar zin af.
“Maakt niet uit,” zei ik en ik liep naar het bed van Rosa. “Wat is er gebeurd?” maar ze reageerde niet en keek me ook niet aan. Om haar linkerpols zat een stevig verband en met een schok besefte ik dat ze zelfmoord had willen plegen. Ik probeerde haar blik op te vangen, maar ze keek me expres niet aan. Ik voelde me schuldig, al wist ik niet waarom.
“Waarom deed je dat?” Boos draaide ze haar hoofd en ik zag dat haar ogen vol tranen zaten.
“Waarom denk je?!”
“Rosa, ik weet hoe het voelt om alleen te zijn. Maar met zelfmoord doe je iedereen verdriet aan, het is niet goed.”
“Hoe weet jij nou hoe het voelt?! Jij hebt je ouders en waarschijnlijk je broer niet verloren!” zei ze bits. Ik deed mijn mouwen van mijn gewaad omhoog en daar kwamen minstens 5 littekens op iedere pols te zien. Rosa keek er zwijgend naar..
“Ik heb in mijn derde jaar ongeveer tien keer zelfmoord geprobeerde te plegen, maar telkens werd ik weer wakker op de ziekenzaal. Elke keer was ik weer boos op mezelf dat het niet gelukt was, elke keer vervloekte ik mezelf én de ziekenzaal. En natuurlijk niet te vergeten, de personen die me gevonden hadden. Pas toen Nick erachter kwam en helemaal door het lint ging, stopte ik ermee.”
“Waarom vertel je me dit?” vroeg ze verbitterd.
“Omdat Nick niet had gewild dat je het deed en er is nog altijd hoop dat hij niet dood is. En ook al is hij dood, hij zou niet willen dat je door zelfmoord dood gaat. Het is iets waar hij fel op tegen is en ook, nu je in deze situatie zit, het niet goed zou keuren.” Rosa bleef zwijgen, maar ik wist nu zeker dat ze wist dat ik gelijk had. “Ik ga nu, ik heb honger, maar ik kom vanmiddag nog wel.” Zei ik en weer knikte ze, ze was niet echt spraakzaam.
Ik stond op en liep naar de grote zaal waas Draco, Patty, Lucas en Jack zaten. Jack zwaaide uitbundig naar me om te laten zien waar ze zaten, maar ik had ze al gezien.
“MEL!! WAT HEEFT ZE GEDAAN? ZE WILDE HET NIET ZEGGEN TEGEN ONS!!” krijste Patty door de hele zaal en de eerstejaars die naast haar zat viel van schrik achterover van de bank af. Geërgerd keken een aantal kinderen naar Patty, maar die zwaaide arrogant naar ze terug.
“ZELFMOORD GEPLEEGD!”riep ik terug en vervolgens keken alle kinderen naar mij. Snel liep ik naar de tafel en ging tegenover Patty zitten.
“OOW!! WAAROM VERTELT ZE HET JOU WEL EN MIJ NIET?!!” riep ze hard terug.
“Patty, ik zit tegenover je. Je hoeft niet zo te schreeuwen” zei ik droogjes. De eerstejaars die naast Patty zat klom weer overeind en keek Patty dom en schaapachtig aan.
“Dat wist ik wel…” zei Patty en lachte onschuldig. Jack keek Patty aan en legde zijn hand tegen haar voorhoofd aan.
“Hmm… je bent niet ziek, wat heb je geslikt?” vroeg Jack.
“Het is alleen mislukt.” Zei ik rustig tegen Patty.
“Ow, is dat iets goeds of iets slechts?” ondanks dit over iets serieus ging, kon ik niet voorkomen dat ik zacht moest lachen door de über domme vraag van Patty.
“Patty! Wat is dat nou weer voor een vraag?!” Vroeg Jack opeens geschokt.
“Nou, kijk als iets mislukt dan-” begon Patty, maar Jack kapte haar zin af.
“Als iemand niet slaagt in zijn zelfmoord poging, is dat natuurlijk goed! Dat is toch een belachelijke vraag?!”
“Rustig Jack, mijn schat kan er ook niets aan doen dat ze soms wat rare buien heeft.” Zei Lucas en sloeg beschermend een arm om Patty heen.
“Inderdaad. Ik kan soms wat rare dingen doen… wat zei je?!” zei Patty en keek verontwaardigd naar Lucas.
“Niets hoor!” zei hij snel en voor ze nog iets kon zeggen zoende hij haar en liet Patty wegvaren naar de droomwereld.
“Moet je zien.” Zei Jack opeens met een zucht en liet de ochtendprofeet zien, die net was aangekomen. Ik pakte de krant aan en op de voorkant stond een grote foto van Nick. Een onbehaaglijk gevoel bekroop me en ik kreeg kost neigingen.
Vermist: Nick William Lond.
Zondag 15 april.
De jongen Nick William Lond is sinds gister middag vermist geraakt. Nadat hij te horen kregen dat zijn ouders vermoord waren, was hij nergens mee te bekennen.
Na de eerste zinnen kon ik het niet meer voor elkaar krijgen om nog maar verder te lezen. Een schuldgevoel kroop ook omhoog, al wist ik niet waarom. Was het zo dat, omdat mijn moeder was overgelopen, ze haar hadden gevolgd en daardoor vermoord zijn? Ik had al die tijd mijn moeder proberen over te halen, was het dan mijn schuld dat ze dood waren?
Nee, zo mag ik niet denken. Het was hun eigen keuze, het had niets met mij te maken. Toch?
Ik voelde tranen opwellen, maar ik zou ze absoluut niet vrijlaten hier in de grote zaal. Ik zou zwak worden als ik nu ook al in het openbaar zou huilen!
Ik voelde ook weer een andere Mel opkomen. De Mel die ik ook had gehad, een tijdje terug. Ik had hem toen weg geduwd, met veel moeite, maar het was me gelukt! Ik had er zo veel voor gedaan om die stomme overdosis emoties weg te krijgen! En nu kwam het weer terug.
“Lieverd, hij is nou al twee weken weg, geen enig spoor! Accepteer nou-”
“Noem me niet zo! En nee! Ik zal niet accepteren dat hij dood is!! Ik weet zeker dat hij leeft!!” schreeuwde ik met overslaande stem naar Draco.
Ik stond naast de bank, waar ik net uit opgesprongen was, in de LL-kamer met de avondprofeet in mijn handen. Het bericht van dat Nick nog steeds vermist was, werd ook steeds minder belangrijker. Het stond niet eens meer op de voorpagina!
Iedereen had de hoop opgegeven en geaccepteerd dat hij er niet meer was, maar ik wilde dat niet. Rosa en ik waren de enige personen van de hele school die niet wilde geloven dat hij er niet meer was.
Ik zat elke avond met de krant in mijn handen naar het bericht van Nick te staren, alsof hij daardoor terug zou komen. Draco had hopeloos toegekeken hoe ik elke avond meer en meer wegkwijnde, maar dat kon me op dit moment helemaal niets meer schelen. Het enige wat ik wilde was Nick terug.
“Mel-” begon Draco hopeloos.
“IK ZEI NEE!! EN JIJ HEBT NIET HET RECHT OM TE ZEGGEN WAT IK WEL EN NIET MOET GELOVEN!!”
“Nee, dat is waar, maar-”
“DOE HET DAN OOK NIET!!”
“Mel!!”
“Laat me met rust!”
“We willen je alleen maar helpen.” Zei Lucas rustig. Het bezorgde me rillingen, dit was iets dat Nick zou zeggen en wat hij vaak had gezegd ook.
“Alsjeblieft, zeg dat niet.” Fluisterde ik. “Ik hoef geen hulp, helemaal geen.” Zei ik daarna harder en bits.
Lucas en Draco keken me wat verslagen aan. Draco ook met een gekwetste uitdrukking, maar als hij zou weten hoe erg hij met kwetst met het zeggen van dat ik het moet geloven… zou hij niet zo gekeken hebben.
“Mel,” begon Draco rustig, maar ik kapte hem af.
“Nee, ik wil het niet.” Zei ik luid.
“Luister!!” zei hij hard en met een toon waar je gewoon niet tegen in kon gaan. Ik keek hem geschrokken aan maar dat negeerde hij. “Ik weet dat het moeilijk is om het te geloven, maar bedenk eens dat jij niet de enige bent die verdriet heeft. Iedereen heeft erge verdriet! Je bent wanhopig geworden, omdat je niet wilt geloven dat hij dood is! Kijk wat die wanhoop je aan doet! Je eet amper; maakt geen huiswerk meer, je hebt minstens 5 onvoldoendes gehaald; je slaapt niet goed; je ziet er slecht uit én je maakt ons allemaal nog bezorgder dan we al zijn! Je moet ermee ophouden en het gewoon accepteren. Het is nog maar zo’n kleine kans dat hij leeft.” Zei Draco.
“Waarom gaat iedereen dood? Ik kan het niet aan als iedereen dood gaat. Ze verlaten me allemaal.” Zei ik zacht. Mijn knieën knikte en ik zou snel genoeg door mijn knieën zakken. Daar gebeurde het al, met een harde knal kwam ik met mijn knieën op de grond en even vertrok mijn gezicht van de pijn die door mijn knieën heen schoot. Gelijk toen Draco me zag vallen liep hij naar me toe, maar was net te laat om me op te vangen.
Draco sloeg zijn armen rond mijn middel en hees me met gemak op. Hij zette me neer op de bank, die was leeg net als de LL-kamer. Iedereen was als een haas weg gevlucht toen ik uit barstte.
“Mensen?” herhaalde Lucas opeens. “Waarom mensen? Wie nog meer dan?” geschokt keek ik Lucas aan, had ik ook nog mijn mond voorbij gepraat! Draco keek even verbaasd van Lucas naar mij.
“Mel, is er iets dat je voor ons verborgen houd?” Lucas keek me dringend aan.
“Nee, echt niet. Ik versprak me gewoon.” Hakkelde ik zacht en ontweek Lucas’ ogen.
“Heeft dit iets te maken met die ene keer in Zweinsveld, waar Ni- Jack me over vertelde?” Weer keek ik hem geschrokken aan, hoe komt hij daar nou opeens bij?!
“Nee! Ik zei toch al dat ik me versprak!” zei ik. Het was bedoeld dat het er duidelijk en luid uitkwam, maar het kwam er alleen maar zeer zacht, schor en moeizaam uit.
Lucas zuchtte, hopelijk had hij door dat er gewoon niet met me te praten viel… nu.
Patty en Jack kwamen binnen, allebei enigszins vermoeid.
“Hoe was het strafwerk?” vroeg Lucas die een arm om Patty heen sloeg en haar een kus op haar voorhoofd gaf.
“Vermoeiend. Damn! Wat heeft Sneep de laatste tijd met strafwerk zeg, zelfs ons geeft hij strafwerk! Mel, wat is er met jou aan de hand?” vroeg ze opeens bezorgd toen ze mij zag zitten.
“Mel is net los gebarsten. Ze is helemaal op en heeft nodig slaap nodig.” Zei Draco beslist en wat luchtig en keek me niet aan, maar ik verroerde me niet. Was hij boos?
“Kom op Mel, ik zal je helpen naar de slaapzaal.” Zei Patty en trok me overeind en ondersteunde me terwijl ik naar de slaapzaal strompelde. Daar aangekomen liet ik me op het bed vallen en met een simpele spreuk had Patty mijn kleding omgewisseld voor slaapkleding. Ze legde de deken over me heen en zei nog wat tegen me voor ze weg ging, maar ik hoorde het niet. Ik keek naar het plafond van mijn hemelbed en dacht aan niets. Onbewust begonnen er een paar druppels tranen uit mijn ooghoeken naar het kussen te glijden. Ik wist dat Draco gelijk had en begon eindelijk in te zien dat het hopeloos was. Ik accepteerde dat Nick er niet meer was. Dit was de eerste keer dat ik huilde sinds hij weg was.
Een walm van schuldgevoel en spijt overviel me. Ik had zo gemeen tegen Draco gedaan de afgelopen anderhalve week, terwijl hij gewoon de hele tijd gelijk had. Ik had tegen hem geschreeuwd dat hij me geen lieverd meer moest noemen, waarom? Ik was toch nog wel…? Nog steeds…? Ik kon toch niet…? Waarom had ik dat gezegd?
Ik begon nu ook te snikken en alle tranen die ik had opgehouden de laatste paar weken kwamen naar buiten. Van Hem, van Rosa, van Nick, van mezelf, van Draco. Ik moest hem zeggen dat ik het niet zo bedoeld had, maar hoe? Ik kon nu toch niet zomaar naar beneden strompelen en hem om de nek vliegen? Hij was ook boos op mij, denk ik, maar zeker wist ik het niet. Ik had geen direct oogcontact gehad en hij kon zijn emoties altijd heel goed verbergen, het was heel moeilijk om te zien wat hij voelt.
Mijn gedachten gingen willekeurig naar Potter. Hij had nooit zijn emoties kunnen verbergen. Hij had ook nooit kunnen liegen, je zag het meteen als er iets was. Nee, ik moest niet meer aan hem denken.
Zonder te beseffen wat ik deed, duwde ik me van het bed en begon te strompelen naar de deur. Ik duwde hem open en strompelde verder, de trap op, naar de LL-kamer waar het stil was, op het zachte gemompel van de vier na.
Bovenaan de trap bleef ik even staan en haalde diep adem. Tot rust komen, dat moest ik. Dit was waanzin, ik kon nog weg, ze hadden me nog niet gezien. Omkeren, nu! Maar mijn voeten deden iets heel anders dan ik wilde. Ik liep stil en langzaam de schaduw uit, naar hun toe. Het gemompel stierf weg en ze keken we zwijgend aan. Mijn tranen waren opgedroogd, maar mijn ogen waren rood en dik van de tranen en ik had hoofdpijn van het wanhopige denken.
Ik kon enigszins verbazing ontdekken en er hing een gespannen stilte, maar Draco keek me wat afstotelijk aan. Hij was blijkbaar gekwetst door mijn uitval en de zin die ik als eerst tegen hem zei. Hoe kon ik ook zo stom zijn omdat te zeggen? Nu dacht hij vast dat ik niet meer van hem hield, waarom had ik niet nagedacht?! Ik ben ook zo een stom en dom kind, eigenlijk verdiende hij mij helemaal niet. Hij verdiende iemand die nadacht voor ze iets zei, ja, nadacht, en niet zomaar klakkeloos iets zei en hem daarbij vaak kwetsen en vervolgens komen met allemaal verontschuldigingen. Wat konden die verontschuldigingen nou doen? Het goed maken? Je had het mooi wel gezegd!
Ik keek ze weer aan en mijn blik bleef hangen op Draco, hij keek me nog steeds afstotelijk aan. Kom op Mel, even flink zijn! Je kan het wel!
Ik haalde nog een keer adem, dat was ik bijna vergeten te doen al die tijd. En toen, ik draaide me om en mijn voeten begonnen weer naar de trap te lopen. Verdomme Mel!! Draai je om! Wees niet zo zwak!! Wees niet zo een lafaard! Draai je om en maak je excuses! Het kan nog!! Ik schreeuwde in gedachten naar mezelf dat ik het moest doen, maar mijn voeten wilde niet stoppen met lopen, ze bleven maar doorlopen! Waarom leefde ik toch als ik niets goed kon doen? Waarom bestond ik?!
Iemand zuchtte en ik stopte, maar omdraaien, ho maar! Mijn voeten vertikte dat wel, evenals een ander lichaamsdeel. Ik had mezelf niet meer onder controle! Help! Ik werd gek!!
“Ik dacht dat je, je excuses kwam maken.”
“Lucas!” hoorde ik Patty daar achteraan sissend, maar net iets te hard. Waarschijnlijk keek Lucas nu met opgetrokken wenkbrauwen naar Patty die hem dan op haar beurt een boze blik gaf. Jack zat geamuseerd naar het tweetal te kijken en Draco verveeld.
Toen ik dat hoorden bleef ik nog even staan, liet mijn hoofd en schouders hangen, daarna liep ik heel langzaam weg. Zonder ook maar een woord uit te spreken, zonder ook maar een stap verkeerd te zetten, kijkend naar de stenen onder mijn voeten, starend. Wat had ik toch in mijn hoofd gehaald? Ik kwam hier ook om excuses te maken, maar dan liep ik toch weer weg zinder een woord uit te spreken! Wat was er met me aan de hand? Ik haatte mezelf. Ik haatte de zwakke Mel die altijd op het meest ongunstige moment boven kwam. Ik haatte mijn leven. Ik haatte alles dat me in de steek liet en me zo maakte zoals ik nu was. Waarom ik? Waarom kon ik geen gewoon meisje zijn, met gewone ouders, met gewone vrienden, met een gewoon leven. Waarom kon ik dat niet zijn?
Het lot, ik haatte het, het meest van alles. Het lot had bepaald wat er met me zou gebeuren. Het lot had bepaald dat Nick dood was. Het lot had- had alles bepaald wat ik me kon bedenken! Vreselijk. Ik haatte het lot, dus ik haatte alles. Het beste was, als ik weg zou zijn. Dat zou niet egoïstisch zijn, want het zou voor iedereen beter zijn. Ik bracht iedereen alleen maar last toe, iedereen. Met mijn stomme hoofd, met mijn stomme uitdrukkingen, met mijn stomme uitspraken, ik was gewoon een en al stom.
Ik minachtte mezelf, het klonk raar, maar ik haatte mezelf. Als ik vroeger niet gewoon de vloek had uitgesproken, hoefde ik dit niet mee te maken. Waarom was ik zo dom om het met een mesje te doen, alsof ik snel genoeg kon doodbloeden in dit kasteel. Alsof niemand me zou vinden. Ik was stom, toen al. En ik was het alleen maar meer geworden.
In mijn droom rende ik door een eindeloze tunnel. De tunnel wilde maar niet ophouden. Wanhopig rende ik maar door en door, opgejaagd door alle stomme dingen die ik de laatste tijd gedaan had. Ik had het gevoel dat ik het beste af was in de dood, maar dat ik niet dood kon gaan, nooit.
Het was een vreselijk gevoel, het eeuwenlange gevoel van wanhoop die dicht bij krankzinnigheid lag.
Badend in mijn eigen zweet werd ik wakker. Mijn haren plakte aan mijn gezicht en mijn rug en borst was nat, mijn shirt kleefde eraan. Een zwaar gevoel bekroop me en ik moest de nijging om te kotsen onderdrukken. Ik was misselijk, bij iedere beweging die ik maakte, maakte mijn maag een salto. Ik moest naar de badkamer.
Moeizaam kroop ik uit bed. Rillend en klam van het zweet, maar toch had ik het koud ondanks alles gloeide. Steken schoten door mijn hoofd en mijn hart klopte in mijn slaap.
Toen ik naast mijn bed stond zakte ik bijna door mijn benen, ik was absoluut niet in staat naar de badkamer te lopen. Ik was ziek. Waar zijn die slaappillen? Dacht ik koortsachtig en zakte naast mijn hutkoffer neer om mijn beautycase eruit te vissen en daar mijn slaappillen uit te halen. Toen ik ze gevonden had pakte ik mijn flesje water en slikte de pillen door, een stuk of 3. daarna voelde ik duizeligheid opkomen en ging weer op mijn bed liggen. Al snel was ik weg, geen last van angstwekkende en krankzinnige dromen. Geen last van iets, alleen maar duisternis.
reacties please
Love you! |
_________________ Boys are just like trains. If you lost one, you just take an other.... ^^ |
|
  |
 |
tea
2e jaars


Verdiend:
52 Sikkels
Woonplaats: amsterdam
|
Geplaatst:
Zo Sep 18, 2005 16:17 |
 |
heey!!
ja ja, ik heb weer een hoofdstuk!
met heel veel dank aan Laartjuh!! ze heeft me veel geholpen.
en dank aan mijn eeuh.. hoe noem je dat ook al weer? zo iemand die het controleerd... ach jah, Lady_Granger!!
en dan ullie bedankt oor de reacties!! dat geeft me echt veel inspiratie!
dus blijf vooral veel reacties sturen! anders krijg ik geen inspi meer en dan gaat het langer duren.
nou, hier is het volgende stuk!
hoofdstukl 26 zou ik proberen te posten voor dinsdag, want ik ga woensdag naar trier 3 dagen, maar ik het niet beloven.
veel plezier!!
Hoofdstuk 25
“Mel!! Nou heb je toch wel lang genoeg geslapen!! Nou mag je wel eens opstaan!” ergens ver weg klonk een schrille stem, stomme stem laat me slapen! Opeens voelde ik dat mijn wang wat warm werd, maar dat was een lekker gevoel. De stem kwam dichterbij, maar ik negeerde hem. Ik begon ongewild wat heen en weer te schudden in mijn bed, werd ik nou heen en weer geschud? De stem klonk nu harder, het haalde me uit mijn slaap. Ik wilde dat de stem ophield, meestal doet hij dat wel als je hem negeert toch? Opeens werd het koud, daardoor werd ik echt wakker. Ik had twee seconden mijn ogen open toen ik de grond recht voor me zag en er hard op knalde.
“Aaah!!” ik gilde en was gelijk klaarwakker, ik lag naast mijn bed. Ik keek naar mijn bed en zag over de rand het hoofd van Patty komen, ze keek me schuldbewust aan.
“Ik wist niet hoe ik je anders wakker kon maken…” zei ze met een klein stemmetje. Mijn gezicht ging van slaperig naar onweer.
“PATTY!!!!” krijste ik hard en schoot omhoog, om vervolgens de pijn die door mijn rug schoot te negeren, en stond op. Patty begon gillend weg te rennen en met een kussen in mijn hand begon ik achter haar aan te rennen. Dat ging alleen niet zo makkelijk want mijn benen waren nog moe van het slapen.
“Ik was al wakker!! Waarom duwde je me van het bed als ik al wakker was!” riep ik naar haar terwijl we achter elkaar rondjes renden door de slaapzaal heen
“Omdat ik dacht dat je nog sliep!” gilde ze terug.
Na een tijdje smeekte ze om genade aangezien ik haar te pakken had en haar aan het slaan was met een kussen.
“Stop!! Please!!! Vergeef me!! Ik ben nog te jong om te sterven!!” riep ze uit en grinnikend stopte ik en gooide het kussen terug naar mijn bed.
“Je maakt me nooit meer wakker op zo’n manier!”
“Nee, zal ik niet doen mama.” Ik keek haar grommend aan. “Sorry!” zei ze haastig en grinnikte. Ik liep naar mijn hutkoffer en pakte een handdoek en mijn kleding en liep naar de douche.
Toen ik klaar was met douchen en ik in de spiegel mijn haar goed deed en mijn make-up en de nodige dingen, zag ik dat mijn ene wang roder was dan de andere en dat ik een blauwe plek had op mijn schouder. Waarvan kon dat nou zijn?
“Hé Pat, weet jij waarom mijn wang rood is en ik een blauwe plek op mijn schouder heb?!” riep ik naar haar, ze zat op haar bed.
“Eeeuh… ja… dat weet ik wel.” Zei ze met een achterdochtig stemmetje.
“En…?”
“Nou eeuh, toen ik je wakker maakte en je niet wakker wilde worden heb ik eeuh… je een tikje op je wang gegeven en je een klein beetje heen en weer geschud…”
“Een tikje?!! Mijn hele wang is rood! Naja, geeft niet. Welke vakken hebben we straks?”
“Eeuh.. niets.”
“Hoezo? We hebben toch les?!”
“Nou, we hadden. Het is al half 6 hoor… ik had je maar laten slapen.”
“Waat?!! Ach ja, gedoe happens… maar, ik had toch een rare droom vannacht!” zei ik en dacht terug aan de droom. Ik liep naar Patty toe en ging bij haar op het bed zitten.
“Vertel.”
“Nou, dat ik helemaal flipte om iets en dat ik heel gemeen deed tegen Draco en jullie… en toen werd ik door jou hierheen gebracht en toen ik hier was drong alles pas tot me door en ging ik weer terug om mijn excuus aan te bieden, maar het lukte niet! Het wilde niet lukken! Ik wilde het zeggen, maar toen draaide ik me om en liep weg!” er bleef even een gespannen stilte “Patty? Zeg dan wat!”
“Eeuh, ik weet niet wat…”
“Nou, iets van: dat is echt een rare vreemde droom!”
“Nou, het was geen droom… Mel.” Ik keek haar even verbaasd aan.
“Wat zei je?”
“Dat, dat wat je net zei geen-”
“Ja, dat heb ik gehoord. Maar… hoe… wat… wie… hé?!! Je bedoeld dat… dat ik dat echt deed?!”
“Ja, als het geen droom is, dan is het meestal echt, niet?”
“Patty!” Gilde ik uit. “Op dit moment heb ik geen zin in grapjes. Dit-”
Plotseling werd ik onderbroken door een hard rommelend geluid. Patty dook op de grond en met haar handen om haar hoofd heen geslagen keek ze me vanaf de grond aan. Daar ging het geluid weer. Langzaam keek ik naar mijn maag en besefte op dat moment dat ik heel lang niet meer gegeten had. Ik liep naar de deur en zag Patty nog trillend op de grond liggen.
“Patty, dat was mijn maag” mompelde ik droog.
“Was dat jouw maag? Het leek eerder op een enorm monster of een gebouw dat instortte.”
“Juist…”
Terwijl we naar de grote zaal liepen bleef Patty maar doorvertellen over hoe eng ze mijn maag vond. Maar ik luisterde niet. Het enige wat ik nodig had was voedsel en zo snel mogelijk.
Eenmaal aangekomen in de grote zaal liepen mijn voeten automatisch naar de tafel van Zwadderich. Daar zag ik de jongens zitten en zo te zien waren ze druk in gesprek. Ik zag dat Jack even naar me keek en zwaaide naar hem, maar hij keek snel de andere kant op. Opeens hielden de jongens op met praten.
“Hallo!” Riep ik opgewekt, maar geen van allen reageerden.
“Halloeeeee! Iemand thuis?”
Ik zwaaide even met mijn hand voor Draco’s ogen, maar hij reageerde niet. Hij leek wel een standbeeld.
“Dan niet” mompelde ik en laadde zoveel voedsel op mijn mond, dat het net een muur leek. Ik zag dat Patty me raar aankeek, maar dat kon me niets schelen. Ik had honger!
Ondertussen probeerde ik oogcontact te vinden met Draco, iets wat dus niet lukte. Pas toen mijn bord leeg was, ving ik zijn blik.
“Moet je niet iets zeggen?” Zei hij boos met een ijskoude blik.
“Waar heb je het over?” Vroeg ik verbaasd. Ondertussen keek ik verlekkerd naar een stuk kwarttaart.
“Als je dat niet weet, nou dat vertel ik het je ook niet!” Zei Draco kwaad en hij keek demonstratief de andere kant op.
“Draco, wat is jouw probleem? Wil je niet reageren? Ook goed! Jack wat is zijn probleem!?” Zei ik snel.
Ik keek Jack onderzoekend aan en zag dat zijn blik bleef hangen op een kwarktaart. Aha! Dat was zijn lievelingstoetje.
“Jaaack” zei ik verleidelijk. “Wat staat daar? Is dat nou kwarktaart? Zal ik het eens pakken?” Ik rekte me uit en pakte de hele taart en ging er expres mee voor Jack’s ogen. Ik pakte mijn vork en stak deze langzaam in de taart. Langzaam bracht ik het naar mijn mond. “MMM, wat is dit lekker zeg. Jack wil je ook?” Ik ging met mijn vork langs zijn ogen en zag dat hij het moeilijk had. Hij begon te zweten en zijn ogen bewogen op topsnelheid. Langzaam bracht ik mijn vork naar zijn mond.
“AHHHH!!! Ik kan hier niet meer tegen!” Riep hij uit en hij graaide met zijn hand naar een stuk kwarktaart dat hij vervolgens zo snel mogelijk in zijn mond propte. “Mmm, taart” bracht hij uit, nadat hij een enorm stuk kwarktaart had doorgeslikt.
“Jack!” siste Draco boos en wierp Jack boze blikken toe. Alleen leek Jack dit niet te merken, hij had alleen maar oog voor zijn kwarktaart.
“Jack lieffie?” Vroeg Patty lief. “Mag ik een stuk kwarktaart?” Patty ontweek Lucas’ gekwetste blik.
“Neee!!”Schreeuwde Jack boos. “Kwarktaart mij!” zei hij terwijl hij zijn kwarktaart een eind van Patty vandaan hield en hem beschermde alsof het een tere baby was. “Vind je ook niet kwarktaart? He liefje?”
Ik keek Patty raar aan en vroeg me af of Jack altijd zo raar deed.
Tien minuten (en tientallen pogingen om Jack weg te trekken uit de grote zaal) later, waren we op weg naar de LL-kamer. Het was heel lastig om Jack weg te krijgen uit de grote zaal want hij was maar opzoek naar meer kwarktaart. Maar het was ons wel gelukt. Draco en Lucas hadden geen zin om ons te helpen om Jack weg te krijgen uit de grote zaal en gingen alvast naar de LL-kamer, dus liepen we met z’n drieën door de gangen. Dit was het perfecte moment om Jack te vragen wat Draco dwarszat.
“Jack, wat was er nou met Draco?” Vroeg ik zo nonchalant mogelijk. Hij keek me aan en onderdrukte een snik. Hij was dus nog steeds aan het treuren over het feit dat hij nu geen kwarktaart binnen handbereik had.
“Hij-”
“Weetje Jack,” Onderbrak Patty hem. “Je hebt nog steeds kwarktaart op je gezicht. Van wie heb je leren eten?”
“Kwarktaart” mompelde Jack blij en peuzelde de laatste resten kwarktaart gulzig op. “Owjah, Draco vond je gedrag van gisteravond heel vreemd.”
“Gisteravond?”
“Ja dat hele ik-kom-de-trap-af-en-ik-kijk-jullie-aan-en-zeg-niets-en-loop-de-trap-weer-op gedrag.”
“Ja maar dat was een droom. Ik was aan het slapen!” zeg ik verontwaardigd.
“Dat was dus duidelijk echt. Als dat niet echt was, dan.. dan.. Uhm wat wilde ik ook alweer zeggen?” Zei Patty luid.
Jack negeerde Patty en ging weer verder met zijn verhaal. “En natuurlijk mogen we jouw gedrag niet vergeten toen Draco je wilde helpen met het vergeten van Nick.” Mijn maag kromp even ineen bij het horen van die naam. Ik probeerde het te vergeten en dacht snel aan iets anders.
“Oke, misschien was ik niet heel erg aardig tegen hem, maar waarom moet het nou van mijn kant komen?”
Patty opende haar mond en deed hem met een verwarde uitdrukking op haar gezicht weer dicht.
“Nou, dan niet” Zei Jack toen we in de LL-kamer waren.
Ik ging in een zetel tegenover Draco zitten, maar Draco keek me boos aan en ging toen aan de andere kant van de LL-kamer zitten.
“OOK GOED!” Schreeuwde ik Draco na en ging demonstratief zo ver mogelijk van Draco af zitten.
Lucas volgde Draco’s voorbeeld en ging naast hem zitten. Patty twijfelde even waar ze moest gaan zitten, maar besloot toch maar naast mij te gaan zitten. Jack ging eerst naast de jongens zitten en werd zo vuil aangekeken dat hij snel naast Patty en mij ging zitten.
“Waarom kijken ze zo vuil? Wat heb je misdaan?” Vroeg Patty toen Jack zijn zetel naar ons toe schoof.
“Oh, ik wilde niet met ze mee doen met het negeer Mel spelletje.”
“Waarom niet?”
“Ik koos voor kwarktaart.”
De rest van de avond verliep langzaam en kon ik me niet concentreren. Ik probeerde me op mijn huiswerk te storten maar mijn blik dwaalde steeds af naar Draco. Probeerde ik niet aan Draco te denken, dacht ik aan gisteravond. Maar de gedachte aan gisteravond gaf me hoofdpijn en dan probeerde ik me weer op mijn huiswerk te storten.
Na uren had ik er echt helemaal genoeg van en ging naar bed. Maar al gauw had ik spijt van mijn beslissing. Ik kon maar niet in slaap komen omdat ik de hele tijd aan Draco dacht en als ik dan in slaap viel was dat maar voor vijf minuten. Om het halfuur stompte ik in mijn kussen om het vorm te geven in de hoop dat ik dan beter kon slapen, maar ik wist dat het toch geen zin had. Als ik mijn ogen sloot kwamen er beelden voorbij van mijn gedrag tegen Draco. Tegen tweeën viel ik eindelijk in slaap. Ik droomde dat Draco het met me uitmaakte omdat ik zo gemeen tegen hem was geweest en dat Sandra een betere vriendin voor hem was. Ze zouden gaan trouwen en Sandra was al zwanger. Met een gesmoorde gil werd ik wakker. Ik keek op mijn horloge en zag dat het al zes uur was. Ik legde mijn hoofd weer op mijn kussen maar wist dat ik niet meer kon slapen. Met mijn ogen op het plafond gericht dacht ik na over die droom en kwam tot de conclusie dat ik fout zat. Draco was zo lief voor me en ik behandelde hem als vuil. Hoe moest ik het goed maken?
Ik had geen zin om mijn hersens te pijnigen en besloot me maar aan te kleden om vervolgens te gaan ontbijten. Onderweg naar de grote zaal besprak ik met Patty hoe ik het goed moest maken met Draco.
“Misschien moet je gewoon zeggen dat het je spijt.”
“Misschien wel,” zei ik peinzend.
Toen we in de grote zaal waren stokte mijn adem. Daar zat hij, zijn blonde haar als de stralende zon in de zomer. Nu moest ik het wel doen. Mijn voeten voelde loodzwaar aan bij elke stap die ik in zijn richting zette. Toen ik achter hem stond schraapte ik mijn keel.
“Draco?”
“Ja” antwoordde hij nors.
Ik slaakte een diepe zucht. “Het spijt me echt heel erg.”
Hij keek me even aan en er verscheen een geïrriteerde blik op zijn gezicht. “Zal wel Mel!”
“Ma-” voordat ik mijn zin kon afmaken beende hij de grote zaal uit.
Verdrietig zakte ik op de bank tegenover Jack. Ik had plotseling geen honger meer. Naast me hadden Patty en Lucas een soort van ruzie. Lucas was boos op Patty omdat ze gisteravond lieffie tegen Jack zei. Patty was op haar beurt weer boos op Lucas omdat hij me negeerde en hij zich, volgens haar, aanstelde.
“Kom we gaan” zei een zachte stem in mijn oor. Het was Thomas.
Samen met Jack liepen we terug naar de LL-kamer.
“Wat doe ik nou fout? Waarom wilde Draco me niet geloven? Hoe moet ik hem laten zien dat ik het echt meen?” Vroeg ik aan ze.
Ze keken me beiden aan en dachten diep na.
“Wat nou,” zei Jack langzaam. “Als je het romantisch doet?” ik keek Jack aan, zei hij nou net romantisch? Het woord dat hij nooit zou zeggen, zwoer hij een keer.
“Maar wat dan? Ik weet het echt niet meer… ik- oowh als ik hem in handen krijg dan vermorzel in die gast!” mijn verdriet sloeg om in woede, ik had speciaal voor hem mijn trots aan de kant gezet en hij waardeerde het gewoon niet!! Wat was dat nou voor een vriend?!
“Misschien moet je de astronomietoren voor vanavond huren.” Zei Thomas peinzend en ik en Jack keken hem geschokt aan.
“Hallo! Ik wil nog even maagd blijven jah!”
“Nee, nee! Zo bedoel ik het niet! Je kan daar nog veel meer dingen doen.”
“Zoals…?” vroeg ik achterdochtig, ik was echt niet van plan om nou al rare dingen te gaan doen!
“Een etentje.”
“Een etentje…?” vroeg ik minachtend.
“Ja!! Een etentje!!” riep Jack uit.
“Een etentje… een etentje… ja, misschien wel een goed idee. Maar hoe?”
“Nou, wij helpen je. En als Lucas zijn hersens weer heeft geordend, ook.” Zei Thomas en Jack knikte hevig.
“Eeuh.. oke… waar beginnen we?” zei ik en Thomas dacht even na.
“Jack, ren naar de Astronomietoren en reserveer hem voor vanavond.” Zei hij gebiedend en Jack ging kaarsrecht staan en zette zijn vingertoppen tegen zijn hoofd.
“Yes Sir!” zei hij en renden vervolgens weg. Zou hij het op dit tempo wel halen voor vanavond?
“En wij?” vroeg ik met een schuin hoofd.
“Wij? Wij gaan wachten op Patty en Lucas.” Zei hij en twee minuten later liepen Patty en Lucas hevig in discussie de zaal uit.
“Je moet je niet zo aanstellen! Ik wilde alleen maar een stukje taart en dat zou ik sowieso niet krijgen als ik zei: ‘Hé mens, geef mij die kwarktaart. Ik wil het ook!’ dan zou ik toch nooit een stukje kunnen krijgen?! Ik moest het daarom maar aardig vragen.”
“En jij noemt ‘Jack, lieffie’ alleen een beetje aardig?!” zei Lucas als weerwoord met een perfect geïmiteerd zoet hoog stemmetje van Patty.
“Nou als jij het anders wilt zien, doe je best. En wat ik ook echt vreselijk aanstellerig vond, was dat van dat ik-negeer-mel-spelletje. Waar heeft ze dat aan verdiend?!”
“Aan gisteravond.”
“Ze wist niet eens dat ze het deed!”
“Als je me toch alleen maar een aansteller vind, waarom maak je het dan niet meteen uit.”
“Nee! Lucas doe niet zo vreselijk gestoord!”
“Hoezo doe ik nou weer gestoord?! Jij bent degene die alleen maar zit te katten!”
“Lucas! Ik wil jou en niemand anders! Maar je hoeft je niet te gedragen als een baby! Ik lijk je moeder wel!”
“Wie zegt dat je dat niet bent?”
“Wat?!”
“Je gedraagt je ook als mijn moeder! Zeg ik hoef geen vriendin die mijn moeder speelt!”
“Als ik dat niet doe was je nou allang van school getrapt!”
“Dus jij denkt dat ik niet eens voor mezelf kan zorgen?!!”
“AAAH!! Jij bent ook zo… zo…!!”
“Ja?! Wat ben ik?!” vroeg Lucas uitdagend en Patty stapte dreigend dichter bij hem. Het leek even of ze hem een klap wilde geven, maar ze zoende hem!! Wat deed dat kind nou!! Ze zoent hem!! Zoenen! Is ze gek!
“Ze zoent hem! Is ze wel goed bij haar hoofd?!” vroeg ik zacht aan Thomas die zijn armen over elkaar sloeg.
“Eind goed, al goed.”
“Eind….?”
“Eeuh.. ik bedoel, eeuh.. ach ja, laat maar.”
reacties dus!!
Love you! |
_________________ Boys are just like trains. If you lost one, you just take an other.... ^^ |
|
  |
 |
tea
2e jaars


Verdiend:
52 Sikkels
Woonplaats: amsterdam
|
Geplaatst:
Zo Sep 18, 2005 17:00 |
 |
oow hoi mensen, voor de tweede ker vandaag!
ik heb dollz gemaakt van de mensen van Zwadderich die bekend zijn!
alleen is die van Draco en Thomas niet zo goed gelukt.
hier zijn ze allemaal:
http://www.mijnalbum.nl/Foto=WME3DKPY
ik hoop dat jullie ze een beetje goed vinden.
love you! |
_________________ Boys are just like trains. If you lost one, you just take an other.... ^^ |
|
  |
 |
tea
2e jaars


Verdiend:
52 Sikkels
Woonplaats: amsterdam
|
Geplaatst:
Za Sep 24, 2005 13:30 |
 |
hooi mensen!
Trier was super! ik ben gister terug gekomen en heb nu al weer een stukje voor jullie..
jammer dat ik niet veel reacties heb gekregen, maar alsnog bedankt
ik hoop dat jullie het volgende deel leuk vind, ik zou graag willen weten wat jullie vinden wat er na dit hoofdstuk moet gebeuren... zouden julie mij dat willen vertellen?
alvast bedankt!!
enjoy it!
Hoofdstuk 26
“Oké, dus jij, Lucas, lokt Draco naar de Astronomietoren.” Zei Thomas en Lucas knikte.
“Maar hoe moet ik dat doen dan? Ik bedoel, hij gaat echt niet met mij mee als ik zeg dat we naar de Astronomietoren gaan.”
“Je verzint maar wat. Jack, jij hebt de Astronomietoren geregeld?”
“Ja, na veel moeite. Hij was al geeserveerd maar ik heb die mensen gevonden en gezegd dat het en kwestie van leven of-”
“Mooi, Patty, Mel en Jack, volg mij naar de Astronomietoren. Wij gaan hem versieren.” Zei Thomas en we stonden op.
“Ja baas.” Mopperde Jack en ik ging hard op zijn tenen staan. “Auw!! Waar is dat nou weer voor nodig?!!”
“Sorry!” zei ik met een onschuldig gezicht en hij keek chagrijnig voor zich uit.
Het was intussen al half zeven, dus we moesten snel zijn.
Aangekomen in de Astronomie toren begonnen we gelijk. Mel, Jack jullie doen het menu en regelen dat voor vanavond. Patty, wij gaan hem versieren.” We knikte en ik trok Jack mee naar buiten en toverde een bank zodat we voor de deur konden gaan zitten en niemand erin konden laten.
“Oké, het menu.” Zei ik en haalde perkament en een veer uit mijn tas.
“Ja, ik weet wel wat hij lekker vind! Hij wil vast groente soep vooraf, daarna patat met biefstuk en sla en als toetje eeuhm… griesmeelpudding!”
“He, ik wil helemaal geen griesmeelpudding!”
“Maar, wat dan?” vroeg Jack.
“Ik wil kwarktaart.” Zei ik en Jacks blik veranderde meteen.
“Mag ik ook mee eten!! Please!! Ik wil ook mee eten!! Kwarktaart mij! Mijn kwarktaart!! Jullie mogen hem niet!!”
“Jack, ik vind dat ook lekker en we zullen hem goed behandelen.”
“Oh, maar-”
“Niet zo egoïstisch jij, nou kom, we moeten naar de keuken.”
“Oké, oké.” We stonden op en liepen naar de keuken.
“Zeg Mel, hoe kom je aan die rode plek op je wang?”
“Patty heeft me geslagen.”
“Ow, oké.” Zei hij verder liep hij zwijgend mee.
Toen we bij het schilderij aankwamen van de fruitschaal, kietelde ik de peer en er kwam een handvat tevoorschijn. Ik trok het luik open en we stapte snel naar binnen.
Meteen kwamen er 10 huiselven op ons af en boden ons allemaal lekkers aan, maar geen kwarktaart. Jack zocht met zijn ogen naar die kwark, maar kwam toen triest tot de conclusie dat hij er niet was.
“Eeuhm, ik had een vraag.”
“Vraag maar Mevrouw.” Antwoordde een van die griezelige beestjes. Iel, ik kreeg er rillingen van.
“Nou, ik heb vanavond een verassing voor een vriend van mij in de Astronomietoren en-”
“Wat is uw bestelling?” vroeg de huiself dwars door mijn zin heen en ik keek even verontwaardigd naar het beestje.
“Eeuhm, groente soep vooraf; patat, biefstuk en sla als hoofdgerecht; en kwarktaart als toetje.” Jack wilde protesteren maar ik legde hem het zwijgen op door hem een klap te geven op zijn rug.
“Kom in orde mevrouw.” Zei de huiself en hij was weg. Wat een onaardig beest!
“Kom, laten we gaan. Ik krijg hier de kriebels van die beestjes.” Zei ik zacht tegen Jack en sleurde hem mee, met moeite want hij had net kwarktaart ontdekt.
“Wat nou als het mis gaat?!” riep ik uit. Ik was vreselijk zenuwachtig, Draco kon ieder moment komen en ik was er nog helemaal niet op voorbereid. Ik was de hele tijd aan het bewegen terwijl Patty een poging deed mijn haar goed te doen.
“Kan je even stil zitten, ik probeer je haar te doen.” Zei Patty en probeerde de klitten uit mijn haar te halen.
“Auw! Dat doet pijn.”
“Nou en, wie mooi wil zijn moet pijn lijden.” Ik zuchtte, wat nou als het mis ging?
“Als ik niets weet te zeggen? Wat dan? Of wat als hij het niet accepteert?”
“Dat doet hij wel, anders is hij je niet waard. Zo klaar. Wil je even opstaan?” ik stond op en Patty keek me nauwkeurig.
“Oké, ik ga weg. Blijf rustig, Draco komt zo waarschijnlijk. Zeg gewoon oprecht dat het je spijt, oké?” ik knikte en wilde vervolgens op mijn nagels bijten. “Niet op je nagels bijten!” zei ze geschokt en sloeg mijn hand weg.
“Oowh!! Ik kan hier gewoon niet tegen!”
“Jawel, gewoon rustig blijven. Ik ga nu, doei en veel succes en plezier.” Zei ze en liep vervolgens weg.
Ik ging nerveus op een bank in de hoek zitten en begon de kamer en bekijken. Het was romantisch ingericht, gordijnen, overal kaarsjes, netjes gedekte tafel, leren donkerblauwe bank waar ik nu op zat en je had er nog een buiten, waar het magisch verwarmd was zodat je naar de sterren kon kijken. Simpel,maar romantisch.
Er klonken voetstappen, gedoe! Daar was hij al.
“Ga nou maar naar binnen, er is iets dat je echt moet zien. Pas als je het begrijpt-”
“Wat begrijpt?!! Ik kan toch niets begrijpen als ik niet weet wat ik moet begrijpen!!”
“Rustig, je weet wel wat je moet begrijpen. Nou kom op, naar binnen jij.” Zei de stem van Lucas en ik zag dat hij Draco binnen duwde. “En je komt pas terug als je het begrijpt!” zei Lucas nog en sloot de deur voor Draco’s neus.
Ik stond op en liep naar het midden, zachtjes. Hij had me nog niet gezien, want hij stond met zijn rug naar me toe.
“Verdomme Lucas, ik krijg je wel, ik wurg je.” Mompelde hij maar toen ik mijn keel schraapte werd hij stil. Ik zag dat hij zuchtte en toen hij zich omdraaide kreeg hij een verveelde uitdrukking op zijn gezicht.
“Ow, jij bent het. Nou wat nu weer?” vroeg hij verveeld en ik vergat even wat ik van plan was, had hij het dan niet gezien? Ik draaide even aan het ringetje om mijn vinger, ik had het ooit dit jaar van hem gehad. Zou hij dat nog weten? Hij had er ook een, iets van verbodenheid ofzo.
“Ik wilde zeggen, het spijt me dat ik gisteravond zo rot tegen je deed en om het goed te maken heb ik een etentje geregeld.” Zei ik. Hehe, dat was eruit. Ik vond het moeilijk om toe te geven dat ik fout zat, daarvoor moest ik al mijn trotsheid opzij zetten. Zou hij het weer afwijzen?
Hij keek me even aan en keek toen naar de tafel. Vervolgens zette hij een arrogant gezicht op en keek minachtend naar de tafel en toen naar mij.
“Een etentje, is dat alles? Kon je niet iets beters verzinnen?” zei hij op arrogante kille toon. Ik keek hem even verbaasd aan.
“Huh? Maar, wat… ik…”
“Spreken is moeilijk, niet?” zei hij daarna gemeen en dat was de druppel. Mijn verdriet sloeg om in woede en dan niet een klein beetje. Mijn woede was minstens 3 keer zo groot als mijn verdriet!!
“Weet je Malfidus!!! Ik walg van je!! In jouw ogen kan ik niets goed doen!!! Ik zeg sorry, regel een etentje en jij doet alsof het niets is!! Je doet alsof ik vies vuil ben, maar even voor de duidelijkheid, JIJ BENT VIES VUIL!!” schreeuwde de longen uit mijn lijf en Draco keek me enigszins geschokt aan. Ik trok de ring van mijn vinger en stapte naar hem toe.
“Je bent niets minder dan een arrogante klootzak, je bent net als Sandra. Misschien moet je haar toch maar als vriendin nemen als je mij toch niet waardeert. Je bent mij niet waard, hoor je, je bent me niet waard!” zei ik kil en kwaad. Ik gooide de ring op de grond en je hoorde het neervallen. Draco keek me aan zonder emotie en ik keek hem aan met kille en woeste ogen. Het volgende moment kwam mijn hand tegen zijn wang en rende ik weg, maar waarheen? De eerste deur die ik zag was naar buiten. Ik deed hem open en rende de trap af.
Het was een kilometers lange trap, leek het, en ergens midden in zakte ik in elkaar. Al mijn verdriet om Nick kwam ineens ook naar boven en alles sleurde me mee naar, naar wat eigenlijk?
Ik viel op mijn knieën en viel opzij tegen de muur aan die me tegen hield. Mijn hoofd kwam in contact met de muur, hij was koud, ijzig koud. Het gaf me rillingen, maar die merkte ik maar nauwelijks.
Ik begon te tranen, maar niet te huilen. Waren mijn tranen dan nog niet op? Het was maar goed dat ik geen geluid maakte, dat zou misschien wel iemand aantrekken. Ik wilde echt niet dat iemand me zo zag, en al helemaal niet in tranen. Dat zou echt niet bij mijn karakter passen die ze kennen. Ik haatte mezelf, ook nu, nu de zwakke Mel weer naar boven kwam. Wat had ik fout gedaan? Waarom huilde ik zo snel? Ik was gewoon zwak geworden! Maar ik kon er niets aan doen, hoe kon ik weer sterk worden? Zo sterk als ik vroeger was? Zo vrolijk, zo blij, zonder zorgen. Nee, die tijd was voorbij. Er was nu alleen nog maar een tijd van serieus, verdriet en zorgen. Niet meer vrolijk door de school rennen, niet meer vrolijk tikkertje spelen op het terrein, niet meer stiekem het bos in. Nee, het was voorbij.
Ik haatte ouder worden, ik wilde voor eeuwig jong blijven. Jong zonder zorgen. Maar het leven was hard, het leven was een straf. Wat had ik fout gedaan?
Allemaal nare gedachtes beslopen me en omhelsde me. Ze hielden me zo bezig dat ik niet hoorde dat er iemand aan kwam. Pas toen de voetstappen heel dichtbij waren, hoorde ik ze.
Geschrokken keek ik op, wie was dat? Ik kon niet achterhalen of ze van boven kwamen of van beneden. Ruw veegde ik mijn tranen weg en stond op. Auw! Ik was hard neer gekomen op mijn knieën en nu deden ze erg pijn bij het opstaan. Dat zal zo wel weg trekken, toch? De voetstappen werden luider, gedoe! Ik moest weg, maar mijn knieën waren nog niet in staat om verder van de trappen te lopen!
Intussen vond ik uit dat de voetstappen van beneden kwamen, het was dus niet Draco. Wie dan wel? Ik keek om mijn horloge, dubbel gedoe!! Het was kwart over 10!! Straks was het Vilder!
Ik dacht er niet bij na, maar ik rende zo snel mogelijk en zacht naar boven. Mijn knieën protesteerde heftig, maar ik moest even doorzetten. Ik rende door de deur en zag dat Draco nog in het midden van de kamer stond, precies waar ik hem had achtergelaten.
Hij leek niets te horen, beter. Zo stil ik kon kroop ik achter de bank en wachtte af.
Ik hoorde voetstappen en een miauw, het was dus Vilder. Hij kwam de kamer binnen en keek verbaasd toen hij Draco zag.
“Hé! Wat doe jij hier nog?! Dat wordt strafwerk, jongen.” Zei Vilder grijnzend en in zijn handen wrijvend.
‘Hik,’ gedoe, nu, precies nu, kreeg ik de hik. ‘Hik’ verdomme! Rothik! Mevrouw Norks bleek het gehoord te hebben, maar ze deed niets anders dan kijken.
Draco was terug gekomen uit zijn trance en keek geschrokken naar Vilder en toen naar zijn horloge. Zijn ogen werden groot toen hij ontdekte dat het kwart over tien was, te laat dus.
“Maar… maar…” begon hij.
“Geen gemaar, jongen. Wij gaan leuk een werkje voor je uitzoeken.” Zei Vilder wenkte hem mee.
“Maar Mel is hier ook.” Zei Draco toen gevaarlijk rustig.
Wat?! Wat was hij aan het doen?! Wie dacht hij wel niet wie hij was?!! De koning van de jungle?!! Verrader! Het was gewoon een vieze verrader!!
Van woede sprong ik achter de bank vandaan, wat ik eigenlijk beter niet had kunnen doen, want dan had ik geen strafwerk gekregen.
“Verrader!! Vieze verrader!! Hoe durf je!! Je bent zo…! ‘hik’ Je lijkt precies op je vader!! Allebei smerige verraders!! Je verraad toch niet zo maar een vriendin! Een vriendin die nu je vriendin niet meer zal zijn!! Nooit!! Ik pieker er niet over om jou ooit nog eens aan te kijken weet je dat?!! Je bent zo’n arrogante klo- ‘hik’ otzak!!” Ik schreeuwde voor de tweede keer die dag de longen uit mijn lijf. Mijn hoofd liep rood aan van woede en mijn hart klopte in mijn keel. Vilder stond verbaasd te kijken en Draco liep ook rood aan.
“Moet je jezelf horen!! Jij zegt dat ik een arrogante klootzak ben, maar je wil niet weten hoe arrogant je zelf bent!! Je accepteert geen hulp als iemand die bied en aardig afslaan, ho maar!! Het woord aardig ken jij niet eens!! Je bent veel te trots om ook maar even aan iemand anders te denken!!!”
“IK HEB MEER MEEGEMAAKT DAN JIJ OOIT ZULT MEEMAKEN!! JIJ BENT GEWOON TE DOM OM TE SNAPPEN DAT ALS IK AL MIJN AANDACHT AAN IEMAND ANDERS ZOU GEVEN IK ZELF KAPOT ZOU GAAN!! EN WAAROM ZOU IK MIJN A- ‘hik’ AANDACHT AAN IEMAND GEVEN ALS DIEGENE OOK GEEN ENE MOEITE DOET MIJ TE STEUENEN EN ME ALLEEN MAAR PROBEERD TE OVERTUIGEN DAT MIJN ALLERBESTE VRIEND DOOD IS!!
JIJ WEET NIET EENS WAT HET WOORD EER BETEKEND!! JIJ KAN JE GEWOON NIET AAN BELOFTES ‘hik’ HOUDEN!! ‘hik’” ik begon weer te hikken en Draco zag dat als een kostelijk vermaakt en begon vals te lachen.
“Het woord eer zegt mij heel wat meer dan jou! Jij stelt je onwijs aan, Nick is dood en daar kan niets aan veranderd worden. Je doet alsof je zielig bent, maar iedereen zou dan zielig moeten zijn!! Je kan gaan zitten kniezen en smeken of hij terug komt, maar dat komt hij niet!! Nooit meer!! Net als alle andere die dood zijn!! DOOD JA!! HIJ IS DOOD!!”
“WAT BEN JIJ-”
“GENOEG!!” bulderde Vilder opeens hard en mevrouw Norks maakte een sprongetje van schrik, evenals Draco en ik. “Wat is dit?!! Ik zei dat jullie strafwerk hebben! En daarmee uit!! En nu meekomen, anders kunnen maar gelijk van school af!!” bulderde hij iets minder hard verder en beende weg. Geschrokken keek ik Vilder na.
“Tong verloren, Hanley?” zei Malfidus ijzig en ik keek hem kil aan.
“Ik maak geen woorden meer vuil aan zo’n zielig persoontje als jij, dat zou verspilling van tijd zijn.” Zei ik kil en liep toen met grote passen achter Vilder aan.
Ik voelde me kwaad en had de nijging om te huilen. Ik voelde me ook rot, zo rot als een verrotte appel. Wat haatte ik deze tijd van mijn leven, niets was meer leuk.
Eerst had ik me uitgesloofd om het goed met hem te maken, daar had hij minachtend naar gekeken en gevraagd of ik niets beters kon verzinnen. Toen had hij me verraden aan Vilder en vervolgens had hij gezegd dat ik me aanstelde over Nick!! En dat noemde zich een vriend!! Mooi niet dus, hij zou nooit meer mijn vriend worden, hij was te ver gegaan. ‘Hik’
reacties please!
Love you!! |
_________________ Boys are just like trains. If you lost one, you just take an other.... ^^ |
|
  |
 |
tea
2e jaars


Verdiend:
52 Sikkels
Woonplaats: amsterdam
|
Geplaatst:
Do Okt 06, 2005 20:32 |
 |
ja mensen!! ik heb eindelijk weer een nieuw stuk!
ik had en heb het zooow super super druk met school:| echt niet normaal!!
maar om het goed te maken is hij extra lang!
i hope you like it!
Hoofdstuk 27
Ik was diep in gedachten verzonken voordat ik door had dat we plotseling voor een lokaal gestopt waren. Hu? Ik herkende het hier niet. Ik keek uitgebreid om me heen en toen drong het tot me door. Dit, dit, dit was het lokaal van Herends!!!
Paniekerig keek ik om me heen, konden we niet vluchten of zo?
Naast me stond Malfidus, mr. Coolheid himself. Grrr, wat had ik daar toch een hekel aan.
De deur van het kasteel ging open, trauma!! Daar stond Herends, in zijn pyjama!! Als dit niet zo’n stomme situatie was, lag ik nu in een deuk en zou niet meer bijkomen. Maar nu was het anders, ik had ruzie, was betrapt en kreeg strafwerk bij mijn favoriete leraar, niet dus!!
“Professor Herends, deze kinderen waren na tienen nog in de Astronomietoren en hebben het hele kasteel bij elkaar geschreeuwd.” Zei Vilder grijnzend en mevrouw Norks streek langs mijn been.
Ik kreeg er de rillingen van en schopte de kat weg. Met een luid gekrijs schoot Norks door de gang en ik grinnikte goedkeuren.
Met een zijdelinkse blik keek ik naar Malfidus. Hij stond er hooghartig bij, alsof hij te goed was voor dit. Ik kon hem niet uitstaan! Het liefst wilde ik hem haten, maar van binnen wist ik dat ik dat niet kon. Ik wilde hem wurgen, in de grond trappen, hem in stukjes knippen, doen alsof hij een beuker was, doen alsof hij een mug was, hem vierendelen, hem in mijn ketel laten verdrinken!! Nee, arme ketel… maar dat kon ik allemaal niet doen, dan zou ik gelijk van school getrapt worden.
“Mevrouw Hanley en Meneer Malfidus, wat een aangename verrassing” zei Herends spottend. “Na tienen nog rond zwerven op de gangen? Ik vraag me af hoe dat nou zou komen. Hebben jullie ooit gehoord van een klok of een horloge? Vast niet.” Terwijl Herends aan het praten was, vernauwde mijn ogen. Die man was zo gemeen en vervelend dat het me niets zou verbazen als hij familie zou zijn van Voldemort.
Stiekem keek ik naar Draco, ik bedoel Malfidus, om te zien was voor een uitdrukking hij nu op zijn gezicht had. Maar het enige wat ik zag was nog steeds niet stomme, verveelde, hooghartige blik.
“Professor, wat wilt u met ze doen?” vroeg Vilder. Ik keek hem giftig aan en wenste dat hij vast geketend werd in de LL-kamer van Ravenklauw of Huffelpuf.
“Daar moet ik nog even over nadenken, maar als ze morgenavond om acht uur bij mijn lokaal zijn dan merken ze het wel. Net een hele leuke verrassing.”
“Dat is dan geregeld, meekomen nu. Jullie moeten naar jullie LL-kamer.” Vilder pakte me bij mijn gewaad en sleurde me mee. Hij was kennelijk boos over het feit dat ik die achterlijke kat van hem eens gaf wat ze verdiende.
“Weet je,” begon ik toen Malfidus en ik inde lege LL-kamer stonden. “Dit is allemaal jouw schuld! Als jij je grote mond een kon houden was dit allemaal niet gebeurd!”
“Oh, tuurlijk! Dit is allemaal mijn schuld!! Als jij dat domme etentje niet had gepland, was dit niet gebeurd. Nu moet ik mijn vrijdagavond op offeren!”
“Dom etentje?! Ik wilde het goedmaken idioot! Het was niet eens mijn idee! Ik had je moeten laten stikken in een stuk kwarktaart! Of nee, ik had je vanaf het begin al moeten dumpen! Ik wist dat dit ging gebeuren, je ziet mij gewoon als een hobby! Nou, die ‘mooie’ tijd is nu voorbij, ik ben je hobby niet meer! Zoek maar iemand anders!!”
boos stampend liep ik naar mijn slaapzaal. Voordat ik bij mijn slaapzaal was schreeuwde ik nog, “ik haat je Malfidus!!” boos stampend liep ik verder naar mijn bed en schopte mijn schoenen door de kamer.
“En? Was het leuk?” vroeg Patty die uit de badkamer kwam.
Stil en boos zat ik de volgende ochtend dood te gaan aan de Zwadderichtafel.
“Mel, alles komt goed, dat weet ik zeker.” Zei Jack.
“Denk je dat nou echt?”
“Nee, eigenlijk niet. Maar ik moet toch wat zeggen.” Zei hij simpel en hij klopte even op mijn rug. Zijn ogen zochten de tafel af voor koffie. Zonder koffie kan hij niet functioneren.
Eindelijk vond hij de koffiekan, maar helaas was hij leeg.
“Huh? Het is leeg! Waarom is het leeg?!”
“Uh, ik heb het leeg gemaakt. Er zat nog maar een klein beetje in.” Zei een piepstemmetje, afkomstig van een tweedejaars.
“Wat zeg je?!!”
“Nou, ik hé-”
“Dat snap ik wel!” snauwde Jack. “Hoe haal je het in je hoofd om mijn koffie op te drinken! Stom egoïstisch kind! Denk eens na!” schreeuwde Jack boos.
Het meisje en haar vriendinnen keken Jack angstig aan. Het was eigenlijk wel een leuk gezicht, maar Jack was wel heel hard bezig.
“Jack,” begon ik zachtjes. “Er is vast nog wel meer koffie.”
“Nee!! Die is er niet!! Ik wil en moet koffie!!” het meisje begon met haar onderlip te trillen en plotseling stroomde er allemaal tranen langs haar wangen en rende ze zo snel als ze kon, met haar vriendinnen achter haar aan, de grote zaal uit, naar de toiletten.
“Was dat niet een beetje… hard?” zei ik terwijl ik mijn grijns probeerde te onderdrukken. Eerste en tweede jaars waren ook zo dom.
“Nee.” Hij boog over de tafel naar de oude plek van het meisje, pakte haar kopje koffie en nam een slok. “Hmm, koffie. Is ouder zijn niet geweldig?” Eerst keek ik hem wat verafschuwd aan, maar door die opmerking hield ik het niet meer en barstte in lachen uit. Eindelijk voelde ik me wat minder boos.
Ik hield gelijk op met lachen toen ik dacht aan de avond ervoor.
“Het is allemaal jouw schuld.” Zei ik toen weer boos tegen Jack.
“Waarom dat nou weer?!”
“Jij vond het etentje een goed idee!”
“Wat?! Thomas stelde het voor!”
“Ja, maar jij stemde ermee in.”
“Jij ook.”
“Alleen omdat jij het een goed idee vond!”
“Als ik van de Noordertoren af spring, doe jij dat dan ook?”
“Nou…” ik begon fel, maar toen ik erachter kwam dat ik geen weerwoord had, zweeg ik.
“Antwoord, graag.”
“Eeeuh… dat heeft er niets mee te maken!!”
“Nou en, het is hetzelfde principe.”
Pissig en boos liep ik naar Verzorging van Fabeldieren en ging daar kwaad mokkend zitten.
Gisteren had ik Patty grondig duidelijk gemaakt, dat als iemand kwaad stampend van een date afkwam, het meestal niet goed is gegaan. In het begin ad ik haar alleen maar giftig aangekeken en kon alleen maar super kwaad de woorden Malfidus, klootzak, strafwerk en Herends mompelen.
Na een tijdje had ik het verhaal verteld en Patty was hevig geshockeerd.
“Jufvrouw Hanley, wilt u even opletten.” De ijzige stem van Sneep sneed door de lucht. Dit was het derde uur en we hadden toverdranken, bah!
Ik had Draco de hele dag al genegeerd of hem arrogante, hooghartige blikken toegeworpen. Hij besteedde bijna geen aandacht aan mij en als hij het toevallig zag keek hij mij zo arrogant mogelijk aan, maar ik keek dwars door zijn schild heen. Hij voelde zich vast en zeker niets meer dan onzeker en slecht. Niet dat ik me bijzonder vrolijk voelde, maar ik had niet het gevoel dat ik iets verkeerd had gedaan en dat maakte me zo dat ik nog gewoon kon lachen om Jack, Patty en Lucas.
Draco negeerde Lucas ook, maar Jack en Patty zei hij nog wel eens wat tegen. Hij liep voornamelijk alleen over de gangen en keek iedereen super arrogant en minachtend aan.
“Sorry, professor.” Zei ik en concentreerde me weer op mijn drank. Het was een moeilijk drank, bijna niet te maken zonder concentratie, vandaar ook dat mijn drank er donkerbruin uitzag in plaats van gifgroen.
“Wat heb ik verkeerd gedaan? Ik deed alles volgens het recept!” zei Patty nukkig, haar drank was fel roze. Ik kon het niet laten om te grinniken.
“Je hebt er teveel eeuh… teveel dinges in gedaan.” Zei ik, ik wilde ook eens slim lijken!
“Teveel dinges? Wat is dinges?” vroeg Patty met opgetrokken wenkbrauwen.
“Weet ik veel, ik wilde gewoon even slim lijken. Maar hé, niet getreurd… mijn drank is ook mislukt.”
“Wauw, wat een troost.” Zei Patty mistroostig. Volgens mij was ze wat chagrijnig.
“Jack, Patty is depri! Wat moet ik doen om haar op te vrolijken?” zei ik terwijl ik naar achteren leunde en mijn hoofd naar achteren bewoog om zo Jack omstekop aan te kijken.
“Weet ik veel, verzin wat grappigs… zeg, hoeveel dingetjes van dit moet je erin doen?” zei hij en hield een flesje omhoog.
“Nou, van je vrienden moet je het hebben… kijk op het bord of in je boek, daar staat het.”
“Geen zin in.”
“Jammer dan…”
“Jufvrouw Hanley! Wilt u nu recht gaan zitten? Wilt u zo vriendelijk zijn om mij te vertellen waarom u niet verder gaat met uw eeuh…” Sneep keek in mijn ketel en trok een vies gezicht.
“Met mijn drank?” maakte ik zijn zin vragend af.
“Nou, ik wilde eigenlijk monsterlijke creatie zeggen, maar als u dat een drank noemt…” zei Sneep met opgetrokken hoofd.
“Ja, ik vond zelf ook al dat het mislukt was, daarom ging ik maar niet verder weet u… straks veroorzaak ik weer een vloedgolf. En om eerlijk te zijn vond ik het saai.”
“Saai? U kunt natuurlijk ook opnieuw beginnen.”
“Maar daar heb ik te weinig tijd voor, sorry meneer… ik maak het wel als huiswerk.” Sneep snoof en liep met opgeheven kin verder door het lokaal.
“Goedzo Draco, deze drank ziet er perfect uit. Het ziet ernaar uit dat je weer een van de beste bent, zoals altijd.”
“Een van? Ik ben de beste.” Zei Draco arrogant en ik draaide me om, om naar hem te kijken. Draco keek naar Sneep met een zelfverzekerde en arrogante grijns, een gemene grijns en plots begon mijn bloed te koken van woede. Woedend draaide ik me weer om en keek boos voor me uit.
Ze bleef ik de hele les verder nog zitten en was als eerste de klas uit, de les duurde nog maar 10 minuten.
Pauze, eindelijk!! Wat was het fijn om geen gezeur meer aan mijn hoofd te hebben van al die leraren! Maar straks kwam het ergste nog, Herends. Ik kreeg al kotsneigingen van het idee.
Draco was echt vreselijk arrogant de klas uit gegaan, met zo’n gemene zelfvoldane grijns en was zo ook nog eens aan de tafel van Zwadderich gaan zitten. Ooeh, ik kon hem wel wurgen!
“Mel, waarom kijk je nou opeens, zo heel opeens, zo boos? Heb ik iets verkeerd gedaan of heeft Jack iets gedaan wat gemeen was of…” Patty viel wat stil.
“Malfidus, hij is zo, zo… waarom heb ik dat nooit eerder in hem gezien?”
“Omdat hij eeuh… nog nooit eerder zo tegen je heeft gedaan! Ja! Dat is het! Je moet het gewoon weer goed maken en dan doet hij niet meer zo!” ik keek haar aan met een vernietigende blik.
“Wat denk je dat ik probeerde met dat etentje? Precies ja en daar werd het alleen maar erger van, hij moet zelf maar komen.”
“Oh ja, dat is waar ook.”
“Patty!! Doe even niet alsof je dom bent!! Ik ben al niet vrolijk, alsjeblieft.” Zei ik en Patty keek me beledigd aan.
“Nou ja! Je hoeft je frustratie niet op mij af te reageren!”
“Dat doen vriendinnen als ze boos zijn.”
“Ow, dus ik mag dat ook bij jou doen?”
“Ja, als je boos bent.”
“Ow, oké, dat onthoud ik!”
“Fijn.”
“Oké, genoeg gechagrijnd! Op naar VTZK!”
“NEE!! Niet dat!! Ik wil niet naar hem!!” riep ik uit met overslaande stem en klampte me vast aan de tafel. Met veel moeite trok Patty me mee.
“Kom… nou… meehee!! De examens… komen… eraan! Je moet… goed… leren!” met grootse moeite, Jack kwam Patty een handje helpen, werd ik uiteindelijk meegesleept naar het VTZK-lokaal.
Ik zat in het lokaal en had al wel tig gemene grijnzen van Herends gekregen. Ik was terneergeslagen het lokaal binnen gekomen en hij had zich gelijk bij me geroepen samen met Draco.
“Trouble in paridise? Zijn er problemen met de relatie? Ik hoop het niet want jullie gaan vanavond, om 8 uur hier, leuk samen werken aan een leuke strafopdracht. Neem je stok niet mee, dat is niet nodig.”
“Maar meneer, om 8 uur heb ik zwerkbaltraining, kan het niet later?” vroeg Draco, hij had dan helemaal geen zwerkbaltraining!!
“Nee, jammer dan. Je moet het maar afzeggen of verplaatsen, ik dacht dat je aanvoerder was, niet?” Draco keek hem met een vuile blik aan, ha! Lekker voor hem!
Boos liep ik terug naar mijn plaats, trouble in paridise! Nou ja!
“Oké, ik heb dus absoluut geen zin om Herends ook maar het genoegen te geven om ons te zien ruziën!! Hoe moeten we dat aanpakken?!” ik liep wanhopig door de LL-kamer die avond.
“ Gewoon niet doen dus, schat.” Antwoordde Jack.
“Ja maar,” ik zweeg, de uitspraak van Jack leek verdacht veel op die van Nick. Ik dacht gelijk aan hem en kreeg meteen een brok in mijn keel. Dit weekend mochten we naar Zweinsveld, het eerste Zweinsveld zonder hem, zonder Nick.
Ik duwde de gedachte aan hem weg, ik had nu andere zorgen.
“Dit moet je niet tegen mij zeggen, maar tegen hem daar.” Zei Jack en wees naar Draco die aan zijn huiswerk zat.
“Maar lieverd, ik spreek niet tegen hem.” Zei ik lief en extra luid zodat Draco het goed kon horen. Vanuit mijn ooghoek keek ik naar hem, hij had het wel gehoord want hij nam net een slok en verslikte zich behoorlijk.
“Als het ooit nog goed moet komen tussen jullie, is dat in ieder geval niet de komende paar jaar als het zo doorgaat… dat was gemeen, maar eeuhm… het is 5 voor 8, ik denk dat je maar beter kan gaan.”
“Wat?! 5 voor 8 al?! Kon je niet wat eerder zeggen dat ik moest gaan, nu kom ik ook nog te laat!! Ow, als ik die gast ooit in handen krijg en ik hem zou kunnen laten omkomen, doe ik dat!!” zei ik en bleef staan, wat had hij ook al weer gezegd? Moest ik nou een stok meenemen? Nee, volgens mij niet. Ik wierp nog een blik naar Draco, maar hij was weg.
“Waar is die nou-”
“Al weg, ga nou maar snel!” zei Jack en ik rende snel weg.
Ik rende snel door de gangen, naar het VTZK-lokaal. Misschien een beetje te snel want toen ik de hoek om ging botste ik hard tegen iemand aan en viel op de grond.
“Kan je niet uitkijken!” zei ik nors en keek op. Draco stond me met opgetrokken wenkbrauwen aan en kijken.
“Nu val je alweer voor me, jij weet ook niet wat je wilt hé. Jij was degene die tegen mij aan liep, maar blijkbaar heb je nogal last van je korte termijngeheugen.” Zei hij schamper en ik gromde, eikel.
“Jij stond in de weg, en nou aan de kant ik kom te laat bij Herends.”
“Hé wat toevallig nou, daar moet ik ook heen!” zei Draco geforceerd verbaasd.
“Ja, zo toevallig. Door jou moet ik er nu heen.”
“Door mij? Jij sprong zelf achter de bank vandaan hoor, ik heb niet gezegd dat je dat moest doen.”
“Nee, maar jij verschool je niet! Jij bleef als een zombie in de kamer staan, hoe dom kan je zijn?!”
“Blijkbaar behoorlijk dom, om achter de bank vandaan te springen terwijl je weet dat je dan gestraft wordt… dat is niet echt wat je noemt, slim.”
“Hij had me toch wel gevonden, verrader!” zei ik fel en duwde hem aan de kant, dat niet lukte (hij was veel te sterk!) en nog eens achterover viel.
“Moet ik je nu opvangen of zo? Of heb je last van je voeten? Sta je niet zo stabiel als een normaal mens of kunnen je benen je gewicht niet houden?”
Boos, nee kwaad, keek ik hem aan en stond zo snel mogelijk op en liep weg. Wat was er mis met mijn gewicht? Was ik te zwaar? Of was ik te dik? Dat kwam eigenlijk op hetzelfde neer, maar was het zo?
Ik klopte op de deur en hij ging open. Ik stapte naar binnen en kreeg het plotseling erg koud, dat kwam vast doordat Herends in het lokaal was.
“Zo, het is… 3 minuten over 8, je bent te laat.”
“Sorry meneer, ik werd opgehouden.” Verontschuldigde ik me. Ik keek het lokaal rond, hé!! Hou kon dat nou?! Draco zat al op een stoel! En ik was toch echt zeker langs hem gegaan!
“Hoe kom jij nou hier?! Ik was langs je gegaan!” zei ik verbaasd.
“Gewoon, lopend.”
“Maar-”
“Erg interessant, miss Hanley, maar de weg hier naartoe kunnen jullie later wel bespreken. Nou, ik heb een leuke opdracht voor jullie verzonnen!”
“En dat mag zijn?” vroeg Draco, nep geïnteresseerd.
“Ik heb hier een dreuzelvoorwerp en dat gaan jullie uit elkaar halen en weer in elkaar zetten, plus er een opstel over schrijven.”
“Iel!! Wat is dat?!?! Ik ga dat echt niet met mijn handen aanraken!! Dan worden ze vies!! Je denkt toch niet dat ik zo’n vies, dom, stom, rot, irritant dreuzelvoorwerpje met vage knopjes ga aanraken?!” riep ik uit met een walgend gezicht toen ik een langwerpig rechthoekje zag van plastic met rubberen knopjes erop.
“U denkt toch niet dat ik gestoord ben, hé? Ik wil veel doen, maar dit gaat echt té ver. Ik ga niets doen met dreuzeldingen en daar heb ik een reden om, ik haat ze. Als ik dreuzeltje wil spelen ga ik wel met Griffel om. Straks ga ik nog op die Wezel lijken…” Zei Draco en ik moest moeite doen om niet in lachen uit te barstten.
“Nou, ik dacht het dus wel, dit is een afstandsbediening. Ik zou het even voordoen.” Zei Herends en haalde een paar dingen uit de la, een ijzeren staafje met een plastic handvat, een ijzeren kniptang, een ijzeren staaf met een bonk ijzer eraan en een heel klein kniptangetje met een rubberen handvatje.
“Dit,” hij hield de ijzeren staaf omhoog met de ijzeren bonk. “Is een hamer, hiermee hoor je op dingen te slaan.”
“Hé! Daar kan ik een schedel mee laten splijten! Mag ik het op jou uitproberen?” vroeg ik aan Draco.
“Nee, liever niet. Ik leef graag nog even.”
“Hé, dat is jammer.”
“Oké, en dit,” hij hield het dunnere ijzeren staafje omhoog met het plastichandvat. “Is een schroevendraaier-”
“Hé! Als ik dat tegen je borst aan zet en er dan een flinke duw tegen geef, gaat hij dwars door je heen! Mag ik dat dan bij je uitproberen?!”
“Nee, liever ook niet.”
“Eeuhm, dit is bedoeld om schroeven ergens uit te draaien, niet om iemand mee te vermoorden. En dit,” nu hield hij de tangen omhoog. “Zijn tangen, om-”
“Iemand hand ermee af te hakken, hersens via de neusgaten eruit te halen of een tand uit iemands mond te trekken. Ja, ja, dat weet ik al. Dat mag ik zeker ook niet proberen?” vroeg ik met puppyoogjes, maar Draco schudde zijn hoofd en ik zag gewoon dat hij moeite moest doen om niet te lachen.
“Nee, om spijkers ergens uit te halen en dat soort dingen.”
“Oh, niet om iemand te vermoorden?”
“Nee.”
“Heeft iemand het ooit eens geprobeerd?”
“Vast wel.” Zei Herends verveelt.
“Wie zou het doen dan?”
“Ik denk dat Wezel het wel zou doen, die man doet alles voor een dreuzelvoorwerp.” Zei Draco geamuseerd.
“Zelfs zijn hoofd splijten?!” vroeg ik ongelovig en hij knikte. “Wooow… die man is gek!”
“Dat zijn alle Wezels.”
“Ja, zo is het wel weer mooi. Ik wil dat jullie zelf uitzoeken waarmee je dit doet en dat het af is, als het niet af is komen jullie een ander keer terug.”
“Waaat?!?! Bent u wel lekker?!”
“Ja, helemaal fit.”
“Het was niet de bedoeling dat u daar antwoordt op gaf, hoor.” Zei ik spottend en Draco grinnikte. We kruisten elkaar ogen en Draco’s ogen stond geamuseerd, mijn ogen eerder walgend om het idee dat ik een dreuzelvoorwerp moest gaat bestuderen!
Met tegenzin reikte ik mijn hand uit naar de afstandsblabla en pakte het op met mijn wijsvinger en duim, ik hield het zo ver mogelijk van me vandaan! Daarna pakte ik de hamer met twee vingers, alleen liet ik het gelijk weer vallen omdat het veel te zwaar was voor twee vingers. Het viel op de grond en kwam op mijn teen terecht.
“AAAAUW!!!! VERDOMME!! ROT DING!! VERVLOEKT, IRRITANT, ZWAAR…” ik vloekte de hele wereld bij elkaar terwijl ik de afstandblabla liet vallen en met twee handen naar mijn teen greep en hinkelend door het lokaal heen ging. Draco keek pijnlijk toe.
“Dit was de aller, aller, aller stomste, meest onnodige, vreselijkste strafopdracht ooit!! En auw…. Mijn teen is helemaal blauw en bloed volgens mij vreselijk.” Zei ik klagend en hinkte terug naar de LL-kamer. Het ging niet erg snel en Draco bleef bij elke hoek ongeduldig wachten.
“Dat heb je nu al wel 3 keer gezegd. Ik vond het ook onnodig en stom, maar niet iedereen hoeft te weten dat wij strafwerk hebben gekregen. Zeg, schiet eens op! Ik heb geen zin om uren te doen over de weg terug.”
“Help me dan! Ik kan echt niet op die ene teen staan nadat die hamer ofzo erop is gevallen.”
“Je loopt ook niet op je teen, maar op je voet.”
“Dat doet ook pijn.”
“Oow…”
“Help me dan.” Zei ik en bleef stil staan. Ik keek hem verwachtingsvol aan, maar hij maakte geen beweging. Boos strompelde ik weer door.
Opeens kwam hij naar me toe en pakte mijn arm. Ik was even bang dat hij me mee zou trekken, maar toen deed hij die om zijn nek en sloeg zijn eigen arm om mijn middel, de andere arm bij mijn knieholte en tilde me met een zwaai op.
“Draco!!” gilde ik geschrokken en ik hoorden hem grinniken. “Wat ben je aan het doen!”
“Je helpen, wat anders.”
reacties please!!!
Love you! |
_________________ Boys are just like trains. If you lost one, you just take an other.... ^^ |
|
  |
 |
|
|