Poll :: wat moet ik hierna schrijven? |
een vervolg |
|
71% |
[ 15 ] |
een totaal ander verhaal |
|
28% |
[ 6 ] |
|
Totaal aantal stemmen : 21 |
|
Auteur |
Bericht |
tea
2e jaars


Verdiend:
52 Sikkels
Woonplaats: amsterdam
|
Geplaatst:
Zo Okt 09, 2005 13:05 |
 |
hey mensen!
tussen het leren door heb ik weer een stukje geschreven!
het volgende duurt waarschijnlijk weer wat langer vanwege mijn drukke agenda (vol met toetsen! )
nou ja,
ik heb niet veel reacties gekregen, maar voor de mensen die een reactie gaven: heel erg bedankt
ik wilde eigenlijk vragen... zouden jullie eens een reactie inde reactietopic willenpaatsen??
enjoy it!!
Hoofdstuk 28
Patty:
“Wanneer zullen ze terug komen? Ik wil werkelijk alle sappige details!” zei ik en zat handenwrijvend op de stoel heen en weer te schuiven. Ik zat met Jack en Lucas nog in de LL-kamer, als enige. Het was al 12 uur!!
“Ik weet het niet, maar ik ga naar bed. Welterusten schat.” Zei Lucas en ik gaf hem een nachtzoentje en hij liep naar boven. Jack en ik keken elkaar even aan en begonnen toen weer gespannen met heen en weer lopen door de kamer.
“Wat doen we nou als ze kwaad binnen komen, of hard schreeuwend?” vroeg Jack en ik dacht na.
“Eeuhm, dan verstoppen we ons achter het gordijn.”
“Oké, en als ze nou super verliefd binnenkomen? Elkaar zoenend enzo?”
“Eeuh.. dat zal vast wel niet.”
“Nee, denk het ook niet.” Zei Jack en opeens hoorde we geluid. We bleven stokstijf staan.
“Was dat verliefd, of woedend?” fluisterde Jack maar ik haalde mijn schouders op. Ik deed mijn handen achter mijn oren om meer geluid op te vangen, het leek wel alsof ze in een serieus gesprek zaten!
“We moeten ons verstoppen!” zei Jack snel en ik knikte. Ik pakte Jack bij zijn arm en verschool me achter de sta-lamp. Ik zag ze binnen komen, Mel werd getild door Draco! Draco zette haar nee op de bank, zodat ze ons misschien zou kunnen zien en ging zelf met zijn rug naar ons toe zitten.
“Denk je dat ze ons gezien hebben?” fluisterde ik.
“Nee, ik denk het niet. We staan ook achter zo’n brede lamp.” Zei Jack, maar ik merkte de sarcasme niet.
“Mooi, wat heb ik toch weer een goede schuilplaats gevonden.” Zei ik trots en ik hoorde Jack zuchtten.
“We moeten weg, ze moeten dit moment voor zichzelf hebben.”
“Ja, is goed.” Antwoordde ik.
“We kunnen tijgeren over de grond en dan snel de trap op.”
“Tijgeren?! Ik ben geen griffoendor! We doen het als een slang!”
“Pat, een tijger is niet het symbool van de griffies.. dat is een leeuw.”
“Ow, maar dat is hetzelfde. Kom, we doen het als een slang.” Siste ik en ik ging op de grond liggen en schuifelde naar de trap.
Opeens greep Jack mijn voet en ik versteende gelijk. We hielden onze adem in en voorzichtig kwam Jack naast me.
“Denk je dat ze ons gezien hebben?” vroeg ik vanuit mijn mondhoek.
“Nee, ik denk het niet. Laten we snel verder gaan.”zei Jack vanuit zijn mondhoek terug en snel ging ik naar de trap. Zo dicht mogelijk tegen de trap aan klommen we omhoog, maar ik gleed uit en tuimelde naar benenden. Tijdens mijn val trok ik Jack mee, maar gelukkig waren we niet helemaal naar beneden gevallen.
“Wat was dat?” hoorde ik de stem van Draco zeggen, ik hield weer mijn adem in.
“Ow, niets hoor… Patty is vast tegen Sandra aan ’t gillen. Waarschijnlijk hebben ze, zoals gewoonlijk, ruzie.” Hoorde ik Mel zeggen en ik blies mijn adem uit. Jack keek me boos aan en ik haalde onschuldig mijn schouders op.
“Ow, dus dat is dat gegil dat ik vaak vanuit jullie slaapzaal hoor komen. Ik dacht altijd dat er een moord werd gepleegd ofzo.”
“Daar lijkt het vaak op, maar Sandra legt altijd het loodje.” Zei Mel onverschillig.
“Ow, dan geeft het niet. Haar kunnen we wel missen.” Zei Draco en toen kon ik niet meer verder luisteren want ik kreeg een duw van Jack en ging verder naar boven.
Uiteindelijk plofte ik in de slaapzaal van de jongens op een bed.
“Hehe, dat was me wat zeg!” zei ik en ging languit om het bed liggen. “Hé, wat voelt dit bed bobbelig aan…” opeens hoorde ik wat gekreun en kwam ik erachter dat ik boven op Lucas was gaan liggen. Snel sprong ik op en sloeg mijn handen voor mijn mond.
“Ow sorry schat, ik had je niet gezien!”
“Geeft niet hoor,” kreunde Lucas en ging rechtop zitten, wauw… wat had hij een gespierde buik zeg!
Mel:
Alsof ik niet gezien had dat ze achter de lamp stonden, als een slang naar de trap kropen en ze van de trap afvielen… zelfs een blinde zou ze nog kunnen zien! Ik had Draco de andere kant laten opkijken, anders had hij ze zo erg van kant gemaakt dat ze door de grond zakte van schaamte!
Ik zat op de bank, met mijn rug tegen de zijkant en Draco zat ook op de bank, schuin, zodat we elkaar goed konden zien. Het was een tijdje stil. Ik wilde het goed maken, het uitpraten, alleen ik wist niet hoe ik moest beginnen.
“Draco… waarom, waarom reageerde je zo raar op dat etentje?” vroeg ik wat onzeker. Ik durfde hem niet aan te kijken, ik wilde niet weten wat het antwoord was, maar toch ook weer wel.
“Omdat,” hij zuchtte en zocht blijkbaar naar een goede verklaring. “Omdat ik je wilde kwetsen.”
“Maar, waarom? Ik probeerde het goed te maken.”
“Ja, maar ik was nog steeds echt boos en, weet je… je had me die avond echt heel erg gekwetst toen ik je wilde helpen. Ik was denk ik niet helemaal helder en wilde niet dat je er makkelijk vanaf zou komen.”
“Je kwetste me erg, ja. Ik vond het vreselijk dat je zo reageerde, dat je niet besefte hoeveel moeite het mij kostte om zoiets te doen. Ik ben trots, en die trots zet je niet makkelijk opzij. En toen ze zo reageerde, was ik gewoon zo gekwetst en boos dat ik hele, maar dan ook hele nare dingen heb gezegd.”
“Zoals dat ik geen haar beter was dan Sandra? Of dat ik beter toch bij Sandra zou passen omdat we allebei even dom en arrogant zijn?” Ik knikte. “Dat vond ik nog niet eens het ergste.” Ik keek hem verbaasd aan.
“Wat dan wel?” vroeg ik.
“Dat je het uitmaakte, dat je zei dat jij je vergist had in mij.” Ik keek naar de grond, die stenen waren toch zo interessant gelegd!
“Ik… het spijt me. Ik wist niet, ik was boos en… ik kon er niet tegen dat je me zo kwetste en… het deed echt heel pijn.”
“Het was fout van me, dat weet ik. En ik weet niet hoe ik moet zeggen hoe erg het me spijt. Ik heb er zo’n spijt van dat ik zo heb gereageerd en dat ik zo bot over Nick gepraat heb, alsof het me niets kon schelen.”
“Maar dat deed het wel, toch?”
“Deed? Dat doet het nog steeds. Ik ben er echt kapot van, helemaal stuk. Het is zo anders zonder hem.” Zei hij en haalde van frustratie zijn handen door zijn haar. Ik schoof naar hem toe en legde mijn armen om zijn schouders en hij legde zijn hoofd tegen mijn schouder. Het zag er niet uit, dit zou eerder andersom moeten, vond ik, maar dat kon me niet schelen. Iedereen heeft het recht om getroost te worden, maakt niet uit hoe.
“Maar, er is nog hoop. Zijn lichaam is nog steeds niet gevonden, dus hij kan nog in leven zijn. Ook al is dat een heel kleine kans.” Draco zuchtte, hij had blijkbaar de hoop al opgegeven, maar ik niet. En tot zijn lichaam gevonden zou worden, zou ik nog hoop houden.
Het was moeilijk wakker worden. Ik was laat gaan slapen en had ook nog eens niet goed kunnen slapen. Ondanks dat ik en Draco het hadden bijgelegd, voelde ik me beroerd. Het kwam vast door dat stomme dreuzel afstandsdingesding. Dat ding maakte mijn hele lichaam van slag!
Ik stapte uit bed en liep naar de badkamer. Na de kerst keek ik altijd goed rond of er geen ongedierte in de badkamer was, zo ja… dan vluchtte ik voor mijn leven! Zo nee, dan had ik geluk en kon ik gewoon mijn gang gaan.
Er was gelukkig geen beest te zien in de badkamer en kon ik dus gewoon douchen en het nodige aan mijn uiterlijk doen.
Vandaag zouden we naar Zweinsveld gaan. Ik had er toch best wel zin in, even wat afleiding, hoopte ik.
“Goewdwen mwo- orgwen” zei Patty gapend en slaapdronken.
“Goedemorgen.” Zei ik terug.
“Hoe ging je strafwerk gister? Wat moest je doen?”
“Een dreuzel-voorwerp in en uit elkaar halen en er een opstel over schrijven, echt dom.”
“En hoe ging het gister met Draco negeren? Je bent laat terug gekomen.”
“Alsof ik jullie niet zag achter die lamp en over de grond kruipend.” Grinnikte ik en Patty liep rood aan.
“Ik wilde jullie avond niet verpesten.”
“Nee, het was aardig bedoeld en het heeft mijn avond alleen wat grappiger gemaakt.”
“Hebben jullie het nou bijgelegd?”
“Ja, gelukkig wel.”
“En… waarom had hij nou zo gereageerd?”
“Gaat je niets aan.” Zei ik en stak mijn tong uit.
“Dan niet…” zei Patty schouderophalend en ging een douche in.
Ik liep naar mijn bed en keek ik de kast ernaast voor mijn kleding. Het werd vandaag best warm, misschien kon ik dan eindelijk die witte plooirok weer eens aan!
Ik dook mijn kast in en doorzocht alle stapeltjes met rokjes, zo’n stuk of 5 stapeltjes. Uiteindelijk had ik hem gevonden, onderop op het laatste stapeltje! Daarna ging ik naar het volgende plankje om een passend shirtje te vinden.
Uiteindelijk had ik mijn witte plooirok aan, een lichtroze shirtje met blote schouders en er stond met grijze letters ‘I’ll never forget’ en had daaronder witte slippertjes met een hakje. Ik wachtte even op Patty en daarna liepen we samen naar beneden en naar de grote zaal om te eten.
“Mel, ga je straks mee naar Zweinsveld?” vroeg Lucas die al aan de tafel zat.
“Ja, waarom ook niet… wie gaan er allemaal mee?”
“Eeuhm.. wij met z’n vijven.”
“Is goed.” Zei ik terwijl ik een toast in mijn mond stopte.
Later die ochtend liepen we over het gazon naar Zweinsveld. Het was heerlijk weer, blauwe lucht, lekker zonnetje, rond de 20 graden, precies goed. Het enige wat ontbrak was Nick, zijn lieve gezicht, zijn lieve ogen, zijn lieve mond… daar mocht ik niet aan denken!
“Heerlijk weer, vinden jullie niet?” vroeg ik om mijn gedachten af te lijden.
“Ja, maar dat heb je 3 minuten geleden ook al gezegd.” Zei Draco en grinnikte.
“Ow, eeuhm… vergeten.” Zei ik en mijn wangen werden een beetje rood.
“Geeft niet hoor, ik heb ook zo vaak last van mijn korte termijngeheugen.” Zei Patty en sloeg een arm door de mijne. “Wij gaan lekker eens wat kleding en schoenen en snoepjes en sieraden.. ow nee, die mogen zij voor ons kopen.” Zei Patty en wees naar de jongens achter, ik grinnikte. Lucas en Draco keken verbaasd naar ons en Jack ging er grijnzend tussen staan.
“Lang leven het vrijgezel zijn. Nou kom op, 20 galjoenen kunnen jullie toch wel missen?” zei hij vrolijk en gaf ze een klap op de schouder. Draco’s gezicht betrok en Lucas moest baar adem happen.
“Natuurlijk, die jongens zijn rijk genoeg.” Zei Patty en deed alsof 20 galjoenen helemaal niets was. Lachend liepen Patty en ik, gearmd, weer verder en kwamen aan in Zweinsveld.
“Oow! Die wil ik hebben! Dat shirtje is het echt zó erg!” riep Patty uit en snel gingen we de winkel binnen en sleurde de vermoeide jongens weer een winkel binnen.
“Weet je wat, als jullie nou weer kleren gaan passen, dan gaan wij alvast een ijsje eten.” Zei Jack met een zucht en ik knikte.
“Is goed, waar zien we jullie?”
“Eeuhm.. bij de ijssalon.”
“Oké, tot zo! Ow en Draco, wil je deze tas even meenemen?” vroeg ik en gaf hem mijn zwaarste tas, vol met allemaal spulletjes plus schoenen en kleding. Hij pakte het met tegenzin aan en viel bijna om van het gewicht, hij had blijkbaar niet verwacht dat het zo zwaar was. Lachend draaide ik me om en volgde Patty die heftig in alle kleding rekken zocht.
“Ik ben echt zo blij dat, dat shirtje was afgeprijsd! Nu kon ik hem toch kopen en heb ik nog genoeg geld over voor een ijsje!” zei Patty blij.
“Ja, ik ben ook blij dat ik dat ene shirtje toch gekocht heb.”
“Ja man! Het staat je hartstikke goed! Draco zou gaan kwijlen als hij je daarin zag.”
“Ach, hou op zeg! Hij zou jaloers worden op Lucas omdat al die kleding bij jou zo goed staat! Je bent echt heel mooi slank, ik wilde dat ik dat was!”
“Zeur niet. Je wilt toch niet zeggen dat je dik bent hé! Na die weken waarin je super weinig gegeten hebt! Je was al slank, nu ben je eigenlijk gewoon mager. Je ziet er eigenlijk een stuk vrolijker en beter uit dan een week geleden.”
“Dank je. Maar-” we liepen langs een stuk bos en ik hoorde geritsel.
“Wat is er?” vroeg Patty.
“Stil eens, ik hoorde wat.”
“Wat dan?” vroeg Patty en we draaide ons om. Weer hoorde ik dat geritsel en ik werd nieuwsgierig.
“Laten we eens gaan kijken.” Stelde Patty voor en ik knikte. We liepen op het bosje af waar het geritsel vandaan kwam. Toch wel voor de zekerheid pakte ik mijn stok in mijn hand, voor het geval dat.
“Het komt daar vandaan.” Zei ik en wees naar een bosje met rode besjes.
“Volgens mij ook, kijk, het beweegt!” zei ze verbaasd.
“Ja, lijkt me logisch. Als iets ritselt beweegt er meestal ook wat, niet?”
“Eeuh.. ja, als jij het zegt.”
“Ik zeg het.”
“Oké. Nou, laten we eens gaan kijken wat het is.” Zei Patty en ik knikte.
Langzaam schoof ik het bosje opzij en zag wat erachter zat.
“Aaah! Wat lief!! Echt zó schattig!” zei Patty met een hoog stemmetje en ik keek met een glimlach toe hoe Patty het kleine vosje oppakte en aaide.
“Hij moet vast zijn moeder zijn kwijt geraakt of achtergelaten zijn.” Zei ik en ze knikte.
“Zou ik hem meenemen?”
“Kan, je kan hem ook naar de dierenwinkel brengen.”
“Nee! Dat is zielig! Straks koopt Sandra hem!”
“Riskant, maar ja, doe ermee wat je wilt.”
“Ik neem hem mee, hij ziet er hongerig uit.”
“Dan geef je hem wat te eten.”
“Ja, dat ga ik doen. Kom, we gaan weer.” Zei ze en ik knikte.
Het vosje stribbelde niet tegen. Toen Patty hem had opgepakt bleef hij rustig liggen en legde zijn hoofdje op haar arm, met zijn oogjes gesloten. Hij zag er zwak uit, ik wist niet zeker of hij de volgende morgen wel zou redden.
Toen we weg liepen voelde ik me vreemd, alsof we iets waren vergeten. Ik keek om, maar zag niets, of toch wel. Ik bleef staan en keek nog even goed in het bos en toen zag ik het.
Er kwam iemand uit het bos lopen. Of nou ja, lopen, meer strompelen.
“Patty, Patty! Stop even.”
“Wat is er aan de hand?”
“Er is daar iemand, hij komt uit het bos.”
“Ow ja, hij ziet er niet best uit, hij strompelt als een manke pinguïn!”
“Erg grappig. Kom, laten we hem helpen.”
“Weet je dat wel zeker?”
“Ja, we kunnen hem toch moeilijk aan zijn lot overlaten, niet?”
“Nee, je hebt gelijk.” Zei Patty en we liepen terug naar het bos. Patty had nog steeds het vosje in haar armen, maar die oogjes waren nu open en keken gespannen naar het gestalte in het bos.
Opeens viel er een lichtstraal tussen de bomen door en viel op de persoon. Ik zag hem, hij was jong, niet ouder dan 18 en zag er gehavend uit. Opeens snakte ik naar adem terwijl ik alles liet vallen.
“Mel, wat is- oh mijn god!” zei Patty met grote ogen.
“Nick!!” riep ik uit.
reacties??
Love you! |
_________________ Boys are just like trains. If you lost one, you just take an other.... ^^ |
|
  |
 |
tea
2e jaars


Verdiend:
52 Sikkels
Woonplaats: amsterdam
|
Geplaatst:
Do Okt 13, 2005 20:30 |
 |
heey mensen!!
ik heb weer een stukje, het is erg kort deze keer... maar erg belangrijk!!
en dit is NIET het laatste stukje, ik herhaal: DIT IS NIET HET LAATSTE STUKJE!!! duidelijk zo, toch??
nou, enjoy!!
Hoofdstuk 29
“Ik droom, dit kan niet, alleen in dromen, dus ik droom.” Zei ik herhaaldelijk tegen mezelf terwijl ik naar het persoontje in het bos keek, dat langzaam onze kant op kwam.
“Mel! Je droomt niet!! Nick is daar echt en we moeten hem helpen!” zei Patty hysterisch en schudde me hevig door elkaar.
“Nick!!” gilde ik weer, dit had zeker heel Zweinsveld moeten horen! Ik gooide mijn tassen neer en rende naar Nick toe. Zonder erbij na te denken of hij überhaupt sterk genoeg was om nog langer op zijn benen te staan, sloeg ik mijn armen om zijn nek en hing zo gezegd aan hem.
Nick was nogal geschrokken door mijn plotseling actie en stond er even bij zonder iets te ondernemen. Na een paar seconden sloeg hij ook zijn armen om mij heen en drukte me steviger tegen hem aan.
“Nick, waar was je al die tijd?!” fluisterde ik zacht en alle emoties van de afgelopen 2 weken kwamen weer boven. Tranen prikte achter mijn ogen, maar nu niet van verdriet, maar van vreugde.
“Ik was zó ongerust. Ik heb nachten gehuild en iedereen had de moed al opgegeven dat je terug kwam! Er is zoveel gebeurd. Wie heeft je meegenomen? Wat is er gebeurd? Wat heb je gedaan? Waar was je? Hoe kom je zo zwak?” ik vuurde in één keer alle vragen op hem af en na een tijdje verzwakte zijn greep en duwde hij me een klein beetje van zich af.
Mijn ogen waren rood en nat van het tranen. Ik keek snel even achterom en zag nog net Patty weg rennen, ze was vast de andere aan het halen.
Ik keek Nick aan en veegde mijn tranen weg en mijn ogen droog. Hij leek iets te willen zeggen, maar het lukt hem niet.
“Je moet naar de ziekenzaal! Je kan zo niet door gaan.” Zei ik maar hij schudde zijn hoofd.
“Nee, dat wil ik niet-” begon hij schor, maar werd onderbroken.
“NICK!!!” ik schrok me rot en draaide me bliksemsnel om. Er kwamen drie jongens aangestormd, een met zwart haar (voor op!), een met bruin haar (daarachter!) en als laatste eentje met witte haren. Ik ging snel achter Nick staan om en niet omver gelopen te worden en te voorkomen dat hij achterover zou vallen, als dit wel gebeurde dan had hij tenminste een zachte landing.
Vlak voor Nicks neus stopte Jack en omhelsde hem alsof zijn leven er vanaf hing, wow!
“Hum hum…. Eeuh, Jack… dat Nick leeft en niet dood is, betekend niet dat jij hem hoeft te vermoorden.” Zei Lucas voorzichtig. Jack keek op en keek toen weer naar Nick, die zo langzamerhand paars aan begon te lopen.
“Oh.. sorry man!” zei hij geschrokken en Nick grinnikte.
“Hé, waar zat jij de hele tijd?! We zijn zó vreselijk ongerust geweest!” Zei Lucas en omhelsde Nick kort.
“Welkom terug, blij dat je er weer bent.” Zei Draco en straalde van geluk, ook hij gaf Nick een omhelzing.
“Ik, euhm… laten we even wat gaan drinken. Mijn keel is uitgedroogd! Ik heb vandaag en vannacht helemaal niets gegeten of gedronken.” Zei hij en we knikte meteen. Patty was aan de rand van het bos blijven staan, als een volwassen vrouw die wacht tot haar kinderen hun vader hebben begroet. Aan het idee al, zou ze dan toch serieus kunnen zijn?
“Nick, ik ben echt zo blij je te zien, ik heb je vreselijk gemist!” zei Patty zodra we bij haar waren en omhelsde hem ook.
Lucas en Draco hielpen Lucas naar de Drie Bezemstelen. Patty, Jack en ik liepen erachter. Ik zag veel kinderen kijken en kreetjes slaken. Ik zag Lindsey en Sandra lopen, Lindsey kwam gelijk op ons af, ondanks Sandra haar wilde tegenhouden.
“Nick!!” riep ze en begon spontaan te huilen. Ze liep naar hem toe en sloeg haar armen om zijn nek, zij had het waarschijnlijk ook erg moeilijk gehad. Lucas en Draco lieten Nick even los en Nick hield Lindsey stevig vast.
Ik sloot mijn ogen, dit was een heerlijk moment. Het fijnste moment van mijn leven! Nick was terug, leven en wel, niets kon vandaag meer stuk. Terwijl ik genoot van het moment sloot ik alle gehoor af, om even wat rust te vinden, maar dit was niet goed.
Toen ik mijn ogen opende en mijn oren weer open deed, was het een hel om me heen. Alle mensen rende van hot naar haar en iedereen gilde. Spreuken vlogen in het rond en raakte me nauwelijks.
Als verdoofd en verlamd stond ik op het plein, iedereen was weg. Nick, Jack, Draco, Lucas, Patty, Lindsey… ze waren allemaal weg. Ik zag mensen ik zwarte gewaden en maskers, dooddoenders. Waarom waren ze hier? Waarom deden ze dit? Zochten ze iemand?
Opeens, nadat een groene straal vlak langs me scheerde, werd ik weg getrokken. Degene die me weg trok deed het niet ruw en hard, maar teder en zacht. Ik wist meteen dat het geen dooddoender was, dus zonder diegene aan te kijken liet ik me meevoeren. Ik was nog steeds verdoofd door wat er in die twee seconden was veranderd. Die twee seconden dat ik mijn gezicht en oren had afgesloten.
Ik werd een steegje in getrokken en tegen de muur geduwd en gehouden. Nu pas keek ik naar degene die me had mee getrokken.
“Waarom zijn ze er? Wat doen ze hier Draco?” fluisterde ik.
“Ik weet het niet, maar ik denk dat Nick is ontsnapt en ze achter hem aan zijn.”
“Oh mijn god nee! Waar is hij?!” zei ik paniekerig.
“Ssshtt… hij staat daar, ze hebben hem nog niet gevonden. Hij staat met Lindsey en Jack, Lucas en Patty staan daar vijf meter verderop.”
“Nee, ze kunnen hem makkelijk vinden!”
“We kunnen niets doen. Je weet dat ze ook naar ons op zoek zijn.”
“Nee, hij mag nu niet dood gaan! Hij moet nog zoveel vertellen!” zei ik bijna jankend en Draco sloeg beschermend en troostend zijn armen om me heen.
Niemand had ons tot nu toe gezien, het leek erop dat ze weg gingen. Het werd rustiger en toen was het doods stil. Ik keek voorzichtig om de hoek en wilde verder gaan, ik dacht dat het veilig was. Maar Draco trok me snel terug.
“Nee! Er zitten daar nog dooddoenders, ze wachten tot iemand tevoorschijn komt. Dit is een val.” Siste hij en ik keek hem bang aan. Ik keek nog even en zag dat Lindsey uit haar schuilplaats kwam. Nee! Dit mocht niet! Dat mocht ze niet doen! Als ze dat deed zal Nick achter haar aankomen!
Ik wilde Draco nog waarschuwen of tenminste iets naar Lindsey schreeuwen terwijl mijn hersenen overuren maakten en ik diep van binnen hysterisch begon te worden. Helaas gingen de daarop volgende gebeurtenissen te snel. Ik hoorde gegil en draaide me om. Ik hoorde Nick nog roepen dat ze weg moest gaan, maar dat deed ze niet. De dooddoenders kwamen uit hun schuilplaats en schoten verschillende spreuken af. Één spreuk, met een fel groene straal, ging recht op Lindsey af. Ze leek versteend en keek met grote ogen hoe die dichter bij kwam. Net voordat de spreuk haar wilde raken, duwde Nick haar opzij en werd er zelf door geraakt. Vol in zijn borst. Nick viel en bleef roerloos liggen.
Ik gilde. Ik gilde zo hard als ik nog nooit had gedaan. Tranen vloeide opeens, alsof er een brandslang openstond, over mijn wangen. Dit kon niet, niet nu ik hem net weer terug had. Nee, het was een nachtmerrie! Maar alles was realiteit, de echte harde waarheid.
Ik voelde me leeg, in een keer was ik helemaal leeg gezogen. Niets kon dit verlies nog goed maken, niets.
Draco was ook totaal versteend en ik zag tranen in zijn ogen glinsteren. Dit vond ik nog erger en ik begon vreselijk te huilen en liet me tegen de muur knallen en op de grond zakken. Met mijn hoofd in mijn handen verborgen huilde ik en snikte ik hartverscheurend. Ik draaide mijn gezicht en keer weer naar het hoopje mens op de grond. Ik moest en zou naar hem toe.
Ik had niet door dat ik was opgestaan, het leek alsof mijn voeten me de weg wezen. Versuft liep ik naar Nick toe, niet wetend dat ik het slagveld betrad. Draco riep me nog na maar ik hoorde hem niet. Ik hoorde eigenlijk niets. Ik hoorde niet dat er naast me iemand gillend op de grond viel en ik hoorde al helemaal niets van wat Patty en Jack naar me gilde.
Bij Nick aangekomen liet ik me op de grond vallen en tranen drupten op zijn levenloze lichaam. Het levenloze lichaam van een ooit zo levendige jongen. Achter mij hoorde ik voetstappen. Eerst dacht ik dat ze van Draco waren, maar bedacht me dat Draco’s voetstappen niet zo zwaar waren. Overmand door woede en verdriet gleed mijn hand in mijn zak, opzoek naar mijn stok. Mijn stok gloeide bij de aanraking. In een snelle beweging trok ik mijn stok en keek ik woedend naar Nick’s moordenaar. Mijn mond ging open om allerlei vervloekingen uit te spreken, maar bij het zien van die bekende glimmende ogen achter het masker verstijfde ik weer. Nee, nee hij mocht het niet zijn. Dit kon gewoon niet. Opeens gilde ik keihard en wilde weg rennen. Rennen voor mijn leven, zo hard ik kon. Mijn woede was ik angst overgeslagen, doodsangst!
Ik wilde me omdraaien, maar dat kon niet, ik zat tegen het lichaam van Nick aan! Ik zat in de val!! Ondanks dat ik niet ver zou komen, stond ik op en rende weg, maar ver kwam ik niet. Een helse pijn schoot door me heen, maar het was niet de pijn van een crusiatus-vloek. Nee, deze vloek was nog veel erger.
Ik schreeuwde het uit van de pijn en struikelde over mijn eigen voeten. Mijn hoofd kwam met een enorme knal tegen de grond.
Angst overviel me. Waarom gebruikte hij juist die spreuk? Ik keek naar mijn armen, al mijn littekens waren in een keer opengesprongen en het bloed gutste eruit. Binnen no time waren mijn mouwen doorweekt. Mijn broek begon ook rood te kleuren en ik voelde het bloed langs mijn slaap sijpelen, van de val net. Mijn handen lagen open door de val en mijn blik begon wazig te worden. Ik zag een donker gedaante op me afkomen en het enige wat ik nog hoorde waren de zware bonken van de voeten die op de grond neerkwamen, snelle bonken ergens anders vandaan en het kloppen van mijn hart. Ik begon misselijk te worden en merkte dat ik weg ging. Zou dit mijn einde zijn? Zou hier mijn leven eindigen? Zou ik deze keer niet gered worden? Of zou ik toch nog in die ziekenzaal wakker worden? Als ik nu mijn ogen sloot, zou ik het antwoord te weten krijgen. Ik zou, of zo weer mijn ogen openen, of Nick weer zien, in het paradijs, zoals iedereen het noemde. Oh wat verlangde ik daarnaar, het paradijs. Het perfecte leven, zonder verdriet, alleen maar liefde. En ik zou daar wachten totdat mijn andere vrienden me kwamen vergezellen.
Mijn hoofd raakte de koude stenen en ik voelde dat ze nat waren. Het laatste wat ik voelde was dat ik opgetild werd en omgedraaid, zodat ik op mijn rug lag. Alsof ik oprees naar het paradijs, dit was mijn einde, toch?
Reacties zijn altijd welkom!!! heel erg welkom!!!
love you all! |
_________________ Boys are just like trains. If you lost one, you just take an other.... ^^ |
|
  |
 |
tea
2e jaars


Verdiend:
52 Sikkels
Woonplaats: amsterdam
|
Geplaatst:
Wo Okt 19, 2005 19:24 |
 |
ik heb geen tijd voor een verhaaltje, vandaar gelijk het hoofdstuk!
enjoy it!
Hoofdstuk 30
Pijn, overal, alsof ik overreden was en daarna van een berg was afgegooid. Een fel licht scheen in mijn ogen, of was het nou mijn hoofd? Net als ik aan het licht gewend was, werd het donker. En als ik net aan het donker was gewend, werd het weer licht. Ik kreeg er knallende hoofdpijn van.
Uiteindelijk kwam ik tot de conclusie dat mijn ogen gesloten waren en dat het in mijn hoofd zat. Wanhopig probeerde ik, keer op keer, om mijn ogen open te doen. Ik moest en zou mijn ogen open doen! Maar het lukte niet. Iedere ademhaling deed pijn, iedere gedachte deed pijn, was ik nu in het paradijs? Want als het zo was, wilde ik maar snel weer terug!
Ik concentreerde me met alle macht die ik nog had op mijn ogen. Ze moesten open! Het moest gewoon! Het leek wel alsof mijn oogleden met lijm waren dicht geplakt! Nou jah!
Vermoeidheid overviel me en ik zonk weer terug in het diepe gat, waar ik elke keer weer uit probeerde te komen.
Nog eens! Weer concentreerde ik me met alle macht op mijn oogleden, ze moesten en zouden open gaan! Ik begon al meer kracht te voelen en langzaam begonnen mijn gehoorzenuwen weer te werken. Gelukkig, ik was niet doof.
Ik zakte weer terug, het enige wat ik kon was vage geluiden horen, die steeds sterker werden.
“Hoe is het met haar?”
“Ze is in een betere positie dan een week geleden. Ze is over het ergste heen, ze heeft veel bloed verloren maar gelukkig heeft ze het overleefd en zal ze hopelijk, als alles goed gaat, snel wakker worden.”
“Oh god zij dank! Ik was zo bang dat ze het niet zou halen.”
“Er is altijd nog een kleine kans dat ze het niet redt, ze ijlt vaak.”
“Oh, maar de kans is groter dat ze het wel redt…?”
“Zeker.”
“Mel, ik weet dat je me kunt horen. Je moet me gewoon horen. Waarom luisterde je niet toen ik je riep? Je had hem toch niet kunnen redden en ons alleen maar meer pijn gedaan. Ik dacht dat je dood ging, maar dat ga je niet. Dat mag niet. Ik weet niet wat ik zonder jou moet doen. Wordt alsjeblieft wakker, het is zo eenzaam zonder jou.”
“Ik had vandaag een rot dag. Herends is er niet aardiger op geworden en houdt er helemaal geen rekening mee dat we iemand die erg dierbaar was zijn verloren.
Ik haat die man, ik haat het echt heel erg.
Heel Zwadderich heeft een rot humeur en is in de rouw. Het verlies van Nick valt iedereen zwaar en alle leraren houden rekening met ons, behalve Herends! Zelfs Sneep geeft minder op en is aardiger geworden!!” De persoon die dit zei zuchtte. “Ik mis je Mel, ik mis je glimlach, je stem, je beweging, je ogen, je neusje, je lippen, je zachte handen, je lichaamswarmte. Ik mis je helemaal en ik wilde dat dit nooit gebeurd was. Ik voel me leeg nu jij er niet bent om me op te vrolijken en te vermaken.
Verdomme, waarom wordt je nou niet wakker, ik kan gewoon niet zonder jou! Ik kan gewoon niet zeggen hoeveel je voor me betekent en… en… word alsjeblieft wakker!”
Ik voelde iets op mijn hand, langzaam begonnen mijn zenuwen weer te werken. Daarna voelde ik iets op mijn lippen en er viel iets op mijn wang. Iets van water ofzo. Het droop van mijn wang en toen werd het weg geveegd.
Ik wilde nu niets meer dan wakker worden, niets weerhield me ervan om mijn ogen te openen en alles weer te zien. Het leek alsof ik heel lang onder water had gezeten en eindelijk boven was, dat ik eindelijk normaal kon ademen!
Mijn oogleden begonnen te trillen en vielen weer dicht. Nog eens. Ze begonnen weer te trillen en ik kreeg ze half open. Ik schrok zo van wat ik aantrof dat mijn ogen gelijk weer dicht vielen.
Toen ik ze daarna probeerde open te doen, gingen ze helemaal open, maar mijn zicht was wazig. Het duurde minstens een paar minuten eer ik alles weer wat scherp zag.
Ik voelde me super slecht. Alsof ik was overreden en al mijn botten voelde gebroken aan. Ik was misselijk en mijn buik deed pijn. Bij iedere ademhaling ging er een steek door mijn borst heen, ik herinnerde dat ik ooit mijn ribben eens had gebroken met een lelijke val van de trap, Marcus had me geduwd.
Marcus, de dader van al dit. Ik was als de dood voor hem, maar toch haatte ik hem meer dan ooit!! Hoe kon hij?! Nick had hem helemaal niets gedaan! Nick deed niemand iets! En toch had Marcus hem vermoord!! Die vuile vieze-
“Mel?!” vroeg iemand en ik kon de klank niet plaatsten. Ik keek naar waar de stem vandaan kwam, het was Draco. Ik keek hem met grote moeite aan, mijn hoofd draaien deed vreselijk pijn!
Hij zat op de rand van het bed en keek me met grote ogen aan. Ik probeerde tevergeefs te glimlachen. Ik was zo blij om hem weer te zien, ik kon gewoon niet zeggen hoe blij ik was.
Draco’s hand gleed over mijn wang, het leek wel of hij wilde kijken of ik echt was! Daarna boog hij zich over mij heen en drukte, heel zacht zodat ik geen last kreeg, zijn lippen op de mijne. Ik vond het heerlijk! Ik wilde mijn armen om zijn hals heen slaan en hem dichter tegen me aan trekken, maar ik kon alleen nog maar mijn vingers bewegen. Weer voelde ik iets nats over mijn wang glijden en kwam tot de conclusie dat het een traan van Draco was.
Met heel veel moeite kreeg ik mijn arm wat omhoog en legde die op zijn been, hij zat nog steeds op de rand van mijn bed. En toen hij weer overeind kwam, legde hij zijn hand op die van mij en kneep er zacht in.
Ik zag duidelijk dat hij maar moeilijk kon geloven dat ik wakker was. Ik zag hem stralen van blijdschap en hij lachte terwijl er nog een traan uit zijn oog kwam. Ik had hem nog nooit zien huilen en al helemaal niet van geluk.
“Je… je bent wakker.” Zei hij schor en veegde ruw de traan van zijn wang. Het glimlachen ging me nu opeens heel wat gemakkelijker af. Ik probeerde wat te zeggen, maar er kwam niet meer uit dan een luchtstroom. Mijn keel voelde ontzettend pijnlijk aan en ik vroeg me af of die ooit nog eens goed ging aan voelen, laat staan dat ik ooit nog eens kon praten!
“Ik ga een heler halen, ik kom zo terug.” Zei Draco en stond op. Hij gaf me nog een zachte kus en ging toen de deur uit. Ik wilde niet dat hij weg ging! Ik wilde geen stomme heler om me heen! Ik- ik lag in het St. Holisto! Bedacht ik me opeens en draaide met mijn ogen rond door de kamer. Hij was wit, een en al wit.
Na een paar minuten kwam een heler binnen, maar Draco niet. Ik fronste mijn wenkbrauwen en wilde mijn mond open doen om te vragen waar hij was.
“Rustig maar miss Hanley, meneer Malfidus is even een brief aan het sturen naar het schoolhoofd en uw vrienden.” Zei de heler vriendelijk. Ze was niet groot maar wel mollig, ze zag er heel vriendelijk uit.
“Zo, ik neem aan dat jij je beter heb gevoeld. Het is niet fijn om net wakker te worden uit een tja, hoe zal ik het zeggen? Het was niet echt een coma in ieder geval.” Zei ze en liep naar me toe. Ze legde haar hand op mijn voorhoofd.
“Hmm.. je heb in ieder geval geen koorts meer. Zo, ik denk dat je dit beter even kan opdrinken. Het zal moeizaam gaan, het is vreselijk smerig en het gaat pijn doen, maar als je het op hebt voel je je na tien minuten een stuk beter en niet meer zo overreden en zou je misschien al weer wat kunnen praten.” Zei ze. Zo’n toekomst zag er beter uit dan dit heden, hoe vies ik het ook vond, ik zal het moeten drinken. Ze hield de beker voor mijn mond en langzaam opende ik die en ze schonk een klein scheutje naar binnen. Slikken deed super pijn, maar het moest maar. Toen ik het had doorgeslikt kwam al mijn kots naar boven en ik had erge moeite met het binnen houden. Het was zo vreselijk smerig!! Zo ging het tot de beker leeg was, iel!
“Mooi, straks voel je je al beter. Doet je keel al minder pijn?” vroeg ze en ik gaf antwoord met een vaag gemurmel.
“Ik denk dat over niet al te korte tijd je vrienden wel zullen komen, ze waren amper bij je weg te slaan, en vooral meneer Malfidus. Uiteindelijk heeft meneer Perkamentus ze terug gestuurd want ze bleven hier dag en nacht zitten! Ze werden er nogal chagrijnig en moe van. Je kunt dus wel verwachten dat ze zo snel mogelijk komen als ze de brief hebben gelezen en dan wordt het hier een drukke boel.”
“Oké.” Zei ik zacht, het lukte!! Ik kon weer praten!! Ik voelde me ook beter, pijnen verdwenen deels en mijn keel voelde minder droog aan.
“Je voelt al een stuk beter, is het niet? Mooi, je botbreuken zul je nog wel voelen, maar ze zijn alweer geheeld. Je had erg veel bloed verloren, maar goed dat meneer Lupos net op tijd kwam en de spreuk wist om het te stoppen.” Zei ze en ik verslikte me toen ik hoorde dat ik gered was door Lupos!! De wolf!!
“Párdon!!” riep ik uit, waar ik gelijk spijt van had want mijn keel begon weer pijnlijker te worden.
“Rustig, rustig, je moet je niet zo opwinden.”
“Pardon, wat zei u nou over wie me redde?”
“Meneer Lupos. Aardige en goede man. Hij heeft de dooddoener uitgeschakeld en jou dood voorkomen.”
“Oh, weet u zeker dat we het over dezelfde Lupos hebben?”
“Eeuh… ik ken geen andere Lupos dan die vroeger bij mij op school zat. Hij was een goede vriend van James Potter en Sirius Zwarts. Arme stakker, zijn beste vrienden zijn vermoord en de andere vriend is overgelopen. Was heeft die man veel te verduren volgens mij, maar er is alweer een lichtpuntje in zijn leven. Oh ik heb al veel te veel verteld. Hebben wij het over dezelfde?”
“Ja, helaas wel ja.” Zei ik en met een gezicht als een oorwurm.
“Nou, ik kom straks weer even kijken.” Zei ze en ze ging weg. Waarom had hij me gered?! Die enge wolf!!
Ik bleef een tijdje mokken over het feit dat ik door iemand was gered die ik altijd had gehaat. Ik had ondertussen gezien dat ik een hele doos met bonbons gekregen had van iemand, ik had zo het gevoel dat ik die van Lupos had gekregen, gezien het kaartje wat erbij zat.
Na enige tijd kwam Draco weer terug en leek een stuk vrolijker dan toen hij weg ging.
“Ik heb de anderen geschreven, ze komen zo snel ze kunnen. Voel je je al beter?”
“Ja, door dat drankje.” Mijn stem werd steeds sterker en beter, ik kon nu al langere zinnetjes zeggen!
“Je praat al, ik ben echt blij dat je weer wakker bent. Het was zo leeg zonder jou. Ik… ik heb gewoon geen woorden voor hoeveel je voor me betekend.” Zei hij en ging weer op de rand van mijn bed zitten en streelde mijn hand. Een warm gevoel trok door me heen, een gevoel van dat ik iemand had. Ik voelde me op een één of andere manier gelukkig. Ik was iemand kwijt, maar toch voelde ik me gelukkig. Ik wist dat Nick in het paradijs was, dat hij was gestorven omdat hij Lindsey redde van die afschuwelijke groene straal. Ik hoopte dat ik er altijd zo over zou denken, maar mij kennende zou dat wel niet zo zijn.
Ik glimlachte zwakjes naar Draco.
“Van wie heb ik die chocolaatjes?” vroeg ik, maar voor de zekerheid.
“Lupos, je weet wel… die wolf.”
“Ja, weet ik. Hij heeft die spreuk gestopt, nietwaar?”
“Ja…” zei hij en zijn gezicht betrok.
“Zijn ze vergiftigd? Waarom heeft hij ze gegeven?”
“Nee, ze zijn niet vergiftigd… dan had hij je net zo goed leeg kunnen laten lopen. Hij zegt dat je je daar beter van gaat voelen.”
“Oh, maar ik hoef ze niet. Neem jij ze maar.”
“Nee, geen trek.” Zei Draco en zuchtte.
“MEL!!! Eindelijk ben je wakker!! We hebben je zó gemist!!” riep opeens een stem vanachter de deur en het volgende moment vloog de deur open en schrok Draco zo dat hij van het bed viel en ik schrok zo dat ik bijna weer in een coma belandde.
Patty rende rechtstreeks op me af, alleen jammer of juist gelukkig had ze Draco niet gezien waardoor ze plat op de grond belandde en niet op mij.
“Pat, kijk nou toch uit! Ik zei toch dat je rustig aan moest doen! Gaat het?” zei Lucas bezorgd en liep vlug naar haar toe en hield haar overeind. Jack hielp Draco overeind en werd toen ruw opzij geduwd door Patty.
Patty ging naast me staan en sloeg heel voorzichtig haar armen om mijn hoofd en legde haar hoofd naast de mijne.
“Ik ben zo blij dat je niet dood gaat. Twee verliezen had ik niet aangekund.” Zei ze.
“Niemand van ons had dat aangekund.” Zei Lucas en kwam samen met Jack en Draco op de rand van mijn bed zitten. Na Patty omhelsden Lucas en Jack mij, alleen deed Jack dat iets te stevig waardoor ik paars aan begon te lopen en Draco snel ingreep.
We hadden heel veel gepraat en het was gezellig geworden. Jack had steeds jaloerse blikken op de bonbons geworpen, alsof het zijn kwarktaart was.
“Van wie heb je die?” vroeg hij en wees naar de bonbons.
“Van Lupos.”
“Owh, weet je, ik proef ze wel even voor je, voor als ze zijn vergiftigd.” Zei hij en ik grinnikte, auw, dat deed pijn. Jack pakte gretig een bonbon uit het doosje en at hem snel op.
“Hmm… heewrlijwk!” zei hij blij met volle mond. “Weet je, ik heb hem niet goed geproefd, ik denk dat ik er nog eentje nodig heb.” Zei hij daarna en we moesten lachen, auw, alweer!
“Je mag ze hebben hoor Jack.” Zei ik en hij propte snel alles in zijn mond.
“Jack, daar wordt je wel dik van hé!” zei Patty waarschuwend bij het laatste bonbonnetje. Jack keek geschrokken naar Patty en toen naar de bonbon. Hij haalde zijn schouders op en stopte de bonbon snel in zijn mond.
Jammer dan ze weg moesten, maar ze zouden de volgende dag weer komen. Ik was behoorlijk uitgeput van hun bezoekje, of nou ja… bezoek. Vlak nadat ze weg waren viel ik als een blok in slaap en werd die dag niet meer wakker, wat niet vreemd was want ze gingen pas om tien uur weg.
Toen ik die volgende dag wakker werd was het twee uur ’s middags.
“Oh, je bent wakker! Gelukkig, ik dacht even dat je weer niet wakker zou worden!”
“Hoe bedoeld u wéér niet wakker worden?” vroeg ik, had ik dan zolang geslapen?
“Nou, gister was je niet wakker geworden.”
“Hé?!”
“Ja, gister heb je de hele dag geslapen. Het komt zeker omdat dat bezoekje wat vermoeiend was, denk ik.”
“Oh, ja, ik denk het ook. Ik was erg moe.” Zei ik en wilde het slaap uit mijn ogen wrijven, wat wonder boven wonder lukte! Wel wat krakkemikkig natuurlijk, maar het lukte.
“Dat extra nachtje heeft ook veel nut gehad zie ik, lukt het je al om wat rechter te zitten?” vroeg de kleine, mollige heler en ik keek haar onzeker aan. “Je kunt het wel, kom, ik help je wel even.” Zei ze en liep naar me toe.
Ik probeerde mijn buikspieren aan te spannen, maar dat deed nog erg pijn. Ik plaatste mijn handen naast me en probeerde me op te duwen, het lukt een flink stuk en met de hulp van de heler kwam ik overeind.
Ik werd wat duizelig en het werd even zwart voor mijn ogen waardoor ik weer bijna terug viel in de kussens. Het ademhalen ging ook wat moeilijker, maar daarmee paste ik me snel aan.
“Een van je vrienden heeft gister je schoolboeken meegenomen en een gewoon leesboek. Hij zei dat de examens eraan kwamen en dat je wel kon leren in de tijd dat je hier bent.”
“Oh…” zei ik wat minder blij. Gatver, ik had echt geen zin in leren! Maar het moest wel, wilde ik dit jaar niet over doen.
“Ik voel me vies, ik wil douchen.” Zei ik , het was echt zo. Ik stonk, vond ik, en mijn haar was vet en…
“Dat kan je niet, je bent nog niet sterk genoeg om uit bed te komen. Maar wees gerust, je bent schoon. Met een spreuk maken we iedere patiënt hier schoon zonder dat die het merkt. Je stinkt dus niet.”
“Oh, maar toch vind ik het geen fijn gevoel. Is er trouwens nog iemand speciaal gekomen?”
“Eeuhm.. ja! Er was gister nog een meisje bij je vrienden, Rosa volgens mij. En er waren nog drie kinderen apart gekomen. Volgens mij was één ervan Harry Potter.”
“Harry Potter?!!!” zei ik verbaasd en wat geschrokken, wat moest die hier?!
reacties please!!
love you!! |
_________________ Boys are just like trains. If you lost one, you just take an other.... ^^ |
|
  |
 |
tea
2e jaars


Verdiend:
52 Sikkels
Woonplaats: amsterdam
|
Geplaatst:
Vr Okt 28, 2005 20:14 |
 |
heey mensjes!!
ik heb weer een nieuw hoofdstukje voor jullie!!
ik hoop dat het leuk is, de volgende gaat ze terug naar school hoor
doeg!
enjoy it!
Hoofdstuk 31
Wat moest de o zo beroemde Harry Potter bij mijn bijna sterfbed? Familiereünie? Bezorgdheid? Ach, laat me niet lachen. En zijn vrienden dan? Misschien had die Griffel hem hierheen gesleept omdat ik toch behoorde tot zijn familie en vond ze dat hij me moest komen opzoeken. Maar misschien vond hij me wel leuk, of wilde hij zijn verdriet om Nick met me delen.
Ik kreeg spontaan lachneigingen van de ideeën in mijn hoofd, Potter mij leuk vinden!
“Heeft hij ook gezegd waarom hij hier was, mevrouw?” vroeg ik beleefd. Ik mocht niet lachen, want dat deed pijn.
“Och, noem me geen mevrouw. Noem me maar Lidia.”
“Eeuh… oké Lidia, maar je hebt nog geen antwoord gegeven op mijn vraag.”
“Ja, eeuhm… hij wilde het hebben over bepaalde dooddoeners, of je nog iemand had herkend. Hij is niet de enige die daarvoor is gekomen.”
“Oh, wie nog meer dan?”
“Verscheidene schouwers die uit willen zoeken door wie meneer Lond is vermoordt. Oh, sorry als ik je nu weer van streek maak, ik had gehoord dat je een hechte band met hem had.”
“Ja, hij was mijn beste vriend. Hij wist alles van me, zelfs meer dan ik zelf wist, denk ik! Maar nu is hij op een betere plek, daar geloof ik in.”
“Blijf dat ook maar geloven, ik zeg het ook telkens weer tegen mezelf als er hier in het St. Holisto mensen dood gaan die ik heb verzorgd.”
“De dood is vreselijk, maar op een keer zie je ze allemaal weer terug.”
“Ja, op een keer. Maar voorlopig nog niet, hoor. Jij blijft nog even leven.”
“Ja, ik denk het ook.” Zei ik met een somber gezicht. Wat had het leven eigenlijk allemaal nog voor een zin? Nick dood, Pa dood, Ma speelt dood, Marcus is een dooddoener… Draco vindt vast wel iemand die meer waard is voor hem, Patty en Lucas zijn gelukkig samen en Jack heeft zijn vrijgezellenleven, dat vindt hij veel te leuk. Rosa krijgt een waarschijnlijk een peetmoeder en peetvader en zal daarmee vast ook weer gelukkig worden, ik was dus helemaal niet nodig in deze wereld.
“Ik weet wat je denkt, Mel… mag ik je zo noemen?” Ik knikte verbaasd. “Je moet niet denken dat je niet meer nodig bent in deze wereld, want iedereen is nodig. Denk maar aan je vrienden, wil je ze nog meer laten lijden? En je moeder, die door jou is overgestapt, wil je haar zoveel pijn doen?” Nee, dat wilde ik niet. Ik wilde iedereen niet nog verdrietiger maken dan ze al waren.
“Nee, dat is niet wat ik wil. Hoe weet je eigenlijk wat ik dacht?” vroeg ik, snel naar een ander onderwerp overschakelend.
“Ik kan de gedachtes horen van mensen die dicht bij me zijn. Ik kan ze afsluiten, maar bij patiënten is het soms wel handig. Sommige patiënten zitten hele plannen te maken over hoe ze zelf dood kunnen gaan, of hoe ze eigenlijk spioneren voor Voldemort. Dat soort dingen kan ik dan aangeven. En jij, mijn kind, jij zit in een dip en moet er weer uit gehaald worden.”
“Ja, zeker een dip. Maar hoe kom ik eruit?” vroeg ik en zakte verder weg in mijn kussen.”
“Daar kom je zelf wel achter, als het zover is, voel je je net herboren.”
“Hoe weet je dit allemaal, Lidia?”
“Ik heb veel meegemaakt, heel veel. Uiteindelijk ben ik Heler geworden omdat ik mensen wilde helpen die ook zoveel nare dingen meemaken zoals ik had gedaan. En zoals jij.”
“Oh…” mijn antwoord was wat droog, maar het hielp veel. Lidia leek wel een soort goede fee die voorkomen in verhaaltjes je moeders altijd vertellen aan hun kinderen voor ze gaan slapen. Mollige, kleine, vriendelijke, aardige, goede fee die overal raad mee wist!
“Ik moet naar de wc.” Zei ik opeens terwijl ik helemaal niet moest.
“Dat moet je niet, geen van onze patiënten hoeven naar de wc, leuk geprobeerd.”
“Hé, ik wil gewoon staan.”
“Daar ben je nog niet sterk genoeg voor.”
“Nou en, ik wil het gewoon proberen. Dat mag toch zeker wel?! Het is mijn lichaam en mijn keuze.”
“Jij bent behoorlijk standvastig, niet?”
“Ja, dus ik wil staan.”
“Als je vrienden er zijn mag je het proberen. Zij zijn sterker dan ik ben en kunnen je dan ondersteunen.”
“Oké, wanneer komen ze?”
“Snel genoeg. Waarom wil je eigenlijk staan?”
“Misschien omdat mijn benen dan snel sterker worden en ik snel weer terug naar school mag, om mijn examens te maken en dan nooit meer terug te komen daar.” Zei ik, Zweinstein zou ik nooit meer betreden nadat ik afgestudeerd was.
“Nou, ik weet niet of het je gaat lukken. Je bent nog erg zwak en kan nog niet veel hebben, maar proberen kan altijd. Geestelijk ben je weer helemaal bij en lichamelijk gaat het ook steeds beter.” Zei Lidia en ik knikte instemmend. Draco moest echt even snel komen, ik wilde staan en rondlopen! Mijn billen begonnen zo langzamerhand aan te voelen als twee plankjes, ondanks de zachte bedden.
Die middag kwam Draco, alleen. Dat vond ik niet zo erg, hij zei dat de rest later zou komen en Rosa mee zouden nemen.
“Draco,” begon ik toen het een tijdje stil was geweest.
“Ja?”
“Wil je me helpen?”
“Waarmee?” vroeg hij en ik ging wat moeizaam rechtop zitten, het deed nog een beetje pijn, maar daar was ik aan gewend. Hij ging staan en stak zijn hand al uit, blijkbaar wist hij dat ik wilde gaan staan.
Ik pakte zijn hand en schoof voorzichtig naar de rand van het bed. Langzaam liet ik mijn benen over de rand bungelen en pakte Draco voor de zekerheid maar bij de schouder. Heel langzaam gleed ik verder van het bed af en mijn voeten kwamen in contact met de koude, harde vloer. Een rilling ging door me heen, Draco merkte dat en pakte me voor de zekerheid bij mijn middel vast.
Toen ik mijn gewicht op mijn benen had gezet, brak het zweet me uit. Mijn knieën begonnen te trillen en mijn voeten kregen krampaanvallen. Alles werd even donker voor mijn ogen en ik voelde hoe ik mijn evenwicht begon te verliezen. Ik klampte me vast aan Draco en hij sloeg zijn armen stevig om mijn middel zodat ik niet om zou vallen.
Ik had het vreselijk benauwd en koud tegelijk, alsof ik vreselijk misselijk was. Ik ging sneller ademen om meer lucht binnen te krijgen, maar dat hield niet. Paniek! Paniek nam bezit van me en ik begon steeds jachtiger adem te halen. Mijn beeld was al weer terug, maar begon opnieuw wazig te worden, nog even en ik zou onderuit gaan!
“Rustig, Mel, luister naar me. Rustig ademhalen, als je zo paniekerig doet ga je onderuit.” Zei Draco en probeerde me wat rustiger te krijgen.
“Ik krijg… geen… lucht.” Zei ik happend naar lucht, maar het kwam niet!
“Rustig. Haal diep adem en blaas het dan weer helemaal uit. Rustig, straks krijg je nog een beroerte.” Zei hij met kalme stem. Hoe kon hij zo kalm zijn terwijl ik hier half dood ging?! Maar desondanks volgde ik zijn instructies op. Ik haalde diep adem en blies het daarna weer helemaal uit. Het hielp! Ik kreeg weer adem! Ik kreeg weer zuurstof!! Ik ging niet dood!
Na een tijdje ging het zweetten ook weg, maar mijn knieën bleven trillen. Voorzichtig had ik wat stappen gedaan, maar was daarna toch maar weer snel naar bed gegaan.
“Dat was serieus eng.” Zei ik toen ik weer in bed lag.
“Ja, trilde helemaal! Doe dat alsjeblieft niet meer voordat je sterk genoeg bent.” Zei Draco en ik knikte zwijgend.
Draco was al een tijdje weg, hij moest nog veel doen. Als het goed is, zouden Patty, Lucas, Jack en Rosa zo komen. Maar ze waren nog niet geweest. In de tussentijd had ik nog wat geslapen, ik was nogal uitgeput van de actie van die morgen.
“Mevrouw! Maak haar dan alsjeblieft wakker! Ik moet haar spreken!”
“Sorry meisje, ze slaapt nog.”
“Ja maar, maak haar dan wakker!! En ik heet geen meisje! Ik heet Rosa! Ik wil haar spreken!”
“Welke reden heb je daarvoor?”
“Ze is mijn zus!!”
“Sorry, maar Mel Hanley heeft geen broers of zussen. Ze is enigst kind.”
“Weet u, blijkbaar kent u haar niet zo goed als ik. Maar ze noemt mij altijd zusje, ook al ben ik dat niet officieel, maar zij ligt nu hier omdat ze mijn broer wilde helpen die nu dood is!!” schreeuwde een bekende stem over de gangen. Ik sliep helemaal niet, maar blijkbaar wilde Lidia me beschermen tegen een nogal opvliegerige en hypere Rosa.
“Niet zo schreeuwen kind, anders moet ik je vragen om terug te gaan naar school.”
“Nee. Het maakt me niet uit wat u vraagt als u maar die deur open doet, anders doe ik het zelf wel.” Ik moest lachen, Rosa wilde altijd haar zin, hoe dan ook.
“Ik hoorde geluid daar binnen! Ziet u wel! Ze is wakker! Nou, laat me naar binnen.” Ik hoorde Lidia zuchtten.
“Nou, oké. Even dan. Maar doe niet zo druk want ze is nog niet zo sterk.”
“Ja, ja. Ik weet heus wel dat ik niet druk moet doen hoor. Jemig, u lijkt me moeder wel.”
Met een zachte klik ging de deur open. Ik keek ernaar. Rosa stond in de deuropening en keek naar me. Ik glimlachte naar haar en blij keek ze terug.
“Mel!!” riep ze uit en rende naar me toe. Met een plof kwam ze tegen mij bed aan en sloeg haar armen om me heen. “Ik ben zo blij dat je wakker bent!!”
“Rustig, ik ben ook blij dat ik nog leef, maar dan hoef je niet alsnog achter mijn Nick aan te sturen.”
“Oh, sorry, het spijt me. Ik was gewoon zo blij je weer te zien.” Zei Rosa en liet me los en ging op de rand van mijn bed zitten.
“Ik ben ook blij dat ik jou weer zie.” Zei ik en bekeek haar goed. Ze had haar haar knal roze gemaakt in plaats van donker blond en haar ogen waren paars, in plaats van donker blauw.
“Wow, je hebt weer zitten spelen met je haar en ogen, zie ik. Hoe kom je toch aan die dingen?” vroeg ik. Rosa veranderde de kleur van haar haar vaak en haar ogen waren bijna elke dag wel een andere kleur!
“Nou kijk, thuis heb ik een vriendin. Een dreuzelvriendin en zij had dat dus de hele tijd. Maar ik wist dat ze een dreuzel was, dus een transformagiër kon ze niet zijn. Toen vroeg ik haar hoe ze dat deed. Nu stuurt ze mij de hele tijd haarverf en kleurlenzen, dat zijn die dingen voor je ogen.”
“Ja, dat begrijp ik. Wat leuk!”
“Wil je het ook eens proberen?”
“Eeeuhm.. nee, hoeft niet hoor.” Zei ik, ik moest er niet aan denken dat ik dreuzelspullen op me zou smeren! Maar Rosa mocht het best doen, als ze dat leuk vond.
“Maar, Mel… ik wilde even serieus met je praten.” Zei Rosa en trok een serieus gezicht.
“Ja, waarover wilde je het hebben?” vroeg ik en ging rechter op zitten.
“Nou, nu mijn ouders… en Nick ook… dood is” zei ze en ik zag dat ze met moeite het woord uit kon spreken. Ze zweeg even en beet op haar lip, ik deed precies hetzelfde.
“Nou, nu heb ik geen plaats om naar toe te gaan in de vakanties en… ik heb helemaal niemand.” Het was even stil. Ja, daar had ik wel over nagedacht, maar nooit echt verder op in gegaan.
“Eeuh.. ja. Daar heb ik over nagedacht. Kijk, ik heb ook geen huis, dus ik moet sowieso ook wat verzinnen. Maar,” zei ik en stopte even, Rosa keek me hoopvol aan. “Ik zal je niet laten stikken. Echt niet. Ik vind een onderdak voor je waar je gelukkig bent, misschien wel bij mij. Maar op dit moment weet ik het allemaal niet zo goed.”
“Oké, ik ben blij dat ik op je kan reken in ieder geval.”
“Je weet toch dat je altijd op mijn kan rekenen? Jij bent immers mijn kleine zusje.” Zei ik en omhelsde Rosa nog eens.
“Ja en jij bent mijn grote zus!” zei ze met gesmoorde stem en omhelsde mij ook.
Het was een fijn moment totdat Patty mommeren de kamer binnen kwam. En op een stoel ging zitten en verder mopperen.
“Ook hallo Patty.” Zei ik en moest grinniken toen ik haar gezicht zag. Het zag eruit als dat van een oorwurm die net heeft ontdekt dat door hout heen kruipt.
“Owh! Owh, hallo.” Zei ze en schrok even op ui haar gedachtes.
“Hoi, waar is de rest en waarom ben je chagie?”
“Eeuhm.. de rest… de rest.. owhja!! Jack die was van zijn bezem gevallen bij de training en moest naar de ziekenzaal. Zijn neus was gebroken. En toen zei ik dat het niet zo slim was en toen flipte hij helemaal!! En nu staat Luc ook aan zijn kant en heb ik ruzie.”
“Oh… en wat zei Draco? En wat bedoel je met ‘het’?”
“Nou van dat het niet zo slim was om zijn neus te breken vlak voordat hij naar jou ging! En Draco vond onze ruzie onzin. Hij adviseerde Jack om naar de Ziekenzaal te gaan en ging toen weg.”
“Nou, dat had ik ook gedaan. Waarom flipte Jack?”
“Weet ik veel, hij is al een paar dagen wat chagrijnig.”
“Heeft hij de laatste tijd wel kwarktaart gegeten?” vroeg ik en Rosa gniffelde, ook ik had moeite met mijn lach inhouden.
“Nee, de huiselven maken geen kwarktaart in deze tijd van het jaar.”
“Daar ligt het vast aan. Geef hem een lekkere kwarktaart cadeau en hij is weer blij.”
“Hmm.. ik hoop ‘t.” zei Patty en zuchtte diep.
“Oh Pat, het komt wel goed. Als je wilt ga ik wel even met Jack praten.”
“Echt?”
“Ja, duhuh… maar dan moet je hem straks wel even sturen.”
“Oh, oké.” Zei Patty en keek al wat vrolijker. Man! Ik leek wel een één of andere persoontje dat ruzies oploste!
“Maar is er onlangs het voorval nog wat gebeurd?”
“Eeuh.. nee. Behalve dat jack met 4 verschillende meisjes is uitgegaan en ze allemaal na één keer heeft gedumpt, dat hij tijdens de zwerkbaltraining 3 keer van zijn bezem is gevallen en dat Harry Potter een nieuwe vriendin heeft, niet veel. Ow ja! Vergeet ik nog bijna wat leuke dingen: Griffel heeft Ernst nog wat van Huffelpuf gezoend! Ze passen perfect bij elkaar, allebei even dom; Wezel heeft zijn vriendin Belinda terug, ja, ja, alle drie iemand! En Draco kwam lijkbleek terug van jou en is nog steeds lijkbleek volgens mij, is er iets gebeurd?”
“Goh, er gebeurd wel veel als ik weg ben!”
“Ja, zeker.”
“Nee, er is niets gebeurd. Behalve dat ik weer bijna dood was, maar verder niets.”
“WAAT?!?!” riepen Rosa en Patty in koor en ik viel bijna uit mijn bed van schrik. Rosa greep me nog maar net vast en Patty dook op de grond zodat ik een zachte landing kreeg.
“Rustig maar hoor, ik leef nog.”
“Wat was er dan gebeurd?” vroeg Rosa angstig.
“Ik wilde staan en lopen. Toen deed ik dat alleen ging het niet zo goed.”
“Doe dat alsjeblieft niet meer ja!” zei Patty.
“Niet meer lopen?! Ben je gek ofzo?!”
“Niet zolang je nog niet sterk genoeg bent.”
“Jezus Pat, je lijkt m’n ma wel.”
“Echt waar? hmm… niet zo best. Naja, ik moet zo weer terug, echt veel te druk!”
“Ik ook, begin jij ook maar vast met leren Mel.” Zei Rosa en ik draaide met mijn ogen.
Een week nadat ze op bezoek waren geweest, er was intussen niemand geweest, was ik al veel sterker en kon ik rondjes lopen in de kamer. Ik had wel brieven gekregen ter verontschuldiging, ze hadden het veel te druk en ik was ook hard aan het studeren.
Potter was niet meer langs gekomen, vreemd.
Lidia kwam binnen met een vrolijk gezicht en een ontbijt.
“Zo Mel, hier is je ontbijt.”
“Lekker, ik heb honger.”
“Ik heb goed nieuws voor je.”
“Oh ja? Wat dan?”
“Je mag terug naar school.”
“Echt?! Ow wat geweldig!!”
“Op voorwaarde dat je elke dag naar de Ziekenzaal gaat.”
“Dat zal ik doen! Dat beloof ik!” riep ik uit. Ik was zo blij en maakte sprongetjes door de kamer van geluk. Ik mocht terug!
reacties??
love you! |
_________________ Boys are just like trains. If you lost one, you just take an other.... ^^ |
|
  |
 |
tea
2e jaars


Verdiend:
52 Sikkels
Woonplaats: amsterdam
|
Geplaatst:
Za Nov 12, 2005 22:21 |
 |
heey! bedankt voor de reacties, en ^Benthe^ ik had je al een pbtje gestuurd, niet?
ik heb weer een stukje!
veel plezier!
Hoofdstuk 32
De volgende gebeurtenissen gingen als een waas voorbij en ik wilde zo ook liever zo snel mogelijk vergeten. Nick was begraven toen ik nog buiten bewust zijnde was. Dat kon ik wel begrijpen omdat ze een dood iemand niet lang konden laten liggen, dan zou het weg rotten. Ze hadden hem begraven op een speciale begraafplaats voor rijke tovenaarsfamilies. Nick en zijn ouders lagen in hun familietombe, bij de rest van de familie, ook al waren ze door hen buitengesloten.
Draco kwam me ophalen van het St. Holisto en we gingen gelijk door naar het kerkhof. Het was vreselijk moeilijk voor me om Nicks naam op de lijst van de gestorven familieleden te zien staan. Ik barstte bijna weer in huilen uit, bijna, maar ik liet alleen wat tranen lopen. Ik had bloemen neer gelegd bij het graf en was even gaan denken aan de leuke herinneringen. Daarna waren we terug gekeerd naar Zweinstein en was ik hartelijk terug verwelkomd bij onze afdeling.
Ik had de dagen erna vreselijk hard zitten blokken, over een week zouden de tentamens beginnen. Ook al moest ik maar 6 tentamens doen, het was ernstig zwaar! Ik moest namelijk theorie en praktijk doen, dus opgeteld 12 tentamens.
Tentamens, daar had ik al zolang ik ze had een gruwelijke hekel aan. Ze waren mijn grootste vijand.
“Hé, kom op. Leg dat boek nou eens heel even neer en ga even wat eten met mij. Je hongert jezelf helemaal uit.” Zei Draco zacht in mijn oor. Hij stond achter de bank erover heen gebogen en gaf me een kusje in mijn nek. Hij duwde heel zacht tegen het boek, zodat het naar beneden zakte.
“Sorry, maar ik moet echt leren, anders haal ik echt een onvoldoende!” zei ik was gestresst en licht paniekerig.
“Heus niet, je zit nou al de hele dag dit boek uit je hoofd te leren. Je hebt nog 4 dagen hoor, je moet niet zo streng voor jezelf zijn.”
“Ooh… dat weet ik, maar ik ben zo bang dat ik alles vergeet en dit jaar over moet doen!” zei ik en zuchtte. Ik had echt honger, maar ik moest het kennen.
“Kom, we gaan nu eerst wat eten, ik hoor je maag zelf hier knorren!” zei Draco en ging weer recht staan. Ik bloosde beschaamd, legde mijn boek weg en stond op. Samen met Draco liep ik naar de grote zaal.
Zo ging het ongeveer al 3 dagen lang. Ik werd helemaal gek en zat alleen maar te leren. ’s Ochtends vroeg tot ’s avonds laat, met soms maar één maaltijd en maar 6 uurtjes slaap. Ik was uitgeput, had wallen van hier tot Tokio, mijn haar stond alle kanten op, kortom: ik zag er niet uit. Maar uiterlijk boeide me niet in deze tijd, het ging allemaal om leren, leren en nog eens leren om te slagen.
“Je moet vannacht echt goed en lang slapen. Het leren gaat een stuk makkelijker als je goed uitgerust bent en minstens 3 maaltijden per dag eet. Je bent zeker 3 kilo afgevallen deze dagen!! En dan nog niet het gewicht vergeten dat je in het St. Holisto bent verloren.” Zei Patty die bij mij en Draco aan de tafel kwam zitten.
“Ik weet het, maar ik kan er niets aan doen.” Zei ik zuchtend.
“Hoe zwaar ben je nu? En hoe lang ben je nou?”
“Ik ben 1.70 meter en ik woog vanochtend 48 kilo.” Zei ik zuchtend. Ik was veel en veel te licht, dat had ik zelf ook al bedacht.
“Waaat?! Je bent echt véél en véél te licht!! Je moet ongeveer 60 kilo wegen!! Je weegt 12 kilo te licht!! Draco, zeg er eens wat van!” zei Patty gebiedend. Draco keek haar met één opgetrokken wenkbrauw aan.
“Denk je dat ze dat zelf al niet had bedacht? En vooral je dat niet wist, dat wist ik wel. Dus het is onnodig om het nog eens te zeggen. Ze word er alleen maar somberder van.”
“Ow, ja, dat wist ik wel!” zei Patty en concentreerde zich snel op haar eten.
Ik had helemaal geen honger meer na een paar hapjes van mijn aardappelen. Ik zuchtte en liet het staan en staarde wat voor me uit. Deze laatste schoolweken had ik me aan het begin van dit jaar heel anders voorgesteld.
Die avond had Patty mijn boeken afgepakt en dat deed ze nu elke avond, zodat ik goed sliep. Ze zette ook elke avond de wekker weer op 10 uur, als ik sliep, als ik hem weer op 6 uur had gezet. Ze had wel gelijk, mijn humeur klaarde een klein beetje op door het goede slapen en ik nam sneller informatie in me op. Ons rooster was zo gepland dat we elke dag, van de twee weken, maar één examen hadden, behalve op de dinsdagen en dan hadden we alleen praktijk. En de praktijk en theorie was om de dag.
Maandag ochtend, we hadden vandaag theorie Transfiguratie. Iedereen was super gestresst en probeerde nog de laatste dingen het hoofd in te krijgen.
Na het ontbijt waren er allemaal aparte tafeltjes neergezet in de grote zaal en meerdere leraren zouden sufieëren. Gespannen zat ik aan een tafeltje en wenste mijn vrienden geluk. Zenuwen gierden door mijn aderen en ik werd er misselijk van. We zouden er anderhalf uur voor krijgen, het was blijkbaar groot! Opeens verschenen de antwoordenbladeren op tafel, ik schrok erg, geen twee minuten later het opgavenblad. Meteen begon iedereen de vraag te lezen en ik hoorde gelijk veren krassen op het perkament. Ik raakte lichtelijk in paniek, iedereen wist het antwoord al en ik had de vraag nog niet eens gelezen!
Ik las de eerste vraag wel drie keer over voordat ik mijn concentratie helemaal op het examen kon richten. Vraag naar vraag, ik beantwoordde ze allemaal. Ze waren moeilijk, erg moeilijk, maar Transfiguratie was een van mijn beste vakken.
Punt. De laatste punt had ik op mijn perkament gezet en ik zuchtte. Ik was ruim binnen de tijd klaar en had alle tijd om het nog eens door te kijken. Ik verbeterde nog enige antwoorden en toen riep er iemand dat we de laatste zin moesten opschrijven en het perkament moesten omkeren zodat ze het op konden halen.
Ik draaide het perkament om en het verdween. Ik zuchtte weer, dit keer diep. Ik keek om me heen, Patty draaide ook haar blad om en de rest was al opgestaan om weg te gaan. We liepen met z’n vijven de grote zaal uit, iedereen druk pratend over hoe het ging. Ik hoorde Griffel zeggen dat ze verder ging leren voor haar examen die middag, wie neemt er nou extra vakken voor de lol? Dat betekend ook extra tentamens, Griffel was echt het raarste en vervelendste modderbloedje dat ik kende. Ik irriteerde me zo erg aan haar! ‘Oh ik ga naar de LL-kamer om nog verder te leren voor Voorspellend rekenen.’
“Hoe ging het Mel?” vroeg Draco en loodste me mee naar buiten, naar de warme zon en het gras. Nu in juni was het lekker warm en ging iedereen naar buiten.
“Goed, ik wist bijna alles, en jij?”
“Ja, ik denk wel dat ik het goed gemaakt heb.” Zei hij nonchalant. Met een simpele accio-spreuk liet ik mijn boeken naar me toe zweven van de volgende dag en begon met verder leren in de zon, na een uurtje rust natuurlijk.
“Draco, ik moet even met je praten.” Zei ik terwijl in naar Draco toe liep die aan een tafel zat te leren. Hij keek verbaasd op en deed zijn boek dicht.
“Heb ik iets verkeerd gedaan?” vroeg hij met een verbaasde stem.
“Nee.” Zei ik terwijl ik plaats nam tegenover hem.
“Waarover wil je dan praten?”
“Over wat er na school gaat gebeuren.” Zei ik wat zachter. Zijn gezicht betrok en hij keek me niet aan. Hij mompelde iets.
“Je gaat toch niet terug naar…”
“Nee, natuurlijk niet.” Zei hij hees.
“Je kan ook niet naar huis.”
“Dat weet ik.”
“Wat ga je doen dan?” vroeg ik zacht.
“Ik weet het niet… ik wil er liever niet over hebben.”
“Maar, nog anderhalve week en het jaar is over.” Zei ik en hij bleef stil.
“Wat ga jij doen, dan?” vroeg hij na een tijdje. Ik bleef stil. Ik wist het ook niet, nog niet. Ik kon niet terug naar huis, niet naar mijn moeder, helemaal nergens heen. En dan had ik ook nog Rosa.
“Ik ga met Rosa naar de Lekke ketel en als ik dan een huis heb gevonden trekken we daarin.” Zei ik opeens. Ik had een besluit genomen. Ik zou me over Rosa ontfermen en een huis gaan zoeken.
“Hoe kom je dan aan het geld voor een huis?” vroeg Draco verbaasd.
“Mijn moeder was erg rijk en heeft al haar geld aan mij gegeven. Ik ben dus eigenlijk heel rijk.”
“Oh, ja… natuurlijk.” Zei hij wat somber. Hij zag er verslagen uit, zo zielig! Ik wilde niet dat hij zich rot zou voelen!
“Maar, je bent altijd welkom… bij mij.” Zei ik voorzichtig en hij glimlachte licht.
“Ik zou erover denken. In ieder geval, bedankt.” Zei hij en het was weer stil.
Tenslotte stond ik op, gaf Draco een kus en liep naar de slaapzaal.
Vermoeid plofte ik op mijn bed neer. Er was zoveel om over te piekeren. Rosa, Draco, mijn moeder, mijn vader… zou die achter me aan komen? Zou hij me opsporen en doden? Mij en Rosa stalken? Ik kreeg al kippenvel bij het idee. Maar waar ik het me het meeste zorgen overmaakte was of Rosa wel bij me wilde wonen, of het wel zou werken. En kon ik het wel aan zoveel verantwoordelijkheid?
Opeens schoot het beeld van de jonge man met bruine krullen en vreemde ogen voor mijn ogen. Ik schoot overeind, ik kon ook bij hem terecht! Nee, niet bij hem. Hij had niets meer van zich laten horen na die ene keer. Misschien heeft moeder nog iets van hem gehoord, maar misschien ook niet. Moest ik hem een brief sturen? Werd het tijd dat ik het aan Draco zou vertellen? En de rest?
Met gepieker viel ik uiteindelijk in slaap en sliep, nou ja, niet zo fijn. Ik had een nachtmerrie over dat Marcus mij achtervolgde en me telkens probeerde te vermoorden, maar altijd ontsnapte ik net.
De volgende examens gingen goed, in het weekend was het een en al leren en nog eens leren en daarna weer examens maken. Ik praatte vaak met Rosa en ze vond het goed dat ik haar mee zou nemen.
“Rosa,” begon ik.
“Ja?”
“Wat wil je liever,”
“Nee! Niet weer!!”
“Jawel.”
“Nehee! Je hebt al zoveel vragen gesteld van wat ik liever wil!”
“Ja maar we moeten toch een geschikt huis vinden?!”
“Ja, natuurlijk! Maar dat kan ook nog als we in De Lekke ketel zitten.”
“Ja, maar-”
“Nee! Je kan je beter in je opleiding hierna gaan verdiepen!”
“Maar ik weet helemaal niet wat ik wil!”
“Mel, ik hoorde laatst nog zeggen dat je mensen graag wilde helpen.”
“Ja, maar je hebt zoveel manieren om mensen te helpen.”
“Nou, de voornaamste opleidingen liggen dan toch bij Schouwer, Heler of dat gedoe met de Wik en Weeg blabla…”
“Nee, gatver! Ik wil echt niet iets met dat politieke gedoe doen hoor!”
“Nou, zou je schouwer willen worden? Met vechten enzo.”
“Nee, ik heb genoeg tegenover de duistere kant gestaan. Heler lijkt me wel stoer.”
“Dat is het ook! Je help mensen! Je red mensen van de dood! Je helpt mensen ook naar de dood, maar dat is een ander verhaal.”
“Zou ik dat proberen? Een opleiding voor Heler?”
“Ja!! Doen doen doen!!” zei Rosa enthousiast. En zo kwam ik aan mijn opleiding.
Die dag later was ik er helemaal van overtuigd en ging naar Sneep om te vragen hoe ik in zo’n opleiding moest komen. Sneep wist het niet en verwees me door naar Anderling. Zij zei dat ze het adres van de Helers-opleiding op zou zoeken en aan me zou geven voor het eind van het jaar. Ze gaf me ook advies over hoe ik zo’n brief moest opstellen.
“Je bent er vroeg bij, jufvrouw Hanley.”
“Ja, ik wil graag zo snel mogelijk geld verdienen.” Gaf ik als antwoord.
Daarna begon ik gelijk met het schrijven van mij brief en zodra ik het adres kreeg van Anderling stuurde ik hem op.
“Wat is dat Mel?” vroeg Patty die over mijn schouder heen lees vlak voordat ik de brief in de envelop deed.
“Mijn inschrijf brief voor de Helers-opleiding.” Zei ik en Patty zete grote ogen op.
“Heb jij al een keuze gemaakt?!”
“Ja, kom op Pat, jij vind vast ook wel je goede opleiding.” Zei ik en gaf haar een klopje op haar schouder en liep toen naar de uil waarmee Anderling het adres had gestuurd.
De volgende dagen gingen snel. De laatste dag kreeg ik een uil terug van de Herlers-opleiding dat ik was aangenomen, omdat ik al zo vroeg was. Later kreeg ik meer informatie. Ik was helemaal in de wolken en iedereen was vreselijk blij voor me. Ik was nog blijer toen we te horen kregen dat Zwadderich de Zwerkbalcup en de meeste aantal punten had! Dat had Zwadderich de afgelopen 6 jaar niet meer gehad!
Het avondmaal was heerlijk en iedereen was opgewonden! Zelf Rosa was erg blij!
Die avond bleven we zo laat mogelijk op in de LL-kamer en vielen uiteindelijk met z’n alle in slaap op de twee banken en Jack in de stoel.
Het was een heerlijke laatste nacht in Draco’s armen. We hadden besloten dat we allebei wat tijd en ruimte nodig hadden voor ons zelf. Draco had besloten om een tijdje weg te gaan, te verdwijnen. Ik vond het vreselijk, ik begon bijna te huilen! Maar Draco zei dat het oké was en dat hij zou blijven schrijven. Ik moest hem dan terug schrijven met zijn uil, want alleen die zou hem kunnen vinden.
De volgende morgen ontbeten we met z’n allen en na dat we hadden ingepakt moesten we naar de trein. Langzaam liep ik de trappen op van de kerkers, voor de laatste keer. Ik zou hier niet meer lopen als leerling. Daarna liep ik door de hallen, voor de laatste keer keek ik om me heen. Het was echt een geweldig kasteel. Zo mooi, zo groot, dat zeven jaar lang mijn thuis was geweest en zeven jaar lang mijn enige toevlucht.
Toen we in de koetsen zaten keek ik nog een keer door het raampje, naar het grote, prachtige kasteel dat mij zoveel geluk had gebracht, dat mij zoveel had geleerd, waar ik vrienden had gekregen… en dierbaren was verloren.
“Mel, wat ben je stil.” Zei Draco toen we in de trein zaten. We waren alweer bijna op het King Cross Station en ik had de hele reis nog niets gezegd. Ik voelde de trein langzamer gaan en uiteindelijk stopte hij. Het viel me zwaar. Een brok steeg op in mijn keel en het lukte me niet hem weg te slikken. Wat een vreselijk gevoel, weten dat degene van wie je houdt straks weg gaat voor ik weet niet hoe lang! Tranen brandde in mijn ogen, maar ik liet ze niet gaan. Nee, ze moesten blijven waar ze waren.
Iedereen stond op en sjorde zijn hutkoffer mee naar buiten. Het station stond vol van de ouders die hun kinderen verwelkomde. Ooit had mijn moeder hier gestaan, maar die had me alleen maar kil aan gekeken en me mee gesleurd. Ik mocht geen afscheid nemen van mijn vrienden, ik moest gelijk mee. Nu was het ik, ik die iemand mee moest nemen.
Rosa ging haar vrienden uitbundig gedag zeggen en ik en Draco waren even alleen, voor zover dat kon.
“Mel, je hoeft je geen zorgen over mij te maken, echt niet. Ik beloof je dat ik terug kom.”
“Maar… ik… wij… jij…” ik begon te stotteren en ik kon mijn tranen echt niet tegenhouden. Ze vloeide over mijn wangen en ik snikte.
“Ik wil niet dat je gaat, ik…”
“Rustig, ik beloof het je.” Zei hij en gaf me een zoen. De laatste zoen die ik in lange tijd van hem zou krijgen.
Nadat hij weg was en ik en Rosa afscheid hadden genomen van Patty, Lucas en Jack, gingen we op weg naar De Lekke ketel, ons voorlopige nieuwe huis.
reacties?
love you |
_________________ Boys are just like trains. If you lost one, you just take an other.... ^^ |
|
  |
 |
tea
2e jaars


Verdiend:
52 Sikkels
Woonplaats: amsterdam
|
Geplaatst:
Wo Nov 16, 2005 17:14 |
 |
heey mensen!
ik heb weer een nieuw stukje! heel erg bedankt voor jullie reacties!
ik heb sommige van jullie verteld dat het vorige hoofdstuk misschien wel het laatste was, maar dat was het niet !
sorry... ik had zin om flauw te zijn.
maar mijn bèta-reader is nogsteeds spoorloos... ik weet echt niet waar ze is! intussen valt mijn vriendin wat in, maar optimaal is het dus niet.
naja, veel plezier en ik zou het leuk vinden om te horen wat jullie ervan vinden.
liefs!
P.S. owjah, het verhaal begint wel aan zijn eind te komen, maar ik wil graag weten wat ik hierna moet doen!
vertel me please wat jullie willen, een heel nieuw verhaal (ben ik momenteel ook mee bezig) of een vervolg op dit Mel-verhaal.. al weet ik dan niet of het me gaat lukken. bij voorbaat: dank jullie!!
Hoofdstuk 33
“Nee, die wil ik niet die is lelijk!!!!”
“Hoezo lelijk? Oké, wat dacht je van die andere?”
“Wat is er mis met jouw ogen? Die is spuuglelijk!!! De lelijkheid van dat huis heeft me gewoon bijna blind gemaakt! Ik wil die andere!”
“IELK! Die lijkt op een bordeel! Ik wil niet in een bordeel gaan wonen, dan slaap ik nog liever op straat!”
“Ja maar, hij is zo mooooi!”
“Echt niet hij is hartstikke lelijk! Rosa we hebben nog twee huizen waar we uit kunnen kiezen. Ik smeek het je kies een normale.” Zo ging het al twee volle dagen. Ik was moe en had nodig een goed bed nodig. Ik wilde zo snel mijn eigen huis en hij moest mooi zijn, ook een handige plek en geen dolhof van kamers. Maar elk huis dat ik aanwees vond Rosa oerlelijk en anders om.
“Mm, wat dacht je van dat huis midden in de stad? Hij heeft een tuin en is bereikbaar. Dat betekend dat we leuk kunnen shoppen.”
“Hij is wel leuk hé? Hij heeft inderdaad een grote tuin. Maar, hij is wel erg groot.”
“Is dat erg dan? Dan heb ik genoeg ruimte voor feestjes. En logees.”
“Ja, maar dan verdwaal je zo.”
“Heus niet, daar wen je snel aan. Anders plakken we gewoon bordjes op de muren.”
“Hmm..”
“Alsjeblieft, ik wil een huis! Dit is een mooi herenhuis midden in de stad met een grote tuin!”
“Ja, dat hebben we wel nodig voor dat beest wat jij wilt! Was het nou een kruising tussen een wolf en een grizzlybeer, of een wolf en een olifant?”
“Haha, het heet een Husisie, dacht ik. En hij is helemaal niet zo groot.”
“Wacht maar tot hij honger heeft!”
“Hij is getemd!”
“Niet alle getemde dieren zijn betrouwbaar. Neem dan gelijk een wolf.”
“Nee! Ik wil een Husisie!”
“Weetje wat? Ik denk dat dit ons nieuwe huis wordt.”
Ik hoorde luid gejuich en plotseling vloog er iets op me af waardoor ik op de grond viel.
“Rosa ik weet dat je blij bent, maar was dat nodig?” vroeg ik nijdig aan Rosa nadat ik overeind gekrabbeld was.
“Ja! Dat was nodig! Nou, ga die brief schrijven!”
“Ooh! Wat een prachtige bank! Mel! Moet je zien!!” riep Rosa door de winkel. Ik liep naar haar toe en zag dat Rosa op gif groene bank liggen. Mijn gezicht betrok van afkeurend naar verafschuwend.
“Rosa! Dat meen je niet!!”
“Tuurlijk wel!”
“Nee! We nemen geen gif groene bank in huis!”
“Maar jij hoort te houden van de kleur groen! En hij staat zo mooi bij de kleuren!”
“Rosa, ons huis is van zachte kleuren, gebaseerd op zacht roze en zacht blauw, gif groen past daar echt niet bij! Het vloekt! Van deze kleur krijg ik een klap in mijn gezicht!”
“Nou, ik vind het wel staan!”
“Nee, absoluut nee! Ga maar een andere bank uitzoeken.”
Uiteindelijk werden we het eens over de meubels die allemaal in ons huis kwamen en tevreden gingen we terug naar ons kamertje in de lekke ketel. We zouden er pas gaan wonen als alles erin zat!
Ons huis was klaar. We woonden er nu al vier dagen in en het beviel ons perfect! Draco had nog maar een keer iets van zich laten horen, dat was vlak nadat ik het huis had gekocht. Ik had mijn adres terug gestuurd, maar, nu een maand later, had ik nog niets van hem gehoord. Ik miste hem ontzettend! Maar ik liet het niet zien aan Rosa, zij had het ook heel moeilijk! Alleen het verschil was dat ik haar soms huilend in slaap moest sussen.
Ik had Rosa die ene hond beloofd, dus we gingen naar de dierenwinkel.
“Weet je zeker dat je die Hususie hond wil?”
“Husisie! Ja! Helemaal zeker! Kom!” zei ze enthousiast en we liepen naar binnen.
We vroegen aan de verkoper waar de honden waren en hij wees ons de weg. We kwamen in een gang met allemaal kooien. Langzaam liep ik langs de kooien met honden, tot ik een klein hondje zag.
“Hé, deze lijkt me wel geschikt!” zei ik en wees naar de kleine hond.
“Maar die is zo klein!”
“Maar wel lief en schat- AUW!!!” riep ik uit. Het ‘schattige’ hondje had hard in mijn vinger gebeten!
“Ja, heel lief en schattig.” Zei Rosa sarcastisch en ik keek haar vernietigend aan.
“Hé! Wat heeft deze nou?” vroeg Rosa en wees naar een hond met wit spul in zijn bek.
“Eeuhm.. ik denk schuim…” zei ik en we bogen ons wat dichter naar de hond toe. Opeens begon hij gevaarlijk te blaffen en tegen het hekje te duwen. Zijn ogen stonden wild en gevaarlijk.
“AAAAH!!!!!!” gilde Rosa en ik tegelijk en rende als gekken naar buiten. Ik hoorde nog net de verkoper iets mompelen van ‘die hebben zeker binnen de kring van twee meter gestaan bij dropje’.
Toen we stopte en op adem kwamen piekerde we er niet over om nog een keer naar binnen te gaan!
“Laten we maar naar een andere winkel gaan!” zei Rosa en ik knikte.
“Oh, maar eerst wil ik een ijsje! Jij ook? Welke smaak? Citroen? Oké!” zei ik en vluchtte de winkel in. Ik zo snel ik kon de winkel in, aangezien ik daar verderop een persoon zag lopen die ik liever even niet tegen kwam!
“Ik wil geen citroen! Ik wil aardbeien!” riep Rosa me nog achterna en ik zwaaide als teken dat ik het gehoord had.
Toen ik in de rij stond dook Rosa ineens naast me op.
“Wat doe jij nou hier?”
“Waarom zei je niet dat Sandra verderop liep?! Ik kon nog maar net aan haar blik ontsnappen!”
“Euhm… weet ik veel ik wilde zo snel mogelijk weg. Is ze al weg?”
“Ja.”
“Kom, ik wil helemaal geen ijsje. We gaan een andere dierenwinkel zoeken.”
“Eeuhm… hallo,” zei Rosa tegen een jongen achter de kassa die met een koptelefoon op in een tijdschrift aan het kijken was. Hij reageerde niet, blijkbaar stond de muziek zo hard dat hij Rosa niet hoorde.
“Hallo!” zei Rosa nog eens, maar weer reageerde hij niet. Het was een jongen waarvan ik schatte dat hij 20 jaar was. Hij had zwart haar en een licht bruin getinte huidskleur. Hij zag er erg aantrekkelijk uit, maar of hij nou zo bezig was met zijn werk?
Ik ging op de balie zitten, deed met een behendige zwaai mijn benen naar de andere kant en ging achter de balie staan. Geïrriteerd liep ik naar de jongen toe en trok zonder er bij na te denken het blad onder zijn neus vandaan. En gooide het ergens achter me de winkel in. Rosa grinnikte en toen ik terug keek naar de jongen was hij recht gaan staan en deed zijn koptelefoon af. Hij was een stuk groter dan mij en even begon ik te twijfelen aan mijn daad, maar ik had een toverstok!
Hij draaide zich om en zijn gezicht stond nogal boos. Hij trok zijn mond open en even leek het alsof hij wilde gaan schreeuwen.
“Als je het waagt om ook maar één lelijk woord tegen mij te spreken!” zei ik hooghartig en arrogant. Ik zag uit mijn ooghoek dat Rosa over de grond aan het rollen was van het lachen en bijna een zuurstoffles nodig had.
De jongen deed zijn mond dicht en keek me aan, was hij nou zichzelf aan het kalmeren?
“Je kan wel wat beter doen dan naar muziek luisteren en in een blaadje lezen, zoals klanten helpen. We staan hier al minstens 10 minuten te wachten. Rosa Stop!” zei ik gebiedend en Rosa bracht haarzelf langzaam weer in een normale stand.
“Eeuhm.. ja. Mijn excuses.” Zei de jongen en ik knikte. Ik liep weer naar de balie, ging erop zitten en zwaaide mijn benen weer naar de andere kant en ging weer staan.
“Zo, waarmee kan ik jullie helpen?”
“Nou, Rosa, zij, zoekt een hond. Een puppy.”
“Ja! Ik wil en Husisie of zo iets!” riep Rosa blij. De jongen keek Rosa even raar aan en herstelde zich toen.
“Sorry, maar een Husisie is geen ras. Een Husky is wel een ras, bedoel je die?”
“Ja, denk het wel. Ik zei toch of zo iets….” Zei Rosa lomp en ik gaf haar een stootje met mijn elleboog.
“Nou, dan heb je geluk. Er is net een nest binnen gebracht met allemaal Huskypuppy’s.” zei de jongen en Rosa begon te stralen. Ik glimlachte.
“Mag ik er een uitkiezen?!” riep ze overenthousiast en de jongen knikte. Hij wenkte ons te volgen naar achter en we kwamen bij een tuintje waar in een grote cirkel van kippengaas een stuk of 6 kleine schattige knuffelpuppy’s speelde.
Rosa stootte me aan en gebaarde dat ik een stukje naar beneden moest zakken.
“Heb je geld omgewisseld?” fluisterde ze in mijn oor.
“Ja, duhu! Anders kunnen we toch niets kopen, slimpie!” zei ik lachend en Rosa glimlachte lomp.
“OOH!!! WAT ZIJN ZE SCHATTIG!!!!” riep ze uit en rende gelijk naar de hondjes toe. “Die wil ik!! Die ziet er het liefst uit!” zei Rosa en wees gelijk naar een hondje dat vrolijk naar haar blafte en tegen het gaas op sprong. De jonge pakte het hondje en bekeek het even goed voordat hij het aan Rosa gaf.
“Een schattige puppy met mooie oogjes voor madam met dezelfde mooie ogen.” Zei hij toen hij het hondje aan Rosa gaf. Rosa straalde en pakte de puppy vast en aaide het.
“Weet je, als je indruk op haar wilt maken zeg dat dan gelijk.” Zei Rosa afwezig en ik moest moeite doen om niet in lachen uit te barsten.
“Eeuhm.. juist.” Zei de jongen wat ongemakkelijk en keek wat moeilijk naar Rosa. Het hondje glipte uit haar armen en rende weg.
“Weet je, ik laat jullie wel even alleen. Beertje! Wacht op mij!” prompt was ik stil. Dat was niet de bedoeling!! Gaat ze die hond nou Beertje noemen?
“Juist, een passende naam.” Mompelde in en zuchtte. De jongen grinnikte, ik keek hem aan.
“Ik zou me even voorstellen: Tony Gomez.” Zei hij en stak zijn hand uit.
“Mel Han- Malfidus.” Zei ik en schudde zijn hand.
“Mel Hanmalfidus?” vroeg hij nog even.
“Nee, Malfidus gewoon.”
“Oh, oké. Waarom wilden jullie een hond, als ik vragen mag?”
“Nou, ik ben net klaar met mijn school en heb net een huis gekocht. Dus daar paste wel een hond bij, vond Rosa.”
“Oh en hoe oud ben je dan? Want je ziet er niet echt eeuhm.. oud uit of zo.”
“Ik ben 17, bijna 18.”
“Oh oké, is zij je zusje?”
“Eeuh… soort van, moeilijk onderwerp, het is een lang en ingewikkeld verhaal.”
“Oké. Waar staat het huis dat je net gekocht hebt?”
“Eeuhm… midden in de stad. Fourth street 4.”
“Wow! Dat is dat grote herenhuis! Heb jij dat gekocht?!”
“Ja… ook een lang verhaal.”
“Wow, dat had ik niet verwacht. Ja, daar past inderdaad een hond bij!” zei hij een beetje verdwaasd.
We stonden even zwijgend tegen over elkaar. Ik keek naar de puppy’s die nog speels aan het spelen waren en glimlachte. Tony bukte en pakte nog een puppy.
“Hier, neem deze ook maar. Ze is gratis.” Zei hij en duwde het hondje in mijn handen.
“Maar, waarom?” vroeg ik terwijl ik het hondje vast hield dat aan me begon te snuffelen.
“Omdat ik wil dat deze hondjes een goed huis krijgen en gelukkig worden, met z’n tweeën zijn ze altijd gelukkiger dan alleen.” Zei hij en glimlachte charmant.
“Oh, eeuh… nou, bedankt.”
“Geen dank. Zeg, zou je eens met me uit willen?” vroeg hij en ik begon te blozen.
“Eeuh… ja, oké is goed. Wanneer?” zei ik, ik begon het wat benauwd te krijgen.
“Wat vind je van vrijdag?”
“Dat is goed! Ze kan vrijdag wel! Kom Mel! Patty komt zo! We moeten op tijd thuis zijn! Hé! Twee puppy’s! dat is leuk! Beertje en Wolfje!” riep Rosa opeens en begon me mee naar voren te trekken.
Tony grinnikte en begon ze af te rekenen. Rosa had twee halsbandjes en riemen erbij gelegd, een roze en een blauwe.
“Nee!!! Ik wil niet naar Italië!! Ik wil naar Spanje!” riep Rosa hard toen ik haar vertelde dat we naar Italië zouden gaan voor vakantie.
“Ik was nog niet uitgepraat! Patty, Lucas en Jack gaan ook mee.”
“Dat is leuk, maar we gaan niet naar Italië!”
“Ik wil niet naar Spanje.”
“En ik niet naar Italië.” Zei Rosa koppig. We zaten aan tafel en Jack, Lucas en Patty waren er ook.
“Ik vind Italië wel leuk, hoor.” Zei Lucas.
“Laten we alsjeblieft naar een ander land gaan!” kreunde Rosa.
“Ja! Laten we naar Rome gaan!” zei Patty.
“Eeuhm.. Pat, Rome is geen land maar een stad. Die ligt in Italië” zei ik.
“Oh, dan wil ik naar Italië!” zei Patty vrolijk.
“Jack! Zeg alsjeblieft dat je niet naar Italië wilt!” zei Rosa wanhopig.
“Eeuhm.. oké. Ik wil niet naar Italië.” Zei Jack en Rosa grijnsde.
“Waarom niet?” vroeg ik, ik wist zeker dat ik Jack kon overhalen.
“Omdat eeuh.. ik Rosa zo lief vindt!” zei hij.
“Maar Jack, wil je dan niet die hele grote Pizza’s proeven? Weet je nog, aan het begin van het jaar toen we bij jou kwamen logeren… toen gingen we ook Pizza eten! Én, Italië heeft hele lekkere kwarktaart.”
“Echt?”
“Ja, hele lekker kwarktaart.”
“Oh, sorry Rosa, ik wil naar Italië!” zei Jack en Rosa zuchtte.
“Maar Rosa, in Italië zijn hele leuke jongens hoor!” zei Patty om haar op te vrolijken.
“Oké, oké, ik stem ermee in. Zeg, hebben jullie al gehoord van de date die Mel heeft gehad afgelopen vrijdag?!” Lucas, Jack en Patty keken verbaasd en geschokt van Rosa naar mij. Ik begon wat rood aan te lopen.
“Een… date?” vroeg Lucas wat voorzichtig.
“J-ja…” zei ik. Het kwam er nogal stoterig uit, alsof ik bang was.
“En moet je raden hoe ze zich heeft voorgesteld!” zei Rosa. Ze was boos geweest dat ik me met een valse naar had voorgesteld.
“Nou?” drong Jack aan.
“Mel Malfidus!”
“Dat meen je niet! Mel!” zei Lucas met een wat boze ondertoon in zijn stem.
“Jawel! Dat heeft ze wel gedaan!” zei Rosa fel, waarom moest ze dat nou zeggen?
“Mel! Waarom? Het is uit tussen jou en Draco en Draco is ergens ik weet niet waar! Maar om dit nou te doen!” zei Patty.
“Nou! Ik heb toch ook afleiding nodig!”
“Ja, maar toch niet zo?!”
“Weet je, hij heeft al meer dan een maand niets van zich laten horen! Hij is me gewoon vergeten! Dan mag ik hem toch ook wel vergeten?!”
“Ten eerste, hij is je niet vergeten! En ten tweede, jij bent hem niet vergeten!”
“Laat ook maar! Jullie snappen er helemaal niets van! Gun mij ook eens wat plezier ja!” riep ik hard. Ik stond kwaad op en liep boos de gangen door naar mijn eigen kamer.
Waarom moesten ze nou zo gemeen zijn? Konden ze dan niet begrijpen dat ik ook eens iets wilde?
Ik liet me neer ploffen op mijn waterbed en deed mijn handen voor mijn gezicht. Net op dat moment tikte een uil met een brief aan zijn poot tegen het raam. Ik keek op en liep naar het raam. Ik maakte de brief los en begon hem te lezen, er kwam een klein glimlachje op mijn gezicht.
denk aan de vraag please! ik moet het echt weten!! voor het te laat is!(zaak van leven of... ) |
_________________ Boys are just like trains. If you lost one, you just take an other.... ^^ |
|
  |
 |
tea
2e jaars


Verdiend:
52 Sikkels
Woonplaats: amsterdam
|
Geplaatst:
Vr Nov 18, 2005 20:18 |
 |
heey mensen!
ik heb al stemmen zie ik !!
maar, een vervolg is natuurlijk niet zo leuk als deze, waarschijnlijk omdat ik daar niets op kan verzinnen! dus wees niet al te teleurgesteld als ik toch mijn verhaal ga posten waar ik ondertussen ook mee bezig ben.
maar, ik heb weer een stukje!
veel plezier!
love you!
Hoofdstuk 34
De tijd ging snel. Zeker snel.
De vakantie in Italië was geweldig, maar er was niets bijzonders gebeurd. Rosa was daarna weer naar school gegaan en had een vriend gekregen. Ik ging naar mijn opleiding als Heler, die duurde als het goed was 2 en een half jaar.
Ik heb het nog een aardig tijdje met Tony uit gehouden, maar hoe langer ik hem leerde kennen, hoe meer hij me begon te vervelen. Op ten duur begon hij te drammen. Ik was nooit verder gegaan dan zoenen, of wat flikflooien, maar hij wilde meer. Ik zei nee en toch probeerde hij me over te halen. Hij voerde me dan dronken in een discotheek, maar ik lette altijd goed op. Althans, dat had ik mijn vrienden verteld. In werkelijkheid was het anders gegaan. Hij had gemerkt dat ik nog steeds aan een ander dacht. Hij was helemaal niet opdringerig, ik had het allemaal zelf toegelaten. Hij was lief voor me en zei dat ik hem wel zou vinden, hij vond het alleen wat wreed dat ik hem alleen gebruikte om die ene persoon proberen te vergeten.
Uiteindelijk had ik het uitgemaakt. Ik had niet meer het gevoel dat ik hem leuk vond en dat ging helemaal weg toen ik een brief van Draco kreeg. Hij schreef dat hij het goed maakte, maar dat hij niet veel meer schreef omdat hij gewoon helemaal weg wilde. Ik was bang dat ik hem nooit meer zou zien, dus schreef ik terug dat hij beloofd had dat hij terug zou komen en dat ik hem heel erg miste. Hij beantwoordde de brief met dat hij zijn belofte zou nakomen en ook nog heel erg van me hield, maar daar heb ik daarna niets meer van gemerkt. Ik heb de nachten na die brief weer heel erg aan hem gedacht, ik kwam erachter dat ik nooit meer zoiets voor iemand zou voelen en dat ik hem ontiegelijk miste. Ik heb me huilend in slaap wetend te krijgen en was doodop. Patty had zich vreselijke zorgen over me gemaakt en ik ben een tijdje heel ziek geweest. Rosa is zelfs een weekje thuis geweest om voor me te zorgen, dat vond ik vreselijk lief!
3 jaar verder had ik er al weer heel wat jongen op zitten en mijn studie zat er ook op. Ik had al gesolliciteerd bij het St. Holisto en ben daar nu Heler. Rosa had een hele leuke vriend die ook in de zesde zat. Het was weer over een week zomervakantie voor hun. Na de zomer zouden ze aan hun zevende jaar beginnen, het ‘zware’ jaar. Als ze volwassen was dan was ik haar voogd ook niet meer, maar ik wist zeker dat ze voor geen goud bij mij uit huis zou gaan.
Ik moest een verslag schrijven over een patiënt die was overleden. Het was niet zomaar een patiënt, het was ook een schoolgenootje van me. Parvati Patil. Ze was de vriendin van Harry Potter geworden en vlak nadat ze samen op vakantie waren geweest, ontdekte we bij haar een ongeneeslijke ziekte. Ze had er af en toe last van, maar niet veel. Harry Potter had haar ten huwelijk gevraagd en vlak nadat ze getrouwd waren, een maand later, kwam ze in het St. Holist terecht en we konden helemaal niets meer voor haar doen. Ze stierf.
Ik had er vreselijk veel moeite mee, ik leidde het proces van haar en ik kon er niet tegen dat ik er niets aan kon doen dat ze dood ging. Ze had dingen aan mij verteld die ze aan niemand ander had verteld, over dat ze geen zin meer in het leven had en dat ze het opgaf. Ze was heel blij met Harry, maar ze wilde dat hij een ander had gekozen zodat hij iemand had om mee oud te worden.
“Verdomme!” riep ik uit en gooide de veer weg. Ik kon het niet. Ik kon geen verslag schrijven als ik in zo’n dip zat als nu. Er liep een traan lang mijn wangen, maar ik veegde hem bruut weg.
Ik stond op en liep naar beneden en pakte mijn jas.
“Beer! Wolf! Kom!” riep ik en twee seconden later stormde twee grote Huskyhonden naar blaffend naar beneden.
“Sssst! Jullie! Het is 10 uur ’s avonds! We hebben nog buren hoor!” zei ik bestraffend en ze stopten gelijk. Ik deed de deur open en ze liepen rustig naar buiten. Het was helemaal niet koud en ik controleerde even of ik geld had. Rustig liep ik naar de hoek van de straat en stak die over. Na een klein stukje gelopen te hebben kwam ik bij de lekke ketel en ging die in.
“Hé Mel, dagelijkse drankje?” vroeg Tom. Ik was hier bekend. Ik kwam er erg vaak en vooral als even een dip had. Dan dronk ik wat en ging door naar een gezellig café in de Wegisweg.
“Ja graag! En Tom, kun je vanavond weer even op de honden letten? Ik kom ze straks wel weer ophalen hoor.”
“Ja, is goed. Hier is je whisky.” Zei Tom en gaf me een klein glaasje met wat whisky. Ik sloeg het in een keer achterover en zuchtte.
“Dat had ik nodig.”
“Is het zwaar?”
“Ja, ik moet een verslag schrijven over iemand die dood is gegaan, een bekende.”
“Oh, ja, dat is moeilijk. Nog eentje dan maar?”
“Graag.” Zei ik en sloeg het tweede glaasje achterover. Ik kon heel wat hebben wilde ik dronken worden, dus deze twee deden me helemaal niets!
“Ik ga even de Wegisweg op.”
“Dat zou ik niet zo doen.”
“Hoezo niet?”
“Je hebt geen mantel aan en het is de laatste tijd wat griezelig geworden daar.”
“Oh, heb jij even een lange zwarte mantel voor me met een capuchon?”
“Ja, achter. Pak hem maar en zorg dat je voor tweeën terug bent voor de honden.”
“Zal ik doen!” zei ik. Ik pakte de mantel, deed de capuchon ver over mijn ogen en liep de Wegisweg op, op weg naar een van mijn favoriete cafés.
Het was erg rustig en afgelegen op de Wegisweg, heel uitzonderlijk! Maar het miezerde ook een beetje. Rustig liep ik wat steegjes door en kwam uiteindelijk bij De Flubberworm.
Het was een zwakke naam voor dit café. Er waren regelmatig vechtpartijen, maar die liepen bijna nooit uit de hand. In ieder geval had ik dat nog nooit meegemaakt.
Ik duwde de deur open en het eerste wat ik zag was een vechtpartij, maar niet zomaar een vechtpartij. Er stonden drie grote jongens tegenover een andere (grote) jongen, of nou ja, die ene jongen lag op de grond en de drie waren op hem in aan het schoppen.
Ik kende de drie ‘grote’ jongens wel, ze waren 25 jaar, groot, stevig, lelijk, arrogant en heetten Simon, Brutus en August. Ze waren erg berucht en niemand durfde tegen hen in te gaan, ik had nooit met ze te maken en als ik dat wel had, dan liet ik geen angst blijken en deed alsof ze me niks konden maken en dat was ook zo. Op een of andere manier deden ze mij nooit wat. Gelukkig. Deze jonge was zeker nieuw en kende ze nog niet.
Ze stopte even. Ik kon de jongen op de grond niet goed zien, maar wat ik wel zag was dat hij, ondanks hij in elkaar geslagen werd, geen angst toonde. Brutus had de stok van de jongen in zijn handen en stond op het punt om de stok te breken.
Niemand had mij nog gezien. Ik was stil achterlangs naar de bar geslopen en had een borrel besteld. Het breken van een staf kon ik niet toestaan, dat was wel heel gemeen.
Ik trok mijn stok en wees ermee naar Brutus die helemaal niet is de gaten had. Ik had mijn mantel nog om dus niemand had me herkend.
“Accio toverstok.” Zei ik op normale toon, maar achter mijn stem zat een vastberadenheid die ik wel nodig had voor als Brutus de stok stevig vast had. Met mooi boogje vloog de stok uit Brutus hand en kwam in de mijn terecht. Brutus keek even verward en keek mij toen boos aan.
“Hé, durf je wel! Mij zomaar storen in een leuk gevechtje!” zei Brutus schil.
“Brutus, Brutus, wanneer leer jij je nou eens gedragen? Het is niet erg aardig om een nieuweling zo te verwelkomen in dit café. En het is al helemaal een beetje gemeen om gelijk zijn stok te breken.” Zei ik. Brutus keek me grommend aan, samen met Simon en August. De nieuweling was op gestaan en klopte zijn mantel af, hij keek me onderzoekend aan. Hij zag er niet erg verzorgd uit, maar ik zag wel dat hij zo ongeveer 20 moest zijn. Hij had een klein baardje en lange blonde, meer witte haren.
“Zo zo, daar hebben we Miss Malfidus weer hoor.” Zei Brutus en ik zag dat de nieuweling nogal heftig op mij naam reageerde. Wat was er met hem hoor?!
Ik liep naar Brutus toe en deed mijn capuchon af. Het hele café was intussen stil en keek naar het tafereel.
“Nieuweling, als ik jou was zou ik nu een drankje nemen en hem vertrekken, ik denk niet dat je hier welkom bent.” Zei ik tegen hem en gaf hem zijn stok terug. Er was iets bekends aan hem! Hij pakte hem aan en ging weg, zonder iets te drinken.
“Ik ga jou echt iets aan doen, weet je dat?!” zei Brutus grommend en ging dreigend voor me staan.
“Weet je dat zeker?”
“Ja.”
“Echt zeker? Ik denk namelijk niet dat, dat zo’n goed idee is.”
“Geef me vier reden om het niet te doen.” Gromde hij.
“Nou,” begon ik en ging aftellen op mijn vingers. “Ten eerste, denk je dat je ooit deze kroeg nog ik komt? Ten tweede, ik ben best bekend, je wordt zo door iedereen uitgekotst. Ten derde, je gaat een paar ledenmaten verliezen… ik ben namelijk een professional in duelleren. En ten vierde, je bent ook nog eens niets zo slim,laat staan dat je mij plat krijgt.” Zei ik, ik hoorde iemand achter me gniffelen. “Nog steeds van plan om me neer te slaan?” vroeg ik en hij was even stil. Ergens deed hij me denken aan Korzel en Kwast, even lelijk, even dik, even zwaar, even dom en stom.
“Mel, dat was echt een perfecte opsomming. Maar nu moet ik je helaas uit je gezellige praatje met de jongens halen, want ik moet je iets laten zien.” Zei een stem achter me. Ik draaide me verrast om.
“Patty, ik dacht dat je weg was?!” zei ik.
“Weg? Nee joh! Ik heb even afgesproken dat ik met jou Rosa en Jason van de trein ga halen.”
“Met wie?”
“Met jou.”
“Wanneer dan?”
“Dat weet je nog niet, maar het is wel zo. Kom, we moeten veel dingen bespreken.” Zei Patty en trok me mee de kroeg uit.
“Hoho Pat, doe je mantel om. En je capuchon diep over je ogen.” Zei ik en trok mijn eigen capuchon ver over mijn ogen. Ik had het gevoel dat ik bekeken werd.
Het was mistig op de hei. Dikke mist zorgde ervoor dat je niet verder dan een halve meter scherp kon zien. Ik zag niemand, maar ik voelde me niet alleen. Er was iets, er hing iets in de lucht dat ervoor zorgde dat ik me niet alleen voelde, daar zo alleen op de hei. Of, was het wel iets in de lucht?
Een wazige zwarte vlek, ver voor me. Ik moest mijn ogen samenknijpen om de zwarte wazige vlek iets beter te zien. Het kwam steeds dichterbij en het werd steeds donkerder, maar op een één of andere manier gaf het toch licht.
Het was iemand, een persoon. Ik kon niet goed zien of het een man of vrouw was, al helemaal niet wie het was. De persoon had een mantel om, dat zag ik doordat er iets om de persoon heen fladderde.
De persoon naderde en terwijl ik wist dat ik eigenlijk bang zou moeten zijn, voelde het vertrouwd aan. de persoon stond nu voor mijn neus, ik kon merken dat het een jongen was. Hij had een capuchon op, zodat ik niets zag.
Hij deed zijn hand omhoog en raakte mijn wang aan, heel zacht, heel teder. Ik bracht mijn handen ook omhoog, langzaam pakte ik de rand van zijn capuchon en deed hem af bij hem.
Voor me stond Draco. Ook al had ik hem drie jaar geleden voor het laatst gezien, bij de trein, het afscheid, hij zag er nog precies hetzelfde uit. Er was helemaal niets veranderd, zelfs alle wimpers zaten nog precies zo als ik ze had achtergelaten.
We zwegen allebei, totdat hij zijn mond open deed om iets te zeggen.
“Mel! Wakker worden!” huh? Er was helemaal niets aan hem veranderd, behalve zijn stem. Zijn stem leek verdacht veel op die van Patty!
“Mehel!! Kom nou!” hoorde ik opeens hard in mijn oor. Ik schrok me wezenloos en kwam gelijk rechtop, waarbij ik hard met mijn hoofd tegen die van Patty aan knalde.
“Patty!!! Verdomme!! Kan je ook nooit eens normaal denken!!” riep ik kwaad uit.
“Ja maar je verslaapt je!” riep ze terug.
“Wat zou ik in hemelsnaam op zaterdag ochtend moeten doen?!!”
“We moeten Rosa halen!”
“Dat is om tien uur pas!”
“Ja! Het is negen uur hoor!”
“Tien uur ’s avonds! Niet ’s ochtends!”
“Ja maar!....” toen was ze stil. Ik gromde kwaad, waarom? Waarom moest Patty zo dom zijn af en toe?!
Na een vermoeiende dag met een zwaar hyper Patty-mens op mijn hielen gingen we eindelijk om kwart voor tien naar het perron 9¾.
“Oh! We gaan Rosa weer zien! Zal ze veranderd zijn?”
“Patty, voor de drieduizendste keer, weet ik veel! En houd nou alsjeblieft op met vragen stellen die ik ook niet weet!”
“Ah! Kom op Mel, een beetje vrolijker!”
“Ik was vrolijk geweest als jij me vanochtend niet had wakker gemaakt.”
“Ik kan me toch ook wel eens vergissen?”
“Wel eens…” mompelde ik en liep achter Patty aan de port door.
De stomende trein was net gearriveerd en het was één en al massa ouders. Vreselijk, zo druk! Kinderen stroomde de trein uit, druk pratend en schreeuwend naar hun ouders. Het jaar zat er al weer op van die kinderen!
Ik zag en meisje met lange blonde haren de trein uitstappen met haar koffer achter zich aan gezweefd. Ze zag me en begon breed te glimlachen.
“MEL!!!!” riep ze hard en snelde naar me toe waarbij ze een eerstejaars omver duwde. Of nou ja, duwde… de eerstejaars kwam 2 meter verder neer op de grond.
“Rosa!” riep ik blij en omhelsde haar.
“Wat ben ik blij jou te zien zeg! Patty!” zei Rosa en omhelsde Patty ook.
“Hoe was het? Nog leuk gehad?”
“Zeker! Wacht, ik zal jullie Jason voorstellen. Ik heb al veel over hem verteld, maar jullie hebben hem nog niet gezien! JASON!! WAAR BEN JE?!” schreeuwde ze vervolgens over het perron en ik en Patty keken elkaar even onzeker aan.
“Hij komt deze vakantie logeren, wist je dat al?”
“Uh.. já… natuurlijk joh!” zei ik, hoe moest ik dat nou weer weten.
“Ah! Daar ben je. Kom, ik wil je voorstellen aan mijn vriendin/voogdes/huisgenoot Mel en haar vriendin Patty!” zei Rosa terwijl ze een leuk uitziende jongen met bruin haar en groene ogen.
“Hoi, ik ben Mel.” Zei ik en gaf hem een hand.
“En ik ben Patty.” Zei Patty snel en gaf hem ook een hand.
“Euh… ik Jason, zoals jullie al wisten.” Zei hij en glimlachte charmant.
“Nou Roos, ik heb je in ieder geval een goede smaak gegeven.” Zei Patty vrolijk. Rosa en ik keken Patty een beetje verward aan.
“Wat bedoel je?” vroeg Rosa voorzichtig.
“Nou, dat ik je goed heb geleerd om leuke jongens uit te kiezen.” Zei Patty voldaan. Rosa en ik bleven even naar Patty kijken et knipperende ogen en begonnen daarna vreselijk te lachen.
“Ik… geleerd… van… jou?!” kon Rosa nog maar net uitbrengen en Patty keek ons beledigend aan.
“Sorry Pat, maar dat is denk ik niet helemaal waar.” Zei ik toen we uitgelachen waren en op adem.
“Hmpf…” zei Patty boos.
“Maar Mel, hoe is het met je vrienden?”
“Vrienden?” vroeg ik haar onbegrijpelijk.
“Ja! Craig, John, Dave, Kay, Matt en Scott?”
“Oowh! Hehe, eeuhm... hoe onthoud je dat toch allemaal?!”
“Gewoon doen. Nou vertel op! Ow doei schat, we schrijven nog over dat slapen.” Zei Rosa tegen Jason en gaf hem een zoen, daarna ging hij weg.
“Nou… uit, uit, weg, spoorloos, dood, gevangenis.”
“Weg? Spoorloos? Dood? Gevangenis?”
“Ja, Dave verhuisde; Kay is spoorloos verklaard; Matt was zo slim om zijn vingers in een dreuzel-apparaat te steken waardoor hij geëlektrocuteerd werd; en Scott bleek een drugsdealer te zijn, dat schijnt verboden te zijn.”
“Zo! Damn! Nou Lekker dan… en, heb je nog iets uuh… van dinges gehoord?” vroeg ze voorzichtig.
“Nee. Helaas niet meer.” Zei ik en mijn stemming daalde wat.
“Weet je, hij heeft vast geen perkament meer! Of zijn uil is spoorloos.”
“Ja, zal best.” Zei ik schouder ophalend. “Kom, laten we naar huis gaan. Beer en Wolf zitten vast op e te wachten.” Zei ik.
“Ja!! Beertjuh! Wolfie!!” riep ze uit en rende alvast vooruit, alsof ze nog een kind was van acht.
We zaten met z’n drieën thuis aan de tafel gezellig te praten tijdens het eten. Opeens ging de bel.
“Ik ga wel.” Zei ik en stond op. Wie belde er nou aan tijdens het eten?
Ik deed de deur open en knipperde een paar keer met mijn ogen. Dit kon niet. Het was niet waar, ik droomde. Nee, ik droomde niet, het was echt waar, maar dat kon niet!
Voor me stond een jongen van 20 jaar met een bleek spits gezicht en blond/witte haren.
Ow mijn god, ow mijn god, ow mijn god! Dit kon gewoon echt niet!
Ik stak mijn hand uit, als ik hem aan kon raken, dan was hij echt, als ik er doorheen ging dan was het een geest. Ik raakte hem aan, hij was echt, en gleed met mijn hand over zijn borst. Hij glimlachte.
“Ik had het toch beloofd?”
“Ja,” zei ik bijna onhoorbaar en vloog hem daarna om de hals. |
_________________ Boys are just like trains. If you lost one, you just take an other.... ^^ |
|
  |
 |
tea
2e jaars


Verdiend:
52 Sikkels
Woonplaats: amsterdam
|
Geplaatst:
Di Nov 29, 2005 16:29 |
 |
jah mensen!! daar ben ik weer!!
oow.. wat zal ik deze keer boze opmerkingen krijgen!
ik ben me al aan het voorbereiden..
maare, jullie stemmen dan wel op een vervolg.. maar hebben julie ook nog redenen waarom? want ik weet eigenlijk niet zo goed wat ik dan nog voor informatie moet gebruiken.
alvast bedankt!
liefs!
Hoofdstuk 35
Was dat maar ooit gebeurd. Draco die nog geheel in levende lijve voor mijn deur stond en zei dat hij zijn belofte waar zou maken. Dat was echt geweldig geweest, maar dat is helaas nooit gebeurd.
Ik had blijkbaar zitten dagdromen, of nou ja, avonddromen. Maar de bel was wel echt gegaan.
“Mel, de bel is gegaan.” Zei Rosa met een volle mond.
“Ow, wie belt er nou onder het eten?! Ik ben nog niet klaar.” Zei ik een beetje chagrijnig toen ik ontdekte dat alles niet echt was. De bel ging nog een en Rosa zuchtte geërgerd.
“Ik doe wel open.” Zei ze met een zucht. Ze stond op en liep naar de deur.
“Waaraan was je net aan het denken?” vroeg Patty.
“Aan iets dat toch nooit werkelijk zal worden.”
“Aan een bruiloft tussen jou en de prins van Blablaland?”
“Zoiets ja.” Zei ik en stopte net een hap in mijn mond.
“AAAAAHH!!!! GA WEG!! VIEZE GORE!!! AAAAH!!! MEL!!!” ik schrok me dood. Rosa gilde super hard door het huis heen en ik sprong op waardoor ik struikelde over mijn eigenvoeten en met een harde knal op de grond belandde. Mopperend kwam ik overeind en sprintte naar de deur.
Ik wist niet wat ik moest doen toen ik daar kwam, huilen of lachen. Rosa stond met een vaag dreuzel ding met een ijzeren punt op een hoopje mens dat op de grond lag gericht en dat je alleen nog heel langzaam en een heel klein beetje heen en weer zag bewegen van de ademhaling.
“Rosa! Nee! Niet doen!” zei ik snel toen ik zag dat Rosa van plan was om de man zijn ogen uit te prikken.
“Ik zei toch dat dit dreuzel parafu-ding van pas zou zijn! Nu ligt er een halfdode zwerver op onze drempel!!”
“Rosa, hij is eeuhm… nou ja, we kunnen hem toch niet zomaar laten liggen en aan zijn lot overlaten?!”
“Wat is dat?!!” riep Patty luid toen ze ook bij de deur was aangekomen.
“Een persoon, Patty. Wat vind je dat we moeten doen, hem buiten leggen, of hem binnen halen en hem verzorgen.” Zei ik.
“Als ik jou was dan- iel!! Het is een zwerver!! Die neem je toch niet in huis!! Ieel!! Haal het weg! Haal het weg!!” riep Patty hard en keek met een vies gezicht naar de man. Ik zuchtte.
“Jullie zijn echt gemeen. Nou, ik ben Heler en ik kan hem dus niet zomaar laten stikken.”
“Dat zal HET niet doen hoor, het zou eerder verdrinken met al dat regen.” Zei Patty.
“Owh! Nee! Dat is aardig zeg!”
“Nou, het schijnt dat als iemand verdrinkt, hij eerst hele mooie dromen krijgt!”
“Hou je mond, Rosa.” Zei ik bits en pakte mijn stok. “Rosa, maak de bank vrij.”
“Oh nee! Dat ding gaat niet op de bank liggen!”
“Rosa!! Maak de bank vrij!!” met een boos en vies gezicht ging ze naar de bank en haalde alle papieren eraf.
Ik bracht hem met een simpele spreuk naar de bank, ik herkende hem ergens van!
“Patty, heb jij hem ooit eerder gezien?”
“Een zwerver? Nee.”
“Mel!! Je gaat toch niet zeggen dat dit een van je exen is hé?!!” riep Rosa uit en ik zuchtte vermoeid.
“Rosa, ik ga niet met zwervers. Alleen met rijke mannen.”
“Oh, gelukkig.” Zei Rosa met een zucht en ik boog me over de man heen. Ik trok zijn oogleden op en zag zijn ogen draaien.
“Hij heeft denk ik griep, die natte kleding moet uit.” Zei ik vast besloten. “Patty, help eens.”
“Eeuhm.. Ow jeetje! Is het al zo laat?! Ik moet echt gaan, tot de volgende keer!” zei Patty en zo snel ze kon was ze weg.
“Grr…” zei ik en trok een boos gezicht.
“Eeuhm.. Mel, ik moet eeuhm… ik wil graag vroeg slapen, ik ben moe. Doei.” Zei Rosa en wilde de trap op rennen.
“Ow nee! Jij blijft hier om mij te helpen!” zei ik streng.
“Nehee!” jammerde Rosa maar bleef toch staan.
“Haal droge kleding en een kruik.” Zei ik en Rosa rende weg en kwam twee minuten laten terug met een kruik en droge kleding.
“Denk je dat hij deze roze joggingbroek past? Smal?” zei ze en hield een van mijn joggingbroeken omhoog.
“Rosa… zeg gewoon tegen de kast dat je mannenkleding wilt hebben en eeuhm… maat eeuh… moet je even kijken.”
“Kijk jij maar!” zei ze en ik zuchtte. Moeizaam trok ik het jasje uit dat de zwerver aan had en keek op het lipje.
“Nou, doe maar large. Trouwens… deze zwerver is nog niet echt zo arm! Moet je dit merkje zien! Peperduur joh!” zei ik met grote ogen.
“Heeft hij vast gestolen.” Was het laatste wat Rosa zei voordat ze verdween en even later terug kwam met een goede broek en shirt en trui.
Ze gaf de spullen aan mij en dook toen weg achter de bank.
“Zeg maar wanneer het voorbij is! Ik hoe niet te zien hoe jij die zwerver uit kleed! Hij heeft vast een bierbuik en is heel erg behaard! Gadverdamme, ik moet al kotsen van mijn eigen ideeën!” zei ze en ik moest lachen. Ik begon met zijn shirt uittrekken.
“Nou Rosa! Die bierbuik en dat behaarde gedoe is helemaal waar! Niet dus!” zei ik met grote ogen toen ik naar de bleke borst keek van de zwerver. Het was heel glad, zacht en was erg gespierd. Ik zag Rosa’s ogen over de bankleuning glippen en wat wijder open gaan.
“Jezus… mijn god! Hoe… hoe… mooi!” zei ze toen met grote ogen. “Maar ik vind hem nog steeds eng.”
Na een zware avond zaten we eindelijk samen op de bank. We hadden de zwerver in het logeerbed gelegd en hadden nu even rust, ook al had Rosa amper iets gedaan.
“Phoe… dat was me wat zeg.” Zei Rosa en ik keek haar met opgetrokken wenkbrauwen aan.
“Jij hebt helemaal niets gedaan!”
“Echt wel, ik moest me doodschrikken toen hij binnenviel!”
“Nou, wauw…” zei ik droog en stond op. “Ik weet al waar ik hem van ken!!” zei ik opeens en zag het weer voor me. “Hij was die jongen die ik ‘redde’ van Brutus!”
“Oh, en wie is Brutus?”
“Vertel ik nog wel eens, een heel dom, lelijk, nou hij deed me denken aan Korzel en Kwast.”
“Oh… nou dat is prettig.” Zei Rosa droog en ik grinnikte.
“Ik ga slapen, welterusten.” Zei ik en gaf Rosa een kus.
De bel ging. Gevolgd door een luide kreet.
“JASON!!!! IK MOET JE ZOOOOOW VEEL VERTELLEN!! WHAAA! ER LOGEERT EEN ZWERVER BIJ ONS!!!” ik zuchtte vermoeid, hij was er nu al 4 dagen en nog steeds ziek en Rosa kon er nog steeds niet aan wennen.
“Een zwerver? Hoe hebben jullie dat voor elkaar gekregen?” vroeg Jason lachend en hij kwam de kamer in.
“Hé Jason, leuk dat je er bent.” Zei ik met een glimlach.
“Ja, vind ik ook. Hoe gaat het?”
“Goed. Wat moe, het was een stuk rustiger voor de vakantie, maar wel goed.”
“Daar twijfel ik niet aan.” Zei hij met een knipoog en ik glimlachte.
“Nou, ik denk dat jullie wel wat leuks moeten gaan doen. Ik moet hier blijven vanwege de gast. Rosa, wil jij hem nog even zijn ontbijt geven?”
“Eeuhm… Jason wil het wel doen! Toch Jason?! Ja, natuurlijk wil je dat doen, dat hoe ik geen eens te vragen!” zei Rosa al voor Jason kon antwoorden en dropte het dienblad in zijn handen en duwde hem naar boven.
“Ga maar naar binnen en schrik niet, ren ook niet gillend weg, of doe ook niets anders geks. Dat is een beetje lullig. Nou, hup, je kan het. Ik weet het!” hoorde ik Rosa zeggen voordat ze de deur opende en Jason naar binnen duwde en de deur weer sloot.
Even later kwam Jason heel rustig naar buiten.
“Ik vind hem anders helemaal niet zo angstaanjagend, behalve die spieren waar je geen ruzie mee wilt krijgen!” zei Jason wat onder de indruk en Rosa zuchtte.
“Jack, ik weet echt niet wat ik moet doen! Er ligt een zieke gast boven, ik kan dus niet naar werk. Maar op mijn werk klagen ze omdat er te weinig mensen zijn en dat ik echt nodig ben! Maar ik kan hem hier toch niet achterlaten?!” zei ik gefrustreerd van frustratie. Ik zat met Jack in De Flubberworm. Het was elf uur ’s avonds en Rosa en Jason hadden beloofd een beetje op de gast te passen terwijl ze een wild en romantisch avondje hadden.
“Rustig maar, het komt wel goed. Misschien moet je gewoon uitleggen aan je baas waar je mee zit.”
“Dat helpt niet, het is zo een eikel!”
“Vraag dan of Rosa en Jason een dagje op hem willen passen.”
“Kan, ik mag nog maximaal 3 dagen weg blijven, anders word ik ontslagen.” Zei ik en zuchtte zwaar. Ik ging met mijn handen door mijn haar, het was vet en moest nodig gewassen worden.
“Ik denk dat je beter maar even naar huis kunt gaan en een lekkere douche nemen en gaan slapen. Je ziet er vermoeid uit.”
“Ja, ik moest elke nacht opstaan om te kijken of hij niet dood ging.” Zei ik en stond op.
“Kom jongens, we gaan.” Zei ik tegen de honden en ze liepen braaf naar de deur.
“Ik zie je binnenkort wel weer, doei” zei ik tegen Jack en hij knikte. Ik gaf hem een kus en vertrok.
Ondanks het zomer was, was het fris. Het kwam vast omdat ik moe was, maar ik had alweer het gevoel dat ik bekeken werd. Ik trok mijn capuchon diep over mijn ogen en liep in de schaduw terug naar huis.
Daar aangekomen nam ik een douche en ging naar bed en viel gelijk in slaap.
“MÈÈÈLLL je moet de was doen! Mijn favo bh zit in de was!!!”
Kreunend kwam ik overeind. Ze was nu een week thuis en ze zat nog steeds aan mijn hoofd te zeuren dat ik de was moest doen. Kon ze dat dan niet zelf doen? Dit was al de tweede zaterdag in twee weken dat ik vroeg gewekt werd. Hielden ze dan ook nooit op? Maar het werd ook wel weer tijd dat ik ging wassen want de kleren van de zwerver, ook wel bekend als de gast, zaten ook in de was. Moeizaam stond ik op en schuifelde ik naar de douche. Nadat ik eindelijk was opgefrist begon ik aan de was. Om ervoor te zorgen dat ik geen dingen zou meewassen die in de zakken zaten, keek ik alle zakken na. Toen ik in Rosa’s broekzak keek, voelde ik opeens iets plakkerigs. Ik haalde het voorwerp eruit en kwam erachter dat het kauwgom was. Gatver! Misschien moest ik haar eens gaan uitleggen dat je sommige voorwerpen niet in je zak moet laten.
Ik pakte de volgende broek en kwam tot de ontdekking dat deze van onze gast was. Ik voelde in zijn zakken en haalde er een ketting uit met een amulet eraan. Het kon open.
Moest ik het wel open maken? Het was misschien wel privé en wilde hij liever niet dat ik het wist. Maar aan de andere kant, ik heb zijn leven gered, dan zou hij het toch niet erg vinden als ik kijk wat er in zijn amulet zat? Misschien was het wel heel handige informatie om erachter te komen wie het was, dat wist ik namelijk nog steeds niet!
Ik stopte de broek in de wasmachine en maakte het amulet open. Er zat een foto in, maar niet zo maar een foto, de foto bewoog. Met grote ogen keek ik naar de foto, ik was niet zozeer verbaasd over dat de foto bewoog, maar over wat erop stond. Want ik stond namelijk op de foto!
Hoe kwam hij aan die foto?! Wie was hij?! Hé!! Hoe kan dit? Hield hij me in de gaten? Stalkt hij me? Wat was hij?! Een tovenaar?
Allemaal vragen kwamen in me op terwijl ik naar de foto staarde. Het was enigszins een oude foto. Ik sloot het amulet en legde hem op de wastafel. Ik moest er maar niet meer aan denken, ik moest het maar vergeten. Vervolgens pakte ik uit zijn jas een toverstok en was mijn vermoedde van dat hij een tovenaar was bevestigd.
Nadat ik alle was in de wasmachine had gedaan, een dreuzel uitvinding die echt geweldig was! Ging ik naar de gast.
Toen ik bij de deur stond twijfelde ik, hij moest echt snel beter worden! Ik deed de deur open en liep de donkere kamer in. Ik ging op de rand van het bed zitten en legde de bovenkant van mijn hand op zijn voorhoofd. Hij voelde niet warm aan, maar op gewone temperatuur. Hij ademde ook rustig en regelmatig.
“Hé, wordt eens wakker.” Zei ik zacht en duwde zacht tegen hem aan. Ik maakte een zacht geluidje en opende langzaam zijn ogen.
“Mooi, je bent wakker. Hoe voel je je?”
“Wel… goed…” zei hij langzaam. Zijn stem was laag, maar niet zo heel erg laag en het gaf een bepaalde tinteling, alsof ik de stem kende.
“Oké, volgens mij heb je ook geen koorts meer en als je je goed voelt kan je vanavond met ons aan de tafel eten. Dat lijkt me een goed plan, dan wordt je ook weer wat sterker, maar doe alsjeblieft wel wat aan je uiterlijk. Een goede douche, schone kleding uit de la, eeuhm.. misschien wat scheren. Alles staat in de badkamer.” Zei ik en wees naar een deur in de kamer. Hij knikte.
“Wat is er allemaal gebeurd?” vroeg hij wat moeizaam terwijl hij overeind kwam.
“Nou, waar moet ik beginnen. Je belde aan en toen de deur open ging viel je bewusteloos neer. Ik heb je nu 4 dagen verzorgd samen met Rosa en Jason enne… nou, je bent nu denk ik wel beter.”
“Hij heeft iets…” mompelde ik.
“Wie? Die zwerver? Dat meen je niet!” zei Rosa geschokt.
“Nee, de hond. Ja natuurlijk! Maar hij heeft echt iets… iets bekends…”
“Alsjeblieft! Je bent toch niet verliefd op een zwerver?!!!”
“Huh?”
“Whaa!! Mel!! Dit is sociale zelfmoord!!” riep Rosa uit met een dramatisch gezicht.
“Ach kom nou! Je denkt toch niet dat ik me zo verlaag?! Wat denk je wel niet van mij?!”
“Nou… weet ik veel.”
“Goh, bedankt voor het vertrouwen. Hij komt mee eten vanavond, maar ik heb gezegd dat hij zich wel wat moet opknappen.”
“Oh mijn god… ik ga een hel tegemoet!!” zei ze nog dramatischer en liep weg. Ik stond tijdens het gesprek het eten te koken en ging nu dus rustig verder.
Uiteindelijk pakte ik een dienblad en legde een bord en bestek erop en maakte er zo nog 3 klaar.
“Jason, Rosa, pakken jullie zelf een dienblad en scheppen jullie zelf op!” riep ik en ging met mijn dienblad en eten naar de eetkamer. Rosa en Jason kwamen de eetkamer binnengestormd en gingen regelrecht naar de keuken die aan de andere kant van de eetkamer zat.
Ik ging zitten en hoorde Rosa en Jason lachen. Ze kwamen aanlopen en toen ze vlak bij de tafel waren hoorde we opeens een stem.
“Kan ik nog mee eten of ben ik al te laat?” ik schrok, leit mijn mes en vork vallen en door het snelle omdraaien en de schok die ik daarna kreeg viel ik van mijn stoel.
Rosa schrok zo erg dat ze struikelde over haar eigen voeten, het dienblad liet vallen, Jason mee trok en midden in de aardappelpuree viel, met een hoge gil natuurlijk.
Jason die mee werd getrokken door Rosa kwam hard op de grond terecht en toen hij opstond werd hij weer omgegooid doordat Rosa ook opstond maar haar voet bleef haken in de stoel waardoor die omviel en tegen Jason aan kwam. Rosa stond de gast met hele grote ogen aan te kijken, alsof ze een spook zag.
Ik keek heel voorzichtig over de rand van de stoel, misschien had ik het me gewoon verbeeld. Met bange ogen keek ik naar de persoon die bovenaan de trap stond.
“Verwelkomen jullie altijd zo gasten?” zei hij droog.
“Nee, ja, nee…” zei ik schor.
“Ik g-ga m-me even om-kleden.” Zei Rosa zacht en liep zonder haar ogen van de gast af te houden weg, tegen de deurpost van de keuken op waardoor ze nog eens viel.
“Rosa, je slaapkamer is de andere kant op.” Zei Jason voorzichtig.
“Ja ik weet het.” Zei ze en trok Jsano mee naar haar kamer.
“Ik heb zo net een spook gezien. Ik heb zonet een spook gezien. Dat was een spook.” Mompelde Rosa de hele tijd.
“Misschien.” Hoorde ik Jason nog zeggen.
“MIJN HUIS SPOOKT!!!” gilde Rosa en toen was het stil, dood stil in mijn huis.
vergeet de reacties niet!! |
_________________ Boys are just like trains. If you lost one, you just take an other.... ^^ |
|
  |
 |
tea
2e jaars


Verdiend:
52 Sikkels
Woonplaats: amsterdam
|
Geplaatst:
Zo Dec 04, 2005 21:37 |
 |
jah mensen! weer een nieuw stukje!
het stukje waar jullie zooo lang op hebben gewacht! *dramatisch dramatisch..*
ik verwacht uiteraard ook reacties... leuke reacties.. of tips.. mag ook. en nog steeds verwacht ik redenen waarom ik een vervolg moet schrijven, met ideeën, want anders ga ik dat niet redden...
nou iig! veel plezier!!
love you!
Hoofdstuk 36
Nadat Rosa weg was kwam ik overeind. Ik was vreselijk geschokt en in shock. Hoe kon dit, in mijn huis?! Had ik het dan nooit gemerkt? Wat was er mis gegaan? Waarom had was ik zo blind geweest? Waarom was hij hier?! Mijn geschoktheid sloeg over in woede. Hoe durfde hij! Hoe durfde hij hier te komen!
Mijn ogen verduisterde en mijn blik ook. Ik haalde trillerig adem en begon te beven.
“Hoe durf je!” siste ik voor ik het kon tegenhouden. Het kwam er zomaar uit!
Ik draaide me resoluut om en rende weg naar mijn kamer. Ik smeet mijn deur dicht en begon met alles te gooien wat binnen handbereik was. Kleding uit de kast, bureau omver, bed overhoop, gordijnen kapot. Ik gooide al mijn parfumflesjes een voor een tegen de muur en begon toen hysterisch te gillen.
Ik wilde niet meer! Waarom was alles tegen mij? Ik kon net zo goed dood gaan! Niemand had wat aan mij! Mijn baas zat alleen maar op mij te mokken! Iedereen vond dat ik gek werd! Ik werd gebruikt voor van alles en nog wat!
“MEL! DOE OPEN!” schreeuwde iemand boven mijn gegil heen. Het was hem, waarom moest ik open doen? Ik wilde niet open doen!
“NEE! LAAT ME MET RUST! GA WEG!” gilde ik en liep naar mijn balkon deur.
“MEL! HOU OP EN DOE OPEN! DIT HEEFT GEEN ZIN!!”
“IK MAAK ZELF WEL UIT WAT ZIN HEEFT EN WAT NIET!! EN NEE! IK DOE NIET OPEN! IK HEB TOCH GEEN ZIN MEER!!” gilde ik terug en met een enorme knal duwde ik mijn balkon deur open.
Het was even stil, aan beide kanten van de deur. Tot plotseling de deur van mijn kamer open vloog en hij naar binnen rende.
Hij sloeg zijn armen om mij heen, maar ik stribbelde tegen.
“LAAT ME LOS! BLIJF VAN ME AF!” gilde ik eerst nog maar het zwakte steeds meer af.
“Laat me los, ik wil niet meer.” Zei ik uiteindelijk huilend en wat zachter. Ik stribbelde niet lang meer tegen en liet me vasthouden.
“Rustig nou, het komt wel goed.”
“Nee, het komt nooit meer goed… dat kan niet! Dat geloof ik niet!”
“Ssshht, stil nou, je moet even rustig worden.”
“Nee! Dat wil ik niet!” zei ik nog proberend enige kracht in mijn stem te krijgen maar die werd overspoeld door mijn snikken en tranen. “Waarom ben je nou hier? Waarom moest dit? Waarom kan het niet gewoon simpel zijn?” Ik stelde allemaal vragen waarop ik geen antwoord kreeg. Mijn benen werden slap, de woede had me helemaal uitgeput. Ik liet me tegen hem aanvallen en zakte naar beneden. Hij ging mee naar beneden, net zover tot ik zat en tegen hem leunde. Ik huilde niet meer echt, maar er rolde nog wel zo nu en dan een traan over mijn wangen en ik snikte ook nog. Ik leunde met mijn hoofd op zijn schouder en deed mijn ogen dicht.
“Waarom?” vroeg ik nog eens geluidloos.
“Ssshht,” zei hij alleen maar en streek met zijn hand langs mijn wang.
“Ik zei toch dat ik terug zou komen?” ik knikte als een klein kind.
“Ik had het beloofd en ik kom altijd mijn beloftes na.” Weer knikte ik.
“Maar, maar ik dacht dat je weg was. Dat je verdwenen was voorgoed. Dat je me vergeten was.” Zei ik en bij dat laatste welde er weer tranen en snikken op.
“Ssshht, ik zou je nooit vergeten, dat zou ik nooit kunnen.”
“Maar, je had helemaal niets laten horen, geen een teken. Ik heb al die tijd zitten wachten, maar niets. Ik- ik-”
“Ik ga nooit meer weg, dat beloof ik. Ik laat je nooit meer alleen achter.”
“Nooit?” vroeg ik bevend en deed mijn ogen open. Ik keek hem aan en hij glimlachte vriendelijk. Ik leek net een klein kind die in de armen van haar moeder lag. Ik was totaal afhankelijk van hem, hij kon op dat moment alles met mij doen.
“Nooit.” Zei hij veel belovend en drukte me wat steviger tegen hem aan. Ik sloeg mijn armen om zijn nek en verborg mijn gezicht nu in zijn jas tegen zijn schouder.
Het was me allemaal teveel en ik kon het niet meer aan. Al die dagen weinig slaap en veel doen. Dat ook nog Rosa die soms vreselijk lastig was en dat had je een vermoeiende Patty nog om je heen. En dan dit ook nog, het was me allemaal teveel en ik liet het merken ook.
De tranen kregen de vrije loop en alle opgekropte woede en verdriet van de laatste 3 jaar ging eruit.
Ik ben uiteindelijk die avond zo in slaap gevallen en heb heel diep en lekker geslapen. Die ochtend ben ik ook niet gewekt, ze hadden me laten slapen tot twee uur ’s middags.
Toen ik wakker werd zat Jack naast me.
“Hé,” zei hij zacht en glimlachte. “Je bent wakker. Je hebt erg lang geslapen.”
“Huh? Wat doe jij hier?” vroeg ik met een schorre stem.
“Leuke verwelkoming, Rosa heeft me gisteren een brief gestuurd dat ik zo snel mogelijk moest komen.”
“Waarom?”
“Omdat je helemaal door het lint ging.” Beschaamd keek ik de andere kant op.
“Ja, het was me allemaal teveel.”
“Dat dacht ik al. Je klonk eergisteren ook niet zo goed. Maar heb je lekker geslapen?”
“Ja, heel lekker.” Zei ik nog steeds beschaamd. Ik schaamde me vreselijk, ik was helemaal door het lint gegaan en was bijna niet meer te stoppen. Het was echt vreselijk. Ze hadden de schade zo goed als opgeruimd, maar al mijn parfum en make-up die ik een voor een tegen de muur had gegooid, was kapot. Dat werd allemaal nieuw kopen, weer veel geld uitgeven.
“Kom, ga je even omkleden en douchen en dat spul onder je ogen weg halen en kom dan naar beneden.” Zei Jack.
“Dat spul onder mijn ogen heet uitgelopen mascara.”
“Ja dat bedoel ik, wist ik wel.”
“Niet waar.”
“Oh! Je wist tenminste wat ik bedoelde! Nou kom op!”
“Ik weet het niet hoor.”
“Natuurlijk wist je wat ik bedoelde!”
“Ik bedoel dat ik niet weet of ik wel naar beneden ga.”
“Oh… nog een keer natuurlijk wel! Waarom niet?”
“Ik weet niet of ik het wel durf… straks ren ik weer huilend en boos naar boven of… of…”
“Jemig… doe niet zo gestresst kind! Dat is helemaal nergens voor nodig!”
“Hoe deed jij dan toen je hem zag?!”
“Nou ik… eeuh… ik trof jullie zo aan op de grond en eeuh… ik dacht dat ik hallucineerde.”
“Oh, ik wil niet weten hoe dat eruit zag.” Zei ik grinnikend terwijl ik een heel filmpje in mijn hoofd zag draaien van Jack die dwars door hem heen probeert te lopen, maar wat niet lukte.
“Nee, dat wil je ook niet weten. Nou kom op.” Zei Jack en probeerde me uit bed te trekken.
“Ik durf niet! Ik ga straks vast weer iets raar doen!” wierp ik wanhopig tegen.
“Ik ben bij je, je hoeft niet raar te doen en als je het eng vind dan knijp je maar heel hard in mijn hand, maar niet te hard graag.”
“Hmm… dan blijf jij bij me!”
“Ja, nou hup, ga die douche onder!” zei hij en trok me in een keer uit mijn bed en duwde me de badkamer in. Ik stapte onder de warme douche en vergat even alle zorgen, het was heerlijk, zo’n warme douche.
Na een tijdje ging ik eronder uit en begon ik aan mijn dagelijkse ritueel, zoals opmaken enzo, alleen dan nu zonder parfum of enig ander iets dat ik tegen de muur had geknald.
“Zeg Mel, schiet eens op! We moeten nog middageten! Ik heb honger!” riep Jack zeurderig en ik grinnikte, hij moest maar wachten.
Uiteindelijk kwam ik de badkamer uit en liep bijna tegen Jack op.
“Ik heb een vraagje…” zei hij twijfelend.
“Vraag dan.”
“Nou, heb je echt alle parfum kapot gegooid?”
“Eeuh… ja.”
“Dat meen je niet!! Ik heb die voor ene van voor je verjaardag wel 5 dagen lopen zoeken!!” zei Jack struikelend over zijn woorden van verontwaardigdheid.
“Ja… goed taalgebruik hoor, nog eens. Ik snap er geen bal van.” Zei ik schaapachtig.
“Die parfum die ik voor je verjaardag gekocht had… daar heb ik wel vijf dagen naar lopen zoeken! En nu gooi jij hem zomaar kapot!”
“Ja, ik was boos.”
“Nee, echt waar? Ik dacht dat je blij was.” Nu was het Jacks beurt om schaapachtig te reageren, maar alsnog was hij verontwaardigd.
“Nou, jij wilde zo graag eten, dan gaan we nu eten.” Zei ik en zijn gezicht lichtte meteen op.
Langzaam liep ik naar de deur en deed hem nog langzamer open.
“Hè Mel! Schiet eens op!”
“Hou je mond.” Zei ik bits en liep in superslowmotion de gang op. Jack duwde mij iets voort toen ik bleef staan op de trap.
“Kom nou, ik heb hem gezegd dat we zouden komen eten… dan moet je hem niet al te lang laten wachten.”
“W-w-waaat?!! Ik, wij gaan met hem eten?!” vroeg ik ongelovig en stopte abrupt.
“Ja! Wil je soms dat hij verhongert?”
“Nou…”
“Doe eens wat aardiger zeg!” zei Jack terwijl hij in mijn zij porde.
“Whaaa!! Stop!” gilde ik hard en hoog, nu wist hij dat we eraan kwamen.
“Ik durf niet, ik durf niet, ik durf niet!”
“Blijf dat vooral nog een paar keer tegen jezelf zeggen en dan durf je hem nooit meer te zien. Nou kom op, mijn humeur wordt er niet beter op.” Zei Jack en werd wat ongeduldig.
“Waar zijn Rosa en Jason?”
“Die zouden vanaf vandaag drie nachten bij Jason blijven slapen.”
“Owja, net nu…” kreunde ik. Ik had nu echt niet zo’n zin om drie dagen alleen met hem in één huis te zitten!
Jack duwde me zacht naar voren en ik greep zijn hand en kneep erin. Hij gaf een klein kneepje terug en langzaam liep ik verder. Mijn hart ging als een gek tekeer in mijn keel en slaap. Ik had het gevoel dat ik ieder moment kon inzakken, maar waardoor wist ik eigenlijk niet. Ja, door hem weer onder ogen te komen, maar was dat het enige waar ik bang voor was?
“Je kan het wel.” Zei jack zacht en duwde me verder de trap af. Iedere seconde leek twee uur, alles werd vertraagd zodat ik hem straks langer zou zien. Nee! Dit wilde ik niet! Ik wilde hem niet zien! Wat zou ik gaan doen? Misschien wel flauwvallen, zo dramatisch kon ik wel zijn! Of weer boos worden en dat met bestek gaan gooien? Zo kan iemand ook snel aan zijn einde komen! Wilde ik dat hij dood ging? Nee, dan waren al die dagen voor niets!
Stapje voor stapje, alsof ik de koningin van Engeland was, ging ik de trap af en hield telkens even halt om vervolgens weer verder geduwd te worden door Jack.
Toen ik het einde van de ó zo korte trap had bereikt, bleef ik staan.
“Ik vind het eng.”
“Echt waar? Zo dat is nieuw…” zei Jack sarcastisch en ik draaide me om, om weer naar boven te lopen, maar jack hield me tegen.
“Nee. Jij gaat niet naar boven, jij gaat naar de eetkamer.”
“Waarom?! Ik wil niet! Ik heb geen honger!” zei ik jammerend en keek vervolgens vervloekt naar mijn buik die hevig rommelde.
“Dus daarom rommelt je buik zo… juist, ik snap het.” Zei Jack met een lichte glimlach. Hij draaide me weer om en duwde me alweer verder.
Ik stond voor de deur. Owjee, straks gaat hij open en zie ik hem! Help me! Ik kan het niet! Ik… ik… ik kon even niets meer verzinnen.
“Doe je de deur nog open?”
“Doe jij maar!” zei ik en kneep mijn ogen dicht en greep Jacks alweer en kneep erin. Ik hoorde de deur open gaan, maar ik ging niet naar binnen. Ik deed mijn ogen ook niet open, ik begon alleen maar harder in Jacks hand te knijpen.
“Mel, mijn hand. Hij doet pijn. Je knijpt hem plat en je nagels zitten in mijn vel.” Zei Jack zacht en met een wat pijnlijke stem. Ik trok me er niet echt veel van aan, maar toch liet ik zijn hand wat losser. Zodra jack de mogelijkheid zag om zijn hand te bevrijden, deed hij dat en probeerde door tegen zijn hand te blazen de pijn wat te verminderen.
Heel langzaam deed ik een oog open en toen snel weer dicht. Daarna deed ik de andere open en weer dicht. Hé, ik had helemaal geen persoon in de kamer gezien! Snel deed ik beide ogen open en keek zoekend de kamer rond.
“Hé! Er is helemaal niemand!” zei ik verontwaardigd.
“Zei ik dan dat er iemand was?”
“Hé?! Maar je zei dat we met hem gingen eten!”
“Eten, ja. Eten wij nu?”
“Dus hij is er nog wel?”
“Ja, wat denk jij nou! Hij kan nergens anders heen hoor!”
“Oh…” hij was er nog, maar waar?
Opeens ging Jack aan tafel zitten en gebeurde het allemaal heel snel. Hij kwam binnen met een bord flensjes en er ging een schok door me heen. Zowel van dat ik hem weer zag, dat hij uit de keuken kwam en zelf had gekookt.
Hij zag er perfect uit, zoals altijd. Ik was nog nooit zo geschrokken van hem en ook nog nooit zo bang voor hem geweest, maar waarom was ik zo bang?
Ik keek hem aan, recht in zijn ogen. Ik weet niet wat er door me heen ging, ik voelde me vreemd en koud, er kroop een rilling over mijn rug en tranen brandden achter mijn netvlies. Ik durfde het contact niet te verbreken, bang dat ik als laf zou overkomen. Ik, Mel Lizzy Stan/Hanley, zou nooit laf overkomen of zelf ook maar laf zijn.
Koud, bang en rillingen over mijn rug. Mijn nekharen gingen overeind staan en ik had het gevoeld dat ik wit weg trok en weer een woede aanval zou krijgen.
‘Rustig Mel, diep inademen en diep uitademen, ja, goed zo.’ Zei een stem in mijn hoofd en ik haalde diep in en blies het uit.
‘Het is maar een persoon in nette kleding, hij kan je niets doen en doet dat ook niets.’ Ik moest de stem vertrouwen, dat had ik altijd gedaan en ze had nog nooit fout gezeten.
‘Laar hem binnen, vergeef het hem.’ Wat?! Wilde ze dat ik het hem vergaf? Dit was dan wel de stem van mijn hart, maar mijn verstand zei toch iets heel anders!
“Hey,” zei hij wat ongemakkelijk. Ik zag dat hij het ook niet makkelijk vond, dat hij er ook moeite mee had. Mijn ogen flitste even naar zijn handen, die wat trilde. Mijn handen hingen heel stil langs mijn lichaam, aan niets kon je zien dat ik me vreselijk ongemakkelijk voelde. Ik haalde diep adem en begon rustig en regelmatig adem te halen.
“Hoi,” zei ik terug met een schorre stem. Het was stil en er hing een zware lucht, ik voelde het op mijn hart drukken en bij het inademen leek het net alsof je amper zuurstof naar binnen kreeg.
“Kom je eeuh.. ook mee eten?” vroeg hij voorzichtig en het was weer stil. Wat moest ik doen?! Ik wilde niet, ik zou het nooit kunnen uithouden in die zware lucht! Maar een strenge gebiedende blik van Jack zorgde ervoor dat ik langzaam knikte en nog langzamer naar de tafel liep en ging zitten.
Het was stil en iedereen zweeg. De flensjes waren wel erg lekker en ik genoot ervan, maar waarom had hij ze eigenlijk gemaakt?
Ik waagde het erop om die vraag te stellen, misschien wilde hij het daarmee goed maken? Maar dan zou hij meer moeite moeten doen.
“Waarom… heb je eeuh… deze flensjes eigenlijk gemaakt? Niet dat ze niet lekker zijn hoor, ze zijn heerlijk… maar waarom?” ik praatte behoorlijk snel en ik hoopte dat hij het had verstaan.
Hij zweeg en toen ik naar Jack keek, keek hij me schuldig aan met een brede glimlach.
“Heb jij hem opdracht gegeven om flensjes te maken?” vroeg ik met een moeilijk gezicht aan Jack.
“Eeuhmm… Ja, ik denk het wel, ja.”
“Waat?! Hij is een gast! Je laat een gast toch geen flensjes bakken omdat jij zo ze lekker vindt?!!”
“Nou, ik ben niet echt een gast meer.” Zei Draco, de eerste vloeiende zin die hij uitsprak. |
_________________ Boys are just like trains. If you lost one, you just take an other.... ^^ |
|
  |
 |
tea
2e jaars


Verdiend:
52 Sikkels
Woonplaats: amsterdam
|
Geplaatst:
Wo Dec 14, 2005 21:18 |
 |
heey!
oké, vergeef me!! het heeft vreselijk lang geduurd... en dit hoofdstuk heb ik daarom ook in tweeën gesplitst.. maar alsnog is het langer dan normaal..
nou, ik hoop dat jullie me vergeven en er plezier mee hebben!!
love you!!
Hoofdstuk 37
Deel I
De eerste vloeiende zin die hij uitsprak sinds hij hier was, een teken dat hij weer helemaal beter was. Maar, waarom was hij geen gast?
“Waarom niet?” vroeg ik het volgende moment met opgetrokken wenkbrauwen.
“Nou, ik ben hier al vijf dagen en je hebt al die tijd voor me gezorgd, nu kon ik wel wat terug doen. En dan begin ik maar bij een lekker ontbijt.” Juist. Hij was in ieder geval zijn karakter niet kwijtgeraakt al die tijd.
“Maar dat haalt toch niet weg dat jij geen gast meer bent?” waarom ik nou door ging op dit onderwerp, zou ik echt niet weten. Misschien omdat ik dan eindelijk weer eens een gesprek had met hem, of misschien om te laten zien dat ik... dat ik… ach weet ik veel!
“Nee, maar… ik vond het gewoon aardig om een ontbijt te maken.”
“Dat is ook aardig, maar-”
“Ooh! Kijk nou eens hoe laat het is! Ik moet er vandoor!” zei Jack gehaast en deed alsof hij op zijn horloge keek.
“Je hebt geen horloge Jack.” Zei ik droog.
“Nee, die heet Patty. Daarom is het al te laat en moet ik hem ophalen.”
“Eeuhm… weet je zeker dat je hem nodig hebt?”
“Ja, heel zeker.”
“Maar je hebt geen horloge dus weet je niet hoe laat het is, dus weet je ook niet dat het tijd is om je horloge te halen.” Probeerde ik nog. Jack pakte een pen en tekende wat op zijn linkerpols.
“Maar nu wel, zie je, het is al véél te laat! Kijk! Het is al drie uur!!” riep hij uit en stak zijn hand uit.
“Nee hoor, het is pas kwart over twaalf.”
“Oh..” zei Jack en draaide zich snel om met de pen in zijn handen. Daarna draaide hij zich weer naar mij toe en stak opnieuw zijn hand uit.
“Echt wel!” zei hij en ik zuchtte, lastig mens! “Nou, ik zie jullie nog wel eens! Doeg!” zei hij, stond op en liep zonder pardon de kamer uit, het huis uit.
Wezenloos keek ik Jack na, moest hij me nou zo nodig alleen laten met… Draco?
“Mel, ben je klaar met eten?” vroeg Draco na een tijdje en haalde mij terug uit mijn trance. Ik keek hem even aan en stond toen op.
“Ja, natuurlijk. Kom maar met je bord.” Zei ik en pakte Jacks bord en wachtte tot Draco zijn bord aangaf.
“Laat maar, ik doe het wel.” Zei hij, pakte met zijn rechterhand de borden over en duwde met zijn linkerhand me zachtjes terug op mijn stoel.
“Uh.. oké.” Zei ik langzaam en liet hem de tafel afruimen. Hij was toch wel wat veranderd, in zekere zin. Je kon merken dat hij ouder was geworden en verantwoordelijker.
Doordat Jack de deur open had gelaten kwamen Wolf en Beer de kamer binnen en begonnen gelijk aan Draco te snuffelen.
“Beer, Wolf, af.” Zei ik streng en de honden trokken zich gelijk terug.
“Geeft niet hoor, zijn die van jou?” zei hij met een glimlach en aaide de honden toen hij ze naar zich toe wenkte.
“Ja, ik had ze voor Rosa gekocht, maar omdat ze er bijna nooit is, waren ze er eigenlijk voor mijn eenzaamheid.” Zei ik en Draco ontweek mij blik. “Maar laten we het daar niet over hebben. Waar heb je al die tijd gezeten?” vroeg ik toen ik al mijn moed bij elkaar had geschraapt.
“Uuhm… ik ben naar Frankrijk gegaan, daar heb ik een tijdje rondgezworven in de bergen-”
“Een tijdje?! Je bent drie jaar weggeweest!!”
“Ja, als je me even laat uitpraten dan-”
“Sorry, ga verder.” Zei ik beschaamd.
“Toen ben ik in een dreuzel-ziekenhuis beland vanwege een ongeluk, daar heb ik drie maanden doorgebracht.”
“Wat was er gebeurd dan?”
“Een lawine, die me nogal plat had gemaakt, maar ik was na drie maanden weer helemaal hersteld. Intussen waren er al 8 maanden voorbij en ik trok verder. Ik ben toen naar Bulgarije gegaan, waar ik ging werken met draken. Ik kwam daar ook een meisje tegen, of nou ja meisje… dame. Sarah Merlin, ze was heet mooi en intelligent...” zei hij en haperde even. Het was waarschijnlijk niet een prettige herinnering. Ik stond op en trok hem mee naar de woonkamer en zei dat hij op de bank moest zitten. Ik ging wat koffie halen en ging daarna naast hem zitten. We zaten allebei schuin, zodat we elkaar aan konden kijken. Ik pakte zijn hand en glimlachte bemoedigend en hij haalde diep adem.
“Ze leek veel interesse voor me te hebben en ik ben met haar ongeveer een half jaar verder gegaan, dus ik was zo ongeveer een jaar in Bulgarije. Maar toen kwam ik erachter dat ze me bedroog en kregen we ruzie.” Wat een trut! Zijn gezicht zag er wat pijnlijk uit.
“Waarom ging ze vreemd?” vroeg ik. Oeh! Domme vraag! Die had ik niet moeten stellen.
“Ze kwam erachter dat ik nog steeds verliefd was op een ander.”
“Oh, ja, dat ken ik…” zei ik zacht. Een ander, een ander.
“Daarna heeft ze me verraden aan Voldemort en was ik genoodzaakt me te verbergen.” Mijn ogen werden groot. “Ik heb toen een jaar in de Sloveense bergen doorgebracht en ben toen terug gegaan naar Engeland. Ik heb me hier een heel tijd verborgen gehouden en toen ben ik eindelijk weer eens de straat op gegaan. Ik ging naar dat ene café waar ik jou tegen kwam. Ik herinnerde me het adres wat je had opgeschreven en ben toen weer terug gegaan naar mijn schuilplaats. De volgende dag kwam Voldemort er echter achter waar ik zat en moest ik vluchtten, in die storm en toen kam ik uitgeput en ziek bij jou aan. Ik had gedacht dat ik hier veilig zou zijn en dat je me goed zou verzorgen, wat je ook gedaan hebt. Alleen, ik had niet verwacht dat je me niet zou herkennen en al helemaal niet dat je zo zou reageren…” hij keek de andere kant op en ontweek voor de tweede keer mijn blik.
“Kijk me eens aan,” zei ik tegen hem, hij keek me aan. “Het was me gewoon allemaal even teveel geworden. Ik heb het echt heel moeilijk gehad nadat jij weg was en omdat ik zo lang helemaal niets van je had gehoord, nam ik aan dat je dood was. Ik heb het met die gedachte ook heel moeilijk gehad, maar uiteindelijk heb ik het geaccepteerd. En toen, toen kwam je opeens weer. Ik heb de afgelopen dagen heel slecht geslapen en ik kon het echt niet meer hebben. En het spijt me heel erg van mijn uitval.” Zei ik oprecht en keek hem strak aan.
“Ik snap het wel en ik neem het je ook niet kwalijk. Ik wil alleen iets terug kunnen doen.”
Hier had ik op gewacht, op dat hij iets terug wilde doen. Maar wat moest ik zeggen?
Ik pakte zijn hand wat strakker vast, ik moest snel wat zeggen.
“Nou… ik… eeuhm… je, je… je moet voorlopig in ieder geval niet meer weg gaan, beloof me dat.” Zei ik snel en sloot mijn ogen en boog mijn hoofd. Tranen brandde weer op mijn netvlies, maar deze keer mochten ze niet weg. Nee, ik huil niet om zo’n emotioneel moment.
“Ik zal niet weg gaan, alleen wanneer jij wilt dat ik weg ga. Maar genoeg over mij, ik wil wel eens weten hoe jouw leven de afgelopen drie jaar is gegaan.”
“Nou, ik ben afgestudeerd als Heler en ik werk nu in het St. Holisto. Zoals je weet woon ik samen met Rosa in dit huis en hebben we twee honden, Wolf en Beer, en Wolf is op het moment zwanger.” Zei ik zuchtend. Ik had het niet kunnen voorkomen, dus ik krijg straks een nest met springende hypere kleine hondjes door het huis heen.
“Oh… en dat café, kom je daar vaak?”
“Ja, het is mijn favoriete café.”
“En die jongen, die mijn een beetje neer sloeg, is dat je vriend?” vroeg hij met een wat verafschuwd gezicht en ik begon te lachen.
“Mijn vriend? Nooit van mijn leven! Brutus is echt de lelijkste jongen die ik ken! Nee, ik heb een betere smaak!” zei ik lachend en ik zag een lichte glimlach op zijn gezicht verschijnen.
“Heb je wel een vriend gehad.”
“Jawel, hoor, een aantal.” Zei ik luchtig, alsof het de normaalste zaak van de wereld was.
“Een aantal?!” zei hij wat geschokt en er verscheen een grimas op zijn gezicht. “Hoeveel dan eigenlijk?”
“Eeuhm… zeven, dacht ik. Tony, Craig, John, Dave, Kay, Matt en Scott... ja, zeven.” Zei ik nadat ik de namen zacht op mijn vingers had afgeteld.
“Wow… dat is niet niks.” Zei hij en keek wat somber. “En momenteel? Heb je nog contact met hen?”
“Momenteel heb ik niemand en ben ik helemaal alleen. Ik heb nog maar contact met één, Tony. We zijn nog erg goede vrienden, maar hij is wel een dreuzel en weet niets van onze wereld af… dus als je hem tegenkomt…”
“Hoe is het uit gegaan?”
“Nou, hij ontdekte dat ik nog steeds aan iemand anders dacht en dat ik niet helemaal bij hem was, dus toen hebben we besloten dat het beter was als we gewoon goede vrienden bleven.” Zei ik en glimlachte licht.
Het bleef een tijdje stil en we keken elkaar zwijgend aan. Hij had nog steeds dezelfde grijs/blauwe ogen en een bleke huid.
“Waarom noem je jezelf Mel Malfidus?” vroeg Draco plotseling. Ik schrok een beetje van de vraag en antwoordde niet meteen. Omdat ik van hem hield! Wat een sukkel… ik wilde bijna mijn gedachte uitspreken maar deed dat toch maar niet.
“Eeuhm.. het was in verband met eeuhm.. mijn vader. Ik kon Hanley niet gebruiken.” Mompelde ik.
“Waarom gebruikte je geen Stan? Je echt achternaam?”
“Ik… ik wil daar liever niet over praten. Gebeurd is gebeurd en ik kan het niet meer omdraaien.” Zei ik en op dat moment ging de bel. Wie was dat nou?
“Verwacht je bezoek?”
“Nee, eigenlijk niet… maar ik ga toch maar even kijken wie het is.” Zei ik en stond op.
Ik liep naar de deur en deed hem open.
Daar, in de deuropening, stond een jongen rond de 23 jaar. Hij had een licht getinte huid en zwart haar.
“Hey Mel.” Zei hij. Ik stond even verbaasd te kijken. Ik keek alsof ik een schaap zag die in plaats van melk galjoenen gaf en daarna begon ik te grijnzen.
“Hey Tony, lang niet gezien.” Zei ik en omhelsde hem.
“Kom ik gelegen?”
“Eeuhm.. ik heb gast, een oude vriend, maar jullie kunnen elkaar wel ontmoeten.”
“Oh, leuk.”
“Ja, ik heb hem al drie jaar niet meer gezien dus…” zei ik terwijl ik heb naar de zitkamer leidde.
“oh, weet je zeker dat het gelegen komt?”
“Ja, nee, het is goed.” Zei ik, ik was zelfs wat blij dat hij er was.
Ik liep de zitkamer in waar Draco op de bank zat met zijn kop koffie.
“Draco, dit is Tony. Tony, dit is Draco.” Zei ik en keek Draco even een paar seconden aan met een wat harde blik in mijn ogen. Hij moest eventjes aardig doen.
“Wil je koffie?”
“Ja, graag.” Zei Tony en ik ging naar de keuken. Ik hoorde dat de jongens gelijk een gesprek begonnen en glimlachte lichtjes.
“Nee, ik werk niet meer in de dierenwinkel, hij is opgeheven.” Zei Tony
“Wat jammer, Wolf is net zwanger, dus krijg hier straks een hele dierentuin.” Zei ik. We waren in een leuk gesprek verwikkeld toen de bel weer ging.
“Zo Mel, je hebt het druk vandaag.” Zei Draco grijnzend en ik keek verveeld naar de deur. Ergens had ik het vermoedde dat dit een veel minder leuk bezoekje was.
Ik liep naar het raam en keek wie het was.
“Het is Patty, verstop je maar.” Zei ik en ik zag de jongens even verschrikt kijken. Draco omdat hij wist dat hij straks werd vermoord en Tony omdat hij wist wat ik tegen Patty had gezegd, waardoor het uit was gegaan. Tony had het zelf voor gesteld en wist dat Patty hem niet zo heel aardig vond.
“MEL!! DOE OPEN!! IK WEET DAT JE ER BENT!!” schreeuwde ze vanbuiten de deur en Draco zakte wat onderuit in de bank. Ik grinnikte.
“Ik kom! Momentje!” zei ik en liep naar de deur en deed hem open.
“Ik vroeg me al af waar je bleef nadat Jack naar je toe ging.” Zei ik rustig.
“Waar is hij?!!” vroeg ze en liep zonder antwoord naar de zitkamer.
“Patty…” probeerde ik maar ze luisterde niet. Ze had blijkbaar ook niet gezien dat Tony er was.
“DRACO!!! JIJ STOMME-!! WAAR ZAT JE AL DIE TIJD?!!” riep ze uit en rende naar hem toe en omhelsde hem zo strak dat hij bijna geen adem kreeg.
“Patty…” probeerde ik weer maar dit keer wat harder en strenger, maar ze hoorde het weer niet. Verdomme, waarom luisterde ze nooit! Nog even en ik zou mijn geduld verliezen en ook mijn vriendelijkheid.
“Ook leuk om jou weer te zien hoor, Patty.” Zei Draco met ademnood en kon weer normaal ademen toen ze hem los liet. Toen ze hem een stukje van zich vandaan hield, gaf ze hem een klap op zijn wang, niet hard hoor, maar wel een klap. Waarom deed ze dat nou? Wat was er met haar aan de hand?!
“Die had je nog te goed.” Zei ze en draaide zich om, waarbij ze Tony zag. Ik zag de blik in haar ogen veranderen naar boosheid en woede. Nee hé, dit moesten we echt niet hebben.
“Jij, smerige, stomme, vieze-” siste ze en net op het moment dat het leek alsof ze Tony wilde gaan aanvallen werd het me genoeg.
“PATTY PARK!!” bulderde ik door de zitkamer alle drie keken ze geschrokken op. Op datzelfde moment begonnen de lichten te flikkeren, de kaarsen die aan waren gingen uit een er waaide opeens een wind in huis. De haardvuur ging in een keer uit en de ramen klapte open, ook al was er geen wind buiten. Toen ik 2 seconden later naar het haardvuur keek, sprong hij gelijk weer aan, evenals de kaarsen, het licht hield op met flikkeren en de ramen sloten zich weer. De wind was opslag weg.
Woedend wees ik met mijn stok op Patty die me bewegingloos aankeek, ze leek wel versteend. Tony en Draco keken me van heen geschokt naar erg ongemakkelijk aan. Draco nog ongemakkelijker dan Tony.
“Eeuhm.. Mel… je wijst naar Patty met een stokje, denk je daar iets mee te kunnen bereiken?” vroeg Draco voorzichtig. Ik was helemaal vergeten dat Tony een dreuzel was en had er ook niet bij stil gestaan dat dit allemaal erg vreemd voor hem was.
“Heel veel. Nou Patty, ga jij even met mij mee, wij moeten dringend praten.” Zei ik en probeerde mijn woede in te houden. Ik knikte zacht en Patty verzette een stap.
Ik draaide me resoluut om en liep naar de deur, die al openvloog voordat ik er was en zich weer sloot toen Patty er doorheen was.
“Wat denk je wel dat je aan het doen was?!” siste ik terwijl ik door liep zodat de jongens ons niet zouden horen.
“Mel, die jongen die heeftweet ik veel wat bij jou gedaan en jij laat hem zo maar binnen!”
“Patty, dat was gelogen!”
“Gelogen?”
“Ja!”
“Maar-”
“En ook al was het niet gelogen, dan had je nog niet het recht om hem aan te vallen in mijn huis!!! WIE DENK JE WEL NIET DAT JE BENT?! JE BENT DE KONIGIN VAN ENGELAND NIET!!”
“Maar-”
“NEE, NIETS MAAR!! Is het ooit wel in je opgekomen dat het vreselijk onbeschoft is als je iemand aanvalt in een ander huis?!”
“Mel! Hoe kun je dit zomaar zeggen?! Wat zou jij doen als er opeens een jongen in mijn huis is waarvan jij alleen maar weet dat die mij heeft aangerand!! Hoe zou jij reageren!!”
Die avond was toch nog wel een beetje goed gekomen. Patty had haar excuus aangeboden en ze waren beide blijven eten. We hadden nog best lol gehad en uiteindelijk zijn ze beide terug gegaan en waren Draco en ik alleen over.
Aangezien ik al behoorlijk geïntegreerd was in de dreuzelwereld, had ik ook maar een tv aangeschaft . Draco vond het maar een vreemd ding.
Er was die avond een film op tv en Draco en ik besloten hem te kijken, ik wist nog steeds niet hoe ze het voor elkaar kregen hele films te maken, maar het was wel grappig.
Ik zat met opgetrokken knieën tegen Draco aan met mijn hoofd op zijn schouder, ik was nu toch wel heen erg blij dat hij terug was.
Het was zo fijn, zo tegen hem aan zitten, net als vroeger. Ik keek hem aan met mijn hoofd schuin gehouden. Langzaam boog ik me naar hem toe en sloot mijn ogen. Iedere seconde leek een eeuwigheid te duren voordat ik zijn lippen raakte, tot ik schrok van de warmte die plotseling door me heen schoot. Ik glimlachte licht voordat ik mijn arm om zijn nek sloeg en hij zijn arm om mijn middel.
Ik liep de trap af. Het was nu krap een maand verder en Wolf had de puppy’s al gekregen. Het waren 4 kleine, schattige dingetjes. Draco en ik waren weer zo goed als bij elkaar en het was een heerlijke tijd, ook al moest ik wel elke dag werken. Draco had een baan op het ministerie, op de afdeling misdaden en illegale zaken.
Draco zou gaan koken, zei hij, en ik mocht niet naar beneden komen voor half 7. dus ik was braaf boven geweest, me even opgefrist en aan mijn werk gegaan wat ik op werk niet af kon krijgen.
“Draco, mag ik al binnen komen?” vroeg ik achter de deur van de eetkamer en drukte mijn oor tegen de deur aan.
“Hmm… het moet een verrassing zijn, dus doe je ogen dicht.” Zei een stem in mijn oor en ik schrok op. Draco had in mijn oor zitten fluisteren!
“Oh, oké… leid jij me dan naar binnen?”
“Ja, heel graag.” Zei hij met een glimlach en gaf me een kusje in mijn nek. Hij deed van achter zijn handen zachtjes voor mijn ogen. Hij loodste me de dubbele deur door en leidde me naar de tafel. Daar deed hij langzaam zijn handen van mijn ogen en kon ik weer zien.
“Wauw!” riep ik uit toen ik de tafel zag. De lichten inde kamer waren op een heel laag pitje gezet, er stonden overal kaarsen en de tafel zag er super romantisch uit!
“Waarom heb je dit zo mooi gedaan? Het is echt… wauw…” zei ik struikelend over mijn eigen woorden van verbazing en opwinding.
“Omdat ik zo veel van je hou,” zei hij en pakte mijn hand. Ik draaide me naar hem toe met een grote glimlach en gaf hem een zoen.
Hij schoof een stoel naar achteren en ik ging zitten, daarna schoof hij de stoel weer aan. Hij ging tegenover me zitten. Het eten lag al op de borden en was warm gehouden met een simpele spreuk. Draco schonk een glaasje wijn voor ons beiden in en gezellig begonnen we met eten.
“Het was heerlijk!” zei ik zodra ik mijn bord leeg had.
“Mooi, daar had ik op gehoopt.” Zei hij en met ons glas wijn in onze handen keken we elkaar even zwijgend aan.
“Mel, ik wil je iets vragen,” begon hij maar precies op dat moment ging de bel. Geërgerd keken we naar de deur. De bel ging nog een keer.
“Ik denk dat, dat de buurman is… waarschijnlijk heeft een van de honden weer iets gedaan. Ik handel dit even snel af en dan gaan we weer verder met gezellig zijn.” Zei ik en Draco’s gezicht betrok toen ik opstond en naar de deur in de gang liep.
Toen ik de deur open deed en wat wilde zeggen, werd ik overspoeld door een hoog gegil.
“MEL!! IK GA TROUWEN!!!” even verbijsterd keek ik naar Patty die voor mijn neus stond en zonet me half doof had gemaakt.
“Je gaat wat?” vroeg ik ongelovig.
“Trouwen, is het niet geweldig?!!” Er trok een brede glimlach over mijn gezicht en ik omhelsde haar.
“Ik was al aan het wachten op wanneer het zou komen! Gefeliciteerd! Kom even binnen.” Zei ik en trok haar mee.
Toen we een stoel aan de tafel hadden bijgeschoven ging Patty zitten en ik ook weer. Patty keer bewonderend rond en naar de tafel.
“Wat is het hier romantisch zeg!” zei ze en ik begon te blozen.
“Draco heeft het gedaan.” Zei ik en Patty keek breed grijnzend naar Draco.
“Wedde dat het niet lang meer gaat duren!” fluisterde ze in mijn oor zodat Draco het niet kon horen. Hij trok zijn linker wenkbrauw op.
“Eeuhm.. juist. Maar, hoe is het gegaan? Waar? Wanneer? Was het romantisch? Wie heeft het gevraagd?” ik bracht snel alle aandacht op Patty’s aanzoek.
“Nou, hij heeft het gevraagd. Het was zó romantisch!! We gingen gister naar zee en het was heerlijk! We gingen zwemmen in zee, maakte lol en gingen toen in de avondschemering een strandwandeling maken! En toen ging hij op zijn knieën en vroeg me! Ik wist echt niet wat ik moest doen toen ik hem door zijn knieën zag gaan! Eerst dacht ik dat hij door zijn knieën ging, als blessure, en reageerde ik dus geschokt. Maar toen begon ik te giechelen als een klein kind! Oow, echt! Het was zo spannend!”
“Whaa!! Wat lief! En zo romantisch!! En hoe reageerde jij?”
“Ik? Ik sprong hem gelijk om zijn nek waardoor we samen over het strand rolde!” zei ze en ik grinnikte.
“Ow! Echt iets voor jou!!” zei ik lachend. “Als Draco mij ooit gaat vragen, dan weet ik zeker dat hij het heel speciaal doet!” fluisterde ik daarna op mijn beurt in haar oor, waardoor Draco weer een wenkbrauw optrok. Ik zag dat Draco een poging deed tot vriendelijk glimlachen voor Patty en ik weet zeker dat hij blij voor haar was, maar aan de andere snapte ik wel dat hij het jammer vond dat Patty ons avondje ons verstoorde.
Patty bleef heel gezellig praten over koetjes en kalfjes terwijl ze een hele fles wijn achterover gooide.
“LALALALA!!” Patty was nu luidkeels aan het zingen, erg vals, en liep richting de koelkast. “Zeg Mel! Heb je nog meer wijn?!!” riep ze en ik keek Draco ongemakkelijk aan.
“Ze moet hier weg, ik wil niet dat ze de hele keuken overhoop gooit!” siste ik tegen hem.
“Ja, dat lijkt mij ook een goed plan. Het lijkt me alleen geen goed plan om haar alleen naar huis te laten gaan.”
“Nee, helemaal niet. Ze kan zo dronken ook niet verdwijnselen.”
“Nee, dat is levensgevaarlijk!”
“Kan jij het niet met twee personen?” vroeg ik voorzichtig en ik zag hem zichten.
“Eeuhm.. ja, dat kan ik wel.”
“Wil je het ook doen? Anders laten we Lucas gewoon hier komen of we brengen haar samen weg.”
“Nee, ik breng haar wel even. Volgens mij is Lucas niet thuis anders zouden ze we samen zijn gekomen.”
“Goed punt. Leg haar dan thuis bij haar op de bank en spreek even een slaapverwekkende spreuk over haar heen. Dan valt ze in slaap en hebben wij geen last meer van haar.” Zei ik nadenkend en Draco knikte. “Het toetje staat op tafel als je terug bent.” Zei ik lichtglimlachend en ga hem een kus.
Hij stond op en liep naar Patty toe.
“Zo Patty, het wordt tijd dat jij naar huis gaat en maar gaat slapen.” Zei hij alsof hij een vader was. Patty lachte alleen maar en toen waren ze weg.
Ik zuchtte, we hadden zo’n romantische avond… die was nogal verpest door Patty met haar dronkenheid. Ow bah!
Ik stond met een chagrijnig gezicht op en liep naar de keuken. Ik deed de diepvries open en haalde er vanille ijs uit en begon met het maken van een lekkere dame blanche.
Net toen ik ze klaar had en ze op tafel zette kwam Draco terug en zuchtte vermoeid.
“Het duurde even voordat ze in slaap viel, wat kan dat mens vals zingen zeg!” Ik moest lachen om zijn verveelde en vermoeide zucht en om zijn uitdrukking, Patty zong als kattengekrijs.
“Ja, ze kan heel mooi zingen, maar ook als een viool die niet goed is afgestemd. Kom, ik heb een lekker toetje voor je.”
“Ik zie het, het ziet er verrukkelijk uit!” zei hij alweer iets opgevrolijkt en samen gingen we weer aan tafel zitten.
Nadat we ons ‘ijsje’ op hadden, gingen we met een glas en een fles wijn op de bank zitten en begonnen te praten. Het was echt heel gezellig en tenslotte deed ik rustige muziek op en trok Draco naar het midden van de kamer om te dansen.
“Aah nee! Ik kan helemaal niet goed dansen!”
“Oh, zeur niet! Jij kan dansen als de beste!” zei ik en sloeg mijn armen om zijn nek en legde mijn hoofd op zijn schouder. Ik voelde hoe zijn armen zich rond mijn middel sloten en hoe zijn hoofd zachtjes tegen de mijne aan leunde. Ik sloot mijn ogen en deed alsof we in een hele zaal stonden met allemaal mensen die stonden te slowen. Ik voelde zijn regelmatige en rustige ademhaling en werd er helemaal ontspannen van.
“Mel, ik wil je iets vragen.” Zei hij en ik opende mijn ogen en keek hem aan, ze waren zo mooi blauw.
reacties zijn altijd welkom!! |
_________________ Boys are just like trains. If you lost one, you just take an other.... ^^ |
|
  |
 |
tea
2e jaars


Verdiend:
52 Sikkels
Woonplaats: amsterdam
|
Geplaatst:
Zo Dec 18, 2005 12:34 |
 |
heey mensen!
ja, zoals belooft, het vervolg van h37!
veel plezier, en heel erg bedankt voor de reacties
die zijn uiteraard ook nog welkom!
Hoofdstuk 37
Deel II
“Mel, ik zit in een dilemma.”
“Wat is er Pat?”
“Nou, ik zit me te bedenken. Zou ik Sandra ook uitnodigen op mijn bruiloftsbal?”
“Waaat?!”
“Sandra ook uitnodigen?”
“Waarom? Hoe kom je op dat idee? Wat is er mis met jou?!” riep ik verontwaardigd uit. Hoe kwam ze op het idee om Sandra, iewl, uit te nodigen?
“Nou, kijk, ik nodig Lindsey wel uit en omdat Sandra Lindsey’s vriendin is…”
“Waarom nodig je Lindsey uit?”
“Nou, zij was Nicks vriendin.”
“Nick is dood, schat.”
“Ja, zo ver ben ik ook nog wel! Maar ik bedoel, hij had het fijn gevonden als we haar ook uitnodigde. Want als hij nog zou leven zou hij Lindsey mee hebben genomen.”
“Wie zegt dat ze bij elkaar waren gebleven?” vroeg ik met een omhoog getrokken wenkbrauw.
“Nou, eeuhm… weet ik veel!”
“Oké, Lindsey mag komen, maar als je wilt dat je bal leuk wordt, nodig dan geen vogelverschrikkers uit alsjeblieft.” Zei ik en boog me weer over de perkamenten die ik aan het veelvoudige was met de uitnodiging erop. Het was een hele klus want ik moest er soms wel wat persoonlijks bij zetten en alle namen erop zetten!
“Zo, moeten de dames een kopje koffie?”
“Heerlijk Lucas, je bent echt een schat.” Zei ik en nam het kopje aan. Patty keek vanuit haar ooghoek me aandachtig aan en ik knipoogde naar haar, wat was het ook een raar maar lief meisje! Ze verdiende Lucas echt wel!
“Oh Mel! Moet je die jurk zien! Wauw!! Ooh die moet ik echt passen!” riep Patty uit. We waren in de stad op jurkenjacht voor het bal. Niemand mocht Patty’s jurk zien, behalve ik, omdat ze was bang dat ze hem anders niet aankreeg of met een verkeerde jurk thuis kwam.
“Hij is inderdaad wel mooi, maar niet precies wat ik bedoel eigenlijk, Pat.”
“Nou en! Ik pas hem gewoon!” zei Patty en liep vooruit de winkel in. Ik ging er met een zucht achterna en vond Patty in een kleedhokje.
“Weet je Mel, misschien had je gelijk. Hij is niet de jurk die ik zoek én hij staat niet mooi op mijn heupen.” Zei Patty toen ze uit het kleedhokje stapte.
Het was een groene jurk van zijde met een diepe decolleté die strak om het lijf was gezet. Het zag er wel mooi uit, maar haar heupen kwamen er vreselijk erg door uit én het was geen echte trouwjurk.
“Nee, doe hem maar uit.”
“Nee! Het staat je geweldig!! Hou hem aan en bekijk je eens van alle kanten in de spiegel! Je ziet er beeldig uit!” zei opeens een enthousiaste stem achter me. Ik draaide me verbaasd om en trok een wenkbrauw op toen ik zag dat er een verkoopster stond met een glimlach van hier tot Tokio.
“Ach mens, ga anderen vervelen. Ik kan echt wel beter oordelen over de jurk van mijn vriendin dan zo’n domme blond verkoopster als jij.” Zei ik verveeld en draaide me weer naar Patty en maakte een knikkend gebaar.
“Pardon?!!” zei de vrouw met een zeer late reactie.
“Och, hou je mond. Ga je verkooptrucjes bij iemands uit proberen, ik ben daar immuun voor.” Zei ik en legde daarmee de verkoopster het zwijgen op.
Nadat Patty de jurk had uitgedaan en hem in de verkoopsters hand had gedrukt waren we de winkel uitgelopen.
“We zoeken ook een jurk voor jou, hé Mel!”
“Ja, eigenlijk wel ja.” Zei ik nadenkend, wat voor een jurk wilde ik? Met mijn rode haar en vreemde ogen die je voor alle kleuren kon beschouwen, was het niet zo makkelijk om een perfecte jurk te vinden! Een smetteloze witte jurk zou fantastisch staan, met diamanten en parelmoer, maar dat moest ik maar bewaren voor als ik ooit eens een bruid zou zijn.
“Ik zoek een donker groene, suède, glimmende jurk die juist het tegenovergestelde heeft van een decolleté en om je nek loopt.” Zei ik aarzelend.
“Wat?! Ik snap er geen snars van! Leg nog eens uit.”
“Nou, kijk, een jurk die van onder je oksels zo naar vlak voor je nek loopt. Daar komen de twee kanten bij elkaar en gaan ze in één dikke band om je nek.”
“Oh… dus zo’n jurk!” zei Patty en wees naar een jurk die in de volgende etalage stond. Ik volgde haar hand en keek naar de jurk in de etalage.
“Ja, zo’n jurk ja.” Zei ik en liep de winkel in, gelijk gehypnotiseerd door de jurk.
“Damn, niet mijn maat!” zei ik boos toen ik op het kaartje keek.
“Welke maat heb je dan en welke maat is dit?”
“Dit is L en ik heb S/M, hangt van de jurk af.”
“Ik vraag het wel even voor je.” Zei Patty en liep naar de verkoopster achter de kassa.
“Eeuhm.. mevrouw, hebben jullie die jurk ook nog in S/M?”
“Nee, als hij er niet bij hangt niet.”
“Maar die in de etalage is wel S/M.”
“Ja, dat is de enige.”
“Nou, haal hem dan uit de etalage!”
“Dat kan niet, het spijt me.”
“Wilt u nou jurken verkopen of ze alleen maar tentoon stellen?!”
“Eeuh-”
“Juist, nou haal je verdomme die jurk uit de etalage en geeft hem aan mij, misschien dat ik hem dan nog koop.” Zei Patty behoorlijk kattig. Ik moest moeite doen om mijn lach binnen te houden terwijl ik naar de geschokte verkoopster keek.
Patty liep naar mij toe met een brede glimlach.
“Kijk, zo doe je dat!”
“Eeuh, ja joh! Goed gedaan!” zei ik met een moeilijk gezicht. De vrouw kwam aan lopen en gaf de jurk aan Patty, die hem weer aan mij gaf en ik dook een kleedhokje in.
“Oh hij is perfect Patty!! Wauw! Die moet je aan doen op de bruiloft!!” riep ik uit toen Patty het hokje uit kwam en een mooie witte jurk met diamanten bij de borst. Het was van boven een soort korset en onder een grote hoepel rok met verschillende lagen. Hij was prachtig!
“Ja, ik weet het helemaal zeker! Deze wordt het!!” riep ze uit en liep statig de winkel door.
“Zal ik hem voor u inpakken?”
“Hang hem maar om een paspop en laat hem dan maar bezorgen bij mij thuis.” Zei Patty toen ze de jurk uit deed en betaalde. Ze schreef haar adres op en samen liepen we naar buiten.
“Ga je mee naar mij huis?” vroeg Patty toen we buiten stonden, maar ik schudde mijn hoofd.
“Ik ga naar het ministerie. Draco heeft zo pauze en dan gaan we samen wat drinken ergens.” Zei ik en Patty knikte. We namen afscheid en ik ging op weg naar Draco.
“Ooh! Ik ben zo zenuwachtig! Wat nou als ik een acute stembandenirritatie krijg?! Of als ik flauw val? Of nog erger, als hij me niet meer ziet zitten!!”
“Hé, doe rustig en sta stil. Hoe moet ik anders die jurk goed doen?!” zei ik geërgerd tegen Patty. “En hij zal heus niet, niet meer verliefd zijn op je hoor. Hij is helemaal gek van jou!”
“Ja en wat nou als het een acute eeuh… gedachteverandering is?”
“Dat gebeurd echt niet, heus. Nou kom op, je moet naar de deur. Ik ga alvast want ik moet daar vooraan staan. Je vader komt er zo aan.” Zei ik en op dat moment kwam haar vader aanlopen. Haar vader was helemaal gek op haar en deed niets wat zij niet wilde.
“Daar is mijn prinses! Ooh, ik heb zo lang gewacht op dit moment! Mel, je moet snel daarheen gaan, anders kom je te laat.” Zei meneer Park en ik knikte. Snel ging ik weg en stond twee minuten later vooraan bij Draco en Jack.
Ik en Draco waren getuigen en Jack was de ringdrager. Lucas stond bij de dominee, hij stond te stralen, maar was super nerveus. Ik glimlachte rustgevend naar hem en herinnerde hem eraan dat hij moest blijven ademhalen.
De deuren gingen open en het orkest begon te spelen. Patty liep aan haar vaders arm met een sluier over haar gezicht heen over de rode loper die tussen alle banken stonden.
Ze liep naar voren en daar gaf haar vader haar af aan Lucas. De dominee begon te praten.
Opeens zag ik Jack over de grond heen kruipen, een beetje buiten het zicht van de mensen.
“Jack, wat doe je?” siste ik.
“Eeuhm… ik eeuh… zoek iets.”
“Dat meen je niet, je bent hem toch niet kwijt?”
“Eeuhm.. nee hoor! Ik zoek alleen maar een gouden ring met een diamant eraan.” Zei hij voorzichtig en ik kon hem wel doodslaan. Snel ging ik door mijn knieën en begon te helpen met zoeken.
“Mel, wat ben je aan het doen?” vroeg Draco toen ik per ongeluk tegen zijn been aan kwam.
“Eeuhm.. jij hebt niet toevallig iets zien glimmen op de grond, nietwaar?”
“Ow, Jack! Waarom kun je ook nooit iets bij je houden! Al is het maar voor vijf minuten!” zei Draco zacht en boos en bukte ook. Daar kropen we met zijn drieën over de grond, op zoek naar een rong die we binnen twee minuten gevonden moesten hebben anders ging de hele bruiloft naar de knoppen!
“Eeuhm.. ik vond hem mooi.” Zei Jack toen onschuldig.
“Oh, je hebt hem niet toevallig in je zak zitten?” vroeg ik, je wist maar nooit! Jack voelde in zijn zakken en ging toen met zijn hand naar de binnenzak. Hij kwam eruit met een doosje en even was ik zo opgelucht en wilde ik het uitgillen van blijdschap, maar dat kon niet.
Toen deed jack het doosje open.
“Tadaa.” Zei hij, maar het doosje was leeg. Nu sloeg mijn blijheid over naar moordlustige woede en moest de neiging onderdrukken om het te wurgen.
“Jack, wat zit er om jou vingen?” vroeg Draco opeens en pakte zijn hand.
“Dat? Dat is een ring, mooi is hij hé!” zei hij blij.
“Doe hem eens af.” Zei Draco met ingehouden woede. Jack deed hem af. “Kijk eens wat erin staat.” Zei Draco daarna. Jack bestudeerde de ring zorgvuldig.
“Lieve Patty.” Zei hij. “Hé! Ik heet opeens Patty!” zei hij en moest nu echt grote moeite doen om hem niet te wurgen.
“Jack, doe nu snel de ring in het doosje en… loop nu met die ring naar Patty en Lucas. Doe die andere ring ook van je vinger en geef hem aan Patty en Lucas.” Zei ik zo koel mogelijk.
“Ik?!”
“Ja, jij!” zei ik en duwde hem naar Patty en Lucas die met een opgetrokken wenkbrauw naar Jack keek.
“Wat is het toch ook een onvolwassen joch! Ik moest echt de neiging onderdrukken om hem te wurgen!” zei ik woest tegen Patty, maar zij moest alleen maar lachen.
“Je wil niet weten hoe grappig het eruit zag toen jullie met z’n drieën over de grond kropen!”
“Ja, heel gênant.” Mompelde ik.
Momenteel was het bal van Patty’s en Lucas’ trouwerij bezig en het was fantastisch! Alles was wit, of nou ja, dat leek zo. De muren waren wit met grote ramen, voor die ramen hingen rode gordijnen. Het planfond was wel 15 meter hoog en er waren hele mooie schilderingen die van alles afbeeldde. De grond was wit marmeren en zo hier en daar stonden tafels waar je aan kon zitten. Er was een groot lopend buffet waar heel veel lekker eten was. Er was ook een grote dansvloer en een hele leuke band.
“Het is echt heel mooi, Patty. Hoe heb je dit geregeld?” vroeg ik terwijl ik van mijn cocktail met een olijf nipte.
“Oh, ik heb het aan me vader gevraagd. Hij wilde het beste van het beste voor me, dus heeft hij dit geregeld.”
“Ja, ik kan zien dat hij het beste van het beste voor je wilde!” zei ik en zuchtte, ik dacht steeds meer hoe het zou zijn als ik ging trouwen.
“Ja, ik heb echt geluk met mijn ouders. Ze hebben ons ook een huwelijksreis cadeau gegeven, naar het tropisch oerwoud op de grens van Brazilië en Venezuela.”
“Woow, wedden dat jij een persoonlijke bediende gaat inhuren om je koelte toe te wuiven!” zei ik lachend en Patty grinnikte.
Op dan moment verscheen Lucas aan Patty zijde.
“Zullen we eens gaan dansen?” vroeg hij en Patty knikte dromerig naar hem. Lucas grinnikte en knipoogde naar me. Patty duwde haar glas cocktail in mijn handen en liet zich door Lucas leiden naar de dansvloer.
Ik keek een beetje afkeurend naar de twee cocktails in mijn handen, eigenlijk was deze helemaal niet lekker. Ik had veel liever gewon witte wijn.
Ik liep naar het dichtstbijzijnde tafeltje en zette de twee glazen neer. Nadat ik ze neer had gezet pakte iemand mijn arm vast en draaide me om.
“Mag ik deze dans van u, prinses?” vroeg Draco op een hoffelijke manier, zo net dat ik bijna in de lach schoot.
“Maar natuurlijk, mijn prins, jij altijd.” Zei ik even hoffelijk terug en knipoogde. Daarna legde hij mijn hand op zijn arm en leidde me naar de dansvloer.
“Het was echt super, een zeer geslaagd feest.” Zei ik tegen Patty en omhelsde haar. “Patty Synder.” Zei ik en ze giechelde terwijl ik knipoogde.
Nadat ik, Draco, Rosa en Jason afscheid hadden genomen gingen we terug naar huis. We gingen met een viavia omdat Jason en Rosa nog niet mochten verdwijnselen en verschijnselen.
Toen we thuis aankwamen was het half 4 en we waren allemaal doodop. Meteen gingen we naar boven en nadat ik nog lang met Draco erover had nagepraat vielen we in slaap.
De volgende morgen was ik eerder wakker dan Draco en zo stil als ik kon liep ik naar de douche, ging douchen en liep daarna naar beneden.
“Goedemorgen Mel.” Zei Jason en Rosa keek alleen maar schaapachtig voor zich uit.
“Goedemorgen Jason, Rosa. Nog moe?” vroeg ik.
“Nee, het lijkt maar zo. Zei Rosa en probeerde een grote gaap te onderdrukken, maar tevergeefs.
Ik pakte een bakje en maakt wat cornflakes klaar. Draco kwam naar beneden en sloeg zacht van achter zijn armen licht om mijn nek.
“Goedemorgen lieverd.” Zei hij en wilde me een kus op mijn wang geven, maar ik draaide mijn hoofd zodat de kus op mijn mond kwam in plaats van mijn wang.
“Goedemorgen schat.” Zei ik glimlachend. Rosa keek nog even schaapachtig voor zich uit en deed toen haar mond open om iets te zeggen.
“Weet je, jullie lijken net een getrouwd stel.” Zei ze grinnikend.
“Weet je Rosa,” begon ik, Draco ging naast me zitten zonder mijn hand los te laten.
“Wat weet ik?” vroeg Rosa die nog eens gaapte.
“Wij gaan ook trouwen.”
Einde
oké mensen,
dit was het laatste hoofdstuk van mijn verhaal.
het is erg jammer dat het afgelopen is, maar ik hoop dat jullie het leuk vonden!
ik ben volgens mij genoodzaakt een vervolg te schrijven en ik heb er ook over nagedacht, maar ideeën ervoor zijn zeer welkom! ik heb natuurlijk al een verhaallijn... maar daar kan nog vanalles bij komen!
vertel het me aub
love you all!! |
_________________ Boys are just like trains. If you lost one, you just take an other.... ^^ |
|
  |
 |
|
|