Harry Potter Forum index
Dit forum is gesloten. Bezoek nu de vernieuwde versie van HPF!
 Harry Potter Forum gesloten  •   Inloggen

 [AF] Het amulet van Sorcière Volgende onderwerp
Vorige onderwerp

Sla dit onderwerp op als textbestand
Poll :: vinden jullie dit verhaal beter of slechter dan afgezant van de nimfen

ja!
48%
 48%  [ 20 ]
nee
0%
 0%  [ 0 ]
kan ik nu nog niet beslissen
36%
 36%  [ 15 ]
ik vond ze allebij niet goed
14%
 14%  [ 6 ]
Totaal aantal stemmen : 41


Auteur Bericht
Danlover
7e jaars
7e jaars


Verdiend: 56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...

Danlover is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Dec 17, 2005 11:11 Terug naar boven Sla dit bericht op

het heeft even geduurt, maar hier is dan een nieuw stukje. bedankt voor de reacties!! vooral aan Elyse en hermoine, ben er echt blij mee!
@Elyse, zo moeilijk is het niet om goeie namen te verzinnen, ik vraag heel veel hulp aan andere, de titel van dit verhaal is van Thinkie_1990, en de naam Devon heb ik van vriendinnen. Ik ben er zelf ook errug slecht in, maar voor de naam aliano heb ik een richtlijn genomen(het moest een beetje italiaans klinken, vandaar de voornamen van haar ouders), en Vivianne zou eerst Valerie gaan heten, maar ik vond Vivianne toch iets mooier...

Slaapwandelen

Harry kwam iets overeind en staarde naar de toverstok. Hij zag in beelden zijn leven aan hem voorbij schieten, en hij voelde dat hij nu vermoord zou worden. Voldemort grinnikte even krankzinnig.
‘Dit is toch geweldig,’ lachte hij. ‘Ik wil je nu al bijna 17 jaar vermoorden, en nu lig je aan mijn voeten, en kan ik je afmaken terwijl de hele school toekijkt. Beter kan niet!’ Hij lachte opnieuw hoog en kil, en Harry voelde zijn maag oplossen.
Voldemort hief zijn toverstok op en vervormde zijn mond. Het kon elk moment gebeurd zijn, elk moment kon hij worden getroffen door de vloek, elk moment kon…
Op dat moment klonk er achter Voldemort een gil van iemand die Harry niet kon zien, een spreuk raakte Voldemort overduidelijk in zijn rug en hij begon te schreeuwen.
Alsof hij van achteren door een speld was geprikt, sprong hij op en rende weg, niet omkijkend. Hij zweette aan alle kanten, en was volledig in paniek. Achter hem gilde Voldemort nog steeds alsof hij in brand stond. Pas toen hij aan de andere kant van de zaal was, een paar meter van Vivianne vandaan, keek hij om.
Voldemort was duidelijk onder invloed van een heel sterke Vleddervleervloek, de vreemde dingen vlogen om zijn lichaam en probeerden hem constant te bijten. Voldemort maaide met zijn armen in de lucht en probeerde de vleervledders weg te jagen, maar er kwamen er alleen maar meer. Uiteindelijk sprong Hermelien op, krijste ‘PARALITIS!’ en richtte haar toverstok op hem. Hij zakte in elkaar en viel op zijn rug.
Ginny stond naast Ron, met opgeheven toverstok. Ze stond een beetje te trillen op haar benen, maar keek heel zelfverzekerd voor zich uit. Met een zwakke glimlach stopte ze haar toverstok weer terug in haar gewaad en liep op Harry af.
Het bleef doodstil terwijl ze voor zijn neus stopte en hem omhelsde.
‘Gaat het?’ vroeg ze haast fluisterend. Harry klopte haar een beetje onbeholpen op haar rug. Wat deed ze, waarom omhelsde ze hem?
Plotseling drong de waarheid weer tot hem door. Vivianne was dood, haar lichaam lag achter hem, en hij stond hier met Ginny te knuffelen. Hij maakte zich voorzichtig los uit haar omhelzing en draaide zich om.
Vivianne had er moeilijk nog mooier bij kunnen liggen. Ze lag op haar rug, met haar ogen gesloten, en haar bruine haar over de grond uitgespreid. Haar ene hand lag langs haar lichaam, en de andere op haar buik, en haar linkerbeen lag onder het rechter gevouwen.
Harry voelde hoe zijn ogen zich vulden met tranen terwijl hij naar haar keek. Hij voelde Ginny’s hand op zijn schouder, die hem bij haar weg probeerde te trekken, maar hij trok zich weer los en viel op zijn knieën voor Vivianne neer.
Haar handen waren koud, haar gezicht was bleek en ze bewoog niet.
Harry kende het effect van de Vloek des Doods, maar hij kon niet geloven dat ze echt dood was, dat ze nooit meer naar hem zou lachen…
De zaal was nog steeds doodstil, net als de leraren die niets hadden gezegd sinds de binnenkomst van Voldemort. Toen stond Louis op en liep om de oppertafel heen. Hij hurkte bij hem neer en mompelde iets in zijn oor.
‘Harry… het spijt me, maar… je zult haar moeten loslaten,’ zei hij. Hij pakte hem bij zijn schouder en probeerde hem bij haar weg te trekken.
‘NEE!’ gilde Harry. Hij trok zich met een vreselijke krachtinspanning uit zijn greep en bukte zich met tranende ogen over Vivianne heen. Woest draaide hij zich om en keek Louis aan.
‘Harry, ik… zo bedoelde ik het niet…’
Maar Harry zei niets. Hij greep Vivianne’s dode hand en probeerde hem weer op te warmen, maar hij bleef koud, hij zou nooit meer warm worden.
‘Je moet begrijpen, Harry, ze is er niet meer…’
Maar Harry negeerde hem opnieuw. Louis moest eens leren dat je berouw moest kunnen hebben, dat je geliefden een waardig afscheid moest geven, en dat was waar Harry nu mee bezig was.
‘Harry, kom mee!’ riep Louis nu haast. Hij pakte Harry opnieuw bij zijn schouder en trok, en nu werd Harry pas echt woedend. Hij draaide zich woest om, liet Vivianne’s hand los en duwde Louis tegen de grond. Louis ogen werden groot en hij staarde hem geschokt aan.
‘Wat wil je doen, Harry? Me om de zeep helpen?’
‘Nee,’ zei Harry trillend. ‘Ik wil dat je me met rust laat. Ik kan zelf wel bepalen wanneer ik afscheid heb genomen!’ En met die woorden liet hij Louis weer los en draaide zich weer om naar Vivianne.
Wat had hij verwacht? Dat ze had bewogen? Dat ze overeind zat en weer naar hem lachte? Dat ze misschien… hij wist niet wat hij had verwacht, maar het was niet uitgekomen. Vivianne was nog steeds dood, ze lag nog steeds roerloos op de grond, met een lijkwit gezicht.
De tranen biggelden over zijn wangen terwijl professor Anderling opstond en iedereen naar bed stuurde. Iedereen trilde nog na na de aanval van Voldemort, maar ze gingen direct allemaal naar bed, een beetje behoedzaam om het lichaam van Voldemort heen stappend.
Een paar leraren overmeesterde Sneep, met een hoop geweld. Uiteindelijk werd hij weggevoerd door professor Stronk en Hagrid, professor Banning liet het bewusteloze lichaam van Voldemort achter hen aan zweven, richting de kerkers.
‘Van hem hebben we geen last meer,’ snoof professor Anderling. Ze was nog steeds lijkbleek, maar leek wat van haar oude strengheid terug te krijgen.
Harry merkte nauwelijks iets van dat alles. Hij boog zich over Vivianne heen en tilde één ooglid op.
Haar ogen waren leeg en koud, zo bodemloos als ze eens waren, zo ondiep waren ze nu. Er welde een vreselijk gevoel op in zijn borst en hij snikte.
‘Potter, we… we laten je wel met rust…’ zei Anderling. ‘Als u hier klaar bent, vertrek dan direct naar de leerlingenkamer van Griffoendor en blijf daar.’
Harry draaide zich naar haar om, terwijl hij Vivianne’s hand bleef vasthouden. Hij knikte.
Net toen hij zich weer wilde omdraaien, voelde hij het.
Er ging een lichte schok door Vivianne’s pink, en Harry liet haar hand geschrokken uit zijn vingers glijden. Pas na een paar seconden realiseerde zich wat hij net had gevoeld, en hij draaide zich met een ruk om.
Vivianne lag nog steeds roerloos op de grond, maar toen Harry haar hand opnieuw pakte, ging er opnieuw een schok door haar hand. Wat was er aan de hand, dit kon niet!
‘Viv?’ vroeg hij zacht en voorzichtig. Vivianne reageerde niet, maar Harry gaf de hoop niet op. ‘Viv?’
Na een halve minuut kwam er een nieuw teken van leven uit haar; ze maakte een zacht hikgeluidje, zo zacht dat alleen iemand met gevoelige oren het kon horen, en Harry had het geluk die te hebben.
Vivianne leek langzaam weer tot leven te komen, heel langzaam, en Harry verbaasde zich er over hoe dat kon. De Avada Kedavra was onomkeerbaar, hoe kon ze dit overleven?
Na een kwartier opende ze haar ogen, en keek ze een beetje verdwaast naar het plafond, alsof ze nog niets zag. Harry voelde de tranen opnieuw prikken in zijn ogen, maar nu van vreugde.
‘Viv?’
Vivianne draaide heel, heel langzaam haar hoofd naar hem om. Zodra ze hem zag maakte ze opnieuw een vreemd, verstikkend hikgeluidje, alsof ze gewurgd werd. Harry duwde zo voorzichtig als mogelijk was zijn arm onder haar hoofd en hielp haar overeind. Zijn binnenste leek het uit te schreeuwen van wanhopige vreugde, alsof hij nog niet kon geloven dat Vivianne niet dood was.
Vivianne hoestte en sloeg in een onverwachte reflex haar arm om Harry’s schouders, zodat ze niet omviel. Ze maakte opnieuw een verdwaast hikgeluidje. Toen ze hem zag rolde er een traan over haar wang.
‘Har-ry,’ zei ze schor, en haar hoofd zakte op zijn schouder. ‘Je bent… er… nog.’
‘Ik ben er nog,’ zei Harry zacht, en hij probeerde haar zo te ondersteunen dat ze wat comfortabeler zat. ‘Jij ook?’
Vivianne hoestte schor. ‘Ik… hoop het,’ zei ze, en ze snikte opeens luid. ‘Harry, ik…’ Verder kwam ze niet, want op dat moment verloor ze haar bewustzijn en zakte op de grond.
Harry drukte een snelle kus op haar voorhoofd, stond op en rende de grote zaal uit, op zoek naar hulp. Op de gang botste hij bijna pardoes tegen professor Anderling op.
‘Kijk uit waar je loopt, Potter,’ vroeg ze een beetje pinnig. ‘Heb je afscheid genomen? Kunnen we juffrouw Aliano wegdragen?’
Harry schudde heftig zijn hoofd.
‘Nee, juist niet! Ze leeft nog, ze moet zo snel mogelijk naar de ziekenzaal!’
Anderling staarde hem aan.
‘Potter, ik weet niet waar je last van hebt, maar dit is absoluut onmogelijk. Mensen die zijn getroffen door de Avada Kedavra kunnen niet opnieuw tot leven worden gewekt, dat is onmogelijk!’
‘Professor, luister nou!’ Harry rende haar achterna. ‘Madame Plijster moet bij haar komen kijken, ze leeft, ik vertel geen geintjes!’
Maar Anderling liep stevig door, en werd na een tijdje vergezeld door vier tovenaars in zwarte gewaden.
‘Zijn jullie er al?’ vroeg ze. ‘Mooi, dan kunnen we gelijk beginnen.’
Harry liep achter haar aan en probeerde haar aandacht te trekken.
‘Wat gaan jullie doen?’
‘Ik wil niet dat je dit ziet, Potter. Ga alstublieft terug naar de toren van Griffoendor.’
‘Wat gaan jullie doen!’ riep Harry die een naar gevoel in zijn onderbuik kreeg.
‘De lijken verwijderen uit de Grote Zaal, Potter. Je hebt afscheid kunnen nemen, ga nu alstublieft naar de leerlingenkamer!’ Professor Anderling zette een felle toon op, maar Harry liet zich niet zo snel afschrikken. Er laaide paniek op in zijn borst, haalde Anderling in en hield haar tegen.
‘Ze is niet dood!’ riep hij met overslaande stem. ‘U moet madame Plijster roepen, professor! Ze is niet dood!’
‘Potter, luister toch eens naar me…’
‘Nee, u luistert naar mij! Madame Plijster moet komen, het is dringend!’
Anderling stopte met lopen en zuchtte. De mannen in zwart liepen door en ze stonden nu alleen in de gang.
‘Potter… ik wil het niet nog een keer zeggen. Juffrouw Aliano is dood, u hebt dat net kunnen constateren. Ik wil dat u naar de toren van Griffoendor gaat en daar blijft. U kunt hier niets meer doen!’ En met die woorden duwde ze hem opzij en liep om hem heen richting de Grote Zaal. Harry keek haar na, met de golvende paniek in zijn hoofd. Wat gingen ze met haar doen, waar brachten ze haar heen?
Pas toen de mannen in het zwart een soort van een brancard uit de Grote Zaal droegen, schrok hij wakker uit zijn mijmeringen. Wat deed hij hier? Hij moest haar helpen, zijn vriendin stond op het punt begraven te worden terwijl ze nog niet eens dood was!
Hij zette een sprint in, zette zijn tanden op elkaar en sprong tegen de brancard aan. De mannen waren zo sterk dat ze de brancard niet lieten vallen, maar ze keken hem wel verontwaardigt aan.
‘We doen alleen maar ons werk,’ zei een donkere tovenaar. ‘Laat ons alstublieft met rust, tenzij u wilt dat we u met hardere middelen uit de weg ruimen.’
Harry gromde voor het eerst die avond. Hij liet zijn tanden zien, sprong opnieuw naar voren als een wild dier en sloeg in een uitbarsting de brancard uit hun handen. Die viel op de grond en Vivianne witte gezicht kwam onder het witte laken tevoorschijn.
‘LUISTER TOCH EENS NAAR ME!’ schreeuwde Harry nu woedend. ‘ZE IS NIET DOOD! DAT PROBEER IK NU AL DE HELE TIJD TE ZEGGEN!’
De tovenaars staarden hem aan alsof hij gek was. De donkere tovenaar stapte naar voren en legde zijn arm op zijn schouder.
‘Sorry, knaap. Dit was zeker je vriendin? Ik kan begrijpen dat je treurt om haar dood, maar je moet mensen leren los te laten, dat moeten we allemaal leren.’
Harry sloeg zijn arm weg. ‘Ik hoef je medelijden niet,’ gromde hij. ‘Ik wil alleen maar dat jullie mijn vriendin met rust laten!’ Hij liep op Vivianne af en tilde haar moeiteloos op. Het weervampier-bestaan had ook voor hem heel wat voordelen. Hij draaide zich om en liep weg, richting de ziekenzaal.

Madame Plijster kon direct constateren dat Vivianne niet dood was, maar bewusteloos was. Erg zeker over haar toestand was ze echter niet, omdat ze zelfs niet reageerde toen ze haar een peperpeppil gaf met een beetje water.
‘Ze moet voorlopig hier blijven,’ zei ze. ‘Ik zal zien wat ik voor haar kan doen, je mag gaan Potter.’
Harry’s woede was weer een beetje bekoeld nadat hij Vivianne naar de ziekenzaal had gebracht, en hij knikte.
‘Mag ik nog even blijven?’ vroeg hij smekend.
‘Sorry, ze moet echt rust hebben, en trouwens, moet jij niet naar bed?’
Harry keek op zijn horloge en zag tot zijn schrik dat het al half tien was. Snel draaide hij zich om en liep de ziekenzaal uit. Vivianne was in goede handen, wist hij, en daarom ging hij met een gerust hart slapen.

[Hermelien]
Hermelien slaakte een geërgerde zucht en verzette haar pion, die bijna direct geslagen door de koningin van Ron.
‘Ha, ik ga weer winnen!’ riep Ron vrolijk. ‘Dat was je laatste pion. De jacht naar je koning is geopend!’
‘Ja ja,’ zei Hermelien verveeld, en ze wuifde onnodig met haar hand. ‘Dat heb ik nu ook al door. Heb je er ooit aan gedacht dat ik ook wel eens wil winnen?’
Rons oren werden rood. ‘Eh… nee,’ zei hij zwakjes. Hermelien grijnsde.
‘Laat maar, Ron. Jij bent hier goed in, ik in andere dingen. Nou, welke kant moet mijn koning op om te kunnen winnen…’
Harry was de vorige avond teruggekomen naar de leerlingenkamer met het nieuws dat Vivianne nog in leven was, en was daarna direct naar bed gegaan. Hermelien kon het wel begrijpen, hij was gemarteld, zijn vriendin was op een haar na vermoord en ze hadden haar bijna willen begraven. Een leukere avond kon je niet hebben…
En de volgende ochtend was hij weer teruggestuurd naar bed omdat het volle maan was, en nu zat Hermelien hier met Ron, terwijl iedereen nog lag te slapen.
‘Ik zou je koning veilig stellen,’ zei Ron geamuseerd. ‘Ik kan hem slaan met mijn loper.’
Hermelien wierp een blik op Rons loper en zag dat hij gelijk had. Snel zette ze haar loper een stapte naar links, zodat hij niet geslagen kon worden. Ron verzette met een grijns zijn toren en sloeg Hermeliens koning.
‘Gewonnen!’
‘Pff.’
Hermelien keek een beetje ongerust naar de ingang van de jongensslaapzalen. Harry begon zich steeds sterker te verzetten tegen het drankje, de laatste keer dat hij het op had had hij helemaal overeind in bed gezeten en aan één stuk door gemompeld, en Ron was hem na een tijdje zo zat geweest dat hij door de kamer had geschreeuwd dat Harry een lozer was die niets anders kon dan hem uit zijn slaap houden. Ze hadden dit nooit aan hem verteld, en dan was misschien wel beter ook.
En Vivianne lag nog steeds op de ziekenzaal en er was geen verandering in haar toestand gekomen. Zij had in de ziekenzaal haar drankje, om het risico dat ze zou bijkomen tijdens de volle maan te verkleinen.
‘Doen we nog een potje?’ vroeg Ron met een grijns. Hij zette zijn schaakstukken terug op het bord. Hermelien slaakte een luide zucht en volgde zijn voorbeeld.
‘En nu wil ik winnen, oké?’ zei ze grijnzend. Ze bukte zich onder de tafel om haar pion te pakken, die met zo’n kracht van het bord was geslingerd dat hij onder de tafel was gerold. Net toen ze hem in haar vingers klemde, klonk er een lage, grommende stem door de leerlingenkamer.
‘Dat is niet eerlijk spelen. Zo gaat het nooit in het gevecht.’
Hermelien kwam zo snel omhoog dat ze haar hoofd aan de onderkant van de tafel stootte. Ze wreef over haar achterhoofd en kwam nu echt boven tafel uit. Ron was doodsbleek geworden.
‘Was jij dat?’ vroeg ze verbijsterd en staarde hem aan. Ron schudde langzaam zijn hoofd.
‘N… nee, dat was… hij.’ Hij wees naar een punt achter haar, en Hermelien draaide zich om.
Harry stond onderaan de trap naar de jongensslaapzalen, in zijn blauw-wit gestreepte pyama. Zijn hand lag op de muur en zijn ogen vlamden.
‘Harry? Wat doe je hier?’ vroeg Hermelien een beetje onzeker. Harry was erg onvoorspelbaar als hij in die toestand was; soms hield hij zich rustig, maar soms was hij echt gevaarlijk.
‘Ik had zin in een wandeling,’ zei Harry haast ijzig kalm. Zijn rode ogen gleden door de kamer, maar hij leek niets te zien. Zijn ademhaling was rustig, en af en toe rekte hij met zijn schouders.
‘Een… een wandeling?’
‘Ja, een wandeling. Ga je mee?’
Hermelien wierp een blik op Ron, die langzaam van nee schudde. Ze draaide zich weer om naar Harry en deed een stap naar voren.
‘Sorry, maar liever niet,’ zei ze, en Ron greep van achteren haar hand beet. Harry hield plotseling zijn hoofd iets schuin en staarde hen aan met zijn rode ogen.
‘Wie is dat?’ vroeg hij met een blik op Ron.
‘Dat is Ron, Harry, je beste vriend.’
Harry keek vreemd. ‘Ik ken geen Ron. Wie is Ron?’
Hermelien keek hem verbijsterd aan. Wat had dit te betekenen? Harry draaide zijn hoofd iets om naar haar, en er verscheen een glimlach op zijn gezicht.
‘Ik ken jou wel,’ zei hij. ‘Jij bent Cho.’
Hermeliens ogen werden groot. Was hij nu helemaal de weg kwijt?
‘W… wat?’
‘Je hoorde me wel. Hallo, Cho.’
Hermeliens mond viel open en ze staarde Harry aan, en vervolgens naar Ron. Die keek haar verbijsterd aan, met een lichte zenuwtrek om zijn mond. Harry deed in ieder geval niets gewelddadigs, dat was al iets, maar wat hij nu deed beviel haar helemaal niets.
‘Wil je mee een wandeling maken?’
‘N… nee.’
‘Waarom niet?’
‘Waarom wel?’
‘Misschien omdat het gezellig is? Ik wilde je sowieso iets vertellen.’
‘Dat kan toch ook hier?’
‘Die jongen is erbij.’
‘Ik heet Ron!’ riep Ron nu boos.
Harry keek hem aan met zijn kille, rode ogen.
‘Goed… Ron. Zou je mij en Cho alleen willen laten?’ Zijn stem was bijna dreigend, en Ron slikte.
‘Ze heet geen Cho, maar Hermelien!’ zei hij trillerig. ‘En jij hebt het twee jaar geleden al met Cho uitgemaakt, je raaskalt!’
Harry fronste zijn wenkbrauwen. ‘Wat bedoel je?’
‘Ik bedoel dat Cho vorig jaar is afgestudeerd van school, ze is er niet meer!’ Ron schreeuwde haast, maar Harry begon te lachen, een harde, griezelig schorre lach.
‘Je bent een mooie, Ron, maar Cho is van mij, en dat zal ik je laten zien ook.’ En met die woorden liep hij op Hermelien af, sloeg zijn armen om haar heen en zoende haar vol op de mond.
Op dat moment besefte Hermelien opeens ten volle waarom Vivianne Harry zo leuk vond; hij kon geweldig zoenen! Bijna vergat ze dat ze dat Ron ook nog naast hen stond, maar op dat moment klonk er een harde schreeuw. Het volgende moment werden Harry’s lippen losgescheurd van die van Hermelien en viel hij op de grond.
‘JIJ BLIJFT VERDOMME VAN MIJN VRIENDIN AF, BEGRIJP JE!’ Ron deed een stap naar voren, maar Hermelien hield hem tegen.
‘Alsjeblieft Ron, niet doen!’ zei ze smekend. ‘Hij weet niet wat hij doet.’
Harry hief zijn hoofd op en keek Ron met vlammende ogen van woede aan. Het volgende moment brulde hij als een poema en hij sprong op Ron af, die te laat reageerde en bezweek onder het plotselinge gewicht van zijn beste vriend.
Hermelien gilde, terwijl Harry en Ron vechtend over de grond rolde. Ron schreeuwde, Harry grauwde, terwijl hij uithaalde en Ron een blauw oog sloeg. Boven in de slaapzalen klonk gestommel en Hermelien wist dat er mensen op het geschreeuw en gebonk af zouden komen. Laat er alsjeblieft een leraar komen, laat er alsjeblieft een leraar komen, alsjeblieft…
Harry stompte Ron in zijn maag, draaide hem op zijn rug en sloot zijn vingers om zijn keel. Ron gorgelde en werd wit, terwijl zijn ogen uit begonnen te puilen. Hermelien rende op hem af en probeerde hem van Ron af te trekken, zonder succes, Harry was te sterk. Hij drukte nog harder op Rons keel, die wild met zijn armen maaide om Harry van zijn af te gooien. Marr het lukte al niet meer, hij was te zwak en Harry was te sterk.
Hermelien kneep haar ogen dicht en drukte zich tegen de muur. Harry ging Ron vermoorden, haar beste vriend ging haar vriendje vermoorden. Een vreselijkere dood kon ze zich niet voorstellen…
Toen klonk een gorgelend geluid dat niet uit Rons keel kwam, maar uit die van Harry. Vervolgens een harde bonk en een hoest van Ron. Hermelien draaide zich om en zag Harry op zijn rug op de grond liggen, met zijn ogen gesloten. Ron kwam zwakjes overeind en vreemd hoestend over zijn keel. Hermelien rende op hem af en omhelsde hem.
‘Gaat het?’ vroeg ze een beetje hees.
‘Ik denk het wel,’ zei Ron zacht. ‘Maar of het met hem goed gaat, ik geloof dat hij van zijn stokje is gegaan.’
Hermelien boog zich over Harry heen en bekeek hem. Vervolgens draaide ze zich langzaam om naar Ron.
‘Hij slaapt…’





_________________
Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark
Profiel bekijkenStuur privébericht
Danlover
7e jaars
7e jaars


Verdiend: 56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...

Danlover is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Dec 25, 2005 15:25 Terug naar boven Sla dit bericht op

Weer een stukje! ik moet van mijn moeder het verhaal deze kerstvakantie afmaken, dus het zal wat sneller gaan! Het volgende hoofdstuk heb ik al voor een groot deel klaar, dus dat kunnen jullie sneller verwachten dan dit hoofdstuk!!
reacties zijn altijd welkom!!


Vermoedens

‘Gaat het?’ vroeg Hermelien een beetje hees.
‘Ik denk het wel,’ zei Ron zacht. ‘Maar of het met hem goed gaat, ik geloof dat hij van zijn stokje is gegaan.’
Hermelien boog zich over Harry heen en bekeek hem. Vervolgens draaide ze zich langzaam om naar Ron.
‘Hij slaapt…’


‘Wat?’ vroeg Ron stomverbaasd. Hij hurkte naast haar neer en bekeek Harry van top tot teen.
‘Precies wat ik zeg, hij slaapt!’ Hermelien veegde haar bruine haar uit haar gezicht. ‘Als een blok!’
Ron bekeek Harry nog iets beter. ‘Wat was dat in vredesnaam…’ Hij wreef onbehagelijk over zijn keel. ‘Hij stond hier opeens, hij dacht dat jij Cho was, hij herkende mij niet eens.’
‘Ik denk…’ zei Hermelien bedenkelijk. ‘Ik weet het niet zeker hoor, maar ik denk… ik denk dat hij zonet slaapwandelde…’
‘Slaapwandelen?’
‘Ja, slaapwandelen. Dan…’
‘Ik weet heus wel wat slaapwandelen is, hoor.’
‘Nou, waarom vraag je het dan?’
‘Waarom zou Harry gaan slaapwandelen?’
Hermelien dacht opnieuw na, en liet haar bonkende hart een beetje kalmeren. Haar beste vriend lag aan haar voeten, nadat hij bijna haar vriendje had gewurgd. Hij was uit zijn doen, en hij slaapwandelde…
‘Ik weet niet…’ besloot ze. ‘Ik denk dat het verzet tegen dat drankje nu zo groot is dat ze ook kunnen gaan rondwandelen. Ik weet het echt niet!’
Ron zuchtte, plofte naast Hermelien neer en keek naar zijn beste vriend.
‘Ik weet niet wat ik hiermee aan moet,’ zuchtte hij. ‘Het wordt nu wel een beetje gevaarlijk, vind je niet?’
Hermelien sloeg een arm om Rons brede schouders heen.
‘Hij is je beste vriend, Ron, en hij was daarnaast ook nog eens goed de weg kwijt. Je moet het hem niet kwalijk nemen!’ Nadat ze dat gezegd had drukte ze een kus op zijn mond, zodat Ron niet kon antwoorden. ‘Hoe gaat het met je oog?’
‘Eh…’ Ron haalde een hand over zijn blauwe oog. ‘Het klopt nogal…’
Hermelien keek hem meelevend aan, en toen draaide ze haar hoofd weer om naar Harry, die nog steeds roerloos op de grond lag.
‘Misschien moeten we hem naar boven brengen,’ zei ze, en Ron snoof. Hermelien zuchtte vermoeid en keek Ron haast bestraffend aan.
‘Oké, oké, jij neemt zijn voeten en ik zijn armen.’ Hij stond op, net als een glunderende Hermelien.

Het bleek een hele tijd te duren voordat ze Harry naar boven hadden gesjord. Hij was zwaar, ondanks dat hij mager en klein was voor zijn leeftijd.
‘Het zit ‘m in de bril!’ pufte Hermelien. ‘Hij heeft nog geen titanium!’
‘Titanium? Was is dat nou weer?’
‘Laat maar zitten. Ik heb het hier al druk genoeg mee.’
Uiteindelijk hadden ze hem boven gekregen. Ron gooide de deur open en sleepte hem naar binnen. Daan zat rechtop in bed en Simon was nergens te bekennen, maar aan een luide bonk te horen, zat hij onder zijn bed, op zoek naar ondergoed.
‘Wow!’ riep Daan, en iets overeind kwam zodat hij hem kon zien. ‘Wat is er met hem?’
Maar Ron gaf geen antwoord. Hij gaf een flinke ruk aan Harry’s armen, zodat hij op zijn bed werd geslingerd en veegde zijn voorhoofd af.
‘Zullen we naar beneden gaan?’ vroeg hij aan Hermelien, die knikte. ‘Ik heb honger.’


[drie dagen later]
Harry knipperde met zijn ogen tegen het felle zonlicht dat de kamer in scheen. Snel sloeg hij zijn handen voor zijn ogen en draaide op zijn zij. Het laatste wat hij nodig had was blind worden.
Met zijn hand op zijn voorhoofd kwam hij overeind; zijn hoofd bonkte, iets waar hij voorheen nooit last van had gehad na de volle maan. Het was alsof hij zich enorm had ingespannen.
Op dat moment ging de deur krakend open en kwam Ron binnen. De huid rond zijn rechteroog was merkwaardig blauw gekleurd en hij keek Harry niet aan. ‘Goedemorgen,’ zei hij alleen stijfjes.
‘Wat heb jij?’ vroeg Harry verbaast, met zijn hand nog steeds tegen zijn hoofd gedrukt. Ron gromde als een leeuw en bukte zich achter zijn bed om iets uit zijn hutkoffer te pakken. Toen hij zich weer ophief draaide hij zich woest om en staarde Harry aan. Hij wees op zijn oog.
‘Vraag jij maar niets!’ schreeuwde hij opeens. ‘Je vond het zeker hartstikke leuk om Hermelien te zoenen en mij vervolgens een blauw oog te slaan, hè?’
‘Ron, wat…’
‘Laat maar, ik hoef je excuses niet te horen!’ brulde Ron, en hij stormde de kamer uit.
Nu had Harry het gevoel dat er echt iets mis was. Hij sloeg de dekens van zijn bed weg, stapte eruit en kleedde zich aan. Waarom deed Ron zo? Er was toch niets ernstigs gebeurd? En wat was dat voor onzin, dat hij Hermelien had gezoend en dat hij Ron een blauw oog had geslagen?
Hij liep langzaam de trap af naar de leerlingenkamer, en daar stond Hermelien op hem te wachten. Ron was nergens te bekennen.
‘Hoi,’ zei ze spontaan, en Harry grijnsde. Dat was het leuke aan Hermelien, ze was vrolijk als het moest, en kon precies aanvoelen wanneer iemand behoefte had aan de vrolijke Hermelien.
‘Waar is Ron?’ vroeg hij, en Hermeliens gezicht betrok een beetje.
‘Beneden,’ zei ze. ‘Hij is een beetje boos op je, denk ik.’
Harry zuchtte. ‘Dat had ik ook al door,’ zei hij. ‘Maar waarom?’
‘Zullen we even bij Vivianne langs gaan,’ zei Hermelien gauw, en ze gebaarde naar het portretgat. Harry had het idee dat ze het er niet over wilde hebben, net als Ron niets wilde uitleggen. Hij liep haar achterna, richting de ziekenzaal. Er stonden gordijnen rond Vivianne’s bed, en er klonken stemmen op vanachter de blauwe stof.
‘Stil blijven liggen, juffrouw Aliano. Ik moet kijken of u het goed maakt.’
‘Ik maak het goed,’ zei Vivianne mopperend. ‘Laat me nou vrij, wil je? Ik wil naar Harry toe!’
‘Ik zei: blijven liggen! Het gebeurt niet iedere dag dat je de Vloek des Doods overleeft.’
‘U hebt Harry toch ook niet zo onder handen genomen toen…’
‘Hij was toen nog maar één jaar oud, juffrouw Aliano…’
‘Dat maakt toch niets uit?’
‘Dat maakt wel degelijk iets uit…’
‘Ja hoor, nu heb ik er genoeg van, doei!’
Er klonk het geluid van lakens die werden weggeslagen en vervolgens de messcherpe stem van madame Plijster.
‘Terug in bed, jongedame! Ik heb nog niet klaar met mijn onderzoek!’
‘En hoe lang moet dat nog gaan duren?’
‘Hoogstens zo’n vijf minuten.’
Het was even stil terwijl Vivianne nadacht. ‘Goed,’ zei ze tenslotte. ‘Zolang kan ik wel wachten.’ Er klonk opnieuw het gekraak van een bed toen Vivianne weer ging liggen.
Na vijf minuten kwam madame Plijster naar buiten en schoof de gordijnen weg, zodat Vivianne naar buiten kon. Toen ze Harry zag staan begon ze te stralen en rende ze op hem af. Het volgende moment viel hij bijna om door het gewicht dat ze plotseling op hem liet vallen door de gigantische knuffel die ze hem gaf.
‘Ook goedemorgen,’ zei hij een beetje gesmoord, een uitspraak die beantwoord werd met een lange kus.
‘Jij-hebt-mij-gered!’ dreunde Vivianne op. Ze grijnsde en gaf hem nog een kus. ‘Dankzij jou lig ik nu niet onder de grond!’
‘Ja ja, ik deed het met plezier,’ zei Harry, en hij liet Vivianne voorzichtig weer los. ‘Zullen we gaan ontbijten? Dan kan jij proberen of jij Ron kunt ompraten. We hebben een beetje ruzie.’
Vivianne keek verbaast. ‘Jij en Ron ruzie? Onmogelijk! Jullie zijn twee handen op één buik!’
‘Ja, dat dacht ik ook op mijn veertiende ook,’ zei Hermelien opeens flauwtjes. ‘Maar toen was jij er nog niet. Ho ho, wat gingen ze tekeer toen, weet je nog, Harry?’
Harry knikte een beetje zwakjes. Ja, hij wist het nog maar al te goed.
‘Zullen we gaan ontbijten?’ doorbrak Hermelien de stilte die was gevallen. Vivianne pakte Harry’s hand en liep achter Hermelien aan de gang op. Onderweg naar de Grote Zaal leek het erop dat ze nooit meer haar mond zou houden.
‘Weet je dat madame Plijster me heeft verteld dat mijn waterkan omlag vanochtend? Ze denkt dat ik die zelf heb omgegooid. Wat een onzin!’ Ze lachte hard en vrolijk, en dat geluid deed vlinders opstijgen in Harry’s maag. ‘Ik bedoel, hoe kan ik in vredesnaam die kan hebben omgegooid? Het kan toch niet zo zijn dat ik heb bewogen of zo, of onbewust mijn arm heb uitgestoken?’
Harry keek Hermelien aan.
‘Eigenlijk is er iets dat ik ook al wil weten,’ zei hij. ‘Hoe kan ik Ron een blauw oog slaan als ik onder invloed was van het aftreksel van Elvenvleugels? En hij zij ook iets over dat ik met jou zoende…’
Er klonk een vreemd gekraak, wat afkomstig was van Vivianne. Ze had haar nek zo snel gedraaid dat ze hem bijna had verdraaid.
‘Wat?’ vroeg ze ongelovig. ‘Jij? Zoenen met Hermelien?’
‘Waarschijnlijk niets ernstigs,’ stelde Harry haar gerust. ‘En trouwens, jij zoende ook met Simon, dus…’
Vivianne leek plotseling op te zwellen.
‘Ja, maar dat was omdat hij me dwong, maar Hermelien zou jou nooit dwingen met haar te zoenen. Vertel me de waarheid!’
‘Die weet ik zelf ook niet!’ Harry hield haar tegen bij haar arm en keek haar aan. ‘Ron zei er iets over, maar hij wilde me niet uitleggen wat hij bedoelde! Hermelien, weet jij…’ Hij draaide zich om naar Hermelien, maar ze was weg. Aan het eind van de gang wapperde er nog net een sliert gewaad om de hoek.
‘Gevlucht,’ zei Vivianne hoofdschuddend. ‘Ik laat het er niet bij zitten. Misschien beginnen we ons echt ernstig te verzetten tegen dat drankje, en moet er iemand gaan ingrijpen…’ Ze keek Harry bezorgd aan en schudde toen haar hoofd. ‘Maar ik weet echt niet…’
Harry brak haar gebrabbel af met een kus. ‘Je moet er niet teveel over nadenken,’ zei hij. ‘We komen het wel te weten… ooit…’ Hij zweeg, pakte haar hand en liep verder naar de Grote Zaal.
Het ontbijt verliep vrij gladjes. Hermelien was naast Ron gaan zitten en dwong hen haast bij hen te komen zitten. Met stroeve tegenzin van Harry gingen ze tegenover Ron zitten en zwegen het hele ontbijt. Tenminste, dat bleef totdat er iets gebeurde dat de hele sfeer tussen de vier omgooide.
Vivianne was bezig met haar vierde krentenbol toen de post kwam. Harry keek omhoog, ook al hoopte hij allang niet meer op een brief. Hedwig had eigenlijk nooit meer een reden een brief te brengen; niemand wist over de bezetting van Voldemort (omdat het vrijwel onmogelijk was een brief te sturen zonder dat deze werd gecontroleerd), hij liep geen duidelijk gevaar en de enige die hem echt regelmatig schreef was nu dood.
‘Hé, Egidius!’ riep Ron opeens, en hij keek naar boven. Onwillekeurig volgde Harry zijn blik en zag inderdaad Egidius, die richting de Griffoendortafel zweefde. Hij zag er gebroken uit en hij plofte met een grote plons in de melkkan voor Ron bord neer. Melk golfde over zijn gewaad en Harry voelde een steek van leedvermaak toen hij naar hem keek.
‘Er komt een tijd dat hij met pensioen moet,’ gromde Ron, en hij trok de doorweekte brief uit Egidius snavel. ‘Van ma.’ Hij scheurde de brief open en begon hem te lezen, tenminste, dat dacht Harry. Rons ogen vlogen zo snel langs de regels dat het net leek of ze stil stonden. Toen hij was uitgelezen, gaf hij de brief aan Hermelien, die hem ook snel doorlas en hem toen aan Harry wilde geven, maar Ron hield haar tegen.
‘Waarom mag hij niet…’
Ron schudde zijn hoofd en trok de brief weer uit haar vingers. Hermelien haalde haar schouders op en concentreerde zich weer op haar ontbijt. Net toen Harry zijn mond open wilde doen om te vragen of er iets ernstigs in de brief stond, klonk er een vreemd kokhalzend geluid en stootte Vivianne in het wilde weg met haar arm tegen zijn elleboog. Hij keek met een ruk om.
Vivianne lag half voorovergebogen op tafel, met haar ogen stijf dichtgeknepen en haar handen krampachtig om haar buik geklemd.
‘Teveel… krentenbollen,’ kermde ze haast onverstaanbaar. Net toen Harry zijn hand wilde opheffen om die op haar rug te leggen, kokhalsde ze opnieuw, sloeg haar hand voor haar mond, sprong op en rende de Grote Zaal uit. Harry staarde haar na, voordat hij zich omdraaide naar Hermelien. Hermelien keek met een vreemde blik van Harry naar de ingang van de Grote Zaal, waar Vivianne net de hoek om was gerend.
‘Harry… is er iets dat je ons nog moet vertellen?’ vroeg ze voorzichtig. Harry keek haar vreemd aan en zocht zij geheugen af. Vervolgens schudde hij langzaam zijn hoofd. Er was niets dat hij nog moest vertellen, tenminste, hij kon er niet zo snel opkomen.
Met een frons keek Hermelien hem aan, en Harry voelde zich nerveus worden. Wat wist Hermelien dat hij niet wist…

owja!!
nog een heeeeeel gelukkig kerstfeest!!!




Profiel bekijkenStuur privébericht
Danlover
7e jaars
7e jaars


Verdiend: 56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...

Danlover is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Dec 25, 2005 16:42 Terug naar boven Sla dit bericht op

Om mijn moeder tevreden te stellen nog een hoofdstuk! Ik had dit hoofdstuk al bijna klaar, en ik tik lekker door, dus...
laat me weten wat jullie ervan vinden!


De expeditie

Vivianne bleek oké. Ze was naar de wc gehold en daar flink overgegeven, maar ze was daarna direct naar de les gegaan en had niet gezeurd. De rest van de dag was helemaal goed verlopen, misschien op Ron na, die nog steeds even afstandelijk deed als die ochtend.
De volgende ochtend aan het ontbijt kreeg Vivianne een brief van een eerstejaars, die weer keihard wegrende zodra hij zijn brief had afgegeven.
Vivianne keek de eerstejaars glimlachend na en scheurde de brief open.
‘Enig idee van wie…’ vroeg Harry met een blik op het vel perkament dat ze eruit haalde.
‘Van Louis,’ zei Vivianne met een glimlach. Haar blik vloog over de regels en bij elk woord knepen haar ogen zich samen. ‘Hij wil dat we hem komen opzoeken, nu.’
‘Maar we hebben les! Hij zou nooit willen dat…’
‘Maakt niet uit, dit is belangrijk!’ onderbrak Vivianne hem. Ze stond op, vouwde de brief twee keer en stopte hem in de zak van haar gewaad. ‘Hij zegt nu, dus dan is het nu.’
Harry stond snel op en liep achter haar de Grote Zaal uit. In de gang kwamen ze Ron en Hermelien tegen, die hen verbaast nastaarden. Harry wierp hen een ik-weet-ook-niet-wat-er-aan-de-hand-is-blik toe en liep weer verder.
Ze liepen naar de vijfde verdieping, naar het lokaal Verweer tegen de Zwarte Kunsten, dat langzaam volliep met een groep derdejaars, die hen verbaast aanstaarden. Louis stond voor de klas en keek hen glimlachend aan.
‘Ga maar even zitten, ik kom zo bij jullie,’ fluisterde hij naar hen. Ze gingen op twee stoelen vlak naast het bord zitten en staarden naar Louis’ rug.
‘Vandaag gaan we verder met de Boeman. Pak allemaal jullie boek en vat hoofdstuk 5 kort samen. Ik ben eventjes weg en ik wil dat het hier stil blijft!’ Hij draaide zich om en wenkte Harry en Vivianne hem te volgen. Toen ze op de gang waren begon hij te fluisteren.
‘Ik heb nieuwe informatie over het Amulet. Ik kan het zelf niet oplossen, maar ik weet een plek waar dat wel kan! Kom mee, dan leg ik het uit.’ Hij ging hen voor naar zijn kantoortje, waar hij hen een beker boterbier aanbood, dat Harry beleefd afsloeg. Hij had net zijn ontbijt achter zijn kiezen. Louis ging zitten, pakte een rol perkament van de tafel, rolde het uit en begon met zijn verhaal.
‘Er bestaat een legende die verteld dat diep in het woud van de Sterrenwacht een groep vampiers leeft die antwoord zouden hebben op elke vraag. Als dat waar is, dan zouden ze antwoord moeten weten op jullie vraag. Ze zouden het geheim van het Amulet kunnen oplossen, aangezien zij nog steeds de oude taal der vampiers spreken. Jullie gaan op expeditie naar het woud van de Sterrenwacht en vinden de vampiers, die zullen jullie verder kunnen helpen.’ Hij keek hen aan en wees naar een plek op het perkament. ‘Dit is het woud van de Sterrenwacht. Het schijnt nog duisterder en gevaarlijker te zijn dan het verboden bos, met nog engere wezens en nog dodelijkere spreuken dan hier. Wees op je hoede, het kan jullie dood betekenen.’
Vivianne en Harry keken elkaar aan.
‘Moeten we nu gelijk vertrekken?’ vroeg Vivianne een beetje onzeker. Louis sloeg zijn ogen ten hemel en sloeg zichzelf voor zijn voorhoofd.
‘Natuurlijk, dom wicht. Denk je eens in, Voldemort heeft de school overgenomen, er heerst gevaar in elke hoek. Natuurlijk moeten jullie direct gaan!’
Vivianne keek hem kwaad aan en stond op. ‘Nou, goed dan, Louis, wij pakken onze spullen en verdwijnen, precies zoals u wilt! Kom Harry!’ Ze liep de kamer uit en verdween om de hoek. Harry stond op en rende achter haar aan.
Die ochtend waren ze bezig met het inpakken van een volle rugzak. Ze hadden van alles nodig, slaapzak, proviand, schone kleren, toilettas… Harry kon nog honderden dingen bedenken om mee te nemen, maar toen hij tenslotte zijn onzichtbaarheidsmantel en de sluipwegwijzer in zijn rugzak propte was hij toch echt vol. Hij hees de inmiddels loodzware tas op zijn rug en liep de trap af, maar Vivianne al op hem stond te wachten. Ze droeg een spijkbroek en een wijde trui, en had een iets kleinere tas bij zich dan Harry.
‘Wat heb jij er allemaal inzitten?’ vroeg ze met open mond terwijl ze naar zijn rugzak staarde.
‘O, wat hoognodige dingen,’ zei Harry ontwijkend. ‘Zullen we gaan?’
Vivianne knikte, hees haar rugzak nog iets hoger en liep voor hem uit naar het portretgat.
Iedereen die nog op de gang liep keek hen verbaast aan, en Harry kon goed begrijpen waarom. Het gebeurde immers niet iedere dag dat er iemand niet naar zijn lessen ging, om in plaats daarvan met een volgeladen rugzak erop uit te gaan. Louis wachtte hen bij de deur op.
‘Zijn jullie klaar?’ vroeg hij met een vreemde glimlach, en Harry en Vivianne knikten. ‘Mooi, veel succes dan.’ Hij deed de deuren open en het zonlicht van de vroege ochtend scheen naar binnen.
‘Professor?’ vroeg Vivianne, en Harry keek haar vreemd aan. Sinds wanneer noemden ze Louis “professor”? ‘Waar moeten we precies heen?’
‘Dat had ik toch verteld?’ zei Louis opeens ruw, alsof hij wilde dat ze zo snel mogelijk weggingen. ‘Naar het woud van de Sterrenwacht!’
‘Maar waar ligt dat?’
Louis keek verwilderd door de deuren naar buiten. ‘Eh… daar ergens. Of daar… ik weet het eigenlijk niet!’
‘Waarom stuurt u ons er dan op uit als u niet eens weet waar we heen moeten?’ vroeg Vivianne opeens kwaad. Louis keek haar met vlammende ogen aan, zwaaide met zij toverstok en de hal loste op.
Harry viel door een donkere tunnel en knalde keihard met zijn hoofd tegen een gemeen scherpe, puntige rots. Hij hees zich met veel moeite overeind en keek om zich heen.
Waar was hij in vredesnaam beland? Hij stond in een ruig landschap, waar de zon inmiddels al onder was en de sterren aan de hemel blonken. In de verte zag hij de contouren van een massa bomen, waaruit om de zoveel tijd een harde dreun klonk waardoor de grond begon te trillen. Naast zich klonk een zacht gekreun en hij keek om zich heen.
‘Mijn hoofd,’ mompelde Vivianne met een klein stemmetje. Ze krabbelde overeind en greep Harry’s arm om niet om te vallen. ‘Waar zijn we in vredesnaam?’
Harry schudde zijn hoofd en keek opnieuw naar de bomen in de verte.
‘Die zak van een Louis!’ schold Vivianne plotseling. ‘Hij heeft ons bedrogen, dat had ik door zodra hij begon over “veel succes”. Hij is nooit van plan geweest om ons te helpen met Voldemort, al sinds de moord op Perkamentus biedt hij hem zijn diensten aan!’
Harry keek haar geschokt aan. Louis was in zijn ogen een bondgenoot van hem, een vampier die hen leerde hoe ze zich moesten beschermen tegen de volle maan, niets meer, niets minder. Nooit had hij Louis gezien als vijand, maar nu moest hij dat anders gaan zien. Louis had ze hier naartoe gebracht, zonder dat ze wisten waar ze zaten, wat ze moesten doen en waar ze moesten zijn. Langzaam maar zeker zag Harry de waarheid. Louis had hen weggelokt van Zweinstein zodat de enige die Voldemort kon verslaan weg was, en hij de school zonder enige tegenstand kon vernietigen.
‘We moeten terug naar Zweinstein,’ gromde hij, en hij wou een stap vooruit doen, maar Vivianne hield hem tegen.
‘Doe niet dom, Harry!’ siste ze. ‘Het hier avond, op Zweinstein is het nu ochtend. We zitten waarschijnlijk ergens aan de andere kant van de wereld, en we hebben geen idee waar we zijn of hoe we terug moeten komen!’
Harry zuchtte en plofte op een steen neer. Vivianne plofte naast hem neer en sloeg een arm om hem heen.
‘Ik denk dat we daar naartoe moeten,’ zei ze, en wees op de bomen. ‘We kunnen daar eventueel overnachten, en dan zijn we in ieder geval hier weg.’ Ze stond op, hees overeind en gaf hem een zoen. ‘Moed houden, Harry. We vinden wel een manier om terug te komen.’

En zo begonnen ze aan de expeditie. Ze bereikten na een uur het bos, waar ze hun slaapzakken uitpakten en gingen liggen. Maar aangezien het op Zweinstein nog maar net middag was kon Harry niet in slaap komen, net als Vivianne. Al na een halfuur pakten ze hun spullen weer in en gingen weer verder.
Het bleek een prachtig bos, met veel ruimte tussen de bomen en hier en daar een rivier, maar toen de zon opkwam, en het felle ochtendlicht tussen de bomen doorscheen, merkten ze pas de echte schoonheid van het woud op. De mooie grote net als kleine bomen, kabbelende beekjes, zo af en toe een stromend beekje, de diertjes die heen en weer over hun blikveld renden, het geluid van leven, dat alles bij elkaar was adembenemend. Harry genoot van de wandeling, net als Vivianne. Maar zo rond de middag begon de vermoeidheid parten te spelen.
‘Net een jetlag,’ zei Harry geeuwend. ‘Het is middag en toch wil ik slapen, wat jij?’
Vivianne knikte met haar ogen samengeknepen. Plotseling letten ze niet meer op de schoonheid van het woud, en zochten ze alleen nog maar een flink stuk mos om op te kunnen slapen.
‘Is dat misschien iets?’ vroeg Vivianne opeens wijzend. Harry volgde haar vinger en zag een klein meer met een waterval, waarvan de oever bedekt was met mos en planten. Hij knikte vermoeid, liep er naartoe en begon zijn tas uit te pakken.
‘Lukt het wel?’ vroeg Vivianne opeens, toen hij met veel moeite in zijn slaapzak probeerde te kruipen.
‘Hoezo?’
‘Ik denk dat je hem eerst even uit moet rollen.’
Harry keek naar zijn slaapzak en barstte in lachen uit. Hij had geprobeerd erin te kruipen terwijl het ding nog opgerold op het mos lag. Snel rolde hij hem uit, ritste hem open en kroop erin. Bijna onmiddellijk viel hij in slaap.

Hij werd wakker van een plons, en een guts water die in zijn gezicht spatte. Hij wreef het water uit zijn ogen ging overeind zitten en keek verwilderd om zich heen.
De middagzon scheen in zijn ogen. Het was middag en de vogels floten als gekken om boven elkaar uit te komen. Harry voelde zich heerlijk uitgerust en had helemaal niet het gevoel dat er iets mis was.
‘Oh, sorry!’ gilde iemand naar hem. ‘Heb ik je wakker gemaakt?’
Harry opende zijn ogen en haalde een hand door zijn haar, om het weer in model te krijgen.
‘Wat ben je aan het doen en waarom moet je me daarvoor zo nat maken!’ riep hij en hij zocht naar Vivianne.
‘Zelfs als je op reis bent mag je toch wel een keer een bad nemen?’
Harry voelde dat hij knalrood werd en hij wendde gauw zijn gezicht af. Er klonk opnieuw een plons en hij kreeg opnieuw een golf water over zich heen.
‘Hee, hou daar eens mee op!’ riep Harry kwaad. Zonder erbij na te denken scheurde hij zijn blik los en keek naar de rivier.
Het was minder erg dan hij op het eerste moment dacht. Alleen haar hoofd was te zien, en een klein stukje van haar schouders. Ze keek hem grijnzend aan en duwde opnieuw een golf water in zijn richting, maar dit keer was Harry er op voorbereid. Hij dook opzij en voelde hoe het water over hem heen vloog en de plantjes achter hem van water voorzag.
‘Mis!’ riep hij op plagerige toon, maar Vivianne reageerde snel. Ze dook onder water, zwom naar hem toe en duwde een vierde golf water, de grootste tot nu toe in zijn gezicht.
‘Raak!’ riep ze net zo plagerig terug. Ze legde haar koude handen tegen zijn wangen aan en giechelde. ‘Ogen dicht, ik kom eruit!’
Dat hoefde ze geen twee keer te zeggen. Harry kneep zijn ogen stijf dicht en wierp zich tegen de grond. Hij hoorde voetstappen naast zich, wat geworstel met kleren en even later: ‘Ja, klaar!’
Harry deed zijn ogen weer open en kroop uit zijn slaapzak, die hij gelijk weer oprolde. Vivianne haalde een pan uit haar rugzak en maakte een vuurtje.
‘Wat ga je doen?’
‘Ontbijt maken. Ik hoop dat je honger hebt.’
‘Nee, het is middag!’
‘We hebben anderhalve dag geslapen, natuurlijk heb je honger.’
Harry keek haar peinzend aan.
‘Doe maar anders,’ zei hij uiteindelijk. ‘Ik lust wel wat.’
Vivianne glimlachte en ging aan de slag met potten en pannen. Harry kroop uit zijn slaapzak en rolde hem direct op.
‘En wat ga jij doen?’ vroeg Vivianne toen ze zag wat hij deed.
‘Mijn slaapzak oprollen. We gaan zo weer weg!’
Vivianne keek een beetje teleurgesteld. ‘Ik vind het hier net zo fijn,’ zei ze. ‘Kunnen we niet nog een nachtje blijven?’
‘Hoor eens,’ begon Harry streng. ‘We zitten aan de andere kant van de wereld. Zweinstein is onbeschermd, Voldemort kan zomaar toeslaan! We moeten zo snel mogelijk terug!’
Vivianne zuchtte en knikte. ‘Goed… als dat zo belangrijk voor je is…’ Ze draaide zich weer om naar haar pan en zadelde Harry op met een afschuwelijk schuldgevoel. Zuchtend draaide hij zich om en rolde zijn slaapzak verder op.
‘Hier, je ontbijt,’ zei Vivianne nogal koeltjes. Ze reikte Harry een bord aan, dat Harry net zo koel van haar aanpakte. Het bleef even stil.
‘Harry?’
‘Ja?’
‘Test test, ben je echt boos op me?’
‘Ben jij boos op mij?’
‘Nee.’
Het bleef weer stil.
‘Test test.’ Vivianne giechelde. ‘Hebben wij echt ruzie?’
‘Laten we hopen van niet,’ zei Harry droog. Vivianne giechelde opnieuw. Plotseling voelde Harry een harde duw in zijn rug, waardoor hij zijn evenwicht verloor en opzij viel. Vivianne draaide hem met zijn gezicht naar boven en drukte haar lippen op de zijne.
Harry en Vivianne rolden lachend en stoeiend over de grond. Harry had dat stoeien gemist, zo lang hadden ze dat niet gedaan.
‘Hou op! Daar kan ik niet tegen!’ Vivianne hapte naar adem terwijl ze weerstand probeerde te bieden tegen Harry’s befaamde kieteldood.
‘Nooit!’ riep Harry lachend terug, en hij probeerde Vivianne’s bruine haar, dat constant in zijn gezicht wapperde, weg te schudden.
Toen Vivianne zich na een tijdje had los geworsteld uit zijn grip, drukte ze zijn schouders tegen de grond en drukte opnieuw haar lippen op de zijne, in een kus die Harry enthousiast beantwoorde.
Ze waren net een paar minuten bezig toen…
‘Ahum…’




Profiel bekijkenStuur privébericht
Danlover
7e jaars
7e jaars


Verdiend: 56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...

Danlover is offline. 
BerichtGeplaatst: Di Dec 27, 2005 15:22 Terug naar boven Sla dit bericht op

op het vorige stuk heb ik maar 1 reactie gekregen Crying or Very sad
het verhaal is bijna afgelopen, na dit hoofdstuk hoef ik er nog maar 5, en ik tik door want het verhaal MOET van mijn ouders deze vakantie af Crying or Very sad
ik huil wat af Razz maar het is nog niet afgelopen hoor!

De bewoners van het woud

Vivianne rolde van Harry af en belandde op haar rug naast hem. Beiden keken ze angstig naar de groep gedaantes die voor hen stonden. De meeste stonden in de schaduw, maar de voorste, en naar Harry’s mening ook de meest angstaanjagende, stond in het licht. Vivianne snakte naar adem en greep Harry’s arm nogal pijnlijk beet.
De man was kaal, op een paar plukjes zwart haar na, en hij droeg een bloedrode mantel, die zijn hele lichaam bedekte. Hij was bleek, lijkwit zelfs, en had dikke, grijze wallen onder zijn bloeddoorlopen ogen. Zijn mond, die meer op een dun streepje leek, was net zo rood als zijn mantel, en zijn neus zag eruit alsof hij minstens tien keer gebroken was. Toen zijn mond iets open ging, zagen ze zijn hoektanden, die lang en spits waren en iets over zijn onderlip uitpuilden. Het waren de vampiers van de legende, ze hadden ze gevonden!
‘Indringers,’ zei de voorste man met een galmende, kille stem. ‘Wat doen jullie hier?’
Vivianne leek te geschokt om te antwoorden. Ze hield Harry’s arm nog steeds vast en staarde met een lijkwit gezicht naar de vampier. Die deed een stap naar voren en liet zijn blik over de spullen gaan die om hen heen verspreid lagen.
‘Ik vraag opnieuw,’ zei hij. ‘Wat doen jullie hier?’
Harry ging iets overeind zitten, en de vampier keek hem doordringend aan.
‘Wij… zijn op missie,’ was het enige zinnige dat hij kon bedenken. Zijn hart roffelde als een gek toen de ogen van de vampier versmalden.
‘Op missie?’ vroeg hij. ‘Waarnaar?’
Harry stootte Vivianne zacht aan, die een zacht kreetje slaakte. ‘Het Amulet,’ siste hij. ‘Laat hem het Amulet zien!’
Maar Vivianne schudde hysterisch haar hoofd, nog steeds trillend en lijkbleek.
‘Nou?’ vroeg de vampier ongeduldig. Hij gebaarde met zijn hand en er kwamen enkele andere vampiers uit de schaduw. Ze waren allemaal even bleek als hun leider, maar lang niet zo angstaanjagend. Ze hadden allemaal een vreemd, bruin uniform aan en zwaarden in hun hand.
Die aanblik leek Vivianne’s tong los te maken. Ze krabbelde overeind tot ze op haar voeten stond en trok het Amulet uit haar trui.
‘We zijn gestuurd,’ zei ze hees. ‘Door Louis Devon. Hij zei dat U ons hiermee verder kon helpen. Doe ons alstublieft niets!’ Ze hield de glinsterende hanger voor zich uit gestrekt en kneep haar ogen dicht.
De vampiers maakten een onbehagelijke beweging, en deden grommend een stap naar achteren.
‘Zei jij daar Louis Devon?’ vroeg de leidervampier, en hij deed juist een pas naar voren. ‘Louis Devon?’
Vivianne opende haar ogen en staarde de vampier aan. Langzaam en trillend knikte ze. De vampier brulde van woede en Vivianne liet zich met een gil weer terugzakken op de grond. De rest van de vampiers staarden hun leider behoedzaam aan en spanden hun zwaarden.
‘Louis Devon is een verrader!’ schreeuwde de vampier. ‘We hebben hem uit onze groep verbannen. Hij is onbetrouwbaar en achterbaks! Hij is het niet waard om voor te leven!’ Hij gromde en keek Harry en Vivianne aan. ‘Wie zijn jullie, waar komen jullie vandaan en hoe zijn jullie in contact gekomen met Devon?’ Hij legde een soort schreeuwende nadruk op het laatste woord.
‘Wij zijn Harry Potter en Vivianne Aliano,’ begon Vivianne opnieuw. ‘We komen van Zweinstein, een school voor magie, waar Louis ook lesgeeft. Hij zei dat we het antwoord op dit Amulet bij U konden vinden, en hij toverde ons hierheen. Maar wij weten nu ook dat hij niet te vertrouwen is,’ zei ze er snel achteraan, toen de vampier zijn dunne mond opendeed. ‘Wij hebben er niet om gevraagd hier te zijn. Hij heeft ons min of meer… gedwongen… ja, zo zou je het kunnen zeggen…’ besloot ze zwakjes.
De vampier keek haar doordringend aan en ze slikte.
‘Hoe oud zijn jullie?’ vroeg hij, en Vivianne ontspande iets.
‘Allebei 17,’ zei ze. ‘In de zomer worden we 18.’
‘En dat Amulet… mag ik dat eens zien?’
Vivianne raapte het Amulet, dat ze had laten vallen, weer op en strekte haar arm uit richting de vampier. Die nam het van haar over en bekeek het.
‘Het befaamde Amulet van Sorcière,’ zei hij na een tijdje glimlachend. ‘Het krachtigste Amulet dat er bestaat. Waar hebben jullie het vandaan?’
‘Nou, mijn moeder is koningin van de Nimfendimensie, en…’ Maar meer hoefde ze niet te zeggen. De vampiers, inclusief de leider, snakten naar adem en, tot Harry’s stomme verbazing, bogen diep voor haar.
‘Prinses van de Nimfendimensie,’ zei de leidervampier kruiperig. ‘Het spijt me dat we U zo hebben behandeld, we hadden beter moeten weten, het spijt me…’
‘O…’ Vivianne werd knalrood en schuifelde met haar voeten. ‘Zo erg is het niet hoor…’
Plotseling hief de vampier zijn hoofd op en keek Harry aan, maar toen dwaalde zijn blik naar zijn voorhoofd.
‘En de beroemde Harry Potter… Het spijt me dat we U zo behandeld hebben, kunt U het ons vergeven?’
Harry staarde verbluft naar de vampier, en iedereen achter hem, die opnieuw hun hoofd bogen tot een diepe buiging. Toen ze weer opstond, borgen ze hun zwaarden op en glimlachten, waardoor de sfeer meteen veranderde.
‘Mogen wij U begeleiden naar onze woonplaatsen?’ vroeg de leidervampier met een knikte van zijn hoofd. Harry en Vivianne stemden toe en werden haast hoffelijk door de vampiers begeleid naar een soort kamp met grote, houten huizen op palen.
‘Voor beren,’ legde een vampier die achter hen liep uit. ’s Avonds willen ze nog wel eens aanvallen en dan moeten ze ons niet te pakken krijgen natuurlijk!’
Het dorp zag er vreselijk ingenieus uit. Alle huizen waren bijna volledig van hout, behalve het huis van de leidervampier, dat van steen was. Het huis was te bereiken via een geheime gang in de boomstam waar die op gebouwd was, en een trap die dan naar boven ging. Boven stonden allemaal vrouwen naar hun kampgenoten te zwaaien.
‘Zeg,’ vroeg hij aan een vampier die achter hen liep. ‘Het is nu toch dag? Hoe kunnen jullie dan zomaar rondlopen?’
De vampier lachte zwakjes. ‘Dat kunnen we niet,’ zei hij. ‘We zijn door jullie gegil gewekt uit onze slaap, en ik barst van de koppijn,’ voegde hij eraan toe. Harry probeerde de steken in zijn hoofd te negeren en keek weer voor zich uit. Het groepje stopte in het midden van het kamp en de leidervampier wendde zich tot hen.
‘Onze gasten mogen bij mij in de hut slapen,’ zei hij, en hij wees gastvrij naar de brede boomstam die de stenen hut boven de grond tilde. Vervolgens nam hij hen mee naar boven, de hut in.
Het was een ruime hut, vrijwel helemaal verduisterd. Achterin kon Harry nog net een tweepersoonsbed onderscheiden, en tegen de muren allemaal kastjes en andere dingen. In het midden stond een grote tafel.
‘Ik hoop dat jullie moe zijn,’ fluisterde de vampier, maar Vivianne schudde haar hoofd.
‘Sorry, meneer. We zijn net wakker. We waren bezig met ons ontbijt toen U ons overviel!’
De vampier snoof. ‘Dat is vreemd. Ik ruik toch echt een soort vampierlucht aan jullie, hoe kunnen jullie dan tegen daglicht?’
‘Wij zijn weervampieren,’ legde Vivianne uit, en Harry knikte. ‘Wij veranderen maar eens per maand in echte vampieren, en we kunnen beter tegen daglicht dan jullie.’
‘Dat verklaart een hoop,’ fluisterde de vampier. ‘Ik dacht even dat jullie toch gewoon mensen waren, want dan…’ Hij zweeg. ‘Laat ik me even voorstellen,’ ei hij. ‘Ik heet Lester Dracor. Ik ben de leider van dit hele zootje hier. Noem me maar gewoon Lester. Eens kijken.’ Hij speurde de kamer rond. ‘Kunnen jullie tegen normale houten grond?’
Harry haalde zijn toverstok tevoorschijn, en Lester staarde ernaar.
‘Wat wilde je daarmee doen?’
Harry zwaaide luchtig met zijn toverstok en keek Lester aan.
‘Ik hou niet van de houten vloer,’ zei hij. Hij zwaaide met zijn toverstok richting een melkkan die in de hoek stond en mompelde iets. Met een zacht, ruisend geluid transformeerde de kan in een groot matras.
‘Ja, goed,’ zei Lester een beetje knorrig. ‘Zolang ik die kan maar wel terugkrijg, het is mijn lievelingskan.’
Harry grijnsde. Hij stak zijn toverstok in de zak van zijn jas en probeerde zijn haar glad te krijgen. Op de een of andere vreemde reden voelde hij zich vreselijk op zijn gemak bij Lester, alsof het een soort ver familielid was. Lester grijnsde terug en boog zich naar hen toe.
‘Ik ga wel slapen, als jullie dat niet willen is dat niet erg. Maar wees wel stil, mijn vrouw slaapt wel, net als ik.’ Hij knipoogde en draaide zich om. Al na een paar seconden nadat hij in bed was gekropen klonk zijn harde gesnurk door de ruimte.
Harry en Vivianne keken elkaar aan. In de grote ruimte werd Harry haast vanzelf moe, en hij gaapte. Vivianne giechelde zachtjes en drukte een kus op zijn mond. Vervolgens bukte ze zich en testte het matras.
‘Zacht,’ fluisterde ze. ‘Ik kan me niet voorstellen dat jij nooit het hoogste cijfer voor transfiguratie hebt gekregen!’
‘Ach,’ zei Harry bescheiden, maar hij bloosde. Gelukkig was het donker en kon niemand het zien.
Vivianne zakte op haar knieën en liet haar hoofd bedachtzaam op het matras zakken. Vervolgens kwam ze weer overeind en keek Harry aan.
‘Vind je dit niet vreemd?’ fluisterde ze. Harry hurkte naast haar neer en keek haar vreemd aan.
‘Wat vind ik vreemd?’
‘Nou… waarom zitten wij hier in de hut van de leidervampier en zijn niet bang?’
‘Je hebt hem toch gehoord? We zijn zijn gasten, en je hebt Louis toch gehoord tijdens onze eerste verweerles? Vampiers doen nooit soortgenoten kwaad, ook geen halfvampieren of weervampieren, zoals wij.’
Vivianne ademde langzaam uit, en aan haar ademhaling hoorde Harry dat ze overtuigd was.
‘Je hebt gelijk,’ zei ze. ‘Kom, ik krijg opeens slaap…’ Ze strekte zich uit op het matras en haar ogen gleden dicht.
Na een tijdje ging Harry naast haar liggen, en hij voelde zichzelf vrijwel direct in slaap sukkelen…

De volgende nacht, toen de zon onder was en de vampiers wakker werden, riep Lester Harry en Vivianne bij zich. Hij vroeg het Amulet, om het te onderzoeken. Vivianne gaf het hem zonder tegenstribbelen. Hij bekeek het lang, met een diepe frons in zijn voorhoofd.
‘En waarom zijn julie hier ook alweer precies heen gestuurd?’ vroeg hij.
‘Louis zei dat U deze taal kon ontcijferen,’ zei Vivianne, terwijl ze haar wijsvinger langs de tekens op het Amulet liet glijden. Lester snoof bij het horen van de naam Louis, maar keek toch geïnteresseerd naar de tekens.
‘Interessant,’ zei hij langzaam, en keek toen naar hen op. ‘Ja, ik kan het vertalen, nu direct als je wilt.’
Vivianne knikte heftig van ja. Lester boog zich grijnzend over het Amulet en begon de tekens te vertalen.
Het duurde zeker een kwartier voordat hij met de vertaling op de proppen kwam, en Harry en Vivianne werden een beetje ongeduldig. Ze waren het niet gewend om in het donker te leven, en hoewel ze al een paar uur hadden geslapen, ontsnapte er na een tijdje alweer een gigantische gaap uit zijn mond. Lester zag het en glimlachte.
‘Vertalen duurt lang, hoor,’ zei hij. ‘Maar ik heb het bijna, nog even geduld en ik weet het.’
Vivianne knikte nogal suf en zakte onderuit op het matras waar ze de dag daarvoor op hadden liggen slapen. Lester boog zich weer over het Amulet en begon weer in zichzelf te mompelen.
Na vijf minuten sloeg hij op zijn knie om Harry en Vivianne uit hun trance te laten ontwaken. Die zaten bijna direct rechtovereind en keken hem verwachtingsvol aan.
‘Dit is echt vreselijk interessant,’ zei Lester met een onbedwingbare glimlach op zijn gezicht, die zich zo ver uitstrekte dat zijn hoektanden over zijn lippen heen puilden. ‘Hier staat dat de kracht die in dit Amulet verborgen is door slechts één iemand op de hele wereld de kracht kan bezitten, de zogenaamde Uitverkorene.’ Hij keek hen aan. Vivianne was de eerste die haar mond open deed.
‘Maar… staat er ook bij wie dat is?’ Ze keek Lester vragend aan, die zich over het Amulet boog en de tekens opnieuw bestudeerde. Langzaam schudde hij zijn hoofd.
‘Helaas, dat is niet te vinden. Maar ik weet wel dat die Uitverkorene degene is die jullie zoeken, hebben jullie enig idee wie het is?’
Vivianne keek Lester vreemd aan. ‘Anders had ik dat daarnet toch niet gevraagd?’ zei ze nogal wijsneuzerig, en Lester begon te lachen.
‘Je bent een bijdehante jongedame, en je hebt nog gelijk ook. Nee, dit is het enige wat hier nog staat. Het Amulet zal zijn kracht alleen tonen aan degene voor wie die kracht bestemt is, dan zal de kracht van IJsvlam pas uit zijn schulp komen. Maar dat is het enige wat hier nog staat. Ik hoop dat jullie er wat mee kunnen?’
Vivianne keek Harry aan. ‘Ik denk het wel,’ zei ze. ‘Maar dan moeten we nu toch echt weer terug naar school, want Harry wil terug.’
Harry zuchtte en keek Vivianne geërgerd aan. ‘Ik heb je toch uitgelegd waarom?’
‘Ja ja,’ zei Vivianne verveeld. ‘Voldemort, school onbeschermd, de enige persoon die de school kan redden zit aan de andere kant van de wereld…’
Harry gromde. Het schuldgevoel in zijn maag groeide, en hij probeerde het te negeren. Het feit bleef dat ze gelijk had. Voldemort stond op het punt de school over te nemen, nu Perkamentus dood was en Harry naar de andere kant van de wereld was getoverd door iemand die Voldemort al scheen te dienen sinds de dood van Perkamentus. Toen Harry dat op een rijtje zette, wist hij plotseling zeker dat het al gebeurd was, en dat Harry misschien de enige was die hem tegen kon houden… En aan de blik van Vivianne te zien had ze dat ook net beseft.
‘Moeten jullie echt weg?’ vroeg Lester een beetje teleurgesteld. In zijn kille ogen was te zien dat hij liever had dat ze nog een paar dagen bleven, maar Vivianne schudde haar hoofd.
‘Sorry, Lester, maar we moeten echt weg. Ik heb zonet beseft dat… dat Harry wel eens gelijk kon hebben, en… Nou het komt erop neer dat we echt weg moeten.’ Ze boog haar hoofd.
Lester stond op. ‘Nou… dan is het misschien beter als jullie gelijk gaan. We kunnen jullie helpen met vervoer, aangezien het nog wel even lopen is richting Zweinstein, en ik weet waar het is.’
‘O ja?’ vroeg Harry verrast. ‘Hoe dan?’
Lester begon te lachen. ‘Omdat we hier in Engeland zitten!’ lachte hij. ‘Jullie zijn genept door Louis. Jullie waren gewoon heel lang onderweg, zodat het hier nacht was.Zweinstein ligt hier 2 week reizen vandaan! En we kunnen jullie helpen, en er één week van maken.’
Harry liet een zucht ontsnappen. ‘We zitten in Engeland,’ mompelde hij vermoeid. ‘Waarom hebben we dat niet eerder beseft…’
‘Konden we niet,’ stelde Vivianne hem gerust. ‘Maak je niet dik. We zijn in een week weer thuis.’
Lester liep langzaam naar de deur en deed die open. ‘Kom,’ zei hij. ‘We brengen jullie thuis.’ En met die woorden liep hij zijn hut uit, terwijl Harry en Vivianne hem volgen.

Onderweg naar een bepaald deel in het bos, legde Lester hen het één en ander uit.
‘Kijk, vampiers hebben zo hun contactpunten over de hele wereld,’ zei hij. ‘Als we bij elkaar op bezoek gaan, gebruiken we een zogeheten Flashkanaal. Zo kunnen we snel van de ene plaats naar de andere reizen. Het enige probleem is alleen wel dat we alleen tussen van te voren afgesproken punten kunnen reizen, en het punt dat het dichtst bij Zweinstein ligt is de rand van het Verboden Bos.’
Harry begon te glunderen. ‘Dat is fantastisch!’ riep hij bijna. ‘Dan zitten we vlak bij school.’
Lester schudde zijn hoofd.
‘Jij weet zeker niet hoe groot het Verboden Bos is?’ vroeg hij, en de moed zonk Harry in de schoenen. ‘Het is reusachtig. Het duurt zeker een week, misschien wel langer, voor jullie aan de andere kant zijn. Maar het is de beste plek die ik jullie kan geven, dus maak er alstublieft gebruik van.’ Hij boog en stopte op een open plek in het bos. ‘We zijn er.’
Het was een grote, open plek met een diepe kuil in het midden. Lester liep naar het midden, ging in de kuil staan en kneep zijn ogen dicht.
Het gebeurde in een fractie van een seconde. Een grote lichtflits vulde de open plek, en verblindde Harry. Hij schermde zijn ogen af en staarde naar de grond. Een vreemd gesuis vulde zijn oren.
Even plotseling als het begon hield het ook weer op. Het gesuis hield op, en het licht minderde, maar het bleef fel. Harry liet langzaam zijn armen zakken en staarde naar Lester, die niet van plaats veranderd was, maar hetgeen wat er achter hem gebeurde boeide Harry veel meer.
Het was een enorme, draaiende vlek licht, die in de lucht zweefde, in allemaal verschillende kleuren. Het maakte geen geluid, maar Harry had verwacht van wel, zo wonderlijk zag het eruit.
‘Een poort,’ riep Louis naar hen. ‘die jullie terugbrengt naar het Verboden Bos. Kom dichterbij, dan kunnen jullie vertrekken!’
Harry en Vivianne liepen richting Lester, en de draaiende vlek licht. Het was een fascinerend verschijnsel, maar het maakte Harry tegelijkertijd ook nerveus. Wat als het heet was? Wat als hij verbrandde?
Lester leek zijn gedachten te lezen en glimlachte.
‘Maak je geen zorgen,’ zei hij. ‘Het is veilig. Het is één van onze veiligste reismethodes. Nu, wie eerst?’
Vivianne raakte even zijn hand aan. ‘Ik ga wel eerst,’ zei ze vervolgens, en deed een stap naar voren.
‘Mooi,’ zei Lester blij, en hij pakte haar bij haar schouders. ‘Het is heel simpel. Je raakt de vlek aan, en je wordt direct naar de plek van bestemming getransporteerd, zonder verdere risico’s. Ga je gang.’
Vivianne haalde diep adem, stak haar hand uit en raakte de lichtvlek voorzichtig aan.
Er flitste opnieuw een lichtflits, er klonk een suizend geluid, en Vivianne was verdwenen. De vlek was even roetzwart, en draaide snel rond, maar vertraagde toen langzaam weer en kreeg de oude kleur weer terug. Lester draaide zich om naar Harry, die zijn rugzak iets steviger beetgreep en ook op de lichtvlek afstapte.
‘Nu, tot ziens, Harry Potter. Het was een eer je te leren kennen,’ zei Lester, en hij boog zijn hoofd. Harry voelde zichzelf opnieuw rood worden, maar boog ook zijn hoofd en gaf Lester vervolgens een hand. De vampier grijnsde zijn lange hoektanden bloot en schudde Harry’s hand uitbundig. ‘Vaarwel…’
Harry draaide zich om, haalde diep adem en stak zijn arm uit, in de vlek.
Hij voelde plotseling een vreemde ruk aan zijn arm, alsof iemand eraan trok. Hij werd de vlek ingesleurd, en voelde plotseling een vreemd gedraai. Het was anders dan bij Brandstof, waarbij de misselijk werd door het vele gedraai. Dit was een soort wonderlijk, je draaide niet over de kop, maar rondjes over een vreemd soort draaiplatform. Alsof hij in een reusachtige draaimolen zat draaide hij alsmaar sneller rond, totdat hij een koprol door de lucht maakte en met een harde dreun op de bosgrond.
Snel krabbelde hij overeind en veegde de bladeren van zijn trui. Zijn hoofd bonkte van het gedraai en de dreun die daar op volgde. Achter hem kraakte plotseling een takje en hij draaide zich om.
‘Ja, sorry,’ zei Vivianne, en ze grijnsde. ‘Ben je oké?’
Harry keek naar zijn broek, die vies was van de modder, maar verder was alles in orde. Hij knikte.
‘We zitten hier dus aan de andere kant van het Verboden Bos,’ zei Vivianne langzaam en bedachtzaam. Ze draaide een paar rondjes om haar as en keek rond. ‘Ziet er wel leuk uit, hè?’
Harry snoof. Vivianne had een vreemde smaak qua “leuk”. Het was nog steeds midden in de nacht en de sterren blonken boven de bomen. Een paar meter verderop stonden de eerste bomen van het Verboden Bos, een paar bomen die langzaam overging naar de dichte massa die ze zo goed kenden.
‘Nou, zullen we maar gaan?’ vroeg Harry, terwijl hij een beetje ontmoedigd naar de rand staarde. Ze waren nog een week onderweg, zo groot was het…
‘Ja,’ zei Vivianne, en ze deed één stap naar het bos, maar Harry greep haar hand en hield haar tegen. Hij drukte haar tegen zich aan en drukte een kus op haar mond.
‘Nou… das aardig van je,’ zei Vivianne grijnzend, en ze beantwoorde zijn kus met een tweede, die evengoed vol passie zat.
En na die zoen gingen ze op weg, richting Zweinstein, met het vooruitzicht een week lang de zon niet te zien…

alsjebliieeft!! reacties!! Question Question Question




Profiel bekijkenStuur privébericht
Danlover
7e jaars
7e jaars


Verdiend: 56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...

Danlover is offline. 
BerichtGeplaatst: Wo Dec 28, 2005 16:25 Terug naar boven Sla dit bericht op

Jahoe, ik loop voor op schema! Morgen schrijf ik waarschijnlijk niet, omdat ik dan een vriendin op bezoek krijg, maar hier alvast een stuk. Het wordt erg spannend! Reacties zouden hardstikke fijn zijn!
Het geheim

De reis door het Verboden Bos was afwisselend. Dagen lang zagen ze de zon niet, door het dichte bladerdek, maar op sommige momenten werd het iets dunner, en konden ze net zien of het dag of nacht was.
Onderweg naar het kasteel groeide Harry’s angst dat er iets mis was. Steeds vaker had hij, tijdens de zeldzame momenten dat ze sliepen, nachtmerries. In zijn dromen was Zweinstein ingestort als ze aankwamen, of was iedereen dood, en lag de Grote Zaal vol lijken. Steeds vaker had hij last van hoofdpijn, of rusteloosheid. En steeds vaker hoorde hij Vivianne in zichzelf mompelen dat ze zich zorgen over hem maakte, en dat hij steeds afstandelijker deed.
Er waren momenten dat de spanning te snijden was. Er leefden zoveel nog niet-ontdekte wezens in het Verboden Bos, wezens die wel wisten dat zij er waren. Vaak genoeg hoorden ze takjes achter hen kraken, of een vreemd gehuil in de verte, maar soms waren er ook dagen dat het reizen alleen maar makkelijk en gezellig was.
Na een week kwamen ze eindelijk in bekend gebied. Harry ontdekte al snel dat ze het pad volgde dat ze hadden gevolgd richting Aragog, alleen nu precies de andere kant op. Het was vanaf daar alleen nog maar een paar uur en dan zouden ze weer bij Zweinstein zijn, nog een paar uur doorbijten. Harry’s voeten deden vreselijk pijn van het vele lopen, en zijn hoofd bonkte nu ook al dagen. Maar eindelijk werd het bos lichter, zwak licht van een rode, ondergaande zon schemerde tussen de bomen door.
‘Ah, we zijn er,’ zei Vivianne opgelucht. Ze liep iets achter Harry, en moest om de zoveel tijd stoppen om haar schoenen uit te doen en een verse blaar door te prikken. Zoveel lopen was ze niet gewend.
De rand van het bos kwam in zicht, ze passeerden de laatste bomen en liepen het gazon van Zweinstein op. Harry’s blik gleed langzaam van het huisje van Hagrid, en toen het kasteel compleet in zijn gezichtsveld lag, stokte zijn adem in zijn keel. Van achteren greep Vivianne hem bij zijn arm beet en snakte naar adem.
‘O nee…’ stamelde ze hees.
Het Duistere Teken glinsterde boven het kasteel…

De paniek maaide door Harry’s hoofd terwijl hij zich losrukte en richting het kasteel rende. Zijn vermoeden was juist geweest, Voldemort had de school overgenomen, maar hoe lang was het al aan de gang. En hadden ze nog tijd om hem te stoppen?
De deuren zaten op slot, wat heel ongebruikelijk was, maar Harry dacht daar helemaal niet aan. Hij deed een paar stappen achteruit, trok zijn toverstok en richtte hem op de deur.
‘REDUCTO!’ gilde hij, en de spreuk spoot op de deur af, maar ketste met dezelfde snelheid weer af. Harry gooide zichzelf tegen de grond en de spreuk vloog over zijn hoofd.
‘Dat heeft geen zin, Harry,’ riep Vivianne. ‘De deuren zijn té goed beschermt!’
Harry kwam hijgend overeind en staarde naar de deur. Hij kon er niet in, op geen enkele manier. Maar toen voelde hij Vivianne hand op zijn schouder. ‘Ik weet misschien een manier,’ fluisterde ze. Harry zuchtte en draaide zich om.
‘Denk je?’ vroeg hij, en Vivianne glimlachte zwakjes.
‘Het is me nog nooit gelukt, maar… het is te proberen.’ Ze liet hem los, deed een paar stappen achteruit en kneep haar ogen dicht. Harry wist niet wat ze wilde doen, de wilde paniek in zijn hoofd maakte dat hij niet goed kon nadenken. Hij moest naar binnen, hij moest Voldemort tegenhouden, en wel nu meteen.
Hij draaide zich opnieuw om naar de deur en liet zijn vuisten één voor één erop vallen. Als het niet met toverkracht kon, dan maar zo, maar hij moest naar binnen!
Net toen hij voor de vijfde keer zijn vuist op het hout liet vallen, klonk er vanachter hem opeens het geluid alsof er een helikopter op volle toeren stond te draaien. Zijn haar waaide woest op, net als zijn trui en broek, en hij werd door de lucht naar voren, tegen het hout aan gesmeten. Met veel moeite draaide hij zich om en keek waar het geluid vandaan kwam. Hij kon zijn ogen niet geloven.
Mensen met vogels had hij alleen in boeken gezien, in prentenboeken en strips van Dirk, maar ze bestonden echt, en er stond iemand voor hem.
Vivianne stond met haar rug iets gebogen voor hem, haar gezicht gepijnigd. Uit haar rug staken twee enorme, grijze vleugels, die klapwiekten met de kracht van een vliegtuig. Ze moest moeite doen om op de grond te blijven staan, haar vleugels wilden niets liever dan naar boven. Ze hief haar hoofd op en keek Harry aan, met een gehaaste uitdrukking op haar gezicht.
‘Harry, kom snel!’ gilde ze haast. ‘Ik hou dit niet langer!’
Harry bukte zich en rende naar haar toe, terwijl de wind hem probeerde terug te blazen. Na wat moeite was hij eindelijk bij haar, en ze sloot hem in haar armen.
‘Oké, hou je vast!’ riep ze. ‘Je moet niet vallen!’ En vervolgens ontspande ze zich en schoot de lucht in.
‘Viv, hoe…’ wist Harry nog net uit te brengen, boven de donderende wind uit.
‘Het is iets wat alle nimfen hebben!’ gilde ze boven het geraas uit. ‘Als je oud genoeg bent kun je ze op commando tevoorschijn halen, maar het is me nog nooit gelukt!’
De vlucht omhoog ging duizelingwekkend snel, en ze waren binnen een paar seconden op de top van het kasteel, waar ze langzaam landden. Vivianne’s vleugels trokken zich weer in haar lichaam en ze viel vermoeid op haar knieën.
‘Ver – moeiend,’ pufte ze, en drukte haar arm tegen haar maag. ‘Dat… doe ik nooit… meer.’
Harry hielp haar overeind en keek haar verbouwereerd aan.
‘Waarom wist ik hier niets van?’ vroeg hij.
‘Simpel,’ hijgde Vivianne. ‘Omdat ik niet zeker wist of ik het kon of niet. Belle heeft me er altijd mee geplaagd, want haar lukt het al op haar 15e, en mij pas op mijn 17e.’ Ze haalde diep adem en sloot haar ogen. ‘Nou, waar gaan we heen?’
Harry draaide zich om en zag een trap naar beneden gaan. ‘Daarheen,’ wees hij, en hij liep richting de trap. Vivianne volgde hem, nog piepend.
De trap kwam uit in de gang richting de Astronomietoren, en vanaf daar kende Harry de weg feilloos. Hij ging Vivianne voor richting het trappenhuis. Overal was het doodstil, er waren zelfs geen voetstappen te horen.
Harry maakte zich zorgen. Wat was er gebeurt, waar was iedereen? Paniek maalde door zijn hoofd, en zijn hart vertelde hem iets wat hij nauwelijks kon geloven. Ze waren alleen, er was niemand meer, ze waren of ondergedoken, of… Harry slikte. …dood.
‘Harry?’
Vivianne stond achter hem en legde opnieuw een hand op zijn schouder. Harry draaide zich niet om, zwaar ademend keek hij het doodstille trappenhuis rond. Plotseling zag hij op de derde verdieping iemand rennen, iemand met een rond gezicht…
‘MARCEL!’ gilde hij, en hij rende de trappen af naar beneden. Marcel stopte met lopen en keek omhoog. Zijn ronde gezicht leek te stralen toen hij hen zag, maar misschien kwam dat meer omdat het glom van het zweet.
‘Marcel, waar zijn de anderen?’ vroeg Harry toen hij piepend voor zijn voeten afremde. ‘Waar zijn ze, Marcel?’
Marcel kon niets zeggen; hij leek zo blij Harry te zien dat hij alleen maar onbedwingbaar kon grijnzen. Maar toen klonk achter hem een knal en veranderende zijn grijns in een uitdrukking van doodsangst.
‘Harry, je moet me helpen!’ zei Marcel snel en gehaast, terwijl er rennende voetstappen in de verte klonken. ‘De dooddoeners, ze hebben de school bezet, ze hebben mensen vermoord, Harry, en ik ben de volgende. Ze zitten achter me aan, Harry. Je moet me helpen!’ Zijn gezicht was wit van angst en Harry voelde zijn paniek alleen maar groter.
‘Kom mee,’ mompelde hij, en hij trok hem de trappen weer op naar boven. Vivianne volgde hem zonder tegensputteren.
Harry had al gauw te route richting de leerlingenkamer gevonden, de Dikke Dame kwam in zicht.
‘Snel, Marcel, wat is het wachtwoord?’ riep Harry in zijn paniek. Het wachtwoord was vast en zeker veranderd in de tijd dat ze er niet waren.
‘Flegmaflip!’ hijgde Marcel, en hij botste haast tegen de muur aan toen Harry hem losliet om te remmen. Hij riep het wachtwoord, en de Dikke Dame zwaaide open.
Het was doodstil in de leerlingenkamer, maar er zaten wel een paar mensen, onder anderen Ginny, Ron en Hermelien, op elkaar gepropt in een hoekje. Ze keken op toen ze binnenkwamen en hun gezichten begonnen te stralen.
‘Harry!’ riep Hermelien schril, en ze krabbelde overeind. ‘Waar ben je geweest, je bent een week weggeweest!’
‘Niet belangrijk,’ zei Harry, die enorm opgelucht was dat ze nog leefde. Hermelien vloog hem om de hals en barstte in snikken uit. Over haar schouder zag hij Ron, die doodsbleek was en hem angstig aankeek.
Toen Hermelien hem eindelijk weer losliet keek hem aan met roodbehuilde ogen. ‘Ron heeft gezegd dat het hem spijt,’ zei ze snikkend, en het was alsof er een baksteen in zijn maag plofte. Ron was opgestaan en liep op hem af. Hij was doodsbleek en het leek hem de grootste moeite te kosten om geluid uit zijn mond te laten komen.
‘Hermelien… heeft me ervan overtuigd dat je het niet uit eigen wil deed. Het spijt me, en… kunnen we weer vrienden zijn?’
Harry begon te grijnzend en stak zijn hand uit, die Ron opgelucht schudde. Hermelien keek met een waterige glimlach van de één naar de andere, maar hield haar mond.
‘En… wat nu?’ verbrak Vivianne de stilte. ‘Jij wilde Voldemort zoeken, Harry. Ik stel voor dat we daar mee beginnen.’
Maar toen klonk er een denderende dreun en vloog het portretgat uit zijn voegen. Harry en Vivianne draaiden zich met een ruk om, en vingen nog net een glimp op van een grote groep Dooddoeners, en een grote verzameling Lamstralen die op ze af vlogen. Het volgende moment werd het zwart…

Harry werd wakker in een grote ruimte, vastgebonden. Hij gluurde met een groeiende angst door zijn wimpers door en zag de vele kasten met profetieën. Hij was in de Kamer van de Hoge Nood, compleet vastgebonden, aan zijn benen, polsen en borst.
Het was doodstil in de kamer, en schemerig. Hij draaide zijn hoofd iets, en zag Vivianne, die naast hem vastgebonden zat en angstig om zich heen keek.
‘Wel wel, wie hebben we daar?’
Harry nekharen stonden overeind. Er kwam iemand om de dichtstbijzijnde kast gelopen, iemand met een lijkbleek gezicht en een slangachtige uitdrukking. Zijn rode ogen glinsterden in de schemering, en zijn lange vingers hadden de vreemde behoefte te klauwen: Heer Voldemort stond recht tegenover hen en Harry’s litteken begon plotseling te branden.
‘Welkom opnieuw, Harry. In mijn schuilplaats. Je bent hier al eens eerder geweest, maar het blijft een genoegen je te ontvangen. Maar… dit keer ben ik hier niet voor jou…’
Hij deed een paar stappen naar voren, richting Vivianne, en strekte zijn hand uit richting haar nek. Ze stribbelde tegen, maar kon niet voorkomen dat Voldemort zijn bleke hand in haar trui stak en het Amulet eruit trok. Hij hield het hoog in de lucht en bekeek het met stijgend ontzag.
‘Eindelijk…’ fluisterde hij haast. Het Amulet glansde zonder dat er licht op viel, en het straalde een vreemde kracht uit. ‘Devon heeft me het één en ander verteld, Aliano. Het Amulet zou mij kunnen helpen bij het vergroten van mijn macht, dat het een kracht bevat die alleen de Uitverkorene kan bezitten…’
Maar… dan kon hij het toch vertalen!’ flapte Vivianne eruit. ‘Hij heeft ons helemaal voor niets naar het Woud van de Sterrenwacht gestuurd…’
Voldemort schaterde het uit. ‘Ja, natuurlijk. Hij moffelde jullie weg zodat ik mijn gang kon gaan. Ja, ik heb heel veel aan Louis gehad, maar nu wil ik maar één ding weten… wie is de Uitverkorene?’ Hij liep van Vivianne naar Harry en keek hem aan. ‘Weet jij het, Potter?’
Hij stond nu vlak voor hem, en Harry’s litteken klopte als een gek.
‘Wil je het niet zeggen, Potter? Moet ik je misschien dwingen? Wellicht… met een kleine dosis pijn?’ Hij hief zijn toverstok op, maar net toen hij de spreuk wilde uitspreken begon het Amulet te stralen en vloog uit zijn hand. Het zweefde naar het midden van de zaal en bleef twee meter boven de grond zweven. Er steeg een parelwitte geest op, die met een donderende stem zei: ‘De Uitverkorene wordt vanzelf aangewezen door het Amulet, de Uitverkorene kan niet worden gedwongen zich openbaar te maken.’
Voldemort draaide zich om en staarde de geest aan. ‘En kun jij dan misschien zeggen wie de Uitverkorene is?’ vroeg hij ijzig. De geest, of wat het dan ook was, schudde zijn parelwitte hoofd en verdween weer in het Amulet. Voldemort draaide zich vloekend om en keek Vivianne recht in haar ogen.
‘WIE IS DE UITVERKORENE?’ krijste hij, en zijn witte vingers sloten zich rond haar keel.
Vivianne mocht dan sterk zijn, Voldemort was nog veel sterker. Ze werd lijkbleek, terwijl Voldemort haar keel dichtkneep, en ze maakte een verstikkend geluid terwijl ze wanhopig naar adem snakte.
‘STOP!’ gilde Harry. Hij kon niet langer aanzien hoe Vivianne gewurgd werd. Voldemort liet haar haast onmiddellijk los en keek hem venijnig aan.
‘Wat is het, Potter, weet jij het soms?’ Harry kneep zijn ogen dicht en probeerde zijn stommiteit te verwerken. Stom van hem, oerstom! Nu zou Voldemort denken dat hij de Uitverkorene was, en wat zou er dan met hem gebeuren?
Hij deed zijn ogen voorzichtig open en merkte dat Voldemort vlak voor hem stond. Zijn litteken klopte als een gek terwijl hij in de rode ogen probeerde te kijken.
‘Ik herhaal,’ riep Voldemort, en zijn stem zwol aan van woede. ‘Weet jij het, Potter!
Ik hou mijn mond, dacht Harry koortsachtig. Ik zeg niets…
‘Ik vroeg je wat! Imperio!’
Alle gedachtes werden uit zijn hoofd weggevaagd, en het werd gelukzalig leeg. Hij wist niet meer waar hij was, en dat kon hem ook niet schelen…
‘Vertel me wie de Uitverkorene is.’
‘Wat?’ zei een stemmetje in zijn hoofd. ‘Ik had gezworen niets te zeggen.’
‘Vertel gewoon wie het is.’
‘Echt niet, ik zeg niets!’
‘Vertel wie het is!’
‘IK WEET HET NIET!’
Die laatste woorden had hij hardop uitgeschreeuwd. De spreuk was uitgewerkt en plotseling was Harry zich weer bewust van waar hij was en wat hij net had gezegd.
Voldemort staarde hem even verbijsterd aan. Toen trok de weinige huid rond zijn ogen strak en staarde hij hem woedend aan.
‘Bedoel je,’ siste hij. ‘dat ik hier helemaal naartoe ben gekomen… voor niets?’
Harry slikte. Er zat een woedeuitbarsting aan te komen.
‘Inderdaad,’ zei Vivianne plotseling scherp. ‘We weten geen van beiden wie de uitverkorene is.’
Voldemort draaide zich langzaam om. Nu was het haar beurt om te slikken.
‘En wie zegt dat jij het niet bent?’ vroeg hij zacht en dreigend.
‘Dat zeg ik,’ zei Vivianne dapper, ook al trilde ze als een rietje. ‘Dat weet ik van mezelf.’
Voldemort ideeën leken op. Zijn ogen zochten de kamer rond, op zoek naar hulp, die niet kwam. Toen draaide hij zich om en liep naar het midden van de ruimte, waar hij het Amulet pakte, dat nog steeds glinsterde. Daar draaide hij zich grijnzend om en keek hen aan.
‘Dan zit er niet anders op dan me van jullie te ontdoen,’ zei hij met een simpele stem. ‘Maak ze los.’
Plotseling kwamen er van alle kanten dooddoeners aanlopen. Harry voelde dat hij werd losgemaakt en hij zakte op de grond, waar zijn knieën het bijna begaven; zijn benen sliepen omdat ze iets van de grond hadden gehangen. Gelukkig greep Vivianne heem beet en hield hem overeind.
‘Raak niet in paniek,’ fluisterde ze vluchtig. Toen grepen twee dooddoeners ze vast en werden ze van elkaar gescheiden. Ze werden ieder in een hoek van het centrum van de ruimte gezet, en Voldemort in het midden. De dooddoeners verzamelden zich om hen heen.
Harry dacht razendsnel na, en voelde in zijn zakken. Zijn toverstok was weg, ze hadden hem afgepakt. Zijn benen sliepen half en Voldemort had zijn toverstok al op hem gericht. Hij zou er het eerst aangaan, en daarna Vivianne. Nou… dan zouden ze in ieder geval samen zijn.
‘AVADA KEDAVRA!’ krijste Voldemort. Er spoot een groene lichtstraal uit zijn toverstok, die op hem afkoerste. Hij kneep zijn ogen dicht. Het zou binnen drie seconden gedaan zij…
Er klonk plotseling een vreemde flits en er schoot een tweede lichtstraal langs zijn oogleden, maar deze was goud, en niet groen. Hij hoorde hoe de dooddoeners naar adem snakten…
Toen werd hij geraakt door de spreuk, die hem naar achter blies en hem tegen de muur smeet. In een flits opende hij zijn ogen, en zag hij Voldemort, die geschokt naar een punt boven hem staarde, en achter hem Vivianne, die zich vol afschuw tegen de muur had gegooid en haar gezicht afgewend hield.
Toen gleden zijn ogen dicht. Hij was dood…

reacties?






Laatst aangepast door Danlover op Za Dec 31, 2005 13:24; in totaal 1 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Danlover
7e jaars
7e jaars


Verdiend: 56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...

Danlover is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Dec 31, 2005 13:18 Terug naar boven Sla dit bericht op

*is kwaad op haar ouders* Jemig, dan weten ze dat ik zo'n stresskip ben en dan geven ze me de opdracht het verhaal VANDAAG af te maken!! want morgen gaat het internet eruit!!! nou ja, ik stop, ik ga weer verder met schrijven, veel plezier met dit stuk!! Reacties, pleazz!

De nacht dat alles veranderde

Harry had zich vaak afgevraagd of er leven was na de dood, waar zijn ouders waren, waar Sirius was en nu waar hij zelf was…
Op het eerste gezicht was het nog niet zo slecht. Er was in ieder geval licht, en een hoop mist. Het kolkte rond zijn benen en kleefde in zijn haar. Hij had moeite met zien, omdat de mist zo dik was dat hij maar amper een paar meter vooruit kon kijken, maar na een minuutje te hebben gelopen zag hij plotseling een wazige gedaante opdoemen.
Hij stond stil om de gedaante beter te bekijken. Hij wist niet wie het was, maar hij had het vage voorgevoel hem te kennen…
‘Harry?’ zei een ververwijderde stem, hoogstwaarschijnlijk afkomstig van de gedaante. ‘Harry…’
De gedaante kwam dichterbij, en toen die een paar meter van hem verwijderd was, herkende Harry hem. Zijn adem leek in zijn keel te stokken.
James Potter stond voor hem…
‘Harry?’ vroeg hij met een echoënde stem. ‘Harry, wat doe je hier…’
Harry slikte en staarde zijn vader aan, warrig haar en een bril, precies zoals hij zijn vader altijd had voorgesteld. Hij slikte de prop in zijn keel door en dacht na over de vraag die James zonet had gesteld. Het was een vreemde vraag, hij was dood, wat deed je hier anders?
‘Ik ben dood,’ gaf hij als antwoord, maar zijn vader glimlachte en schudde zijn hoofd.
‘Nee, jongen, je bent niet dood. Iets heeft de vloek tegengehouden of verzwakt, maar je bent niet dood. Jou plaats is op aarde, niet hier.’
Harry staarde zijn vader aan. Het was een vreemd antwoord, en hij wilde het niet geloven. Als zijn plaats niet hier was, dan moest hij weer terug, terug naar Voldemort, net nu hij zijn vader weer had gevonden.
‘Dit is slechts een illusie,’ ging James verder. ‘Je denkt alleen dat je dood bent, en zo voelt het ook, maar het is niet waar. Zo meteen moet je helaas weer terug, Harry.’
‘Pa… nee,’ stamelde Harry, en de prop in zijn keel kwam weer omhoog. ‘Ik wil niet terug! Hier zijn al mijn problemen opgelost.’
‘Harry…’ zei plotseling een vrouwenstem achter hem. Harry begon te trillen en draaide zich langzaam om. Hij wist wie het was, maar toch trilde hij als een rietje toen hij in haar ogen keek. Hij slikte moeizaam en staarde recht in het gezicht van zijn moeder.
‘Harry…’ zei Lily Potter. ‘Je bent gegroeid...’ Ze haalde een warme hand over zijn gezicht en het begon te branden in zijn keel.
‘Harry…’ zei een derde stem die hij heel goed kende, en die hij al twee jaar niet meer gehoord had. Hij draaide een kwartslag en daar zag hij hem, tussen zijn ouders, de man die hij al 2 jaar had moeten missen en die als een tweede vader voor hem was geweest: Sirius Zwarts. Hij glimlachte, zoals altijd in Harry’s dromen, en nu stroomde de tranen echt over zijn wangen. Hij deed geen moeite ze weg te vegen.
‘Harry, je moet terug,’ zei Sirius, nu met een ernstige uitdrukking op zijn gezicht. ‘Je moet terug, daar heb je toekomst. Het is je tijd nog niet.’
Harry schudde krachtig zijn hoofd, maar de tranen bleven komen. Ze rolden over zijn wangen en drupten op de kraag van zijn trui.
‘Ik blijf hier,’ zei hij trillend. ‘Ik ben hier en nu blijf ik hier.’
Hij deed nog een paar passen achteruit, en botste plotseling tegen een vierde persoon aan. Dit keer had hij echter geen idee wie het kon zijn. Hij schrok en draaide zich met een ruk om.
‘Harry, kom terug,’ zei Vivianne. In tegenstelling tot de stemmen van zijn ouders en Sirius, klonk haar stem merkwaardig dichtbij, zonder echo. ‘Alsjeblieft.’
Er liepen tranen over haar gezicht toen ze hem aankeek. Harry hief snel een arm om zijn eigen tranen weg te vegen.
‘Harry, wordt wakker!’
Maar dat wilde hij niet. Hij wilde hier blijven, bij zijn ouders en Sirius. Hij wilde niet weg, net nu hij ze weer had teruggevonden. Hier, waar alles beter was dan dáár.
Vivianne hief haar hand op.
‘Het spijt me vreselijk dat ik dit moet doen, Harry,’ zei ze zacht. Ze haalde uit en sloeg hem in zijn gezicht.
In een flits was de prachtige plek waar hij was verdwenen. Hij vloog door een lange tunnel en werd met een gesmoorde kreet wakker op e koude vloer van de ruimte.
Luid gejoel drong zijn oren binnen en deed zijn hoofd bonken. Wat was er aan de hand?
Toen herinnerde hij zich alles weer. Hij was vermoord door, Voldemort, of toch weer niet? Er was iets gebeurd waardoor de Vloek des Doods niet had gewerkt, en hij leefde nog. Hij leefde nog, maar als hij snel niet iets deed, werd Vivianne vermoord!
Hij hief zijn hoofd op en staarde door de zaal. Niemand scheen te hebben gemerkt dat hij wakker was. Alle dooddoeners keken naar het andere eind van de zaal, en Voldemort stond met zijn rug naar hem toe. Vivianne was tegen de muur omlaag gegleden en staarde met een krijtwit gezicht naar de toverstok van Voldemort, die op haar hart was gericht.
‘Dus Potter was de Uitverkorene?’ siste hij triomfantelijk. ‘Maar dat maakt toch niets meer uit, ik heb hem na al die jaren alsnog vermoord. En nu… nu vermoord ik jou, en zodra je naar hem toe bent, neem ik de kracht van hem over en verover ik de wereld… opnieuw.’ Hij lachte hoog en kil, en Harry voelde een verlammende angst door zijn versufte brein heen trekken. Moeizaam krabbelde hij langs de muur overeind, en nog steeds merkte niemand hem op.
Hij voelde zich vreemd, anders, krachtig. Er stroomde een nieuwe kracht door zijn bloed, en hij had een vaag vermoeden hoe die daar gekomen was. Het Amulet van Sorciére lag aan zijn voeten, maar het glinsterde niet meer. Het was dof en oud en zodra Harry zijn hand uitstak om het te pakken, verging het tot poeder.
Pas toen hij zijn arm had uitgestoken leken enkele dooddoeners hem op te merken. In ieder geval draaide één van hen langzaam zijn hoofd om en begon te gillen toen hij zag dat Harry nog in leven was.
‘Heer!’ krijste hij, en Harry besefte vaag dat het Vleesschouwer was. ‘Potter, teruggekeerd uit de dood!’
Voldemort draaide zich om en staarde hem aan. ‘Onmogelijk,’ siste hij. ‘Dat kán niet! Niemand kan terugkeren uit de dood!’
Vivianne keek niet maar naar Voldemort, maar langs zijn benen heen naar Harry. Haary ogen waren gevuld met doodsangst, maar ook met opluchting.
‘HARRY!’ gilde ze plotseling, en haar gekrijs vulde de ruimte. ‘Je bent de machtigste persoon in de wereld!’
Voldemort draaide zich met een ruk om en richtte zijn toverstok op haar gezicht. ‘PARALITIS!’ Ze viel op haar zij en er viel een lok bruin haar voor haar gezicht. Ze bewoog niet meer.
Voldemort wendde zich weer tot Harry, die nauwelijks had kunnen nadenken over Vivianne’s woorden.
‘Laat ik het één en ander uitleggen, Potter,’ zei hij zacht en langzaam, wat hem alleen maar griezeliger maakte. ‘Het Amulet van Sorciére is vernietigd, maar de essentie ervan bevind zich in de Uitverkorene… in jou.’ En om zijn woorden te versterken richtte hij zijn toverstok op hem. Harry staarde hem alleen maar aan, nog steeds met het vreemde, krachtige gevoel en de vraag wat er met hem zou gaan gebeuren.
‘Wat je vriendin zei is waar…’ Hij keek even naar Vivianne. ‘…je bent inderdaad de krachtigste persoon die op de wereld rondloopt, machtiger dan ik, en daarom zal ik de strijd niet aangaan, Potter. Tot ziens.’ En met een grijns op zijn slangachtige gezicht verdween hij. Hij kon niet Verdwijnselt zijn, dat kon niet op Zweinstein, maar hoe hij was verdwenen was voor Harry nog steeds een raadsel. Samen met hem verdwenen de dooddoeners.
Plotseling werd het vreselijk stil in de ruimte, zo stil dat het griezelig was.
Harry hoestte, in een poging het stof uit zijn keel te verwijderen. Het geluid echode ver weg in de ruimte en kaatste tegen de muren.
Het vreemde gevoel verdween niet, integendeel, het werd sterker. Hij had het gevoel dat hij de hele zaal kon opblazen met een knip in zijn vingers
Hij liep langzaam naar Vivianne en hurkte naast haar neer. Pas toen merkte hij de diepe snee in haar buik op, waar gestaag bloed uit drupte. Gehaast pakte hij zijn toverstok en maakte haar wakker met een simpele “enervatio”. Alle spreuken die hij tot nu had geleerd en die hij nog moest leren leken kinderspel vergeleken met wat hij nu kon voor zijn gevoel.
Vivianne knipperde verdwaast met zijn ogen, maar toen ze hem zag vloog ze hem om de hals, en de tranen stroomden over haar wangen.
‘Dat was zo eng,’ fluisterde ze, en ze trilde. Toen liet ze hem weer los en keek hem aan. ‘Hoe voel je je?’
Harry trok met zijn schouders. Hij wist niet of het goed ging of niet. Hij voelde zich vreselijk vreemd.
‘Wat is er gebeurd,’ vroeg hij met een stem die absoluut niet op de zijne leek.
‘Het Amulet hield zijn Avada Kedavra tegen, en boorde zich toen in jou, de kracht dan. Ik dacht echt dat je…’ Ze snikte luid en drukte zich tegen zijn borst aan.
‘Hoe is het met jou?’ vroeg hij, om de aandacht op iets anders te brengen. Hij doelde uiteraard op de snee in haar onderbuik. Vivianne liet hem voorzichtig los en trok een pijnlijk gezicht.
‘Ik verzette me,’ begon ze. ‘Dus stuurde hij een sectumsempra op me af. Ik heb hem voor het grootste gedeelte kunnen tegenhouden, maar niet alles…’ Ze kreunde zachtjes en drukte haar arm tegen de wond. Harry hielp haar voorzichtig overeind.
‘Maar je moest eens weten hoe opgelucht ik was toen ik zag dat je nog leefde,’ zei ze toen ze trillend op haar benen stond. Ze moest zich aan Harry’s trui vasthouden om niet om te vallen.
‘Ik zag je,’ zei Harry hol. ‘Ik zag jou, mijn ouders, en Sirius. Je… je sloeg me.’
‘I… ik sloeg je?’ vroeg Vivianne zacht en verward. ‘Echt waar? Maar hoe…’ Ze zweeg, in zichzelf gekeerd.
‘Kom, laten we naar buiten gaan,’ stelde Harry voor, en hij ondersteunde Vivianne, terwijl een weg zochten tussen de vele kasten door richting de deur. Toen ze eindelijk buiten stonden, versmolt de deur in de muur en stonden ze plotseling weer in Zweinstein.
Vivianne gleed langs de muur omlaag en drukte haar arm tegen haar middel.
‘Dit doet zeer!’ zei ze knarsetandend. Harry knielde bij haar neer en staarde naar de bloedvlek op haar shirt. Hij voelde zich plotseling merkwaardig leeg in zijn hoofd.
‘Harry… ik moet naar de ziekenzaal,’ zei Vivianne, in een poging hem weer bij zijn positieven te brengen. Dat hielp niet, Harry’s blik en concentratie leek vastgeplakt op de vlek. Hij had al zolang niets op, en het lag voor het grijpen…
Zijn hand schoot naar haar middel, maar Vivianne was sneller. Ze greep hem bij zijn schouders en schopte hem met haar knie hard tussen zijn benen.
Een verzengende pijn schoot door zijn lichaam. Zijn ogen schoten open, hij stootte een gekweld geluid uit en zijn handen vlogen haast automatisch naar de plek waar ze hem had geschopt.
‘Waar was dat… voor nodig,’ zei hij knarsetandend, terwijl zijn stem ongecontroleerd 2 octaven omhoog schoot.
‘Waar was jij mee bezig,’ krijste Vivianne woedend. ‘Je zuigt je eigen vriendin niet leeg!’
Harry kneep zijn ogen dicht en kromp in elkaar. Hij wist niet of het altijd zo’n pijn deed als je daar werd geschopt, of dat Vivianne gewoon hard kon schoppen.
‘Jij vuil kreng,’ mompelde hij onduidelijk.
‘Ja, nou, je had het ook wel verdiend, hoor,’ zei Vivianne streng. ‘Centaurs, mij best, maar van mij blijf je af!’
‘Goed goed,’ zei Harry gekweld, nog steeds met een vreemde, hoge stem. ‘Maar ik heb het wel nodig hoor, bloed dan,’ voegde hij er snel aan toe, voordat Vivianne in de verleiding kwam hem opnieuw te schoppen.
‘Kom, we gaan naar madame Plijster, zij kan mij helpen e gelijk een zak bloed regelen. En eerlijk gezegt…’ Ze voelde haar voorhoofd. ‘…ik voel mezelf ook niet al te best.’
Harry stond op en hielp haar overeind. Het deed nog steeds zeer, maar het begon wat af te zwakken en zelfs zijn stem klonk bijna weer normaal.
Voordat ze echter het einde van de gang konden bereiken, werd hen de pas afgesneden door professor Sneep.
‘Potter,’ zei hij smalend, terwijl hij zijn toverstok op het tweetal richtte. ‘Altijd overal waar hij niet moet zijn.’
‘Professor, alstublieft,’ zei Vivianne moeizaam. ‘We moeten naar madame Plijster.’
‘Natuurlijk gaan jullie naar madame Plijster,’ zei Sneep. ‘Maar pas nadat ik met jullie klaar ben.’ Hij lachte lijzig en zijn ogen vulden zich met leedvermaak. ‘De Heer van het Duister heeft je opnieuw laten ontsnappen, Potter,’ zei hij zacht. ‘Maar ik laat je niet gaan. Ik zal je nu vermoorden. Wat hij 17 jaar lang heeft geprobeerd, zal ik nu doen, en hij zal me eren als nooit tevoren! Vaarwel, Potter, het was prettig je gekend te hebben.’
Harry voelde dat Vivianne hem van achteren vastpakte. Hij keek Sneep recht in de ogen. Hij was niet bang, hij voelde dat hij hem moeiteloos kon verslaan, maar alsnog zette hij zich schrap.
‘Professor,’ zei Vivianne trillerig. ‘Alstublieft… u weet niet wie u voor zich heeft…’
‘O, dat weet ik heel goed, juffrouw Aliano, dit is Potter! Vervelend, aandachttrekkend ventje dat zijn einde ziet naderen!’ Hij lachte opnieuw, en Harry hoofd vulde zich met kille woede.
‘Dat dacht u dan mooi verkeerd!’ schreeuwde hij. Hij sprong naar voren, stak beide handen voor zich uit en dreef de kracht met zijn hoofd naar buiten. Er klonk een oorverdovende knal, een verblindende lichtflits en Sneep werd van zijn sokken geblazen. Vivianne gilde en wierp zich tegen de grond toen het plafond en de grond begonnen te schudden en er gruis naar beneden dwarrelde.
Sneep maakte drie salto’s door de lucht, vloog door de gang en verdween over de rand van de trap. Ze hoorden hem drie trappen afvallen voordat hij met een doffe dreun tot stilstand kwam.
Er viel een stilte. Harry wankelede, gleed uit en viel hard op zijn rug op de stenen vloer. Hij voelde zich vreselijk moe en duizelig.
‘Harry?’ zei Vivianne een beetje pieperig. ‘Harry, gaat het?’
Harry staarde naar het plafond en hijgde. Hij voelde zich vreselijk. Wat had hij in vredesnaam gedaan?
‘Harry, zeg iets!’ zei Vivianne hees. Ze krabbelde overeind en haar gezicht zweefde boven dat van hem.
Het begon te draaien. Zijn hoofd begon te bonken. Vivianne hoofd werd vaag en donker, net als het plafond.
‘Harry,’ zei ze. Harry stem leek van heel ver te komen. ‘Zeg iets! Harry!’ Twee handen die hem door elkaar schudden. Iemand schreeuwde, voetstappen, en toen… duisternis…





_________________
Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark
Profiel bekijkenStuur privébericht
Danlover
7e jaars
7e jaars


Verdiend: 56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...

Danlover is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Dec 31, 2005 16:14 Terug naar boven Sla dit bericht op

Ik schrijf door *hijg hijg* nog 1 hoofdstuk, ik ga weer verder!!
De onthulling

Er schenen felle, witte lampen op hem neer. Harry voelde zich warm en doezelig en voelde zichzelf langzaam wakker worden. Het duurde even voor hij besefte dat hij in een bed lag, met de dekens tot aan zijn kin en aan alle kanten ingestopt.
Er klonken gedempte stemmen en af en toe de knal van een deur. Harry’s hoofd maalde van de vragen. Waar was hij? Hoe kwam hij daar? Hoe ging het met hem?
Hij opende voorzichtig zijn ogen en keek om zich heen. Hij lag niet in de ziekenzaal, maar in het St Holisto, in een aparte kamer. Maar wat deed hij hier?
Moeizaam, en dat kwam vooral door de dekens, hees hij zichzelf overeind. Pas toen hij helemaal zat en de bonkende hoofdpijn een beetje onder controle had, merkte hij dat hij niet alleen was. Er lag een hoofd op de dekens, dat van zijn borst afgleed en op de rand van de dekens bleef rusten. Het was Vivianne, ze sliep als een blok en ze zag er moe en vermagerd uit. Toen haar hoofd van Harry’s borst afgleed, schrok ze wakker en keek verward om zich heen. Toen ze zag dat hij wakker was, grijnsde ze en vloog hem om de hals.
‘Eindelijk,’ mompelde ze gesmoord. ‘Je bent wakker!’
Harry grijnsde en liet zijn hand door haar haar glijden. ‘Hoelang lig ik hier al?’ vroeg hij. Vivianne liet hem los en keek hem aan.
‘Je bent al een week buiten westen,’ zei ze bezorgd. ‘Het was dat de helers wisten dat je niet in coma was, anders hadden ze allang maatregelen genomen.’ Ze grijnsde nogal waterig, boog zich naar voren en kuste hem voorzichtig.
‘Hoe voel je je?’ vroeg ze toen ze haar lippen weer losweekte en hem aankeek. Harry zag dat er tranen in haar ogen blonken. Hij analyseerde zijn eigen lichaam, maar merkte tot zijn teleurstelling dat het vreemde krachtige gevoel er nog steeds was. Hij kneep zijn ogen dicht, en hoopte dat Vivianne het begreep. Dat deed ze. Ze hield haar mond en ging op de rand van zijn bed zitten.
Hij had het nooit geweten, dat hij de Uitverkorene was, dat had hij ook nooit kunnen weten, natuurlijk. Maar hoe moest hij hier in vredesnaam mee omgaan? De kracht van de IJsvlam was machtig, dat had hij zelf al ondervonden, daarom lag hij hier.
Hij werd uit zijn mijmeringen opgeschrikt door een luide snik. Hij opende zijn ogen en zag dat Vivianne in huilen was uitgebarsten. Ze stortte zich tegen zijn borst aan en de tranen stroomden over haar wangen.
‘Het spijt me zo vreselijk,’ snikte ze. ‘Het moet vreselijk zijn. Ik wou dat ik de last van je kon overnemen…’
Harry pakte haar bij haar schouders en tilde haar voorzichtig iets op, zodat hij haar kon aankijken.
‘Je kunt me niet helpen,’ zei hij. ‘Maar je zou me kunnen…’ Hij tilde zijn eigen hoofd iets op en bracht het dichter bij het hare. ‘…steunen.’ Voorzichtig legde hij zijn lippen op de hare, in een innige kus.
Plotseling duwde Vivianne hem weg. Ze leek vreselijk verward, alsof ze met een enorm dilemma worstelde.
‘Harry… er is nog iets anders dat je… dat je moet weten,’ zei ze ongemakkelijk, terwijl ze met haar linkerhand op haar onderbuik trommelde. De snee was inmiddels genezen en haar shirt was gewassen.
Harry zweeg en keek haar aan met trillende handen. Wat bedoelde ze?
Vivianne stond op en liep langzaam naar het raam toe. Ze liet haar hand langzaam langs het glas naar beneden glijden.
‘Weet je nog, toen ik in de Grote Zaal plotseling moest overgeven?’ vroeg ze, en Harry knikte. Dat wist hij nog al te goed, al was het nog voor de expeditie geweest, en voor zijn gevecht met Voldemort.
‘Ik heb nu… zeg maar… uitgevogeld hoe dat kwam,’ hakkelde ze. Ze haalde diep adem en zei wat ze wilde zeggen.
‘Harry… ik ben zwanger…’
Er viel een galmende stilte. Harry staarde haar aan, hopend dat hij wakker zou worden. Dat hij nog steeds bewusteloos was, dat Vivianne loog. Hij kneep voorzichtig in zijn arm, met zijn arm nog steeds op Vivianne’s rug gefixeerd. Nee, dit was echt, en Vivianne loog in de verste verte niet. Zijn uitdrukking veranderde van verbaast naar ontzet, en Vivianne staarde met tranende ogen terug.
‘W… wat?’ doorbrak Harry de stilte. Hij sloeg, met wat moeite de dekens weg, stapte uit bed en greep haar handen. Hij kon niets zeggen, alleen maar haperen en trillen. Vivianne sloeg haar armen om hem heen en drukte hem tegen zich aan.
‘Bijna een maand nu,’ fluisterde ze. ‘Ik heb, op aanraden van Hermelien, een test gedaan, en het was positief…’
Harry liet haar los en staarde haar aan. ‘Weet Hermelien het?’ Vivianne schudde haar hoofd.
‘Nee, alleen een vermoeden, ze raadde het me aan maar ze weet de uitslag niet.’
‘Maar… die snee… heeft die dan niet…’ Harry zocht wanhopig naar een argument om de zwangerschap teniet te doen. Maar het zag ernaar uit dat hij het zou moeten accepteren.
Vivianne schudde verdrietig haar hoofd.
‘Ik wilde je de ellende besparen,’ zei ze zacht. ‘Ik wilde je niet hiermee opzadelen, nu je ook al te kampen hebt met… met je nieuwe krachten. Het leek me gewoon teveel, maar ik kon het niet langer voor me houden…
Harry deed een paar stappen achteruit en plofte op het bed neer. Hij staarde naar het plafond, terwijl Vivianne bij het raam bleef staan.
De kracht van het Amulet stroomde door hem heen, als een rivier. Het was een loodzware last en hij had gehoopt dat zijn zorgen niet groter werden dan dit…
‘Dus dan… dan word ik vader,’ vroeg hij een beetje trillerig. Vivianne knikte haast onverschillig, terwijl ze dromerig uit het raam bleef staren. Harry stond met een zucht op van het bed, liep op haar af en gaf haar een zoen, met haar gezicht in zijn handen.
‘Ben je… ben je niet boos?’ vroeg ze een beetje bang.
‘We kunnen er toch niets aan doen?’ Harry gaf haar nog een zoen en Vivianne zoende gerustgesteld terug…

Van de helers kreeg Harry te horen dat hij nog een week in het St Holisto moest blijven, vooral om testen te doen. Bijna iedere dag werd er bloed afgenomen om te onderzoeken, meestal ’s ochtends.
‘Meneer Potter, dagelijkse routine. Steek uw arm eventjes uit, alstublieft,’ zei een mollige heler, en ze glimlachte. Harry stak zijn arm uit, maar keek de heler niet aan. Het was inmiddels drie dagen geleden dat Vivianne had verteld dat ze zwanger van hem was, en hij was al dagen lusteloos. Niet door de bloedafname, maar door dat wat hem overgekomen was en dat wat hem nog te wachten stond.
Hij had bijna elke dag bezoek gehad, en Vivianne was de dag daarvoor nog langsgekomen. Ron en Hermelien zouden zo komen, en Vivianne zou samen met Lupos vanavond nog langskomen. Harry had het gevoel dat zijn band met Vivianne nog hechter was geworden na die onthulling. In ieder geval miste hij haar vreselijk, en het leek een eeuwigheid geleden dat hij haar voor het laatst had gezien.
De heler prikte met de scherpe naald in de binnenkant van zijn elleboog, en hij ademde even hortig in. Het was helemaal niet leuk om te voelen hoe een naald een bloedvat openprikte en er wat bloed uittapte. Er was inmiddels zoveel afgenomen dat hij zich duizelig begon te voelen. Toen de heler de naald weer uit zijn elleboog trok, zakte zijn hoofd opzij en staarde hij nietsziend uit het raam. De heler zag het, en streek de lakens van zijn bed glad.
‘Zo meteen krijgt u bezoek, meneer Potter,’ zei ze. ‘Probeer tot die tijd nog wat te slapen. Wilt u een glas water?’
Harry knikte eventjes, en wreef met twee vingers over het wondje dat de naald in zijn elleboog had gemaakt. Hij voelde zich vreselijk ellendig, in zijn maag, in zijn hoofd, maar vooral in zijn hart.
De heler schonk een glas water in en zette hem op zijn nachtkastje.
‘Alstublieft, meneer Potter,’ zei ze, en verliet toen de kamer weer. Zodra de deur in het slot viel, draaide Harry zich langzaam om, pakte het glas water en nam een slokje.
Het kalmeerde bijna direct. Zijn hart, dat al dagenlang roffelde als een specht, kwam eindelijk tot rust en zijn oogleden werden zwaar. Harry bood geen tegenstand, en viel bijna direct in slaap…
Na wat maar een paar seconden leek werd hij weer wakker van een deur die piepend openging. Hij opende zijn ogen en keek naar de binnenkomers. Hij had helemaal geen zin in bezoek, hij wilde alleen maar slapen.
‘Stil Ron! Zo meteen maak je hem nog wakker!’ fluisterde Hermelien. Ze deed de deur weer dicht en ging Ron voor de kamer in. Harry draaide zich op zijn zij en deed zijn ogen weer dicht. Misschien zouden ze weggaan als ze zagen dat hij lag te slapen…
‘Harry, we weten dat je wakker bent,’ klonk de stem van Hermelien plotseling. ‘Houd ons niet voor de gek.’
Harry deed zijn ogen weer open, maar keek zijn vrienden niet aan.
‘We weten wat er gebeurd is,’ zei Ron voorzichtig. ‘En waarom je hier ligt. We zijn hier om met je te praten… als je dat wilt natuurlijk.’
Harry draaide zijn hoofd en keek hen aan.
‘Da gedoe met Voldemort heeft niets met mijn gedrag te maken,’ mompelde hij. ‘Er is iets gebeurd, en…’ Hij slikte moeizaam, draaide zich op zijn buik en drukte zijn kussen over zijn hoofd. ‘…dat heeft niets met Voldemort te maken.’ Hij zweeg, hopend dat hij voor altijd kon zwijgen.
Hij hoorde hoe Ron op hem afliep en naast het bed hurkte.
‘Harry?’ vroeg hij voorzichtig. ‘We… we zijn nu al jaren vrienden, we hebben heel veel samen meegemaakt, we studeren binnenkort allebei af, allebei een vriendin…’
‘JA!’ schreeuwde Harry, die zichzelf plotseling helemaal kwijtraakte. ‘MAAR JIJ HEBT JOU VRIENDIN NIET ZWANGER GEMAAKT, OF WEL SOMS?’ Hij trok zijn hoofd van onder zijn kussen vandaan en keek Ron woest aan. ‘JIJ HEBT JE NOOIT DRUK HOEVEN MAKEN OM HET FEIT DAT JE AL VADER WERD OP JE ACHTTIENDE!’
Ron trok wit weg en keek hem aan.
‘Vivianne is zwanger?’ vroeg hij verbijsterd, met een vleugje verbijstering. Harry drukte zijn gezicht kreunend weer op zijn kussen, zo hard dat hij zijn bril bijna brak, en hij greep in zijn haar. Nu voelde hij zich nog erger dan daarvoor. Hij vroeg zich angstig af of hij Hermeliens reactie nog wel wilde horen.
‘Ik dacht al zoiets,’ zei Hermelien zacht. ‘Vivianne was misselijk, hoofdpijn, dat zijn symptomen. Ik had het zien aankomen, misschien had ik het je eerder moeten vertellen, het spijt me…’
Harry draaide zich op zijn rug en keek haar aan.
‘Het is niet jouw schuld,’ zei hij hol. ‘Het is allemaal mijn schuld, mijn eigen stomme schuld. Als zij en ik niet… als ik haar had tegengehouden, dan…’
‘Wil je ophouden?’ zei Ron opeens streng. ‘Het is al erg genoeg dat je hier ligt, zonder dat je jezelf ook nog eens opzadelt met allemaal schuldgevoelens. Het is niet jouw schuld!’
Harry zuchtte en knikte. Hij moest aan Vivianne denken. Hij was haar nu meerdere malen kwijt geweest, en zelf in de dag dat hij haar niet zag miste hij haar vreselijk. Hij kon haast niet wachten tot vanavond, dan zag hij haar weer…
De dag gleed voorbij. Ron en Hermelien bleven tot vijf uur, waarna ze werden opgehaald door meneer Wemel, die een verrassing had.
‘Vivianne heeft besloten eerder langs te komen,’ zei hij. ‘Ze kan hier elk moment zijn!’
Dat deed Harry glimlachend. Hij zakte iets onderuit in bed en staarde naar de witte muur tegenover hem. Hij miste haar zo, hij wilde haar zien…
‘Hier ben ik,’ mompelde iemand opeens. Harry draaide zijn hoofd met een ruk om.
Vivianne stond in de deuropening, en ze keek Harry haast glimlachend. Harry ging overeind zitten en keek haar aan.
‘Ik ben eerder gekomen,’ zei ze zacht. ‘Ik miste je zo vreselijk…’ Haar ogen vulden zich met tranen en ze liep op hem af. ‘Hoe… hoe gaat het?’
Ze keken elkaar even aan, gedachtes vlogen over en weer, en voor ze elkaar in de hand hadden, waren ze in elkaars armen gevallen, in een innige omhelzing. Vivianne huilde, tranen biggelden over haar wangen, maar ze zwegen allebei. Zeker twee minuten hielden ze elkaar zo vast, en lieten elkaar toen voorzichtig weer los. Vivianne’s ogen waren rood en opgezet en ze snikte nog steeds onophoudelijk. Voorzichtig boog ze zich naar voren en gaf hem een kus. ‘Ik ben blij je te zien,’ zei ze zacht.
Harry knikte zacht terwijl hij haar aan bleef kijken. Hij wist niet goed wat hij moest zeggen, en Vivianne blijkbaar evenmin. Ze ging op de rand van zijn bed zitten en legde haar hand haast onbewust op haar onderbuik.
‘Hoe gaat het met jou?’ vroeg Harry. Vivianne keek hem aan en glimlachte zwakjes.
‘Ik weet het niet goed, eigenlijk,’ zei ze. ‘Af en toe heb ik het idee dat ik wat voel, maar het kan ook loos alarm zijn…’ Ze zuchtte. ‘Je blijft toch wel bij me, tóch Harry? Want ik denk niet dat ik dit alleen aankan.’ Ze keek hem haast smekend aan.
Harry ging overeind zitten.
‘Ik denk niet dat dat anders kan, hè? We zijn verloofd,’ zei hij, en Vivianne glimlachte.
‘Verlovingen kunnen verbroken worden,’ zei ze slinks. Harry staarde haar aan.
‘Wie denk je dat ik ben!’ vroeg hij. ‘Natuurlijk blijf ik bij je, voor eeuwig als het moet. Wie wil er nou geen grijze haren krijgen van zo’n kleine belhamel!’
Vivianne lachte en gaf hem opnieuw een kus. ‘Blij dat je er zo over denkt,’ zei ze alleen, en ze liet haar hoofd op zijn borst zakken. ‘Ik hou van je.’
Harry liet zich terugzakken in de kussens en streek over haar hoofd. Hij was blij dat ze er was, en werd nog veel blijer toen ze even later zei dat ze hier het liefst de hele nacht zou blijven. Ook al wist hij dat dat niet mocht, ze had het voor hem over, ze wilde hier blijven, voor hem.
Lupos kwam om 9 uur plotseling binnen. Vivianne lag nog steeds met haar hoofd op zijn borst, maar kwam snel overeind toen ze hem zag kijken.
‘Hallo, Harry,’ zei Lupos een beetje opgelaten. Vivianne werd knalrood en stond haastig op.
‘Zal ik even naar buiten gaan?’ bood ze aan. ‘Dan kunnen jullie praten.’
‘Nee…’ begon Harry, maar zijn protest werd onderbroken door Lupos.
‘Dat is misschien wel eter, ik ben zo weer weg,’ zei hij, en Vivianne verliet struikelend de kamer. Harry zuchtte.
‘Hoe gaat het, Harry?’ vroeg Lupos.
‘Goed,’ zei Harry kortaf, en hij keek naar zijn lakens. Hij begon die vraag een beetje zat te worden.
Lupos zuchtte. ‘Ik weet dat het geen pretje is om opgezadeld te worden met zoiets als dit, maar daarom hoef je nog niet te liegen,’ mopperde hij, en Harry keek hem aan.
‘Ik had een vraag,’ hakkelde hij een beetje onzeker. Lupos pakte een stoel en ging zitten.
‘Vraag maar,’ zei hij.
‘Zitten er… bijwerkingen aan vast?’
Lupos zuchtte en krabde over zijn hoofd.
‘Ik weet het niet, Harry,’ zei hij. ‘Ik weet niet wat, of in welke mate, of dat ze er überhaupt wel zullen zijn. Je zult het moeten afwachten, ben ik bang.’
Harry zuchtte. Hij miste haar nu al…
‘Waar ik eigenlijk voor kwam, Harry,’ ging Lupos verder. ‘Ik wilde je wat dingen vertellen. Ik moest van Minerva Anderling aan je vertellen dat je de laatste weken niet meer naar school hoeft. Je examen heb je dan niet gedaan, maar dat kun je volgend schooljaar eventueel overdoen. Ik geloof dat jij nu gewoon liever vrij bent van tumult, heb ik dat goed?’
Harry knikte alleen versuft, en hij probeerde de nieuwe informatie te verwerken.
‘Mooi,’ vervolgde Lupos. ‘Je mag over vier dagen hier weg, en dan word je naar je oom en tante en gebracht. Ja, ik weet dat je nu meerderjarig bent, maar toch wil men dat je teruggaat. We moeten het zekere voor het onzekere nemen, aangezien Voldemort nog steeds niet verslagen is.’
Harry knikte opnieuw, en Lupos stond op.
‘Nou, dat was het, Harry. Ik hoop je snel nog eens te zien,’ zei hij, en liep richting de deur.
Het was eruit voor Harry er erg in had.
‘Vivianne is zwanger.’
Lupos verstijfde, met zijn hand op de klink van de deur. Hij draaide zich om en keek Harry onderzoekend aan.
‘Wat?’
‘Precies wat ik zei, ze is zwanger, bijna een maand. Ze heeft me het 3 dagen geleden verteld.’
Lupos zweeg en liep op hem af.
‘Wat wil je dat ik doe, Harry? Dit was jouw keuze, en…’
‘Ik heb die keuze nooit gemaakt,’ ging Harry er tegenin.
‘MAAR JE BESEFTE HOPELIJK TOCH WEL DAT HET RISICO ER WAS!’ schreeuwde Lupos opeens, en Harry schrok zich een ongeluk.
Lupos dwong zichzelf tot kalmeren en keek Harry aan.
‘Het is toch wel van jou?’
Harry keek hem recht aan.
‘Ik zou niet weten van wie anders,’ merkte hij droogjes op.
‘Maar goed,’ zei Lupos, terwijl hij Harry priemend aankeek. ‘Weltrusten, Harry. Ik zal je met rust laten.’ Hij draaide zich om en liep nu echt naar buiten.
Harry liet zich met een zucht terugzakken in de kussens. Waarom had hij het in vredesnaam ook aan Lupos verteld? Waar hoopte hij op? Advies, hulp? Nee, hij besefte heel goed dat zelfs Perkamentus hem hiermee niet had kunnen helpen, hij stond er alleen voor… samen met Vivianne uiteraard.
En over Vivianne gesproken…
De deur ging open en ze kwam weer binnen. Ze had een rood hoofd en ze keek hem verontwaardigt aan.
‘Waarom heb jij het aan Lupos verteld?’ vroeg ze kwaad. ‘Misschien moeten we het nog eventjes geheim houden! Lupos verteld het nu vast en zeker tegen mevrouw Wemel, en dan weet de hele buurt het!’
Harry schudde zijn hoofd.
‘Wel nee, zo is mevrouw Wemel helemaal niet!’ verdedigde hij haar, en Vivianne zuchtte.
‘Misschien heb je gelijk,’ zei ze alleen. ‘Ik heb van beneden iets voor je meegenomen.’ Ze drukte een tijdschrift in zijn hand en Harry bekeek het. “Het Schouwers Weekblad” stond er op de voorkant, en hij keek Vivianne grijnzend aan.
‘Wauw, bedankt!’

reactionszzz





_________________
Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark
Profiel bekijkenStuur privébericht
Danlover
7e jaars
7e jaars


Verdiend: 56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...

Danlover is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Dec 31, 2005 19:28 Terug naar boven Sla dit bericht op

laatste hoofdsstuk, alleen nog epiloog, wat inmiddels ook af is, maar ik zal het toch maar in een aparte post zetten. snik snik, het is af...
Het laatste gevecht

Drie dagen later mocht Harry naar huis. ’s Ochtends kreeg hij met alle geweld nog een laatste controle. Een heler nam nog een laatste hoeveelheid bloed af en hielp hem vervolgens met aankleden en inpakken. Protesteren had geen zin.
‘Er staat beneden iemand op je te wachten, meneer Potter,’ zei ze vrolijk. ‘Een meisje van uw leeftijd, helemaal uw type.’ Ze gaf een knipoog, en Harry keek haar even vreemd aan. Toen boog hij zich weer voorover om zijn veters te strikken.
Toen alles was ingepakt ging hij naar beneden, samen met een kleine tas vol spullen. Beneden in de hal stond Vivianne op hem te wachten. Toen ze hem zag staan, grijnsde ze. Vervolgens rende ze op hem af en omhelsde ze hem. Ze was de dag daarvoor nog bij hem langs geweest, maar de omhelzing voelde aan alsof ze elkaar drie dagen niet hadden gezien.
Achter haar stond meneer Wemel, die hem een hand gaf en hen meenam naar buiten, waar een auto van het ministerie op hen stond te wachten. Dirk zat achterin, met grote ogen van angst naar de bestuurder te kijken.
Harry was Dirk helemaal vergeten, maar het leek hem vrij logisch dat hij ook niet meer naar Zweinstein hoefde, nu Harry en Vivianne weggingen.
Ze stapten in, Vivianne in het midden, en reden naar de Ligusterlaan, waar tante Petunia en oom Herman al op hen stonden te wachten. Dirk werd het huis ingesleurd en Harry en Vivianne werden vergeten op de stoep achtergelaten.
‘Eh… Harry?’
Harry draaide zich om en zag meneer Wemel, die nogal ongemakkelijk op de stoep stond, naast de auto.
‘Harry, je moet nog een paar dagen bij je oom en tante blijven, tot het schooljaar voorbij is, maar daarna zullen jij en Vivianne er waarschijnlijk op uit gaan… Maar je komt toch nog wel een keer langs?’
Harry keek hem aan. Dit was afscheid, en meneer Wemel vroeg of hij nog een keer langskwam. Hij knikte.
‘Mooi,’ zei meneer Wemel, die een trilling in zijn stem zonder succes probeerde te onderdrukken. ‘Dan… dan ga ik maar… Ik doe Ron en Molly de groeten van je.’
Harry knikte opnieuw. Hij gaf meneer Wemel grijnzend een hand. Meneer Wemel stapte weer in de auto, die bijna direct wegscheurde. Harry en Vivianne zwaaide hem na tot hij de hoek om was.
‘Nou… daar zijn we weer,’ verzuchtte Vivianne. Ze draaide zich om en keek naar de deur van het huis, die nog een beetje openstond. ‘Zullen we naar binnen gaan?’
Harry keek aarzelend naar de deur, maar knikte uiteindelijk toch.
Vivianne pakte voorzichtig zijn hand en trok hem naar de deur, die ze open duwde en een stap over de drempel zette. De Duffelingen keurde Harry geen blik waardig toen hij de keuken instapte, maar oom Herman draaide helemaal door toen Vivianne achter hem aan de keuken inschuifelde.
‘LANG HARIG TUIG!’ bulderde hij zo hard dat tante Petunia zich doodschrok. ‘In mijn huis! Maak dat je wegkomt! D’r uit! D’R UIT!’
Hij stormde op haar af, maar Harry ging tussen hen in staan.
‘Wat moet je, ga opzij!’ gomde oom Herman.
‘Ik laat me niet meer als een klein kind behandelen, oom Herman!’ schreeuwde Harry. ‘Ik heb lang genoeg gedaan wat u heeft gezegd. Ik ben nu meerderjarig, ik ben Uitverkoren, en ik doe WAT IK WIL!’
Er viel een galmende stilte in de keuken. Oom Herman werd langzaam paars. Hij kon er niet tegen als er in zijn eigen huis zo tegen hem werd gepraat.
‘En ik eis,’ besloot Harry zijn tirade. ‘…dat Vivianne met rust wordt gelaten!’
Oom Hermans snor begon te trillen, en hij leek zo te zien veel zin te hebben zijn neef te wurgen, maar leek dat toch iets te riskant te vinden. Hij draaide zich grommend om en ging weer aan tafel zitten.
Vivianne pakte Harry’s hand.
‘Zullen we naar buiten gaan?’ mompelde ze. Harry knikte, draaide zich om en liet zich door Vivianne naar buiten trekken.
Het was een mooie middag. De zon stond hoog en het was warm. Harry liet Vivianne de buurt zien, met de snackbar, de kledingwinkels (het duurde zeker een half uur voordat hij haar weer mee kon krijgen) en het centrum. Daar waren ze zeker een hele middag zoet mee, vooral omdat Vivianne niet genoeg kon krijgen van de kerk.
‘Het galmt zo mooi!’ riep ze blij, terwijl ze opgetogen door de bankjes heen rende. ‘En al die mooie beelden! Wie zijn het eigenlijk?’
Harry nam zich voor haar dat ooit nog eens allemaal uit te gaan leggen, maar niet vandaag.
Het werd langzaam namiddag. De zon zakte, totdat die helemaal achter de daken was verdwenen. Het werd frisser, en er stak een zacht briesje op.
Ze kwamen al lopend langs het café waar ze nu bijna een jaar geleden de blonde dreuzeljongen hadden ontmoet, en daar vlakbij het steegje, waar ze zich aan hem tegoed hadden gedaan. Harry keek Vivianne haar, terwijl hij haar hand greep. Hun ogen zeiden hetzelfde.
Nooit meer…

Pas rond 10 uur werd het drukker op straat. Groepjes jongeren gingen luidruchtig pratend en lachend naar de plaatselijke disco, en Vivianne wilde ze achterna lopen.
‘Ik wil weten waar ze naartoe gaan,’ zei ze koppig, en ze probeerde zich los te rukken uit Harry’s greep, die haar bij haar pols had gegrepen en niet los wilde laten.
‘Het is gewoon harde muziek waar je op moet dansen,’ zei hij luid, en verstevigde zijn greep.
Uiteindelijk wist hij haar weg te trekken van de stroom jongeren die langs liepen, een park in.
‘Leven op aarde is verwarrend,’ mompelde Vivianne. ‘Het is zo… druk, en zo… groot.’
‘Hebben jullie auto’s?’
‘Auto’s? Wat zijn dat?’
‘Nee dus, prijs jezelf gelukkig.’
Vivianne begon te lachen.
‘Kijk bij ons uit voor de koetsen,’ hikte ze. ‘Die rijden je zonder pardon van de sokken.’
Harry begon ook te lachen, maar die lach werd afgekapt toen Vivianne zijn gezicht vastpakte en hem begon te zoenen.
Het was stil op straat, op het plein en in het park… De straatlantaarns floepten aan, de laatste vogel liet trillend zijn laatste noot ontsnappen. Niets wees erop dat er iets zou gaan gebeuren dat de hele avond op zijn kop zou zetten.
En toch zou het gaan gebeuren…
Vivianne was iets kleiner dan Harry, hooguit een paar centimeter. Ze had haar armen om zijn nek geslagen en haar voorhoofd raakte het zijne.
Het was een verademing om alles te kunnen loslaten, om volledig te kunnen ontspannen. Het was…
‘Hum hum.’
Harry en Vivianne lieten elkaar los en draaiden hun hoofd met een ruk om. In het licht van de dichtsbijzinde straatlantaarn stond Dirk.
‘Dirk?’ vroeg Vivianne zachtjes.
‘Ik wist het! Ik wist het!’ Er glom een vreemde, triomfantelijke schittering in zijn ogen, alsof hij zonet een grote ontdekking had gedaan.
‘Wat…’
‘Jullie hebben iets met elkaar, jullie waren aan het zoenen!’
‘Dirk…’
‘Ik volg jullie nu al de hele dag. De kerk, het centrum, de hele tijd handjes vast, het zat eraan te komen!’ Hij lachte.
‘Had je dan echt niets door?’ snauwde Harry plotseling, en de triomfantelijke uitdrukking verdween acuut van Dirks gezicht.
‘W…wat door?’ vroeg hij, en hij keek zijn neef angstig aan.
‘Dirk,’ zei Vivianne zacht. ‘Harry en ik gaan nu al bijna 2 jaar met elkaar, onder jouw neus. Het is echt bizar dat je niets hebt gemerkt…’
Dirks blik werd verwarder. ‘Al 2 jaar?’ stotterde hij. ‘Al 2 jaar? Maar… ik had niets door!’
‘Nou, dat is dan jouw fout,’ snauwde Vivianne nu. ‘Als je kon nadenken had je gelijk doorgehad dat Harry en ik meer waren dan alleen vrienden. Nu, als je het niet erg vind…’ Ze legde haar hand in Harry’s nek, trok hem naar voren en zoende hem vol op de mond. Harry was even verbaasd door haar uitbarsting, maar net toen hij zijn mond open wilde doen om terug te zoenen, verslapte Vivianne’s greep. Ze werd bleek en begon te trillen.
‘W… wat is er?’ vroeg Harry een beetje verbluft. Vivianne schudde haar hoofd en keek langs Harry’s schouder naar de uitgang van het park.
‘Ik weet het niet,’ zei ze. ‘Maar er is iets mis. Er gaat iets grondig fout… volg me!’ En ze rende langs de 2 jongens het park uit.
Vivianne volgde haar gevoel, dat wist Harry, maar toch had hij het griezelige gevoel dat ze recht op de Ligusterlaan afrenden. Zijn vermoeden werd bevestigd toen ze door de Magnolialaan renden, die uitkwam in de Ligusterlaan. Ze rende de hoek om en verstijfde. Harry rende in volle vaart tegen haar aan, struikelde en was zeker onderuit gegaan als Vivianne hem niet net op tijd bij zijn arm had gegrepen. Ze hielp hem met verrassend moeite overeind terwijl ze geschokt de straat in bleef staren. Dirk remde piepend en hijgend bij hen af, en staarde geschokt brabbelend de Ligusterlaan in.
Harry had al sinds hij 1 jaar was in het huis gewoond, hij was er geschopt en geslagen door Dirk, hij had er zijn brief voor Zweinstein gekregen… Misschien had hij er schoorvoetend geleefd, maar hij had er geleefd…
Ligusterlaan 4 bestond niet meer, waar vanochtend nog een compleet huis had gestaan, lag nu een berg puin en stenen. Er hing een vage stofwolk boven het geheel.
‘Allemachtig,’ bracht Harry zwakjes uit, iets beters kon hij niet bedenken. Hij was geschokt, wie had dit geflikt?
In gedachten wist hij het best, er was maar één persoon die dit wilde en voor elkaar kon krijgen: Voldemort. Hij moest nog in de buurt zijn, hij was hier geweest om hem te vinden, maar hij was er niet geweest, en had daarom maar gewoon zijn oom en tante vermoord en het huis laten instorten.
Dirk liep langzaam op het huis af, net als Harry. Dirk leek prakeloos, en in een plotselinge aanval van wanhoop rende hij op de berg puin en begon de stenen weg te gooien.
‘MA? PA? LEROY?’ gilde hij, en plotseling besefte Harry dat ook Leroy dood moest zijn. Dat kon niet anders, een kleine baby kon zoiets niet overleven.
Hij draaide zich om naar Vivianne, die nog steeds geschokt naar de berg puin stond te staren. Opeens hief zich boven haar een donkere schaduw op…
‘VIVIANNE, PAS OP!’ gilde Harry, maar ze reageerde en werd van achteren vastgegrepen door niemand minder dan Voldemort. Hij grijnsde en drukte zijn toverstok tegen haar keel.
‘Te laat, Potter, ik heb haar al. Als je rustig doet wat ik zeg, zal haar niets overkomen…’ Hij lachte, en Harry’s geest vulde zich met woede. Het moest afgelopen zijn! Voldemort had zijn leven zo vreselijk zuur gemaakt, en nu moest het afgelopen zijn! Hij stak zijn hand uit, maar Voldemort was hem voor.
‘Probeer het maar, Potter. Het is of je vriendin, of jij, kies maar.’
Harry liet zijn handen weer zakken en staarde naar het tweetal. Hij kon het niet, hij kon Vivianne niet zomaar afmaken, alleen omdat hij zonodig Voldemort wilde afmaken. Maar dan kon hij alleen nog maar voor de laatste optie kiezen…
‘Niet Vivianne,’ zei hij, zo luid dat Voldemort het makkelijk kon horen. ‘Niet Vivianne, neem mij.’
Voldemorts grijns werd breder, en Vivianne’s uitdrukking juist angstiger.
‘Nee, Harry!’ gilde ze. ‘Ik ben het niet waard!’
Maar Harry’s keuze stond vast. Vivianne moest dit overleven. Hij spreidde zijn armen iets, zodat zijn borst onbeschermd was, en hij gaf een klein knikje richting Voldemort, die zijn staf over Viviann’s schouder heen op hem richtte.
‘AVADA KEDAVRA!’
Haast ervan overtuigd dat Harry niets zou doen om zich te verdedigen, gooide hij Vivianne opzij en keek Harry triomfantelijk aan.
Daar had Harry op gewacht. Bliksemsnel dook hij, zodat de vloek over hem heen vloog, concentreerde zich in alle macht, en voelde opnieuw de kracht zijn lichaam verlaten. Verblind viel hij op zijn knieën neer, en keek niet op waar hij zijn uitbarsting heenstuurde.
Er klonk gegil, een schreeuw en een dreun die de grond deed trillen. Pas toen het getril was weggeëbd, merkte Harry op dat het doodstil was geworden. Voorzichtig tilde hij zijn hoofd op en keek de straat rond, bang voor wat hij zou zien.
Er was een enorme krater in de weg geslagen, waar rode rook uit opsteeg. Vivianne lag iets naast het gat, met haar gezicht vol krassen en schrammen. Voldemort was nergens meer te bekennen.
Harry sprong op en rende op haar af. Ze ademde nog, maar heel zwakjes. Haar gezicht was lijkbleek, en haar hand leek helemaal opengereten.
‘Vivianne? O, zeg iets! Alsjeblieft!’ Harry schudde haar door elkaar, en langzaam leek ze weer wakker te worden. Ze opende haar ogen en keek verdwaast om zich heen, alsof ze nog niet helemaal besefte waar ze was.
Harry, vreselijk opgelucht dat ze nog leefde, keek op om te zien waar Voldemort was. Nergens, hij was nergens te bekennen. Niet achter hem, niet naast hem, niet voor hem.
Dirk stond nog steeds bij de enorme berg puin, geschokt door wat net was gebeurd. Langzaam liep hij op zijn neef af, zijn blik op de krater gericht.
‘Je… je blies hem op, je blies hem op!’ was het enige dat hij uit kon brengen. ‘Hij… ik denk dat hij dood is, Harry.’
Harry voelde een immense opluchting door zijn lichaam trekken. Hij was dood, zelf als Dirk het zei klonk het geweldig. Zonder na te gaan of het echt waar was, liet hij zich op zijn rug vallen en staarde gelukzalig naar de donkere lucht. Hij was dood, heer Voldemort was eindelijk verslagen…

reacties?





_________________
Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark
Profiel bekijkenStuur privébericht
Danlover
7e jaars
7e jaars


Verdiend: 56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...

Danlover is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Dec 31, 2005 19:29 Terug naar boven Sla dit bericht op

lang epiloog, ik weet het Wink het verhaal is nu toch echt af! veel leesplezier!!
Epiloog

Door een mirakel bleek Leroy nog te leven. Hij lag krijsend onder de hoop puin, en hield pas een uur nadat de dreuzelbrandweer hem had bevrijd ermee op. Alleen een heel sterk iemand kon zoiets overleven, maar het was nog steeds een mysterie hoe hij het had overleefd.
De Duffelingen, tante Petunia en oom Herman, werden begraven in besloten kring, waar alleen familie bij aanwezig mocht zijn. Aangezien Vivianne en Harry verloofd waren, was zij er ook, net als tante Margot. Vivianne had een klein hoedje op gedaan, om haar oren te bedekken, omdat ze zeker wist dat dreuzels raar van haar oren zouden opkijken.
Toen ze de kerk uitkwamen, arm in arm, stonden ze plotseling oog in oog met professor Anderling, in nogal onbeholpen dreuzelkleding.
‘Gecondoleerd, Potter,’ zei ze. ‘Ik wil je iets mededelen.’ Ze streek haar kleding glad en keek hem aan.
‘Voldemort is verslagen, Potter. Schouwers hebben het bevestigd, en de hele toverwereld is je meer dan dankbaar. Nu, ik moet doen wat een schoolhoofd moet doen als één van zijn leerlingen dakloos is. Ik ben bang dat we een kleine wijziging moeten doorvoeren…’
‘Dat hoeft al niet meer, Minerva,’ klonk plotseling een bekende stem achter haar. ‘Ze wonen bij mij.’ Achter professor Anderlings rug kwam mevrouw Vaals tevoorschijn. Omdat ze geen familie was, mocht ze ook niet aanwezig zijn bij de begrafenis.
Het was waar wat ze zei. Harry, Vivianne, Dirk en Leroy woonden al 3 dagen bij mevrouw Vaals, en ze hadden het prima naar hun zin. Harry kende mevrouw Vaals al jaren als de oude, gestoorde kattenliefhebster, maar in die 3 dagen had ze een hele andere kant van zichzelf laten zien. Professor Anderling keek mevrouw Vaals glimlachend aan.
‘Prachtig, Arabella, dat was een goede keuze van je, en ik moet zeggen, Potter, je ziet er geweldig uit, maar ik ben bang dat je toch ergens anders heen moet.’
‘O ja?’ vroeg Harry verbaast. ‘Waarheen dan?’
‘Zodra Arthur en Molly Wemel hoorden dat je dakloos was, wilden ze je in huis nemen tot je er klaar voor was. Zodra het schooljaar is afgelopen ben je vrij, maar tot die tijd ga je naar hen. Ze komen er zo aan en nemen u, juffrouw Aliano en meneer Duffeling direct mee.’
Harry keek vanuit zijn ooghoeken naar Dirk, die erg stil geweest was sinds professor Anderling was begonnen met praten, maar nu begon te glimmen. Professor Anderling zag het en schudde haar hoofd.
‘Helaas, ik ben bang dat u voor een maand naar een weeshuis in de buurt wordt gebracht, meneer Duffeling. U bent dreuzel, u hoort niet thuis in een tovenaarsfamilie.’
‘Maar u zei meneer Duffeling…’
‘Ik had het over uw broer, Leroy Duffeling. Er is besloten dat uw neef de voogdij over hem krijgt, aangezien hij ook een tovenaar is.’
Dirks mond viel open, net als die van Harry.
‘Maar… professor… ik kan toch geen baby onder mijn hoede nemen. Ik ben pas bijna 18, dit kunt u me niet aandoen!’
‘Ik ben bang dat ik dat wel degelijk kan, Potter. U bent de juiste persoon hem op te voeden. Geen zorgen…’ Haar blik gleed even naar Vivianne. ‘…u mag hulp gebruiken.’
Er viel een stilte. Harry en Vivianne keken elkaar een beetje hulpeloos aan.
‘Nu, meneer Duffeling, geef uw broer aan Potter.’
Dirk, die Leroy nog steeds vasthield, keek professor Anderling nijdig aan, maar gaf het hoopje lakens uiteindelijk aan Harry, die een hoop moeite moest doen voor hij de slapende baby eindelijk goed vast had. Pas toen Vivianne kwam helpen, slaagde hij erin de juiste grip te vinden. Hij voelde zich vreselijk ongemakkelijk, zo met die baby op zijn arm terwijl professor Anderling zo naar hem keek.
Plotseling begon ze te snotteren. Harry keek haar vreemd aan.
‘Sorry,’ zei ze. ‘Het is nu bijna 17 jaar geleden dat ik je als baby voor de deur van je oom en tante heb zien liggen, en nu sta je hier zelf met een baby. Dat ik dit nog mag meemaken,’ besloot ze waterig. ‘Veel succes jongen, veel succes.’
En met die woorden verdwijnselde ze.
Bijna direct na haar verdwijning kwamen er 2 auto’s de hoek om rijden. Eén auto van het ministerie, en in de andere zat een vrouw, ongetwijfeld van het dreuzelweeshuis. Ze nam Dirk mee, die nog een laatste keer over zijn schouder keek en Harry recht aankeek.
Dat zou de laatste keer zijn dat Harry hem zag. Misschien zou hij hem later nog wel eens tegengekomen, op straat, onbewust, maar hij zou hem nooit meer aanspreken.
De auto reed langzaam de hoek om, en Harry keek zijn neef na tot die was verdwenen.
In de andere auto zaten, zoals hij had verwacht, mevrouw en meneer Wemel. Ze leken vreselijk blij hem te zien, en dat was wederzijds, gedeeltelijk dan. Ze stapten in de auto, met wat moeite, met die baby in zijn armen, en reden weg, richting het nest.

De dagen gingen voorbij in een soort waas. Ze bleven nog drie dagen bij de familie Wemel, tot het schooljaar voorbij was, ook al had Harry het gevoel dat het hem alleen om het slapen ging. Ron en Hermelien waren allebei nog op Zweinstein, en Harry en Vivianne bemoeiden zich heel weinig met meneer en mevrouw Wemel. Ze zaten vaak samen in Rons kamer, op het erf of liepen rond in Greenwich. Harry merkte onwillekeurig dat hij genoeg had van de zaken zoals ze nu gingen. Hij wilde erop uit, een nieuw leven beginnen, samen met Vivianne, Leroy, en het jongetje of meisje dat er nog aan zat te komen.
Harry had zich erbij neergelegd dat hij vader werd. Hij had het er een tijdje heel moeilijk mee gehad, maar nadat hij heel lang met Vivianne had gepraat, was hij zich ervan bewust geworden dat hij geen keus had. Na al zijn ellende met Voldemort, had hij zich nooit kunnen voorstellen dat er nog zoiets moois bestond als het krijgen van een kind…
Eindelijk brak de dag aan dat ze weg konden, de wijde wereld in. Ze hadden hun spullen al heel vroeg ingepakt en waren vertrokken zonder een briefje achter te laten. Meneer en mevrouw Wemel zouden het wel begrijpen.
Terwijl ze de afrit van Het Nest afliepen, zagen ze de zon opkomen achter de horizon. De stralen schenen in hun gezicht en bezorgde hen een gevoel van vrijheid.
Vivianne pakte Harry’s hand en keek hem aan.
‘De hele wereld ligt voor ons open, Harry,’ zei ze zachtjes. ‘Kijk eens waar we allemaal nog heen kunnen!’
‘Het maakt mij niet uit waar we heen gaan,’ zei Harry. ‘Zolang ik jou maar dicht bij me heb.’
En na die woorden en een lange kus gingen ze op weg, de wijde wereld in…

reacties??





_________________
Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark
Profiel bekijkenStuur privébericht
Danlover
7e jaars
7e jaars


Verdiend: 56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...

Danlover is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Dec 31, 2005 20:21 Terug naar boven Sla dit bericht op

Om de trouwe lezers nog een zoethoudertje te geven, hier het proloog van het deel 3 dat er helaas niet komt. Ik heb gewoon geen inspi, maar ik had dit al op papier staan, dus ik d8, we zetten het erbij. reacties zouden leuk zijn Razz ik heb wel heel veel gepost op één dag, en heb nu een beetje schrijfkramp Evil or Very Mad het duurt eventjes voor ik verder ga met me volgende fanfic, omdat internet er morgen uitgaat bij ons, ik moet aan school werken van me ouders(nederlands so, waar ik vorige keer een 1 voor haalde)

Proloog

De wind woei over het gras en loeide in Harry’s oren terwijl hij naar de oude schuur in de verte staarde. Zijn handen tintelden, klaar om alle kracht los te laten die nodig was om de schuur op te blazen. Hij veegde zijn pony uit zijn ogen en zette zijn bril recht. Hij was er klaar voor.
‘Maandelijkse test in dreuzelvrij gebied,’ zei een vrouwenstem achter hem. Harry draaide zich half om en zag Vivianne staan, zijn vrouw, met een klembord in haar handen. Ze glimlachte. ‘Ga je gang, Harry.’
Harry glimlachte snel, draaide zich om en focuste zich weer op de schuur.’
‘Weet je zeker dat dreuzels ons hier niet horen?’ vroeg hij voor de zekerheid. Vivianne bladerde door het pak perkament dat op haar klembord lag.
‘De eigenaars hebben een verzekering getekend dat dit testterrein geluiddicht is,’ zei ze. ‘Ik kan hem zo voor je opzoeken, als je wilt. Wacht even.’
‘Laat maar, ik geloof je wel,’ zei Harry glimlachend. ‘Oké, iedereen dekking zoeken.’
Hij stak beide armen voor zich uit en zette er kracht achter. Hij voelde plotseling een harde zet, en er schoot iets rood-geels uit zijn handen, dat recht op de schuur afvloog.
Er klonk het geluid van een zweepslag en de schuur vloog in brand.
Vivianne maakte opgetogen een aantekening op haar klembord.
‘Wauw, Harry, dat is de eerste keer dat je alleen de schuur in de fik steekt…’
Harry keek opgetogen naar het brandende gebouw in de verte. Tot voor kort had hij altijd wel een paar bomen samen met de schuur in de hens gezet.
Harry en Vivianne voerden eens per maand dit soort testen uit, op aanraden van het ministerie van toverkunst.
Het testterrein bestond uit een enorm grasveld, en een paar extra loodsen. De schuur was speciaal voor hen gebouwd, op voorwaarde dat ze hem ook zelf weer opbouwden. Harry zorgde voor het afbranden van de schuur, Vivianne voor het opbouwen ervan. Ook nu mompelde ze een paar woorden en maakte een draaiend gebaar met haar hand. In de verte doofde het vuur en werd de schuur weer opgebouwd.
Vivianne maakte nog een korte aantekening en stak het klembord toen onder haar arm.
‘Prachtig gedaan, Harry, de beste test tot nu toe, zou ik zeggen,’ zei ze.
Harry draaide zich lachend om en drukte zijn lippen op de hare.
‘Wat moet ik anders met zo’n geweldige vrouw als jij,’ zei hij, terwijl hij vanuit zijn ooghoeken probeerde te kijken wat er op het klembord stond.
‘Jij charmeur!’ riep Vivianne lachend, en ze duwde hem weg. ‘Ik heb je wel door, hoor! Je weet heel goed dat deze testen voor het departement van mystificatie zijn bedoeld, streng geheim dus!’
‘Weet ik,’ zeurde Harry. ‘Maar het gaat hier toch wel om míj, dan mag ik toch wel weten wat erin staat?’
‘Misschien later,’ zei Vivianne glimlachend. ‘Kom, we gaan naar huis.’
Ze draaiden zich om en liepen op hun gemak richting de uitgang van het testterrein…





_________________
Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark
Profiel bekijkenStuur privébericht
Danlover
7e jaars
7e jaars


Verdiend: 56 Sikkels
Woonplaats: bij jou, maar jij niet bij mij...

Danlover is offline. 
BerichtGeplaatst: Za Dec 31, 2005 20:23 Terug naar boven Sla dit bericht op

ja, het verhaal is nu echt afgelopen, en er komt geen vervolg. ik vond het echt super om dit verhaal te schrijevn, en ik vind het onwijs jammer dat het nu is afgelopen!! het duurt misschien even tot ik verder ga aan "de derde opdracht" omdat internet er morgen uitgaat, dus ik ben even weg, tot die tijd, gelukkige jaarwisseling!!!

EDIT: Harrypotterfreakdaan heeft aangeboden een deel 3 te maken, en ik ga hem daarbij helpen. ik wou het maar eventjes promoten Razz





_________________
Love is like the sun: when it stops shining, your worlds seems completely dark
Profiel bekijkenStuur privébericht
Berichten van afgelopen:      


 Ga naar:   


Sla dit onderwerp op als textbestand

Volgende onderwerp
Vorige onderwerp
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum
Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum
Je mag niet stemmen in polls in dit subforum



Powered by phpBB © 2001/3 phpBB Group :: FI Theme :: Tijden zijn in GMT + 1 uur :: Disclaimer