Harry Potter Forum index
Dit forum is gesloten. Bezoek nu de vernieuwde versie van HPF!
 Harry Potter Forum gesloten  •   Inloggen

 [AF] Sirius' terugkeer! Volgende onderwerp
Vorige onderwerp

Sla dit onderwerp op als textbestand
Auteur Bericht
LavenderBrown
Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 398 Sikkels
Woonplaats: The Royal Fire Academy for Girls

LavenderBrown is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Zo Dec 25, 2005 12:10 Terug naar boven Sla dit bericht op

Bonjourr, even een stukje tussendoor -

A very merry Christmas to you! <3
En Elienemien, bedankt voor je tip Wink Ga het nu even verbeteren...
Ik weet niet of ik zo nog iets post,
ligt eraan of mijn ouders een gezellige 'family-kerstmiddag' hebben gepland...
Ik zou het leuk vinden als jullie even kritiek/commentaar/complimentjes op mijn verhaal zouden pb'en Smile
En natuurlijk wat jullie gaan doen met kerst...
Wij gaan vandaag * CADEAUTJES * doen... Oeh-la-la ..

<3 Kus
Fleur




Profiel bekijkenStuur privébericht
LavenderBrown
Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 398 Sikkels
Woonplaats: The Royal Fire Academy for Girls

LavenderBrown is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Wo Dec 28, 2005 12:29 Terug naar boven Sla dit bericht op

- Thank you voor jullie reacties! Al zou ik toch graag wat meer willen horen over wát jullie goed/slecht van mijn verhaal vinden, zoals ik hiervoor ook al gepost heb (in dat groene stukje xP)
Hier weer een klein stukje...
Have fun (or not)!

<3 Fleur -


Met die woorden liep hij weg, een zwakjes glimlachende Mark achterlatend.
‘Toetjes!’ was het eerste wat Ron zei toen Harry terug was geslenterd naar zijn plaats en zich op de bank neer liet vallen.
En jawel, heerlijke desserts verschenen op de schalen die in één seconde van leeg naar vol konden gaan, en Harry voelde respect voor de huis-elfen.
Terwijl Ron zich te buiten ging aan drie verschillende soorten taart (en Hermelien buiten zichzelf was omdat Ron zo’n ‘onbeschoft, barbaars beest’ was) keek Harry glimlachend om zich heen. Hij kon zo’n beetje zijn hemelbed al voor hem zien en kreunde zachtjes van verlangen, en was ook blij dat de toetjes na een aantal minuten weer werden weggewist, net toen Hermelien haar tirade had afgebroken en wat had opgeschept, wat een lachbui van Ron opwekte toen ze teleurgesteld naar haar lege bord keek.
Perkamentus stond op van zijn indrukwekkende stoel in het midden van alle leraren, terwijl Sneep zijn dreigende ogen door de stil geworden zaal liet gaan (zak, dacht Harry).
‘Welkom, eerstejaars… Welkom, oudere leerlingen…’ begon Perkamentus galmend, en liet zijn warme woorden even inwerken met een twinkeling achter zijn brilletje.

‘Ik hoop ook van dit jaar weer een indrukwekkend en vrolijk jaar te maken, en ik hoop dat de Sorteerhoed zojuist duidelijk heeft gemaakt wat ik eigenlijk in een lange speech wilde verwerken; wees eensgezind… Al heb ik het idee dat de Sorteerhoed zijn creativiteit heeft gestolen van Griffoendors die vorig jaar meneer Wemel eerden met deze woorden… Blind, eensgezind, is het niet waar?’ Perkamentus keek over zijn lange neus naar Ron en glimlachte.
Ron werd vuurrood en Parvati Patil en Belinda Broom begonnen hysterisch te giechelen en te roddelen toen ze zagen dat alle blikken op Ron werden gericht, direct het zwijgen opgelegd door ‘de Blik’ van Hermelien.
Perkamentus schraapte zijn keel en ging verder.
‘Misschien hebben jullie het nog niet gemerkt, maar we hebben dit jaar een nieuwe leraar Verweer tegen de Zwarte Kunsten…-‘
‘Hè?’ zei Ron verbaasd. ‘Er zit helemaal geen nieuwe leraar!’
Harry liet zijn blik langs alle leraren dwalen… Ron had gelijk, er was niemand bijgekomen.
‘- Maar hij komt pas over een paar dagen, omdat hij van ver moet komen… Namelijk helemaal uit Roemenië…’
‘Charlie?’ fluisterde Hermelien.
‘Nee, natuurlijk niet, debiel, die zit weer in Engeland!’ siste Ron nijdig terug.
‘Dat kon ik toch niet-‘
‘SST! Misschien horen jullie de naam nog als jullie éindelijk jullie mond eens houden…’ zei Harry.
Ze zwegen allebei, maar staarden nu nors naar Harry, die weer op Perkamentus gefocust was.
‘Hij heeft met draken gevochten (triomfantelijke blik van Hermelien) samen met Charlie Wemel (héél triomfantelijke blik van Ron) en hij heet Arnold Farola.’
‘FAROLA? HAHAHA, DIE SLOEBERSFAMILIE!’ klonk Malfidus’ ijzige, maar nu geamuseerde stem keihard door de zaal.
‘Bedankt dat u de financiële situatie van meneer Farola even benadrukt, meneer Malfidus, maar ik geloof niet dat die er toe doet als u het karakter van deze indrukwekkende man leert kennen,’ zei Perkamentus kalm, en zei toen:

‘Onze conciërge, meneer Vilder, heeft nog even duidelijk gemaakt dat alle fopartikelen die hij in deze school vindt, leiden tot ernstige straffen van de gebruikers ervan,’ glimlachte Perkamentus, en toen gebaarde hij naar boven en zei:
‘Maar nu, eerstejaars, volg jullie klassenoudsten, ouderejaars, haast jullie naar de zachte hemelbedden in jullie slaapzalen, morgen moeten jullie in een goede fysieke toestand zijn voor de lessen! Ik wens u een prettige nacht.’
Meteen stond iedereen op en het geroezemoes van de leerlingen begon weer, terwijl iedereen zich naar zijn slaapzalen haastte.
‘Wat is het wachtwoord, Hermelien?’ vroeg Harry aan zijn beste vriendin, toen zij zich naar de deur begaf en met een schril stemmetje riep:
‘Eerstejaars, volg mij! Kom, hierheen!’ terwijl Ron met zijn handen in de zakken van zijn gewaad naast haar stond.
‘Oh, dat weet ik ook wel hoor,’ zei hij en hij sleurde Harry mee naar een kortere weg richting de Griffoendor toren.
‘Drakenmaag,’ zei Ron tegen de Dikke Dame, die hen arrogant aanstaarde vanuit haar portret en met tegenzin opzij zwaaide.
‘Ja, ik heb een gewéldige vakantie gehad, dank je!’ zei ze nijdig toen ze langs haar heen door het portretgat klommen.
‘Pff, alsof ik vriendschappelijke relaties koester voor een portret!’ wierp Ron gemeen terug en antwoord bleef weg.
‘Eindelijk terug,’ mompelde Harry, die niet luisterde naar Ron die tegen hem foeterde over de Dikke Dame.
‘Wat?’ zei Ron.
‘Terug, ik heb het gemist… Kom, we gaan slapen.’
Hij geeuwde en begon de trap op te lopen naar zijn slaapzaal, waar hij nou al 5 jaar sliep. Zoals gewoonlijk stond zijn koffer op hem te wachten en lag er een aangenaam warme kruik in zijn bed, die zijn eerste nacht nog comfortabeler zou maken. ‘Hmm… Trusten, Ron…’
Ron murmelde nog iets, voor hij met open mond als een blok in slaap viel, met de gordijnen van zijn bed nog open.
Harry hoorde nog net Daan en Simon binnenkomen, die luid discussieerden over het nut van voetbalposters in hun slaapzaal, en volgde toen Ron’s voorbeeld en werd geplaagd door een droom over een onduidelijk meisje.
Hij wilde het meisje zien, haar aanraken. Hij zag alleen dat er een vage, gouden gloed van haar haren afstraalde. Telkens als hij een stap dichterbij haar zette, zweefde zij weer een stukje weg.
‘Kom hier…’
‘Wat?’ klonk een verbijsterde stem.
Harry knipperde verdwaasd met zijn ogen en voelde toen een rode gloed omhoogkruipen langs zijn jukbeenderen.
‘Waarom moet ik komen?’ herhaalde de stem.
Onaangenaam, om een knap meisje in je droom te zien en dan te beseffen dat je beste vriend naast je staat om te kleden.
‘Laat maar…’

‘We hebben de eerste twee uur Gedaanteverwisselingen, dus schiet op, of we kunnen niet meer ontbijten en dan zadelt Anderling ons al op met strafwerk voordat we echt met het jaar begonnen zijn!’
Gesjor aan zijn arm.
‘Ron, ik kan zelf uit mijn bed komen, dank je!’
Met een zucht begon hij zich aan te kleden, terwijl Marcel in gevecht was met zijn gewaad.
Toen ze de leerlingenkamer inkwamen stond Hermelien al op hun te wachten.
‘Kom! Er zijn geruchten dat er een gevecht in de hal is!’ zei ze opgewonden en bezorgd en ze sleurde hen al langs de dikke dame.
Kon Harry dan nóóit even een paar seconden zonder gesjouw aan zijn arm hebben?
Blijkbaar niet.
In de hal was het echter heel rustig, en Ron’s stem was dat iets minder toen ze op topsnelheid de hal hadden bereikt en voor de uitnodigende open deuren van de Grote Zaal stonden.
‘Hermelíen! Was dit je stomme truc om ons op te laten schieten?’
‘Jullie jongens zijn gewoon zo lúi, het moest wel!’
‘Ja, maar dat kon toch ook normaal?’
Harry liet zijn blik afdwalen en probeerde zich af te sluiten van de stemmen van Ron & Hermelien, die voor zijn gevoel aan een tweeduizendste ruzie waren begonnen.
Hij zag de leraren, die allemaal recht als een standbeeld in hun bord zaten te prikken, de Zwadderich tafel waar Malfidus al sinds zijn eerste jaar het hoogste woord voerde, de Huffelpuf tafel waar een paar spoken ongeïnteresseerd om zich heen zaten te staren, en de Ravenklauwen, die vast en zeker in een deuk lagen om Luna Leeflangs nieuwste uitvinding; een armband met kleine kuikentjes eraan, die felroze waren.
Zelf manoeuvreerde hij zijn vrienden naar de Griffoendor tafel en liet zich neerzakken naast Haast Onthoofde Henk, die een beetje triestig naar het overvloedige eten voor hem staarde.
‘Ach, Henk, troost je met de gedachte dat je ook nooit meer maagpijn zult hebben!’ zei Ron een beetje ongevoelig, en Henk zweefde dwars door Belinda Broom heen naar een ander deel van de tafel, wat weer een nieuw verbaal gevecht tussen Ron en Hermelien opleverde…
Daar gaan we weer, dacht Harry geïrriteerd.

Bij Gedaanteverwisselingen moesten de Griffoendors samen met de Ravenklauwen eerst een halfuur een preek aanhoren van professor Anderling, dat ze nu aan de belangrijkste fase van hun magisch onderwijs begonnen, de preek die ze ieder jaar hield.
‘En onthoud… Dit is van het állergrootste belang voor jullie carrière,’ bauwde Ron Anderling chagrijnig na, toen ze het lokaal uitliepen.
‘Moet je zien wat zíj van haar carrière heeft gemaakt, ze is maar een zielige leraar die geen gevoel voor mode heeft!’ tierde hij, en Harry vermoedde dat hij een beetje boos was omdat Anderling hem eruit had gepikt om een spreuk voor te doen die een wasknijper moest veranderen in een fluitketel, waar hij heel erg in geflopt was.
‘Ik denk dat wij de zaterdagavond samen doorbrengen, meneer Wemel,’ klonk een stem achter hen en Ron werd bleek.
‘Eh… Ik bedoelde, ik wou niet… ik was… ik moet maar eens…’ stamelde hij, toen hij zich omdraaide en professor Anderling met toegeknepen ogen naar hem zag staren.
‘Ja, je moet maar eens… na gaan denken over het boek waaruit je gaat overschrijven, zaterdagavond om zeven uur op mijn kamer. Een prettige dag verder, meneer Wemel,’ zei ze streng en ze draaide zich abrupt om en liep verder over de marmeren vloer.

De rest van de eerste schooldag verliep net zo ramzalig als Gedaanteverwisselingen.
Het enige lichtpuntje was dat ze het laatste uur vrij hadden, omdat de leraar Verweer tegen de Zwarte Kunsten nog niet op Zweinstein was aangekomen.
‘Hoe denk jij dat hij is?’ vroeg Hermelien ’s avonds, terwijl ze net de laatste punt zette achter een werkstuk Voorspellend Rekenen.
‘Ik weet niet,’ antwoordde Ron, die lui in een bank hing terwijl hij Koekeroekus met een Sommeerspreuk naar hem toe probeerde te trekken.
‘Charlie heeft wel eens over hem verteld, maar ik heb niet echt geluisterd…’
Hermelien keek hem ongelovig aan, alsof iedereen die iemand anders woorden niet opving een delinquent was.
Harry oefende op het huiswerk van Gedaanteverwisselingen, en kreeg als resultaat een wasknijper die stoom uitblies.
‘Dit is waardeloos,’ snoof hij, terwijl Hermelien de wasknijper met één zwaai van haar toverstok in een fluitketel veranderde.
‘Waarom moet je dat in hemelsnaam kúnnen? Ik wil niet eens een fluitketel…’
‘Harry!’ zei Hermelien streng. Ze haalde al diep adem voor een lange zin, die vast niet voor een oppepper van Harry’s humeur zou zorgen, toen haar aandacht naar het portretgat werd getrokken.
‘Oh, kijk!’ zei ze, en Ron & Harry draaiden zich snel om.
In het portretgat verscheen professor Anderling, die haar blik zoekend door de leerlingenkamer liet gaan (Ron ging snel netjes overeind zitten).
‘Juffrouw Wemel!’ riep professor Anderling.
Ginny, die in een hoekje had zitten giechelen met één van haar vriendinnen, keek op.
‘Wat is er?’ vroeg ze een beetje bezorgd.
‘Ik wil even iets met u bespreken,’ zei Anderling, en ze wenkte naar het portretgat.
Ginny stond aarzelend op en ontmoette de geagiteerde blik van Ron, die naar zijn zusje staarde.
‘Wat zou er met Ginny zijn?’ fluisterde Harry terwijl Ginny met professor Anderling verdween.
‘Ik hoop niets ernstigs…’ zei Hermelien bleekjes.
‘Oh, het is vast iets goeds,’ probeerde Harry haar op te beuren.
Maar toen betrok ook zijn gezicht.
Op de gang klonk een schrille kreet.
‘Was dat een vreugdekreet?’ vroeg Ron aarzelend.
‘Of was hij van pure afschuw…’





_________________
hey love
awful happens all the time
don't let it
kill you.
Profiel bekijkenStuur privébericht
LavenderBrown
Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 398 Sikkels
Woonplaats: The Royal Fire Academy for Girls

LavenderBrown is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Do Dec 29, 2005 18:21 Terug naar boven Sla dit bericht op

Thank youu voor jullie lieve reacties * deelt onzichtbare kusjes uit angel *
Bijna oud en nieuw.. Hoop voor 2006 nog 2 x te posten!
Ik heb graag dat jullie gewoon pb'tjes blijven sturen of wat in het reactietopic stortten * puppy-oogjes * anders heb ik het gevoel dat ik alleen voor mezelf schrijf * snik * .. Wat ik ook niet erg vind, by the way angel Enjoy...

<3 Fleur



‘Ron, dit móet je horen! Ron, Rón!’
Ginny kwam gek van opwinding de leerlingenkamer ingesprint en dook op haar broer’s buik.
‘Auw, Gínny, hallo, ik hoef niet dood hoor, ik wil je spectaculaire nieuws nog horen!’
Ginny keek bedachtzaam, maar de gigantische grijns die de hele kamer oplichtte bleef op haar gezicht.
‘Oh nee!’ ze giechelde.
‘Ik mocht het nog niet vertellen van Anderling!’
‘Wat mag je niet vertellen?’ vroeg Ron, wiens nieuwsgierigheid nu was gewekt.
Hij ging overeind zitten en pakte Ginny’s polsen.
‘Zeg het!’
‘Nee,’ antwoordde ze resoluut. ‘Je ziet het straks, of morgen!’
‘Het gaat over die nieuwe leraar, hè? Oh, je gaat nu toch ook niet met hém uit?’
Ginny keek hem walgend aan.
‘Ieks, met Arnold Faróla? Ik ken hem al jaren! En trouwens, hij is er nog niet eens. Je zult wel zien!’ herhaalde ze toen opgewekt.

Ron keek zijn zusje nors na toen ze met dansende haren naar haar slaapzaal verdween, met een niet weg te vegen grijns, terwijl ze een vriendin van haar meeplukte.
‘Zij mag het zeker wel weten,’ zei hij, en hij verborg zich achter een boek, dingen grommend als ‘haar eigen broer…’ ‘ze had niks moeten zeggen…’ ‘dom wicht…’
tot Hermelien hem met een klap van Een beknopte geschiedenis van Zweinstein hard op zijn hoofd tot stilte maande.
‘Waar heb ik dat aan te danken?’ vroeg hij chagrijnig.
‘Aan het verstoren van mijn concentratie,’ reageerde ze pinnig en ze stond hooghartig op en verdween, in de voetstappen van Ginny, naar haar slaapzaal.
‘Ik ga ook slapen,’ zei Ron.
Harry maakte een ‘je doet maar’ gebaartje en liet zich dieper in de stoel zakken, terwijl de leerlingenkamer langzaam leegliep.
Hij dacht (voor de zoveelste keer) aan Sirius.
Een paar keer had hij hier gezeten, terwijl alle leerlingen gingen slapen.
Dan zou Sirius laat in het vuur verschijnen. Nu zou Sirius nooit meer komen.
Onwillekeurig slikte Harry een brok in zijn keel door en knipperde een paar keer verwoed, maar het was te laat.
Een dikke traan rolde over zijn wangen.

‘Harry? Hé, Harry…’
Harry keek op en merkte dat zijn ogen dichtgeplakt zaten onder de tranen.
Kon hij nergens ongegeneerd een beetje emotie tonen? Snel veegde hij de resterende tranen van zijn wangen.
Hij draaide zich om en merkte dat Marcel achter hem stond.
‘Waarom kom je niet naar de slaapzaal, Harry? Harry? Wat is er gebeurd?’
Harry zuchtte.
‘Ik weet niet of je het zou begrijpen,’ zei hij met gesmoorde stem.
‘Is het Sirius?’ vroeg Marcel zacht, en hij kwam naast hem zitten.
Even voelde Harry een diepe genegenheid voor de jongen achter wiens ronde gezicht een gekwelde ziel zat. Hij wist wél hoe het zat.
‘Ja… Sirius,’ zei Harry en in een flits herinnerde hij zich dat Marcel bij zijn dood was.
‘Harry, mijn… mijn ouders zijn ook zo goed als dood. Ik weet wel hoe je je voelt.’
Harry knipperde een paar keer.
Marcel de Begrijpende, zo had hij hem nog nooit gezien.
Meer als de domme jongen waarbij jij groots en slim lijkt, zei een gemene stem in zijn hoofd, die hij liever meteen wegdrukte.
‘AAH!’
‘Wat is er?’ vroeg Marcel geschrokken, in de volle overtuiging dat hij iets beledigends had gezegd.
‘Niks, mijn… been. Ik heb het laatst bezeerd. Het prikt.’
Kon hij niks doen aan die irritante pijn in zijn hals? Hij wreef er even over, en het ging weer net zo snel over als het gekomen was.
‘Ik- ik denk dat ik maar naar bed ga. Sirius zal hier toch niet verschijnen als ik langer wakker blijf zitten,’ zei hij triest en hij stond op.
‘Als je wilt praten, zeg je het maar,’ zei Marcel serieus en hij volgde Harry, de koude trap op.
Harry knikte en dook snel zijn hemelbed in. Morgen weer een lange schooldag…
Met die niet bepaald leuke gedachte viel hij in een droomloze slaap…

‘Wat zou ze nou bedoelen?’
‘Oh, Rón! Ik kan niet eens normaal mijn ogen opendoen zonder dat jij weer over Ginny’s geheimpje begint!’ snauwde Harry, die snel uit zijn bed kwam en zijn bril van zijn nachtkastje af griste, waardoor hij de donkere contouren die Ron voorstelden weer kon onderscheiden als gewone vormen.
‘Ik wil het gewoon weten,’ zei hij bars.
Hij herhaalde zijn vraag nog drie keer, aan Hermelien, die helemaal gek werd en Ron op een gegeven moment hard in zijn bovenarm kneep, aan Daan, die Ginny’s vriendje was en héél verontwaardigd reageerde toen hij erachter kwam dat hij iets niet over haar wist en naar haar toe stormde in de Grote Zaal, en aan professor Anderling die hij in de gang tegenkwam en die alleen maar hoofdschuddend zei: ‘Te lang… veel te lang, zo dom’ waar hij ook niet veel wijzer van werd.
Toen ze terugkwamen van een zeer vermoeiend blokuur toverdranken van Sneep, die zijn lange neus ongeveer in Harry’s ketel stak om vervolgens zijn drank te beoordelen als ‘Zwakzinnig’, kreeg hij eindelijk antwoord op zijn vraag.

Ze zaten in de leerlingenkamer, Hermelien achter een hoge stapel boeken en Simon, Harry en Ron in één bank, pratend over Zwerkbal.
Op de gang hoorden ze een meisje wiens stem niet bekend was in de Griffoendor toren schel praten tegen de Dikke Dame.
Ginny hief haar hoofd met een ruk op en glimlachte naar Daan, die naast haar zat en afwezig haar haar streelde.
De stem werd luider.
‘Ik zeg je, mens, hoe kan ik dat wachtwoord nou weten? Hállo, IK WIL ERIN!’
Na veel gemopper en getier zwaaide de Dikke Dame open.
Een meisje klom door het portretgat, wat verschillende reacties van de Wemels bezorgde.
Ron’s mond viel open en hij keek gekweld naar Ginny, die opgewonden gilde en uit Daan’s armen kroop en naar het meisje toeliep.
‘Ginny!’
‘Jaaaaaaa!’
‘Wacht even, lieverd, we gaan zo bijpraten.’
Het meisje stapte uit de schaduw van het portretgat en liep zelfverzekerd de leerlingenkamer in.
Harry’s mond volgde het voorbeeld van Ron, waardoor ze er nogal achterlijk uitzagen. Simon kon alleen maar met zijn uitpuilende ogen van onder naar boven en weer terug bewegen.
Het meisje dat arm in arm met Ginny voor hen stond, glimlachte lief en knipperde met haar lange, blauwe (blauwe?) wimpers.
Ze had een kort, roze plooirokje aan en een zwart topje dat Harry herkende als een zelfde exemplaar dat Ginny ook had gedragen bij de treinreis naar Zweinstein en meteen besefte hij wie dit moest zijn.
Ze zwiepte met haar lange blonde haar en haar mond krulde weer om.
‘Oh god, het is hier precíes zoals je verteld hebt!’

Hmm, dacht Harry, ondanks dat ze verschrikkelijk knap was deed ze wel een beetje overdreven, misschien ook omdat ze dat zelf wist.
‘Jij daar!’ zei ze plotseling, en ze priemde met een vinger naar Simon.
‘Opstaan.’
Simon volgde gedwee haar commando op.
‘En jij, jongen, óh, jij bent Harry, duidelijk!’ zei ze, en Ginny’s wangen werden rood.
Toen gleed haar blik naar rechts.
‘RONN! WAAROM HEB JE NIKS GEZEGD?’ gilde ze hysterisch, en toen weer tegen iedereen in de overvolle leerlingenkamer, die allemaal naar haar keken:
‘Ik ben Nicole.’
‘Hoi…’ zei Ron aarzelend, en zijn blik gleed weer naar Ginny, die hem triomfantelijk aankeek.
Harry had het vage gevoel dat Ron niet echt gesteld was op Nicole, die nu de volledige aandacht had van iedereen die in haar gezichtsveld was.
‘In ieder geval, Harry, Ron en… Wie?’ vroeg Nicole en ze keek naar Ginny, die niks zei.
‘Oh, nou ja, Simon, hierkomen!’
‘Hoe deed ze dat?’ vroeg Hermelien verbluft aan Harry, nu ze haar stapel boeken ook weg had geschoven en gefascineerd naar Nicole staarde, met een béétje afgunstige blik op Simon en eigenlijk alle andere mannelijke schepsels in de kamer.
‘Deed ze wat?’ vroeg hij, en hij wendde met moeite zijn blik af.
‘Hárry! Ik wil dat je me helpt!’ zei Nicole, en zijn ogen schoten meteen weer terug.
‘Met wat?’ vroeg hij achterdochtig. Hij had Ginny gezien nadat ze bij Nicole was geweest, ze ging hem toch niet opmaken?
‘Mijn koffers naar boven brengen, samen met Ron en Simon!’ antwoordde ze beledigd.
‘Wat, heb je daar drie mensen voor nodig?’ vroeg Ron verbluft.
‘Vier, Ginny helpt ook mee, dat zegt ze net!’
‘Ze zei helemaal niks!’
Ginny en Nicole wisselden even vluchtige blikken.
‘Eh… Ga nou maar mee,’ zei Ginny op een gemaakt luchtige toon en ze klommen één voor één het portretgat uit, nageroepen door een furieuze Dikke Dame, die zei dat ze maar beter met een Permanente Plakbezwering open kon blijven hangen terwijl ze zich door de donkere gang haastten.

‘Eh… Wat kom je hier eigenlijk doen?’ vroeg Simon aan Nicole, wiens lange haar in zijn gezicht zwiepte toen hij naast haar wilde gaan lopen.
‘Wat denk je van leren? Ik ben geen ordinaire logé!’
‘Nee, nee! Natuurlijk niet… Alleen dat, er wordt niemand toegelaten die nu al vijftien is…’ zei hij aarzelend.
‘Ik ben een uitzondering,’ zei ze met een superieure blik, alsof het duidelijk was dat er voor haar altijd uitzonderingen werden gemaakt.
‘Ja, ja, waar staan je koffers?’ vroeg Ron geïrriteerd. Hij scheen als enige niet echt onder die indruk van haar excentrieke verschijning te zijn.
‘Oh, nog één verdieping lager… Die trappen zijn echt griezelig!’ zei ze opgewekt, terwijl ze gracieus een neptrede ontweek.
Ze liepen zwijgend naar beneden, tot ze een opstopping in de hal zagen.
Allerlei uiteenlopende voorwerpen, van groot tot heel klein, stonden voor de voordeur.
‘Niek?’ piepte Ginny. ‘Hoe wil je dat allemaal in één slaapzaal krijgen?’
Toen viel Harry’s mond voor de tweede keer open, op het moment dat hij besefte dat de stapel voorwerpen koffers waren.
‘Hoeveel spullen héb jij?’ vroeg hij verbluft.
‘Ja, echt zonde,’ zei Nicole met een spijtige blik. ‘Ik moest minstens de helft terugsturen van die man met die lange baard!’
Toen sprongen haar ogen weer op helder, en ze liet haar blik door de gemarmerde hal gaan en zei toen:
‘Goed, de taakverdeling,’ alsof ze een interessant werkstuk gingen maken.
‘Simon! Jij neemt deze drie in je ene hand. Niet zo zielig kijken, dat zijn kleintjes! En die twee daar, oh ja, en die roze in je andere hand.’
Simon keek met grote ogen naar de verzameling koffers die ze optilde en in zijn handen propte.
‘En wees voorzichtig, dat is mijn duurste make-up!’ blafte ze, terwijl hij naar boven vertrok, gevaarlijk wankelend.
‘Eh…’ zei Ron.
‘Oh, Ronnie! Natuurlijk…’ zei ze nadenkend, de moordzuchtige blik op Ron’s gezicht negerend.
‘Ja, Ronnie, natuurlijk!’ herhaalde Ginny giechelend.
‘Ron, deze hier zijn voor jou, jij bent zo sterk!’
Niets werkt beter dan een jongen zijn ego strelen op een moment dat het niet meezit, dacht Harry vertwijfeld, toen hij een minuut later ook bijna bezwijkend onder het gewicht van alle felgekleurde tasjes en koffertjes de trap opliep, met Ginny naast hem, die telkens tegen hem opbotste.
Toen hij bijna boven was, werd hij opeens weer geplaagd door een uitzonderlijk sterke pijnaanval in zijn hals, die nu ongeveer open leek te scheuren.
Niet nadenkend greep hij naar zijn nek, en voelde dat de pijn het toen overnam.
Terwijl alle koffers op hem neerstortten, Nicole naar adem snakte en Ginny op hem afstormde, werd het wazig voor zijn ogen en daarna zwart…





_________________
hey love
awful happens all the time
don't let it
kill you.
Profiel bekijkenStuur privébericht
LavenderBrown
Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 398 Sikkels
Woonplaats: The Royal Fire Academy for Girls

LavenderBrown is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Vr Dec 30, 2005 17:23 Terug naar boven Sla dit bericht op

Elloo mon petite amies ^^
mijn nachtelijke inspiratie liet me in de steek, dus heb ik net maar met holle rug en rode oogjes wat in elkaar geflanst, dus laat me even weten hoe ik het er van af heb gebracht Razz
Niet echt lang dit keer, maar ik moet werelden redden, remember?
Enjoy Wink (Romantííek, romantiiek, ik hou van romantiiiek Embarassed angel )

<3 Fleur


‘Oh, werd hij maar wakker!’
‘Denk je dat hij… in coma ligt?’
‘Welnee, rare, dan had madame Pleister dat allang gemerkt. Hij ligt gewoon vast te slapen, dat is het!’
‘Maar wat is er nou met hem?’
‘Ik denk dat het… Nee, ik heb het gevoel dat het te maken heeft met…’
‘Waarom zwijg je? Met wat?’
‘Ik heb beloofd niks te zeggen, je – je hoort het nog wel.’
‘Met WAT?’
‘Ron, hou op, dat doet pijn, RON!’
‘Met wát? Waarom word ik altijd overal buiten gelaten?’
‘Als je mijn pols niet loslaat vervloek ik je! Harry zal het je zelf wel vertellen…’
‘Als hij ooit nog wakker wordt, ja! Vast.’

Harry knipperde met zijn ogen en wist dat hij in de ziekenzaal was, en hij had geen erg goed gehoor nodig om te horen wie er hun zoveelste ruzie aan het uitvechten waren.
‘Wat moet ik je vertellen Ron?’
‘Harry! Je bent wakker!’
Hermelien, die eerst nog met haar armen over elkaar omgedraaid uit het raam had gestaard, dook op zijn bed en gaf hem een knuffel.
‘Wat góed!’
‘En nu mag je gaan praten, Harry,’ zei Ron, die opeens wel opvallend lang leek vanuit Harry’s bed-perspectief.
‘Rón! Wees toch niet zo ongevoelig, hij is ziek! Harry, wat is er gebeurd?’
Ron snoof en Harry glimlachte; dit waren nou zijn vrienden.
‘Ik… had al die koffers van Nicole vast en toen viel ik,’ stamelde hij.
Waarom loog hij nou? Blijkbaar was hij niet de enige die dit een slappe smoes vond, Hermelien keek heel onbevredigd.
‘Harry! Je weet best wat het was en je gaat het Ron ook vertellen,’ zei ze dwingend.
‘Probeer het maar…’
‘Waarom níet?’ vroeg Ron scherp, zijn blik schoot van Hermelien naar Harry.
‘Het is beschamend!’
‘Waarom dat dan weer?’ ‘Je moet het aan Perkamentus vertellen!’
‘KOPPEN DICHT, ALLEBEI! GOED, RON, IK ZAL HET JE UITLEGGEN!’
Ze zwegen, al had Hermelien haar mond vertrokken tot een redelijk goede imitatie van professor Anderling en waren Ron’s oren zo rood als de radijsjes die Loena Leeflang soms in haar oren droeg als decoratie.
Harry legde voor de tweede keer uit wat hem zo lastigviel, en Ron lachte niet, wat een hele verademing was.
‘Het is áchterlijk dat je dat niet eerder aan me verteld hebt! Ik ben je beste vriend!’ viel hij wel uit.
‘Sorry,’ zei Harry zwakjes en hij viel weer terug in slaap.

Zijn ogen waren gesloten, maar hij was klaarwakker.
Dit was nou al de tweede keer op een dag dat hij gewekt werd door een woordenwisseling.
Het enige verschil was dat de twee ruziënde stemmen nu niet ongegeneerd voor hem stonden, maar achter de deur waren, onzichtbaar maar zo goed te horen.
‘Doe niet zo hypocriet!’ zei het eerste meisje met de stem van Ginny.
‘Hij is zwak en je kent hem net!’
Dat was niet helemaal waar.
Hij voelde zich helemaal niet zwak, alleen onverklaarbaar moe, al zou de verklaring heel misschien wel bij één van madame Pleisters altijd werkende slaapdrankjes liggen.
‘Ginny!’ smeekte de andere en Harry hoorde Nicole.
‘Het is mijn schuld dat hij viel, ík had hem met die parfumpjes opgezadeld…’
Ginny kreunde duidelijk hoorbaar.
‘Nou, ga maar, maar als madame Pleister je gillend wegjaagt met een bezemsteel zal ík er niet om rouwen!’
‘Dat jij nou na honderd andere jongens nog niet over hem heen bent kan ik niks aan doen!’
Stampende voetstappen die zich verwijderden, en de deur die langzaam openging.
Harry ging overeind zitten, probeerde zijn haar enigszins plat te krijgen en zette zijn bril op. Hij zag er vast heel aantrekkelijk uit.
‘Harry, het spijt me zo!’ Nicole kwam door de deuren op hem afgestormd en wees lukraak met haar toverstok over haar schouder, zodat ze meteen weer dichtvlogen.
‘Hoe weet jij hoe je moet toveren?’ zei Harry zonder enige aandacht te besteden aan haar theatrale excuses.
‘Oh, ja, ze hebben me in een soort toverslaap gebracht en via drankjes en spreuken allemaal informatie bij me binnengebracht…’ ze klonk alsof ze het helemaal niet interessant vond.
Toen keek hij naar haar toverstok, die knalroze was.
‘Nicole!’ hij moest toch wel lachen.
‘Wát? Die zwarte en bruine dingen zijn zó niet modieus…’ ze keek hem even nuffig aan en ging toen naast hem op zijn bed zitten, dat nauwelijks doorzakte.
Hij zag dat ze verbluffende jadegroene ogen had toen ze dichterbij kwamen.
‘Harry, sorry, ik weet dat ik je nog maar net ken, en dan heb ik je nu al in de ziekenzaal laten belanden!’
Het scheelde weinig of haar ogen vulden zich met tranen.
‘Het geeft niet, ik ben het gewend,’ knipoogde hij.
‘Ja, maar – maar…’ haar stem stokte en haar ogen werden vochtig en de tranen liepen over haar wangen.
Speelde ze het nou of niet? Hij vond het er wel heel zielig uit zien.
‘Nicole, trek het je niet aan,’ zei hij zacht en hij pakte haar hand.
Toen dat gebeurde voelde hij een lichte schok in zijn maag die hij alleen kende van… Cho. Hij was toch niet verliefd?
Langzaam gleed zijn wijsvinger over haar handpalm, en ze scheen weer een beetje te kalmeren.
‘Dank je…’
‘Geen probleem.’ Wáárom moest hij nu zo schor klinken?

Nicole besloot dat een bezoek aan de ziekenzaal van een paar minuten veel te kort was, dus ze trok zich niks aan van de waarschuwingen van madame Pleister
(‘Vijf minuten, jongedame! En dat je nieuw bent maakt geen verschil voor mij! Als jij ziek bent geef ik je toch ook geen speciaal drankje?’) en bleef met Harry praten, terwijl ze nog steeds in dezelfde pose op zijn bed zat.
In een halfuur wist hij haar hele levensverhaal en haar hobby’s, en zij die van hem.
Hij had nog nooit zo open met iemand kunnen praten, behalve met Ron en Hermelien, en dat verraste hem.
Je bent echt speciaal, dacht hij. Nicole keek hem verbaasd aan.
‘Vind je?’ vroeg ze.
‘Sorry?’ Had hij het hardop gezegd?
Hij voelde een lichte blos omhoogkruipen en werd toen ruw gewekt uit nog een staarsessie met Nicole, die inmiddels zijn hand al minstens drie minuten vasthield, waar hij totaal geen moeite mee had.
‘Ha ha, Korzel, Kwast, kíjk, Potter leert dat nieuwe Modderbloedje het kasteel kennen!’
Harry voelde zich kwaad worden, terwijl Nicole alleen maar strak naar hem bleef keken.
Toen Malfidus, die arrogant de zaal in kwam struinen besefte dat hij geen effect op haar had, pakte hij zijn toverstok en zei: ‘Tantalle-‘ tegen Harry, maar nog voor hij zijn spreuk af kon maken werd hij op de grond geworpen.
‘NIEMAND-‘ brieste madame Pleister, die met opgeheven toverstok de ziekenzaal in kwam gerend, ‘NIEMAND WAAGT HET OM MIJN PATIENTEN AAN TE VALLEN, JIJ SMERIG KLEIN…’ maar ook zij werd onderbroken, ditmaal door een kalme stem die van de deur kwam.
‘Madame Pleister, zou u willen kalmeren? Ik reken wel af met meneer Malfidus hier, of nee, ik laat hem naar het afdelingshoofd gaan…’ Perkamentus kwam op zijn gemakje binnengelopen, al ontbrak de vrolijke twinkeling in zijn ogen toen zijn blik op Malfidus bleef rusten, die breed grijnsde, ook al lag hij nog in zo’n ongemakkelijke positie;
Sneep was zijn favoriete leraar en Malfidus was zijn lievelingetje, hij zou echt geen straf krijgen.
‘Van Griffoendor… En dan zou ik met juffrouw Amperse nog wat door willen lopen, onder andere haar rooster.’
Hij glimlachte toegeeflijk naar Nicole, terwijl Malfidus woest overeind krabbelde en de zaal uitholde, met Korzel en Kwast onbenullig grijnzend in zijn kielzog.
‘Oh, en meneer Malfidus,’ riep Perkamentus hem achterna en hij zwaaide met zijn toverstok. ‘U zal de weg niet zelf hoeven te vinden.’
Malfidus’ benen draaiden meteen de andere kant op door Perkamentus’ nonverbale toverspreuk en hoe hij ook zijn best deed, ze wilden niet terug naar zijn leerlingenkamer in de kerkers, waar hij duidelijk naar op weg was.
‘Mijn vader…’ gromde hij.
‘Is hier niet op Zweinstein en zal dus niets aan uw straf kunnen veranderen,’ maakte Perkamentus zijn zin af, en zijn ogen begonnen weer te twinkelen achter zijn brilletje. ‘Goedemiddag.’

Nicole liet haar hand heel langzaam van die van Harry afglijden en sprong van het bed af. ‘Waar gaan we heen, meneer Perkamentus?’ vroeg ze vrolijk.
‘We noemen onze leraren hier professor,’ zei Perkamentus beleefd.
‘Volg mij!’
Nicole knipoogde nog een keer lief naar Harry, en liet hem toen verdwaasd achter, alleen met madame Pleister, die buiten zinnen drankjes in zijn mond probeerde te stoppen, non-stop mompelend:
‘Als ik hem in mijn handen krijg… Oh, ik zal bij hém geen botten recht laten groeien, gemeen smerig…’ tot Harry het niet meer hoorde en in slaap viel, onder invloed van een smerige paarse vloeistof uit een stoffig flesje.





_________________
hey love
awful happens all the time
don't let it
kill you.
Profiel bekijkenStuur privébericht
LavenderBrown
Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 398 Sikkels
Woonplaats: The Royal Fire Academy for Girls

LavenderBrown is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Za Dec 31, 2005 21:53 Terug naar boven Sla dit bericht op

LEES DIT EERST
Voordat jullie gaan zeuren dat ik onorigineel ben en dingen kopieer van J.K.R. (of eigenlijk Wiebe Buddingh'), wil ik even zeggen dat ik inderdaad een paar regels uit HBP heb gekopieerd, alleen dan iets anders.
En ik wil dit later gebruiken in mijn fanfic, dus aub daar geen op of aanmerkingen op. I thank you angel
En voor de rest;; het is bijna nieuwjaar, en ik wens jullie een uberieur 2006 en begin maar met lots of oliebollen, later op de dag hoef je pas te gaan diëten (number one goede voornemen) ^^
Enn.. Have fun Wink
(Bedankt voor de lots of reactions, en ik wens ze nog steeds heel graag te krijgen!! )

<3 Fleur


De volgende dag werd Harry een beetje versuft wakker.
Hij zag dat er iemand over hem heen gebogen stond die zijn gezicht schoonmaakte met een nat doekje, zodat het water langs zijn gezicht naar beneden sijpelde, op zijn borst, wat niet aangenaam aanvoelde.
‘Madame Pleister, ik kan best zelf-’
‘Nee, Potter, jij bent ziek!’
‘Ik ben alleen maar gevallen het gaat al een stuk beter! Wat zeg ik? Ik voel me geweldig!’
‘Ja ja, maar op de één of andere manier beland je toch om de paar weken onder invloed van mijn medicijnen, en ik vraag me af hoe dat kan als jij zo gezond bent!’
‘Dat komt gewoon door een paar onfortuinlijke ongelukjes!’
Madame Pleister zei niks meer en reikte hem zwijgend zijn bril aan, waarna ze naar de deur liep waar iemand hard tegenaan bonkte.
‘We willen erin!’
‘Zo vroeg op de morgen? Ik geloof er níks van!’
Maar Hermelien had de deur al opengebroken met één van haar fantastische spreuken en Harry’s gezicht klaarde op toen hij achter haar de slungelige en grijnzende verschijning van Ron naar binnen zag lopen.
‘Alles goed, jongen?’ vroeg hij op zijn gemak.
‘Zeker wel, maar zíj (Harry wierp een vuile blik op madame Pleister, die bezig was om haar potjes en flesjes te rangschikken) denkt dat ik nog steeds in levensgevaar ben!’
‘Trek het je niet aan, Harry,’ zei Hermelien geruststellend, terwijl ze stiekem één van zijn Chocokikkers, die hij blijkbaar van iemand gekregen had in haar mond stopte.
‘Eet ze allemaal maar op, ik heb toch geen honger,’ zei hij toegeeflijk.
Ze werd een beetje rood. ‘We kwamen even kijken of je al in orde was, we hebben zo les, weet je…’
Harry grijnsde. ‘Ah, jullie hebben Sneep!’
Ron’s gezicht betrok toen hij naar zijn horloge keek.
‘Oh… Eh, ik denk dat Sneep ons een beetje vermoordt als hij merkt dat we wat later zijn stinkende kerker in komen sprinten…’ zei hij, terwijl hij een wanhopige blik op de deur wierp, alsof Sneep daar met getrokken toverstok achter stond te wachten.
‘Ga dan maar. En geef het huiswerk door, hè!’ zei hij schijnheilig tegen Ron, die zijn wenkbrauwen fronste en toen glimlachte.
‘Zullen we doen, Harry!’ zei Hermelien serieus en ze liet haar hand even op zijn dekbed rusten, alsof ze die van hem wilde gaan pakken.
Toen trok ze hem terug en zei: ‘Nou, dan gaan we maar eens. Ron?’
Ron had gebiologeerd naar het eten op Harry’s nachtkastje gestaard, toen madame Pleister binnen kwam gelopen en zei: ‘Eruit, ERUIT! Deze jongen moet ontbijten! Hij is ondervoed, hij is ziek, hij is zwak…’
Harry kreunde.
‘Madame Pleister, ik-’
‘ETEN!’ ze duwde ruw een bord met sandwiches en versgeperste (door haar toverstok, vermoedelijk) jus d’orange en maakte aanstalten om hem te gaan voeren.
‘IK KAN ZELF ETEN!’
Beledigd stampte ze weg, met haar schort driftig om haar heen wapperend.
Harry, die besefte dat hij toch wel honger had, bracht een sandwich naar zijn mond, op het moment dat hij weer gestoord werd.
‘AAH! IK GA DOOD! IK GA DOOD!’
De deuren, die net weer tot hun oorspronkelijke staat waren teruggekeerd, werden opengesmeten en iemand bracht Draco Malfidus de ziekenzaal binnen.
Harry zag dat het professor Sinistra was, die Malfidus bezorgd aankeek terwijl ze hem naar een bed sleurde.
‘Ik, ik viel bijna van de Astronomietoren!’ snikte Malfidus, terwijl hij over Sinistra’s schouder gemeen naar Harry keek, die op zijn beurt een vernietigende blik terugwierp en dacht: Malfidus, je beste gezelschap als je in bed ligt.

Toen madame Pleister eindelijk was weggewerkt door Malfidus, strekte die zich uit en zei liefjes tegen Harry:
‘Als jij geen huiswerk krijgt, krijg ik het ook niet. En trouwens, ik heb wel zin in een potje Pottertje pesten.’
‘Wauw, wat origineel, Malfidus,’ snauwde Harry, die eindelijk wat gegeten had en zich meteen een stuk sterker voelde.
‘Pottertje pesten. Je zou er een bordspel van kunnen maken, als je niet zo ongelooflijk stom was!’
Malfidus zweeg op zijn teentjes getrapt en was duidelijk bezig met een gemene grap tegenover Harry.
‘Nou, breng het naar voren…’
‘Wat?’
‘Het gene waar je meesterbrein net een halfuur op heeft zitten werken,’ zei Harry, toen er een poosje een bijna vredige stilte was geweest.
‘Oh, stik toch, Potter!’
‘Niet voor jouw keel ook dichtgedrukt is.’
‘Krijgen we moordlustige gevoelens?’ Sneep kwam arrogant binnenlopen, wierp Harry een ‘als blikken konden doden’ blik toe met zijn kille ogen en manoeuvreerde zich toen naar Malfidus’ bed.
‘Draco! Gaat het! Ik ben meteen hiernaartoe gelopen toen ik éindelijk van die Griffel af was met haar irritante antwoorden… Oh nee…’ zei hij langzaam en hij streek met een vieze nagel over de spijlen van het bed.
‘als leraar mag ik natuurlijk niet bevooroordeeld zijn!’
Harry voelde zijn woede opborrelen, maar werd toen gered door iemand anders die de ziekenzaal in kwam.
‘Harry! Het is pauze, ik ben éindelijk van Anderling af, ze bleef maar doorzagen over haarballen ofzo, iets van examens. Nou, in-te-res-sant! En ze pakte mijn nagelvijl af, gemeen mens! Ze moet eens wat van Estée Lauder’s anti-rimpelcrème gebruiken, daar knapt ze van op…’
Nicole liep naar hem toe, wierp Malfidus één verachtelijke blik toe en ging toen op Harry’s voeteneinde zitten.
‘Hoe voel je je?’
Harry wilde antwoorden, maar Sneep kwam naar hen toe gelopen, zo zacht alsof hij niks woog en zei toen:
‘Ah, juffrouw Amperse. Wat een … genoegen, zal ik zeggen?’
‘Oh, niet wederzijds hoor, ik heb het niet zo op zwart haar,’ zei Nicole vrolijk en Harry’s mond viel open, net als die van Sneep, die toen zacht zei:
‘Tien punten aftrek van Griffoendor, wegens het beledigen van een leraar-’
‘In kwestie? Ja, echt wel. Maar mijn pauze is kostbaar, meneer.
En wilt u dit niet op mijn Dreuzelouders steken, alstublíeft wat bevooroordeeld!’
Sneep keek woedend en verbaasd naar Nicole en draaide zich toen woest om en verdween met grote passen.

‘Wauw, Nicole!’ zei Harry en Malfidus, die nu ook zijn volledige aandacht op Nicole had gefixt, zei:
‘Wauw, modderbloedje!’ Nicole keek hem fronsend aan.
‘Ik ga voor het eerst dit jaar een kamer in waar zó ’n onbenullig persoon is!’ snerpte Malfidus, die er duidelijk op uit was om Nicole eens flink op te jagen.
‘Je moet óf heel slim zijn om Sneep te beledigen, of…’ hij zweeg even om zijn woorden in te laten werken, ‘of heel…dom.’
‘Ik kies voor dat eerste, als je het niet erg vindt,’ zei Nicole vrolijk. ‘En, ga hier alsjeblíeft weg…’ Malfidus keek haar kil aan.
‘Dacht.Het.Niet.’ ‘Oh nee?’ reageerde Nicole en Harry voelde een rilling over zijn rug trekken; zelfs woedend was ze bloedmooi!
‘Probeer maar,’ sneerde Malfidus minachtend. Nicoles mondhoeken gingen een paar millimeter omhoog en ze draaide zich weer naar Harry en pakte hem vast. ‘MEVROUW! MADAME PLIJSTER!’ Madame Pleister kwam aangesneld uit haar kantoortje, met een stuk toast in haar hand en een verwilderde uitdrukking op haar gezicht.
‘HIJ DEED HET WEER! HIJ WILDE HARRY VERVLOEKEN!’
‘Wel, jij…’ begon madame Pleister op geforceerd kalme toon, terwijl ze in één seconde bij Malfidus was en hem uit bed sleurde:
‘ZIEK OF NIET! JIJ-BENT-HIER-NIET-MEER-WELKOM!’
Ze mompelde een spreuk en maakte een vliegensvlugge beweging naar de deuren.
Onmiddellijk rees Malfidus niet echt charmant op in de lucht en verdween spartelend & schreeuwend uit het zicht.
‘Goed werk, madame!’ zei Harry lachend en tevreden draaide ze zich om en liep terug naar haar kantoortje, terwijl Nicole wat dichter naar Harry toe kroop, die zich warm voelde worden.
‘Alsof ik had toegelaten dat hij je vervloekte!’ glimlachte ze.
‘Vind je het erg als ik-’ ze maakte haar zin niet af, maar staarde naar een punt naast zijn hoofd.
Harry draaide zich om en zag niets meer of minder dan de onbeslapen helft van zijn kussen.
‘Eh-oké,’ zei hij, maar in gedachten vroeg hij zich af wat ze bedoelde.

‘Ik bedoel dít,’ zei ze en ze werkte zich omhoog, naast hem, al was het niet onder de dekens.
Harry voelde haar zachte haar tegen dat van hem en keek er gefascineerd naar.
Zo lagen ze een paar minuten, zwijgzaam, tot er een bel klonk.
Teleurgesteld ging Harry overeind zitten toen Nicole haastig opstond.
‘Hé, ik moet gaan. Eh…’ ze leek zich geen houding te kunnen geven, net als Harry.
Toen ze nog één keer had gezwaaid en vertrokken was, nam iemand de taak van gezelschapshouder van Harry over.
‘Heb jij geen les?’ vroeg Harry verbaasd.
‘Nee, tussenuur, Verweer, weet je,’ zei Ginny luchtig.
‘Luister, Harry,’ haar ogen stonden plots ernstig en ze streek even haar haar naar achteren voor ze verderging.

‘Nicole is… een jongensgek.
Ze heeft om de week een ander vriendje. Alsjeblieft, laat je niet kwetsen door haar!’
Harry antwoordde niet. Was Nicole echt zo?
Zou ze eerst hem versieren en dan volgende week met iemand staan zoenen?
Hij voelde zich merkwaardig gecompliceerd, vanbinnen.
‘Oh, oké, bedankt,’ zei hij enigszins geagiteerd.
Ginny keek weer vrolijk.
Ze begon opgewekt tegen hem te babbelen, maar scheen niet te merken dat hij er niet echt bij was.
Pas na een tijdje vertrok ze, Harry keek haar peinzend na.
Hij hoorde in zijn hoofd het gesprek tussen Ginny & Nicole:
‘Dat jij nou na honderd andere jongens nog niet over hem heen bent kan ik niks aan doen!’ had Nicole gezegd.
Maar toch, ze was knap en ze kon iedereen om haar vinger winden.
Wie weet had ze nu al wat met Simon!
Nee, hij moest haar van zich af zetten, dacht hij droevig, maar vastberaden.

Toen madame Pleister hem na 3 uur (eindelijk) gezond verklaarde, besloot Harry die dag geen lessen meer te volgen, maar lekker naar de keuken te gaan om Dobby op te zoeken.
Maar tot zijn ergernis kwam hij Sneep tegen in de hal.
Zijn voetstappen galmden door de lege ruimte toen hij dichterbij Harry kwam.
‘Ah, Potter! Je rooster al ontvangen? Vanaf nu krijg je víer uur Toverdranken in de week!’ zei hij op een toon die zijn leedvermaak niet kon verbergen.
‘En raad eens? De les begint over vijf minuten…’
Harry tuurde woedend naar Sneep’s mantel, maar kon daar ook niet mee uithalen en volgde zijn aartsvijand schoorvoetend naar de kerkers.
‘Harry!’ riep Ron, toen hij zijn vriend vanachter Sneep’s rug vandaan zag komen.
‘Wat goed dat-’
‘Kop dicht, Wemel, of je kost Griffoendor punten!’ zei Malfidus quasi-wijs.
Sneep keek hem goedkeurend aan.
‘Ik had het niet beter kunnen zeggen, Draco!
En na je gelukkig spoedige ontslag uit de ziekenzaal, moet je maar eens uit gaan rusten:
Ik geloof niet dat je fysieke toestand al zo goed is dat je in staat bent om Toverdranken te volgen vandaag.’
Malfidus keek wat hij blijkbaar een goede imitatie van dankbaar vond.
‘Nee, meneer, ik wil dit voor geen goud missen (Wat, een nieuwe vernedering van de Griffoendors? Dacht Harry verbitterd)!’
Sneep glimlachte. ‘Zo moedig…’ en opende de deuren van zijn muffe kerker.
Toen iedereen zat, zei hij op afkeurende toon:
‘Goed, vandaag maken we een liefdesdrank, genaamd Amortentia.’
Hij scheen het zelf helemaal niet passend te vinden om liefdesdranken te brouwen in zijn les, of iets anders positiefs.
‘Weet iemand wat dit met je doet?’ Hij keek geïrriteerd rond en negeerde zoals gewoonlijk Hermeliens hand, die als een omgekeerde guillotine de lucht in schoot.
‘Treurig…’
Hermelien maakte een geluidje.
‘Wilt u ons iets… mededelen, juffrouw Griffel?’ vroeg Sneep ijskoud.
Nog voor hij zijn zin afgemaakt had, zei Hermelien snel:
‘Amortentia zorgt voor een sterke opvlieging of geobsedeerdheid voor de persoon die het brouwt.
Het creëert geen pure liefde. Men zegt dat iedereen de drank anders vindt ruiken, afhankelijk van wat ze aantrekkelijk vinden. Ik ruik versgemaaid gras, nieuw perkament en eucalyptus!’
Sneep sloeg na het eerste woord al geen acht meer op haar, maar ging zitten en keek verveeld naar zijn handpalm.
‘Klaar, juffrouw Griffel? Nou, bedankt voor deze werkelijk… verhélderende uitleg.
Nu weet ik hoe ik u moet verleiden… Mocht ik ooit zelf onder invloed van ene liefdesdrank… of tien zijn.’
Malfidus en zijn Zwadderich-maatjes barstten in lachen uit en Hermeliens gelaatsuitdrukking was alsof ze op het punt stond om in tranen uit te barsten.
Toen werd zij, samen met iedereen, opgeschrikt door de magisch versterkte stem van professor Anderling, die niet koel en kalm klonk, maar schril en gejaagd.
‘Iedereen in het kasteel, ga zo snel mogelijk, samen met de dichtstbijzijnde leraar, naar je leerlingenkamer, geen uitzonderingen.’
Terwijl iedereen haastig opstond en Sneep snel met de Zwadderaars meeliep en de Griffoendors alleen waren en ook maar snel het lokaal verlieten, ging Anderling door:
‘Geen paniek, alstublieft. De situatie wordt straks nader verklaard, als iedereen geëvacueerd is naar zijn leerlingenkamer.’
Hermelien greep nog net Marcel, die bijna een verkeerde trap opliep, en op een kluitje liepen de zesdejaars naar hun toren.
Al gauw was het kasteel uitgestorven en een beetje griezelig.
Iedereen was opgelucht toen ze bij de Dikke Dame kwamen, die direct openzwaaide, zonder wachtwoord.
In de leerlingenkamer was het bomvol;
Iedereen zat bij zijn vrienden en mompelde nieuwsgierig over de eventuele oorzaak van de situatie.
Harry plofte neer op een vrije bank en ging onwillekeurig wat dichter tegen Hermelien aanzitten, die naast hem zat.
Ron deed hetzelfde, alsof ze haar samen wilden beschermen tegen het onbekende…





_________________
hey love
awful happens all the time
don't let it
kill you.
Profiel bekijkenStuur privébericht
LavenderBrown
Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 398 Sikkels
Woonplaats: The Royal Fire Academy for Girls

LavenderBrown is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Zo Jan 01, 2006 21:36 Terug naar boven Sla dit bericht op

HAPPY NEWYEAR!!
Dat wilde ik even kwijt angel
Ik heb weer een sénsationeel stuk getypt (not)...
Ik hoop dat jullie weer genieten van La Mysterie de Harry Potter enn .. Bedankt voor de reacties!! Pb'tjes vliegen als spreuken om mijn Wemelrode oren... God, ik moet gaan dichten!

<3 Fleur


Hermelien keek hen dankbaar aan en greep eerst Harry’s hand en toen aarzelend die van Ron, wiens oren meteen rood werden.
Ze keken elkaar even verlegen aan en Harry voelde zich een beetje ongemakkelijk, dus hij keek maar waar Nicole was.
Ze was er niet, net als Ginny.
Net toen hij opsprong kwam die de leerlingenkamer inrennen en ze zag er behoorlijk overstuur uit.
‘Ginny? Wat is er?’ vroeg Harry en hij hield haar stil.
‘Nicole. We hebben ruzie,’ antwoordde ze met trillerige stem.
‘Maar… waar is ze dan?’
‘Ergens in een meisjes-wc op de derde verdieping… Aanstelster,’ snoof Ginny.
Harry trok wit weg.
‘Ginny, dat meen je niet! Heb je haar daar laten zitten?’
Ginny draaide zich abrupt om en maakte een geluidje dat verdacht veel als een droge snik klonk.
‘Ja, je geeft natuurlijk veel meer om haar dan om mij… Je kent haar net, Harry, en ze heeft je al ingepalmd!’
‘Nee!’ brulde Harry kwaad en hij draaide haar naar zich toe.
‘Ik bedoel dat er misschien iets gevaarlijks in het kasteel is en dat zij als enige in de meisjes-wc’s zit!’ Zijn gedachten dwaalden af naar de bergtrol die in zijn eerste jaar was losgelaten door professor Krinkel en die Hermelien bijna vermoord had op de wc’s.
‘Nou, ga haar dan redden, als je wilt. Daar ben je toch zo goed in?’ zei Ginny kwaad en Harry voelde een hand op zijn schouder.
Hij draaide zich om en zag Daan Tomas.
‘Als je haar van streek maakt…’ gromde hij en hij keek over Harry’s schouder naar Ginny en trok haar naar zich toe.
‘Ik zou niet durven,’ snauwde Harry toe en rende toen naar het portretgat, verbaasd nageroepen door Ron & Hermelien, die, toen hij over zijn schouder keek, nog steeds hand in hand op de bank zaten en zo mogelijk nog dichter tegen elkaar zaten.

Hij sprintte door de gang en had geen oog voor wat er om hem heen gebeurde.
Hij kon het idee niet uitstaan dat Nicole in gevaar was, al was ze nog zo’n player.
‘Potter!’ Hij slipte even en gleed toen uit, klampte zich nog net vast aan een trapleuning en gooide zijn hoofd achterover om te kijken wie er achter hem stond. Of liever, zweefde. Hij kreunde. Foppe hing boven hem met een maniakale schittering in zijn ogen.
Hij deed het eerste wat er bij hem opkwam:
‘BARON! WAT ENIG!’
Foppe keek verschrikt achterom, en Harry greep zijn kans: snel spurtte hij verder.
Toen hij op de vierde verdieping was, besloot hij (samen met de steken in zijn zij) dat het te langzaam ging.
Hij hees zich op een trapleuning en gleed snel naar beneden en plofte neer, tegenover de deur van de meisjes-wc’s.
Toen stond hij even stil; Anderling was weer gaan praten.
‘Wil iedereen alstublieft, ik herhaal, alstublíeft in zijn leerlingenkamer blijven?
Hij die niet genoemd mag worden is gesignaleerd net buiten de hekken van Zweinstein, een aantal minuten geleden en bevindt zich nu op een onbekende plek in het kasteel. Jullie zijn in gevaar, maar blijf waar je bent! Ik herhaal: Blijf waar je bent!’
Harry stond stil, zijn ogen wijdopengesperd.
Nu voelde hij het. Zijn litteken begon te branden, zachtjes, nauwelijks merkbaar.
Hij liep naar de deur tegenover hem en duwde hem open.
‘Nicole?’ vroeg hij aarzelend. Hij hoorde een sissend geluid en Jammerende Jenny verscheen voor hem, ze was dwars door de deur gezweefd.
‘Jenny! Waar is Nicole?’
‘Dat knappe meisje?’
Harry knikte heftig en wilde haar beetpakken, maar herinnerde zich dat hij dan een geest vast zou pakken.
‘Jenny, waar is ze?’
‘Oh, ze zat hier net nog, maar ze is nu weg. Ze zei dat ze een ommetje door het kasteel ging maken, die brandoefening van Anderling zou wel afgelopen zijn.’
Harry voelde zich misselijk worden. Dacht Nicole dat het een brándoefening was? Ze liep groot gevaar! Zonder te beseffen waar hij aan begon rende hij naar buiten, sprintte op topsnelheid door de gangen en keek overal oplettend om zich heen, tot hij in de hal beneden aankwam en haar zag. Ze stond tegen de voordeur aangeleund, met rode ogen en een vreemde, paarse kleur op haar wangen.
‘Harry,’ fluisterde ze schor.
‘Harry, ik heb hem gezien… Hij zag me niet, ik zat achter een pilaar. Hij had een grote slang met zich mee, oh Harry! Ik ben zo bang voor slangen, en hij was zo eng… En ik dacht dat het nep was, en Harry… Ik ben zo bang… Ik ben zo bang…’
Harry sloeg zijn armen om haar heen en wiegde haar zachtjes heen en weer.
‘Nicole, rustig… Waar is hij nou?’ hij deed zelf vergeefse moeite zijn stem onder controle te houden.
‘Op de… op de vijfde verdieping…’ zei ze trillerig.
‘Oké… Ik heb niets mee waardoor we ongezien door de gangen kunnen lopen, maar ik denk dat we gewoon door de grote gangen moet, hij kent zelf waarschijnlijk alle geheime gangen door het kasteel wel.’
‘Is hij… hier thuis?’
‘Ik vrees dat hij meer weet van Zweinstein dan wij samen, Nicole…’
Hij wilde het liefst zo dicht mogelijk bij haar blijven, dus sloeg hij één arm om haar heen en hield in de andere zijn toverstok gereed.
‘Denk je dat je die nodig hebt?’ piepte ze bang.
‘Ik hoop van niet… En nu moeten we stil zijn, als hij ons hoort zijn we er geweest. Hij wil mij hebben, ik weet het zeker, na vorig jaar moet ik zeker weten dood.’
‘Hoe kan je dat zo nuchter zeggen?’
Haar stem was nog nauwelijks hoorbaar en ze bleef dicht tegen hem aanlopen, alsof zijn aanraking haar redding zou zijn.
‘Sst…’ hij legde een vinger op haar lippen en loodste haar door de verlaten gangen.
Af en toe hoorde hij iets achter zich, maar dat was meestal maar verbeelding.
Toen ze voor de Dikke Dame stonden, zuchtte Harry opgelucht. Nu was het over.
‘Ik- ik weet het wachtwoord niet meer, mevrouw,’ zei Nicole en Harry besefte dat zijn versufte geest het ook vergeten was.
Gelukkig zei de Dikke Dame niet: ‘Geen wachtwoord, geen toegang,’ zoals ze normaal deed, maar ze zwaaide open en liet hen door.
In de leerlingenkamer wachtte hen een nieuwe schok.
Er was helemaal niemand… Op het eerste gezicht.
Toen ze voorzichtig de kamer inschuifelden stonden alle leerlingen met hun gezichten naar de muur, met hun handen omhoog, als in een slechte Dreuzelfilm.
‘Eh…?’ zei Harry en Nicoles mond viel open.
In een reflex drukte Harry zichzelf tegen de grond en trok Nicole mee, en de volgende seconde werd het portretgat achter hen geraakt door een groene lichtflits als gevolg van een spreuk die ze niet hadden gehoord.
Toen hij durfde op te kijken zag hij degene die hem al in zoveel dromen had geteisterd en hem aanstaarde met zijn kille, rode ogen.
‘Hallo, Harry, wat jammer dat het zo lang duurde voordat ik je vond.’
Harry’s ogen versmalden zich en de greep van zijn hand op Nicoles rug versterkte.
‘Niet bewegen,’ siste hij van tussen zijn tanden, en hij stond op en keek Voldemort recht aan. Achter hem hoorde hij een paar mensen naar adem snakken.
‘Je mag mij vermoorden (‘Nee!’ hoorde hij iemand roepen met de stem van Hermelien, die onherkenbaar vervormd was), maar dan laat je eerst iedereen uit deze ruimte gaan.’
Hij wist niet waar hij de kalmte uit zijn stem vandaan haalde, en hij snapte ook heel goed dat de meesten ervoor kozen om dicht tegen elkaar aan te staan en vooral niet om te kijken naar de grootste duistere tovenaar in honderd jaar, die niemand van hun ooit al had gezien, behalve Ginny.
Veel meisjes snikten zachtjes en jongens maakten helemaal geen geluid.
‘Potter, Potter… Weer bezig met je zielige ambitie om mensen te redden? Om te doen of je heel heldhaftig bent?’ Voldemort keek hem aan en Harry’s litteken brandde verschrikkelijk.
‘Geen Perkamentus nu voor je, Potter… Wat wil je? Een duel of meteen dood?’
‘Ik heb daarnet al geëist wat ik wil.’ Was hij dat echt? Binnenin hem voelde elke vezel van zijn lijf ervoor om Hermelien, Ron en de anderen in veiligheid te brengen.
En Nicole… Deed hij dit voor Nicole?
‘Ach, Potter… Denk je echt dat ik naar je zielige eisen ga luisteren? Oh, ik heb veel te lang gewacht… Avada-’
‘CRUCIO!’ Vanaf de trap van de jongensslaapzalen sprong iemand naar beneden, die zijn toverstok op Voldemort gericht hield. Iemand van wie niemand verwacht zou hebben dat hij die vloek zou hebben uitgesproken. Voldemort onderging niet het gewenste effect van de Cruciatusvloek, maar hij was afgeleid, wankelde even en keek toen met vlammende ogen naar een woedende, maar bange… Marcel.
‘Lubbermans? Ik herken jou wel… Ik heb toestemming gegeven om je ouders… DAT ZIE IK!’ snauwde hij, en hij draaide zich meteen weer om naar een doodsbange tweedejaars, die een stapje richting de uitgang zette.
‘Jij bent een lastpakje…’ zei Voldemort en hij bewoog zijn toverstok van Marcel naar de jongen, die nu van kruin tot teen stond te trillen.
‘Nee… alsjeblieft,’ smeekte hij.
‘Av-’
‘NEE!’ Marcel & Harry hadden tegelijkertijd geroepen en sprongen nou bovenop Voldemort, en iets onwaarschijnlijks gebeurde:
zijn toverstok schoot uit zijn hand.
‘Wel, jij… Accio toverstok! ARGH!’ riep Voldemort, toen zijn toverstok roerloos bleef liggen.
‘PETRIFICUS TOTALUS!’ deze keer was het Hermelien die zich omdraaide en actie ondernam. Voldemort bleef roerloos liggen; alleen zijn ogen schoten van links naar rechts.
‘SNEL! WEG HIER!’ schreeuwde Harry en meteen zette iedereen zich in beweging, zodat er een ontstopping ontstond.
‘Oh god…’ kreunde hij.
‘Jij! Eerst!’ commandeerde hij naar een eerstejaars die vooraan stond.
Er ontstond een klein gaatje in de mensenmassa toen het meisje wegtrippelde.
Meteen schoof iedereen een heel stuk op.
Harry hield zijn toverstok op Voldemort gericht. Langzaam liep de leerlingenkamer leeg en Marcel was ook al verdwenen.
‘HARRY? WAAR WACHT JE OP?!’ gilde Hermelien angstig en ze rende terug naar Harry, terwijl Voldemort nog steeds niet bewoog.
‘Mijn vloek is zo uitgewerkt!’
‘Is iedereen weg?’ vroeg Harry gedecideerd.
‘HARRY! SPEEL DE HELD NIET EN GA HIER METEEN WEG!’
Ze begon wanhopig aan zijn arm te rukken en eindelijk zette hij zich in beweging.
Hand in hand renden ze de kamer uit, net op tijd, want Voldemort begon zich weer te verroeren.
‘Colloportus!’ hijgde Hermelien tegen de Dikke Dame, en de deur verzegelde zich met een vreemd, zuigend geluid.
‘Dit zal hem niet lang tegenhouden! Wég!’
Ron kwam haastig naar hen toegerend, met Ginny aan zijn arm hangend.
‘Harry! Ik heb daarnet, voor… voor Hij de kamer inviel, je Onzichtbaarheidsmantel gepakt. Hij lag naast een stoel. Kunnen we er allemaal onder?’
Harry twijfelde.
‘Gaan jullie drie maar…’
‘Nee!’ zei Hermelien. ‘Als Voldemort iemand dood wil hebben, zijn jij en Ginny het, omdat jullie allebei al aan hem zijn ontsnapt. Kom op, we proberen het!’
Met zijn vieren wurmden ze zich onder de mantel en waren volkomen onzichtbaar, op Ron’s enkels en elleboog na.
‘Ron,’ fluisterde Hermelien, terwijl ze dubbelgebogen, net als de anderen, onder de mantel voortbewoog, wat vreselijk langzaam ging.
‘Kun je daar niets aan doen?’ Ron trok met moeite zijn elleboog in (‘Auw!’ zei Ginny toen hij haar wang raakte).
‘Hij is eruit!’ zei Hermelien, en Harry draaide voorzichtig zijn hoofd om.
Inderdaad, de Dikke Dame hing open en gilde alsof haar leven ervan afhing, al had dat niet zoveel zin, ze was al dood.
‘Waar zijn jullie? Jullie kunnen niet ver weg zijn!’ brulde Voldemort buiten zinnen en hij sprintte met opgeheven toverstok door de gang, terwijl hij dingen als standbeelden uit de weg blies.
‘Hierachter!’ Harry dook weg achter een dikke pilaar en de anderen volgden zijn voorbeeld.
‘Hoofd!’ zei Hermelien bloednerveus en Harry keek:
Zijn hoofd zweefde boven de mantel. Snel trok hij de mantel goed en boog zijn hoofd zo diep mogelijk.
‘Toverstokken gereed…’
Maar het was niet nodig. Voldemort rende langs hen, om zich heen loerend maar niks van hun ziend (Ron had zijn enkels onder zijn knieën gevouwen en zat op de grond).
‘Is… is hij weg?’ vroeg Ginny onzeker.
‘Sst… Straks hoort hij ons,’ fluisterde Hermelien.
‘AVADA KEDAVRA!’ klonk er plotseling vanuit Voldemorts mond een verdieping lager.
‘Oh nee… Wie heeft hij geraakt?’ vroeg Ron en zijn stem klonk abnormaal hoog.
‘Ik weet het niet,’ antwoordde Harry. ‘Laten we naar Perkamentus gaan.’
‘Ik denk dat die hem zelf al heeft gevonden,’ zei Hermelien. ‘Luister!’
Beneden klonk er een donderende stem.
‘MARTEN! DIT WAS HEEL ONVERSTANDIG VAN JE! GA WEG VAN MIJN SCHOOLTERREIN!’
‘Je kan me niet dwingen, Perkamentus. DWING ME!’
Perkamentus’ stem trilde van ingehouden woede toen hij zei:
‘Marten, de Schouwers zijn al ingeschakeld, ze zullen hier zo zijn. Als je weggaat kan je ontsnappen.’
Een stem snerpte daar meteen doorheen: ‘Albus, néé! Je laat … hém toch niet ontsnappen?’ Anderling stond blijkbaar vlakbij Voldemort en Perkamentus.
‘Minerva, ik wil dat je de leerlingen zo ver mogelijk wegbrengt van deze verdieping. Dit is een privé-gevecht.’

Anderling dreef alle leerlingen naar hun leerlingenkamers, maar zag Harry, Ginny, Hermelien en Ron niet zitten, die nog steeds veilig onder de mantel waren, dicht tegen elkaar aan gedrukt. Harry voelde even een tweestrijd in hem toen hij Ron Hermeliens hand zag pakken: Zijn twee beste vrienden… schattig, maar toch… Ron en Hermelien?
Ze hadden altijd al ruzie gehad, nooit was er een teken geweest van een vonk tussen hun. Dat is niet waar, klonk een veel te eerlijk stemmetje in zijn hoofd.
Bij het Kerstbal in hun vierde jaar was Ron zo verschrikkelijk jaloers geweest dat Viktor Kruml met Hermelien als date was gegaan dat hij haar voor van alles en nog wat had uitgemaakt.
Op het moment dat hij de voordelen af ging wegen tegen de nadelen, werd hij opgeschrikt door een hoop geruis, geschreeuw en gebons in de hal.
‘Zullen- zullen we gaan kijken?’ vroeg Ginny met een klein stemmetje.
‘En als hij naar boven kom?’ bracht Ron er tegenin.
‘We gaan kijken,’ zei Harry resoluut en hij trok Ginny, die vreselijk trilde, overeind.
Langzaam schuifelden ze onzichtbaar door de gang en keken over de trapleuning naar beneden. Er was niemand in de school, behalve Perkamentus & Voldemort, helemaal beneden.
Perkamentus’ hoed was afgevallen en hij straalde withete woede uit. Voldemort, integendeel, was opmerkelijk kalm, maar bleef aan één stuk door spreuken afvuren op Perkamentus, die ze met een vurig rood schild afweerde.
Wachten tot hij moe wordt, dacht Harry. Goede zet professor!
Harry, Ron, Ginny en Hermelien keken een poosje bezorgd toe, maar Perkamentus noch Voldemort toonde één teken van zwakheid, tot na een paar minuten.
Voldemort wankelde en schoof een paar passen naar achteren.
‘Nog een klein stukje naar de deur, dan over het terrein en WEG!’ brulde Perkamentus woedend.
‘Niet voordat jij hier roerloos voor dezelfde deur ligt, Perkamentus,’ zei Voldemort en hij spuwde voor hun schoolhoofd op de grond.
Op dat moment begonnen beide tovenaars diverse spreuken op elkaar af te vuren, zo snel dat het leek alsof hun reflexen automatisch bestuurd werden.
Felgekleurde flitsen schoten door de gang, maar leek geen van beiden te raken.
Op een gegeven moment wendden Ginny & Hermelien, wiens hand nog steeds aan die van Ron gekleefd zat, allebei hun hoofd af en Ron & Harry deden hetzelfde:
Ze mochten dit eigenlijk niet eens zien en het was vreselijk om Perkamentus iedere keer bijna geraakt te zien worden door dodelijk krachtige vloeken.
Even was het stil en toen klonk het keihard door de gang.
De vloek des doods. Gebonk.
‘Wie vuurde hem af?’ fluisterde Ginny.
‘Niet belangrijk…’ zei Hermelien nog zachter. ‘Wie heeft hij geraakt?’





_________________
hey love
awful happens all the time
don't let it
kill you.
Profiel bekijkenStuur privébericht
LavenderBrown
Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 398 Sikkels
Woonplaats: The Royal Fire Academy for Girls

LavenderBrown is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Wo Jan 04, 2006 11:19 Terug naar boven Sla dit bericht op

Ulloo piepeltjes,
uberieur veel reacties deze keer Very Happy keep koming, folks ^^
Enn special thanks to Lisa (Charming_Witchy op het forumm ;; applaus!),
die 'verscheidene' spectaculáire zinnen uit dit stukje heeft geschreven met haar onschuldig schrijvend handje Smile
Thank you <3

<3 Fleur
Enjoy your reading =)



Na het vallen van wat hoogstwaarschijnlijk het lijk was viel er een geladen stilte, al vond Harry het gek dat niemand zijn hart kon horen, want het bonkte als een gek. Ze durfden alle vier niet te kijken wie er geraakt was…
In de hal hoorden ze niets meer, tot ze opeens professor Perkamentus hoorden (Harry’s hart sloeg een paar slagen over en zonk weer terug naar zijn normale plek; hij was niet dood!) zeggen:
‘Professor, is alles goed?’
Bij het horen van het woord ‘professor’ gooide Hermelien alle voorzichtigheid overboord, sloeg de mantel van zich af en keek over de trapleuning naar beneden.
Ze slaakte een kreetje. ‘Oh, Ginny…’ zei ze gesmoord en Harry begreep het niet helemaal; Ginny zat toch naast hem?
Nu stond ze ook op en zei: ‘Eh…wat?’ met een lijkbleek gezicht.
Hermelien wees trillend naar beneden en Harry & Ron keken elkaar bezorgd aan, alvorens hun plaatsen naast de meisjes in et nemen.
Harry wierp aarzelend een blik op de plaats waar Hermeliens vinger in bevroren stand naartoe wees.
Eerst zag hij een beetje verwarde professor Kist, die nu in zin doorzichtige verschijning een klein gat in zijn buik vertoonde: de Avada Kedavra was dwars door hem heen gegaan.
Achter hem, roerloos, lag… Nicole.
‘Hoe komt zij daar?’ vroeg Ron geschokt.
Ginny zei helemaal niets en kneep krampachtig haar handen tot vuisten, met ogen vol tranen. Hermelien zei aarzelend:
‘Is ze… is ze…?’ niet in staat het cruciale woord uit te spreken.
Harry griste zijn mantel van de vloer, zorgde ervoor dat hij helemaal bedekt was en sloop weg, maar werd direct tegengehouden door Ron.
‘Wat?’ vroeg hij scherp en hij staarde zijn beste vriend boos aan.
‘Ik ga mee,’ antwoordde Ron gedecideerd en hij dook naast Harry onder de mantel en werd onzichtbaar.
Harry keek hem aan.
‘Weet je het zeker?’
Ron pakte als reactie Harry bij zijn bovenarm en nam hem mee naar de trap.
Gezamenlijk probeerden ze zo min mogelijk geluid te produceren.
Halverwege de trap stonden ze stil.
Voldemort besloop Perkamentus, die nu over Nicole gebogen stond, van achteren, met zijn toverstok opgeheven voor zijn borst, zijn rode ogen in Perkamentus’ rug priemend.
Harry, die geen geluid mocht maken, dacht aan Perkamentus, die zonder een woord te zeggen vervloekingen uit kon voeren.
Petrificus totalus! Dacht hij, terwijl hij zich volledig op Voldemort concentreerde en onder zijn mantel het bijbehorende zwiepje gaf.
Voldemort werd voor de tweede keer getroffen door de Vloek van de Totale Verstijving en viel plat achterover, zijn toverstok uit zijn witte hand rollend.
‘Deed jij dat?’ siste Ron, met een grauw gezicht als oud perkament.
Ze daalden wat verder af.
Harry knikte, zijn blik strak op Voldemort. Perkamentus, die door de klap op was geschrokken, had zich omgedraaid en keek verbaasd om zich heen.
‘Wie is daar?’ vroeg hij aarzelend, zijn toverstok strak omknellend.
Harry liet de mantel om Ron hangen en liep weer volledig zichtbaar de trap af.
‘Harry?’ vroeg Perkamentus met grote ogen en zijn blik gleed weer naar Voldemort, wiens slangachtige spleetjes als neusgaten zelfs niet meer konden bewegen.
‘Ik- deed je dat nonverbaal?’ vroeg hij.
Harry knikte weer.
‘Hoe is het met Nicole?’ vroeg hij bezorgd.
Perkamentus mompelde wat en strakke touwen wikkelden Voldemort in en hij greep diens toverstok.
‘Ik voelde een pols,’ zei zijn schoolhoofd.
‘Breng haar naar madame Pleister,’ zei Harry tegen een punt ergens rechts van Ron.
Ron protesteerde niet, maar propte Harry’s mantel in zijn zak en haastte zich naar Nicole.
‘Hoe kan ze het hebben overleefd?’ vroeg hij verbijsterd.
Perkamentus maakt een vaag gebaar naar professor Kist, die al zweven zijn buik bestudeerde.
‘Als een spreuk eerst door een geest heen gaat, neemt de kracht er van af,’ legde hij uit.
‘Harry, ik wil dat je professor Anderling gaat waarschuwen over juffrouw Amperse, ze is op mijn kantoor.
Het wachtwoord is droptoverstok. Ik ga nu iets onwaarschijnlijks doen, wat je nu niet zult geloven. Ik laat hem vrij,’ zei hij ernstig.
‘WAT?’ sputterde Harry. ‘Maar- waaróm?’
‘Dat leg ik uit als je er klaar voor bent, Harry. En uit de gevangenis zou hij toch ontsnappen.’
Harry wierp nog één verachtelijke blik op Voldemort, draaide zich abrupt om en marcheerde naar Perkamentus’ kantoor, ongelovig en verward.
Wáárom liet hij Voldemort gaan? Hij had hem hier, vastgebonden en zonder toverstok!
Had het soms met die profetie te maken, moest Harry hem per se afmaken?
Halverwege de gang keek hij achterom en zag Ron een gang in strompelen, met het slappe lichaam van Nicole in zijn armen, haar ogen gesloten en haar met mascara bewerkte wimpers bedekten haar oogleden.
Harry’s ogen ontmoetten de niet-begrijpende, geschokte ogen van zijn vriend en hij zag zijn eigen gevoelens erin weerspiegeld.
Hij knipoogde even, hopelijk bemoedigend en versnelde toen zijn pas.
Toen hij bij de waterspuwers voor Perkamentus’ kantoor aankwam, hijgde hij:
‘Droptoverstok!’ en veel te langzaam schoven ze open.
Snel sprong hij op de bewegende trap en klopte even later hard op de deur.
‘Albus?’ klonk Anderling vanaf binnen.
‘Nee, Harry,’ zei Harry tegen de deur.
‘Oh! Kom binnen, Potter.’
Harry duwde de deur open en zag professor Anderling zitten.
Haar altijd zo strakke knotje was uitgezakt en haar gezicht zag er nog doorgroefder uit dan normaal.
‘Wat wil je me vertellen, Potter?’

‘A- Anna-Nicole Amperse is geraakt,’ stamelde hij.
‘Geraakt, hoe bedoel je?’ vroeg Anderling scherp en ze ging rechtop zitten.
‘Door de Avada Kedavra van Voldemort,’ ging Harry verder en Anderling sloeg geschokt een hand voor haar mond.
‘Maar hij ging eerst door Ki – eh, professor Kist heen en Ron – Wemel, u weet wel,’ vervolgde hij en Anderling knikte, ‘heeft haar naar de ziekenzaal gebracht. En Perkamentus, hij laat Voldemort nu los…’ snoof hij ten slotte en hij gaf er niet zoveel om dat hij over Voldemort praatte alsof het een tot voor kort gekooid dier was.
Tot zijn verbazing knikte Anderling.
‘Ah… ja, heel begrijpelijk…’ voor ze opstond.
‘We gaan een bezoekje plegen aan de leerlingenkamers van Griffoendor en Huffelpuf, professor Sneep zorgt wel voor Zwadderich en Ravenklauw, ‘zei ze kortaf. Er schoot iets uit haar toverstok. ‘Zo, hij weet het,’ zei ze, doelend op Sneep.
‘Maar-‘
‘En daarna zullen we ons naar de ziekenzaal begeven, Potter,’ beantwoordde ze zijn onuitgesproken vraag. ‘Kom.’
De enigen die ze onderweg tegenkwamen was Foppe, die in zijn nopjes was omdat er een paniekstemming heerste, maar ophield met zijn kakelende gelach toen Anderling dreigde een kroonluchter op zijn hoofd te laten vallen.
Ginny en Hermelien waren al weer terug in de leerlingenkamer toen Anderling binnenkwam, gevolgd door Harry.
‘Het gevaar is geweken,’ zei Anderling en diverse leerlingen barstten spontaan in een zenuwachtige lach uit, waarin hun opluchting niet te verbergen was.
Belinda en Parvati hielden elkaar trillend vast.
‘Desalniettemin,’ vervolgde het afdelingshoofd en het werd direct weer stil, ‘is er een leerling ernstig gewond geraakt en balanceert op het randje van de dood. Ik wil dat jullie in Griffoendor toren blijven vandaag, terwijl de leraren alles regelen, met betrekking tot… Hij die niet genoemd mag worden.
Jullie kunnen hier eten.’
Ze zwaaide met haar toverstok en drie gammele tafeltjes schoven van hun plaats, ramden Marcel bijna en vormde één grote tafel, waar, na nog een zwaai van Anderlings toverstok een heleboel heerlijke ten op verscheen.
‘Niemand verlaat deze kamer vanavond of vannacht, of je zult wat tijd op die van mij doorbrengen.’
Een aantal Griffoendors knikten en daarna schuifelde iedereen naar het heerlijk geurende eten en vielen er met hun handen op aan, de etiquette totaal vergetend.
Anderling glimlachte wrang en draaide zich om, Harry wenkend.
Tegen de Dikke Dame zei ze:
‘Beste Dame, ik vertrouw erop dat u vanavond geen vreemden meer binnenlaat (‘Maar hij was zo eng, hij dwóng me!’ was het schrille protest van het schilderij) en voor de rest alleen meneer Wemel en meneer Potter binnen laat treden.’

Toen Anderling in de leerlingenkamer van Huffelpuf (een grote ruimte waar alles overdreven gestoffeerd was met felgele en zwarte bloemetjesprint) iedereen gerust had gesteld en ook voor hen een diner tevoorschijn had getoverd, gingen ze eindelijk naar de ziekenzaal.
‘Oh ja,’ zei Anderling met haar hand al op de deurknop.
‘Vijftig punten voor u en vijftig voor meneer Wemel, wegens moed en goed optreden in een gevaarlijke situatie.’
Met deze woorden gooide ze de houten deur open en liep recht op Ron af, die stil aan het bed van Nicole zat, die nog altijd niet bewoog.
Madame Pleister tikte constant met haar toverstok op een out uitziend potje, waar na elke tik een goudkleurige straal uitvloog die op een zonnestraal leek en in Nicoles huid trok.
‘Komt alles goed met haar?’ vroeg Harry en Ron keek eindelijk op.
Madame Pleister was nu druk in de weer met drankjes en zei: ‘Ja, ze slaapt nu (de knoop die zich in Harry borst had gevormd loste direct op), maar het kan nog wel even duren.’
‘En even is…?’ vroeg Anderling, die nu gefascineerd naar Nicole keek en ‘ongelooflijk…’ bleef mompelen.
‘Een halve week,’ zei madame Pleister luchtig.
‘En als jullie (één voor één wierp ze een priemende blik op Harry en Ron) nou niet teruggaan naar jullie afdeling, kan ik me nooit bekommeren om mijn patiënte!’
Ze leek niet echt boos, maar dat wilde Harry haar ook niet maken, dus wierp hij nog één blik op Nicole, die haar hoofd omdraaide in haar slaap en prevelde tegen Ron: ‘Kom… we gaan.’
Ron knikte en samen liepen ze zonde te praten terug naar de Dikke Dame.
Harry murmelde het wachtwoord en ze liet hen binnen.
‘Ron! Harry!’ Hermelien en Ginny kwamen op hun afgestoven.
Ron leek niet echt in staat te zijn om een normale zin te formuleren als antwoord op Hermeliens vragenvuur (‘Is alles goed? Waar zijn jullie geweest? Is hij weg? Is Nicole in orde?’) dat afgekapt werd door Ginny, maar hij zei toch schor:
‘Ze slaapt.’ En toen, aarzelend: ‘Ik wist echt niet dat – dat hij zo – dat jij zijn naam uit d- durf te spreken!’ Harry keek hem recht aan.
‘Als ik al bang was voor zijn naam, zou ik waarschijnlijk abrupt dood neervallen als hij me alleen al aankeek…’
Hermelien keek even naar haar nagels, maar vroeg toen:
‘Zou… zou die, die pijn, zou die met hém te maken kunnen hebben?’
Harry haalde zijn schouders op.
‘Het zal wel, maar ik ga slapen,’ zei hij, maar hij voelde er niets voor om naar de verlaten slaapzaal te gaan, dus kroop hij in de enige lege stoel en probeerde zich af te sluiten van het geroezemoes in de leerlingenkamer.
Hij sloot zijn ogen en langzaam verdween het gejaagde gepraat en maakte dat plaats voor een droom over zichzelf, in een donkere ruimte waar hij helemaal alleen was, zonder licht en zonder uitgang, met alleen een hoge, kille lach in zijn oren galmend… Hijgend werd hij wakker en zag een verlaten leerlingenkamer.
Hij had het bloedheet door het haardvuur gecombineerd met zijn zware, zwarte gewaad.
Hij stond op en keek uit het raam.
Uit Hagrid’s schoorsteen stegen kleine kringetjes rook op en boven het Verboden Bos zag hij een Terzieler neerstrijken.
Zijn maag kromp ineen toen hij aan de taferelen op het Ministerie vorig jaar dacht.
Hij schudde even heftig met zijn hoofd. Hij kon beter naar zijn slaapzaal gaan.
Toen hij een blik op zijn horloge wierp zag hij echter dat het al half zeven was:
Ontbijten dan maar.
Wat voor dag was het? Hij pijnigde zijn hersens.
Zaterdag, dacht hij opgelucht.
Dan kon hij het huiswerk van de afgelopen week maken en misschien een Zwerkbaltraining inlassen voor morgen, want hij was tot aanvoerder van Griffoendor benoemd.
Hij zat dan ook al vijf jaar in het team, dacht hij met een vaag gevoel van trots ergens in zijn borst.
Nou, Harry, kom op… Ontbijten.
Met tegenzin stond hij op en klom door het portretgat, de lege gang waar hij gisteren nog doodsangsten in had uitgestaan, in.





_________________
hey love
awful happens all the time
don't let it
kill you.
Profiel bekijkenStuur privébericht
LavenderBrown
Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 398 Sikkels
Woonplaats: The Royal Fire Academy for Girls

LavenderBrown is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Do Jan 05, 2006 0:23 Terug naar boven Sla dit bericht op

Thanks voor jullie reacties * wieej *
We naderen het einde van mijn gelíefde (ahum) fanfic,
ten eerste omdat het ook echt maar een kort verhaal is en ten tweede omdat ik aan een nieuwe, langere, voor mijn gevoel betere wil beginnen.
Dit is nog niet de laatste post, maarr enjoy your reading... ^^

<3
Fleur



Toen hij de Grote Zaal inslenterde, zat er (tot zijn verbazing) nog helemaal niemand, behalve professor Stronk aan de oppertafel, en ze zag er bijzonder verstrooid uit, aangezien ze een stuk bacon via haar neus naar boven wilde duwen.
‘Eh…’ zei Harry tegen niemand in het bijzonder.
‘Ook goedemorgen, meneer Potter!’ zei een vrolijke stem.
Harry schoof aan de Griffoendor tafel en keek naast zich.
Haast Onthoofde Henk zat even bijna hoofdloos als normaal treurig naar het eten te staren, maar richtte zijn aandacht toen weer op Harry.
‘Ik heb even naar de lerarenvergadering geluisterd, weet je, ze zijn nu nog bezig met het verzinnen van verdedigingsspreuken voor het kasteel!’ zei hij opgewekt.
‘Aha, ja…’ zei Harry, die een graaiende beweging maakte naar de jus d’orange kan maakte en mis pakte, zodat zijn vingers in de boter belandden.
‘Ze zijn echt bezorgd om het kasteel, weet je!’
‘Uhm, natuurlijk…’ zei hij een beetje gesmoord (Harry probeerde zo smakelijk mogelijk zijn vingers af te likken, nu er nergens een servetje te bekennen bleek te zijn).
‘We gaan toch niet sluiten?’ vroeg hij toen met een lichte frons in zijn voorhoofd.
‘Nee, nee… jongen, wat is er?’
Harry begon te hijgen, trok wit weg en sloot zijn hand om zijn nek, die als een gek begon te branden en open leek te scheuren.
‘Mijn hemeltje, jij moet naar de ziekenzaal!’ zei Haast Onthoofde Henk, en hij brulde: ‘Professor Stronk! Professor Stronk!’
Pomona Stronk hief versuft haar hoofd op, liet haar vork een beetje gegeneerd zakken en zei:
‘Wat is er Henk – oh – wat – wat is er met Potter?’
Ze kwam meteen overeind en rende naar de tafel van Griffoendor, waar Henk bezorgd naar Harry staarde, die niet meer in staat was om adem te halen.
Ze toverde een brancard tevoorschijn en hees hem er met geweld op, terwijl Griffoendors afdelingsgeest vergezeld werd door Foppe, die enthousiast riep:
‘Oohh, Pottertje krijgt een… visioen!’
Harry deed intussen zijn best om niet te stikken.
Laat me doodgaan, laat me alsjeblieft doodgaan, waren zijn enige gedachten.
‘Houd vol, Potter,’ zei Stronk en ze voerde hem zo snel als ze rennen kon (en hij hulpeloos zweven) naar de ziekenzaal.
‘Madame Pleister, madame Pleister!’ zei ze wanhopig en ze duwde Harry de ziekenzaal in.
‘Wat is er met hem aan de hand?’ vroeg madame Pleister door het dolle heen, ze klonk merkwaardig… bang. ‘Ik had hem niet mogen laten weggaan!’
Harry begon te stuiptrekken.
‘Oh nee! Wat is er met hem?’ vroeg madame Pleister en ze wist voor het eerst niks te doen met een patiënt en leek ter plekke te gaan bezwijken aan een rolberoerte, net als Harry.
Hij sidderde even en viel toen plat terug op zijn brancard, licht nahijgend.
De pijn was weer weggetrokken.
‘Potter?’ vroeg professor Stronk voorzichtig.
‘Leef je nog?’
Harry keek haar sceptisch aan (voor zover dat ging, terwijl hij nog een beetje naweeën had van zijn aanval en af en toe zijn gezicht nog merkwaardig vertrok).
‘Dat is duidelijk, lijkt me… Be- bedankt,’ zei hij en hij keek madame Pleister (die stond te schokken en er zelf nogal ernstig aan toe leek) en professor Stronk (die afwezig over haar met lapjes bezaaide hoed aaide alsof het een mimbulus mimbeltonia was) om beurten aan.
‘Geen dank, Potter, ik had je moeilijk kunnen laten zitten bij die halvegare geest, is het niet?’
Harry keek haar even schaapachtig aan.
‘Eh, ja het zal wel…’
Madame Pleister kwam weer bij haar positieven en keek streng naar Harry.
‘Dus, jongeman,’ begon ze schel, ‘wat was dat allemaal?’
‘Eh, ik heb geen idee,’ zei Harry.
‘Dat wordt een weekje ziekenzaal!’
‘Nee, néé, ik voel me weer goed!’ Niet weer op die muffe zaal!
‘Je zag er anders niet echt goed uit, daarnet,’ kaatste ze woedend terug.
‘Maar, ik wil naar Perkamentus!’ zei hij toen.
Daar leek ze niks tegenin te kunnen brengen.
‘Goed, ga maar naar het schoolhoofd. En vraag meteen om een VIP-pas als permanente ziekenzaal bezoeker!’ riep ze hem na toen hij snel van de brancard afsprong en het mini-hospitaaltje uitrende.
‘Droptoverstok!’
De spuwer liet hem direct door en Harry viel het kantoortje van Perkamentus zowat binnen, zonder te kloppen. Hij wilde nu wel eens uitleg. Perkamentus wist het wel. Vast wel.
De lerarenvergadering bleek afgelopen te zijn (waarom was Stronk daar eigenlijk niet op aanwezig geweest, dacht hij naderhand), want Perkamentus zat alleen achter zijn bureau en aaide afwezig Felix de feniks achter zijn mooie oor.
‘Wat is er dat je zo binnen komt vallen, Harry, beste jongen?’ vroeg hij serieus en hij zwaaide een lange lok grijs haar over zijn schouder.
‘Professor… Ik wil… uitleg… Over mijn pijn.’
Hij had meteen door dat het niet erg duidelijk klonk.
‘Maar ik heb je toch al uitgelegd over je litteken, Harry?’ vroeg Perkamentus beleefd.
‘Het is niet mijn litteken, het is mijn hals!’ zei Harry wanhopig; Perkamentus móest dit begrijpen, hij kon niet nog maanden rondlopen en om de paar uur stuiptrekkingen krijgen.
‘Je hals…? Harry, kun je die pijn voor me beschrijven?’
Perkamentus liet aan niks merken dat hij dit verontrustend vond, behalve dat hij misschien iets bleker zag.
‘Nou, het zijn steken. Ze worden steeds erger, daarnet was het echt op het toppunt… Professor Stronk heeft me naar de ziekenzaal gebracht, maar de steken, ze zijn gewoon...Ik weet het niet. Het is alsof iets me alarmeert voor iets gevaarlijks, ik weet het niet, ik snap het niet!’ viel hij hopeloos uit en hij liet zich neerzakken op de vloer, niet wetend wat te doen.
Zijn knieën raakten het harde steen wat zo afweek van de rest van Perkamentus’ warme kamer.
‘Harry, sta op,’ zei Perkamentus kalm en iets in die stem deed hem tot bedaren brengen.
Hij klampte zich vast aan de leuning van de stoel tegenover Perkamentus en trok zich moeizaam omhoog.
‘Harry,’ zei Perkamentus en hij staarde even naar een punt boven zich, alvorens zich weer op zijn leerling te richten.
‘Is één van die symptomen soms ook dat je stuiptrekkingen krijgt, heen en weer kronkelt en de pijn opeens weer wegtrekt?’
Harry keek hem met grote ogen aan. ‘Hoe weet-’
‘Dit is een oeroude spreuk!’ zei Perkamentus haast enthousiast en hij stond op en begon te ijsberen.
‘De enige leerlingen op mijn school die ik deze spreuk leerde toen ze écht niets meer te doen hadden en hun boeken uit hadden gewerkt, waren… jouw vader en Sirius. Voor de rest kennen alleen oeroude en overleden tovenaars deze magie!’
‘Wat… wat houdt de spreuk in, professor?’ vroeg Harry, wiens Hart een schokje had gegeven toen hij ‘jouw vader’ uit de gerimpelde lippen van Perkamentus hoorde vallen en plotseling besefte hij weer hoe oud Perkamentus was.
‘Als je in gevaar bent, kun je iemand anders hiervan op de hoogte brengen… Door een specifieke spreuk te zeggen en je volledig te concentreren op het deel van de persoon die je wilt waarschuwen dat je het laatst aangeraakt hebt.’
‘Dus… dat houdt in, dat of één of andere stokoude man of vrouw me aangeraakt en toen vervloekt heeft, of Sirius?’
‘Ik denk dat alleen de laatste mogelijkheid overblijft, Harry,’ zei Perkamentus en toen stond hij stokstijf stil.
‘Maar… dat betekent… dat… Sirius nog in leven is,’ zei hij langzaam en hij klonk alsof hij zichzelf er meer van probeerde te overtuigen dan dat hij Harry een feit vertelde.
‘Maar… u zei, Lupos zei… Iedereen?’
‘Er is geen lichaam van Sirius gevonden,’ bracht Perkamentus ertegenin.
‘Maar hij viel door dat gordijn!’
‘Niemand weet wat er achter dat gordijn zit, behalve dat het iets met de dood te maken heeft…’
‘Dus… waar kan hij nu dan zitten?’
‘Als hij in gevaar is… alleen bij… heer Voldemort.’
Harry’s keel werd kurkdroog terwijl zijn hart stilstond en tegelijkertijd probeerde een vreugdedansje te doen.
‘Dan móeten we hem redden!’
Hij kon het niet geloven. Het was niet waar. Hij was er net aan gewend…
Hij kon niet nog een keer door dat hele proces na het verliezen van Sirius heengaan.
‘DAN MOETEN WE HEM REDDEN!’ herhaalde hij luid.
‘Harry, ik zou niet weten waar heer Voldemort zich bevindt, of mijn theorie wel klopt… Wacht. Harry, waar was de laatste plek dat Sirius jou aanraakte?’
Harry dacht diep na en zag in gedachten het gevecht op het Ministerie weer voor zich. Hij had iemand verstijfd… En toen had Sirius hem op zijn schouder geklopt…
Zijn hand was langs zijn nek gegaan.
‘PROFESSOR! HET KLOPT! HET WAS MIJN NEK!’
‘Weet je dit heel zeker?’
‘Dan moeten we inderdaad actie ondernemen, Harry.
Kom op!’





_________________
hey love
awful happens all the time
don't let it
kill you.
Profiel bekijkenStuur privébericht
LavenderBrown
Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 398 Sikkels
Woonplaats: The Royal Fire Academy for Girls

LavenderBrown is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Do Jan 05, 2006 15:10 Terug naar boven Sla dit bericht op

Bonjourr * zet baret eerbiedig af *
Weer een miníem (schattig, verwarrend) stukje van mijn lovely ff angel.
Door actie komt reactie (dat wil zeggen dat ik post en dat jullie meteen na het lezen me overspoelen met bewonderende pb's. of gewoon een pb'tje wat je ervan vindt Wink )!
Enn ... enjoy your reading, the end is coming closer, dears!

<3 Fleur


Harry zag nog maar een flits van Perkamentus, zo snel stond hij op.
‘Gaan we… gaan we hem zoeken?’ vroeg hij schor.
‘Welnee, ik ga overleggen met professor Anderling waar hij zou kunnen zitten. Jíj gaat ondertussen naar de leerlingenkamer en ik verbied je om eraf te komen. Je gaat niet meer naar lessen.’
‘Wat? Waarom niet? Voldemort is weg!’
‘Dat kan me niets schelen. Dit is iets anders.’
‘Wat-’
‘Later. Later, Harry.’
Harry staarde zijn schoolhoofd verbaasd na.
Hij deed nooit zo kort en afgemeten tegen Harry!
Het wapperende gewaad van Perkamentus verdween om een hoek en zijn galmende voetstappen stierven langzaam weg.
‘Harry? Harry!’
‘Nicole? Wat doe jij hier… Vrij rondlopend?’
‘Oh, ik ben ontsnapt van dat gekke mens met die schort, dat littekentje op mijn borst is gewoon supersexy en ik wilde helemaal niet dat ze het weghaalde.
Wat deed die idioot met die kleurlenzen eigenlijk?’
Onwillekeurig moest hij lachen.
Toch zei hij met kleurloze stem:
‘Dat was de folteraar van Marcels ouders, moordenaar van mijn ouders en degene die al jarenlang achter me aan zit om me te vermoorden, en nu blijkbaar mijn peetvader gevangen houdt.’
‘Ohh… ieks, wat een engerd! En hij loopt vrij rond?’
‘Ja, jammer genoeg wel… Het is ook, samen met Perkamentus, de grootste tovenaar ter wereld, dus ja, hij heeft de macht om vrij rond te kunnen lopen.’
‘En wat deed hij met mij?’
‘Hij wilde je vermoorden. Of Perkamentus, ik weet het niet. Je hebt in ieder geval heel veel geluk gehad…’
Ze liepen samen zwijgzaam door de gang, Nicole leek weer volledig genezen, want ze liep gewoon normaal.
Plotseling stond ze stil en pakte zijn arm, vlak voor de Dikke Dame.
‘Harry, ik ben zo blij dat jij er bent…’
‘Ja?’ vroeg hij dom. Argh, hij haatte zichzelf!
‘Ja…’ bevestigde ze.
‘Jij… ik ook… maar…’
Haar gezicht kwam dichterbij.
‘Heel blij…’
Hij boog zijn hoofd een beetje naar links en zij deed precies het tegenovergestelde.
Heel even waren hun hoofden nauwelijks vijf centimeter van elkaar verwijderd, terwijl hij naar haar linkeroog staarde, waar hij in kon verdrinken.
Hij zag uit zijn ooghoeken dat haar mondhoeken een beetje omkrulden.
Een hoopvolle, gelukkige glimlach en hij volgde dat hij haar spiegelde.
Toen drukten haar lippen zich op zijn wang en een brandend gevoel van teleurstelling schoot door hem heen. Alleen maar zijn wang?
Toen bracht ze haar mond naar zijn oor en fluisterde:
‘Je moet je hoofd niet zo schuin houden.’
Hij grijnsde en ze draaide met haar zachte vingers zijn hoofd naar haar toe en drukte een kus op zijn lippen.
Hij hoopte dat ze nooit meer los zou laten.
Zijn armen gleden om haar heen en het leek alsof alles om hun heen oploste.
Alleen de gelukzalige expressie op zijn gezicht en haar getuite lippen, die langzaam van elkaar af weken telden nog.
Minutenlang, of misschien heerlijke uren, of dagen, hielden ze elkaar vast, tot ze opeens ruw gewekt werden uit hun levendige droom door de venijnige stem van de Dikke Dame, die door de (merkwaardig genoeg) nog steeds verlaten gang galmde en zei:
‘Moet ik dat gekleef aan elkaar nou nog een kwartier aanzien en kan ik dan nog dienen als levende deur?’
Nicole keek een beetje verward op en Harry wist helemaal niet meer wat te doen.
‘Eh-’
‘Ja… uhm…’
Ze keken elkaar aan en begonnen toen te lachen.

Dat was geweldig, dacht hij.
‘Ja,’ zei Nicole. ‘Dat was het inderdaad.’
Hij keek haar bevreemd aan.
Dit keer wist hij zeker dat hij niks gezegd had.
Nicole? Dacht hij.
‘Ja?’ zei ze.
‘Kun je… kun je gedáchten lezen?’
Ze keek een beetje raar.
‘Dat kan toch iedereen? Ik bedoel, dat is toch niets vreemds? Ginny kan het ook!’
‘W- wat?’
Harry voelde zich een beetje ongemakkelijk.
Nu wist Ginny alles wat hij ooit had gedacht in haar aanwezigheid!
‘Eh… en hoe doen jullie dat dan?’
Nicole begon uitgebreid te vertellen hoe ze zich sterk concentreerde op iemands gevoelens, en dat ze dan diegene kon horen denken.
‘Há! Dus Sneep had ongelijk!’ Harry toverde een grijns op zijn gezicht.
‘Zullen we maar… gaan ontbijten?’ vroeg Nicole na een niet ongemakkelijke stilte.
‘Is goed,’ zei Harry en hij pakte aarzelend haar hand. Ze glimlachte toegeeflijk.
Voor de tweede keer die ochtend liep hij door de gang, waar drie tweedejaars opgewonden giechelend langs hen liepen.
Nicole mompelde wat en vlocht haar vingers in de zijne.
‘Wat?’ zei Harry.
‘Sorry?’
‘Wat zei je?’ vroeg hij.
‘Eh…oh, niks,’ zei ze verlegen.
‘Jawel… je mompelde iets. Wat zei je?’
Ze keek hem even recht aan (zou zijn gezicht kunnen smelten?).
‘The spaces between your fingers are meant to be filled with mine…’
Harry wenste dat hij het niet had gevraagd. Direct voelde hij een hoogrode kleur langs zijn wangen omhoog kruipen.
‘Eh… kom.’
Langzaam liepen ze hand in hand door de hal, tot hij opeens stilstond en zich omdraaide. Achter hen liepen Belinda Broom en Parvati Patil, en Belinda keek net zo betrapt als Harry zich voelde.
‘Wat waren jullie aan het roddelen?’ vroeg Nicole opgewekt.
‘Trouwens, die rode nagellak van mij ligt in mijn linkse roze koffertje, je mag hem wel lenen, hij staat mooi bij je haar…’ zei ze tegen Parvati, die blij glimlachte.
‘En we hadden het over… het nieuws in de Ochtendprofeet,’ zei Belinda snel, maar Harry geloofde haar niet helemaal, want haar ogen zaten vastgeplakt aan het beeld van de ineengestrengelde handen van Harry en Nicole.
‘Wat is er dan?’ vroeg Harry en hij zag mensen opgewonden in de plaatjes van de krant heen en weer rennen.
‘De… oorlog is begonnen, hij heeft de eerste massamoord op Dreuzels gepleegd,’ zei Parvati triest en ze zag de geschokte blikken van het tweetal.
‘Maar het is een heel stuk hiervandaan…’
Nicole zag een beetje bleek; het zou haar familie kunnen zijn, natuurlijk.
Parvati & Belinda liepen gearmd door, en Parvati kon het niet nalaten om nog even te zeggen:
‘En… leuk dat jullie een stel zijn,’ met een schijnheilige glimlach, voor ze haar glinsterende haar over haar schouder zwaaide en doorliep, opgelaten fluisterend.
Nicole keek hem met twinkelende ogen aan en nog steeds niet van plan zijn hand los te laten, betraden ze de grote zaal, die volstroomde met leerlingen.
Anderling en Perkamentus, beiden zonder enige aandacht voor het eten op tafel, waren bezig met een serieus gesprek en ze keken elkaar zo indringend aan dat het leek of ze op het punt stonden om te gaan zoenen.
Veel leerlingen keken ernaar en brulden van het lachen, maar de twee stafleden schenen het niet door te hebben.
Harry ging naast Nicole zitten en hij staarde even naar haar, terwijl ze boter op haar stuk toast smeerde.
‘Wil je me de jam aangeven?’ vroeg ze beleefd aan Marcel, die met open mond naar Perkamentus zat te staren.
‘Oh god, dan maar zo. Accio jam!’ zuchtte ze en de jampot schoot uit Marcels hand en hij keek beledigd om zich heen.
‘Blij dat je kan toveren?’ grijnsde Harry (enigszins walgend omdat ze jam over boter heen smeerde).
‘Ja, zeker wel,’ knipoogde ze en toen ze zijn blik volgde zei ze:
‘Denk je echt dat dit voor mij is? Wingardium leviosa!’
Het stuk toast bleef in de lucht heen en weer schommelen, voordat ze met haar toverstok wees en het regelrecht op Malfidus’ haar afschoot.
‘GADVER!’ zei hij toen zijn haar onder de vieze drab zat.
‘WIE HEEFT DAT GEDAAN?’ brulde hij woedend.
‘Rustig, Malfidus, of ik vrees dat ik punten van je afdeling moet aftrekken!’ snauwde professor Anderling.
‘Maar – ANDERLING, KIJK DAN!’
‘Vijftig punten van Zwadderich, zo praat je niet tegen een leraar!’ gilde ze en ze richtte haar aandacht weer op Perkamentus, die zijn kin op zijn gespreide vingers liet rusten.
Toen schoot zijn woedende blik opeens op Harry, die zich meteen rood voelde worden.
Wat heb ik gedaan, wát heb ik gedaan? Dacht hij koortsachtig.
Oh god… hij mocht niet van de leerlingenkamer afkomen.
Hij sleurde Nicole overeind, die een wedstrijdje wie-kan-het-langste-het-kwaadste-staren met Malfidus aan het verliezen was en trok haar mee, weg uit de Grote Zaal.
‘Hé!’ zei ze verontwaardigd.
‘Mijn blik had hem de grond in kunnen boren, waarom … wat gaan we doen?’
Harry nam haar mee achter een verborgen deur zodat hij een stuk afsneed en zei:
‘Ik mag niet uit de leerlingenkamer… Eigenlijk.’
‘Ja, maar ik wel!’ zei ze boos en ze stond stil.
‘Ga je niet…met me mee?’ vroeg hij onzeker.
‘Nee, ik ga lekker ontbijten, if you’ll excuse me!’
Wat had ze toch met dat stomme Engels? Vroeg hij zich verward af terwijl hij daar stond en zag hoe ze haar beeldschone verschijning woest omdraaide en terugstormde door de gang.
Een streep zonlicht viel door de deur toen hij geluidloos openging en na een laatste zwiep van blond haar verdween ze.
Nou, tot zover zijn gelukkige ochtend…
Met tegenzin sjokte hij door de gang, duwde een deur open zodat hij naast de Dikke Dame uitkwam en stond tegenover…
Professor Perkamentus.
‘Zou je even mee willen lopen, Harry?’





_________________
hey love
awful happens all the time
don't let it
kill you.
Profiel bekijkenStuur privébericht
LavenderBrown
Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 398 Sikkels
Woonplaats: The Royal Fire Academy for Girls

LavenderBrown is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Do Jan 05, 2006 19:58 Terug naar boven Sla dit bericht op

Elloo thanx voor de reacties en een prettig Pasen...
Nja sorry dat ik nog op dezelfde dag post.. Mag dat zo snel achter elkaar? angel Iig, sorry 'bout that.. xP
Have fun, country-club =) En alsjeblíeft, pb me .. Ik heb nl. een hekel aan polls maar ik moet wel meningen horen Smile Aber naturlich...

<3 Fleur (enjoy!)


‘Eh… professor… ik was het vergeten, er viel iets voor en eh…’
‘Harry, ik hoef je excuses niet aan te horen.’
‘Oh. Nou, dan… eh… doei?’
Een beetje ongemakkelijk kijkend probeerde Harry zich om te draaien, maar Perkamentus’ sterke hand hield hem tegen.
‘Harry, ik heb een paar dingen geraadpleegd, en het blijkt dat Sirius nog in leven kan zijn.’
‘Kan zijn… kan… kan zijn?’ stotterde hij en hij voelde een brandend verlangen van hoop. Zou hij zijn peetvader terug kunnen krijgen?
‘Ik weet het zelf wel zeker en we gaan ook actie ondernemen om hem terug te krijgen. Jij moet in je leerlingenkamer blijven en juffrouw Griffel en meneer Wemel letten op je, ik wil niet dat je gevaarlijk gaat doen. Daarom zal ik je ook niet vertellen waar Voldemort zich bevindt, voor het geval jij je peetvader zelf wilt redden.’
Perkamentus keek hem een beetje dwingend aan.
‘Is dit duidelijk, Harry?’
Hij knikte kort, zich afvragend waarom Perkamentus ‘loop je even mee’ had gezegd terwijl ze nog geen voet hadden verzet.
‘Weet je heel zeker dat je onder geen beding weggaat uit de leerlingenkamer?’
‘Ja.’
‘Beloof je het?’
Met zijn vingers gekruisd in zijn gewaad, slikte hij en zei: ‘Ja.’
‘Handen omhooghouden.’
‘Vertrouwt u me niet?’
Perkamentus glimlachte. ‘Nee, inderdaad niet!’ zei hij vrolijk.
Knorrig hield Harry zijn handen omhoog en probeerde in zijn schoenen (waarom zaten die zo krap?) zijn tenen te kruisen.
‘Nou, Harry, beloof het nog een keer. Beloof je –’
Harry murmelde een variant op ‘vast wel’ en draaide zich snel om, terwijl hij de priemende blik van Perkamentus in zijn rug voelde branden.
‘Wil je soms dat ik je vervloek, zodat je de leerlingenkamer niet meer uit kúnt?’
‘Ik… wát?’ Snel dook hij door de Dikke Dame, die open hing voor een stel vierdejaars met brede schouders, waar hij maar net langs paste en zei:
‘Doei, professor!’
Hij hoorde nog net de diepe zucht van professor Perkamentus en werd toen aan allebei zijn armen door het portretgat gehesen.
‘Jij blijft bij ons, Harry,’ grijnsde Ron en Hermelien knikte.
‘Je gaat huiswerk maken en houdt je aan de regels van Perkamentus!’
‘Jemig… warm welkom?’ vroeg hij pinnig, maar hij voelde zich inderdaad warm worden, iedere keer als zijn vrienden bij hem waren en hij liet zich gewillig meeloodsen naar hun favoriete armfauteuils bij het knetterende vuur, dat non-stop brandde.
Hermelien had zijn tas tevoorschijn gehaald en stapelde alle boeken die hij had boven op elkaar en gaf hem een aantal rollen perkament.
‘Dus… je begint met het huiswerk voor Sneep (hij kreunde luid en wreef even over zijn litteken, dat zachtjes brandde).’ Toen ze hem zag kijken zei ze geruststellend:
‘Maak je geen zorgen, wij helpen je. Want ik heb Ron ook geholpen!’
Ron keek haar dankbaar en lief tegelijk aan en toen ze zijn blik ving wendde ze snel die van haar af.
‘Hermelien?’ vroeg Harry aarzelend, want ze zat al een halve minuut in het vuur te staren en schudde toen haar haar naar achteren.
‘Ja… Oké, het gaat dus over Taiwanese Humuskruiden en waarom de bewoners van Taiwan deze in hun antigiffen verwerken.’
‘Gadver, humus? Dat is toch zo’n-’
‘Soort van grondstof, ja,’ glimlachte ze en ze drukte een veer in zijn hand, terwijl Ron nu op zijn beurt het vuur zat te bestuderen.
Als Harry zich niet zo’n zorgen zou hebben gemaakt over hoe kwaad Hermelien zou zijn als ze merkte dat hij geen aandacht aan Toverdranken besteedde en het hem dan alleen liet doen, zou hij hebben kunnen lachen over hoe Ron met rode oren en een ondoorgrondelijke blik naar de aan elkaar likkende vlammen tuurde.
Na een halfuur (wat wel een twee uur leek, en een rol perkament die volgeschreven was en waarvan de inkt lag te drogen) zwaaide het portretgat open en kwamen Nicole en Ginny binnen.
Harry wou Nicole begroeten, maar ze schudde overdreven haar haar naar achteren, zei luchtig: ‘Ron, Hermelien, hoi!’ en trok haar beste vriendin toen mee naar de slaapzaal.
‘Eh… Harry?’ vroeg Hermelien voorzichtig en ze raakte zijn schouder aan.
‘Wat is er tussen jou en Nicole? Ik bedoel, het is overduidelijk dat jullie elkaar leuk vonden, maar zij negeert je en jouw gezicht staat op onweer… en schaapachtig.’
‘Bedankt dat je het ook door hebt,’ snauwde Harry, maar hij kon zich niet met de smoes ‘ik ga slapen’ wegmaken, dus boog hij zich zuchtend over een aantal vragen van Bezweringen.
‘Ik wil alleen maar helpen hoor,’ zei Hermelien beledigd en er verschenen furieuze roze blosjes op haar wangen.
‘Dat kan je niet… Oh árgh, ik had naar Ginny moeten luisteren!’ zei Harry en hij sloeg zijn handpalm vlak tegen zijn voorhoofd en gaf er niet om dat het er stom uitzag.
‘En… waarom?’ vroeg Hermelien.
‘Ze heeft al gezegd dat Nicole er niet om geeft dat ze jongens kwetst,’ zei Harry woedend.
‘Hebben jullie ruzie gehad?’
‘Ja.’
‘Denk je niet dat zíj dan misschien ook gekwetst is?’
‘Ik vroeg alleen of ze mee ging naar de leerlingenkamer!’
‘En wat zei ze toen?’ vroeg Ron, die zich nu ook naar voren boog en meeluisterde.
‘Dat ze liever ging ontbijten, omdat zij wel uit de leerlingenkamer mocht,’ antwoordde Harry pinnig.
‘Het komt wel goed tussen jullie,’ suste Hermelien en ze tikte op zijn perkament.
‘En nu ga je huiswerk maken.’
‘Nee.’ Het kwam er abrupt uit.
‘Waarom niet?’ vroeg ze scherp. ‘Je loopt anders wel heel wat ach-’
‘Ik ga even andere kleren aantrekken, dit gewaad zit niet lekker,’ zei Harry en hij stak zijn tong uit.
Ze keek hem pinnig aan. ‘En dan kunnen jullie twee even alleen zijn,’ knipoogde hij flauw en hij liet de twee achter in een oncomfortabele stilte.
Hij was helemaal niet van plan om andere kleren aan te doen.
Integendeel; hij liep naar de trap die hem naar de slaapzaal zou moeten voeren, maar hij plukte zijn onzichtbaarheidmantel die opgefrommeld in zijn zak zat tevoorschijn en liet hem zijn lijf bedekken.
Vervolgens sloop hij naar het portretgat, volgde een eerstejaars meisje met een soort van palmboom-staartje op haar hoofd door het portretgat en haalde opgelucht adem; hij was vrij!
Op de hoek van de gang stond hij stil;
Perkamentus, Anderling en Banning stonden te discussiëren.
Harry drukte zich tegen de muur en wachtte tot ze voorbij waren, maar ze bleven stilstaan.
‘Dus…’ piepte Banning, die over een kale plek op zijn hoofd schoof met zijn minuscule hand. ‘Waar hangt Jeweetwel uit?’
‘Ik vermoed, nee, weet zeker, dat hij in het oude huis van de Vilijnen zit. In het dorpje Havermouth. Het dient perfect als hoofdkwartier en niemand komt er nog,’ zei Perkamentus bedachtzaam.
Harry’s hart klopte een stuk sneller. Havermouth, hij moest naar Havermouth!
Snel rende hij weg en hoopte dat er niets van zijn voeten te zien was terwijl de mantel lichtjes opgetild werd door de wind die hij veroorzaakte.
Hij was al naar de deuren van de hal gesprint en had ze opengerukt, toen zijn mond openviel:
Tegenover hem stond Ron.
‘R-Ron! Ik ging…’ stotterde hij,
maar tot zijn verbazing keek Ron hem niet woedend aan omdat hij regels overtreden had, maar zei alleen:
‘Ik heb je bezem gepakt, er rusten vervloekingen op het hek. Weet je waar we heen moeten?’
‘Nee, Ron, je kan niet mee, je…’
‘Ik weet dat je naar Jeweetwel gaat. Ik weet niet waarom, maar ik ga met je mee.’
‘Hoe kom je hier zo snel?’
‘Vergeet niet dat ik nog steeds een broer van Fred & George ben,’ zei Ron terwijl hij een been soepel over zijn eigen bezem zwaaide en even sentimenteel naar het gras staarde, ongetwijfeld met zijn gedachten bij Hermelien.
‘Ook al ontkennen ze dat nog zo hartgrondig.’
Harry grijnsde.
‘Oké… We gaan.’ Zijn Vuurflits lag roerloos op de grond en pas toen hij ‘op!’ riep, kwam er beweging in. Hij ging goed zitten, haalde diep adem en zette af.
Ron en hij stegen op en vlogen al snel over het meer, toen er opeens een stem vanuit een raam klonk:
‘WEMEL EN POTTER! ZE ONTSNAPPEN!’
Het was Anderling die stond te krijsen.
Harry bekeek zichzelf.
‘gedoe, mijn onzichtbaarheidmantel! Ron, wacht hier!’
Ron keek hem verbouwereerd na toen hij omkeerde en door de lucht terugscheerde, op het zilverachtige hoopje dat op het trottoir lag af.
Anderling kwam net door de deuren gestormd op het moment dat hij zijn mantel van de grond griste en weer omhoogvloog.
‘IMPEDIMENTA!’ gilde ze, maar Harry ontweek haar met bonkend hart.
‘PARALITIS, PARALÍTIS!’ Geen effect.
‘Ron, kóm !’ brulde hij en samen suisden de vrienden de donkere nacht in, woedend nageschreeuwd door Anderling.
‘Harry, ik snap niet waarom je terugging!’ hijgde Ron, toen ze op volle snelheid over Zweinsveld vlogen.
‘Die mantel is van het volste belang, we hebben hem nog nodig, dat weet ik zeker!’
Ron keek hem onzeker aan. ‘Het kan cruciaal zijn als we gezien worden,’ voegde hij er een beetje dramatisch aan toe.
Plotseling hield Ron halt, midden in de lucht.
‘Gek, wat ben je aan het doen?’
‘Ik doe niks… Tot jij me hebt verteld waar we heengaan en wat we gaan doen.’
Harry zuchtte en draaide zijn bezem, tot hij tegenover Ron zweefde.
‘We gaan Sirius redden.’
Eigenlijk verbaasde het hem niets dat Ron bijna van zijn bezem afviel van verbazing.
‘Harry… hoe wanhopig je het ook wilt geloven…
Sirius, hij is echt dood…’





_________________
hey love
awful happens all the time
don't let it
kill you.
Profiel bekijkenStuur privébericht
LavenderBrown
Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 398 Sikkels
Woonplaats: The Royal Fire Academy for Girls

LavenderBrown is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Vr Jan 06, 2006 21:51 Terug naar boven Sla dit bericht op

Bonjourr * snift hartgrondig *
Dit is alweer het laatste hoofdstuk!
Met bloeddoorlopen oogjes heb ik vannacht de 'longen uit mijn lijf' geschreven en dit is het resultaat...
Maarr er komt nog een epiloog ^^ Ook al was er geen proloog, maar ik heb een hekel aan prologen...
Bedankt voor de reacties en jullie moeten vooral blijven sturen...
Geniet... (of huiver, of niet Razz )!

schrijverige kusjes,

<3 Fleur



‘Nee!’ zei Harry feller dan zijn bedoeling was.
Ron keek hem geschokt, maar ook medelevend aan.
‘Harry, je hebt het zelf verteld…’
Harry zuchtte. Hoe moest hij dit gaan uitleggen?
Terwijl de wind pijnlijk in hun wangen sneed, vertelde hij wat hij met Perkamentus besproken had en wat hij hem had horen zeggen tegen Banning en Anderling.
Bij iedere zin leek Ron het iets geloofwaardiger te vinden.
‘Oké…’ zei hij ten slotte langzaam.
‘We doen het. Maar wat als hij er niet is? Wat moeten we dan?’
Harry grijnsde. ‘Ik weet niet, maar ik ben bereid het risico te nemen.'
‘Ik ook,’ zei Ron resoluut.
Eindelijk bewogen ze hun bezems richting zuiden, waar Havermouth lag.
‘Je bent een hele goede vriend, Ron,’ zei Harry zacht en vanuit de grond van zijn hart. Ron glimlachte. ‘Jij ook.’

In stilte zoefden ze verder, tot Harry geamuseerd vroeg:
‘Hoe zit het nou eigenlijk tussen jou en Hermelien?’
Hij had verwacht dat Ron boos werd en zou snauwen dat hij nóóit wat met haar zou willen, stotterend zou ontkennen of het misschien zelfs blozend toe zou geven, maar hij had niet gedacht dat Ron wit weg zou trekken en zou zeggen:
‘Ze vindt me toch niets… Ik ben lelijk, niet écht goed in toveren en ik ben arm. Wat zou ze met me willen?’
Harry staarde Ron aan.
‘Ze is toch al jaren bevriend met je? En trouwens, ze vindt jou ook leuk!’
Ron hief zijn hoofd meteen op en zei een beetje Nicole-achtig:
‘Echt? Ja, míj? COOL!’
‘Eh… meid, hou je in,’ grinnikte Harry en Rons oren werden a-charmant scharlakenrood. Ze vlogen minstens een uur door, pratend over de meest uiteenlopende onderwerpen, afgewisseld met geconcentreerde stiltes.
Toen slikte Harry.
‘Dat is het. Ik ken het . Uit mijn droom.’
Ron keek omlaag naar de ontzagwekkende, maar vervallen villa.
Achter één van de ramen brandde licht.
Hij slikte. ‘Dus…híj is er?’
Harry knikte grimmig. ‘Daar ziet het naar uit.’
Ron staarde nerveus omlaag, zijn rode haar wapperend in de kille wind.
‘We kunnen nog terug, weet je…’
Harry liet zijn blik naar het geelachtige gras, afgebrokkelde steen en op één plaats zelfs ingestorte dak gaan en zei moeizaam:
‘Nee… dat kunnen we niet.’
Heel langzaam daalden ze af.
Toen Harry’s tenen het natte gras raakten, hing Ron nog minstens een meter boven de grond.
‘Kom op,’ siste hij.
Maar Ron keek naar een punt boven hen, waardoor Harry ook een blik omhoog wierp.
In de verte verscheen langzaam een hevig bewegend figuur.
‘Wat is dát?’ wilde hij vragen, maar het werd al snel duidelijk.
Er zat iemand op een bezem, iemand die dat duidelijk nog nooit eerder had gedaan.
Met veel moeite schokte de gedaante door de lucht en op ongeveer twee meter hoogte, zo’n 300 meter verderop, viel diegene van de bezem, die nu ook loodrecht naar beneden viel.
Er klonk een harde klap en een gedempte ‘Au!’.
‘Oh mijn-’ zei Ron zenuwachtig en hij en Harry vlogen richting de gevallen persoon.

‘Hermelíen?’ vroeg Ron verbouwereerd en hij klonk half alsof hij wilde gaan lachen.
‘Ik… ben jullie – argh – gevolgd,’ zei Hermelien en ze klopte geïrriteerd haar kleren af. ‘Hoe wist-’ begon Harry, maar ze snoof minachtend.
‘Denk je dat ik het geloofde toen jullie ó zo subtiel verdwenen? Dús…’ zei ze luid en ze mompelde ‘Lumos!’. Ze schraapte haar keel.
‘Waar zijn we nu?’
‘Sst, niet zo hard!’ fluisterde Harry geschrokken.
Voor de tweede keer draaide hij zijn verhaal af en toen hij klaar was hing haar mond open.
‘Sirius… terug? Nou ja…’ zei ze.
‘Dat zou… super zijn!’ Harry glimlachte.
‘Ja.’ Hij trok zijn vrienden naar zich toe en camoufleerde hun drieën onder zijn trouwe onzichtbaarheidmantel.
‘Zijn… zijn jullie er klaar voor?’ vroeg hij.
Ronk kuchte nerveus en zei ten slotte: ‘Ja. Ik ben er voor je,’ en Hermelien knikte instemmend.
‘Toverstokken gereed…’
Met die woorden liepen ze op het landhuis af.
‘Het is wel gróót,’ zei Ron onder de indruk terwijl ze zochten naar een ingang.
‘Hier! Een keukendeur!’ fluisterde Hermelien opgewonden.
Harry kneep in haar hand.
‘Daar gaan we…’ Hij haalde diep adem en trok de deur open, die nog maar half in zijn scharnieren bleek te hangen.
Ze liepen door een duidelijk onbewoonde keuken waar een oude pan op zijn kop op de vloer lag.
Hij barricadeerde de deur die het huis in leidde.
Harry bukte zich al om de pan te verleggen, maar Hermelien trok hem terug.
‘Daar zit vast een spreuk op!’
Harry keek naar haar. ‘Hoe weten we welke?’ vroeg hij ongerust.
Hermelien wees met haar toverstok en murmelde iets wat hij niet kon verstaan.
Er schoot een blauwe straal van de donkerbruine pan in haar stok, die licht trilde.

‘Hermelien?’ Ze grijnsde.
‘Het is me gelukt! Deze pan wás een ViaVia. Ik gok dat hij je recht naar V-Voldemorts kamer had toegeleid.’
‘Heel goed!’ zei Ron trots, maar Harry hoorde de paniek in zijn stem, voor wat komen ging.
Met trillende vingers verlegde Harry de pan en duwde de deur open.
Toen die niet bleek te kraken haalden ze alledrie opgelucht adem.
Ze glipten een soort hal in, waar jaren van stof op de muren zat.
Er lag hoogpolig, verrot rood tapijt dat ooit mooi moest zijn geweest.
Een voordeel was dat je zo hun voetstappen niet hoorde.
Plotseling drukte Ron hen alledrie tegen de muur.
Er ging een deur open en Wormstaart, één van Voldemorts Dooddoeners kwam naar buiten.
Harry wild hem woedend vervloeken, maar Hermelien drukte zijn toverstok naar beneden.
‘Nee,’ fluisterde ze nauwelijks hoorbaar in zijn oor.
De deur achter Wormstaart viel al dicht, maar direct daarna kwam er nog een man naar buiten, die Harry niet kende.
Hij was lang, met donker haar waar grijze plukken in zaten, net als Lupos, maar dan zonder enige hartelijkheid op zijn ronde gezicht.
Toen hij naar Wormstaart grijnsde kwam er een brokkelig, geel gebit vrij.
‘Goede Cruciatusvloek, Wormstaart,’ zij hij met een plat accent.
‘Colloportus!’ vervolgde hij en de deur achter hem verzegelde zich.
Wormstaart lachte kruiperig.
‘Dank je,’ lispelde hij. ‘Zwarts gilde als een gek, hè?’
De man lachte en samen liepen ze een spiraalvormige trap in de hoek op.
‘Nog even en de Heer ontdoet zich van hem.’
‘Ja,’ antwoordde Wormstaart zonder een spoortje van medelijden voor zijn oude vriend in zijn stem.
‘Hij geeft nog steeds geen informatie over Harry Potter.’
Hun vrolijke stemmen stierven weg toen ze boven een onzichtbare hoek omgingen.

‘Hij leeft!’ fluisterde Harry met tranen in zijn ogen en het gevoel dat zijn knieën het zouden begeven omdat ze zo trilden.
Ron sloeg zijn arm om hem heen en Hermelien snifte gesmoord, maar blij.
‘We moeten hem nu bevrijden,’ fluisterde ze.
‘Ik weet zeker dat de enige spreuk colloportus is, want ze denken vast dat niemand weet dat ze hier zijn, en (ze lachte kort en hatelijk) anders zou het te veel moeite kosten.’
Harry knikte. Voorzichtig schuifelden ze richting de gehavende deur.
Hermelien haalde met een zenuwachtige: ‘Alohomora!’ het slot van de gehavende deur.
Snel duwden ze de deur open en glipten naar binnen en Harry werd overmand door emoties toen hij zijn peetvader zag.
Hij leek precies op de Sirius die hij in zijn 3e jaar had ontmoet: broodmager en met lang, klitterig haar.
Zijn donkere ogen waren doodsbang.
‘Hallo?’ kraste hij.
‘O, Sírius!’ zei Hermelien en ze gooide de onzichtbaarheidmantel van hun drieën af.
‘We dachten dat je dood was!’
Sirius knipperde verwoed met zijn ogen en kneep zichzelf in de arm.
‘Dit is een droom. Een hallucinatie.
Harry, Ron, Hermelien, zijn jullie het echt?’ smeekte hij.
Harry knikte en viel op zijn knieën.
Hij omhelsde Sirius vluchtig.
‘Ik kan niet zeggen hoe dank-’ begon hij, maar Harry kapte hem af.
‘Hoe vaak komen ze je controleren?’ vroeg hij.
‘Ieder halfuur,’ antwoordde Sirius. ‘Soms vaker.’
‘Goed,’ zei Harry en hij trok Sirius overeind.
‘We praten later. NU moeten we hier weg!’
Het leek allemaal te mooi om waar te zijn.
Ze gingen via de keuken weg en hoorden niks, helemaal niks.
Tot ze over het grasveld liepen.
‘HIJ IS WEG!’ krijste de stem van Wormstaart.
‘Verdwenen!’
De kille stem van Voldemort kwam van verder weg, maar bezorgde Harry toch rillingen.
‘ZOEK HET HUIS AF! RAVENWOUD, SALMELIER, KAM HET TERREIN UIT!’
De drie vrienden en Sirius spurtten snel over het terrein en bereikten de bezems.
De keukendeur werd opzij geblazen.
Harry dacht koortsachtig na.
Toen gooide hij de onzichtbaarheidmantel over Sirius.
‘Transformeer!’ siste hij en Sirius veranderde onzichtbaar in een hond.
Ron pakte de drie bezems en de drie vrienden doken achter een struik waar ze de bezemstelen in verborgen.
Snel sprak Harry een Kameoflagespreuk (wat een geluk dat hij hem had onthouden!) over Ron uit; daarna over Hermelien en toen over zichzelf.
‘Sst,’ fluisterde hij en hij kromp ineen, net als zijn vrienden, toen er een lichtje van een toverstaf over het gras voor hen schoof.
Het gezicht van een enge, dikke man doemde voor hen op.
‘Hij moet al weg zijn!’ brulde hij naar iemand anders.
‘Hier is niemand!’
Langzaam liep hij weg, ieder object zorgvuldig bestuderend.
‘Is hij weg?’ fluisterde Hermelien trillerig na vijf, stille, zenuwslopende minuten.
Harry zei niets, maar verstijfde.
Hij voelde een ademhaling in zijn nek!
Langzaam draaide hij zich om en zag…niemand.
Hij tastte om zich heen en voelde een vacht.
Het was Sirius!
Voor de zekerheid wachtten ze nog even, maar toen er niets meer te horen was kroop hij vanachter het bosje en trok de bezems eruit.
‘Hermelien, jij gaat bij mij. Sirius, neem die daar.’ Onwillekeurig praatte hij toch zachtjes.
Hij wees op de schoolbezem waar Hermelien op aan was komen stuntelen en hij vroeg zich in stilte af hoe ze het al die uren uit had gehouden.
Sirius veranderde weer in een mens.
‘Hou de mantel om,’ beval Harry en met gespitste oren stapte hij op zijn Vuurflits.
Hermelien kroop dicht tegen hem aan, van top tot teen rillend.
‘Hou je vast,’ zei hij en hij, Ron en Sirius zetten af.
Op het moment dat ze boven de bomen waren ging het fout.
Een stem bulderde: ‘DAAR!’ en direct schoten er twee Lamstralen op ze af.
Eén Lamstraal vloog de duisternis in, maar de andere trof Hermelien.
Verlamd gleed ze achterwaarts van de bezem en viel.
Ze zou te pletter vallen! Harry draaide scherp en zette een duikvlucht in.
Net voordat hij beneden was, wist hij Hermelien in haar kraag te vatten.
Hij hield haar stevig vast en steeg op, maar een Dooddoener was al bij hem en greep hem bij zijn enkel.
‘Impedimenta!’ hijgde Harry, maar de spreuk trof geen doel.
Hij voelde dat hij naar achteren gleed.
‘IMPEDIMENTA!’ Raak. Geen tijd te verliezen.
Terwijl de vervloekingen hem om de oren vlogen (waar kwamen die Dooddoeners allemaal vandaan?), suisde hij zigzaggend omhoog, naar Sirius en Ron, die al een heel stuk vooruit waren.
Hermelien bungelde slap aan zijn hand.

Toen hij buiten bereik van de woedende Dooddoeners was, hees hij haar achter zich.
‘Enervatio!’ zei hij en ze ontwaakte versuft.
‘Harry?’
‘Hermelien, kijk achterom en houd iedereen tegen.’
Ze was meteen klaarwakker.
‘Ze… ze verdwijnen!’ zei ze toen verbaasd.
‘Wát? Oh nee, dan Verschijnselen ze… onder ons!’
Gelukkig was Hermelien snel, want toen er onder haar ‘plop’ klonk, begon ze Lamstralen af te vuren.
‘Goed zo, ga door!’ spoorde Harry haar aan terwijl er rode lichtflitsen uit haar toverstaf schoten.
Hij vloog een heel stuk achter Ron en Sirius.
Toen alle Dooddoeners éindelijk weg waren, zette hij meer vaart in.
Langzaam werden zijn vriend en zijn peetvader groter.
Een minuut daarna vloog hij naast Sirius, waarvan hij alleen een bezem zag.
Hermelien klemde zich inmiddels om Harry’s middel en legde haar hoofd tegen zijn rug.
Hij kreeg direct het gevoel dat hij haar moest beschermen.
Hij zóu haar heelhuids bij Zweinstein afleveren, dat moest.
‘Harry…’ zei de bezem naast hem met de stem van Sirius.
‘Ik kan – kan het echt niet geloven…’
‘Hoe denk je dat wij ons voelen?’ grijnsde Harry.
‘Hoe heb je me gevonden?’
‘Wat denk je? Mijn nek deed een beetje vreemd en toen ik dagelijks aanvallen kreeg, besloot ik toch maar eens te kijken wat er aan de hand was.’
‘Heeft het gewerkt?’ klonk Sirius stomverbaasd.
‘Ja,’ zei Harry een beetje knorrig, denkend aan de met de Cruciatusvloek vergelijkbare pijn.
‘We moeten haast maken!’ zei Ron opeens, die voorovergebogen op zijn bezem zat.
‘Waarom?’ vroeg Harry, maar Hermelien gaf al antwoord voor Ron:
‘Het is nu ongeveer vier uur… over anderhalf uur wordt het licht en worden de Dreuzels wakker!’
De vier vlogen zwijgzaam, maar snel verder.

Na een uur doemden er in de verte bergtoppen op en toen- ‘Zweinsveld!’
Na tien minuten bereikten ze het vertrouwde schoolterrein en Harry merkte dat zijn ogen begonnen te tranen.
‘We hebben het gehaald,’ zei hij schor, terwijl hij probeerde zo onopvallend mogelijk zijn ogen af te vegen.
Hermelien stapte een beetje wankel af, maar viel hem toen snikkend om de hals en daarna Ron ook.
Harry trok de onzichtbaarheidmantel van Sirius af.
Een fractie van een seconde verwachtte hij dat Voldemort tevoorschijn zou komen;
Het was allemaal zó makkelijk gegaan (hij wilde maar niet aan de gevolgen denken als het fout was gegaan)!
Maar hij zag het ingevallen, ontroerde gezicht van zijn peetvader en hij was van plan het nooit meer kwijt te raken…
Hij omhelsde Sirius, die constant: ‘Dank je… dank je…’ raspte.
‘POTTER! WEMEL!’ klonk toen opeens een furieuze stem en professor Anderling kwam het bordes opgesprint.
‘GRIFFEL? WAT-?’ Toen pas zag ze Sirius, die Harry losliet en haar grijnzend aankeek.
‘Zwarts?’ haar toon was opeens veel anders. Ze keek alsof ze een spook had gezien.
‘Hallo, Minerva…’
Harry zuchtte moe en tevreden, en nog steeds verward.
Hij stond hier echt met Sirius… met Sirius!
Toen werd het hem allemaal te veel.
Langzaam zag hij de wereld wegglijden…
en viel flauw in de uitgestrekte armen van zijn peetvader, die er vanaf nu altijd voor hem zou zijn…





_________________
hey love
awful happens all the time
don't let it
kill you.
Profiel bekijkenStuur privébericht
LavenderBrown
Lid Wikenweegschaar
Lid Wikenweegschaar


Verdiend: 398 Sikkels
Woonplaats: The Royal Fire Academy for Girls

LavenderBrown is offline.  Afdelingslogo
BerichtGeplaatst: Vr Jan 06, 2006 23:48 Terug naar boven Sla dit bericht op

Oke, sorry dat ik zo kort achter elkaar post, maar mijn epiloog moet eruit want ik wil pas aan mijn volgende fanfic beginnen als deze af is, en dat wil ik NU gaan doen...
Ik hoop dat jullie Sirius' terugkeer allemaal very enjoyable vonden,
ik heb in ieder geval veel mensen gehoord die het vanaf het begin volgden, en dat vind ik echt tres uberieur ^^
En nu ga ik even heel cliché en tres niet amusant , maar anders voelen jullie je verwaarloost, de namen opnoemen van iedereen die mij een * bewonderend , muhahaha * Pb'tje heeft gestuurd en waar ik heel blij mee ben:
* HarryPotterRulez, Charming_Witchy (lees die fanfic!) & Elienemien (!!!)
* Eunor Silly Rene Zydian Saartjuh (haar fanfic is een aanrader) Mikael
* Suzie Tinusz_01 Georgelover en Danlover

Bedankt!!
En dan nu de simpele, happy epiloog .. Have fun en ik hoop dat jullie mijn volgende fanfic ook gaan lezen ^^

<3 Fleur


Epiloog.

Het was één van de laatste mooie dagen van de zomer en in een ruim, vrijstaand huis net buiten een rustig dorpje zat een jongen in de zonovergoten serre.
Hij schudde zijn zwarte haar uit zijn ogen en legde zijn voeten op de zwartgelakte salontafel.
‘Zet eens thee, wil je?’ klonk een stem vanuit de woonkamer.
‘Doe het zelf, luilak!’ diende de jongen de stem van repliek.
In de deuropening van de serre van het huis dat ze samen gekocht hadden verscheen zijn peetvader, Sirius Zwarts.
Harry keek hem met glimmende ogen aan. ‘Wil je erom vechten?’
‘Nee,’ zei Sirius luchtig, ‘Maar je vriendin en vrienden komen zo, dus het lijkt me niet onbeleefd om ze met drinken en koekjes te begroeten!’
Harry’s gezicht lichtte op bij het horen van ‘je vriendin’ en hij stond vrijwillig op, gaf Sirius een por en begaf zich naar de ruime keuken.
‘We hebben wel geluk met dit optrekje, hè?’ zei Sirius en hij lachte blaffend.
Harry keek om zich heen.
Voor bijna iedereen was dit huis onleesbaar, want Voldemort was nog steeds wanhopig naar hem en Sirius op zoek. Toch zou hij volgend jaar teruggaan naar Zweinstein, met een piepklein schuldgevoel dat hij Sirius dan moest achterlaten, maar Lupos (die in huilen was uitgebarsten toen hij Sirius zag en hem eerst over zijn hele gezicht had betast om te kijken of hij niet droomde) had beloofd veel langs te komen.
Hij pakte de fluitketel en liet zijn meerderjarigheid zegevieren door met een klein tikje van zijn toverstok de ketel met water te vullen en aan te zetten.
Hij dacht aan Nicole; over 10 minuten zou ze arriveren.
Na een paar nukkige, eenzame maanden van stilzwijgen en elkaar negeren, kwamen ze elkaar tegen in de toen donkere leerlingenkamer, allebei in zo’n dip dat ze besloten het bij te leggen. De laatste maanden van zijn zesde schooljaar waren daarom uitgedraaid op de mooiste van zijn leven, zeker omdat er iedere week twee keer post van Sirius kwam.
De oorlog met Voldemort was nog in volle gang, maar het Ministerie (die Sirius uitgebreid hun verontschuldigingen hadden aangeboden na zijn terugkeer) vond dat hij en Sirius niet mee mochten vechten.
De bel ging.
Hij haastte zich naar de voordeur en trok de deur open.
Daar stond ze, blond en beeldschoon als altijd, gekleed in een donkerblauwe, lage spijkerbroek en een felgeel topje.
Haar groene ogen glommen en ze knuffelde hem stevig.
Hij trok haar mee de hal in en liet de deur open, want Ron en Hermelien (die elkaar na verscheidene genante gesprekken de liefde hadden verklaard, nadat Ron haar had geprobeerd te versieren met een nieuw stuk perkament waar versgemaaid gras op was geplakt met Fantastape en waar hij naar eucalyptus geurende parfum op had gespraid, omdat ze dat lekker vond ruiken en waar Harry hem nog wekenlang mee had gepest) kwamen hand in hand het tuinpad opgelopen, beiden uitgebreid verklarend dat ze net naar het huis Verschijnseld waren.
‘Het is zo goed om jullie weer te zien, jongens!’
Hermelien omhelsde hem en zei: ‘Harry, wat zie je er goed uit!’
Toen ze met zijn vijven (Sirius mocht van hem overal bij zijn en de anderen hadden daar ook geen bezwaar tegen) in de serre zaten en genoten (nou ja) van Harry’s slappe citroenthee en Harry even naar Nicole staarde, die uitgebreid nadeed hoe haar moeder had gereageerd toen ze zei dat ze na één jaar op Zweinstein al een vriendje had, dacht hij na over de woorden die zijn gevoelens konden omschrijven…
Volledige perfectie.



[ Oh ja. The End. Dit verhaal mag afgesloten worden ^^ ]





_________________
hey love
awful happens all the time
don't let it
kill you.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Berichten van afgelopen:      


 Ga naar:   


Sla dit onderwerp op als textbestand

Volgende onderwerp
Vorige onderwerp
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum
Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum
Je mag niet stemmen in polls in dit subforum



Powered by phpBB © 2001/3 phpBB Group :: FI Theme :: Tijden zijn in GMT + 1 uur :: Disclaimer