Auteur |
Bericht |
Lumina
3e jaars

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: In het verboden bos tenminste dat was zo voor die reus daar kwam wonen hij heeft mijn boom gesloopt
|
Geplaatst:
Do Jul 01, 2004 20:29 |
 |
Foto’s en verveling
Nadat het blok uur was afgelopen schoot Serena snel een meisjes wc in om zich op te knappen en ging ze snel naar bezweringen waar haar een onaangename verrassing te wachten stond. ‘He daar heb je haar!’ Riep een vervelende stem. Serena keek een beetje verbaast op en herinnerde zich plotseling dat ze deze les bij Zwadderich zat. Patty park een meisje van Zwadderich keek haar met een smadende blik aan. Serena had het idee dat ze net betrapt was op iets doen wat heel dom was want de meisjes van Zwadderich begonnen allemaal te giechelen. Wetende dat zwadderaars haar gezicht toch niet konden zien verwrong ze haar gezicht op de meest afgrijselijke manier die ze zich kon bedenken en deed in gedachte een mooi imitatie van het meisje. ‘Dus jij bent zo’n enorme Wemel fan hé?’ Patty deed een best wel kloppende imitatie van Hermelien die hysterisch haar vinger op stak, ‘Dan ben je zeker ook hevig bevriend met die wandelende bos haar.’ Weer een hoop gegiechel. ‘Nee.’ Serena deed nu de schouwer na die haar naar de Zweinstein express had gebracht. ‘Ik zou maar uitkijken ze is heel beschermend over haar Wemeltje hoor.’ Weer een hoop gegiechel, Serena draaide met haar ogen. ‘Daarom draag je zeker die kap je wil niet dat Griffel denkt dat je concurreert.’ De meisjes hadden de grootste lol, ‘Nee.’ Serena begreep ineens waarom de tovenaar zo saai was geweest, Patty vond haar antwoorden zwaar irritant. ‘Heeft de kat je tong afgepakt?’
‘Nee.’Serena moest zich inhouden om niet te lachen. Patty begon een beetje rood aan te lopen en ze begon steeds harden te praten.
‘Je bent zeker van plan om je aan te sluiten bij die klap lopen! Nou lelijk ben je al dus je past er mooi bij.’
‘Nee.’ Zei Serena op een verveelde toon die ze zo juist had bedacht. Op dat moment kwam professor Balling vrolijk aan gerend en liet hij hun het lokaal binnen. De les viel eigenlijk wel mee. Serena hielp zelfs Korzel, hij had zich zelf in de brand gestoken en op die manier Draco ook laten ontbranden en dat vond ze wel een beloning waard. En ze had volkomen
“per ongeluk” Patty vervloekt en daar kreeg ze als het aan de kleine Professor Banning lag nog afdeling punten voor ook omdat de spreuk zo goed gelukt was. Natuurlijk vonden de Zwadderraars het nodig om de Wemels af te kraken waar ze bij zat, maar nadat ze dat een half uurtje hadden gedaan en Serena niks zei leken ze het niet leuk meer te vinden. Al met al kwam ze er achter dat ze de Zwadderraars helemaal niet zo erg vond en aan het eind van de les had ze zelf vriendschap gesloten met Korzel en een extreem fors meisje wat Margriet bullemans heten. Toen ze naar de grote zaal liep voor haar welverdienden pauze liep Draco achter haar aan, ‘Onderweg naar je grote vrienden?’ Hij liep een duistere blik op Potter en Wemel vallen. ‘Nee, onderweg naar een pauze hoewel ik moet zeggen dat ik liever daar zit dan met jou praten.’ Draco keek haar op een vreemde manier aan. Er lag een blik in zijn ogen die ze niet goed kon plaatsen, ‘Je kunt beter nu een kant kiezen, en dan wel de mijne anders kan het nog wel eens verkeerd aflopen met je.’ Hij wist het, Lucius wist het dat moest haast wel dat was de enige verklaring voor die vreemde blik, Droebel had Lucius “geïnformeerd”.
‘Als ik ooit een kant kies zal het nooit die van jou familie zijn Malfidus.’ Zei ze op ijzige toon, ‘En pas op hoe je tegen me praat want anders kan het wel eens heel verkeerd met jou aflopen.’
De blik op Draco’s gezicht veranderde, hij zag er nu misselijk makend triomfantelijk uit, hij grijsde zelfs misschien had zijn vader toch niet alles verteld. Serena besloot niet aan 1 van de afdelingstafels te gaan zitten maar naar buiten te gaan in de pauze, het viel haar op dat als ze langs een tafel liep de hoofden van leerlingen snel naar elkaar draaide en ze stelde zich voor hoe ze allemaal over haar zaten te praten, net zoals de huffelpuffers hadden gedaan. Op de binnenplaats zakte ze op de grond en sloeg vakanties met vampiers open ze had niet door dat er een enorme commotie ontstond op de binnen plaats. Ze had eigenlijk pas wat door toen iemand op haar voet ging staan. (auw) Achter haar stond Malfidus met korzel en kwast, een jongetje met een foto camera (?!) en Harry met zijn vrienden. Nieuwsgierig keek Serena wat er aan de hand was. Het leek er op dat de faam Harry naar het hoofd was gestegen, Hij was handtekeningen aan het uitdelen (als je Draco moest geloven) Natuurlijk had Malfidus zich weer ergens mee bemoeid zo dat hij Potter belachelijk kon maken, Dacht Serena verveeld.
‘Je bent gewoon jaloers.’ Piepte het jongetje, ‘Waar op? Ik hoef geen smerig litteken op m’n voorhoofd, dank je hartelijk. Persoonlijk vind ik niet dat je zo geweldig word door een snee in je kop. Ron mengde zich nu ook in de ruzie en Draco begon een deel van de brul brief te citeren.
‘Als je nog 1 keer over de scheef gaat -‘ Gevolgd door een gemene opmerking over het inkomen van de Wemels. Ron stond op het punt om zijn toverstok te trekken toen ineens...
‘Wat hoor ik daar? Wie deelt er hier foto’s met handtekening uit?’ Serena kromp ineen toen ze een zachte tik op haar schouder voelen, gelukkig had Smalhart het niet op haar voorzien, maar op Potter. Hij liep naar Harry en begon zich (naar Serena’s menig) in de publiciteit te begeven, door samen met Harry op de foto te gaan, iets waarmee (vond hij zelf blijkbaar) de jongen een groot plezier deed. Harry zag er uit of hij zo juist gedwongen was bij Sneep na te komen, een blik die Serena zich heel levendig kon voorstellen omdat ze het vorige jaar elke avond bij sneep in de kelder had gezeten omdat ze de praktijk lessen moest maken, die overigens nooit echt goed gingen, bijvoorbeeld als de toverdrank roze moest zijn dan was hij bij Serena groen en anders om. Smalthart loodste Harry naar binnen en de verzamelde menigte ging weer zijn eigen gangetje, Serena liep naar haar rugzak en bukte om haar exemplaar van vakanties met vampiers er in te doen en naar de les te gaan toen ze Draco achter zich hoorde praten, ‘Zal ik ook een litteken op me voorhoofd teken dan ga ik ook hand tekeningen uit delen.’ De opmerking werd door Korzel en Kwast beloond met een bulderend gelach. Serena draaide zich om en keek hem glimlachend aan waar bij ze haar kap iets naar achteren liep zakken, ‘Soms als ik jou hoor praten Draco dan denk ik dat je helemaal geen litteken op je hoofd nodig heb, volgens mij heb je genoeg gaten in je hoofd, een litteken zou niet eens op vallen.’ Toen het ze op weg ging naar Verweer tegen Zwarte kunsten zag ze een aantal huffelpuffers haar na staren en voelden in eens heel erg de behoefte om er 1 te schoppen, toen hij ineens naar haar begon te wijzen, als of hij is de dierentuin loopt dacht Serena. En daarbij riep hij: ‘Kijk daar heb je haar!’ Ze schudde haar hoofd en toen ze bij haar lokaal aankwam moest ze er eigenlijk wel om lachen. Het was eigenlijk inderdaad wel vreemd om altijd een mantel met kap te dragen. Toen ze het lokaal in stapte gin ze helemaal achterin zitten, helaas kwam ze nu wel pas naast Hermelien Griffel te zitten. Op dat moment begon Smalhart zijn les. Serena voelde een vreemde magische aanwezigheid naast het bureau van Smalthart zag ze een doek uitsteken die duidelijk iets verborg, maar veel tijd op er over na te denken kreeg ze niet. ‘Ik Gladianus Smalhart, orde van Merlijn…… |
|
|
  |
 |
Lumina
3e jaars

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: In het verboden bos tenminste dat was zo voor die reus daar kwam wonen hij heeft mijn boom gesloopt
|
Geplaatst:
Za Jul 03, 2004 21:05 |
 |
Hallo iedereen hier is het volgende deel ik wil graag weten wat jullie er van vinden eigenlijk wil ik graag weten of jullie het heleverhaal leuk vinden dus pb me af zet even een berichtje in de reactie topic veel lees plezier
Sarrons tekening
Een man zat in een donkere kamer aan een bureau, het enige licht in de kamer was afkomstig van kaarsen die onheilspellend flikkerde in de wind die door het openstaande raam binnen kwam. De man aan de schrijftafel huiverde en stond op om het openstaande raam dicht te doen en hier mee de koude september lucht buiten te sluiten. Bij het raam bleef hij even verbitterd naar buiten kijken, het was bijna volle maan. Binnenkort zouden de vele weerwolven van de tovenaars wereld weer door het bos zwerven verborgen voor de alles ziende ogen van het ministerie en de onwetende ogen van dreuzels. De man sloeg het raam dicht, hij was niet bang voor weerwolven. De zelfde betovering die het bos ontoegankelijk maakte voor dreuzels beschermde zijn hut tegen weerwolven. De man ging terug naar zijn schrijf tafel, je kon aan zijn manier van lopen zien dat hij al oud was, hij zuchtte en kreunde af en toe zachtjes ook liep hij hinkend. Terwijl hij ging zitten krabbelde hij aan zijn korte grijze baard, Waar van de voornaamste functie eigenlijk alleen maar was het afgrijselijke litteken op de linker wang van de man te verbergen. Hij pakte het potlood wat op de tafel lag op en ging verder met de tekening die voor hem lag. De oude gerimpelde handen waren die van een groots kunstenaar, ze schiepen prachtige landschappen, geweldig magische wezens en momenteel werkte ze aan een meisje. Het leek een dood gewoon meisje, ze droeg een truitje en een spijker broek met een jas. Schouderlang haar wat in de tekening in een paardenstaart bijeen werd gehouden, met hier en daar wat opstandige plukjes haar die niet in het elastiek wilden blijven en op charmante wijzen in het gezicht van het meisje vielen waren op gedetailleerde manier weer gegeven. Maar de man leek niet tevreden met het persoon die de oude handen hadden getekend en begon verwoed op het gezicht van het meisje te gummen.
‘Nee, Nee, dat is het niet waarom kan ik haar niet tekenen!’ Hij schuurde het blad waar de tekening op stond uit zijn schets boek en begon een nieuwe tekening. Maar telkens als de tekening bijna af was begon hij het gezicht weer uit te gummen. ‘Die ogen! Ze achtervolgen mij in mijn dromen en nog kan ik ze niet teken zoals ze waren vertel waarom het me niet lukt!’ Wanhopig hief hij zijn handen naar de hemel en liep zich op de tekening zakken. Hij zag het voor zich die blik die grote bijna zwarte ogen, zonder angst, niet de ogen van een kind maar die van een vervolgde. Sarron smeet het schets boek met een woeste blik in een hoek van zijn hut. Hoe lang zat hij hier nu al te tekenen? Dagen, maanden, jaren? Misschien waren het maar 2 dagen maar het voelde als duizenden jaren. Sinds die dag in de verdonkerdemaansteeg kon hij haar niet meer uit zijn gedachte zetten, ‘Die ogen..’ Hij zuchtte, wat was dat die emotie die die ogen hadden. Hij dacht uitgeput terug aan die ene dag… hoe zij binnen stapte een heel gewoon meisje er was niks, maar dan ook niks wat haar anders maakte dan andere ze was niet overdreven knap, maar ook niet lelijk, hoe oud zou ze zijn onmogelijk ouder dan dertien, ze moest twaalf zijn, waarschijnlijk één van zweinstein. Maar die ogen, Zwart als de zwartste nacht, als kamer ramen hadden ze hem aangestaard, hem vervloek ze altijd te zien. Hij had hij bedreigd, hij had har willen vermoorden en niks had die blik veranderd. Ze had aangestaard met die ogen al die tijd met precies de zelfde blik Het was geen angst, verdriet of wat hij even had gedacht krankzinnigheid, Nee het was iets anders. Het leek haast alsof ze hoopte te sterven, alsof ze wacht op het einde. ‘Ja, Dat was het,’ Mompelde Sarron het was de blik geweest van een koning op het moment dat hij te veel kinderen had zien sterven omdat hij te lang op deze aardse wereld had rong gelopen. Hij rende naar zijn schetsboek en tekende zo snel als hij kon het gezicht van het meisje wat hem nu zo duidelijk voor de ogen stond. De arrogantie toe ze weigerde te buigen, de uitputting het….. ‘Verdriet?’
Peinzend keek Sarron naar de tekening, misschien was het inderdaad verdriet wat in de ijzige ogen stond, verdriet wat ze zelf niet eens meer voelde omdat ze zo versteend was door haat.
Hij schudde zijn hoofd, wat was er met een kind gebeurd dat het op zo’n jonge leeftijd zulke koude ogen had. Dooddoeners misschien? Sarron was geen man van principes, hij werkte voor de hoogste bieder en zijn voornaamste regel was, zorg altijd voor nummer 1. Hij sloot zich altijs aan bij de machtigst en wisselde zo vaak van partij dat hij het niet meer bij hield, het belangrijkste was dat hij Sarron en het beste uit kwam. En dat gebeurde ook altijd. Sarron was 1 van de grootste criminele die de wereld ooit had gekend, hij had vele moorden, vervloekingen en huurmoorden op zijn naam staan. Nog nooit was hij gepakt en nooit had de Dreuzel wereld ontdekt wie hij was of wat hij deed ook al was hun wereld degene waar hij het meest actief was. Ook de tovenaars wereld had er geen idee van wie hij was, niet meer. Hij was natuurlijk wel bekend, maar door zich te verbergen en gedeisd te houden had hij het ministerie zo ver gekregen om hem te vergeten. Hij was niet altijd zo geweest, nee. Ooit was hij één van die goede mensen die hij nu uitschakelde om zijn brood te verdienen. Toen hij nog een kruimel dief was die zich bezig hield met illegale dieren en op mysterieuze wijze verkregen ketels en andere dingen die van bezems waren gevallen, was Heer Voldemort de machtigste party die er was en natuurlijk een goede keus om je bij aan te sluiten, Maar Sarron had toen nog geen enkele reden om zich bij dat gespuis (zoals hij hen noemde) aan te sluiten en het ministerie was al net zo erg. Vuur werd met vuur bestreden en het ministerie maakte zich schuldig aan net zo veel moorden als de Dooddoeners van die tijd. 1 van die ‘Dode voor de goede zaak’ Had 1 van die schijnheilige gezegd, was Sarrons broer geweest. De schouwers hadden hem onterecht als dooddoeners bestempeld er ontstond een gevecht en Zijn broer werd vermoord. Zoeken naar wraak had Sarron zich bij Voldemort aangesloten, en hem zijn eeuwige trouw gezworen. Toen Voldemort viel had Sarron hem kunnen verlaten maar iets van zijn oude eergevoel weerhield hem hier van, een eed was een eed en hij hield zich aan zijn woord. ‘Binnen kort zal ik u weer met hart en ziel dienen.’ Zei hij tegen een onzichtbare gedaante. Hij keek weer naar zijn schets, hij kende dat gezicht maar waar van? Het leek wel 100 jaren geleden dat hij dat gezicht had gezien. Misschien was het iemand van voor zijn afstuderen aan Zweinstein, een vijand van zijn heer. Hij herinnerde de arrogante houding die het meisje had aan genomen toen hij zijn heer aan riep, en voelde een diepe haat op komen. Het zou best kunnen Sarron was al een paar jaar van school toen zijn meester afgestudeerd was in feiten had Sarron hem nog veel moeten leren toen ze elkaar eindelijk hadden ontmoet, zoals je kalmte bewaren en beheerst denken. Niet dat het veel had geholpen, Heer Voldemort had er nog steeds een handje van om snel boos te worden maar hij had een briljante geest. Sarron probeerde zich voor de geest te halen hoe zijn meester er had uitgezien en huiverde bij het zien van de rode ogen. Hij schudde zijn hoofd, hij had zijn uiterlijk veranderd en eigenlijk had Sarron liever gehad dat hij dat niet had gedaan de enge rode ogen bezorgde hem kippenvel. Heer Voldemort was wreed, zelfs zijn eigen…….
‘Onmogelijk!’ Verstijfd liet Sarron zijn schets boek vallen. Een dood gezicht verscheen in zijn gedachte een gezicht wat hij leven had gekend. Het gezicht wat hij zag was alleen een leeg omhulsel. Hij Was er bij geweest toen Voldemort de jonge man vermoorde hem en zijn vrouw. ‘Maar dit kan nooit…….’ Verbijsterd keek Sarron naar de tekening. En plotseling herinnerde hij zich waar hij haar van kende. ‘Onmogelijk.’ Mompelde hij en hij zakte op de grond. |
|
|
  |
 |
Lumina
3e jaars

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: In het verboden bos tenminste dat was zo voor die reus daar kwam wonen hij heeft mijn boom gesloopt
|
Geplaatst:
Zo Jul 04, 2004 17:52 |
 |
Verweer tegen….. Aardmannetjes?!
Smalhart pakte tripjes met trollen van marcel Lubbermans tafel en hield het om hoog, en toonde hiermee zijn eigen foto die knip ogend op de omslag stond. (hoe kan het ook anders, dacht Serena. ‘Ik,’ Hij wees op de foto en maakte zo’n zelfde knip oog. ‘Gladianus Smalhart, orde van merlijn, derde klasse, ere lid van de bond tegen de zwarte kunsten (Serena had durven zweren dat hij haar even sluw aan keek) en 5 keer door Heks&haard uitgeroepen tot tovenaar met de charmantste glimlach – maar daar praat ik niet graag over. Het de zombie van Zanzibar niet verslagen door tegen hem te glimlachen!’ Serena voelde haar mond op en zakken, ‘Mag ik een teiltje?’ fluisterde ze tegen Hermelien ‘Als hij al een zombie heeft verslagen is dat glimlachen waarschijnlijk precies de manier waarop, die zombie ging over ze nek en toen heeft Smalhart hem laten verhongeren.’ Hermelien worp haar een vernietigende blik toe en Serena hield snel haar mond. ‘..het leek mij een goed idee om de eerste les te beginnen met een proef werkje. Niks om je druk over te maken – gewoon om te controleren hoe goed jullie mijn boek hebben gelezen, hoe…’ Serena luisterde al niet meer, ze keek absoluut verbijsterd naar het proef werk wat voor haar neus werd neergelegd. ‘Ik zou natuurlijk na de les graag nog even spreken.’ Hoorde ze Smalhart vaag zeggen. Ze keek de klas rond en zag dat de meeste mensen gehoorzaam begonnen te schrijven en ze besloot dat ze dat beter ook kon doen. Ook al waren de vragen belachelijk, ze keek naar het proef werk en las:
1. wat is de lievelingskleur van Gladianus Smalhart?
2. wat is de geheime ambitie van Gladianus Smalhart?
3. Wat is naar jou menig de grootste prestatie van Gladianus Smalhart?
En zo bleef het maar door gaan, tot en met vraag 54. Wanneer is Gladianus Smalhart jarig en wat zou zijn ideale verjaardagscadeau zijn? Drie pagina’s lang vragen over het fantastische (kots) leven van Galdianus Smalhart! Serena vloekte inwendig en begon het vel in te vullen:
Antwoord 1. Pimpel paars met een gouden randje.
Antwoord 2. een standbeeld van zich zelf in zijn tuin zetten.
Antwoord 3. Geen kaak kramp krijg van het te veel lachen.
Vraag 16. Wat is het grootste geheim van Gladianus Smalhart?
Antwoord. Hij heeft een kunstgebit.
Vraag 20. Was Gladianus altijd al een briljante geest?
Antwoord. Is hij dat ooit geweest dan?
Vraag 30. wat was volgens jou het leukste stuk in het boek vakanties met vampiers?
Antwoord. Het gedeelte waar bij Gladianus Smalhart bijna dood ging, jammer dat hij het overleefde want dat had het boek veel interessanter gemaakt.
Vraag 40. Hoeveel boeken heeft Gladianus Smalhart verkocht.
Antwoord. Te veel
Vraag 54. Wanneer is Gadianus Smalthart jarig en wat zou zijn ideale verjaardagscadeau zijn?
Antwoord. Verjaardag??? Zijn ideale cadeau, een levens groot portret van zich zelf. (ik denk dat hij dat al heeft trouwens.)
Met een grijns van oor tot oor leverde ze het proef werk in en wachtte op een reactie. Gelukkig zag Smalhart haar antwoordde als onwetendheid (of hij koos er voor om dat te doen) want er kwam geen reactie. ‘ai.. ai, niemand herinnerd zich blijkbaar dat mijn lievelingskleur lila is. Dat zeg ik in een jaar met de yeti. Een paar lezers moet Wandelingen met weerwolven nog eens goed door lezen in hoofdstuk 12 schrijf ik duidelijk dat mijn ideale verjaardagscadeau harmonie tussen alle magische en niet magische volkeren zou zijn, al zou ik ook geen nee tegen een grote fles Oude Klare’s jonge borrel!’ hij knipoogde opnieuw op die vreselijke Smalhart manier en Serena rolde met haar ogen. Gelukkig was ze niet de enige die Salhart belachelijk vond, Ron wemel staarde naar hem alsof hij water zag branden en vooraan de klas konen Simon filister en Daan Tomas hun emoties ook niet meer te boven en schuddebuikte van het lachen. Maar naast haar zat Hermelien ingespannen te luistere en sprong haast een gat in de lucht van schrik toen Smalhart haar een compliment gaf over het feit dat ze volkomen nutteloze informatie in haar hoofd had opgeslagen, namelijk de wereld veranderende wetenschap dat Gladianus Smalhart zijn eigen haar product op de mart wilden brengen. Serena deed alsof ze over haar nek ging en zag duidelijk hoe Simon hier door opnieuw in de lach schoot. Smalthart zei weer iets wat Serena niet echt interesseerde en pakte een kooi die naast het bureau stond. Goed - laat ik jullie waarschuwen! het is mijn taak om jullie te leren jezelf te verweren tegen de gruwelijkste schepsels die onze tovenaarswereld kent! Het is goed denkbaar dat jullie in dit lokaal met jullie grootste angsten zullen geconfronteerd! Denk er aan dat jullie niks kan overkomen zolang ik er bij ben, ik wil alleen dat jullie klam blijven.’ Serena keek spottend naar Smalhart die hun allemaal zou beschermen.
‘Nu voel ik me echt een stuk veiliger.’ Mompelde ze en merkte dat Hermelien haar weer afkeuren aan keek. ‘Gil niet te hard, dat zou ze woedend kunnen maken.’ Fluisterde Smalhart en rukte het doek van de kooi. ‘Voila, vers gevangen Keltische aardmannetjes.’ Riep hij dramatisch. Serena stikten bijna van het in houden van haar lach en bestede absoluut geen aandacht meer aan Smalhart, omdat hij op dat zelfde moment aan de klas probeerde uit te leggen dat de kleine blauwe, twintig centimeter lange beestje leven gevaarlijk waren. Serena keek naar de aardmannetjes en moest alleen maar harder lachen, de beestje maakte een geluid alsof het ruziënde parkieten waren en hun grootste misdaad was bizarre bekken trekken naar de leerling op de eerste rij. Ineens rukte Smalhart de kooi open, ‘Oké, laat maar zien hoe jullie ze aanpakken.’ Serena hapte naar adem. De aardmannetje vlogen alle kanten op vlogen door de klas en een aantal vlogen met vollen vaart door het raam waardoor iedereen op de achterste rij bedolven werd door het glas. Twee van de beestje grepen Marcel Lubbermans bij de oren en trakteerde hem op een gratis vlieg les terwijl de rest het klas lokaal grondiger en effectiever dan twaalf draken begonnen te vernielen. Ze besproeide leerlingen met int, verscheurde boeken en papieren, gooide prullen bakken om en grepen tassen en boek op ze vervolgen uit het kapotte raam te smijten. Helaas voor de Keltische aardmannetje was Serena erg aan haar tas gehecht en toen 1 van hen haar tas uit het raam probeerde te gooiden greep ze hem bij de oren en smeet hem zelf het raam uit. Het aard mannetje werd gevolgd door iets wat verdacht veel om de toverstok van Smalhart leek en aangezien Smalhart onder de tafel door nam Serena aan dat dat ook het geval was. Marcel kwam een seconde daarna van de kroonluchter gevallen en Serena betreurde het dat hij Smalhart niet geraakt had. Serena dook zelf ook onder een tafel om een zwerm aard mannetje te ontwijken en greep haar toverstok. Heftig vloekend begon ze de aardmannetjes te verslijven en vervloeken. Ze had er een stuk of twaalf in de kooi gegooid toen de bel ging, en iedereen naar de deur rende. Serena greep haar tas (waar 1 van de blauwe ding een gat in had geknaagd0 en snelde ook het lokaal uit ze hoorde Smalhart nog net zeggen, ‘Nou als jullie even de rest in de kooi willen doen?’ Serena liep snel door maar helaas viel er een inkt potjes door het gat in haar tas op de grond waardoor ze gedwongen was te stoppen met lopen en het op te rapen. ‘Goed dat je even op me wacht….’ Serena zuchtte. |
|
|
  |
 |
Lumina
3e jaars

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: In het verboden bos tenminste dat was zo voor die reus daar kwam wonen hij heeft mijn boom gesloopt
|
Geplaatst:
Ma Jul 05, 2004 20:41 |
 |
Vroege vogels
De volgende dagen waren zwaar voor Serena maak ze werden beter. Ze kon haar gesprek met Smalhart alleen niet uit haar hoofd zetten, ‘…. Perkamentus heeft me natuurlijk verteld over jou… Uitzonderlijke situatie, persoonlijk zie ik natuurlijk het probleem niet.’ De toon waar op hij aan het praten was geweest maakte haar nog steeds misselijk. ‘Overiguns ben ik er van overtuigd dat wij een goede samen werking zullen hebben, en misschien kan ik je overhalen op in de bekendheid te treden als mijn assistent natuurlijk.’ Serena had hem op dat moment alleen maar verbijsterd kunnen aanstaren. ‘Ik zie het al voor me, Gladianus Smalhart red onschuldige leven met behulp van zijn onverstoorde geloof in de goedheid van de mens..’ zodoende was Serena de laatste tijd meer bezig met Smalhart ontwijken (en ze was niet de enige) dan iets anders. Gelukkig was het nieuwtje voor de huffelpuffers er nu wel af en werden er geen duistere blikken meer naar achter geworpen als ze langs liep. Bezweringen viel ook erg mee, de zwadderaars vielen best mee (sommigen dan) en Professor Banning gaf haar altijd goede cijfers, toverdranken was een heel ander verhaal. Haar eerste les was erg stroef verlopen, Sneep die er een uur over deed om te bedenken hoe hij haar moest noemen en dan ook nog eens punten van Griffoendor aftrok toen haat toverdrank paars werd (in plaats van okerrood wat hij eigenlijk moest zijn) En toen ze protesteerde dat ze niet bij griffoendor zat en dat er daarom geen punten mochten afgetrokken ressorteerde dat in ’20 punten aftrek Griffoendor ik duld geen tegen spraak!’ En daarbij , ’Drie maanden na komen bij mij.’ Op een gluiperige manier in haar oor gefluister toen ze haar ketel omgooide. Dus zoals je begrijp was toverdranken in een mum van tijd gedegradeerd tot haar minst favoriete van, wat heel knap was want verweer tegen zwarte kunsten had eerst op die plek gestaan. Die ervaring had 1 positief effect, Griffoendor van dat er nu helemaal bij hoorden. Voor de rest was er niks bijzonders gebeurt, het enige vreemde was dat professor Banning op een gegeven ogenblik een vreemde groene zweer in zijn gezicht had, en niet wilden vertellen waar die vandaan kwam. Al met al ging alles perfect. Argust Vilder had zelfs een geschikte plaats gevonden voor Serenas slaap kamer, Op de vierde verdieping was een spiegel met daar achter een gang die naar Zweinsveld liep. Hij liet de gang instorten en deze winter nog zou het Serena kamer worden. Op een zaterdag ochtend werd Serena vroeg wakker en kon de slaap niet meer vatten, snel kleden ze zich aan en sloop het kantoor van Perkamentus uit. Terwijl ze door de gangen liep keek ze naar buiten en zag de zon langzaam opkomen. Ze besloot naar de uilen vleugel te gaan om een brief naar Olivander te sturen dat alles goed ging, te laat kwam ze erachter dat ze geen papier of ganzen veer bij zich had en daar stond ze dan. Uitkijken over het school terrein en zwerkbal veld, dromerig keek ze naar op opkomende zon en plotseling zag ze een gestalte op het Zwerkbal veld. Verbaast keek ze naar de gestalte, het was een (waarschijnlijk) een jongen van deze afstand kon ze het moeilijk zien, maar ze zag duidelijk de kleuren van zijn zwerkbal uniform, rood en goud. Serena dacht dat het Plank was en ging snel onderweg naar het zwerkbal veld. Ze had gelijk het was inderdaad de aanvoeder van het Griffoendor team. Hij keek haar een beetje verbaast aan, ‘Zo jij bent vroeg op.’ Plank was een potige 6dejaars en was een vreselijk zwerkbal fan. Momenteel fonkelde zijn ogen van enthousiasme, Serena wist wel waarom. Hij voelde dat hij dit keer de Zwerkbal cup binnen zou halen. ‘Ik kon niet slapen, de zon was op dus ik ook.’ Zei ze glimlachend. ‘Een vroege vogel ik wou dat mijn team ook zo waren nu moet ik ze eerst wakker maken.’ Hij lachte en keek om zich heen. ‘Jij bent toch dat nieuwe meisje?’ Serena knikte. ‘Dat ben ik, Serena.’
Ze stak haar hand uit en schudde die van Plank. ‘Olivier Plank, mag trouwens zeggen dat het allemaal wel mee valt met die papaya verpulver vloek.’ Serena keek hem even niet begrijpend aan en kwam toen tot de conclusie dat ze haar kap niet op had. Ze voelde dat ze rood werd en mompelde onverstaanbaar, ‘Ja, dat mag.’ Ze lachte verlegen en liep weg. ‘Als je ze allemaal op het veld hebt kom ik wel even kijken.’ Riep ze terwijl ze zwaaien richting het verboden bos liep. ‘Ik hoop het! Fantastisch weer voor Zwerkbal!’ Serena lachte en liep snel door. Ze liep het bos in en klom in een boom de hoogste die ze kon vinden. Ze klom naar de top
en genoot van de wind die ze door de takken van de boom waaide ze sloot haar ogen en schrok toen ze geroepen werd. ‘Serena!’ Onder de boom stonden een centaur naar haar te roepen. Behendig liep kom ze uit de boom en vloog hem om de nek, ‘Faredal, ik ben zo blij je te zien.’ De centaur kuchte even en Serena liet hem snel los, toe ze uit de bomen nog twee Centaurs zag komen. 1 van hen was Magorian, de aangenomen leider van de centaurs (ze luisterde meestal naar hem) en de ander was de strenge Bane een centaur met een bruinharige centaur, Magorian had Langzwart haar en een bruin onderlichaam. Beide droegen ze een lange boog over hun schouder. ‘Zo mens alweer in de bossen aan het ronddwalen?’ Zei Bane met een hooghartige stem. ‘Ja, Bane ik wist niet dat dat verboden was?’ Ze zag de centaur kwaad kijken maar negeerde hem. ‘Hoi, Magorian hoe is het er mee?’
‘Uitstekend de sterren vorspellen niks dan goeds voor vandaag.’ Serena schudde har hoofd, zo waren alle centaurs sacherijnig, vaag, en 50% van hun natuurlijke leven niet aanspreekbaar. Maar Magorian mocht ze wel, zolang ze hem niet te vaak zag. ‘Magorian, ik sta er op dat we haar verbieden om hier te komen ze word steeds brutaler ze komt hier zonder begeleider en zonder toestemming, ze gedraagt zich al of ze 1 van ons is.’ Hij zei het kwaad en als of Serena er niet bij was. ‘Ach, een elf is precies hetzelfde en ooit woonde die ook in deze bossen, ze mag gaan en staan waar ze wil net als haar moeder deed.’ Magorian glimlachte naar Serena. ‘Je moeder had het er altijd over dat ze de roep van het bos niet kon weer staan, ik weet nog goed hoe ze elke avond in deze zelfde boom zat of op het gras lag praten over al de geweldigen dingen die ze had meegemaakt.’ Hij keek naar Faredale, ‘En altijd als ze me zag reageerde ze net als haar dochter nu op haar beste vriend, het staat in de sterren geschreven dat de elfen net zoveel respect voor de natuur hebben als wij.’ Hij wierp een blik op Bane die weer tussen de bomen verdween en knikte. ‘Ik ga er weer vandoor, vanavond word een lange nacht, het ga je goed elfen kind.’ En ook hij verdween in de bossen. Faredale zuchte, ’Nu die twee weg zijn, hoe gaat het!’ Serena lachte. ‘Geweldig ik ga zo naar de zwerkbal oefening kijken.’ Faredale keek haar vreemd aan, ‘Dat spel op die bezems? Belachelijk ik weet niet wat mensen daar nou zo leuk aan vinden.’ Serena keek hem koppig aan. ‘Als je wat vaker zou kijken dan had je het ook leuk gevonden.’
‘Ik weet wel zeker van niet, Trouwens WAAROM noemt Magorian je nog steeds elfen kind?’
‘Ik heb geen idee, ik denk dat hij zich heel erg wil was houden aan het feit dat hij geen mensen mag en daarom zich beroept op die, wat is het? 1/6 deel elfs bloed dat ik heb of zo.’
Faredale haalde zijn schouders op, ‘Zal wel, wedstrijdje?’ En zonder op een antwoord te wachten galoppeerde hij er van door, Serena gooide snel haar mantel op de grond en rende hem achterna. Zo was het altijd gegaan, vroeger toen ze jong was. Perkamentus had haar opgevoed en in de vakanties en tijdens schooltijd was ze meestal op Zweinstein geweest. Magorian had gehoor van Serena geboorte en wilden haar graag ontmoeten, dus toen ze drie was had Perkamentus haar mee genomen het bos in. Serena wist nog steeds niet waarom hij dat had gedaan. Ze wist dat haar moeder en Magorian goede vrienden waren geweest, ze verdacht hem er eigenlijk van dat hij verliefd op haar moeder was geweest, maar Magorian had daar nooit iets over gezegd. Het enige dat ze wist was dat hij dol blij was om haar te zien en haar meteen volkomen toegang gaf tot het bos, er was protest geweest door andere centaurs maar Magorian had hun allemaal weten overtuigen, behalve Bane. Hij haten mensen, Serena vond hem bloeddorstig en vertrouwde hem niet. Maar Magorian had haar altijd van hem kunne redde door zich te beroepen op het elfen bloed wat door haar moeders aderen had gestroomd. Serena had het misschien ook wel ze wist het niet, het enige wat ze zelf er ooit van had gemerkt was haar voor liefde voor dieren en misschien dat haar oren wel iets puntiger was dan normaal, maar dat is niks elfs dat zijn gewoon flaporen, maar dan anders. ‘Hey, je houd me niet bij! Ik wist wel dat ik sneller was!’ Serena schrok op uit haar gedachte,
‘Vind je het gek?! jij hebt 4 benen ik 2!’ Schreeuwen ze terwijl ze Faredal probeerde in te halen. |
|
|
  |
 |
Lumina
3e jaars

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: In het verboden bos tenminste dat was zo voor die reus daar kwam wonen hij heeft mijn boom gesloopt
|
Geplaatst:
Wo Jul 07, 2004 23:38 |
 |
Bedank Snitch! ik ben blij dat je het leuk vind. Voor iedereen die het een beetje saai vind worden (al dat gehamer op de oude verhalen) ik probeer er snel een punt aan te lullen en te beginnen met het spannende verhaal. Ik ga jullie bijvoorbeeld vertellen hoe een dementor geboren word (of moet ik zeggen gemaakt?) En Sarron slaat terug.
Vervolg.....
‘Hahahahaha, zie je wel dat ik sneller ben dan jij.’ Wist Serena hijgend uit te brengen terwijl ze op de grond zakte. ‘Helemaal niet, ik vond het gewoon zielig voor je.’ Mompelde Faredale terwijl hij door zijn hoeven zakte. ‘Smoe…. S.. jes.’ Bracht Serena uit terwijl ze een gras pul naar zijn hoofd gooide. Ze lagen naast elkaar op het gras, Serena op haar rug en Faredale op de enige manier waarop hij dat kon, op zijn poten. ‘WAAROM, kan ik je niet verslaan?’
‘Omdat ik, ….. gewoon…..niet zo lomp ben.’ Faredale keek haar boos aan. Plotseling schoten ze allebei in de lach. ‘Waarschijnlijk wel, het heeft toch voordelen 2 benen.’ Serena lachte, ‘Klopt, maar laat Bane het niet horen. Hoe is het hier? Hopelijk geen last meer van Idiote die hier rond zwerven?’ Faredale stond met moeite weer op en keek op haar neer, ‘Op jou na? Niemand. Maar daar moet je niet mee spotten vader zegt dat hij terug komt.’
‘Magorian zegt wel meer jullie centaurs vertrouwen veel te veel op die sterren daar boven, en te weinig op je hersens hier boven.’ Ze wees op haar hoofd en stond op. ‘Hoelang kennen we elkaar nu al? Want soms ben je zo…..’ Serena keek hem boos aan, ‘Realistisch? Ja, dat ben. Voldemort is dood en niemand maar dan ook niemand kan me zover krijgen dat ik zeg dat hij leeft niemand dan hij zelf.’ Faredale schudde zijn hoofd, ‘Ken jij dan geen vrees, moet je altijd zo brutaal weg zijn naam noemen, heeft het ministerie je dan niet genoeg laten zien?’
‘Nou en het is niet als of hij me hoort, en het ministerie heeft me genoeg laten zien waag het niet om daar over te beginnen!’ Faredale keek haar geschrokken aan. ‘Het spijt me.’ Serena en Faredale kende elkaar al hun hele leven, ze wisten alles van elkaar, zelfs de dingen die je niet moest weten. Vanaf dat moment liepen ze zwijgzaam door het bos. Serena deed haar mantel weer om die ze had opgeraakt en keek zonder iets te zien voor haar uit. Faredale wist wel waar ze aan dacht en het speet hem meer dan hij ooit zou kunnen zeggen. ‘Leg me dat spel maar uit, dat op die bezems.’ Serena werd wakker uit haar dagdroom en keek hem plotseling vrolijk aan. ‘Het heet Zwerkbal, het is heel leuk het gaat zo….’ Faredale luisterde niet echt maar hij was blij dat Serena weer vrolijk was. Terwijl zij het had over drijvers en andere vreemde dingen keek hij geamuseerd naar haar blije gezicht. ‘…En dan vliegen ze over het veld achter de slurk aan en de zoekers vliegen achter de snaai aan, Harry potter is de zoeker van griffoendor.’ Faredale lachte, ‘Is dat niet DE Harry Potter? Die van vorig jaar?’
‘Ja, dat is hem. Draco is vreselijk jaloers op hem omdat hij alles beter kan dan hij.’ De manier waarop ze dat zei amuseerde Faredale, ze zei het met bijna zichtbare trots en leed vermaak. ‘Draco, vertel daar is wat meer over.’ Zei hij met een smaden de blik. ‘Draco, uhm nou hij is heel rijk… en vervelend, en arrogant en ongemanierd eigenlijk gewoon een rot joch.’
‘aha en verder?’ Serena haalde haar schouder op, ‘Dat was het wel het is de zoon van Lucius Malfidus, dus een aanhanger van…..’ Ze keek even naar Faredale en zei toen op geërgerde toon, ‘Jeweetwel.’ En kuchte. ‘Mag ik je erop wijzen dat je vandaag in een heel goede bui bent? Hoe komt dat?’ Serena klom vliegensvlug weer een boom in, en ging onderste boven aan een tak hangen. Haar lange haar hing naar beneden en er hingen blaadjes in. ‘Ik weet niet, misschien omdat ik vandaag naar het Zwerkballen ga kijken, wist je dat het met mijn papaya verpulver vloek aandoening allemaal wel mee valt?’ Faredale keek haar verbouwereerd aan. ‘Papaya verpulver vloek?‘ Serena liep zich uit de boom vallen en zat als een klein kind voor hem. ‘Ja, Plank zei dat het allemaal wel mee viel.’ Faredale keek haar aan en moest lachen om het vrolijke gezicht van zijn meestal zo sombere vriendin. ‘En Plank is?’ Serena keek hem met een vreemde blik aan die hij niet echt begreep, maar de blik verdween net zo plotseling al hij gekomen was. ‘Aanvoerder van het team, hij zit in zijn zesde jaar en wil vreselijk graag dit jaar de zwerkbalcup winnen, dat wil hij altijd maar het lukt nooit, vorig jaar bijna maar Harry lag toen in de ziekenvleugel en ze hadden dus geen zoeker.’ Faredale schudde zijn hoofd droef, ‘Ik weet nog dat ik hem voor het eerst zag, meteen oog in oog met……’ Faredale voelde zijn adem stokken en keek Serena aan, ‘Jeweetwel.’ Fluisterde hij. Serena keek hem spottend aan, ‘Oog in achterhoofd met Krinkels bedoel je, ik vraag me af hoe hij ‘zij’ liepen zou Krinkels achterstevoren hebben gelopen of droeg hij hier ook die belachelijke tulband.’ Faredale wierp haar een bestraffen de blik toen en ze hield snel haar mond. Ze waren inmiddels bij de bos rand aangekomen en Serena keek af er niemand was die zou zien dat ze uit het bos kwam. Daarna trok ze een sprinten een leek ze heel nonchalant te doen alsof ze toevallig uit het niets was verschenen. Faredale twijfelde er aan of , als iemand het gezien had, er zouden worden geloofd dat ze uit het niets verscheen. ‘Mensen ze kunnen nooit eens rustig aandoen, altijd maar doen alsof de tijd zelf aan hun toe behoord.’ Hij zei het wel, maar dacht het niet. Faredale was nog jong hij was nog niet zoals de oudere centaurs, een toonbeeld van rust en eeuwig trouw aan het noodlot. Misschien was dit omdat hij had gezien was de kennis van wat zou gaan komen, hoe onzeker en onduidelijk het ook was, iedereen er toe zetten om te proberen het te veranderen.
Serena rende over het erf, de wind liet haar mantel naar achteren wapperen en verminderde haar snelheid, maar het maakte haar niets uit als maar op tijd bij het Zwerkballen was. En dat was ze, ze zag de spelers van griffoendor over het veld vliegen en ze ging geboeid zitten kijken hoe ze in vreemde patronen aan het vliegen waren en de slurk naar elkaar overgooide.
Maar de lol was er al snel af toen ze aan de overkant van het veld, Het team van zwadderrich het veld op zag komen. Ze wist het niet zeker maar was dat !? ‘Nee.’ Kreunde Serena teleurgesteld. |
|
|
  |
 |
Lumina
3e jaars

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: In het verboden bos tenminste dat was zo voor die reus daar kwam wonen hij heeft mijn boom gesloopt
|
Geplaatst:
Do Jul 08, 2004 22:16 |
 |
Hoi iedereen hier is het volgende deel, hierna komt de Intermezzo en daarna kan het verhaal echt beginnem ik ben alleen bang dat jullie daar 2 weken op moeten w8ten want ik ga op vakantie (camping) en dan kan ik niet posten helaas. Maar hier is het volgende deel.
Geheime kamer en Modderbloedjes
Een groepje mensen met bezems in de hand en Gehuld in groene gewaden marcheerde het veld op. Plank had het ook gezien en vloog als een straal jager naar de grond, Wat met het landen niet echt een goed idee leek want Plank stapte licht hinkelend af. Serena bewaarde haar afstand maar toen ze door kreeg dat er een verhitte discussie plaats vond besloot ze van de tribune af te komen. Ze zag dat Hermelien en Ron ook nar het veld liepen en besloot zich afzijdig te houden. ‘Waarom trainen jullie niet? en Wat doet hij hier?’ Vroeg Ron aan Harry. Hij wees hier bij op wat Serena nog steeds probeerde te ontkennen, de onmisbaar zelfvoldane grijns van Malfidus. Al snel werd alles duidelijk, Draco had zich ingekocht in het Zwerkbal team met nieuwe bezems voor het team. Serena keek afkeurend naar Malfidus, waar bij ze een sarcastisch klap gebaar maakte. Hij keek haar aan met een Zelfvoldane grijns waar zelfs een dementor van over zijn nek zou gaan (Serena had het nog nooit gezien, maar was er van overtuigd dat ze het zouden doen als ze Draco zagen) Nadat Draco zich even had afgereageerd op de Wemels wist Hermelien hem er heel vriendelijk op te wijzen dat een nieuwe bezem je nog geen speler maakte. Tenminste dat was niet in het team van griffoendor.
‘Niemand heeft jou om je menig gevraagd, smerig, miezerig Modderbloedje!’ Er volgde wat je (volgens Serena) kon kwalificeren als massa hysterie. De Wemel tweeling probeerde Draco te vermoorde maar werden hier bij gehinderd door de massieve gestalte van Hork, Angela Gilde en Ron greep zijn Toverstok stak die onder de arm van Hork door en…. ‘dat zet ik je betaald Malfidus!’ Er galmde een harde knal door het stadion en een straal groen licht schoot uit het verkeerde uiteinde van de toverstok en raakte Ron in de maag. Hij wankelde en plofte neer op het gras. Wat er daarna gebeurde, vergden veel van Serena ’s Beheersing. Hermelien piepte naar Ron of hij in orde, en Ron antwoordde door een stroom slakken uit te kokhalzen. De spelers van Zwadderich lagen in een deuk, Hork sloeg op zijn knieën van het lachen en Draco zat op zijn knieën en sloeg met zijn vuisten op de grond. Serena trok de kap van haar mantel zover naar beneden dat ze niks meer kon zien en probeerde niet te lachen. Harry en Hermelien tilde Ron op en verdwenen naar Hagrids hut. De Spelers Van griffoendor bleven even staan en verdwenen daarna ook, ongetwijfeld naar de kleedkamer. Serena barste in lachen uit en ging op de grond zitten. Het was dat moment waarop de Zwadderaars haar zagen. Hork stopte abrupt met lachen, ‘Ben jij niet de nieuwe? De Wemel fan.’ Serena Schudde het beeld van Ron uit haar hoofd en hervond haar waardigheid, snel stond ze op.
‘Dat ben ik.’ Hork keek haar een beetje achterdochtig aan, ‘En jij vind dit grappig? Plank heeft je zeker net in zitten fluisteren dat je ons moest bespioneren.’ Draco stapte naar voren, Serena merkte dat sommige Zwadderaars hun toverstok pakte. ‘Nee, ze kwam alleen maar even de nieuwe zoeker bewonderen, toch zwart kapje?’ Serena slikte even, de zwadderaars waren iets van plan. ‘Natuurlijk, wat anders.’ Zei ze sarcastisch De Zwadderaars negeerde haar nu en stapte op hun bezems. ‘En wat is er nu zo geweldig aan potter? Behalve dat hij in het Zwerkbal team zit en rond hangt met Griffel?’ Serena keek Draco boos aan.
‘Waarom heb jij zo’n hekel aan iedereen die anders is dan jij? Wat heeft Hermelien griffel jou ooit aangedaan?’
‘Ze is een modderbloedje.’ Serena gooide driftig haar kap af en keek hem met fonkelende ogen aan, ‘Weet je wat jij bent! Jij bent de meest smerige achterbakste persoon die ik OOIT heb ontmoet! Als jij zo nodig je vader na wilt doen dan moet je dat maar fijn doen! Weet wat er zo geweldig is aan Potter!? Hij lijkt niet op jou!’ Kwaad stampte ze richting het kasteel. ‘Ik mag dan wel op mijn vader willen lijken, Maar hij is tenminste niet zo’n zwakkeling als de jouwe was!’ Serenas bloed stond te koken, ze wilden het liefst terug rennen en hem wurgen, maar dat deed ze niet.. S’avond in haar dromen hoorde ze een vreemde stem kom…kom hier ik wil je verscheuren… ik wil je openrijten… ik wil je doden…’ Ze schrok wakker en keek om haar heen, er was hier niemand. Had hij haar dan gevonden?
Het werd Oktober en de koud in het kasteel veroorzaakte epidemieën van verkoudheid en andere kwalen. Serena had eindelijk een eigen kamer, op de vierde etage had Vilder de geheime gang achter de spiegel laten instorten en halloween stond voor de deur. Serena had niet willen gaan naar het feest maar, Mevrouw Anderling had haar overgehaald, ‘Het word heel gezellig, misschien kan je wel voor wat muziek zorgen? Dat zou toch geweldig zijn?’
Dat was het ook geweest de vrolijk muziek en optredens waren geweldig en op een gegeven moment had Perkamentus haar het gemaakte podiumpje wat op de plaats van de oppertafel stond geduwd. Ze was zenuwachtig, maar toen de instrumenten begonnen te spelen was ze begonnen te zingen. Ze was even aangestaard maar daarna was bijna iedereen gaan dansen en aan het eind van het leid had ze applaus gekregen. Daarna was het feestmaal van start gegaan, de tafel stonden weer goed en iedereen zat te eten toen ineens. ‘Verscheuren..openrijten..doden.’ Geschrokken had ze om zich heen gekeken, maar ze zag niemand en niemand hoorden het. In de gang had ze de stem nog gehoord en toen had ze de worde gezien:
DE GEHEIME KAMER IS GEOPEND
HOEDT U, VIJANDEN VAN DE ERFGENAAM.
De versteende kat van vilder hing eronder. De school verkeerde hier na in een staat van paniek leerlingen werden versteend, leraren begeleide de leerlingen, en de leerlingen speculeerde wie de kamer had geopend. Het ging aan Serena voorbij, het kon de erfgenaam niet zijn. En toen gebuurde het, Ginny Wemel was door het monster uit de geheime kamer mee genomen. Potter en Ron Wemel redde haar en de school vierde de overwinning op, Voldemort, of liever gezegd wie hij was geweest. Maar Serena maakte zich zorgen, Marten vilijn had Ginny wemel bezeten en haar gebruikt. Het was voor haar bewijs dat Faredale gelijk had, Voldemort zou altijd een probleem blijven, zelfs van uit de dood.
De minister van toverkunst stond in zijn huis, met lege ogen staarde hij naar het haard vuur. En verscheen het. ‘Wat kan ik voor u doen?’ Zei een sluiperige stem van uit het haard voor, in de haard stond een duister figuur met een lange zwarte mantel. Cornelius droebel huiverde van de stem maar weigerde dit toe te geven en bleef strak naar de figuur kijken, ‘Er waren problemen op Zweinstein met hij die niet genoemd mag worden.’ Zei hij op barse toon. ‘En wat wilt u dat ik hier aan doe ?’ Klonk het geërgerd van uit de haard. ‘Weet u nog het kind?’
‘Ik weet het nog, ze doorstond de beproeving van verschrikking.’ Zei de stem. ‘Ze was toen 7, u wilden haar niet testen weet u nog?’ Droebel negeerde het feit dat hij stond te trillen op zijn benen en probeerde verder te praten. ‘Ze is uw waardevolle lessen vergeten, ze is zijn daden vergeten.’ De figuur bewoog niet maar zijn stem klonk duidelijk, ‘U wilt haar opnieuw op de weg der doden gooien? Best maak ik garandeer niet dat ze het overleefd.’ De minister knikte,
‘Wanneer zal u haar testen?’ ’De figuur liet de minister alleen en huiverend achter. Maar zijn worden galmde nog door het vertrek ‘Wanneer het ons uit komt.’
In het bos van eeuwig nacht was ook een levendig gesprek bezig. Lucius Malfidus was doormiddel van brand stof naar Sarrons hut gereisd en samen zaten ze nu naar sarrons schets van een meisje te kijken. ‘Zie je het, ze lijkt op hem niet zo veel op haar vader maar dat zie jij nu zijn gezicht.’ Meneer Malfidus schudde zijn hoofd, ‘Je bent gek Sarron, ik zie niks.’
‘Lieg niet, je ziet het wel die koude blik die ogen.’ Hij huiverde. ‘Misschien zie ik het wel, maar dat betekend niks.’ Sarron sloeg op de tafel, ‘Dat betekend alles! Zij is het Lucius en jij weet net zo goed als ik wat dat betekend.’ Lucius stond op en liep naar de haard waar hij brand stof in gooide hij wilde weggaan maar Sarron greep wanhopig zijn hand, ‘Wat moet ik doen die ogen ze achtervolgen me in mijn slaap, mijn schuld vreet aan me Lucius.’
‘Dood haar, zo snel mogelijk voor hij terug is ze kan een probleem vormen.’
Midden in de vakantie lag Serena in haar bed en droomde ze over iets wat ze zich maar nauwelijks kon herinneren. Ze droomde over een kamer, in de kamer zaten een aantal duistere figuren met kappen op. Dooddoeners. Ze zaten allemaal om een wieg heen in de wieg lag een kleine baby. Naars de wieg lag het lichaam van een vrouw en aan de andere kant zat een vrouw met een baby op haar arm, ook zij droeg een zwarte mantel. Ze boog zich naar de wieg toe en de twee baby graaide met hun armpjes naar elkaar. De vrouw speelde met de baby in de wig en liet haar eigen baby ook over de wieg hangen. ‘Haal je zoon bij dat kind vandaan.’ Zei 1 van de dooddoeners met een ijzige stem. ‘Nee, misschien zijn wij wel het laatste wat ze ooit te zien krijgt.’ Een andere dooddoener stond op en keek ook in de wieg, ‘Ze heeft gelijk. Laten we haar meenemen dat had hij vast gewild.’ Weer een ander stapte naar voren, ‘Nee, als 1 van ons haar mee neemt dan weten ze gelijk dat we dooddoeners zijn.’
‘Nou en als we haar achter laten dan vinden ze haar en dode ze haar.’ Riep de vrouw.
‘We kunnen het risico niet nemen, we moeten haar achter laten.’ De vrouw zuchtte ‘Laat me dan blijven tot ze haar komen halen.’ Alle dooddoeners verdwijnselde, alleen de man en de vrouw bleven. De vrouw gaf haar baby aan haar man en tilde toen de baby uit de wieg op, ze ging in een stoel zitten en kreeg haar eigen baby terug, zo zat ze daar een tijdje, ‘Jullie mogen elkaar wel hé? Wat grappig. Goed onthouden die blauwe oogjes dan herkennen jullie elkaar misschien wel, ooit.’ De man pakte snel de baby van de vrouw, ‘Leg haar weer in de wieg ze komen.’ De vrouw liep naar de wieg en legde de baby weer terug, en wiegde haar terwijl ze een liedje zong,
Don’t you cry little one
What done is done
Don’t go away crying my little one
You’ll be alone for so long
Don’t forget my song little one
Just be strong little one
and tell show them all
you don’t feel sad at al
So don’t go crying my little one
And promise me
You won’t ever Craw and
always stand tall
don’t cry little one,
don’t forget little one
‘Vergeet me niet kleintje.’ Daarna verdween ze. |
|
|
  |
 |
Lumina
3e jaars

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: In het verboden bos tenminste dat was zo voor die reus daar kwam wonen hij heeft mijn boom gesloopt
|
Geplaatst:
Zo Jul 25, 2004 21:03 |
 |
hallo iedereen ik ben terug van vakantie en ga vanavond meteen het volgende deel van dit verhaal posten ik ben wel een beetje teleurgesteld over de reacties Die ik nergens zie. maar ik vond de pb's heel leuk tot vanavond  |
|
|
  |
 |
Lumina
3e jaars

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: In het verboden bos tenminste dat was zo voor die reus daar kwam wonen hij heeft mijn boom gesloopt
|
Geplaatst:
Di Jul 27, 2004 20:53 |
 |
Oke hier is het dan, niet helemaal zo als gepland. (ik had wat Problemen)
Het is een beetje een samenvatting van wat ik NIET heb geschreven. Omdat het een beetje saai word om de boeken door te werken met Serena er in verwerkt dus nu doe ik gewoon de heel belangrijke stukken, die belangrijk zijn voor het verhaal (zo als de dementors en nieuwe personages) en dan het verhaal MUWHahahaha
INTERMEZZO
Serena werd door het ministerie verboden terug te keren naar de Wegisweg, ‘Het is voor je eigen veiligheid.’ En werd over geplaatst (zo als Minister droebel dat noemden) naar een pension voor snullen en tovenaars niet ver weg van KingsCross. Het zag er uit als een smerige winkel en was geplaats in 1 van de buiten wijken van Londen, een plek die de mensen liever meden. Tom had al Serena’s spullen na gezonden en haar aan haar lot over gelaten. Ze was alleen en verbitterd. Het enige wat ze had gehad wat vrienden en familie betreft was haar afgenomen. Maar alles veranderde toen er vier weken voor het begin van haar derde jaar een meisje het pension kwam binnen gelopen.
Serena liet door de stoffige gangen van het dreuzel fabricage familie huis en ze schreef op een stukje perkament naar Odius en struikelde over wat leek op een er grote doxy. Ze verfrommelde het perkament en keer geërgerd rond van wie het vreemde ding kon zijn en gaf er een schop tegen. Toen ze beter keek zag ze pas dat het een huis elf was en stamelend maakte ze excuses voor de schop die ze hem net had gegeven. ‘Het spijt me, ik had niet gezien dat je daar lag ik dacht dat…. Nou wat ik dacht maakt niet uit. Sorry dat ik je schopte.’
‘Maak je niet dik kindje, Emender is het gewend schoppen te krijgen.’ Achter haar verscheen een meisje. Ze had prachtig Zwart haar tot haar middel wat schitterde in het beetje zon licht wat er in de stoffige gang viel en fel groene ogen die Serena minachtend aan keken. ‘ik vind niet dat Huiself zo maar een schop verdienen.’ Zei Serena die de huis Emender overeind wilden helpen. ‘ik ook niet maar het is nou eenmaal zo.’ Het meisje stak haar hand naar Serena uit, ‘Tika nederhorst, aangenaam.’ Emender schoot naar Tika toe en verschool zich achter haar Serena haalde haar schouders op een schudde de hand van Tika, ‘Alleen Serena, Wat moet een welgesteld iemand als jij nou in deze krot?’ Tikas ogen flitste even, ‘Mijn vader is op zaken reis, dit is een tijdelijk onderkomen.’ Serena haalde haar schouders op, ‘wat jij wilt,’ Ze keek naar een grote hut koffer die de trap op kwam zweven. ‘Ga je naar Zweinstein?’ Vroeg ze verbaast toen ze op de koffer een rol perkament zag liggen met oplichtende groene inkt. ‘Jah, ik zat eerst op een andere school, maar mijn vader vond het geen gepaste school.’ Tika praten met een bekakte stem en bleef naar Serena kijken als of ze liever niet had dat iemand hun samen zou zien. Serena grijnsde, ‘Zeker blijven zitten?’ Tika keek beschaamd naar de grond, ‘Zo iets, ik ben niet zo’n school kind.’ Emender verdween met een luide crack en liet Tika alleen naast haar koffer staan. ‘Zou je niet eens je koffer naar je kamer brengen.’ Tika keek haar verbaast aan, ‘Wat? Mijn eigen koffer verplaatsen? Ik denk het niet ik wacht wel tot Emender terug is.’ Serena lachte om Tikas geschokte uitdrukking. ‘Zo moeilijk is het niet hoor ik help je wel.’ En samen versleepte ze de koffer naar Tikas
kamer.
Serena wist het op dat moment nog niet maar Tika zou haar beste vriendin worden. Hoe wel Serena haar eigenlijk niet mocht (en Tika haar niet) brachten ze elk moment van de dag met elkaar door. Tika was een verwend nest met een zachte onder grond. Ze gaf veel om haar huis elf en liet Emender bij zich in bed slapen. Ze klaagde over haar uiterlijk en de manier waarop haar vader haar van school had gehaald. Serena werd gek van haar, maakte ruzie met haar en hielp haar. Tika op haar beurt vreemd vond Serena vreemd, Ze was altijd somber en verborg zich in donkere kamers. Ook droeg ze voortduren een lange grijze mantel. Ze had Tika verteld dat ze er door onzichtbaar kon worden als ze het wilden maar ze deed het nooit. Ook had Serena geen vrienden, hoe wel ze wel bijna de hele dag correspondeerde met een man die Olivander heten en met een winkelier die Odius heten. Wanneer Tika er iets over vroeg zei Serena dat het haar vrienden waren, maar het waren de enige mensen waar ze mee schreef. Ook kwam er soms een brief van het ministerie, die Serena altijd snel weg stopte. Tika had het idee dat Serena iets te verbergen had, maar ze wist niet wat.
In de vakantie stonden de kranten bol over de ontsnapping van Sirius Zwarts, Serena had zich er niet druk om gemaakt. Ze was (tegen het directe bevel van Droebel) Door de Londense achterbuurt gaan zwerven en had daar een kleine winkel ontdekt. De eigenaar was een dreuzel, hij zat achter een mooie piano en speelde prachtige melodieën toen Serena langs kwam. Ontroerd door de prachtige muziek was ze de kleine winkel binnen gestapt en kennis gemaakt met de man. De man heten Godfriet, en was een begenadigd artiest. Zijn muziek inspireerde Serena en elke middag kwam ze naar zijn winkel. Godfriet Had al snel door dat ze dol was op muziek en bood haar muziek lessen aan. Hij was weg van haar stem geluid en leerde haar gitaar spelen.
De vakantie ging voorbij en Serena ging weer naar school. De trein reis was een hel. Dementor slopen door de trein op zoek naar Sirius Zwart, ze vonden hem niet. De Dementor waren ook op school. Omdat ze hun aanwezigheid voelde werd Serena nog meer op zich zelf, Haar innige Vriendschap met Tika was het enige wat ze had op Zweinstein. Dankzij de Dementor kon ze niet het bos in en dankzij Sirius Zwart die kans had gezien in de school te komen en in de leerlingen kamer van griffoendor, mocht ze zich niet meer vrij door de school bewegen. Ze mocht ook niet naar Zweinsveld, maar glipte toch met de rest van de leerlingen mee door middel van haar mantel. Ook scheen alles tegen haar te zijn. De nieuwe leraar verweer tegen zwarte kunsten was een weerwolf. En niet zo maar een weerwolf, Remus Lupos. Ooit de beste vriend van Sirius Zwarts en James Potter. Hoewel hij het niet liet zien voelde Serena dat hij haar haten om wie ze was. Tika was een Zwadderraar en Serena nog steeds niet ingedeeld. Ze kon niet met Tika praten zonder het gevoel te krijgen dat ze ook een Zwadderraar was en dat dacht de rest van de school ook. Tika ontwikkelde zich als een kloon van Patty Park en de vriend schap was voorbij, Serena was weer alleen. Ze wist niks over de wakende ogen van Sarron en evenmin over de mysterieuze vriend van minister droebel als ze dat wel had geweten was ze nooit meer het verboden bos ingegaan. Maar daar was haar huis en ze kon de verleiding niet weer staan. Terwijl het derde jaar in volle gang was verdween Serena het bos in. |
|
|
  |
 |
Lumina
3e jaars

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: In het verboden bos tenminste dat was zo voor die reus daar kwam wonen hij heeft mijn boom gesloopt
|
Geplaatst:
Wo Jul 28, 2004 22:29 |
 |
Hey weer een nieuw stuk het begin is een beetje saai vind ik persoonlijk maar ik moest weer een beetje inwerken.
reacties please?
Wie jij bent
‘Jij smerige rot zak! Omdat jou ego gekwetst is moet die hippogrief er maar aan? Wat ben je toch een onverbeterlijke egotripper!’ Schreeuwde Serena over het erf naar Draco die haar dom stom aan te gapen. ‘Het is toch maar een stom beest, wat hebben we er nou aan.’ Serena liep terug en gaf Draco een duw. ‘Jij ben echt niet te geloven weet je dat! 1 dingetje gaat fout en jij roept gelijk je pappie er bij.’ Draco keek haar smadend aan, ‘Ik vind dat je die onbelangrijke dingen nou maar is los moet laten, een beest wat potter gehoorzaamd is krankzinnig die verdiend het om uit zijn lijden verlost te worden.’ Serena wilden weg lopen maar hij pakte haar pols, ‘Waarom ben jij zo dol op alles wat Potter doet? Volgens mijn vader hoor jij zo niet te denken, en dat modderbloedje die schijn je ook te mogen ik zag je vanochtend nog met haar praten.’ Woedend rukte Serena haar pols uit zijn greep. ‘Het gaat jou niks aan met wie of wat ik om ga, jij en ik hebben niks met elkaar te maken! Ik weet niet waar je vader het idee vandaan haalt dat ik ooit iets met jou familie te maken wil hebben,’ Ze boog zich naar hem toe zo dat hij haar gezicht kon zien wat schuil ging onder de kap van haar mantel. ‘Het kan me niet schelen hoe je het doet, maar ik wil dat scheurbek dit overleeft dus je ziet maar dat Hagrid het hoger beroep wint, desnoods vraag je je pappie of hij de aanklacht wil intrekken.’
Woest stampte ze naar het verboden bos en rende roekeloos naar binnen het kon haar niks schelen of iemand haar zag. Ze werd gek de drukte in de school en om zich heen. Elke dag werd ze omringt door mensen die haar niet zagen staan en mensen die haar negeerde, de enige mensen die met haar praten waren de wemels en de Zwadderaars. Zwerkbal was het enige wat Serena leuk vond en ook het enige waar ze zich voor in het publiek waagde. Griffoendor had het Zwerkbal toernooi gewonnen en sinds die was Draco nog meer onuitstaanbare geworden dan hij al was geweest. Lucius Malfidus had zijn invloeden gebruikt om precies te weten te komen wie ze was en was daarin geslaagd. Sindsdien maakte het niet uit waar ze was wat ze deed, Draco stond achter haar met zijn rotopmerkingen klaar. Daar bovenop kwam het feit dat sirius Zwart de school onveilig maakte en dat Dementor overal waren en als ze er niet waren dan Verklede Draco zich wel als Dementor. Serena zuchtte, Sirius was geen dooddoener. En toch had hij al die tijd in Azkaban gezeten, ze wist dat hij geen dooddoener was, hij droeg het teken niet. Serena klom in een boom en sloeg haar armen om haar knieën. Zo zat ze daar een tijdje in gedachte verzonken en ze begon een liedje te neuriën. Het neuriën veranderde in zingen en trok de aandacht van een stel centaurs.
Faredale liep samen met zijn vriend Torcka door het woud toen een zachte zuivere stem zijn oren bereikte. ‘Wat is dat?’ Vroeg Tocka die zijn ogen sloot en zichtbaar genoot van het mooie lied. Faredale luistere ook naar het lied en glimlachte droevig, ‘Dat is Serena denk ik.’
‘Wie is dat, Serena. Wat een prachtig lied.’ Faredale schudde zijn hoofd. ‘Het elfen kind, zo als Magorian haar noemd.’ Zonder een woord te zeggen Galoppeerde Faredale naar de plaats waar het gezang vandaan kwam. De droevige toon van het lied spoorde hem aan om sneller te gaan en terwijl hij door het bos galoppeerde zag hij dat meerde wezens uit het bos zich verzamelde bij een grote boom. Achter hem hoorde hij Tocka ongelovig zuchten. Het gezang klonk zo zuiver dat er een eenhoorn onder de boom was gaan liggen en aandachtig leek te luisteren naar de tonen van het lied. Faredale keek naar de boom en zag Serenas ranke lichaam in de boom zitten met 1 van haar benen naar beneden bengelend en spelend met een kleine eekhoorn die haar lied ongetwijfeld had naar zich toe had getrokken. Serena leek zich niet bewust van de eenhoorn, centaurs of zelf de kleine vogels die in de boom waren gaan zitten om naar het droevige lied te luisteren. Pas toen Tocka sprak verstomde haar stem, ‘Ik Wist niet dat mensen zo mooi konden zijn.’ Fluisterde hij tegen Faredale. Faredale keek verbaast naar zijn vriend. En keek toen naar Serena die nieuwsgierig naar beneden keek. De kap van haar meestal alles verhullende mantel lag nu achter op haar rug en haar lange goud glanzende donkerblonde haar hing langs lang de slanke schouder van het dertien jarige meisje. ‘Faredale ik had je niet gezien, wacht even ik kom er aan!’ Riep ze naar beneden en vlug als een eekhoorn klom ze uit de boom. Op het moment dat ze uit de boom klom verdwenen de belangstellende luisteraars weer in het dichte bos en Faredale keek lachend naar Serena die zich van geen kwaad bewust takjes uit haar haar stond te plukken. Ze was niet veel veranderd in het jaar en Faredale keek nog een naar Tocka die met een vreemde blik in zijn ogen naar Serena stond te kijken. Zo vreselijk mooi was ze niet, ze zag er heel normaal uit. Misschien zie ik niet hoe snel ze op groeit omdat ik haar altijd zie als een kind, dacht Faredale. Terwijl Serena hem omhelsde. ‘Ik heb je gemist, Wie is je vriend?’ Vroeg ze terwijl ze hem los liet en nieuwsgierig naar Tocka keek.
Tocka voelde zijn bloed stollen, wie was dit meisje. Hij kon zijn ogen niet van haar af houden. Haar Twee benen, haar gezicht en die donkere ogen. Hij merkte de vragende blik van Faredale op en keek snel naar de grond. ‘Dit is Tocka, zoon van Bane en ziener van sterren.’ Zei Faredael terwijl hij het meisje aan hem voor stelde. Ze liep naar hem toe en stak haar hand naar hem uit, ‘Aangenaam zoon van Bane.’ Zei ze terwijl ze hem de hand schudde. Tocka twijfelde geen moment en drukte zijn lippen op haar hand. ‘Het is mij een genoegen, elfen kind.’ Het meisje keek hem verbaast aan en trok daarna haar hand weg, ‘Het is gewoon Serena hoor,’ Ze glimlachte en deed oogschijnlijk snel een stapje achteruit. Tocka glimlachte terug ze was nog niet volgroeid hij zou haar nog wel een keer zien.
Serena was zo verrast door de vreemde ontmoeting met Tocka dat ze een tijdje niks wist te zeggen maar faredale wist het gesprek al snel op gang te laten komen. ‘Hoe gaat het met de hippogrief?’ Serena voelde meteen weer de woede van een paar minuten geleden weer op komen. ‘Hoe denk je die rot zak van een malfidus heeft zich zo aangesteld dat ze Scheurbek gaan executeren’ Het gesprek ging nog een hele tijd over Scheurbek. Tot Faredale zei dat hij moest gaan en hij samen met Tocka verdween. Serena was blij dat ze weg waren, en dat ze bevrijd was van de doordringende blik van Tocka. Maar net toen ze zich weer veilig voelde werd alles om haar heen donker. Het bos verdween en duisternis sloot haar in en verzwolg haar. Voor de twee de keer in haar leven voelde Serena haar keel dicht geknepen worden en werd ze overmand door doods angst. Ze voelde de koude avond lucht die er eigenlijk niet zou moeten zijn en hoorde een Gluiperige fluisterde stem in haar oor. ‘Heb je me gemist?’ Vliegensvlug draaide ze zich om maar er was niet dan duisternis. ‘Wie is daar?’ Vroeg ze met trillende stem. ‘Weet je het dan niet meer? Misschien moet ik je opnieuw laten zien wie je bent.’ Serena slikte, ‘Ik weet wie ik ben, laat me met rust.’ Ze deed een stap achteruit en voelde een muur. ‘Je weet het wel, kijk niet achterom.’ Serena verstijfde, ze wist het. Die worden zou ze nooit vergeten. Ze had ooit achterom gekeken toen de stem haar had gezegd dat niet te doen. Ze zou nooit vergeten wat ze zag. ‘Beloof je de pijn te voelen, het verdriet en de dood? Zal je mij gehoorzamen?’ Serena slikte, ‘Ik zal gehoorzamen,’ Ze hervond zich zelf en keek uitdagen naar het grote niets voor haar. ‘Maar alleen omdat het niet anders kan.’ Ze voelde koude vinger in haar nek en kon de stem die in haar oor fluisterde bijna voelen, ‘Dan zul het nu voelen, maar deze keer zal ik geen genade tonen.’ |
|
|
  |
 |
Lumina
3e jaars

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: In het verboden bos tenminste dat was zo voor die reus daar kwam wonen hij heeft mijn boom gesloopt
|
Geplaatst:
Vr Jul 30, 2004 13:27 |
 |
Hoi hier is het volgende deel, er komt snel meer maar ik ben momenteel bezich met behoedzaam schrijven het moet namelijk wel leesbaar blijven Vertel me maar wat je er van vind
WIE JIJ BENT DEEL 2
Serena bleef staan en voelde koude vingers lang haar armen glijden. De huiveringen liepen over haar rug. Maar wat de naamloze figuur ook dacht ze zou niet meer bang zijn. Die gaven had hij haar al afgenomen bij hun eerste ontmoeting. Perkamentus stond met zijn alwetende geest opengesperd in zijn kantoor. Met lege ogen sloeg hij de gebeurtenissen in en rond om Zweinstein gade. Hij had Serena naar de bos zien gaan, hij had haar willen tegen houden. Maar dat was zijn taak niet hij was slechts een wachter, gemachtigd om alles te zien maar niet in te grijpen. Hij had Serena het jaar door zien komen op haar eigen, eenzamen manier. De enige waar ze mee om leek te gaan waren de vele magische wezens in het bos, en de hippogriefen van hagrid. Perkamentus schudde bedroeft zijn hoofd, een trieste gebeurtenis. De hippogrief zou bijna zeker de dood vinden. Hij hield Serena al het hele jaar nou lettend in het oog, maar door de situatie met Sirius kon niet goed genoeg op letten. Des ondanks zag hij Serena verdrinken in haar eigen schaamte en verdriet. Ze meed andere mensen, maar zat soms uren bij de hippogrief die Hagrid dit jaar aan de klassen had laten zien. De aanval van jonge heer Malfidus had haar op een persoonlijk niveau geraakt en ze had duidelijk moeite om dat te verbergen. Nu het einde van weer een ander jaar in zicht kwam leek de tijd voor het sorteeren snel in zicht te komen en Perkamentus maakte zich zorgen of, wanneer het zover zou zijn. Serena het oordeel van de hoed wel aan zou kunnen. Hij sloot zijn ogen voor Serena en richtte zich weer helemaal op de school Professor Zwamdrift had zo juist een trieste mededeling gedaan aan Harry Potter. ‘Ik hoop maar dat je sterk genoeg bent om deze test te door staan, want jij hebt ook nog een examen te gaan.’ Mompelde hij in gedachte tegen Serena.
Serena hoorde Perkamentus niet, het enige wat ze hoorde was het gluiperig gefluister in haar oor. De duisternis om haar heen verdween en plotseling was ze op een open vlakte. ‘Waar zijn we?’ Vroeg ze aan de stem. ‘We zijn op het landgoed van heer Werder, zijn dochter patricia is hier ook, kijk maar daar is ze.’ Serena keek om zich heen en links van zich zag ze plotseling een meisje in een blauwe jurk over het veld rennen, in haar hand droeg ze een zwaard, het meisje leek haar einde naar bij en struikelde maar ze rende door. ‘Waarom rent ze zo?’ vroeg ze weer. ‘Ze is bang, Hij wil haar vermoorden, misschien wel meer.’ Serena zag achter (wat ze besefte) Patricia aan drie mannen aan komen. Ze rende niet ze liepen lachend achter haar aan, ze droegen maïskolven en helmen, alle drie waren ze gewapend met een zwaard. Achter hun zag een Serena een alles vernietigende vlammen zee. ‘Wat hebben ze gedaan?’ Fluisterde ze. ‘Heer Werder heeft het niet zo op de schrikheren, waar hij zijn belasting aan betaal. Vandaag is de dag dat zijn verraad word bestraft. Lord takkas heeft zijn ridder gestuurd om alles hier te vernieten en te roven wat ze willen. Patricia zal spoedig boeten voor haar vader fouten.’ Serena besefte wat de mannen van plan waren en rende over het veld naar Patricia toe. ‘Laat het zwaard liggen ik help je wel ren!’ Ze probeerde het zwaar van het meisje te pakken wat op de grond was gevallen terwijl Patricia viel. Maar tot haar schrik en verbazing kroop het meisje weer overeind keek pakte het zwaard en begon weer te rennen. Haar blauwe ogen keken dwars door Serena heen. ‘Weet je het niet meer? Ze kan je niet horen ze is slechts een schim van het verleden.’ Serena keek waar Patricia heen ging en begreep dat ze het bos probeerde te bereiken wat op een paar mater van haar vandaan lag. De mannen liepen nog steeds op hun dooie akkertje achter haar aan en haalde haar in. ‘We moet haar helpen!’ schreeuwde ze tegen de schim. ‘We kunnen haar niet helpen, het enige wat jij kunt doen is haar lot aanschouwen.’ Serena rende met het meisje mee, recht in de armen van een ander stel soldaten wat aan de bos rand stond op gesteld. Een van de mannen, greep haar en pakte het zwaard af. ‘Wat doet een prachtig kind als jij nou helemaal alleen in dit bos.’ Hij had verrotte tanden en een stoppelige zwarte baard. De andere lachten. ‘Hey joost, je laat toch wel wat voor ons over he?’ Riep iemand. ‘Tuurlijk, als ze nog zonder mij kan.’ Bulderde de stem van joost. Patricia trapte, gilde, rukte beet maar de man sleepte haar mee naar een boom. Serena wilde haar blik afwende om niet te zien wat er zou gebeuren maar ze voelde de koude handen weer in haar nek. ‘Nee, blijf kijken.’ Met rode ogen van de in gehouden tranen keek Serena weer naar het hart verscheurende tafereel. Patricia wilden zich niet over geven en bleef vechten uiteindelijk haalde joost een dolk te voorschijn. ‘Stop met je verzetten.’ Dreigde hij. Patricia greep zijn hand waar de dolk in zat en boorde die bij zich zelf in haar maag. Ze spuugde een beetje bloed uit, ‘Leven lord Tareen, leven de vrijheid.’ Waren haar laatste worden, haar ogen draaide naar achter en ze stierf. De duisternis omsloot Serena op nieuwe. ‘Waarom laat je me dit zien?’ Schreeuwde ze woest naar de schaduw die haar achtervolgde. ‘Heb je me niet genoeg laten zien? Moet je me zelfs nu nog kwellen?’
‘Ik toon je de wreedheid van de mens, ik toon je wie jij bent. Ik laat je dit zien om je te laten beseffen wie jij bent. Je haat de ridders en hebt medelijden voor Patricia omdat ze onschuldig was. Maar weet je welk lot Joost is onder gaan?’ Serena kreeg weer die neiging om achter zich te kijken maar hield zich in. ‘Nee, het kan me ook niks schelen.’ De fluisterende stem ging verder. ‘Zij huis is afgebrand, zijn vrouw voor zijn ogen vermoord, zijn kinderen mee genomen en hij zelf stierf in de vlammen zee smekend voor voorlossing van zijn ziel. Nooit heeft hij het geluk gevonden en nu steelt hij die van andere. Heb je nu medelijden met de moordenaar? Of met het slachtoffer?’ Serena slikte, ‘Ik ken de geschiedenissen van de Dementor. Slachtoffer of Dader ze zijn beide het zelfde.’ Weer voelde ze de koude aanwezigheid haar omhelzen. En plotseling stond ze midden in een smidse. ‘Waar ben ik?’
‘Jij bent barend, zoon van de smit. Je moeder is een heks. Ze zoeken jullie. Verstopje!’Serena keek naar haar handen en zag twee eeltige handen van het harde werken in de smidse bedekte met een laag zwart roet. Ze keek in een emmer naast het aanbeeld en zag haar spiegelbeeld, of liever gezegd het spiegelbeeld van Barend. En op dat moment werden haar gedachten en gevoelen s die van de jongen man. Gejaagd keek ze om zich heen, ze zag wat hij had gezien en voelde wat hij had gevoeld. |
|
|
  |
 |
Lumina
3e jaars

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: In het verboden bos tenminste dat was zo voor die reus daar kwam wonen hij heeft mijn boom gesloopt
|
Geplaatst:
Zo Aug 01, 2004 17:30 |
 |
Hoi hoi, bedankt voor je pb kimmie (ie precies ik schrijf het goed) Ik heb het volgende deel hier en geen paniek de romantiek komt er over een paar stukken in hoor
Brieven
‘Geef nou hier jij verjaard fossiel!’ Riep Odius terwijl hij een brief uit Olivanders hand probeerde te rukken. ‘Nee, niet voor je beloofd niet meer mijn winkel binnen te verdwijselen! Waar denk je dat ik een deur voor heb!’ Odius haalde zijn toverstok tevoorschijn ‘Accio Brief!’ Olivander hield de brief stevig vast en Odius gaf het maar op. ‘En nu beloof het.’ Zei Olivader met een tevreden grijns. Odius gaf een schop tegen een stoel (waar hij meteen spijt van had want nu deed zijn voet pijn) en ging met een kwaad gezicht op de stoel zitten. Wat had hij toch een hekel aan dat gerimpelde gezicht van de oude tovenaar. Hij had ALTIJD gelijk ‘Best, ik zal niet meer naar binnen verdwijnsel. Wacht maar als je beroofd word en ze pikken je thee pot! Hahahahaha denk je dan dat ik je kom redde? Jah hoor maar dan moet ik wel eerst helemaal hier naar toe lopen.’ Olivander gaf hem een mep met de brief die hij had opgerold. ‘Dat gebeurt niet hoor, iedereen heeft zijn toverstok van mij gekocht. Inclusief jij.’
De oude man toverde een andere thee pot te voorschijn en gaf hem een kopje thee. ‘Nou geef me die brief nou maar ik wil weten wat die kleine heeft uitgevreten.’ Snauwde Odius naar Olivander die hem spottend aan keek. ‘Kan jij lezen dan? Ik dacht dat jij alleen goed was voor het verwoesten van mijn interieur.’ Olivander wier een blik op de kast die Odius zo juist had verplettert terwijl hij weer eens onaangekondigd binnen was komen vallen. ‘Je moet niet zo klagen, ik kam niet op je thee servies niet op de tafel ik heb geen toverstokken naar de mallemoeren geholpen dus je kan me maar beter dankbaar zijn.’ Olivander gaf hem de brief en schudde zijn hoofd. ‘Ooit dan verschijnsel ik in jou winkel.’
“Alsjeblieft niet zeg! Jij kan al helemaal niet verdwijselen. Me winkel is nog niet helemaal bekomen van die aanval van die dooddoeners.’ Knarsetandende dacht hij terug aan vorig jaar toen zijn hele winkel was op geblazen. ‘Lees die brief nou maar gewoon dan kunnen we antwoordde.’ Mopperde Olivader tegen Odius. Odius begon te lezen en mompelde iets over slechte handel.
Beste Olivander (en Odius)
De afgelopen maanden heb op school zijn heel vervelend geweest. Sirius Zwart heeft de dikke dame een face lift gegeven. (ze is inmiddels terug en helemaal hersteld) Ik heb begrepen dat 1 van de griffoendors een briefje met wachtwoorden heeft laten slingeren toen er een andere wacht was en zo kwam zwart nog een keer in de leerlingen kamer van griffoendor te recht. Ik vraag me af wat hij zoekt. Ik heb geen last mee van de Dementors, harry ook niet meer. Ik geloof dat jullie al weten wat daar allemaal mee gebeurt is. Draco is onuitstaanbaar! Ik weet dat het belangrijk is dat ik een goede in druk wek bij het ministerie maar echt. Lucius Malfidus heeft zijn zoon wijs gemaakt dat ik (van wegen mijn ofkomst) het zelfde denk al zij. Ik word gek van de gemene opmerkingen die hij naar de halfbloede van school smijt. Ook word ik gek van Potter. Dat doet maar wat hij niet laten kan, sluit rond in zweinsveld en hij gaat (als je professor zwamdrift moet geloven) om de week dood. Deed hij dat nou maar. Volgend mij heeft hij het idiote idee om zich met Sirius zwart te bemoeien en niet op een goede manie. Ik geloof ook dat ik een nieuw record gevestigd :Nablijven met sneep. Nu ik met raven klauw toverdranken heb is hij nog erger dan normaal. Vorige week: Ik ging op me dooi akkertje zitten maak mijn toverdrank, naast mij ontploft iemands ketel. ‘Wat een zooi, ruim dat maar snel weer op mevrouw.’ Ik reageer niet (wist ik veel dat ik mevrouw was) Komt hij naar me toe, rukt mijn roer spaan uit mijn handen. ‘Wat is er, plotseling doof? Ga dat op ruimen.’ Dus ik kijk en ik zeg (ik weet dat ik moet oppassen met sneep maar wat verwachte hij dan dat ik zou zeggen?) ‘Is dat van mij dan?’ Hij prikte zo wat mijn oog uit met die lange haak neus van me. ‘Morgen avond nakomen, meteen na het eten.’ Dus ik zucht ruim de boel op. Lever mijn tover drank in krijg een duw in mijn rug sneep onder de drank natuurlijk. Nog een nacht nablijven!. Ik blijf al heel de week aan de lopende band na bij sneep. En ik heb examens! Daar bij heb ik nog Tika. Het lijkt wel of elke keer dat ik naar de wc ga zij daar ook is. En dan heeft ze weer last van een puistje, of de haar zit niet goed, of ze had weer een puntje lager dan ze had verwacht of ze heeft weer 2 afspraakjes op 1 dag ik word( er ja alweer) gek van. Scheurbek gaat er bijna zeker aan dankzij malfidus en ik mag niet het bos in. Ik haat het hier. Voor de rest heb ik vandaag examens Waarzeggerij, waar ik niks van bak. Als je het niet erg vind Odius ga ik voorspellen dat je morgen aan gereden word door een dreuzel auto. Dat vind dat gestoorde mens vast leuk.
Ps ik mis jullie heel erg en Ignis mist jullie ook. Hij is nog steeds niet gegroeid. Zijn zulke kleine katten wel normaal? Ik hoop dat dit aan komt en dat Ik jullie snel weer zie.
Groetjes Serena
Pss ik heb het vreemde gevoel dat iets me volgt, weet je nog dat ik schreef over die man die telkens zag bij het Pension? Ik zag hem vorige week in Zweinsveld (ja ik weet dat ik het zelfde doe als potter) Misschien ben ik wel gewoon paranoïde.
Odius legde de brief weg en grinnekte. ‘Ze zei niks over het nablijven met de Wemel tweeling van drie weken terug, Vilder is zeker ziek. Anders hing ze nu ondersteboven in de kerkers.’
Olivander schudde zijn hoofd, ‘Ik vind dat als ze dan toch met iemand om moet gaan die twee niet de beste keus zijn.’
‘Die nieuwe leraar is dat niet remus? Die ging altijd om met Zwart en Potter die heeft het ook vergeschopt.’ Olivander trok zijn wenkbrauw op ‘Die heb ik ook nog een stok verkocht.’
Serena stond op dat moment in de schoenen van Barend en maakte zich niet echt druk over met wie ze omging of wat dan ook. Het enige wat ze wist was dat ze uit de smidse moest komen. Ze voelde gevoelens van Barend en kon zich er niet tegen verzetten. Ze was Barend en gedroeg zich als Barend. ‘Kijk ze staan voor de deur ze komen je vader halen en je moeder.’Fluisterde de stem die Serena achtervolgde. ‘Pak dat zwaard jongen.’ Serena zag links van zich een zwaard liggen en pakte het op. Het voelde zwaar aan, de sterke arme van Barend konen het maar net dragen. Ze keek om zich heen en een vrouw raakte barends schouder aan. Serena voelde de warme gevoelens jengs de vrouw van barend en begreep dat dit zijn moeder moest zijn. Barend begon te praten, Serena kon zijn lippen voelen bewegen. ‘Moeder waarom doen ze dit? wij hebben hun nooit wat aan gedaan.’ De vrouw streek kaar bruine haar uit haar gezicht en keek barend bedroefd aan. ‘Ze vrezen wat ze niet kennen.’
Om dat moment klonk er een enorme knal en de Smidse vloog in de brand. De dikke rook walmen verstikte Barend en lieten zijn longen branden. Hij vocht zich een weg naar buiten en zag hoe zijn vader werd verpletterd door een zware brandende balk. Barend redde het naar buiten en tilde met moeite zijn zwaard op. Serena voelde de armen waar mee ze het zwaar op tilde branden en voelde haar handen branden, ze waren door de brand echt verbrand. Maar op het moment dat ze goed en wel haar positie had in genomen voelde ze een brandende pijn in haar borst.
Met een smak kwam Serena op de grond terecht. De pijn was verschrikkelijk. Ineens was de pijn weg. En zat Serena weer omringd door duisteris op de grond. ‘Wat is er gebeurt?’
‘Barend is dood, getoffen door een pijl.’ Serena keek naar haar handen en begreep dat ze zich zelf weer was. ‘Jij ziek monster, je liet me bijna de dood van iemand anders sterven.’
Plotseling voelde ze vlammen om zich heen. Toen ze haar ogen open deed zat ze vast gebonden. Om haar heen likte vlammen aan haar lichaam |
|
|
  |
 |
Lumina
3e jaars

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: In het verboden bos tenminste dat was zo voor die reus daar kwam wonen hij heeft mijn boom gesloopt
|
Geplaatst:
Wo Aug 04, 2004 15:31 |
 |
Ik knipper, ik knipper!!! (me topic dan he) Dit is reden voor een feestje!!!!! *danst vreemd rond in haar kamer*
oke ik ben terug Hier is het volgende deel ik weet weer een beetje vreemd maar het komt nog wel goed hoor (hou die vreemde figuur goed in de gaten hij is belangrijk)
Wie jij bent deel 3
De vlammen likte aan de witte jurk die ze plotseling aan had en verschroeide haar huid.
‘Laat me onmiddellijk gaan jij…..’
‘Ik ben niet de gene die je vast houd.’ Fluisterde de stem in haar oor. ‘Wie is het dan, verdomme!’ Schreeuwde ze terwijl ze begon te hoesten van de rook. Ze liet haar hoofd naar voren hangen en haar rode haar viel in haar gezicht. Rood haar? Ik heb geen rood haar. Dacht Serena verward terwijl ze om zich heen keek. Ineens trof een grote tomaat haar midden in het gezicht. ‘Vieze heks branden zal je!’ Serena’s zich werd weer duidelijk en plotseling begreep ze waar ze was. Het branden de hout, de sintellende vlammen. Het was een brand stapel. Met al haar kracht rukte ze aan de touwen maar ze kreeg ze niet los. ‘Wat heb je me nou weer geflikt?!’ Riep ze over het grote plein waar honderde mensen naar haar executie stonden te kijken. ‘Jij ben Felisia Barends moeder, je hebt net 2 mannen vermoord om wraak te nemen.’ Geschrokken keek Serena om zich heen. En zo bleef het maar door gaan. Ze was Garal een struikrover die stiekem s’avond de kelen van zijn slachtoffer door sneed. hij stief door een zwaard wat zijn schedel spleet. Serena zag het zwaard aan komen en werd net op tijd zichzelf. Ze was marga die stief door een Avra kadavra spreuk, ze zag het licht en was zichzelf weer. Zo was ze talloze mensen, goed slecht. Het maakte niet uit telkens zag ze de dood in de ogen en telkens kwam ze snakkend naar adem weer in de duisternis terecht. Telkens als ze dacht dat het voorbij was kwam ze tot de conclusie dat niet zij maar die andere persoon de daden op zijn geweten had en dat niet zij maar die ander stierf. Nadat ze terug kwam uit de zee waar michel in was verdronken. Lag ze proestend op de grond en keek ze naar haar armen. De littekens van de terechtstelling van Felisia op de brand stapel waren nog zichbaar op haar armen. ‘Waarom doe je dit?’ Wat ben jij?’
‘Ik ben de geest van toen en nu, gruweldaden en verlossing. We hebben elkaar eerder ontmoet weet je het dan niet meer? Ik liet je zien van hij heeft gedaan, wat jij hebt gedaan.’Plotseling lag er voor Serena een klein meisje, ze lag snikkend op de grond. Haar armen had ze over haar hoofd geslagen en ze leek zichzelf in de grond te drukken. ‘Wie is dat?’
‘Dat ben jij, kijk maar naar jezelf zie wie je was. Je huilde de eerste keer maar nu lijk je niks meer te kunnen voelen, zijn je tranen opgedroogd?’ Serena keek naar het meisje en wende haar blik van haar af. Dat hoopje verdriet was zij. ‘Ik weet het weer, ik speelde in de tuin en toen kwamen zij. Ze zeiden dat ik een test moest doen omdat ik iets had gedaan ik weet niet meer wat. Ik wist niet meer wat er gebeurd was ik wist alleen maar dat ik naar je heb gekeken. Je liet me zien wat hij had gedaan je zei….. je zei.’ De fluister stem onderbrak haar. ‘Ik zei de waarheid. Het was ik die jou leerde niet te huilen. Ik was degenen die jou liet zien wat je was wie je was. Wat hij had gedaan, hoe je hem moest haten.’ Serena zag het meisje verdwijnen, ze losten op in rook ‘Ik weet het nog, jij liet me zien hoe mijn vader stierf. En jij was het die me vertelde wie ik echt was.’ Het duister verdween en Serena zag zich zelf treurig op de grond zitten. ‘alleen maar omdat ik alleen was.’ Zei ze. ‘Ik weet nog dat ik dagen heb gehuild, na dat je me de test had gegeven ik wist niet dat dit zo veel erger was.’ Duisternis omringde haar opnieuw en de aanwezigheid achter haar fluisterde weer in haar oor, ‘Ik heb je niet alles laten zien, je begreep het al. Je hebt aan alle twee de kanten van het verhaal gestaan. Dader en slachtoffer en je weet nu dat wat er ook gebeurt je altijd beiden zal zijn. In jou geval heb ik je dooddoener en tovenaar laten zijn. Je mag niet meer vergeten wie jij bent en wat je ook doet laat het verzwijgen van wat je bent aan andere over want jij hebt de macht om te zijn wie je wilt zijn.’ Serena zuchtte en zakte op de grond, ‘Moest mijn les zo hard zijn? Moest je mij het pad van de dementor laten bewandelen? Is dit wat zij te zien krijgen?’
‘Dat is het, je zult je lessen niet meer vergeten, tot we elkaar weer zien. Prinses van de nacht.’Serena stond op en wachtte tot het duister verdween. Op dat moment grepen twee armen haar van achter stevig vast. Ze kon zich niet los trekken. ‘Is dit haar?’
‘Ja.’ Serena zag een lang gestalte voor zich staan. Hij stond in de schaduw maar zijn rode ogen fonkelde in de nacht. ‘Dood haar.’ Serena probeerde zich los te rukken en voelde een stok in haar ruk prikken. ‘Nee, niet zo. Als ze haar vinden zullen ze ons meteen door hebben doe het op de andere manier.’ Serena voelde een Lemmet tegen haar keel. En gaf een kort gilletje. ‘Niet gillen schatje de dood is zo erg niet.’ De man draaide haar zijn rug toen en liep weg. Serena voelde een scherpe pijn in haar kil en alles werd zwart. Ze werd los gelaten en langzaam raakte ze haar hals aan. Daarna zakte in elkaar.
Perone keek met tevreden ogen naar Serena die op de grond zakte, zijn missie was een succes geweest. Wederom had hij de arrogante prinses der duisternis laten veranderen in een miezerig hoop je schuld gevoel en twijfels. Hij had haar het kleine beetje geluk wat zij had verzameld in de 6 bijna 1 jaar dat hij haar voor het laatst had ontmoet afgenomen en haar opnieuw naar de wil van het ministerie laten buigen. Hij had zijn taak uit gevoerd, niet zoals gewoonlijk maar goed genoeg. Hij kon begrijpen waarom het ministerie het meisje in bedwang wilden houden, hij had gezien wat ze kon met zijn geesten oog. Hij magische capaciteiten waren niets meer dan die van een standaard tovenaar, maar haar wilskracht was groter dan enig die hij ooit gezien had. Zelfs nu, terwijl ze stierf leek ze nog haar haat te willen uitspreken voor de persoon voor haar. Terwijl haar eigen bloed over haar handen gutste leek ze een besluit te nemen. Perone schudde zijn hoofd, ‘Zo’n moeder zo’ dochter.’
Hij herinnerde zich Tirana wel, het vreemde haar: te donker om voor blond door te gaan en te licht om het bruin te noemen, zelfs de gouden glans van het haar herinnerde hij zich. Nee dit kind had niks van haar moeders schoonheid geërfd behalve het bijzondere haar. De scherpe lijnen van haar gezicht waren die van haar vader, die op zijn beurt het exact evenbeeld van zijn vader was geweest. Niet alleen in zijn uiterlijk waren de familie banden angstaanjagend duidelijk maar ook in zijn doen en laten had Mikas op zijn vader, zoals later bleek. Perone was 1 van de nachtwachters het was zijn taak te waken over de schepsels van de nacht en om hen die grote verschrikkingen op hun naam hadden staan het pad van verschrikking te laten bewandelen. Het was Perone die gevangen met levenslange gevangenis straf in Azkaban verlossing bezorgde. Hij brak hun geest en veranderde hun uiterlijk. Het waren mensen net als Joost, mensen die in hun leven gruweldaden begingen zonder naar hun geweten te luisteren, en daar later last van kregen. De mensen die achtervolgd werden door schuld gevoel en daarna stierven aan een daad van wreedheid van een ander. Die hij vervolgde en veroordeelde tot eeuwige boetedoening. De mensen die hun geluk hadden verspeelt door dat van andere te verpest, Dat waren de mensen die vervloekt waren om hun hele leven en dood precies dat te doen, het geluk van andere weg zuigen. En voorbestaan in de vervloekte vorm van Dementor.
Perone zuchtte hoewel hij de macht om een vast vorm aan te nemen was verloren, had hij niks liever gedaan dan een vrij voortbestaan te hebben. Hij was de lessen van goed en kwaad moe. Zijn zwarte hart schreeuwde om vrijheid. Misschien zou hij die verlossing krijgen wanneer de duistere heer wederkeerde. Misschien moest hij het kind in de gaten houden. Hij nam de gedaante aan die hij gebruikte wanneer hij werd opgeroepen aan en hief de betovering die Serena gevangen hield op. Hij liep naar het voorgenomen dode lichaam, lege angstaanjagende diepe donkere ogen staarde hem aan. Het was alsof ze hem kon zien, maar Perone wist dat dit onmogelijk was. ‘Wees blij met mijn laatste geschenk, tot wij elkaar weerzien.’ |
|
|
  |
 |
Lumina
3e jaars

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: In het verboden bos tenminste dat was zo voor die reus daar kwam wonen hij heeft mijn boom gesloopt
|
Geplaatst:
Wo Aug 11, 2004 19:08 |
 |
Oke hier ben ik weer! met een nieuw stuk. Het is niet veel soeps vind ik persoonlijk ik had een beetje last van een writhers block
Het is nu weer een beetje over maar ik ben bang dat het volgende stuk een beetje saai is. Maar jullie kunnen lezen hoor Ik heb ook nog wat stukken op paper staan maar die kan ik nog niet gebruiken.
Uwe trouwe dienaar
Serena was verbaast toen ze haar ogen open deed en zag dat ze op de zachte bos grond van het verboden bos lag. Haar hele lichaam deed pijn en haar handen zaten onder het bloed. Ze zocht naar de wond op haar keel die haar zeker het leven zou moeten hebben gekost, maar vond niks. Verdwaast en bedekte met littekens verliet ze schoorvoetend het bos. Ze trok de kap van haar mantel ver over haar ogen en liep snel naar de school. Toen ze binnen stapte keek ze op de klok en zag tot haat verbazing dat het slechts een half uur geleden was sinds ze naar het bos was gegaan. Ze liep naar de ziekenvleugel en vroeg madam Plijster haar te onderzoeken.
Zodra ze de ziekenboeg binnen stapte schoot Madam Plijster haar tegemoet. ‘Kind wat heb je in vredesnaam gedaan! Waar komt dat bloed vandaan! En die brand wonden!?’ Serena keek haar slechts met lege ogen aan en liet zich lijdzaam naar een zieken bed brengen. Na een intensief onderzoek constateerde Madame Plijster dat alle wonden al reeds op natuurlijke wijzen waren geheeld. ‘Kind. Kind ik weet niet wat je gedaan hebt maar je hebt een verdraaid slecht moment gekozen om het te doen.’ Serena staarde haar aan en vroeg met een klein stemmetje, ‘Denkt u dat ik weg kan? Waarom is het zo’n slechte tijd?’
‘De examens zijn bezig kindje.’ Met een schok kwam Serena terug in de gewone wereld, ‘Nee! Waarzeggerij! Ik moet gaan.’ Ze sprong overeind en rende de ziekenzaal uit. Ze was maar net op tijd Potter was al geweest.
Waarzeggerij was een ramp geweest. Serena had niks maar dan ook niks dan lucht in de glazen bol die Professor Zwamdrift haar voor hield kunnen zien en had daarom maar iets verzonnen.
‘Wat zie je?’ Serena keek nog eens strak in de glazen bol. ‘Doe het nou jij rot ding’ Dacht ze geërgerd. ‘Uhm…. Ik zie.’ Serena kruiste haar benen en dacht uit alle macht aan wat ze zag. ‘Ik zie….. Perkamentus.’
‘Wat doet hij?’ Vroeg zwamdrift. ‘Is hij in gevecht?’ Serena schoof zenuwachtig heen en weer op haar stoel. ‘Uhm, nee hij red iemand. Hij red ……’ Kom op wat red hij, verzin iets Serena. ‘Zijn sokken.’ Zwamdrift keek haar verbaast aan, ‘Zijn sokken?’
‘Ja, want Professor sneep wil ze lenen en hij morst er bijna toverdrank op.’ Serena kon wel door de grond zakken, dit was waarschijnlijk de meest belachelijke voorspelling die ooit iemand had gedaan. ‘Interessant.’ Was het enige wat Zwamdrift er over te zeggen had en ze begon iets op haar klad blok te schrijven. Iets wat verdacht veel op een 3 leek. ‘Zie je nog iets?’ Serena beet op haar onderlip. Met alles wat ze had concentreerde ze zich op de bol voor haar. ‘Het examen duur nog maar 5 minuten, je mag dan wel de laatste zijn maar dat betekend niet dat je meer tijd krijgt dan de andere.’ Serena kalmeerde zich zelf en keek met lege ogen naar de bol. Ze was te moe, te moe om iets te verzinnen. Ze sloot haar ogen en keek daarna weer naar de bol, het enige wat ze zag was kolkende mist. Plotseling flitste er twee ogen in de bol, ‘Kom naar me toe!’ Serena gaf een gil op het moment dat ze de ogen in de bol zag. De woorden hoorden ze pas een seconden later. Ze sprong overeind en de kristallen bol klapte uit elkaar. Serena viel achterover en de glas scherven vlogen om haar heen. ‘Professor Zwamdrift keek haar met grote ogen aan. ‘Hoe deed je dat? Wat zag je.’Vroeg ze opgewonden. Serena Hapte naar adem en keek haar verwilderd aan. ‘Ik zag…..’ Ze slikte haar worden in en kroop overeind. ‘Is het examen afgelopen?’ Professor Zwamdrift keek haar verbeten aan, ‘Dat zal wel moeten, je heb zo juist mijn enige kristallen bol vernietigd. Serena keek haar nog steeds aan als of ze een geest had gezien, wat in feiten ook zo was. ‘Het spijt me professor, ik wilden niet….. Ik voel me niet zo goed.’ Ze voelden zich door haar knieën zakken en verloor het bewust zijn.
Toen ze wakker werd was het nacht en lag ze in de ziekenzaal. Er was niemand te bekennen en voorzichtig klom ze uit bed. Haar hoofd voelden aan als of iemand er elke seconden een baksteen tegenaan gooide en dan een enorme scheut whisky in het gat gooide wat hij had achter gelaten met de baksteen. Ze voelde iets zachts lang haar been strijken en keek verbaast naar beneden. ‘Ignis, hoe kom jij hier?’ Ze bukte en pakte het kleine vuur rode katje op wat kopje tegen haar been gaf. Ze had Ignis deze kerst gehad van perkamentus en sindsdien leek het kleine katje haar overal te volgen zelfs wanneer ze in het bos was hoorde ze af en toe het gemiauwd van de kleine kat. Soms dacht ze dat de kat stiekem een spion was voor perkamentus. Serena wandelde door de lange gangen van Zweinstein en vond zichzelf ineens buiten. De koude avond lucht sneed door haar lange nachtjapon. Ignis bleef dicht bij haar en plotseling schoot er iets voor haar voeten langs. Ignis haalde er naar uit. |
|
|
  |
 |
Lumina
3e jaars

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: In het verboden bos tenminste dat was zo voor die reus daar kwam wonen hij heeft mijn boom gesloopt
|
Geplaatst:
Vr Aug 13, 2004 17:54 |
 |
Jippie ik zag een reactie!!! op mij *pinkt traantje weg* Bedankt Snitch!!!!! Ik heb weer een stukje (gaat eigenlijk helemaal nergens over) Ik heb Cornelius Droebel er voor de lol maar weer in gegooid
Ik hoop dat het een beetje interessant is Veel plezier!
Vervolg
Minister Droebel liep met snelle passen over het erf van Zweinstein. Dit was de tweede keer in twee dagen dat hij over het erf liep, gisteren vanwege die vervelende situatie omtrent de hippogrief en vandaag om Perkamentus duidelijk te maken dat hij geheim moest houden wat er gebeurd was. Sirius zwart was er vandoor gegaan met de hippogrief en waarschijnlijk zouden de kranten er bol van staan als Perkamentus niet zijn uiterste best deed om dat tegen te gaan, maar de oude tovenaar kennende zou hij dat niet doen en zou Cornelius zijn goede reputatie wel vaarwel kunnen zoenen. Hij zuchtte en liep nog wat sneller, het was al nacht dit soort bezoeken waren altijd zorgwekkend. Plotseling bleef hij staan. Daar midden op het de binnen plaats stond een meisje. Ze leek meer op een spook verschijning dan op een mens. Het maanlicht wierp een spookachtig licht op haar witte nachtjapon en haar haren wapperde in de zwoele avond lucht. In haar armen hield ze een klein rood…. Iets. Cornelius besloot de gedaante van dichterbij te bekijken en stapte vol goede moed, met zijn bolhoed statig op het hoofd op haar af. ‘Mag ik misschien weten wat je hier doet midden in de nacht?’ De gedaante draaide zich langzaam naar hem toe en zijn worden beleven hem in de keel steken terwijl hij naar het enigszins ingevallen gezicht van het meisje keek. Hij hoewel hij het meisje zeker 6 jaar niet had gezien herkende hij haar onmiddellijk. Het schouderlange haar, wat inmiddels tot ver op haar rug reikten de oren die iets te puntig waren en tenslotte de diepe donkere ogen, maakt dat de minister van toverkunst een klein sprongetje van verbazing maakte. ‘Serena…Waar ben je mee bezig jij zou in de ziekenzaal moeten liggen.’ Verbaast keek hij naar het meisje. Ze was gegroeid, ze leek nu meer op haar vader dan ooit tevoren. Hij huiverde en zag lang de hals van het meisje een flinterdun litteken, het leek te vervagen terwijl hij ernaar keek. ‘Ik doe niks.’ Hoorde hij haar met dromerige stem zeggen. Verbaast keek hij het meisje aan. Haar normalen zo, onverschillige manier van praten was totaal verdwenen, het arrogante meisje wat ooit hem door de lucht had geslingerd en de kerker van het ministerie finaal tot puin had gereduceerd was niet thuis. Grijnzend keek hij naar haar, de nachtwacht had zijn werk goed gedaan. ‘Serena moet je niet terug naar bed?’ Vroeg hij haar.
‘Ik weet het niet, iets roept me. Misschien wil hij me meer laten zien.’ Twee donkere en (opvallend lege) ogen keken hem dromerig aan, of liever gezegd keken door hem heen. Hij is dus geweest. Droebel keek even medeleven naar Serena. Misschien was hij te hard, misschien had hij de nachtwacht niet moeten sturen. ‘Nee, je deed het goed. Weet je nog wat ze deed? Ze kan haar eigen magie niet beheersen. Je moet haar onder de duim hebben anders wordt ze misschien wel de volgende……’ Fluisterde het kleine stemmetje wat droebel graag zijn verstand noemde in zijn oor. Nu pas zag hij wat ze in haar armen droeg, ‘Wat een lieve kat, waarom heb je hem vast.’ Vroeg hij op poes lieve toon. Hij moest haar even aan de praat houden, hij kon de krankzinnigheid bijna in de lege ogen van het kind zien. ‘Hij ging achter dat ding aan, ik weet niet wat het is maar het ging richting het verboden bos.’ Droebel wreef tevreden in zijn handen, perfect nu zou ze het bos in lopen en dan was hij van haar af. Cornelius keek spichtig om zich heen, er was niemand en trouwens wie kon het hem kwalijk nemen? Dit kind zorgden al voor problemen sinds haar geboorten. ‘Goh wat vervelend nou, denk je dat je het moet achtervolgen?’ Vroeg hij weer met zijn vaderlijke stem. ‘Is de hippogrief terecht gesteld?’ Vroeg Serena terwijl ze met lege ogen richting het bos keek. Verbaast keek Droebel naar haar, ze leek zo ver weg maar toch dichtbij misschien moest hij haar toch maar naar de ziekenzaal brengen hij zou het zichzelf niet kunnen vergeven als haar wat overkwam terwijl ze er zo uit zag. ‘Nee, de hippogrief is gestolen door Sirius zwart ik ben bang dat het ministerie hem nog niet heeft opgespoord, maar wees niet bang hij kan ons niet al te lang voor blijven het is een kwestie van tijd. Lucius Malfidus….’
Met een schok kwam Serena terug in de echte wereld, hij gedachten vormende zich weer tot een geheel en ze schudde mat haar hoofd. Wat stond die Cornelius droebel daar te doen? De vertrouwde figuur met bolhoed op keek haar plotseling verschrikt aan en deed een stap achteruit. Serena keek hem verbaast aan, ‘Minister? Wat doet u hier?’ Het laatste was ze nog uit haar verwarde gedacht kon halen was….. Een witte rat. Toen ze wakker werd in de zieken zaal had ze niets gevoeld alleen die drang om naar buiten te gaan, om de wind te voelen. Alles wat daarna gebeurd was leek op en vreemde droom, De naam malfidus had haar op wrede manier uit die droom gesleurd en had haar hier midden op het erf laten staan. ‘De vraag is mee wat jij hier doet jongedame, je hoort op de ziekenzaal te liggen net als de laatste twee dagen!’ Riep Minister droebel haar boos toe verbaast keek Serena hem aan maar haar blik dwaalde alweer af naar het bos. Er was dar iets. ‘2 dagen? Wat is er gebeurd?’ Vroeg ze aan hem zonder hem echt haar aandacht te geven. ‘Ik heb een vermoede dat jij weer iets uitgespookt hebt, op de laatste dag van de examens viel je flauw na je laatste examen. Ze hebben je naar de ziekenzaal gebracht en je mantel over je heen gegooid om je te verbergen voor de andere leerlingen die s’avonds naar de zieken zaal kwamen.’
‘Waarom mochten ze me niet zien?’ Droebel keek haar geërgerd aan, ‘De leerlingen in kwestie waren mevrouw griffel, Ron wemel en….’ Serena onderbrak hem, ‘harry potter, Waarom mochten ze me niet zien?’ Droebel schoof ongemakkelijk heen en weer. ‘Je zag er nog al schokkend uit, madame plijster vertelden ons van de wonden die verdwenen maar toen je sliep kwamen ze terug en aangezien we niet het risico wilden lopen dat….’
‘De leerling achter het bestaan van de nachtwachters komen? U heb hem dus op me afgestuurd. U wist wat de wonden hadden veroorzaakt en daarom wilden u het verbogen houden.’ Serena zetten Ignis op de grond en de kat schoot het bos in. ‘Daar had ik niks mee te maken.’ Zei droebel terwijl hij driftig op en neer sprong. Serena keek hem minachtend aan.
‘Knoop dit in je oren, Minister, Ze legde nadruk op het woordje minister. ‘Ik volg mijn eigen pad en zelfs een nachtwachter kan dat niet veranderen. Probeer mij niet nog eens dwars te bomen want ik zweer, dat anders mijn gezicht het laatste is wat u ooit zult zien.’
Cornelius deinsde achteruit voor de fonkelende ogen van Serena. Hij hapte naar adem terwijl hij zijn (toch al hoge bloed druk) laag probeerde te houden. ‘Jij…Jij….’
Hij slikte en kreeg zijn stem weer onder controle, ‘Je hebt het tegen de hoogste macht in de tovenaars wereld en ik laat mij NIET BEDREIGEN DOOR EEN SCHOOL KIND!’ De laatste woorden schreeuwde hij naar haar en kwaad zetten hij zijn hoed recht. Maar daarna keek hij weer in de koude ogen van het meisje en er liep een rilling over zijn rug, hoe konden die ogen zo koud zijn. ‘Dat was geen bedreiging, dat was een feit.’ Zei het meisje met een coole blik en daarna liep ze richting het verboden bos. ‘Je weet dat je daar niet mag komen. Kom onmiddellijk terug!’ Riep Cornelius haar na, maar ze reageerde niet. ‘Best ik hoop dat ze wordt opgevreten door 1 of ander beest dan ben ik er van af.’ Mompelde hij tegen zich zelf terwijl hij weer richting de school liep. ‘Het is dat Perkamentus haar hier wil hebben anders had ik haar in een dreuzel wees huis gegooid en daarna in de diepste kerkers van azkaban. Alleen maar voor de zekerheid.’ Snoof hij terwijl langs Vilder liep die het erf op was komen rennen, (waarschijnlijk omdat hij droebel zo hard had horen schreeuwen). De bijna-snul-en-nu-conciërge keek hem met een tevreden grijns aan. ‘Ik wilden haar op hangen, in de kerkers, aan haar enkels. Dat zou haar leren.’ Cornelius huiverde, wat een enge man die snul. |
|
|
  |
 |
Lumina
3e jaars

Verdiend:
45 Sikkels
Woonplaats: In het verboden bos tenminste dat was zo voor die reus daar kwam wonen hij heeft mijn boom gesloopt
|
Geplaatst:
Di Aug 17, 2004 21:11 |
 |
Oke hier is weer een stukkie (heb geprobeerd te doen wat catie vroeg maar ik ben zo slordig dat ik niet weet of ik het wel goed gedaan heb) ik hoop dat het leuk is!
Vervolg (slot hst)
Serena liep snel achter Ignis aan die als een rode vlam door de duisternis voor haar uit rende. Struikelend over boomtakken en hakend achter struiken rende ze door het verboden bos. Om haar heen had de duisternis zich meester van het woud gemaakt en de bewoners van het bos kwamen uit hun schuilplaatsen tussen de takken vandaan. Nieuwsgierig keken ze naar het meisje in haar witte nachtjapon wat als een bezetenen door hun bos rende. Af en toen viel ze, maar ze stond net zo snel weer op als ze gevallen was om haar waanzinnige tocht te vervolgen. Niet angst, niet moed en niet nieuwsgierigheid dreven Serena door het woud maar pure krankzinnigheid. Iets wat zich deze nacht verborg in de schaduwen riep haar of in ieder geval leek haar te roepen. De drang om het te achtervolgen maakte haar gek en zorgden dat ze de bosgrond vergat (en het feit dat ze geen schoenen aan had) en achter Ignis aanrende in achtervolging van de witte rat. Serena struikelde over een afgevallen boom tak, en bleef met haar nachtkleding achter zijn takken hangen. Op het zelfde moment hoorde ze een vreselijke grom van Ignis. Hij had de rat te pakken gekregen. Het kleine beestje gilde en piepte als of het vermoord werd (niet zo gek aangezien zijn belager een kat was). Maar toen gebeurde er iets vreemds, De rat begon te veranderen en Ignis liet het beest meteen op de grond vallen terwijl hij zich tussen de stuiken verstopte. Serena bevrijde zichzelf van de boomtak en keek geschokt toe hoe de rat de gedaante van een man aan begon te nemen. Het was een klein mannetje, Hij scheelde misschien een paar centimeter met Serena. Hij had dun onverzorgd haar met een grote kale plek midden op zijn hoofd. Hij zag er uit als of hij de laatste tijd veel te veel was afgevallen en rond zijn waterige oogjes had hij ratachtige trekjes. Hij keek haar spichtig aan en deed een stap naar voren. ‘Wie ben jij?’ Vroeg hij met een wantrouwige en licht piepende stem. Hij stapte op haar af en Serena keek hem verschrikt aan. Snel wilden ze haar toverstok pakken, maar kwam plotseling tot de conclusie dat ze die niet bij zich had. ‘Laat me met rust.’ Ze deed een stap achteruit maar de kleine man kwam dichterbij en haalde een toverstok te voorschijn.
‘Tuurlijk, maar ik kan het me niet veroorloven dat je iedereen verteld dat je me gezien hebt.’ Serena draaide zich om klaar om weg te rennen, maar toen….
‘Ahh!,’ Ze gaf een gil en viel voorover op de grond. ‘Wat is dit voor hekserij!’ Riep de kleine man achter haar en trok haar aan haar schouders overeind. ‘Serena draaide zich om en keek recht in het ratachtige gezicht van de man. Zijn ogen waren groot van verbazing en plotseling liet hij zich voor haar voeten vallen.
‘Ik heb u gevonden, my lady.’ Hij kroop naar haar toe en wilden (daar leek het verdacht veel op) de rand van haar nachtjapon pakken.
Serena schok zich kapot en trok snel het stuk stof uit zijn handen. ‘Blijf uit mijn buurt jij…. Weirdo.’ Ze stond een beetje verloren naar de kleine man te kijken en hij stond op. ‘Ik ben hier alleen maar om u te dienen, vrouwe.’ Hij boog hoffelijk en deed een stap achteruit.
‘Oké, leg me alstublieft uit waarom je, je gedraagt als of we net uit de middeleeuwen zijn gestapt. Je wilden me net nog uit de weg ruimen.’
De ratachtige man haalde zijn schouders op, ‘Ik dacht me gepast te gedragen, het spijt me van ons eerdere, ‘Hij kuchte even. ‘misverstand. Laat ik me even voorstellen. Peter pippeling, alias Wormstaart.’
Serena keek hem wantrouwig aan. ‘Pippeling? Zwarts was dus inderdaad onschuldig. Wat is er gebuurt dat je me plotseling vrouwe noemt?’
Ze was niet bang meer voor de vreemde man, ze zou hem zonder toverstok nog wel tot prut kunnen vermalen. ‘Ik zag uw teken.’
‘Mijn teken?’ Verschrikt greep Serena naar haar schouder, op haar schouder blad zat het bewijs van haar afkomst getatoeëerd. ‘Ja, hoewel het verborgen wordt door de Feniks wist ik dat u degene was die ik zoek.’ Serena Vervloekte de man in gedachte en keek hem strak aan. ‘Waarom zocht je me, dooddoener.’ Wormstaart haalde zijn schouders op en het hele verhaal over de ontsnapping van sirius kwam er uit. ‘Ik wilden mijn heer zoeken, maar ik kon niet weg en nu, nu is alles mogelijk.’ Serena keek hem vol walging aan, ‘Wilde jij de heer van duisternis terug halen? Volgens mij had je het wel naar je zin bij de Wemels.’ Wormstaart keek haar even beledigd aan, ‘Hoe kom je erbij, die man met zijn dreuzel obsessie.’
‘Wat wil je van?’ Ze had geen zin meer in zinloze gesprekken met deze landsverrader te voeren. ‘Ga met mij mee, samen kunnen we hem vinden.’ Zei het pieperige stemmetje van Pippeling.
Serena slikte, ‘Vergeet het maar, hij vermoord me.’
‘Nee, hij wil u zien. Hij houd van u. hij zal u vinden.’
Serena proesten het uit. ‘Ja, hij houd van me, geroosterd op een dienblad.’ Ze keek minachtend naar de Wormstaart. ‘Ik ga niet met je mee. Wormstaart sprong haast op haar af en viel op zijn knieën. ‘Nee, u moet mee gaan. Uw bloed….’ Serena keek hem een beetje opgelaten aan, ‘Sta alsjeblieft op, ik kan daar niet tegen. Vind een beetje eigen waarde. Dat me Opa daar nou op kickt.’ Ze stopte even met praten en overdacht haar eigen woorden. Ze haalde schouders op, Soms praten ze zo snel dat haar eigen brein het niet kon verwerken. Onzin noemde ze het zelf liever. ‘Ik ga niet met je mee zoeken, simpel weg omdat er niks is om te vinden, Vo…’ Ze zag de bevreesde blik van wormstaart. ‘De duistere heer,’ Vervolgde ze op geïrriteerde toon. ‘is dood, en ik heb absoluut geen zin om mijn tijd te verspillen aan iets zoeken wat ik nooit zal vinden.’
‘Maar hij zoekt u ook! Voelt u het niet branden. Dat zal snel genoeg gebeuren.’
‘Wat branden, waar heb je het over?’ Onbewust gleed haar hand naar haar linker schouderblad. ‘Niet dat, dat zou ik ook voelen, nee. De bloed bezwering.’ Serena keek strak naar het mannetje wat inmiddels weer opgestaan was. ‘Ik wil nu weten wat je daar mee bedoelt.’
‘U zult het snel genoeg weten. Onthoud, bloed is de sleutel tot zijn roep.’ Serena keek verschikt, ‘Nee, wat heeft hij met me gedaan?’ Ze Probeerde wormstaart te grijpen maar hij sprong achteruit. ‘Ik ga wel alleen, we zullen elkaar weerzien.’
Hij wuifde en veranderde in een rat. Serena probeerde nog zijn staart te grijpen, maar hij was haar te snel af en verdween in het bos. Boos keek Serena naar het wit wat wegschoot, ‘Ik haat ratten!’ Ze zocht Ignis en liep terug naar het kasteel. Terwijl ze naar de ziekenzaal sloop liep ze tegen iemand op. ‘Kijkt uit waar je loopt.’ Klonk het boos tegenover haar. Serena keek op en zag de enige persoon die ze absoluut niet verwachtte. ‘Val toch dood man!’ Zei ze iets harder dan gepland. |
|
|
  |
 |
|
|