Auteur |
Bericht |
benter
1e jaars

Verdiend:
46 Sikkels
Woonplaats: Den Haag
|
Geplaatst:
Do Mrt 16, 2006 18:46 |
 |
Doelwit Duffeling
Harry volgde de minister naar het hoofdkwartier van de schouwers waar Tops en Wolkenveldt aanwezig waren. Verder waren er nog drie schouwers aanwezig. De minister liet Harry vertellen wat er aan de hand was en daarna gingen ze met zijn zevenen naar de Magnolialaan.
Toen ze daar verschijnselde liepen ze naar het huis van de familie Duffeling. Toen ze het tuinpad opliepen verschijnselden er vijftien dooddoeners bij de voordeur. Harry die zijn toverstok al getrokken had verlamde gelijk de dichtstbijzijnde dooddoener. Harry dook vervolgens weg voor een doodsvloek en probeerde de dooddoener die verantwoordelijk was voor die doodsvloek uit te schakelen. Hij miste en de dooddoener gebruikte een cruciatusvloek die Harry op een haar na miste omdat hij weer wegdook. Tijdens de duik gebruikte Harry een banvloek om een paar grote grinttegels tegen het hoofd van de dooddoener te laten vliegen. De dooddoener viel voorover op de grond die rood werd van het bloed. Harry richtte zijn aandacht op twee dooddoeners die het hadden gezien en hem nu aanvielen. De rechter gebruikte een doodsvloek, maar Harry gebruikte de verdedigingsspreuk die hij in het oude boek had gevonden. De linker dooddoener werd geraakt door de teruggekaatste vloek en viel dood neer. De rechter dooddoener gebruikte gelijk weer een doodsvloek maar Harry ontweek de vloek door voorover te duiken. Harry trok vervolgens de benen onder de dooddoener vandaan, waardoor deze achterover viel met zijn hoofd op het randje van een bloemperkje.
Het gevecht duurde meer dan een uur. Maar uiteindelijk waren de dooddoeners uitgeschakeld of gevlucht. Er waren acht dooddoeners dood en drie gevangen. De rest was het gelukt om te vluchten. Een schouwer was geraakt door een vloek en moest naar St. Holisto ‘s. Er kwamen verschillende mensen uit de huizen die nieuwsgierig waren wat er gebeurd was. Ook horde Harry de sirenes van politieauto’s. Harry ’s oom kwam ook naar buiten en toen hij Harry zag werd hij woest. Een schouwer, die tussen Harry en zijn oom stond, gaf hem echter een trap tegen zijn been waardoor hij op de grond viel. Daarna zei de Tops: “Ik weet niet of je het door hebt, maar Harry heeft net jouw onbeduidende en waardeloze leven gered! Gedraag je er maar naar!”
Er verschijnselden verschillende medewerkers om de geheugens aan te passen van de dreuzels. Ondertussen werden de drie gevangen dooddoeners afgevoerd. Harry ging gelijk terug naar Zweinstein, waar zijn vrienden hem al zaten op te wachten. Harry vertelde wat er gebeurd was en beantwoordde de vragen van zijn vrienden en ging daarna slapen.
De volgende dag sliep hij uit tot na elf uur en om twaalf uur ging hij naar de Grote Zaal voor de lunch. Na de lunch zou de eerste bijeenkomst zijn van de duelleerclub.
Om twee uur begon de eerste bijeenkomst van de duelleerclub. Toen Harry aankwam waren de meeste leerlingen al aanwezig. Alleen de meeste Zwadderaars waren afwezig. Op het podium waar normaal de oppertafel stond, stonden Remus, Dolleman en professor Banning. Toen het tien over twee was zei professor Banning: “Ik zie dat de opkomst zeer groot is. Omdat er leerlingen bij zijn die nog geen ervaring hebben, beginnen we met ontwapenen.”
Daarna liet professor Banning de spreuk zien tegen Remus. Daarna moest iedereen koppels maken en gaan oefenen. Remus, Dolleman en professor Banning liepen rond om te helpen. Harry oefende met Marcel en Hermelien en Ron vormde ook een koppel. Roos en Joost oefenden allebei met een andere eerstejaars. Het was te zien dat Joost en Roos er al ervaring mee hadden want iedere poging lukte en de twee eerstejaars baalde er enorm van. Daarom zei Harry die er vlak bij stond tegen de twee eerstejaars: “Trek het je niet aan. Het is niet de eerste keer dat ze dit doen.”
Halverwege de middag gingen ze verder met de schildspreuk, die Harry en zijn vrienden ook zeer goed konden. Harry fluisterde tegen Marcel: “Dat is simpel, ik weet een veel betere variant”
Marcel: “Je bedoelt zeker die spreuk uit dat oude boek.”
Harry: “Ja. Werkt uitstekend. Alleen wil ik niet dat het algemeen bekend is dat die spreuk bestaat.”
De bijeenkomst duurde tot halfzes, niet omdat er geen animo was om door te gaan, maar omdat de Grote Zaal weer klaargemaakt moest worden voor het avondeten. Harry en zijn vrienden gingen naar het kantoortje van Harry om te oefenen. Joost en Roos maakten hun huiswerk voor toverdranken terwijl Loena, Ginny en Marcel bezig waren met de verdedigingsspreuk protectus levus te oefenen. Hermelien was bezig een boek te vertalen, terwijl Ron zijn huiswerk aan het maken was voor transfiguratie. Harry was bezig de lessen van de volgende week voor te bereiden. De minister had geregeld dat er een dementor zou zijn om op te oefenen. Harry had besloten om dat de tweede helft van de week te doen terwijl hij de eerste helft zou gebruiken om eerst zonder dementor te oefenen. Om halfzeven gingen ze weer naar de Grote Zaal om te eten, waarna ze weer verder gingen in het kantoortje. |
|
|
  |
 |
benter
1e jaars

Verdiend:
46 Sikkels
Woonplaats: Den Haag
|
Geplaatst:
Do Mrt 16, 2006 18:47 |
 |
Dementors en patronussen
’s maandags zou Harry de eerste lessen overnemen van Remus. Na het ontbijt ging Harry gelijk naar het lokaal. Het eerste blokuur zou hij les geven aan de tweedejaars, die even later binnen kwamen. Toen iedereen zat vroeg er iemand: “Waar is professor Lupos?”
Harry: “Professor Lupos is helaas deze week niet in staat les te geven, daarom vervang ik hem. Oké, vandaag gaan we beginnen met dementors. Dit zijn een van de duisterste wezens die er bestaan, ze zuigen alle prettige en gelukkige herinneringen uit je. Het ergste wat een dementor kan doen is de kus van de dementor. Wie weet wat je moet doen als je een dementor bent tegengekomen?”
Twee leerlingen staken hun vinger op en Harry gaf de beurt aan een meisje van Griffoendor: “Je moet een groot stuk chocolade opeten.”
Harry: “Dat is goed. Tien punten.”
Harry werd gelijk onderbroken door een jongen uit Zwadderich: “Geef dat modderbloedje maar weer punten!”
Harry: “Dat wil ik van niemand horen. Regulus. Eruit. Na de les spreek ik je nog wel!”
De Zwadderaar liep kwaad de les uit, waarna Harry verder ging:”Oké, er is een manier om jezelf te verdedigen tegen een dementor, dat is de patronusbezwering. De spreuk is expecto patronum. Hierbij moet je je concentreren op de meest gelukkige herinnering. Ik wil dat jullie dit nu deze spreuk gaan oefenen. Ik zal hem eerst voordoen.”
Harry demonstreerde de spreuk en het grote witte hert kwam tevoorschijn. Daarna moesten de leerlingen het zelf proberen. Sommige leerlingen wisten een wazige mist te maken. Aan het eind van de les gaf Harry het huiswerk op, het oefenen van de patronusbezwering.
Toen iedereen weg was, vroeg Harry of Vilder, die griep had, nog hulp nodig had. Dat was zo dus riep Harry de Zwadderaar naar binnen en zei: “Vilder is ziek, daarom kan hij wel hulp gebruiken. De komende maand mag jij hem helpen als straf. Meekomen.”
Harry liep gevolgd door de Zwadderaar naar het kantoortje van Vilder. Daar kreeg de Zwadderaar te horen wat hij mest doen. Harry liep intussen terug naar het lokaal voor de volgende les.
Ook tijdens de andere lessen behandelde hij dementors. Leerlingen die lid waren van de SvP waren meestal in staat een redelijke patronus op te roepen en enkele anderen wisten een mist te produceren. De rest kreeg het niet voor elkaar. Alle leerlingen kregen als huiswerk op om de patronusbezwering veel te oefenen.
Donderdagochtend was er geregeld dat er geoefend kon worden op een echte dementor geoefend kon worden. Harry ging voordat hij aan het ontbijt begon naar het lokaal, waar hij zag dat alles in orde was voor de les. Hij deed de deur op slot zodat leerlingen niet per ongelijk tegenover de dementor zouden staan, met name omdat de eerstejaars als eerste les zouden hebben.
Na een uitgebreid ontbijt liep Harry samen met Joost en Roos naar het lokaal. Er stonden al twee leerlingen te wachten en Harry zei: “Ik heb een moeilijke les voorbereid. Ik hoop dat jullie je huiswerk hebben gedaan. De reden dat jullie het lokaal nog niet binnen mogen gaan heeft twee redenen, maar dat wordt zo wel duidelijk. Ik hou het liever op een verrassing.
Toen iedereen er was deed Harry de deur open en liep met de eerste leerling naar binnen. Het was duidelijk dat ze niet wist wat ze moest verwachte, maar ze had het snel door. Ze zag de dementor voor haar staan en probeerde een patronus op te roepen. Bij de eerste poging gebeurde er niets, net als de tweede poging. De derde poging leverde een vage mist op die gelijk verdween. Daarna viel ze flauw en Harry gebruikte de patronusbezwering en toverde het meisje naar het kantoortje. In het kantoortje bracht Harry haar bij en gaf haar een groot stuk chocolade.
Toen hij haar een beetje op gemak had gesteld, riep Harry de volgende leerling. Die bracht het er niet veel beter van af, maar viel niet flauw. Harry hielp hem ook naar het kantoortje daar kreeg hij ook een groot stuk chocolade. Joost was de volgende en wist een redelijke patronus op te roepen, wat hem vijftig punten opleverde. Daarna kwam er een meisje uit Huffelpuf. Ook zij wist een flinke mist te produceren en kreeg van Harry tien punten. Ook Roos wist een goede patronus tevoorschijn te toveren. Verder waren er een jongen van Ravenklauw en een meisje uit Huffelpuf die eer grote hoeveelheid mist maakte.
Ook bij de andere klassen waren de meeste niet in staat om een goede patronus te maken. Harry gaf iedere leerling als huiswerk een opstel te schrijven over dementors en patronussen. Toen het vrijdag was, was hij blij dat de week was afgelopen. Remus had gezegd dat hij ze zelf zou nakijken en dat Harry zich daar niet druk over moest maken. Harry liep om zes uur naar de Grote Zaal waar professor Anderling hem opwachtte en vroeg hoe het gegaan was. Harry vertelde alles en wat er allemaal gebeurd was. |
|
|
  |
 |
benter
1e jaars

Verdiend:
46 Sikkels
Woonplaats: Den Haag
|
Geplaatst:
Do Mrt 16, 2006 18:47 |
 |
Zoektocht in de bergen
Hermelien vond in een van de boeken uit de bibliotheek een aanwijzing voor de vindplaats van een horcrux. Ze vertelde het gelijk aan Harry die de rest ook verzamelde. Samen besloten ze dat het een goed idee was om zo snel mogelijk te vertrekken. Harry zou gelijk het tegengif bereiden. Hermelien gig met Joost en Roos naar de keuken om eten voor onderweg te halen. Parvati en Padma regelde extra warme kleding.
De volgende ochtend waren ze klaar voor vertrek en Harry had professor Anderling ingelicht dat ze weer weg zouden gaan. Harry maakte een viavia van een ouden versleten sok naar de bergen in Japan, waar de horcrux te vinden was. Iedereen pakte de sok beet en plotseling stonden ze in Japan aan de voet van een hoge berg. Vlug trokken ze de extra kleding aan want de koude wind sneed door hun kleding en daarna gingen ze op weg.
Harry liep voorop met Joost en Roos. De rest volgde over het smalle pad. Ze trokken de bergen in waar het steeds kouder werd. Harry had de kaart uit het boek gekopieerd en zag daarop dat ze de goede kant op gingen.
Tegen het avonduur vonden Harry een grote grot. De grot was niet diep en Harry toverde een groot vuur. Samen gingen ze om het vuur zitten en maakte een simpele maaltijd klaar. Daarna gingen ze slapen terwijl er om de beurt de wacht werd gehouden.
’s Ochtends stonden ze al weer vroeg op en bij het eerste licht vertrokken ze. Tegen de middag kwamen ze bij een grot en Harry voelde de duisternis in de grot. Ze gingen naar binnen en de kou kwam ze tegemoet. Het was geen gewone kou maar de kou die Harry altijd associeerde met dementors. Harry hield zich klaar om zijn patronus op te roepen en zei de rest hetzelfde te doen. Samen liepen ze waakzaam door de grot. Plotseling verschenen er verschillende dementors en iedereen riep: “Expecto patronum!”
Er verschenen ineens tien patronussen die de dementors aanvielen. Toen alle dementors weg waren liepen ze vlug verder tot de grot dood liep. Harry maakte een sneetje in zijn arm en liet het bloed op de rots die de doorgang blokkeerde vallen. Er opende een doorgang en ze liepen een grote zaal binnen die nog duisterder aanvoelde als de grot. In het midden van de zaal stond een soort altaar. Op dat altaar stond een groot schild met een leeuw er op. Harry wist het gelijk, dit was het schild dat ooit aan Goderic Griffoendor had toebehoord. Harry liep er op af. Plotseling werd Harry tegengehouden door een onzichtbare muur. Ze probeerde alles maar ze kwamen er niet doorheen. Plotseling dacht Harry aan iets. Ze hadden alleen gewone spreuken gebruikt. Plotseling richtte Harry zijn toverstok op de muur en riep: “Avada kadavre!”
De muur werd groen en spatte uit elkaar. Samen liepen ze door en Harry pakte het schild. Dit keer werden ze niet aangevallen en Harry en zijn vrienden liepen naar de ingang van de grot. Daar maakte Harry een viavia naar Zweinstein.
Toen ze op Zweinstein aankwamen stonden ze gezamenlijk in het kantoortje van Harry met het schild. Het schild was rood met een goudkleurige leeuw. Harry zette het schild op zijn bureau en toverde de ziel uit het schild. Daarna hing hij het schild aan de muur naast de ingang. Daarna gaf hij iedereen nog een groot stuk chocolade en liet een huiself een flinke maaltijd brengen.
Na de maaltijd gingen ze allemaal uitgeput naar de slaapzalen. Onderweg werd er nog wat nagepraat. Ze kwamen niemand meer tegen omdat het inmiddels een uur was en niemand meer over de gangen mocht lopen. Toen ze bij de ingang van de Griffoendortoren aankwamen sliep de dikke dame. Daarom liepen ze terug naar het kantoortje en toverde Harry acht slaapzakken tevoorschijn en gingen ze allemaal slapen.
Toen ze de volgende dag opstonden zei Harry: “Ik weet niet of het verstandig is als we naar de eerste les gaan, we zijn allemaal uitgeput. Wij hebben het eerste uur toverdranken. Als we dat missen, halen we dat wel in het weekend in. Jullie hebben Dolleman, geloof ik. Daar is vast ook wel wat mee te regelen.”
Iedereen was het er mee eens, dus liet Harry Knijster een uitgebreid ontbijt brengen dat ze in het kantoortje opaten. Toen het tijd was voor de tweede les van de dag liepen ze samen naar het lokaal van Dolleman. De les was bijna afgelopen en Harry en de andere wachtten tot iedereen weg was. Harry had Joost en Roos gekameofleerd zodat de eerstejaars ze niet zouden zien. Toen de les was afgelopen liepen de eerstejaars naar de Grote Zaal. Harry en de andere liepen het lokaal in en Harry hief de spreuk op. Harry vertelde Dolleman dat ze weer op een missie waren geweest, iets wat Dolleman al vermoedde. Joost en Roos zouden de lessen die ze gemist hadden gelijk inhalen.
Even later kwamen de andere zevendejaars binnen, waarna Dolleman de les over de onvergeeflijke vloeken begon: “Vandaag behandelen we de onvergeeflijke vloeken. Het gebruik van deze vloeken is verboden en levert een levenslange vakantie op in Azkaban. Het is echter belangrijk dat jullie weten wat jullie te wachten staat als je het tegen een duistere tovenaar moet opnemen. De eerste is de cruciatusvloek. Als iedereen in een rij wil gaan staan, dan zal ik de vloek over iedereen uitspreken. Alleen Marcel en Harry zijn vrijgesteld.”
Iedereen ging in een rij staan en Harry zag dat Joost en Roos bijna vooraan stonden. Dolleman sprak de cruciatusvloek uit over Daan die door zijn knieën zakte en het uitgilde van pijn. Dolleman hief de vloek gelijk op en Daan stond op en liep wankelend naar zijn plaats. Daarna was Joost aan de beurt. Hij zakte bijna door zij knieën en klemde zijn kaken op elkaar om het niet uit te gillen van de pijn. Toen Dolleman de vloek ophief moest hij het bureau waar hij naast stond vastpakken om niet te vallen. Hij ging vlug zitten en Dolleman ging verder met Roos. Die klemde haar kaken op elkaar en was ook in staat te blijven staan maar trok een gezicht waaruit bleek dat het bijna ondragelijk was.
Toen Dolleman de vloek over alle leerlingen had uitgesproken zaten de meeste met een vreemde blik in hun ogen en Roos zei tegen Harry: “Dit was nog erger dan dat gif.”
Dolleman ging verder: “De tweede vloek is de imperiusvloek. Hiermee kan ik je dwingen iets te doen. Ik zal ook deze vloek over jullie uitspreken. De bedoeling is dat jullie je proberen te verzetten. Wie wil er eerst.”
Harry bood zich aan en Dolleman sprak de vloek uit en zei dat Harry op het bureau moest springen. Harry die er al veel vaker mee te maken had gehad, wist zich goed te verzetten: “Ik heb er geen zin in, doe het maar zelf.”
Daarna was Marcel aan de beurt. Ook hij wist zich redelijk te verzetten en sprong half en klapte voorover over een stoel. Ook Joost en Roos wisten zich redelijk te verzetten, hoewel ze uiteindelijk wel deden wat Dolleman zei. Veel andere leerlingen deden het veel slechter.
Toen alle leerlingen geweest waren en zich min of meer konden verzetten, ging Dolleman verder met de vloek des doods: “De laatste vloek is de vloek des doods, avada kadavre. Zoals de naam al zegt sterft degene die door deze vloek geraakt wordt. Er is geen verdediging. Hij is niet af te weren. Er is maar een persoon die hem heeft overleefd, Harry Potter.”
Daarna demonstreerde Dolleman de vloek. Hij gaf als huiswerk op om een opstel te schrijven en daarna mocht iedereen weg. Harry hoorde verschillende leerlingen zeggen dat ze naar de ziekenzaal gingen. Harry liep echter naar de Griffoendortoren, gevolgd door de rest. Daar aangekomen zag Harry dat de leerlingen vanaf het derde jaar naar Zweinsveld mochten. Harry besloot naar professor Anderling te gaan, om te vragen of Joost en Roos ook mochten gaan. Professor Anderling had hier geen bezwaar tegen.
Voor het avondeten deed professor Anderling een aantal mededelingen in verband met Zweinsveld: “Dames en heren, mag ik uw aandacht? Zoals jullie weten is er voor de leerlingen uit het derde jaar en hoger, die toestemming van hun ouder of voogd hebben, de mogelijkheid om Zweinsveld te bezoeken. Er zijn door de huidige situatie een aantal extra veiligheidsmaatregels van kracht. Niemand gaat op eigen houtje, alle leerlingen of groepjes leerlingen worden begeleid door een of meer schouwers. Verder wordt iedereen bij terugkomst gecontroleerd op de spullen die ze meenemen. Laat geen drinken of eten onbeheerd achter. Eet smakelijk!”
Iedereen begon met eten en Harry zei tegen Joost en Roos dat ze mee mochten naar Zweinsveld. Roos en Joost waren daar blij mee en Harry ging na het eten naar Remus, Tops en Dolleman. Hij vroeg hun of ze de volgende ochtend meegingen naar Zweinsveld. Dat wilde ze wel dus Harry had alles geregeld. |
|
|
  |
 |
benter
1e jaars

Verdiend:
46 Sikkels
Woonplaats: Den Haag
|
Geplaatst:
Do Mrt 16, 2006 18:48 |
 |
Aanval op Zweinsveld
De volgende ochtend liepen Harry, Joost en Roos al vroeg naar de Grote Zaal. Ze begonnen gelijk met een uitgebreid ontbijt, even later kwamen ook de andere de Grote Zaal binnen. Dolleman kwam intussen bij Harry zitten om te praten over wat ze zouden doen als er iets zou gebeuren. Harry zei: “Er zijn verschillende geheime gangen, Als er problemen zijn moet iedereen maar via de geheime gang tussen Zacharias en Zweinstein naar Zweinstein gaan. Dat is het makkelijkst. Er loopt er ook een tussen het Krijsende Krot en de Beukwilg. Het nadeel is dat we niet zo het Krijsende Krot in kunnen en het wordt dus lastig om zo leerlingen naar Zweinstein te brengen.
Om tien uur was het tijd om naar Zweinsveld te gaan. Harry, Hermelien, Joost en Roos stonden te wachten. Ron, Marcel en Ginny kwamen er al aan en nog geen minuut later Kwamen Parvati, Padma en Loena aanlopen en Uit de Grote Zaal kwamen Dolleman, Tops en Remus aanlopen. Gezamenlijk liepen ze naar Zweinsveld. Eerst gingen ze naar De Drie Bezemstelen om een flesje boterbier te drinken. Toen ze het op hadden liepen ze door naar het Krijsende Krot, want Roos wilde dat wel eens zien.
Ook gingen ze naar Zonko ’s, maar toen ze daar waren brak er paniek uit. Er was een grote groep dementors tevoorschijn gekomen. Harry liep naar buiten met een getrokken toverstok en riep: “Expecto patronum!”
Hij werd gevolgd door Dolleman, Roos, Joost en Hermelien, die ook hun patronus opriepen. Ron, Marcel, Padma en Parvati liepen de andere kant op terwijl ze ook hun patronus op te roepen. Ginny en Loena hielpen leerlingen naar de geheime gang in de kelder in Zacharias. Tops gebruikte haar patronus om professor Anderling te waarschuwen dat er leerlingen door de geheime gang naar Zweinstein zouden lopen. Harry zag dat er steeds meer schouwers ook hun patronus opriepen en Remus hield de eigenaar van Zacharias bezig, omdat die commentaar maakte over het feit dat de leerlingen de kelder in wilde lopen. Omdat Tops zag dat Remus er te lang over deed, mengde Tops zich in de discussie: “Jij gaat nu je bek houden. De leerlingen moeten naar Zweinstein gebracht worden. Daarvoor gebruiken we de tunnel die tussen je kelder en Zweinstein loopt. Als je moeilijk doet vervloek ik je tot een bloedvlek.”
Ze richtte haar toverstok op de eigenaar die eieren voor zijn geld koos en het alsnog toestond. De leerlingen werden door Loena en Ginny door de tunnel naar Zweinstein geleid.
Toen alle dementors na meer als twee uur waren verjaagd, gingen Harry met Dolleman, wat schouwers en de leerlingen die geholpen hadden de dementors te verdrijven op zoek naar leerlingen die waren achtergebleven. Twee schouwers hadden beslag gelegd op al het chocola van Zacharias. Ze vonden verschillende leerlingen. Veel leerlingen waren in paniek de winkels in gevlucht. Ook zaten er twee leerlingen in de Zweinskop en drie in de Drie Bezemstelen. Ze kregen allemaal een groot blok chocola en werden daarna via de gang naar Zweinstein gebracht.
Toen Harry met Dolleman, Joost en Roos op Zweinstein aankwamen was de aanval op Zweinsveld het onderwerp van gesprek. Professor Anderling vroeg aan Harry en Dolleman die samen als laatste uit de gang kwamen wat er gebeurd was. Ze vertelde dat alle leerlingen er waren en dat er niemand vermist werd. Er waren wel een aantal leerlingen die naar de ziekenzaal moesten maar niets ernstigs.
Tijdens het avondeten deed professor Anderling weer een mededeling: “Zoals jullie weten is Zweinsveld vanmiddag aangevallen door dementors. Hierdoor zijn alle volgende uitstapjes naar Zweinsveld die gepland stonden geschrapt. Helaas is dit nodig, maar het is voor jullie veiligheid. Ik kan gelukkig meedelen dat er geen slachtoffers zijn.”
Daarna ging iedereen eten maar het rumoer verstomde niet. Iedereen praatte over de aanval op Zweinsveld en sommige eerstejaars voelde zich niet op hun gemak. Harry hoorde van Dolleman en Tops dat de minister extra schouwers had gestationeerd op Zweinstein om het kasteel te bewaken. |
|
|
  |
 |
benter
1e jaars

Verdiend:
46 Sikkels
Woonplaats: Den Haag
|
Geplaatst:
Do Mrt 16, 2006 18:49 |
 |
Aanval op Zweinsveld
De volgende ochtend liepen Harry, Joost en Roos al vroeg naar de Grote Zaal. Ze begonnen gelijk met een uitgebreid ontbijt, even later kwamen ook de andere de Grote Zaal binnen. Dolleman kwam intussen bij Harry zitten om te praten over wat ze zouden doen als er iets zou gebeuren. Harry zei: “Er zijn verschillende geheime gangen, Als er problemen zijn moet iedereen maar via de geheime gang tussen Zacharias en Zweinstein naar Zweinstein gaan. Dat is het makkelijkst. Er loopt er ook een tussen het Krijsende Krot en de Beukwilg. Het nadeel is dat we niet zo het Krijsende Krot in kunnen en het wordt dus lastig om zo leerlingen naar Zweinstein te brengen.
Om tien uur was het tijd om naar Zweinsveld te gaan. Harry, Hermelien, Joost en Roos stonden te wachten. Ron, Marcel en Ginny kwamen er al aan en nog geen minuut later Kwamen Parvati, Padma en Loena aanlopen en Uit de Grote Zaal kwamen Dolleman, Tops en Remus aanlopen. Gezamenlijk liepen ze naar Zweinsveld. Eerst gingen ze naar De Drie Bezemstelen om een flesje boterbier te drinken. Toen ze het op hadden liepen ze door naar het Krijsende Krot, want Roos wilde dat wel eens zien.
Ook gingen ze naar Zonko ’s, maar toen ze daar waren brak er paniek uit. Er was een grote groep dementors tevoorschijn gekomen. Harry liep naar buiten met een getrokken toverstok en riep: “Expecto patronum!”
Hij werd gevolgd door Dolleman, Roos, Joost en Hermelien, die ook hun patronus opriepen. Ron, Marcel, Padma en Parvati liepen de andere kant op terwijl ze ook hun patronus op te roepen. Ginny en Loena hielpen leerlingen naar de geheime gang in de kelder in Zacharias. Tops gebruikte haar patronus om professor Anderling te waarschuwen dat er leerlingen door de geheime gang naar Zweinstein zouden lopen. Harry zag dat er steeds meer schouwers ook hun patronus opriepen en Remus hield de eigenaar van Zacharias bezig, omdat die commentaar maakte over het feit dat de leerlingen de kelder in wilde lopen. Omdat Tops zag dat Remus er te lang over deed, mengde Tops zich in de discussie: “Jij gaat nu je bek houden. De leerlingen moeten naar Zweinstein gebracht worden. Daarvoor gebruiken we de tunnel die tussen je kelder en Zweinstein loopt. Als je moeilijk doet vervloek ik je tot een bloedvlek.”
Ze richtte haar toverstok op de eigenaar die eieren voor zijn geld koos en het alsnog toestond. De leerlingen werden door Loena en Ginny door de tunnel naar Zweinstein geleid.
Toen alle dementors na meer als twee uur waren verjaagd, gingen Harry met Dolleman, wat schouwers en de leerlingen die geholpen hadden de dementors te verdrijven op zoek naar leerlingen die waren achtergebleven. Twee schouwers hadden beslag gelegd op al het chocola van Zacharias. Ze vonden verschillende leerlingen. Veel leerlingen waren in paniek de winkels in gevlucht. Ook zaten er twee leerlingen in de Zweinskop en drie in de Drie Bezemstelen. Ze kregen allemaal een groot blok chocola en werden daarna via de gang naar Zweinstein gebracht.
Toen Harry met Dolleman, Joost en Roos op Zweinstein aankwamen was de aanval op Zweinsveld het onderwerp van gesprek. Professor Anderling vroeg aan Harry en Dolleman die samen als laatste uit de gang kwamen wat er gebeurd was. Ze vertelde dat alle leerlingen er waren en dat er niemand vermist werd. Er waren wel een aantal leerlingen die naar de ziekenzaal moesten maar niets ernstigs.
Tijdens het avondeten deed professor Anderling weer een mededeling: “Zoals jullie weten is Zweinsveld vanmiddag aangevallen door dementors. Hierdoor zijn alle volgende uitstapjes naar Zweinsveld die gepland stonden geschrapt. Helaas is dit nodig, maar het is voor jullie veiligheid. Ik kan gelukkig meedelen dat er geen slachtoffers zijn.”
Daarna ging iedereen eten maar het rumoer verstomde niet. Iedereen praatte over de aanval op Zweinsveld en sommige eerstejaars voelde zich niet op hun gemak. Harry hoorde van Dolleman en Tops dat de minister extra schouwers had gestationeerd op Zweinstein om het kasteel te bewaken. |
|
|
  |
 |
benter
1e jaars

Verdiend:
46 Sikkels
Woonplaats: Den Haag
|
Geplaatst:
Do Mrt 16, 2006 18:49 |
 |
Het zwaard en de draak
Dit keer bleef iedereen staan toen ze in de bibliotheek aankwamen. Ze begonnen gelijk met zoeken, maar vonden niets. Alle boeken en voorwerpen hadden ze al meegenomen. Toen ze alle planken nogmaals hadden bekeken ze alle ruimtes die er verder waren. Ook hier vonden ze niets. Hermelien zei: “Laten we het maar opgeven. Hier is niets meer, ik denk dat we beter terug kunnen gaan.”
Harry: “Ik weet het niet. Misschien is er ergens een geheime ruimte of gang. Ik denk dat we de vorige keren iets vergeten hebben. Laten we eerst iets eten en daarna verder zoeken.”
Loena pakte de rugzak uit en ze begonnen aan de lunch. Daarna begonnen ze met zoeken naar geheime ruimtes en gangen.
Doordat ze heel nauwkeurig te werk gingen duurde dit bijna de hele middag, maar ze vonden niets. Ze besloten de volgende dag verder te gaan en terug te keren naar Zweinstein. Harry maakte een viavia die ze terug liet keren naar Harry ’s kantoortje. Ze gingen eerst naar de badkamer, waarna ze zouden verzamelen bij het kantoortje. Daarna gingen ze gezamenlijk naar de Grote Zaal. Onderweg vroeg Harry aan de klassenoudsten die de verdachte Zwadderaars in de gaten hadden gehouden. Er was niet veel bijzonders gebeurd, maar Ernst Marsman had Korzel en Kwast aan de rand van Verboden Bos gezien met iemand in een zwarte mantel. Harry had echter een vermoeden wie de geheimzinnige was, Drako Malfidus. Daarom zei Harry dat hij die avond een vergadering van de SvP wilde houden.
Na het avondeten ging Harry gelijk naar het lokaal dat hij klaar maakte voor een vergadering. Toen hij nog bezig was kwamen de eerste leden binnen. Joost en Roos waren er ook bij. Toen iedereen er was nam Harry het woord, hij vertelde in het kort wat er op de avond dat Perkamentus vermoord was, was gebeurd. Daarna zei Harry: “Ernst heeft net als andere van jullie Zwadderaars, waarvan bekent is dat ze op een of andere manier een band hebben met Voldemort, in de gaten gehouden. Ernst heeft gezien dat Korzel en Kwast aan de rand van het Verboden Bos gezien. Ze stonden daar met een persoon in een zwarte mantel. Ik denk dat er iets aan de hand is. Ik wil dat jullie de bekende personen en geheime gangen in de gaten houden. Ik zal de klassenoudsten straks nog wat extra instructie geven. Zijn er nog vragen of opmerkingen?”
Niemand had iets en Harry besloot dat er nog tijd was om lekker te oefenen. Ze oefende tot elf uur met enkele ingewikkelde spreuken die Harry had gevonden in de boeken uit de bibliotheek van Merlijn. Hij vertelde echter niet waar hij die kennis vandaan had. De meeste hadden er veel moeite mee en Harry had het heel druk met aanwijzingen te geven.
De volgende dag gingen Harry en de rest weer naar de bibliotheek. Ze gingen gelijk verder met het zoeken naar geheime ruimtes en gangen en tegen de middag hadden ze geluk. Roos vond een gang die was afgesloten met een illusie. Harry en de andere liepen de gang in en zagen dat hij uitkwam in een grote ronde kamer. In het midden van de kamer stond een grote, ronde, houten tafel met mooie houten zetels met in iedere rugleuning een fraai wapenschild. Achter iedere zetel stond tegen de muur een mooie wapenuitrusting. De zetel aan de andere kant van de ruimte was groter dan de rest en ingelegd met goud. Het was versierd met een wapenschild met een witte draak op een geel schild.
Plotseling verscheen er een vaag beeld van een man. De man was doorzichtig als een geest, maar in tegenstelling tot een geest was deze niet parelmoerwit, maar het gezicht en de handen hadden gewoon kleur. De man had een lange baard die nog langer was dan die van Perkamentus. De man begon te spreken: “Ik denk dat jullie wel kunnen raden wie ik ben. Mijn naam is Merlijn. Deze kamer is samen met mijn vertrekken het enige wat is overgebleven van Camalot. Deze tafel is de Ronde Tafel. De grootste zetel was de zetel van Koning Arthur. Daarachter staat zijn wapenuitrusting en Excellibur, zijn zwaard. Gebruik het, je zult het nodig hebben.”
Harry keek verbaast net als de anderen. Harry begon alles in de ruimte naar de bibliotheek te brengen. Van daaruit werd alles met het haardvuur naar Zweinstein gebracht. Toen alles naar Harry ’s kantoortje was gebracht hoorde Harry een hoop kabaal vanuit de gang waardoor Harry de eerste keer in de bibliotheek was gekomen. Roos zei: “Wat is er aan de hand.”
Harry: “Het klopt in ieder geval niet. Ik denk dat we moeten gaan kijken.”
Samen liepen ze de gang in en Harry opende de deur naar Walpurga’s. Duidelijk was wat er aan de hand was. Voldemort wilde iets met de gevangenen in de instelling. Dooddoeners liepen door de gangen. Snel overlegde ze wat er gedaan moest worden. Samen besloten ze om in te grijpen.
Toen de ruimte waar de gang in uitkwam leeg was glipte ze de gang uit en liepen ze naar de cellen. Alle cellen waren leeg en het was een complete chaos. Daarom liepen ze naar de eetzaal. Ook deze was verlaten, maar Joost zag dat er een hoop dooddoeners in de binnenplaats stonden. Alle mensen van de instelling waren dood en lagen op een hoop. De leerlingen zaten opgesloten in een grote kooi. Joost zei: “We moeten ze bevrijden.”
Harry: “Inderdaad! Kom mee.”
Vlug liepen ze naar de binnenplaats waar de dooddoeners al verdwenen waren omdat het was gaan regenen. Harry opende de kooi met magie en ze loodste alle kinderen uit de kooi naar buiten. Sommigen herkenden Harry, Joost en Roos. Toen ze echter bij de uitgang van Walpurga’s aankwamen stonden daar vijf dooddoeners bij de deur op wacht. De dooddoeners hielden echter niet de gang in de gaten, maar keken alleen naar buiten. Harry probeerde een viavia te maken, maar die werkte niet. Ook verdwijnselen werkte niet. Plotseling kwamen de dooddoeners in actie en begonnen doodsvloeken naar buiten sturen. Blijkbaar waren er schouwers die doorhadden wat er aan de hand was en aan het ingrijpen waren. Met een blik zag Harry dat de rest hetzelfde dacht als hij, ingrijpen. Harry verlamde gelijk de eerst dooddoener en ook de andere begonnen de dooddoeners te bestoken. Met de dooddoeners was snel afgehandeld, te meer omdat ze niet verwacht hadden dat ze van achter aangevallen zouden worden. Harry toverde de deur open en de schouwers kwamen vlug naar binnen. Tops en Romeo waren er bij. Na een kort overleg werd besloten dat alleen Harry, Joost en Roos zouden helpen, omdat zij het gebouw kenden en op die manier konden helpen. De andere zouden met de kinderen naar Zweinstein gaan. Daar zouden de zaken verder worden afgehandeld als de schouwers klaar waren. Een van de schouwers maakte buiten een viavia zodat de anderen weg konden en daarna gingen ze naar binnen. De dooddoeners hadden echter al door hoe de situatie was en waren er allemaal vandoor gegaan. Harry vertrok naar Zweinstein en een van de schouwers ging mee. De rest vertrok naar het ministerie om de zaken daar af te handelen, zoals het verhoren van de gevangen dooddoeners.
Op Zweinstein nam de schouwer de kinderen van Walpurga’s mee om ze vrij te laten en een geheugenslot te plaatsen. Ondertussen overlegde Harry en de rest wat er nog moest gebeuren. Ondertussen aten ze een grote maaltijd in het kantoortje omdat het inmiddels al laat was en ze nog geen avondeten hadden gegeten. Pas tegen twee uur liepen ze naar de Griffoendortoren, maar de Dikke Dame sliep en wilde niet wakker worden. Daarom liepen ze terug naar het kantoortje van Harry, waar ze de nacht doorbrachten. |
|
|
  |
 |
benter
1e jaars

Verdiend:
46 Sikkels
Woonplaats: Den Haag
|
Geplaatst:
Do Mrt 16, 2006 18:49 |
 |
Het zwaard en de draak
Dit keer bleef iedereen staan toen ze in de bibliotheek aankwamen. Ze begonnen gelijk met zoeken, maar vonden niets. Alle boeken en voorwerpen hadden ze al meegenomen. Toen ze alle planken nogmaals hadden bekeken ze alle ruimtes die er verder waren. Ook hier vonden ze niets. Hermelien zei: “Laten we het maar opgeven. Hier is niets meer, ik denk dat we beter terug kunnen gaan.”
Harry: “Ik weet het niet. Misschien is er ergens een geheime ruimte of gang. Ik denk dat we de vorige keren iets vergeten hebben. Laten we eerst iets eten en daarna verder zoeken.”
Loena pakte de rugzak uit en ze begonnen aan de lunch. Daarna begonnen ze met zoeken naar geheime ruimtes en gangen.
Doordat ze heel nauwkeurig te werk gingen duurde dit bijna de hele middag, maar ze vonden niets. Ze besloten de volgende dag verder te gaan en terug te keren naar Zweinstein. Harry maakte een viavia die ze terug liet keren naar Harry ’s kantoortje. Ze gingen eerst naar de badkamer, waarna ze zouden verzamelen bij het kantoortje. Daarna gingen ze gezamenlijk naar de Grote Zaal. Onderweg vroeg Harry aan de klassenoudsten die de verdachte Zwadderaars in de gaten hadden gehouden. Er was niet veel bijzonders gebeurd, maar Ernst Marsman had Korzel en Kwast aan de rand van Verboden Bos gezien met iemand in een zwarte mantel. Harry had echter een vermoeden wie de geheimzinnige was, Drako Malfidus. Daarom zei Harry dat hij die avond een vergadering van de SvP wilde houden.
Na het avondeten ging Harry gelijk naar het lokaal dat hij klaar maakte voor een vergadering. Toen hij nog bezig was kwamen de eerste leden binnen. Joost en Roos waren er ook bij. Toen iedereen er was nam Harry het woord, hij vertelde in het kort wat er op de avond dat Perkamentus vermoord was, was gebeurd. Daarna zei Harry: “Ernst heeft net als andere van jullie Zwadderaars, waarvan bekent is dat ze op een of andere manier een band hebben met Voldemort, in de gaten gehouden. Ernst heeft gezien dat Korzel en Kwast aan de rand van het Verboden Bos gezien. Ze stonden daar met een persoon in een zwarte mantel. Ik denk dat er iets aan de hand is. Ik wil dat jullie de bekende personen en geheime gangen in de gaten houden. Ik zal de klassenoudsten straks nog wat extra instructie geven. Zijn er nog vragen of opmerkingen?”
Niemand had iets en Harry besloot dat er nog tijd was om lekker te oefenen. Ze oefende tot elf uur met enkele ingewikkelde spreuken die Harry had gevonden in de boeken uit de bibliotheek van Merlijn. Hij vertelde echter niet waar hij die kennis vandaan had. De meeste hadden er veel moeite mee en Harry had het heel druk met aanwijzingen te geven.
De volgende dag gingen Harry en de rest weer naar de bibliotheek. Ze gingen gelijk verder met het zoeken naar geheime ruimtes en gangen en tegen de middag hadden ze geluk. Roos vond een gang die was afgesloten met een illusie. Harry en de andere liepen de gang in en zagen dat hij uitkwam in een grote ronde kamer. In het midden van de kamer stond een grote, ronde, houten tafel met mooie houten zetels met in iedere rugleuning een fraai wapenschild. Achter iedere zetel stond tegen de muur een mooie wapenuitrusting. De zetel aan de andere kant van de ruimte was groter dan de rest en ingelegd met goud. Het was versierd met een wapenschild met een witte draak op een geel schild.
Plotseling verscheen er een vaag beeld van een man. De man was doorzichtig als een geest, maar in tegenstelling tot een geest was deze niet parelmoerwit, maar het gezicht en de handen hadden gewoon kleur. De man had een lange baard die nog langer was dan die van Perkamentus. De man begon te spreken: “Ik denk dat jullie wel kunnen raden wie ik ben. Mijn naam is Merlijn. Deze kamer is samen met mijn vertrekken het enige wat is overgebleven van Camalot. Deze tafel is de Ronde Tafel. De grootste zetel was de zetel van Koning Arthur. Daarachter staat zijn wapenuitrusting en Excellibur, zijn zwaard. Gebruik het, je zult het nodig hebben.”
Harry keek verbaast net als de anderen. Harry begon alles in de ruimte naar de bibliotheek te brengen. Van daaruit werd alles met het haardvuur naar Zweinstein gebracht. Toen alles naar Harry ’s kantoortje was gebracht hoorde Harry een hoop kabaal vanuit de gang waardoor Harry de eerste keer in de bibliotheek was gekomen. Roos zei: “Wat is er aan de hand.”
Harry: “Het klopt in ieder geval niet. Ik denk dat we moeten gaan kijken.”
Samen liepen ze de gang in en Harry opende de deur naar Walpurga’s. Duidelijk was wat er aan de hand was. Voldemort wilde iets met de gevangenen in de instelling. Dooddoeners liepen door de gangen. Snel overlegde ze wat er gedaan moest worden. Samen besloten ze om in te grijpen.
Toen de ruimte waar de gang in uitkwam leeg was glipte ze de gang uit en liepen ze naar de cellen. Alle cellen waren leeg en het was een complete chaos. Daarom liepen ze naar de eetzaal. Ook deze was verlaten, maar Joost zag dat er een hoop dooddoeners in de binnenplaats stonden. Alle mensen van de instelling waren dood en lagen op een hoop. De leerlingen zaten opgesloten in een grote kooi. Joost zei: “We moeten ze bevrijden.”
Harry: “Inderdaad! Kom mee.”
Vlug liepen ze naar de binnenplaats waar de dooddoeners al verdwenen waren omdat het was gaan regenen. Harry opende de kooi met magie en ze loodste alle kinderen uit de kooi naar buiten. Sommigen herkenden Harry, Joost en Roos. Toen ze echter bij de uitgang van Walpurga’s aankwamen stonden daar vijf dooddoeners bij de deur op wacht. De dooddoeners hielden echter niet de gang in de gaten, maar keken alleen naar buiten. Harry probeerde een viavia te maken, maar die werkte niet. Ook verdwijnselen werkte niet. Plotseling kwamen de dooddoeners in actie en begonnen doodsvloeken naar buiten sturen. Blijkbaar waren er schouwers die doorhadden wat er aan de hand was en aan het ingrijpen waren. Met een blik zag Harry dat de rest hetzelfde dacht als hij, ingrijpen. Harry verlamde gelijk de eerst dooddoener en ook de andere begonnen de dooddoeners te bestoken. Met de dooddoeners was snel afgehandeld, te meer omdat ze niet verwacht hadden dat ze van achter aangevallen zouden worden. Harry toverde de deur open en de schouwers kwamen vlug naar binnen. Tops en Romeo waren er bij. Na een kort overleg werd besloten dat alleen Harry, Joost en Roos zouden helpen, omdat zij het gebouw kenden en op die manier konden helpen. De andere zouden met de kinderen naar Zweinstein gaan. Daar zouden de zaken verder worden afgehandeld als de schouwers klaar waren. Een van de schouwers maakte buiten een viavia zodat de anderen weg konden en daarna gingen ze naar binnen. De dooddoeners hadden echter al door hoe de situatie was en waren er allemaal vandoor gegaan. Harry vertrok naar Zweinstein en een van de schouwers ging mee. De rest vertrok naar het ministerie om de zaken daar af te handelen, zoals het verhoren van de gevangen dooddoeners.
Op Zweinstein nam de schouwer de kinderen van Walpurga’s mee om ze vrij te laten en een geheugenslot te plaatsen. Ondertussen overlegde Harry en de rest wat er nog moest gebeuren. Ondertussen aten ze een grote maaltijd in het kantoortje omdat het inmiddels al laat was en ze nog geen avondeten hadden gegeten. Pas tegen twee uur liepen ze naar de Griffoendortoren, maar de Dikke Dame sliep en wilde niet wakker worden. Daarom liepen ze terug naar het kantoortje van Harry, waar ze de nacht doorbrachten. |
|
|
  |
 |
benter
1e jaars

Verdiend:
46 Sikkels
Woonplaats: Den Haag
|
Geplaatst:
Do Mrt 16, 2006 18:50 |
 |
Kerst op Grimboudplein
Harry had besloten om de kerstvakantie door te brengen op Grimboudplein 12. Hij had onder andere verschillende leden van de SvP en de Orde van de Feniks uitgenodigd. Harry had intussen geregeld dat Knijster, Dobby en Winky tijdens de kerstvakantie helpen op Grimboudplein. Ook de kinderen die door een weerwolf waren gebeten zouden op Grimboudplein de kerst doorbrengen. Harry had intussen alles geregeld.
Toen de kerstvakantie begon gingen ze allemaal naar Grimboudplein. Ook Kasper en Dennis Krauwel die een dag eerder van professor Anderling hadden gehoord dat hun ouders net waren vermoord door dooddoeners zouden ook de kerstvakantie doorbrengen op Grimboudplein.
De vrijdag voor de kerst zouden ze samen naar de Wegisweg gaan voor de kerst inkopen doen. Samen liepen ze onder begeleiding van verschillende leden van de orde naar de Lekke Ketel. Vanuit daar liepen ze door de poort naar de Wegisweg. Daarna ging iedereen onder begeleiding zijn eigen weg. Harry ging samen met Joost, Roos, Ron en Hermelien eerst naar de dierenzaak voor voer en alle andere spullen voor hun huisdieren. Daarna gingen ze naar de winkel van Fred en George. Joost kocht het nieuwste wat de tweeling had uitgevonden, “Bee tails”. Dit waren een bijen die een aangewezen doelwit een week lang bleven volgen.
Daarna gingen ze naar madame Mallekins. Harry kocht daar een nieuw gewaad in het grijsblauw. Verder zag hij etuis voor aan de gordel om een toverstok in op te bergen. Harry kocht er voor iedereen een, voor Loena en Padma in het blauw en voor de rest in het rood. Roos en Joost kochten ook een nieuw gewaad en ook Ron en Hermelien kochten een nieuw gewaad.
Om vijf uur verzamelde de hele groep zich voor de ijssalon. Daar namen ze allemaal een ijsje, waarna ze via de Lekke Ketel naar Grimboudplein liepen. Toen ze op het Grimboudplein aankwamen ging iedereen vlug naar binnen terwijl het schilderij van mevrouw Zwarts begon te krijsen. Harry maakte hier gelijk korte metten door een monddoodbezwering te gebruiken op het schilderij.
De volgende dag zag Harry dat Lorrebos een kerstboom had geregeld. Harry had echter niet het idee dat hij er op geheel legale wijze aan gekomen was. Met zijn alle versierde ze de boom en Fred kwam met een piek die erg leek op die van een jaar eerder. Fred zei tegen Harry dat dit echter een andere tuinkabouter was. Marcel was iedere dag bij zijn ouders op bezoek geweest.
Toen iedereen opstond tijdens de eerste kerstdag begonnen ze met een uitgebreid ontbijt, waarna ze begonnen met de kerstcadeaus. Harry kreeg van Remus en Dolleman een mooi boek over verweer tegen de zwarte kunsten. Van de Wemels kreeg Harry de gebruikelijk trui en snoepvoorraad. Hagrid had een mooi boek over magische vogels gegeven en professor Anderling een boek over hoe je een faunaat moest worden.
De rest van de dag heerste er een feeststemming. Uit de radio klonk de hele dag kerstmuziek en de hele dag kwamen er leden van de orde langs. De huiselven verzorgde de hele dag hapjes en drankjes.
Om vijf uur ging iedereen aan tafel. Harry had het servies en bestek van de familie Zwarts uit de kasten gehaald voor het kerstdiner. Harry had voor het gemak een groot lopend buffet geregeld en iedereen nam wat hij lekker vond. Naast eten was er pompoensap, boterbier en verschillende soorten wijn. Langs de muren lag een rand magische sneeuw, net als over de kerstboom. Boven de hoofden zweefde brandende kaarsen.
Naast de eetkamer was ook de rest van het huis versierd. Alle hoofden van de huiselven in de gang hadden een kerstmuts en een baard gekregen. Er stonden verschillende kleine kerstbomen en overal hingen kerstballen en klokken. Verder was er veel andere versiering en het schilderij van de moeder van Sirius hadden ze eindelijk van de muur af. In plaats daarvan had Harry een schilderij van Sirius opgehangen. Sirius was echt in de kerstsfeer en had een kerstmust op en zong non stop kerstliedjes.
Het kerstfeest was tegen twee uur afgelopen en daarna ging iedereen naar huis of naar de kamers. Pas tegen twee uur werd de eerste wakker, Harry. Marcel was even later ook wakker. Hij zou vandaag naar St. Holisto ’s gaan om zijn ouders te bezoeken. Ze aten vlug wat en Harry legde een papiertje neer. Daarna liepen ze naar buiten en liepen een stukje. Hierbij waren ze constant op hun hoede. Toen ze een flink stuk hadden gelopen verdwijnselde ze naar een zijsteegje vlakbij St. Holisto‘s, waarna ze de rest weer liepen.
Binnen liepen ze gelijk naar de vierde verdieping en naar de afdeling waar de ouders van Marcel lagen, omdat Bellatrix van Detta samen met drie andere dooddoeners net zo lang gemarteld tot ze krankzinnig waren. Marcels ouders lagen nu op de afdeling voor permanente spreukschade. Samen liepen ze de afdeling op en Harry bleef bij de ingang staan. Marcel liep door naar de bedden van zijn ouders en Harry zag dat ook de oma van Marcel er was. Harry en Marcel bleven de hele middag en pas tegen etenstijd gingen ze weer weg.
Ook nu was er een zeer uitgebreide maaltijd. Tijdens het eten werd er veel gepraat over Zweinstein, de onderwerpen Orde van de Feniks, SvP en horcruxes werden nadrukkelijk vermeden omdat er ook personen waren die van niets mochten weten. Harry en Marcel hadden het voornamelijk over hun ouders.
De rest van de week hielden ze zich bezig met oefenen, lezen, studeren en uitzoeken hoe ze de laatste horcrux moesten vernietigen. Joost en Roos konden inmiddels al meer vervloekingen en verdedigingsspreuken dan de meeste zevendejaars. Hermelien hield zich voornamelijk bezig met boeken die geschreven waren in oude runen en Harry hield zich naast de horcrux ook bezig met voorbereidingen voor de SvP.
Met oud en nieuw had Harry een grote hoeveelheid vuurwerk gehaald in de winkel van Fred en George, om ’s nachts af te steken. Verder waren er oliebollen, appelflappen en salades. Verder had Harry de huiselven bowl laten maken en verder had hij een grote hoeveelheid boterbier besteld. Het werd dus een simpele en gezellige nieuwjaarsviering. Met name Joost en Roos keken met verbazing naar het vuurwerk. Degene die al langer op Zweinstein zaten hadden het al vaker gezien, omdat Fred en George hetzelfde vuurwerk hadden gebruikt om Omber, de lerares verweer tegen de zwarte kunsten die tot doel had hun toch maar zo weinig mogelijk te leren, het leven zuur te maken. De draken, sterren en andere vormen vlogen door de lucht. |
|
|
  |
 |
benter
1e jaars

Verdiend:
46 Sikkels
Woonplaats: Den Haag
|
Geplaatst:
Do Mrt 16, 2006 18:51 |
 |
Kerst op Grimboudplein
Harry had besloten om de kerstvakantie door te brengen op Grimboudplein 12. Hij had onder andere verschillende leden van de SvP en de Orde van de Feniks uitgenodigd. Harry had intussen geregeld dat Knijster, Dobby en Winky tijdens de kerstvakantie helpen op Grimboudplein. Ook de kinderen die door een weerwolf waren gebeten zouden op Grimboudplein de kerst doorbrengen. Harry had intussen alles geregeld.
Toen de kerstvakantie begon gingen ze allemaal naar Grimboudplein. Ook Kasper en Dennis Krauwel die een dag eerder van professor Anderling hadden gehoord dat hun ouders net waren vermoord door dooddoeners zouden ook de kerstvakantie doorbrengen op Grimboudplein.
De vrijdag voor de kerst zouden ze samen naar de Wegisweg gaan voor de kerst inkopen doen. Samen liepen ze onder begeleiding van verschillende leden van de orde naar de Lekke Ketel. Vanuit daar liepen ze door de poort naar de Wegisweg. Daarna ging iedereen onder begeleiding zijn eigen weg. Harry ging samen met Joost, Roos, Ron en Hermelien eerst naar de dierenzaak voor voer en alle andere spullen voor hun huisdieren. Daarna gingen ze naar de winkel van Fred en George. Joost kocht het nieuwste wat de tweeling had uitgevonden, “Bee tails”. Dit waren een bijen die een aangewezen doelwit een week lang bleven volgen.
Daarna gingen ze naar madame Mallekins. Harry kocht daar een nieuw gewaad in het grijsblauw. Verder zag hij etuis voor aan de gordel om een toverstok in op te bergen. Harry kocht er voor iedereen een, voor Loena en Padma in het blauw en voor de rest in het rood. Roos en Joost kochten ook een nieuw gewaad en ook Ron en Hermelien kochten een nieuw gewaad.
Om vijf uur verzamelde de hele groep zich voor de ijssalon. Daar namen ze allemaal een ijsje, waarna ze via de Lekke Ketel naar Grimboudplein liepen. Toen ze op het Grimboudplein aankwamen ging iedereen vlug naar binnen terwijl het schilderij van mevrouw Zwarts begon te krijsen. Harry maakte hier gelijk korte metten door een monddoodbezwering te gebruiken op het schilderij.
De volgende dag zag Harry dat Lorrebos een kerstboom had geregeld. Harry had echter niet het idee dat hij er op geheel legale wijze aan gekomen was. Met zijn alle versierde ze de boom en Fred kwam met een piek die erg leek op die van een jaar eerder. Fred zei tegen Harry dat dit echter een andere tuinkabouter was. Marcel was iedere dag bij zijn ouders op bezoek geweest.
Toen iedereen opstond tijdens de eerste kerstdag begonnen ze met een uitgebreid ontbijt, waarna ze begonnen met de kerstcadeaus. Harry kreeg van Remus en Dolleman een mooi boek over verweer tegen de zwarte kunsten. Van de Wemels kreeg Harry de gebruikelijk trui en snoepvoorraad. Hagrid had een mooi boek over magische vogels gegeven en professor Anderling een boek over hoe je een faunaat moest worden.
De rest van de dag heerste er een feeststemming. Uit de radio klonk de hele dag kerstmuziek en de hele dag kwamen er leden van de orde langs. De huiselven verzorgde de hele dag hapjes en drankjes.
Om vijf uur ging iedereen aan tafel. Harry had het servies en bestek van de familie Zwarts uit de kasten gehaald voor het kerstdiner. Harry had voor het gemak een groot lopend buffet geregeld en iedereen nam wat hij lekker vond. Naast eten was er pompoensap, boterbier en verschillende soorten wijn. Langs de muren lag een rand magische sneeuw, net als over de kerstboom. Boven de hoofden zweefde brandende kaarsen.
Naast de eetkamer was ook de rest van het huis versierd. Alle hoofden van de huiselven in de gang hadden een kerstmuts en een baard gekregen. Er stonden verschillende kleine kerstbomen en overal hingen kerstballen en klokken. Verder was er veel andere versiering en het schilderij van de moeder van Sirius hadden ze eindelijk van de muur af. In plaats daarvan had Harry een schilderij van Sirius opgehangen. Sirius was echt in de kerstsfeer en had een kerstmust op en zong non stop kerstliedjes.
Het kerstfeest was tegen twee uur afgelopen en daarna ging iedereen naar huis of naar de kamers. Pas tegen twee uur werd de eerste wakker, Harry. Marcel was even later ook wakker. Hij zou vandaag naar St. Holisto ’s gaan om zijn ouders te bezoeken. Ze aten vlug wat en Harry legde een papiertje neer. Daarna liepen ze naar buiten en liepen een stukje. Hierbij waren ze constant op hun hoede. Toen ze een flink stuk hadden gelopen verdwijnselde ze naar een zijsteegje vlakbij St. Holisto‘s, waarna ze de rest weer liepen.
Binnen liepen ze gelijk naar de vierde verdieping en naar de afdeling waar de ouders van Marcel lagen, omdat Bellatrix van Detta samen met drie andere dooddoeners net zo lang gemarteld tot ze krankzinnig waren. Marcels ouders lagen nu op de afdeling voor permanente spreukschade. Samen liepen ze de afdeling op en Harry bleef bij de ingang staan. Marcel liep door naar de bedden van zijn ouders en Harry zag dat ook de oma van Marcel er was. Harry en Marcel bleven de hele middag en pas tegen etenstijd gingen ze weer weg.
Ook nu was er een zeer uitgebreide maaltijd. Tijdens het eten werd er veel gepraat over Zweinstein, de onderwerpen Orde van de Feniks, SvP en horcruxes werden nadrukkelijk vermeden omdat er ook personen waren die van niets mochten weten. Harry en Marcel hadden het voornamelijk over hun ouders.
De rest van de week hielden ze zich bezig met oefenen, lezen, studeren en uitzoeken hoe ze de laatste horcrux moesten vernietigen. Joost en Roos konden inmiddels al meer vervloekingen en verdedigingsspreuken dan de meeste zevendejaars. Hermelien hield zich voornamelijk bezig met boeken die geschreven waren in oude runen en Harry hield zich naast de horcrux ook bezig met voorbereidingen voor de SvP.
Met oud en nieuw had Harry een grote hoeveelheid vuurwerk gehaald in de winkel van Fred en George, om ’s nachts af te steken. Verder waren er oliebollen, appelflappen en salades. Verder had Harry de huiselven bowl laten maken en verder had hij een grote hoeveelheid boterbier besteld. Het werd dus een simpele en gezellige nieuwjaarsviering. Met name Joost en Roos keken met verbazing naar het vuurwerk. Degene die al langer op Zweinstein zaten hadden het al vaker gezien, omdat Fred en George hetzelfde vuurwerk hadden gebruikt om Omber, de lerares verweer tegen de zwarte kunsten die tot doel had hun toch maar zo weinig mogelijk te leren, het leven zuur te maken. De draken, sterren en andere vormen vlogen door de lucht. |
|
|
  |
 |
benter
1e jaars

Verdiend:
46 Sikkels
Woonplaats: Den Haag
|
Geplaatst:
Do Mrt 16, 2006 18:51 |
 |
Een rat en een verrader
De leden van de SvP patrouilleerde regelmatig door de gangen en alle Zwadderaars werden continu in de gaten gehouden door leden van de SvP. Er gebeurde een lange tijd niets, maar op een aprilgebeurde er iets waar Harry aan de ene kant blij maakte, maar aan de andere kant was Harry er niet blij mee.
Er verscheen plotseling een patronus in zijn kantoortje met de mededeling dat Ernst Marsman had gezien dat Patty Park in gesprek was met een volwassen man die hij niet kende. Harry, Joost en Roos liepen naar de gang waar Ernst was en Harry herkende Peter Pippeling onmiddellijk. Harry zei tegen Joost en Ernst om Patty Park uit te schakelen Terwijl hij met Roos Peter Pippeling zou afhandelen. Patty Park en Peter Pippeling waren nog in gesprek terwijl ze niet op de omgeving letten.
Plotseling kwamen ze tevoorschijn en Patty Park en Peter Pippeling zaten ingesloten. Peter Pippeling richtte een cruciatusvloek op Harry die niet eens opzij hoefde te stappen. Daarna richtte hij een doodsvloek op Roos die niet opzij stapte maar de verdedigingsspreuk protectus levus. De doodsvloek werd teruggekaatst en raakte Patty Park, die net verlamd was door Joost, vol in de rug en viel dood voorover. Harry maakte korte metten met Peter Pippeling door hem te verlammen, verstijven en vervolgens zijn toverstok af te pakken. Daarna liet hij zijn patronus Remus halen. Intussen begon hij het een en ander uit te leggen aan Ernst: “Weet je nog dat in ons derde jaar het gerucht ging dat Sirius Zwarts mij wilde vermoorden? Hij wilde mij niet vermoorden. Sirius was ooit naar Azkaban gestuurd omdat hij mijn ouders verraden zou hebben aan Voldemort, hij zou een dooddoener zijn en dertien mensen vermoord had. Dit was echter niet zo. Dit was allemaal door dat stuk verdriet gedaan.”
Intussen kwam Remus aanlopen en zag gelijk wat er aan de hand was. Toverde een laken over het lijk van Patty Park. Daarna zorgde hij dat de gang werd afgesloten en toverde Peter Pippeling als een marionet voor zich uit. Met zijn alle liepen ze naar het kantoortje van professor Anderling.
Toen ze het kantoortje binnen liepen stond professor Anderling verbaast te kijken. Harry gaf snel uitleg en vertelde dat Patty Park dood was en nog in de gang lag. Professor Anderling liep de haard en nam contact op met het ministerie. Intussen liet ze een paar huiselven het lijk verplaatsen naar een van de kerkers. Even later kwamen er twee schouwers binnen om Peter Pippeling af te voeren.
Toen Peter Pippeling was afgevoerd riep Harry de leden van de SvP bijeen voor een vergadering. Snel liep hij naar het lokaal en zei onderweg dat hij na de vergadering Ernst nog even wilde spreken. Intussen kwamen de leden langzaamaan binnendruppelen. Hermelien vroeg wat er gebeurd was maar Harry zei dat hij dat zo zou vertellen. Toen iedereen binnen was sloot Harry de deur volledig af zodat ze niet gestoord zouden worden. Daarna begon hij met vertellen wat er gebeurd was. De meeste waren geschokt omdat er nu al dooddoeners binnen Zweinstein waren gesignaleerd. Er werd door alle leerlingen over gepraat terwijl de leden weer weggingen uit het lokaal. Harry legde aan Ernst uit dat Harry in een oud boek een verdedigingsspreuk die ook werkt tegen de doodsvloek. Daarna begon Harry de spreuk aan Ernst te leren. |
|
|
  |
 |
benter
1e jaars

Verdiend:
46 Sikkels
Woonplaats: Den Haag
|
Geplaatst:
Do Mrt 16, 2006 18:52 |
 |
Dromen en lessen
Toen Harry die avond sliep had hij een droom, waarin een aantal oude tovenaars en heksen voorkwamen. Harry herkende ze als Griffoendor, Huffelpuf, Ravenklauw, Perkamentus en Merlijn. Merlijn nam het woord: “Harry, jij heb nu het hoogste niveau bereikt. Het is nu tijd dat je leert om zonder toverstok te toveren. Niet alleen die spreuk die je al kent, maar alles kun je ook zonder toverstok.”
Plotseling voelde Harry een enorme pijn in zijn nek. Hij zag in de spiegel die net verschenen was dat er op zijn nek een brandwond zat in de vorm van een feniks en een leeuw. Merlijn ging verder: “De feniks is mijn symbool. Het wordt al generaties gebruikt door mijn familie. Jij bent de laatste levende erfgenaam die in staat is om te toveren. De andere was Perkamentus, maar die wist van niets.”
Griffoendor: “De leeuw is mijn symbool. Het staat voor moed. Jij bent degene die het duister moet stoppen, maar dat kan niet zonder vrienden.”
Perkamentus: “Jij hebt bijna de hele school verenigd. Alleen van de Zwadderaars is het niet bekend aan welke kant ze staan. Versla het duister. Versla Voldemort.”
Huffelpuf: “Vriendschap is een wapen tegen het duister!”
Griffoendor: “Moed is een wapen tegen het duister!”
Ravenklauw: “Kennis is een wapen tegen het duister!”
Perkamentus: “Jij hebt de kennis om Voldemort te verslaan!”
Merlijn: “Win deze strijd! Jij bent de hoop van de mensheid!”
Harry schrok wakker en liep naar de douche. Daar keek hij in de spiegel en zag dat er op zijn nek twee littekens zaten in de vorm van een feniks en een leeuw. Joost had Harry horen lopen en keek wat er aan de hand was. Hij zag dat Harry twee lidtekens had en vroeg hoe hij daar aan kwam. Harry vertelde niets over de droom maar zei: “Dat heeft te maken met mijn afkomst. Meer wil ik er nu niet over zeggen.”
Daarna gingen ze weer naar bed.
De volgende ochtend stond Harry vroeg op en na een flink ontbijt ging hij direct naar zijn kantoortje om te oefenen zonder toverstok. Even later kwamen Joost en Roos ook binnen, net als altijd stonden zij ook vroeg op. Roos kon al zonder moeite veranderen in een grote arend met een spanwijdte van bijna twee meter. Joost had nog veel moeite maar het was hem al een keer gelukt om en een valk te veranderen.
Een paar weken later had Hannah Albedil een grote slang door het kasteel zien verplaatsen en schrok zich rot. Harry liep op dat moment langs en vroeg: “Wat is er aan de hand?”
Hannah: “Die slang!”
Harry: “Laat mij maar!”
Harry wees met zijn toverstok op de slang en er vloog een grote groene straal op de slang af en de slang bewoog niet meer. Harry wees nogmaals naar de slang en Harry gebruikte de spreuk om een horcrux onschadelijk te maken. Daarna pakte Harry de slang op en zei tegen Hannah dat ze hem moest volgen naar zijn kantoortje. Daar zei Harry: “Wat ik nu zeg mag niet buiten deze deuren herhaald worden tot Voldemort dood is. Om onsterfelijk te worden heeft Voldemort horcruxes gemaakt en dit was er een. Voldemort is nu weer sterfelijk. Ik moet Voldemort uiteindelijk verslaan.”
Hannah: “Denk je dat je Voldemort uiteindelijk verslaan?”
Harry: “Ja. Ik heb Voldemort verschillende malen het leven zuur gemaakt. Ik zal winnen.”
Hannah: “Maar de onvergeeflijke vloeken. Die kun je niet tegen houden. Voldemort zal ze zeker gebruiken.”
Harry: “Daar heb ik al wat op gevonden. De imperiusvloek kan ik van me af zetten. Voor de cruciatusvloek en de doodsvloek heb ik wat gevonden. Bovendien sta ik er niet geheel alleen voor. De meeste leraren helpen ook en de meeste leerlingen hebben inmiddels al aangegeven om ook tegen Voldemort te strijden.”
Harry en Hannah liepen naar het kantoortje van professor Anderling.
Toen ze bij de oude waterspuwer kwamen zei Harry het wachtwoord waarna ze doorliepen naar het kantoortje. Daar was professor Anderling in gesprek met het portret van Perkamentus. Toen ze Harry en Hannah binnen had horen komen keek ze om en vroeg wat er aan de hand was. Harry begon te vertellen: “Vorig jaar heeft professor Perkamentus mij uitgelegd hoe ik Voldemort kon verslaan. Voldemort heeft zes horcruxes gemaakt. In mijn tweede jaar heb ik de eerste vernietigd, een dagboek dat van Marten Vilijn had geschreven. De tweede had Perkamentus vernietigd, een ring van Zwadderich. De derde gingen we halen op de avond dat Perkamentus stierf. Deze was echter al verwijderd door iemand met de initialen R.A.Z., de broer van Sirius. Deze vonden we in het oude huis van Sirius. Verder hebben we de laatste horcruxes vernietigd. De laatste heb ik net vernietigd, de slang van Voldemort. Ik moet alleen Voldemort zelf vernietigen. Ik heb het vermoeden dat de laatste slag hier op Zweinstein plaats zal vinden.”
Plotseling verscheen Everhard terug in zijn schilderij. Professor Anderling keek naar het schilderij en hij begon gelijk te praten: “Het ministerie is zojuist aangevallen. Binnen korte tijd zal het ministerie vallen. Op dit moment worden de medewerkkers geëvacueerd naar Zweinstein. Ook St. Holisto ’s is aangevallen en de patiënten en medewerkers worden ook naar Zweinstein vervoerd.”
Professor Anderling: “Dat is goed. Wanneer komen ze aan?”
Everhard: “Dat is niet bekend, maar het zal niet lang duren.”
Professor Anderling: “Harry, Hannah. Ik moet het een en ander regelen. Willen jullie nu gaan.”
Harry en Hannah liepen het kantoortje uit en toen ze weer in de gang stonden riep Harry alle leden van de SvP bijeen voor een vergadering. Daarna liep hij naar zijn lokaal. Toen hij bij het lokaal aankwam stonden er al een paar leden te wachten. Harry deed snel het lokaal open zodat de leden niet te veel opvielen in de gang. Het duurde nog geen vijf minuten toen alle leden binnen waren. Harry nam het woord: “Ik heb zojuist gehoord dat Voldemort het ministerie en St. Holisto ’s heeft aangevallen. Deze twee plaatsen worden op dit moment geëvacueerd naar Zweinstein. Dit maakt het patrouilleren wat lastiger maar ik vind dat we er mee door moeten gaan. Ook gaan we door met de bijeenkomsten.”
Suzanne Bonkel: “Verwacht jij dat Zweinstein dan wordt aangevallen?”
Hermelien: “Ik verwacht dat Voldemort zeker Zweinstein wil aanvallen.”
Harry: “Inderdaad. Zweinstein is in de ogen van Voldemort zeker een doelwit, om te vernietigen of om er een school van te maken voor de zwarte kunsten.”
Hannah: “Maar met al die mensen van het ministerie. Zal Voldemort wel aanvallen?”
Ron: “Voldemort was alleen bang van Perkamentus. Ik denk dat Harry hier de enige is die Voldemort kan weerstaan. Ik denk echter dat we allemaal moeten helpen want Voldemort zal niet alleen aanvallen. Hij maakt gebruik van zijn dooddoeners, reuzen, weerwolven, dementors en veel soorten andere duistere wezens.”
Suzanne: “Denk je dat het echt zo erg wordt?”
Harry: “Ja.”
Hermelien: “Ik denk dat we beter al onze vrije tijd moeten oefenen.”
Harry: “Inderdaad. Ik zal een wachtwoord op de deur zetten. Daarna geef ik aan iedereen het wachtwoord. Dan kan iedereen hier oefenen.”
Suzanne: “Maar wie houd er toezicht?”
Harry: “Ik denk dat toezicht geen probleem is. Jullie zullen elkaar niet te lijf gaan. Bovendien zijn er altijd wel leerlingen uit de hogere jaren aanwezig.”
Daarna werd daad bij woord gevoegd en begon iedereen te oefenen. Het was duidelijk dat alle leden Harry ’s waarschuwing serieus namen omdat iedereen hard werkte. Hermelien, Marcel en Ron hielden zich bezig met de eerste en tweedejaars die inmiddels met zijn tienen waren. Harry liep rond en hielp de andere leerlingen. Remus en Dolleman kwamen even later binnen en Harry vertelde vlug wat er gebeurd was en Remus en Dolleman hielpen de oudere leerlingen waar nodig.
Toen de leerlingen de volgende dag in de Grote Zaal kwamen om te ontbijten was het heel druk omdat er veel meer volwassen tovenaars dan normaal. Mensen van het ministerie, St. Holisto ’s en tovenaars die bang waren om thuis te blijven. Plotseling kwamen er verschillende volwassen tovenaars in paniek de Grote Zaal binnen. Er werd geschreeuwd dat Zweinsveld werd aangevallen. Verschillende volwassenen stonden op waarvan Harry er een aantal herkende als schouwers. Ondertussen nam professor Anderling het woord: “Zoals jullie gehoord hebben is Zweinsveld zojuist aangevallen door Voldemort. Dit betekent dat er extra veiligheidsmaatregelen van kracht worden. De lessen verzorging van fabeldieren kunnen niet meer buiten worden gehouden en zullen vervallen. Verder is het voor leerlingen verboden buiten het kasteel te komen met uitzondering van de tocht naar de kassen. Hierbij moet de hele klas bijeen blijven.”
Er werd plotseling door elkaar gepraat door iedereen. Harry gaf een teken aan de andere om aan te geven dat hij ze wilde spreken. Daarna liep hij naar het kantoortje waar de rest ook na een paar minuten verzameld waren. Harry zei: “Ik denk dat de volgende stap Zweinstein is. Het is niet anders. Ik heb het idee dat er binnen korte tijd helemaal geen lessen meer zijn. Ik wil niet dat eerste, tweede en derdejaars meehelpen met het verdedigen van Zweinstein. Zij moeten maar op de afdelingskamers blijven. Dit is met uitzondering van Joost en Roos, die hebben meer ervaring dan de meeste zesde en zevendejaars. Verder moet er gezorgd worden dat alle leerlingenkamers beschermd worden.”
Marcel: “Kunnen we het beschermen van de leerlingenkamers niet aan de leden uit de eerste drie jaren laten doen?”
Hermelien: “Ik denk dat het een riskante oplossing is. Bovendien denk ik niet dat professor Anderling het niet wil dat wij ons er mee bemoeien.”
Harry: “Dat klopt. Maar ik ben het niet van plan om het te vragen. We doen het gewoon. Ik denk dat wij allemaal genoeg ervaring hebben. Bovendien hebben wij de kennis uit de boeken. Ik doe mee. Wie nog meer?”
De rest stak een hand omhoog en Harry wist daarmee dat de rest ook wilde helpen met het verdedigen van Zweinstein. Marcel: “Ik denk dat we beter alle leden van de SvP bijeen kunnen roepen. Dan kunnen we ze het een en ander vertellen.”
Joost: “Wanneer?”
Harry: “Zo snel mogelijk.”
Roos: “Als alle leden van de SvP meehelpen, lopen we dan de volwassenen niet in de weg? En hoe zullen de leerlingen uit Zwadderich reageren als Voldemort aanvalt?”
Harry: “Van sommige Zwadderaars is de reactie bekend. Ze zullen zich bij Voldemort aansluiten. Van sommige weet ik het niet. Sommige zullen aan onze kant staan. Daar zal ik het met professor Anderling spreken. Over het in de weg lopen, dat moeten we voorkomen. Wel denk ik dat de leerlingenkamer en leerlingen van Zwadderich in de gaten gehouden moeten worden.”
Joost: “Kan dat niet worden gedaan door een paar leden van de SvP, bijvoorbeeld de vierde en vijfdejaars?”
Hermelien: “Dat is een goede oplossing. Aan welke kant staat Vilder?”
Harry: “Dat weet ik niet. Ik ga nu eerst met professor Anderling praten.”
Harry liep naar het kantoortje van professor Anderling. Die was druk bezig met enkele leden van de orde en Harry wachtte tot de leden weg waren. Toen alle leden weg waren ging Harry naar binnen en professor Anderling: “Wat kan ik voor je doen Harry?”
Harry: “Ik heb een paar zorgen. Hoe zullen de leerlingen van Zwadderich reageren als Voldemort de school aanvalt. Zullen ze zich bij hem aansluiten?”
Professor Anderling: “Dat weet ik niet. Daar zal ik het met professor Slakkenhuis over hebben.”
Harry: “Dat was waar ik mee zat. Bedankt.”
Harry liep het kantoortje uit en ging naar zijn kantoortje om met de rest te spreken. De andere zaten daar nog op hem te wachten. Harry zei dat professor Anderling het met professor Slakkenhuis over de Zwadderaars zou hebben. Daarna riep Harry de gehele SvP bijeen. Daarna liepen ze naar het lokaal.
In het lokaal hielden ze een korte vergadering om alles te bespreken met alle leden van de SvP. Harry nam eerst het woord: “Als Zweinstein wordt aangevallen is het niet de bedoeling dat leden van de SvP de leraren en schouwers in de weg lopen. Daarom wil ik niet dat de eerste, tweede en derdejaars meehelpen. Zij kunnen wel de leerlingenkamers helpen beschermen. Ook denk ik dat het verstandig is als Zwadderaars in de gaten worden gehouden. Ik stel voor dat de vierde en vijfdejaars dat doen. Zwadderaars die zich bij Voldemort aansluiten moeten gewoon uitgeschakeld worden. De rest kan helpen met de verdediging, zolang we niet worden teruggestuurd.”
Er werd plotseling druk gepraat. Harry ging na een korte pauze verder: “Zolang kruidenkunde doorgaat in de kassen, is het een risico. Als jullie worden aangevallen tijdens de les of op weg tussen het kasteel, neem geen risico en ga terug naar het kasteel tenzij anders wordt aangegeven door een leraar of medewerker van het ministerie. Roep ook zo snel mogelijk een bericht aan ons.”
Niemand had vragen dus ging iedereen zijn eigen weg. Er waren leerlingen die Zwadderaar in de gaten hielden, sommigen hadden een grote stapel huiswerk en ook een aantal hielden zich bezig met het bewaken van de geheime gangen.
Harry bleef even in het lokaal zitten en Remus kwam binnen. Remus: “Het ziet er naar uit dat Zweinstein binnenkort wordt aangevallen door Voldemort. Ik heb al verschillende weerwolven herkend en de dementors zijn gesignaleerd. We zullen er een aardige dobber aan hebben, zelfs met de hulp van de medewerkers van het ministerie.”
Harry: “Dat had ik wel verwacht. Zweinstein is zoals het nu is een doorn in de ogen van Voldemort. Bovendien ben ik hier. Wat ik mij afvraag, is hoe weet Voldemort binnen te komen met alle beveiligingsmaatregelen.”
Remus: “Binnenvliegen is lastig door de maatregel die Perkamentus heeft geplaatst voordat hij stierf. De poort is gesloten en wordt beschermd door verschillende bezweringen. De geheime gangen zijn afgesloten en kunnen niet worden gebruikt om het kasteel binnen te komen en verschijnselen is niet mogelijk.”
Joost, die ook was gebleven, zei: “Hoe willen ze dan binnenkomen?”
Harry: “Binnenvliegen kan wel, maar is wel lastig.”
Remus: “Wat doe jij als Zweinstein wordt aangevallen?”
Harry: “Ik heb nog een rekening te vereffenen met Voldemort. Volgens de voorspelling ben ik degene die Voldemort moet verslaan. Ik zal het tegen hem moet opnemen. Voor een groot deel ben ik er mee klaar. Ik moet alleen Voldemort doden.”
Remus: “Zijn er andere die ook willen helpen?”
Harry: “Ja. Ik heb gezegd dat de eerste, tweede en derdejaars niet mochten helpen. Die kunnen als het nodig is de leerlingenkamers beschermen. De vierdejaars houden de Zwadderaars in de gaten. De rest heb ik gezegd dat ze mogen helpen met de verdediging van Zweinstein als ze willen en niet worden teruggestuurd. Voor Joost en Roos heb ik een uitzondering gemaakt, die hebben voldoende ervaring met verweer tegen de zwarte kunsten, dat hebben ze al bewezen. Bovendien kennen ze Zweinstein en met name de geheime gangen beter dan de schouwers en de meeste leden van de orde.”
Remus: “Dat ben ik met je eens, jullie hebben meer dan voldoende ervaring. Het probleem is dat we het niet kunnen verantwoorden als jullie sterven. Dat is een reële optie.”
Harry: “Je weet hoe mijn oom en tante er over denken.”
Joost: “En onze voogd zien in ons alleen een geldbron. Ze vangen het geld en lieten ons in een tuchtschool zitten, omdat het gratis was. Onze ouders waren aan de drugs en gaven niets om ons. Ik denk dat ze inmiddels dood zijn.”
Remus: “Dat snap ik. Maar hoe zit dat met de andere leerlingen?”
Harry: “Ik heb gezegd dat de keuze aan hen is en dat ze terug naar de afdelingsruimtes moeten gaan als dat wordt gezegd.”
Remus: “Heel wijs.” |
|
|
  |
 |
benter
1e jaars

Verdiend:
46 Sikkels
Woonplaats: Den Haag
|
Geplaatst:
Do Mrt 16, 2006 18:52 |
 |
Aanval op Zweinstein
Halverwege de week zat Harry even in de leerlingenkamer omdat de les toverdranken was afgelast wegens de ziekte van professor Slakkenhuis. Harry keek uit het raam en raakte gedeprimeerd door het feit dat ze niet meer naar buiten mochten, met uitzondering voor de lessen kruidenkunde. Harry zag dat Roos net terug kwam van kruidenkunde Plotseling verscheen er uit de struiken een grote groep dooddoeners en inferi. Harry riep zijn patronus op terwijl hij naar de hal van het kasteel liep.
Toen hij in de hal aankwam stonden er al een groot aantal leden van de SvP te wachten. Harry liep gelijk door naar buiten terwijl paniekerige eerstejaars naar binnen vluchtten. Joost en Roos waren bezig zich rustig terug te trekken naar de school. Een dooddoener probeerde Roos met een doodsvloek te raken, maar Harry vervloekte de dooddoener echter zonder zijn toverstok of een spreuk te gebruiken. De dooddoener viel achterover. Verschillende dooddoeners keken in Harry ’s richting en de inferi vielen Harry aan. Harry leek niet te reageren, maar de inferi vlogen spontaan in brand. Joost raakte een dooddoener in het gezicht, waardoor de dooddoener krijsend door de knieën zakte. Roos blies een dooddoener door de lucht, waarna hij vol tegen de beukwilg. Op dat moment kwamen de leden van de orde aanrennen. Dit was voor de dooddoeners reden om er vandoor te gaan.
Professor Anderling, de andere leraren en de schouwers keken verbaast naar de uitgeschakelde dooddoeners en Harry, Joost en Roos. De schouwers begonnen gelijk met het bijeen brengen van de dooddoeners Professor Anderling vroeg wat er gebeurd was en Harry antwoordde: “Ik zag vanuit de leerlingenkamer dat dooddoeners de school aanvielen en Heb iedereen gewaarschuwd en ben vervolgens naar buiten gegaan om de strijd aan te binden met de dooddoeners en de eerstejaars te helpen. Het resultaat is bekend, dat zie je hier.”
Professor Anderling: “Ik wil dat jullie nu even naar de ziekenzaal gaan.”
Harry, Joost en Roos liepen naar de ziekenzaal en madame Plijster vroeg: “Wat hebben jullie nu weer voor gevaarlijke stunts uitgehaald.”
Harry: “We hebben alleen wat ruzie gehad. Professor Anderling wilde dat we hiernaartoe gingen om ons te laten nakijken.”
Madame Plijster: “Oké, dan zullen we even kijken.”
Madame Plijster keek Harry, Roos en Joost na, waarna ze zei: “Jullie mankeren niets. Dat is dan de eerste keer zijn dat je ongeschonden van een incident afkomt.”
Harry: “Ik word steeds beter in het afhandelen van dooddoeners zonder gewond te raken. Enkele van de dooddoeners zijn er minder goed vanaf gekomen. Een kreeg ruzie met de beukwilg, nadat Roos hem geraakt had.”
Madame Pleister: “Ik denk wel dat jullie beter de rest van de dag kunnen uitrusten en de rest van de dag vrij nemen.”
Harry, Joost en Roos gingen naar het kantoortje van Harry, waar ze nog wat napraatten. |
|
|
  |
 |
benter
1e jaars

Verdiend:
46 Sikkels
Woonplaats: Den Haag
|
Geplaatst:
Do Mrt 16, 2006 18:53 |
 |
Dementors in Zweinstein
Door het feit dat niemand meer het gebouw mocht verlaten ontstonden er regelmatig opstootjes en de stafleden, klassenoudsten en hoofdmonitoren hadden het heel druk. Post kwam met grote vertraging aan doordat alle binnenkomende post werd gecontroleerd en ook de post naar buiten werd gecontroleerd, opdat er geen geheimen vanuit Zweinstein werden gesmokkeld. De krant werd door het ministerie verspreid in het kasteel, maar deze stonden altijd vol met verdwijningen, moorden en andere dingen die Voldemort en zijn dooddoeners op hun geweten hadden.
Harry was het zat, maar had geen keuze. Hij hield zich aan de regels omtrent het verlaten van de school. Hij was naast de schoolvakken voornamelijk bezig met de SvP en de duelleerclub. Tijdens de duelleerclub was er ook een duidelijk verschil te zien in niveau van de leerlingen. Sommigen konden hoewel ze al meer dan een half jaar meededen nog niet eens fatsoenlijk ontwapenen, terwijl er ook eerstejaars waren die al een groot aantal vervloekingen wisten te gebruiken. Met name Joost en Roos hadden een groot aantal spreuken en vervloekingen op hun lijstje staan. Daar kwam bij dat ze zeker niet bang waren en het opnamen tegen de zesde en zevendejaars.
Veel Zwadderaars lieten blijken dat ze zich wilde aansluiten bij Voldemort en zijn dooddoeners. Leden van de SvP hielden ze nauwkeurig in de gaten en volgden ze iedere stap. Daardoor was het voor de Zwadderaars onmogelijk om iets uit te halen. Schouwers en leden van de orde hielden alle geheime gangen in de gaten.
Ook waren er kleine incidenten doordat dooddoeners de school wisten binnen te glippen, maar ze wisten geen schade aan te richten doordat ze snel gesnapt waren. De dooddoeners die waren gesnapt, werden zeer snel berecht. De meeste werden uitgehoord en daarna gedood. Enkele stierven echter al tijdens het verhoor.
Toen Harry, Marcel, Ron en Hermelien naar de kassen liepen voor de les kruidenkunde. Onderweg komen ze Joost en Roos tegen, die net hun les kruidenkunde er op hadden zitten. Plotseling wordt het koud en sommige eerstejaars kijken angstig om zich heen. Harry wist wat het betekende en had zijn toverstok al in zijn hand toen hij naar buiten ging. Harry riep net als Ron, Joost, Roos, Hermelien en Ron zijn patronus op. De eerstejaars lagen of zaten trillend op de grond, niet in staat om te bewegen. De patronussen cirkelde om hen heen, de dementors weghoudend van de eerstejaars. Het waren er echter te veel om weg te jagen.
Na een tijdje kwamen Remus, Dolleman, Tops en Romeo naar buiten rennen terwijl ze hun patronus opriepen. Ze werden gevolgd door verschillende schouwers onder aanvoering van de minister. De dementors waren echter met zoveel dat het al donker werd toen alle dementors waren verjaagd. Remus toverde een enorme berg chocolade tevoorschijn. De eerstejaars waren zo geschrokken maar Remus duwde iedereen een groot stuk chocolade in de handen en zei dat ze het op moesten eten. Daarna moest iedereen naar het kasteel. Tors en Romeo liepen naar de kassen om de leerlingen die daar waren op te halen. In het kasteel hoorde Harry de stem van professor Anderling: “In verband met de meest recente aanval van Voldemort wil ik dat alle leerlingen zich in de Grote Zaal verzamelen. Alle lessen vandaag vervallen.”
Remus zei tegen de leerlingen die betrokken waren bij de aanval van de dementors: “Ik wil dat jullie meegaan naar de ziekenzaal. Madame Plijster zal jullie eerst nakijken. Harry, ik denk dat jullie beter ook even meekunnen gaan.”
Samen liepen ze naar de ziekenzaal waar madame Plijster iedereen nakeek en daarna iedereen voor de tweede keer een groot stuk chocola gaf. Toen iedereen zich weer een beetje beter voelde gingen ze naar de Grote Zaal. Daar wachtte professor Anderling aan de oppertafel met de andere leraren. Toen iedereen zat stond professor Anderling op en begon met haar mededelingen: “Zojuist heeft er weer een aanval plaatsgevonden. Er zijn gelukkig geen gewonden. De school is aangevallen door dementors. Dit is de tweede aanval, waardoor ik besloten heb om ook de lessen kruidenkunde niet langer buiten te laten plaatsvinden in de kassen. Er wordt gekeken of de lessen in de school kunnen plaatsvinden. Is dat niet mogelijk zullen deze lessen te vervallen. Deze week vervallen deze lessen zeker. Ik wil de leerlingen die bij de aanval betrokken waren zo even spreken. Als jullie even blijven, terwijl de rest nu naar de leerlingenkamers of de bibliotheek gaat.”
Iedereen verliet de Grote Zaal en professor Anderling liet de leerlingen die achter waren gebleven hoe het ging en wat er was gebeurd. Harry begon met vertellen wat er gebeurt was. Professor Anderling keek met nog meer verbazing, met name naar Joost en Roos. Daarna zei ze: “Ik weet niet of het voor jullie zin heeft dat jullie de lessen volgen met de andere eerstejaars. Ik zal overleggen met de leraren of jullie niet beter de lessen kunnen volgen met de tweede en de derdejaars, of dat jullie eigen opdrachten krijgen. Harry en Hermelien kennende kunnen zij jullie wel helpen met de lessen als jullie hulp nodig hebben.”
Roos en Joost gaven aan dat ze daarbij geen bezwaar hadden en het liefst eigen opdrachten kregen. Daarna ging professor Anderling verder: “Omdat Harry en zijn vrienden de dementors hebben verjaagd krijgt elk van hen 50 punten voor de afdelingsbeker.”
Op dat moment komt ook de minister binnen en zegt: “Ik heb gehoord wat er gebeurd is. Ik wil jullie allemaal een orde van Merlijn eerste klas uitrijken.”
Harry, Joost, Roos, Hermelien en Marcel kregen elk een medaille uitgereikt. De minister had echter niet veel tijd omdat hij gelijk weer werd weggeroepen omdat een paar schouwers een incident had gehad met een aantal dooddoeners. Professor Anderling ging daarna verder: “Ik heb gezien dat jullie allemaal in orde zijn. Ik wil dat jullie nu goed uitrusten, morgen zijn er weer lessen. Ik zal intussen met de leraren overleggen hoe Joost en Roos het beste de lessen kunnen volgen.”
Iedereen ging de Grote Zaal uit en liep naar de afdeling. Harry liep echter niet naar de Griffoendortoren, maar naar zijn kantoortje. Daar laadde hij met magie alle boeken uit de bibliotheek van Merlijn in de koffers, waarna hij alles meenam naar de Griffoendortoren.
Toen hij in de toren aankwam zat iedereen om de leerlingen die bij het incident waren betrokken, die daardoor gedwongen waren alle vragen te beantwoorden over wat er was gebeurd. Harry vond dat hij het beste met de rest van de ploeg kon overleggen over wat er moest gebeuren. Daarom gebruikte hij zijn patronus om Padma en Loena ook te laten weten dat hij ze wilde spreken. Daarna gaf hij de rest een seintje om naar de slaapzaal te komen. Zelf wachtte hij Padma en Loena op in de gang met de onzichtbaarheidsmantel.
Toen Loena en Padma er waren, gaf hij de onzichtbaarheidsmantel en ging ze voor naar de slaapzaal waar de rest al zat te wachten. Hij toverde de deur dicht op een manier dat hij niet geopend kon worden met en spreuk uit een van de boeken uit de bibliotheek van Merlijn. Daarna begon Harry met te vertellen: “Zoals jullie weten is Zweinstein net weer aangevallen. Ik heb het gevoel dat Voldemort Zweinstein zo snel mogelijk wil aanvallen. Ik denk dat het een goed idee is om de andere leerlingen, die volledig vertrouwd kunnen worden, de spreuken uit de bibliotheek ook te leren. Jullie kennen ze allemaal, daarom wil ik dat Loena en Padma de leerlingen van Ravenklauw helpen. Ik denk dat het alleen zinvol is om de hoogste jaren alles te leren, maar als er lagerejaars bijzitten waarvan jullie denken dat ze het ook aankunnen, mag je het hun ook leren. Ik zal de leerlingen van Huffelpuf helpen, maar moet nog uitzoeken hoe ik dat het beste kan doen. Waarschijnlijk zal het niet gaan in hun leerlingenkamer, omdat het niet gebruikelijk is dat die bekend wordt gemaakt aan leerlingen van andere afdelingen. Ook wil ik kijken of er geen geheime gang uitkomtin de Geheime Kamer en of het mogelijk is om er te verschijnselen. Wie gaat er mee?”
Joost, Roos en Marcel gingen mee. Loena en Padma gingen gelijk naar de leerlingenkamer van Ravenklauw om met de leerlingen die volledig vertrouwd konden worden af te spreken om te oefenen. Hermelien en Ron deden hetzelfde met de leerlingen van Griffoendor. Harry liep met Marcel, Joost en Roos naar de wc waar de ingang voor de Geheime Kamer was.
Toen ze bij de wc aankwamen hoorde Harry Jammerende Jenny al huilen. Harry vroeg aan Roos om te kijken of de kust veilig was, wat zo was en Harry ging samen met de rest naar binnen, Jenny keek op en zei gedag tegen Harry en vroeg: “Wat doe jij hier, jij komt tegenwoordig niet meer langs?”
Harry: “Ik heb het te druk met het verslaan van de tovenaar die jouw ook heeft vermoord. Hier is de ingang van de Geheime Kamer die Zalazar Zwadderich heeft gebouwd. Voldemort kent deze en ik wil weten of hij hem kan gebruiken om Zweinstein binnen te komen. Doe jij mee?”
Jenny: “Dat is goed.”
Harry zei in sisselspraak: “Open!”
De rest werd angstig en Harry zag dat er een opening ontstond. Alleen Jenny wist dat deze hier was. Harry trok zijn toverstok en liep vervolgd door de rest de gang in. Ze liepen door een gang die op veel plaatsen was ingestort en overal zaten scheuren. Uiteindelijk na veel klauteren over brokstukken kwamen ze bij een grote deur. De poort bestond uit twee grote stenen slangen. Harry gebruikte ook nu sisselspraak om de deur open te maken. Harry was er al en keer geweest, maar de rest keek verbaasd. Het eerste wat Harry probeerde was verschijnselen, iets dat niet lukte. Daarna keken ze of er een gang uit de Geheime Kamer was.
Na twee uur kwamen ze weer samen en hadden ze vastgesteld dat er geen gangen uitkwamen in de Geheime Kamer. Ze gingen terug naar de leerlingenkamer. Harry zag dat Ron, Hermelien en Parvati bezig waren met het trainen van enkele vijfde, zesde en zevendejaars in de oude spreuken. Harry begon gelijk met het helpen. |
|
|
  |
 |
benter
1e jaars

Verdiend:
46 Sikkels
Woonplaats: Den Haag
|
Geplaatst:
Do Mrt 16, 2006 18:53 |
 |
De laatste confrontatie
Toen mei aanbrak had iedereen gehoopt op mooier weer, maar het regende hard en er was een kille wind. Het terrein rond het kasteel was mistig door het voortplanten van de dementors. Dat maakte echter niet uit omdat geen leerling het kasteel mocht verlaten. De kranten en post werd niet langer bezorgd, niet alleen omdat de meeste tovenaars binnen de muren van het kasteel verbleven. De leden van de orde liepen permanent wachtrondes en na zonsondergang mocht niemand meer van de slaapzaal afkomen.
Op een morgen, toen alle leerlingen aan het ontbijten waren, kwam er plotseling een tovenaar de Grote Zaal binnen. Harry keek verbaast, want het was professor Sneep. Twee schouwers trokken hun toverstok om hem te doden, maar Harry voorkwam dat. Sneep begon te vertellen: “Perkamentus heeft mij bevolen hem te vermoorden. Toen ik de doodsvloek over hem uitsprak was hij al stervende. Ik moest hem doden om mijn dekmantel te beschermen. Maar dat is nu niet van belang. Voldemort zal Zweinstein binnen een half uur aanvallen.”
Plotseling brak er paniek uit. Verschillende eerstejaars en tweedejaars begonnen te gillen. Professor Anderling schreeuwde: “Stilte!”
Het werd stil en professor Anderling ging verder: “De zesde en zevendejaars mogen helpen Zweinstein te verdedigen. Ik wil dat de klassenoudsten van het vijfdejaars de leerlingen naar de slaapzalen begeleiden.”
Joost en Roos keken naar Harry, die met een begrijpelijke blik terugkeek. Een van de klassenoudsten wilde Joost en Roos meetrekken, maar professor Anderling zei dat er voor hen een uitzondering werd gemaakt. Harry zag ook dat er enkele vijfde en zesdejaars de Zwadderaars volgden om er zeker van te zijn dat ze zich niet bij Voldemort aansloten. De leerlingen die hadden besloten om te helpen Zweinstein te verdedigen zouden de binnenplaats van het kasteel beschermen onder leiding van Dolleman en Remus. Harry zag dat de leraren met enkele leden van de orde naar de poort liepen. Ook waren er schouwers die de geheime gangen zouden vernietigen.
Toen Harry buiten kwam was het geheel stil, maar Harry wist dat dit de stilte was voordat de hel zou losbreken. Harry en de anderen stonden op het bordes van het kasteel. Dolleman, Remus, Hermelien, Ron en Ginny en Loena stonden aan de ene kant van Harry en Joost, Roos, Marcel, Parvati en Padma stonden aan de andere kant. Ook de andere leerlingen stonden op de binnenplaats. Plotseling brak de hel los. De poort werd volledig weggeblazen en de dooddoeners en duistere wezens drongen Zweinstein binnen, gevolgd door Voldemort die wat achter bleef. Harry wist wat hem te doen stond. Hij had het zwaard van Merlijn in zijn rechterhand en Excellibur in zijn andere hand. Zijn toverstok hing aan zijn riem, maar hij had hem niet nodig. De eerste dooddoener die hij passeerde kreeg een houw met het zwaard van Merlijn. Een ander kreeg een houw van boven met Excellibur en Harry nam niet de moeite om het zwaard uit zijn lijf te halen. Marcel was in gevecht met de broers Van Detta. Ook de andere waren inmiddels in gevecht. Een paar dementors en inferi vielen Harry aan maar hij riep zonder zelfs maar zijn toverstok te pakken zijn patronus en het vlammende hert, maar hierbij gebeurde er iets vreemds, Zijn patronus leek in brand te staan en het was er niet een maar meer dan honderd, die om Harry heen cirkelden. Harry liep verder in de richting van Voldemort.
Voldemort gebruikte een doodsvloek op Harry, maar Harry liep gewoon verder. De vloek bereikte Harry niet maar werd in de richting van een dooddoener gekaatst die professor Anderling wilde vermoorden. Vervolgens gebruikte Voldemort een cruciatusvloek die Harry terug liet kaatsen naar Voldemort. Voldemort zakte bijna door de knieën maar wist net te blijven staan. Harry lachte bij wat hij zag en zei: “Voldemort, je kan nooit winnen. Je horcruxes zijn vernietigd en ik ken magie uit de oude tijden. Het stond al vast. Jij hebt mij aangewezen als je gelijke, maar ik heb je overstegen.”
Voldemort: “Ik ga eerst jou vermoorden en daarna dat zielige groepje tovenaars.”
Harry: “Mij vermoorden, je kon me niet doden toen ik een baby was en ik heb je al zo vaak verslagen dat ik de tel kwijt ben.”
Voldemort gebruikte weer een paar doodsvloeken, maar Harry wist de eerste zonder problemen af te weren, de tweede werd door de feniks van Harry opgegeten. De derde kaatste Harry terug naar Voldemort die nog net kon wegduiken.
Het aantal dooddoeners verminderde snel door het toedoen van leerlingen, leraren, leden van de orde en medewerkkers van het ministerie. Patronussen vlogen in het rond, net als enkele vlammende dieren die dementors en inferi aanvielen. De leerlingen schakelden in groepjes dooddoener na dooddoener uit. Spreuken vlogen in het rond. Sommige leerlingen lagen bewusteloos op de grond, net als professor Banning, twee schouwers. Dolleman was in gevecht met drie dooddoeners en Marcel was nog steeds bezig met de VanDetta ’s. Joost en Roos vielen samen steeds een dooddoener aan die even alleen stond. Iets wat hen heel goed afging. Hermelien, Ron en Ginny stonden samen omringd door dooddoeners waarvan meer dan de helft het bewustzijn had verloren of dood was.
Voldemort schoot weer een aantal doodsvloeken op Harry af, maar geen van alle raakte hem. Harry weerde alle vloeken af door ze te blokken met grote keien. Daarna liet Harry de restanten van de vergruisde keien in de richting van Voldemort vliegen. Die wist de grootste stukken te ontwijken, maar werd geraakt door een hoop gruis en kleine kiezelsteentjes. Harry liet vervolgens een groot rotsblok naar Voldemort vliegen. Voldemort kreeg het rotsblok tegen zijn hoofd. Voldemort verloor niet het bewustzijn, maar hij was duidelijk aangeslagen. Harry gebruikte een aantal vervloekingen tegen Voldemort, die daardoor zijn zelfbeheersing verloor. Hij gebruikte weer een doodsvloek tegen Harry die hem weer afweerde. Voldemort kreeg de afgeweerde doodsvloek vol in zijn gezicht en viel achterover. Harry liep naar Voldemort en keek of hij nog ademde, iets wat niet het geval was.
Harry liep naar Marcel en vervloekte een van de gebroeders VanDetta, die bewusteloos neerviel. Bellatrix draaide zich om en gebruikte de cruciatusvloek. Harry stuurde de vloek zonder moeite terug, terwijl Marcel een doodsvloek van de laatste VanDetta terug. Hij viel neer en Bellatrix lag stuiptrekkend op de grond. Harry verlamde Bellatrix zonder moeite en ze verloor het bewustzijn. Daarna gingen ze alle twee uit elkaar. Harry liep op een dooddoener af die Harry herkende als Lucius Malfidus. Hij vuurde een doodsvloek af op Harry, maar die kaatste terug naar Lucius die dood neerviel. De meeste dooddoeners begonnen in de gaten te krijgen dat Voldemort dood was en probeerde te vluchten. Dit werd echter verhinderd doordat er niet verdwijnseld kon worden en de verdedigers dit probeerde te verhinderen. Zweinstein werd volledig afgesloten en de meeste dooddoeners gaven zich over. De rest werd gedood. |
|
|
  |
 |
benter
1e jaars

Verdiend:
46 Sikkels
Woonplaats: Den Haag
|
Geplaatst:
Do Mrt 16, 2006 18:54 |
 |
Zwadderaars
Toen de meeste Toen het duidelijk was dat de dooddoeners waren verslagen verscheen er plotseling een patronus in de vorm van een raaf. Harry wist dat dit de patronus van een van de leden van de SvP was die de Zwadderaars in de gaten hield. Harry riep een aantal deden van de SvP die in zijn buurt stonden hem te volgen en liep daarna in de richting van de leerlingenkamer van de Zwadderaars. Daar aangekomen hoorde Harry al wat er aan de hand was, er was tussen de leerlingen van Zwadderich een ruzie uitgebroken over het wel of niet helpen van Voldemort. Professor Slakkenhuis, die was meegelopen, opende de leerlingenkamer en ging met de leden van de SvP tussen de twee groepen staan. Er lagen verschillende Zwadderaars bewusteloos op de grond en er vlogen vloeken door de hele kamer. Uiteindelijk werden alle leerlingen die niet meteen ophielden met ruziën verlamd en daarna werden alle Zwadderaars die waren geraakt naar de ziekenzaal gebracht.
Madame Plijster bracht ze daar bij, maar het liep gelijk weer uit de hand. Harry en de andere waren gedwongen om verschillende Zwadderaars weer te verlammen om de rust te herstellen. Madame Plijster had het door de slag om Zweinstein en de ruzie binnen Zwadderich zeer druk, hoewel ze hulp had van de helers van St. Holisto ‘s. Daarom werden alle Zwadderaars die op de ziekenzaal lagen vastgebonden.
Harry liep vervolgens naar buiten om professor Anderling in te lichten over de ruzie binnen Zwadderich en dat er veel Zwadderaars op de ziekenzaal lagen. Ze was daar niet blij mee omdat er veel gewonden waren. De minister stond vlak bij Harry en professor Anderling en wist een oplossing: “Ik denk dat er voorlopig niet veel lessen worden gegeven. Kunnen de lokalen niet worden gebruikt als extra ziekenzalen?”
Harry: “Het is een oplossing. Er zijn genoeg helers en ruimtes die niet gebruikt worden. Het zal echter wel wat tijd kosten om de ruimtes in te richten.”
Professor Anderling: “Ik denk dat we er gelijk aan moeten beginnen. Ook de dooddoeners die verzorging nodig hebben moeten bewaakt worden en ik denk dat we de leerlingen die hebben meegeholpen met de verdediging van Zweinstein ook even moeten laten nakijken.”
Professor Anderling liep naar binnen en Harry liet de leden van de SvP verzamelen op een plaats waar het rustig was, het hutje van Hagrid.
Toen alle leden van de SvP waren verzameld voor het hutje van Hagrid zag Harry dat hij een aantal deden miste. Ernst Marsman was geraakt door een verdwaalde vloek. Ook twee vijfdejaars uit Huffelpuf waren dood, zo vertelde Hannah Albedil. Ze waren door verschillende doodsvloeken geraakt, voordat de leden van de SvP de dooddoeners hadden uitgeschakeld. Suzanne Bonkel was geraakt door meerdere cruciatusvloeken, maar leefde nog. Twee Ravenklauwers hadden haar al naar de ziekenzaal gebracht waar twee helers zich over haar hadden ontfermd.
Sommige leden van de SvP waren geraakt door een of meerdere vervloekingen. Padma was in de rug geraakt door een vloek die Harry kende, sectumsempra. Sneep had het echter zien gebeuren en de tegenvloek gebruikt die hij een jaar eerder gebruikt had op Malfidus, nadat Harry die vloek tegen hem had gebruikt. Ook verschillende andere leerlingen waren gewond. Professor Anderling kwam aanlopen en zei: “Ik wil dat iedereen nu naar de ziekenzaal gaat om zich even te laten nakijken.”
Gezamenlijk liepen ze naar de ziekenzaal en onderweg werd er druk gepraat. Verschillende leerlingen kwamen uit de leerlingenkamers en waren blij. Blijkbaar wisten ze niet dat er doden en gewonden waren en enkele begonnen vrolijke liedjes te zingen. Joost kon dat niet hebben en gebruikte een monddoodbezwering om het gezang te stoppen. Dit leverde een hoop applaus op. Ze liepen vervolgens snel door naar de ziekenzaal.
In de ziekenzaal werden de leerlingen snel onderzocht. Niemand had iets ernstigs. Enkele hadden schaafwonden en kleine sneetjes. Deze werden verzorgd en madame Plijster begon weer te zeuren over gevaarlijke acties door leerlingen, incompetente leraren en enkele andere van haar favoriete onderwerpen om over te zeuren. Harry trok zich er niets van aan meer enkele anderen stoorden zich er wel aan. Harry reageerde er op door te zeggen: “Ze is alleen bezorgd over ons.”
Joost: “Klopt. We hebben gevaarlijkere dingen gedaan en zijn er zonder veel kleerscheuren afgekomen. De jacht op de horcruxes, dat Roos wat gif heeft gedronken. Maar wat belangrijk is, is dat we gewonnen hebben. Voldemort is dood en de dooddoeners zijn gepakt. Wat nog belangrijker is, is dat er bijna geen leerlingen ernstig gewond zijn.”
Op dat moment begonnen weer enkele Zwadderaars heibel te trappen. De Zwadderaars die zich bij Voldemort wilde aansluiten begonnen de rest te vervloeken, maar Harry wist het simpel op te lossen door ze allemaal vast te binden met magie. Ze hadden twee eerstejaars van Zwadderich vervloekt, maar madame Plijster wist de vloeken snel op te heffen. De leerlingen die niets hadden mochten de ziekenzaal verlaten en iedereen ging naar de Grote Zaal, waar een grote maaltijd verzorgd werd. Onderweg zag Harry dat Sneep door twee schouwers. Harry wist gelijk waarvoor dat was. Er zou een onderzoek komen om te kijken wat hij op zijn geweten had en aan welke kant hij stond.
Toen ze in de Grote Zaal aankwamen, waren de leerlingen die in de leerlingenkamers zaten tijdens de slag net gaan zitten. Professor Anderling maakte duidelijk dat ze wat wilde vertellen. Toen het helemaal stil was begon professor Anderling: “Zoals jullie misschien weten is Voldemort eindelijk verslagen door Harry Potter. Gelukkig zijn er geen leerlingen gedood, maar professor Slakkenhuis is gestorven. Ook enkele mensen van het ministerie zijn gestorven en er zijn een aantal gewonden. Deze week zullen er geen lessen zijn. Of er dit jaar examens en toetsen zijn weet ik niet. Eet smakelijk!”
Iedereen begon te eten er werd druk gepraat. Medewerkers van het ministerie kwamen af en toe binnen om ook te eten. De leraren zaten allemaal aan de oppertafel en professor Anderling had de zwarte banieren tevoorschijn getoverd, net als de laatste avond van Harry ’s vierde jaar. Er heerste een soort van ingetogen feestvreugde. |
|
|
  |
 |
|
|