Harry Potter Forum index
Dit forum is gesloten. Bezoek nu de vernieuwde versie van HPF!
 Harry Potter Forum gesloten  •   Inloggen

 [AF] Together As One Volgende onderwerp
Vorige onderwerp

Sla dit onderwerp op als textbestand
Auteur Bericht
daniQuee
Dreuzel
Dreuzel


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: d-t0wnn

daniQuee is offline. 
BerichtGeplaatst: Do Dec 08, 2005 20:01 Terug naar boven Sla dit bericht op

ho0ii
je verhaal is eCht super leuk Very Happy Very Happy
ga er mee verder!!




Profiel bekijkenStuur privébericht
dracogirly
6e jaars
6e jaars


Verdiend: 57 Sikkels
Woonplaats: Malfoy Mansion :)

dracogirly is offline. 
BerichtGeplaatst: Do Dec 15, 2005 15:11 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 16

Die avond lag Harry nog steeds in bed. Hoewel zijn tranen inmiddels gedroogd waren was de pijn er niet minder om geworden. Ron en Hermelien waren net nog bij hem geweest, maar hadden al snel ingezien dat hij op dit moment behoefte had om alleen te zijn. Daaraan kon hij zien dat hij misschien toch wel een goede keuze had gemaakt en blij mocht zijn met zulke vrienden.

Hij was net opnieuw de gebeurtenissen van de dag aan het overdenken toen hij wat commotie hoorde komen vanuit de afdelingskamer. Hij hoorde iemand met snelle pas de trap naar de slaapzaal oplopen en hij draaide zich naar de deur, benieuwd wie hem nu weer zou storen. De deur werd werkelijk opengegooid en in de deuropening stond een vrij boze professor Sneep.
“Potter wat heb je met Draco gedaan!”, zei Sneep terwijl hij naar binnen liep.
“Niets meneer”, zei Harry terwijl hij overeind ging zitten.
Sneep schudde zijn hoofd. “Luister, wat jullie in je vrije tijd uitvoeren moet je zelf weten, maar ik wil niet dat mijn lessen er hinder van onder vinden. Eerst kwam Draco naar het lokaal, die duidelijk niet in z’n eigen doen was en vervolgens besluit jij om maar helemaal niet op te dagen.”
“Ik ben ziek”, zei Harry kalm terwijl hij Sneep aankeek. Ziek was misschien nog niet eens een sterk genoeg woord. De pijn die hij voelde leek wel erger dan welke griep dan ook.
“Tenzij je in de ziekenzaal ligt en madame Plijster me verzekert dat je niet in staat bent om je toverstok vast te houden en een spreuk te zeggen, verwacht ik je binnen tien minuten in het lokaal.”
“Maar professor”, zei Harry die echt absoluut geen zin had in een les met Sneep en Draco.
“Tot zo Potter”, zei Sneep terwijl hij de slaapzaal weer uitliep en de mensen die bij de deur probeerden iets van het gesprek op te vangen een vuile blik toewierp. Harry zuchtte en begon zich klaar te maken voor zijn les. Een kwartiertje later ging hij het lokaal binnen waar Sneep en Draco al op hem aan het wachten waren.
“Ik dacht dat ik tien minuten had gezegd”, zei Sneep terwijl hij hem streng aanstaarde. “Maar ja, een beroemdheid als jij verwacht natuurlijk weer een speciale behandeling.”
Een normale behandeling zal al fijn zijn, dacht Harry maar hij hield wijselijk zijn mond. Daar waar Draco gisteren waarschijnlijk nog voor hem was opgekomen, grijnsde hij nu alleen maar.
“Laten we maar beginnen voordat onze beroemdheid besluit ons weer te verlaten. Ik wil dat jullie dat tafeltje weer laten zweven op dezelfde plek als gisteren.”

Om te zeggen dat de les een ramp was, is een understatement. Hij en Draco leken wel niet in staat om de spreuk tegelijk te zeggen. Die enkele keer dat dat wel lukte vloog het tafeltje vaak veel te hoog waarna ze elkaar ervan de schuld begonnen te geven.
De week erna bleven de lessen ook niet veel beter gaan. Het leek wel alsof de chemie tussen hen beide verdwenen was. Het scheelde waarschijnlijk ook als Harry wat minder zou denken over hoe het met hem en Draco zou kunnen zijn, en zich wat meer op de les zou concentreren. Het enige lichtpuntje was dat Sneep en Perkamentus hen op een avond kwamen vertellen dat ze waarschijnlijk een manier hadden bedacht om Voldemort te verslaan.

“We denken dat de vloek des doods waarschijnlijk sterk genoeg zou zijn als jullie hem tegelijkertijd zouden zeggen”, zei Perkamentus.
“Zo simpel?”, vroeg Draco niet gelovend.
“Als ik je eraan mag herinneren is deze vloek bepaald niet simpel en heeft hij op Harry na altijd uiterst effectief gewerkt. De reden dat jullie hem samen zouden moeten zeggen is niet alleen omdat jullie samen sterker zijn, maar ook omdat Harry alleen daar waarschijnlijk niet in zou kunnen slagen.”
Na de vragende blik van Draco en Harry vervolgde Perkamentus.
“Harry zou waarschijnlijk niet één van de drie verboden vloeken kunnen gebruiken, simpelweg omdat hij daar te goed voor is.”
Draco grijnsde gemeen en Harry keek een beetje beschaamd.
“Dit is juist een hele goede eigenschap, alleen zoals je in je vijfde jaar al gemerkt hebt met Bellatrix, werken de verboden vloeken niet met gerechtvaardigde woede. Daarom zou Draco je goed kunnen helpen omdat ik denk dat hij een zodanige ‘opvoeding’ heeft gehad dat hij, ondanks de regels van het ministerie, waarschijnlijk wel ervaring heeft met het gebruik ervan”, zei Perkamentus met een beetje afkeurende blik.
Draco knikte.

Dat was inmiddels drie dagen geleden en Draco liep nu alleen rond in Zweinsveld. Hij merkte al snel dat alleen rondlopen niet zo leuk was als met een hele groep, maar hij vertikte het om in z’n eentje achter te blijven in het kasteel. Hij liep langs wat winkeltjes en zag precies het bekende trio Zacharias Zoetwarenhuis uitlopen. Een nieuwe woedegolf kwam in hem op toen hij Ron en Hermelien naast Harry zag lopen. Zij hadden hem van hem afgepakt. Z’n ogen verkleinde zich tot spleetjes en boos keek hij hen na. Het was hun schuld dat hij nu alleen achter was gebleven. Als hun er niet waren geweest had hij hier nu samen met Harry gelopen. Hij volgde ze met z’n ogen totdat zij de drie bezemstelen inliepen.

Hij wilde z’n weg weer vervolgen toen hij een groepje Zwadderaars zijn kant op zag lopen. Paniek vulde zijn lichaam en hij begon snel een andere kant op te lopen. Als ze hem alleen hadden zien lopen konden ze nooit veel goeds van plan zijn. Hij keek achterom om te kijken of hij nog steeds gevolgd werd en zag tot zijn ontzetting dat het groepje nog sneller was gaan lopen. Zonder op te letten waar hij heenliep vluchtte hij een steegje in, in de hoop daar een verstopplek te vinden. Hij had echter geen geluk, want nergens was een goede verstopplek en tot zijn ergernis liep het steegje ook nog eens dood. Hij wilde zich vlug omdraaien om snel het steegje uit te lopen toen hij de Zwadderaars al zag staan.
“Zeg je ons tegenwoordig helemaal geen gedag meer Draco?”, zei Blaise terwijl hij naar voren liep.
“Dag”, zei Draco terwijl hij z’n toverstok pakte. Hij was echter niet snel genoeg en Patty gilde al de ontwapeningsspreuk waardoor zijn toverstok wegvloog.
“Zo, dat praat alvast een stuk makkelijker”, zei Blaise grijnzend.
“Wat wil je”, zei Draco die maar meteen ter zake kwam. Het was te laat om zich hier nu nog uit te redden dus kon hij maar beter erachter komen wat ze van plan waren.
“Nog altijd even gezellig hoor ik”, zei Blaise die duidelijk genoot van zijn rol in dit geheel. Draco keek Blaise alleen maar verveeld aan terwijl van binnen z’n hoofd racete met mogelijke scenario’s.
“Nou, ik had het je graag allemaal uitgelegd Draco, maar feit is dat je een afspraak hebt en we haten het als je die zou missen. Dus…. vangen!”, zei Blaise terwijl hij iets naar Draco toegooide.
Onmiddellijk traden Draco’s zoekersinstincten in werking en met gemak ving hij het kleine doosje wat Blaise naar hem toegooide.
“Wat is..”, maar Draco kon zijn zin al niet meer afmaken want op dat moment werd zijn vraag al beantwoord. Het kleine doosje dat hij gevangen had was een viavia en Draco kon alleen maar raden waar deze hem heen zou brengen.

***
“Kun je echt niet nog even blijven maat?”, zei Ron toen Harry opstond in de drie bezemstelen.
“Sorry Ron, maar ik heb zometeen m’n les met Sneep en ik kan maar beter niet te laat komen.”
“Nou, veel plezier dan”, zei Ron terwijl hij z’n glas boterbier optilde.
“Bedankt”, zei Harry en hij liep het café uit. Het was niet dat hij hun gezelschap niet waardeerde, maar sinds hij Draco vanmorgen in z’n eentje door de straat had zien lopen twijfelde hij opnieuw aan zijn keuze. Ron en Hermelien hadden altijd elkaar nog, terwijl Draco nu helemaal alleen achterbleef. Bovendien had hij ook werkelijk een les met Sneep omdat die had besloten om nu het Zweinsveldweekend was de les een keer aan het einde van de middag te houden in plaats van ’s avonds. Alsof de man wist dat Draco allen zou zijn en hij op deze manier ook Harry’s middag wilde verpesten.

Hij was inmiddels weer op Zweinstein aangekomen en liep naar het lokaal waar hun les zou plaatsvinden. Toen hij de deur van het lokaal opende was er echter nog niemand. Dat was vreemd. Meestal waren Sneep en Draco er al voordat hij kwam. Hij ging aan een tafeltje zitten om te wachten. Misschien hadden Sneep en Draco bedacht om nu hem een keer te laten wachten. Het was tien minuten nadat ze hadden afgesproken toen professor Sneep een keer het lokaal binnenkwam. Hij leek verbaasd om Harry te zien zitten.

“Potter wat doe jij hier?”
Dat is helemaal mooi. Eerst mijn middag verpesten en dan vervolgens vragen waarom ik hier ben, dacht Harry boos.
“Ik ben hier voor mijn les profesoor”, zei Harry die z’n woede onder controle probeerde te houden.
Sneep keek verbaasd.
“De les gaat niet door Potter”, zei Sneep zuur.
“Wat! U verpest mijn middag door mij zo vroeg hier te laten komen en vervolgens zegt u doodleuk dat de les niet doorgaat!”, zei Harry boos.
“De les gaat niet door omdat Draco er niet is”, zei Sneep die probeerde z’n zelfbeheersing niet te verliezen. “Hij is in de val gelokt en is nu ongetwijfeld meegenomen naar de heer van het duister. Ik vind het rot voor je dat Draco daardoor geen rekening heeft gehouden met jouw middag. Misschien dat je hem er later nog op kan aanspreken”, zei Sneep sarcastisch.
Harry was echter al gestopt met luisteren na de eerste twee zinnen. Draco was bij Voldemort, hij moest hem redden.
“Potter wat ga je doen”, zei Sneep toen hij de vastberaden blik in Harry’s ogen zag.
“Ik ga Draco redden, ik zal hem terugbrengen op school”, zei Harry vastbesloten.
“Nee Potter, je houdt je hier buiten. Laat de order dit oplossen!”
“En ik hier blijven zitten en niets doen!”, zei Harry boos. “Ik ga Draco zoeken!”
Harry liep vastbesloten richting de deur. De deur bereikte hij echter nooit omdat op dat moment Sneep de verlamstraal riep. Met een klap viel Harry op de grond.
“Ik laat je jezelf niet in gevaar brengen”, zei Sneep tegen de nu stilliggende Harry.
“Heldje spelen doe je maar als dit alles over is. Tot die tijd ben jij onze enige hoop op betere tijden”, zei Sneep met een zuur gezicht. “Ik laat je jezelf daarom niet in gevaar brengen door zoiets stoms te doen.”

Neem ook eens een kijkje op m'n LJ. Hier zal ik vanaf maandag een aantal kerst hp fic's plaatsen Smile





_________________
Malfoy: "You're dead, Potter."
Harry raised his eyebrows.
"Funny," he said, "you'd think I'd have stopped walking around ..."
Boek 5

Mijn verhalen
Profiel bekijkenStuur privébericht
dracogirly
6e jaars
6e jaars


Verdiend: 57 Sikkels
Woonplaats: Malfoy Mansion :)

dracogirly is offline. 
BerichtGeplaatst: Vr Jan 06, 2006 11:21 Terug naar boven Sla dit bericht op

Iedereen nog een heel gelukkig nieuwjaar!
Ik weet dat het soms nogal lang duurt voordat er een nieuw hoofdstukje komt, sorry!


Hoofdstuk 17

Langzaam deed Draco z’n ogen open en keek om zich heen. Hij was in een soort kleine kamer terecht gekomen. Door het kleine raampje dat er in zat kwam een donker licht, het moest dus inmiddels al avond zijn. Voorzichtig stond Draco op en liep naar de deur. Hij deed de klink naar beneden, maar zoals hij al verwacht had zat hij op slot. Hij besloot de kamer eens wat beter te bekijken. In de hoek bij het raampje stond een bed waar een groot zwart sprei over lag. Verder waren het kale witte muren, die het kamertje een beetje een ziekenhuissfeer gaven. De stoel naast het bed maakte het geheel af.

De deur van het kamertje ging krakend open en als een reactie hierop greep Draco gelijk naar z’n toverstok. Alleen om tot de ontdekking te komen dat z’n toverstok er niet meer was. Vanaf de deur klonk een geamuseerde lach.
“Draco, Draco, Draco, toch. Je dacht toch niet dat we je je toverstok zouden teruggeven.”
“Vader”, zei Draco terwijl hij opkeek naar de man die hem al die jaren groot gebracht had. Lucius z’n gezicht verharde.
“Dat ligt er maar net aan of je de juiste keuze maakt.”
Deze woorden veroorzaakten een pijnlijke steek in z’n borst. Hoewel hij altijd had geweten dat zijn vader de heer van het duister boven alles stelde, hoopte hij toch dat zijn vader z’n eigen zoon belangrijker vond. Niet dus.

“Kom Draco, het is tijd”, zei Lucius terwijl hij z’n masker opzette en de deur openhield voor Draco.
Draco’s gedachten begonnen in sneltreinvaart te werken. Hij zou waarschijnlijk opnieuw moeten kiezen. Als hij nu opnieuw zou weigeren zou hij ongetwijfeld vermoord worden. Terwijl als hij het teken zou nemen hij mee zou moeten werken aan Harry’s ondergang.
Ik houd niet meer van je.
De hatelijke woorden spookten opnieuw door z’n hoofd. Potter had hem dus niet meer nodig, dan zou hij ook wel even laten zien dat hij verder kon gaan. En wat was daar een betere manier voor dan om zich aan te sluiten bij Voldemort? Met een kwaadaardige blik in z’n ogen en een zelfverzekerde houding volgde hij z’n vader de vele gangen door. Waar hij ook was, het was in ieder geval een groot oud huis, niet veel kleiner dan Malfoy Manor zo te zien. Z’n vader klopte op een grote donkere eikenhouten deur en de deur ging vanzelf open. In het midden van de kamer stond Voldemort met om hem heen in een halve cirkel allemaal dooddoeners. Terwijl zijn vader zich tussen de kring voegde liep Draco naar voren.

“Zo jonge Malfidus, nu ontmoeten we elkaar toch weer. Ik ga ervan uit dat je inmiddels een keuze hebt kunnen maken.”
Langzaam viel Draco op z’n knieën en boog zijn hoofd terwijl hij vanuit z’n ooghoeken Voldemort bleek aankijken.
“Ik kies voor u mijn heer.”
“Sta op jonge Malfidus.”
Langzaam kwam Draco omhoog terwijl hij z’n hoofd gebogen hield.
“Steek je arm uit.”
Het verbaasde Draco dat Voldemort hem niet strafte, had hij dan zo hard nieuwe volgers nodig? Draco deed wat hem gezegd was en hoorde hoe Voldemort dichterbij kwam. Toen hij Voldemort’s bijna onmenselijke vingers zijn mouw op voelde stropen was z’n eerste reactie om z’n arm weg te trekken. Met veel wilskracht kon hij zichzelf echter inhouden. De pijn die hij hierna voelde had hij graag ingeruild voor die onmenselijke vingers. Het voelde alsof z’n hele arm in brand stond. Hij zag hoe het zwarte teken zich langzaam begon te vormen op z’n bleke huid. De kamer begon voor zijn ogen te draaien en hij kreeg een misselijk gevoel. Hij deed z’n best om bij bewustzijn te blijven, maar langzaamaan begon het toch zwart te worden voor zijn ogen. Hij voelde hoe de kracht uit z’n benen verdween en langzaam zakte hij in elkaar.

Hij hoorde de stemmen al voordat hij z’n ogen weer opendeed. In z’n arm voelde hij een kloppende pijn op de plaats waar nu ongetwijfeld het duistere teken zat. Een golf van misselijkheid kwam opnieuw over hem als hij dacht aan hoe Harry zou reageren als hij wist wat Draco nu deed. Hoe teleurgesteld hij zou zijn. Hij schudde z’n hoofd. Wat maakte hij zichzelf toch wijs? Het zou hem waarschijnlijk niets kunnen schelen. Hij hield toch niet van hem.
Hij deed z’n ogen weer open en zag hoe de heer van het duister hem aan het aanstaren was. Snel probeerde Draco weer op te staan, maar hij was nog te zwak en zakte weer door z’n knieën. Hij besloot daarom om maar vanaf deze knielende positie Voldemort aan te kijken. Voldemort bleef hem doordringend aanstaren zonder dat hij wat zei. Draco begon zich een beetje ongemakkelijk te voelen maar was vastbesloten niet de eerste te zijn die sprak. Uiteindelijk verbrak Voldemort de stilte.
“Hoewel je nu de juiste keuze hebt gemaakt ben ik je eerste afwijzing nog niet vergeten.”
Draco slikte, dit kon nooit veel goeds beteken.
“Je zult moeten bewijzen dat je echt loyaal aan mij bent. Daarom heb ik een opdracht voor je. Mocht je falen dan….”
Voldemort maakte z’n zin niet af, maar Draco wist zeker dat dat z’n dood zou betekenen.
“Ik wil dat je ervoor zorgt dat Potter donderdagavond om 20 uur in het midden van het Verboden Bos is. Hoe je het voor elkaar krijgt maakt mij niet uit, als je er maar voor zorgt dat hij nog leeft. Ik zal degene zijn die hem van zijn zielige leven beroofd.”
Een soort lach verscheen op Voldemort’s gezicht. “Niet langer zal hij ons in de weg lopen! Heb je je opdracht begrepen”, zei Voldemort terwijl hij Draco strak aankeek.
“Ja heer”, zei Draco terwijl hij slikte. Hoe moest hij dit nu weer gaan doen.
“Mooi, dan is het nu tijd voor je afstraffing.”
Draco kreeg de tijd niet eens om in paniek te kijken want verschillende stralen vlogen al op hem af. De pijn die hij voelde was werkelijk niet te beschrijven en hij gilde het uit. Hij wist zeker dat hij op dit moment zou sterven. De pijn was gewoon te erg. Al snel overnam het duister hem en was hij voor de tweede keer vandaag buiten bewustzijn.

Toen hij z’n ogen opendeed zag hij dat hij weer in hetzelfde kamertje was als eerst. Hoewel hij wel pijn had was het minder pijn dan hij verwachtte. Hij stroopte z’n mauw op en zag het lelijke teken zitten. Voorzichtig ging hij er met z’n vingers overheen. Het was nog steeds erg gevoelig en leek werkelijk in z’n huid gebrand. Gisteravond was dus geen nachtmerrie geweest. Langzaam kwam hij overeind en voorzichtig probeerde hij te gaan staan. Hij zette een paar stappen totdat de deur ineens openvloog. Geschrokken keek hij om. Ze moesten zeker een spreuk hebben uitgesproken die hen waarschuwde zodra hij uit bed stapte. Z’n vader stond in de deuropening en liep langzaam op hem af. Gespannen wachtte Draco af wat hij zou doen. Met een harde klap maakte zijn vaders hand contact met z’n gezicht.
“Vind je het soms leuk om je vader voor schut te zetten en de familienaam te schande te brengen”, siste Lucius kwaad. “Het uitgillen om een beetje pijn en zelfs tot twee keer toe je bewustzijn verliezen. Hoe denk je dat dat er tegenover de andere dooddoeners uit heeft gezien?!”
Draco hield wijselijk zijn mond. Het was duidelijk dat z’n vader hier geen antwoord op verwachtte.
“Eerst het teken weigeren en nu weer dit! Vind je het leuk om je familie voor gek te zetten?”
Lucius keek Draco vol woede aan.
“Je zorgt maar dat deze opdracht slaagt. Als je faalt zal de wraak van onze heer niets lijken vergeleken met wat ik zal doen”, zei Lucius waarschuwend.
Draco slikte.
“Hier is een viavia die je over tien minuten naar Zweinsveld zal brengen. Zorg dat deze opdracht slaagt en dat onze familie trots op je kan zijn”, zei Lucius terwijl hij een hand op Draco’s schouder legde en hem de viavia gaf.
“Succes.”
Draco keek toe hij zijn vader het kamertje weer verliet. Hij stond er een beetje hulpeloos bij met de viavia in z’n handen en zijn toverstok die op het nachtkastje lag. Hoe die daar gekomen was zou hij niet weten, hij was al lang blij dat hij hem weer terug had. Nu begon echter het lastigste van zijn opdracht, hoe moest hij Potter het bos in krijgen…..


Harry was een paar uur later weer verlost van de verlamspreuk, maar niet voordat Sneep met Ron en Hermelien gesproken had. Sneep had hen verteld dat ze Harry onder geen beding uit het oog mochten verliezen, de precieze reden had hij niet gezegd. Tot Harry’s ongenoegen deden Ron en Hermelien precies wat Sneep had gezegd en volgden ze hem overal naartoe. Een paar keer dacht Harry erover om gewoon te vertellen wat er met Draco aan de hand is in de hoop dat zijn vrienden hem zouden laten gaan. Hij zag echter het boze gezicht van Ron al voor zich, die zou zeggen dat het Malfidus’s verdiende loon zou zijn. En Hermelien als stem van de wijsheid zou vast zeggen dat het een val was en dat hij toch een dooddoener was. Nee, Harry kon onmogelijk vertellen wat er met Draco aan de hand was als hij hun vriendschap niet in gevaar wilde brengen.

Verschillende keren had hij geprobeerd om aan hun oplettendheid te ontsnappen. Eén keer was hij heel dicht bij een geslaagde poging. Hij wachtte die avond totdat Ron eindelijk sliep. Snel trok hij z’n onzichtbaarheidsmantel aan en verliet hij stilletjes de slaapzaal. Hij dacht dat het hem eindelijk gelukt was. Nog voordat hij echter de deur van de afdelingskamer bereikt had, nog voordat hij zelfs de trap was afgelopen, werd hij al gestopt. Hermelien had op de één na onderste trede één of andere spreuk uitgesproken waardoor zijn voeten bleven vastkleven aan de trap. Z’n kamergenoten waren vast gewaarschuwd om over die tree heen te stappen. Een beetje ontmoedigt maar nog niet van plan om het op te geven begon hij z’n schoenen los te maken, dan ging hij maar zonder schoenen verder. Nog voordat hij z’n schoenen uithad voelde hij echter hoe de onzichtbaarheidsmantel van hem werd afgetrokken. En voor hem stond Hermelien. Ze had, zo bleek, behalve de plakspreuk ook een spreuk gezegd die haar waarschuwde wanneer iemand erop stapte. Zijn ontsnappingspoging was dus opnieuw mislukt.

***

Harry zat die ochtend moe en bezorgd aan het ontbijt. Hij had die nacht geen oog dichtgedaan en zat ook nu nog bijna constant met z’n gedachten bij Draco. Zijn verbazing was dan ook groot toen hij de blonde Zwadderaar gewoon aan de Zwadderich tafel zag zitten. Verbaasd staarde hij naar Draco, maar die leek vastbesloten Harry te negeren. Hij was ook weer in het middelpunt van de belangstelling aan de Zwadderich tafel. Hoewel Harry het fijn vond dat Draco schrijnbaar weer verder was gegaan kon hij een naar gevoel toch niet onderdrukken. Want wat heeft ervoor gezorgd dat zijn status zo plotseling weer hersteld is?

Harry wilde graag met Draco praten om te vragen wat er gebeurd was, maar dit bleek een onmogelijke opgave. Ten eerste leek Draco vastbesloten om Harry te ontwijken en zelfs als dat niet het geval was geweest leken Hermelien en Ron nog steeds vastbesloten om hem niet uit het zicht te verliezen. Zelfs de lessen van Draco en hem had Sneep deze week uitgesteld zodat ook hier geen kans was om met Draco te spreken. Het was inmiddels donderdagmiddag en Harry zat in z’n slaapzaal te bedenken hoe hij Draco toch te spreken kon krijgen, toen hij ineens een uil hoorde tikken op het raam. Nieuwsgierig maakte hij het raam open en zag hoe de bruine uil sierlijk op zijn bed landde. Nieuwsgierig haalde hij het papiertje van zijn poot. Hij vouwde het open en begon te lezen. Een glimlach kwam op z’n lippen toen hij zag wat er stond. Het was een briefje van Draco met de vraag of hij hem vanavond wilde spreken. De plaats en tijd stonden met sierlijke letters op het papier geschreven. Deze dag was zojuist een stuk beter geworden, dacht Harry blij.

***
Dit en het vorige hoofdstukje zijn eigenlijk vooral vullers. De echte actie zal in het volgende hoofdstuk komen. Zoals altijd worden reacties weer erg gewaardeerd Smile





_________________
Malfoy: "You're dead, Potter."
Harry raised his eyebrows.
"Funny," he said, "you'd think I'd have stopped walking around ..."
Boek 5

Mijn verhalen
Profiel bekijkenStuur privébericht
dracogirly
6e jaars
6e jaars


Verdiend: 57 Sikkels
Woonplaats: Malfoy Mansion :)

dracogirly is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Jan 22, 2006 17:53 Terug naar boven Sla dit bericht op

Sorry, sorry, sorry dat het zo lang duurde. Hier is weer een nieuw hoofdstukje. Hij is niet heel erg lang, maar erg gebeurt best veel in. Ik wilde jullie graag wel even waarschuwen dat het best een zielig hoofdstukje is. Maar het verhaal zal een happy ending krijgen! Houd dat aub in je hoofd als je het hoofdstukje leest. Nou, veel leesplezier dan maar!

Hoofdstuk 18

Ron liep tevreden het zwerkbalveld af richting het kasteel. Hij was zojuist gaan spioneren bij de training van het team van Ravenklauw. Hoewel hij er alle vertrouwen in had dat Griffoendor met gemak van hen zou winnen kon een beetje extra hulp natuurlijk nooit kwaad. Hij was in een beetje euforische stemming totdat hij hen zag. Z’n ogen verkleinden zich tot spleetjes. Het was duidelijk dat ze hem nog niet gezien hadden. Daar liepen naast elkaar Malfidus en Harry richting het verboden bos. Hij dacht dat Harry zijn fout had ingezien, maar het was duidelijk dat hij er nog niets van geleerd had.
Nee Ron, ik kan niet met je mee spioneren. Ik ga samen met Hermelien huiswerk maken.
De woorden van Harry gingen weer door z’n hoofd. Niet alleen hield hij zich niet aan zijn belofte, hij had ook nog eens tegen hem gelogen. Met grote en boze stappen liep Ron op het tweetal af. Ze moesten zijn voetstappen gehoord hebben want nog voordat hij hen bereikt had draaiden ze zich al om.

“Ron”, zei Harry die niet echt leek te weten wat hij moest zeggen.
Ron luisterde echter niet en nog voordat iemand hem kon tegenhouden haalde hij al uit naar Draco. Met een tevreden knal raakte hij Draco vol op het gezicht. Voordat hij echter weer kon uithalen greep Harry naar z’n toverstok en riep de verlammingsspreuk.
“Gaat het?”, vroeg hij bezorgd terwijl hij naar Draco keek. Draco wreef een beetje over z’n gezicht. Morgen zou er vast een grote blauwe plek op verschijnen. Hij zal die wezel hier nog wel voor terugpakken, maar eerst moest hij zorgen dat ze het verboden bos ingingen.
“Behalve voor het feit dat die wezel zojuist bijna m’n gezicht in tweeën heeft geslagen gaat het wel.”
Draco wreef nog een keer over z’n gezicht en zag hoe Harry naar Ron keek.
“Kom laten we verdergaan”, zei Draco terwijl hij weer richting het bos begon te lopen. Harry knikte en volgde Draco.

In stilte liepen ze verder totdat ze het bos bereikten. Draco voelde hoe het teken onder zijn kleding steeds meer begon te branden. Ze moesten dus in de buurt komen.
“Hierin?”, vroeg Harry terwijl hij een beetje aarzelend het bos inkeek.
“Ja”, was het enige wat Draco zei voordat hij weer verder begon te lopen.

Het bos leek steeds donkerder te worden en een onheilspellende wind waaide door de bomen. Draco hield z’n ogen en oren goed open, wetend wat voor gevaren zich in het bos konden bevinden. Hij hoorde een takje breken en vliegensvlug draaide hij zich om.
“Sorry”, zei Harry terwijl hij het gebroken takje omhoog hield. “Is het nog ver?”
“We zijn er bijna”, zei Draco die het teken nu voelde kloppen. Al kon dat ook z’n hartslag zijn. Een drang van misselijkheid kwam opzetten, maar Draco vocht het weg. Dit moest gewoon gebeuren. Hij liep verder en hoopte maar dat ze er nu bijna zouden zijn, bang dat hij het plan anders niet meer door kon zetten. Hij kwam bij een soort open plek en voor hij het wist hoorde hij allemaal ‘plop’ geluidjes als teken dat er mensen in hun buurt verschijnselden. Draco keek om en zag hoe ze inmiddels omringd waren door allemaal dooddoeners. Hij keek naar Harry die ondertussen al vastgebonden was zodat hij niet meer weg kon rennen. Hij slikte en keek snel weer weg. Dit was gewoon het allerbeste. Het was nu te laat om terug te gaan.

“Jonge Malfidus, het is je dus gelukt.”
Draco kende deze stem maar al te goed. Hij had hem vaak genoeg gehoord in z’n nachtmerries. Zodra hij Voldemort zag boog hij meteen.
“Ja mijn heer.”
Voldemort had echter al geen aandacht meer voor Draco en had zijn blik inmiddels op Harry gericht.
“Zo Potter, we ontmoeten elkaar dus opnieuw.”
Draco zag hoe Harry vocht tegen de touwen die hem vasthielden en keek snel weer weg.
“Wat vind je van mijn nieuwste dienaar? Een echte topper nietwaar.”
Draco kon gewoon niet kijken en probeerde overal behalve die kant op te kijken. Op de één of andere manier werd zijn blik echter toch steeds weer die kant opgetrokken.
“Niet zoveel zin om te praten vandaag hè? Ach, ik wilde het praatgedeelte vandaag toch al achterwege laten, we willen toch niet dat het je opnieuw lukt om met een enorme dosis geluk te ontsnappen.”
Draco’s ogen gingen naar Harry en hij zag dat Harry nog verrassend rustig was gezien de omstandigheden.
“Je komt hier niet mee weg!”, zei Harry boos.
“Oh nee? Let maar eens op”, zei Voldemort terwijl hij z’n toverstok op Harry richtte. “Mijn trouwe dienaars, let goed op want dit is een historisch moment.”
Voldemort keek met een gemene grijns naar Harry. “Zeg maar gedag tegen deze aarde Potter want je zult vlug weer herenigd worden met je ouders”, zei Voldemort terwijl hij het woord ‘ouders’ met veel afschuw uitsprak. Draco zag hoe Harry’s ogen de zijne zochten en hem bijna dwong om toe te kijken.
“Avada Kedavra!”
Een groene lichtstraal vloog uit Voldemort’s toverstok en raakte Harry vol op het lichaam.

Draco kon niets anders dan als versteend toekijken naar wat er gebeurde. Hij wilde huilen…gillen…. schreeuwen… Maar in plaats daarvan keek hij alleen maar toe. Toen hij zag hoe de straal Harry’s lichaam raakte leek al het gevoel hem te verlaten. Gevoelloos keek hij hoe Harry’s lichaam op de grond viel. Hij wist dat dit zou gebeuren, maar toch was het moeilijk om aan te zien.
De dooddoeners grijnsden triomfantelijk terwijl ze toekeken hoe ze eindelijk verlost zouden worden van Harry Potter. Hun leider kon nu eindelijk de wereld overnemen en er was niets wat hem nog kon stoppen. Voldemort boog zich over het nu levenloze lichaam van Harry Potter. Hij controleerde of ‘De Jongen Die Bleef Leven’ dit keer echt dood was en grijnsde tevreden toen zijn controle positief was.
“Mijn trouwe volgers, een nieuw tijdperk is zojuist aangebroken. Niets kan mij nu nog tegenhouden. Eindelijk zullen we de wereld gaan verlossen van alle modderbloedjes en halfbloedjes die ons volbloedtovenaars belachelijk maken. Ik zal zeggen: laat de schoonmaak beginnen! Morsmordre!”
Het duistere teken vloog uit Voldemort’s toverstok en verlichte het bos in een groene gloed. De dooddoeners juichten terwijl ze hun feestje aan het vieren waren.

Behalve Draco. Die stond nog steeds een beetje als versteend naar het tafereel te kijken. En terwijl Voldemort en de dooddoeners verdwijnselden om hun woorden kracht bij te zetten bleef Draco nog alleen achter. Hij wachtte totdat alle dooddoeners verdwenen waren voordat hij naast Harry’s levenloze lichaam neerknielde en Harry’s hoofd in z’n armen nam.
“Nee!!!!” gilde Draco terwijl hij z’n best deed om z’n tranen tegen te houden. Dit lukte echter niet erg goed en enkele wisten te ontsnappen.
“Nee!” schreeuwde Draco opnieuw, dit keer in een iets zwakkere stem. “Waarom nou”, zei Draco terwijl hij wat haar uit Harry’s gezicht veegde. “Allemaal mijn schuld”, snikte Draco. “Ik had nooit….”
Opnieuw ontsnapten er enkele tranen maar Draco veegde ze woest weg.
“En nu dit… ik…”
Draco kon zijn tranen niet langer tegenhouden en vrijuit stroomden ze nu over z’n gezicht.

Ron keek een beetje verward in het rond. Hoe was hij hier ook alweer terechtgekomen? Zijn onwetendheid duurde echter niet lang, want al snel kwamen zijn herinneringen weer bovendrijven. Oh ja, Harry had weer contact met Malfidus. Ron keek naar het bos waar hij Harry en Draco naar toe had zien lopen en zag toen het duistere teken in de lucht.

Oh nee!, dacht Ron terwijl hij meteen richting het bos begon te rennen. Die stomme Malfidus had hem waarschijnlijk zo in de val gelokt, waarom luisterde Harry ook niet naar hem. Hoewel Ron boos was over het feit dat z’n beste vriend tegen hem gelogen had en weer naar Malfidus was gegaan moest hij er toch voor zorgen dat Harry in veiligheid zou komen.
Hopelijk was het nog niet te laat. Dat hele homo gedoe was toch de schuld van Malfidus. Ron’s woede bereikte opnieuw een hoogtepunt en hij begon nog harder door het bos te rennen. De kleine spinnen die over de grond liepen vielen hem niet op, het enige waaraan hij kon denken was Harry.

Eindelijk bereikte hij de soort open plek in het bos en zag daar Malfidus met Harry’s nogal stilliggende lichaam.
“Jij klootzak van een dooddoener! Jij hebt hem vermoord!”, gilde Ron. Zijn woede begon nu echt het kookpunt te bereiken en hij richtte z’n toverstok op Draco. Draco keek met roodbetraande ogen op in het woedende gezicht van Ron.
“Het is niet wat je denkt.”
“Je hebt hem vermoord! Het is jouw schuld dat hij nu dood is!”, gilde Ron terwijl zijn gezicht inmiddels net zo rood begon te worden als zijn haar.

Draco keek van Ron naar z’n toverstok en haalde een keer diep adem.
“Oké Wezel, je hebt gelijk. Ik ben de reden dat hij dood is”, zei Draco terwijl hij langzaam opstond. “Vermoord me maar”, zei Draco terwijl hij met z’n armen wijd ging staan.
Ron was duidelijk een beetje verrast door deze houding van Draco.
“Ik verdien het om dood te gaan dus waar wacht je nog op.”
Ron keek Draco met een calculerende blik aan. Dit was waarschijnlijk één van de weinige keren dat hij eerst nadacht voor hij iets deed. Hermelien’s gedrag begon zeker op hem over te gaan, want vroeger zou hij niet getwijfeld hebben om Malfidus te vermoorden.
“Dat zou wel lekker makkelijk voor je zijn nietwaar? Jij zal zo wel heel eenvoudig je straf ontlopen. Maar nee Malfidus, hoe graag ik je ook met m’n eigen handen zou willen doden laat ik die eer toch graag aan de dementors over. Maar dat betekent natuurlijk niet dat ik niet een andere spreuk dan de verboden vloeken kan gebruiken om je te martelen.”
Draco hoorde Ron’s woorden over zich heenkomen. Op dit moment wilde hij niets liever dan zelf dood zijn. Hij was degene die dood had moeten zijn niet…” Hij slikte opnieuw en knipperde om opkomende tranen tegen te houden.
De blik in z’n ogen terwijl Draco toekeek hoe Voldemort de vloek des doods over hem uitsprak was waarschijnlijk voor eeuwig op zijn netvlies gebrand. Hij schudde zijn hoofd en richtte zich weer op het heden. Hij keek Ron aan en zag hoe een lichtstraal uit Ron’s toverstok op hem afkwam.

Voordat iedereen boos gaat worden is het misschien slim om te zeggen dat niets is zoals het lijkt Angel. In het volgende hoofdstuk zal dat wel duidelijk worden.





_________________
Malfoy: "You're dead, Potter."
Harry raised his eyebrows.
"Funny," he said, "you'd think I'd have stopped walking around ..."
Boek 5

Mijn verhalen
Profiel bekijkenStuur privébericht
dracogirly
6e jaars
6e jaars


Verdiend: 57 Sikkels
Woonplaats: Malfoy Mansion :)

dracogirly is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Jan 29, 2006 18:11 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 19

Langzaam opende Draco zijn ogen. Z’n hoofd voelde aan alsof het ieder moment uit elkaar zou barsten. Het felle licht dat hem groette leek de pijn alleen maar erger te maken en snel sloot hij z’n ogen weer. Hij probeerde zich weer te herinneren wat er was gebeurt maar de pijn in z’n hoofd zorgde ervoor dat hij niet goed kon nadenken, dus gaf hij het maar op.
“Meneer Malfidus bent u wakker?”
In de verte hoorde Draco een vrouwenstem naar hem roepen maar hij was te vermoeid om te antwoorden.
“Ik ga u nu een drankje geven dat u moet doorslikken. Het zal ervoor zorgen dat de pijn in uw hoofd iets minder wordt.”
Draco hoefde geen antwoord te geven want hij voelde al hoe een drankje in z’n mond werd gegoten en slikte het automatisch door. In de verte hoorde hij gefluister, maar hij kon zichzelf er niet toe zetten om geconcentreerd te luisteren. De pijn in z’n hoofd was nog niet echt minder geworden en hij begon zich af te vragen of het drankje wel werkte. Na een aantal minuten zakte de pijn echter voor een groot deel weg tot er alleen nog een zacht geklop in z’n achterhoofd eraan herinnerde. Opnieuw opende hij langzaam z’n ogen. Dit keer merkte hij dat er van een erg fel licht geen sprake was. Hij probeerde z’n omgeving in zich op te nemen. Hij lag in een bed wat zo te zien in de ziekenzaal stond. Verschillende schermen die om z’n bed stonden zorgden er echter voor dat hij hier niet echt zeker van kon zijn.

Voorzichtig probeerde hij uit bed te gaan. Hij had altijd al een hekel gehad aan de ziekenzaal en wilde er daarom ook zo snel mogelijk weg. Hij probeerde naast het bed te gaan staan, maar viel als een soort zoutzak op de grond. Zijn benen leken de kracht wel niet te hebben om hem te dragen.
“gedoe”, mopperde hij terwijl hij in de verte voetstappen hoorde naderen. Het scherm werd weggeschoven en voor hem stonden professor Perkamentus, professor Anderling en….
Draco knipperde met z’n ogen om te zien of hij het wel goed zag. Natuurlijk wist hij dat hij nog leefde, maar hij had niet verwacht dat hij ook nog maar iets met hem te maken wilde hebben.
“Ow wat doet u nou uit bed, daar bent u nog lang niet sterk genoeg voor.”
Madame Plijster kwam hoofdschuddend aangelopen.
“Harry zou je me even kunnen helpen?”, zei Madame Plijster terwijl ze Draco’s arm al vastpakte. Draco draaide zich naar Harry, zeker wetend dat hij zou weigeren, maar tot zijn verbazing liep hij naar Draco’s andere kant terwijl ze hem samen weer op het bed tilden.
“Bedankt”, mompelde Draco die zich wat ongemakkelijk voelde. Hij vond het maar niets om van anderen afhankelijk te zijn en was verbaasd dat ze hem wilden helpen na wat hij had gedaan. Hoewel, misschien was dat het hem nou juist. Misschien wisten ze nog wel niet wat hij had gedaan. Hij keek naar professor Anderling en Perkamentus maar kon niets te weten komen uit hun gezichtsuitdrukking.

“Draco ik zou graag willen weten wat er allemaal gebeurt is”, zei Perkamentus terwijl hij hem serieus aankeek.
“Het is mijn schuld dat professor Sneep dood is, is dat wat u wilt horen”, zei Draco terwijl hij slikte.
“Waarom vertel je me niet hoe jullie in die situatie terecht gekomen zijn”, zei Perkamentus rustig.
“Het is allemaal mijn schuld”, zei Draco terwijl hij naar z’n handen staarde.
“Severus was een volwassen man en wist wat hij deed Draco. Hij heeft mij een brief geschreven waarin hij jullie plan uitlegde en duidelijk maakte dat jij niet aansprakelijk was.”
“Maar dat ben ik wel”, zei Draco terwijl hij z’n blik op z’n handen gericht hield. Hij haalde een keer diep adem. “Als ik niet… Als ik… het is allemaal mijn schuld.”
“Ik zou graag jou kant van het verhaal willen horen Draco en ik denk dat Harry daar ook recht op heeft. Het is namelijk nogal schokkend als je beste vriend de afdelingskamer komt ingelopen en zegt dat jij hem hebt vermoord terwijl hij gewoon z’n huiswerk aan het maken was.”

Draco keek even naar Harry en zuchtte. Hij wist dat dit moment een keer moest komen. Hij haalde een keer diep adem en begon met vertellen. Z’n ogen hield hij strak op het voeteneind gericht, hij kon gewoon niet iemand aankijken.
“Ik… Tijdens het Zweinsveld weekend ben ik met een viavia naar de heer van het duister gebracht. Daar werd ik zo ongeveer gedwongen om het duistere teken te nemen. Als ik zou weigeren zouden ze me vermoorden. Ik besloot om het teken te nemen in de hoop er dan vanaf te zijn. Ik had beter moeten weten”, zei Draco met een humorloze lach. “Ze hadden voor mij een speciale opdracht. Ik moest ervoor zorgen dat Harry op donderdagavond om 8 uur in het verboden bos was, anders zouden ze me alsnog vermoorden.”

Hij keek op en staarde Harry aan.
“Ik kon het niet. Ondanks onze ruzie kon ik je niet zo verraden. Ik moest dus een alternatief verzinnen, maar de tijd begon te dringen. Professor Sneep merkte dat ik nogal rusteloos was, maar ik weigerde te vertellen wat er was. Hij wist dat ik het duistere teken had en nadat hij wat navraag had gedaan bij andere dooddoeners kreeg hij te horen over mijn opdracht. Hij confronteerde me en vertelde me dat hij er alles aan zou doen om ervoor te zorgen dat m’n opdracht niet zou slagen. Ik zei dat ik Harry ook geen kwaad wilde doen, maar dat als ik niet met hem het bos in zou komen ik zo goed als dood was. Dat was toen professor Sneep met het verwisseldrank idee kwam. Ik wilde in eerste instantie hier niet aan meewerken, omdat ik wist wat er dan waarschijnlijk met hem zou gebeuren. Hij zei echter dat het mijn enige keus was en dat als ik dit niet zou doen ik wel meer dan mijn eigen leven in gevaar bracht, namelijk dat van duizenden andere. Hij vertelde hoe ik m’n toekomst nog voor me had en hoe hij ervoor zou zorgen dat ik niet dezelfde fouten als hem zou maken. Ik merkte dat je met me wilde praten Harry, maar ik kon je gewoon niet onder ogen komen. Ik moest zorgen dat jij me niet aan het volgen was en daardoor jezelf in gevaar zou brengen, dus schreef ik jou het briefje met de vraag om me te ontmoeten. Ik hoopte dat dat zou voorkomen dat je me volgde. Ik en professor Sneep vermomd als Harry liepen dus naar het bos, waar die stomme wezelvriend van je ons hele plan nog bijna deed mislukken.”

Draco kreeg een boze gezichtsuitdrukking terwijl hij er weer aan terugdacht.
“We hebben weten te voorkomen dat hij ons volgde en gingen het bos in. Daar verscheen de heer van het duister met enkele dooddoeners en dat was….” Draco slikte. “Dat was toen…”
Hij kon de woorden gewoon niet uitspreken. Perkamentus knikte dat hij het begrepen had en Draco ging verder.
“Ze verdwijnselden weer en ik bleef bij professor Sneep. Dat was toen Wemel ineens kwam aanlopen en….”
Draco probeerde zich te herinneren wat er daarna gebeurt was, maar het was allemaal een grote waas voor hem.
“En het volgende dat ik weer weet is dat ik hier wakker werd.”
Iedereen bleef stil en Draco durfde niet op te kijken, bang dat hij teleurstelling in hun ogen zou zien. Het was uiteindelijk Perkamentus die de stilte verbrak.

“Wat gebeurt is is gebeurt en we zullen weer verder moeten. Het feit dat Voldemort denkt dat hij Harry heeft vermoord kan in ons voordeel werken. We moeten ervoor zorgen dat hij zo lang mogelijk in die waan blijft. Bijna alle zwadderaars zijn voor de vakantie naar huis gegaan en Minerva?”
“Ik heb met de Griffoendors gesproken en ze beloofden hun mond te houden”, antwoordde professor Anderling.
“Harry het is belangrijk dat zo min mogelijk mensen je zien. Het is het beste als je je afdelingskamer niet uitkomt.”
Harry keek een beetje boos naar Perkamentus, duidelijk niet blij met dit nieuws.
“Als je iets te eten wilt hebben kun je Dobby of één van de andere huiselfen roepen.”
Harry zuchtte en knikte. Hij had z’n vakantie wel iets anders voorgesteld dan opgesloten in de afdelingskamer.

Draco hoorde alles rustig aan en zag Madame Plijster zijn kant oplopen.
“Als jullie dan nu de patiënt met rust willen laten. Hij heeft rust nodig”, zei Madame Plijster terwijl ze het groepje streng aankeek.
“Het gaat prima”, zei Draco protesterend, hij wilde hier het liefste zo snel mogelijk weg.
“Nee, dat gaat het niet”, zei Madame Plijster. “Je zult nog zeker drie dagen in bed moeten liggen. Je lichaam heeft het zwaar te verduren gehad en is, zoals je net al ondervonden hebt, gewoon nog niet sterk genoeg om je te dragen.”
“Drie dagen!”, zei Draco geschrokken. Hij dacht dat hij in het ergste geval nog een drankje zou krijgen waardoor hij nog een paar uur hier zou moeten blijven. Dat hij hier nog drie dagen vast zat had hij echter niet gedacht.
“Drie dagen”, bevestigde Madame Plijster. “En u zult in uw bed moeten blijven.”
Draco keek haar boos aan maar zie niets. Hij wist dat ze hem alleen maar wilde helpen, maar om drie dagen lang in bed te liggen had hij ook niet echt zin in.

Madame Plijster kuchte toen ze zag dat het hele gezelschap nog steeds om Draco’s bed heen stond.
“Juist Poppy, we zullen weer eens gaan.”
Professor Perkamentus en Anderling draaiden zich al om, maar Harry bleef Draco nog wat langer aankijken. Draco keek terug. Er waren zoveel dingen die hij tegen hem wilde zeggen, maar hij wist dat dat op dit moment niet kon.
“Kom je Harry?”, zei Perkamentus terwijl hij achterom keek. Harry draaide zich om en het moment was gebroken. Draco zag hoe Harry de ziekenzaal uitliep. Nu iedereen weg was voelde hij pas hoe moe hij eigenlijk was en langzaam viel hij in slaap.

****

Hij opende z’n ogen en keek in het rond. Het was inmiddels al donker dus het zou wel avond zijn. Hij rekte zich uit en stopte halverwege de beweging. Daar zag hij Harry staan. Het was duidelijk dat hij nog niet goed wakker was, want hij wist dat Harry in de Griffoendor afdelingskamer moest blijven. Bovendien, waarom zou Harry hem nu nog willen zien. Hij wreef in z’n ogen en keek opnieuw. Nu zag hij inderdaad niets anders dan duisternis. Het was duidelijk dat hij zich net vergist had.

“Ik vroeg me al af wanneer je eindelijk een keer wakker werd.”
Draco draaide zich om en zag Harry aan de andere kant van zijn bed staan.
“Harry?”, zei Draco.
“Ik hoor dat je m’n naam nog niet vergeten bent.”
Draco staarde Harry verward aan.
“Maar wat doe je hier? Perkamentus had gezegd dat je de afdelingskamer niet uit mocht.” Hij wilde ook vragen waarom Harry naar hem toe was gekomen, maar wilde hem niet gelijk wegjagen. Als hij maar geduld had zou hij daar vast vanzelf achterkomen. Harry haalde z’n schouders op.
“Ik wilde zien hoe het met je gaat en….”
Harry stopte even en keek Draco aan. “Ik wilde zeggen dat het me spijt.”

Draco keek Harry niet begrijpend aan.
“Waar heb je het over? Jij bent niet degene die ervoor gezorgd heeft dat… dat er nu iemand dood is.”
Harry schudde z’n hoofd.
“Weet je nog toen het zo regende en jij me achterna kwam naar buiten?”
Draco’s ogen verkleinden zich. Dat wist hij nog maar al te goed, dat was toen Harry hem vertelde dat hij niet van hem hield.
“Ik meende niet wat ik toen zei Draco. Ik hou nog steeds van je.”
Hoewel Harry oprecht over kwam keek Draco hem toch een beetje argwanend aan.
“Wie zegt mij dat je je morgen niet weer bedenkt en zegt dat je me haat?”
“Ik heb je nooit gehaten, niet echt”, zei Harry. “En ik beloof je dat ik de waarheid spreek Draco.”

Draco bleef stil en keek Harry recht in z’n ogen. Harry begon zich een beetje ongemakkelijk te voelen door Draco’s stilte en z’n gestaar.
“Draco?”, zei Harry een beetje onzeker, bang dat hij een fout had gemaakt door hier vanavond te komen.
“Ik was zo boos op je na die ochtend. Ik begreep het niet en was vastbesloten wraak op je te nemen nadat je me zo rot had laten voelen. Alleen het gekke was, dat toen de ultieme mogelijkheid om wraak te nemen kwam, om jou uit te leveren aan de heer van het duister. Ik kon het gewoon niet.”
Draco lachte humorloos. “Al die tijd wilde ik wraak nemen en toen kon ik het gewoon niet.”

Harry bleef stil en keek Draco aan. Hij wilde naar Draco toegaan en zeggen dat het hem speet, maar hij was bang dat Draco boos op hem zou worden. Hij kon niet echt hoogte krijgen van Draco’s gedrag. Hij besloot het risico te nemen en overbrugde de afstand tussen hemzelf en Draco’s bed. Toen hij het bed bereikt had bleef hij stil staan, een beetje onzeker over wat hij nu wilde doen.
“Je hebt het juiste gedaan. Ik had dat toen nooit mogen zeggen, het spijt me”, zei Harry opnieuw.
“Weet je wat het ergste was. Wat nog wel het ergste van alles was. Ondanks wat je gezegd had, ondanks dat je mij duidelijk had gemaakt dat je niet van me hield. Ik ben nooit gestopt van jou te houden”, zei Draco terwijl hij Harry in de ogen keek.
Harry voelde hoe hij naar voren leunde en was even bang dat Draco z’n hoofd weg zou draaien en hem zou vragen waar hij nou helemaal mee bezig was. Maar dit gebeurde niet. Toen Harry bijna bij Draco’s mond was overbrugde Draco zelf de laatste centimeters totdat hun lippen elkaar raakten.





_________________
Malfoy: "You're dead, Potter."
Harry raised his eyebrows.
"Funny," he said, "you'd think I'd have stopped walking around ..."
Boek 5

Mijn verhalen
Profiel bekijkenStuur privébericht
dracogirly
6e jaars
6e jaars


Verdiend: 57 Sikkels
Woonplaats: Malfoy Mansion :)

dracogirly is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Feb 06, 2006 19:20 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 20

Draco werd gek van het wachten. Harry had gisteravond beloofd om de volgende avond opnieuw langs te komen en hoewel Draco wist dat het veiliger zou zijn als Harry niet kwam kon hij het niet helpen om er toch naar uit te kijken. Dit vooruitzicht zorgde er in ieder geval voor dat hij al die misselijkmakende drankjes innam en zich aan zijn bedrust hield. Oké, misschien maakte hij het Madame Plijster niet altijd even gemakkelijk en had hij misschien ook wel een beetje gezeurd, nou ja heel erg gezeurd. Maar wat had ze verwacht door hem die drie dagen bedrust toe te schrijven.

De avond was nu echter eindelijk gekomen. Draco keek op de klok en zag dat het 21 uur was. Waar bleef Harry? Wist hij dan niet hoe Draco al de hele tijd op hem aan het wachten was? Hij zuchtte geïrriteerd en keek nogmaals naar de boeken die Madame Plijster hem had gebracht om te lezen. Als ze serieus dacht dat hij in z’n vakantie leerboeken ging lezen moest ze misschien zelf eens één van haar medicijnen innemen. Draco glansde opnieuw naar de klok: 5 over 9. Waarom leek de tijd nou tien keer zo langzaam te gaan als je alleen maar in bed mocht liggen?

Draco sloeg het deken van zich af en ging overeind zitten. Hij had er genoeg van. De hele dag had hij al in dit rotbed gelegen en het werd tijd dat hij er eens uitging. Het zag er nog niet naar uit dat Harry snel zou komen en de ziekenzaal was ook zo goed als verlaten. Mooi, er was dus niemand die hem kon tegenhouden.
Hij sloeg z’n benen over de bedrand en haalde een keer diep adem. Hij kon dit wel. Die stomme zuster wist er gewoon niets van en hij zou dat bewijzen ook. Zodra hij de ziekenzaal uit zou lopen zou hij eerst even naar haar toe gaan.
Net toen hij het bed wilde afgaan zag hij Harry ogenschijnlijk uit het niets verschijnen.

“Waar ben jij mee bezig?”, zei Harry terwijl hij Draco’s staat in nam. Draco zat met z’n ziekenhuisgewaad aan aan de rand van het bed. De dekens van z’n bed waren naar één kant geschoven en het zag ernaar uit alsof hij ieder moment het bed uit kon gaan.
“Ik zal je laten zien dat die zuster geen idee heeft waar ze het over heeft.”
Harry zag Draco’s vastbesloten blik en schrok. Hij had die blik vaker gezien en wist dat het dan bijna onmogelijk was om hem nog op andere gedachten te brengen. Hij wist echter ook dat als hij niets zou doen Draco waarschijnlijk nog meer gewond zou raken. Madame Plijster had het eigenlijk nooit mis en Harry kon ook niet geloven dat ze dit keer een fout had gemaakt.

“Maar Draco weet je dan niet meer hoe je gister op de grond belande?”, zei Harry langzaam.
Draco keek hem boos aan, duidelijk niet blij om daar weer aan herinnerd te worden.
“We zijn nu weer een dag verder.”
“Draco waarom ga je niet gewoon weer in je bed liggen”, zei Harry voorzichtig, proberend om Draco niet kwaad te maken. “Doe nou geen overhaaste domme dingen die…”
“Wou je zeggen dat ik dom ben Potter”, zei Draco terwijl hij Harry boos aankeek.

Harry rilde toen hij Draco weer z’n achternaam hoorde gebruiken. Waarom moest hij nou altijd zijn woorden verdraaien.
“Dat is niet wat ik zei, ik…”
Maar Harry werd opnieuw afgekapt door Draco.
“Nee, maar dat is wel wat je bedoelde nietwaar?”
Harry zuchtte. Hij wist dat het op dit moment onmogelijk was om door te dringen tot Draco.
“Nou als je het allemaal dan zo goed weet, laat maar zien dan. Verwacht alleen geen hulp of medelijden als je straks op de grond ligt”, zei Harry terwijl hij Draco aankeek.
“Maak je geen zorgen, ik heb je hulp niet nodig. Ik ben prima in staat om mezelf te helpen.”

Harry schudde z’n hoofd. Hij wist dat het Draco nooit zou lukken, maar soms kon hij zo eigenwijs zijn. Hij deed z’n armen over elkaar en keek naar Draco, wetend dat dit nooit goed kon gaan.

Draco haalde een keer diep adem. Hij kon dit wel. Hij zou Harry en die zuster wel eens laten zien dat hij hen niet nodig had. Voorzichtig zette hij één voet op de grond terwijl hij zichzelf nog beet hield aan het bed. Hier gaat ie dan. Hij liet het bed los, maar nog voordat hij één stap kon zetten zakte hij al in elkaar en kwam in een hoop op de grond terecht.
Tranen begonnen zich in z’n ogen te vormen, maar hij knipperde ze snel weg. Het was niet zozeer de pijn van de val die voor deze tranen zorgde, die viel best wel mee. Het was vooral vanwege het feit dat hij er zo van overtuigd geweest was dat hij dit kon. Hoewel Madame Plijster en zelfs Harry hem verteld hadden dat het niet zou lukken geloofde hij hen niet. Maar in plaats van hun ongelijk te bewijzen heeft hij zichzelf alleen maar belachelijk gemaakt voor de ogen van Harry.

Hij zag een hand voor z’n gezicht verschijnen en keek op. Voor hem stond Harry die met een soort van medelijden in z’n ogen naar hem keek.
Hij hoefde zijn medelijden niet. Hij meende wat hij net zei, hij had zijn hulp niet nodig.
“Ik dacht dat je me niet zou helpen”, zei Draco terwijl hij Harry een kwade blik toewierp. Het effect van zijn blik ging echter gedeeltelijk verloren door de manier waarop hij daar op de grond zat.
“Doe niet zo moeilijk en pak gewoon m’n hand aan”, zei Harry die geen zin had om hier ruzie over te maken.
“Bewaar je heldencomplex maar voor mensen die het kunnen gebruiken Potter. Ik heb je hulp niet nodig.”

Draco’s woorden deden pijn en Harry liet z’n hand onmiddellijk zakken.
“Prima, zoek het dan zelf maar uit.”
Boos liep Harry naar de stoel die in de hoek van het met schermen afgeschermde bed stond.

Draco wist dat hij Harry pijn had gedaan met z’n woorden, maar hij moest weten dat Draco niet weer één van z’n hulpeloze slachtoffertjes was. Hij kroop met behulp van z’n handen richting het bed. Nu kwam echter het moeilijkste, hoe kwam hij weer op het bed? Hij keek even richting de stoel waar Harry zat en zag hoe Harry al z’n bewegingen volgde. Vastbesloten om niet op te geven pakte hij één van de poten van het bed vast en probeerde zich hieraan omhoog te trekken. Dit lukte echter niet. De kracht in z’n armen was dus ook nog niet wat het een paar dagen geleden geweest was. Dat, of hij was de laatste dagen zoveel bijgekomen dat hij z’n eigen gewicht niet meer aankon. Hij wist dat het hem nooit zou lukken om in z’n eentje weer in het bed te komen.

Hij glansde naar Draco en zag dat die nog steeds naar hem aan het kijken was. Hij zuchtte. Hij had twee opties. Of hij zou Harry moeten vragen om hem te helpen, of hij zou de nacht op de vloer moeten doorbrengen en morgen aan Madame Plijster moeten zeggen wat hij gedaan had. Hij keek weer naar Harry en wist wat hij moest doen. Hij wist echter ook dat Harry het hem niet makkelijk zou maken. Waarom leek dit alles ook alweer zo’n goed idee?

Harry staarde Draco geconcentreerd aan. Hij zag hoe Draco probeerde om zichzelf het bed in te tillen en hoe dat niet lukte. Draco was nu zo te zien aan het denken en Harry was benieuwd wat er nu in hem omging. Hij zag hoe Draco een keer diep adem haalde en wachtte rustig af.
“Harry zou je me misschien willen helpen?” Draco keek naar de grond terwijl hij deze woorden zei, te beschaamd om hem aan te kijken.

Harry wist dat het veel moeite kostte voor Draco om deze woorden te zeggen en hoewel hij al wist dat hij hem zou helpen moest hij hem eerst laten inzien wat hij had gedaan.
“Maar Draco toch, je hebt Harry Potter, de grote held toch niet nodig”, zei Harry sarcastisch.

Draco kromp ineens bij het horen van Harry’s woorden. Hij wist dat hij het hier zelf naar gemaakt had, maar stiekem had hij toch gehoopt dat Harry hem gewoon zou helpen zonder hem eerst van dit soort vragen te stellen.
“Sorry, dat had ik niet moeten zeggen”, mompelde Draco bijna onverstaanbaar.
“Wat zeg je? Ik spreek geen mompelaars”, zei Harry.
“Ik zei het spijt me, oké”, zei Draco nu wat harder. “Ik had dat niet mogen zeggen. Het is duidelijk dat ik het niet alleen kan. Ik heb gefaald oké. Dus… Ga je me nog helpen of moet ik de rest van de nacht op de grond doorbrengen”, zei Draco een beetje wanhopig.

Langzaam stond Harry op. Hij wist dat hij misschien nog iets had moeten zeggen over de manier waarop Draco de laatste zin uitsprak, maar hij kon zichzelf er niet toe zetten. Hij liep naar Draco toe en met z’n sterke armen had hij hem al snel weer in z’n bed gelegd.

Zodra hij weer in z’n bed lag keek Draco onmiddellijk weg van Harry. Wat hij zojuist gedaan had was gewoon te vernederend. Nu Harry gezien had hoe zwak hij eigenlijk wel niet was wilde hij vast niet meer bij hem zijn.
“Draco.”
Harry zuchtte toen hij zag dat Draco niet van plan was om hem aan te kijken. Soms kon hij zo eigenwijs zijn.
“Draco kijk me eens aan.”
Nog steeds lag Draco met z’n rug naar Harry toegedraaid.
“Ik was hier gekomen om je wat gezelschap te houden en ik dacht dat je het gezellig vond, maar als je de hele avond zo gaat doen kan ik beter maar weer gaan.”

Er kwam beweging in de grote hoop op bed en langzaam draaide Draco zich om.
“Nee!! Ik bedoel, ik zou het niet erg vinden als je bleef.”
Harry glimlachte en ging bij Draco op bed zitten.
“En vertel eens, wat heb je vandaag allemaal gedaan”, zie Harry een beetje plagend.
“Je bedoelt behalve de hele dag in bed liggen en de meest gore drankjes naar binnen werken?”
“Aaaaaww”, zie Harry met een kleine glimlach. “Hoe kunnen we er eens voor zorgen dat je je wat beter voelt.”
“Nou, ik weet wel wat”, zei Draco en hij trok Harry aan z’n shirt naar zich toe.

Harry’s handen kwamen automatisch naast Draco’s hoofd terecht zodat hij Draco niet zou pletten. Draco leunde iets naar voren en zoende Harry die hem terugzoende.

***

Hij wist eigenlijk niet zo goed wat hij hier deed. Oké, dat was een leugen, hij wist prima wat hij hier deed. De vraag was of hij het kon. Hermelien had hem opnieuw de hele dag aan z’n kop lopen zeuren dat hij z’n excuses moest aanbieden aan Malfidus omdat hij hem zo had toegetakeld toen hij dacht dat hij Harry vermoord had. Het gezeur werd alleen maar erger nadat ze van Harry hadden gehoord wat er werkelijk gebeurt was.

Hier liep hij nu dus, door de donkere en verlaten gangen van Zweinstein richting de ziekenzaal. Hij wist dat ze hem waarschijnlijk nooit bij Draco zouden laten dus besloot hij om ’s avonds te komen in de hoop niemand tegen te komen. Z’n excuses aanbieden. Hij haalde z’n neus op. Wat hij wel niet over had om Hermelien te laten zien dat hij van haar hield.

Hij liep stilletjes de ziekenzaal op en begon langzamer te lopen toen hij stemmen hoorde. Was er dan nog iemand bij Malfidus? Hij naderde de schermen die het bed afschermde en keek voorzichtig om het hoekje. Hij schrok van wat hij daar aantrof. Harry lag half op Malfidus en was hem aan het zoenen. Zonder z’n aanwezigheid verder bekend te maken draaide hij zich om en rende de ziekenzaal uit. De deur viel met een klap achter zich dicht.

Beelden van een zoenende Harry en Draco gingen door z’n hoofd. Hij dacht dat Harry hem begrepen had. Hij dacht dat Harry hem belangrijker vond, maar het was nu duidelijk hoe hij echter over de dingen dacht. Zonder erbij na te denken liep hij richting één van de vele geheime gangen die naar Zweinsveld gingen. Hij was boos en verdrietig dat zijn beste vriend hem zo kon verraden. Hij kwam in Zweinsveld terecht en liep gelijk richting ‘de drie bezemstelen’. Misschien dat een paar boterbiertjes of iets sterkers zijn pijn kon verzachten.

***

Harry werd de volgende ochtend om elf uur wakker geschud door een hysterisch uitziende Hermelien. Ze probeerde hem iets te vertellen maar praatte zo vlug dat hij er niet veel van begreep.
“Herm wat doe je hier, dit is de jongensslaapzaal. Bovendien is het vakantie dus we kunnen uitslapen.”
Hermelien keek hem een beetje boos en verontwaardigd aan dat hij duidelijk niet goed naar haar geluisterd had. Ze duwde de ochtendprofeet in z’n handen en wachtte hoe hij erop zou reageren.

Harry zocht z’n bril, zette hem op en bekeek de krant die Hermelien hem zojuist in z’n handen had geduwd. Hij schrok van wat hij las.
“Maar… maar… dat kan niet. Dit kunnen ze toch niet weten”, zei Harry die een beetje wanhopig naar Hermelien keek. Op de voorpagina stond een grote foto van hem met daaronder een verhaal dat hij niet alleen niet dood was, maar dat hij ook nog iets zou hebben met Draco Malfidus.
“Oh gedoe, Draco”, zei Harry terwijl hij gelijk uit bed sprong.

De kans was groot dat Lucius en de andere dooddoeners dit ook hadden gelezen en als dat het geval was dan liep hij groot gevaar.
Hermelien keek Harry een beetje bedachtzaam aan.
“Jullie zijn nog steeds samen”, zei ze meer als een soort conclusie dan een vraag. Harry luisterde echter niet en was inmiddels in gevecht met z’n schoen waarvan de veters juist vandaag hadden besloten om in de knoop te zitten. Eindelijk had hij ze aan en zonder verder nog ergens op te letten rende hij de slaapzaal uit. De weinige mensen die in de afdelingskamer waren keken vreemd op toen ze Harry ineens als een gek naar de uitgang zagen rennen.
“Harry nee! Straks ziet iemand je!”, gilde Hermelien hem nog na.

Harry luisterde echter niet. Het enige wat hij in z’n hoofd had was Draco. Draco die in gevaar was. Hij rende richting de ziekenzaal en lette niet op de geschokte gezichten van de mensen van andere afdelingen waar hij langs rende. Hij gooide de deur van de ziekenzaal open en rende meteen naar het bed waar Draco gister nog in lag. Hij schrok toen hij zag dat het leeg was en een naar gevoel bekroop hem.

“Harry wat doe jij hier, je hoort je afdelingskamer helemaal niet uit te komen”, zei Madame Plijster terwijl ze op hem kwam afgelopen.
“Waar is hij”, zei Harry terwijl hij Madame Plijster boos aankeek alsof zij de schuldige van dit alles was.
“Harry waarom kalmeer je eerst niet een beetje. Ik heb anders wel een drankje waardoor je…”
“Waar is Draco”, onderbrak Harry Madame Plijster boos. Madame Plijster schrok een beetje van Harry’s humeur maar bleef rustig.
“Zijn vader heeft hem vanmorgen vroeg opgehaald.”
Terwijl Harry naar de woorden luisterde leek het wel alsof er een knop in z’n lichaam werd omgezet. Z’n woede leek in één keer verdwenen en wat overbleef was een leeg gevoel vol wanhoop en zorgen over Draco. De dooddoeners hadden Draco en wisten dat hij gefaald had….

Reacties?





_________________
Malfoy: "You're dead, Potter."
Harry raised his eyebrows.
"Funny," he said, "you'd think I'd have stopped walking around ..."
Boek 5

Mijn verhalen
Profiel bekijkenStuur privébericht
dracogirly
6e jaars
6e jaars


Verdiend: 57 Sikkels
Woonplaats: Malfoy Mansion :)

dracogirly is offline. 
BerichtGeplaatst: Vr Feb 24, 2006 20:18 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 21

“Dus je begrijpt dat het belangrijk is dat je Zweinstein niet verlaat”, vroeg Perkamentus terwijl hij Harry doordringend aankeek. Het afgelopen half uur was hij bezig geweest om Harry hiervan te overtuigen en zo te voorkomen dat hij op één of andere reddingsmissie van zichzelf ging.
“Ik begrijp het”, zei Harry terwijl hij zuchtte. Hij wist dat hij Perkamentus maar beter gelijk kon geven als hij hier niet de rest van de dag wilde zitten. Als hij echter dacht dat hij hier rustig af ging wachten totdat ze Draco’s lijk zouden bezorgen had hij het mooi mis. Hij moest zorgen dat Draco veilig was.
“De orde doet alles wat ze kunnen om ervoor te zorgen dat Draco zo snel mogelijk weer terug is Harry”, zei Perkamentus die probeerde Harry gerust te stellen.

Harry knikte. Hij hoopte maar dat hun gesprekje snel over was want hij wist niet hoe lang hij deze onzin nog aan kon horen. Bovendien moest hij aan een reddingsmissie beginnen en iedere minuut die hij hier zat te verdoen kon wel eens heel belangrijk zijn.
“Waarom ga je niet terug naar de afdelingskamer. Hermelien moet vast ongerust zijn na de manier waarop je vanmorgen de afdelingskamer uitstormde.”
Harry knikte en stond op. Hij was blij dat dit gesprekje nu eindelijk over was en kon niet wachten om z’n reddingsmissie te beginnen.

Hij snelde naar de afdelingskamer en zag z’n twee vrienden daar al op hem wachten. Als Ron er wat schuldbewust bij zat viel het Harry niet op. Hij vertelde dat Draco verdwenen was en wat Perkamentus hem zojuist verteld had. Hij wilde net over zijn plan vertellen toen hij Hermelien hoorde zeggen dat ze vond dat Perkamentus gelijk had. Tot zijn verbazing was Ron het met haar eens. Hij kon z’n eigen vrienden niet geloven. Draco was in gevaar en zij vonden dat hij hier maar gewoon moest afwachten?!

Hij was blij dat hij ze nog niet over zijn plan verteld had, nu konden ze hem tenminste niet tegenhouden.
“Ik voel me niet zo lekker en denk dat ik even op m’n bed ga liggen.”
“Maar ik wilde…”, begon Ron. Een elleboog in z’n maag van Hermelien liet hem echter stoppen. Hermelien wist dat Harry het moeilijk moest hebben nu Draco weg was en wist dat hij wat tijd alleen nodig had.

Zodra Harry de slaapzaal inliep ging hij meteen op zoek naar z’n onzichtbaarheidsmantel. Al snel had hij hem gevonden en ging hij op z’n bed zitten.
“Dobby”, riep Harry.
“U riep Harry Potter sir”, zei een nogal enthousiast uitziende Dobby.
“Dobby ik heb je hulp nodig.”
“Dobby graag helpen. Dobby alles doen voor Harry Potter sir”, zei de elf terwijl hij op en neer sprong.
“Dobby, ik wil dat je me naar Malfoy Manor brengt.”
Madame Plijster had gezegd dat Lucius Draco kwam halen dus de kans was groot dat hij Draco daar kon vinden.
Zodra Dobby deze woorden hoorde stopte hij met springen en keek Harry met een beetje angstige ogen aan. Harry zag de blik van de elf en probeerde hem gerust te stellen.
“Ik weet dat het moeilijk voor je is Dobby, maar het is belangrijk. Draco is mijn vriend en hij loopt gevaar.”
Bij het horen van Draco’s naam gingen Dobby’s ogen wijd open.
“Draco slecht voor Harry Potter sir. Harry Potter sir moet uit buurt van Draco blijven”, zei Dobby waarschuwend.

Harry zuchtte een beetje geïrriteerd.
“Draco is mijn vriend Dobby.”
De huiself leek moeite te hebben om deze informatie te verwerken.
“Maar…maar…”, stamelde Dobby.
“Ga je me nog helpen of moet ik een andere huiself vragen”, zei Harry een beetje boos.
Dobby schudde meteen z’n hoofd.
“Nee, ik u helpen”, zei Dobby trots.

Harry was blij dat Dobby hem wilde helpen, omdat hij niet wist hoe hij anders Malfoy Manor moest vinden. Hij pakte z’n vuurflits en sprak er een verkleinspreuk over uit zodat hij in z’n zak paste. Hij raapte z’n onzichtbaarheidsmantel op en draaide zich weer naar Dobby.
“Dobby, ik doe nu de onzichtbaarheidsmantel over ons heen. Je moet dicht bij me blijven lopen en stil blijven. Denk je dat je dat kunt doen?”
Dobby knikte heel tevreden en hield zijn lippen stijf op elkaar als teken dat hij stil kon blijven. Harry sloeg de onzichtbaarheidsmantel over hen beide en liep naar de deur van de slaapzaal. Hij hoopte maar dat z’n plan zou lukken.

Zachtjes opende hij de deur, maar hij had z’n best niet hoeven doen want de afdelingskamer zag er nogal verlaten uit. Snel liep hij de afdelingskamer uit en liep richting één van de geheime gangen die hem naar Zweinsveld kon brengen. Ze hadden de gang bijna bereikt toen professor Anderling ineens uit één van de lokalen kwam.
Harry kon nog net voorkomen dat ze tegen haar aanliepen en ging snel aan de kant. Dobby gaf echter een gilletje van schrik en begon praten. “We worden vast…”
Snel deed Harry z’n hand voor Dobby’s mond zodat hij niet verder kon praten. Hij hield z’n adem in en keek op naar professor Anderling, bang dat hij nu ieder moment betrapt zou worden. Hij zag hoe ze in het rond keek, ongetwijfeld op zoek naar de maker van het geluid.
“Wie is daar?”, zei ze terwijl ze nogmaals goed in de rondte keek. Harry hoopte maar dat z’n onzichtbaarheidsmantel nog goed over hem heen zat. Hij hoorde voetstappen aankomen en zag Vilder met z’n kat aankomen.

“Is er iets Minerva?”, zei Vilder terwijl hij keek hoe professor Anderling in het rond keek.
“Ik zou toch zweren dat ik net iemand hoorde praten, maar ik zie niemand.”
Vilder keek ook in het rond, maar zag niets.
“Maak je geen zorgen Minerva. Mevrouw Norris en ik zullen de prater wel vinden.”
“Oké, dan ga ik nu snel naar Albus. Hij wilde me iets laten zien”, zei professor Anderling terwijl ze wegliep.

Zachtjes probeerde Harry weer verder te lopen. Hij wist dat Vilder hem niet kon zien, maar had zo z’n twijfels over mevrouw Norris. Hij had z’n hand van Dobby’s mond verwijderd toen hij er zeker van was dat Dobby z’n mond hield.

Eindelijk bereikte ze de gang en Harry deed de onzichtbaarheidsmantel af terwijl ze verder liepen in stilte. Hij nam grote stappen, want hij wist dat hij snel bij Draco moest zijn. Ze konden hem wel… Nee, hij schudde z’n hoofd. Hier moest hij niet aan denken.

Dobby moest met z’n kleine beentjes bijna rennen om Harry bij te houden, maar Harry had niets in de gaten. Het enige waar hij aan kon denken was Draco. Na een korte wandeling bereikten ze Zweinsveld en Harry zocht snel een stil steegje op waar hij z’n vuurflits weer tot normaal formaat maakte. Hij sprak een camouflagespreuk over Dobby, hemzelf en de bezem uit zodat hij in ieder geval niet door dreuzels gezien zou worden. Hij sprong op z’n bezem en gebaarde naar Dobby dat hij voor hem moest gaan zitten. Zo kon Dobby goed de weg wijzen terwijl Harry er ook zeker van kon zijn dat Dobby niet van z’n bezem viel.

Ze zette koers richting Malfoy Manor en Harry was blij dat Dobby de weg er naar toe wist. Even was hij bang geweest dat Dobby altijd in het huis was, maar gelukkig was hij ook verschillende keren wezen shoppen met Lucius en Narcissa zodat hij de weg wist. Hij liet Dobby weten niet te dicht naar Malfoy Manor te vliegen zodat de kans dat ze gezien zouden worden wat kleiner was. Lopend onder zijn ontzichtbaarheidsmantel zouden ze vast minder aandacht trekken.

Ze landde in een bosachtige omgeving waar Harry opnieuw zijn vuurflits verkleinde tot zakformaat. Pas nu begon de realiteit van de situatie pas echt door te dringen bij Harry. Hij was zo bij Malfoy Manor, maar wat wilde hij dan doen. Gewoon aanbellen en Draco meenemen was waarschijnlijk niet echt een goed plan.
“Uhm Dobby, weet jij misschien een manier om binnen te komen zonder dat we gezien worden?”
Dobby leek even na te denken en kreeg toen een grote glimlach op z’n gezicht.
“Dobby weten hoe Harry Potter. Dobby weten hoe!”, zei Dobby terwijl hij dit keer nog net niet op en neer sprong. Harry vroeg zich af of dit zou gaan lukken, maar bij gebrek aan een beter plan besloot hij Dobby te volgen.

Harry sloeg de onzichtbaarheidsmantel over hen beide en begon de wandeling richting het huis. Toen Harry het huis zag kon hij een beetje jaloezie niet onderdrukken. Draco was in dit prachtige grote huis opgegroeid terwijl Harry het voor lange tijd moest doen met de bezemkast.

Ze liepen rond het huis en hielden nog altijd zo’n twintig meter afstand.
“Hierin Harry Potter sir”, zei Dobby blij terwijl hij naar een klein gat in de grond wees.
Harry’s gezicht vertrok. Hier past hij nooit in. Het was misschien groot genoeg voor een huiself, maar was niet voor een mens bestemd.
“Uhm Dobby, ik denk niet dat ik ga passen. Is er niet nog een andere weg?”, zei Harry voorzichtig.
Dobby keek op en schudde langzaam z’n hoofd.
“Slechte Dobby. Dobby niet kunnen helpen.”
Voordat Harry hem kon stoppen liep hij al onder de onzichtbaarheidsmantel vandaan en begon zichzelf te slaan met een stok.
“Dobby nee!”, zei Harry terwijl hij snel de stok van Dobby afpakte en ervoor zorgde dat Dobby weer onder de onzichtbaarheidsmantel kwam.
“Ik heb me vergist, het is juist een hele goede ingang”, zei Harry in de hoop Dobby wat te kalmeren.
“Echt waar?”, zei Dobby terwijl hij hoopvol begon te kijken.
Harry keek opnieuw naar het gat in de grond. Het was niet erg groot maar als hij goed z’n best deed past hij er misschien net in.
“Echt waar”, zei Harry terwijl hij probeerde te glimlachen.

Dobby pakte de punt van Harry’s gewaad vast en begon hem richting het gat te trekken.
“Ik zal weg wijzen. Ik zorgen dat u bij Draco komt”, zei Dobby terwijl hij voor het gat stopte. Hij keek nog even achterom voordat hij erin sprong.

Harry keek toe hoe Dobby in het gat verdween. Hij haalde een keer diep adem en hoopte dat hij niet halverwege vast zou komen te zitten. Hij maakte zichzelf klein en sprong in het gat. Tot zijn geluk werd het gat niet kleiner, maar juist breder. Desondanks was hij blij toen hij eindelijk weer vaste grond onder zijn voeten voelde. Hij keek om zich heen. Het zag ernaar uit dat ze in een soort wijnkelder beland waren. Hij zag Dobby een trapje oplopen en volgde hem snel. Voordat Dobby de deur kon opendoen pakte Harry hem beet.
“Blijf onder de onzichtbaarheidsmantel, straks ziet iemand je nog”, fluisterde Harry waarschuwend. Dobby ging weer onder de onzichtbaarheidsmantel en leidde hem verschillende gangen door. Nergens was er echter een spoor te vinden van Draco of één van de andere bewoners. Het huis zag er op enkele huiselfen die ze tegenkwamen na, verlaten uit.

Harry stopte even met lopen en zuchtte. Dit was hopeloos. Op deze manier vinden ze Draco nooit. Hij voelde hoe de onzichtbaarheidsmantel een beetje verschoof en zag hoe Dobby eronder vandaan ging. Harry keek in het rond maar zag verder niemand en deed ook even de onzichtbaarheidsmantel af.

“Dobby wat doe je?”, zei Harry terwijl hij de huiself vragend aankeek.
“Dobby leent dit van Harry Potter en vraagt andere huiselfen naar Draco”, zei Dobby opgewekt terwijl hij Harry’s toverstok in z’n kleine handjes vasthield.
Harry keek geschrokken naar Dobby. Z’n toverstok had hij in z’n zak zitten en Dobby moest hem dus stiekem hebben gepakt toen ze onder de onzichtbaarheidsmantel waren.
“Dobby, waarom geef je me niet even rustig mijn toverstok terug”, zei Harry rustig terwijl hij z’n arm uitstak. Hij wilde Dobby niet boos of bang maken, bang dat hij dan misschien per ongeluk de toverstok zou gebruiken.
Dobby schudde echter z’n hoofd.
“Nee, Dobby gezegd hebben Harry Potter sir helpen. Dobby dat ook doen.”
Voordat Harry nog maar iets kon zeggen knipte Dobby met z’n vingers en verdween samen met zijn toverstok.

Harry was de kracht van de huiselfen helemaal vergeten en stond er nu een beetje hulpeloos bij. Hij was ongewapend in het huis van een dooddoener om Draco te redden. Dit was geen goede situatie. Snel deed hij z’n onzichtbaarheidsmantel weer om zodat hij in ieder geval onzichtbaar was.





_________________
Malfoy: "You're dead, Potter."
Harry raised his eyebrows.
"Funny," he said, "you'd think I'd have stopped walking around ..."
Boek 5

Mijn verhalen
Profiel bekijkenStuur privébericht
dracogirly
6e jaars
6e jaars


Verdiend: 57 Sikkels
Woonplaats: Malfoy Mansion :)

dracogirly is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Mrt 12, 2006 9:06 Terug naar boven Sla dit bericht op

Ik wil iedereen heel erg bedanken voor alle reacties Very Happy

Hoofdstuk 22

Hij besloot het huis verder te gaan onderzoeken. Hij liep één van de vele gangen in en zag licht onder één van de deuren vandaan komen. Waar licht was, waren vast ook mensen. Misschien was Draco daar wel. Hij ging dicht bij de deur staan en drukte zijn oor er zowat tegenaan om te horen of er iemand was. Hij hoorde een zacht geschuif en was nieuwsgierig of er iemand binnen was. Wat moest hij doen? Hij wilde graag weten wie er binnen was, maar het stond een beetje vreemd als de deur vanzelf openging. Hij hoorde een schreeuw aan de andere kant van de deur en kon gewoon niet langer wachten. Misschien waren ze Draco wel aan het martelen, dan kon hij hier toch niet gewoon blijven staan? Zonder er over na te denken dat hij ongewapend was gooide hij de deur open en keek in het rond.

Lucius stopte waar hij mee bezig was en keek met samengeknepen ogen naar de deur. Harry had het gevoel dat de man hem recht aankeek ondanks dat hij er zeker van was dat zijn onzichtbaarheidsmantel nog op z’n plaats zat. Hij schrok toen hij Dobby gewond op de vloer zag liggen. Het was duidelijk dat Lucius bezig was om hem te martelen voordat Harry binnenstormde. Snel gingen z’n ogen over Dobby op zoek naar z’n toverstok. Hij schrok toen hij hem nergens zag. Dat moest betekenen dat Lucius hem had en dan…

Hij werd opgeschrikt toen de deur met een klap dichtviel.
“Wel, wel, het ziet ernaar uit dat we een extra gast voor vanavond hebben.”
Harry schrok. Hij zag hoe Lucius de deur op slot deed. Hij zat in de val.
“Nou Potter, ga je jezelf nog laten zien?”, zei Lucius terwijl hij de kantoorachtige kamer rondkeek.
Harry schrok, hoe wist Lucius dat hij het was? Z’n ogen gingen weer naar Dobby die nu zacht snikkend op de grond lag. Die had waarschijnlijk verteld dat hij er was. Harry overwoog z’n opties. Hij kon z’n onzichtbaarheidsmantel afdoen, maar hij was ongewapend en Lucius was vast niet van plan om even gezellig thee te drinken. Hij besloot om z’n onzichtbaarheidsmantel om te houden en af te wachten wat er zou gebeuren.
“Ow Potter, ik vind je toch wel”, zei Lucius terwijl hij de kamer begon rond te lopen op zoek naar zijn prooi.
Harry drukte zichzelf vlak tegen een muur en probeerde z’n adem in te houden om zo te voorkomen dat Lucius hem zou vinden.
“Come out, come out, wherever you are”, zei Lucius gemeen lachend terwijl hij met uitgestrekte armen Harry probeerde te voelen.

Harry dacht er even over om de man gewoon op de dreuzelmanier aan te vallen, maar Lucius was een stuk groter en waarschijnlijk ook sterker dus de kans dat hij dat gevecht zou winnen was niet echt groot.
“Kom maar gewoon tevoorschijn Potter. We weten allebei dat je hier bent dus stopt met dit spelletje.”
Het was duidelijk dat Lucius het langzaamaan zat werd. Plotseling zag Harry een grijns op Lucius’ gezicht verschijnen en hij keek gespannen toe, benieuwd wat hij van plan was.
“Potter blijf nog maar even hier en geniet van de show.”

Harry keek vreemd op toen Lucius dit zei. Welke show? Waar had hij het over? Hij hoorde hoe Lucius een huiself riep en zag hem bevelen geven. Hij hoorde niet wat er gezegd werd, maar zag de bange huiself knikken en weer verdwijnen. Hij zag hoe Lucius opnieuw de kamer rondkeek, duidelijk tevreden met zichzelf.
“Ik hoop dat je een mooie plaats hebt uitgezocht Potter en zult genieten van de show.”

Er werd op de deur geklopt en Harry zag hoe Lucius de deur opende op zo’n manier dat Harry er niet tussendoor kon glippen. Toen hij zag wie er binnen werd gebracht bleef z’n adem in z’n keel steken. Daar was Draco die in een soort rolstoel de kamer werd ingeduwd. Z’n handen waren aan elkaar gebonden en hij zag er moe uit. Op z’n gezicht waren grote blauwe plekken te zien en bij z’n neus was wat opgedroogd bloed dat ongetwijfeld kwam door een bloedneus. Z’n kleding hing schots en scheef en ook z’n haar stond alle kanten op.

Harry’s woede voor Lucius vermenigvuldigde zich met tien toen hij de staat zag waarin Draco verkeerde. Hij wilde naar Draco toe gaan en hem helpen, maar wist dat hij niets kon doen. Draco kreeg een harde duw in z’n rug van de man die zorgde dat de rolstoel vooruit kwam en zonder z’n handen te kunnen gebruiken om de klap op te vangen viel Draco hard op de grond. Hij hoorde hoe Lucius de deur opnieuw op slot deed en zag hem tevreden rondkijken. Harry wilde niets liever dan die grijns van hem afslaan.

“Weet je Draco, je vriendje heeft besloten om je vanavond te vergezellen.”
Harry zag hoe Draco geschrokken naar z’n vader keek.
“Hij is op dit moment zelfs in deze ruimte.”
Nu keek Draco met grote ogen de kamer rond, ongetwijfeld op zoek naar Harry.
“Doe geen moeite Draco, hij is te laf om zichzelf te laten zien. Maar daar zullen we wel eens verandering in brengen.”

Tijd om te denken hoe Draco in dit geheel paste had Harry niet want Lucius riep al een crucio en Draco lag schreeuwend op de grond. Zo plotseling als hij de spreuk begon stopte hij hem ook weer en hij keek tevreden in het rond.
“Jij kunt dit stoppen Potter. Je hoeft jezelf alleen maar te laten zien.”
Harry keek van het vastberaden gezicht van Lucius naar het pijnlijke gezicht van Draco.
“Nee Harry niet…” bracht Draco met moeite uit.
Lucius stopte zijn gepraat echter door opnieuw crucio te roepen.

Harry keek met pijn in z’n ogen toe. Hij kon dit gewoon niet aanzien. Hij moest wat doen. Hij wist dat het waarschijnlijk een slecht idee was om zich te laten zien, maar hij moest gewoon wat doen om de pijn van Draco te stoppen. Hij deed z’n onzichtbaarheidsmantel af en deed een stap richting Draco en Lucius.
“Stop!”
Lucius keek met een tevreden glimlach om, terwijl Draco z’n hoofd neerhing. Hoe kon Harry zo dom zijn? Zolang Lucius niet zeker wist waar hij was had hij in ieder geval nog een kans om weg te komen, maar nu? Wat deed hij hier eigenlijk? En waarom deed hij niet iets? Hij kon toch in ieder geval proberen zich te verdedigen?

“Zo te zien hebben we hoog bezoek vandaag. Vergeef me dat de champagne nog niet klaarstaat, maar laat me je toch begeleiden naar een speciaal voor jou ingerichte kamer”, zei Lucius sarcastisch.
Harry was inmiddels al verlamd met een paralitis spreuk en kon Lucius alleen maar aanhoren. Hij voelde hoe hij omhoog werd gevlogen door een leviteer spreuk en Lucius bracht hem richting de kerkers. Verschillende keren stootte hij met Harry’s benen of hoofd tegen een muur of deur aan. Door de verlamspreuk voelde Harry hier nog niets van, maar zodra deze weg zal worden gehaald zal dit wel veranderen.

Met een korte beweging van z’n toverstok beëindigde Lucius de spreuk en met een harde klap viel Harry op de grond.Hij voelde hoe het bloed in z’n lichaam weer normaal begon te stromen en daarmee ook de pijn bracht van zijn zojuist ondergane mishandeling. Hij hoorde hoe Lucius de ontwapeningsspreuk riep en duidelijk verrast was door het feit dat er geen toverstok zijn kant op kwam.
“Je blijft me verbazen Potter. Dacht je echt dat je een kans van slagen had als je ongewapend kwam?”
Lucius lach galmde door de kerkers heen. Harry hoorde hoe de deur van zijn kerker gesloten werd, maar voetstappen die het vertrek van Lucius aangaven ontbraken nog. Voordat hij het wist voelde hij nu ook nog de pijn van de cruciatus vloek over zich heenkomen. Al snel werd de pijn hem teveel en de duisternis overnam hem.


Langzaam deed Harry z’n ogen open en zag een wazig blonde gedaante.
“Draco?”, zei Harry.
“Kijk wie er eindelijk heeft besloten om wakker te worden.”
Harry knipperde met z’n ogen en probeerde te ontdekken waar hij was.
“Waar zijn we?”
“Dit is nou Malfoy Manor. Ik zou je graag een uitgebreide rondleiding geven door mijn huis, maar zoals je ziet komen we niet erg ver.”

Harry kreunde. Het was dus geen nachtmerrie.
“Hoe ben je hier eigenlijk gekomen?”, vroeg Draco terwijl hij Harry onderzoekend aankeek.
Harry vertelde hem het hele verhaal tot het moment waarop hij zich aan Lucius liet zien.

“Oké, laat me dit goed begrijpen. Een huiself heeft ervoor gezorgd dat jij hier nu zit? Een huiself!?”
Harry krimpte ineen bij het horen van Draco’s woorden. Als je het zo zei klonk het inderdaad wel erg stom.
“De grote Harry Potter verslagen door een huiself?!”
“Ik kon er niets aan doen oké. Hoe kon ik weten dat hij mijn toverstok zou stelen”, zei Harry een beetje moe.
Draco zuchtte en ging met z’n rug tegen de muur aan zitten. Ze waren een tijdje stil en voorzichtig keek Harry Draco’s kant op. Het zag ernaar uit dat hij diep in gedachten was.

“Hoe gaat het eigenlijk met je?”
Draco’s hoofd vloog op en hij keek Harry strak aan. “Ow, het gaat geweldig. Ik ben meerdere keren mishandeld en zit gevangen in de kerkers van mijn eigen huis maar verder gaat het echt prima.”
Oké, misschien had hij de vraag iets anders moeten formuleren. Maar Draco hoefde toch niet meteen zo pissig te doen
“Ik had ook liever gehad dat we gewoon op Zweinstein zaten hoor”, zei Harry nu ook een beetje bozig.
“Sorry, het is gewoon…. Ik wil nog niet dood”, zei Draco zacht. Opnieuw viel er een stilte.
“Je gaat ook niet dood”, zei Harry vastbesloten.
“Nee, ik weet ook zeker dat ze het me vergeven dat ik hun opdracht niet hebt uitgevoerd en ondertussen ook nog eens een relatie met hun grootste vijand ben begonnen. Hoe kan ik zo dom zijn, we zitten hier vast alleen omdat ze een surprise party voor mij aan het voorbereiden zijn. Denk je dat ze de Witte Wieven ook uitgenodigd...”
“Stop!”, onderbrak Harry een beetje boos Draco’s gepraat. Draco draaide zich naar Harry.
“Harry tenzij er een soort wonder gebeurt, zijn we deze avond nog dood.”





_________________
Malfoy: "You're dead, Potter."
Harry raised his eyebrows.
"Funny," he said, "you'd think I'd have stopped walking around ..."
Boek 5

Mijn verhalen
Profiel bekijkenStuur privébericht
dracogirly
6e jaars
6e jaars


Verdiend: 57 Sikkels
Woonplaats: Malfoy Mansion :)

dracogirly is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Mrt 27, 2006 14:53 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoofdstuk 23

De woorden van Draco werden opnieuw gevolgd door een stilte. Plotseling hoorden ze een geluid en met grote ogen keken ze naar de gedaante die zojuist in hun kerker verschenen was.
“Dobby?”, zei Harry terwijl hij de rampzalige staat waarin de huiself verkeerde in zich opnam. Het was duidelijk dat Lucius veel schade had aangericht en wie weet wat hij zichzelf aangedaan had omdat hij Harry niet goed geholpen had.

“Harry Potter sir”, bracht Dobby met krakende stem uit. Hij stond een beetje wankel op z’n benen en Harry was bang dat Dobby ieder moment in elkaar zou zakken.
“Dobby, waarom ga je niet even zitten?”
De huiself schudde z’n hoofd.
“Harry Potter sir moet snel weg”, piepte Dobby.
Draco snuifde vanuit de hoek waar hij toekeek. “Briljant opgemerkt.”
Harry negeerde Draco en hield z’n aandacht op Dobby gericht.
“Dobby heb je misschien m’n toverstok?”
Dobby’s gezicht lichtte op en hij begon ja te knikken. Met een grote lach op z’n gezicht haalde hij Harry’s toverstok tevoorschijn. Snel pakte Harry de toverstok van de huiself.
“Je kan veel zeggen Draco, maar Dobby heeft ons zojuist wel een weg naar buiten bezorgd.”
Harry liep naar de deur, klaar om hem open te maken. Hij keek even achterom en zag tot z’n verbazing dat Draco nog steeds op de grond zat.
“Draco kom op, we kunnen hier weg.”
Draco schudde z’n hoofd. “Ga jij maar.”
Harry keek Draco niet begrijpend aan. “Waar heb je het over? Ik laat je hier niet achter. Kom op!”
Draco keek een beetje triest en schudde opnieuw z’n hoofd. “Weet je nog wat Madame Plijster zei?”
Harry keek een beetje verward, het was duidelijk dat hij het zich niet meer herinnerde.
“Ik moest rust houden. Harry ik kan niet eens lopen, je hebt niets aan me. Laat me hier achter en zorg dat je jezelf in veiligheid brengt.”
Harry keek Draco aan alsof hij een extra hoofd gekregen had. Met een simpel ‘Alohamora’ opende hij de deur. In plaats van er gelijk doorheen te lopen draaide hij zich weer om naar Draco en liep op hem af. Draco keek met grote ogen naar wat Harry deed.
“Potter gedraag je nu niet ineens als één of andere Huffelpuf. Zorg dat je jezelf in veiligheid brengt.”
De woorden van Draco leken Harry echter niet van mening te veranderen. Met een simpele beweging tilde hij Draco op terwijl hij nog midden in z’n protesten zat.
“Ik laat je niet alleen achter.”
Draco haalde toch een beetje opgelucht adem. Hoewel hij wist dat dit gekkenwerk was en dat hij beter achtergelaten kon worden was hij blij dat Harry hem meenam. Hij wilde namelijk echt nog niet dood.

Met Draco in z’n armen liep Harry de cel uit. Hij hoopte maar dat ze hier snel uitkwamen. Draco was namelijk best wel zwaar en hij wist niet hoe lang hij hem kon dragen.
“Ga hier rechts.”
Harry volgde de aanwijzingen van Draco en liep naar rechts. De gang zag er doodlopend uit maar aangezien het Draco’s huis was zou hij wel weten hoe ze hier weg konden komen.
“Oké, geef me nu je toverstok.”
“Wat?”, zei Harry die Draco verbaasd aankeek.
“Ik zei geef me je toverstok.”
Harry keek nog steeds een beetje onbegrijpend en was ook niet echt van plan om z’n toverstok zomaar af te geven. Draco zuchtte weer een beetje geïrriteerd.
“Je geeft je toverstok wel aan een huiself maar niet aan mij.”
“Dat was niet…”
“Ja, ja, ja”, zei Draco duidelijk een beetje geïrriteerd. “Als je hier uit wilt zul je me moeten vertrouwen. Nou, geef me je toverstok.”
Langzaam haalde Harry z’n toverstok tevoorschijn en overhandigde hem aan Draco.
“Nou breng me iets dichter naar de muur, ik moet m’n hand erop kunnen leggen.”
Zonder iets te vragen deed Harry een paar stappen naar voren zodat ze bijna tegen de muur aanstonden. Draco legde z’n ene hand op de muur terwijl hij met z’n andere hand een beweging met Harry’s toverstok maakte. Hij hoopte maar dat Harry hem goed vast had want hij viel liever niet. Hij zei een spreuk en zag met een tevreden glimlach de muur in de grond zakken.
“Kom op, we moeten verder”, zei Draco toen hij merkte dat Harry nog steeds verbaasd naar de vloer staarde waar de muur zojuist in verdween. Harry leek weer wakker te worden uit z’n trance en begon weer verder te lopen. Z’n armen begonnen inmiddels erg moe te worden van het constante gewicht dat hij moest dragen.

“Is het nog ver?”
“Nog een klein stukje voordat we buiten zijn. Hier moet je links.”
Harry zuchtte en ging linksaf. Hij volgde de gang en zag tot z’n verbazing dat ze in een soort entreehal uitkwamen.
“Draco komt je vader er zo niet heel snel achter dat we weg zijn?”
Draco haalde z’n schouders op en richtte Harry’s toverstok op de deur. Harry zag hoe de deur openvloog en probeerde sneller te gaan lopen. Als ze nou maar alvast buiten waren. Hij schrok toen hij voetstappen hoorde aankomen. Met een geschrokken gezicht keek hij naar Draco.
“Misschien was het toch niet zo’n goed idee om de voordeur te nemen”, zei Draco.
Harry schudde z’n hoofd. Het was een beetje laat om nu nog te veranderen. Hij stopte met lopen en zette Draco op de grond. In het tempo dat hij liep waren ze nooit op tijd buiten. Draco keek een beetje verward op naar Harry.
“Ga je me nu alsnog achterlaten?”, zei Draco die duidelijk bang was dat dit het geval was.
Harry luisterde echter niet en ging in z’n zakken op zoek naar z’n vuurflits. Met een tevreden grijns haalde hij hem tevoorschijn en snel pakte hij de toverstok uit Draco’s handen.
“Hé”, zei Draco die verbaasd toekeek.
Snel zei Harry de spreuk die de vuurflits weer tot normaal formaat transformeerde.
“Kun je er alleen opklimmen?”
Draco knikte en ging al zitten. Harry ging voor Draco zitten en gaf z’n toverstok weer aan Draco.
“Gebruik hem als het nodig is en houdt je goed vast.”
Draco had al geen tijd meer om te antwoorden want Harry steeg al op. Hij zag Lucius Malfidus met geheven toverstok de hoek omkomen en snel richtte hij z’n aandacht op de deur. Het was nu of nooit. Hij snelde voorwaarts en zag vanuit z’n ooghoek een flits op hen afkomen. Snel ging hij iets naar rechts zodat de flits hen miste. Eindelijk bereikte hij de buitenlucht en snel vloog hij de lucht in. Hij hoorde Draco kreunen maar kon niet achterom kijken. Eerst moest hij ervoor zorgen dat ze op een veilige afstand van Lucius kwamen. Hij vloog over een bosachtige omgeving en besloot om hier te landen. Hij was bezorgd om Draco en wilde weten wat er met hem aan de hand was. Voorzichtig landde hij op een beetje open plek en stapte van zijn bezem af.

“Draco gaat het?”
Bezorgd keek hij naar Draco en zag dat hij z’n ogen amper open kon houden.
“Draco?”, snel knielde hij naast hem neer.
Draco probeerde iets te zeggen maar het leek wel alsof z’n mond niet wilde meewerken. Hij pakte Harry’s hand vast en vocht tegen de duisternis. Kon hij maar zeggen wat Harry moest doen. Opnieuw opende hij z’n mond maar er kwam weer geen geluid uit.
“Ik breng je naar Madame Plijster”, zei Harry vastbesloten. Hij voelde hoe Harry hem weer op de bezem tilde maar was niet in staat om z’n ogen nog langer open te houden.


Hij opende z’n ogen en het bekende licht van de ziekenzaal groette hem. Hij keek om zich heen en zag Harry naast het bed zitten. Gelukkig, ze waren beide dus ontsnapt. Hij keek verder en zag ook Ron en Hermelien bij hem zitten. Toen hij Ron zag verkleinde z’n ogen.
“Wat doet hij hier”, zei hij boos terwijl hij Ron met een woedende blik bleef aankijken. Harry zag Draco’s boze gezicht en begon snel uit te leggen.
“Ik heb Ron en Hermelien uitgelegd hoe het zit tussen ons en hoewel ze waarschijnlijk wel wat tijd nodig hebben om eraan te wennen hebben ze beloofd ons te steunen.”
“Ow is dat zo”, zei Draco op ongelovige toon terwijl hij Ron strak bleef aankijken. Ron begon een beetje zenuwachtig te worden onder Draco’s blik.

“Draco hou op! Ik weet dat jullie vroeger nou niet echt geweldig met elkaar omgingen, maar kunnen jullie het niet in ieder geval proberen?”
“Vertel jij het hem Wezel of doe ik het?”, zei Draco met z’n blik nog steeds op Ron gericht.
“Ik weet niet waar je het over hebt”, zei Ron op niet echt overtuigende wijze.
“Geheugenverlies soms?”, zei Draco.
Ron keek Draco boos aan. Harry keek van Draco naar Ron.
“Gaat iemand mij nog vertellen waar jullie het over hebben?”, zei Harry.
Draco keek naar Ron maar het was duidelijk dat hij niet van plan was om iets te zeggen.
“Je grote vriend hier heeft ervoor gezorgd dat we vandaag voorpagina nieuws waren en dat mijn ‘lieve’ vader besloot om me naar huis te halen.”
“Waar heb je het over Draco? Hoe kan hij dat gedaan hebben?”, zei Harry niet gelovend.
“Waarom vraag je hem dat niet zelf”, zei Draco terwijl hij naar Ron knikte.
“Ron?”, zei Harry terwijl hij zich naar z’n vriend draaide.
“Ik weet niet waar hij het over heeft.”
“Nee, natuurlijk niet. Hebben ze je daar zo dronken gevoerd? Hoe ben je daar eigenlijk gekomen, het was geen Zweinsveld weekend.”
“Waar heb je het over”, zei Ron die bleef ontkennen.
“Draco stop, je maakt jezelf belachelijk. Waar ben je mee bezig?”, zei Harry.
“Ik vertel de waarheid”, zei Draco fel.
“Hij liegt Harry”, zei Ron.
“Draco waarom doe je zo”, zei Harry terwijl hij Draco vragend aankeek. Hermelien had echter een berekende blik in haar ogen en keek van Ron naar Draco.
“Harry volgens mij heeft Draco gelijk.”

Verbaasd keek Draco naar Hermelien terwijl Ron haar juist geschrokken aankeek.
“Wat bedoel je Hermelien?”, zei Harry die zich nu ook naar haar gedraaid had.
“Gisteravond kwam Ron pas heel laat binnen. Ik was bezig om nog wat sjaals voor de huiselfen te breien toen Ron bijna de afdelingskamer ingevallen kwam. Er hing een hele alcohol walm om hem heen en hij bracht geen zinnig woord uit. Het enige wat hij bleef zeggen was ‘het probleem lost zich nu vanzelf op’. Ik vroeg me af waar hij de drank vandaan had, maar besloot er niet gelijk over te beginnen aangezien het er niet naar uitzag dat ik een zinnig antwoord zou krijgen. Dit kan dus Draco’s theorie bevestigen dat hij naar Zweinsveld is geweest. Wat ik alleen niet begrijp is hoe hij dan verantwoordelijk is voor het uitlekken van ons geheim.”

Draco was blij met Hermeliens steun. Hoewel hij geen idee had hoe het nu mogelijk zou zijn dat Ron in Zweinsveld was geweest besloot hij zijn theorie te delen.
“Ik denk dat Ron naar een café is gegaan waar hij Rita Pulpers zag zitten .Vastbesloten om mij uit de weg te ruimen is hij vast naar haar toegegaan en heeft hij z’n verhaal gedaan”, zei Draco boos.
“Zo is het niet gegaan”, zei Ron met een zacht stemmetje. Ondanks zijn zachte gepraat hoorde ze hem allemaal en allen draaide zich gelijk naar hem. Ron haalde een keer diep adem voor hij begon te vertellen.

“Gisteravond ging ik naar de ziekenzaal om m’n excuses aan jou aan te bieden”, zei Ron terwijl hij naar Draco knikte.
“Ik heb je anders niet gezien”, snauwde Draco.
Ron schudde z’n hoofd.
“Toen ik bij de ziekenzaal aankwam zag ik Harry en jou zoenen en… Ik weet niet wat er met me gebeurde. Het leek wel alsof alle stoppen doorsloegen. Harry, ik was zo kwaad dat je niet naar me geluisterd had en hem koos over mij. En dan te bedenken dat ik nog wel m’n excuses aan hem had willen aanbieden. Boos en verdrietig gebruikte ik onze geheime gang om in Zweinsveld te komen. Ik ging in de ‘drie bezemstelen’ aan een tafeltje zitten en bestelde een boterbiertje. Dat was toen die vrouw tegenover me kwam zitten. Ik zweer je Harry, ik wist niet dat zij het was. Ze begon tegen me te praten en bleef maar boterbiertjes voor me kopen. Ik voelde me verdrietig en in de steek gelaten en begon te praten. Ik heb nooit gewild dat jullie zoiets zou overkomen.”

Draco haalde z’n wenkbrauwen op bij Ron’s laatste opmerking. Hij betwijfelde in hoeverre hij dit meende. Hij glansde richting Harry. Ron had duidelijk z’n best gedaan om als slachtoffer over te komen en Draco kon alleen maar hopen dat Harry de waarheid niet uit het oog verloor.

Harry keek vol verbazing en boosheid naar Ron. Hij had niet verwacht dat zijn vriend tot zoiets in staat was.
“Ga weg”, zei Harry terwijl hij Ron een koele blik toewierp.
“Maar Harry”, zei Ron.
“Ga weg”, zei Harry opnieuw boos.

Langzaam stond Ron op en liep de ziekenzaal uit. Er hing een ongemakkelijke stilte en zowel Hermelien als Draco keken naar Harry, benieuwd wat hij nu zou doen. Hermelien stond op.
“Misschien kan ik jullie beter even alleen laten. Sorry Harry, ik wist echt niet dat hij zoiets zou doen.”
“Het is niet jouw schuld Herm.”
“Hermelien knikte en schoof haar stoel aan de kant.
“Beterschap Draco”, zei ze terwijl ze naar hem knikte. Draco knikte terug en Hermelien liep de ziekenzaal uit. Haar voetstappen echode door de verder lege hal.

“Ik had nooit verwacht dat hij tot zoiets in staat zou zijn. Ik bedoel, ik wist dat hij een probleem had met ons samen, maar dit. En ik geloofde hem nog wel, dacht dat jij alles verzon. Sorry”, zei Harry terwijl hij een beetje verward en verdrietig naar Draco keek.
“Het is niet jouw schuld. Jullie zijn al jaren vrienden en ik kan me voorstellen dat het dan moeilijk is om te geloven dat hij zoiets zou doen. Maar ik zal nooit tegen je liegen Harry.”

Deze woorden zorgden ervoor dat Harry zich alleen maar schuldiger begon te voelen. Hoe kon hij zo stom zijn door hem niet te geloven. Vastbesloten om niet de hele avond hierdoor te laten verpesten probeerde hij een wat luchtiger onderwerp aan te snijden.
“Ik weet het”, zei Harry terwijl hij naar Draco glimlachte., “Je vertelt me maar al te vaak dat m’n haar eruit ziet als een vogelnest.”
“Iemand moet het toch doen”, zei Draco terwijl hij glimlachte, opgelucht dat de sfeer weer wat luchtiger was geworden.

“Er zullen er meer komen zoals Ron hè?”, zei Harry plotseling na een aangename stilte. “Mensen die ons niet bijelkaar willen zien.”
Draco knikte, niet in staat om dit te ontkennen.
“En dan is er nog Voldemort, die niet zal stoppen totdat hij of ik dood is.”
Draco sloeg z’n ogen neer, een beetje beschaamd voor het duistere teken dat zijn arm bekleedde.
“In ieder geval zal het niet snel saai worden”, zei Harry.
Draco lachtte. “Nee, saai in ieder geval niet.”
Harry draaide zich naar Draco.
“Wat denk je?”
Draco keek strijdlustig.
“Laat ze maar komen. Ik ben er klaar voor. Zolang we samen blijven kunnen we iedereen aan.”
Harry knikte terwijl hij richting Draco leunde. Tegelijkertijd kwam Draco echter ook omhoog en in plaats van de zoen die ze in gedachte hadden kwamen ze hard tegen elkaar aan. Ze keken elkaar in de ogen en begonnen te lachen.
“Oké, misschien hebben we nog wat oefening nodig”, zei Draco lachend.
Harry leunde opnieuw naar voren maar gebruikte nu z’n ene hand om Draco’s gezicht op z’n plaats te houden. Eindelijk raakte hun lippen elkaar en Harry wist dat Draco gelijk had. Samen konden ze alles aan.

The End.

Hoewel ik denk dat niet iedereen even tevreden zal zijn over het einde ben ik er wel blij mee. Ik vond het leuk om dit verhaal te schrijven, en wie weet schrijf ik er ooit nog een keer een vervolg op.
Iedereen die een reactie heeft gegeven op dit verhaal wil ik heel erg bedanken. Het is altijd leuk om feedback te krijgen op de verhalen die je schrijft Very Happy





_________________
Malfoy: "You're dead, Potter."
Harry raised his eyebrows.
"Funny," he said, "you'd think I'd have stopped walking around ..."
Boek 5

Mijn verhalen
Profiel bekijkenStuur privébericht
Berichten van afgelopen:      


 Ga naar:   


Sla dit onderwerp op als textbestand

Volgende onderwerp
Vorige onderwerp
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum
Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum
Je mag niet stemmen in polls in dit subforum



Powered by phpBB © 2001/3 phpBB Group :: FI Theme :: Tijden zijn in GMT + 1 uur :: Disclaimer