Harry Potter Forum index
Dit forum is gesloten. Bezoek nu de vernieuwde versie van HPF!
 Harry Potter Forum gesloten  •   Inloggen

 [AF] Onmogelijk... Volgende onderwerp
Vorige onderwerp

Sla dit onderwerp op als textbestand
Poll :: Wat vind je er van???

Heel slecht *leest niet meer verder*
13%
 13%  [ 5 ]
Goed *leest verder (misschien wordt het nog beter)*
32%
 32%  [ 12 ]
Super *is nu al fan en leest snel verder*
54%
 54%  [ 20 ]
Totaal aantal stemmen : 37


Auteur Bericht
Ilsje
2e jaars
2e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: Ergens op deze aardbol.

Ilsje is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Apr 30, 2006 20:11 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoi! Hier is alweer een nieuw stukje! Enjoy!

Hoofdstuk 15
Sabotage

David werd wakker van een zonnestraal op zijn gezicht, het was een bleke januari straal, een van de eerste. David opende langzaam zijn ogen en merkte dat hij alleen was in de slaapzaal, hij keek op zijn horloge en zag dat het al elf uur in de ochtend was. Hij kreunde inwendig en stond op, hij liep met een wazig hoofd naar de badkamer en nam een lange hete douche.
Toen hij in de grote zaal kwam voelde hij zich weer een beetje mens, maar hij zag tot zijn teleurstelling dat het ontbijt al afgeruimd was en hij wist dat de lunch nog even op zich zou laten wachten. Hij besloot op zoek te gaan naar Hermelien, met haar kon hij wel praten. Hij liep terug naar de hal en de trappen weer op naar de leerlingenkamer. Hij liep door het portret, maar hij trof een lege kamer aan. Waar was iedereen vandaag? Hij vroeg het zich verwonderd af terwijl hij in een stoel bij de haard ging zitten. Belly kwam aangelopen en kroop op zijn schoot, David krabbelde hem afwezig achter zijn oortjes en pakte een boek van de dichtstbijzijnde tafel. Hij keek naar de omslag, er stond niets op. Hij sloeg het boek open en las de eerste regel. Ik mis hem, ik kan niet zonder hem, maar hoe moet ik het ooit goedmaken? David sloeg een bladzijde terug, Mijn dagboek, Harry Potter.
David schrok, hij had Harry’s dagboek in handen, maar Harry zou dat toch niet zomaar rond laten slingeren? Hij twijfelde, zou hij dit wel moeten lezen? Moest hij het niet op Harry’s slaapzaal leggen? Maar toen hij de eerste regel nog eens las liet hij alle twijfels varen en begon te lezen.

Ik mis hem, ik kan niet zonder hem, maar hoe moet ik het ooit goedmaken?
Ik weet het, dat is wat ik zou moeten denken, ik zou moeten denken dat ik niet zonder hem kan en ik zou naar hem toe moeten gaan en alles uitpraten. Maar dat voel ik niet, ik voel me niet leeg en afwezig zonder hem, ik voel me goed, ik voel me beter dan ik ooit heb gedaan. David heeft iets in me wakker geschud, dat moet ik toegeven, maar dat is alles. Ik ben niet verliefd, ik vind hem niet aardig en ik wil al helemaal niet bij hem zijn.


David voelde zich leeg, hij voelde woede in zich omhoog borrelen, hij stond op. Hij keek naar het boek in zijn hand, zo onschuldig, hij dacht terug aan de woorden die hij gelezen had, hij smeet het boek met een rotklap tegen de muur, het zakte naar beneden op de vloer, waar het vervolgens ondersteboven bleef liggen. Hij stampte de trap op naar de slaapzaal en ging zijn mantel halen. Hij zou naar buiten gaan en daar een tijd rondlopen en de frisse lucht inademen. Toen hij voorbij de grote zaal liep zag hij dat de lunch op te tafels stond, hij schoot snel naar binnen en pakte een paar sandwiches. Hij pakte ze in en nam ze mee naar buiten. Toen hij bijna bij de deur was zag hij Harry aan komen lopen, hij schonk hem de vuilste blik die hij maar maken kon en liep met ferme passen naar buiten.

Harry keek David na, wat had dat te betekenen? Zonder over de mogelijke gevolgen na te denken liep hij achter David aan.
“David!”
David stopte, Harry versnelde zijn pas, toen hij bijna bij David was draaide die zich om.
“Wat wil je?” vroeg die op koele toon.
Harry schrok van zijn toon en stotterde, “Ik, eh, ik vroeg me af, eh, waarom je, je…”
“Dat weet je best, waarom lees je je dagboek niet nog een keertje door.” snauwde David, hij draaide zich om en beende verder, Harry verbaasd achterlatend.
Zijn dagboek? “Maar ik heb geen dagboek!” riep Harry nog, maar zijn stem klonk zwak.
Hij draaide zich om en rende naar binnen, langs de grote zaal, door de hallen en de trappen op. Hij stormde de gang naar de slaapzalen door en dook door het portret naar binnen. Hij keek om zich heen, hij zag een boek met een zwarte kaft open op de grond liggen. Hij liep naar het boek, hij had het nog nooit gezien. Hij pakte het op en ging ermee in een van de stoelen zitten. Hij sloeg het boek open en las de woorden die David ook moest hebben gelezen. Zijn mond zakte open, niet bij hem zijn? Niet verliefd zijn? Het was niet waar! Hij hield van David, hij zag nu zelf ook in dat het stom was om het uit te maken, wat konden hem de andere mensen schelen? Wat kon het hem schelen wat de wereld over hen dacht? Hij sprong op en rende door het portretgat naar buiten. Hij liep door de gangen, hij moest naar buiten, hij moest naar David toe en hem zeggen dat dit dagboek niet van hem was.
Hij liep door de grote deuren naar buiten en keek rond, het was weer gaan sneeuwen en dat maakte het moeilijk om iets te zien. Hij voelde in zijn zakken en haalde er een stuk perkament uit. “Ik zweer plechtig dat ik snode plannen heb!”
Hij keek op de kaart die verschenen was en zag dat David in de richting van het verboden bos liep.
“Harry!”
Hij draaide zich om en zag Ron aan komen rennen, hij had een mantel in zijn armen en duwde die in Harry’s handen.
“Ga hem zoeken Harry, praat het uit en maak het goed!” Harry bleef met stomheid geslagen staan, hij keek Ron aan.
“Ga nou, gek! Nu kun je hem nog inhalen!”
Harry sloeg snel de mantel om en rende verder naar buiten, hij wierp nog een blik op de kaart, David was nu bijna bij de rand van het bos. Harry rende zo snel als hij kon achter David aan, ondertussen werkten zijn hersens op topsnelheid. Hij had het zogenaamde dagboek in zijn zak gestopt, wie had het in de leerlingenkamer gelegd? Waarom had die persoon het daar neer gelegd? Wie probeerde tussen hen te stoken? Hij kon niemand bedenken, behalve dan alle Zwadderaars.
Hij rende en rende, hij zag het verboden bos voor zich opdoemen, hij keek nog eens op de kaart, David was gestopt. Harry ging nog iets harder rennen. Hij was er bijna, hij zag David aan de voet van een boom zitten. Hij remde af en liep nu langzaam en met groeiende twijfel naar David toe.
“David?” zei hij voorzichtig.

Dit was het weer! Ik wil graag Hermion3 bedanken! Ook wil ik Dracogirly graag bedanken voor haar advies en positieve commentaar! Bedankt en byebye!





_________________
Ik zit mij voor het vensterglas, onnoemelijk te vervelen.
Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik samen spelen.
Godfried Bomans ~ Spleen
Profiel bekijkenStuur privébericht
Ilsje
2e jaars
2e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: Ergens op deze aardbol.

Ilsje is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Mei 01, 2006 10:24 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hey mensen! De inspiratie blijft maar komen, dus hier is weer een nieuw stuk!

Hoofdstuk 16
Dagboek

Toen David opkeek zag hij Harry staan, zo te zien was hij hem achterna gekomen, waarom? Wat in zijn dagboek stond was toch duidelijk genoeg? Maar aan de andere kant, het kon geen kwaad om te luisteren naar wat hij te vertellen had.
Hij keek op ten teken dat hij luisterde.
“Ik wil met je praten.”
“Ik luister.”
“Ehm, kunnen we ergens anders praten? Ergens waar het in ieder geval wat warmer is?”
Hij keek David vragend aan. David knikte, hij stond op en liep zonder iets te zeggen naar het kasteel. Er schoten allerlei vragen door zijn hoofd. Waarom kwam Harry naar hem toe? Hoe zat het dan met het dagboek? Had hij gelogen toen hij zei dat hij van hem hield?
Inmiddels waren ze in het kasteel en David liep instinctief naar de zevende verdieping, hij liep drie keer langs de muur terwijl hij dacht, “Onze kamer, onze kamer, onze kamer.”
Toen de deur verscheen durfde hij niet meer naar binnen, maar Harry liep voor hem langs naar de deur en duwde die open.

Alles lag er nog precies zo bij zoals ze het hadden achtergelaten, Harry stopte midden in de ruimte en keek om zich heen. Hier lagen goede herinneringen en Harry wilde er graag nog wat aan toevoegen. Hij draaide zich om en zag dat David ook was binnengekomen en de deur had dicht gedaan. Harry liep naar een van de stoelen en David volgde zijn voorbeeld.
“Nou, wat had je te vertellen?” vroeg David koel.
Harry slikte moeizaam en begon zijn verhaal met horten en stoten.
“Ik hou van je, ik heb al die tijd van je gehouden en ik had je nooit moeten verlaten.”
“Er staat iets heel anders in je dagboek.”
Harry voelde de pijn in David’s stem en dat stak hem.
“Ja, dat is waar, maar er is één ding, dat is niet mijn dagboek. Ik heb geen dagboek, ik schrijf mijn geheimen niet op, die bewaar ik in mijn hoofd en in mijn hart.” Hij legde zijn hand op zijn hart en keek David diep in zijn ogen, zou hij hem kunnen laten geloven dat hij de waarheid sprak?

David keek Harry aan, hij wilde Harry wel geloven, maar de woorden uit het boek dan?
“Je hebt geen dagboek.” Hij zei het niet als een vraag, maar als een conclusie. “Dus het is niet jouw boek?”
“Nee, het is niet mijn boek.”
“Maar waarom heb je het uitgemaakt dan? Ik dacht dat je van me hield!” Er glinsterden tranen in zijn ogen.
Er ging een steek door Harry heen, “Ja, ik hou van je, ik heb een stomme fout gemaakt door het met je uit te maken en als ik het over kon doen zou ik het allemaal anders doen, maar gedane zaken nemen geen keer en ik kan je alleen vertellen dat het me spijt en dat ik hoop dat je me kunt vergeven.”
“Ik geloof je niet, ik geloof niet dat het dagboek niet van jou is.”
Harry voelde zich machteloos, “Maar het is niet van mij geloof me nou.” Hij schreeuwde de woorden bijna.
“Ik geloof je niet, als je dan zo veel van me houdt dan had je het ook nooit uitgemaakt!” schreeuwde David terug.
“Dat is ook de grootste fout die ik heb gemaakt, dat had ik nooit moeten doen! Maar ik zeg je nogmaals: Ik heb dat boek daar niet neergelegd, omdat het niet mijn boek is!”
“Ja hoor! En ik moet jou geloven! Jij, die tegen me zei dat ie van me hield en me vervolgens als een baksteen laat vallen!” David werd nu echt kwaad. “Ik ben hier weg!”

Dit was het weer, maar ik ben al op weg met het volgende stuk, dus dat zal niet lang meer duren! Ik wil graag FoXeRLaDy bedanken voor haar complimenten. Veel leesplezier nog!





_________________
Ik zit mij voor het vensterglas, onnoemelijk te vervelen.
Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik samen spelen.
Godfried Bomans ~ Spleen
Profiel bekijkenStuur privébericht
Ilsje
2e jaars
2e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: Ergens op deze aardbol.

Ilsje is offline. 
BerichtGeplaatst: Di Mei 02, 2006 20:55 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hoi allemaal! Hier is weer een nieuw stukje! Enjoy!

Hoofdstuk 17
De waarheid

Harry keek verslagen naar de deur, David en hij hadden net tegen elkaar geschreeuwd en David was daarop de kamer uitgestormd.
De deur ging open. “David!”
“Nee.” zei een lijzige stem. “Ik ben niet David, ik kwam alleen even kijken of mijn plan geslaagd was.”
“Hoe bedoel je?” vroeg Harry met opeen geklemde kaken.
“Ik heb geprobeerd jou en Kelders uit elkaar te drijven en zo te zien is dat aardig gelukt.”
“Maar waarom? Waarom zou je zoiets doen?”
“Ik ben en blijf een Malfidus, Potter.” zei hij met een gemene glimlach voor hij de deur weer uitliep.
Harry keek stomverbaasd naar de deur, het was Malfidus! Malfidus had dat boek daar neergelegd en ervoor gezorgd dat hij en David ruzie kregen! Harry werd kwaad, hij liep naar de deur en stormde de gangen door, op zoek naar David.

David liep door de gangen naar de leerlingenkamer, Harry en hij hadden net ruzie gemaakt, ruzie! Het kwam allemaal door dat vervloekte boek, maar wat als Harry wel de waarheid sprak? Wat als het nou echt niet zijn boek was? Hij zei met vlakke stem het wachtwoord en liep de leerlingenkamer binnen, hij liep direct door naar zijn slaapzaal, ook al was het pas middag. Hij zakte op zijn bed neer en keek verslagen naar het plafond.

David keek op, hij hoorde de deur opengaan.
“Harry, wat doe je hier? Ik zei toch dat ik je niet geloofde?” Zodra de woorden zijn mond verlieten dacht hij, maar waarom zou hij dan hier zijn, als hij toch niet van hem hield, zou hij dan al die moeite doen om hem te laten geloven dat het niet zijn boek was?
“Ja, ik weet dat je dat gezegd heb, maar ik wil het je nog eens zeggen. Het. Is. Niet. Mijn. Boek!” Hij sprak de woorden duidelijk uit, om er zeker van te zijn dat David ze hoorde.
David stond op van zijn bed en liep naar Harry toe, hij keek hem aan.
“Zweer je me dat het waar is? Dat het niet jouw boek is en dat jij niet diegene bent die al die vreselijke dingen hebt geschreven?”
Tot David’s verbazing begon Harry te lachen, hij stond hem uit te lachen.
”Wat doe je?”vroeg David, het huilen stond hem nu nader dan het lachen.
David werd kwaad, hij liep naar de deur en rukte die open, “ERUIT!”brulde hij.
David keek Harry na, die lachend de trap afliep naar de leerlingenkamer. Hij knalde de deur dicht en stortte zichzelf op bed, hij begroef zijn gezicht in zijn kussen en huilde, hij huilde tot hij in slaap viel.

Harry liep door de gangen, op zoek naar David, hij had in de leerlingenkamer gekeken, maar daar was hij niet, nu liep hij naar de zevende verdieping, naar hun kamer.
Hij liep drie keer langs de muur en duwde de deur open, de kamer was leeg. Harry liep verder en sloot de deur achter zich. Hij liep langzaam door de kamer, elk detail nam hij in zich op. Hij liep naar de bank, de bank waar ze zoveel uren samen op hadden gezeten, gezoend, geknuffeld of gewoon gepraat. Lange gesprekken, over vroeger, over hun kindertijd, over hun ouders, de Duffelingen. Harry voelde tranen prikken toen hij daaraan dacht en liep snel naar de deur. Hij trok hem open en stapte naar buiten, met een diepe zucht sloot hij de deur achter zich.

Sorry voor het drama, maar ik vind dat geweldig! Very Happy
Volgende keer: Niets is wat het lijkt.
Ik wil nog graag even Jerry en Annemoon bedanken!
Ow ja, als je stemt, laat dan even een berichtje achter, dan kan ik de tips in mijn volgende verhaal toepassen.





_________________
Ik zit mij voor het vensterglas, onnoemelijk te vervelen.
Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik samen spelen.
Godfried Bomans ~ Spleen
Profiel bekijkenStuur privébericht
Ilsje
2e jaars
2e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: Ergens op deze aardbol.

Ilsje is offline. 
BerichtGeplaatst: Do Mei 04, 2006 20:57 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hier is weer een nieuw stuk, het is langer dan de vorige, maar dat maakt vast niet zo veel uit. Very Happy

Hoofdstuk 18
Ginny

David werd wakker en voelde zich slechter dan ooit, hij wist nu zeker dat het uit was en hij wist ook zeker dat het nooit meer goed zou komen. David rolde op zijn zij en keek op zijn horloge, het was zeven uur. Hij sloeg de deken van zich af en besloot maar te gaan douchen. Hij graaide zijn spullen bij elkaar en liep langzaam naar de douches.

Harry lag wakker in bed, hij staarde naar het plafond. Hij had David niet kunnen vinden gisteren. Toen hij wilde kijken of David in de slaapzaal was had hij niet meer gedurfd en was hij doorgelopen naar zijn eigen slaapzaal.
Nu lag hij te bedenken wat hij zou moeten doen om David te spreken. Hij sloeg de deken van zich af en sprong uit bed, hij rekte zich uit, greep wat spullen en ging naar de badkamer. Toen hij daar aankwam, zag hij David net naar buiten lopen. Hij opende zijn mond om iets te zeggen, maar toen hij de blik in David’s ogen zag durfde hij niet meer. Hij had hem heel kwaad aangekeken. Waarom zou hij kwaad zijn? Hij kon het begrijpen dat David teleurgesteld of verdrietig zou zijn, zo voelde hij zich zelf ook, maar kwaad? Tobbend stapte hij onder de douche.

David liep kwaad naar de leerlingenkamer, hoe durfde hij? Eerst hem keihard uitlachen en dan zijn mond opentrekken om iets te zeggen. Hij leek nog verbaasd te zijn ook nog!
Briesend van woede liep hij naar de grote zaal voor het ontbijt. Hij liep regelrecht naar Hermelien en plofte met een zucht naast haar neer.
“Wat is er aan de hand?” vroeg ze meelevend.
“Ik wil er niet over praten.”
“Kom op David, je ziet er belabberd uit, er is iets aan de hand.” ze aarzelde. “Heeft het met Harry te maken? Hij zag er ook al zo beroerd uit. Je weet dat je me alles kan vertellen of niet?”
David keek naar Hermelien, “Bedankt Hermelien, ik weet dat ik je alles kan vertellen.”
Hij keek weer naar zijn bord en vertelde in horten en stoten wat er gebeurd was.
“…en toen begon hij hard te lachen en heb ik hem de kamer uitgeschopt.”
Hermelien’s ogen werden groot, ze keek gepijnigd voor zich uit.
“Maar er klopt iets niet.”
“Wat klopt er niet? Wat kan er nu in hemelsnaam niet kloppen?” David hief theatraal zijn armen in de lucht.
Hermelien grinnikte, “Harry was gisteren op zoek naar jou, hij kwam in de leerlingenkamer kijken en vroeg aan mij of ik je gezien had.”
“Hoe laat was dat?”
“Ik denk zo rond een uur of drie, half vier misschien.”
David’s mond zakte open, dat was precies de tijd dat hij Harry de deur uit had gegooid!
“Ik kan het niet geloven.” stamelde hij verbaasd.

Harry liep naar de grote zaal toen hij een meisje of zich af zag komen, hij ving nog net een glimp op van een gezicht voor hij werd bedolven onder een bos rood haar.
”Oooh, Harry, ik maak me toch zo’n zorgen om je!” Ginny omhelsde hem stevig.
“Waarom ben je bezorgd?” vroeg Harry verbaasd terwijl hij zich losmaakte uit haar omhelzing.
“Je ziet er zo slecht uit de laatste tijd!”
“Ja, ach.” Harry haalde zijn schouders op, “Zullen we gaan ontbijten?”
Hij liep verder richting grote zaal met Ginny achter zich aan.
Toen Harry door de deuren liep zag hij Hermelien zitten, met David naast haar!
Maar Harry wilde zich niet laten kennen en liep verder, hij liet zich aan de andere kant van Hermelien op de bank vallen en Ginny ging naast hem zitten.
Er werd niets gezegd, Harry had even in de richting van David gekeken, maar had zich daarna weer geconcentreerd op zijn ontbijt.
“Jongens! Wat een grafstemming zeg! Wie is er dood?” probeerde Ginny de boel wat op te vrolijken.
“Sorry Ginny.” zei Hermelien, “We waren aan het bedenken wat er gisteren fout kon zijn gegaan.”
David zat wild met zijn armen te zwaaien, alsof hij wilde zeggen dat ze op moest houden en verder niks meer moest zeggen.
“Nee David, ik ga het wel zeggen! Harry moet weten dat jij hem hebt gesproken gisteren, ook al was hij daar zelf niet bij!”
Harry’s mond was open gezakt, “Hoe bedoel je?” Hij keek verwilderd van Hermelien naar David. “Hoe bedoel je, David heeft met mij gepraat terwijl ik er niet bij was?”
“Oh, ze bedoelt op de trap, toen David de deur voor…eh… jouw, neus dichtgooide.”
Harry keek opzij, Ginny had dat gezegd, nu sloeg ze haar hand voor haar mond en keek ze verschrikt op.
“Wat zeg je nou?” vroeg Hermelien verbaasd, “Jij weet er meer van hè, vertel op!”
Hermelien keek vastberaden.
Ginny werd rood, “Nee hoor, ik weet niet waar je het over hebt, ik weet nergens van!” Ze sprong op en liep, nee rende, de grote zaal uit.
Harry keek opzij, hij zag dat Hermelien met samengeknepen ogen naar de deuren keek, alsof ze er zo voor kon zorgen dat Ginny terug kwam. Hij keek langs Hermelien, David keek hem aan, Harry besefte met een schok hoe erg hij David miste. Hij stond op, “Ik ga achter haar aan, ik ga haar dwingen de waarheid te vertellen, ik vind wel een manier.”

David keek Harry na, dus hij had niet met Harry gesproken? Harry had hem niet uitgelachen? Als hij alles bij elkaar legde betekende dat dus ook dat het niet Harry’s boek was geweest. David begon te lachen, “Het was niet Harry’s boek! Harry heeft me niet uitgelachen! Hij moet nog van me houden!”
Hermelien keek hem aan, “Kom, we gaan hem helpen Ginny te zoeken, ik heb een theorie.”
Samen renden ze de grote zaal uit, onderweg kwamen ze Ron nog tegen.
“Ron! Je moet meekomen, je moet ons helpen, het gaat om je zusje en ook om Harry en David.” riep Hermelien in het voorbijgaan.
“Wat is er met mijn zusje? Ze mankeert toch niks?”
”Nee ze mankeert niks! Maar ik denk dat ze ergens bij betrokken is, misschien niet geheel vrijwillig.”

Harry was gestopt om op zijn sluipwegwijzer te kijken toen hij voetstappen achter zich hoorde. Hij draaide zich om en zag dat het zijn vrienden waren.
“Kom op Harry, waar zit ze?”
Harry keek ze dankbaar aan, “Ze is buiten, in de buurt van de beukwilg.” Hij wees op de kaart. Ron begon te rennen en samen renden ze naar buiten, naar Ginny, misschien wel een avontuur tegemoet.

Dit was het weer! Ik hoop dat jullie het leuk vinden dat het een beetje spannender is geworden, maar het zoetsappige enzo komt vast nog wel terug. Wink





_________________
Ik zit mij voor het vensterglas, onnoemelijk te vervelen.
Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik samen spelen.
Godfried Bomans ~ Spleen
Profiel bekijkenStuur privébericht
Ilsje
2e jaars
2e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: Ergens op deze aardbol.

Ilsje is offline. 
BerichtGeplaatst: Di Mei 09, 2006 19:24 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hier is weer een nieuw stukje! Ik zal niets zeggen, veel leesplezier!

Hoofdstuk 19
Het Krijsende Krot

Harry keek om zich heen, hij keek op de sluipwegwijzer, Ginny liep om de beukwilg heen.
“Wat zou ze doen?” vroeg Hermelien.
“Ik weet het niet, maar moet je kijken.” Hij wees op de kaart, hij zag het stipje dat Ginny heette in de geheime gang onder de beukwilg lopen.
“Ze moet een manier hebben gevonden om de boom stil te zetten.”
“Kom op we moeten er achter aan! Het is mijn zusje!” zei Ron paniekerig. Hij maaide met zijn armen en gebaarde wild naar de beukwilg.
“Rustig Ron!” zei Hermelien, “We weten toch waar ze heen gaat, die gang komt uit in het Krijsende Krot! Kom, we moet haar volgen!”
Ze probeerde met een stremspreuk de boom tot stilstand te krijgen, maar dat werkte niet, vervolgens probeerde ze het met een verlamspreuk, maar ook dat hielp niet.
“We moeten het samen proberen!” riep ze naar het drietal achter haar.
“IMPEDIMENTA!” brulden vier stemmen. De boom stopte zowaar met bewegen. Hermelien leek even verbaasd, maar ze herstelde zich snel en rende naar de boom.
“Kom, we moeten haar volgen.” zei Ron. Ze renden achter Hermelien aan en doken het gat aan de voet van de boom in. Ze gleden even naar beneden en kwamen in een vochtige gang terecht, Hermelien had haar toverstok verlicht en liep een stukje voor de jongens uit.
“Lumos.” mompelden de drie en ze werden gehuld in een gele gloed. Ron liep voorop en Harry en David volgden.
“Ehm, Harry?”
“Ja?”
“Het Krijsende Krot is toch een spookhuis?” vroeg David een beetje angstig.
Harry lachte, “Nee, het is geen spookhuis, kun je je Professor Lupos nog herinneren?” Harry vertelde David dat de geluiden uit het huis vroeger door hem veroorzaakt werden, voordat de Wolfsdrank werd uitgevonden.
“Dus nu staat het eigenlijk leeg? Wel zonde dan, het is best een groot huis.”
“Ja eigenlijk wel, maar het valt ook bijna uit elkaar, dus erg bewoonbaar zal het niet zijn.”
“We zijn er!” fluisterde Hermelien scherp. “Allemaal stil nu, wie weet wat we hier zullen aantreffen.”

David keek omhoog, hij keek door een gat in wat een vloer leek te zijn. De kamer zag er stoffig en oud uit, er liep een rilling over zijn rug. Muisstil hesen ze zichzelf uit het gat. Ze bleven even staan om te luisteren, maar ze hoorden niets.
“Laten we ons verspreiden.” fluisterde Hermelien.
“Is dat nu wel zo’n goed idee?” vroeg Harry. “Wat nou als iemand iets vreselijks tegenkomt en dat niet alleen aan kan?”
Niemand zei het, maar iedereen wist waar Harry op doelde.
“Voldemort.” fluisterde Ron.
De rest keek verbaasd op, Ron had die naam nog nooit hardop gezegd, hij dook zelfs nog iedere keer in elkaar als iemand die naam noemde.
“Ja, ik dacht, als we het dan eventueel toch tegen hem op moeten nemen, kan ik hem net zo goed bij naam noemen.” fluisterde hij verlegen.
Hermelien liep op hem af en omhelsde hem, Harry grijnsde en keek opzij naar David, die grijnsde terug. Eindelijk! dacht Harry. Het zou tijd worden! dacht David.
Plotseling lieten ze elkaar los, ze kregen allebei een kleur en begonnen te stotteren.
“Ja, ja jongens, hou maar op en doe normaal, wij weten het allang hoor.” zei David lachend.
Hermelien en Ron werden zo mogelijk nog roder en lachten verlegen. Zo bleven ze allemaal even staan, ze keken elkaar aan, ze beseften dat dit wel eens gevaarlijk kon worden. Toen schrokken ze, ze keken op. Met grote ogen van angst keken ze elkaar aan.
“Wat was da-” begon Hermelien.
Ze werd onderbroken door een tweede ijselijk gil…

Dit was het weer, ik hoop dat jullie het weer leuk vinden en dat jullie berichtjes blijven sturen. Ik wil *Daniel*Fan* , Dracogirly, Jerry, Ebrill en Annemoon bedanken. Dank je!





_________________
Ik zit mij voor het vensterglas, onnoemelijk te vervelen.
Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik samen spelen.
Godfried Bomans ~ Spleen
Profiel bekijkenStuur privébericht
Ilsje
2e jaars
2e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: Ergens op deze aardbol.

Ilsje is offline. 
BerichtGeplaatst: Vr Mei 12, 2006 20:40 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hier is weer een stukje, veel plezier!

Hoofdstuk 20
Het plan

Het viertal keek elkaar een seconde aan, toen renden ze als één persoon op het gegil af. Het leek van boven te komen, een akelig gevoel bekroop Harry, ze renden in de richting van de kamer waar hij in het derde jaar ook al was geweest. Ze renden naar de kamer waar hij erachter was gekomen dat niet Sirius Zwarts, maar Peter Pippeling zijn ouders had verraden aan Voldemort.
Voldemort, alleen al bij die naam werd Harry woedend en greep hij zijn stok steviger vast. als hij de kans zou krijgen om hem iets vreselijks aan te doen, wat dan ook, zou hij die kans grijpen. Een stemmetje zei hem dat Voldemort er toch niets van zou merken als hij een vloekje op hem af zou vuren, maar Harry negeerde dat stemmetje.
Hermelien maande hen tot stilstand en spitste haar oren.
Harry hoorde niets en wilde al doorlopen toen hij een woedende schreeuw uit de kamer hoorde komen. Hij draaide zich om, “Wat nu?” zei hij geluidloos. Hermelien gebaarde dat hij naar binnen moest lopen. Hij draaide zich weer terug en duwde de deur open.
“EXPELLIARMUS!” schreeuwden ze in willekeurige richtingen.
Harry keek wie er in de kamer waren, zijn mond viel open.
Hij zag dat Ginny in de houdgreep gehouden werd door Korzel en Kwast terwijl Malfidus een eindje verder stond te vechten met vleermuizen. Ginny had vast haar Vleddervleervloek gebruikt op Malfidus.
“Ginny!” riep Ron, hij rende langs Harry heen en duwde Korzel en Kwast van haar af. Hermelien zei vlug, “Petrificus Totalis.” en de twee versteenden.
“Wat denk je dat je aan het doen bent, Wemel.” sneerde een stem vanuit een hoek van de kamer, Malfidus bleek zichzelf bevrijd te hebben van de vloek.
“Waar lijkt het op Malfidus, ik bevrijd mijn zusje!”
“Maar dat is niet nodig.” begon Malfidus kalm. “Ze heeft zelf beloofd bij ons te komen.”
“Hoe bedoel je?”
“Zie je Wemel, je kleine zusje was jaloers. Ze was jaloers op Kelders, omdat die wel iets met Potter kreeg en zij niet. Ze zocht naar iets wat ze eraan kon doen, toen heb ik mijn hulp aangeboden.”
“En wat voor een hulp was dat dan?” vroeg Hermelien na enkele minuten.
“Ik heb een plan voorgesteld. Ik heb gezegd dat ze ervoor moest zorgen dat Kelders en Potter ruzie zouden krijgen en dat is gelukt.” zei hij triomfantelijk.
“Dus jij hebt dat dagboek daar neer gelegd! Jij was degene die mij uitlachte op de trappen!” riep David woedend.
“Nee Kelders, je zit er helemaal naast. Het was Ginny.”
Er viel een oorverdovende stilte.
“Ginny?” vroeg Harry verbaasd.
“Ginny heeft het dagboek daar neer gelegd. Ginny heeft zichzelf met behulp van wisseldrank in mij veranderd en is toen de Kamer van de Hoge Nood in gelopen. Ginny heeft zichzelf in Potter veranderd en heeft Kelders uitgelachen op de trap. Het viel haar zwaar, maar toen ze zag dat het werkte en dat Potter alleen en eenzaam achterbleef wist ze waar ze het allemaal voor gedaan heeft.” zei Malfidus.
“Wat zit erachter Malfidus, je hebt haar vast niet zomaar geholpen!”
“Nee Potter, je hebt gelijk, ik heb haar niet zomaar geholpen. Ze heeft beloofd dat ze zich bij ons aan zou sluiten als het zou lukken, maar nu wil ze ineens niet meer.” zei hij met een suikerzoet stemmetje.
“Hoe bedoel je?” vroeg Harry, maar hij wist precies wat Malfidus bedoelde. “Wat is zij jullie waard? Waarom zij?”

Toen klonk er een stem vanuit de deuropening.
“Omdat zij ons jou kan brengen.”
Harry draaide zich snel om, een vlaag van misselijkheid en angst schoot door hem heen.
“Voldemort.” zei hij met opeengeklemde kaken.
Harry hoorde dat Ginny en de anderen achter en naast hem kwamen staan, hij wist, diep van binnen, dat ze altijd aan zijn zijde zouden staan in zijn strijd met Voldemort.

Dit was het weer, hopelijk vonden jullie het wat. Ik wil even Yoshiro, *Daniel*Fan*, Annemoon en Loesje 123 bedanken!





_________________
Ik zit mij voor het vensterglas, onnoemelijk te vervelen.
Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik samen spelen.
Godfried Bomans ~ Spleen
Profiel bekijkenStuur privébericht
Ilsje
2e jaars
2e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: Ergens op deze aardbol.

Ilsje is offline. 
BerichtGeplaatst: Zo Mei 14, 2006 19:15 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hier is weer een stuk!

Hoofdstuk 21
Voldemort

Harry’s hart klopte in zijn keel en hij was misselijk, hij keek in een paar rode slangachtige ogen.
“Nou, hier ben ik, je hebt me, laat mijn vrienden gaan, je hebt ze niet meer nodig.” probeerde hij, maar hij wist dat Voldemort ze niet zou laten gaan. Het zou hem niets kunnen schelen dat hij niets aan ze had, hij zou ze evengoed vermoorden.
“Nee, laten we dat niet doen, ik denk dat ik ze nog maar even hier houdt.”
Hij wees met zijn toverstok op hen en zei een toverspreuk, er schoten touwen uit zijn stok en die bonden hen vast, stuk voor stuk.
Hermelien, ze viel met een klap tegen de muur en bleef met hangend hoofd zitten.
Ron, hij sprong naar Hermelien, maar werd midden in zijn duik tegen de muur gesmakt, waar de touwen hem vastbonden.
Ginny, ze stond met een lijkwit gezicht naast Harry en wilde naar voren rennen, maar Voldemort zei snel de spreuk waardoor ze over de grond gleed en aan de voeten van Ron, vastgebonden, bleef liggen.
In een fractie van een seconde draaide Harry zijn hoofd opzij, David deed hetzelfde.
“Het spijt me.” fluisterden ze tegelijk. Harry greep David’s hand, maar voordat ze elkaar raakten vloog David naar achteren.
“Wat ontroerend.” sneerde Malfidus.
Harry werd kwaad, in een reflex trok hij zijn toverstok uit zijn zak en richtte hem op Malfidus. Voordat die wist wat er gebeurde had Harry al, “PARALITIS!” gebruld en lag Malfidus op de grond.
Harry maakte van dat moment van verbazing gebruik door zijn stok op Voldemort te richten.
“Harry!” siste David, “Dat werkt toch niet, doe nou niets stoms.”
Harry hoorde de paniek in zijn stem, een golf van genegenheid spoelde over hem heen. Harry wist diep van binnen ook wel dat zijn vloeken niks uit zouden halen tegen Voldemort, maar hij wist misschien wel een spreuk die enig effect zou hebben.
“SECTUMSEMPRA!” brulde hij. Hij werd weer misselijk bij de gedachte wat het had uitgericht tegen Malfidus en was benieuwd wat het zou doen met Voldemort.
Tot zijn verbazing werkte de spreuk, weliswaar niet zo effectief als tegen Malfidus, maar het werkte. Hij zag hoe Voldemort op de grond viel, het leek alsof hij flauwviel. Voorzichtig liep hij richting Voldemort, hij was echt flauw gevallen! Hij snelde naar zijn vrienden en maakte hen los.
Ron ontfermde zich over Hermelien en probeerde haar bij te brengen. Ginny liep in de richting van Voldemort om te kijken of hij echt buiten bewustzijn was. Toen hij David losmaakte stonden ze even tegenover elkaar.
“Ik…het spijt me.” zei David zacht, hij glimlachte nerveus, “Ik denk dat we nu wel zeker kunnen zeggen dat het niet jouw boek was.”
Harry lachte, “Ja dat denk ik ook.”
David zette een stap naar voren en omhelsde Harry, hij keek hem aan en drukte toen zijn lippen op de zijne.
“Harry!”
Ron riep hem, hij kreeg het niet voor elkaar om Hermelien bij te brengen.
“Wat doen we nu?” vroeg Ron.
“Kunnen we haar niet laten zweven?” stelde David voor, “Je weet wel, met die spreuk.”
“Levi corpus.” mompelde Ron. Hij liep met Hermelien voor zich uit de kamer uit, op de drempel draaide hij zich om, “Ik ga naar de ziekenzaal, komen jullie mee?”
“Ja, ga maar vast, wij komen achter je aan.” antwoordde Harry. Hij keek naar Ginny.
Ze stond naast Voldemort en knikte naar Ron, “Breng jij Hermelien nou maar weg, hoe sneller ze geholpen wordt hoe beter.”
Ron knikte en liep weer verder, het huis uit.
Harry keek naar Ginny, David kwam naast hem staan. “Zo.” zei Harry terwijl hij zijn armen over elkaar sloeg.
Ginny kreeg een rood hoofd en stamelde, “Ja, ik ben jullie wel een uitleg schuldig.”
Ze begon te vertellen, als een stortvloed liet ze het gaan.
“Ik weet het, het was stom, maar ik was jaloers. Ik was al zo lang verliefd op Harry en ik dacht eindelijk vooruitgang te boeken, maar toen kwam jij in beeld David. Toen was het ineens David voor en na, toen werd ik jaloers en kwaad en toen kwam Malfidus ineens om de hoek kijken. Hij zei dat hij wist wat er aan de hand was en dat hij er wat aan kon doen. Dus toen vroeg ik wat hij er dan aan kon doen. Hij zei dat ik er maar één ding voor hoefde te doen, me bij hen aansluiten. En ik, met mijn kwade kop, zei oké.”
Ginny keek naar de grond, tranen drupten naast haar voeten. Harry weerstond de verleiding om een arm om haar heen te slaan. Ginny keek op, “Ik weet dat ik het niet had moeten doen, maar dat realiseerde ik me pas toen ik zag hoe kapot jullie allebei waren van de breuk. Toen kreeg ik er spijt van en probeerde ik onder het hele gedoe uit te komen, maar Malfidus liet me niet gaan.”
“Ik vergeef je Ginny, ik weet namelijk wat je doormaakt. Ik was ook jaloers.” zei David plotseling. Harry keek hem verbaasd aan, “Wanneer dan?”
“Toen ik wist dat ik verliefd op je was, maar jij niet op mij. Toen was ik jaloers op iedereen die dicht bij Harry stond.”
David liep op Ginny af en sloeg zijn armen om haar heen, “Het komt wel goed.” zei hij sussend. Na deze woorden begon Ginny hartverscheurend te huilen, Harry liep ook op haar af en sloeg ook zijn armen om haar heen.
“Kom, we moeten hier weg en Perkamentus vertellen dat Voldemort hier is.” Harry probeerde Ginny naar buiten te loodsen terwijl David achterom bleef kijken of hij iets zag.

Harry liep met Ginny naar buiten toen hij David hoorde schreeuwen. Hij draaide zich vliegensvlug om en zag David aan komen rennen.
“Het is Voldemort, hij is weer wakker, hij komt deze kant op.”
Harry schrok en begon te rennen, hij trok Ginny mee. Toen ontplofte er een boom naast hem, Harry dook in elkaar en bleef stilstaan. David en Ginny gingen naast hem staan met getrokken toverstok. Een moment leek het alsof Harry buiten zijn lichaam zweefde, hij bekeek het tafereel van boven. Aan de ene kant Voldemort, een volleerd tovenaar, zo ongeveer de machtigste tovenaar die er bestond. Aan de andere kant drie minderjarige tovenaars, van vijftien en zestien jaar. Harry voelde de moed in zijn schoenen zakken. Hier zou het eindigen, dit was het.
Hij zag hoe Voldemort zijn toverstok op David richtte, hij voelde zijn hart loodzwaar in zijn borst kloppen. Hij zocht naar David’s hand, dit keer vond hij hem wel en greep hem stevig vast. Zonder David aan te kijken zei hij, “Ik hou van je, ik wil dat je dat weet.”
“Ik weet het, ik hou ook van jou.” David’s stem brak.
“AVADA KEDAVRA!” brulde Voldemort.
Harry draaide zijn hoofd opzij en keek David nog eens aan.
Hij hoorde ver weg iemand schreeuwen, iemand wierp zich voor Harry en David en ving de vloek op.
Ginny viel levenloos op de grond.

Dit was het weer. Ik ben heel benieuwd wat jullie er van vinden, dus stuur me een PBtje.





_________________
Ik zit mij voor het vensterglas, onnoemelijk te vervelen.
Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik samen spelen.
Godfried Bomans ~ Spleen
Profiel bekijkenStuur privébericht
Ilsje
2e jaars
2e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: Ergens op deze aardbol.

Ilsje is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Mei 15, 2006 13:50 Terug naar boven Sla dit bericht op

Bij deze weer een nieuw stuk, het verhaal komt langzaam aan zijn einde, maar nu nog niet hoor. Very Happy

Hoofdstuk 22
Offer

Harry keek verdwaasd naar de grond, Ginny lag op de grond, met wijd opengesperde ogen van angst. Harry hoorde voetstappen rennen, hij hoorde iemand schreeuwen en iemand riep een spreuk. Het was Perkamentus. Ron had hem vast gewaarschuwd, want die kwam achter Perkamentus aan rennen. Toen hij Ginny zag verstijfde hij, hij keek met grote ogen naar Harry. Harry liet zijn hoofd zakken. Ron liet zich huilend op Ginny vallen.
“Waarom! Waarom zij! Wat heeft zij verkeerd gedaan!” huilde hij.
Harry liet zich op zijn knieën naast Ron vallen en sloeg een troostende arm om hem heen.
“Ze heeft zichzelf opgeofferd om mij en David te redden.” Hij vertelde hem het hele verhaal, over Malfidus en over Voldemort. Toen Harry klaar was met zijn verhaal huilde hij zelf ook. Hij voelde een hand op zijn schouder en stond op, hij zag David achter hem staan, ook bij hem glinsterden tranen in zijn ogen. Hij sloeg zijn armen om hem heen.

Plotseling ging alles heel snel, Perkamentus loodste hen allemaal mee naar het kasteel, Voldemort voor hen uit zwevend, hevig tegen spartelend. Ginny zweefde ook voor hen uit, omhoog gehouden door Ron. En Harry en David liepen achteraan, hun armen om elkaar heen.

Ze werden allemaal meegenomen naar het kantoor van Perkamentus, waar die stoelen tevoorschijn toverde. “Ga zitten.” zei hij vriendelijk maar gebiedend.
Hij liep naar de haard en gooide wat poeder in het vuur. Even later kwam er een vrouw uit de haard stappen en vijf seconden daarna ook een man. Ze hadden allebei rood haar.
“Mam! Pap!” riep Ron, hij sprong op en rende naar zijn ouders toe, hij begon huilend en met horten en stoten zijn verhaal te vertellen. Mevrouw Wemel kreeg tranen in haar ogen en keek naar Perkamentus, hij gebaarde naar een bank waar het levenloze lichaam van Ginny op lag.
“Nee!” Mevrouw Wemel wierp zichzelf op Ginny en huilde. Meneer Wemel liep naar zijn vrouw toe en liet zich naast haar zakken.
Harry’s aandacht werd getrokken door Voldemort, hij lag nog steeds op de grond te spartelen, maar Perkamentus had hem stevig in zijn greep.
“Het heeft geen zin je te verzetten Marten. Je komt toch niet los.”
“Noem me geen Marten, mijn naam is Heer Voldemort en hoe denk je mij tegen te gaan houden oude man? Ik ben tien keer krachtiger dan jij.”
“Dat lijkt me niet Marten, ik houd je hier, totdat de Dementors je de Kus komen geven. Ik heb Minister Schobbejak net een uil gestuurd.” Perkamentus klonk niet dreigend, maar kalm. Hij richtte zich tot meneer en mevrouw Wemel.
“Arthur, Molly, ik kan niet zeggen hoe zeer het me spijt. Maar ik wil jullie één ding zeggen, ze is een heldendood gestorven. Ze heeft haar leven gegeven om twee medeleerlingen te redden, ik wil dat jullie daar aan denken.”
Arthur en Molly knikten. Perkamentus richtte zich nu tot Harry en David.
“Juffrouw Griffel is naar de ziekenzaal gebracht, als jullie haar willen zien, dan kan dat, zeg maar dat ik jullie gestuurd heb en dat jullie mijn toestemming hebben. Maar ik wil jullie op het hart drukken om ook wat te slapen.”
Harry en David knikten en stonden op, Ron bleef achter, bij zijn ouders en Ginny.
Ze liepen in stilte over de gangen, alsof het afgesproken was liepen ze naar de ziekenzaal. Toen ze naar binnen wilde werden ze tegengehouden door Madame Plijster.
“Wat doen jullie hier? Jullie horen in bed te liggen!” zei ze streng.
“We mochten eerst bij Hermelien kijken, Perkamentus heeft ons toestemming gegeven.” zei Harry mat. Madam Plijster keek hen schattend aan, maar besloot hen toen door te laten.
“Even dan, maar niet langer dan vijf minuten.” Ze liep haar kantoortje weer in.
Harry en David liepen naar het enige bed met een gordijn eromheen. De wond in Hermelien’s hoofd was genezen en Hermelien lag in een diepe slaap. David zag een fles op het nachtkastje staan. Hij wees erop en zei, “Ze is in een diepe slaap, die wordt niet meer wakker vandaag.”
Harry knikte, samen liepen ze de ziekenzaal uit, ze liepen naar boven, maar niet richting slaapzalen, ze liepen naar de Kamer van de Hoge Nood.
David liep drie keer langs de muur en liep door de deur. Hij ging op de bank zitten, hij voelde dat Harry naast hem kwam zitten.
Ze zaten daar, zonder iets te zeggen, maar dat hoefde ook niet, ze wisten alles. Tegen de ochtend waren ze in slaap gevallen op de bank.

Dit was het weer, ik wil nog even FoXeRLaDy, *Daniel*Fan* en loesje 123 bedanken voor hun reacties.
Ow ja, na dit hoofdstuk komt er nog één, en dan een epiloog, en dan is het alweer afgelopen...
Maar ik ben alweer aan het werken aan een nieuw verhaal, dus jullie zijn nog niet van me af! haha





_________________
Ik zit mij voor het vensterglas, onnoemelijk te vervelen.
Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik samen spelen.
Godfried Bomans ~ Spleen
Profiel bekijkenStuur privébericht
Ilsje
2e jaars
2e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: Ergens op deze aardbol.

Ilsje is offline. 
BerichtGeplaatst: Di Mei 16, 2006 18:18 Terug naar boven Sla dit bericht op

Hier is alweer het laatste hoofstuk. Ik hoop dat jullie het wat vinden.

Hoofdstuk 23
Verdriet

Harry werd wakker van geluiden op de gangen, hij opende zijn ogen en keek opzij, David lag tegen hem aan en sliep nog. Zacht wekte hij hem. “David.”
“Hmmm.”
“Kom, we moeten opstaan, we moeten kijken hoe het met Hermelien en Ron is.”
Na die woorden was David klaarwakker, hij ging snel rechtop zitten.
“Waar zouden ze zijn?”
“Ik weet niet waar Ron is, maar ik denk dat Hermelien nog steeds in de ziekenzaal ligt.”
Samen liepen ze de kamer uit, richting ziekenzaal. Toen ze daar aankwamen zagen ze dat er een tweede gordijn opgetrokken was. Harry vermoedde dat Ginny daar achter lag.
Hij keek David vragend aan, “Zullen we eerst even bij Hermelien kijken?”
David knikte en liep naar het bed van Hermelien, voorzichtig keek hij om het hoekje van het gordijn. Hij zag Hermelien rechtop in bed zitten, “Hey.” zei hij zacht terwijl hij naar haar toe liep. “Hoe gaat het?” Harry kwam ook om het gordijn heen lopen.
“Met mij gaat het wel, ik heb Ron nog niet gezien, hoe gaat het met hem?”
Harry haalde zijn schouders op, “Ik heb hem nog niet gezien, wij zijn net wakker geworden, we hebben heel lang in het niets gestaard gisteren.”
Er viel een stilte, toen keek Hermelien naar Harry, die wende snel zijn blik af, hij wilde niet dat zij de tranen in zijn ogen kon zien.
“Wat is er jongens, wat is er gebeurt?”
“Ik ga Ron wel zoeken, misschien zit hij achter het andere gordijn.” zei David terwijl hij opstond. Hij liet Harry bij Hermelien achter terwijl hij naar het andere gordijn liep.
Voorzichtig keek hij om het hoekje, hij zag Ron met zijn hoofd in armen liggen aan de rand van het bed. Hij liep om het bed heen en legde zijn hand op Ron’s schouder.
Ron schrok wakker, “Wat is er?” Hij keek verwilderd om zich heen.
“Rustig maar, Hermelien vraagt naar je, ze wil weten wat er is gebeurt en Harry en ik vonden dat jij haar dat moest vertellen, niet wij.”
Ron knikte, slikte moeizaam en hij stond op en liep langzaam naar het bed van Hermelien. David liep achter hem aan, hij zag Harry opstaan toen Ron om het gordijn heen kwam. Hij knikte even naar Ron en liep toen met David achter het gordijn vandaan.
Harry hoorde Ron zacht tegen Hermelien praten, hij voelde tranen opwellen toen Hermelien begon te huilen. Hij begon sneller te lopen, hij duwde de deur open en bleef op de gang staan.
David pakte zijn hand, “Kom, we gaan naar buiten, frisse lucht.”
Terwijl ze naar buiten liepen kwamen ze verschillende leerlingen tegen die hen vragende blikken toewierpen. David negeerde de blikken en bleef lopen.
Eenmaal buiten liepen ze naar een boom waar ze zich onder lieten zakken. Harry trok zijn knieën op en legde zijn hoofd in zijn armen. Toen liet hij zijn tranen gaan, zijn verdriet om Ginny, zijn woede om Voldemort en zijn woede om de rotstreek van Malfidus.
David legde zijn arm over Harry’s rug, hij huilde ook. Hij huilde om alles, alles wat er gebeurt was, van Malfidus tot Voldemort, van de breuk tot de dood van Ginny.
Ze zaten daar totdat het tijd was voor het avondmaal, eigenlijk hadden ze geen honger, maar ze wisten dat Perkamentus iets over de dood van Ginny zou gaan zeggen, dus ze wilden er heen.
Langzaam liepen ze naar de grote zaal, ze zagen dat er zwarte doeken achter de oppertafel hingen. Zonder de andere leerlingen aan te kijken liepen ze naar de Griffoendor tafel, ze gingen tegenover Hermelien en Ron zitten. Ron’s gezicht was uitdrukkingsloos, maar Hermelien’s ogen waren rood van het huilen. Er werd door verschillende leerlingen gefluisterd, maar dat verstomde onmiddellijk toen Perkamentus opstond.
“We hebben een leerlinge verloren. Een leerlinge die haar eigen leven heeft gegeven om dat van twee medeleerlingen te redden, ze heeft totaal belangeloos gehandeld, een eigenschap die goed bij haar karakter paste. Ik wil jullie wederom vragen het glas te heffen om een mede leerling te herdenken.”
Harry wist dat Perkamentus doelde op het verlies van Carlo Kannewasser in hun vierde jaar.
Perkamentus stond op, de leerlingen volgden zijn voorbeeld. Ze hieven als één man hun glas en Perkamentus zei, “Ginny Wemel.”
“Ginny Wemel.” klonk het uit de zaal.
Harry keek opzij, er stroomden tranen over de wangen van zowel Hermelien als Ron. Ze hielden elkaar stevig bij de hand. David pakte ook Harry’s hand en gaf hem even een kneepje, alsof hij wilde zeggen, het komt goed, Voldemort zal gestraft worden.
“Ginny is vermoord door Heer Voldemort. Ik kan jullie meedelen dat hij zich op dit moment in dit kasteel bevind.”
Paniekerig gefluister steeg op uit de zaal.
“Hier?”
“In het kasteel…”
“Waar dan?”
“Hij bevindt zich op mijn kantoor, in afwachting van de Dementors. Ik kan jullie verzekeren dat die hem tot zijn val zullen brengen.” zei Perkamentus met enige stemverheffing.
“Kan hij De Kus dan niet weerstaan? Hij is toch erg krachtig?” vroeg iemand van Huffelpuf.
“Ja, hij is zeker erg krachtig, maar niemand, geen enkel levend wezen kan weerstand bieden aan De Kus, ook Voldemort niet.”
Gemompel en gefluister steeg wederom op uit de zaal.
Perkamentus besloot zijn toespraak met de mededeling dat alle examens zouden vervallen, wat ervoor zorgde dat de Zweinstein Expres een week eerder zou vertrekken.
Ron keek opgelucht, “Dan kunnen we thuis zijn als Ginny begraven wordt.”
Harry knikte, “We zullen er zijn, we zullen er altijd voor elkaar zijn.”
Hij stak zijn vuist over tafel, Ron legde zijn hand er boven op, Hermelien legde haar hand daar weer boven op en als laatste kwam David.
“Vrienden.” zeiden ze, “Voor altijd.”

Dit was het laatste hoofstuk, ik wil even, Jerry, *Daniel*Fan* en Annemoon bedanken voor hun PBtjes en Cheetah voor de reactie in het reageertopic.





_________________
Ik zit mij voor het vensterglas, onnoemelijk te vervelen.
Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik samen spelen.
Godfried Bomans ~ Spleen

Laatst aangepast door Ilsje op Di Mei 16, 2006 18:21; in totaal 1 keer bewerkt
Profiel bekijkenStuur privébericht
Ilsje
2e jaars
2e jaars


Verdiend: 45 Sikkels
Woonplaats: Ergens op deze aardbol.

Ilsje is offline. 
BerichtGeplaatst: Di Mei 16, 2006 18:20 Terug naar boven Sla dit bericht op

Epiloog

Na de bewuste dag ging alles heel snel, het zou nog een week duren voor de trein zou vertrekken. Koffers werden gepakt, spullen werden bij elkaar gezocht en adressen werden uitgewisseld.
Tot hun grote opluchting overleefde Voldemort De Kus inderdaad niet.

Harry, David en Hermelien zouden met Ron naar Het Nest gaan voor Ginny’s begrafenis.
David gaf Harry een briefje met zijn telefoonnummer en adres, “Mijn ouders zijn Dreuzels dus ik heb een telefoon.” zei hij. Harry lachte, “Ik zal proberen te bellen, maar schrijven zal ik zeker.”
“Je moet ook maar een keer komen logeren.” zei David voorzichtig. Harry sloeg zijn armen om David heen en drukte zijn lippen op de zijne.
“Dat zou ik leuk vinden.”

Voor ze het wisten zaten ze weer in de trein, het viertal had een coupé voor hun alleen, net als op de heenreis.
Harry zat, David lag, met zijn hoofd in Harry’s schoot. Tegenover hen zaten Ron en Hermelien. Ze zagen er nog steeds bleek en afgepeigerd uit van verdriet. Ze zochten steun bij elkaar. Ginny was zo ongeveer Hermelien’s beste vriendin geweest. Ze zaten naast elkaar, Hermelien sliep met haar hoofd op Ron’s schouder. Hun handen lagen in elkaar, vingers verstrengeld.

David overdacht het jaar, de liefde die onmogelijk had geleken, was mogelijk geworden. De onmogelijke strijd, was mogelijk geworden. Het onmogelijke was waar geworden
David wist nog niet wat er volgend jaar zou gaan gebeuren, maar hij wist wel dat dit het beste en het slechtste jaar ooit was geweest.

Dit was mijn fanfiction. Alle mensen die PBtjes sturen of hebben gestuurd: Bedankt!
Misschien dat ik ooit een vervolg schrijf, maar ik ben nu wel aan een andere fanfiction bezig. Dus jullie horen nog van mij!





_________________
Ik zit mij voor het vensterglas, onnoemelijk te vervelen.
Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik samen spelen.
Godfried Bomans ~ Spleen
Profiel bekijkenStuur privébericht
Berichten van afgelopen:      


 Ga naar:   


Sla dit onderwerp op als textbestand

Volgende onderwerp
Vorige onderwerp
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum
Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum
Je mag niet stemmen in polls in dit subforum



Powered by phpBB © 2001/3 phpBB Group :: FI Theme :: Tijden zijn in GMT + 1 uur :: Disclaimer