Harry Potter Forum index
Dit forum is gesloten. Bezoek nu de vernieuwde versie van HPF!
 Harry Potter Forum gesloten  •   Inloggen

 [AF] Harry Potter en de Roep om Verlossing Volgende onderwerp
Vorige onderwerp

Sla dit onderwerp op als textbestand
Poll :: Wat vind je van mijn verhaal?

Geweldig!!
58%
 58%  [ 41 ]
Leuk!
35%
 35%  [ 25 ]
Gewoon...
5%
 5%  [ 4 ]
Bagger
0%
 0%  [ 0 ]
Totaal aantal stemmen : 70


Auteur Bericht
Tamar
Oude Forumnaam: Palmtree 5e jaars
5e jaars


Verdiend: 88 Sikkels
Woonplaats: Standing in the Rain

Tamar is offline. 
BerichtGeplaatst: Vr Jul 07, 2006 7:37 Terug naar boven Sla dit bericht op

Ello! Hier post ik dan nog maar een stuk van hoofdstuk 18!
Heeeeel erg bedankt: Madoperator, harry's girly, Madoperator, hermelien92 & HP_HG_RW voor jullie nice reacties!
En: ik vond het helemaal niet leuk om dit stuk te schrijven =(, omdat er iets heel erg stoms gebeurd. Maar dat moest even =|

Hoofdstuk 18
Ron II


Harry kneep zijn ogen dicht en hoopte met hart en ziel dat het Ron en Hermelien waren en niet nog een dozijn dooddoeners. Even was het helemaal stil in de ruimte, toen klonk er overal geschreeuw. Spreuken vlogen over en weer en Harry wist dat het goed zat. Hij dook onder twee groene lichtstralen door en sprong naar zijn toverstok. Hij had hem bijna in handen toen iemand hem hard opzij duwde. Harry viel met zijn hoofd hard tegen de muur en voelde dat zijn hoofd een derde klap echt niet meer aan zou kunnen.
‘Gaat het Harry? Ik moest je wegduwen want ze probeerden je te vermoorden’ schreeuwde Hermelien.
Harry fronste zijn wenkbrauwen en griste zijn toverstok weg. Ze probeerden hem de hele tijd al de vermoorden…Nog half op de grond liggend vuurde hij een spreuk af op een dooddoener die Ron’s keel afklemde. De dooddoener viel verlamd achterover en Ron wreef opgelucht over zijn keel. Hij stak zijn duimen op naar Harry en Harry wilde net terugglimlachen toen hij een afschuwelijk geluid horen. Verschrikt keek hij om en wat hij zag maakte dat hij een brok in zijn keel kreeg. De vrouwelijke dooddoener was de martelspreuk aan het uitspreken over Hermelien en die lag gillend en kronkelend van de pijn op de grond. Harry voelde plotseling een grote woede in hem opborrelen en vloekend stond hij op. Het kon hem niet schelen dat hij zo duizelig was dat hij de kamer ondersteboven zag, of dat twee dooddoeners hun toverstokken op hem richten…niemand deed zijn vriendin pijn!. Als een sabeltandtijger sprong hij met een schreeuw van razernij op de vrouwelijke dooddoener. Die gilde en trok haar toverstok maar Harry hield haar handen vast. Nog even keek hij haar kwaadaardig in de ogen…toen kon ze toegevoegd worden aan het lijstje ‘gesneuvelde dooddoeners’. Lang kon hij er niet om treuren want een seconde later werd hij hard aan zijn armen weggesleurd. Opnieuw vlogen de spreuken om hem heen en Harry, die er midden tussen in lag richtte zijn toverstok op goed geluk op een paar donkere schimmen. Een groene lichtstraal liet de kast achter hem voorover vallen. Harry kroop als ene bezetene weg en de kast miste hem op een haartje na. Door de verwarring kon hij echter wel snel overeind gaan staan en hij verlamde twee dooddoeners tegelijk. Ron bond alle verlamde dooddoeners in de ruimte vast met touwen en Harry hield de wacht bij de enige wakkere dooddoener die er nog was.
‘Wat doen we met deze’ riep Hermelien vertwijfeld terwijl ze de toverstok van de man uit zijn hand rukte en weg smeet.
‘Verlammen? Vermoorden?’ opperde Ron sarcastisch.
Harry knikte en had zijn toverstok al op de dooddoener gericht toen hij plotseling weer dacht aan de beker van Huffelpuf.
‘Nee! Hij moet ons helpen met het gruzielement!’ riep hij snel.
Hermelien en Ron keken hem verbaasd aan en Harry wilde het net uitleggen toen de dooddoener hem hard in het gezicht sloeg. Harry greep zijn hoofd met beide handen vast en zag even niks anders dan duisternis en kleine sterretjes. Langzaam zakte hij op zijn knieën neer. Boven zich klonk het geluid van worstelende mensen.
‘IMPERIO’ schreeuwde de stem van Ron en het gevecht hield op. Harry hoorde iemand naast hem neerzakken maar hij kon zijn hoofd niet bewegen van de pijn. Het bonkte en stak en liet Harry nog steeds door een soort melkweg vliegen.
‘Harry! Gaat het wel goed met je?’ riep de bezorgde stem van Hermelien.
Harry opende voorzichtig zijn ogen en zag de sterretjes langzaam verdwijnen. Hij knipperde eventjes, draaide zijn hoofd naar Hermelien en knikte zachtjes. Het deed veel pijn, maar Harry besefte dat ze het gruzielement snel moesten vinden en vernietigen. Daarom stond hij op; de duizelingen en pijnsteken negerend. Hij keek naar Ron die de dooddoener op zijn eigen voeten liet bijten.
‘Heel leuk Ron, maar we moeten snel verder. Haal hem even van de imperiusvloek af, dan zet ik hem eronder en dan luistert hij naar mij’ bromde hij. Harry zette de dooddoener onder zijn eigen imperiusvloek en keek hem even aan.
‘Zeg me waar de beker van Huffelpuf is’ siste hij vervolgens.
De dooddoener keek hem met lege ogen aan maar kreeg opeens iets levendigs in zich terug.
‘Die…Nee!...ik wil het niet….de beker is…hou op, je verraadt de Heer van het duister!...in dit gebouw…Nee! Ik wil het niet zeggen!’
Harry keek Hermelien en Ron even vermoeid aan. Dat moesten zij weer treffen: een dooddoener die zich kon verzetten tegen de imperiusvloek.
‘Wacht, we zetten hem gewoon alledrie onder de imperiusvloek en dan eisen we hetzelfde van hem’ zei Harry haastig.
Hermelien en Ron spraken de spreuk uit en tegelijk vroegen ze de dooddoener waar de beker zich bevond. Tegen drie vloeken kon de man zich niet verzetten en hij zei met monotone stem: ‘Volg mij maar’.
Dat deden ze. Ze liepen door tientallen kamers en gangen, allemaal even donker en koud. Harry had het gevoel dat ze in een doolhof waren belandt en hij vroeg zich af of de dooddoener hen wel naar het juiste punt leidde. Misschien bracht hij ze gewoon naar de verste en kleinste kamer van het krijsende krot en werden ze daar opgesloten, zonder eten, drinken en licht. Harry schudde zijn gedachten weg en dwong zichzelf te herinneren dat de man voor hem onder de imperiusvloek was en hen dus de goede kant op wees. Links voor hem ging een deur open. Harry, Ron en Hermelien stonden abrupt stil. Twee mannen met een masker liepen grinnikend de gang in en zagen de dooddoener onder imperiusvloek lopen.
‘Hee Lintworm!’ lachte de rechtse man hardop.
‘Zeg je niks terug?, roep je niet om je mammie?’ schaterde de linkse.
Ze pakten de man vast en duwden hem tegen de muur.
‘Oké, deze is duidelijk onder invloed van…’
Maar de dooddoener kon zijn zin niet afmaken want Harry had zijn schuilplaats verlaten en de twee mannen non-verbaal verlamd en vastgebonden.
‘We moeten echt opschieten’ fluisterde hij naar zijn vrienden achter hem.
‘Vertel hem dat’ antwoordde Ron wijzend op de man die de twee andere dooddoeners Lintworm hadden genoemd. Hij was inmiddels al weer doorgelopen en Harry rende erachteraan.
‘Is het nog ver’ vroeg hij zenuwachtig achteromkijkend. Als ze erachter kwamen dat er overal verlamde dooddoeners in de gangen lagen sloegen de andere dooddoeners vast groot alarm en zaten hij, Ron en Hermelien als ratten in de val. De man schudde zijn hoofd en versnelde zijn pas. Harry probeerde de route die ze liepen te onthouden, maar het was te ingewikkeld. Links, rechts, rechts, rechtdoor, derde deur van links, twee poort naar rechts…er kwam geen einde aan en Harry kreeg net weer allemaal enge waanideeën toen de man plotseling stilstond voor een massieve zwarte deur. Harry botste tegen hem op maar de dooddoener merkte het niet. Hij sprak een ingewikkelde spreuk uit en de deur zwaaide open.
‘Schiet op. Hij blijft maar dertig seconden open’ mompelde de dooddoener monotoon.
Harry wenkte Hermelien en Ron snel en net op tijd waren ze alle vier binnen. De deur sloot uit zichzelf met een knal en recht voor hen op een altaar glinsterde de beker van Huffelpuf als een felle lichtbol in de donkere ruimte. Harry stond even als versteend te kijken en kreeg toen een grote grijns op zijn gezicht. Ze hadden het zesde gruzielement gevonden!. Nu hoefden ze het alleen nog maar te vernietigen. En dat was vast niet al te moeilijk; hij had er ten slotte al vier vernietigd!. Harry probeerde niet te denken aan de levensgevaarlijke uitdagingen van R.A.Z en de moeite die hij had moeten doen om het schild te vernietigen.
‘Hoe vernietigen we het?’ vroeg hij aan de dooddoener die stokstijf midden in de ruimte stond. Het was even stil.
‘Weet ik niet’ mompelde de dooddoener uiteindelijk.
Harry liep naar voren en ging recht voor de man staan.
‘Hoe vernietigen we de beker’ siste hij met kille stem.
‘Weet ik niet’ antwoordde de man op dezelfde toon. Harry wilde de man net bij zijn keel grijpen toen Hermelien zijn hand vastpakte.
‘Harry, Ik denk dat hij het echt niet weet’ fluisterde ze zachtjes.
Hulpeloos keek Harry haar aan. Als hij het niet wist…wat moesten ze dan? Hij zou het zelf waarschijnlijk nooit ontdekken. Hij kon nog een ding proberen…het was zijn laatste kans.
‘Zoek uit hoe de beker vernietigd kan worden! En snel!’ gromde hij naar de dooddoener en die gehoorzaamde braaf. Gespannen keek Harry toe hoe de man langs de beker liep en bezweringen fluisterde. Hij aaide de beker, hief zijn handen ten hemel en begon een klagerig liedje. Harry wilde net kwaad op de dooddoener af stappen toen hij Hermelien hem alweer tegenhield.
‘Ssst! Ik denk dat hij het bijna weet’ fluisterde ze terwijl ze de man geïntrigeerd aanstaarde. Maar Harry vond het veel te lang duren; de dooddoeners konden elk moment groot alarm slaan en wat moesten ze dan doen?. Ongeduldig liep hij door de kamer heen en weer, hij tikte met zijn voeten op de grond en zuchtte diep. Als het nog langer duurde ging hij zelf wel wat spreuken op die beker afvuren. Voor dit zinloze gemompeld hadden ze echt geen tijd. Harry wilde de dooddoener net boos wegduwen toen hij zich uit zichzelf omdraaide.
‘Een geliefde moet voor de beker geofferd worden en het bloed moet in de beker gegoten worden. Daarna moet de beker, door degene die het meest voor de geofferde betekende, met beide handen worden vastgehouden en de woorden ‘Assamblé Weronius’ worden uitgesproken. Dan vernietigt het gruzielement zichzelf.’
De stilte was om te snijden. Iedereen was in shock van de woorden. Harry staarde met grote ogen voor zich uit. Hoe kon hij een geliefde offeren? Hij die Hermelien vermoorde voor de beker? Of Ron? Hij kreeg al een paniekaanval bij het idee. Maar dat zou betekenen…dat dit gruzielement nooit vernietigd kon worden. En dat zou betekenen dat Voldemort nooit vermoord kon worden. En dan zat de wereld voor altijd aan het kwaad vast. Harry haalde zijn handen zenuwachtig door zijn haar. Hij kruiste zijn vingers en beet op zijn lip. Dit kon niet…maar het moest wel…maar hij kon niet iemand offeren! Hij kon geen geliefde offeren. Helemaal door de war draaide hij zich om. Hermelien en Ron keken hem met dezelfde verbijstering en verwarring aan.
‘Dit…kan hij niet menen’ zei Ron met schorre stem.
Hermelien veegde een traan uit haar ogen en schudde haar hoofd.
‘Hij meent het wel, hij meent het wel’ snikte ze zachtjes.
Harry keek gehaast van de Ron naar Hermelien, van de dooddoener naar de beker.
‘Kunnen we hem niet gewoon offeren’ mompelde hij tegen beter weten in.
Ron staarde verslagen naar de grond en Hermelien keek hem met betraande ogen aan. Harry kon de wanhoop van haar aflezen en voelde de duisternis in de ruimte op zich afkomen. De wereld draaide om hem heen en hij snakte naar adem. Snel ademend ging hij tegen de muur aan zitten.
‘Wat moeten we doen’ fluisterde hij.
Hermelien en Ron gingen aan weerzijden van Harry zitten en zeiden niks.
Het was Hermelien die uiteindelijk de stilte verbrak.
‘Hij is echt geniaal. Gek. Maar geniaal’ mompelde ze.
Harry keek haar boos aan. Geniaal was wel het laatste woord wat hij hieraan wilde koppelen. Krankzinnig en ziekelijk kwam meer in de buurt.
‘Dooddoeners zouden waarschijnlijk niet zoveel moeite hebben met het offeren van geliefden maar die vernietigen natuurlijk geen gruzielementen. En mensen van de goede kant willen het gruzielement natuurlijk wel vernietigen maar die…’ Hermelien’s stem stokte eventjes en ze vervolgde haar verhaal met zachte stem. ‘Die kunnen hun geliefden niet offeren.’
Harry sprong op en begon door de kamer te ijsberen. Hij wist dat Hermelien volkomen gelijk had, maar eigenlijk wilde hij de waarheid nog niet onder ogen zien. Hij wilde niet kiezen tussen het vermoorden van een geliefde of het vermoorden van Voldemort en daarmee de hele duistere wereld. Hij kon het niet. Harry leunde tegen de muur en staarde moedeloos voor zich uit. Uiteindelijk nam hij een beslissing: Hij zou nooit een geliefde kunnen offeren, en zeker niet Ron en Hermelien. Dus wat deden ze hier dan nog? Ze zouden allang weer terug moeten zijn; ze liepen hier groot gevaar. De uitverkorene in de verzamelplaats van de dooddoeners…het was als Foppe die voor Vilder’s neus een kroonluchter kapot gooide. Dit gevaar kon hij zijn vrienden niet langer aandoen; hij ging zelf nog wel een keer terug om de beker op een andere manier te vernietigen. Harry wilde zich net omdraaien naar zijn vrienden om te zeggen dat ze weg moesten gaan toen de zwarte deur achter hen open werd gegooid. Harry’s hart maakte weer een sprongetje van schrik. Hij zag dat Ron en Hermelien snel op waren gestaan en hij trok ze geluidloos mee naar de meest dicht bijzijnde donkere hoek.
‘Waarom moeten wij elke dag die beker controleren? Er komt hier verder toch geen hond’ mompelde een mannenstem chagrijnig.
De andere gromde instemmend en ze sloten de deur achter zich. Ze keken om zich heen en Harry hoorde Hermelien naar adem snakken. Snel hield hij zijn hand voor haar mond. Ze mochten echt niet gezien worden. Maar de dooddoener onder imperiusvloek verraadde al dat er iets mis was.
‘Hee Lintworm, wat doe jij hier nou weer?’ bromde de eerste dooddoener verveeld.
Maar de dooddoener die iedereen Lintworm noemde reageerde niet. Harry zag dat hij nog altijd met lege ogen voor zich uit zat te staren, en wist dat de twee andere dooddoener er snel achter zouden komen dat hij onder de imperiusvloek was.
‘Ja? Reactie? Slome sukkel dat je bent’ schreeuwde de andere dooddoener.
‘Nee wacht eens! volgens mij is hij…’ maar verder kwam de eerste dooddoener niet want Ron was uit zijn schuilplaats naar voren gelopen en had de man verlamd.
‘RON! WAT DOE JE?!’ gilde Hermelien en toen waren ze dus ontdekt. Harry kon zijn twee vrienden wel slaan. Hoe konden ze zo dom zijn? Hoe konden ze zichzelf zo in gevaar brengen? Als ze nou in dat hoekje waren blijven staan hadden ze met z’n drieën de drie dooddoeners in een keer kunnen verlammen. Maar nu…Harry’s boze gedachten stokten. Ron was naar voren gelopen naar de andere dooddoener met zijn toverstok dreigend opgericht. Maar de dooddoener had zijn toverstok ook opgericht en keek Ron boosaardig aan. Harry wilde naar hem schreeuwen, roepen, gillen. Ron moest daar weg gaan!! Hij liep groot gevaar! Hij…
‘AVADA KEDAVRA!’.
De stem van de man leek van ver te komen. Het drong maar langzaam tot Harry door. Met wazige ogen staarde hij naar het schouwspel voor hem. Ron werd geraakt door een groene lichtstraal en vloog door de lucht. Zijn levenloze lichaam kwam met een klap tegen het altaar met de beker erop neer. Harry staarde ernaar. En staarde ernaar. Het drong niet tot hem door dat zijn beste vriend zojuist was vermoord. Dat zijn beste vriend nu levenloos voor het altaar lag. Dat hij Ron voorgoed kwijt was.





_________________
The kids of tomorrow
don't need today
when they live
in the sins of yesterday.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Tamar
Oude Forumnaam: Palmtree 5e jaars
5e jaars


Verdiend: 88 Sikkels
Woonplaats: Standing in the Rain

Tamar is offline. 
BerichtGeplaatst: Di Jul 11, 2006 8:23 Terug naar boven Sla dit bericht op

Zooo, vier dagen is het gelee en dus zal ik een nieuw stuk aan u presenteren! Met trots, en ook weer niet want Ron is dood en dat sucks. Ik moest mezelf in een erg verdrietige bui brengen om dit gedeelte te schrijven maar het is gelukt =].
Just Ferro, Madoperator, harry's girly, hermelien92 & HP_HG_RW_ Bedankt voor de tolle reactions!

Hoofdstuk 18
Ron [ Part III]

Bij Hermelien drong het wel degelijk door. Volkomen doorgedraaid sprong ze bovenop de dooddoener die Ron vermoord had. Ze sloeg, stompte, trapte en krabde en op de een of andere manier kon de dooddoener zich niet verzetten. Hermelien ging bovenop de dooddoener staan en richtte haar toverstok op hem.
‘Hier zul je voor boeten’ siste ze. ‘VERDONDUS!. Even was het stil. Toen voegde ze nog een woord toe. ‘Silencio’.
De dooddoener opende zijn mond en wilde zo te zien schreeuwen en krijsen maar er kwam geen geluid uit. Hij kronkelde over de grond, sloeg met zijn armen om zich heen en trapte met zijn benen. Hij bonkte met zijn hoofd tegen de muur terwijl de tranen over zijn wangen stroomden. Zo ging het minutenlang lang door. En Harry bekeek het allemaal met lege ogen. Met een leeg hoofd. Met een leeg hart. Weer draaide hij zijn hoofd om naar Ron. Hermelien aaide hem huilend over het hoofd. En opeens drong het tot hem door. Ron was dood. Ron was er niet meer. Zijn vriend. Zijn beste vriend. Harry zakte in elkaar en viel voorover op de grond. De wereld stopte met draaien. De tijd stond stil. En hij was helemaal alleen, als een eenzame rups in een cocon. Hij wilde eruit, maar het verdriet was te groot. Tranen stroomden over zijn wangen, de wanhoop gierde door zijn lijf. Hij kon het niet meer aan. Hij kon niet zonder Ron. Hij kon het niet. Nog meer tranen. Nog meer wanhoop. Nooit meer Ron. Nooit meer zou hij met hem schaken. Nooit meer zouden ze samen huiswerk maken. Nooit meer zouden ze samen zwerkbal spelen…nooit meer…nooit meer. Het voelde alsof zijn lichaam zou ontploffen van verdriet. Alsof zijn lichaam zich binnenste buiten keerde. Alsof hij zelf stierf. Harry beukte met zijn vuisten op de grond en schreeuwde. Een schreeuw van intens verdriet. Een schreeuw van ultieme wanhoop. Een schreeuw om Ron.
Iemand trok hem overeind. Als verdoofd stond hij op, het maakte hem niets uit. Hermelien staarde hem aan. En Harry staarde terug. De tranen stroomden over hun wangen. Het verdriet straalde hun lichaam uit. Maar ze waren niet alleen meer. Ze deelden samen het verdriet. Hermelien sloeg haar armen om Harry heen, en Harry deed hetzelfde bij haar. Hij voelde zijn shirt nat worden, maar het kon hem niets schelen. Hun twee lichamen waren samen een. Een sterk lichaam die het verdriet beter aankon. Die niet ineenstortte. Harry verstopte zijn hoofd in Hermelien’s grote bos haar en sloot zijn ogen. Zo stonden ze minutenlang. Harry voelde zijn paniek zakken, en voelde alleen nog maar intense verdriet. Hij dacht aan alle fijne dingen die hij samen met Ron had meegemaakt. Af en toe balde hij zijn vuisten, maar hij bleef stilletjes staan. Hij mocht zichzelf niet verliezen in zijn wanhoop. Hij moest sterk blijven. Voor Ron. Voor zijn beste vriend.

Alsof het afgesproken was lieten ze elkaar uiteindelijk tegelijkertijd los. Even keken ze elkaar aan, toen liepen ze samen hand in hand naar Ron’s levenloze lichaam. Het licht van de beker glinsterde luguber op Ron’s gelaat. Uit zijn voorhoofd stroomde een stroompje bloed. Harry zakte neer op zijn knieën en keek Ron aan. Ron’s ogen straalden doodsangst en pijn uit en Harry kon het niet aanzien. Hij verstopte zijn hoofd in zijn armen en dacht aan hoe het nu verder moest. Wat moest hij zonder Ron? Het was zijn enige echte vriend. Natuurlijk; Hermelien was ook een geweldige vriendin maar met haar kon hij niet zeuren over de leraren. Met haar kon hij niet over zwerkbal praten. Met haar…had hij gewoon niet zo’n goede band als met Ron. Harry schudde hulpeloos zijn hoofd en voelde de tranen weer over zijn wangen stromen. Dat waar hij altijd zo bang voor was geweest, was nu echt gebeurd. En het was zijn schuld. Die gedachte maakte dat Harry met een shock rechtop ging zitten. Het was zijn schuld. Het was echt zijn schuld. Als hij niet zonodig die dooddoener had willen volgen…als hij niet tegen Ron en Hermelien had gezegd dat ze mee moesten gaan…de gedachte was ondragelijk en Harry zag de hele kamer weer voor zich draaien. Hij zag Ron in zijn ooghoeken met bloed op zijn voorhoofd en hij gaf over op de zwarte koude vloer naast hem. Harry voelde zich dood en doodziek en liet zijn hoofd tegen de muur rustten. Zijn schuld…zijn schuld. Hulpeloos sloeg hij met zijn vuisten op de grond.
Hermelien kwam haastig naar hem toe gelopen en ging op haar knieën voor hem zitten.
‘Mijn schuld…mijn schuld’ mompelde Harry terwijl zijn tranen op de grond drupten. Zijn hoofd zat vol met immense leegte. Duisternis. Niks drong tot hem door. Ook niet Hermelien’s woorden.
‘Het is niet jouw schuld! Natuurlijk niet! We zijn zelf meegegaan! Ron is zelf naar voren gestapt, jij wilde hem nog beschermen! Je trok ons naar die donkere hoek…het is niet jouw schuld!’
Harry hoorde haar stem. Maar hij hoorde niet wat ze zei. Hij hoorde zijn eigen gedachten niet eens. Hij voelde alleen maar leegte. En verdriet. Diep verdriet. Die nooit meer weg zou gaan.
Een glinstering viel op zijn vingers. Harry keek ongeïnteresseerd op. De beker scheen mooi en vrolijk in de ruimte en het irriteerde Harry mateloos. Maar opeens drong iets tot hem door. Een geliefde moest geofferd worden voor de beker…Harry keek naar het stroompje bloed op Ron’s voorhoofd. Het bloed moest in de beker gegoten worden. Harry keek naar Hermelien. Degene die het meest voor de geofferde betekende moest de beker met beide handen vasthouden.
Harry zag dat Hermelien ook dacht aan de woorden van de dooddoener. Ze keken elkaar verbijsterd aan en schudden hun hoofd. Dit konden ze niet doen. Het was als verraad aan Ron. Hoe had hij er alleen al aan kunnen denken? Harry voelde nog meer schuldgevoelens en begroef zijn hoofd weer in zijn armen. Hij zou hier voor altijd blijven zitten. Zonder eten en drinken. Hij zou verhongeren en sterven. Maar dat maakte niks uit. Zonder Ron had het toch geen zin meer. School niet, de gruzielementen niet…niks niet. Hij hoorde Hermelien opstaan. Maar het boeide hem niet wat ze deed.
‘Gowelma’. Harry kende de spreuk die Hermelien zei niet, maar ook dat kon hem niks schelen. Niks interesseerde hem nog nu hij zijn beste vriend voorgoed kwijt was. Waarom leefde hij eigenlijk nog. Zonder echt te kijken staarde hij naar Hermelien die vlakbij Ron zat met een bakje in haar hand. Ging ze Ron in dat bakje stoppen? Maar toen snapte Harry het…Hermelien zou het bloed van Ron opvangen en in de beker gieten.
‘Hou daar mee op’ schreeuwde hij boos. ‘Verrader!’
Hermelien keek even boos terug en stond op met haar bakje.
‘Waag het niet mee daarvoor uit te schelden! Ik wil dit ook niet; maar we moeten het doen voor de mensheid! Anders vallen er straks nog veel meer doden. En dat wil jij toch ook niet hoop ik’ siste ze.
Eerlijk gezegd kon ook dat Harry geen bal schelen. Wat maakte hem het uit dat er onbelangrijke mensen uit onbelangrijke plaatsen op een of andere onbelangrijke manier stierven?. Helemaal niks. Hij staarde met kille ogen naar Hermelien die de druppels bloed in de beker drupte. De beker straalde nog even een fel licht uit maar kreeg toen een bloedrode kleur. Harry kon het niet aanzien en liet zijn hoofd hangen. Hij hoorde dat Hermelien met trillende handen de beker pakte.
‘Assamblé Weronius’ snikte ze. Er gebeurde niks. Harry keek op naar Hermelien die verslagen met de beker in haar hand stond. Zware voetstappen klonken op de gang en ze keken elkaar angstig aan.
‘Hier, probeer jij het!’ siste Hermelien.
‘Nee! Ik…’ begon Harry, maar Hermelien had de beker al in zijn hand geduwd. Harry staarde met een brok in zijn keel naar de rode vloeistof. Hij had zich nog nooit zó verdrietig gevoeld. Gemorrel aan het slot…
‘Schiet op!’ fluisterde Hermelien met trillende stem.
Iets in Harry verzette zich om de woorden uit te spreken. Iets in hem wilde nog niet bevatten dat er echt een geliefde vermoord was. De deur ging langzaam open…en Harry wist dat hij het móest doen.
‘Assamblé Weronius’ mompelde hij. Als dit niet werkte…waren ze voorgoed verloren. Maar het werkte wel degelijk, de beker plofte uit elkaar en de stukje vlogen overal heen. De deur werd nu helemaal opengegooid en een grote groep dooddoeners stroomden naar binnen.
‘VERDOMME, DIE POTTER!’ gilde een vrouwenstem. Harry zag toverstokken op hem gericht en wilde zich eigenlijk al overgeven. Het had voor hem toch allemaal geen zin meer. Maar Hermelien sleurde hem overeind, en greep Ron’s levenloze hand vast.
‘Naar Zweinstein’ piepte ze angstig. En nog net voordat de groene lichtstralen hen raakten werden ze weggetrokken uit de ruimte.

Met een klap viel Harry op de grond. Even was hij helemaal vergeten wat er gebeurd was en hij wilde verrast opstaan maar toen wist hij het weer. Ron was dood. Harry liet spontaan weer vallen en keek vanuit de modder naar Ron. Die lag in een scheve kronkel naast hem en Harry werd helemaal woedend van de aanblik. Hij ging op zijn knieën zitten en sloeg Ron in zijn buik.
‘DOE DAN WAT IDIOOT! WAAROM ZEG JE NIKS MEER! WAAROM BEWEEG JE NIET MEER! WAAROM…’. Maar zijn woede ging al snel weer over in verdriet. Terwijl hij de modderige ondergrond nog modderiger maakte met zijn tranen aaide Hermelien hem zachtjes over zijn rug. Harry draaide zich langzaam om en staarde Hermelien aan.
‘Ik wil niet meer Hermelien. Ik kan niet meer. Het is teveel. Ik heb teveel mensen verloren. Ik wil niet meer’ snikte hij.
Hermelien zei niks maar streelde Harry’s gezicht. Ze boog zich voorover en kuste Harry’s lippen, maar Harry duwde haar ruw weg. Hoe kon Hermelien nou weer aan zoenen denken terwijl hun beste vriend was overleden. HOE KON ZE?. Met opnieuw oplaaiende woede ging hij overeind zitten. Hij pakte Hermelien bij haar schouders vast en keek haar kwaad aan.
‘Het boeit je ook helemaal niks he? Het kan je helemaal niks schelen van Ron! Waarom huil je niet? Waarom vind je het niet erg?. Stom rotkind! Het is UIT tussen ons’. Na deze uitbarsting legde Harry zijn hoofd weer in de modder. Misschien hield alles wel op als hij hier bleef liggen. Misschien was alles maar een afschuwelijke droom geweest. Misschien…misschien. Misschien zou hij nooit meer gelukkig worden. En met een laatste treurige zucht viel Harry weg. In een diepe slaap. Waar de zon nog scheen en de bloemen groeiden. Waar iedereen vrolijk was en elkaar begroette. Waar niemand bedreigt werd door een duistere tovenaar. Waar Ron nog leefde.






_________________
The kids of tomorrow
don't need today
when they live
in the sins of yesterday.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Tamar
Oude Forumnaam: Palmtree 5e jaars
5e jaars


Verdiend: 88 Sikkels
Woonplaats: Standing in the Rain

Tamar is offline. 
BerichtGeplaatst: Vr Jul 14, 2006 9:19 Terug naar boven Sla dit bericht op

Aloha! hier komt 1/2 van hoofdstuk 19 ^^
Bedankt Madoperator, hermelien 92, Barnabas Borterrijk, hpfreakie voor jullie reacties! Alleen heb ik liever niet dat jullie in dit topic posten =].
Goed, de vrolijkheid is nog niet terug in het verhaal...maar dat kan ook eigenlijk niet. Lees ze!

Hoofdstuk 19
Gebroken



De dagen die volgden waren erg hectisch. Eerst moesten ze mee naar het huis van de familie Wemel om te vertellen wat er gebeurd was en hadden ze aan moeten zien dat meneer en mevrouw Wemel volkomen instorten. Hermelien deed het woord want Harry had sinds zijn uitbarsting tegen Hermelien niets meer gezegd. Niets meer kunnen zeggen. Zijn stem stokte steeds van verdriet. Hij voelde een constante brok in zijn keel. En daarnaast wilde Harry ook niet praten. Hij had niks te zeggen. Hij had al bijna iedereen verloren van wie hij hield; en nu was het genoeg geweest. Hij leefde nog wel, maar niet met vreugde. Hij deed wat andere mensen vroegen, hij deed niks als mensen hem dat opdroegen. En verder lag hij op bed. Vaak nadenkend over zijn ouders, over Sirius, over Perkamentus en ook vooral over Ron. Dan staarde hij naar het bed tegenover hem, zo leeg en stil. Vaak hield hij het op een gegeven moment niet meer uit en liep hij naar het meer. Want bij het meer was niemand in deze kou en regen, en dus viel ook niemand hem lastig. Dat deden ze in de school maar al te vaak.
‘Het lijkt nu heel erg Harry, maar je komt er wel weer overheen.’
‘Ron is gelukkig geweest tijdens zijn leven. Het is goed zo’
‘Hij heeft geen pijn gevoeld. Het ging allemaal heel snel’
Harry werd soms zo woedend dat hij die mensen wel wilde slaan. Dat deed hij ook af en toe en dan moest hij weer naar professor Anderling. Die wilde dat hij met haar erover praatte. Maar hij wilde niet praten. Hij wilde rust en stilte. En Ron. Ook Hermelien maakte zich zorgen over hem. Vaak kwam ze naast hem op bed liggen en vertelde ze over alle gelukkige momenten die ze met Ron hadden beleefd. Ze vertelde hem dat Harry voor Ron het allerbelangrijkste was geweest en dat Ron gewild had dat Harry weer door ging met zijn leven. Ze kwam het hem elke dag vertellen en Harry reageerde elke dag niet. Hoe kon zij nou weten wat Ron gewild had? Wie weet was Ron wel boos dat Hermelien er zo snel al weer overheen bleek te zijn. Dat zou hij tenminste wel zijn…hij zou zich erg gekwetst voelen als mensen een paar dagen na zijn dood alweer vrolijk huiswerk gingen maken.
En dus keerde Harry Hermelien de rug toe en viel Hermelien vaak ook stil. Twee dagen later was de begrafenis, vlakbij het Nest. Harry wilde in eerste instantie niet gaan maar Hermelien sleurde hem het hele terrein over en verdwijnselde toen met hem naar de desbetreffende plek. Hij zag meneer en mevrouw Wemel stil en lijkbleek op een schommelbankje zitten. Ze leken de afgelopen dagen wel twintig jaar ouder geworden. Bill en Charlie zette met monotone bewegingen de tuinstoeltjes neer en Harry voelde zich voor zover mogelijk nog depressiever worden dan hij al was. Hij rukte zich los van Hermelien en rende het bos in. Zittend tegen een grote eik dacht hij na over de gebeurtenis die eerder dit jaar had plaatsgevonden. Toen Harry en Hermelien alleen naar het huis van zijn ouders waren gegaan en Ron had gedacht dat ze stiekem een relatie hadden. Harry herinnerde zich Ron’s woedende en gekwetste reactie en voelde de tranen in zijn ogen branden. Hij had er al eerder aan gedacht, maar nu wist hij het zeker: hij zou het officieel uitmaken met Hermelien. Het voelde voor Harry als groot verraad om nog met haar om te gaan. En eigenlijk was het het best als hij helemaal geen mensen meer om zich heen had die hij liefhad. Dat kon hem alleen maar verdrietiger maken, omdat hij wist dat hij die mensen toch maar kwijt zou raken. Vanaf nu liet hij niemand meer dichtbij hem komen. Vanaf nu ging hij het helemaal alleen aanpakken. Hij zou alleen op zoek gaan naar Voldemort en hem proberen te vermoorden. En als het hem niet lukte? Dat maakte ook niks uit. Het kon Harry niks schelen of hij leefde of dood was. Het was allebei verschrikkelijk en dus kon hij zonder angst Voldemort onder ogen zien.
Iets fels scheen door de bladeren boven hem. Harry knipperde met zijn ogen en zag dat de zon scheen. Het maakte hem niet gelukkig. Hij voelde de warmte niet. Hij was volkomen gevoelloos geworden. En ook dat kon hem niks schelen.

Harry hoorde takjes kraken en hij wist dat Hermelien eraan kwam. Nouja als ze er toch was, kon hij haar meteen vertellen dat het over was tussen hen. En dat hij niet meer met haar om wilde gaan. Handen duwde de takken waarachter Harry zich verstopte weg en daar stond inderdaad Hermelien.
Harry! Ik heb je…’ maar Harry onderbrak haar ruw.
‘Het is uit Hermelien. En ik wil niks meer met je te maken hebben. Met niemand meer. Dat is het enige wat ik wil zeggen.’
Hermelien liet van schrik de takken los en Harry hoorde een schreeuw van pijn. De takken werden hardhandig weer weggeduwd . Hermelien ging in vol ornaat voor hem staan met haar handen in haar zij. Over haar gezicht liepen striemen van de takken waar het bloed uit drupte. Combineer dat met haar woedende gezicht en Harry voelde zich een beetje bang worden.
‘SORRY? Dus nu maak je het uit? Hè? Zeg dan wat!’ schreeuwde ze en toen Harry langzaam knikte ging ze weer verder. ‘En waarom? Omdat meneer zich schuldig voelt? Of ben je soms bang? Nou Harry we zijn allemaal bang! En we zijn allemaal níet schuldig!. Ron is dood en je hebt geen idee hoe erg ik dat vind, maar denk je dat ik me dan maar helemaal afzonder? Dat ik degene waarvan ik hou wegduw? Nee natuurlijk niet! Dat is het domste wat je kunt doen! Dus Harry…’
Maar Harry was Hermelien’s gezever zat. Buiten zichzelf van woede stond hij op. Hij gaf Hermelien een harde duw en keek haar met toegeknepen ogen aan. Hij voelde geen spijt of neiging haar op te rapen. Hij wilde haar alleen maar duidelijk de les leren.
‘Waag het niet mij dom of laf te noemen. WAAG HET NIET!. En wie zegt dat ik het niet uitmaak omdat ik je gewoon een lelijk betweterig mormel vind?! Dus laat me met rust!!’. En met die woorden verdween Harry tussen het struikgewas. Pas nu voelde hij de verschrikkelijke steken in zijn hart. Pas nu besefte hij hoeveel hij van Hermelien hield. Maar hij wist dat het niet meer goed zou komen. Ron stond als een rotsblok tussen hen in en noch Hermelien, noch Harry had de kracht hem weg te duwen. En dus was Harry vanaf nu alleen. Alleen op de wereld met nog een laatste doel. Als verdoofd liep Harry terug naar Het Nest. Er waren inmiddels al aardig wat mensen en Harry zag ook mensen van school. Hij voelde niet de behoefte ze aan te spreken; er was toch niemand die hem begreep. Stilletjes ging hij op de achterste rij zitten. Hij hoopte dat niemand hem zou zien zitten; maar dat was onmogelijk als je Harry Potter heette. Al snel kwam er iemand naast hem zitten en Harry voelde dat diegene hem bezorgd aan keek. Het liefst had hij zijn vuist in diegene’s gezicht geplant maar hij besloot toch eerst even te kijken wie het was. Het was Lupos, een oude vriend van zijn vader en peetvader.
‘Hoi Harry, hoe gaat het’ zei hij zachtjes terwijl hij Harry doordringend aankeek. Harry staarde boos terug en had geen zin om antwoord te geven.
‘Geweldig. Mijn ouders, peetvader en beste vriend zijn dood. Misschien vier ik morgen wel een feestje’ bromde hij uiteindelijk.
Hij hoorde Remus Lupos zuchten en wilde dat hij weg zou gaan.
‘Het spijt me voor je Harry. Je hebt verschrikkelijke dingen meegemaakt tijdens je leven, en ik vind het heel dapper hoe je daar mee om gaat. Ik hoop ook echt dat je niet opgeeft; ik weet dat dat nu onvermijdelijk lijkt maar je moet doorgaan Harry. Dat weet je toch hè?
Het was nu Harry’s beurt om te zuchten. Waar bemoeiden al die mensen zich mee? Waarom lieten ze hem niet met rust? Misschien wilde hij wel helemaal niet doorgaan! Misschien wilde hij gewoon niet meer…Harry stond op en gooide zijn stoel om ver.
‘Laat me met rust’ siste hij naar Lupos. Die keek hem alleen maar meelevend aan, wat hem nog veel kwader maakte.
‘WAT? Ik ben niet zielig! Ik ben het inmiddels wel gewend hoor’ Harry stopte even om adem te halen en zag dat verschillende mensen beledigd naar hem keken. Fluisterend ging hij verder, ‘en het is nog veel erger: ik ben inderdaad de uitverkorene en de dooddoeners doen gemiddeld elke week een moordaanslag op me’. En met die woorden rende Harry de tuin weer uit.
Hoe kwam hij ooit weer uit dit diepe dal? Hij was zo verdrietig…hij zag geen licht meer. Zelfs niet heel in de verte. Er was niks meer waar hij zich op verheugde, niks wat hem nog gelukkig maakte. Hij kon zich niet herinneren dat hij zich ooit zo verschrikkelijk gevoeld had. Harry bleef rennen en rennen, struikelde en haalde zijn handen open, kroop overeind en rende verblind door tranen verder. Helemaal buiten adem stopte hij bij de boomhut van Fred en George. Hij klom erin en staarde door de raampjes. Hij merkte dat hij vanaf hier precies de begrafenis kon zien. De stoeltjes waren inmiddels allemaal bezet en meneer Wemel tilde samen met Bill en Charlie de kist naar voren. Harry kon het niet aanzien en verstopte zijn hoofd tussen zijn knieën. Hij hoorde de versterkte stem van mevrouw Wemel die snikkend vertelde wat een geweldige zoon Ron was geweest. Hij hoorde professor Anderling vertellen wat een geweldige leerling Ron was geweest. Maar hij herkende zijn vriend Ron er niet in. Het leek alsof ze het over een vreemde hadden, een Ron die hij niet kende. Ze hadden Harry ook gevraagd of hij wat wilde zeggen, maar Harry had geweigerd. Wat moest hij vertellen? Dat Ron een geweldige vriend was?. Hij zou toch geen woord uit kunnen brengen als hij daar eenmaal stond. Een lieve meisjesstem klonk door in zijn oren. Was dat nou Hermelien?. Harry staarde even snel uit het raampje en zag dat daar inderdaad Hermelien stond. Hij luisterde naar wat ze zei en voelde voor het eerst sinds tijden een soort gevoel van geluk. Want wat Hermelien over Ron vertelde; dat was precies zoals Ron was. Ze vertelde over zijn grote talent voor toverschaak, zijn obsessie voor zwerkbal maar ook zijn jaloersheid. Hermelien wist de menigte zelfs even aan het lachen te maken toen ze vertelde over Ron die speciaal met Belinda ging om haar jaloers te maken. Harry moest ook even glimlachen maar niet voor lang; want de gedachte dat Hermelien zijn vriendin niet meer was maakte dat hij weer depressief tegen de houten wanden van de boomhut aanleunde.
Waarom moest hem dit allemaal overkomen? Waarom kon hij nooit lang met iemand samenzijn die hij graag mocht. Waarom? Hij zou er waarschijnlijk nooit een antwoord op vinden. En dat was misschien nog wel het allerergst.

De weken die volgden bleef Harry verdrietig en snel aangebrand. Hij praatte zo weinig mogelijk met andere mensen, deed al zijn huiswerk alleen en ging na de lessen vaak meteen op zijn hemelbed liggen. Hij zag wel dat veel leerlingen en leraren hem bezorgd aankeken maar hij had geen zin om te doen alsof alles goed ging. Dat ging het ten slotte niet; want naast dat hij voortdurend aan Ron moest denken en hem vreselijk miste dacht hij nu ook steeds meer aan zijn ouders en Sirius. Misschien had hij alles toch niet goed verwerkt en kwam alles nu dubbel zo erg op hem af. Hermelien deed nog elke dag pogingen om tot hem door te dringen en hem te laten weten dat hij er niet alleen voor stond. Maar alhoewel Harry niets liever wilde dan haar omhelzen en knuffelen deed hij net of hij haar niet hoorde. Hij wilde zich persé aan zijn voornemen, om niemand meer dichtbij hem te laten komen, houden en dat ging hem aardig goed af. Van professor Anderling had hij begrepen dat een grote groep schouwers het Krijsende Krot was binnengevallen en een grote groep dooddoeners had gevangengenomen en vermoord. Harry had even naar het schoolhoofd geglimlacht en was toen zijn hemelbed weer ingekropen. Dooddoeners aanvielen leek zo verschrikkelijk onbelangrijk, net als de naderende examens.
Harry had nog helemaal niks geleerd, en was dat ook niet van plan. Waarom zou hij examens doen, als hij wist dat hij toch zou sterven. Want dat was wel een conclusie waar Harry de laatste weken op was gekomen: hij zou binnenkort sowieso sterven. Was het niet in het allesbeslissende gevecht met Voldemort, dan deden de dooddoeners het wel en anders stierf hij vanzelf wel van verdriet. En een lijk kon geen schouwer worden, dus hoefde hij ook niet te slagen voor zijn schoolexamens. Daar was Hermelien het natuurlijk weer niet mee eens; als ze klaar was met haar preek over dat Harry niet alleen stond in de wereld ging ze vaak over tot een verhaal over het belang van de examens op de rest van het leven. Meestal gooide hij op dat punt zijn kussen over zijn hoofd, en dan verdween Hermelien uiteindelijk wel met een diepe zucht. Vaak verschijnselde hij ’s nachts naar het graf van Ron. Dan ging hij in weer en wind voor de grafsteen zitten en dacht hij na over de afgelopen 6.5 jaar. Alle fijne gebeurtenissen schoten door zijn hoofd en op de een of andere manier voelde Harry zich gelukkig. Tenminste, dat dacht hij, want hij was vergeten wat echt geluk was.
Hij had eigenlijk gehoopt dat het verdriet zou slijten na een paar weken. Maar het voelde nog even puur en koud. Soms maakte het Harry zo wanhopig; dan sloeg hij zijn kussen in elkaar of rende hij in paniek over het schoolterrein. Hij wilde dat iemand hem kon helpen, maar hij wist dat niemand dat kon. Want niemand begreep hoe het was om zoveel mensen te verliezen.
En dus was Harry alleen en verdrietig. En met die gevoelens ging hij de examens tegemoet. Want over een week was het zover; alle zevende klassers waren ontzettend gestresst. Ze zaten met hun handen voor hun oren driftig te leren met een stapel boeken van een meter op tafel. Ze oefenden spreuken op elkaar, lieten hun schoolspullen zweven, mompelden hardop de stof en waren vooral ontzettend chagrijnig. Terwijl Simon en Hermelien in gevecht waren over of een boomholtrol nou wel of niet kabeljauw at stond Harry in zijn eentje in de uilenvleugel. Hij had geprobeerd Verweer tegen de Zwarte kunsten te leren; maar overal kwam hij de woorden ‘dodelijk’, ‘gestorven’ en ‘pijnlijk’ tegen en woedend had Harry zijn boek uit het raam gegooid. Toen was hij naar de uilenvleugel gerend en nu was hij alweer verdrietig omdat hij opeens herinnerd werd aan Hedwig. Hij keek naar een grote witte bosuil voor hem, maar ze was niet zo mooi als Hedwig. Geen uil was zo mooi als Hedwig. Harry leunde met zijn hoofd tegen het raam en staarde naar buiten. Het miezerde zachtjes en de bomen lieten hun takken moedeloos zakken. De knoppen waren vergaan wegens gebrek aan zonlicht en het water in het meer was donkerblauw van verdriet. Alles was doodstil en Harry vond het eigenlijk een beetje eng. Waarom bewoog niks? Waar waren alle dieren, waar was de wind? Waarom waren er geen kleine golfjes in het meer?. Aan de bosrand verscheen opeens een grote groep zwarte gedaanten....





_________________
The kids of tomorrow
don't need today
when they live
in the sins of yesterday.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Tamar
Oude Forumnaam: Palmtree 5e jaars
5e jaars


Verdiend: 88 Sikkels
Woonplaats: Standing in the Rain

Tamar is offline. 
BerichtGeplaatst: Ma Jul 17, 2006 7:19 Terug naar boven Sla dit bericht op

Oi!, Hier de een na laatste post! =[. Ik wil graag Madoperator, HP_HG_RW_, Barnabas Borterrijk & hpfreakie voor hun positieve reacties. Ik hoop dat hier ook op wordt gereageerd ^^. En hier comes the 2/2 part van Chapter 19=>

Hoofdstuk 19
Gebroken 2/2


Harry knipperde met zijn ogen maar de zwarte gedaanten waren er nog steeds. Ze bewogen zich langzaam vooruit en Harry zag nu ook acht grote verschijnsels uit het bos komen. Voor de groep uit zweefde een paar dementors…Harry duwde zich van het raam af en keek toen nog een keer. Hij zag dat de grote verschijningen acht enorme reuzen waren, hij zag de grootste groep dooddoeners die hij ooit gezien had en hij zag ook inderdaad een stuk of dertig dementors. Oh god, dit was een enorme massa-aanval op Zweinstein! Harry draaide zich om en keek met grote ogen zwaar ademend om zich heen. Zijn handen trilden en hij draaide zich nog een keer om. Het was echt waar…Voldemort’s leger viel Zweinstein aan. En Harry zat in een van de torens. Omdat zijn benen het niet meer hielden ging Harry tegen een van de muren zitten, midden in de vogelpoep. Hij hield zijn handen voor zijn hoofd en wachtte op de eerste kreten van nood. In tegenstelling tot eerder in het schooljaar voelde hij niet de drang om de school te redden. Hij voelde niet eens de drang om zichzelf te redden. Een van de reuzen brulde kwaad en de voetstappen van de dooddoeners weergalmden hard over het schoolterrein. Harry voelde zijn angst langzaam zakken. Dat, wat hij altijd al voorspelt had, zou nu gebeuren. Hij zou vermoord worden door het leger van Voldemort. En dan was hij weer verenigd met alle mensen die hij ooit verloren had. Volkomen in tegenstelling tot wat hem te wachten stond voelde Harry zich kalm en gelukkig. Het was mooi geweest, hij had genoeg van dit leven. Beneden klonk gegil en alarmbellen begonnen te rinkelen. De grote massieve eiken voordeur viel met een enorme klap op grond. Harry voelde het kasteel trillen op zijn grondvesten. Toch bewoog hij niet. Hij bleef doodstil zitten waar hij zat, luisterend naar de noodkreten die beneden klonken. Gestamp op trappen, vallende harnassen, mensen in doodsangst…brullende reuzen, spreuken schreeuwende dooddoeners, de schrille lach van een vrouw…gekrijs van uilen, brekend glas, huilende kinderen. Harry liet alles over zich heenkomen en voelde geen enkele emotie. Als versteend zat hij tegen de muur, de uilen poepten op zijn hoofd, gruis viel uit het dak op zijn kleren. Het vocht in de ruimte trok in zijn lichaam, maar hij voelde de kou niet. Hij rook een brandlucht en wist dat het kasteel in de fik was gezet door de dooddoeners. De enorme stank verraadde dat ook de potten met dode dieren kapot waren gevallen. Op de trappen klonken haastige voetstappen en de deur vloog open. Drie kleine meisjes renden huilend de ruimte binnen. Ze hadden Harry nog niet gezien, en gingen tegen een van de muren staan. Opeens klonk er een harde gil.
‘Hij is dood! Daar, die jongen!’ .
Harry deed niet de moeite om te laten zien dat hij nog leefde en dat maakte dat de meisjes alledrie weer in een hartstochtelijk huilen uitbarstten en de ruimte al struikelend verlieten.
En Harry was weer alleen. Alleen met de gedachte dat hij zometeen ging sterven. Hij dacht na over de laatste woorden die hij zou zeggen. Of zou hij gewoon niks zeggen…gewoon zijn ogen sluiten en nooit meer wakker worden. Er klonk een afschuwelijke knal en het hele kasteel schudde heen en weer. Harry keek even uit het raam of hij kon zien wat er gebeurd was. Wat hij zag maakte dat hij toch weer een beetje bang werd; een deel van het kasteel was volkomen ingestort. Harry kon zijn ogen niet geloven, hoe kon zo’n sterk kasteel instorten? Wat voor immense krachten had dat leger van Voldemort wel niet?. Zware voetstappen stampten de trap op en Harry draaide zich met een ruk naar de deur om. Die werd opengetrapt door een groot, lelijk en met wratten bedekt been en Harry wist dat dit een reus was. Och dat was nog best stoer, vermoord worden door een reus. Harry bleef stil zitten op zijn plaats en keek de woedende reus kalm aan. Maar de reus had hem nog niet gezien en hij was bezig met uilen van hun stokken te slaan. De uilen kresen en fladderden hysterisch met hun vleugels. Druppels bloed van gewonde uilen vielen op Harry neer maar nog steeds voelde hij geen drang weg te rennen. Hij voelde geen angst, geen woede en zelfs geen medelijden voor de onschuldige uiltjes. Ook niet toen twee dementors naar binnen vlogen, hun beschimmelde handen uitgestoken om iemand de kus des doods te geven. Harry had zich altijd al afgevraagd hoe dat voelde, en nu zou hij het dat echt beleven. Hij grinnikte even en iedereen die Harry zo lachend zag zitten tussen twee dementors, een moordlustige reus en tientallen vermoorde uilen zou hem voor gek verklaren. Zo voelde Harry zich ook een beetje, hij voelde een soort vreemde blijdschap dat alles nu voorbij zou zijn. De dementors hadden hem inmiddels opgemerkt en vlogen op hem af. Harry rook de stank en viel bijna flauw, maar hij dwong zichzelf bij bewustzijn te zijn als hij van zijn leven beroofd werd. De dementors kwamen steeds dichterbij en Harry bleef rustig zitten. Hij sloot alvast zijn ogen en verwachte half om half dat zijn ziel uit zijn lichaam gezogen zou worden maar iemand stak daar een stokje voor.
‘EXPECTO PATRONUM!’. Er was een felle lichtflits en Harry zag de dementors verdwijnen. Hij kon niet zien wie de spreuk geschreeuwd had want diegene liep en kroop nu rond de reus om aan hem te ontkomen. Harry keek nog eens goed en zag een grote bos bruin haar. Hermelien. De naam stroomde door zijn lichaam en hij voelde zich opeens weer strijdlustig. Hij zou Hermelien niet laten gaan! Hij zou er alles aan doen om haar in leven te houden! Harry sprong overeind en rende naar de reus toe; hoe schakelden ze die uit?. Harry keek om zich heen en zag een stuk touw liggen. Even twijfelde hij, maar toen pakte hij het touw. Dit was misschien het enige wat hielp…Harry trok Hermelien achter een van de reus’ tenen vandaan en gaf haar een uiteinde van het touw.
‘We moeten het om de benen van die reus binden’ riep hij naar Hermelien en die knikte met een glimlach. Tegelijk renden ze op de immense reus af, die verwoed uithaalde met zijn rotsblokachtige armen. Harry en Hermelien wikkelden het touw een paar keer om zijn benen heen en liepen toen met de twee uiteinden naar achter. Even keken ze elkaar aan, toen trokken ze allebei hard aan het touw. De reus wankelde en struikelde over de vele touwen die om zijn benen gewikkeld waren. Met een harde klap viel hij voorover op de grond en Harry en Hermelien keken elkaar grijnzend aan. Maar de uitdrukking op Hermelien’s gezicht veranderde snel.
‘Ik wist dat je ongelukkig was en dat je geen zin meer had in het leven. Maar wilde je echt sterven vandaag? Wilde je echt op zo’n laffe manier sterven Harry?. Ik ben zo teleurgesteld in je, ik dacht dat je moediger was. Ik dacht dat je een echte doorzetter was…’ zei ze zachtjes.
Harry voelde zich verschrikkelijk; hij was inderdaad laf geweest. Hij was weggelopen voor zijn problemen. Waarom had hij er niet met Hermelien over gepraat? Zij was immers ook de beste vriendin van Ron. Met een rode blos van schaamte keek hij Hermelien aan.
‘Het spijt me zo Hermelien…maar toen ik hier zat, en ik zag dat…dat leger komen…ik voelde gewoon geen strijdkracht. Ik voelde geen drang om de school te beschermen, niet eens om mezelf te beschermen…ik ben echt heel ver heen’ mompelde hij verdrietig.
Hermelien deed een stap naar voren en sloeg haar armen om Harry’s nek.
‘Ik ga je helpen Harry. Samen kunnen we je weer gelukkig maken. En uiteindelijk zul je weer helemaal de oude worden. Misschien duurt het een tijdje, misschien jaren maar het gaat ons lukken’.
Harry keek Hermelien recht in haar ogen en hij geloofde haar. Hij geloofde dat het weer helemaal goed ging komen met hem. En dat was een geweldig gevoel.
‘Maar eerst’ vervolgde Hermelien, ‘moeten we hier levend uitkomen’. Ze liet haar armen zakken en kneep Harry in zijn handen. Harry knikte en gaf Hermelien een kus op haar voorhoofd. Beneden klonk een harde schreeuw en harteloos gelach. Harry voelde strijdlust in zich opborrelen en zonder enig spoortje van angst pakte hij Hermelien’s hand.
‘Kom op! Samen kunnen we dit aan!’ en ze renden over de reus heen naar de uitgang. Halverwege de trap stond een dooddoener maar Harry had hem al weggeschopt voordat hij een spreuk kon zeggen. Overal om hen heen lagen lijken, van zowel leerlingen als dooddoeners. Harry kreeg het even moeilijk maar hij besefte dat hij door moest gaan voordat hij daar zelf tussen zou liggen. Een dementor vloog in hoog tempo op hen af, maar voor Harry was het nu niet moeilijk om aan iets gelukkigs te denken met Hermelien aan zijn arm.
‘Expecto Patronum!’. Het hert dat uit Harry’s toverstok schoot galoppeerde door de ruimte en doorboorde de dooddoener die meteen verdween. Harry en Hermelien glimlachten even naar elkaar voordat ze weer verder renden. Veel trappen waren onbereikbaar door ingestort gesteente en het was erg frustrerend om de bloederige baron er zo doorheen te zien vliegen.
‘Avada Kedavra!’. Een spreuk ketste af vlak boven hun hoofd en Harry en Hermelien doken naar de grond. Harry richtte zijn toverstok op en verlamde de dooddoener. Het masker viel af en Harry zag tot zijn grote geluk dat het Lucius Malfidus was.
‘Sectumsempra’ siste hij langzaam. Hermelien pakte Harry geschrokken vast, maar ze was te laat. Lucius Malfidus was dezelfde dood aan het sterven als zijn zoon en dat maakte Harry alles behalve verdrietig.
‘Harry! Waarom deed je dat nou? Hij was toch al verlamd?’
‘Hermelien…ik wil wel eens weten wat jij had gedaan als Voldemort je probeert te martelen en vermoorden op een kerkhof en deze man er lachend bij stond. Dan zou je hem ook maar al te graag zelf willen vermoorden, ook al is het 3 jaar later’ gromde Harry.
Hermelien zuchtte maar ging er niet meer tegen in. Samen renden ze de gangen door op zoek naar een uitgang. Ze zagen de meest verschrikkelijke dingen waarbij Harry echt af en toe moest kokhalzen. Zo waren er op de zesde verdieping acht leerlingen, waaronder Kasper Krauwel, aan een stel kandelaars gespietst. Harry zag Hermelien bijna flauwvallen en trok haar snel weg uit de ruimte. Soms sprong er vanuit een hoek een dooddoener op hen af, maar die schakelden ze snel uit. Zelfs Hermelien had daar geen moeite meer mee nu ze gezien had op wat voor verschrikkelijke manieren de dooddoeners leerlingen aan het vermoorden waren. Ze renden rond op zoek naar trappen maar grote steen instortingen blokkeerden hen telkens de weg.
‘Verdomme, alle trappen zijn gewoon onbereikbaar’ hijgde Hermelien wanhopig terwijl ze een poging deed over een grote hoop brokstukken heen te klimmen. Harry trok haar naar beneden en keek om zich heen op zoek naar een uitweg.
‘Doe niet zo gevaarlijk en kom mee, er is vast wel een trap vrij!.’
Ze volgden een grote groep paniekerige derdeklassers door een geheime gang en kwamen toen opeens op de tweede verdieping uit. Helaas stond hun daar een grote groep dooddoeners op te wachten. De derdeklassers gilden en renden heen en weer, maar dat was niet erg slim want de dooddoeners leken het een leuk spelletje te vinden rennende scholieren te vermoorden. In de paniek die er heerste hadden ze Harry nog niet gezien, en daar was hij erg blij mee. Half verstopt achter een groepje meisjes die krijsend hun gebroken nagels bekeken schoten Harry en Hermelien een andere geheime gang in.
‘Waar loopt deze heen’ piepte Hermelien, maar Harry wist het ook niet dus hij haalde zijn schouders op en rende verder. Het was een oneindige gang en Harry wilde net zeggen dat ze maar weer terug moesten gaan toen hij tegen iets zwaar en massiefs aan botste. Aan de gil van Hermelien te horen was haar hetzelfde overkomen en tot zijn grote schrik kon het enorme ding voor hem nog praten en bewegen ook. Snel pakte hij Hermelien’s hand weer vast en ze deden een stap naar achter.
‘Hoi Potter’ gromde een van de twee dingen.
Harry keek nog eens goed en zag toen opeens dat het Korzel en Kwast waren. Hij barstte in lachen uit en grijnsde naar Hermelien.
‘Lach je ons uit Potter’ gromde Korzel.
‘Maar natuurlijk niet Korzel! Ik lach om die clown achter jullie’
Zowel Korzel als Kwast draaiden zich om en staarden naar de gang achter hen. Boos keken ze Harry aan.
‘Er zijn helemaal geen clowns’ bromde Kwast.
Harry rolde met zijn ogen en wilde met Hermelien weer verder rennen toen Kwast en Korzel ze tegenhielden.
‘Wat nou weer? Ik heb geen nootjes meer in m’n broekzak, dus laat ons gaan’ zei Harry boos.
‘Nee, wacht Potter…we hebben nog iets voor je. Hier vangen!’
Korzel gooide een klein zwart doosje naar hem toe en hoewel Harry’s brein naar hem schreeuwde het niet te vangen vingen zijn vingers het toch. Even gebeurde er niks, en Harry keek Hermelien opgelucht aan, toen werden ze weggetrokken uit de ruimte. Het was een viavia…








_________________
The kids of tomorrow
don't need today
when they live
in the sins of yesterday.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Tamar
Oude Forumnaam: Palmtree 5e jaars
5e jaars


Verdiend: 88 Sikkels
Woonplaats: Standing in the Rain

Tamar is offline. 
BerichtGeplaatst: Do Jul 20, 2006 8:50 Terug naar boven Sla dit bericht op

En dan nu...het allerlaatste stuk van Harry Potter en de Roep om Verlossing.

Hoofdstuk 20
Voorbij



Harry landde hard op een koude ondergrond. Hij kon echter niet opstaan of kijken waar hij was, want zijn litteken begon verschrikkelijk te branden. Het voelde alsof zijn hoofd door midden spleet en hij gilde het uit van de pijn. Hermelien gilde ook, maar zo te horen was het geen pijnkreet. Harry wilde dat hij zijn ogen open kon doen om te zien waar ze waren, maar alles in hem was versteend van de pijn. Langzaam werd het minder en Harry opende voorzichtig zijn ogen. Die moest hij echter meteen weer sluiten door het felle licht dat boven hem scheen. Hij liet zijn ogen langzaam wennen en keek om zich heen. Het leek wel of ze zich op een soort catwalk bevonden met grote neonlampen eromheen. Hij keek naar Hermelien die met grote ogen van angst naar iets achter hem staarde. Met bange voorgevoelens draaide Harry zich om…en daar was iets wat hem bijna flauw liet vallen van angst. Want daar stond Voldemort. Voldemort met een gemene grijns op zijn gezicht. Harry’s litteken begon meteen weer verschrikkelijk te branden en hij zakte met zijn handen voor zijn hoofd neer op de grond.
‘Harry toch! Kan je het nu al niet meer aan? En we zijn pas net begonnen’
Voldemort lachte schril maar de humor was ver te vinden.
Harry noch Hermelien zei wat en Voldemort ging verder.
‘Weet je Potter, je verdient een compliment. Het hele jaar al heb ik mijn zwakke laffe dooddoenertjes achter je aan laten gaan, en je hebt telkens weten te ontkomen!. Applaus!’
Voldemort klapte en het akelige geluid weergalmde door de ruimte.
‘Het publiek is niet al te enthousiast geloof ik, zelfs niet ons schattige modderbloedje!’
‘Avada Kedavra!’ hoorde Harry zichzelf opeens roepen. Had hij zijn mond daar toestemming voor gegeven? Waarom deed hij dit? Paniekerig keek hij naar Voldemort die de spreuk weglachte alsof het een kieteldoodspreuk was geweest.
‘Jammer Potter, je spreuken stellen nog steeds helemaal niks voor. Ben je vergeten dat ik niet dood kan?’
‘Dat kan je wel’ siste Harry woedend maar bovenal bang.
‘Oh vergeten! Je hebt de gruzielementen allemaal vernietigd, is het niet? Maar dat maakt niks uit…ik ben veel te sterk om door jou zwakke spreukjes te sterven. Avada Kedavra!’. Voldemort had zijn toverstok op Hermelien gericht maar die dook net op tijd weg. Harry deed razend een paar stappen naar voren.
‘Blijf van haar af! Je mag mij vermoorden; dat is toch wat je wil? Maar blijf van Hermelien af!’ schreeuwde hij, zichzelf afvragend waar hij de moed vandaan haalde.
‘Nee Harry’ piepte Hermelien zachtjes vanaf de grond.
‘Wat ben je toch naïef Potter…denk je nou echt dat ik de kans om een modderbloedje te vermoorden aan me voorbij laat gaan? VERDONDUS!’
En dit keer raakte de spreuk wel zijn doel. Hermelien veel schreeuwend voorover op de grond en Harry werd helemaal gek. Hermelien en Ron, Ron en Hermelien…
‘Avada Kedavra!’ gilde de kille stem van Voldemort.
Als in een reflex dook Harry weg en de spreuk miste hem op een haar. Hij bleef stil op de grond liggen en staarde naar Hermelien die gilde en schreeuwde van de pijn.
‘Leef je nog Harry? Of is de profetie uitgekomen: jij sterft en ik leef verder als de machtigste man ooit!’
Harry draaide zich abrupt om en wilde helemaal doorgedraaid van woede zijn toverstok op Voldemort richten maar die was hem voor.
‘Avada Kedavra! Sectumsempra! Verdondus! Avada Kedavra!’. Hij bleef met vloeken strooien en Harry wist met vliegen en duiken steeds op het nippertje te ontsnappen. Hij lag nu naast Hermelien die nog altijd gillend heen en weer spartelde en hij keek Voldemort hijgend aan.
‘Waarom geef je niet gewoon op Potter, je weet dat je niet kan winnen van de heer van het…’
‘AVADA KEDAVRA!’ gilde Harry. Maar hij riep de spreuk niet alleen. Een verzwakte, trillende stem riep precies hetzelfde op hetzelfde moment. Twee groene lichtstralen vermengden zich halverwege de ruimte en ze kleurden dieprood. Als een enorme vuurbal ging de vermengde lichtstraal recht op Voldemort af. Die bleef eerst lachend zitten maar probeerde op het laatste moment toch nog weg te duiken. Het was te laat…en de pijlvormige dieprode lichtstraal boorde zich door Voldemort’s niet echt menselijke lichaam. Heel even was het stil. Toen schreeuwde hij oorverdovend. Harry deed zijn handen voor zijn oren en keek met tranen in zijn ogen toe hoe Voldemort’s lichaam helemaal uit elkaar viel. Hij brak letterlijk in allerlei stukken. Een voor een vielen de delen op de grond, net zoals alle gruzielementen hadden gedaan. Toen was er een laatste felle groene lichtflits en op de plek waar net allemaal lichaamsdelen gelegen hadden lag nu het levenloze lichaam van een jongen. Harry herkende hem als Voldemort toen hij nog jong en menselijk was. Hij was weer terug getransformeerd naar hoe hij was geweest voor hij de gruzielementen had gemaakt. En hij was dood.
Niet begrijpend staarde Harry naar Hermelien die nog steeds stuiptrekkende bewegingen maakte.
‘Voldemort kende geen liefde. Alleen een dodelijke vloek van verbonden liefde kon hem doden’ fluisterde Hermelien terwijl de tranen over haar wangen stroomden. Harry voelde de tranen ook in zijn ogen komen, pakte haar hand stevig vast en staarde Hermelien met een gevoel van intens verdriet aan. Dus zij was degene die ook Avada Kedavra geroepen had. En omdat zij echt van elkaar hielden hadden de twee lichtstralen zich verbonden en had een spreuk van echte liefde Voldemort’s lichaam doorboord. Hermelien gaf een laatste schreeuw van diepe pijn. De greep van haar hand verslapte en Harry legde zijn hoofd huilend op haar buik. Hij huilde en huilde, urenlang kon hij niks anders doen. Hermelien…de enige reden waarom hij nog wilde leven was nu ook gestorven. Het meisje waarvan hij meer gehouden had dan wie dan ook was dood. Harry legde zijn hoofd naast Hermelien’s hoofd op het koude steen. Zijn lichaam was volkomen leeg. Zijn hoofd was volkomen leeg. Hij pakte Hermelien’s koude hand vast en bleef stil liggen. Alles waar hij om gaf was nu weg. Alle redenen waarvoor hij op aarde was waren weg. Harry bleef urenlang, dagenlang liggen. De kracht stroomde langzaam uit zijn lichaam. Hij verdronk in verdriet. Vanbinnen was hij al dood. En uiteindelijk ging zijn lichaam dat ook. De wereld was verlost van het kwaad. Maar voor Harry was alles verloren. De jongen die bleef leven stierf uiteindelijk zeventien jaar later. Het einde van duistere tijden. Het einde van Harry Potter.





_________________
The kids of tomorrow
don't need today
when they live
in the sins of yesterday.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Tamar
Oude Forumnaam: Palmtree 5e jaars
5e jaars


Verdiend: 88 Sikkels
Woonplaats: Standing in the Rain

Tamar is offline. 
BerichtGeplaatst: Do Jul 20, 2006 8:56 Terug naar boven Sla dit bericht op

Zo, Ik had nooit gedacht dat ik dit verhaal echt zou afronden. Ik was er ooit aan begonnen na het lezen van boek 6, ik was gefrustreerd dat ik nog zo lang moest wachten voordat ik zou weten hoe het af zou lopen. En ik wilde perse dat Ron en Hermelien een relatie kregen xD. Nouja, uit eindelijk is het een beetje uit de hand gelopen (133 bladzijden in Word) en ik heb eerlijk gezegd geen idee hoe ik het allemaal verzonnen heb [a]

In ieder geval zou ik jullie nog willen vragen om voor de laatste keer een reactie achter te laten. Doordat jullie steeds reageerden had ik zin om verder te schrijven, dus nog een keer: iedereen bedankt Very Happy

En na de vakantie zal ik het eerste deel van mijn nieuwe verhaal (Heart of Ice) plaatsen. Heel erg anders dan dit verhaal, maar minstens zo leuk om te schrijven. Ik hoop dat jullie dan ook de moeite nemen het te lezen ^^. En voor nu: Doei! =]





_________________
The kids of tomorrow
don't need today
when they live
in the sins of yesterday.
Profiel bekijkenStuur privébericht
Berichten van afgelopen:      


 Ga naar:   


Sla dit onderwerp op als textbestand

Volgende onderwerp
Vorige onderwerp
Je mag geen nieuwe onderwerpen plaatsen in dit subforum
Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Je mag je berichten niet bewerken in dit subforum
Je mag je berichten niet verwijderen in dit subforum
Je mag niet stemmen in polls in dit subforum



Powered by phpBB © 2001/3 phpBB Group :: FI Theme :: Tijden zijn in GMT + 1 uur :: Disclaimer